Handboek van den soldaat (KAJ Brussel)
(ca. 1930)–Anoniem Handboek van den soldaat– Auteursrecht onbekend
[pagina 69]
| |||||||||||||||
Hoofdstuk IV
|
A. | - Enkele raadgevingen van gezondheidsleer. |
B. | - De geneesmiddelen tegen enkele ziekten en ongevallen. |
C. | - Wat ge moet doen als ge ziek zijt. |
D. | - Een paar woorden over venerische ziekten. |
A) Uit de gezondheidsleer
1. Zindelijkheid voor het lichaam.
Als zindelijkheid voor het lichaam altijd noodzakelijk is, dan is ze het nog meer bij de menschen die gemeenschappelijk samenwonen.
Wordt de huid niet voldoende verzorgd dan stelt men zich bloot aan menige kwaal. Aangezicht, hals, hoofd en handen moeten alle dagen flink gewasschen worden en het betaamt dat men de handen wassche vóór iederen maaltijd.
Iedere week moeten de soldaten onder de stortbaden. Om te beginnen enkele oogenblikken onder de volle waterstraal staan en het water maar eens flink over 't lichaam laten spoelen; dan zeepe men zich in, daarna draaie men het kraantje weer open om het schuim af te spoelen; terzelfdertijd neme men ook een voetbad.
De slechte inrichting der baden in sommige kazernen en kampen en het gebrek aan toezicht zijn nog al dikwijls oorzaak dat de soldaten zich volstrekt onbetamelijk en onwaardig gedragenGa naar voetnoot(1).
Een Kajotter doet nooit mee aan zulke mis-
plaatste fratsen en geestigheden. Hij wascht zich vlug en bekommert zich niet om zijn gebuur. Hij dwingt eerbied af, zonder aanstellerigheid, maar beslist.
De nagels snijde men kort af. Het haar moet ten minste om de week met zeep worden gewasschen. Kam, borstel, schaar, muts, handdoeken, servetten enz. wezen alleen voor streng persoonlijk gebruik. Vooral het scheermes mag nooit door een ander gebruikt worden.
Weigeren is soms moeilijk, maar het moet. De mogelijke gevolgen zijn van te groot gewicht. Een schram met een scheermes gemaakt kan de gevaarlijkste mikroben overbrengen in het bloed. En laten we niet vergeten dat in den dagelijkschen
omgang, iedereen voor zijn medemensch een haard van besmetting kan worden.
2. De kleeding.
Uwe kleeding moet u gemakkelijk en goed passen; ze moet niet spannen om hals en borst.
Het is gek zijn geld te vergooien aan allerlei vreemde ‘fantasie’-opschik, die u gewoonlijk niet staat, en die indruischt tegen de legerreglementen.
Gij moet trachten net en fatsoenlijk voor te komen in uw voorgeschreven pak en leeren eenvoudig leven.
Uw muts opzetten om u te behoeden tegen de koude en vooral tegen de zon.
Hemden van flanel zijn de beste.
Schik gansch uw uitrusting zóó dat ze zoo weinig mogelijk hindert. Een piot loopt zich soms doodmoe, omdat de last ongelijk verdeeld hangt.
3. De voeding.
Nooit meer eten dan uw eetlust vergt.
Niet eten tusschen de maaltijden in, om de maag niet te vermoeien.
Het is een betreurenswaardige gewoonte onder de oefeningen allerlei snoeperij te knabbelen. De leurders, die ze verkoopen, hebben alleen hun winst voor oogen en bekommeren zich niet het minst om de kwaliteit van hun waren of om de gezondheid der soldaten.
Vóór een zware oefening, als ge wat vermoeid zijt, of het warm hebt, moet ge uw maag niet overladen met voedsel dat moeilijk verteert.
Maak matig gebruik van vleesch. Eet traag en kauw de spijzen goed. Zooniet legt ge uwe maag
overwerk op. Drank gebruikt ge met kleine teugjes.
Gebruik zoo weinig mogelijk kruiderijen: peper, mostaard, prikkelende spijzen. Ze ontsteken licht de spijsverteringsorganen.
4. Mondverzorging.
Verwaarloosde of niet rein gehouden tanden brengen vaak maagziekten mee. Iederen morgen dus de tanden wasschen met een tandenborstel.
Veel soldaten zouden gedurende hun diensttijd deze uitstekende gewoonte moeten aannemen voor het leven. Zeker ware het bespottelijk deze gewoonte, als men ze heeft, prijs te geven onder zijn diensttijd uit nalatigheid.
