i7 TSJIID LETTEREN P3 m Z jaargang 15, nummer 1 De wijde wereld • Leve de literaire vertaling! Het succes van mijn boeken baart mij enige zorg' Wanneer eindigt de Tweede Wereldoorlog definitief? Gedichtenwedstrijd rondom Dodenherdenking En verder Schoolbezoek als part of the job Lezen doet schrijven en schrijven doet lezen Tsjip/Letteren, jaargang 15 nummer 1 Tijdschrift voor literaire, culturele en kunstzinnige vorming ISSN 1387-0009 / NUGI 724 ik had een hele tijd nodig om te begrijpen waar hij vandaan kwam. De kleine prins ondervroeg mij voortdurend maar scheen mijn vragen nooit te horen. Pas langzamer Redactie hand, door toevallig gesproken woorden, is het mij duidelijk geworden. Zo vroeg hij, Joop Dirksen, Henk Langenhuijsen, André Mottart, toen hij voor het eerst mijn vliegtuig zag (ik zal het maar niet uittekenen, dat is me veel te moeilijk): Mireille Oostindië (tevens eindredactie), Anne-Mariken — Wat is dat voor een ding? Raukeina (hoofdredactie) — Dat is geen ding. Het vliegt. Het is een vliegtuig, mijn vliegtuig. En ik was er een beetje trots op hem te vertellen, dat ik kon vliegen. Vaste medewerkers Toen riep hij uit: Joris Bekkers, Cor Geljoi , Jacques de Vroomen — Maar dan ben je uit de hemel gevallen! rn ja, zei ik bescheiden. Medewerkers aan dit nummer — Nee maar, dat is grappig... Hein Broekkamp, Aly Darner-van Leussen, Joop Dirk- En de kleine prins begon uitbundig te lachen. Dat maakte me een beetje boos. Ik stel sen, Marianne Hermans, Marleen Kieft, Henk Langen- er prijs op dat men mijn ongeluk serieus neemt. huijsen, Michel van der Maas, Ineke Mantelaers, Toen zei hij weer: Mireille Oostindië, Anne-Mariken Raukema — Dus dan kom jij ook uit de hemel! Van welke planeet? Meteen begreep ik, dat dit een beetje licht zou werpen op de geheimzinnigheid van zijn verschijning en ik vroeg plotseling: Basisvormgeving — Dus jij komt van een andere planeet? Ellen Mulders Maar hij antwoordde niet. Zacht schudde hij zijn hoofd terwijl hij mijn vliegtuig bekeek: Illustraties in dit nummer — ja, daarmee kom je natuurlijk niet van ver... Markus van der Graaff En een hele tijd was hij in gepeins verzonken. Toen haalde hij mijn schaap uit zijn zak en bekeek zijn schat met diepe aandacht. Redactieadres Je begrijpt wel hoe nieuwsgierig ik was geworden door die vage aanduiding van 'de Anne-Mariken Raukema andere planeten'. Ik probeerde daarover dus meer te weten te komen. Stichting Lezen — Waar kom je vandaan, klein kereltje? En waar is je `thuis'? Waarheen wil je je Oxford House schaap meenemen? Na een lang, peinzend stilzwijgen antwoordde hij: Nieuwezijds Voorburgwal 328 G — Weet je wat mooi uitkomt? Met die kist die je me gegeven hebt, heeft het schaap 1012 RW Amsterdam meteen een huisje voor de nacht. t (020) 623 05 66 — Natuurlijk. En als je lief bent, zal ik je ook een touw geven om het overdag vast te e arnrattkemaglezen.nl leggen. Dit vond hij blijkbaar een vreemd plan. Tsiip/Letteren verschijnt drie keer per jaar: in maart, juli — Vastbinden! Wat een gek idee. en oktober. In 2005 wegens omstandigheden: mei, — Maar als je hem niet vastbindt, loopt hij weg en verdwaalt... september en decmber. Toen schaterde hij het weer uit. Kopij inzenden uiterlijk twee maanden voor de — Maar waar moet hij heen? verschijningsmaand. — Zo maar ergens. Rechtuit... Toen zei de prins serieus: — Dat doet er niets toe. Bij mij thuis is het allemaal zo klein! En een beetje verdrietig misschien voegde hij eraan toe: — Rechtuit kom je niet erg ver... Uit: Antoine de Saint-Exupjry, De kleine prins. Rotterdam: Ad. Donker, zj., p. 13-16. Inhoud 3 / Nieuwe ronde, nieuwe kansen voor intercultureel literatuuronderwijs? 10 I Leve de literaire vertaling! 14 1 'Het succes van mijn boeken baart mij enige zorg' In gesprek met Geert Mak 20 / 0 Wanneer eindigt de Tweede Wereldoorlog definitief? 24 Gedichtenwedstrijd rondom Dodenherdenking En verder 25 Column 29 Lezen doet schrijven en schrijven 39 Aangenaam kennis te maken doet lezen 26 Schoolbezoek als part of the job 40 Agenda Een dagje op pad met Theo Hoog- 34 Leeswijzer straaten en Simone van der Vlugt De wereld is er nietroter op geworden dan toen wij klein g Pg l waren. Dat kan ineolo isch fysiek, of welk ander tastbaar g g Y o zicht niet. Met de enorme vlucht opzicht t die verkeers- en commu- nicatievormen de laatste decennia hebben genomen lijkt het g l eerder andersom: voor noggeen gg ee honderd euro is het CO mogelijk om binnen de kortste keren g l e een naar heel verre C4 bestemmingen af te reizen. Mailen, g a en sms-en naar de andere verdwenen, kant van de wereld is de gewoonste g 0o ste zaak van de wereld geworden. Een fax is al weer ouderes lijken Grenzen li ken verd of zien we ook niet dat ' i l u st aan al dan niet tastbarerenzen juist steviger dan ooit vastgehouden? g juist g 0o t wordt vast ehouden. g Allerhande g ontwikkelin en leidden ertoe dat we als redactie besloten een nummer te maken rond ' 'inter- e ond lobaliserin ro- g g~ nationalisering' en dat in het jaar waarin g jaar a we zestig jaar gl bevri'din vieren. En dat alles natuurlijk tuu k gerelateerd aan bevrijding l g literaire culturele en kunstzinnig. vormra .Want dat is en g g blijft de kern van Ts i Letteren. blijft Jp Marianne Hermans onderzoekt intercultureel literat r - uun o derwijs en geeft een overzicht van wat er praktijk in de rakti wordt 1 g P l gedaan met boeken van allochtone schrijvers. sc vers. Vertaalster g ~ Ineke Mantelaers en docentoo Dirk sen se gaan in op de P g P kansen en mogelijkheden om in literatuurlessen l de teratuurlessen te werken met vertalingen en geven ook praktische aktlsche tips. Michel g g P P van der Maas interviewt Geert Mak. Niet alleen de oorlog komt ter sprake, juist de mens in de wereld van nu is P juis van gesprek. Joop Dirk sen haalt g P P se aalt Ton Anbeeks artikel van twintig jaar geleden naar aar boven en vraagt zich af gl g g wanneer de oorlog definitief zal eindigen. Aly . 1 g g Y Damer beschrijft hoe zij een gedichtenwedstrijd d organiseert beschrijft zij g l g rondom dodenherdenking. g Buiten het thema zijn er nog twee artikelen. In het ene l g geven twee redacteuren een kijkje in de keuken bij g kijkje bezoeken l op school van jeugdboekauteurs; in het andere dere gaan Marleen P l g ~ g Kieft en Hein Broekkamp in op de relatie P P at e tussen creatief l schrijven en literair lezen. Uiteraard zijn er ook de vaste rubrieken als de column, de agenda, het overzicht van interessante sites en dek kennisma- e rnsma- kin srubriek. Niet voor niets stelt Nederlandse de Nede andse Taalunie zich voor: derenzen van het taalgebied zijn andere g g zijn e dan die van een staat. 2 TSJIP/LETTEREN 15.1 Wij wensen u ook met dit eerste nummer van de inmiddels l vijftiende jaargang veel leesplezier n in ir ~ ~ g gen inspiratie voor uw P mooie vak. Anne-Mariken Raukema Nieuwe ronde, nieuwe kansen voor intercultureel literatuuronderwijs? Diverse schrijfwedstrijden en festivals fungeren als kweek- vijver voor allochtoon talent, uitgeverijen investeren in `wereldliteratuur' van eigen bodem en uit alle delen van de wereld komt vertaalde literatuur Nederland binnen. Kritiek op de eurocentristische blik van de literatuurwetenschap heeft de weg geopend voor nieuwe vragen rondom kwesties als identiteit en culturele hybriditeit in de literaire verbeel- ding. En ten slotte, het compartiment leerlingen dat van- daag de dag de scholen bevolkt, laat een steeds bonter palet van culturele eigen(aardig)heden zien. Redenen om zich eens vanuit een ander perspectief te bezinnen op de richting die het literatuuronderwijs inslaat, namelijk vanuit het perspectief van intercultureel onderwijs. Marianne Hermans Met de Tweede Fase kan het nog alle g kanten opgaan, zoals telkens weer pg blijkt uit beslissingen van hogerhand. blijkt g g Binnenkort is niet langer één g ezamenlijk cijfer voor literatuur op de gezamenlijk cijfer P eindlijst verplicht, maar kunnen l P scholen kiezen voor het alternatief dat de situatie op hun school het beste P weergeeft. Is dit een handreiking aan g g de scholen die nooit iets zagen in een g eïnte geintegreerd literatuuronderwijs of g g l~ een knieval voor de g vast eroeste tra- ditie van het g taal ebonden literatuur- onderwijs? Halverwege de negentiende l g g eeuw heeft de nationale literatuur- geschiedenis vaste voet aan de grond g g ekre en in het onderwijs, d- g s g l~ onder- steunin van de vorming van één volk, g g één natie, één taal. Nu, aan het begin g van een nieuw millennium, lijkt er aan die situatie nog weinig veranderd. g g De situatie in de klas is intussen wezenlijk anders dan pakweg vijftig P gftilg jaar geleden, toen de hogere onderwijs- l g ~ g l niveaus nog gereserveerd waren voor gg de culturele elite, die van huis uit voldoende culturele, historische en vaak ook bijbelse voorkennis meekreeg g om zonder al te veel deining mee te g varen op de stroom van de literatuur- P eschiedenis. Vandaag de da lijkt het g g gl onderwijzen van literatuur meer o onderwijzen op zwemmen in eenpot ot stroop: het kost P P moeite om de leerlingen mee te g kri' en. De vernieuwingen die continu lg g in het onderwijs doorgevoerd worden, l g hebben het tij vooralsnog niet kunnen tij g keren. Wél biedt de Tweede Fase handreikingen voor een meer op de g P individuele leerling toegesneden g g literatuuronderwijs met het l~ leesdossier als instrument voor de ontwikkeling van persoonlijke g P l voorkeuren. Literatuuronderwijs in een multi- culturele samenleving In het schooljaar 2002-2003 is een schooljaar 3 korte vragenlijst estuurd aan gestuur Nederlands in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Dit g onderwijs is een voortzetting van het g onderzoek dat in het jaar 2000 is g uit evoerd in het kader van het onder- zoeks ro'ect naar Culturele Canons en pl Culturele Competenties (NWO). P Hierover schreef ik al eerder in onder meer Ts i Letteren io-i. De data zijn 1p zij via een g l eewij tra s ze steek- proef over scholen in Nederland, l waarbij getracht is zowel scholen met g weini als scholen met veel allochtone weinig leerlingen in het onderzoek te g betrekken. Hoewel de enquêtes met ~l o zet kort en bondig waren gehouden, P g g was de e res ons niettemin teleur- stellend. Van de ruimvragen 00 - 4 lijsten die verstuurd zijn, werd krap l~ p 20% ingevuld teruggestuurd. In dit g gg artikel zijn alleen docenten havo vwo l betrokken, wat het totaal op 6i p docenten bren t iets meer vrouwen g~ dan mannen. 0 de scholen van deze docenten Op wordt meestal het literatuuronderwijs l e even in de traditionele vorm dus gg bij de talen apart. Op elf scholen is het bij p P literatuuronderwijs Nederlands 1 afgestemd op literatuur bij de moderne g p bij vreemde talen, en op vier scholen is p sprake van volledig geïntegreerd litera- p g reer g g tuuronderwijs. l TSJIP/LETTEREN 15.1 3 Intercultureel literatuuronderwijs In de vragenlijst stond het gebruik van g ~ g a multiculturele literatuur u centraal. Daaronder werd verstaan: literatuur uit of over niet-westerse este se landen en teksten over het hier-en-nu waarin elementen uit de multiculturele samenleving nadrukkelijk aanwezig zijn; ook nadrukkelijk g l mi rantenliteratuur (literatuur van in g Nederland levende schrijvers met schrijvers een niet-westerse herkomst) scharen we onder deze noemer. Allereerst is gevraagd of docenten het wenselijk k g l vinden als er binnen het u on literatu r - derwi's aandacht wordt besteed aan l intercultureel onderwijs. Een l meerderheid ziet daar wel heil in: tweederde van de docenten ziet inter- cultureel onderwijs als onderdeel onderwijs van het reguliere literatuuronderwijs. E g literatuuronderwijs. Een kwart van de docenten wil wel aandacht besteden aan intercultureel e onderwijs, maar dan als apart project l~ P P l náást deebruikelijke lessen, en een g l kleine minderheid wijst beide l mogelijkheden af. g l Nu is het de vraag wat we ons precies g P moeten voorstellen bij bi `intercultureel literatuuronderwijs'. Dat kan in feite ee van alles zijn, aangezien er geen l~ g g sluitende definitie van bestaat, noch enig formeel voorschrift. Notities over g ove intercultureel onderwijs kunnen enige l g verduidelijking geven, maar dan nog i ~ g g og is het verband met literatuuronderwijs s l niet eenduidig. Koos Hawinkels somt g een aantal kenmerken op van intercul- P tureel onderwijs, waarbij de nadruk ligt l~ waarbij g op bewustwording van de eigen p g g culturele waarden en normen als uitgangspunt voor het begrip van g P andere culturen. Toegepast o het op literatuuronderwijs belicht deze l omschrijving eenzijdig de instru- l g l g mentele kant — het nut van literatuur als middel om niet-literaire doelen te bereiken. Intercultureel literatuur- onderwijs verwordt dan tot een l surrogaat voor wereldoriëntatie of g maatschappijleer. Terecht wordt z PP l o dt deze benadering aangevuld met een g g ee ers ectief dat de literaire eigen- P en P g schappen van de teksten benadrukt. Pp Deze tweeledige benadering komt ook g g terug in de omschrijvingen die de g docenten desgevraagd e even hebben. gegeven be Enkele voorbeelden laten de diversiteit et in de reacties zien: `Onderwils waarin de literatuur middel de is om een P emanci atoir doel te bewerk- stelli en.' g `Literatuur van verschillende culturen behandelen en vergelijken en ki ken l naar achtergronden.' g `Ik ben er nog nooit mee fron- g econ g teerdeweest: die enkele allochtonen g die wij hebben spreken goed Ned- l oe er p g lands en zijn volledig geintegreerd.' zijn gg g `Er is literatuur en volgens mij komen g mij daar verschillende culturen in voor, dus...' `Geen idee; lijkt me modieus. Prima dat leerlingen boeken uit de eigen g g cultuur lezen, maar inrivéti'd. Mijn P l l taak is het hen kennis te laten maken met de Nederlandse cultuur en literatuur.' `Net zoals de