Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen
(1971)–Jodocus van Lodenstein– Auteursrechtelijk beschermdUyt-spanningen
auteur: Jodocus van Lodenstein
bron: Jodocus van Lodenstein, Bloemlezing uit de bundel Uyt-spanningen (ed. P.J. Buijnsters). W.J. Thieme & Cie, Zutphen z.j. [1971]
©
2005 dbnl / P.J. Buijnsters
Heerlijckheyds Loff*Hoog! om hoog! mijn siel / na boven!
Hier beneden is het niet:
't Regte leven / lieven / loven /3
Is maar daarmen Jesum siet.
5
Al wat gy siet op aard /
Al wat gy hoort op aard /
Is uw costlijck leven / lieven / loven /
Al wat gy wenscht op aard /
Is uw cost'lijck hert niet waard.
10
Schoon en pragt is enckel schijn / en
Ydelheyd al 't costelijck /
Lusten met 't gebruyck verdwijnen /
Goud en silver is maar slijck:
| |
[p. 78] | |
Daar 't costelijcke bloed14
15
Daar 't costelijck bloed
Waardig all uw leven / lieven / loven /
Daar 't costelijcke bloet
't Hert boven alles gelden doet.
't Leven sonder eynden Heerlijck /
20
Na dit leven crijgelijck /20
Is / mijn siel / alleen begeerlijck /
En beweegt onsigtbaarlijck:
Sluyt maar uw vleeschlijck oog /
Sluyt maar etc.
25
Want dit heerlijck leven / leven / leven /
Sluyt maar uw vleeschlijck oog /
Want dit leven is om hoog.
Sonder sterven voor Godt leven /
Sonder moeyte / sonder pijn /
30
Sonder sieckte / sonder beven /
Sonder quel / en sonder quijn:31
O! yd'le siel bedenckt / O! yd'le etc.
Sonder sterven leven / leven / leven /
O! yd'le siel bedenckt /
35
Wat u den Hemel goedig schenckt.
Leven in volmaackte deugden,
Tot des Heeren Heerlijckheyd /
Vrolijck in des Hemels vreugden /
Heylig in sijn Heylicheyd:
40
Met so een glansch vereent / Met so etc.
Sonder sonden leven / leven / leven /
Met so een glansch vereent/
Siet wat den Hemel u verleent.
| |
[p. 79] | |
Hersenlosen / die de snooden
45
Sonden doet / en daar in leeft /
Weet gy niet / dat u de dood / en
Hel nog in den boesem cleeft?
Wilt gy ten leven gaan? Wilt gy etc.
Vangt der deugden leven / leven / leven /
50
Wilt gy ten leven gaan?
Vant hier het deugdsaam leven aan.
Wenschelijck en lievens-weerdig
Is mijn Jesus / daar de min
Altijd tot wat anders veerdig
55
Vindt alleen genoegen in!
Mijn siel na boven dan / Mijn siel etc.
Daar ick Jesus lieven, lieven / lieven /
Mijn siel na boven dan /
Daar ick het heyl aanschouwen can.
60
Alderminnelijckste Schoonheyd!
Oorsaack van wat hier schoon schijnt /
Die door jaren / nog gewoonheyd
Min vermaackt / of oyt verdwijnt.
U / Schoonheyd / bid ick aan / U etc.
65
Wil ick oyt yets lieven / lieven / lieven /
U / Schoonheyd / bid ick aan /
Daar sal het hert eerst henen gaan.
Allerley Bevallijckheden
Diemen hier bedencken can /
70
Menschen-liefde / menschen seden
Sijnder maar een schaduw van.
Dit steelt mijn hert en al / Dit etc.
Lust my yet te lieven / lieven / lieven /73
Dit steelt mijn hert en al /
75
Dit boven al ick lieven sal.
| |
[p. 80] | |
Ah! dat aller menschen tongen /
Aller Englen wackerheyd
t' Samen-spanden / 't samen songen
Iesus lof en Heerlijckheyd!
80
Waackt op Hert / mond / en hand
Waackt op mijn Cijter; want
Jesus is te loven, loven / loven:
Waackt all' op hier is stoff /
Singt sonder eynden Jesus loff.
27. in Ougstmaand 1665.85 |
*Vs. 2 van dit bekende lied drukt pregnant de religieuze oriëntatie van de Nadere Reformatie uit. Ook andere regels kregen spreekwoordelijke bekendheid. Ds. A. Rutgers bewerkte het gedicht voor de bundel Evangelische Gezangen van de Nederlands Hervormde Kerk, waarin het als nr. 43 werd opgenomen.
3Regte: ware.
lieven: beminnen.
73yet: iets.
85Ougstmaand: augustus.
|