5. De oefeningen.
Voor menig Kajotter, vaak opgesloten in een fabrief of in een muffig bureel, kunnen deze maanden, doorgebracht in open lucht, een buitenkuur zijn... als hij er maar gebruik van weet te maken.
Men kan een geleidelijke training doormaken, zonder ooit den graad van het eigen weerstandsvermogen te overschrijden. Nauwkeurig voere men de bewegingen der turnoefeningen uit, die voor doel hebben de longen te verruimenGa naar voetnoot(1).
Marscheeren is de beste lichaamsoefening, omdat onder 't gaan alle spieren in beweging komen. Maar zorg hier nogmaals voor een geleidelijke training.
Onder de marschen weinig drinken en met kleine teugjes, en nooit besmet of te koud water gebruiken; ook geen onrijpe vruchten of alcoholosche dranken.
6. Draag zorg voor uw voeten.
Na marschen en oefeningen hebt ge soms blaren op uw voeten of is het vel er afgescheurd. Om verdere verwikkelingen te voorkomen, moet ge bijzonder zorg besteden aan uw voeten, uw schoenen en uw kousen.
Uw voeten moet ge altijd zuiver houden. 's Zomers, ten minste eens per dag, een voetbad nemen en daarbuiten ook nog na de groote marschen.
De nagels regelmatig afsnijden, anders groeien ze in het vleesch, wat zeer pijnlijk is. Als uw voet gekwetst is, wasch dan eerst de wonde uit met gekookt water en leg er een hechtpleister op. Zoo raakt uw schoen de wonde niet meer.
Doe geen nieuwe schoenen aan om op marsch te gaan. Smeer uwe schoenen om de acht dagen in, dan blijft het leer zacht. Natte schoenen laat ge drogen zonder te dicht bij het vuur te zetten, zooniet verhardt het leer en krimpt het.
Als ze eenigszins versleten zijn laat ge ze dadelijk herstellen, en als ze van den schoenmaker terugkomen, kijkt ge ze eens even na, om te zien of ge uw voeten nergens aan kunt bezeeren.
Verscheidene malen per week van kousen veranderen, vooral 's Zomers. Zorg ook dat ze niet geplooid zitten of dat er geen gaten in zijn.
7. De rust.
Vermoeienis is een soort vergiftiging van het
gestel. De rust moet het gestel van die giften ontlasten. Onvoldoende rust leidt tot overspanning, oorzaak van allerlei ziekten.
Als ge u doodmoe voelt, ga dan liggen en tracht te slapen. Maar al te dikwijls denken de soldaten rust te vinden in ontspanning, die het gestel nog verder uitput. Goed slapen is dus van belang: een volwassen man heeft 7 tot 8 uren slaap noodig. De slaap wordt bevorderd als de kamer frisch verlucht is, als het er stil is en donker.
Zorg dat uwe maag niet overladen zij vóór ge slapen gaat, en voer dan ook op dat oogenblik geen ophitsende gesprekken. Tabak en alcohol kunnen oorzaak zijn van slapeloosheid.
8. De kamer.
Eerst en vooral een zindelijke kamer! Stof is vergift voor de longen. De tering, die heden ten dage zooveel slachtoffers maakt, wordt voortgezet door microben, gedragen door het stof. Dus niet droog afstoffen of uitkeeren. Keer met nat zand of zaagmeel uit en stof de verschillende voorwerpen af met een natte vod.
Verboden te spuwen!
's Morgens, als iedereen op en aangekleed is: alle ramen openzetten. Slechts langs eenen kant om tocht te vermijden, en ze, zooveel mogelijk, den ganschen dag open laten. Zelfs 's nachts moet een luchtkoker openblijven.
De kamer moet enkel een slaapzaal zijn en geen refter, of speel- of rookzaal. Daar zijn speciale plaatsen voor aangeduid: refter, koer, enz. Zoo gaat ge u ook enkel wasschen in de waschzaal, die er voor gemaakt is, of op de koer.
9. De inentingen.
a) Tegen de pokken. De pokken zijn een vreeselijke ziekte, vooral om de verwikkelingen die er mee gepaard gaan. In den loop der tijden heeft ze soms schrikbarend geheerscht.
