BIJD RAG EN EN M EDEDEELING EN VAN HET H ISTORISCH G ENO OTSCH A P (oRvEsTIGD TE IJTRECHT). . , > DRIE EH TW IS TIQSTE DEEL. A M S T E R D A M ) JOH ANN ES M PLLER. 1902. I N H O U D . Blaiz. TERSLAG VAN HET BESTUUR OVER HET DIENSTJAAR 1001 I YIJLAGEN VPIN HET VERSLAG: X. NAAMLIJST DER LEDEN VAN HET GENOOTSCHAP . . B. GENOOTSCHAPPEN, WAARMEDE HET GENOOTSCHAP IN BETREKKIXG STAAT . . . . . . . . . . . OVERZICHT VAN DEN STAAT DER KAS VAN HET GENOOTSCHAP. . . . . . . . . . . . . JAARVERSLAG YAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE HISTORISCH-STATISTISCHE KAARTEN IN NEDERLAND OVER l 001 . . . . . . . . . . . . . E. Llzs'r DBR u x JANUARI 1001 ToT JANUARI 1902 DOOR SCHENKING, RUILING OF AANKOOP YOOR HET GENOOTSCHAP VERKREGEN WERKEN . . . . LXXII DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD (MET BIJLAGEN), meieïeieel; ioor DR. H. BRUGMANS . MEMORIZN VAN RIDDER THEODORUS RODENBURG BETREFFENDE HET VERPLAATSEN VAN VERSCHILLENDE INDUSTRIZEN UfT NEDERLAND NAAR DENEMARKEN , MET DAAROP GENOMEN RESOLUTIZN vAN KONING CHRISTIAAN IV (1621) , me*egetleel; ioor DR. (1. w. KERNKAMP. . . . fORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND ) metlegeieel; (lO0r DR. R. BROERSMA en MR .R. FRUIN * @ * 258 BTJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS DER OMWBNTELING IN 1747 EN l 748 TE ROTTERDAM EN TE AMSTERDAM , meiegetleel; ;0Or DR. #. J. L . KRMMER . . . . . . . . . . . . AANTEEKENINGEN VAN J. A. VAN DE PERRE DE NIEUWERVE OVER DE ACTE VAN VERBINTENIS EN DE DANKADRESSEN IN ZEELAND (1787), medegetleeld door 1)R. TH. BUSSBMAKER 465 HE'r OORSPRONKELIJKE HANDSCHRIFT VAN GELDENHAUERS ITINERARIUM ) meiegedeel; d001' DR. ë. PRINSEN JLZ. 40û VERSLAG YAN HET BESTUUR OVER HET DIENSTJAAR 1901. Belangrjker dan ooit te voren waren ditmaal de veranderingen, in het personeel van 0ns Bestuur gekomen : niet minder dan vier onzer leden hebben ons in hetafgeloopen jaar verlaten. begin van het jaar deelde prûf. Yan dat hj uit onzen kring ging onverwacht kwam ons dit besluit : de Reeds in het Veen ons medej scheiden. Niet geheel veelvuldige bezigheden , die ook buiten het eigenljkeambtswerk op den tjd van dezen hoogleeraar beslag leggen , maakten het hem inderdaad reeds lang moeiljkj 00k n0g zorgen , die het lidmaatschap van 0ns Bestuur medebrengt , het hoofd te bieden. W j moesten dus zjn besluit billjken , maar wj deden dit m et leedwezen : imm ers de aangename persoonljkheid van den heer Yan Veen had ons zjn gezelschap, al was hj slechts enkele jaren in ons midden geweest , lief gemaakt. - ln Mei volgde onze grjze voorzitter het gegeven voorbeeld. Zeker kon dit besluitbij den meer dan tachtigjarige niet bevreemaan de den ; maar toch verraste het ons nog. Immers, niets had doen vermoeden , dat het bjwonen en leiden onzer vergaderingen den krachtigen en opgewekten grjeaard moeiljk begon te vallen. 00k ditmaal moegten wj natuurljk het besluit billjken ; maar stellig met niet minder leedwezen dan de vorige maal vernamen wj toch de mededeeling daarvan. Bijdr. :.n Meded. XXIIl. 11 Niemand onzer kan zich het Bestuur van het Historisch Genootschap voorstellen zonder den heer De Geer : bjna sedert de oprichting 1id van 0ns genootschap , is hj gedurende eene halve eeuw bestuurslid geweest en hj buitengewoon langen tjd de belangen van het genootschap jverig behartigd , dat groote verplichtingen heeft aan zjne kennis beeft in dien en zjne toewjding. W j hebben gemeend , als erkenning van zjne zeldzame verdiensten , den heer De Geer t0t houorair bestuurslid te mogen benoemen , o0k in de hoop , dat 0ns eerelid nu en dan door bezoeken der bestuursvergaderingen a1s vroeger er krachtig t0e z0u willen bjdragen , om ze niet alleeh nuttig , maar 00k vrooljk en amusant te maken. Reeds in de volgende vergadering trof ons een niet minder zwaar verlies. Dr. Kernkamp deelde ons mede ,dat doorzjne benoeming t0thoogleeraar te Amsterdam moest ophouden lid van het Bestuur te zij n Junivergadering , waarin hj ons het bericht mededeelde , tevens de laatste zou zjn , die hj bjwoonde. Een niet minder zware slag dan het verlies van onzen voorzitter! Dr. K ernkamp is veel korter en wel reeds met het eind der vacantie , zoodat de Bestuurslid geweest dan de heer De Geer ; maar hj heeft zich in die korte jaren bjna onmisbaar weten te maken , niet alleen door zjne kundige adviezen maar o0k door de onafgebrokene belangstelling, waarmede hj de talrjke plichten , die op den tweeden secretaris rusten , vervulde. En alsof de rj onzer verliezen n0g niet groot genoeg was , moest prof. Kalf ons in November berichten , hj benoemd was t0t hoogleeraar te Leiden en 0ns dus eveneens dat ging verlaten. 00k hem missen wj zéer ongaarne. Zjn jver en nauwgezetheid voor de belangen onzer hem toevertrouwde bibliotheek werden door ons hoog gewaardeerd : eerst sedert zjn optreden is deze tak h ij 111 van dienst eigenljk goed georganiseerd geworden en gebleven. W j zullen onze beide vertrekkende hoogleeraren bljven herdenken , niet alleen met groote dankbaarheid maar o0k met warme vriendschap. Dat het vertrek van zoovele Bestuursleden ons in eenige verlegenheid bracht , za1 verwonderen : het was niet gemakkeljk , op eenmaal zoovele geschikte personen te vinden ; en zéergeschikte personen moesten wj vinden, zûu niet door het nagenoeg geljktjdig vertrek van zoovelen de dienst van het genootschap gedesorganiseerd worden. W j slaagden echter gelukkig in het vinden van plaatsvervangers. Dr. G. Brom , historicus , scheen als aangewezen om de plaats van bekend kerk- Van Veen te vervullen. Dr. N. J. op eens we1 niemand te Utrecht prof. wenschten Singels wj als bestuurder van het Leesgezelschap, waarvoor hij 0. a. door eene Utrecbt en zijne inwoners bovendien meenden kundig classicus , bj het uitgeven van Latjnsche teksten uit den nieuweren tjd de hulp z0u kunnen bieden , waaraan wj dikwjls behoefte hadden gehad. ln Dr. W . A. F. Bannier eindeljk, Kernkamps opvolger aan het gymnasium , die Ons door kenner8 Yan zjn Persoon als een n geboren secretaris'' beschreven werd , vertrouwen wj ook een geschikt langdurige kennis van geschikt scheen ; maar WjJ*in hem te zullen vinden een die 0ns opvolger gevonden te hebben van Kernkamp a1s tweeden secretaris. De drie heeren werden door ons uitgenopdigd,en wj verheugen ons te kunnen meedeelen, dat zj allen zich onze keuze hebben laten welgevallen. W j verm elden het met dankbaarheid en hebben alle reden om te verwachten , dat zj hunne taak zullen wjden en hunner betreurde voorgangers den. Doch met dat al bracht met toewjding zich aan ons allengs het gemis geheel zullen vergoede belangrjke mutatie J* IV in ons mldden 0ns tot nadenken. 0p dat oogenblik, tnen ons Bestuur slechts drie leden meer telde, bekend m et den gang het genootschap , waren wj stellig minder sterk dan verleden jaar. De overweging deed ons op nieuw overleggen , of niet een middel te vinden zou zjn , om o0k leden buiten Utrecht aan 0ns Bestuur te van zaken en de antecedenten van verbinden. Het was niet de eerste maalj dat dit denkbeeld bj ons opkwam : reeds meer dan eens hadden WjJ* ZOu vroeger overwogen; gestuit op het bezwaar , dat het niet *@ z IJ n j mogeljk om personen buiten Utrecht te belasten met de noch in omvang noch in dende werkzaamheden , die ieder gewicht onbeduilid van het Bestuur WJj*het maar steeds waren te vervullen heeft. W j steeds bepaald tot het viezen wanneer wij de stad over onze Doch duur bleek het ons toch stellig gewenschter, om meer geregeld bj onze beraadslagingen het oordeel te kunal werd ons dit nim mer geweigerd , op den nen inwinnen van menigeen , op wj meermalen getoond hadden prjs te stellen. Na rjp overleg hebben wj thans een middenweg gevonden , die zeer eenvoudig is en die ons tevens zeer doelmatig schjnt. Toen wj bj het aftreden der heeren Brill en Grothe deze beide veteranen n0g wiens voorlichting vragen van schrifteljke adhet oordeel van uitgaven Per8onenbuiten meenden te behoeven. hebben ons daarom t0t heden eenigep tjd , zj het ook ambteloos , wenschten te behouden , is in onze genootschapswet de mogeljkheid geopend , om het getal der Bestuursleden te brengen op tien. Na het overljden van Brill en Grothe , die het eerst op de nieuwgeplaatste zetels hadden plaats genomen , zjn deze onbezet gebleven. Thans scheen het ons mogeljk om , terwjl wj de oude Utrechtsche Bestuursleden behielden in ons midden en met de oude werkzaamheden belastten, naast hen V nog eenige Bestuursleden van buiten de stad te benoemen , die, niet gedrukt door de gewone Bestuurszorgen , ons met hunne voorlichting zouden kunnen bjstaan. W j meenden zelfs nog een vierden zetel voor hen te kunnen reserveeren : immers de werkzaamheden van den ondervoorzitter zjn in ons Bestuur , waar de voorzitters gewoon zjn geregeld te verschjnen , niet zwaar : het scheen mogeljk de taak van ondervoorzitter aan het oudst-aanwezige lid op te dragen. Zoo besloten wj dus, de vierde vacature in 0ns Bestuur te vervullen en rier nieuwe Bestuursleden van buiten de stad te benoemen, die niet geregeld zouden behoeven te komen ; maar die zouden kunnen verschjnen, z00 dikwjls een belangrjk onderwerp, op de convocatiebriefjes vermeld, hunne overkomst gewenscht scheen te maken. W j achtten het gepast, hun, wanneer ze overkwamen , vergoeding van reiskosten aan te bieden. Toen wj het hierover eensgeworden waren ben wj a1s buitenbestuursleden benoemd de P. L. Muller, P. J. Blok, 0. H. T. Bussemaker en G. W . Kernkamp ) de vier hoogleeraren in de ge. schiedenis aan de universiteiten buiten Utrecht. W j wenschen daarmede geen precedent te stellen en ons te verbinden , steeds de vier hoogleeraren in de gehebheeren schiedenis aan de drie universiteiten t0t buitenbestuurders te benoemen ;het vervolg king tot gewenschter, leeraar in de is zeer mogeljk , dat in het andere personen (b. v. door hun oude betrekhet Bestuur of om eene andere reden) ons nuttiger zullen voorkomen dan een hooggeschiedenis. Maar thans meenden wj de nieuwe serie der buitenbestuursleden niet beter te kunnen inaugureeren dan door daarvoor aan te wjzen de vier oëcieele vertegenwoordigers der historische wetenschap in Nederland. W j verheugen ons te kunnen mededeelen ? dat alle benoemden zich VI de keus hebben laten welgevallen ; wj hopen door hunne medewerking op eene nieuwe periode van bloei voor het genootschap onder zjn gereorganiseerd Bestuur. In 0ns ledental kwam o0k in het afgeloopene jaar eene kleine vermeerdering : terwjl 32 nieuwe leden tot ons tûetraden, verloren wj er 22. waarvan 5 door overljden. Onder de nieuwe leden waren weder 2 honoraire: de heeren J. A. Fridericia teKopenhagen, bekend door zjne ook voor Nederland z0o belangrjke studiën over de 17e eeuwsche geschiedenis van Denemarken , en prof. F. Nippold te Jena , die meer dan een werk geschreven heeft over den Nederlandschen hervormer David Joris en zjne geestverwanten. Ons ledental bedroeg op 1 Januari 1902 32 honoraire en 382 gewone. De ljst hunner namen volgt hierachteronder BjlageA. Met lene vereeniging werd eene ruilovereenkomst gesloten over de toezending van wederzjdsche werken: de redactie der Reru6 #'Aïdfpïr: eccllsiastique te Leu- Ven. Gent werd het ruilverkeer heropend j toen wj vernameq , dat de Gesohied- en Oudheidkundige krfsg Met de Soeilté #'Afdfpir: et #'crc/lëplpgï: te te Gent , van wien wj sedert jaren niets vernomen hadden en met wien dus het verkeer gestaakt was , onder dezen nieuwen naam herleefd was. W eder is de toezending van werken aan eenige genootschappen gestaakt, daar wj de reçu's over de toezending van werken niet terugontvingen. De ljst der vereenigingenj met wie wj thans in ruilverkeer staan j volgt hierachter onder Bjlage B. De staat onzer kas is , aanleiding te geven , iets minder gunstig woonljk. Alweder is de drukkersrekening hooger, maar dit verwondert ons niet , daar wj de noodzakeljkheid hadden erkend ? om aan enkele reeds zonder t0t bezorgdheid dan geW I op ons genomene verplichtingen te bljven voldoen , terwjl wj ons kweten van de opdracht der Fruincommissie m et betrekking tot Fruins nagelatene handschriften. Toch zullen wj op zuinigheid bedacht moeten zjn. De frma Kemink & Zoon verzocht ons in het afgeloopene jaar het loopende contract te mogen wjzigen en het drultloon iets te verhoogen : een verlangen , dat wj als rechtmatig erkenden en niet meenden te m ogen weigeren , omdat de niet hooge prjzen sedert jaren onveranderd gebleven waren , terwjl het loon der gezellen overal verhongd was. De reiskosten onzer buitenleden zullen een nieuwen post op onze hebben wj de Miedema , had , in het derd : de leden van het Bestuur zouden zeer noode rekening brengen. En bovendien voorloopige overeenkomst met mej. die tot wederzjdsch genoegen gewerkt begin van het jaar in eene vaste verande hulp van mej. Miedema , die zich met bjzondere toewjding van hare taak kunnen missen. Bovendien hebben wj met jaar overeenkomsten gesloten hulp bj het verifëeren der Brieven van D e 'cïff en over kwjt , haar in het afgeloopen over het verleenen van citaten in de uitgave der het vervaardigen van het naamregister op H uygens' J'plrxcles. Het eerste werk is reeds door haar voltooid ; de uitgaven voor het andere , uitgebreider en dus ook kostbaarder, xullen eerst komen ten laste van het volgende dienst- @ J22r. A1s gewoonljk volgt een overzicht van den staat onzer kas hierachter onder Bjlage C. Behalve het 22e deel der B'qdragçn en Mededeelingen , zjn in het vorige jaar aan de leden toegezonden het eerste leel van prnfessor Krâmers' uitgave van de Gedenkschriften sc91 Hardenbroek en de uitave van eene verzameling van onuitgegeven Collectanea 'tlcs Geravd Geldenhauer, waaraan de bewerker, Dr. J. Prinsen JLz. ) een herdruk van eenige kleine W I' en zeldzame pamphletjes van denzelfden auteur heeft willen verbinden. De uitgaaf van Fruins nagelaten handschriften is ter hand genomen. De door prof. Rogge aangevulde en voor den druk gereedgemaakte verzameling van Brieven scn Nicolaas van Sdk:rdldrcA is reeds grootendeels afgedrukt en zal in den loop van dit jaar verzonden worden. Waarschjnljk z0u het begin van de Brieven van Jan de Witt reeds naar de drukkerj gezonden zjn : indien de beslommeringen , verbonden aan de aanvaarding zjner nieuwe betrekking , het niet , noodig gemaakt hadden aan prof. Kernkamp eenig uitstel te verleenen. Met prof. Bussemaker hebben wj nader gecorrespondeerd over de uitgave der Brieven van D'dlry. Nadere studie van de door Fruin nagelatene afschriften heeft prof. Bussemaker overtuigd , dat het niet gewenscht was deze afschriften aan te vullen met brieven uitde Parjssche van het archieven : hei belang ontbrekende scheen dezen zeer kostbaren en tjdroovenden maatregel niet te rechtvaardigen. W e1 bleef het natuurljk gewenscht Fruins afschriften aan te vullen met kopieën van D'AFry's belangrjkste brieven uit de in het afschrift ontbrekende Jaren ; maar deze aanvulling (uit het Haagsche rjksarchief) scheen niet zeer omvangrjk te zullen zjn , daar het belang der correspondentie in de latere jaren afneemt. Wj hebben er zelfs een oogenblik aan gedacht , de uitmerkbaar gave van het dus besnoeide werk te bespoedigen door het voor onze Bgdragen en Mededeelingen te bestemmen ; maar ten slntte hebben wj daarvan afgezien , daar de collectie , voorzien van eene behoorljke inleiding , daarvoor toch te ljvig scheen te zullen worden. eenig uitstel aan prof. Bussemaker, die m et bezigheden beladen was? niet ongewenscht. Bovendien scheen IIt Het eerst zal thans eerlang het tweede deel van de Gedenkschriften w@> Hardenbroek ter perse gelegd worden ; het werk zal verscheidene deelen beslaan , en prof. Krëmer wenscht dus daarmede eenigen spoed te maken. Terwjl wj ons ten vorigen jare van onze belofte aan Dr. Prinsen kweten , dnpr zjne uitgave van Geldenhauer'u Collectanea als buitengewoon perse te leggen en onzen leden t0e te zenden, zullen wj, eveneens volgens belofte , z00 mogeljk dit jaar Dr. Yan Langeraads uitgaaf van het Journaal wcp BucAdlïu: , dat reeds lang persklaar onder ons berust , ter hand nemen. Toen op het laatst van het afgeloopene deel ter jaar Prinsens werk afgedrukt was en onze pers een oogenblik ledig bleef , waren wj voornemens onmiddelljk Buchelius' Journaal te laten volgen ; maar het hooge bedrag der drukkersrekening van 1901 dees ons besluiten tot het volgende jaar te wachten. Met zekerheid kunnen wj echter ook voor dit jaar geene belofte doen : als wj het o0g houden op den staat onzer kas, die ditmaal twee dikke deelen (Harden. broek en De Witt) za1 moeten bekostigen , terwjl het bovendien wellicht noodig zal zjn , tegeljkertjd een deel der Brieren wczl D e W itt en een der Brieven cczl De Witt te drukken , ten einde (evenals Fruin in zjn handschrift) gemakkeljk van het eene deel naar het andere te kunnen verwjzen. Over den druk van Buehelius' ùuff:xlcsddck rei'- jpvrxllds hebben wj ditmaal weinig vernomen : deze uitgaven doen zich onverklaarbaar lang wachten. Van Langeraad in het afgeloopen jaar weder verscheidene proefvellen gecorrigeerd. R eeds lang geleden vernamen wj , dat het Fransche reisjournaal ter perse was gelegd. En het handschrift van het Duitsche het ltaliaansche reisjournaal heeft Dr. Van reijournaal is in het begin van het afgeleopen jaar X naar Bonn verzonden , om met het afschrift vergeleken te worden. Toch schjnt te Parjs evenmin a1s te Bonn nog iets verschenen te zjn 1). W j vertrouwen echter , dat deze zaak overal in gang is , en houden daarop onze aandacht gevestigd. De uitgave der bekende Notulen van N@ en FïslA,, waarover wj in het vorige verslag uitvoerig gehandeld hebben, is door Dr. N. Japikse met bjzondere voortvarendheid doorgezet : in het najaar werden wj reeds verrast door de toezending van het handschrift, dat geheel persklaar was. Doch tot onze teleurstelling gaarne spoedig ter te groot voor onze wj moesten besluiten ze voorloopig te laten liggen. Op verzoek van Dr. Japikse hebben wj wel overwogen, de spoedige verschjning te bevorderen door het manuscript te splitsen Bqdragen en Mededeelingen te verdeelen ; maar zulk eene splitsing streed geheel met onze gewoonten , en en over twee deelen der perse hadden gelegd , Bqdragen en *:#6#::!1#6s, zoodat wj achtten het ook in het belang onzer uitgaven geenszins gewenscht , om van dit oude gebruik af te wjken. Yerdeeling van uitgaven over verschillende deelen van een tjdschrift is ons altjd antipathiek, en zj zou ondûelmatiger dan elders schjnen in het onzej dat met tusschenpoozen van een geheel jaar verschjnt. Brugmans verzocht 0ns om inlichting over onze plannen met de Kroniek van Abel f'wep: , waarvan hj het afschrift sedert geruimen tjd ter Dr. bleek de interessante verzameling , w ij zllr veel die 1) Onder het afdrukken cntvangen wj na herhaalde aanvragen het hoogst onverwachte bericht , dat het Parijssche journaal reeds een jaar geleden verschenen is. Noch de D/JJJ & l'Mdfpir: d6 2> i# noch de uitgever, de heer Vidier, hebben het noodig geacht ons daarvan zelfs kennis te geven. W ij vragen naar de reden dezer zonderlinge handelwijze. XI bewerking onder geachten medewerker, zéér t0t ons leedwezen, niet veel hoop kunnen geven op een spoedige uitgaaf , met het 00g op Fruins nalatenschap. Maar gelukkig heeft Dr. Brugmans zich door deze teleurstelling niet laten ontmoedigen en ons beloofd , dat hj met de bewerking van het handschrift een begin z0u maken en zich heeft. s;j hebben onzen daarmede gestadig z0u voortgaan , wj met stelligheid op de voltooiing daarvan voor onze werken mogen staat m aken. Enkele nieuwe werken werden 0ns ter zoodat aangeboden ; sommige moesten wij weigeren , over andere zijn wij nog in melden willen wj echter reeds met ingenomeuheid , dat wj hopen eindeljk te zullen slagen met de uitgaaf van een werk , waarop wj reeds lang het o0g gevestigd hadden en over welks publicatie wj reeds m eermalen protocnl Jacobsz. over de van gedachten gewisseld van den Amsterdamschen hebben: het vergaderingen pensionaris Andries der Staten van Ho1- land van sche gem eente-archief. 1522- 1539 , dat berust in het Am sterdameindeljk mogen wj de hoop koesteren , dat deze vraag op bevredigende wjze za1 worden opgelost ; waarschjnljk zullen wj in ons volgend verslag daarover meer kunnen m ede- Thans uitgave als ongeschikt besprek. Verdeelen. Voor onze Bqdragen zooals de en Mededeelingen mochten wj, tegenwoordige bundel bewjst , wel niet maar bjzonder belangrjke talrjke, stllkken ontvangen. Allereerst kunnen wj thans eindeljk uitgeven de Kroniek wcp de cù## Aduardt die reeds geruimen tjd door Dr. Brugmans te onzer beschikking gesteld was: de eenige gesehiedbron betrefende deze beroemde abdj, thans in eene welverzorgde uitgave met talrjke noten voor het publiek toegankeljk gemaakt. Dr. Kernkamp liet d&arop volgen de geer belangrjke X1I M emoriën p@s den rid#dr Theodorus #p#:Alù=r#A , houdende allerlei voorslagen tot het invoeren van Nederlandsche industrieën in Denemarken : een zeer aangenaam van zjn z00 goed geslaagden Scandinavischen onderzoekingstocht. Niek minder belangrjk is de bjdrage over de Correspondentiën der Z:du-dcl: regenten , die daarop volgi. W j hadden het van Dr. Broersma ontvangene (reeds in 0ns vnrig resultaat verslag vermelde) Goessche correspondentie-contract in handen gesteld van den rjks-archivaris in Zeeland , Mr. R. Fruin , met verzoek om voor den druk te willen zorgdragen. Het zeer onverwachte resultaat daarvan was j dat de uitgebreide kennis van den heer Fruin oas eene geheele serie onbekende contracten betreFende alle Zeeuwsche steden verschafte , waaronder wj de bjzondere aandacht de memorie van De Beaufort over vestigen op zijne ervaringen in de correspondentie te Tholen , die een merkwaardig helder licht werpt op het gedrag en het geknoei der Orrespondenten. Prof. Krâmer verplichtte ons door eene bjdrage uit het Huisarchief van H. M. de Koningin , - een zler geheim stuk , door de stervende prinses Anna aan den hertog van Brunswjk ter hand geeteld , vo1 leerzame bjdragen betrefende de betrekkingen der Oranjes tot sommige hoofden der volkspartj, vooral voor en tjdens den bekenden tocht van den Prins naar Amsterdam. Yan de Perre's verhaal over het tot stand komen der Zeeuwsche Acte van verbintenis, ons ten vorigen jare toegezonden door Afr. Fruin en thans door prof. Bussemaker op ons verzoek voor de pers gereed gemaakt, besluit, met uitgave van eerelid prof. eene knrte nalezing van Dr. Prinses op zjne Geldenhauer, den bundel. Met ons W rangel te Lund waren wj nog in correspondentie over de uitgave van eenige door hem te Dantzig ontdekte brievep yan Nicolaq: Heineius , 1:111 die echter ten slotte met den bundel waartoe zj behooren , door een Duitscher in het llcht gegeven zullen worden. Een paar bjdragen , die ons aangeboden werden , hebben wj tot ons leedwezen moeten weigeren. De voltooiing van de door den heer Brouwer Ancher ondernomene uitgave der Enquête van 1565 naar misbruiken in den d-yf6r#c-dc/le. magistraat heeft Dr. J. 0. H et werk is 0P genomen. reeds ver gevorderd en zal stellig in onze volgende Bndragen en Mededeelingen kunnen opgenomen worden. Dan hopen wj ook van prof. Blok te ontvangen een overzicht van den Nederlanhchen handel in 7688, door hem in dè Parjssche archieven ontdekt en waarvan hj op ons verzoek reeds een afschrift heeft doen maken. Breen te Amsterdam zich Over de historisch-statistische schetskaarten is in den loop van het afgeloopene jaar nog een en andermaal met de daarvoor benoemde commissie correspondeerd j daar enkele moeiljkheden weg moesten geruimd worden, die den goeden gang van zaken aanvankeljk belemmerden. Voor de noodzakeljke kosten verleenden wj aan de commissie een krediet , dat echter ditmaal nog slechts een zeer klein bedrag op onze rekening bracht. Over hetgeen door de commissie reeds verricht is zie men hierachter het verslag onder Bjlage D. De aanvankeljk gunstige uitslag van deze Bchrede buiten 0ns eigenljk arbeidsveld heeft ons in het afgeloopene jaar den moed gegeven t0t eene tweede. Op voorstel van een onzer is eene commissie uit ons midden benoemd, die zal nagaan, of onder de steeds meer bedorvene grafzerken in onze oude Utrechtsche kerken er wellicht zjn, die verdienen afgeteekend en z0o voor het nageslacht bewaard te bljven. De commissie zal nagaan , of het aantal en geuit den X1V het belang van dergeljke grafzerken het uitlokken van bjzondere maatregelen wettigt. Over onze Bibliotheek valt niet veel mede te deelen. achter onzen De ljst der ingekomene boeken volgt hieronder Bjlage E. Het trok de aandacht van bibliothecaris j dat door allerlei omstandigheden boeken aanwezig zjn van zoovele niet-historischen aard , die onnoodig de weinige ruim te in onze kasten innemen. W j hebben hem verzocht, ons een bepaald voorstel tot opruiming dezer zwervelingen te doen. Ons Leesgezelschap verloor alweder eenige leden. Eene genootschap gericht, om hunne aandacht circulaire , tot alle Utrechtsche leden van het OP eenige ledental deze inrichting te vestigen , bracht ons echter nieuwe leden aan, zoodat wj ten slotte in iets vooruitgegaan zjn. Onze nieuwe tweede bibliothecaris overweegt , of het 0ok mogeljk is , door verdeeling der leden in serieën het groote ongeriei weg te nemen , dat zoovele leden van het Leesgezelschap de tjdschriften. eerst zeer laat ontvangen , - een maatregel, die zeker het lidmaatschap aantrekkeljker , maar daarentegen de rondzending veel gecompliceerder zou maken ; het staat nog te bezien , of de voordeelen tegen de nadeelen zullen bljken op te wegen. Eene meer ingrjpende hervorming werd door hem voorgesteld : het aannemen van buitenleden voor het Leesgezelschap. tegen steeds bezwaar gemaakt, omdat enkele vroeger genomene proeven ons bewezen hadden , dat het bijna terugkomen te bljven controleeren ; bovendien was de der boeken zeer duur , zoodat het lidmaatschap begeerd werd. Aan beide bezwaren meenden wj tegemoet te kunnen komen door ons te wenden tnt verzending weinig onmogeljk was , om het tjdig en der boekwerken van buiten volledig behoûrljk W ij hadden daarXV eenige historische kringen buiten Utrecht, wier leden dan tegeljk leden van ons Leesgezelschap zouden kunnen worden , terwjl kunnen houden op en de verantwoordeljkheid zou dragen voor het rondzenden en terugzenden der portefeuilles. H et plan scheen goed , maar het heeft weinig resultaat gehad. Onze aanbiedingen aan historische kringen te Leiden en Groningen werden onder dankbetuiging terstond afgeslagen , daar men in deze academiesteden voldnende van historische een hunner het toezicht znu lectuur voorzien meende te zjn. was men zeer met het plan Te 's Gravenhage ingenûmen, maar weigerde toch ten slntte. na eenige overweging Uit Amsterdam hebben wj nog geen antwoord ontvangen. Voortdurend overwegen wj middelen j om den toestand van het Leesgezelschap te verbeteren. 0ns verslag over het dienstjaar 1901 is hiermede geëindigd. Ditmaal wenschen wj echter daaraan , behalve de bjlagen , ook nog een naschrift toe te voegen. ongewoon feit geeft ons daartoe aanleiding : Dr. H. T. Colenbrander heeft goedgevonden, in het October-nummer van den Gih over het Een Om door prof. Krëmer in onze werken uitgegevene eerste deel van de aanteekeningen van Hardenbroek eene beoordeeling te plaatsen, wier voorbeeldeloos heftige toon een ieder verbaasd deed opzien m et de vraag , wat tpch de schrjver k0n bedoeld hebben met zôo 0ngewoon optreden. Eene in eene voorbjgaande beoordeeling, niet geschreven ontstemming, in eene knorrige bui , waarover een schrjver spoedig van harte spjt gevoelt; maar (bljkens het Spectator-artikel, dat volgde en dat het geschrevene handhaafde en hier en daar n0g wat verscherpte) het product van welXT1 gewikt overleg. Eene beoordeeling eindeljk, waarln niet alleen over de uitgave en over den uitgever bjzonder onaangename opmerkingen werden gemaakt, maar waarin zeer bepaald het HistoriRh Renootschap voor de aangeduide fouten mede verantwoordeljk gegteld en ter verantwoording geroepen een hoogleeraar in de vaderlandsche dus besloot de vriendeljke schrjver, rmet zulk werk vopr den dag durft komen , bewjst dat hier te lande aan een arbeid , a1s hj ondernam , veel te lage eischen worden gesteld. heeft hier schuld. Het Historisch Genootschap Het bemoeit zich met punt en Dat eschiedenis ,'' dubbele punt , met j of y, en laat voor de rest Nierd. violen zorgen. M en geeft aan onze historiografe teksten in handen , waarop zj n0g een behoorljk apparaat maken moet, voor zj er iets mee uit kan richten. Niet slechts voor een nauwkeurigen afdruk , maar o0k voor een in hoogeren zin goede uitgaaf stelle men den uitgever aansprakeljk.'' W j hebben ons ernstig afgevraagd , wat 0ns tegenover dezen onverhoedschen aanval te doen stond. Over het feit zelf , dat men kritiek , ernstige kritiek oefent op ons werk , zjn wj allerminst gevoelig. Integendeel, wj zjn het met Dr. Colenbrander ten volle eens , dat er hier te lande , althans op ons gebied , te weinig gekritiseerd wordt ; ook wj zjn van meening, dat men ten onzent (zooals in de meeste kleine landen , waar alle m enschen elkander min of meer kennen) te bevreesd is, het openbaar te zeggen wat men meent. Maar terwjl wj aldug oordeelen , maken wj toch op twee punten een voorbehoud. W j houden niet van rslechte manieren in de letterkunde'', en het voorbeeld onzer om ronduit in oosteljke naburen , waar de geleerden ëen knuppel te 1jf gaan en waar allerlei persoonljke rancunes samenwerking telkens onmogeljk maken of elkander met XYII althans bemoeiljken , schjnt ons niet t0t navolging te lokken. En daarbj begeeren wj alleen strenge kritiek , a1s zj volkomen billjk is. Ieder , die in een onderwerp thuis is , kan uit een dik boek een ljstje van min of meer belangrijke fouten bijeenzamelen ; worden die fouten kortweg op eenigszins luiden tnon opgesomd , dan is het gemakkeljk, een indruk te maken op het publiek , die even diep is als onjuist. Kritiek wenschen wj ; maar een criticus a1s Dr. Colenbrander wenschen Zwjgen zouden wj. bepaald nondig. Het Historisch Genootschap kan , meenen wj, wel tegen een klein stootje ; het zou zeker niet gerechtvaardigd zjn , om onbetameljke regels zich aan te genootschap in last was. woord z0u moeielijk zijn. tegen het corpus der recensie bezwaren, wj konden er niet aan denken om de aangevallene uitgave zelve te verdedigen, nu de uitgever in 0ns midden zetelt. wegens een paar stellen , alsof het En bovendien, een antsrant al hadden wj 0ok W j wilden den schjn vermjden , dat persoonljke gevoeligheid zich mengde in het rechtmatige protest wj niemand toe. Een antwoord scheen niet van ons genootschap. M aar ten slotte hebben kunnen wj toch gemeend niet te H et werk ZW iJ* ï en. van den heer Krâmer zullen wj natuurljk onbesproken laten. Maar terwjl hj dit werk aanviel , heeft DI.. Colenbrander terloops verschillende regels voor het uitgeven van handschriften neergeschreven of aangeduid , waarmede wj ons niet meend niet te kunnen vereenigen. mogen sfilzwijgen, En wj hebben gewanneer dergeljke regels op z:0 aanmatigenden toon verkondigd worden. Onze hoogste belangen publiek op dit punt die uit den aard der zaak slechts zelden met onze zjn er bj betrokken, dat het niet misleid worde. En wj, leden in aanraking Bjdr. en Meded. XXIII. komen , missen de gelegenheid , 11 XVII1 om op andere wjze dan hier van 0ns gevoelen te doen bljken. Er is nog een reden , waarom wj juist thans het bjzonder gewenscht en noodig achtten, dit te bespreken. De heer Colenbrander is een m an. W anneer het er hem om te doen w are , zou hij kunnen kiezen. geweest stemming te m aken voor eigen plannen , dan daarvoor geen gunstiger tjdstip hebben onderwerp gelukkig W ant 00k Z. Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken bleek om tegaan met belanghad rjke ontwerpen : nauweljks Dr. Colenbrander in zjn artikel betoogd , dat het Historisch Genootschap niet op de hoogte was van zjne taak en dat zjne werkzaamheid niet voldeed aan de bestaande behoeften op dit gebied , of de M inister deed onverwachts het voorstel tot het benoemen eener Staatscom missie voor het uitgeveu van handschriften, en de Tweede bezwaar haar zegel aan deze voordracht. Zoo hebben wj dus plotseling eene zuster gekregen , - eene zuster, jonger maar vrj wat krachtiger georganiseerd dan wj , en die , naar het zich laat aanzien , ons wel belangrjke historische Kamer hechtte zonder niet zal willen verdringen , maar toch zeker al dadeljk naar de tweede plaats doen verhuizen. harte en met bljde ingenomenheid zullen wj welkom heeten. Geen wonder ! W ant diegenen onzer Van heeler haar leden , die onze jaarverslagen gevolgd hebben 1) , zullen zich herinneren1dat juist wj voor een paar jaren op het tot stand komen eener dergeljke commissie met kracht hebben aangedrongen en steeds van meening geweest zjn , gang van zaken op dit gebied werkeljk afdoende zou kunnen verbeterd worden. Zelf hebben wj toen dat alleen daardoor de 1) Zie onze Bijdragen en Mededeelingen. X1X p. XI-XVIII. XIX zelfs getracht het optreden van zulk eene commissie te bevorderen en stappen gedaan om het denkbeeld te verwezenljken. Dat de regeering , nu de uitvoering ons mislukt is , deze taak overneemt, kan ons niet dan aangenaam zichten zjn op dit punt niet veranderd. Maar het spreekt van zelf , dat de verschjning juist op dit oogenblik van het artiltel van Dr. Oolenbrander , dat onze werkzaamheid op zo0 minachtenden toon besprak , eene veel ernstiger beteekenis had dan anders het geval zou geweest zjn. Hadden wj op een anderen tjd wellicht gezwegen , thans moeten wj 0ns verweren , ons rechtvaardigen 1). Z @P* 11 * want onze in- W anneer wj terugzien op de werkzaamheid van ons genootschap gedurende meer dan eene halve e0llW , stelsellooze het uitgeven van belangrjke verzamelwerken , maar gestaakt voordat zj goed in gang waren gebracht , - uitgaven zonder eenige toelichting , dikwjls slordig bewerkt. Yeel is in den loop der jaren verbeterd. dan staat aan den aanvang eene rj planlooze, uitgaven. Nu en dan een aanloop t0t Vergeljking uitgaven genootschappen in binnen- en buitenland behoeven wj thans niet meer te schromen. Maar toch erkennen wj gaarne, m et de van andere dat het ideaal door ons niet bereikt is en ook nooit bereikt zal worden. Volontairs aan het hoofd van een klein legertje van vrjwilligers , kunnen wj niet alles doen wat wj wenschen en zullen dat 1) Natuurljk zullen wij in ons betoog telkens het journaal van Hardenbroek moeten noemen , dat het onderwerp was van Dr. Colenbranders artikel. W ij verklaren hier echter eeus voor al , dat wij dit alleen zullen doen, voorzoover bij dien aanval over algemeene regels voor het uitgeven van teksten gehandeld wordt ; detail-aanmerkingen op de uitgaaf zelf laten wij onbesproken. XX nooit kunnen doen. W j hebben niets dan lof voor de toewjding en het geduld ûnzer medewerkers ; wj herinneren 0ns met groote dankbaarheid de welwillendheid van diegenen onzer leden , die zich ons ten gevalle soms wel hebben willen belasten met het ondankbare en delicate werk van het hnuden Van toezicht en het oefenen van kritiek dier medewerkers 1). Maar hun aller vermindert onze bezwaren , zonder ze Onze beperkte fondsen leveren eene op het werk goedwilligheid weg te nemen. onoverkomelijke moeielijkheid. in dit Commissie, zjn! Zeker zal zj kunnen bezoldigen. Zj za1 dus opzicht zal onze jongere kiezen wie zij verlangt; en zij zal aan die uitvergroote , eene Hoeveel gelukkiger zuster, de Historische hare medewerkers m eestal kunnen uitkorenen o0k veelhoogere en veel strengere eischen kunnen stellen dan o0k zj zal het ondervinden , dat het aantal der historici ten onzent te gering is , en vrees voor oppervlakkigheid za1 haar allicht nopen haar arbeidsveld te beperken. Ons kleine land heeft niet voor elke w ij mogen doen. Afaar toch, taak een ernstig : is er eene enkele maal een aangewezen uitgever , dan zjn er dikwjls honderd redenen voor 1en , waarom die aangewezene zich niet t0t onze beschikking kan of wil stellen , zooals wj dat wenschen. Z00 bljft menige taak onverricht , man beschikbaar. aangewezen Voor ons is dit bezwaar zéer 1) Wij kunnen dan ook van Dr. Colenbrander, als geenszins voldoen aan het verlangen hij ons sommeert om de namen bekend te maken van henj die ons soms met hunne adviezen dienen. ls er van zulk eene bekendmaking eenig denkbaar nut te verwachten % lmmers neen ! Waarom dan zouden wij hen , die ons door hunne voorlichting verplicht hebben , blootstellen aan de kans, om betzrijonkekre ng eetes tvwerowrdaennt enin î het geschrijf van Dr. Colenbrander of een XX1 menig belangrjk handschrift onzen wensch. O0k niet onuitgegeven tegen altjd het allerbeste , dat te vinden was , hebben wj uitgegeven ; wj zelven weten dit het best ! Maar dat allerbeste was dikwjls niet bereikbaar , althans niet voor ons ; en men verge niet , dat wj terwille van het n0g niet bereikbare beste het goede zullen weigeren , dat 0ns aangeboden wordt. Erkenning van tekortkomingen , geene erkenning van schuld ! W j zitten niet stil: wj hebben ons aangesloten bj het Verein deutscher Publikations-institute , en voor de bewerking der kaarten het initiatief historisch-statistische genomen ; ledenvergaderingen zjn onlangs voor het eerst gehouden ; Fruins onuitgegevene nalatenschap wordt door ons voor den druk gereedgemaakt en gepubliceerd ; door onze tusschenkomst zal het interessante journaal van Buchelius met de aardige reisverhalen thans eerlang uitgegeven worden door ons genootschap, in verbinding met andere historische genootschappen te Parjs, te Bonn en te Rome. W aarljk, Dr. Colenbranders bittere verwjten zjn onbilljk ! Is ons werk alleen goed , wj streven steeds naar het betere. Eenige jaren geleden hebben wj de archivarissen , de oëcieele deskundigen , gevraagd om voorlichting en medewerking : het heeft ons niet gebaat zjn wensch te kennen gaf , om eene verzam eling partikuliere aanteekeningen van leden der Staten van H olland uit Toen Fruin ons de 17e eeuw in het licht te zien verschjnen , hebben wj ons ingespannen, om uit alle stemhebbende steden eene verzameling bjeen te krjgen: het is niet gelukt. Toen hebben wj baat gezocht in het scheppen eener betere organisatie , eener Historische Commissie met staatshulp : het resultaat van onze overleggingen was eene mislukking. W il men weten hoe? Door het bedanken van Dr. Oolenbrander gelven , op, wiens mede. XXII werking wj gehoopt hadden. Dat bedanken werd volkomen gemotiveerd door het feitj dat hj, terwjl wj beraadslaagden , eene betere betrekking had aangenomen. Maar het maakt toch weleen ietwat pjnljken indruk , dat wj, die destjds met hem onze plannen t0t verbetering van de uitgaven van Nederlandsche geschiedbronnen uitvoerig hebben besproken, thans juist van hem het verwjt moeten hooren, dat wj rviolen laten zorgen'' en 0ns uitsluitend met kleinigheden bezighouden. Zjn geheugen schjnt wel zllr kort! Eéne zaak willen wj behandelen , voordat wj 0ns tot de regels voor het uitgeven van handschriften wenden : de waarde van Hardenbroeks aanteekeningen. Deze questie raakt niet alleen den heer Krëmer, zj raakt ook ons. W ant het Historisch Gennatschap mag niet iets slechts en onbelangrjks uitgeven, allerminst op dit oogenblik , nu ons van alle zjden overvloed van belangrjke stof wordt geboden. W anneer de heer Yan Hardenbroek van Bergestein in des heeren Colenbranders voorzaal eenigen tj; heeft vertoefd ) geeft deze , a1s hj zjne pinleiding'' heeft voltooid , last sden m an binnen te laten-'' Maar het vergaat den arme daar binnen niet beter ! H et discours vlot niet , de indruk is bljkbaar ongupstig. Spoedig krjgt zde man'' dan 00k zjn afscheid; wj willen hopen , dat Dr. Colenbrander hem althans zelf heeftuitgelaten. Alleen gebleven noteert de gastheer den indruk , dien hj van zjn bezoeker heeft gekregen, in de zelden , hj is daar bljkbaar arm aan ; die zelf wat te zeggen heeft , ambieert niet in die mate het fonoin eenige onvriendeljke regelen, die culmineeren uitspraak : rEigen meening geeft hj hoogst raafschap.'' Is dit oordeel, door Dr. Colenbrander opgemaakt na de leçtuur van Hardonbroeks nagelatene aanteekvJLILIII ningen, billjk 1) ? W j gelooven het niet. De criticus vergeet , wat hj had beweerd : Hardenbroek heeft 0ns schriftenj maar slechts een dagboek nagelaten. Indien men zich daarvan goed doordringt , verliest men , meenen wj , het recht , het den schrjver kwaljk te even te voren met zooveel nadruk geene gedenknem en , spreekt, sluiten , dat hj aan dergeljke meeningen arm is geweest. Hj moge weiuig geprononceerde denkbeelden gehad hebben of wel rjk zjn geweest aan de vernuftigste opmerltingen , sinds hj zich t0t taak had gesteld aanteekeningen te maken , slechts tot steun voor eigen vervalt de aanleiding om daaruit te beherinnering bestemd, kon het hem bezwaarljk invallen hoogst zelden dat hij eigen meening uitdie Puntig, maar voor hemzelven in OP te sieren met kantteekeningen , ordinair of ïeen geval van belang. De allerbelangrjkste bron voor den tjd van de Gouvernante en den Dikken hertog levert H ardenbroek 0ns niet : wj weten zeer goed , dat de hertog van Brunswjk zelf en 00k de bekende Bentinck van Rhoon ons omvangrjke journalen hebben nagelaten , die bewaard gebleven en toegankeljk zjn. Gewis zullen die in sommige opzichten belangrjker zjn dan Hardenbroeks aanteekeningen , al zullen ze denkeljk niet zpovele bjzonderheden loopende onderwerpen bevatten a1s deze. Maar m en vergete niet , dat deze kostbare stukken bewaard worden te W olfenbiittel en te Londen , en dat het kwaljk aangaat omvangrjke bronnen in het buitenover de meest uiteen- 1) Men moet eens zien , h0e Fruin oordeelt in een dergelijk geval, als hij den rijmelaar Droste - zeker in alle opzichten een veel onbeteekenender man dan Hardenbroek - aan olls voorstelt (Aantt. op Droste p. Q7l v1g.) : geestig e11 hoog, maal' ook ollpal'- tijdig en humaan. XXIV land te laten afschrjven (en denkeljk na nauwkeurige studie verkorten) zonder den bewerker reis- en verbljfkosten aan te bieden. Hardenbroeks aanteekeningen daarentegen waren onder ons bereik: de eigenaar , een partikulier , besloot na lange aarzeling ze aan prof. Krëmer ter uitgave t0e te vertrouwen. Z0u het te verantwoorden legenheid te laten ontsnappen? De heer Colenbrander, wien Hardenbroeks werk geweest zjn , deze éenige gehard tegengevallen'' is, schjnt X te meenen van wel : volgens hem sverrjkt het onze kennis van den algemeenen loop der dingen weinig''. Maar is de eisch j die in deze woorden opgesloten ligt , redeljk ? Het komt er maarop aan , wat men verwacht. Mag men van een boek j dat onze geschiedenis van de laatste helft der vorige eeuw behandelt , verlangen , dat het ons sden algemeenen loop der dingen'' beter doet kennen dan vroeger? W elk boek zal ons dan voldoen? W elk nieuws orer de grppf: Wnen der #::cAf:- denis geven ons - na Fruins H ogendorp en de 0-v?:xteling 'pcp 1787 - zelfs de drie dikke deelen van het voortrefeljke boek over den Patriottentjjd , dat Dr. Colenbrander zelf ons schonk 1) ? Toch zjn wj niet van oordeel, dat het ongeschreven had moeten bljven. Het journaal van Hardenbroek is reeds nu telkens vergeleken met de z0o bekende journalen van den jongen Huygens, en het is gezegd door een, die het beoordeelen kon, dat Ilardenbroek het van den veel gesmaden , maar veel aangehaalden Huygens wint. W j meenen , dat dit oordeel juist is. Huygens was 1) op het feit , dat eerst de revolutionairen van 1795 den eisch van nationale eenheid en nationale vertegenwoordiging hebben geformuleerd , - een eisch aan Fransche denkbeelden ontleendj niet aan de partijprogramma's der patriotten , die hem niet kenden , - heeft , voorzoover wij weten , Dr. Colenbrander het eerst gewezen. XXV een onbeduidend man , wiens onbeduidendheid zich 0ok uit in de keus zjner mededeelingen. Hardenbroek was een ernstig man : wat hj mededeeltj niet altjd amusant , is altjd de moeite waard. W anneer Dr. Colenbrander de regels voor het uitgeven van handschriften , die hj wenschtgevolgd te zien , formuleert of aanduidt, beroept hj zich gedurig op Fruin en zjne methode voor het uitgeven van teksten. Natuurljk verleent dit beroep aan zjne beweringen vrj wat gezag. Daarover dus allereerst eenige opmerkingen. rFruins grootste roem schjnt mj boven alle vergeljking'', dus schreef Dr. Colenbrander, sdat hj niet slechts den diamant dolf , maar hem o0k wist te sljpen W j beamen dit ten volle. Maar juist daarom stellen wj Fruins historische opstellen , waarin hj de gedolven diamanten sleep en kunstvol kaste , verre boven zjne tekstuitgaven. Fruin was niet iemand , wien de overtuiging iets nuttigs te verrichten genoeg bezieling leende , om zich daarvoor langen tonige tjd achtereen het eente getroosten , dat een uitgever van teksten moet verrichten. Hj hield niet van zulken arbeid ; hj was geen handig man , en het gelukte hem niet dan na lang overleg om de machinale voorwerk en te kassen naar de kunst''. bereidingen voor de uitgaaf praktisch in elkaar te zetten. Die hem hebben gadegeslagen , wanneer hj een uitgeversarbeid van eenigen omvang ondernam , weten wel , dat hj zich zuchtend en tegenstribbelend aan het werk zette , het telkens neerwierp en eerst na langen tjd onder den drang van allerlei omstandigheden voltooide. Daarbj verrichtte hj dergeljken arbeid eenigszins en grand seigneur : in hem kan men het begrjpen en gemakkeljk verontschuldigen , dzat hj geen oog en geen hart had voor de minutieqse? XXTI van dit werk nu eenmaal onafscheideljke kleinighedenj en dat hj daar wat hoog op neerkeek. Yoar de diplomatische juistheid van een tekst voelde hj weinig : a1s hj in zjne opstellen eene plaats citeert, verbetert of verandert hj soms de spelling , een enkele maal zelfs wel een woord; korte aanhalingen schrjft hj wel eens neer uit het hoofd , zonder falen maar zelden letterljk juist. Z0o zjn de teksten , die hj levert, volstrekt geene zooals zjne opstellen dat allen wè1 zjn. Kan men dan Fruins toelichtingen der teksten modellen noemen? 0ok dit niet zonder voorbehoud. modellen van nauwkeurigheid , A1s wj dit verklaren , wenschen wj niet het geringste te kort te doen aan zjn roem als historicus. Als Fruin iets deed , dan deed hj dit altjd z4o , dat de mindere volmaaktheid van 1en onderdeel meer dan opgewogen ljkheid van andere bjzonderheden. 0ns heeft het voorrecht gehad lene groote van Fruin ter perse te leggen ; het zou genootschap tekstuitgave zich gelukkig geacht hebben ook de drie andere te drukken , als werd door de buitengewone voortreFehj ons die aangeboden had. Maar dit alles belet ons niet te verklaren , dat naar onze meening het pprocédé van Fruin'' voor het uitgeven van teksten niet zonder eenige restrictie kan geroemd worden als een voorbeeld ter navolging voor andere Niet het minst ,omdat er Fruin'' bestaat. naar OnZ0 meening Zjne vier groote tekstuitgaven (Dr. er slechts twee te kennen) zjn geheel geen procédé Yan Colenbrander schjnt op geheel verschillende wjzen behandeld : wj zouden dus bezitten niet 1en procédé , maar vier, waaruit tekstuitgevers. wj zouden kunnen kiezen. Dr. Colenbrander schjnt dit wel opgemerkt te hebben : hj onderscheidt het Xprocédl-Dusseldorp'' en het mprocédé-Droste.'' Doch gevraagd naar dq kenmerkende verschillen dezer twee XXW I rP rocédés'', de ietwat voorbijzien , van m atigen omvang , dat daarentegen de tekst van Droste onverkort en als legger is uitgegeven-'' Ren zéer geleerde vorm dus om uit te drukken , dat m 0n uitgeven. lnderdaadj dat is zoo; wj zouden er kunnen bjvoegen , dat men een dik handschrift uitgeeft in een boek kan excerpeeren of in zjn geheel twee quarto-deelen , een minder dik in éen octavodeel. 00k dit heeft Fruin werkeljk gedaan ; maar deze behandeling schjnt 0ns iets te eenvoudig, om den kunstvollen naam rprocédé'' te verdienen. Er bestaan tusschen Fruinsuitgaven andere , veel ingrjpender verschillen ,die Dr. Colenbrander verzuimt in het licht te stellen en die toch veel kenverbaast 0ns deze scherpzinnige man met onnoodige waarschuwing , rniet te willen dat van Dusseldorp slechts een uittreksel merkenderZiJ'n voor zijne wijze van uitgeven. Laat ons zien wat hj 0ne geeft. Rerst Dusseldorp's Annalee. De tekst, wj weten het, is geëxcerpeerd, - z4o geëxcerpeerd a1s alleen Fruins buitengewone kennis en oordeel dit doen konden. De kracllt van het toelichtendeapparaat ligt geheel in de uitvoerige j meesterljke inleiding. Zj behandelt het leven en het karakter van den schrjver, de geschiedenis van het boek m et kritische opmerkingen over de geloofwaardigheid daarvan , Dusseldorps bronnen en zjn gebruik daarvan , en eindeljk de regels bj de uitgaaf gevolgd. Onverbeterljk! Er zjn verder naamregisters. 00k noten ? lnderdaad , er zjn er eenige : aan het eind van den 480 bladzjden beslaanden tekst vindt men 34 bladzjden met aanteekeningen, - belangrjk natuurljk zooals alles wat Fruin gaf. Maar noten , samengebracht volgens een vast systeem , in wier geheel eene leidende gedachte ligt en die den tekst op eene bepaalde wjze toelichten ? Geloove het wie kan ! De allereerste noot XXVIII betreft den tjd , waarin men de periode der rMiddeleeuwen'' het eerst met dezen naam heeft aangeduid : eene belangrjke bjzonderheid zeker , kostbaar voor een handboek van historische methodologie, maar a1s toelichting van Dusseldorps tekst volmaakt nutteloos. Maar wj behoeven hier niet te oordeelen. Fruin oordeelde reed heb : enkele zelf : pik geef slechts hetgeen ik gelosse aanteekeningen'' 1zegt hij. Nu Droste's orerblljfsels ran geheugehenis. De volledige tekst , zonder eenige inleiding , maar met eene overstelpende massa noten , die een afzonderljk deel vullen, en een naamregister. sAls men een tekst in de hand heeft, die voornameljk gebruikt wil wezen om de prosopographie van een tjdvak volgt men het Polenbrander. verder te brengôn, P racédé-Droste'' , doceert de heer Men vergunne ons te oordeelen , dat dit recept niet voorgeschreven kan worden zonder eenige Wj voor 0ns denken , als wj ons soms vergasten aan de lectuur van Fruins aanteekeningen op Droste , altjd aan eene anecdote , die verhaald wordt van Potgieter. Toen deze op ebruiksaanwijzing. zjn ouden dag het eerste deel had uitgegeven van zjn Leren ran Bakhuizen ran den Brink (dat zonderlinge dikke boek , dat é1n reusachtige tusschenzin is en welks laatste bladzjde de toelichting voltooit van hetgeen op de eerste bladzjde verhaald is) moet een zjner vrienden hem een: vermaand hebben , om wat maat te houden in zjne uitweidingen en het verhaal wat ordeljker in elkaar te zetten , omdat de gewone lezer dreigde den kluts kwjt te raken. rHet kan mj niet schelen'' t riep Potgieter met zjn schalkschen glimlach , smet dit boek wil ik nu eens geheel mjn eigen zin doen ; er kome van wat will'' Niet gaarne zouden wj zeker het curieuse Leven ran Bakhuizen ran den Brink missen , al staat er meer in over allerlei gaken ? die Bakhuigen nauweljks betrefen ? dan ovpr XXIX hem zelven. En zeker is ieder historicus Fruin n0g altjd harteljk votlr zjne kosteljke aanteekeningen op Droste's gerjmel , al is het uitgekomen zooals Fruin voorzag, toen hj zich in het voorbericht over zjne breede annotaties verontschuldigde. dankbaar De noten hebben Droste's tekst versmoord : een nood , nu wj er iets veel belangrjkers voor in de plaats gekregen hebben ! Maar vtspr Dr. Oolenbrander is niemand op den inval gekomen , om deze tekstuiteen model van methode gave a1s aan anderen voor te houden. Dan de Informatie en Enque?te. Eenvoudige teksten m et uitvoerige historische inleidingen ponding en de wjze waarop zj tot stand kwam. Geheel geene noten , maar ljsten van woordverklaringen. Een comm entaar, in de inleiding wenscheljk gekeurd , wordt niet gegeven ; over hetgeen hj zou bevat hebben licht de uitgever ons niet in. En nu eindeljk de editie van Philippus de Leyden's over de ver- De curc re%ublicaet onvoltooid helaas, maar waarvan wj althans Fruins plan goed kennen. zler nauwkeurig bewerkt (met de hulp huyzen) en met aanhaling van alle varianten. Geene noten. W at de inleiding zou geworden zjn , weten wj ongeveer uit Fruins voortreFeljk artikel over den schrjver. Dan zou gevolgd zjn een kort résuml van het betoog van elken casus. En eindeljk een historische commentaar die zeker de binnenlandsche Een tekst, van Dr. Mo1- politiek van de eerste Bejersche hertogen zeer uitvoerig zou behandeld hebben , en bovendien 0ok over het bestuur van het Sticht veel belangrjks beloofde. H0e verklaart Dr. Colenbrander in de behandeling van deze vier nu het verschil teksten ? Bj de belangrjke stukken van Dusseldorp eene buitengewoon uitvoerige inleiding nageneeg zonder noten; bj de XXX onnoozele rjmelarj van Droste daarentegen geene inleiding , maar een dik deel met aanteekeningen even geleerd a1s onderhoudend ; bj de lnformatie eene inleiding en woordverklaringen ; bj Van Leyden geene noten, maar eene inleiding en een comm entaar. De waarheid schjnt ons deze : Fruin hield er geheel een vast rprocldé'' voor het uitgeven van teksten op na ; hj liet zich bj het inrichten zjner edities leiden door den aard van het uit te geven werk , en niet mipder door de neiging van het oogenblik. Thans de regels voor tekstuitgaven, Ydor alles plegen wj naar vermogen zorg te dragen voor het verkrjgen van een zuiveren tekst. Het heeft ons bjzonder getrolen , dat Dr. Colenbrander zich zoo uit de hoogte heeft willen uitlaten over onze zorgen in dit opzicht. moeit zich met punt en dubbele nHet genootschap bepun t , met j ot' y ,'' zegt hj minachtend ; hj schjnt dergeljke bemoeiingen bjzonder kleingeestig te vinden. W j veroorloven ons met bescheidenheid , daaromtrent een geheel ander inzicht te hebbenbemoeid metpunten punten, met j en y, en zoo wj met eenige zelfvoldoening op onze werkzaamheid terugzien , is het juist ook in dit opzicht. De oordeelkundige en conscientieuse uitgever mag dergeljke daarvan kleinigheden niet geringschattenj omdat juist de hoofdzaak, de vaststelling van een zuiveren en dubbele W erkeljk, wj hebben ons tekst , afhangt. Van kleinigheden hangt het werk van den uitgever nu eenmaal aan elkander; wie zich daartoe te voornaam rekentj wende zich elders heen. Juist hier meenden wijbovendien iets te kunnen doen van bljvend nut voor de opleiding van jeugdige tekstuitgevers, en zoodoende middelljk o0k voor onze eigene uitgaven. Het is altjd eene hacheljke zaak y de verantwoordeljkheid te dragen voor eens anders XXXI werk , dat men toch altjd slechts gebrekkig controleeren kan ; op dit punt alleen was iets tot stand te brengen door het stellen van regels. Mrelnu , wj meenen inderdaad iets bereikt te hebben ; onze regels zjn met graagte door andere genootschappen overgenomen. Geen wonder! Zj, wier studiën zich vooral in de 18e en 19e eeuw concentreeren, kunnen meenen dergeljke regels niet noodig te hebben. Met de 17e eeuw wordt de behoefte daaraan reeds grooter. Maar zj, die zich bj voorkeur met middeleeuwsche tekstuitgaven bezighouden, kunnen geen oogenblik aan de doelmatigheid van het stellen van regels twjfelen. geschieden , wat door ons gedaan is. regels, voor middeleeuwsche teksten , oorspronkeljk ontworpen door den beroemden Pertz en Böhmer, naderhand omgewerkt door niemand minder dan W aitz en door R0th von Schreckenstein , zjn ten slotte vastgesteld door prof. M enzel te Bonn. Al deze mannen , wier nam en een Europeeschen klank hebben , achtten zich geenszins te goed , om zich Overal ziet men dan ook hetzelfde Onze eerste het hoofd te breken m et het stellen van deze eenvoudige regels, die Dr. Colenbrander schouderophalend naar de lagere school verwjst. Alle Historische Commissiën , die in de laatste jaren in Duitschland zjn verrezen , hebben dit voorbeeld gevolgd en zjn begonnen met het ontwerpen van een stel voorschriften : onze regels voor de uitgave van handschriften uit den nieuweren tjd zjn naar een daarvan bewerkt. En de nieuwe Historische Commissie zelve zal gewis op hare beurt evenzoo handelen. W ant inderdaad , op dit punt althans kan eene commissie aan hare ambtenaren regels voorschrjven , en het zou dus wel vreemd zjn, als zj zich de gelegenheid daartoe liet ontglippen. ln onze regelen voor tekstuitgaven hebben wj KXXII onzen melewerkers een leiddraad in handen Zooveel vrjheid a1s daarbj omschreven is , gunnen WjJ* W j hopen en vertrouwen , dat zj zich niet meer vrjheden veroorloven ; want op het punt van een nauwkeurigen tekst zjn wj zéer conservatief. W j kunnen niet zeggen ouderwetsch-cnnznzvatief , want de nauwgezetheid in dezen is bepaaldeljk een van den laatsten tjd : naarmate wj vooruitgaan neem t de voorzichtigheid der uitgevers steeds toe. Het is niet noodig , daartoe de befaamd: edities van den jverigen professor Matthaeus naast vrucht de tegenwoordige te leggen ; reeds eene vergeljking met die van eene groôte halve eeuw geleden is hun. welsprekend genoeg. wj dus (0 wonder !) op het standpunt van onze eeuw , zelfs van de 20e eeuw. Dr. Colenbrander echter , die toch A1s conservatieven staan met gegeYeh. deze opvatting niet zeer ingenomen ; het is wel gewenscht , daarover nog even met hem van gedachten te wisselen. Wj hebben het oog op de door hem opgeworpene quaestie van de verandering van de ponden df6rlfsg in guldens. H ardenbroek had naar m en weet , ergens ponden Dterling #v!#:p,: ;Dr. Colenbrander had dit verbeterd willen zien. Hj uit zjn 1 eschreven in plaats van gevoelen natuurljk met de stelligheid , waaraan hj ons gewend heeft; hj kiest zelfs den beleedigendsten vorm , dien hj vinden kan. sEen knaap zou het verbeterd hebbeny'' snauwt hj, xmaar de heer Krëmer laat het staan !'' Niet waar , wanneer men aldus spreekt, is er geen sprake van eenige aarzeling ; men is zeker van zjne zaak? W j kunnen dus de aangeduide behandeling van den tekst gereedeljk noemen : het procédé-colenbrander. Intusschen, door den heer Krâmer over dezeuitspraak geïnterpelleerd, geeft de aanvaller tot onze verbazing dadeljk kamp, al is het niet op de vriendeljkste wjze. pEvenmin nog jong is , schijnt XXXIII a1s de uitgever,'' heet ponden sterling druk-ken. guldens vooli uitgevery'' dus verdedigen, dat hj op niet in eene aanteekevervolgt hj snibbig , rhet de fout van zjn handschrift ning gewezen heeft ? zo0 ja , hj geene verbetering , Dit is het tweede zegge het-'' Dus maar eene waarschuwende noot. Maar de het nu , rwil ik M aar wil de procédé-oolenbrander. niet ten einde. veranderingen zjn Enkele maanden voor zjne geruchtmakende Colenbrander in het licht recensie heeft de heer ezonden eene bewerking van Fruins dictaat over de N ederlandsche Staatsinstellingen. M ag men de van deze uitgave verschenen aankondigingen gelooven , dan bevat de tekst daarvan een aanmerkeljk aantal fouten , waaronder ernstige. Dr. Colenbrander heeft die duideljke fouten niet veranderd en geen in eene noot den lezer voor de aanwezigheid daarvan gewaarschuwd. Bljkbaar stond hj dus bj de bewerking van dit boek n0g Op een geheel ander staudpunt dan enkele maanden later : destjds achtte hj llet n0g niet gewenscht de fouten in de teksten te verbeteren , en evenmin om ze in noten aan te reden van deze verandering van zienswjze licht hj ook ditmaal het publiek niet in. Dit is het derde en laatste procldé-colenbrander. W j moeten dus kiezen. Maar de keus is moeieljk. W ant indien het ons W I*J@ Z 0 n . Over de enkele maal geoorloofd is t ons gevoelen te zeggen over deze drie zienswjzen en over het standpunt, door Dr. Colenbrander daarbj ingenomen , dan moeten wj met leedwezen verklaren , dat wj in elk der drie gevallen anders zouden beslist hebben dan hj. 'F# wenschen de ponden sterling niet in guldens veranderd te zienj omdat wj onzen medewerkers absoluut de vrjheid weigeren om de woorden van geschiedbronnen te veranderen , - eene vrjheid, die, eenmaal verleend, t0t de noodlottigste en niet te controleeren gevolgen Bijdr. en Meded. XXIII. jII XXXIV zou kunnen leiden. Hadden wj over het geval ultspraak mogen doen , dan z0u onze uitspraak eenigszins anders geluid hebben dan die van Dr. Colenbrander : veen àxclz z0u het verbeterd hebben, maar een conscientieus uitgever laat het staan.'' - De fout is door den uitgever bestendigd en niet in eene noot gesignaleerd. Maar dit verzuim brengt ons bloed niet in beweging. Een verzuim is het ; er had natuurljk moeten staan : puit het verband van den tekst bljkt , dat Hardenbroek zich hier verschrjft en ponden .sfdrîïn.g zegt inplaats van guldens ,'' of iets dergeljks. Maar wj kunnen 0ns moeieljk indenken in de gemoedsgesteldheid van een criticus , die zicb verontwaardigd toont over een verzuim , dat ieder lezer onmiddelljk corrigeert. W j stellen het onzen uitgevers natuurljk ten tekst in noten te plicht , om fouten in den signaleeren ; maar indien de uitgever van een slordig handschrift 0ns nu en dan eens eene enkele noot over eene in het o0g vallende fout bespaart , niet wj zullen ons humeur daardoor laten bederven. ln het bjzondere geval van Fruins dictaat daarentegen zouden wj geheel anders gehandeld hebben. Het gold hier geene geschiedbron, m aar een boek over geschiedenis, - een boek bovendien , dat slechts m ondeling overgeleverd was en welks tekst dus niet volkomen vaststond : twee redenen voor 1en , waarom zouden hebben den schjnljk zouden wj hier bj uitzondering zelfs vrjheid gevonden hebben den tekst stilzwùgend te veranderen , - uit piëteit voor de reputatie van den vereerden overledene , die anders door 0ns toedoen kon schjllen gevaar te loopen. Zoo staan wj dus in dit opzicht, wat het vaststellen van een nauwkeurigen tekst aangaat, op een geheel ander standpunt dan Dr. Colenbrander. Gelukkig wj in dit geval niet geaarzeld tekst te veranderen. W aarXXXV zjn wj het Over een ander punt meer met hem eens. Toont hj zich niet voldaan , a1s hj pslechts een nauwkeurigen afdruk'' ontvangt, - wenscht hj? dat men den uitgever ook voor % een in hoogeren zin goede uitgaaf aansprakeljk stelle ,'' dan geven wj hem gaarne geljk. Zéér zeker hebben wj ook in dit opzicht de volmaaktheid n0g in de verste verte niet bereikt. Maar wj hebben er toch ernstig naar gestreefd , om ook in dit opzicht aan Onze lezers goede tekstuitgaven in handen te geven. Sinds lang hebben wj niet meer geduld, dat de spjzen op onze tafel rauw voorgediend werden : naar vermogen hebben wj steeds gezorgd voor behoorljke inleidingen en voor noten. Eerst de inleidingen. W ij OP aangedrongen, dat daarin (wanneer er aanleiding t0e bestond) twee punten behandeld zouden worden : de biographie van den schrjver en de bronnen , gebruikt heeft. Tegen de biographie (die ook in dit geval niet ontbrak) bljkt Dr. Colenbrander geen bezwaar te hebben (hetgeen niet belet, naar men weet, dieh ij hebben er steeds dat wj eenig bezwaar hebben tegen hetgeen hj naar aanleiding daarvan in het midden brengt). Ook op het tweede punt de bespreking der bronnen - verheugen wj ons in gelukkige eensgezindheid met den heer Colenbrander. mDe heer Krâmer heeftj'' zegt hj vriendeljk, pmet behulp van naamregisters, oëciersboekjes en dergeljke de in het dagboek genoemde personen terecht gebracht.'' W j laten , aan 0ns plan getrouw, natuurljk in het midden , of deze omschrjving juist is; wj constateeren alleen , dat wj, den eisch stellende , dat des schrjvers bronnen zullen besproken worden , in volkomene overeenstemming zjn met den heer Colenbrander, die van oordeel is, dat wj bj het gebruik van het dagboek rtelkens maar te vragen hebben, of Hardenbroeks zegsman het III* XXXYI weten kon en geen reden had de zaak Fcheef voor te stellen.'' Het schjnt dus vast te staan, dat deze beide zaken in de hooren. ons hier in eerbied voor het voorbeeld, gegeven in zjne inleiding voor Dusseldorps Annales, inleiding eener tekstuitgave be- En met den heer Colenbrander buigen wj door Fruin eene inleiding , waarin juist deze twee onderwerpen uitvoerig besproken worden op eene wjze , die wj gaarne aan al onze m edewerkers als onbereikbaar ideaal wenschen voor te houden 1). Niemand meene evenwel, dat Dr. Colenbrander met zöp weinig tevreden is ; inleiding eener tekstuitgave verlangt hj veel meer. Voordat hj een tekst ter hand neemt, wenscht hj nog van den uitgever is en wat te vernemen swat ons van het tjdvak bekend wj uit den aangeboden tekst nieuws leeren kunnen''. Een thema, dat hj met variatiën nog een paar maal te berde brengt. De uitgever pm oet wjzen op overeenstemming van elders'' ; hj rhoude angstvallig rekening met den stand onzer kennis van een onderwerp of tjdvak, en make er ons op verdacht , waar en op welke wjze die door een oordeelkundig gebruik van den uit- Overal of verschil met berichten gegeven tekst kan worden gebaat''. Dit is duideljk. van de 1) De inleiding biedt bovendien nog iets : eene korte geschiedenis der Roomsch-Katholieke kerk in den eersten tijd na de hervorming , die noodig Scheen tot goed verstand van het door Dusseldorp medegedeelde. Wij vestigen er evenwel met nadruk de aandacht op : 1e dat Fruin het mededeelen daarvan rechtvaardigt (Inleiding p. LXXIX) door de opmerking, dat hij den lezer in dit geval niet door de verwijzing naar een bekend werk voldoende kon inleiden , omdat zulk een werk niet bestaat, QB dat hij zich hier blijkbaar bij de keus uit zijn overrijk materiaal tGt het strikt noodige heeft beperkt : immers hetzelfde onderwerp heeft hij tegelijkertijd afzonderlijk en veel uitvoeriger behandeld in zijne voortrelrelijke Wederozlikfw .q van het C/f/zolfcl-e. XXXW I Bj de opening zjner beoordeeling geeft Dr. Colenbrander , bemerkende , dat de uitgever van H ardenbroeks journaal pzjn plicht ontrouw'' was , ons zelf verslag van de gebeurtenissen van 1747- 1780 : 49 regels, goed geteld, over den 100p der gebeurtenissen: niet bjzonder nieuw en belangwekkend , maar goed geschreven, een aardig verslag van de algemeen bekende feiten , zooveel als iemand , die op de hoogte is , in 1l/u bladzijde geven kan. het oogenblik den lezer niet verder in'', zegt hj dan met onnavolgbare deftigheid. pW aarom niet 8'' zjn XW j leiden voor wj geneigd hem t0e te voegen. rGeneer u niet ; het gaat werkeljk heel goed ! Gj kwaamt juist goed op gang, ons belust en het proefje , ons door u op meer. Gj kunt toch gegeven, niet m eenen, dat maakt gj met dit weinige ons voldoende een indruk hebt gegeven van hetgeen er bekend is over het tjdvak der Gouvernante ?'' kan de veel Zeker, dat De heer Oolenbrander stelt proeve even beteekenen. M oet de uitgever van eene geschiedbron van eenigen omvang inderdaad vooraf verhalen , wat vroeger bekend gemaakte bronnen reeds over het behandelde tjdvak geleerd hebben ? Moet hj werkeljk bj elk bericht van eenige beteekenis in de nieuwe bron de afwjking van de oude lezing van hetzelfde verhaal aanwjzen ? Moet hj althans bj de twjfelachtige punten altjd wjzen op overeenstemming van de nieuwe met de oude bronnen? 0ns dunkt deze zich voor te stellen , wat die eischen bedoeling niet zjn ! zwaardere eischen. M en beeisch volkomen onredeljk , onjuist. Het is 0ok eenvoudig onmogeljk er aan te voldoen : men denke zich eene uitgaaf eener oude kroniek , bezwaard m et zulk een apparaat , veel ljviger dan de tekst zelf ! Zou men werkeljk , a1s het mogeljk was , elke telqstuitgave op deze wjze willen belasten ? vervallen in navolXXXVIII gingen van Huydecopers of Kluits zeer geleerde , maar weinig bruikbare editiën van Melis Stoke of het Egmondsche kroniekje in tal van dikke deelen? Slechts in éen geval, geheel verschillend van het besprokene , kan en mûet 0. i. aan den eisch van Dr. Colenbrander min of meer worden vnldaan. Hj maaktgeen onderscheid tusschen geschiedbronnen van algemeenen aard en dezulke t die alleen eene enkele gebeurtenis , een op zichzelf staand feit verhalen of toelichten. ln het laatste geral is de uitgever we1 verplicht duideljk te maken , waaraan het gepubliceerde verhaal zich vasthaakt , t0e te lichten het verband van het speciale geval met den algemeenen gang gemakkeljk , aan dezen eisch te voldoen. Elders is het onpraktisch en ongewenscht. stelden het zooevenvoor , alsof wj Dr. Oolenbrander W ij wilden aanmoedigen , om voort te gaan met zijne inleiding in de geschiedenis van het bestuur van prinses Anna en van den hertog van Brunswjk. Het was van harte gemeend. Maar bj onze aanmoediging zjn wj toch geneigd ééne restrictie te voegen. Wj zouden wenschen den schrjver uit te noodigen , ons dit verhaal te schenken in het W eekblad de Amstervan zaken. En daar is het ook betrekkeljk dammerof ergens anders, niet in onze Bndragen 6/ M ededeelingen of in eene andere voor tekstuitgaven bestemde publicatie. Het is niet de eerstemaal, wij met Dr. Colenbrander op dit punt van gevoelen verschillen. Toen wj voor twee jaren voor onze Bndragen 4n Mededeelingen ontvangen zjne uitgave van de Notulen der raderlanh ohe regenten ran 1783- 7787, die 63 bladzjden besloegen , was daarbj gevoegd eene breede historische rinleiding'', die 53 bladzjden innam en over welks omvang de schrjver zich bj de inzending verontschuldigde. W j oordeelvan hem mochten dat XXXIX den toen dat dit stuk geene inleiding 1 was ; marr het was fraai en het scheen 0ns dus jammer , dat het , eens geschreven, niet gedrukt zou worden ; na eenige aarzeling hebben wj het dan ook opgenomen , onder protest. Destjds dankte rde nieuweling'' ons, dat wj hem snel tegenwoordig ! ln de plaats van algemeene Dniet verketterd'' hadden : m en groeit historische inleidingen wenschen wj iets anders, veel prozaïscher, maar naar onze bescheiden meening veel nuttiger voor hen , die de tekstuitgaven gebruiken: naamregisters en toelichtende noten. Ook in dit opzicht echter is er weder verschil van inzicht tusschen ons en den heer Oolenbrander. Naast de breede inleidingen verlangt hj een geheel apparaat van noten , en hj verzekert met nadruk, dat Fruin raltjd'' gehandeld heeft zooals hj thans wenscht. bleek : naast den Ten onrechte , naar ons reeds overdadig met noten versierden Droste staat de schaarsch bedeelde Dusseldorp met de Informatie en met Philips van Leyden, die geheel zonder toelichtende noten hun Weg moeten vinden. W at WjJ*verkiezen uit deze vier voorbeelden ? H et is niet gemakkeljk te omschrjven. Voor het bjvoegen van noten kan men naar ons oordeelgeene vaste regels stellen. toe: eene mag geven gaarne eene raadsels ter oplossing opgeven. M aar waar Dr. Oolenbrander met instemming een paar uitspraken van Fruin aanhaalt , die in zjne inleiding op Dusseldorp a1s zjn doel opgeeft: rde waarde der verschillende brokstukken te beoordeelen, het onjuiste te weerleggen , het juiste met bewjzen te staven'', moeten wj opmerken , dat Fruin volgens zjne eigene verklaring dit doel niet heeft bereikt. En waar hj , bljkens de inleiding op Droste, zde behoefte gevoelde om de Personen en zaken , die ten tooneele werden revoerd en niet altijd in het rechte licht werden ge- W ij uitgave XL plaatst , opzetteljk te behandelen'', merken wj op , dat hj zelf zich daarover in het voorbericht eenigszins verontschuldigt. Eene verontschuldiging, die 0ns den moed geeft te herhalen , dat Fruin zoodoende iets voortreFeljks verricht heeft , maar iets dat 0ns (wj zeggen het met bescheidenheid) voorkomt hier misplaatst te zjn en dat elders in anderen vorm veel beteren indruk zou hebben gemaakt. De heer 001enbrander zelf omschrjft dit pprocédé'' aldus: shet gebruikt den tekst a1s legger en wil er een rjken voorraad wetenswaardige bjzonderheden op aanteekenen''. Zo0 is het, men wil bjzonderheden aanteekenen en gebruikt daar den tekst voor: is het dan te verwachten, dat die tekst door de aanteekeningen beter t0t zjn recht za1 komen ? W j begrjpen den heer Colenbrander niet : begrjpt hj zichzelven wel? Plastisch vermogen voelt hj dan niet in zich den onstuimigen drang, om zulk een rijk apparaat van wetenswaardige bjzonderheden ontbreekt hem waarljk niet : gemembra disjecta , die hj wil bjzetten in een knekelhuis - om te scheppen tot een levend beeld ? En zjn beroep OP men weten, h0e deze zelf later over dergeljke zwaarljvige apparaten leiding op Dusseldorp. p. cxxlll). rAanvankeljk had dacht? Men hoore hem zelven (lnik het voornemen gekoesterd om op den tekst een breeden toelichtenden commentaar te laten volgen , waarin ik de waarde der verschillende brokstukken Fruins m ethode faalt : wil beoordeeld , het onjuiste weerlegd , het juiste met bewjzen gestaafd z0u hebben. Doch ik moet schuld bekennen. Nadat ik een poos met dien arbeid bezig was geweest, is mj de lust ontgaan om hem ten einde te brengen. Aangenamer werk trok er mj van af, en zoo is van uitstel ten laatste afstel gekomen. . . . . . . Z0o geef ik slechts hetgeen ik gereed heb: in plaats van een doorloopende toelichting enkele XLI losse aanteekeningen , die echter , naar ik vertrouw , vooral datgene verklaren, hetwelk verklaring bovenal behoeft. Niet het noodige ontbreekt, maar het overdadige''. De conclusie ligt voor de hand : met z00- vele woorden zegt Fruin zelf , dat sverklaren van datgene, hetwelk bovenal verklaring behoefty'' noodig is ; de rest (de beoordeeling van de waarde der mededeelingen, de weerlegging der onjuistheden, het staven van het juiste met bewjzen) is daarentegen qrerdadig. Z00 is het : hetgene in een tekst bovenal verklaring behoeft , oplossing van raadsels die een tekst aanbiedt , dit is noodig en dit bljve dan ook het doel der is bj slordig gestyleerde teksten van eenigen omvang bjgevoegde noten. De eisch reeds zwaar genoeg ! M eer mag men niet eischen. H et toetsen en in het licht stellen van het medeverklaring van gedeelde kan soms gewenscht zjn. Maar het staven en weerleggen daarvan bljve bepaaldeljk bespaard voor den schrjver , die uit de nieuw geopende geschiedbron de stof putten zal voor een nieuw geschiedverhaal l). Nog éene opmerking over de noten , die bj eene tekstuitgave wenscheljk schjnen , moet ons van het hart : zj betreft wat Dr Oolenbrander zelf noemt het fam euze kassen 11 van de steenen.'' onderwerp , waarop bladzjden , door hem aan Hardenbroeks journaal ge- Er is geen Dr. Oolenbrander in de enkele 1) Men versta ons wel. Wij hebben geen overwegend bezwaar tegen dergelijke ,yoverdadige'' historisch-kritische opmerkingen in inleidingen en noten ; wij zullen dan ook zulke noten niet afwijzenj voortaan evenmin a1s vroeger. Maar wij meenen ze niet te mogen eischen ; wij achlen ze zelfs niet zeer gewenscht. Indien zij groote afmetingen aallnamen, zouden wij dan ook moeteu verzoekell ze wat te besnoeien. XLII wjd , z4p dikwjls terugkomt als op dit. rW aarom (heeft de heer Krëmerly'' dus had hj gevraagd j rin eene zakeljke inleiding en in zakeljke aanteekeningen de schoonste steenen niet meteen laat het daarbj niet. gekast ?'' Maar hij nHier had de heer Krëmerr'' zegt hj elders , opbouw Oaron. geschiedenis der familie Hj heeft er niets van opgemerkt : A# begrjjpt niet , welken v7:# een tekst met hem zfïf wil.'' Als hj zelf in eenige regels de opkomst der familie D'Ablaing als de beroemde heeft beschreven, vraagt hj zelfvoldaan, of men Dniet ziet , dat het fpppddlt/: rrlj aardig is ?'' En niet tevreden met zulke aanduidingen, spreekt hj verderop de gegevens in handen voor een duideljker van plaatsen , rwaar aan het werk eer te behalen was.'' rZOO iets ,'' meent hj, zliet Fruin zïcA niet psfglcs'' ; tot den heer Krëmer daarentegen richt hj het verwjt , dat hj het zich sniet eens , maar twintigmaal laat plf#cJs.'' W j verklaren ronduit , allergeringste sympathie te hebben voor de stemming , die uit al deze citaten spreekt. H et kassen van de steenen in puntige nootjes dunkt ons rolkomen p'pdrùp#k ,' de heer Oolenbrander zelf kan dit kwaljk ontkennen. W ant niet de hoewel niet gewaarschuwd , raapt hj zelf de kostbare steenen al lezende en a1s in het voorbjgaan op. En wi1 hj beweren, dat hj voor de lectuur van een boek over dit tjdperk niet de eerste de beste mag heeten , dan kllnnen wj wjzen ep het voorbeeld van professor Kernkamp , die , voorzoover wj weten , van dit tjdvak nooit eene bjzondere studie heeft gemaakt , en die , toen hj kort na Dr. Oolenbrander dezelfde wandeling maakte , langs wat meer kostbare steenen aantrnf dan zjn voorganger er gevonden had. Daarop de aandacht te vestigen , is dus volstrekt niet noodig. W aartoe dan za1 men het rkasgqn'' aanbevelen ? Zeker, wj zien ook den weg n0g vrj XLIII wel, dat het tooneeltje tusschen mevrouw D'Ablaing en haren echtgenoot j zjner burgerljke moeder in Oost-lndië verzwegen had , vermakeljk is ; de uitgever zal het stellig met 0ns betreuren , dat het bestaan der oude mevrouw D'Ablaing hem even onbekend is geweest als vroeger aan hare schoondochter; het zOu nuttig geweest zjn, haar bestaan in eene noot te constateeren. Maar die haar het bestaan verder gaan wj met Dr. Colenbrander niet mede. Sf/ acht het z/p natuurljk te pronken met de gelukkige vondsten , die hj deed , dat hj iemand, die eene gelegenheid daartoe laat voorbjgaan, aanstaart in stomme verbazing , niet zonder een lichten twjfel aan zjne volledige toerekenbaarheid. YïJ' daarentegen zullen niet zuurzien , indien een onzer medewerkers bezwjkt voor de verleiding , om in inleiding of noot aardige tooneeltjes even te schetsen ; maar wj stellen hooger de zelfverloochening van den uitgever , die het schilderen dezer tooneeltjes nalaat , omdat het daartoe thans de tjd niet is , - het uitstelt, totdat zich daartoe wellicht eene meer gepaste gelegenheid zal aanbieden. Nog meer : wj protesteeren er tegen , dat hier een beroep wordt gedaan op Fruin, alsof hj zich zulk eene gelegenheid sniet liet Ontgaan''; ,,eer te behalen aan zjn werk'' was zeker wel het laatste : waaraan deze ernstige en eenvoudige geleerde dacht. Ziehier wat bedoelen. onze uitgaven op deze leest , dat èr bljkt van verschil in talent , van verschil in jver, 0ok van verschil in opvatting tusschen onze medewerkers , zeggen , precies zjn geschoeid wj zullen het niet loochenen. M aar pviolen te laten zorgen'', is toch onze gewoonte niet : met waardeering herinneren wj 0ns veelmeer het geduld en de vriendeljkheid van w ij niet allen W i1 men dat velen onzer mezewerkers. Maar het is eenvoudig XLIV ondoenljk, het schjnt ons bovendien even onnoodig als onwenscheljk, om onze medewerkers , z00 verschillend van aanleg en van kracht, allen te spannen in hetzelfde gareel. W j geven hun wenken, deelen hun mede wat wj wenschen , en in hoofdzaak schikken zj zich steeds daarnaar. Dat niet altjd in allen deele wordt gehandeld zooals wj zelven zouden gedaan hebben, mag voor 0ns geen reden zjn om het werk te weigeren. Onder dat werk schuilt het goede, het betere, het zéér goede , soms - wj erkennen het - 00k wel het middelmatige. Maar het slechte geven wj niet ; en dat dit het geval is , is waarljk niet het gevolg van onze gewoonte om pviolen te laten zorgen-'' W j eindigen. De heer Oolenbrander heeft verklaard , dat hier te lande te lage eischen worden gesteld aan de uitgevers van historische teksten. Van hem althans zal niet kunnen gezegd worden , dat hj aan zulke slapheid voet heeft gegeven. Hj deed het zjne om daaraan een eind te maken ; maar hj zjn doel voorbjgeschoten : de door hem gestelde eiscben zjn billijk noch juist. De reden dezer onjuistheid meenen wj te vinden in een verschil van opvatting plichten van een uitgever van teksten , - principiëel verschil, dat als résumé over de van het bovenstaande wel verdient ten slotte in het heeft licht gesteld te worden. 'F# leggen vooral den den tekst en nauwgezette heer Celenbrander meent nadruk op zuiverheid van vaststelling daarvan ; de schouderophalend , dat dit altjd wel terecht za1 komen. A# niet tevreden met onze toelichtingen ; hj betreurt het , dat smen aan onze historiografe teksten in handen geeft, waarop zj nog een behoorljk apparaat paken moet ? voor zj er iets pee uit kan richtqn.'' Maar daarentegen is Xtf apparaat gaande gemakkeljk af te leiden. het met hem rolkomen pz/:eAl.s. andere opvatting van het doel: uitgaven Leoogt. W j zjn tevreden met een tekst, zuiver en zooveel toegelicht , dat de geschiedvorscher, Op welk hj het o0g heeft , is uit het voor- W elnu , wj zjn W j hebben eene dat men met tekstgebruikt, hem aanstonds begrjpen kan. Z0o Dr. Colenbrander meer wenscht te ontvangen , dan de taak van den met die die hem verwart hj uitgever van den geschiedvorscller , die de teksten verwerken moet, Ziedaar Ons verschil duideljk geconstateerd. Begrjpen wj Dr. Oolenbrander niet verkeerd : dan zouden wj van meening zjn , dat hj, als denkbeelden in praktjk wil brengen, zich leggenop iets anders , op het schrjven van historische studiën met Oorspronkeljke bjlagen. Dit is een verdiensteljk en o0k een aantreltkeljk procldé ; maar het is bepaaldeljk een ander dan het uitgeven van teksten. Vergissen wij Ons niet , dan ligt ook juist daar het aangewezene gebied voor zjne talenten. h ij z ij n e moet toe- Yoor hetuitgeven van teksten is hj naar aanleg en temperam ent aangewezen. W ellicht eischt ook de taak van den geschiedvorscher andere gaven zjn deel zjn. Yoor het schrjven van geschiedenis daarentegen bezit hj onmiskenbare talenten : zjn pittige stjl za1 hem daar ruimschoots stellig minder dan de gelegenheid schenken : om de kostbare steenen te kassen , die zjn vernuft heeft ontdekt. G. BROM, ondervoorzitter. S. M ULLER Fz., Secretavis. BIJLAOE A. NAAM LIJST DER LEDEN VAN HET H ISTORISCH OENOOTSCH A P 1). BESTUU R. Dr. F. J. L. Krëmer, Zpnrzïffer. Mr. J. F. B. Baert , Penningmee8ter. Dr. G. Brom , Eerste sïùlïpfkclrïd. Dr. N. J. Singels , Tweede sïùlïpfk clrfd. Dr. S. M uller Fz. , Eer8te dccr6fqrïd. Dr. W . A. F. Bannier, Tweede 8ecretari8. Dr. P. J. Blok. Dr. C. H . Th. Bussemaker. Dr. G. W . Kernkam p. Dr. P. L. M uller. M r. B. J. L. baron De Geer van Jutfaas , ffpnprir lid. 1) Bij deze lijst is aangenomen de feitelijke toestand Januari l90Q. XLVII HONORAIRE LEDEN. E. De Amicis , te Turijn. W . Bode , te Berlijn. E. baron De Borchgrave , te W eenen. G. Edmundson, te Northolt. M . Pardo de Figueroa , te M edina Sidonia. P. Fredericq , te Gent. J. A. Fridericia, te Kopenhagen. G. Galland , te Berlijn. S. Rawson Gardiner, te Londen. J. Geddes , te Londen. Jhr. J. J. De Geer van Oudegein , te Utrecht. H. Havard , te Parijs. J. H . H essels , te Cambridge. K. H öhlbaum , te Giessen. E. Hubert , E. Jacobs , L. Legrand , H . C. Vos te Luik. te W ernigerode. te Parijs. Leibbrandt , te Kaapstad. E. M artin , te Straatsburg. E. Michel, te Parijs. 0. Nachod , te New-Y ork. F. Nippold , te Jena. M. Philippson ) te Berlijn. A. Lefèvre Pontalis , te Parijs. 0. Pringsheim , te Breslau. Ch. Rahlenbeck , te Brussel. M . Ritter, te Bonn. G. M ac Call Theal ) te Londen. F. Vanderhaeghen , te Gent. L. Vanderkindere , te Brussel. A. W addington , te Lyon. E. W rangel , te Lund. XLW II GEW ONE LEDEN. Dr. Th. P. H . Van Aa1st , te 's Gravenhage. M r. J. H . Abendanon , te Batavia. Dr. A. J. D'Ailly, te Amsterdam . H . J. Allard , te M aastricht. M r. S. J. Fockem a Andreae , te Leiden. M r. J. baron D'Aulnis de Bourouill , te Utrecht. Jhr. J. A. F. Backer, te Vreeland. M r. J. F. B. Baert, te Utrecht. M r. C. Bake , te 's Gravenhage. Dr. W . A. F. Bannier, te Utrecht. F. De Bas , te 's Gravenhage. Dr. H . Bavinck , te Kam pen. M r. A. J. De Beaufort, te Leusden. J. B. De Beaufort, te W oudenberg. Mr. J. F. De Beaufort , te Utrecht. Mr. W . H . De Beaufort, te Leusden. Jhr. M r. K. A. Godin de Beaufort ,te Alaarsbergen. A. A. Beekman, te Schiedam . J. H . Been , te Brielle. G. J. G. C. graaf VanAldenburg Bentinck, te Amerongen. M r. N. P. Van den Berg, te Am sterdam . J. F. X. Van den Bergh, te hs Gravenhage. Dr. J. Bergsma) te Groningen. M r. J. L. Berns ) te Leeuwarden. H . A. Van Beuningen , te Utrecht. J. J. Beyerman , te Utrecht. G. J. W . Koolemans Beynen, te 's Gravenhage. Dr. J. P. De Bie , te Kethel. Mr. A. S. De Blécourt , te Haarlem . Dr. H . Blink , te 's Gravenhage. Dr. P. J. Blok , te Leiden. M r. Ph. Van Blom , te 's Gravenhage. Dr. G. J. Boekenoogen , te Leiden. XLIX P. A. M . Boele van H ensbroek , te 's Gravenhage. J. Boer Hz. , te Utrecht. Dr. M . G. De Boer, te Hilversum . M r. C. T. baron Van den Boetzelaer van Dubbeldam , te Bilt. Dr. U. Ph. Boissevain , te Groningen. Mr. A. C. Bondam , te hs Hertogenbosch. B. J. M . De Bont, te Am sterdam . P. R. Bos , te Groningen. Dr. A. J. Boterm ans , te Zwolle. M . ten Bouwhuys , te Utrecht. M r. P. Van den Brandeler , te 's Gravenhage. Dr. A. A. Bredius ) te 's Gravenhage. Dr. J. C. Breen , te Amsterdam . M r. J. B. Breukelm an , te 's Gravenhage. J. Broekem a , te M iddelburg. Dr. R, Broersm a , te Sam arang. Dr. G. Brom , te Utrecht. Dr. H . Brugm ans , te 's Gravenhage. C. W . Bruinvis , te Alkmaar. Dr. C. P. Burger Jr., te Am sterdam . Dr. C. H . Th. Bussemaker, te Groningen. Jhr. P. H . A. Martini Buys , te 's Gravenhage. Dr. W . Caland ,te Breda. M r. A. W . Van Beeck Dr. J. R. Calkoen , te Utrecht. Callenbach , te Rotterdam. Dr. H . J. Dompierre de ChauFepié, te 's Gravenhage. J. W . Chevallier, te Am sterdam . Dr. H. T. Colenbrander , te 's Gravenhage. H . J. Coppens , te Nieuwveen. W . P. Costerus , te Edam . M r. L. M . Rollin Couquerque , te 's Gravenhage. J. Craandijk , te Haarlem. C. C. A.Croin , te Dordrecht. M r. M . Cromm elin , te Utrecht. Bjdr. en Meded. XXIlI. L H. S. M. Van W ickevoort Crommelin , te Haarlem. A. H . A. C. Diegerick , te Gent. N. D. Doedes , te Utrecht. Dr. J. J. Doesburg , te Zwolle. P. J. D. Van Dokkum , te Utrecht. C. P. J. Domm isse , te Vlissingen. P. N. Van Doorninck , te Bennebroek. Dr. P. Doppler , te M aastricht. Dr. G. J. Dozy, te 's Gravenhage. M r. H . L. Drucker, te Leiden. M r. W . H. F. Dubois , te Utrecht. K. Dum on , te Beilen. P. J. Van Dijk van Matenesse , te Schiedam. H . Dyserinck , te 's Gravenhage. M r. C. C. D. Ebell, te 's Hertogenbosch. C. P. Van Eeghen Jr. , te Amsterdam . P. Van Eeghen , te Am sterdam . M r. C. Engchedé , te Haarlem. J. W . Enschedé ,te Haarlem . Dr. E. Epkem a , te Zalt-Bomm el. Dr. W . Van Everdingen , te Rotterdam . A. N. J. Fabius , te Am sterdam . M r. D. P. D. Fabius , te Am sterdam. M r. P. Falkenburg, te Am sterdam . P. Feenstra Jr., te Am sterdam . M r. J. A. Feith , te Groningen. M r. P. R. Feith , te 's Gravenhage. M r. B. F. W . Von Briicken Fock , te M iddelburg. G. A. J. Franke , te Groningen. M r. R. Fruin , te M iddelburg. Dr. J. H. Gallte , te Utrecht. J. F. Gebhard Jr. , te Am sterdam . M r. B. J. L. baron De Geer van Jutfaas , Dr. W . Van Geer , te Utrecht. Dr. G. H . J. W . J. Geesink , te Amsterdam. te Utrecht. Dr. H. Van Gelder, te Utrecht. M r. S. J. Van Geuns, te Utrecht. M r. J. G. Gleichman , te 's Gravenhage. C. J. Gonnet, te H aarlem . W . Gosler, te Amsterdam. J. J. Graaf , te Ouderkerk a/d Amstel. J. De Graaf , te Amsterdam . M r. J. H ooft Graaiand , te Utrecht. Jhr. M r. J. F. H ooft Graaiand, te Utrecht. Alr. S. (lratanla, te Rotterdam . M . Salverda de Grave , te hs Gravenhage. D. De Groot , te Utrecht. Dr. J. V. De Groot , te Amsterdam . Dr. C. Hofstede de Groot , te 's Gravenhage. Mr. W . T. Grothe van Schellach , te Utrecht. J. baron Sirtema van Grovestins, te 's Gravenhage. M gr. G. Gul , te Delft. Dr. J. H . Gunning W z. , te Bilt. M r. H . D. Guyot, te Groningen. Mr. S. Van Gijn , te Dordrecht. S. H aagsm a, te Sneek. J. W . G. Van H aarst, te Groningen. Dr. V. Van der H aeghen , te Gent. H . van de H agt , te Rotterdam . Dr. J. Hania Pz. , te Steenwijk. G. C. D. D'Aumale baron Van Hardenbroek, te Utrecht. M r. G. C. D. R. baron Van Hardenbroek , te Bunnik. A. T. H artkam p , te Am sterdam . M r. R. E. Hattink , te Almeloo. M r. J. E. H eeres , te Delft. Dr. K . Heeringa , te Schiedam. Dr. L. H eldring , te Amsterdam . M r. C. G. Berger van H engst , Dr. A. H . L. H ensen , te W armond. C. H . Den Hertog, te Am sterdam . te Utrecht. ;#8 LII H. J. Heshuysen , te H aarlem . J. A. Heuf Az., te Tiel. Dr. G. W . Van Heukelum , te Jutfaas. J. H . C. Heyse , te M iddelburg. J. C. A. H ezenm ans , te 's H ertogenbosch. J. C. Gijsberti Hodenpijl , te '8 Gravenhage. F. A. H oefer, te Hattem . M r. H. graaf Van H ogendorp , te 's Gravenhage. A. Hollestelle , te Tholen. Dr. A. G. H onig , te Zeist. Dr. 1. M. J. Hoog , te Nijmegen. A. J. J. Hoogland , te Rotterdam . Dr. S. S. H oogstra , te Kampen. T. Van H oogstraten , te Huissen. M r. C. te 's Gravenhage. E. B. Pijnacker Hordijk ter H orst , te Groningen. Dr. M . T. Houtsm a , te Utrecht. Dr. J. De Hullu, te Utrecht. G. Hulsman , te Zandvobrt. Jhr. M r. J. E. Huydecoper van M aarsseveen en Nigtevecht, te Utrecht. Dr. C. B. Hijlkema, te Zaandam. M r. F. A. R. A. baron Van Ittersum , te Utrecht. Dr. J. A. H . G. Jansen , te Bunnik. J. J. Van Noorle Jansen , te Utrecht. Dr. N. Japikse , %e Rotterdam . M r. J. G. C. Joosting, te Assen. W . H . J. Juten , te Bergen-op-zoom . Dr. G. Kalff, te Utrecht. Jhr. M r. A. P. C. Van Karnebeek , te P. H . Van der Kem p , te 's Gravenhage. Dr. G. W . K ernkam p , te Am sterdam . W . J. Kernkam p, te Edam . Dr. L. A. Kesper , te Gouda. :. B. Kielstra, te 's Gravenhage. 's Gravenhage. LIII Dr. H. J. Kiewid de Jongej te Dordrecht. Dr. P. A. Klep , te Velzen. B. H . Klönne , te Am sterdam . Dr. A. Kluyver, te Leiden. Dr. W . P. C. K nuttel, te W . Knuyf , te Utrecht. H . F. Kol , te Utrecht. M r. A. H . Koning , te Finsterwolde. F. G. te Am sterdam . 's Gravenhage. Kramp , Dr. F. J. L. Krëm er, te Utrecht. Dr. M . A. Kreling , te Rotterdam . A. J. C. Krem er, te Arnhem . Dr. P. J. Krom sigt, te Rotterdam . J. F. A. K ronenburg , te Roermond. Dr. R. J. M . Krul, te 's Gravenhage. Van Kuyk , te Assen. Dr. A. Kuyper, te 's Gravenhage. M r. Dr. A. R. Van der Laar, te Utrecht. Dr. G. J. Landweer Az., te Arnhem . Dr. L. A. Van Langeraad , te Lekkerkerk. Mr. F. A. J. Van Lanschot, te 's H ertogenbosch. Dr. P. Leendertz , te Am sterdam . W . J. Leendertz , te Amsterdam . M r. J. Van der Leeuw) te Am ersfoort. Dr. E. H. Van Leeuwen ) te Utrecht. Dr. M . F. Van Lennep , te H aarlem. M r. J. A. Levy, te Am sterdam . Dr. C. te Lintum , te Rotterdam . Dr. J. P. T. Van der Lith , te Utrecht. A. C. Lofelt , te 's Gravenhage. A. Loosjes , te Amsterdam. M r. J. De Louter, te Utrecht. F. baron Van Lijnden van Hemmen, te Hemmen. Mr. Dr. F. A. C. graaf Van Lijnden v&n Sandenburgj te Langbroek. L1V Mr. R. Melvil baron Van Lijnden , te 's Gravenhage. Mr. W. F. J. baron Van Lijnden , te Utrecht. Dr. K. Lijndrajer, te Assen. M r. oe . baron Mackay, te 's Gravenhage. Mej. M. G. A. de Man , te Middelburg. W . J. M anssen , te Zaandam . Dr. B. Van M eer, te Utrecht. Dr. R. P. M ees R.Az.: te Rotterdam . K. 0. Meinsma , te Zutphen. Dr. J. Mendels , te Groningen. Mr. C. R. M erkus , te Utrecht. Dr. W . W . Van der M eulen , te 's Gravenhage. J. L. Meulleners , te Heer (bij Maastricht). Mr. P. A. N. S. Van M eurs , te 's Gravenhage. H. J. M eyboom , te Utrecht. Dr. C. H . P. M eyer, te 's Gravenhage. D. C. M eyer Jr., te Amsterdam . G. A. Meyer , te Nijmegen. W . Meyer, te 's Gravenhage. M. A. Meyjes , te Hengeloo (Gelderland). Dr. E. J. W . Posthumus Meyjes , te Middelburg. Mej. L. Miedema , teUtrecht. E. W . M oes , te Amsterdam . M r. G. M oll , te Rotterdam . Dr. M . M onasch , te Am sterdam . Dr. K. W. M. Montijn , te Vlaardingen. F. D. J. M oorrees , te Buurmalsen. Dr. L. J. M orell : te Utrecht. T. Morren ) te 's Gravenhage. L. M ulder, te 's Gravenhage. Dr. J. W . M uller, te Utrecht. Dr. P. L. M uller, te Leiden. M r. S. M uller Fz. ) te Utrecht. M r. S. Muller H z. , te Rotterdam . M r. J. C. Naber , te Utrecht. LT Mej. J. W. A. Naber, te Amsterdam. Dr. H. M . Van Nes , te 's Gravenhage. F. J. Nieuwenhuis , te Utrecht. Mr. J. M r. W . R. P. J. Dom ela Nieuwenhuis , te Groningen. H. Nolens , te Rolduc (gemeente Tutein Nolthenius , te H aarlem . M. Noordtzij , te Kampen. Dr. D. C. Nijhofr, te Meerssen. W . Nijhof, te 's M r. J. G. Brouwer A. J. Nijland , te Utrecht. Gravenhage. sijhol, te A. P. M . Va'n Oordt, te Leiden. Utrecht, J. Van Oordt tot Bunschoten , te Velp. M r. J. C. Overvoorde , te Leiden. M r. J. C. De M arez Oyens , te 's Gravenhage. Mr. R. W . J. Van Pabst van Bingerden, te 's Gralrerkrade). venhage. M r. M . J. ridder Dr. A. Pekelharing , te Groningen. Mr. J. E. Van Persijn , te 's Gravenhage. Jhr. Mr. F. H. De Pesters , te Arnhem. M r. P. Pet , te Groningen. M r. N. G. Pierson , te hs Gravenhage. A. Pit , te Amsterdam. J. R. Planten , te New-York. C. J. Polvliet , te Amsterdam . A. W inkler Prins ) te Voorburg. Dr. J. Prinsen J.LZ. ? te Nijmegen. te Leiden. Pauw van W ieldrecht, te Leersum . Dr. F. Pijper, Mr. H. P. G. Quack , te Amsterdam. Dr. L. A. Rademaker, te Zwolle. M r. D. Ragay, te Utrecht. J. C. Ram aer, te Breda. Jhr. M r. F. F. ridder Van Rappard , te Utrecht. LVI A. F. J. Reiger , te Keulen. Dr. B. Reiger, te Utrecht. Mr. W . A. Reiger, te Groningen. Dr. J. Reitsma , te Groningen. T. graaf De Renesse j te Brussel. M r. W . J. Van W elderen baron Rengers , te Leeuwarden. Dr. H . J. Reynders , te Amersfoort. Jhr. B. W. F. Van Riemsdijk , te Amsterdam. Jhr. Mr. T. H. F. Van Riemsdijk, te 's Gravenhage. Dr. P. H . Ritter, te Am sterdam . Jhr. M r. J. Roëll , te 's Gravenhage. H. Roes , te St. Michielsgestel. Dr. H. C. Rogge , te Amsterdam. A. A. J. Van Rossum , te Benschop. M r. A. J. Royaards ,te Am sterdam . M r. G. Royaards , te 's Gravenhage. Mr. K. J. H . Royaards , te Utrecht. M r. W . H . J. Royaards , te Utrecht. M r. C. P. L. Rutgers , te Zwolle. E. H. Rijkenberg , te Voorhout. F. Van Rijsens , te Alkmaar. Dr. B. van Rijswijk te Dordrecht. F. H . A. Sabron, te Breda. A. H.Sassen ,te H elm ond. Dr. P. D.Chantepie de la Saussaye , te Leiden. J. H . L. Van der Schaaf, te 's Gravenhage. Dr. A. C. M . Schaepm an , te Zevenaar. Dr. H. J. A. M. Schaepman , te Rijzenburg. D. F. Scheurleer, te 's Gravenhage. H. D. J. Yan Schevichaven , te Nijmegen. Jhr. Mr. F. J. C. Schimm elpenninck , te Renkum . A. baron Schim melpenninck van der Oye van de Poll en Nyenbeek , te Utrecht. Dr. L. C. M . Schmedding, te Valkenberg. Dr. M. Schoengen , te Leeuwarden. LVII L. Schouten H z. , te Utrecht. Dr. J. Schrijner, te Roermond. J. Schulman , te Am ersfoort. M r. W . C. Schuylenburg , te Utrecht. L. Gilliodts van Severen , te Brugge. Jhr. M r. J. H . Hora Siccam a) te 's Gravenhage. M r. C. J. Sickesz ,te Lochem . Mr. J. A.Sillem , te Am sterdam . J. C. Singels, te 's Gravenhage. Dr. N. J. Singels Az. , te Utrecht. Jhr. Dr. J. Six , te Am sterdam . J. C. Van Slee , te Deventer. Mr. J. J. S. baron Sloet , te Oosterbeek. Dr. G. M. Slothouwer, te W ageningen. A. C. baron Snouckaert van Schauburg , te 's Gravenhage. J. F. Van Someren , te Utrecht. J. F. AI. Sterck, te zknlsterdarn. W . P. Van Stockum Jr., te 's Gravenhage. Jhr. Mr. A. L. E. De Stuers , te Parijs. Jhr. Mr. V. E. L. De Stuers ) te 's Gravenhage. W . 0. Swaving , te Middelburg. Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet , te 's Gravenhage. M r. A. Telting , te 's Gravenhage. J. C. Alberdingk Thijm ) te Amsterdam. Dr. P. P. H. Alberdingk Thijm , te Leuven. M r. G. Van Tienhoven , te Haarlem . Dr. G. Tjalma, te Veen (Noord-Brabant). A. Des Tombe ) te 's Gravenhage. J. W . Des Tombe , te Bilt. Jhr. W . F. Trip van Zoudtlande , te Hattem . J. Trosée , te Nijmegen. W . J. Tuyn , te Edam . M r. W . J. L. Umbgrove , te Zutphen. J. H. W . Unger, te Rotterdam . Tuvlll Mr. 1. B. J. N. ridder DQ Vanderschueren , te 's Gravenhage. Dr. J. S. Van Veen , te Arnhem . M r. R. Van Veen , te 's Gravenhage. F. van Veerdeghem , te Luik. H . C. Vegtel, te 's Gravenhage. B. P. Velthuysen , te H ertm e en Zenderen. Dr. J. Verdam , te Leiden. Mr. P. VerLoren van Them aat , te Utrecht. A. Verwey, te Noordwjk. G. H. Veth , te Hilversum. Dr. H . Visscher, te Ouderkerk Dr. T. Vlaming, te W arm ond. Dr. G. Van Vloten , te Leiden. Dr. W . Vogelsang, te Am sterdam . a/d Ilsel. Dr. G. J. Vos Az.) te Amsterdam . Dr. J. G. De Vos, te 's Gravenhage. Dr. W . C. A. baron Van Vredenburch, te 's Gravenhage R. W . P. De Vries ) te Amsterdam . M r. J. Van W alrô , te Utrecht. P. M . H . W elker , te Num ansdorp. H. M . W erner, te Brum men. M gr. H . Van de W etering, te Utrecht. M r. G. W icherlinck , te Zwolle. L. W ichers, te 's Gravenhage. Dr. C.E. A. W ichmann ,te Utrecht. Dr. E. W iersum , te M iddelburg. W . W ilde , te Katwijk. Dr. H. D. Tjeenk Willink , te Haarlem, Dr. J. Te W inkel , te Am sterdam . Dr. J. Woltjer, te Amsterdam. Dr. J. A. W orp , te Groningen. M r. G. W ttewaall, te Arnhem . Jhr. Mr. E. W . F. W ttewaall van Stoetwegen , te 'g Gravenhage. LIX J. M . W ûstenhoff , te Sassenheim . C. N. Wijbrands , te Amsterdam. Jhr. Mr. H. M. J. Van Asch van Wijck , te Utrecht. Jhr. Mr. L. H. J. M. Van Asch van Wijck, te Veenendaal. Dr. J. A. Gerthvan Wijk , te 's Gravenhage. Dr. P. J. Wijminga , te Amsterdam. Dr. J. D. De Lind van W ijngaarden , te Utrecht. G. E. V. L. Van Zuylen , te 's Gravenhage. BIJLAOE B. GENOOTSCHAPPEN , W AARM EDE H ET HISTORISCH GENOOTSCH AP IN BETREKKING STAAT. Aachener Geschichts-verein , te Aken. Geschichts- und alterthumsforschende Gesellschaft des Osterlandes , te Altenburg. Koninklijke Akademie van W etenschappen, te Amsterdam . Académie royale d'Archlologie de Belgique , te Ant- Werpen. Historischer Verein fûr Schwaben und Neuburg, te Augsburg. Bataviaasch Genootschap van Kunsten en W etenschappen , te Batavia. Verein von Alterthumsfreunden im Rheinlande , te Bonn. Historischer Verein R r den Niederrhein, te Bonn. Historische Gesellschaft des Kûnstlervereins, te Brem en. Académ ie royale des Sciences , des Lettres et des Beaux-arts de Belgique , te Brussel. Société d'Archéologie de Bruxelles , te Brussel, De Bollandisten ? te Brussel. LXI Université royale de Norvège , te Christiania. W estpreussischer Geschichtsverein , te Danzig. Cercle archéologique de la Ville et de l'ancien Pays de Termonde, te Denderm onde. Dûsseldorfer Geschichts-verein , te Dusseldorp. Bergischer Geschichts-verein , te Elberfeld. Gesellschaft ftir bildende K unst und vaterlëndische Alterthiim er, te Em den. Historischer Verein fiir Stadt und Stift Essen j te Essen. Verein fïir Geschichte und Alterthum skunde, te Frankfort a/M . l Verein ftir Geschichte des Bodensees und seiner Um gebung , te Friedrichshafen. Société d'H istoire Koninklijke vlaamsche Letterkunde , te Gent. Maatschappij van Geschied-en Oudheidkunde , te et d'Archéologie , te Genève. Akadem ie voor Taal- en Gent. Oblrhessischer Geschichts-verein, te Giessen. Oberlausitzische Gesellschaft der W issenschaften, te Görlitz. H istorischer Verein ftir Steierm ark j te Grëtz. Koninklijk Instituut voor Land-, Taal- en Volkenkunde van Neerlandsch Indië , te 's-Gravenhage. Algemeen Rijksarchief, te 's-Gravenhage. Rûgisch-pomm erscher Geschichtsverein , te Greifswald. Verein ftir ham burgische Geschichte , te Hamburg. Historischer Verein fûr Niedersachsen , te H annover. Provinciaal Genootschap van Kunsten en W etenschappen in Noord-Brabant, te 's-H ertogenbosch. Verein fûr thûringische Geschichte und Alterthumskunde , te Jena. Redactie van de Zeitschrift ftir die Geschichte des 1ufI1 Oberrheins (uitgegeven door de Badische Historische Kommission) , te Karlsruhe. Verein fûr hessische Geschichte und Landeskunde. te Kassel. Stadt-Archiv, te Keulen. Görres-Gesellgchaft, te K eulen. Redactie van de W estdeutsche Zeitschrift, te Keulen. Gesellschaft fïir schleswig-holstein-lauenburgische Geschichte , te K iel. Alt-preussische M onatschrift, te K oningsbergen. Socitté d'Histoire de la Suisse rom ande, te Lausanne. Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde , te Leeuwarden. Maatschappij der nederlandsche Letterkunde , te Leiden. Königlich-sëchsische Gesellschaft der W issenschaften , te Leipzig. Redactie van de Revue historique trim estrielle , te Lemberg. Redactie van de Analectes pour servir à lhH istoire ecclésiastique de la Belgique , te Leuven. Redactie van de Revue d'Histoire ecclésiastique , te Leuven. Redactie van de English historical Review , Londen. Verein fûr lûbeckische Geschichte und Alterthums- e kunde , te Lûbeck. Institut archéologique liégeois , te Luik. Socilté d'Art et d'Histoire du Diocèse de Lilge , te Luik. Universiteit, te Lund. Institut luxembourgeois , te Luxem burg. Geschied- en oudheidkundig Genootschap in het Hertogdom Limburg , te M aastricht. Real Academia de la Historia, te Madrid. LXIII Abbaye de Maredsous , te Maredsous. Cercle archéologique , littéraire et artistique de M alines , te M echelen. Verein fiir Geschichte der Stadt M eissen, te M eissen. Zeeuwsch Genootschap van W etenschappen, te M iddelburg. K öniglich-bayerische Akademie der W issenschaften , te M ûnchen. Verein fiir Geschichte und Alterthum skunde W estfalens , te M unster. Société archlologique de Nam ur, te Nam en. Germanisches M useum , te Neurenberg. Oudheidkundige Kring van het Land van W aas , te St. Nikolaas. Historische Gesellschaft fiir die Provinz Posen , te Posen. Historischer Verein fiir Oberpfalz und Regensburg, te Regensburg. Lim burg. Provinciaal Genootschap voor geschiedkundige W etenschappen, Taal en Kunst, te Roerm ond. Reale Società rom ana di Storia patria, te Rome. Biblioteca apostolica vaticana, te Rome. Gem eente-archief van Rotterdam . Verein fïir m ecklenbûrgische Geschichte und Alterthumskunde , te Schwerin. The Board for international Exchanges of the New- South-W ales-Governm ent ) te Sydney. Akademie van Geschiedenis en Oudheidkunde , te Stockholm . H istorisch-litterarischer Zweigverein des Vogesen- Clubs in Elsass-luothringen , te Straatsburg. Verein fiir Kunst und Alterthum in U1m und Oberschwaben , te Ulm . Universiteits-Bibliotheek , te Upsala. Oneicla historical Society, te Utica (New-York). LXIV Provinciaal utrechtsch Genootschap van Kunsten en W etenschappen , te Utrecht. Gem eente Utrecht. Redactie van het Archief voor het Aartsbisdom Utrecht , te Utrecht. Smithsonian Institution , te W ashington. K aiserliche Akadem ie der W issenschaften, te W eenen. Institut fûr oesterreichische Geschichtsforschung , te W eenen. Harzverein fûr Geschichte und Alterthûmer , te W ernigerode. Geschied-, taal-, land- en volkenkundig Genootschap , te Willemstad (Curaçao). Ortsverein fûr Geschichte und Alterthum skunde zu Braunschweig und W olfenbûttel , te W olfenbiittel. Historischer Verein fûr Unterfranken und AschaFenburg , te W ûrzburg. Vereeniging tot Beoefening en Geschiedenis , te Zwolle. van overijsselsch Regt ' % - LXV < O Y o o l -- > m 1M T o o -ë - Y w c U or:: oc O > . . & > * @ # * >p R m m o o c & & = c W ON * * & . O > * m = - W X. $ P &: l .X > > l p m > - * * 7 Mo . o = * Co @ & . & > @ * àis F--z O c # o MX > > G to QA QY >p >> >> > >O ooe t t .mo- cOzq D:-o . z7p m-rg . oom ru.wm ->m . oyx& z :=>.g . -zv - >, rn- > . . p rXp c: w = .u or' o o o ; > u w g o s r r r c . m v m.o o . o m o m p , : > z M rom m . = . j = . . . OQ >Q . o . o X N >. aq r . . x . . o y . > O p o e . * oe . pyx * '* Q > x > . T o . o a = -O p r ' = & . = = . O p > = . O MM * c & > K19 Y o c= * cG & G > oe > G P D. bo . o oe c' l I oê= I Q= =Q @ tr K c G c * * c Qq *k y* P 7 oa K HV= & -> x cr < Z D, 4 1 = v o 1. : cr 7 C * X>%. = > > cM * & && T> Q MO => cK < - - K -- -= c c oe o - = K c - c < = tr -6 bK =y op c9 p- oeS o> -P x6 c% w6 xp K c M oA- o c c K c - o - # % z >> t*c c o: * -> oa & k4 -.7 I -. t -. o< Oo oX oC oX >TX - > - r -- > > m o 4 No g' - o > @ - .O =o =w =o cw M -c -o > x m >> oo *: & : o > * > > . o X Mo - a . . -o y. > . > *o . . => . 7. rn . lr . D p = p . - . o * c * . > . . & . >@ Z8 < Z 8 X c > BIJLAOE D. JAARYERSLAG YAN DE CRNTRALE COMMISSIE VOOR DE HISTORISCH-STATISTISCHE KAARTEN IN NEDERLAND OVER 1901. A1s gevolg van de besprekingen op de vergaderingen, door de contribuanten op de Historisch-statistische schetskaarten van Nederland en de leden van het H istorisch 1900 te genootschap op den 27 en 28 December Utrecht gehouden, werd besloten tot het oprichten van eene Oentrale commissie voor de Historisch- statistische kaarten in Nederland. van het Bestuur Op uitnoodiging van het Historisch genootschap namen onderstaande heeren zitting in die commissie : Prof. Dr. P. J. Blok, M r. A. Telting , F. A . H oefer , Dr. W . A . F. Bannier , A. A. Beekman , Dr. H. Blink, P. R. Bos, Prof. Mr. J. E. Heeres, H. Hettema 1) en Mr. J. 0. Overvoorde. In hare vergadering van 2 M aart 1901 kozen de leden de vier eerstgenoemde heeren achtereenvolgens tot lsten V oorzitter, 2den Voorzitter, lsten Secretaris en 2den secretaris , terwjl de heer Bannier tevens de functie van penningmeester op zich nam. 1) De heer Hettema nam op het einde van 1901 om gezondheidsedenen ontslag a1s 1id der Centrale commissie. LXVII Ter verkrjging van de gewenschte eenheid in de uitvoering der liggers, het verstrekken van inlichtingen omtrent reeds bestaande en in bewerk-ing zjnde liggers oprichten van een Nederlandsch Oentraal-bureau voor Historisch-statisenz. , werd besloten t0t het tische kaarten. Ter wille van den geregelden gang van zaken werd dit Oentraal-bureau te Hattem gevestigd en de heer H oefer tot directeur benoemd. Ten huize van den heer H oefer werd voor dit bureau een bepaalde kamer ingeruimd , waarin voor de kaarten een kast met ondiepe laden geplaatst is, De Oentrale commissie gaf den 5 Juli bj gedrukte circulaire kennis van een en ander aan de contribuanten aan de schetskaarten. Behalve een lijst van de onderwerpen , die in kaart kunnen gebracht worden , werd tevens het verschjnen van een instructie voor de invulling der schetskaarten aangekondigd. Aangezien de Oentrale commissie over geen eigen fondsen beschikt , maakte zij het HiBtorisch genooter dat schap op Opmerkzaam : van hare leden niet gevergd k0n worden , dat zj Op eigen kosten de vergaderingen bjwoonden. Het Historisch genootschap verklaarde zich bereid de reiskosten en de noodzakeljke bureaukosten van het Centraal-bureau te vergoeden tot een maximum-bedrag van jaarljks 200 gulden. Hiervan moet telken jare een gespecifeerde opgave aan het Historisch genootschap gedaan worden. Onmiddelljk na haar optreden heelt de Centrale com missie voeling gezocht en gekregen missie, die in Duitschland belast is met het samenmet de comstellen van een instructie tot het invullen der schetskaarten t0t liggers. De Oentraal-bureau kreeg zitting in de Duitsche commissie. Het ligt in de bedoeling: de voor Nederland in bewerking zjnde instructie onmiddelljk na vasty* directeur van het Nederlandsch LXY1I1 stelling door onze Oentrale commissie aan de Duitsche commissie aan te bieden. Het Historisch genootschap stond hare exemplaren der schetskaarten aan het Centraal-bureau af. Aan de Regeering werd verzocht, een gedeelte van hare schetskaarten - 60Q/o - ter beschikking van het Centraal-bureau te stellen. De onderhandelingen hierover worden n0g voortgezet. De Minister van Oorlog deed van zjne belangstelling bljken door, op verzoek , aan het Oentraalbureau ten geschenke te zenden : 10 de Topographische en Militaire kaart des Rjks op de schaal van 1 : 50000 ; 20 de Chromo-topographische kaart des Rjks op de schaal van 1 : 200000 ; 30 de schets van de sub 20genoemde kaart en 40 de tot heden verschenen bladen van de Ohrom otopographische kaarten des Rjks op de schaal van 1 : 50000 en 1 : 25000 , zoomede van laatstbedoelde kaart de in het licht verschenen schetsbladen. Aanvullingen en wjzigingen in die kaarten worden geregeld door de Topographische inrichting toegezonden. Door het Centraal-bureau werden onderstaande boeken en geschriften van de schrjvers ten geschenke ontvangen: W . A. F. Bannier , De landgrenzen van Nederland. 1. Leiden , 1900. Dr. H. Blink , Studiën over nederzettingen in Nederland (overgedrukt uit het p'fjdschrift van het Kon. Ned. Aardrjksk. Genootsch. jaarg. 1901). F. A. Hoefer , Een bjdrage tusschen Gelderland en eeuw (overgedrukt uit tot de grensgeschillen Overjssel in de Xvlde de Mededeelingen der LXIX Vereeniging t0t beoefening Regt en Geschiedenis). van den Heer P. R. B0s : Bjdragen t0t de kennis van de provincie Groningen en omgelegen streken. 1. Groningen , 1901. In den loop van 1901 kwam het Centraal-bureau in het bezit van onderstaande bladen van de schetskaarten : van Overjsselsch I v I l I I I J .j j 9 l 3 j 14 j l 9 j Q0 5 I6 l 0 15 lQl Historisch Genootschap 16 16l le/ .: 1: 1: l:1 1: 1: t:I 16 F. A. Hoefer. . . . Q Q Q Q Q 15Q Q Q Q i5Q 15Q Te zamen . . 18) 18 18 18 18 l68 18 l8) 18 168 l68 De vjf van December 1901 kaarten voor de provinciën en Utrecht geheel gereed. Uit de ontvangen verslagen en gevoerde briefwisseling met de contribuanten bljkt , dat het aan sommigen nog niet recht duideljk is , wat zj met de schetskaarten moeten doen. Anderen beweren , dat de arbeid aan de invulling verbonden zo0 groot is , dat zj hiervoor tjd en personeel missen. W ellicht heeft het lezen van het jaarverslag en later van de instructie op deze zwaartillenden 'een gunstigen invloed , één persoon gevergd arbeid noodig is. daar hun bljken zal , dat hier niet alles van wordt , Di&ar verdeeling van Enkele contribuanten hebben geen jaarverslag in11ezonden , zelfs na hiertoe nogmaals te zjn aange- . + ontvangen. Thans zjn de schets- Noord- en Zuid-Holland laatste nummers werden eerst in het laatst LXX zocht. W ellichtgaan zj van de onderstelling uit , dat dit overbodig kaarten hunner was aangezien 1 zij nog over provincien beschikten. geen De wenk vinde hier eenplaats , dat zj toch hun gedachten er over kunnen laten gaan , welke personen zj geschikt achten om dezen of genen ligger te vervaardigen. Uit de ontvangen jaarverslagen der contribuanten teekenen wj dankbaar de volgende toezeggingen aan. Algemeen Wfjbcrc/lïd/'. De heer Algemeene Rjksarchivaris meldt , dat onderstaande heeren zich bereid verklaard hebben , Om te trachten de Historischstatistische liggers , achter hunne namen vermeld, te bewerken : Mr. A. Telting : liggers voor Stadrechten. Mr. P. A. N. S. van Meurs en W .G. van Oyen: ligger voor de ambachtsheerljkhedenin Zuid-Holland. J. Bruggeman : liggers voor Kloosters in Zuid- Holland , en 0. H. Peters: liggers voor monum enten in Nederland. De heer Rijksarchivaris zal, wanneer de bewerking der rechterljke archieven afgeloopen is , trachten liggers voor de oude rechterljke indeeling van Zeeland te vervaardigen. Centraal bureau. V erschillende onderhandelingen voor het vervaardigen van liggers of het verkrjgen van gegevens t0t invulling worden gevoerd. Yerkregen zjn de volgende toezeggingen : van den Heer Dr. R. Jesse : liggers voor Y44rhistorische en Romeinsche vondsten in Nederland, van den Heer G. A. Mejer 0. P.: liggers voor de Dominicaner-kloosters in Nederland , Rijksarchief ïl Zeeland. van den H eer F. A. Hoefer: ligger voor de tegenwoordige gemeenten der Nederlandsche Hervormde Kerk in Overjssel, van denzelfden : ligger voor de m arken in Overjssel. Deze kaart moet op schaal overgenomen LXXI worden van die , uitgegeven beoefening van Overjsselsch door de Vereeniging t0t Regt en Geschiedenis. Mogen wj in dit verslag reeds op enkele verkregen uitkomsten wjzen , laat ons hopen, dat in een volgend m et voldoening vermeld za1 kunnen worden, dat velen dezen arbeid steunen ) hetzj door zelf de hand aan den ploeg te slaan of geschikte krachten er t0e OP te wekken. Namens de Centrale commissie voor de Historisch-statistische kaarten in Nederland, P. J. BLOK , Voorzitter. F. A. HORFRR , 1&t6 Secretaro. BIJLAOE E. LIJBT DER VAN JANUARI 1901 TOT JANUARI 1902 DOOR SCH ENKING, RUILING EN AANKOOP VOOR HET GENOOTSCHAP VERKREGEN W ERKEN. 1. TEN GESCHENKE ONTVANGEN BOEKEN. VAN DE SCHRIJVERS. T h. W illin g Balch. Em éric Crucé. J. B o e r H z. Rechtsontwikkeling, theorie en practijk in de rechtswetenschap. (Overdruk uit Tijdschrift voor Privaatrecht, Notariaat en fscaal Recht.) P. Q. B r o n d g e e s t. Bijdragen tot de geschiedenis van het gasthuis , het klooster en de balye van St. Catharina der Johanniter-ridders en van het Driekoningen- gasthuis te Utrecht. C. W . Brui n vis. Aanteekeningen wegens het vercommissarissen der handelde bij Staten van Holland en W estfriesland in zake het weren van reguliere priesters en van den pauselijken vicaris Damen. (Overdruk uit Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem.) - Goederen voor den kardinaal-aartsbisschop van Mechelen in 1795 geborgen te Alkmaar. (Over. druk uit Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom van Haarlem.) LXXIII C. W . B r ui n v i s. Nog iets over het geschil om de Alkmaarsche pastorie in het begin der 16e eeuw. (Overdruk uit hetzelfde tijdschrift-) Handelingen van de gemachtigden der R. C. gemeenten te Alkmaar in zake den zoogenaamden afkoop der kerkgebouwen. (Overdruk uit hetzelfde tijdschrift-) G. G. Calk o e n. De wording en ontwikkeling van het ,,Hof in die Haghe'? gedurende de m iddeleeuwen. (Overdruk uit ,,die Haghe'' , Jaarboekje van 1901.) H. C. D i f e r e e. Onze roeping in de twintigste eeuw. N. D. D o e d e s. De Nederlanders. Schets onzer vaderlandsche- en koloniale geschiedenis. 3e ed. De Geschiedenis op het eind-exam en der H. B. Scholen. (Overdruk uit het Schoolblad van 27 Augustus 1901.) C. E n s ch e d é. Technisch onderzoek naar de uitvinding van de boekdrukkunst. J. A. F eith. H uisarchief Allersm a. Familie-archief van het geslacht Van Bolhuis te W arFum. J. d e Fre m e ry. boek van Holland en zijne erfgenamen.) J. F. G eb har d Jr. Nicolaas W itsen in 1672. - Iets over Nicolaas W itsen. W . G o s l e r. Nederlandsche alm anak van levensverzekering , 1901. A. H o y n c k van Pap e n d r e cht. Een halve eeuw op het water. P. H. van d e r K e m p. Raë es' betrekkingen m et Nias in 1820-'21. (Overdruk uit Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van Ned.