Strekt het kind slechts eens de handen Naar den hem ontzegden peer; Spoedig zal hyalles wagen, Want hetblijft nietby dien keer. De ondeugd durft al meer en meerder; En, begon hy met een duit; Eenmaal mooglijk blaast hy d'adem Ais volslagen booswicht uit! (p.36) Deeerste alinea van 'Geduld en lijdzaamheid' toont de volharding ,van een spin in het steeds opnieuw maken van haar web-". De tweede en laatste alinea is een aansporing tot de 'Iieve kleine meid' dit voorbeeld te volgen bij de 'taakjens'< die zij van moeder krijgt, geen onwil te tonen wanneer het werk inderhaast is verbroddeld doch vol goede moed opnieuw te beginnen. De natuurlijke blijken van Gods almacht worden verwoord in 'Het onweder' en 'Wasdom', in de kinderpoezie van circa 1800 geijkte thema's die de verhouding raken van de mens tot het Opperwezen als wijze schepper en onderhouder van al het bestaande42. WeI heel overheersend is dit thema in dekinderpoezie.juist van Vrouwe Bilderdijk. De helft van haar gedichtjes betreft de relatie vanhet mensenkind tot God.Tezus of de Bijbel. In .. zes gedichtjes wordtgebeden. Viergedichtjes zijn gebeden. Hieruit (zie met name 'Gerustheid' en 'De Bijbel'), maarnatuurlijk ook uit andere bronnen, leren we ,de ,schrijfster kennen als eendichteres die boven het rationalisme van de .meeste kinderdichters haar geloof stelde.Zij. had jets te zeggen dat sterk en zuiver voorhaar persoonlijk leefde en dat zij op haar geliefde kindmoest.overdragen. Nergensgeschiedtditzo duidelijk als in 'Afscheid aan mijn zoontjen', waarvan deeerstestrofen Iuiden: Vergeefs is 't in dit afscheidsuur Mijn bange zuchtenop te kroppen: Uw afreis treft my.ja, mijn zoon, Zy doet mijn boezem angstig kloppen. Achl 't is dattijdstip nu nietmeer, Dat ik u al mijn zorg mocht wijden, En in uw kinderlijk vermaak My onbekommerd mocht verblijden. 't Was altijd nog een vijverkom, Waarin de golfjenszachtjens vloeiden; Waarop de lachjens en de vreugd U in een veilig hulkjen roeiden. Geen steile rots verhiefzich daar Die soms de hechtste kieldoet gruizelen; Geen stormwindjoeg ergolven op, Wier hemelhoogte 't hoofddoetsuizelen. (pp.84-85) Bijlage I drukken GEDICHTEN / VOOR / KINDEREN, / DOOR VROUWE I KATHARINA WILHELMINA BILDERDIJK. / [vignet 'R. Vinkeles. inv. del. et sculp.'] / Te HAARLEM bij / FRANC; OIS BOHN. / MDCCCXIII. / [lijn] / Ter Drukkerij van F. BOHN,te Haarlem.// 120; *, A-D 12, E6, [F]; [I-II] voorrede, 1-109 gedichten, 110 inhoud; aanw. B.-M., UBA 1298 F 23, PB 544 en 670B 68. 6 De, symboliek ,van de ,levenszee is weliswaar van aIle tijden.imaartreft te meer wanneer we ons Julius' einde op zee in herinneringbrengen: Geen reizigervoleindtdien tocht (Schoon weelde en rijkdom hem verzellen) Of't stormweer geefthem vroeg of spa Tenspeelpop aan de ontembre wellen. (p.8?) I. ..J Ach! zoo uw pad door droefheid leidt, Vertrouw u Gods onfeilbre zorgen! Zijn hand beveiligt in den nood, Al is die Vaderhand verborgen. Strek naar geen zwakke bies uw hand, In't worstlen met des levens golven. Wie ooit aan 't vlotte wier zich hield, Dien heeft de stroom in 't eind bedolven. Geen rijkdom zij uw toe-verzicht, Noch wat een stormwind weg kan blazen! 