Romantiek bijvoorbeeld l een internationaal (dus ook intercul- tureel in aanleg) verschijnsel is, is g l literatuur dat ook. Literatuuronderwijs moetaan aansluiten bij de ulticul- g l m turele lappendeken die Nederland i pp is; kennisnemen van buitenlandse literatuur uit niet-westerse landen. Een probleem kan zijn de literaire criteria p zijn c terra ter beoordeling van kwaliteit.' g Veel docenten verwijzen naar l aa de referentiële of informatieve at eve functie van literatuur: bron van kennis e nis over andere culturen en wederzijds r' s begrip, middel l g P~ m tot inzicht in de Nederlandse multi- culturele samenleving. Ook hebben docenten oog voor de expressieve g p functie van literatuur: aandacht voor kenmerken van multiculturele teksten als aanvulling op de literaire bagage gP van de leerling. Vooral de literatuur g van allochtone schrijvers werd vaak l genoemd, met nadruk op het feit dat g ~ P die behoort tot de Nederlandstalige g literatuur. Vertaalde literatuur komt er bij de meeste docenten niet in. Een l enkele docent koppelt intercultureel PP onderwis no aan allochtone l g leerlingen, maar de meeste docenten benadrukten dat dit onderwis voor l iedereen van belang is. g Beleid, collega's en houding van de g g docenten Het is de vraag in hoeverre literatuur- g onderwis dat een nationale leest l P gesch docenten is van mening dat het lezen g van multiculturele literatuur inzicht kaneven in andere culturen. g Docenten zijn over het algemeen best l g bereid om met hun lessen in te spelen P op ontwikkelingen in de maatschappij. p g Pp 1 Het is echter de vraag of zij zich hierin g l gesteund voelen door het beleid dat de g school voert en door de feedback van collega's. Uit de reacties van de g docenten l blijkt dat deze zich nauwe- ll ks expliciet uitspreken voor intercul- l p p tureel l onderwijs. Een veelvoorko- mende houding ten aanzien van g intercultureel onderwijs is dat de J school daar niet aan doet `want we neen allochtone leerlingen,' of hebbe g automatisch auto s erwi on het h onderwijs intercul- dat e l r l is omdat er allochtone leerlingen ee en g rondlopen op school. Beide ziens- P P wijzen gaan er ten onrechte van uit dat l g intercultureel onderwis onlosmakelijk J l verbonden is met de aanwezigheid van g verschillende culturele (etnische) roepen o school. Intercultureel g P P onderwis heeft te maken met de l samenleving waarin leerlingen g g vandaa de dag opgroeien en de vandaag g Pg samenlevin van morgen waarop we ze samenleving g p willen voorbereiden. De dagelijkse realiteit laat keer op keer zien dat er p wat betreft kennis en inzicht in de multiculturele samenleving nog veel u g g geleerd kan worden. g Kleur van de klas Docenten op `witte' scholen krijgen P Jg deels met dezelfderoblemen te P maken als hun collega's op cultureel a g p scholen maar de omvanggemengdescholen, g van dieroblemen kan verschillen. P Om na teaan of de `kleur' van de klas g van invloed is op de literatuurlessen, is P aan de docentenevraa d hoeveel g g procent allochtone leerlingen er o pP hun school zitten, en hoeveel allochtone leerlingen er naar schatting g bij hen in de klas zitten. Op basis van bij P hetercenta e allochtone leerlingen in p g g de klas zijn de docenten ingedeeld in J g tweegroepen: een groep met minder g p dan 8% allochtone leerlingen in de g klas de andereroe met io% of g P meer. Zij Zi worden in dit artikel aangeduid als respectievelijk de g P l nt n van de witte klassen en de doce e docenten van deemen de klassen. g g De afnemende leesbereidheid die g samen aat met de intrede van litera- tuuronderwi's in de bovenbouw, is een l algemeen bekend probleem. De g P doce docenten van deemen de klassen g g zeggen vaker dat de leesmotivatie van gg u hun leerlingen te wensen overlaat dan de overige docenten. Bovendien g hebben deze docenten wat minder vertrouwen in de werking van de g literatuur: zij zijn minder aangebodenl l vaak van mening dat de gebruikte g g hun leerlingen aanspreken dan teksteng p de docenten die lesgeven aan g overweg overwegend witte klassen. Het vinden van geschikte teksten wordt door de va g docenten van deemen de klassen wat g g genoemd als probleem, maar de vakerg p , meeste docenten hebben daar toch weinig moeite mee. g Ook isevraa d naar de frequentie g g ~1 waarmee bepaalde problemen P p treden bij het lezen en bespreken optreden bij p van literaire teksten. De aandacht van de leerlingen blijkt immer een punt g blijkt P vanrote zorg: hoe hou je de g g l leerlingen betrokken bij de tekst? Het g l onderwerp van de besproken teksten P P s eelt daarbij een belangrijke rol: veel p daarbij gl leerlin en hebben volgens de docenten g g moeite met de thematiek van de `tradi- tionele' Nederlandse literatuur. Deze problemen treden in alle klassen het k t naar voren. Verder valt op dat de vaas p tal vooral een struikelblok is in de a klassen en nauwelijks in de gemengdeJ witte klassen. Ook hebben leerlingen g ingemengde klassen meer moeite om BOEK MET EEN ANDERE ACHTERGROND TSJI P/LETTEREN 15.1 5 zich in te leven in Nederlandseerso- P nages. Daarnaast lijken enkele onder- weren die in de Nederlandse P literatuur veelvuldigkom n in aan bod komen deemen de klassen meer in de tab- g g sse ee oe sfeer te blijven hangen n in de witte dan klassen. te Homoseksuali it en seks zijn l onderwerpen die in Nederlandse P literatuur veelal vrijelijk besproken vrijelijk P worden en die met name in de gemengde klassen vaker voor g g problemen zorgen. Verder vullen d p g de docenten aan: `...dat in oude literatuur de hele situatie onkenbaar is; in moderne literatuur de relatieproblemen.' (vwo-docent) P `Hetrote probleem is het ontbreken g P van een breed kenniskader van leerlingen, waardoor de literatuur g nauwelijks te plaatsen valt in een brede nauwelijks P context.' (havo-docent) `Een hoop leerlingen zien het nut van P g het vak niet in, en zijn dus matig g gemotiveerd.' 'Algemene kennis en ontwikkeling g ontbreken en ditrobleem wordt P (havo-docent) g De boeken Om de inhoud van het literatuuron- derwijs in beeld te brengen, gaven de l g ,g docenten aan in hoeverre zij bepaalde zij P soorten literatuur bespreken in de P lessen wat zij zelf lezen en welke boeken in de Pl `to vijf van titels voor het leesdossier staan. Deersoonli'ke P l smaak van de docent is een belangrijke gl factor in het lesaanbod. Wat een docent niet kent, kan hij niet beoordelen, en boeken waarover de docent zelf enthousiast is, kunnen zijn leerlingen zijn g o hun beurt enthousiasmeren. P Bovendien is het keuzegedrag van de g g leerlingen nogal behoudend: zij lezen g g zij het liefst een boek dat de docent zeker goedkeurt, dus maken ze hun keuze o g ~ op basis van g stuk elezen titels uit uittrek- selboeken en -sites, en uit wat de docent zelf voorstelt. De ondervraagde docenten lezen vooral g Nederlandse en soms ook westerse literatuur. De meeste docenten hebben al eens een romanelezen van een g allochtone schrijver. Ze hechten over l het algemeen veel belang kennis- g g aan makingan de leerlingen met ulti- g en g m m culturele literatuur. Opvallend is wel P dat het daadwerkelijke aanbod van l multiculturele literatuur in de lessen nogal eens kan afwijken van het ideaal g afwijke een docent vooroen staat. In de g praktijk blijkt bijvoorbeeld dat de P l blijkt bijvoorbeel van de witte klassen minder vaak multiculturele literatuur aanbieden dan ingemengde klassen ebeurt. Daar is het vaak zo dat deze g boeken juist aangereikt worden door l g de leerlingen. g Multiculturele literatuurlijst 1 Literaire canons wordenevormd door g drie instituties in het literaire veld: de literatuurwetenschap, literatuur- P kritiek en het literatuuronderwijs. In l het literatuuronderwijs is sprake van literatuuronderwijs P een educatieve canon van docenten, van lesmethodes en van wat door leerlingen gelezen wordt. Deze drie g g kanalen zijn sterk van elkaar afhan- j kelik, maar tussen én binnen deze kanalen is ook eengrote diversiteit. Hoe ouder de literaire werken, des te meer consensus is er over hun bijdrage l g aan de canon. Het corpus literaire P werken van de voorbije eeuwen dat in l elkeval ter sprake moeten komen in g P de les is veel vastomlijnder dan de l keuze uit het recente aanbod. - Te elij g J kertijd is het voor de leerlingen heel l g belan rijk om wegwijs te raken in het belangrijk huidige aanbod. Als vanzelfsprekend g P komen daarin ook actuele zaken aan bod, zoals de multiculturele samen- leven . Dat ligt voor de hand als het g g aat om schrijvers met de rijke gaat schrijvers rijk van twee (of meer) culturen, ervaring maar ook een enkele `autochtone' l schrijver waagt zich aan de multicul- g turele samenlevingoals Robert Anker g, heefteaaan in Haar en Daan, een g Haja liefdesdrama op een zwarte P school. Wanneer men wil vaststellen in hoeverre multiculturele literatuur of schrijvers van niet-westerse afkomst l inmiddels en doordringot het voort- g gezet onderwijs, is het begrip `canon' g l~ gP een min of meer vaststaand corpus van P belan rijk geachte werken, niet erg l g ~ g bruikbaar. Een canoneeft immers g vooral die werken weer waarover de meeste consensus bestaat, en dat zal voor multiculturele literatuur, die veelal van recente datum is, nog minder heteval zijn dan bij de g zijn bij overige Nederlandse literatuur. Een g andere manier om toch te achterhalen of docenten bekend zijn met multicul- turele auteurs e Lijsters grote een rote rol. Dit is de multi- culturele topvijf van de docenten: Pl Topvijf van 53 docenten (2003) Abdelkader Benali, Bruiloft aan zee e Abdolah, dolah, De reis van de Kader le e essen g Hafid Bouazza, De voeten van Abdullah Nilgiin Yerli De arealen- p elster Marion Bloem, Geenewoon g Indisch meisje J Topvijf van het leesdossier P1 Dankzij de circulatie van verslagen en a ~ g uittreksels en onzekerheid van leerlingen sierden in het verleden g elal dezelfde titels lange tijd de veelal g tij lichte boekenlijst. Met de p boekenlijst invoering van het leesdossier in de voe g Tweede Fase, gericht op eenpersoon- ,g P P like verwerking van een tiental l g boeken, zou dezerakti k kunnen p l veranderen. Hetaat immers om een g individuele keuze, om het ontwikkelen d van een eigen leessmaak en de com e- g p nti om zelfstandig te kunnen kiezen te e g uit het immense aanbod. Maar hoe u individueel is deze keuze? Als we n naar de inhoud van veel leesdos- kijken 1 siers zien we nog steeds een enorme g rla . Ook op verschillende websites ove p p worden verslagen van veelal dezelfde g boeken aangeboden. Gezien de g starheid van dezeraktijk is te P l verwachten dat er nog altijd een soort g altij bestaat van meest tot minst populaire titels voor het verplichte Popu P lezen. Om aan de weet te komen welke boeken docenten zoal in de klas p bes reken en welke titels op de leeslijst p leeslijs is aan docentenevraa d g g recent besproken boek, naar het meeste p en naar de topvijf i'f van vaakst gelezen Pl g boeken voor het leesdossier. De boeken en k ro es staan meestal nog g besproke belangstellingvan het lo in de P actuele literaire debat. Docenten bespreken eerder een boek dat ze zelf P hebben, vaak een kortgeledengelezen, g p uitgekomen n titel. In totaal werd er pas uit door de d ocentenkeer een boek 57 md dat zij in de les besproken genoemd ~ p edd hadden, van in totaal verschillende 43 rs. De titels die het vaakst, dat schrijvers. , 1 i drie keer, genoemd werden zijn De is ,g zijn zwarte met het witte hart van Arthur in en Het schnitzel aradi s van Japin p ~ Khalid Boudou. Andere auteurs waren bijvoorbeeld W.F.Hermans, Vonne van l Kees van Beijnum en Karel der Meer, e r van Loon. Opvallend vaak, Glastra P tien keer, werd een titel namelijk, n emd van een allochtone schrijver, o ~ , Bruiloft aan zee van Abdel- waaronder B nali Minnares van de duivel, e , en De dagen van Sjaitan en nogmaals De g J g voete voeten van Abdullah. Ook de resultaten van de multiculturele lijst die l hierboven bes roken werd, laten een , besproke ti beeld zien van de aandacht gug r multiculturele auteurs. In de voor leesdossiers zin deze auteurs echter l nauwelijks terug te vinden. In nog nauwelijks g totaal noemden de docenten 23o 3 boeken, vanverschillende auteurs. 