BIJDRAGEN EN MEDEDEELINGEN VAN IIET HISTORISCH GENOOTSCHAP (GEVESTIGD TE UTRECHT) VIJFTIGSTE DEEL KEMINK ZOON OVER DEN DOM TE UTRECIIT 1929 T 1929 ELECTR. DRUKKERIJ KEMINK & ZOON (OVER DEN DOM TE UTRECHT) INHOUD. Bladz. VERSLAG VAN HET BESTUUR OVER HET DIENSTJAAR 1928 . . 111.T LAGEN VAN HET VERSLAG : A. NAAMLIJST DER LEDEN VAN HET GENOOTSCHAP . . XXIII B. GENOOTSCHAPpEN ENZ., AVAARMEDE HET GENOOTSCHAP IN BETREKKING STAAT .. XLVII C. LUST VAN DE IN 1928 DOOR SCHENKING EN AANKOOP VOOR HET GENOOTSCHAP VERRREGEN wERKEN. . LIV KASOVERZICHT VAN HET GENOOTSCHAP 1928 . . LXII E. JAARVEIISLAG VAN DE CENTRALE CONHISSIE VOOR DE HISTORISCH-STATISTISCHE NA ARTEN VAN NEDER- LAND OVER 1928. . LXIV LEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN AlAURITS HUYGENS AAN ZIJN nROEP. CONSTANTIJN (VAN 20 MEI 1622 TOT 7 JUNI 1624), medegedeeld door DR. M. BE HAAS ... 1 OR PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE TE BERGEN-uP- zoOM, 1469-1555, medegedeeld door T. SJ. JANSMA . . VERHAAL VAN HET BELEG VOOR ZIERIKZEE (1575-1576), D,)0P. COIINELIS CLAES, medegedeeld door DR. J. POT . . . 107 '\1 ATREGELEN, IN 1565 VAN OVERHEIDSWEGE GENOMEN, OE VOEDSELVouRZIENIN6- VAN DE BI:VOLKIN(; IN DE NEDER- LANDEN TE RE( E LEN, medegedeeld door DR. E. C. G. BRUNNER 111 oNuITGEGEVEN OORKONDEN LIT DE 13e EEUW, BE TREFFENDE zEELAND, (3 reeks), medegedeeld door DR. HENRI OBREEN 193 VERKLIKKERS-RAPpORTEN OVER ANTWERPEN IN HET LA ATSTE KWARTAAL VAN 1566, medegedeeld door A. A. VAN S(iIIELVEN .. 238 B MEP WISSELING VAN DEN GOUVERNE UR-GENERA A L a USrLALAF wILLEM BARON VAN IMHOFF MET DEN ADVOCAAT-FISCAAL DER A-MSTERDAMSCIIE ABMIRALITEIT MR. JACOB BOPEEL JANSZOON (1738-1750), medegedeeld door H. VAN MALSEN 321 VERSLAG VAN _HET BESTUUR OVER HET DIENSTJAAR 1928. Namen wij in den aanhef van het jaarverslag over 1927 van Mr. A. le Cosquino de Bussy afscheid als van een medelid van het Bestuur, dat ons ging verlaten, onze mededeelingen over het jaar 1928 mogen met een woord van welkom inzetten tot den wederom in ons midden teruggekeerden vriend. In de voorjaarsvergadering van het voltallige Bestuur tocli, waarin wij beraadslaagden over de vervulling van de door het vertrek naar Amsterdam van den heer De Bussy opengevallen plaats van isten Biblio- theearis in den engeren Utrechtschen kring daarvan, word het denkbeeld geopperd, den scheidende thans col plaats aan te bieden temidden der buitenleden van het Bestuur, wier getal immers de genootscliapswet onbe- paald heeft gelaten —, en dit denkbeeld aan het Utrechtsche Bestuur ter nadere overweging aangeboden. En reeds in de najaarsvergadering van het Bestuur in pleno kon, nadat cen voorstel in den boven aangegeven zin bij alien toe- juiching had gevonden, Mr. De Missy wederom als bestuurslid zitting nemen in eon hoedanigheid, waarin wij hem nog lange jaren hopen to behouden. Inmiddels was zijn functie van isten Bibliothecaris volgens besluit dierzelfde voorjaarsvergadering door Dr. A. IInishof in- genomen, die feitelijk reeds sedert eenige jaren als be- heerder der Utrechtsche Universiteits-Bibliotheek onze Boekerij bestuurt, terwijl de op die wijze opengekomen plaats van 2den Bibliothecaris op onze uitnoodiging inge- nomen werd door Mr. H. C. Hazewinkel, commies-charter- meester aan het Utrechtsche Gemeente-arehief, wien wij ook te dozer plaatse nog eons een b.artelijk woord van welkom in onzen kring willen toespreken, Genoemde vergaderingen van het Algemeen Bestuur hadden ook in het verslagjaar wederom tweemaal plaats en wel op 10 April en 27 October. In de eerste mochten wij tot onze voldoening Prof. Gosses wederom geheel hersteld terugzien. In den loop van het jaar hadden wij op de lijst der eereleden van het Genootschap tot onze bevrediging geen verliezen te boeken, doch ook geen aanwinst ; van die der gewone leden voerden wij wegens overlijden 8 en door bedanken hunner dragers 13 namen af, terwijl in den loop des jaars die van twee nieuwe leden werden bijgeschreven. Tegen een verlies dus van 19 oude staat een aanwinst bij het begin van 1929 van 39 nieuwe leden, terwijl wij nog van een nieuwbenoemde antwoord wachten. Deze groei van het ledental is verblijdend, maar meer nog verheugt het ons, te hebben ervaren, dat men, blijkens het weder normale getal van ontslagnemingen in bet afgeloopen jaar, zich bij de geringe verhooging der contributie, waartoe wij in 1927 het besluit moesten namen, heeft neergelegd. Bijlage A achter dit jaarverslag geeft de namen der 22 eere- en 699 gewone leden van het Genoot- schap op 1 Januari 1929. Heel veel uitbreiding onderging bet gebied der binnen- en buitenlandsche betrekkingen van ons Genootschap in bet jaar, waarover wij verslag doen, niet. Een poging onzerzijds gedaan, om ruilverkeer aan te knoopen met de Economic History Review, mocht niet slagen, doch meer succes hadden wij, toen wij geheel op het einde des jaars ruiling onzer uitgaven aanboden aan de Antiquariscbe Ges.ellschaft te Zurich. Eea instemmend antwoord van die zjjde werd wel, maar niet meer in 1928, ontvangen, maar om administratieve redenen achtten wij het gewenscht de Gesellschaft reeds nu op de in Bijlage B vervatte lijst een plaats in te ruiinen. Over den uitslag van een door bemiddeling der Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage 1) Gedurende het opstellen van dit verslag, dus reeds in '1929, be- reikte ons achtereenvolgens het bericht van het overlijden van Dietrich Schafer en dat van Wilhelm von Bode. - Op hen komen wij het vol- gende jaar terug. VII aangebracht contact, met het oog op ruilverkeer, met de Academie des Beaux-arts to Par& hopen wij in het vol- gende jaarverslag te kunnen berichten. In den loop van het verslagjaar maakten wij voor de °erste maal voor de verzending onzer uitgaven aan deze buitenlandsche betrekkingen van de goede diensten van het ruilbureau der Koninklijke Bibliotheek gebruik; voor zoo- ver wij nu reeds een oordeel kunnen vellen, meenen wij ons over een aantnerkelijke bespoediging van het nail- verkeer te kunnen verheugen. Voortaan zullen wjj ge- noemde verzending naar het buitenland van de telkens gedurende een jaar versehenen uitgaven aanstonds na bet in het Licht komen der BUdragen en Mededeelingen doen plaats vinden. Van de duitsehe bibliotheken, aan welke het Bestuur in de jaren 1922 en 1923 met het oog op hare toenmalige valuta-moeiliikheden de uitgaven van het Genootsehap voor den tijd van vijf jaren em niet had toegezegd, waren er bij den aanvang van 1928 nog twee overge- bleven, voor welke de gunsttermijn thans was afgeloopen. Wij hebben den beheerders dier boekerijen daarvan doen kennis geven en hun de gelegenheid geboden, zooals dat aan de anderen al eerder was gedaan, door het zich laten insehriken in de lijst der gewone leden van het enootsehap hunne bibliotheken tegen betaling der jaarlijksehe contributie in het bezit onzer uitgaven te stellen. Een hunner heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt; de andere had voor zjjn boekerij reeds eon anderen weg gevonden, waarlangs hij zich die uitgaven kon verwerven. Bipage B, de lijst der binnen- en buitenlandsche be- trekkingen van het Historisch Genootsehap, telt, in verband met het bovenvermelde nieuwe ruilverkeer met de ver- eeniging te thans 130 nummers. De daarachter volgende Bijlage C geeft ditmaal weer alleen de opgave van de door schenking verworven aan- winsten onzer verzameling boeken en handschriften; eerst over twee jaar maken wij haar weer vollediger door de opgave van het langs den weg van het ruilverkeer ver- kregene. Behoudeus de ook in bet verslagjaar weer vnt herhaaldelijk ontvangen schenkingen in handsel-11'M van den heer F. Vogels te 's-Gravenhage, vallen geen bijzondere geschenken aan onze Boekerij to vermelden. Het Leesgezelsehap, thans onder leiding van Mr. Haze- winkel, verloor in 1928 een van zijn filialen, dat to Groningen, maar groeide weer aan met een nieuwen tak to Breda. Bijlage D tot dit jaarverslag legt de meest bevredigende getuigenis of van zijn geldelijke aangelegen- heden. Als naar gewoonte kunnen wij niet hetzelfde zeggen aangaande wat die Wage verder leert over den finantieelen toestand van bet Genootsehap zelve. Bezien wij daartoe het daarin vervatte kasoverzicht van het Genootschap eens nailer. Wel is in het vorige jaar ten gevolge van de reeds zoo lang gewenschte, maar steeds uitgestelde ver- hooging van de jaarbijdrage der leden aan de zijde der ontvangsten het bedrag aan contribution van leden, groot f 8238.53, met ruitn f 1000 gestegen — over 1927 bedroeg die post I 7177.52 maar aan den kant der uitgaven zijn in vergelijking met het kasoverziebt over dat jaar, al bleef de drukkersrekening over het verslagjaar een kleine f 500 achter bij die van zijn voorganger, een aantal posten, als die van reiskosten, copieer- en vertaalkosten en honoraria, zoo aanmerkelijk gestegen de verklaring ervan vinde men verderop dat het saldo in kas op 31 Dec. 1927 a f 1978.355 een jaar later al geslonken was tot f 1143.595. In 1927 waren wij al ruin f 700 achternit gegaan ; in het jaar, waarover bet verslag loopt, bedroeg die achternitgang weer meer dan f 800: het vol- gende jaar zullen wij dna, indien het tempo zoo blijft, bijna, tekort komen en over twee jaren zal bet vverkelijk zooverzijn. En het tempo zal zeer zeker niet vertragen, aangezien. wij --en wederom verwbzen wij naar hetgeen bij de bespreking onzer publicaties zal gezegd worden verpliehtingen op ons hebben moeten nemen, die nog lang uitzonderlijk zwaar zullen blijven drukken men zal bet dus billijken kunnen, dat wij voor de volgende jaren het programma onzer werkzaamheden aanmerkelijk hebben beperkt. Aan het slot van onze finantieele besehouwingen over Ix 1927 in het vorige jaarverslag hebben wij uitvoerig be- richt over onze bemoeiingen ter zake van het mede door het (henootschap in het leven helpen roepen van een groep Nederland van het International Committee of Historical Sciences. Die groep is er thans en Naar bestuur is aan den arbeid getogen, maar zonder geldelijke bulp van buitenaf kan het niets bereiken. De nederlandsche Re- geering toonde zich, zooals to verwaohten was, bereid met subsidie to steunen, mite de geassocieerde lichamen niet achterbleven, en zoo hebben wij, gedachtig er aan, dat art. 3 50 van de wet van het Genootschap als can der doeleinden, waarnaar dit „met wettige middelen" streven mag, aangeeft: de bevordering van de historische studien in Nederland, en overwegende, dat bet Committee in zijn algemeenheid wel internationaal georieuteerd is, maar de groepen middelpunten van rationale wetenschap- pelijke werkzaamheid bedoelen to zijn, het geoorloofd geacht, nit de geldmiddelen van bet Genootscbap bij de oprichting dier groep een bedrag van f 250 in eens be- schikbaar te stencil en een jaarlijksehe bijdrage van f 100 toe te zeggen. IIet is eigenlijk we) wat smadelijk, aai, eon welvarend land als het onze, waar men gaarne prat gnat op zijn breed gespreide belangstelling in geestelijke dingen, een centraal lichaam als bet Historisch Geneot- sehap niet alleen bezwaarlijk dergelijke geringe uitgaven doet, maar zelfs nog zich moet afvragen, of het er wel toe gerechtigd is. Bijlage E bevat het verslag der werkzaamheden in 1928 van de Commissie voor den Historischen Atlas van Nederland. Op 11 April 1928 kwamen in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht de leden van bet Genoot- schap voor den 13den keer in algemeene vergadering bijeen. Voor het daar verhandelde mogen wij gevoegelijk verwijzen naar het reeds in het najaar aan de leden rondgezonden Verslag dier bijeenkomst. Het gebruikelijke getal vragen om inlichtingen uit binnen- en buitenland, dat weer inkwam, trachtten wij zoo goad mogelijk to beantwoorden, indien wij geen aanleiding X vonden, de vragers direct to verwijzen naar de bronncn, waaruit zij zelf kunnen putten. Somtijds hadden de vragen, die men tot ons richtte, een humoristische zijde, wat natuurlijk geen aanleiding behoefde to geven, om er niet op to antwoorden. Jets antlers wordt het, wanneer men, zooals wel vaker gebeurd is, van Amerikaansche zijde met allerlei vragen omtrent min of nicer hypothetisehe nederlandsche voorouders ons aan boord komt, zelfs indien men met het oog op het antwoord een amerikaansch kwartje insluit ! Toen onze gewaardeerde medewerkster, Miss Irene A. 'Wright, ons wederorn mededeelde, dat zij bij haar onderzoek in Spaansche archieven niet steeds de gewenschte medewerking ondervond en in het spaansche parlement op on-welwillende en onjuiste wijze over den card en het doel van haar arbeid in die archieven was gesproken, vonden wij aanleiding ons tot onzen Minister van Buiten- landsche taken to wenden met het verzoek, dat langs den gebruikelijken, diplomatieken weg aan de spaansche regeering kennis zoude worden gegeven van ouzo ervaring, dat miss Wright geheel zonder commercieele bijbedoelingen wetenschappelijk werk van hoog gehalte pleegt te verrichten Veer zoover het mogelijk was, liet het Bestuur zich door eon zijner leden vertegenwoordigen of gaf het op andere wijze blijk van zijn belangstelling bij plechtig- of feestelijkheden, waartoe het uitgenoodigd was. Waar zulks bezwaarlijk zou gaan, als bij de viering van het 150-jarig bestaan van het Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen op 24 April des jaars, verzochten wij den landsarchivaris in Nederlandsch-Indic, bet lid van ons Genootschap Dr. E. C. Godee Molsbergen, zich bij de toen gehouden feestelijkheden met de vertegenwoordiging van het Historisch Genootschap te willen belasten. De heer GodOe Molsbergen gaf niet alleen met de meeste welwillendheid aan ons verzoek gehoor, maar deed ons na de viering uitvoerig daarvan verslag en van wat hij bij die gelegenheid als onze vertegenwoordiger had ver- richt. In de commissie tot voorbereiding van de huldiging bij gelegenheid van zijn 25-jarig hoogleeraarschap aan de Gemeentelijke Universiteit to Amsterdam van ons mode- bestuurslid Prof, Brugmans nam de 1stc Secretaris zitting. XI Hamel het feitelijk een gebeurtenis betreft, die tot de mededeelingen van het Bestuur over zijn werkzaaniheden in 1929 zal komen to behooren, zij nu reeds bier bericht, dat wij, in samenwerking met de Directie van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen en het Bestuur van de afdeeling Utrecht van het Alge- meen Nederlandsch lTerbond, ons bereid hebben verklaard, een plechtige herdenking van het sluiten van de Unie van Utrecht voor 350 jaren op 23 Januari 1929 voor te bereiden. Eenige malen wederom moesten wij aanvragen om subsidie, die ons bereikten, ter zijde leggen. Indien wij evenwel eenmaal van den regel, dien wij ons gesteld hebben, zijn afgeweken, verdient dit wellicht eenige ver- klaring. Toen ons namelijk de mededeeling bereikte, dat het Geineentebestuur van Utrecht, dat voornemens was bij gelegenheid van de bovenvermelde Unic-viering op plechtige wijzen den dan geheel herstelden Domtoren na 27 jaren weer open to stollen, pogingen aanwendde, am uit de kringen van de burgerij Belden bijeen to brengen voor het inrichten en versieren van de fraai gerestan- reerde Michaels- en Egmond-kapellen in dien toren en van het daarnaast verrezen ontvanggebouw, teen hebben wij ons berinnerd, dat het Historisch Genootschap voor bijna 85 jaren ontstaan was uit een plaatselijk Oudheid- kundig Gezelschap, en gemeend to handelen in den geest onzer voorvaderen, door uit de kas van het Genootschap voor het beoogde en door ons toegejuichte doel cen be- scheiden bedrag besehikbaar to stellen en de leden in Utrecht en naaste omgeving uit to noodigen, individueel door hunne bijdragen ons in staat to stellen onze feest- gave te vergrooten. Met ingenomenheid maken wij gewag van de daarbij ondervonden daadwerkelijke belangstelling. Het programma voor 1928, dat wij in ons vorig jaar- verslag uiteenzetten, hebben wij geheel overeenkomstig ons voornemen kunnen afwerken. In het voorjaar hebben wij het 49ste deel der Bijdragen en Mecledeelingen en tegelijk daarmede het bundeltje Bijdragen tot de Ge- sehiedenis der Nederlandsehe Klarissen en Tertiarissen XII voor cl e Hervorming, uitgegeven door den hoer David de Kok, in het licht gezonden en na de groote vacantie, nog Quist voor den herdenkingsdag van de vermeestering van de Zilvervloot, geschiedde hetzelfde met de uitgave van den heer S. P. l'Honore Naber en Miss Irene A. Wright, Piet Ileyn en de Zilvervloot, bescheiden uit 1Vederlandsche en Spaansche archieven bijeenverzameld, waar wij nog het Verslag van de op 11 April 1928 gehouden Algemeene Vergadering der leden van het Genootschap konden bijvoegen. Sedert het verschijnen van de publicatie, be- treffende Piet Heyn en de Zilvervloot, zijn wij doende geweest, door bemiddeling van Miss Wright en op haar verzoek, de mogelijkheid van verkoop van het werk in Spanje to onderzoeken, zonder veel resultaat tot nu toe. Aan haar en den hoer i'llonor6 Taber, alsmede aan Prof. Van Dam to Amsterdam, die de spaansche stukken voor ons vertaald had, boden wij een bronzen afslag van den herinnerings-penning aan, die ter gelegenheid van de her- denking van het wapenfeit der Zilvervloot is geslagen. In het jaarverslag over 1927 hadden wij to berichten, dat aan Dr. II. J. Smit was toegezegd, dat wij in 1928 zouden overwegen, of wij het tweede deel van zijn Bekeningen van de graven en gravinnen uit het Ilene- gouiviche huis 2ouden kunnen ter perse leggen. Niet alleen hebben wij die toezegging gestand gedaan, maar in overleg met onzen medewerker, die inmiddels zijn kopij compleet had ingezonden, in den zomer die ter perse gelegd en op het oogenblik, dat wij dit verslag vaststellen, is het werk reeds geheel afgedrukt, zoodat het met het deel der 13ijdragen en Mededeelingen, dat met dit verslag opent, zal kunnen verzonden worden. Meer zullen wij in het jaar 1929 dan niet van onze pers doen komen ; de zware lasten, die een andere uitgave, waarover nader, op onze geldmiddelen zal gaan leggen, dwingt ons tot deze beperking. Wanneer dan in het voorjaar die pers vrij zal zijn, zal aan Prof. Brugmans de reeds zoo lang door horn gezochte gelegen- heid geboden worden, om het eerste deel van de Corre- spondentie van Leycester to doen drukken. Aangezien ons medebestuurslid en uit den aard der zaak op gesteld is, de twee deelen, die deze uitgave zal beslaan, achter elkaav XIII te doen afdrukken, voordat hij zich aan het stellen van zijn inleiding zal kunnen gaan zetten, zal het nog een geruimen tijd duren, v66r de Correspondentie van Leycester, die reeds z6Ovele jaren onze aandacht vroeg, het licht zal zien. Het zal dus zaak zijn oin te zorgen, dat in 1930 een andere uitgave voor verzending gereed zal zijn, waarvan de druk dan nog in 1929 een aanvang zal moeten nemen. Op het oogenblik zijn wij met een van onze medewerkers daar- over in bespreking. Tot zoover over de naaste toekomst. Het zij ons thans vergund, het een en ander te gaan mededeelen over een aantal uitgaven, die in min of meer vergevorderden staat van voorbereiding verkeeren. Aller- eerst dan over de Correspondance de Marguerite de Panne, waarmede wij in het verslagjaar ons weer vele malen hadden bezig te houden. Onze laatste mededeelingen, bet vorige jaar, over deze uitgave betroffen het nieuwe rapport, dat Dr. Enno van Gelder na zijn bezoek aan het Koninklijk Archief te Brussel had ingediend en waarin hij een in vergelijking met zijn inzichten van het najaar van 1927 wel gewijzigd, maar in hoofdzaak meer beperkt plan van uit- gave aan ons oordeel had onderworpen. Aangezien het nu geen zin heeft op die inzichten, die in verband met ziju bezoek aan Brussel een ietwat anderen vorm hadden nangenomen, thans nog nailer terug te komen, moge hier nu een overzicht volgen van het plan van uitgave, zooals zich dat thans blijkens dat nieuwe rapport bij Dr. Van Gelder ontwikkeld had. Het was hem dan bij zijn onderzoek te Brussel ge- bleken : 10. dat de zgn. brief-groepen. (hiermede worden bedoeld de brieven van Margaretha aan andere personen dan Philips TI, die in de uitgave, zooals eerst Dr. Theissen en daarna Dr. Van Gelder zich die gedacht hadden, een afzonderlijke plaats zouden hebben ingenomen) slechts zeer onvolledig door Bakhuizen van den Brink waren afgeschreven en dat de vereischte aanvulling hiervan alieen al nit de Brusselsche archieven veel meer tijd en moeite zouden kosten, dan hij daaraan zou kunnen be- steden en 2°. — en dit was eigenlijk van het meeste belang dat in het Brusselsche archief een zeer groot aantal brieven van Margaretha aan den IC-oning voorkomen, XIV die niet door Van den Brink waren afgeschreven tezamen besloegen die ± 250 folio bladzijden, waarvan twee derden bestaan uit lettres de finances. Dr. Van Gelder was nu van meening geworden, dat eerst de uitgave der corres- pondentie van Margaretha met den Koning moest worden herzien en volledig gemaakt, ook door het zooveel mogelijk daarbij opnemen van de brieven, waarvan de Landvoogdes aan den Koning een afschrift liet toekomen, tegelijk met haar eigen brief aan dezen. Het onderzoek hiervan zou zich moeten uitstrekken over de jaren 1559-1567, dus ook over de reeds door Gachard uitgegeven deelen, en moeten geschieden to Brussel, Weenen en Napels (in Parma waren blijkens den inventaris van Van der Essen Been brieven van Margaretha aanwezig) en mogelijk ook te Besancon. Bij dit alles moest gezocht worden naar de meest oorspronkelijke lezing der brieven; te Weenen en te Napels moeten nl. brieven zijn, die Bakhuizen van den Brink slechts naar een copie had kunnen afschrijven. Voordat dit nadere rapport in de voorjaarsvergadering van het Bestuur in pleno in behandeling kwam, hadden Voorzitter en 1ste Secretaris een onderhoud gehad met Dr. Van Gelder, waarin het navolgende werkplan werd besproken. In zijn woonplaats Breda, waarheen de docu- menten nit Brussel zouden kunnen worden opgezonden, zou de heer Van Gelder zich bezig houden met het eopieeren van de brieven, die niet bij Gachard en Theissen zijn uitgegeven, voorzoover die brieven te Brussel in minuut of gelijktijdig afschrift aanwezig zijn waren 7,jj alleen in eon later afschrift aanwezig, dan zou het bestaan daarvan worden aangeteekend, maar met bet afschrijven gewacht, totdat gebleken zou zijn, of elders een meet oorspronkelijke lezing aanwezig was. De door Dr. Theissen uitgegeven brieven zouden met den besten tekst der origineelen worden gecollationneerd en, indien dit noodig zou blijken, ook die, door Gachard gedrukt. In den zomer van 1928 zou dan Dr. Van Gelder een bezoek brengen aan het archief te Weenen, in dien van 1929 aan dat te Napels, terwijl hij telkens, als hij daartoe de gelegenheid zou vinden, zijn onderzoek te Brussel zou voortzetten. Eerst na afloop van het geheele onderzoek, als het ge- IV Wonnen materiaal zou zijn overzien en gesorteerd, zou het dan mogelijk zijn, een gedetailleerd plan van uitgave voor te leggen en den omvang er van te berekenen. De opzet van de uitgave zou dan echter deze zijn : een zoo vol- ledig en nauwkeurig mogelijke uitgave van de Correspon- dance frangaise de Marguerite de Panne avec le Roi. In de algemeene bestuursvergadering van het voorjaar nu hebben wij dit alles nauwgezet nagegaan, bet voor en tegen van het plan van Dr. Van Gelder ter dege overwogen, ge- constateerd dat wij, door zijn denkbeeld te volgen, af- wijken — nu dit onverhoopt noodza,kelijk is gebleken — van het nog in het vorige jaar 1927 uitgesproken voor- nemen, om de voortzetting van de uitgave te baseeren op de beschikbare afschriften van Bakhuizen van den Brink, en ten slotte hebben wij besloten, om den weg te volgen, (hen Dr. Van Gelder ons voorstelde te gaan. Wij kunnen nu verder in deze aangelegenheid ons tot de hoofdzaken van hetgeen daarna besproken en gedaan is bepalen. Reeds in den aanvang van het jaar hadden wij over de zaak in quaestie een schrijven ontvangen van den heer Van Alfen, waarin deze ons zijn inzichten over hetgeen hem ten aanzien van de voortzetting der Parma- uitgave noodzakelijk en gewenscht voorkwarn rnededeelde, wien wj konden antwoorden, dat de door hem geopende gezichtspunten ook onze aandacht hadden. In den zomer vertrok Dr. Van Gelder naar Weenen, nadat wij tevoren nog weer een onderhoud te -Utrecht met hem hadden ge had ; hij hield zich daar ongeveer drie weken met archief-- onderzoek ter zake onzer uitgave bezig en diende na zijn terugkomst een derde rapport bij het Bestuur in, dat deze aangelegenheid weder een stap nader tot hare op- lossing braeht. Belanglk werd het toch geacht, dat hem o.a. gebleken was, dat de copieen van Bakhuizen van den Brink minder onnauwkeurig waren, dan aanvankelijk ge- meend was ; verheugend was ook zijn mededeeling, dat ten Blotto de uitgave minder los van Van den Brink's pa ren zou komen te staan dan na zijn tweede rapport has moeten vermoed worden, terwijI tenslotte ons een lijst werd overgelegd van de brieven, die niet in die papieren werden aangetroffen en ook niet elders gedrukt zijn. XVI Ten slotte zij nog medegedeeld, dat Coen het noch to Brussel noch to Breda mogelijk ;Week iemand te vinden, die, ter besparing van den tijd van onzen medewerker, in staat was, voor hem uit de registers ,,Correspondance en matiere de finances", die te zijnen behoeve uit Brussel Haar Breda waren gezonden, de noodige copieen to waken, wij die voor hem door een ainbtenaar van het Rijksarchief in Utrecht hebben laten vervaardigen ; en dat met het oog op de reis van Dr. Enna van Gelder in 1929 naar Nape's reeds overwogen is, in hoeverre voor de voor- bereiding van zijn onderzoek aldaar gebruik zou gemaakt kunnen worden van de goede diensten van het Nederlandsch flistorisch Instituut te Rome. wij hebben bij uitstek lang bij den stand der voorbereiding van de voortzetting der Parma-uitgave stilgestaan, maar meenen dit to kunnen rechtvaardigen door het belang, dat wij er aan hechtten, om deze publicatie, waaivoor wij, zooals men weet, een regee- ringssubsidie hebben genoten, na de er op uitgeoefende kritiek, zoo good, als menschelijkerwijs gesproken mogelijk is, voort te zetten. Dat intusschen deze uitgave, ook af- gezien van dat subsidie, zware lasten op de geldmiddelen van het G enootschap legt en nog zal blijven leggen, zal men na het meegedeelde wel willen aannemen. Over de verdere werken in voorbereiding kunnen in vergelijking met het bovenstaande, kort zijn. Het vorige jaar hebben wij reeds kunnen mededeelen, dat de kopij van het eerste deel van de Bentinck-uitgave — hoe- wel niet gebeel persklaar — in ons bezit was gekomen, doch dat wij nog wachtten op het overzicht van den in- houd van het tweede deel, dat ons reeds voor lang door de bewerkers, de hoogleeraren Geyl en Gerretson, was toegezegd en waarvan wij eerst kennis wilden nemen, voor er over den druk van het eerste kon gesproken worden. Inmiddels was ons gebleken, wat ook reeds ten vorige jare medegedeeld is, dat bij de uitgevers zich denk- beelden hadden gevestigd omtrent den omvang van deze publicatie, die niet de onze waren en ook in strijd bleken met de vroeger daarover gemaakte afspraken. Mondelinge overleggingen met de beide heeren hebben nu in het voorjaar in deze aangelegenheid verheldering gebracht. ifeewel de besokikbare stof zeker ° nem een 'aantal dee4ea zou kumen kwamen madstzij hunne mendiling _ant woorstellen later telniftelijk hadden bevestigd en toegelicht, tot de hernieuwde afspraak van een ontrvancr van twee ,deelen, doch, in afwiking van den vroeger doelden inhoud der uitgave, slechts amvattende den tijd Tan Bentincks leven tot 1751, dus totilendood van Willem IV. Wel hebben wij nog een oogeeiblik overwogen, cmi op het voorstel der heeren Crey1 en Gerrotson een amendement voor te stellen, in then zin, dat dam nog een aerie deel den tiji tot Bent:lucks dood in 1772 eon vol -Timken, rnaar eenerzijds vreesden wij, dat de beschik,bare,stof over de jaren 1751-1772 niot in een deel — en verder wilden wij in geen geval gaan zou kunnen warden saamgeperst, en andererzijds ook waren wij van meening, in den geest der uitgevers te handelen, indien wij niet voor meer clan voor den duur van twee deelen be- slag op hun tjd en belangstelling zouden leggen. 13ij linnne bovengenoemde, schriftelijke uiteenzetting was een overzicht gevoegd van de soort van stukken, die zb in het tweede deel weneehten op te semen ; wtij wensohen er nog eens op to wijzen, dat wij den eisch mogen blij-ven stellen, het globaal overzielit van den werkelticen inhond van het deel .te moo-en ontvangen, waarom reeis .eenige malen hadSen gevraagd. Wij zOn er even.wel .van overtaigd, dat nu de besprekingen weer monde spoedig -dit overlicht sullen ontvangen. Echter hebben wij den -a.s. nitgevers moeten doen weten, dat van den druk voorloopig nog geen SprAre rat kunnen zijn, zoowel in erband mot den stand outer finantign als met het titog op andere nitgaven, waarran de voorbereiding in een .vertter gevarderd stj vorkeert. iroorts ,outirisgen wjj in hot afgelloorpei jaar vaei oize modeftrkster, Mies Irene A. Wright te gehttl persictaar ees lijvigen bundol stukken, botreffende de &den der Netiorlanders in do Oaraibische zee venal het jaar 1,621 tot 1641, nadart zi.j reeds ee develeide kopil in eon voodoospige redaotie had toegezonaten. Wat vrt reetioin oala viol* cat vertilag ale vermeedel#k hebben naosten ireforatiten, hebilmn wi oaf haw thane ale Iffiterheill Bijdr. en Medea. L. it XVIII doen weten : dat er nl. vooreerst van den druk nog geen sprake kan- zijn. Intussehen is het bezwaar niet zoo heel groot, want Miss Wright wist dit vooruit en zelf willen we de publieatie eerst nog wel eens nauwkeurig onder de lens nemen met het oog op mogelijke aanvulling uit nederlandsehe bronnen. 'Van Prof. Oppermann werd vernomen, dat hij in den zomer van 1928 de door hem voorgenomen rein naar Londen had kunnen ondernemen met het oog op zijn arbeid aan den herdruk der Annales Egmundani. Verder berichtte hij ons, dat die arbeid inmiddels flink was opgeschoten. Op zijn denkbeeld, om met het oog op de vermoedelfik hooge kosten, die de voorgenomen herdruk met zich zal brengen, de uitgave s to doen overnemen door de Commissie voor 's Rijks Geschiedkundige Publieatien, terwij1 dan het Ilistorisch Genootsehap een eenvoudige handuitgave zou bezorgen, wenschten wij niet in te gaan. Het Genootschap heeft indertijd de eerste editie bezorgd en zou, nu do gelegenheid zich voordoet een nieuwe uitgave, geheel naar den stand der huidige wetensehap bewerkt, in het light to zenden, zich de eer daarvan ongaarne laten ontgaan. Over bet Verbaal door Johannes van den !Bosch van zijn werkzaamheden als Commissaris-Generaal der Neder- landsch-West-Indische bezittingen, waarvan reeds in het verslag over 1927 werd bericht, hoorden wij in het ver- slagjaar niets, maar in den aanvang van 1929' zond:Mr. De Gaay Portman zijn kopij in, die thans bij ons in nader onderzoek is. Wat wij -in het vorige jaarverslag over Dr.' Heeringa's bedoelingen ten aanzien van den druk van: het tweede deel der Bisschoppekiike reiceningen van UtrechCsehreven, kunnen wij bier slechts herhalen ; wij hebben alleen nog steeds geen beroep op zijn inedewerking behoeven te doen. Ten aanzien van het ten vorige jare aangeroerde denk- beeld, dat nog slechts in vage lijnen voor ons stond, van een uitgave van arehivalia, betrekking hebbende op den isten Engelsehon zeeoorlog, kunnen wij thans ten miuste beriehten, dat de geleerde, die bedoelde stukken 'net het oog op zijn studien heeft bijeenverzameld, bereid III is gevonden zijn aanteekeningen of te staan aan het Genootsehap, dat daar dan een bevoegden bewerker voor zal dienen, te zoeken, aangezien onze milde gever zelf tot een uitgave niet bereid is. De in het vorige jaarverslag uitgesproken hoop, dat wij over 1928 iets zouden te beriehten hebben over onze plannen ten aanzien van russische archivalia, is ijdel ge- bleken. Wel werd te dezer take eenige correspondentie ge- voerd en gewerden ons van belangstellende zijde eenige aan- wijzingen, maar het betrof nog steeds niet wat wij bedoelden, nl. op de hoogte gesteld te worden van bescheiden, die ter toelichting kunnen dienen van de russisch-nederlandsche betrekkingen in vroeger eeuwen, die, in het russisch uit- gegeven, hier te lande du.s weinig de aandacht zouden hebben getrokken en die wij, in het nederlandsch vertaald, opnieuw zouden kunnen uitgeven. Niet buitengewoon groot was het aantal der kleine bijdragen, dat in 1928 voor de Bijdrctgen en Mededeelingen werd aangeboden, en onder die, waarvan hieronder nu nog met een enkel woord sprake zal zijn, zijn er ook nog enkele, die den lezers van dit verslag reeds van bet vorige jaar bekend zullen zijn. Zoo hebben wij van de trans hieraehter volgende bijdragen van Dr. De Haas, van Dr. Brunner en Dr. Pot reeds het vorige jaar aangekondigd, dat zi.j in ons bezit waren of spoedig zouden zijn. In den loop van het jaar hielden wij met de uitgevers dezer bij- dragen nog eenige gedaehtenwisseling, betreffende in hunne stukken aan te brengen wijziging, aanvulling of beperking. Nieuw daarentegen zijn ons in 1928 aangeboden de in dezen jaarbundel opgenomen bijdragen van ons mede- bestuurslid Van Schelven en van Dr. Obreen, die de serie 13de eeuwsche oorkonden betreffende Zeeland wederom met een reeks voortzette, en van de heeren Jansma en Van Malsen, met elk van wie wij ook weer eenige be- sprekingen te voeren hadden, voor hunne bijdragen ter perse konden worden gelegd. Niet steeds evenwel hebben de, met andere belangstellenden gevoprde onderhandelingen aanstonds tot aanneming van de door hen aangeboden bijdragen geleid, al verwaehten wij van een enkele daarvan, XX dat dit nog het volgende jaar het geval zal kunnen zijn. Zoo b.v. met die van den Licentiat Klugkist Hesse te Fiber- fold, die een groot aantal brieven van MensolAlting ter pnbli- catie aanbood, maar wien ingewonnen advies, in overweging hebben gegeven,'de uitgave daarvan te be- perken tot een aantal met name genoemde brieven, die ons uit de collectie het belangjkst schenen. Dr. Briinner, die gedurende het versla.gjaar de aandacht van bet Bestuur vestigde op een handschrift uit het Britsch Museum, be- vattende een brief nit het jaar 1564 aan den graef van Oostfriesland van de hand van een Engelschman,vermoedelijk nit regeeringskringen, over den -economisehen toestand der Nederlanden vOOr het begin van den 80-jarigen 'ootlog, ontwikkelde in zijn plan -van uitgave het voornemen, aan den brief een uiteenzetting van ons bandelsverkeer ge- durende de jaren 1559-1564 te doen voorafgaan, vat ann- leiding gaf zijn voorstel in nadere overweging te houden, omdat wij meenden, dat de publicatie op doze '-wijze:Wat topzwaar zou worden en bovendien door bet omvangrijk apparaat, dat hij Zich voorstelde ten behoove dier inleiding bijeen to brengen, corder eon klein deel der 'Werken scheen te kunnen vullen dan geschikt to zijn voor opneming in de Bijdragen en Mededeelingen, zoodat wij deze nan- gelegenheid in de eerstvolgende algetneene vergadering-van het Bestuur zullen,moeten brengen. Intussehen, Dr. Brunner meende eerst op het einde van het jaar 1933 gereed te zullen zijn, zoodat met het nemen van een besluif ;goon haast zal behoeven gemaakt to worden, daar wij, zooals bekend is, over het al of niet opnemen eerst dan beslissen, als een .uitgave, geheel persklaar, in onze handen is. De ten vorige jam wederom vermelde onderhandelingen metde heeren Bonricias en Van Dijk over de uitgave van reke- ningen van de bijdragen van 'Delftsche burgers aan de kosten van den opstand zijn in 1928 niet verder gekomen. Tot ons leedwezen is sedert dien de leer Bouricins over- leden ; mogelijk zal het ons gelukken, met zijn mode- worker de besprekingen weder aan to knoopen. Fen paar maal evenwel konden wj het met', belang- stellende inzenders -van kleinere bijdragen niet eens worden. Fen geleerde, die (ins ter opneming een -aantal XXI stukken aanbood, die de wording van het maarschalks- ambt in het Sticht Utrecht toelichtten, nam na sehrifte- lijke en mondelinge gedaehtenwisseling zijn aanbod terug, nadat hem te kennen was gegeven, dat zijn bjjdrage ons eer eene verhandeling met bijlagen dan een bijdrage met het gebruikelijke apparaat toeseheen, terwijl over het belang dier bijlagen ook versehil van meening mogelijk was. Het is te hopen, dat wij over deze aangelegenheid later nog weer eons iets zullen hooren. Daarentegen moesten wij de opnerning weigeren van een aantal uittrek- sels uit de periodiek Nieelerrheinische Unterhaliungen uit 1786 en volgende jaren, beriehten bevattende over de troebelen in de Republiek bet betrof bier een reeds gedrukte bron en bovendien bleken de mededeelingen weinig of geen nieuws to bevatten. De beer Mikl6s, de hongaarsehe predikant, met wien wj reeds eenige jaren in bespreking waren. over de uit- gave van eon aantal brieven van landgenooten van hem aan nederlandsehe geleerden in de 17de en 18de eeuw, decide ons bij zijn al eerder aangekondigd en in het vorige jaar aan ons land gebracht bezoek mode, dat voor zijn brie-ven reeds in Hongarije zelf plaats had evonden, zoodat doze uitgaaf ens dus is ontgaan. Wanneer in bet bovenstaande over enkele uitgaven in voorbereiding, hetzij voor de if erken, hetzij voor de 'Wray en en lifededeelingen bestemd, niet gere,pt word, hoewel vorige jaarverslagen er wel jets over is mode- gedeeld, ligt dit hieraan, dat er in het verslagjaar geen beriehten over zijn binnen gekomen, terwij1 van een nanbioding, waarover een enkele maal in onze vergade- ringer' gehandeld is, hier ter plaatse nog niets is mode- 0.edeeld kunnen warden omdat de bedoelingen van onzen correspondent nog te weinig omlijnd schenen, om er thans reeds gewag van te kunnen maken. Het Bestuur van het Historisch Genootschap, G. W. KERNKAMP, Voorzitter. W. A. F. BANNIER, lee Secretaris. BIJLAGE A. NAAMLIJST DER LEDEN VAN HET HISTORISCH GENOOTSCHAP'). BESCHERMVROUW, HARE MAJESTEIT DE KONINGIN. BESTUUR. Dr. G. W. Kernkamp, Voorzitter. Mr. Dr. S. van Brake', Onder- Voorzitter. Dr. W. A. F. Bannier, Eerste Secretaris. Dr. C. D. J. Brandt, Tweede Secretaris. Dr. K. Heeringa, Penningnuester. Dr. A. Hulshof, Eerste Bibliothecarts.. Mr. II. C. Hazewinkel, Tweede Bibliothecaris. Dr. P. J. Blok. Dr. H. Brugmans. Mr. A. le Cosquino de Bussy. Mr. R. Fruin. Dr. I. H. Gosses. Dr. W. J. M. Mulder. Mr. Dr. N. W. Posthumus. Dr. A. A. van Schelven. 1) Bij deze lijst is aarigenomen de feitelijke toestand op i Januari 1929. — Adresveranderingen en andere correcties in deze lijst gelieve men te melden aan den "sten Secretaris kUtrecht, J. W. frisostraat 18). xxiv EERELEDEN. P. S. Alien, te Oxford. C. M. Andrews, to New Haven (Conn.). E. Baasch, te Freiburg 1. B. E. Baasch, te Freiburg 1. B. U. BerHite, te Maredsous. W. von Bode, to Berlijn. G. N. Clark, te Oxford. B. A. Cordt, te Kiew. J. Cuvelier, te Brussel. E. W. Dahlgren, te Stockholm. G. Edmundson, to St.-Raphael. R. Hapke, te Marburg a. d. L. E. Hubert, te Luik. J. F. Jameson, te Washington (D. C.). 0. Nachod, to Dresden. 0. Nachod, to Dresden. M. Philippson, te Berlijn-Wilmersdorf. H. Pirenne, to Gent. . H. Pirenne, to Gent. D. Schafer, te Berlijn-Steglitz. W. R. Scott, to Glasgow. H. Ritter von Srbik, to Weenen. Sir J. A. J. de Villiers, to Londen. H. Watjen, to Monster i. W. H. Watjen, to Monster i. W. E. Wrangel, to Lund. XXV GEWONE LEDEN f). Dr. C. J. K. van Aajst, te Hoevelaken. Dr. J. H. Adriani, te Utrecht. Dr. A. J. d'Ailly, to Amsterdam. C. H. van Aken, te Utrecht. Dr. M. 0. Albers, te Rotterdam. P. Albers, to Maastricht. B. Alkema, to Soest. J. Korthals Altes, te Rome (It.). Dr. M. A. van Andel, te Gorinchem. Mr. J. P. Fockems, Andrete, te Utrecht. Mr. L. J. van Apeldoorn, to Amsterdam. Dr. J. A. van Arkel, te 's-Gravenhage. Dr. P. V. Astro, to Baarn. Mr. J. baron d'Aulnis de Bourouill, te Utrecht. S. H. Azijnman, te Paramaribo (Suriname). Dr. T. Baader, te Nijmegen. C. W. H. Baard, to Amsterdam. Mr. C. Bake, te 's-Gravenhage. Dr. H. A. van Bakel, te Amsterdam. G. Bakker Wz., to Haarlem. H. J. Murray Bakker, te Zeist. *Dr. W. A. F. Bannier, to Utrecht. M. Barents, te Amsterdam. Dr. J. S. Bartstra, te Haarlem. Mej. Dr. F. E. J. M. Baudet, to Utrecht. Dr. E. D. Baumann, te Oosterbeek. *§Mr. A. J. de Beaufort, to Leusden. Mr. Dr. J. A. A. H. de Beaufort, to Leusden. Mr. J. F. de Beaufort, te Zeist. Dr. H. E. Becht, te Amersfoort. 1.) Leden-donateurs worden met een *, leden-begqnstigers met een § aangeduid. XXVI Dr. B. Becker. te Amsterdam. Dr. A. A. Beekman, te 's-Gravenhage, Jhr. Mr. F. Beelaerts van Blokland , te 's-Gravenhage. Jhr. Mr. W. A. Beelaerts van Blokland, to 's-Gravenhage. J. H. Been , to Brielle. Mr. N. Beets, te Amsterdam. Mr. J. Belonje, to Alkmaar. Mr. N. de Beneditty, to Amsterdam. Dr. J. F. Bense, te Arnhem. G. J. G. C. graaf van Aldenburg Bentinck, to Amerongen. P. F. L. C. Lach de Bκre, to 's-Gravenhage. Dr. J. Berg, to Amsterdam. E. J. J. van Bergen, te 's-Gravenhage. Mr. Dr. L. J. H. Hijmans van den Bergh, to Rotterdam. H. B. Berghuys, to Utrecht. Dr. J. Bergsma, te Paterswolde. Dr. J. W. Berkelbach van der Sprenkel, te Arkel. W. van Beuningen, te Utrecht. W. M. Beyerinck, to Zeist. * Dr. J. P. de Bie, te 's-Gravenhage. Mr. W. Roosegaarde Bisschop, te Londen (E.). G. C. van Balen Bianken, te Bovencarspel. Dr. F. Blauwkuip, te Drachten. Mr. A. S. de Blecourt, to Leiden. Dr. P. J. Blok, to Leiden. W. Blommaert, to Stellenbosch (Z.-A.). * J. H. Blum, te Domburg. Dr. J. Boeke, te Utrecht. Dr. G. J. Boekenoogen , te Leiden. J. T. Boelen , te Amsterdam. Mr. F. C. M. Boenders, te Utrecht. p. Boer, to 's-Gravenhage. XXVII Dr. M. G. de Boer, te Amsterdam. Dr. K. H. Boersema, to Leiden. Dr. C. W. T. baron van Boetzelaer van Dubbeldarn, te De Bilt. Dr. J. Bohatec, te Weenen (0.). Dr. U. P. Boissevain , te Amsterdam. Dr. H. Bolkestein , te Utrecht. Dr. M. Bollert, te Dresden (D.). Dr. A. BOmer, te Munster i. W. (D.). Jhr. P. J. Boogaert , te Middelburg. Jhr. Mr. J. W. M. Bosch van Oud-Amelisweerd, to Utrecht. Dr. S. P. E. Boshoff, te Potchefstroom (Z.-A.). Dr. P. R. Botha, te New-York (N.-Y.) (U. S. A.). C. Graham Botha, te Kaapstad (Z.-A.). Mej. M. H. Bottenheim, te Amsterdam. Mr. L. G. N. Bouricius , te Rijswijk (Z.-H.). Dr. G. A. Boutelje, te 's-Gravenhage. M. ten Bouwhuys , te Utrecht. Dr. H. Bouwman, te Kampen. Dr. H. Bouwman, te Utrecht. Mr. Dr. S. van Brakel , te Utrecht. J. A. Brakman, te 's-Gravenhage. Dr. G. A. Brands, te Haarlem. Dr. T. Brandsma, te Nijmegen. Dr. C. D. J. Brandt, te Utrecht. Dr. A. A. Bredius , te Monte Carlo (M.). Mej. Mr. G. H. C. Breesnee, te 's-Gravenhage. Jhr. Mr. Dr. J. R. Clifford Kocq van Brengel, te Driebergen. Dr. J. N. Bakhuizen van den Brink, te Winterswijk. D. A. Brinkerink , te Arnhern. G. Brinkhuis, te Utrecht. Dr. H. D. van Broekhuizen, te Pretoria (Z.-A.). Dr. C. Broekemit, te Utrecht. A. Brom Jr., te Utrecht. xxvin E. Brom, te Utrecht. J. A. Brouwer, to Groningen. Mr. J. a Brouwer Niihoff, to Utrecht. § Dr. H. Brugmans, te Amsterdam. Dr. I. J. Brugmans, te Amaterdaan. Dr. W. de Bruin, te Rotterdam. Mej. C. E. C. Bruining, to .'s-Gravenhage. Dr. L. Brummel, te 's-Grtwenhage. Dr. E. C. G. Briinner, te Utrecht. Dr. M. Bruijel, te Haarlem. H. _de Buck, te Groningen. Dr. G. J. Buitenhof, te Overveen. Mr. W. R. Buena„ to Marssum (bij Leeuwarden). § Mr. A. le Cosquino de Busy, te Amsterdam. W. J. J. C. BijleTeld, te Leiden. Mr. R. Bijlsma, te 's-Gravenhage. Dr. A. W. Bijvanck, to Leiden. Mr. A. J. L. van Beech Calkoen, te '$-Gravenhage. Dr. J. R. Callenbach, te Rotterdam. Dr. R. J. Castendijk, to Schiedam. Dr. J. Spinossa Cattela, to Arnhem. C. N. Cazaux van Staphor&t, to 's-G-ravenhage. Dr. P. H. van Cittert, to Utrecht. Mr. R. P. Cleveringa, to Groningen. Dr. A. A. Cense, to Batavia-Weltevreden (N.-I.). §Dr. H. Cohen, to Rotterdam. Mr. Dr. L B. Cohen, to Groningen. Dr. H. T. Colenbrander, to Leiden. H. Colijn, te 's-Gravenhage. Mr. A. Cornelissen, te Nijmegen. Dr. J. D. M. Cornelissen, to Rome (It.). Dr. H. P. Coster, to Groningen. Mej. M. M. Couvee, to Arnhem. H. T. Cox, to Amersfoort. XXIX A. van Ourijck van der Crab, te Pftrijs (1.). Dr. J. A. Cramer, to Utrecht. C. C. A. Croin, te Dordrecht. *G. E. C. Crone, te Amsterdam. Dr. C. F. A. van Dam, te Amsterdam. H. H. van Dam C.Hz., te 's-Gravenhage. W. E. van Dam van Isselt, te 's-Gravenhage. M. P. M. Daniels, te Nijmegen. Dr. G. Das, te Arnhem. F. Oudschans Dentz, te 's-Gravenhage. Dr. J. Denuce, te Antwerpen (B.) K. Derks, te Nijmegen. C. S. Dessing, te Amsterdam. Mr. P. Dielemma, te Middelburg. Dr. J. G. van Dillen, te Amsterdam. P. J. Dobbelaar, te Brielle. Dr. J. C. van der Does, te Amsterdam. Mr. T. F. J. A. Dolk, te Delft. C. P. J. Dommisse, te Maassluis. Mr. Dr. A. van Doorninck, te 's-Grarenbage. N. J. M. Dresch, te Alkmaar. R. H. Driessen, te Maarssen. J. M. Droogendijk , te Rotterdam. Mej. Dr. S. W. A. Drossaers, te 's-Gravenhage. Dr. Y. Z. Dubosq, te Amsterdam. Mej. Dr. J. J. van Dullemen, te Utrecht. Mr. V. H. L. Dummilin, to Vught. H. Dunlop, te Voorbnrg. H. J. M. Ebeling, te 's-Hertogenbosch. Mr. C. C. D. Ebell, te 's-Gravenhage. Mr. T. G. van Eck, te 's-:Gravenhage. Dr. W. van Eeden, te Delft. Mr. C. P. van Eeghen, te Amsterdam. S. P. van Eeghen, te Amsterd'ain. XXX Dr. A. Eekhof, te Oegstgeest. A. G. A. van Eelde, te Amsterdam. Mevr. M. L. H. Eerdbeek—Claasen, te Katwijk a. d. Rijn. Mr. J. Eggen van Terlaan, te Bonn (D.) Mr. F. J. D. C. Egter van Wissekerke, te Brielle. Mr. J. A. Eigeman, te Rotterdam. Mej. C. Elderink, te Enschede;. Dr. J. E. Elias , te Zeist. Dr. S. Elzinga, te Haarlem. W. F. Emck, te Gorinchem. M. van Empel, te Middelburg. Mr. J. T. Endtz, te Utrecht. Dr. S. P. Engelbrecht, te Pretoria (Z.-A.). Jonkvr. C. Engelen, te Zutphen. Dr. D. T. Enklaar, te Breda. Mr. Dr. J. P. van Erk, te Blaricum. P. A. Euwens, te Willemstad (Curacao). G. A. Evers, te Utrecht. Mr. J. C. A. Everwijn , te Amsterdam. Dr. G. W. Eybers, to Graaff Reinet (Z.-A.). Jhr. Mr. Dr. W. J. M. van Eysinga, te Leiden. Mr. Dr. J. Wackie Eysten, te Aerdenhout. Jhr. E. K. G. Falck, te 's-Gravenbage. Mr. P. J. van der Feen, te Domburg. Mr. H. D. Feenstra, te Amsterdam. P. Feenstra Jr., te Amsterdam. Jhr. Mr. C. Feith, to 's-Gravenhage. Mej. Dr. D. A. Felix, te Domburg. Dr. F. H. Fischer, te Amsterdam. F. C. Fleischer, te Utrecht. Mr. G. van der Flier, te Utrecht. Mr. R. A. Fockema, te Baarn. Mr. T. H. Fokker, te Rome (It.). Nr. B. de Gaay Fortman , te Amsterdam. XXXI Dr. D. Franses, te Nijmegen. Mr. J. Frima, te Amersfoort. Mr. R. Fruin, te 's-Gravenhage. Mevr. W. Fruin-Mees, te Batavia-Weltevreden (N.-I.). Mej. Dr. W. P. Frijlinck, te Amsterdam. A. A. Ganderheyden , te Hilversum. Mr. B. J. Lintel() baron de Geer van Jutphaas, te Utrecht. H. P. Geerke, te 's-Gravenhage. E. T. Geesink, te Utrecht. J. Geesink, te Zwolle. C. C. de Gelder, te 's-Gravenhage. Dr. J. J. de Gelder, te Oegstgeest. Dr. H. A. Enno van Gelder, te Breda. Dr. C. Gerretson, te Utrecht. Mr. J. Gerritzen, te 's-Gravenhage. Dr. P. C. A. Geyl, te Londen (E.). Mej. Dr. H. C. M. Ghijsen, te Domburg. Dr. S. F. N. Gie, te Stellenbosch (Z.-A.). Dr. J. B. F. van Oils, te 's-Gravenhage. Dr. P. J. M. van Oils, te Roermond. Dr. H. Fievez de Malines van Ginkel, te Batavia-Welte- vreden (N.-I.). Dr. J. van Ginneken , te Nijmegen. H. A. van Goch, te Amsterdam. Dr. H. Goebel, te Kolberg (D.). G. J. de Goede, te Wijdenes. Dr. T. Goedewaagen, te Utrecht. Dr. W. G. Goeters, te Bonn (D.). G. Gonggrijp, te 's-Gravenhage. Dr. T. J. A. J. Goossens, te Tilburg. Mr. Dr. L. J. C. van Gorkom, te 's-Hertogenbosch, Dr. A. Goslings, te Amsterdam. Dr. I. H. Gosses, te Groningen. S. Gouda Quint, te Arnhem. XXXII w. Graadt van Roggen, te Utrecht. Mr. J. Hooft Graafiand, to Utrecht. Jhr. Mr. P. H. Hooft Graafland, te Utrecht. Mej. Dr. C. C. van de Graft , te Utrecht. Jhr. Mr. D. P. M. -Grastivinckel, te Arnhem. Mr. Dr. J. H. P. M. van der Grinten, te Nijmegen. H. G. van Grel, te Vlissingen. Dr. C. Hofstede de Groot, te 's-Gravenhage. Mej. G. Grosheide, te Amsterdam. Mr. J. M. Giilcher, te 's-Gravenhage. Mej. E. Weggernan Guldemont, te Brussel (B.). J. W. Gunst, te Oegstgeest. Jhr. Mr. N. C. de Gijselaar, te Wassenaar. Dr. S. P. Haak, te Arnhem. Mr. A. Haga, te Zwolle. T. L. Haitjema, te Groningen. Dr. M. de Haas, to 's-Hertogenboeeh. Mr. S. N. B. Halbertsma, to Rotterdam. A. Hallema, te Breda. Dr. A. C. van Hamel, to Utrecht. * ambacht, te Driebergen. Mr. P. A. V. baron van Harinxrna h©e Slooten, to Leeuwarden. Dr. P. N. H. Harting, te Groningen. J. Harpers, to Kampen. Mr. H. C. Hazewinkel, te Utrecht. Dr. W. A. A. Hecker, tie Yelp (G.). § J. H. van Heek, te Lon :Ticker. Mr. J. E. Heeres, te 's-Gravenhage. Dr. K. Iteeringa, le Utrecht. Mej. Dr. H. E. Heimaus, le Almelo. Dr. J. Heinsius, to Waseenaar. 0. C. van Hemessen, te Wou'brugge. XXXIII Mgr. Dr. A. H. L. Hensen , te 's-Gravenhage. Dr. C. Hentzen, te Maastricht. Dr. L. Hertzberger, te Amsterdam. P. G. Hesse, te Weert. Lie. H. Klugkist Hesse, te Elberfeld (D.). Dr. G. W. van Heukelom, te Bilthoven. Mr. E. J. J. van der Heyden, te Nijmegen. L. J. van der Heijden, te Utrecht. B. Heymans, te Overveen. Mej. Dr. J. D. Hintzen, to Amsterdam. Dr. R. HOcker, te Berlijn (D.). F. A. Hoefer, te Hattem. F. van Hoeck, te Nijmegen. Dr. J. J. van den Hoek, te Overveen. Jhr. Mr. D. J. P. Hoeufft, te 's-Gravenhage. Mr. A. van der Hoeven, te Rotterdam. W. J. Hoffmaii, te Newton Centre (Mass.) (U.S.A.) J. G. A. van Hogerlinden, te Arnhem. Dr. C. Hoitsema, te Utrecht. 1)r. L. J. van Holk, te Utrecht. Mr. Dr. F. A. Holleman, te Rotterdam. G. J. Honig , te Koog a. d. Zaan. C. 0. 't Hooft, te Amsterdam. Mej. M. S. U. Hoogeveen, te Arnhem. Dr. 0. J. Hoogewerff, te Rome (It.). Dr. S. S. Hoogstra, te Gouda. Mr. E. J. Thomassen a Thuessink van der Hoop, to 's-Gravenhage. A. P. H. Hotz, te Cologny (Zw.). Dr. M. T. Houtsma, te Utrecht. F. de Witt Huberts, te Munchen (D.) Dr. F. W. Hudig, to Amsterdam. Mej. M. Huffer, te Nijmegen. Dr. K. Huizenga, te Middelburg. Bijdr. en Meded. L. in XXXIV * Dr. J. de Hu11u, te Cadzand. Dr. A. Hulshof, te Utrecht. Dr. F. W. T. Hunger, te Amsterdam. Dr. H. F. M. Huijbers , te Nijmegen. Jhr. L. Huydecoper van Nigtevecht, te Utrecht. A. Hijma, te Ann Arbor (Mich.) (U. S. A.). Mr. H. A. Idema, te Batavia-Weltevreden (N.-I.). Mej. Dr. A. W. de Iongh, te Amsterdam. Mr. W. van Iterson, te Leiden. Mr. H. T. s'Jacob, te Utrecht. Dr. R. Jacobsen, te Rotterdam. D. Jansen, to Utrecht. Dr. J. R. Jansma, te Hilversum. Dr. N. Japikse , to 's-Gravenhage. Mej. J. T. Jelgersma, to Apeldoorn. Dr. J. de Jong, te Driebergen. W. R. de Jong, te Hilversum. Jhr. Mr. B. M. de Jonge van Ellemeet, to Haarlem. Mr. J. G. C. Joosting, te Velp (G.). Dr. W. J. Jouwersma, te Amsterdam. G. C. A. Juten, te Willemstad. Dr. H. Kaajan, te Utrecht. Dr. H. Kampinga, te Arnhem. J. Z. Kannegieter, te Amsterdam. P. J. Kapteyn, to Hilversum. Mgr. F. Kenninek, to Utrecht. A. 0. van Kerkwijk , to 's-Gravenhage. Dr. G. W. Kernkamp, te Utrecht. W. J. Kernkamp, to Edam. C. K. Kesler, te Amsterdam. Mr. J. H. H. Kessler, te Brussel (B.). Dr. G. N. A. Ketting, te 's-Gravenhage. Mej. Dr. J. M. Key man, te Utrecht. Mr. R. E. Kielstra, te Amsterdam. G. van Klaveren Pz. , te Utrecht. D. Klay, te Wageningen. Mr. E. N. van Kleffens, te 's-Gravenhage. J. C. J. Kleijntjens, te Katwijk a. d. Rijn. J. Kloos, te Noordwijk-binnen. H. E. Knappert, te Haarlem. Mej. Dr. P. H. J. Knierim, te Zeist. F. S. Knipscheer, te Zalt-Bommel. Dr. C. T. G. W. Koch, te Wageningen. A. A. Kok, te Bussum. H. P. A. de Kok, te 's-Gravenhage. Dr. W. J. Kolkert Jr., te Hilversum. Mr. Dr. D. A. P. N. Koolen, te 's-Gravenhage. Dr. L. M. G. Kooperberg, te 's-Gravenhage. Mr. M. Koppius, te Groningen. Dr. A. J. Korteweg, te Alkmaar. Dr. F. K. H. Kossmann, te Rotterdam. Mej. M. E. Kronenberg, te 's-Gravenhage. J. F. A. Kronenburg, te Amsterdam. Dr. II. M. Kroon, te Utrecht. Dr. J. E. Kroon, te Leiden. B. Kruitwagen, te Woerden. A. J. Krijt, te Utrecht. Dr. W. J. Ktihler, te Amsterdam. Mej. Dr. S. I. von Wolzogen Kiihr, te 's-Gravenhage. Mel. Dr. G. Kurtz, te Utrecht. Mr. J. van Kuyk, te 's-Gravenhage. Dr. G. C. Labouchere, te Utrecht. Dr. C. Lambermont, te Zwolle. Dr. W. Lampen, te Brozzi-Quaracchi (It.). A. Landman , te Winterswijk. Dr. F. W. J. Landsman, te Rotterdam. Mr. J. de Lange, te Utrecht. XXXVI Dr. 0. Lanz , te Amsterdam. Dr. L. W. A. M. Lasonder, te 's-Gravenhage. Dr. H. A. Leenmans, te 's-Gravenhage. Dr. E. C. van Leers= , te Amsterdam. Dr. W. J. A. de Leeuw, te 's-Gravenhage. Dr. M. van Leeuwen, te Arnhem. Mr. Dr. W. F. van Leeuwen , te 's-Gravenhage. Dr. W. S. G. A. van Leeuwen, to Zeist. Jhr. D. F. W. van Lennep, te Praag (Tsj.-S1.). Jhr. 0. van Lennep , te Haarlem. Mr. A. J. S. van Lier, te Utrecht. Mr. H. J. D. van Lier, te Rotterdam. Mej. Dr. C. Ligtenberg, te 's-Gravenhage. Dr. J. D. de Lind van Wijngaarden, te De Bilt. Dr. J. Lindeboom, te Groningen. Dr. J. G. de Lint, te 's-Gravenhage. T. J. G. Locher, te Bratislava (Tsj.-S1.). Dr. K. LOffier, te Keulen (D.). Jhr. Mr. B. C. de Savornin Lohman , te Utrecht. B. Lonsain, te Groningen. Mr. A. Loosjes, te Amsterdam. Mr. J. Loosjes, te Bussum. Jhr. Dr. J. Loudon, te Parijs (Fr.). Mr. T. R. Valck Lucassen, te Driebergen. G. J. Lugard, te 's-Gravenhage. *F. Lugt, te Maartensdijk (U.). W. G. A. van der Lugt, te Rotterdam. Dr. H. J. van Lummel, te Bilthoven. Dr. A. J. Luyt, te Deventer. * F. baron van Lynden van Hemmen, te Hemmen. Mr. Dr. F. A. C. graaf van Lynden van Sandenburg, te 's-Gravenhage. W. C. H. Machen, te Warmond. H. Makkink, te Alkmaar. Mej. J. C. Mallinckrodt, te Apeldoorn. H. van Malsen, te IJmuiden. J. P. de Man, to Bennekom. Dr. J. B. Manger Jr., te Amsterdam. Dr. W. M. F. Mansvelt, te Bandoeng (N.