't Verganklijk goed dat weelde geeft, Zij 't voorwerp van de lust des dwazen. Neen; als u soms de boezem bloedt, Zie, zie dan op tot Gods ontferrnen! Hy, die uw Ouders nooitverliet, Zal zich hun lievling ook erbarmen, Hy zij uw heul en toeverlaatl Hoe ook des levens vaartuigslinger', De weg die door het leven Ieidt, Is afgetekend door Gods vinger. (pp.89-90) Hoe Vrouwe Bilderdijk zichals moeder endichteres heeft gekweten van'dit minder schitterende dan nuttige en voor een moederlijk hart zoo belangrijk yak', zoalsDaCosta het maken van kindergedichtjesnoemde:", moge gebleken zijn uit de slotstrofen van dit gedicht dat zij haar zoon in het levenmeegaf. M. van Hattum M. van Hattum werkte in 1976 en 1977 in het kader van de juridische 'Werkgroep Grote Raad van Mechelen' aan een glossarium van oude vaderlandse rechtstermen. In 1980 en 1981 maaktehij een catalogus oude drukken van de bibliotheek van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Voorts verzorgde hij een teksteditie van Rh. Feiths De Ouderdom en publiceerde hij in Vestdijk Kroniek, Documentatieblad Werkgroep 1ge eeuw en Ons Erfdeel. Een dissertatie over J.F. Helmers is in.voorbereiding, GEDICHTEN / VOOR IKINDEREN, / DOOR VROUWE I KATHARINA WILHELMINA BILDERDIJK. I Tweede Druk. I [vignet als le dr.l / Te HAARLEM bij I FRANC;OIS BOHN. I [liin]ITer Drukkerijvan F. BOHN, te Haarlem.11 12°; *+ A7, B-EI2; pp. als Ie dr.; aanw. UBA 1045 H 28 (zonder ills.). N.B. Op de titelpagina van deze dr. is op de rechterp. van het opengeslagen boek te lezen: 'WEG TOT DEUGD'. GEDICHTEN I VOOR I KINDEREN, / DOOR VROUWE / KATRARINA WILHELMINA BILDERDIJK./ Derde, vermeerderde Druk. / [vignet als le dr.l / Te HAARLEM bij / DE ERVENFRAN<;OIS BOHN. I MDCCCXXIV.II 12°; A-EI2, p6; [1-2] voorrede, 3-125 gedichten, 126-128 inhoud, [129-1321reclame; aanw.B.-M., UBA 1056 D 27, UBU Zoct27622. N.B. In het ex. B.-M.zijn de ills. bij 'Gevolgen der ongehoorzaamheid' en 'Jozef' v.w.b, de paginanummers niet aan de nieuwe dr. aangepast. GEDICHTEN I VOOR I Kinderen, I DOOR VROUWE I K. W. Bilderdijk. I MET NIEUWE PLATEN. / Ivignet 'J. Steyn del. H.W. Couwenberg sculp.'] I Haarlem, I ER-~EN P. BORNI Uijn] IVierde Druk./I 12°; [*], 1-512,.64; pp. als 3e dr., echter zonder reclame; aanw. UBA 189F38. Bijlage II titel / perspectiefI i1lustraties 'Gebed'/kind 'Geloof, hoop, en liefde' louder 'Jezus liefde'44 / ouder ofkind 'Liefde tot God' / kind 'Morgengebed' /kind/ill. 4e dr. 'Gebed voor de maaltijd' louderofkind 'Goede nacht' I kind I ill. 4e dr. 'Ret ontwaken' / kind I niet in 1e-2e dr. 'Gerustheid' I kind 'Geduld en lijdzaamheid' I overgang van auteur naar ouder / ill. le-4e dr. 'Ret goede voornemen' I kind 'Ret verstandige kind' / auteur endialoog kk. I niet in 1e-2e dr. 'Het onverdraagzame kind' I auteur 'De gevolgen der ongehoorzaamheid' I auteurlill. le-4e dr. 'De logen' / auteur 'Moedwil' / auteur I ill. le-3e dr. 'Begeerlijkheid' louder of kind I niet in 1e-Ze dr. 'De dood' I dialoog moeder-zoon Bijlage III vertalingetr" Op het nieuwejaar. God, laat my 't hart tot U verheffen, En wijde ik U dit feestgetij': Leer Gy my t'elken stond beseffen, Roe kort de duur des levens zij. Indien ik elken dag mag tellen Door vordring op de Hemelbaan, Dan mag dit jaar my zoo ontsnellen, Dat niet een uur te loor zal gaan. Op dejeugd. De jeugd gaat als eenbloem voorby: Dat zy zich vroeg den Heere wij' ! Niet uitstell' Hem alleente leven! Wie Jezus dient, wordt alles licht, En 'tmoeilijkst offer aan den plicht, Zal steeds hetzoetst genoegen geven. GEDICHTEN I VOOR/ Kinderen. / DOOR! VROUWE I K.W. BILDERDIJK. II 8°;[1-28], 3-68 (laatste blad 6e katern ontbr.); [1] Pranse titel, [2] blanco, [3-4] voorrede, 5-91 gedichten, [92] blanco, 93-94 inhoud; aanw. B.