-lndië.) R. K r ul. De laatste dagen van M i.rabeau. (Overdruk uit de Tijdspiegel.) Supplement op het oorkonden- Zeeland. (Gezonden namens Lxxlv De hervorming M. F. v a n L e n 1) e p. in Spanje in de 16e eeuw. M arie de M an. J. E. B. M ay or. G. M oncham p. vais à M aestricht. Le président K riiger en Europe. Franz Heinrich Reusch. Le distique de l'église St. Ser- L'écrit d' Algerus sur la dignité de l'église liégeoise. J.D om ela N ieuwenhuis.Het Utrechtsche tuchthuis in het begin der 17e eeuw. (Overdruk uit Tijdschrift voor Strafrecht.) M . P h ilip p s o n. La paix d'Amiens et la politique générale de Napoléon 1. (Overdruk uit Revue historique-) R e use n s. Ellments de paléographie. H. D. J. van S ch e vi chav e n. Nijmegen en Karel van Egmond. (Overdruk uit Bijdragen en mededeelingen der vereeniging Gelre.) - Penschetsen uitNijmegens verleden. J. H . H o r a Si c c a m a. Prins W illem III in betrekking tot Den Haag. (Overdruk uit yydie HagheC'. Jaarboekje van 1901.) - Mr. R. M elvil baron van Lynden. N. J. S i n g e l s. Aanschouwelijk onderwijs. (Overdruk uit Tijdschrift voor onderwijs en opvoeding.) A. T e1t i n g. Bronnen voor de geschiedenis van de Nederlandsche Antillen in het Rijks-Archief te 's Gravenhage. (Overdruk uit het Verslag van het geschied-, taal, land- en volkenkundig genootschap te Willemstad-) - Verslag om trent de oude archieven van Suriname en Curaçao. (Overdruk uit Verslagen omtrent 's Rijks oude Archieven 1900.) G. M a c Call T h e a1. Records of South-Eastern Africa. V? VIl. LXXV G. M a c Call T h e a1. Records of the Cape Colony. May 1809-0ctober 1812. (V1I-IX.) A. Tr o elst r a. De toestand der catechese in Nederlapd gedurende de vôôr-reformntorische eeuw. L. V an d e rk in d e r e n. Le premier duc de Basse- Lotharingie. J. S. v a n V e e n. De afval van graaf W illem van den Berg in 1583. De Zutphensche landvrede van 2 Februari 1375. A. W a d di n gt o n. Recueil des instructions données aux ambassadeurs et m inistres de France. X VI. A. W i ch m ann. Der Ausbruch des Gunung Ringgit auf Java im Jahre 1593. (Overdruk uit Zeitschr. der Deutschen geologischen Gesellschaft.) E. W r a n g e 1. Arkivaliska anteckningar frln Danzig och Thorn. b. VAN OF DOOR DEPARTEMENTEN VAN ALGEMEEN BESTUUR, GENOOTSCHAPPEN, X A-&TSCHAPPIJEN ENZ. V a n h e t M i n i s t e r i e v a n B i n n e n l a n d s c h e Zaken. Verslag omtrent 's Rijks verzamelingen van geschiedenis en kunst. XXII. Verslagen omtrent 's Rijks oude Archieven. XXII (1899) , XXIII (1900). De Rijks-archieven te Roermond in 1899. P. J. B lo k. Verslag van onderzoekingen naar archivalia in ltalië. J. A. F e i th. Catalogus der inventarissen van de archieven der voormalige zijlvestenijen en dijkrechten. G. B u sk e n H u et. Derde verslag van onderzoekingen naar archivalia te Parijs. LXXVI E. G. La ge m a n s. Recueil des traités et conventions conclus par le royaum e des Pays-Bas avec 1es puissances étrangères depuis 1813 jusqu'à Itos jours. Aperçu général. 2e ed. XIV , 2. V a n h e t I n d i s c h G e n o o t s c h a p t e 's- G ravenhage. Verslag der vergaderingen van 23 October 1900- 25 M ei 1901. Van de Internationale Unie. N ederlandsch Com itl. Beroep en protest betreFende den oorlog in Zuid- Afrika en de Vredes-conferentie. Van h et Provin ciaal M us eu m van o u dh e d e n in D renth e. Verslag aan de Gedeputeerde Staten over 19* . Van h et St e d e lijk M u s e u m t e A 1km aar. Verslag. 19* . Van h et ge m e e nt e b e stu u r van D e v e n te r. De cam eraars-rekeningen van Deventer, uitgeg. door J. de Hullu en J. Ac q u oy. 5de Deel, Bladwijzer. Van de Com m issie van b e h e er o ver de v erzam elin g van ge s chie d- en oudhei dkundi ge v o o r w e rp e n te 's-G r av enh ag e. Verslag over 1900. Van het gem e ente-be stuur van Le e uw arden. Tweede supplement op den catalogus der stedelijke bibliotheek van Leeuwarden. V an de Bibliothèque W allon ne te Leiden. Rapport over 1900, V an 42ste Jaarlijksch verslag. V a n R e d a c t i e v a n de K ath oliek'? Ut r e c h t. De Katholiek. Deel 119 , 120. V an de redactie van het Jaarboekje van Alberdingk T hijm. Alm anak 1901. Lxxvll C o m m i s s i e v o o r h e t L e e s k a b i n e t te R otterdam . Inventaris van het huisarchief Farm sum , bewerkt door Mr. C. P. L. Rutgers. V an het D epartm ent of A griculture of th e U. S. North Am erican Fauna. 16 , 20 , 21. V an S o c i 6 t é s c i e n t i f i q u e e t l i t t é r a i r e d u Lim b o ur g. Bulletin. XVIII , 1, 2. V a n de U n i v e r si t e i t t e G e n t. Bibliotheca Erasmiana. Bibliographie des oeuvres d'Erasme. Apophthegm ata. Luc d'H eere. Ses oeuvres littéraires. Bibliographie. V an Prof. K. Lam pre cht. H. E rm i s c h. Erlëuterungen zur historisch-statistischen Grundkarte fûr Deutschland. A. T i l l e. Uber historische Grundkarten. G. S e e li g e r. Die historischen Grundkarten. LXXVIII V an P ro f. F. N i p p o l d te J e n a. Deutsche Stimmen. Jahrgang I , 19. Van den he er J. R. Plant e n te N e w -Y ork. A. Car negie. De zegevierende republiek. F. R. C o u d e rt. Orations. C. W . D arli n g. New Amsterdam ) New Orange, New-York. J. D em are s t. Historical discourse. G. E h r et. Twenty ;ve years of brewing. J. W . G e r ard. The old streets of New-York under the Dutch. C. H . H all. The Dutch and the Iroquois. J. J o h n so n J r. Recollections of old roads , residents and their occupations. F. Pa rk m an 's W orks. (3 vol1.) F. de Pey ster. Early political history of New-Y ork. F. L. S e e ley. Quinine from the ground up. D. V e rste e g. De Pelgrim-vaders van het W esten. D. E. W ag e r. Colonel M arinus W illett. Am erican sentim ent. A plebiscite upon the Boer W ar. The W ater-supply of the city of New-York. An inquiry. Spraying a necessity. The history of eighty years. The forum . X XX , 2. Yearbook of the reformed Protestant Dutch Church of the city of New-York. 1900. History of the school of the reform ed Protestant Dutcb Church. Quarter-millennial anniversary of the R. S. D. C. In memoriam . Chronological record Reform ed Church America. I,xxlx Twenty-eighth annual report of the State Charities Aid Association. Thirty-fourth annual report St. John's Guild. Eighth annual banquet of the Netherland Society of Philadelphia. lI. DOOR RUILING MET ANDERE GENOOTSCHAPPEN VERKREGEN BOEKEN. A ke n. Aachener Geschichts-verein. Zeitschrift. XXII , XXIII. Am s t e r d am. Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Jaarboek. 1900. Afd. Letterkunde. Verslagen en M ededeelingen. 4e reeks l7, 2 , 3. Verhandelingen. III , 3, 4. Poemata (Leg. HoeuFt). Patria rura. Accedunt quatuor carm ina laudata. Afd. Natuurkunde. Verslagen. Deel lX. Verhandelingen. Eerste Sectie. IV, VlI , 7, VIII , 1. Tweede Sectie. VIl, 6, :7111, 1. A n tw e rp e n. Acadlmie royale d'Archéologie de Belgique. Bulletin (5me Série des Annales). X ; 2me partie I , 1I. A u g s b u r g. Historischer Verein fiir Schwaben und Neuburg. Zeitschrift. 27 Jahrgang. B a ta v ia. Bataviaasch Genootschap van Kunsten en W etenschappen. txxf Tijdschrift voor Indische Taal-, Land- en Volkenkunde. XIuIII , 1, 2 , 3, 4 ? 5, 6 ; XLIV, 1- 4. Notulen. XXXVIII , 2 , 3, 4 ; XXXIX , 1. J. A. v an d e r C h ij s.Nederlandsch-lndisch Plakaatboek. 1602- 1811. Deel X VII. Systematisch register. Bo n n 1). Historischer Verein fiir den Niederrhein. Annalen. H eft 70 , 71, 72 ; Beiheft V. von Alterthum Bo nn. Verein sfreunden im Rheinlande. Jahrbûcher. Heft 106, 107. B russ el. Société d'Archéologie de Bruxelles. Annales. XIV, 3, 4 , X V, 1, 2. Annuaire. 1901. Bru s s el. De Bollandisten. Analecta Bollandiana. XIX , 4 , XX , 1, 2 , 3. B ru s s e1. Académie royale des Sciences , des Lettres et des Beaux-arts de Belgique. Bulletin des Com missions royales d'Art et d'Archéologie. 39e année 1- 10. Biographie nationale XV , 2 ) X Vl , 1. Annuaire. 19* , 1901. Bulletin de la classe des lettres. 1899 , 1900. Com pte-rendu des séances. IX , X. Inventaire des cartulaires belges conservés à l'étranger. Inventaire des obituaires belges. La chronique liégeoise de 1402, publiée par Eu g è n e B a c h a. Cartulaire de l'église St.Lambert de Liége, publié par S. B o rm an s et E. S c h o o l m e e s t e r s. 1V. Nouvelles chartes inédites de l'abbaye d'Orval , publiés par A. D e l e s clus e et K. H a n g u e t. Chartes du chapitre de Ste W audru de M ons, publiés par L. D e v i l l e r s. 1. LXXXI Le soulèvement de la Flandre maritime de 1323- 1328. Docum ents inédits publils par H e nri Pirenn e. Relations politiquesdes Pays-Bas et de l'Angleterre sous le règne de Philippe 1I, par L. G illi o d ts v an S e v e r e n. Xl , 1. D an zi g. W estpreussischer Geschichts-verein. Zeitschrift. H eft XLl1I. H . M ae r c k e r. Geschichte der lëndlichen Ortschaften und der drei kleinen Stëdte des K reises Thorn. 111. D ii ss e ld o rf. Diisseldorfer Geschichts-verein. Beitrëge zur Geschichte des Niederrheins. Jahrbuch. XV. Elb e rf eld. Bergiscber Geschichtsverein. Zeitschrift. Register zu Band I- XXX . E s se n. H istorischer Verein fiir Stadt und Stitt Essen. Beitrëge zur Geschichte von Stadt urzd Stift Essen. 21. Fra n k f u rt a/M. Verein fïir Geschichte und Alterthumskunde. Archiv fiir Frankfurts Geschichte und Kunst. 3e Folge , 7e Band. Fri e dri c h sh af e n. Verein fiir die Geschichte des Bodensees und seiner Umgebung. Schriften. H eft 29 , 30. G e n è v e. Société d'Histoire et d'Archéologie. Bulletin. Tom. I1, 4. G e n t. Koninklijke Vlaamsche Akademie voor Taalen Letterkunde. P. v a n D u y s e. De Rederijkkamers in Nederland. 1. J. Ja c o b s. Vormleer van het oud-Friesch werkwoord. Jaarboek. 1900. Bijdr. en Meded. XXIIl. LXXXII ldioticon van het Antwerpsch Dialect. (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen.) Af1. 3. Verslagen en M ededeelingen. Juli- December 1900. G e n t. Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde. Inventaire archéologique de Gand. Fascicule 1- X XI. Bulletijn van den Geschied- en oudheidkundigen Kring van Gent. 3e-5e annle (1895-1897). Bulletijn der Maatschappij van Geschiedenis en Oudheidkundete Gent. se-geannle (1897-1901). H andelingen van den Geschied- en Oudheidkundigen Kring van Gent. Tome I-lV (1894- 1901). G t; r l itz. Oberlausitzische Gesellschaft der W issenschaften. Neues Lausitzisches M agazin. LXX VI, LXXVII. Codex diplomaticus Lusatiae Superioris ll. Band Il, 1, 2. G rëtz. Historischer Verein fiir Steiermark. VeröFentlichungen. XII , X11I. Historische Landes-com mission fiir Steiermark. Bericht. V1I. 's G rav e n h age. Algem een Daghregister gehouden in 't casteel Batavia ao 1641, 1642, 1673. Uitgeg. door H. T. Colenbrander en J. A. v a n d e r C h ij s. 's Gr av e n h a g e. Koninklijk Instituut voor de Land- Taal- en Volkenkunde van Nederlandsch-lndië. Rijksarchief. Naamlijst der leden op 1 Juni 1901. Bijdragen. Deel V11I , 1, 2 , 3, 4 , IX ? 1, 2. Register op de eerste 50 deelen (1853-1899) der Bijdragen. G r eif s w ald. Riigisch-pom mersche Abtheilung der Gesellschaft fûr pom m ersche Geschichte und Alterthum skunde. LXXXIII Pom mersche Jahrbticher.Bd.11; Erglinzungsband 1. H am b u r g. Verein fiir hambiirgische Geschichte. Zeitschrift. X1, 1. Mittheilungen. Jahrg. X X. J e n a. Verein fiir thiiringische Geschichte und Altertumskunde. Zeitschrift. N. F. X I , 2- 4 , X1I , 1. Regesta diplomatica necnon epistolaria historiae Thuringiae 11. Herausg. v. 0. D o b e n e ck e r. K arlsruh e. Badische Zeitschrift fiir die Historische K om mission. Geschicht'e des Oberrheins. N. F. Bd. XVl , 1, 2 , 3, 4. Neujahrsbl:tter 1902. - S. F. S a u t e r, Ausgewëhlte Gedichte. K ass e1. Verein fiir hessische Geschichte uud Landeskunde. Zeitschrift. N. F. XXIV , 2 XXV. M ittheilungen. 1899 , 1900. K e u1e n. Görres-Gesellschaft. H istorisches Jahrbuch. XXl , 4 , XXl1, 1, 2 , 3. K e u le n. Stadtarchiv. M ittheilungen aus dem Stadtarchiv von Köln. 8oes Heft. K e ul e n. Redaktion der westdeutschen Zeitschrift fiir Geschichte und Kunst. Zeitschrift. XX, 1, 2. XlX , 3, 4. K orrespondenzblatt. X1X , 11? 12. XX , 1, 2 , 3, 4 , 5 , 6 , 7 , 8 , 9 , 10. K i e 1. Gesellschaft fiir schleswig-holstein-lauenbûrgische Geschichte. Zeitschrift. Band 31. Quellensammlung V. J o h. P e tru s, Schriften iiber Nordstrand. K t; ni g sb e r g Redactie der Altpreussische Monatschrift. LXXXIV Altpreussische M onatschrift. N.. F. XXXVII , 7, 8 XXX VIII , 1 , 2 ) 4- 6. Le e u w ard e n. Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde. Verslag. 1899- 1900. Lei d e n. Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde. Handelingen en M ededeelingen. 1900- 1901. Levensberichten. 1900- 1901. Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde. N. R. X I , 3, 4. XX , 1, 2. Le i p zi g. Königlich sëchsische Gesellschaft der W issenschaften. Jahresbericht der fûrstlich Joblonowski'schen Gesellschaft. M ërz 1901. Abhandlungen der philologisch-historischen Classe. XIX , 1, 2. XX , 3, X XI , 1. Berichte iiber die Verhandlungen. 1900 , 52er Bd. 5- 8 , 9. Le m b e r g. Redactie van het K wartalnik Historyczny. Kwartalnik Historyczny. Rocznik XIV , 4. XV , 1, 2 ) 3, Le u v e n. Redactie der Analectes pour servir à l'H istoire ecclésiastique de la Belgique. Analectes. 2me Série , XII , 4. XIII t 1. Cartulaire d'Aë ighem. F. 83- 40. L o n d e n. Redactie van de English historical Review. English Historical Review. NO 61 , 62 , 63j 64. Luik. Société d'Art et d'H istoire du Diocèse de Liége. Bulletin. XII, 2. Luik. Institut archéologique liégeois. Bulletin. Tom . XXIX , 1 , 2. L u n d. Universiteit. Acta Universitatis lundensis. XXXV, 1, 2. M aastri cht. Geschied- en oudheidkundig Genootschap in het Hertogdom Limburg. LXXX V Publications. Tome , XX XVI , N. S. X VI. M ad r i d. Real Academia de la Historia. Boletin. XX XVIII, 1- 69 XXXIX , 1.- 6. M are d s ou s. Abbaye de M aredsous. Revue bénédictine. XVIII , 1- 4 et Table des matières. Tom e XV, XVI. U. B e rlière. M élanges d'Histoire blnédictine. - - - Les chapitres généraux de l'ordre de St. Benoit dans la province de Cologne-qarèves. Rapport sur les cartulaires à publier in extenso. - - - Les anciennes archives de l'abbaye de Lobbes. J. M . Be s s e. La Congrtgation bénldictine espagnole dite des claustrales. H . Pl e n k e r s. Un m anuscrit de M ontserrat. 0. R o tt m an n e r. Catholica. M e ch e le n. Cercle archlologique de Malines. Bulletin. T. X . M e is s e n. Verein fiir Geschichte der Stadt M eissen. M itteilungen. V, 3. M i d d elb urg. Zeeuwsch Gcnootschap der W etenschappen. Archief. Vllle Deel , 3e Stuk. A. A. Fo k k e r en J. C. d e M an. Levensberichten van Zeeuwsche m edici. M iin ch e n. K önigliche bayerische W issenschaften. Akadem ie der Sitzungsberichte der philos. u. histor. Classe. 1900, 4, 59 1901 , 1- 4. lnhaltsverzeichniss der Sitzungsbericbte. Jahrgang 1886--1899. Abhandlungen der historischen Classe. XX II , 1. (Denkschriften. LXX11.) Abhandlungen der m athematisch-physikalischen Classe. XX1 : 2. (Denkschriften. LXX111.) LXXXVI H . R i g gau e r. Uber die Entwicklung der Num ismatik im 19 Jahrhundert. K. A. vo n Zittel. Ziele und Aufgaben der Akadem ien in 20 Jahrhundert. M û n s ter. Verein fûr Geschichte und Alterthumskunde W estfalens. Zeitschrift fiir vaterlëndische Geschichte und A1- terthum skunde. Band 58. N am e n. Socilté archéologique de Namur. Annales. XXIV, 2. N e ur e nb er g. Germanisches Museum . M ittheilungen. 1899. Anzeiger. 1899 , 1900. S t. N ik o la as. Oudheidkundige Kring van het Land van W aas. Annales. X 1X , 2 ; X X , 1. P o s e n. H istorische Gesellschaft fûr die Provinz Posen. Zeitschrift. XV, 1, 2. Historische M onatsblëtter. Jahrgang 1, 8--129 Jahrgang 11 , 1, 2 , 3. R e g e n sb u r g. Historischer Verein fiir Oberpfalz und Regensburg. Verhandlungen. Lller Band. Roerm ond. ,lluimburg'', Provinciaal Genootschap voor Geschiedkundige W etenschappen, Taal en Kunst. Tijdschrift. VII , 2 , 3 , 4. Naamlijst der leden. Ro m e. Reale Società romana di Storia Archivio. XXIl1, 3, 4 ; XXIV , 1, S ch w erin. Verein fûr m ecklenbiirgische Geschichte patria. 2. und Alterthum skunde. M ecklenbiirgisches Urkundenbuch. XX Bd. Jahrbiicher und Jahresberichte. 66er Jahrg. S to c kh olm. Akademie van Geschiedenis en Oudheidkunde. Lxxxvll Handlingar. 33. (N. S. 13) 1. Mlnadsblad. 1896. S t r a at s b u r g. Historisch-litterarischer Zweigverein des Vogesen-clubs in Jahrbuch fûr Elsass-luotharingen. Geschichte , Sprache und Litteratur Elsass-luothringens.XV11. T e r m o n d e. Cercle archéologique de la Ville et de de Term onde. Reeks , V111, 4 ; IX , 1 , 2. Notre-Dame à Term onde et son l'ancien Pays Gedenkschriften. 2de L'église collégiale ancien obituaire.1, 2. U lm . Verein fiir Kunst und Alterthum in U1m und Oberschwaben. Wiirtembergische Vierteljahrshefte fiir Landesgeschichte. X , 1- 4. Up s ala. Universiteits-Bibliotheek. Nyare Bidrag till K ënnedom om de Svenska Landsmllen ock Svenskt Folklif. 68-71. Urkunder till Stockholms H istoria. 1. Stockholms Stads-privilegiebref , 1I. U tr e c h t. Provinciaal Utrechtsch Genootschap van K unsten en W etenschappen. Verslag. 1900) 1901. Aanteekeningen der sectie-vergaderingen. 1900 , 1901. U tr e c h t. Gemeente Utrecht. Verslag van den toestand der gem eente Utrecht. 1901. Verslag van het voorgevallene in de gemeenteverzam elingen in 1900. U tre cht. Redactie van het Archief voor de Geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht. Archief voor de geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht. XXVII, 1, 2. W as hi n gt o n. Smithsonian Institution. txxxvlll Miscellaneous collections. no 1253. Annual report. 1898 l , 1899 , 1900. Annual report U. S. National M useum . 1897 , 11 , 1898 , 11 , 1899. Annual report Am erican Ethnology. X VII, 1, 2. X V11l , 1. S. P. Lan gley and F. W . V ery. On the cheapest form of light. W e e n e n. Institut fiir österreichische Geschichtsforschung. M ittheilungen. Bd. XX II , 1, 2 , 3, 4. VI Ergënzungsband. W e e n e n. Kaiserliche Akadem ie der W issenschaften. Archiv fiir österreichische Geschichte. 87, 88, 89 1. W e rni g e r o d e. Harz-verein fiir Geschichte und Alterthûm er. Zeitschrift. Jahrg. 33 , 2 , 34 , le Heft. W il le m s tad (Curaçao). Geschied-, taal-, land- en volkenkundig Genootschap. Vijfde jaarlijksch verslag. J. H. J. H am elb er g. De W est-lndische eilanden. Nederlanders op de - Documenten behoorende bij de Nederlanders op de W est-lndische eilanden. 1. W olf e nb ûtte 1. Ortsverein fûr Geschichte .und Alterthumskunde zu Braunschweig und W olfenbiittel. Braunschweigisches Magazin. 6er Band. W ii r z b ur g. H istorischer Verein von Unterfranken und AschaFenburg. Archiv des historischen Vereins. 42er Jahrgang. Z w o 11 e. Vereeniging tot Beoefening van overijselsch Regt en Geschiedenis. Verslag der handelingen der 87e vergadering. LXXXIX 111. AANGEKOCHTE BOEKEN. a. Awxxoopsx vAx HET GExooTscHwr. D e Bas , Prins Frederik en zijn tijd. Af1. 29, 30. D e Ro e ve r!,'p Het leven van onze voorouders. A;. 44 , 45. Revue d'histoire diplom atique. XIV, 3. 4. b. OVISRGENOMEN vAN HET IuEEsGszsluscHwp. Archief voor Nederl. kerkgeschiedenis. N. Ser. 1, 1. 2. Neues Archiv ftir ëltere deutsche Geschichtskunde. XXV', 3, XX VI, 1. Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom H aarlem. XX V, 2, 3. H ansische Geschichtsbl:tter. Jahrg. 1899. Oud-H olland. X V11l, 1- 3. Nederlaudsch archievenblad. 1899/1900, no 49 1900/1901. 1 , 2. Bulletin historique l'histoire du Protestantisme et littéraire de la Socilté de français. IX , 4= 12. Bulletin de la Commission pour l'histoire des églises wallonnes. V1l1 (2e Sér. 111) no 1. Bijdragen tot de geschiedenis van Overijssel. 2e Ser. Ill , a;. 1. Amsterdamsch Rotterdamsch jaarboekje. jaarboekje. 1899. 7e Jaarg. 1900. Jahresbericht der Geschichtswissenschaft. XXl (1898). Mittheilungen aus der historischen Litteratur. Red. von F. H i r s c h. X XVIII , 2- 4. Revue belge de numisrnatique. 1900, no 3. 4. Revue historique. LXXIII, 1, 2 , LXXIV , 1, 2. Geldersche volksalmanak. 1901. Historische Zeitschrift. XLIX , 1- 3) L , 1. Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde. 4e Reeko 1, 3, 49 Register op deel 1- 20. De navorscher. 1900 , nc 2- 12. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD, MEDEGEDEELD DOOR DR. H. B R U G M A N S. De kloosterkroniek van het eens z0o vermaarde A duard, die hierachter is en , wat meer zegt , niet maal werd zj ter perse éénmaal in Nederlandsche afgedrukt, is niet onbekend van het publiek. was de bekende Yan Heussen , die haar inlaschte in onuitgegeven. Reeds tweegelegd ; bovendien kwam zj vertaling onder de oogen De eerste , die haar in druk uitgat zjn beschrjving van het kortstondige Groningsche bisdorn 1). Een vertaling daarvan gaf Yan Rjn in zjn Oudheden en Gestichten van tekst en deze vertaling jaren gered. In 1850 gaf echter dr. F. Koppius een Groningen 2). Met dezen heeft men zich ruim honderd 1) Historia seu Notitia de Historia episcopatuum 3Q 43. ln de llova editio Episcopatus Groningensis (in deel 11 van Belgii. Lugduni et Bruxellis 1719) , blz. (I. Lugduni et Bruxellis , lI. Antverpiae, 1755) op dezelfde plaats. Behalve deze beide bezit de Koninklijke Bibliotheek nog een nieuwe titel-uitgaaf van 1733. Q) Kerkelijke llistorien en Outheden der Zeven Vereenigde Provintien V . . . ln 't Latijn beschreven door den Heer H. v. H. ln 't Nederduits overgezet . . . door H. v. R. (Leiden 17Q6. Fo1.) , blz. 32 5- 353 - en Oudheden en Gestichten van Groningen en Groningerland , mitsgaders van het l'and van Drellt . . . Uyt het Latijll vertaald . . . . Door 1I. v. R. (Leideli 17Q4. 80.), blz. Qll-3QQ BM''dr. en Meded. XXIII. 4 2 nieuwe uitgave : den 27September van dat jaar werd hj te Groningen tot doctor in de godgeleerdheid bevorderd na verdediging van een proefschrift getiteld : Specimen theologicum continens Vitas ac gesta abbatum Adwerdensium 1). W anneer ik niettemin een nieuwe uitgave aanbied , dan. geschiedt dat om verscbillende , naar het mj voorkomt overwegende redenen. Noch de uitgave van Yan Heussen noch die van Koppius voldoen aan de eischen , die men aan een behoorljke teksteditie mag stellen. De grondfout is , dat zj beide jongere, onnauwkeurige handschriften hebben gebruikt, geljk beneden uit de beschrjving daarvan bljken zal. En de daaruit ontstane fouten hebben zj niet verbeterd door gelukkige conjecturen , zelfs niet waar die voor de hand lagen. Een enkel voorbeeld. Ten zuiden van de stad Groningqn lag het Cistercienser nonnenklooster Yesse of Essen trekking stond tot Aduard 2). in de oudste handschriften is in alle jongere verhaspeld tot Teske en noch Van H eussen noch K oppius hebben dat verbeterd : de eerste is zelfs zoozeer 1 dat in nauwe be- Deze naam natuurlijk juist Yesse , die voorkomt, het spoor bjster, dat hj, wat in de kroniek van Aduard over Yesse vermeld wordt, toepast op het Benedictjnerklooster Thesinge , waardoor natuurljk een allerzonderlingste verwarring ontstaat 3). Van Heussen maakt zelfs door onbekendheid met de Groningsche plaats- en persoonsnamen fouten , die waarschjnljk 4) geen handschrift hem aangaf. DE KRONIEK VA> HET KLOOSTER ADUARD. 1) Groningae, z. j. (1850). Q) Vgl. over dit huis : Reitsma ) De abdij Essen , in den Groningschen Volksalmanak voûr 1890, blz. 7: vlg. 3) Historia seu Notitia 4) Waarschijnlijk j schrift niet bekend bezeten, Episcopatus Groningensis , 45. omdat het door Van Heussengebruikte handis ; over de vraag , welk handschrift hij heeft zie beneden blz. l:. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADPARD. Zoo wordt Wyndesen (W insum) ) wat alle handschriften juist hebben , door hem verknoeid t0t W yndelere ; zo0 worden de goede oud-Groninger namen Ohristophorus ab Ewsum , Rempt Jensema en Hieronymus Yerrutius 'bj hem vervormd bjna tot onherkenbaar worden toe in Ohristophorus ab Erosum , Remt Gensema , Hieronymus Verratius. En op deze wjze is de tekst in beide uitgaven herhaaldeljk bedorven én tengevolge van slechte hoedanigheid der gebruikte handschriften én door onnauwkeurigheid bj de bewerking. Er is nog een andere reden : waarom ik t0t een nieuwe uitgave besloot. de De oudere handschriften , die ik heb tekst, vrj van onjuistheden en latere invoegsels , maar deden mj ook het middel aan de hand de kroniek in haar deelen te ontleden. Dit vraagstuk gebruikt , gaven mj niet alleen een beteren is , voor zoover ik weet , nog nooit behandeld. Van Heussen laat zich er niet over uit. Koppius is bljkbaar van m eening , dat de kroniek omstreeks het midden der 16de eeuw en later door een Aduarder monnik is geschreven en wel a1s een geheel: hj spreekt ten minste steeds van den pauctor libri'' l). Dat de door hem bedoelde monnik slechts een continuator was , heeft hj niet opgemerkt. Ten slotte heeft mr. Nanninga Uitterdjk , die een monographie aan de abdj van Aduard wjdde 2) , de kroniek wel a1s bron gebruikt , maar haar niet aan eenige kritielt onderworpen werd het ontleden. punt duideljk herhaaldeljk naar den tekst zelve te verwjzen. O0k m ij H et Door vergeljking mogeljk de kroniek in haar deelen te bleek mj al spoedig onmogeljk dit en afdoende uiteen te zetten zonder der handschriften 1) j Q van de inleiding: De auctore libri. Q) J. Nanninga Uitterdijk. Geschiedenis der voormalige abdij der Bernardijnen te Aduard. Grollillgen z. j. (1870). 4 DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. daarom was een nieuwe uitgave niet alleen gewenscht, maar zelfs beslist noodzakeljk. Voordat ik echter de kroniek in haar deelen ga oplossen , zal het noodig zjn de onderlingeverhouding der handschriften vast te stellen. Daaraan dient evenwel een beschrjving der verschillende handschriften vooraf te gaan. AG 1. Handschrift van hetRjksarchief in Gr0- ningen en aldaar genummerd HS. folio nO. 10 1). Geschreven op perkament. Hoog 340 , breed 230 m.M. 8 folia. 2 kolommen op iedere bladzjde. 45 regels in iedere kolom . Geschreven in het begin der 16de eeuw. Katern van 8 bladen. Roode en blauwe beginletters. Roode opschriften. H et handschrift bevat op fol. 1r- 4V de levens van den eersten tot en met den zevenentwintigsten abt (Bernhardus 11, gestorven in 1506). Dezelfde hand schreef daarop nog twee regels van het leven van den achtentwintigsten abt Elbertus , maar liet daarna de pen over aan een andere , maar geljktjdige hand , die verder het leven van Elbertus ten einde bracht (tot 1522). Deze tweede hand schreef ten slotte van Elbertus' n0g den naam toen de opvolger Lambertus neer, maar legde Pen neder, hetzj hj n0g niets wist van den nieuwen abt daa dat afwezigheid of iets anders hem belette voort te gaan. hij verkozen was , hetzij ziekte, In ieder geval is dit tweede gedeelte niet lang na 1522 geschreven : het schrift is dat van dien tjd. Het komt mj hoogst waarschjnljk voor, dat dit handschril't in de abdj zelve is geschreven ; waar elders toch zou m en zulk een nauwkeurig en keurig uitgevoerd manuscript aanleggen dan daar? Het maakt dan ook geheel den indruk van een oë cieel exemplaar, mogeljk voor den abt zelven vervaardigd. 1) H. 0. Feitll, Register van het archief van Groningen. V, blz. 116. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 5 ls deze onderstelling juist , dan is het waarschjnljk al spoedig na de te boek stelling uit het klooster geraakt. klaren , dat het niet is voortgezet : want dat de Z00 toch meen ik het feit te m oeten verkroniek vervolgd is door een monnik der abdj, staat vast. Een andere mogeljkheid is deze , dat het vervolg door een monnik voor zichzelven is ûpgesteld : want dat de geschiedenis der verdere abten geen oëcieel karakter ten minste draagt, niet onder de oogen van den abt isopgesteld , bljkt de kritiek , door den ltroniekschrjver op de buitensporigheden van den abt Arnoldus Lanth uitgeoefend. Maar ik begeef mj hier op het wjde veld der ûnderstellingen : keeren wj terug tot de vaststaande feiten. Van de verdere geschiedenis van het handschrift @ IS bekenden Frieschen weinig bekendl). ln 1851 werd het door den geschiedkundige en jurist De Haan Hettema aan het toenmalige Provineiaal Archief van Groningen geschonken S). Omtrent de afkomst van het handschrift zegt de schenker in een uitvoerige beschrjving ? die met een met Yan Heussen en Koppius gecollationeerde copie aan het stuk is toegevoegd : ,,1k m een dat dit Handschrift voor eenige jaren door den toen te Groningen , doch thans te Leeuwarden wonenden boekhandelaar J. Swarts van wel b.v. uit eenen van de familie Bindervoet , m et meer andere stukken is gekocht geworden.'' Verder is van de geschiedenis van het handschrift niets bekend. Er is misschien een band te de familie Bindervoet. Deze stamt langs de vrouweleggen tusschen Aduard en 1) Op fol. 8r staat: 1809 (nummer of jaartalz). Op fol. 8: is nog zoo iets a1s . . . . haepwille te onderscheiden. Q) Yoorin ligt een copie van den brief van De Haan Hettema, waarbij hij dat doet, d.d. Q7 Februari 1851 , geveriûeel'd door den griffier der Staten van Groningen , d.d. Q8 Februari 1851. Vgl. ook de bijgevoegde Provineiale Groninger Courant van 18 Maal't 1851. 6 ljke 1jn af van de Olanten, die op hun beurt weer verwant waren met de Gaickinga's, wier burcht niet ver van Aduard stond en die , 0ok bljkens onze kroniek , in herhaalde betrekking tOt het klooster stonden 1). B. Handschrift van de Koninkljke Bibliotheek te Berljn en aldaar genummerd HS. Phillipps 1899 2). Geschreven op papier zonder watermerk. Hoog 124 , breed 91 m.M. 57 gefolieerde beschreven en een groot aantal ongefolieerde onbeschreven folia. 15 regels op iedere blz. der Geschreven in de eerste helft 16de eeuw. Katernen van 8 bladen. Roode beginletters en opschriften. fol. 1'- 47Y de levens van Het handschrift bevat op den eersten t0t en met den achtentwintigsten 1522). Dan volgt in (f01. 48r) en in een 16de eeuw het abt (Elbertus , afgetreden in een iets latere hand het begin hand van de tweede helft der vervolg en slot van het leven van Lambertus Helt 3) (1522- 1528 , Iol. 487- 50r) en het begin van dat van Johannes Reekamp (fol. 50r- 51r). Bovendien voegde een andere hand dan deze laatstgenoemde , m aar 0ok uit de tweede helft der zestiende eeuw , een aantal aanvullingen aan de kroniek toe , die in alle volgende handschriften in den tekst zjn DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. Opgenomen. Het komt mj waarschjnljk voor, dat o0k dit handschrift in de abdj zelve is geschreven : o0k van de toevoegsels meen ik dat te mogen aannemen. 1) Ik dank deze bijzonderheden van mr. J. A. Feith. aan de vriendelijke aanwijzingen Q) Valentin de Königlichen des sir Thomas Rose, Verzeichniss der Lateinischen Handschriften Bibliothek zu Berlin. 1. Die Meerman-Handschriften Phillips. Berlin 1893, blz. 348 vlg. no. 156. 3) Deze tweede vervolger begon het leven van Lambertus Helt weer van voren af , zoodat dit een dubbel begin heeft, wat de laterl handschriften door een ingevoegd ,,inquarlà'' trachten te bedekken. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. W ant deze toevoegsels zjn deels onbeduidend , deels geven zj enkele bjzonderheden , waarmede men buiten het klooster wel niet bekend za1 zjn geweest. sYat er later met het handschrift is gebeurd, is niet duidelijk. Op een voorschutblad zjn nog sporen van een Wapen karakter daarvan duideljk is aan te geven. In ieder te constateeren , zonder dat evenwel het geval behoorde het in de vorige eeuw aan Gerard Meerman , den bekenden bibliograaf en jurist (1692- 1771). Hj toch was het 1) , die op fol. 52 tot 57 een volledige abtenljst tot 1578 schreef j dus naar een ander H S. dan dit, en daaraan dan ook de volgende aanteekening toevoegde : pllaec strictim anotavi ex libello alio MS. cui titulus est :Vitae Abbatum omnium quiOoenobio Adwerdiano praefuerunt.'' Hj zal dus een der latere handschriften in zjn bezit of ten minste onder de oogen ons manuscript met de hamer gebracht S) en gekocht door den bekenden verzamelaar Sir Thomas Pbillipps , van wien Pertz in 1827 een notitie er van ontving 3). Toen iu 1887 hebben gehad In 1824 werd bibliotheek-M eerman onder den de collectie-phillipps op haar beurt verspreid geraakte $) , werden de Meerman-handschriften aangekocht door de Berljnsche Koninkljke Bibliotheek. Zoo heeft ons handschrift na minstens drie landen te hebben bezocht en tweem aal de zee te Z Ji-n over- 1') Volgens vriendelijke inlichting van dr. Bijvanck. Q) Bibliotheca Meermanuiana. lV. Catalogus codicum manuscriptorum , blz. l4Q no. 8Q4. 3) Pertz , Archiv der Gesellschaft fûr âltere deutsche Geschichte VII , 99. Daaruit werd het overgenomen door Muller, Lijst van Noord-Nederlandsche Kronijken (Werken van het Historisch Genootschap. Nieuwe Serie n0. 31) , blz. 79. 4) Zie daarover S. Muller Fz. , De aankoop der Hûllandsche handschriftell van Sir Thomas Phillipps te Cheltenham , ilk Fruins Bijdragen , Derde Reeks Y , blz. l0$ vlg. 8 gestoken ten slotte een sua fata libelli. H. H andschrift der vaste plaats gevonden. H abent Koninkljke Bibliotheek te 's Gravenhage genummerd X 88 (oud nummer Th. 333) 1). Geschreven op papier met watermerk : wapen van Amsterdam. Hoog 209 2breed 164 m.M. 33 gefolieerde beschreven en eenlge ongefolieerde onbeschreven folia. 24 regels op iedere bladzjde. en aldaar Geschreven door Abraham Gronovius S), den bekenden Leidschen bibliothecaris (1695- 1775). Katernen van 8 bladen. H et handschrift bevat de geheele geschiedenis van het begin af tot 1578. De tekst is in het algemeen geljk aan die der volgende handschriften. Maar later heeft Gronovius bljkbaar het bovengenoemde handschrift AG l of anders een daarmede Z0O geheel kregen daarnaar d. i. overeenstemmend in handen gekjn afschrift gecollationeerd , aanzienljk verbeterd. Daar het betere handschrift slechts tot en m et het leven van Elbertus loopt j houdt ook daar de collatie Gronovius dan ook : wert'' bljkbaar evenals OP. ))Hactenus MS. domi de Adu- Daar schreef ik van meening , dat het betere handschrift uit het klooster zelf afkomstig was. Dat bljkt ook uit de wjze , waarop hj heeft gecollationeerd. Regels , die moesten worden weggelaten , werden onderstreept met de opmerking in margine : pverba subvirgulata in textu originali non reperiuntur''. Gronovius' verbeterd handschrift heeft dus ten slotte den tekst geljk de beide vorige. De geschiedenis van het handschrift is zeer eengoed a1s en voudig. Bljkens zjn eigenhandig inschrift kocht de in alles belangstellende Bondam het op de auctie der DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 1) Vermeld bij Muller, Lijst , 79. Q) Volgens vriendeljke inlichting van dr. Molhuysen. DE KRONIEK VAN HdT KLOOSTER ADUARD. Gronovii in 1785 werd het in 1800 1). Na den dood van Bondam uit zijn bibliotheek 2) waarschjnljk door den Leidschen aangekocht advocaat J. Romswinckel. Nadat dezebj de ramp van 1807 was omgekomen, werd zjn bibliotheek door Koning Lodewjk voor de zeer door hem begunstigde Koninkljke Bibliotheek aangekocht. L. Handschrift der Universiteits-Bibliotheek te Leiden en aldaar genummerd Cod. lat. nO. 180 c. 3) (Oud nummer X#IlI 180 c.). Geschreven op papier met watermerk : wapen van Amsterdam. Hoog 209, breed 1ç4 m .M . 34 gefolieerde beschreven en eenige Ongefolieerde onbesehreven folia. 24 regels op iedere bladzjde. Geschreven door Abraham Gronovius. Katernen van 8 bladen. Het is van H in het net , met opneming aangebrachte verbeteringen. Aan het slot van het leven van Elbertus staat evenzoo : Domi de Aduwert.'' ,)Hactenus1'n M.S. Alleen enkele randopmerkingen zijn blijven staan ,geljk in H. Zoo merkt Gronovius in het leven van Eppo naar aanleiding van het in den tekst voorkomende : M enterna alias Termunt , op : zIn alio exemplari legitur : in Menterwalt sive in Oampis Silve.'' Zoo is de uitweiding, bij abt Fredericus Onderstreept, bljven staan , met een opmerking als boven bedoeld in margine. Zoo staat bj abt Thybodus : Dln alio exemplari legitur Thyboldus.'' H et handschrift is niet tot 1785 in het bezit der eenvoudig een van alle copie daarin Gronovii gebleven. W aarschjnljk Gronovius zelf het aan Dumbar heeft Abraham geschonken. Uit 1) Catalogus Bibliothecae Gronovianae. Codd. MSS. pag. Q9 no 4l. Q) Catalogus Biblinthecae Petri Bûndam pag. Q86 no. 97. 3) Geel, Catalogus librorum manuscriptorum qui unde ab anno 1741 Bibliothecae Lugduno Batavae accesserunt , blz. 186 no. 630 en daarnaar bij Muller, Lijst, blz. 79. 10 DE KRO>IEK YAN RET KLOOSTER ADUARD. diens boekerj werd het ten minste in 1746 door de Leidsche bibliotheek aangekocht. BG I Handschrift der Universiteits-Bibliotheek te Groningen en aldaar genumm erd nummer AE 47). Geschreven op merk : m.M . Geschreven wapen van Amsterdam. H oog 165 , breed 150 50 bladzjden. 26 regels op iedere bladzjde. n o. 136 1) (oud papier saet Nzaterin de eerste helft der Katernen van 8 bladen. 17de eeuw 2). H et handschrilt bevat de geheele geschiedenis der abdj van het begin af tot 1578 j met opneming van alle latere toevoegsels. Naar dit manuscript hoofdzakeljk bewerkte Koppius zjn uitgave 3). Omtrent de geschiedenis van dit handschrift is alleen bekend , dat het in de vorige eeuw in het bezit was van den Groningschen jurist Hendrik Jan Nauta j door wien het omstreeks 1775 aan de Groningsche Universiteitsbibliotheek werd vermaakt, BG II. Handschrift der Universiteits Bibliotheek te Groningen en aldaar genummerd nO. 135 4) (oud nummer Bd. 42). Geschreven op papier met watermerk : de H ollandsche Leeuw in den tuin met devies: Pro Patria. Hoog 193, breed 155 m.M. 88 bladzjden. 18 regels op iedere bladzjde. Geschreven in het begin der 18de eeuw door Theodorus Adriani , zjlrichter in Aduarderzjl 5). Katernen van 8 bladen. 1) Mijn Catalûgus codicum manu scriptorum Universitatis Groninganae Bibliothecae , blz. 59. 0ok vermeld hij Pertz , Archiv VIII , blz. 589 en daarnaar bd Muller, Lijst blz. 80. 2) Een oogenblik meende ik de hand van Emmius te herkennen j maar een vergelijking lnet ontwtfelbare autografen van dezen heeft mij van diemeening teruggebracht. 3) Specimen theologicum etc. blz. XIV. 4) Mijn Catalogus blz. b9. 0ok vermeld door Pertzj Archiv. VIII, blz. 589 en daarnaar door Muller, Lijst, blz. 80. 5) In mijn Catalogus t. a. p. staat : judex in Houwerderzijl. Naar een mij welwillend verstrekte inlichting van mr. J. A. Feith DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. H et handschrift is een kopie van het vorige , zooals reeds door Koppius , die het mede gebruikte , is opgemerkt l). Dat wordt bewezen door eenige zeer aanstooteljke fouten. BR I heeft in het leven van Wigboldus: trans Emesara (voor Emesam) : dit heeft BG 11 gedachteloos overgenomen. Nog erger : in het leven van Eggardus wordt een accusativus cum infnitivo terecht ingeleid door inquiens , geschreven inqens. Dit nu wordt door Adriani eenvoudig a1s ingens overgenomen , waardoor de zin geheel verloren gaat. ln 1736 schonk Adriani het handschrift aan de Groningsche Universiteitsbibliotheek. P. E. H andschrift, toebehoorende aan bet Groningsche Genootschap zpro Excolendo Iure Patrio'', met de boekerj van dat genootschap gedeponeerd in de Universiteits-Bibliotheek aldaar en genummerd P. E. 93 2) (0ud nummer 40 nO. 27). Geschreven op papier met watermerk: ieschvormig vat met letters : F. F. Hoog 190 , breed 145 m.M . 227 fol. , waarvan fol. 125 tot 146 de kroniek van Aduard bevatten 11 o. 22 regels op iedere blz Geschreven in het einde der l7de eeuw. Katernen van 8 bladen. Het handscbrift heeft Ongeveer denzelfden tekst a1s de beide voorafgaande. Het was in het bezit van den Groningschen archivaris mr. R. K. Driessen en is op de auctie van diens boekerj in 1832 door het Genootschap aangekocht ô). A. G. lI. Handschrift van het Rijksarchief in was Adriani in 1148 secretaris za1 daar dusvroeger zijlrichter t. a. p. te verbeteren in Aduarderzijl. 1) Specimen theologicum , etc. blz. XIV. Q) Mijn Catalogus blz. 356. 3) Cat. HSS. 40 no. ,18. en flscaal van Aduarderzijl : hij zijn geweest. Houwerderzijl is dua 12 DE KROXIEK vAx HET KLOOSTER AogAao. Groningen en aldaar genummerd HS. 40 nO. 2 l). Geschreven op papier zonder watermerk. Hoog 208 , breed 163 m.M. 172 bladzjden. 16 regels op iedere bladzjde. Geschreven in de eerste helft der achttiende eeuw door den bekenden Groningscheu jurist Henricus H ofsnider, wiens naam op het titelblad voorkomt 2). Katernen van 8 bladen. Het handschrift heeft ongeveer denzelfden tekst als de voorafgaande. Het werd doûr Koppiusvoorzjn uitgave gebruikt 3). Dit handschrift , hoewel berustende in het Rjksarchief en in den inventaris van dat archief0Pïenomen, behoort eigenljk aan de gemeente Groningen 1), zooals bljkt uit een aanteekening van den archivaris mr. H. 0. Feith Sr. van het jaar 1834. W anneer het daar gekomen is en van wien het afkom stig is , is ten archieve te Groningen niet meer bekend 5). Deze acht handschriften zjn mj bekend. Het is zekerj dat er nog andere hebben bestaan en mogeljk, dat er n0g bestaan. Twee in iedergeval worden nog 1) H. 0. Feith , Register van het Archief van Groningen V, blz. 178. Q) llofsnider was van 1714 tot 1730 syndicus en in 1733/4, 1737,/8 en 1741 raadsheer der stad Grûningen. Vermoedelijk is hij in laatstgenoemd jaar overleden , daar hij in 174Q niet onder de gecolltillueerde raadsheeren voorkomt. Vgl. Feith , Regeeringsboek der provincie Groningen 1, op de genoelnde jaren. Hj is de schrijver van : Kronyk van Groningen ende Ommelanden , die in 1731 te Gronillgen verscheen (çgI. Nijhol, Bibliographie van Noord- Nederlandsche plaatsbeschrijvingen 110. 131) , waarbij hij ook de af beeldingen teekende en graveerde. Nog bestaat van hem: Benedicti Accolti de Bello a Christianis contra barbaros gesto pro Christi Sepulchro et Judaea recuperandis libri IV . . . curavit Henricus Hofsnider. 3) Specimen Groningae enz. blz. XIV. 1731. . theûlogicum 4) Daar de gemeente Groningen zich met haar oud-achief weinig bemoeit, heeft sedert jaren het Rijk der grootste gedeelte daarvan 11in bruikleen'', een toestand, die met de eer v&n de derde koopstad des Rijks zeker niet in overeenstemming is. 5)Vriendeljke mededeeling van mr. J. â. Feith. DE KRONIER VAN HET KLOOSTER ADUARD. 13 vermeld. Yan Heussen deeltmede, dat hj de kroniek afdrukte naar een PMS. hactenus abscondita , benigno Olarissimi Viri Domini N. 0. J. C. studio Groninga nobiscum communicata'' l). -urisconsultus moeten worden aangevuld J ; maar wie is N. O ? Mr. Feith maakte er mj op opmerkzaam, dat, zoo men een drukfoutmag aannemen, wat bj Yan Heussen geoorloofd is , mogeljk bedoeld is Maurits Clant Dan z0u deze familie dus twee handschriften J. 0. zal natuurljk t0t Van de Yan H eussen H S. AG I kroniek hebben bezeten , want dat heeft gezien, is onmogeljlt ; immers dit looptslechts tot 1522 en Van Heussen's tekst t0t 1578. Maarafgezien daarvan , is zjn handschrift een der boven beschrevene? Bljkens den volledigen tekst kan het AG I , B , H of L niet zjn. Bljven dus de vier andere. Toen ik mjn catalogus der Groningsche handschriften bewerkte : was ik van meening? dat van Heussen BG 1 had gebruiltt S). Na nauwkeurig onderzoek ben ik daarvan teruggekomen. W el hebben beide teksten natuurljk groote overeenkomst , verder tal van verschilpunten door onjuist en Onnauwkeurig lezen en afdrukken van Yan H eussen worden verklaard ? maar er bljven toch nog eigenaardigheden over, die bewjzen , dat de geleerde vicaris een ander handschril't voor oogen moet hebben gehad. Zoo ontbreekt b-v. in BG l de titel : Vitae ac gesta abbatum qui Coenobio Adoardio praefuerunt , die Van Heussen heeft. Zoo heeft het handschrift boven het we1 kunnen leven van den eersten abt W ibrandus het opschrift : Vitae et nomina Xbbatum , dat weer bj Van Heussen wordt gemist. Zoo is er meer. H etzelfde kan van P. E. worden gezegd. Eerder zou ik aan AG 11 willen denken , z0o daartegen niet dit bezwaar bestond , dat 1) Historia seu notitia episcopatus Groningensis , 3Q. Q) Mijn Catalogus, blz. 59. 14 DE ERONIEK vAx HET KLOOSTER ADUARD. dit handschrift waarschjnljk na den tjd , dat Yan H eussen het moet hebben gebruikt , door H ofsnider is geschreven. Ik geloof dan ook , dat wj het handschrift van Van Heussen niet meer bezitten : want zjn tekst vertoont afwjkingen van alle ons bekende handschriften , die niet alleen door onnauwkeurig lezen en afschrjven kunnen worden verklaard. Z00 verschillende afwjkingen in de volgorde der woorden, zoo de spelling Rigardus voor Richardus en meer audere. W j zullen het verlies van Van Heussens handschrift wel te boven komen : in het algem een is zjn tekst die der laatste vier bekende handschriften. Een tweede handschrift, dat vermeld wordt , is niet verloren , maar heeft nooit bestaan. K oppius nameljk somt als nO. 4 der hem bekende handschriften op een scodex Bibliothecae Burgundicae Bruxellensis'' squem tam en videre mihi n0n contigit'' naar hj zich beklaagt l). W j gelooven dat gaarne : ook wj zullen ons het genoegen moeten ontzeggen met dezen codex kennis te maken. lmmers mjn Brusselsche ambtgenoot , de heer J. van den Gheyn, conservator der handschriften, was zoo vriendeljk mj te berichten , dat hem geen handschrift der Aduarder kroniek in de aan zjn zorg toevertrouwde bibliotheek bekend was. dus de handschriften Nu wj der kroniek hebben beschreven. kan hun onderlinge verhouding worden vastgesteld. Na wat ik boven mededeelde , is dat niet moeiljk. BG 11 is een copie van BG 1, evenals L van H. W at de betrekking van AG I en B betreft , zj komen z00 goed als woordeljk overeen : de vraag bljft , of zj zjn origineel , dan wel of B een copie is van AG 1. lk ben geneigd dit laatste te onderstellen , voorbeide afschriften van één 1) Specimen theologicum , blz. XV. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTXR ADUARD. 15 nameljk omdat AG 1 een zeer oëcieel karakter draagt , dat m en eerder voor een standaard-exemplaar dan voor eeu gewoon afschrift z0u houden. Eenvoudigheidshalve neem ik dat dus aan. Yerder staat het vast , onbekend aantal Bj de vergeljking onmiddeljk , dat alle handschrifien en uitgaven kortere dat alle andere handschriften m et een tusschentrappen van B afhangen. der handschriften trof het mj en langere allen ontbraken. stukken hadden Opgenomen,die in AG l De oplossing van dat raadsel werd gegeven door B. Hier toch zjn , geljk ik zeide , in margine en Op ingevoegde bladen 4oor een latere hand verschillende toevoegsels bjgeschreven. W elnu , deze toevoegsels zjn juist die schriften geinterpoleerd gedeelten , die alle handhebben. Zo0 is dus van B een thans verloren afschrift gemaakt , waarin alle bjgevoegde stukken in den tekst zjn opgenomen en deze geinterpoleerde kroniek is vervolgens voltooid tot 1578 , den dood van den abt Arnoldus Kenninck. W anneer wj dus de genealogie van onze handschriten zouden willen Opmaken , zouden wj de volgende willen voorstellen : AG l (tot 1522) l B (vermeerderd met aanteekeningen en l vervolgd t0t 1528) (vervolgd tot 1578) BG I BG 11 y I P.E. Z I AG 11 H I L. (verbeterd naar AG 1) Door x , y en z versta ik hier verloren gegane tusschenvormen; hoeveel handschriften ieder van deze letters vertegenwoordigt j is natuurljk niet meer uit te maken. 16 D: KRONIRK VAN HET KLOOSTER ADUARD. Hoe ik mijn uitgave moest inrichten was na de vaststelling van bovengenoemden stamboom niet twjfelachtig. Yoor den tjd t0t 1522 druk ik eenvoudig AG l af , telkens met vermelding in noten van de aanteekeningen van B , met toetsing harer waarde. Den tjd van 1522 t0t 1528 geef ik uit naar B. Na 1528 heb ik naast elkander BR I , P.E. , AG 11 en H gebruikt , maar toch P.E. tot grondslag genomen , daar dit mj het meest met den tekst scheen overeen te komen : bj de van alle handschriften met AG l bleek mj, dat P.E. het m eeste met het oudste manuscript overeenkwam en dus het nauwkeurigst was afgeschreven. Van H eussen heb ik niet vergeleken; hoewel ik meen , origineelen collatie toch dat hj een afzonderljk handschrift vertegenwoordigt, is het natuurljk niet meer uit te maken , of wat hj in zjn manuscript vond staan, nauwkeurig door hem in den druk is weergegeven. Na de verhouding der handschriften te hebben vastgesteld , kom ik tot dewjze , waarop de kroniek is samengesteld. De manuscripten zelven wjzen reeds uit 1dat wij van één eeuw de geschiedenis der abdj te boek stelde, maar, geljk bj de meeste kronieken , met een verhaal , dat op verschillende tjdstippen is vervolgd. AG I loopt t0t 1522 , B t0t 1528 , de andere handschriften auteur,die uit allerlei bronnen in de zestiende tot 1578. Al dadeljk moeten dus de afdeelingen 1192--1522, 1522--1528, 1528--1578 worden Onderscheiden. Is de kroniek verder te hier niet hebben te doen met het werk Minstens lén grens staat schrjver eindigt het leven de woorden : robiit toli anno currente autem altera die Andreae Apos- 1485''. In dat jaar eindigde dus de monnik zjn kroniek. W as deze monnik de schrjver van de geheele kroniek van de stichting van het nog nog vast. De van abt Henricus splitsen ? kroniek- 11 m et DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 17 klooster af t0t 14858 Hetis wel waarschjnljk. Dat in ieder geval een zeer groot gedeelte door een en denzelfden auteur is geschreven 1 staat vast. Yan den lbden abt Fredericus verhaalt b.v. de kroniek , dat hj te Rome is geweest om de heiligspreking te verkrjgen van S. Richardus en S. Emanuel, die vroeger in Aduard hadden gewoond , pde quibus supra mentio facta est''. Dit slaat terug op t0t en met den twaalfden abt is zulk een uitdrukking natuurljk verwjzen naar wat een ander geschreven heeft, maar waarschjnljk is het toch , dat de schrjver zjn eigen verhaal op het oog heeft. Andere aanwjzingen brengen ons n0g verder, in ieder geval t0t in de 15de eeuw. Wanneer verhaald wordt van den tweelen abt dat wat van den derden gezegd: nu kan hj begraven wordt min praedicta capella , quae nunc Episcoporum camera vulgo dicitury'' dan wjst dat in ieder geval naar veel latere tjden. Bj de beschrjving van den vloed van 1218 , zegt de kroniek rut invenitur in Dialogo Oaesarii''. bach schreef zjn in de Middeleeuwen zeer geliefd boek rDialogus miraculorum'' omstreeks 1230 : ten minste hj leefde tusschen + 1180 en + 1240. En wordt men nu niet onmiddelljk herinnerd aan het verhaal , dat W essel Gansfort , toen hj in de abdj was , de monniken aanried in het vervolg niet meer steeds in Caesarius te lezen : wat een onnut boek was , maar liever in de Heilige Schrift ? 1) Wesgels verbljf te Aduard valt ongeveer tusschen 1475 en 1489. Z0o onze historieschrjver in 1485 zjn werk Caesarius van Heister- 1) Hardenbergj Vita Wesseli, 17 , vôôr de Opera omnia Wesseli, Groningae 1614. Hain vermeldt twee ollde drukken van Caesarius: no. 4230, s. 1. et a. (Keulen , Ulrich Zel1) en no. 4Q31 , Keulen , Johannes KoelhoF 1481. Beide kunnen door onzen kroniekschrijver zijn gebruikt. Maar even goed mogelijk is het , dat hij handschriften vôôr zich heeft gehad. Bijdr. en Meded. XXIII. Q t8 oz xRoxlxx vwx Hxe KLOOITER wogARn. besloot , kan hj een der monniken zjn geweest , wien W essel de lectuur van Caesarius ontried. M aar dat is een hypothese. Op vasteren bodem staan wj in het volgende. Abt Eppo (1257- 1262) stichtte het klooster Menterwold l). Naar aanleiding daarvan verhaalt de kroniek , dat dit convent in 1299 wegens herhaalde overstrogmingen van den Dollard verplaatst is en dat de lTde dit convent en nog deze abt Boyngus tot 1433: zjn abt , heeft gereformeerd. W elnu : komt voor in stukken van 1415 optreden als visitator van de Benedictjner- kloosters valt van omstreeks 1410 tot 1424 2). In ieder geval moet dus de kroniek na ongeveer 1435 zjn opgesteld. Er is n0g een verhaal , dat een tjdsbepaling aan de hand kan doen. In het leven van den liden abt de dat de m onniken van Boyngus , vele andere kloosters Thyboldus zegt kroniek, oudsher een afkeer hebben van wegens de wreedheid der vorsten , vroeger hebben ondervonden , rsicut Chronicis H ollandiae''. Daar toch wordt vermeld , dat de Noorsche koning Godfried ten tjde van Lodewjk den Vrome de Friezen heeft onderworpen en allen boven de twaalf jaren dwong een strop om den hals te dragen. koning wegens zjn groote met bjna al zjn soldaten in den oorlog gedood en werden de Friezen van de vernederende slavernj Maar na eenige I-aren is deze wreedheid in Britannië door Keizer Karel weer in vrjheid hersteld. W aar alle slavernij , vooral die zij als Friezen invenitur in vinden wj nu dit phantastische verhaal in Hollandsche 1) Over deze zaak later. Q) Zie uitvoering over Boïngus : Reitsma j Twee hoofdstukken uit de geschiedenis van het Overijselsche klooster Sibkeloo , in: Historische Avonden , uitgegeven door het Historisch Genoolschap te Groningen , 184 vlg. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 19 kronieken ? Ik heb in geen ditzelfde kunnen vinden , maar het is wel ontwjfelbaar, dat wj hier de verhaspeling voor ons hebben van de bekende geschiedenis van Godfried den Noorman , die in alle H ollandsche kronieken van de 15de eeuw wordt gevonden. Ik bljf echter den moed nietOpgeven : mogeljk brengt mj het toeval de kroniek in handen , waaruit de Aduarder monnik puttel). Al deze aanwjzingen te zamen genomen wettigen mjns inziens de onderstelling , dat de kroniek oorspronkeljk in ieder geval in de 15de eeuw is opgesteld. Daarop wjzen ook de levens der abten Menardus (1400- 1421) , Saccherus (1421- 1423) , Rodolphus (1423-1449) en ten slotte Henricus 11 (1449- 1485) : waarin aan berichten van doen denken. ieder geval plaatsen , wat ligt dan meer voor de hand , dan dat WJj* eenige, dat ons een aanwjzing in dien geest aan de hand doet. lk erken , dat het doodsbericht van hetjaar 1485 voor haareindpunt aannemen , het Hendrik van Rees later kanzjn toegevoegd, maar het is vrj uitvoerig en draagt toch allerminst het karakter van een aanhangsel. Ten overvloede geeft het daaraan voorafgaande tjdvers , zoo ik goed zie , ook hetjaartal 1485. bjzonderheden voorkomen ? die Oudere en jongere tjdgenooten En wanneer wj dus de kroniek in na het midden der 15de eeuw moeten kroniek uit de 15de eeuw 1) Men z0u n0g geneigd zjn een aanwijzing te vinden in de 11antiquiora huius loci scripia et libri'' (in het leven van Albertus) en dit vertalen door handschriften en boeken. Maarj afgezien van het feit, dat in de 15de eeuw die (gedrukte) boeken niet zoo oud kunnen zijn geweest , is mij deze tegenstelling van scriptum en liber in dezen zin nog npoit voorgekomen. Men onderscheidde nog veel later boeken en handschriften nietscherp. Ik zou dan o0k liever bij scripta aan archiefstukken , bij libri aan boeken en handschriften uit de bibliotheek denken. Q* 20 oE KRONIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. W elke bronnen gebruikte Onze kroniekschrjver? Ongetwjfeld bestonden er in het klooster ljsten van de abten , waarschjnljk verrjkt met eenige biographische bjzonderheden , ze ons van vele kloosters zoogenaamde annalen , zoûals bewaard zjn. Vanwaar anders die nauwkeurige data , die mogeljk onjuist zjn - dat is niet meer te bewjzen 1) - maar die toch onmûgeljk aan het vruchtbare brein van den kroniekschrjver zjn Ontsproten ? Aan zulke annalen ontleende de schrjver ongetwjfeld de enkele bjzonderomtrent het karakter heden, die hj der abten vertelt. Z0o berust het stichtingsverhaal zeker op een oude overlevering. Zoo vond de schrjver den zhumilis et devotus pastor'' W ibrandus vitae'' Eylwardus svalde in laborans'', Rippertus ,,vir vitae venerabilis atque per omnia laudabilis'', zeker in oude aanteekeningen in de 1 Albertus psanctissimae aedifcatione hujus ecclesiae abdij . Dat wordt ook nOg hierdoorbewezen , dat hj van den negenden abt H erebrandus mededeelt sde quo nihil constat ut aliquid annotatione dignum reperiatur'' maar er goedgeloovig aan toevoegt ,,quamvis laudabiliter praefuisse m inime dubitatur''. Alsof nooit een onwaardig abt te Aduard den staf had gevoerd ! De kroniek zelve wist het wel beter : abt M enardus , van wien overigens voor zjn wjding betaald te hebben. op dit punt zuiver, stekelige aanmerkingen van veel goeds wordt verteld , bljkt sim oniace'' 100 Philipsschilden Zjn opvolger Saccherus, hoewel verwaarloost het klooster en m oet zjn bezoekers aanhooren. Natuurljlt heeft de schrjver de abtsljsten c.a. aanevuld uit zjn eigen ervaringen en uit wat anderen hem hadden medegedeeld. Z0o zjn dan waarschjn- 1) Er mag echter we1 op worden gewezen, dat geen bewaarde oorkonde met de data der kroniek in strijd is. DE KRONIEK V1N HET KLOOSTFR ADUARD. 21 ljk de minder gunstige oordeelvellingen over eenige abten te boek gesteld, alle evenwel, opmerkeljk genoeg, uit de 15de eeuw. Daarnaast moet de kroniekschrjver echter Ook uit het archief en de bibliotheek van het klooster hebben geput, hoewel uit het eerste betrekkeljk weinig : mogeljk heeft de abt hem slechts laten zien , wat hj waarschjnljk verreweg de meeste charters van het klooster door den brand van 1580 zjn verloren gegaan, onder de weinige resten , die wj nog over hebben , zjn er a1, die de kroniek bljkt niet te hebben gekend. oorbaar vond. lmmers hoewel zj nameljk Oude stukken aan. In het leven van den tweeden abt Albertus merkt Tweemalen haalt de OP , Onder m annen telde , die schap verlichtten , put patet in antiquioribus hujus loci scriptis et libris''. Dat hiermede bjna zeker geen dat de abdj hem geleerde geheel Friesland door hun wetenoorkonden zjn bedoeld , ligt voor de hand : dergeljke bjzonderheden worden in den regel niet door zegel en brief geboekstaafd. Maar natuurljk heeft de kroniek een charter Op het o0g , waar zj in het leven van abt Hoytatus (1350--1352) vermeldt , dat de Aduarder schlppers vrjdom van tol te Stade verkregen Dquem admodum literae Stadensium quae apud nos sunt optime testantur.'' lnderdaad is daarover een charter bewaard , maar van 12 September 1342 1), zoodat de kroniek zich een tiental jaren vergist. Zeer zeker heeft ze nog andere charters gebruikt : ik zal dat bj den tekst zooveel mogeljk aangeven. Dat de kroniekschrjver de bibliotheek van het klooster S) t0t zjn schrijver 1) Oorkondenboek van Groningen en Drenthe, no. 31Q. Q) Alles wat over de helaas ! verbrande boekerij van Adlzard was te vinden , heb ik verzameld in Historische Avonden, uitgegeven door het Historisch Genootschap te Groningen ) blz. Q10 vlg. Seders heb ik geen uit Aduard af komstig boek aangetroffen, 22 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. beschikking had , spreekt van zelf , maar zeer veel heeft hj er niet uit gehaald. Hj spreekt eenmaal van santiquiora hujus loci scipta et libri'' 1) , maar dat hj andere boeken dan Caesarius 2) en de H01- landsche kronieken 3) heeft gelezen , bljkt niet. Een hoofdbron van onzen schrjver was evenwel het klooster zelf. De bouwgeschiedenis ervan verhaalt hij vrj omtrent de inrichting ervan , verbouwingen enz. Talrjk zjn de grafschriften en andere opschriften door hem vermeld : zelfs het vrj onbeteekenende grafschrift van Emanuel van Oremona wordt medeuitvoerig en hj deelt allerlei mede gedeeld en het opschrift op een waschbekken niet vergeten. In het algemeen schjnt hj genoeg verstan; van bouwkunst te hebben gehad , om de verschillende stadiën van den bouw en deuitbreiding van het klooster vrj nauwkeurig te kunnen beschrjven. Is nu uit al die bronnen een belangrjke kroniek opgebouwd? Ja en neen. W anneer wj wat meer documenten van en over Aduard bezaten , zouden wj de kroniek veelal wel kunnen missen ; zoo overmatig belangrjk zjn haar mededeelingen in den regel niet. Maar nu wj juist van het grootste , rjkste en beroemdste klooster der Friesche Ommelanden zoo weinig origineele stukken over hebben , nu is de kroniek , vooral voor de oudste tjden j een onwaardeerbare bron. Zonder haar zouden wj zelfs de namen der meeste abten niet kennen : de m eeste zjn niet van elders bekend. Van de inrichting van het klooster zouden wj slechts een zeer vaag denkbeeld hebben. Enkele typische bjzonderheden , die een eigenaardig licht werpen op de kloostertoestanden 1) Vgl. boven blz. l9, Q1. Q) Vgl. boven blz. 17 vlg. 3) Vgl. boven blz. 18 vlg. DS KROXIEK VAX HET KLOOSTER ADUARD. 23 zouden wij missen. Yerschillende belangrjke beurtenissen zouden ons minder duideljk zjn, daartegenover staan 0ok onvervulde wenschen. zouden gaarne eenige wonderverhalen hebben gemist , met hoeveel genoegen onze monnik ze bljkbaar O0k neerschreef , a1s wj daarvoor in ruil andere zaken hadden ontvangen. Over Aduards roem a1s kweekge- Afaar W ij plaats van wetenschap , over de bekende school , die reeds in de 13'1e eeuw beroemd , n0g in de 16de door niemand millder dan M elanchthon werd geprezen , over het wetenschappeljk leven der monniken , over hun methode van Onderricht : over de inrichting der school, over de bibliotheek en haar schattenen nog meer , waarover wj z0O gaarne iets zouden weten , verm eldt Onze kroniek uiterst weinig. Het is waar, hj zegt (1205-1216) , dat de school destjds druk werd bezocht; zvandaar kwam het, dat hier mannen woonden , in alle wetenschappen bekwaam , die geheel Friesland met hun kennis verlichtten-'' M aar vooreerst ontveel in het leven van abt Albertus breken hier bjzonderheden en bovendien vermoed ik , dat de plaats hier eigenljk niet thuis hoort : dat de school twintig jaren na de stichting der abdj reeds z0o zou hebben gebloeid , is niet waarschjnljk : mogeljk heeft de kroniek den lateren toestand voor een vroegeren genomen. Bovendien deelt de kroniek veel mede over het verbljf van Emanuel vanCremona en Richardus de Busto, zoodat de schrjver daarover vrj uitvoerige bronnen voor zich moet hebben gehad. M aar dat is z0o goed als alles. Als hj van de bibliotheek iets mededeelt is het om te vertellen t dat het dak ervan werd vernieuwd. En wat wel het zonderlingste van alles is en bewjst , h0e werkeljk belangrjke bloei op wetenschappelijk gebied vaa zjn weinig de schrjver 00g gebeurtenissen : van den had voor grooten klooster 24 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. in de 15de eeuw , toen Aduard n0g meer een hoogeschool dan een convent was , weet hj weinig te zeggen. Van den beroemden abt Hendrik van Rees (1449- 1485) , door Rosewinus van Halen als den nooit enoeg geroemden geprezen in wetenschap, heet het , 1) , een man uitblinkende dat hj veel hervormde in wereldljke en geesteljke aangelegenheden , hj matig was , een voortreFeljk zanger, een vrjgevig schenker van aalmoezen , begaafd met zin voor studie, een voortreFeljk prediker : verder omgaf hj de abdj met een muur, groef twee vischvjvers , vermeerderde dat de bezittingen van het klooster, stichtte drie altaren en herstelde de kerk. Dat is alles. Maar dat onder dezen zjn geestverwant , de groote W essel Gansfort, jaren lang in het klooster heeftgewoond en geen zjn geleerdheid en practische vroomheid de broederen ten goede deed' komen , daarvan weet onze schrjver niets. Dat is te opmerkeljker, daar hj bjna zeker W essel persoonljk in het klooster moet hebben gekend , in ieder geval veel van hem m oet hebben gehoord. kroniek er waarljk kluizenaarsleven leidde , maar In 1489 stierf W essel : *ln zeggen, 1485 is de voltooid. M en zou haast dat deze abt monnik een vjand der nieuwe denkbeelden WaS ; maar elders bljkt dat toch niet. Een ander volledig is , herhaaldeljk de kroniek uiterst onnatuurljk twisten met Groningen verband daartusschen en met de twisten , waarin Aduard geweest. Zj vermeldt zj weet wel iets van en met de Friezen, maar het gebeurtenissen buitenslands ontgaat haar. Zeker was de schrjver niet ingewjd in de rol, die de abt van Aduard als een der vermogendste en invloedrjkste heeren der Ommepunt , waarover zjn de politieke is gewikkeld we1 een en ander : 1) Vita Wesseli vôôr zijn Opera Omnia 1614 , p. 16 vlg. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 25 landen in de politieke Er bestaan voor hem haar som s zeer lastig zjn blik niet. Dankbaar zjn wj voor het staaltje van de weerbaarheid der Aduarder m onniken , dat hj geeft , nam. het verhaal van dien magister der conversen , die zich kleedde om de mis te lezen , maar Op het bericht , dat de vjand voor de poort stond : zjn miskleed onmiddelljk uittrok en naar buiten jlde , waar hj den dood voor het vaderland vond. ZOo moeten W*Jl:ons inderdaad deze Ommelanverwikkelingen telkens speelde. vjanden der abdj, die het maken ; maar veel dieper gaat der monniken voorstellen : verdiensten uiterst weerbaar. bj alle wetenschappeljke Evenmin weet de kroniek veel te uitgestrekten handel , dien het klooster dreef , wat te Groningen altjd grooten najver verwekte. Z0o goed als het eenige is het boven reeds aangehaalde bericht van de tolvrjheid der schepen der abdj te minder weet de kroniek over de Zeggen van den Stade l). waterstaats-aangelegenheden, waarin de abdjnatuurljk herhaaldeljk betrokken was. was van rechtswege hoofd van het Aduarder zjlvest , De abt van Aduard een der groote zjlvestenjen , waarin destjds de Ommelanden waren verdeeld , de voorgangster van het tegenwoordige waterschap pl-let W esterkwartier'' 2). Yerreweg de meeste Oorkonden , waarin de abt Van Aduard Optreedt , betrefen waterschapszaken. N0g 1) Vgl. boven blz. Ql. Q) Geertsema , De zijlvestenijen in de l8. Reeds in 1312 komt het Aduarder Groninger Ommelandeu , zijlvest voor. Namens deu abt nam altijd de keldermeester van het klooster den post van hoofd der zijlrechters waar. Ook in het Winsumer zijlvest had Aduard een belangrijken , hoewel rniddellijken invloed. Hier toch was de opperste zjlrechter de Hofmeester vall het Uyterhuis of de Roode School , die aan het klooster âduard toebehoorde. (Geertsema t. a. p.) 26 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. Van al deze aangelegenheden , die slechts a1s deel van een Lan o0k het klnoster staatsrechterljk geheel - als men het z0o noemen mag aangingen , heeft de kronielt met geen enkel woord melding gemaakt. De moeiljkheden van de afwatering, die n0g altjd t0t de gewichtigste behooren , waarover onze provinciale besturen hebben te beslissen , hebben voor den leek weinig aantrekkeljks : Ongetwjfeld was onze monnik zulk een leek. Z00 was de kroniek , zooals zj in 1485 werd v0ltooid. nemen , een der monniken , mogeljk o0k dezelfde, die de kroniek H et is aan te dat daarna telkens schreef , haar vervolgde. lk onderstel , dat eerst het leven van W olterus l (1485- 1494), daarna de levens vaa W olterus 11 (1494- 1500) en Herslotte mannus (1500- 1504) , ten die van Bernhardus l (1504-1505) en 11 (1505-1507) zjn toegevoegd. lk maak dat hieruit op , dat de levens van Avolterus 11 , H ermannus en Bernhardus 11 alle eindigen met de woorden : rRequiescat in pace. Ameny'' dergeljke slotformule. Op zichzelf is dat niets opmerkeljks , maar het wordt het hierdoor, dat zulk een formule in onze kroniek niet dan uiterst zelden of een voorkomt 1). Deze ten tweede , ï oeten dan aan het slot van het toevoegingen , minste de geschied zjn na 1516 : want leven van Hermannus wordt opgeteekend , dat hj in dat jaar stierf. n0g OP bovengenoemde worden Er moet gOWeZOM , abten alle uiterst onbeduidend dat de levens der vjf @@ Z IJ n 1 zj dragen geheel het karakter van aanhangsels van een bestaande kroniek. 1) Van alle levens van abten Mllr 1485 heeft sleckts dat van den vierde, Eylwerdus , de slotclausule: jjobiit . . . . ad laudem Dei, qui est benedictus in secula. Amell.'' Maar hier kan natuurlijk geen sprake zijn van het aannemen van een scheidinp. DZ KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 21 T0t zoover AG 1. Het loopt de eerste hand van handschrift vervolg der kroniek liet niet lang op zich wachten. Een bjna geljktjdige schrjver voegde het leven van Elbertus 1528 (1507- 1522) t0e en wel na want aan het slot vermeldt 1 hj den dood van dien abt in dat jaren na 1528 l). bekende slot : roujus anima jaar 0Ok Elbertus' leven eindigt met het misschien zelfs eenige requiescat in pace Am en.'' H et onderscheidt zich gunstig van de voorafgaande korte , droge levensbeschrjvingen : de schrjver verhaalt meer dagen dan die der abdj) wat zjn ruimeren blik bede geschiedenis der provincie in die wjst, daar de abt destjds op den voorgrond stond bj de politieke verwikkelingen. Maar dat hj gaarne het kwaad , dat in de abdj voorviel , voor de nakomelingschap verzweeg , bewjst wel het feit, dat hj metgeen woord m elding m aakt van het groote schandaal , dat daar in 1520 plaats greep, den m oord , op Hendrilt en Frederik Gayckinga door monniken der abdj binnen de gewjde muren gepleegd S). Twee nieuwe vervolgen heeft ons handschrift B bewaard. Een latere zestiende eeuwsche hand begon het leven van Lambertus Helt (1522- 1528) te beschrjven, een tweede voltooide het 3) en begon het 1) De schrijver van het leven van Elbertus berûept zich eens op het Boeck der partijen van Jancko Dûuwama. Deze schreef dit boek in de gevangenis te Vilvoorde, waar hij in 45Q9 overleed , (vgl. de uitgave van het Friesch Genootschap , blz. 56.), in 15Q6 (t. a. p. blz. 10). Geen der bestaallde handschriften klimt hooger op dan tot .+. 1540. Maar zelfs verondersteld, dat onze Aduarder monllik Douwama'sautograaf heeft gebruikt , wa: mogelijk , maar niet waarschijnljkis , dan kan hij dat toch lliet eerder dan 1530 t0t zijn beschikking hebben gehad. Q) Vgl. Nanninga Uitterdjk , Geschiedenis der voormalige abdij der Bernardijnen te Aduard , 88 vlg. 3) 0f liever: begon het opnieuw ; want het blijkt duidelijk uit de bewoordingen , dat de tweede voortzetter geen acht sloeg Op wat zijn voorganger had geschreven. 28 DE KROXIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. leven van Johannes Reekamp , maar liet na de woorden : rid est (ut explicator sim) plane simulandi dissimulandique nesciusl'' de pen uit de handen glippen. De schrjver van dit gedeelte heeft Lambertus Helt niet dezen abt van diens tjdgenooten te hebben vernomen , zoodat hj misschien ongeveer vjfentwintig jaren na diens dood sçhreef , wat 00k we1 met de hand is overeen te brengen. Om welke reden hj persoonljk gekend ; h ij zegt veel aangaande zjn werk staakte , is onbekend. Maar gelukkig werd Reekamps leven en daarmede de kroniek vervolgd door iemand , die ons verder onbekendis, maar die ongetwjfeld in Aduard woonde en daar veel merkwaardigs zag geb. euren. Het komt mj z0o goed als zeker voor, dat wj voor het vervolg met één en denzelfden schrjver te doen hebben: ten minste bj het lezen ontvangt men zeer sterk den indruk , dat alles door dezelfde hand geschreven is. Het is dezelfde , die door Koppius voor den schrjver der geheele kroniek werd gehouden 1). Ziehier wat omtrent zjn persoon en leeftjd bljkt. Ongetwjfeld heeft hj Reekamp persoonljk gekend : de beschrjving van diens karakter verraadt den tjdgenoot en ooggetuige ; maar hj steeds op den grjsaard in zjn latere jaren het oog S). Zjn bewondering voor den eerwaardigen abt is groot : waarschjnljk is hij onder zjn bestuur en we1 in zjn laatste jaren in het kloqster opgenomen. even zeker heeft Hj bleef daar in ieder geval t0t 1578: want met den dood van den abt Arnoldus Kenninck besluithij zij n ver- 1) lloppius , Specimen theologicum , XI vlg. Q) ,,Ut illi numerus annorum non sûlum eorum (sc. vires judicii atque memoriae) nihil abstulerit , sed auctoritatem ei multo majorem pepererit: unde factum est, ut sexagenarius , ve1 aetate etiam provectior, exercuerit singularis ingenii vim atque praestantiam-'' DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 29 haal. Hj schjnt kort daarna te zjn gestorven : dat mag men hieruit opmaken , dat hj den nieuwen abt Johannes Greven : die reeds den 18del1 Februari 1578 als zoodanig voorkomt , niet eens noem t. ln ieder geval bljkt het duideljk , dat hj den jammerljken val der abdj in 1580 niet meer heeft beleefd. Immers in het leven van Johannes Reekamp zegt hj: rGebouwen storten of door verloop van tjden in of worden door het vuur m aar wat ik nog zal toevoegen ? zal nooit vergaan, zoolang dit klooster ongerept staat'' 1). Dat schrjft zeker niet iemand neer, die den brand van het klooster had beleefd , en wist , dat daarmede het einde was gekomen. Bovendien bljkt overal aan zjn geheele manier van zeggen , dat onze monnik het klooster in zjn volle pracht heeft gezien h ij wanneer onder den abt Johannes R eekamp de meiers 1toen zijn kroniek opstelde. Hj is uiterst voldaan , der abdj worden gedwongen meer huur te betalen dan tot dusverre, Hj juicht in den strjd der abdj met den Groningschen bisschop Johannes Knjfl', diq krachtens de hem toegekende bevoegheid Aduard voor zjn bisdom wilde annexeeren. Hj beschrjft de veranderingen, nog onder den abt Johannes Lanth in het klooster bjgedachte bljk geeft , dat al dat schoons spoedig ten ondergang gedoemd was. Bj den dood van den abt Godefridus van Arnhem verhaalt hj, dat deze aangebracht, zonder dat hj van de in het kapittelhuis in een graf , een abt waardig , is gelegd 2) , zonder er in het minst op te zinspelen , dat dit graf zOo spoedig zou worden verstoord. Iets dergeljks verhaalt hj van Arnoldus Lanth : pzjn 1jk verteerd ; 1) ,,Nam aediûcia aut intervallis temporum collabuntur aut incendio absumuntur : verum haec quae nunc adjiciam , donec hoc quidem steterit monasterium , peritura nunquam-'' Q) ,,In capitulo nostro conditus in sepulchro âbbate digno-'' 20 DE XRONIEK vAx HRT KLoosTxR AorARo. werd echter naar Aduard vervoerd en in het kapittelhuis, bj zjn voorganger aan den schoot der aarde toevertrouwd , rust het nu'' 1). En alsof hj deze gebeurtenis onder zjn oogen ziet geschieden , beschrjft h ij de uitvaart van Arnoldus Kenninck : XZ ij n l ij k wordt niet alleen uitgeleverd, m aar o0k m et gewapend gevolg buiten de poort naar een schip vervoerd en komt daarna in Aduard : het wordt , wat ongewoon is , tegen de gewoonte der abten , in het koor voor het hoogaltaar bj het grafmonument van bisschop Emanuel van Cremona begraven'' 2). Ongetwjfbld is datonmiddelljk na de Er is echter een begrafenis z0o Opgeschreven. plaats , die er voor schjnt te pleiten , dat de schrjver abdj nog heeft beleefd. onzer kroniek den val der Sprekende van de hebzucht van bisschop KnjF, zegt hj, dat deze het er op had toegelegd het klooster te vernietigen : rDat was de wensch en het werk der Geuzen, zooals wj helaas met onze eigen oogen hebben gezien'' 3). Heeft de schrjver hier het O0g op de verwoesting van het klooster in September 1580 ? Ik geloof het niet. Had hj dat droevige feit beleefd , hj zou ongetwjfeld zjn kroniek er mede hebben besloten en in ieder geval er herhaaldeljk Op hebben gezinspeeld , niet eenmaal ter loops. Ik onderstel, dat hj meer in het algemeen aan het verwoesten van kloosters denkt: en onze monnik had waarljk ook vdpr 1578 1) j.corpus nihilominus relatum in âdwert et in capitulari domo terrae mandatum juxta praedecessorem suum quiescit-'' Q) jycorpus nihilorninus libere non modo dimissum , verum etiam m ilite non inermi sequente extra portam ad navem deductual venit in Adwert: atque, quod insolens est, contra consuetudinem Abbatumj in choro ante summum altare , juxta tumulum D. Emanuelis Episcopi Cremonensis sepelitur-'' Men lette op het praesens , dat anders niet wordt gebruikt. 3) jjGeusiorum hoc erat desiderium ac opus , sicut nostris heu oculis percepimus-'' b: KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 31 gelegenheid genoeg om op te merken , dat het plunderen van kloosters tot de geliefkoosde ontspanningen der Geuzen behoorde 1). sfat de persoon van deu na het bovenstaande is het in de abdj zienljk ambt bljkt in ieder geval nergens. man zou zjn geweest , geljk Koppius vermoedt , is onwaarschjnljk : de door hem aangehaalde bewjzen zjn deels getrokken uit deelen der kroniek , die kroniekschrjver betreft , duideljk , dat hj monnik zelve was. Dat hj een of ander aandaar bekleedde , is onwaarschjnljk en Dat hj een Franschniet door onzen auteurzjn geschreven ,en in ieder geval van geen beteekenis. W at hj aan Franschen invloed toeschrjft Q) , is niet anders dan vulgair Latjn, zooals dat in de vroegere en latere Middeleeuwen door duizenden monniken: die Cicero nooit tot model namen 9 is geschreven. - W at het karakter van Onzen schrjver betreft , men kan zeggen , dat hj een middenslagsman was , zonder hooge roeping a1s kloosterling , maar zjn plicht doende met overtuiging, zonder hevige gemoedsbewegingen , tenzj wanneer de belangen der abdj door den Groningschen bisschop werden bedreigd ; dan is geen woord hem te scherp : van den bisschop is letterljk niets goeds te zeggen : 1) lk wijs er nog op , dat Rengers aan zijn kroniek extracten uit die van Aduard heeft toegevoegd. Vgl. uitg. Feith 11 , Q75. Het opschrift daarboven is mij niet tluidelijk , ook niet nadat ik het vergeleken heb met het autograaf. M ogelijk schuilt er de naam van den schrijver der Aduarder kroniek in. Rengers uittreksels loopen tot 1578 t0e , zoodat in zijn tijd de kroniek geheel vûltooid was , zooals wij haar kennen , wat ik trouwens ook niet betwijfel. Rengers Q) jysic e. g. saepius scribit suis , ubi Latini scripsissent ejus ; loco rei gestae ve1 factae dicit passagium ; l0co legionis vel cohortis Germanicae de garda Germanica loquitur ; ubi Romani dixissent publicojuramento ve1 sacramento dominum agnoscere, dicit homagium praestare; et hujusmadi plura habet.'' ,,l-lujusmodi plura'' kan men bij zoo goed a1s alle middeleeuwsche krolliekschrijvers aantre/en. schreef zijn kroniek na 1585. 32 DE KRONIEK vAx HxT KLOOSTER wDvARo. zelfs de Geuzen zjn beter dan deze herder, die zjn schapen niet hoedt , m aar tracht te verslinden. Onze monnik is bovendien geesteljke genoeg , 0ln een asceet a1s Johannes Reekamp te waardeeren , al bljkt het nergens ging trekt hem aan en is in ieder geval niet strjdig met hj het t0t daadwerkeljke navolvan den vereerden abtheeft gebracht. Tafelgenot een godvruchtigen wandel. M aar een abt als Arnoldus Lanth vindt hj berispeljk , al pleit hj verzachtende omstandigheden en al vergoelijkt hj zooveel mogeljk : nergens vaart hj tegen hem uit als tegen den bisschop. Tegenover dezen wordt zelfs Lanth's houding geprezen : de abt krjgt zelfs een l0f 1), geljk de tegenwoordige Duitsche Keizer ze voor zjn voorouders ten beste heeft. Het onoardeelkundig optreden der visitatoren , die het kwaad t welks bestaan en omvang door de kroniek niet wordt geloochend , verkeerd aanvatten , wordt door hem in een helder licht gesteld. De eer en vooral de onaantastbaarheid der dat abdj gaan den schrjver boven alles : hj kan het niet verkroppen , dat een vreem de abt a1s Arnoldus K enninck haar als heer en meester wordt opgedrongen , hoewel hj de voortreFeljke hoedanigheden van dezen abt moet erkennen : maar zelfs de plaats, waar hj begraven wordt , vindt Resumeerende verdeelen geen genade in zjn oogen. wij dus de kroniek in de volgende deelen : lo* Van W ibrandus t0t en met Henricus l1. W olterus 1. 1192--1485. 1485--1494. 1494--1504. 1504--1507. 1507--1522. 20@ 30 @ W olterus 4O. Bernhardus 5O. Elbertus. . . . 6O. H et begin van het leven van Lambertus H elt 1522. 11 en Ilermannus l en II. Q) jjMurus aëneus'', vgl. de rocher de brollze van W ilhelm Il. DQ KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 33 Lambertus Helt en het begin van Johannes Reekamp 8O. Vervolg van Johannes Reekamp tot en met Arnoldus 1522-- :11530. Kenninck. . Hi 1530--1578. Van deze zijn ln deze uitgave heb ik, zooals ik zeidej AG 1 t0t 1522 afgedrukt j met opneming in de noten van de bjvoegsels van B. Dit handschrift heb ik verder gevolgd zoover het liep , tot + 1530. Ten slotte heb ik P. E. ten grondslag gelegd : daar het mj bj de collatie van alle handschriften met AG I W aS, gebleken dat dat handschrift het m eest met het oudste overeen kwam en dus de beste lezingen had. W aar dit dus voor het eerste gedeelte van P. E. vast- @ @ dus nO. 1 en 8 de vpornaam ste. stond j meende ik het o0k voor het tweede te kunnen onderstellen. lk heb daarbj zooveel mogeljk de varianten der andere handschriften 11 , BG I en 11 en H) : P. E. een aannemeljker lezing aall te bieden. het eerste gedeelte was de opneming van varianten natuurljk overbodig: tegenover AG I en B hebben B ij de andere handschriften geen gezag. Ook nog in een ander opzicht wjkt mjn uitgaaf Opgenomen()k(1 o0k hier bleek m enigmaal af van die van Yan H eussen en Koppius. lk heb er verklarende aanteekeningen aan toegevoegd , die de waarde der kroniek in het licht kunnen stellen. W at verduideljking opgehelderd : veel duisters mogeljk bljft n0g over ; ik betreur dat meer dan het mj genoegen doet eenige punten te hebben verklaard. Bronnen zjn waar noodig en mogeljk aangegeven. Yoor de oudste tjden heb ik de charters vermeld , waarin de abten voorkomen , t0t staving van de betrouwbaarheid van de jaartallen der kroniek : voor noodig had 9 heb ik zooveel zooveel mogeljk , want er de latere Bij dr. abten ) wier bestaan historisch voldoende en Meded. XXlII. 3 24 DE xaoxlEx vAx HE: KLOOSTER ADUARD. vaststaat, scheen mj dat onnoodig. Voor de zestiende eeuw heb ik hier en daar plaatsen van den ooggetuige Sicke Benninge aangehaald , ter kenschetsing van de waarde van de berichten der kroniek. Zooveel mj bekend was heb ik de litteratuur betrefende verschillende onderdeelen opgegeYen. De data zjn door mj opgelost. Z0o hoop ik den van de beroemdste toekomstigen geschiedschrjver abdj der Ommelanden het pad te hebben geëFend. Daarm ede wensch ik niets te kort te doen aan de vefdiensten van het boek van mr. J. NanningaUitterdjk , Geschiedenis der voormalige abdj der Bernardjnen te Aduard (Groningen 1870) , maar er is in verloop van tjd zooveel gevonden en beschreven , dat de geschiedenis der Cisterciensers kan toelichten en waaruit 00k voor Aduard veelis te putten , dat de schrjver zelf ongetwjfeld in een nieuwe uitgave veel te veranderen z0u hebben !). M aar voordat de geschiedenis kan worden gegchreven , dienen de bronnen verzameld. Een nieuwe uitgave van een der hoofdbronnen voor de géschiedenis van A duard , de kroniek , was dus noodig. Ik heb daaraan a1s bjlagen eenige onuitgegeven stukken toegevoegd en daarbj een ljst der abten , die tevens a1s inhouds- Opgave der onbekende Aduarder stukken afgedrukt. der kroniek kan dienen , benevens een ljst Verder meende ik voorloopig niet te moeten gaan , Een algemeene nalezing op Nanninga Uitterdjk was minder met den aard van deze uitgave overeen te brengen : men kan nu eenm aal niet alles in aanteekeningen aan den voet der bladzjde samenkrimpen. Z0o z0u over de bouwgeschiedenis, over den handel, 1) Het zegel der abdij, dat tegenover den titel staat , is veel beter afgebeeld in lzet Oorkondenboek vall Groningen en Drenthe, plaat IX no. Q. bE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 35 over de waterstaatsbelangen , over het wetenschappeljk leven van Aduard veel meer tezeggen zjn geweest, dan ik in de aanteekeningen heb kunnen ter sprake brengen. Toch boop ik menig punt te hebben opgehelzerd , waardoor de geschiedenis onzer beroemdeabdj, het licht van het Noorzen , ons weer meer gemeenzaam zal zjn geworden 1). mijn plicht , wanneer ik aan mijn vriend mr. J. A. Feith , rijksarchivaris in Groningen , mjn harteljken dank betuig voor den ltrachtigen steun , dien deze uitgave bj hem heeft gevonden. H . B. Het is ten slotte niet meer dan 1(ROXIEK vAx HET xluoosq'ER ADUARD 2). Anno Domini MOX0Il Nonis Junii 3), ipso videlicet plaats er op te wijzen , dat van de abdij nog verschillende voorwerpell zijll bewaard gebleven : een mis schel , een N'ijzelj de zegelstempels , een knop van een abtsstaf , een paar prachtige tegels , een stukje beeldhouwwerk in zandsteen, alles aanwezig in het Groningsch Museum , vermoedelijk een paar schilderijen in het Rijksmuseum te Amsterdam, en ten slotte een marmeren beeld uit de 15de eeuw , een mater dolorosa, die vermoedelijk in een gothieke nis bovell den illgang van de zieketlzaal heeft gestaan. Dit beeld is opgegraven ter plaatse ongeveer van het klooster en is het eigendom van pastoor Veling Smale te Den Hoorn (gem. Leens). ln het Museum te Assen is nog aanwezig een gladde zilveren ring, van binnen met het randschrift : y,sanctus Bernardus'' )misschien dus van een der abten van Aduard. De gewone titel (Vitae ac gesta abbatum qui coenobio in Adwert praefuerunt) komt Q) Noch A.G l noch B heeft een titel. alleen boven de latere handschriften vûor en is dus lliet origineel. De meeste HSS. bovendieu achter abbatum omnium '1) Het is hier wellicht de voegen nog toe, waardoor het opschrift bovendien onjuist wordt , daar de kroniek slechts tot 1578 loopt. BG l en dus ook BG 11 hebben n0g dell tweeden tltel: Tempus et occasio fundandae Abbatiae Adwerdiensis, die om dezelfde reden als de eerstgenoemde is weggelaten. 3) AG I en B hebben Julii , wat in tle jollgere HSS. verbeterd is in Jllnii. S. Bonifacius valt0P 5 Ju ni . 36 oE KRONIEK vAN HET' KLOOSTER ADPABb. Sancti Bonifacii episcopi et martyris sociorumque ejus die, fundata est abbacia in Frisia ad Sanctum Bernardum in Adwerth Monasteriensis Olaricampi secunda 1) , tricesimo octavo anno 2) post obitum Beati Bernardi. Cujus causa fundacionis fuit crebra in eodem l0c0 plurimorum nocturno tempore luminum apparitio , praesagium ut pie creditur futurorum. Quare fdeles devocione accensi pro monasterii constructione unanimiter laborarunt, sperantes 3) hoc ipsum 4) Omnipotenti Deo gratum fore , qui predictum locum tam evidenti preostendit indicio. In eo enim l0co sanctissimi viri fuerunt, ut patet in scriptis hujus diocesis-, élia loci , qui nulli labori neque sumptibus pepercerunt, ut dignum Deo habitaculum prepararent ; et cum muros erigerent, sanctos mores nequaquam dereliquerunt. Nam penuriam ipsimet sepe paciebantur , ut exinde pauperes rehcerent 5). Et infrascripti fuere abbates istius locl vel m onasterii , et hec nomina eorum secundum ordinem . SVIBRANDUS ABBAS PRlMUs. Primus siquidem abbatum dominus W ibrandusjhujus monasterii humilis et devotus pastor, cum parvo grege, videlicet XII monachis, habitavit juxta portam aquilonarem in duabus domibus, quarum una capella altera 1) Het oudste dochterklooster van Klaarkamp was Bloemkamp bij Bûlsward , gesticht in 1191. Q) AG l en B. Alle jongere halldschriften hebben : ocfavo anno wat onjuistis , daar S. Berllard in 1153 stierf. 3) AG I en B. Sperantes ontbreekt in de jongere handsclzriften BG l en 11 hebben achter fore autumantes ingevoegd. De jongere HSS. hebben h0c ipsum id potenti. ld is waarschijnlijk onjuist gelezell uit de verkorting oî voor omni. 5) AG 1. B en de jongere handschriften hebben reficerentur, wat ldatuurlijk op hetzelfde neerkomt. 4) AG I en B. DB KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 37 dormitorium fuit, que usque hodie inconcussepersistunt, in quibus utriusque sexus homines modo hospitantur , lltqllo Primllm Paupores monachos pauperes recrearent 1). quarto incepit ordo Sancte Trinitatis 2). Anno autem ejus septimo incepit ordo Praedicatorum 3). Hic itaque venerabilis pater obiit anno Domini MCCV susciperent , postea Huius sancti abbatis anno postquam prefuit X11 annis, et sepultus est in eadem capella ipso martyris 4). die Thome Oanthuariensis episcopi et ALBERTVS ABBAS sEcuxogs. Post eum rexit sanctus vir nomine dominus Albertus 5). Iste claruit miraculis et sanctissime vite fuit. Quapropter dilatavit monasterium h0c et gentem suamj multos ad conversionem6) suscipiens. Unde necessitate compulsus aliam maiorem vocatur schola. iunioresque 7) fratres, postquam in Rubea Schola 8) juxta W yndesen grammaticalibus 9) competenter essent capellam edifcavit) que Nam processu temporis illic novitii 1) AG l en B. De jongere handschriften hebben recrearentur. Bij recrearellt heeft B in een jongere lland in margine : ,,siquideln ecclesia tunc erat, ubi nunc est camera episcopi in hospitali virorunl-'' Q) 1198. De berekenillg der kroniek is dus onjuist. 3) 1Q15, door den Paus bevestigd 1216. Deze berekening is dus nog onjuister. 4) Q9 December 1205. 5) ln een cllarter van lQ September 1Ql1 , waarbij otto , van Munster, de kerk te Maarhuizell tot eeu parochiekerk komt deze abt (Aldbertus abb. as sancti Bernardi) onder de gctuigen voor. (Oorkolldenboek van Groningen en Drenthe n0. 51). 6) Conversio= monachismus (oucange), dus niet op te vatten als bisschop verheft, convers zijn. 7) AG I en B. De palaeographisch jongere handschriften hebben alle minoresque, zeer verklaarbaar. Maar van Minderbroeders is natuurlijk geen sprake. 8) De Roode School bij Winsum of liever bij Bedum , want daar lag zij dichter bij. 9) Natuurlijk Latijnsche grammatica. 38 oz KRONIEK vAN HET KLOOSTBR ADUARD. imbuti , studium in hac schola sive auditorium 1) frequentabant, artes et canones S) solemniter andientes. Unde accidit ut hic habitarent viri in omni doctrina expediti, qui totam Frisiam sua scientia illustrabantj ut patet in antiquioribus hujus loci scriptis et libris 3). Hujus abbatis anno quinto incepit ordo Minorum $). Et anno X inchoata est abbatia in Yesse 5) Oisterciensis ordinis iuxta Groningen 6). Hic abbas sanctus rexit annis Xl et mortuus est anno MCOXVI ipso die Katherine virginis 7), et sepultus cum antecessore su0 in predicta capella que nullc Episcoporum camera vulgo dicitur 8) , quorum tamen ossa in domum capitularem postmodum honorifce sunt translata. SVIGBOLDUS ABBAS TlRclvs. Post quem huic monasterio laudabiliter prefuit dominus W igboldus abbas tercius annis XXY et XI septimanis. Tempore cuius , scilicet anno D omini 1) AG I el1 B. De jongere handschriften hebbell , waarschijnlijk verleid door in hac schola j auditorio. Q) Vrte kunsten el1 kanoniek recht. 3) W ij moeten dit op het woord van den kroniekschrijver gelooven , maar zelfs de namen van deze groote mannen zijn voor 't overige onbekend. 4) Gesticht lQ09 , bevestigd door den Paus 1219, statuten bekrachtigd 1QQ3. b) AG 1 en B. De jongere handschriften hebben hier Teske. Vgl. de illleiding blz. Q. 6) AG 1. In B staat hier fn margille : yypropterea vehementer errant, qui dicunt ve1 potius somniallt Jesse esse antiquissimum monasterium ordinis Cisterciensis in Frisia et a beato Berllhardo patre nostro constructum vel visitatum-'' Deze periode is door alle andere handschriftell in den tekst stoute bewering hebben geuit, over Jesse het in de illleiding gebleken. Vgl. verder genoemde artikel vall prof. Reitsma. opgenolnen. svie de bedoelde is mij niet 7) Q5 November 1Q16. 8) AG 1. In B staat in margine: allte majus altare, wat donr alle andere handschriften is overgenomen. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 39 MCOXVIII, mare in partibus Frisie terminos egrediens, ut invenitur in dyalogo Cesarii 1) j propter irreveren- 1) Caesarius Heisterbacensis , Dialogus miraculorum , dist. YII cap. 3: y,parvt) post haec emerso tempore j anno videlicet gratiae m illesimo ducentesimo decinlo ûctavo , mare in partibus Frisiae terminos suos egrediens, multaruln provillciarum terras Occllpavit, villas delevit , ecclesias lapideas deiecit , tantam hominum extillguens m ultitudinem , ut summa centum millia transcenderet. lta exaltati sunt fluctuseius, ut turrium altitudines operire viderentur etj procella procellam impellens , generale diluvium terris minaretur. Et sicut dictum fuit Abbati nostro , cum eodem anno visitationis gratia Frisiam fluctus furentes etiam Cololliam pervenissent , postea dicetur, tantae plagae - zetenen van Osterwalda en Gha (het Goorecht), die den 8 April 1285 werdenbijgelegd (t. a. p. 110. 168). Het klooster heeft deze bezittingel), zooals uit het vervolg der krolliek blijkt , tot het einde t0e behoudell. Q) Natullrlijk de bisschop van Utrecht, waarûnder Drenthe ressorteerde. 3) Sic. Schrijflbut voor A'isitalltibus f? Ygl. echter blz. 56. 4) 14 Juni 1268. 5) Vgl. mr. J. A . Feith in Gron. Volksalmanak voor 1892, blz. Q16. (het ongesclleiden het vischrecht van Gronesbeke t0t aan het Zuid- Bijdr. en Meded. XXIII. 4 50 DE KROXIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. Hic eciam erexit crucem in choro conversorum cum maximis reliquiis , que fertur locuta ad quendam conversum , dum nimis aëigeretur, inquiens se multo maiora perpessum quam ipse pateretur in temptacionibus j ut eum ab eterna morte eriperet. Tandem ipso die Ambrosii 1) obiit anno Domini MCCLXXXVII 2). HEREBRAXDUS ZBBAS xoxvs. Quo defuncto dominus Herebrandus abbas nonus rexit quatuor annis , de qu0 nihil constat nec aliquid annotacione dignum repperitur, quamvis laudabiliter prefuisse minime dubitatur. Obiit autem anno Domini MOOXCI tertio nonis Decembris 3) et in capitulo nostro sepultus. RIPPERTUS ABBAS DEclMrs. Rippertus abbas decimus rexit uno anno minus octo septimanis. H ic vir vite venerabilis atque per omnia laudabilis fuit. Consummatusque in brevi (ut scribitur) , explevit tempora multa et intempestiva morte proposuit , que suis posteris autem altera die Mauritii sociorumque Domini MOOX0I1 preventus , plura m ente facienda reliquit. Obiit * OJVS anllo 1). Post hunc dominus 1) 4 April lQ87. Q) Den 18 Maart 1Q76 deden eenige abten en andere geestelijken uitspraak in een geschil over kerkelijke boeten en inkomsten tusschen bisschop Everhard van Munster en de vier Friesche landen &an zijn diocees. onder deze is Etggardus) de Sancto Bernardo (Oorkondenboek no. 147*1. Verder verklaren Etggardus) abbas monasterii in Aduwart en zijn klooster met den bisschop vall Munster eenig goed te hebben geruild (Q5 November 1Q81, t. a. p. 110. 155). 3) 3 December 1Q9! . 4) Q3 September lQ9Q. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 51 ALBERTUS ABBAS nxoxclxgs. Post istum vero dominus Albertus abbas undecimus prefuit tantum XlI1 septimanis. De isto fertur, quod etiam miraculis claruit portam sanavit. Schola Dei monasterio itus ejus quedam extasin rapiebatur, sicut nonnunquam cum multa secreta panderentur in visione Domini , cepit eciam sciscitare de isto domino abbate in Adwerth. Cui mox divinitus responsum est: Quid de illo interrogasj qui hodie celestibus civibus aliunctus ; nam leprosum quendam ante Preterea de eodem reperitur in scriptum, quod sanctim onialis in tempore trans- Meerhusem 1) in solebat. Oui coronam suorum recepit meritorum ? Que m0x suscipiens vidit illum in choro angelorum exultantem. Et post pusillum venit fama , et rectus corde Obisset, Januarii , h0c est altera anno qu0 suus predecessor quod dominus iste iustus scilicet decimo Kalendas die Thome apostoli eodem obierat 2). HExRlcus PRIMUS ABBAS X1I. Tunc post istum coronatum H enricus annis. H ic in regno celorum absque dubio abbas duodecimus circiter novem magnum in:rmitorium extruxit mottachorum cum capella sua et altari anno ohristi MOOXOVII. Unde hi versus sequentes parieti ejus reperiuntur inscripti : Abbas H enricus , virtutum verus amicus , H anc infrmorum fecit cellam monachorum , Ad laudem Ohristi , pia virgo, quem genuisti, Semper et ad sancti Bernardi seu Benedicti. 1) Vgl. over Schola Dei , Ihl0 en Meerhusell bovell blz. 40. Q) 03 December 1Q92. B. heeft hier in margine : jjDicitur autem quod primo fuit abbas Scholae Dei et inde electus slt''? wat door alle jongere halldschriftell is overgenomen. Suur, Geschichte der ehemaligen Klöster der Provitlz Ostfriesland , blz. 40 v1g vermeldt dezen abt ollder Ihlo niet. 4* 52 ou xltoxll:lt vwx Ilil'r xlueosrsR AtluwRo. Que quidem capella consecrata est ab antistite magnifco domino Emanuele, Dei gratia episcopo Cremonensi et comiteac juris utriusque doctore 1). Qui Emanuel procurantibus emulis propter parcialitates Italie cum amicis expulsus a civitate sua et patria , solo amore justitie exiens de terra sua, venit ad monasterium nostrum Adwerdense, tunc religione et personis potentissimum , in qu0 tribus annis humanissime tractatus est. Qui ductus ad orationem , locum sepulture baculo designavit dicens : pHec requies mea in seculum seculi, hic habitabo, quoniam elegi eam-'' Et in eodem loco sepultus est, habens petram imagine su0 insculptam h0c quoque epitaphium continentem : sllic jacet Emanuel, Dei gratia Episcopus et comes Cremonensis , juris utriusque professor , qui obiit anno Domini MCOXOYIII ipso die Remigii episcopi et confessoris 2). Cujus anima per misericordiam Dei requiescat 1) Nanninga Uitterdijk heeft (Gesch. der voormalige Bernardijnen te Aduard Q5 v1g.) reeds er op gewezen , dat nologie van Emanuel in onze kroniek geheel W igbold (1Q16 124Q) moet hij in de abdij zijn gekomell, dus op zijn laatst in IQ4Q. Hij sterft in 1298. Toch zegt de kroniek boven , dat hij ,,tribus annis'' in Aduard heeft gewoond. Waarscbijnlijk abdij der de chroin de war is. Onder moet hier triginta wordell gelezell , maar zelfs dan komt men n0g slechts tot 1Q68 : immers het sterfjaar staat Yast. Maar vanwaar dan de bepaalde mededeeling , dat hij onder Wigbold te Aduard aankwam z verwarring met de namen kan niet worden aangenomen ; in 1Q68 stierf Geyko en werd Eggardus abt , wat geen verwisseling met W igboldus kon veroorzaken. Maar aan den anderen kant moet Emanuel , z00 hij Een van votll* 1Q4Q tût 1298 i11 de abdij heeft vertoefd , na in Italië reeds bisschop te zijn geweest , zeer oud zijn geworden. Stel zij n geboortejaar op -h lQl0, dan kan hij volgens het kanoniek recht lliet voor Cremona zijn geweest , terwijl hij vôôr lQ4Q Stelt men zijn gebûortejaar + lQ00 , dall wordt alles waarschijnlijker, maar een leeftljd van -90 jaar mag men toch ook niet zon- + foio-Lsschop van in Aduard reeds was. der nadere aallwijzing aannemen. Dit punt eischt nog nader ondcrzoek. Mogelijk daagt uit Italië zelve het licht. 2) l October 1Q98. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 53 @ ln pace. Amen.'' Cujus meritis plurima miracula facta sunt etc. l). Sed redeundo ad venerabilem dominum Henricum abbatem , scire convenit quod miraculum maximum , de quo in passione Sancte Barbare legitur, scilicet quod captlt cujusdam amputatum sibi loquebatur et ad corpus beatissime Barbare repositum conûtebatur m eritis precibusque S) , dum cum duobus abbatibus - videlicet abbate ze Olarocampo et FlOridocampo - ad capitulum pergeret generale 3). Obiit altera die Albini episcopi anno Domini MO00l 1). EYBOLDUS ABBAS DECIMUS TBRTIUS. Eyboldus abbas XII post eum rexit quatunr annis 1) Vgl. over Emanuel van Cremolla Vall Heussen , Historia episcopatus Groningensis blz. 41,. Q) De zollder Heilige Barbara gold a1s schutspatrones tegen het sterven absolutie. Bovendien wordt haar passie beschreven a1s een onthoofding. Waarschijnlijk verklaren beide eigenaardigheden vereenigd het verhaal der kroniek , waaromtrent in het leven der Heilige niets is te vinden. Het is zeker onnoolig er op te wijzen , dat tle bovenstaande zin nict goed loopt: de bedoeling is echter we1 duidelijk. 3) De Friesche abten behoefden het gelleraalkapittel der orde slechts om de twee jaar bij te wonen. Zoo werd in 1198 , waarscllijnlijk wel om den verrell afstand van hun kloosters van Citeaux besloten. (y,Abbates de Frisia secundo anno ad capitulum veniant''. Statuta capituli generalis ordinis Cisterciensis bij W inter , Die Cistercienser des nordöstlichen Deutschland III , blz. Q68.) I)1 1266 werd hun zelfs toegestaan 0l'n de drie jaar om beurten te A'erschijnen , ollder voorwaarde , dat van hen minstens twee zouden opkomen. (yyA.bbatibus Frisiae conceditur auctoritate capituli generales quod tertio allno vicissim veniallt ad capitulum generale , ita tamen quod du0 ipsorum ad minus singulis annis venire personaliter non Omittant'', 1. c. lll , blz. Q31.) Alaar in 13Q'1 werden zij weer verplicht jaarlijks minstens twee abten te zenden (,,Et ideo abllatibus de Dacia et Fl'isia sub depositionis poena illjungitur ut de qualibet praedictarum provillciarum duo abbates velliallt quolibet anno ad capitulum , alioquill colltra eorum colltellturn durius procedetllr'', 1. c. lIl , blz. Q76.) 4) Q3 Juni 1301. ollder dezen abt viel dus het geschil over de erfenis van den Aduarder monllik Johannes Pluckrose voor. Ygl. Qorkondenboek N0. Q03, Q07, Q11 j Q'13. 54 o: KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. minus sex septimanis. Iste dedicari fecit altare Undecim milium virginum a domino W ydone episcopo et monacho ordinis nostrl !). Obiit autem ipso die Anthonii confessoris anno Domini MOOOV 2). EYLARDUS ABBAS X11II. Ipso vero saortuo Eylard us 1(1111 rexit 1(1(1111 annis et XXIIII septimanis. Temporibus cujus facta est fames valida per omnes inferiores terras, ita ut inopia plerique defcerent 3). Quod considerans benignus pater ollam mire m agnitudinis conQari fecit anno Domini MOOOXV, in mentaria sive legumina ne fame miserabiliter qu0 olla quotidie pulpr0 pauperibus coquebantur, interirent. In cujus rei testimonium usque hodie reservatur et multis ostenditur 4). Hic eciam erexit crucem in altari Sancti Bernardi , que m ultis claret Item dedicari fecit quod Quam dum miraculisusque in hodiernum diem. altare in in:rmitorio conversorum , aquilonem . quidem domum conversi tempore intermedio , idem abbas pergeret ad capitulum generale, infra modo translatum est in ecclesia ad 1) Guy vall Henegouwen , bisschop van Utrecht (1301-1317). Eigenaardig is , dat dit altaar door dezen bisschop en niet door dien van Munster, waaronder Aduard ressorteerde, werd gewijd. De verklaring is mogelijk in het ,,monachus nostri ordinis'' te zoeken. Bisscllop van Munster was in dezen tijd Otto lII (1301-1308). Q) 17 Januari 1305. Het is dus Eyboldus , die in 130i mede optrad als scheidsrechter in een geschil over tienden tusschen het klooster Assen en Rotger &'an Eelde, schulte van Drente. 3) Emmius vermeldt op hct jaar 1315 een groote lzongersnood , maar mogelijk alleen op grond van onze kroniek. 4) Deze ketel bevond zich in Van Heussen's tijd nog in het Heilige Geestgasthuis te Groningen , ten minste daar bevond zich een ketel , die voor den Aduarder van 1315 werd gehouden. Vgl. Historia episcopatus Groningensis blz. 31. Thans is in genoernd gasthuis , zooa1s mr. Feith mij welwillend inlichtte , geen spoor meer van een ouden ketel te vlnden. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD 55 sex ebdomades multosudore 1) fabricarunt. Negaverat autem eis licentiam edihcandi antequam pergeret j veritus magnitudinem sumptuum. Hic etiam venerabilis pater monasterium sanctimonialium in Tribus montibus 2), cum esset ordinis Sancti Benedicti et ad extremam devenisset paupertatem et desolationem , sub cura sua suscepit. Obiit anno Domini MCCCXXIX undecimo Kalendas Maii 3). FREDERICUS ABBAS QUINTVS DECIMUS. Fredericus abbas XY rexit XXl annis. Iste nobilis capitaneusj natus juxta monasterium h0c ex domo Gaykemannorum $), multas fecit elemosinas multaque instituit de numero monachorum : conversorum, famulorum et candelarum in ecclesia. M ultas reliquias exaltavit et honeste collocavit precipue in cruce deaurata, H ic dedicari fecit capellam animarum in capitulo cum altari su0 et constituit , ut ibi semper lampas ardeat. propter m ulieres Longawert 5) et Capellamque juxta portam edifcavit et pauperes , necnon capellam in in Holmis 6) et ecclesiam in Me- 1) Multo sudore is zeker aannemelijker dan nullo sudore, dat alle jongere handschriften hebben. Q) Het klooster Trimunt bij Marum. 3) Ql April 13Q9. Dcn 11 Juli 1326 regelde dominus Elardus dictus abbas in Aduwerth met eenige anderen de opvolging in het redgerschap van Huizinge. (oorkondenboek n0 300.) 4) Het geslacht Gayckema of Gaaikinga is eeuwen lang in de Ommelanden bekend. Eltetus Gaikinga komt in 1283 (Oorkondenboek van Gron. no l6Q) en 1.285 (t. a. p. no 168) iu oorkollden voor, Liudo Gaikinga in 1301 (t. a. king abt Frederik tot deze heeren p. no Ql0). In welke betrekheeft gestaan , blijkt niet , ook niet uit het door mr. H. 0. Feith uitgegeven Nobiliarium van Coenders, blz. 43. Zie verder benedell onder Elbertus. 5) Langeweer , een kwartier ten Zuiden van Aduard. (Nannillga Uitterdijk , De abdij Aduard, 34.) 6) Het refugium der abdij op het Munnekenholm te Gronillgen , waarover vgl. 1890, blz. 101 vlg. mr. J. A. Feith in den Qron. Volksalmanak voor 56 DE KRONIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. dis l). Ipse etiam fundavit anno Domini AICCOXL monasterium sanctimonialium Parve Adwerth , cujus novam ecclesiam Annam vocavit , rium nominantibus XL dies indulgenciarum Q). Fuit preterea Rome pro canonizatione Sancti Richardi nostri et Sancti Emanuelis , de quibus supra mentio facta est , sed nimietatem expensarum veritus, infecto episcopus dedicans ad Sanctam conferens omnibus sic illud monastenegocio rediit. 0ui tunc summus pontifex pro labore suo et honore brachium Sancte Margarite dedit, quod impresentarium est in Medum 3) et a Ohristi fdelibus summ a veneratione colitur. ltem eodem anno , quo idem venerabilis dominusFredericus 1),videlicet anno Domini MOOOL ipso die Felicis episcopi et martyris 5), obierunt cum eo in peste 6) Alerdus prior cum XLlIlI monachis, item conversi centum et XX. Sed numerus aliorum Qui omnes requiescant in pace. pre multitudine scribi n0n poterat. Amen 7). 1) Lagemeedcn Q) Het klooster Klein-zkduard of St. Annen lag bij tell Boer. Met Assen en Essen was dit cotlvellt het eenige Cisterciensernonnenklooster, waarvan het hoofd den titel abdis voerde. 3) Lagemeeden. 4) Abt Frederik was in 1338 cell der scheidslieden in het geschil tusschen de Friezen en de stad Groningen. (Oorkondellboek nn 354.) O0k sloot hij in 1316 een overeenkomst met Groningen oçer de verhouding van het kloosterhuis aldaar tot de stad. (0ork. bij Aduard. Vgl. t. a. p. no 385.) 5) 30 Augustus 1370. 6) Bedoeld is natuurlijk de Zwarte Dond , die in 1317 en v01- gende jaren geheel Europa teisterde. - Zie over het merkwaardige testament van Frederik , waarover de krolliek geheel zwijgt , belledell onder Elbertus. 7) Il1 B. zijn hier twee bladen illgeschoven , waarop met een alldere hand het volgende verhaal is geschreven : jjlltljus Frederici tempore tanta fuit strages Frisorum, ut etiam religiosi quoque a'd arma sumenda cogerelltur. Illa vero strages a comite Hollandiae facta cûgnoscitur , ut patet ex scriptis. Hujus quoque Frederici tempore est factum illud nobile passagium inter praelatos ac domiDE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD . 51 IIOPTATUS ABBAS XY1. Post ipsum Hoptatus abbas XY1 rexit duobus annis minus Octo septimanis. Hic Friso natus mtllta cellos tam Frisiae qualn Drenthiae, il1 qu0 sumlna pax et collcordia ftlit propter illcursum aliegenaruln gentiuln in Frisiam. genses prolnisertlnt libertatem Frisorum contra quoscullque tueri At Gronilldominos et ob hollorem Frisorum murum sllae civitatis ab Ebbinga porta illclusive Grollingellses destruxerullt funditus lleque ad turrim proximuln ad occidelltaleln partem Buttrillgae portae etiam inclusive cum ol-nnillus suis illtermediis , ut liglleus rnurus cuîn portis ligneis praeselltibus laribus apud il1 Adwert collservalltur cum sigillis terrarum Frisiae , Hullesrepararetur. Et alia pltlra collcltlsa tunc fuerullt omllibus praedictis superioribus spiritualibus et secu- Selwert. Cujus telnporis literae apud S. Bernhardum goviae, Fivelgoviae, Drentiae , Groningae, Fredewolt , Langewolt, Hummersee et octo parûchiarum. Nam et antea saepe comites Hollandiaq infesti Frisollibus) aliqualldo victores aliquando devicti fuerunt , quia et comes Gulielmus in Frisia interemptus est. llic in glacie durissima cum equo cecidit et a Frisonibus i11 uligille et fossa lutis hinc inde obtectis occiditur inermis , Hollandorum acie penitus prostrata A0 1Q55. Postea autem ao lQ7Q quidem Lotharingiae dux nomine G'othofridus pugnavit cum Frisollibus occidentalibus, assistente sibi Gulielmo Episcopo Trajectensi , et obtenta victoria cum ingenti praeda Alcmariam intravit Qt10 audito Frisii Orientales cum illgenti exercitu llovem septimallis Alcmariam obsederunt , sed Episcopo praefato evertente in subsidiuln Ducis, obsessi octo millia Frisorum et al1110 @ ItenA dux dominus ultra perierunt bello Frisiae factus est : Gothefredus utriusque vero anno postea 1276 T heodoricus llollandiae, comitis iqlorentii fllius, duo bella cum Frisonibus hyerne in glacie durissima. Il1 primo bello 40,000 , 53,000 Frisonum utriusque sexus ceciderullt , tam feminae quam viri ; postea ad tempus aliquod sub dorninio Comitum llollalldiae fuerullt usque ad allnum 1315. Tum Comes Hollalldiae W ilhelmus a Frisonibus est interemptus et i11 Florido Campo sepultus.'' Dit verhaal is natuurlijk door alle andere handschriften overgenomen. llet zonderlinge van het slot behoeft nietllat-ler il1 het licht te worden septimus Comes gessit in secundo gesteld. Dat Godfried met dell Bult (+ 1076) en bisschop Willem van Utrecht (+ 1076) il1 IQIQ gezamelijk de Westfl'iezen met succes bevechtell is cven verrassend als dat Dirk VII (+ 1Q03) in 1Q76 twee zu arc oorlogen met hen heeft gevoerd. Maar vanwaar heeft, onze krolliek deze verhalen î 0pSP0rel1. Mij is geen lk heb dat niet kunnen l-lollandsche kroniek uit de 15de eeuw - 58 oE KRONIEK vàN HET KLOOSTER ADUARD. bella cum suis conversisgessit. Qui quidem conversi tunc pauciori numero remanserant t sed et ipsi pauci libertatem Frisiae defensabant. Nam priscis temporibus fere 00 conversos atque centum semper minus un0 monachos regulariter vixisse, certa seniorum nostrorum relatiane compertum est. Contigit aliquando Groningenses prevaluisse contra conversos nostros. Unde unus conversorum indignatus in crucem impegit, que adhuc ante portam aquilonarem conservatur, et statim corruens incurrit amenciam et tertia die expiravit. ses magna Invenitur etiam, quod propriam habuerunt monetam Sed tandem nostriprevaluerunt et Groningendata pecunia nobiscum confederati sunt 1). in conventu2). Sed et rex Dacie Reynerus 3) peren aan zulke moeten wij toch wel denken , voûral omdat in dien tijd allerlei verwarde geschiedvezhalen de ronde beginnen te doen - onder de oogen gekomen , waar ketterijen als de bovengenoemde zijn te vinden Ik acht het waarschijnlijk, dat onze interpolator vroeger wel eens in een Hollandsche kroniek had gelezcn en nu uit zijn geheugen allerlei heeft neergeschreven j dat kant noch wal raakt. 1) Deze strijd el1 dit verbond met Groningen is uit andere bronllen niet nader bekend. Vgl. Nanninga Uitterdijk, blz. 40. Q) Dit is niet zeer waarschjnlijk. Vgl. Feith j Het muntrecht der Ommelanden , 8. 3) Zoowel AG I en B a1s de jongere HSS. hebben hier ,,llacie''. Van Heussen heeft daarvan waarschijnlijk ex lnera conjectura ,,rex Daniae Regnerus'' , gemaakt , welke lezing Nanninga Uitterdijk (Gesch. der abdij Aduard, blz. 40 v1g.) voor de juiste houdt, onder opmerking trouwens , dat er in dezen tijd geen koning Regner vall Denelnarken bestond. Dacia komt echter meer in de beteekenis van Denemarkell voor: vgl. Gesta Abbatum Orti Sancte Marie , uitg. door Wijbrands , blz. Q09 en dez., De abdij Bloemhof, blz. Ql6 vlg. Maar wie is dan ,,rex Daciae Reynerus'' f? In dezen tijd regeerde in Denemarken de bekende Waldemar 111. 0ok in Denemarken zelf kon men mij niet veel verder inlichten. Dr. Birket Smith , hoofdbibliothecaris der Koninklijke Bibliotheek te Kopenhagen , schreef mij : y,llie v0n Ihnem cilierte Stelle aus dem Leben des Abtes Hoptatus ist eigentlich ganz unverstândlich , weil ein König oder Prinz Regllerus il1 Dâllem ark ganz unbekannt ist ausser in dEr Sagenzeit. Quellenwerke ) Scriptores Doch habe ich in dem bekannten reruna Danicarusa sRedii aevi t. 4p. 502. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 59 cepta magnanimitatc monasterii, silvam nobis hodie Silva Monachorum fratrtlm et sanctitate hujus dedit in terrasua, que usque dicitur , et phialam argen- team nomine stlo insignitam. Sed et Hamburgenses nobiscum confederati sunt. Similiter apud portum que Staden dicitur, ubi omnes naute compelluntur exactiones dare , nostri libere et sinealiqua exactione transierunt , quemadmodum littere Stadensium , que apud n0s sunt, optime testantur 1). Obiit autem anno Domini MCCCLII quarto kalendas Junii 2). eine Notiz ùber einen s011st unbekanntell Regnerus gefunden , der iln Jahre 1367 einiges Gut an das Marienkloster in Sorö (Seeland) geschenkt hat. Kann dieser der Regnerus des Hoptatus sein f? Jedenfalls finde ich bei Sorö keine Lokalitât oder Stiftung deren Name durch Silva monachorum ûbersetzt werden könnte. Es mûsste in dânisch Murkestov oder Munkholt heissen.'' 1) Deze vrijdem van t:l te Stade voor Aduarder schepenen de verhouding tot Hamburg worden illderdaad door oorkonden toegelicht. De zaak is is het onjuist enkele der desbetrelrende stukken is gedagteekend onder zijn bestuur. Den 12 September 1312 vel.leent Borchardus, aartsbisschop van Bremen , aan het klooster Aduard vrijdom van tol te Stade (Oorkondenboek no 37Q). Wat Hamburg betreft, den Q3 April 1346 schrijft de raad dier stad aan den abt van Aduard om aan lloptatus op te nenaen: geen te dringen op bescherming der Hamburgsche kooplieden in de Friesche streken (Oork. n0 388). In hetzelfde jaar verklaren burgemeesteren en raad van Groningen , dat door ltet klooster aall den wensch van Halnburg is voldaaa (Oork. no 389). Beeds QQ April 1347 geven de rechters van het Oldambt aan Hamburg beongeveerjzooals de kroniek ze mededeelt , alleen ze in het leven van richt over genoegdoening, aan geMallgen genomen llalnburgers verleend (00rk. no 396). Den 9 Augustus van hetzelfde jaar sluiten Aduard en Hunsingoo met Hamburg een verdrag (Oork. no 400 en 401). kamp, dat Aduard Hamburger kooplieden nimmer vijalldig heeft Den Q Februari 1348 verklaart de abt vau Bloelnbehandeld, wat door den abt van Foswerd wordt bevestigd (00rk. no 405). Ten slotte sluit Hamburg den 11 Augustus 1355 met Aduard en een aantal Friesche kloosters een verdrag betrelrende de schade, in 1346 aan Hamburger schepen toegebracht (00rk. no 440). Aan de hand dezer stukken kan men zich den loop van zaken eenigszins voorstellen. Q) 29 Mei 1352. 60 DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. Tllvsoous ABBAS XYlI. Qu0 defuncto Thybodus abbas XYII rexit X1X annis j et duobus annis ante mortem sponte resignavit. Tempore cujus fuerunt in tota Frisia multa bella, unde et conversi se victores exhibebant magnanimes. M agister autem conversorum , stans ante altare et preparans audivit hostes se ad celebrandam missam , ut ornamenta adYentare , sacerdotalia exuens, animaturlls conYersos ad que pr0 libertate patrie occubuit. animosi Frisones libencius mortem libertatem amitterent aut portam processit , ibi- Fuerunt autem tunc sustinentes, quam alicui ingressum tribuissent, precipue conversi hujus monasterii , qui quingenti ad bella procedebant ex h0c quando simul congregati erant de servilem condicionem nimis plerumque monasterio , grangiis. Nam propter seviciam principum , quam antea experti fuerant , sicut invenitur in chronicis Hollandie, quod tempore Ludowici Imperatoris quidam Gothefridus , Norwegiae rex, stlbjugatis sibi Frisonibus coegit eos, ut singuli duodecimum etatis annum nacti et ultra funiculos in collis exhorrebant gererent. Sed post crudelitatem idem rex aliquos annos propter nimiam in Britannia cum omnibus ferme militibus suis prostratus bello interiit. Et Frisones per Karolum Imperatorem ab illa servili mancipacione restituti libertati l). Obiit autem iste 1) Ik heb in geen enkele Hollandsche kroniek het verhaal in dezen vorm gevondell. Beka (vgl. Buchelius , blz. 30) heeft het volgende over Godfried den Noormall : ,,Novissime vero Gotfridus Nordmannorunl Rex ad interloquendum de pace perductus et hac sequenti collditiolle Christianus electus estj ut Ghisela Lotharii Regis fllia sibi traderetur in uxûrem , insuper et Fresiensis provintia sibi daretur in dotem , quod ita factum est. Et idem Gotfridus Rex exinde Fresones sibi rebellantes redegit in vile servitutis improperium ita, quod omnes circa collum circumastrictum bajularent laqueum , ut unumquemque sine mora suspenderet , qui contra DE KROA lEK YAN IIET IILOOSTER AD U ARD . 