-I.). A. van de Marel, te Utrecht. Dr. R. van Marie , te Perugia (It.). Jhr. Mr. A. H. Martens van Sevenhoven , te Arnhem. Dr. W. H. J. Massink, te Buitenzorg (N.-I.). F. C. van der Meer van Kuffeler, to 's-Gravenhage. Mr. A. Meerkamp van Embden, te Middelburg. Dr. P. A. Meilink , te 's-Gravenhage. J. A. Bueno de Mesquita, te Paramaribo (Suriname). L. A. van Melle , te Utrecht. Dr. J. M. Metzler, to Tilburg. Dr. J. Metzler, te Bonn (D.). Dr. J. ter Meulen, te 's-Gravenhage. Dr. van der Meulen, te Leiden. Dr. W. W. van der Meulen, te 's-Gravenhage. Mej. B. W. van der Kloot Meyburg, te Alphen a. d. Rijn. Mr. G. A. E. B. Meyer, te Utrecht. Dr. W. L. Groeneveld Meijer, to Bandoeng (N.-I.). Dr. E. J. W. Posthumus Meyjes , to 's-Gravenhage. E. Miklos, to Nagycsepely (Hong.). B. H. Moikenboer, te Huissen. Dr. J. Moll, te Harderwijk. Mr. W. Moll, to 's-Gravenhage. J. C. Mollema, te 's-Gravenhage. Dr. E. C. Godee Moisbergen, te Batavia-Weitevreden (N.-I.). * Mr. F. A. Moister, to Amsterdam. Mr. S. J. R. de Monohy, te Arnhem. Mr. A. M. M. Montijn, te 's-Gravenhage. XXXVITI J. K. Moojen, te Amsterdam. J. Mooy, te Batavia-Weltevreden (N.4.). Mej. Dr. H. C. II. Moquette, te Rotterdam Dr. W. J. M. Mulder, te Nijmegen. *A. Muller, te Amsterdam. Mevr. Dr. G. Muller-Coops, te Apeldoorn. Dr. H. C. A. Muller, te Batavia-Weltevreden (N.-I.). * § Dr. H. P. N. Muller, te Praag (Tsj.-S1.). Dr. J. W. Muller, te Oegstgeest. R. T. Musehart, te Rotterdam. Mej. D. C. J. Mijnssen, te Breda. S. P. PHonore Naber, te 's-Gravenhage. Dr. J. G. Nanninga, te Bussum. Mr. Dr. J. A. Nederburgh, te 's-Gravenhage. Dr. H. M. van Nes, te Leiden. W. L. van Nieuwenhuijsen, te Doorn. J. G. van Niftrik, te Dordrecht. Dr. A. Noe, te Bandoeng (N.-I.). W. Nolet, te Warmond. W. Nijhoff, te 's-Gravenhage. Mej. Dr. J. A. Nijland, te Amsterdam. Dr. H. G. A. Obreen, te Brussel (B.). A. Oltmans, te Arnhem. M. Onnes van Nijenrode, te 's-Gravenhage. J. van Oordt tot Bunschoten, te Yelp (G.). Mr. Dr. H. H. A. van Gijbland Oosterhoff, te 's-Gravenhage. Dr. R. van Oppenraay, te Rome (It.). Dr. 0. Oppermann, to Utrecht. N. Ottema, te Leeuwarden. Mr. J. C. Overvoorde, te Wassenaar. Dr. J. C. H. de Pater, te 's-Gravenhage. Jhr. E. W. van Panhuys, to Utrecht. J. N. Pattist, te 's-Gravenhage, XXXIX Mr. H. Pelinck, te Assen. Mej. R. Pennink, te 's-Gravenhage. Mr. A. Philips, te 's-Gravenhage. Miss A. J. Pieters, te Milwaukee (Wis.) (U. S. A.). J. W. Pik, te 's-Gravenhage. Dr. J. H. Plantenga, te Wassenaar. Dr. P. A. de Planque, te Apeldoorn. T. Pluim, te Baarn. J. van der Poel, te Middelburg. Dr. H. A. Poelman , to Groningen. Mr. E. Polak, to 's-Gravenhage. Mr. W. H. J. Pompe, to Utrecht. Mr. D. F. Pont, to Hillegom. F. Pont, to Haarlem Dr. J. W. Pont, to Bussum. Mevr. Dr. J. M. Post-de Waal , to Arnhem. Dr. R. R. Post, to Culemborg. Mr. Dr. N. W. Posthumus, to Amsterdam. Dr. O. Postma, te Groningen. S. Postmus, te Soest. Dr. J. Pot, te Haarlem. J. E. van der Pot, te Rotterdam. G. S. Preller, te Pretoria (Z.-A.). Dr. J. Presser, te Amsterdam. F. Prims, to Antwerpen (B.). Mr. C. P. Bloys van Treslong Prins, te Batavia-Welte- vreden (N.-I.). Dr. L. van Puyvelde, te Brussel (B.). P. A. Pijnappel, to Hilversum. Jhr. Mr. G. C. L. Quarles van Ufford, to Utrecht. Jhr. Mr. J. E. W. Twiss Quarles van Ufford, to Vught. Mr. E. van Raalte, to 's-Gravenhage. Dr. B. Raptschinsky, to Amsterdam. Dr. E. von Rath, te Bonn (D.). XL * L. J. C. J. van Ravesteyn, te Rotterdam. Dr. W. van Ravesteyn Jr. , te Rotterdam. W. van Rede, te Rotterdam. W. M. C. Regt, te Alphen:a. d. Rijn. Mr. H. J. A. Reumer, te Rotterdam. Dr. G. M. Reijntjes , te Groningen. Dr. M. van Rhijn , te Utrecht. W. te Riele Gz. , te Utrecht. Jhr. B. W. F. van Riemsdijk, te Amsterdam. A. E. Rientjes, te Hellendoorn. W. Ringnalda, te Utrecht. Mr. P. Rink, te 's-Gravenhage. Dr. M. J. W. Roegholt, te Utrecht. Jhr. Mr. Dr. A. te Haarlem. * W. C. baron ROell van Hazerswoude, to Utrecht. H. W. Roes, te Deurne. Dr. J. Romein, te Amsterdam. L. A. Roozen, te Hoorn. Mr. C. P. van Rossem, to Huis ter Heide (gem. Zeist). Mr. W. H. J. Royaards , to Utrecht. Mr. J. H. van Royen, te Washington (D. C.) (U. S. A.). Mr. R. van Royen, to Utrecht. Dr. J. Ruinen, te Bussum. J. C. Rullmann, te Wassenaaar. Jhr. Mr. C. Ruijs de Beerenbrouck, te 's-Gravenhage. Dr. T. Ruys Jr., te Lisse. Jhr. Mr. A. B. G. M. van Rijckevorsel, te 's-Gravenhage. Dr. A. A. van Rijnbach , te Leiden. Mej. H. H. P. Rijperman, to 's-Gravenhage. Dr. E. Rijpma, te Amsterdam. Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt, te 's-Her- togenbosch. Dr. H. P. Schaap, to Brielle. XLI Dr. A. C. M. Schaepman , te Rijsenburg. Mevr. Dr. W. C. Schallenberg-van Huffel, te Voorsehoten. H. J. Scharp , to Amstelveen. Dr. A. A. van Schelven , te Haarlem. Dr. C. W. Lunsingh Scheurleer, te 's-Gravenhage. Mr. A. P. van Schilfgaarde, te Arnhem. Dr. A. J. M. Schillings , te Bandoeng (N.-I.). Dr. L. C. M. Schmedding, te Amsterdam. F. Schmidt Degener, , te Amsterdam. Dr. M. Schoengen , te Zwolle. Mr. G. Scholten, te 's-Gravenhage. Mr. Dr. L. W. G. Scholten, te Utrecht. Mr. H. J. J. Scholtens, te Houten (U.). Jhr. Mr. K. J. Schorer, te Utrecht. Jhr. Dr. M. R. Radermacher Schorer, te Utrecht. J. L. Schouten, te Delft. Mr. J. U. Schreuder, , te 's-Gravenhage. A. C. de Schrevel, te Brugge (B.). P. A. van Schuppen, te Delft. Mr. W. C. Schuylenburg , te Utrecht. S. Seeligmann , te Amsterdam. Dr. J. Severijn, te Dordrecht. Jhr. Mr. D. G. Rengers Hora Siccama , te Utrecht. M. C. Sigal Jr., te Vlaardingen. P. Sipma, te Leeuwarden. Jhr. E. W. C. Six, te Dordrecht. Dr. J. C. van Slee , te Diepenveen. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine, to 's-Gravenhage. Dr. M. C. Slotemaker de BruIne, te Hoogkerk. Dr. D. F. Slothouwer, te Amsterdam. Dr. G. M. Slothouwer, te Wassenaar. Dr. E. Slijper, te Utrecht. Mr. Dr. C. Smit, te Soerabaja (N.--I.). Dr. H. J. Smit, te 's-Gravenhage. X1,11 J. Smit, te 's-Gravenhage. Mr. J. P. W. A. Smit , te 's-Hertogenbosch. Dr. Z. W. Sneller, te Rotterdam. C. J. Snuif, te Enschede. Mr. Dr. F. W. J. G. Snijder van Wissenkerke, te Wassenaar. Mej. M. I. van Soest, te Utrecht. Dr. C. J. SOhngen , te Doetinchem. H. J. A. van Son , te 's-Gravenhage. Mr. L. Spanjaard, te Amsterdam. Mr. L. J. Sparnaay, , te Apeldoorn. G. Stadermann, te 's-Gravenhage. Dr. F. W. Stapel, te 's-Gravenhage. Dr. J. F. M. Sterck, te Aerdenhout. A. van Stolk Cz. , te Rotterdam. A. P. M. A. Storm de Grave, te Colrnschate. W. A. C. van Strien, te Rotterdam. N. T. Swierstra, to Enkhuizen. P. T. A. Swillens, to Utrecht. Jhr. Mr. R. de Marees van Swinderen, te Londen (E. Jhr. C. H. C. A. van Sijpesteyn, to Loosdrecht. Dr. C. Tazelaar, to Amsterdam. Jhr. L. F. Teixeira de Mattos, to 's-Gravenhage. Dr. N. B. Tenhaeff, te 's-Gravenhage. Dr. H. Terpstra, te Hilversum. Mr. G. M. Cohen Tervaert, te Schiedam. Jhr. Mr. D. A. W. van Tots van Goudriaan, to 's-Gravenhage. Mr. J. den Tex, to Amsterdam. Dr. J. S. Theissen, to Amsterdam. Dr. J. Theunisz, to Sneek. J. H. A. Thus, to Sassenheim. Mevr. L. Thuys-Sormani, te 's-Heerenberg. Dr. H. J. Tide, te Gouda, XLIII Mej. Dr. E. M. A. Timmer, te 's-Gravenhage. Dr. G. Tjahna, te Veen (N.-B.). *H. D. Tjeenk Willink, te Haarlem. J. Trosee, te Clarens-Montreux (Zw.). Mr. A. M. baron van Tuij11 van Serooskerken, te Amsterdam. C. van Tijen, te Amsterdam. J. D. H. van Uden, te Tiel. *J. D. Uhlenbeck, te Hilversum. K. Uilkema, te Leeuwarden. Dr. W. S. Unger, te Middelburg. *W. F. J. den Uijl, te Utrecht. Dr. H. N. ter Veen, te Amsterdam. Dr. J. S. van Veen, te Arnhem. Mr. G. A. J. van Engelen van der Veen, te Kampen. Dr. C. Veltenaar, te Tholen. Dr. A. J. van de Yen, te Arnhem. D. J. van de Yen, te Oosterbeek. J. M. van de Venue, te Maastricht. Mr. J. W. Verburgt, te Leiden. Dr. W. D. Verduyn, te Venlo. Dr. C. Verloop, te Zeist. Dr. C. R. Vermaas, to Schiedam. F. A. J. Vermeulen, te 's-Gravenhage. J. J. Vermeulen, te Utrecht. G. Verschuur, te Utrecht. J. F. L. de Balbian Verster, te Amsterdam. Mr. C. Vervoorn, to Herwijnen. Mr. A. J. van Vessem, to Utrecht. H. Beckering Vinckers, te Zalt-Bommel. J. Vinhuizen, te Middelstum. Dr. C. J. Vinkesteyn, to 's-Gravenhage. Mej. R. Visscher, to Leeuwarden. Dr. C. Visser, to Delft. XLIV P. Visser, to Voorburg. Dr. J. T. de Visser, te 's-Gravenhage. Mej. C. M. Vissering, te 's-Gravenhage. Mr. G. Vissering, te Amsterdam. F. H. Fentener van Vlissingen, te Utrecht. E. Voet Jr., te Bloemendaal. G. Voet, te Velseroord. F. Vogels, te 's-Gravenhage. Dr. W. Vogelsang, te Utrecht. Dr. A. van Vollenhoven, te Rotterdam. Dr. J. A. Vollgraff, te Middelburg. Dr. N. J. J. de Voogd, te Gouda. W. Voogsgeerd, te Hilversum. W. Voorbeytel Cannenburg, te Amsterdam. Dr. J. A. Vor der Hake , te Baarn. Mr. A. L. Heerma van Voss, te Leeuwarden. Dr. W. C. A. baron van Vredenburch, te 's-Gravenbage. Mr. C. W. de Vries, te Rotterdam. Dr. H. de Vries, te Amsterdam. Dr. M. de Vries, te Amersfoort. L. van Vuuren, te Utrecht. Dr. P. G. A. de Waal, te 's-Gravenhage. Mr. W. F. de Waal, te Soerabaya (N.-I.). C. W. Wagenaar, te Utrecht. Mr. H. van Wageningen, te Utrecht. Dr. G. Wahl, te Hamburg (D.). E. H. van der Wall, te Colombo (Ceylon). F. G. Waller, te Amsterdam. Mr. H. Waller, te Utrecht. J. C. M. Warnsinck, te Amsterdam. Dr. J. R. Wartena, te Leiden. Mr. M. A. M. Waszink, te 's-Gravenhage. Mej. C. J. Welcker, te Uselmuiden. Mr. W. C. Wendelaar, te Alkmaar. XLV Mr. L. W. Wery, te Zeist. Dr. J. J. Westendorp Boerma, te Zierikzee. C. J. J. Westermunn, te Hilversum. Dr. H. A. Weststrate , te Zeist. Dr. A. J. van der Weyde, te Utrecht. Dr. F. C. Wieder, te Noordwijk-binnen. Mej. Dr. P. A. C. Wieringa, te Bussum. Dr. E. Wiersum, te Rotterdam. F. W. J. Wilde, te Amsterdam. Dr. J. Wille, te Baarn. Jhr. Dr. P. J. van Winter, te Amsterdam. Dr. J. H. J. M. Witlox, te Rotterdam. C. A. van Woelderen, te Vlissingen. Mr. J. Wolterbeek Muller, te 's-Gravenhage. Dr. R. H. Woltjer, te Amsterdam. Miss I. A. Wright, te Sevilla (Sp.). J. M. Wiistenhoff, te Oegstgeest. Jhr. Mr. H. A. M. van Asch van Wijck, te Doorn. Jhr. J. M. van Asch van Wijck, te Utrecht. Jhr. Mr. L. H. K. C. van Asch van Wijek, te 's-Her togenbosch. Dr. J. S. Wijler, te Apeldoorn. Dr. C. J. Wijnaendts Francken, te Leiden. W. Wijnandts van Resandt, te Velp (G.). Mr. H. F. Wijnman, te Amsterdam. M. W. A. Wijtenburg, te Heemstede. H. A. van IJsselsteyn, te 's-Gravenhage. Mr. J. L. N. van IJsselsteyn, te Oirschot. * G. van Zeggelaar, te Ransdorp. Mr. H. Zillesen, te 's-Gravenhage. Mr. A. R. Zimmerman, te Scheveningen. D. S. van Zuiden, te 's-Gravenhage. Jonkvr. S. J. baronesse van Zuylen van Nyevelt, te 's-Gravenhage. X LITI J. Zwarts, te Utrecht. Dr. W. Zwier, te 's-Gravenhage. Dr. H. A. Zwijnenberg, te Enschede. Dr. A. Zijp, te Djokjakarta (N.-I.) Dr. A. Zijp, te Djokjakarta (N.-I.) BIJLAGE B. GENOOTSCHAPPEN ENZ., WAARMEDE HET HISTORISCH GENOOTSCHAP IN BETREKKING STAAT. Redactie der Annales des Facultes de Droit et des Lettres d'Aix, te Aix-en-Provence. Aachener Geschichts-Verein, te Alien. Bond Heemschut, Amsterdam. Koninklijke Akademie van Wetenschappen, te Am- sterdam. Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, te Am- sterdam. Academie royale d'Archeologie de Belgique, te Ant- werpen. Gelre. Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht, te Arnhem. Provinciaal Museum van Oudheden in Drenthe, te Assen. Historischer Verein fur Schwaben und Neuburg, te Augsburg. Koninklijk Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, te Batavia. Historische und antiquarische Gesellschaft, te Bazel. Redactie van St.-Geertruydtsbronne, te Bergen-op- Zoom. XLVIII Verein fur Geschichte der Mark Brandenburg , te Berlijn. Allgemeine geschichtforschende Gesellschaft der Schweiz , te Bern. Verein von Altertumsfreunden iin Rheinlande, te Bonn. The Massachusetts historical Society, te Boston (Mass.). Historische Gesellschaft des Kiinstlervereins , te Bremen. Societe d'Emulation pour l'Etude de 1'J-Iistoire et des Antiquites de la Flandre , te Brugge. Academie royale des Sciences , des Lettres et des Beaux-arts de Belgique , te Brussel. Algemeen Archief van het Koninkrijk , te Brussel. De Bollandisten , te Brussel. Societe pour le Progrκs des Etudes philologiques et historiques, te Brussel. Societe: royale d'Archeologie de Bruxelles , te Brussel. Institute de Investigaciones HistOricas de la Facultad (le Filosofia y Letras de la Universidad Nacional , te Buenos Aires. Society di Storia pa:tria per la, Sicilia orientale, te Catania. Dutch Burgher Union of Ceylon, te Colombo. Westpreussischer G-eschichtsverein , te Danzig. Oudheidkundige Kring der Stad en des voormaligen Lands van Dendermonde, te Dendermonde. Redactie van het Archief voor de Geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht , te Driebergen. Dtisseldorfer Geschichtsverein, te Dusseldorp. Bergischer Geschichtsverein, te Elberfeld. Gesellschaft fur bildende Kunst and vaterlandische Altertilmer, te Emden. Historischer Verein fiir Stadt and Stift Essen, te Essen XLIX Verein fur Geschichte und Altertumskunde , te Frankfort a./d. M. Societe d'Histoire et d'Archeologie , te Geneve. Koninklijke Vlaamsche Akademie voor Taal- en Letterkunde , te Gent. Maatschappij van Geschied- en Oudheidkunde, te Gent. Oberhessischer Geschichtsverein, te Giessen. Redactie der Scottish Historical Review, te Glasgow. New-York State historical Association , te Glens Falls (N.-Y.). Oberlausitzische Gesellschaft der Wissenschaften , te GOrlitz. Historischer Verein fur Steiermark , te Graz. Algemeen Rijksarchief, te 's-Gravenhage. Het genealogisch-beraldisch Genootschap „de Neder- dsche Leeuw", te 's-Gravenbage. Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volken- kunde van Nederlandsch-Indic, te 's-Gravenhage. Vereeniging Die Hagbe te 's-Gravenhage. Vereeniging Het Nederlandsch economisch-historisch rchief, te 's-Gravenhage. Riigisch-pommerscher Geschichtsverein, te Greifswald. Vereeniging „Haerlem", te Haarlem. Geschied- en Oudheidkundige Kring, te Halle Thilringisch-siichsischer Geschichts- und Altertums- verein, te Halle a./d. S. Verein fiir hamburgische Geschichte, te Hamburg. Historischer Verein fiir Niedersachsen , te Hannover. Provinciaal Genootschap van Kunsten en Weten ichappen in Noord-Brabant, te 's-Hertogenbosch. Verein fur thiiringische Geschichte und Altertums- kunde , te Jena. Badische historische Kom,mission te Karlsruhe. Bijdr. en Meded. L. L Verein fur hessische Geschichte und Landeskunde, te Kassel. Gesellschaft fur schleswig-holstein-lauenburgische Geschichte , te Kiel. Staats- und Universithts-Bibliothek-, te Konings- bergen. Geschied* en oudheidkundige Kring , te Kortrijk. Societe d'Histoire de la Suisse romande, te Lausanne. Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde , te Leeuwarden. Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde , te Leiden. Sachsische Gesellschaft der Wissenschaften, te Leipzig. Redactie van de Analectes pour servir i l'Histoire ecclesiastique de la Belgique , te Leuven. Redactie van de Revue d'Histoire ecclesiastique , te Leuven. Redactie van het Bulletin of historical Research, te Londen. Redactie van de English historical Review, te Londen. The historical Association, te Londen. Royal historical Society, te Londen. Hansischer Geschichtsverein , te Liibeck. Verein fiir liibeckische Geschichte und Altertums- kunde, te Lubeck. Institut archeologique liegeois , te Luik. Societe d'Art et d'Histoire du Diocese de Liege, te Luik. Kongelige Universitet, te Lund. Institut grand-ducal de Luxembourg, te Luxemburg. Verein far Geschichte und Altertumskunde des Herzogtums und Erzstifts Magdeburg, te Maagdenburg. Geschied- en oudheidkundig Genootschap in het Hertogdom Limburg, te Maastricht. Real Academia de la Historia te Madrid. Li Abbaye de Maredsous , te Maredsous. Cercle archeologique , litteraire et artistique de Malines , te Mechelen. Verein far die Geschichte der Stadt Meissen, te Meissen. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen , te Mid- delburg. Bayerische Akademie der Wissenschaften, te Munchen. Redactie van het Historisches Jahrbuch der GOrres- Gesellschaft , te Munchen. Verein fur Geschichte und Altertumskunde West- falens , te Munster en Paderborn. Society archeologique de Namur, te Namen. Germanisches Museum , te Neurenberg. The American scenic and historic Preservation Society, te New-York (N.-Y.). The New-York genealogical and biographical Society, te New-York (N.-Y.). The New-York historical Society, te New-York (N.-Y.). Oudheidkundige Kring van het Land van Waas , te St.-Nikolaas. Redactie van het Historisch Tij dschrift, te Nijmegen. Redactie van Studia Catholica, te Nijmegen. Universitets-Bibliotheket, te Oslo. Verein fur Geschichte und Landeskunde, te Osna- bruck. Historische Gesellschaft fur die Provinz Posen, te Posen. Offentliche und Universitats-Bibliothek , te Prang. The American Society of Church History, te Prin- ceton (N.-J.). Harzverein fur Geschichte und Altertiimer, , te Quedlinburg. Historischer Verein Air Oberpfalz und Regensburg, to Regensburg. Virginia historical Society, te Richmond, (Va.). LII Limburg. Provinciaal Genootschap voor geschied- kundige Wetenschappen, Taal en Kunst, te Roermond. Biblioteca apostolica vaticana, te Rome. Institut historique beige, te Rome. Nederlandsch historisch Instituut, te Rome. Reale Society romana di Storia patria, te Rome. Verein fur Rostocks Altertiimer, te Rostock. Gemeente-archief, te Rotterdam. Verein fur mecklenburgische Geschichte und Alter- tumskunde , te Schwerin. Gesellschaft fur pommersche Geschichte und Alter- tumskunde , te Stettin. Kungelige Vitterhets-, Historie och Antikvitets Aka- demi, te Stockholm. Nordiska Museet, te Stockholm. Landesbibliothek te Stuttgart. Redactie der Bossche Bijdragen, te Tilburg. Societe scientifique et littkaire du Limbourg, te Tongeren. Redactie van de Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem, te Uitgeest. Verein fur Kunst und Altertum in Ulm und Ober- schwaben , te Ulm. Carolina rediviva. Kongelige Universitets-Bibliothek, te Upsala. Gemeente-archief, le Utrecht. Instituut veer middeleeuwsche Geschiedenis, te Utrecht. Provinciaal Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen, te Utrecht. Akademie der Wissenschaften, te Weenen. Institut fur oesterreichische Geschichtsforschung, to Weenen. National-Bibliothek, te Weenen. L111 Verein fur nassauische Altertumskunde und Ge- schichtsforschung, te Wiesbaden. Geschichtsverein fur Braunschweig, te WolfenbUttel. Historischer Verein von lJnterfranken und Aschaffene burg, te Wiirzburg. Antiquarische Gesellschaft, te Zurich. Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis, te Zwolle. BIJLAGE C. LUST VAN DE IN 1928 DOOR SCHENKING EN AANKOOP VOOR HET GENOOTSCHAP VERKREGEN WERKEN. I. TEN GESCHENKE ONTVANGEN, A. VAN DE SCHRIJVERS OF DE UITOEVERS. R. B u e n o Bib a z. Beknopte geschiedenis van de kolonie Suriname. Paramaribo, 1928. C. Graham Botha. Place names in the Cape Pro- vince. Cape Town, 1926. C. F. A. van Darn. El castigo sin venganza. Tragedia de Frey Lope Fel. de Vega Carpio. Groningen, 1928. de Frey Lope Fel. de Vega Carpio. Groningen, 1928. (Proefechrift Groningen.) F. C. Dominicus. Het ontslag van Wilhem A driaen van der Stel. Rotterdam, 1928. (Proefschrift Leiden.) A. M. Frenke n. Helmond in het verleden. Deel I. ) A. M. Frenke n. Helmond in het verleden. Deel I. Helmond, 1928. (Uitg. van het Prov. Gen. v. K. en W. in Noordbrabant.) A. allle m a. Haarlemsehe gevangenissen. Haarlem, 1928. (Uitgeg. door de vereeniging „Haerlem".) R. Hapk e. Die Entstehung der hollandischen Wirt- schaft. Berlin, 1928. (Studien zur Geschichte der Wirtschaft und Geisteskultur. Beiheft 1.) Kathleen M. Jeffrey s. Kaapse archiefstukken, lopende over het jaar 1779. Kaapstad, 1927. LV L. W. A. M. L a s o n d e r. Verslagen omtrent de kerke- lijke archieven. V (1927). W. R. Menkma n. Onze West : Curacao. 's-Graven- hage, 1928. (Uitg. van de vereeniging „Oost en West".) F. Oudschans Dent z. Onze West: Suriname. 's-Gravenhage, 1928. (Uitg. van de vereeniging „Oost en West".) A. J. E. van Our ij c k v an der Crab. Het geslacht Van der Crab en aanverwante familiφn. Biogr.-geneal. overzicht 1500-1900. 's-Gravenhage, 1927. H e rmino Por tell Vila. Historia de Cardenas. La Habana, 1928. C. A. van W o e l d e r e Paardrijden. Eene hand- leiding voor den miter. Naar het Grieksch van Xenophon. 's-Gravenhage, 1928. Voorts artikelen en overdrukken van: S. H. Azijnman, dr. Ernst Baasch, mr. N. de Beneditty, L. E. Blaze, dr. L. Brummel, dr. P. H. van Cittert, dr. H. K. Cohen, Th. Corstens, G. C. E. Crone, E. W. Dahlgren, dr. J. Denuce, Ch. Douglas, dr. J. Eggen van Terlaan, dr. D. T. Enklaar, dr. H. A. Enno van Gelder, Ambr. Euwens, mr. B. de Gaay Fort- man, A. Hallema, mr. H. C. Hazewinkel, dr. A. Hulshof, dr. G. W. Kernkamp, M. E. Kronenberg, dr. W. Lampen, dr. L. W. A. M. Lasonder, mr. A. Loosjes, James Mac Lehose, dr. D. de Man, mej. M. G. A. de Man, H. J. Murray Bakker, mr. Ernst Polak, F. Prims, Leo van Puyvelde, A. W. J. Schuur- man, dr. J. C. van Slee, dr. C. M. Sluys, G. Stader- mann, P. T. A. Swillens, dr. W. S. Unger, F. Vogels, J. C. M. Warnsinck, mej. E. Weggeman Guldemont, mr. H. F. Wiinman, LVI Handschriften. F. Vo g e I s. Stukken betreffende de verrassing van Loevestein door Herman de Ruyter in 1570. (Ver- volg: no. 214-221.) — Id. betreffende de verdediging der Heeren van Oast-Friesland tegen de door Alva ingebrachte be- schuldiging der Watergeuzen. 1572. Afschrift van een hs. te Emden. B. VAN OF DOOR DEPARTEMENTEN VAN ALGEMEEN BE- STUUR, GENOOTSCHAPPEN, MAATSCHAPPIJEN, ENZ. Van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Geschiedkundige atlas van Nederland: F. W. St ap e I. De archipel en het Maleisehe schier- eiland in 1619. — Idem in 1650. — De compagnie buiten den archipel in 1650. (M. krt. 17 : De Kolonien, bl. 2---4.) Van den Directeur van het Krijgsgeschied- kundig Archief van den Generalen Staf, te 's-Gravenhage. Nasporingen en Studiφn op het gebied der Neder- landsche krijgsgeschiedenis, 33e jaarverslag. Van de Commissie voor 's Rijks Geschied- kundige Publication, te 's-Gravenhage. Jaarverslag 1927. R. G. P., Gr. Serie, N°. 63. Pieter van Dam. Be- schrijvinghe van de Oost-indische Compagnie. Uitgeg. door F. W. Stapel. Eerste boek, deel I. R. G. P., Gr. Serie, N°. 64. Briefwisseling van Hugo Grotius. Uitgeg. door P. C. Molhuysen. Eerste deel 1597-17 Aug. 1618. LVJ 1 R. G. P., Gr. Serie, N°. 65, 66. Bronnen tot de ge- schiedenis van den handel met Engeland, Schotland en Ierland. Uitgeg. door H. J. Smit. Eerste deel, le en 2e stuk: 1150-1485. B. G. P., Kl. Serie, No. 24. Correspondentie van Willem III en van H. W. Bentinck. Uitgeg. door N. Japikse. le ged.: Het archief van Welbeck Abbey, deel II. R. G. P., Kl. Serie, N°. 25. Bronnen tot de kennis van het leven en de werken van D. V. Coornhert. Uitgeg. door B. Becker. Van het Oudheidkundig Genootschap „Niftarlake", te Abcoude. Jaarboekje 1927. Van het Gemeente-Bestuur van Alkmaar. N. J. M. D r e s c h. Inventaris der archieven van de notarissen, die in het tegenwoordig gebied der ge- meente Alkmaar hebben gefungeerd. 1550-1842. Alkmaar, 1928. Verslag archief, museum en bibliotheek over 1927. Van het Gemeente-Bestuur van Amsterdam. W. F. H. 01 de welt. Inventaris van de archieven der voormalige gemeenten Ransdorp en Buiksloot. Amsterdam, [1926]. — Inventaris van het archief van het spin- en nieuwe werkhuis tot 1870. Amsterdam, [1925]. — Inventaris van het archief van de bank van leening tot 1863. Amsterdam, [1928]. LVIII Van het Genootschap „Amstelodamum", te Amsterdam. Amstelodamum XV, 1-10; XVI, 1, 2. Jaarboek 1928. Van het Kon. Bat. Gen. v. Kunsten en Wetenschappen, te Batavia. J. de Lo o s—H a ax m an. Johannes Rach en zijn werk. De topografische beschrijving der teekeningen, met medewerking van W. Fruin—Mees, door P. C. Bloys van Treslong Prins. Batavia, 1928. (Uitgeg. bij gelegenheid van het 150-jarig bestaan yin het Ge- nootschap.) Van de Stadtbibliothek, te Danzig. Dr. F. Schwarz. Einfiihrung in die Kataloge der Stadtbibliothek Danzig. Van de Sachsische Landesbibliothek, te Dresden. W. von Seidlitz. Die Kunst in Dresden vom Mittelalter bis zur Neuzeit. Dresden, 1920-1922. Van het Indisch Genootschap, te 's-G-ravenbage. Verslagen der vergaderingen van 1927, 83-141; 1928, 1-62, 85-132; 1929, 1-15. Van het Bestuur van het Bisschoppelijk Museum, te Haarlem. Verslag 1926/27. Van de Vereeniging ,,Haerlem", te Haarlem. El. V o e t Jr. Haarlemsche goud- en zilversmeden en hunne merkep. gaarlera, 1928. Van het Gemeente-Bestuur van Leiden. Verslag toestand archief 1927. Van de Maatsch. der Nederl. letterkunde, te Leiden. W. C. H. Machen. Warmond voorheen en thans. Deel I. Leiden, 1927. H. J. A. R u y s. Repertorium der verhandelin gen en bijdragen betreffende de geschiedenis des vader- lands. 3e deel (1911-1920). Leiden, 1928. Van bet bestuur der vereeniging „Oranje Nassau Museum", to 's-Gravenhage. Jaarverslag over 1927. (M. bijdr. van N. Japikse, e.a..) Van het Emaneipatie-Comite, te Paramaribo. De Emancipatie-courant, uitgeg. 1 Juli 1928. Van de groep Suriname van het Mg. Nederl. Verbond, te Paramaribo. Oranje. Een voorspelling in 1574. Vervaardigd ter gelegenbeid van den 70en verjaardag van H. M. de Koningin-Moeder. Van het bestuur der Evangelisehe Broederkerk te Suriname, te Paramaribo. De groote stadskerk der Evang. Broedergemeente, 1778-1828-1928. Van de Kamer van Koophandel, to Rotterdam. Gedenkboek van de Kamer van Koophandel en Fabrieken to Rotterdam. 1803-1928. Satnengesteld door het Secretariaat der Kamer. Rotterdam, 1928. LX Van het Bestuur van het Museum van Oudheden, to Rotterdam. Verslag 1927. Van de Administration communal° de Termonde. Jo s. van Wesemae 1. Dendermondes beiaard. Dendermonde, 1925. Van het Gemeente-Bestuur van Utrecht. Catalogus van het historisch museum der stad, door W. C. Schuylenburg, met medewerking van C. H. de Jonge, e,a. Utrecht, 1928. Verslag archief en centraal museum 1927. Van het Bestuur van het Historisch Genootschap, to Utrecht. Bijdragen en Mededeelingen XLIX. Verslag algem. verg. 1927. Werken 3de S. No. 52: Bijdragen tot de geschiedenis der Nederlandsche Klarissen en Tertiarissen v66r de hervorming, uitgeg. door David de Kok. Werken 3de S., No. 53: Piet Hemn. en de zilvervloot. Bescheiden nit nederlandsche en spaansche archieven bijeenverzameld en uitgegeven door S. P. 1'Honor6 Naber en Irene A. Wright. Van de National-Bibliothek, te Weenen. Zuwachsverzeichnis der Druckschriften der National- Bibliothek, 3. Jhrg. 1925. (Hrsg. 1928.) LXI Van het Bestuur der Vereen. tot uitbrei- ding en instandhouding der Zaanland- sche Oudheidk. Verzameling „Jacob Honig Jzn. Jr.", te Zaandijk. Verslag 1925/27. Van Dr. A. le Cosquino de Bussy, te Amsterdam. Jaarverslag IX (1926) van de vereeniging „Hendrick de Keyser". II. OVERGENOMEN VAN HET LEESGEZELSCHAP DE VOLGENDE BOEKWERKEN. J. A. A. H. de Beau fort. Vijftig jaren uit onze gechiedenis. 1868-1918. Amsterdam, 1928. Max Bruche t. Marguerite d'Autriche, duchesse de Savoie. Lille, 1927. A. C. J. Comm is sari s. Van toen wij vrij werden. Eenige hoofdstukken uit de geschiedenis der Katho- lieke Kerk in Nederland sedert 1795. Deel 1. Groningen, enz., 1928. G. Patio. Geneve et les Pays-Bas. Geneve, enz., 1927. L. K n a p p e r t. Het ontstaan en de vestiging van het Protestantisme in de Nederlanden. Utrecht, 1924. L. Knapp e r t. Godsdienstig Nederland. Huis ter Heide, 1928. E. Wiersum. Uit het Rotterdamsche gildewezen. Arnhem, 1928. 0 N E."4 ci) .4c - a) . rt4 ot5 C4 CI cZ • 44 r-i cT) g:4 . t) ,-, c.3 • 'CS cl = 41 $:,-,D,' 'CI rn . bl) ;.., a) . 00 c9 cd • ,--, -1--.4 ..,.... Cn 0 = 6 cv cv . C a) 0 0 VI . .--43) c.) a) C.) • r--4 P. tf) „.W 0 ...-- b.() COC c.) 0 .-C1 ct ...... ;-4 • ci rn .414 e) • . d bA -4.. ct .4:5 , r:•1 .... rn — bA c.) c3 Z :(2) ,,,..,, t:3 • . ;.., a) Wi 2 . - t, . . . ,_ - eenc) 19 r -° ' d. 7 " ' - 4 ; - ' Z '14 "2r.c:' . 4?c> „24 s. ;13 0 0) c'S 0 g . r5. U .. w o cn c..) ;_, O- cf, _, En CL) 0 r.t.,4 ..1) 1,4"---4 ,.. .4-',-4 ..-t k• f•-^ C 7,..., . ,-4 .24 • ;...,-1 . , CS p., e;-1 ," ;-4 '''' g14 Cn CD rr-0 ... CD 0 0 c.t. w ;-, ct , AC -L.'. cd C..) <44 r, Ct E174 0 r0 cv g Ci.) 0 "' '0> i:::: • ,-, ey, k..e, ^e r•-^ C1 41'4 C O 10 I "14 C/5 kfj 07, CO r-i r-I C`I CC .-4 -41 kr., C1/41 CO CO C C.) CN CV CC t 4C Z•4 - T : ' CO ' ' r-1 Pi-, ief van de bank van leening tot 1 LXrIt kt, VD tziS5 VD 1 C.) ....1 C)s'YDci ••:ti e4) ••,r, cq I p i ! % c5 c; 4 cf.-3 cii es5 L---: , (:\i CO VD VI C.6 10 1-C"' r-4 .....0 r-I C\1 r.-.1 C-1 oo t— ; ‘-+,--, n n n n ' `-s--, W 0 • CC) r:4 N C±.*1 Ci CI 0) CI) C''' ...., r-i r C.t, C'.1 GI.) pr."-;.:1 F•X rt.4 0 -...) 4.4 h^-1 r-: . ,.., ci),•5 4.4 . .4.. E5 7. "C;24 • fa.: a) CD 0 cil T) r.-.1 C)., . 0 Cl.,1 r.-4 ''' • r.W r-e:$ CrJ kil CZ 'CI a) • "--4 1--i CI) ,^ ,.... • ,--4 a) -... 4.. rn •ca tX d c.', 7:3 d . 0 . ;.-4 0 r.te4 r.-1 rt .,-, 0 4.. (2) rz--1 a) a) ow) 8 s, g Q 0 Q 0 r---4 r. .... • /-1 CP . r--4 • r•I CV '."‘ rt4 ° C 0 ;74 ;..4 7:3 c) '-''' r= 7:1 ct a) 0 'CI 0 r—, at d ct ""' it> Pq ''t c/' Ci2 Ci2 Cr3 C) r-1 aa tr4 CA 1 1.0 00 L---- 1 ci u'D i c-- 4 4 1.--- ,--; C3 ci cf (7.2.) 1 CI ...0 . r.:,‘ '7., i (CI, CI (N ri CO Cci .--i : (IV r-i • . -6, CE2 a) C 4,14 • C:.! .,. d a) al ?••-•1 e. ....1 C) •. c‘i • cf) ,-, Ct ,,--,4 . -6-4 t-t-t . CZ • ,•1 r-1 ,---i'd ;•.4 S:14 . ,--. Ct • rt, C. CO 7..) r-, RI CD ;••4 U) U) C.) A. r= M ).-..z C) a) : .7.7. 5 • 0 a) c• '' U) ^:,- :• ::: El) d . 0 c3 r • 0 b.13 0 P., V; c.1 ,..0 0 .,-.. O 0 ct . Z C M rt5,... rt:3,..... CZ d g 0 4) VD .7n 0 C.) ',.--.- 0 0) 0 C z 3 cf.) .) • 40C .s, 7 CZ • Cl ;^ •-.4 CC v-4 rn co U) ^ BIJLAGE E. JAARVERSLAG VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE HISTORIS011- STATISTISCHE KAARTEN VAN NEDERLAND OVER 1928. In dit jaar zijn versehenen : Van de Kaart „De Kolonien" de dubbele bladen „16 I 9. De Archipel en het Maleisehe Sehiereiland", „16A. De Archipel en bet Maleisehe Sehiereiland" en „De Oost- indische Compagnie in 1650" door Dr. F; W. Stapel. Op het einde van het jaar waren nog onderhanden: De Kaart „De Territorien omstreeks 1300" door A. A. Beekman. De Kaart „De Frankisehe_ tijd omstreeks 843. Nederland met de indeeling in gouwen" door Prof. Dr. P. J. Blok. De Kaart „De ontwikkeling der Christelijke Kerk" door Prof. Dr. P. J. Blok. De Kaart „De zeeslagen op de Noordzee en in bet Kanaal" door Prof. Dr. P. J. Blok. De Commissie voor den Geschiedknndigen Atlas van Nederland, P. J. BLOK, Voorzitter. A. A. BEEKMAN, Secretaris. EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTANTIJN (VAN 20 MEI 1622 TOT 7 JUNI 1624), MEDEGEDEELD DOOR Dr. M. DE HAAS. Het verslag omtrent het Oud-Provinciaal archief in Noord-Brabant over 1883 noemt dit jaar gewichtig en heuglijk, omdat toen het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch „verrijkt is met een schat van oorspronkelijke stukken en een enorme massa afschriften van bescheiden, de vrucht van den arbeid van zestig jaren 1)." Deze sehat is de colleetie-Cuypers, een verzameling van 320 porte- feuilles en een honderdtal gebonden deelen, nagelaten door den Heer Prosper Cuypers van Velthoven. Prosper Cuypers, geboren to 's-Gravenhage 6 Februari 1803, overleden te Brussel 7 December 1882, was een der eersten, die zich toelegde op de geschiedenis van Noord-Brabant en overal navorschingen deed om het ware licht daarop te doen vallen 2). Cuypers' levensdoel is geweest : alley to verzamelen, wat van belang kan zjjn voor de geschiedenis van Noord- Brabant. Meer dan vigtig jaar heeft hij daaraan besteed. Wat hij krijgen kon, kocht hij ; vandaar de groote hoe- veelheid origineele stukken, die in de portefeuilles en afzonderlijk door hem zijn nagelaten 3). In eene van deze portefeuilles, die betrekking heeft 4) Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven. 1883, 's-Gravenhage 1884 2) Aldus W. F. Juten in een reeks artikelen over de familie Cuypers in „Taxandria", 5e jaargang, 1898, blz. 118, waar allerlei bijzonder- heden over Prosper vermeld warden. 3) Zie bovengenoemde Verslagen, blz. 26. Bijdr. en Meded. L. 1 EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS op het beleg van Bergen-op-Zoom, heeft de tegenwoordige Rijksarchivaris in Noord-Brabant, Mr. J. W. P. Smit, voor eenigen tijd een vijftiental brieven aangetroffen, dat bij nadere beschouwing bleek te behooren tot de correspon- dentie van Maurits Huygens met zijn broer Constantijn. Wat deze brieven met Bergen-op-Zoom hebben uit to staan? Ze dateeren van Mei 1622 tot Juni 1624. Bergen werd belegerd in 1622 van Juli tot October. Het is vanzelfsprekend, dat over deze belangrijke gebeurtenis aan Constantijn, die then te Londen verbleef, jets werd medegedeeld. Zeer waarschijnlijk heeft Prosper Cuypers de stukken wegens deze mededeelingen gekocht en zoo zijn er ook in zijn bezit gekomen, waarin niets over Brabantsche geschiedenis te vinden is. In „De Briefwisseling van Constantijn Huygens (1608— 1687)", uitgegeven door Dr. J. W. Worp 1), zijn van 7 van deze brieven uit de collectie-Cuypers fragmenten afgedrukt 2). Dr. Worp heeft ze ontleend aan het tijd- schrift „De Militaire Spectator", 2e eerie IV, 1852. Het is duidelijk, dat ze in dit tijdschrift zijn opgenomen in verband met mededeelingen over krijgsgebeurtenissen. Maurits vertelt ni. o.a. over een ondcrneming van Frederik Hendrik in Brabant, over den oorlog in de Paltz en Over het beleg van Bergen-op-Zoom. _De mededeeling van Dr. Worp in de verschillende betreffende noten, dat het handschrift verloren is gegaan, is dus onjuist. Misschien waren de brieven in 1852 reeds in bezit van Cuypers en heeft hij de „militaire" frag- menten ter beschikking gesteld van den „Spectator". Wat nu de brieven, die hier aanwezig zijn, in hun geheel betreft, zij vooropgezet, dat het in mijne bedoeling ligt ze uit to geven als aanvulling van de editie-Worp 3). Voor allerlei bijzonderheden verwijs ik hierom naar deze uitgave. Enkele mededeelingen over de familie Huygens, 1) ilijks Geschiedkundige Publicatien, 6 dln. 's-Gravenhage1911-1917 2) in het eerste deel van genoemde publicatie, blz. 98 vlg. 3) Nl. van deel I (1608-1634). Bij citeering zonder meer doel ik op dit deel. IIITYGENS AAN 2IJN BROER CONSTIVTIM. 3 die bij Worp 1) veel uitvoeriger to vinden zijn, acht ik ook hier op haar plaats. De 15 brieven, die in hun geheel of gedeeltelijk hier volgen, zijn alle door Maurits Huygens gericht aan zijn broer Constantijn, die ruim een jaar jonger was. Maurits was na afloop van zijn studententijd (1617) werkzaam op de secretarie van den Raad van State, waar hij zijn vader kort voor diens flood als secretaris opvolgde (1624). Voor Constantijn had vader Christiaan in 1620 nog geen passende betrekking gevonden. In laatstgenoemd jaar koos hij evenwel de diplomatieke richting. Constantijn — hij was Coen 24 jaar oud — behoorde tot de jongelui, die met den gezant Van Aerssen meegingen naar Venetie. Bij Van Aerssen maakte Constantijn zoo'n goeden indruk, dat hij hem tot secretaris benoemde. Als gezantschapssecretaris heeft Constantijn daarna driemaal Engeland bezocht, respectievelijk in het voorjaar van 1621, vanaf einde 1621 tot begin Februari 1623 en in 1624 van einde Februari tot begin Juli. Onze brieven nu zijn uit den tijd van de twee laatste ambassade's. De eerste negen — van 20 Mei 1622 tot 29 December 1623 — vallen in den tijd van de tweede, de andere zes — van Maart tot 7 Juni 1624 — in lien van de derde ambassade. Wat Dr. Worp van doze brieven heeft overgenomen van „De Militaire Spectator" van 1852 heb ik op verzoek van het bestuur van het Genootschap ook hier gepubliceerd. Over de politieke en militaire gebeurtenissen van dozen tijd vertelt Maurits natuurlijk ook overigens een en ander. Gewoonlijk gaat het evenwel over particuliere aangelegen- heden van allerlei aard. M. DR H. 1) Worp t.a.p. Dl. I, Inleiding passim. EtN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS No. I 1). 20 Mei 1622. Vos dernieres par Jacob Mole) nous ont mis hors de peur de vostre indisposition assai (?) outres les nouvelles de la bouche de Burlamachi 3). Des bottes patienzia 4). Pour le drap de vostre manteau achettes en, si vous voules : vous l'aures a meilleur marche 1A, qu'ioy, et a vostre retour je vous payray ce que le mien a couste. Tilly n'est pas prisonnier et dorenavant les bruicts du Palatinat sont si incertainement differents que je m'abstiens d'en toucher, de peur de mentir : mais touttefois la plus part bons. Burlamachi est passe .par icy, mais pour la haste it n'a peu disner ches nous 5). Du Prince Henry 6) on n'entend rien encore, Bien que tout le monde soit en alarmes en grande attente de la nouvelle de quelque entreprise. Et volt on que son Exe. mesme en est impatient, et mande tout ce qui vient des quartiers de Brabant pour entendre, jusques a nostre Gilles van 't Lanternhoff 7). II a grande quantite de cavallerie et infanterie, et a ce qu'on diet de petards, au moins je scay que le petardier, capitaine van Picou, 1) BO Worp No. 151. 2) Ook Worp noemt hem als overbrenger van een brief (No. 193). Zie ook No. VI., 3) Philippe B., bankier to Londen. In 1622 ging hij als betaalmeester van de troepen, naar de Paltz. Op deze reis passeerde hij Den Haag. (Zie Worp blz. 23, n. 4, brieven No. 147 en No. 149). Ook in 1616 had deze bankier aan Koning Jacob I groote diensten bewezen in de pandstedenkwestie met Oldenbarneveldt. Zie E. Wiersum: Johan van der Veken (Hand. en Meded. v. d. Maatschappij der Nederl. Letterk., 1911/12, blz. 184). 4) Begin Mei had Constantijn naar huis geschreven, dat hij met de schoenen van zijn broer nog niet klaar was. (Zie brief 149 bij Worp.) 5) De rest van dezen brief heeft Worp reeds uitgegeven als No. 151. 6) Frederik Hendrik. 7) Een goed bij Antwerpen, dat aan de Hoefnagels toehoorde. (Worp blz. 98, n. 2.) HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTANTIJN. 5 est avecq. Passe dimainche it sortit du chasteau de Breda iustement comme la cloche sonna 3 heures du matin et vint le soir a Mal 1), ,guieres fort long de la, ou it atteidoit le reste de ses gents qui vindrent d'autres garnisons. Vest lentement marche pour une entreprise, et je ne puis m'imaginer que ce soit quelque chose de tel. Adieu. 20 May 1622 2). No. II 3). 30 Mei 1622. Le lendemain que j'ay recu vos very — je les receus le soir a 10 heures — je les ay envoys a Amsterdam 4), tenement qu'il n'aura tenu a moy qu'ils ne les ayent tout frais. Je les ay leu avecq mon Pere, ma Mere etc. Its n'y entendent rien, ny moy non guieres plus, qui ne scay dorenavant qu'admirer ce qui vient de vous : a la facon qu'on s'estonne du langage estranger de quelque Indier, Turcq ou Frison pour le moins et dire pour tout jugement : Maer hoe drollich gaet dat 5). Grotius 6) a mis en lumiere un poeme : Bewijs van den waeren Godsdienst : biers long, je le vows envoyray par la premiere occasion et moins coustable. .En 7) attendant voycy des nouvelles du Palatinat. Des Grisons en aeons nous de fort bonnes, dont Leopold 8) ou les siens ant este eu chasses a coup de baston. Vous '1) Ben plaatsje bij de Nederlandsch-Belgische grens. 2) In dorso staat aangeteekend als datum van ontvangst : Ult. May 1622 3) Bij Worp No. 154. 4) Vermoedelijk het gedicht, dat Constantijn gezonden had aan Anna en Tesselschade Roemers en aan Hooft. (Zie Worp, blz. 103, n. 1.) 5) 8 Juni schrijft Constantijn aan zijne ouders: „Je me ris de la difficulte qu'on trouve en mes compositions." (Worp, No. 455.) 6) Zie Te Winkel: Ontwikkelingsgang der Nederlandsehe Letter- kunde, II' blz. 16 vlg. 7) Vanaf ,,En attendant" tot „lachrymae" heeft Worp reeds gepu- bliceerd ale No. 154. 8) Aartshertog van Oostenrijk, 6 EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS les aures entendu cy devant. Apres le departement du Ducq. de Brunswyck 1) sa partie a reoccupe le stift Paderborn, qu'auparavant it avoit pris , les nouvelles en sont rien. aujourdhuy. C'est pea de chose. Mais non pas de la rendition de Lunen 2) et Onna 2) au comte van den Bergh 3). A Lunen commandoit un lieutenant d'un capitaine van Eggels de nos gene; it l'a rendu sans coup ferir, ny d'un ny d'autre coste. Il a este mande samedy par let- tres expresses pour se venir presenter devant le Conseil , nascetur ridiculus mus, scilicet a la fawn de Pythan 4), dont la cause traine encore jusques a ceste heure. Cepen- dant le monde se gouverne par exemples, ct hinc illae lachrymae. Mon Pere commence a fort desirer vostre retour, aussy fayje pour tout le peu d'apparence qu'il y a. Cependant satisfaicts nous par lettres taut que pouves et comme vous faictes. Adieu. 30 May 5). No. III 6). Juli 1622. Frello, Depuis 9 iours je suis icy de retour d'Utrecht et d'Amsterdam oil j'ay laisse tout en bon estat. D'Utrecht j'ay apporte 100 fs. eschues le 1 d'Avril passe. Sypenes 7), qui sera icy dans peu, verra s'il pourra extorquer les aultres 100 eschues le 1 de ce mois. Les nouvelles du Palatinat pas trop bonnes — je dis celles du Ducq Christian — 8) ^•...•^•••^••••••....... 1) Christiaan van Br. streed aan de zijde van Frederik van de Paltz 2) Plaatsen in Westfalen. 3) Hendrik van den Berg, toen nog in Spaanschen dienst. 4) P. had in Januari 1622 Gunk aan Spinola overgegeven. Daarna was hij gevangen genomen, maar ten slotte vrijgesproken. (Worp blz. 99, n. 5.) 5) Constantijn heeft dezen brief 6 Juni 1622 ontvangen. 6) Zie bij Worp No. 180. 7) Cornelis van Sipenesse, zeer bevriend met de familie Huygens. (Zie Worp, blz. 5, n. 7.) 8) Christiaan van Brunswijk. HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTANTIJN. 7 vous auront donne 1' alarme pieva. Basta qu'elles pour- royent estre pines et de mon povre iugement je iuge qu'il a beaucoup faict d'estre passe comme ii est, et qu'il y a plus de faulte h, sa partie de ne l'avoir plus endom- mage, qu'a luy de dommage. Il a tousiours march4 en fort bon ordre et continuellement presente la teste a 1' ennemy, tellement que tout le dommage qu'on luy a peu faire n'est qu'a la queue de son arriere-garde. Dieu mercy qu'elle n'y est toute fricassee et plus, et gull est luy avec toute sa cavalerie sauve et le principal du Bros de son infanterie avecq le Roy 1). D'oil — lee deux armees 2) extant si pres l'une de l'autre — l'on attend en impatience l'extremite d'une bonne ou telle nouvelle qu'il plaira au Dieu des Armees. Je vous escris de la secretairie. Du Comte de Levesteyn 3), qui seroit Hoye dessous le pont dans le Meine, du Baron de Vleckesteyn, du Comte de Stirumb 4) les apparences donnent encore quelque espoir : du contraire je plains la povre Comtesse nouvel- lement mariee. ..... . . . 5) Moy pour ceste fois et Adieu. VI . . 5) Juillet 6), Mercredy ...... 5) vous saluent et tout ce qu'il y a de com[pagn]ie icy, oit je Buis. 1) De Koning van Bohemen, Frederik van de Paltz. 2) Zie Worp blz. 163. 3) Commandant van een regiment. (Zie Worp, blz. 121, n. 3.) 4) Welke van Stirum bier bedoeld wordt, kan ik niet uitmaken. 5) Onleesbaar door een scheur in het handschrift. 6) Worp vermeldt iets over dezen brief (No. 180) en zegt verder in de betreffende noten, dat hij niet gedateerd is en dat de berichten doelen op den slag bij Fleury (29 Aug.) tegen Don Gonsalvo de Cordua. De Militaire Spectator (2e Serie IV 1852 blz. 459) brengt echter een en ander in verband met den slag bij Iiiichst (Juni) en m. i. terecht, daar de brief gedateerd is Juillet. Tevens spreekt Maurits in een schrijven, dato 15 Juillet (brief 163 bij Worp), van „2 grandes armees, dont j'ay diet en ma derniere." Worps brief No. 180 dient voor No., 163 geplaatst. 8 EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS No. IV 1). 15 Juli 1622. Si le train de vos affaires s'avance encores comme en vos dernieres, Belle cy pourroit estre ma derniere 2). Dieu le veuille, et comme vous me cognoisses, depuis que j'ay vostre retour en teste, je ne scaurois que vous attendre en impatience. Derecheff ma Mere se porte du tout bien, grace a Dieu luy viendra bien a propos pour un peu bien de peine que nos gasten d'Amsterdam ils soot a la veille de venir luy vont donner. Du publicq vous scaures desia que n'ostant possible que ces 2 grandes armees, dont j'ay diet en ma derniere, eussent plus longtemps de quoy s'entretenir si prκs l'une de l'autre, et longtemps en un mesme quartier, le Roy 4) apres avoir pourveu selon ses moyens a ses garnisons, et laiss4 le Furst Christian sur la place, a pris la routte de Elsats. A ceste heure diet on gull est passe Strasbourg pour aller en Bavieres. Autres disent en Boheme ; non credo. Ce matin a 6 heures mon maistre me venant veoir — j'apprends l'Anglois — me diet avoir tout a l'heure entendu d'un lacquay de la Reine 5), que hier au soir est venu des lettres de Mons.r Veer 6) a la Reine, qui tiennent que lay ou Obertraut 7), ou luy et Obertraut auroyent battu l'ennemy pennant passer le Neccar, pour s'avancer vers Heidelbergh et defaict 4000. Depuis je Pay ouy confirmer de bonne main. 1) Bij Worp No. 163. 2) Reeds in de brieven van Juni en begin Juli spreekt Constantijn de verwachting uit, dat hij over 4 a 6 weken terug zal zijn. 3) Dit schrijven heeft Worp van hieraf tot het einde gepubliceerd als No. 163. 4) Zie blz. 7. 5) Elizabeth, Koningin van Bohemen. 6) Sir Horace Were, die lang in dienst van de Staten-Generaal is geweest, heeft in dezen tijd aan den oorlog in de Paltz deelgenomen. (Worpy blz. 84, n. 4.) 7) Een kolonel in dienst van Frederik van de Paltz. HUYGENS AAN ZIJN 13ROER CONSTANTIJN. 9 Vostre P. C. Hooft a un sot de frere 1), grand Arminien, qui versant de France et estant prie a disner de nostre commandant Calcar a Lillo, s'est avarice de parler mal de ce nostre gouvernement, et de plus refusant de Noire la sante de son Exc., diet plus volontiers vouloir boire celle du bourreau de Harlem et plusieurs autres vilainies. Calcar l'a arrests et envoys a ses Betaelsheeren en Mande, qui ont trouve sur luy diverses lettres d'Uten- bogaert 2), de Grotius et Stoutenburg 3) en chiffre etc. Enfin le pretexte de la folio luy a servi d'excuse, et l' ont ils laisse aller avecq bonne reprimands, trop indulgemment. Son Exc. est party avant bier, a dormy bier soir opt huys to Hemert 4), et tout le monde le veult avoir force voor den Bosch je troy qu'il y va, mais rien quo pour veoir les fortifications des nouveaux forts quo nous y faisons, car pour un siege, non venit in me; le morceau n'est pas si tendre 5). Vendredy de la secretairie, 15 Juillet 1622 6). No. V 7). 26 Atli 1626. Voycy vos armoiries et puisque vous me serves a plats couverts, nihil amplius addo 8). Nostre vine de Bergues sur lc Zoom est assiegee et vous en aures desia le bruict. Courage, ii y trouvera mordre. Elle est bien pourvue et se pourvoit de lour [a] 1) Worp (biz. 105, n. 4) merkt op, dat bier bedoeld meet worden Hendrik Hooft, die in '1621 te Orleans was gepromoveerd in de rechten. 2) De bekende Remonstrantsche predikant. (Zie Worp, biz. 42, n. 1.) 3) Willem van Oldenbarneveldt. 4) Z.W. van Zalt-Bommel. 5) Ruim drie weken later heeft Prins Maurits een vergeefsche poging gedaan om 's-Hertogenbosch te veroveren, ni. op 9 Augustus. Zie Van Oudenhoven: 's-Hertogenbosch, ed. 1670, biz. 217. 6) De datum van ontvangst te Londen is: 25 July 1622. 7) Bij Worp No. 167. 8) Worp heeft het gedeelte van dezen brief, dat op „addo" volgt, tot „Les cousines Van 13aerie" als No. 167 gepubliceerd. 10 EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS aultre de grand force de vivres et ammunitions, et de grande garnison ; pour celle cy, je .pence qu'il y peust estre a ceste heure environ les 5000 hommes. Famars 1) y est dedans, outre le gouverneur Ryhove 2), les rit- maistres Brochem 3), van der Wel 4), colonel Hendersson 5) etc., touts tree braves gents, si nous en avons. Les dernieres nouvelles ---- nous en recevons tour les iours — portoyent quo l'ennemy preparoit ,ses batteries en divers endroicts. A ceste heure le monde crie d'une fu.rieuse sortie des assieges avecq perte de quelque 4 a 500 hommes, du coste de l'ennemy mille, je n'en croy rien ; on en meat terriblement. Pour tout le premier it vous est alle attacquer Steenbergen et comme fortification fort foible et sans aucun canon, l'a empOrtee en fort pen de temps. Aussy est ce fort peu de chose et point hors de nostre compte. Le figs de Meurskens, vulgo bonne mine, enseigne du commandeur de la place Borrewater, y est tire d'un coup de mousquet a travers la teste, s'estant avance trop pour tirer d'une sienne longue har- quebuse et a ce qu'on diet trop pare par son grand pennache blancq. Et personne que luy seul, c'est dommage. Ce siege nous donne la besoigne un peu bien dune, plus de coustume. Demain nos Seig.rs deputes e'en vont A l'armee ; ils ne sont que 4, pour reparation du beau mesnage de jadis, et que des Estats Generaux, buon perme (?). Son Exc. est a Emmerick, nostre armee by den Elteren- bergh 6), outre la pantie qu'en a le Prince Henry by 1) Er waren verschillende officieren van dien naam in het leger. (Worp, blz. 107, n. 5.) 2) Louis de Kethulle, gouverneur van Bergen. (Worp, blz. 108, n. 1. 3) Willem van de Rijt, later kolonel en drost van Bergen, in 1629 korten tijd drost van 's-Hertogenbosch. (Worp, blz. 108, n. 2). 4) Lambert van der Well reeds in de eerste helft van de 17e eeuw ritmeester. (Worp, blz. 108, n. 3.) 5) Sir Robert Henderson. Bij het beleg gesneuveld. Zie brief No VI, blz. 14, 15. 6) N.W. van Emmerik. HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTA.N. TIJN. 11 Griet 1). Du commencement le monde crioit fort que son Exc. descendoit pour Bergues, qu'il estoit a Dort, qu'il seroit bientost icy n'a guarde de bouger si tost et sans plus de necessite. Si l'ennemy a envie de s' opiniastrer, je nous voy le modelle d'un Ostende tout basty. Je Buis bien ayse d'y avoir este depuis si peu, pour avoir la memoirs encore toute fraische de la situation, etc. Un grand et bel ouvrage in 't bosch, un horenwerek, estoit paracheve, et tantutn non opgenomen, comme le lendemain on les appercevoit. Tilly, diet on, a quitte Heidelbergh, et est a la suite du Roy de Boheme, qui a prix la route de Bavieres, it n'aura faute de rien moins que de manger etc. De Cordua 2) est encore devant Heidelbergh, fespere qu'il s'y lassera. Les Cousines Van Baerle 3) ne sont venues que de bier soir. Elles dorment encores, et sans cola elles vous salueroyent. Puisque je suis a l'Anglois, comme par mes prece- dentes Ivous pourres scavoir, aportes moy pour le mains des psaumes et s'il y a quelque chose d'avantage que vous iuges m'estre necessaire, tout vous sera rendu 4). No. VI 5). 24 Aug. 1622. 2 ou 3 pacquets avons nous receu l'un sur 1' autre, sans un povre mot de lettre pour moy : touttefois je Toy que vous ne laisses pas de vous souvenir de moy et notamment en vostre derniere alla Signora Madre par Jacob Mol 6), ou vous traietes asses largement une matiere 1) N. van Zevenaar. 2) Zie blz. 7, n. 6. 3) De meisjes Van Baerle, nichtjes van de Huygensen. 4) Constantijn heeft dit schrijven ontvangen op 7 Augustus 1622. (Worp, blz. 108, n. 5.) Brief No. 169 bij Worp leert ons, dat het verzonden is op 26 Juli. 5) No. 172 bij Worp. 6) Zie brief No I, 12 EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS qui me touche un peu 1). Pour mon particulier je vous suis oblige du bon soing que vous porter pour moy et per meum latus de nostre petite republique privee. Vous faictes bien et conseilles sagement. Mais je voudroy que (vous) fussies bien informe de l'estat de ceste affaire, ceque de si loing et en papier vous naves se pouvoir faire malaisement. Touttesfois pour volts oster de l'opinion de quelque nonchalance de ma part, scaehes que jen suis la que de ma part: j'y faict mon del:wok et j'ay prix l'occasion de 15 iours que nous Pavans eue icy. Mais avec si pen d'avancement que iamais. tie troy vos besoignes de par dela ne s'avancerent plus lentement, tellement que par tout le plus releve de ma belle eloquence, je n'ay peu obtenir encor rien qu'une generale responce : communis formula qu'on ne scauroit se resouldre a se etc (?) et alles vous y attendre que moy qui ne suis point orateur non que ministre, je luy aille ou avecq des paroles parties ou des saincts passages . . . den Echten staet aenprysen. Outre tout cela c'est icy le mestier ou je m'entends le moins. Je ne suis point serviteur de Dames, je-ne scauroy faire du sot et flatter et mentir it me semble qu'il ne fault aller que j'auroy la raison et la verite. Je ne scauroy me penser moy mesmes et a qui ne spit voir de soy mesme si je vauls ou combien, ne scauroy me faire valoir artificiellement. Pour tout cela ne puis je point veoir que je sois a contrecoeur et — sans vanterie n'y a pas la moindre comparaison de mon procede celuy de test aultre nostre ce que vous scaviez y avoir prκtendu autrefois. Au mains on m'entend parler et gazouiler peult-estre point mal volontiers et au moins sans se moquer de moy. Les bonnes soeurs y ont apporte tout ce qu'elles ont pen 2). Encore la S.ra Madre et it Sig.r Padre taliter 1) Maurits dong vergeefs naar de hand van zijne nicht Susanne van Baerle. (Zie ook bij Worp blz. 169, 174, 188.) Constantijn heeft later meer succes. 2) 10 Augustus had Constantijn geschreven: „Mes soeurs peuvent beaucoup faciliter l'affaire; laet se dan nu HUYGENS AAN ZIJN BROBR CONSTA.NTIJN. 