Dank zij de inenting heeft er zich gedurende den oorlog 1914-1918 geen enkel doodelijk geval van pokziekte voorgedaan in het leger. Ieder dienstplichtige moet ingeënt of opnieuw ingeënt worden binnen de 1e maand na zijn inlijving. De dokter ent u driemaal in den arm in.
b) Tegen typhus. De typhus is een zeer besmettelijke ziekte, veroorzaakt door besmet water of rauwe groenten.
De inspuiting beveiligt voor een of twee jaar tegen besmettingen. Aanstonds na de inlijving wordt ge tweemaal achtereenvolgens ingespoten tegen den typhus.
B) Geneesmiddelen tegen allerlei kwalen en ongevallenGa naar voetnoot(1)
1. Verkoudheid.
Hoofdvalling. Strijk 's avonds, vóór ge slapen gaat, boorvaseline (vaseline boriquée) in uwen neus en op de lippen. Vermijd den tocht en plotselinge veranderingen van temperatuur.
Hoest. Bestrijk borst en rug met iodium-tinctuur. Als ge koorts hebt, vraagt ge het rapport van den dokter.
2. Hoofdpijn.
Ga rusten op een frissche plaats in het lommer. Gij kunt ook een poeder of een tablet aspirine of pyramidol nemen. Het voorhoofd betten met koude kompressen.
3. Verstopping.
Tracht dagelijks een stoelgang te hebben op een vast uur. Indien noodig kunt ge de werking der ingewanden bevorderen door 's avonds vóór het slapengaan 'n koffielepel gacalcineerd magnesium, opgelost in wat suikerwater, in te nemen.
4. Buikloop.
In dit geval is het goed eens een dag uit te vasten. Daarna neemt ge vóór uw maaltijden een tablet bismuth, aangelengd met wat suikerwater, of ook nog een koffielepel bedarende elixir. Voeten en buik warm houden.
5. Slechte spijsvertering.
Vasten en alleen warme thee drinken. Het is ook goed een purgeermiddel in te nemen: een lepel bitterzout (Engelsch zout) in een glas water.
6. Bezwijming.
Den zieke dadelijk op den grond uitstrekken,
het hoofd zoo laag mogelijk. De kleeren losmaken en hem overbrengen naar een frissche, welverluchte plaats. Zijn lichaam flink inwrijven met een handdoek; traag en verschillende keeren met een open fleschje ether of ammoniak onder zijn neus doorgaan. Hem licht slaan op aangezicht en lichaam met een in koud water gedoopte handdoek.
7. Wonden en sneden.
Eerst de wonde wasschen met zuiver water. Op de kwetsuur legt ge een gaaskompres, gedoopt in gekookt water, daar bovenop een stuk droog katoen en dan verbindt ge alles samen met een windsel. Dit verband vernieuwt ge dan alle dagen.
8. Brandwonden.
De huid reinigen met zuurstof-water en zeep. Dan strijkt ge er een laag zeer zuivere vaseline over en ge legt een droog verband.
9. Bloeduitstortingen.
Als een wonde bloedt volstaat gewoonlijk: een droog verband om het bloed te stelpen. Is het zoo erg dat het bloed de windsels doordrenkt, dan vernieuwt ge het verband.
10 Neusbloeden.
Nijp de neusgaten dicht, adem langs den mond en strek den arm langs den kant van het bloedend neusgat loodrecht omhoog.
11. Steken.
Als ge door een insekt gestoken wordt, haalt ge eerst den angel uit het vel; dan branden met een druppeltje ammoniak.
12. Kneuzingen.
Leg een kompres in koud water gedoopt. Een kompresverband zal het zwellen beletten.
C) Wat doen wanneer ge ziek wordt?
1. In de kazerne.
's Morgens bij het appel zegt ge dat ge het rapport van den geneesheer vraagt en op het aangeduide uur gaat ge naar het onderzoek. Als ge verwond zijt aan de voeten, moet ge uw schoenen medenemen.
De dokter kan 1o u naar het hospitaal sturen; 2o u vrijstellen: a) van allen dienst gedurende 24 uren; b) van oefeningen en karweien; c) van sommige bepaalde oefeningen; d) van het dragen van sommige bepaalde stukken uwer uitrusting of bewapening.
De dokter schrijft de geneesmiddelen voor, die de ziekenverpleger u dan zal bezorgen.
Een Kajotter is vrijmoedig en rechtschapen en daarom is hij geen ‘karottentrekker’. Karottentrekkerij kan trouwens streng gestraft worden.