6 1 venerabilis dominus Thybodus abbas 1) anno Domini MCCOLXXI Idibus Maii S). EIPPERTUS ABBAS ocTAvus DEeIMUS. Tunc isto defuncto annis. lste studens prefuit Rippertus abbas X XIX pacifcus Fredewolt aut parcialitates mari terraque sedavit. pacifce vivere in libertate , que antea multis annis Parisiensis 3) fuit, vir bonus , et in temporalibus satis providus : natus ex de M ydwolda. M ultas inimicicias et guerras contra conventum istum excitatus, Quare tunc tota Frisia cepit quasi continuis variisque attrita erat bellis et adversitatibus. lste pius pater multos thesauros pr0 con- Majestatem suam aliquo modo rebellare praesumeret. Sed ecce jam dictus Gotfridus Rex post quaedam annorum curricula cum illflllitis Dallis il1 Batua Deo vindicante peremptus et sanguis multorum Christi ûdelium sufflciellter ultus est.'' Ongeveer ditzelfde verhaal , waarscbijlllijk we1 uit Beka geput , vinden wij i11 de latere Hollandsche kronielten (Hollandsche Beka , Goudsch krolliekje, Clerc utell laghen landen , Johalllles a Leydis , Chronica de llollant , Chronicon Belgicum magnum) , maar ook daar niet met de eigellaardige verallderitlgen tler Aduarder kroniek , die Godfried tot eell kolling vall Noorwegetl maakt , hem onder Keizer Lodewijk dcll Vrome laat regeeren en in Britallllië doet slleuvelen. Avaarschijnlijk schreef onze mollllik llaar een slordig hatldschrift af, waardoor hij Norvegiae voor Nordtmallnorum , Ludovici voor Lotharii en Britannia voor Batua las. 1) In een charter 1Q3i) komt a1s abt lliet , dat dit charter Er kan in het van Q5 Augustus 1369 (Oorkondenboek N0. van Aduard Syalpbo voor. Men vergete evellwel slechts uit een afschrift vall 1633 bekend is. Thybodus 2) 3) Of dit juist geval komt versitatis origineel b. v. Thïabbo hebben gestaall , waarvall de verlatiniseering kan zijn. 15 Mei l 37 l . is , heb i1t niet kunnen controleeren. ln ieder naam niet voor it1 het Auctarium ziJ- 11 chartularii Uni- Parisiensis edid. H. Denifle, Aem. Chatelaill 1. Liber procuralorum nationis Anglicanae (Alemalllliae) 1333 1406 , waarill anders de namen vall tallooze Nederlanders , o. a. oolt Gronillgersj zijn te villden. 02 DE KRONIEK 5'ztx HET KLOOSTER ADUARD. ventus sui utilitatibus studiose cumulavit, cessori su0 exponendos. capitaneis et domicellis totius Frisie , prospere religiosis, ut QIIOS SIIClargifer lmmo prodigaliter dereliquit Erat autem multum dilectus omnibus successit ; siquidem h0c requirit ideoque illi timor Dei in temporalia accrescant , sicut e contrario contemptus religionis ut annihilentur et decrescant, quod luce clarius pene in omnibug religiosis quotidie cernittlr. Tandem obiit 1) anno Domini MOCCC quinto ldus Februarii 2). MENNARDUS ABBAS X1X. Post hunc Mennardus 3) annis. consilio domini Papae et aliorum episcoporum', eo quod omnes prelati Alemanie illic adesse preciperentur 1). De qu0 eciam qui aderant referebant, quod abbas XIX rexit XXl concilii Iste fuit tempore Oonstantiensis in 1) Den 18 October 13:1 geeft Rippertus ad Sanctum Bernardum in Adwerth met andere abten regels voor de waardeering van munten (Oorkondenboek N0. 593). ,,Her Rippert abbet'' oorkondt QQ September 1387, 10 Mei 1388 en Ql Maart 1389 (00rk. Ne. 775, 783, 793). Q) 3) Mennardus heet in een charter van 30 àpril l40Q j,her Menne abt . . . . des collventes van Adewart'' (Oorkondenboek N0. 1110). 4) De tegenwoordigheid 0P stanz is mij niet uit anderen hoofde gebleken. Ulrich v0n Richental vermeldt hem in zijn Chronik des Constanzer Concils (hrsg. von M. R. Buck. Bibl. des litt. Vereins v0n Stuttgart Ne. 158) niet, hoewel daar de aanwezige abtell op blz. l1Q vlg. opgesomd staall. Het is echter de vraag, of Ulrich volledig is ; hij zelf zegt op blz. Ql4: ,,Und hett ich darinu iilltz vergessen , das so1 mall miner unwissenhait zulegen und miner vergessung-'' 0ok bij Finke , Forschungen und Quellen zur Geschichte êes Konstantzer Konzils , en in de door dezen uitgegeven Acta concilii Constanciensis (waarvan dl. I verschenen is) zocht ik onzen abt te vergeefs. Maar daarom behoeft llet bericht onzer kroniek niet te worden betwijfeld. Er van Menllardus het concilie van Conwaren zoovele duizenden te Constanz, 9 Febl'uari 1400. dat een abt van Aduard DE KRONIEK YAN HET KLOO3TER ADKARD. 23 n0n erat ei similis in toto concilioin stature elegancia, formositate , eloquentia vocisque sonoritate ; habuit namque vocem tubalem resonantem dum loqueretur. Habuit nihilominus sermonem coram omnibus, quia fuit vir doctus et litteratura reverentiam suam summus pontifex episcopalia sibi concessit insignia, quibus tamen uti noluit ulla precum instancia in tota vita sua. Fuit proinde multum largus atque dapsilis. Et cum frequenter ac libenter in civiiate Groningensi moraretur, ibidem in pestilencia obiit anna Domini MOCCOXXI 30 kalendas Augusti. 1) magnlls. Quare ad SACHERUS ABBAS vlcEslMus. Et huic domino Mennardo successit Sacherus abbas XX. Hic rexit duobus annis et XVIII septimanis. Qui cum venisset ad episcopum Monasteriensem Q), licht vergeten k0n worden. Daarentegen was voor een reis een zaak van gewicht , waarvan mell aanteekening hield en die in het geheugen bleef. 1) 30 Juli 1iQl . Het is weer opmerkelijk , dat onze kroniek met geen woûrd meldillg maakt A'an het geweldj klooster heeft blootgestaan. (Vg1. Bijlage 111..) Q) De Munstersche bisschop, wien hier het misdrijf der simonie Avardt waaraan in 1417 het aangewreven , is Otto IV van lloya (l39Q- t4Q4). Er zijn evenwel omstandigheden , die het aannemelijk maken , dat onze kroniek hier zich of vergist of schromelijk overdrijft. W ant juist voor dezen prelaat heeft de Munstersche bisschopskroniek veel lof. van hem : venerandus diocesim invenerat het klooster zulk Zij zegt pater angustatam , castra et cetel'a bona ecclesie pr0 maiori parte obligata et inpigllorata. Que omnia collegit et reunivit ac mxgniflce dilatavit. Jnsuper quam strenue quamque viriliter et gloriose rexit , et quomodo Octavianuln Augustum in terra sua faciendo pacem imitatus est , patebit in sequelltibus-'' Vgl. Die Mûnsterschen Chroniken des Mittelalters hrsg. v0n J. Ficker (Die Geschichtsquellen des Bisthums Mûnster 1) , 78. Nu kan Otto juist voor het inlossen van verpande goederen veel geld noodig hebben gehad en daardoor den l'ijlten abt van Aduard wat hebben geknepen. Maar vreemd is het dan , Iste 6 1 D 14 11 R 0 ; 1 E1t YA N 11 ET lf 1a O i')S 13 1'2R A DU A1t D . petens humiliter (ut ordinis est 1) ) benedictioneln, respondit episcopus , nisi tantum daret quantum prezecessor suus dominus Mennardus dederat (centum videlicet scuta modum in annalibus Philippi regis Francorum , quemadrepperit) j minime obtineret. Respondit Sacherus : rEt nunc asscribatis quod venit unus , qui penitus nihil dare voluit-'' Et sic absque episcopali benedictione recessit. Postea tamen perrexit ad episcopum Osanaburgensem, a qu0 facile impetravit quod alter symoniace dare voluit. Fuit autem studens Coloniensis 2) , dictator et scriptor egregius , in omni pene instrumento musicali psallere sciens , letus et bonus conviva , temporalis nihil. Quapropter monasterium h0c ad extremam pervenit paupertatem , ita ut fratres in refectorio serum ve1 lac acidum biberent dat Sacherus zich daarna heeft gewend t0t den bisschpp van Osnabriick , die hem zônder llazwaar pro Deo wijdde; want in dezeu tijd was doze stoel bezet door denzelfden Otto van Hoya , tevens bisschop van Munster (14l0-14Ql). Vgl. t. a. p. blz. 85: ,ylpse preterea ordinavit seu procuravit, quod Henricus de Holsacia in Osnaburgensem electus est episcopumj post cujus renunciacionem ipsam Osnabllrgensem ecclesiam a papa in commenda ad vitam habuit.'' Mell zotl kunnen vragen , of soms ook Otto's opvolger als bisschop van Osnabrùck , Johan lII van Diepholt (l4Q4-l407) , kan zijn bedoeld , maar daartegell kan worden opgemerkt , dat Sacherus na Otto's dood dan nog waarschijnlijker diens opvolger a1s van Hendrik 11 van bisschop Munster , Meurs (14Q4-l450) om de wijding zou hebben gevraagd. 1) Een voorbeeld van een abt , die door een anderen bisschpp dan dien , Mariengaarde, die in lQ40 door den bisscllop van Minden werd gewijd , maar - een belangrijk verschil met Sacherus - met diswaaronder hij ressorteert , wordt gewijd , is Ethelyer van pensatie van den bisschop van Utrecht. (Wijbrands, De abdij Bloernhof , 39, Q) De Sacherus noot). waarheid van dit bericht heb ik niet kunnen controleeren. komt echter niet voor in : Die Matrikel der Universitât Köln , 1389- 1559 , bearbeitet von H. Keussen I , 1389- 1466 , waarin overigens talrijke Nederlanders zijn te vinden. Maar de registers zijn onvolledig en beginnen eerst met 1389 ; mogelijk ook heef't Sacherus zich lliet Iatell illschrijvell. bll KROXIEK YAN HET KLOOSTER ADUAItD. U5 pro cervisia , butirumque eis. Contigit aliquando, ut cum quibusdam honestis viris hospitibus deambularetper mgnasterium, ostendens mirabilem structuram hujus monasterii atque antiquorum labores , tunc unus illorum ceteris sapientior dixit ei : sDomine abbas , ad vestram profecto varios confusionem hec nobis ostenditis ; cunl patres hec in paupertate tam sumptuose fundaverint , v0s autem sinitis constructa cadere et n0n potestis in vestri ristino vigore retinere.'' Hec P pauca sqëciant: nam plura supersunt, que n0n edifcant. Obiit XVI kalendas Januarii anno Domini 1423.1). et alia cibaria meciebantur RooolzplTus ABBAS XXI. Et isto defuncto prefait dominus Rodolphus cognomento Yriese de Groningen abbas XXI 2) , qui rexit XXVI annis et una septimana. Vir pulchra facie et j ut fertur, venusto aspectu ; sed hec gratia vana est, nisi etiam virtutibus adornetur. Idcirco pauca ejus facta subnectimus, quatinus prudens lector ex parvis magna conjiciens , facile intelligat , quanti boni causa et origo fuerit , qui hoc monasterium primo reformavit , quoniam , ut supra dictum est : cum monasterium nostrum ad extremam venisset paupertatem, n0n 3) tam in temporalibus quam in spiritualibus 1) Letterlijk is dit 17 December met den duur van Sacherus' bestuur dat 14Q3 is bedoeld. Q) ln 1469 was Albertus Vriese secretaris der stad Groningell (Reg. die in eell charter van 1455 voorkomt (t. a. p. 1455 N0. Q) , tot dezelfde familie. Bj gezet onderzoek in het Groningsche archief zouden ongetwijfeld nog meer Vriesen voor den dag komen; hier volsta de mededeeling, dat het een bekend Groningsch geslacht was. 3) N0n ontbreekt in de jongere handschriften. AG l en B hebbcll het t'chter beide, waarom ik llet heb laten staall. llet ïs Al-ch. Groll. 1169 N*. Q9). Mogelijk behoort o0k Clawes Vrese , Bijdr. en Meded. XXIII. a l4QQ , maar door vergelijkillg (Q jaar en 18 weken) blijkt, 66 DE KRONIEK VAN HET KLQOSTER ADVARD. et etiam defectu personarum , sane omnia per ipsum reformata sunt. 0 virum vere laudibus extollendum , im mo omni veneratione dignissim um , qui n0n solum presentibus , verum etiam posteritati prodesse voluit ! Hic anno Domini MCCOOXXXIII consecrari fecit altare Sancti Anthonii. Capellam juxta portam noviter reedifcavit. Turrim ecclesie a fundamento ligneo usque ad summum erexit. Aqueductum construxit. Tectum totius dormitorii et bibliothece petris contexit. Et multa edifcia turpiter restauravit. Postremo colapsa n0n sine magno labore anno Domini MCOCOXLIX ipso Sanctorum lnnocentium 1) sub prima missa obdormivit in Domino , habens lapidem baculo pastorali insignitum sepulchro su0 superpositum . HExRIcUs szcuxous ABBAS XXII. Uui successit dominus Henricus de Rees 2) abbas X Xll, qui laudabiliter rexit X XXYI annis minus aannemeljker dat het later geschrapty dan dat het in de oudere handschriftelh ingevoegd is. We1 was toch de abdij , gelijk uit het voorgaallde blijkt , vervallen ,,in temporalibus'', maar een kloosterreformatie betrof toch meer den toestand ,,in spiritualibus.'' 1) Q8 December 1449. Q) Ik wees er il1 de mededeelt omtrent den illleiding op, dat de kroniek zoo weinig geestelijken bloei der abdij. llet kenmerkendst is we1 de schrale behandeling van het bestuur vall Hendrik val) Recs. Dat was de tijd j toen Wessel Gansfort zicb daar wiells naam zelfs bevûnd , door de kroniek noemd. Als niet wordt getegellhanger van onze kroniek schrijf ik hier een gedeelte Groningschen pater Goswinus van Halen , ,,olim W esseli famulus'' , aan Albertus Hardenberg d. d. die Clementis (:3 November) 15Q8 : l,Deinde gratulor tibi etiam et toti monasterio Adwerdensi , cui spero hollori eris , et pristinam erllditionem per te ac tui similes restitui. Novi en aanvulling tegelijk af van den brief van den Adwerdam ante annos quadraginta, et eo plures : tufn doctum virum si quaesivisses , hunc in Adwert invenisses , aut alibi nusqllam ik1 tota Phrisia. Erat ea tempestate Adwert non tam monasteriuln , quam academia, Horum mihi testes essent, si superessent, bE KRONIEK YAN 11E'1' I(LO0S'1'Elt ADPAR D. 67 un0 mense et multa reformavit in temporalibus et spiritualibus. Fuit sûbrius , cantor egregius , largus Rodolphus Agricola , W esselus Grpningensis , Guilhelmus Fredericlls , pastor , Joannes Oestendorpius , qui adhuc superest j canonicus Daventriensis et idem praeceptor meus , Rodolphus Langius Mollasteriensis, Paulus Pelantinus , Alexander llegius, ibidem praeceptor meus , Joannes Canter Groningensis , pater Jacobi Canter poetae laureati , Lambertus Frylingus Gronillgensis , et quem pelle praeterieram, eques auratus Ollno ab Ewsum, itèm Arnaldus Hildesimensis, et alii , qui totos hebdomadas ne dicam menses, il1 Adwert diversari soliti sullt : ut :el audirellt vel digcerent , unde et doctiores et meliores quotidie efûcerentur. Quid dicam de llunquam satis laudato Patre Hellrico a Rees î Cujus pectus nihil aliud fuit quam armarium Spiritus Sancti et divinarum literarum; cujus omnis sermo doctrillam et Spiritus Sancti suavitatem spirabat , ut saepenumero ex praedecessore meo , Joanne a Veteri Ecclesia, audivi. Verum quorsum haec? Ut laudentur, quorum nomina sullt in libro vitae. Neque etiam a me laudati sunt illi viri , sed mirati sullt a me , et a longe sequens libenter eorum vestigia exosculor. Deus bone, quantus amicus mihi fuit , qui alioqui nihil sum , Arnoldus Grijp, Bernhardus de Doesborch, postea Abbas , Henricus Edammis, longe majoris eruditionis quam credebatur, et Rodolphus Hilbrandus alias Boleus , cui infinita negotia ademerunt ut non omnium esset doctissimus î ls cum mortem suum obiret , arbitrabar fore, ut nullum inquam talem amicum in Adwert adsequerer.'' (M. W esseli Gallsfortii . . . . Opera. Groningae 1611, in de ongepagineerde Vita Wesseli Groningensis collscripta ab Alberto Hardenbergo ) ln een anderen brief zegt Goswinus : quod fui cum praedecessore meo brandi, qui tum post pl'andium toturn conventum fecit in âbbatiam convenire et di/erre fere ad horam pulsam ad vesperas. Spero knni fere quadraginta sunt , Adwert , tempore W olteri llilme ante mortem semel adhuc Adwert ita visurum 1si Domino placet . . . . . Emi ante annos aliquot haec ab Antonio , ûlio Antonii Liberi Susatensis. Hunc Adwertellses suis sumtibus aluerunt in Universitatibus . . . .'' Verder vertelt Ilardenberg omtrent W essels verblijf te Aduard: jjvenit Adwerdiam famatissimus quidam Doctor Parisiensis. Nomen non certo teneoj puto tamen Martinum fuisse adpellatum. Cepit in mensa Abbatis , Henrichi Reess , multa mox interrogare, dum omnes cibum sumerunt. W esselus nillil respondebat: ûebat magna exspectatio omnium : putabatur, nihil esse quûd placet, responderet. Facto prandio dixit W esselus : ,yNullc , si quid oppone-'' Opposuit ille multa ; sed talia a W esselo accepit responsa , ut Doctor ille de mensa desiliret et abiecto bireto inque illud genibus procumbens , su0 , admirallundus dixit : ,,Aut tu alter 5* 68 ol xaoxlEx vAx HET KLOOSTER ADUARD. elemosinarum distributor , et studiosus predicator egregius. Dominus quix e dederat sibi linguam erues Alanus , aut Angelus de coelo, aut aliud quod dicere nolo. Benedictus Deus , n0n sum fraudatus a desiderio me0 : non frustra te quaesivi: non frustra Magistrum contradictionis et admirati sullt et oderunt Sorbonistae-'' Mallsit ille ad tempus cum eo fere ad exemplum Reginae Austri; retulit justa ad quaestiones suas responsa. Haec narravit mihi , qui vidit et audivit , Andreas Munterusr Philosophus Stoicus ldwerdie. Habet Ordo Cisterciellsis librum Dialogorum Cesarii , valde ineptum , qui in coenobiis ejusdem Ordinis solebat ad maensa:a parum ridebat. staret sacras literas et Bernhardi devotalia Frafribug proponi : nam hec preter ineptiam etiam multa periculosa continent-'' Solebat autem W esselus mensae Fratrum libenter interesse, quae nunquam est sine lectione sacrarum literarum , aut aliorum scriptorum. Adwerdiae autem post illam admonitionem cepit contemni Caesarius et jam omnino obsoletus est . . . . . Semper die Caenae Dominicae legi : nam novitas delectabat monachos âd illum auscultabat W esselus peritos. et subinde suave Rogatus causam , dicebat: ,,llideo crassa mendacia ; praein coetu Fratrum vesperi pro collatione, ut illi vocant, legebat sermonem Domini in coena habitum , a capite Jûannis 13 usque ad l8. Sed cum senex esset et alioqqi male videret , aberrabat frequenter a textu, ut a monachis rideretur. Hebraica plerumque legebat , idque edita voce, ut monachi quasi stupentes et admirabundi ad voces igllotas auscultarellt. Qua de re Joannes Gallus, quem de Valeta vocabamus , mihi frequenter narrabat. Exponebat junioribus Fratribus àdwerdiae Psalterium, conquerebaturque , translatiollem vulgarem nimium esse obscuram. Et mox , ut Fratres aliquid interrogabant, jussit adferri Hebraïcum codicem , ex quo et Fratrum quaestiollibus respondebat et multa alia erudite explanabat. Erat autem Adwerdiae quasi academia quaedam , ad quam nobiles et docti ex tota Phrisia turmatim accurrebant; et multa multorum A'estigia meo tempore exstabant, fortasse adlluc exstant, qnae nolim perire propter coenobii celebritatem et W esseli gloriam in Deo. Conabatur restituere veterem illam Scholam Adwerdensem, in quam soleballt totius Phrisiae studiosi recipi. Erant scholae duae: altera erat intra septa coellobii , quae nunc est domus sartoria et adhuc scholae nomell retinet. I11 ea adolescentes instituebantur primis literarum rudimentiq. Beduln , professores, qui juventutem in Philosophia et Sacris literis erudiebant. Allnales Adwerdeypses dicullt ibi una aliquando aestate ad llonagillta studiosos cum aliquot magistris esse mortuos. Ad illam scholam pertineballt omnes coloni j quos nunc veBtiarius Adwer- Altera erat ad pagum quae hodieque Rubra Schola vocatur. In ea docti erant DE KRONIEK YAN H&r KLOOSTER ADUARD. 69 ditam , ut sciret quem debebat proferre sermonem . Pomerium abbatiale extruxit ; ab altera parte monasterium muro circumdedit, quem quidem murum Groningenses jan) penitus everterunt l). Duas piscaturas eflbdit. Agros et predia multa comparavit. Et tamen semper erat plus spiritualibus intentus quam temporalibus S). Erexit preterea in maiori ecclesia tria altaria, scilicet Trium Regum , Anne et Eligii. Ecclesiam eciam intus renovavit et desuper tectum induxit. Unde hi versus in laudem ejus in eadem ecclesia scripti sunt, quos temporis supprior : fecit dominus Arnoldus Grjp, tunc Luminis hoc templum stat nobiliter renovatum , Yirgineum claro post partum scilicèt anno MCCOO quater semel L septenaque lustra gerente, Sub domino Henrico de Rees, abbate benigno. Huic pater insignis claustro qui pluribus Prefuit , haut aliter radians quam stella annis valenter, integrum : sed impediebatllr a quibusdam , cum mortuus esset Henricus abbasj qui Svesseli conatum adjuverat. Praelegerat in illa schola Richardua de Busto , homo doctissimus , cujus il1 bibliotheca Adwerdensi multa praeclara scripta adservabantur meo tempore: llam scripsit iu omni genere doctrinae et philosophiae. Erat et Emanuel episcopus Cremonensis ibi professor aliquando, homo doctus et nobilis familia : nam comes natus erat. Sed propter seditiones ltalicas profugit et Adwerdiam intravit, ubi supra triginta aklnos vixit. Ingressus pulcherrimum templum Adwerdensej et pedo episcopali , quod mallu gerebat, solum feriells clamabat : yyllec requies mea.'' De llauwlettellde lezer van ollze kroniek zal hebben opgemerkt , dat Hardenberg het laatste gedeelte van zijn verhaal daaruit heeft geput , een bewijs te meer, dat de kroniek ongeveer l5Q0 reeds als zoodanig bestolld. het korte berichty door gedeeld in den Gron. Volksalmanak , 1899, blz. 66. Ygl. llog over W essels verblijf te âduard dr. J. B. Kan uit ecn W eener IIS. mede- 1) De jongere handschriften hebben hier contiverunt of conterunt , wat palaeographisch wel te verklaren , maar natuurlijk onjuist is. Q) De jongere handschriften hebben hier corporalibus. densis habet. Eas Wesselus conabatur restituere in 70 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. Non gecus ac cedrus vel in alto monte Tum sermone potens , tum vir pietate Tum fama redolens , tum digna laude quiescens, Quem favor Excelsi iubeat nunc luce foveri , Perpetua summique frui dulcedine regni l). cupregsus, refulgens , Hic itaque venerabilis pater, cernens sibi mortem pre foribus stare , advocato domino abbate de Olarocampo sponte coram cunctis dignitatem resignavit , ut et ipsius consilio bonum et idoneum sibi fratres eligerent successorem. Quibus peractis tres septimanas supervixit et felicem (ut speramus) resolutus est in mortem. Cujus corpus in sarcophago lapideo positum , domus capitularis m edio requiescit in pace. Obiit autem altera die Andree Apostoli anno currente LXXXY 2). W olzTsRvs pBlMus Assws XXIII. Post ipsum W olterus abbas X XlI1, ex Drenthia oriundus, septimanis taln in temporalibus quam spiritualibus huic monasterio novem annis minusquinque laudabiliter prefuit. Vir vite profecto venerabilis et magni consilii , vehemens zelator ordinis , humilis , sobrius , nulla curiositate notabilis ac pr0 monasteriorum reformatione 3) Hic eciam ampliavit possessiones nostras. pauperum laborator indefessus. Novam 1) De dichter van dit student in het album der Grjp profess. in Aedwaert. Vgl. Keussen , Die Matrikel 435. Grijp is de eenige , abdij Aduard is te vinden. Q) l December f 485. Hier eindigde 3) De jongere Blijkbaar was reformatione in hull en verstond mell het eigenaardige oorspronkelijk de kroniek. halldschriften hebben hier utilitate of sustentatione. origineel onduidelijk geworden begrip reformatio niet meer, vers , Arnoldus Grijp , werd in 1454 als Keulsche Universiteit ingeschreven : Arn. o. Cist., d. Mon-, art-; i, et s. Juli Q7. der Universitât Köln 1389 1566. I , die in het register als afkomstig uit de DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 71 coquinam conventus extrtlxit. ecclesia , alterum in Nigra Novam eciam capellam in grangia nostra juxta Roden Infernus dicebatur, (in l0c0 qui nunc autem Paradisus l)) edifcavit. Et alia quam plurima, que brevitatis gratia sunt omissa 2). Obiit autem anno etatis sue LVI, anno vero Domini M CCCOXCIIII ipso die gloriosi Hieronimi 3), sepultus sub lapide nomine suo intitulato juxta predecessorem suum, cum qu0 idem, dum viveret , cor erat unum et anima una in Domino, Duo altaria ) unum in Oamera consecrari fecit. ut collateralis et vicina Christi antea conjunxerat , Amen. sepultura uniret quos amor qui est benedictus in secula. W OLTERUS sEcuNous ABBAS XXIIII. Mnrtuo isto successit secundus W olterus de Rees abkas XXI11I. Rexit quinque annis et 1111 mensibus. Tempore cujus, videlicet anno Domini M.COO.XCVll1 tercia feria Pasche, que erat ipso Georgii die 1), venit Nythardu: Fouyx 5) cum garda germanica sive cum 1) Het Huis de Helle tusschen Leek en Rodell komt nog in lb5Q als zoodanig voor (Reg. Gron. Arch. 1552 no Q5). In de l7de eeuw heet het nog in de rekenillg der kloostergoederen Adwerderllelle of Roder llelle. Het is dus eell monnikenaardigheid het a1s Paradisus o:n te doopen. Q) Deze zin ontbreekt in de jûngere IISS.; in P. E. en AG. 11 naet debijvoeging : hicest lacuna. 3) 30 September 1494. 4) Q3 April 1498. 5) Na eellige jaren strijds had koopers in 1495 zoo goed a1s geheel weldra keerde de kans. De Groningen met behulp der Vet- Friesland Onderworpell. Maar Schieringers boden Albrecht van Saksen de opperheerschappjaan , die deze afsloeg : maar hij zond zijll bendehoofd Neithard Fuchs met, gers. Met behulp van deze gelukte het de in 1497 uit Friesland terug te haald, vervolgt Benninge : ,,ltem i11 las Paeschedags dell 15. dagh Aprilis; des Dinghsdaeghs in den eenige duizenden woeste krij- Schieringers de Groningers drijven. A1s hij dat heeft ver- 't Jaer ons Ileeren MCCCCXCVIII 72 PE KRONIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. tumultuariis mililibus multis, quiplurima damna nostro ut summa Octo monasterio intulerunt, milia dorenorum Renensium excederet. Sed ne gerent, XXXII milibus :orenorum receptis a Groningensibus et eorum subditis placati sunt. Et nona tandem post ingressum hujus monasterii die via qua venerant redierunt cum preda magna. Nec mirum ; nam idem Fouyx , caput et ductor omnium aliorum satellitum , quemadmodum ipsemet fatebatur , nocte preterita adea exterritus fuerat, ut amodo manere in monasterio minime auderet. Imago etenim beati Bernardi juxta altare ipsius in ecclesia admodum plura mala continselfde Paeschen Heilige dagen qualn d0e die selfte Nittert Focx ofte Jr. Focx mitten hoop vall den knechten omtrent 4000 vremde knechten van overlallsche en Nederlansche knechtenj de soo lange il1 W esterland hadden geleegen , en toogh hïr in Groninger gebiede over Gereskesbrugge, en deeden aldaer onmanierlijcken schaden en veele quaedes en geweldes, vermits rooven , barnell j vangen en doodslaen booven recht en reeden , sonder ontseggen liggen in Aduart . . . . en des Saterdags toe Paeschachten zanden de Gr0- ningers en Prelaten en Hovelingen der ommelanden in Groningen gebeeden mit deesen selste Capiteinen el1 knechtenj soodat se wedèr solden ruimen uit Groninger verbund, en doen daer geenen naeer schaden, en wat se geroovet en gevangen bij em hadden, soldense naoogen naeedenelnen en solden ena daerenboven geven 33 dusent rinsgulden; daerop ruimeden sij , en daervoor wort em gijsele gesat . . . . dat men em de voorgenoemde summa van penningen binnen acht dagen solde betalen ; binnen de vergelloemde termijll en tijdt booven der soene voerden se de voergenoemde gijselaers uit Aduart t0e Doccum , en daer wort em 0er geld betaelt . . . . en alsoo reyseden se omtrent 0ns Heeren Heemelvaertsdach uiten lande nae den Hartog van Geller, dese doe alle weder int solt narn.'' Het verhaal van den tijdgenoot Benninge komt dus ongeveer met dat vau onze kroniek overeen ; er kan in het getal Bijllsche gtlldens bij den een of den ander een schrijflbut zitten. Alleen onze kroniek kent het wonder, waardoor Fuchs de abdij heeft ontruimd. Het moge waar zijn , dat het zweet van den H. Bernard heln tot den aftocht heeft bewogen , de 32.000 Rijnsche guldens zullen hun uitwerking ook wel niet hebben gemist. Vermoedelijk heeft de rllwe krijger meer voor dit laatste motief gevoeld. (Brouerius , Analecta, blz. Q3 v1g.) DE IVRONIEIV YAN HET KLOOSTER ADUARD. 73 miraculose sudasse visa est , sicut a veridicis hoc ipsum videntibus et sudorem extergentibus audivimus. De quo nulli dubium, quin permaxime loco su0 condoluit , in qu0 tam dissimiles fratres tunc temporis habuit. ltem anno sequenti ipso die M arie M agdalene 1) occurrerunt idem Groningenses armato milite eidem in Kroepswolda, ubi interfectus est cum trecentis electis viris , qui cum ipso venerant 2) , et facta est letitia magna in populo. Fuit autem venerabilis pater 1) QQ Juli 1499. Q) Inmiddels nam llbrecht de heerschappij over Friesland aan , waar hij werd gehuldigd. Maar de strijd , thans tegen den vreemden heer, duurde voort. Etlzard van Oost-Friesland sloot zich bij Albrecht aan. Fuchs kwam weer ill Saksischen dienst. Benninge verhaaltop deze wijze zijn uitelnde : ,,0p St. Maria Magdalenen dagh Anno 99, soo quam Nittert Focx, des Hartog van Sassen opperste Hovetman, uit Leeuwarden, ontrent Q50 starck, mit drie karbussen el1 uitgelesen overlantsche krijgesknechten, door dat lant van Drente t0e Croppeswolde tlpe, el1 wolde bij den Grave wesen il1 den Dam ; dat worden de van Gronnungen wijs , ende leeten haestelijck oer schutten en knechten vallell in torfschuiten , en voerell haestelijcken nae Wolde, en een deel liepen toe voete , een deel t0e peerde, el1 Jr. Focx de loysde ellde teerde int llof t0e Colham ; en de Gro11- ningers treeden in den Oordell Onse Leve Vl'ouwe Laene lallges , voorbij de Roode poorte na dell Ham ; en als Focx deu Gronnillgers sagh mit oer fanekens, sette he sijn volck il1 den orden , en quam em toe moete , ez1 sloegen sich koenelyckelà ollder malkanderen ; el1 de Groningers hildent velt , en versloegen' Jr. Focx daer doot , en daer t0e doodt van sijnell volcke omtrent dartich , ell villgell omtrent 1Q5, s0o datter omtrellt bleeven toesaemen anderhalf hondert gevangen en geslaegen ; en de ander ontliepell in 't meer na Broecke en int holt ; en daer wort een goet man mede gevangen vall dell Grave Hooftluiden , geheeten Fictoor Freese , de lange sat * . gevangen il1 Poelpoorte , ende wort gerantsonneert op twaell hondert goltgl.; e11 de Grollningers brochten de drie karbussell mede toe Gronllillgen , el1 brochtell Jr. Focx doot mede in de stadt , el1 wort ter Minnebroederen i1I de kercke begraven bij des Hilligelz Cruys olter; en dit was dese Focx, de des jaers te voren nlitten vremdell knechtell in Aduart was , en dat gewelt daer dede . . . .'' (t. a. p. blz. 3Q vlg.) 7gl. 0ak het grafschrift vall Fuchs bij Sïbe Jarichs , t. a. p1. blz. 451 el1 T. A. Romein , Nittelt Fox , in den Qrol). Yolksalmanak voor 1839 , blz. 40 vlg. 74 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. iste, forma egregius, maturus diocriter eruditus , scd in pertus. sectis abbatie Unde fenestras lapidibus reparavit. cum fenestris suis renovari fecit. moribus , litteratura metemporalibus maxime exper claustrum mnnasterii Aulam etiam australem Fecisset nihilominus et alia, si licuisset pre valetudine. Nam a principio regiminis sui usque ad Enem vite adversa crurium valetudine laboravit , illud sepe commemorans : rllic ure, hic seca, ut in eternum parcas-'' Obiit altera die Scolastice virginis anno Domini M. quingentesima 1), sub lapide nomine suo intitulato sepultus. HERMAXXUS ABBAS XXY. Post ipsum anno Domini M Q) quingentesimo ipso die Petri ad cathedram electus 3) est Hermannus de Yredenj vir honeste vite , morigeratus et zelator 0rdinis eximius. Quapropter a quibusdam minus dilectusj resignavit abbacialem dignitatem in presencia omnium abbatum Frisie ordinis nostri , servata sibi annuali pensione, postquam (quatuor) annis et tribus septimanis sollicite prefuit. Item anno ejus primo Albertusj illustris dux Saxonie, obsedit magno ningen octo septimanis 1). Et tandem facta inter eos treuga discessit et parvo post tempore in Emedam usque deveniens, e xercitu civitatena (lrodiem clausit extremum 5). Anno 1) 11 Februari 1500. Q) QQ Februari 1500. 3) Heussen en Koppius hebben 4) De jongere HSS. hebben llier et tandem facta enz. 5) Na in Friesland te zijn gehuldigd , trachtte Xlbrecht ook Gronillgell te onderwerpell. Benninge verhaalt : ,,AIs hie des Vrieslanden dus weldigen was, keerde hy weder nae Gronningen en ginck liggen il1 Aduart , en leet al sijn gereetschap van oorloge mit scheepen naekoomen op 't Reitdiep en op St. Peter Vinckelsdagh, de doe op een Saterdagh was, so quam he voor Grollllingen en beleede de stadt'' enz. ??A1s de Hartoge Gronninyen dus belecht hier evectus (!) eenvoudig : obsedit Gronlngen DE KRONIEK VAN HET KIZOOSTER ADUARD. 15 istius abbatis Virginis in cum tribus pletorium de devotîus quarto appensa est imago beate Marie medio chori , ante cujus imaginem lampas cereis jugiter dependens semper ad com- Domina 1) accenditur, ut fratres tanto postmodum Salve regina decantent. Yixit autem iste venerabilis pater post resignationem suam annis XII et duobus quasi mensibus in omni humilitate et intima cordis devotione , de nullo se introm ittens acsi ultim us fuisset in congregatione, soli De0 et sibi vacans. Pr0 cujus S) amore decretum electionîs suae annualemque pensionem resignavit, volens pauper mori monachus , quod et factum est anno D om ini M quingentesimo sexto decimo in profesto Silvestri pape 3). Oujus corpus in capitulo nostro sepultum est ad australem partem 4). BERXARDUS PRIMUS ABBAS XXVI. Post resignationem domini Hermanni abbatis prefuit Bernardus abbas, de Groningen oriundus, tantum un0 anno minus quinque septimanis , cujus corpus in capitulo jacet sepultttm cum predecessoribus suis. hadde en op den voorbenoemden Saterdach voor de stadt quam , des Dinghsdages daernae quam de Bisschop van Utrecht . . . . in Aduart m it de Ridderschap en Statell des Landes en Raden der drie steden Overijsele . . . . om peys en vreede te maeckell; en daer wort vau den Bisschop met sijnen hoogen raede alsoo in verarbeit, s0o datter toe daege en stonde ter vrientschap tusschen de Hartoge en de stadt geset wordt . . . . en des Vryedages voor S. Bartholomeus en daarnae wordt de soene in schriften overgegeven onder zegull en brieve naebescllreeven'' (volgt het verdrag). (Brouerius , Analecla , blz. 49 vlg.) 1) De jengere HSS. hebben ten onrechte Domino. Q) De jollgere HSS. hebben hier prossus amore , een te verklaren leesfout. palaeographisch 3) 30 December 1516. 4) Van dezen Hermanllus bezitten wij die ook voor de kennis der toestanpen il1 is. Z, ie bijlage lV. een merkwaardigen brief , het klooster #an gewicht 76 DE KRONIEK vAN IIET KLOOSTER ADUARD. BERxkuors sEcvxpvs ABBAS XXVII. Cui successit Bernardus Doesborch abbas XXVII, vir grandevus sed totus pacifcus , optimus dictator et fliorum spiritualium suorum indefessus amator. Tempore mcujus civitas Groningen iterum fuit obsessa a regentibus ducis Saxonie, qui etiam non parvum monasterio nostro damnum intulerunt , pr: quo gloriosissimus et illustris Georgius dux Saxonie mille postmodum :orenos Renenses nobis reddi jussit, quos et in prompta pecunia recepimus in quinque annis , singulis annis ducentos 1). Rexit autem idem vene- 1) Van een bepaald beleg van Groningen door de Saksers in dezen tijd heb ik niets kunnen vinden. Wel kwelden beide partijen elkander zooveel mogelijk en plunderden b. v. de Saksers dikwijls tot voor de poorten van Groningen en hielden zij den toevoer zooveel mogelijk op. Mogelijk ook bedoelt de kroniek het bcleg, dat graaf Edzard van Oost-Friesland in 1506 voor de stad sloeg en dat de onderwerping van Groningen aan dezen vorst tengevolge had. Maar dat is aan den kroniek uitdrukkelijk sapnrdeeekretn vkana net elnl iebtelwega adroscorh jdne lijrkeg, enomtedna tv adne bertog George en daarop van zijn komst te Aduard en de aall het klooster verleende schadeloosstelling (1505). Aduard was in dezen tijd het hoofdkwartier der Saksers. Benninge zegt: ,,Als de Regenten der Sassische Heeren in W estvrieslant vernamen , soo senden se van stonden an op St. Bonifacius dagh omtrent 300 Overlantsche krijgesknechten in Aduart , om dat daernae bet toe bewaeren ; en hadden se Aduart alsoo in konnen krijgen , soo solde de meeninge geweest hebbekl de poorten en muiren onder voeten te werpell , en de graft gedempet, en bysuimich de heele clooster soo distrueerden , en onder voeten brengen; hetwelcke Godt en St. Beerent hebben voorgeweest, en hebbent alsoo beschamt, soodat soo heerlijcken religieusen clooster soo jammerlichen niet solde worden destrueertj en toe niete gelnaeckt; soo riepen sij, jonck en olt, geestlijck en warlijck in Gronningen : ryoch Aduart , Adurrt , wat bistu Gronningen een eeuwig verdarFenisse ; uyt dy wort Gronningen een eeuwig verdarFenisse , uït dy wort Gronningen en Vrieslant verdorven-'' 0ch neenj 't is alsoo niet, oer onnutte, quaede voornemen en raet hevet se verdorven ; want hadden se W estvrieslant niet angenoomen in 't verbundt , het hadde hyr nummermeer toe yekoomen ? daer Groninngen en Vrieslant mede in peryckel DE IIRONIEK VAN HE'1' KLOOSTER ADUARD. 11 randus pater duobus annis minus tribus mensibus , et mortuus est ac sepultus in domo capitulari, habens 1) lapidem ad caput nomine suo intitulatum 2). Cujus anima requiescat in pace. Amen. ELBERTUS ABBAS XXV1I. Anno Domini M. quingentesimo sexto 3) ipso die Quatuor Coronatorum rursum electus est dominus sint geset, dat se besuimicht eeuwelycken onder Heeren sullen moeten staen , door de oorsaecken voor in desen Chronycken meer van is geschreven. Op welck articul voorgeroert , dat lduart Gronningen en Vrieslant krencken willen , de willen wall s00 starck koomen , dat se des wa1 al gewegen A'indt, wat ghij vall aller uwer macht cunnen uitbrengen, Godt geve 't is em even voele dan of se liggen il1 eenen vesten ofte dorp.'' (Brouerius, Analecta, blz. 86 v1g.) 1) subtus, Q) Ik haal aangaande dezen abt , die herhaaldelijk il1 deze veelbewogen dagen eell ro1 speelde, het volgellde uit Benninge aan : Daer was een Abt toe Aduart gehieten Heer Beerent 11 ter Hoefstede , gebooren van Doesborgh uitten lande van Gelre , de hadde eene suster t0e Gronningen woonachtich, geheeten àlyt Huinge ; soo weeren daer voele gevangenen uyt Gronningen in Xduart vall BG I en 11 en P.E. hebben hier AG 11 sub. borgeren en inwooneren , soo wordt dese daer hen gesant om de gevallgene mit hulp oeres broeders den Abt daer hen uitter vanckellisse toe helpen quyten ; s0o quam se vaecke mit Jr. Yyt, de in âduard doe regellt was , van der Sassischer Herell ter sprake , alsoo datse mit em vercalde woldell , de van Grollningen sich redelijck vinden laten , he wolde dat mitten Vursten van Saxen alsoo welle voorhandelen, se solden onderlinge in vrundlijckheit well vereenight worden ; dat welck Alijt dan van Gronnillgen soo voorgaF, en dat belevede ern beyde, soo wort daer een dagh op beraemt tot lloytingh- huys in des Hilligen Geestes Voor-warck by den W oltgrofl-; daer quemen vier Heeren van den Sassischen Heerell wegen uit Aduart mit Q0 starck, desgelyx quemcn de van Gronllingen oock so0 starck elck op seecker vastgelegde enz-'' (Brouerius , Analecta , 1Q7 v1g.) Deze onderhandelingen hadden geen verder gevûlg. 3) De jongere Rijll hebbell 1507, maar dat moet onjuist zijll. Hermanllus wordt abt QQ Februari 1500 en regeert vier jaren en drie wekell , dus t0t half Maart 1504: Bernardus I een jaar min vijf weken , dus iot begill Februari 1505: Bernardus 11 twee jaar mill drie maallden , dus t0t begill November 1506. Elbertus wordt dall 8 November 1506 gekozell. HSS. en o0k Van lleussen en Vall 28 D: KRONIE: VAN HET KLOOSTRR ADUARb. Elbertus de Rees 1) abbas XXVIII , qui vir divina quadam dispensatione huic monasterio concessus fuisse videtur, ut necessitatibus nostris subveniret pr0 temporum illorum conditione varia ac periculosa. Nam veluti Aioth quidam ambidexter 2), in religionis disciplina et gpiritualibus diligentissimus observator et custos erat. Ac in rebus seculi ab otio transferens ad Marthe et nobis utilissima pes , optimates , omnes aFabilitate Marie se negotium, mira quadam gratia ac necessaria valuit apud princibellique quadam duces , ceterosque hospites, sua jocundus et liberalitate simplici gratissimus datis et Pauperes fovens eleemosinis delinquentibus consolatione j fatribus castigator clemens, et penitentibus semperbenignissimus, quatenus tamen ordinis disciplina n0n :accesseret. Ipse enim visitationis oëcium , sibi a reverendissimo domino Cisterciensi commissum, diu gollicitis studiis et cum laude religionisque fructu per totam Frisiam exercuit. Dive Virginis m atris cultor et am ator studiosissimus fuit. Altare ejus ante valvas aquilonis in oratorio reponi curavit. Et aulam abbatialem a pavimento ad summum renovari fecit. Suis temporibus, auno scilicet M.COOO0.XlllI 3) , illustrissimus dux Georgius potentissimo ac egregie Groningam frustra oppugnavit 4) , et Frisiam comitis instructo exercitu 1) Hier Q) 3) De jongere HSS. hebben 1513, maar uit het vervolg blijkt, dat 1514 het juiste jaartal is. De belegering van Appingedam , die eolem anno'' heeft plaats gehad , valt in 1514. 4) Dit beleg duurde met allerlei tusschenpoozEn en andere krijgsbedrijven het geheele jàar 1514. zijn Friesche bezittingen hem nooit zeker zouden toebehoorell , zoolang het machtige Groningen zich tegen hem verzette. Valldaar, dat hij alles in de waagschaal stelde om de weerbarstige stad, die in 1506 Edzard tot heer llad aangenomen j te bedwingen. Maar Groningen gaf het niet op. Eerst na den val van Appingedam George van Saksen begreep, dat begint Zoo wordt de richter Ehud il1 Richteren lII , 15 genoemd. in AG I de tweede hand. bE KRONIEK 4AN HET KLOOSTER ADUARD. 29 Emdensis Orientalem 9 ubi in obsitlione arcis, que den Oert 1) vulgo dicitur, illustrissimus princeps Henricus dux ze Bruynswiick senior, pila craneum trajectus ex bombarda occubuit vigilia Joannis Baptistae S). Militabant enim cum Georgio Saxonum dqce du0 Henrici 3) , pater scilicet et flius, Ericus quoque de Bruynswiiclq et Philippus de Grobbenhaghen 1) ducesj omnes preter Henricum seniorem in monasterio nostro multis mensibus conversantes , quibus omnibus,precipue tamen ipsi Georgio principi , acceptissimus fuit semper causis in multis sepe personarum et rerum Frisie oppidique Groninnon utilis modo , sed et necessarius intercessor. noster , apud eos gensis Eodem anno que est quinta Augusti , expugnaverunt duces predicti oppidum Dam armata manu , occisis ibidem mille trecentis viris , quorum major pars in templo parochiali , ad quod confugerant, cesa est , ut ad ipsa die Saucti Dominici confessoris , Rlbertus begon het met George te onderhandelen : maar de hooge eiscllen van dezen maaktenovereenstemming ollmogelijk. Tell eitlde raad riep nu Groningen de hulp van Karel vat: Gelder in , wiezl ook Edzard bereid was zijn rechten af te staan. de stad dan ook Karels veldheer Van 00y. Saksische heerschappij spoedig daar. Onder leidillg van Jancko In 151* nog huldigde Nu was het elnde der Douwama George's gezag met den dag slonk. het opbreken van het beleg van verschenen de Geldersche benden in Friesland, waar Een gevolg daarvan was ook Grollingen. George verliet in en stond het volgellde 1514 Friesland voor goed, jaar zijn rechtell af aan Karel V. (Vg1. Benninge passim.) 1) De burcht van het machtige geslacht Ewsum bij Middelstum. Q) 23 Juni 1514. 3) Vgl. hierover het hoofdstuk bij Bennillge, getiteld : ,,Va11 dat Hartogh Hindrick van Brullswijck den oort belede. Erlle daervoor doot bleel, en woese Nveder van Sassen toe Adewart-'' in dezell tijd was âduard nog het Saksische hoofdkwartier, zooals afgetoogell ende quamen by den Vursten (Brouerius t Analecta, blz. Q35 v1g.) Ook ook hier dux Henricus , waarschijnlijk het gevolg van een leesfout. trouwens uitde krolliek bl ij k t.De *Jollgere HSS.hebben 4) Ygl. de kroniek vall Bellnillge (Broueriusj Allalecta , blz. Q13). 80 DE 1tRON1E1f VAN HET RLOOSTER ADUARD. talos estate nostro , n0n inter seculares modo et milites stipendiarios , quorum sexcenti fere mortui sunt , sed etiam inter nostros sacerdotes , quorum decem et octo cum priore W ychero de Zwollis sublati sunt e vivis 2). Hyeme sequenti illustrissimus dux Gelrie etc. Carolus, valido exercitu Groningensibus veniens in auxilium , coegit Saxones obsidionem sèlvere : et ob h0c Gr0- usque in sanguine vaderetur l). Eadem quoque pestis inguinaria grassata est in monasterio ningensium 3) dominus factus est, recepto ab eis juramento et homagio publico in se et heredes suos perpetuo 4). Arx diruta funditus , quam Edzerdus comes Emdensis ad portam oppidi orientalem extruxerat 5). 1) Vgl. hierover de uitvoerige beschrijving daarvan bij Bennillge in het hoofdstuk: ,yvan den anslagh dat den Hartogh van Sassen tooch vcor den Dam , en den stormenderhandt innam-'' (Brouerius, àllalecta , blz. Q4l vlg.) Q) Van deze pest spreekt Benninge niet. 3) Veniens - Groningensium ontbreekt in de jongere HSS-, een gevolg van een leesfout (Groningensibus , Groningensium). 4) Eigenaardig genoeg spreekt de kroniek niet van de huldiging van Edzard van oostfriesland a1s heer van Groningen (150G), maar hier toont hij met het feit bekend te zijn , w&t trouwells ook natuurljk is. Zie over het kasteel van Edzard bij de Oosterpoort te Grollingen : Feith in den Gron. Volksalmanak voor 1896, l06 vlg. 5) Al deze zaken worden llatuurlijk weer uitvoerig bj Benuinge vermeld in het hoofdstuk : ,,Van dat de llartogh van Geller sande SiJ- nen (Brouerius, Analecta , blz. Q57 vlg.) Maersclzalck mit Karakteristiek is Benninge's oardeel daarover: pDit is n u de darde huldinghe, plicht en Eedt, de die Gronningers gedaen hebben , elcken eenen sonderlingen Heeren , waellicht se moegen noch waellt cortelycken een Heeren hulden , plicht en Eede doen ; nu ist vollentoogen dat de Grave mitten Vursten van Geller verhandelde, doe he in den verleeden Somer was by den Vursten in 't Landt van Geller, daer he van den Roomschen Rijcke sich gafl en ginck onder de Croone van Vranckrijck, dat welcke de van Gronningen nu hïr oock soo hebben achtervolget en gedaen ; nu mogell se mit recht den Dubbelden Arent, den se booven oere wapenen voerell van dell lteyser en Rijcke, affleggen, en setten daervoor drie lelien van wegen des Coninges van Vranckrijck.'' (Broueriusj Aflalecta , b1z Q59.) volck om Gronningen toe ontsetten.'' DE KRONIEK YAN HE'P K LOOSTER NDUARD. Frisiam quoque exercitu idem Gelrie dux magna ex parte occupat , per mare invadens propter Frisonum dissidium, authore Janneke Douwens 1). Tum etiam in .die festo divi Thome Apostoli S) Groningenses, quia Saxones e0s ex monasterio nostro expugnaverunt nulla nostra voluntate aut culpa , tamen invadunt monasterium nostrum j spoliantes ac diripientes omnia ad minimum usque quadrantem 3). Prefatus itaque pater sui Oë cii sexto decimo mensibus quasi tribus , cum 'am non sine m agna omnium J laude summaque industria , virtute ac diligentia ornatus prefuisset , corvenerabilis anno poris imbecillitate gravatus ,senioque fractus , regimini et oneri amplius preesse n0n valens, sed exonerari cupiens, dictam abbatiam matura deliberatione prehabita resignavit , annua nihilominus pensione sibi reservata. Sic De0 maximo ac sibi vacans Occidentalem eodem mense alio optimo annis 1111 , cum jam oculorum lumine pacientiam Tobie nllm ero consolantes 9 h0c qtloque Didimo Alexandrino , cui amisso visu Deus pro visibilibus oculis intelligibiles condonavit , quem consolans divus Anthonius fertur dixisse : rNon te conturbet, o Didime ! amissio sensibilium oculorum ; tales non oculi tibi desunt , quibus et musce et culices nocere possunt. Sed gaude potiusj quoniam habes oculos , quibus etiam angeli contuentur, per quûs videtur Deus imitaLatur. fuisset orbatus , Quem fratres seperetulerunt illi de 1) Deze gebeurtenissen zijn Douwamaj zelf een der hoofden in Friesland had gehaald , in het Friesch Genootschap) , blz. Q) Q1 December 1514. 3) O0k dit beleg is uitvoerig door woe dat de Grave van Oûstvrieslant legden met groot volck.'' (Brûuerius , Bijdr. en Metletl. XXIII. Benninge beschreven : ,,val1 en de Groningers Adewart be- Analecta: blz. QQ6 v1g.) 6 uitvoerig beschreven door Jancko van de partij, die Karel vall Gelder zijn Boeck der Partijen (ultg. van Q0'1 vlg. 82 os KRoxlllK vzx IIET Itlaoosl'ER Aotiwub. et ejus lumen inspicitur'' et confessoris 2) nature est patribus suis in domo suo nomine insculptum. perpetua pace. Amen. 1). Ipso die Eligii episcopi Deoque concessit ; appositus capitulari , habens lapidem Cujus anima requiescat in LAMSERTUS ABBAS XXIX 3). Interea 4) , dum hec agerentur, electus est dominus Lambertus Heelt, qui vivo adhuc domino Elberto ad 1) Didymus werd + 3l0 te Alexandrië geboren , waar hij langer dan 50 jaren aan hei-hoofd der catecheten stond. Reeds als kind had hij het gezichtsvermogen verloren. Hij was een aanhanger van origenes en liet dogmatische en exegetische geschriften na. Hij bestreed Arius in zijn werk De Trinitate; van hem bezit men llog: De Spiritu Sancto el1 : Colltra Mallichaeos. Vgl. Herder's Kirchenlexikon in voce. De desbetrelende plaats uit het leven van S. Antonius luidt : j,ouodam tempore nasio Alexandrie Episcopo propter confutationem haereticorum in urbem esset adductus , perrexit ad pum Didymus , vir eruditissimus , captus oculis. Cumque m ulta de Scripturis Sanctis loquerentur illter ceteras sermocinationes , quas de sanctis voluminibus habebant, cum Antonius miraretur ingeniurn eius et acumen allimi collaudaretj sciscitum ait ad eum : ,,Non tristis es, qucd oculis carneis careasz'' Et cum ille prae pudore reticeret . secundo retroque eum interrogans Antonius, tandem elicuit , ut moerorem allimi simpliciter fateretur. Cui Antonius ait : yyMiror prudentem virum eius rei dolere damnum, quam formicae et muscae et culices habellt, et llon potius laetari illius Apostoli meruerunt. Melius enim carne et illos oculos possidere, incidere, quam illos , qui solo visu per concupiscentiam possullt hominem in interitum gehennae mittere-'' (Ac1a Sanct. B011. Jan. 11 , blz. 145 v1g.) llet is duidelijk , dat onze kroniekschrijver deze plaats voor zich had. possessione , quam Sancti et multo est spiritu videre quam in quos peccati festuca uon possit cum B. ântonius a S. Atha- Q) 1 December f5Q?. 3) Hier eindigt AG I en begint in B een eenigszins latere halld. Hier ook heeR H. de opmerking : ,,llactellus in MS. domi de Aduwert-'' 4) Dit begin van het leven van Lambertus Helt is geheel overbodig, sluit lliet aan bij het vorige el1 is bovendien zeer verward el1 slecllt gesteld. Ik vermoed , dat het bestemd is geweest om bij de deflnitieve vaststelling van den tekst te vervallen. Daar het b2 KROSIEK YAN HET KLOOSTER ADPARD. 83 quadriennium ministravit. pene summa cum laude oëcium ad- Oriundus ex nobiliori Groningensium vere nobiles ac civium 1) (quos generosos oportuit fuisse parentes, qui tam generosam aediderunt prolem) prosapia 2), qui: quum apud suos in n0n minima existim atione nec minore deliciarum delectu vivere p0- tuisset, statuit omnem potius facultatem , copiam , exuberantiamque contemnere , quam animum hisce dedere ac mancipare , eum vere divitem existimans , qui divitias spernere dizicerit: quique sua sorte con. tentus sit , eum vero nobilem. cui totius orlinis consensu functio , ab Elberto deposita , delegata erat , abbas creatur. Nam cum haud dubium probitatis specimen per id tempus edidisset : qu0 superstite adhuc Elberto per quadriennium re8 prudentissime cumque omnium laude monasterii administraverat , n0n diu ambiguis votis de successore controversum est. Oujus virtutes Lambertus Helt 3) rerumque gestarum decus , consilii morumque promptitudinem et reliqua , quae in commendando homine consilerari solent , quia pignis encomiis prosequi dië cile est , placuit sulma rerum fastigia paucis perstringere et brevitati consulere. Natus est Groningae parentibus civitatis nobilissim orum civilitate ac familiae decore iorentibus 4) , qui etiamsi ignobiles vixissent prius , tamen ex illo laudabili flii gevonden, heb ik gemeend het te moeten opnemen : al dadelijk bemerkt men hier het gemis van het zorgvuldig geschreven HS. AG 1. 1) De jongere HSS. hebben: ex nobilibus Groningensibus. Q) Prosapia ontbreekt in de jongere HSS. 3) Hler begint de tweede latere hand in B. Het HS. geeft geheel dell indruk van opnieuw te beginnen. De jollgere HSS. hebben dan ook gemeend dat duidelijk te moeten makell en hebben : yqllolninus inquam Lambertlls Helt.'' 4) De familie lleldt of Helt was eell bekend ll1 1509 draagt Arend Ilelt aall voogden der St. Nvalburgskerk een Groninger geslacht. stuk evenwel in B wordt 6* 84 oE KRONIEK vAN HET KLOOSTER IDUXRD. oëcio, quod certissimum erat virtutis veraeque nobilitatis indicium , n0n potuere n0n esse famatissilni. Est vero magnum in primis pietatis ac religionis argumentum , quod valedicto omni voluptatum genere, quibus per fortunam aëuere licuisset , solitariam hanc vivendi rationem elegerit , malueritque omnem in Ohristianae philosophiae exercitatione aetatem consumere quam mundi sequi praestigias. Hunc autem in religionem praecipuum amorem adeo factis expressit, ut , quemadmodum ab ejus aequalibus accepimus, cum morbus aliquando subito profciscentem corripuisset , jaarrente van 3 Arllhemer guldens uit een huis en h0f in de Heerestraat op (Reg. Gron. Arch. 1509 llo. 8). In 1533 komt hij nogmaals voor (t. a. p. 1533 no. 5). Hij is dezelfde als Arend Wigger Helt, die met een ander in 1519 nogmaals een jaarrente van ll/a Arnhemer guldens uit een lluis in de Heerestraat aan de St. Walburgskerk opdraagt (t. a. p. 1519 110. 5). Gheert Helt bezat in 1507 een huis in de Ebbingestraat (t. a. p. 1507 no. 46). Over den koopman Claes Helt, die in 1549 te Gent voor schulden der stad Groningen in gijzeling zat, vgl. Rutgers in den Gron. Volksalmanak voor 189Q , blz. l31 vlg. In 1565 verkreeg hij van de H fdmannenkamer mandaten ter invordeiillg oo van achterstallige huur (Reg. Gron. Arch. 1565 no. Q3). Nog in 1571 had hij een vordering tegen Claas van Bouman (t. a. p. 1571 no. 13). In 1595 sluit een Claes Helt tdezelfde of een ander) een overeenkomst rnet vele anderen over land bij Garsthuizell (t. a. p. 1595 no. 75). Hendrik Helt was in 1563, 1564 en 1565 pastoor deç Akerk (t. a. p. 1563 no. 31 j 1564 no. l0l , 1565 no. 3 en 94). Herinneren wij ten slotte n0g aan den beroemden Uv0 Helt, die als student Leuven mede tegen Maarten van Rossum verdedigde en zijn dapperheid met zijn dood betaalde (vgl. Gron. Bijdragen % 37 vlg.). Uit alles blijkt , dat wij met gezeten burgers te doen hebbell , al moet worden erkend, dat de Aduarder kroniek het geslacht van den abt wat in de hoogte steekt. - Een naam- en tijdgenoot van onzen abt was Lambertus Helt , die tusschen 1531 en 1535 yjin scenobio (sic) W erphum'' een handschrift met Friesche wetten schreef (vgl. mijn Catalogus cod. mss. un. Gron. bibl. no. Q5i). Ook het origineel van HS. P.L 35 (aldaar blz. 323) is door hem geschreven. Hij eindigde deze HSS. met het voor eell monnik wel wat scabreuse rijmpje : jjDatur pro penna scriptori Pulcra puella.'' DE KRONIEK VAN HBT KLOOSTER ADUARD. 85 cohiberi n0n potuerit , ut corpus curaret , quill maximo itinere properaret , adfuturus ad eam horam , quae cantandis D. Yirgini hymnis destinata ex consuetudine erat. Remissiore paulum fuit ingeni: , ut nonnullis in contemptum abierit , quidam etiam ad res novas animum azjicerent , facilitate ipsius abusi. studiu nl cum se videri intelligeret, Qtlorum quia austerius represserat , aliam in se tragoediam excitavit , multa passus convitia gropter subitam eam que acriorem disciplinae monasticae correctionem. Eam domicilii partem , ubi tonstrina est , magnis impensis instauravit t picturisque diversi argumenti intus ornavit concameravitque. D. Emanueli episcopo Cremonensi monumentum ex candido lapide extruxit. Ad summi altaris gradus duas columnas statuit , imagunculis atque acantho incrustatas. Pauli quoque apostoli simulachrum , quod in medio choro est , eadem prorsus arte fabricari curavit ut et illas columnas , quae ab oriente sacrifcaturis objectae sunt. Plura monumenta, quibus suam posteritati memoriam consecrasset, procul dubio relicturus erat , si vita diuturnior suppeditasset. M oritur anno supra millesimum quingentesimo vigesimo octavo 80 Cal. modum sex patrumque 'Maj i l). Pr0P0- antecessorum tumulis illatus Gubernavit annis est. Lapidi , quo ossa teguntur , pedum ex aenea S) lamina impositum est 3). 1) Qi April 1528. De jongere HSS. hebbell 60 Cal. Maji (Q6 ztpril). Q) De jongere HSS. hebben hier het dwaze aerea. 3) Het is zeer opmerkelijk, dat de schrijver van Lambertus' leven lnet geen woord melding maakt van den strijd , die nog steeds in Groningen e)1 de Ommelanden gestreden werd tegen de dreigende Bourgondische overmacht ; een bewijs te meer, dat wij hier met een anderen schrijver te doeu hebben y dan in het voorafgaaude. Het was ook onder dezen abt, dat de mnord der gebroeders Gaickinga in het klooster voorviel , waarvall ollze kroniek a1s een voor den goedeu naam melding maakt. van het convent al te bedenkelijk feit met geen woûrd (Yg1, Nanninga Uitterdijkj 88 N'lg. en bijlage V en YI.) 86 DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. JoHAxxEs RECAMP ABBAS XXX. Qu0 anno e vivis Lambertus excesserat , Jobannes R ecamp abbas paribus om nium suFragiis eligitur eo die , qui Philippo ac Jacobo apostolis 1) sacer est. Vir haud dubium , qui unus superiores omnes longe antecelltlerit et naturae dotibus et eruditione , quaeque res in gubernando plurimum possunt, gratia et el0- quentia, naturae quodam privilegio adeo eximius . ut quae praestantissima universo hominum generi dona erogari a sum mo D eo solent , in hunc unum velut augustissimum quoddam sapientiae omnes un0 0re aërmarent. Patriam gam , parentes plebejos S) , Elio honeste cum educando adytum collata , habuit Groninquibus tamen studium in tum instituendo nullum defuit. Cujus rei pietateque acta testim onium summa cum honestate vita omnis esse poterit, et nobis , quibuscum familiaris ejus consuetudo fuit , et aliis , apud quos virtutum commendatio citra hominis notitiam per se abunde valet. D e concionibus autem uid artifcio, in quam 3) promptissimam naturae vim cum arte , quam assidua exercitatio 4) orandi confrmavitj acerrimo conQictu pugnare videre 5). Nec 6) vero tam dicere attinet et de mirabili in dicendo 1) l Mei 15Q8. Q) Dat is wel De llaam Reecamp is mij len het Grollingsche millste in archief komen. twee gekleurde tegels in het Gronillgsch Museum, afkomstig uit het refugium van Aduard op het daarnaar genoemde Munnekeng0e11enkel stuk van Voorgellij voerde evenwel a1s abt eell wapen , zooals blijkt uit holm thans het Academisch Ziekenhuis en het lduarder Gasthuis. Vgl. Verslag vall het Museum van Oudheden te Groningen j 1892 blz. 3l. waarschij nlij k. 3) De jongere HSS. hebben hier quo. 4) De jongere HSS. hebben hier exercitatione. 5) Deze zin is lliet zeer duidelijk; een voorslag tot verbelering durf ik evenwel niet doen. 6) De jongere HSS. hebben hier minder goed hic. DE KRONIEK VâN HEr KLOOSTER ADUARD. 87 dicendi magister erat ad vitae ac morum quam eorum om nium , quae institutionem pertinent , vivum unde tanquam ex ore velut exemplar , aliquo sibi vitae quisque exempla puriora 1) fngere potuit. Quam ingenii solertiam orationisque gravitatem 2) n0n certis clausit terminis , neque aut privato studio et velut solitario ornamento ac lucro astrinxit , sed in stabilienda patriae impriluis ac monasterii concordia pene omnem absumpsit. Quae res fecit, ut quamquam tacitis votis omnium judicio dignus haberetur , cui quam plurimum authoritatis et gloriae et in rebus civilibus tribueretur. A nimi is candor erat, ut missis ambagibus protinus profteretur, quid verum aut secus esset 3) , id est (ut explicator sim) plane simulandi dissimulandique nescius 4). Tam promptus de omnibus bene merendi , ut aliquoties indignis etiam suam opem n0n negaret. Liberalis quidem in omnes , sed maxime in bonarum literarum studiosos ac e0s dom esticos, quibus domi res erat angusta et curta supellex. Fide tam candidus et incorruptus , ut in neminem verius quam in ipsum competeret vulgare illud dictum : Dignus qui emices 5) in tenebris. Ad ejus laudem hoc accedit , quod ad mediocrem eruditionem mirabilem m orum attulerit innocentiam , sapientiam que singularem cum eadem stupenda eloquentia conjunxerit , 1) De jongere HSS. hebben hier purioris. Q) B, P.E. el1 AG 11 hebbell gravitatem , H, BG I en BG 11 suavitatem. 3) Hj BG 1, P.E. en AG 11 hebben hier in margille: yyvidetur : lossema'' , opgenomen. 4) Hier eindigt B. 5) P.E. heeft: cum mices ; BG l en lI, H en AG 11 hebben ongetwijfeld juister : qui emices. De schrijver van P.E. heeft blijkbaar pe e vaor de verkorting cum (con) aangezien. dat il1 BG 11 zelfs il1 den tekst is 88 DE KROXIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. ut qui n0n modo vitam ab omni dedecore censervarit immunem , verum etiam famam , quae pene nusqtlam non celeberrima de ipso percrebuerat 1) , nulla unquam sinistri rumoris asperserit S) nubecula. Porro quam civium Groningensium amator , quam Reipublicae communisque utilitatis studiosus) nemo ignorat : sincerae religionis censor, concionator egregius et ab omni superstitione alienissimus, cui tanta omnium virtutum concordia , tantusque omnium laudum gloriaeque concentus contigerit , ut nihil ejus severitati hilaritas 3) , nihil gravitati simplicitas , nihil denique majestati detraxerat hum anitas. Porro vere pius et m axime colendus pater tam habebat aetatem susceptis laboribus parem viribus , judicio atque memoriae , ut illi numerus annorum n0n sûlum eorum nihil abstulerit , sed authoritatem ei multo majorem pepererit , unde factum est, ut sexagenarius ve1 aetate etiam provectior exercuerit singularis ingenii vim atque praestantiam. Post ergo egregias dotes , virtutes atque oë cia , quibus omnes juvare studebat , aedi:cavit in lnonasterio nostro aulam aestivalem in horto abbatis , domo non imparem parietibus optimis tabulis adornatis ; coenaculum , in qu0 m onachi nostri carnibus vescuntur , fecit renovari , historiis utriusque Testamenti in depictis 4) tabulis adûxis parietibus. Summum etiam altare , quod tempore Lamberti H eldt praedecessoris inc'hoatum erat , eadem industria et arte ad perfectionem deduxit : item D. Virginis in septentrionali parte templi pictoris arte decoravit ; sicut et illius sacellum cum aeratis altaribus, quod est sacrario 1) P.E., BG I en 11 hebben percrebuerat , H en XG 11 onjuist perexhibuerat , maar palaeographisch wel te verklaren. Q) AG 11 heeft hier aspersit. 3) BG 11 heeft hier onjuist hilaritati. 4) BG I en 11 hebben (natuurlijk onjuist) inde pictis. DE KRONIEK VAX HET KLOOSTER ADUARD. 89 vicinius 1), quam ornatissimum reddidit 2). Praeclarissima quoque organa vario musicae artis nOn renovavit solum , sed etiam genere contentus fuit ex veteri sed si quid elegantius aut fngi aut excogitari queat , novo quodam additamento auxit , ut pene nihil in eo cumulavit : 0Per0 neque enim constituisse novllm , desiderare POSSOS. Praeterea domum & ad summum capitularem s0l0 usque tabulis ex aere optimo ad latus sinistrum adjunctis , dextrum eodem modo exornaturus , nisi alia incommoda institutum impedivissent. Majorem insuper abbatiae aulam necnon et abbatis cubiculum a calce usque ad verticem elegantibus tabulis appositis renovavit. Bibliothecam nostram ornavit n0n tantum variorum librorum magna copiaj verum etiam ipsas aedes eleganter fulcivit. Ad haec Groningae in arce nostra studio magna n0n pauca reparavit : majus videlicet atrium picturis ornatum reliquit; gradus item illos lapideos , quibus ad domini abbatis cubiculum ascenditur) ipsum quoque abbatis restauravit , 1) 11 , I)G I el1 11 el1 AG 11 hebbell vicinum. Q) Van andere zijde, llamelijk van ltarel van Mander, weten wij, dat de beroemde Jan vall Scorel voor Aduard eell altaarstuk met deurell heeft gemaakt met een voorstelling van het Laatste Avondmaal met levellsgroote flgurell , allell portrettell. Dit stuk is helaas ! spoorloos verdwenen. Mogelijk zijn beide doekell, die il1 1879 (jammer gelloeg !) uit het Provinciehuis te Groningell naar het Rijksmuseum te Amsterdam zijll overgebracht (het bezoek der kollingin van Scheba en David en Bathseba) , uit Aduard af komstig. (Vgl. Gron. Yolksalmanak , 1893 blz. Q4.) Een derde doek vall Jan van Scorel , dat sedert onlleugeljke jaren in Grollingen is bewaard geweest en dus misschien o0k uit Aduard af komstig is , is in 1899 voor den dag gekomen. Het stelt voor een vader, moeder en vier kinderen , starende naar het lijkje van een op eell tafel liggend kindjej de vader rnet een opengeslagen boek voor zich : de achtergrolld vorlnt een half Duitsch , half Romeinsch landschap. Het stuk za1 eerlang in het Museum te Groningell een plaats verkrijgen. (Vg1. Bull. v. d. Ned. Oudh. Bond , 1899/1900, blz. 1Q4 ; Verslag v. h. Mns. v. oudh. te Gron. 1899 , blz, 8 , 1Q.) 90 DE KRONIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. cubile summa commoditate ac diligentia- restituens. Haec omnia quamvis magna , ideoque perpetua memoria digna, nemo negaverit ; attamen minera, si cum sequentibus conferantur. Nam aedifcia aut intervallis temporum collabuntur aut incendio absumuntur , verum haec jquae nunc adjiciam , donec h0c quidem steterit incolume monasterium , peritura nunquam. Quia enim libertate nimia fuissent usi coloni nostri , factum est , ut libertas in licentiam aut potius contemptum 1) sit mutata : negabant etiam 2) se parituros nostro imperio ac ceu dominos legitimos agnituros , sed se potius futuros. dominos ac heredes Nam possessionum nostrarum volebant dabant; nullum praeterea patiebantur ferendum n0n imperium. Quod cum nostris esset ,res 3) ad judices 1) delata fuit , qui tandem rem plene cognoscentes , praesidente judicio personaliter ipso domino Georgio Schenck, gubernatore generali Frisiae , Drenthiae et Groninganae ditionis , locumque tenente nomine R egis Hispaniae 5) , hujusmodi tulere sententiam , ut abbas optimum quemque caballum simulque vas aureum praestantissimum in domibus eorum deprehensum a colnnis auferret Pr0 contumacia : nec ulli colonorum quantum 1) H ell AG 11 hebben hier: in contemtum aut licentiam. 2) AG 11 heeft hier we1 juister enim. 3) BG 1 heeft res , maar met zulk een haal vôôr aall de letter, dat er ongeveer pes staat , wat dan ook door den schrijver van BG 11 is gelezen. 4) In Luitenant verband met het volgende zjn hiermede klaarblijkelijk en Hoofdmannell, het hoqgste rechtscollege in Stad en Lande, bedoeld. 5) George Schenck , heer van Toutenburg , was van 1536 tot 1540 stadhouder van Friesland , Groningen , Drenthe, overjssel en Lingen. Het is vreernd, dat de kroniek llarel V Xoning van Spanje noemt en hem dus den Keizerstitel onthoudt. Verder verdient het opmerking , dat de kroniek de ollderwerping vall Groningen en de Ommelanden aan Karel V în 1536 met geen woor4 vermeldt, DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD 91 supra nisi Quo factum est, ut sexto quoque anno eosdem agros sexaginta jugera seu mensuras 1) , idque non in sexennium colendas et usurpandas, traderet. a nostris 2) jam porro uantum emolulnenti nostro m onasterio accreverit in redimere sunt 3) coacti : unde annos singulos , vir prudens levi negotio perspexerit 1). Sub :nem vitae in Tribus Montibus 5) du0 aedifcia 1) 11 heeft mensiones. Q) A llostris Olltbreekt in BG 1. 3) AG 11 heeft wel juister : fuerillt coacti. 4) Geen enkel officieel document in het Groningsche archief bevestigt de waarheid van het hier te boek gestelde, zelf schijnt ollbetwistbaar. maar het feit Het ligt voor de halld, dat dit bericht reeds herhaaldelijk il1 verband is gebracht met het beklemcontract en zelfs aanleidillg heeft gegeven tot de veronderstelling, dat het recht van beklemmillg bepaaldelijk uit het beheer der kloostergoederell z0u zijn Ontstaan , eell Onderstellillg , waar#an Feith op afdoende gronden de onhoudbaarheid aantoonde. W at de uitlegging van het vonnis betreft , mr. S. Gratama schrijft daarover (Het Beklemrecht il1 zijne geschiedkundige ontwikkeling, blz. 107 (Het) sprillgt il1 het o0g ) dat kennelijk de gebruikers zich slechts A'erplicht achtten tot het betalen van den dopr hen verschuldigden vlg.) : der landen huurprijs, maar niet t0t het vragen van toestemming voor beschikkillgen over hun recht en wat daarmede in verballd Stond , el1 tevens ) dat zij allerminst gebonden waren , wat den duur der reclltsbetrekking betreft , aan den wil Yall den eigenaar. 0p dit punt heeft het vonnis lnet zooveel woorden hen t0t de orde teruggeroepen , in dien Zill, dat de termijn uitdrukkelljk op zes jaren werd bepaald en daarmede de vernieuwing van de verhouding tot den eigenaar, van den grondslag tegen een bepaalde retributie verplichtend werd gesteld. van hun recht Aan een willekeurige weigering daarvan door den eigenaar schijnt niet te zijn gedacht j althans er wordt niet over gesproken. deze uitspraak de zelfstandigheid der meiel's vrij wat ingekrompen, hun recht vall den eigenaar weder tamelijk wel af hankelijk gemaakt. Dit was echter niet de hoofdzaak uit het Oogpullt der kloosteroverheden j maar het meerdere geldelijke voordeel. Geell wonder, dat bij die beschouwing, zoolang slechts het verschuldigde iedere zes jaar werd betaald , de voortduring der rechtsbetrekking gewoonte en langzamerhand gewoonterecht werd.'' 5) Het nonnenklooster Trimunt in het W esterkwartiel' was Onder Toch was door abt Eylardus onder Aduard's hoede pekomen. (Vg1. boven onder yenoemden abt-) 92 DE KROXIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. noviter ab integro construxit , nialium et domum earum refectorium sanctimocapitularem , eam item domum , in qua lamiliares hospites accipiuntur 1) atque benignius tractantur, et coquinam sub un0 tecto. Anteriori templi structurae sacellum adjecit ; vix ad Enem perducto jam annis quo 21 et mensibus 4 completis, ibidem extremum Deo spiritum reddidit tertio Nonas Septembris anno 1549 2). Unde in proximum domiciliuln curru vectum 3) corpus sepulturae tradituna jacet in domo nostra capitulari ad dextram ingredientibus , supposito lapide nominis sui charactere insignito. Anima ejus omuiumque Edelium defunctorum requiescant in pace. Amen. GODEFRIDUS ARNHEMIEXSIS ABBAS XXXI. m0x inque demortui locum stlbstituitur Godefrilus , ex Arnhem Relriae oppido oriundus , virj ut sacrarum literarum ac prophanarum non omnino expers , sic artis musicae peritissimus. D e salute sibi commissi tudinem gerebat ovicula vel errore vel propria petulantique gregis domi forisque non m odicam , ne scilicet sollicialiqua malitia Periret. Delinquentium quippe fratrum castigator quidem acerrimus , sed amator tamen. Peccantes ç) enim n0n Heli 5) more corripiendo lenibus, sed acriojriubsutist iavee rrbeilsi gpioanriisteqruea cr evdeurcbeerrei b6)u s visatsu :d esbica t taimn erne,c taust Eligitur dominus 1) H, AG 11 en BG I hebben excipiuntur. Q) 3 September 1549. H. heeft 1562, wat zeker onjuist is. 3) BG l heeft victum. 4) Koppius heeft hier op grond vall zijn handschriften peccantia en dit gevoegd bij den vorigell zin ; zoodat bj studebat reducere het 5) 6. ) P.E. voorwerp Samuel 11 , IQ vlg. ontbreekt. De overige HSS. hebben minder juist deducere, b2 KRONIEK YAN IIET KLOOSTER ADUARD. 90 zelo bono cuncta , nihil. Poenitudine propriis autem 1) aTectibus tribueret namque ductos non modo poena liberabat , sed etiam ut hlios charissimos paterno fovebat s) amore , volens nimirum eo modo praedecessoris sui laudibus ac virtuti in regimine respondere. Quod Quippe divinitus nec unum sit quidem nihilominus ei fuit haud 3) facile factu. cum nec eadem omnibus dona concedantur idemque omnium mortalium ingenium , prorsus aliorum sese moribus accommodare, quis n0n rem diëcilimam esse julicet ? Pecit tamen, ut n0n inglorius viveret. Deum namque timens , divinas leges sacris voluminibus assidue invigilans , ex oculis nedum e corle removit nullatenus : unde fervens in oëciis divinis persolvendis, ipse suggestum, populo Dei semen illud Evangelicum seminaturus, multoties magna cum gravitate auditorumque fructu conscendit. Et quoniam ipse libenter studiis inhaerebat honestis , omnes artium liberalium studiosos siagulari benevolentia complectebatur munera largiendo indigentibus. His breviter de pietate illius erga Deum et bein studiosos honestos animo nevolo dictis transeamus ad ea, sumptibus parcens atque magnifcam cochleam , per quam in abbatiam ascenditur, cum gradibus e candidis lapidibus , similiter et alteram , qua e culina Et ascensus , inde et tertiam , qua ad penuvinarium ex atrio majori descenditur i miro ornatu construxit. Deinde tres claustri ambitus quibus suum m onasterium nullis exornavit. Excelsam enim illam magnis elegantissimisque vitreis fecit renovari et ltransitum aquilonarem aedi sacrae proximum polito apide struxit. Hinc egregium illud horologium cum 1) P.E. el1 BG l en lI. Autem ontbr. in H en AG II. Q) P.E., H en BG I ; BG 11 e)1 AG 11 hebben favebat. 3) P.E., BG I en II. Haud ontbr. in H en AG 1I. 0* 4 oE Kltoxlxx vAx HET KLOOSTER ADCARD. praeludio concentus operis , quod est Groningae in turri ecclesiae D. Mariae ter Ae 1), ab eodem magistro feri fecit. Aulam musices ad exemplum illius abbatialem picturis novis atque tapetis decoravit. Porro grangiam seu Paradisum prope Roden 2) novo aedifcio, cui aediculam sacram cum ara conjunxit , haud minimis omnium Sibyllarum fguris de Salvatore ac Domino nostro Jesu Ohristo sumptibus et vaticiniis parietibus appensis ornatissimum n0n modo , sed et jucundissimum fecit. Et, quod dictum oportuit, bibliothecam nostram multis probatissimorum authorum voluminibus auxit. Denique summi Romani Ponii:cis implorato diplomate , Regis Hispaniae consensu vpluit conventuales seu sanctimoniales Trium M ontium ad collegium virginum transferre , eo quod h0c tunc temporis numero pauciores , illae vero fortunae tenuloris essent , quam ut commode et pr0 sua dignitate sese sustentare possent : sed voti sui compos feri non potuit , utrimque sim ul nonnullis conatui ac bono illius desiderio obsistentibus. Attamen tres Vestalium in Assen transiere : una M echtildis nomine , aetate matura, et sacellana juniores duae , quarum altera loci illius facta est. Bulla Pontifcia nihilominus apud n0s est in Adwert j qua permittitur abbati pro tempore licentia eas de Tribus M ontibus in Assen transferri , quando utriusque consensus vero usque ad unnum intercesserit conventus. Cum 1561 satis graviter nec minus 1) De hier bedoelde klokkenmaker is mr. Vyt , :an wien de uurwerkmakers Johan van Zwolle en Peter Jorys van del) Q6 Maart 1557 getuigdenj dat het door hem gemaakte klokkellspel in den Atoren een ,,oprecht Gron. , vervolg , 1557 no. 98. Vgl. Acker Stratingh in den Gron. Volksalmanak voor 1846 , blz. ll5 en Nanninga Uitterdijk, De abdj Aduard, blz. 134.) Geen wonder dus, dat men in Aduard hem de vervaardiging van een klokkenspel oplroeg. meisterwarck'' was. (Reg. Arch. Q) Het huis Ter Helle , door de monniken herdoopt in het Paradijs. (Vg1. boven blz. 75). Leeuwarden bM KROXIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 9$ pie suos pascendo 1) protexisset , propter valetudinem, immo lethali , ut omnes metuebant , correptus morbo diuque detentus 2) , in praesentia Frisiae praelatorum maluit se magistratu abdicare quam t0t onera molestiasque resumere j licet restituta post aliquot menses pristina sibi corporis valetudille, easdem tolerare potuisset. Accepta proinde pensione annua , in suam sese Paradisum vivens. prope Roden 3) contulit , Deo sibique eques per rusticorum sumptibus aleretur 1), at ille mores tumultus eorum n0n ferret : rediit in Adwerth. Tandem cum Regius Ilrenthianz atque Ibi paulo post, scilicet anno 1574 ipso S. Oatharinae 5) die, hominum quidem ereptus sed coelestium associatus consortio, in capitulo nostro conditus in sepulcro abbate digno. Quiescat in pace. Amen. ARXOLDVS LAXTH ABBAS XXXII. H0c resignante Godefrido, clavibus gubernationis anno 1561 in profesto S. Gregorii Papae 6) acceptis , Arnoldus Lanth a Peyse et, ut in Adwert haberet domum , ad quam diverteret ) quoties e Paradiso huc ei transire 7) libuerit , Nigram illam cameram , quae est e regione culinae 8) abbatialis , disjecto ex ea altari , roboreis tabulis atque picturis j lectis et vitreis 1) P.E. , H en AG 11 hebbel) Q) Diuque 3) Vgl. boven blz. 49. 4) Bedoeld zjn llatuurlijk Spaansche ruiters. denkell ôf aan den tocht vall Alva naar het Noordell in 1568 , ôf aan de il1 157Q in het Noorden , vooral in Frieslalld , uitgebrokell troebelen. Daarheen trokken herhaaldelijk Spaansche troepell. (Zie pavendo; BG I en 11 pascendo vitam. detelltus ontbr. in H en AG lI. Wij kunnen hier daarover A. J. ândreae , Het jywonderlïck Jaer 1b7Q'' il) dell Fl 1eschen Volksalmallak voor 1899, blz. 74 v1g.) 5) Q5 November 1574. 6) 11 Maart 1561. 7) P.E. De andere handschriftell hebben translnigrare. 8) BG I en 11 hebben curiae. ot >s XROXIEK vAx nET kL00sTsa Aog.&ub. fenestris instructam, abbateque suae creationis habitationem dignam mox a principio fecit. Hic quidem propter 1) in orando pr0 concione ad populum linguam n0n eruditam , morum molestiam atque alabilitatem apud complures 2) fuit vir n0n illaudatus. Sed ubi ad clavum jam sedit , mutatus est , at n0n uti Saul 3) , in virum alterum . Erat enim vir animo sincerus , pacis amans 1) , mitis benevolusque i immo bonus totus nec ulli nisi sibimet ipsi malus. Latine mediocriter doctus , gratus civibus pariter atque colonis : nulli enim gravis unquam. Sed , heu ! vinum et mulieres apostatare faciunt etiam sapientes. Quapropter tepidus paulatim et acediosus 5) cum feri occiperet , perexigua divini cultus cura tangebaturj caballos saginando , cum canibus venaticis et dissolutius ipse vivendo ; quid mirum , si praebuit 6) ansam fratribus vitae liberioris , praesertim cum tam mitis atque propitius delinquentibus castigator exstiterit , ut nullum paulo maturioris 7) aetatis publice vel in os sit ausus redarguere : cum tamen a tergo ofsciuna naorderet. reptis audiret : ràledice , cura te ipsum.'' cavillando quoslibet praeter suum Metuebat nimirum 8) , ne a cor- Quae ejus ninaia levitas9) facile eicontemptum peperit , quem magis etiam auxit cum levitate animi volubilitas l0) , tanto utique abbate indignissima: rarus in choro j sed 1) BG I en 11 hebben prope. Q) Apud complures ontbreekt in H el1 AG lI, 3) Paulus, de apostel. 4) Pacis amans ontbreekt in BG I en II. 5) ln margine Graece xxytlx. 6$ P.E. Maar wordt dit verklaard als : incuriosus, negligens a H , BG l en Ii hebben praebuerit. AG 11 tribuerit. 7) P.E. De andere handschriften hebben majoris. 8) BG I en 11 hebben nimium. 9) H heeft lenitas. l0) P.E.. ln H. en AG 11 ontbreekt volubilitas. BG I en 11 hebben voluptas. bE KROXIEK YAN HET KLOOSTKR AbUARb. 92 frequens in commercio , res conventus nimium atterendo dilapidans, grave aes alienum con:avit atque contraxit. Sed ut quae nulla laude sunt silentio tegens , multa paucis complectar, mali patris mala exempla mali flii , sed tamen haud omnes sunt imitati. abbate cepit omnino irregularis conventuales , qui negligentes rerum 1) coenobii et Sub h0cnempe vita inter nostros liberioris vitae studiosi, otio tantum et libidini vacabant. Quamobrem Occidentalis Frisiae praelati , malis istis ut occurrerent, crebrius quidem n0s , ut n0n sine dedecore, sic quoque n0n sine detrimenta conventus nostri j visitaverunt, gregarios fratres acrius quidem castigantes, h0s abducendo secum, alios S) alio ablegando et carceribus mancipando, abbatem etiam verbis acrioribus, immo sub poena dejectionis 3) admonendo , ut omnem in turpitudinem fugiens omni virtutum genere suis praeiret 4) discipulis , forma factus honestati: gregi suo. Sed quoniam Scriptura loquitur, quod stultus verbis n0n corrigitur 5), actum egerunt. in proverbio de quercu 6) : ad jucundiora magisque utilia transeamus. Nam pro ingenio et simplici candore animi sui in monasterium nonnulla memorata dlgnissima praestitit. Fossam enim orientalem ab aquilonari ad australem portam oblimatam pene colonorum opera et impensis detergendo perpurgavit. Ex agro deinde frumentario , ubi etiam tum holera cum herbis domes- At satis , ut est ticis utrique culinae , domini abbatis scilicet et conventus, necessariis et suëcientibus serebant7), magnum 1) BG 11 heeft hier aerum (sic). Q) BG 11 heeft hier alius (sic). 3) BG l en 11 hebben dijectionis. 4) P.E. proiret. 5) Een dergelijke Bijbelplaats heb ik niet kunnen vinden : de monnik citeert waarschijnlijk uit het geheugen. 6) W at dit spreekwoord is j heb ik niet kunnen vinden. 7) P.E. In BG I en 11 ontbreekt serebant. AG 11 heeft fereballt. Btidr. en Meded. XXIII. 7 08 DE KROXIFK vAN HBT KLOOSTER AbUARD. illum et sumptuosum deliciarum hortum, in qu0 et labyrinthus 1) est , n0n sine magnis impensis construxit, arboribus cujusque generis Trajecto S) allatis. Aedifcavit etiam conventui refectorium hyemale , cui cochleam cum gradibus ex candido lapide , per quam ft ascensus in dormitorium, conjunxit 3). Laminam tum ferream , in quam ignis conjicitur, ante annos aliquot a cellario emptam invenit. ltem magna arti:ciosa nec minus sumptuosa, illa in choro summi 1) templi sediliaj biennium integrum laborantibus praeter ipsum operis magistrum duodecim operariis peritissimis , construxit , chorum ipsum novis lapidibus exornans. Anno 1566 in vigilia Dominicae Invocavit 5) ultima manus operi triginta pedes latam fodit , conventum porta quoque muniturus adversus erroneos illos nebulones, nisi alia incommoda propositum impedivissent. Everswoldt addita fuit. In TribusMontibus 6) fossam novis 7) duobus aediEciis restauravit. Anno 1568 die lunae ante Pentecosten 8) circa horam duodecimam , cum comes Ludovicus de Nassovo , Orengii frater, Dammonam cum fnitimis agris 9) Groningam cum duobus Adwerdiensis de coelo occupans , urbenz castris obsideret ,turris nostra tacta, aliquot cubitus e parte superiori con:agravit. Sed idem abbas eandem postea sic reparavit, ut nulla laesionis in ea vestigia appareantj Pinnaculum quoque deaurans. Argentea vasa multa 1) Nog in 1743 komt in een stuk (R. A. Grpningen no. Q5) de dwaalhof'' van Aduard voor. Q) In en bij Utrecht werden dus destijds boomkweekerijen gevonden. 3) P.E., BG 1 en II. H en AG 11 hebben construxit. 4) P.E. , BG I en lI. H en AG 11 missen summi. 5) Q Maart 1566. 6) Trimnnt. 1) BG I el1 11 hebben nobis. 8) 3 1 Mei 1568. 9) H heeft agros. bE KRONIEK VAA HE'1' KLOOSTER ADUARD. 99 mutavit et nova constituit : nam duos puro argento tantae magnitudinis fnxit 1) , viri foemur im mo lumbos contigeret. aureorum gemmarumque pretiosarum magna illi copia erat. Rt quamvis a superbia erat alienissimus, tamen illis apprime delectabatur. Hoc vero tempore sub D. Francisci festum S) Franciscanus monachus , Pater Joannes KnijF, primus in urbem ac postridie alia collegia trahere modis omnibus laborabat 3). Hic Hermannus episcopus Groningensis, venit ad n0s in Adwerth , ubi praeter etiam nostri monasterii abbatiam ad se Oornelii, abbas in W ittewerum , ordinis Praemonstratensium, episcopo monasterium tradit ea lege , quod ipsius fratres canonici , ipse vero sumlnae aedis foret cantharos e ut altitudo Annulorum 1) H en AG 11 hebben fecit. Q) 4 October 1568. 3) Het spreekt van zelf , dat de Aduard tegen den bisschop van dûor onze kroniek verre van strijd om het bestaan , dien Groningen heeft moeten voeren , onpartijdig is te boek gesteld. Johannes ltnij; is voor haar een hongerige wolf , zoekende wien hij za1 verslinden, begeerig naar het geld en goed der brave en vrome klposterlingen ; voor hem is geen goed woord te vinden. Het ligt voor de hand , dat deze beschouwing ten zeerste onjuist is. De Groningsche kerkvorst had een moeilijke positie in een gewest , waar niemand zijn komst had gewenscltt , integendeel. Maar hij moest toch zjn bisdom als een goed herder organiseeren en daartoe was in de eerste plaats geld noodig. Zonder de inkomsten , die hem krachtens Pauselijke bul en Koninklijk besluit uit Aduard waren toegelegd , kon het bisdom ollmogelijk bestaan. Z0o er van schuld in dergelijke aangelegenheden sprake kan zijn , ligt zij bij Paus en Koning , of liever bij hun raadgevers , die aan den Groningschen stoel de zeer welvarende en machtige abdij van Aduard hadden toegewezen. H0e zij daartoe zijn gekomell , is niet duidelijk. Waarschijnlijk is hun het onmiskenbare verval van het klooster met al te helle kleuren afgeschilderd en meende men het daarom zonder tegenstand te kunnen annexeeren , gelijk goed als uitgestorven W ittewierum. Ygl. over de geschiedenis van het Groningsche bisdom e11 zijn strijd met Aduard : Reitsma , De laatste dagen van de heerschapplj der Roomsch-Katholieke Kerk , in het Gedenkboek der Reductie vall Gronillgen in 1591, blz. 13t) vlg. het verlaten Esens en het zoo -i+ 100 D: KRONIEK #AN HET KLQOS'1'ER AD:ARD. praepositus acceptis annuatim 300 daleris l). Conventus ordinis Praedicatorum Dammonae, tum quidem vacantis, reditus ad se traxit 2). Domum item Fratrum Groningae (hi erant regulae S. Francisci) in suum usum cûnvertens, multa aedifcia adjiciendo et immutando in coemiterio S. W alburgis , in aulam suam episcopalem convertit 3). Et licet a Regia Majestate 1) Hermannus Cornelii was de laatste abt van het eens z0o beroemde Wittewierum. Hij werd bereid bevonden zijn klooster aan den bisschop af te staan. Er waren trouwens n0g slechts drie of Yier monniken in Emo's aloude stichtillg aanwezig, die bovendiell den regel hunner orde niet meer genoegzaam onderhielden. (Vg1. Reitsma , t. a. p. 146.) De abt begaf zich eerst in het Praemollstratenser klooster te Dokkum y maar keerde later naar Groningen terug kapittelplaats op. Hij verkreeg die en werd door het kapittel verstandig genoeg belast met het beheer der aan den bisschop gekomen W ittewierumer goederen; en eischte de hem beloofde hij nam dat ambt llog waar, toen deze goederen aan Rennenberg waren toegekend. (Vg1. Reitsma t. a. p. 15l ; Boeles , Geestelijke goederen , 41 vlg.; Wijbrands , De abdij Bloemhotr, l77 noot.) Q) 'Het Dominikanerklooster te Appingedam was eigenlijk den bisschop niet toegewezen. (Vgl. Reitsma t. a. p. f 45.) Maar op bevel van Alva werden de inkomsten van dit klooster, dat geheel verlaten was en korten tijd a1s Jezuietenschûol was gebruikt , bestemd tot onderhoud van de seminaristen. De bisschop had namelijk te Groningen in het refugium van W ittewierum een seminarie opgericht voor zjn diocees. (Vg1. Reitsma t. a. p. 147.) Ilet is dus onjuistj wanneer onze kroniek den bisschop ook deze anllexatie ten eigen bate aanwrijft. 3) Op last van Alva werd in Januari 1568 het fraterhuis van de Broeders des Gemeenen Levens aan het Martinikerkhof (destijds St. Walburgskerkhog te Groningen den bisschop tot verbljf aangewezen. (Vgl. Reitsma t. a. p. 147.) De tusschenvoeging: ,,hi erallt S. Francisci'' is natuurlijk niet anders dan de randglosse van een wijsneuzigen lezer der kroniek , die de Broeders des Gemeenen Levens met de Minderbroeders verwarde. Het Franciscanerklooster stond in de daarnaar genoemde Broerstraat. Groot, De Broerkerk , passim.) Vgl. over de merkwaardige huis , dat eerst de zetel der Grûningsche praefecten, daarna Fraterhuis , vervolgens Bisschûppelijk paleis , toen Prinsenhof was en ten slotte thans gedegradeerd is iot militair ziekenhuis en nachtleger-magazijn : G. Acker Stratingh , Het Huis of (Vj1. Hofstede de geschledenis van zhet DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 101 quotannis ei da0 millia ducatorum, praeter nominata collegia illa tria, in honorabilem suae dignitatis sustentationem numerarentur, his tamen (ut avarus nunquam satiatur pecuniis) n0n contentus 1) j Adwerdiam quoque devoraturus erat , si voti sui compos feri potuisset. Habebat quidem Pontifcium diploma, Regis Hispaniae sigillo munitum , qu9 permittebatur ei post sessum (sic enim loquebatur) vel discessum abbatis moderiri jus ac reditus abbatiae nostrae ceu abbas usurpare. Sed Deus hOc illi n0n permisit. Is enim S), qui religionis antistes ) monasteriorumque protector esse debebat , tam nobilis atque laudatissimi conventus personas ac bona (Geusiorum h0c erat desiderium ac opus , sicuti nostris , heu ! oculis percepimus) diripiendo atque faucibus m endicantium escas extorquendo, disturbare satagebat. Tametsi vero noster abbas facilis erat 3) in annuendo nec petentibus se viriliter denegando resistere noverat , hic tamen se non virum mndo verum etiam m urum ahaeneum praebuit : cum nimirum ab episcopo m ultoties et quidem eximiis promissis tum vero minis acrioribus impeteretur, in nullo se Reverentiae illius (quantum quidem concernebat causam tradendae abbatiae) cessurum vel assensurum , licet in periculum quoque vitae propterea foret adducendus 4) , saepius aërmavit. 'Ut autem in Hof Groningen , in den Groningschen Volksalmanak voor 1838, blz. 40 vlg.; dez., Het oude Selwerder Hof, vermoedelijk ook het Hof der Prefecten. in Gron. Bijdragen , VI , 25 vlg. 1) De kroniek is hier weer zeer onbillijk tegen den bisschop. Deze toch lijke kasj tafelgoederen met Aduard enz. zou zijn geregeld. (Vgl. Reitsma t. a. p. blz. 145.) Het moet echter wordell erkend , dat de bisschop bljna eenstemmig van gierigheid en schraapzucht werd beticht. (Vg1. Reitsma t. a. p. blz. 150.) Q) Deus - ellim ontbr. in BG l en lI. 3) AG 11 fuerit. slechts Q000 ducaten genoot voorloopig uit de koninktotdat de kwestie van de 4) H heeft abducendus. 102 DE KRONIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. pio isto atque laudabili animi sui proposito constantior esset j invenerunt 1) praelati prudens consilium. Nam Munterna 2) tum a pyratis Geusiacis 3) pene devastata coenobitas in tutiora loca secedere compulit. Quapropter ipsius 1) loci abbatem , dominum Arnoldum Kenninck , propter 5) ingenium boni ferax , addunt nostro in regiminis administratinne socium Frisiae consilii atque coadjutorem , qui comes ei individuus actuumque omnium ejus oculatus testis , impugnantis episcopi vires mirum in modum attrivit : unde n0n par modo abbati factus , sed etiam authoritate superavit eum. Sicque 6) per coadjutorem res nostrae dirigebantur 7), ut praeter nomen ac sedem ipse abbas retinuerit, nihil exauthorandus haud dubie (postquam tres e diversis liberos sustulisset) a praelatis, nisi conventum tribus abbatibus onerare timuissent 8). Anno 1570 quarta feria ante Pentecosten 9) venit in Adwert venerabilis pater visitator generalis omnium collegiorum 1) BG 11 heeft inceperunt. Q) Over Menterne (Termunten) zie boven blz. 46 noot. 3)H en AG 11 Geusanis. 4) P.E. De andere HSS. hebben istius. 5) BG I en 11 prope. 6) AG 11 heeft: superavit. Cum sicque etc. 7) Bij een charter van 1 Mei 1576 verkoopen yyArnoldus Kenninck abt thoe Munthe end administrator in Aduwerth'' en de conventualen van Aduard aan kerkvoogden , pastoors en priesters van St. Maarten en St. W alburg te Groningen een jaarrente van 14 Emder guldens uit een heerd land onder Wierum. (Reg. Gron. Arch. 1576 n0. 7. Nanninga Uitterdijk, blz. l4Q.) Hier was dus van den abt geen sprake meer. 8) Wanneer Arnoldus Kenninck als coadjutor te Aduard is 0pgetreden , blijkt niet. Het is dus mogelijk , zelfs waarschdnlijk , dat met deze drie abten worden bedoeld Arnoldus Lantb , Arnoldus Kenninck en Godfried :an Arnhem , die eerst in November 1574 is gestorven. Nanninga Uitterdijk (blz. 139) gist, dat met den derden abt bedoeld wordt de eventueele opvolger van Lanth. Maar dat kan toch in de gegeven omstandigheden moeilijk een ander zijn dan Kenninck. 9) 10 Mei 1570. DS KROXIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 103 ordinis nostri) dominus Joannes a Murimundo abbas 1), missus a generali synodi , a Pontifce Summo et Majestate Regia , literas habens credentiae , qui post exquisitissimam singulorum fratrum de rebus omnibus monasterii , oëciariorumque actibus et moribus indagationem , abbatem quidem in oëcio reliquit, sed Cl1m emendationem continuamque cum sobrietate castimoniam sancte polliceretur. In aliquos nihilominus (quorum nomina honestatis causa silentio tegenda censui)poena carceris animadvertit. Postquam multa ordinis disciplinam concernentia in chartam charitatis nobis S) , cum episcopo de remittendo coenobio agere cepitj oferens ei quotannis de bonis nostris sex millia carolinorum. Quibus tamen placari n0n potuit ; sed ipsum m onasterium esuriens , instantius res suas in Ouria Regis per suos agere institit ; neque nostri e contra negotium in annos diFerendo procrastinantes. Visitator autem ) ubi octo dies continuos apud nOs haesisset , de rebus omnibus monasterii nostri jam certior factus, ad Occidentalis Frisiae collegia pervexit, inde ad sua remeaturus , sed vacuis interim haud manibus. Et quamvis vir doctus videbatur, m unera tamen verum sit vetus illud ac pius satis n0n est aspernatus. Porro quam atque commune proverbium : DQui semel scurra , nunquam bonus paterfamilias'', nostro malo didicimus. Quia cum irregularitatis atque vitae dissolutioris nota labesque nobis est inusta , tuimus. dië culter n0s hac suspicione liberare p0- Quamobrem sexta jam vice n0s visitaturi 1) Johannes Coquaeus , abt van Morimond , was a1s zoodanig bekleed met de waardigheid van ,lcapitali generalis necnon abbatis Cistercii vicarius generalis cum potentate substituendi.'' In de lente van 1570 deed hij een bezoekreis door de Noordelijke gewesten van ons laud. Zie daarover Reitsma in Historische Avonden. Bundel uitg. door het Hist. Gen. te Groningen , blz. 193 vlg. 2) Hier is blijkbaar een werkwoord uitgevallen. 104 DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. Frisiae praelati convenerunt ; multo certe austerius an prudentius ignoro, res nostrastractaverunt, addentes h0c fgmentum , quod per literasa Marimundo abbatis hoc facere jussi fuerunt. Sub Calendis igitor Julii anno 1571 3) Allardum Arnhemium priorem , paulo ante ab ipsis creatum , vinctum compedibus (nam ab oëcio detrusisse non suëciebat eorum libidini) et brachio seculari in carcerem Claricampensem avexerunt: mitius paulo cellarium majorem Joannem Daventriensem, prudentem 2) oeconomum, tractantes ablegarunt praeter depositionem in Hierusalem 3) , ubi, cum dies aliquot cum conventualibus libere 1) egisset , tandem carceribus est inclusus. Haec tum erat rerum nostrarum deploranda mirabilisque metamorphosis. Nam Joannem scribamj qui dux et instigator omnium harum turpitudinum exstiterat 5)j non modo n0n puniunt, verum etiam ipsius prioris titulo et authoritate sublimatum exornant. Ipse tamen male sibi conscius , remordente nimirum et atterente conscientia metuensque se aliquando justas suae impuritatis poenas daturumj mature sibi fuga multo post cum ecclesiastica, quae secum bona abstulerat 6)j pessum ire cerneret, dolore tabescens emoritur. Coadjutor ergo nostri abbatis , dominus Arnoldus Kenninck, bursarii et cellarii onera et munera 7) in se consuluit Embdam abeundo : ubi non recipiens, eolus nummos accipiebat et exponebat, abbate nostro Arnoldo Lanth nominetenus Quamvis autem eorum , quae h0c tempore contigerunt, permanente. 1) l Juli l5. Q) H en AG 11 hebben prudenter. 3) Jeruzalenz of Gerkesklooster tusschen nusga, een in lQ40 gesticht Cisterciencer 4) Libere ontbr. in H. 5) H: extiterant. 6) H , BG I en 11 hebben attulerat. 7) Et munera ontbr. in BG I en II, H Buitenpost en mannenklooster. heelt a munera, AugustiDR KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 105 multa volens omitto: illud tamen narrationi inserendum putavi , quod abbas Munternensis cum suis conventualibus (qui praeter ipsum duntaxat numero tres erant) , cum pistore uxorato et flium habente cum ejus uxore et liberis cum praedario nummoso et annoso sit eo facilius admissus , quia bona seu reditus illius nobis cederent in conventus sublevamen nummorum Episcopo ad bella numerandorum. Quod attinct regionibus exorta propter 1) Geusianismum , singulari alias tractatu 2) complexurus sum. Hic obiter attingo, quod anno 1566 novi Evangelici imaginibus et aris templû Minnritarum ejectis suis novae doctrinae evangelistis ibidem fecerint potestatem praedicandi 3). Anno Ligny, comes ab Arenberch, hujus terrae gubernatorj in coniictu adversus Ludovicum Nassovium prope Hilligerlee fortiter dimicando occubuit 5) : quem Ludo- 1566 4) dominus Joannes de vicum mox eodem anno duobus castris urbem cingentem d0n Ferdinandus, dux Albanus, cum copiis militaribus adveniens , proiigavit urbem que praesidarii militis signis sex munitam in Brabantiam rediit 6). quotannis in his 1) BG I en 11 hebben prope. Q) Van dit andere tractaat van den schrijver der kroniek is mijj ook na langdurig onderzoek, niets naders bekend geworden. 3) Anno 1566 - praedicandi ontbr. in BG Ij maar opmerkelijk genoeg niet in BG 11 , waar het dus uit een ander HS. moet zijn ingevuld. Vgl. over de ingebruikgeving van de Broerkerk te Groningen aan de Hervormden : Hofstede de Groot, Geschiedenis der Broederenkerk te Groningen , 33 vlg. 4) Deze schrij/out is door alle HSS. overgenomen. Dat ollze kroniekschrijvel' zeer goed wist, in welk jaar Lodewijk van Nassau ill Groningen was gevallen , 5) Vgl. over den slag bij und Niederlande zur Zeit del. Franz, Ostfrieslalld Regentschaft Albas, 17 vlg-, Q8Q vlg. bewijst zij :1verhaal boven blz. 98. Heiligerlee vooral 6) Opmerkelijk genoeg spreekt de kroniek niet van het kasteel j op Alva's bevel ten Zuiden van Groningen aangelegd. (Vgl. Feith jn den Gron. Volksalm. 1897, blz. lll v14.) 106 Ds KRONIEK vAN HBT KLOOSTER AogARo. Anno deinde ipsa nocte Sanctarum Animarum 1) mare inundans, his in terris maximam jumentorum et hominum stragem edidit S). Sequuntur et alii duo cataclysmi sed n0n tam nocentes. Sed fnem facturus, ad abbatem nostrum Lanth redeo , qui post multas calamitatum pressuras morbo diëcili corripitRr atque aerem puriorem quaerens, secedit in Assen, ubi tandem vitam cum morte mutavit anno Domini 1576 Nonis Junio 3). Oorpus nihilominus relatum in Adwerth et in capitulari domo terrae mandatum , juxta praedecessorem suum quiescit : animam vero ejus omniumque fdelium ut Omnipotens Dominus in aeterna secum tabernacula recipiat, humiliter oremus. In laudem nihilominus mei abbatis tale qualecunque carmen subjungerevisum fuit : Finis hic abbatis ; fatorum hic exitus illum Sorte tulit , corpus crudelibus occubat umbris : Attamen Elysiis aeterna luce beatus In campis vivat cum Christo ç) spiritus. Amen. porro post ejus discessum 5) reverendissimus episcopus egerit, paucis aperiam. Sicut morte illius plurimum consternati sumus 6) , sic episcopus eadem 7) juxta bullae suae tenorem obtinuisset, nisi tres Frijsiuateo rep rrleesl antioscteraus atudtvoerressu s fidlelulimssiamni imuisn ai mcpuemr tecroraitdis- Quid 1) Bekend is het, dat (1570) wordt genoemd. hoogtepunt eerst een dag Q) 3) b Juni 1576. 4) Het is zeker een echt renaissance-denkbeeld en men behoeft niet te vragen in welke sfeeren onze kroniekschrijver in Aduard leefde, wanneer hij den abt Arnoldus Lanth in de Elyseesche velden Christus laat ontmoeten. H en AG 11 hebben deze vloed gewoonlijk de Allerheiligenvloed Het is mogelijk , dat zij in Groningen haar later, op Allerzielen, heeft bereikt. addidit. 5) AG 11 heeft decessum. 6) BG l en 11 : fuimus. 7) Eadem ontbr. in H en AQ. 1, J. DS WROXIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 101 ac heroico plane spiritu fuissent tutati : donec tandem licet cum ingenti diëcultate ad certas pacti leges obsistendo, perpulerunt eum spondentes nimirum ïn singulos annos, ut et superius est notatum, ei quatuor millia dalerorum. Atque istud pactum missum fuit in Curiam Regis Hispaniae , ut illius Majestatis ac Summi Pontifcis sigillis confrmaretur l). Quod cum spe tardius obsignatum rediret , anxius 2) animi episcopus varia secum cogitare 3) multaque mente volutans, intimisque praecordiis Adwerdiae possessionem magis 4) esurire cepit ; cujus memoriam ac desiderium nec ultima quidem spiranti suspiria 5) extorserunt nec adimere potuerunt. At fortuna , quin potius ipse misericors Deus, clementer n0s respiciens, maximo nos metu exsolvit, ipsum episcopum eodem ill0 anno sub festum D. Francisci 6) peste tollendo. Hic paululum respicantes animisque resumptis calente immo ardente adhuc bello Geusiaco 7), cum in locum n0n remitteretur 8) a Regia Majestate episcopus alter , nostri paulatim de restituendo abbate secum deliberare 9) constituunt : nihilominus et praedicti praelati suis collegiis 10) a belli furore male ! 1) metuentes j non admodum festinarunt. Oaruimus igitur abbate proprio sesqui fere annum, coadjutore illo Kenninck 12) interim res nostras administrante. 1) H en AG 11 : Q) 3) 4) Magis ontbr. AG II. 5) H : suspicia. 6) 4 October 1576. 7) H en AG 11 : Geusiano. 8) AG 11 : mitteretur. signaretur. Anxius ontbr. BG I en 11 ; anxius - H : cogitans. 9) BG 11 : deliberans. l0) AG 11 : collegis. ll) AG 11 : male ontbr. $%) 1110 Kenninck ontbr. BG I en II. volutans ontbr. in AG II. 108 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. ARxoluous KExxlxcx ABBAS XXXIII. Qui tandem anno 1577 in vigilia Undecim Millium Virginum 1) non tam 2) sulragiis ac voluntate fratrum coenobitarum, quam praelatorum Frisiae authoritate procerumque agri precibus in oëcio sic 3) cnntinuatur, ut et nomen abbatis Adwerdiensis consecutus sit. Et seculares omnes quanquam nullius habito respectu portis 4) monasterii solent excludi, minus vero 5) ad consilium electionis novi abbatis 6) almitti, hic tamen propter 7) nimis vehemens ac diuturnum inter urbanos et Proceres agri de privilegiis , quae illi praetendunt , dissidium , sic sunt admissi, ut petitionem conventui proponerent, nihil interim imperiosius adferentes, sed submisse deprecantes, ut ipsorum voluntatipavendo 8), abbatis Adwerdiensis ipsum Kenninck nomine deinceps dignaremur et honore , et quod vir ille consiliis actibusque suis futurus esset utilis- @ SlmlIs. Aricissinz illi , Ohristophorus ab Ewsum 9) , Rempt Jensema 10), Hieronymus Verrutius ll) syndicus, totius agri deputatorum nomine legati , non tantum datis dexteris receperuntj sed etiam literisj quae apud 1) Q0 October 1517. Q) AR II: tanlen. 3) H j BR 11 en 4) BG II: partis. 5) BII II: viro. 6) Abbatis ontbr. in H. AG 11 : suo. 7) B@ I en 11 : 8) BG I en 11 j parendo. 9) Vgl. over hem T. P. Tresling in den Gron. Volksalmanak, 1844, blz. ll7 vlg.; Veldman in deh Groll. Volksalmanak, 1897, blz. Q vlg. l0) Rempt Jensema komt in stukken van het Rijksarchief in Groningen tusschen 1563 tot 1590 herhaaldelijk voor. ( Vgl. alpha- PrOPe. AG 11 : betisch register, in voce-) 11) Hieronymus Verrutius, de syndicus der Ommelanden , komt in stukken van het Rjksarchief in Groningen tusschen 1575 en f 600 herhaaldelijk voor. (Vgl. alphabetisch reçister, i,n voce.) DE KROXIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 109 n0s in Adwerth diligenter asservantur , sigillo munitis 1) spoponderunt, si aliquando Regiae Majestati placuerit alterum episcopum his nostris orlinare terris , sese nos ab ejus gravedine liberaturos , neque solius Adwerdiae sed communi agrorum collegiorumque eundem sumptum fore sustentandum. His itaque rationibus voluntati eorum est satisfactum. Fuit ille autem dominus Arnoldus Kenninck Osnaburagrestiunl gensis natione , vir statura procerus , animo magnus , audax , ingenio acutus , consilii prudens , verumtamen Teutonica quam Romana in lingua facundior ) ideoque n0n parvae authoritatis et aestimationis apud nobiles Plerosque. mirum in tutaretur) Agrestibus primoribus (quod eorum partes modum contra Groningenses fovendo 2) quam oppidanis et propriis utriusque monasterii t Munternensis scilicet et Adwerdiensis , fratribus gratior. Quam porro vir fortis exstiterit ad bibendum sed tam en apud suos in symposiis facetus , oenopolis est notiusj quam ut a me prolixiore debeat 3) oratione referri. Cum ergo jam biennium integrum , postquam praelati ad sua redissent , abbatis nomen habuisset, concessit in urbem , vocatus nimirum literis comitis de Laleyn 1) et magistratus civilis, OmneSqlle BOd0m ConveDillnt agrorum dOPlltati , ut ibi inter sese de communi Reipublicae patriaeque salute consultarentur ; in qua quidem consultatione, cum male inter partem utramque conveniret, agrestes sibi comitem magis faventem opinantes 5) , importunius sese et contumeliose satis oppidanis opposuere , qui mOx clanculum portis suis conclusis agrestiam primores , tum ecclesiasticos quam seculares vinum , 1) BG 11 : maritis. Q) BG I en 11 : favendo. 3) BG 11 debellt. 4) De andere HSS. hebbpn a Laleyn. Natllurlijk Rennenberg. 5) H , AG 11 : existimantes. 110 Dx ItxoxlElt vAx HE.1. ltluoos'rEu wouARb. apprehenlentes , deinde vero in primum in suis quemque aedibus , una domo congregatos, nocte dieque civibus armatis custodierunt 1). â tque in hac detentione novus ille spei tam amplae famcsissimusque abbas, nescio an magis poenitentia ductus an potius dolore tabeque exanimatus, 29 Januarii die anno 1578 vitae valedixit , suos complices in magno moerore constitutos suo n0n tantum consilio verum etiam corporali ac nunquam reditura praesentia Corpus nihilnminus libere n0n etiam milite non inermi destitutos relinquens. modo dimissum verum sequente extra portam navem deductum, venit in Adwerth atque, quod insolens est contraque consuetudinem abbatum j in choro ante summum altare juxta tumulum D-Emanuelis episcopi Cremonensis sepelitur , grandi lapide cum nominis inscriptione sepulcro ipsius super imposito. Anima ejus omniumque Edelium requiescant im perpetua pace. Amen. ad 1) Zie over deze gewelddadige handeling de studie van mr. C. P. L. Rutgers , De gevangenschap der Ofnmelander Heeren in 1577, in den Gron. Volksalmanak voor 1896 blz. l9Q vlg. In het Aduarder refugium werden behalve de abt #an dit klooster die van Selwerd , Thesinge , Rottum en Oldenklooster bij den Dam opgesloten. De hoofdzaak , die Stad en Lande destijds verdeelde , was het stapelrecht der stad , dat deze met hand en tand zelfs gewelddadig handhaafde. De stad werd steeds door de Koning begunstigd, waardoor de ommelanden hoe langer hoe meer naar de zijde der Staten werden gedreven. Zelfs zeiden zij het verbond met de stad van 1482 formeel op. Van het Aduarder huisj waar de abten sedert l November 157: zaten, werden zij met de gevangen edelen den IQ December overgebracht naar het huis van dr. W estendorp naast den Martinitoren. Daar is Arnoldus Kenninck evenwel niet overleden. Toen deze namelijk tengevolge van de onvoldoende luchtverversching en de slechte behandeling ziek werd , werd hij naar het refugium overgebracht , waar hij den Q9 Januari 1578 is gestorven. Eerst den QQ December van dat jaar werden de laatste gevangenen in vrijheid gesteld. B IJL A G E 1. LIJST DER ABTRN VAN ADUARD. W ibrandus Albertus l W igboldus Eylwardus Egbertus . Rppo Geyko . Eggardu: . H erebrandus. Rippertus I Albertus 11 Penricus 1 Eyboldus . Eylardus Fredericus Hoptatus - Thybodus. . Rippertus II. Mennardus. Sacherus Rodolphus H enricus 11 . W olterus I . W olterus 11 . Hermannus 1192- 1205. 1205- 1216. 1216--1242. 1242--1254. 1254--1257. 1257--1262. 1262--1268. 1268--1287. 1287--1291. 1291--1292. 1292--1292. 1292--1301. 1301--1305. 1305--1329. 1329 - 1350. 1350--1352. 1352--1371. 1371--1400. 1400--1421. 1421--1423. 1423--1449. 1449--1485. 1485--1494. 1494--1500. 1500--1504, 112 oE ltftoxlElt v-tx HET KLOOSTER ADUARD. Bernhardus I Bernhardus 11 Elbertus . Lambertus Johannes I Godefridus Arnoldus I Arnoldus 11 . Johannes 11 . 1504 - 1505. 1505--1507. 1507--1522. 1522--1528. 1528--1549. 1549--1561. 1561--1576. 1576--1578. 1578--1580 1). 1)Deze laatste, Johanlles Grevell , wordt niet meer in de kroniek gelloemd. hij voor het eerst a1s abt van Aduard voor tNanllinga Uitterdijk , l53 v1g.). Met de verbrallding der oude abdij op 9 September 1L80 (N. U., 166) nam zijll bestuur llatuurlijk een einde. Desniettemin bleef hij het refugium te Gronillgen bewonen en de nonnenkloosters Trimunt en Assen besturen. Zelfs heeft Johannes Greven n0g een opvolger (men zou bijna zeggen : in partibus intldelium) gehad. In 1595 werden de goederen van Aduard bestuurd door den abt W illem Emmen (N. U., 169). Hij is de stichter val: het Aduarder gasthuis op het Munnekenholm , dat een gedeelte van het oude refllgium van het kloo%ter vormt. In 1613 moet hij reeds zijn overleden In een acte vall 18 Febrllal i 1578 komt (N. U., 17Q). BIJLA G E ll. LlzsT vAN STUKKEN j AANWEZIG 0P HRT RIJKSARCHI:F IN GRONINGEN j BETREFFENDE HBT KLOOSTER ADUARD , DIE NIET ZIJN OPGENOMEN IN : Driessen, Monumenta Groningana. Feith, Register van het Archief der provincie Groningen. Nanninga Uitterdjk, Geschiedenis der voormalige abdj der Bernardjnen te Aduard. Het oorkondenboek van Groningen en Drente 1). 1426 nO. Koopbrief 9 burgemeester aan abt en land Renghers, verkoopt convent van Aduard 'eenig op Aldyngahuzer-uiterdjk. Op Sente Petersdach ad cathedram (22 waarbij Ditmaer in Groningen , 1437 nO. 16. Februari). Grondscheiding Aduard meus) en de markgenooten van het tusschen het convent (abt Rolef,kelner Bartholo- Zuytholt onder Rhoden. z. d. Yerzegeling, waarbj koopt aan het convent van Aduard 1460 nO. 19. Alta Focken ver- 1) Ik dank deze lijst aan de welwillendheid van den archivaris mr. J. A. Feith. Zij is genomen uit llet geschreven vervolg op het gedrukte register van mr. H. 0. Feith. Bjdr. en Meded. XXIII. 114 DE KROx1EZ VAN HET KLOOSTIR ADUAAb. eenlg land en uiterdjk, bezegeld door Ghert, kerkheer op den Ham, en Heyddo , kerkheer in Oostwold. St Gregroriusdag (12 Maart). 1472 nO. 22. Quitantie voor den raadvan Groningen wegens bj dat lichaam gedeponeerde en teruggegeven gelden in een geschil tusschen den abt van het klooster 1488 nO. 31. van der Munten 1) ter eene en Johannes, kerkheer te Feerwert en Johan Backer, burger te Goch ter andere zjde , over een geldsom van wjlen Johan van Goch. pont. (7 Verklaring Aedwerth , dat bj den kopp van land aan Johan W yntynck deze laatste het recht heeft behouden, gedurende zekeren tjd des jaars vrj zjn turf over dat land te m ennen. St. Petri ad van W olterus , abt van Vrjdag na Sixti mart. et Augustus). Cathedram (22 Februari). 1493 nO. 29. Transfxverzegeling, waarbj eene nader omschreven rente wordt verkocht aan den abt van Aedwerth ten behoeve des kloosters van Trimonte , z00 daar een klooster gesticht wordt, anders van dat te Aedwerth. Up hilligen Crucis avent inventionis (2 Mei). Koopbrief t waarbj Andreas, kelner te Thrymonte, met verlof van Elbarig 2), abt van Aduard , verkoopt aan Albert Hindrickss ,,0p die torne'' eene rente des 1504 nO. 51. f) Mellterne bij Termunten ; het stuk is hier wegens zijn nauwe betrekking tot Aduard opgenomen. Q) Bedoeld is natuqrlijk Elbertus. Ilet stuk is slechts il1 afschrift voorhanden. DE KRONIEK YAN HKT KLOOSTER ADUARD, 115 1531 nO. 35, van vier gouden rjns g1. uit het erf Op die torne.'' St. X Calixtus (14 October). (Afschrift). Verzegeling , waarbj Otte Aukema , Henrick W ijnssche , volmachten van Lothyngewoldt , Egberth W ylhems j Ghese Reyners van Foxwolde , Sycko Synnynghe, Bgbert Eels van Lyveren, Johan W yltens van Steenbergen , Henrick Hoiemans, Barrynck W ynsschen van Roden , volmachten van het kerspel Roden, verhuren aan Johan Recamp, abt van Aduard, het recht om cley oFt potteerde'' te graven in dg mark Roden. St. Matthyas apostol (24 Februari). 1545 nO. 48. Uitvoerig betoog van rechten , opgesteld door den abt en kelner van het convent in Aduard met Gheert Lewe in de Marne in hun proces tegen Luell Panser over het strandrecht van het eiland Bosch voor den rechter Abell Tammyngha , hoveling te Hornhuizen 1). z. d. 1551 nO. 37. Het convent van Aduard staat aan 1553 nO. 75. K arel Y af , ter voorkoming van een proces, de gerechtigheid op het eiland Bosch , waarvan de titels verbrand of verduisterd zjn. 25 Augustus. Acte , waarbj de abt van Selwerd en Focko Ripperda van W insumverklaren, dat de abt van Aduard en de andere zjlvesten van Aduarder-zjlvest hun 1) Vgl. daarover Nanninga Ultterdijk , blz. l05 v1g , waar een dupliek over deze zaak is afgedrukt. :* 116 DE KRoxI:K vAx HET KLOOST:R AbuARb. hebben tnegestaan een pomp te leggen door den djk van het Reitdiep ten behoeve der landen tusschen den djk , den Paddepoelster weg en de Gruutzyll'' onder % 1 eenige voorwaarden. 1 November. 1556 nO. 112. De abt van Aduard verzoekt aan de Gedeputeerden van Stad en Lande de bemiddeling in het geschil tusschen het convent voornoemd en de gilden van Groningen. z. d. (Afschrift). Johannes Staell , pastor te Roden , Hinrick Hoiman , schulte , benevens de overige volmachten der markgenooten geven consent aan Godefridus Aernhem , abt in Aduard , en zjne kloosterlingen t0t het graven van klei of potaarde onder Roden voor 1558 nO. 121. 1567 nO. hun 75. panvoor Mei(30 April). Arnoldus Lanth, abt, Stephanus Rees, prior en kleedmeister, Johannes Daventrie, kellery en Teodorus, rjunge keller'' $m et rde senioren en gemene conventualen'' van Aduard, verklaren te hebben verpacht voor 6 jaren aan Jacob Derxen en echtgenoote te Zuidhorn tien grazen land. 30 Januari. Met een transfx, handelende over of tichelwerk aldaar. Zondag 1567 nO. die pacht. Arnoldus Lant , abt van Aduard, en de overige volmachten der markgenooten van Roder Zuidholt en Noortholt verkoopen een stuk land uit die m arke aan Burgemeester Johan Thedema. 20 Juli. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 11; 1582 nO. 104. 1612 nO. 56. Pachtbrief , waarbj Johannes Greven, abt van Aduard , Cecilia Benninge , priorin ) Grete Janssens , subpriorin, Geese van Overhagen , keldersche , enz. van Trimunt hoeve van Alyt wed. Olaes Torringa en haar tweeden man Luytien Geerts de pacht van Torringelant. Allerheiligen (1 November). (Afschrift). Yerzegeling ) waarbj Johan Jantzen anders Backer en wonende zjne echtgenootj aan de Vischmarkt zuidverlengen ten bezjde , waar de Drie voor in den gevel aan den gewezen eene jaarljksche rente uit hun h0f buiten de H eerepoort, door hen gekocht van Jacob Ouba alias Roeber. gouden roemers staan , verkoopen abt tho Aduard 5 M ei. B IJ L A G E 111. Verklaring rcn abt en cpnecAlf Aduard ppdr ltet #:g:!