35 docenten Sommigeocenten noteerden enkel `de Grote Lijsters', of `jeu dliteratuur' l ~ l g en werden daarom buiten De multiculturele lijst Witte klassen (28 docenten) Kader Abdolah Abdelkader Benali Hafid Bouazza Nil tin Yerli g Marion Bloem Lulu Wang beschouwing gelaten. De topvijf die gg P l docenten rapporteerden, bevatte nog ~ g redelijk veel auteurs, zoals rede gevestigde au , l g g Harry Mulisch, Jan Wolkers, W.F. ry , Hermans, Mara Minco en Maarten 't g De auteur die vaakst werd Hart. e auteu d e het vaa i Tim Krabbé, gevolgd door genoemd is abbe g ,g g r afstand volgen dan Mulisch. Op grote a sta Pg g Karel Glastra van Loon, Wolkers, Tessa de Loo, Marga Minco, Ronald Giphart , g P Her In totaal werd tien keer en Hermans. I to va een boek een van n allochtone schrijver Yasmine Alias, genoemd, waaronder, Abdelkader Benali, Abdolah, , Be El a m za z en Nilg Lin Yerli. Naima Bij vergelijking van deze lijstjes valt o l lijstjes op dat de diversiteit van het literaire nog redelijk weerspiegeld aanbod o g redelijk r t door de boeken die docenten in wo d de klas aan de orde stellen nadat ze die zelfelezen hebben. Wanneer we g echter de o ulairste titels voor het PP leesdossier beschouwen, blijkt er van leesd , blijk titels op o boeken. Ook p 3 o een verge- li'kin van de multiculturele lijst l g l leverder otendeels hetzelfde beeld g op, met het verschil dat in de witte klassen Kader Abdolahn i e in deemen de g g klassen Abdelkader Benali op nummer p een staat. Wel is het zo dat docenten in deg emen de klassen over het geheel g g g genomen aan meer multiculturele auteurs aandacht besteedden dan hun collega's in de witte klassen: in de witte g klassen werdenmi e ddeld bijna zes g l titels aangekruist op de multiculturele g P lijst, in de gemengde klassen g g e assen waren dat eremiddeld zeven. g Wie de leesdossiers in g o enschouw neemt, constateert echter dat de kloof tussen het actuele aanbod en de populairste titels voor de lijst in de PoP ~ witte klassenroter is dan in de g gemengde de klassen: één multiculturele turele auteur (Kader Abdolah) op 119 titels s in p te 9 de witte klassen, versus g ne en multi- culturele auteurs op I2 titels in de P 9 gemengde auteurs de klassen, van aute u s als Hans Sahar, Zohra Zarouali, A , bdel- kader Benali en Nil iin Yerli. g Conclusie De doorsnee lijst 1 2003 I. Harry Mulisch, De aanslag Z. Tim Krabbé, Het gouden ei , g oden ei . Karel Glastra van Loon, on, De passievrucht 4. Jan Wolkers, Turks fruit 4 a 5. Ronald Giphart, Ik ook van jou 6. ~ ~ J Mara Minco, Het bittere kruid g 7. Tessa de Loo, Isabelle 8. Maarten ` e 't Hart, De kroongetuige , g ge 9. Yvonne Keuls, Het verrotte leven van J Floortje Bloem Io.Bernlef, Hersenschimmen Multiculturele auteurs' één een of hooguit twee keer genoemd, - g g , in tegen- stellingot populaire auteurs p p uteurs van autochtone komaf, met Tim Krabbé im Krabbe als koploper. Waarschijnlijk k i is dit een l l gevolg van de traagheid g g h g e d waarmee litera- tuurli sten gevolg geven l g gg e aan verande- g rin en in het literaire aanbod. basis Op van de door docenten genoemde meest eli fre uente leesdos siertitels ertitels kunnen we een top tien samenstellen, die als het p , ware `de doorsnee literatuurlijst' ' u ist l weergeeft in Zoo . Deze g 3 toptien tien vertoont opvallende overeenkomsten sten met de literatuurlijst die in 1993 in het l 993 toenmalige tijdschrift Diepzee werd g tijdschrift p e ubliceerd: zes van de tien titels gP staan in beide lijsten. l Als de resultaten van' dit P be erkte onderzoek indicatief zijn voor de l praktijk van het huidige literatuuron- P l g derwi s hebben wijzigingen in de l organisatie en de didactiek van het g literatuuronderwi s vooralsnog g niet voorgrote verschuivingen in de inhoud g g van dat onderwijs gezorgd. de l g g Op `lijstjes' figureren nog grotendeels l l g gg dezelfde auteurs en titels als tien, vijftien, zelfs twintig geleden l gl g 1993 I. Harry Mulisch, De aanslag , g Z. Bernlef, Hersenschimmen . Tim Krabbé, Het gouden ei 3 - titels uit 1982, 1984,I ' één een 9 ~ 9 9~ enkele bestseller van recenter datum Deassievrucht . Het feit dat multi Gul- p turele auteurs, zij het mondjesmaat, l door enkele docentenenoemd zijn g l omdat zij frequent in de leesdossiers ~ e eesdossiers van hun leerlingen opduiken, doet g P verwachten dat deze auteurs ' u s uitem- delijk een bescheiden plaats zullen l p lg krijgen in de canon van het literatuur- onderwis. l Hoe standvastig de positie van g P a deze multiculturele voorlopers ers is, of p romotie van toevallige passant in d promotie e gp de literatuurles tot serieuze l blijver in het leesdossier waarschijnlijk is valt over enkele tientallen jaren pas uit te p maken. In elkeval heeft dit g onderzoek weer een interessante vraag Pg o eleverd voor de toekomst: blijft de l keuze van boeken voor het leesdossiers zo behoudend, of zij wérkelijk n er werkelij 1 l veranderingen op komst? En wie zullen deze veranderingen en in gang g g zetten: de docenten, de methode- makers of de leerlingen? en. Gezien de 4- W.F. Hermans, De donkere kamer mer a van Damocles . Mara Minco Het bittere kruid 5 g r 6. Maarten ' rten 't Hart, De kroongetuige ' eroen Brouwers, Bezonken rood 7. , 8. Har Mulisch Twee vrouwen rY 9. Kees van Kooten Veertig 1 i io.Ward Ruyslinck, ck Wierook en tranen , ranen 8 TSJIP/LETTEREN 15.1 voorzichtige verschillen tussen witte en klassen zal het leerlingen- gemengdeklassen, en g bestand in eerste instantie doorslag- g gevend zijn. Alleen al als gevolg zijn. g g van demografische raf zullen ische ontwikkelingen ll g g multiculturele auteurs uiteindelijk l woon deel aan uitmaken van de ge g `doorsnee' literatuurlij st mits zij l~ zij blijven schrijven natuurlijk! l schrijven natuurlijk nne Hermans is werkzaam aan de Ma a Vrije Universiteit in Amsterdam, waar ze Vrij zich onder meer bezighoudt met litera- g tuursociolo ie en etnische minder- heden. Gebruikte literatuur Koos Hawinkels (red.) Een kijk op de wereld. J p Intercultureel leesonderwijs. Leuven Den leesonderwijs Ilse Bolscher, Over derenzen van literatuur- deg renze de mogelijkheden van intercultureel J gJ literatuur- enfictie-onderwijs: Voortgezet J g Onderwijs. Enschede: Specialisten in Onderwijs. P Leerplanontwikkeling,1 995 Cor j Gelon en Dick Schram, `Het beeld van de ander. De mogelijkheden van intercul- g l turele literatuurdidactiek'. In: Dick Schram en Cor Geljon (red.), Grensverleggend litera- Geljo Literaire en kunstzinnige J g vormin in de tweede fase. Zutphen: Thieme, vorming P I 8, p. 156-189. 99 P TSJIP/LETTEREN 15.1 9 ucht Leve de literaire vertaling! Rondom het `lezen voor de lijst' bij de moderne vreemde talen doet zich al heel lang het probleem voor van `lezen in vertaling'. Dit is voor een deel een uitvloeisel van de nega- tieve houding die bij veel literatuurliefhebbers bestaat tegen de vertaling. Reden genoeg om eens kritisch te kijken naar dit fenomeen. Joop Dirksen en Ineke Mantelaers Zolang er literaire werken `voor de lijst g lijs worden bij de moderne gelezen' bij vreemde talen, wordt er aletwist over g e de vraag of dat in de oorspronkelijke g taal zou moeten, of dat hetebruik van g va een vertaling is toegestaan. Veel g g controlemiddelen om te zien of een leerling inderdaad de oorspronkelijke g tekst heeftelezen heeft de docent g niet tot zijn beschikking, aan te J g~ nemen valt dat heel wat leerlingen hun g toevlucht namen en nemen tot - ver- talingen terwijl ze braaf de oors ronk g terwijl p e li ke titel invullen op hun lijst. l P lijst het P stand unt van de talen- docent die door het laten lezen van a een fraai verwoord verhaal de taalvaar- r di heid van zijn leerlingen wil bev - g zijn g o deren is dit betreurenswaardig. g Natuurlijk bevordert het lezen van een l Franse literaire tekst de taalvaardigheid g Frans. De t rijkdom van literair taal- gebruik is moeilijk door andere tekst- soorten te evenaren. Het is echter wel zéér de vraag of het zelfstandig lezen g g van een Franse literaire tekst iets bijdraagt aan de literaire competentie ) g P van de leerling. Bij dat zelfstandig Bij g lezen van literatuur zou erer definitie P ebruikgemaakt moeten worden van g g vertaalde teksten. Het lezen van lite- ratuur in de P l oors ronkeli'ke taal heeft alleen (een beetje) zin als de docent l daar voortdurend toelichting bij - g ver bij strekt. Minachting g In het algemeen geldt onder literatuur- g g a uur- liefhebbers een zekere minachting t g ten aanzien van literaire vertalingen. Michel Houellebecq lees je `natuurlijk' el l l in het Frans, Heinrich Boll in het Duits en Philip Roth in het Engels. P g Vertalen en zin er voor luie lieden Vertalingen ) voor mensen diegeen fatsoenlijke g l o leidm achter de rug hebben. Een opleiding g e vertalin doet zo veel afbreuk aan de vertaling oorspronkelijke tekst date natuurlijk je l niet mag meepraten met mensen die g P wel het origineel gelezen hebben - een g g ee veelze ende vaak geciteerde veelzeggende, g uits raak ten aanzien van vertalingen P g is: `traduttore traditore'. Die negatieve houding ten opzichte g g P van het fenomeen literaire vertaling blijkt ook uit andere zaken. De naam e aam van de auteur staatroot op de g P omslag en binnenin nog een aantal g g a malen de naam van de vertaler e staat klein in het colofon. In recensies s es van een vertaling wordt er aan de g vertaling als zodanig zelden of nooit g g ot een woordewi d. Vraag litera- lt l ge l een tuurdeskundi e naar de naam g van wat vertalers, dan blijft het naar alle e - r waarschijnlijkheid stil. In een lit waarschijnlijkheid ea tuur geschiedenis wordt gedaan alsof g g vertalers niet bestaan. Het zijn, zoals Gerrit Komrij zet: `de paria's van het l g P kunstbedrijf . Hij licht dat toe rnet. l `omdat een vertaler alles moet oet l zijn, schepper, herschepper, linguist, PP ~ PP ~ g , encyclopedist aat iedereen ervan uit ,g dat hij is.' ) Overdreven bewondering Het is l duidelijk `we' vinden de lite- raire vertaling iets minderwaarde s. g minderwaardig s opvatting is op een aantal niveaus P g P niet erg doordacht. Op de eerste plaats g P P laat deze houding zien dat `we' een g e overdreven bewondering koesteren g voor het origineel, een superroman- g ~ erroman P tische visie op het literaire werk als een p s ee af afgerond geheel dat een sokkel g g op e laatst de eeuwigheid moet gaan geplaatst g g trotseren. Schrijvers zelf hebben daar l veel minder last van. Veel auteurs kijken per definitie niet meer om naar p aar eenmaale ubliceerde boeken, maar gepubliceerde als ze het doen, hoore vaak dat ze er ) a ee helemaal niet zoelukki mee zijn, dat g g l~ ze van alles zouden willen aanpassen P in dat `onaantastbare' kunstwerk. Van W.F.Hermans is bekend dat hij zijn ll uit ever tot wanhoop dreef door in elke g P nieuwe druk van De donkere kamer van a Damocles weer veranderingen aan t te brengen, s auteur die op zijn zolderkamertje jaren P J J l zwoe t en dan zijn werk `baart' en g zij het ligt in de boekhandel, dat g , beeld heeft natuurlijk weinig met de natuurlijk g werkelijkheid van doen. In vrijwel alle l J evallen wordt de tekst van een auteur g ronde door een redacteur van de g g uitgeverij bekeken, en volgen er allerlei g l ~ g wijzigingsvoorstellen, verbeteren en g aanvullingen, doorhalingen. Bij de ene g J auteur meer dan bij de andere maar l bij bi iedereen wordt er dus in het manuscript het een en ander p Lees maar wat bijvoorbeeld gewijzigd.l Jeroen Brouwers, die jarenlang bij een l g bij uitgeverij werkte, daarover op verschil- g J p lendelaatsen in zijn werk vertelt! P l Werk in uitvoering l Vrl wel iedere auteur ziet zijn boek als l een work inro ress iets wat nu p g eenmaal op een bepaald moment in ee p p rdt vastgelegd,maar daarmee druk wo niet vastligt voor de eeuwigheid. Vaak g g is er op het moment dat het werk eenmaal verschijnt al een zekere spijt: ee t: verschijnt P l 'Als het nu zou opschrijven, zou ik Als ik e , P l er een iets andere draai aangegeven gg e o bb e N n f het anders geformuleerd g hebben.' Dat is een van de redenen waarom, zoals gezegd, veel auteurs waa g g , liever helemaal niet meer hun maar eigen werk inkijken. g inkijken dan komtr een vertaler die het e ee werk kritisch doorkijkt en het voor zijn J zijn landgenoten leesbaar maakt. g Natuurlijk respecteert hij de oors ron- Natuurlijk p hij p is meer dan keh ke tekst, maar vertalen l het omzetten van woorden en zinnen in een andere taal: een vertaler vertaalt het verhaal, de wereld van , de het verhaal zich cultuur waarin e asp afspeelt. Wie dit `bewerken' noemt, r maar duidelijk is gaat een stap te ver, duidelijk P dat een vertaling een volgende stap is g g p in het ongoing process. De meeste g gp auteurs hebben hier ookeen enkele g i mee. Harry Mulisch bij- moeite ry bijvoor- • 'Als ik iemand een afspraak beeld stelt: A s P h en in "Americain" dan moet laat hebbe dat in een vertaling naar het Duits g natuurlijk een café worden in Berlijn 1 J dat ongeveer dezelfde uitstraling heeft.' g g K rel Glastra van Loon het Toen a filmscenario las dat Kees van Beijnum passievrucht had gemaakt, van De a p g 1 hij Van Beijnum dat diens vertelde J Beijnu om de vader van Armin niet boek, onverwacht, alleen zoals in het , thuis te laten sterven, maar via een g on elu k in het ziekenhuis terecht te – waardoor voor zijn dood laten komen waa doo zij mogelijk is tussen de vader nog contact o J g g z ons – een duidelijke en zijn twee o duidelijke verbeteren was ten opzichte van het g P origineel. Van Goethe ori n oethe is de uitspraak: g `Im Deutschen mag ich den Faust g nicht mehr lesen• aber in dieser franzosischen U bersetzun wirkt alles g durchaus frisch, und eist- wieder, neu ung reich.' Kortom: auteurs doen over het algemeen n bepaald niet moeilijk over g P moeilijk in hun werk. Onmisbaar hulpmiddel P 0 de tweede plaats vergeten we dat P P g TSJIP/LETTEREN 15.1 11 we een heleboel literaire werken niet zouden kennen als we niet beschikten over vertalingen: de Russische g literatuur is ontsloten door vertalers, de Zuid-Amerikaanse idem dito. Italiaanse auteurs, de Scandinavische, Chinese, Arabische, noem maar op: p allemaal voor de meesten van ons volstrekt onbegrijpelijk. Alle reden om `de' literaire vertaler erg dankbaar te g zijn. J 0 de derde plaats valt gemakkelijk Op P g 1 aan te tonen dat ook als het om Frans, Duits of Engels gaat, alleen degene die g g ~ g de oorspronkelijke taal uitstekend P 1 beheerst enoed thuis is in de cultuur, g de maatschappij, het alledaagse leven pP J ~ g in het land van herkomst het zich kan permitteren om de hulp van de literair P P vertaler af te slaan. We zouden dus watositiever, of beter: p wat realistischer teen de literaire g vertaling aan moeten kijken, als een g onmisbaar hulpmiddel bij het genieten P l g van literatuur die afkomstig is uit een g taal die we niet(vrijwel) perfect l p beheersen. Live-uitvoering op cd gP Een vertalerrobeert met al zijn P l kennis van de brontaal, alle nuances, alle idiomatische eigenaardigheden, en daarnaast met al zijn kennis van de l cultuur in het land van zijn brontaal de l oorspronkelijke tekst zo P 1 g mogelijk naar de doeltaal om te zetten. g l Dat dat dusroblemen op twee P P niveaus teweeg kan brengen, moge g g ~ g duidelijk zijn: twee talen sluiten duidelijk 1 natuurlijk nooit exact op elkaar aan, en natuurlijk P de cultuur in het ene land is nooit identiek aan die in het andere. Dat het hierbij