Wanneer ge denkt u op die wijze slim en verstandig aan te stellen, vergist ge u; ge geeft immers blijk van oneerlijkheid en onoprechtheid.
Sommige soldaten, alhoewel ze erg ziek zijn,
melden zich niet op het ziekenrapport, omdat ze vreezen dan geen vrijaf of geen verlof voor den Zondag te zullen krijgen.
Onlangs herinnerde een Ministerieel schrijven er aan dat een toelating tot verlof alleen dan mag ingehouden worden als de soldaat den dag zelf van het vertrek ziek wordt verklaard.
Ziehier wat artikel 108 uit het tuchtregelement, onlangs opnieuw bevestigd door een Ministerieel schrijven van 4 Mei 1927, over de noodige eerbaarheid bij het geneeskundig onderzoek voorschrijft:
‘De gezondheidsonderzoeken geschieden in daartoe bestemde lokalen en derwijze, dat de gezondheid en de eerbaarheid, alsook de gevoeligheid van sommigen, in acht genomen worden.’
Een echt Kajotter beoefent de kristelijke broederliefde ten opzichte van zijn zieke of gekwetste kameraden. Hij gedenkt ze vooral in zijne gebeden; hij brengt hun zoo mogelijk een bezoek.
2. In verlof.
Als ge thuis ziek valt en ge kunt na uw verstreken verlofdagen uw garnizoen niet vervoegen, dan moet ge den kommandant van de plaats, welke het dichtst bij uwe verblijfplaats ligt, verwittigen.
Dan zult ge het bezoek krijgen van den garnizoensdokter en naar gelang zijn uitspraak zult ge óf naar uw regiment gestuurd worden, óf naar een hospitaal overgebracht, of tehuis worden verzorgd.
De Rijkswacht op ronde kan komen zien of ge thuis niet aan den arbeid zijt.
3. In het krijgsgasthuis.
Om in het gasthuis opgenomen te worden, moet ge drager zijn van een toegangsbewijs, geteekend door den dokter. Van als ge in het hospitaal aankomt, moet ge uw linnen en kleeding uitwisselen tegen een hospitaal-uniform. Geld en waarden worden opgesloten in de kas van den officier, die aan het hoofd staat, en die er u een ontvangstbewijs voor geeft.
De familie mag de zieken bezoeken op Zondagen en Donderdagen van 12 tot 13 uur. Het is verboden in het hospitaal spijzen of drank binnen te brengen.
De Krijgsaalmoezenier leest mis in het hospitaal op Zon- en Feestdagen; dagelijks brengt hij een bezoek aan de zieken om de godsdienstige hulp te verleenen aan degenen, die daartoe den wensch uitdrukken.
Een Kajotter maakt zijn aanwezigheid aan den aalmoezenier bekend, zoodra hij er toekomt.
Op het bed van de zieken, die sakramenten ontvangen, moet een kamerschut opgesteld worden. Dit om alle onbescheidenheid vanwege de kameraden te voorkomen.
Als een zieke het hospitaal verlaat, moet hij voorzien zijn van een toelating om weg te gaan. Hij heeft het recht op een vrijkaartje op het spoor.
D) Een gewichtige zaak
Kajotter, wat hier volgt is wellicht niet van onmiddellijk praktisch belang voor u. Dank zij uw ouders en uwe kristelijke opvoeding zijt ge een zuivere en gave jongeling gebleven. Maar uw ondervinding heeft u geleerd, dat vele uwer werk-
broeders en kameraden hun hart en lichaam niet onbezoedeld hebben bewaard.
Wie met vuur speelt, verbrandt zich gemakkelijk. Over kwesties van dezen aard moet ge een juist begrip en een gezond oordeel hebben, want het is ongehoord welke vooroordeelen, valsche voorstellingen en flauwe moppen er over dit onderwerp de ronde doen.
In den loop der eerste weken van uwen diensttijd, organiseert de krijgsoverheid anti-venerische voordrachten met lichtbeelden. Gewoonlijk beschouwt de dokter-voordrachtgever de zaak enkel van physisch-geneeskundig standpunt uit, zonder er den zedelijken en dus den gewichtigsten kant van in het licht stellen.
Wij zijn er volstrekt van overtuigd dat zulke voorlichting niets uithaalt; dat ze alleen een gelegenheid aan de hand doet voor ongezonde praatjes en aanmerkingen vanwege de soldaten en dat ze niet daadwerkelijk zwakheid en val belet.