13 qualiter. Maio quoy ? Tout sans la moindre responce definitive, ny de l'une ny de l'autre costs. Enfin semi- putata vitis. Et je m'y suis trop bien embarque pour retourner. y a plus de 15 lours qu'elles sont hors d'icy. Depuis je n'y ay rien faict, car d'escrire — littera scripta — je n'en suis point d'y aller ; beaucoup moins je ne veux point ouvrir la bouche au monde plus qu'il n'est besoing, 't is noch quaet genoch. Sans cela, si j'y voyois quelque fondements, je n'y Buis que trop porte, je prendray doncq cet autre moyen, la viellesse, ce que ces gents lδ ne scauront faire par leur authorite, Madele ma personne ne le fera point. Aussy bien pour ma part, dixi et dixi largiter. Une autre raison de mon delay, c'est que le S.r nostre Conseilier depuis quelque 8 lours est la en cette grande village et pour semblable occasion : it en veult a la seconde de nos aultres cousines, Isabella non Clara sed Eugenia. 2) Je verray quel succes son affaire prendra et me regleray aprκs, car noste que ces deux dependent fort l'une de l'autre. Pour costa aultre et elle et sa sage mere serent deux folles si elles n'y entendent. Il n'y sera qu'eneore quelque 8 iours et n'aura nullement la patience ny le temps de s'accommoder a ces longueurs et ceremonies. Ny moy non plus, encore s'il me la faict trop longue, je ne l'attendray pas, je suis tout resolu de tenter: faveant modo numina et pariter d'attendre pied coye et constanter tout ce qu'il plairra a Dieu de m'envoyer. snappen clapt, en houwen haer F. backhuys hier namaels." (Zie Worp blz. 111.) 1) Johan Dedel, oud-gouverneur van de beide zoons van Christiaan Huygens, 1621 Raad in den Hove van Holland geworden. Hij is 5 Februari 1623 gehuwd met Isabeau de Vogelaer. (Worp, blz. 4, n. Zie ook blz. 15, 19, 22, 24. 2) Isabeau de Vogelaer was een nicht van Huygens' moeder. Zij was de tweede dochter van Marcus de Vogelaer en Margaretha .van Valekenborgh. Zie de geslachtslijst der familie De Vogelaer in Bijlage F van de uitgave van het Dagboek van Constantijn Huygens door J. H. W. Unger, (Bijlage OudsHollaud, 1885). 14 EEN VInTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS Si pour ma part naufragium facio, bien que je n'aye point le courage asses ladre pour ne ressentir un peu ceste picqueure, je vous conseilleroy en frere. Tentes la mesme fortune et ou je me trompe, ou vous y courres moins d'hazard. Nam homini homo qd non interest, ego mecum habito et je scay le peu que je vaulx et c'est cela qui me met tellement ceste opinion en cervelle que bien que j'aye prou et bien fortes raisons de croire autrement. Si ne me puis je imaginer qu'on n'aye plustost l'oeil sur vous que sur moy. Regles vous a l'avenant. Mais cependant aussy, si Dieu le veult, fraternellement ne m'envies point une meilleure fortune que je ne vaulx. Vostre derniere alla Sig.ra Doroth. 1) je la luy ay faict tenir par voye de Mad le Van Santen 2), qui l'a envoyee a Kenenburgh 3), ou l'autre est depuis quelque 10 ou 12 iours. Je continue tousiours en mon escole Angloise et dore- navant je n'ay affaire que de vous. Mon maistre ne scait pas asses de flameng pour m'exercer en des livres ou le flameng n'est point a costes Sans cela je seroye pieta en l'Arcadia qu'a part moy et avecq le dictionaire j'entends desia assai bien. Je ne tiens dorenavant mon maistre que pour la pronunciation et j'ay une grande faulte de ne m'oser avancer au parlor. Apportes moy tousiours un livre de psaumes et siqd ultra 4). Devant que recevoir cello cy peult aures vous desia entendu l'assault de l'ennemy sur Bergues, ii a este bravement repousse avec perte de quelque 600 de son coste et 100 du nostre. Le Colonnel Henderson 5) y a este tire au travers de la cuisse, l'os casse, et point encore hors de danger — it est porte a son logic icy a la Haye 1) Dorothea van Dorp; ofschoon zij Constantijn's liefde niet beant- woord had, waren ze goede vrienden gebleven. (Worp, Inleiding XXXI vlg.) 2) Vermoedelijk Charlotte van Santen. (Worp, blz. 45, n. 4.) 3) Slot en heerlijkheid in Delfiand; eigendom van de familie Van Dorp. (Warp blz. 417 n. 5.) 4) Wat tussehen „ultra" en „je vous prie" staat in het handschrift, heeft Worp gepubliceerd als eerste alinea van brief No. 472. 5) Zie blz. 10, 15, HIJIGENS AAN ZISN BROER CONBTANTIJN. 15 Kilgrev aussy bless4 et s'est porte trιs bien, un eapi- taine Everardt et un lieutenant wort. Il y a desia plus d'un mois gulls y sont devant, si n'ont ils encore gaignσ un pied d'avantage sur la ville ou sur les ouvrages. La garnison commencoit a s'affoiblir et se lasser a force tant de travailler que de combattre, sed provisum est, et y a on envoye encore quelque 2000 hommes. Desormais Liertge 2) y est aussy dedans, it a eu sa patente de nous. Auiourd'huy it vient des lettres du camp de son Excellence, qu'il a des nouvelles que le Comte de Mansveldt auroit tile 5000 paysans de ceux qu'aux quartiers de Lutsenburgh on avoit faict s'armer a sa resistance. Je vous prie respondes et conseilles moy en mon affaire dont cy devant. De mon costa movebo omnem lapidem et moins n'auray je point apres ce mescontentement d'avoir laisse aliquid inexpertum. Mais ne respondes qu'a moy seul et intitules ma lettre a moy soul. Item comment vous plaist l'affaire de Dedel Je l'y ay conseille moy. Elle est bonne fille et de ce quo vous pourries penser que la consideration de 1'aisn6e l'empesche- roit, je ne le croy point. On y est trop chargι pour regarder de si pros, je m'en Buis enqueste a Suseke 4) et tout ouy. Je pense qu'il n'y sera pas[ma]1 venu. Je vous prie d'une chose, c'est de me renvoyer celle cy par vostre premier pacquet pour ma securite. Ce sont des resveries que je ne vouldrois pas que quelqu'un et dont je ne veulx pas qu'il soit memoire ay apres Il y a bien 2 iours que j'ay commence d'escrire cello cy. Entretemps le povre colonnel Hendersson 6) eat inert ceste nuict entre le 23 et 24 de co mois entre memo& et ieudy. Povre cavalier, il a monstre d'avoir merits une 1) Vermoedelijk Henry Killigrew, die in 1621 kapitein werd over een compagnie voetknechten. (Worp, blz. 114, n. 3.) 2) Waarschijnlijk Frederik van Liere, wiens familie bevriend was met de Huygensen. (Worp blz. 114, n. 4.) 3) Zie ook blz. 13, 19, 22. 4) Susanna van Baerle. Zie ook blz. '11. 5) Tusschen ,,apres" en „J'ay entarae" volgt wat Worp heeft afge- drukt in brief No 172 vanaf: y a bien 2 iours". 6) Zie blz. 10, 14 en 16. 16 BEN VIMTIENTAt BRIEVEN VAN liAURM meilleure fortune, et laisse une Teufre et enfans bien affliges. Et magnum in hoc rerum state sui desiderium. Les dernieres nouvelles de Bergues sont du 21e de ce mois, et voyey ce qu'elles contiennent par forme d'extract pour autant qu'il vous est necessaire de sgavoir, et permis a moy. de vous en dire. Desen naeht geleden is de vijandt aen onse halve mane — e'est celle la, mesme que dorenavant ils ont attaque oil le colonnel Hendersson oust son malheur — weder doende geweest te aprocheren. Hebben weder, spiesse tegen spiesse, malcanderen [ge]houden staende, soo datter eenighe van onse sijde gebroken sijn, ende eenighe musquetten. De vijandt was doende omme de halve mane te vullen met rijs, onder wijlen wij sterck met granaten wierpen, waerdoor sy groote schade leden, ende riepen met geweldt : draegh aff, draegh aff. Endo dose schermutseringe heeft geduert van savondts ten X uren tot 's morgens ten 4 uren. Wij hebben in dese scher- mutseringe becomen omtrent 15 van onse dooden ende eenighe gequetste, waeronder is capitein Lovelace I), capitein Caddel 2), de vendrigh Dexter — c'est le fils de R. Dexter 3), grand ingenieur et cestuycy brave soldat — is loot gebleven. Van desen morgen heeft de vijandt met halve carton- wen deur de huysen van de stadt ende kercke beginnen to schieten, twelek hij tevoren niet gedaen en heeft. Dan heeft alleene tevoren somwijlen met een cleyn falconetgen geschoten. - Depuis on a entendu que du eost4 de l'ennemy it en seroit demeure quelque 3 4 400 et gents de marque parmy. Passe quelques lours on diet estre arrive a, Anvers huictante chariots charges de blesses. C'est un siege, qui leur coustera .terriblement de peine, de chair et d'argent ...,...........^^•-^........*........* 1) Sir William Lovelace, reeds in het begin van de 17° eenw kapitein. (Worp, blz. 114, u. 5.) 2) Waarschijnlijk Jacques Caddel. (Worp, Biz. 114, n. 6.) 3) R. Dexter was een van del acht ingenieUrs,- die moesten zorgen voor de versterkingen van Bergen. (Worp, blz. 414, n. 7.) tUYGENS AN Mint BROER CONSTA.NTIJN. 17 et Dieu aydant, ils ne gaigneront Hen, comthe iusqu' encore a eeste heure ils n'ont gaigne un pied tairt seule- ment. Ce qui me donne du courage, c'est que je voy son Excel!. ne remuer point un pied pour secourir la vine je croy qu'il n'est pas trop marry de veoir son puis- sant ennemy perdre son temps et ses plus grandes forces en lieu oil ii nons peult faire le moins de mal. Cepen- dant — Si credere fas est — Mansfeld descend suivy, touttefois de loing, de Don de Cordua, qu'on diet que le furst Christian auroit battu, je ne l'ose esperer. J'ay entame I'arcardia des hier et souventefois l'insuffi- sance flamende de mon maistre m'y faict me trouver court. Quid faciam P Je m'ayde parfois de Gheyn 2 et encore son explication scabreuse ne me peult contenter. Je m'accuse parfois certaine negligence en la pronunciation. Mais d4sia je in'appercoy qu'il park son Anglois comme son francois. Nimis Attice, en nosh gaet hij weynich vast in stn schoenen me. Adio Sig.re Fratello. Mais touchant vostre garcon je trouve mieulx moy que vous en prenies un frangois plustost qu'Anglois, cestuycy seroit trop a contrecOer au reste de nos gents qui ne l'enten- droyent pas. Acheve d'escrire le 24 d'Augst 3). Et renvoyes moy tout cecy, je le brusleray. No. 1711 4). 30 Sept.? 1622. Vostre derniere prolixe moy m'a este delivree Amsterdam, oir fay este quelque 8 a 10 iours avecq nos soeurs priees a la kermesse ches ces honnestes gents qui 1) Ten onrechte leest de uitgever in „De Militaire Spectator" van 1852 „rien". (Worp, blz. 115.) 2) Jacob de Gheyn Snr. of Jnr., beiden sehilders, met de Pamilie H. bevriend. (Worp, blz. 16 en 22.) 3) In dorso slant vermeld: 7 Paris (Sept.) 1622. 4) Bij Worp No. 183. Bijdr. en Meded. L. 2 18 EEN VIJFTIENTAL IZIRIEVEN VAN MAURITS dernierement nous ont este veoir. On nous y a bien traicte et la dedans et partout et de bon coeur. Et pour mon particulier j'ay donne le second assault, oh j'ay faict iustement tout autant de progres quo Spinola 1) et touts les liens. Il n'a en l'espace de 2 mois gaigne un seul pied de terre taut seulement. Vos avis de point en poinct je les trouve fort bons 2). Quis, quid, ubi, cur, quibus auxiliis, quomodo, quando, et touchant le quomodo en l'entremise de nos grizons, fort bon. Mais de les y entremettre en la conjuncture ou je me voy, ne trouves estrange si je ne le trouve point si bon. Et c'est le seul proffit que ce petit voyage me peult avoir apporte d'avoir appris qu'il n'est point encore temps d'y employer ces extremites, si ce n'est que quant et quant nous soyons tout resolus le tenter et attendre le aut Caesar aut nihil. Car poses le cas qu'il soit ainsy de vray, comme pour toutte excuse et raison j'en ay peu tirer, qu'on ne scauroit se resoudre : voire qu'on n'a point envie de . . . et a qui n'est point resolu de faire, penses vous qu'il soit a propos de dire : faictes cecy ou cela ? Or qu'il soit ainsy de vray qu'on n'y est point resolu, beaucoup d'occurences et apparences me le font croire. La principale de touttes qu'on ne s'y prend point a la personne, voire — et sans vanterie luy veult on du bien, et plus, si velles, qui ne me seroit bien seant de dire, moins de dire icy. Je ne veulx point vier que quand on y iroit a vostre facon, je ne double point qu'on n'en puisse Bonner un grand bransle. Car ou je me trompe ou tout cequi luy touche et en telle occasion luy peult et doibt servir de conseil, seroit pour nous. Mais quay tout cela aussy me peult que conseiller, on n'y est qu'a soy et non a aultruy. Je spy de fort bonne 1) Voor Bergen-op-Zoorn, dat hij van Juli tot October vergeefs legerde. 2) 12 September had Constantijn aan zijn ouders ,geschreven over zijn broer: „Men moet niet ledig zitten bij eene zaak, die lens zoo Ter gekomen is, maar flunk zijn en zich niet vernederen". (Worp, blz. 121.) litrYGEN8 AAN 13ROΘR CONSTANTIJN. 19 main que tel procede a cy devant renverse une bonne affaire d'aultruy et qui scaist si point a mon bonheur ? Mais dira on doncq enfin queue fin ? Nescio, et si Dieu n'y met la main, ut det quondam hora quod Nora negat, it n'y faut point attendre d'autre fin pie nous n'avons a ceste heure. Moins insupportable d'autant que ee n'est point nostre default qui nous la tree, autant que nostre malheur, qui se peult changer un iour, si Dieu le veult et patience ne nous eschappe, et queue si grande haste aeons nous ? Le scrupule que i'avois meu de vostre personne m'est desormais tout hors de teste. La croyance m'en estoit venue par forme d'advertissement de personnes moins par- faictement informees de tout que je ne sais a ceste heure. Pour la courtoise presentation de vostre assistance, je vous remercie de bon coeur et ne la refuse point en meilleure opportunite. Je me suis aussy informe soubs main, mais bien assure- ment de l'affaire de nostre S.r Conseiller 1). Tout diet, it l'aura s'il veult. Et touttefois je voy qu'il en doubte et que c'est eela seul qui luy en defend l'essay. Je luy en parle souvent, et s'il m'en croit, it y fera son debvoir: la personne au dedans me plaist merveilleusement et ce que je luy en die, n'est pas dorenavant de l'opinion que j'ay de ce que le suttee de la mienne dependroit de son affaire. Car — et j'avois oublie de le vous dire — ces gents nostres sont presques tout resolus, si rien n'y entre- vient, de venir demeurer icy le mois de May a venir. Chose bonne ou mauvaise pour nous ? Le partement subit de ce porteur me faict finir cello cy subitement comme voyei et je sors expressement de la secretairie pour fermer. Adieu doncq. Ceux 2) de Bergues continuent a faire bien et l'ennemy n'avanee non seulement point, mais perd plustost. Son Excell. est descendu n'ayant laisse qu'environ 4 h 5000 1) Zie biz. 13, 15, 22. 2) Wat Maurits verder mededeelt over kridgsgebeurtenissen, heeft Worp reeds gepubliceerd als No. 183. 20 EEN VIJI'TIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS hommes sous Lambert Charles 1). On attend en impatience- le awes de quelque grand desseing. Et dans Bergues tout est, eu ferme opinion que l'ennemy bougera dans peu. On me. vient dire que ma haste n'est pas si grande, par ainsy je m'en vay vous entretenir encore un pen. Hier it yint. les derniκres de Bergues avecq nouvelles que lundy passe nos gents avoyent faict sauter une mine avecq si bonne operation qu'elle avoit faict crever celle de l'ennemy, autrement estoit presto d'estre allumee de leur costs. Mons. Wichringen retourna hier du Conte de Mansfeldt, ou it a este depute avecq autres des Estats Generaulx pour le prendre en service. .A.pres monstres faicts it a este trouvσ fort de 5000 chevaux et entre 4 et 5000 d'infanterie, touts braves gents et fort braves officiers. La pluspart des Reitres ont refuse les armes van voorste en achterste qu'on leur avoit envoys, disant n'y estre accoustumes, et d'avoir combatu jusques la, armes en rien quo pistolets et une harquebuse. La ren- contre de Mansfeldt et Cordua a este un furieux combat3) et presques incroyable, n'y ayant en trouppe qui n'ayt chargι 6 fois. La premiere charge que le vorst Christian fist, it ne retourna de toutte sa compagnie que luy 12e, les enseignes de touttes ses compagnies y furent tues et ce qui est remarquable une enseigne a este relevee 14 fois et touts y demeuroient. Mons.r Wichringen conta comment devant 5 ou 6 lours le conte de Mansfeldt, estant loge a Waelwyck a failly d'estre mene prisonnier a Bolducq et de ceste fawn, a ce qui m'en- souvient. Ceux de Bolducq avoi[en]t envoys quelques compagnies qui a certain point nomme donneroyent l'alarme a un des quartiers de l'armee du conte de Mans- feldt, cependant que aultres 25 hommes d'eslite l'iroyent 4) L. Ch. heeft aan vele krijgstochten deelgenomen ; hij is in 1625 gestorven als gouverneur van Nijmegen. (Worp, blz. 125, n. 3.) 2) RudolfW. (1560-1646), to Groningen geboren, bekleedde vele ambten en was o. a. afgevaardigde ter Staten-Generaal. (Worp, blz. 125, n.4. 3); De slag bij Fleury op 29 Augustus, die onbeslist is gebleven. (Worp, blz. 125, n. 5.) HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTANTIJIT. 21 trouver en son logis — simple maison de paysan — et vous trouveroyent mon homme et le meneroyent a Bolducq. Desseing a mon advis de peu d'apparenee, mail touttefois succede a si peu pres que si le conte de Mansfeldt adverty par le sieur de Kessel 1), aussitost qu'il Bust lu le contenu de la lettre, n'eust fait sonnet la trompette et faict alarme, ii estoit fricass6, les susdicts 25 estant deeik iusques a derriere son logis. 2) No. VIII. 12 Oct. 1622. Depuis la delivrance de Bergues et reprise de Steen- bergen Hen n'est passe icy, qui vaille la peine d'escrire, tout estant cove et entre des centaines de kijckers partis d'icy pour Bergues ad Relliquias Danaum George 3) et Carel 4) avecq le Bailliu, les 2 Sixti 5) et id gns alii, qui la vocation donne loisir de satisfaire a leur point mesprisable curiosite, point encores retournes. Ces iours passes it courroit un bruict que Houthain auroit prins la forte vibe de Damme. Bootge qui estoit a la secretairie, comme on me le vint dire, hochant la teste diet, Tot niet ontfanckelick voor alsnoch, et de vray c'est un faux bruict : comme du chasteau d'Anvers qu'on crioit la Bourgeoisie avoir rachete de la guarnison Espagnolle. Le monde est en fougue par delta et voul- droit veoir la continuation de nos feux et son de cloches 4) Welke Van Kessel bedoeld wordt, is niet uit to rnaken. (Worp, blz. 112, n. 5.) 2) Constantijn heeft dezen brief ontvangen op 13 October 1622, 14 ,October (zie Worp einde brief 186) klaagt C.: „Eerst gisteren kreeg ik den uwen van 30 September". Blijkbaar doelt hij op dit schrijven. 3) Vermoedelijk George Zuerius. (Worp, blz. 40, n. 7.), 4) Waarschijnlijk Carel Zuerius (Worp, blz. 94, n. 9);' G. en C. zijn neven van Maurits. 5) Ook in brief 400 bij Worp wordt gesproken over een Sixti. 6) Philips Houthain, sinds 1614 bevelhebber van Sluis, (Worp, biz. 158, n. 4.) 22 BEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS durare in perpetuum. On n'en a faict que trop a mon advis, et si c'eust este h faire a moy, j'eusse plustost redouble la honte de nos adversaires par nostre mespris et pour toutte enseigne de voye publique faict an iour de priιres ou graces plustost. Encores ces fanfares au moins donnent satisfaction et courage telquel au peuple qui certes en avoit besoing, et qu'on va prendre en ceste bonne humeur par luy faire payer les frais vande Peck- tonne, par une nouvelle imposition capitale vernacule, Hooftgelt, d'un francq par teste sur ieusne et viel, riche et povre, ende nochtans met desen verstande — verba textus — que les riches payeront pour les povres. Or de quels brain ils procederont en cost endroit, je n'en sgay rien encore. Tousiours cela portera quelque chose et avecq peu de charge sur les particuliers. Car d'orenga Gelck (?), Gelck (?) c'est le mot du guet, et sans Passistence de Diva Moneta comment sauvons noun un bateau qui s'en - va a fonds a force de charge ? Or l'Eternel qui tout faict iustement et qui pour ceste fois si bien nous a desveloppes, continuera de briser Pattellage des merchants. Il y a longtemps que je vous ay prie de me porter encores deux bas, a ceste heure j'en vouldroye bien 4, c'est h dire 4 paires, des plus longues et estroittes par le bas. Aussy bien les fault it un iour, et pourquoy point prendre l'occasion de ce bon marche, je vous rendroy le tout. Le Seig.r Conseiller 1) ne laisse point de m'en importuner incessamment : si vous voules en prendre la peine et faictes le, it n'est point tout le monde, it en veult 4 aussy, des plus longues et ne sgauroyent estre trop larger. Il y a longtemps qu'a sa grande importunite et la permission de ma mere je luy ay quitte l'un des bassins et esguiκres que vous nous avies envoys, tellement que feriκs fort bien de vous pourveoir d'un aultre avant vostre retour, it paLyera le tout. Nieulandt a obtenu la charge du commis Bom qui est 4) Zie biz. 13, 15, 19, 24. HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTANTIJN. 23 mort, un bon office et honorable. Jean van Eyckbergh 1) faict son debvoir et confido qu'il aura sa place, tellement que nous voicy sans clerck. Et on vouldroit m'induire a nous servir d'un garcon que nous avons, ieusne, mais qui escrit asses et asses bien. Sans aultre garcon aupres, sinon celuy que vous nous pourres amener. Mais qu'est ce, seroy je doncq point moy le clercq ? Et encores prive de garcon, que ray a ceste heure comme pour moy, si ce n'est que vous pensies que puissions faire ensemble d'un, vous et moy ? Consideres et penses y. En tout evenement it fault qu'il me mesne a la court et porte mes papiers tour les lours du monde, et presque ordinai- rement s'assemble a l'apresdisnee et tout (?). 12e fiber (October) 2). No. IX. 29 Dec. 1622 ? Sig.re Frello. Comment vous va ? Car je croy qu'il y a plus de 3 sepmaines que n'en avons Hen entendu ny receu de vous, sinon moy un mot par oil vous me re- commandies une povre femme 3). Le S.r Vosbergen 4) luy a donne une pistole, mon Pere un Albertin et Van der 'Wylie 5) par son Excell.cc 50 frs. Reste Van Hilten 6) que je pence qu'elle est allee trouver. 1) Eyckbergh was een vriend van de familie Huygens. In 1642 is hij Maurits opgevolgd als secretaris van den Raad van State. (Worp, blz. 448, n. 1.) 2) Vanwege deze dateering dient deze brief in de uitgave-Worp geplaatst tusschen No. 185 en No. 186. Constantijn heeft hem op 25 October 1622 ontvangen, op denzelfden dag als hem het briefje (No. 188) van zijn zuster Constantia heeft bereikt, waarin zij vertelt, dat Susanna van Baerle niets van trouwen weten wil. 3) Mogelijk Marie Caron, van wie ook sprake is in brief 192 bij Worp. 4) Gaspar van Vosbergen lid van de Rekenkamer. (Worp, blz. 156, n. 3.) 5) Vermoedelijk Adriaan van der Mijle. (Worp, blz. 242, n. 6.) 6) Antonie van Hilten, secretaris van Prins Maurits. (Worp, biz. 35, n. 9.) 24 EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS Or depuis et entretemps 3 sepmaines que nous ne re- cevons rien de la, nous entendons par Steelandt 1) et d'autrepart que vous estes malade, ou au moins que l'aves este. J'en suis en peine plus gudre,_ ne voudrois faire paroistre ceans et peult estre plus qu'il n'est besoing. Dieu le veuille. Je suis bien ayse que Brouart 2) est environ de vous, it vous assistera bien et de bon coeur. Mais je vous supplie tires nous du doubte, et escrives nous au plustost. Je croy que anon pere n'en scait encore rien. Il estoit -A, Amsterdam quand Bruyninx 3) le me diet au conseil. Mon pιre est ores de retour et a faict et parfaict ees affaires de Dedel 4). Le iour des nopces est un Mardy, 15 ou 17 Janvier nous en serous, s'il plaint a Dieu, et nous y trouverons Parine et son etc. De nos affaires ne vous donnes point de peine, je ne mesestime pas vos bons et fraternels advis: voire je vous en remercie et de coeur encore, mais de si loing je ne scaurois vous rendre compte parfaict pourquoy je ne les suy point si parfaictement. Remettes vous en sensement a moy et croyes si je n'effectue rien, non sare colpa mia. Je n'appercoy point encore de bas, et je crains bleu fort que vostre mal n'en soit cause. Dedel 4) en Brie au meurtre. Il est a ceste heure a Amsterdam, d'ou passes quelque 3 iours it m'amena mon Pere. Il ne retournera point sans femme, au moins sans en avoir Il est en peine d'un logic, et je pense qu'il se fera faire place en un d'oir les habitants delogent avant 1) Steelandt wordt ook genoemd door Constantijn in een brief dato 4 Februari 1622. (No. 125 bij Worp.) 2) Joannes Brouart was vroeger ongeveer een jaar gouverneur ge- weest van. de gebroeders Huygens. Hij was in dezen tijd dokter to Londen. (Worp, blz. 2, n. 2.) 3) Vermoedelijk Nicolaas Bruyninx, de secretaris van Maurits. (Worp : Fragment eener autobiografie van Constantijn Huygens, Bijdr. en Meded. v, Hist. Gen. 1897 blz. 14.) 4) Zie blz. 13, 15, 19, 22. 5) Zie ook brief 195 en 196 bij Worp. HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTANTUN. 25 May. C'est celuy oit le conseiller Asperen 1) a derneur4 autrefois au bout de la houtstrate, ioignant le pont, une 'liaison a montee. Je ne sgay quelle resolution vous auras prise pour un habit d'hyver. J'ay moy une hongerlyntge 2) depuis hier, calla noir, double du velour de mon manteau qui dore- navant ne m'eust servi quires plus et n'estoit propre qu'a cela et fort bien, le drap je l'ay faict renouveller au mieux, j'y mettray 3 --bander de satin que je voy hiers estre en train. Pour le bas et mean povres maigres ge- noulx a l'estoccade ray invente une sorte de bas en fagon de bas de drap d'une estoffe comme le S.r Beauvais 3) sofilat porter. Mais ruder par en bas, et ainsy je les porte sur mon habit de satin dessous une hongerline et sine calumnia. Tout cecy .par avis. Vostre Ex.ce iuge si en vos quartiers le chevalerie 4) le pourroit souffrir. I'avois escrit pour avance tout ce que dessus, quand nous recevons les vostres de 21 et 22 avecq les nou- velles 5) de vostre mallieur que je voy vous prendre terriblement a coeur. Et trop certes, or je voudrois estre lit pour vow dire de bouche et vous dire par oraison que vous ayes tort de le prendre si hault. Tout diet, c'est un malheur, qui pourroit estre arrive a quelq'un de vos maistres si bien qu'a vous, et pour- quoy chargent ils de telle charge ? Cola passe le secretariat et cur estes vous oblige en aultre service? Mon advis. Tout service au dela. de la plume vous le faiotes au dela de vostre obligation et devoir et comma 1) Misschien Rutger Wessel, die leefde van 1506-1632. (Worp, blz. 40, n. 1.) 2) Bovenkleed. 3) Vermoedelijk Charles de Beauvais, een vroegere gouverneur van de gebroeders Huygens. (Worp, blz. 74, n. 3.) 4) In October was Constantijn tot ridder geslagen door koning Jacob I van Engeland. (Worp, blz. 106, n. 2.) 5) Daze brief is verloren. Uit de Sermones li vs. H6 blijkt, flat Constantijn's bediende op reis een valies heeft verloren, waarin 200 goudstukken waren, die hem niet toebehoorden. (Zie Worp, 136, n. 3.) 26 EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS par courtoisie. Si doncq outre cela et en les accom- modernents vous ayes faict en cecy comme in re propria, de quoy veult on se prendre a vous ? Vous y ayes perdu le vostre comme un aultre le sien, et point par vostre negligence, mais celle de vostre varlet. A qui apres avoir donne commandement si expres, avies vous point satisfaict .C'est pour vous dire que estant en 'vostre place, je ne vouldrois point faire trop la brebis. Ces premiers estonnements ende outset portent leur excuse plant a eux. Mais si on vouloit passer aultre a la raison, ou a en faire rendre raison, pourquoy aussy de vostre coste ne la leur feres vous entendre ? Vous ayes celui de vos maistres a qui vous pou.ves parlor confidemment en particulier et c'est a luy qu'en particulier je m'addres- seroye. Au ieste vos lettres d'une stile que la melan- cholie mesme 'irons a dictκ, m'ont mis hors de moy. Mais, par Dieu, ne le -prenes pas ci a coeur. Cela vous pourroit causer plus de mal que je ne vouldroy vous arriver pour 10 non que 2 mile frs. Et pose qu'il les faille rendre, sommes nous gastes par la ? Vous parles en personne miserable. Grate a Dieu nous aurons de quoy vivre apres. Cela n'emporte pas la troisieme partie de tout ce qui entre par an. Mon Pete escrit au S.r de Sommelsdyck 1), si je ne me trompe, mais je ne stay de quelle fawn, vereor nimium submisse et si on m'en croyoit, on le feroit point. J'ay ri quand j'ay leu que, vous craignes quelque soupcon de j' espere-que vous en rires cy apres. Et je voudroy veoir un homme si impudeur et desraisonnable qui y oseroit songer taut seulement. Mais c'est vostre passion que vous met cela en teste. Pour Dieu desveloppes vous en tant que pourres. Puis vous estes en peine comment faire de mon Pere 2) a vostre retour. Vous estes un 4) Francois van Aerssen, de leider van het gezantschap. 2) Evenals Maurits acht vader Christiaan Constantbn's houding Stens overdreven. Dat M.'s vermoeden, dat Vader aan Van Sommelsdyck schied juist was, leert ons -brief 199: „rescris l'enclose a vostre premier maistre, faictes en a vostre volonte", aldus Vader aan Constantijn op 30 December 1622. (Zie Worp, blz. 136.) HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTANTIJN. 27 terrible homme. Au nom de Dieu contentes vous et ne nous ramenes rien que vous mesmes et nous n'aurons que trop d'occasion d'en remercier le bon Dieu. Contes vous pour rien la reputation que vous y gaignes et ayes gaigne? Je la voildrois acheter moy pour la moitie de oe que ray. Je suis en peine pour vostre aureille, mail Dieu vous dσlivrera de tout. Vous ester trop sensible a des petites tousses et beaucoup au dela de vostre Con- stanter. Je conclus le tout par un Revenes et Dieu, quand sera ce ? Le s.r de Sommelsdyck 1) en donne par ses lettres bonne esperance, voire ferme assurance a Mad.e sa femme. De facon qu'encore je no laisse d'esperer de vous veoir aux nopces. Ma Mere m'apporte a veoir la lettre du S.r de Sommelsdyck, elle est bien a mon gre et serves vous en. Des bas ne vous soucies plus que n'aves loisir. J'en prendray bien de Tones Otten et luy rendray ceux que m'apportera. Or it est nuict. Adieu doncq mon moins malheureux que mal passionne cadet. De mes intentions a Amsterdam ne vous en donnes de la peine non plus quo moy. Si j'y perds, j'y perdray plus de 2000 frig. Dais vous verres, Dieu aydant, que je ne seray pas si sot que vous. J'y feray mon mieulx en schelm, die meer dar. Adieu, adieu, 29 December 2). Bien vous donne a le commencement d'une heureuse annee et la reste ches nous. Adieu. x. Medio? Maart 1624. Sig.r Frello. S'il plaisoit a vos Excell.ces de se souvenir aengaende den Roscam, je pense avoir trouve une occasion d'en loger un en 1'Escuirie de Bondaz. Lier $) me pre- 1) Zie biz. 26. 2) Het jaartal wordt niet vermeld, evenmin de datum van ontvangst. Brief 199 bij Worp wijst evenwel duidelijk op 1622. 3) Vermoedelijk Constantijn van Lier. Lier heeft in dezen tijd het plan om naar de West to vertrekken. (Worp, brief 221 en 2t2.) 28 EEN VIJFTIENTAL BRIEVEN VAN MAURITS sente fort son palfrenier. Aussy, faict Calvart 1) de qui le cheval y est loge aussy a ceste heure. Cela ira bien bon pour quand son ExecLee est icy, mais l'armee estant en campaigne it y faudra pourvoir autrement, lors comme alors. Dieu mercy qui volts le faict aborder in salvo apres taut de traverses. Ohm haec meminisse invalui. Aures vous' point gaign6 quelque grand Reume ou autre tel. Courage en tout et faictes nous scavoir quand vous pourrOs de vos nouvelles. Nous sommes bien, graces a Dieu, je le prie soit de mesme de vous de tout men coeur. Si je pourrois faire quelque compte touchant le cheyal, fen parlorois a Rondaz, qu'il me tint plate : ii n'en a qu'une. Adieu 2). XI. 22 Maart 1624. II y a longtemps que j'ay pule avecq le S.r de Bent- huysen 3), qui m'a promis de ne point laisser partir les Deputes de ceste Assembles des Estats sans avoir con- vogue vos gents et mis fin a raffaire. Semblablement le S.r Bruyning 4). C'est la verite qu'il est party sur les fortifications, mais devant je l'ay faict aller aupres de Benthuysen et it m'a dict qu'il avoit donne ordre qu'en son absence ils pourroyent en faire fin, mesmes ad numerandum. J'avoy diet aussy de la difference de la somme entre le dire de Bruyningh et de Scotte 5), le S.r de Benthuysen avoit memoire de 400. Or' 'nous verrons, je luy ay re- commande suivant vostre instruction. Bruyningh vouloit aussy que vous recommandasse son affaire. 1) Waarschijnlijk. Jhr. Liever de Calvart, heer van den Bossche, luitebant-kolonel. (Worp, blz. 153, n. 2.) 2) Niet gedateerd. In dorso vermeld: 29 Maart 1624. 3) Vermoedelijk Jacob Oem van Wijngaerden, heer van Benthuizen (14 4650). (Worp. blz. 67, n. 7.) 4) Zie blz. 24. 5) Mogelijk Jacob Scotte (t 1641), meermalen burgemeester van Middelburg. (Worp, blz. 67, n. 10,) HUYGENS AAN ZIJN BROER CONSTANTIJN. 20 Ad quadrupedem 300 frs. font beaucoup cue Dutes et une waigre boursse de Secretaire d'estat se trouvera bien empeschee a ce farnissement. Touttesfais, alle wesen moot wesen, et eopere gelt copere sielmissen. Surtout it faut veoir de ne faire point se tromper a la marchandise. Pour le poll je ne m'en soucie guieres, blancq ou brun ou noir ou quelque autre qui pourtant ne suit point extravagant comme vael ou quelque chose de niais comme cela. Mais bien negro, candido un pie, stellato in fronte. Surtout retrousse 1). Pour ceste grande expedition qu'en avons nous besoiug, nous nous promenons. J'estois hier dinner aveeq le Recep- veur 2). Il n'y avoit quo luy et moy. Son Fr6re est a Amsterdam aupres de la Compie. Il me mena partout. Aussy en l'esenorie (?). Ainsy je luy dis vous avoir prie de me faire avoir une bonne hacquenee, mais de ceste facon : retroussee pour aller sans nos brides et selles. Il se print a rire et diet : „nous sommes malades d'un mesme mar. Mais oil en trouver sinon a beaucoup d'argent? Or si vous nous pouves faire avoir quelque chose de beau et de bon, l'ayant icy nous n'y sourions perdre. Itais surtout une bonne boucle. Item sans broncherie- et sans ombrage, 3 beaux points. L'Eschange, je Ls satio- foray, apres avoir la marchandise. Item me scauriee vous accommoder d'un bon bas de soye ou 2 a tel prix que cy devant. Mais c'est temps asses d'y songer vers vostre retour que j'espκre sera devant longtemps. J'en voyeray ches Elsevier. Vos excuses au Pensionnaire je les feray bien, mais par occasion. Alterner cela ne seroit pas un peu froid et contrefaict. Du petit Kilgrew 3) qu'ils se donnent du repos, ii est bien et faict bien Bolen le tesmoignage de l'Escuyer: Calvart 4) vous en escrira. 1) Over het paard zie ook bij Worp brief No. 31. 2) Vermoedelijk Jan Doublet, ontvanger-generaal der Unie. (Worp, blz. 161, n. 3.) 3) Charles page van den Prins. Over Charles waren allitritei praatjes in omloop. (Zie Worp, brief No. 220 en No. 221.) 4) Zie blz. 28. 80 gEbt ItIJPTIENTAtJ BRIEV'EN VAN MAVRIfiS Vos bonnes nouvelles et celles aux Estats qui nous ont este communiquees, donnent beaucoup de contentement en ces quartiers. Dieu veuille qu'elles durent sine cauda Britannica. Escrivez nous bien souvent. A Dieu je prie qu'il vous garde. J'addresseray et ay addresse vos encloses. 'ray si Men travaille et sans peine que du traictement de feu-1) mon pere on nous a donne les 350 eschues trois iours aprιs son deces, item encore deux quarts d'annee, faisant en tout mille et 50 frs. Bon. Item Mattenborch 2) est venu payer 300 de la conti- nuation de Breda. Ma mere vous escrit touchant Kesseler 3). Adieu. 22 Mars 4). Om dict que le Prince Henry auroit diet au S.r de Valckenborg 9, qui aussy l'auroit escrit en Orange, qu'il va se marier apres pasques 6). Sypenes 7) est icy et vous salue, mail n'apporte encore rien. No. XII. 5 Mei 1624. Mon frere. Je ne voila doubter que n'ayes is receu ma lettre derniere de passι quelque 15 iours par laquelle je vous ay respondu touchant le malentendu de la copie d'une des lettres de Mess.rs les Ambassadeurs. Vous y aures yen que ce n'est rien et qu'on ne scauroit 1) Christiaan Huygens was 7 Februari 1624 overleden. 2) Blijkbaar een schuldenaar van de familie H. (Zie ook den brief van Moeder aan Constantijn: Worp, No. 221.) 3) Een familielid met wien regelingκn vielen to treffen over de erfenis. (Zie Moeders brief bij Worp, biz. 151.) 4) Zonder jaartal. In dorso staat aangeteekend: Ult° Martii 1624. Op grond van data van ontvangst en den datum 22 Maart dienen brief 10 en 11 in de uitgave van Worp geplaatst tusschen No. 219 en No. 220. 5) Vermoedelijk de gouverneur van Oranje. (Worp, blz. 505.) 6) Ook Dorothea van Dorp schrijft dit aan Constantijn, dato 24 Maart. (Brief No. 222 bij Worp.) Het huwelijk heeft echter eerst plaats gehad 31. Maart 1625. 7) Zie blz. 6. Hine-ENS AAN ZIJN BitOgR ooNsTANTLIN. 81 s'en prendre a moy ny a vous sans calomnie etc., la derniere copie estant .venu entremains du eonseil par tout autre voye que la nostre etc. J'espere an moins que lettre vous sera bien addressee et que pieta vous en Beres hors de ,peine, qui aussy hien ne pouvoit estre que vaine et superflue, vous y scachant innocent. Jo l'avois addressee par Seelande, n'ayant pour lore aultre moyen de la you faire avoir au plus Lost. Depuis je ne me Buis point enqueste cela nous ne vault pas sa peine. Leeuwe 1) me diet hier que vous luy ayes envoye des bas qui leer agreent extremement, mail qu'ils ne scavent a qui donner le remboursement. Item qu'ils n'entendent pas asses vostre compte par livres, 3 sterlingen. Je luy ay diet gull en escrive luy mesme a TOM luy fail scavoir a ceste heure que j'escris. Je vous ay en une de mes lettres prie de m'en pourvoir aussy. De deux paires, je vous en prie encores et qu'elles soyent bonnes: si vous n'aves la eommadite de me les envoyer, je pense que je les pourray attendre a vostre retour. Nous n'entendons rien de la depuis quelques iours et s'en estonne on icy, parce que devant les dernieres des Seig.rs Ambassad.rs ayant este longtemps qu'on n'avait rien eu de l'Angleterre. Mess.rs les Estats soupconnant quelque closture de havres ou tel avoyent envoye une pincque a s'enquester de la verite. Et elle est encore auiourdhuy a retourner. Mons.r l'Ambassadeur Carleton 2) me diet avant-hier que ce mesme four de la matin ayant este a Schevelinge, it avoit ry qu'a sa demande ou et pourquoy le pincque pouvoit retarder, un Seeman luy avoit respondu Hij en moet niet claer sijn. Mons.r Caron 3) m'est eschappe sans que j'aye eu l'hon- neur de le cognoistre presque point de veue. 1) Waarsehijnlijk Pieter van Leiden van Leeuwen (1592-1654). Vroeger had doze Constantijn ook al eens verzocht em acht pares „beste syde hoesen van de nieuste couleuren". (Worp, biz. 46 en 89.) 2) Engelsch gezant in Den Haag, en wel afgezien van eenige tusechen- poozen van 1616 tot 4628. 8) Noel . de Caron vertegenwoordigde de Staten aan het Engelsche hof in dnen tijd. 32 gEN ittiVirit24TAt BRIEVE14 VAS istAtRITA 'ray- [fait] faire l'espee et eperons pour Edmond 1); je retty point encore de cheval.' Nous sommes pieta en nostre nouveau logic, oit tout nous agree extremenent. E-yekberch 2) vows a escrit passι quelques iours. Mo-nsr. Carleton 3) est venu 'voir nostre maison, parce , que par delfor4 it l'a tousiours trouvee la 'plus accomplie taut en ord're materiaulx, de cellOS' (nu. II l'a veu iusques eh' j Ia - cave het partout, avecq beancoup de contentement pour nous veoir si bien a nostre faint 4). Je lie me veulx point mesler a vows compter par le menu un malentendu entre Monss - de Sommelsdyck 5) et Mons.r Mansart 6) qui commencee la paulme, les avoit des mains faict aller iusques a Wassenaer pour en venir aux armes : ils :sont attaints, rammenes et accordes. Je fais demander a la Sig.ra Dorothea 7) si elle veult escrire, elle m'en avoit prie quand Fen aurois occasion. Poublie ma nouvelle capitale. La Sig.ra Cosina Susanna se inane(Vogler) e) --avecq Van Uffelen 9) le frangois. Le mariage etit faint, c'est a dire conclu je pense, samedy passe: Il porte a Atniiterdam le manteau de velour double de panne. Ntais y serons pries, mais je n'y vay pas. Pay affaire icy, sans quoy je n'y serois que 1) Thomas Edmond in 1617 kapitein van een vendel voetknechten en in 162 van eene compagnie ruiters. (Worp, biz. 50, n. 7.) E. had aan Constantijn een horloge ten geschenke gegeven. Als tegen- geschenk wil E. accepteeren een degen en sporen. (Worp, brief No. 224.) 2) Zie blz. 23. ) 2) Zie blz. 23. 3) Zie blz. 31. 4) Over het huis had Maurits zijn broer reeds geschreven, dato 12 April. (Brief 231 bij Worp.) 5) Mogelijk Cornelis van Aerssen, oudste zoon van Francois. Vermoedelijk de vriend van Huygens, Louis de Maulde gez. Mansart. Deze M. heeft verschillende rangen in het leger doorloopen. (Zie Worp: Huygens' Gediebten III, blz. 35, n. 6.) 7) Zie blz. 14, 36 en 38. 8) Een oudere zuster van Isabeau. Zie blz. 13. 9) Mdeder Huygens noemt hem Jeronimus van Uffel in brief No. 245 bij Worp. HUYGENS A AN ZIJN BROER CONSTANTUN. 38 volontiers. Le cousin George 1) vous prie de vous souvenir a luy respondre. Calvart 2) et Lier 3) me demandent tout a ceste heure, si je leur permets de venir deieusner en ma chambre, qui est celle en nostre petite maison oh l'avocat Voocht et sa femme ont tenu mesnage autrefois 4), bonne asses, mais pas trop grande. Mais aussy sans lists. Les voyla. Adieu, ils vous baisent les mains. 5 May 5), 2e de Kermesse. Vostre frere. No. XIII. 23 Mei 1624. Mon frere. J'ay este content de veoir par Yoe derniιreti de l'onziesme May 6) que vous ester content touchant la lettre copiee etc. Les nouvelles estranges des Ambassadrs d'Espaigne ont bien donne de l'estonnement d'icy et de l'impatience pour en veoir la continuation et succιs de l'affaire. Je ne nay que veoir. C'est le livre des grands que la tour. Il n'est pas pour estre entendu de tout le monde. Encore si je vous avois icy, je vous en dirois mon sot iugement que touttefois je ne scaurois reprouver du tout, le Toyant apart moy tout different du commun et qui doubte qu'il ne se cache quelque grand mystere icy P Son Excell.e est a Breda depuis lundy avecq le Roy, Reine 7) et Ambassad.rs d'Angleterre et Venise, se pro m en er. Je ne vois pas volontiers aux lettres de ma mere pie 1) Neef George Zuerius had 12 April aan C. geschreve*. (Worp, brief 230.) 2) Zie blz. 28, 29. 3) Zie blz. 27. 4) Zie den boven aangehaalden brief bij Worp (No. 231). 5) Zander jaartal. In dorso staat aangeteekend 27 May 1624. Deze brief hoort in de verzarneling-Worp thuis tusschen No. 234 en No. 235 6) Niet vermeld bij Worp. 7) Frederik van de Paltz en Elizabeth Stuart, de „Winterkoning" en zijn gemalin. Bijdr. en Meded. L. 3 34 INN VIIPTIENTAL BRIEVEN VAN MA.1311iTS vostre charge vous pese. Je ne die pas que je n'y trouve de la raison en l'incertitude oil vous estes de recompense. dais que voules vous? Vous y estes embarquκ. gray sone s'il n'y auroit pas quelque remιde en cecy. Vos maistres ont sans doubte si bien a faire de vostre service qu'estants en petit train, comme ils soot et impourveus d'aultre, ils ne scauroyent se passer de vous nullement. Jo commencerois doncq a faire de la difficulte a bon escient, a nκgliger mes affaires et de nostre maison que Tons sgavσs bien requerir vostre presence icy ; notamment par l'occupation de ma charge qui me tranche a moy de la besoigne asses. Et tout pour leur service et tout sans apparence de quelque guerdon dont mesmes iusques icy vous ne vistes oncques maille pour tout celuy que vous ayes faict cy devant. Je leur prierois d'y donner ordre ou vous satisfaisant la de vos vacations, in promptis, -on bien escrivant aux Estats-Genaulx que ayants extremement a faire pour avancer de leur commission de vous qui ayes oultre l'habilite de l'addresse en ceste cour etc. Et par conse- quent ne se pouvants passer de vostre personne, ils ne voyoient de vous y retenir plus avant en telle incertitude de condition que partant ils veulent y pourvoir, estant bien raisonnable que ny vostre travail d'aprκsent, ny vos bons services du passe demeurent irrecompenses. Je ne yoy pas quelle difficulte ils puissent faire ou en l'un ou en l'aultre. Et si j'estois en vostre lieu — mon advis — en cas de refus, je ne seroy mesme pas longtemps a me rκsoudre. Car en fin que sera ce, si vous faicts tout pour rien ? tine povre chaine d'or, ce n'est pas la moitie de ceque .vostre travail et service merite. Et qui spit combien durera ceste ambassade. Cependant vous pouves penser qu'an a bien a faire de vous, notam- ment la bonne mere qui ne scauroit se donner du repos et pense que le particulier se neglige par ceque vous n'y estes point. Elle s'empeche au mesnage et a la maison "n'en fie, qui luy donne de l'inquietude asses. Et moy je ne scaurois faire tout. Ii ne fault point feindre ny pretexer des raisons de litrirGENS AAN Z1314 BRONX CONSTANT/3N. 35 vostre retour pour contenter le monde. Coate cy est suffisante et veritable que par la mort de mon Ore, on i affaires d'autrui. Vous trouveres tout cecy estrange voire vous en faseheres vous. Male je ne dis que mon advis et comme je scay que ma mere aussy le trouveroit tres bon et je vouldrois la veoir contentee. Resolves vous franchement et sans Tons fascher, si sapis, ou de retourner ou de ne faire desormais rien pour rien. Ayes vous pas de quoy vivre icy, grace a Dieu, et en repos et en reputation : pourquoy doncq vous Bonner de la peine sans guerdon, voire sane gre ? 1) Je ne fais que pousser Bruyningh 2) tout lee jours. Et cependant je n'ay rien que paroles, je m'en vay encore derecheff auiourdhui ches Benthuysen 3). Et au moins it ne tiendra pas a moy qu'ils ne vous contentent. Edmond 4) m'avoit donne une bonne petite hacquen‘e noire, asses belle, cheval entier, mais ii cloche et no se veult point guκrir. Je le luy rendray et me pourvoirsy d'un aultre. C'est une chose fascheuse d'avoir un cheval et de n'en avoir point : le plus beau temps de l'ann4e se passe, si vous y esties, nous nous pourrione prover. George 5) a receu vostre cuir et vous remerciera etc. Ne me pourres vous pas [envoyer] un bon bas on deux, je le vous recommande derecheff. Au moins si vous imagines quo l'Ambassade pourroit 1) De aanhef van Moeder's brief, (No. 241 hij Worp) ook date 23 Mey) is: „Bruer, hetgeen u broeder u hier schrijft, deer en wit ick niet, dat ghy u in 't minste mede quelt, want wy hebben tsaemen die propoosten soo gehadt; duncket u niet goet, soo en is 't niet geseydt, maer ick wil u dat wel seggen, had ick geweten, dat die reyse soo fang sou aengeloopen hebben, ick en sou der niet in geconsenteert hebben"...... En verder: .... „Maer 't ging Boo haest to werck, dat me nivers afspreken en mocht", 2) Zie blz. 24, 28. 3) Zie blz. 28. 4) Zie blz. 32. 5) Zie blz. 21, 33. EEN Arlit*TiEXTA.L BRIEVEN VAN MAURITS Men durer, resolve vous. Vous donneries du -repos a ma mere et grand contentement h nous touts. Je ne voudrois pas sous conseiller du moindre praeiudice de vostre reputation, mais aussy ne fault it pas se Tier ar de la ,paille. Consideres bien tout, mais sans vous ennuyer. Pour Dieu, la Sigsa Dorothea I) vous escrit. 2) Elle me diet que vans - ayes un Rheume. Je veux esperer (law ee n'est rien de -plus. Si vous esties icy peu devant ou-Apres Pentecoste je ne le nay pas — vous series des 'nopees, dont je ne seray point a Amsterdam. La Siva Dorothea s'y en va. Le bon Dieu vous garde. Votre bon frere. 23 Alley 3) ieudy. No. XIV. 27 Mei 1624. Mon frere. L'enclose de la Sigia Dorothea est de- meuree 4) icy pour ne faire poinct un pacquet trop grand, passι peu de iours que ma mere 5) vous escrivast et moy asses' au long. Je persiste encore a mon intention d'alors de vous veoir retonrn4 plustost que de demeurer en l'in- certitude d'uno condition comme la vostre ou bien de tascher a vous asseurer par run on l'autre moyen qua je vous ay propose. J'espere au moins que nos lettres seront bien addressees. Je les addressay par Seelande par Mr. Willem Colnel, je m'asseure n'y a jamais faute. En changeant de mesnage ma mere a gaignO un Itheusme. Cela luy faict derecheff forcer flegmes. J'espere que 6e ne sera rien. 4) lie Mx. 44,-32 en 38. 2)--vDere brief is ook- gedateerd: 9.3 May. (Worp, No. 242.) 3) Zander jaartal. In dorso staat aangeteekend: Ult. May 24. Op dezen brief doelt Moeder duidelijk in No. 241 bij Worp. In de ver- zameling-Worp boort bij thuis tusschen No. 244 en No: '242. 4) Vermoedelijk brief No. 242 bij Worp. Lie boven. 5) Brief No. XIII. HUYGENS, AAN ZIJN, BROER CONSTANTIJN. 37 En voycy un aultre de Hebert 1), qu'il me recommande de TOW faire tenir au plustost. J'entends que la Dame Kilgrew est partie de la. J'en suis marry de vostre part, vous y ayes perdu un:-bon passetemps 2). Le Capitaine Kilgrew a) m'a asseure (le vostre sante, disant vous avoir yea passe 3 sepmaines. Mad.e Vosbergen 4) spit a dire que peultestre -les fileig.rs Ambassad.rs vos maistres et vous series desih nn ohemin de retour. Je ne le puis croire, mais je le souhaitte. Ma mere a bien affaire de vous en nos affaires, auxquels moy je ne puis si bien vaguer. Son Ex.e est retourn6 de Breda ou it a faiet avecq le Roy et la Reyne 5), Ambassad.rs etc. un plaisant -voyage d'este, avecq beau temps. Dieu vous tienne en sa saincte garde et yeas vous ratnene bientost. Au moins si vous conjectures quo l'ambas- sade pourroit bien durer, vous pouves considerer que nos affaires particulieres ne vous donnent nullement le loisir d'en entendre la fin. Eyckbergh 6) n'a encore rien pea scavoir touchant la relaxation des prisonniers. Il en scaura plus la pro- chaine foie. Adieu. Vostre bon frere. 27 May l624.7) 1 l Missehien Antonie Hubert, een rechtsgeleerde, vriend van Con- .stantijn. (Worp, blz. 18, n. 1.) 2) Constantijn genoot in het huis van de familie Kilgrew veel vriendschap. (Worp, biz. 98, n. 3.) 3) Henry Kilgrew was sinds 1621 kapitein over een compagnie voetknechten. (Worp, blz. 414, n. 3.) 4) Vermoedelijk de vrouw van Gaspar van Vosbergen, lid van 'de Rekenkamer. In een brief (No. 225 bij Worp) aan Constantijn noetrit Moeder dozen naam ook. Blijkbaar waren de Vosbergen goede kennisen van de familie Huygens. (Worp blz. '156). Zie blz. 23.) 5) Zie o.a. blz. 33. 6) Zie blz. 23, 32. 7) 7 Juni d.a.v. ontvangen. Deze brief hoort thuis tusschen No. 242 en No. 243 bij Worp, 38 ZICN VIJIPTIBNTAL BRIEVEN VAR MA.UR1TS, ENZ. XV. 7 Juni 1624. Monsieur de la lanterne. Nous vous attendons de four e aultre touttesfois par occasion de ce messager. Je vous fail encor ce mot pour vous dire que de l'indisposition de ma mere, dont je vous ay adverty par 2 ou 3 pric6dentes. II est encore fort en un mesme estat, scavoit quelle decharge force flegmes et est asses faible. J'espere que vostre retour aydera a la guerir. Le Prince Henry part demain parce que l'ennemy commence a remuer in de bovenquartieren comme d'ordi- naire. Nous faisons publier vry legher 1). Mad.le Dorp 2) .est encor aux nopces 3) dont hier ieusdy fust le 3e tour. Je vous donne le bon four et vous attends. 7 Juing 4). Nous aeons eu icy une commotion vel quasi pour 'Imposition du beurre et nous voycy derecheff avecq 2 compsies estrangeres, celle de Morgan 5) et une autre. A. Harlem it est Idle pis, autrement a Amsterdam, mais tout est appaise. Je n'ay pas loisir d'en discourir. Adieu. 1) Deze en de vorige zin zijn reeds gepubliceerd in „De Militaire Spectator", 2e serie IV blz. 454. 1852. 2) Zie blz. 14, 32, 36. 3) 4 Juni zijn Susanna de Vogelaer en Hieronymus van Uffelen getrouwd. Zie den brief van Dorathea van Dorp aan Constantijn. (No. 242 bij Worp.) 4) Dit schrijven is 13 Juni 1624 aangekomen. Het dient bij Worp geplaatst- tuaschen No. 244 en No. 245. 5) Yermoedelijk Charles Morgan. Deze commandeerde een Engelsch regiment in Staatschen dienst en was van 1633 tot 1642 bevelhebber van Bergen-op-Zoom. (Zie Dagboek, blz. 54.) REGISTER VAN PERSONEN. Aerssen (C. v.), 32. Eyckbergh, 23, 32, 37. Aerssen (F. v.), 3, 26, 27. Everardt, 15. Asperen, 25. Famars, 10. Baerle (v.), 11, 15. Frederik Hendrik, 4, 10, 30, Baerle (S. v.), 12, 15. 38. Beauvais, 25. Frederik v. d. Paltz, 7, 8, Benthuysen, 28, 35. 11, 33. Bergh (v. d.), 6. Gheyn (de), 17. Born, 22. Gilles (van 't Lanternhoff), 4. Bondaz, 27. Grotius, 5, 9. Bootge, 21. Hendersson, 10, 14, 15, 16. Brochem, 10, Hilten (v.), 23. Brouart, 24. Hooft (F. C.), 9. Brunswijk (C. v.), 6, 8, 17. Houthain, 21. Bruyninx, 24, 28, 35. Hubert, 37. Burlamachi, 4. Huygens (Chr.), 2. Caddel, 16. Huygens (Co.), 2, 3. Calcar, 9. Huygens (M.), 2, 3. Calvart, 28, 29, 33. Kessel, 21. Caron, 23. Kesseler, 30. Caron (Noel de), 31., Kilgrew (Oh.), 29. Carleton, 31, 32. Kilgrew (H.), 15, 37. Charles (Lambert), 20. Leeuwe, 31. Cordua, 7, 11, 17, 20. Leopold (v. Oostenrijk), 5. Cuypers (v. Velthoven), 1, 2. Levesteyn, 7. Dedel, 13, 15, 19, 22, 24. Lier (C. v.), 27, 33. Dexter, 16. Lier (F. v.), 15. Dorp (v.), 14, 32, 36, 38. Lovelace, 16. Doublet, 29. Mansart, 32. Edmond, 32, 35. Mansveldt, 20, 21. Eggels, 6. Mattenborch, 30. Elizabeth v. d. Paltz, 8, 33. Meurskens, 10, 40 REGISTER. Mol, 4, 11. Stoutenburg, 9. Morgan, 38. Sypenes, 6, 30. Myle (v. d.), 23. Tilly, 4, 11. Nieulandt, 22. Uffelen (v.), 32. Obertraut, 8. Utenbogaert, 9. Otten, 27. Valckenborg, 30. Parine, 24. Veer, 8. Picou, 4. Vleckesteyn, 7. Pythan, 6. Vogelaer (Is. de), 13. Ryhove, 10. Vogelaer (Sus. de), 32. Santen (v.), 14. Voocht, 33. Scotte, 28. Vosbergen, 23, 37. Safi, 21. Wel (v. d.), 10. Smit, 2. Wichringen, 20. Spinola, 18. Worp, 2, 3. Steelandt, 24. Zuerius (C.), 21. Stirumb, 7. Zuerius (G.), 21, 33, 35 DE PRIVILEGES YOUR DE ENGELSOHE NATIE TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555, MEDEGEDEELD DOOR T. SJ. JANSMA. In het verdienstelijk werk van Georg Schanz, „EngBache Handelspolitik gegen Ende des Mittelalters", vinden wij onder de „Urkundenbeilagen" een stuk afgedrukt, waarin een vreemde passus onze aandacht trekt. Het is een privilege, door den Heer en Stad van Bergen-op-Zoom op 16 Mei 1470 verleend aan de Engelsche kooplieden 1). De aanhef van dit stuk begint n.l. aldus : „Universis et singulis presentes literas visuris seu audituris, nos Joannes, dominus temporalis territorii et oppidi de Bergis supra Zonam, de Grauberghen, de Waelhum, etc. baro, aurei velleris serenissimi Hispaniarum regis decurio", etc. Het allerzonderlingst anachronisme, dat in de laatstgenoemde kwaliteit van den Heer van Bergen-op-Zoom ligt opge- sloten, springt in het oog. Immers, we kunnen aannemen, dat Heer Jan, — naar de dateering moet het Jan „met de Lippen", Johannes Labeo (1431-1494) geweest zijn2) —, I) G. Schanz, Englische Handelspolitik gegen Ende des Mittelalters, 2 dln., Leipzig 4881. Het door ons bedoelde charter staat in het 2de deel, op bladz. 