Brieven van en aan Jacob Israël de Haan 1899-1908
(2018)–Jacob Israël de Haan– Auteursrechtelijk beschermd72. Roukema aan De Haan, kopie342., 9 juli 19049 Juli [190]3 2e Jan Steenstr 14.Waarde Strijdmakker, Het spijt me, dat ik op je brief een teleurstellend antwoord moet geven, het spijt me meer dan dubbel, omdat ik gevoel, hoe hard je deze teleurstelling moet zijn. Ons zijn niets bekend dan geruchten, die hier in deze, daar in andere vorm, de rondte doen. Naar die geruchten oordeelen, d.i. veroordeelen wij dus niet. Onze weigering houdt dan ook volstrekt geen veroordeeling in. Ook onze persoonlijke gevoelens moeten wij geheel ter zijde zetten, en als bestuurders hebben wij takties moeten zijn. Om onszelf voor gegronde of ongegronde krietiek te vrijwaren, moeten wij je helaas teleurstellen. Intusschen, Met handslag, A. Roukema. Secretaris. Het loopt naar de zomervakantie. De Haan werkt nog steeds aan het Instituut Gooiland. De uitvoering van het plan om een heruitgave van Pijpelijntjes op de markt te brengen, zonder knik en zonder robbedoes, lijkt in een vergevorderd stadium. Over het verlies van de kinderrubriek begint hij zich heen te zetten. |
|