Dat juist begrip en dat gezond oordeel zullen de korte woorden die volgen, u geven. Zoo zult gij vrijmoedig en met den noodigen eerbied en schroom over de zaken kunnen spreken.
1. De wet van het leven.
Gij weet dat de mensch van nature uit handelt naar zekere vaste wetten.
De Voorzienigheid heeft ons de noodige organen geschonken om ons in het leven te houden (maag, hart, longen...). Door het werk, door de rust, door de voeding maken wij van deze organen gebruik, die zoo hun normale verrichtingen uitoefenen.
Om ons het onderhouden van deze wet gemak-
kelijker te maken, heeft God aan die verrichtingen een zekere voldoening verbonden. Het is een genot te eten, te drinken, frissche lucht in te ademen. Maar juist dit genot brengt er ons toe de organen der spijsvertering niet alleen te gebruiken, maar ook te misbruiken, en niet enkel te eten om te leven, maar te eten om het genot dat er aan vast is en zoo te leven om te eten. Men overdrijft in het gebruik van spijs en drank en men schaadt zijn gezondheid.
Het goed gebruik der levenswet baart het leven; misbruik baart den dood!
2. De wet der voortplanting.
God heeft twee geslachten geschapen, elk begaafd met eigen ‘geslachtsorganen’, om door de vereeniging van twee personen het menschelijk leven voort te zetten.
Ook hier gaat deze levensverrichting gepaard met genot, dat ons opnieuw in de verzoeking zal brengen, die daad te stellen alleen om het genot dat er aan vast is, en te beletten dat ze haar normaal verloop hebbe en haar doel bereike.
Iedere maal dat men deze daad stelt buiten het huwelijk, of dat men ze in het huwelijk zoo stelt dat men de voortplanting van het menschelijk geslacht belet, zondigt men zwaar.
Hier nogmaals baart een trouw naleven der wet het leven, misbruik integendeel, den dood!
3. Een opwerping.
Al dadelijk een opwerping, een van die redeneeringen die er zoo maar uitgeflapt worden: ‘Wij hebben geslachtsorganen - zoo beweren
ze - ze moeten dus normaal werken; dat is een eisch van de natuur. En daarbij, op twintigjarigen leeftijd kunt ge niet rein blijven.’
Die laatste bewering is niet waar! en wordt gewoonlijk maar staande gehouden door hen, die hun eigen bedorven gedrag moeten goedpraten.
De ondervinding is daar: duizenden en duizenden jonge mannen en jonge meisjes zijn rein gebleven tot aan hun huwelijk, anderen zijn het hun leven lang gebleven om zich vrij en vollediger te kunnen wijden aan het gebed en aan de zielen. Al de priesters, kloosterlingen en kloosterzusters hebben de gelofte van eeuwige zuiverheid gedaan.
Ten andere, de verklaringen der dokters zijn hierin afdoende en beslist.
Hier hebt ge de uitspraak van de ‘Conferentie voor Lichamelijke en Zedelijke Voorzorg’ gehouden te Brussel in 1911.
‘Aan de mannelijke jeugd moet men vooral voorhouden dat de zuiverheid en de onthouding, niet alleen: niet schadelijk zijn, maar nog: dat deze deugden ten zeerste zijn aan te prijzen van geneeskundig- en gezondheidsstandpunt uit.’
Nog andere uitspraken:
De geslachtsdrift, zegt Versterlen, professor aan de Universiteit van Tubingen, is niet blind noch zoo almachtig, dat ze niet beheerscht en onderworpen kan worden door wil en verstand. De jonge man zoo goed als het jonge meisje, moet leeren zich te bedwingen tot de tijd gekomen is.
Hij weze er van overtuigd dat zijn vrijwillig offer zal beloond worden met een bloeiende gezondheid en een immer jonge kracht.
‘Men kan er niet genoeg op drukken, dat onthouding en reinheid in volledige overeenstemming zijn met de physiologische en zedelijke wetten
en dat de involging van de geslachtsdrift niet meer te rechtvaardigen is door de physiologie en door de zielkunde dan door de zedeleer en den godsdienst.’
4. De wegen der onkuischheid.
Die wegen heeten: gewaagde en dubbelzinnige gesprekken, schunnige liederen, onvoorzichtige en onbescheiden blikken, onzedige gebaren, zedelooze platen en kaarten, liefderomannetjes, geheime samenkomsten, gevaarlijk verzet als dans en drank.