# , Friezen aangedaan , niettegenstaande zïj dezen een /l14x in 1417 dppr de W esterlauoeersche brief 'cAl 13 Juni van dat J'ccr hadden gdfppntf , waarbq Nlp,sfzwpp , Fivelgoo ea Jrpxïzw:s de neutralitdt der cl## beloven te handhaven en die ïzl het chavter f: ingelascht. 0p Sunte Pcct$/76l: avent cpzltl6r.sfp (2# Januari) 1419. W j her Meynart , bj der ghenaden Godes abbet , ende ghemene oldermans de8 convents Adewert, doen kundich allen luden mit desen openen breve , dat in dert ij t1doe men schreef dusentvierhondert ende soventien des Soendages voer Sunte Vitus daghe 1), vergadert weren die W estfresen mit oeren hulperen te Horm ende bj onsen convente ende daerommetrynt. In derselver tjt d0e senden die W estfresen 2) benoemde lude an ons, begherende On8Q of wij em ende Oeren hulperen cloester ende convente mit willen yet overleveren ende updreghen wolden , dat sie daeruut oerloghen m ochten teghens die van Gronyngen. W j gheven em to antworde, dat ons dat yn gheenre wjs en stonde te doene, van enen 1) 13 Juni 1417. Q) De Friezell Yan Westerlauwersch Frieslalld, DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 119 Rodeshues een roefhueste makene, men dat sie omme Godes willen also wal deden ende bleven oere bj goeder lude woerden ) want die van Groningen dat wa1 doen wolden, a1s wj hadden verstaen. Sie segheden ende antworden 0ns , dat en konde niet gbeschien , maer sie weren anstaende ende begherende van ons dat cloester yn Oer m acht te hebben , als schelinge * VOr8Z. 1S, wj alse bedrovede lude van em scheyden ende een myddel an onse zjt zochten, ende quemen weder an em ende beden em) ofte wj mochten van den van Groningen ende den Ommelanden, als Also dat Honseghen- ende Fyvelghen-landen, ende oeren hulperen verwerven , dat sie onse cloester niet besetten en wolden teghens de W estfresen ende oere hulperen ende gheven 0ns des enen openen beseghelden brief, of sie 0ns des ghelikes 0nl Godes wille 0ec jet doen wolden , updat wj an beyden zjden rostelike ende vredenlike daerto m ochten sitten. Sie segheden ? sie en weren niet m achtich ons allene daerop to antworden , maer sie wolden sich mit den alinghen here beraden , wes sie daert: doen wolden ; bynnen desen berade soe hadden wj onse truwe boden an die stad van Groningen) nieren als vorsz. is. Daer begherende van em yn m asie ons op antworden, sie wolden sich bespreken mitten ghenen, die uut llonseghe- ende Fyvelghe-lanze daer weren. Als sie sich besprolten hadden, gheven sie ons weder to antworde, sie en wolden onse convent niet beschadeghen noch besetten , daer schade yn of uut te doene , inden dat 0ec also bewisset ende versekert wj worden van den W estfresen ende de mit em daer Weren; daerup soe gheven sie Ons oeren beseghelden brief, sprekende van woerden to woerden aldus : ,,W j hovelinge, rechters ende mene meente van Honsegheende Fyvelghe-lande , borghermeistere ende raet der 'tad van Groningen doen kundich allen luden mit ende 120 DE KRONIBK vAN HET KLOOSTER ADUARD. desen openen breve, dat wj bede willen des eersamen vaders omme Godes wille ende yn Gode, heren Meynard , abt t0t Adewert , broderscap hebben ghelovet desen openen schadeghen noch besetten en willen yn of uut schade te doene, dewjle dat de W estfresen mit oeren hulbreve , dat wj 0er convente niet bePeren vergadert sjn to Horm ende daeromtrynt , inden dat den vorsz. abbate sjnen broderen ende convente ons ende onsen hulperen desghelikes weder- Varen mochte van den W estfresen ende oeren hulsjnre ghemeenre ende loven vastelike mit ende peren , dat sie dat vorsz. cloester onbeset ende onbeschadighet beschadighen. secreet , daer ons anderen landen vorsz. t0t deser tjt an ghevoghet. Ghegeven in den jare onses Heren dusent vierhondert en soventien des Soendaghes voer 2Z0l1.1î In aldusdaner forme weren wj enen breef van den W estfresen ende welden laten , nyemant daeruut te .In orcunde beseghelt mit der stad Sunte Yitus begherende oeren hulperen , updat wj ende onse brodere rostelike ende vredelike des onses mochten hebben ghebruket , des ons van em leyder niet geschien en m ochte , maer sie makeden enen vrede mit onsen prior ende mit denghenen , die met em daer weren, ende loveden den mit upgerichten vyngheren zeker ende vast te holdene, al want ter tjt dat hie weder an em qaeme ende em ene guede antworde seghede op die zaken , de sie begherende weren. Ende a1s de vorsz. prior van em ghenc sich mit 0ns te besprekene ende een antworde em weder te brenghene, soe quemen sie onontseghet ende breken neder onse ghewelFde ghelegen van Groningen 1) j updat ons onse vrende niet to ende onverwaert buten onsen schulden steenbrugge , de is tusschen onsen cloester ende der stad 1) De Aduarder-til, DE KROXIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 121 hulpe comen en solden , ende belegheden onse cloester terstont vorsz. 1) en vochten dat an mit groten beyden zjden ende ghengen onse vorsz. cloester yn mit machte , mit ghewapender hand bynnen den gueden vrede ende boven den gueden gheloven, den gie onsen vorsz. prior toegheseghet ende gelovet hadden, ende deden ons groten jamerliken schaden mit rove , mit brande , mit wondigen : mit brekinge van hueen , kameren ende glasvynsteren. Des naesten Yrjedaghes daerna S) ghesciede de strjd bj up den velde van desen vorsz. W estfresen mit oeren Horm mit ïroten volke desselven Soendaghes storme an hulperen hulperen, van welken schaden , onrechte ende mysdaet ons ende onsen convente noch ter ende van desen vorsz. landen ende oeren beschiet gheschiet ende oeren hulperen , dat wj Gode ende allen gueden lude niet to vollen claghen en konnen. In oerkunde deser vorsz. punten s0e hebbe wj her Meynard abt vorsz. onse seghel beneden an dessen breef doen tjt gheen en is van desen vorsr. W estfresen hangen , doer 0ns anderen oldermans vorsz. to deser tjd an ghevoghet. Ghegeven yn den jare onses Heren dusent vierhondert ende neghentien up Sunte Pauwels avent conversio. Rnksarchief in Grpsïzly6zl, Register, ./#./.9, no. #. IVgI. Nanninga Pïff6rtf#k , blz. 50 vlg.) 1) 13 Juni 1417. Q) 18 Juni 1417. BIJL A G E 1V. Brief van Hermannus . abt van Aduard , aan H enricus , abt 'pcs Altenberg , over een cffttfï6 om te compareeren te 21/ 'unster. Altera die Slncff Thome cpzl/b.spri,s de zlglfïnp (8 Maart) 1503 1). Reverendo in Christo patri ac domino domino Henrico, abbati Veteris Montis Cisterciensis ordinis S), frater Hermannus, dictus abbas ad Sanctum Bernardum in Aedwert ejusdem ordinis , obsequiosi amoris promtitudinem et jocundo pacis munere perpetuo gaudere. lntelleximus ex literis jam pridem acceptis a dignis- 1) Munster, en dus waarschijnlijk ook dedaaronder ressorteerende abt van Aduard , begon het jaar nlet l Jauuari. Vgl. Grotefend , 1, Q05. Q) Het klooster Vetus Mons (kltenberg) 1ay bij Rijllberk. 1503 is dus het juiste jaartal. Vgl. Miraeus , Chronicon ordinis Cisterciensis blz. 93 , ll7 en 185. Op deze plaats zegt hij : ,,kdolphus, primus comes de lltena, fratrem habuit Gerardum , cui in divisione patrimonii cessit castrum Aldenbergense ad Dunum lluvium. Gerardus postea factus monachus in Morimulldo : qu9 petente castrum Aldenbergellse in Cistertiensis ordinis coenobium commutavit, quod Vetus Mons nuncupatur, apud Rhenobercam , sepulcris Factum id tradit Cratepolius et alii temporibus Brunonis lII Archiepiscopi Coloniensis , qui relicto archiepiscopatu in dicto monasterio pie vivens , defunctus ac sepultus est. Visitur ibidem tumulus Adolû fundatoris-'' Bruno III was aartsbisschop van Keulen van 1191 Ducum Montensium olim nobile. tot 1193. Op een alldere plaats (blz. ll) zegt dat Vetus Mons in l14Q is gestichl. Het ligt te ver buiten on& hestek ? dit vraagpunt hier op te lossen. Miraeus echtery DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 123 simo p. v. peremptorie. nos esse citatos ex commissiune reverendissimi ordinis Cisterciensis ac verius auctoritate tocius capituli generalis in civitate Monaeteriensi ad proximam leriam quintam post Reminiscere proxime venturam 1) hora vesperarum èum ceteris eque quod legitimis ex causis impediti commode et oportune comparere nequimus juxta prefatam citationis formam in gropria persona, tum ab aeris inclementiam subito in dies invalescentem, que revera itineri jam prope accinctos propter immeabiles accedendi vias venerabilibus coabbatibus nostris Hinc est , nos quodammodo contra voluntatis propositum domi detinuit quamquam invitos , cum presens brumale hibernum tempus intensum magis magisque cotidie inhorruerit , tum etiam propter quoddam exortum disturbium inter generosissimum dom inum episcopum Monasteriensem et personam nostram pr0 exoptate benedictionis munere obtinendo , sacri nostri ordinis libertatem visus est qui quidem contra plus solito exigere quam rationi sit consonum juxta antiquorum patrum traditiones. Si quidem hujusmodi ex racionabilibus causisquam aliis prepediti j ad presentandum distulisse non n0s in presenciam imm erito cernimur , ne igitur nimium egre ferat optima placabilis d. v. absenciam noStram ) Prosortim PrO n11110 ) m agna precium instancia supplicando expetimus Nam in omnibus possibilibus , quantum facultas nostra exilis suppetit , ipsi generali capitulo vel ejus commissario in factilibus obtemperare , nec in aliquo ab ipsius mandatis umquam intendimus exorbitare. Suscipiat idcirco prememorata venerabilis d. v. hanc juxte excusacionis nostre missivam , cui plenaria hdes potest adhiberi , prout religiosus N, , presentium exhibitor , humillime 1) 16 Maart 1503, 124 pl AROXIEK vAx HET KLoosTsR XDUARD. enucliaceus absque fucato colore declarabit , quantis videlicet jam fere sex ve1 septem annis elapsis continuis et diversis gravaminibus innumerosisque vexationibus a superveniente hostili manu noster cnnventus Aedwerdensis fueritsupra aëictus j nedum in et permaxime in spiritualibus , modum temporalibus , verum cum predilecti fratres nostri ob ingruentes bellorum perturbationes jam diu fatigati a proprio cenobio jam tercio exulare sunt compulsi residere alienis in sedibusj demptis duntaxat quatuor ve1 quinque curam snllicitam nostri monasterii habentibus , ita quod bonis pene temporalibus exspoliati et devastati una cum nostris colonis, quorum domos in cineres usque vorax Eamm a consumpsit , ut ex annua pensione minime nobis satisfacere queant. Quo actum est, dampnum nostrum , quod perpessi sumus , ultra communem estimationem excedere videatur circiter Xll millia iorenorum etc. Ceterum visis et auditis tantis ferocium hostium incursibus , quos miserabili etiam annuis exactionibus nostre egestati pocius ex dum , quam aliquid inconsulte dum , uicholominus ex annua pro hoc anno mittimus septem Eorenos justi et aequi ponderis et septem Eorenos ducis Philippi , pro et cum ipsis instructissime exorantes, ut quitanciaB super his recipere mereamur et de aliis retroactis nostram recipue personam reddere dignemur excusatam , P donec mutuis aspectibus in unum cenvenerimus. Datum sub nostro abbatiali sigillo in premissorum evidens testimonium , ex Aedwerth anno currente tercio altera die sancti Thome confessoris de Aquino pietate foret succurrenultr: vires extorquencontributionum snlucione qua citatis. (?) L. S. b: KRONIEK #AN HET KLOOSTER ADUARD. 125 Et eg0 W ilhelmus Frederici, curatus ecclesie Sancti Martiniin Groningen, quia majorem partem prenarratorum scio esse veram , ideo ob rogatum supradicti venerabilis domini abbatis in Aedwert hec manu et sigillo propriis signavi. Datum ut supra. Eg0 Everhardus Jarghes2 curatus ecclesie Sanctl Martini in Groningen, quia majorem partem prenarratorum scio esse veram , ideo ob rogatum supradicti venerabilis domini abbatis in Adwert hec manu et sigillo propriis signavi. Datum ut supra. L. S. L. S. W'pkdcrchlf in Grpzlixg:?l. Register, 75p.7, sO. 31. d#p/lriJf uit het begin der 19de 8:'/$/7 , genomen naav het 0r#fx::I. (Verz. ran stukken, Tf, blz. 221). In lfïffreàdel bU xtlnnïngtl Uitterdljk, blz. 77 rI#. B 1J L A G E V. Uitspl-aak van :c7l:f#.:!J:&s l'n bet geschil van het klppqsfpr Aduard en de erfgenamen Gaykinga , over den doodslag , aan H endrik dp Frederik Gcycàlgc in het àlppdfdr gepleegd. Des *.:9,- daghes nae Si-ppf: et Jude dppdfpfpr?gpl (29 october) 1520. W ij W ilhelmus Frederici, artium et medicine doctor, persona personaetschap 1)j oeverman , Everardus Jarghes, legum doctor, pastoren der kercken to Sunte M erten in Groningen , Rodolphus M epsche, utriusque juris doctor, pastoer der kercken to Beem 2) , Ooerdt ooenrades ende Reynt Duerts , borghemesteren in der der tjdt in Groningen , arbitratoren ende segghesheren in der naghescr. saeken , bekennen ende doen kondt openen weerdighe ende relligiose heren Elbertus, van der myt dessen breve , dat naeden die ljtsamheit Godes abbet, Rodolphus prior, Theodericus H oerencken cleetmester, Johannes Rees senior, Jacobus Rees cappellaen, vulmachtich van den ghemenen conventslueden des convents to Aedwert Sunte Berndes 1) Vgl. over hem Reitsmaj M'illem Frederiks , in Bijdragen tot de geschiedenis en oudheidkunde, inzonderheid van de provincie Groningen, IV, blz. 157 vlg. en Zuidema , W ilhelmus Frederici, persona van Sint Maarten te Groningen (.1489-15Q5) en de Groninger staatkunde van zijn tijd (Groningen 1888). Q) Bedum. I)E KRONIEK YAN HE'1' K1aO0STis'R ADUARD. 122 oerde , s0e wj desulve hpere vulmacht in hoerens convents ghenoechsame segel ende breve dairaF gesien ende ghelesen hebben , up de ene , ende de erberen ende vromen Johan Gaykema myt sjne vruuden , swaghers ende maeghen , nementlick Derck SchaTer, kumma, Ompteda, Allert Johan Hoernken , W illem Melle Aykumma, Eltet t0e Lellens , Ffecko Eyse to Ilellens , Remmert to Lellens , Cather,Focko Ay- Olant , Merten Yrijlincks , W icheringhe, Johan Scatter, Doema, gebroderen , Jemme Johan Tedemaj Menne ende Eyllert Alma 1), up die ander zjde, alle hoere twyst ende schelinghe j de sie myt malkanderen hadden ende Luerdt Cather, These ghehadt hebben omme den doet ende nederslach saligen Hinrick ende Ffrederick Gaykumma ghebroederen , de G0d ghenade , dewelcke bynnen Aedwert vurs. van enyghen conventslueden aldaer ende horen denaren nedergheslagen ende van den levende ter doet ghebracht sjn, an 0ns oeverman ende Vl1rS. wittelike ghestelt ende gans ende heel pene twe dusent golden Rjnsche gulden nae luede compromittiert, belevet hebben bj ende ghemaket is ghewest 2) , vermoeghe des compromisses, datwelcke dairup s0e hebben wj oeverman segghesheren ende segghesheren ende behoerlicke verhoert ende verstaen ende na vurs. deselve vurs. Bake wet.telike behoerlike verhoer, examinatie ende deliberatie dairup ghehadt ene compositie ende guetlike dedinghe in vruntschap , naesten besten rechte in derselver vurs. sake ghemaket ende bj weten , wille ende f) Hier is een waar buitenkansje voor genealogell : het zoude toch zeer hun moeite loonen, de familierelatiën vall al deze Ommelander heeren met de Gayckillga's uiteen te zetten. Mij ontbrak daartoe de gelegenheid. Q) Daze overeenkomst is vall Q2 September l5Q0 en 11prt1st op het Rijksarchief in Groningell (Register Feitll 15Q0 no. 15). 128 DE Itktoxlllt vAx HET KLOIIST:R ADUARD . consent beider parten vurs. uuytghesproken in navolghender maneren : 1. ln 1en eersten sollenheer Sweder van Merwjck , de olde kelner, heer Johan van Steenwjck, beermester, ende Broder Gheert, hoelmester, to ewighen daghen bliven uuyt den cloester van Aedwert ende alle den cloesteren j de onder Aedwert hoeren , alle hoere uythoven oFte voerwarken ende anders uyt allen den steden , dair die van Aedwert to bidden nFte to beden hebben, die in Yreeslandt ghelegen sjn tusschen de Eemze ende Lauwerzee ; ende broder Jacob , de mulner, sa1 in dren jaren naestkomende 9 van datum van dessen an te rekenen, bynnen Aedwert neet wonen ; ende Evert , des kelners vurs. knecht, sal in Aedwert neet wonen; neet dat hie in den doetslaghen schuldich ghevunden is , dan den vrunden vurs. to ghevalle sal hie in Aedwert neet wonen. Ende de twe brouwer- ende backersknechten , de daer mede ghewest sjn , sollen neet weder in Aedwert noch in Yreesslandt tusschen de Eemze ende Lauwerzee komen. Itke ende Cûrnelys m oeghen wonen , daert hem belevet, want sie onschuldich ghevunden sjn. 2. Ten anderen sal dat cloester van Aedwert UP heer kumma, alsoe dat heer Sweder vurs. ofte nemant van sjner weghen up Johan Gaykumma vurs. ofte up sjnnen erfgenamen tot ghene tiden myt ghenen rechte omme de onwille spreken sal; dede oick jemant, dat is her Sweder oFte anders wel , van heer Sweders oFte de Abbetes ofte convents vurs. sick nemen den onwillen , de gewest is tusschen Sweder, den kelner vurs. , ende Johan Gayweghen kumma oFte dairenthegen , dat is sjnen erFgenamen vurs. myt rechte dat sal dat cloester van Aedwert aFdoen de up Johan Gayspreke, buten Johans ende Ten derden sal dat cloester van Aedwert overgheven sijne erFgenamen vurs. schade. bE KRONIEK YAN IIET KLOOSTER ADUARD. 129 ghelick sye overmytz dessen breve overgheven , alle hoer heerlickheit, rechtinghe ende ius patronatus ofte koir, de sie hebben in den kerspellkercken ende allen bene:cien vanSuethorn , to ewighen daghen t0t behoef ende in handen Johan Gaykumma ende sjnen erven 1) , ten weer dan sake ) dat Godt Almachtich saligen Hinrick Gaykumma natuerlike erigenamen verleenée 2) , up denwelke dat dan vallen sal ende up nemant anders ; beholden dat de meyeren van Aedwert in densulven kerspel sollen bliven na older ghewoente onder den redger van Aedwert. 3. Degheliclts sollen de van Aedwert oick overgheven, gheljck sie oick myt dessen overgheven, ius patronatus ofl'te koir , die sie hebben oYte hebben moeghen to der kercken oFte ander benefcien in den kerspel van W erum t0t behoel salighe Ffrederick Gaykumma vurs. erigenamen to ewighen dagen 3). 4. Noch soll de van Aedwert funderen twe ewighe vicarien , elke vicarie voir dertich golden Rijnsche gullen van de ene to ghewichte jaerliker ende ewigher renten , Suethorn , de ander to W erum, myt dessen beschede, dat die vicarii der vurs. vicarien to ewighen daghen missen j ghebeden ende godesdeensten voir salighe Hinrick en Ffrederick Gaykumma ghebroderen , de G0d ghenade. Ende sollen de vicarii vurs. geholden truweliken sollen bidden in allen hoeren weseu in kracht desser fundacie eerlike ende rekkelike to leven ende des horen pastoren een hantschrift gheven; ende ofte sie s0e neet en levelen ende des 1) Sedert berustte de collatie van de kerk te Zuidhorn bij de familie Gaykema, van wie zij overging op de Clanten en hun erfgenamenj de familie Clant Bindervoet. Q) Hieruit blijkt dus , dat llendrik Gaykema een zwangere weduwe had nagelaten. 3 ) Ook de collatie te :vierllm kwam ztnr) aan c1e f:trnilie Gahkelna- Bijdr. en Meded. XXIII. 9 130 oE KRONIEK vAN HET KLOOSTER ADUARb. gherechtelike vermaent worden eens, ander ende derde mael , ende sick neet en beterden , sollen de collatoren dan de vicarie , dair dat van gheboerde , enen anderen gueden preester moeghen gheven. Oick sollen de vicarii alle weke ten minnesten elck dre missen dnen ; w eren oirsake sie oick onghestelt , alsoe dat sie uuyt enigher de missen ter weken neet doen en konden oFte mochten preester Drevûldicheit olte van der tjdt nae der kerken ; sollen sie de van 1 enen anderen gqeden doen laten : des Sondaghes van der Hilligher ghelegentheit des Vridaghes voir Alle Kersten-ghelovighe Zelen mitter collecten Animabue en mytter collecten van den hillighen vjT wunden Domini Jesu Christi Elii Dei unici ; ter weken, a1s den preester even kompt, van Onser Liever Vrouwen mytter collecten voir alle Kerstene zelen Animabus. Rnde ummer s0ll beide vicarii in de derde misse sal wesen eens allen horen missen ende voer salighen Hinrick goedesdeensten truwelike ende Ffrederick Gaykumma ghebroderen vurs. bidden ; dairto sal elck vicariqs van den twen vicarien vurs. alle daghe voir den twen broders vurs. ende alle Kerstene-ghelovighe zelen lesen : de twee salmen M iserere ende De myt een Pater noster, Et ne nos, Requiem eternamj A porta Inferi , Credo videre bona Domini j Domine profundis exaudi orationem nostram t der collecten Animabus Dominus vobiscum , myt ende Fidelium Deus ende Requiescant in pace ) uuytghesecht de Passye- ende Paescheweken ende de octava Nativitatis Christi. Dairto heholden ende verbunden sjn , to doen , to singhen , prediken , bichte to horen , sacramenten to ministreren ende ander godesdeenste doen begheren ; onderdanich wesen in elck in hoere kercke alle godesdeensten mede als hoer pastoir ende kerspellude voert horen pastoer elck hoersam ende van hem gheboerliken ende kerkensaken. sollen beide vicarii DE KRONIXK YAN 11E1' KLOOSTER ADUAItD. 13 1 to Suethorn alle jaer des eersten Maendaghes na Sunte Bernardl dach 1) to ewighen daghen bidden den pastoir mytten anderen preesteren der kercken van Suethorn ende den pastoer ende den vicarium to W erum : de dan alle ghelick des morghens in 1er kercken te Suethorn sollen lesen ene vigilie ende daernae elck misse doen. Ende als die laeste misse uuyt is , sollen alle de voerg. pastoren ende preesters to den graven ghaen salighen Henricks ende Ffredericks ghebroderen vurs. ende lesen daer Miserere endeDe profundis versiculen ende Collecten vurs ; samentlick to des vicarius vurs. hues ghaen , de hem dan een maeltjdt van dren gherichten myt gueden Groningher ghedaen is , sollen sie Miserere ende De gheven sal beer; ende als de maeltjdt samentlick Gratias lesen myt profundis pr0 defunctis ; endeals de Grafias ghelesen is , sal die vicarius van W erum den twen pastoren voerg. gheven elck vjF stuver, a1B in der tjdt ghanck ende ghave synt , ende elken preester twe gtuver ghelikes payments. 6. Yan der vicarien, de to W erum wesen sal, hebben myt Pater noster ende dan soll sie wj, oeverman ende segghesheren vurs., bj weten , wille ende consent der vrunden alle vanGaykummaluede vurs. ende bj consent heren Otten Doelinck , in der tjdt pastoer to W erum vurs. , omme salicheit de zelen der van Raykumma , de voirhen ghestorven sjn ? gheordineert in gtede den vicarien , de wandaghes van enen salighen kbbet Gaykumma in den jair dusent drehundert enentwintich 2) tc Gaykumma- 5. Dairto sal de vicarius 1) Q0 Augustus. Q) Frederik Gaykema was van 131-1350 abt te Aduard. De kroniek vermeldt niets van deze vicarie, maar het stichten ervan komt we1 overeen met het karakter van dezen abt , tlie een zeer devoot man was. De kroniek schijnt trouwells oûk zijn testamellt q* 122 DE KaoxlEx vAx Hu'r KLOOSTER wogwao. capelle ghefundeert sjn tjden ende der lueden der kerken ende der voerhen sjn ende naemaels noch sterven ghenoech te doen , den verghelle ende ghestorten blode m oeghen , soe dan desse sulve vicarie van salighe Frederick Gaykumma vurs. ghestichtigd is , gheordineert ende uyt dessen ordineren ende uuytspreken , dat men dat hues der vurs. vicarien stede ende plaetze , daert salighe Frederick Gaykumma erFgenamen beleven ende bekomen konnen , dair die vicarius vurs. in woenen ende resideren sal. tymmeren sal upt enle overmyts verloep der verkomen sjn , omme G0d , zelen van Gaykumma-volck , Ende sal van sjnen dren missen vurs. ter weken twe to Gaykumma capelle doen ende ene toe W erum, soeveer dat doenljck is ; ist oick uuyt relelike oersaken neet doelllick , sal hie de derde oick to der vurs. capellen (loen; maer alle de principael ende rote hochtiden sal hie sjn missen ende goles- g deensten to W erum doen ende den pastoer behulpelick ende bjstandich ende ghehoersam sjn a1s @ Yllr8. lS. 7. Ende myt wederuprichtinghe desser vicarien ende capellen en sal dat principael hues bj Gaykummadjck , dair salighe Ffrederick Gaykumma up ghestorven is , van sijnen neet ghevrjet sjn , noch oick ghene van allen den anderen husen, de bj Gaykumma-djck oF daeromolden kerckenrecht t0e W erum trent staen ende to W erum van oldes to kerken niet te hebben gekend , ten minste ze spreekt er met geml woord o&er. Waarschijnljk bestond het charter, waarbij Frederik deze vicarie stichtte , nog in l5Q0 : ten millste de nauwkeurige opgave van het jaartal schijnt daarvoor te pleiten. - ) uiste jaartal is ,wat wij Zoo 13Q1 dus het mogen de vicarie nog vôôr zijl) abtschap. onmogelijk aannempll jdan stichtte Frederik Het is trouwens volstrekt lliet dat hij flaar vôôr dien tijd als kelner of wat dan ook Averkzaa na isgeweest. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 133 horen , sal ghevrjet sjn van sjnen kerkenrechte ; dan dat elck van oldes schuldich ghewest is , sal hie betalen. 8. Die vicarius to Suethorn manen myt wat rechten hie der van Aedwert to Suethorn sunderlinghe, dair he bcst ghelevet, der van Aedwert. 9. Die vicarius to W erum sa1sijn renten manen Van djck, 10. den meyeren up Gaykummaals vurs. is van den vicario to Suethorn, der van Aedwert W ylt de van Aedwert de renten der twyer vicarien aëossen , dat moeghen sie to allen tiden doen myt s0e voele gheliker ghenoechsamer renten, de m en neet sal m oeghen lossen dan myt oick ghelike ewighe renten ende de vulle pacht, en s0e voirt in ewicheit ende anders 11. De neet. collacie sa1 sjn renten vurs. wil , uuyt den erven ofl'te uuyt elck besunder oevelmoet Oll'te presentacie van der vicarien to Suethorn sal ewelick bliven by Gaykummahues to Suethorn, a1s vurs. is van der rechtinghe ende jus patronatus ; Presentacie van der vicarien toe W erum sal ewelicke bliven bj salighe Ffrederick Gaykumma vurs. hues up Gaykumma-djck ende sjnen erFgenamen. 12. ltem voir ende de collacie oll'te crucen , de bilix na ghe- Ieghentheit personen de , Godt betert! gheslagen sjn , is gheordineert , dat de twe Pastoren, als van Suethorn ende W erum , sollen uuyt bevell der van Gaykumma kesen enen van den ende erberheit der junghen ofte olden gheen Oë cilzm en wen sie wilt; den sa1 die Abbet dairto vermoeghen, dat diesulve altjdt, als hie misse doet, sal lesen ende misse doen voer Allerzelen-altaer , dat salighe preesteren bynnen A edwert, de heFt , dat hyr hinderlick in is , her Ffrederick Gaykumma , wandaghes Abbet to Aedwert ? in den capittelhues ghestichtiget hevet, de stenen 134 D: KRONIEK vAN H:T KLOOSTBR ADUARD. ende sal gebroders ; in de truwelike bidden voir de vurs. gheslagene ende desse misse sa1 neet gherekent wesen missen , de salighe heer Ffrederick voirg. up dat altair ghesath hevet ; dan als de hoghe misse beghunt wordt alle daghe to ewighen tiden , sal desse preester ten altair ghaen; ende als hie neet gheschikket en is , sa1 hie een ander in sjn stede warven ; ende de misse sa1 heten Gaykumma twyer broeder misse ; ende als desulve preester ster/t ofte enich bevel krjghet , dan solt de pastoren voirg. to enigher tiden enen anderen als vurs. is kesen , den de Abbet indertjdt als vurs. is, bewilligen gal ; ende densulven preester indertjdt altjdt up Sunte Bernardi-dach in eghener den sal de kelner van Aedwert personen lick voir de zelen Sunte Berent, de den convente moghelick is , solt sie des avendes vigilie bolden ende des morghens elck preester in A edwert een zeelmisse lesen ; ende dan sa1 de kelner des middaghes elken broder gheven een half menghelen Rjnsches wjns ende en wyt ter misse denen ende s0e to zamen truwebidden; ende den eersten dach na weitenbroet. 13. Endeto wat tjden enich van dessen versumet worden sonder redelike oersake , punten dat G0d verbede, sollen de van Aedwert to allen tiden ende soe vake dat ghescheghe, ghebroken hebben vjFtich golden overlantsche Rjnsche gulden van ghewichte , de de beide pastoren voirg. dan moeghen saanen uuyt hem alderbest enich Van Aedwerder arYen , dairt ghelevet, myt wat rechte, gheestlick , warlick ofte botbreven , hoet den pastoren bet ghelevet sonder oevelmoet der van Aedwert ; ende noch snllen de van Aedwert allikewal geholden wesen de vurs. articulen bj der vurs. pene ende maneren to holdeu , ende so vake de pene ghebroken worde sonder redelike oirsake a1s vurs. is , sal men DZ KROXIEK VAX HET KLOO8TER ADUARD. 135 de pene keren tot verbeteringhe beider vicarien, dat is de ene helFte to Suethorn ende de ander helfte to W erum o:te Gaykummacapelle. 14. Item, de van Aedwert sollen bewissen beide kerken in Groningen , t kerckheren ende ghemene Sunte Merten ende ter Ae , den reesteren P aldaer ses golden Rjnsche gulden van ghewichte jaerlicker renten , van welcken ses Rjnsche gulden sollen vere to Sunte Merten ende twe ter Ae wesen , dair de vurs. salighe beide broeders in beiden kerken van beghaen sollen worden jaerlix myt twe punt wasses ende zeelmissen na ghewûente derselver kerken ; ende dat dair dan overlopt, sa1 men den kerckheren ende ghemene preesteren der vurs. kercken ende oick den preesteren van SunteW alburghe delen, omme truwelike to bidden voir die vurs. salighe beide broeders in missen ende vigilien , als dat behoerlick ende ghewoentlick is. Ende s: langhe de renten vurs. onverwisset sij n , de vurs. ses mach de Procuratorvan Sunte Merten ghewichtige gulden manen uuyt enighen van allen Aedwerder guederen, oick wair die ghelegen sjn ende hem best belevet , schadeloes gheltj myt wat rechte gheestelick ofl'te warlick hie wi1 ; ende van dessen sesseu den procuratori ter Ae twe van ghevenj daer men dan in beiden kerken van doen sal a1s vurs is. 15. ltem t0e der vicarii husen spllen de van Aedwert gheven , tot elken hues vjfdusent steens , soevoele pannen als men dairto behoevet ende enen gueden oven kalckes. 16. De van Aedwert sollen to ewighen daghen to alle jair up Sunte Bernardi-dach vjF arme menschen in de ere der vjF wunden Ohristi in hoeren reventer de kost gheven ende dairtoe elck enen cruesden penninck. 17. Solle oick in jenighen tekomenden tiden duester136 DE RRONIEK vzx HET KLOOSTER ADDARD. nisse ofl'te swaerheit tusschen den parten vtlrs. van den articulen oFte sake vurs. , sollen altjdt staep ende bliven an verclaringhe ofl'te interpretacie onser overman ende segghesheren vurs.; ende in ghebreke onser ofte enich van onsen maeghen, de in den levende sjn j ander guede , onstrafber luede in der oite des stede kesen ende dan verclaren als vurs. 18. Ende hyrenboven hebben de werdighen ende relligiosen heren Abbet ende Prior vurs. in onser oeverman ende segghesheren tegenwordicheit Johan Gaykumma ende sjnen vrunden vurs. in naem ende van weghen des hantdadighen vurs. enen gheboerliken voetval ghedaen , dairup dan oick ende alle den vurs. articulen Johan Gaykumma ende sjne vrunden vurs. de bovengescr. nederslach Hinrick ende Ffrederick oaykumma ghebroderen vurs., om dat bitter liden ende de leeFte Ohristi, den principalen , als naemlick heer Sweder van Merwjck , heer Johan van Steenwjck , broder Gheert holmeister ende de twe brouwer- ende backerknechten vury., vergheven, voirtmeer omme deselve misdaet to njden OF oick beth omme de vurs. sake to spreken up jemande m/t rechte oFte sunder recht , dan des mjrt man, nemant uuytgenomen, verliket ende versoent sollen wesen ende bliven. Hebben Oick dairup itlick al desulve oite nemant bet to haten ofte deselve Johan Qaykumma myt allen ende een besonder sjner vrunden voers., voir hem ende hoeren 0rFgQn&m0nj Vrxndonj SWaghers endo m annon 0nd0 Vr0RW0nj ghoboron 0nd0 ghegunt ende ghegeven en in kracht desses breeis gunnen ende gheven ene stede ende vaste maegheseude kelner, heer Johan mnedeszoene denselven heren Sweder , olde van Steenwjck j beermeister, broder Gheert hoeFmeister ende den twen brouwermaeghen, ongheboren, ende backerknechten vurs. ende elck besunder , als denghenen , de die misdad vurs. ghedaen , medeDE KRONIEK VAN IIET ELOOSTER #DUARD. 137 ghedaen hebben S Ji-ne ende maechsone ghegunt ende toghestaen ende myt dessen breve tostaen den weerdigen ende relligiosen ofl'te oick desulve heten deen hebben. Johan Gaykumma myt alle Dairenboven vrunden ende in maneren vurs. desulve moetheren abbet, prior, supprior, kelner, bursario , cleetmeister ende voirt alle den broderen ende conventualen , klerken ofte leken des convents van Aedwert ende elck besundere , de nun sint ende in ewicheit komen moeghen : m/t alle hoere denaren ende inwoneren , alsoe dat alle ende een jewelick besunder in ende myt desser soene ende moetsoene ghesoent ende verenighet in ewicheit sollen wesen ende bliven. Breke oick jemant van beiden partien desse vurs. sone , de sal vervallen wesen in een pene van twedusent golden overlantsche Rjnsche gulden van ghewichte , een dusent t0t des hoenden behoel ende een dusent t0t der fabrico van Sunte Merten in Groningen behoeF, sonder alle arch ende list. ln oirkunde der wairheit hebben wj, oeverman ende segghesheren vurs. , elck onse seghelen witlick doen hanghen , ende omme de mere vestenisse , want wj ElLertus , abbet ende convent vurs. desse vurs. soene , dair sie ons ankumpt : ende wj Johan Gaykumm a myt alle unsen vrunden desulve soene , dair sie ons ankompt , belevet ende toghestaen hebben , onse ende onse convents ende Dirck Schallbr ende Focko Ayktlmma segelen witlick beneden an desen breeF doen hanghen. ln den jair Onss Heren dusent vjfhundert ende twintich des Maendaghes nae Simonis et Jude apostolorum. Rijksarchief ïzl Groningen. Wtlgï.sfer 1520 Al0. 1J. Origineel. (Vgl. Nanninga Uitterdijk , blz. 18 vlg.) BIJLA G E VI. VITTREKSEL UlT DE KRONIEK YAN SICKE BENNINGHE. Yan Hendrick Gaickinga ende Frederick gebroederen, de doodtgeslagen worden in Aduwardt. In den jaere Ons Heeren twintich so0 weeren daer twee duisent vjfhondert en gebroederen, (dlen eene geheeten H indrick Gaickinga j die ander Fredrick Gaickinga, gebooren van Raickingahuys ; en weeren van oldes van ridderljcken geslachte , en mede van den oppersten hovelingen tusschen Eemse en Lauwersche ; de hadden seeckere summige heerlickheeden en privilegien in 't Olooster van Adewart van oldes , dat em nu en die privilegien , heer van seer weinich geholden wort ; vrjheeden en heerlickheeden eenen Abt , die queemen gebooren was van Gaickinga- huys , Heer Frederick , geheeten Gaickinga , booven anderhalF hondert jaeren vefleeden 1) ; de lede sich weder tegen gj'ne waerljcken gebroederen met oorloch en veide, en was den Gaickinga-valck overlegen mit macht en goedt, soodat he sjne gebroederen en vrinden mit macht afdraack en creegh een gront 1) Benninghe taxeert hier vrij jnist. Zooals wij zagen , wAs Frederik abt van 1.329 tot 1350. DS KRONIEK VAX HET KLOOSTER ADUARD. 139 part van Gaickinga-landen 1) ; doch ten laesten wort daer eene vrundschap tusschen beyden partjen gehandelt, den landen hebben solden hebben solden ; seggen , en de van wat elck van Gaickinga jaerlyx in 't euwigevan dat convent van Adewert alle witte swaen en een capuin en een kanne wjns , en solden in eeuwige eene misse holden in capittelhuys , en eene barnende lampe voor alle Gaickinge J@aer OP S. Meertensavondtz) eene geslachte ; en Ofte geslachte , dat geestelyck wolde worden , solden se in 't Convent anneemen ; en ofte ienich van den begeerde een kindt van den eslachte verarmenden , den solden se geeven en als ick heb hooren gunnen de cost sjn levent lanck ; ende t0t wat tjden , nacht ofte dach , dat se queemen mit 0er dienaers , soo solde men oer Abdie openen en geeven em daer bier en cost en wjn ; en op alle Sunte Berende daegen 3)solde men se bidden ter stacie in 't Oonvent en geeven em daer gebraeden en die taeFel. Soo woonde Frederick gesooden en op Gaickinga op 't principale huys, dat em ter scheidinge gevallen was ; den nooden se en beeden den daer toe koomen op St. Bernardo dach 1520 4) , meenende dat se daer genoch an gedaen hadden j en beeden Hindrick Gaickinga , en Johan , den jongsten broeder, niet; want se woonden t0e Suidthorn op oer vaeders huys, is , is lliet meer uit te makell. Zooals reeds is gezegd, de kroniek zwijgt van dat alles, en andere stukken uit den tijd zelf staan ons niet ten dienste. Benninghe's grond ,,als ick heb hooren seggen ,'' is wel wat vaag. Het eenige , dat vaststaat , is de y,mulldtschap tusschell beïden partijen gehandelt'' wallt de bepalingen daarvan werden ook later nog nageleefd en konden dus Benllinghe bekcnd zijll. 1) Of dit juist Q) 10 November. 3) Q0 Augustus. 4) Er staat 15Q1 , maar dit is natuurlijk een drukfout. lk heb meer drukfouten van Brouerius stilzwijgend verbeterk. 140 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. geheeten ; soo was dese l-lindrick Gaickinga s0o stolt en onversaegede coene man als tusschen der Eemse en Lauwersclle eene wnonde , en daerbj vrisch en wael van persoen , gestalt ; en wort ontseen (ende) bevruchtet van geestelick en war. lyck , de em ienich onrecht en ongeljck voorleede ; en mocht oock van de huisluiden en buiren ongeljck en onrecht ljden , ljcken en t0e vrede stellen ; want elck ontsach geen en conde s0o wael verem gedachte sjns geljck in Langewoldt en Hommersee 1) niet is geweest ; en was dat hoovet van alle sjn geslachte j de d0e leveden; sjn vader Allert Gaickinga was gebooren van Gaickingahuys j sjn moeder Yrouke was Claws Oaters dochter, en he hadde eene huisvrouwe , geheeten Grietje , Geert W icheringe dochter uit Gronningen ; en olzen Johan Tema was om sjn manheyt willen , soodat in mensche Grieten Oldevaler , soodat he was van grooten vrunden en geslachten binnen en buiten Gronningen S). A1s he nu niet gebeeden was als sjn vader voorgenoempt, soo tooch he en Johan de jongste broeder daerhen t0e Oloester ongebeeden, en aten en droncken mede in 't reventer mit dat Convent en ander graften 3) als dat gewoontlyck was ; nae der maeltjt gengen die drie lyck t0e maecken , gebroederen op die Abdie omm e daer vrooals em dat toebehoorde ; s0o worden se daer niet getoevet en geleft , als em dat toebehoorde ; s0o wort H indrick voorgenoemt quaet, en genck nae de poorte omme toe huis toe vaeren , ende Fredrick , sjn broeder, volgede em; dat was een Allart Gaickinga sachtsinnich , braei, goet man en geen vechter ; en 1) Humsterlalld. Q) Hieruit kan reeds de verwalltschap met eenige der il1 het charter van Q9 October 1520 genoemde vriendqn van Hendrik Gaickinga worden afgeleid. 3) Gasten 0 1)E KRONIEK YAX HET KLOOSTER ADUARD. 14 1 Johan , de jongste broeder, quam achternae , de heell droncken was ; s00 was de kelner op 't hoF tusschen die nie oorte en dat brouhuys P , en desse kelner was een starck, wreet man , geheeten Sweer van Maerwjck , van hoveluiden uit den lande van Cleve gebooren , en daer was oock bj em beermester heer Hindrick van Steenwjck mit voelen knechten uit dat brouhuys en lanckhuys , de den Johan Gaickinga bespotteden en vechtelyck mit em worden ; dOe dat de andere twie gebroeders en welcke covelbroeders sagen , s0o liepen se mit oer geweer tegen conventsvolck , geestlyck en waerlyck ; en de kelner starckeden sjn knechten mit woorden starckelyck an ter weer, soodat die twie gebroederen Hindrick en Frederick beide voor die nie poorte worden dootgeslaegen , dat jammer en schaede is s0o toe hooren all dat en t0e schrjven , en in langen jaren s00 grooten ongeluck en jammerlycken doodtslach van soodaene geestelycken luiden is geschiet in 't Convent van Adewart ; en worden vermoort en dootgeslaegen a1s rasende honden, want Hindrick voorgenoemt wort op 't hoovet geslaegen mit eenen grooten stock , dat hoovet in allen stucken , dat he niet bet sprack; Frederick wort hoovet, genediche. geworpen mit eenen backsteen voor sjn dat se beyde doodt bleeven, Godt wese dese Item corts daernae in denselven jaere ve1 de Abt van Adewart, Heer Elbert Frederici en Mr. Evert geheeten j an M r. W illem Jarges j beyde kerckheere t0e Sunte Meerten, omme eene soene te verhandelen en t0e maecken van den desser tweer broederen , grooter swaericheyt en beede der beyder pastooren hebben believet ; en sint van beyden partjen t0e geraelnet vier scheydesheeren ende dedingesluiden , entloos , steede ende vast , alse Mr. Evert Jarges , gestorteden bloede welcke dat de vrunden mit 142 DE KRONIEK YAN Hd'r KLOOSTER ADUARU. Doctor en kerckheere toe St. Meerten, Mester Rûelof Mepsche , Doctor en kerckheere t0e Bedum , Coert Coenerdes en Reindt Duerdes 1) , beide Borgemeesteren in Gronningen , en Mr. W illem Frederici, Doctor en kerckheere t0e St. Meerten , a1s een overman , welcker overman en deedingesluiden desse voorbenoemde partjen stede , vast in euwige hebben verljcket in maniere naebeschreeven. (Volgt een resuml van het boven - bjlage V - medegedeelde charter. volgende bepalingen voorkomen, is niet Vanwaar Benninghe evenwel de ontleent , die niet in het charter duideljk ; mogeljk waren er nog mondelinge afspraken gemaakt, of heeft Benninghe misschien een concept gezien , waarin deze bepalingen waren opgenomen , die bj de defnitieve vaststelling van den tekst weer werden geschrapt.) Item oock sullen se (abt en convent van Aduard) koopen en bestellen op elck blauwen steen 2). Yoort soo kostigen en senden eenen preester toe Roemen , eene bedevaert voor der beider broeder ziellen toe graft eenen grooten sullen dat convent bedoende , en sall in elck kercke van den soeven kercke lesen ofte laeten lesen vjF missen. (Brouerius van Nidek , Analeeta vc#ff aeri , blz. 321 v%.) 1) Er staat Diverdes. Q) In de Provinciale Groninger Courant van 6 October 1877 deelde ds. G. Heeres mede, dat in het zuiderkruis der kerk van Zuidhorn nog een groote grafzerk lag met opschrift : ,,In den jare 1520 op Sint Bernardi dagh starf Frerick Gaikinga ende ligt alhyr begraven-'' Dit is dus de y,grooten blauwen steen'' van Benninghe. (Vriendelijke mededeeling van mr. J. A. Feith). B1J L A G E V11 1). REKENINGE JOHkN LUTTEMA VAN SIJNNEN ONTFANCK ENDE UTGAVE, DlE HIJ ALS RENTMEESTER YAN DEN GEW EZENE CONVENTE YAN AEDW ERT, TRIMUNTE, CUSEMER , SELW ERT ENDE W INSUM GEHAT HEEFT YAN DEN JARE ANNO XVC YIJFF ENDE TNEGENTIPH , GEMAECT YN CAROLUSGULDRNS, TSTUCK TOT TW INTICH STUVERS BRABANTS GEREKENT, STUVERS ENDE PLACKEN. Ontfanck van de Cpr/asfd-lcl#en ran Xe#v?6rf Toors. Desen Rentmeester is van de Heren Gedeputeerde 1) Bij het ontbreken van geregelde rekeningen van het klooster zelf 9 die in den loop der tijden zijn verloren gegaan - het is evenwel zeker , dat -zij de abdij hebben overleefd , - za1 de volgende rekening welkom zijn , ten einde ten minste eenigszins een denkbeeld te verkrijgen van den rijkdom van Aduard. Eenigszins - want het is bekend (vg1. de volgende noot), dat lang niet alle kloostergoederen 9 waarvan de abdij in haar bloeitijd de opbrengst had genoten, in 1595 meer aanwezig waren. Maar deze rekening is de oudste volledige, die wij kennen , en dqs de uitgave overwaard. Uitvoerige toelichtingen heb ik niet gegeven , daar mr. 1. â. Feith voornemens is den rijkdom der ommelander-klocsters tot een voorwerp van zijn onderzoek te maken en de resultaten 141 I)E KltoxlElt vwx 11s1. xLOIIS'I'ER ADUARD. Staaten deser dwelcke die zeker register, onder corpuslanden int generael , belopende omtrent vier hondert twalef grazen lantz !), zonder specifcatie, beyde van de soewel van de grastalen a1s dhuyeringhe corpuslanden ende oeck tmerendeel van de huyringe der meyerlanden , geljck hem rentmeester oeck van de volgende conventen ende cloosteren geen pertinente register ofte specifcatie gelevert zjn ; doch gemerct dvoors. Rentmeester (als dlanden van Aedwert bekent sjnde) groote diligentie heeft gedaenj zoevoele mogeliclten ware, dnavolgende specifcatie van de huyringe tjde deser rekeninge gestelt, onder correctie van Mjn Heren , inde nje hueringe van de olde te verdragen, als mede van de provincie gelevert navolgende cloosteren. daarvan naede te deelen in den Groninger Volksalmalzak; daarheen verwijzen wij dus den belangstellenden lezer. overgang der kloostergoederen op het gewest Stad en Lande betreft , is het volgende op te merken. Volgens een uitspraak der Staten Generaal van 17 Februari 1595 kwamen deze goederen j,tho dispositie van de Gedeputeerden deser Provintien , umme ad pios usus und insonderheit tho underholdt van schoelen und educatie van de jöget uth Stadt und Ummelanden vorschreven binnen Grönningen geappliceert tho worden''. Tot de ontvangst dier inkomsten en hun verdere administratie zouden jyeen ofte meer bequame svat den ende gequaliûceerde personen Van deze ontvangers zijn de hierachter volgende rekeningen der landerijen en der veenen afkomstig; zij berusten il1 het Rijksarchief te Groningen. W at de waarde der in de volgende rekening tot ontfangers geordonneert worden''. genoemde geldspecien betreft, zij kan geen moeilijkheden opleveren, daar alles tot Carolusguldens is herleid. 1) De corpuslanden zijn de landen om en bij het klooster gelegen , die voorheen door de kloosterlingen zelven en later voor hen door hun onderhebbenden werden bebouwd. Deze landen hadden in 1555 nog 669 grazen beloopen (vgl. het schatregister van dat jaar bij Boeles , De geestelijke goederen in de provincie Gronillgen , blz. 34) ; het verschil bewijst , hoezeer de vestiging van het Groninger bisdom el1 de troebele tijden van den Geuzenoorlpg het grondbezit der abdij haddell verminderd. bE RRONIEK YAN HKT KLOOSTER AbUARD. 145 Corpus-landen tlpprdcr6d?6zl. Berent Jansz., schoemaecker buyten die noorderpoort 1) , heft int verzet 2) dartien grasen 3) lantz an diversche stucken ; ergo hier gestelt by . . . . Johan Fransz. heeft int verzet 29g1'azen lantz; ergo Johan van graezen hier . . W inssum heeft int verzet 14 lantz , solde darenboven thuyer gegeven hebben veertien daler, dwelcke hem geremitteert worden, vermitz dzelve landen an eenen anderen verhuyert zjn; ergo alhier . . . Juirouwe Tetke Jarges heeft int verzet 29 graezen lantz, geeft darenboven te huyer, ende desen rentmeester untfangen heeft , thien daler ; facit in Carolusguldens ter somme van . int l11. jj .jj. nihil. 11.l j,j j. j. 15- 0-0 Cornelis Cock heeft ende twintich graezen lantz , Embder guldens,m itz cortende van sjn geltzrenten vjF gulden ; comt voor toverscot bj dezen rentmeester untfangen , veertien daler achtehalve stuvers Brabantz ; facit Den E Borgemeester Melle Coenders 4) heeft achtien grazen lantz, boven tgene wegen ende dartich Embder verzet seven tgras twee 21- 7-4 1) Bedoeld is natuurlijk de noorderpoôrt van het klooster, een plaatsbepaling, die llog il1 de buurt van Aduard bekend is. Q) Int verzet beteekent in onderpand : vandaar dall o0k , dat voor deze landerijen geen huur wordt berekend. Alleen als het 1)int verzet'' gegeven land naeer waarde heeft dan de schuld, wordt er huur voor gegeven. 3) Een gras lalld was en is ongeveer een halve lzectarp. 4) Mpll0 Coentlers , tlit llet beroomde Groningsche geslacht. Bkjdr. en Metled. XX 111. 10 146 Du KROXIEK YAN HET KLOOSTER ADUARU. hj aen Auwerderzjl 1) a1s een eenjarich mejer ê) verschoten. Ontfangen vjftien daler, cûmt . Abel Grevinck heeft 20 grazen lantz , facit @ * @ * Bronger Pieters heeft 10 graezen lantz, facit . . . - 15- 0-0 in de Collegio 3) 160 daler, comt Popcke Alles heeft 35 graesen lantz, tgras een daler, facit Johan Jacobs in Aedwert bruyct 55 graezen lantz, tgras een daler; noch 18 graezen, tgras een Rmbder gulden, tsamen 68 daler 15 Brab-, facit Claes Jansz. Bloem heeft 25 graezen lantz, facit Berent lantz, facit Hindericksz. bruyct 10 graezen - 52-10-0 -102-15-0 - 37-10-0 . 15- 0-0 Roelef Cornelisz. ende Jan Cornelisz. -240- 0-0 graezen lantz gehuyert, den hoop voor Claes Tonnis heeft 60 0-0 22-10.0 30- 0-0 hebben thien graezen lantz , facit Alldries Andriesz. ende Dyje W yertz bruycken tzamen 60 graezen lantz , tgras een daler, facit . Summa totalis der verhuerunge dercorpuslanden, voorgaende 2 sjden ende een post begrepen, bedraget tsamen ter summe in de 90- 0-0 1) Aduarderzijl ligt aan het Aduarderdiep in de buurt vall Ezinge. Q) Meijer of beklemde meijer is de gebruiker van onder beklemming uitgedaan land. Maar een eenjarig meijer kan bezwaarlijk iets anders zijn dan een huurder voor één jaar. 3) Onder Gedeputeerde collegium wordt doorgaans verstaan het college van Staten of het provinciehuis. Vermoedelijk wi1 jqin de collegio'' zeggeu , dat de verhurillg is geschied door Gcdeputeerde Statell , terwijl bij de andere posten de verhuring een voortzetting is van bestaande , nûg dûor het klooster zelf uitgegeven huren. 1)2 KRONIEK VAN HET KLOUSTER ADVARD. 142 van seshondert sevenveertich gl. twalleF st. vier p1. . -647-12-4 Landen pz de ffpg: Meeden 1). Temme Oornelisgebruycttachtichgraezen lantz, tgras een daler, comt in car. gulden. -120- 0-0 Jacob Dreuwers brnyct 76 graesen lantz, facit . 4 @ @ * @ . -114- 0-0 Dreuwer Reintiens ofte achtentzestich Edse Bouwes bruyct sessentseventich graezen lantz , tgras een daler, comt Eetke Stollinge-plaetse is 65 grazen lantz, tgras een daler; hiervan bruyct Abel Groeningh 9 grazen, comt. . -114- 0-0 97-10-0 Johan Knarsius weduwe, nu Johan Pietersz. ,bruyct 52 graezen, facit . Johan Tjmens bruyct 84 graezen lantz, facit . . 78- 0-0 -126- 0-0 graezen lants , facit -102- 0-0 haer zoon bruyct Thonis bruyct 38 graesen lantz, facit Jan Rempts bruyct 49 graezen lant ende 25 graezen leechlant 2) , tgras vant hogelant een daler, facit . Louwes weduwe bruyct 501/: grazen lantz , facit . Jij tien hooch- Egbert Dirricksz., bruyct 491/: graezen lantz , facit . G'errit Jouckes bruyct 34 graezen lants, tgras een daler, facit Koene Jansz., nu 57- 0-0 73-10-0 75-15-0 74- 5-0 51- 0-0 @ Cornelis Hoogemeeden ligt een half uurtje ten zuidoasten van Aduard. Q) Waarschijnlijk bedoelt de rekenillg met hoogland kleilalld , gelijk nog de Groningsche kleistreek tusschell het Rietdiep e)1 Damsterdiep, behalve de gemeellten Bedum en Ten Boer, llet hoogeland lleet. Laaglalld zal dall veelllalld zijn , dat 's willters (lllder water loopt. 1) 10* 148 Du KROXIEK vwx HET KLOOSTER Aopwub. Grete Datema bruyct 25 graesen hoochlant ende 16 graezen leechlant, tgras vant hogelant een daler, facit . Jan Gerritz bruyct 60 graesen lantz, facit. Pieter Jochums bruyct 46 graesen lantz, facit . . . . 69- 0-0 Gerrit W olters bruyct 44 graezen lantz, facit . - 66- 0-0 37-10-0 90- 0-0 Cornelis Duyertz bruyct 58 grazen lantz, facit . . . . . . . . . W olter Tonis bruyct 66 graesen lantz, facit . 87- 0-0 99- 0-0 UP Louwensplaets bruyct 60 graesen tgras een Embder gulden plac. , also in der Collegio verdragen, com t. Roelef Cornelis, nu Jan Claesz., bruyct 73 grasen Fransemer-lant 2) , tgras een Embder gl., facit . nylanster-lant l), drie Brdts st 6 Nannynck Cornelis daeronder 12 graesen bruyci 79 graesen , nylantster-lant, het Hin*lerick Olaesz. O @ ornelis 78-15-0 82- 2-4 anderFransemer-lant, tgras vantFransemerlant een Embder g1. ende tnyelanster-lant tgras een .Embder gulden 3 Brab. st. 6 plaMckeernte , n faJcaintsz. * * @ up het Nylant graesen nylanster-lant , tgras een bruyct 62 Embder gulden 3 Brab. st. 6 plac. , facit in Carolus- gulden . . LjA o Zwager bruyct 44 graesen nyelantster- lant, tgras een Embder gulden 3 Brab. st. 6 placken , facit . 91- 2-4 81- 7-4 57-15-0 1) Nijlansterland is waarschijnlijk nieuwgewûnnen land bij Fransllm. Q) Fransemerland is land bij Fransum, ten noorden van Aduard. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 149 Evert up het Lent bruyct 44 graesen nyelantster-lant, tgras a1s boven, facit. Lue up den Djck bruyct 6 graesen mit de weyde bj den wechj tgras een dalerj comt in Carolus-gl. . . . . - - 57- 15-0 9- 0-0 Ariaen H ynnes ende H eynne Heynnes up Claes Tonnis-plaetz bruycken Tsgraesen lantz j tgras 2 Embder gl. , nae de nye huyeringe , Iacit . . . . -168-15-0 Landen gelegen in den Ham l). Bronger Brongersma heeft in de huyer 66 graesen lantz , ende noch 29 graesen in pacht ofte verset, tgras van de 66 graesen een l/c daler, facit -148-10-0 Johan Harmansz. weduwe graezen lantz , tgras een daler, facit - 43-10-0 Dubbeltbier ofte M eynert lsbrantsz bruycken 104 graezen lantz , tgras een daler, facit . -156- 0-0 heeft 29 Jurgen Olaesz. bruyct CC graesen lantz, facit . 99- 0-0 Jacob Dirricksz. heeft int verset 44 raesen lantz ,ergo hier n@l 'jj j. j. Arys Jansz. bruyct 66 graesen lantz, tgras een daler, facit . - 99- 0-0 H arm en Valcks bruyct 38 graesen lantz, tgras een daler, in munte deser rekeninge dsomma van . . . - 57- 0-0 Olaes Jansz. bruyct 651/: graesen lantz, tgras een daler, in Carolus-gl. . . . . - 98- 5-0 Anne Pieters, nu Koene Jansz., bruyct 651/: graesen lantz: comt . 98- 5-0 1) Den Ham lirt niet ver van Fransum, ten noorden van àduard. 150 DE xRox1EK vAx HET KLOOSTER ADUARD. Telle Jansz. bruyct 54 graesen lantz , facit . . . . . . . - 81- 0-0 Pieter Berents bruyct 38 graesen lantz, facit . . . . . . . - 57- 0-0 O#ke Jacobs bruyct 38 graesen lantz, com t . . . Jan Allertz heeft int verset 68 lantz, ergo hier Mello Frericks heeft graesen lantz, ergo Oltger Frericks bruyct vierentsestich ende een halve nihil. graesen lantz, tgras een daler, comt in munte deser rekeninge dsomme van - 96-15-0 grae8en @ X1. jj j j@ verset 60 hier . . . - 57- 0-0 Oornelis Itkens bruyct 58 graesen lanfz, tgras een daler, comt in Caroolus-gl. . Cornelis Jochums heeft int gebruyck 70 graesen lantz, 0ft Sybrandt Menoltz , facit. Tonis Folckerts bruyct 51 graesen lantz, facit @ @ * - 87- 0-0 -105- 0-0 76-10-0 Pieter Luytiens bruyct 15 graesen lantz ; maer gemerct tzelve lant hem is streckende an den wech, derhalven onbegraven m oet blyven daler hiervan leggen , nooyt m eer a1s negen betaelt, in munte deser Johannes Pieters bruyct 301/: graesen lantz , tgras 30 Brab. stuvers, facit. Johan Assiens bruyct 5 graesen lantz, tgras een daler, comt in Carolus-guldens dsomme van 13-10-0 45-15-0 7-10-0 Landen gelegen fp: Fransum 1), Hans olaesz., nu Anna Thomas, bruyct 1) Fransum vgl. boven blz. l48 noot Q. DE KRONIEK VAN H6T KLOOSTER ADUARD. 151 39 grasen Hamsterlant 1) ende 10 grasen Frameerlant , com t 461/'7: daler, facit in Car. g1. . . . . Claes Yechters bruyct 70 graesen lantz ; daeronder sjn 5 grasen l/4 Hamsterlant , dreste Framserlant; comt 53 daler 24 Brab. st. 3 placken , in munte deser Syabbe Abberinge bruyct 82 graesen lantz, tgras een Embder gulden, in munte dezer . Hindericksz. 69-15-9 80-14-3 92- 5-0 bruyct graesen lantz, tgras een Rmbder guldenj comt . W abbe Jansz. , nu Arent Jansz. ende Aybe Albert 6-15-0 Boeles , gebruycken tzam en 85 lantz , daeronder graesen zjn 44 grasen Hamsterlant; comt 74 daler 221/: stuver, facit in Carolus-gl. . . . . -1 l2- 2-4 Dirrick Cornelisz., nu Gabbe Garbrantz., bruyct 65 graesen lantz, tgras gulden , comt in Carolus-guldens Reynner Jansz. bruyct 52 graesen igras een Embder gulden , com t in Carolus- 1. dsomme van @ @ lantz, een Embder 73- 2-4 58-10-0 Olaes Grebers bruyct 51 graesen lantz Hamsterlant , tgras een daler) comt in muntes deses . . Gerrit Symons bruyct 60 graesen H amsterlant Pieter Luytiens weduwe bruyct 55 graesen , tgras een Embder gulden , facit in Carolus-gl. Jonge Jan Geerts ofte den gebruyckers, a1s Ariaen Jacobs ende Eebe Sjpkes, 76-10-0 90- 0-0 61-17-4 1) Hamsterland is land bij Den Ham , vgl. boven blz. 149 noot. 152 DE KRONIRK YAN HET KLOOSTER ADUARD. bruycken hondert graesen lantz up Ferwerder- mieden l), tzamen voor 50 daler, comt in lnunte deser . Enne Jansz. weduwe bruyct drie en dartich graezen lantz , den hoop voor dartich Smbder-guldens , facit . Jan Oornelisz. bruyct 70 graesen, van sjn 54 graesen Hamsterlandt ende 16 daergraesen Framsemerlant; comt tzamen 66 daler, in munte deser rekeninge . S) bruyct 54 graesen lantz ; is metten heren Gedeputeerde Staten deser provintie veraccordeert, Jan Brantz in Humsterlant dat hj voor tgras betalen zall 15 st. zrab, , comt in munte deser Nanninck Pieters bruyct 22 graesen lantz Hamsterlant ende 17 Fran- 75- 0-0 33-15-0 99- 0-0 40-10-0 grae8on comt 33 daler 221/: semerlant ; st. , facit in Carolus-gl. M elis Jacobs tgras een Embder gulden, . Jacob Eebels bruyct 54 graesen lantz, tgras een Embder gulden, comt in munte deser . * bruyct77 grao8on facit lantz , 52- 2-4 86-12-4 60-15-0 Pieter Pieters bruyct 73 graesen lantz, tgras eenEmbder gulden, facitin Carolus-gl. HubertReynerts, nu Anna Claesz., bruyct 90 grasen, in de Collegio verhuyert voor 80 daler, comt. - 82- 2-4 -120- 0-0 Albertz Trjn ) een weduwe, bruyct zes 1) Ferwerder-lnieden bij Feerwerd aan het Rietdiep, ten noorden van Aduard. Q) Humsterland is het noordwestelijk gedeelte van Hunsingoo. De plaatsbepaling is n0g al vaag en men zou in de verleiding komen om Hamsterland in plaats van Humsterland te lezen ; dit laatste staat er echter duidelijk. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUIRD. 153 graesen in munte lantz, tgras een Embder guldell, Huge bruyct vant deser rekeninge . Cornelis up Jan Fockes-plaetz 101/g grasen lantz) tgras int ansien gebruyck van de weyde up 5 arentz gulden, facit de wech 6-15-0 19-13-6 Dqcksters ofte Legemeetsters 1). Evert Fockes bruyct 22 graesen lantz ho.ochlantz ende tgras in Carolus-gl. Claes Jansz. 37 graesen leechlandt , vant hoogelant voor een daler, comt bruyct 23 graesen lantz hoochlant ende 251/: graesen leechlant, tgras vant hoogelant voor een daler , facit in m unte deses 33- 0-0 34-10-0 H eynderick bj de cleyuve bruyct honderttwaleTgraesen leechlant ; m aer also dese landen woest leggende, heeft desen rentm eester daervan nyet ontfangen ; ergo hier . . Jacob Temmes bruyct 36 graesen hoochlant ende 37)/: graezen leechlandt, tgras vant hogelant voor een daler, comt Jacob Cornelisz. bruyct 22 graezen hoochlant ende 32 grazen leechlandt, tgras vant hogelant voor een daler , facit Jan Pietersz. bruyct 51 graezenhoochlantj ende in de gae 2) 4 grazen, tgras vant hogelant voor een daler, comt @ Ilarmens t0e lloochkerck nihil. 54- 0-0 33- 0-0 76-10-0 1) Legemeeden ligt ten zuiden van Aduard tusschen Zuidhorn en Hoogkerk. Even benoorden dit dorp ligt een weg , de Munnekedijk. Zoo zal de benaming : y,Dijcksters ofte Legemeetsters'' zijn te verklaren. Q) Ga Of goa is laag land met ondergrond van veen en derrie. Nog bestaat de Noord- en Zuidhornerga ten westen van deze orpen , waar de kaart van Beckeringh enkel De Qaa heen, 154 DE KROXIEK vAN HET KLOO&rER ADUARD. Jan Dirricksz. bruyct 32 graezen lantz , i: hoochlant , tgras een daler, facit. . . - 48- 0-0 Rjckert Jytltens bruyct 57 graezen lantz, daervan 2 graezen in de gae verbjstert zjn, respondeert alhier van 55 grazen , tgras een daler, facit . . - . . . . . - 82-10-0 Hinderick grazen leechlant, tgras vant hoochlant een daler, comt . . . - 18- 0-0 Frjck bruyct vier graezen hoochlant Thonnis bruyct 12 grazen hoochlant ende 12 ende 24 hoogelant Tomes Pieters bruyct 12 graezen hoochlant ende veertien graezen leechlant, tgras vant hoogelant voor een daler, facit . graezen leechlant, tgras vant een daler, comt. . . 6- 0-0 - 18- 0.0 Dnavolaende cpdfdr: en tf#/fdf6r: 1J voorsz. Cornelis Berentz heeft 30 graezen leechlant, leggende woest; ergo . . . Popcke Jansz. ofte Popcke Hil by de M atsloot, nu Jan Claesz-, heeft 36 ofte 40 graezen leechlant, mede unbru/ckbaer leggende ; ergo hier . Pieter Fockens weduwe dardehalve graezen lantz , leggende onbeheert ; ergo hier . . . Remke Jansz.j nu Bernier Remkesj van een graB landes; is m ede nyt van gecommen , ergo hier . . . . . . Tamme Duertz bj Meedsterkerckz) plach nihil. ni hil. ni hil . nihil. 1) Coeters zijn natuurlijk keuters of keuterboeren. Over Dijcksters zie boven blz. 153 noot 1. Q) De Meedsterkerk is de kerk van Legemeeden , die omstreeks 1860 is afgebroken. Hooçemeeden heeft, naar het schjnt, nooit een kerk yehad, DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 155 20 Embdergulden en 12 Groninger stuver lecht m ede te woeste , ergo hier daer Jan Engelberts op woont, groot 84 graezen met thien graesen ; dese landen leggen twater, ende heeft desen rentmeester daervan niet meer koenen ontfangen als meest onder veertich geven ; Dat tichelwerk, Oarolus-gulden tien stuvers : hier dzelve . nl. jjjj. 40-10-0 Landen fp: Suythot'n ende Apprfhprn. bruyct achtendartich grasen hochlant ende vier graesen leechlantj tgras vant hoochlant een daler, comt in Oarnlus-gulden, munte deserrekeninge Tymen Jansz. is van sjn gebruyck bj Jan Fransz. dorch wissel 1) afgetogen 6 grazen lantz , dwelcke up de landen van Abel Florisz. te Garnewert zjn ge- - 57- 0-0 addeert, vermogens die versegelinge an eenige heren getoont , blyvende in reste 401/8 graezen ende noch 201/: grasen , tgras van deselve 401/8 grazen een Embder gl., gerekent in munte deser Jan Tymens, nu Jan Eppes ofte W ale Popkens , heeft vierentwintieh grazen 45- 2-61/: lantzin degae ende noch veertich graezen, tgras van de 40 graesen een Embder gulden gerekent , facit in munte deser rekeninge. . - 45- 0-0 W alle Popkensz., daernae Pieter Claesz., heft na de abtzlegger S) 38 Johan Geertz 1) Verwisseling. Q) Hieruit blijkt, dat destijds nog de legger dar landen van het klooster, die daar vroeger onder den abt zelf berustse, bestond. 156 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTBR ADUARD. grasen lantz , a1s dezen rentmeester woest gelegen t doch by van denzelven Pieter deser rekeninge Claesz. tyde unfangen in CaHroilnuds-egrli.ck L @ ouwens hoochlant , tgras na de abtzlegger die vuer 20 jaren Heddes, vermogens van zjnde ; facit hoochlant in munte bruyct 26 gerekent 151/4 grazen galandt 1), verzet zjn an Campe die versegelinghe daergraesen een daler en die voorsz. 26 graezen deser 4-10-0 39- 0-0 Oornelis Claesz. bruyct 89 graesen lantz, waervan sijn 20graeson djck S) , tgras een daler, ende 69 grazen buyten dBlachtdjck , alsoe in de Collegio verdragen voor dezen jare tgras een halven daler, comt tzamen 541/: daler, in munte deser . binnen den Slach- @ @ @ 81-15-0 Gerrit Jansz. en Jan Garbrantsz. bruken 761,/: graezen lantz , daervan 12 graezen in de gae , 15 grasen buten dslachdjck , tgras een halven daler en 491,/: grazen binnen dslachdjck, tgras een daler, comt 57 daler, facit . . . . . . . Pieter Benningun Scholtes weduwe 44 grazen lantz, dhelfte buyten ende dhelfte 85-10-0 Trouwens de laatste abt , Willem Emmen, zal ten minste dergelijke stukken van waarde we1 naar het refugium in Groningen hebben medegenomen. Hij woonde in Groningen llog lang na 1594 , zoodat de Staten of hun rentlneester waarschijnlijk van hem de boeken , die hij nog over de administratie van de kloostergoederen onder zich had , zullen hebben overgenomen. 1) Galandt, vgl. boven y,in de gae'' blz. l53 lloot Q. Q) Een slachte is in de 15de eeuw in het Westerkwartier een uitdrukking voor dijk. Later werd dit woord een eigennaam en verstond men onder Slachte de dijk , loopende van Noordhorn af in westelijke richting ; dit ;a1 we1 de yenoemlq Slachdijk zijn. b: ItRONIèIIf VAN HET KLDOSTER ADUkRD. 157 binnen dslachdjck, comt driendartich daler, facit in munte deser rekeninge dsomm e van Lambert Pieters, nu Pieter Jansz., bruyct vjfenveertich graezen lantz , daervan zjn vierentwintich binnen ende eenentwintich 49-10-0 buyten dslachdjck, ider gras a1s voorsz. , comt 341/: daler, Huige Cornelis, bruyct 12l/u graezen lantz; daervan zjn 51/: graezen in de gae, vjT grazen buyten ende twee graezen binnen die Slachdjck, in Carolus-guldens . nu Harmen Frericks , comt 41/u daler, facit in munte deser . Johan Pietersz., nu Jan Claesz., bruyct vjftich graezen; daervan zjn 45 graezen buyten ende vjF graezen binnen dslachdjck , comt Jacob Di rr2ic7k1/s:z . dhaleeerf, t faicnit. @ verzet thien 51-15-0 6-15.0 41- 5-0 raezen lantz, ergo hier n@l jj j j. Ooeters ïn de rpprqsc. karspelen. Johan Syckens , nu Harryt geeft na de abtzlegger thien gulden; heeft verclaert te graezen graezen garsthuyre ende anders , untfangen. Bartolmeeus Sickes, nu Jan Jansz., geeft na de abtzbouck thien Embder gulden ; lantz in de ander gae lant, daervan, zo0 van Tyabbens , Embder hebben vjftehalve ende elleftehalve heeft verclaert te hebben 41/: graesen lantz in de gae ende 101i grazen ander lant, daervan, z00 van garsthuyer als anders, untfangen . . Harmen Fockes, nu Jan Lubbertz, geeft na de abtzbouck vjF oort daler, facit. . Lubbert Harm ens, nu Dirrick Frericks, geft na de abtzlegger 25 Embder gulden 7-16-2 7-16-2 1-17-4 28- 2-4 158 D1: KitoxlElt vAx Hls'r Klutluslizit Aoulltb. Jan Meertens, nu Hinderick Rngelbertz, geft na de abtzbouck 33 Embder gulden, facit @ @ - Berent Rqelols , Eylert Fransz. , nu meester Albert Hensyngae , geeft na de abtzlegger thien Embder gulden , waervan twee graezen gaelant a1s woest zjn algeslaegen, bljft negen Embder guldens, facit 37- 2-4 10- 2-4 Pieter Geertz geeft na de abtzlegger een Embder gulden, facit . Harmen Hemmesj nu Jan Garbrantsz., geeft nae de abtzlegger een ende twintich Embdergulden , FlorisPouwels, na de abtzlegger 10 Embder gulden 12 Groninger stuver, facit . Crjn Berentz plach te geven 5 Embder gulden, bevonden van 21/g gras in de gae, die nu geheel woest @ na de abtzlegger leggen ; ergo hier. . Jacob Scoemaeckers-hiem geeft na de abtzbouck een daler; leyt als woest , ergo Ede W ielmaecker, nu een smidt !geeft na de abtzlegger l/g rjcxdaler, faclt . Jan Moller t0e Noorthorn geeft vjftien comt in Carolus-gl. nu Pouwels Floris, geeft 1- 2-4 23-12-4 11-14-0 nihil. n.l u j.j. 1- 3-0 Groninger stuvers , facit . . . - 11-2 Johan van W insum heelt in verzett 6l/z graezen goet lant, ergo hier. . . . Albert Backer t0e Noorthorn, nu Jacob Backer, geeft 25 Menolt Bouwens gulden; is noch Groninger stuvers , facit geeft twee Embder nyet gefonden , ergû hier Broercke Pieters, nu Pieter Broerkens, geeft 15 Groninger stuvers, facit. Lubbe Smidtz to Noorthorn, nu Jacob - - 18 - 6 n.l j) .jj. nihil. b: ItItOXIEK YAX l1E f KLOOSTER AD/ARD. 150 Isbrantz ninger D0e geeft 2 Rmbder 1 gulden 20 Grostuvers , facit. Gerrits, nu mr. Johan Baertsceerder, geeft vier Embder gulden 15 Groninger st. Johan Pieters geeft 2 Embder guldens 20 Grûninger stuvers , niet gefonden Harmen Scroer geeft een Embder gulden 5 Groninger stuvers, a1s woest der credi. toren halven , ergo . W icher Joriens te Suythorn, nu Albert Pieters , geeft na de abtzlegger 2 Embder gulden 20 Oroninger stuver, facit . Daete Decker geeft 20 Groninger stuver, woest, ergo hier . . . . W jbe Pouwels geeft een Embder guldenj noch niet gefonden, ergo 3- 0-0 5- 1-2 3- 3-0 nihil. 3- 0-0 lïillil. nihil. Landen fp: Oestwolt 1). In Oostwolder-karspel legghen umtrent 350 graezen lantz , waervan in zestien voorleden jaren 2) alsmede tyde dezer rek-eninge niets van gecomen zjn , daeromme hier ni h il . Landen f08 Garnwerd 3). Eppe H ilbrantz geeft na de abtzlegger hondert graezen lantz, voor hondertEmbder gulden gerekent -112-10-0 1) oostwold bij het Leekstermeer. Q) Zeker een zeer duidelijke aanwijzing waaraan de ommelanden in de j trell A'ôôr blootgestaan, en van de verwaarloozing , waaraall het bofrenbedrijl dientengevolge was overgeleverd. 3) Tell noorden q'an Aduard aan het Reitdiep. A'an de verwpestillg, de Reductie llebbell 1t10 DE ItROXIEIt YztN IIET KLOOSTER ADUAZD. Berent Oleverinck, nu Reintien Berentz, bruyct 59 graezen lantz , tgras een Embder g1. gerekent, facit. . . . . . . Cornelis Jacobs te Alingehuys 1) heeft 103 graesen lantz, com t Cornelis Jacobs heeft in verset 85 sen lantz , ergo hier . W irck Moma heeft 71 een Embder gulden , Claes Jansz. heeft -115-17-4 graen. l jj j. j. graezen lantz, tgras facit . . 79-17-4 79 graesenj tgras een Embder gulden gerekent , facit . Ubel Floris, nu Pieter Foppes, heeft48l/: graezen lantz na de abtzlegger ende dorch verwisselinge van Jan Fransz. 6 graezen , tgras een Embder gulden, comt. - 61- 6-2 Temme Reinties heeft 581/: graezen 88-17-4 lantz, tgras een Embder gulden gerekent, facit . 65-16-2 66- 7 4 @ graesen lantz, facit. lantz , tgras een Embder gulden gerekent, Albert Jansz. heeft 34 graezen tgras een Embder gulden Mente Olaesz. heeft . 60- 3-6 gerekent , facit. 67 graesen lantz , 75- 7-4 tgras een Embder gulden gerekent, facit Reng- Jansz. heeft 61/: graesen lantz, tgras een Embder gulden gerekent, facit. - 69- 3-6 Johan Ulfers te Aelingehuyzzen heeft 100 graezen lantz, tgras een Embler gulden gerekent , facit. @ * -1 12-10-0 Cornelis Olaesz. , nu Claes Cornelisz. , heeft 69 graezen lantz ; hiervan getogen 8 graezen, staende up Olaee Mentesheer , * Elle W illems heeft 531/: l ) Alingehuis is een boerderj bij W insum , toen ten westen r thans ten oosten van het Reitdiep. D8 KRONIEK VAN 112 1' ItLOOSTER ADUARD. 161 hier naerder verclaert, blyvende 61 graezen, tgras een Rmbder gulden gerekent , facit - 68-12-4 Johan Goetiens, nu Abbe Annes, heft 57 graezen lantz, tgras een Embder gl. gerekent j facit . . . . . . . . 64- 2-4 graezen lantz, tgras een Embder gulden gerekent , facit - 46- 2-4 Claes Mentes heeft 60 graesen lantz , ende acht graezen van Cornelis Claesz. hierboven , komt 68 grason , Embder gulden gerekent j facit. tgras een @ - 76-10-0 Noch twee koeters van Auwerdersjll , D. Smidt ende De W eert, elcq drie daler, waervan deene plaetze tyde deser rekeninge woest gelegen heft . . . - D'Olde Pastoor by de kerck heeft 10 grazen lantz, tgras een Embder gulden, comt - 11- 5-0 4-10.0 Gerrit Lubbertz heeft 41 Landen fp oestem l). Tamme Lupkens , ofte nu Oornelis Symens ende Jan Hilbrantz , hebben 84 graezen lantz, tgras een Embder gulden gerekent , facit. @ @ @ * @ Focke Pieters heeft 74l lg graesen lantz, tgras een Embder gulden gerekent , facit Pieter Jacobs, nu Karstiaen Taeckens - 94-10-0 - 83-16-2 ende GerritTonies, hebben 68 grazenlandes, tgras een Embder gulden gerekent , facit Hinderick Schulte heeft 65 graesen lantz, tgras een Embler gulden gerekent, facit Olaes Jansz, Decker heeft 20 grasen lantz , tgras een Embder gulden gerekent, facit 76-10-0 73- 2-4 22-10.0 1.) oostum ligt bij Garllwerd. Biidr. en Meded. XXIII. lf 1ç2 DE KROXIEK vAx IIE'r KLOOSTER ADUARD. Hinderick W eeck heeft in verset 12 graesen lantz , ergo hier nihil. Landen f0: Y6rv- 1). Johan Tyeertz heeft 68 graesen lantz j tgras tot een Embder gulden gerekent, facit in Carolus gulden . . - 76-10-0 Albert Jacobs heeft 52 graesen lantz j tgras een Embder gulden gerekent , facit - 58-10-0 Harmen Lunsche heeft 35graezen lantz, tgras een Embder gulden gerekentj is bj de certer van de abtz hant niet meer a1s 30 Embder guldens , facit . . Reynner Nannens heeft 76 lantz, volgende tcerter van den abtz hant J-aerlicx te geven 42 daler, facit . Pieter Delis heeft 55 graesen lantz , tgras een Embder gulden , facit . . . Roelef Delis, nu Jacob Cornelis, heeft . 63. 0-0 - 61-17-4 - 33-15-0 grae8en 62graesen lantz, tgras een Embder gulden gerekent , facit. . . . . Olaes Symons , nu Hilbrant Bauckens , heeft 48 gulden gerekent , facit graesen lantz, tgras een Embder - 69-15-0 @ . 54- 0-0 Schulte Claesz-j nu Ruert Jansz., heeft 80 graezen lantz, tgras een Embder gulden gerekent , facit. . . . LuloF Deuyrtz j nu Jan Gerrits, heeft 71 graezen lantz , tgras een Embder gulden gerekent , facit. . . . 90- 0-0 - 79-17-4 Bûrgemeester Ubbena 2) , nu Louwe 1) W ierum ligt aan het Rietdiep niet ver van Garnwerd. Q) Burgemeester Joachim Ubbena was in den Spaanschen tijd een der invloedrijkste regeeringspersûnen in de stad Groningen. Hij was burgemeester in 1563/4 , 1L68-1576 , 158011 j 1584/5, bE KRONIEII VAN l4ET KLOOSTER ADUARD 163 Dellis , heeft 52 Embder gulden Pieter Jansz. heeft 44 graezen gulden gerekent, dsomma van graezen lantz , tgras een gerekent , facit . ofte den weert up Steentil lantz, facit in tgras een Embder Carolus guldens 58-10-0 49-10-0 Landen fp4 Leechkerek 1). Cornelis Meertens, nu Roelef Zwartwolt, heeft 33 graezen leechlant zjn, tgras van de 22 graezen voor een Embder gulden gerekent, facit in Oarolus-guldens Jacob Claesz. heeft 45 graezen leechlant, daervan tyde deser rekeninge niet van is gecommen , ergo hier . . raezen lantz ï , daervan ellef - 24-15-0 nihil. Johan Gerrits, nu Lulo; Diuerts, heft 30 graezen, daeronder wesende een gras leechlantz , tgras van de 29 grasen voor een Embder gulden, facit . . . . . . . - 32-12-4 Claes Jansz. up Gaeyckemadjck heeft 64 graezen lantz, daeronder zjn vier graezen leechlant , tgras van de 60 grasen gerekent t0t een Embder gulden , facit Hinderick ter Till heeft 60 graeson - 67-10-0 lantz , daervan een dardendeel leechlant zjn, tgras van de 40 graezen een Embder gulden j facit . 45- 0-0 1588/9, 1517/78 , 1592,3 en zat namens de stad in de Hoofdmannenkamer in 158Q/3, 1586/7 en 1590/1. Hij was een der krachtigste hoofden der Spaansche partij en werd herhaaldeljk naar Brussel en zelfs naar Madrid gezonden om hulp voor het bedreigde Grpningen te vragen. De Reductie van 1594 zette hem natuurlijk uit alle bedieningen, terwijl hij zich te Brussel bevond om nog een laatste poging te doen om de regeering tot het ontzet van Grollingen te bewegen. 1) Leegkerk ligt ten zuiden vall Aduard. 164 pE KROXIEK vAN uET Klaoos'rER ADTTARD. Lippe daeronder Jansz. heeft 67 graesen lantz, zjn 50 graezen hoochlant, tgras een Embder gulden gerekent : facit . Heynderick Jacobs j nu Melis Jacobs , heeft 15 grasen leechlant , ergo hier . . Jacob Holl heeft 18 grasen leechlandt, 56- 5-0 R1. jj .j j. ergo . . . . . . . nihil@ Pieter Mertens heeft 44 graezen @ lan* tz *, tgras een Embder gulden gerekent,facit. Roelo; Jansz. heeft 531/: graesen lantz, daeronder zjn ellei' grasen hoochlant, tgras een Embder gulden gerekent, facit. Jnhan Fockes heeft 32 graesen leech- 49-10-0 12- 7-4 lant , ergo hier . . . . . . . nihil. Yeyt Reyngers, nu Pieter Rengers, heeft 561/: graezen lantz 2 tgras een Embder gulden gerekent , faclt . . - 63-11-2 12 graesen leechlantz , is in tyde deser rekeninge nyet van ecomm en , ergo hier . . . Benedictus Taeckes heeft 31/: graezen leechlantj ergo hier @ W illem Oldebuer heeft Daniël Rengers up het W ashuys 1) heeft int verzet 20 graesen hoochlant ende 8 raezen leechlant, ergo hier . . Berent Jacobs heeft 70 graesen leechlant, ergo hier ni h i1. n.1 jjjj. nl. u.jj. nl. jj .jj. Landen fp6 Maerslacht ende ScAïll#dAc- 2). Dirrick Reiners heeft 84 graesen lantz, D0g a1s W aschhuis of De waschhuizen bekend , was een voorwerk (boerderij) van het klooster aan het Aduarderdiep. Het heette van oudsher W aseghhuisen (Oorkondenboek no. 938) en zal dan heeten naar het geslacht W asinghe. Q) Maarslag en Schillingeham liggen even benoorden de groote klliebocht van het Rietdiep. 1) Het W ashuys , thans DE KROXIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 165 tgras een Embder gulden gerekent, facit in munte deser . . . ende voor tswjn 1) zes dalers, facit Berent Eppes heeft 80 graesen lantz , tgras een Embder gulden gerekent, facit in Carolus guld. . . ende voor tswjn zes dalers , faoit Jacob Tonis, nu Ruert Jansz,, heeft 43 graesen lantz , tgras een daler, facit . Jacob Jansz. t0e Maerhusen heeft - 90- 0-0 9- 0-0 64-10-0 - 9 4-10-0 9- 0-0 60 graesen lantz, tgras een gerekent , facit. . ende voor tswjn 6 daler, facit Frerick Plaesz. heeft 131 graesen lantz, :) EmLder gulden 67-10-0 9- 0-0 @ daler, facit Jûhan Menoltz, nu een weduwe genaemt Liefke , heeft 3 graezen lantz , tgras een daler, facit . Pieter Hindericks bj de moelen , nu Olaes Molner, heeft 6 graezen lantz, tgras een Embder gulden , facit . Goris Lambertz, nu Luel Jansz., heeft 104 6-15-0 graesen lantz, tgras een daler, facit in munte deser rekeninge . -156- 0-0 ende voortswij n 6 daler , facit 9- 0-0 Hinderick Pieters up het Hooge-heem, ofte H inderick H indericksz., heeft 40 grazen lantz, tgras een Embder gulden gerekent, 4-10-0 facit . @ * @ 45- 0 0 Eppe Hindericks t0e Maerslacht 3) heeft tgras een ende dvoaloerr , tsfwacjint 6. . -196-10-0 9. 0-0 1) ongetwijfeld zal dit land onder de verplichting hebben gelegen jaarlijks een varken te leverell , wat dan later door een uitkeering in geld is vervallgell. Q) Maarhuizen is een dorpje ten westen van onderdendam. 3) Maarslag. Zie bovell blz. 161 noot :. 166 DE KR0x1lx vAx HET KLOOSTER ADUARD. 49 graezen lantz j tgras een Embder gulden gerekent , facit. . - 55- 2-4 Cornelis W iersma te Rollingeweer 1) heeft 109 graezen lantz, tgras een Embder gulden gerekent ende voor t1swfajcnit 6 daler. , facit -122-12-4 e 9- 0-0 Onne Sygers heeft 33 graessen lantz , tgras een Embder gulden gerekent , facit RoeloF Gerritz heeft 60 graesen lantz ; noch 15 graezen, dwelcke hy sustineert begrepen t0e zjn in de 60 daler huyer, facit die 60 daler. . . . . 37. 2.4 90- 0-0 ende voort swjn 6 daler , facit 9- 0-0 Johan Pieters heeft omtrent 42 grasen lants, tgras een Embder gulden gerekentj facit . . . . - 47- 5-0 Johan Oltgerts heft int verset 67 graezen lantz , ergo . . . . . . Claes Lambertz te BaFelt S) heeft 32 juck lantzj geeft jairlicx 20 Embder gulden, facit . . . . . . graezen lantz , tgras een Embder gulden gerekent, facit 47- 5-0 Ewke Ennes heeft 94 grasen lantzj tgras een daler, facit . . . -141- 0-0 Johan Claesz. heft 45 llillil. 22-10-0 Pieter Onnes heeft 42 noch 35 graozen lantz, neert begrepen t0e zjn in de 45 graezen, tzamen m aer voor te geven 20 dalerj facit. Maritgen Tebbens heft 12 grasen lantz, tgras een daler gerekent , facit . Taecke Ennes heeft 46 graesen lantz, tgras een daler, facit graesen lantz ; dewelcke hy susti- 30-. 0-0 18- 0-0 69- 0-0 1) Rollingeweer is een boerderj bij Maarslag. Q) Baflo. DE KROXIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 16; Laurens Huysman , nu Evert Symons, heft int verzet 12 graezen lantz , ergo . llihil. Melle Hayes) nu Cornelis Ennes, heft int verzet omtrent 70 graesen lantz , ergo - nihil. Landen ïAl de Spd#6 Schoel 1). Lambert Syuwertz) nu Sywert Lambertz, heeft 70 graezen lantz, tgras een Embder gulden gerekent, in munte deser rekeninge dsomme van . . . . . Olaes Tonis, nu Luytien Jacobs, heft 80 graezen lantz in plaetze van de 68 graezen, tgras een Rmbder gulden gerekent , l'acit Maertien, nu Gele, Sickens heeft hondert dartien graesen lants; vermitz eenige questie vant gebruyck tgras voor een daler aI1- genomen ; ende dewyle haer nabueren van nyeus niet gehuyert hebben , is haer tot naerder dispositie van de Heren dselve nabueren geljck gelaten , Embder gulden gerekent , facit Gerrit Dirricksz. heeft 80 graezen lantz, tgras voor een tgras een Embder gulden gerekent , facit in Carolus gulden - 127- 2-4 90- 0-0 Pieter D orenbosch, nu Cornelis Dorenbosch , Embder graezen lantz , tgras een gulden gerekent , facit . heeft 72 79-17-4 ende heeft in versettinge omtrent 27 graezen lantz , ergo hier . Remke Reiniers , nu Pieter Janszoon, heeft 70 graezen lantz ; sustineert nochtans maer C0 graezen toe hebben , tgras R .1 jj j j@ 90- 0-0 78-15-0 1) Roodeschool ligt in het noordoosten der provincie Groningpn $en Qosten #an Dithuizermeeden. 168 oE KROXIEK vAx HET KLOOSTER ADVARD een Embder gulden gerekent, facit die 70 graezon . . . . . . Lambert Roeches , nu Jan Lambertz , heeft 80 graezen lantz ; sustineert nochtans maer 70 graezen t0e hebben , tgras een Embder gulden gerekent , facit de 78-15-0 80 Tgeruawezeesn J.ansz. h @ 90- 0-0 eeft 79 graesen lantz, tgras een Embder gulden,facit in munte deser rekeninge Olaes Jansz. heeft hondert lantz, tgras een Embder ghulden facit in Carolus gulden. . 88-17-4 graezen gerekent, -112-10-0 Albert Pieters, nu W armolt Hilbrantz, heeft int verzet 26 grazen lantz, ergo hier Luytien van Metelensweduwej nu Theeus Jansz., heeft 15 grazen lantz , tgras een Embder gulden gerekent, facit nihil. 16-17-4 Landen fp: Harsens , Padepoel ende dtfprp l). In den eersten tusschen Harssens ende Adorp , dat het convent solvest gebruyct heeft, vjFentzestichgrazen lantz , nu derfgenamen van Jacob Hilbrantz ende Entesj staet t0t verclaringe van de Herenj tgras up een daler gerekent , cnmt in Carolus ulden munte deser rekeninge dsomme van Olaes Gerritz heeft aldaer achtiengrazen lantz aen sjnne rente , ergo hier . Die weduwe van Goesen van der Eem heeft 27 graesen lantz met vier dach- 97-10-0 nihil. 1) Harsens j Paddepnel en Adorp liggen op geringen afstand van elkallder, ongeveer een uur belloordell Groniugen. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER NDUARD. 169 werck 1) dusent hooylanà achter onnen S) voor gulden in versettinge haer levent lanJcakc ,o be rPgioe tehries rheeft 99 @ graezen lantz, tgras een daler gerekent, facit in munte dezer rekeninge . . . @ @ @ @ : @ -148-10-0 Borgemeester Harmen Olant 3), nu Johan Crul, heeft 33 graezen lantz , tgras een daler, facit . . . . . . . - 49-10-0 Reynner up lantz, tgras een Djck heeft 13 graezen daler, facit . llarmen Koertz, nu Geert Fransz., 19-10-0 bruyct een heert landes, groot 47 graezen lantz, tgras een Embder gulden, facit . - 52-17-4 Frerick Moysteyn heeft int verzet negen graezen lautz, erg: alhier . nihil. den nih 1- l . Evevsoeolt ende Gpl//bùlrg: 4). Angaende dguederen van ende Drenthe m eester geen register ofte speci:catie is gelevert, vermitz den E. Clant by Mjn E. H eren daertoe is gecom mitteert , ergo elegen, waervan dezen renthier W olfsbarge , int Goorecht ende Rverswoldt nihil. 1) Een dagwerk is oorspronkelijk zooveel a1s in eell dag uitgeveend of gehooid kan worden ; later is het een vaste maat gewordell , waarmcde llog heden in de vecnkoloniën wordt gemeten. Q) Onnen ligt een uur ten zuidoosten van Groningen. 3) Burgemeester Herman Clant komt als zoodanig in 1566/7 voor. 4) Everswolt en W olfsbarge liggen ten oosten van het Zuidlaardermeer. (Vgl. over het eerste: Historische Avonden van het Historisch Genootschap te Qroningen , blz. Q95 vlg. - en boven dq kroniek passim.) 170 DE KRONIBK VAN HBT KLOOSTER ADUARD. Roen ende Helle in de Drentke. 1) Desen rentmeester heeft ter gueder rekeninge ontfangen van eenen Cristofer Jansz. dardehalve dalers , facit in Carolus guldens . . . . . Item van eenen Albert Jansz. ter goeder rekeninge ontfangen anderhalve daler, facit . . . . . . Beroerende dwydere administratiej soewel van de busgchen j veenen ende dergelicke guederen na de lantz gelegentheyt van Roen ende Helle voorsc., is den gemelten Clant dienangaende by Mjn Heren mede gecommitteertj ergo hier 3-15-0 2- 5-0 nihil. Landen frpr.sz. convent van d6#-6rf behorende, gelegen p, Collumer-nnlant 9 , waervan ïzl den abtzlegger geen eyntlicke staet rerhaelt wordt , als lderroeren naerder verelaert is 3). up Collumer-nylant, eertjtz bj I1e Jeltema gebruyct , nu Gerrit W illems, heeft achtentzestich pondematen 1) lantz , waervan by dezen rentmeester ter goede rekeninge ontfangen sessenveertich Carolus-guldens achtien stuvers Brab., is volgens by lant in arrest deser rekeninge de Heeren Staten van Yriesgedaen , hier dselve tyde dselve . In den eersten 46-18-0 1) Roden en Ter Heil. Vgl. boven de kroniek passim. Q) Kollumer-nijland is het ingedijkte land aan de Lauwerzce benoorden llollum. 3) Waar dit naarder verklaard is, heb ik niet gevonden. 4) Een pondemaat is ongeveer een derde hectare ; deze maat FAs en is een s?eciaal Frieschq. DE KRONIEK VAX HET KLOOSTER ADUARD. 171 W ichersj nu Jan Jacobsj nae de legger 46 ende nae tangeven gedaen 50 pondematen, daervan ter goeder rekeninge ontfangen . pondematen lantz an dezen rentm eester Dweduwe van Berent Johan Pieterssz , nu Jurriaen Jouckes, heeft 67 pondematen lantz, dwelcke Abelius Franckena 1) in eigendom heeft becommen; ergo hier 33-12-0 Sll ujj. Stadt ende Stadtaefel van frppïng:n. ln den eersten Aedwerderholm , dat huys , holl' ende hofsteden 2) met sjnen annexen , dwelcke den abbet W ilhelm Emmen van Mjn Heeren gehuyert heeft , tyde deser rekeninge niet verscenen , ergo hier . een ander nye huys met het hofke ende camers daerafter up Hollum , ende voortz bj de Rjpe langes nae de pastorie streckende ter Aa 3). Daervan nochtans Johan zjn eegen woninge ende noch een vrje getemmer op den Holm voor 500 gulden gepachtet ende aen hem Geertz Noch drie jaren vercregen , ergo hier . . . . Und is dat nije huys, dair die Erb. nihil. nihil. 1) Abel Frankena is de bekende Friesche predikallt, later lid van Gedeputeerde Staten dier provincie , die o. a. een belangrijk aandeel heeft genomen in de stichting der hoogeschool te Franeker. Q) Het refugium op het Munnekenholm , thans het Academisch ziekenhuis en het door W illem Emmen gestichte Aduarder-gast huis. Vgl. J. A. Feith j De refugia, in Gron. Volksalmanak 1890, blz. 102. 3) De pastorie van de Akerk stond ten zuiden daarvan op den hoek yan het Schoolholm. 172 DE KRONIEK vAN HET KLOOSTER ADUARD. Raetzheer ReeleF Battinck 1) in woont, oock voor vierhondert daler verpachtet) ergo hier Item daerinne * @ een camer, dwelcke vervallen is , pro De0 wonende een weduwe , Tiaucke , naest dvoorsz. pastorie , * * genaemt ergo hier Item daernaestaen is wonende een camer, daerinne een arm e vrouwe , genaemt ofte W ytge-moer, staende van de Heren . W ytte Berens tOt dispositie Noch W illem een camer daernaestaen , die bj Scroer bewoont wort j vermitz syne pretensien tyde dezer rekeninge niet ontfangen , ergo hier . Item een cam er daernaestaen, daer Pieter Cock inne woont , vermitz sjnne pretensien staet t0t dispositie van Mjn H eeren , ergo hier Item een camer daeraen , daer Jan Tromslager inne woont, waervan by desen rentmeester tyde desser rekeninge boven dreperatien an dezelve camer gedaen maer ontfangen @ Noch tegen den Hollem over een camer, daer W illem dolde rotmeester inne woontj heeft eenen tjt lanck om Godes wille gewoont, stellende mede tot dispositie van Mjn Heren . llillil. nihil. llillil. nihil. R1. jy .j j. 3- 0-0 nihil. 1) Roelof of Rudolf Battinck was een der Staatsgezinde van den Raad van Groningen. Hij komt in 1616 en1619/20 als burgemeester, in 1617/8 als hoofdman , in 1595/6 , 1600/1 , 1603/4 , 1608 en 1614 als lid van Gedeputeerde Staten j ten slotte in 1597/8 a1s 1id van den Raad van State en in 1613 als curAtor 4er uieuw o? te l'iclttpn hoogeschool voor, leden VE K RONIEK VIN HRT K LOOSTER ADU#RD. 173 een calner, die ledig ende onbewoont staet , ergo hier . @ Noch twee camers ende een Scholholm 1) gelegen ; dat huys za. Harmen Mensens erTgenaemen jaerlicx in die pacht ofte huyre Embder guldens ; ende die eene camer huys op hebben voor twintich wort bewoont by Hauck Tonis jairlicx voor drie daler; die ander camer wort bewoont bj Nese Hindericks voor drie daler; tzamen ses daler, facit in Carolus-guldens dhuyre van de voorsz. huysinge is vermitz drenten daerop staende ende dreperatien Angaende daeran gedaen tyde deser rekeninge niets ontvangen , waer zal in de naestvolgende rekeninge daervan worden gerespondeert ; ergo hier . . Vljt Pieters, een weduwe , drie pachtsteeden zes daler, facit . Lambert Schuytemaicker van een pachtstede ende hofte, up de horn ean de drift nelens Aedwerder-huys over gelegen S), doende jairlicx twee daler ; maer alsoe deze zaeke in rechte questioes is hangende, Noch ergo hier. . . . . . Hinderick Oesewolt over dgrondtpacht van een hofte, jairlicx drie Embder gulden, facit . . . . . . . . Dat huys ende hofte, daer dconventualen Rl. u j j. nihil. 9- 0.p nihil. 3- 7-4 1) Schoolholm. Q) Dit zal het huis zijn op den hoek (horn) van het Munnekenholm en de tegenwoordige Schuitemakerstraat (de drift = straat). Naar Lambert Schuytemaecker en andere schuitemakers in de bullrt za1 dan de straat haar naam hebben gekregel). Dit is ten minste waarschjnlijker dan mr. Feiths verklaring in den Gron. Yûlksalm. 189Q , blz. 61. 1t't ol :RONIITK vAx HlT KLOOSTE: kD:&Rb. van Trimunte inne plaegen to ende jegenswoordelicken noch zjn zonder huyre 1) te geven , Jan Jurgeng schuytmaecker voor een camer in de Katrype 2) gelegen j jairlicx vjftehalve daler, facit . W onen wonende ergo hier - n*l y j j. 6-15-0 Noch thien graesenl antz by Jacnpynerwech 3), bj de ofâciael Krjt in pacht vgehadt voor zjn gedaenen dienst; by den Heren afgehandelt , ergo hier. . Noch negen graesen die Oleene hoeve lantz buyten der Aa-poort, genomt, aen Frerick Moysteyn verset , ergo hier. . Drentmeester Fritema, nu Hayo Stapeert, heeft drie koegangen 4) buyten die Cranepoort ende negen grazen lantz by de Reydjck 5)j geeft tzamen vjftien daler , comt ni hil. R1l ujej. @ @ @ * @ @ - 22-10-0 Noch volgende d abtzlegger 12 graesen lantz up Gaeyckema-djck 6) ; is bj den heeren Staten deser provincie bevonden 1) Het Aduard refugium van het klooster Trimunt, dat met dat van gecombineerd was , bevond zich aan de oostzijde van het Munnekenholm, het vijfde huis van het Akerkhof. (Vgl. Feith in Rron. Volksalmanak 1890 , blz. 118.) Q) De Katrijpe is de tegenwoordige Kleine der A. (Vgl. Feith in Gron. Volksalmanak 1892 , blz. 60.) 3) De Jacobijnerweg liep van het Boterdiep naar het oosten , naar Noorddijk, waar hij zich bij den grooten weg naar Bremen aansloot. Thans is hij een straatje binnen de stad, van het Boterdiep naar de terreinen der gasfabriek, terwijl het verlengde ervan aan de overzijde der stadsgracht doodloopt in de landerijen. (#g1. Feith in Gron. Volksalmanak 189Q , blz. Ql7 vlg.) 4) Een koegang is het recht een koe in een weide van een ander te Iaten weiden. 5) De dijk van het Reitdiep. 6) De Gaaikemadijk of Raaikingedijk is een weg of dijk van Leegkerk naar Oostum. bE KRONIEIC #AN HE1, KLoosTEll .&DLTARD. 125 naaer vier als gebruycker , gulden, comt . Noch leggen ses graesen in Hummersche 1) , graezen te sjn , Iselmuyden tgras een Embder aen W illem H inderickszoon verset , ergo hier . Summa totalis des geheelen ontfanck des conventes Aduwert voer een geheel jaer van anno 95, in de voergaende vjfenveertich sjden S) begrepen , bedraegen ter summa van twallef duesent een hondert vier en tachtentig Car. gl. eïJ-#'fh1Al st. veerde- Acl//' plaok -12184-15-31/: 4-10-0 nihil. 1) Hllmsterland. Q) De origineele rekening ileeft namelijk zooveel blvzdden. B IJL A G E V 1l1. R E G 1 S T R R VAN ALLE VEHNEN EN TOERFFLANDEN T0T DEN CLOSTEVEN DESER PROVINCIE BEHOERENDE, UND W 1E S1: NA MRLCKANDER LIGEN, OCK W AT YAN EX IDER YEHN DIT JAER ANNO 1595 YOR TOERFF IS GELEVERT W ORDEN. Anno 1595 den 11 Aprilis hebben Min Heren die Gedeputeerde Staten der Stat ende Omlanden van Groningen und Taeko H aringius , in der tit Provest t0e Schildwoldt, en Johan Klandt geekere com missie unde last gevenj boschen deser provincie goede trouwe opsicht toe dragen. Welcke wj voert int warck gestelt unde onse utterste devoir unde vljt sovoel ons moeglicken west angewendetj a1s wj verhopen ut volgent register van Min Heren doer lesen sal gespueert worden. om over alle clostervehnen ende Adwert in W olfsbargen. Albert Alberts oFt Month und Hindrick Harmens op het voerwarck !) van Adwert te WolFsbarg S) hebben verclaert , verleden jaren gelevert te hebben die prelat van Adwert 6 schuitte torf 3). 1) Het voorwerk van een klooster is een boerderij. Q) Vgl. boven blz. l69 noot 4. 3) In margine : 5 schuitte. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER IDUARD. 177 0P desen haer vehn gewest , hebben. Ten ende navolgende torF bevonden gegraven te eersten en sloet van 20 clampen, 3 clampen ruim en schuitte , facit 6 schuitte 2 clampen. Noch 6 kleine clampen , gereekent op een schuitte. Secht dat voer die vragt gegraven te hebben. Noch een sloet van 48 clampen , die 3 clampen Den 31 Julj een schuit , facit 16 schuitt. Dese meyeren hebben Min Heren den 5 Augusti gesettet up 5 schuitte torF. Lens heFt verclaertjaers dat te geven hj jaers plecht to te huire 2 schuitte torll', ende secht , geven tag torF 1). 0p dat vehn den 31 Julj gewest ende navolgende gegraven tûrF gevonden. Ten eersten een sloet van 12 clampen t0t an die erst grope , clampen een schuitte , facit 3 schuitte. Noch een sloet van die 4 15 Johan 30 clampen, 4 en schuitte, facit 7 schuitte 2 clampen. Dese meyer hebben Min Heren den 5 Augusti settet op 2 schuitte tori. Evert Reiners , der tapper in W ollsbargen, heft 8 rohe landts int gebruck ; geFt niet, kan ook niet graven , dan plecht die prelath jarlix to denste to wesen, waer hie siner behuefde. Adwert. A'pdr,s,svlpî#f Q). Volgen die meyeren j so die beginnen int swettende an Selwert en streckende int Groninger vehn herrup. Reiner Jansen, den erste meyer van Adwert in Everswoldt naest an SelwerderhoF oFt vehen 3). norden, suiden an 1) In margine : Q schuitte. Q) Zie boven l)1z. 140 noot 1. 3) In margine : 4 schuitte. Bijdr. en Meded. XXIII. IQ 178 DE KRONIEK YAN HE1' KIZOOSTER ADUARD. Dese meyer heFt verclaert, 3 schuitte gaF torFs , ende jars gruf 26 Op vehen dag. den 23 Julj 95 is bevonden op dese meyers egraven to sin wie volgt. Ten eersten so heft hy begonnen op m eyer, een sloet van 70 clampen , goede schuitte torfl', facit 6 schuitte Noch van die goete 8 clampen doppel gegraven , die 3 clampen en schuitte , facit 2 schuitte 2 clampen. Arent, 5 clampen een tot an die goete. het suiden van Selwerder Noch 13 clampen tot noch een goete , 4 clam pen een schuitte , facit 3 schuitte een clamp. Noch 44 clampen, die 4 een schuitte tot die derde goete , facit 12 schuite. Noch 34 clampen , die 5 en schuitte , facit 6 schuitte 4 clampen. Hieran licht omtrent 3 taggrauwe wust. Ilese me)Terhebben Min Heren settetOP4 schuitte. dat hye jaers to huire vercklaerde ock , dat hy Op s Freriks op die Knjpen vehn hebben gegraven navolgende personen. Und volgt voert int zuiden nu geteekend Renier Jansens vehn. h'kijpvehn 1). Ten ersten heft hierup gegraven en weduw, genoemet llille j 24 clampen , die 5 clampen een schuitte, facit 4 schuitte 4 clampen. Noch Jan Koerst und Anne Fleckens hebben hier und daer 5 tag gegraven , ende hier hebben die schuitteschuvers harop gethan ten nyen op die schuitte 4 daler, ock iiij ende beloft 8 schuitte. Ende het ander vehn van die Knjpe ligt wust. 1) Knijpveen staat misschien in verband met de Knijpe of Knijp, een sluisje in de Hunze ten oosten van Zuidlaren , te midden der aan Aduard behoorellde venen. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER ADUARD. 179 Hierna volget en vehen, dat men plege t0e noemen Bontehorstvehen, und hebben hierup gegraven, so die dixter vercklaert heft , dese navolgende : Ten ersten van norden 50 clampen, die 5 ruim en schuitte : facit 10 schuitte. Daerna 6 clampen een schuitte, maekt 2 schuitte. Noch 12 clampen darbj, die 5 en schuittej facit 2 schuitte en 2 clampen. Van dese 3 perceelen w0l die dixteren 1) niet weten: ende 1l/u , die 3 clampen wel wel sie gegraven hadde. Noch een sloet van 36 clampen , 5 een schuitte - ende dit heFt H ilbrant Reinier dixter ofte vrouw bekentl van Drewes Olasien gehuiert te hebben facit 1 schuitte 1 clamp. Noch daer recht tegen 4 clamp , bilopende wel 2 schuitten met die een deel diek. Noch 8 clampen Hilbrandt R eniers, 4 wel en schuitte met 3 clene clampen , maek wel to samen 2 schuitte 3 clampen. Noch PaterEgberts 32 clampen, 2ie 5 en schuitte ; noch op het nie 7 clampen gegraven, a1s sy droge worden, die 5 clampen we1 een goede schuitte : facit 7 schuitte 4 clampen. Otto Reniers heh't vercklaert jaers te huire te geven den prelath 2 schuitte torF, en graft jaers 30 tag S). Op 27 Julj op dit vehn, daer Otto plecht to wonen, bevonden gegraven te wesen , wie volgt: Ten ersten heFt Otto W illem Stevens verhuiert een sloet ; darup stehen 29 clampen, 3 clampen een schuitte , maeket tesamen negen schuitte en en halve. 1) Dijksteren vlg. blz. l53 noot 1, Q) ln margine : Q schuitte. 1Q* 180 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. Noch heft Otto daer en sloet van 46 clampen , waervan die erste 5 op en schuitte sint geteekent , ende die ander 41, die 3 clampen een schuitte maekt ; dan also te samen 16 schuitten 2 clampen. Noch een sloet van 20 clamp , die 4 een schuitte ; so sint die vorderste 3 natte clampen , ende op llet hoege vehen niet gereekent ; dit is by een hoerne und goete toegemeten , ende 13 clampen over die goete, 4 een schuittej tot vehen ; vermenende daertoe tegen een goete int hoege Otten vehen t0e wesende, dan hy was niet tegenwordig; maekt to samen 7 I/g schuitte 3 clampen. Noch heft Otto gegraven , daer hy nu wonet , nast RoleF Olassen, een sloet van 38 clampen , en is 2 mal gegraven, 4 clampen schuitte een halve. een schuitte seerwel,maeket 9 Dese kan niet hebben Min Heren gesettet op 4 schuit ende 3 leveren om sin armoets halven. Johan Jansen oFt Klein vercklaert jaers to huire te geven 28 Emder gulden ende heFt het jaer gegraven 30 tag l). Noch hei't hy vercklaert , en die dat hie voer een ider schuitte torl te ontfang oFt klein darvor betalt oder gekortet is 5 graven OP die sloet to leveren daler van die praelaeten , ende o0k we1 4:/: daler. Den 29 Julj op dessen vehn (welk nast in zuiden ligt an Otten vehn, da hie plecht to wonen) bevonden nest 24 lange clampen natte , die 3 rum en schuitte , facit 9 schuitte. Noch en sloet van 71 clampen , die 4 en schuitte , al op gedicket , facit 17 schuitte 3 clampen , men ock wel op een schuitte moege rekenen. Noch en sloet natte clamp , tot 4 clampen , 72 die 1) In margine: 5 schuitte. DE KRONIEK VAN HET KLOOSTER kDUARD 181 hoch an die groep. groepe t0t noch een 21 clampen nat , die 4 een groepe schuitte , maeken also 6 schuitten een groepe Oite wateringe 11 clampen , 4 en schuitte ) twemal gegraven , lnaek also 3 schuitte 2 clampen. Noch een sloet van 44 clampen, die 4 rum een schuitte , maeken elF schuitte 1 clamp. Dese meyer hebben Min Heren op ses schuitte gesettet ; kan niet mehr dan 5 geven. clamp. Nûch van die Van die Pyeter Hinricks heft gegraven 23 clampen, die 4 clampen gereekent op een schuitte , maek 5 schuitte 3 clampen ; ende dit is gelegen tussen Kleins ende Drews Clasens-vehn zuiden en nnrlen, niet wetende we1 het verhuiert heit. Hierna volgt noch een stuck vehn , dat men niet weet wel het gegraven heft ; ende hier volgt Ottenvehn dan na,dat hie nu huiert heft. Peter Egberts hebben wy verhuiert 7 tag gravens, warvoer hie en halve schuitte torF sall leveren, so als dit vehen Otto Reniers plecht to gebrucken ende nu verlaten helt l). Drews Olassen heft vercklaert te geven 27 tag 2). Op den 23 gegraven gem eten; graven schuitte , Noch 20 clamp , die 4 ruim en schuitte torf ; en heft to nye al die schuitte verckoft voer 4 daler an Jan Möller ende Hansgien van Borger; facit 5 schuitte. clampen twemal geende sint wel die 3 clampen een goede facit 4 schuitte 2 clamp. Julj dese meyers bevonden den ersten 14 torF jaers to huier te die prelat 2 schuitte tnr: , en graTt jaers 1) In margine : 'h schuitte. Q) In margine : 3 schuitte. 182 p: KRoxIEK vAx HET KLoosTER ADrARD. Dese meyer hebben Min Herell gestelt op 3 schuit. Is hiel arm ; kan niet wel m er dan 2 schuitte geven. RoeleF Olassen helt vercklaert die praelath jaers to huier toe geven 25 Embder-gulden ende graTt jaers 30 tag 1). Den 23 Julj desemeyers gegraven tor: in bywesent Allert Ipping gemeten ende opteekent. Ten erst 51 clamp , t0t an die goete t0e , die 4 clamp en schuitte , facit 12l/u schuitte een clamp. Noch 3 groete ende hoege clamp , wel 1l/g schuitte. Noch van dien af 44 clamp , die 4 we1 een schuit ruim , facit 11 schuitte. clamp facit 4 schuitte 2 Noch 12 clamp schuitte , l'acit 3 schuitte. Noch 14 twemal clanap. tot 0na die gegraven, die 3 en schuit, gnete , 4 ruim een Noch over die goete 23 clamp, die 4 een schuitte, facit 5 schuitte 3 clamp. Dese meyer hebben M in Heren torf; und segt, hie kan niet pehr die groete swaricheit und schatting. gesettet op 5 schuitte dan 4 geven wegens Alert lppinge soehn heft verklaert jaers te huier te geven 30 E mder gulden , ende graFt jarlix 35 dag torf 2). Op den 23 Julj is dese nabeschreven torl gegraYen dese torf, glick wesen bevonden OP andere desse m eyors vehen und schen , voert op meyeren geschuitte alle gesett in bywesent en vehn ock OP mit adviess van Arent Luitiens vanAnlo, Selwerder moyer. 1) In margine : 4 schuitte. Q) In margine : 4 schuitte. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 183 clalnpen an eell groepe , die clampen we1 ruim een schuitte , facit 5 schuitte ; want het kan die ene klamp wel ruim to nemen. Noch van die groepe 31 clamp , die 5 een schuitte , facit 6 schuit een clamp. Noch een sloet van 53 clampen , die 5 ruim een schuitte , facit 10 schuitte 3 clamp. Daerna 20 clamp , die 5 een schuitte , so sie kan droege worden , facit 4 schuitte. meyer hebben M in H eren gelaten op 5 schuit ende geft man 4 schuitte. Dese Ten ersten : 24 Egbert W armeltsj in Adwerder-hof wonende, heft vercklaert jaers te huier te geven den praelat 40 Emder-gulden , dan hie heft in die 2 verleden jaren die praelaet nset mehr dan 30 Emder gulden geven , graft des jaers 27 tagen een velt. Plecht voer olts 50 Emder gulden te huire te geven I). Noch heft dese meyer bekent 6 bomen in het Oldampt verkoft to hebben a1s het belech vor ut dese bosch, die stat gewesen, endeock 300 Op den 23 Julj dese torF gemeten. clalnp doppel gegraven : die 3 en facit 8 schuitte, schentzen 2). Ten ersten 24 goede schuitte, Noch 10 clamp, die 5 een schuitte. Noch elF clamp, die doppel schuitte 2 clamp worden , facit 2 schuitte 1 clamp. N och 35 clamp , die 3 een droeg worden. Noch elF na gegraven , die 5 en schuitte , so sie droeg gegraven , schuitte , facit 3 clamp , so sie die 5 en schuitte ,facit 7 schuit. Op den 15 Augustus meyer gesettet op 5 schuitte torYs. '95 hebben Min Heren deze Claes Luitiens heft vercklaert, dat hy die praelaeth 1) In margine: 5 schuitte. 2) Takkebossen. 184 DE KRoxIxK vAx HET KLOOSTER ADUARD. jaers te huire plecht te gevea 20 Emder gulden ende graft 20 tag torF 1). Op dese meyers vehn is den 23 Julj bevonden gegraven Ten ersten te wesen wie volgt : negen clamp , die 3 en schuitte , facit 3 schuitte. Noch 34 clamp doppel, die 3 en schuitte, facit 11 schuitte een clamp. Noch 41 clamp, die 5 een schuitte, facit 8 schuitte 1 clamp. Noch 15 clamp doppel, 3 clamp een schuitte, facit 5 schuitte. Ilese meyer is gesettet op 3 schuitte. Abel Hoving ofte Rnelefs heft vercklaert die praelaet jaers te huier te geven 40 Emder-gulden, ende graft jaers 30 tag 2). 0p 23 Julj iss dese nabeschreven torf op dese meyers vehen gegraven te wesen bevonden : Ten ersten 18 clamp doppel, die 3 clamp een goede schuitte torf ,facit 6 schuitte. Noch 22 clamp , die 5 een schuitte, facit 4 schuitte 2 clamp. Noch 22 doppel clamp, die 3 een schuittej facit 7 schuit 1 clamp, die 5 en schuitte , facit 13 schuitte 3 clamp. Noch over die goete 14 clamp , die 4 een clamp. Noch 68 schuitte , facit 3 schuitte 2 clamp. Dese meyer wohnt int norden VaR Hilligengeester- meyer. Dese meyer hebben die Heren gestelt op 6 schuitte torF; und segt hie kan niet mehr dan 5 geven. Johan Reiners j Awerder meyer, heft vercklaert jaer te huire te geven ses schuitte torf; und plecht ertides voer en half ar; ter schattung liggen; moet 1) ln margine: 3 schuitte. Q) In margine : 5 schuitte. DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 185 nu voer een hiel arF betalen , ende hoert in Anloer caspel ; graft jaers 35 tag l). Dese iss vertragen op 6 schuitte torFs. Hinrick Berens op Anloer vehn heFt vercklaert, dat hy van die helfte sins gebrucks , so die praelaet I van Adwert toekompt , jaers t0e huire geft 1 schuitte toris. Desen hebben Min Heren bj die olde huire gelaten. Van dese voergeschreven Adwerder vehnen in Everwoldt en W nlfsbargen) wie 0ck Selwerder vehn, sint dit jaer 95 geceuret 55 schuitte een halve 2). Adwerder hell fp Roltn 3). Anno die Rode sinnen wy gereiset na Heell by die Johan Hinricks, ende hebben het wat dar toe hoert vehn W insum des verstorvenen abts behalven die 12 tag gravens int het tigelwarck, wecks ende sich Johan van H iervan sal hy bint, het erste jtter geven 10 daler, het 2e jaer 20 j het 3e jaer 30 daler, ende dat alsoe voert dan t0t zwager anmetiget. die abts , wan het vredlicke jaren landt , van die Hell genompt j und alls ses jaeren toe jaers 10 daler mehr. Hieruit heit W igbolt Leuwe jarlix 5 mudde haver teenden. meyer van Adwert, genompt heit vercklaert in die huire te 1595 den 18 Aprilis Adwert fàp Rohn. Dese nabeschreven meyeren van Adwerlt hebben wy van wegen die Heren Gedeputeerde Staten van Stad ende Omlanden by die schnlte van Roden haer 1) In margine: 6 schuitte. Q) In margine : Summa 55 schuitte een halve schuitte. 3) Roden. Vgl. boven blz. l70 noot 1. 186 DE KRONIEK YAN H8T KLOOSTER ADUARD. gebruckinge van landen den 18 December 95. rechtlicken laten opseggen Johan Hindricks in die Rode Hell Johan van W insum t0e Rohn op Backeringeherth. Albert Jansen in die Sulte. Claes Hinricks in die Sulte. Cristoier Jansen t0e Rohen. Die meyer ock to Seyen ingelick. Hiervan helt die schulte to Rohn Wegen salaris van 0ns ontfangen 24 stuber. A1s uns van Min Heren belastetwordenj die landen op die Drente opseggen to laten , worde ons ingelicken en open missive m edegethan , umb ofthuenge enige aresten oftte besaten , so op eenige closters vehnen torg oftte holten gethan m ohten sin ofte gedan worden , 13 December '95 blickende ut de principael , so den datiert und stande. Johan van Starckenborch vidit. sin wy in die Roede Hell ende die vehnen tot gewest die Hell behoerende vergichtiget. ende in dat holt, da die delung gevallen sint, die houwen oFte marcken uptekent, so het convent van Adwert te diele gevallen sint anno 95 Den 18 December hebben ende 94. Undt sint het anno 94 dese convent van Adwert in nabeschrevene houwen in October in ohre vier wahren to diele gevallen , ende is dit die erste und kleinste delung, so nu noch mest ock op die worttel stehet. Dit iss die erste deelung im gescheen. 3 de W aher , het W oeninge waher . 4 de Kampinge waher 7 de lmige whaer . October in anno 94 9 stock. 9 stock. 12 stock. DE KROXIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. 181 11 de Hojinge waher Anno 95 in Mayo heft Ewsum met de marckgenoten int Northolt gethan. noch een dielung 6 de K ampinge whaer. 7 de Imige waher 8 de W oenige waher . 2 de Hojinge waher maeken to samen 12 stock. 18 stock. 21 stock. 16 stock. 16 stock. . 113 stock. S0 het convent van Adwert to dele gevallen sint , ende so dar enige missbruck van die convents-meyer ant houwe gescheen lnochte , koenen Johan Orumis , Timen Lunsing ende Sick Krumis wel goede beendunge van doen , rechtlicken daerop versocht sinde. Dit nabeschreven iss et holt, so to Rohn (stehet) ligt met naum , ende hoevol die prelaet in en ider buschh waren heFt specifciert. Int Nordtholt, daer dese bovengeschreven delinge geschen sint , waervan het convent van Adwert 4 waher tokomt. lnt Suidtholt sint- 1) wahren, warvan 2 wahren und een achsten theel het convent van Adwert tokomt. Yan dese whaeren segt Jan van W insum , dat een waher tot sin arF hoert. ln Lieverholt sint - 4) wahren, warvan het convent van Adwert en halve wahr toekoempt. Adwert Trymunte S). Trimunte Adwerder vorwarcken under Marumer klockenslach , gelegen an die palen van Vrieslandt. Hiervan ligt een klene bosch : het heft hen und 1) Ollingevuld. Q) Trimunt ligt bij Marum. 188 DE KRONIEK YAN HET KLOOSTER ADUARD. wehr up die heide half , swart und grauw vehn liggen ; hier is ghen waterung, umb mit schepen hier an to komen, oFt ock anders niet wal mit wagen hier 0fl' te komen is des winters. Op den 3 Augusti to Trimunte gewesen, hebben die meyeren , so darup wonen , mit name Raucke Allerts ende Douwe Allerts, verklaert, dat sie jarlix to huire geven voer het hiele gebruck van Trimunte 15 Carolus-gulden. MEM0Rl2N VkN RIDDER TREODORUS RODENBURG BRTREFFENDE HET VERPLAATSEN YAN VERSOHILLENDE INDUSTRIEZN U1T NEDRRLAND NAAR DENEMARKEN, MET DAAROP GRNOMEN RESOLITTIZN VAN KONING CHRISTIAAN IV (1621), MEDEGEDEELD D00R DR. G. W . K E R N K A M P. Lofelt , en op zjn voetspoor Jonckbloet, aan de vrj wel Aergeten litteraire fguur van Dirk Rodenburg - maar hj zelf noemde zich liever Theodorus - de haar toekomende plaats in de galerj onzer letterkundigen hebben hergeven, zjn het leven en de werken van dezen tooneeldichter een geliefd de beoefenaars onzer let- Sinds onderwerp van studie voor terkundige geschiedenis geworden. Bj dat onderzoek is veel aan den dag gekomen , dat 0ok waarde heeft voor de geschiedenis van ons land in het algemeen. Nadat de heer lingen had gedaan als zaakgelastigde Spanje 1), heeft Dr. J. A. W orp , in zjne levens- Unger reeds belangrjke mededeeover Rodenburg's werkzaamheid van Nederlandsche kooplieden in 1) J. H. W . Ullger, Theoddlre Rodenburg, Ridder van de ordre van den Huyse vall Borgongiën , in .Brederoo-Album . Feestnummer 'ptzn Oltnl-Holland p. 91- 100. 1â0 MEMORIZN vAN RIODER THEOD. RODENBURG. schets van Dirk Rodenburg 1) : niet alleen alles samengevat wat t0t dusverre over hem bekend was , maar ta1 van nieuwe berichten daaraan toegevoegd, vooral over zjne diplomatieke loopbaan. Volledig kan deze alleell bescbreven worden dcor wie zelf een onderzoek heeft kunnen instellen in allerlei buitenlandsche archieven. niet in de gelegenheid gegeven om zooveel mogeljk inlichtingen te verkrjgen over den inhoud van archivalia , geleerden zjn hem daarbj van dienst geweest. Zoo heeft bv. Dr. J. A. Fridericia destjds onder-bibliothecaris op zjn onderwerp betrekking hebbende en verschillende buitenlandsche van de Universiteitsbibliotheek , tegenwoordig hoogleeraar aan de U niversiteit te K openhagen - hem allerlei mededeelingen verschaft uit bet Rjksarchief te dier stede. Uit den aard der zaak hebben die De heer W orp , die daartoe was, heeft zich veel m oeite mededeelingen echter, hoeveel nieuws zj 00k brachten over de eigenaardige rol , door R odenburg in Denemarken gespeeld , bet onderwerp op verre na niet uitgeput. Tjdens mjn Stockholm en te verbljf, in den zomer van 1900 , te K openhagen, heb ik allerlei stukken onder de oogen gekregen , die van belang zjn voor de kennis van Rodenburg's handel en wandel. H et doel, waarvoor ik de archieven bezocht ? liet natuurljk niet t0e alles te noteeren j dat mj daarin merkwaardig scheen. Op mjne aanwjzing heeft het bestuur van het Historisch Genootschap enltele stukken betreFende Rodenburg's werlqzaamheid in Denemarken laten overschrjven , en nu ik deze voor de uitgave gereed maak , voeg ik daaraan uit mjne te Stockholm en te Kopenhagen gemaakte aanteekeningen een en 1) Dr. J. A. Worp, Dirk Rodenburg, in Old-kolland XIII p. 65- 90 , 143- 173 en Q09- Q37. AIEMORIZN VAN RIDDER THEOD RODENBURG. 191 antler toe , waardool' de mededeelingen van Prof. Fridericia worden aangevuld en dat tevens iets nieuws brengt over de verhouding , waarin Rodenburg heeft gestaan tot de regeering van Zweden De lezer gelieve daarbj in het oog te houden , dat , wat ik hier kan geven , niet het resultaat is van een opzetteljk aan dit onderwerp gewjde studie ; van allerlei ondernemingen kon ik slechts het begin ter sprake brengen: die ik gaarne ook in haar aqoop zou hebben gevolgd , - niet omdat Ridder Tlleodorus mj zoo zeer interesseert , maar omdat zij mij van belang schijnen voor de n0g grootendeels Ongeschreven geschiedenis van den invloed , door Nederlanders den handel en de industrie van de sche volkeren in de zeventiende eeuw. uitgeoefend op overige Europeevoorspoed van onze Republiek in hare wittebroodsweken deed bj buitenlandsche vorsten den verltlaarbaren wensch delaars lokken. opkomen, Nederlandsche hanen K arel IX industrieelen naar hun eigen land te stelde zich in betrekking met Amsterdamsche kooplieden om een Nederlandsche kolonie te stichten in H essen bood gunstige zjn land wilden komen vestigen 1) ; de koning van Denemarken , Christiaan lV, deed hetzelfde. In het begin van 1607 zond hj Dr Jonas Oharisius - Gothenburg; de landgraaf van voorwaarden aan wie zich in denzelfde , die in December 1607 met Jacob Ulfeld nanlens Ohristiaan IV werd afgevaardigd a1s bemiddelaar bj de vredesonderhandelingen met de Aartshertogen - naar ons land rfor at form aae fremm ede Kiöbmaend Og H aandwerksmestere at nedsette sig De 1) ,,condiciollen , so den Niederlanderll vom luandtgralen zu Ilessen praesentiret'': i)1 de in de volgende lloot te lloemen portefeuille van het R. A. te Kopenhagen. 192 MEMORIZN YAN RIDDER THEOD. RODRNBURG. her i Danmark'' 1) (0m vreemde kooplieden en handwerksmeesters over te halen zich hier in Denemarken te vestigen). Verschillende Nederlanders lieten zich daartoe bewegen en verhuisden naar Kopenhagen. Ook voor hun eigen belang knoopten de koningen van Denemarken en Zweden betrekkingen aan met Nederlandsche kooplieden en ondernamen , in compagnieschap met hen , allerlei handelszaken. De Amsterdamsche koopman Paul de W ilhem was bv. op dergeljke wjze a1s sfactor'' van Christiaan IV werkzaam en dreef met Zjne Mat. voor gezamenljke rekening negotie. komt hj aan : er zullen schepen worden uitgerust naar Candia en Zante , naar Moscovië, naar Spanje, naar Guinea en Angola , naar Oyprus en Egypte ; winst en verlies za1 hj voor de helft deelen of dragen en 50/0 van het kapitaal genieten als provisie voor de uitrusting ; s0p ider schip sal een sopracargo sjn wegens sjn Kon. Mat. om de handeling te leeren 2)''. voorslagen Met allerlei tot svoiages'' 1) ,,papirer vedrörande Jakob Ulfeldts og Jakob Charisius sendelse ti1 Holland 1607-1608''(Holland A , R. A. Kopenhagen). In deze portefeuille (waarvan de meeste stukken betrekking hebben op de afzonderlijke zéndillg van Charisius in 1607, en niet op de gezamenlijke zending vàn Charisius en Ulfeld in 1607-16081 zijn llog tal van nadere bizollderheden te villden over het in den tekst genoemde onderwerp. Rogier Luppart , een Leidsch burger, was Charisius behulpzaam bij de werving in Leiden en Delft , Peter Schuilr, uit Antwerpen , verleende zijne diensten om Antwerper en Gentsche burgers over te halen naar Denernarken te gaan. De laatste bericht dat sommigen , die zich eerst daartoe bereid hadden verklaard t later weer terugkrabbelell ,jmit diesen trebus und das man saght so strack von friedt-'' Q)Het bovenstaande uit een brief van Paul de W ilhem aan Christiaan IV, dd. %a Februari l6Q1 , in de ,,llelationer'' 16Q1-l6Q5 (Holland B , R. A. Kopenhagen); belangrijk in deze verzamelitlg zijn ook de brieven , door De Rvilhem aan den Kanselier Friis geschreven , dd. 3/,, Maart 1623, 6/,: Maart 16Q3, ïnlgg Maart 16Q5 en 1 Allg. l6Q5. De W ilhem kwam herhaaldelijk zelf naar Kopenhagen. Dat hij reeds in 1613 allerlei zaken voor Christiaan IV MEMORIZN YAN RIDDER THEOD. RODXNBURG. 