170 e.v.v. 2) Uit de talrijke genealogieen van de Heeren en Markiezen van Bergen-op-Zoom zij hier verwezen naar den stamboom, voorkomend op bladz. 91 en 92 van het 6de boek van Pontus Heuterus, Rerum burgundicarum libri sex, Hagae-Comitis, 1584. Verder naar C. F. Butkens, Trophees tant sacrθs que prophanes du duchκ de Brabant, La Haye, 1724, t. I, p. 656-657. Vgi. ook : W. Moll, De rechten van de Heeren van Bergen-op-Zoom, Acad. proefschr., Groningen, 1915, bladz. 9 en J. Cornelissen, Uit de geschiedenis van Bergen-op-Zoom in de 15dg eeuw, Den Haag, 1923, bladz. 27-28. 42 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE KATIE Ridder van het in 1429 ingestelde Gulden Vlies was 1). Maar, in 1470 regeerden in Spanje : in Castilie, de be- ruchte Hendrik IV (1454-1474) en in Aragon, Johan II (1458-1479),, beideu vorsten, die toch in geen geval Grootmeester van de Bourgondische Vliesorde zijn geweest. Bovendien kan in dezen tijd op de gescheiden koninkrijken bezwaarlijk de collectieve naam „Iiispaniae" worden toe- gepast. Van „Spanje" in dien zin kan eigenlijk pas ge- sproken worden in 1516, als Karel V, na den dood van Ferdinand den liatholieke van Aragon, deze koninkrijken in personeele unie vereenigd heeft. Dan krijgt het ver- band, gelegd tusschen de Bourgondische ridderorde en Spanje, ook pas beteekenis 2). Van doze, voor 1470 onjuiste, toevoeging hadden, be- halve Schanz, ook andere schrijvers niets gemerkt 3). Schanz heeft voor den in zijn boek afgedrukten tekst het in het Britsch Museum te Londen bewaarde hs. Cotton Galba gebruikt. Immers, dit moeten we vooropstellen, de oorspronkelijke stukken kennen we niet. Hierdoor zal het onderzoek van de charters, die we frier op het oog hebben, noodzakelijk een voorloopig karakter blijven dragon, zoolang de origineele stukken uit het Archief der Merchants Adventurers niet voor den dag zijn ge- 1) Wij zullen later zien, dat hij het niet was. 2) Prof. Oppermann maakte mij op7de fout in het stuk van 16 Mei 1470 opmerkzaam, waarvoor ik hem hier gaarne dank zeg. Van hen, die mij inlichtingen verstrekten of op andere wijze hielpen, wil ik in 't bijzonder dank brengen aan de heeren Dr. W. Moll te Den Haag, J. H. E. Asberg, Gemeente-Archivaris te Bergen-op-Zoom en Oskar de Smedt te Antwerpen. 3) Zoo Dr. J. Cornelissen in zijn proefschrift, het reeds door ons aangehaalde werk. Voor Schanz zijn de omstandigheden verzachtend (zie foot 1, bladz. 85, hierachter). Deze schrijver heeft als baan- breker buitengewoon verdienstelijk werk geleverd; toch meenen wij voorzichtigheid te moeten aanbevelen bij het gebruik van zijn ,,Urkundenbeilagen". Zijn lezing van de eigennamen is onbetrouw- baar. Daarbij zijn zijn oplossingen voor de afkortingen vaak niet gelukkig, TE BERGEN-OP- ZOOM, 1469---1555. 43 komen. Of ze ooit zullen gevonden worden, blijft hoogst twijfelachtig I). Ons onderzoek, begonnen met den aanhef van 16 Mei 1470, breidde zich al spoedig over andere stukken uit, die in nauwen samenhang met het genoemde privilege bleken te staan. Cotton Ms. Galba (B XI) stond niet tot ooze beschikking, dan door een enkele foto. We vonden nog een afschrift in een privilege-boek van de Commissie van Breda in het Algemeen ItOsarehief, en wel nr. 1083 (voortaan aan te halen als : C. v. Br. 1083). Yerder in het Stadsarchief te Bergen-op-Zoom in Privi- legie-boek C. Deze handschriften zijn alle drie moeilijk te dateeren. Ze stammen alle uit de 1 6de of 17de eeuw. Privilegie-boek C lijkt, naar de hand te oordeelen, het jongste. Dit zou zelfs missehien ± 1650 te stellen ztin. De stukken, die er in voorkomen, loopen tot bona 1600. Nauw verwant met Privilegie-boek C is C. v. Br. 1083, waarsehijnlijk afkomstig uit het oude archief der Mar- kiezen van Bergen-op-Zoom. Als voorbeeld van die ver- wantschap kunnen wij geven, dat in C. v. Br. 1083 een oorkonde, gedateerd 1480, voorkomt in een redactie van 1519. Nu is dit stuk later opnieuw verleend in 1555. Daarbij zijn een aantal bepalingen geschrapt. Bij die, toen vervallen, bepalingen is, in C. v. Br. 1083, in margine geschreven : „vacat". We vinden den tekst in C. v. Br. 1083 in het Nederlandsch, in 1555 werd hij echter in het Latijn gegeven. Tod' vinden we in Privilegie- boek C, dat overigens dezelfde reeks stukken in een redactie van 1519, evenals C. v. Br. 1083, geeft, het stuk van 1480, zOnder de in 1555 geschrapte bepalingen, maar 1) Richard Ehrenberg sprak zich in zijn boek „Hamburg and Eng- land im Zeitalter der liOnigin Elisabeth," Jena 1896, op bladz. IV met groote beslistlieid voor Mercers' Hall te Londen als tegenwoordige verblijfpaats van het archief uit. De toegang werd hem echter ge- weigerd. Prof. W. E. Lingelbach te Philadelphia berichtte mij echter, dat in Mercers' Hall niets van dit archief te vinden is. Mijn meening over dit vraagstuk heb ik in ten kort artikel uiteengezet: „Het Archief der Merchants Adventurers en de Groote Brand van Londen in 1666" (Tijdschrift v. geschiedenis, 44$te jaargang, 4929), 44 DE PRIVILEGES VOOR DE LNGELSCHE NATIE wλl in het Nederlandsch. Daaruit concludeeren we, dat in Privilegie-boek C de stukken uit C. v. Br. 1083 zijn overgenomen, terwiji daarbij de bepalingen, waarnaast in margine „vacat" stond, zijn weggelaten. Nu loopt het hs. C. v. Br. 1083 slechts tot 1519, de hand is misschien ouder dan die van Privilegie-boek C. Over den ontstaans- datum van Cotton Ms. Galba B XI kunnen wij evenmin jets zekers zeggen. In ieder geval komt er de aanhef van een privilege van 1555 in voor 1). De hand zou 17de eeuwsch kunnen zijn, dock waarschijnlijk vroeger dan die van Privilegie-boek C. Om redenen, die we straks nader uiteen zullen zetten, hebben wij aangenomen, dat de tekst van C. v. Br. 1083 en Privilegie-boek C ouder is dan die van Cotton Ms. Galba B XI, dus, dan de tekst van Schanz. Nu bovendien C. v. Br. 1083 ouder blijkt te zijn dan Privilegie-boek C, door het door ons aangehaalde voorbeeld en door het schrift, citeeren we bij voorkeur C. v. Br. 1083. In de bespreking zullen betrokken worden het stuk, gedateerd 16 Mei 1470, waarvan we zijn uitgegaan, verder een charter van 17 September 1469, van 1480 en van 16 Mei 1519, alle bij Schanz afgedrukt in bet tweede deel op bladz. 170, e.v.v. wij zullen van de drie eerst- genoemde charters drie redacties leeren kennen : de eerste uit het jaar, waarop ze gedateerd zijn, een tweede van 1519 en een derde van 1555. We zullen deze, naarmate we ze in een handschrift kunnen vaststellen, resp. A, B en C noemen. Van de oorkonde van 1519 komen dan twee lezingen voor, die van 1519 (A) en die van 1555 (B). We zullen ons onderzoek aanvangen met een poging, de personen, die voorkornen in den door ons gewraakten aanhef van het charter van 16 Mei 1470, te dateeren. Allereerst de beide genoernde oorkonders : de dadelijk 1) Deze aanhef wordt, met de daarbij behoorende nieuwe bepalingen, hierachter als nr. V van de privileges afgedrukt. Schanz vermeldt, zooals ik later ontdekte, het charter van Mei 4555 in dl. I, bladz. 106, swat begrijpelijk is, omdat hij zijn stukken aan Cotton Ms. Galba ontleend heeft. TE BIMGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 45 in het begin genoemde Heer Jan, terwijl verderop sprake is van zijn vader: „per nobilem et generosum dominum Joannern, , predecessorem ac genitorem nostrum." Welke heeren hebben nu, direct op elkaar volgend, den naam Jan gedragen ? We vinden er dries Om verwarring te voorkomen, nemen we hier voor een oogenblik de rangcijfers, die Butkens in den door ons aangehaalden stamboom aan de genoemde heeren Jan geeft, over. (Doze rangcijfers loopen in de verschillende stamboomen uiteen.) Het zijn de volgende : Jan IV, Heer van Glimes, 1418-1427; Jan V, Heer van Glimes, „met de Lippen", 1427/'31-1494; Jan VI, Hoer van Walhain, Wavre, etc., die al Binds 1481 het bewind min of weer van zijn vader hail overgenomen. De oorkonden, uit den tijd tusschen 1481 en 1494, worden door hen samen ge- geven. Jan VI stierf in 1532. Wanneer de oorkonder, in de intitulatio genoemd, inderdaad Jan V met de Lippen was, moet zijn vader dus ook reeds handels- voorrechten aan de Engelsche kooplieden hebben toe- gestaan. Dat we hiervan niets weten, mag niet ale bewijs voor het tegendeel gelden. Evenwel, de heerlijkheden van den oorkonder in de intitulatio kloppen niet met de heerlijkheden van Jan met de Lippen, in andere oorkonden vermeld 1). Wanneer dit bezwaar tegen Jan V den door- slag zou geven voor zijn zoon, dan worden we in die meening versterkt door de vermelding, op versehillende 1) In het Hansisches Urkunden Buch, Halle 1876, e. v.j., dl. IX, 66 (bladz. 33), 1464 Maart 1: „Wy Jan, here van Berghen upten Zoom, tot Glymez, to Pulpen, ende to Brecht", etc. H. U. B., dl. X, 549, (bladz. 304), 1477 April 21: „Wij Johan, hoer van Berghen opten Zoom, tot Glymez, to Puelpe, tot Brecht", etc. De naam Pulpen, Puelpe is verdacht. In het hierachter afgedrukte stuk van 1469—'70 luidt de naam van de heerlijkheid: Velpe; Moll noemt in zijn dissertatie op bladz. 14 en 131 ook : Velpe. Oskar de Smedt geeft in een artikel: De Engelsche handel te Anti werpen in do jaren 4305-1515, (in: Bijdragen tot de Geschiedenisi XV, 2, bladz. 530, 584) op de 17d' bladzijde (overdruk): Opvclpe. Misschien is to Puelpe een verkeerde scheiding van topvelpe: te (Op)velpe. 4e DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NA.TIE plaatsen, dat Jan VI de eerste Heer van Bergen was, die Yliesridder werd 1). Als vertegenwoordiger van de Engelsche Natie ziet men 17dilectum nostrum Joannem Heuster, gubernatorem mo- dernum" optreden. We konden hem terugvinden tusschen 1 Juni 1518 en 22 Juli 1521. Voor de mogelijkheid van een vader en noon met denzelfden voornaam zijn geen aanwijzingen voorhanden 2). 11Arnoldum de Wernia, militeml burgimagistrum" konden wii met hulp van gedrukte bronnen niet thuisbrengen. Wet staat hij vermeld in het Privilegie-boek CA van het Stadsarchief to Bergen-op-Zoom, waar voorin een lijst van burgemeesters, van 1397 tot 1546, staat. We vinden „Aert vande Werve" als burgemeester vermeld in 1513, 1514 en 1519 3). Voor „de Wernia", zooals bij Schanz, moet dus „de Wervia" gelezen worden. 71Magistrum Jacobum de Teilingen, ejusdem oppidi nostri de Bergis pensionarum" komen wij tegen in de Stads- 1) Baron de Reiffenberg : Histoire de l'Ordre de la Tolson d'Or, Bruxelles 1830, geeft op bladz. 417 als datum van zijn inauguratie in de Orde, 17 Mei 1481. Butkens, 1.1., geeft bij de Vliesridders in den stamboom de aanduiding: „Chevalier de l'Ordre"; de eerste is: Jean 6. 2) Schanz II, bladz. 231: Antwerpen, 1518 Juni 1: „Johannes Hewster Gubernator"; Die Recesse and andere Akten der Hansetage von 1477-1530, III. Abtheilung, Leipzig 1881 e. v. j., 7. Band, 332 (bladz. 577): Brugge, 1520 Juli 49--Augustus 12: „Johannes Howeste, Gubernator Societatis mercatorum"; bladz. 578: „Johannes Hewester"; 336 (bladz. 600) Brugge, 4520 Augustus 12: „Johannem Hewester"; 342 (bladz. 624) in § 23: „Johannes Hewester, cortmeister"; 452 (bladz. 856), 4521 Juli 22: „Johannem Hewester, Gubernatorem Socie- tatis Mercatorum Anglie". . 3) Priv. boek CA, f°. 17 (v°.?): Anno 1513: H(ere) Aert vande Werve, borgh(emeeste)r buyten; Anno 1544: idem, Borgh(emeeste)r binnen; f°. 18: Anno 1519: idem, borgh(emeeste)r binnen. Daarna wordt Aert vande Werve tot 4546 niet meer genoemd. De onder- scheiding „buiten" en „binnen" ziet op de twee burgemeesters van de stad met verschillende bevoegdheden, de een „binnen der banke", de ander ,,buiten der banke". Hierover kan men meer vinden bij Cornelissen, a. w., bladz. 46 e.v.v. TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 41 rekeningen van Bergen-op-Zoom van 1519—'20 en wel op 18 Mei 1519 1). Alle genoemde personen hebben een jaar gemeen, n.l. 1519. In de zooeven opgesomde handschriften, waar copieen van dit charter van „16 Mei 1470" voorkomen, vinden we deze zelfde reeks van oorkonden : „16 Mei 1470", 17 September 1469 (bij Schanz = Cotton Ms. Galba B XI : 17 December 1469), 1480 en 16 Mei 1519. De oplossing Ivan de moeilijkheid van een aanhef van 1519 v66r een dispositio van 16 Mei 1470 kan nu ge- geven worden. In den aanhef, dien wij onderzocht hebben, wordt gesproken over geschillen, die gerezen zijn tussehen de Engelsche kooplieden en den magistraat van Bergen- op-Zoom, over privileges, die de wader van den tegen- woordigen heer gegeven heeft. Deze privileges waren onbezegeld gebleven, daarom worden ze 14 dozen be- krachtigd. Aan het slot wordt gezegd, — we kunnen pier Schanz niet citeeren, omdat die in Cotton Ms. Galba B XI een redactie van 1555 heeft afgedrukt —, in C. v. Br. 1083 en Privilegie-boek C: „Quorum quidem previ- legiorum prirnorum tenor sequitur latine, subsequentium -- tamen — tenor sequitur theutonice, novorum quidem, pro nunc concessorum tenor latine addetur, prout inferius singulis in locis videbitur annotatum". De clan volgende charters in C. v. Br. 1083 en Privilegie-boek C 4) Stadsrekeningen Bergen-op-Zoom 1518/19 (op den rug foutief 1517), Stadsarchief Bergen-op-Zoom). Het jaar 4518/19 is Brabantsche stijl, hij omrekening in onzen stip is het 4519/20. Op bl. 49 r°. („Van Reysen ende Voagiθn"): „Opten 18ten Meye A°. 15C18 (=1519) bet(aelt) me(e)ster Jacop van Teylinghen, pensenarius deser stat, van dat hij was in den secreten Raedt van miinen ghenadighen Heere tot Machelen, van zekeren saken aengaende den deeken van de scippere ende ambachte ende was huyt met sinen knecht 7 dagben dache ... , . 6 sc. 5 z. — 2 lb. 2 sc. (1k ben niet zιker, of de munten zoo goed zijn; ze hebben in dit verband Been beteekenis. Moll, a.w., geeft op bladz. 25 e. v. v., eenige opheldering over de gebruikelijke munten.) Jacop van Teylinghen wordt nog eenige malen genoemd, b.v. in een post van 23 Augustus 1519 (deze bladzijde is Diet ge- nummerd, doortellend moet het bl. 50 r°. zijn). DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE zijn: een Latijnsch charter van 16 Mei 1470, dan Hollandsche van 17 September 1469 en 1480, tenslotte een Latijnsch charter van 16 Mei 1519. Nu wordt alles duidelijk : dit heele complex is een groot confirmatie-charter van 16 Mei 1519. Toen Schanz de stof voor zijn „Urkunden- beilagen" bewerkte, heeft hij dit charter (evenwel in een nog latere redactie van 1555) in zijn stukken nit elkaar genomen en ze chronologisch op hun plaats gezet. Daarbij is, ongelukkigerwijs, de aanhef van het stuk van 16 Mei 1519 voor het charter van 16 Mei 1470 blijven staan 1). Intusschen staan we bier voor een, uit diplomatisch oog- punt, hoogst merkwaardig geval. Van een dergelijk con- glomeraat van oorkonden kunnen behalve de aan- stonds te bespreken herhaling van 1555, geen tweede voorbeeld noemen. Een verklaring voor deze exceptioneele gebeurtenis meenen we iu bet vervolg te kunnen geven. Allereerst nu: de nieuwe confirmatie van 1555. We hebben straks, bij de bespreking van de hss. voor de stukken van 1469, 1470 en 1480, al gezinspeeld op Brie redacties. Daarna vertelden we, dat Schanz, door de oorkonden nit Cotton Ms. Galba B. XI of te drukken, die derde redactie, van 1555, gegeven heeft. Deze nieuwe confirmatie hebben we leeren kennen uit een foto van Cotton Ms. Galba B XI, fo. 165 ro. (oude nummering fo. 178 ro.). Hierop ziet men, nog voor den aanhef, die we nu juist 16 Mei 1519 hebben gedateerd, een andere „praefatio". Hierin komt de dateering Mei 1555 voor. Daaruit mag men besluiten, en foto's van dit deel van Cotton Ms. Galba hebben de juistheid van deze conclusie bevestigd, dat hier, na dezelfde reeks oorkonden als van 1519, nieuwe bepalingen van Mei 1555 volgen. In dit verband zij er op gewezen, dat Markies Jan (15411'50-1567) Bind 1554, begin 1555 in Engeland is geweest, misschien in het gevoig van Emanuel Philibert van Savoye, die toen, als pretendent naar de hand van 1) In C. v. Br. 1083 is een uitdrukkelijke scheiding op te merken tusschen den aanhef van 1519 en de dispositio van 16 Mei 1470. Wanneer Schanz dit handschrift, gekend had, zou hij tnisschien voor deze vergissing gespaard zijn gebieven. E IIERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 49 Elisabeth, naar Engeland ging met een groot gevolg van edelen 1). Wenicht zijn toen de handelsbelangen al ter sprake gekomen. Van doze reis wordt in de dissertatie van Dr. Moll op bladz. 162 melding gemaakt, helaas, zonder opgave van bewijsplaatsen. Dr. Moll was echter zoo vriendelijk mij opmerkzaam te maken op C. v. Br. 843, rekeningen van den markies tusschen ongeveer 1552 en 1557. Hierin komt de volgende post voor : „Item paye a Helweghe (in een randschrift Heylwege), gentil- homme escuyer de Monseigneur de Bevre (?) la somme de cent soixante escus soleille(?), lesquels je ast presto mon seigneur, estant en Londres, le dernier de decembre dernier passe. Et rembource le XVe de mars MV selon Brabant — Mc, XXVIII L". Blijkbaar is de markies spoe- dig weer in Brabant terug. Immers hij word tijdens de Kapittelvergadering van de Orde to Antwerpen op 27 Januari 1555 tot Vliesridder benoemd, op 29 Januari ontving hij persoonlijk de versierselen der Orde 2). Do nieuwe bepalingen van Mei 1555 zjjn zeer leer.. zaam. Allereerst trekt de bijzondere vorm onze aandaoht. Het stuk heeft den vorm van een notarieele aete. Beide partijen worden dus blijkbaar als volkomen gelijkwaardig beschouwd. In een toekomstige handeisgesehiedenie van Bergen-op-Zoom zal met dit stuk terdege rekening moeten worden gehouden. Blijkens het stuk zijn or langdurige onderhandelingen gevoerd in Antwerpen en Bergen-op- Zoom, de vroegst genoemde datum is 4 Mei. Beide partijen hebben tenslotte een gelegaliseerd afsehrift ont- vangen. De Engelsche copie is, zooals blijkt uit- het onderschrift van een Engelschen notaris, gedateerd 19 Augustus. Het groote Engelsche gezantechap, dat de onderhandelingen voerde, waarbij verschillende Londensche notabelen, heeft dus nogal eenigen tijd in Antwerpen en Bergen-op-Zoom vertoefd. 1) Vgl. J. A. Froude, History of England from the Fall of Wolsey to the Defeat of the Spanish Armada, London 1870, dl. V, bladz. 440, en uitvoeriger: L. Wiesener, La jeunesse d'Elisabeth d'Angleterre, Paris 1878, bladz. 295, e. v. v. 2) Baron de Reiffenberg, a.w., bladz. 448, e. v. v., hladz. 453 e. v Bijdr. en Meded. L. 4 50 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NAM We weten dus nu, dat Schanz voor de charters van 1470, 1469 en 1480 redactie C gebruikt heeft. Bovendien kennen we voor dezelfde stukken redactie B uit C.- v. Br. 1083 en uit Privilegie-boek C. In het laatste komt evenwel het charter van 1480, zooals we straks al uit- eengezet hebben, in de Nederlandsche lezing C voor. In Cotton Ms. Galba B XI vinden we dus bovendien voor den aanhef en de nieuwe bepalingen van de oorkonde van 16 Mei 1519 redactie B, die, althans in dien aanhef, van redactie A (in C. v. Br. 1083 en Privilegie-boek C) afwijkt. Immers het slot van den aanhef luidt in redactie B (bij Schanz II, bladz. 171, beneden) : „quorum quidein privilegiorum tenor sequitur latine". Inderdaad volgen dan de in B nog I-Iollandsche charters van 1469 en 1480 in Latijnsche vertaling (redactie 0). Over deze beide oor- konden valt nog op to merken dat ze, zoowel in B als in C, hun oorspronkelijken vorm hebben verloren. Schanz heeft natuurlp den aanhef van 1519 voor dien van 1470 aangezien, maar de beide andere charters missen de nor- male intitulatio, bij de redactie C van 1480 (Schanz) staat de dateering voorop in plaats van in het eschatocol. Het is zeker ooze taak den origineelen vorm van de oorkonden op to sporen, of althans dien vorm, die het origineel het dichtst benadert. Dat willen we achtereen- volgens voor de reeks 1470-1519 doen. We kunnen voor het charter van 16 Mei 1470 niet zeker uitmaken of redactie A in het Hollandsch of Latijn gesteld was. Nu vinden we evenwel in Privilegie-boek C, fo. 225 r°. e.v.v., een Hollandsch stuk in den vorm van een zelfstandige oorkonde, wat het stuk, in redactiesIB en C gedateerd 16 Mei 1470, niet is. Dit Nederlandsche privilege is gedateerd „1469" en is gegeven door Jan met de Lippen ; zijn heerlijkheden komen overeen met die, aangehaald uit het Hansisches Urkunden Buch van 1464 en 1477. De teksten van de stukken van 1469 en 16 Mei 1470 komen, afgezien van het verschil in taal, vrijwel letterlijk overeen. Het is moeilijk, hier een be- slissing to nemen, doch er dient op gewezen to worden, dat Privilegie-boek C ons zoo dadeljjk de redactie A voor bet charter van 1480 zal leveren. Ili zou geneigd zijn PE BERGEN-OP-zoom, 1469-1555. 51 hieruit of te leiden, da de samensteller van Privilegie- boek C afschriften of concepten van deze oorspronkelOe charters te zijner beschikking heeft gehad. In ieder geval moet het stuk van 1469 het origineel, wat Form betreft, het dichtst benaderen, daarom kiezen wij het als redactie A (zie hier achter nr. II). Men kan het bezvraar opperen, dat de data verschillen, rnaar het tijdsverschil behoeft niet groot to zijn. Gesteld, dat we in dit Hollandsche stuk een ontwerp hebben, dat reeds gedateerd was : 1469. De uitreiking van de oorkonde vond evenwel pas in het (paaschjaar !) 1470 plaats. Dan kan op het officieele stuk de juiste datum ingevuld, op het ontwerp 1469 zjja bltren staan 1). In onze redactie B van deze charters (C. v. Br. 1083 en Privilegie-boek C) volgt dan het Hollandsche charter van 17 September 1469. Ook dit stuk kan niet in -zijn origineelen staat voor ons liggen. Een redactie A hebben wij echter niet kunnen vinden. We hebben deze A in den afdruk (beneden, nr. I) slechts pro memorie bovenaan geplaatst. Dit stuk moet deze rij van charters geopend hebben. Er wordt aan de Engelschen beloofd, dat ze dergelijke voorrechten in Bergen-op-Zoom zullen verkriigen, als ze reeds in Antwerpen bezitten. Inderdaad volgt dan het stuk, in redactie A „1469", in B en C 16 Mei 1470 gedateerd, dat bijna geheel is samengesteld uit bepalingen, ontleend aan de Antwerpsche oorkonden van 6 en 12 Augustus 1446. Voor het charter van 1480 vinden we tekst A in Privi- legie-boek C, fo. 230 vo. Ook hier vinden we een be- hoorlijk gevormde, zelfstandige oorkonde, gedateerd 18 October 1480 (stukken, nr. III). In redactie B (C. v. Br. 1083) werd de aanhef er afgeknipt, in C (bij Schanz II bladz. 175 e.v.) krijgen we een Latijnsche vertaling, bovendien werd toen de dateering vooropgesteld en een 1) Paschen valt in 1470 op 22 April, tot dien datum loopt due, volgens Brabantschen stip, het jaar 1469. Er laten zich natuurlijk andere verklaringen denken en deze verklaring heeft allerminst de pretentie, een bewijs te zijn. bE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCIIE NATIE aantal bepalingen weggelaten, „quaedam hoc tempore inutilia resecantes", zegt de aanhef van 1555 1). Van 1519 kennen we redactie A in C. v. Br. 1083 en Privilegie-boek C. Tenslottc willen we nog een verklaring voorstellen voor deze eigenaardige stapel-formatie op diplomatisch terrein. We hebben gezien, dat de charterverleening in 1469 in ieder geval begonnen is met een Nederlandsch stuk, van het volgende hebben we bet niet kunnen vaststellen, maar onze redactie A is in het Nederlandsch gesteld, voor 1480 kennen we den Nederlandschen origineelen tekst. We willen er terloops op wijzen, dat deze Nederlandsche charters, aan buitenlanders, merkwaardig zijn. Maar dan wordt over de gesehillen geklaagd tusschen de Engelsche kooplui en de inwoners van Bergen (aanhef 1519), naar aanleiding van vroeger verleende privileges. Het lijkt mij niet gewaagd te veronderstellen, dat het Nederlandsch in die privileges daarbij een rol gespeeld beeft. Wellicht zijn de Engelschen door de Nederlanders in den nek ge- keken, omdat de Bergenaars profiteerden van de gebrekkige kends van het Nederlandsch bij de Engelschen (poly- glotten zijn ze ook tegenwoordig nog niet !). In ieder geval worden de nieuwe bepalingen in het Latijn toegevoegd, misschien de oorkonde van 1469/10 in het Latijn vertaald. Misschien heeft overigens in 1519 de sanctioneering van 1) Dat het stuk in October 1480 thuis moot hooren, be wijst een post uit de Stadsrekeningen B. o. Z. van 1479/80 Brab. Stijl. (,,1 Maart 1479" waarmee de rekening opent = • Maart 1480, evenzoo de slot- datum „1 Maart 1480" = 1 Maart 1481), bladz. 26: „Den I4en dach van October gesonden mynen here den dross(aert) ende Zweer Nagel tAntwerpen byde Ingelschen metten minute vanden tractate tusschen hen mynen (here?) ende de stat gemaect", enz. De vermelding in de lijst van charters, in 1541 in het bezit der Merchants Adventurers (afgedrukt in Schanz II, bladz. 578, onder no. 41): „Item two pryvileages graunted unto the nation by the lorde and town of Barowe, the one dated the 18. day of October 1470, and the other dated in the yeare of our lorde God 1480", blijkt dus onjuist te zijn: de stukken zijn van 1470 en '18 October '1480. TE BERGEN-OP•ZOOM, 1469-1555. 53 nog onvoldoende bekrachtigde oorkonden den doorslag gegeven. Maar in 1555, toen de Engelschen van het kwijnend Bergen alles gedaan konden kriigen, ontvingen ze een volledige Latijnsche vertaling van de oude shaken. In beide gevallen wordt de conglomeraat-vorm verklaard : de kooplui hechtten aan hun oude voorrechten en lieten die tezamen nog eons bekrachtigen. We hebben dus den aanhef, bij Schanz voor het stuk van 16 Mei 1470 afgedrukt, 16 Mei 1519 kunnen dateeren, terloops hebben we op een lezing B van 1555 opmerkzaam gemaakt. Voor het stuk van 1480 hebben we in Privilegie- bock 0 redactie A kunnen vinden, voor het charter van 1469/10 een origineelen vorm bij benadering. Voor het stuk van 17 September 1469 hebben we het Diet verder dan tot een redactie B kunnen brengen. Zooveel over de overlevering van de stukken, nu nog iets over den inhoud. Dadelijk springt de groote samenhang met door Ant- werpen verleende privileges in het oog. Het is bekend, dat de Engelschen den handelsnaijver van de twee steden gebruikt hebben, om zooveel mogelijk voorrechten to verwerven. Door met verplaatsing van hun „court" te dreigen, eon bedreiging, die verschillende malen werkelijk word uitgevoerd, wisten zij den magistraat der stad naar hun hand te zetten. Nadat in het stuk van 17 September 1469 de alge- meene toezegging was gedaan, dat de Engelschen to Bergen-op-Zoom dezelfde voorrechten zouden genieten, wordt in de volgende privileges aan die belofte uitvoering gegeven. In het privilege van 1469/70 verkrijgen zij gunstige juridische bepalingen; in het algemeen worden zjj ge- eximeerd van de lagere rechtsinstanties. Zjj kunnen op gunstige wijze huizen huren en van de huurverplichtingen ontslagen worden. Voorts verkrijgen zij tal van bepalingen, die hen moeten vrijwaren voor frauduleuze handelingen van de zijde der ingezetenen. Het privilege van 18 October 1480 brengt one nog meer dan dat van 14691'70 de groote jaarmarkten van Bergen-op-Zoom voor oogen, Het bevat tal van bepalingen, 64 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE waardoor aan de Engelschen allerlei faciliteiten worden verzekerd : een huis wordt bij de jaarmarkten voor hen ingeruimd ; een deel van de haven mag alleen door hen gebruikt worden ; het lossen van hun waren moet zoo spoedig mogelijk kunnen gesehieden. Uit de bepalingen omtrent de to bepalen aceijnzen, enz. kunnen wij op- maken, om welke handelswaar, bovenaan laken, waaraan tal van artikelen zijn gewijd, het vooral gaat. Het laatste stuk, van Mei 1555, bevat een merkwaardige narratio. Op eenigszins naieve wijze wordt hier een verkiaring van het vernal der handelsbetrekkingen gegeven. Het wordt daar voorgesteld, of de handelsverplaatsing het gevolg is van eeu reeks misverstanden, waardoor de „vriendschap" tusschen Engelschen en stedelingen verminderd is, zonder eenig vermoeden van een dieperen economischen en mis- schien wel geographischen 1) ondergrond. Dit laatste stuk is ook belangrijk voor de vele namen van Engelsche kooplieden, die er in genoemd worden. Nog naar een andere zijde zijn deze stukken belangrijk. Ze bevestigen nog eens opnieuw het nauwe verband tusschen handel en staatkunde. Het is niet betrekkelijk toevallig, dat Jan van Bergen tegenover den Fransch gezinden Chievres een der hoofden der Engelsch-gezinde partij vormde. Immers evenzeer als de Vlaamsche steden zich slechts staande konden houden door een stelsel van protectie tegen de steeds sterker wordende Engelsche industrie en daarom bescherming bij Frankrijk zochten, zoo goed was voor de Brabantsche steden, Antwerpen en Bergen-op- Zoom, de Engelsche handel een levenskwestie 2). Treffend is de volgende typeering voor de eerste jaren van Karels regeering : „Der die Zeit der Minoritat Karls V. beherr- schende Gegensatz der Croy and Bergues war in hohem Masse orientiert an dem weltgeschichtlichen Okonomischen 1) Dr. J. Cornelissen in zijn proefschrift, Stelling I: „Bergen-op-Zoom moest den concurrentiestrijd tegen Antwerpen verliezen door het gemis van een achterland en de verandering in den toestand der Schelde- stroomen". 2) A. Walther, Die Anflinge Faris V., Leipzig, 1914, bladz. 17; vgl. gook bladz, 107-108 ,, het ij van Engelschen oft anderen, datmen die verhooren sal, ende voort naer kennisse ende waerheit, nae recht ende redene, henluden recht elide vonnis doen geschieden, alsoo datmen hen ende hueren getuijgenissen Eat splo9ye:geyen,.gelijck den poorteren der voorss, stadt van Xterglien.. dat yemant, vander .voorss. naCien nyet. -ci)cbittbreekt Ci en C. B" en Cf: „Andere oude Previlegien, trtiNeTv'er'Iteign gegondt ende verleent inden aere veerthien hondort ende tachtentich, zoe hier nae volcht". C: „Post que quidem privilegia et beeficiacon.cessa,, aliud quoddam privilegiurn eisdem subjunctum et lingua veilacuta _cpnsCriptuni," cujus articulorum tenor et latina translatio subs4uitur et concessufn invenitur anno millesimo quadrin. Octuage§itne. b) B en CI': vermeet. TE BEROZNtOP-ZOOM, 1469-1555. 619 aij e, en sal moghen stuen in 4e strate,vatt,der Inge13elim, 4chter.volgende hueren, ,yenyint,in ware oft Monde, dat die _sal trioeten rnijm9p.,; ewle„1,4tRy- die hebben- den coopluden, votiT den prija,; (1,14 hulisen sijn getaxeert, opdat so getaxeert .sip, Oft alsoo mense taxeren zals § 3. Item, dat van den goeden, die de voorss. coop! laden tot Berghen coopen sullen, bynnen, ende byai$9 Jaermerten, ende hide waghe gewogen moeten deselve coopluden den heer oft zijne paehteneeys.fvcip wegene nyet geven oft betalen en sullen, ende 494F,,p,it alleenlick gestaen betalende den uytslach,, daer, ifqnr men tgoet wechvoeren moet ende in geJijeke yam dyes van den goeden, die de voorss. coopluden vercoopen suUen den voorss. heer oft zijnen pachteneren deer aff betalen tgeheel weechgelt, sondes den uutslach; die de cooper schuldich is ende behoirt te betalene ; hier inne versien, dat midts desen niet bevrijt en sullen wesen andere coop-laden, die vander; voorss. coopluden eenighe goeden cooper [fo. 231 vo.] ende ontfanghen sullen ende op huere buorte moeten gewegen sijn, ende Batmen alsoo den voores. coopluden van Ingelant sal moeten goede expeditie doers ende gereetscap van wegene. § 4. Item, dat nyemant de voorss. vrilheit gebru4yeken en sal, hij en sal eerst den wagemeester hebben do ell blijcken met eenen brieffken vander voorss, hij inde selve nacie is. Ende waert, Batmen yernanovap, der voorss. nacie bevonde, eenich goet gebroeht-h-e4ende anderen lieden, in de voorschreven nacie nyet, behoorencle, dat do selve, diet alsoo ge:tdapn .1104)eoial verbeuren eleke reysa drye ponden. grooten Vieln4gektfl daar aff lien derden deel hebben sal de beer vanjfei:glytn, dander der stadt ende tderde derdendeel de voorss.,,macip: § 5. Item, dat de schippers van Berghen, die vanden voorss. coopluden aennemen eenich goet to vuerene met heurs selffs schepen in Zeelant aen ,hear schepen, .oft eldere, de selve schippers gehouden sullen sijn, goet te vuerene met heurs -selffs schepen en.de- nyenagnA andere over en sullen moghen geven, nob oink in Andere schepen ontladen, opte pene van twee ponden sworte4.te 70 DE PRIVILEGES 'POOR DE ENGELSCHE NATIE Terbeurene ende in manieren voorss. gedeylt to wordene. § 6. Item, dat de voorss. schippers der voorss. coop- Roden goeden niet en sullen moghen leggen, dan bynnen denne ende niet daer buyten, op to peyne hiernae geschreven, wetende, oft zij daer aff de contrarie daden, ende der selver coopluden goeden daer bij, off anders bij hueren schulden, nat worden, dat dan de voorss. schippers daer aff den voorss. coopluden huer schade gehouden sullen sijn op te rechtene [fo. 232 ro.] ende te betalene, ende dat de selve schippers de voorgenoemde coopluden vander vrachte niet en sullen beschatten b), niet meer nemende, dan gecostumeert is, opte peyne van twee ponden zwerten, als voren bekeert te wordene. § 7. Item, dat gheen schippers oft aerbeyders aen der voorss. coopluden arbeiden oft wercken en sullen dan die de voorss. coopluden daertoe nemen ende stellen sullen, opte peyne van twintich schellingen sweeten, ge- deilt to wordene gelijck boven, ende dat om redelijcken ende gecostumeerden loon, Bonder yemande te exaction- nerene. § 8. Item, Boo wanneer de voorss. coopluden huere goeden ende coopmanschappen opgedaen hebben, ende in huere huysen, winckelen oft packhuysen willen doen vueren, datmen hen alsdan sal doen hebben gereetschap van vijff oft ses rollwagenen, die de selve huere goeden sullen moeten wercken voer yemande anders, opten ouden gecostumeerden loon. § 9. Item, oft de gouverneur voer -recht quame, om kennisse te dragene van taken, die voer hem gedaen ende geschiet waren, dat daer aff de selve sijn kennisse sal seggen bij sijnen eede, tot stinder officien gedaen, sonder nieuwen eedt te moeten doen, alsoo verre als dit in one is. a) Ben CI: deynde. Uit de omschrijving, die Cornelissen, a.w., bladz. 84, r. 5 v. ben. geeft, blijkt dat hij denne (deynde) opvat als de Nolte van het schip. Deze beteekenis heb ik, evenmin als cenige andere voor deze plants, kunnen vinden. b) Ci: verschatten. 1) Lees; voor, enz, TB BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 71 § 10. Item, datmen alle Jaermercten van Bergen versien sal, dat die schepen, brengende ende vuerende der voorss. coopluden coopmanschappen ende goeden, drooge ende gevuechelic sullen moghen losses ende laden aende caye buyten den calckhoven, [fo. 232 vo.] alsoo, dat alle andere schepen sullen moeten ruymen ende is daer inne gegunt den voorss. coopluden tot huere plaetsen de caye buyten den calckhoven, dat is to verstane, west- waerts ane vanden selven calckhoven, daer die nieuwe cauchije a) nu onlancx geleden gemaect is. § 11. Item, soo wanneer ter begeerten ende versuecke vanden gouverneur oft eenigen coopluden vander nation voorss. bij eenighe van de officieren eenige persoonen oft goeden gearresteert ende becommert sullen worden, dat dan de solve officier de voorss. persoonen oft goeden niet en sal moghen ontslaen, dan bij wille ende consente vanden voorss. gouverneur oft coopluden, tot wiens be- geerte hetselve arrest geschiet ware, wetende, oft andere ende contrarie van desen geschiede, dat in dyen gevallen de officier, die dat alsoo gedaen hadde, selve sonde moeten staen voerde Somme ende actie, daer voer het selve arrest geschiet ende gedaen ware geweest. § 12. Item, dat de voorss. gouverneur ende coopluden elck voer sijn selffs drincken inne sullen moghen leggen wijn, Ingels bier ende ale, sonder daer aff eenighe assjjse der stadt van Bergen to gevene oft to betalene. Behou- delick dyen, dat sy gheenen dranck van wijn, Ingels bier oft ale en sullen moghen tappen noch slijten bij gelten potters min noch meer, noch oick daer voer van hueren weerden oft anderen eenighe baton oft goet doen moghen hebben oft ontfanghen, ten zij daervore betalende voer ende eer de geheel assijse. Ende offmen de oontrarie van desen bevonde yemande vanden voorss. eoopluden gedaen to hebbene, dat die verbeuren sal van elcken vate, daer aff hij yet vertrocke, twintich schellingen grooten Vlems Belts, bekeert to wordene ale Yore. [fo. 233 ro.] § 13. Item, off in toecomenden tJden eenich coopman vander voorss. naciφn, bastaert etude, a) B, Ci : cautzijde, vgl. Mnl. Wdb., i.v. Cantsiede, 72 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE affljjvich worde bynnen der stede oft lande van Berghen, dat dam de voorss. heer van Berghen niet meer rechts hebben en zal aen desselffs goeden, dan ende gelijek oft de solve van getrouwden 1bedde ende geen bastaert en waer geweest. § 14. Item, oft soo gebeurde, dat mijn genadige heer, de hertoge van Oistenrijck, van Bourgoignen, van Brabant, etc, met sijnen openen mandemente declareret ende or- dineert het stapelgoet, ten stapel van Cales behoorende, ende ten selven stapel niet geweest hebbende, geheten verkenen, geconfisqueert te sijne, soe sal de voorss. beer van Berghen deselve mandementen does executeren bij alsoe de voorss. declaratie goets tijts gedaen worde, op datmen in duytroepen van de merct tselve uytsteken mach, ende bij alsoo men tselve in andere steden, OM- trent Bergen gelegen, uytroept ende doet behouden hier inne den voorss. heer van Berghen sijn heerlicheit in de confiscatie van den selven goeden. § 15. Item datmen alle Jaermercten de plaetse opte merct te Bergen voer der voirss. natien huys breeder ende meerder maecken sal, ende ruymen, opdat de coop- luden aldaer sullen met malcanderen van hueren dinghen ende coopmanschepen gerieffelic moghen spreken a). § 16. Item is oick mede overcomen, datmen sal maecken een strate, gaende miter straten, daer de voirss. coop- luden met hueren lakenen staen, diemen heet de heylighe geest strate, tot opte huydemerct ende [fo. 223 vo.] over de grebbe een brugge maken 1). Item, datmen de ployers, hanterende der voorss. coopluden lijnwaet omtrent den huyse, geheeten de Keersse, bijde merct, sal bewijsen een goede gelegen plaetse, daerop sij sullen moghen stellen een eleijn huysken, dat sij nade merct altijt sullen ge- houden sijn aff te doene. § 17 2), Item is oick mede overdraghen, achtervolgende a) § 15 ontbreekt in Ci en C. In B staat in margine: vacat, in een latere hand. Hieruit hebben wij den tekst Ci verklaard. 1) Pit gedeelte van A, §16 B, § 16 =-- CI, § 15 C, § 15. Tan „Item, datmen de ployers" af, rekent B § 17, Ci en C § 16, 2) A, § 17 =-- B, § 18, TB BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 73 den ordinantin, voermaels gemaect elide geordineert, datmen van nu voirtane nyemanden, eenighe a)- In !eche lakenen coopende, vander linghden vanden selven lakenen eenighe restitutie oft recompensatie doers en sal, ten ware, off vander linghden vanden selven lakenen inder coopmanschap-en yet bevorwaert oft toegeseght ware, maer sal de vercooper moghen gestaen Diet to leveren de lakenen, soo sjj daer staen sullen der voirss. linghden aengaende, het en ware antlers besproken. § 18 1). Item ende is oick insgelicx overcomen, achter- volgende sekeren ordinantien in voirledenen tijden geor- dineert, dat nyemant inder Engelscher packhnysen off elders, daer de voorss. coopluden uyt Engelant hour lijnwaet laten packen oft meten, en sal eomen vouwen oft ployen, dan dieghene, die der voorss. nacien daer toe eedt gedaen sal hebben, ende desgeliex, dat aidaer nie- mant en sal comen meten, hij en heeft eerst sijnen eedt gedaen aan sheeren off syne dieneers Kant, in presentien van sehepenen ende vanden gouverneur vander voorss. nation off sijnen gedeputeerden, onvermindert den heere sijnen reehte opte peyne van twee pont swerten, to ver- beuren van eleken punte, soo dickwijl alst geviele, ende bekeert to wordene als yore. Ende hier aff sal de schoutet eedt moghen nemen van den ghenen, daerment opt vermoeyt. § 19 2). Item, Batmen oick alle Jaermercten van Berghen uytroepen ende cundighen sal, dat niemant opten wissel sUn gelt en sal moeten ontfanghen dan bij sijnen wille ende consente, ten ware, dat de stadt van Antwerpen verantwoerden woude voer heuren wisselare, off dat eenighe andere der stadt van Berghen alsuleken borghen stelden, dat de stadt van Berghen daer yore selve verantwoerden woude, daer aff men sal uytroepen dysser b) aff sijn sal 9 a) Aldus in B en CI; A: Beene. b) ? B: diesser. Ontbreekt in CI en C. In B staat in margine: vacat. 4) A, § 48 == B, 19. 2) A, § 49 B, § 20. 74 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE § 20 1). Item, oft yemant eenighen vanden coopluden voorss, met eenighen vinden voorss. dienaren woude doen vangen voor den Somme van twintich schellingen a) vlems gelts, oft daer ondere, soo sal die dienaer gehouden sijn die coopman voer den gouverneur van der voirss. nation te leydene, om indyen hem belieft, den selven te doen verborgen. Ende dat dan de dienaer dat alsoo sal laten geschieden, ende dan den selven coopman niet molten gevangen leggen, de voorss. borchtocht gedaen wesende b). § 21 2). Item, alsoe inde puncten van gebreke mede genoept ende geroert is geweest van eenighen beclage van nieuwicheden van heringhe, zeepe ende olye, soo is daer op geaccordeert, bij alsoo tselve nieuwicheit is, Batmen daer aff cesseren sal, ende den voorss. coopluden ongelast laten, wetende oick, in dyen tselve voertijts van outs geweest is, dat dan de selve coopluden dat sullen blijven betalene gelijck sij gedaen hebben. § 22 3). Item ende midts al tghene, dat voorschreven staet geaccordeert ende overcommen, soo is de voorss. nation voert gegunt, geconsenteert ende gegeveu, tot der voirss. gouverneurs ende gemeyne coopluden behoeff, tot eeuwighen daghen te hebbene, te besittene ende te ge- bruyckene thuys ende erve, dat de voorss. stadt van Berghen teghens hueren lieven heer van Berghen gecocht ende vercreghen heeft, gestaen aldernaest den Raethuyse aende merct, geheeten Leeuwenborch, metten hove, gronde en alle der toebehoorte vry ende vranck van alien voer- chynsen, commeren ende calaengien C), die daer op eenichssints louden moghen comen oft bevonden worden, alsoo langhe als de voorss. coopluden die jaermercten van Berghen met hueren goeden ende coopmanschepen a) B voegt tusschen: grooten. b) Hiermee eindigen Ct en C. Het einde van CI wordt daardoor verklaard, dat ook bij dit laatste deel bij B herhaalde malen in margine vacat staat geschreven. c) Aldus B; A? 1) A, § 20 = B, § 21. 2) A, § 21 :-----. B, § 22. 3) A, § 22 = B, § 23. TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 75 hanteren, besuecken ende frequenteren, op suleke conditie, dat de voorss, gouverneur ende coopluden vander voirss. natien van Engelant tselve huys ende erve niet en sullen moghen vereoopen, versetten, wechgeven, veranderen, be- commeren off beswaren. Maer oft gebeurde in toecomenden tyden, des oft (iodt wille nemmermeer en sal, dat de voorss. coopluden, de voorss. mercten van Berghen niet en frequenteerden oft en hanteerden in maten voorss., dat alsdan ende in dyen gevalle die Burgemeesteren ende Schepenen voorss., ter voorss. stadt van Berghen behouff, t voorss. huys, met alien synen toebehoorten, nae hen trecken ende behouden sullen, tot gender tyt, dat de selve coopluden de voirgenoemde Jaermercten van Berghen wederomme hanteren, frequenteren ende be- suecken sullen. Ende soo wanneer sy wederomme de voorss. mercten met heuren goeden ende coopmanschapen comen hanteren ende (fo. 235 ro.) besuecken, soo sullen sy tselve huys ende erve weder aen moghen veerden, vry ende onbecommert, gelyck voirss. staet. Ende midts tghene dat voorscreven staet, zoo syn aff te nyete ver- eenicht ende geaccordeert, alle puncten van differentien ende begeerten, die eenichEsints totten daghe toe vander date deseren letteren uytgestaen moghen hebben tusschen ons partyen voirgenoemd te beyden zyden, ende sullen alsoo voertaan de voorss. coopluyden commen, frequenteren ende hantieren a) de voorss. mercten van Berghen, gelyck zy totten daghe toe vande geschille hebben goeden. Ernie doen, midts desen, wy, gouverneur, ende gemeyne coop- lieden der voorss. natien affstant, ter voorss. stadtbe- houff, van alsulcken huyse, gestaen by sint Jacobs capelle aende huydemeret tot Berghen voorss., als ons by de selve stadt tanderen tyden gegunt ende gegeven is ge- weest, ende wy gebruyekt hebben. Bekennende, aentselve huys gheen recht noch gesach meer to hebbene. Behoudelick nochtans hierenboven der voirss. natien hueren anderen privilegien, voer vercreghen ende geworven van ons, Janne, beer van Berghen voorss. ende onser stadt van Berghen voorss. in huerer geheelder weerden ende virtuyte a) De voorss. coopluyden . . . . . . ende hantieren, aangevuld uit B 7$ DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE to blyvene, alle dinghen sonde'. arghelist. Ende om dat wy, Johan, hoer van Berghen, Burghemeesters, Sohepenen ende Raedt der stadt van Berghen voorss. ter eenre zyden, Jan Pickerynge a), gouverneur ende gemeyne coop- luden vander voirss. nation ter andere, willen ende uyter- lick met herten begheren, dat alle puncten, privilegien, ghiften ende ordinantien ende appoinctementen voorss. tot eeuwighen toecomenden tyden van goeder weerdon, vast en onverbrekelic gehouden ende onderhouden worden voir ons, onsen oiren ende naecomelinghen, soo hebben wy, in meerder kennissen, dese opene letteren besegelt met onsen segel, to wetene wy, Jan, heere van Berghen voorss., met onsen propren segel, Burghemeesters, Sche- penen ende Raidt der voirss. stadt van Bergheu, metter selver stadt segel ten saecken. Ende wy, gouverneur ende gemeyne metten gemeenen segel der voirss. nacien van Ingelant, dien wy samentlick in desen gebruycken. Gegeven opten achthiensten dach deser maent Octobris, inden jare onsheeren, alsmen schreef duysent vierhondert ende tachtich. IV. 16 Mei 1519. A : lezing van 1519: C. v. Br. 1083, fo. 92 r°. en fo. 101 1.0. ; Priv. both C, fo. 236 10. en fo. 246 ro. B : lezing van 1555: Cotton Ms. Galba, B XI, fo. 178 ro. (nieuwe summering : fo. 165 r0.) en fo. 185 r°. (oude nummering) bij Schanz bladz. 170 en 250; op deze laatstgenoemde bladzijde verwijst Schanz naar de overeen- komstige artikelen van de Aniwerpsche voor-oorkonde van 1 Juni 1518. IT: ,voor-oorkonde van Antwerpen van 1 Juni 1518: bij Schanz II, bladz. 231 e. v. v. A (0. v. Br. 1083). Universis et singulis presentes literas visuris seu audi- a) B: Pykeryng. TE ftnotN-or-zoom, 1469-1555. t/ turis nos Joanne, dominus temporalis territorii et oppidi de Borghis supra Zomam, de Grimberghen a), de Wael- hain 9, etc. bare et aurei velleris serenissimi Hispaniarum Regis decurio, ac burgimagistri, scabini, et consules dicti oppidi de Bergis, salutem et omnis boni incrementum. Notum facimus, cum ohm per nobilem et generosum dominum, felicis memorie, dominum Johannem, dum hurnanis ageret, predicti dominii et oppidi de Bergis dominum temporalem, predecessorem ac genitorem nostrum, nee non per burgimagistros, scabinos et consules ejusdem opidi, tune existentes, ob singulare reipublice commodurn et subditorum prenominati nostri oppidi de Bergis ntili- tatem, spectabilibus, honestis ac providis viris, gubernatori et majoribus, nomine omnium mercatorum ac subditorum incite nacionis Anglicane, quedam speciales provisiones, previlegia et libertates date et concesse fuerint, ut ipsis eo securius unacum c) suis rebus et mercimoniis quibus- cumque ad predictum oppidum nostrum Bergense tempore nundinarum sive extra nundinas pateret editus, accessus simul et recessus. Queque insuper prenominatis, guber- natori, majoribus, et mercatoribuk dicte nationis, promissum fuerat, predicta eorum previlegia promissiones d) et liber- tates appensione, tam quondam nostri genitoris, quam ad causas prenominati oppidi, sigillorum e) in eorum robur ac fidem muniri et corroborari, hoc tamen usque 0 in hodiernum diem incompleturn existit, unde inter dilectum nostrum dominum, Joannem Hewster, gubernatorem moder- num ac majores dicte nacionis mercatores ex una, et a) B: Grauberghen; heeft Schanz dit verkeerd in Cotton Ms. Galba gelezen? b) B: Waelhum. c) Aldus B; karakteristiek voor de verwantschap tusschen C. v. Br. 4083 en Priv. bock C is, dat beiden de fout „unarum" hebben. d) B: provisiones. e) Schanz geeft als lezing van 13 op „sigillarimi". Door deze en erikele andere zinlooze lezingen worden wij gedwongen te gelooven dat de kennis der palaeographie niet Schanz' sterkste zijde was. f) Usque alleen in C. v. Br. 1083. g) B voegt tusschen: et, '18 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NA.TIE nos, unacum burgimagistris, scabinis et consulibus dicti nostri oppidi partibus ex altera, certe discordie, difficul- tates et controversie orte ac mote fuerunt, ad quay qui- dem difficultates et controversias sedandas et sopiendas, ac imposterum similes precavendas, amoremque et amicitiam mutuas perpetuo fovendas a), intertenendas et observandas, nos, unacum prenominatis nostris burgimagistris, scabinis et consulibus dicti nostri oppidi de Bergis destinaveramus ad inclitam Londinarum regni Anglie civitatem, nobiles ac discretos viros, dominum Arnoldum de Wervia b), militem burgimagistrum, ac magistrum Jacobum de Teylingen C), ejusdem oppidi nostri de Bergis pensionarium, nostros deputatos commissarios speciales, quibus mandatum speciale dedimus, ut ipsi nostra auctoritate et nomine antedicti nostri oppidi cum eisdem spectabilibus, honestis et providis viris, gubernatore ac majoribus ejusdem inclite d) nationis Anglie, super singulis differentiis, controversiis et difficul- tatibus, prius habitis, et precipue super confirmatione, auctoritate et sigillatione predictorum privilegiorum, — tam antiquorum, olim per nostrum genitorem e) ac predictum nostrum oppidum eidem nationi concessorum, etiam pronunc juxta tenorem privilegiorum, necnon aliquorum novorum articulorum, per senatum Antwerpiensem antedicte nationi nuper concessorum 1) — tractarent ac pari concordia con- cluderent ac pro conservatione et imperpetuum eorundem a) Aldus C. v. Br. 1083; Priv. boek C en B: faciendas. b) B (Schanz) leest : „Wernia", het verschil tusschen n en v is in het schrift der 16e/17e eeuw klein. In de inleiding hebben wij deze verbetering al besproken. c) B: Teilingen. d) Schanz leest: „antedicte", volgens hem staat in Cotton Ms. Galba: ,,milite". Het is aanstonds duidelijk, dat Schanz dit verkeerd moet hebben gelezen, vgl. vorige bladz., noot e, e) B geeft progenitorem. Moeten we hierin een aanwijzing zien, dat de lezing van den aanhef in 1555 zich eenigszins aan den tijd aanpast? (Jan met de Lippen was de overgrootvader van Markies Jan.) 1) Het privilege aan de Engelsche kooplieden op 1 Juni 1518 ver- leend door de stad Antwerpen, waarop de nieuwe bepalingen, die aan dit charter van 46 Mei 1519 zijn toegevoegd, teruggaan. TB BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. TO observacione, poenam sive mulctaun mille scutatorum quatuor solidos monete Flandrie pro quolibet scutato com- putantes — apponerent, dictosque consules nostri oppidi, pro tempore existentes, ad illarn nomine died oppidi in- currendam, obligarent toties, quoties negligentes fuerint, super eisdem privilegiis per aliquem ex Angles juridice requisiti secundum eorum tenorem et formam justiciam a) exhibere eandemque penam sic, ut premittitur, et non alias commissam mediatim nobis et mediatim antedicte nationi fore applicandam b) promitterent, sicut istud luci- dius per nostras litteras commissoriales, desuper confectas ac eisdem nostris commissariis traditas, constare posset, vigore quarum, antedicti nostri commissarii cum eisdem gubernatore et maioribus dicte nationis convenerunt, con- cluserunt et concordarunt in sigillationem, confirmationem et auctoritatem privilegiorum subsequentium illaque, tarn nova quam vetera, sub antedicta pena et condicione im- perpetuum fore observanda stipularunt, (A :) quorum quidem pre- (B:) quorum quidem privi- vilegiorum primorum tenor legiorum tenor sequitur la- sequitur latine, subsequen- tine. tium autem — antiquorum tamen — tenor sequitur theutonice, novorum quidem, pro nunc concessorum, tenor latine addetur prout inferius singulis in locis videbitur annotatum 1). a) Aldus A en B; moet het zijn formam justiciae? Deze plaats is 66n van de struikelblokken, die een letterlijke vertaling van dit laatste deel van den tekst bijna onmogelijk maken. b) Aldus B, A heeft applicandum. 1) Ten overvloede herinneren we er dat hierna redactie B volgt van de stukken, gedateerd „16 Mei '1470", „17 September '69" en „18 October 1480". Daarbij sluiten zich de nieuwe bepalingen van 1519 aan, die we hierna laten volgen. 80 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE 11ATIE A (0. v. Br. 1083). Sequuntur certi articuli de novo antedicte nacioni in vim privilegiorum concessi anno millesimo quingentesimo decimo nono, prout inferius patebit 1). § 1 2). Item, quod dicti mercatores utentur seu uti debeant eorum previlegiis in omnibus articulis et pun(c)tis, prout eis concessa aunt. Et si eisdem mercatoribus ali- quod fiat impedimentum, quomodo hoc fiat, vel si eadem previlegia ampliata vel lucidius declarata habere voluerint in uno seu pluribus punctis, extunc illi de oppido Ber- gensi, moniti ex parte ejusdem nationis, facient eis assis- tenciam desuper, juxta et secundum qualitatem cause, deputatos oppidi notabiliter destinabunt una cum deputatis ex parte nationis Anglie predicte apud illustrissimum dominum nostrum regem et ducem Brabancie et nobile consilium ejusdem, ubi hoc opus erit, absque hoc, quod mercatores Anglie occasione deputandorum ab ipso oppido Bergensi in hac parte ullas facient expensas, ymmo ipsi de Bergis eorum laboribus et expensis juvabunt prosequi, quod hujusmodi impediment= amoveri debeat et ampliacio fiat, prout decebit. § 2 3). Item, quotiens processus vel predicte nationis vel alicujus particularis person° ipsius nationis ad eum statum ductus est, ut conclusum sit in causa, promittimus sentenciare et finem cause imponere infra sex proximal hebdomadal a) . § 3 4). Item et omnes qualescumque intercursus b) regios a) Aldus Priv. boek C; C. v. Br.: proximias hebdomas. b) Aldus V; C. v. Br. en Priv. boek C: intercussos. 