wel eens misgaat, is logisch. hierbij g ~ g Overigens: ook auteurs maken fouten g in hun teksten. Zo liet Thomas Rosenboom in Publieke Werken mensen bridge spelen in een tijd g P l waarin dat spel nog niet was uit ge- p g e g vonden. Vertalers maken dus fouten, op taal- p niveau en op cultuurniveau. Iedereen P kent bijvoorbeeld uit het Italiaanse J straatbeeld — en inmiddels ook al vele jaren bij ons — de Vespa, de (letterlijk) l bij P~ l wesp die met zijn hinderlijke geluid P zijn hinderlijke g rondom auto's zoeft. Zo kent men in Italië ook de `a e' het nijvere bijtje dat 'ape', nijvere 11 — ook alweer — zoemend zware lasten verplaatst. De vertaler die daar in het P Nederlands 'apenkarretje' van maakte, sloeg de plank redelijk ver mis. Maar g P l hoe zou je het dan moeten vertalen? J We hebbeneen Nederlands g equivalent. Dat is er ook niet voor termen als ` onte' letterlijk, een brug, P ~ l ~ g, maar ook de aanduiding voor een met g behulp van wat snipperdagen P gecreëerd extralang weekend, en een g g term als `concorso' letterlijk een l concours, een wedstrijd, maar gebruikt 1, g alsrootschali e sollicitatieprocedure g g P voor functies in de ambtenarij. En hoe l moetje, met de Nederlandse vaagheid g in familiebenamingen, duidelijk g ~ 1 maken dat `cousins' en `neveux' en 'cugini' en `neoti', en 'cousins' en g P 'nephews' heel verschillende neven P zijn? Een benaming in onze kranten zijn? g als `het torentje' is moeilijk vertaalbaar l l zonder toelichting,oals dat om ge- g e g keerd voor `Chi i' in Italië ook geldt. g g En dan bestaat ook nog het probleem g P van het vertalen van oudere teksten. Hoe moet met m omgaan je om de ontwik- l g kelin van een taal door de tijd heen? g l De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) heeft l g niet voor niets zoveel commotie teweeggebracht. Moet je je als vertalers gg je l richten op de talen waarin de bijbel- P 1 boeken destijds zijn opgeschreven, destijds zijn Pg moet je de Statenvertaling die zoveel l g uitdrukkingen aan het hedendaags g g Nederlands heefteleverd respecteren g P maar waarom zou je dan een nieuwe l vertaling op de markt gaan brengen) of gP g g moet je een hedendaagse tekst je g schrijven, begrijpelijk voor mensen van l ~ nu? Ziehier de dilemma's van de vertaalcommissieleden. Dat iedere deskundigen en heel wat leken dus g heel wat kritiek hadden op die bijbel- P l vertaling,s onvermijdelijk. g onvermijdelijk. Een vertaling is als een muziekuit- g voering cd: natuurlijk is de live- gP l uitvoeringn de concertzaal anders, g maar je moet maar net in de zijn om de uitvoering live gelegenheidl g j bi te wonen! Onvertaalbaar Van sommige teksten wordt gezegd dat g g g ze onvertaalbaar zijn. Gedichten 1 bijvoorbeeld zouden tot die categorie bijvoorbeeld g behoren. `Onvertaalbaarheid' zit 'm veeleer in cultuurverschillen. Als in een Russisch verhaal iemand uit Moskou vertrekt naar hetlatteland is dat voor een Rus P een enorme achteruitgang,een verne- derin bijna. Als een Nederlander uit g l Amsterdam vertrekt om op het P latteland te aan wonen is dat over P g het algemeen een stap de ruimte in, de g p frisse lucht in. Dus als zoiets in een uit het Russisch te vertalen tekst ter sprake komt, moet de vertaler een P heleboelaan toelichten om dat g verschil duidelijk te maken. l Een ander voorbeeld: Het bureau van J.J. Voskuil is voor een vertalerua taal ~l niet zo'nrobleem maar de cultuur P die erachter zit, is voor elke vertaler, in welke doeltaal ook, een ramp. p Praktisch Het is eenoede gewoonte om een g g artikel in dit tijdschrift te voorzien van l praktische toepassingen. Na het lezen p van dit artikel zult u als literatuur- docent — dus niet in uw rol van g taalvaardi heidedocent! — uw leerlingen natuurlijk toestaan, nee g natuurlij dringend aanraden om bij het g bij lezen van boeken in een vreemde taal een vertaling te gebruiken. Om g g leerlip en gevoel bij te brengen voor g g l g het verschijnsel literaire vertaling zijn verschijnsel g zij twee nuttige en aantrekkelijke activi- g aantrekkelijk te ontwikkelen. De eerste is om ~1 conse uent van een leerling te vragen dat hij zij de g g hij /zij oorspronkelijke titel naast de vertaalde P l titel zet en waar dat zinnig is, ingaat o g ~ g op het verschil: wat heeft — als dat het geval is — de vertaler bewogen om af te g g wijken van het volstrekt letterlijk wijken letterlij vertalen van de oorspronkelijke titel? Is e P l de vertaling een verbetering? g g D tweede: geef leerlingen een niet al De g g te complex Engels Frans Duits p g edicht of, beter nog, Engelse gedicht, g~ g Franse Duitse songtekst op enig P g niveau. Opdracht: `Vertaal dit gedicht e P g Zelf poëzie maken of deze songtekst.' P lip en erg moeilijk of is voor veel leerlingen g moeilij in klassenverband, enigszins zou, g bedrei end kunnen zijn, maar van een g zijn en klare tekst een vertaling maken g voor leerling een prima oefening voo de ee g p g creatief f schrijven en laat zien hoe in schrijve vertalen is. En dat kan niet l vroeggenoeg doordringen bij iedere gg g g bij lezer. 0o Dirksen, redacteur van Joop Ts i Letteren is leraar Nederlands en lP CKV-i aan het Pleincollege Eckart in g Eindhoven. Hij is auteur van J Handleiding leesdossier en van Dossier g lezen, een literatuuronderwijsmethode. e 1 Ineke Mantelaers is vertaalster Italiaans. Gebruikte literatuur Frans Denissen, `Derote verdwijntruc. g verdwijntruc eengeschiedenis van de literaire vertaling in het Nederlands'. In Ons Elfdeel, g 200483-489. 4P Arthur Lan geveld, Vertalen wat er staat. g Amsterdam: Arbeiderspers, P 1994. TSJIP/LETTEREN 15.1 13 `Het succes van mijn boeken baart mij enige zorg' In gesprek met Geert Mak De werkkamer van Geert Mak op de tweede verdieping van een fraai grachtenpand staat stampvol boeken. Niet alleen in hoge kasten rondom, maar ook op stapels verdeeld over het donkerbruine bureau en diverse lage tafeltjes. Daar tus- sendoor: aantekeningen, tijdschriften, cassettebandjes en de telefoon, die voortdurend overgaat. Mak blijft zich veront- schuldigen, maar de aanleiding is triest en verwarrend genoeg: vanochtend vroeg is hier dichtbij in de Linnaeus- straat in Amsterdam-Oost filmmaker en columnist Theo van Gogh vermoord. Michel van der Maas Het lijkt wellicht oude geschiedenis als lijkt g dit tijdschrift verschijnt, nu, op de da tijdschrift l p dag zelf, is Geert Mak zichtbaar van slag. , g Het is ook vreemd, een interview houden over 'globalisering' o het p moment dat het wereldnieuws in Nederland naar de achtergrond lijkt te g J verdwijnen. Terwijl vandaag toch ook verdwijnen. Terwijl g de Amerikaanseresidentsverkie- P zingen plaatsvinden. g P Om te 'De beginnen wil Mak dit kwijt: ` g J achtergrond van dit gesprek is raar. g g P Het is vandaag 2 november 200 de g 4~ dag waarop Theo van Gogh werd g P g vermoord. Zo voltrekken historische gebeurtenissen zich overigens vaak. g g Neem wat Max Kohnstamm mij l vertelde: de Duitsers waren op io mei P 1940 Nederland binnengevallen, maar 94 hij was aan het afstuderen. Hij ging die hij Jg g ochtend naar Jan Romein om zijn l laatste tentamen negentiende-eeuwse g geschiedenis te doen. Jan Romein zat g daar ookewoon tentamens af te g nemen. Wat konden ze anders? En al valt deze dag niet te vergelijken met io g gl mei 1940, toch kan deze moord een 94 belangrijk moment worden in de gl Nederlandseeschiedenis.' g De wijde wereld 1 Wie een tijdschrift wil wijden aan het tijdschrift J themaglobalisering,schiet te - tegen- woordi bijna als vanzelf de naam g l Geert Mak te binnen. Vanaf zijn l begintijd d als buitenlands corre- g l s ondent voor De Groene Amster- dammer begin jaren tachtig reisde hij g jaren g hij de wereld af, met name Europa en p Amerika. Datzelfde deed hij lange tijd hij g l voor het NRC Handelsblad. Voor de radio maakte or hij ondermeer reisre por- J P ta es voor de VPRO. tag e jaren negentig begon hij jaren g g g hij boeken te schrijven. Zijn doorbraak bij schrijven. Zijn bij hetrote publiek kwam in r 6 met g P 99 Hoe God verdween uit Jorwerd, dat in eerste instantieaat over een dorpje in g Pl Friesland dat lijkt op Harde ari' het lijkt P g lp~ dorp waar Mak opgroeide. Vanuit dat P pg kleinschalige perspectief beschrijft hij g P P l hij echter ontwikkelingen die de hele g wereld hebben veranderd. Vandaag de dag kent iedereen hem als g g de auteur van één van de meest succes- volle Nederlandse boeken van de afgelopen tij d In Europa, dat in maart tijd, p~ 200 werd uitgebracht en waarvan 2004 g inmiddels ruim 200.000 exemplaren p over de toonbankin en. g g Geert Mak kent de wijde wereld en is J daarnaast altijd nieuwsgierig naar het altijd g g h effect van historischeebeurtenissen g op het leven van individuen. Van P soldaat tot hoe officier, van arbeider g tot ex-minister, Mak wil mensen spreken en weten hoe zij belangrijke p zij gl periodes uit het verleden hebben P ervaren. Misschien verklaart die combinatie van wereldwijsheid en interesse in de l menselijke kant van geschiedschrijving menselijke g l g zijn huidige populariteit. Mak l gPP vermoedt dat dierote belangstelling g g g ook te maken heeft met de ontwikke- lin en die we vandaag de da g g dag doormaken. Het is een tijd waarin we J hetevoel hebben dat we ons Neder- g landerscha opnieuw moeten PP uitvinden. Wie zijn we eigenlijk, in wat zijn g l~ voor tijd leven we? Mak beweert verrast l te zijn door de verkoopcijfers van zijn zijn Pl l boeken: `Ik had een hele reeks lezingen afgesproken, een complete g p campagne uitgestippeld,want ik dacht: "Ditaan Nederlanders nooit g doorploegen, die meer dan I200 bladzijden." Maar ineens zat iedereen l het te lezen. Dit laat twee dingen zien: g mensen zijn oprechtgeinteresseerd, l P hebben het werk ervoor over, dus 14 TSJIP/LETTEREN 15.1 iedereen die beweert dat hetubliek P een interesse heeft voor serieuze g zaken wijs ik op de verkoopcijfers van l P dezeil.' P Verbrokkeld `Verder lijkt het mij een bewijs dat lijkt l bewij systematische historische kennis bij de Y l on ere generaties ontbreekt. In het l g g eval van Europa stel ik vast dat men g p altijd vanuit het Nederlandse ) les heeft gehad, dus gezichtspuntg bijvoorbeeld nooit iets gehoord heeft bijvoorbeeld g over de Baltische staten. En uit de reacties op De eeuw van mijn vader P J maak ik op dat met name jongeren P ) g heel verbrokkeldeschiedenisles g hebbenehad. Het succes van mijn g l boe boeken baart mij tegelijk eni e zorg. Ik lg g h r van veel jongeren: "Fantastisch 00 ) g , dit boek. Nu weet ik eindelijk wat er in ) Indonesië isebeurd en is de muiterij g muiterij De Zeven Provinciën mij ook helder. op mij En hoe dat toen met Colijn zat." Als ik l echter kijk naar hetgeschiedenis- kijk g aandeel in dit boek, dat is niet zo omvangrijk. Dat wijst op een grote l p g leemte in de kennis. Ik wil niet zeggen gg dat de onderwijzers gefaald hebben en g ik vind de boeken tegenwoordig beter g g dan wat wij hadden' toch lijkt het of da , lijk deel van de Nederlandse g jeugd nooit een consistent historisch l g verhaal heeftehoord. En dat is al g k r een generatie aan de gang, zee g g g, eind jaren zeventig, in jaren g~ g jare .' g Deze stand van zaken heeft volgens g Mak onder nder andere gevolgen voor de g g kwaliteit van hetublieke debat. Hij l herinnert aan de discussie rond het e Nede Nederlanderschap van Anne Frank. De p makers van het P KRO-televisie ro- r mma De grootste Nederlander ga g robeerden vorig jaar de regering te P gl g g bewegen Anne Frank postuum te g p naturaliseren tot Nederlands staats- burger. Hierbij liet het historisch besef g l diverseolitici en commentatoren in P 'Als k: Als er één ding steek, betoogt Mak: g 1 was, was het de internationaal , Dat Holocaust. D t zo'n debatje kan debatj een paar dagen kan voort- ontstaan, en p g an woekeren en danas Jozias van P n iets zinnigs naar voren brengt, , Aartsen g dat zegt veel. Met die man ben ik het g zelden eens, maar nu kwamen zijn ) recht uit mijn hart. Hij sprak woordenm l lP chande van en zei: "Met betrekking schande g tot Anne Frank past ons bescheiden- o p heid en diepe schaamte. Ze is door P Nederlanders verraden en waarschijnlijk door Nederlandse l waarschijnlij weggevoerd." politieagentengg Van Mars r k aan historisch inzicht kan in de Geb e internationaleolitiek naar de mening g van Mak nog ernstiger consequenties g g cl hebben: `In de aanloop tot de oorlog in P g Irak zag je landen als Frankrijk en gl Frankrij aarzelen. Daar bestaat een historische roeid besef: "Begin niet gg g aan een oorlog als ' e niet precies weet g l P waarom." Hetemak waarmee hier g over zoietsedacht wordt is g onthutsend. Zo hoorde je beweren: "Amerika komt van Mars en Europa P van Venus." En niemand die dan verklaart hoe het komt dat wij niet l meer zo van oorlog houden. Onze g grootouders hebben elkaar uit e- moord. Dit werelddeel houdt zich wel 00 even rustig. Als er één continent van g Mars kwam, is dat Europa geweest.' Pg Date even kan het lezen van In gegeven Europa tot een sombere opgave maken. p Pg Niet te vermijden, zegt Mak, de twintigste eeuw was voor Europa een g P tijdperk vol verwoestende revoluties en rl en. Het slotakkoord van het boek 00 ogen. laat een welgemeende waarschuwing g horen: als de Europese landen er niet P s spoedig in slagen een gemeenschap- P g - g g P els ke culturele, politieke en demo- P ) ~P r i che ruimte te creëren, zijn alle c at s ) vredesprocessen en economische P vooruit vooruitgang tot nu toe voor niets g g geweest. Mak: `H worden nu veel 'Helaas wo zaken dieoed op nationaal niveau te g P regelen vallen – de ladders van de g g glazenwassers, de kwaliteit van het brood – Europees geregeld, terwijl wat P g g ~ terwij mij Europees geregeld moet volgens mij p g g – buitenlands worden de defensie, het – nationaal geregeld beleid nog steeds nat g g g de oorlog