19q ln het najaar van 1619 verschjnt Ridder Theodorus Rodenburg te Kopenhagen , om zjne diensten aan den koning van Denemarken aan te bieden 1). In een. uitvoerige memorie zet hj uiteen , in welke aangelegenheid hj @* Z IJ n . Z. Mt. van nut meent te kullnen Uit Denemarken : z00 betoogt hj, worden e1k jaar veel huiden uitgevoerd naar andere landen , om daar bereid te worden ; uit het buitenland komt dan weer leer naar Denemark-en. U we M at. heeft we1 getracht den uitvoer van onbereide huiden en den invoer van bereid leertegen katen worden voortdurend te gaan , maar die plakontdoken. Dat kan o0k niet anders j zoolang ervaren bereiders van de huiden in Denemarken ontbreken. Maar hierin is te voor- @ Z10n. Yerscheiden Nederlandsche looiers zjn bereid zich in Denemarken te komen vestigen. Uwe Mat. m oet dan bevelen , tegen een bepaalden prjs moeten worden geleverd aan de door Uwe Mat. aan tewjzen personen. De bereiding kan geschieden voor rekening hetzj van de kroon , hetzj van Deensche onderdanen , die zich daartoe dat alle onbereide huiden bj contract zullen verbinden. hunne penningen niet willen wagen aan deze zaak , dan zullen rdezelfde personen , die op dit stuck met M ochten de laatsten my hebben gecommuniceert ,in contract treden atle behartigde, blijkt uit de brieven van hem , portefeuille r,skrivelser (til Kollgen, Kantsleren o. a.) og kkter vedrörande Private i Hollalld 16lQ-1613'' (Holland A , R. A. Kopenhagen). 1) De brieven van Rodenburg aall den Koning vall Denemarken of den Kanselier villdt men in de portefeuilles ,,Relationer Th. Rodellburg 16Ql, 1625-1626, l63Q'' (Holland B , R A. Kopenhagen). In de collectie ,,Ho11and B'' vindt men ook nog een omslag met het opschrift ,,rfbeod. Rodenburg dateerde brievell juist de 16Q5 lr. Udaterede.'' Deze Ongebelangrijkste - zijll van 1619 e11l6Q0 of 1621, zooals uit den inhoud , of uit een aallteekening in dorso ? is af te leiden. Rodenburgs brieven, met bizonder groote t fraaie letter geschreven j verrassen hier en daar door een Latijnsch citaat. Biidr. e11 Meded. X.XIl1. 13 die voorkomell in de 194 MaMORI:S vAx RIDDER THEOD. RODRNBURG. de onbereyde huyden (nl. in Denemarken) t'ontfangen en hier te lande te bereyden, om naderhand daervan te disponeren naer hun welgevallen.'' W anneer echter sommige Uwer Mats. onderdanen een dergeljk contract willen sluiten , dan zullen de Nederlandsche looiers zich tevreden stellen met het arbeidsloon voor de bereiding. Een volgende 1)brief vestigt de aandacht van den de wenscheljkheid Koning op om den invoer van geverfde lakenen in Denemarken te verbieden , opdat de lakenbereiding en lakenweverj 0ok daar een inheemsche industrie worde. Rodenburg staat in verbinding met voor dit alles menschen , die de noodige werkkrachten uit Nederland zullen aanvoeren 2). Christiaan IV begon met te informeeren, 01 de Nederlander, die hem met deze voorstellen aan boord kwam, wellicht een Arminiaan was en gelegenheid zocht een ladingvol Arminianen in Denemarken binnen te smokkelen 3).Toen hj op dit punt gerust gesteld was , schjnt hj op de plannen van Rodenburg te zjn ingegaan. Ilet verdere verloop van deonderhandeling kunnen wj ook daarom omdat niet alle brieven niet nauwkeurig mededeelen , of memories van Rodenburg 1) De volgorde kan alleen worden afgeleid uit den inhoud; maar deze biedt daartoe gelloeg gegevens aan. Q) Rodenburg beweert in contact te staan met een zekeren Hans Sporendonck, y,die voor desen in de quartieren van Uw K. Mts. rijcke in compagnie van Jacob W illemsz. Moens Q0X lakenen jaerlijckx heeft verhandelt-'' - De uitvoerige brief, waaruit ik slechts enkele aanteekeningen kon maken , bevat veel wetenswaardigs över lakenhandel en lakenbereiding ook in andere landen ; Rodenburg was zelf uit een familie vall lakenfabrikanten (vgl. oe d-Rolland 'XIII ollderwerp eenige 3) Dit blijkt uit een aanteekenillg in dorso op de memorie, P.69 waarde vgg.), zoodat zjne mededeelingen over dit kunnen hebben. waarin Rodenburg te brengell. Vgl. ook Dagboek ran G ïfle- & Groot enz. , p. 137. voorstelt Nederlandsche looiers naar Kopenhagen mr. H. van Vollenhoven , Broeders Getlcl-çenidde. XEMORIZN VAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 105 bewaardzjn gebleven , wat o. a. blijkt uit de omstandigheid , dat Christiaan IY , in zjne dadeljk te noemen besluiten, verschillende dingen aan Rodenburg toestaat : waarom wj dezen n0g niet hadden hooren verzoeken. Den 22en Februari 1620 verleende de Koning hem een privilegie om te Kopenhagen oliemolens te mogen oprichten en gedurende acht jaren te drjven , en stond aan hem en zjne cûnsorten toe om : voor éénmaal , wit zout uit Holland naar Denemarken temogen invoeren l). Een week later beval Ohristiaan IV aan de regeering van Kopenhagen een in de nabjheid van het slot Rosenburg gelegen tuin voor Rodenburg beschikbaar te stellen , opdat deze daar oliemolens zou kunnen bouwen S). M et het octrooi voor het zout gehaperd te hebben , althans , Koning , die uit het voorjaar van 1620 moet dagteekenen 3) , hooren wj Rodenburg verzoeken dat Zjne Mat. vtl/l- zjn vertrek - naar Engeland , waar Christiaan IV zich in het najaar van 1620 ophield - het schjnt er n0g iets in een brief aan den octrooi van het zout za1 teekenen en dat een zeltere Volckert commissie van Zjne Mat. moge ltrjgen om den schilder Govert Jansz. Poelenburch uit H olland mede te nemen naar Denemarken , desgeljks een m eesterkuiper , een looier en een brouwer ; verder verzoekt hj dat de Koning hem zeen bequame plaets voor de plantinge van zjn bomen ende bloemen benevens andere curieusiteyten'' zal geven en dat Z. Mt. 1) Sjaell. Reg. Dlplomatar'Jl- I p. 631 , 11 p. 617 (aangehaald bij Bricka en Fridericiaj Christian Jr',: Brere I p. l90 , noot G). Q) lbidem , p. l90 , lloot 6. 3) De brief heeft datum noch plaatsnaam ; de tjdsbepaling leid ik af uit de woordel) , waarin van het aa/lstaand verlrek van den XVII , 1 en 0. Nielsell , Kl'öbenltarns Koning wordt gesprokell. 13* 196 MEMORIZN VlN RIDDER THROD. RODENBURG. een besluitmoge nemen op het stuk van den lakenhandel en de lakenverwerj. Kort hierna moet Rodenburg naar Engeland zjn vertrokken , waar hj betrekkingen trachtte aan te knoopen met lakenbereiders, die ongeverfde Engelsche lakenen naar Kopenhagen zouden willen voeren : z00- dat m en deze daar voortaan rechtstreeks zou kunnen bekomen en niet over Hamburg , zooals t0t dusverre geschiedde 1). Klaarbljkeljk was de Koning dus ingegaan op het vroeger ontwikkelde plan om de lakenverwerj tot een inheemsche industrie in Denemarken te maken. Uit vandaar Engeland reisde Rodenburg naar 0ns land , weer naar Engeland , en vervolgens , hetzj direct, hetzj over de Nederlanden , naar Denemarken S). Te Kopenhagen teruggekeerd , diende hj in het begin van 1621 een uitvoerige memorie bj den Koning in - de eerste van de twee , die hierna 1) Dit blijkt uit den aanhef van den brief j die beneden , p. Q06j is afgedrukt. Q) In het voorjaar van 16Q0 vertrok Rodenbllrg uit Kopenhagen naar Engeland , in Julli was hij in ons land , in den herfst reisde hj weer naar Engeland (O%d-Rolland XIII p. Q10 en Qll). Tijdens het verblijf van Rodenburg il1 ons land in den zomer van IGQO schijnt hij ook onderhandeld te hebben met Wtenbogaert, om hem te bewegen naar Dellemarken te komen. In het Rijksarcbief te Kopenhagen wordt althans een brief bewaard van J. W tenbogaert, uit Antwerpen , burg, in Den Haag, waarin men leest : ,,indien Sylle Con. Mt. my ut Con. goedertierenheyt allergenedichst welde vergontlen aldaer in S. M1. Coninckrijck van Deenmarcken met myne familie a1s een privé persoon myne conscientie geinquieteert te worden, mits gheen scandael gevende, ende my tot dien eynde te doen expedieeren S. Mts. Coninckljcke brieven van sanvegarde ende speciale protectie, ick zoude, daervan toesegginge hebbende door Uwe Ed., op mijn vertreck derwaerts naerders konnen resolveren'' (Holland A 9 Brev fra J. Utenbogaert lil Theodor Rodenburg l6Q0). Vgl. hierbij Prof. Rogge, Johannes G/elso-çlerf en z't/n f## l October 1620, aan Theod. Rodente wonen , sonder in 1lI p. 63 Vgg. MEMORItN YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 191 zjn afgedrukt die allerlei voorstellen bevat, waarvan zoowel het aantal als de verscheidenheid ons verbaast. Het bljkt dat hj zich zjn Nederland te nutte gemaakt en daar verbljf in waarschjnljk z00 hoog had opgegeven van zjn invloed bj den Deenschen Koning, dat ta1 van handelaars en indusdie hunne zaken trieelen, wel naar Denemarken wilden Overbrengen , hebben gesteld, Zo0 spreken over geschut- en jzergieterjen en staalmalterjen , Over bierbrouwerjen en witwasbleekerjen , over tras. en oliemolens , scheepstimmerwerven en ljnbanen en nog vele andere industrieele onderzich met hem in betrekking kan hj t0t Ohristiaan IY nemingen , gevestigd zullen worden, voorwaarden , die zj stellen , wi1 aannemen; zQ0 biedt hj den Koning een collectie schilderjen bekende m eesters te koop aan , of wil z00 de Koning slechts de van allerlei dezen proefstukken laten zien van kunstenaars , die bereid zjn te verhuizen naar Kopenhagen - en dit alles, z0o die door Nederlanders in Denemarken m en hem gelooft , dienen , maar uit waarachtige belaugstelling in den niet Om er zelf wat aan te verbloei van Z. Mts. rijken. lk wil wel bekennen , dat ik , bj het eerste doorloopen van dit stuk , een ongeloovig gezicht zette en mj herinnerde dat Ridder Theodorus zich we1 eens aan grootspraak heeft schuldig gemaakt ; misschien , dacht ik , was de Ridder in de orde van het Huis van Bourgondië Ook wel ûpgenomen chevalerie d'industrie. Maar ik deed hem onrecht. in de De tooneeldichter bljkt tevens een man van zaken te zjn. De sresolutionen'', door Christiaan IV op Rodenburg's genomen , zjn kort en bondig - een enkele maal snauwt hj den Ridder zelfs af , a1s deze het netelige punt voorstellen van den Sonttol ter spralte brengt maar bovendien heel verstandig. 198 MEMORIAN v&N RIDDER THEOD. RODENBURG. Op de meeste aaubiedingen gaat de koning in ; niet op alle , en niet altjd staat hj de conditiën , die gesteld worden , toe , maar in het algemeen kûnden de Nederlandsche industrieelen , als wier zaakwaarnemer Rodenburg optrad , tevreden zjn. Bovendien verkreeg deze , op denzelfden dag, toen Christiaan IY Z iJ*n e 5resolutiones'' nam (13 Februari st. vet. 1621), een algemeene volmacht van den Koning om namens dezen te contracteeren met alle Nederlandsche kunstenaars , kooplieden en industrieelen, die naar Denemarken wilden komen 1). In een tweede memûrie , die tusschen 13 Februari st. vet. en 23 Maart st. vet. 1621 moet zjn ingediend, komt Rodenburg nog terug op enkele punten uit de eerste ; van de nieuwe onderwerpen , daarin ter sprake gebracht, trok vooral 1én mjn aandacht , n1. dat Isaac le Maire en consorten deel willen nemen in de Deensche Oost-lndische Compagnie. Verder bljkt er uit , dat Rodenburg reeds druk aan het bouwen is in Kopenbagen; dat hj zelf daar enkele industrieele ondernemingen op gezet en vooral geïnteresseerd is bj de zeepziederj en de oliemolens ; dat hj naar Holland gaat vertrekken , om daar te trouwen S) , maar met zjne vrouw dadeljk weer terug wil keeren naar Denemarken en het liefst dan zjn intrek z0u nemen in eenige vertrekken van het na den dood der Koningin - leegstaande slot te Ipstrup , waar hj dan tevens gelegenheid zou vinden de honderden schilderjen en andere kunstvoorhet touw heeft werpen onder dak te brengen , waarin hj handel drjft. In M aart 1621 was R odenburg weer in H olland ; 1) Dit volgt uit den inhoud van het zesde punt der tweede memorie van Rodenburg, die hierna is afgedrukt , p. Q47. Q) Op 13 en Q0 Maart 16Q1 werd zijn huweljk met ,jonckvrouwe Anna Nottelmalls J. d.'' te Delft en te Amsterdam aangeteekend : Oud-H olland XIlI p. Ql1. MEMORIZN YAN RIDDER THEOD. RODENBURG 109 of hj, geljk zjn voornemen was , daarna weer naar Denemarken isgegaan ? lk heb er geen enkel spoor van gevonden. In Augustus en October valt dat jaar vertoefde hj in elk geval te Delft, vanwaar hj eenige brieven aan den Koning van Denemarken schreef 1) , waaruit 0.a. bljkt dat hj pkaTawerkers en anderen'' uit ons land naar Denemarken heeft gezonden ; saengaende de hoppeplanting, daermede ben ik besich Om met besondere boeren te veraccorderen , die hun zullen transporteren na Denemarcken om de hoppen te bearbeyden S)'' ; o0k behartigt hj hier te lande de aangelegenheden van de Deensche 00st- Indische Compagnie. Maar overigens kan ik nietg m ededeelen over het nemingen , die bracht. Geen dagteekqnende uit de verdere verloop aan den van al de onder- Rodenburg enkele brief gang had geof memorie van zjne hand, is bewaar4 gebleven , waarin deoverige bjeen liggen ; niet gezegd , 4at in andere afdeelingen van het Kopenhager archief - b.v. bj de in de Kanselarj ingekomen stukken niet iets betreFende Rodenburg's werltzaamheid in de genoemde jaren te vinden ig. Voorloopig moet ik er het zwjgen toe doen. Er is echter één aanwjzing , dat de reputatie van den jaren tusschen 1621 en altbans niet in de 1625, portefeuilles, daarmede is echter Ridder niet heeftgewonnen door zjne bemoeiingen met handelszaken. In 1628 schreef W illem van den Hove j de stadhouder van de in H olstein door Nederlandsche Remonstranten gestichte kolonie Frederikstad , aangaande Rodenburg: ssjn credit is niet so 1) Relationer Th. Rûdenburg l6Ql (Ilolland B j R. A. Kopenhagen). lk maak er opmerkzaam op , dat deze omslag , die vier brieven bevat, niet gelloemd wordt i)1 den ms. inventaris van de afdeeling ,,Relationer Holland B'' il1 het genoemde archief. Q) Rodenburg aan Konillg ûhristiaall lV) dd. Delft, 31 Aug. 1621. 200 M:MORItN YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. greot by de lleeren Staten, ende noch veel min by vermogende coopluyden a1s het 1 wel sjn mochte , smakende sjn actiën veel nae sinistre practyken om gelt te becoomen , daer de luyden qualyck van connen weer crygen , belovende veel dingen , daer dickwjls niet nae volcht 1).'' Met het begin van 1625 kunnen wj den draad weer opvatten. Sinds 1 Januari van dat jaar Rodenburg aan de Deensche regeering, op verzoek van Nicolaus Eggebrecht 2), salle acht ofte veerthien daeghen aengaende d'occurrentiën hier te lande 3).': Uit de 1625 en 1626 brieven schreef jaren van E odenburg zjn verscheiden bewaard, waarin hj politieke mededeelt; tevens bljkt daaruit dat hj de van de Deensche regeering behartigt o.a. in het jaren lang hangende geschil tusschen de Noordsche Compagnie en de Deensche Oompagnie voor de walvischvangst, aan hdt hoofd waarvan Johann Braem stond , efn Herhaaldeljk met den titel VOOrn&am Duitsch koopman te Kopenhagen 4). verzocht Rodenburg te worden begiftigd van agent te vergeefs; de D eensche of resident, saaar steeds regeering had vermoedeljk hare redenen om hem niet als oëcieelen vertegenwonrdiger te wenschen 5). Na 1626 zjn er nog nouvelles belangen 1) Oud-Rolland XllI p. Q14. Q) Nicolaas Eggebrecht was kanselarij (vgl. benedell, p. Q18, noot 1). 3) Blijkens een brief van Rodenburg aan Kolling Christiaan lV, dd. 's Gravenhagej 5 Sept. 1625. sinds l6lQ secretaris van de Duitsche 4) Vgl. het hoofdstuk ,,Deensche pretensiën'' bij mr. S. Muller Fz.,Gesclûedenis der Fpor#dcâe compagnie p. Q36 sqq. 5) ln den ms. inventaris van deafdeeling ,yRelationer op het R. A. te Kopenhagell worden, te beginllen met 1617 en tot 1630, de volgende vertegellwoordigers van de Deensche regeerillg hier te lande genoemd, met den titel en gedurende de jaren , die Holland B'' achter llun naafn zijll RIDDBR THMOD. RODENBURG. 't maken van musquetten , roers , pistolen, schuppen, spaden en alle sorte van yserwerck ten oorloch. (Johan Dieterszen v0n Delft wirdt vergönnet au# sein eigen unkosten und eventur solch angegeben wergk ahn zu richten und vort zu setzen.) Legateur en :-@!fw:,6?'#. Twee meesters en achtien kneghts , legateur en smalwevers , presenteren hun personen en familie van Hollandt na Koppenhaguen te transporteren , zo u ko. mat. dienst kan geschieden. (Den 2 meistern und 18 knechten s01l zugelassen sein uf ihr unkosten sich herein zu begeben und nieder zu laszen , daferne sie nach Oarl Thieszens 1) gemachten taxa den kauF ihrer wahren geben wollen.) 9. SchzMer. Salmon Simonsen Biayj schilder, wonende tot Haerlem , discipel gheweest van Hendric Goltius en Cornelis Oornelisen , zjnde twee van de vermaerste schilders van Hnllandt , is willich zich van Haerlem te begeven en hier t0t Koppenhaven te komen 2) , so hy met zynen dienst u ko. mat. zoude kunnen ghe- 1) Thijssen zie beneden j p. Q50, noot 1. Q) Bij Krammj D6 Ierel: 6n 'lnerkdl der eollls4.scA: e. Vlaam- :cAe Kunstsailders enz. wordt niet vermeld dat Salomon de Bray * te Kopenhagell geweest is. 0ok in Oud-Rolland (jaargang I- XVIII) vond ik niets daarover. Uit de resolutie, door Christiaan IV op Rodenburg's voorslag genomen , is niet af te leiden gf De Bray paar Denemarken is gegaan. Over dezen Carel MEMORIZN YAN RIDDER THEOD. RODEXBURG. 217 vallen ; en also hy zeer werdt ghepresen door veel treFeljcke meesters , laeten maeken door een ander hy wist dat het voor my was , zeer redeljck daervoor laeten betaelen , waerin men kan zien de zuyverheyt van zjn penseel. Het voornoemde stuckxken , wesende een vrouwenbeeldt, heb ick met my ghebracht, ling van zjn kunst mach voornoemden Salmon Simonsen noch opdat u ko. mat. de handezien. En overmits dat den vry jongman is en zeer deugdsaem van leven , heb ick de presentatie zjns dienste niet kunnen laten u ko. mat. onderdanichljck voor te draghen. heb ick hem een stuckxken persoon 1 en heeft hem oock zonder dat (Ihrer kon. maytt. sein gnedigst in wollens nach dero glucklichen wiederkunFt das kunststucke zu sehen und sich alszdan darauF gnedigst zu resolviren-) 10. Tapetmaeker. Huybrecht Jacobsen Rrimani , een zeer goedt schilder en conterfeyter, twalf jaeren ghewoont hebbende in ltaliën , en tegenwoordich zich generende met tapetmaekingh 1) , is geresolveert zich te trans- 1) Deze Huybrecht Jacobsz. - die van den Venetiaanschen doge Grimani, voor wien hij werkte, het recht had gekregen zijn llaam te voeren - was compagnoll geweest in de tapijtfabriek van Karel van Mander Jr., maar had twist met hem gekregen : vgl. Dr. A. Bredius, De tapijtfabriek van Karel van Mander den Jonge, in O'ud-Holland III p. 3-7. Uit de memorie van Rodenburg blijkt, dat Huybrecht Jacobsz. onder de duiven wil schieten van zijn gewezen compaguon , die in de jaren 1616-16Q1 een aantal tapijten voer Christiaall IV l1a(l gemaakt , tot versiering van de groote zaal op Frederiksborg : vgl. Kron3jk Sïdfd'r. Gen. 1856, p. 62 vgg. en Oud-R olland llIP.10 ygg. 218 MEMORIZN VAN RIDDER THEOD. RODENBURG. porteren hier tot Koppenhaven met een meester, zes kneghts en twee patroonschilders; doch bevindende dat het ambacht meerder meesters en kneghts vereyscht, eynde dat het voornnemde ambacht hier in trayn zal dezelfde naderhandt verschryven, ten mocht komen. W aerop ick aen de heer Cancelier tan Hollandt1) hebbe gheschreven , die my heeft geantwoordt datter voor dese tjt geen bequaemheyt van huysen was , waerover daerop niet geresolveert koste werden. Diesniettegenstaende heb ick de schrifteljcke verbintenis en ondertekening van den voornoemden Huybrecht Jacobsen met versekert zjnde dat hy , te vooren sekerheyt geve , zich hierwaerts zal transporteren met zjn compagnie , daerbenevens zich verbinden , dat hy de tapeten zo goedt en van zo goede my ghebracht, als ick hem twee maenden stoFen aen u k0. mat. zal leveren , 12 ofte 16 ten hondert beterkoop a1s die nu kosten , ja mogheljck 20 ten hondert beterkoop ; doch versoeckt zekere previlegiën , die in mjn oordel , reverenteljck ghesproken , zeer redelijc zjn en u ko. mat. in 't minste niet schadljc. Refererende 't zelfde onderdanichljck aen u ko. mats. resolutie. (Diesen punct belangende haben ihre kon. maytt. denselben gnedigst abgeschlagen.) Brouwer. Ick hebbe met my ghebracht , op myne kosten , 1) Bedoeld wordt de kanselier vall de ,jDuitsche of Latijnsche'' kanselarij , tot wiens ressort de correspondentie behoorde met alle buitenlandsche mogendheden , behalve met Zweden en Rusland , die ollder de Deensche kanselarij vielell. Vgl. Dr. V. A. Secher, Dannke Kancelli o.g d6 dermed à-lld. çf:dd Lnstitutionev , in M eddelelder fra det ktlngelk: Geheimearkiv 0.g det dermed Jorenede Kon- Jeùef: Arkiv Jor 1883-85) p. 65) 66. MEMORIEN YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 219 Augustjn Joosten van der Steyn, een van de ervarentste personen in 't bierbrouwen , en princepaljck in 't maken van goed m oudt , vertrouwende dat hy goede dienst zal kunnen doen t0t nut van 't rjck , om zo goedt bier te brouwen a1s nu van ander plaetsen komt, also den voornoemden Augustjn proeve watren genomen hebbende, dezelfde zeer goed van de bevindt. gAugustin laszen v0r nieder zu brawer thun kon. m aytt. von nöten-) Josten von seiner person setzen und zu und leisten. seines eignen der Stein wirdt zugezu Copenhagen sich leisten was andere Sonsten haben ihro dienstes jetzo nicht W it-was-bleking. Also de wit-was-blekerye een zeer treFeljcke nering is , ten aensien van de groote quanteteyt, Italiën , Vranckrjck en ander quartieren en dat het die Spangisn, consumeert, geele was van Oosten door u k0. mats. Zond na de Nederlanden werdt ghesonden , alwaer men 't bleeckt, benefcieert en verhandelt , hetwelck zo bequaemltjck , en met veel gheringer kosten , kan gheschieden hier tot Koppenhaguen. W aerover ick gediligenteert hebbe in Hollandt, om een compangie op te rechten , en hun hierwaerts te capitalen , personen en familiën transporteren ; daerbeneven oock bekomen twee meesters m et hun knechts , om de voornoemde wit-was-bleeckery in 't werck te stellen , zo 11ko. mat.gheliefden ghenadeljck te vergunnen een bequame plaets buyten Koppenhaguen , om huysing te moghen bouwen , op hunluyder kosten , en de voornoemde m eerdering van trafque en neering za1 veroorsaeken, aengesien dat in u k0. mats. koningrijck van Deneblekery te aenvaerden , 't welck ver220 MEMORItN vAN RIDDER THBOD. RODENBURG. marcken gheen zaec nodiger is als diverse koopmanschappen en manefacturen hier te lande te hebben , waerin de koopluyden hun penninghen (die sy van de goedren maken , die hier verkoft werden) moghen besteden , en ander waeren van hier verschepen na besondere quartieren , ten aensien dat het geltj a1s rjckxdaelders , zo uytnemende hoogh gaet in uw ko. mats. koningrjcken , datter gheen voordel noch profjt aen te doen is ; en zonderling geen ander goedren hier vindende a1s princepaljck kooren en huyden , veroorsaeckt dat de handeling m et minder couragie werdt ghedreven. W aerover dat het zeer 10f baer en pryseltjck is , d'aFectie die u k0. mat. betoont om alle soorte van ambachten , waerdoor de manefacturen in trayn planten , de zaeyewevery by vereyscht te wesen , en consequenteljc andere diverse ambachten zullen volghen , tot welvaeren en prospereteyt van u ko. mats. koningzullen komen , in dese koningrjcken te gheljck de kafa- en bnortwerckers , waer rijcken. (Dieser punct soll bewilliget werden , jedoch uF vorhergehende ihren kon. m aytts. besichtigung des begehrten platzes 1).q Hoppe-planting. Also de hoppe in groote quanteteyt van Hollandt hier te lande werdt ghebrocht en met goedt profjt verkoft, alhoewel dat de gronden en clymaet van u k0. mats. koningrjck zo bequaem is om hoppe te 1) In de kladaanteekeningen van no. klaarblijkelijk als latere beslissing: bleicherey ist zu papier gebracht ; werden , privilegium utr zehen jhar; v0n solcher bleicherey billige abgllTt 6 (hiervôôr, p. Q05) staat , Patent wegen der wachsder platz sûl auszgewieszen llach verflieszung derselbigen zu geben.'' MEMORIZN VAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 221 planten en te winnen als andere landen , ghebreeckt het alleenljck de voornoemde hoppeplanting in 't werck te stellen , gheljck u ko. mat., na ick ben onderrecht , zedert mjn vertreck na de boeren zulckx hebt ghelieven te weten : dat yder sekere hoppe moet metter tjt u k0. mats. koningrjck te hoppen , zonder de uytlandsche ten aensien dat Engelandt aen ghebieden , te planten , om zo Provideren van te behoeven. En my onbewust was de resolutie ,die u k0. mat. heeft ghenomen aengaende de planting van de hoppen, hebbe ick mjn goede meeninghe 0m de hoppeplanting in stelt , en met lange jaeren de hoppeplanting ghebruyckt hebben en dat stuck grondich wel verstaen , ghesproken om hun personeljck hierwaerts te transporteren Om de hoppetrayn te brengen in 't werck ghebesondere personen iu Hollandt , die planting by der handt te nemen , en eyndeljck met hun veraccordeert om tegen 't voorjaer over te komen, met die conditie Lat ick midlerwjl aen u ko. mat. ootmoedeljck zoude versoeken om bequame landen tot de hopplanting van u k0. mat. ghenadeljck te verkrygen , om dezelfde landen te cultiveren en te bereyden op eygen jaeren vry te moghen ghebruycken j en naderhand jaerljckx daervoor te betaelen zoveel als u ko. mat. hun kosten en voor eenighe ghenadeljck- zult ghelieven te ghebieden. En also die propositie niet onredeljck is , remitteer ick hetzelfde aen u ko. mats. wyse resolutie. gHiertzu wollen ihre kon. auszweisen laszen j welcher bawet werden s01l.) maytt. einen platz cultiviret und be- 14. Steevbaekeryen. Aenghesien dat de nleeste steeu ) die hier te lande 222 MEMORIZN VAN RIDDER THEOD RODENBURG. gebruyct werdt , van Holland , Yriesland en ander quartieren komen moet , heb ick ghepractiseert of men gheen meesters steenbackers en kneghts van H ollandt zoude kunnen bekomen om hier in Denemarcken te komen steenen , wonen , pannen 1estricken 1) en fguursteenen 2) te backen. En ten aenzien dat ick t0t die propositie zeer bequaeme meesters en knegts heb gevonden , die personeljck en met hun familiën en capitaelen geresolveert zjn hier t0t Koppenhaven te komen , heb ick vooreerst noodsaeckeljck gevonden (0m met meerder fondement dit werck t'aenvaerden) twee personen hierwaerts te zenden om de landen en gronden te ondersoeken, of de klay en de aerde bequaem is tot alderhande soorten van daerbeneven of de en alderhande soorten van steen , veengronden om turf te maken bevonden hebbende de bequaem waeren ; en klay- en leemgronden zo goed a1s in eenighe plaetsen in Hollandt kunnen zjn , heb ick een compagnie versaem t , vjftich personen uyt Hollandt hier te brengen om soveel ovens hier in 't koningrjck Op te stellen en huysen daertoe te bouwen , die nodich daertoe zullea bevonden werden ; met die conditie , dat u ko. mat. die hun zullen verbinden ghenadeljck zoudt ghelieven te vergunnen de landen vry zonder yets voor te betaelen , daer de klay , leem en turf uyt te haelen , en ten aensien van die ghenade , dat alle de steen, pannen , estricken en fguursteen , die u k0. mat. zal behoeftich zjn , voor minder prjs zal ghelevert is gheldende ; en ten laesten , ten aensien van de groote ongelden , die gheschieden moeten tot de bouwerden a1s die van buyten wing dien , van de huysen , dat u ko. mat. ovens en het aenkleven van ghenadeljck mocht ghelieven 1) Estrlcken = gebakkell vloersteenen , tegels. Q) Figuursteenen = haardsteenen. MEMORIZN vAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 223 te vergunnen, dat niemant voor de tjt van eenighe jaeren zodanighe steenbaclteryen in 't koningrjck van Denemarcken opstellen zullen moghen , aengesien dat de compagnie vjftich personen op hun eyghen kosten zullen van Hollandt hier laten komen , en m et de eerste schepen die van H ollant zullen kom en alle preperativen hierwaerts zenden ()m dit jaer de steenbackeryen in 't werck te stellen. (Esz laszen ihre kon. maytt. dieses puncts halber es bey dem hiebevor gnedigst ertheiltenn privilegiën 1) bewenden.) 14c 2). Trasmolen. Also ick ondersoecking of de steen in u ko. m ats. heb laten doen Om te weten , rjcke ooc bequaem mochte om tras ofte sement bevonden werde te maken , die nu van anderquartieren hier moet ghebrocht werden , en bevindende datter bequaeme steen is, heb ick gediligenteert werden gesonden om de tras te maken, met meester en kneghts, zo u kon. mat. ghenadeljck geliefden te vergunnenj datter voor eenige jaeren gheen ander trasmolen zal datter een trasmolen van H ollandt sal mogen werden opgestelt, en een bequ&m e plaets te ordonneren om de trasm olen op te stellen. tcimentmuhlen auF zu richten und tras zu m ahlen ist von der kon. maytt. gnedigst bewilliget werden.) 1) De inhoud van deze privilegiëll is mij onbekelld. Vgl. echter de mededeeling Over de uitbreiding van het octrooi voor de steenbakkerij, hierna , p. Q56 en Q57. 2? Het hs heeft bij vergissillg 14. 224 MIMORIZN vAN RIDDER THEOD. RODENBURG. Haringvangste. personen , koopluyden tot Rotterdam , professie makende buysen uyt te reden tot de haringvangst , hebben hun resolveren personen , schepen en buysen hierwaerts zouden my gecommuniceert om te transporteren , om de haring alhier te benefcieren en verhandelen na ander quartieren van Diverse gequalifceerde Europe , versoekende tot dien eynde zekere previlegiën , daer oock byvoegende of zy zoude m oghen paert en ghedeelte hebben in de Oostindische compagnie 1). En alsoo 't coopluyden zjn van trefeljcke middelen, heb ick ootmoedeljc u ko. mat. 't voornoemde raedsaem gevonden aen te dienen. (Dieser punct ist von der kon. maytt. gnedigst eingevilliget worden-) Jaques ffpcgudî. Den voornoemden K ocquel, wonende tot Delfdt , heeft besondere malen met m y in communicatie gheweest , verstaen hebbende dat ick mjn residentie in Denemarcken had , onder de goedertieren en ghenadighe vleuglen uws ko. mats. , als een ghering en ootmoedich onderdaen ; waerover hy aen my versocht te willen vernemen of zjn persooll en vocatie hier te lande oock aenghenaem zoude m oghen wesen , zo lly mochte resolveren zich personeljck hierwaerts te transporteren ; tot welcken eynde hy aen my oock heeft gheschreven desen navolghende cnpie , waer- 1) Nl. in de Deensche Oostindische Compagnie, die in 1617 was opgericht. Vgl. ook hierna, p. Q46 en Q47. MEMORIZN vAN AIDDXR THEOD. RODENBURR. 22$ van ick de heer Canselar den prigenalen heb laeten lesen , inhoudende 't guntt) volgt : Copie. Also ick bericht ben dat X U.E. wederom na k0. m at. reyst, bidde U.R. wil in memorie houden 't guntt) daer wy lest t' mynen huyse propoogten van hadden , aengaende de groote somme van penninghen , diewelcke die van Lubec overlanghe schuldich geweest hebben aen k0. mat. van Denemarcken. Voorts lieve U.E. aen zjn ko. mat. voor te dragen , dat die yvore instrumenten , zjnde zeven accoorden , welcke gheko. mat. voor lange gesien bespeelt , en vier duysent daelders daervoor doen bieden door zjn capelmeester Gregorio Trehu , noch by my voorhanden zjn , en in de kosteljcke kerck t0t Fredrickborgh we1 zoude voeghen. Alsoock zal gelieven te ghedencken van mynen grooten en schonen diamant. Voirder , mijn heere , en kan niet laten U.E. te seggen dat voor langen tjt , by 't leven van heer Hendrick Ramel l)j denzelfden heer Ramelj zaliger, my gaerne in Denemarken ghehadt hadde, en daerna noch eenen W illem Adriansen K ock , die oock commissie hadde my dat voor te draghen , maer heb 't altjt uytgestelt. En aenghegien de zaecken hier te lande zo zelsaem staen, en noch zelsamer mochten vallen , zo zjn mat. my nu woude eenich vordeel gunnen, zoude wel van zinne zjn rny in Denemarcken te transporteren , en my in ko. mat. dienst te begeven etc. Jaques Kocquel.'' 1) Hendrik Ramel , die in 1610 was gestorven ; hj stond geruimen tijd aan het boofd van de Duitsche Kanselarij en werd in allerlei diplomatieke zendingen gebruikt. Bijdr. en Meded. XXIII. 22C MEMORIkX vAx RIDDER THEOD. RObkNBURG. Grootmachtigen koning en ghenadigen heer , ten aenzien dat my den voornoemden Jaques Kocquel lange jaeren zeer we1 bekent is gheweest , wesende een persoon van groote ervarentheyt ) hebbende veel princen hoven ghefrequenteert en in juwelen trefeljcke partyen ghedaen, zo met zjn keyserljcke mat. (a1s) ander koningen en princen , en ghestimeert zjnde voor zeer trefeljck van middel , hebbende noch onder hem berustende zeer kosteljcke rareteyten en princeljcke curieuseteyten van groote waerde , die ick , tot Delft zjnde , oock alles hebbe ghesien , en , onder andere seer uytmuntende schone juwelen , den grooten diamant, daer denvoorngemden Jaques Kocquel in zynen brief van vermaent , stuck is , also ick zelven in 't van de koninginne Elisabet I), drie duysent ponden sterling vnor hebbe geboden. Hebbe het model van den voornoemden diamant oock jaer 1602 in de name hoogloEjcker memorie , 't welck een zeer real met my ghebracht j om u ko. m at. te vertonen. Heb niet willen nalaeten u ko. mat. zulckx ootmoedeljck voor te draghen , op avontuur of u ko. mat. 't zelfde gheliefden in consideratie te nemen ; want een persoon van die qualeteyt , middelen en ervarentheyt zich transporterende hierwaerts , t0t gheen onnutbaerheyt kan strecken. (Diesen punct betreiend haben ihre kon. mtt. gnedigst abgeschlagen.) Schilderyen die ïck met my wtzx Hollandt g/l6ùrpgf hebbe. Also ick bemerckt hebbe de reale alectie j die u 1) Kort vôôr den dood van Elizabeth werd Rodenburg tot agent vall de stad Emden te Lollden benoemd , waar hj toen reeds èenigen tjd woonde. Vgl. Dr. J. A. Worp in Oud-Rolland XlII p. 1Q- 76. MEMORIZN vAN RIDDER THEOD! RODENBURG. 227 ko. mat. heeft tot de schilderkunst 1) , heb ick met my ghebracht omtrent de waerde van twintich duysent rjckxdaelders courant in schilderyen , en in ghetal omtrent drie hondert en vjftich stucken , waeronder zjn veelen van de trefeljckste, vermaerste meesters , a1s van : Lucas van Leyden. Alartin lleemskerck. Den ouden Breugel. Zotte Kleef S). Frans Floris. Scheel Neel 3). Jochem Bukelaer. Lange Pier 4). Den ouden M ostert. Aert van Leyden. Oornelis Engelbrechts , Leyden. Lucas Kunst. Jeronimo Bos. meester van Lucas van Hans B0l. Jochem Patenier. f) vertoefde, kocht hij daar voor rekening van meester, Christiaan lV, l45 schilderijen en 7 (llolland C , Reiseregnskaber 1607-16Q7 , R. A. Kopenhagell). Ik hoop deze rekeningen, waarill van elke schilderij de schilder, het onderwerp en de prijs wordt genoemd , il1 het tijdschrift Oud Ao/- land uit te geven. Het groote aantal schilderijen , vroeger door Charisius gekocht en thans door Rodenburg medegenomenj zpu zij n konink lij ken muziekinstrumellten doen vermoeden dat Christiaan IV er zelf handel in dreef. Toen Dr. Jonas Charisius in 1607 en 1608 in de Nederlandell Q) Joost van Gleef , bijgenaamd de zotte Gleef: levens en 'ltlerkds der JfpllcAlddc/le en Fllg-#cA: vgl. Kramm , De fxsdfzcMlder: enz., i . v. 3) Dezen llaam heb ik noch bij Kramm , noch in de registers van jaargang I-XVIII van Owd-Holland aangetrolfen. 4) Pieter Aertsz. , gezegd Lange Pier : vgl. een artikel over hem van mr. N. de Roever in Owd-Rolland VII p. 1- 38. 15* 228 MEMORIXN VlN RIDDER THEOD. RODENBURG. Marten van Kleef, Virgilius Solus. Johan Blaeubus. Johan Nagel. Karel van M ander den ouden. Louys Vinson. Henricus Goltius. Den ouden Steenwjck. Pourbus 1). Den ouden Koningsloo. Gheldorp. Den ouden DeVries 2). Fransisco Badens. W arnar van den Yalckert. Adrian Stalpart. Meester Cornelis van Haerlem. Hendric Vroom. Mr. Michiel van Mierevelt. Abraham Blommart. Jochem W ttewaell. Roelant Savry. H ans Jordaens. Ambrosius Bosschart. Snyders. Abraham Jansen. David Yinckeboans. Hondecoeter 3). Joost de Momper. Hans de Momper. Den jongen Brtelugel. 1) De tekst heeft: Poëribus. Q) Waarschijnlijk Jan of Hans Vredeman de Vries : vgl. Krarnm, i. v. 3) De tekst heeft: Hondekot. W aarschijnlijk wordt Gillis of Gijsbert bedoeld. De beroemde Melchior Hondecoeter kan het niet zijn. MEM0Rl2X YAN RIDDZR THEOD. RODENBURG. 229 David Teniers l). Stalbems ê). Tobias Vcrhaeg. Yan der Ast. Hendric van Bale. Ante Vadoute Italiano 3). Sebastian Franckx. H endrick Snayers. Ter Brugge. Govert Jansen Poelenburch. Perselles 4). Van Djck. Valckenburch. Denjs Steensloot. Yosm eer. W iltens. De Stomme 5). Van Zante. Den jongen Steenwjck. Lasttlman. Van Someren. H endriek Vlegel. Frans H als. Den advocaet Veen 6). Jonge Yranck. Pupjn 7). 1) De tekst heelt : Deniers. Q) Kramm noemt : Adriaan Stalbent of 3) Dezen naam - die er verdacht aangetrolen. 4) Johannes Parcellesj Percelles of Porcellis. b) Waarschijnlijk Hendrik Averkamp , ,jde Stomme van Kalnpen''. Maar ook kan bedoeld worden : yjde Stomme van Nijmegell'' j of J. J. de Stomme, of Maerten Boelema de Stomme. Vgl. Mr. N. de Roever in Oud-Holland lII p. 53 en Dr. A. Bredius in ()ud- Kolland IX p. 147. 6) Mr. Pieter van Neen : vgl. Kramm , i. v. 7) Dezen naaln heb ik nergens aangetro/en. Stalbemt. uitziet - heb ik nergens 230 XEMORItN YAN RIDDER THEOD. RODENBURR. Hercules Pietersen 1). W esel van Koeberghen. Verbooms. Olivier Jansen. Isack Oliviersen. Z0 u k0. mat. gheliefden den voornoemden schilderyen ghenadeljck te besichtighen , ick twjfel niet of u k0. mat. za1 een welghevallen daervan hebben , en zommige stucken t0t zo redeljcken en civilen prjs bekomen, dat u mat. volkomen contentement zult hebben , also de partie groot is en alle gheljck zo uytmuntende schoon, dat gheen prins in zjn h0f meerder kunst kan hebben j waervan ick anderen zal laten oordelen , die de kunst grondich en onpersial verstaen. (Ihre kon. maytt. sein gnedigst erbietig dieselbige kunitig zu sehen.) Den vermaerden dc/lfld4r M ompert. Desen schilper, wesende een van de vermaerste t'Antwerpen, in landschappen, heb ick ghepersuadeert zich hier in Denemarcken te transporteren 2) , daer hy eyndeljck resolutie op heeft ghenomen ) byaldien u ko. m at. daer welgevallen van heeft , tot welcken eynde u k0. mat. zijn wercken ziende , die ik met my ghebracht hebbe, ghenadeljck zult gelieven daerop te resolveren j of u ko. mat. met so een vermaert meester ghediendt zal zjn. (Daferne der berumbte contrefaiter Mompert 1) Hercules Pietersz. Seegers: vgl. Mr. N. de Roever in O%d- S olland III p. 5l, 5Q, en Dr. à. Bredius in Owd-kolland XYI p. 1- 11. Q) Of Jodocus de Momper, de zoon van Bartholomeus -- want hij moet hier bedoeld zijn - gevolg heeft gegevell aan dit voorllemell, wordt in geen der door mij geraadpleeyde werken vermeld, MEMORIZN YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 231 uf seine eigen handt und von sich selbst nach Copenhagen sich begeben wolle , stehe ihm solchs frey ; was er alszdan v0r ihre kon. maytt. verfertigen werde , solle ihm beszahlet werden.) 19. Geraert .Lc,-ùdrf,s:s, beeldthoawer. zjnde , heb ick wesen besichtigen het werkhtlys van mr. Hendrick 1) , en Eguuren voor u ko. m at. gemaeckt heeft en noch onderhanden heeft , so hy seyden. W elcke beelden en fguuren alle ghehouden 2) zjn door een van zjn princepaelste kneghts, ghenaemt GeraertLambertsen 3); en ick , met hem sprekende , bemerckten we1 uyt reden , dat hy zjn van resnlutie was om hem van H oldie besnndere beelden t'Amsterdam landt na Denemarcken te transporteren , als hy versekert (was , dat hj) in u ko. mats. wercken ghebruyckt mocht werden. Ick heb daer znnderlings niet ep gheantwoordt; maer heb hem yets voor my zelven in houdt laten snyden , van zjn eyghen inventie , om zjn handeling en stelling van de fguuren te moghen zien , hetwelck ick met my hebbe ghebracht , om aen u ko. mat. ootmoedeljck te vertoonen, of so een P0rSO0l1 op avontuur dienst zoude kunnen doen. (lhre kon. maytt. wollen das kunststuck sehen und sich daruf ferner erkleren.) 1) llendrik de Keïser , de beroemde houwer. stadsbouwmeester en steen- 2) Gehouwen. 3) In het proces-verbaal het rondwerk (beeldhouw- en lliëll en een root eener veiling boetseerwerk) genoemd : jytwee trosatertgen'' van ,,Gerrit Lambertsz. , beeldsnyder op de Brestraet''; vgl. Ond-Holland IlI p. 181. Z0o er dus al iets gekomen is van in elk gEval il1 zijll plall om naar Dellemarken te gaan , was hij 1626 weer terug in Amsterdam . van 16Q6 worden onder 232 xEMORItx vAx Rlopsa Tuxop. RODXXBUR/. 20. Stael-maken. Hendrick Schoormans , koopman van goed credyt , naem en faem , woonende t0t Dort , heeft my gheproponeert om hier in Denemarcken een staelmakery op te rechten met seer redeljcke conditiën , die in mjn oordel j eerbiedeljck ghesproken j we1 geaccordeert moghen werden , zonder schade van u k0. mat. noch het rjck ; onder andere versoeckt hy dat 't stael, 't welck hier in 't land niet verkoft noch vertiert kan werden ,tolvry na ander quartieren versonden mach werden , voor soveel jaeren als u ko. mat. ghenadeljc za1 ghelieven te vergunnen. Ten anderen , dat vonr dezelfde tjt van jaeren niemant in 't koningrjck van Denemarcken eenighe staelmolens za1 moghen opstellen. den heer Cancelier heb gheschreven , laten antwoorden door Fredric propositie aen die daerop heeft Gunter 1) , dat u ko. m at. zulckx wel geviel , zal u ko. mat. ghenadeljck gelieven te ordonneren dat het octroy daervan mach werden En also ick aengaende dege ghepasseert. (Heinrich Schoorman, von Dort, solle zugelaszen werden sich alhier im reich alsz ein underthan nieder zu eetzen ; daferne er so viel stahls wirdt machen konnen alsz man von nothen hadt , sol er folgendes privilegiret werden.) 0m g:d duysent tonnen Snlf:r met een molen in vier en twintieh uyren uyt f: wercken. Den voornoemden Hendrick Schoormans heeft een 1) Frederik Gûnther was van 1621 af eerste secretaris van de Duitsche kanselarij. MEMORIZX YAX RIDDER THEOD. RODENBURG. 233 nieuwe inventie om een molen te stellen j die in vier en twintich uyren uyt zal wercken zes duysent tonnen water. Zo u k0. mat. zodanighen molen dienstich mocht zjn , om eenige gheïnondeerde landen droog te willen maken , den voornoemden Hendrick Schoormans za1 het lnodel van de voornoemde molen my leveren om u k0. m at. te laten besichtighen. (Bey diesem puncte muste man zuvor weiszen , wie viel fusz hoch das waszer durch sothane muhle konne auFgetrieben werden.) 22. Alderbande dpprf: van gd:rltldrcà , als lrpuY- en ,:'rwersketels , ysere ypff6zl , oock g/l6,sc/lyf te gï6ftlzl. Francisco Massone heeft , t'Amsterdam zjnde , aen my octroy voor eenighe jaeren om op te rechten een ieterye van yserwerck , als brou- g en verwersketels , ysere potten en gheschut , in 't koningrjck van Denem arcken , en also ick aen de heer Oanselar daerop hebbe geschreven , die my geantwoordt heeft dat u ko. m at. zulckx accordeerden , za1 u k0. m at. gelieven versocht oln aen u k0. mat. te versoeken een het octroy te laten passeren. (Es s0ll Francisco Massone zugelaszen werden solchs wergk uF seine uncosten und eventur zu gebrauchen , daferne er billigen kauf geben w0lle.) 23. Fransoischen dc/lppl-dddf6r, ppcà boeckhouden na de Italianse maniere , ende arithmetica. Voor mjn vertreck na Engelant hebben sommige van de ghequali:ceerste burgeren deser stede Kop234 MEMORItX vAx RIDDER THEOD. RODEXBURG. penhaven met waer hier tc educatie en my ghecommuniceert , h0e nodich ket hebben een goet schoolmeester, t0t onderwysinghe van hun kinderen , zo zonen als dochteren , ten aensien dat zy hier daert0e gheen ghelegentheyt hebben , om hun kinderen d'arithmetica, italians boeckhouden en andere noodsakeljcke scientiën voor de jeugden te laten onderwysen , waerover zy ghenodruckt zjn hun kinderen na Hamburch , Bremen ofte Nederlanden te senden , 't welck veel accidentale ghevaeren onderworpen is , wenschende daerover datter een bequaem persoon ghevonden mocht werden ) tale , italians boeckhouden en arithmetica , daerbeneven dat ervaeren in de fransoische zjn huysvrou bequaem mocht zjll om de dochteren te onderwysen alle soorten van handwercken. T0t welcken eynde ick in Hollandt hebbe ghediligenteert om zo een persoon te bekomen , en ghevonden eenen Bernart Zundens, wonende t0t Amsterdam , professie makende van de Augsburghse confessie , wel ervaeren in de franchoise tale , arithm etica en italians boeckhouden , daerbeneven een zeer kunstich schryver, en zjn huysvrou zeer bequaem om de dochteren alle soorten van handwercken 0nz zich te leeren , jegenwoordich oock principale scholen binnen hem heb ghecommuniceert van transporteren Amsterdam hier tot Koppenhaguen , is geresolveert zulckx te doen, daer ick oock zjn ondertekening van hebbe met my ghebracht, doch hem vertrouwende OP my Om e0n V0rdeljcke partie voor hem hier te maken , also diergeljcke personen meest ooghen op hun perticulier profjt. Zoo u ko. mat. deze propositie nu gheliefden ghenadeljck te begunstighen om dit stuck in 't werck te stellen , 't waer zeer lof baer, aengesien dat k0. mat. so grooten zorghedrager is voor en goede opvoeding te ophoudende een van de Amsterdam. Ep also ick M;MORl2N YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 235 en welvaeren des ondersaten , waerin u k0. mat. overtreft alle predesesseurs van hooglo:jcker memorie. En overmits ick verstaen hebbe van Jan 't ghem een besten Post, ko. mats.muntemeester,datter zeltere duydse pneantinei nzgjenn onder zommige personen van de berustende ,gedestineert om zo een schole op te rechten , en dat het alleenljck ghebreeckt aen 't beleydt en ghenadighe bevordering uws k0. m ats., heb ick gheraedsaem bevonden 't zelfde voor te draghen met behoorljcke onderdanicheyt. (Diesz wergk wirdt den burgern anheimb gestellet-) Hospital van f'dgl'lzlfïch bedden , en orgel in de duytscbe kerck. De princepaelste sche kercke , heb coureren, h0e noodsaeckljck dat het waer binnen Koppenhaguen op te rechten een hospital voor de vreemde natie , gheljck in ander landen ghebruyckt werdt , armen , die dickwjls door ghebreck van Opsicht en ten aensien van krancken en nootruftighe caritative handreyck vervallen in groote miserie , en * door die miserie gheraeken t0t veel ontucht , streckende tot schande van de natie. s7aerover daerin Persouen , bedienars van de duydick besondere maelen hooren desbehoort versien te werden om een hospital te stichten , hetwelck niet kan gheschieden zonder merckeljck verschot van penninghen om 't voornoem de hospltal te bouwen , en daerbeneven jaerljckx te onderhouden, om de krancken nootruftige armen te besorghen , werter ootmoedeljck voorghedraghen , dat zo u ko. m at. gheliefden genadeljck te vergunnen , dat in de voornoemde duytsche kercke mocht ghedoopt , ghetrout en begraven werden y dat mQt hetguntt) daer236 MEMORIZN vAN RIDDER THEOD. RODENBURG. uyt zal getrocken za1 gebnudt en mat. noch de werden het voornoemde hospital onderhouden werden , zonder u ko. stede van Koppenhaguen in yets te vallen , ten waer m oeij elij c dat u k0. mat. uyt ghewoonljcke goedertieren werck gheliefden eenighe beneven dat de natie de ghenade tot zo godsaligen assistentie te betonen. En penningen , die sy van 't doopen , trouwen en begraven zullen trecken , tot bouwing en onderhoud van 't hospital zullen (gebruiken , zullen zij) t0t ornement der kercke en cieraet deser stede , een schonen orgel in de voornoemde kercke oprechten en op hunluyder kosten een meester organist onderhouden en jaerljx betaelen. En aengesien datter vertrout werdt dat u k0. mat. hier ghenadeljck van zult gelieven te oordelen h0e deze Propnsitie spruyt uyt een zeer goede meening , waerin niemant perticulier profjt is zoekende , werter verhoopt dat u ko. mat. het voornoemde zult gelieven te nemen in ghenadighe consideratie. IDieser punct wirdt von ihre kon. maytt. zu dero gnedigsten nachdenckeu auszgesetzet.) 25. Zeepsiederye. U ko. mat. heeft ghelieven ghenaedeljck te vergunnen Hans Roper het octroy van de seep , om die nering hier in u ko. mats. stat van Koppenhaguen in trayn te brenghen , en tot dien eynde oock verboden en dûen publiceren datter op pene van confscatie gheen seep van buyten in zoude mogen komenj en ten eynde dat de olie, daer de zeep mede ghesoden werdt, oock niet van ander landen zouden nzoeten gebrocht werden , heeft u ko. mat. oock ghenadeljck ghelieven te vergunnen octroy voor d'opstelling van MEM0RI2N YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 231 olymeulens 1). T0t welcken eynde ick drie molens in Hollant heb laeten kopen , waervan d'eene hier tot Koppenhaven is ghekomen , en de ander twee met de eerste schepen , die van Hollandt komen j ghesonden werden , en kosten zqllen boven twee duysent rjckxdaelders in spetie. Hierbeneven heb ick met my ghebrocht een meester olyslager y om in de molen te ghebruycken , alles streckende t0t excessive groote ongelden ; doch fondement makende op de vergunde octrûyen van u ko. mat. , verdriet my niet het verschot van penninghen. Alhoewel ick bevinde dat den voornoemden H ans Roper zeer ghecontramineert werdt van die om hun eyghen voordeel het personen , aen H ans anulleren, h0e dat de Roper verleent , pretenderen te en aen de heer Cancelier vertoont (hebben), zeep , die Roper maeckten , niet so goedt was a1s de Hollandee seep. W aerop den heer Canselier my een goedt zeepsiedermeester zouze zien te bekomen , daer ick oock dadeljck m y dat zeepsieder is , vier jaeren by Jan Uornelisen Bogart, op hebbe gediligenteert. Rn onder de zeepsieders informerende , bevond ick Hans Ulderich , 't welck H ans Ropers meester een van de princepale zeepsieders van Amsterdam , ghewrocht heeft, en alle zjn zeep gesoden heeft op de keur van Amsterdam , en aldaer ter stede Amsterheeft laten schryven j dat ick in Hollandt dam oock dat zjn behoorljcke meestersproef my versekerden dat ick gedaen , zo een yder in Hollandt gheen beter meester zoude kunnen bekomen als den voornoemden Hans 'Ulderich ; en toi meerder veroctroy , sekering van zulckx heb ick een vierendeel van Hans Ropers zeep doen zenden van Koppenhaven na Amsterdam , en door de keurmeesters , die daertoe 1) Vgl. hiervôôr , p. 195. 238 MEMORI:N vAN RIDDER THEOD. RODENBUUG. beëedicht zjn , laeten besichtigen en proeven , die verklaerden dat die zeep ghemaeckt kost werden. kom ende , bevinde, al uytghegheven niet goedt is , en dat Zacharias , verkoopt die t0t zes schellingen het pondt, waer dat H ans Roper die verkoopt tot vier schellingen ; verscheelt een derde part in de prjs. En alhoewel u niet zuyverder noch schoonder En ick naderhandt hier diesniettegenstaende, datter noch werden dat de zeep van Roper principaljck door een Geraert die zeep van Hollandt laet komen , en ko. mat. stricteljck hebt gelieven te ghebieden , datter geen zeep van buyten zoude ingebrocht werden , so heeft diesniettegenstaende den voornoemden Gerart Zacharias laten komen in May verleden zes lasten , den 17den Augusti drie lasten , den 6deu Novenlber drie lasten door schipper Johan Albertson en by nacht an land gebrocht , daerbeneven meer lasten , daer men gheen particuliere proeve van kan doen ; en diesniettegenstaende werter by de heeren magistraten der steden , die u k0. m ats. ghebodt nochtans selven van 't raedhuys hebben ghepubliceert , gheen J-ustitie m ineurs van den voornoemden Hans Roper hebben over gedaen. Ja, @lS , roote quanteteyt van zeep doen brengen tot M almuyen 1) , Landskroon en Helsenburg , en van daer versonden na Kueck 2) en ander havens , waerdoor dat meer de contra- Roper te minder consumtie heeft gehadt dit jaer. Zodat jeghenwoordich by hem leydt onverkoft de waerde van drie duysent rjckxdaelders in zeep , en heeft oock na Rostock zekere quanteteyt van zeep gesonden , die van daer na Lubec is versonden , en werdt zo goedt bevonden dat van daer werdt gheschreven , meer 1) Malmö. 2) Köge. MEM0R12N VAN RIDDER THROD. RODENBURG. 239 van dieseep te willen hebben , gheljc bljckt by de brieven , van daer gheschreven , die de heer Oancelier vertoont zjn. En aengesien dat Hans Roper volkomen voldoet , nopende goede zeep te zieden , en zoveel provideert en provideren kan als de plaetsen nodich hebben , die in 't contract ofte octroy begrepen zjn , en daerbeneven drie hondert personen burgers binnen Koppenhaguen , desgheljckx alle de vrouwen op Amack 1) verklaring zullen doen , dat Ropers zeep so goedt is als nj't van H ollandt is ghekomen , werdt ootmoedeljck versocht dat u ko. mat. ghenadeljck gelieve te ghebieden aen de magistraten der steden , zo van Malmuyen : Landskroon en Helsenburg a1s andere plaetsen, datter geen zeep getollereert werdt van buyten in te komen , en dat het edict op nieus mach werden gepubliceert. W ant a1s er zeep quartieren zoude inkomen , en Roper daerdoor gheen consum tie zoude Olymolens op komen van ander hebben , waer 't verlooren kàsten de te stellen. Dus om die schade te vooren daerbeneven dat 1 de zeepery in trayn mach blyven ? desgheljckx Opdat u k0. mats. gepubliceerden mandaten in autoreteyt blyven , ghelieve u ko. mat. hier genadeljck van te considereren. (Es solle dem stadtvoigt ernstlich ahnbefohlen werden , Gert Zachariaszen und andere, so wieder das privilegium ? welchs H ans Ropern gegeben , gellandlet: ahngeklaget und wan sie uberzeuget , der gebuhr gestraFet werden. Alsz auch das Hans Roper , wan er wieder sein erlangtes privilegium handelt , gleicher gestalt muge mit strafe ahngegehen werden.j 1) Amager, het eilalld bij Kopenhagell, waar onder de regeering van Christiaan 11 een kolonie van W aterlandsche boeren was gea vestigd. 240 MEMORI:N vAN RIODER THEOD. RODENBURG. 2s. Manuel S-edrd. ghesien in possessie van Manuel Sweers een zeer uytnenlendt schoon cabinet, wesende alleen voor 't ghebruyck eens prinse , ghemaeckt van ebbenhoudt , daerin veel secrete laden , verciert zjnde met besondere schoone stenen , a1s Tot Amsterdam heb ick jaspis , agaet, amatist, topas en christal de montange, waervan 't gesicht meer uytwjst als men met de penne kan afbeelden , daerbeneven de keysers van Romen, van hoofde tot de voeten na 't leven gheschildert , zeer kunetich , door een zeer vermaert meester, schilder van zjn keyserlyck mat, , ghenaemt Ravesteyn '). Den voornoemden Manuel Sweers heeft aen my voordraghen, gheneghen zjnde 0m de voornoemde goedren u k0. mat. te laten besichtigen , op avontuur of die verkoft mochten zjn , versoeckende daerover een vry paspoort om te m oghen brenghen. die goedren tolvry in en uyt versocht om aen u ko. mat. daervan te willen (Ihre kon. maytt. haben wegen des cabinets eine abschlagliche andtwort gegeben-j 27. Lgnte tlcl betaeling scx de goedren , die #ppr de Zpp# passeren. In Hollandt heb ick bevonden in 't general een zeer groote misnoeghing tegens u k0. mat. onder de 1) Dirck de Quade van Ravesteyn was hofschilder geweest van den Duitschen keizer Rudolf 11 : vgl. Dr. A. Bredius en E. W . Moes in oe d-koltand IX p. Q08- 213. Uit dat artikel blijkt ook , in hoeverre de eigenaar van het kunstwerk , Manuel Sweersj aan de familie Van Ravesteyn verwant was. MEMORIZN VAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 241 koopluyden die op Oosten trafqueren , ten aensien van de groote tollen , die zy in de Zond m oeten betaelen , daerbeneven dat het een seer groote desordre maeckten in de koophanzel en princepaljck overmits zy geen rekening kosten (maken) wat hun goedren in de Zond ordenaris voor tol betaelden , maer moeten aen gheloof gheven de die hun zulcke excessive groote de koopluyden de saeck ongelden weynich grondiger heb Ondersocht, examinerende de rekeningell vall besondere schipperen, jaer besondere malen de Zond die het verleden ghepasseert hebben, en stellen van één soorte van goedren besondere 1) tollen , ja verschelende de helft , meerder betaelt hebbende d'eene mael als d'ander, de schippers zeggende en verklarende soveel betaelt te hebben. Eyndelyck (ben) ick ghewis dat alle het misnoeghen van de generale koopluyden spruyt j niet uyt de verhoging van tollen van u ko. mat., maer uyt de eyghender door redenen navolschipperen , in rekening brengen ? dat voordel doen. En also ick profjt-zoeckiug schipperen , ghende. Ten tyde datter zo strickten opzicht en visitatie van gheschiet hebben de schepen in de Zond niet was , alser is zedert de komste van Balthasar Bitter S) , schipperen gheen ghelegentheyt ghehadt u ko. mat. te frustreren van de gherechticheyt des tollen 3) , want al was 't schoon dat de schipperen de goedren versweghen en gheen tollen betaelden , so namen zy die vordelen voor hun zelven, ten aensien dat zy de peryckelen van con:scatie op hun namen, en brochten de volkomen tollen de eygenars van de goedren in rekening , ten waer dat de koopluyden 1) Besondere = verschillende. Q) Visitateur bij den Sonttol. 3) 9it geeft , in verband met het volgendej geen zill. Er zal moeten staen : iyhebben de schipperen ghelegentheyt ghehadt'' enz. Bijdr. en Medetl. XXIIl. 16 242 MEM0Rl2x vAN RIDDER THEOD. RODENBURG. zelven aen de schipperen belasten de koopmanschappen te verswyghen in de Zond , stelende de behoorljcke tollen van u k0. mat., en lopende zelven het perjckel van confscatie. En aengesien dat de schipperen dese voordelen van de tollen nu niet kunnen hebben : door het groote opsicht datter teghenwoordich in de Zond is , practiseren zy, om hun profyten te hebben, hetzelfle te wege te brengen met de koopluyden in rekening te brengen swaerder tollen als u kO. mat. heeft geordonneert. Hetwelck alles is te voàrkomen , gheljck de princepaelste coopluyden in Hollandt aen my oock hebben versocht u k0. mat. ootmoedeljck voor te draghen , datter een ljste en ordonantie ghedruckt mocht werden , waerin ghespecifceert j hoeveel yder soorte van koopmanschap in de Zond m oet betaelen van tolle , opdat de schipperen de koopluyden niet bedrieghen kunnen , gheljck voor desen gheschiet is , en dat de voornoemde ljsten en ordonantiën een yeder bekent ghemaeckt m oghen werden, waerdoor de koopluyden geen reden van mescontentement meer kunnen hebben om onbehoorljck te spreken Van zo 't u ko. mat. geraden mochte vinden, tot meerder de rechtvaerdige proceduren in de Zond. En satisfactie van die van Hollandt , zal m en wel te wege brengen dat de voornoemde ljsten en ordonnantiën in de capitale koopsteden van H ollandt op de beursen en ander plaetsen aengeplact werden , tot vermeerdering van de trafque. Remitterende 't zelfle aen u ko. mat. wyse deliberatie. (Diesen punct wollen ihre kon. maytt. selbst wiszen in acht zu nehmben 1).) 1) Het billijke verzoek , dat Rodenburg namens de Nederlandsche kooplieden deed y scheen een lninder barsch antwoord te verdienen, MEMORIZN VAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 240 28. Scheepstimmevluyden. Besondere koopluyden , die door mjn persuasie geresolveert zjn hier tot Koppenhaguen hun schepen te bouwen , verstaende dat die bequaemljcker en met minder kosten hier gheboudt kunnen werden als in H ollandt, hebben aen my versocht u ko. mat. ootmoedeljck te vertonen of hun ghenadeljck vergunt zoude moghen werden previlegiën , dat de meesters timmerluyden noch hun kneghts nimmer tegen hun wille door u ko. mat. zullen OP Holm 1) oft ander plaetsen in dienst van u mat. , maar vry en vranck blyven voor hun zelven , ten waer dat hun eygen wercken zulckx toelaet, en willich ZiJ*n u ko. mat. te dienen. gebruyct werden den gEs soll ihnen sich alhier nieder zu laszen , dem begehren nach , vergonnet sein.) 29. Lijnbaen. En also by 't ghebou van schepen een ljnbaen zeer hoogh nodich is , is mjn ootmoedich verzoeck my de ghenade te doen dat ick zoveel lands meer mach hebben in eygendom , after de hondert roeden , waermede u ko. mat.my alreede ghenadeljck heeft ghemaar op 't pllnt van den Sollttol was Christiaan IV altijd kitteloorig. 0ûk zal hij we1 begrepen hebben , dat het verzoek om een gedrukte tollijst niet alleen voortsproot uit den wensch , om tegen bedrog van de schippers gevrijwaard te zijn , maar oûk uit de begeerte om wat meer stabiliteit in den Sonttol te krijgell. Zie hierover mijne Rleutels van de Spsf p. 19. 1) De Holm (holm = eilandje) was een scheepswerf bij Kopenhagen. 16* 214 MEMORI:N vAN RTDbAR TI1EoD. RODEXBURG. lieven te verobligeren , om een ljnbaen van behoorlycke brugge diergarden , mach bebout zjn , opdat de plantage van geboomte 1) en blekerye van wit was S) mach bevrjt langhte op te bouwen , opdat de straet , van de af tot de Noordsee , oft teynde van u ko. mats. zjn voor ontuchtighe menschen. (Diesen punct haben ihre kon. maytt. bisz sie den platz besichtiget auszgesetzet-) II. Grootmoghenden koning en alderghenadichtsten heer. Theodorus Rodenburg , u ko. mats. onderdanichste onderdaen en ootmoedighen dienaer , versoeckt op dese navolghende punten u k0. mats. ghenadighe resolutie. Eikenhout lïf Noorwegen 3). Dat u ko. mat. dat ick soude ghelieve ghenadeljck te vergunnen , moghen twee schepen m et eyckenholt uyt Norweghen laten komen , en na H ollandt te senden , om ghereedt te maken voor mjn ghebou $). IBelangendt die zwey schife mit eichenhûltz 1) Reeds plantinge vôôr, p. 195. Q) Vgl. hiervôôr, p. Ql9. 3) De opschriften boven e1k punt dezer memorie zijn door mij aangebracht. 4) W elk gebouw hier - en in punt Q -- bedoeld wordt, kan ik niet zeggen. Een woonhuis vopr Rodenburg was het in e1k geval niet : vgl. hierna , p. Q54 en Q55. vroeger had Rodenburg ,jeen bequame plaetsvoor de van zijn bomen ende bloemen'' enz. gevraagd: hierMEMORItN YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 245 ausz Norwegen ausz zu staten , haben ihre kon. mtt. gnedigst abgeschlagen.) Gotlandsche df66zl. Een schip jotlantze H ollant , om aldaer te makcn tot mjn ghebou. gAbgeschlagen 1).) steen te m oghen zenden na laten wercken en ghereedt K uipers. 't Schjnt zeer hoogh nodich te wesen etlycke kuypers hier te laten komen , want u ko. mat. onderdaenen daer zeer groot ghebreck aen zullen hebben, aengesien hier tegenwoordich biertonnen gebreck zjn. (Die kuypers oder boddeker belangendt sein ihre kon. maytt. gnedigst friedlich , das sie bestellet und anhero verschaFet werden.) 4. Grond rppr een Avïd. 246 MEMORIZN vAx RIDDER THEOD. RQDENBURG. ren ihre kon. maytt. sich gnedigst dahin , das der ordt zuvor muste besichtiget werden, worauF alzsdan folgendts resolution zu erwarten 1). J 5. Bierbrouwerij. Aenghesien Augustjn Joosten van der Steyn door mjn persuasie hier is ghekomen 2) om te brouwen , en dat u ko. mat. , midlertjt dat ick in Hollant geweest ben , van een ander brouwer geprovideert is , en daerover hem niet enployeert, zo zach ick nochtans zeer gaeren hy niet wederom vertrock , om de consequentie , ten aensien dat ick hem hier gebrocht hebbe. W aerover mjn ootmnedich versoeck is , dat u k0. mat. hem ghelieve genadeljck te vergunncn zjn bygaende versoeck 3), so 't eenichsins mogeljck is , ten aensien van zjn lange ervarentheyt in 't moutmaken en brouwen. dat IDie bierbrawerey v0n Augustin Joosten von der Stein belangendt, sein ihre kon. maytt. gnedigst erbietig zu solchem gebeut den verlay zu thun gegen entrichtung 6 pr0 100.) 6. haao le Yir: en cpnqsprfdp op & nemen ïAl de Deensehe opdfïAltfïdc/l: Compagnie. Diverse personen, a1s namentljck Isac le Maire met 1) In no. 4 (vgl. hierv6ôr, p. Q05) is bij dit punt in margine geschreven : y,ouaeritur ob er nicht au; Amacker bauen wollez'' Q) Vgl. hiervoor, p. Ql9. 3) Dit verzoek ligt niet meer bij Rodenburg's memorie, maar in het duplicaat (N0. 4) leest men , dat Augustijn Joosten van der Steyn grond verzoekt om daarop een bierbrouwel.ij op te richten , tegen een jaarlijksche betalingj aanvankelijk van 3% , later meer? yan de waarde. MEMORIZN YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 247 Zyn compagnie l), daerbenevens besondere andren , hebben my gecommuuiceert hun ghenegentheyden om in de compagnie van Oost-lndiën te participeren en personeljck hun te transporteren hier tQt Koppenhaguen onder de obedientie van u k0. lnat., waerop zy my oock hebben geschreven zedert mjn komste alhier, hetwelck ick hebbe gecommuniceert met de president en bewinthebbers van de Oostindise compagnie alhier. En also zulckx hun zeer wel gevalt , vinden gheraedzaem dat men de voornoemde personen in devotie houdt , op avontuur Of men een vorderljcke partie met hun zoude nodich is een besondere kunnen trefen , waertoe zeer bestelling te hebben , opdat zien dat ick volmacht zy moghen hebbe om m et hun te m oghen contracteren. heeft 't Is waer dat u ko. mat. my gelieven genadeljck te vergunnen een bestelling , in dato den 13 Februari , om te mogen contracteren mct alle kunstenaers , handelaers en handwerckers , maer het stuc van Oost-lndiën , wesende een saeck van grooter importantie , vereyscht wyder verklaringe , gheljck ick gelove dat u k0. mat. zal gelieven genadeljck te verstaen , en oock by de heer president en bewinthebbers verstaen werdt , en by ons geresolveert is dat ick zulckx u ko. m at. onderdanichljck zoude voordraghen. (Höchstgedachte kon.maytt. haben diesenpunct in gnedigste deliberatiûn genommen.) 1) Hieruit volgt dus , dat deze felle vijand van onze Oostindische Compagnie zich tegenover de Deensche Compagnie al even weinig gebondell achtte door de belûfte, die hij bij zijn uittreden uit de rij der bewilldhebbers had afgelegd , a1s hj zich vroeger daardoor llad laten weerhouden om met llelldrik IV te onderhandelen over de oprichting van een Iudische handelscompagnie in Frankrijk. De belofte hield in , dat hij van zijne a1s bewindhebber verkregen kenllis geell partij zoll trekkell ten nadeele der Netlerlandsche Compagnie , en dat hij zelf geen handel op Oostindie z0u drijven , noch anderell daartoe radell of behulpzaam zijn. Vgl. Vall Rees, Ge&cltiedeais tf:r staatltuisltoudkunde J> bkdevland 11 p. 3&. 248 MEMoRI2x vAx RIDpsa TuEoo. soDExBvRG. 7 . ILanselarnbode. En aengesien dat ick my op dese zaeck en besondere andere , in conformeteyt van u ko. mats. mening en resolutie, in dato den 13 Februari my ter handt ghekomen door Xicolaus Rngelbert, wederom transportore na Hollandt en ander plaetsen ; en aengesien dat de wegen zeer onvaylich zullen zjn , ten aensien van de oorlogen , die met groote violentie zullen aengevaert werden , en dat ick occasie za1 hebben diverse depesches zo van Bremen op Hollandt a1s van Hollandt op dese quartieren te doen , opdat u ko. mat. puntuel mach weeten wat ick handel, en wat inconvenienten resolutiën daerop te moghen hebben , vind ick onderdanichljck geraden u k0. mats. goedduncken daerop te hebben j of 't oock convenient zoude wesen een my voorvallen , om u ko. mats. bode van de canselarie met nemen , van een ander mjns dienaers , also die alle Vry my plaetsen ten aensien van 't ontsich te in plaets z&l m ogen Pissoren , uws ko. mats-, waerover ick zeker zal wesen dat mjn brieven zeker gaen en niet geintersepieert kunnen werden ; doch remittere alles aen u ko. mats. wyse deliberatie, want wat ick proponere geschiet sincereljck als een in 't getal uws k0. mats. onderdanichste en ootmoedige dienaer. (Der siebende punct wegen des cantzleybotten ist gnedigst abgeschlagen worden , weil es bei jetziger sommerzeit zu waszer die schreiben vort zu schicken ahn gelegenheit nicht manglet.) Paspoort. En in consideratie van de onvaylighe wegen, opdat mjn persoon , doch gering, als qen onderdanigen MEMORIZN YAN RIDDER THEOD. EODENBPRG. 249 dienaer uws k0. mats. , mjn ootmoedich versoeck , dat u nadeljck gelieve te vergunnen een aen alle prinsen en repuLlycken , Vry zal en dienaer van u ko. mat. m ogen passeren , is k0. mat. my ghegeneral paspoort als een onderdaen gpassus securitatis in consueta forma gnedigst eingewilliget 1).) 9. Lotern sppr ycAppl te ffpz6xAlgel. Also u k0. mat. ghelieft heeft ghenadeljck te remitteren aen de burgeren van Koppenhaven, nopende de oprechting van een school voor de duytse , italianse , franchoise tale , italiaens boeckhouden ende educatie van jonge dochters 2) , daerop heb ick in communicatie geweest met de voornoemde burgeren. En vinde alleen het inconvenient van gebreck van contant gelt , die tot opbouding van sodanighen schoole nodich is ; in conclusie remitteren 't zelfde aen my , wat middel men zoude kunnen voorslaen om aen gelt te genomen hebbende in consideratie , sonder dat men u k0. mat. in bequaem expedient , te weten : dat u k0. mat. gelieve heraeken. H etwelcke ick yets lastich zal vallen , vinde daertoe een zeer bestelling te verleenen aen de bewindhebbers van de opbouwing des voornoemden schools om te m oghen een rifelarie 3) van silvere stucken opstellen en de vordelen , daervan kom ende ) te gebruycken tot de 1) In de kladaanteekeningen van NB. 6 (hiervôôr, p. Q05) staatj bj het pro memûrie opgeteekende verzoek om een pas, de voor Rodenburg minder vleiende aanteekelling: ,,N.B. zu erinnern das ers miszbrauchen möchte.'' Q) Vgl. hiervôôr, p. 233-Q35. 3) Loterij . 250 MBMoaltx vAx RIDDSR THEOD. RODENBURG. opbouwing van 't voornoemde schûol, hetwelck met goede ordre geschiedende , van één duysent rjckxdaelders capital dryj ja vier duysent zal inbrengen , volgende de ordenantie van Antwerpen , Amsterdam en ander plaetsen , die ick hun zal beschryven. (Ihre kon. maytt. haben das mittell, nemblich die lottery, zu dero gnedigsten bedencken auszgesetzet.) 10. Keurmeester ?00r d6 zd6r. U ko. mai. ghelieve ghenadeljck te consideren dat de occasie , dat de roem en aftreck is , van de goede ordenantie , spruytende ten aensien die daerin gehouden werdt , als te weeten dat als de zeep gesoden is , en mach die niet verkoft werden , voordat die van de gesworen keurm eester wert gevisiteert en gheoordelt goet te W eSon j brandt het en die goed bevindende , werdt daerop WaOPOM gevan de stat van Amsterdam. Zo u ko. m at. geliefden o0c zo een keurm eester te ordonneren ,zo zullen u ko. mats. onderdaenen versekert wesen , dat H ans Roper goede zeep En also hier niemant in Koppenhaguen is , die beter van de zeep kan oordelen als Oarel Thysen 1) , ten zal zieden. van Amsterdam zeep in zo grooten alleen is 1) Carel Thijssen die zijn zaak uit Nederland naar Kopenhagen had overgebracht. Zie over hem de plaats uit het Rapport van Vosbergen (aangehaald bij Worp , Oud-Holland XIII p. Q1l noot 4) , waar hij de tusschenkomst van den gezant komt inroepen om voor zich en zjne gezellen de hem beloofde vrije uitoefening van de Calvinistische religie in Kopenhagen te verkrijgen. llij heet daar ,,carel Tijssen , den meister van de caffa- ende saeiwerckers, 30 familiën sterck sijnde'-; uit die plaats bljkt ook, dat Dr. Jonas Charisius - die in het begin van 1618 in 0ns laud was - met hem had onderhandeld was 'een fabrikant van saai j kala en ûuweel , MEM0Rl2N YAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 251 aensien dat de zyden daerm ede en also hy nu door belasting de gewossen des heers werdenj Oanseliers zeep van Hans Roper geproeft heeft, en die bevindt uytnemende goedt , zal u k0. mat. gelieven te ghebieden , tot nutbaerheyt der onderdanen , dat Hans Roper geen zeep zal mogen verkopen a1s waer het wapen van Koppenhaguen op gebrandt is, nadat Carel Tysen de proeve gedaen heeft, waerdoor de zeep in ander landen oock in roem zal komen. (Der lode punct ist v0n höchstgeëhrter K0n maytt. gnedigst eingewilliget worden , alse das Carl Thieszen der keurmeister sein und mit der stadt Copenhagen wapen , wan die seife gut befunden , dieselbe mercken soll.) 1 1 . Prljs w@> de zeep. Den voornoemden Hans Roper is geordonneert zjn zeep niet hoger te verkopen als t0t vier schelling over zijne vestiging te Kopenhagen. In de afdeeling Eolland a: van het R. A. te Kopenhagen vond ik een contract , Q4 Juni st. vet. 1618 te Amsterdam gesloten tusschen dell bekenden groothandelaar Lambert van Tweenhuysen en den kamerdienaar Christophorussen, beiden optredende in naam van Maurits , Landgraaf van Hessen j eenerzijds , en Karel Thijssen van den Boem , ,,Calht- undt geblûmeten Sammetmacher'' , anderzijds , waarbij de laatste aanneemt zijll bedrijf naar Kassel te verplaatsen. lk neem aan dat dit dezelfde persoon is als de bovenbedoelde Carel Thijssen. Hij heeft dan eerst onderhandeld over het verplaatsen van zijne zaak naar Denemarken, vervolgens zich bij contract verbonden naar Kassel tegaan, maar ten slotte dat contract weer hagen verbroken el1 is toch naar Kopengetrokken. - Uit bovenaangehaalde plaats uit het rapport van Vosbergen blijkt o0k , dat Rodenburg de Calvinistische gezellen van Thijssell j,colltramineerde j ellde geerne eenige Roterdamsche werckluyden il1 plaetse van dese soude invoeren , die hy soude gesegt hebben de Lutersche religie toegedaen te sijn.'' Carel 252 MExoalzx vA> RIDDXR THE0o. RODXXBVRG. het pondt , hetwelck hem niet mogeljck is te doen sonder schade , aengesien de 0ly zo zeer is geresen j daer ick zeer goede nodich zjnde , en aengesien dat de kramers die verreden van zal kunnen geven, kopen tot zes schellingen het pondt , is vjftich ten hondertwinst , gelieve u k0. mat. genadeljck te vergunnen tot vjf schellingen het pont j blyven j en de kramers noch twintich ten hondert winnen , geljc zy op de hollandse zeep gewonnen hebben, ten eynde dat de zeepery mach in trayn blyven. Roper zjn zeep mach verkopen so mach hy behouden dat Hans (Der elfte punct ist auch gnedigst eingewilliget, alse das Hans Roper gnedigst vergonnet v0r ein pfundt seife 5 schelling zu nehmben.) Uitbreiding van het pcfrppï sppr de zeep.. En aengesien dat de zeep van H ollandt met voordacht nu gesonden werdt op Malmuyen , H elsenburg en Landskroon , en van daer door sinisterljcke middelen en zeep aengesien dat ick besich ben dese olymeulens op te stellen , en zo der geen aftreck van zeep is, alle die groote kosten verlooren zullen wesen , is 't ootmoedeljc versoeck ander plaetsen , van Hans Roper belet werdt , en weder OP Koppenhaven 1Elseneur , Keuck 1) waerdonr de vertiering van de dat u k0. mat. gelieve genadeljc te vergunnen dat de voornoemde drie steden, als Elsenburg , Malmuyen en Landskronn, in 't octroy van Hans Roper mogen getrocken zjn en dat de stapel van de seep hier tot Koppenhaguen gestabilieert werdt. (Belangendt den 12en punct s0l1 burgermeistern und rhat der stëdte Copenhagen , Helszingnoer, 1) Köge. MEMOHIZN YAN RIDDRR THEOD. RODENBURG. 253 Koke , Arhausen und Ahlborg fohlen werden nicht zu gestaten das hollendische seife H elszingburg, Landtscron und M almö betrift, das die in Hans Ropers privilegium mugen mit eingezogen werden , haben ihre kon. maytt gnedigst so lang auszgesetzet , bisz man wirdt erfahren konnen Ob H ans Roper solche stâdte auch der gebuhr nach versorgen könne.) muge und verkauFt werden. Soviell die eingefuhret stâdte ernstlich ahnbe- W atermolen. Aengaende de watermeulen 1) , daer heb ick op ïeschreven om te weten , hoe hoog dat de voornoemde m eulen het water brenght en verstae dat het zes voeten rjst . de meulen gaende zonder windt , paerden oft menschenhulp : en m aelt meer water a1s twee windtmolens; versoeken daerover octroy voor twintich jaeren , en sullen hier de voornoemde meulen opstellen nodich bevinden , zo u kon. mat. genadeljck gelieft het octroy te passeren. lck zal de luyden van H ollandt hier terstont laten komen , om u ko. mat. te dienen. oft soveel m eulens als uw ko. mat. zal (Die waszermuhle belangend , behnden ihre kon. maytt. das die höhe nicht suëcient, dannenhero abgeschlagen 2).) 14. Hopplanting. Aenghesien dat u ko. mat. ghenadeljck heeft ge- 1) Vgl. hiervôôr, p. Q3Q e)1 Q33. Q) In llo. 4 leest men: ,,octroy u; 10 jhar-'' De Koning is dus bij zijn i)1 den tekst genoemde eindbeslissing afgeweken van het advies van den Kanselier. 254 MEMORIAN vAN RIDbER THEOD. RODENBURG. lieven te vergunnen de propositie van de landen voor de hoppeplanting 1) , is mjn ootmoedich versoeck, hetzelfde nu mach gheschieden om de preperativen te maken tot de plantage , wetende waer de landen ïelegen zijn. (W egen des ordts zur hopffenpiantzung ist dieser bescheidt j das der platz soll auszgewiesen werden.) 15. H uis te Jzdfrv.p. Onderdanichljck za1 ick u ko. mat. vertonen t dat ick , na de inspectie die ick ghenomen hebbe, gheen bequaemer plaets viàde voor de hoppeplanting a1s omtrent Ipsdorp 2), ten aensien dat men daer boscage heeft om luwte te vinden door 't gheboomt, die de hoppe vereyscht, daerbeneven de goede bequaemheyt van messe 3) , die daer bekomen kan werden. Ten anderen heb ick oock besichticht het huys , dat u ko. m at. daer heeft laten bouwen tot recreatie van u ko. mats.koninginne , hooglo:jcker memorie , hetwelck , mits het onbewoont is , in desordre comt. En also ick in K oppenhaguen gheen bequaemheyt van huysinghe kan vinden , om de schilderyen , die ick met my gebrocht hebbe , te accommoderen , also der uytmuntende groote stucken onder zjn en diverse curieuseteyten , die ick onderdanichljck aen u ko. m at. gaeren zoude vertonen , en ten aensien van de groote quanteyteyt , is mjn ootmoedich en onderdanich versoeck , dat ick van u ko. mat. genadeljck zoude moghen verwerven om op het voornoemde 1) Hiervôôr, p. Q2' 0. Q) Ipstrup. 3) Mest. MEMORIZN vAN RIDDER THEOD. RODENBURG. 255 huys t0t Ipsdorp residentie te nemen met mjn toekomende huysvrou 1) en familie , om het huys , ten dienste van u ko. mat. sorgfaldich en curieuseljck te onderhouden , a1s u k0. mat. onderdanige dienaer 2). En gheljc ick wel considerere dat in zo princeljcken gebou veel ghemacken zjn die u k0. mat. niet gepccupeert begeert te hebben , zal daer zeer puntuel in gevolgt werden u ko. mats. genadeljc ghebieden , en in de geringste ghemacken zal ick my contenteren , en met sodanige conditie als u ko. mat. ghenadeljck za1 gelieven te gebieden ; en 0ft u ko. mat. mocht raedzaem vinden Omtrent het voornoemde huys de hoppeplanting te ordonneren , zo waer 't bequamer voor my om daer te resideren ; hetwelck ick onderdanichljck remitteel' aen 11 k0. mats. genadige deliberatie. gW egen der hopFenp:antzung und residenlz bey und u; Ipstrup haben ihre kon. maytt. eine abschlegliche andwort gnedigst gegeben.) lcalk. 1ck heb van H ollandt doen zenden hondert lasten kalck , die overmits de vrost noch niet zjn hier gekomen , en also ick mjn muurwerckers en ander arbeyders gaeren werckende zoude houden , is mjn ootmoedich versoek , dat u k0. mat. my genadeljck 1) Hij stond op het punt te trouwen : vgl. hlervôôr, p. 198, noot Q. Q) Il1 de kladaallteekeningen van no. 6 leest men nog : jyvoor 't huys t0t Ipshdurp presenteer ick Q00 rijckxdaelders , jaerlijckx te betalen , ofte meer . na zijn kon. mat. genadelijc zal gelieven te gebieden. Zo ic dat huys lliet kall bekomen , dat zijn kon. mat. gelieve brieven van voorschryvinge aen Otto Bra te verlenen om my zijll huys te willen verhuren-'' 256 MEMORIXN VAN RIDDER THXOD. RODENBURG. gheliefden vjf ofte zes lasten kalck te laten hebben , en zal die wederom leveren , mjn kalck ghekomen zjnde. (Den kalck belangend , wehre ahn jetzo deszen kein vorraht. l)j Grond spor een Acfïd. Z0 u het erf de geen te bebouwen j gelegen after de renterie , naest suykerbackery van ChristoFer van der Heyden , waer altans mjn steen leydt, men zal der een huys op bouwen na de tekening , nevens desen gaende S) , tot cieraet deser stede , zo u ko. mat. dat ghenadeljclt gelieft te vergunnen. ko. mat. besondere occasie heeft om (W egen auibawung des hauses hinter der zuckerbackerey haben ihre kon. maytt. zum gnedigsten bescheide ertheilet , das dem . . . . 3) auT Amacker zu bawen vergonnet sein s01le.) 18. Uitbreiding sJAl het pcfrppf 'voor de steenbakkern. U ko. mat. gelieve genadeljck te vergunnen, dat het octroy van de steenbacltery 1) een weynich meer geëxtendeert mach werden , want my niet mogheljck vjftich personen van Hollandt hierwaerts te doen 1) ln margine van dit punt in no. 4 staat : ,,Wehre woll zu consentirenn''. Ook hierin was de eindbeslissing van den Koning dus minder gunstig voor Rodenburg dan het advies van den Kanselier. Q) 00k deze teekening ontbreekt. Over de bestemming van dit gebouw - het derde reeds , waarvan in deze memorie gewaagd wordt - is mij al evenmin iets bekend. 3) Dit woord is niet te lezen. Vermoedelijk staat er : Rodenburg. 4) Vgl. hiervôôr, p. QQ3. MEMORIZN YAN XIDDER THEOD. RODENBURG. 257 transporteren , te gheven 1). Bidde dat zulckx m ach breke blyve maniere in 't werck te stellen , waertoe de preparativen in Hollandt gemaeckt werden. yets meer contentements daerover zeer ootmoedeljck geschieden , opdat ick niet in geom de steenbackerye na de hollandse zonder hun U ko. mats. onderdanigste dienaer, Theodorus Rodenburg. (Den platz zur steinbackerey betrefendt derselbe andern ohne schaden , die grunde frey , die behausungen erblich , der torF aber oder das mohr 1soll eingereumet werden , jedoch einem nicht frey.j (De bundel , waarin dehiervplr afgedrukte stukken zjn verzameld, berustte vroeger Bibliotheek te Kopenhagen, met het Saml. Jpl. 837 : tegenwoordig in het Ri.jks-archief te Kopenhagen , onder het opschrift : Indkomne Breve til danske Kancelli 13& 1621.) in de Koninkljke signum : Thottske . lk ()p lallgd , wordt in no. 4 aldus geformuleerd : NB. Steino/en , allerhande steine, pannen, astrach , figursteine etc. , so bisz dato ausz anderll landen gebracht. De extensie van het octrooi , die door Rodenburg wordt ver- 1. So viel alsz ihnen gut Q. Aulr plalz da es ihnen gelieben wirdt. 3. Die grullde frey und fraflc. 4. Die behallszung , so sie bawell laszell werden, duncken wirdt. 5. So viel mohr oder torfl zu grabell ewig Ilnd erlllich. alsz sie werden vol) noten haben , ohne abgifh. 6. UIT zeit von 10 jhar solche ofl'en ohne ihrell wiszen nicht muge gebawet werdell. Dagegen solche steille etc. 10 pro 100 beszerkaul, den underthanen 5 pro l00 beszerkau/, alsz man sie in Ilollandt bekommen kan. W all befundell das sie das königreich mit solchen steinen etc. kollnen versehen , alszdan verbotten , das keine steine, pannen etc. mugen eingefuhret werden , sub poena collflscationis-'' Bjdr. en Meded. XXIII. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND , MEDEGEDEELD DOOR DR. R. BROERSMA EN MR. R. FRUIN 1). ZIERIKSEE. van correspondentie, tusschen de regenten van Zieriksee gesloten , geeft De W itte vàn Citters tal van bjzonderheden , die door het achterstaande stuk , afkomstig uit het kabinet Slagregen , in eenig opzicht worden aangevuld. De W itte van Oitters verhaalt , hoe de bestaande contracten k 1672 werden vernietigd , en hoe in 1684 de twisten tusschen de regeeringsleden over het vergeven der ambten weder z0o hoog waren gerezen , dat zelfs Zjne Hoogheid tusschen beiden moest komen. A1s Omtrent de contracten 1) Door den heer Broersma werd bij het bestuur van het Historisch genootschap ingezonden de Goesche akte van correspolldentie d.d. 17QQ met eene inleiding. Daar de heer Broersma te Semarang woont, werd mij verzccht toezicht op den druk van die publicatie te willen houden. Dit gaf mij aanleiding om , 11a verkregen machtiging van het bestuur, aan de bijdrage van den heer Broersma nog het een en ander toe te vpegen , wat in het Zeeuwsche archiefdepôt berust en betrekking heeft op contracten van correspondentie in de andere Zeeuwsche steden. Middelburg alleen ontbreekt thans in de serie , doch niet uit gebrek aall stûf : integendeel , het materiaal is zoo omvangrijk , dat ik de publicatie daarvan tot eene andere gelegellheid moet llitstellen. R. F. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELXND. 259 hoofden der beide fractiën worden door de zaar gepubliceerde stukken aangewezen de raadsheer 1) Anthony Htofer) en de pensionaris Nicolaes C(au). In 1685 kwam tusschen beide partjen een nieuw contract tpt stand : waarbj o.a. bepaald werd , 2at in geval er een nieuw geschil ontstond) de beslechting er van z0u staan bj Zjne Hoogheid en zjn representant in Zeeland : den heer van Odjk. De wordingsgeschiedenis van dat contract wordt nu door het hierachter staande stuk eenigermate opgehelderd. Er bljkt uit : dat de hoofden der beide partjen zich in October 1684 door tusschenspreken van den heer van Odjk invloed OP gehad. Zj heeft plaats gebad die vernieuwing en 1at de prins grooten der correspondentie heeft op zjne ernstige begeerte en recommandatie , en alvorens het verdrag van verzoening te teekenen , zjn de beide heeren Hofer en Oau naar Soestdjk gereisd , en hebben er de goedkeuring van Zjne Hoogheid op gevraagd en verkregen. Minder zeker waren de beide leiders van hebben verzoend de approbatie hunner respectieve partjgenooten. Yandaar de eigenaardige bepaling , dat naast deze overeenkomst pyets afgonderljcx'' zal worden opgesteld , om aan de wederzjdsche vrienden te vertoonen. R . F. Overeenkomst fzf.sdc/l6zl de magistraat8leden Sp///r en Ocv #.#. 1684. Alsoo tot ordre #an saem er is onderhoudinge van goede politye ende regeringe niet nootsaeckeljcker en heyla1s eendracht ende ondqrlinge goede correspondentie van de regenten met den anderen , a1s waerdoor de ruste ende vrede binnen de steden 1) D. w. z, 1id van het college van Gecommitteerde raden. 47* 260 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN vAN ZEELAND. best wert behouden , ende schadeljcker en is als de onder deselve , s0o ist , dat wy oock sterck maeckende voor dat ter contrarie niet quctuerende dissentiën ondergeschreven - ons diegene , die m et ons in vrientschap sjn - niet anders beoogende a1s de herstellinge van de voornoemde ruste ende eenicheyt binnen onse stadt ende de voorgaende goede tjt herwaerts door opgeresene misverstanden sjn geturbeert geworden , ende omme daerinne te voldoen de goede intentie van Sjn Hoocheyt den heere prince van Orange , die deselve geerne door een minneljck accommodement sage wechgenomen , omme daerdoor des te sooveel in ons is, te connen bequaemer te sjndesselfsinteressen, uytwercken , elcanderen op appuyeren ende helpen nieuws verbinden ende obligeren mits desen t0t een altjtduyrende en onverbrekeljcke correspondentie, uyt crachte van dewelcke wy niets el1 sullen ondernemen ofte doen in saecken, de regeringe van de stadt, s0o binnen als buytten j ende tgene daeraen dependeert , mitsgaders de interessen van hoochgemelte Sjn Hoocheyt concernerende , sonder alvorens naer voorgaende communicatie en concert met den anderen deselve saecken vernieuwinge van onse intelligentie , die tsedert eenigen rypeljck te hebben overlecbt en gesamentljck vastgestelt , wat in deselve ten meesten dienste van de stadt, Sjn Hoocheyt ende de onderlinge correspondentie behoorde te worden gedaen, sonder afsonderljck, buytten kennisse ofte in prejuditie de eene van de andere, yets te entrepreneren ofte döor onse vrienden te doen W esen. entrepreneren, wat het oock soude 'm ogen Ende naerdemael niets en is , waerdoor een goede correspondentie ende eendracht meer can werden verswackt ende geturbeerù , a1s door de verscheyden interessen int regarde van de collatie van de openvallende ende te vergeven ampten , ende dat OORRESPONDEXTIZN IN STEDEN VAX ZEELAXD . 26 1 derhalven daer wel meestjegens dient te werden contractanten voorsien ) soo beloven Wy den anderen niet alleen getrouweljck te sullen mainteneren die uoch familiën ? kinderen ende vrienden te sullen voorstaen by alnpten , bedienen ofte sullen wy jegenwoordich comen te bedienen , maer oock elcanders die ende alleshelpen toebrengen , wat in 0ns vermogen is , de kinderen niet alleen te helpen promoveren by het leven van hare ouders , maer oock naer derselver doodt, ende in alle open te vallen ampten te procederen met onderlingh concert, ende die in alle redeljckheyt en billjckheyt te verdeelen , sooals onder oprechte vrienzen en onverbrekeljcke correspondenten betaemt. Ende naedemael dese reconciliatie en vernieuwinge van correspondentie geschiet op de ernstige begeerte en recommanzatie Hoocheyt, soo obligeren wy ons respective in alle saecken soo buytten als binnen de stadt , daeraen Sjn Hoocheyt yets soude mogen gelegen sjn , desselfs intentie met onse vrienden getrouweljck te sullen opvolgen j ende dienaengaende te sullen gaen met communicatie ende conèert van Sjn Excellentie den van hoochgemelte Sju heere van Odjck. Ende ofl' het buytten vermoeden mochte gebeuren , dat teeniger tjt over de collatie van ampten ofte anders tusschen ons dispuyt ofte verschilquame te ontstaen , wy ons deswegen aen het hoochwjs oordeel ende decisie van hoochgedachte Sjn Hoocheyt , onder belofte van te sullen naercomen tgene Sjn Hoocheyt trent sa1 comen goet te vinden , ende met die saecken, daeromso0 submitteren daerover sullen schreven op den eedt, by ons in den aenvangh van onse bedieninge gedaen , versoeckende gediensteljck , tot meerder bevestinge deses ) Sjn Hoocheyt Ofte in dispuyt soude mogen sjn , onderwylen te supersederen. Belovende alle tgene vooris te sullen naercomen ende onderhouden 262 CORRESPOXDANTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND, absentie van Sjn Hoocheyt Sjn Excellentie den heere van Odjck dit contract te willen aggreëren , ende voor sooveel des noots dese correspondentie tusschen 0ns te guaranderen. Ende sullen ten dien eynde hiervan gemaeckt werden dry geljckluydende instrumenten j waervan een by 0ns geteyckent aen hoochgemelte Sjn Hoocheyt sal werden overhantreyckt, ende de andere twee onder ons yeder een blyven berusten onder de hoochste secretesse onder den eedt als voren. Dan alsoo wy niet sullen connen ontgaen aen onse vrienden ten wedersyden eenige openinge te geven j s00 hebben wy dienstich geacht daertoe yets afsonderljcx van desen op te stellen ende te teyckenen , tgene nochtans desen in geenen deele sal derogeren ofte annulleren. Toirconden desen geteyckent op onse wedercomste van Soestdjck , naerdat Sjn Hoocheyt het bovenstaende hadde geaggreëert, op den 22 October 1684 in 's-Gravenhage ten huyse van Sjn Excellentie den heere van Odjck. (get.) W . de Nassau. A. Hofer. Nicolaes Cau. REIMXRSwAAL. vergeven van geesteljke benefciën bj tourbeurten reeds in de middeleeuwen bj de Utrechtsche kapittelen in zwang was , is door mr. Muller 1) indertjd aangetoond , maar, z0o ik mj niet bedrieg , dan was het nog onbekend , dat o0k reeds de stadsbesturen der middeleeuwen op die wjze over de beneEciên , die zj te vergeven hadden , beschikten. De hierachter staande stukken toonen intusschen aan, Dat het 1) Collatierecht en ambtsbejag (Schetsen uit de middeleeuwen , blz. Q6 v1g.). CORRESPOSDEXTIZN IX STEDEX YAN ZEELAND. 263 dat in 1506 te Reimerswaal dechooroëciantschappen der kerk , die ter collatie van den magistraat stonden , in dierYoege VergoYen , dat de Presentatie d00r een der Sohepenen geschiedde en wel door dengene , in wiens maand het betrefende chooroëwerden ciantschap open viel. Yerwonderen kan het niet , dat de cnntracten van correspondentie en tourbeurten bljken te wortelen in de middeleeuwen , want juist dat wat alleen de de vergeving van ambten bj tjdvak kenmerkt zich door datgene , contracten van correspondentie en wat er mede samenhangt verklaart , nl. het niet onderscheiden tusschen publiek en privaat recht. Ter toelichting zj hier alleen nog opgemerkt , dat de verheëng der parochiekerk van Reimerswaal t0t eene kapittelkerk , waartoe vrouw Jacob in 1431 hare tnestemming had gegeven (Van Mieris. IV blz. 992) , nooit volledig t0t stand kwam. Althans later wordt altjd gesproken van den pastoor en de chooroëcianten , niet van den deken en de kanunniken. Deze chooroëcianten schjnen dezelfde positie tehebben gehad als elders (b. v. te Moutfoort) de gemeene vicarissen. het De prebenden stonden ter presentatie van stadsbestuur, daar de stad bljkens den boven brief van Jacoba geciteerden van Beieren de voor gelden de instelling had bjeengebracht ; zj werden, geljk gezegd , vergeven door den schepen van Reimerswaal , in wiens maand zj openvielen. ln 1497 werden de verdonkerde jaargetjden geamalgalueerd die werden en werden daaruit 22 Vergevon portiën gevormd, aan even zooveel habituaten of habituanten 1) , die tegenwoordig moesten zjn bj de twee wekeljksche jaargetjden , die geacht werden 1) 1)e iuiste tlaam is habituaten , tl. w. z. degellell , die het geestelijk kleed dragen ; ook de naam porcionistell komt voor. 261 coaaEspoxoExTltx lN STBDEN VAN ZEELAND. de verdonkerde jaargetjden te vervangen. De habituaten werden voorgedragen door het gerecht en benoemd daor den pastoor. Of 00k hunne voordracht beurtelings door de schepenen z0u plaats hebben , leeren de stukken niet. Maar wel zegt de oorkonde , waarbj de pastoor en het gerecht de 22 habituaatschappen instellen: oltem z0e wie t0t desen habiten gecoren ende gepresenteert wert , sullen wesen die naeste van der voirscreven chorioëciantscepe , in vougen dat die van den gerichte noch dieghene , in wiens weke tchorioë ciantscip vallen zal mogen , dat nyemant geven habituaten.'' Den 23en 0n mzch d&n 00B V&n d0n V00rS0r0Y0n September 1497 keurde bisschop Frederik van Baden deze inrichting goed. Het stuk , waaraan het bovenstaande is ontleend j komt , evenals de drie hierachter afgedrukte stukken , voor in het deel, dat in den inventaris van Reimerswaal onder nO. 2 beschreven is. R. F. Aanteekeningen ppdr het vergeven van cippg-- ofFciantschappen. Jan Adriaens sone van der Scele , scepene alsnu ter tjt in Reymerswale , dne condt : dat wy ghepresenteert hebben ende noch mits desen presenteren mynen heere den pastoer van Reymerswale 0ft zynen stedehouder heeren Clays Cornelisz., priester, habituant in der kercken aldaer, tot den choeroëciantscepe , wylen Antonisz. Brant , a1s ghevallen in myne maent ende tot mjnder presentaciën , denwelken pastoer ic midts desen versoucke te willen institueren , hem ghevende plaetse int capittele endo vacerende gevallen ende by der doot van heer Cornelis CORRESPOXDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAXD. 265 stal int choer, ende vruchten ende hem te doene gauderen van de em olumenten , den choeroëciantscip toebehoerende , mit sulke solempniteyten als dairtoe behoert. Gegeven onder mynen zegele ende der stadt clercx hanteyken opten X ven in Februario anno XVc enle viere naer tscriven tshoofs van Uutrecht. Aldus onderteykent : H. d. Molen. In de ghescille , uuytstaende voer die wet van Reymerswale tusschen Jan Bollaertsz. tei' eenre ende Jan Adriaens sone ter ander zyden j medeghesellen als scepenen der voerscreven wet van R eymerswale , roerende in wyens maent heer Oornelis Anthonisz. Brant saliger memoriën , choeroë ciant der kercken van gestorven was , ende ghehoirt tbelyen van partyen ende kennissen ghenouch onder scepenen , soe is bevonden , dattett) de weke van den derden Reym erswale , scepen ghewogen alle tghene , dat ter dese materiën dienende was , soe es tot maninghe van den scoute by burchmeesters ende zijn soude. scepenen ghewesen , verclaert ende gheseyt voir recht , dat J'an Adriaensz. es die derde scepen, ende dat hy tgheene dat in de maent van Januario vyel , heeft moegen ende mach presenaldair teren ende Ende besocht ende overnyemant anders , ghem erct dat Jan Bollaertsz. altjt int voerengaende ter oferande ende anders , in zeegelinge van brieven ende in oepynyen te ghevene, a1s outs voeren ghereputeert ende ghehouden is gheweest. Actum den vjfsten dach in Merte anno XVc ende viere by Adriaen Adriaensz. Yoexen , Antonis W illem Bouwensz. , burchmeesters ende scepenen ; Jannes Pietersz. , Cornelis Pieter Coelez-, Pieter Goenterss. , Jacop J. ansz. Ylasman , Joes Jansz. ende Anthonis Jansz. , scepenen der voirscreven stede. Des toerconde den zegel der voirscreven stede hieronzer anghehanghen upten Ylle') 266 CORRESPONDENTIAN IN STEDEN YAN ZFELAXD. in Merte anno voernoemt. My present a1s secretaris. Aldus onderteykent : J0. Petri. Heer oillis Jansz-, priester, was gegeven dat choorlolëciantscip , gevaceert by der doot van heer Cornelis Colle , ende dat by Antonis W illem Bouwens a1s de vjfste scepen in Merte anno XVc ende viere. 111. GoEs 1). Terwjl van Citters het gewest Zeeland den heer De W itte bjzonder goede vondsten heeft geleverd voor zjn werk over de contracten van correspondentie , is het opmerkeljk , dat in dat werk een contract van Goes ontbreekt. Toch is er in het gemeentearchief een aanwezig 2). Dat contract , paccoort van vrienlschap'', dagteekent van 15 Juli 1722 en valt dus in het bloeitjdperk der bekende overeenkomsten. K ort te voren , in 1720, was door de vroedschap besloten , dat voortaan paltjd blyvende raaden'' 1) Het door den heer Broersnaa overgeschreven het correctie werd toegezonden. Dat laatste exemplaar is beter, want terwijl aan dat van den heer Broersma enkele haudteekeningen ontbraken , komell zij onder dit exemplaar allen voor. Ik lleb dus door den archivaris exemplaar, dat mij van Goes voor de het laatste ezemplaar aan de uitgave ten grondslag gelegd. aanteekenen van varianten uit het eerste exemplaarj waarvan alleen Het de spelling verschilt , scheen mj overbodig. R. F. Q) Tijdens mijn verblijf te Goes heb ik in het archief aldaar, voor zoover de zeer gebrekkige inrichting het toeliet , nagezien j of er wellicht stukken waren , waarvan het belang mij dadelijk duideltk was. Bij gebrek aan een belloorlijk ingerichten vond ik begrijpelijker wijs niet veel; misschiell is er 0ok niet veel. Slechts de hier uitgegeven correspondentie kon ik de copie aanstonds waard achten. Bûvendien meen ik mij te herinneren eenige contract was niet catalogus stukken van Van de Spiegel , die, zooals bekend is , secretaris der stad is ge- est , el) een bl'ief vall prins W illem I1I vall 1684 over de wervilîg der zestienduizend man geziell te hebben. CORRESPONDENTIZN IX STEDEN YAN ZEELAND. 267 zouden worden aangesteld. De Staten van Zeeland verleenden daartoe octrooi , zoodat in het vervolg een en twintig raadsleden door burgemeesters en schepenen zouden worden aangesteld en beëedigd 1). Het Goesche accoord nu werd gesloten door veertien personen , leden der vroedschap ; zeven leden behoorden dus niet tot de Yriendschap. Yan een bepaalden naam der vereeniging, zooals te Gorkum S) 1en Negenden'', vinden wj n niets. De Goesche Vriendschap had peen president'', die , zo0 dikwjls het noodig was , de rheeren'' moest bjeenroepen. Het geheel was verdeeld in twee ,esquadrons of benden'' elk van zeven personen. Daar: zooals boven bleek , niet alle vroedschapsleden t0t de Vriendschap behoorden1wenschten de contractanten te streven naar uitbreiding van hun ledental1 totdat eens alle raadsleden tot hun club zouden behooren. W anneer van niet-leden in de vroedschap 10) , ltonden die bj 1tourbeurten''. dan ook leden der Vriendschap , doch onder dezen waarborg, dat zj het accoord van 1722 onderteekenden en zich verbonden zjne bepalingen in alle plaatsen openvielen (zie het accoord artikel door de twee benden worden bezet De nieuwe raadsleden werden opzichten na te Dat men zulke komen. openvallende plaatsen deed innemen door familieleden , de meest te vertrouwen personen, Om de oligarchie te versterken , spreekt van zelf. Z00 deed te Gorltum het gezelschap pden Negenden'', en zoo deed de Yriendschap te Goes 00k. In 1723 toch werden A. Sommerzee en E. Eversdjk als leden opgenomen, die het accoord mede hadden beiden bloedverwanten van P0rS0nQn , gesloten, 1) Tegenwoordige Staat van Zeeland. 11 blz. 58. Q) Jorissen : Memoriëll vall Bleyswijk t àverkell llist. Ge)1. N. S. N0. 15) 1887. 268 CORRISSPI?NDAINTII!N Ix ST>ZDSN vAN ZEELAXD. De ambten , acte gold voor alle openvallende zoowel stedeljke a1s provinciale j die ter begeving stonden van burgemeesters en raad of waarvoor zj de voordracht hadden. W elnu die ambten moesten worden vervuld door lieden , aan- Goesche gesteld met meerderheid van stemmen in de Yriendschap. vallen z0u de keuze dikwjls moeten op niet-leden der Vriendschap. Echter werd deze gewichtige bepaling getroFen (artikel 2) , dat e1k vacant buiten- of binnenambt van eenig belang , of waaaraan emolumenten verbonden Natuurljk Waron ) door een lid der Yriendschap moest worden bezet , zoodra zulks door hem begeerd werd. De buitenambten konden in het algemeen niet worden vereenigd m et eenig ander ambt, zoodat hj, die zoodanig ambt kreeg , van zjn andere ambten moest afzien. Zelfs zjn plaats in de vroedschap moest hj verlaten , tenzj de saeerderheid derVriendschap het anders wilde. Er waren drie burgemeestersplaatsen. Elke bende kon er dus één bezetten , terwjl de derde sby tourbeurten'' door een der twee benden werd vervuld. De uitvoerigste voorzieningen in de acte golden het djkgraafschap van de Breede watering. W anneer daarmede begunstigd werd iem and , die reeds een der vjftien genoemde rentmeesterposten had , en hj zulk een post wilde behouden , dan moest hj jaarljks een pstedeljke recognitie'' betalen aan een daartoe door de Vriendschap aan te wjzen persoon. Ziet hier de voornaamste punten van het accoord. Bjzonder uitvoerig is deze correspondentie niet ; in dat opzicht mag zj niet worden vergeleken met de Utrechtsche 1) , waarbj veel meer te regelen was en waarin o0k gevonden wordt een onderverdeeling der ambten in de twee klassen der correspondeerende 1) Krûnijk Hist Gen. 3le jaargang , 1875. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 269 heeren , een sub-correspondentie of , zooals het genoemd is , een correspondentie in de tweede m acht. Een bjzonderheid der Goesche acte is , naar het mj voorkomt , dat daarbj niet die groote geheimhouding gevonden wordt , die men elders placht in acht te nemen. Gewoonljk toch werden. slechts twee exelnplaren ? rinstrumenten'' der acte opgemaakt ; te Goes echter werden al dadeljk veertien stuks opgesteld , zj het dan o0k onder bepaling , dat bj overljden van een 1id der 7riendschap diens afschrift voor de oogen der andere leden moest worden vernietigd. Ren enkele opmerking naar aanleiding der in het contract genoemde rentambten. Vroeger waren die ambten vergeven op nominatie der stad. Sedert het reglem ent van 1708 , het zoogenaamde rlnstrumentum pacis'' 1werden deze en vele andere ambten in Zeeland vergeven aan de personen, door de m agistraten genoemd. werd niet afgeweken, zoodat feiteljk de magistraten zelf de aanstelling hadden l). Schoon meestal alleen het verkeerde der corresdoor de Staten Van die nominaties pondentiën en conventiën is toch ook gewezen op deze staat waren geschillen over te voorkomen. Z0o was het aangetoond, heeft men goede zjde, dat zj in de vergeving van ambten ook met de Vriendschap der De begeving der rentambten werd in 1722 geheel geregeld en tot hoeveel onaangenaamheden had zj aanleiding gegeven ! ln 1656 nloesten twee rentm eesters worden ge- Goesche aristocraten. kozen. Men leze bj W agenaar 2) , t0t welk een botsing het kwam. Diezelfde ambten wekten in 1692 opnieuw geschil , heviger dan vroeger. H et liep zoo hoog , dat de stadhouder zich er m ede be- 1) Tegenwoordige Staat vall Zeeland l blz. 68. P) Dl. XIl blz. 400 vlg. 2t0 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELANb. moeide; de stad stond een kort beleg van 's prinsen troepen door, werd echter spoedig genomen en zag enkelen van haar aanzienljkste burgers uit de regeering gezet niet alleen , maar weldra in hechtenis genomen en veroordeeld l). Men vindt de namen Van twee der veroordeelden onder de leden der Goesche Yriendschap terug : Adolf W esterwjk en Mattheus Eversdjk. In 1702 toch waren de vonnissen van den stadhouder door de Staten van Zeeland vernietigd , en sedert konden de in 1692 afgezette regenten weer in de regeering komen S). Bljkens eenige verklaringen , allen van geljksoortigen inhoud , die achter het contract zjn geschreven , kwam er in de eerswolgende jaren reeds verandering in het personeel Vriendschap. Bedoelde verklaringen vinden hun grond in artikel 10 der acte en houden eenvoudig de belofte van het pas aangenomen lid inj dat hj het accoord in alles zal nakomen. Zoo werd Gerard Ysebree , toen hj secretaris geworden was van de rekenkamer van Zeeland , verder vangen in den raad door Dr. Andreas Zommersee, 1723. Kortdaarop werd in plaats van wjlen Mattheus van Oostee tot raad gekozen Mr. Cornelis Eversdjk. N0g in hetzelfde jaar deed zich het geval voor, dat twee raadsplaatsen , nog niet door leden der Vriendschap bezet, moesten worden vervuld. Mr.lakob Leydekker nameljk stierf , in wiens plaats nu , volgens art. 10 van het accoord , de bende van burgemeester Adriaan Eversdjk , Petrus de Mejer koos ; de andere plaats, open gekomen door het overljden van burgemeester Mr. Johan Westerwjk , werd door de andere bende bezet m et Zywert dus 00k het in art. 9 voorziene geval aanwezig , dat van der Bilt. Hier was 1) W agellaar XVI blz. Q03 vlg. Q) Wagenaar X#II blz. 150. CORZESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 22 1 de derde burgemeestersplaats vacant ltwam en door de bende van Adolf W esterwjk moest vervuld worden en wel door Dr. Oornelis van Sunder. Dat zulks nu ook geschiedde , wordt echter niet verm eld. ln 1724 stierf burgemeester Adriaan Eversdjk ; in zjn plaats kwam in de vroedschap François de Keiser, die dus ook het accoord onderteekenen moest. In de plaats van den overleden burgemeester Adolf W esterwjk werd in 1724 opgenomen Pieter de Vroe ; president der bende werd nu ChristoFel Annart. Johannes Lantschot verving in hetzelfde jaar Cornelis van Zunder. Deze verklaring , de laatste van het handschrift , is niet door den nieuwen raad onderteekend. Het andere handschrift vermeldtn0g (zonder onderteekening of dateering) , dat Johan Landschot vervangen Parker , dat Johan Yersteeg in de plaats van Mr. Cornelis Eversdjk en Dr. Pieter Cooman in die van Mr. Nicolaas S0mwerd door M r. Pieter m erzee kwam . R . B. zlccppr# van wriczl#yc/llz , correspondentie 6zt#e maintenue mitsgaders pk-#r: ende reglement 0. p de l:#:p@s.g der amptent aengegaen ende gemaekt f?4.ssen de heeren 'pczl de regering der stad Gp:.s , desen onderteikend hebbende. De onderteikende heeren verklaren gesamentljk , ende yder in het bysonder, dat tussen hun van nu af aen sal wesen ende in het toekomende werden onderhouden eene opregte ende vaste vriendschap , uit kragt van dewelke deselve by desen beloven alle saken , het stuk van de politike regering betreFende , soo stedelyke a1s provinciale , te sullen 272 CORRESPONDENTIAN IN STEDEN VAN ZEELAND. behandelen ende helpen dirigeren met onderlinge communicatie ende overlegging , mitsgaders elkander ende yder van hun getrouweljk ende standvastigljk te mainctineren in hare respective bedieningen ende waerdigheden, s00 die jegenwoordig door haer werden bekleed, a1s die naderhand mogten werden verkregen, geljk mede in de jareljkse aenkomsten derselve in hare borgermeesters-, pensionaris- en schepenen- ampten , yder op sjn tourbeurte , sonder ymand daerin te praeteriëren ofte benadeelen. Dat alle openvallende ampten ende bedieningen , s0o stedelyke a1s provinciale , ende staende ter begeving ofte voorstelling van borgermeesters ende raden deser stad, voor sooverre in desen over eenige van deselve niet anders ofte contrarie werd gestipuleerd, sullen moeten werden vervuld ende daertoe aengesteld soodanige persoonen men van dese als met de meerderheid der stemvriendschap , ofte by stooting ende geljkheid der stemmen by uytwysen van het lot, daertoe sullen werden gedesigneerd buiten- ofte binnenampten ofte emolument , ende by werdende begeerd , aen leden van deselve vriendschap ; onder conditie dat alle van eenige consideratie ymand deser vriendschap sullen moeten werden vergeven , in dier voegen nogtans, dat ymand , werdende begunstigd met een buitenampt - waaronder egter noit sullen werden gerekend het ontfangerschap van Noord-Beveland ofte het commissarisampt van de monsteringe - alsdan sal moeten desisteren van alle andere ampten , hetsy stedelyke , hetsy provinciale , die by hem mogten werden bekleed , selvs t0t sjn raedsplaets inkluis , ofte ten ware de meerderheid van de algemeene vriendschap alleenljk ten respecte van de voorseyde raedsplaets anders verstonde ; geljk mede alleenljk CORRESPONDENTIZN IN STE:EN VAN ZEELAND. 2t3 ontrent het djltgraefschap van de Breede watering is vastgesteld? dat ymand , met hetselve werdende begunstigd ende alvorens besittende ende boven het voornoemde djkgraevschap der navolgende jareljks de somme hieronder by e1k van deselve uitgedrukt; - namentljk die met de verkryging van het djkgraefsampt alsvoren besit ende bljft behouden het rentampt van blyvende behouden eenige alsdan ampten , voor eene stedelyke recognitie sa1 moeten uitkeeren de schattingen op de landen over het kwartier deses eilands , tegenwoordig bekleed werdende van den heer Mr. Nicolaes Zommersee, sal van hetselve jareljks uitkeeren. ë 66-13-4 Yan hetrentampt - als voren tege- 1jk bekleed met het djkgraevschap - Van Over kwartier , nu bekleed door den heer borgermeester Mr. Johan W esterwjk , jareljks . . . deselve schattingen het Yan het rentampt over het kwartier: nu bekleed door den heer borgermeester Mr Adriaen Eversdjk , op den voet a1s voren . ë 50- 0-0 @ 25- 0-0 Van yder der rentampten, tegenwoordig bekleed door de heeren M r. Adriaen Ysebree ende Johan Rontvis, heVera nv anh eWt eremnetladminpgt e .der geestel*yke ë 25- 0-0 goederen , nu bekleed door den heer borgermeester Mr. Adolf W esterwjk - uitgesonderd in het geval, hieronder articul elv beschreven ende gereguleerd - Yan mede jareljks elk der twee de schattingen op de kwartier van Axelen , Bijdr. en Metled. XXIII. * rentampten van landen in het nu bekleed door @ 42-10-0 274 CORRESPONDENTI:N Ix s'rEoEx vAN zEELkxo. de heeren Mrs. Johan van der Hille ende Yan Johan elk Leydekkers j jareljks T 50- 0-0 der twee rentam pten van de middelen gemeene van consumtie , nu bekleed ende Cornelis Eversdjk , jareljks Yan het licentmeestersampt binnen dese stad , nu bediend door den heer Mr. Johan ë 30- 0-0 @ Alle welke recognitiën t op het verkrygen van het voornoemde djkgraefschap gesteld , door een besitter van een der bovengenoemde ampten , sullen moeten jareljks preciseljk werden voldaen en betaeld aen soodanige persoonen en met soodanige verdeelde mindere som men , a1s de meerderheid deser vriend- Leydekker . ë 30- 0 0 schap op yder vacature van het meergenoemde djkgraefsampt sal verstaen ende ordonneren. door de heeren Mrs. Matthaeus 3. Eenige der ampten , in het vorenstaende articul gemeld , komende te vaceren ofte moetende werden vergeven , presiderenden heer van dese vriendschap , om de m eerderheid der stemmen van deselve te weten, alle de leden van dien goedtjds voor de byeenkomst van den vollen raed by den anderen sal den roepen , het vacerende ampt in de stemmen daerover opnem en van de meerderheid propositie brengen , ende concluderen ingevolge wysing van het l0t , ingevalle van eenge stooting ofte evengeljkheid van stemmen ; sullende de minderheid ofte de leden van de meerderheid discreperende, in de peremtoire actie van verkiesing ofte voorstelling in den raed , sig by de meerderheid , ende in kas van gtooting van stemmen , alle sig by de uitwysing des lots moeten voegen ) eonder dat ymand sjn vote of stem sal mogen geven aen ymand anders als diegeen, derselve ofte na de uitCORRESPONDENTIZN IX STEDEN YAN ZEELAND. 225 op wien de m eerderheid der stemmen van dese vriendschap Ofte het lot als voren is gevallen , ofte vermogen na te laten op de voornoemde actie van verkiesing ofte voorstelling compareren ofte syne stem in te houden , ten ware by sware siekte ofte uiterste ongelegenheid , in welk geval hy nogtans sal gehouden blyven syne stem conform de meerderheid ofte uitwysing des lots alsboven by inbrengen ; werdende by nalatigheid van het beleggen der voornoem de conferentie door den heer president billiet te doen daertoe gequalifceerd den in rang volgenden heer in den raed te ende soo vervolgens. 4. De vjftien navolgende ampten, namentljk : de vjf rentampten van de ordinaire enze extraordinaire 0p het rentampt van de geestelyke goedpren ; de twee rentampten van de middelen van consumtie; de twee rentampten van den 200sten penning op tienden, alle over dit eiland en stad ; de twee rentampten van de schattingen op de schattingen de landen ; de landen in het kwartier van Axele; het licentmeestersampt binnen dese stad ; het rentampt in N oord-Beveland ; ende de commissarisplaets van de m onsteringe sullen alle werden vergeven als Te weten, dat tellekens een van hetselve sal moeten werden volgd : deselvevacerende , aengeboden , ende by aenneming,metter daad toegevoegd aan den eersten in rang sjnde heer van dese vriendschap , ten ware deselve bekleede een ampt buiten dese stad ; onder die restrictie nogtans , dat hy, besittende eènig staetsofte stedeljk rentampt , sal moeten desisteren van deselve ende die resigneren ende laten ter dispositie van dese vriendschap , dog by weigering sa1 het voor- .18* 2:6 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. noemde ampt werden geolereerd aen den volgenden in rang sjnde raed , onder bepaling ende te doene afstand als voren , ende s0o vervolgens tot den laesten toe; in dier voegen dat noyt twee der vocrnoemde vjftien ampten te geljk door een persoon sqllen mogen werden bekleed ofte de voordeelen daervan genoten ; en indien niemand der leden van dese vriendschap het vacerende ampt begeerde aen te nemell , daer7an Werden gedaen door meerderheid van stemmen ofte by geljkheid van dien door lûtinge als in het voorgaende articul gemeld ; blyvende den aennemer van een afgestane rentampt gehouden aen het contract van administratie, tgeen by sjn predeceBseur bereids soude mogen wesen gemaekt , uitterljk ende ten langsten voor seven jaren. sa1 de begeving 5. disputen ende aenleiding van dien over den rang, in het vorenstaende articul gemeld , volkomentljk Dat om alle te vermyden , denselven rang sal werden gehouden ende met de begeving der ampten, in hetselve articul gespeci:ceerd , sonder eenige verandering ofte verstellinge agtervolgd in order , sooa1s de namen , hieronder volgende , uitwysen : Den heer borgmeester Mr. Adriaen Eversdjk. Den heer pensionaris 1) Den heer Doctor Cornelis van Zunder. Mr. AdolfW esterwjk. Den heer M r. Adriaen Ysebree. Den heer Mr. Nicolaes Sommerzee. Den heer secretaris Christofel Annart. Den heer Johan Rontvis, heer van W emeldinge. Den heer Boudewjn Verselewel. 