1) Volledigheidshalve zij bier nog een afschrift vermeld, alleen van deze nieuwe bepalingen van 1519, in de Collectie Cuypers van Velt- hoven, Rijksarchief, 's-Hertogenbosch. Vermoedelijk is het een frag- ment uit een Privilege-boek. De hand is ongeveer uit denzelfden tijd als Priv. boek C, maar het stuk is bijzonder onnauwkeurig en staat vol fouten. we geven hiervan verder geen afwijkingen op. 2) = V, - § 28. 8) =. V, § 48. 4) = V, 2' zin van § 51. TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 81 et principales, que et quos promittimus in omnibus et singulis punctis ad unguem observare et observari et in- terteneri facere et pro viribus majori cum robore ratificare et confirmare. § 41). Item concedimus, quod si dicte nationis mer- catores infra opidum nostrum Bergense oleum smigma a), vina cujuscumque coloris seu nature aut similes liquores emerint, que ad partes Anglicanas deferre velint, non tenebuntur ipsi, sed illorum venditores b) pro talium educ- tione imposiciones seu assisias solvere, sic, quod libere et sine cujuscumque contradictione aut alicujus imposicionis seu assisie exactione poterunt illa ad naves seas adducere et deferre. § 5 2). Item, si contingat, quod aliqui mercatores Anglie, utpote unus aut plures se rebellem aut rebelles facereut erga gubernatorem aut vicem ejus tenentes ejusdem nationis Dec se offerre c) neque se disponere ad ipsius gubernatoris obedientiam et ipsi rebelles et inobedientes veneriut aut reperti fuerint in oppido ant suburbio Bergensi, tune legislatores dicti oppidi, pro tempore existentes, eidem gubernatori assistenciam facient et juxta eorum posse cooperabuntur, quando hujusmodi inobedientes obediant aut ad obedientiam deducantur juxta tenorem et effectum previlegiorum nationi desuper concessorum, carceres scili- cet et instrumenta punitiva prestando. § 6 3). Item, si aliquis temporibus nundinarum Bergen- sium vel earundem prolongationibus de prefatis mercatori- bus Anglie intencione emendi mercatur pannos Anglicanos, emptor videbit pannos eorum latitudinem et longitudinem coram se in presentia sua et ante oculos sues, et si mercantes et contrahentes inter se concordaverint ante palme dationem, hoc est voorden coopslach, quatenus palm debeant mensurari, theutonice, dat se gestreken zullen zijn, a) V: olium smigernia. b) V: „ipsi, sed illorum venditores" ontbreekt. c) Aldus V en Priv. boek C; C. v. Br.: afferre. 1) V, § 24. 2) V, § 32, vgl. ook nr. II hierboven, op bladz. 60, noot a 3) V, § 38. Bijdr. en Meded. L. 6 82 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE sic emptor habebit post mensurationem liberam electionem, an velit pannos tenere vel non tenere, conditione tamen adjecta, si panni reperiantur, prout partes contraxerunt Tel inter partes concordatum est, tune emptor non potent resilire, sed tenebitur intertenere conventionem juxta concordata. Si autem post datam palmam, hoe est naden coopsiach mentio facta sit vander strijkinge, nihilominus emptor stabit et manebit contentus de mensura latitudinis vel longitudinis, prout comperietur, nisi certi panni seissi reperiantur seu aliter defectuosi aut per prius ante palme dationem conventum sit aliter. § 71). Item, quod si panni, qui soliti vel assueti sunt mensurari atque qui venduntur per ulnam vel mensuram vendantur quatenus ille contractus suum debitum sorcietur effectum, secundum et juxta formam et naturam verborum contrahendum sic et taliter quod nullo modo a tali con- tractu recedere licebit. § 8 2). Item, si aliquis mercator Anglie sub gremio prefate nationis latitans cuivis homini semipannos vel non integros, theutonice inetten stucken, sicut in officina seu taberna jacent vel jacere deperiantur, vendit neque inter mercandum vel contrahendum ante contractus consumma- tionem :ulla facta mentio est de panni vendibilis vel ven- diti longitudine seu latitudine, sed venditio facta est simpliciter, sine aliqua interpositione cujuslibet conditionis et etiam consummata venditione, desuper ordinamus et concludimus, quod in eventum illius emptor talis nullam emendam vel reparationem vel restaurationem recipiet neque ad ullam emendam venditor obligabitur casu quo non reperiatur determinata aliqua vel solita latitudo vel longitudo post contractum consummatum, salvo tamen, quod, si aliqua verba intra contrahendum intercesserunt, illorum verborum natura et substancia servabitur. 9 3). Item, quando aliqua persona pannum seu pannos emerit a), ut prius inetten stucken, et emptor etiam post a) Aldus V; C. v. Br. en Priv. boek C beiden emerint! 1) = V, § 39. 2) = V, § 40. 3) = V, § 41. TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 83 venditionem consummatam invenerit aliquem defectum vel corruptelam in pannis emptis, que corruptela vel qui defectus ab extra perspici posset minime, tune venditor, quod debet, debet perficere vel restaurare et ementis indempnitati consulere, juxta dictamen et judiciamw pro- borum fidedignorum aliorum mercatorum, prout justicia suadet. Proviso tamen, quod si emptor, cognita corruptela vel defectu, venditori reportare voluerit, tenebitur eosdem pannos venditori reportare et eadem intimare et demon- strare defectum in proximo emporio immediate sequente, sic, quod si venditio facta est in nundinis paschalibus Bergensibus, reportatio, intimatio et demonstratio fient in nundinis pentecostalibus Antwerpie et sic consimiliter prosequendo nundinas illorum duorum emporiorum oppi- dorum, alioquin nec venditor tenebitur ad reparationem reperti defectus vel corruptele, neque indempnitati ementis consulere oportebit, fraude tamen et dolo seclusis, adjecto etiam, quod hujusmodi corrupti seu defectuosi panni in proximo emporio reportentur, intimentur et demonstrentur ab emptoribus ipsis venditoribus in eadem specie, quali- tate et quantitate, sine aliqua mutatione seu variatione per tonsures, tintores et fullones seu alios quoscumque illatos alias quidem venditor talis predictos pannos recipere minime aretabitur b). Ut autem predicte couventiones, conclusiones et accor- data omnia et singula, tarn nova quam vetera previlegia, sic ut premissa sunt, seu premittuntur, inviolabiliter, imperpetuum observientur, atque observari poterunt, nos, Johannes, doniinus temporalis dominii et oppidi de Bergis antedicti, ac burgimagistri, scabini et consules ejusdem oppidi Bergensis et eo nomine, promittimus diete nacioni, pro nobis nostrisque succeseoribus omnia et singula, prout per nostros commissarios in prohemio accordata sunt ob- servare et intertenere ac observari et interteneri facere, sub pena mille scutatorum — quatuor solidos monete Flandrie pro quolibet scutato computando applicanda a) Aldus V en C. v. Br.; Priv. boek C: prospici possit. b) In V volgt nog: dolo, fraude, ut supra, semper seclusis. 84 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSOIIE NAVE prout ibidem in antedicto prohemio continetur 1), quoties- cumque de jure vel facto — advertissimento tamen primo — contraventium fuerit, quinimo et impedimert- turn, quod intervenerit, amovere. Qua si quidem pena soluta, vel non soluta, omnibus et singulis nihilominus conclusis et accordatis in suo robore et firmitate perma- nentibus. In quorum omnium et singulorum fidem et testimonium premissorum, sigillum nostrum magnum pre- sentibus litteris duximus appendendum. Et nos, burgi- magistri, scabini et consules oppidi Bergensis sepedicti et eo nomine, pro nobis et successoribus nostris, quantum nos tangit, sigilli ejusdem oppidi ad causas, presentes lit- teras fecimus appensione communiri, Datum anno Domini, millesimo quingentesimo decimo nono, sextadecima die mensis Mali. V. Mei 1555. Cotton Ms. Galba, B. XI, fo. 165 r°. en fo. 173 vo. e. v. v. (nieuwe nutnmering). May In Dei nomine, amen. Nos, Johannes, marchio Ber- Pri vile gia Bergentiagensis, dominus de Borchvliet 2), notum reddimus universis, quos he nostre littere devenient. Quum antecessorum nostrorum vestigia insequentes, nedum ea, quae ipsi nationi mercatorum Anglie indulta, privilegia et beneficia im- penderunt et concesserunt, confirmare, roborare et renovare cupimus, intendimus, veram etiam pro maiori et firmiori inter nos federe et unanimi concordia resartienda atque restauranda et nova quedam eisdem concedere et prece- dentibus adji[cere], prout inter nos et eandem nationem 1) Vgl. de tweede helft van den aanhef van dit charter. 2) De heerlijkheid Borchvliet kwam op 1 Sept. 1481 door koop in het bezit van den heer van Bergen-op-Zoom, vgl. Dr. W. Moll, De middeleeuwsche rechtsbronnen van het platteland der heerlijkheid Bergen-op-Zoom, bladz. 97 e. v., (in: Verslagen en Mededeelingen van de Vereeniging tot uitgave der bronnen van het Oud-Vaderlandsche Recht dl. 7, nr. I). TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 85 hoc mense Maii anni millesimi quingentesimi quinqua- gesimi quinti conclus[um ?] est, desideramus. Quamobrem ab antiquis ad nova descendentes, quedam hoc tempore inutilia resecantes, alia ex lingua vernacula et teutonica in latinum transfer[ri] a), adhibitis ad bee perficienda nostris locum tenentibus et ceteris qui nobis sent a con- siliis, primum hic inseri curavimus articulos privilegii, quondam antedicte nationi Anglicane con[cessos anno millesimo quadragentesimo septuagesimo, mense Maii die decimo sexto, quorum primus unacum prefatione s[ua ?]. Et est tenoris prout sequitur 1). [fo. 173 To.] Nichilominus quu[m] subsequentibus tem- poribus, tam bellorum occasions quam ceterarum rerum inmutatione paulatim cepit labefactari nationis Anglorum in oppido Bergensi ordinata frequentatio, ita, ut ipsorum negotationes incerto ordine nee statutis locis et tempore agi ceperunt, et tandem eo negotia devenerunt, ut [m]e- moria quidem antegestorum adhuc extet, sed omnia ita [fo. 174 rod nunc inveniuntur inversa, immutata et ab omni nor[ma] et regua c) submota, ut nisi novo remedio, ammo nov[is] initiis et fundamentis — — quum vix aliquid restat pristin[orum] vestigiorum — occurratur, a) De tusschen recite haakjes gezette deelen van woorden zijn nit den tekst weggevallen, omdat de rand van het hs. is afgebrokkeld. Correct Latijn voor transferri zou zijn: tranferenda, war dat kan er niet gestaan hebben; vgl. trouwens verderop inseri curavitnus. b) Boven de o staat een a geschreven: (a). c) Regula? 1) Hierop volgt de aanhef van 1519. Het blijft natuurlijk een vergissing, dat Schanz het anachronisme in het stuk van 4470 niet opgemerkt heeft. Maar men kan er hem onmogelijk hard over vallen: hoe misleidend is deze slotzin opgesteld! Zou men in 1555 den aanhef van 1519 voor een van 1470 hebben aangezien? Hierna komen dus de stukken van 17 Sept. 1469, '16 Mei 1470 en 1480 in redaetie C; van 16 Mei 1519 in redactie B. Wij laten de nieuwe bepalingen van 1555 volgen. 86 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE nulla omnino sit apes, rem jam pene extinctam et fere demortuam resuscitare. Verum quia ille Deus optimus, maximus, apud quern omnia ante secula descripta sunt et qui rerum vicissitudines sua tenet manu et quern vult, elevat, et quem non vult, dejicit atque in hominum cor- dibus, etiam ipsis insciis, non previsa aut precogitata operatur sua benignissim[a] bonitate - cui soli omnis honor et gloria debetur - in hiis, que nobis adversa et mala videntur, quern apud Eum nec injusta nec iniqua ease possunt, licet nobis sint incognita, hoc suo beneficio operates est, ut mercatorum Anglie nationis animos, jamdiu ab oppido Bergensi - adversa quadam rerum suarum vicissitud[ine] temporum injuria contingente --- sejunctos atque utcunque subalienatos in pristine societatis atque amicitie memoriam reduxerit, et nobis jam et justis occasionibus occurrentibus co res deducte sunt, ut inter nos Joannem, marchionem Bergensem, dominum de Borchvliet etc., Joannem van Steen et Cornelium de Clerck, burgi- magistros, magistrum Henricum van Wensson, Henricum Arnouts, Franciscum Mantean, Gulihelmum de Rouck, Antonium Lemson, Jacobum van [den] Breen, Joannem de Ayela et Henricum de Helmont a), scabinos oppidi nostri Ber- gensis et magnificos dominos, dominum Joannem Narshe 1), presidem et gubernatorem mercator[um] nationis Anglie has partes frequentantium, dominum Anthonium Huse, ar- migerum, supreme curie cancellarie Anglie mag[istr]um 2), a) Hs.: Cornelium de Cleake, . . . . , Henricum Avonts. De namen zijn verbeterd en gecontrdleerd met behuip van Stadsrekening B. o. Z. 1553—'54 (Paaschstijl) bladz. CXXI e. v. v.; id., 1555—'56 (Paaschstijl), bl. CXXVI v°. e. v. v. De verdere afwijkingen zijn te verwaarloozen. De opgaven uit deze beide stadsrekeningen dank ik aan den heer Asberg, Gemeente-Archivaris te Bergen-op-Zoom. 1) John Marshe, vgl. John Stow, Survey of London (1603), ed. Kingsford, Oxford, 1908: dl. I, bladz. 298: begraven in de Parochie- kerk van St. Michael in Woodstreet: „John Marsh, Esquire, Mercer and common Seargeant of London, etc." Dezelfde als John Mersh, genoemd bij R. Ehrenberg, Hamburg and England, bladz. 82, 101, in de jaren 1566 en '1568 als governor ? 2) Bedoeld is Anthony Hussey, t Juni 1560 (vgl. Diary by Henry TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 87 dominos Thomam Lodge 1) et Joannem White 2), senatores inclite civitatis Londoniensis, Joannem Salthorpe, Richardum Hines, Philippum Bolde, Thomam Bannester 3), Nicholam Whelar 4), Richardum Springam 5), Thomam Smith 6), predicte societatis mercatores et Thomam Nicolls 7), dic- torum mercatorum et societatis Londinii residentium secre- tari[um], oratores, com[m]iss[ari]os seu delegatos nationis mercatorum Anglie, novus conventus celebratus sit in eodem oppido in domo Anglicana hoc mense Maio. In qu[ern] ostensum atque lectum eorundem gubernator[is] [fo. 174 To.] deputatorum procuratorum mandatum hies presentibus literis verbatim insertum, varie proposite fue- runt cause et rationes, quibus aliquandiu intermissa et sopita jam restaurari possunt fierique reductio et redinte- gratio pristine frequentationis et amicitie valeant. Et consequenter repetitis et voce sonora relectis antedictis privilegiis pretentorum temporum aliqua in modum none petitionis sive renovate potius antiquorum privilegiorum rernemorationis in scriptis porrecta suet Anglice nationis a) Waarschijnlijk is ostentum bedoold. Machyn, Camden Society, nr. 42, 1847, bladz. 236, 237, noot op bladz. 380). flu was Master in the High Court of Chancery. 1) Sir Thomas Lodge, Alderman van Londen, Grocer. Februari -1084 (opgave van het Public Record Office, Londen). Vgl. Machyn, a.w., passim, noot op bladz. 375; Stow-Kingsford, a.w., I, bladz. 197-8, 253; II, bladz. 183-4, 189. 2) Sir John White, Alderman van Londen, Grocer. I. 9 Juni 1564 (inlichting van het Public Record Office). Vgl. Machyn, passim, noot op bladz. 405. Stow-Kingsford, II, 183-4, 195; noot bladz. 386. 3) Thomas Bannester, vgl. Machyn, bladz. 112, -1- Augustus 1556? 4) Nicholas Whelar, een lid uit dezelfde familie als John Wheeler, de bekende secretaris der Fellowship omstreeks 1600? 5) Richard Springham, vgl. Machyn, noot op bladz. 323 (1551) en bladz. 305 (1563). 6) Sir Thomas Smith, vgl. J. W. Burgon, The Life and Times of Sir Thomas Gresham, London, 1839, dl. I, bladz. 313, II, 33, 37 (1572). 7) Thomas Nicolls was op 6 Januari 1548 tegenwoordig bij het opmaken van de inventaris der stukken van de Merchants Adventurers in Mercers' Hall (zie Schanz, H, bladz. 575). Vgl. verder Machyn, noot bladz, 323 (1551) en bladz, 305 (1563). 88 DE PRIVILEGES POOR DE ENGELSCHE NATIE nomine ad manus nostras et dictorum burgimagistrorum et scabinorum super quibus deliberatione prehabita, tan- dem unanimiter conclusa, accordata et concessa sunt ea, que sequuntur. Et vice versa super quibusdam per nos et dittos oppidi nostri prefectos in scriptis petitis, hie infra insertis, etiam promissa et conclusa sint, prout post declarabitur. Petitions Anglorum exhibite illnstr[i] marehioni Bergensi et ejus oppidi burgimagistris, scabinis et sociis decimo 1555 sexto die Mali anno Domini millesimo quingentesimo quin- Mei 16.quagesimo quinto. P. 11). Petunt, ut ruinose odes a) infra Bergen, erga proximas nundinas hiemales unacum earum officinis de- center per oppid[anos] reficiantur et resartiantur. P. 2. Littorum ripe jam ruinose et rupte, pro commo- diori exoneratione naviu.m etiam qu[am] primum reficiantur. P. 3. Aggeres zabule et id genus sordiurn, e gurgite alvei, ita impensis oppidanorum purgentur et profunda fient, ut Anglorum naves commode ad Bergas quam pro- xime accedere et ibidem in ripas merces suas exonerare valeant. P. 4. Si naves Anglie nequeant propter vada altius attingere Bergas vers[us], quam ad caput introItus, tune et eo casu ducantur salv[o] merces Anglorum a navibus suis in hulcis, impensis oppidauorurn, hocque tarAisper fiet, quoad alveus ita profundus et altus efficiatur, ut naves tuto ad ripas pro earum exoneratione accedere et in anchoris stare possunt. P. 5. Si aliquis mercator societatis Anzsiorum, ad ali- cujus creditoris instantiam, per arrestum corporis sui captus fuerit, tune si rector et collegium societatis pro eo rite satisdare velint, tune liberabitur et ad exhibendos fide- jussores concives vulgo porters dittos [fo. 175 r°.] nulla- tenus teneatur neque ad pignora exh[ibere] cogetur. a) Voor: aedes. 4) De nummering nit het hs. (54, enz.), die waarschijnlijk in het heele:stuk doorloopt, hebben we laten vervallen. De nu volgende „petitioner" 7ijn P. 4, enz. genummerd, waaraan later de „responsa" (R. 4, enz.) beantwoorderi. TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 89 P. 6. Si quis mercatorum pro delicto capi[te] puniatur, tune fiat bonorum quorum inventarium verum et fidele in preseutia tliesauraxii societatis predict°, vol ejus vice- ingerentis, si is, premonitus, tali inventario confirmando adesse voluerit, alioquin, eo absente, procedatur ad inven- tarii confectionem. Dampnati vero bona ad sex menses post ejus mortem tuto conserventur, si talia vero fuerint, que servando servari nequeant, tune vendantur, et pecunia ex venditione procedens tuto ad semestre servabitur ut supra. P. 7. Petunt, ut pondera omnia Bergensia reducantur ad parietatem cum ponderibus Antwarpiensibus in omnibus et per omnia. P. 8. In articulo de prosenetis concesso, fiat dictio copulativa et ; pr[o] disjunctiva aut, sive, vel 1). In articulo de injuriis illatis navibus, eorum apparatibus et mercatorum bonis, inseratur etiam dictio : proprietariis sive navium dominis aut exercitoribus 2). P. 9. In articulo, in quo cavetur, quod Angli in jus vocentur corarn scabinis et non inferioribus judicibus, fiat diluci[da] explanatio inferiorum judicum, qui in Anglos jurisdictionem exercere nequeant de privilegiis Bergen- sibus 3). P. 10. Augeatur numerus mensuari[orum] a quatuor ad sex. P. 11. Quod dictiones „A.nglica na[tio]", ubi de privi- legiis eidem nationi indultis, intellig[untur ?], dumtaxat de hiis Anglis, qui de numero societatis mercatorum Anglorum existant, et non de aliis b). P. 12. Pena trium librarum nigraruin inflicta nautis augebitur usque ad libras decem monete Brabant[ie]. a) Vgl. Du Cange, Giossarium, dl. V (1815), bladz. 485 makelaar. ) De zin loopt niet, maar de beteekenis is duidelijk. -1) Het is mij niet duidelijk, waar dit op moet slaan. Een bepaling over de makelaars vindt men in II (H69—'70), § 11; val. hiermee de Latijnsche redactie bij Schanz II, op bladz. 232, § 3. Hier komt inderdaad een grout aantal „dictiones disjunctivae" voor. 2) Vgl. II (1469—'70), § 18. 3) Vgl. (1469—'70), '8 22. 90 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE Agatur cum nautis Antwerpiensibus, ut illi, certo constituto naulo, merces et bona Anglorum ad Bergas versus advehant, et haute Bergenses vicissim Anglorum merces a Bergis Antwerpiam, t[am] in nundinis quam extra, competenti constituto salario, salvo et secure advehant. P. 13. Constituatur cert[a] merces aurigis, mercatores eorum bona a) in curru[bus] [fo. 175 vo.] suis deportantibus tam in biome quam in estate, et id observabitur in equip conducendis. P. 14. Adjiciatur juramento scabinorum Bergis, post conclusiones in causis, lites, suis mediantibus diffinitivis sententiis, infra sex hebdomadas sive dies quadraginta bujusmodi causarum conclusiones proxime sequentes, omni alia dilatione penitus cessante et remota, sententialiter definiant parte instante et lite prosequente 1). P. 15. Quantlocunque Bergis reperietur aliquis Anglus qui nationis rectori rebellis ye! partium moriger(us) 2) existat, ducatur castigandus ad ilium, idque fiat nedum Bergis, verum etiam ubique locorum infra totum districtum et territorium jurisdictionis illustris domini marehionis, idque observabitur et inseretur in dilatione secundi articuli privilegiorum 3). P. 16. Indulgeatur Anglis, ne quis civium Bergensiurn tam in ipsis nundinis quam extra eas, alicujus Anglorum bona sive merces, cujuscumque generis aut valoris fuerint, sub suo b) nomine nota vel stigmate, concelet signet ant concelari vel velari faciat aut fieri permittat C), neque Anglorum merces sub alieno nomine vel quovismodo profiteatur, ant notam suam ullo Anglo accommodet. P. 17. Item, quod in nundinis hiemalibus Bergensibus invacandis edicantur vel publicentur Anglorum privilegia maxime illa, que sciri necessaria sint, idque fiat, ne a) Het hs. heeft bonas. b) Het hs. heeft: suis. Van het volgende nota vel stigmate slaat blijkbaar het eerste op bona, het tweede op merces terug! e) Het hs. heeft permittet. 4) Vgl. IV (16 Mei 1519), § 2. 2) Dit zal moeten beteekenen: geneigd tot partiivorming. 3) Vgl. IV ('16 Mei 1519), § 5. TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 91 quisquam pretextu ignorationis eorundem aliquid contra ea perpetret et committat, aut incurrendas mulctas sub eo velamine excuset aut impendere declinet. P. 18. Item, quoniam experientia .. ..... . a) quod pro principum beneplacitis sepe nova vectigalia et alia impositionum genera] potubus videlicet tam vinis omme genus, quam etiam servitiarum turn Anglicarum turn Teu- thonicarum, et ale speciebus imponuntur et inscribuntur, ideo insequendo pristina privilegia nostra rogamus, quod ab omni impositione onere vectigali aut alia quavis sol- vendi provincia quocumque appellacionis vocabulo exprimi aut nuncupari posset, deinceps et perpetuis futuris tern- poribus Bergis et in nundinis et [fo. 176 rod extra eas ab hujusmodi imponendis aut inscribendis (imposi)tionum b) exactionibus penitus immunes fuimus et liberi imperpe- tuum juxta intercursus et alia privilegia ante concessa. P. 19. Item, quod nullus nostrorum mercatorum, nee eorum bona vel coerces, deinceps in causa civili vel pecuniaria per aliquem officiarium Bergensem realiter aut per scapulos capiantur, aut publice arrestentur in preju- ditium aut scandalum mercatorum, sed adiorne[tur] 1) sive citetur in tali casu paremptorie pari modo, q[uo] elves Bergenses in jus vocantur, nisi idem Anglorum de fuga fuerit merito suspectus, quo casu arrestabitur, prout convenit. P. 20. Rogamus postremo, ut deduc[ta] et descripta in decima octava nostra peticione nobis conced[e]tur sub iisdem conceptis verbis, quibus ab Antwarpiensibus per sententiam diffinitivam, eorum interveniente consensu, latam adjudicatam et pronunciatam c) existit, cujus sen- tentie effectum unacum hiis peticionibus vobis exhibemus privilegiis nostris in tractatibus intercursuum descriptis, illesis, salvis et nobis semper reservat[is]. a) Doorgestreept is: discimus, daarna is een ruimte opgelaten. Voor een goed begrijpen van den zin is toch een woord als discimus of docet noodig. b) Dit woord lijkt met s of f to beginnen, er most echter in ieder geval een synoniem van „impositionum" gestaan hebben. c) Het ha. heeft adjudicatum et pronunciatum. 1) Vgl. Fransch: ajourner, dagvaarden, 92 DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE Responsa et indulta dominorum marchionis, but'gima- gistrorum, scabinorum et consulum articulis proximo pre- cedentibus bee sunt. Inprimis itaque super hiis, que per dictos legatos et mandatarios in scriptis porrecta sunt, et quorum] tenor hic supra insertus est, dictos dominus marchio, burgima- gistri et scabini responsionem fecerunt consensum presti- terunt atque accordarunt in vim privile[giorum] et pac- torum prout sequitur [R. 11 1) vizt. ... a) domini antedicti, burgimagistri et scabini diligenti opere et labore cura- bunt quam primum, ut domus et officine ad recipiendum Anglic(an)os inercatores et ipsorum bona s[ive] mercan(di)- Bias b) commode reparentur. Item quod earum domorum et officinarum taxac[i]o fiet, insequendo taxa[cionem] antiquitus solitam et consuetam. Et si mercatores Anglic(an)i ultra domus et bouticlas sive officinas pristinis temporibus non taxatis, nee sub eorum curia comprehensas aliis indigerint, ill(a)e taxab[untur] in rationis equitate per dicti oppidi prefect[os] [fo. 176 vo.] in presentia aliquorum nationis Anglie ad id deputan- dorum, si id petant. R. 2. Providebitur etiam in reparationibus locorum pro exoneratione mertiuni commodorurn, quos kayen vocant, et summe curabit[ur], [R. 3] ut portus Bergensis in con- suetarn reducatur profunditatem ante nundinas hiemales hoc anno celebrandas. [R. 4] Et si hujusmodi profun- ditas ita commoda non fuerit, ut merces Anglicane natio[nis] adducantur ad locum de dye Engelsche kaye nuncupata, eodem merces usque ad eandem ab ingressu portus adducantur tuto et salvo expensis oppidi Bergensis. R. 5. Super articulo cautionis prestande per ipsam nationem, in casibus, qui possunt occurrere, dominus marchio et illi, qui sunt ipsi a consilio, et dicti oppidi Bergensis justiciarii, burgimagistri et scabini non inve- a) Hier staan eenige door herhaalde verbetering onleesbaar geworden letters, misschien ook wel doorgestreept. b) Het hs. heeft bijna consequent de lezing: mereansia. 4) Hier volgen de Responsa (R. 4, enz.), die beantwoorden aan de voorafgaande Petitiones (P. 1, enz.). TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 93 niunt, quonam jure aut ratione id firmiter fundari possit, licet etenim eadem natio notorie sit solvendo. Nichilo- minus non est in potestate domini marchionis nec suorum judicuin partem adigere, ut tali cautione sit contenta, cum eadem natio non sit firmiter subjecta jur[isdictio]ni domini nec oppidi Bergensis. Et pars adversa, cogeretur babere fortiorem et potentiorem adversarium quam esset principalis debitor. Et quod frequenter obtinens senten- tiam contra Anglicum frequenter cogeretur in vago pro- sequi executionem et coram alio judice promittimus tamen, quantum in nobis est, Anglis in hac parte omnem gratiarn favorer et benevolentiam impensuros. R. 6. Quod, quantum attinet ad bona eorum, qui ultimo ex delicto plecti poterunt supplicio, in casibus, ubi cadet confiscatio, quia hec concernuat dumtaxat supe- rioritatem domini Bergensis, ex integro petita concedit pro se et successoribus suis ; articulus petitionis nationis, in ordine sextus, iucipiens : Si quis mercator pro delicto, concessus est, prout sonat. R. 7. Super articu[lo] de ponderibus lancis adequandis, respondemus, quod pondera pro nun; permanebunt, prout sunt. Attento, quod intelliguntur eadem convenire et equari ponderibus Antwerpiensibus. Nichilominus fiat exacta diligentia, ut certo sciatur, si aliqua, possit esse diversitas et differentia, qua [fo. 177 rod comperta, fiat quam primum adequatio. R. 8. Quantum ad [prosenetas] b) attinet, mutabitur disjunetiva: aut, in conjunctiva(m): et. De injuriis et dampnis inferendis mercatorib[us] nautis, in omnibus talibus providebitur, prout petit[um], volentes et concedentes addi dictiones: proprietaries sive navium exercitoribus. R. 9. Mercatores aut a[lii] dicte nationis vocabuntur in jus coram burgimagistris et scabinis oppidi Bergensis nec poterunt vocari sive in jus trahi coram aliis inferio- ribus sive subalternis judicibus. IL 10. Nume[rus] mensuratorum augrnentabitur pro temporis exigentia. a) Hs.: intelligantur. b) Aldus aangevuld uit P. 7. DE PRIVILEGES VOOR DE ENGELSCHE NATIE R. 11. Item, nemo qui non fuerit de grernio et sub curi[a] Anglicana gaudebit et fruetur ipsorum liber- tatibus et privilegiis, ad cujus observationem &miter tuend[arn], quilibet volens eisdem gaudere, priusquam admittetur, tenebitur super eo tradere ad mantis burgi- magistri van buuten oppidi Bergensis cedulam signatam per dominum gubernatorem, ipsius Iocumtenentem aut secret[arium] dicte nationis cum impressione parvi sigilli, ut illi de oppido sciant, quosnam ad l'eandem libertatem admittent. R. 12. Quantum ad pene augmentationem co[ntra] nautas, fiet et facta est augmentationem ad decem libras Brabantie. Super naulo nautarum fiet desuper inquisitio atque provisio, ita ut na[tio] reddatur contenta. Proviso, quod natio p(r)estabi[t] dominis de oppido assistentiam de privi- legiis super hoc obtentis. R. 13. Quantum tangit pretium curr[uum], equorum, etc., facile sortietur per antiquam taxam, quantum debeat solvi pro qualibet farcina, verum, quoad transvectionem personarum et equorum locat[am] difficile esset provideri, nichilominus providebitur ad rationern et possibilitatem. R. 14. Super process[uum] Anglorum expeditione fiet, prout petitum est. Salvo, quod expeditionis fiat prosecutio et prestabunt s[uper] eo juramenta scabini Bergenses in ipsorum receptionem et scabinatum. R. 15. Item, contra rebell[esj prestabitur nationi assis- tentia per officiatos domini marchionis, tam in suo oppido quam p[er] [fo. 177 vo.] totum marchionatum et . Bergensem. Super articulo incipiente : „Indulgeatur", con- cessus est articulus prout in subsequentibus declarabitur. R. 17. Publicati[o] privilegiorum dicte nationis fiet in ingressu et publicatione nundinarum, quoad attinet ad articalos concernentes mercatores et ipsorum dampna et interesse, tales scilicet, quales natio tradet ad eam finem in maims burgimagistri van buyten. R. 18, R. 20. Vicesime petitioni paucis respondetur, a) Dit woord is onleesbaar. Tegenover marchioncaum zou men ver- wachten oppidum. Bergensent behoeft daarvoor Been bezwaar to zijn TE BERGEN-OP-ZOOM, 1469-1555. 95 videlicet quod eximere quemquam ab oneribus et impo- sitionibus, que ab imperatore, ut duce Brabantie, impo- nentur, nos marchio Bergensis et oppidi Bergensis burgi- magistri et scabini non possumus, nee in potentate nostra existit, cum et ipsimet ea ex(s)olvimus, verum de oneribus, que per nos marchionem et oppidum Bergense de novo possunt imponi, ab Us liberationeni concedimus nationi antedicte et earum bonis et potubus. Nichilominus, si que impositiones cisdem mercatoribus eorumque bonis aut potubus contra pristina eorum privilegia et principum intercursus imposterum per imperatoriam majestatem et ducem Brabantie imponi vel infligi contigerit, tune nos marchio et burgimagistri Bergenses predicti, ipsis Angus in eorum privilegiis conservandis et talibus impositionibus auferendis, opera nostram, quantum poterimus, et assisten- tiam adhibere curabimus. B. 16. Item dilucidando decimam 1) petitioners Anglo- rum ultimo propositam et petitam, que incipit : Indulge- atur etc., dicimus et concedimus, prout in biis duobus subsequentibus articulis contine[tur], videlicet, quod nullus civis ant inhabitans oppidi Bergensis poterit nomen swum mutuare sive accomodare alicui mercatori Anglo, de bonis sive merean(di)siis ad Anglum spectantibus, ut sub tali nomine seu signo libertatem aliquam consequantur, celentur sell defendantur. Et si quis civium ant inhabitantium contrarium feeerit, tam stricte corrigetur, ut aliis cedere debeat in exemplum. Quotienscumque gubernator aut alius dicte nationis per informationem vehementen suspicitionem aut inditia contra talem civem sive inhabitantem inveniet per aliquos merces ant bona ad Anglum spectantia, abs- conderit aut sub suo nomine defenderit [fo. 178 ro.] .. . a) ejusmodi mercan(di)sie poni in arresto, in quo manebunt, (quoad ?) talis civis sive inhabitans debite ostenderit aut per *ram Pi b) affirmaverit, quod hujusmodi bona et mercan(di)sia sint sua, . . . aut ipsorum, magistri sive societatis propria, et ad neminem alium a) Be bovenste regel is geheel afgebrokkeld. b) Zuivere conjectuur! 4) Volgens onze indeeling zou het moeten luiden: deciniam sextam 96 DE PRIVILEGES VooIt DE LICGELSCHE NAME nominatim nationis Anglie spectantia. Et quod hujusmodi bona et mercan(di)sie ad se vel suos spectabuntur, cum in Anglia emebantur et in naves a) importata et hue advecta fuerint, salvo quod gubernator statim f[aciet] talem civem sive inhabitantem citari coram burgimagistris et scabinos Bergensibus. Etsi subsequenti tempore fu[erit?] inventurn, talem affirmationem male et perperam f[actarn] fuisse, tune talis civis seu inhabitans, qui ita affirma[verit] erit, puniendus, ut in articulo precedenti, videlicet quod a{Iiis] cedet in exemplum 1). Est etiam dicte nationi conce[ssum] per antedictos dominum marchionem et sui oppidi burgimagistros et sca- binos, quantum ad eos attinet, atque acco[rda]tum, [quod structores drossati aut schulteti Bergensis aut alterius cujusvis nullam habent potestatem exsequendi et exploic- tandi pro causa cujus(cumque), scandelose, inciviliter aut manu fora personaliter apprehendere seu arrestare sive detinere quemquam ejusdem nationis] b), verum tenebitur tails servitor sive explorator, et ex(e)cutor faciendo talem executionem presentare talem personam arrestatam guber- natori nationis antedicte aut cujus locumtenenti in ab- sentia eorundem schulteto hujus oppidi, ut ibi, quoad fieri quodammodo possit inveniri medium et expediens reddendi partem adversam contentatam, pr[iusquarn] veniatur ad arresti in carcerem inclusam ignomi[niam]. Etsi quis ser- vitorum et exploictorum contrariurn fecerit, erit talis puniendus arbitrarie per burgimagistrum et scabinos oppidi nostri Bergensis, quum super illo fuerint requisiti per dominum gubernatorem ant ab eo mandatum habentem. Post quos quidem artieulos et puncta accordata, prout a) Hs.: navium. b) Er staat: quod nullus ejusdem nationis per structores drossa[ti] aut schulteti Bergensis nut alium quemvis haben[t] potestatem ex(s)e- quendi et exploictandi pro causa cujus, scandelose, inciviliter aut mann forti poterit personaliter apprehendi seu arrestare sive detineri, etc. Het is duidelijk dat bier een paar zinnen door elkaar loopen. Subject en object wisselen op grillige wijze van functie. We hebben er boven- staande, naar wij hopen, begrijpelijke zin nit geconstrueerd. 1) ITO. R. '16, vorige bladz., en II (1469-'70), § 17. t'EnititeEN-0P.zoom, 1469-1556. 0 supra .desoript[um] est, fuerunt ex parte domini marchinstis Bergensis [fo. 178 vo.] et oppidi sui a diets natiose postulag, et in scrip[tisj eihibiti artiouli ties is maum qui .sequitur : Anno Datlaratio petition's domini -marchionis et burgintagi- 1555. steurtint et soabiuorum oppidi sui Bergensis exhibits magnifiois dominis gubernatori et ceteris nationis • Anglie 15.55, deputatis die mensis Mali decima octava anno miltesimpo .1fei 18.quingentesimo quinquagesimo quinto. P.. 21 4.'1, Pewit dietus marchio et antedicti sui d prefeeti, ut mercatores dicte nationis Anglia in.. bus suis, Luturis annuls 41) nundinis Bergensibni tempeitive comparebunt et devenient in initio earundem nundinaron own suis navibusf bene ordinatis et punctatis. Et tined eastlear nundinae -frequent[abunt] more et stilo mercan .(di)siaruni. aatiquitus solito et consueto. P.22 Itein quod -durantibus Bergensibus sandy nun- dinis mains Anglic(an)e nationis mercator potent ad alia loos, oppida, civitates hujue patrie et terrarum imperoorie inferieris adducere vel vendere aliquas merces sive sigma- (4i)eias [v]el bona Anglicana nisi ad op um Burgesee, in! , int oeeasione ceteri mercatores in eisdem nundieis deferant et ad alia eonvolant lees, ubi tales mer4ves et bona Anglicana reperientur ant commodius seem:Mum locorum diversitatein invenire putarent, atque edam ut meroat[ores] certius eorum adventum maturare poseunt Dec incerto expectare Anglorum tardius adventum, prout pristinis temporibus aliquando evenit, qnum ratione tails dilationis et tardi adventus Anglorum mereatorum domino Bergensi et suo oppido et etiam aliis ipsis mercatoribus gravia incommoda possent accidere rationo glaoierunt b), quo tempore nundinarum hiemalium frequenter evenient, undo etiam et ipsimet mercatores Anglie non minora a) Annuls staat in het hs. boven nundinis geschreven. glasierum. 4) De Men** Petitiones hebben wij, om te roots gecompliceerdlieid te vermijden, in nummering op de eerste twintig Petitiones doen volgen. Ann P. 21-23 beantwoorden R. 24-23. Bijdr. en Medea. L. 7 98 DE PRIVILEGES VOOR O ENGELSOillt NATIE caperent incommode cum Buis navibus et mercan[di]siis applieando. P. 25. _Item, quod antedicte Anglie nationis mercatores cum laboratoribus secundum equitatem et [rationem, ut certum statuetur, pretium, quad tenebantur ffo. 179 ro.} where pro eorum bonis et mereibus vehendis au t labora[ndis], reepactum capiendo ad _ presentia tempora difficilia et cars n consideratione- preteritorum temporum. Super quibus articulis per dictos gubernatorem et depu- tatai accordata aunt et in substantia response, ea, quo eubnect[antur]: It 21. Ad primum nos gubernator a) et oratores ante- dicti dicimus, quod sumus parati et bene dispositi venire mature ad proximas nundinas hiemales swim in ipso nundinarum initio, sic, quod. quam primum venire oona- bimur, quantum in nobis erit, verum id polliceri certo non quimus, tum propter varia impe[dimenta], quo demum circa merces nostras providendas contingere pussunt, tum prepter,.caeli, mans et tempestaturn procel[las] et varies venterum contrariorum casus, qui sub hiemali te[mpore] centingere solent. Verum, cam in rem et utilitatem nostram sit, quam primum venire et Bergenses nundinas frequent[are], assiduitas nostra in hac parte non deerit. R. 22. Ad secundum dicimus, quod ad nundinas Bergenses tam hiemales gum pasehales merces nostras Anglic(an)as, eas videli[cet] que in partibus inferioris Ger- mule vendere solem[us], Bergas adduci curabimus et non aliter, quamdiu commodum et utile nobis fuerit. Et si quis nostrum sa[tellitum nostre nationis nobis insciis aliter facere conabitur, vestrum presidium implorabimus, ut ad talent delinquent[eml comprimendum, coercendum, atque ad lucem vel notiti[am] reducendum, vestra ope, consilio et auxilio uti possimus. Hac ratione taliter delinquentes facilius corrigere et castigare valeamus. R 23. Ad tertium dicimus, quod ap[ud] nos solet esse tabula quedam, in qua scripts erant laborantium et operantium stipendia, quae revisere pro loco et tempore cpngruis curabimus. Et si stipendia in tabula ab antiquo a) Hs. : gu bernatores, BERGEN-OP40011, 1469-1555. 99 seripta magis exigua ease compererimus, quam ut operatores inde commode venire possent 1), ea-rum stipendia augere veatro assensu et consensu curabimus, profit equitati et rationi eongruere videbitur. Tenor vero procuratorii supra mentionat[i] sequitur in haec verba : In Dei nomine, amen. Noveriitisil universi, quod wino a nativitate ejusdem Dumini nostri Jesu Christi millesimo quingentesimo [fo. 179 vo I quinquagesimo quinto, et imperii invictissimi et gloriosissimi dumini nostri Caroli quinti divina favente dementia Romanoram imperatoris 1555, semper augusti tricesimo quinto, mense vero Maii die Mei 4. quarto, coram me Lodovico Felix publico sacra irnperiali authoritate notario et per ejusdem sui majestatis privatum consiliu.m ad exercitium admisso, personaliter constituti pereximii viri et domini Richardus Pype, Anthouias Brincklowe, Franciscus Winson, Guilhelmus Bird, Thomas Aldersey et Richardus Sill, Anglicane nationis mercatores Antwarpie negotiantes mereaturamque suam exereentwi, necuon et ceteri ex assistentittm numero, totaque demum totius predicte nationis societatisque grex, atque comma- nitas eeteros proinde et alibi negotiantes, neave tam in ails Brabantie partibus, quam in Flandria, Hullandia et Zelandia, quodam modo pre se ferentes et represantantes sponte et ex eorum certa seientia, omni meliori modo, via, jure et forma, quo quays et quibus magis et metius potuerunt et possunt et quilibet eorum nominaveruut, ordinarunt sicque faciunt, constituunt, creant, Dominant et quicquid melius diei et excogitari potest aomiuibus quibus supra — dilectos sibi in (Jhrist° claros, sagaces et provides viros atque dominos dominum Johannem Marah, armigerum, presidentem sive gubernatorem mereaterum et societatis predicte, dominum Anthonium Ruse, Arai- gerum, Thomam Lodge et Johannem White, senatores indite civitatis Londoniensis, Johannem Salthorpe, Ri- chardum Hilles, Philippum Bold, Thomam Bannister, Humfridum Baskerfield, Nicholam Whelar, Richardum 1) Inde venire liikt een merkwaardig neerlandime: ervan komen 100 DE PRIVILEGES VOOR DE ENG-ELS6Ef1 NAME Springham Thomam Smith, mercatorιs simul- emnes et Tliciinath Nichols dietorum mercatorum et societatis Lon- secretarium, ibidem presentes, aeceptantes et hoc mandatum suscipientes sues veros, certos, legitimos et indubitatos commissaries, procuratores, actores, factores et negotiorum suorum et societatis prenominate gestores en nuncios generates et speciales. Italtamen, quod generalitas specialitati non deroget, nee econtra,"atque iota; quod non sit melior conditio preoccupantis [fo. 180 ro.] nee 'deterior eubsequentis, sed, quod omne id, 'quod dictos dominos actores aut eorum octo - ad minus -quorum dicti preses sea gubernator, Anthonius Huse, Thom[as] Lodge et Johannes White erunt in omni act/ exped(i)en[do ?] quatuor - inceptum tut inchoa- tum- fuerit, quilibet reliquorum prOcurittorum antenorni- natormn. median proseq[uil et cam effectu ad finem pro- ducere valeant. Sic tam[en],--ut-precedentia per subsequ.entia sehiper eenfirment[ur] et nullo pacto infirmentur ad corn- munieandum, consultan[dumi, tractandum, legendum; decer- nendum atque deliberandum, conclude[nduml et determi- natidum, vice et nomine quibus supra, cum magnifico et domino Johanne marchiornel de Bergis supra Zonam, domino de Waelhain, de Bier[baysl a ), etc. ac cum burgitnagistris b) seabinis et communitate oppidi sni de Bergis predicti cornmissariis, consiliat[iis] vel aliis quibtsturnque personis legitima potestate fulciendis-ant suguitis de et pro mutuo commertio, traphica, frequert- tatione 'et intercursu mertium et merea(n)dizarum- amice et concorditer ineundis exercend[is] et continuandis in oppido Bergensi prenominato ad nundinas sive ferias, in eudem oppido more solito celebrari et teneri consuetas prout et quemadmodum dais dominis, actoribus ant -eortrm octo ad. minus in forma predicta., pro mutuo bene- fiCio, commode, utilitate, amicitiaque gratia., inter dictum a) r Aldus aangevuld met behulp van Dr. W. MO, De M. E. rechtsbrimmen van bet platteland der Heerlijkheid Bergen-op-Zoom (reeds vroeger aangehaald), bladz. 409, waar in een stuk van 1496 deze heerlijkheid genoemd wordt. b) ifs. ; burgensibus. Dit moot wel een verschrijving voor hurgilna- gistris zijn. TE BERAS4111- OP-ZOOM, 1469-1555, ID/ ackmiutum. marchionexn ejusque oppidum et communitatem e una, mercatoresque. societatis predicte ex Oen:4.140v invoclift, agendis, et oonservandis . . . . (P) videbittO expedire,. cum ampla et amplissiMa adminietr[atiopis,1 eit potestatis conoessione, eque et prevalide, ac °Mula et singula traetanda, decidenda, concludendw et, diffierendail specifics in hoe procuratorio deseripta fuis- sent. Genera ad consultanduM, tractandum -et deter- minimulum id ut supra, super omnifius et singulis 410[41 sooietatis negotiis seu causis cujuscumque edam. qualit[94 cadem i1h negotia aut causa(e) ease poterint, cm q,uocum- que et quibuseumque persona et personis, quocumfille. 0.04M. qiaibuseumque nomine aut nominibus appellentur et! *Igo; cuwque fungantur et in quacumque et quibusownqu°. Germanie hujus inferior[is] [f°. 180 vo.}, nempe Brabantie. Flaudrie, Ilolhtndie et Zelaudie, parte vel partbus id ipsum usu venire potent, et prout juris ordo et ,we]Ota causarum seu negotiorum ut supra societatis postulare, exigere atque' requirere videbuntUr, vel aliquo modo, rationeve, qunm juris turn facti. Aqui) omnia et singula dicte societatis negotia, etiam ai talia essent, que mandatum exigerent msgis speciale vel ge4e.: rale : dant es, concedeutes atque committentes dictis suds procuratoribus modo, via ac ratione prenominatis, plenum, liberum, generale ac speciale mandatum cum plena, libera ac speciali administrations omnia et singula faciendi super predictis et quolibet eorum et dependentibus et connexis ab eisdem prout dictis suis commissariis videbitur atque placebit, et que ipsimet constituentes dicer°, coned- tuere, coneludere, stabilire et diffinire possent, Si prae- [misse personaliter intereasent. Proneittentes iidem e.ou7 stituentes michi, notario publico, ut persone publice, officio publico stipulanti et recipienti, vice et nomiuo aumium et sing.,ulorum, quorum interest, intererit, cseu interease potent, quomodolibet in futurum se et communi- tatem predictum, ratum et firmuna perpetuo haUitgros totunl et quiequid per dittos suos procuratores ut premit- titur qualificat[umj, actum, dictum, factum, gestum, con- sultum, conclusum, procuratum seu definitum fuerit in premisso et circa premissa et quodlibet premissorum sub hypotheca, et obligatione personarum suarum, hereclum, 142 DE PRIVILEGES VOOR DS ENGBLSCHE NATIE executorum, et bonorum suorum omnium mobilium et immobilium, presentium et futurorum. Renuntiantes in predict% omnibus et singulis exceptionibus non sic facti et celebrati, mandati, rei non sic geste, alit[er] fuisse dictum et recitatum quam scriptum : doll, mali vis, metus fraudie, omnique alio utriusque juris benefioio : et maxims juri et lege dicenti generalem communitatem non valere nee sufficere, nisi precesserit specialise Super quibus premissis omnibus et singulis sic actin prefati constituentes rogaverunt et instanter requisiverunt me, dictum notarium publicuni subscriptum, quatenus unum, duo, vel plura public= vel publics sub uno tenors inde conficerem instrumentum vel instruments. [fo. 181 ro.] Acta fuerunt heo omnia et singula, prout scribu[ntur], recitantur Ant- warpie in conventu, ratu et ex com[rnuni P] assensu et concensu mercatorum societatis predicts in plena congre- gatione et curia dicto die Maii qua [rto] existente, celebrata et ordinata in ipsis Anglic(an)e nationis edibus, presentibus ibidem discretis, fidedignissimis viris domino Barnerdo Gilpino presb[ytero 1, et Augustine Clex 1), mercatore, in hoc vocatis specialiter et rogatis. Et ego Ludovicus Felix, publicus sacra imperiali auctoritate notarius, ger] ipsius imperialis majestatis consilium privatum, ut supra, admissus, Antwarpie residens : quia premissis omnibus et singulis unacum prenominatis testibus interfui presens, idcirco rogatus, subscripsi, publica[vi] et in fidem signavi, et quia ratio et equitas suadet et oxpostulat, ut ea, que sincera fide sic inita Bunt tractata et conclusa inter dittos dominum marchionem Bergensem, sui oppidi burgimagistros et scabinos ex una et magnifi[cos] dominos gubernatorem et ceteros societatis Anglie deputatos et oratores ex alters firmiter et perpetuo serventur pro temporum ratione et utriusque nostrarum utilit[ate] et commodo. Huic est, quod nos Johannes marchio Berg[ensis] pro nobis, here- dibus et successoribus nostris has litteras manu propria, signavimus et sigillum nostrum appendi curavimus et nos burgimagistri et scabini nostro et totius oppidi nostri .-..............................w. 1) De beer De Smedt bericht mij, dat met „Clex." waarschijnlijk Cley of Clay bedoeld is. Sinds het eind der 15e eeuw komt deze naam verscbeidene mien to Antwerpen voor, 7Z BICROZN-OP-ZOOM, 1469-1555, 10 Bergensis nominibus pro nobis et successoribusLacethi per nostrum secretarium easdem signare foams cum nostri sigilli ad- causas appeneione a). Et nos gubernator et ceteri oratores et deputati mer- catorum nationis Anglie nomine societatis near° pro nobis et successoribus nostris mandavimus nostro *sere- tario, ut easdem sig[naret], prout et signavit. Nwitque nostro societatis sig[illo} communivirnus omni semper fraud° malo pravoque ingen[io] seu intellectu, ut amara interpretandi facultate penitu[s] seclusis et sublatis. Et stint de hiis sic accordatis emisse duae litere ejusdem tenon., sigillature et su[b]sig[nature una pi() marchione et suo oppido et altero pro di[ctoj Anglorum ool[egio _et societate. Acta aunt haec Ber[gie] I fo. 181 vo.1 supra Zonam Ledoniensis diocesis in patria et ducatu Brabantie, mense Maii, anno Domini millesimo quingentetsimol quin- quagesimo quinto. Et ego, Thomas Atkinson, civis civitatis Londoniensis, publicus sacra regia authoritate notariuE, fidem cunetis facio et attestor, quod pledicta copia est vera, justa et indubitata copia cujusdem instrumenti, sigillo prefati illuetris domini marchionis Bergensis in cera rubia sigil- lata et sigillo ad causas ejusdem sus oppidi in cera viridi simpliciter sigillata nil addita aut mutata quod facti substantiam mutaret et sensum quovismodo variaret. Et (pia facta collacione de predicto instrumento originali cum presenti ej us vera copia ipso (?) invicem comae:Mere inveni ea (?) propter d[i]c[t]am[enj presentem copiam me aliunde prepedito per aiium scribi feci manuque rasa propria subscripsi ac signo et nomine meis solitis et L555, consuetis signavi decimo nano die mensis Augusti anno ftgustusDomini millesimo quingentesimo quinquagesimo quinto. 19., Et annus regnorum illustrissimorum dominorum nostrorOns Philippi et Marie Dei gratia regis et regine Anglie, Fran(n)cie, Neapolis, Jerusalem et llibernie, fidei defen- sorum, principum Hispaniarum et Cecilie, archidnertm Austrie, ducuin Mediolani, Burgundie et Brabantie, comi- tum fla(b)spurgi, Flandrie et Tirolis secundo et tertio. a) Hierna is in het hs. doorgestreept: et appendi euravimus, INDEX VAN PERSOONSNAMEN 1), Aiderseyt. Thomas. Engelsch koopman te Antwerpen, A.; 166b ; Wadi% 99. Atkinson, Thomas. Notarius publicus te Louden; 1555; bladz. Arnouts, Henricus. - Schepen van Bergen-op-Zoom 1555; bladz. 86. ATela, Joanne's de —. Schepen van Bergen-op-Zoom ; 065 ; bladz. 86. Baimester (Bannister), Thomas. Engelsch koopman, )1. A.;. 1555 ; bladz. 87, 99. Baskerfield, llumfridus. Engelsch koopman, M. A.; 1555 ;: bladz, 99. Bird, GUilbelmus. Engelsch koopman to Antwerpen, M. A.; 1555; bladz. 99. . Bold(e), Philippus. Engelsch koopman, A., bladt. 87, 9D. Breen, Jacobus van den —. Schepen van Bergen.7op- Zoom ; 1555 ; bladz. 86. Brincklowe, Anthonius. Engelsch koopman to Antwerpen, M. A. ; 1555; bladz. 99. Chifivres, Willem van Croy, heer van ; bladz. 54. Clerok (Cleake), Cornelis de —. Burgemeester van Bergen. . op- Zoom ; I 555 ; bladz. 86. ant (Cley), Augustinus. Engelsch koopman to Antwerpen, LA.; 1555 ; bladz. 102. Elisabeth van Engeland, bladz. 49. Felix, Lodovicus. Notarius publicus to Antwerpen; 1555; bladz. 99, 102. Ferdinand de Katholieke van Aragon, bladz. 42. GlipInue Barnerdus. Presbyter(?) to Antwerpen ; 1555; bladz. 102. Helmet, Henricus de —. Schepen van Bergen-op-Zoom ; 1555 ; bladz. 86. 1) M. A. = (lid van de) Fellowship der Merchants Adventurers. Met cen • zijn aangegeven die plaatsen, waar de naam in een voetnoot voorkomt. INTEL -VUT HISSOONSWitellii i*3 Hendrik IV vlm bladz. liOW atfooresteir, ..ilowoote); .:64oyeetiOr ter M. A. ; 118-1521; blaciz. 46, 77. 46034 Rivbittd or.Eige1soh :keopmanl. ; Wads. 87, 99. 4040 014sley)1 Antlionina. .Misstor the }bet (wt of Chancery ; 1555 ; bladz. 86, 99, 100. Jan 06, • „inet de Lippen", hear van Bergen—op—Zoom; bladz. 41, 45, 50, 57, 66, 67, 68, 76, 77,. 18*. Jau. (yb,, Jeer - van Bergen-op-Zoom ; bladz, 45v4frilf, 55, 77, 83— Jan markies van Bergen-op-Zoom ; bladz. 48, 49 78* 84, 86-, Ott, -102; A Johan IT van Aragon, bladz. 12. Karel V, bladz. 42, 54. LeMeott, Antonius. Schepen van Bergen-op-Zoom ; 1.5n.; bladz. 86. Lodge, Sir Thomas. Alderman van Londen ; 1555 ; 87, 99, 100. Maptean, Franciscu& Schepen van Bergen-op-Zoom ; 1555; biadz. 86. Maria Tudor van Engeland ; 1555 ; bladz. 103. Marsh(e), Johannes (= John Mersh ?). Governor der XL A.; 1555; bladz. 86, 99. Nagel, Zweer. Dienaar der stall Bergen-op-Zoom?, bladz. 52*. Nic(h)ol(1)s, Thomas. Seeretaris der M. A. -to London;- 1555; bladz. 100. Philips koning van Engeland, enz.; 1555 ; b1ad2. 108. Pickering (Pickerynge, Pykeryng), Jan. Governor der WA.; 1480; bladz. 67, 76. Pype, Richardus. Engelsch koopmau to Antwerpen, M. A.; 1555 ; bladz. 99. . Reuck,'Willem de Schepen .van Bergen-4-Zoom ; .1555 ; bladz. 86. Saithorpe, Joannes. Engelsch koopruan, M. A.; 1555; bladz. 87, 99. 106 mniacx. TAN PERS062115NAMEIC. Savoye, Emanuel Philibert van —, bladz. 48. Sill, Richardus. Engelsch koopman te Antwerpen, M. A.1 1555 ; bladz. 99. Smith, Mir) Thomas. Engebob koopman, M. A.; 1555; bladz. 87, 100. Spring(h)am, Richardue. Engelsch koopman, A.; 1555; bladz. 87, 100. Steen, Joannes van. Burgemeester van Bergen-op-Zoom 1555 ; bladz. 