in Irak verzwakt. En ze g hebben enorme financiëleroblemen. P De staatsschuld isi antisch aan het gigantisch groeien.' Geen wonder dat het doemdenken niet alleen deewon A zijn e Amerikanen in zi g 1 ree heeft. Mak citeert in De Groene g p verscheidene - toonaangevende econ g o misch specialisten die een naderende p fiscale ramp voorspellen. p pe en. Ook in zijn televisiegesprek m et Paul l Rosenmbller voor de IKON — g uit e- zonden op II december 2004 — schetst P 4 Mak een triest overwegend tri t beeld, ditmaal ook van ons eigen g e land. `Nederland is een land waar ik1 as buitenlander nietraa op vakantie g g P zouaan, ' zegt hij. Het land dat inter- g nationaal beroemd was vanwege de g tolerantie en deerechti h i g g e d het land van Hugo de Groot en Erasmus, wordt g volens hem `... in een rotvaart naar de g kloteehol en.' g P Mak zegt verder dat we nauwelijks ks g l kunnen accepteren dat er r oblemen P P zijn: `We zijn zo gewend dat het altijd zijn: zijn g l maar beteraat..... Terwijl de g l geschiedenis ons leert dat het et soms eeuwenlang, generaties lang slechter g~ g g e gaat, harder wordt, dat er oorlogen gen komen. De eenentwintigste ste eeuw wordteen leuke eeuw. Het g wordt hard en lasti we krijgen grote g, ~ g g energieproblemen, bevolkingsgroepen raken o drift. Daar moeten w op we mee leren omgaan.' g Competentie P Wij praten verder over de problemen lP P van een multiculturele samenleving. g Sleutelbegrip bij het oplossen daarvan g p bij p aa is volens Geert Mak `interculturele g competentie', het vermogen om P ~ g iemand van andere afkomst te `lezen': `... dat je genoeg van de ander weet, g g zodat je hem kunt verstaan en ook een compromis kunt sluiten. Je kunt P discussies hebben en zelfs tegenstel- g lin en maar er blijft een g ~ omgang mogelijk. Het probleem in het huidige g l P g klimaat is dat die competentie tentre aan het P afnemen is en zelfs wordt ontmoedigd g door een houding van "wat moslims g doen is allemaal slecht". Dat vind ik een ongelukkige ontwikkeling, omdat g~ onze kinderen — vooral in de grote e g steden — in een multiculturele wereld zullen moeten leren leven. Daar leven ze trouwens allang in, daar kun je g ~ l tegen zijn of niet maar je moet g l ~ l kinderen daar op voorbereiden P de en ze die interculturele i com et n p ete bijbrengen. e moet kinderen leren: ~ g e een. wat vinden de anderen? En je moet l e ook de anderen leren wat wij i l vinden. Dat is eeneduldklus maar het is de enige ge manier waarop wij in dit land en zeker P l in onzerote steden kunnen blijven g l leven. In de criminaliteitaat het om g eriodes. Van de Surinamers raakten P er veel verslaafd. Dat wil wel eens gebeuren bij een tweede generatie. g l eneratie g Immigratie is een proces en als je daar g P l middenin zit, als buurtgemeenschap, g p, is hetgeen lolletje. Maar bijvoorbeeld g 1 l het beeld van de Marokkaanse man waar de vrouw achteraan sjokt, zal over l vijftien jaar verdwenen zijn. Die vijftien jaar l generatie gaat dood of gaat terug. . g g g Vergelijkbare veranderingen zullen g zich in de moskeeën voordoen. Er zijn l inderdaad hele nare imams, maar hun publiek bestaat voor het grootste d p g deel uit oude mannen. Ik zou me meer zorgen maken als die imams net zo'n g aanhang onder jongeren hadden gals l g de E O.' 16 TS IP LETTEREN ~ ~ / 15.1 Stigmatiserend `Het beleid is op het moment erg P gene g raliserend: "Iedereen moet inburgeren g en er zijn problemen met alle immi- P ranten." Dat is niet alleen inefficiënt g het is ook in strijd met de grondwet en strijd g stigmatiseert mensen enorm. Ik vind dat g je een echtpaar van in de zestig g niet meer moet lastigvallen met een inbur - ~ e g rin scursus. Dat hebben we laten liggen, g goed, jammer. Die energie moeten we g ~l steken in vijfentwintigjarigen, want die hebben we keihard nodig. Daar moeten g we ons op concentreren. De problemen P P be innen aan de basis, in het onderwijs. g ~ onderwijs. niveau waarmee allochtone kinderen op school binnenkomen is vrij P vrij laag. Dus op de crèches waar die g P kinderen naartoeaan moet goed g ~ g Nederlandses roken worden en ook o g P op de basisscholen. Als het aan de kinderen zelfli ... Moet je ze met flonkerende ogen zien vertellen, als ze acht of negen g ~ g jaar zijn: "Ik wil leraar worden!". En dan zijn ze twaalf en doen de Cito-toets en blijft er van die dromen niks over. Dat l mag niet gebeuren.' g g Deroblemen zijn volgens Mak P zijn g versterkt door alle bezuinigingen in de jaren '80. Gaandeweg werden bi'- jaren g bijvoor- beeld alle buurthuizen opgeheven. Pg `Iedereen die in dat werk zat voelde dat daar narigheid van zou komen want, g zeiden ze, wij vangen ongemerkt veel wij g g lasti e kids o . Er waren overal in g P Amsterdam voorposten, wijkcentra P ~ wijkcentr naschoolse opvang. Dat is s ste- Y matisch wegbezuinigd door dezelfde partijen die nu moord en brand P J schreeuwen. Met name de VVD heeft l l daarbij staan juichen, maar het is recies zo e aan als iedereen die tien P gg vijftien jaar geleden met dieprobleem- vijftien jaar g P buurten bezig was voorspeld heeft.' g P Voor De Groene Amsterdammer schreef Mak regelmatig over minderheden en g g roblematiek. grootstedelijkeproblematiek Logische fase g In deze benarde tijden is globalisering g g volgens Geert Mak een belangrijk g gl middel: `Het is een noodzakelijke l om de problemen van de ontwikkelingp toekomst aan te kunnenakken. Dat P zijn namelijk globale problemen: zijn namelijk P milieu klimaatveranderingen, g , komende energietekorten, raciale en g rell religieuze spanningen. Het likt mi glijkt mij een logische fase na de nationalisering g in de achttiende, negentiende eeuw. g We treden uit onze nationale kaders en dat moet ook. Daarin is de Europese P Unie — ondanks alleroblemen — al P erg ver. De Aziaten kijken met g kijke gretigheid naar het historische g g experiment dat hier plaatsvindt, de P P Amerikanen zijn daar nog helemaal zijn g niet aan toe. Daar beseft de elite langzamerhand wel dat er nagedacht g g moet worden over energiebesparing, milieuproblemen, dat soort zaken, het p , volk is daar nog lang niet van g g doordrongen. Volgens mij is dat g g mij "achterlijke" Europa beter voorbereid l P o de eenentwintigste eeuw. Ik was vrij P g vrij pessimistisch over Europa toen ik in P P z aan mijn grote reis begon, maar 1999 mijn g g toen ik afgelopen zomer door Amerika reisde, werd ik weer optimistisch over p Euro a. Wij hebben de afgelopen P l dertig jaar een enorm moderniserin - g s l modernisering s- doorgemaakt. Overal worden P g bru en gebouwd, wegen aangelegd. gg g ~ g Tot in Hongarije en in Oost-Europese g 1 P doren aan toe, dorpen in Spanje, ze P ~ P hebben de veranderingen gemerkt, de g g afgelopen twinti jaar. En ik vind twinti a met name gemoderniseerd P g omdat wij experiment aandurven l P om statelijke verbanden los te laten.' l De Chinezen komen! Echter, als de zaken in Amerika zich de komende jaren op gelijke wijze jaren Pg l wijz ontwikkelen en wij er als blijven l Europeanen niet in slagen nader tot P g elkaar te komen, volt er naar het g oordeel van Geert Mak een j - l onvermi' delike nieuwe fase: `Dan komen de Chinezen. Ik ben buitengewoon g benieuwd hoe de wereld er aan het eind van de eenentwintigste eeuw uit g zal zien. In elkeval gaat China daar g g een centrale rol in spelen. In de eerste P helft van de eenentwintigste Geert Mak voelt zich verwant met hem: `Lanzmann is net als ik in de eerste laats journalist. Die zoekt ook P J mensen op en laat ze hun verhaal P vertellen. Hij gebruikt dagboeken en lg g dat soort bronnen en laat de dingen g voor zichzelf spreken. Daarin lijken we P lijke ik het meest op elkaar: ik becom- P mentarieer niet veel. Ik analyseer wel, Y maar zeg niet dat iets schandelijk is. g schandelij zo'n kamparts van Auschwitz in P zijn dagboek verlekkerd het menu van l g de dag noteert, druk ik dat gewoon af.' g ~ g Zie In Europa, 532.) p~P53 Wat Mak verder met Lanzmann gemeen lijkt te hebben is een instinc- gl tieve afkeer van esthetiseringan het g, middels dramaverhogende trucs tot g `kunst' verheffen van zijn werk: `0 dit J 'Op moment schrijf ik historische boeken, l maar het zijn vooral journalistieke l l boeken. Iko ebruik wel literaire com - g P sitietechnieken al ben ik daar bij l Europa voorzichtiger mee geweest, p g g want als je zoiets literair gaat schrijven, l g l wordt hetauw kitsch. De non-fictie g kent volgens mij overigens wel talloze g l g voorbeelden van literatuur. Denk aan Johan Huizinga, die in Herfsttij der g~ J Middeleeuwen zondermeer literaire kwaliteiten laat zien. En ook buiten- landse journalistieke werken kunnen in mijn literair zijn. Al gaan die l ogen zijn. g boeken over zaken die echtebeurd g zijn.' J Hitler als mens Er bestaat nog een ander genre, de g g roman waarin de schrijver historische l figuren een fictief avontuur laat g beleven. Zo schreef George Steiner Het g transport van Adolf H. naar San p Cristobal. Daarin is Hitler na de oorlog ondergedoken in de Braziliaanse g jun le. Daar wordt hij opgespoord door l g hij een joodse commandogroep die hem joodse g P wil meenemen naar Israël om hem daar te laten berechten. Eén van de roe sleden waarschuwt de anderen g P en zet on zegeveer: `Ga niet met hem in g g kijk uit, want als je met hem gesprek, l ~ l praat over de dorst die hij heeft en ' P je hij J gaat hem water geven of j e praat met g g lP hem over de jeuk in zijn kruis, dan ga jeuk zijn ~ g je je hem als mens beschouwen en zul ' l l niet meer kunneneloven dat hij zulke g hij vreselijke dingen gedaan heeft'. vreselijke g g Vindt Mak dezeassa e een P g waarschuwing teen het te zeer g g inzoomen op de kleinmenselijke kant P kleinmenselijk • deeschiedenis? `Nee. Dat geldt g g binnen dit verhaal voor de soldaten die Hitler moeten bewaken. Daarvoor is het een terechte waarschuwing. Ga g hem niet te aardig vinden. Dat is g bijvoorbeeld bij nazi-architect Albert l l Speer gebeurd. Dat was één van de P g topmisdadigers, maar die was zo charmant, diealmde zelfs zijn P zij • in. e Hij heeft ook steeds vol ge- l g houden dat hij van de massamoord o hij op de joden niets wist. Dat is echt niet waar, maar hij is er mee weggekomen. hij gg Dat maakt j duidelijk dat je als histo- duidelij • een andere rol te vervullen hebt. Je moet j e niet laten inpakken, maar J P zien te achterhalen hoe de dingen g precies in elkaar staken. Als historici P mogen we ontzettend dankbaar zijn g zij Speer gespaard is gebleven en zijn P g P g zij heeft kunnen optekenen, P waardoor we een uniek inzicht hebben in dean van zaken aan de top van de g g P nazi-dictatuur.' Solidariteit In Shoah komt ook het motief voor van een `schuldiglandschap'. De camera g P kijkt een paar keer langdurig uit over kijkt P g g lekken waar nu rust heerst en soms P zelfs eenrachti uitzicht is. Ongeloof P g g bevan t de kijker: kan al dat vreselijks g kijker: se J s hierebeurd zijn, waar het nu zo i g l~ e u o stil is en vredig? g• In het verlengde hiervan kun je bij e eb g l je l het lezen van In Europa afvragen ae of p g je te veel kunt weten over een landschap, dsc a P, een dor een stad een land. Kennis p, , kan emotioneel belastend zijn en onze l kijk op de wereld misschien voorgoed kijk P g doen versomberen. Mak aarzelt even: `Dat weet ik niet zogoed... Nee, eigenlijk kun je volgens mij nooit te g l je g l veel weten. Voor mij mi heeft het te maken met eengevoel van solidariteit. Er is zeer veeleleden. Het enige wat g g je nu nog kunt doen voor degenen die je g g eleden hebben is het beetje moed dat geleden beetj hebt bij elkaar rapen om het onder je bij P oen te zien. We hebben het t werking en internationalisme te g kiezen. Twee dagen later krijgt Geert Mak de g lg NS Publieksprijs 2004 voor In Europa. Pl 4 p In zijn dankwoord geeft hij aan het zijn g hij rijzen prijzengeld te willen doneren aan het P rij zeng Multatuli Museum, dat door een subsi- diesto van de gemeente Amsterdam P g met sluiting bedreigd wordt. g g Aan Aangezien Multatuli een belangrijk g gl strijder voor het vrije woord was, strijder vrij spreekt Mak daarbij de hoop uit dat ze P daarbij P in het museum ergens een portretje g P l kunnen ophangen van die andere strijder, Theo van Gogh. l ~ g 0 Jo januari 2005 ontvangt Claude P januari 5 g Lanzmann tijdens de diesviering van tijdens g de Universiteit van Amsterdam een eredoctoraat vanwege zijn 'belangrijke g zijn g l bijdrage [...] aan de ontwikkeling van l g g hetenre van de historische documen- g taire.' Michel van der Maasin na zijn studie gg zij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen werken voor het Universitair J g Kinderziekenhuis Sint Radboud in diezelfde stad. Hij ' maakt daar televisie met en voor de kinderen. Meer informatie The Economist wijdde haar omslagartikel van wijdde g i8 november 200 aan de economische 4 groei van China. Bleef de rijkdom vroeger er rijkdom g be beperkt tot de kustprovincies, tegenwoordig P P g g lijkt de welvaart zich uit te breiden tot diep P in de binnenlanden. Gebruikte literatuur Geert Mak, In Europa. Reizen door de p g twintigste eeuw. Amsterdam/Antwerpen: Atlas, 2004. 4 Geert Mak, `Reizen door een krakend imperium'. In: De Groene Amsterdammer, P 2 oktober 200 p. 22-2 . 