-M. N.B. Prive-druk (vlgs, hs. aant. voorin in slechts 7 exx.)· op rose papier, ingeplakt de ills. van de 4e dr. De dichtwerken van Vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk (ed. I. da Costa), 3 dIn, Haarlem,A.C.Kruseman, 1859; dl. 2, 221-284 gedichten; dl. 3,626 voorrede. N.B. In de Bibl. v.d.Ver. ter bev.v.d. belangen des boekhandels, Amsterdam, toestemmingerven Bohn aan A.C. Kruseman (Haarlem, 7-9-1857) om de kindergedichtjes in de DWop te nemen. 'De armen' / kind / niet in 1e-Ze dr. 'Den lasteraar geengeloofte geven' I oudertot 'mijn kind' 'Liefde tot zijne ouders' / ouder tot 'Iieve Elise' 'Aandacht bijGods woord' / ouder tot 'rnijnzoon' I ill. 4edr. 'Het dankbare kind'! kind 'Geen arme te verachten' / ouder ofkind/ill. 4e dr. 'Rijkdom' louder tot 'mijn knaapje' 'Op het nieuwe jaar' (zie bijl. III) louder of kind I niet in 1e 2edr. 'Het geweten'/ ouder tot 'dierbaar knaapje' 'Wasdom' / ouder tot'dierbaar knaapje' / ill.4e dr. 'Lust en plicht' / auteur en dialoogkk.lill. le-Je dr. 'Hetonweder'/oudertot'dierbaarknaapje'/ ill.4edr. 'Op de jeugd' (zie bijl. III) louder / niet in 1e-2e dr. 'Aan mijn zoontjen' louder totimijn eerstling' 'Afscheid aan mijn zoontjen' louder 'De Bijbel' / ouder ofkind/nietin le-2e dr. 'Jozef' I auteur /2 ills. le-3e dr.; 3 ills.4e dr. Pour Iepremierjour de l'Annee. Que l'an nouveau, que je commence, o mon Dieu ! te soit consacre ! Du prix d'une courte existence Pais que mon coeur soit penetre ! Sije compte chaque journee Par mes progres dans la vertu, Je verrai s'echapper l'annee Sans qu'un instant en soit perdu. Sur lajeunesse. La plus tendre jeunesse Passe comme une heur: Hatez-vous, Ie temps presse, Donnez-vous au Seigneur. Tout se change en delice Quand on veut Ie servir, Le plusgrand sacrifice Devient un doux plaisir. Vertoefniet, wie tot Jezus kom', Tot dat de Iustlooze ouderdom Uw moed en krachten doet bezwijken! Gewis, het offer kost hem niet, Die dan alleen van de ondeugd vliedt, Ais zy gereed staat, hem te ontwijken. Zij de eerste vrucht der prille jeugd Dereine Godgewijde deugd, Envliezy 'tIokaasvande zinnen ! De aanbidbre God die 't Al regeert, Wil, dat de jeugd Hem kennen leert, En schonkhaar 't licht om Hem te minnen. Noten 1. Een reeks gebedjes voor de opeenvolgende delen van de dag. Wrsch.een eigen vorming; geen overeenkomstig woord in de naburige talen (inf. Bureau WNT). 2. Briefwisseling van Mr. W. Bilderdijk met de hoogleeraren en Mrs. M: en H. W. Tydeman. Gedurende de jaren 1807 tot 1831. (ed. H~W.T. Tydeman), dl. 1, Sneek 1866, p. 346. 3. Briefw.,p.350. 4. Briefw., p. 361. 5. Briefw., p. 363 (4-9-1812). 6. Briefw., p. 386; vgl.ookp. 389 (15-1-1813) waar reeds sprake van eenafrekening tussen B. en Tyd. 7. Winterbloemen, Hollands Verlossing en Affodillen. 8. D.W.S., Zedelyke, nuttige en leerzaame verhalen, voorbeelden en gedichtjens voorkinderen (1800); C.Miiller,De naarstigheid der kinderen beloond(18022) en anoniem, Voor kinderen (1805). 9. Briefw., p. 392. 10. Briefw., p. 393. 