1) Blijkbaar is dit yjpellsionaris'' eene vergissillg. Mr. Adolf W esterwijk was bllrgemeester, zooals ook verder uit het stuk zelf blijkt CORRESPOXDENTIZN lN STEDEN YAN ZEELAND, 277 Den heer Mr. Qillis Cornelis van der Nisse, heer van Nisse. Den heer Gerard Ysebree. Den heer Marinus Drywege. Den heer Mr. Matthaeus Eversdjk. Den heer secretaris Adriaan van Oostee. Den heer Matthaeus van Oostee. En alhoewel by het vierde articul van het reglement op het maken van raden , door de heeren Staten aen dese stad vergund ) aen de twee regerende ende laest afgegane borgermeesters de presidie ende voorrang werd gegeven, sal hetselve egter de bovenstaende schikking van rang geensints prejudiciëren ofte altereren , maer sal die volkomentljk voor het toekomende ten respecte van het vergeven der ampten, in het voorgaende vierde articul uitgedrukt, werden nagekomen ende onderhouden ; in dier voegen dat alle bûrgermeesters , van nu af aen opnieuws enie voor de eerstemael te verkiesen , door hare promotie tot het borgermeesierschap in desen geen ander voordeel sullen genieten als alleenljk den rang ende presidie in de vierschaer ende vollen raed voor de schepenen en andere raden , geen borgermeesters sjnde ofte geweest hebbende , snnder daerdoor eenig verder regt ofte preseance in het verkrygen van eenige andere ampten te bekomen. vermindering articul hiervoren vastgesteld ende belnofd , maer ter cûntrarie tot onderhouding ende vermeerdering van eenige prejudicie ofte atteinte van van de vriendschap j in het eerste oede g correspondentie, vertrouwen ende geljkheid ende t:t voorkoming van alle jalousie , diëdentie Dat sonder 278 CORRESPONDENTIZN IN STKDEN YAN ZEELAXD. ende overmagt, dese geheele vriendschap , alleenljk ten respecte van de vervullingen van openvallende borgermeesters- raedsplaetsen , sal werden gehouden te sjn verdeeld ende te bestaen in de twee volgende esquadrons ofte bendens, waervan de eerste bende uitmaken de heeren: ende borgmeester Mr. Adriaen Rversdjk , Johan Rontvis , heer van W emeldinge, Boudewjn Yerselewel, Mr. Gillis Cornelis van der Nisse, heer van Nisse etc., M arinus Drywege , Mr. Matthaeus Eversdjk secretaris Adriaan en den van Oostee. Ende de tweede bende de heeren: borgmeester Mr. Adolf W esterwjk , Doctor Cornelis van Zunder, Mr. Adriaen Ysebree , Mr. Nicolaes Zommersee , secretaris Christofel Annart , Gerard Ysebree ende Matthaeus van Oostee. %* Dat vervolgens een der voornoemde twee borgermeestersplaetsen komende te vaceren , deselve sal moeten werden vervuld op de voorstelling van die bende , daerin het voorseide borgermeesterschap is komen op te vallen ,ende welke bende de voorseide voorstelling doen in ende vervolgens verkiesing sa1 moeten de meerderheid gevolge der stemmen onder hun uit hare overblyvende leden ofte, by egaliteit van stommen onder deselve , by loting ; sonder dat dq CORRESPONDENTIZN lN STEDEN VAN ZEELAND. 279 andere bende in deselve verkiesing eenige dispositie ofte directie sa1 hebben , maar ter contrarie sa1 moeten mainctineren ende ten eTecte brengen het voorstel van vervulling der voornoemde vacature gedaen. 9. Aengaende het derde bûrgermeesterschapj hetselve sal mede door de voorseide twee benden by meerderheid van stemmen ofte loting ende aen een lid van dien als voren werden vergeven consecutiveljk agter den anderen ende by tourbeurten , waervan de eerste tourbeurte by lotinge is gevallen den heer borgermeester Mr. Adûlf aen de bende van W esterwjk , in welke bende alsoo vervolgens sjnde twee borgermeesters, een van deselve komende te overlyden , sal desselfs bûrgermeesterampt geven by de andere bende aen een lid van deselve ende s0ogevolgeljk natyf , in dier voegen dat die laest twee borgermeesters in syne bende heeft gehad , het eerste van deselve openvallende , de begeving daervan sal moeten in het toekomende altoos alterlaten aan die bende, die laest maer een borgermeester moeten werden verheeft gehad. Dat de openvallende raedsplaetsen in de vonrseide twee benden yder door den haren mede by meerderheid ofte loting als voren sullen werden vervuld sonder eenige dispositie ofte directie ende onder verbintenis van maintien van de andere bende , in Voegon als van het begeven van het borgermeesterampt is gesegd; ende eenige der raedsplaetsen van persoonen, in geen deser twee benden sjnde , komende te vaceren , sullen deselve mede door dese twee benden werden vervuld by tourbeurten en by meerderheid van stemmen onder ieder van deselvq ofte 280 CORaESPOXDEXTItN Ix S1'SDEX vAzé zEl:LAxo. by lotinge a1s voren ; waervan de eerste toerbeurte by lotinge is gevallen aen de bende van den heer borgnaeester Afr. Adriaan Eversdjk , ende vervolgens de tweede openvallellde raedsplaets ouder die vaorseide persoonen , dewelke in geen der voornoemde twee benden sjn begrepen , moet werden vergeven door de bende van den heer borgmeester Mr. Adolf W esterwjk , ende s0o vervolgens altjd alternatyf. Alle welke opnieuws verkoren raden , s00 die succederen in de opengevalle plaetsen van leden deser vriendschap, a1s in de plaetsen van die onder deselve niet gehooren, sullen aengenomen werden voor medeleden van dese vriendschap ende gehooren onder die bende j door dewelke sjn verkoren , om alsoo in der tjd eene volkomene ende eenparige vriendschap onder alle de leden van dese regering te erlangen; m its dat die verbonden blyven aen den inhouden ende onderteikening van dit accoord ofte contract van vriendschap. 11. Ende nademael hetdjkgraefschap van de Breede wordende watering, jegenwoordigh bekleed door den heer borgmeester Johan W esterwjk , is onder de ampten , welke volgens deses by vacature soude moeten werden vergeven begrepen het tweede articul by vriendschap , is egter onverminderd ende sonder prejudicie van eenige der voorgaende stipulatiën mitsgaders sonder eenige consequentie in het toekomende, voor wien het 00k soude mogen wesen , met eenpluraliteit V&n stemmen onder dese ïenerale parigheid ende volkomen genoegen vastgesteld , dat den voornoemden borgmeester Johan W esterwjk komende te overlyden , het gemelde djkgraevschap om redenen sal werden gegund ende geconfereerd aen den heer borgermeester Xr. Adolf W esterwjk , CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZKELAND. 281 sonder van sjn rentampt te moeten desisteren aen iemand ; mits nogtans uit de emolumenten van het djkgraefschap jareljks door hem voor eene stedelyke recognitie sa1 moeten werden uitgekeerd eene somma van @ 42-10-0 Ylaems , de eene helft te genieten by den heer Gerard Ysebree ende de ander helft by lang de voorseide persoonen sullen leven ende geen ampt ofte ampten, te samen 50 f Vls. jareljlts toebrengende , sullen hebben verkregen ; sullende ook by afsterven ofte prom otie , a1s even is uitgedrukt j van den eenen , desselvs voorseide portie niet aen den heer Matthaeus van Oostee , ende dat s0a den anderen moeten accresceren nogte aen ymand ter weereld werden uitgekeerd. voornoemde borgmeester Adolf melden heer te overlyden , sal de graevschap moeten ende order, in het tweede articul gemeld begeving van het gemelde djkwerden gedaen confnrm de manier )alsmede na doode van gemelden heer bnrgmeester Adolf W esterwjk , in geval hy hetselve by voorafsterven van voor- borgmeesterJohan W esterwjk kwame noemden heer borgmeester Johan hebben verkregen, ende s0o vervolgens voor altoos. W esterwjk al mogte Dog ingeval den W esterwjk voor gevan de geestelyke goederen ende ten behoeve van 12. En nademael verscheide leden deser vriendschap mede sjn gesworens der voornoemde Breede watering , soo hebben deselve , geljk mede den heer bnrgmeester W esterwjk , het djkgraevschap bekom ende , aengenomen ende beloofd t0t meerder bevordering ende aengroey van onderlinge harmonie, samenwerking ende afexie , s0o eenige gesworensplaetsen derselve watering., die door persoonen) binnen dese stad wonende , moeten werden vervuld , kwamen te vaceren : daertoe ) vtlor soû veel in haer vermogqn Adolf 282 coRRsspoxolNTltx Ix s'rEolx vAN zsELAxo. is , te bevorderen ende verkiesen leden van dese vrieàdschap. 13. lndien eenige der vorenstaende dtlisterheid over het regte verstand articulen sig opdede , sal deselve werden gedecideerd by meerderheid van stemmen van de alsdan desen ondergeteikend hebbende leden ende by geljkheid ofte stonting van deselve door het 10t. 14. En sa1 van dit accoord aen yder lid van dese vriendschap een geljkluidend afschrift , origineljk door alle onderteikend , werden gegeven om by deselve te werden bewaerd ende na sjn overlyden aen den presiderenden heer van syne bende gerestitueerd ende, present de andere leden daervan , gescheurd. In kennis der waerheid ende tot het aller meest kragtige bondigheid hebben de ondergeschreve het vorenstaende accoord m et hunne handteikens bevestigd ende beloofd op de solemneelste wyse ende den eed tby hun als regenten gedaen , hetselve ende alle artlculen daerinne vervat heiligljk ende onverbrekeljk een yder jegens den anderen te sullen houden ende naerkomen. Actum geven van ende vertrouwen Goes den 15 July 1722. Adriaan Eversdjk. Adolf W esterwjk. Corn. van Sunder. A. Ysebree. Nicolaes Sommerzee. Christofel Annart. Johan Rontvis. B. Verselewel. R. 0. v>n der Nissp. G. Ysebree. M. Drywegen. Matth. Eversdjck. Adriaan van Oostee. Matthaeus van Oostee, CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VlN ZEELAND. 283 THOLEN. Z00 het n0g noodig was het verderfeljke der contracten van correspondentie aan te toonen , dan zouden zeker de hierachter staande stukken daartoe uitnemend materiaal leveren. Zj weerleggen althans op wjze het eenige argument , dat ten unste dier contracten van vriendschap nOg we1 eens wordt aangevoerd. Nu de regeeringsvorm der republiek eens medebracht, dat in elke stad alle rechten en alle invloed uitsluitend aan de leden van den afdoende magistraat ten goede kwamen , hadden , zegt men , de contracten van correspondentie althans dit nut , dat zj dien invloed en die voordeelen geljkeljk tusschen allen , die er aanspraak op konden maken , verdeelden en daardoor twist en strjd tusschen de leden van den magistraat onderling wisten te veorkomen En wat bljkt nu uit de stukken , die hier omtrent Tholen worden medegedeeld? Geljk te verwachten was , hebben eFect gehad , dan dat zj werkeljk deel aan de geen den kring dergenen, die regeering hadden, hebben vernauwd. Of het contract van 1715, dat De W itte van Citters (blz. 175) mededeelt ) tusschen alle regenten is aangegaan , bljkt niet , daar hj de namen der onderteekenaars achterwege gelaten heeft ; er worden echter geene regenten van het contract uitgesloten. M aar in 1724 ging men reeds verder. Yan de zestien leden , waaruit toen de magistraat bestond , werden er vjf buiten de vriendschap gesloten; zj bleven wel raden , waartoe maar geen enkele voordeelige regeeringspost, geene enkele commissie werd hun opgedragen. Alleen werden zj, dikwjls tegen hun zin , in het schepencollege benoemd , maar waar het eene burgemeestersplaats ) een rentmeesterschap , com missies in de Staten voor ZiJ* hun leven benoeml Waron , die contracten ander 284 CORRESPONDXXTII)N IN s'r>zosx vAx zdEfuAxo. van Zeeland , in het college van Recommitteerde raden , in de Provinciale rekenkamer of in een Generaliteitscollege gold , werden zj ten gunste van jongere leden voorbjgegaan. N0g sterker was , wat in 1740 gebeurde 5 de magistraat bestond toen uit achttien leden waarvan er vier 1 tot de minderheid van 1724 behoorden - de vjfde was inmiddels overleden. De regeerende meerderheid van veertien leden was toen verdeeld. Zeven dier regenten verbonden zich toen met de vier onderliggende heeren en sloten op hunne beurt de zeven andere van alle deel aan de regeering en aan hare emolumenten uit. En welke intrigues daarbj zjn gebruikt en h0e daarbj is geknoeid , m emorie , die overigens vooral om hare openhartigheid en de grenzenlooze naïveteit , waarmede zij het gebeurde mededeelt - al sta ik voor de van den schrjver in verdient. lk wjs op het merkwaardige feit , dat de schrjver, die herhaaldeljk het contract onpartjdigheid geenen deele in - de aandacht hier alleen Van 1724 en de vergaderingen van de vriendschap ter sprake brengt , ten slotte vooral daardoor getrolen is , dat een zjner tegenpartjders x0p het stadshuys van soodaenige zaeken derfde spreken en van een contract van vrundtschap reppen , dewyle hy niet ignoreerde , dat by eene resolutie van de Staeten van Zeelandt alle hoegenaemde contracten zeer ernwaeren verboden''. dat leert ons de achterstaande stig N0g op een ander punt wi1 ik hier de aanlacht vestigen. Uit de achterstaande memorie valt nl. te leeren , h0e in de vorige eeuw eerzuchtige advocaten er in slaagden , zich eene goede dige inrichting van den z00 de omstandigheden gunstig waren, carrière te bezorgen. De eigenaarregeeringsvorm der republiek was oorzaak , dat van tjd tot tjd ook kleine steden , geljk Tholen er eene was , belangrjke ambten, o. a, CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND 285 datvan lid van het H0f van Holland en Zeeland ) te Vergeven regenten niet altjd de personen , geschikt en genegen om zulk een ambt te vervullen. Daarop loerde dan zulk een eerzuchtig advocaat. Z0o deed althans Die stadjes hadden onder hunne volgens te 's Mollerus, advocaat Gravenhage , die , voor zooverre mj bekend , vroeger in geene betrekking tot Tholen had gestaan. Hj weet, dat wanneer de raadsheer Duurcant komt ons verhaal mr. H endrik te sterven , plaats in het Hof zal hebben te vergeven , en heeft reden te gelooven , dat geen der plaatseljke regenten geneigd zal zjn naar dat ambt te dingen. Daarom laat hj zich te Tholen t0t hadden. Tholen eene burger aannemen , regentendochter, hetgeen hem des te eer benoembaar huwt er met eene Thoolsche maakt , laat zich t0t schepen en weinige weken later t0t raadsheer benoemen. Na twee jaren keert hj naar Den Haag , dat hj a1s alvocaat verlaten heeft , als raadsheer terug. Hj klom later op t0t president van den H oogen raad van Holland en Zeeland. Steller van onze memorie is mr. Pieter Bernard de Beaufort , 00n ZOOn Van mr. Lieven Ferdinand. den bekenden schrjver Volgens zjne eigene mededeelingen , aangevuld uit hetgeen de raadsnotulen vall Tholen berichten, was hj bj den dood van zjn vader in 1730 n0g minderjarig en student. Hj promoveerde in het laatst van 1733 te Leiden , en intusschen 20 jaren en dus eligibel tot de regeering geworden zjnde , werd hj bj de magistraatsbestelling Van jaar later (29 Mei 1735) werd hj voorloopig , 13 Mei 1736 werd hj defnitief pensionaris der stad , die hj als zoodanig regelmatig in de Statenvergadering vertegenwoordigde. Den 5 Februari 1738 werd twee en een half jaar hj uit de vriendschap gestooten en van allen invloed hj tot raad gekozen , maar later (September 1740) werd 1734 schepen, een 286 CORRESPONDENTIXN IN STEDEN VAN ZEELAND. op de regeering beroofd. Z00 het mjn lezers mocht interesseeren , kan ik hun mededeelen , dat zjne uitsluiting niet eeuwig heeft geduurd. De omwenteling van 1747 kwam hem ten goede , en dezelfde gebeurtenissen , die den nakomeling van W illem I tot het stadhouderschap riepen , brachten ook den zoon van Lieven de Beaufort weder aan het bewind 1747 1 ) : 21 September voor het eerst weder ter occupeerde hj Statenvergadering naast zjn ouden vjand Turcq ; en toen deze 15 Maart 1748 en diens opvolger Vleugels 6 September d. a. v. overleden warenj werd hj 11 Februari 1749 lid van het college van Gecommitteerde raden. In die functie overleed hj 24 October 1762. H0ezjne memorie in het Zeeuwsche archief-depôt is gekomen , is onbekend. De cppie van het contract van 1724 schjnt er a1s bjlage toe te hebben behoord 2). T0t toelichting dier memorie dient hier alleen iets te worden medegedeeld omtrent de inrichting der regeering te Tholen. van vjftien raden. ters. Een der van schepenen , stond j die voor twee herkiesbaar waren. Er was vooreerst een college Twee hunner waren burgemeesburgemeesters zat voor in het college dat buiten hem uit acht leden bejaren werden aangesteld , maar De schepenen , o0k die geene raden w:ren , hadden zitting in den magistraat , die jaarljks op Sint Servaas (13 Mei) het schepencollege voor de helft vernieuwde en een der burgemeesters, die ook voor twee jaren zaten maar niet dadeljk herkiesbaar waren , benoemde. De vjftien raden 1) Over de onlusten, die in 1747 te Tholen plaats vonden, zie men W'agenaar XX blz. 75. Q) Het is niet dezelfde copie, die hij onder de papieren vall zijll vader vond, wallt daarop kwam de onderteekening van J. J. van Vryberghej die in plaats van Lieven de Beaufort ill de regeering kwam , llatuurlijk lliet voor. CORRESPONDENTIZN IN STRDEN vAN zEEruwxo. 287 werzen voor hun leven aangesteld; kwam eene plaats te vaceeren, dan koos de magistraat een nieuwen raad. De praktjk bracht mede , dat de schepenen in den regel uit de raden gekozen werden ; alleen wanneer men iemand in de regeering wilde brengen , hetzj een regentenzoon hetzj een ander: werd hj tot schepen aangesteld en a1s zoodanig herbenoemd , totdat in het college der raden eene plaats openviel, die hem dan werd opgedragen. Zoo bestond dus de regeering uit vjftien raden losse'' X schepenen - het paalde , dat er ten hoogste kozen mochten worden , raden bj vacature werd gesuppleerd. In de periode , en een beperkt getal reglem enf van 1702 bevier uit de burgerj gewaaruit het college van waarover de m emorie van De Beaufort handelt , werden 00k debaljuw , de secretaris en de pensionaris uit de raden gekozen 1). Neemt men daarbj in aanmerking , dat een der leden altjd vast , hetzj in de Staten-generaal , hetzj in de Generaliteitsrekenkamer zitting had , een tweede gedeputeerd was in het college van Gecommitteerde raden en een derde in de Provinciale rekenkamer , en dat bovendien sommige raden n0g tot andere provinciale functieg geroepen werden - zoo was J. P. Rextoo't sinds 1735 secretaris van het land door welk eene krasse oligarchie beh, eerscht , en welk een gewicht in die omstandigheden het uitsluiten van vjf of zeven regeeringsdan gevoelt men , Tholen toen werd leden had. Ten slotte laat ik hier een overzicht volgen van de persoqen , waaruit tusschen 1724 en 1740 de regeering van Tholen bestond. 1) ll1 1.7Q4 werden die ambten nog door afzonqerlijke titlllarissel) , die geelle radell warell , vervultl. 288 (/ORRESIAOXDENTIkN IN STEDIN vAN ZEElzAND. Het contract van 1724 werd raden n1.: geteekend door tien D. Rextoot , gestorven 1738 ; J. Bodel sr., houdt (ten gevolge van zjne benoeming tot lid van den raad van State) op raad van Tholen te zjn 1736 ; J. Turcq ; M. van Vryberghe , gestorven 1729 ; L. F. de Beaufort , gestorven 1730 ; Z. Blaauwbeens , gestorven 1727 ; W . Duurcant , houdt (ten gevolge van zjne benoeming tot raadsheer) op raad van Tholen te zjn 1724 ; C. van Cromstrien ; T. van Hattem , gestorven 17259 en N. 7. H. Noey 1) , gestorven 1737 ; en een schepen : J. P. Rextoot, die 27 October 1724 raad werd in plaats van Duurcant. de onderliggende partj T0t behoorden toen de raden : G. van Vryberghe , heer van Namen; J. Vleugels ; S. van Doreslaar ; R. van der Beeke , gestorven 1729 ; en M. C. van Llgtenberg. Tusschen 1724 en 1740 werden in de regeering gebracht : W . H. Nolthenius , schepen 13 Mei 1724 , raad in plaats van Yan Hattem 21 December 1725 ; C. W . Blankert ,schepen 13 M ei 1724 , raad in plaats van Blaauwbeens 1 Januari 1728; J. Bodel jr., schepen 19 September 1725,raad in 1) Noey was in l1Q4 gedeputeerd in de Staten-generaal en was dus afwezig bij het opmaken vall het contract vall correspondentie, in welks aanhef hj lliet genoemd wordt , en dat hlj het laatst teekende. CORRESPOXDENTIIN IN STEDEN VAN ZEELAND. 28û plaats van M . van Yryberghe 6 Februari 1729, gestorven M. A. de 17379 Savornin , schepen 13 Mei 1727, raad in plaats van Van der Beeke 2 April 1729 ; J. Plevier, schepen 13 Februari 1729 , raad in plaats van Bodel sr. 23 Mei 1736 ; J. J. van Vryberghe , raad in plaats De Beaufort 24 November 1730; W . van den Broek , plaats van Noey 10 Maart 1737 ; P. B. de Beaufort , schepen 13 M ei 1734 , raad in plaats van Bodel jr. 5 Februari 1738 ; 0. van der Beeke , schepen 29 Januari 1738 : raad in plaats van D. Rextoot 26 Juni 1738 ; G. ten H age , schepen 28 September 1738 ; J. H. Noey , schepen 13 Mei 1739 ; schepen 13 Mei 1732 , raad in en H. Mollerus , schepen 13 Mei 1740. De magistraat van Tholen bestond dus in Augustus 1740 uit de raden : Turcq, Rextoot, Yan Yryberghe van Doreslaar, Van Ligtenberg , De Savornin , Plevier, J. J. den Broek, P. B. de Beaufort en drie losse M ollerus. Namen , Yleugels , Van Nolthenius, Blankert , van Yryberghe , Van en 0. van der Beeke , schepenen: Ten H age, J. H . N oey en Van Oromstrien , J. P. R. F. Poincten, by de pzl#6rgdychrdp: regenten der dftztf Tholen rastgestelt , dienende fpf een rasten prpzl# ran wrlzl#qsc/zt', en harmonie pzl#d?- dezelve , tot welker naarkominge dezelve zig ppr:pfdl#/f sJk -s A . verbindende. kkrt. Eersteljk word alhier geïnsereert tgeen op den 17 Maart 1724 by den heeren D. Rextoot , J. Bodel , Bijdr. en Meded. XXIII. 19 290 coltREspoxoxx'rl:x lx s'rEpEx vAx zEEluAxo. J. Turcq , M. van Yrybergen l), L F. de Beaufort , Z. Blaaubeens, W . Duurkant , C. van Comstrien , J. P. Rextoot, T. van Hattem is gearresteert ende vastgestelt, luydende van woorde tot woorde als volgt: Alzoo ons ondergeschreven gebleken * is , dat de heeren G. van Yrybergen , J. Vleugels , S. van Doreslaar, R. van der Beeke en M. 0. van Ligtenberg in plaats van in allen deelen te onderhouden het contract van vriendschap, tusschen de gesamentlyke regenten deser stede gemaakt en sooveele jaaren in alle trûuw door de ondergeschreven onderhouden , tselven in veele poincten hebben tegengegaan en verbrooken , soodanig dat alle grond van vertrouwan is weggenomen en daardoor het fundament van vriendschap is gelaxeert , s00 verklaaren wy ondergeschreven dezelve heeren hierboven gemelt te secluderen uyt onse vriendschap voor nu en altoos - tenzy m et eenparigheyd van diegene , die tegenwoordig dezen onderteykent hebben ofte namaals sullea onderteekenen, anders wierde verstaan nooyt, om wat voorgeveu het ook mogte wezen , te laaten participeren van eenige voordeelen, h0e dezelve ook mogten genaamt zjn, maar ter contrarie deselve in allen deele correspondentiën. En is verders gearresteert , dat het laast gemaakte reglemeat van vriendschap door le onlergeschreven sal werden naargekomen en uyt te sluyten van alle benefciën en deselve geobserveert , dat tegens het vermaken van de magistraat , Seryaas aanstaande 2) , tselve sal werden gerevideert en gedelibereert , wat alteratiën ofte vermeerderinge van tselve tot vordere vasstellinge dezer vriendschap noodig zal zjn. Voorders is vastgestelt, dat de heer M arinus van 1) ln het HS. staat Yryberbell. Q) 13 Mei 11Q4. OORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEBLAND. 291 Vrybergen op deliberatie sal werden en alsdan en soo vervolgens * ln heeft , geljk gestelt , dat Johan Pieter Eextoot , die Servaas aanstaande als schepen moet afgaan ) dan opnieuws t0t schepen sal werden geëligeert.'' den tour, die de heer Jacob Vleugels gehad o0k sonder nader deliberatie word vast- Servaas aanstaande sonder nadere aangestelt tot burgermeester sal hebben en invallen k rt. 2. wy met eenparige concurrentie en toestemminge t0t het houden van een goede correspondentie en vriendschap in het stuk der regeringe ten dienste van het land in het gemeen en t0t welwezen , rust en vrede van de stadt in het bysonder oedgevonden te maken , verspreken en te vernieuwen het accoort van goede vriendschap en intelligentie , dat tussen 0ns te voren was geweest, op de navolgende conditiën : Voorts hebben Art. 3. Eersteljk verklaaren en beloven wy oprechteljk en ter goeder trouwe , dat wy in het stuk van regering en aankleven van sullen onderhouden een opregte dien met m alkanderen vriendschap en correspondentie, en vermyden al hetgeen eenigsins tegens soo een goed en salutair oogmerk mogte strekken , dat wy malkanderen sullen helpen maintineren in de eer en ampten , waarin wy ieder in het particulier tegenwoordig sjn gestelt ofte namaals in gestelt mogten werden , dat wy aan een ygeljk op sjn tjt sullen helpen toebrengen en confereren soodanige anlpten) als aan hem op sjn toerbeurte ingevolge dat tegenwoordig reglement souden competeren, en dat wy in alle andere saaken , by het voorgeschreven 19. 292 coRuEspoxoExTltx Ix STEDEN #Ax ZEELAXo. reglem ent niet speciaal bepaalt elkanderen alle contentement en sooveel de convenientie van den legentheyd van tjd lyden. W y beloven dat wy geen particuliere verbintenissen , partyschap of cabale, onder wat benaminge het 0ok soude mogen w ezen , en sullen sullen maaken , en generaljk , dat wy niets doen , dat strekken mogt t0t het stooren van de vriendschap en harmonie , t0t het verongelyken van yemand van de leden of verbrekinge van het tegenwoordig reglement, hetzy in het geheel of ten deele, directeljk of indirecteljk ; en soo aan ons iets diergeljks mogte voorkomen , so0 beloven wy , dat wy daarvan by de eerste gelegentheyd ltennis sullen geven aan de vriendschap. of gereguleert , aan justitie sullen doen, persoon geen zaken Qenigsins sullen konnen insgeljks ter goeder trouwe , en de Voorts alsoo het getal van de regerende en oudt burgemeesters te vooren is gebragt t0t vier, bestaande in die heeren J. Bodel , J. Turcq , M. van Vrybergen en degene , die hiernaar tot vierde sa1 werdeh verkooren , soo werd daarby gepersisteert en dien conform verstaan , dat er in het vervolg maar vier persoonen sullen zjn , die het burgemeesterampt op haar tour sullen bekleeden , dat de vier bovengenoembde heeren, wanneer deselve afgegaan sullen zjn, jaarljks wederom op haar tourbeurt sullen werden verkooren om als regerende burgemeesters aan te komen. W anneer door overlyden of avancement van een van de bovengenoembde personen de burgemeestersplaats sal komen te vaceren, so0 sal die door een ander bequaam persoon vervullen de worden vervult , dewelke sa1 aankomen ofte tûurbeurte , die den overledenen of geavanceerde heeft gehad. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 293 Het secretarisampt sal voortaan aan 11n persoon werden geconfereert , geljk het tegenwoordig door den heer pensionaris en secretaris Turcq 1) werd bedient , en den secretaris voortaan , geduurende dat hy in functie is, geen burgemeester of schepen mogen W0Z0n. 6. Alle binnenampten , als rentampten en voorts die in de stad bedient worden , waaronder mede begrepen is het rentampt van den 200sten penning in Noord- Beveland en commissaris van de monsteringe , sg: het ter dispositie deser stadt koomt , sullen vergeven werden naar rang danig nogtans , dat de regenten, soojonge regenten daarop geen sullen mogen maken, pretentie s00 lange diegene, die ouderzijn nog van geen ampten sijn voorsien . d0g dat oudere regenten , ampten hebbende , in de pretensie op reert , mitz bljft den der raaden, gedaan, en den tjt, dat de andere heeren als regenten soodanige ampten , sullen zjn geprefequiterende het ampt, dat sy hebben ; en rang vastgestelt volgens ljst der electie door Haar Ed. Mog. in den jare 1702 de en ouderdom der sijn beëedigt. î. Yan de ampten , in het voorige articul gemelt , worden geëxcipieert plaats , welke emploojen de Ponsionaris- en Socretarissullen werden vergeven sonder eenige rang te observeren ; d0g die saet de vacerende secretarye werd begiftigt , sal het deselve 1) Dit is een allder als de raad Turcq. 294 conREspoxpnxTltx Ix s'TspEx vAx ZEELAXD. voor een tourbeurt werden gerekent, en sal by afsterven van den tegenwoordigen heer pensionaris en secretaris Turcq de secretarie en pensionariaat niet meer aan een , maar dan en vervolgens aan twee bysondere persoonen geconfereert werden. 8. Het getal van de schepenen uyt een raaden zjn : sal voorfaan niet mogen exciburgerye of die deren het getal van dry , waaronder de laast afgegane begrepen zjn , sullende dat getal niet mogen te buyten gegaan werden , als alleen wanneer een vader voor een soon of schoonsoon en een broeder de voor een broeder kwam te spreken , en door deze vriendschap goedgevonden wierd die persoon tot schepen te maken , in welken gevalle die persoon onder het voorgeschreven getal niet sal werden gerekent, maar hetselve daarmede vermeerdert. komende te overlyden , soo sa1 de vacante plaats werden gesuppleert m et een ander schepen uyt de raden , die reeds te voorn gefungeert hebben j ten ware , een burgem eester desisterende, het meerdere gedeelte van de vriendschap goedvonden die plaats te vervullen met een persoon, die den gedesisteerden soo naauw in consanguiniteyt Een schepen in functie of aëniteyt bestaat , dat hy met denselven in de schepensbank niet soude mogen sitten , als wanneer men yemand , die nnoyt in functie is geweest , sal mogen neemen. 10. De kinders van regenten sullen altjd in favorable rqcommandatie worden gehouden ? soowel in het leven CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 295 van haar ouders als naar haar doot , en bysonder reguard genomen werden op de recommandatie der ouders van deselve. En is vervolgens verstaan , dat een regentesoon , schoon dat er losse schepenen mogten zjn , 2ie van oudere aanstellinge varen als P hy, in successie van de vacante raadsplaats van sjn vaderj 't zy by desistit , avancement of overlyden y voor alle andere sa1 geprefereert zjn 1) , alsmede dat soodanige , die om reden dat sjn vader of broeder raed is , geen raad kan werden , a1s hy , de hinderpalen weggenomen sjnde , raed werd, sjn rang als raed sal moeten hebben niet van den tjt , dat hy als raed , maar van die tjt , dat hy als regent was aangestelt. 1 1. De ampten , by den heer Bodel bedient wordende, sullen geconbineert blyven by vacature , geljk als die, die dnor den heer van Naamen 2) bedient wordetn). 12. By afsterven of avancement van den heer Zacharias Blaaubeens sullen de thesaurie en den ontvang van de huysschattinge blyven geconbineert en mede voor 11n tour verstrekken. 13. Bj de vendue sa1 blyven geconbineert den ontvangst van het familie- en karosgeld. 14. Voorders sullen alle ampten , in dit reglement niet uytgedruktj worden vergeven op dien voet , geljk tot 1) Z00 werd in 1730 mr J. J. van Vryberphe raad A'ôôr J, Plevier, 2) G. van Yl'yberghe. 296 CORRESPOXDENTItN IN STEDEN YAN ZEELAND. n0g t0e gebruykeljk is geweest , en daartoe geëmploojeert worden alle minnelyke middelen j sullende, de via concordiae getenteert zjnde , by pluraliteyt van stemmen deselve ampten werden vergeven. 15. Indien de nootsakeljkheyd meer articulen deezer in het vereyste , dat een of geheel ofte ten deele moeste werden verandert , niet te procederen als in is goedgevonden daartoe de uyterste nootsakeljkheyd , en sal, gearbeyd sjnde t0t de eenparigheyd , en hetselve niet succederende , veranderinge daarin mogen werden gemaakt , mits dry vierdeparten der 8temmen daarin acoordoeren. 16. Hier word mede vastgestelt , dat voortaan de vriendschap op den elfden van M ey by den anderen sa1 komen om te confereren over de vermakinge van de magistraat, en ontrent het vergeven van ampten twee dagen vpôr den dag van de vergevinge. 1 7 . regenten , namaals daarin sullen Alle die nu in de vriendschap sjn ofte komen, sullen het tegenwoordige van vriendschap teekenen reglement en belooven , gelyk wy ondergeschreven beloven by deezen , dat wy het vnorschreven reglement ter goeder trouwe en als luyden van eer sullen onderhouden en naarkomen en daartoe helpen contribueren , dat het werde agtervolgt en naargekom en , sonder daartegens direct of indirect iets te doen , maar in het tegendeel daartoe te helpen contribueren , dat alles in het stuk van regeringe en aancleven van dien met gemeene toqCORRESPONDEXTIZN 1A STEDEX YAN ZEELAND. 297 stemming , toegeventheyt en vriendschap koeme te geschieden. En degene , die op recommandatie van dese of gene regenten sullen sjn gepromoveert , sullen gehouden sjn te verklaren mitsz deezen , dat sy daarom geen particuliere verbintenissen in het stuk van de regeringe aan dien persoon sullen hebben , maar de promotie , die zj verkregen hebbenj aanmerken als een gunste van de geheele vriendschap. op den elvden Mey 1722 by alle de leeden van de vriendschap vastgestelt is , dat van nu af aan en in het vervolg niemand thesaurier en borgermeester te geljk sal konnen zjn , en verder by occasie dat de heer Johan Pieter Rextaot t0t schepen is genomineert Hattem , dat den eerstgenoemden t0t van alle dispuyten den voorrang tweeden ; so0 is hetselve alhier verbo tenus geïnsereert en daarby gepersisteert , geljk mede op heden is verstaan, dat de heer W illem Hendrik Noltheniug den Voorrang sal hebben vô6r den heer Cornelis te samen m et de heer Theodorus van voorkom inge sal hebben vppr den W ilm Blankert , beyde op één tjd aangestelt. Alzoo Aldus gedaan en gearresteert onder belofte van opregte naarkominge van alle deeze poincten , hebben wy deezen onderteekent binnen Tholen den 11e M ey 1724. En is geteykent als volgt : D. Rextoot, J. Bodel, M. van Yryberghe, J. Turvq, L. F. de Beaufort , Z 0. van Oromstryen , J. P. Rextoot , T. van Hattem, Blaaubeens, T%. Duurkant, N. J. H. Noey, W . H. Nolthenius , 0. W . Blankert, J. Bodel jr. , M, A. de Savornin. J. Plevier heeft dit reglement geteekent op den 10 February 1729 en Jan Jacob van Yryberghe heeft dit geteekent ob den 22 Noyember 1730. 298 COltRF.SPOXDENTI:N lx STEDEJ vAx ZEELAXD. B. Memorie scn Pieter Bernavd de Selufprf. Door veele luyden in deeze tjdsomstandigheden werdende , dat ik gecondemneert my tegens de heer Turcq hebbe aengestelt !omdat sy van gedagten zjn, dat mjn vaeder altoos lntime vrunden met die man geweest is j en ik aen hem alleen de verplichting van mjn avancement in regering hebbe , s0: sal het noodig zjn een begin te maeken met het contrarie aen te toonen en te doen zien j dat sulks enkelde hersenschimmen zjn , schoon ik meen , dat souw konnen volstaen met aen soodaenige luyden alleen te antwoorden , dat eeneereljk man en voornamentljk soodaenigen , die opentljk voor een republicaia en vonrstander van een vrye regeringh derft uytkomen, uyt geen particuliere verplichting van danckbaerheyt - s0o die verplichting al reëel was, tgeen negeere - sig behoort en vermag te verslaeven om blindeling de gedagten van soodaenigen man, waeraen hy verplicht is j te volgen , maer dat hy ter contrarie , zjn eed en plicht als regent waernem ende j soodaenige luyden , indien hy oordeelt j dat dezelve sentimenten hebben , niet overeencomende met het gemeenewelzjn , maer alleen strekkende om door allerhande middelen j tzy goede of quaede , sig en hunne familie groot te maeken , ten dien eynde het crediet van een geheele regeringh aen sig te trekken en dan haer personagie te speulen ,vermag Om dan ter zaeke te komen sa1 vonraf moeten tegen te gaen. gaen, gelyke omwenteling a1s nu is voorgevallen ; alsdoen sjn v&n alle beneftiën en voordeelen der regeringh by een solemneel G. van Vryberge heer van Naemen , Jacob Vleugels , S. van Dnreslaer , Reynier van der Beke en M . 0. contract gesecludeert de heeren Van Lichtenbergh. Mij n vaeder was zeer goedq dat in den jaere 1724 hier t0t Tholen dierCORRESPONDENTItN IN STEDEN YAN ZEELIXD. 299 vrunden met die luyden en hadde soowel a1s zylieden tegens de heer Turcq gepexeert - want schoon men andere frivole pretexten en wel voornaementljk van een wejentlyke reden , omdat die luyden dispuyt 0V0r de jagt 1) voorgaf , s00 was de voor de heer Turcq niet wilden opsitten en maer amen seggen , en dien heer absoluyt en alleen wilde regeeren. - De heer hadt vaeder Turcq doen 0:k al met een swart krytien de voornoemde mjn geteekent om er Sjn Ed. nevens vjf heeren uyt te goojen , dogh konde in dit sjn voornemen niet reiisseeren , alsoo de heeren Recxstoot en Bodelsig daartegenstelden. Mjn vaeder bleef dan in hunne vrundtschap , dogh hadt sooveel te seggen a1s een 0 int cjier, regerende de heer Turcq alleen en despoticq door middel van een party slaefse zielen , die alles moesten doen , dat dien heer wilde ; hy was met mjn vaeder voor het uyterlyke goede vrunden en wist sig wel van hem te bedienen , wanneer het een of ander moest geschreven of gestelt werden , waertoe hy sig felfs niet capabel kende. Rvenwel omdat mjn vaeder geen man was Om altoos am en te seggen en hem al veeltjds legentheyt heden en tegensprak, liet de heer Turcq geen gevoorbygaen Om Sjn Ed. alle kleenigchagrjn aen te doen , z0o met het weygeren van de honneurs, die m en van de stadt gewoon was Sjn Ed. aen te doen , als met Sjn Ed. in de begeving van ampten , die altoos aen de Gecommitteerde raedt gelaeten waeren geweest, te bepaelen , en continueel onaengenaeme resolutiën t0e te senden etc. 1) De heeren Vleugels en in jachtzaken gewezen door van Holland el1 Zeeland in gistraat llatuurlijk kwalijk f 7 21). Van Doreslaar Warell Van een Vonnisj het gerecht vall Tholen , bij het h0f hooger beroep gekomen , wat de mallam (zie notulen Tholen 13 Februari 300 CORRESPOXDENTIZX lN STEDEN VAN ZEELAND. Mjn vaeder zjnde komen te overlyden 1) en de heer Turcq Gecommitteerde raedt in Sjn Ed. plaets werdende , mnest uyt hoofde van die functie een gedeelte van tjaer t0t Middelburgh zjn , waerdoor hy zjn despoticq crediet so0 niet in tgeheel kon behouden , en moest somtjds al eens sien , zaeken tegens sjn sin geschieden , schoon hy selfs dat er present zjnde m eester was. van tjt t0t tjt souw verminderen , trachtede leties en met onder de handt den een en en a1s het er Dogh mogeljk vreezende , OP aen qllam j n0galtoas dat sulks hy stilanderen te winnen de heeren Vleugels en Lichtenbergh 2) , schoon strydig tegens een articul van het contract van vruntschap 3) , twelk duydeljk segt , dat men voornoemde heeren niet als met eenpaerigheyt van stemmen weer in de vrundtschap mogt nemen , en dat, wanneer iemandt van de leeden van de vrundtschap daertoe wierdt aengesogt, sy beloofden daervan ten eersten kennisse aen de vrundtschap te sullen geYen. gedaen, maer selfs getragt die luyden met meerderheyt van stemmen weer in de vrundtschap te brengen. gelegt zjnde , op sjn ljf te krygen , wel wetende , dat, hy het contract van vrundtschap verbroken en sjn s0o snlemneel hadde Dit uytgelekt en daerover vrundtschap was de heer Turcq om een beroerte de heer Turcq Dit hadde niet alleen niet gegeven woort niet gehouden hebbende , waerdig was mede uyt de vruntschap gesecludeert te werden; dogh de andere heeren , daer den jegenswoordige raedt van Staete Bodel , een Turcqj SWaeger cantenteerden sig met van de heer het hooft Van WaS , 1) 9 November 1730. Q) Hier zijn uitgelaten de woorden : jjweer in de vrundtschap te te brengen'' of iets diergelijks. 3) Art. 1. CORRESPONDENTIZ# IN STEDEN VAN ZEELIND, 301 hem daerover brae/ te reprimendeeren en naemen hem op belofte van beterschap weer in genaede aen. Sedert dien tjt hebben veele heeren hem gans niet vertrout , dogh door een of twee van syne creaturen, die hy er wist in te brengen en dat slegte en gemeene luyden zjn ) bleef hy het nog al meester. Om nu t0t de verplichting , die ik particulier aen hebbe , te com en de heer Turcq , s0o dient geweten te werden , dat ik , nae mjn vaeders doot nae den Hage zjnde gaen wonen en aldaer by een advocaet geduerende eenigen tjt collegie in de rechten gehouden hebbende, voornemens was, schoon den nuderdom van twintig jaeren al hadt bereykt, welke voldoende is om t0tTholen in de regeringh te komen , om nog een jaer tot Leyden te gaen studeeren. Het geval wilde , dat de heer Turcq , in den jaere 1733 in den Hage komende , my zeer aenraede , niet alleen Om n0g ten dien een à tweejaer te studeeren , maer selfs om eynde nae Franeker of Harderwjk te gaen. lk antwoorde daer niet veel op , maer begreep ten eersten wel, dat hy eenige redenen moest hebben om aen my soodaenigen raet te geven, en twyfelde aenstonds , of het niet was om nog iemandt vppr my in de regering te brengen , om welke reden ik ten maer mijn selfs bequaem te maeken , geljk ik dan ook nog datselve i zaer in de m aendt van December gepromoveert wierdt. lk hadde zulks zeer stil gehouden en niemandt a1s sooveel mogeljk gaen wonen, t0t de promotie eersten resolveerde niet nae Leyden te mjn voogden daervan kennisgegeven. burgh gecomen zjnde , ging ik ten eersten by de heer Turcq , en presenteerde mjn dienst tegens de aenstaende m agistraetsvermaeking om schepen te werden , waerontrent hy my zeer veel diëculteyten maekte en onder anderen , dat sy volgens hun contract van vrundtschap maer twee buytenschepens T0t Middel202 CORRESPONDEXTI:N IN STEDEN vAN ZE:IZAND. vermogten te maeken, en dat er actueel twee waeren. Ik antwoorde, dat belangende alle syne gemaekte diëculteyten dezelve van selfs vervielen , terwyle hem uyt een copie van hun contract van vrundtschap, dat ik onder de papieren van mjn vaeder hadt gevonden , k0n aentoonen , dat de regenten , in voornoemd contract zjnde , den anderen belooft hadden de regentekinderen soodrae mogeljk te sullen helpen, en 0ok dat er in plaats van twee drie buytenschepens vermogten te zjn. 1) Hierop wist Ky my niets te antwoorden en was verlegen. Ik ging doen nae Tholen, alwaer ik op deljkste wyse ontfangen wierdt, gevende andere heeren seer cordaet en sonder de de vrunalle de minste hesitatie hunne stem men. Ontrent drie maenden in regering geweest zjnde, er een zaek voor, de heer quam Turcq niet m eer als de andere regenten betrefende , dogh waerover hy met de heer Nolthenius in debat raeckte ; de stemmen gevraegt werdende, oordeelde ik , geljk mede de meeste heeren , dat de heer Nolthenius geljk hadde, en voegde my by hem. quaeljk , dat ik korts daernae hoorde , dat hy aen een ieder sjn beklag deet , dat ik , naauwljks in regering zjnde , hem al displaisier deet en tegens Dat nam de heer Turcq soo hem aen stemde. naestbestaende aengesproken zjnde , antwoorde ik j dat ik altoos gonogon WaS g0We0St 0n nOg WaS Om de heer Turcq in sjn persoon plaisier te doen, dogh ontrent regeringszaeken , dat ik daerin , geljk een eereljk man betaemde , moest doen en adviseeren Hierover door eenige van mijn volgens mjne beste kennisse en wetenschap , geljk den eedt , in den aenvang mjner bedieninge gedaen , medebragt, sonder dat ik daerin voor iemandt, wie 1) Zie artt. 8 en 10. UORRESPONDENTIXN IN STEDEN VAN ZEELAND. b03 het 0ok was , de minste complaisance m eende te hebben. De heer Turcq, hieruyt ziende , dat ik s00- daenigen verslaefde en lache ziel niet hadde, a1s hy wel wenste , om tegens mjn beter weten wit swart te noemen , heeft my sedert dien tjd over geen zaeken meer gesproken , maer ter contrarie displaisier gedaen, daer hy m aer kon. Uyt al dit vorenstaende is genoegsaem te zien , dat de obligatie , die ik aen de heer Turcq gehadt hebbe , niets anders is als alleen in de imaginatie van soodanige luyden , die de zaeken alleen maer uyterljk beschouwen en daerop maer voort raisonneeren. Die m an heeft veele luyden soodaenig weten in te nemen en andere te intimideeren , dat hy , schoon er veele waeren regering tegens te seggen hebben , het evenwel meester gebleven is, die syne absoluyte 1 en despotique de borst was , en selfs wel wat wilden totdat er door het sterfgeval van de heer Noey een Generaeliteyts-rekenmeester moest gemaakt werden. 1) T0t datampt quaemen twee sollicitanten , te weten de heeren Cromstrien en Nolthenius. De heer Turcq hadde eeu jaer te voren een articul by het contract van vrundschap doen vûegen , waerby vastgestelt wierdt, dat men tot aen niem and souw ampt sjn stem mogen geven , voordat men by den anderen in de vrundtschap , ter soodaenigen ampt geconvoceert , gekomen heer gewoon zjnde een ander door contracten te binden sonder sig selfs daer veel aen te houden , begeving van was. Dien eenig vacerend 1) De heer Noeï was gecommitteerde ter Generaliteit. Doûr zijn dood ging een der afgevaardigden van Zeeland van de Gelleraliteitsrekenkamer over in het college der Staten-generaalj en daardoor kwam eene plaats in de Gelleraliteitsrekenkamer te vaceeren (zie het reglement op de begevillg der ambten in Zeelalld d-d. QQ November 1708, het zoogenaamde instrumentum pacis, art. 5). 304 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. vertelde aen een ieder, Generaeliteyts-rekenmeester soude zjn , want dat hy voor hem was , en dat hy dat ampt lange voor de heer Noey's doot aen de heer Cromstrien hadde toegesegt. zjnde , dat Nolthenius souden stemmen , De eenigsints ongerust de heer Yryberghe en ik voor de heer heer Cromstrien seyde de heer Turcq, dat Sjn Ed. daerin geen swaerigheyt moeste maeken, want dat hy ons wel souw dwingen voor Sjn Ed. te stemmen, en sulks niet doende , dat hy dan souw dat de heer Cromstrien maeken, dat de nichten van Vryberghe hem onterfden, en dat , a1s ik het niet doen wilde, hy door den heer Matthiasmjn huweljk 1) souw omver stooten Uyt deeze en diergelyke zaeken kan men van het character van de heer Turcq oordeelen, want iemandt te willen doen onterven en een anders huweljk omver te willen stooten, omdat men in de begeving van een ampt , tgeen eligibel is , en waertoe den eenen s0o nae en verkiesbaer was als den anderen volgens het contract van vrundtschap selve , niet blindeling s00- daenigen heer sjn wi1 volgt, dunkt my van de uyterste quaedtaerdigheyt te zjn. Hoezeer nu de heer Turcq den heere Orom strien versekerde , dat ik niet tegens hem souw durven stemmen ,kan ik in alle oprechtigheyt betuygen , dat hy my deswegens nooyt heeft aengesproken of gevraegt om mjne stem aen de heer Cromstrien te geven , schoon dikwjls genoeg daertoe gelegentheyt heeft gehadt. ontrent het twee heeren .zeer in verlegentheyt, alsoo beyde van mjn naestbestaende en zeer goede vrunden waeren. Aen de heer Nolthenius naeder geparanteert en 0ok familiaerder vrunden met Sjn Ed. zjnde , helde ik eenigsints aen die kant over, en wierdt ik, geljk de Ik was geven Van mij n stem aen een van die 1) Met julrrouw Schorer. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 305 meeste heeren, die hunne stemmen aen de heer Nolthenius gegeven hebben , fnael gedetermineert om dien laestgenoemden heer te stemmen door de onverdraegelyke raisonnementen van de heer Turcq, die rondtuyt seyde , dat de heer Cromstrien rekenmeester soude zjn , want dat hy voor Sjn Ed. was, en wy het hart niet hadden tegens hem te stemmen, en diergelyke onbesonne praeties meer. De heer Nolthenius by m eerderheyt van twee stem men in de vrundtschap t0t rekenmeester aengestelt zjnde 1) , en de syne begrepen wy wel , dat de heer Turcq niet souden naelaeten by de eerste gelegentheyt daerover vraek te nem en , kennende wy hem tot alles capaebel , en dat sig niet veel aen gemaekte contracten of sjn gegeven woort sou. storen: als hy sjn voorig crediet maer k0n weerom krygen , waerolnlne wy goedtvonden den anderen in alle oprechtigheyt en trouw te beloven van a1s eerelyke luyden by den anderen te sullen blyven en , sooveel in ons was, te beletten , dat aen niemand Veeannig onosn gienl ijkh etw iberydsot ndgedr aeonf , aedna tons alle tegeljk wy vorders wie het ook was , geen het minste ongeljk souden doen, m aer oolt dat wy sorge souden draegen , dat geen m an alleen het eminente crediet hadde , en dat wy ten dien eynde , wanneer nieuwe regenten mogten gemaekt werden , deswegens met den anderen souden correspondeeren en comm unicatif gaen. Dit is de origine geweest van de soogenaenlde party tegens de heer Turcq , en waervan dien heer onder voorgevens van een party onwaerheden nu 1) 11 Mei 1737. Vermoedelijk stemden met Turcq: Van Cromstrien , Blankert , Bodel jr. el1 Plevier, en waren voor Nolthenius behalve deze zelf : D. Rextoot , J. P. Rextoot , De Savorllin , Yall Vrïberghej Van den Broek e,1 De Beaufort. Bijdr. el1 Meded. XXIII. 20 306 CORRESPOXDENTItN IN STEDEN vAN ZEELANIJ. so0 een eclatante vengance comt te nemen , sig weynig bekreunende , dat hy een solemneel geteekent contract van vrundtschap , dat door ons tot het laeste t0e gehouden en geobserveert is , comt te breken , en direct tegens zjn gegeven woort van eer aen te gaen. Dogh het is de gewoonte van de meeste groote politique - welke naem Turcq evenwel waereljk niet meriteert , als daertoe te weynig verstandt en bequaemheyt hebbende , geljk alle degenen : die hem wel kennen , moeten getuygen die het eminent crediet van een regering willen hebben , haer woort niet langer te houden, als het haer intrest medebrengt. verloop van een jaer Bodel schieljk te overlyden , ten eeuemaelen aen de beer Turcq verslaeft , wy daerby plaets t0t schepen aengestelt Beek 1) , maer corten tjt nae dato saegen wy met veel bevreem ding , dat de heer Vryberghe , die sig soo solemneel aen ons geëngageert hadde , nevens meenden te winnen, en wierdt in sijn de heer 0. van der sulks de heer 0. van der Beek ons lieten loopen en met de heer Turcq heulden , waerdoor onse party soozeer verswakt wierdt , dat wy maer even de meerderheyt in de vrintschap hadden. De heer rekenmeester Recxstoot in de m aendt Nae quam de burgemeester tgeen een man was van Juni 1738 sjnde komen te overlyden : verloren wy daer veel by, en wierdt de heer van der Beek , die losse schepen was : in Sjn Ed. plaets tot raedt aengestelt. S) ln de maendt van September 3) van hetselve jaer wierdt de heer Van den Broeck in plaets van de heer Recxstoot tot rekenmeester in de 1) Q9 Januari 1 738. Q) Q6 Juni 1738. 3) Neen , het geschiedtle 3 Augustus 1138. llet dullrtle echter 1ot 18 Septemberj eer hij a1s zoodanig zitting nam. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YàN ZEEL&ND. 3 0t provintiaele en desselfs plaets een nieuwe scllepen gemaekt werden. Daer waeren doen zeer weynig habile persoonen , wy den heer Ten Hage , dat juyst geen man van groote geboorte is , dogh van een zeer goede borgerlyke familie , en die soowel a1s sjn vaeder voor een zeer eereljk man bekent is , schepen soodat resolveerden te maelten , of ten m insten onse stemmen rekencaemer aengestelt , moest in daertoe te geven , wat wy konden doen , s00 door het afsterven van de heer Recxstoot als door de ontrouw van deheeren Yryberghe en Van der Beke met sig van 0ns te separeeren , even de eenpaerigheyt van stemmen in de vrundtschap uytmaeken. 1) W y waeren seer verwondert te zien, dat de heeren Yryberghe en Van der Beek hunne stemmen m ede aen den heer Ten Hage gaeven 2) , omdat wy wisten, dat de heer Turcq en de syne zeer tegens die man en voor een ander waeren ; dogh onse verwonderingh vdeartd wdee enh eweer l Vhrayebste ,rge , diwe y mvaetn etern sjyudFerno uhwoo rNdoeen y, getrout is , volgens syne gewone inhaeligheyt , ze heer Ten H >ge hadt doen beloven , dat in faveur van sjn swaeger Noey, die op Mey daeraenvolgende tot de regeringh habilis souw zjn , van de eerste raedsplaets 3) en van alle ampten van eenige consideratie , tzy binnen of buyten de stadt , soude afzien, tgeen die familie nae dato den heer Ten Hage nog schrifteljk hebben doen beloven. Hadden wy dit in de vrundtschip willen brengen en deswegens doleeren , die heeren souden het hardt te verantwoorden doen 1) De schrijver verzuimt hierbij op te merken - maar het blijkt uit het verA'olg - dat ook Van Crolnstrien :an partij veranderd was e)1 zich van Turcq llad afgescheiden. Q) Hij werd benoemd Q8 September 1738. 3) Inderdaad werd rnr. J. lI. Noey bij de eerstvolgellde vacature (5 Juni 1742) tot raad verkozen. Q0* 308 CORRESPONDEXTIZN IN STEDEN #AN ZEELkND. gehadt hebben , want diergelyke beloften en particuliere engagementen waeren ongepermitteert en selfs strydig tegens een articul 1) van ons contract van vrundtschap ; maer wy hebben nooyt getracht iemandt uyt de vrundtschap te secludeeren of haeteljkheden te doen ; en aen de andere kant was het in faveur van iemandt, die binnen corten in de regeringh stont te komen , en die , geljk mede sjn moeder en verdere familie , de behandeling , die sjn swaeger Yryberghe met 0ns gehouden hadde , opentljk verfoeyde en by alle occasiën protesteerden , dat hem niets aengenaemer souw zijn , a1s met 0ns in een goede en 0prechte vrundtschap en harmonie te mogen leven. Gemelten heer Noey praesenteerde sjn dienst om op lley 1739 schepen te werden, tgeen aen hem, als een werden. regentesoon sjnde , niet wel geweygert k0n Den aensoek en caresses , die wy doen van die luyden aengedaen wierden , sjn onuytsprekeljk , en niet minder waeren de versekeringen , die sjn moeder en hy ons deden , van met ons in een oprechte vrundtschap en harmonie te willen leven , en alles te helpen contribueeren , tgeen tot 0ns onderling genoegen en securiteyt kon strekkende zjn. Sy begrepen heel wel , dat wy timide moesten zjn om iemandt te helpen , wiens swaeger 0ns soo trouweloos hadde behandelt en het nu m et de heer Turcq hieldt, waeromme sy ons versekerden , dat sy selfs Vryberghe mefeerde en m et hem in geen oprechte vrundtschap en vertrouwentheyt leven , so0 lange als hy het met Turcq hieldt , waervan sy 0ns nae dato o0k konden reële preuves gaeven , tefens van de heer Turcq soodaenige dingen seggende j dat die niet gaerne soude repeteeren. CORRESPONDESTIJ)N IN STEDEN VAN ZEELItND. 309 op die tjt a1s de heer Noey t0t schepen wierdt aengestelt, tonnden wy n0g , dat wy de heer Vryberghe geen displaisier of ongenoegen wilden aendoen , schoon hy door syne gehoudene behandeling met 0ns sulks genoeg meriteerde, want een burgemeestersplaets vacant zjnde , een ampt, dat volgens het contract van vrundtschap by m eerderheyt van stemmen m oest begeven werden y gaeven wy hem daertoe eenpaerig onse stem men , alhoewel ik hetselve mede konde vraegen en mogeljk souw gereûsseert hebben. De heer Yryberghe, secretaris van deese stadt zjnde, quam ampt door sjn avancement tût burgemeester open te vallen ; ik hadde daer groote sin in als een zeer goed ampt zjnde , dat wel 13 à 14 hondert guldens sjaers vrunden raededen waert is , dogh alle myne naeste my sulks af en wildell , dat ik pensionaris soude blyven. W y waeren doen voor tgrootste gedeelte genegen , dat ampt aen de heer Lichtenbergh ) die aen de onderleggende party d0g een braeF en eereljk man was , en die een swaere dat familie heeft ? te geven , op wiens swaeger Van der Beek het anders moeste kom en , denkende dat dien laesten heer sulks wel aen sjn swaeger souw cedee . ren , geljk hy daertoe ook bereyt was ; dogh mevrouw Xoey rekende , dat sulks niet met het intrest van haer soon souw overeenkomen , en bewoog hemel en aarde om sulks te beletten, dat sy geheel makkeljk konde doen, want als er maer een van de leden van de vruntschap tegen was , vermogt soodaenigen ampt niet buyten de vrundtschap vergeven te werden , en wierdt doen de heer Van der Beek tot secretaris aengestelt '). De heer Iaichtenberg was raesende , 1) Q7 Mei 1739. 310 CORRISPOXDEATII)N IN STEDEN YAN ZEELAND. dat 4it mislukte , en gaf mevrouw met reden daer de schult van , sulks selfs niet meer wilden zien en in schap leefden. Nu deeze fraeie historiën iu regering hier zjn voorgevallen , sjn die luyden versoent en hoore ik j dat mevrouw Noey met al haer schjnheyligheyt en Farisesche streeken voorgeeft, dat de heer Savornyn en ik de oorsaek daertegens gestelt heer Lichtenberg te geven , tgeen onwaer is ; maer ter contrarie hebben wy altoos a1s medelyden met die man sjn ongeluk hebbende om sulks te doen reûsseeren. geweest sjn , dat sy sig s00 zeer heeft om de secretarie aen den ons best gedaen de De heer onsen nu s00 seer beruchten Noey en familie sy den anderen openbaere vyand- M ollerus , raedsheer , hadde sig onderentusschen hier ter neer komen setten , hy hadde eenigen tjt in den Hage a1s advocaet gepractiseert , alwaer sjn vaeder 1) het honoraebel ampt van solliciteur bekleet ; men hadvt hem gesegt, dat , wanneer de raedsheer Duercant quam te sterven , niemaudt uyt de regeringh van Tholen dat ampt souw vraegen , geljk sulks ook niet te denken was, en dat hy dan mogeljk we1 gemakkeljk daeraen souw komen. burger geweest zjnde 2) , allengsjes swakker, tgeen hem deet vreezen , dat dien heer binnen corten souw sterven j en dat hem dan Ontrent eenjaer hier wierdt de heer Duercant de resolutie van de Staeten van Zeelandt 3) , ter 1) Adriaan Mollerus. Q) Mollerus werd als burger van Tholen geadmitteerd Q8 September 1738. 3) Art. 13 van het regeeringsreglement van Tholen dd. 13 Juli l70Q bepaalde , dat men om raad of schepen te worden drie jaren poorler moest zijn ; wie echter te Tholen woonde en met eene poortersdochter getrouwd was , was van dien termijll vrijgesteld. Den 18en Maart 1720 hadden de Staten vall Zeelalld bepaald ? dat CURRESPONDENTIZN IN STEDEN VAX ZEELAND. 311 occasie van de aenstelling van de heer Bout t0t rekenmeester en Staete-generael genom enj souw obsteeren , en hy sjn verhoopt avancement gefrusteert zjn. Dit heeft hem nae alle apparentiën doen resolveerea jufrouw Noey , als een borgeresse van Tholen zjnde ) en die hem k0n habiliteeren , in de dus van gepasseerde winter ten huweljk te vraegen. Mevrouw Noey , die sig altoos als een boesemvriendinne van de heer rekenmeester Nolthenius heeft weten te houden , en dien heer sulks te doen gelnoven, met niets te doen sonder Sjn Ed. raedt te vraegen en selfs in de delicaetste familiezaekev te consulteeren , tgeen , gepaert met de allervalste vleytong en schjnheyligheyt , dien heer een vast vertrouwen op haer heeft doen stellen , twelk de eenige oorsaek is , dat wy nu so0 aen laeger wal zjn , sooals uyt het volgqnde sal blyken , quam Sjn Ed. over het versoek van den heer Mollerus aen haer dogter raedt Vraogon. wierdt gedaen hebben dat huweljk af te raeden , want in corten tjt waeren de jongeluy het eens en trouwden al cort nae dato , zjnde in alles al vry schieljk en excuseerde sig daervan , en welhaest gewaer, dat niet veel plaisier souw haestig geweest , want juyst 8 maenden nae hun trouwdag is er al een afsetseltie van die eerelyke Dien heer luyden voor den dag gekom en. Ik wi1 gaerne bekennen, dat wy, dat huweljk niemand tot een ambtwegens de provincie mocht worden benoemd, ordillaire ministers van dan alleenigh regenten, een der stedell il1 Zeelant , derselver kinderen of wel gebore ollderdanen van dese provillcie , dogh racter vall hel geensints vreemlelingen , die by de stedell de camillisterie honorair werden gegeven . tenzy hetzelve elective drie jarell hebbell bekleedt''. Mollerus moest dus , tenzij hij eetle poortprsdochter vall Tholen huwde, drie jarell wachten, eer hij il1 de l'egeeritlg koll komell y el1 eel- hij tot een staatsambt benoembaar was. 312 CORRESPOXDEXTItN Ix S1'ED>1N vAx ZEELAXD. hoorende , seer geallarmeert waeren , want dit was een tweede swaeger van de heer Vryberghe , die men sekerljk souw trachten in de regeringh te brengen ; en schoon Noey ons goede beloften hadt gelaen en Mollerus die sekerljk ook wel soude doen, S00 Waoren sy swaegers Vryberghe , van wie wy sulken quaeden ondervinding hadden gehadt ; en dien heer hadt buyten die twee swaegers nog een swaeger en een halve broer in de regeringh. 1) Ik resolveerde dierhalven nae den Hage te evenwel altoos van de heer gaen en de heer Nolthenius onse rechtmaetige Vreeze VO0r deezen best te doen ; houden k0n beswaereljk geschieden te stellen en te overleggen , wat in want hem uyt de regering te 1en souden wy daerdoor Noey ,die wy zeer noodig hadden , te 0nvrient gemaekt hebben. De soodaenig door mevrouw heer Noltbenius was Noey en die familie beguygelt en stelde daerop soodaenigen vasten vertrouwen , dat sig volcom en op die luyden fëerde , selfs in heyt en trouw aen 0ns ingestaen en ons te meersooverrej dat dikwjls voor haere oprechtigmaelen van hen als van sig selfs versekert heeft , door welke versekeringen wy sooverre gebragt zjn , dat wy M ollerus gepasseerde Mey schepen gemaekt en hen dus een mes gegeven hebben om ons selfs de keel af te snyden Terwyle Mollerus solliciteerde om scbepen te werden, heeft Noey en by 0ns telkens betuygt geen ander oogmerk te hebben a1s met ons in een goede correspondentie en vrintschap te leven. Twee daegen vppr syne aanstellinge quam hy aen mjn huys , daer 4) De moeder van Van Vryberghe was in eerste huwelijk verbonden geweest aan W . F. vall Lichtenbergj uit welk huwelijk de raad V14ll Lichtenberg el1 de vrouw van den raad Vleugels gesproten waren. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 313 de heeren Cromstrien en Ten Hage 0ok present doen met waeren ) wy spraeken den anderen over de te onderhoudene correspondentie , wanneer M0llerus betuygde , dat bereyt was sig te engageeren om m et ons in een volcomene en vertrouwde vrundtschap en correspondentie te leven en alles te helpen doen , tgunt streltkende souw zjn t0t welwesen van stadt en landt , t0t onse onderlinge securiteyt , welzjn en genoegen , ten dien eynde aen ieder van ons alle mogeljke justitie te helpen doen , en alle soodaenige luyden , die het crediet van de regering aen sig alleen sogten te trekken , te sullen helpen tegengaen , en we1 voornaementljk met ons over het maeken van nieuwe regenten te sullen correspondeeren en s00- daenige te helpen verkiesen , als wy met gemeen overleg t0tgemeen welzjn souden oorbaer oordeelen. W y seyden hiermede volkomen genoegen te nemen , en dat wy voor ons 0ok geen ander but of intentie hadden, S00 haest was lfollerus door 0ns toedoen -- want hadden sulks konnen beletten ringh 1) , of wy saegen , dat sjn swaeger hy? ons nu niet meer benoodigt hebbende , by en m et Turcq liepen , en sig a1s van ons af separeerden. lk wil gaerne bekennen , dat deswegens al ongerust wierdt, dogh de heer Nolthenius versekerde my nogmaels so0 zeer van de eereljkheyt van die luyden , dat ik m y weer gerust stelde. Korten tjt vtspr het overlyden van de heer raedsheer Duercant met de heer Savornyn over het raedsheersampt sprekende , en wie sulks, a1s hetselve tlllam teYaoeeren ) SORW Vraegell )Nzas ik n0gl* n d *10 gedagten , dat niemandt a1s de heer M ollerus hetselve SOIIW Vraegen )en het was t0tmijn groote surprise , niet in de rege- Noey en continueel 1) Hij werd 13 Mei 1740 schepen. 314 coltalslaoxoxxl'lzx Ix s'rEolx vAN ZEELAXD. dat de heer Savornyn my zeyde , dat considerende den draey, die de zaeken van de regering stonden te nemen , de wisselvalligheyt van dezelve , en dat er weynig kans voor 0ns souw zjn tot het een Qf ander buytenampt en andere redenen meer, Sjn Ed. in deliberatie namj of daertoe sjn dienst niet souw presenteeren. Dit stondt my gans weynig aen , wetende wat getrouwen en oprechten vriendt ik daeraen souw verliezen. Korten tjdt nae datoquam dat de heer Duercant een de heer Noey op een morgen aen my seggen , zeer swaere val hadt gedaen , waeraen hy nae alle apparentidn voor sjn swaeger Mollerus , die op die tjt Maestricht was , versoekende. lk antwoorde dat tot hem , sjn swaeger Mollerus niet alleen de jongste regent was , maer dat hy selfs nog geen drie maenden in de regering was geweest, en dat ik en andere dat ampt ook konden vraegen , en ik my vervolgens B00 Vroeg niet kon engageeren. lk resolveerde ten eersten om de heer Savornyn geven , en reedt ten dien eynde denselven middag hiervan kennisse te n0g sprak ik nog dat Sjn Ed. met de heer De Savornyn en verstondt, positief geresalveert was , dat ampt te vraegen. 's Anderen daegs smiddags t0t Tholen geretourneert zjnde , was aldaer de tyding van de doot van de heer Duercant gecomen ; ik liet de heer nae Breda. 's Avonds aldaergecomen zjnde , sterven , mij n stem Noey versoeken ten eersten by my te komen , en seyde hem , dat vonr mjn selfs van het raedtsheersampt afsag , dogh dat ik , tût Breda geweest zjnde, van de heer Savornyn gehoort hadde , dat Sjn Ed, souw komen te tefens dat ampt nae alle apparentiën souw vraegen , waerover hy zeer geconsterneert was , seggende , als de heer Savornyn het vraegt , sal hy het seker zjn, en dan sal mjn swaeger Mollerus het niet vraegen. W y CORUESPOXDENI'IZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 315 konden genoeg , en gemeljk was , dat de heer vroeg , want sy hadden staet gemaeckt der regenten daer sin in soude hebben , en dan souw het van selfs op Mollerus gecomen zjn. Sy hieuwen 1) sig o0k zeer van ons af en liepen n0g meer dan te voorn by Turcq en de syne , waerdoor wy wel saegen, dat wy aen die luyden, a1s zeer geïnterresseert zjnde, niet veel meer souden hebben , en dat de heer gans Savornyn dat ampt 1dat niemandt Savornyn raedsheer geworden zjnde en onse party daerdoor zeer verswakt , sy sig nae alle apparentiën by Turcq souden voegen, in de vrundtschap krygen en niets meer te seggen souden hebben; dogh nooyt hebben wy gedagt, dat die luyden en Turcq met de syne capabel en hardi genoeg souwden zjn om t0t sulke extremiteyten te komen en s0o fraeien stuk werks uyt te voeren. 1n en wy dus de minderheyt die gedagten wierden wy versterkt , doen dat Mollerus niet solliciteerde - want wy saegen, volgens 0ns contract van vrundtschap k0n de jongste regent soowel als den oudtsten alle buytenampten vraegen en waeren dezelve eligibel 2) maer de uytkomst heeft geleert , dat hy sulks gelaeten heeft , omdat het dan zien dat die familie te onvreden nog m eer de naem souv gehadt hebben, dat sy de geheele regering om het raedsheersampt bouleverseerden. Den 2e Augusti proponeerde de burgemeester Vryberghe in onse vrundtschap om de suppletie van het vacerende raedsheersalnpt, tzy in den hove of hoogen raede 3), op Sondag daeraenvolgeude tegens 1) Het HS. herhaalt deze beide woûrden. Q) Zie art. 14. 3) Bij eene vacature in den hoogen raad , die van wege Zeeland moest wordell vervultl , ilad de stad , wier gecommitteerde het langst in het llofzat , de keuze hem naar dell hoogen raad te doen overgaall, il1 welk geval de llieuw belloemde raadslleer zittillg kreer in het h0f (zie art. 8 vall het illstrumeutuln pacis). 316 CORRESPONDEXTIZN IN STEDEX VAN ZEELAND. 14 daegen daeraen by de magistraet vast te stellen, en de absente leden dezer regeringe daerop te beschryven. Sulks wierdt goedt gevonden , en op Sondag den 7e by de m agistraet , op het stadshuys vergaedert zjnde , geresolveert den dag tot het despitieeren van een bequaem persoon omme aen de Staeten dezer provintie ter suppletie van het vacerende raedsheersampt voorgedraegen te werden, vast te stellen tegens den 21e Augusti , en dat van die resolutie aen de absente leeden dezer regering by missive kennisse souw werden gegeven. Ik hadde die resolutie gestelt en onder anderen , d a t d e n d a g t e r b e g e v i n g e v a n h e t r a e d s h e e r s am p t v a s tg es t e1t w i er d t, waerop by het resumeeren van dezelve door de heer Turcq wierdt geremarqueert, die seyde dat moest zjn , d a t d e n d ag t e r n o min a ti e v an e en p er s o 0 n t 0 t h e t r a e d s h e e r sa m p t v a s t g e s het een s00 goed was als het andere , het wel een begeving noemen , terwyle de leeden van Staet onder den andere verplicht waeren soodaenigen persoon aen kon te stellen , als by de stadt wierdt voorgedraegen , dogh dat sulks ligt k0n veranderen , geljk ik deet. lk wil gaerne bekennen alsdoen geene de minste gedagten gehadt te hebben, dat de heer Turcq die remarque maekte , omdat oornemens was s0o fraejen commedie met die aen- v stellinge te speulen , en dat hy daerom het woordt van nominatie liever als het woordt van begevinge in de notulen wilde hebben. Het bljkt claer, dat de heer Turcq die intentie gehadt heeft, terwyle heeren sig nu defendeeren met te seggen , dat het geen aenstellinge geweest is , want dat die by de Staeten moest geschieden : m aer een nominatie , en dat die , s0o lang niet overgebragt was , k0n veran- 4ert werden, rekenende sekerljk dat het niets is een te l t w i erd t etc. Ik seyde , dat want dat men die COàRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 31t resolutie, die nae soodanige voorgaende solemniteyten m et eenpaerigheyt van stem men geuomen is , met meerderheyt van vier stemmen in te trekken en in het resolutieboek soodaenig te rojeren , dat daervan geen letter kan gelezen werden , sooals uyt het hiernae volgende sal gezien werden. Op den 19e Augusti wierdt de heer Savornyn in de vrundtschap en op den 21e by de magistraet met eenpaerigheyt van stemmen t0t raedsheer vercoren , en de gedeputeerden ter eerster Staetsvergaederingh by die resolutie gelast dien heer daertoe aen de Staeten dezer provintie voor te draegen. De heer Vr/berghe wierdt in Sjn Ed. plaets tot ontfanger der middelen van gemeene consumptie en ik in Vryberghe's plaets tot Ontfanger van de huysschattinge over deeze stadt en jurisdictie vercoren , en vorders wierden nog eenige kleine ampties , door het avancement van de heer Savornyn vacant, begeven , en tefens ook geresolveert uyt de recognitisn , die van de voorschreven ampten aen de stadt moesten werden betaelt , sekere obligatie , tot laste van de stadt loopende , af te Den 28e lossen. en vervolgens door my in het schap , welke M olleru: was ; aldaer wierdt op de ingecomene poincten van beschryvinge gedelibereert ; het raedsheersampt in eene der poincten vervat zjnde , wierdt de resoquamen wy dien avondt aen het huys van de heer resolutie geresumeert de resumptie geapprobeert , werdende dezelve Den 30e resolutieboek geregistreert. a1s van ouds in de vrundtlutie van den 19e, hiervoorn gem elt, geconfrmeert en de gedeputeerden ter aenstaende Staetsvergaederingh nogmaels gelast den heere De Savornyn t:t raedsheer voor te draegen. De militaire charges Augusti wierdt deeze sullende begeven werden, wilde een ieder nae de vergaedering gaen, envielen daerover eenige woorden318 CORRESPONDEXTIZN IN STEDEX vAN zBEluAxo. wisselingen - evenwel alleen tusschen die heeren , die nu aen de bovenleggende party zjn, want ik moest als pensionaris per se gaen , en de rest van onse goede vrunden , uytgesondert de heer Oromstrien, die te Zierikzee was , konden daer niet komen - wie te huys souw blyven Ik railleerde daer wat mede seggende , dat sy 1 alle moesten gaen, maer dat ik dan met vermaek zouw zien j dat de vier onderliggende heeren hun kans waernaem en, de edeputeerden te huys riepen en selfs op de vergaedering quaemen. Die woorden n0g al duerende, geyde de heer Turcq : si k w 0 o r d e n n i e t m a e k e n , souw daerover sooveel d a e r i s n0g t ij d s e n 0 e g t u s s e n b e y d e , e n d a e r s a 1 n 0 g w e 1 veran deringh ko m en'', sulks verscheydene maelen repeterende. W y maekten OP dat Seggen geen r0- Eexie , alsoo wy geen gedagten hadden op soodaenige zaeken , a1s korts na dato gebeurden ; maer de uytcomst heeft maer al te we1 geleert, wat de heer Turcq met die woorden bedoelde , zjnde het evenwel naauwljks te begrypen, hoe men so0 vals kan zjn van met luyden nog vrundtgchap te houden , een glaesjen van vrundtschap te drinken en een resolutie te confrmeeren , daer men bereyds geresolveerd is en vastgestelt heeft die luyden uyt de vrundtschap te secludeeren, van alle honneurs en voordeelen der regeringe te ontrooven, en soodaenigen resolutie a1s bovengemelt twee daegen nae dato den boom in te slaen. Dat zy sulks doen al vastgestelt hebben gehadt , bljkt vooreerst uyt het gesegde van de heer Turcq , hierboven aengehaelt , maer nog veel sekerder uyt hetgeen my drie à vier daegen nae dato wierdt esegt, te weten j dat sekere jufrouw , die wat meer familiariteyt m et een van die heeren heeft , als ordenteljk is , op dien eygen Dinsdagmorgen, sooals gy savonds met ons nog vrundtschap hielden , tegens CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELASD. 310 een burgerman uyt haer lnondt liet vallen , dat de heer Savornyn geen raedsheer soude zjn , en dat de heer Ten Hage weer we1 nae Oortgene - alwaer sjn vaeder ontfanger van de gemeene middelen is - mogt S nergens van wetende , quam een goedt vrundt van my , die niet in de regeringh is , my vraegen, wat er te doen was , dat er sulken geloop in de stadt was. lk seyde nergens van te weten , en hy daerop , dat gaen wonen. 1) W oensdags 2) smorgens in huys sittellde en ik my deswegens dan wel moest informeeren , geljk i1c 0ok ten eersten nae de heer Doreslaer gong , met wie ik altoos intime vrunden was hy aen de Onderleggende party o0k extra groote vrunden met de heeren Recxstoot en Van den Broek. hadde ons altoos geweest , schoon was t zjnde denselven Zjn Ed. de heer belooft, dat , wanneer Turcq of iem andt anders aen hen voorslaegen m ogt komen te doen om hen in de vrundtschap te nemen en 0ns daeruyt te secludeeren, hy 0ns daervan ten eersten kennisse soude geven , en dat wy hem dan altoos betere en favorabler conditiën souden konnen doen hebben a1s de andere. lk vroeg hem , of hy nergens van wist, en of er iets gaende WaS ; Ik hy seyde my van jae, dog wilde niet uytkomen. geklonken was , waerop ik een zeer duyster antwoort kreeg , uyt hetwelke ik evenwel begreep , dat dat Vroeg hem vûrders , of het dan al werkje nog we1 te steuyten was. lk seyde hem , dat na0 huys gong Om a0n onse absente vrunden ten eersten per expresse kennisse te geven , dat ik onderentusschen hem versogt sig niet vorders te willen 1) Inderdaad is de heer Ten Hage , toen hij na zijne uitsluiting llit de vriendschap als schepelt aftrad , niet herkozen en dus buiten de regeering geraakt. Q) 31 Augustus 1740 320 CORRESPONDENTICN IN STED8N VAN ZEELAND. begeerden , niets uytgesondert , ten eersten weer by hem souw komen. lk ging doen nae de heer Savornyn , seggende , dat Sja Ed. ten eersten nae de heer Blankert moest gaen en hooren, wat er van @* Z IJ 11 . onse rechtmaetige vrees kennisse gegeven hebbendej WaS ,en of die OXPVOSSO a0n nog niet te krygen souw Per onse absente heeren van zyne ofereerde , en dat ik ging ik weer nae de heer Doreslaer, daer ik saem geen een woort konde uyt telkens met groote sugten seyde, mogt te deelde Seggen. dat ik gong ofereerde , waerop vroeg doen, of hy dienstig oor1 de drie andere onderleggende heeren 1) hadde, antwoorde , dat het te laet was , en ik by en hen hetselve , dat aen hem gedaen hy my doen eyndeling geen moeyte meer behoefde te doen. Siende, dat wy door hem krygen , dat my niets verlk tegens syne gedaene beloften s0o zeer misleyt waeren, en dat hy met de andere mede gedaen hadde om ons soozeer te verongelyken , wil ik gaerne bekennen , dat voorsigtigst oordeelde om m aer sonder verder spreken uyt sjn huys te gaen , want ik voelde j dat ik mjn passie naauwelijks meester was. Daer vandaen genoega1s dat my komende, seyde de heer Savornyn my, dat by Blanlqert was geweest, dat denselven hem hadde gesegt , dat versekert was , dat wy Turcq , hem en andere uyt de vruntschap hadden willen secludeeren , dat hy engageeren, want dat ik hem en de alles wat sulks van 0ns niet gewagt hadt , maer dat nu 00k geen swaerigheyt hadde gemaekt om het 0ns te doen. wy zeer verlangende de uytkomst van deeze historiën te zien. Donderdaegs S) savonds hoorden Onderentusschen waeren W aeren wy , sy alle by den anderen geweest , dogh daer lekte niets van hun dat 1) Te weten G. van Vryberghe , Yleugels en Vall Lichtenberg. Q) 1 September 1740. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELkND 32 1 voornemen uyt , en maekten wy geen de minste gedagten , dat men de resolutie van de heer Savornyn afnemen tgeen bereyds gegeren was. Sijn Rd. Donderdags savonds wierdt politie gelegt tegen sanderen daegs 1) smorgens. bragt de heer Y ryberghe , die eerste burgemeester is , de poincten van beschryvinge in deliberatie. Bovengecomen zij nde1 h%y bemerckten aenstonds , dat de conclusie , die Dinsdaegs te voorn in de vrundtschap genomen was , niet gevolgt wierdt. Tot het poinct ? tgeen de begeving van het raedsde wegens aenstelling k0n breken en heersampt concerneerde, heer Yryberghe simpel gecomen sonder eenige reden van sjn advys te geven , dat van oordeel was, dat de resolutie, den 21e Augusti genomen , voor sooverre die de bezjnde, seyde de geving van behoorde te werden ingetrokken Savornyn, burgem eester, met veel bevreemding het advys gerojeert. De heer alsoo de tweede w asj van de eerste volgde , de heer Cromstrien absent seyde burgemeester te hooren ? dat hy niet wist, dat er eenige wettige redenen waeren om een resolutie, nae voorgaende beschryvinge met eenpaerigheyt van stemmen en op een wettige wyse genomen , in te konnen trekken , en dat hy de volgende heeren versogt hun geïeven linge te woort te houden en hem mainctineeren. Alle de by syne aenstelvolgende heeren voegden sig simpel by het advys van de eerste burgemeester. Men kon zien , dat sy beschaem t waeren over het fraeje stukjen, dat sy deden , want geen een van hen allen derfde de oogen opslaen , behalven de heer Turcq j die *ln alle soodaenige zaelcen soo gecon:jt is , dat alle schaemte heeft verloren - dien heer is s0ogewent schoeljestukken te doen , dat ik ampten concerneerde , en ten registre die nae hem 1) Q September 1740. Biidr. en Meded. XX.IlI. 322 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN vAN ZEELAND. waerljk geloofl', dat hy beschaemt souw werlen, a1s een eerelyke daet deet. - De lleer Savornyn en ikj wmaendte broonesdee rsv 2j)f wanadereerne ongelukkige dog eerelyke absent , vroegen te meermaelen nae de redenen van soodaenigen behandeling, waerop wy geen antwoort kregen , seggenle als doen, dat wy vermeenden, dat een resolutie, op s0o solemneelen wyse en met eenpaerigheyt van stemmen genomen , met geen meerderheyt van vier stemmen kon werden gebroken , dat wy dierhalven tegens soo daenige ongehoorde procedures en resolutiën moesten protesteeren , versoekende , dat sulks ten minsten in de notulen mogt werden aengeteekent, maer daer wierdt niet eens nae geluystert. De Lurgemeester vraegde my het register der resolutiën , tgeen ik hem gal, en waerin hy zeer soigneus de resolutie van den 21e Augusti , hiervoorn gementioneert , s00- daenig uytschrabde , dat daervan geen letter kan gelezen werden , settende op de kant : sI s g o e d tg e v o n d e n d e e z e r e s o l u t i e i n t e t r e k k e n e n t e n r e g i s t r e t e r o j e e r e n. M y t e r k e nn i s s e a l s b u r g e m a e s t e r : J. J. v a n Y r yb e rgh e.'' Schoon al voorvallen en omwentelingen in regeringen zaeken geschieden , die met de justitie in billjkheyt niet overeenkomen , geloove ik niet, dat een exempel van soo een formele @ IS , te vinden is van het breken resolutie , en tgeen n0g arger tregigter op s0o een wyse uytschrabt ; maer sy hebben niet gewilt, dat soo fraejen behandeling ter kennisse van de naerkomelingschap souw komen. lk hebbe n0g van geene onpartydige en kundige luyden gehoort , die konnen begrypen , hoe die heeren hebben durven resolveeren ozmjn ,s usltkrey deigx trteegmeintes yatellne tfeu nddoaemn e,n ttegne evnanz ekeern zgaeokedeen dat men een resolutie in dikwjls veele CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 320 en billyke regering en de wette van eer ; evenwel willen deeze luyden n0g al republicains genaemt werden , maer voorseker is het landt en onderdaenen te beclaegen , tgeen van soodaenige sig dus noemende republicains moet geregeert werden. Die heeren deputeerden ter waerneminge der vergaedering soodaenige heeren als sy goedtvonden , en lieten de heeren Cromstrien en Savornyn te huys ; den eerstgemelten is tweede regerende burgem eester, sjnde geen exempl te vinden , dat t0t Tholen beyde de regerende burgemeesters niet ter waerneminge der vergaedering zjn gedeputeert geweest. m ede gedeputeert als pensionaris , dogh alleeu lnet een adviserende stem , en de secretaris , die minder in rang en veel jonger regent is a1s ik , met een concluderende stem. lk begreep ten eersten wel , dat ik op die deputatie de vergaderillgh niet kon waernemen , maer wilde niets doen sonder alvorens daerover den raedt van mjn vrunden ingenomen te hebben , en vertrok ten dien eynde ten eersten nae Middelburg. De meeste van myne vrunden , die de constitutie van de Thoolse regeringh kenden , waeren metmy van oordeel, dat ik my mjn stem a1s raedt niet kon laeten benemen en nog veel lninder de praeseance en rang aen den secretaris geven , dat ik mjn selfs met het behouden van dat concluderende lk wierdt ampt j dat maer hondert rjcxdaelders sjaers waerdig is , duysenderley chagrjn souw aendoen , sonder in staet te zjn om het publiq of de goede zaek eenigen dienst te doen : en dat sy het my door allerhande middelen , al wast maer met my telkens sonder, en veel jonger regenten ik dan ordres souw hebben moeten 1van welke afwagten , soo moey souden maeken , dat hetselve eyndeling soude moeten quiteeren. Ik vertrok dan weer nae Tholen, alwaer ik afstandt van mijn pensionarisampt deet. 2 1* m et stem te senden 324 CORRESPONDENTIkN IN ST:DEN vAN ZEELAND. Om nu hetgeen en by de geheele voor tgeen zy redenengeven van en ons by hoorden, dat sy aen een ieder contract onder den anderen en Mollerus waeren aen boort vertelden , dat wy een hadden , eh dat wy Noey eweest om mede in hetselve te komen en dat te teekenen , ten eynde om vooreerst wat nieuwe regenten nae ons sin te maeken en dan de heer Turcq, Vr/berghe en de haere uyt de vruntschap te secludeeren , en dat sy ons om die redenen hadden gepraeveniëert. Menschen, die partydig zjn , en die haer voordeel by s0o een verandering beoogen of die de zaeken maer uyterljk beschouwen en niet verder zien, a1s haer neus lang is , konnen s0o een opgeschikt verhael ligt maer aen andere , die wat meer doorsigt moet hetselve wanneer men alleenig maer considereert , dat wy staepel sot souden hebben moeten zjn - daer ik gelooven; hebben , ten eersten fabuleus voorcomen , ter contrarie derf kenneljk genoeg uyt de vrundtschap gesecludeert zjn , sulke verstandige en bequaeme luyden zjn , dat het te wenschen waere , dat veele van dat soort in onse provintie wierden gevonden - om te trachten de heeren Noey en M ollerus in contracten in te wickkelen , strekkende sevene , die nu seggen , en tgeen aen een ieder is , dat onder de om haer eyge swaeger te secludeeren en nadeel t0e te brengen , en behalven dat , dat wy sulks met de twee jongste regenten souden gaen probeeren, daer het ons , als wy die intentie gehadt hadden , m aer een woort behoefde te costen ()m de vier onderleggende heeren, en met welke Welke onse zeer goede vrunden waeren, Wy in eene zeer goede harmonie leefden, by ons te nemen , wanneer wy dezelve meergeschiet was , een glimp te geven waereldt niet te boek te staen waereljk zjn , moesten die heeren de behandeling, met ons gehouden, de geheele waereldt swart maeken. W y CORRESPONDENTIZN IN STEDEX YAN ZEEL&ND. 32 5 derheyt souden gehadt hebben, die sy nu hebben, en gevolgeljk alles konden doen, dat wy begeerden; dogh sulks is nooyt in onse gedagten opgecomen , omdat wy, dat doende, geen eerlyke luyden souden gebleven zjn, dat men 0ns maer ter contrariegemeriteert hebben, noemde , snoals die heeren j die het nu gedaen hebben , meriteeren genoemt te werden. Ons sistema is altoos geweest liever als eerelyke luyden onder, dan a1s schelmen boven te willen zjn. W y hebben nnoyt swaerigheyt gemaeltt in alle oprechtigheyt nooyt of ooyt eenig contract hoegenaemt onder ons hebben gehadt, dat wy nooyt getracht hebben eenig contract te maeken en daerdoor eenige van onse mederegenten in haer honneur Of voordeel te benaedeelen of dezelve û0k te verclaeren , dat wy in eenigerhande manieren te secludeeren , en dat wy nooyt of ooyt iemandt, wie het 0ok zy , deswegens hebben aengesogt Of aengesproken Maer aen de andere kant willen wy ook we1 bekennen , dat , vreezende voor hetgeen ons nu overcomen is , wy getracht hebben ons selven te secureren en sorge te draegen , dat hier geen heer alleen met een dispotique magt souw regeeren. Al hetgeen wy ten dien eynde hebben gedaen , en dat daerontrent is hebbe ik hiervoorn à desseyn ampel eynde daeruyt souw konnen werden gepasseert , verhaelt , ten geoordeelt , of wy daermede iets onbehoorljks hebben bedreven j of iemandt verongeljkt, en juyste redenen tot soodaenigen behandeling , a1s met 0ns gehouden is , gegeven. nu van de bovenleggende party sjn , hebben nae alle apparentiën aen de waerheyt van het verhaelde door Noey en Mollerus begonnen te twyfelen en willen probeeren , of sy dat Sommige heeren , die wel in onse praesentie souden derven staende houden , want nae verloop van eenigen tjt op het stadshuys zjnde , begon Mollerus - wiens weerrae om assurant 326 CORRESPOXDEXTIZN IN STEDEX YAN ZEELAND. te liegen niet bekent is - deeze fraeje historie , die met veel om standigheden verciert is , te verhaelen. lk hoorde int eerst sulks aen , redeljk tranquil zjnde , dogh k0n het niet lange uythouden , en seyde het my zeer vreemt voor te comen , dat de heer Mollerus op het stadshtlys .van soodaenige zaeken derfde spreken en van een contract van vrundtschap reppen, dewyle hy niet ignoreerde , dat by eene resolutie van de Staeten van Zeelandt 1) alle hoegenoemde contracten zeer ernstig waeren verboden , maer n0g vreemder, dat men 0ns nu van sulke zaeken wilde spreken , daer men bevorens op ons versoek geen reden hadde willen geven van soodaenigen onwettige en trouweloose behandeling, a1s men met ons hadt gehouden, dat het scheen, of men nu 0nsproces wilde opmaken en 0ns verhooren , naedat onse sententie - par manière de dire - al wasopgemaekt en selfs ter executie gelegt , dat wy, als de heeren 0ns deswegens wilden onderhouden en met ons daerover spreken op een andere plaets als het stadshuys , wy 0ns selfs niet souden ontreckken , maer dat hem nu niets anders meende te antwoorden , dan dat al sjn verhaelde en gesegde versonne leugens en opgeraepte onwaerheden waeren. Ik voelde doen , dat ik s0o haestig wierdt , tgeen seker een fout in my is ? welke niet altoos kan te boven komen , dat ik om niet van woorden tot daedeljkheden te komen , tgeen op die plaets n0g konnen nae sig meer dan Ordinaire gevolgen souw hebben wierdt , naederhandt gehoort, dat Mollerus gepresenteert heeft sjn verhaelde met eede te bevestigen ; ik sal sulks alleen beantwoorden met het gesegde van seker heer, slepen , tgeen mogeljk we1 gesogt best oordeelde heen te gaen. lk hebbe 1) Zie art. lQ vall het plakaat tler Statell van Zeeland d-d. Q4 lanuari 1673. CORRESPOXDEXTIZN IN STEDEN YAX ZEELIND 327 die nu hiermede aen de bovenleggende party i: , d a t w e y n i g e m e n s c h e n h e t v e r h a e l v a n M o l 1 e r u s s u 1 l e n g e l o 0 v e n e n d e n k e n , d a t v e e l e s 0 u d e n g e v 0 n d e n w e r d e n , d i e g a e r n e e e n v a l s c h e n e e d t o m e e n r a e d s h e e r s a m p t s 0 ud e n d o e n. De geheele omwenteliug rezenen geschiet , a1s omdat ons wilde vengeeren , omdat eminent crediet hebben geen de heer Turcq sig van wy 0ns selfs tegens sjn aengestelt , en omdat de geheele familie van M ollerus en hy selfs wilde j dat hy raedsheer soude door wat middelen het ook is seker om andere *@ z IJ n , m ogte wesen; want, so0 het al waerheyt was ) tgeen s00 niet is, dat wy die heeren soodaenigen contract hadden voorgehouden, so0 hadden sy volgens een uytdrukkeljk articul van het contract van vrundtschap 1) daervan ten eersten kennisse moeten geven, maer niet wagten , totdat daerdoor een raedsheersampt konden becomen , welk ampt nu by de meeste een p r a e m i u m s c el e ri s genaem t werdt. VlulsslxGEx. correspondentie , tusschen de in 1728 Ylissingsche regenten gesloten en door H. W . Tydeman in zjn tjdschrift Mnemosyne (1824 blz. 153 v1g.) afgedrukt, niet het oudste was , kon men naar analogie van wat elders was voorgekomen, we1 aannemen , m aar een ouder contract was toch niet bekend. Het achterstaande stuk, dat van 1674 dateert, en in 1899 door mr. B. J. L. baron de Geer van Jtttfaas aan het Zeeuwsche depôt werd geschonken , bewjst, dat reeds eene halve eeuw vroeger de correspondentie te Vlissingen niet onbekend was. Dat het contract van 1) Zie art. 3. 328 CORRESPONDESTIZN lN STEDEN YAN ZBELAND. T0t toblichting van het stuk slechts enkele0Pm0rkingen. Bljkbaar was in 1674 de Vlissingsche magistraat in twee Of meer partjen verdeeld. Aan het hoofd van eene dier partjen stond mr. Gasper lngels , oud-burgemeester en sinds 1654 lid van Recommitteerde raden van Zeeland ; eene andere partj werd geleid door Dirck Buysero , die toen raad en secretaris van Vlissingen was, maar meer bekend is als dichter en vriend van Antonides van der Goes. Beide partjen kwamen nu overeen , dat bj de magistraatsverkiezing van 1674 Buysero en zjne partj zich voegen zouden bj Ingels en diens candidaten zouden steunen. zijne partij zorgen , lege der admiraliteit op de Maze z:u worden benoemd. Tegeljkertjd verbond zich 0ok mr. Johan Buysero , die n0g niet in de regeering was , om , z0o hj t0t raad mocht worden gekozen , zich bj verdere nomi. Daartegenover zouden lngels en dat Buysero t0t 1id van het colnaties te schikken naar departj van lngels. Deze overeenkomst zou eigenljk geen contract van correspondentie verdienen te heeten , daar zj slechts een paar kwesties van tjdeljken aard regelt , z0o niet uitdrukkeljk bepaald was , dat ook in het vervolg van tjd beide partjen zouden samenwerken. Partjen noemen hare overeenkomst dan 00k eene vertrouwde correspondentie'' en elders eene rvrientschap en correspondentie''. Het contract schjnt Xvaste en getrouw te zjn nageleefd : Dirck Buysero werd 6 April 1674 tot lid der admiraliteit te Rotterdam benoemd , en mr. Johan Btlysero volgde zjn broeder als raad en secretaris op. is , evenals het boven medegedeelde Zierikseesche , merkwaardig om twee redenen , meen ik: vooreerst om dat Ingels en Buysero zich niet ilet contract slechts voor zichzelf maar ook voor hunne lingen verbinden. Van de partj van Ingels volgeteekent COREESPOXDAINTIZN IN STBDEN VAN ZEELAND. 320 nielnand dan deze zelf , van de andere partj teekenen alleen de beide Buysero's , waarvan de een nog geen 1id der regeering was. De heeren Yan Dussen en Ginhoven , die a1s borgen van Dirclt Buysero optreden , zjn naar alle waarschjnljkheid zjn vader Laurens Buysero , griëer van den prinsj en diens zoon en opvolger Adriaan. Geen van beiden waren Vlissingsche regenten. Alleen de laatste teekende de altte. Bovendien , ik de aandacht en dat is een tweedepunt , waarop is de akte vestig, o0k onderteekend door den heer Yan Odjk , die den prins in de Staten van Zeeland vertegenwoordigde. In het stuk zelf wordt deze verzocht aan dien der onderteekenaars , 2ie zich aan de nakoming der gemaakteovereenkomst mocht onttrekken , zjne gunst te onthouden. Dat was , a1s het ware , de clausula poenalis van het contract. Hoe het contract te rjmen was met de publicatie j door de Staten van Zeeland kort te voren (24 Januari 1673) gedaan (zie contracten van correspondentie blz. 244) , moet in het midden gelaten worden. In de tweede plaats wordt hierachter het bovenvermelde contract van 1728 medegedeeld. het bekende H et is OYergenomen Waarin Tydem an het trent het handschrift , waaraan hj het contract ontleende , deelt hj mede , aangekocht op de auctie van de nagelaten boeken en papieren van J. W . te W ater. De uitgever heeft de nalnen meerendeels weggelaten en de spelling pgemoderniseerd''. dat het door hem werd Verder heeft Tydeman tot.het door uit weinig tjdschrift , in 1824 deed afdrukken. Omhem gepubliceerde contract geene toelichting gegeven. lk voeg er hier alleen aan t0e , dat de regeering van Vlissingen in 1728 was samengesteld uit een baljuw , twee burgemeesters, negen schepenen en vierentwintig raden of vroedschappen. De raden waren aangesteld voor hun leven ) de burgemeesters 330 CORRESIaOXDEXTItN IN STEDEX vlx ZEBLAND. en schepenen werden sinds 1719 jaarljks door de vroedschap zelve benoemd. In den regel werden de schepenen uit de raden gekazen , hoewel dat niet noodig was. 0ok art. 10 van dit contract spreekt de wenscheljkheid uit de vaceerende schepenplaatsen uit de raden te vervullen. Het eigenaardige van het achterstaande contract is, dat het slechts 18 der 24 raden t0t de Vriendschap toelaat , en dat niet ten gevolge van de uitsluiting van 6 andere raden , maar omdat men niet wilde, dat de Yriendschap meer dan 18 leden tellen zQu ; de later aangestelde raden zouden naar ancienniteit in de correspondentie worden opgenomen , wanneer eene der 18 plaatsen kwam te vaceeren. Zoodra dus het contract zoo lang had gewerkt , dat de in 1728 uitgesloten leden afgetreden of overleden waren , zouden we1 alle 24 ralen door decorrespondentie zjn aangesteld , maar 6 hunner, de 6 jongsten , zouden aan het vergeven der ambten enz. nog geen deel hebben. stond , volgens Tydeman j afgeschreven eene ljst der raden, sedert 1 Juli 1729 te Vlissingen aangesteld. Die ljst liep door tot 1740. Tot zoolang bleef dus het contract zeker van kracht. R. F. Onder het stuk A. Contraot van 1674. Alsoo getoont Syne Hoocheyt aen den heere van odjck heeft, dat Syne Hoocheyt goet vindt en soude sien, dat alle die oneenicheden geerne tusschen de Vlissingen mochten ûphouden en bygelecht worden , s90 ist , dat wy ondergeschreven, om sulcx naer te comen, verclaren met den anderen te hebben aengegaen een vaste en vertrouwde correspondentie niet alleen om des lants en stadts saecken , regenten der stadt waertoe wy uyt crachte yan onse respective funçtiën CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 331 by eede sjn verplicht , ten oock om alle voorvallende besten te dirigeren maer saecken tot corroberatie vau dese vrientschap te beleyden , engagerende sich tot dien eynde raelt der stadt Vlissingen , vrienden soodanigen nominatie van burgemeesters ende schepenen over de stadt Ylissingen op den 15 April 1674, oock die voor ofte naer date noch mochte dheer Dirck Buysero , secretaris ende voor hemselven ende syne geschieden te sullen doen, als dheer raetsheer lngels op Sjn Ed. sal versoecken , authoriserende dheer secretaris Dirck Buysero den voorscreven heer raetsheer lngels Om by syne absentie een biljet van n0- minatie voor Sjn Ed. te mogen overgeven , geljck oock dheer raetsheer Ingel: aenneemt s0o door hem selFs als syne vrienden te dat den voornoemden uyt wercken , heer secretaris ende raed Dirck Buysero tot de Gecommitteel'de-raedtsplaetse int collegie ter admiraliteyt t0t Rotterdam , door de doot van dheer Nicolaes Kien vacerende , sal worden geavanceert. En alsoo in dese vrientschap en correspondentie dheer mr. Johan Buysero is gecomprehenleert , s0O verbint sich den voorscreven heer mr. Johan Buysero , soo wanneer tot raedt der stad Vlissingen sal sjn gepromoveert , tallen tyden soodanigen nominatie , tsy van burgemeesters , schepenen Ofte raden over de stadt Vlissingen, te sullen doen , als dheer raetsheer Ingels op Sjn Ed. sal versoecken. Op welck fondament van wyders lloocheyt den heere prince van de bestendige vrientschap dondergescreven haer verbinden malcanders intrest sno ontrent Syne stadt Vlissingen , Orange , a1s binnen ofte waer hetselfde mochte Nvesen ofte verseren , naer haer ujtterste verm ogen Op te volgen , met belofte van malcanderen te sullen getrouweljck waerschouwen van tgeene den eenen ofte den anderen mochte voorcomen , dat dese corresgondentie soude connen hinderljck sjn, oock tselFde 3 32 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. op het crachtighste te sullen de heeren van Dussen ende tegengaen ; geljck oock Ginhoven tot dien eynde hun obligeren ende sterck maken )dat alle de voorscreven conditiën by dheeren Dirck en Johan Buysero, die desen mede hebben geteeckent j sullen werden naergecomen. Rn opdat dese gemaeckte vrientschap en correspondentie dies te bestendiger blyve , versoecken heere t Syne Hoocheyts gedeputeerde als eerste en represenwy ondergeschreven den H oochedelgebûoren heer W illem van Nassau , heer van Odjck etc., terende dedelen van Zeelant, van tgeene voorschreven is , kennisse te nemen, tselfde met Sjn Hoochedelheyts signature te becrachtigen en Sjn Hoochedelheyts gunste dengeenen , die desen soude comen te contraveniëren directeljck 0F indirecteljck. Aldus gedaen ter goeder trouwe , ende tot meerder bevestinge onderteeckent binnen 's-Graen faveur tontrecken venhage den 27 Alaert 1674. (w. g.) W . de Nassau. A. Buysero. G. Ingels. D. Buysero. J. Buysero. Punten van verdrag en cdypcicfïe , waarop de pzl#erg::chr6ecx regenten der stad Vlissingen met den anderen , fpf herstel der pntf6rlfzlg: rust en Trede en fpf wegneming wJp alle vfs/lptyd/l: en sdr-j#erfglg , alsmede fpf etablissement van eene #p6#: , vaste en verzekerde regeering fpf voordeel van de dfc# en .prprfrlcf: en fpf redves der vervallen zaken , z#n p@l:r6:n#6à0>:?$ en tlercccprtfderd om 0?l#6r haar te blnven duren en geobserveerd te Yprtf6s tot eene eeuwige Ydf en onverbrekelnke alliantie scn vriendschap en cprl-:.szpptf6zlfi: (17283. B. Artikel 1. Dat de ondergeschreven protesteren en beloven , alle voorgaande partjschappen en airreurs ) die de CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAXD. 8 38 eene tegen den anderen zoude hebben opgevat , te vergeten en te vergeven , en voortaan niet te verongeljken met woorden of met werken , maar ter contrarie aan den anderen houw en getrouw te wezen en des anderen welwezen te zoeken en te vorderen ten allen tjden en bj alle ljke wegen en middelen ) geoorloofde en daartoe dienende. g0VOeg0- Dat de ondergeschreven t0t voorkoming van alle misverstand en t0t onderhoud van meerder confdentie en ruste en vrede, alsmede om in alles egaal te zjn , en zooveel doenljk te observeren eene juiste redeljke proportie en egaliteit , zich onder den anderen zullen verdeelen in drie egale klassen , bestaande iedere klasse in 5 personen. 111. personen een ligchaam of sociëteit legenheden en voorvallende delibereren en resolveren W elke 15 den gemeene land ; en dat de m eerderheid goedvind : zal Onder hun gearresteerd bljven , zullende ten dien einde alle 14 dagen of andere bekwame gelegenheid bj den anderen komen. om te zamen bj alle gezaken te corresponderen , over alle zaken , rakende oirbair en de gemeenen regering z0o van de stad a1s van het met den anderen uitmaken Dat bj het aanstellen der twee burgemeesters e1k jaar een burgemeester bj tourbeurten uit de respective klassen zal worden verkozen , die te zamen dat jaar zullen regeren ; en voor het aanstaande jaar tot eerste burgemeester uit de klassis A. worden geëligeerd de heer Gerard Lambregtzen , naar dien Zjn Ed, tegens234 CORRESPONDENTIkN IN STEDEN vAx ZEEL&ND. woordig a1s tweede burgemeester is fungerende , waarbj t0t tweede burgemeester uit dezelve klasse zal worden gevoegd de heer Oornelis van Pere de Souburg , die het volgende jaar t0t eerste burgemeester zal worden verkozen , en de tweede burgemeester alsdan genomen uit de klassis 0 ; en wanneer de heer burgemeester Yan Pere de Souburg zal hebben tlitgediend , eersten burgemeester door de klassis C worden aangesteld , en de tweede burgemeester uit de klassis B ; zullende het volgende zal den jaar dc eerste burgemeester zjn uit de klassis B en de tweede burgemeester wederom uit de klassis A , en dan z00 vervolgens ; en dat , zoo tusschentjds een burgemeester overlj. den , zoo zal die plaats wederom door die klassis worden geremplaceerd , waarbj hj aangesteld is, om te suppleren die tjdj die den overledenen z0u hebben moeten in functie kwam te regeren. Nadat deze conventie door de tegenswoordige 15 geassociëerde raden zal wezen gesloten en geteekend, zal iedere klassiszjn getal vermeerderen, in voegen dat het getal iedere klassis zal worden gebragt op zes personen , waaromtrent de nog mogen der leden van respective de liberteit zullen hebben om te de heer Philibert van klassen ieder in de hare mogen assumeren Boerschot ,Pieter Oarel van de Putte , of wel Jacob van der Mandere , met expresse seclusie nogtans van de overige raden, buiten de correspondentie zjnde; en in gevalle deze of gene klassis niet genegen mogt zjn om een der drie bovengenoemde heeren in te nemen , z0o zal het getal der leden van die klassis bljven op 5, tot der tjd t0e dat eene raadsplaats buiten de sociëteit komt vacant te worden , die alsdan zal worden vervuld met een raad CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELIND. 335 door die klassis , welke nog geen zes personen sterk is ; en wanneer het getal der raden in iedere klassis egaal zal zjn gebragt , zal niemand zjne klassis boven het getal van zes mogen vermeerderen of verminderen dan met eenparig consent , toestemming en bewilliging van alle de geassociëerden, hoofd voor hoofd ; in welk geval het klassen A , B en 0. egaal getal in de 3 respective zal m oeten worden gesteld. VI. Z0o 1én of meer van de zes raden uit een van de drie klassen komt te quiteren bj overljden , of dat op eene andere wjze de plaats mogt komen te vaceren , z0o zal of zullen de raadsplaatsen wederom worden vervuld door de andere overgebleven raden van het klassis, waarin de vacattlre zal zjn gevallen, waartoe alle van de twee andere ltlassen hare stem zullen moeten geven. eene raadsplaats buiten de geassociëerde personen komt te vaceren , z00 zal bj beurte, dan door de klassis A , dan door B , en dan door 0, de vacerende raadsplaats worden vervuld , waarvan de eerste tourbeurt zal staan aan de klassis A : z0o dat zoodanig nieuw gekozen geadmitteerd of stem hebben in de sociëteit , noch ook in de klassis , waardoor hj gekozen is. nogtans , raad niet zal worden Zoo VIII. Zo0 eene raadsplaats onder de geassociëerden komt open te vallen , zo0 za1 die klassis , aan wien het staat die plaats te vervullen , in de sociëteit assum eren den oudst verkoren raal , mits dat de nieuwe 336 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELANU. raad bljve buiten de correspondentie , doch zal de eassumeerdi raad wederom m oeten B overgaan in die klassis , waardoor hj is aangesteld, z0o wanneer eene plaats aldaar komt te vaceren. lX. De drie respective klassen A , B en 0 zullen alle jaren aanstellen de schepenen ; en om hieromtrent in een goede orde te werk te gaan , zo0 zal dat jaar, wanneer maar vier schepenen worden verltozen, de klassis A twee schepenen en de klassis B twee schepenen verkiezen , jaar stil staan; zooals het volgende jaar de klassis A za1 moeten stil staan , en dan het volgende jaar de klassis B , en z00 vervolgens ; en het jaar, wanneer vjf schepenen zullen moeten werden verkoren , zal de vjfde schepen moeten werden aangesteld door die klassis , wiens tourbeurt het is dat jaar stil en de klassis O voor dit te staan. X. Bj klasse , het aanstellen der schepenen zullen door de wiens tourbeurt het is , zooveel raden in de schepensbank worden gebragt als het mogeljk za1 zjn; en belangende de schepenen, geen raden zjnde? zullen diegenen , welke meermalen buiten dienst geweest hebben ; zooveel doenljk worden gekoren uit geefun ngzoeeo rdtusesnc helnantjgdsst eene schepensplaats openvalt , z00 zal die plaats wederom worden gesuppleerd door die klassis , die dezelve de opengevallen plaats had vervuld Of begeven ) zullende uit ieder klassis worden verkoren een heer tot thesaurier, beginnende men 1729 met de klassis A en B , en daarna m et 0 en zoo vervolgens, CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 337 XI. Dat door de generale sociëteit zullen worden aangesteld alle subalterne bedienden , alsmede de kolonellen en kapiteinen van de burgerljke magt. XI1. Dat de deputatiën ter Staatsvergaderingen mede tusschen de 3 klassen A , B en 0 egaal za1 wezen , zooals in alle andere commissiën. X11I. Dat alle verdere ambten verdeeld zullen worden in twee onderscheidene verdeelingen , te weten in groote en kleine ambten , en dat de openvallende ambten bj beurten der drie klassen A , beurt van het eerste zullen worden begeven door ieder B , 0 , zullende de eerste tourgroot ambt , dat openvalt na van dit het sluiten en volbrengen accoord of associatie , staan ter dispositie van de klassis A , de tweede aan de klassis B , de derde aan de klassis 0 , en zoo vervolgens , geljk o0k de eerste tourbeurt wegens een van de ltleine ambten zal beginnen met de klassis 0. XIV. Zoo het gebeurde , dat eenig emplooi kwam te vaceren , dispositie dat niemand onder dezelve staande ter van de klassisA , en genegen was of konde dat emplooi aanvaarden , zû0 za1 hetzelve aan geen vreemden buiten de sociëteit worden begeven , m aar eerst gepresenteerd worden aan de klassis B , en 00k daar niemand genegen zjnde t0t het aanvaarden van het vacerende ambt , z0o za1 hetzelve mede worden Bijdr. en Meded. XXIII. 22 338 coltRàu'spoxolN'rll!N IN STEDEN vAN zyzplLxxo. gepresenteerd aan de klassis 0 , en z00 daar 00k niemand genegen was tot het aanvaarden van hetzelve , z0o zal dat worden begeven door die klassis , aan wien hetzelve eerst was te beurt gevallen , zonder dat zulks alsdan voor een tourbeurt za1 worden gerekend , en alzoo reciproqueljk , z00 dat geval in ze klassis B of 0 voorvallen mogt. Zoo in het begeven der ambten in de respective klassen de stem men kwamen te steken , zoo zal dit diferent tusschen de pretendenten , bj loting worden gedecideerd. XYI. De verdeeling der ambten , art. 13 gemeld j zal bestaan in deze twee volgende klassen : Eerste klass e of gr0 o te am b te n. Den Baljuw. Generaliteits-vergadering. Generaliteits-zekenkamer. Raad van Staten. Raadsheer in den Gecommitteerde llove of lloogen rade. raad. Provinciale rekenkamer. Gecommitteerde raad op de Maas. Staten van W alcheren. Rentmeester der geesteljke goederen. Secretaris van de Provinciale rekenkamer. T w e e d e k 1 a s s e o f kl eine am b te n. W aterklerk en ontvanger der verpondingen. Ontvanger der huisschattingen , binnen en buiten. Ontvanger van het familiegeld. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 339 Commis ter Generaliteit. Oommissaris van de m onstering. Yendue ter admiraliteit. Equipagemeester. Secretaris van het H of. Licentmeester. Secretaris van de stad. Secretaris van het landregt. Ontvanger van het collateraal. Majoor van de stad. Schout van 't landregt. X YI1. De verdere kleine stedeljke ambten, a1s van stadsboden , ljkbidders , zegelaars , wjn- en bierwerkers en dergeljke, zullen begeven worden bj den heer president-burgemeester. XVl1I. Het pensionarisambt zal worden begeven door de volle sociëteit , mits dat hetzelve zal worden geoffereerd aan iemand , de graad a1s advokaat hebbende. X IX . Dat ten regarde van den naris W ynckelman zal worden de resolutie van de tegenwoordigen pensiogealtereerd en opgeleid vroedschap , den 27 April 1726 , waarbj de pensionaris het burgemeestersambt van deze stad , zonder alvorens gedesisteerd te hebben , niet zal mogen ambiëren , in voege dat gem elde resolutie ten zjnen regarde alleen en zonder consequentie buiten eFect zal worden gesteld , wanneer hj zulks zal kom en te requireren. XX. De respective drie ltlassen zullen bestaan uit deze navolgende personen : 340 COHRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZERLAND. Oorn. van Pere de Souburg. (enz.) B. Jasper de Yos. (enz.) Jacob W ynckelman. (enz.) XXI. De Gecommitteerde raad in functie zal de ondergeschreve ambten , ter zjner dispositie staande, verobligeerd zjn te brengen ter collatie van Haar Ed. Achtb.j a1s daar zjn : de equip agem eestersplaats v a n d e a d m i r a 1 i t e i t , h e t c o m m i s s a r i s a m b t v an d e m o n stering te r z e e, h et ven d um e e st e r s a m b t v a n d e a d m i r a li t e i t ,h e t a m b t v a n lic e ntm eester en tollen aar. En za1 daar niet van disponeren , als met consent , kennis en goedvinden van de gem eene sociëteit, XXII. Dat ieder der achttien geassociëerde personen deze punten moeten onderteekenen en aannemen , en beloven te zullen nakomen en observeren en maintineren ; en dat niemand in een der drie klassen zal worden geadmitteerd j tenzj hj dezelve mede zal bebben onderteekend en op den eed, bj den aanvang van zjn functie gedaan of nog te doen , belooft dezelve te zullen onderhouden. X XIII. De geassociëerde zullen in de sociëteit zjn en bljven haar leven lang, doch zoo het mogt komen CORRESPOXDEXTIZN IN STEDEN YAX ZEELAXD. 341 te gebeuren , dat iemand van de leden tegen zjn gegeven woord of handteeken zich m ogt kom en te misgaan , 'zal zoodanige uit de sociëteit mogen worden gezet , waartoe ten minsten drie vierde parten van de leden eenparig zullen moeten zjn. XXIY. bj de eerste en bekwame gelegenheid, wanneer het collegie dertien sterk zal wezen 1) , za1 worden gedenuntiëerd, dat de raadsplaatsen , z0o van den heer Caen als van den heer Van de Putte 2) , dewjl gemelde heeren sedert vele jaren in de vroelschap noch in persoon noch bj biljet hebben geoccupeerd , derzelver raadsplaatsen derhalven volgens het R eglement op de magistraatsbestelling dezer stad , bj de heeren Staten dezer provincie verleend en gearresteerd in dato 3 3) Februari 1703, art. 2 , vacant zjn 4) ; en dat in plaats van den heer Caen tot raadsman za1 worden aan- Is verder geconveniëerd, dat de heer heer Jacnb AYillem Boschaert , en in plaats Samuel van de Putte den heer Jan Francois van Hogendorp. raden zullen En wanneer deze twee zjn aangesteld , zal de heer Jan van Buitenheym worden aangesteld tot raad van Staten bj de vroedschap , om verder aan Haar Ed. Mog. de heeren Staten van Zeeland gepresenteerd te worden, gesteld van den 1) Deze uitdrukkitlg is niet geheel helder, daar de vriendschap dadelijk met 15 leden begon ; bedoeld zal zijn : zoodra er in eene vroedschapsvergadering 13 leden der vriendschap aanwezig zjn. Q) Volgens vriendelijke mededeeling van den gemeentearchivaris waren Caen voor het laatst in 171G , Van de Putte il1 1718 op eene vergadering der vrûedschap tegenwoûrdig geweest. 3) Lees : 5. 4) In het bedoelde reglement staat alleen , dat nieuwe raden zullen gekozen worden , ,,walllleer door afsterven , vertreck of andere redenell een of rneer raetsplaetsen quamen vacant te werden'' 342 coRsxspoxpExTlzN IN STEDEN YAN.ZEELAND. nogtans m et deze expresse conditie Ed. nooit zal worden gevorderd om 1 zjne raadsplaats of bewindhebbersambt te moeten quiteren , maar ter contrarie , dat de ondergeschreven aannemen en beloven gemelden heer Yan Buitenheym in beide die functiën mede te zullen maintineren tegens alle diedat van Zjn genen , met den anderen niet die zouden vermeenen devoorschreve ambten compatibel te wezen ; en dat te geljk a1s de heer Van Buitenheym zal zjn aangesteld tot raad van Staten , de commissie van den tegenwoordigen Gecommitteerden raad zal worden ingetrokken en dezelve gegeven aan den heer Jacob Hurgronje om in deszelfs plaats te occuperen. Dat verder aan den heer Barend W illem Lambregtzen zal worden geconfereerd het ontvangersambt van de huisschattingen, z00 voor deze stad Vlissingen als ten platten lande , en aan den heer Jacob van Grjpskerk het secretarisambt van deze stad , welke twee laatste ambten bj den heer Oaen zjn bekleed geweest en sedert zijne absentie provisioneel door commissarissen zijn bediend en Waargonomen. XXV. Is m ede geconveniëerd tot voorkoming van alle verwijdering , wezen geomitteerd , dat onder de onlergeschreven eenige discrepantie zoude kunnen veroorzaken , dat alsdan hetzelve punt zal gebragt worden ter delibedat Z00 in deze artikelen iets m ogt ratie aan de generale sociëteit , om bj de meerzerheid te worden gedecideerd. Aldus is deze overeenkoming en associatie met den anderen aangegaan , gesloten en geteekend onder solemneel engagem ent om al hetzelve te zullen nakom en en observeren, zonder dat in de voorgemelde artikelen , waarop de associatie ij aangegaan , iets CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELkND. 343 verminderd , vermeerderd of bjgedaan zal worden a1s met eenparig consent , toestemming en bewilliging van alle de ondergeschreven hoofd voor hoofd. En zjn hiervan gemaakt drie eensluidende instrumenten , die bewaard znllen worden door diegenen , die bj iedere klassis daartoe zal worden verkoren , met dien verstande althans , dat de sociëteit nooit meer als in achttien personen zal mogen bestaan. Actum in Ylissingen , den 24 December 1728. Deze voorschreven punten , bestaande in 25 artikelen , waren onderteekend van : 0. van der Pere de Souburg. (enz,) VI. VERE. In het jaar 1664 werd een boekje gedrukt, dat tot titel heeft : pGemeen verdrach tusschen de gesamentljcke heeren raetspersoonen der stede Yere op den 23 Julii 1662 opgerecht ende Enalick geadjusteert ende voltrocken Op 12 M ey l 663, op vorige resolutie ende aenmaninge van de Ed. den 23 Januarii ende Mog.Heeren Staten van Zeelandt''. Dit boekje , dat het oudste contract van correspondentie van Yere bevat en m erkwaardig is , zoowel omdat de toen aangegane overeenkomst door bemiddeling en op aansporen van de Staten zelf is tot stand gekomen, a1s om de zeer uitvoerige bepalingen, die het bevatj is zoo zeldzaam geworden ) dat het niet onraadzaam scheen er den voornaamsten inhoud van te doen herdruklten , te meer daar ik in de gelegenheid ben er nog een stuk aan t0e te voegen , dat over de wording van het contract van correspondehtie meer licht verspreidt. lk bedoel het hierachter sub G m edegedeelde stuk , waarvan het origineel in het rjks archief-depôt te Middelburg berust. OOk de 344 CORRESPONDEXTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. beide sub A resolutiën en resolutiën van oorspronkeljke niet voor. Uit de verschillende bljkt , dat in 1662 de geschillen tusschen de 24 raden van Yere , die de regeering dier stad vormden, zo0 hoog waren geloopen, dat eene formeele scheuring in de vroedschap had plaats gehad. Elke van beide parttjen had hare deputatie naar de Statenvergadering gezonden , en deze was niet in staat of niet gezind te beslissen , wie nu als de wettige afgevaardigden der stad waren te beschouwen. De Staten wezen ten slotte den stukken Veth aan om te trachten de en B afgedrukte extracten uit de Statenhet sub D vermelde extract uit de W et en Raad van Vere komen in het raadpensionaris deren te Vere tot bedaren te brengen te herstellen. Dit vooruitzicht deed 13 leden der vroedschap , dus juist de meerderheid , besluiten om zich nauwer te verbinden. Zj stelden een concept op, volgens hetwelk naar hunne opvatting de zaken geregeld zouden worden. Zj teekenden en bezegelden dat stuk den 1 Juli 1662, en mochten hoop hebben hunne beslissing aan de minderheid te zien opgelegd. Zj hadden echter gerekend buiten de overredingskracht van den raadpensionaris en het hem vergezellende 1id van Gecommitteerde raden De Huybert , die dien eigen dag te Yere aankwamen. Het gelukte den scheidslieden twee der dertien afvallig te maken van het pas gesloten verdrag , waardoor de meerderheid der separatisten in eene minderheid veranderde. Z0o kwam n0g dag het voorloopig verdrag, dat hierachter sub E is medegedeeld, tot stand. Alle bjzondere overeenkomsten , tusschen leden der regeering aangegaan , werden daarbj vernietigd, en de beide bemiddelaars werden uitgenoodigd een nader concept vast te stellen op het distribueeren der ambten tusschen de drie afdeelingen of benden , denzelfden ï0m0een den vrede CORRESPONDIINTIZN IN STEDEN YAX ZEELAND. 