29 4P 9 George Steiner, Het transport van Adolf H. g p naar San Cristobal. Tricht: C.J. Goossens J BV, 1983. TSJIP/LETTEREN 15.1 19 j Wanneer eindigt de Tweede Wereldoorlog definitief? Nu de Tweede Wereldoorlog al zestig jaar achter ons ligt, valt het op dat er ondanks die lange tijd nog steeds grote aandacht is voor allerlei aspecten van die voorbije oorlog. Dat kan niet veroorzaakt worden doordat er sindsdien geen oorlog meer geweest is: was dat maar waar! Nederlandse militairen waren in Indië, in Korea, in Libanon, in voor- malig Joegoslavië, in Irak en ongetwijfeld in nog meer oorlogsgebieden. Maar we herdenken nog steeds de Tweede Wereldoorlog en ook in de literatuur is die oorlog al die jaren heel aanwezig gebleven. Op de literatuurlijsten van veel leer- lingen duiken allerlei boeken op over die oorlog. Het is zon- der meer, zeker bij jongens, een van de meest populaire thema's. Joop Dirksen Oorlog is een fascinerend onderwerp. g P Door de eeuwen heen hebben mensen oorlogen gevoerd, er is geen tijd g g ~ g tij zonder. Het lijkt erop alsof lijkt P het in onzeenen zit om van tijd tot g tij een oorlog te beginnen. Toen tijd g g Albert Einstein en Sigmund Freud g elkaar ontmoetten voor een historisch over de grote onderwerpen van gesprekg P het menselijk bestaan stond `oorlo ' menselijk , g op de agenda: de vraag van Einstein P g g aan Freud was of hij dat verschijnsel l verschijnsel verklaren. Onderzoekers van dierengedrag g g hebben intussen ook al aangetoond dat g oorlo voeren niet iets typisch mense- oorlog P li'ks is: ook apen trekken ten strijde en l P strijd zo mogelijk nog wreder dan zijn g l g mensen tegenover overwonnen g ' vijanden. Caleidoscopische visie P Ton Anbeek heeft in 1985 een poging in Pgg gedaan om een indeling te maken in g g de werkelijk onafzienbare stroom van l romans die over de Tweede Wereld- oorlogijn gepubliceerd. In zijn artikel g zijn gP zij cynisme, ironie' in Vrij Nederland van Ti mei 1985 vroeg hij 95 g hij zich af of er een fasering aan te g brengen was in de manier waarop die g P romans over de Tweede Wereldoorlog zijn geschreven. Ikgeef hieronder een zijn g korte samenvatting van zijn artikel en g zij daarna de twintig jaar die er P g) sinds zijn artikel verstreken zijn, te zijn l~ overzien. Meteen na de oorlog verschenen er g boeken met een 'caleidoscopische' P visie: De laars op de nek van Maurits p Dekker, en Die van ons van Willy Corsari, allebei uit 1945, zo 945 ongeveer alle aspecten van de oorlog, P g, maar bij Corsari is al de aanzet tot een bij ee discussie die in veel naoorlogse boeken g se boe e is terug te vinden: de botsing tussen g g idealisme `laten we dezerl 00 og gebruiken als een les, om zuiverder, g idealistischer te worden') en cynisme Y `oorlo demoraliseert, verwildert, , maakt mensen materialistisch en egoïstisch'). In Bert Voetens dagboek g Doortocht uit 1946, erg veel gelezen 94 ~ g g destijds staat de heroïek centraal, maar al heel snel wordt de toon ironisch: Gerard Reve in De ondergang g g van de familie Boslowits uit 1946, 94 Simon Vestdijk in Pastorale ' uit Vestdijk 43 1948 schetsen knulligheid, amateuris- 94 g tischeedra in en naïveteit. g g g In de jaren hierna liep de belang- jaren P - g stellingoor de voorbije oorlog een g voorbije g beetje terug, vanaf het begin van g~ g de vijftiger jaren is het onderwerp niet l g l P meer weg te denken uit onze g literatuur: het dagboek van Anne Frank g wordt elk jaar herdrukt, Het bittere kruid uit 1957 van Mara Minco beleeft 957 g vele drukken, De donkere kamer van Damocles uit 1958 van W.F.Hermans en Het stenen bruidsbed uit 1959 van 959 Harry Mulisch worden - tot de dag op g van vandaag - gretig gelezen. Oorlog g gg g wordt hier een decor voor een - sombere - visie op mens en moraal. P Hermans stelt dat mensen in de oorlog hun wareezicht laten zien, althans, , ogenschijnlijk fatsoenlijke mensen g l l fatsoenlijk in dergelijke noodsituaties een g ~ e verbazin wekkende misdadigheid g g tentoonspreiden. P Mulisch zet tegenover elkaar d g de geschiedenis van de geest, met bed g en g oe- en lin en en gevolgen, de 'anti- g g g historie' dat wil zeggen: de gruwelijk- gg g l 20 TSJIP/LETTEREN 15.1 zonder bedoeling en gevolg, heden g g g 'alleen het niets': `Tussen de massacres van de Hunnen en de koncentratie- kampen van Hitler is geen tijd g ~ Ze liggen naast elkaar o verstreken.gg p de b odem van de eeuwigheid.' (Het g stenen bruidsbed, p. I o ,p 3 Filosofische visie Oorlog dus als aanleiding, als decor om Oo , g g een filosofische visie teresenteren. P Die visie is overigens niet altijd g l negatief. In De nacht der Girondijnen g J uit I van Jacques Presser is het 1957 ~l motto `homo homini homo', de ene mens is voor de andere een mens, en niet: 'lupus', een wolf. Het boekje P ~ l eindigt optimistisch: de hoofdpersoon g P P die eerst alleen door egoïsme werd g gedreven, door overlevingsdrift, kiest g ~ voor zijn medemens, zelfs al kost hem l dat het leven. In 1982 verschijnt De aanslag van 9 verschijnt g Harry Mulisch een boek over de ry , schuldvraag,e verantwoordelijkheid g l voor al het kwaad dat iseschied. `Wie g hetedaan heeft, heeft het gedaan,' zo g ~ g luidt de strekking: ieder mens is g verantwoordelijk voor zijn eigen verantwoordelijk zijn g edra kan de schuld niet afschuiven g g~ op anderen. Aardig is overigens dat P g g Mulisch in een andere context, in zijn De ontdekking van de hemel uit I g 999 deze zin omkeert: als zijn hij zijn roman- rsona e Onno laat vertellen dat de pe g uiteindelijke aanstichters van Het l Kwaad zelfeen vuile handen maken, g heet het: `wie hetedaan heeft, heeft g het nietedaan': Hitler heeft geen jood g g l vermoord. Met Mulisch zijn we bij een auteur l bij wiens hele werk zo ongeveer g doortrokken is van Het Kwaad van de Tweede Wereldoorlog. De ontdekking g van de hemel koppelt de oorsprong van PP P g het kwaad aan de ontwikkeling van de e g techniek, van de wetenschap: het `Pact P met de Duivel' gesloten door Francis ,g Bacon. Mulisch ziet de Tweede TSJIP/LETTEREN 1 5.1 21 Wereldoorlog als de climax van g slechtheid. Ook in recenter werklijf t b l hij gefascineerd door de oorlog: in - Sie hij g g fried uit Zoorrobeert hij grip te P lg P krijgen op de mens Hitler. lg P In hetzelfde jaar als De aansla r 82 l g~ 9 verschenen ook enkele boeken over collaboratie: Monti'n het door Dirk J~ Ayelt Kooiman opgetekende l- Y Pg en levens- verhaal van de kunstenaar Jan Montijn l en Lemmingen van A. ten Hooven, g pseudoniem van Adriaan Venema. In beide boeken staat iemand centraal die aan de `verkeerde' kant meevecht: in beide boeken wordt eenpogingedaan g om zwart-wit denken tegen te gaan. g g Al tijdens de oorlog, in r had tijdens g~ 944 Theun de Vries in WA.-manP e ro- g beerd om zijn lezers begrip te laten zijn gP opbrengen voor `foutieve keuzes'. Diezelfde Theun de Vries overigens die g in Het meisje met het rode haar een J onvervalst heldenverhaal had geschreven, met schurkachtige Ariërs g ~ g en een Nederlands meisje als heldin, l Hannie Schaft. Derote roman over g collaboratie blijft natuurlijk Het verdriet blijft l van België van Hugo Claus uit 1983: de ~ g situatie van de Vlamingen destijds g l vroeg bijna om het gedrag dat nu, in g bijna g g iedereval met de mond, wordt g afgekeurd in Vlaanderen. g Al deze boeken doen, zoals Anbeek stelt, wat wij wi van literatuur verwachten: relativerend werken 'grootse idealen ,g worden teruggebracht tot strikt gg persoonlijke motieven, de schuldvraag P l ~ g eerder' dan "opgelost". ' g P Menselijke reacties I Wat tot 1985 aan bod kwam, waren dus 95 door de oorlog opgeroepen vra en als gg `hoe reageert een "normaal" mens o g op een zo drastische ingreep in zijn of g P l haar bestaan?' Er was weinig heroïek g in dee resenteerde verhalen, wel al gepresenteerde heel snel s ot c nisme: mensen laten P , Y in oorlog hun ware gezicht zien en dat g g iseen verheffend gezicht. De idealis- g g tische visie van Presser — een mens komt in nijpende omstandigheden lP g zijn juist tot de zuiverste kern van zij l l persoonlijkheid — steekt schraal af P j tegen de sombere visie die bij de g bij meeste andere auteurs naar voren komt: oorlog brengt het slechtste in g g mensen naar boven, lafheid, machts- honger, wreedheid. Marga Minco is g~ g een van de laatst overblijvende auteurs l die `het zelf hebben meegemaakt'. Als g geen ander heeft zij indk- g een zij ru wekkend beeldeschetst van de joodse g l Nederlander, die iedereen en alles kwijtraakt, een andere identiteit moet l aannemen om te overleven. Het bittere kruid wordt nog steeds stukgelezen; dat g g docenten het zo onderhand, na jaren van leesverslagen en mondelingen, g g niet meer kunnen zien, is begrijpelijk, maar voor iedere jonge lezer is het l g natuurlijk in zijn soberheid een heel natuurlijk l indrukwekkend boek. Latere boeken van Minco als De val en onlangs nog g Storing zijn ook indrukwekkend in hun gl nuchtere vinj beschri van het leven beschrijving van een `overlever'. Prachtig is het titel- g verhaal 'Storing,' dat laat zien wat voor g~ een kloof er nog steeds bestaat tussen g de slachtoffers en de (relatieve) buiten- staanders, maar ook de g weer ave van wat Minco in haar schrijversleven zoal l aan vragen heeft voorgelegd ekre en ggekregen in het verhaal `Door het land' wijst o wijst op onbegrip bij veel landgenoten. g P l g Kind en oorlog In de boeken over de Tweede Wereld- oorlogan de laatste twintig jaar is de g gl nadruk duidelijk komen te liggen o duidelijk gg op het kind in de oorlog en het kind na de g oorlog,e indirecte slachtoffers, de g , tweedegeneratie. Dit wil niet zeggen g gg dat er niet al eerder romans over en vanuit kinderen waren verschenen. Het indrukwekkende Kinderjaren van rJ Jona Oberski uit 1978 bijvoorbeeld, 97 resenteert de ervaren en van een P g kleuter in een concentratiekm De concentratiekamp. In D P vijand van Jos Vandeloo uit z 6 wordt J 97 de jonge hoofdpersoon geconfronteerd l g P g met de vraag: wie is nu `vriend' wie g `vijand' in een oorlog: uiteindelijk 'vijand' g l blijken er alleen maar verliezers; l Bezonken rood van Jeroen Brouwers uit 1981 presenteert een kleuter die de rest 9 P van zijn leven opgescheept zit met l trauma's die rechtstreeks en indirect voortvloeien uit het verblijf met zijn verblijf l moeder in een jappenkamp in Indië. l PP P Al boeken aan het woord. Een selectie: Carl Friedman met Tralievader en Twee koffers vol uit respectievelijk i 1 en P l 99 1993, de onvergetelijke uitspraak 993 g l P van een kind: `Mijn vader heeft kam ' l P, als was het een fysieke kwaal; Adriaan Y van Dis met Indische duinen en Familieziek uit 1994 en 2002 over een 994 jongen die lijdt onder de goedbedoelde l g lijdt g terreur van zijn vader, een man die l hem weerbaar wil maken voor de oorlog die nog gaat komen; Boudewijn g gg ~ Boudewij met De kleine blonde dood uit 1993 over onder meer de terreur van 993 een vader met een oorlogstrauma; g Jessica Durlacher met Heteweten en g De dochter uit respectievelijk 1 8 en P l 99 2000: in hoeverre straalt de schuld van de vader af o het kind? Tessa de Loo, P die ook in 1993 het uitstekend 993 verkochte De tweeling, `verzoe- g nip sboek' schreef, met Een bed in de g hemel uit 2000, over de ontluikende relatie van eenjongen en een meisje l die onder druk komt te staan doordat een reeks schokkendeebeurtenissen g uit de oorlog aan het licht komt; Erwin g Mortier laat in Marcel uit 1999 een 999 jongetje teen de verzwegen feiten tegen g rondom een collaborerend familielid P aanlo en. Allemaal leed van mensen die zelf niet rechtstreeks bij die oorlog betrokken l g waren. Lezen over de oorlog Zo ongeveer alle aspecten van de g P Tweede Wereldoorlog zijn in de g zij aan bodekomen: verzet, het g leven van een onderduiker, het g alledag se bestaan van de kleine man in de oorlog, angst en stru le or li e g~ g ~ in een concentratiekam collaboratie P, met de vijand, het leven van een kind in de oorlo deproblemen van het g, P kind als tweede-generatie-slachtoffer. g Het lijkt erop dat nu de direct betrok- lijkt P kenen hoogbejaard zijn of overleden, g l zij het schrijven van romans over de J Tweede Wereldoorlog langzaam een g g eind zalaan komen. Ook de tweede g generatie is inmiddels op een leeftijd P d l dat de s scherpste kanten van oorlo - P oorlog s- verwerkt en/of verwoord zijn. l Lezen over de Tweede Wereldoorlog zal ongetwijfeld no lap doorgaan. nog lang g Immers oorlog is en blijft een fasci- g l nerend fenomeen voor(jonge) e l g mensen. Het is een verschijnsel dat je verschijnsel l enerzijds uit de grond van je hart l g l afwijst en dat anderzijds tegelijkertijd afwijst anderzijds, g l l toch fascineert, en een mix van emoties kan oproepen. We leven in een wereld waarin het voortdurend oorlog g is: is het niet openlijk, dan woedt nog l~ g altijd de 'oorlog teen het terrorisme'. 