86. Toytinghen (Teilingen), Mr. Jacop van —. Pensionaris van Bergen-op-Zoom ; 1519; bladz. 46, 47*, 78. Wensson, Mr. Henricus van. Schepen van Bergen-op-Zoom ; 1555; bladz. 86. Werve, Aert vande Burgemeester van Bergen-op- Zoom ; 1519 ; bladz. 46, 78. Wheeler, John. Secretaris der M. A., ± 1600; bladz. 87*. Whelar, Nicholas. Engelsch koopman, A.; 1555; bladz. 87, 99. White, Sir John. Alderman van Londen ; 1555; bladz. 87, 99, 100. Winson, Franciecus. Engelsch koopman te Antwerpen, M. A.; 1555; bladz. 99. CORRIGENDA. Biz. 57, r. 2 v. ben. staat : begberende, . . .. met hen eenen, lees : begheren, . Blz. 58, r. 12 staat: promisie, lees : provisie. Blz. 60, r. 13 staat: goeden doen inventarieren, lees: goeden, die selen bij onsen officier ende dienair doen, enz. Blz. 60, r. 9 v. ben. staat: vrij te determineren, lees: am to determineren. Biz. 65, r. 4 staat souden moghen, lees souden moeten. Biz. 70, r. 15 staat : coopluden arbeiden, lees : coopluden goeden arbeiden. Blz. 73, r. 7 staat : niet te leveren, lees : met te leveren. Biz. 75: gelieve noot a te doen vervallen. Blz. 78, noot a. Schrap : Priv. boek C en. Biz. 93, noot 13, staat : P. 7, lees : P. 8. VERHAAL VAN HET BELEG VOOR =MIME (1575-1576) DOOR CORNELIS CLAES, MEDZGEDEELD DOOR Dr. J. POT. De tocht van Mondragons soldaten, wadende over bet Zjjpe dwars door de schepen der Geuzen, onder de leiding van den dapperen Osorio de Ulloa, wordt door Wagenaar met recht een der merkwaardigste krijgsbedrijven genoemd, die de heele oorlog met Spanje heeft opgeleverd. Ook het daarop gevolgde beleg en de pogingen tot ontzet hebben diepen indruk gemaakt op den tildgenoot. Daarvan getuigen de beroemde wandtapbten to Middelburg en vele ander° afbeeldingen. Kunnen we dankbaar zijn voor wat tot one kwam aan kunstuitingen met de naald of het penseel, minder gezegend zijn we met werken van kun- stenaars met de pen. De eenige tot nog toe bekezide beschrOving door een ooggetuige n.l. het „Histories ver- hael van •hetgeen staende de belegering der stad is voer- gevallen" is van Jacques Manteau, waar later nog eou klein vervolg aan is toegevoegd. Dit „Histories verhael" is door den salver eerst op hoogen leeftild, meer den 50 jaren na dato, to book gesteld. Niet to verwanderen due, dat het weinig levendig is en one zoo zelden typieche Itzonderheden brengt. Dan is er nog wel een kart dag- verhaal der belegering, ale bijlage gegeven bij Van de Velde's 200-jarig jubelfeest, maar dit dagverhaal is m$45 beknopt, dat we er heelemaal niets aan hebben. Veel meer den deze beide genoentden geeft one het bier volgend verhaal, door mg in 1913 to Middelburg in het Rijksardhief geronden. In dit verhaal is. iemand aan het woord, die niet na langen tad zijn herinneringen op 108 TERRA AL VAN HET BEG TOOR ZIERMZPIE. schreef, maar zeer kort na het gebeurde, nog vol ergernis over verschillende menschen en gebeurtenissen. Bovendien is 14 van velerlei goed op de hoogte. Immers, de schrijver is lid der vroedschap en als zoodanig, gedurende eenige dagen juist v6Or den overtocht, gecommitteerde bij, de beide,g4tivetnours Dlr. Atlent van Dorp - en Roisot, om mee to helpen 14 het Waken der. fortification in Duiveland. De schrijver zelf geeft niet onduidelijk to kennen, dat hij en de drie and-ere gecomrnitteerden door Van Dorp uit de stad zijn meegenomen als een soort van gijzelaars. In de stad teruggekeerd, is hij al zeer weinig ijverig om maatregelen to uemen, noodig voor de verdediging en kr49.,t daaroer _verwii_ten te hooyeit van _den kapitein Ruitichaver, '4op.man, over twee vendels en vurig strij4er tegen de Spanjaarclen.- qrroote- ergernis geeft onzen auteur het doOrsteken der ,clijken door Ds., Gerardus en zijne reformeerden. Wanneer de beide burgemeesters, escre-, Witt, en 4eenige leden der vroedschap lkij den gouverneur Vii „Dorp ont4od-eri warden, is}.onze schrijver er ook Zelfs is hjj, volgeus zijne Ogen beschrijving, de woord- voerder, der magisti:aatspersonen. Eon der kapitAns maakt i4912 over, doze woordenwisseling zoo driftig, dat hjj zijn zwaard„ trekt en onzen schrijver aan den arm verwoudt. T4t, zoover is het verhaal zeer levendig eh vol pikante bijpnclerheden. Het vervolg is eehter minder belangrijk, doordat de auteur voorloopig goon rol. meer speelt: wegens dQ _verwonding aan zijn arm krijgt hij _koortsen, meet wekenlaug het bed houdenl, waarover hjj trouwens niet rouwig is, want nu wordt hij niet, als zijne vrienden; vankelijk naar Middelburg gevoerd. ,Wie is nu doze ongenoemde? In mijn acaderoisch proefsohrift „Beleg van Zierikzee" heb ik gezegd : mis- schlep, burgemeester Cornelis Claes. En dat op de 'vol- gende gronden. Ten eerste: de sch4ver vertelt zoo hauwkeurig. _de ontmoeting van kapjtein Ruijchaver en de beide burge- meestem Jacob Wittesz. en Cornelis Class,, dat het Watirivi!ijnlijk dat,,bff 4n dier ,beide,heeren geweest is; Ten tweeds: -bij den gouverneur Van Dorp worded Vp;RIIAAL VskN IIET BEIJEG VOOR ZIHRIXZEIC. 109 ontboden do beide-burgemeesters, -verder Cornelis Lievense Wetekendet; Thomas Leenaertse Rink Adr. Lievenee; Mr. 'Ducker. De auteur is 64n deter 'zee heereiii Van dit zestal worden gevankelijk uit Zieriktee naar Middelburg gevoerd : I. -bargemeester Jacob Wittesz. 2. Cornelis Lievense -Werckendet. 3. Mr. Backer. De schrijver behoort, dos tot de overblijvende drie. Van dozen werd onmiddellft deb sehoonmaak Thomas Leenaertse burgemeeater en jverig is hij in de weer, geweest; ook dit is this niet dezelfde geweest als onze bediegerige schrijver„Er. blifven duiever Cornelis Claes. de burgenieester. en Adr Lieiense. Mode in. verband met -bet sub 1 vermelde moeten we dus -wet aunnemen, dat Cornelis Claes de schrgveris. Deze meening vindt bovendien steUn in eene nirtitie.•op den. otnslag van bet verhaal. Hier -staat n.1. met eene andere hand dan die van den afschrijver: „Dit verhtial -sclignt geschreven geweest door Corns Clais, dewijl- den- selven ender de Gedeputeerden, die de Vier Bannin-l) beRσgt hebben, is geneemd en den Authettr zer, 4-en Tan de gecommitteerden tot 'Mks geweest to zijn." Het is Anusnietniθer mogetijk nit de notulen der sitad- na te gaan, wie die vierde gecommitteerde (onze -4selvriiver noemt erdrie bj name) geweest is. De persoon, die de notitie maakte, was, 'blόkens zijne hand, iemand nit de 18e eeuw. Hij kon die notalen dus nog raadplegen, tan- gezien pas in den Fransehen tljd zijn vernietigd. Het hiertta volgende „Verhaal van het beleg van Zie- riktee" void ik in eene portefeuille van- Verhep 'ftn (Mders, den bekenden verzamelaar. Mogelijk is *van diem dote aanteekening afkometlg. Het spijt me, -bier bff's 1te motet" voegen, dat hoeveel moeite ik me -ook gegiven heb, eret het door 'mg in 1913 gemaakte afsohrift not4ets met het 'oorsprenkelijke.-te vergelijken, me dat on-m(1'4 is geNiteest. Het stuk is Viet -terng- to vinden. -Teters wendde ik me in 1925 tot den Heer lie Waard. en Me. Dr. Felix en ben ik zelf nog eons naar -Sliddelbtro gaan. Het stuk was weg en bleef weg. Ook het dezer 4) Vier Pannell is eEn pokier in Duiveiand. i to VBRKAAL VAN NET MAC* VOOR dapn nog eens opnieuw ingesteld onderzoek door den Rijksarchivaris to Middelburg Mr. Meerkamp van Embden had insgelijks een negatief resultaat. De lezer zal me dus voorloopig totdat het origineel teruggevonden is — maar moeten gelooven, wanneer ik de verzekering geef, met de noodige zorg het handschrift to hebben geoopieerd. De vale fouten, die het stuk ontsieren, meen ik to moeten wfiten aan den afsehrijver, die voor Verheije van Caters de oti*pie maakte. Het was blijkbaar een weinig geletterd en met het 16e eeuwsche schrift weinig vertrouwd man. Zoo bijvoorbeeld verknoeit hij den eenen keer den naam van den Middelburgsehen burgemeester Adriaan Jacob Joosse tot Arij Cappe Joosse en een volgend maal maakt liij er van Adriaan Jacob Vos. Sommige namen zijn .geheel verminkt. Nog erger wordt het, wanneer hij twee opeenvolgende zinnen geheel door elkander gooit. Zoo goed en zoo kwaad het ging, heb ik getracht daze fouten weer to verhelpen. Niet to verhelpen is het evenwel, wanneer de afschrijver een zin, die hem to lang wordt, of een passage, die hij niet ontcifferen kan, afbreekt met een etc, En tool', niettegenstaande vele fouten en enkele onjuistheden, niettegenstaande een paar totaal onbegrijpelijk gewerden ainnen, laat het geheel zich prettig lezen : het toont, one duidelijk de gezindheid van een magistraatsper- soon, niet-Calvinist, van omMtreeks 1578. In ztn verhaal teekent hij ziehzelf als een nttehter man, in geen enkel opzicht een drijver. HU bad 't liefst de stad zonder,verzet aan de Spanjaarden overgegeven. Bij heeft reel meer aan to merken op 'Mr. Arent van Dorp,, op Caspar van Vos- bergen en de andere geuzenleiders, dan op de Spanjaarden. Vooral is hij gebeten op de Hervormden of, zooals h4j se noemt, de zoogenaamde gereformeerden ; terwiji 13# sym- pathie gevoelt voor de arintocratische Zeenwen, Welke. aan Spaansche zjjde staan: bargemeester Manx nit Goes, Jim. Bruyninck van Wijngaerden en diens zwager,. den hoer van Serooskerke. Verwaeht evenwel niet van hem, dat hi veer daze Spaanschgezindheid zal uitkomen, zoolang de Prins de bans is. Niet ten onrechte wordt hij dus, wegens lauwheid of er r door de kapiteins gevangen genomen en uit TrAititAAL Via HgT VO0itiKZICE. 1 i i *mitt (attest. Zoodra Mondragon in de stad is, kozut wet .i functie als burgemeester 1). Merkwaardig, dat bet bedrag, 't welk de dukter in rekening brengt VOOlt sine beheatdeling der Spaansche (eigenlijk Waalsche) seklaten op den last van Cornelis Claes, later door de thessuriors der stad wordt gesebrapt en van de comma Malls afge- trokken. Of doze vermindering met 10 pond gesehiedde, omdat zij vonden, dat de bebandeling der Spaansche W- astes niet ten laste der stad mocbt worden gebrseht, wel ontdat zi in bet loco-burgemeesterschap van Cornelis Claes lets onwettigs zagen, hierover is in de rekening van den chirurg geen uiteluitsel to vonden. Eigenaardig is het, dat de bijna Spaauschgezind to uoemen Cornelis Claes evenals zijne college's en geest- verwanten, die near Middelburg zi,jn gevoerd, na het jaar 1476 weer gewoon leden der vroedechap zOn en weer op bun beurt burgemeester worden. Al heoft men hen to Middelburg ook niet kunnen ver- oordeelen, dat zjj tereeht gevangen ziju gezet, blijkt nit dit verhaal. J. P. Joukheer Hieronitnus de Rolle, gouverneur der stied° van Ter Veere, met Maarten liouvbeeld(?), hopman Cloot, Jacob &moue Rjjk, ende meet andere eapiteijnen, in- varende den 8sten dag Augusto 2) die Zuijd- Seiko 3), bij toedoen van eenen Bouke Jame sehipper, tot Welke 1) In de doktersrekening van den chirurg Mr. Claes Egberts (R. A. to Middelburg) vonden we: „soedat ick se al verbouden hebbe, die in 't gasthubs laegen, uutghesondert drie doer 't bevelen van die sergant, die tot Claes Jan llarmansz. ghelogeert was ende voort van mijn heer Claes Wilm Symonsz. ende voort van tnynheer Cornelis Claes, die doer ter qt die plaetsbetvaerden ran die heer burgermftester Tomas Leenaertsz." 2) Niet op 8 Augustus, maar 25 Juni volgens v. Meteren, fol. 65, uitgave 1651. 3) Hoogte buiten de Zuidhavenpoort, ontstaan nit de arch van de zoutkeeten. 112 VERII*At VAS far -tiELEG- VOOR ZIERWIZ-BE: ilgsbefir - en. -met bilsonder -die -viskoopers en sOippets grobteftereur -dreegitn, sulk's dat, do- magistraat :-gedwot)gin watem om met, deri vijand te .traiteren; 'thiwelke Ipso. die Latiientii*1) ingeliten warm ap Sekere. conditie, daar, ty- liiden• naderhand; niet een syllabe -van gelfouden 'hebben, hoe' we l. den_ prince van Orange 'tzelve a'ecciord'. naderhan4 op it te Ilefidelberke-geratitieeert -en geapprobeert heeft- etc,' ,ende' de magistriat moeste doen - de- volgende eed.e-in-- forma 'de. koninglfike majeitegt goisd en getrimw to weibrirender. -het- • gouveinement • van - mijn beer - den prince 'vttli Orange,- als:stedettouder Zeelandt, Yriesland ende UtreCht. • .• • 1572. - Do. roorstreven capitulatle werde niet lange getiodden en- *116 de •eloosters'en geesteltke -godeien werde- gesab- Ottgeert ende gedestrueert de-'beeMen werden in de -Mon- sterk-erke r den= 8sten September ge8tormt eh' de- stad-' -was genoeg sunder heer 2). De burgemeesters ends sehopenen. meestendeel; wren i dit jaar 'tistee tnaal- extraordinair vernietiwt ; den-eerste maul omdat de hertog van Alva de nieuwe ligte(Yj 'zeta lange .,retardeerde, dat ipso die Stephanie 3) anno 1571 passeerde, sulks dat de oude burgemeesters diende ipso die Martii 1572. Die burgemeesters, die doen gekooren waren, en diende niet Langer dan tot:-Aen .11cle.,- Augustus. Deeii 'Wersie een4 pervoon key lattrtemeester gemiakt, langen ,arch gewagt hittrldsrett dear medegetia4t *as;' dewelke 'keen tutee 'Itiaartilett dietide,'eln hem; butten. deser steeae enlande hem inii- sibel absenteerde, dat de stadt en burgers niet weijnig gekost en heeft. Intelligentiae sufficit 4). 1574. Middelburg' en- Arnemuijden; werden van. hongersnood aan den:prince van Oranjen otergelevert ; de inwoonders 4) 40 Augustus. 2) .De afschrijver roefict- hieraan toe: „Siet op- diergelijke subject Reijgersberge Chron. van Zeeland, Cap. 48 pag. 489 anno 1572, idem die anno'.4671"; want ',eel geestelijke vermoord ende eensdeels gevangen Averde". • 3) 26 December. 4) Lieven Keerssernaker ? VERTiA At VAN HET BELEG VOOlt ZINRIICZEE. i 18 deser stede en lande van Schouwen hadden daarnaar goede neeringe, overmits dat de koopmanschappen en waaren op 't licent in vbander land mogten trekket, waarbij de oorloge goed te onderhouden was, maar naar 't vertrekken van den burgemeester van Middelburg Adriaan Jacob Joosse bij den vijant, soo cesseerden die traficque, want den vijant alle toevoer verbood, zulks, dat men groote nieuwe imposten most heffen om den oorloge te sustendeeren, die alzoo geaugmenteert 740, dat men van dieraelijke nooijt en heeft gehoort, waarbij dat het praesagiR van den president wel waar mogte worden : ,,quod libertas libertate perit". 1575. Den grooten commandeur 2) van Castillo als gouverneur van dese Nederlanden begoste bj toedoen van bovenge- melden burgemeester Adriaan Jacob Joosse tot diverse plaatsen bolwerken op de dijken te maken, daarmede 114 de oorlogschepen, die de wagt hielden to wateren, ver- dreef, sulks dat hj eene vloote 9 galijen en andere kleijne schepen uitjt Braband tot voor St. Annaland kreeg, omme 'Hand van Dnijveland en Schouwen daarmede to in- aderen etc. Den gouverneur van Walcheren Charles de Boesot, von- neemende 4) het goede preparement, dat de voorsereven grooten commandeur bereijds dede maken om te watere to komen etc. is in de eon der guarnisoens in Duijve/and gekomen, denwelke met jonkheer Arend van den Dorpe, als gouverneur deser stede in alles dede version etc. ende besteeden 12 seheepen van oorloge op 't westeynde van der Zijpe en 14 gelijke schepen in de Slaken b het hoog baker), welke schepen in de Zijpe het fort van Seherpenoort 5), ende in de Slake het fort op den hook van de slikken niet raken en mogte van het grof gesehot, zoodat ten laatsten door het diep van Ter Tholen 4) H.S. heeft Arij Coppe Joosse. 2) H.S. gouverneur. 3) H.S. heeft hier „in de vlooten". 4) H.S. vermeenende. 5) Een schor bij St. Annaland. 6) De groot-commandeur. Bijdr. en Meded. L. 8 114 VERI!AAL VAN litT BELEG \TOOR ZIERIKZICE: veel gales en klijne schepen uit Braband dede komeh tot in de haven van St. Aunalandt, daar zij wel agt of thien dagen stale bleven leggen ende middelertijt dede hij -het land van Ter Tholen vol guarnisoen brengen etc. Die twee gouverneurs voorszeid deden middelergt alle devoiren aan dese sijde met Porten to maken op Viane, Hardemee 1) en beoosten-Duijveland; mitsgaders op 't oost- eijnde op de gorsinge van Rumoort 2) een lange houte pallisade te doen maken om de overkomste te beletten etc. Doe beweegde den voorszegden jonkheer Arend van den Dorpe de voorszegde gouverneur Beijsot, dat zij lieden aan de magistraat van deser stede versogten adsistentie nijt den voorsnreven collegie, omme van haar adviis te mogen gebruijken en alle suspitie te weeren etc. ; ende zoude deselve ommegaan per tour twee en twee seffens, die vaceeren zoude telkens twee dagen, soo hij seijden etc.; dewelke henlieden belooft en geconsenteert werde, soodat den 2Ssten dag van September daartoe gecommit- teert werden Cornelis Willem Simonsz; Mr. Marinus Baltesse ; Hobick de Hubert ende mynas persoons ; sodat wij derwaarts reeden ende oculaire inspectie namen van Vianen en het fort op de Hardemee, dewelke zoo kleene waren, dat er geen tweehondert persoonen zouden konnen in staan hebben ende werden toen gewaar, dat er veel galleys en schepen geleyd waren t'eijnde het hoofd vein St. Anneland. Daar een weijnig gestaan hebbende, dis- coureerde van deselver overkomste 3), soo werden wijlieden straks ontbooden 14 den voorszegde gouverneurs te koomen beoosten-Duivelandt en bevonden, dat deselve haar mid- dagmaal gehouden hadden, zoo dat ons met voorgeregt werde,' zoo wierd ons doen gevraagd, wat ons van desP aankomste dogte etc. Eenige meenden, ja. Den voornoemden Cornelis Willemse zeijde, dat er geen zorge voor to hebben was, en dat zij het eijland van over-Slake meenden etc.; andere meenden ter contrarie. Den gouverneur Dorp reed 'savonds naar Oosterlandt 1) Een schor ten 0. van Viane. 2) Een schor ten 0. van Duiveland. De hoogte erop heet „de stelle". 3) H.S. deselve van overkomste. . 3) H.S. deselve van overkomste. VERILAAL YAW HtT BELEG YOOR ZIEttl12ISE. 1115 omme ale saken, zoo op Hardemee als op ,Vianen, te beatellen ; die vier met hem, zoodat ik met voornoemden Cornelis Willemsz. gelogeert wort ten hujse van Hubregt Cornelisz., stedehouder aldaar. Ende nademaal mjj rgeen slaap in en ging, soo vraagde Cornelis Willemsz of ik vervaart was van derselver overkomste. 1k zeijde van ja en dat ik al ging luijsteren of die kloeke op een kant zoude mogen gaan en dat ik bepeijnsde, wat weetdat ik sonde ligtelijk binnen der stede komen etc; daarop hij zeijde : wat vreest gij etc. en dat hij daar`geen7vreeze voor en hadde etc. Ende nademaal dat ik in die phantasie bleeff, zoo kwam mjj vooren, dat de gouverneurs voor- screven one ad cautelam bij hen hadden doen komen, als ujt de naarvolgende acte genoeg kan gesien :worden etc. 1k overdagt ook, met wat middelen ik des anderen daags mijn verlof zoude mogen impetreren etc., clear ik middel toe vond, dat den gouverneur zeer wel behaagde; zuiks dat ik met Hobik Cornelisz Huybert naar de stad kwam, op belofte, dat wjj twee andere uijt de magistraat bij hen zoude zenden etc. Zoo vertelde ik den voors- zegden Hobik mijn phantasie, die daarop seijde : gij hier te lande bekent, waar sonde ik geloopen hebben etc. Wij en konde niemant van de magistraat verwilligen am derwaarts te gaan etc. 'a Anderendaags ipso die Michalis jegens den avond werd(en) van den oorlogschepen vernomen, dat de land veel soldaten met de galleijs en kleijne schepen overzettede op Philippusland en trokken straks over die kreeke, ge- naamt die Scheet, near het oosteijnde jegens het droogste van de Zijpe, 't welk zij den gouverneur deden weten. De voorszegde galleijen en klijne scheepen roeijde en boomde vandaar onder 't land door, tot onder 't fort van Scherpenoort, die ook aldaar veel soldaten innamen. Nude het eerste, dat de vloed in 't water was, omtrent de klokke agt a negen uuren, scheijden die gallijen en schepen van 'tzelve fort ende kwamen eensdeels zeijlende en eensdeels 4) H.S. rust. 2) H.S. ad casstelam. 3) 29 September. 116 VERNIAL VAN ItET BELEG VOOR ZIERIXZEL roejjende naar het gore van Zonneschijn en het fort op de Hardemee. Die soldaten mogten het grof geschut eons afaellieterr, maar verlieten het fort. Die 12 oorlogschepen en konde diezelve overkomste niet beletten, overmits dat bet in de wind en in het thijd was, zoodat zij terstond bet fort inkregen en bestonden to vuuren en tefikens to doen','van :victorie. Middelertijt was het guarnisoen op 't oosteijnde van Philippusland made in 't overgaan van Zype, 't welk de 1) voorszegde 12 schepen mode niet en konden beletten dan la vole met het grof geschut. Fnde siende het teijken doers van victorie, cregen Bens moot, zoodat zij regt tegen die houte palisaden waren, daar het zeer ondiep was. En vernemende, dat er soldaten op Rumoort- waren, gingen zuidewaart t'2) eynde van die pallisaden en streden 3) alsoo jegens die soldaten inne, binnen welke tijd de gou- verneur Boisot van ziin eigen yolk doorschoten wierd, Boo men seijde, soodat do soldaten terstond de vlugt namen, die bitj den gouverneur Dorp 0/T1 eon schoon heenkomen saagen [of op} 4) de schepen op 't diep leggende voor be- oostea-Dayvelandt sulks dat de vijand binnen Brie 6) dagen 't geheele ()Wand van Duyveland invadeerde Bonder Vijanen en Cornelis Willem Symonsz werd doorsteken. Marinus Baltesse salveerde horn binnen 't fort van Vijanen. Den gonverneur Dorp en rustede niet, roordat hij met meestendeel van 't guarnisoen binnen deser stede was, daaraf hij hem hadde wipers versekeren met de vier ge- deputeerden uijt de magistraat. Intelligentibus sufficit. Den vijant geinvadeert hebbende het eiland van Duijve- land, en werde niemand iets misdaan, dan die hem ter weere stelde; 't welk die landsaten vernemende, die binnen der stede gevlugt waren, meestendeel weder naar hugs re#eden en principalijk, doe het fort Vijanen verlaten was. Den igen October ten logen water kwam de vijand met 1) H.S. der. 2) H.S. inne het eynde. 3) H.S. treden. 4) Niet in 't H.S. 5) H.S. die. VERHAA.L VAN BET BEG VOOR ZINtlifarg. 4-17 een groote nienigte van soldaten te voeten over het Nk- water 14 Campers Crum 1), alwaar een turfschip *as' den grond gekomen was, daar terstond den brand in gestoken wierd en namen hunnen toer 2) naar het klooster van Zion 3), en Dregschorre ten aanzien van den voorszegdim gouverneur, capitejnen, soldaten en burgers etc. - nude sloegen een kleijne schanse t'eynde op de dijk van St. Joostpolder 4). Ten hoogen water kwamen menigte van capiteijnen en soldaten en ruijters van Bullemans slaps aan Bellert 5) met de schuijten en invadeerde sulks ook binnen drie dagen de annex[e] polders van Schouwen, met Brouwershaven zonder eenige slag of stoot 4). -n75. Den 2den dag October na de middag hebbe ik en veele andere vernomen ses of seven te paarde op den &tars- schenkel bij den sluts ..... benoorden, die do stad kwamen besigtigen, vermoedende dat sij aldaar een bolwerk con- eipie,erde ende hoewel dat van der voeten bij de Nobel- poorte een groote parapette gemaakt was, van 5 reeden toeleggens ende 12 voeten voeten hoog, met een gragt van 5 roeden wijt, tot aan den dijk t'einde die ‘beke, zoo en waren zj daarmede niet genoeg versekert zoo hen dogte. Zoo was daar een gequalificeert burger, die een capitefin ten sijnen huijse hadde, die hjj gepersuadeert hadde, dat die stad niet te houden en was, dan met het land onder water te setten en a,dviseer(en)de, dat men die slqs benoorden de soutkete uijt den djk behoorde to werpen 7). Dese tijdinge was haast overal, soodat de soldaten en matelots al maalden om den dijk door te steken etc. ; ende wert Jan de Tak, timmerman, bj ad- vijse van den voorszegde gequalificeerde burger, belast 1) Campers eruee staat op het punt, waar de dijk van Gootkens- Nieuwland en die van Poort-Ambacht samenkomen. Zie beneden. 2) H.S. hoer. 3) Even ten N. van Seliuddebeurs. 4) Poldertje onder Dreischor aan 't Dijkwater. 5) ten der drie schorren, waaruit Dreischor ontstaan is. 6) Niet eheel juist. Het bolwerk aan Hoofd te Brouwershaven, waar het vendel lag van hopman Hans Valkenburg, heeft zieh nog eenige dagen verdedigd. Zie Beleg van Zierikzee, Proefichtift doer J. Pot, Leiden 1925, blz. to. 7) H,S, behoorde dog te werpen. 118 TRRHAAL VAN HET BIBLIM VOOR MERIKZER. deselve sluts uijt den dijk te werpen, 't Welk liij des au- deren daags morgens volbragt heeft. Den 3den dag October liepen eenige van de consistorie, de minister, met een deel matelots en soldaten, met spaden en andere instrumenten [en] staken den dijk door aan de zujjdzijde van de kerke te Borrendamme in 't perticuleerste van 't geheele landt, dewelke ik geerne met Claes Jan Hermansz Hubert belet sonde hebben. Dan ons werde geseijt van Gerrardus de minister 1), die ons op de straat- weg tegemoete kwam, als wij hem van ens concept ver- haalt hadden : op Boo lief als wij ons lijf hadden, dat wij daar niet omtrent komen en zouden, dan konnen wij desemaal onse halsen behouden ; dat wij wel een ander land vinden zouden. Sulks, dat vi, j om de grooten regen op 't nieuwe hoofd bleven en diezelve landbedervers en deurstekers wierden dien dage meester van haar work. Of't God ge- lievde, dat het uijt de memorie der menschen ware. Duyenvhoodt(?) te Kyemerhoeke(?) 2) was bescbanst ; op 't hoofd to Brouwershaven was een geheel groot bolwerk gemaakt; Bommenede was uytnemende sterk gemaakt met de karren van de landsaten, die kwalijk zooveel tijts hadden konnen hebben, om haar vrugten van 't veld to doen. Daar was ook een kale gemaakt van de Zuijddijk bt Hoog-Weldamme 3) langs die wegen tot ,aan den dijk [van] Godekensland 4) toe, om het water omtrent de stad to houden en doen steijgeren etc., opdat men goon toe- gang toter stele en zoude mogen hebben. De faame word terstond zeer wijd verbreijt van het deuroteken des dijks omtrent Borrendamme en het uijt- werpen der sluijs benoorden, zoodat Mondragon en andere capiteijnen en hare lieutenants haar zeer perplex 5) vonden 1) Eon der beide predikanten n.1. Ds. Gerardus van Cuilenburg. Zie Beleg, biz. 47. 2) Misschien: 't Nieuwe Hoofd te Nieuwerkerk. 3) Voormalige heerlijkheid, een deel van Poort-Imbacht, trans ver- zwolgen. 4) Godekens.Nieuwland of Goukens.Nieuwiand, polder tusschcn den Schouwensehen dijk en Schuddebeurs, ten N. van Zierikzee. 5) H.S. perploex. VERHAAL VAN HET BELEG IMOR ZIERIKZEE. 119 ende werde in deliberatie gesteld, bij den voorszegden Moadragon, wat er allereerst to doen etond, to weten, 't land aldereerst to doen beverschen, of de brugge over het sluijsgat to maken ende die met[t]ermagt aan to vallen, daarinne den voornoemde Mondragon ende Sancho Davilla, die een van de principaaiste was, differeerde ; sulks dat het a,dvijs van Mondragon, die ongelijk het beste hadde besloten, en gevolgt wert te weten dat men allereeret het doorgestooken gat te Borrendamme stoppen zoude, en dat niet (kende, dat men den koning die stad en 't land ontmaken zoude. Terstond werd Johan (de) Manx, dijkgraave van Westwateringe in Zuijd-Beveland ontbooden met Francois Resen en Mr. Jacob van (*elderen, beijde van Ter Tholen 1). Den 5den dag derzelver maand reed den voornoemde fondragen met veel soldaten van Brouwershaven door Renisse en Haamstede, alwaar zjjlieden den nagt bleven ; en deden gebieden, dat alle de landsaten des anderen daags na de middag met haar wagenen ende karren ge- reed sonde wesen, om jegens den avond naar Borrendam to rijden. Soo dede hij drie ofte vier van dose knegt voorhenen zende naar het Nieuwe Hoofd, die te legen water nog door of over het ingesteke gat van den di* gingen etc. ; dewelke straks dat Nieuwe lloofd bestormde en wierden daar afgeslaagen door eenige schippers burgers, zoodat zij moesten retireeren omtrent bet nienwe gat. Die schippers en burgers kwamen naar de stadt en werde aldaar soldaten gelegt. Naar den middag kwamen. die voornoemde soldaten weder aan om to stormen, daar die van binnen niet veel moedo op hadden, dewijle zij gewaar wierden, dat de twee a drie vendels soldaten uijt Duijveland kwamen loopeu over het diep, sulks dat de- selve schans verlaten wierd en den brand in het huijs 1) De „conunissaris van de vivres' Bruyninek van Wiittgaerden vertelt in zijue rekening (R. A. Middelburg) folio 38, dat op zkin advies door den Groot-C)mmandeur werden ontboden en gecommitteerd: „Jan A.driaenszoon Blancx, Jan d'Ayala, Mr. Jacob van Gabe ende Dierick Heijnricxs, dijckgraven omme 't zelve doorgesteken gat to visiteren ende 't zelve te repareren ende lierdijeken', 120 vrattiAL VAN HET BELEG POOR ZIERIKZEE, gesteken, Welk den vijand innam en den brand bluste Denselven dage jegens den avond kwam Mondragon. Vernomen hebbende, dat het geluk aan haare zijde was, kwam hij met alle die wagons en karren, die in 't land ware; wel versien van guarnisoen en dat tot het toe- dijken nodig was, onder langs de berm van den dijke, dat men uijt de stad geen groot gewag en konde ver- neemen. En alzoo die kerk van Borrendamme en alle de huUsen daaromtrent en in Poort-Ambagt afgebrand waaren, deede aldaar eenige hutten en keeten waken, om 't yolk in te logeeren, want het een groote koude uijt den noord- oosten was ; ende bestond des andereu daags morgens met de voorszegde dijkgraaven alle de karren in 't werk to brengen en aarde op den kant van 't doorgestooken gat te doen voeren, 'twelk onder omtrent 5 roeden Nvijt was geworden en to leeg water begonden uijt te dragen en maakte zoo veele, dat die karren ten leegen water daar- over reeden, sulks dat zij het eerste getij daaromme een vingerling buijten maakte, zoodat de vloet buijten ge- keert werd, twelk de matelots met de schepen van bujjten meende to beletten, en die schippers en visschers met eenige soldaaten meenden 't met schuijten en sehouvven van binnenslands to doen, maar wierden zoo gegroet met geschut, dat zij alle beijde niet veel en bedreven etc. Sulks dat die voorszegde dijkgraaven belast wierden haar uljterste diligentie te doen om hetselve toe te maken of bjj gebreke van dien zoude men het op hunlieden ver- haler', met meer andere confuselijke woorden, die deselve van andere capiteijnen moesten hooren etc., gelijk den djkgraave Blancx mid dictnaals vertelt heeft. Den Wen dag October brak cen groote brandt uijt in 4) 1) Met recht verweet een lid der vroedschap aaii de hoplieden, dat het hun schuld was, dat de communicatie met de buitenwereld ver- broken was en het daarom hun plicht was to trachten het Hoofd to hernemen. Zie mijn Beleg van Zierikzee, pag. 21. 2) Vingerlin,ek is can boogvormige afdamming of ringkade tot sluiting van een dijkbreuk. Zie Andries Vierlingh, Tractaat van Dijckagie. Uitg. De Hullu en Verhoeven, Rijks Geschiedk. Publicatien, kleine serie 20. 3) H.S. wert. 4) H.S.: in ontbreekt, TERItiAL* VAS HET BEIRA- YOUR ZitRi}MIL I 91 de keeten aan de zuijdzijde van de Vissehersd10., zulks dat Ole die keeten mitsgaders het meestendeel van de biijsen afbrande, alsmeede het meestendeel van de keete op de lieunaaredijk 1), mitsgaders het leprosenbuijs ende een deel hugsen en sohuuren in 't St. Arendsslop, 't Groote slop ende op St. Joosmeet 2), 'twelk de grootste specktakel was overmits de grote vehementen noordoostenwint ; die oorsake van desen grooten brand was, zoo men zejjde, dat de soldaten, die gelogeert waren op denzelven Vie- sehersdffk, niet geaccomodeert en konde worden, geljfk die binnen waren ende alle dagen kermesse hielden, want der overvloedigheijd van vivres binnen deselve was, gel0 gli daarnaar Iiooren zult. Mondragon met de andere eapiteijns met jonoheer Phi- lebert van Serooskerke en Bruyninek 3) van Wyngaarden, rentmeesters van bewesten- en beoosten-Sehelde, desen brand vernemeude, waren zeer perplext van desen gTooteu branch, want het anders niet en wheel', dan die geheele stad verbrand zoude hebben en 't water ging alle dagen binnen de lande hooger door het slnijsgat en de sluijs binnen der stede etc. Leijde daaromme in deliberatie wat er to doen stond. Alwaar beslooten werd, met advijse van Adriaan Jacob Joosse 4), burgemeester van Middelbnrg, dat men het Nieuwe Hoofd met grof gesohut en met een groot deel soldaten versterken zoude, omme de toegang to water metertijt te rnogen beletten etc. Welk zulks gedaan werd. Bommenede word van de reste van het guarnisoen dat alle dagen vermeerderde beleijd, daar zij ten lesten 9 canons voor bragten en hielden haare principaalen loop- satins binnen den di* van Natteers 5), indiervoegen, dat zij veel stormen daarop deden en daar bleef meer yolks, dan men ooijt heeft konnen weeten, sulks dat dieselve 1) De Ileunaarsdijk is tie overcijde van. den Visschersdijk. ) _tile in 't 0. van de stad. 3) H.S. Bruijwijk. 4) H.S. Adriaan Jacob Vos. 5) De polder Nat-eers of Nat-aars lag onder Bommenede en Blois. Bij een doorbraak in 168'2 is bii verzwolgen. 122 17ER-HAAL YAW HET ARUM VOOR ZIBRIKZEE. plaatse bijkans geheel plat geschoten werde, zoodat or weynig hutzen bleven staan. De soldaten van binnen wagtede het ontset, dat to lange toefde, vogten egter tot de laadste toe. En wert dieselve plaatse den 26sten dag van de maand October stormenderhand ingenomen, in- diervoegen, dat er al bleef, jong en oud, die to water niet ontkomen konde 1). Den gouverneur Dorp word binnen deser stele alle dagen met de magistraat zeer gemolesteert van de capi.- tebns online dat zjj 's nagts droomden, 'sdaags wilde ge- maakt hebben tot de diffentie van de stadt. Indiervoegen dat de voornoemde gouverneur hem ten laadsten daarvan excuseerde seggende, dat hij die bourse van de stadt niet in handen hadde, sulks dat hij de magistraat tegens die capiteyns koppelde. Dewijle Mondragon en de andere besig waaren met het stoppen van het deurgestoke gat aan Borrendamme en 't beleg van Bommenede, mitegaders het versterken van het Nieuwe Hoofd, kregen die soldaten binnen, met de matelots en schippers, visschers en anderen burgers wat moods, overmits dat het al tot buijt gegeven was, wat er in 't landt was; zoodat zfilieden alle dagen veel bufits inbragten, 'twelk zij meende, dat eeuwiglijk geduurt zoude hebben 2) ete. Dat hem terstond naar het over- gaan van Bommenede haast benomeu was 3), want den vband veel galijen, schuijten en andere kleene scheepeu dede brengen, sulks dat een iegelijk het hoofd binnen de muuren moest houden, indiervoegen dat sij meesters waren van 't gelieele land ende het Dijkwater. Dewijle dat men buijten deser steede met alto dose 1) l3ornmene word niet op 26 October, maar op 30 October ver- overd. Zie Beleg, blz. 23. 2) Over deze binnenlandsche vloot zie mijn Beleg voor Zierikzee, pag. 25. 3) Niet juist, zie Beleg pag. 25 en 26, en Rekeniug Bruyiiinek folio 48 waar wij vinden: „2 Decernbris 1575 gescreven aen die van Kerck- werve en Nyeuwerkercke ..... dat zijluijden heurluijder graven binnen 3 daghen zouden brengen tot Brouwershaven oft in andere geprese- veerde hooge plaetse om niet meer genomen ends t'Zirriczee gevoert to werden, zoe eensdeele,gedaen was", VERRAAL VAN HET BELEG VOOR ZIERIKZEE. 123 saken besig was, zoo waren beijde die burgemeesters eene wandelende. op de stadsveste omtrent die Westpoerte, omme to besien hoe en in wat manieren de itant het doorgestoken gat in den dijk bezqden Borrendamme wade mogen stoppen en bedgken etc., alwaar de capiteijn Ruijghaver ende eenige andere bjj henlieden kwamen, dewelke onder andere propoosten jegens deselve burge- meesters zejde : dat werk behaagd mija heeren zeer wel desineerende het doorgestoken gat etc. — maar dese Mad diffensive te maken en liebdt geenen mood etc. De- welke 11 de burgemeesters geθxcuseert word, dat men op een dag niet volbrengen en konde alles dat wel van nooden was, 'twelk men metert0 wel zoude konnen dom. Miami) de voorszegde capiteijn repliceerde, dat er in korten tijd wat anders omgaan zoude. Den 13den • dag October werde beijde burgemeesters voorezegd met Mr. Werokendet Lievens en Thomas Leen- dertse Rinek 1), Adr. Lievense van Lisse en Mr. Corn. Ad. Backer, secretaris, omtrent de klokke 2 uuren ten huijse van voorszegde gouverneur Dorp ontboden, die ge- logeert was in 't huijs van m#nheer van Serooskerke om- trent die Barnditeclooster. Daar komende, wert ons geseyd, dat de voornoemde gouverneur wat besig was, dat wij daaromme wat naar hem soude wagten en werden gewesen in een kletin saletje. En nademaal dat wij daar een quartier van een uur bij malkanderen geweest hadden, zoo kwam de voornoemde capiteyn Ruijghaver met nog omtrent 8 h 10 eapitijnen in de salette getreden en trok terstond van leere, seggende : no* en hadde ik meerder lust om een Cieiliaansche vesper to spelen dan ander. En de an- dere insgelps haar geweer trekkende en sloegen en staken al dat zj mogten. Jegelijk van de magistraat kreeg wat omme haar to bergen, d'eene agter een tafel, d'andere met stoelen ; indiervoegen, dat er een groot geroep en getier in de sallette was, dat de voorszegde gouverneur — die wel van alles geinformeert mogt wesen — in de voorszegde s4lette kwam, geloopen en riep hoe due mijn heeren, hoe duo ? indiervoegen, dat er wat stilte gebeurde, H,S. Vierliuk. .124 VEARIA.L VAN HET BELEG POOR ZIERIKZEZ, soodat den voorszegde Ruijghaver onder andere seyde: dew heeren qn bier op de plaatse, daar se stervon sullen etc. Las dat de voornoemde Thomas Leendertse seijde „Hoe? beer capiteijn, wild gij ons aldus vermoorden on- gehoord ? Hebben wij wat bedreven, neemd ons gevangen en laat ons hooren eta." Sulks, dat den voorscreven gou- verneur stond, alsof hij stom geweest hadde etc. Indier- voege, dat den 1) capiteijn Bernard 2) zeijde : „Per Dieu, it dit vraij 3)" ende stak alsulks sijn ge weer op, gelijk den meestendeel van d'andere capiteijns oak deden. Dan bleef deuzelven Ruijghaver fulmineerende, seggende, dat er eenige burgers waren, die de magistraat suspecteerde en dat hij hetselve gevoelen hadde etc., dat de magistraat ook het water intijds niet in 't land gelaten hadden, met vele frivole woorden etc.; daarop ik antwoorde, dat zij hen in korte dagen van de veelheijd des waters beklagen zoude, want den vijand hem met het water behelpen. zoude. Eer ik dose woorden terdegen uijt hadde gesproken [sprong daar op} een capiteijn genaamt . onder andere die mij seker meende to doorsteken. Dewelke ik gewaar word en ving die stoke op mijn arm ende en gevoelde niet, dat ik gekwetst was etc. ; dewelke gestujt en belet vvierd ; zoo liep het bloed uijt mijn mouwen en werde ons een chirurgbn. gesonden, die deselve wonde inkte en 14- kans dwars door beyond. Indiervoegen dat men ons in de groote kamer aldaar gevangen leijden 4), in welke kamer 5) wij gehouden werde tot 's avonds toe en -lieten ons -op goede beloften thins gaan. Al 't welk ens eenige van de gepretendeerde reformeerde, mij wel bekent, gekookt hadden. God wil het haar vergeven. Korts daarna werde ik gekwelt met de coortse, die in 1) H.S. eons. 2) Gernert. 8) H.S. je dien vroy. 4) Het H.S. heeft bier: „in dier voegen, dat men ons in de groote kamer aldaar gevangen leij-den, zoo. liep het bleed uijt mijn monwen en werde em een chirurgijn gesonden, die deselve wonde inkte en bijkans dwars door beyond, in welke kamers wij gehouden werde" enz, 5) H.S. karners, VERSAAL VAN BET BELE& VOOR ZIERIKZEE. I. 25 de wonde sloeg, zoodat ik mijn hays moeste bewaren daar ik niet zeer droevig om was — sulks dat den chiruran deeelve wonde in goon vjff maanden wet ge- neaten konde. Den vijant meester van Bommenede en 't geheele land van Sebouwen en Duijvelandt zijnde, begonnen to tsad- slagen, hoe hij de stad zoude mogen winnen, indiervoerm, dat h een kleijn bolwerk dede maken op 't vergaderen van de dffic van Ovotkens Nieuwland en Poortambagt, op deselve plaatse, daar Camperseruce stond ; en van geigke op de hook van Altekleijn 2), daar den nieuwe dam nu gemaakt is ; ende bovendien eene wat westwaart van St. Janslandse sluijs ende op Maaije 3), indiervoegen, dat hij meester van 't geheele Dijkwater wierd in korten qd, sulks dat or geen schepen uijt nog in mogten dan met groot perrijkel. En schooten van 't bolwerk van A.btekEeijn regt de mond van de haven inne, alle do huijeen en keeten omverre 4). Indiervoegen dat men naderhand een groote wal moest gaan maken, van de nieuwe parapette aan de noortzijde lanks het diep, met een brugge over de haven tot aan de Zupselke toe. Fin word dieselve Znijdselke al steil afgestoken, en diversohe aarde bolwerken daarop gemaakt, indiervoegen, dat zij den middeldijk aan de Zuijdselke insgelyks deure moesten steken etc. Binnen deselve tijd word een trompetter aan de Zuljd havenpoorte vernoomen, dewelke eenige brieven begeerden over to leveren aan den gouverneur, eapiteijnen en magi- straten deser stede. De soldaten, die aldaar de wagt hadden, deden hem vertrekken naar nieuwe hoofd. In somas, de gouverneur en andere, hieraf geinformeert zjnde, stelde in deliberatie of men deselve brieren soide ontfangen of niet. Dear wert gecommandeert, dat men 4) Zie hierboven. 2) Poldertje in Duiveland, vlak tegcnover tie Zelke, de hoogte bij Zierikue-, gelegen. a) Maar = ineedijkte polder aan de N.O. punt van Schouwen, tegenaver Sirjanwland. 4) H.S. overt*. 126 VERTIAAL VAN NET BELEG VOOR ZIEIMIKZER. die ontfangen soude etc. ende dat men die openbaarlijk zoude opbreeken en eeniegelijk van den inhoude ver- wittigen, twelk alzulks geeffectueert werde; zulks dat men beyond den inhoude niet andere te zijn dan gratieuse termen en redenen, ten fijne den voornoemde gouverneur, capitebnen ende burgers zouden willen de stad over leveren onder zulke redelijke aecoort, als ten wederzfiden soude• mogen geeoncipieert en gestipuleert werden ; ofte bij gebrek van lien, dat zUne majestejjt deselve met force daartoe souden brengen etc. Den gouverneur dit in dis- pute stellende, werd geconcludeert, dat men daartoe niet en begeerde te verstaan, als den vijant wel magtig zjjnde to verduuren etc. Den gouverneur was met eenige andere wel van andere advijse, 'twelk hij simuleerde •_dan sonde,dat het behoorde van de magistraat en burgers te komen etc. Sulks, dat het bij hem en eenige andere teweegen gebragt wierd, dat men een project zoude maken van puncten, die Ten to eijsschen hadde. Indier- voegen dat . . . ten weten van de voorscreven gouver- neur daar op *el twee dagen besoigneerde 1), twelk men al den voorsegde gouverneur, capiteijns, soldaten ende burgers soude hebben laten weten, tenfine eeniegelijk onbeschadigt zoude mogen blijven. Den bailliuw der stede Ziericsee Casper van Vosberge vernemende van dit concept, geliet hem, dat het hem wel good dagte en behaagde ; dan seyde, indien men sulks begeeren zoude to procederen, dat het wel goed hadde geweest, met het scheepvolk hieraf te spreeken, die op de wagten in het Fael 2) in Zuydvlied(?) en ander- sints lagen, om henlieden ook onder deselve capitulatie te mogen begrijpen etc.; en zeijde dat hij ze daartoe wel zoude weten te bewegen, indien hij vrij passagie soude mogen verwerven om over 't nieuwe hoofdt bij henlieden te mogen reysen etc., hetwelk v'oor hem ge- 4) In een zoogenaamden Breeden Raad, waarbij, ook de schutterij nanwezig was en eenige hoplieden als gevolmachtigden van den gou- verneur. Zie Beleg blz. 20 en Brieven etc. van Van Dorp I, peg. .461 2) Fael scheidde het Worige-nand van Noord-Beveland, VNItHAAL VAN HET BELEG *NOR =RIME. 127 impetreert werd: En kwam denselven bailliuw vrij ende vranc aan de schepen, sonder dat hij hen een woort van hetzelve concept verklaarde. Dan refisde straks naar Walcheren en diende dese sake den gouverneur Boysot en raden aan, dewelke terstond een deel schepen .en galijen . met een vendel soldaten, dat men het Bredasche vendel noemde 1) zonden, die 2) den 24sten dag Octobris binnen deser stede kwamen, met de voornoemde bailliuw en andere capiteijnen, soodat er binnen der stede doen waren twaalff vaandels knegten. Den 25sten derselve maand soo exhibeerde de voor- noemde bailliuw en sin compagnie een billiet, daarin geschreven waren die namen van eenige uit de magistraat, wet en raadt, mitsgaders eenige burgers en geestelijken personen die met henlieden in Waicheren louden moeten 7 rejjsen, welk billiet in handen van eenige gelevert wierd, die een deel van de namen royeerde — zoo ik van ge- loofwaardige hebbe hooren verhaalen onder welke namen ik onder andere gestelt was; zulks dat sylieden ten selven dagen ses van de notaibelste qt de magistraat, weth en raadt ligtede, als Jacob Witte Jacobsz., gemeente- burgemeester, Cornelis Lievense Werekendet, schepen en opperctkgraave, Job Claes Imanse, Mr. Cornelis Bakker, Pieter Claas Imansz. thesaurier, Miehiel Rombouts raadt en Mr. Gillis Jacobsz. griffier en thesaurier ende in Walcberen — door het grof geschut, dat op 't nieuwe hoofdt gestelt was — voerden. Zoodat ik, overmits min indispositie en quetsure, alhier op belofte gelaten werd, welverstaande, indien ik capabel bevonden wierde, dat de magistraat mij in Walcheren zoude leveren etc. Den 2 lsten deser maand werde dese gevangen to Middelburg op den burch gelogeert, daar s'd een geruijmen tijd bleven, als hiernaar zal gezegd worden. Den gouverneur deser stede excuseerde hem in alles 1) Zoo genoemd, omdat de soldaten alien uit Breda en omstreken afkomstig waren. De bevelhebber was bopman Pullinger, die tijdens het beleg sneuvelde. Zie Beleg, biz. 12. 2) H.S. ontbreekt zonden die. 128 VEMIAIL VAN HET BELtG VOOR ZIVRItatk. Qveneens of kb nergensaf geweten hadde ; en de capi- teijnen en soldaten bestonden binnen de stadt te leven naar Karen appetijt, gemerkt het vleesch, boter en kaas geduurende het beleg wel ses maanden lang beterkoop was dan in Waleheron. Indiervoegen, dat lieden een boerekertnisse hielden, totdat Moudragon het geheele Dijkwater sloot ende een palisade dede maken van, den zandelinge tot jegens een schans, die hij hadde doen maken bij de galge op de gorsinge van 't zuijder Nieuwlandt aldaar ; ende aan de noortzijde van het Bettewaardsche Bohm. 2) tot aan den dijk van Noordgouwe, daar men to voete over mogte loopen. Dewijle hij daarover besig was met het sluijten, zoo kwamen daar eons acht a tien scheepen en eenige sehouwe-n deure met vivres en amunitie 3), waarmede die stad ontzet wierd Soo meenden [se] en dagten bet al gewonnen te hebben 4), ...... sulks dat de fama ging, dat den vijand de stad verlaten wilde. Maar zoo haast die schepen door waren, beleyden het diep met masten en met schepen over, met ijsere ketens gebonden en met grof geschut op de karat van 't land, sulks dat er niernand naaken en durfde. Dan bestonde eens naar Kersmisse een groot deel guarnisoens in 't e#1and van Over-Slake te brengen 5) en reel schepen en gallgen, die langs voor de Plaate en op Grevelinge lagen en ten lesten het voorszegde guarnisoen innamen, meenende door die palisaaden aan de noortzijde to breeken en die stadt to mogon ontzetten, maar en konde hetzelve niet tewegen 1) Thans ingedijkt, ligt tusschen den Meeldijk en Gouweveerpoider. t) Bettewaerde ligt ten N. van het poldertje Alteklein. 3) Het blijkt niet, of de schrijver bedoelt de posing tot ontzet in den nacht van 5/6 December of die op 9 Januari. Zie Beleg, pag. 48. Ook nog in den nacht van 5/6 Februari kwamen eenige schepen met proviand binnen. - 4) Hierna volgt in 't H.S.: maar bragten een eynde en voerden een geheele- eynde weegs etc. rules dat de fama ging. 5) pit legertje lag bij de Plaat (Voltgensplaat) en stond onder bevel van lioltenlohe. Zie Beleg, pag. 49. VEIMAAL VAN HET BELEG VOOR ZIERIKZEE. 126 brengen, zoodat zij w$jken moesten met groot verlies van voik, die aIdaar dood bleven 1). Dewijle Mondragon htermede besig was, zoo hadde den voorszegde gouverneur en eapiteijnen vreese, (tat +hij eon brugge zonde doen maken over het sluijsgat be- noorden, om de stadt van die zijde to bestormeli. Zoo werde geeonoludeert dat men dien dijk doorsteken toutte, t'einde die nieuwe parapette ofte het vingerlink, twelke alsulks gedaan werd, indiervoegen dat het eon gigot grondgat word van 38 roeden wijt en ten lagen water agt a negen vadem diepe, sulks dat deselve patpette [die} 6000 gulden gekost hadde, van 't water weg spogde en die stadsvesten vielen tot eenige plaatsen Doen begon een iegelijk 2) wat agterdenken te krijgen, dat men to veel water in 't landt gelaten hadde. Den vijand leijde langs den dijk van Schouten guar- nizoen en maakten op den hoek van Borrendamme teynde de boomen oft Flaauwers en . . . . slnysen kleine sehansen ende op alto oprellen liet hij Mitten waken, daar die soldaten die heele winter de wagt in hielden, zoodat men ten lasitsten niet uljt nog in mogte en moesten hun behelpen met duijven. 1576. Den 219ten dag van de maand Mey meende de prince van Orange dose stadt te ontzetten 3), die met oimige hulken, kromstevens en andere •thepen van oorloge kwamen liggen in 't Vael met veel andere sehepen,- die geladen waren met vivres, ammonitie en anders ; maar en konde niet bedrijven, hoewel tenzelven tijde eon binntlandsehe vloote nut deser stede toegerust, eon open omtrent Borrendamme meende to maken 4). Maar werde gobouteert met groot verlies van yolk en eenige kleine 1) Deze mislukte poging, om van het noorden uit bij Zierikzee te komen, had plaats op 12 April. Zie Beleg, pag. 49. 2) H.S. eigelijk. 3) Pit is onjuist, moet zijn 27 Mei. Zie Beleg, pag. 50. 4) Door misverstand is van de stad uit geen hulp verleend aan admiraal Boisot. De volgende zin "Maar werde gebouteert" heeft this geen betrekking op de „binbelandeehe vloote" maar op de schepen van den Prins van Oranje. Bijdr. en Meded. L. 9 130 VERRA AL TAN. HET IIELtG VOOR ZIERIME. schepen met een groote hulk, daar den admiraal Louis van Boyssot merle bleef, Welke hulk in den grond ge- sehooten wierd etc. ende was genaamt Job Jansz. schip. , Den yijand versterkte en ververste altoos zijn wagt, zoodat ik van geloofwaardige persoonen hebbe hooren vertellen, dat Mondragon dikmaals geduurende deselve u4t sijn logijs naar Ouwerkerke reijsde en kwam zoo langs de palissaden in den avond over in 't zuyder Nieuw- land op 't nieuwe hoofd. Zulks, dat hij niet en rustede, hij hadde de wagten langs de dijken zoo aan de noord- als aan de zuijdzijde besogt etc. Nademaal de vivres verr verloopen ware binnen deser stede ende dat het magazijnhuijs geslooten nerd, dat ook die tinne daalders geen cours en loop meer en hadden, zoo bestonden die eapiteijnen en soldaten in de maandt van Juny agterdenken te krijgen ende seijde, dat zij oen appoinctement op haarzelve zoude maken, indien de burgers daartoe niet en souden willen verstaan etc. Zulks dat den burgers ten laasten - nadat zij grooten overlast en uijtteeringe ,van soldaten geleden hadden --- tot een hart appointement gedwongen wierden, als men hiernaar hooren zal, indien 't Godt gelieft. Den meestendeel van straten deser stede, omtrent de 13arendijte, zoo naar de Westpoorte, in de Weverwelle, Slabberswerf, Poppemeet ende de Nobelstrate waren onbe- woond en geruijneert van de soldaten, die de wagten aan de vesten daaromtrent gehouden hadden en del huijsen en schuuren afgebroken 1), om daarmede to bakken en te brouwen, soodat het zeer desolaat stood en was alzoo veel noods van binnen als van buijten. Den 12den Juno begonnen to parlementeren 2) tussehen het sluijs en groote gat op de dijk, ten eijnde die Noortselke, alwaar de gedeputeerde van Nondragon van 's konings zijde veel begeerden om bet guarnisoen eon- 1) H.S. afgeworpen. 2) De datum is onjuist. Op 20 Juni voeren Arend van Dorp en hopman De la Porte met twee heeren uit den magistraat n.l. de burge- meesters Thomas Leenaertse Rink en Zeman Claes Iemanse naar den dijk om te gaan onderhandelen. Zie Beleg, pag. 56. VERHA.AL VAN HET BEtiEG VOOt ZIEIHKZEE. 131 tentement te doen. Die van de stad beklaagde haar van de groote desolatie en dat de burgers zoo verarmd waren, dat zij niet en vermogten. Enfin zoo worden zij ems onder rapport, elks aan zijnen te doene, zoodat diezelve gedeputeerde van de stede met henlieden binnebragten Sr. Jaques Maurice cnde . van Myerop, die cosjjnen van Jacob Wittesz., die de magistraat tot redelijke con- ditien zoude bewegen etc. en den gouverneur en eapi- teijnen induceeren, dat sij met de burgers redelijk mule handelen etc. In somme, den 26sten en 2 7stenJuno werd het voors- zegde appointement gesloten indiervoegen, dat den gou- verneur, capiteijnen en burgers met haar geweer soude mogen niktrekken, die niet en begeerde to blijven, vrij ende vrank, daartoe men ostagiers ten beijde sijden zoude leveren dan werd cen apostaat geexcipieert uyt Braband, die hem evenwel salveerde ; en de stad met alle de ammunitie zoude overgelevert worden zone koninglijke majesteljt, mits dat de burgers en inwoonderen furneren zoude de summa van 200000 guldens. Boven dese zoo moesten de burgers furneren tot debet van soldaten, die daar binnen gelegen hadden 4000 gulden en het tracte- ment van den gouverneur, dat mode een merkelijke somme beliep, indiervoegen, dat den meestendeel van de burgers bedorven waren, overmits dat het land van Schouwen met der zee gedreeven hadde omtrent negen maanden en dat het niet mogelijk was, 'tzelve to beverschen voor den winter, sulks dat het bijkans uijt der hoope was, om eenig heijl moor van stadt of land to mogen hebben, gelijk gij naar horen zult. Ende met dese conditie redi- meerde de burgers lijff en good. Den eersten dag van Julij word de stadt gelevert in handen van voornoemden Mondragon 3), die met zijn 1) Onjuist. Den 29en Juni werd de overgave geteekend op den dijk bij bet klooster Sion. Zie Beleg, pag. 58. Het militaire verdrag tusschen Mondragon en Van Dorp werd geteekend op 30 Juni. 2) Bedoeld is Caspar van Vosbergen. Deze weigerde in 's Konings dienst te treden. Zie Hooft, Historian, blz. 451. 3) Moet zijn den Zen Zie Beleg, blz. 59. 