345 waarin de 24 raden werden verdeeld. Dat contract werd Juli 1662 door alle 24 raden geteekend ; maar reeds den 15e'1 m aakten de elf raden , die met de twee afvalligen het separaat contract van 1 Juli gesloten hadden , inbreuk op de door bemiddeling van Veth en De Huybert aangegane overeenkomst , dZojo r veorpbnonieduewn zeiecnh bejlkzaonndeer gceotnrtoruawct tae abn ljtve eng a, atne. zien, of misschien een of meer leden der tegenpartj tot hunne club konden worden overgehaald, en het de:nitieve verdrag alleen aan te nemen , als het hun naar den zin was. De juiste loop der verdere onderhandelingen is onbekend : het defnitieve contract werd in Januari 1663 door de meerderheid aangonomen l). Enkele leden bleven toen diëculteeren ; 14 Mei 1663 hadden bljkens de resolutiën van W et en Raad vier hunner (Yan Graes , Rroen, Yan Reygersberch en Naelhout) daarom n0g niet geteekend , anderen waren in den H aag Of elders in commissie. Echter is het verdrag , eenigszins gewjzigd vastgegesteld , dat den datum van 12 Mei voert , door de 24 raden onderteekend S). ln het boekje van 1664 wordt nog m edegedeeld , h0e de verschillende ambten tusschen de drie benden zjn personen elke bende werd samengesteld , maar het verdeeld , eu uit welke scheen overbodig dat hier op nieuw af te drukkan. Bj het doorbladeren der resolutiën van den magistraat van Vere viel mjne aandacht op de beide stukken , die ik hierachter sub l en K heb opgenomen , omdat zj, hoewel niet rechtstreeks betreltking hebbende op een contract van correspondentie j toch 1) Volgens dell titel van het boekle van 1664 werd het contract den Q3 Juli 1662 opgericht en dell Q3 Januari 1663 definitief vO1- trokken ; het stuk zelf is vall 19 Januari 1663 gedateerd. Q) De Moor) Danckaerts en De V0s waren toen everleden. 346 CORREBPONDENTItN lN STEDEN VAN ZEELAND. een merkwaardig voorbeeld leveren van de corruptie, die toen in de regeering heerschte. Die extracten uit de resolutiën geven nl. verslag van eene poging, aangewend om eene plaats a1s raad van Yere voor J 18000.- (ten voordeele der stad te besteden) te koopen, een poging , die alleen is mislukt, omdat de kooper, Otto de la Porte, niet te Yere woonde en er geen poorter was 1) , zoodat zjne benoeming t0t raad door art. 2 van het verdrag van correspondentie zelf was uitgesloten. 2) De W itte van Citters deelt tweede contract te Middelburg d-d. 1711 , welk stuk in 1895 door het Historisch genootschap aan het depôt werd afgestaan. Het is slechts een fragm ent en kom t, voor zoover bewaard , nagenoeg geheel met het contract van 1705 overeen. Het is dus hierachter niet afgedrukt , en ik volsta met er eene fout uit te verbeteren , die De W itte van Citters (l. regel 16 v. o.) heeft gemaakt. Yoor stemming'' leze men daar D n1. pstremm ing''. R . F. (van berust (blz. 172) n0g een 1705) mede. ln het rjksarchief een afschrift van een derde A . Eoetract lïf de redplvfïln der Staten 'pcx Zeeland d.d. 28 Jhzlï 1662. Zjnde onder de Heeren Gedeputeerde der stede Vere , gecompareert tot ses in getale , hevige dispute en contestatie ontstaen , wie van deselve by resolutie 1) otto de la Porte komt ook later niet op de lijsten der poorters en der magistraatspersonen voor. W el was Anthony la Porte in 1667, 1668 en 1675 schepen (zie Ermerins , Zeeuwsche oudheden Vl blz. 95, 96 ell 98). Q) Tenzij men wil aanllemen , dat deze clausule juist naar aanleidillg van deze zaak in het contract is opgenomell. CORR>ISPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 34; van tcollegie van W ette en Rade der voorschreve stede , gecommitteert en gequalifceert om waer te nemen de jegenwoordige vergaderinge van de Heeren Statenj en daertoe ten wederzyden t0t justifcatie van elcx gesustineerde verscheyden redenen en consideratiën eygentljck geseght konden werden te ZiJ*n wesende geallegeert : SiJ*l1 Wegon de andere leden gantsch ernsteljck versoght omme tvoorschreve diierent , a1s in verscheyden respecten ergerljck en voor den dienst van den lande op thooghste praejudicabel zjnde , of wel te laten varen , of wel door een onderlingh minneljck accommodement te assopiëren, en vervolgens gesamentljck deselve van de saecke daerhenen te helpen dirigeren , dat op morgen en voortwaerts soodanige heeren ter hooghgemelte vergaderinge souden m ogen werden gesonden, die buyten alle contradictie souden mogen wesen bequaem en geauthoriseert t0t afhandelinge sno van de poincten van beschryvinge , als van andere besoignes en voorvallende saecken van importantie : raeckende den Staet in 't gemeen en de Provintie in tparticulier. B. fzfrccf uit de r:dpllfg'l der Staten ran Zeeland d.d. 29 Juni 1662. Naer het gedane gebedt en resumptie hebben de Heeren Gedeputeerde der stadt Yere inhaererende hare contestatiën van gisteren , alsnogh aen den anderen gedisputeert hare respective qualifcatiën , repeterende t0t dien eynde niet alleen verscheyden Van hare Voorgaende redenen en argumenten j maer oock exhiberende twee diverse en contrarifrende extracten uyt de registers en notulen der voornoemde stede , mentionerende van de persooneu , die t0t waerneminge van de jegenwoordige vergaderinge van 348 CORRESPOXDENTIAN Ix STEDEN vAN ZFELAXD. de Heeren Statensouden wesen gedeputeert. W elcke ten wedersyden sjn gedebatteert , daerby voegende soowel de eene als de andere partye , s0o hare respective opinie en verltlaringe niet en wierde geamplecteert , dat niemant van wegen de gemelte stadt bequaem en geauthoriseert soude wesen om by te woonen de besoignes van de hooghgemelte vergaderinge. W aerop de andere leden hebben geadviseert , dat sy de voorschreve altercatie en dispute van nieuws met leetwesen hadden gehoort , en wel gewenst , dat deselve volgens hare ernstige instantie dadeljck versoeckende noghmael , noemde gedeputeerde daertoe gesamentli.jck wilden verstaen , maer oock de heeren hare principalen met in der minne waren geassopisert geweest , dat niet alleen de vooralle mogeljcke oëciën disponeren , en particulierljck besorgen , dat sy oock alle te samen door de welgemelte hare heeren van de voorschreve principalen tot het waernemen deputatie m et indisputable acten van commissie souden mogen werden voorsien ; verstaende dat ondertusschen de besoignes van dese tafel haer voortganck behooren te hebben. 0. Eztract zfff de re,spllfïl'zl der Staten ran Zeeland d.d. 30 t/hzlï 1662. Verstaen der stadt werdende uyt de Heeren Gedeputeerde Vere , dat de disputen onder de heeren regenten aldaer, soo ten principalen als op 't subject Van geschapen zjn , geremediëert, voort te gaen vau quaet tot de deputatie , alsnogh blyven continuëren , en s0o daerinne niet tydeljck wierde oock eyndeljck uyt erger , en te bersten t0t extremiteyt , is eenparighljck gûetgevonden te committeren den raetpensionaris van 't lant 1) ) ten eynde deselve sigh op 1) Mr. A. Veth. CORRESPOXDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELIND. 349 morgen hebbende in 't vervoege en , audiëntie versoght van W ette collegie en Rade der voorschreve stede , traghte hetselve met alle bedenckeljcke redenen van inductie te disponeren tot een minneljck en sortabel accommodement over alle de voorschreve diFerenten , en in allen gevalle by provisie tot een eenparigh verstant op 't stuk van de gemelte deputatie , opdat de besoignes van 't landt op soovele saecken van importantie en acceleratie vereysschende , als jegenwoordijh zjn op het tapjt , niet langer t0t derselver merckeljcken ondienst werden geretardeert. derwaerts D Ea'tract uit de r6yplkxfïl'zl van < 6f en Raad der 'sfctf Vere. Saterdaecbs den 1 Julii 1662. Alsoo over dese bovenstaende deputatie 1) z0o hier aen dese tafel als oock ter vergaderinge van State zjn voorgevallen diversche droevige disputen , waerdoor alhier geschapen stonden te resulteren scheuringen ende verdeeltheden , hetwelcke de Ed. Mo. heeren Staten deser bende laten provintie haer ter herten hebgaen dese onlusten te assopiëren , tot dien eynde aen dese tafel af te seynden den Ed. heere mr. Adriaen Veth , raetpensionaris van 't lant, dewelcke door een de luyster noodich het behoorde te werden wjtluftige reden heeft geproponeert van de Staetsche vergaderingen , hoe sy , dat deselve by de respective leden gecultiveert, ende oversulcx dat dheeren van dese tafel daertoe het hare S) geliefden te contribuëren , ende dheeren commissarissen behoûrljck gequalifceert ter jegenwoordige vergaderinge 1) De vûorafgaande resolutie van Q5 Juni vermeldt de belloeming van de gedeputeerdan ter Statellvergaderillg. Q) Het oorsprûnkelijke herhaalt hier : ,,daertoe''. 350 CORRRSPONDEXTIkN IN STEDEN vAN ZEELAXD. af te seynden , opdat also dafaires , aldaer voorvallende , behoorljck mochten werden afgehandelt ; ende byaldien dheeren van dese tafel t0t den nederleg haerder diFerenten syne Edelheyts mediatie van noode m ochten hebben , dat deselve genegen was sich daertoe te willen laten employeren. W aerover syne Edelheyt oëcieuseljck is bedanckt, ende geljck deselve door dheeren Karreman ende den secretaris t0t dese vergaderinge van den thooren 1) was afgehaelt, is oock alsoo door deselve wederom aldaer wederûmgebracht ende geconduiseert, met versoeck om aldaer het middachmael te willen nemen met dheeren baillui , beyde dheeren burgemeesters Karreman, beyde de raetsheeren H uybrechtsz en Yos m et noch eenige andre , op hope van die byeenkompste een vriendeljck verdrag mochte werden gevonden. Ende alsoo by dese occasie dheeren mr. Adriaen de Huybert ende den burgemeestere De Jager haer in dese stat sjn bevindende , sullen door den secretaris De Yos tot deselve maeltjt mede werden versocht. E. Verdrag ran 1 J/Jf 1662. Alsoo tsedert eenigentjdt herwaerts verscheyden diFerenten tusschen ons onderschreven a1s regenten der stadt Vere zjn ontstaen over derselver magistrature ende regeringe, ende dat wy wel konnen considereren ,datdaeruyt verscheyden inordenthejden mitsgaders jalousiën en diffdentiën werden veroorsaekt , merckelick streckende t0t ondienst so0 van de provintie in 't gemeen als van de voorschreven stadt ende derselver ingesetenen in 't particulier, s00 is 't, dat wy t0t voorkominge van het een en 't ander, 1) De llampveersche toren, herberg te Vere. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 351 ende ten eynde de oude vrientschap ende confdentie , van één lichaem behooren vertrouwde eenicheyt , die onder ledematen wesen , Onder ons soude m ogen worden gerestablisseert , ende oock , sooveel mogeljck is, voor altjt durabel wesen, naer onderlinge communicatie ende met eenparich verdragh hebben goetgevonden ende gearresteert, geljck wy goetvinden ende arresteren m its desen onwederroepelick : Eerstelick , dat sal worden geïntroduceert eenige sincere amnestie ende vergetenisse van alle diferenten ende disputen, die nu eenigen tjdt herwaerts tusschen ons onderlingh ztin gemoveert geweest , van alle moeyelickheden 9 Ofentiën ende ringhen , die daaruyt zjn geresulteert , ende dat wy onderschreven vervolgens met den anderen voortwaerts sullen leven , handelen ende besoigneren in een vaste ende onverbreeckelicke broederlicke liefde mitsgaders verbittete ende correspondentie , besorgende den een des anderen sooals onder beste , ende verstandige behoort goede te geschieden. dat hiermede sullen worden regenten Ten tweeden1 nunciëert, vernietight en oprechtelick renunciëren , gecasseert, Zeregeljck wy vernietigen ende casseren by desen , alle soodanige particuliere ende separate conventiën ende verbintenissen , als tusschen eenige van ons voor desen souden mogen wesen gemaeckt ende gecontracteert , ende dat wy consequentelick ons alleen sullen houden aen 'tgemeen verbondt, daermede wy volgens eedt, aen de stadt gedaen, tot besorginge van den generalen oorboor van den den lande zjn verobligeert. Ende ten Ene de voorschreven eenigheydt ende confdentie door disputen over 't vergeven van ampten ende oëciën , staende in 't stuck van de policie ende gemeene regeeringe ter collatie van de stadt, geljck veeltjts plach te gebeuren , niet en soude mogen 352 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN vAN zEEfawxo. worden gelaxeert I), veel min gebroocken ende gesubverteert, s00 is 't ten derden mede goetgevonden ende gearresteert , dat deselve collatiën van nu af sullen worden verdeelt ende gerepartiëert , onder ons onderschreven, geresorteert in dry eguale partyen, ende dat onder soodanige eerlicke ende billicke conditiën, a1s naer onderlingh gehouden concert en communicatie t0t contentement bevonden allerzjts sal worden te behooren. Ende of het ghebeuren mochte buyten vermoedenj dat wy daeriune den anderen soo dadelick als we1 te wenschen is , niet en konden verstaen, s0o hebben wy gesamentlick goetgevonden te versoecken de heeren raedtpensionaris van 't landt en mr. Adriaen de Huybert omme selfs de moeyte dienaengaende te willen nemen, ende eenige sortable concepten op 't papier te brengen , daerdoor haers oordeels niet alleen tusschen de voornoemde dry Partyen een behoorlick voorschreven Proportie in 't doen van de soude m ogen worden maer oock het fondament gelecht van een eenwigduyrende vrede ende accommodem ent, doende daervan ter eerster gelegentheyt openinge aen deselve partyen , ende voorts oock arbeydende sonder Ophouden, dat de vnornoemde concepten met eene vrywillige ende cordate genegentheyt by haer m ogen werden aengenomen lighlick geobserveert. In kennisse der collatiën gestelt , ende geaggreëert ende voor altoos heywaerheydt ende van alle goede trouwe soo onder luyden van eere behoort te geschieden - hebben wy dese met onse gewoonlicke signature bevestight. Actum binnen de stadt Vere des jaers 1662. op den eersten Julii Ende was onderteyckent: 1. de M auregnault. G. de M auregnault. 1) Er staat : geluxeert. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 353 P. de Yos. Jacob de Haese. Johan Kien. Andries van de W ielen. Dominicus Olouck. Cornelis Hubrechtsen. Pieter Boreel. Jan de Moor. Leenard Thjssen. Pieter Meuninx. G. Colve. Johannes Kien. J. Maertens. A. K arreman. Joh. van Strazeel. Oornelis Danckerts. Bernard Somer. J. Barentsen van Graes. P. van Reygersbergh. Cornelis Groen. Pieter de Neef. A. Cuninghame. F. Fzfrccf '4it de r:.spl?xfïFzl der Staten wqz? Zeeland d-d. .9 Juli 1662. Naer 't gedane gebedt en resumptie van de notulen , den 29 en 30 der voorleden OP m aent gehouden , heeft den port gedaen commissie, op hem gestreckt omtrent de heeren regenten der stadt 'Vere, was uytgereght tot weghneminge van de diFerenten , die sedert eenigen tjt herwaerts tusschen deselve zjn ontstaen geweest, en hoe dat de voorschreven diFerenten tot raetpensionaris van 't landt sommier rapvan 't gene by hem in kraghte van de daerop onderlinge satisfactie peremptoirljck waren uyt de wege gemelte heeren gedeputeerde buyten alle verdere dispute en oppositie dese vergaderinge van Staten te konnen doen assisgeleght en geassopiëert , en vervolgens de bequaem gemaeckt om door hare teren ; 't welck door de heeren gedeputeerde derselver stede mede verklaert ende geaërmeert zjnde, hebben alle de leden 't selve haer wel laten raetpensionaris van 't landt voor de genomen m oeyte bedanckt en voorts aen de welgemelte heeren van der Yere toegewenscht een perpetuëlen zegen over Bijdr. en Meded. X.Xlll. Q3 gevallen , den 354 eORRESPONDEXTIZN IN STEDEN vAN ZEELAND. het gemaeckte verdragh , ten eFecte dat sy met diergeljcke moeyelijckheden niet meer voorhet toekomende mogen werden getravailleert en bygevolgh de besoignes tueus gemaeckt. van dese tafel daerdoor verhindert of infruc- Verdrag van 15 .7h!i 1662. Alsoo by ons ondergescreven regenten der stede Yere op den 1ea Julii 1662 was besloten seker concept van confederatie en getrouwicheyt , by ons onderteyckent ende besegelt nevens d'heeren Oornelis Groen en Pieter Neef , dewelcke hebben gelieft daervan te resiliëren en hare gedaene gelofte verlaten , waerdoor is geoccasionneert , dat door tusschenspreken van d'heeren mr Adriallus Veth , pensionaris van tlant, en d'heer mr. Adriaen de Huybert , raetsheer der stede Zierickzee , soude werden getrofen een ander concept van vruntschap ende vereeninge tusschen alle de heeren regenten van dese stad voornoempt , hetwelcke wy ondergescreven verclaren voornemens te sjn op te volgen , indien tselfde concept en verdrach na equiteyt en billicheyt sal werden besloten en voltrocken: edoch indien int besluyt en voltrecken van tselve eenige discrepantie , onlust ofte geen accoort nochte besluyt en sal werden geëFectueert , dat wy ondergescreven van nu aen en voor alle tjt sjn en blyven goede ende getrouwe vrunden ende collegianten , sullen sonder malcanderen te desireren ofte verlaten, maer onderlinge d'een den anderen ende oock malcanderen alle hulpe en bystant bewysen ende weder tsamen conjungeren , siende en wachtende middelertjt , oft 0ns eenige hulpe en bystandt vau andere personen ofte raden souden connen toegebracht werden, omme den anderen te secunderen en behulpich te wesen tot eene bequame uytvoeringe CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAXD. 355 van onse vruntschap en alliantie , voor desen : a1s voorsecht is , by ons contract gemaect en besloten , sonder nochtans prejuditie ofte quetsinge van tgene soude noch gemaect ofte besloten connen werden. Ende also wy dit van herten meynen , hebben dit gesamentljcken onderteyckent op den 15 J'ulii 1662. (w. g.) Johannes Kien. J. Barentsen van Graes. Bernard Somer. J. Maertens. P. v. Reygersberg. A. Karreman. Andries van de W ielen. Cornelis Danckaerts. A. Ouninghamen. Joh. van Strazeel. P. de Yos. H. Verdrag van 1823 Januari 766.9, bevestigd 12 M ei 1663. Alsoo op den eersten Julii des voorschreven jaers 1662 tusschen ons ondergeschreven , alle regenten van der Yere , naer onderlinge gehouden communicatiën ende concerten een provisioneel verdragh ende accoordt wasgesloten , waerby ciatie ende cassatie van alle particuliere ende separate conventiën ende verbintenissen , door eene sincere am nestie ende vergetenisse alle onlusten ende verniet alleen , met renunwyderingen : die eenigen tjt te vooren onder ons onderlingh waren ontstaen gheweest , wierden opgeheven ende nemaer wechgenomen , oock tot onderhouwinge 1) van eene toekomende dentie ende bestendige confeenigheyt , ende tot afweeringe van alle diergeljcke onminnelickheden goetgevonden was : dat over 't vergeven van ampten ende ofûciën , staende in 't stuck van de ter collatie ofte nominatie van de magistraet policie ende gem eene regeeringe deser 1) Er staat: yyonderbtluwinge-'' Q3* 35C CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. stede , als wzterdoor tot de voorschreven oneenigheden geene kleyne aenleydinge scheen te zjn gegeven, onder sortabele , eerljcke ende billicke conditiën soude werden geconveniëert , soo is 't , dat wy , alle hetselve aendachtelick ende rypeliclq overwogen hebbende , met den anderen naerder zjn verdragen op de naervolgende wyse : Daer sal wesen een vaste , vertrouwde ende onverbreeckelicke vriendschap, confdentie , eenigheyt ende harmonie tusschen de jegenwoordige respective regenten van der Vere ende tusschen degene , die hiernaer aldaer in de regeeringe sullen zjn ende komen, om d'een des anderen beste , eere en respect , yder in syne qualiteyt ende persoon, naer verm ogen te besorgen ende af te weeren ofte helpen afweeren alle hetgene daertegens soude mogeu worden ondernomen. De voorschreven eenigheyt, con:dentie end' e ondervrientschap sal daerhenen linge vooral ende principaelick strecken om den waren ende gereformeerden godtsdienst, geljck deselve , in de synode van D0rdrecht gheconfrmeert, tegenwoordigh in de publjcke kercke wort geleert ende gepredickt , naer behooren te m aintineren ende handthaven. De gemelte regenten sullen ootk metten anderen ernsteljck concurreren om de hooge gemeene regeeringe van den lande , sooals die op de Unie van Utrecht , ende de particuliere regeringe van Zeelandt , geljck die op 1) voorige costumen , verdragen , uutspraecken ende privilegiën gegrontfest ende gefondeert zjn t by haer oude forme ende loFeljcke ordre ongeschent te behouden ende niet te gedoogen , dat deselve eenigermaten Ofte in 't minste gekreuckt 1) Dit woord is door mij ingevoegd. CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAXD. 357 Ofte verandert worde , geljck de voornoemt regenten mede , sooveel in haer is , vliteljck betrachten sullen , dat de bekende uniën ende tractaten , tussen Hollandt ende Zeelandt opgericht , inviolabeljck worden onderhouden. De meergemelte regeerders sullen insgeljcx alle haere crachten met eenen eenparigen yver ende emulatie aenwenden , ten eynde de illustre ende vorsteljck huysen van Orangiën ende Nassauw ende de hooge personagiën, aen deselve gealliëert , in 1) consideratiën van haere groote ende Onweerdeereljcke meriten met alderhande soorte van eere ende respect mogen worden ontmoet ende bejegent , ende voornaementljck a0n Syne Hoocheyt den heere prince van Orangiën te syner tjt op ljcxste wyse mogen worden geconfereert alle de eminente bedieningen , by de heeren princen Syne doorluchtige voorouderen, OnsterFeljclt gedachtenisse, s0o ter Generaliteyt als in de provintiën van H01- de fatsoenelandt ende Zeelandt voorhenen ten besten van den dat emeenen Staet ende de respective ï particuliere provintiën seer loflbljck becleedt , nemende yder van de voorschreven regenten voorboodeljck ende sinceereljck aen, by syne vrienden ende gealliëerde, in de nabuyrige steden ende provintiën woonachtigh, alle eëcacieuse devoiren ten voorschreven :ne in 't werck te stellen. Eyndeljck sullen de voorschreven regenten door alle mogeljcke middelen ende betameljcke wegen trachten eflbctive te herstellen ende restaureren de vervallen ende ongelegen saecken van de voorschreven stadt van Vere j raeckende haeren coophandel : visscherie als andersints , ende specialjck wel letten op f ) Er staat : en. 358 CORRESPOXDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. de conservatie van den staepel van de Schotsche waren ende koopmanschappen 1latende door haere gedachten continueljck gaen , h0e de gemelte stadt op het gevoecheljcxste daerin meer en meer soude konnen worden gebenefciëert. Rdoch opdat de haere goede ende worden verhindert door onderlinge jalousiën , disputen V00rS0hr0V0n r0g0nt0n in d0S0 pryselicke intentie niet en mochten ende oneenigheden ) die ter occasie ende oorsaecke van eenige vacerende bedieningen ende de vervullinge 1) van dien , staende in 't stuck van de policie ende de gemeene regeeringe ter collatie ofte nominatie van dese stadt , souden konnen ontstaen , s0o is verders voorsien ende geresolveert, geljck by ons onderschreven eenstemmeljck voorsien wordt ende geresolveert by desen , dat daerontrent t0t voorkominge van alle gevreesde verwjderingen de naervolghende proportie ende balance sa1 worden geobserveert: 1. Eersteljck sullen de tegenwoordige vier en twintigh raden worden gerepartiëert ende verdeelt , geljck deselve gerepartieert en verdeelt worden mits desen , in dry eguale partyen ofte benden , yder van acht raedtspersoonen , die bestaen sullen uyt de volgende regenten , ende onder de benaeminge van de eerste , tweede ende derde partye ofte bende ; voorbehoudens ende gereserveert , dat aen den heer bailliuw, in der tjdt zjnde ende geeneraedtsbedieninge becleedende , echter eene stemme in de policie geobtineert hebbende, Vry dry partyen ofte benden te voegen, sal staen hem met eene van de voorschreven sullende alsdan 1) Er staat : verwilligillge. OORRESPONDENTItX IN STBDEN YAN ZBELAND. 350 met Onderlingh goetvinden van deselve partyen ofte we1 by lotinge ofte andersints werden gedetermineert , by evoegelick sal konnen rangeren ï , Onder expresse conditie nochtans , dat Sjn Ed. in de collatie van welcke van dien den gemelten heer bailluw hem geen de andere andere am ten: oë ciën ende benefciën nevens magistraatspersoonen participeren en sa1 dan in soodanige, Over dewelcke deselve bevoecht sa1 wesen te disponeren , ende oversulcx niet in de jaerljcksche ofte tusschentydinge nominatie ofte voorstellinge van burgemeesters , schepenen ende raden ; ende sal hetselvige mede onder de voorschreven restrictiën stadt grypen ten aansien van schepenen , geen raden zjnde , geduerende den tjdt ) dat deselve het schepenampt bekleeden 1). 1I. So0 wanneer in het toekomende eenige van de ghemelte respective sterven , ofte met haer domicilie buyten de stadt van der Vere , sonder iI1 derselver employ ofte dienst te blyven, te vertrecken en op te breecken , ofte wel haere raedtsplaetsen om goede redenen sullen kom en te resigneren , t0t de nominatie van de soodane vacant vallende raedsbedieningen sullen successivelick worden 24 raden sullen komen af te gepresenteert twee persoonen by de bende ofte partye, onder dewelcke de afgestorvene , die m etter woone , als vooren ) vertrocken zjn ofte gheresigneert hebben, sullen hebben geresorteert , invoegen dat op de voorstellinge van eene partye de andere twee haere toestemminge mede gehouden sullen zjn te verleenen. Ende degene , dewelcke daerop by Sjn Hoogheydt, 1) De verdeEling der Q1 radelt il1 drie benden is hier weggelaten. 360 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. als Marquis deser stede , sullen wesen verkoosen , sullen haeren rangh nemen in die partye ofte bende, die de voorschreven mits dat de raedtsplaetsen ofte burgers van der Yere , mitsgaders schutters onder sullen wesen poorters een van de dry schutteryen derselver stede , professie doende van de ware Christelicke gereformeerde religie, met die voorwaerde allenthalven , dat eenige der voorschreven poorteren ofte burgeren, konnende presentatie sa1 hebben gedaen , t0t de voorschreven persoonen , vacante te nomineren aspireren t0t magistrature , en versoeckende in een van de voorschrevel dry schutteryen ingelaten te worden , sonder de minste contradictie ofte uytstel moeten worden geadmitteert. 111. De jaerljcksche m et eene egale benden door de nominatie van burgemeesters sal proportie uyt de dry partyen ofte gesam entlicke raden worden gedaen, ende derhalve uyt de voorschreven dry benden respectiveljck een persoon uyt een van de dry benden twee persoonen , sulcks als by lotinge ten respecte van de twee te nomineren persoonen d'eerste mael sal worden worden voorghestelt j ende tusschen de voorschreven dry benden voor gedefniëert , waernaer dan de volgende ende successive tourbeurten van twee persoonen mogen blyven gereguleert conform d'ordre ende rangh van de benden , onder expresse conditie nochtans dat de burgemeesters , in der tjdt zjnde , by beurte van ses maenden tOt ses m aenden , de deputatie ter vergaderingh van Staten - doch op voorgaende commissie van de magistraet - sullen hebben , ende vorders by sodane prerogativen blyven gemaintineert, als respectivelij ck den eersten ende tweeden burgermeester te voorstellen , sullen ZiJ-n ende CORRESPONDEXTIEN IN STEDEN VAN ZEELAND. 361 teghenwoordigh competeren ende altjt gecompeteert hebben. Ingevalle tusschen tyden burgemeesters quame te em ant y van de regeerende sterven ofte andersints van syne bedieninge ontslagen te worden , sal de nominatie van een dobbel getal tot het vacerende burgermeestersampt by de gesamentlicke raden worden gedaen uyt die bende , waeronder den voorgaenden sjn resort heeft gehadt. De jaerlljckse nominatie van ljcx worden gedaen met eene rechtmatigheyt raedt, ende sullen dienvolgende vier raedtspersoonen uyt yder van de dry partyen moeten worden genoschepenen sal insgegheproportioneerde uyt het lichaem van den geheelen mineert tOt schepenen. Ende sal het resterende ghetal, tot eene volle nominatie van sesthien persoonen gerequireert, werden vervult door eene libre nominatie van den geheelen raedt , 't zy uyt de overighe nominable raden ofte we1 uyt ghemeene lichaem van de borgerye , sooals den gemelten raedt bevinden sal te behooren ; dat indien onder een ofte met die reserve ende vryheydt nochtans, eenigevan de voorschreven dry benden den vierden raedtspersoon deûciëerde Ofte wel door indispositie ofte om andere redenen versocht van de nominatie van schepenen te mogen worden geëxcuseert , het in sulcken gevalle aen het believen van de voorschreven raden staen sa1 een persoon uyt andere nominable raden , buytell derselver partyen gehoorende , ofte wel uyt de gemeynte te konnen voorstellen , voorbehoudens j dat degene , dewelcke uyt de gemeynte stlllen worden voorge362 CORRESPONDENTIZN lX STEDEN VAN ZEELAND. dragen , oock inderdaet poorters ende burgers zjn , mitsgaders in een van dry schutterlren , professie doende van de ware Christelicke gereformeerde religie ; stlllende ten respecte van schepenen , binnen 's jaers komen te overlyden , op deselve maniere worden eprocedeert , als ten aensien van ï de burgemeesteren in den voorigen articul verstaen is VI. Ende ten eynde op den tjdt van de jaerljckse gewoonlicke nominatie geene discrepantiën en mogen vallen , ofte misslagen worden hetgene in de voorgaende ende dragen is, sullen de dry, Ofte by van dien , de twee eerste regenten uyt het midden van de dry respective partyen , behoorlicke geïnstrueert ende geauthoriseert , twee à dry dagen te voren ende intentie van byeenkomen deselve partyen aangaende de nominatie van burgemeesters ende schepenen ende ontrent die te om de resolutie presenteren persoonen raedtsplaetsen in te nemen , doende daervan aent0t de vacante stonts openinge ende rapport respective mederaden , Opdat by Haer E.E. moge worden verstaen ende gesien , ofte daerin niets en is te aen de heeren derselver remarqueren , beraemde ordre soude dat tegens de bovengenoemde stryden. Ende sulcx niet bevonden wordende, aenstonts gedresseert bekende ofte bevonden wordende ende zjnde , sal naer luyt van de privilegiën deser stede ende de oude usantie jaerlijcx op den thienden December de nominatie van burgernleesters ende schepenen oock van raedtsplaetsen ) indien daer een ofte eenige vacant zjn , gedaen worden ; geljck mede ten respecte van burermeesterschappen t schependommen ende raedtsbegecommitteert over in desen articul verabsentie van eenige ofte raedtsmannen CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 363 dieningen , tusschen tyden vacant vallende - ende waarvan de nominatie mede naer het sal moeten gheschieden ghehouden; ende gherustheyt ende voorkominge van gebeurlicke voorigh gebruyck elijcke ordre sal worden sullende daerenboven t0t meerder cautele misgrepen debilletten ,dewelcke J-aerlijcx ofte tusschen tyden t0t de voorschreven nominatiën m oeten overgebracht worden , by yder raedtspersoon, Ofte by absentie van een Ofte eenige van dien , door een ander, daertoe m ondelingh ofte schriftelick generale last hebbende , onderteyckent zjn , opdat bljcke , dat in alles oprechtelick gehandelt is ; ende indien desniettegeustaende eenigh abtlys ontdeckt wort , sal hetselve sonder uytstel moeten worden geredresseert. Y11. De 4 forti:catiemeestersampten sullen verblyven aen die regenten , dewelcke deselve tegenwoordigh bedienen , ende dat soo lange , totdat se door de doodt, eenigh ander door vrywilligen afstant separeert , sullen worden deselve employ buyten daervan sullen worden hein welcken voorval haere vervult plaetsen uyt die bende , daeronder wederom geresorteerthebben. M et die conditie niettedat indien van de fortihcatiede stadt ofte min , dry naeesters, tegenwoordigh resorterende ,voor het aenstaende jaer 1664 door afsterven ofte andersints van gesepareert bende tot haere dispositie worden overgedragen. Edoch sulcx niet komende voor te vallen , sal over een van de voorschreven dry fortifcatiem eestersjn fortihcatiemeestersampt quame te worden , sal hetselve aen de derde yemandt onder de eerste bende ampten vllr ofte den tweeden dagh van het voorschreven jaer 1664 soodanigh worden verdragen ofte :nalick gheresolveert , als t0t contentqment van de 364 CORRESPONDENTIEN IN STEDEN vAN ZEELAND. voorschreven derde artye sal P behooren. Ende by sooverre naderhandt van de twee fortifcatiemeesters , in de eerste bende overigh blyvende, noch een van syne 'tzy bedieninge mnchte komen ontheven te worden, scheu' worden gedisponeert, ende vervolgens, in cas hetselve wederom komt impetrabel te worden, op tourbeurten ambuleren door de dry partyen , even ende in dier voeghen als ten respecte over den vierden persoon van de nominatie van burgermeesteren hierboven is by overlyden ofte andersints , de tweede ende derde bende by lothinghe sal daerover tusgeconditioneert. V1II. Daer sa1 by elcke partye ofte uyt yder der voornoemde dry partyen ofte benden t'haeren believen een capiteyn van de burgerlicke compagniën , mitsgaders een lieutenant ende vendrich worden voorgedragen. Ende alsoo daer vier compagniën zjn , sal den vierden capiteyn ende den vierden lieutenant ende vendrich by ambulerende tourbeurten door de voorschreven dry partyen worden ghepresenteert, sullende de eerste tourbeurte door het l0t worden gedecideert , ende de plaetsen van de voorschreven capiteynen , lieutenanten vendrighs , vacant vallende , worden vervult door die partye, by dewelcke de eerste aenstellinghe ofte presentatie respectivelick is gedaen , wordende den tjdt van jaren , dewelcke de aengestelde capiteynen , lieutenanten ende vendrighs sullen vermngen ende geobligeert zjn te dienen , gelaten aen de vrye dispositie van de voorschreven ende respective dry partyen. Het boeckhouder- ofte commissarisschap van den CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. 365 armen ende andere subaterne of:ciën van diversche ofte geljcke nature, daerin sullen de beampten , des begeerende, worden gecontinueert : soo lange , totdat se by haer door afsterven , ofte andersints tot betere voordeelen ende benehciën inghelaten zjnde, sullen wesen ontruympt, als wanneer deselve respectivelick in der tjdt sullen staen ter collatie van die partyen, door dewelcke de voorschreven bedieningen laetst te vooren niet en sullen wesen begeven. Ende sa1 onder de voornoemde partyen door het l0t worden ghedetermineert , aen wie van deselve de eerste collatie van de voornoemde vacant vallende of:ciën sal ghehooren , de voorschreven opgevolght. Ende opdat van alle de voorschreven ampten ende bedieningen , offciën ende benefciën , in desen ende in den volghenden articul vervat , ende alsoo van tjdt tot tjdt daerin rechtmatige verwisselingen werden pertinente kennisse moghe wesen , sal daervan door den heer secretaris eene ljste worden geformeert. X . Alle de overdeeckenschappen ende vordere benefciën sullen m ede naer de vorige proportie onder de voorschreven dry partyen egaljck, sooveel eenighsints doenlick ende gevoeghlick zy , worden gedistribueert , ofte wel daerin worden achtervolght den voet, in den vorighen articul vastghestelt. dry overdeeckenschappen van de dry Doch de schutteryen sullen , door afsterven , resignatie ofte andersints verlaten wordende by degene , dewelcke deselve tegenwoordigh bedienen , wederom staen aan de dispositie van de partye , onder dewelcke de voorschreven OV0rd000kenS nll resorteren. Ende wat aengaet de dry bodeampten van de stadt , de vergevinge van dien sa1 mede gelaten ende gedefereert worden aen 366 CORRESPONIIENTIZN IN STEDEN vAN zEEluAxo. respective partyen , naer de voorighe proportie justicie distrubutive. Ende sullen oversulcx de teghenwoordige boden ofte by onderlinge conventie van de voorschreven dry partyen ofte by het l0t onder deselve worden gerepartiëert , ende naderhant haereplaatsen komende te vaceren, vervult door die partye : waaronder de boden , welckers ampten zjn vacant ghevallen , haer resort hebben gehadt. de dry ende X I. Vorders is om seer goede ende importante insichten van ruste ende vrede verstaen : geljck verstaen wort mits desen, dat op de successive vergaderingen van Staten van nu voorwaerts den eersten ende tweeden burgermeester respective , in der tydt zjnde , nevens den pensionaris , volgens hetgene diesaengaende hiervooren articul 3 goetgevonden is , sullen worden ghedeputeert , mitsgaders noch uyt yder van de twee andere partyen , uyt dewelcke den voornoemden te deputeren burgermeester niet en is genomen , een, 't zy raedtspersoon ofte schepen ter optie ende vrye presentatie van de ghemelte respective twee partyen. Des soo sal het aen de vryheyt van W et ende R aedt verblyven daerenboven den heer ordinaris gedeputeerde , s00 wanneer Sjn Ed. ten tyde van de byeenkomste van de Heeren Staten in de provincie wesen ofte komen sal, ende den Heer Gecommitteerde raedt, beyde in der tjdt zjnde, mede ter hooghgem elte vergaderinge te deputeren , ten eynde alsoo allerzjdts met een gemeen vergenoegen ende contentement, sooveel m ogelick, werde gehandelt , voorbehoudens, stadt , m aer alleen dat gene schuyt- ende wagenvrachten sullen vacatiën tot laste van de m ogen worden gedeclareert by die regenten , dewelcke CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 367 boven d'heer burgermeester ende pensionaris gecommitteert sullen wesen. *) aengaet dewelcke de verdere commissiën ende bedieningen , absoluteljck ofte op derselver presentatie op voorgaende nominatie van de hooftparticipanten van de geoctroyeerde Oost- ende W est-lndische compagnie oft staen te confereren , daerontrent sa1 mede eene rechtmatige proportie ende balance tusschen de dry respective partyen worden gehouden en van tjdt t0t tjdt precyselick naergekomen ; ende Om in desen ordentlick ende oprechtelick te procederen sullen van alle by de magistraet deser stede oft deselve ampten worden gelnaeckt ende gearresteert , geljck gemaeckt worden ende gearresteert mits desen , de naervolgende twee ljsten ofte colommen. Ende opdat men Over eenige van de bedieningen , in de voorschreven ljsten vervat , komende impetrabel te wol.den , in geene oneenigheden ofte disputen tegens den anderen en soude komen aen te stooten , soo is expresselick goetgevonden ende geconveniëert , dat , s0o wanneer dese artickelen van conciliatie ende W at vriendtschap eFective sullen wesen aengenomeà ende onderteyckent , tusschen de dry partyen ofte benden het 1ot sal worden geworpen om daerdoor te worden gedefniëert, aen wie van deselve dry partyen respectiveliclt de eerste beurte in de collatiën van de respective ampten , sal toekomen ende in de volgende ljste begrepen , consequentelick de tweede ende *) Nota , dat hetgene alhier van de pensionaris werdt gementioneertj alleen zijn reflexie heeft op eenen toekomenden ende op degelle, die by absentie ofte siekte van de pensiollaris , in der tijdt sijnde, in deszelfs plaets soude mogen worden gedeputeert. 368 CORRESPONDENTIZN IN s'l'Eolx vAN zBEluAxo. derde, die dan respective s0o van ambuleren tjdt tot tjdt dopr de sullen. Des s00 sullen degene, ampten in tyden ende partyen op dewelcke eenige van de voorschreven wylen souden mogen geconfereert worden , haer punctuëlick ende precyselick hebben te reguleren naer de resolutie by de magistraet deser stedeOP den * dienaengaende * @ @ genomen *). De eerste ljste ofte colonlne. De hooge bedieninge ter vergaderinge van de Heeren Staeten-generael. De Gecommitteerde-raedtsplaetse. H et Reeckenmeesterampt. H et Bewinthebberschap van de geoctroyeerde Oost- Indische compagnie. Twe e de ljs te of te c olomne. Het Bewinthebberschap van de geoctroyeerde W est- Indische compagnie, De Oommissarisplaets in de Staten van W alcheren. Het Rentmeesterampt van de Geestelicke goederen , De dry respectlve partyell ofte zijn , dat ,soo wanneer deselve il1 dell haren sullen hebben solveert op de presentatie van persoollen tot de Verebedieninge van vacant vallende ampten , ofûciën ofte beneûciën, tot hare dispositie gehoorende , daervan aellstonts openinge sullell hebbell te geven aell de dry ofte twee eerste raedtspersoonen , onder de andere parlyen resorteerende, ten eynde van de gepresenteerde persoonen naer behooren rapport zijnde gedaen, ende vervolgens den eersten regeerende burgernaeester ampten etc. in het college van W et ende Raedt proponerende, de vervullillge van de voorschreven daerop eene ordentlicke resolutie met eenparige toestemminge van de voorschreven dry benden raoge genomen worden. *) Not a. benden willen verdacht CORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 369 wanneer de presentatie van dien aen de magistraet deser stede wederom sal competeren. De nominatie van dry persoonen tot het W aterclerckschap van de Oostwateringe. XI1I. T0t alle andere ampten , 't zy politjcque ofte militaire , staende ter dispositie van de H eeren Staten van Zeelandt , sullen soodane persoonen ende pretendenten by de magistraet deser stede worden voorgedragen ende gerecom mandeert , a1s met pluraliteyt van stem men ofte andersints sal worden betamelick geoordeelt : in vertrouwen ende met die verklaringe nochtans : dat de qualiteyten ende conditiën ende het naeverwantschap van de sollicitanten met eenige van de regeerders van de gemelte stadt in bysondere consideratie sullen kom en en genomen worden. XIV. Ende ten benden onder respective dry partyen ofte in gene collisiën ofte contestatiën m ochten komen te vervallen OP de J-aerljcksche ofte tusschentydighe voorstellingevan burgermeesters ende schepenen , op de nominatie van een ofte eenige vacerende raedtsplaetsen , sooals hierbevorens daerontrent ghestatueert is , ofte wel op eynde de den haren 't begeven van eenighe van de s0o wanneer het aen deselve voorschreven ampten , respectivelick sa1 staen volgens de bovengenoemde reglementen daerover te disponeren ofte yemant uyt hare partye te mogen voordragen , so0 is wel expresselick geconveniëert en verstaen , gheljck geconveniëert wordt ende verstaen mits desen , dat daerontrent den naervolgenden voet ende ordre sa1 worden gheobserveert, tenware nochtans, Bijdr. en Meded. xxlll. 24 370 coRREspoxolxTlzN IN STEDEN vAx zyz>:laAxo, dat de opgemelte dry partyen respectivelick in den haren eenige andere bequamer ende gevoeghlicker middelen ende expediënten van uytkomste met eenparigbeyt t'arresteren , hetwelcke volkomentlick aen derselver vrye ende absolute dispositie wordt overgelaten. van stemm en wisten te bedencken ende X Y. Eerstelick sal ten aensien van de presentatie ofte voorstellinghe van persoonen tot de vacant vallende raedtsbedieningen ende vorders tot eenige van de andere ampten ende oë ciën, in de eerste of tweede ljste begrepen , afsterven der 1) worden vervult, m et serieusheyt ende ernst worden earbeyt, ten eynde daerover in de respective dry partyen met inductie ende eenparigheyt van stemmen moge worden geprocedeert, ende, sulcx geen succes hebbende , by overstemminge ten minsten by de pluraliteyt van vjf stemmen. Edoch indien sooveel stemmen niet en konnen worden van ses stemmen ofte s0o wanneer derselver tegenwoordighe besitters sullen moeten plaetsen door overeengebracht, sal tot de lotinge tusschen de eerste ende de vier ofte leste @ Vler dry recours worden genomen, by welcke vier ofte dry respective - aen een van deselve het lot toevallende - met de pluraliteyt van opiniën diesaengaende sal worden gedisponeert. Ende de presentatie van persoonen zal 2) uyt haere Partye ofte, sulcx goetvindende, uyt een van de andere twee benden, ofte oock van persoonen daerbuyten ende onder geene benden resorterende, konnen werden ïedaen ; ende in cas wederom buyten vermoeden twee 1) Dit Nvoord is doar naij ingevoegd. 2) Dit woord is door naj ingevoegd. eORRESPONDENTIZN IN STEDEN YAN ZEELAND. 371 stemmen mochten kom en te steecken teghens twee , sullen uyt de andere vier ofte dry een by lotinghe t0t haer assumeren , ende alsoo door de meerderheyt van stemlnen resolveren. X #I. Deselve ordre ende achtervolcht in de 't presenteren van methode sa1 mede precys worden meergenoemde dry partyen , in fortifcatiemeesters ende weesm eesters respective , in de verkiesinge van de overdeeckens van de dry scllutteryen , soo wanneer daerover sal moeten gedisponeert worden , mitsgaders in de deputatie t te doen ter vergaderingh van Staten , ende eyntelick op geljcke maniere oock worden gehandelt ten respecte van alle andere subalterne ampten , olciën ende benihciën, hoedanich die mogen wesen , staende privativeljk ter collatie ofte nominatie van W et ende Raedt deser stede ende hierboven onder de repartitie , 't zy onder eene particuliere ofte generale expressie, gebracht. Ende alsoo het soude konnen gebeuren , dat eenighe van de raedtspersoonen, onder een van de voorschreven dry benden ofte partye wanneer het resorterende , soo aen een van deselve competeren soude te soonen tot de m ogen presenteren eenige perjaerljcxe ofte eenige tusschentydige nominatiën benehciën , in dese ende voorige articulen vervat , sieck ofte absent waren , s0o is we1 expresseljck verstaen , geljck verstaen wort mits desen , dat de ende t0t de vacerende ampten ofte aenkomste van de absente ende de reconvalescentie van de siecke sal worden afgewacht , ofte dat se by billietten ofte ende mogen overbrengen , eer ende alvoren op de presentatie van de vporschreven persoonen eenige a4* Procuratie hare stemmen sullen konnen 372 CORRESPONDENTIZN IN STEDEN VAN ZEELAND. deliberatie in de respective dry partyen sal worden aengbestelt. X VII. Onder de meergenoemde dry partyen sullen de dry eerste, ofte by absentie van een derselver, de twee respectiveljck in den haren hebben de moderatie ende beslissinge van de voorvallende questiën , die tusschen de heeren mederaeden in d'een ofte d'andere partye ofte bende onderlinge soude mogen ontstaen ofte gem oveert worden ende by de voorgaende articulen niet en staen ghedecideert. Ende byaldien de geschillcn door haere directie ende bemiddelinge niet en soude konnen worden ter nedergheleyt, sullen daertoe mogen versoecken de respective dry eerste regenten uyt partyen , gesamentljck de voornoemde opgeresen diferenten door alle minneljcke aen te wenden oëciën sullen trachten te assopiëren. de twee andere dewelcke dan X VIII. Alle de tegenwoordige ende succederende regenten ofte raetspersoonen sullen heylichljck belooven op den eedt , by deselve in 't aenveerden van haer ampten ofte raedtsbedieningen gedaen, dat se alle de bovengenoemde articulen getrouweljck ende oprechteljck sullen naerkomen ende doen naerkomen , onder het verbant ende de penalen in het volgende formulier ofte acte van belofte breeder gementioneert, ende sulcx met hare onderteyckeninge bekrachtigen : W y ondergeschreven, alle regenten van der Yere , hebben op den eedt , by ons z'espectivelik te syner tjt op het aellveerden van onse ampten ofte raedtsbedieningen gedaen, oprechtelic ende heylichlick ende CORRESPONDENTIZN IN STEDEX YAN ZEELAND. 373 Wy wenschen , dat Godt Almachtich 0ns wille helpen , belooft ende aengenomen : geljck wy m et alle sinceriteyt beloven ende aennemen mits desen , den inhout van de bovenstaende articulen naer 0ns uyterste beste ende vermogen precyselick ende punctuëlikte sullen naerkomen ende doen naerkomen, sonder eenichsiuts t0e te laten ofte te daerjegens oyt ofte de minste infractie gedoogen , dat directelick oyt ofte indirectelick ofteturbel geschiede, met vordere expresse verltlaringe ende verseeckeringe , dat wy geresolveert zjn ende altoos door Godes ghenade sullen blyven j om indien buyten vermoeden yemandt van de tegenwoordige ofte succederende raedtspersoonen ofte regenten te eeniger tjdt , tot verbreeckinge ofte subversie van dien , yets quam en te ondernemen ofte machineren - hetwelcke den goeden Godt wille verhoeden - deselve cordateljck tegen te gaen ende te gemoedt te treden, oock m et eenen gesamentlicken yver den contraventeur ofte contraventeurs te houden ende obligeren t0t eFective reparatie van haer ondernomen indrachten , dewelcke, by faute van factie , nu voor alsdan voor haer particulier vervallen ende gesecludeert te zjn van alle de advantagiën ende voordeelen , in de bovengenoem de articulen breeder eene behooreljcke ende prompte satishiermede ûock verders verstaen worden van vervat. s0o waerlik als In kennisse der waerheydt ende van goede trouwe hebben wy desen met onse gewoonljcke signature bevestight ende begeert t dat dit instrument in de secretarye deser stede , nevens andere chartres j om daeraen ten allen tyden acces te konnen hebben , sal werden geseponeert opgesloten , yder van de gemelte dry partyen ofte benden eene copie worden vergunt. ende ende aen 374 CORRESPOXDENTItX Ix STEDEX vAx zEELAxD. Actum binnen der Yere op Rnde was onderteeckent : den 19 Januarii 1663. G. de Mauregnault. Dominicus Olouck. Cornelis Hubrechtsen. Bernard Somer. Pieter Boreel. Jacob de Haese. Oornelis Groen. J. Barentsen van Graes. Leenard Thjssen. Pieter de Neef. Pieter Meunicx. 1. de Mauregnault. P. de Vos. A. Karreman. Johannes Kien. Joh. van Strazeel. G. Colve. A. Cuninghame. J. Maertens. Adriaen Kempe. Andries van de W iele. Op huyden den ondergeschreven twaelfden Mey 1663 hebben wy raedtspersoonen voornoemde verdragh met de deser stede het veranderinge, ten regarde van burgemeesters nerende de dry ampliatie ende kleyne van een liberder nominatie schepenen ende concerschutteryen , m et pluraliteyt van stem men in het collegie van W et ende R aedt naer voorgaende rype deliberatie van rade ten voorschreven dage geresolveert ende dien conform in de tweede , derde , vierde ende vjfde mitsgaders den vjfthiende ende artjckelen van het meergemelte verdragh ter neder gestelt , op het verbandt ende onder de belofte, in * de twee naest voorstaande artjckelen in 't brede vervat j nochmael aenghenomen ende geaccepteert , ende in kennisse van dien ter goeder trouwen andermael met onse onderteyckeninge bekrachticht : G. de Mauregnault. J. Maertens. J. Barentsz. van Graes. P. ieter Naelhout. P. van Reygersbergh. J. van Strazeel. Andries van de W iele. Adriaen Kempe. CORRE6POADENTIZX IN STEDEN YAN Z,EELAND. 375 A. Renny. David Gideons. Dominicus Oloeck. Cornelis HuyLrechtsen. Bernard Somer. Pieter Boreel. Leenard Thjssen Pieter Muenicx. J. Mauregnault. A. Karreman. Johannes Kien. Jacob de Haese. Cornelis Groen. Pieter de Neef. G. Colve. A. Ouninghame l). Emtract 'àfïf de rd,$pl?4fd'zlW van 'X :f en Raad der stad Vere d-d. 13 Januari 1663. De burgemeestere Oloeck heeft voorgedragen , h0e dat hem is bekent gemaeckt, dat seker heer buyten dese stat bancke sullen inschryven de somme van drie duysent ponden grooten Vls. , omme die te bekeeren t0t het uytreeden presentatie hadde gedaen van eFective in OP de naem van de heeren tresoriers te van schepen binnen deser stede, byaldien hem mochte werden toegekent favorable nominatie op de vacante jegenwoordige raetsplaetse, ten welcken eynde dheeren regerende ende out-burgemeesters ende de tresoriers gecommitteert zjn om met dien onbekenden heer nader te spreken ende daervan te doen rapport , midts welcken de nominatie alnoch is verschoven tot Saterdage komende. K. Eoetract vïf de re.splgffïl's van < :f en Scc# der stad K6r6 d.d. 16 Januari 1663. Dheeren regerende ende out-burgemeesters , midtschaders de tresoriers nu lest gecommitteert om met 1) De hierachter llog volgellde verdeeling der ambten tusschen de drie benden is bij dezen herdruk weggelaten. 376 CORRESPOXDEXTI:N Ix STBDEN vAN ZEEIZAXD. dien onbekenden heer te spreken - die men nu bevint te wesen dheer Ottho de la Porte ende alvooren gelesen zeker geschrifte obligatoir, slaende telle- et quellement op de presentatie hier bevorens gedaen inbreyngen , hebben sommierljck gerapporteert tgene haer over 't verhandelde was bejegent. sfaeroveromvrage gedaen ende gedelibereert sjnde , is goetgevonden den heer La Porte wegens syne goede genegentheyt te bedancken , ens ons we1 hebben laten gevallen desselves presentatie j doch in de versochte petitie ten principale vooralsnech nyet wel te connen condescenderen ; maer byaldien den voornoemden heer La Porte gelieve met syne famille hier ter wone te komen, poorter, borger en schutter tq werden ende syne belofte te presteren , dat op syne persoon - hier eenige honorable charge voorvallende - favorabljck re:ectie genomen sal werden. BIJDRAGE T0T DE GESOHIEDENIS DER OMW ENTELING IN 1747 RN 1748 TE ROTTERDAM EN TE AMSTERDAM. MEDEGEDEELD DOOR DR. F. K R X M R R l). Uit W agenaars Vaderlandsche Historie (XX , 269 vlgg.) is de aanvang en het beloop van de Doelistenbeweging voldoende bekend : hj heeft deze , zooals hjzelf verklaart , met opzet vrj uitvoerig te boek gesteld. Vjf en twintig jaren geleden , in 1875 , schreef Dr. F. G. Slothouwer eene monographie over hetzelfde onderwerp .- het was zjne dissertatie - waarin hj den gang der beweging n0g meer in bjzonderheden beschreef , en bovendien de eischen en begeerten der Doelisten toetste aan de privilegiën en usantiën van Amsterdam. Yoor zoover het verhaal van het gebeurde betreft, maakte hj daarbj gebruik van de bekende bronnen, en raadpleegde o0k het 1) Het voorwoord , voor een allder doel il1 dezen vorm opgesteld , wordt door het Bestuur van het H. G. bij uitzondering in zijn geheel geplaatst offl het niet te verminken ; de stelregel j geene uitgebreide toelichtillgen bij de stukken in de Bijdragen en Mededfeelingen op te nemell , blijft ollvermillderd van kracht. 378 ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. handschrift van een handelsbediende berustende Jan De Boerj Bibliotheek op de Koninkljke te 's Gravenhage ,waarin hetgeen in dien tjd te Amsterdam voorviel dag voor dag was opgeteekend. Veel merkwaardigs schjnt hem dit geschrift echter niet te hebben opgeleverd. Hetgeen bj W agenaar en Slothouwer te lezen staat komt in 't kort hierop neder. Omstreeks de helft van Juli 1748 , kort uadat de regeering van Amsterdam haar eerste besluit in zake de posterjen had genomen , werden in die stad geschriften verspreid , waarin een aantal eischen werden gesteld tot verandering in de tot dusver in zwang zjnde gebruiken. Zj golden de privilegiën der gilden , de samenstelling der vroedschap en schepenbank, de belastingen , de posterjen , de ambten en de znogenaamde krjgsraden. Daarbj werd hier en daar in heimeljke bjeenkomsten het plan gevormd de verkiezing van gecommitteerden uit de burgerj door te drjven , om aan die eischen kracht bj te zetten. De aanleggers van een en ander waren de chirurgjn Andries Boekelman , zjn zwager Hendrik van Gimnig, een patroon-teekenaar, en Jean R ousset , een populair auteur, sinds korten tjd historiograaf van Z. H. den Prins van Oranje. dit stuk werd een tweedeopgesteld j waarin eenvaudig opdracht van de posterjen aan den Stadhouder gevraagd werd , wegneming van de bezwaren over de misbruiken bj de ambten en herstel der gildenvoorrechten , waarbj nog begeerd werd benoeming van burger-oëcieren , die geen regenten waren. Als opsteller hiervan gold Daniel Raap , een koopman in porcelein. De beide stukken werden van den onderscheiden als aanvang af Dde elf artikelen'' en pde drie artikelen'' of wel het pontwerp'' en het prequest''. Tegen ROTTERDAM Ex xxsrrl:Roxx lx 1747 EN 1748. 379 In het de Doelen begin van Augustus namen eenige burgers in bezit , wel niet m et geweld , maar toch met dwang , en diir begonnen nu Gimnig met de zjnen het gontwerp'' en de verkiezing der gecommitteerden aan te preeken , terwjl van de andere zjde door Raap en zijn aanhang terstond op de ûnderteekening van het request werd aangedrongen ; de laatsten wilden bovendien alleen vjf personen laten kiezen om de stadshandvesten te onderzoeken, geen gecommitteerden. Aanstonds begon een hevige strjd tusschen de beide partjen , die beide alle mogeljke deden onderteekenaars te moeite werven voor hunne Opstellen , waarvan het eene , dat van Raap , reeds , ongeteekend nog, aan de burgemeesters handigd , terwjl in Den Haag, die het , zoo de opstellers zeiden , billjkte. Aanspraken op de Doelen en gedrukte stukken werden nu dageljksch werk. werd overhet tevens vertoond werd aan Z. H . De burgemeesters en raden gavell ) uit vrees voor ergor, vooral , naar men zei , omdat de Doelisten nogmaals van Z. H. de verzekering gekregen hadden , dat hj de drie artikelen met genoegen ontvangen had -. aan de eischen , in Raaps request vervat, toe, eene mededeeling , die intusschen door wantrouwd werd : W agenaar noem t die som migen ge11vertellingen''. vraagptlnt van den xvrjen krjgsraad'' werd nu de twistappel. Steeds doldriftiger drong de partj van Gimnig en R ousset daarop aan ; sommigen Het dreigden m et geweld , anderen haalden de scheepstim merlieden Over gemeene zaak m et hen te maken. Yergeefs gaf de stedeljke regeering krjgsraad eerst voorwaardeljk , daarna zonder voorbehoud t0e : de onrust bleef aanhouden, en het bleek in zake den alras dat de partj der heftigste Doelisten de omverwerping der stadsregeering bedoelde Z00 stonden de zaken toen de Staten , daartoe 380 ROTTERDAM Ex AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. door de Amsterdamsche regeering aangezocht , den Stadhouder noodig door verandering in de Twee dagen tevoren was de heer machtigden de rust te herstellen , z0o regeeringscolleges. Bentinck van Rhoon reeds komen vragen , of men de belangen der stad in 's Prinsen handen wilde stellen, en - merkwaardig genoeg het was Gimnig , die deze vraag den burgers overbracbt en daarop een toestemmend antwoord verkreeg. In de 60 stadswjken van de burgercompagnieën nl. - waren intusschen in wilde verwarring gecommitteerden gekozen , en onder dezen begon het getwist over de drie artikelen en de verder gaande eischen opnieuw; aan Ontwerpen voor verzoekschriften, ditmaal aan den Stadhouder: ontbrak het niet , evenmin aan declaraties en requesten ten voordeele der regeering, - olie in het vuur, want weliswaar hadden de regenten hunne ambten op het welbehagen gelegd , maar zj waren met dat al nog in functie. De toestand in de stad begon bedenkeljk te worden ; de dreigende optocht vaé leiding van de jverigste Van Z . H .'' nedervjfhonderd Bjltjes , onder Doelisten-hoofden, scheen de voorlooper van een oproer te zullen zjn. Die optocht werd gehouden op den 31en Augustus; den tweeden Septemberreeds kwam de Stadhouder binnen Am sterdam. W at toen is van algem eene gebeurde bekendheid. Eene commissie uit de W1* *J kgecommiteerden bood niettegenstaande de verkiezing n0g slechts in 20 wjken had plaats gehad , namens de burgerj Z. H. een request aan om verandering der regeering en ontslag der pensionarissen. H et verwjderen van deze laatsten was een verlangen , dat eerst Pas was opgekomen, en AYagenaar maakt m elding van het vermoeden , dat pde opsteller van het verzoekschrift op eene pensionarisplaats vlamde.'' Hj noemt dien opsteller niet , maar van elders is ROTTERDAM EN AMSTERD&M IN 1 747 EN 1748. 381 deze bekenz. Slothouwer noem t hem terloops onder de drjvèrs der Gimnig-partj , maar zonder nadere aanwijzing. tegen staat bedoelde advokaat, was geworden , en sloot zich nu in Augustus bj de ultra's onder de Doelisten aan : van wie llj, zooals Deze persoon was. , een Amsterdamsch was verbitterd Omdathij geen pensionaris de Gedenkschriften ln de Hardenbroek-gedenkschriften daarenduideljk te lezen dat Mr. Feitema de Zeggen, 00n rvoorganger ,)WRS. Hij kreeg ten Opzichte der pensionarissen zjn zin niet : de Prins Ontsloeg alleen de burgemeesters en verwisselde een gedeelte , ongeveer de helft , der raden , m aar de behouden. Pensionarissen bleven hun ambt Ditaanvankeljk succes onder de Doelisten nog Feitema was onder hen de het ? die den Prins de dreigende XW eet je Hoogheid wel dat hj in Amsterdam is''? Thans gold het de ontbinding van den oud-raad , en de Stadhouder was niet z00 goed, of hj moest ook hiervoor macbtiging vragen van de Staten en vervolgens nog 44 regeeringspersonen uit hunne ambten en waardigheden ontslaan. H oezeer de Prins in deze meemaakte de onverzoenljken driester dan te voren, en onbeschaamdste. Hj was woorden toeduwze : tegen zjne eigen ning handelde bljkt wel uit hetgeenFagel verhaalt - indertjd door Fruin aangeteekend ontslag van den burgemeester Oorver, wien Z. H. zjn harteljk leedwezen betuigde over het besluit, dat hj te zjnen Opzichte had moeten nemen. W ellicht wist omtrent het hj niet, h0e Corver misbruik had gemaaki van zjn ambt : met anderen toch was hj niet zOo begaan , zooals b. v. niet met Mr. Van Buren , dien hj weigerde te laten aanbljven , omdat hj pals lid der gecommitteerde raden zooveel naar zich (t0e) gesleept had als hem mogeljk was.'' Den burgemeester Van 382 ROTTEROAM Ex AMSTERDAM Ix 1747 EN 1718. de Poll daarentegen had hj weder gaarne willen behouden. Maar de handen waren hem niets meer weigeren, vrijen krijgsraad dwong ruchte nachteljke bezoek aan 's Prinsen logement , tusschen half drie en drie uur van den 10el1 September, toen Z. H. genoodzaakt was de benle aan zjn bed te ontvangen. Om verder geweld te voorkomen immers hier en daar stond men m et getrokken rapier tegenover elkaâr - liet hj de verkiezing toe van van de andere vjf burger-kolonels en de vervanging oëcieren , zoo dezen aan hunne vendels Donaangenaam'' schrjvende dat die zou geschieden in stede van door den krjgsraad , zooals door de woelwaters werd beweerd. waren , trouwens n i e t voorvervanging door de vendels zelf Maar het was te laat , en hetgeen in de verschillende wjken onder ongeloofeljke verwarring voorviel, m oest alweder om grootere gevaren af te weren worden goedgekeurd. Deze laatste concessie deed de 0n gebonden , hj k0n Zjne toestemming in zake den m en hem af door het be- Prins misnoegd tegen zjne overtuiging. Van dit misnoegen getuigde duideljk de toon en de stjl van de proclamatie , waarin de goedkeuring werd gegeven. M aar toen zj werd afgekondigd , der de stad uit : de m enigte las ze n a trok de Stadhouder J-uist wezjn vertrek. De Doelisten-beweging bloedde dood , de hoofden werden Raap in 1754 koelde het gepeupel zjn moedwil, en tenauwernood werd zjn 1jk beschermd tegen den vergeten of veracht. Bj de begrafenis van euvelmoed. Tot zoover in hoofdzaak het verhaal, zooals het geboekt staat. De aandachtige lezing geeft aanleiding tot een XOTTERDAM >:x AMSTIROAM Ix 1747 xx 1748. 383 aantal vragen , waarop noch het relaas van W agenaar noch de dissertatie van dr. Slothouwer antwoord geven. W aarom werden eigenljk de Doelisten zoo gehaat , waarom vooral Raap ? Dat de regenten-kringen hen als oproermakers beschouwden , laat zich begrjpen , maar waarom haatte hen de volksklasse ? W as het om de verdenking van omkooping , waartegen R aap zich reeds in 1748 te verdedigen had ? En z0o ja , was er voor dien achterdocht grond ? Er wordt a1s de natuurljkste zaak ter wereld verteld, dat den Prins Raap en eenige anderen herhaaldeljk naar reisden om Z. H . te raadplegen: badden die lieden En z0o ja dan aan het hof maa'r vrjen door welk middel ? toegang ? Eénmaal vindt men zelfs én Raap en Gimnig bj den Prins : hoe ltwam en die beide tegenstanders daar tezam en ? Gimnig bljft t wat meer is , bj den terugkeer der anderen aan het hof achter: waarom ? Wie riep eigenljk den Prins naar Amsterdam ? W aren het de burgemeesters , zooals veelal gezegd wordt? Of werden dezen alleen aan het hof ontboden om den stand wie heeft Z. H. doen ? Hoe kwam van zaken mede te deelen ? En overreed den bedenkeljken stap te het bovendien dat hj met zulk een ongewonen spoed ,terstond na de reis van Bentinck (binnen twee dagen) naar Amsterdam reed ? W aarom reisde Bentinck er heen aan Z. H. de machtiging verleend gaan herstellen : was dat alléén omdat de Prins reeds nog vrpr de Staten hadden de rust te zeker was dat die machtiging z0u gegeven worden ? Of was er eene bjzondere reden voor die haast? W aarom werden Bentincks -Juist tigste partij ? vragen aan de burgerj door G i m ni g overgebracht, den man der hef- W at was er waarheid in Raaps bewering dat de 384 ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. Prins de drie artikelen had goedgekeurd ? Van wien waren deze afkomstig : van Raap zelf ? Zo0 neen , van wien dan ? Op dit alles vindt men geen antwoord. Er bestaat, schoon t0t dusver onbekend , nog een getuigenis in de Doelisten-zaak , dat niet alles , m aar toch veel van het bovenstaande opheldert. Dat de beweging in Amsterdam eigenljk niet haar oorsprong had in die stad zelf, is niet onbekend. Reeds W agenaar stipte met een enkel woord aan , dat in 1747 Daniel Raap zjne actie t0t herstel van het stadhouderschap was begonnen, p't zj aangezet door anderen , 't zj , gelijk h j voorgaf , uit eigen beweging en op het voorbeeld der burgerj van Rotterdam''. Inderdaad was hetgeen hj toen in zjn eerste ontwerp-request verspreidde grootendeels hetzelfde a1s hetgeen even te vpren in Rotterdam den volke Wa8 verkondigd , met name betreFende het publiek verkoopen der ambten. Die poging was toen mislukt : het Stadhouderschap werd bersteld zonder dat op het stuk van de ambten , de gilden , de verkiezing van burgerolcieren en dergeljke verandering was gekom en. Toen in 1748 de Onrust , vooral naar aanleiding van de quaestie der posterjen , weder vankeljk door het houden van heimeljke sten , verscheen alras het genoem de stuk der drie artikelen of request van Raap. Bj de mededeeling daarvan teekent W agenaar aan : sM en wil dat het hier ter stede gebracht was door Van der Meer begon , aanbijeenkomvan Rotterdam'' 1- een persoon , van wien hj vroeger reeds melding gemaakt had a1s seen koekebakker , die met anderen'' een rol gespeeld had in de Rotterdamsche beweging van 1747, en van wien hj verhaald had pdat hj niet geheel onbekend was ten ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. 385 Hove'', zoodat hj de bewering dat het viertal den 3eI' November 1747 bj den baron van Grovestins geweest was en bj den secretaris De Back , geloofwaardig acht. M eer voegt W agenaar er niet aan t0e , nergens spreekt hj verder over Laurens Yan der Meer, den koekebakker, gewoon a1s hj is niets te vermelden wat hj niet met bewjzen staven kan. Die Yan der M eer nu heeft een grooter aandeel in de gebeurtenissen van 1748 gehad dan uit het gezegde van W agenaar is af te leiden. Bj het opsporen van eenige personalia op het Koninkljk Huisarchief , waartoe H. M. de Koningin mij verlof had gegeven, kreeg # ik onder de oogen een bundel , aangegeven a1s sGeheime stukken over het jaar 1747.'' Die bundel bleek bj onder m eer een pakket te bevatten met het oponderzoek schrift : Dans ce pacquet se trouve un Pacquet de Papiers cachettls , qui de feu S. A. R. et ont 1té trouvé dans un des bureaux ue cette princesse m 'a fortement recommandé le jour de sa mort de les prendre sous ma garde et de ne les laisser voir à, personne , qu'elles ne devroient être ouvertes que par m Oi si je voulois les voir. Ce 5 Mars 1759. L. De Brunsvic.'' Dit opschrift is door den Hertog van Brunswjk niet alleen geteekend , schreven. ln het pakket bevindt zich bovendien een maar 00k- eigenhandig geljstje met nummers en omschrjving van eenige der papieren , die correspondeerende nummers dragen. Het geheel is buitenop aangegeven a1s pnO 11 , behoorende tot de M appe no 1'' m ede door den Hertog, maar die maPP0 is er niet meer. Deze papieren , die ik niet zonder moeite ordende , Bijdr. en Meded. XXlII. 25 386 ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. omdat de nummering van den Hertog bj eene oudere nummering was aangebracht en deze bovendien alleen de bjlagen gold bj de eigenljke documenten , bleken afkomstig te zjn van Laurens Yan der Meer, den bovengenoemden koekebakker. Het oudste stuk in dezen bundel is een brief van Yan der Meer aan de Gouvernante , in hoogdravende termen den dood beklagende van Prins W illem 1V. Die brief is van den 9e'1 December 1751 (het laatste cjfer geljkt wel op een 2 , maar de inhoud bewjst dat er een 1 staat) , dus omstreeks zes weken na 's Prinsen overljden geschreven. Een tweede stuk is van meer belang. brief van den 27e11 Februari 1752 , Gouvernante gericht , waarin Van der Meer smeekt om H. K. H.'s bescherming, aangezien hj nergens meer veilig is voor sm aad en beleediging , zich beroepende op de diensten aan het huis van Oranje bewezen en op de vele H . K . H . dien mede aan de Het is een gesprekken met gehouden. Bj brief zegt de hebben een schrjver gevoegd te Xkort relaas van eenige aanmerkenswaardige saaken'' 1 waarin H . K . H . ssaaken'' zou vinden , die haar smogeljk verwondering zouden baaren , maar egter alle naar waarheyt sjn''. ,1kort relaas'' ligt inderdaad nnder Yan der Meers papieren in den bundel; het heeft betrekking 0P vpdr dag tot dag en in bjzonderheden Afaar dat stuk is niet het eenige. alles wat te Rotterdam in 1747 is voorgevallen en bj de verheëng van Prins W illem IV, van verhaald. Daarbj liggen Dit een aantal copieën of ontwerpen van dat relaas , also0k fragmenten en losse papieren, daarenboven echter 0ok een tweede rkort relaas van aanmerkenswaardige zaken voorgevallen te Amsterdam in de maanden Juli , Augustus en September 1748:' - mede in meer dan 11n exem plaar en vergezeld van fragmenten en ROTTERDIM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. 387 een groot aantal ven , betrekking H 0e dit alles bjlagen : zoo gedrukt a1s geschrebebbende op de Doelisten-beweging. bj elkander gekomen is en in handen van Prinses Anna : bljkt is geraakt uit een afzonderljk stuk. bevat eene Dit is gedateerd van 19 Juni 1758 en uitvoerige en plechtige verklaring van Van der Meer aan H. K. H. dat hj alle mogeljke brieven en papieren , welke 0ok , betrekking hebbende op de gebeurtenissen van 1747 en volgende jaren, had overgeleverd aan den inspecteur Yoet - een mij onbekend personaadje met belofte al wat nog onverboopt mocht worden gevonden aan H. K. H. alsnog te overhandigen en verder levenslang het stilzwjgen te bewaren over hetgeen t0t zjne kennis gekomen was. W at de aanleiding isgeweest juist toen Yan der M eer de papieren af te vorderen, is niet te zeggen ; misschien was het de ziekeljke toestand der Prinses, die haar een vroegtjdigen dood deed voorzien en hare ongerustheid wekte over de meer of min comPromittante stukken , in handen van een man a1s Van der Meer berustende immers in 1758 was zj zeer ljdende en reeds in Januari 1759 overleed zj. Evenmin bljkt of eenige geldeljke of andere vergoeding is gegeven : den post van collecteur van den impost , de turf en andere zaken te Rotterdam bekleedde Yan der M eer reeds sinds October 1748. H oe dit zj, de herkomst van de papieren is door de verklaring voldoende opgehelderd , en eveneens is daardoor en door de ernstige aanmaning t0t geheimhouding aan den llertog genoegzaam bewezen, welk gewicht de Gouvernante er aan hechtte. Uit het relaas rakende de Rotterdamsche voorvallen nu wordt het duideljk, h0e Van der Meer, en na hem o0k andere burgers : in aanraking zjn gekomen met het hof. Hj behoorde tot de jverige 25* 388 ROTTERDAM EN AMSTKRDAM IN 1747 Ex 1748. Oranje-mannen onder de kleine burgerj metselaars : sljters , kaaskoopers , timlnerlieden , grutters en dergeljke neringdoenden - die van den aanvang van den verheëng van den Prins tot Stadhouder poogden te bewerken , hetzj dan uit overtuiging of uit hoop op voordeel. ln het voorjaar van 1747 gaf hj voornameljk den stoot aan de beweging te Rotterdam. In de kleinste bjzonderheden deelt het relaas mede wat toen gebeurde, wie oorlog af de de handelende geering was afgeloopen gaf Yan der M eer met een deren kennis van het gebeurde aan de 's Prinsen domeinraad1naar het schjnt mondeling, en op de een of andere wjze hadden zj gelegenheid - Van der M eer stipt dit slechts ter loops aan - de Prinses met de verheë ng van haar gemaal geluk te wenschen , hetzj dan mondeling Of schrifteljk. val waren , en h0e de stadsretot toegeven. Toen alles personen werd gedwongen paar anleden van van Bergen-op-zoom verwekte de onrust op nieuw : men begon om verandering van de stedeljke regeering te roepen, der burgerj aanbieden tot 's lands besloot eene deputatie vaardigen. Tot deze M eer, m en wilde Z. H . den dienst verdediging , en naar den Stadhouder af te deputatie behoorde Yan der en z0o kwam deze ten tweedenmale aan het h0f , en thans o0k in tegenwoordigheid van den Prins. Deze zette de vurige burgers zooveel mogeljk neder en dankte hen voor hun jver en voor hun aanbod. Maar een week later, den 25en September 1747, werd Van der M eer ontboden aan het huis van een zekeren heer Du Bois het bljkt niet , of dit te Rotterdam of in Den Haag was - waar hem door een paar heeren van het hof , o. a. den secretaris De Back, uit naam van Z. H . verzocht werd zoo mo- De ROTTERDAM Ex AMSTERDAM lx 1747 Ex 1748. 389 voorkomen dat het ontworpen request tot verkoop van de ambten werd ingediend , te Lewerken dat het ,in stilte werd geen niet door vier presenteerd''1 of vjfhonderd burgers. Yan der M ee; verklaarde zich tot het eerste niet in staat , lnaar nam het tweede op zich en slaagde er ook in : door het request zelf met enkele anderen in goede Orde aan te bieden. Hj had daarvan weinig voldoening. De regenten waren er hevig over vertoornd : hunne bedienden zelfs bedreigden hem en de zjnen kort daarop in Den Haag met de woorden: rllakt die donders de pooten af , en laat ze op stompen naar huis loopen''. Aan het hof was men boos dat het request niet geheel achterwege gebleven was1en Yan der Meer moest harde verwjten hooren. lllings toch was deze naar Den H aag gegaan om te verhalen wat gebeurd was , maar hj werd gevolgd door eenige anderen , en dat we1 de driftigsten onder de rroervinken'', zooals Yan der Meer het gaarne uitdrukt : en ook dezen werden nu door Z. H . ontvangen. M et moeite bracht Z. H. de deze lieden tot bedaren , terwjl Yan der Meer de opdracht kreeg zooveel hj kon zorg te dragen om de burgerj rustig te houden. Uit W agenaar is bekend , en nog beter uit de Nederlandsche Jaarboeken , hoe hj er werkeljk in slaagde een tweede request krachteloos te maken door het verspreiden Yall eene openltjke verklaring maar verspeelde zoodoende den 2el1 November vensterglazen ingeworpen , Xkonkelde m et de regeering.'' Bj de regenten en bj de heethoofden onder de burgerj gehaat , werd hj daarentegen aan het h:f m eer en m eer a1s een brtlikbaar dienaar beschouwd en meermalen ontboden. Dat hj nu juist hoog gedaartegen , hj reeds een deel van zjn invloed : werden in den nacht al zjne Omdat hj , zoo het heette, geljk te publieken of althans 390 ROTTERDAM EN AMSTERDAM Ix 1747 Ex 1748. acht werd , kan men niet zeggen. Het klinkt vrj hoonend, wanneer de secretaris De Back hem en makkers begroet met de woorden : rlloe H oogmogende heeren al'' ? H et valt met dat al niet te ontkennen, dat deze hoogmogende heeren inderdaad veel hebben bjgebracht tot het bewaren van den vrede te Rotterdam in deze zeer moeiljke dagen, het gelegenheid kwam Van der Meer - met Yan der KruyF, zjn voornaamsten helper - in en evenzoo in die van de pachtersoproeren in volgende jaar. O0k bj die aanraking met den Prins , en zoo was het niet meer dan natuurljk dat zj zich 44k t0t het h0f wendden , toen zj in Juli betrokken werden in hetgeen er broeide te Amsterdam. zJi'ne varen de Den 14en Juli 1748 ontving Van der Meer een brief uit Amsterdam van een zekeren W olters , dien hj in zjn relaas ragent'' noemt , een term , die mj voorkomt te beduiden dat hj als zoodanig in dienst was van het hof om mededeelingen te doen aangaande hetgeen er onder de burgerj viel waar te nemen : de agent toch voegt aan zjn schrjven toe, dat hj rvandaag aan Z. E. den heer Bentinck schrjft om er hem van te adviseeren''. De origineele brief ligt almede pakket. bestaat een In > ïeheime papieren'' in het dien brief wordt verhaald , dat er plan zeker request onder de te doen teekenen, dat allerlei swonderljke en onrechtmatige dingen'' bevatte , waardoor de schrjver vreesde dat de verzoeken posterj en de ambten gevaar zouden loopen o4k , d. i. mét die onrechtmatige dingen , geweigerd te worden. Hij verzocht daarom rzijn vriend'' in zake de Yan der Meer om met P. de Kruyf over te komen oemn dzej nzea akv riveannd edne oppo steherjt eren chdte sapmobotre nt e teb rbeenvgoernIIOTTEIIOAAI Ex AMSTSIIDAM Ix 1747 sx 1748. 391 deren , omdat die vrienden en aanmaners van no0den'' zoek moest Van der Aleer heer Bentinck. Het gold , zooals het tweede Kort Relaas verhaalt, de beweging , begonnen door Jan Martini , Boekelman , H. van Gimnig , Boudeau en anderen van hunnen olldersteund en bestuurd door Dwaarachtig leidslieden hadden. Over dit vero. a. raadplegen met den aanhang , Jean Rousset. Eerst latermaakt het relaas melding van Feitema, en dit stemt overeen met hetgeen de Hardenbroek-gedenkschriften vermelden , dat hj nameljk bj 's Prinsen komst in Amsterdam hoopte z0o al geen pensionaris , dan toch raad te worden. Aan het verzoek van den genoemden W olters gaven Van der M eer en 7an der KruyF terstond gehoor ; zj reisden den 15e'1 Juli , dus den volgenden dag , naar Den Haag , en verzochten gehoor bj de heeren Bentinck en De Back. Noch de een nocb de ander durfde hun echter positive orders te geven om iets te ondernemen ; men zond hen naar het hof. Daar nu werden zj ontvangen door de Prinses , die hun, na den brief van W olters gelezen te hebben , opdroeg naar Amsterdam te gaan, meternstige vermaning tot voorzichtigheid , omdat de stadsregeering , ingeval deze te weten kwam , wie zj waren en hoezeer de eerste gelegenheid kant te helpen. zJi-het huis vanOranje waren toegedaan , bj de beste zoude trachten hen van Merkwaardig is hierbj op te merken, dat Gimnig later aan Van der Meer verhaalde dat de hoofdoëcier eens, vernomen hebbende dat Van der M eer uit Den H aag terug zou keeren , op verzoek van M artini eenige dienstknechten had afgezûnden om hem op te lichten, hetgeen alleen mislukte , doordat zj eenige oogenblikken te laat ltwamen. De beide mannen stelden zich nu in betrekking met de bovengenoemde partjhoofden door tusschen392 SOTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. komst van De Huyser, we1 bekend a1s een van de leiders der partj van Raap. Door herhaalde bespreking leerden zj nu de plannen van Rousset en de zjnen geheel kennen en brachten deze persoonljk ter kennis van de Prinse: , die hun verbood verder met die lieden om te Rotterdam terug Op verzoek van De H uyser reisde evenwel Yan der M eer nogmaals naar Am sterdam en stelde daar m et dezen de bekende 3 en gaan hun ried weer naar te keuren. artikelen op , gewoonljk genoemd hetrequest van Raap Deze artikelen werden nu aan het oordeel van de Prinses onderworpen , die ze .na wat beschavens'' goedkeurde. H. K. H. gelastte hem nu terstond naar Amsterdam terug te keeren , met herhaling van het verbod zich weder op te houden met de andere partj. Een commies van het Kabinet voegde daarbj den last niet op geld te zien en van alles , des noods met tweeexpressen Inmiddels was 0ok het ontwerp van Rousset esteld, en nu begon den 9en Augustus op de strjd tusschen de beide partjen over het request en het concept, zooals men dien uit W agenaar en uit de dissertatie van Slothouwer kent. Het toeval opde Doelen Per dag, kennis te geven. wilde dat 7an der M eer en De H uyser den avond van dien dag , Agges had zich in na een gesprek met den heer Jan Scholten , met wien de Prinses hun geraden betrekking te stellen en te overleggen , Daniël Raap op de stoep van zjn huis zagen staan op den Yjgendam. Z0o kwam deze in kennis met de zaak , waaraan bj terstond zjn steun gaf. Het valsche nen , deed dat Van der M eer voorgeven van Boekelman en de zjde Prins hun concept had gnedgekeurd, besluiten den llen Augustus nog eens naar het h0f te reizen , waar hj, weder aan de P ri n s e s , rapport deed van hetgeen was voorgevallen , en tevens verzocht dat Raap , dien hj ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. 393 had medegebracht , gehoor bj H. K. H. of bj den Prins mocht krjgenj, Opdat hj zich vergewissen k0n dat de Prins inderdaad het concept ni e t goedkeurde. De Prinses weigerde dit , maar na het diner werd Raap toch gelegenheid gegeven , 1-1. K . H . m et den Prins bj het verlaten der eetzaal te zien en 0ok een Oogenblik te spreken , bj welke gelegenheid de Prins verklaarde dat het concept buiten zjne kennis was opgesteld en zaken bevatte, die zeer tegen zjn genoegen waren , m et machtiging dit bekend te maken. Van dit oogenblik af leidden Yan der Meer en Raap met de Huyser en Ohatin de zaak op de bekende wjze , steeds naar voorschrift en volgens de orders der Prinses , schap van Oranjezaal bezocht, die hj herhaaldeljk j in gezelanderen , somtjds zes tegeljk , op de b ij welke gelegenheid hij hen 0ok aan den Prins kon voorstellen. Het bljkt dat toen ook de burgemeesters van Amsterdam , althans een hunner (Yan de P0ll) op de hoogte waren van hetgeen Raap en Yan der Meer deden en het zeer waardeerden. Deels met de Prinses , en deels met de beide Bentincks, overlegd wat te doen stond bj van den strjd , die dreigde in roer te zullen ontaarden. De somtjds ook den Prinsj werd nu voortdurend het heftiger worden bj alles den toon aan. Augustus , toen Van der M eer met een expresse te paard ontboden werd bj den heer Van Rhoon , om bloedstorting en op- Prinses gaf bljkbaar Zoo ging het tot den 25e,1 hem van den stand van zaken in te lichten. W erkeljk was het toen op de Doelen zoo dreigend , dat ieder oogenblik lnoord en doodslag verwacht werd , en bj Van der Meers terugkeer den volgenden dag was de toestand n0g gevaarljker. op dit beslissende oogenblik kwam Yan der Meer op den inval door zjn neef Otldaan , die hem ter gerust394 ROTTERDAM Ex AMSTERDAM IN 1747 Ex 1748. stelling van zjne vrouw in Amsterdam kwam bezoeken en daar dus onbekend was , een bericht te doen brengen van welken dat de Prins naar Amsterdam zou komen , stoutmoedigen stap hj onverwjld schrif- Prinses en den Prins telijk aan de kennis gaf , terwijl vier zijnervrienden : ieder met een sjees met twee paarden , naar de oranjezaal reden , die last hadden alles mondeling nader uiteen te zetten. Van de komst van den Prins was reeds eenige dagen sprake geweest , en naar het schjnt had de partj van Rousset en Boekelman op haar beurt een Paar hunner aanhangers naar het h0f gezonden om er op aan te dringen. Een van dezen schjnt Yan Gimnig geweest te zjn , die tegeljk met Raap in Den H aag kwam , en , zoo gezegd wordt , op verzoek van den Prins , daar zelfs overnachtte. H et is zonderling dat Yan der Meer dit niet vermeldt , maar het raakt toch ook eigenljk niet gebeurtenissen. Yreemder hof zoo voorkomend zjn eigen aandeel in de is het , dat men aan het tegen Gimnig is geweest , vooral omdat de Prinses klaarbljkeljk z0o sterk tegen hem en zjne medestanders was ingenomen. Is er eene poging gedaan hem door beloften te winnen? Zeker is dat hj van nu af aan minder heftig was , dat hj in Amsterdam den heer Yan Rhoon beloofde niet meer z0o aan te dringen op de verkiezing van gecommiteerden en die belofte 00k hield, al k0n hj zjne partjgenooten niet meer van hun voornemen afbrengen. Zeker is ook - de Gedenkschriften van Hardenbroek bewjzen het - dat hj geld van het h0f heeft getrokken : 's Prinsen secretaris Larrey, pdat den 13en M ei 1776 verhaalde hj schrikkeljk geplaegd wierde door sekere Gymnich , die voortjts dienst hadde gedaen of geëmploieert was geweest door Gronsfeldt, en thans dageljks bj hem kwam urgeren omm e meerder pensioen of enig ander voorItO'I'I'ERDXM llx AMSTERDAM Ix 1747 Ex 1748. 395 deel , want dat voorgaf niet te konnen bestaan van 't gunt hij eindelijk is kreeg uit s' Princen thesaurie. . dat zjn vader een post kreeg (zie Slothouwers dissertatie). De voorstelling , alsof hj met Raap t e z a m e n bj den Prins z0u geweest zjn , is zeker onjuist : eerst in Amsterdam is hj met dezen , althans uiterljk , verzoend. De vraag is , of de Prins tot de reis naar Amsterdam @,, geker alleen besloten heeft door de drieste list van Yan der Meer. Dat de burgemeester Van de P0l1 en de pensionaris Staal er op aangedrongen hebben dat de Prins het besluit zou nemen , is waarschjnljk ; dat de ultra-partj van Gimnig- ltousset het wilde , om zo0 de verandering van de regeering door te drjven en den vrjen krjgsraad , is ontwjfelbaar ; maar het is aan den anderen kant aannemeljk , dat de Prins geweifeld heeft of hj den gevaarljken stap z0u doen. Gewacht op de machtiging van de Staten om de rust te herstellen en de heeft hj zeker niet : de maatregelen daartoe had hj van Den Haag uit kunnen nemen. Bovendien , de zending van den heer van Rhoon viel vpör het verregeering te veranderen leenen van die machtiging. Bljkbaar is het besluit om naar Amsterdam te snel uitgevoerd. Is het misschien eene aannemeljke gissing dat de Prinses : door de afgezanten van Van der M eer ingelicht om trent den toestand , en op de hoogte gesteld van het wanhopige middel, dat deze had te baat genomen om eene bloedige botsing te gaan plotseling genomen en voorkom en , tot dat besluit heeft aangespoord? K ort na de terugkomst van het viertal , met de voorloopige toezegging van 's Prinsen komst , denzelfden dag nog , kwam o0k Oudaan terug , die hun achterna was gezollden naar de Oranjezaal : met het stellige bericht dat de heer Van Rhoon den volgenden dag in Amsterdam zotl ltomen , oIn de komst van Z. H. voor 3 96 ROTTERDAM EN AMSTERDAAI IN 1747 EN 1748. te bereiden ,en werkeljk kwam Rhoon den 29011 Augustus aan , begeleid door Van der Meer , dien hj vooraf op Zwanenburg Ontboden had , en door Raap. ls het niet geoorloofd daarin de hand te zien van de Prinses , die zoo onmiskenbaar de houding van het h0f in de Amsterdamsche zaken tût dusver had aangegeven ? Toen de Prins en de Prinses , die haar gemaal een eindweegs vergezelde , aan de Haagsche Schouw en aan de Postbrug Yan der Meer ontmoetten en H. K. H. afscheid van hem nam , werden hem door de b e i d e vorsteljke personen met vleiende dankbetuigingen ook fraaie beloften gegeven voor de toekomst. lnderdaad , Van der Meer was een willig werkfuig geweest in H. K. H.'s hand , want het is wel niet te betwjfelen de P r i n s e s heeft de Doelisten-beweging , tot het vertrek van den Stadhouder naar Amsterdam t0e , geleid. Daor overreding, tracteeren , gelduitdeeling op door persoonljken invloed ook bj de ontvangst van de Doelisten op het Huis ten Bosch, zjn dezen voor een groot deel warme voorvechters geworden in den strjd tegen de wilde revûlutie-partj. Men begrjpt waarom , zooals men in Slothouwers dissertatie lezen kanj posten zjn De oude Yan Gimnig werd opziener van de turf- en kaarsen-magazjnen , Kannegieter schrjver bj de admiraliteit, Gellink taxateur, W achloo, Rejers, De eenige , die noch begiftigd. Ohatin en Romans werden collecteur. geld noch gunsten aannam - Yan der Meer zondert hem uitdrukkeljk uit - was zoovelen onder hen door Z. H . met ambten en Daniel Raap , en toch was het juist deze , tegen wien zich bj zjn dood de verbittering van het ge- H . K. H.'s last , peupel uitte. Men kan zeker niet zeggen, dat de rechter-fractie van de Doelisten o m g e k o ch t is , maar zelter ook is zj wel door kunstmiddelen versterkt in haar jver, ROTTERDAM EN AMSTERDAM Ix 1747 EN 1748. 397 en bet is niet meer dan natuurlijk, dat men Raap en de zjnen als handlangers van de anti-democratische regeeringsmannen en a1s gekochte dienaren van het hof besckouwde. Toen de Prins eenmaal in Amsterdam was , d. op den 2:11 September: was de Prinses buiten staat zich verder m et den van gang zaken te bemoeien. Zj heeft alleen n0g bjgewoond, dat aan de Postbrug besloten werd de beide requesten : dus ook dat van de ultra-partij aan te nemen en te overwegen. Het is de vraag, of dat besluit hare instemming heeft gellad. Naar het schjnt , verwachtte men ook, dat het beoogde men en mogeljk zou zjn de hoofden der beide fractiën te verzoenen. Daartoe toch moest het en Van der M eer men tezamen den mondgesprek dienen , dat men Raap dwong met Gimnig te houden , die 2e'. September in het Heeren-loge- ment bj Z. 11. ontbood. Rhoon en De Back waren daar de handelendepersonen ; zj waren het,die er op aandrongen dat men de verkiezing van de burgerecommitteerden voortgang z0u laten hebben, waartegen Yan der M eer zeer ernstig , m aar vergeefs waarschuwde. Hj schreef zelfs nog aan de Prinses om het gevaarljke van dit toegeven uiteen te zetten , en betoogde dit ook aan De Back en R hoon , maar hj werkte niets allders uit dan dat de heeren hem verweten zich tegen Gimnig z0o sterk te hebben uitgelaten. Naar het mj voorkomt , is die taktiek Ook een groote fout geweest. Het toegeven ljke eischen der Gilnnig-partj Dr. Slothouwer heeft die onredeljkheid maakte deze driester en brutaler dan ooit.. O0k Gimnig kon ze thans niet meer intoomen , en Martini, aangetoond Boekelm an en de hunnen weigerden in eene bemiddeling te treden. De vel'kiezing van gecomm itteerden, voldoende aan de onrede398 ROTTERDAM EN AMSTERDAM Ix 1747 Ex 1748. de verandering van den m agistraat , van de raden , van de oud-burgemeesters , alles wat de Prins had willen vermjden , werd thans door deputaties, dreigementen , optochten en dergeljke middelen afgedwongen : de Prins was zoo machteloos als een 40ta1 jaren later Lodewjk XVI na zjne komst in Parjs. Nu was het klagen over onbetameljke bejegening, nu ook was het raadplegen voor en na met de vrienden van Raap : mluaat ik rnj'', zo0 sprak Z. H. tot Van der M eer, rvan die luyden eens dwingen met verandering te maken : dan is het te vreezen dat er geen eynde aan zal komen , want dan za1 er altjt wat aan haperen''. Zo0 is het O0k geweest : met den vrjen krjgsraad is het gegaan zooals met de andere eischen. De rustelooze en listige manoeuvres van Van der Meer en zjne vrienden hebben weliswaar voorkomen dat de Prins genoodzaakt werd tOt eene tweede verandering in de stadsregeering; maar het gevolg was , dat niet alleen zj voor verraders werden uitgekreten en hun leven in gevaar kwam , maar dat openljk ook de Prins zelf werd beschimpt : rvoor de Prins is zo0 goed erger te voorkomen , verder gaan : het is bekend, hoe llj in zake den vrjen krjgsraad stuk voor stuk al als de rest'' @ Z. H .raoest, o na de eischen inwilligde. Eerst den 15en September verklaarde hj in eene proclamatie den term svrijen krijgsraad'' gegeven , onjuist was , en dat onbetameljkheden hadden plaats gehad , bjvoeging van eene bedekte bedreiging ingeval de onrust niet ophield. Maar die proclamatie werd eerst gelezen, toen Z. H. d e s tad h a d v e rla t e n. Inderdaad het is te begrjpen, dat de Prinses gedurende de 14 dagen van 's Prinsen verbljf in Amsterdam ,,zeer ongerust was geweest'' 1zooals zj aan Yan der Meer verklaarde. keurig bj De vraag rijstonwilleden lezer, of de zaken denzelfden loop onder dat de uitleg , aan den b1. . . ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. 399 zouden hebben gehad , zoo H . K. H . er de leiding van llad kunnen houden. Voorzeker: zj toonde later niet de besluiteloosheid en zwakheid , die den Prins de vernedering voor eene beude berokkenden van te m oeten zwichten oproerkraaiers of afhankeljk te zjn van de listen en streken van een koekebakker. Van der Meers rltort relaas'' (dat tusschen twee haken z0o heel kort niet is) heldert veel op , wat in de Doelisten-zaak en in de houding van den Stadhouder nog duister was. Het is een zeer belangwekkend verhaal, en daarbj zonder twjfel volkomen naar waarheid opgesteld. lmmers die de zaken evengoed kende misschien , ja , zijn eigen grooten ? maar onwaarheden nederschrijven kon hij*. niet. Zijn doel toch was H. K. H. te herinneren wat hj voor haar huis had gedaan , om zoo hare bescherrning te verkrjgen. Zjn bjoogmerk was om , z0o het niet anders kon en hj te erg in het nauw raakte , zjne llerinneringen openbaar te maken , maar dit is hem door Prinses Anna belet. tegenover de Prinses, a1s hij zelf , kon hj aandeel daarin wat ver- De bescherming, waarom hj zoo ootmoedig had llj werkeljk we1 noodig. terdam was verloopen. RegeRten en burgers -- behalve een deel van zjn vroegeren aanhang -- zagen vroeg, Zijne neringte Rothem met den nek aan. Geldeljke belooning had hj niet ontvangen : honllerd gulden voor zjn werk te Rotterdam , en daarna negen dukaten , was al wat hem ooit was uitgekeerd ; een rpresentje van 20 dukaten'', hem door de Prinses persoonljk beloofd, was vergeten. Maar hj kreeg , zooals hem was toegezegd , reeds in October 1748 een goed ambt : den genoemden post van collecteur. Die post echter werd zjn ongeluk. Reeds in 17b1 schjnt hj - naar eene uitdrukking 400 ROTTERDAM EN &MSTERDAM IN 1742 Ex 1748. in zjn brief aan de Prinses te oordeelen - door de belasting-collecte in moeiljkheid te zjn geraakt , ja zelfs rgestraft'', en eene belofte tot satisfactie, hem , naar hj zegt , door den fskaal Van Mvezele en den graaf Van Gronsfeld beloofd , bleef uit. M aar toen de Prinses in 1759 hj alleen , en niemand had deernis met hem , toen gestorven was,stond hj in bezwaren kwam. ln 1762 werd hj beschuldigd van verduistering zjner belasting-gelden. Het vonnis zegt : dat hj wel 40.000 gld. had zoek gemaakt: en vermeldt eene reeks vall knoeierjen en oneerljkheden. Zjne dochter daarentegen beweerde , en het vonnis ontkende het niet met nadruk , dat hj nog we1 27.000 gld. van het land te vorderen had. Genoeg , hj werd door de Gecommitteerde raden gevonnist en veroordeeld t0t eene buitengewoon strenge straf : hj werd gestrengeljk gegeeseld , gebrandmerkt en voor 25 jaren opgesloten in het tuchthuis. Toen hj op het schavot stond riep hj uit : rburgers sta l3j'', maar vergeefs. Toch vreesde de overheid nog voor zjn invlûed : een dubbele wacht was om het schavot geplaatst. Hj onderging zjne straf , zeggen Nederlandsche Jaarboeken : zeer hardvochtig, de Zoo diep was de val van den m an , die tevtlren toegang had tot de salons van groote heeren. Niet ten onrechte teekent G. J. Van Hardenbroek bj de vermelding der executie met een zeker sarcasme aan : XHj (Yan der Meer) is bj gecommitteerde raden gecondemneert, daer president is Rhoon, In 1748 was die Van der Meer seer groot by de prins, Rhoon, Haren etc-'' Eene correspondentie met Van Haren , gericht tegen den Hertog, werd nog bj hem in beslag genomen , maar Oolt Haren k0n hem niet helpen : diens familie-schandaal had ook hem ten val gebracht. F. J. L. K. ROTTERPAM EN AMSTERPAM IN 1 747 Ex 1748. 40t DANS CE PACQITET SE TROUVE UN PACQUET DE PAPIERS eACHETTZS , QUI ONT 2142 TROUYZ DANS UN DES BUREAUX DE FEU S. A. R., E'P QUE PETTE PRINCESSE M7A FORTEMENT RECOMMANDZ TaE JOUR DE SA MORT DE LES PRENDRE SOUS MA GARDE ET DE NE LES LAISSER YOIR A PERSONNE , QU'ELLES NE DEVOIENT 2TRE OUVERTES QUE PAR MOl : S1 JE VOULOIS LES VOIR. Oe 5 Xars 1759. DE BRUNSYIC. NO @ 1@ Koningljke prinses , dogter des alleredelmoedigste m onarcll , weduwe des allerbraafsten prins , bedroevde moeder van telgen , z0o doorlugtig a1s den aardtbodem draagt, Naaderende , vreesde ik U we K. H . te mishagen , terugblyvende , den overleden vorsteljke spruyten en uwe Koningkljke famieli , van pligtversuym . Gun dan deeze letteren , dewjl het mj niet mag gebeuren , een weynig geduldt ; het behaagden Uwe K. H. zulkz eertjds aan mj te vergunnen. beschulzigt mj Vorst , tot U we K.mjne lievden t0t H . : Uwe H oog- K P. gun mj , dat ik mjn boezem , overlaaden met droevheyt, voor u eenigermaaten ontlast. Kost ik met sugten en traanen den vorst in het leeven herroepen , ik soude mj verstouten voor u te verschjnen , ik smolt in traanen voor uw gezigt, ik soude mjne lievde voor 's lands welstant en voor den Vorst met mjn doodt bevestigen, en dus mjne Onvoorsigtigheden uytwisschen : die ik uyt een drift voor 's lands welstant , uyt een drift voor 's Prinsen glory, begaan heb. W as heden een Eliza 0fl' een Petrus te vinden, die door een wonderwerk den Prins kosten opwek- Bijdr. en Meded. XXIII. 26 402 ROTTERDAM Ex AMSTERDAM Ix 1747 Ex 1:48. ken , ik s0u niet alleen bedroevde weduwen , m aar oûk mannen , wier harten bjna onbeweegljk sjn , opspeuren , ik soude hen 's Vorsten heerljke hoedanigheden, des Vorsten lievde voor deze Republiek z0o levendig afmaalen , ik soude hen t0t schrejen dwingen en hen dus aanvoeren , ik soude zou een Eliza oF Petrus zjn knieën omhelzen , schrejende en snikkende, (en) niet loslaaten , voordat ik mjnen wensch bekoomen hadt. llaar n00n) de oodtljke regtvaardigheyt, lang getergt door ondankbaarheyt , die allersnootste misdaadt en die bjnaa in alle Nederlanderen harten heuren zetel gevestigt heeft , heeft ontrukt ; dit vonnis is niet alleen onherroepeljk , maar OnS den Prins zoo die misdaadt dus Godt deze landen in voortgaat en aangroeyt , sal een poel van de allernaarste rampzaligheyt ternederstorten. Agh , dat de Almagtige , de barmhartige Godt van hemel en aarden , Uwe K . H . en uwe hoog-vorsteljke spruyten tot een man , een vader, een eeuwige hoeder en leydsman verstrekke ; hj redde , hj Zegene neem e 11 met uwen nu zaaligen gemaal zijne onvolprijsbaare dit landt onder uwe gelukkige regeering en spaade in Sjne eeuwige heerljkheyt, om goedtheyt , heerljkheyt en majesteyt eeuwigljk te P rJi'zen en te loven. R otterdam 9 Dec. 1751. M eer. N3 @2. Memorie aan Haare .lfpsfsgklïj/r: Hoogheyt. Koningkljke Prinses , a1s Gouvernante van Sjne Doorlugtige H oogheyt en Stadhouderes van deze landen, neeme ik tot Uwe K, H . alleronderdaanigst mjne toevlugt en hebbe de eer dit bjgevoegde kort ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. 403 relaas van eenige aanmerkenswaardige saaken Uwe K . H . onder 't o0g te brengen. Uwe K. H . za1 er saaken in vinden, die U mogeljk zullen verwondering baaren , maar egter sjn se alle waarheyt ; eenige souden selve voor Uwe K. H. duyster gebleve zjn , soo mijne vijanden mj niet van alle sijde persten, en Uwe K. H. kan ook gerust sjn : dat deeze geschrivten onder niemants ooge hebben geweezt oflzulle komen , tensy dat ik door mjne vyanden tot het alleruyterste geperst wordt , maar ik hoop dat den Almagtigen, door middel van Uwe K. H., mj daarvoor sal beschermen. De pligt , die op my legt , zoo om zorge voor mjn eyge welzjn , als voor mjne vrouw en kinderen te dragen nootsaaken 1 mij ook hiertoe ? lijker wijze ltan mij niets uyt mijne en tectie van Uwe K . verdrukkingen redden dan de gunst en pro- H. , wjl alles , wat mj overkoomt , daaruyt spruyt , dat zig een jgeljk verbeeldt, dat ik de gunst en protectie van Uwe K. H. mis. Dit soo sjnde (dat ik hoop dat Godt sal verhoeden) soude ik mj mjns ondanks genoodsaakt vinden om middelen uyt te denken , die mj en mjne tot veyligheyt konde verstrekken , wjl er naar mjn oordeel niets is , dan onder een eeufamieli want m enscheongeleegenheden ongelukkiger wige verdrukking te leeven. Koningkljke Prinses , verejsten heb ik doen 's lands noot zulks mjn eyge leeve niet ontzien ; ik heb met alle vrjmoedighejt, om de verheëng van Sjne D. H. (als sjnde, naa mjn begrip , het eenigste middel om onder den zeege van Godt dit landt te bewaaren en te redden) op een beleevde wjze aan de regenten dezer stat versogt. Alet diezelvde vrymoedigheyt nadere ik alleronderdanigst tot Uwe K. H., nu de noot mj en mjne famieli perst, Geld Q6* 404 ROTTERIIAM EN AMSTERDAM Ix 1747 EN 1748. begeer ik niet , want ondel' 's Ileelnels zeegen kan ik m et zuynig- en naarstigheyt alles te bove komen , mits ik selve bij miine saake %# mald., gevende aan Sjne H00gEd. kennisse van hetgene de vorige week verder in Amsterdam was voorgevallen; o0k gaF ik berigt OP Sjne HoogRd. betuygde mjn rapport, seggende dat hj in een uur van mj vragen, die Sjne H00gEd. mj voorstelde. zeer voldaan te sjn over beter begrip van de saak k0n krjgen als van anderen in een halven dag. bragt hebbende, liet Sjne lloogEd. mj eteu en drin- Dus een geruimen tjt doorgeken alle de geven , en ik sliep eenige en vertrok 's m orgens ten vier tjt in hetselvde huys uren m et hetzelvdo ROTTERDAM EN AMST:RDAM IN 1747 EN 1748. 441 rjtuig , daar ik mede gekomen was , wederom na Am sterdam. Op dezelfde M aandag den 26 Augustus wierdt De Huyzer en Raap wederom bj burgemeesters ontboden, en kregen het antwoordt No. 8 op hun overgeleverde request. D0e dit antwoordt na de middag op den Doele werdt bekendt gemaakt en in handen van Martini, Boekelman , Feytema enz. quam , stelden sj zig aan als woedende lnenschen : aanstonts moest de burgerj in 't geweer, men moest andere mesurez nemen, de partj van lluyzer en Raap lieten zig Om den tuyn leyden , men m oest de regeeringe met geweldt dwingen en geen ogenblik vertoeven om hetzelve teruytvoer (te brengenlj kortom degantscheDoele weergalmde van roov en moordt , en men hoorde uytdrukkinge, die ik mj schame op het papier te stellen. Zelvs was het zoover gekomen, dat eenige al om hun geweer liepen. lk was op die tjt ten (daar ik mj dOe meest onthieldt, en huyze van Raap a1s de vergadering 0P de handt te sjn) ; hier kreeg ik van het boven verhaalde door bode op bode berigt. Ik was in dootsverlegenheyt, wj1 alle salten genoegsaam voor mjn rekening liepen ; ik rade wel om door goede woorden en met bidde en smeeken hun bloedig en doldriftig wel inzonderheyt den Doele was , om digt bj voornemen voor te komen en teverjdelen, maar dat was op die tjt oly in 't vuur gegoten , ja die hetzelve door goede woorden en bidde en smeeken zogten te verjdelen, liepen gevaar om de eerste Oierhande van hunne woede te worden. ln deze allergevaarljkste omstandigheyt wierdt ik (te) rade om mjn neev J. Oudaan na den Doele te senden alzeen , die tjdinge kwam brengen dat Sjne D. H. eerstdaagz in eyge persoon in Amsterdam sou komen o)n de beswaren en versoekell van de burgerj te horen en te redreseeren. Yan dit mjn voornemen 442 ROTTERDAM xx AMSTERDAM Ix 1747 Ex 1748. deed ik aan De Huizer enRaap eerst kondschap toekomen. Mjn neev kwam onbekendt op den Doele en bragt met een onverschrokke weze die tjding aan de vergaderde burgerje , waarop de partj van De Huyzer en Raap aanstontz moet grepen en een yïelijk door de van Sjne Amsterdam , en kregen hierdoor de menigte aan 't bedaren , hoezeer de tegenpartj zulkz tragten te verhinderen en van boosheyt op de tande knersten omdat hun voornemen wierdt teleurafrieden van in boodschap D. H. in 't geweer te komen, en gestjft bleven zj borge voor de ltomst gesteldt. gescheyden was , schreef ik een brief aan Sjne D. H. en Hare K. H. , wurin ik aan H un D. en K . H. kennisse gafl', in wat crisis de saken in Amsterdam stonden en h0e mj die genoodtsaakt hadden beloften te doen van de aanlmmediaat na den Doele komst van Sjne D. H. in eyge persoon te Amsterdam , met ootmoedige beden , dat Sjne D. H. aan mjne beloften gelieve te voldoen , want dat het anders geheel buyten hoop was een oproer voor te komen. Hiermede stuurde ik diezelve avondt Chatin en Roman en Deurhof (en) W agenaar, yder met een sjees met twee paarden , na de Oranjezaal; deze vier bovengenoemde personen waren ooggetuige geweest van het gepasseerde op den Doele, en konde dus aan H unne D . en K . H. een verder relaaz van het voorgevallene doen. lk recommandeerde hun , op het spoedigste, tenminste met een chaezj terug tekomen om berigt te geven. Dinsdag den 27 wierdt het fat, No. 9, door buremeesteren gegeven , gepubliceerdt , maar gaF z0o min genoegen als het antwoordt van de vorigen dagh, en deedt de partj van Martini , Boekelman enz. rezolveeren , het declaratoir protest en request No. 10 aan burgemeesteren en raden op te stellen , om de M TTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. 443 volgende m et de dag te presenteeren. Deze dag sond ik onderrigtinge No. 11 , door de partj van Martini en Boekelman opgesteldt , mjn neev Oudaen na de Oranjezaal , om Hun D en K. Hooghedenz aan te tonen , dat die partj niets onbeproeft lieten , en bedekt en publiek hun best deden om alles het onderste bove te keeren. W oensdagh den 28 Augustus wierdt de notifcatie No. 12 , door burgemeesteren en raden verleendt (0p het declaratoir protest en request , de vorigen dag door de partj van Martini en Beukelman gepresenteerdt) , afgepubliceerdt. Nu k0n men met geen billikheyt verwagten , dat die partj ietz meer soude vergen , wjl zj nu alles hadden , wat zj 0yt verzogt hadden ; egter wierdt dezelvde nademiddig de reetz genoemde Boekelman maar door de terugkomst van Chatin , Deurhof, Roman en W agenaar, die diezelvde nademiddag op Onderregting donr de partj van Martini (en) op den Doel voorgelezen en omgedeeldt , den Doel kwamen en gezamentljk verzekerde , dat Sjne D. H. binnen vier OII' vjv dagen in Amsterdam stondt aan te kon deze komen , onderregting voor ditmaal weynig vrugt doen. Deze dag kwam ook mjn neev Oudaen van de Oranjezaal terug, tjdinge brengende dat Sjne HoogEd. de heer van R oon de volgende dag met een commissie van Sjn D. H. in Amsterdam stondt te komen; die bovengenoemde heer liet mj versoeken dezelvde avondt Op het huyz te Swanenburg te komen. lk vertrok 00k diezelvde avondt met De Huyser, R aap en verscheyde Hier gaF Sjne HoogEd. mj kennis, dat de regeeringe van Amsterdam hunne ampten hadden nedergelegdt , en dat Sjn HoogEd na Amsterdam kwam , om te A msterdamm ers daar na toe. vernemen oF de regeeringe en de burgerje hunne onderlinge verschille ter diciesi van Sijne D. H. wilde 444 ROTTERDAM xx AMSTERDAM IN 1747 xx 1748. overgeven , reyze van Sjne D. H. afhing, en zo0 zukz geschieden , dat Sjne D. H. dan zekerljk de volgende Sondag na Amsterdam stondt te komen. lk verzekerde Sjne HoogEd., dat de partj van De H uyzer en Raap, benevenz de geheele burïerjl*, opening, dat ik de partj volkome had gedisponeerdt deze tjtzomstandigheyt te bezorgen , dat Sjne D. H. daarnaverlangde.Verdergaf ik Sjne HoogEd. van De Huyzer en Xaap om aan Sjne D. H in voortaan de electie Yan burgemeesters en raden kreeg , biddende , dat Sjne HoogEd. daartoe mede wilde werken , want dat, s0o men deze gelegenheyt liet voorbj slippen , het te vreesen was, dat de regeering van Am sterdam in 't vervolg weer hunne oude r0l soude spelen. Sjne HoogEd. vondt mjn voorstel goedt , beloovde mjl* aan de handt daartoe te zulle medewerken en dat daaraan de ten minste te helpen bezorgen, dat Sjne D. H. voortaan de electie van burgemeesteren verkreeg. De volgende dag liet mj de heer van Roon bj zig op het Heere-logement komen j gaF aan mj kennisse , dat de regenten en burgers de saken ter decisie van Sjne D. H. hadden gesteldt, en dat dus de reyz van Sjne D. H. na Amsterdam vast was. (Yerder) verzogt Sjne HoogEd. mj, dat ik de burgers moest aansetten om inmiddelz hunne beswaren en versoeken in order te stellen. 'S avontz na het vertrek van Sjne HoogEd. en Boekelman, gingen enigen uyt de partj van Martini a18 Bjltjes verkleedt, aan de huyze van burgemeesteren , en noodtsaakten burgemeesteren te sweeren van noyt aanvaarden , al wilde Sjne D. H. hun in hunne waarhunne ampten weer te zullen digheden Vrjdagh den 30 en Saturdagh den 31 xiel er weynig van aanbelangh in Amsterdam voor, alleen handthaven en herstellen. was men bezig met requeste te maken en te tekenen. ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1147 EN 1748. 445 Het request NO. 13 heb ik ten verzoeke van de partj van De Huyzer en Raap voor hun opgesteldt. De partj van Gimnig deedt hetzelfde. O0k liep er een gerugt , regeringe ook een request in hun faveur liet tekenen. Om die reden gingen eenige uyt dat de partj van Martini en Boekelman: a1s scheepstimmerlieden verkleedt, met omtrent veertien honderdt de timmerlieden verzeldt , een wandeling door Amsterdam doen men voorgaF stilstaan , doende daar eenige een ygeljk af te schrikken. De dreygementen bj om procureur Rooz, die men sj dat de opsteller was van het request, dat in faveur van de regering gemaakt was : moest aan die wandelende menigte onder eede betuygen , dat hj daaraan geen deel hadt. Deze dagh hadt ik aan OPden 31, bljvende voor eenige huyze (daar dat diergeljke tekeninge geschiedde) hedenz een briev Hunne D. en K. Hoogbezorgdt met verzeekeringe , dat de stat zkrasterdana(was) a1s een schoon papier, dat Sjne D. H. daarop konde schrjven dat hj best t0t 's lands heil ensjn eyge glory oordeelden te behoren 00k smeekte ik den Prinz om zig bj zjne aankomste in Amsterdam d0g omsigtig te gedragen , ophalende verscheyde gevallen , te voren door mj voorsegt en bewaarheyt, van de partj van Martini en Boekelman , en dat sj nog sonder ophouden werkten om gecommitteerde gecommitteerde dan weer hun zelven te doen com - uyt yder wjk te doen verkiezen, en uyt die mitteeren , en dat sj dan aan Sjne D. H. de wet souden voorschrijven , vermitz zij niet anders 4an door bj, dat ik Sondagh den 1 September den eer s0u hebben (onder het welnemen van eyge belangenz voortgedreven wierden . schrjvende daar verder Sjne D. H.) om Sjne D. H. te ontmoeten , om verder m ondeling Sondagh den 1 rapport te doen. September had ik de eer Hunne 446 ROTTERDAM Ex AMSTERDAM IN 1747 Ex 1:48. D. en K. H . aan het Haagsche schouw te ontmoeten , sittende Sjne D. H., benevens Hare K. H. (die de Prins tot aan dePostbrug uitgeleile deed) in een kales. lk had de eer een geruymen tjd, in het portier staande , met Hunne D . en K. H . te spreeken , en gaF het request NO. 13 (te weten eenige gedrukte exemplare) in handen van Sjne D. H. Sjne ordoneerde mj cito aan de Postbrugge hem verder te komen spreeken. een lange samenspraak m et H unne D. en K . H . te hebben , en gaF in 't breede kennis van de omstandigheden in Am sterdam en van de voornemens van de partj van Martini en Boekelman enz. 1) en dat sj o0k een request in gereedtheid) hadden, vernieuwende verder mjn bede , de vorige dag bj missieve aan Sjne D. H. gedaan. en rezolveerde de requesten van beyde de partjen Sjne D. H. beloovden mj zulkz, aan te nemen en daaruyt te kiesen dat best was en daar een antwoordt ol apostil op te verleenen. Verder bedankten mj Sjne D. H. en Hare K. H. D . H . Hier hadt ik de eer om wederom voor mjne onvermoeyde zorge en vljt ? in Amsterdam aangewendt om de rust te bewaren , en dat ik die stat voor woedende oploopen hadt beveyligdt, met versoek om daar verder te bljven volbarden en Sjne D. H., als hj in Amsterdam was , van alles berigt te brengen , en na mjn uyterste vermogen te helpen bevorderen dat de saken tot het welwezen van het gemeene land in het algemeen en de stat Amsterdam in 't bizonder, en t0t glory van Sjne D. H. wierden ten eynde gebragt, met beloften van beyde Hunne D. en K. Hooghedenz mijne gerust op kon sjn. K. H., dat het aan mj en de partj van De Huyzer dat die voor famieli soude dat ik daar volkomen mil- en zorgen, lk beloovde aan Hunne D. en 1) (In het andere afschrift) : van Rousset. ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 Ex 1:48. 44C en Raap niet sou haperen om Sjne D. H. in alles te helpen en playzier te doen. Verder bleev ik Sjne D. H. en Hare K. H. verpligt voor hunne groote beloften en seyde nietz meer van hunne hooge gunst te verlangen , dall om met vrouw en kinderen op eene eerljke wjze te konne leven 1). Vervolgenz wierdt Sjne HoogEd. de heer van Roon en de heeren Fagel en De Back in mjn presentie bj Hunne D. en K. H. Sij ne D . requesten, Sjne D. H. stonde geroepen, Waaraan H. bekendt maakten , dat hj beyde de die door de burgerye van Amsterdam aan gepresenteerdt te worden , soude aannemen en uyt de beyde het beste s0u verkiezen en daar een apostil op sou verlenen. D0e badt ik de eer om afscheydt van Sjne D. H. en Hare K. H. te nemen, en Sjne D. H. ordoneerden mj, diezelvde avondt Op het huys Swanenburgh Sjne D. H. wederom te komen spreeken. Hier hadt ik na de avondtmaaltjd wederom het geluk , om Sjne D. H. alleen te spreeken en Sjne D. H. op alle voorgestelde vragen naa mjn beste vermogen berigt te geven , en te feliciteeren met de Hoge verjaardagh van Sjn Doorlugtige ook Sjne aan de Hoogheyt. Sjne D. H. vernieuwden doe verzoeken en beloften , diezelvde middagh Maandag logement te Amsterdam aangekomen sjnde , wierdt ik korten tjt daaraan bj Sjne D. H. ontboden. Sjne D. H. seyde mj doe, dat bj nader overleg goedtgevonden waz van de twee requesten 1én te forgedaan. September Sjne D. H. int Heere- Postbrugge den 2 1) (Randschrift:) NB. Doe ik order van Hare K. H. om daar terdana te na Amsterdam vertrok op expresse te moete blijven , zonder na Rotdeden Hunne D. mogen vertrekken , en K. H. door Pain mij na mijn vrouw en kinderen en aûairen vragen , en off die nu in mijn absentie evenwel sijn gang konde gaan , welke laatste vraag ik met nean lnoest beantwoorden. 448 ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. meeren ; de partj van Raap en (die) van Gimnig zig in mjn presentie daarover moesten verstaan en vereenigen. lk wilde aan Sjne D. H. daarvan de onmogeljkheid aantoonen , maar de heeren van R oon en De Back, die daarbj present waren , namen mj yder bj een arm en bragten mj in een anderen kamer, daar ik H. van Gimnig vondt. Hier rekomandeerden de twee bovengenoemde heeren onz de vereeniging aan, alsmede dat er gecommitteerden uyt de burgerj moesten verkozen worden 1). derhalven verzogt Sijne D. H. aan mij, dat lk verzocht d0e aan H. van Gimnig , dat hj benevens sjn partj dan een ander gedrag moesten houden als sj t0t heden t0e gedurende de bewegingen gehouden hadden , hetwelke ik in sjn presentie in 't kort aan die heeren bloot ley. W j spraken d0e aF om met de voornaemste hoofden van beyde de partjen nademiddagh in de GraaF van H ollandt te vergaderen , om over de vereeniging te spreeken Q). D. Raap en schreel een briev aan Sijne D. H. en een aan Hare K. H. , waarin ik én Sjne D. H. én Inmiddels ging ik naa het huys van Haere K. H . uyt de geordoneerde vereeniging voorspelde , dat de saken in Amsterdam niet dan een slegten uytslag konde hebben , welke beyde brieven ik immediaat bezorgden, dat aan Sjne D. H. en Hare K. H. wierden ter hand gestelt. 1) (nandsc:rift :) NB. Hetverkiezen van gecommitteerde uyt yder w4k , hoe sterk door de partij van Martini en Boekelman en H. van Gimnig enz. doorgedreven , hadt ik altijt door de partij van De Huyzer en Raap enz. weten te verijdelen tot op het oogenblik dat Sijne D. H. in Amsterdam quam. Q) (Randschrift:) Van Gimnig vertrokken sijnde, badt ik de heeren van Roon en De Back, dat sij dog aan de partij rall Gimnig niet te veel gehoor soude geven , hun verzekerende , z0o zij zulks deden , dat zij zig daarover op het laatst soude beklagen. ROTTERDAM EN AM8TERDAM IN 1747 EN 1748. 449 Na de middagh vergaderden devoornaamste hoofden van beyde de partjen volgenz afspraek in de GraeF van llollandt in mjn presentie bj elkanderen. Hier tragte ik) benevens De Eujzer, Raap , Roman , Chatin en andere de vereeniging van 1 beyde partjen op billjlte condietiën tot eflbct te brengen. lk stelde ten dien einde te brengen en van beyde de partjen evenveel hoofden te verkiesen om de sake bj Sjne D. H. af te doen, maar alles wilde geen andere voor, om de twee requeste tot een vereeniging De Huyzer hun request in alles aan hen onderwierpen. mi' J Raap en zig verder lk, benevenz de bj vrienden , vertoonden dat hun eysch geen vereeniging maar een onderwerping was , hetwelk direkt hebbende tegen Sijne nietz Verga- D. H. street , maar men schuurde de Moorjaan : kon hun versetten , en hiermede wierdt de dering afgebroken , Z0O onderwerpinge W aS Raap Sjne D. 11. nergenz meer dienst in doen (gelgk int vervolg sal bljken dat sj gedaan hebben) , wjl de tegenpartj meestal bestondt uyt perzonen , die kwaataartig , oplopendt en onversetteljk alles wat geschiedt , kon de partj van De Huyzer en hun int hoofdt kwam wilde doordringen , en weer want die die nietz in het 00g hielden dan hun eyge het versoek en de order van van partj van onderteekende en tevergeefs : sj horen dan dat de anderen , belangenz. lk ging immediaat na Sjne D. H. ; ik gaF hem kennisse van het voorgevallene in de Graaf van Hollandt, daar Sjne D. H. seer t'ûnvreeden over waz. Mjnheer De Back , daarbj sey tegen mj, dat ik hem die verlegen hadt gemaaltt met H . van Gimnig soo sterk de waarheyt in sjn aangesigt te seggen ; hj meende tegenwoordig sjnde , voormiddagh zeer dat ik hierop de heer Back toe : mJi'n selven meerbesat. Sjne D. H. voegden 1)Gj moet Van der Meer Bijdr. en Meded. XXIII. 