1 g g Dat veel jongeren (met name jongens) l g J g dus willen lezen over oorlog en dan g moeten kiezen voor de Tweede Wereldoorlog, t voor de hand: over g~ lig oorlogen is er in onze literatuur g am er geschreven: de politionele acties P g P in Indonesië de Korea-oorlog, en latere g, oorlogen, ze komen slechts heel g incidenteel in onze literatuur voor. De Tweede Wereldoorlog is de laatste g oorlog die zich op ons grondgebied g P g g heeft afgespeeld; de herdenking o g P4 mei houdt de herinnering levend, g grootouders vertellen er nog over, g g monumenten herinneren eraan.. Overigens is de laatste jaren nog een g l g grote hoeveelheid aan `e odocu- g g menten' over de Tweede Wereldoorlog opgedoken: heel wat mensen die Pg tijdens de oorlog een dagboek tijdens g g bijhielden komen nu daarmee naar 1 buiten. Volens de cijfers van het g j Nederlands Instituut voor g Oorlo sdo- cumentatie zijn er de afgelopen vi' f lvijf jaar meer dan driehonderd oorlogsdag- jaar g g boeken aan het instituuteschonken. g Het is duidelijk dat hier niet de l literaire, maar deeschiedkundi e g g waarde vooropstaat. Ook deze e odocu- P g menten mogen zich – voorzover ze g d door een uitgeverij op de markt g lP r cht worden – in een grote belang- - a g g g tellip verheugen, in dit opzicht is de stelling g ~ P Tweede Wereldoorlog nog niet voorbij. g g voorbij op de leeslijst Oorlog P leeslijs er dus voorlopig nog heel wat titels Pg g over de Tweede Wereldoorlog op de gP literatuurlij sten van leerlingen zullen l g verschijnen li t voor de hand. Zonder l , g nu Gedichtenwedstrijd rondom Dodenherdenking De gemeente Rellendoorn organiseert de laatste jaren rond- om Dodenherdenking een gedichtenwedstrijd, in samen- werking met de Stichting Evenementen Nijverdal en de Christelijke Scholengemeenschap Reggesteyn. Het maken van gedichten dwingt mensen om zo kernachtig mogelijk hun gevoelens te verwoorden. Een gedicht spreekt jong en oud aan. Het maken van een gedicht over Dodenherdenking is een goede manier om intensief betrokken te zijn bij de her- denking van de Tweede Wereldoorlog. Aly Darner- van Leussen Deemeente heeft, net als de g voorgaande jaren, aan de Christelijke g l ~ Christelijke Scholengemeenschap Reggesteyn g P om onder zijn leerlingen een gevraagdzijn g edichtenwedstrijd uit te schrijven ven gedichtenwedstrijd l rond het thema dat ieder jaar door het l Nationaal Comitéen mei wordt 4 5 vastgesteld. Het Comité ontwikkelde g eveneens een speciale lesbrief voor het P voort voortgezet onderwijs. Deze bevat g onderwijs werkvormen en gedichten die leerlingen laten ervaren g g hoe inspirerend het is om zelf P g gedichten te maken. De samenwerking met de Christelijke g Christelijke Scholengemeenschap Reggesteyn g P verloopt prima. De docenten geven de PP g leerlin en in de leeftijd van elf tot en g leeftij achttien jaar de opdracht om een l P edicht over mei te schrijven. De ene gedicht 4 schrijven dit te stimuleren door P een cijfer te geven terwijl de ander het cijfer g terwij juist vrijblijvend aan de leerlingen vrijblijvend g overlaat. Er is duseen sprake van een g P strakrotocol maar er kan maatwerk P geleverd worden. g Deedichten maken onderdeel uit van g de lessen. De speciale lesbrief biedt P hierin natuurlijk ook bepaalde natuurlijk P mogelijkheden, de school houdt zich g uitstekend aan het thema. De docenten even door middel van een voorselectie g hunersoonli'ke voorkeur mee aan de P l l'u die bestaat uit een docent Neder- rY lands van Reggesteyn en een aantal leden van de sectie Letterkunde van de Culturele Raad Hellendoorn vormen onder voorzitterschap van bur - P e g meester Van Overbeeke. Betrokken Om de betrokkenheid van de jeugd bij l g l Dodenherdenking permanent te gP ver roten streeft het college van vergroten, g Burgemeester en Wethouders ernaar g ook in de toekomst dezeedichtenwed- g strijd jaarlijks uit te schrijven. Zich ll l schrijven over deevol en van oorlog g g eneweld is helaas niet iets uit een ver g verleden tijd maar blijkt vandaag de tijd blijkt g dag nog steeds noodzakelijk. Een ieder g g noodzakelijk de oorlog op zijn eigen g P zijn g manier maar door het winnende gedicht voor te dragen bij het g g l Monument voor Gevallenen 1940-1945 94 945 in l Nijverdal wordt er met meer betrok- kenen rondom Dodenherdenking stil g gestaan. Door met name de jongeren eren l g te betrekken bij de herdenking wordt l g d voorkomen dat de herdenking een zaak g voor alleen oude mensen wordt. Het college van Burgemeester en g g Wethouders wil met ditro' ect de Pl betrokkenheid van met name jongeren bij Dodenherdenking vergroten. Dat l g g dit ook echt werkt, is te lezen in het winnendeedicht van 20o dat werd g 4~ geschreven door Gerine Vos: g Stilte Wees stil en hoor, de vogels fluiten. g Probeer te vergeten wat g achter je ligt, l g, en zo het hoofdstuk dat oorlog heet g te sluiten. Wees stil en hoor, er valleneen bommen meer. valleng ee oorlog is voorbij, l, en de vrede is er weer. Wees stil en hoor, de kinderen P s elen. Moeten we de oorlog dan zomaar g vergeten? g Nee, want oorlogswonden zijn niet g zij helen. Al Darner-van Leussen is medewerker Y Organisatie Evenementen bi' de gemeente g J g Hellendoorn. 24 TSJIP/LETTEREN 15.1 Culturele uitwisseling paar weken in Vietnam door en lees in een Engelse versie van een Vietnamese krant Ik breng een aa we e g P g Ter culturele verwelkoming van een officieel bezoek aan Vietnam brengt. dat het Noorse vorstenhuisg n opgevoerd: Hedda Gabler, in het Vietnamees. koninklijkeasten zal een echte Ibsen worden o e de gasten Pg de lichaamstaal van de acteurs te Mooie gelegenheid voor het koninklijk stel om eens exclusief g g l want Vietnamees volgen, nt ietnamees zullen die Noren ook wel niet verstaan. keurslijf waarin een ontwikkelde Een vat vol agressie. Gevolg van het eu Hedda Gabler, een hysterica. e g g l gekte? Ibsen is een groot schrijver en anno z oo moest leven? Of gewoon aangeboren Noorse vrouw ag g schrijver g laat de kijker dus met de nodige vragen zitten. kijker g g i wat ' In de krant komt ook een van de acteurs aan het woord. Hij legt l le t uit je van dit stuk kunt leren: 1 goed komt, als je maar je best doet.' 'Het stuk maakt duidelijk dat het allemaal o , l g l ) Zitten wij als we oosters toneel naar n door de Vietnamese zeef gehaald. tte De boodschap van Ibsen doo g wij P West-Europa halen er net zo ver naast? P ni t dat die van zo'n kolossaal culturele uitwisseling. Ik wist niet haken en ogen van de internationale gg formaat konden zijn. umn~ acques de Vroomen TSJINLETTEREN 15.1 25 veer alle aspecten van de g P T Schoolbezoek als part of the job Een dagje op pad met Theo Hoogstraaten en Simone van der Vlugt Voor schrijvers van jeugdliteratuur is een schoolbezoek part of the job. Via het bemiddelingsbureau, de stichting Schrij- ver School Samenleving (555), zijn zegewoon te boeken. SSS is dus eigenlijk een soort van manager voor de auteurs. En zijn die auteurs dan de popsterren die een warm onthaal wacht? Of is het hard werken geblazen? En wat hebben de leerlingen eraan? Anne-Manken Raukema was een dagje op een school voor vmbo, waar Theo Hoogstraaten te gast was en Mireille Oostindië trok met Simone van der Vlugt op. Een kijkje in de keuken van school en schrijver. Mireille Oostindië en Anne-Mariken Raukema Het Esdal Colle e een kleine school g~ — i8o leerlingen — voor vmbo in g Oosterhesselen gemeente Coevorden, , ligt er die vrijdagochtend in de late g herfst rustig bij. In de hal is het stil. g bij is de dag waarop beide tweede g P klassen worden 'getrakteerd' op een g P schrijversbezoek. Herman Assen, docent Nederlands, vertelt dat de school er een zekere traditie in heeft. Er is bewustekozen voor het tweede g leerjaar, dit zou het meest geschikt J ~ g zijn. Vroeger koos de directeur in l g overle met zijn twee docenten Neder- overleg zij de auteur, maar sinds de komst van de nieuwe leiding kiezen ze zelf, g en dat weer in overleg met de Provin- g ciale Bibliotheek Centrale (PBC) Drenthe. Bij Bi de keuze van de auteur wordt rekening gehouden met de gg smaak van de leerlingen: `We hopen g P een ) schrijver te vinden die de leer- lin en ook leuk vinden om te lezen.' g De PBC levert anderhalve maand voor het l schrijversbezoek twee collecties boeken van de betreffende schrijver, l aanvullende bio- en bibliografische g informatie, recensies en adressen van internetsites. De kisten met boeken blijven drie maanden in school. Assen l deelt de boeken uit en als leerlingen na g twinti dertigpagina's afhaken, g~ gP g kri' en ze een andere titel. Als een krijge uit is, moeten de leerlingen een g leesversla maken en vragen bedenken leesverslag g voor de schrijver. De boeken worden l jammer genoeg niet even kort jammer g g geP re senteerd: `kinderen kunnen op de P achterkant wel kijken waar het over l aat.' In de les leest Assen niet veel g voor, een enkele keer een fragment uit g een boek zoals dat is opgenomen in de Pg methode Op niveau plus. Aan de Jonge p p g u doet de school evenmin mee. Jury `Deze kinderen zijn geen lezers, ze zijn zijn g ~ zijn g De bibliotheek Evelien g Huizin a heeft als consulent voor het voortgezet onderwijs van de g onderwij contact met alle tien scholen in het g werk ebied dat bestaat uit heel Drenthe met uitzondering van de g bibliotheek Emmen — die een eigen g contactpersoon heeft — en plaatsen met P P een zelfstandige bibliotheek: Assen en g Hoo Hoogeveen. De PBC verzorgt ongeveer g g g zeventi lesuren per jaar, gemiddeld zeventig P l ,g zevener school dus. Dit aantal is P stabiel: `Hetroeit en krimpt niet g P meer• er zitten scholen bij we l dertien uren verzorgen, maar dat zijn g ~ J dan ookrotere scholen. Voor ons is g het met het oog op de doorgaande lijn gP g lij voor- en oo sc vroe hls via basison- vroeg schools naar de basisvorming en l g Tweede Fase erg belangrijk dat g gl kinderen en jongeren in contact l g komen en blijven met boeken en l schrijvers. Voor de Tweede Fase doen l we alleen zaken op verzoek van de P school zelf. Zo kwamen eerder Ronald P Gi hart Marion Bloem en Tim Krabbé naar Coevorden. Datebeurt vaak in g het kader van CKV-i en veelal zijn het l ook avonden voor ouders en overige belangstellenden worden uitgenodigd.' g De PBC hanteert criteria voor auteurs- bezoeken die ook met n logistiek samen- g e hanen. Huizinga: `Auteurs voor g g 0o de basisvorming moeten wel minstens g es drie boeken hebbeneschr v n g ee, vinden we. Ellen Tijsinger, Theo g eo Hoogstraaten en Simone van der Vlugt g g komen vaak. Praktijkscholen zijn J e zijn een verhaal apart, veel van de boeken zijn e ziJn gewoon te moeilijk. Op het AOC Terra g moeilijk. P in Eelde was laatst de Groningse schrijfster Gonneke Huizing g op bezoek. Datakte goed uit.' p g u t. 26 TS IP LETTEREN 15.1 1 Elk jaar in mei brengt de PBC het jaar g aanbod naar scholen. De kosten van een auteursbezoek worden in veel gevallen door de school en deplaatse- g P like bibliotheek gedeeld. `Schrijvers l g l komenraa naar Drenthe, we leggen g g ~ gg ze ook wel in de watten. En dan heb je l een naam hoog te houden.' g Hoogstraaten op school g p Klas 2b hangt aan de lippen van Theo g PP Hoo straaten. In het lokaal hangen g g enkeleoëzie poëziepostersvan Plint en P P `sna ie'-osters voor moeilijke PP P moeilijk De schrijver beweegt zich schrijver g achter een tafel met daarop zeven, acht P van zijn boeken. In de eerste groep die zijn g P de theoretische leerweg – `vmbo-t' zeg ~ g maar de oude mavo – volt zitten g~ vijfentwintig leerlingen. Ze zijn zeer l g g zij als Hoo straaten vertelt hoe g g zijn boeken ontstaan. `Vaak komen er l dingen terug die bij mij zelf op school g g bij mij P zijn gebeurd of die ik hoor van lg collega's als ik als schrijver scholen g schrijve Daar weef ik dan weer dingen g doorheen die ik bedenk.' Feit en fictie op vmbo-niveau P uitgelegd. Personen versus personages, P g zonder dat deze woorden vallen. Vier leerlingen hebben Blind date gelezen, g g maar ook de anderen zijn heel geboeid zijn g als Hoogstraaten vertelt over zijn eigen g zijn g klassenfeest van-havo aan het strand 4 van Beren aan Zee waar zich g ongeveer hetzelfde afspeelt als in het g P boek. En over hoe hij het einde l manipuleerde om er een positieve P P draai aan teeven. g Zijn meest recente boek, Loverboy, Zijn ~ Y~ ten tijde van het bezoek nog maar twee tijde g maanden oud; niemand heeft het gelezen. De personages zijn dezelfde g P g zij in Blind date en het vervolg daarop, P, Hot spot. Als Hoogstraaten vraagt wat p g g een loverboy is, krijgt hij kort en Y ~ lg hij duidelijk antwoord. Hij vertelt over de duidelijk Hij aanleiding: een lerares in Harderwijk g l vertelde dat een van haar leerlingen g slachtoffer waseworden van zo'n g loverboy en moest onderduiken. Y Intussen zijn in Nederland ongeveer zijn g 600 meisjes die slachtoffer zijn meisjes zij van dit soort praktijken. geworden P l Het verschil met klas 2a vmbo basis- , beroeps- en kaderberoe s erichte P Pg leerwe ver eli'kbaar met de oude lts g, g l en lhno, isroot. Niet alleen is deze g kleinereroe luidruchtiger, de g P g es jongens doen stoerder en de meisjes g l rea eren geschokter op het verhaal g g P over het bestaan van loverboys. Y Hoogstraaten, die een voorkeur heeft g voor havo- en vwo-scholen, isoed g voorbereid. s ZijnZjarenlange onderwijs- ll g l ervaringetaalt uit. Hij besluit in de g Hij korteauze de andere tweede klas heel P anders aan teakken. Hij noemt P l andere titels en begint meteen met de g vraa wat zij willen weten. Een van de vraag zij drukste jongens haakt daarop in: 'Over De Spiegelvrouw: daar sna te ik niks snapt Wat is eenproloog?' Hij zal de Hij auteur nog vaak onderbreken met g opmerkingen. Ook over Tussen twee vuren willen ze het hebben. Hoogstraaten vraagt een g g leerlin die het gelezen heeft wat hij leerling g hij van het einde vond. `Gevoelig' is het g, even korte als verrassende antwoord. Ook dezeroe hangt aan g P g Hoo straatens lippen als hij vertelt dat g PP hij er twee waar gebeurde verhalen in g zitten. Dat van de Amsterdamse bleek- neusjes die in de hongerwinter door l g het Rode Kruis naar Texel waren gebracht, maar daar tussen de vuren g van de Russen en de Duitsers terecht- kwamen. En dat van zijn oom die in dezelfdeeriode ondergedoken zat o P g op een boerderij in de Beemster en de l dreiging van de Duitsers de boer en g g zijn twee zonen dood te schieten als l zijn oom zich niet bekendmaakte l vanuit de hooiberg, hij zich met g~ hij anderen schuilhield. Hoogstraaten vertelt nog over De g g vuurmeester en de aanleiding om de g extreem brutale Valentina te schetsen. Ditedra lijkt in Oosterhesselen nog gJ g ver weg. Op de vraag wat zij denken g P g zij dat een loverboy is, variëren de Y antwoorden van `een soort Cupido' tot P `een jongen die perfect is'. l g P Na afloop krijgt maar eens een keer en jawel, dat l verhaal werd uitgegeven. Ze laat h het zien: De amulet. Van der Vlugt laat g haar boeken zien in de volgorde waarin g aa in ze zijn verschenen. Ze staat even stil J bij Jehanne, het verhaal over Jeanne e d'Arc. Niemand in de klas kent haar, dus Van der Vlugt vertelt. De klas g luistert ademloos. De leerlingen krijgen ook de kans om g lg vragen te stellen aan de auteur. Het g worden vragen als `Wanneer komt uw g volgende boek?' en `Hoe lang duurt het g g schrijven van een boek?' Van der Vlugt schrijven g eeft