11. Briefw., pp. 394-395. 12. Briefw., p. 397. 13. Recensie: Vaderlandsche Letteroefeningen 1814 I, pp. 359-364. 14. Id. 1815 I, p. 424. De platen apart kostten ook 12 st. (Naamlijst van uitgekomen boeken etc. (1790-1848), dl. 6, p. 93). De ills. worden' nietgenoemd in de lijst van Vinkeles' werk door E. de la Fontaine Verwey, De illustratie van letterkundige werken in de XVllle eeuw, Amsterdam 1934, pp. 160-161. 15. Geen exx. eerste dr. in City Libraries Cape Town en South African Library (schr. infodec. '84/jan. '85). WeI bevat laatstgen. bibl. een ex. vierde dr. met handtek. auteur (uit bezit fam. Malherbe). 16. Briefw., p. 443. 17. VB Leiden, arch.-Bohn, cat. ongebonden boeken, nr. A 1, p. 2. 18. Id., kostenboek, B 8. Prijs: zonder ills. f 0,60; met ills. f 1,20; met gekleurde ills. f 1,50 (Alphabetische naamlijst van boeken etc. (1790-1831), p. 65). 19. Eerste adv. in Opr. H'L.Crt, 2-12-1824. 20. Lodewijk Willem B. in een brief van febr. of maart 1831 aan G.T.N. Suringar over Vrouwe B.'s Nagelaten Gedichten (1833): 'Onder de gevondene versjens zijn nog eenige kindergedichtjens. Oordeeld UWEd. het gepast dezen in den bundel op te nemen?' Negatief antwoord van 1 april (Bibl. v.d. Ver. ter bev. v.d. belangen des boekhandels, Amsterdam). 21. VB Leiden, arch.-Bohn, kostenboek, B 9, f. 72. De prijs werd f 1,40 (Alphabetisehe naamlijstetc. (1833-1849), p. 73). 22. Vigs. N. Beets (Verseheidenheden meest op letterkundig gebied, dl. 3, Haarlem 1867, p. 63) schreef Bilderdijk het voorberichtje; Anne de Vries ('Hieronymus van Alphen en de kinderen van zijn tijd', Spektator 11 (1980-1981), pp. 142-170, hiervan p. 150) wijst Bohn als auteur aan; ik durfte suggereren: Tydeman. 23. D.L. Daalder, Wormcruyt met suycker. Historisch-Critiseh overzieht vandeNederlandseKinderliteratuur metillustratiesenportretten, Amsterdam 1950, p. 70. 24. Vaderlandsehe Letteroefeningen 1814 I, p. 360. Vgl.ook Anne de Vries, a.w., p. 150. N'attendez point cet age, Ou les hommes n'ont plus, Ni force, ni courage, Pour les grandes vertus: C'est faire un sacrifice, Qui doit peu nous cofiter, Que de quitter Ie vice, Quand i1va nousquitter. Offrons-Iui lespremices D'un age florissant, En renoncant aux vices D'un monde seduisant, Cet adorable Maitre Ne nous donne Ie jour, Qu'afin de Ieconnoitre, De vivre en son amour. 25. Anne de Vries, a.w., pp. 144-145. 26. Vaderlandsehe Letteroefeningen 1814 I, p. 364. 27. K. Sybrandi, 'Verhandeling, over Vrouwe K.W. Bilderdijk, beschouwd als kinderdichteres' (Nutslezing Nijmegen okt. 1833), Vaderlandsche Letteroefeningen 1834II, pp. 49-67. 28. Id., p. 52. 29. Id.,p.62. 30. Id., p. 60. Sybrandi interpreteert,m.i. terecht, Vrouwe B.'s'kinderlijk' aldus. 31. Id., p. 67. 32. Johannes van Drecht. Vgl. Vaderlandsche Letteroefeningen 1772 I, pp. 32-35; De diehtwerken van Btlderdijk.iu. 12,Haarleml859, pp. 395-399; R.A. Kollewijn, Bilderdijk, zijn levenen zijtt werken etc., dl. 1, Haarlem 1891, pp. 48-49. 33. H. Pomes,Over Van Alphen's kindergedichtjes.Bijdrage tot de kennis van de opvoeding hier te lande in de achttiende eeuw.Rotterdam 1908, p. 4. 34. Vaderlandsche Letteroefeningen 1814 I, p. 364. 35. Leiden 1798, een uitg. van de Mij. totNut van 't Alg, 36. In 'Geduld en .lijdzaamheid' een overgang van auteur naar ouder. 