29 450 ROTTERDAM Ex AMSTERDAM Ix 1747 Ex 1748. dat niet qualjk voor de goede En die der nemen , het doet sjn sterken jver Saa k''. saken kundig was kost mj sulkz niet qualjk nemen. Tot op de aankoomste van Sjne D. H. in Amsterdam hadt ik de partjen van Martini en Boekelman enz. met de grootste moeyten dez werrelds er onder gehouden en hunne kwade desseyne telkenz hebbende zoolange ik in Amsterdam hadt geweest bjna nagt nog dagh rust gehadt. lk moest de stat op en neer loopen , konnende nietz aan andere vertrouwen ; want zoodraa ik zulkz deedt, wierden zj van de contra-partj bj de neus omgeleidt; kortom , ik hadt met lope , draven , rennen , schrjven en vrjven , bidde , smeeken en dreygen , trakteeren en geldt in de sak geven, de zaken van kknasterdanz in die staat gebragt , dat Sjne bj zjne aenkomste met gemak en playzier dezelve kost decideeren en ten eynde brengen , en op dezelvde dagh dat Sjne D. H. in Amsterdam aankwam, werdt de D . H. troon gesteldt wierdt doorgedrongen , beyde saken , daar en Sjne D. H. en Hare K. H. zig altjt sterk tegen gesteldt hadden , en daardopr wierden de zaken in Amsterdam in die staatgebragt , dat Sjne D. H. van dat oogen- OP en het aanstellen van gecommitteerden blik a:' alles met moeyten , ongenoegen en hartzeer niet Partij van Martini en Boekelman enz. den met tegenspreeken, met halv na zjn genoegen kon ten eynde brengen. V ervolgens kwamen er eenigen hoofden van beyde partjen op het Heere-logement. Sjne D. H. raden hun de vereeniging op het sterkste aan , geljk de vereeniging dan d0e o0k in schjl geschiede ? a1s verder bljken zal, en de requeste wierden tesamen verjdelt , overgegeven. Gedurende het aanwezen van Sjne D. H. in Amsterdam ordonneerde mj Sjne D. H., dat ik mj alle ROTTBRDAM Ex AMSTERDAM Ix 1247 Ex 1748. 45t morgen bjtjtz voegen om Sjne Ten dien eynde kreeg ik een teken, om onverhinderdt door de burgerwagt te ltonnen passeeren, want Sjne D. H. liet mj dikmaalz bj zig ontbieden, zoowel 's morgens het Heere-Op logem ent moest ver- D. H. te kom e spreken. vroeg a1s 's avonts laat oF overdagh ; a1s er grooten haast bj was , wierden er drie , vier geljk uytgesonden om mj op te soeken ter plaatze daar ik mj meest onthieldt , hebbende die plaatze den eersten dag aan baron Grovestinsopgegeven. Nu was men op den Doele van 's morgenz vroeg t0t 's avontz laat bezig om alle bezwaren op te stellen en aan Sjne D. H. over te geven. Mj wierdt berigt , dat de heer Hartman een boek hadt, daar hj voor burgemeesteren geheyme notulen in aanteekende : ik bezorgde , met goedvinden van Sjne D. H., dat hetzelve door een deputatie van den Doele van Hartman wierdt afgevraagdt , die hetselve op het Heere-logement Sjne D. H. ter hand stelden. Daar k0n Sijne D. H. , benevenz veele andere saken, in sien wat uytkeeringe regenten en hunne familiën, alsmede particuliere , van sommige ampten trokken. De partj van Martini en Boekelman (daar nu H. van Gimnig a1s het hoofdt van wierdt aangemerkt) , deden nu Sjne D. H. (hoezeer de Yorst daar ook tegen was en om z0o te spreeken hemel en aarde tragten te bewegen om hetselve voor te komen) besluyten om de regeeringe te veranderen. Ten dien eynde stelde ik op order van Sjne D. H. een li.jst op van de regenten , die het meest bj de burgerj in haat waren , en een tweede van perzonen, die Sjne D. H. weer in plaats van de afgezette heeren kon aanstellen. Sjne D. H. vroeg mj, toen ik hem die ljsten ter handt stelden : daar op de eerste 00k de burgemeester P. van de Poll stondt, o; ik geen kanz (zag) om die te behouden , dat Sjne D. il. zulkz gare u9* 452 ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. @ S0ll Zl0l1. lk deedt door Raap (die nu ook als het hoofdt van de tweede partj wierdt aangemerkt) en andere de de partj gemaakt , Sjne D. H. playsier te doen. lk versogt o0k aan Sjne D. H. (als sjnde door verscheyde voorname burgers daartoe versogt) , oln bj alle mogeljkheyt de heer en Mr. Dirk van Buren te bewaren , maar Sjne burgerj daaromtrent de pols tasten; maar van Gimnig hadden dien heer s0o swart dat er niet de minste kanz was om hierin D. H. betuygden mj daar ook geen kanz t0e te sien, vermitz hj berigt hadt , dat die heer, ten tjde hj in Recommitteerde raden hadt geseten , zooveel na zig hadt gesleept als hem mogeljk was. Yrjdag den 6 September de van burgemeestere en raden op geworde sjnde , ging het daaromtrent s00 hol a1s op Maandagh den 26 Augustus : 3Yoor den donder enz-'', seyden ze (te weten uyt de partj van Gimnig), sde Prins verkragt statsprivelegien 1). De nieuwe aangestelde heeren sjn niet beeter dan de oude; wj sjn met sulke burgemeesters absoluyt niet tevreeden ; men kan er zjn ljv en leven niet aan vertrouwen''. Ja , eenige voegden er bj: XAls die burgemeesters bljven, worden wj opgehangen enz. Aanstonts de Bjlties int geweer, en die moeten na het Heere-logement marcheeren , Om de Prinz te noodtzaken om andere burgemeesters aan te stellen'', waar na t:e sj inmiddels uyt de driftigste een deputatie aan Sjne D. H. afsonden. Yan dat alles kreeg ik van den Doele door bode (0p) bode berigt , en baarde mj meer hartzeer a1s verwonderinge , als hebbende dergeljke zaken den 6 September al voorsien en voorsegt. Meteen ltomt er t'enden adem (iemant) van hetHeere-logement loopen : veranderinge den Dûele bekendt 1) (Randschrift :) NB. Hun voornemen waz Sijne D. H. te noodtsaken de verkiesinge te doen uyt een nominatie , door huzl opgestell. ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 E: 1748. 453 ik moestop ordere van Sjne D. I1. aanstontz op het I-leere-logement komen. llier wierd ik door de heere van Roon en De Back Waargonoomon ; verhaaldell zen Doele bj zich hadt gekregen , en 2at sj zig volstrekt hadden gedeclareerdt m et die burgemeesteren niet te kunnen tevrede sjn , dat er absoluyt een temperament moest uytgevonden worden om de burgerij klagen over de nieuwe aangestelde burgemeesters , en dat de glory genoegen te geven; en beyde die heeren meende, dat de burgerj geen reden hadt Oln te mj, wat deputatie Sjne D. H. daar van van Sjne D. H. in deeze saak geen temperament k0n dulden. lk antwoorde die heeren daarop : rMjne die heeren heeren , ik heb volgens mjn pligt Sjne D. H. en de *. heeren gewaarschouwt om de partj van Gimnig zooveel gehoor en voet niet te geven a1s tot heden geschiedt is en nog geschiedt , en gelieven de heeren z0o voort te dan zal het 10 P en''. de ben0g erger Sjne ilooged. loften : door Sjne Hooged. op het huys te Swanenburgh den Augustus aan mj gedaan, om Sjne D. H. voortaan de electie van raden en burgemeesteren , of ten minste van burgemeesteren, te bezorgenj dat het nu de Mjnheer De Bak voegden mj hierop toe , dat alles regte tjt was om hetzelve te bezorgen. zoo we1 bezorgd was , dat ik daarom trent niet behoevden te zorgen. Doen hadt ik de eer Sjne D. H. alleen te spreeken. Sjne D. 11. gaF mj kennis van de deputatie en hunne commissie , en klaagden zeer over hunne onbetameljke handelwjze , mj teFens vragende en verzoekende , ofl' ik geen kanz zag om Sijne D. l1. uyt deze netelige omstandighede te redden ; dat hj mj daar altijt voor verpligt zgude bljyen , want dat ik gemakljk kOn begrjpen j voegde er Sjne D. l1. bj : pluaat ik mj van die luyden eenz dwingen met verandering te maken t dan is het te gaan , Verder erinnerde ik doe aan 454 ROTTERDAM Ex AMSTSRDAM Ix 1747 Ex 1748. vreesen dat ergeen eynde aan zal komenj want dan za1 er altjt wat aan haperen''. Sjne D. H. geljk geven, en seide: slndien Uwe D. H. deze zaak aan mjne betrouwen , m een ik nog kanz te sien om U we D. H. te redden.'' Sjne D. H. vroeg mj, op wat wjze ik hetzelve meende te kunnen uytvoeren. Ik antwoorde : suwe D. H., ik meen, dat ik volstrekt meester ben van de partj van Raap te disponeeren om Uwe D. H. in direktie blieft te deze te plaizieren de burgerj zelve in deze o0k gesamentljk op den Doele komen met de 1 ken ik 00k wel brave luyden , die hetweygeren ; met deze meen ik het z00 te besteeken , dat sj ronduyt zulle zeggen : W j zjn v0lgecommitteerde uyt niet zulle keuze , die Sjne D. H. van burgemeesteren en raden gedaen heeft, tevreden , en gaan Sjne D. H. daar aanstonts voor bedanken en op morgen de nieuwe heeren feliciteeren , en die lust heeft kan met onz gaan. Dan m een ik verseekerdt te sjn (voegden ik er bj) dat selvs de slimste het niet za1 derve weygeren''. Sjne D. H. vondt hetselve mi' J zulks aanstonts te willen in het en onder de Hierin m oest ik goet en verzogt werk stellen. Ik ging na het huys van Raap , daar ik eenige van die luyden , die ik moest spreeken , vondt , en eenige anderen daarbj liet ontbieden. Doen vroeg ik aan die luyden , oF zj ietz wezentljks tegen de heeren Trip y Hasselaar en Deutz hadden. Sj betuygden mj: voor hunne perzonen nietz. Doen seyde ik: rlmmers dient er in deze stat een burgemeester in de kamer te wezen , die het beloop der saken kundig is , en dat 'is de heer Van Oollen , en die heb ik als een braaf man horenbeschrjven ; ik de heeren op alle vriendtschap, dat gj resolveert Zjne D. H. deze avondt voor keuze te dus verzoek gaan bedanken en morgen gezamentljk sjne gedane de nieuwe aanROTTERDAM EN AMSTERDAM lN 1747 EN 1748. 455 gestelde heeren te gaan feliciteeren ; en weest zoo goedt , gaat nu gezamentljk na den Doel , spreekt daar uwe Overige vrienden , en maakt dan uw voornemen publiek op den Doele bekendt ; ik meen verzeekerdt te sjn, dat niemant van de gecommitteerde n0g van de partj van Gimnig durve weygeren om m ede te gaan ; en ik verzeeker, de heeren zullen aan Sjne D. H. met hetselve te doen groot vermaak toebrengen''. Die heeren beloovden mj hetzelve en stelden het ook aanstontz in het werk , en schoon de contrapartj schuymbekten van boosheyt , sj dorsten niet nalaten om m ede na het Heere-logement te gaan en om de volgende morgen de nieuwe heeren te 'gaan feliciteeren. boven ; maar doe Raap en De H uyzer en die van sjn partj op Maandagh den 9 wederom op den Doel kwamen , moesten sj van de partj van Gimnig en de driftige en kwaataartige u,t de gecommitteerdens Dus kwam ik deze storm gelukkig te hooren , dat sj de burgerj verrieden en van de regeering geld trokken , en pvoor den bliksem'', voegden se er bj , ,,de Prins is s0o goedt a1s de rest'' l), jaj men dreygden Raap en De Huyzer enz. uyt de vengsters der Doele int water te werpen , zoo euvel namen sj het op , dat de partj van Raap op den 6 hun voornemen (om Sjne D. H. in alles te dwarsboome) hadden verjdelt, en 0ok waren sj ten hoogste onvergenoegdt over eenige periodenz in de notifcatie vrn den 7 Augustus , zjnde de notifcatie van de verandering van burgemeesteren en raden , en eyndeljk vreesden sj 0ok omtrent de vrjen krjgsraedt hun voornemen niet te zulle konne volvoeren , bjaldien Raap en sjn partj op den Doele bleeF; dus 1) (Randschriit :) Ik galr vall dit schelden op Sijne D. H. aan eetlige heerell Op het lleere-logement kellllis , el1 noemde de persoon ; maar men hoorde het ollverschillig aall. 456 ROTTERDAM EN AMSTERDAM 1N 1747 Ex 1748. waren deze genoodtsaakt den Doel te verlaten , sendende het protest nO. 14 op den Doele. Nu hadden de heetgebakerde de handen ruym , na sj alvorens eenige der redeljkste uyt de gecommitteerdenz 0ok hadden genoodzaakt insgeljkz den Doele te verlaten , die hun in hupnen dolsinnigen handel wilden tegenspreken. 'S avontz hadden de voornaamste roervinken een conparietie , daar sj, toen sj bjna v0l en dO1 gesopen waren , m et de degen in de vuyst elkanderen wilde dwingen te sweeren , niet te moge rusten voor Sjne D. H. hun eene vrje en onafhankeljke krjgsraadt hadt toegestaen ; Ontvlugten wierzen O0k gedwongen dien eedt te doen. Uyt het midden van dat woedend geselschap wierdt wederom een deputatie aan Sjne D. H. afgesonden , daar sj met alle onbeschaamt- en onbeleevtheyt hunne genome rezolutie aan Sjne D. H. gingen bekendt maken. lk wierdt even na hun vertrek, 'savonts tusschen tien en die het niet konde en elv uuren, bj Sjne D. H. gehaaldt. Sjne D. H. was toen verzeldt van de heeren van Roon, W assenaar, Fagel, De Bak, Lestevenon, en R ousen. te maken , wat deputatie hj bj zich hadt gehadt, en vroeg mj hooft voor hooft na hunne bedrjven en carakters , die ik zo0 kort en klaar mj mogeljk was aan Sjne D. H. beschreef. Doe verhaalde Sjne Grovestins, Heyden Het behaagde Sjne D. H. mj bekendt D. H. mj ook, waar hunne commitslsie in hadt bestaanj en dat sj Sjne D. H. hadden willen noûdtsaeken hun in hunne onbesonnen voornemen en gonome resolutie te ondersteune; maar Sjne D. H betuygden mj, dat hj op die wjze en met dwangh zig in het werk van de krjgsraedt niet wilde mengen , en dat hj hun zulkz ook hadt gezegt. De baron Yan W assenaar seyde toe tegen mj : rYan gj all veele luyden derMeer , het schjnt in Amsterdam kendt''. Ik repliROTTEIIDAM Ex XMSTERDAM Ix 1747 EN 1748. 457 ceerde : puwe in A lnsterdam om die luyden , heeft, benevenz daar bjvoegende ik Sijne D. H. van eenig nut sijn. schouwde ik Sjne D. H. n0g voor een perzoon , die, schoon hj zig achter de schermen hieldt en bj dergeljke deputatie noyt tegenwoordig was , egter er doorgaanz de aanstooker van was. Sjne D. H. vroeg Verder waarmj , hoe ik zulkz wist. lk antwoorde hierop : puwe D. H., ik ken hem van nabj en heb hem in de ziel getast''. Sjne D. H. vroeg mj verder, rofl' hij dan een vleescheljke ziel hadt''. lk repliceerde hierop : Uwe D. H. begrjpt X mjn meening wel''. Gedurende dit gesprek hadt Sjne D. H. een dooz voor zig staan, daar verscheyde perkamente brieven met groote zegels, in zilvere doze besloten , aanhingen. Sijne 11. bezag die gedurende het gesprek , en na hetzelve geeyndigt was , vroeg Sjne D. H. aan Sjne Hooged. D. de Hare lloogmogende heer Fagel : slleer griëer , laten van die dozen ducatons slaan ?'' XNeen, Uwe lloogheyt''j antwoorde de heer Fagel, Xdie dozen worden alle op de grië e bewaardt. Als Uwe D. H. lust heeft dezelve te daar Hooged., gedurende ik mjn verbljv heb gehouden, heb ik mj toegelegt die Sjne D. H. mj daar genoemt eenige anderen , te leeren kennen''1 dat zulkz volstrekt nodig was , wilde si en 1sij s ij n alle B ij zag , zeide ik : puwe aan Uwe D. H. te nog tjt die ockazie dat ik de afl dat de Unie bovengenoemde D. H., is het mj gepermiteerdt vragen , D. H. antwoorde : g esloten is''. brieven 0$ de vrede te Aken esloten is ?'' Sijne ï der M eer, de vrede is XNeen Van n0g niet gesloten ; dit sijn de rati:catiën van de preliminairen''. Doen wenzte ik Sjne D. H. benevenz de bj zig hebbende heeren van die eene aangename nagtrust toe. Maar die mogt d0e aan Sjne D. vermitz eenige van die messieurs , H. niet gebeuren , die de vorigen 458 ROTTERDAM Ex AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. avondt in commissiebj Sjne D. H. waren geweest , gestjft door eenige borgers , die dezelve nagt de wagt hadden , en door die eerstgenoemde messieurs hiertoe Sjne nagts omtrent ten halv drie uren op te late wekken , onder verleydt , ondernamen D @ 11 *'s voorwendzelzj moesten cito Sjne D. H. spreeken, 0fl' de stat waz in een bloedtbadt. Sjne D. H. liet hun aanstontzvoor sijn ledikant komen. Daar waarschuwde die messieurs Sjne D. H. dat , z0o hij niet aanstontz hun een vrije burgerkrijgzraadt toesting, Sijne D. H. zelvs in groot gevaar was. Sjne D. H. antwoorde hun , dat hj heele andere gedagten van de burgerj van Amsterdam hadt , pmaar betreFende het artikel van de vrje krjgsraadt , daaromtrent heb ik mj gister avondt al gedeclareerdt , dat ik daar m Ji*n handen van aftrek eu hetzelve aan de burgers OYergeev 11. Zijne D. H. liet mij 's morgensvroeg bj zig halen, en gaF mj van het gepasseerde dez nagtz kennis , en dathj voorgenomen hadt zig direkt nog indirekt met de krjgsraadt te zulle bemoejen ; dat ik aan Raap en De Huyzer en verdere vrienden daar kennisse van moest geven , geljk ik aanstontz deedt , en stelden het geschrift no. 15 op , dat imm ediaat wierdt gedrukt en door meenigte burgers uyt alle wjken wierdt getekendt. Hiervan gaF ik kennis aan Sjne Hooged. de heer griëer Fagel , latende het opstel aan Sjne llooged. sien , hetwelk wel na sjn genoegen was , maar Sjne Hooged. seyde mj d0e ook , dat Sij ne hetgeene de vorigen avondt en nagt tusschen Sjne D. H. en eenige gecommitteerde en andere burgers was voorgevallen , en dat zeer we1 was opgesteldt , en dat het al bj Lamzveldt was geweest om te D. l1. selvs een verhaal hadf opgesteldt van drukken, maar dat mjnheer De Back Sjne D. H. hadt gedisponeerdt om hetzelve terug te laten halen, IIOTTERDAM EN AMSTERDAM Ix 1747 Ex 1748. 459 en dat in deszelvs edrukt , en daarom deze saak niet m eer het werk van den krjgsraedt ook daar het gemakljk uyt k0n geredt de bekendtmakinge van Sjue D. dag gekomen , en a1s m en voort hadt ïoïazn het geschrift No. 15 te tekenen , dan hadt zig het stuk van den krjgsraadt volkomen naa het goetvinden van Sjne Doorlugte Hoogheyt geschikt. Zoodat nu in Amsterdam: zowel met opzigt t0t de regeering als de krjgsraadt, de saken in die staat bleven , die niet dan displayzier aan de Stathouderljke regeeringe konde toebrengen. Dat deedt mj bjna desperaat werden, dat ik eene ockazie moedtwillig zag verwaarlozen, die zoo bekwaam was (als mogeljk noyt weer zal gebore worden) om in de stad Amsterdam met schikkinge te maken ten welwezen van de gantsche republiek en tot een eeuwige glory van Sjne Doorlugte Hoogheyt. De publicatie , den 15 September den dag van Sjne D. H. vertrek 0P afgekondigt , staaft Ook tember van Raap aangenomen , dat hj nu van agteren wel zag dat zig alles in Amsterdam dan beeter zou geschikt hebben. Ook voegde er Sjne mjn gezegde. betuigde Sjne D. H. op Saturdagh den 14 Sepaan mj, dat het hem leedt deed dat het request niet maar alleen hadt D. b ij *- Dlk heb ondervonden dat dePar tij van Raap zoo sterk niet op de regeeringe gebeten waren a1s de partj van Gimnig, en dat hj daarvan de regeeringe ook hadt verzekerdt''. Doen bedankte Sjne D. H. mj ook particulier voor de diensten , die ik hem in Amsterdam hadt bewezen , en beloovden H. mi'J op zjn prinsljk woordt dezelve te zullen vergelden : en ordoneerde mj n0g drie a vier dagen na het vertrek van Sjne D. H. in Amsterdam te in wannordere , worden , bjaldien H. was aan den plaatz het geschrift no. 16 was meende Sjne Hooged. dat aan te doen was. Hierdoor bleev 460 ROTTERDAM Ex AMSTERDAM Ix 1:47 Ex 1748. bljven (omdat de partj van Gimnig niet ophieldt te woelen en van tjt t0t tjt notifcatiën en publicatiën alsmede een nieuw request lieten drukken , en na het vertrek van Sjne D. H. Ook weer nieuwe vergaderinge wilde aanlegen). Sjne D. H. verzogt mj, dat ik op dat alles een wakend o0g wilde houden en hem in eyge perzoon tjding kome brengen , hoe zig de burgerj na Sjn vertrek had gedragen. Op Sondag den 15, d0e Sjne D. H. uyt de kerk kwam, hadt ik de eer afscheidt om van Sjne D. H. te nem en , wenschende hem teFenz een goede reis toe. Doen hieldtik mj (volgens de order van Sjne D. H.) t0t den 18 September in Amsterdam op. Op Maandagh den 16 September kwamen eenige uyt de partj van Gimnig, alsmede weynige tlyt de gecommitteerde van de burgerj en eenige Bjlties , op den Doele , onder schjn om de reekening van de kasteleyn af te vragen. De kasteljn hadt mj over den Doele een kamer bezorgdt, daar ik, met eenige uyt de partij van Raap verzeldt sjnde , alle konde zien die uyt en in den Doele gingen den Doele waren alle seer misnoegdt waren om de O0k kreeg ik daar berigt, dat die op publicatie' van den vorigen dagh, en dat sj wel tragten om de vergadering op den Doele weer te vernieuwen, maar dat de meesten het niet derfde doorzetten. Dinsdag den 17 kwaamen er ook nog weynigen op den Doele , maar W oensdag den 18 niemandt ; dus vertrok ik dieselve avondt van Amsterdam naa de Oranjezaal en gaF de volgende dag aan Hunne D. en K. Hoogheeden van het gepasseerde Sijne D. H. berigt. Hare K. H. na het vertrek van betuygde mj d0e , dat sj verbljt was geweest , doe sj Sjne D. i1. in goede welstant zag terugkomen , omdat sj gedurende het verbljv van den prins in Amsterdam seer ongerust was geweest door de tjdinge , die sj van tjt tot tjt van de kwado ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. 461 Omstandigheden der saken in Am sterdam kreeg. Ook seyde Hare K. H. mj, dat Sjne D. H. ten hoogste vergenoegdt was over de diensten , die ik Sjne D. H. in Amsterdam had gedaan, waarvoor H are K. H . mj bedankten , en dat sj door de burgemeesters Groeninks oF De Groot z0u bezorgen : dat ik bj de eerste gelegentheyt met een gûedt ambt wierdt begiftigdt. Nog voegden er Haare K, H. bj : ,Yan der M eer , ik zal u een presentie van twintig dukaten laten geven : dan zult gj zooveel te aangenamer (bj) uw vrouw thuys komen''. Nademiddags had ik de eer om afscheydt van Sjne D. 1l. en Hare K. H. te nemen , vertrekkende d0e wederom na Rotterdam , hebbende d0e van Dinszag den 6 Augustus t0t D 0nden ofl' derdagh te Amsterdam ofl'0P de 19 September Oranjezaal geweest beyde die plaatzen heen en weer gereyst , geljk ik alvorenz van den lb Julj tot bovengenoemden 6 Augustus van Rotterdam na 's Hage en Amsterdam heen en weer heb gereyst. O0k deedt ik in het laatst van September n0g een reyz na Amsterdam , doordien ik berigt kreeg , dat buyten Amsterdam t op Zeeburgh , weer een nieuwe vergadering wierdt aangelegdt , en dat ik bj onderzoek bezjden de waarheyt bevondt. In al die tjt heb ik noyt meer van Hunne D. en K. 0ff tusschen H ooghedenz oF van ol bediendenz enz. derzelver ministers , hovelinge vjf dukaten en Op zjn plaatz gemeldt, zjnde mj zelfs de twintig dukaten, die Hare K. H. mj den 19 September a1z een prezentie beloofden , noyt ter handt gesteldt, zoo min als de genoten den 21 Augustus vier dukaten, op dan op den 14 Augustus reyskoste, verteeringe en het geldt, dat ik noodwendig moest spendeeren om vrienden te maken , ontdekkinge te doen en goede berigten te krjgen, en dat ik op expresse order van Hunne D. en K . H. moest dnen (en wilde ik Sijne D. l1. van eenig nut sijn , was 462 ROTTERDAM EN AMSTERDAM Ix 1747 EN 1:48. hetzelve ook onvermjdeljk) en welke mj volgenz beloften, door Pain aan mj op den 6 Augustus gedaan, wel dubbelt zou vergoedt worden. Zoodat ik , met mjn zelve aan de heden te hebben grootsttle gevaren 1) en moejeljkblootgesteldt en nagt nog dag rust te hebben gehadt, en verloop van mjn eyge afaires , deze Amsterdamsche historie op mjn eyge beurs heb helpe ten eynde brengen. NO @ 8# Vrjdagh den 9 Augustus den Doele geopendt. Den 10 de aanspraak opgesteldt en benevenz de artikelen late drukken. Hare Koningljke R aap na Den Hage gereden 0m aan Hoogheyt raport te doen. Den 13 hetrequest late presenteeren door D. Raap, J. K . De Huyzer en E. Chatin. Dezelvde dag na Den Haag gereden m et de en dezelve in handen van origineele getekende requeste Hare K . H. gesteldt. Den 14 De H uyzer , Raap , Ohatin , DeurhoF, Roman en sVagenaar op order van llare K . 1I. getrakteerdt en aanSjne D. H. gepresenteerdt. Den 15 Augustus wederom na Amsterdam gere- Den 11 m et tourneerdt. Dinsdag den 20 na de aan Hunne D . en K. H . Den 21 m et de heeren geruymen tjt gebezoigneert Oranjezaal vertrokken en mondeling raport gedaan. gebroeders Bentink een ten huyze van Sjn Hooged. 1) (Randschrift :) Hendrik van Gimnig heeft mij betuygdt dat, door toedoell van J. Martini, dell hooftschout op den 13 Augustus sijll diellaars naa de Haagze postwagell hadt gesonden om mij op te ligtell , maar tot mijn geluk kwamen sij wat te laat. 0ok kreeg mijn vrouw van tijt tot tijt kwade tijdillge , ja zelvs eanz , dat ik de 'W aag was uitgestoken. ROTTERDAM EN AMSTERDAM IN 1747 EN 1748. 460 Den 2 l De H uyser, Raap . Ohatin , Roman en W agenaar op de Oranjezaal aangekome en tesaeme rapport gedaan en wederom de Amsterdammers getrakteerdt. Sondag den 25 door den grave expresse na 's Hage ontbode , ten sjne huyze geslape. M aandag den 26 geretourneerdt. Dezelvde dag Ohatin en Romanz en Roman (1. Deurhof) met W agenaar yzer met een chees met 2 paarde na de Oranjezaal gesonde. svoensdag den 28 door de grave Yan Bentink op het huys te S wanenburg ontboden, en aldaar Sjn H ooged. gesproken. Donderdag den 29 Augustus kwam Sjne Hooged. in lkrasterd ana. geretourneerdt. Van Bentink per Den 22 wederom na Amsterdam Sondagh den 1 September Ontmoetede ik H unne D. en K . H ooghedenz aan het Haagse schouw. @ @ @ * @ @ (Verder niet voortgezet.) NO. 9. (Op een afgescheurd stuk papier, waarop in dorso een fragment van een brief en eenige optellingen :) * @ boek , daar Hartm an geheyme notulen aantekend , op den Doel gebragt. H et veranderen der regeeringe en ongenoegen op geredresseerdt. Ongenoegen over de publicatie wegenz is oorsaak , dat men Raap en sjn partj dreigden door de vengsters in 't water te smjten. M oeten den Doel verlaten. Schelden protest dezwegenz. den Doel. Commissie tot H un op den Prinz op een vrjen krijgsraedt. Sijn D. H. doedt mij ontbieden , vraagt mij na de personen , iu tegenwoordigden D oel door mjJ* dez- @ @ H et 464 ROTTERDAM Ex AMjTERDAM IN 1747 Ex 1148. heyt van venon , Roon , W assenaar, Fagel , De Bak , Leste- Grovestins , Heyde , Rouse. Gesprek saet W assenaar, tussche mj en Sjn Hoogheyt , tussche Fagel en Sjn Hoogheyt. 'S nagtz wordt Sjn Hoogheyt gewekt. lk bezorg een declaratoir nO. 13 Hoogheydtts) declaratie aan mj over de partj van Raap en derzelver request. Ordoneerdt mj in Amsterdam te bljven. Sijne B IJ L A G E N. NO. 1. Briev van W olters. 2. 11 artikelen. 3. Ooncept- request. kelen. 6. 4. Ooncept. 5. Aenspraek en 3 arti- Notifcatie. 7. Antwoordt op de 3 artikelen. OP Declaratoir, request enz. 11. Onderregtinge. 12. Fiat van raden en burgemeesters. 13. Request van 8 artikelen. 14. Protest van Raap 15. Declaratie van de burgerj. 16. Declaratie van Sjne D. H. (Deze bjlagen , alle , op den brief van W olters na , in druk verschenen en gemakkeljk te vinden , zjn hier opzetteljk weggelaten.) 8. Antwoordt dito. 9. Fiat dito. 10. AAXTEZKENINGEX VAN J. A. YAN DE PERRR DE NIEUW ERYZ OVER DE ACTE VAN VERBINTENIS EN DE DANKADRESSEN IN ZERLAND IN 1787. MEDEGEDEELD D00R DR. TH. B U S S R M A K R R. Aan de hieronder volgende aanteekeningen, afkomstig uit het Rjksarchief te Middelburg en door den Zeeuwschen Rjksarchivaris, Mr. R. Fruin , ter beschikking van het Bestuur van het Historisch Genootschap gesteld , voeg ik op verzoek van dat Bestuur een woord van zingen toe. zj den documenten in Yreede's -Hr. L. P. 'rrczl de Sppg:! en z'ljz?: tjjdgenooten , deel 111, in de Diaries cz?# Correspondence PJ James f-fck-ri: , Frst fcz'î p/' M almesbury , vol. 11 , in De Chalmot's Verzameling inleiding en enkele verwij- Dat woord kan zeer kort zjn. Dank l'cp plaeaten , resolutiè'n :r? andere authentieke :fv/cken enz. , deel X I , in de N ieuwe Nederlandse Jc:rboeken , Jan - April 1787 , in de Vervolgen pw Wagenaar, deel XVIl1, dank zj niet het minst het uitvoerige werk van Dr. Colenbrander, De Patriottenf##, en den daaraan toegevoegden bjlagen, kan een ieder zich gemakkeljk van de omstandigheden en gebeurtenissen, waarop deze aanteekeningen betrekking hebben , op de hoogte stellen. Daarom moge de herinnering volstaan , dat in Juni 1785 door de Gewapende Vrjcorpsen, daarna in Augustus 1786 Bijdr. en Meded. XXIIl. 30 466 door de Patriotsche Regenten eene Acte van Verbintenis was opgemaakt : een partjprogramma en eene belofte van wederzjdsche hulp , en dat 00k gedurig in H olland dankadressen werden uitgelokt , waarin de volksstem heette te spreken en uitbundige l0f werd toegezwaaid artij P ontwerper wapens gebruiken in dea H arris , teleurstelling streven om de aanvang van 1787. De van dit plan was hoogstwaarschjnljk de Britsche gezant , die zich door geen liet afschrikken van zjn onvermoeid stadhouderljke partj te organiseeren. De bedoeling was , de aanhangers van den stadhouewest. Deze zelfde ging in Zeeland de tegender in de verschillende gewesten te vereenigen door de onderteekening van een drietal artikels , waardoor zj zich verplichtten de bestaande constitutie te handhaven en elkaar krachtig ter zjde te staan. Het plan slaagde niet : het prinseljk echtpaar durfde het niet steunen en aan leidende persoonljkheden , die de uitvoering konden verzekeren , ontbrak het Alleen in Zeeland was zulk een m an aan de Staten van het bijna overal. aanwezig : het was Van de Spiegel, sedert het najaar van 1785 raadpensionaris en gedurig in invloed toenemend. door W illem Yan Citters , die sedert eenige maanden aan het prinseljk hof te Njmegen vertoefde , van de In het begin van December 1786 werd hj zaak op de hoogte gebracht , en hoewel hj van den uitslag in 't algemeen geen groote verwachting had , sloeg hj met de familie Yan Oitters in Zeeland spoedig de handen aan 't werk 1). Terzelfder tjd kwa- AANTEEKENINGEN 1) Vreede , IlI , p. 30-36, 46. Harris , p. Q07, Ql1, Q29, Q30 , Q3Q, Q34. Colenbrander, III , Bijlagen , p. 58 , 59, 61 (n0 17 , l8, Q0j QQ). - W . Van Citters , waarvan hier en in 't vervoly sprake is, is de oud-raadpensionaris en oud-representant van den Eersten Edele : hij had een gelijknamigen zûon t afgevaardigde ter Staten-Generaal. Diaries , 11 , OVER DE ACTE VAN VERBINTENIS. 467 m en onder de ingezetenen van dit gewest dankadressen aan de Staten in omloop , en aan dat verschjnsel za1 Yan de Spiegel 00k wel niet vreemd eweest zijn ; het zich te het verdient althans opmerking , veel invloed dat Goes , waar hj nog had, het eerst vertoonde. De omstandigheden lagen in Zeeland trouwens gunstig te Zierikzee , te Vlissingen, regeering hadden de en in mindere mate te Veere , was de doch in de andere drie steden o0k patriotsch j stadhouderljken de meerderheid , en in de Staten steden voegde zich bj de stemmen dezer drie de stem van n0g den Eersten Edele. In de hierondervolgende aanteekeningen zien wj nu Yan de en de Van Cittersen aan den arbeid. 8en Maart 1787 heeft opgesteld , is J. A. Van de Perre , t0t 1779 representant van den Prins a1s Eersten Edele , de beschermer van Van der Palm. Spiegel De schrjver, die ze bljkens het slot den Hj is niet geheel ingewjd ; bljkbaar kent hj den oorsprong van het plan ling om eene verbinding van partjgenooten tOt stand te brengen : hj is conciliant en wil vereenigen , ten gevolge waarvan hj andere inzichten verdedigt dan Van de Spiegel en Van Citters , die duideljke niet en Ook niet de bedoescheiding wenschen De bjlagen , waarnaar Yan de Perre verwjst , zjn op eene enkele onbeduidende uitzondering na alle gedrukt , de meeste in verschillende werken ; ik haal bj vnorkeur De Chalmoi aan. TH. B. Nadat ik op Zondag den 14 Januari dezes jaars 1787 des Zondagsmiddags bj den heer Rodin te dineeren gevraagt was tegen Donderdags daaraan den 18 daaraanvolgende ) waarvan ik mj had moeten 30* 468 excuseeren, omdat wj zelfs hadden bepaalt een diner te geven , hoorde ik daags na dat diner des Yrjdags den heer Thibaut zeggen , dat op dat diner hadden geassisteert de heeren W . Yan Oitters, Oud-Raadpensionaris , W . â . Van Citters , Burgemeester, C. Kien van Citters, hopfdbailliuw, de Raadpensionaris Yan de Spiegel, Fiscaal Steengracht , Secretaris W . Thibaut d'Aegtekerke en Pensionaris J. H. Schorer, en dat men mj ook gaarne aldaar had gezien om over de tegenwoordige houden, hetgeen politique zalten een mondgesprek te principaal had gerouleert over eene propositie van den Raadpensionaris , of hj de menigvuldige dankaddressen , die hem van tjd t0t tjd door eenige burgers en ingezetene waren gepresenteert en die hj had zoeken in suspens te houden , al of niet zoude aanneemen , dat alsdan tot beter regeling der gevoelens een generaal-concept zoude behoren geform eert te worden en aan zulke , die ter teekening genegen scheenen , worden aanbevolen; presente Ileeren hadden van oordeel geweest, dat men aan de begeerte van de burgerj in dezen den vrjen loop behoorde te laten, de verdere consideratie van alle de den heer Raadpensionaris door een particulier (mj concept-dankaddres ontworpen van den heer Burgemeester W . A. Van Citters bj Van Osch in den Kortendelft tusschen Zaturdag en Maandag (0m door zjn knegts niet bespied te worden) gedrukt , zie bjlage no 1 l). Voorts was in gouteerende ; hierop was t0t n0g t0e onbekend) een en onder de directie bovengemelde bjeenkomst nog geresolveert de Raadpensionaris te versoeken een acte te concipieeren , door de actueele Regeeringsleden en Ministers te teekenen , waerbj dezelve verklaren de tegenwoordige R epublicainsche regeeringsform met den Heere Erf- 1) De Chalmot , XI , p. 17. AANTEEKENINGEN OVER DE ACTE VAX VERBIN TENIS. 4ç9 stadhouder, Erfcapitein- en Admiraal-Generaal aan 't hoofd te zullen bljven aenkleven en mainteeren , 0mtrent in die form als er door de Heeren Pensionaris de Gjzelaar, van Berckel en van Zeeberg ter terminatie der geschillen in de Provintie was Ontworpen en den 9 Augustus des gepasseerden jaars overgelegt , te vinden in de Historische Courant van 13 Augustus hierop termes en die minder volgende 1) , d0g in positiver sujet waren aen eene dubbelzinnige en tweeledige explicatie; tgeen doûr dien H eer aangenomen zjnde , heeft Zjn H.Ed.Gestr. bj het uytgaan van de Nieuwe kerk op Zondag den 21 Januari getemoigneert mj des anderen daags morgens te willen spreeken, mj nog couvert de evengemelde dienzelven avond toezendende onder concept-acte; des anderdaags morgens elkanderen gemist hebbende, heb ik mj des avonds ten zjnen huyse vervoegd en daar ouverture gekregen van het gepasseerde en is mjne concurrentie tot de gemelde acte verzogt. Intusschen had de heer C. Kien van Citters denzelven anderendaags morgen bj mj geweest en mj geproponeert om eene bjeenkomst over dit onderwerp m et de heeren die van het diner van den heer Godin hujse te willen houden , was als andre om vrj af en toe te konnen gaan zonder geobserveert te worden, waerin ik bewilligende, wierd den tjd bepaalt op s'anderendaags den 23 Januari des middags ten 12 uuren; Om alles zoveel mogeljk te voor deze bjeenkomst laten maken , ik was om elf masqlleeren had ilû geen de minste preparaties geweest waren ten mjnen alzo hetzelve meer geschikt 1) Den l4en Juni tenis gesloten door de brander 11 , p. 366), van Verbintenis der Opgemaakt (afgedrukt el's Aanmerkingen 1785 was te Utrecht eene Acte van Verbin- Gewapende Vrijcorpsen (afgedrukt bij Colendie het patroon vormde , waarnaar de Acte patriotsche regenten van 8 Aug. 1186 werd o. a. bij Vreede 11 , p. 5lQ). Zie V. d. Spieop die Acte bij Yreede, II, p. 515. 470 uuren een tour te paard gaan doen en quam niet voor quart voor 12 uur thujs ; de Heer Raadpensionaris vond zig reeds in mjn salon. Ik liet denzelven vervolgens in mjne gewone eetsaal komen en gaf deed aanmelden; order niemand binnen te laten vppr dat hj zig wj bleven een tjd lang tôte à tôte, vervolgens quam de heer Thibaut van Aegtekerke , die zonder zig te willen laten aanmelden binnen quam; kort daerop wierden weder zonder aenmelden binnengelaten de heeren Burgemeester W . A. Van Citters, Pensionaris J. H. Schorer en Fiscaal Steengracht d'Oosterland. ordres d0g de heer vervolgens inkomende Ik hernieuwde mjne reeds Oudrepresentant zonder t0e te laten, dat gemelde gegevene W . van Oitters ordres geëxecuteert wierden , hetgeen mjn oogmerk andermaal verjdelde ; na hem quam de heer Godin en ejndeljk de heer HoogBailliuw 0. Kien van Citters. De heer Raedpensionaris las toen voor de door hem gemaakte alle de extensie van de bewuste acte , die door presente leeden wierd goedgekeurd (zoals dezelve hiernevens te vinden is sub no 2 1)) en verre preferabel aan de acte in Holland geconcipieerd bovenvermeld en te vinden in de daar aangehaalde Historische Courant van 13 Augustus , wierden gecollationeert ; wjders wierd in deliberatie gebragt op wat wjze men de teekening van dezelve die met elkander zoude vervorderen. sente Heeren zig genegen om met de teekening Vooreerst : toonden alle dePre- V00r te gaan, vervolgens wierd overwogen, wie eerst zoude teekenen ; men begreep , dat het geen goed efect zoude doen, dat de beide Oud-representanten 2) zulks AANTEEKRXINGEN 1) De Chalmot, XI, p. 4. Bij Vreede , III , p. 134 sqq. vindt men eene lijst der onderteekenaars van de Acte , door V. d. Spiegel opgemaakt. Q) W . Van Qtters en V. d. Perre. OYER DE ACTE YAN YERBINTENIS. 471 deeden , men vond den heer Van den Brande daertoe de geschiktste , ik wierd verzogt zulks dien Heer voor te slaan, hetwelk ik aannam De advisen der meerderheid gingen daarheen om deze acte aan geene Heeren, hetzj in Gecommitteerde Raden, Rekenkamer of Steeden, ter teekening te presenteeren , a1s van welker goede sentimenten men zeker was , en vooral niet aan zulke, die opentljk de zoogenaamde Patriottische partj begunstigden , a1s de heeren Pûus , Hujssen van Cattendjke en Macquet; dan ik gaf in overweging, of het niet beter zoude zjn ter voorkoming van verdeeltheden , cabales, wantrouwen ende animositeiten, dat eell der oude Regeeringsleden buyten werkeljke efective functie , zoals den presenten Heer W . Van Citters Of ik : aan de Raadpensionaris een missive schreeven, rouleerende over detegenwoordige onlusten en diëdentiën tusschen de Regeering en Burgerjgn mitsgaders de Ingezetenen , en Z.H.Ed. Gestr. in consideratie gevende of een diergeljke acte, zoals in Holland door de heeren de Gjzelaar , van Berckel en Zeebergh was ontworpen hier bovengemeld, mutatis mutandis en in min dubbelzinnige termen daertoe niet door Zjn H Ed.Gestr k0n worden geconcipieert en aan de R egeeringsleden voorgesteld ; dat Z.H.E Gestr. alsdan ouverture aan Gecommitteerde R aden van gemelde missive zoude konnen geven en H .Ed.MOg. dien voorslag agreëerende langs dien weg de hiernevens gevoegde acte NO 2 ter kennis van die H eeren en ter hunner onderteekening zoude konnen brengen , voor znverre zj daertoe inclineerden, en die wederom aan de respective Magistraten van welke zj gecommitteert waaren , latende aan dezelve of aan ieder lid van dien Om tot dezelve m ede te concurreeren of niet, na goedvinden (terwjl de leeden der verdere hooge Oollegiën door den heer Raadpensionaris daertoe gelegenheid konden erlangen). Het quam mj voor ? 472 dat langs dien weg deze prjsljke demarche meerder legaliteit zoude hebben erlangt , de Raadpensionaris bujten alle verdenking en reproche zjn gestelt en alle wantrouwen en verdeeltheden geweert: wjl aan geene , die wjgerden te teekenen , alle reden van beklag deswegens wierde benomen ; dan zulks mogt niet baten , de heer Raadpensionaris en de heer W . Yan Oitters scheenen vûoral zeer aliëen van dit idle , dat ik daerom niet wilde rouleerde wjders tegenwoordige onlusten , door eenen Mons'. de Cotelerie y een intriguant Franschman en welgezien bj het Ministerie ontworpen diezelfde van Yersailles relatif 1 t0t onse Republicq en aan dat M inisterie medegedeelt : waarin principes reeds waren gedeveloppeert , die meer en meer bj onse natie heersehende was geworden en zoveel confusie en desordres hadden teweeg- pousseeren. Het discours over eene memorie voor de gebragt. er gesproken van het gevaarljk en geheel onaanneemeljk plan van mediatie door den heer de Rayneval , chargé d'afaires van het hof van Yrankrjk, tot dit Men vind ze hiernevens sub 31). N0g wierd point chargé ejnde medegedeelt (zie no 4 2)), waerop de Princes in een zeer verstandige en beredeneerde brief hoogstderzelver tegenbedenkingen aan gemelden Graaf had ontworpen en aan den heer Graaf van Goertz , d'afaires van 't Prujssische hof , ten zelfden AANTEEKENINGEN 1) Met monsr. de Cotelerie is bedoeld de fransche avonturier De Coetloury. Zie over hem Colenbrander's werk (register i. v. Coetloury). Het stuk ,* a1s bijlage n' 3 vermeld, vindt men in hoofdzaak afgedrukt bij De Bosch Kemper, Letterkundige Aanteekeningen , p. Q6Q. ,,Le systême politique'' enz. De Bosch Kemper heeft het ontleend aan de papieren van Dumont Pigalle en deelt mee, dat a1s auteur is aangeduid Mr. C, waarin hij Cerisier vermoedt. Q) Tollius , Staatkundige geschriften tige gebeurtenissen in de Vereenigde jaren 1786, 1787 en vervolgens, II, p. betrelende eenige gewig- Nederlanden , gedurende de QQ , 39 ) 49, OVER DE ASTE VAN VERBINTBNIS. 473 doen toekomen, dog waervan ik geen copy heb konnen behouden l). Des avonds van dezen dag hebbe ik volgens de commissie den op mj gestrekte heer van den Brande de bewuste acte (die des lnorgens reeds door het nevensgaand billet no 5 2) zjne concurrentie had getoond) ter bereidwilligheid tot voorteeltening voorgelegt, 't geen door ons beide is gedaan , latende tusschen 0ns beide een plaats ter teekening vonr den heer W . van Oitters over , en vervolgens. Na dezen melde dankaddres zjn gang gegaan; veele zegt men tjd is de onderteekening van het bovengeop persuasie , andere op inductie van voordeel en zommige onder de kleyne gemeente door bedreiging , hoewel het grootst aantal van de voornaamste burgers en beste opgezetene zulks met de uyterste vrjwilligheid gedaan hebben 3). Zaturdag den 3 Februari was eene nadere bjeenkomst beleid ten hujze van den heer Burgenzeester T%. 2(. van tegens s'avûnds ten 6 uuren ; in dezelve bevonden zig alle de bovengemelde heerenj die zig ten mjnen huyse bevonden Citters hadden, en 0p nOg daerenboven de heer van den Brande en Burgemeester de Brujn. Eerst wierd door de 1) Bedoeld antwoord bij Tollius, 11 , p. 64. Vgl. o0k Vreede, III , p. 11Q. Q) Ontbreekt. 3) Wat den dwang betreft, ongetwijfeld heeft de vrees om overlast te lijden , waartoe de plutldertooneelen te Gnes in Januari 1787 gegronde aanleiding gaven, een aalltal teekening der dankadressen bewogen. Vgl. 68) 80. En dat ,,persuasie'' ook eene rol personen De Chalmot XI , p. tot onderspeelde, blijkt uit een ongedateerd briefje :an Y. d. Spiegel aan V. d. Perre zelf , waarin hij hem verzoekt een aantal notabele burgers van Middelburg tot het onderteekenen van een adres over te halen , terwijl hij van zijn kant eenige anderell za1 trachten te j,persuadeeren-'' Het dank- Adres is natuurlijk te onderscheiden van de acte. 474 Raadpensionaris gecommuniceert de namen der Heeren , die de bewuste acte tot dusver getekend hadden, en dit bestond bujten de Heeren , die dezelve hadden helpen arresteeren , uyt de heeren Burgemeesters de Brujn , G. van Citters , D. S. Schorer, P. J. Rethaan Macarl, P. 0. van Goethem , H. de Ilaze Bomme , S. M. Snouck Hurgronje , W . A. Kien van Citters , D. J. de Supervill6 , J. Oanter de Munck, Secretaris P. Ohanguion, Rekenmeesters J. E. van der Mandere , J. J. Lejdekker de Brujn. Yerzogt geweest zjnde om de heer Yeth van de Perre van W estcappele te polzen , of hj t0t gemelde acte wilde accedeeren , rapporteerde ik , dat Zjn Ed. na gedane lecture van dezelve had gedeclareert de sentimenten in dezelve vervat volkomen te adopteeren en bereid te zjn dezelve terstond met zjne onderteek- ening te bekragtigen , op een legale wjs, 't zj in de vroedschap , hetzj in de onderscheidene vrindschappen, zoude zjn voortgebragt en daerdoor aan alle de leeden van regeering zonder zo ras dezelve onderscheid tot geljke onderteekening gelegenheid zoude zjn gegeven , dat Zjn Ed. duchte , dat indien dezelve niet dan ondershands en aan zommigeleeden wierd aangeboden en eenige daarvan ujtgezondert, deze verbintenis niet anders zoude konnen werden beschoud , dan als eene ligue en die de verdeeltheden en confusiën in cabaal , plaats van weg nemen meer en meer zoude doen vermeerderen ; dat Zjn Ed. dienonvermindert aan zig had gereserveert zig daerop nog dag gewagt , Zjn Ed. en ik beide verhindert waren elkanderen te zien , dog dat ik hetzelve des anderendaags verwagtte. Vervolgens bragt de Raadpensionaris in dedeszelfs fnaal antwoord had dan dat liberatie, wat men nu verder m et dit stuk zoude 4oen. lk inhereerde andermaal mjn vorig geadvinader te beraden en dat ik reeds dien te AANTEEKEXINGEN OYER DE ACTE YAN VZRBINTENIS. 475 seerde om hetzelve met zodanige andere legenheid niet waren meerder universaliteit te geeven argumenten , als bj vorige gevoortgebragt , dat men zig ten hoogsten verlegen zoude vinden, in gevalle die H eeren , die zig de zogenaamde Patriottische partj hadden getoont toegedaan te zjn , berouw en leedwezen toonden over hunne vorige demarche en uyt zig zelve verzogten t0t gemelde associatie en acte te worden geadmitteert. lk deed dit te meer,omdat ik dezelve h0e h0e meer aan te zien als een ligue, langs om de b egon grootefanlilie 1)groten aenzien bj Z. H. en invloed in de publiquezaken te geven, mogeljk zelfs we1 t0t prejuditie van den tegenwoordigen Heer Representant 2) , alzo mj ujt een particulier discours, daegs te voren met den heer Thibaut en Pensionaris Schorerop onze familiedag gehouden, gebleken was , dat toen gemelde Heeren Op het bovengemelde diner van den heer Godin aen denzelven vroegen , of de heer van Ljnden in de zaak van de bewuste acte wel gekentwas en Of zulks anders niet behoorde te ïeschieden, het antwoord was : sdat geloof ik niet , maar wat komt dat er op aan , hj legt ons alle in de luuren 3)''. In dit mjn adNis wierd ik in deze conferentie ten hujse van den heer W . A. van Citters kragtig ondersteund door gemelden heer Pensionaris Schorer , ook eenigermate door den heer van den Brande en Thibaut , ja zelfs ook tot mjne verwondering door den heer Godin , die op de consideratie van zommige Heeren , dat er op de bewuste Patriottische Heeren wjnig te vertrouwen was , dat 1) D. i. de familie Van Citters. Q) Van Lyllden van Blitterswijk. 3) Van Lyllden werd niet recht vertrûuwd , ook niet door de prinses , en zijne verhouding met W. van Citters werd slecht. Vgl. Vreede, lII , p. l89 ; Colenbrander IIl , p. 57j noot Q en 39 Het Nederlandsch Rijksarchief, p. 1Q4. 476 men ze alslan zoude moeten admitteeren in onze aldaargeproponeerde zaken dwarsboomden , zj dezelve ten minsten doen elimineeren, in overweging gaf of men dan n0g niet eene meer bjzondere en gehejme correspondentie zoude konnenvormen en dezelve daervan ujtslujten ; dan haort na de discoursen voor en tegen dit point gete hebben brak de heer Raadpensionaris dezelve spoedig af met te zeggen , dat men de acte aan alle Regeeringsleden niet behoorde te presenteeren , maar eene ujtzondering van zommige maken. Hierna kwam in deliberatie , of , wanneer en h0e men deze acte zoude publicq maken ; de conclusie was conferentiën , en zo ze al niet de prompt en unaniem voor de aërmative en zulks wel sMaandags daaraanvolgende door de nog overig zjnde 200 gedrukte exemplaren door den boekverkoper van 0s de OP markt te doen niet toereijkend zjnde , zoals te denken was, een nieuwen druk aan te doen leggen , dog dat men vooralsnog de namen der onderteekenaren. niet behoorde bekend te doen zjn. Hierna gaf de Raadpensionaris in bedebiteeren , en denking , of het niet nuttig zoude zjn , dat hj een propositie ter Staatsvergadering deed tot stnoring en weering der met zoveel emphase in de publique couranten geannonceerde Patriottische societeiten en fondsen 1), waertoe Z.H Ed. Gestr. een concept had ontworpen en voorlas ; de presente leeden keurden dit alle goed , geljk dan 00k dezelve sMaandags daeraenvolgende op de Staatsvergadering is gedaan , waervan de copy hiernevens te vinden is sub NO 6 2). Ejndeljk bragt de heer Raedpensionaris in overweging, of het niet nodig was eene commissie yan cor- A&NTEEKENINGEN 1) Over het Nationaal Fondsj zie Colenbrander in de Bjdr. en Meded. v. h. Hist. Gen. , XX. Q) De Chalmot XI, p. 8, OVER DE ACTE YAN VERBINTENIS. 477 respondentie te bepalen , opdat alle zaken met onderling overleg zouden konnen behandelt worden en de te nombreuse en in 't oog loopende bjeenkomsten voorgekomen ; dit wierd insgeljks gegouteert en tot de meer bjzondere correspondeutie aan den heer Raadpensionaris den heer van Ljnden , van den Brande benevens mjn persoon en het oudste of hier aanweezige Begeeringslid van de Steeden benevens een van derzelver ministers , voor den heer zoveel a1s er deze acte getekend hadden , toegevoegt, van welke correspondentie de heer W . van Citters wierd geëxcuseert , alzo dezelve voorhad eerstdaags de rejs na Njmeegen weder aan te neemen !) ; intusschen nam de Raadpensionaris aan bj alle voorkomende gewigtige gelegenheden 00lc den raad en het advis der verdere H eeren , die deze confederatie hadden helpen ontwerpen en tot stand brengen , te zullen inneemen. Het discours rouleerde ondertusschen ook al over de en de alarme , die was onder de leeden teekening van het dankaddres des avonds te vooren gebragt van de Patriottische Societeit , toen ter tjd in hunne gewone vergaderkamer in het coKjhujs op de Balans bjeen zjnde geweest , doordien drie of vier persoonen van de opposite partj tot in die vergaderplaats waren doorgedrongen en eenige informatie nopens derzelver onderhandelingen en voornemens hadden begeert, waarop eerstgemelde van deze tot s' anderendaags avonds uytstel hadden 1) W. van Citters vertoefde sedert de reis van het prinseljk echtpaar naar Zeeland (zomer 1786) geregeld aan het stadhouderlijk hof te Nijmegen en werd in Febr. 1781 kabinets-secretaris van den Prins (vgl. Vreede, lII , p. 197). ln verband met dit aanstaand vertrek van V. Citters moet stellig de brief van V. d. Spiegel aan de Prinses , door Vreede meegedeeld in de Inleiding op deel 11 , p. 51 9 in 1787 geplaatst worden , zooals trouwens Vreede reeds vernaoedde. 4t8 verzogt, belovende alsdan hun de nodige opheldering te geven , 't geen dan 00k dezen avond werkstellig stond te werden gemaakt. De heer W . van Citters en verdere leeden van die familie keurden deze demarche, vooral deze laatste, hoocheljk af ; de eerstgemelde liet zig onder andren ontvallen , dat dit zeer leeljk was en dat men er ten minsten n0g twee behoorden bj te voegen , waarvan men meerder zekerheid had ; na dato ben ik geinformeert , dat er desen Zaturdagavond twee in plaats van vier personen in 't Patriottisch genoodschap geweest zjn , dat dezelve zeer scheiden gende opnieuws waren geapointeert om informatien te verkrjgen , dan de heer 0. Kien van Citters informeerde mj dat zulks (Ongetwjfelt door zjne familie) was verhindert en dat die pervergenoegt daervan waren geen tegen s' llaandagsavonds daaraenvolverdere sonen daer niet waren verschenen , 't geen mj bj de rencontre van den heer Lector Fokker in 't Physisch genoodschap dienzelfden M aandag , die men zeide onder de Patriottisch gecommitteerden ook te behoren , geen geringe sensatie scheen verwekt te hebben. Intusschen had de van W estcappel mj des dat Zondags den 4en gedeclareert9 hj thans geresolveert was de bewuste acte tc teekenen , mij eynde dezelve verzoekende . welke mj den heer W . A. van Citters , die ik na dat parler op straat ontmoetede , is overhandigt denzelven ter teekening is gezonden; geljke begeerte toonde ook de Gecommitteerde Raad van Roseveld , dan 00k door POQren aan en de haer van Ljnden had den heer W . Kien van Citters , deszelfs schoonzoon , per missive verzogt gemelde acte voor hem te onderteekenen. Ze was ten dien insgeljks aan den heer Rekenmeester Buteux gepresenteert , maar met wat uytslag is mj onbeheer AANTEEKENINGEN OVWR DE ACTE VAN VERBINTENIK 470 kend 1). Van hier stond ze na Ter Goes gezonden te worden, alwaar men verwagtede , dat ze door alle de regeeringsleeden op drie of vier na zoude ondertekent worden ; te Zierikzee waren maar drie of vier leden in 't geheel , die zig onder de hand tot deze onderteekening genegen betoonden , maar die er evenmin als de Gecommitteerde Raad van die Stad van Gelre (wat moeite de heer Fiscaal Steengracht bj Zjn Ed. daertoe ook had in 't werk gestelt) voor durfden uytkomen, en dus is de acte na die Stad niet gezonden. lk heb nog betrekkeljk de conferentie , ten huij se vergeten te melden , dat toen er bj wege van pourparler gevraagt was , wat men doen zoude , a1s het den heer W . A. van Van Oitters gehouden , eens in deze stad evenals te Goes t0t dadeljkheden quam , gemelde heer W . A. van Citters informeerde , dat hem was aen de hand gegeven , dat de Major Nebbens wel kans gevoegeljkste te zij n wone bjeenkomst der Burgercaptejnen die van beide om niet in den krijgsraad, maar in de gepartjen te engageeren, mogeljke pogingen aan te wenden om hunne rotgezellen in stilte en tranquilliteit te houden , te meer wjl er geen apparentie scheen te zjn om van Vlissingen of Yere troepes te konnen verkrjgen , om als het al te grof ging den woesten hoop te om van weerskanten alle stuij ten ; Citters nam aen de zaken daerhenen te dit wierd gegouteert en de heer van dirigeren. Nog zoude ik bj. kans vergeten hebben aan te teekenen , dat nademaal de heer van W estcappel , desaangaande geconsuleert zjnde, zjne regeering dier plaats eerst had afgeraden het bewuste dankaddres zag en dagt te teekenen , m aar zulks onverhindert door de gehet lh Buteux teekende, Vreede, 1. c. volgens de lijst der onderteekenaars bij 480 meente te laten geschieden , eenige van de burgerj zulks op het exempel van hunne regeering hadden nagelaten , dog hun verlangen daertoe te kennen gegeven hebbende en de regeering andermaal m et hun Heer hebbende geconsuleert, had dezelve niet alleen zjn vorig geadviseerde ingetrokken , maar zelfs nu gedeclareert, dat het hem aangenaam zoude zjn , dat ze teekenden, om de rest der Burgerj gelegenheid te geven om derzelver verlangen ter uytvoer te brengen ; dit wierd dan geresolveert, en over de 130 personen toonden zig terstond bereid ter teekening ; de ljst der inteekening wierd gevraagt , maar Janus Bis en eenige andere van den aanhang van 1777 en 1778 1) zogten dezelve te weeren , declareerden met veel verontwaardiging, dat het nu te laat was en dat zj nimmermeer zouden worden geadmitteerd; de evengemelde rende, hebben desniettemin een nieuwe ljst formeedezelve aen den heer Raadpensionaris overhandigt. Op Donderdag den 8en Februari hadden de leeden van de Burgersocieteit bj een advertentie in de Middelburgsche Courant doen ontkennen de existentie van een zogenaamde Patriottischen Eed S), die in druk te voorschjn was premie van 1000 Zeeusche gekomen, ujtlovende een Rycsdaalders voor dengeenen , die met valabele bewjzen zoude konnen aantoonen, dat dien eed bj eenig lid van gemelde AANTEEKENINGEN 1) Wie Janus BiS is , Weet ik niet te zeggen. ln 1177-1779 waren de gemoederen te Vlissingen en vervolgens op geheel W alcheren in beweging gebracht wegens faciliteiten , aan de uitoefening van den katholieken godsdienst Janus Bis bj die beweging een eerste ro1 heeft gespeeld. Over die beweging, zie N. N. Jaerboeken , 1779, p. 1019 sqq., en Ypey, Gesch. v. d. Kristl. kerk in de achttiende eeum XII , p. 173 sqq. Q) Zie dien zoogenaamden eed, die kort te voren ook te Hoorn in omloop was gebracht , in de Yervolgen op 'W agenaarj XVIII, P. verleend : misschien dat 316. OYER DE ACTE VAN VERVINTENIS. 481 Societejt of exercitiegenoodschap ooit of ooit was gedaan of in gebrujk geweest , en wjders verklaart, dat zj zig van ganscher harte vereenigden met de plegtige betuigingen, vervat in de bovengemelde acte (zie gemelde courant, hiernevens gevoegt nummer 7 1). Des Vrjdags den 9en wierd ik door den heer Pensionaris Schorer verzogt, om dien avond ten hujse van den heer Raedpensionaris van de Spiegel te compazooals ik deed reeren , met Ed. en den heer van den Zjn Brande ; wij vonden daar den heer T%. van Citters , 0. Kien van Citters, G. van Citters, W . A. van Oitters , Burgemeester de Brujn , Steengracht en Godin ; de heer van de Spiegel gaf de leeden kennis van dat advertissement en in consideratie om een tegen-advertissement in de Oourant van den loen te laten plaatsen, inhoudende den waren zin , die men aan eenige woorden van de bewuste acte behoorde te geven , ten eynde alle misverstand desaangaande weg te neemen en te doen zien het onbestaanbare van de ïevoelens en het gedrag van die Burgersocieteit met het amplecteeren van gemelde acte , opdat minkundige en ligtgelovige menschen door het declaratoir , in dat advertissement vervat, niet zouden worden mislejd; dan op het advis van den heer W . van Oitters vonden verscheide Heeren,waeronder ik mj ook bevond, ongeraden ment te doen, ten ejnde zig zelven en de absente Ileeren onderteekenaren dezer acte niet te om zulk een advertissecompromitteeren en in geen proces comm unicatoir met gem elde Burgersvcieteit te vervallen, tgeen dan o0k is agterwege gebleven. Dan ik proponeerde om eene nadere interpretatie en ampliatie van gemelde acte te ontwerpen , bevattende de ware zin en meening 1) De Chalmot , XI , p. l6Q, waar echter 8 Febr. te lezen is i. p1. v. Q8 Febr. Bjdr. en Meded. XXIII. 482 van alle die expressiën , die eene tweeledige catie konden admitteeren , en dezelve nlet den gemeen dat men te maken 1evenals met de acte tegeljker tjd daarvan gebrujk maken om die Regeeringsleden, aan welker gevoelen men twjfblde en waarvan zommige met empressement verlangden de bewuste acte te teekenen, voor te leggen en niet aan te neemen , voordat zj verklaarden o0k zodanigen zin aan die woorden te hechten , door welk middel m en zonder eenig gevaar alle die H eeren ter teekening zoude konnen admitteeren en daardoor voorkomen den haat der Burgerj, OP den haaren ZjJ* zig zouden laaden, en die pogingen , die zij in ongetwjfelt zouden in 't werk stellen om zig van den blaam van nonconformiteit met de sentimenten der onderteekenaren te zujveren. D0g dit werk vond de heer Raedpensionaris van zoveel bedenkeljkheid en zo delicaat , niet op zig nam daervan eene extensie te maken , die aan geene gewigtige critique onderhevig zoude zjn ; die is dan ook onderwege gelaten en besloten datZij n H.Ed-Restr. de zaak te laten zoals ze was en af te wagten , wat door die H eeren nader zoude gedaan worden , die desen zelfden avond wierdengezegt eene bjeenkomst men hoûrde dat de heer de Beveren hier die anderzints was gedaan , zoude konnen explidruk te hebben ; en daar na de acte had laten Vragon. had mj o0k over dezelve opgewagt en mj zjne goedkeuring over dezelve betoont en tegeljk zjne bereidwilligheid om t0t dezelve te accedeeren, alsmede de akelige gevolgen , die hj er voor zig en andere zjner mederegenten in voorzag , het hateljke van die die zulks niet deeden, en teekening aan dezelve te onthouden; mj biddende ujthoofde van mjne meermaals aan hem betoonde vrindschap en betrekking tot zjn vrouw en deszelfs familie, om hem tog aan te wjsen de middelen om dat gevaar te ontkomen , wjl hj De heer Pous AANTEEKENINGEN OVER DE ACTE VAN VERBINTENIS. 48$ anders genoodsaakt zoude zjn zjn vrouw en kinders te bergen en voor zig zelfs vejligheid in een ander land te zoeken , betuigende zig met gemelde burgergenoodschappen niet anders gemelleert te hebben als om de heethoofdige en gistende gemoederen tot bedaren te brengen en derzelver demarches te regelen. Ik gaf denzelven een algemeen ouverture van mjne sentimenten en raadde hem zig deswegens aan de hoofden zjner Regeering of aan den heer Raadpensionaris of aan den heer van Ljnden of aan Z. Hoogheid te adresseeren en daar de voldoening zjner verlangens te verzoeken , welke ik zoveel in mj was allerwege zoude zoeken te appuieeren , en zo hj zig langs dien weg niet schootvrj konde stellen , raadde ik hem zjne gevoelens aan het publicq open te leggen , terwjl deljke van zjne hanlelwjse hem met discretie , dog onvoorzigtige en het schatevens met nadruk onder 'to0g bragtl). ln de evengemelde conferentie ten hujse van den heer van de Spiegel wierd door den heer Godin geavanceert, dat ik tevens het men op geringe gisting en oneenigheid bespeurt had en dus dat m en niet wist, of alle aldaar zo welgezintwaren , als men bj de onderteekening van het bewuste dankaddres zig had voorgesteld ; het quam mj voor, dat zulks geene geringe sensatie bj zommige onzer H eeren maakte zo dat de faciliteit om de onderteekening der bewuste acte algemeen te m aken zeer bevorderde. de werf geen Op Donderda.g den 15 Februari daaraanvolgende 1) Bij De Chalmot XIj 9 en Vreede, 1ll , QQ0 sqq. vindt mell een brief, d.d. f1 Febr. 1787 van Mr. B. M . Pous , raad van Middelburg, waarin deze satisfactie vraagt aan Y. d. Spiegel wegens diens vertoog over het Nationaal Fonds, waarvan Pous een der directeuren was j en die den 15en Febr. ter vergadering der Staten werd ingebracht. 31* 484 hadden wj een conferentie van dezelfde Heeren ten hujse van den heer Steengracht van Oosterland , waerbj alle de voorengemelde mitsgaders ook de Heeren J. J. de Brujn en R. van Citters tegenwoordig waren ; de Raadpensionaris las daerin voor de explicatie der dubieuse termes in de meergemelde Acte van Verbintenis , die te vinden zjn in margine van het gedrukt exemplaar no 2 ; alle de leden approbeerden die explicatie onder eenige geringe remarques , êie in 't evengemeld. e stuk zjn geobserveert l). Y ervolgens gaf gemelde heer Raedpensionaris in bedenking , of men niet behoorden eenige wjnige Ileeren te conlnaitteeren t0t de secrete COrreSPOndentie en om in alle schieljk voorkomende gevallen Zjn H.E. Gestr. met raad en daad te helpen assisterqn , 't welk door alle de presente leeden gegouu teerd zjnde , z00 is , aangezien het op handen zjnde vertrek van den heer W . van Oitters na Njmegen, daartoe verzogt de heer van de Perre , van den Brande , Steengracht, W . A. van Oitters. Ingevolge van deze explicatie is er , zoals ik geinform eert ben , eene concept-resolutie door den heer Pensionaris Schorer geformeert , om door de heeren van M iddelburg in W et en Raad genomen te worden bj wege van declaratoir, waarop dan alle de leeden t0t de teekening zouden worden toegelaten ; deze zoude in Burgemeesterskamer door Zjn Edle des anderendaags avonds worden overgelegt benevens een concept-waarschouwing om alles af te schafen, wat aanleiding t0t oneenigheid en verwjdering onzer de Burgerj had gegeven , en om zig onderling stil eù vreedzaam te gedragen zoals dezelve mutatis mutandis AANTEEKENINGXN 1) Men vindt die explicaties bij Vreede , 111, p. 134, sqq. in de noten. OYER D; ACTE YAN VERBINTENIS. 485 door den heer Raadpensionaris reeds was geconcivoor de Staatsleden casuquo pieert ; beide deze stukken 1) scheenen keuring gehad te hebben , dan dezelve hadden daags daaraan, te weten des Zaturdags , in W et en Raad veele bedenkingen en consideratien geleden , dus de in Burgemeesterskamer veel goedconclusie van het eerstgemelde en mitsdien o0k van de teekening daardoor waarschouwing is met was agteruytgezet; evenwel de eenige verandering des Zaturdags den 24e)1 daaraanvolgende gearresteert en den volgenden Maandag gepubliceert (ze is hiernevens te vinden NO 8 2) ). Vervolgens is ter Staetsvergadering de Raadpensionaris wegens Eersten Edele, de Heeren van Middelburg , Goes , Tholen en Yeere geauthoriseert geworden , om aan eenige overbrengers der dankaddressen het genoegen en de dankbaarheid der Staten deswegens te kennen te geven ? zo en dier voegen als zulks te vinden is in de Middelburgsche Oourant van Donderdag den doer en van den Heer 1Alaart (hiernevens gevoegt sub no 9 3)). 0p Zaturdag den 3 Alaart hadden wij een bijeenkomst ten hujse van den heer Thibaut des avonds om 6 uuren, alwaar present waren, bujten de Heer van den hujse en mjn persoon, de heer Raadpensionaris van de Spiegel, de heer van den Brande , 0. Kien van Citters , de heeren Burgemeesters de Brujn, G. van Citters , W . A. van Oitters , Pensionaris Schorer , Fiscaal Steengracht en Gûdin ; de heer Raadpensionaris. gaf daerin ouverture van een brief ujt s'Hage ontfangen , waarbj bleek , dat de propo- 1) Beide stukken liggen onder de bijlagen , door V. d. Perre aan zijne aanteekeningen toegevoegd; de explicaties stemmen woordelijk ûvereen met die bij Vreede, zie vorige noot, Q) De Chalmot, XI , 158. 3) De Chalmot, XI , p. Q6. 486 sitie om hetcorps van de Rhjngrave van Salm ter versterking van het garnizoen in s'Hage te doen komen, door de meerderheid was afgestemt en daarentegen geresolveert ment infantery van regi- Bijland , eenige dragonders van Hessencassel na s'Hage te doen k0- men 1); vervolgens deed gemelde Heer praelecture van een systhematicq plan, door geassotieerde zogenaamde Patriotische leeden van Regeering zo ujt Hollanë plaats het dat van Pabst en a1s d'andre Provintien om in deszelfs ontworpen en vastgesteld , waarbj niet alleen de Republicq geheel afhankeljk gemaakt worl van de magt van Vrankrjk , maar waarbj o0k het Stadhouderschap word gesepareert van het Capitain- en Admiraal-Generaalschap en aan den Prins geofreert, om zjn leven lang gedurende te laten behouden alle de voordeelen van deszelfs tegenwaordigen post, mits afziende van het Erfstadhouderschap , met bedreiging van hem anders vervallen te houden van deszelfs tegenwoordige hoge charges en digniteiten , een stuk hetwelk ten hongsten waardig zoudezjn publicq gemaakt te worden, om de oogen van de misleide Nederlanders te 0Penen en eene hejlzame verandering in de gemoederen te weeg te brengen , indien hetzelve de verejschte authenticiteit konde erlangen , waertoe nog moeite nog kosten zoude espaart worden 2). quam eene Commissie van Veere, bestaande uyt de 2 Hee- Gedurende deze lecture ren Regeerende Burgemeesteren de Mauregnault, den heere Raadpensionaris in een en den Pensionaris AAXTEEKENIXREN 1) Zie Colenbrander, IIl , p. 15Q sqq. Q) Het bedoelde yjsysthematicq plan'' ligt in druk onder de bjlagen bij Van de Perre's aanteekeningen; het is 0ok te vinden bij Jacobi, Verward Nederland, 11 p. 81- 99 , en draagt m. i. de onmiskenbare teekenen van een valsch stuk te zijn , gesmeed om de Patriotsche regenten , speciaal de Hollandsche, in den haat tv brengen. Vgl. ook Harris II, p. Q37. OYER DE ACTE YAN YERBINTMXIS. 487 ander vertrek opwagten over eene missive van Gecommitteerde Raden , den morgen van dien dag aan de Heeren van Vlissingen en Veere geschreven , met patent voor een guarnisoenen , daags te voren door de Heeren van Middelburg (zo gedeelte van beider ik wel onderrigt ben) Op propositie van de Heeren van de zogenaamde Patriottische zjde genomen, tegen den zin van het grootste gedeelte der Heeren die de bewuste acte onderteekent hebben , van Gecommitteerde Raden verzogt en door alle de leeden van dat collegie geaccordeert , hoewel zulks te voren in een zoortgeljke gelegenheid aan de Heeren van Zierikzee was gewjgerd. Gemelde Commissie betoonde zig hujverig om een gedeelte van deszelfs guarnisoen af te staan , dog te geljk genegen om daerover met Heeren van Vlissingen te confereeren en bereiz , om als die daartoe konden verstaan, zulks insgeljks te doen , weshalven zj nog van daar na Ylissingen reden , met dat gevolg dat s'Maandags daeraan des morgens man , ni fallor, van Vlissingen en 60 man van Veere is binnengetrokken en dien Na dii om 9 uuren 100 m orgen genomen. point erinnerde de Raadpensionaris de leeden dewjze, waerop de Heeren van Vlissingen in derzelver advis, den 19 Februari naderhand met den druk 1) ter Staatsvergadering ingebragt en gemeen gemaakt (zoals het hiernevens gevoegt is sub NO 10 2)) de teekening van de m eergem elde acte hadden geconsidereert , hetgeen ter wegneming van alle hateljke verdenkingen vau deze zjde behoorde gerescontreert te worden bj wegen van eene remonstrantie, waervan gemelde heer de voornaamste ingrediënten aan de leeden suppeonder eed 1) ln het handschrift is de datum opengelaten. $) De Chalmot , XI j p. 33. 488 diteerde en welke zjn's bedunkens door een of twee der presente leeden , geene directe betrekking t0t de Staetsvergadering hebbende , zoude behoren geteekent te wûrden, en wel nominatim door mj en den heer van den Brande of den heer Steengracht of door de 3 of 4 leeden t0t de geheime correspondentie gecommitteert. Zommige waren met mj van gedagten, dat zulks beter zoude geschieden door 2 of meer Heeren van ik adviseerde Middelburg; daertoe des te meer, omdat die Heeren, die aldaar directie gehouden hadden in de teekening der acte en haddenj dat zulks door de overige geschied j waerop de Heeren van Vlissingen het meest hunnen aandagt gevestigt hadden en hetgeen o0k aanliep tegens mjn meermaal geadviseerde op dat point , best zelve de verantwoording daervan konden op zig neemen , terwjl ik mj ook op dat meermaal door mj geadviseerde beriep en mj daerom van de tegengehouden leeden niet was tekening excuseerde ; dan konde vinden , waerom ik zulks geen ingang Proponeerde om ze doûr alle de leeden , die de primitive aanleggers dezer besognes en onderteekenaars der acte waren nige te doen gezamentljk order als ze de acte getekent hadden en dus voor deze zaak ridderljk ujt te komen , hetgeen geamplecteert en besloten wierd, den heer Raedpensionaris en de heer W . van Citters , die absent was , alleen geweest,als zodaonderteekenen in diezelfde uytgezondert. Daags daartna) zjnde Zondag is diensvolgens gemelde remonstrantie door mj en vervolgens door de verdere bovengemelden Heerten) bekragtigt en des Maandagsmorgens ter Staatsvergadering ingelevert , hebbende alle de leeden daervan copy Zevraagt en dezelve dienonvermindert aen een commissoriaal besogne gerenvoieert ; in onse bjeenkomst was besloten, dezelve in 't geheel met de primitive acte en met de n&men van 4e evengemelde ondpr- AANT:EKBXINRNX OYNR D: ACTE YAX YERBINTMNIS. 489 teekenaars met den druk gemeen te maken (zoals dezelve hiernevens te vinden is no 11 1)). Ik mag bj deze gelegenheid niet voorbjgaan te vermelden de advisen der Heeren van Zierikzee over de thans zweevende politique zaken , zoals dezelve te vinden zjn in de Hollandsche Historische Oourant van Dingsdag den 6 Maart no 28 gequoteerd no 12 Q), n0g 0ok de heylzame waarschouwing der Heeren van Middelburg nopens het vieren van den 8 Maart aanstaande geboortedag van Zjne Doorl. H. , Middelburgsche Courant van den 8 Maart no 29 31 j die van die goede uytwerking is geweest dat het menigvuldig schieten met de geweeren , in gemelde publicatie verboden en die een gerujmen tjd al vrj te vinden in de sterk had in wierd gehoord, schrjf (des avonds 7 uuren vau den gemelden 8 Maart) is er niet alleen eene meer dan gewone stilte in de stad waargenomen , maar zelfs , niettegenstaande het zwang gegaan, zeer wjnig of niet meer en t0t op het ogenblik dat ik dit marktdagwas, waren er bjna geen landzaten (welke men met de Arnemujdsche ingezetene het meest voor verdagt hield) in de stad gezien en bier-comptoir was gesloten scheepen hadden gevlagt, except rikzeenaars en Tholenaars. geweest; het wjngebleven en alle de de Dortenaars, Zie- 1) De Chalmot , X1, p. 45. Q) De Chalmot XI , p. 66 , 70. Vreede , III , QQ6. 3) 0ok in de N.N. Jaerboeken 1787 , p. 536. De publicatie is van 6 Maart. HRT OORSPRONKELIJKE HANDSOHRIFT VAN GELDENHAUERS ITINERARIUM , MEDEGEDEELD b00R DR. J. PR IN S EN JLz. Kort na mjn Collectanea scl Geldenhauer verscheen het Verslag ,c?l de ffpnïylàl#k: Bibliotkeek fzl llen ffccg over 1900. mj, dat in den loop bibliotheek is aangekocht het oorspronkeljk handschrift van Geldenhauers Itinerarium , reeds vroeger Uit dit Verslag (p. 23) bleek van genoemd jaar door de door Janssen uitgegeven en door mj, vermeerderd met een paar aanteekeningen over ketters , naar de copie-Njhof herdrukt. Ik heb bedoeld handschrift en kwam tot de conclusie , onmiddelljk onderzocht dat er niets in voorkomt , waardoor de beteekenis van het door mj op p. 78- 82 van de Collectanea uitgegevene eenigszins gewjzigd wordt. Het in het Ver8lag bedoelde handschrift is dus het Itinerarium plus eenige regels over kettervervolging. willekeurige veranderingen van geen belang hier en daar verkeerd. 't Voornaamste is dit : Janssen maakte alleen een Paar en 1as p. 78 , r. 6. v. o. moet Holtlandiae zijn. p. 79jr. 2. v. b. eonsistoriale'(lf voeantur) Trcg':ctensen; voor homiddio stond eerst tragoediae. r. 5. v. b. voor corruptores stond eerst sectatores. 11. v. o. 'X ïd6zlsf-. GELDRXHAUERS ITINERARIUM. 491 r. 7. v. 0. M eppenum. p. 80 , r. 7. v. o. Verbum Dp-ïxf voor Evangelium. p. 81 , r 3. v. o. Demineeem. Het handschrift bevat slechts één vel , aan beide kanten door Geldenhauer zelf beschreven. De afmetingen zjn 31 X 221/: ; er is geen watermerk. 't Papier komt dus niet overeen met een der bladen uit het Brusselsch handschrift. adversariis Gerhardi dus wel het waarschjnljkst , dat dit vel oorspronkeljk behoorde bj het handschrift , dat indertjd in het Het opschrift rEx Noviomagi'' ontbreekt l). 't Is bezit was van Scriverius en thans te Brussel berust , en dat het , toen dit handschrift in de vorige eeuw gebonden en bjgeplakt gehouden , voor welke daad als motief heeft kunnen dienen, dat 't het eenige document was tusschen de jaren 1522 en 1528. W at er misschien verder voor deze werd , door Janssen is achterperiode door Geldenhauer was verzameld, kan behoord hebben tot de stukken , die Scriverius aanduidde a1s sa lavernione nescio qu0 sublatae''. #) Zie Collectanea p. 78 en de Inleiding p. XXIV. U 1 T G A Y E N YAN HET HISTORISOH GENOOTSOHAP TE UTRECHT. KRON IJK. 1846-1875. ze jaargang-t*l/ ( 5.-) 1$e jaargaug . - (2.70) 4e jaargang . - (3.70) 5e jaargang . - (6.- ) 6e jaargang . - (6.-) 7e jaargang . - (6.40) 8e jaargang . - . ( 5.80) 9e jaargang . - (6.80) l0e jaargang . - (6.80) l le jaargang . - (3.Q0) l2e jaargang . - (3.60) 13e jaargang . - (4.80) l4e jaargang . - (5.10) 15e jaargang . - (4.60) 16e jaargang . - (5.40) 1.50. 1.50. Q.50. Q.50. Q. . 3** . 3.- . 3.- . 9t .- . 1.--. 1.--. 1.50. 1.50. 1.50. 1.50. jaargang . J (5.80) l8e jaargang . - (6.60) l9e jaargang . - (7.40) 20e jaargang . - (7.20) 2le jaargang . (7.60) 22e jaargang - (7.Q0) 23e jaargqng . (9.20) 24e jaargang - (9.40) 25e jaargang -(10.70) 26e jaargang . (8.00) 27e jaargang . (8.Q0) 28e jaargang - (6.:0) 29e jaargang . - (8.30) 30e jaargang . -( 10.30) 31e jaargang - (8.40) 17e 1.50. 1.50. 2.--. 2.--. *9 * --* Q.--. Q.50. Q.50. 3. . 2.50. 2.50. 2.50. Q.50. 3. . f5) % s 0@ BMRIGTEN. 1846-1863. le deel. le stuk.'(3.40) le deel-ze stuk. - (2.Q0) 2e deel. le stuk. - (2.20) 2e deel-ze stuk. - (3.80) 3e deel. le stuk. - :. ) e (leel-ze stuk. - k33 . ) 4e deel. le sttzk. - (3.- ) l .50. 1.50. 1.50. 3.80. 1.50. 1..50. Q. . 4e dee1.2e stuk. 5e deel. le stukk 5e deel.ze stuk. 6e deel. le stuk. 6 e dee1.2 e stu k. 7e deel. le stuk. - 7e deel.2e stuk. J (2.50) - (3.20) - (2.50) - (:.50) - (Q.l0) (5.50) - (6.50) 1.50. 1.50. Y.--p l .- . 1.- . 1.50. Q.50. CODMX DIPLOM ATICUS. xx It s T yl sx sx x. (Ix 40.) 1848. l deel. M. 9.60 J 5.Q0. T wxxp x s x lt 111. (Ix 80.) 1852- 1863. le deel. le afd.' (3.15) Q.50. 3e deel. 2e afd. .f (3.40) 1.50. le deel. 2e afd. - (3.10) Q.50. 4e deel. le afd. - (3.10) 1.50. 2e deel. le afd. - (6.20) 3.50. 4e deel. 2e afd. - (5.20) l .50. 2e deel. 2e afd. - (3.20) Q. . 56 deel . . . -( 12.Q0) 4.- . 3e deel. le afd. - (6.50) Q.- . 6e deel . . . - (l.Q0) 1.- . (*) De eerste jaargang is niet in druk verschenen. BIJDRAGEN EN M EDEDEELIN GEN. 1878-18:8. le deel 20 deel 3e deel 4e deel 5e deel 6e deel 7e deel 8e deel 9e deel 10e deel 1 le da1 .f (5.20) 2.50. - (5.20) Q.50. - (5.Q0) 2.50. - (8.80) 4. . - (5.40) 3. . . f 6. . oe 5. . 3.60. 6.10. 5.80. 6.60. 12e deel 13e deel l4e deel 15e deel l6B deel 17e deel l8e deel 19e deel 20e deel Q1e deel Q2e deel RXCIS1'IR op de Kronijk van 1846- 1854. 1857. f (5.80) 1.50. RsolserxR op de onderwerpen , behandeld in de Kronijk , de Berigten en den Codex diplomatieu: (1877) . . . . . . . - ( 1.80) 1.50. W ERKEN. > I M U W M : E R IM. 4.10. 5. . 3.80. 4.90. 4.75. 4.- . 5.75. 5.:5. 3.Q5. 4.50. 4.90. 1. Annala Egmundani . . f (1.20) 2. Verbaal van de ambassade naar Engeland. 1685 . . . . . . . . . . - (1.80) 1.--. Memoriën van Roger W illiams Kronijken van Emo en Menko . - (2.10) 1. . ( 3 .70 ) 1 .50 . Honerxxelvs , Opkomst en ondergang van Naarden . . . . (4.50) 6. Kronijk van Holland van den Clere uten laghen landen bi der see (2.30) 1. - . Kronijk v.Eggerik Egges Phebens. 1565-1594 (2.40) l . . VzRwxzs , De oorlogen van Albrecht van Beieren met de Friexn . (9.80) Q.50. 9. Verbul van de ambassade naar Denemarken, enz. 1625 - (2.30) 1.--. 10. Verbaal v. d. ambassad e n. Engeland.1625 . - (1.90) 1. . 11. Brieven van J. W tenbogaert. 1. ( 1584-1618) - (4.00) 1.50. 12. Brieven v. J. Wtenbogaert 11 1. ( 1618-1621 ) - (:.80) 1.-. 13. Memorials of P. P. J. Quint Ondaatje . 14. Verhooren van Hugo de Groot . - (4.00) - (4.80) l .50. 2.---. 15. Brieven v. J.W tenbogaert. 11 2. ( 1621-1626) - (5.50) 2.- . 16. Memoriën van Cornelis Pieterszoon Hooft. - (4.90) 2.- . 17. Brieven v.l.Wtenbogaert.llllat 1626-1627) - (6.50) 2.-. 18. Onderzoek omtrent de Midtlelburgsche beroerten van l 566 en l 567 . . . . . f (3.40) 1.50. 19. Brieven v. J. Wtenbogaert. 1112. (1628- 1629) - (8.20) Q.50. 20. Brieven v. Joh. Wtenbogaert. llI 3. ( 1630). (6.10) 2. . 21. De rekenineen der erafeliikheid van Ho1- land. 1. -. . - . . - . . - (5.80) Q.50. 22. Brieven v.l.Wtenbogaert. I1I 4. ( 1631-1644) - (4.50) 1.50. 23. Journaal van Constantijn Huygens den zoon. 1688--1696 1. . . . . - 24. De rekeningen der grafelijkheid van Ho1- land. ll. . . . - (7.20) 2.50. 25. Journaal van Constantijn Huygens den zoon. 1688- 1696. 1I. . . - (7.90) 7.90. (6.70) 26. De rekenineen der erafeliikheid van Ho1- land. 111. -. . - . . -' . . . . . . - (f;.20) 2-50. 27. Brieven van en aan J. D. van der Capellen van de Poll . . . -(10.80) 3. . 27:. Brieven van en aan J. D. van der Capellen van de Poll. (âanhangsel.). . 28. BoMsLlus , Bellum Trajectinum 29. De rekeningen der grafelijkheid van Zeeland. 1. . . 30. De rekeningen der grafelijkheid van Zeeland. ll. . . - 31. (5.30) MUSLRR, Lijst van Noord-Nederlandsche kronijken . . - ( 1.40) 32. Journalen van Constantijn Huygens den zoon. 16/3- 1678 - (3.50) (6.80) 1.--. 3.50. ( 1 .40 ) 1 . . (1.4 0) 1. . 33. Ndgociations de DfAvaux à la cour de Suède. 1693 1698. 1. . . . . (8.00) 2.50. 34. Ndgociations de D'Avaux. Il. - (5.40) Q.- . 35. Ndgociations de D'Avaux. IIl 1. - (5.60) Q.- . 36. Ndgociations de D'Avaux. IlI 2. (3.90) 1.50. 37. Brieven van Lionello en Suriano en verslag van Trevisano aan den Senaat van Venetië. 1616- 1620 - (6.10) 3.50. 38. Brieven aan R. M. van Goens. 1. (t1.60) 3.50. 39. Dagverhaal van Jan van Riebeek. 1. ( 1652- 1655). . . - (7.80) 7.80. 40. Rijmkroniek van Melis Stoke. 1. (5.00) Q.50. 41. De gesehillen over de afdanking van het krijgsvolk. 1649- 1650 . (5.40) 2.50. 42. Rijmkroniek van Melis Stoke. lI. (4.80) 2.50. 43. Brieven aan k. M. van U' oens. 11. . f (4.60) 1.50. (6.60) 3. . - (4.50) 3. . 44. Brieven van Jhr. Arend van Dorp. 1. . 15. Memorien v.Mr.D-v-Bleyswijk. 1734-1755 46. Journalen van Conetantijn Huygens den zoon. 1680- 1682. - 47. Correspondentie van Lodewtik 48. Kroniek van Sicke Benninge (2.20) Q.QO. van Nassau - (2.90) Q.90. - (Q.40) Q.40. 49. Narracio de Groninghe , de Threnteet de Covordia. . . . . . . . . - (Q.10) 2.10. Brieven van Jhr. Arend van Dorp. lI. . - (7.80) 2.50. Documenl concernant les relatione entre le due d'Anjou et 1es Pays-Bas. 1. (1576-1578). - 50. 51. 6.80. 52. Resolutiën van betreFende de 53. De registers en rekeningen van het bisdom Utrecht. 1325- 1336. 1. . . 54. De registers en rekeningen van het bisdom Utrecht. 1325- 1336. lI. . . . 55. Documents concernant les relations entre le duc d'Anjou et les Pays-Bas. l1. ( 1578-1579) de vroedscbap van Utreeht akademie. 1632- 1812 . 56. Brieven aan R. M. van Goens. IlI . 7.30. 8.- . 6 @ Q s@ 3. . 57. Documents concernant 1e: relations entre le duc d'Anjou et 1es Pays-Bae.lll. ( l 579-1 581) - 58. Dagverhaal wlanv-Riebeek.ll. (1656-1658) - 59. Dagverhaal wlan v. Riebeek. 111.4 1659-1662) - 60. Documents concernant les relations entre le duc d'Anjou et les Pays-Bas-lv. (1581-1583). - 6l. Documents concernant 1es relations entre le duc d'Anjou et 1es Pays-Bas.v. (1583-1584). - 8.90. 8.- . 8.- . 4.50. 8.50. D E R D M * X R I M. 1. FR. DvssxLpoRp , Annales. 1566- 1616 . 2. De oudste stadsrekeningen van Dordreeht. 1284- 1424. . . . . . . . 3. Het oudste eartularium van het sticht Utrecht 4. Brieven van Willem V Rn Van Lijnden van Blitterswijk . 5. Lettres de Pierre de Groot â Abraham de Wicquefort. 1668- 1674 . - 6. Rekeningen van de gilden van Dordrecbt. 1 438--1 600 . . 7.50. 2.40. 4.60. 3.50. 5.Q5. Q.80. H. BONI'EMANTEL , De regeeringe van Amsterdam. 1653- 1672. 1. . . H. BONTSMANTSL , De regeeringe van Amsterdam. 1653- 1672. lI. . Rekeningen d. stad Groningen u-d. l6eeeuw. 10. Briefwisseling tusschen de gebroeders Van der Goes. 1659- 1673. 1. . . 12. Diarium Everardi Bronchorstii. 1591- 1627. l4. Gedenkschriften van Gijsbert Jan van Hardenbroek. 1747- 1780. 1. . . . . . 16. Collectanea van Gerardus Geldenhauer Noviomagus. . . . . . . . . . 5.50. 6.- . 4.- . 6.- . 2.40. 6.50. ABRAHAM ol WlcqusFoltq', Histoire des Provinces- Unies des Païs-Bas. 4 vol. . . . . . . . . - Q6.- . BULLARIUM TRAJECTXNSR. Q tom. @ * VERSLAG van de algemeene vergadering der leden op 16 April 1895 . . . . . VERSLAG van de algemeene vergadering der leden op 20 April 1897 . . . . . BspALlxosx over de uitgave van handschriften . BSPALINGSN over het uitgeven van handschriften , betrekking hebbende op de nieuwe geschiedenis . CAq'Axaosus der boekerij van het Historiseh Genootschap. 30 uitgave. ( 1872) le SUPPLSMENT op den Catalogus der boekerij van het Historisch Genootschap ( 1882) . . 2e Sux>lyLlMxx'r op den Catalogus der boekerij van het Historisch Genootschap (1895) 0.60. 0.90. 0.Q5. O.QO. l .60. 2.10. Bjdr. en Meded. XXIll. 32 U 1 T G A V :1 N VAN HET HISTORISOH GENOOT:OHAP TE UTREOIIT l). Ljst van Noord.Nederlandsche van bestaande handschriften en Muller Fz. 1880 . . . kronjken , met opgave litteratuur. Door S. f (1.40) 1.-. Volledige ljst van alle Noord-Nederlandsche kronjken ea wegwijzer door de bestaande haadschriften van uitgegevene en onuitgegevene kronjken. Annales Egmundani. 1863. . . J (1.20) 1.-. Oudste bron voor de geschiedenis van het graafschap Holland. Rijmkroniek van Melis Stoke. Uitgegeven door W . G. Brill 2 deelen. 1885 . . . f (9.80) 5.-. Belangrijk verhaal vaa eeu grafelijken klerk omtrent de geschiedenis van de laatste tijden van het Eollandsche ea het optreden van het Henegouwsche huis. Kronjk van Holland van een ongenoemden geesteljke (gewoonljk genaamd Kronjk van den Clerc uten laghen landen bi der see). 1867 . f (2.30) 1.-. Kronjk, waarvan de tekst nauw verwant is aan de Hollandsche vertaling der belangrijke kronijk van Beka. Hxxalccs BoxxLlus , Bellum Trajectinum. 1878. J (1.40) 1.-. Verhaal van de gebeurtenissen j die aan de annexatie van het sticht Utrecht door Karel V voorafgingen. Kronijken van Emo en Menko Uitgegeven door Feith en Acker Stratingh. 1866 . . . . . J (3.70) 1.50. Beiangrijkste bron voo: de oudste geschiedenis van Frie:land , vooral voor de sociale historie. Quedam narracio de Groninghe , de et de diversis aliis sub diversis Thrente, de Covordia episcopis Trajectensibus. Ilitgegeven door C. Pjnacker Ilordjk 1888. f (2.10) 2.10. Belangrijk voor de geschiedenis van Groningen en Drente in de 12e en l3e eeaw. I/itgaaf volgens een handschrifi, dat aan de uitgevers der Afonunaenta (lerraaniae onbekend is gebleven. 1) Deze inhoudsopgave der uitgaven van het genootschap bedoelt alleen den hoofdinhoud, niet den volledigen inhoud der werkea te vermelden. De kroniek van van Van Sicke Benninge. le en 2e deel (kroniek Lemego) Uitgegeven en met kritische aanteekeningen voorzien door J. A. Feith ; met eene inleiding van P. J. Blok. 1887. . J (2.40) 2.40. Verhaal van een hooggeplaatst getuige van de gebeurtenissea te Groniugen in de 15e en het begia der 16e eeuw, hier voor het eerst op betrouwbare wijze uitgegeven. 0ok de hierOvergenomene kroniek van Lemego over de 15e eeuw is het werk van een tijdgenoot. Het oudste cartularium van het sticht Utrecht. Uitgegeven door S. Muller Fz. 1892. . . . . . J 4.60. Bevat alle keizeroorkondea van het sticht Utrecht en alle andere giftbrieven uit de oudste tijden van het bisdom. Bullarium usque Trajectensera 1891, 92 . Volledige verzameling van de in het oorkonden , betrekking hebbende op Trajectense. Romanorum Pontifcum diplomata ad Urbanum Papam VI in veterem episcopatum destinata. Edidit Gisb. Brom. 2 tomi. . . f 24.-. pauselijk archief aanwezige het bisdom Utrecht. De rekeningen der grafeljkheid van Holland onder het Henegouwsche huis. Uitgegeven door H. G. Hamaker. 3 deelen. 1875- 78 . . . . f (19.20) 7.50. De rekeningen der grafelijkheid van Zeeland onder het Henegouwsche Huis. Uitgegeven door H. G. Hamaker. 2 deelen. 1879 , 80 . . . . . . J (12.10) 6.-. Oudst bewaarde rekeningen van de Hollandsche graven , overrijk aan bizonderheden betreFende de geographische , administratieve en sociale toestanden van Holland in de veertiende eeuw. De registers en rekeningen van het bisdom Utrecht. 1325- 1336. Uitgegeven door S. Muller Fz. 2 deelen. 1889, 91. f 15.30. Eenige bron voor de kennis van de administratie van het bisdom Utrecht in het begin van de veertiende eeuw. De oudste stadsrekeningen van Dordrecht. 1284- 1424. Uitgegeven door C. M. Dozy. 1891 . . . . J 2.40. Bevat o. a. de eenige stadsrekeningen uit de dertiende eeuw, die in Nederland bewaard zijn. Rekeningen van de gilden van Dordrecht. 1438- 1600. Uitgegeven door J. C. Overvoorde. 1894 J 2.80. Eenige bewaarde middeleeuwsche rekeningen van Nederlandsche gilden , van belang voor de kennis van de inrichting dezer corporaties. 3Q* Rekenlngen der stad Gronlngen uit de 16e eeuw. Uitgegeven door P. J. Blok 1896 . . . . . J 4.-. Geven een volledig overzicllt van de admiuistratie der stad Groningen ln de eerste helft der zestiende cetlw. E. Vsawlzs , De met de Friezenoorlogen van hertog Albrecht van Beieren in de laatste jaren der XIVe eeuw. 1869 . . . . f (9.80) 2.50. Bewerking van deze belangrjke episode der Nederlandsche geschiedenis , voornamelijk getrokken uit de grafelijkheidsrekeningen van Holland. G. GSLDXXHAVXR NovIoMAGUs , Oollectanea. Uitgegeven door J. Prinsen J.LZ. 1901 . . . . . . . J 3.75. Aanteekeningen en opstellen van dea bekenden humauist, belangrijk voor de kennis van zija tijd j vooral voor de geschiedenis der hervorming en voor de gebeurtenissen in het bisdom Utrecht. Onderzoek van Middelburgsche door J. Yan Vloten. 1873 . ingesteld omtrent de en 1567. Uitgegeven @ . . J (3.40) 1.50. Zeer belangrijke bron voor de geschiedenis van de hagepreekea, den beeldenstorm en het eerste gewapende verzet tegen de Spanjaarden in Zeeland. 's Konings wege beroerten van 1566 Correspondentie van en en andere onuitgegeven P. J. Blok. 1887 betrefende Lodewijk van Nassau documenten. Yerzameld door J (2.90) 2.90. Bevat o. a. de onuitgegeven apologie vaa Lodewijk , de rechterhand van zjn broeder prins W illem van Oranje, en eene correspondentie betreFende zijne onderhandelingen met het Fransche hof. HoRTylxslvs, Over de opkomst en den Naarden. Uitgegeven door Peerlkamp 1866. ondergang van en A. Perk. J (4.50) 1 .50. Dit geschrift van Lambertus Hortensius , rector der Latijnsche schoo! te Naarden, is vooral merkwaardig om de mededeelingen over het begin van den Eo-jarigen oorlog erl het uitvoerig verhaal van het uitmoorden van Naarden door de Spanjaarden (1572). Memoriën van Roger W illiams. Uitgegeven door J. T. Bodel Nyenhuis. 1864 . - . . f (2.10) 1.-. Merkwaardig voor de oorlogsgeschiedenis der jaren 1572-1574 ; de scbrijver was ooggetuige der gebeurtenissen in de eerste jaren van den opstand tegen Spanje. Brieven en onuitgegeven stukken van van Dorp) heer van Maasdam. Uitgegeven ridder De van der Schueren. 2 deelen. Jonkheer Arend door J. B. J. N. 1887, 88. J (14.40) 5.50. Papieren van een handlanger van prins W illem 1, belangrijk voor de intieme gescbiedenis van den opstand tegen Spanje. Documents concernant les relations entre le duc d'Anjou et les Pays-Bas. (1576- 1 584.) Publiés par P. L. Muller et Alph. Diegerick. Tome 1-Y (1576- Juin 1584). 1889 , 90 . . J 34.95. Volledige bronnenuitgave betreFende de tusschenkomst van den hertog van Anjou , broeder van Hendrik III , in de zaken van den Nederlandschea opstand en de aanneming van de souvereiniteit over de Nederlandsche gewesten, Kronijk van Eggerik Egges Phebens. 1565-1594. Uitgegeven door H. 0. Feith 1867. . . J (2.40) 1.- . Groningsche kronijk van een onpartijdigen hervormingsgezinde, bron van Emmius. Uittreksel uit Francisci Dusseldorpii Annales. 1566 1616. Uitgegeven door R. Fruin. 1894 . . . . . J 7.50. De gescbiedenis van den opstand , door een katholiek tijdgenoot geschreven. Diarium Everardi Bronchorstii sive Adversaria omnium quae gesta sunt in academia Leidensi , 1591- 1627. Uitgegeven door J. C. Van Slee. 1898. . . J 2.40. Curieuse aanteekeningen over het onderwijs en het leven aan de Leidsche academie. Brieven van Lionello en en Senaat van Venetië Suriano uit Den Haag aan Doge in 1616- 1618 , benevens Verslag van Trevisano betreFende zjne zending naar Holland in 1620. 1883 J (6.10) 3.50. M erkwaardige brieven van de bekeade Venetiaangche diplomaten over de geschillen tijdens het bestand. Memoriën en adviezen van Cornelis Pieterszoon Hooft. 1871. . . J (4.90) 2.-. Belangrijk voor de geschiedenis van Amsterdam in de jaren 157: - 1620 en voor de houding van deze stad in de godsdien. stige geschillen. Verhooren en andere geding van Hugo de 1871 . . . . . bescheiden betrelende het rechts- Groot. llitgegeven door R. Fruin. . . f (4.80) 2.--. Belangrijk voor de kennis van den strijd tusschen de twee groote staatspartijen in het begin vau de republiek , waarbij Grotius eene belangrijke rol vervulde. Brieven en onuitgegeven stukken van Johannes s7tenbogaert. 1584--1644. Uitgegeven door H. C. Rogge. 7 deelen. 1868/74 . . . . . . . . J (37.60) 12.50. Deze correspondentie prediker van prins Maurits is in de eerste plaats belangrijk voor de geschiedenis van de kerkelijke woelingen tijdens het bestaud. van den bekenden Remonstrantschen bofVerbaal van de ambassade van Aerssen , Joachimi en Burmania naar Engeland. 1625. 1867 . J (1.90) 1.- . Bevat de onderhandeling over een vm-bond van onderlinge bescherming na het afspringen van bet huwelijk tugschen den zoon van deé Engelschen koning en eene Spaansche prinses. Yerbaal van de ambassade van Gaspar van Vosbergen bj den koning van Denemarken j den Neder-saxischen kreits en den koning van Zweden. 1625. 1867 . J (2.30) 1.- . Behelst de onderhandelingen over een verbond tegen den keizer en den koning van Spanje in het begin van den Dertigjarigen oorlog. Resolutiën van de vroedschap van Utrecht betrefende de Academie. Uitgegeven door J. A. W jnne en Lucie Miedema. 1888, 1900 . . . . . . . J 7.-. Met een uitvoerige inleiding over de inrichtingen van hooger onderwijs te Utrecht vôôr 1636. ABRAHNM ox W lcqvxFoR'z , Histoire des Provinces-unies des Païs-Bas , depuis le parfait establissement de cet estat par la paix de Munster. 4 volumes. 1. 1861. II. 1864. 111. 1866. IY. 1874 . . . . . . . J 26.- . De beste geldktijdige geschiedenis van de Nederlanden in de tweede helft der zeventiende eeuw door een diplomatiek agent. De geschillen over de afdanking van het krjgsvolk in de Vereenigde Nederlanden in de jaren 1649 en 1650. Toegelicht door J. A. W jnne. 1885. . J (5.40) 2.50. De bekende geschillen van het jaar 1650 worden hier toegelicht uit onbekende stukken uit het Huis-archief van H. M. de Koningin. Dagverhaal van Jan van Riebeek, commandeur aan de Kaap de Goede Hoop. 1652- 1662. 3 deelen. 1884-93. J 23.80. Merkwaardig verhaal van den etichter der Kaapkolonie omtrent de geschiedenis van deze kolonie. H. BoxTlxAxl'xza , De regeerinre van Amsterdam , soo in 't civiel als crimineel en milltaire. 1653- 1672. Uitgegeven door G. W . Kernkamp. 2 deelen. 1897. J 11.50. Gedenkschriften van eea Amsterdamsch regent uit den tijd van Jan De Witt, belangrijk voor de kennis van de regeering en de regeeringsintriges van Amsterdam. Lettres de Pierre de Groot à Abraham de W icquefort. 1668- 1674. Publiées par F. J. L. Krëmer. 1894. J 5.25. Brieven van P. De Groot, den zoon van Hugo De Groot , voornameljk loopende over de Keulsche vredeshandeling in 1673. Journalen van Constantjn Huygens den zoon. 1673- 1678. 1881 . . . . . . . . . . . . . J (3.50) 3.50. Journalen van Constantjn Huygens den zoon. 1680- 1682 en 1649-1650. 1888. . . . f (2.20) 2.20. Journaal van Constantijn Huygens den zoon. 1688-1696. 2 deelen. 1876 . . . . . . . . J (14.60). 14.60. Journalen vau den secretaris van Willem III , hoogst belangrijk voor de kennis van personen en de zedeugeschiedenis van de laatste helft der zeventiende eeuw. Verbaal van de buitengewone ambassade naar Engeland in 1685. 1863 . . . . . . . . f (1.80) 1.-. Gewichtig voor de kennis van de verhouding der republiek tot koning Jakob 11 na diens troonsbestijging en den opstand van Monmouth en zijne aanhangers. Négociations du comte D'Avaux , ambassadeur : la cour de Suède , pendant les années 1693, 1697, 1698. Publiées par J. A. Wjnne. 4 volumes. 1882 , 83 . J (22.90) 8.-. Belangrijk voor de geschiedenis van de diplomatieke betrekkingen der mogendheden ten tijde van den Negenjarigen oorloc. Memorien van Mr. Diderik van Bleyswijk , burgemeester van Gorinchem. 1734- 1755. Uitgegeven door Theod. Jorissen. 1887 . . J (4.50) 3.-. Belabgrijk voor de geschiedenis van de familieregeering en de regentenintrigeg in de steden van Holland. Gedenkschriften van Gjsbert Jan van Hardenbroek , 1747- 1780. 1. Uitgegeven door F. J. L. Krëmer. 1901. f 6.50. Dagboek van een hooggeplaatst edelman, aan het hof der stadhouders verkeerende en dagelijks met alle invloedrijke personen omgaande. Brieven van en aan Joan Derck van der de Poll. Uitgegeven door 8'. H. De Beaufort. Met aanhangsel door J. A. Sillem. 2 deelen. 1879. J (12.20) 4. . Brieven van den bekenden adellijkea patriotschen leider, hoogst belangrijk voor (1e geechiedenis van de jaren 1763-1784. Capellen van Brieven aan R. M. van Goens en Onuitgegeven stukken hem betreFende. 3 deelen. 1884 -90. f (14.20) 8.-. Belangrijk voor de autobiograie van R. M. Van Goens en voor de kennis van zijne verhouding tot de stadhouderlijke partij. Bevat bovendien eene uitgebreide correspondentie met buitenlandsche geleerden. Brieven van prins W illem V aan baron Van Lijnden van Blitterswijk. Uitgegeven onder toezicht van F. De Bas. 1893 . . . J 3.50. Vertrouwelijke brieven van den prins aan zijn vertegenwoordiger a1s eerste edele in Zeeland. Memorials and times of Peter Philip Juriaan Quint Ondaatje. By Mrs. Davies . . . . . . J (4.-) 1.50. Biographie van den bekenden Utrechtschen patriot van 1784 en volgende jaren. K R O N IJ K. EE R 8TM SER IE. Ie jaargang. (Is niet in druk verschenenx) IIe jaargang. 1846 . . . J (5.-) 1.50. Behelgt tal van bjzonderheden over hiatorische personeh. kerkelijke zsken , universiteitswezen enz. - Inventaris van brieven uit het archief der voormalige vijf kapittelen te Utrecht (1380- 1513). - Kleine historische mededeelingen enz. enz. Ille jaargang. 1847 . . . . . . . J (2.70) 1.50. Vervolg van den inventaris der brieven uit het archief der voormalige vijf kapittelen te Utrecht (1514 j 1515). - Vele wetengwaardigbeden over archaeologiej geneslogie, archiefwezen. - Verklaring van spreekwijzen (dialecten) en spreekwoorden enz. enz. 1Ve jaargang. 1848. Verschillende brieven * J (3.70) 2.50.. van prins W illem I , Paulus Merula (minnebrief ) , W tenbogaert e. a. - Yervolg van den inventaris der 5 kapittelen (1516 . 1517). - Mededeelingen over Czaar Peter en zijne vrouw e.a. - Toestand der archieven van Kijmegen, Utrecht Groningen, Dordrecht' en andere steden enz. ens. Ve jaargang. 1849. . . . . . . J (6.-) 2.50. Inventarissen van verschillende stada-arcbieven. - Brieven van David van Bourgondië , Philips II, prins W illem I , Hugo De Groot , e. a. - Bijdragen tot de geschledenis van het Nederlandsche zeewezen en krijgswezen (1618) enz. enz. TW MK D K S E R I E. VIe jaargang. . . . . . J (6.-) 2.-. Iaventarissen van verschillende archieven van steden, gerechten en gasthuizen. - Brieven o. s. van Adolf en Karel van Gelder (4456- 1477) , Christiaan 11 van Denemarken (1525), Karel V (1537) , Philips 11 (1561 , 62) , E. Leoninus (t581) , prins W il- 1em I (1582), Maurits van Nassau (1600) e. a. - Bjzondezheden over Utrechtsche bisschoppen , hertogen van Gelre e. a.; over den vredehandel te Utrecht (1 713) ; over aiaatgelden j papiermerken enz. enz. 1850 Vlle jaargang. 1851 . . . . . J (6.40) 3.-. Inventarissen van archieven. - Academie te Franeker. - M iddeleeuwsche kerkgebouwea in Friesland en Groningen. - Rraftombes in Germaanschen smaak en in dien der Renaissance. - Tien brieven betreFende de Geldersche aangelegenheden in 1535- 1537. - Brieven van bekende personen 1 genealogiën enz. enz. Yllle jaargang 1852 . . . . . / (6.80) 3.- . Reproëuctie van den ,,Almanach nae den nieuwen ende ouden stjl. Opt Jaer ons Heeren M.D.X. CVIII'', in f2@ te Delft bij4 Bruyn Harmônsz. - 19 brieven van Anna van Egmond aan haren broeder Maximiliaaa. - Keuken-rekening vsn de grafelijkheid van Holland en Zeeland. 1d0l. - Stukken over de Oost-lndigche Compagnie. - Emigreerende families uit Antwerpen naar Middelburg. 1586 enz. enz. IXe jaargang. 1853 . J (6.80) 3.-. Belangrijke onderschepte Portugeegche briefwisseling. 1634. - Stukken van Jan Pietersz. Coen over den handel in Indië. 1622 j 1623. - Fragmenten van oude kronieken. - Journaal, gehouden te Batavis door den directeur-generaal Ph. Zwart. 1636. - Chronologische opgave der oorkonden over de l3e en 14e eeuw in het stads-archief te Harderwijk. - Bijdragen tot de geschiedenis van het gegchutwezen (1491-152*). - Brieven ; genealogische mededeelingen enz. enz. Xe jaargang. 1854 . . J (6.80) 3.-. Uiterste wi1 van prins Mauritg. - Eenige merkwaardige vonnissen. 1524- 1645. Handel op Perzië en de golf van Bengalen. 1633. Stukken over de Oost-lndische Compagqie. - f 09 Brieven van Maria van Nassau. 1605- 1615. Charters in het stads-archief van Harderwijk. 1402- 92 enz. enz. D K R D E 8 E R 1E. XIe jaargang. 1855. . . . Betrekking tusschen de Nederlanden Stukken over . f (3.20) 1. . en Genève in 1589 , 1590. - de W est-lndische Compagnie. - Geslachtswapenen en rouwborden in kerken. - Stukken betreFende de krijgsgeschiedenig. - Brieven enz. van en aan Anna M aria van Schurman. - Onuitgegeven gedichten van Const. Huygens enz. enz. Xlle jaargang. 1856. . . . f (3.60) 1.- . Rechtstoestand in het begin der l5e eeuw. - Rechtsgebruiken in de middeneeuwen. -- Eenige merkwaardige vonnissen uit den tijd der geloofsvervolging te Amsterdam ia de 16e eeuw. - Bijdrage tot de geschiedenis van den bouw van den Dom te Utrecht. - Autobiographie van den gouverneur-generaal P. A. van der Parra. - Grafsteden der oudste bewoners van Denemarken enz.enz. Xllle jaargang. 1857. J (4.80) 1.50. Oorkonden W isch in 1190. - Inventaris van bet stadsarchief te Oudewater. -- Begiftigingen en bezittingen van het Carthuizer-coavellt bij Utrecht. - Charter vsn 1368 , bevattende een overzicht van het bisdom Utrecht in 12 78. @ * . dea betrekkelijk twist tusschen den Utrecht en den beer van bisschop vaa Xlve jaargang. 1858. . . . . J (5.10) 1.50. Stukken betrekkelijk den oorlog met Frankrijk in 167Q. - Oude doopvonten (met af beeldingen). -- Stukken betrekkelijk de hervormfngsberoerten te Utrecht in l 566 en 1567. - Expeditie nqqr Portugal in Sept, 1557 enz. enz. XYe jaargang. 1859. . . . . J (4.60) 1.50. Brieven van prine Willem van Oranje aan zijne vrouw Auna vsn Egmond. - Liefdadige etichtingea te Utrecht. - Charters uit het stads-archief te Harderwijk, l4e en 15e eeuw. - Gevangelmeming van Paulus Buys , 1586 enz. enz. V IMR D E SER IE. XVIe jaargang. 1860. . . . . . J (5.40) 1.50. Aanteekeningen betrekkelijk het beleg van Haarlem. - Overlandreis van Indi: naar Europa in 1757. -- Stukken voor de geschiedenis van de jaren 1588 en 1589 enz. enz. XYI1e jaargang. 1861 . . . . J (5.80) 1.50. Stukken voor de geschiedenis der jaren 1588 en 1589. - Yerdedigingswerken van de Ilssel. 1672. - Brieven van W illem van Liere. - Onkostea der judicature v&n Oldenbarnevelt. - Onkosten der Dordsche synode enz. enz. XYIIIe jaargang. 1861 . . . . . . J (6.60) 1.50. Stukken voor de geschiedenis der jaren 1590 en 1591 enz. enz. XIXe jaargang. 1863. . . . . J (7.40) 2.-. Stukkea voor de geechiedenis van het jaar 1592. - Wicquefort's Mémoires. - Heinrici ab Hovel Speculum W estphaliae enz. enz. XXe jaargang. 1864 . . . . . . J (7.20) 2.-. Stukken voor de geschiedenis der jaren 1593 en 1594. - De benoeming vau graaf Joban vaa Nassau tot stadhouder van Ge1- derland. - Beschrijving van eea tocht naar de bovenlanden van Banjermaasing in het jaar 1790. - De bekostiging der voormalige fortifcatiewerken der stad Ctrecht enz. enz. V IJ F D E S M R I M. XSXtIuek kjenaa rvgooarn gd. e1865 @ geachiedenis van het jaar Thysius Leere en Order der Ked. Reref. Kerken. - Rapport faict par M onsieur de St. Aldegonde au Conseil d'Estat de sa négociation en Franee 1.581. - Bjdrage tot de geschiedenis der gewevene en andere behangseltapjten , vooral in Denemarken enz. enz. f (7.60) 1595. - 2.- . XXIIe jaargang. 1866 J (7.20) 2.-. Stukkeu betrefende de onlustea binnea Utrecht in 1610. - Verbaal van de legatie van Leoninus , van Loozen, Yalcke en Franckena naar Engelantl in 1505. - Stukken betrekkelijk de Remonstranten enz. enz. XXIIIe jaargang. 1867. Concept 1628, 29. geknooptea Onno Zwier @ van eene Conapagnie octrooi. -- Brieven van Joh. Ileinsius over den in 1632 aan- * @ @ . . J (9.20) van assurantie en van haar 2.50. vredehandel. - Eene bijdrage tot het leven van Van Haren. - Over den geest en de strekking van h:t Amsterdamsche patriciaat enz. enz. XXIVe jaargang. 1868 . . . . . . . f (9.40) 2.50. Brieven van Maarten Harpertsz. Tromp en van W itte Cornelisz. De W ith. - Brieven van Bilderbeck , Nederlandsch agent te Keulen, betrefende het laatste gedeelte van den Derti:arigen oorlog. - Aegidius Daalmans, Indiaanse aanteekeningen enx. enz. XXV jaargang. 1869 . . . / (10.70) 3. . Stukken betreFende den vrijen handel op Braziiië. 1637. - Origi. ueele brieven van H. Doedens aan Ant. Van Hiltea betreTeude de W est-lndische Compagnie. 1641- 1648. - Journaal van Job. Van Kerkhoven , heer van Heenvliet , hofmeester van de princesroyaal , over de ziekte eu deu dood van prins W illem 11 en de kwestiën omtrent de voogdil van den jonggeboren prins. - Geheime correspondentie uit Engeland. 1659 , 1660 enz. enz ZE SDE SK RIM. XXVIe jaargang. 1870. . . . . . . J (8. -) 2.50. Geschillen te Nijmegen. 16t7. - Het Reusen Liedboek. - Vervolging van de Remonstranten in Land en Stad van Utrecht. 1619 enz. - Eenige aanteekeningen wegens het gebeurde te Utreeht in 1786 ea 1287. - Reisjournaal uit de l 7e eeuw naar het Heilige Laad enz. enz. XXYIIe jaargang. 1871 . . . . . . J (8.20) 2.50. Aanteekeningen betrekkelijk het gebeurde te Utrecht in 1 2 86 en 1787. - Stukken rakende de Quadruple Alliantie. - Grondig verhaal van kmboyns. 1621 . - Verhaal van oenige oorlogen in Indië. 1622 enz. enz. XXYIIIe jaargang. 1872 . . . . . . J (6.20) 2.50. Uit de papieren van eeuen bewindhebber der Oost-lndieche Compagnie. - Brieven van R. Hoogerbeets. - Doleantiën over misbruiken ia de regeering van Friesland. 1627 enz. enz. XXIXe jaargang. 1873 . @ @ * @ . Jr (8.30) 2.50. Stukken betreFende de geschiedenis van den oorlog in 1630 en eenige volgende jaren. - Reformatie van 's Hertogenbosch. 1630. - Classicale acta van Brazilië. 1636- 1644. - Brieven van W illem Vaa Oldenbarnevelt aan Hugo De Groot. - Uit de papierenvan eenen bewindhebber der Oost-lndische Compagnie. - Aanbevelingen voor scheepskapitein enz. , ingekomen bij Johan De W itt. 1653- 1672 enz. enz. XXXe jaargang. 1874. # @ @ * J (10.30) 3.--. Staat van ontvaugsten en uitgaven der geestelijke goederen tot onderhoud van predikanten. 159:. - Politieke brieven uit de jareu 1784, 1785 en 1786 , meerendeels van den heer Maxim. D'Yvoy. - Uit de papieren van eenen bewindhebber der Oost- Indische Compagnie. - Verhaal der gevangenschap vall Oldeabarnevelt , beschreven door zijn knecht Jan Figncken qnz. enz. XXXIe jaargang. 1875 . . . Rapport der geheime staatscommissie richting en huishouding Splinter Helmich , soldaat en later bopman in dienst van den lande. 1572- 1598. - De magistraatsbestelling te Utrecht ouder de republiek. - De vorming van het Oversticht. - Brieven van prins Willem V. 1286- 1 793 enz. enz. . . J (S.40) 2.50. nopens de toekomstige invan den staat. 1818. - Journaal van BERIGTEN. Ie deel le stuk. 1846. : @ . Dodt van Flensburg over Valerius Andreas. - Visscher over Jan van Rode , vertaler der Somme le Roy. - Dodt van Flensburg over Adam en Paul van Vianen. - Ptrechtsch handschrift der Snorra-Edda. - Eyck van Zuilichem , Bouw- en beeldhouwkundige voortbreugselen in ons land. f (3.40) 1.50. Ie deel 2e stuk. 1848. . . . . . . J (2.20) 1.50. Nederlandsche handschriften in de Keizerlijke bibliotheek te Petersburg. - Asch van W ijck , Schuttengilden in Nederland. IIe deel le stuk. 1849 . . . . . . J (2.20) 1.50. Verblijf van Christiaan 11 van Denemarken in Nederlaad. l5Ql. - Beroerten te Gent onder Karel V. IIe deel 2e siuk. 1849 . . f (3.80) 3.80. Verhooren van Oldenbarnevelt. Ille deel le stuk. 1850 . . f (3.-) 1.50. Geschiedenis van het geslacht Van M athenease. - Catalogue de documents manuscrits relatifs k l'historie de la Hollande daus 1es bibliothèques de Paris. llle deel 2e stuk. 1851 . . . . . . f (3.-) 1.50. Journaal omtrent de vredehandeling te Utrecht. IVe deel le stuk. 1851 . . . . . J (3.-) 2. . Geschiedeni: van het geslacht Nyenrode. lVe deel 2e stuk. 1851 . . . . . J (2.50) 1.50. De Upstalboom bij Aurich. - Bescheiden over het eerste tijdvak van de geschiedenis der hervorming in Utrecht. 15Q4- 1566. Ve deel le stuk. 1853 . . J (3.20) 1.50. Rspport van den gouverneur generaal Loten over Makaeser. - Rapport van den heer van Sommelsdijk over zijne legatie naar Venetie in 1620. Ve deel 2e stuk. 1856 . . . . . . f (2.50) 1.- . Rapport van eene reis naar het hof van Candië. 1671. - Autobiograqe van den gouverneur generaal Rijklof van Goens. 4 678- 1681. - M emorie betreFende het eiland Ceyloa door R. van Goens ëz. 1679. YIe deel le stuk. 1857 . . . . . . J (2.50) t.-. De W icquefort , M lmoires sur la guerre de 1672. VIe deel 2: stuk. 1857 . . . . J (2.10) 1.--. Dagelijksche aanteekeningen over het verblijf der Franschen te Utrecllt in 1672 en 1673. Vlle deel le stuk. 1861 . . . . . . f (5.50) 1.50. Stukken betrekkelijk de veravering van Malakka. 1641. Ylle deel 2e stuk. 1863 . . . . . . / (6.50) 2.50. Verbaal van de Nederlandsche gezanten in Engelaud. 1618- 1619.- Rapport van het gebesoigneerde te Tuais en Algiers. 1622- 1623. CODEX DIPLOM ATICUS. x x lt s T x s x R I x (1 x 40). It, deel le stuk. 1848 . . . . . . J (2.60) 2.60. Oorkonden betreFeude het voormalig handelsverkeervan Utrecht.- Oudste kameraarsrekeniugeu van Deventer. 1337- 1347. Ie deel 2e stuk . . . . . . . . . J (2.60) 2.60. Brieven van Leibnitz en Caperus o. a. over den Utrechtschen vrede. T w x x p x s E R I x (1 x 80). le deel le stuk. 1852 . . . . . . J (3.75) 2.50. Rekening van de testamentoren van Jacoba van Beieren. Ie deel 2e stuk. 1852 . . . . . J (3.10) 2.50. Lettres de Paul Choart , seigneur de Buzaaval. 160:. 1Ie deel le stuk. 1853 . . . . . . J (6.20) 3.50. Oudste burgemeestersrekening van M iddelburg. 1361. - Oudste kameraarsrekening van Utrecht. 1380. - Rekeuing van de bruiloft van Jan van Touraine. 1406. - Bisschoppelijke rekening van 1377. 1Ie deel 2e stuk. 1853 . . . . . . J (3.20) 2.-. Verbalen van Yan Grijspere en Van Lent , commissarissen in de troubles van 1567 en 1568. Ille deel le stuk, 1855 . J (6.50) 2. . Oude kroniek van Brabant. llle deel 2e stuk. 1856 . . . . . . J (3.40) 1.50. Verbaal van de gedeputeerden ia Engeland tot vereeniging van de Ebgelsche ea Nederlandsche Oost-lndische Compagniën. 1618. lVe deel le stuk. 1859 . . . . . . J (3.10) 1.50. Lettres inédites du comte de Boussu. - Oudste rekening van Antwerpen. 1324. - Rekening van Lier. 1377. 1Ye deel 2e stuk 1860 . . . . . . J (5.20) 1.50. Lettres de M arnix de St. Aldegonde et de Jean Casimir, comte Palatin. - Briefwisseling met Don Jan van Oostenrijk. 1576- 1577. Ve deel. 1860 . . . . . . . . . J (12.-) 4.-. Toe Boecop, Kronijk der bisschoppen van Utrecht. VIe deel. 1863 . . . . . . . . . J (1.20) Kronijken van Brabant , Hollantl en Vlaanderen. BIJDRAGEN MN M EDEDEELINGEN. Iste deel. 1878 . . . . Sautijn Kluit, Utrechtsche courant. Guicciardini. . . J (5.60) 2.50. - - Boele van llensbroek, Ilde deel. 1879 . . . . . . . f (5.20) 2.50. Rapport van Aubéry du Maurier. 1624. Illde deel. 1880 . . . . . . . . f (5.20 2.50. Rekeningen der Buurkerk te Utrecht , l5de eeuw. - Brieven aan den hertog van Brunswijk-W olfenbuttel. Ivde deel. 1881 . . . . . . . . J (8.80) 4.-. Verloren van Themaat , Geschiedenis van de vicariën in de provincie Utrecht. Vde deel. 1882 . . . . . . . . J (5.40) 3.-. Staatkundige berichtea uit Frankrijk. 1650-1653. - Stukken over de lichting der waardgelders te Utrecht. - Relaas van 't gepasseerde op Alsen. 1658. Vlde deel. 1883 . . . . . . . . . . J 6.-. Documenten voor de geschiedenis der Kederlanders in het oosten.- Steven Van der Haeghen , Avonturen. 1575- 1597. - Trois arrèts du Grand conseil de M alines. lrllde deel. 1884 . . . . . . . . . . J 5.--. De Bas, Overgaaf der Bataafsche vloot l 795. - Verslag van Fr. M icheli. 1638. - Visitatie der kerken in het Sticht Utrecht. 1593. Vlllste deel. 1885 . . . - . . . f 3.60. Dagboek over 1672. - âpologie van Lodewijk van Naesau. lxde deel. 1886 . . . . . . . . . . f 6.10. Stukken betrefende den strijd der bisschoppen van Utrecht met de stad Utrecht. - Stukken over den tegenstand der Utrechtsche katholieken tegen de Unie van Utrecht. Xde deel. 1887 . . . . . . . . . . J 5.80. Buchelias , Observationes ecclesiasticae :ub presbyteratu meo. - Zending van Dirk Van Hille naar Spanje. - Onbekende kroniek van het klooster W indesheim. Xlde deel. 1889 . . . . . . . . . . f 6.20. De W icquefortj Mémoires sur la guerre de 1672. - Drie Briefe der Stadt Londen an die Stadt Dordrecht. 1359. - De Bye, Gedenksehrift betreFende het bewind van Oldenbarnevelt. - Drie Utrechtsche kroniekjes v/lr Beka's tijd. Xllde deel. 1890 . . . . . . . . . . J 4.10. Politiek journaal van 1795. -- Bijdragen tot de geschiedenis der Hervormde kerk te Gent. 1578- 1584. Xlllde deel. 1891 . . Gedenkschrift van Don Sancho Recueil de Hopperus. Xlvde deel. 1892 . . Resolutien der Staten van Holland. 1577 ningen van Dordrecht. 1323- 1399. Coenders van H elpen. Xvde deel. 1893 . . . . @ * @ J 4.90. Journaal van Const. Huygens' reis naar Venetië. 1620. Sommaire de la forme du régime des Provinces Unies. 1647. - Memorie van den gouverneur Van der GraaF over de gebeurtenissen aan de Kaap de Goede Hoop. 1.780- 1806. @ @ @ 4 @ @ f 5.- . de Londono. - Vervolg op het @ * @ J 3.80. en 1578. - Stadsreke- - o igjournaal van Jhr. Xvlde deel. 1894 . . . . . f 4.75. C. Block , Kroniek van het Regulierenklooster te Utrecht. - Buyck, Aanteekeningen over het geus worden van Amsterdam. Xvllde deel. 1895 . . . . . . . . . J 4. . L. Reaelj Amsterdamsche gedeakschriften. 1542- 1567. - M agistraatsverandering te Utrecht in 1618. Xvlllde deel. 1896 . @ @ f 5.75. Fragment van de autobiografe van Oongt. Huygens. - Notulea en munimenten van het College van commercie te Ameterdam. 1663- 1665. - Simon Van Leeuwen's Bedenckingen over de stadhouderlycke macht. Xlxde deel. 1897. . J 5.25. Mlmoires de M. De B. sur la cour de Guillaume 111. - M emorie van Byam over de overgave vaa Suriname. - Stukken over de Noordsche Compagnie. Xxste deel. 1898 . . . . . . . . . . . J 3.25. Kroniek van het Goudsche fraterhuis. - Notulen van de Patriottische partijdagen. 1783-1 787. - Reisebericht des Mgr. Garampi in Holland. l 764. Xxlste deel. 1899 . . . . . . . . J 4.50. Koopmansadviezen aaagaande het plan tot oprichting eener Compagnie van aesurantie. 1629- 1635. - Opgaven omtrent inkomsten , goederen , hoorigen , dienstmannen en Nchten der abdij Egmond. 1130- 11:1. - - Reisverhaal van Jacob van Neck. 1598- 1599. Xxllste deel. 1900 . . . . . . . J 4.90. Brieven van Sorbière over den toestaud vau Holland in 1660 - Het oude register van Graaf Florens. - Correspondentie tusschen Prins Maurit: en Reynier Pauw. l6l 7- 1619. RllglsTxa op de Kronjk van 1846- 1854. 1857. J 1.50. M inder goed bewerkt dan het latere register, doch veel uitvoeriger , daar alle voorkomende namen vermeld worden. Rxgls'rxlt op de onderwerpen , behandeld in de de Berigten en den Codex diplomaticus. 1877. YoortreFelijk register, bewerkt door Dr. P. A. Tiele; de onderwerpen , waarover de artikelen handelen. BlPALlxGlx over de uitgave van handschriften. Kronijk , J 1.50. bevat alleen 1894. J 0.25. BsPALIxGlx over het uitqeven king hebbende op de nleuwe van handschriften , betrekgeschiedenis. 1896. J 0.20. Deze regels , gedeeltelijk gesteld naar Duitsche voorschriften, worden in hoofdzaak gevolgd bij de uitgaven van het Historisch Genootschap. VXRSLA/ van de algemeene Historisch Genootschap jarig bestaan van het 1895 . . . . . . . vergadering der leden van het ter gelegenheid van het 50- genootschap op 16 April 1895. . . . . . f 0.60. de rede Bevat o. a. een uitvoerig verslag vaa van prof. Fruin over den veldtocht van het jaar 1572. VlasLwo van de algemeene vergadering der leden van het HistoriFch Genootschap , op 20 April 1897. 1897. J 0.90. Bevat ook de op deze vergadering gehoudene voordracbten der heeren De Beaufort, Hofstede de Groot en M uller. CwTAxzogvs der boekerj van het Historisch Genootschap. (3e uitgave-) 1872. Met 2 supplementen dd. 1882 en 1895. 3 deelen . . . . . . . . . . . J 4.80. Bovenstaande werken zjn, voor zoover zj voorhanden zjn , voor de leden tegen de hell van den phjs te bekpmen. Men wende zich daarvoor direct tot den uitgever JOHANNES MPLLER te AMSTERDAM.