132 V1RHAAL VAN HET BELEG VOOR, ZIERIKZEE. guarnisoen, te weeten met vijff vaandelen Waalen met schubten tusschen de Nobelpoorte en Weverswellepoorte ingelaten wierden. Den gouverneur, capiteijnen, en burgers keilsden to schepen de haven uijt nadat er ostagiers om en wederom gestelt waren. Die scheepen voeren met het guarnisoen naar Walcheren ende zoo wanneer den voors- zegde gouverneur 't nieuwe hoofd gepasseert was, zoo stale hij eens 't hoofd uijt den voorszegde schepen en seiide: Ziericzee, Ziericsee, leijd daar gij ik beb or svel geweest en hebbe uw een paksken op den bals gebragt, kond gij dat verdragen, zoo zult gij van geluk moogen spreeken etc. ; daarmede den goeden beer dagte, dat hij hem wel gekweeten hadde. Nademaal dat Mondragon een dag of twee — — salvo justo tempore 1) binnen de stad geweest was, zoo hadden die Spanjaarden en andere — die bet beleg deser stede hadden helpen continueeren — ver- noomen ende die rake in de neuse, dat die van der stede gestipuleert hadden in 'taccoort, dat deselve Mondragon geen guarnisoen "neer mogten binnen brengen, dan die voorszegde vi.jf vaandelen Waalen etc. en dat men lieu op 't land [sonde] leggen, daar te eeten of to bijten en was, zoodat deselve zeer malcontent begonnen to worden, indiervoegen, dat zij eenige capitejjnen aan de voorszegde Mondragon binnen deser stede sonden, om te weten vat van dese take was, doceerende dat men de soldaaten Nile contentement ende betalinge behoorde to doen, nadema.al deselve de buijt niet en konde genieten, die haar tot di- versche stonden staande hetzelve beleg — be- looft was etc. De Waalen, die binnen de stad gekomen ware; meende daarjegens, dat zij voor alle andere be- hoorde betaald te worden. Ende hoewel de voorszegde Mondragon sijn deligentie deden, om beijde deze nation to stillen en tevredeu to stencil, soo en konde hij hetselve niet volbrengen indiervoegen dat de Walen hier binnen der stede een Spanjaard of twee doorstaken en dreeven de andere met geweld daaruijt verhoopende, dat zij alley- eerst betaalt zoude mogen worden. De soldaten, die to 1) H.S. justi. VERHAAI, VAN HET BELEG VOOR ZIERIKZEE. 133 landewaart dit verneniende, waaren seer kwalijk tevreeden en souden de stad wel aangevallen hebben, in- dien 't te voete doenlijk geweest hadde. Sulks dat er niet een burger ofte soldaat thoofd buijten de poorte mogte steke-n. Ende hoeveel die magistraat, wetli en raadt 12 per- suonen hadden gecommitteert om eenijgelijk te tauxeeren in deselve redemptie naar zijn staat ende magt, daartoe deselve behoorlijken eed hadden gedaan, zoo word be- yond°, dat men die helft van de beloofde redemptie niet en sonde konnen vinden overmits de grote schade en uijtteeringe, die den borgeren hadden geleden den tijd van 39 weken. Sulks dat men hetzelve ten hove dedo dolere en nitlang vervolg wierde de zaken daartoe ge- bragt, dat de burgers zoude mogen volstaan met den 6.6n hondert duijsent gulden, die men bij de tauxatie bevonden hadde. En de ander° heift zoude zjj in toe- koruende tilde furneeren tot de restouratie des lands van Schouwen etc. Daar waren burgers, die in deo redemptie gesteld waren op vijff, viere en drie duijzend gulden en ik was gesteld op 't honderdste deel, dewelke mu niet zees hinderlijk zoude geweest hebben, indien ik geen schade meer geleden zoude hebben 1). De viiff vaandelen Waalen, die met de voornoemde Mondragon allereerst in de stadt gekomen waren, wierden ook zoo haast niet betaalt en bedugtende voor eenig inconvenient versamelde en ma,akte eon elector, wesende cen Hoog-Bourgonjon ende allereerst indiervoegen, dat zij Mondragon gevangen namen in den huijse van Jacob Wittesse voor de nieuwe brugge 2) en bewaarde hem zoo naauwe den tijd van drie weeken, zoodat er niemand bij mogte koomen ; binnen welke t*1 zjlieden veel allarms inaakte en groote ongeschiktheeden pleegden, sulks dat men anders niet en meenden of zij zouden soro villaque (sic!) gespeelt en tie stadt in brand gestooken hebben. — - 1) Vooral de zeven naar Middelburg vervoerde magistraatspersouen zijn Leer hoog aangeslagen en „waren yeller boven hun staet getauxeert". Lie Beleg, pag. 60. 2) In bet huffs genaarnd „de Mossel". 134 VERHAAL VAN HET BELEG VOOR ZIERIKZEE. Dan desen electo was kloek en verstandig en wel te induceeren, indiervoegen dat sij hem ten Iaasten verlieten en namen een ander, dewelke ook niet lange diende, soodat sijlieden naderhand Brie elector 1) op eenen dag hadden. En nademaal de grote redemptie begon betaalt te worden en dat er ook goed uijt Braband van de staten gesonden werd 2), zoo verging alto Bingen nog ten besten ; dan de burgers die hadden ubtnemende grote kost ende waren bij maniere van spreken van 't vagevuur in de helle gekomen. Ale den voornoemden Mondragon een dag viere ofte vijve — — salvo justo 3) tempore — binnen deser stede gekomen was, zoo Bede hij bij hem koomen eenige gequalificeerde burgers, hen in 't felt van dijkagie ver- staande ende dat in praesentie van Philebert van Seroos- kerke, rentmeester van Bewesten-Scheld, Bruijninck van Wijngaarden, rentmeester van Beoosten-Scheldt en Ad. Jacob Jo osse, oud-burgemeester der stede van Middelburg en eenige andere etc. Enfin, naar eenige discoursen was die voorszegde persoonen afgevraagd, wat middel dat zpeden hadden geconcipieert tot restouratie der dijkagie 'slands van Schouwen etc. ; daarop geantwoord wierd, dat de magistraat, weth en raadt niet geinformeert en ware van die twee grondgaten benoorden de zoutkeete der steede ende den cramdijk 'slands van Schouwen. ete. Daarop gerepliceert werd, dat zij ben eertijds informeeren zoude ende adviseeren met de voornoemde burgemeester van Middelburg etc. In comma dieselve burgemeester met die van de stadt voornoemt, voeren op 't groote gat en op 't slqsgat en discoureerde hoe en wat manieren dat men 't zoude toeleggen en beginnen, indiervoegen dat er omtrent de voorszegde gaten eenige schaapsstallen 4) 1) H.S. electors. 2) De Raad van State zond den heer Van Naves naar Zierikzee. Hij bracht nee 12000 gulden, geleend van Fugger in Antwerpen en een partij laken. Zie Correp. de Phil. II t. IV, p. 680. 3) H.S. justi. 4) Schaapstal = dijksput d. i. het omkade gedeelte van den buiten- dijks blijvenden grond, waaruit men de specie voor den dijk haalt. Zie Vierlingh, Tractaat van Diickagie. V ERII.A.LL VAN HET BELEG VOOR ZIERIK ZEE . 135 o'eraamt waren te maken. Dan overmits de alteratie van de soldaten, zoo en werd de zuijd- of noordhoek niet gevesiteert. Deze goede heeren, daarvan hiervooi'en geschreven is, waren zeer perfect in de ..... , te meer omdat den voor- uoemde burgermeester Ad. Jacob Joosse geliet, alsof de gaten ligtelijk to stoppen waren geweest 't welk - onder correctie voor den winter doenlfik en was, gelijk uijt het naargeszegde wel blijken zal - al ware 1) den geheelen thoren en kerke goud geweest, want daar en was geen middel om rijs of steen uijt Braband te krjgeu, nog en waren alhier geen klefine schuijten of schepen te bekomen, nog weijnig arbe#ders etc. In somma, naar lange deliberatie met de magistraat, weth ende raad werd raadsaam bevonden, dat men in werk zoude treeden, nademaal de voornoemde dragon hadde verklaart : je veux que vous saches etc. Zulks dat men in Noortgouwe en Duijveland tot veel plaatsen rijs dede kappen en maken en omtrent die gaten brengen. Dan en konde zoo haast niet geeffectueert werden overmits de voorszegde alteratie. Indiervoegen, dat men in 't beginsel van September in het groote gat to werken kwam etc. Die steenen worden met sobouwen te Borrendamme van den dijk gehaald, 'twelk niet meer helpen en konde dan een bone in een brouwketel. In somma, dat or tijd gewonnen wort, maar niet sonder perjkel van stadt en land eta. Tgeen den raad van staten verstaande, door andere heeren den voorszegde Mondragon adverteerde belangende 't Iswerk, dat van wederzijde binnen 't gat gemaakt word. [Het] bleef leggen tot den eersten springvloed toe, maar doen bevstede hetzelve en ging wentelen to landwaart in, gelbk of het een deel bruijnvisschen waren geweest, zulko dat alle het gemaakte its nog voor de winter omtrent het voorszegde gat aan eon mijte of stapel gesteld wierd. De groote redemtie werd middelertijd opgebragt en overmits dat or -zoovecle defaillanten waren, zoo werde daar nog een 25 penningen omgeslagen. A.11e de koop- 4) Ware ontbreekt in 't 11,S, 136 ITERHAIL VAN HET BELEG POOR ZIERIKZEE. manschap, die binnen de stadt bevonden werd, wierd inegelalts aangeslagen, indiervoegen dat niemant meester was van zi.jn eigen goed, dat hij boven zijn quote hadde. En werde diezelve coopmanschappen bij eenige gedepu- teerde voor het generaale verkogt, zoowel die van buijten als binnen der stede thoebehoorde 1). Nademaal dat defer stede bij appointment overgegaan was awl zjjn koninAke majestett, naar deselve 39 weken belegert [was] en 't land van Schouwen jaar en dag met de zee gedreven hadde als voorszegd is, ende dat alle het guarnisoen anders geen ujjt- of ingang hadde, wits- gaders ails vivres, die met groote koste en seer spaareljjk alhier konde komen, gemerkt den prince van Orange meeeter bleef van de wateren, die tot diverse stond as- soulten liet doen op de bolwerken van de Poortvliedsche slt4js en op Veuusdam, om hetzelve guarnisoen de passagie to buttes tot den aanvoer van vivres en victualie etc., walk zij NA ten laasten volbragten, sulks dat het veurnoemtle guarnisoen den 3den dag November 1576 'Es movgeus vroeg nip desert ejjlande scheijde ,als van Pa- cieee,tie van Gent geadverteert zijnde etc., agterlatende alle grof geschut en ammunitie, die ujjt Brabant bier gebragt was 2). Binnen deuselven dag was den grave liollenio ujjt namen van den prince van Orangnes met omtrent de vier of vijfhondert soldaten gekoomen over 't slujjsgat benoorden defer etede tot aan 't groote gat t'eynde de keeten, be- geerende met betselve guarnisoen binnen to mogen komen, 'twat hem gewetgert werd, overmits dat men nog geen zekerheijt en hadde van voornoemde Pacificatie van Gent en hoe en in wat manieren die seventies provincien waren getinieert, sulks dat zij met deselve soldaten Brie ofte vier dagen op den dijk bleven liggen. De generaale Staten op de voornoemde Pacificatie ge- 1) Be „contador" van Z. M., Joan de Navarette, geeft op 17 Sept. eene quitantie af, dat de 100.000 gulden betaald is. Zie Beleg, pag. 60. 2) Een gedeelte der -ammunitie en van het grof geschut werd door . 2) Een gedeelte der -ammunitie en van het grof geschut werd door Mondragon en eenige weinige getrouwen naar het kasteel to Gent meegevoerd. Zie Beleg, blz. 66, Vaftfist,A.L VAN MET BELEG VOOR ZIERIKZEE. 137 weAst 11A3bbende, hatiden Haar stede geoommitteert Jonk- Wer, Philebert van Serooskerke, rentmeester Beweeen- beide van Zeelaudt, om uijt haren naana de poesessie van ,deser stede te mogen inaemen etc. En nademaal de- salve gekomen was in 't Gaigrek omtrent Borrow/al:Me en verstaande, dat de voornoemde graave met eenige dates over de andere zfide van de stadt lag, zoo en be - stolid bij noojjt aan 't land te komen - zoo men zejde - ow zjn commissie to megen vo1b;uu. dat den voornoemden Hohenlo ten laasten met zija soldaten ingelaten wert, op beloften dat bj rnasr oen nag-t in de kerke zoude doen logeeren zonder des burgers koste etc., 't welk zjj volbrsgten. Deneelve graave :dade de snagistraat en sobutterije een nieuwen eed doen indier- voegen .als hierna volgt : „Hier zweeren wij den prince van Oranguen aid stadt- „bonder en capitain-generaal van wegen zijIt koningljjke „majestegt ende volgende de aecoorde van heeren Staten- „genetaal der 17 provintien over liollandt, &elan*, „West-Vriesland endo Utrecht, goed en getrouwe te zjn „eu geboorsaamheljd te bewijaen, gRlk van (*de „t#fien bli one en andere steden van-Hollandt era Zeeland „tot nog toe (bier van) beweeen is geweest, die Spanjaarden „en alio andere vreemdelingen, die bubten wegeu van „regten 1e liberteijt dereelver laden en ingesetezen- van „dieu, gesogt en gepoogd hebben te verdrukken elide „veratmen ende in eeuwige siaverniie te brengeu, uijt „den !wide to helpen verdrijven ende voorts al te down „en to gedoogen, wee bij generaale staaten afro e be- „sloten en presolveert is ofte in toekomende tfiden ge- ,resolveert ofte beslooten zal wordes”. De burgers en ingeeetenen deeer stede wares in eon zeer povere staat ende rondsomme van wateren becingelt en beslooten, sulks dat alle nooddruft van buijten moest ingebragt worden met schepen en daar was zeer weijnig to winnen. Be feseer4ers deeer stede mitsgaders der dijkagie 'slands win Sehouwen solliciteerde zeer instantelijk omme met den eereten saisoene te mogen [Icemen] tot de ;e3tou- ratie der dijkagie voorszegd. Die daartoe verworven badden 138 VERHAIL TAN HET BELEG •VOOR ZIERIKZEE. octrooll, dat alle de gemeene middelen cows ende loop hebbende voor de gerneene zaken binnen dese eijlande, daartoe geOmplobeert zouden mogen werden. Haddon nog van de generale Staten verworven omtrent sestig dufisent gulden 1) etc., sulks dat men in Februarij begon en bestond een kade te maken, met vletschuijten van de Nobelpoorte tot aau den deijk t'eynde de keete, om 't water uijt de lande te mogen werden. Ende nademaal deselve kade volmaakt was taliter qualiter eude dat men meende het sluijsgat te stoppen, zoo gebeurden het, dat op St. Jansavond een groot tempeest verhief en zoo Loge vloetde, dat men diergelilke — in zulken tijd noobt gesien en hadde ende dat er veal kleijne polders hieromtrent inundeerde. Indiervoegen, dat de voorszegde kade berstede en doorbrak. Alle bet bout en cordewagens van de arbeUders, die aan den zuijddijk waren werkende dreef henen, met den meestendeel van de provisie van riet en gluij, dat aldaar gesteld was; indiervoegen, dat men geenen raad en wiste om weder te werden te komen, overmits dat de zomer zooverre verloopen .was, waardoor de stall en het landt in can seer desolaaten staid stond, ja meer dan ooijt to vooren en moesten — par contrainte — God bevelen en opgeven. De bovenszegde regenten, zoo van de stadt als dijkagie, aanmerkende die zwaare lasten, die bestonden met den prince van Orange als stedehouder en gouverneur van Hollandt, Geelandt en West-Vrieslandt, hare swarigheden te comminuceeren om deselve restouratie met den vol- genden jaare to hervatten 2). En nademaal dat bevonden werd, dat het een eeuwige schande zoude geweest hebben voor zijne voorszegde excellentie en andere geiinieerde provintien, dat men dezelve landen ten ruYne zoude laten 1) Dc Staten van Holland hebben in Mei 1577, na lange vertoogen van Joost Ewoutse Teeling, toegestaan dat Zierikzee op hun geloof „lichtte de som van f 20.000 tegen een interest van 18 °A), behoudelijk, dat die van Zierikzee zullen gehouden sijn over te leeveren de Staaten voornoemt de principaale acten van de f 100.000, bij de Generale Staaten verleent". Zie Beleg, blz, 70. t.),) Zie voor het lierstel der dijken; Beleg, blz. 68, Gg en 70, VERBAL VAN HET BELEG POOR ZIERIMEE. 139 gaan, nademaal dat bekend was, dat die dOken voor 't gemene beste doorgestooken waren etc.. Bestonden daaromme vaif nieuws te milliciteeren ; indiervoegen, dat de generale staten, na lang vervolg, daartoe consenteerde 40000 gulden ; die van Holland bb name van leeninge 18000 gulden ; die andere eijlande van Zeelandt 12000 gulden, die bij dec. gemeene staten daartoe absolutelijk bewesen werde. Die gemeene middelen, tot deselve restouratie gedestineert, werde voor ettelijke maanden ook geantieipeert. -Welke 18000 gulden van llollandt die 1) ingesetenen 's lands van Schouwen naderhand, als to weten in vier termijnen ende jaren, hebben moeten restitueeren, zoodat dezelve geen secours van die van Holland hebben gehad, maar hen moeten behelpen met het verpanden van de imposten in denzelve lande val- lende, daarvan men die van Holland nimmermeer en heeft te bedanken, als grootelijks de gemeene burgeren, aan gemeene zaaken ten agteren zijnde, daaraf zij luttel hope hebben, om immermeer tot haarc schuld te mogeii geraken. De herdijkinge van Schouwen was met groote moeijte en excessive kosten gewonnen; indiervoegen dat in 't groote gat benoorden die kete, op een enkelen berm van de (lijk, daarmede het water ujjt den laude gehouden wert, omtrent vijff roeden breed, gesonken waren omtrent de negentig schepen rijs en thien schepen kaal (?) Hollandsch riet. Op welken berm gevlet wierd met menigte van van sehepen en schuijten ; 't welk door het vloedwater niet doenlijk geweest zoude hebben, indien men geen binnenkade met vletten hadde kunnen winnen, strekkende van de stadsvesten oostwaards van de Nobelpoorto tot aan de zeedijk benoorden de keete deser stede, met welke agterkade men twee jaren besig was, overmits dezelve op St. Jansavond doorbrak met een hooge en ongesiene vloed anno 1577, gelijk hiervooren breeder verklaart staat, welke agterkade ongelijk meer gekost heeft to maken, dan beijde die doorgestooken grondige gaten gedaan hebben, gelijk dat wel uijt de gemeene landsrekeninge - 1) I.S. Welke 18000 gulden \ an die 1-lollandt die. 140 VERHAAL VAN HET BELEG VOOR MEMO]. gecolligeert zoude konnen werde, indien iemand belust waren, die moeijte to doen. Indiervoeg9n, dat de som- maiie wei gedemonstreert zoude konnen worden, dat die dijkagie van Sehouwen binnen die zeven (?) jaaren meet gekost heeft clan twaalff honclert duijsend guldens. Den 29sten September 1575 jaren mede Was den dijk van Sehouwen doorgestoken tot vele stede. Den 2lsten junttti 1578 jaren wesende gekommen, Word den rink van Schouwen droog gewonnen. MAATREGELEN, IN 1565 VAN OVERHEIDSWEGE GENOME_N, OM DE VOEDSELVOORZIENTNO- VAN DE BEFOLKING IN DE NEDER- LANDEN TB ItEGELEN, MEDEGEDEELD MOH Dr. E. C. G. BRUNNER. In het jaar 1565 heerschte er in de Nederlanden, geljjk trouwens ook elders in West-Europa' gebrek aan koren. Teneinde te zorgen voor een behoorlijke voedset- voorziening, zjn teen in de Nederlandsehe Gewesten drieerlei rnaatregolen genomen : A. de Centrale Regeering gaf last aan de Gewesteljjke Besturet, om een enqate in to stellen naar de korenvoorraden; B. de Centrale Regeering ging over tot het uitvaardigen van voorschriften, om de aanwezige voorr;: en te behonden voor de volksvoeding; C. de Stedeltire Besturen gingen over tot brooddistri- butie, waartoe de voorbereiding werd getroffen. A. De enquete naar den omvang der korenvoorraden. In het 2d deel van de Niederlandische Akten und Urkunden geeft Prof. R. Ritiike in No. 406 een regest van een brief van Willem van Ora* aan de laulvookcies Margaretha van Parma, welke gediend had a% begeleithtild sehrijven hij een rapport, dat het Hof van Utrecht had opgesteld „stir la visitation de bledz et graines ensemble la taxation d'iceulx". De, brief en het rapport bevinden zich in de Archives Ginittrafes (aftl. Pipiers d'Etat et de l'itudienee f. 240- 231), to Brussel. Gachard heeft den brief afgedrukt in 1,0 NIA ATERGETAN VAN OVERHFIDSWEGE GENONtEN ziln Correspondance de Guillaume d'Orange, II, p. 121; terwiji Hipke enkele mededeelingen geeft omtrent den inhoud van het rapport van het Hof van Utrecht in een noot bij No. 406. Blijkens de Memoires van Pasquier de la Barre et Nic. Soldayer (I, p. 6) is er op het einde van 1565 op last van de Centrale Regeering een onderzoek ingesteld naar den omvang der graanvoorraden in de verschillende steden en dorpen van de Nederlandsche Gewesten. Het rapport van het Hof van Utrecht is derhalve een verslag van het onderzoek in de pron. Utrecht, ingesteld naar aan- leiding van de opdracht van de Centrale Regeering. Teneinde nu den gang van deze enquete in het tegen- woordige Nederland te kunnen vaststellen, werd door mij een onderzoek ingesteld in de Archives Generales te Brussel, het Algemeen Rijksarchief in Den Haag, de Rijksarchieven te Utrecht, Arnhem, Zwolle, Middelburg, Groningen en Leeuwarden, verder in de Gemeente-archieven te Utrecht, Kampen, Groningen, Middelburg en Leeuwarden. Een woord van dank betuig ik hier gaarne aan de H.H. ar- chivarissen en ambtenaren der verschillende archieven voor de groote hulp, die ik van hen mocht ontvangen. Over het verband, dat er bestaat tusschen deze enquete en de politieke gebeurtenisaen dier daget, zal ik elders 1) handelen. Hier kan ik volstaan met die mededeelingen, welke licht werpen op de beweegredenen, die tot het instellen van de graen-enquete geleid hebben. In de toelichting, welke Margaretha last voorafgaan aan de ordonnantie tot bet verbod van korenuitvoer, wordt gezegd : ,,alsoe tgewas ende oegst van tcoorn ende graen van dezen jare sober ende cleyn is". Hieruit zou afgeleid moeten worden, dat de enquete samenhangt met de ge- volgen van een misoogst. Men zou derhalve in 1565 te maken hebben gehad met een abnorinale prijsstijging, vooral, nadat de resultaten van den oogst bekend waren of konden zijn. 4) E. C. G. Brunner, Die danische Verkehrssperre and der Bilder- sturm in den Niederlanden im Jahre 4566, Hans. Gesell. B XXXIII (1929). OM DE VOEDSELVOORZIENING TE REGELEN. 143 tilt de Tabellen van de marktprijzen van graven to Utrecht (ed. J. A. Sillem, Verh. Kon. Acad. v. Wet. AM Lett. III—IV) kan men het volgende verloop van de tarwepttsen in de jaren 1561-1565 opmaken. 1561 April 53 st. per mud. Augustus 67 /I 77 7/ 1562 Juni 64 11 77 7/ Augustus 80 ,, ,, 77 1563 Mei 113 ,, ,, December 614 ,, 77 77 I 564 Januari 56 77 ,, 77 thlth 63 7/ 1565 Februari 584- 71 ,, If Juni 99 ,1 77 7/ Augustus 961- ,, 77 October 114 77 ,, 77 November 125 ,, ,, 77 Hieruit blijkt : 10. in de jaren. 1561-1565 had men twee duurte- perioden : Aug. 1562—Mei 1563 en Juni 1565 en volgende maanden ; 2°. dat de duurte in 1565 was ingetreden, voordat de opbrengst van den oogst bekend was, en er zelfs een prijsdaling is geweest na het binnenkomen van den oogst. De levensmiddelenvoorziening der Nederlanden ge- schiedde in hoofdzaak door den korenaanvoer uit de Oostzeelanden en nit Rijnland. Bij gebrek aan gegevens kan men den aanvoer nit Rijnland voor het jaar 1565 niet vaststellen. Voor den korenaanvoer nit de Oostzee. la,den heeft men als gedrukte broil : Nina Effinger Bang, Skibsfarttabeller gennem, Oresuat I en Een jurist beeld van den korenaanvoer kunnen deze Sondtolregisters eohter niet geven. ilet ontbreken van aanduidingen, betreffende scheepslading in verband met de bestemming van het schip, maakt het moeilijk, om zich een juitit beeld to vormen van de grootte van den korenaanvoer. Immers, de aanduiding van de „Schiffsheimat" is voor dit doel weinigzeggend. Ben tweede bezwaar is, dat men in Skibsfarttabeller 144 MA.A.TRIGNIJEN VAN OYERHEIDSWEGIC GENOMEN sieelits een opgave krijgt van het totaal aantal schepen, dat de Sout in het geheelo jaar is gepasseerd, terwiji toch Poor de bepaling van den korenprUs van betetkenis is de maandelOksehe aanvoer. Voor het jaar 1565 lieb ik daartoe geraadpleegd het betreffende handschrift van het Sondtolregister en kwam toen tot bet volgende maand- overzieht : Overzieht van het aantal Hollan.dsche schepen, dat van Danzig en Koningsbergen nit naar het Westen gevaren is in het jaar 1565 1). Maand. Mvaart nit Afvaart nit Danzig. Koningsbergen. Januari—Juni , • . ..... • • • • 2 2 (-Juni 238 44 ,tali 278 55 Augustus 145 15 September 221 22 October—December 71 5 Vergelijkt men dit maandoverzicht van het seheepvaart- verkeer met het overzieht van de prijzenbeweging op de Utrechtsche markt, dan ziet men, dot prijilistijaing samen- valt met gerint scheepvaartverkeer. De omstandigheid, dat er na Juni Been daling der prgzen valt waar te nemen, hoewel de doorvaart plaats kon vinden, moet in verband gebracht worden met het feit, dat de koopman- bevriehter de schepen dirigeerde naar Emden 2) inplaats van naar Amsterdam, teneinde de granen te kunnen exporteeren naar Noord-Frankrijk, waar eveneens een groote prijsstijging valt waar to nemen 3). h it het bovenstaande meen ik to mogen afleiden, dat de prijistijging van de granen niet alleen samenhing met 1). Oresunds told regnskaberne, 1565, f. 41-304. (R. A. Kopenbagen) 2) Hapke, Nied. Akten. II 369. 3) Deliberations. Rouen, A. 18, 10 Dec. 1564 (G. A. Rouaan). OM DE VORDRELVO0itZIENING TE REGIMEN. 145 de sleehte opbrengst van het gewas, maar in hoofdzaak met de storing in den aanvoer uit de Oostzeelanden. Elders zal ik het verband _tnssclen de heerschende duurte en de politieke gebeurtenissen in de Oostzeelanden meer in den breede uiteenzetten 1). Een andere vraag, welke ons bier nog bezighoudt, is de kwestie, of de enquete in alle Noord. Nederlandsche gewesten is gehouden. De bedoeling van de Centrale Regeering was zeer zeker het houden van een algemeene enquete, daar het nut anders wel problematisch zou zijn geweest. In de archieven van Groningen, Friesland, Overijsel, Zeeland en Holland is niets te vinden, dat wijst op een ingesteld onderzoek naar de graanvoorraden. De missive's van de stedelijke besturen in Groningen en Kampen brengen naar voren het minder wenschelijke van een enquete. Missive's van de steden Nijmegen en Roer- mond wijzen in het voorjaar van 1566 op het nuttelooze van een enquete. Met groote waarschijnlijkheid kan hier- nit afgeleid worden, dat de enquete verve van algerneeu is geweest en in het grootste deel van ons land niet gehouden is. Sterk komt daardoor dan ook nit, hoe los nog de band was, die Gewest en Centrale Regeering verbond. De provincie Utrecht schijnt zich zonder tegen- stribbekon geschikt te hebben. Het is het eenige gewest, waarvan in de Archives Genκrales een rapport berust. In Gelderland is de enquete in het eind van 1565 go- houden op de Veluwe, daarentegen niet in de steden en waarschijniijk ook niet in de Graafschap. De gegevens van de Veluwe zijn niet in een rapport verwerkt, maar zijn toch van belang, daar ze ons doen Zion op welke wijze de enquete word gehouden, terwijl ze een denkbeeld geven van den omvang van de bevolking en de beteekenis van den landbouw 2). Huis aan huis werd gevraagd, hoe- veel broodkoren aanwezig was en werd opgeteekend de naam van het hoofd van het gezin. Daar afzonderlijke publicatle to veel ruimte zou -eischen, hurt ik hier een kort resume volgen van enkele plaatsen. 4) -VV. ook Res. Staten van Holland, 11 April 1565, Juli 1565. 62) DOOSier Veluwe, R. A. Arnhem, Md. Hof. Bijdr. en Meded. L. 10 146 MA.A.TitEGELEIsi VAX OVERREIDSWEGE GENOMEN Gtootte der bevol- Hoeveelheden broodkoren, Plants. king in gezinnen. welke aanwezig zijn. Voorst, Wilp, Twell,' 10 malder tarwe. Terwolde .. . 263 929 rogge. 102 erwten. 143 37 boonen. 405 gerst. 504 77 boekweit. 2265 haver. 654 77 mancksaet Mierland 31 220 77 rogge. (te kort: -1- 50 malder). Putten 195 10 last rogge. (165 gezinnen had- 14 77 gerst. den geen voorraad). 5 ,1 haver. Uchelen 9 22 malder rogge. 27 boekweit. Engelander buerscap 11 22rogge. 77 22 boekweit. Dapper buerscap. . 21 21+ 77 rogge. 32 boekweit. Sterhuysen 1 19 26 rogge. 55 boekweit. Loenden 24 82 rogge. 38boekwe it.17 Yzendoorn : 31 4 hoed tarwe. 49 „ gerst. 51 haver. 7 boekweit. 13 3/ boonen. 2 77 erwten. 2 malder rogge. Van de stukken, welke door mij in de eerste groep gepubliceerd worden, geven die, gewisseld tnsschen de Centrale Regeering en het gewest Gelderland, den Stad- houder en de steden van de gewesten Groningen en Overijsel een overzicht van de motieven, waardoor de OM DE VORDSELVOORZIENING REGELEN. 147 Central° Regeering zich heeft laten leiden en van de bezwaren, door de steden naar voren gebraeht. De andere stukken behelzen de resultaten van de enqutite in het gewest Utrecht en in de stad Roermond. B. Maatregelen van de overheid, om de aanwezige graanvoorraden vast to houden. Teneinde er voor te zorgen, dat de voorhanden zijnde graanhoeveelheden alleen gebruikt werden voor de eigen bevolking, ging de overheid er toe over den handel en het gebruik van graan aan beperkende bepalingen to onderwerpen. In schijn zijn doze verordeningen volkomen logisch, in werkelijkheid riepen zij allerlei problemen in het leven, voorat wanneer men geraakt had aan de belangen van vreemdelingen. In de Nederlanden was in het midden van de 16de eeuw de graanhandel in handers van de Oosterlingen. Amsterdam was voor hen slechts de stapelplaats, vanwaar het graan verzonden word naar Frankrijk en Spanje. In het voorjaar van 1563 Wilde de Centrale Regeering tot het uitvaardigen van eon korenuitvoerverbod overgaan. De Amsterdamsche regeering weer toen op het gevaar, dat in eon dergelijke maatregel schuilde 1), waarbij herinnerde aan het dreigement van de stad Danzig, om over te gaan tot het nemen van repressaillemaatregelen2). Wel ging de regeering over tot het uitvaardigen van een uitvoerverbod, maar uitgevoerd werd het Diet, daar de aanvoer weer toenam. In het najaar van 1565 ging Margaretha van Parma weer over tot bet uitvaardigen van een korenuitvoerverbod (15 Sept. 1565). De uitwerking was echter in hooge mate nadeelig. De kooplieden dirigeerden de graanschepen naar Emden inplaats van naar Amsterdam 3), terwijl de stad Dan- zig den graanexport naar Holland verbood van October 1565 1) Hapke, Nied. Akten. II 211, 212, 2) Hapke, Nied. Akten. II 195. 3) Hapke, Nied. Akten. H 369. 148 M.AAIREGICLEN 'VAN OVERHEIDSWEGE GENOVEI4 tot April 1566. De economisohe blokkade werd derhalve op Holland toegepast 1). Nauw verbonden aan dit korenuitvoerverbod was het instellen van den marktdwang. Zij, die voorraden hadden, konden een passend gedeelte voor zich houden, maar moesten het overige op de markt brengen. In de ver- schillende provincies en steden werd door de betrokken besturen de korenhandel in overeenstemming met en naar aanleiding van dit placcaat geregeld. Aan de stede- lijke lichamen mocht alleen in het groot verkocht worden ; aan de burgers echter slechts kleine hoeveelheden, het mud niet te boven gaande. Opdat niets onttrokken werd aan de volksvoeding, verbood de Centrale Regeering ook het gebruik van graan voor het bierbrouwen 2). Voor de brouwerij was dit een zware slag. In steden als Gouda, Delft, die van de brouwersnering grootendeels bestonden, Haarlem, dat een belanirrijke brouwersnering had evenals Amersfoort, enz. beteekeude deze maatregel toename van de werkeloosheid, die toch al groot was, doordat tengevolge van het conflict met Engeland de handel en scheepvaart aanmerkelijk verminderd waren. In verband met het bovenstaande zijn door mij ver- schillende stukken opgenomen. Het belangrijkst waren in dit opzicht wel de stukken, welke voorkwamen in de archieven van Utrecht en Kampen. Voor Friesland de uitvoerverboden to vinden in het Placeaatboek van Vriesland dl. II, 651 en 653. Sommige steden onderwierpen den uitvoer van koren aan beperkende bepalingen b.v. Amsterdam (Res. Amst. II, f. 9, G. A. Amst.) en Middel- burg (Reg. ten Rade f. 310, G. A. Middelburg). 1k meende met de stukken nit Utrecht te kunnen volstaan. C. Brooddistributie. De toestand was in den herfst van 1565 kritiek ge- worden. De prijs van de granen was tot een ongekende 1) Danziger Inv., 4764, 4778. 2) Res, Staten Holland, 12 Juli 1565. OM DE VOIDSELVOORZIENING TE REGELEN. 149 hoogte gestegen en met het oog op de werkeluosheid, die alom heerschte, stond voor den winter bet ergste to vreezen. Reeds had men hier en daar relletjes gehad, waarbij het gebleken was, dat allerlei personen het yolk ophitsten tegen de regeering. De stedelijke overheid besloot daarom over to gaan tot leniging van den hood door het instellen van brooddistributie 1). In hoeverre hierbij gedacht moet worden aan een maatregel, welke uitging van de Centrale Regeering, is bij gebrek aan gegevens niet na to gaan. Zij stond er echter sympathiek tegenover, getuige het verlof, dat zij aan versehillende steden gaf om leeningen to sluiten en de noodige korenhoeveelheden in to slaan. Brooddistributie is er in elk geval geweest to Medemblik, Gouda, Middelburg, .Efoorn en Utrecht. Aileen voor zoover het betreft Utrecht beschikt men over gegevens, welke inzicht geven omtrent de wijze, waarop deze distributie werd voorbereid en zou worden uitgevoerd. Voor de publicatie heb ik alleen genomen het stuk, dat betrekking heeft op de brood- distributie zelve. Ten einde het noodige koren to kunnen opkoopen, had de stedelijke regeering met verlof van de Contralti Regeering 3600 pond van lijfrenten opgenomen (Juni 1565) 2). Het koren word opgekocht to Amsterdam en op het platteland van Noord-Holland. In het voorjaar van 1566 werd door het stadsbestuur rekening en ver- antwoording afgelegd 9. Voor de ander° steden kan men alleen uit enkele aanwijzingen afleiden, dat er distributie geweest is. Zoo moesten Hoorn en Medemblik in 1566 het restant rogge met verlies verkoopen ; Elburg had rogge ingeslagen 4). Uit Amsterdam werd in het tijdvak 20 Dec. 1565-24 Jan. 1566 naar diverse plaatsen ver- voerd 768 last tarwe en 1274 last rogge 5), E. C. G. B. 1) G. A. Utrecht I, 306. 2) G. A. Utrecht I, 651. 3) Res. Hoorn I, 1. 46, G. A. Hoorn; Res. Medemblik 46 Febr. 1579, G. A. Medemblik. — Voor Gouda vgl. Res. Gouda 1559—'72, f, 19 e.v. 4) Dossier Veluwe, (R. A. Arnhem, Afd. Hof). 5) Nied. Akten. II 884. 150 MAATREGELEN VAN OVERHEIDSWEGE GENOMEN A. De enqu6te naar den omvang der korenvoorraden. MISSIVE VAN DE LANDV009DES AAN DEN STADHOUDER, KANSELIER EN LEDEN VAN DEN RAAD VAN GELDERLAND. 5 November 1565. Edel Welgeboren Hoer, Lieve ende besundere. Begee- rende om de groote Sorge, die wij dragen tot welvaeren ende voorspoet van den landen van herwaertsovere, bij alle gevuechlieke middelen ende remedien to versien ende voircommen het uytnemende verdieren van den coren ende granen van denselven landen, ende dat deen soe wel als dandere daervan gedient mach worden tot redelijcken pryse nae de gelegentheyt des tyds; Soe versuecken wy u, ende nyetmin in naem ende van wegen ons heeren des Coninx, ordonneeren wel ern- stelycken, dat ghy advyseren willet, oft u nyet en soude goetduncken, dat men de corensolders soe wel int gene- rael als particulier soude doen visiteren bynnen den goeden steden ende ten platte lande in den lande ende furstendomme Gelre ende graefscap Zutphen, om te mogen weten, hoe veel corens aldaer is, ende oick daerop eenen zekeren tax ende prys stellen, opdat men by zulcken middelen mach verstaen, hoe ende in wat manieren, dat deen landt dandere daermede zal mogen bystaen ende assisteren ende tvoirs. uytnemende verdieren voircommen ende verhoeden. Ende wilt ons daervan mitsgaders van Uwen advyse ende de redenen daertoe dienende in goeder diligentie wel ende int lande adverteren. Om, Uwe rescriptie gesien, derhalven geordonneert te worden, zoo men tot welvaeren, verlichtinge wide geriefve van den voirs. landen bevinden sal te behoiren. Gescreven te Bruessel, den Vten dach van Novembri 1565. Margarita. (Brieven met de Hooge Overheden, 1565, no. 1791, R. A. Arnhem, afd. Arch. v, Hof,) OM DE VOIDSBLVOORZIENING TE REGIMEN, 151 IL MISSIVE VAN DEN KANSILIER IN GELDERLAND LAN KAREL VAN BRIMEIT, GRAAF VAN MEGEN, STADHOUDER VAN GEL'• DERLAND. 15 November 1565. wij hebben ontfangen end gesien Uwen G. missive in dato van de VIen deses maents mitsgaders die missive onser genaedichster Vrouwen der Hertoginnen van den Wen desselfs maents, belangende id uytnemende ver- dierren des corens ende der granen ende die visitatie des corensolders ende soude daerop U. G. to dienst- lyeker meynough voir ende advys, die visitatie der vurs. corensolders betreffende, nyet verholden, dat sullioke middel und voirraminge tot affdoenunge ende behinde- runge der vurs. uytnemender dierten nyet weynich nutz und oirboirs mitbringen sal. Want indyen tselve generalick soewael in desen Furstendumb Gelre und Graeffschaps (sic) Zutphen als in den anderen zijnen Co. Ma.ts landen ge- schege, man daerby zekerliek weten soil, offt er corens genouch in den landen waere off nyet. Ende indyen daer genouch waere, als wy hoepen dattet is, sal men dan tselve tot Bakken pryse stellen moigel) alst na redelick- heyt behoiren soil, tot off onder wellicken prys men tselve ende nyet daerboven verkoopen sal moegen, daerduer dan nootwendelich die offslaeh veroirsaeckt moest worden. Ende wy en kunnen oick nyet bevinden, dat yemandt rich desto beswaeren sal hebbende, sonderlinghe soe al- gereets alhier in desen landen in eenigen stede visitatie der solderers geschiet ende tcoren op eenen prys ge- stelt is. Gescreven tho Arnhem den XVen Novembri XVcLXV. (Brieven met de Hooge Overheden, 1565, no. 1794. R. A. Arnhem, afd. Arch, v. h. Hof.) 1 h2 MAATREGELEN 'VAN 6ViR1IDSWEGE GENOMEN MISSIVE VAN KAREL VAN BRIM ENZ. AAN DEN KAN- SELIER EN DEN RAAD VAN GELDERLAND. 24 November 1565. Strenge, waerdige Edele, Hoich gelerte Erentfeste, und froeme besunder guede vrunden. WY hebben uwe lest© bryeven, wesend een advys opt middelen by de Durchluchtige und Hoichgeboren Furstinne Hertoginne to Parma Regent. etc. overgesebreven en het uytnemende verdueren vant worn your to t'khommen, eutfangen, und alsoc wy dan onsen advys mitten Uwen conform bevonden, hebben wy den voors. Uwe bryeven Hoichgemelte Hertoginne doen verhantreycken. Dan al, see etlicke Commissarissen van hyer geschickt syn tot Amsterdam om aldaer visitatie to doen des coorns, en sal by Oire Hoichheyt nyet inder saicken geordonneert worden, voor ende aleer die voirs. Commissarissen wederom hyer gekhomen und oir rapport gehoort sal syn. Gescreven to Bruessel den XXIIITste NovethbriXITcLXV. Charles de Brimeu. (Brieven met de Hooge Overheden 1565, no. 1797. B. A. Arnhem, ofd. Arch. v. h. Hof) Iv. MISSIVE VAN DE LANDVOOGDES AAN DEN STADHOUDEIR , DEN KANSELIER EN DEN RAAD VAN GELDERLAND. 1 December 1565. Edelwelgeboren Heer, Lieve besundere. Gesien hebbende tgene, dat one by eenigeu provincialen Raden ende principaelste officiers, mitsgaders den wethouderen van sommige hooftsteden van den landen van herwerteovere voir advys beantwoirdt is geweest aengaende de visitatie ON TIE TORDPELVOORZISNING TE REISMAN. 153 van den coren onde granen in denselven landen synde, ende naedien wij mitdien van den Rade ons Heeren des Ooninx, neffens ons wesende, op Riles rypelyck gelet ende gedelibereert hebben ; is voir goet aengesien ende geraden bevonden, dat deselve visitatie in ende over alle de 'mire. landen van herwertsover gedaen worde, zoe wel binnen den steden ale ten platten lande, opdat men zekerlyck weten moet hoe vele graenen aldaer is ; daervan wy u wel hebben willen verwittigen bij desen, u versuekende bj denselve ende nyetmin in naem ende van wegen Z. C. M. bevelende zeer ernstelycken, dat gij lien achtervolgende procedeert ende doet procedeeren tot de visitatie van den voirs. coren ende graenen in elide over tgeheele land ende Furstendom Gelre elide Graefscap Zutphen, zoe wel binnen de steden als ter platten lande, ende dat zoe geringe ende mitten aller spoedelicxsten, fiat tselve mogelick wesen nemende sorchfuldige toe- sicht ende stellende goede ordene, dat de quantiteyt van tcoren ende graen, die aldaer bevonden sal wesen, nyet gedivulgeert, maer secreet gehouden worde, van dewelke nochtans ghy ons partieulierlicken ende mit aller vlyt adverteren suit, mitsgaders van uwen advyse belangende den tax ende prys, die te bedunken sal opt voirs. coren ende graen gestelt to mogen warden, om uwe rescriptie gesien, daerop to mogen resolveren ende ordineren, zoe wy tot welvaeren ende verliehtinge van den goeden onder- saeten van herwertsovere bevinden sullen to bahoiren. Gescreven to Brussele den eersten dash van Decembri 1565. Margarita. (Brieven van de Hooge Overheden 1565, no. 1800. B. A. Arnhem; afd. Arch. v. h. Hof.) .154 MAA.TABOBLEN VAN OVERHEIDSWXGE OBICOMEN v. MISSIVE VAN BURGEMEESTER EN RAAD DER STAD GRO- NINGEN AAN DEN STADIIOUDER. 17 December 1565. Edele etc. U. S. breff, de visiteringe des coerns be- langend, hebben wij in onderdanichest ontfangen ; werden oeck ons mitten besten hyerinne bedencken ende vol- genden daerinne tot gelegener tydt doen ende geschieii laten, wee der gemeente alhyer am aldernuttest ende vorderlixst syn will. Angesehen ydtziger tydt et coeren Godtloff noch van weke to weke tot minnere pryse gedyet ende in affslaet is ende to befruchten de besueckinge voer dit inael meer rhese dan daling alhyer Wert inbrengen. Edele etc. Scriptum onder ons signature 17 December 1565. Burg. en Raadt der Stad Groningen. (Stadsordelbouck 15651'77 ; f. iv. G. A. Groningen.) VI. MISSIVE VAN DE DRIE STEDEN VAN OVERIJSEL AAN DEN STAMMER, WAARBIJ BEZWAAR GEMAAKT WORDT TEGEN HET HOUDEN VAN FEN ENQUETE NAAR DE GRAANVOORRADEN. Januari 1566. Edele ende welgeboren genedige Meer, G. sinnen once steetz bereitwillige dienste toe bevoirens. Genediger Heer, Wy hebben G. verscheidentlicken bevelschriften, die visitatie ende optekeninge des coerns belangende dienstlicken ontfangen, daerop wy U. G. voir langes schrift- licken geantwoort Bolden hebben, dan soe wy vernomen, dat G, an den amptluden cleses landes gelycken breveu OM DE VOZDSELVOORZIENING TB REGETAN. 155 gesonden, oink gemerket dat deze sake die gemene Rid- derseap mede betreffet ende derhalven sonder veergaande communicatie derselver diewelcke bieher omme onge- legentheit des wintertydes niet en heft moegen'gesehien daerinne niet hebben konnen voernemen, is dat selvige antwoort tot noch toe verbleven, willen overst ter iereter gelegentheit mitten amptluden und anderen van der Ridderecap daervan communiceren, ende G. breeff aletan eenpaerlicken beantwoorden. Edoch, onses geringen erachtens, wierde die visitatie ende optekeninge des coerns in desen lande meer nadeels dan vruchts schafFen, want toe besorgen dat men om onvruchtbaerheit desses vers. gangen jeers ende dan oec des inbroecks der Issulen weyniger coerns dan men nu vermoedet in desen lande wert vynden. Emde wen dan nu datselvige den gemeenen man luydbaer worde, wie sulcx nyet wel verholen kande blyven, solde daerdurch noch meerder verrysz ende duyrte in 't coorn erfolgen. Biddende demnae gantz dienstlycken dat U. G. desen onsen vertoch in G. ende ten beaten willen opnemen ende verstanden, etc. Datum onder 't sego' der Stadt Deventer, dat wy t'samptlicken voer ditmaal daertoe gebruyken, opten . . . January Anno 1566. (Dayvaartboek (1564-1568), f. 134. G. A. Kampen.) VII. MISSIVE VAN DE RIDDERSOHAP EN DE DRIE RADEN 'VAN OVERIJSEL AAN DEN STADHOUDER, WAARBIJ BEZWAAR WORDT GEMAAKT TEGEN HET HOUDEN VAN EEN =METE. Februari 1566. Fde1e und welgeborne Genediger Heer. U. G. ginuen unsere • steetz guetwillige onderdratene dienste, und wes wij guedea vermoegen bevoerens bereit, genediger Heer. Alsoe und nae dem U. G. den Amptiuden deses landes und onsz dreen steden sekere beveelschriftea 1 56 MAA:TREGELEN VAN OVERREMSWEGE ailiONEN toegesehiekt hebben tot dem oynde, dat men die worn solders soe wal in den platten laude als in den steden bjj den burgeren solde doen visiteeren, optekenen ende den tax U. G. daarvan to sehriven, wydern inholt der- salver sebriften etc. Soe hebben wij daerop mitt mal- kanderen — want die sake ons alien in 't ghemeyn be- treffet onderredet, und konnen demnae U. G. daerop onderdenichlicken nyet verholden, dat nae gelegentbeit deser dyer tyt ende verloop in 't worn niet wal onees geringen erachtens geraden de gemelte visitatie in werek toe stellen, ende dat sie meer schadens dan vruchtz der sehamele gemeynheit desz landes geberen wurde. In betrachtinge dat vermitsz soberheit desz ge- wasses etlyeker vergangener jaeren und insonderheit umb onfruehtbarheit des naestverlopenen jaers LXV, oick im- broeck der Isulen ende anderen toefallen, weyniger coerns dan men vermodet alsz unsz datselvige thorn deel wel bewust — in der visitation bevonden solde worden, und wen dan detselvige den gemenen man so inheemsehen als an anderen oorden daerher dese lantscbap decbliox mit coern versorgt wordt kcintbaar wurde als sulehes nyet wel konde verholen blyven solde daerut gewielich nosh grooter verrysz ende duyrtte in 't coern errysen, soe loch een tytlanck herwertz — God hebbe — die rogge meer geslappet dan .geresen is, hebben alsoe die gemelte visitatie des coerns, nyet ut versmelerung van U. G. bevelsehriften, sonder voel meer uth gueder woi- meyninger onderlaten. Wy hebben averst, niet des toe weyniger durch U. G. voorigen bevel verbot gedaen, dat men ghien coern uth .dessen landen, in vreempden landen verfueren sail, willen oick die neerstige voersorge draegen, datmit het coern soe voel mogelick in desen lande blyven, and in gheen vreembden landen verfuert moege worden. Demnae van U. onderdenichlycken und dienstlicken biddende, dat U. G. dieselvige onsere welmeyning in gnadenverstaen und in den besten opnemen wolden. Dat Mende etc. Datum onder 't sego' der stad Deventer etc. topten . February Anno 1566. 1) Er is goon datum ingevulti, OM DE VOEDSELVOORZIENING TE REGIMEN. 157 In margine : Belangenkle die visitatie ende optekeninge des coerns. Ann° X VLX VI, den XXVIII January. Sinnon toe Winshem ter maelstadt erschenen gedopu- teerde van Deventer Gerryt van Irtthe, Lubbert van Winshem licentiaet, van Campen Henrick de Wolffs, Arent toe Bocop, van Swolle Wolff van Itterseum ende Johan van Haerdt. Ierstlick versproken van 't concept der missivenbe- langende die visitatie ende optekeninge des coerns, welck concept den dreen steden op gehach der Rithlerschap alzoe wel gevalt om in name vain Ridderscap elide steden an onsen G. H. Stadtholder overgesant tvvorden, daarvan die copie hierboven geinsereert. In margine : „visitatie des coerns". (Dagvaartboek (1564-1565) f. 137. G. A. Kampen). VIII. MISSIVE VAN DE STAR NIJMEGEN AAN DEN STADHOUDER VAN GELDERLAND, WAARBLI BEZWAAR WORDT OEMAAKT TEGIN HET HOUDEN VAN EEN ENQURTE NAAR DEN GRAAN- VOORRAAD 1). 12 Februari 1566. Edel ensile waelgebaren genediger heer. Ew. G. mis- sive datiert den soeivenden Februarij itz lopende meentz, belangende doverschrijven, die quantiteit des karns elide grams in onser stet ende schependom befunden, mit wideren inhaltz desselvenn, hebben wij ontfangen ende voirlesen later, kunnen Ew. G. mit onderdeniger antwort dairop n§et verhalden. Ende dat in den irstea, aleoe wt bierbevoerens die quantiteit onses schependombe over- wegen, ende dat in craft dick schuerongh in der Marsaeu, beneden onser stet, leider gebuert, dair beneffens gae- diger hoer ons schependomb nyet mit ennjjge boulairen off huge t beoleedt, dan mit kleyne hoffsteden ende 1) Het stuk is gehavend, 158 MAATREGELEN VAN OVERHEIDSWEGE GENOMEN keuterijen besettet, dat ons erachtens — int ..... gehele schependom geen vier hundert malder soe hart as! weick cairn befunden suld werden, dairop die acme schemele luide nauwelicken sich hebben toe onthalden ende toe b . titeit des earns in onser stat onseren burgheren ende ingeseten befynden en is ons in deser gestalt nyet wat ...... eigentlick toe specificieren off over to schryven. Ende dat G. hoer umb oirsaicko dat eensdeels onse bur- gheren die boven Coln etzlick rogh, als weith, gecofft, oick eensdeels ...... ende noch eyns deels voirhanden, hebben wij nyet kunnen voorbijgaen, op aen. . . . onseren burgheren — die welcke sich beclaechden dairvan sehul- digh, als oick onwilligh bleyckt van weith in onser stat to verkopen gestadet den selven weith in Holland tottoe helffte toe verfuiren ende toe slieten. Oick in aensein vann onsern brouweren, die dairvoir groot earn tot brouwen behoeven, als oick Overbetouwe, Nederbetouwe, Maess ende Waell, llijck van Nymegen als andere umbliggende steden ende derpen, die welcke mit inbrengen ende uytbuiren dage- lix syn treckende, ende wy vermytz guede naltuirschap ons nyet kunnen ontweren dieeelve toe weigeren noch buiten toe sluijtenn. Alsoe wess huyden, iss mergen int getal gemyndert ader gemeheret. Hebben wy oick lestvoirleden gesamelick van huijsse tot huijsse lurch onser stat umb- gegaen, onsern burgheren ende ingeseten gevraeght, die solders gevisitiert, woe ende welckoer gestalt sij sich version ende versorght, umb sent nyhe to geraicken. So was wy befunden dairvan aenteickenongh gedaen. Dair wjj oick leader trnerendeell nyet befunden, guetelicke vermaendt, dat sich eon jeder dairtoe version ende provi- dieren suld, umb cairn toe koepen ende bij sich to leggen totten 'then toe, want die stat gemeindt weer tot duisent malder roggen by sich toe leggen tot underhaldung in aenliggender noeth der armer sehemeler gemeinten nyet meehtich earn toe vergelden, 6nde dairvan oick nymant tinders dan die schemele arme- gemeindt toe genieten ; dair hedden dieghene mechtich toe koepen sich in tytz nha to richten ende to stellen. Umb dan Ew. G. ten lesten die quantiteit, als die aenteickenongh des cairns OM DE VOEDSELVOORZIENI1cG TE R1061-BLEN. 166 by unseren burgheren ende ingeseten befunden toe sped. ficieren, ende Ew. G. over tho sohrijven, bevynden wy aen weith, rogh, garst, haver als ander kairp, in als ende toesamen calculiert op drie duysent aeht hundert ongeverliekenn. Ende urnb dan G. beer alsuleke reden ende oirsaieken des inbrengens ende uytfuirens, afftreek onser umbliggender nabuiren, als oick behouff onseren brouweren vurgeroert, ende kunnen Ew. G. wy eigentlicke speeifieatioen ende quantiteit des kairns nget speee oversehrijven. Sijn oick nyet went gemeint geweest one dairin toe wederen ader toe streven, dan sijn dienstlick ende onderdenichlick biddent ende begerendt Ew. G. ons dit net voir onguet afnhemen, want wens tho Ew. G. wij mit alle dienst ende onderdenicheidt ons bewiesen kunnen, willen wij ons alle tijt guetwillich erfynden laten tegen Ew. G., dieselve Gott Almechtich tot langen tijden in gelueksalige rezierung-h ende gesuntheit gespairen. Gesehreven den Xllsten February anno etc. 66. Burgermeisteren, schepen ende raedt der stet van Nijmegen. (Doss. Veluwe 1565. H. A. Arnhem.) ix. RAPPORT VAN HET HOF VAN UTRECHT AAN DEN STAD° HOUDER IN ZAKE HET KORENGEBREK IN UTRECHT IN 1565. 6 Februari 1566. Hooghe ende welgebooren Heere. Alsoo Uwe E. one heeft doen hantreycken seeckere missive van de hertoginne, regente, in date den naestleden Novenibris voerleden, by dewelcke one geordonneert wert te doen procedeeren totte visitatie van de cooren ende graenen soe wel binnen der steden ale ter piatten lande van Utrecht wesende ende daervan H. H. tad verteren midgaders van onser advyse belangende der tax ende prys, Baer men tvoorscrevene eoeren ende gteynen op sonde raoghen, *tenon online twelve gesien by H. H. gedaen ende geordonneert te 160 31A.A.TREG-EGEN" VAN OVERHEIDSWEGg GESOMON werden tot verlichtinghe .ende welvaren van den ondersaten van den Landen herwerts over als Baer behoren. Soe eyst, dat wy in den maenden van September, October ende November lestleden, aenmerkende, dat alle graven van mercktdach tot mercktdach, van weke tot weke opslougen ende tot dierdere prye gebracht worden, beducht synde noch meerder dierte, die wij one beter dunken apparentelic meer gepractieeert to werden deur den onbehoerlicken appetyt van den corencoopers dan deur eenige andere oersaecke, syn ivy over den ontfanek van de overscrevene missive van advyse geworden achtervolgende tplaccaet van S. M. onlancs te vooren opt stuck van de greynen gepubliceert - te does bescryven ende aenteyckenen allet cooren elide greynen wesende inder stadt, steden ende plattenlande van Utrecht ende deur deselve occasie ende gevouchelic- heyt laten aenteyckenen alle die personen, jonck ende out, bynnen denselven Lande wesende, dewelcke doende, hebben bevonden ten daege vande voorscrevene bescryvinghe : aen tarwe ende rogge . . aen garst . .. . 575 aen haver . . 1611 aen moot . 12,5 boonen . . . • . ervreten. . . 77 boucweyt . .. ... 360,5 71 ml weynich min ofte meer, alsoe men het cooren, wesende inder bergen, ongedorschen, mitter ooghe nyet perfectelic en heeft connen taxeren, daerjegens wy bevonden hebben : persoonen ofte monden, jonck ende out, omtrent 62400. Bride alsoe die bescryvinghe vande voorscreven granen seer lancsaem toeginek ende dat de granen, wesende inde bergen ofte schueren ongedorschen ter merct nyet gebracht en mochten worden, dan op hairen behoerlichen tyt gedorscht synde ende dat daeromme de graenen de opde solders vande coorencopers laghen lichtelicken by henlieden te verderven DE YOEDSELVOORVENING PE REGELEX. 161 stenden, ghelyck sy die alreeds van weeke tot weeke tot IIβΰgiθn prijs gebracht hadden waerdeur de gemeenen roe') jegens den corencopers onder de scamelΰ hirdim oiek roes ende wiesch hebben wy goetgevonden to profeieeren tgemeen voor tparticulier voordeel ende dienvolgende tadvyseeren een seeckeren, tax ende settinghe der voorscreven granen, hoewel Wy nochtants van de quantiteit derselve, binnen desen lande wesencle, niet to vollen geinformeert en ende hebben deurdien opden 23en Novembris lestleden forme van placeate ; die Utrechtsche tarwe getaxeert op vyft gulden thien stnyVers het mudde, daervan de vyf ende tviintich maeketi een gemeen last ; die buytenlantsche als Cleefsche ende Gulixe terwe op vyft gulden tmudde; die binnenlantsche midsgaders die Cleefsche ende rogge tmudde op vier gulden thien stuivers; the Oostersche ofte sciprogge op vier gulden tmudde ; die Orate- ende boonen op twee gulden thien stuvers ; die erweten drye gulden tmudde; die boucweyt twee gulden vyft stuvers het mudde. Ordonneeren alien corencopers, des versocht synde, 'mere weyt ofte tarwe ende alien anderen granen voor den voorscreven prys to laeten volghen elcs voor syne gewoontlicke provisie totten ougstmaent toecomend soe over syrid familie als voor der armen, tot affirmatie van den cooper op peyne, dat deghene, die in weygeringhe blivo ofte zivaricheyt maeckte syne cooren ende granen voor den voorscreven prijs te laeten volghen, to verbueren achtien gulden, soe dicwylen tselve gebueren sonde. Stet- lend gelycke peynen jegens den ghenen, die eenighe granen van den platten Nude op de vrye merckten brochte ende in weygheringhe wesen souden den coopers op den tax voorsereven te laeten volghen, yerbiedende voerts duytvoeringhe van den voorscreven granen bufen desen landen opde verbuerte ende confiscatie derselven granen. &cid ten eynde, dat uyt saecke van desen die vrempde coopman van granen, die by uuyt andere landen in desen Bijdr. en Meded. L. 41 162 MAATREGELEN VA.11 OVERTIEMSWEGE GENOMEN landen van Utrecht soude willen brengen niet geaviseert en soude werden dit land to scuwen, soe worden den selven toegeseyt ende versekert, dat alsulcke granen, als hij binnen desen landen brengen sal, niet gheset ofte getaxeert en souden worden, maer souden daermede vrij onbelet binnen desen lande moghen common ende weder uyt varen sonder eenigssins gehouden ofte behindert to werden ; interdicerende voorts alien corencoopers ende moutmakers eenige garste binnen desen lande gewassen to mouton op de verbuerte van tmout ende arbitrale correctie. Ende dyt al by provisie ende terwylen antlers naer uyt heysch van den tyt geordonneert soude wesen breeder blyckende by copie hierbij gevoucht. Ende alsoe hiernaer gheen tarwe ofte rogge uten platten lande alhier ter merekt gebracht en worde, maer wel erweten, boonen, haver ende boucweyt, daervan die gemeente binnen eon ofte twee mercktdaegen haer provisie doen mochten, ende als tscheen des genouch hadden, sulcx dat derselve granen op naervolghende merctdaghen niet seere gesocht noch vercocht en worden, ende dat verboden was, deselve uyt desen lande to vervoeren. Ende eenige huysluyden seselve vercochten beneden den tax omme huere pachteri to moghen betalen, dwelcke scheen to tendeeren tottet gemeen interest vande ondersaten van desen lande, die scheenen hem des te beclagen. Sue syn wy van advysse geworden de voerengenoemde vier specien van granen teximeeren ende stellen uyte voerscreven taxatie, permitteerende eon yeghelick die te bringers ter hoochster merct buyten desen lande van Utrecht, presupponerende - als wy onderricht worden - datter van de voerscreven vier specien van greynen binnen desen lande genouch gewassen was, als U. E. believen sal to verstaen uyter copie van den placcate van permissie hiermede gaende, waer desen ontfangen hebbend de voor- screven generale opscrijvinghe der greynen, wesende in dese stadt, steden ende lande van Utrecht, ende bevin- dende niet meer dan omtrent 1400 lasten tarwe ende rogghe, behalve de 75 lasten garst, ende daerjegens 62400 personen, soe en sonde over elcke mensche ofte mont nyet meer resteeren totten toecomende ougst dan omtrent OM DE 'WOBDEIELVOORZIENINV T I ItEGELEN. 