P. Schilgen, S.J., teekent als volgt de twee ergste gelegenheden: De H. Schrift maakt ons op de twee ergste gelegenheden in het bijzonder opmerkzaam: ‘Wijn en vrouwen brengen zelfs wijzen ten val en verleiden verstandigen tot strafwaardige handelingen’ (Eccles. XIX, 2).
‘...Het geheim, vertrouwelijk verkeer met een persoon van het andere geslacht is zonder twijfel de gevaarlijkste van alle kwade gelegenheden...’
...Dit gevaar wordt door het gebruik van alcohol nog grooter. Langzaam-aan wordt de geest als in een fijnen nevel gehuld en bedwelmd; de rustige kracht tot overleggen verzwakt, het geweten sluimert in. De hooge, edele gedachten verdwijnen, de voornemens worden vergeten. Het brengt de menschen in een overmoedige uitgelaten stemming. Tegelijk wekt het de drift in het lichaam op. Slechts gesprekken prikkelen wellicht nog den hartstocht. Een vage drang tot de zonde doet zich aldoor sterker gevoelen, geleid door lichtzinnige kameraden, door zinnelust verlokt.
‘In dronkenschap vonden, volgens de uitspraken der geneesheeren, de meesten: den treurigen moed
om aan het kwaad het eerste offer te brengen van de jeugdige frischheid van hart en lichaam. In dronkenschap zijn talloozen telkens weer gevallen en hebben zich daarbij de schandelijke ziekten, dien ontzettenden vloek der onreine zonden, op den hals gehaald. “Ik wist niet meer wat ik deed”, jammerden zij dan later.’Ga naar voetnoot(1)
Dit alles hebt gij leeren kennen op het werk, op het bureel, in den trein; nu zult ge voor hetzelfde duivelsche booze opzet komen te staan in de kamer, op marsch en onder de rustpoozen.
Ontwijk die gevaren waar het kan. En als ge er een geschikte kans toe ziet, laat ge aan een of ander van die vieze kameraden, die u wat meer genegen is, eens hooren dat ge met die soort geestigheden niet gediend zijt.
Moest men u waarlijk uitdagen met boos opzet, door zaken die geen kleinigheid meer zijn, dan kunt ge een beroep doen op de overheid. Gebruik echter dit middel alleen in den uitersten nood, want dit kan u onvergeeflijk hatelijk maken.
Wat er ook gebeure, blijf kalm. Ga 's avonds vóór het Tabernakel van een nabijgelegen kerk knielen en bid O.L. Heer om kracht.
5. Het geheime kwaad.
Het wordt bedreven als men zich schuldig maakt aan zelfbevlekking en men vrijwillig de levenskiemen, ons door de Voorzienigheid toevertrouwd, uitstort.
En dit zijn de gevolgen van die daad:
1) | Ze verdierlijkt en ze verstompt den mensch |
en sommigen brengt ze tot krankzinnigheid en verlammenden waanzin. | |
2) | De wil verzwakt, men wordt aan de zonde verslaafd en men zinkt immer dieper in het slijk. |
3) | Men wordt ongevoelig voor verheven gevoelens: Een onkuischaard kan het ideaal van uw apostelschap niet verwezenlijken. |
4) | Het wordt het uitgangspunt van een aantal andere zonden, want voor een bedorven ziel is de zedenwet van geen tel meer. |
5) | De onkuischaard voelt zich akelig ellendig, de schande vervolgt hem en de schande beloert hem. |
6) | De gezondheid kwijnt en een sterke kerel verwordt door de onkuischheid tot een wrak. |
7) | En vooral, de heiligmakende genade van het doopsel is verloren, de onkuischaard is geen kind van God meer. Een goede biecht alleen schenkt hem de vriendschap van Jezus terug. |
Kajotter, bid dikwijls voor die stumperds, voor uw gevallen broeders, opdat ze den moed zouden hebben zoo gauw mogelijk weer op te staan!
6. Zondige betrekkingen.
Men stelt de daad die bij normaal verloop kinderen moet verwekken; maar men stelt ze óf buiten het huwelijk, óf zóó dat ze haar doel niet kan bereiken. Deze daad heeft denzelfden nasleep van gevolgen als het geheime kwaad en daarenboven stelt de aanraking van een publieke vrouw bloot aan zekere ziekten, venerische of geslachtsziekten: weeke sjanker, gonorrhoe, syphilis.
a) Weeke sjanker. Een microob, de ducray-bacil, wordt door den besmetten persoon overgedragen
op dengene, die er door geslachtelijk verkeer mede in betrekking komt.