37. Vgl. P.J. Buijnsters, Hieronymus van Alphen (1746-1803), Assen 1973, pp. 99-113. 38. Vgl. Pomes, a.w., pp. 132-210; L.J.Th. Wirth, Eeneeuw kinderpoezie 1778-1878, Groningen-Den Haag 1925, pp. 75-160; B. Kruithof, 'Opvoedingsadviezen van Cats tot Beets.Continuiteit en. verscheidenheid', Onderwijs .& Opvoeding in de achttiende eeuw (Verslag symposium 1982Werkgroep Achttiende Eeuw), Amsterdam-Maarssen(1983),pp.169-178. 39. Vgl.lijst inWirth, a.w., pp. 219-241. 40. De illustrering is vergelijkbaar met die van Cats' 'Des menschen leven en bedrijf vergeleecken meteenspinne"uitDootkiste voor de levendigen iZedenkundig vermaan voor jong en Dud. Uit de prentenboeken van Jacob Cats (ed. G.A. van EsjcCulemborg 1977; p. 238). Het gedicht van Cats he eft, zich wankelbaserend op Jesaia 59:5, een geheel andere moraal. 41. Bilderdijk over 'taak' ·in.·· zijn Geslachtlijst derNederduitsche naamwoorden, op stellige taalgronden gevestigd,dL 2, Amsterdam 1822; p. 186: 'een woord, in mijn tijd, van uit de naaiwinkels weer in algemeenen.omloop gebracht, en waar men sedert mooi mee is'. 42. Vgl. Pomes, a.w., pp. 132-144; Wirth.a.w., pp.J54-160. 43. I.daCosta, Overzicht van het.leven en de werken van Mr. Willem Bilderdijk en Vrouwe· Katharina Wilhelmina Bilderdijk, Geb. Schweiekhardt, Amsterdam 1844,p. 241. 44. Zonder auteursvermelding overgenomen in J. Pieters, Gedichten over den goddelyken kindervriend Jezus, ten gebruike der jeugd ingerigt, Antwerpen 1861, p. 36. 45. Cantiques XXXIV en LXXV uit de Cantiques pour Ie Culte Public, recueillis et imprimes par ordre du Synode Wallon, Dordrecht, A. Blusse & Fils, 1803. rond 12 augustus: 'mijn liefste bezigheid is het een en ander voor U te bezorgen of U iets te zenden.' 30 De kleine Lodewijk Willem, het nu vier jaar oude broertje, wil dat Julius spoedig thuiskomt om het tuig van zijn 'bokjen' te repareren31. Op 16 oktober schrijft Bilderdijk aan Meinard Tydeman: 'MijnJulius is op reis naar Sina, en wel te vreden, Godezijdank, aan wien, en aan geen deugnieten van Ministers, ikhemop?rage.'32. De Hoop en Fortuin ligt dan echter nog steeds In het Nieuwe Diep. Op 1januari 1817 meldt de Amsterd~msch~ C?urant dat het schip diezelfde dag van Texel uitgezeild IS met bestemming Batavia." Aanvankelijk heeft de Hoop en Fortuin met tegenslag te kampen; eind januari schrijft Julius vanuitNoorwegen, datde wind tot dusver niet gunstig is geweest"..Op 14 maart vaart het schip nog steedsop de, Noordzee". InmiddelsisJulius,' doortoedoen vande heer Falck, weer tot adelborst benoemd, een besluit dat wordt ingetrokken wanneer blijkt dat Julius .zich zonder verlof van het Ministerie bij de koopvaardijheeft begeven3,5. Op 26 april schrijft Jul~us uit Lissabon, dat hij tot dusver toch een voorspoedige reis heeft gehad. Hij is enthousiast over de krijtrotsen van Dover, en over Portugal: 'Hoe schoon is die landstreek, hoe vrugtbaar enbloeijende is hier alles!' 36 Over zijn fysieke toestand heet het onder meer: 'Ik word tegenwoordig recht 'gezond.' Deze brief zal de ouders pas in juni bereiken; de familie Bilderdijk is inmiddels naar Leiden verhuisd. Op 7 mei schrijft Bilderdijk naar Batavia een brief vol godsdienstigeoverwegingen, die. eindigt m.et de woorden: 'Vaarwel, mijn Zoon, volhardsteeds In uw edele beginsels, wees uw-zelven gelijk, en door getrouwe plichtbetrachting en zedelijke wandel uw afkomst en voorvaderen.vwaardig; en mogen wy u .welhaast weder aan.ons Vaderlijk en moeder hartdrukken lUw tederbeminnende Vader, BILDERDIJK.' 