168 de drye deelen van een mudde, ende dyt te rekenen van November lestleden bedragende negen maenden, dwelcke nyet strecken en mach ter alimentatie van elcke mensche voer sulcken tyt als boven, gemerct dat naer gemeen estimatie een menseh tot nootruft van brootcoren behouff voer twelf maenden anderhalf mudde, waerinne niet gherekent en m mooen worden tot onderhoudinge der menschen voorscreven ''die vier specien van granen hier- voren uytgedruct, soe deselve uyt desen lande gevoert moghen sijn ofte molten worden voer den ougst toecomende, sulcx dat schynt naer de gelegentheyt boven verhaelt, tlandt van Utrecht meer gescapen te syn, gebrec ende aermoede te lyden dan met haer gewas ende tgundt sy van Amsterdam ofte elders van buten gecregen hebben te molten toecomen ende hare nootdruft te onderhouden ende bij consequentie noetlick te wesen dese provincie geholpen to werden van hare gebueren, die beter gepro- videert syn dan sy. Waerduer soude ons duncken onder correctie van H. H. ende van U.E., dat, alsoe wy alsnoch gheen inconvenient ofte onverdrachelic interest gevon.den en hebben, duer den tax 134 ens geetelt belangende den corencoopers dat men denselven soude mooghen volgen over al dese isfeder- landen, bysonder alsoe wy verstaen, dat tot Amsterdam ende andere plaetsen de prys van de rogghe — waernaer andere greynen gewoonlic syn gepriseert to werden -- den voersereven tax gedaelt es, ende ale die 000pman laet luyden soude tselve oeck merle gescien moghen — met Gods hulpe inde terwe als insgelycx alhier begonst heeft to dalen die prys van dandere vier specien van granen. Hooghe Edele Welgebooren Hoare U. E. sal believen one advys int beste to verstaen ende tsyne daerby voucht tsamentlic Haer Hoochheyt over to seynden ten eynde deselve believe op als regard to hebben ende te desponeeren sulcx als deselve bevinden sal totter dienst van Z. M. ende welvaren deser landen oerboerlixt to wesen, milts dwelcke wy one recommandeeren, soo wy best moghen aen de goecle gratie van U. E., biddende 164 MA ATREGELEN VAN OirERItEMSWEGR GENOMEN God nlmachtig deselve U. E. to verleenen lanckduerich Leven in hooghen gouvernemente. Gescreven tUtrecht den VIden February 1566. U. E. goetwilligh dienaers den President ende Raids sconines to Utrecht. Gyvers. (Pap. &Etat et de l' Aud. 84, f . 2471250. Arch. Gin. Bruccelle.g.) X. RAPPORT VAN DE STAD ROERMOND BETREFFENDE DEN GRAANVOORBAAD. 28 Februari 1566. Wailgeboerner ind edele genediger hoer. Se Vre. G. coirtzleden nochmals des cairns halven aen uns doer schryven ind geoirdiniert hebben, dat wyr, unangesehen die onerhebliehe reden in unsen voerigen schryven aen- getaegen, den uytdruckliehen beveich unser G. vrouwen der hertoegynnen thoe Parma, generaill regentynnen noch naekoemen soelden, ind Mt getaell des cairns ind greyns, bynnen (loser stadt wesonde, eygentlich befonden aen thee sehryven etc., mytt wyderen inhalt hebben wyr guetlichen untfangen ind verstaen ind sullen Vre. G. dairop vuer underdanige antwoirdt nyet verhalden. Als diewyle tense vorryge schryven — — welch wyr sunstnach unser gestalt ind gelegenheit upgericht gehadt — by Vre. G. nyet vuer genochsam cracht ind gehalden, ist dat wyr uns in geynendeill besweerth fynden, Vre. G. dat getaell deser befonden coerns allie, wyich wyr opt nyehe nu ivederomb besichticht ind aengeschreven hebben, thoe vermelden. Als irstlich XVGLXX malder weitz, twe dusent negen hondert molder rozgen, viertheen hondert ind LXXX malder gersten, noch ongeverlich tussohen 1Xc and Xc molder haveren, tsampt etzliche provisie van eerweten tegen dese vasten, wyiche wyr theesyrtyt bynnen deser stadt befonden hebben. Edoch dierwyie dyt ein stadt is dairyn ouch etzlicher maiten caerencoupmantscha OM DE OEDSELVOORZIENING TE REGBLE.N. 165 gebritiekt wyrdt, sue konnen wyr alsulehen caeren nyet stediah by uns bidden ind stilliggen laiten, sender =elm den coupluyden vergonnen dateelvigen aeff ind aen thee bryngen ind Toirt yn anderen unses alregenedichaten heren der Con. Matt. landen van Hispanien, up burgschap very:meg° deses uytgegangen mandaetz, toe verfuecen laiten. Edech altyt mytten vuerbehalt, dat die gemeyne coupluyden — wie ouch vuerhyn gesehreven atediger wysen urn malder roggen thoe vuera&th liggende sullen liebben ind halden. Kyn (!) Gott Almeclitich der Vre. G. in geluakselige regementen lang erhalden wyll. Gegeven den lesten Februarii anno etc. LXVI. Burgermeistere, schepenen ind raid der stadt .Ruremunde. (Doss. Veluwe, 1565. B. A. Arnhem) B. Maatregelen tot het vasthouden van de graanvoorraden. XI. PLACCAAT 1NBOUDENDE VERBOD VAN UITVOER EN HET OPKOOPEN VAN GRAAN. 15 September 1565. Onseu lieven, ende getrouwea die stadthouder president ende luydem van onsen raide tUtrecht saluyt ende dilectie. Alike tgewas oxide ougst van teoren ende graen Tan ileesen jegeuwoirdigen jare sober ende eletn, is geweest daeruut ende deur tbedroch, abuys ende monopolie, twack daerinue dagelijex gepleecht wordt, aired° grote dierte gereesen ende gevolcht is, ende grote apparentie is — nae de advertention, die men deshalven van alle canton ende quartieren heeft — tot meerdere dierte te commen, in.- dyen daerinne bjj alle behoerlycke ende bequame middelen ende remedien mitter vlijet nijet version en worde, soe cost, dat wy, begerende de voers. dierte van teema ende gram mitgaders tvoers. bedrock abuys elide monopolie voir to amen ende beletten ende tselve coven ende graen bringen ende reduceren tot redelycken pryse, tot ender- 166 MAATREGELEN VAN OVERIMIDSWEGE GENOMEN standt ende verlichtinghe van onsen goeden ondersaten, ended. hierop gehadt tadvijs van den gouverneurs ende provinciale raden mitgaders van eenige andere principal° officiers van Herwertsovere, hebben met ry-pe deliberatie van rade ende oick 14 advyse van once zeer Hove ende zeer . beminde sustere, die hertoginne van Perme ende van Plasance, voer ons regente ende gouvernante in onsen landen van Herwertsovere, ende van onsen zeer Hoven' ende getrouwen, die hoeffden ende luyden van onsen..Raeden van State, secreten ende financien, neffens haer wesende geordineert ende gestatueert, ordineren ende statueren by deesen die puncten ende articulen hiernae volgende : Uytvoeren In den eersten dat nyemant, van wat qualiteyt oft van de gra- conditie by zy, hem en vervordere buyten onsen lande nen verbo- van Herwertsovere te vueren ofte doen vuere te schepen den. oft te wagen, mit carren oft peerden, in geenderhande manieren eenighe terwe, rogge, gerste, havere, erweten, boonen oft andere granen, hoe die genoempt mogen ziju in specie oft gemalen, ende dat tot de niaendt van Augusto naestcommende oft zoe Lange ende ter tyt toe daerinne andersins geordineert zall worden, op de pene van te verbueren tselve graen, erweten, boonen oft meell, mitgaders de schepen, wagens, kerren oft peerden, daer die op geladen zouden zjjn, oft die meerde van dyen Pena van zoeverre die nyet achterhaelt en werden, deselve pene te thytvoeren, bekeeren ende appliceren een derdendeell tonsen proffijte, dander derdendeell tot proffyte van den aenbrenger, ende tderde derdendeell tot proffyte van den officier, die daer- van dexecutie doen zall, ende daerenboven op arbitrale correctie. Monopolien Ende om te verhoeden alle monopolies ende quads enactde icqu quaen 1- de nratycken, daermede vele coerncopers omgaen van dierte van de co- int coern te maecken, soe verbieden ende interdiceren rencopers, wjj alien coer(n)coopers, backers, brouwers ofte alle andere van wat state qualiteyt oft conditie zy zyn — — die hem mitte neringhe van coorn te copen ende te vercopen generende zyn ende daermede omgaen — — Been coern ofte graen van wat sorte dattet zy, voertaen binnen deesen onsen landen te copen om weder te vercopen by hen oft OM DE VOEDSELVOORZIENIN( TE REGELEN. 16 andere, directelyck of indirectelyck, tsy op vrye merckten oft daer buyten, ende dat geduerende totter voers. maendt (fol. 9.)van Augusto naestcommende oft zoo lange ende ter tyt toe daerinne andersins geordonneert zall worden alsvoren, op peyne van to verbueren de weerde van den granen die zy alzoe gecocht sullen hebben, ende voerts daervan arbitralycken gecorrigeert to worden. Verbiedende oick eenen yegelycken van wat qualiteyt by zy, binnen oft buyten steden geseten, sulcken voircopers, duerende den voers. tyt, eenige granen to vercopen op de pens ende te bekeeren alsvoiren. Behoudelyck nochtans dat de voers. backers ende brouwers zoeveele graens als zy tot huere neringe van backen ende brouwen behoeven zullen, op vrye mercktdagen tot gewoentlycker uren zullen mogen °open by wete ende ter discretie van den officier ende wethouderen oft hueren gedeputeerden van der plaetsen van heure residentie oft van der plaetsen daer zy tselve graen coopen zullen, indyen zy op andere plaetsen woen- achtich zyn. Weicken officier nochtans alleer by zyn consent daertoe geven zall, gehouden werdt bescheyt to cyschen ende te fragen van den officier van heure resi- dentie, om verseeckert te zyn van de quantiteyt ende sorte van granen, die suicke backers oft brouwers tot heure veers. neringe duerende den voers. tyt behoeven zullen. Sonder nochtans den brouwers andere granen to laten volgen dan geerste, soucrioen ende havere, den- welcken wy verbieden ende interdiceren well scherpelycken in heure brousselen andere granen to doene dan geerste soucrioeu ende havere, ten waere nochtans dat tmout, dat zij int brouwen verbesigen van buyten onsen landen. van Herwertsovere gecommen ware. Ende alzoe wy behoirlycken geinformeert zyn, dat vele ende verscbeyden coepen van granen gedaen worden sonder die te leveren, versolderen, verdragen oft vervue.- ren - waer duere overmits die menichfuldicheyt ende accumulatie van zulcke copen deselve granen van dage to dage weer oprysen ende dierder worden willen ende ordonneren daeromme, dat degene, die voertaen den voers. tyt geduerende eenich gesoldert koren oft graen coepen zall em weder te vercopen, oft tselve alrede gecocht 6S MA.A.TREGELEN V4N OVERKEIDSWEGE GENOMEX heeft Bonder dat alnoch vervuert oft verdragen to hebben, gehouden zal wesen tselve graen binnen ses dagen to vervueren oft transporteren buyten der stadt oft plaetse daer .den coop van dyen gedaen is, omdat ter plaetse van zone woenstede den gemene man mit cleijne tifeljt, oft der stadt aldaer, oft tlichaem derselver oft eenige andere steden van Herwertsovere int Bros te ver- copen om in heuren noot hem bij to staen ende suceur- reren, Bonder dat to solderers oft bewaren, daervan bij binnen twee maenden nae tvervueren van den voers. grime sehuldich zall wesen behoirlijcke certificatie to brengen ende leveren in banden van den officier van der plaetsen van daer tselve graen vervuert zall zyn. Tot welcken eijnde by den voers, officier genochsaem cautic ende borehtocht geven zall alleer by dat zall molten vervueren, Alles op pene van confiscatie van den selven (fol. 10.)grape oft van der weerde van dien te bedeylen ende bekeren alsvoiren ende oick op arbitrale correctic alsvoiren. Ende wandt wy oick verstaen, dat eenige coopluyden hen Noorcopen dagelycx vervorderen tgraen to vercopen to leveren op ofte valsche coopen van zeeckere dagen bij heure contracten daertoe bescheyden granen ver- oft geprefigeert, als Kersmisse, Lichtmisse, Paosschcn ende hoden ende andere, nyetjegenstaende, dat diegene, die tselve vercopen to nyete ge- dickmael geen graen en hebben noch en verwachteu, daen. daerdeur oirsaicke gegeven wordt tvoers. coern ende graen dagelycx zoe meer te doen verdieren. Soe verbieden ende intcrdiceren wy well sche(r)pelyck zulcke copen geduerende den voers. tydt meer to doen noch oeck cenighe andere copen, die men in onsen voers. landen van Herwertsovere diekwyls invoert. To weten als yemant eenen anderen gelt geeft om den prys van zeeckere quantiteyt van graenen te setten to leveren oft ontfangen op zeeckeren tydt tot kuese ende optic van dengenen die tgelt ver- schoten heeft, ende dat op pene van den pryse oft eitimatie van den graenen, die alzoe vereocht zullen worden, zoe wel voor den vercopere als den copere. Doende mitt deesen te nyeten alzulcke contracten, die n.ae aels gemaeckt zullen worden oft alrede gemaeckt zyn ende alnoch geen effect gesorteert hebben. Verbie- dende ende interdicerende voerts eenen ygelycken, wie OM BE VOEDOELVOORZIENING TS REGVAN. /60 'erbotgedaen by zy, te eopen eoern int groene eer tselve van clen velde an morn int gedaen is, op cle pone als boven. Verelaerende roan staende te vereopen su1e,(3 contracten, z,oewel degene die alrede gemaeelit er tselve van mogep zyn oft noch gemaeckt zullen wor4en nul, wit,q11- en velde gc- teloes ende van geender weergen. Welverstaencle, indica 3011 es. de vereoper eenige peuningen daerop ontfangen badde, dat hy gehouden zel wesen deselve den eopere te resti- Wein, 4esnyettemin zel die voers. vereopere den eopere sunder bedroch mogen leveren zoeveel graens als hy totte provisie van zijuen buysgesinne voer den tyt van Brie magnaen behoeven sal solider daeraen to misdoen oft misbruyeken. Yerbiedende voerts meer alien anderen geen coopluyden van wren wesende, van wat qm,31,4eyt oft conditie clje, zyn, meer terwen oft roggeii te eopgn (.au hen voor de provisie van hueren huyse mole gewoqn- lyqke aelmoessenen van node is, 4w4 voers. tyt geth4ereik4e alleenlyelRen. Verbieden insgelyeks, dat nyemant, wye hy zy, volgende de voergaenjle placcaten hem en ververdgre eedieh wren off graen te copen oft vereopen dan op vrye merekten ter gewoentlyeker pjaetsen ende tyde, op pane yap der weerde ende cstimatie van tsclve corers en4e graen zoewel veer den copere als vercopere elide 04 op arbitrale eorreetie. Behoudelycken, dat diege4e, coern in zyn buys beeft tselve aldaer den geineyne4 man voor zyne provisie zal mogen vercopen ende distribueren Imo zyn gOefte. Permitterende nyctemin canon yge- /yawl mits deesen, duerende den voers. tyt, al/grand° sorte van .broot in onse goede *den te mogen vereepen (hie dagen ter weecke, die by 4er wet van eleke plaetso daertoe geordineert zullen worden, daerinne begrepen die inerektilagen, zouder contradictie oft wederseggen van yemanden. Ende out die onredelycke rysinghe oxide verdieringUe van den corers ende =dere granen te meer to beletten ende kge- Lneyne volek to gerieven, ordineren ivy ende bevelen alien (fol. -H.) onsen officiereu ende wethouderen van den goeden steden oxide platten Widen ende dyen vau onsen vasallen, dat zy tot zuleken tyde ende zoe dickwils ale hen orbairlyclg oft n.o0e- lyeli_ duneken sal oft hen van onsen wegen speialye1e4 be- volen zal worden goede ende neerstige visitatie doen van 170 MAATREOELEN VAN OVERHEIDEWEGE GENOMEN Visitatie t an alien corensolders, bergen, tassen ende schueren,wyen dat die de corensol- ders. toebehoiren mogen, geestelycken oft weerlycken nyemandt uutgesundert, ende wat zy daer meer corens ende graens vinden dan degene, die tselve toebehoirt van node heb- ben ende behoeven voer de provisie van hueren huysen, cloisteren oft collegien mitte gewoenlycke aelmoessenen ende lasten derselver, voer den voers. tydt, tselve hem doen seynden oft brengen ter openbaerder merckt in monster, stael oft mit zacken ter plaetsen, daert hem gevouchliesten beduncken zall, teleken mercktclage sulcke quantiteyt als zy ordonnieren zullen om tselve den ge- meynen volcke, dyet van node zullen hebben, vercoft to worden: tot suicken redelycken pryse als by tier wet van der plaetsen nae de gelegentheyt van den tyt getauxeert ende gemodereert zal worden. Daerthoe wy den voers. officiers 'ende wethouders geaucthoriseert hebben ende aucthoriseren bij deesen, mitgaders oick om daer toe te bedwingen dengenen, diet behoiren zal by alle tamelycke manieren, realyck ende mitter daet, nyetjegenstaende cenige oppositie oft appellatie ter contrarien. tWelck doende sullen de voers. officiers ende wethouders beginners aen den voirs. voircopers oft coepluyden van tcoren, ende daernae aen den rentiers geestelycke ende weerlycke, edele ende onedele, van tgene dat zy meer hebben dan zy voir hoire provisie ende lasten voers. behoeven sullen. Welverstaende, dat zy int tauxeren van der quantiteyt, die men ter merckt zal mogen brengen, goede toesicht nenien zullen van den eenen nyet meer to beswaren dan den anderen, mer daerinne goede gelyckheyt houden ende observeren, zoevele als tselve doenlyck wordt, nemende respect op de quantiteyt ende menichte van graenen die Pena jeghens deen meer zal hebben dan dandere. Willende ende or- Nile monopo- lie van gra- donnerende voirtsmeer, ingeval yemand bevonden worde nen, eenighe monopolie, bedroch ofte onbehoyrlycke practycke op tstuck van den coren ende granen gedaen oft geuseert te hebben, all en hadde by tegens dvoers. articlen nyet gedaen oft gecontravenieert, zoeverre nochtans zulcx tegens de gemeine welvaert ware, dat deselve daervan arbitra- lycken gestraft zal worden. Ende ten eynde dat van deese onse tegenwoirdige ordinantie nyemant ignorantie OM DE VOEDSELVOORZIENING TE REGELEN. 171 soude mogen pretenderen, soe ordineren ende bevelen wy u, (hit ghy deselve terstondt ende sonder vertreck doet uutroepen ende publieeren alomme binnen onser stadt, steden wide lande van Utrecht, daer men gewoenlyck is gelycke publicatie te doene. nide tot onderboudenisse ende observatie van diere procedeert ende doet proce- deren tegens den overtreders ende ongehoersame by reale executie van den penen voers. deselve te bekeren ende appliceren als boven geseyt is, nyetjegenstaende oppositie oft appellatie gedaen oft te doen ende Bonder prejudictie (fol. t.)van diet*. Des to doene mit diesser (!) aencleeft geven wy u ende onsen voers. officiers ende wethouderen ende dieu van onsen vasallen, elck int zijn, volcomen macht, auctori- tett ende sonderlingen bevel by deesen. Ontbieden ende bevelen voerts eenen ygelycken, dat zy hem ende u sulex doende ernstelijck verstaen ende obedieren, wandt ons alzoe gelief't. Gegeven in onser stadt van Bruessele ander onsen contre(ze)gel hierop gedruckt, in placcate den XVen dach van Septembri XV° vyff ende tsestich. Onder stondt geschreven : Bfi den coninck in zijnen rade, ende was onderteyckent Doverlepe. In dorsso stondt aidus : Gepubliceert dit placaet van den stadthuyse tUtrecht op ten XXIIIIen Septembris anno XVCLXV ende met voergaende trompette op den vier cruysstraten dersclver stadt. By my onderteyckent H. Ingersmitten. (3e Placcaetboeck, liof van. Utrecht (1565— 1581), f. 7 e.v.. R. A. Utrecht.) sT PLACCAET NOPENDE DIE VERCOP1NGE VAN DE GREYNEN. 22 September 1565. Die prinche van Oraingnen, grave van Nassouwe, stadt- bonder, president ende raiden sconincx in den Hove van Utrecht, thitsgaders sehoudt, burgermeesteren ende eche- penen der stadt Utrecht doen te wetene van Co.e _a.ts 172 MAA.TREEaMEN V.A.N OVERHEIDSWEGE GEN04EN wemen ousel) aidergenadichsten beer; dat die raidt doeser t dem nal)esehreven ordonuautie weder veraieuwt euclo gemplyeert heat opt open eude vereopeu vandt worn. Gebieden titter:mime eeuen ygelycken dat elo jut zyll deselve achtervQlge ende naegae op zulcke peuen daerinue geruert ende, hiernae beschreven, gecluerende ter tip ander$ geordonneert zal worden. Item nyemant van buyten ixiit eenieh eoern binuen deeser stadt ter werckt common noel" oick burgeren ende inwoeuders van deeser stadt en zullen mogen koeru coopen off vercopeu tusseben twee ureu des uaemiddageo voer (19u mreixtdach tot op den merektdach ter uegeuder uren toe, op peyue van eeuen Carolus Odell op Ake wale te. verbueren zoe by den coper ala vereoper te ampliceren tot behQuff van do Co. 3.1a.t deeser stadt ende aenbreuger elcx een derclendeel. Insgelycx en zulku die burgers Qfte inw-oeudere van deeser stadt, dat geeu coerncopers en zyu, binnen der VMS. tydt nae eepioh coeru vraegen noel1 bob: handen sacken ofte jut coren eteecken, op peyne van eeuen Carolus gulden tot behouff ale voren. Item ZQC eu zullen die eoerncopers ende uutlieemaehen gm, eoern moge_n copen noch does copen beymelyek well int opeubaer, clirectolyek 'loch indirectelyak tussehen twee um des namiddages voir den werekdach tot op ten merekdach ter twalefster uren toe, ep peyne van twee Carolus gulden op elcke mudde to verbueren tot behouff als voren. Insgelycx en zullen die voernoemde coerncopers ende uutheemsche binnen der voers. tyt hoir handen in eenieh coernsack steeeken noch oick nae de coep vandt koern vragen, op peyne van twee Carolus gulden teleker reyse tot behouff ale voren. 6.) Item nyemants en zall zyn sacken geladen mit eoern op te merekte voer der negender ure mogen openen opt verbueren van eon sehellinek van eleke zack tot behouff die se bekuert. Item en zal_ nyemant tot eenighe tyclen eenich eoern voer eenighe, co_erneopers oft o uutheenieche linden binnen ofte buy-ten deeper stadt copen mogen opt verbueren van OM Dt voEnFifluvoORZinNnto TV ItthittEN. 173 eenen Carolus gulden van elcke made altoe gecoft, tot behouff els voten. Endo indyen tegens tote wes TOM. es gepleeelit ofte gednen werde by eon taeltdraget, toern- meter ofte van heurett huystrouwen, kynderen elide gesinne, zoeSellers die manspersonen rbovet die vders. penen nosh gebanrien worden een jaer lanck utter stadt to wesen ende da,er nyet binnen der tyt voers. weder inne te comen, opt verbnerett van op de caeck get ende gegeselt to warden, anderen tenexenipele. Ende indyen snlcx gedaen worde bij vronwe pergonen, kynderen ofte van heuren gesinns, die zullen boven die peyne wide brnecke voers. noch zwaerlyck gecorrigeert Werden tot diseretie vatt den gerechte. Vaert verbiet men alien houtschilden, hoeren huys- vrotmen, kynderen ende hilysgezinnett, dat pen &Jen voer cenigen coerneoperen nutheemsche oft0 yetnandt anders en capon, op peyne van aengetast7ende op Je kaeck gegegelt ende tint deeser stadt ende stadtvryheyi gebannen to worden den tydt van een jaer iti voegen als voren. Itetn zee werden die zackedragers gehouden malcanderen dobbeispel to den, zoe wanneer yemant van heurluydet voer eenige nutheetngthe op die weeektneroktdagen triedr (Ian vier madden eaerns teffens itengenamen hoe* to diem op peyne van te verbneren Ite`ht setlfκts, tot behottff tan den saekdragergilde, voer ciao rope als gy eontrgrie deem!' bevontlen zullen werdeti often to heti/let. Item waerdt, dat yemant ran der coor-ftedper ofte uutitemgehe eenich terwe, rogge, garst, di-fete/1, boek- wept ofte boenen, binnen deeger stadt ter merekt &made, cofte, soe 011 eon yegelijek borger ofte andersaet dedier stadt, voerdat die leveringe *an dat seltde were ladle zal zyn, daervan niogen nemen een mudde, half mtidde ofte een sehepel tzynen behonfte, n'fits betalende terstdfit dwevvoet den pryse gig den eerstou eoper daervoer beloett hadde, op peine van dengeene die hiervad hi weygeringle were to verbueren etnen Karolus gulden teleker tot behotrff van den' aenbrenger. Rude dat olot iiitggrot. alle intrgeren ende inteteffett op. de merektdagen, nadat de lemvirige v-an den mime gedoft by eenige coirtedrier 174 M.kkTREGFELEN YAN OVERHEIDSWEGE GIENOMEN ofte uutheemsche getchiet zal zyn, zellen mogen over- nemen tot heure behouften een mudde, half mudde ofte een schepel, mits betalende den pryse daervoer hetzelve coern gecoft ware ende op elcke schepel eon oirdt stuvers te winninghe, nyettegenstaende tselve vercofte ofte ge- leverde coern bevonden werde, staende in sacken toege- bonden ofte gedragen zynde in huysen ofte op de solderen, ende dit geduerende de mercktdach uut ende nyet 'anger, opt verbueren van degene, die hieroff in weygeringe waer telcker reyse van eenen Karolus gulden tot behouff van den aenbrenger. Item dat nymant, alhier ter merckt comende mit coern ofte andere graen, en zal mogen weygeringe doen des versocht, zynde een schepel coerns uut to meten, mits hem betalende naer uutwysen van den pryse daervore hg zjjn coeren te voren op den selven dach vercoft zal (fol. 7,)hebben op peyne van eenen Carolus gulden tot behouff van 'de 00.e Mat deeser stadt ende aenbrenger elex een derdendeel. Item dat alle coern, nyet uutgesundert, die eons ingeset is en zal nyemant van lien mercktdach mogen hoiger loven ofte vercopen opt verbueren vant coern, dat die vercoper alsdan te cope by hem heeft tot behouff voers. Item zoe wie . van nu voertaen eenich coern, uut dozen stadt vueren wil, dat op soiree ofte in schepen leggende is, toy off tselve vercoft ofte verloeft es tot twyntich mudden toe ofte daerover, zal gehouden wesen aleer by tselve zal mogen doen meten ofte roeren openbairlyck omme to doen roepen die coop ende prys van tselve koern welcker prys hij yerst gehouden went bij Bede te verclaeren voer twee ofte een schepen ende te doen teyckenen bij Jacob van der Voirdt, deeser stadts secre- taris, die daer register offhouden zal. Ende yegelyck burger ofte ingezetenen van deeser stadt zal daeroff mogen overnemen ofte doen halen een mudde, half mudde ofte schepel nae zynde geliefte, ende een backer vier mud yonder weer. Ende die meters ofte zackdragers mitte houdtschilden en =lien zulcke coern nyet mogen meten ten ware dat tselve coern vier ende twyntieh uren Baer to voren omme geroepen ware, opt verbueren van Olt DID VOIDSELVOORZIENING TE REGELEN. 116 tcoern tegens dengenen die eenich coern van de zolders ofte uuyte schepen doen dragon ofte laden heat zonder tselve vier ende twyntich uren daer to voren ommege- roepen te laten hebben. Endo die meters zaekedragers ofte houdschildeu, die tselve coern gemeten ende gedragen hadden, zellen elex verbueren van op de eaeck reset ende gogeselt to worden anderen ten exempele. Item die costen vant on2meroepen ende teyckenen voir den secretariis zellen die coper ende vercoper half ende half dragon. Item ten fine, dat dose ordonnantie wel geobserveert worde, zoo zal eenen ygelycken hierinne kuermeester mogen we en, denwelcken doende zynen eedt vant excess hiertegens gecommitteert ende tzelffde probeerde it eenen getuyge, zal in zulck geval diegene, die gedolatoert zal zjjn, gehouden worden alder men hem in oppositie ont- fanget, van tcoern ende die boete, by hem verbuert, handt- Tolling° te doen ende die te namptiseren. Aldus gedaen ende gepronunchieert tUtrecht onder tsegel van justieie van den voers. Hove hierop gedruckt, in forme van placate, den XXIlen Septembris XVC vyff ende tzestich. Onder stondt geschreven: Bij mynen heeren die stadtbouder president ende raiden in den Hove van Utrecht etc. Ende was onderteyckent Scrijvers. (3e Placcaetboeck, Hof van Utrecht (1565-- 1581), f. 5 e. v.. B. A. Utrecht.) XIII. BIJEENKOMST DER VERTEGENWOORDIGERS DER DR1E STEDEN VAN OVERIISEL TE WIWSEN, OM TE BERAADSLAGEN OVER HET PLAGCAAT TOT VERBOD VAN KORENUITVOER. (15, 25 en 29 October 1565). Sinnen op 't anschryven der Stadt Deventer binnen Winshem ter muelstadt erseirnen, Gedeputeerde van Deventer Mr. Lubbert van Winshem ende Mr. Derek Scherif der Rechten Licentiaeten van Campen Henryck 176 MAATREGELPS VAN OVkilitEIDSWECrE GrgOlttE^t• de Wolffs, Arent toe Boecop, van Swolle Wolff van Itterstitm, ende Johan van Ilderst, °mine to communiceren op zeker zwaridheden in den placate van 't uthfoeren ende fOrtliel'en van den korn bevotiden. Ende hebben die van Deventer die propositie gedaen, elide verhaelt, welcker gestalt eon E(ersame) Raedt van Deventer sich in dieen puncten insonderheid besWaert bevonde, nemptlick dat in den placate voer all gestatneert wordt, dat nymant en sal mogen vtieren ofte doen voeren, to schepe ofte te waegen, mit kerren ofte peerden, buyten Con. Mats. landen, eenige terwe, rogge, garhte, havere, eintreteti, boondn, ofte andere graenen etc. Tirelek den vat% Deventer als b geo.renset wesende an Westphalen, die Graifschap van Benthem ende an andere landeti — besweerlick ende in hoer negociatie soe sie mitten Munsterschen, Paderbornschen, Hessen ende andere ge- bruyckeri nadeelich weesen solde, ende neffens dem onbillick to syn, dat die Munsterschen, Hessen elide andere soe hoer terwe to Deventer dachlieit brengen niet en Bolden moegen eenige rogge oft Molt in cleyner vantifeit wederomthe uthvoeren. Item, dat in den foerst. placate geardineert, dat men biniten tween thatinden hie 't vervoeren van den grane certificatie solde moeten brengen an den officier van der plaetseti Van titter 't girden gevuert is worden dat het vervoerde koren met cleyne quantiteit vercoft zy etc. Tot dem dat sich etlyke burgers beclaget hadden woe dat sie toe Amsterdam cantie hebben moeten stellen hoer eygen korn soe hem van Oec3ten op haer avontuer gesant ende to Amsterdam angekomen — uth Con. Matts. landen niet en solden vervoeren, dan in twee maend'en tyts in cleyner quantiteit verkopen, etc. Demnae weren die van Devente.i bedacht, an onsen G(enadigen) 11(eeren) Stadhouder to schriven ende anto- holden, dat sie die dree steden van der publicatie des placaes mochten ontlediget worden, ende dat men tot dem an den Drosten ende officieren in den lande scriven s61de, mitter executie te willen cessieren, ter tyt toe dat men *MI syn E. een antw-ordt bekomen Sal hebben. Ifigelycken tin den &hewn van. Amstelredam to selfiven, &le voetveihaelde besweringe fe sillen fcloeft,angOgιn ON DE VOIDOELTOORZIWNING TE REGELIN. 177 het placaet alleene vermeldet van gesoldert koren,- etc. Nae weleke propositie die saken allenthalven bjj voersz. gesanten is gedisputeert, ende is bij den van Campen ende Swolle beweeght, dat men den dreen Steden die suspensie des placaets to hove qualicken solde affnemen, angesien 't voersz. placaet tot bevorderinge des gemenen burgers geOxpedieert were. Mocht men demnae die publicatie geschien laten gelyck oick die van Swolle besloten weren ende niettemin an onsen G. H. Stadt- holder schriven, ende die beeweringen toe kennen geven, om in betrachtinge derselver eenige moderatie ofte gued regard in der executie toe verwerven ende genornen tworden ende daerbeneffens an den Drosten ende officieren in den lands toe schriven, om mitter executie toe cessieren woe boven verhaelt. Demnae hebben die gesanten van Deventer angenomen die concepten daervan te willen doen 'Waken, ende an der Stadt van Swolle overschicken, om 'order an der stadt van Campen overgesant to moegen worden, ende dieselve een yder in 't sync t'corrigeren, etc. (Dagvaartboek (1564-1568), f. 118, (7. A. Kampen.) XIV. MISSIVE VAN DE DRIB STEDEN VAN OVERIJSEL AAN DEN STADHOUDER, WAARBIJ BEZWAAR WORDT GEMAAKT 'MEN HET VERBOD VAN GRAANUITVOER. 24-26 November 1565. Onse bereitwillige dienst ende wee Wy eenichssins guedes vermoegen U. G. steets t'bevoerens, Edele ende welgeboren genedige heer. Alsoe U. G. voer etlycke ver- gangen dagen ons toegeschickt hebben, copie van zekere placaet bij Co.r Matt. onsen airegen. haeren op 't uthfoeren ende verdieren van den coern ende andere graven in daze synre Matta. erffnederlanden opgerieht mit ernst- lieken bevel, den inholt derselver by ons te doen publi- Bijdr. en Meded. L. 4'2 178 MAATREGELEN VAN OVERHEIDSWEGE GEICONEN ceren, ende by den penen daerinne begrepen observeren laten. Wyderen inholtz uwer G. bevelschriften an ons gedaen, konnen U. G. wij daerop dienstlicken niet ver- holden, dat hoewel wy gantzelicken geneicht ende besloten sinner uwer G. bevel inalre onderdanicheit alsoe nae to komen, ende voersz. placaet mitten alder iersten to doen publiceren. Soe ist dannoch, dat wy ons in der executie desselvigen placaets in eenigen puncten atlyckere maten beswaert bevynden. Ierstlicken in dem, dat hoochstg. Co(n)r. Matt. ordineert ende bevelt, dat nyemant hem en vervordere buyten synre Matt. landen van herwertsover to vueren ofte doen vueren, to schepe ofte to wagon mit karren ofte peerden in ghienderhande manieren, eenich koern ofte graenen, hoe die genoempt moegen syn, by yerbeurte des coerns, mitsgaders der schepen, waegens, karren ofte peerden, oft© die estimatie van dien, ende daerenboven noch op arbitrale correctie. Nu weten sich U. genedichlicken toe bedencken, dat wy op die vuyterste frontieren van syner Matts. erffnederlanden geseten ende an Westphalen, die Graeffschap van Benthem ende andere landen gegrenset synde, onse dachhcksche negociatie ende hanttierung hebben mitten Munsterschen, Paderbornsxhen, Hessen ende andere, de-welcke nyet alleene holt, hoenich ende linnendoeck, sonder oick by groote mennichten van karren die terwe alhier in lessen steden gewoentelicken sinnen to brengen, gelyck sie oeck noch dachlicx doen, ende ons dermaten victalieren. Ende wanneer nu denselvigen luyden by soe grooten penen sonder eenige moderatte oft respect verboden wordde eenich molt ofte rogge, oick in cleyner quantiteit by mudden oft halve mudden in hoeren hoeden wederomme uth den steden oft desen lande toe vueren, vueren wy geschapen onse negociatie — die doch sober ende geringe is — in corts grootelycken toe verliesen, ende solden oick die- selvige luyde wederomme veroorzaekt wordden, hoere waeren, soe wel eetbare als andere, an sich to holden, ofte tot merckelicke schade deser landen, an anderen oorden to vervueren. Ten ware dan dat by Co(n)r. Matt. andere daerinne voer desen landen versyen, ende soedane executie na gelegentheit gemodereert ofte alregenediehst OM DE YGEDSELVOORZIENING TE REGELEN. 179 verlaten wurde. Tot den genediger Heer wordt in den Belson placaete geordineert, dat dieghene soe eenich ge- soldert coern kopen, om weder toe verkopen, geholden sullen wesen datselvige ter plaetssen haerer woenstede, den gemenen man mit cleyne quantiteit, ofte der atadt aldaar oft oick anderen steden van herwertsovere in 't grosz toe verkopen, zonder dat toe soldern ofte bewaren ende daervan binnen tween maenden certificatie leveren an handen des officiers der plaets, daar 't koern uthgevoert is, ende daervan genoechsame cantle stellen by verboerte des coerns, ende penen in den in den placaete begrepen. Weleke ordinantie den ingesetenen deser steden niet wel mogelioken zal syn in alles toe vollentrecken, uth dem dat alhier by ons seer weinich 'ertoeges is. Ende WY bevynden oick algereetz, dat die ingesetenen deser drier steden soe gemeenlicken het coern van Amstel- redam oft elders plegen te haelen, omme 't selve den gemeenen man weder toe verkopen sich niet allene en besweren, Bonder oick ontholden, meer coerns binnen Amstelredam oft elders te copen, durch vreese dat Soe wanneer die datselvige coern binnen den bestemden tyt van twee maenden niet wederomme en Bolden verkopen kunnen sie all even wel in de penen daer toe staende vervallen zyn solden, nijettegenstaende dat sie oick bereit gewest waren hoer koern beneden den gemenen coop des markts toe verkopen. Ende dat toe meer, in respecte van desen anstaenden winter ende eenigen harderen vorst, die langer dan twee maenden dueren solde moegen, daarmit alstan dese steden als qualycken geprovandieert wesende in grooten gebreke van coern geraken mochten. Dewyle dan genedige heer die gemeene negociatie ende alinghe welfaert deser drier steden an den tween opge- melten puneten soe grootelieken ende merckelicken gelegen. Is onse seer dienstlick ende demoedich bidden, dat U. G. als onse verordente genedige beer Stadtholder, genedich- licken gelieven wille, desse onse besweernissen alsoe toe bohartigen, ende ons volgens an die durchluchtige ende hoeehgeboren Furstinne die Hertoghinne to Parma, Re- gente, etc. onse genedighe vrouwe dermaten toe verbidden, dat wff van der executie desselvigen placaets voer 180 MIATRIOGELEN VAN OVERTITIDSWINGE 02NO24EN soe voele dat uuytvoeren des coerns in cleyner quantiteit ende die stellinge der caution, sampt leveringe der certificatien belangen duet genedichst verlaten moegen wordden, ofte een guede drachlycke moderatie voer desen landen ende nae gelegenheit derselver, van oir F. D. daerop erlangen, daermit dat wy on once geringe nego- ciatien geholden, ende die schamele ondersaten des to beter soe wel van onsen eygen ingesetenen als anderen uytheemschen hensvorder geproviandeert ende mit noot- drufte versorget moegen worden. Wy willen mit alien vlyte daer ansyen, dat onder 't dexel van soedane genedige vergunninge, dat coern in grote quantiteit gheen- sins uthgevoert sail worden, sonder voel moor soe voel. moegelick — in desen lande blyven ende ons anders de executie desselvigen placaets holden, ale guede ende gehoersame ondersaten toebehoert, dat doende, etc. even Ge- m etc 6 / etc. In margine : Belangende 't placaet van 't uthfueren ende verdieren van den coern. (Dagvaartboek (1564-1568), f. 120, G. A. Kampen.) XV. MISSIVE VAN KAMPEN AAN ZNVOLLE BETHEFFENDE HET UITVOERVERBOD VAN KOREN, 1 November 1565. Ersame Wyse voersichtige insonders gunstige goede vrunde. Wy hebben in onsen Rade verlesen ende rype- licken overgelecht, die overgesante concepten ende scriften onser vrunden van Deventer beroerende die suspensie des placaets van 't utlifoeren ende verdieren van den koren one (lurch onsen G. II. Stadtholder van wegen Co(n). Matt. mit ernstlicken bevel toegeschickt. Endo kunnen U. E. guoder meninge nyt verholden gelyk wy oiek U. B. vergangen dagen ter antwoort hebben doen schriven dat ons nyet geraden dunckt die publicatie desselvigen -OM DE LVOOkZ1ININO BB IN TE RBGAILMN. plAcsoots, laxger (Ian tot neeghstkomstigen Sondsghe toe irozikalden, oft oick ,die missiven an onsen G. H. fittadt- holder cede den Amptinyden durch onsen vrunden van Deventer beraempt — in alsuleker gestalt te laten uthoea. Edoch syen voer guet au, al eeven wel an syn. G. te schryven, ende an to holden, dat wy alleene van der executie desselvigen placaets in etlycken synen puncten verlaten mogen worden oft eenige guede ende drachlycke moderatie veer desen lande daerop van F. D. -van Parma erlangeu. Ende hebben demnac op behach ende guetbeduncken. van 11. E. ende onsen vrunden van Deventer, die voerben. overgesante concepten, etlycker mate durch onsen Secre- tannin doen veranderen, gelyck U. E. uth byverw&erten stucken mit onzer Secretary handt gescreven, wyders sullen hebben toe vernemen, dewelcke wij ons alsoe ge- vallen Wen, vruntlycken begerende U. E. die selvighe visiteren ende corrigeeren, ende volgentz onsen vrunden van Deventer neffens U. E. gueden beraedt ende advils, teesdicken willen, omme vorder daerinne gedaen t'worden, .ale dieselvige uwe Ersamh. ende onse vrunden van Deventer bevynden sullen tot bevorderinge des gemeenen besten nuttest toe wesen. Ende wes U. E. bedacbt sinnen hierinne 't doen, ende van onsen vrunden van Deventer daerop in antwoort ontfangen sullen, daervan begeren mitten iersten durch U. E. verstendiget t'wordden, omme one daernae in 't publiceren ofte verholden desselvigen placaets to moegen richten. Belangende die missive an den Schulten van Amstelredam, laten wy one ingelycx dieselvige aleoe we! gevallen, die wij oick U. E. hiermede by veiwaert oversenden, om an onsen vrunden van Deventer wader toegeschickt aldaer in 't reyne gescreven, eude voerts in onser drier steden name an den voersz. Schulten utligesant t'worden. Begerende voert made U. E. onsen vrunden van Deventer ten besten schriftlycken vermanen willen, ten eynde dat oar E. den Drosten van Sallandt ende eenige vrunden van der Ridderschap op die neeehste geseten, neffens one, ter ierster gelegentheit binnen Wins- hem ter maelstadt verschryven willen, om aldaar op het autwotrt onses G. H. Stadtholders, belangende die corn- 182 MAATREGELEN VAN OVERHEIDEIWEGE GENOMEN missie Aerts van Renoy toe communiceren, angesien ons ende die alinge lantsehap van Overijssel merkelicken daeran gelegen is etc. Datum den Vier) Novembris, Anno 1565. (Dagvaartboek (1564-1568), f. 120-122, G. A. Kampen.) XVI. DERDE PLACGAET VAN TCOORN ENDE SETTINGHE VAN MEN. 23 November 1565. Die prince van Ouraingnen grave van Nassouwe etc. stadthouder president ende raiden des coninex in den Hove Tan Utrecht, den eersten deurweerder ofte pander in den selves Hove hierop versocht, saluyt. Alzoe nyet- jegenstaende die provisie, zoe bij placaten ale antlers gedaen, omme tabineren ende voercommen die jegen- woirdige dierte van alien granen, deselve dacgelicx meer ende meer verhoocht ende scherper wordt ende gesehapen es noch swaerder te worden tot onverdrachelicke last van alien menschen, ende sonderlinghe van den armen, omme waerinne voer zoeveele doenlick es geweest te voorsien, goet gevonden es te doen visiteeren alien de coorensolders, Bergen, tassen, zoe binnen der stadt, steden, als ten platten lande van Utrecht, ende doen aenteyckenen de quantiteyt van alien granen daer bevonden, mitsgaders de persoenen binnen denselven lande wesende, omme naer de collatie daervan gedaen, te moegen geraeken tot eenen redelicken tax ende settinge van den pryse der voors. granen. Bysonder aengemerckt die coninek onssen alder- genadichsten beere geoerloft heeft alien officieren de voors. tax ende settinghe to doen, zoo dickwylen tzelve hemlieden goedt ende oirboer duncken sonde. Soe eyst, dal wy hierop gehadt hebbende tadvys van eenighe hem des verstaende, hebben getaxeert ende gepryseert den besten weyt binnen deser stadt, steden endo lande van Utrecht opgescreven wesende, het mudde nuytersche mate tot vyff gulden Olen stuvers, die buytenlandtsche weyt, OM DE VONDOELVOORZIENING. TE RIMELEN. 183 als Cleeffsehe, 61-uliehe ende diergelicke, vyff gulden, die binnenlandtsehen mitsgaders die Cleefsche ende Guliche rogge, tmudde op vier gulden thien stuvers, die oostersehe ofte schip rogghe tmudde op vier gulden, die prate op twee gulden thien stuvers tmudde, erweton drye gulden, die boonen twee gulden thien stuvers, het mudde haver twee ende twintich stuvers, die bouekweyt twee gulden vyff stayers. Ordonnerende alien coorencopers des ver- soeht zynde, liueren weyt ende alien anderen granen voor den V001'43. prys to laeten volgen elcx voor zyne fol. 13). gewoonlicke provisie, totten oughstmaent toecomende, zoe voor syn familie als voor den armen tot affirinatie van den cooper. Op peyne dat deghene, die in weygeringe bleve ofte zwaricheyt maeckten zijn cooren ende granen op den voors. prijs te laeten volgen, te verbueren zoo dicwylen tzelve geschien zall achthien gulden, tappliceren Been dardendeel tot profyte van den aenbrenger, het tweede van den officier ende het darde van den armen deser stadt. Ordonnerende gelicke peynen jeghene den- ghenen, die eenige granen van den platten lande op de vrye merckte brengen ende in weygeringhe wesen zullen den coopers to laeten volgen. Ende alzoe tenser kennysse alsnoch nyet gecommen en is, dat die omliggende ende gebucrige steden gelicke settinghc gedaen hebben, waer- deur to beducht(en) es, dat zy onder eenige decxel ofte practiquen binnen dese stadt, steden ende landen eenige der voorsereven granen souden moegen crygen by coope efts andere manieren om deselve tor verbrengen ende uuyt dese lande to vueren, soe hebben wy geoorlofft ende gepermitteert, oorloven ende permitteren by desen eenen yegelicken te moegen metterdaet aenveerden ende aentasten alle seliuten, schauwen, schepen ende wagenen, eenige der voors. granen geladen hebbende, die zij be- vinden zullen op to limiten ofte uterste palen van desen lande ofte andere plaetzen zulcx gelegen, dat men daeraen mereken ende nyet ontkennen en kan dat de voors. schuten, schauwen, schepen ende waghenen op den weeh zijn om uuyt desen lande to vaeren. Welverstaende, dat diegbene, die zulckc aentastinghe doen zullen, gehouden werden terstont daerover tontbieden ende by hem to 184 Ni.ATREOBLEN V411 OYEEHEIDEIWEGE GENONEN roepen den naesten officier van der plecken, die gehouden wart dezelve granen tot coste van denzelven granen te doen voeren in de naeste stadt omme tzelve by tgerechte aldaer to doen verclaeren geconfisqueert, teen dardendeel tot prouffyte van den aentaster, dandere twee deelen tot profyte van den aermen, aldaer die confiscatie verclaert zal werden. Ende ten eynde dat uuyt oerzaecke van -User de vremde coopman van granen, die hy uuyt andere landen in desen lande wil brengen, nyet geoorsaeckt en werde dese landen te schuwen, sae wert hem bij desen toegeseyt ende versekert, dat alzulcke granen, als hy bynnen desen lande brengen zall, nyet genet ofte gotaxeert en zullen werden, maer zullen daermede vry, onbelet ende onbehindert binnen desen lande moegen commen ende weder uuytvaren zouder eenichsins gehouden ofte gearresteert te werden in eenigerley manieren, hoe tzelve zonde moegen geschien, doende haer coopmanschap als in alle vrye merckten gewoonlick es te geschien. Interdi- cerende alien coorencopers ende mou.tmaeckers eenige garste, binnen desen landen gewassen, to mouton, op de verbuerte van tmout ende arbitralick gecorrigeert te werden. Ende dyt all by provisie ende ter wylen antlers haer uuytheysschen 1) van der tyt geordonneert zal wesen. Aldus gedaen ende geordonneert tTJtrecht onder tzegel van justicie van den voors. Hove hieronder gedruckt, in forme van placate den XXIIIsten Novembris 1565. Under stondt gescreven : Bij myn heeren die stadthouder, presi- dent ende raiden sconyncx in den Hove van Utreelit onderteyckent : D. de Gouda. (3e Placcaetboeck, Hof v. Utrecht (1565-1581), f. 12, R. A. Utrecht.) 1) nit woord staat in den tekst, het zal wel moeten zijn: uuyt- weysschen. OM DE YOBDIMINOODZIEN1140 TE 1tE4Ef MEN . 1S5 VIERDE PLAGCAET NOPENDE DE GEMMEL 20 December 11566. Die prince van Ouraingnen, grave van liassouwe etc. stadthouder president ende raeden des conyncx in den (fol. 4.) Hove van Utrecht, den eersten deurweerder ofte pander in denselven Hove hierop versocht, saluyt. Alzoe wy onlancxleden, omme te voorsien totte jegenwoirdig(e) dierte ende benautheyt van den granen, volgende de permissie van Co. Ma.t onsen aldergenadiehstio heere, alle granen ende cooren geset hebben, totten toet.omenden ougst toe, op eenen redelieken prys ende dyt al by pro- visie ende ter tyt toe anders geordonneert zoude zyn, tot welvaeren van der gemeente ende ingesetenen deser stadt, steden ende lande van Utrecht, soe eyst, dat wy deur merckelicke ende bewegelicke redenen ende motyven ge- moveert ende veroirsaeckt worden, de voors. ordonnantie ende settinghe aengaende eenighe greynen to veranderen, waerdeur wy tzelve doende verclaren by desen, dat een yegelick zall moegen brengen op ten vryen merckten van desen lande : erweten, haver, boonen ende bonekweyt ende deselve vercoepen tot zulcken pryse als hem believen zall, zoo wel den inwoenders deser lande als den uuyt- heemschen ende gebueren van dyen, zonder gehouden to zyn te volgen ofte hem to reguleren volgende de voors. settinghe. Welcken naebueren wy oorloven ende toelaten by desen de voors. erweten, haver, boonen ende bona- weyt te voeren buyten den lande van Utrecht, daert hem belieft, zonler ter cause van dien eenichszins belet ofte gearresteert to warden by den wachten daertoe gestalt, ende dyt zonder prejudieie van Co. Ma ts placaten,nopencle die 'Gorse greynen onlanox gemaeckt. Welverstaende, dat de voors. settinghe ende tax by ons gestelt nopende don anderen granen zynen effect sorteren zall tot andere ge- ordonneert zall zyn. Ende ten eynde hiervan nymant ignorantie en pretenderen, bevelen wy u deurweerder ofte pander dese onze jegenweirdighe ordonnantie to publicerea 186 MA.ATREGELEN VAN OVERTIRID8WEGE (WOMEN tallen plaetzen, daer men gewoenlic es zulcx te dome. Aldus gedaen tUtrecht onder tzegel van justicie van den voors. Hove, in forme van placate, hierop gedruct, den XXsten Decembris 1565. Onder stondt gescreven : By nun heeren die sta.dthouder president ende raeden des eonyncx tUtreeht onderteyckent: D. de Gouda. — Op ten rugge van desen stondt gescreven : Aldus gepubliceert van den stadthuyse tUtrecht op den XXsten Decembris 1565 bij my deurweerder van den Hove aldaer, ander- teyckent G. de Viana. (3e Placcaetboecle, Hof v. Utrecht 1566-1881, f. 13e, B. A. Utrecht.) XVIII. MISSIVE VAN DE DRIB STEDEN VAN OVERUSE', AAN DE STAD AMSTERDAM, WAARBIJ BEZWAAR GEMAAKT WORDT TEGEN HET VERBOD VAN GEAANUITVOER DOOR KAMPER BURGERS UIT AMSTERDAM. (CONCEPT). Januari 1566. Unsern vruntlichen gruet t'bevoerens. Erbare wyse ende voersiehtige, besonders gunstige guede vrundt. Het hebben sich etlicke unsere burgers an ons beclagt, wie dat sic uth dwanck van U. Erb. W. hoer eigen koern, soe hem van Oesten op hoer aventuer van verlusz ader schade gesant, und to Amsterdam angekomen, cantle hebben moeten stellen, dat sic datselvige nyet uth Co." Mats landen vervueren sondern binnen syn Mats. landen und in die tyt van twee niaenden in cleyner quantiteit venten und verkopen sollen ende willen, waerinne sic unsers erachtens merckelicken und haven dat affgelesene placaet van Co.r Matt. — daarvan wy oeck copy out- fangen --,- beswaert worden, in betrachtinge dat dat selvige placaett uthdruckelicken vermeldet van koern, dat aldaer gekoft und .gesoldert is gewest, ende niet van koern soe van oesten gesant wcerdt, wie dan die woorde desz placaets nae der litter uthfueren. Ordineeren etc. dat OM BE VOED1ELVOORZIEN/NG TE REQELEN. I87 die ghenne soe eenich gesoldert koern kopen omme weder toe verkopen, geholden sal wesen ter plaetzen syner woeustede den gemenen man mit cleyner quantiteit oft der stadt aldaer oft anderen steden van herwertzover in 't grosz t'vereopen sander dat toe solderen ofte bewaren, und daer van binnen tween maenden certificatie leveren an handen des officiers der plaetsen, daer 't hen verfuert etc. Weleke woorden des Outlets niet van den koern soe van °eaten kompt, onsen burgern toegehoerich, verstandcn und geduedet konnen wordden. Dewyle dan gunstige guede vrundt, dem alsoo, begeren wy van wegen onder burger gantz vruntlicken, dat U. Eerb. in betrachtuugen der voirg. redenen, unsen burgers omme caution van dat koern soe van oesten ontfangen to stollen hin- vorder niet besweren, oick die jenigen soe airede borgen gestalt, der burchtucht ontslaen und vryen, one oick by brenger van desen verstendigen wollen, waertoe Ouse burgere rich sollen hebben to riehten. Dat doende etc. Datum onder 't secreetsegel der stadt Deventer, dat wy hiertoe samptlick gebruken. (Dagvaartboek (1564-1668), f. 122, G. A. Kampen.) XI X. MISSIVE VAN DE BRIE STEDEN VAN 0 VERLISEL LAN DE AMBTLIEDEN, OM DE UITVOERING VAN HET PLACCAAT IN- IIOUDENDE VERBOD VAN KORENUITVOER OP TE SCHORTEN. •anuari 1566. Erentfeste vroinc wyse voersichtige besonders gunstige guede vrundt. Wy hebben vernornen, welckcr gestalt U. F. L. vergangen dagen in uwen bevolen ampte hebben doen publiceren zeker placaet van 't uuytvueren ende ver- dieren van den koern ende anderc granen by Co.r Matt. onder alregnedigsten heeren opgericht, waerop wy U. F. L. gueder meninge niet konnen bergen, dat wy gelijeke 3013 MAAAMB&BLEN VAS OYERSIEWSW.NOSa OMF4N piatkaeten van onsen G. H. f3tadtholder ontiangen hebbee11 die wy oick geneight ende beeloten sinnen mitten alder iersten in ease jurisdictien te doen publiceren, dan aizoe wy ens in der executie desselvigen placaets in eenigen pancten etlyeker mate bcswaert bevymien, sonderlinge Ana, dat in den voersz. placaete generalicke verboden, gantz- ghien koern buyten syne Mats. landen toe ver- vueren, 't welck ons ale gegrenset zynde an Westphalen, die graeffsehap van Benthem ende andere landen hooch- besweerlick ende in onser dachlixe negociatie ende hant- tiering — soe wy- mitten Munsterschen, Paderbornschen Hessen, Dorningers ende andere hebben nadelich wesen wide, hebben demnae an onsen G. H. Stadtbolder den -welgeboren Graven to A.renberghe gescreven ende dienst- !deign gebeden, ons dermaten by F. D. van Parma te willen hedeacken, dat wy van der executie desselvigen liasaets voer soe voele het uuytvueren des coerns in eleyner quantiteit belanget verlaten inoegen wordden, e.fte *en guede drachlijcke nioderatie voer desen landen van oer P. D. daarop erlangen, der toeversicht het wer