Spoedig vertoont zich een etterzweer en de besmetting breidt zich min of meer erg uit over sommige lichaamsdeelen.
Deze kwaal kan genezen.
Het echt gevaar bestaat hierin dat men dan heel gemakkelijk aangetast wordt door andere microben.
b) Gonorrhoe. De gonococussen, microben dezer ziekte, vermenigvuldigen ongehoord snel en worden overgedragen bij het lichtste geslachtelijk verkeer.
Een goed-verzorgde zieke kan er vanaf zijn met gedurende enkele weken pijnen te doorstaan, beperkt tot bepaalde lichaamsdeelen, maar het is geen zeldzaamheid de besmetting een grootere uitbreiding te zien nemen en erge storingen in het organisme te zien verwekken.
Laten we enkel als een der veelvuldigste verwikkelingen vermelden de gewrichtsontsteking, die de gewrichten vaak zóó verwringt dat de lijder voor de rest van zijn leven kreupel blijft.
Ze kan oorzaak zijn van hevige aandoeningen aan het hart, waardoor het op een paar dagen met den zieke gedaan is.
Om de groote aanstekelijkheid der ziekte, om den langen duur van het besmettingsgevaar, laadt degene, die besmet werd, een groote, een verschrikkelijke verantwoordelijkheid op zich.
Het gebeurt alle dagen: een jonge man denkt zich genezen en hij ziet er waarlijk ook zoo uit; hij trouwt en bij het eerste verkeer besmet hij zijn vrouw. En voor de vrouw is de gonococus de ergste vijand. Hij is de oorzaak van onvruchtbaarheid of ingeval van zwangerschap brengt hij
de ergste verwikkelingen mee, eerst voor de moeder en later voor het kind.
c) Syphilis. Het zou ons te ver voeren al de stoornissen op te noemen, die syphilis-spirochaet in gansch het lichaam door kan teweegbrengen. Alle organen, alle lichaamsdeelen kunnen erdoor aangetast worden.
Syphilis is oorzaak van algemeene verlamming, van veel hartaderontstekingen, van bloedvloeiïng in de hersenen; zij is het uitgangspunt van talrijke nier- en leverziekten. De ziekteverschijnselen van syphilis kunnen zich voordoen op elken ouderdom.
En deze ziekte is zooveel te erger, dat ze zoo buitengewoon aanstekelijk is en erfelijk.
Deze korte samenvatting toont voldoende de onberekenbare gevolgen aan (voor gansch een familie) waarmede worden.
Het is een feit: vele jonge mannen doen hun eerste geslachtelijke bevindingen op gedurende hun diensttijd. Onze katholieke soldaten moeten voor de anderen onberispelijke voorbeelden zijn. Ze moeten hun kameraden kunnen voorlichten en hun, bescheiden maar vrijmoedig, op de dreigende gevaren wijzenGa naar voetnoot(1).
7. En gij!...
Gij kent onze Kajottersroepingen. Onze Lieve Heer gewaardigt zich al meer en meer uit onze
rangen zijn priesters en kloosterlingen te kiezen. Het is een zegen Gods en de K.A.J. gaat er fier op.
Nochtans zijn de meesten onder ons geroepen om een huisgezin te stichten.
O.L. Heer heeft het huwelijk verheven tot een sakrament, een edele, heerlijke en grootsche roeping.
Bedwing de zinnelijke wellust en het geluk zal in uw hart groeien. Als het levensgenot gezocht wordt in het misbruik der levenskrachten, dan komt er een nevel van mistroostigheid over de ziel hangen en wroeging knaagt aan de kern van het hart.