37 Wilhelmina voegt er een ander schrijven bij, met als slot: 'Lode~~jk zend U duizend kusjens. Wy omhelzenU met ongelijkbare tederheid.Vaarwel, lieve goede Julius,vaarwel! God zij, en blijve U bij met zijne genade! nog eens vaarwel! errdenkveel aan ons die U zoo innig liefhebben. Uw altijd tederbeminnende moeder. K.W.,Bilderdijk.' 38 Deze brieven zal Julius pas op 12 december te Batavia ontvangen. Van daar schrijft hij op9 januari 1818 een brief die een afscheidsbriefzal blijken te zijn. Nog maakt hij het goed, en dankt God dat hij zich in 'zoo een heet klimaat zoo wel bevind!'39 Het slot luidt: Ik .hoop en wensch rnaar dat gij U in mijn afzijn zultTroostenenvergenoegdzijn zonder te denken de Reis duurtzoolang. In dien gij geene andere zor gen hebt laat dandeezeUook nietneer drukken, en in plaats van met neerslagtigheid aan mij~. afzijn te denken, denkliever metvreugde aan rmjn terug komst. Kus Lodewijk Duizendmalenvoor mij, en .laat hem veel aan mij denken, en doe hem steeds besef fen hoe lief ik hem heb, want wie kan dat beter dan G··".. Ij.. Ik moet eindigen! Veele woorden kunnen U I?Ijn hart zoo niet uitdrukken, als Gij het zelfreeds bezit ! Vaartdan wei! Leeftgetroost, engelukkig, en bedenk dikwijls dat, deeze die U dat wenscht, nogde zelfde Julius is, die van Uw beider boezem afscheid namlen ook als dezelfde zal wederkeeren ! Vaart dan wel ! gelijk ikl. en Zijdt allen van mij dagelijksin gedagten omhelsd! Vaart wel ik ben enblijve uw Onderdzv en gehz.liefhde Jaboven alles liefhebd'eZoon J.W. Bilderdijk Dezebrief bereikt deouders in, de zomer, .en daarna horenze lange .tijd niets meer. Hunong~ru~t~eid neemt toecBegm 1819, bereikt hen de onheilstijding, Dat blijkt uiteen briefje van de vader aan Luzac door deze gedateerd op 11 januari 1819: 'Lie.vevr~~n?~Het is .zoo l hy ,is geweest! Uw bedroefde ,BI1derdIjk. " .N~dere .informatie is te vindenin een brief vankapitein Gordonaan de heer Ouwerkerkde Vries,koopman te Amsterdam enmogelijk de eigenaarvanhet schip: "De Jonge Bilderdijk, op onze reize van Batavia,na Chin~, al zeerziekgeweest zijnde, iszeed~rtonsver~rekult China, op.tiieuw weer ingestort.vlnde be~in~el va~ Augrnam zijne ziekte, eene zeer ernstige wendingv hij konde •door de teering verzwakt,nietsmeer inhouden, En Teefde schier "alleen van Hollandsche wijn, en Seltzerwater.' Hij is' zagt,ontslapen,den 26 Augustus, om,4Y2uur,s'achtermi~dags.Wijwaare:ntoen, ~.usschen de Eijianden Kangelan~,enGrootSolombovbijde oo~t kust van Java. Dedagdaarna.ropDocters begeeren, IS hij begraven; ineenkist, en met aIle die fatsoen, die de naam die hijdraagdev vanelk Hollander regt had, te vorderen, en hem inons kleinbestek bijgezet kon worden.' 41 De ouderszijn ontroostbaar, en, zoals bekend, vrouwe Bilderdijk is de slag niet meer te boven gekomen. Op 20januari 1819 schrijft Bilderdijk aan Valckenaer: 'Waardste Vriend! Vijfmaalhebik begonnenaan U te schrijy~n,maar het nietkunnen ten einde brengen. l?e Heer Louis Luzac heeftop mijnverzoekU de hartverscheurende tijding gemeld, die ik overtuigd ben dat ook Ugetroffenheeft.,Maar oordeelvan den. toestand van my",en van .dien