Vooruitziend en wel bewust van de verstrekkende gevolgen van zijn zedelijk gedrag, moet de opgroeiende man principieel en onvoorwaardelijk weerstand bieden aan alle verlokkingen van de natuurdrift. Zijn besluit moet luiden: ‘Zooals men het water van een snelvlietenden stroom indamt, het dan in stalen buizen van een electriciteitswerk leidt en dwingt turbines te drijven, die in een verren omtrek licht en kracht verspreiden; zoo wil ik ook deze natuurkracht indammen in de dijken van de kristelijke tucht en moraal, tot zij, indien zulks God wil is, volgens mijn vrij besluit en in mijnen dienst, de schenkster van leven, geluk en zegen wordt in het rechtmatig huwelijk. Daarom houd ik de wacht aan deze schutsdijken, opdat zij niet ondergegraven worden door slechte menschen, zinnelijke lectuur en voorstellingen. Ik wacht mij voor lichtzinnige uitgelatenheid, onmatigheid, opdat niet in een onbewaakt oogenblik het onstuimige water den dam zal doorbreken en verschrikkelijk ongeluk stichten. Ik wil de gebieder van mijne zinnen
blijven en niet hun slaaf worden.’Ga naar voetnoot(1)
Door uw doopsel zijt gij kind van God geworden; door het huwelijk zult gij het gezin van onzen Hemelschen Vader vergrooten. Zoo zult gij in uw leven hebben medegewerkt aan het groote werk dat waarlijk de moeite loont: God verheerlijken in het grootste getal zielen mogelijk.
Mijn vriend, zult gij onder de lange wacht weeral eens denken aan uwe goddelijke zending? Zult gij dit niet vergeten?
- voetnoot(1)
- De ergerlijke feiten moeten aan het A.S. der K.A.J. worden medegedeeld, met nauwkeurige aanduiding der omstandigheden. Ziehier de tekst van een ministerieel schrijven van 23 April 1927, dat aan duidelijkheid niets te wenschen overlaat:
‘Bij menige gelegenheid heeft men klachten geuit omdat de soldaten verplicht zijn heelemaal uitgekleed onder de stortbaden in de gezamenlijke badzalen van sommige kampen en kazernen te gaan. Opmerkingen van denzelfden aard werden reeds gemaakt over de baddiensten, waar enkel de gelegenheid bestaat zich uit te kleeden en te wasschen onder de oogen der anderen.
Het wordt tijd met deze verkeerde handelwijze, die een aanslag is op de zedigheid en de zedelijkheid, heelemaal af te breken door te eischen dat hier ook de elementaire maatregelen worden toegepast welke steeds zijn voorgeschreven geweest in elke openbare badinrichting.
In afwachting dat de bevoegde dienst der militaire gebouwen verbetering brengen zal aan de vroegere gebrekkelijke inrichting der storbaden en gemeenschappelijke badlokalen, wordt er aan de soldaten opgelegd een zwembroek of hun linnen broek aan te doen om zich naar de plaats te begeven waar ze zich uitkleeden voor het bad. De maatregelen welke de korps- of detachementsoversten voorschrijven voor het gebruik der bad- en stortbadlokalen moeten aangeplakt worden in die lokalen en in de twee landstalen duidelijk voorschrijven dat een dier twee kleedingstukken moet gedragen worden. Een streng toezicht moet uitgeoefend worden om dezen zedigheidsmaatregel te doen naleven, terwijl het overtreden ervan als zware fout moet aangeschreven worden op de verantwoordelijkheid der oversten welke aangeduid zijn voor het toezicht van deze belangrijke dienstverrichting.’
- voetnoot(1)
- Wie eenigszins lijden mocht aan hart, lever, nieren, ingewanden en zoo meer, moet den dokter verwittigen en mag niet paardrijden, daar dit ongevallen zou kunnen veroorzaken.
- voetnoot(1)
- De aangeduide medikamenten bevinden zich gewoonlijk in alle militaire ziekenzalen en hulpposten. In de kazernen worden de medikamenten al te dikwijls op groote schaal verkwist. De soldaten geven zich geen rekenschap van den hoogen prijs der apothekers-produkten. De Kajotters zullen hierin het voorbeeld geven van spaarzaamheid en eerlijkheid.
- voetnoot(1)
- Hardy Schilgen S.J.: ‘Jonge Helden’.
- voetnoot(1)
- Over 't onderwerp kunt ge de volgende boeken lezen:
Hoornaert: ‘De strijd om de kuischheid’.
Toth Tihamer: ‘Reine Jeugdrijpheid’.
E.P. Schilgen: ‘Gij en Zij’.
‘De Familie’, vijf brochures door E.P. Muckermann, Leuven, Vlaamsche Drukkerij.
Al deze werken zijn te verkrijgen bij den verkoopdienst der K.A.J.
- voetnoot(1)
- E.P. Schilgen, S.J.: ‘Zij en Gij’.