geduldig antwoord. Dan vraagt geeft g g t g iemand hoe het toch afloopt met P Branthild, die in het begin van De g slavenring de bergen in vlucht. De kl g g klas heeft de eerste twee hoofdstukken van a deze roman samenelezen. `Tsja ' zegt g l~ g Van der Vlu t `ik weet het niet. Dat g~ zullen we ook wel nooit weten. In een boek hoef je immers niet op alle l p vragen antwoord te krijgen, het hoeft g lg ook niet altijd goed te komen. En je altijd l weet ook alleen maar wat de hoofd- persoon ersoon weet.' Ditaf in De slavenring zelfs een g g probleem. Het boek gaat over de p g uitbarsting van de Vesuvius en de g gevolgen hiervan voor de stad Pompeï. g eï g p Als de hoofdpersoon in Pompei zou p p zijn tijdens de uitbarsting, zou hij h zijn tijdens g~ het hij niet overleven. Maar als hij er niet zou l n zij zou de schrijfster de uitbarsting l~ schrijfster g niet zo mooi in detail kunnen l beschrijven. Dus koos ze ervoor twee hoofdpersonen te gebruiken. Van der p g Vlugt vertelt over het onderzoek dat ze g deed voor het boek: ze reisde met haar man en kinderen naar p Pom eï en bekeek de resten van deetroffen stad. g Sommige dingen die ze ontdekte, g g gebruikteze in haar boek. De namen g van de dienstmeisjes die werken in de l herberg zijn bijvoorbeeld echt, ze g zijn l stonden in de muur van de echte herberg gekrast, tezamen met wat gg schuine moppen. Pp Ter afsluiting van het bezoek leest Van g der Vlugt voor uit De slavenring, z g g,eaat g verder waar de klas isebleven en de g kinderen vinden het bijna jammer dat l J de belaat om de pauze in te luid g p luiden. De bezoeken aan de havo- en vwo- klassen verlopen net zo soepel. Er zijn P P l wat meer leerlingen bekend met g Jeanne d'Arc en de vragen die ze o g op Van der Vlugt afvuren, zijn wat anders. g J es. Zo wil een vwo-leerling weten waar de g schrijfster nu mee bezig is. Van der schrijfster g Vlugt vertelt dat ze net een boek voor g volwassenen heeft afgerond. De g kinderen kunnen uitkijken naar l Victorie! een boek dat ze samen met Theo Hoogstraaten schreef. Een ander g vraat: 'Regelt de uitgever de punten vraagt: g g P en komma's voor u?' `Nou ' antwoordt Van der Vlu t `dat doe ik meestal zelf. g~ Ik heb Nederlandsestudeerd dus ik g kan nog wel wat!' g Voorbereiding Het is duidelijk dat Van der Vlug t de duidelijk g bezoekenoed heeft voorbereid. Ze g heeft een flinke tas meegenomen g waarin ze boeken enosters P meesjouwt, en ze weet precies welke l P verhalen hetoed doen bij de g l kinderen. Daarbij is ze heel en Daarbij P ontspannen, de leerlingen hebben al P ~ g snel het idee dat ze alles aan de schrijfster kunnen en mogen vragen. schrijfster g g Van der Vlugt vult zo'n een a twee g da en per week met schoolbezoeken. g P Ze vindt het erg leuk – hoewel drie g lesbezoeken achter elkaar ook wel erg vermoeiend kunnen zijn. De bezoeken l zijn voor haar een goede manier om zijn g contact te houden met haar lezers: `Het houdt je wakker, betrokken.' De schrijfster maakt de afspraken r ~voor lesbezoeken lang van tevoren. g Dat betekent dat ze niet alle details meer weet als ze l daadwerkelijk naar de schoolgaat. Op de scholen g P 1 oendieze bezoekt, komt ze ook o steeds verschil- lende situaties tegen. De ene keer heeft een docent het bezoek erg goed gg voorbereid, hebben de klassen boeken gelezen, boekverslagen gemaakt en g ~ g g vragen bedacht. De andere keer weten g de leerlingen nauwelijks wie zij is. Dat g l l vert uiteraard ook steeds een andere g aanpak. En dat betekent weer dat het p soms nogal improviseren is: 'Sommige g p g lerarenaan tijdens je bezoek kopiëren g tijdens l P op de gang, dat geeft nog eens een P g g~ g g slecht signaal afl. Andere docenten g rijen in als er rumoer in de klas g l p ontstaat Lezen doet schrijven en schrijven doet lezen Het lijkt een logische gedachte dat creatief schrijven en lite- ratuur lezen veel met elkaar te maken hebben. Wie veel proza of poëzie leest, komt bivoorbeeld in aanraking met allerlei verschillende genrekenmerken en zal die genreken- merken daardoor wellicht ook zelf kunnen toepassen. En omgekeerd: het likt waarschijnlijk dat wie zelf verhalen of gedichten schrijft, meer gemotiveerd is om ook verhalen en gedichten van anderen te lezen. Maar is er een wetenschap- pelijke basis om een wederzijdse relatie tussen creatief schrij- ven en het lezen van literatuur te veronderstellen? Hein Broekkamp en Marleen Kieft Om de vraag naar de verhouding g tussen creatief schrijven en literatuur l lezen te kunnen beantwoorden deed Marleen Kieft een literatuurstudie in opdracht van Stichting Lezen en P g Stichting Schrijven. Ze zocht in g Schrijven databases naar onder- zoeksartikelen uit binnen- en buitenland die het lezen van literatuur en creatief schrijven met elkaar in l verbandroberen te brengen. P g Wat wordt er onder creatief schrijven l verstaan? In brede zinaat creativiteit g om het tot stand brengen van g roducten die assen binnen de P P situatie of hetenre dat wordt g beoefend, en tegelijkertijd origineel en g l J g vernieuwend zijn. Vaak wordt nog als zijn. g derde kenmerkenoemd dat het g roductpersoonlijk is en iets uitdrukt P P l van de maker. Deze algemene definitie g van creativiteit sluitgoed aan bij de g bij definitie die de Leidse werkgroep g P Moedertaaldidactiekeeft van creatief g schrijven: een verzamelnaam voor al l die vormen van schrijven waarbij schrijven waarbij `fantasie originaliteit, en het g , verwerken van subjectieve ervaringen subjectieve g centraal staan'. Opdrachten creatief P schrijven hoeven niet perse te bestaan schrijven P uit het zelf schrijven van hele verhalen l ofedichten. Het kan ook gaan om g g o drachten zoals `Schrijf een passage P 1 P g in het verhaal vanuit een ander of `Schrijf een ander einde perspectief,' l aan dit verhaal ' of `Schrijf een dialoog g tussen twee hoofdpersonen.' P Literatuuronderzoek Het literatuuronderzoek wasgericht o g op de volgende onderzoeksvragen: g g r. Wat eore zijn de belangrijkste th- zijn gl tische opvattingen over de invloed van creatief schrijven op het lezen l P van literatuur? Welke empirische P onderbouwing bestaat er voor deze g opvattingen? 2. Wat eore zijn de belangrijkste th- zijn gl tische opvattingen over de invloed van het lezen van literatuur op het P creatief schrijven? Welke empirische schrijven? P onderbouwin bestaat er voor deze onderbouwing opvattingen? 0 vallend genoeg bleek dat er wel P g g empirische onderzoeken zijn gedaan P zij de invloed van het lezen van literatuur op creatief schrijven, maar P l dat ereen onderzoeken met een erg ee wetenschappelijk empirisch karakter PP l P zijn te vinden die zich richten op de zijn P invloed van creatief schrijven op het schrijven P lezen van literatuur. Ten aanzien van de eerste vraag vonden we wel voorna- g melijk Nederlandstalige) artikelen met l g anekdotische of theoretische j beschri- vin en bijvoorbeeld van docenten die g , l verslag doen van hun ervaringen in de g g klas. Deze artikelen zijn daarom ook J opgenomen in het literatuuronderzoek. Pg Invloed van creatief schrijven op het 1 P lezen van literatuur `Er loopt een lijn van creatief schrijven P lijn schrijve creatief lezen.' (Marita De Sterck) De artikelen waarin verondersteld wordt dat creatief l schrijven het lezen van literatuur beïnvloedt, kunnen in tweegroepen verdeeld worden. We vonden artikelen die als verklaring geven dat creatief schrijven de leesmo- g ven l tivatie vergroot. Daarnaast stelt een g aantal artikelen dat creatief schrijven l de kennis vergroot en de vaardigheden g g versterkt die nodig zijn om literatuur te g zij en te begrijpen. N. Decker betoogt dat creatief schrijven g schrijve in lezen stimuleert, ook bij P ~ bij leerlingen die een taal achterstand g hebben of bij en die niet l leerlinge zijn. M.B. Sa er ontwierp zijn. g P een lessenserie die als doel had de motivatie van leerlingen om te gaan g g lezen te vergroten. Zij liet haar g Zij TSJIP/LETTEREN 15.1 29 g l leerlingen schrijven naar aanleiding van literaire verhalen: nadat op klassikale wijze een verhaal was J gelezen, liet Sa er de leerlingen en hun g g g reactie op het verhaal beschrijven, het P l , verhaal herschrijven of een J eigen verhaal maken. Leerlingen g gingen op den duur meer betrokken en actiever lezen en schrijven. Marita De Sterck l heeft vergelijkbare ervaringen g l gen opgedaan in haar buitenschoolse pg schrijfcursussen, waaraan ook l jongeren eren met dyslexie, met het Neder- g lands als tweede of derde taal en ae jongeren uit taalarme milieus l g deelnamen. Ook bij bi cursussen se creatief schrijven voor volwassenen is de l ervaring dat creatief schrijven het g schrijven e leesplezier vergroot, zoals W. P W Mooiman laat zien. Literatuur komt Mooijma dichterbij cursisten te staan als z s ze zelf gedichten hebben geschreven. D g g Door hun eigen ervaring met creatieve g g eve processen bleken cursisten beter in staat literaire werken van anderen e te beoordelen. De Leidse g P werk roe Moedertaaldi- dactiek benadrukt het oefenen e met literaire technieken en struct r uu ken- merken van verhalen. Wanneer leerlingen zelf hebben e r obeerd om g geprobeerd een karakter te beschrijven, een beeld- bee d spraak toe te passen of een thema p p a vorm teeven deze g ,aan g eze ver ecten voor hen meer leven. Mooiman p Mooijma N. van Leersum bevestigen dat je g l literatuuras echt gaat begrijpen als p gje zelf hebtewerkt met literaire g technieken. De Sterck zet het zo: g `Literaire s competentie en beoordelin - P beoordeling s- en kunnen groeien als jonge g g l g mensen op literaire valkuilen botsen, P als ze als amateur mogen ploeteren g P met hetereedscha van de vakman'. g P Het lezen van literatuur beïnvloedt creatief 1 schrijven? j `Schrijven leer je aan de hand van l boeken van anderen. Je moet lezen, lezen, lezen, en altijd weer nadenken l over wat je gelezen hebt.' (Bart g Moeyaert in Vingeroefeningen) Y Naar de invloed van literatuur lezen e op het creatieve schrijven zijn verschil- t l e schil- lende experimentele onderzoeken p oe en gedaan. Deze onderzoeken zijn m g ~ met nameericht op leerlingen in het g P g basisonderwijs en vooral afkomstig J o sti uit g Amerika. De resultaten lijken echter lijken c ter ook van belang voor leerlingen i gn Nederlands, zowel in basisonderwijs s l als het voortgezet onderwijs. g ls Literatuur kan voor jonge kinderen een J g ee springplank zin voor het schrijven van zijn l a eigen verhalen, zo blijkt uitverschil- g ~ versc l lende bronnen. P.J. Lancia verzamelde e amelde een jaar lang alle schrijfproducten van jaar g lP zijn leerlingen uit groep vier en n l l g g P - a aY seerde ze. Hij richtte zich op literary P rY borrowing, door leerlingen selecteren ecteren g, e g en manipuleren van ideeën uit verhalen P die ze lezen of horen en het verwerken rwe en van die ideeën in eigen teksten. Hij l vond de volgende vormen: r leerlingen g g namen eengeheel plot over en herver- g P telden het; (2) leerlingen namen een g personage over en lieten dat andere P g avonturen beleven; leerlingen namen ~3 g onderdelen van een verhaal over, bijvoorbeeld de setting of een titel; l g leerlingen namen genre-elementen. (4) g g over; ofleerlin engebruiken infor- 5 g g matie uit non-fictieboeken en verwerken die in een verhaal. T. Cairney vond een vergelijkbaar Y resultaat bij leerlingen uit roe acht. lgroep Zij richtte zich vooral op de intertek- J p stualiteit tussen verhalen die leerlingen g lezen en verhalen die ze schrijven. Zij l stelde in interviews met leerlingen vast g dat intertekstualiteiteen onbewust g verschijnsel is, maar dat leerlingen l ~ g zich er bewust van zin dat ze J elementen uitgelezen verhalen gebruiken in hun eigen teksten. g g Een voorbeeld van deze intertekstua- liteit is het overnemen vanenre- g kenmerken. C.I. Bearse zette een 30 TSJIP/LETTEREN 15.1 Een voorbeeld van deze ^^^^^^^^stua- liteit is het overnemen vanenre- g ken kleine studie op waarin een leerkracht Het is niet alleen belangrijk voor heeft Stichting Lezen opdracht gegeven P gl g P gg en zijn groep vijfgedurende zes weken creatief schrijven dat leerlingen met schrijven tot een vervolgonderzoek dat is gestart l g P l g g g g intensief met sprookjes werkten. De literatuur in aanraking komen, maar o I november 2004 en uitgevoerd P l g P 4 g kinderen lazen s rookjes er werden de kwaliteit van de literatuur is ook van wordt door Hein Broekkamp en Tanja P l~ P l sprookjes voorgelezen, er werd over belang. J.H. Dressel zette een Janssen. In het onderzoek wordt P 1 g g gesprokeng onderzoek op onder elfjarige leerlin en nagegaan of sterke literatuurlezers Pleerlinge sprookjes. werden voorgelezen. Ze selecteerde beter zijn in creatief schrijven danzijn schrijve g kinderen veel elementen van het verschillende detectiveverhalen, • literatuurlezers. De bedoeling sprookjesgenre zelf toe asten in hun toepaste geschreven voor deze leeftijdsgroep is dat in 2005 nog een vervol on - g l g P en s g g en in staat waren elementen uit ontwierp een score-instrument derzoeklaatsvindt naar de vraag of P P g verschillende sprookjes te verwerken in waarmee ze literaire kwaliteit van sterke creatieve schrijvers beter P l 1 hun eigen tekst. Het horen en lezen boeken kon scoren. De vraag is nu of literatuur lezen dan zwakke creatieve g g van sprookjes is ook voor kinderen met de kwaliteit van de literatuur waar schrijvers. We richten ons hier echter P l l schrijfangst of een negatieve schrijf leerlingen meer in aanraking komen, op de eerste studie. l g g l g g P houdingen goede manier om hun van invloed is op de kwaliteit van de Er wordt eenroe samengesteld van g g P g creatieve schrijfvaardigheid te verhalen die leerlingen schrijven. Ze zestienproefpersonen. De helft van l g g schrijven P vergroten. A. Hoewisch werkte met tweegroepen: bij de helft van bij deze leerlingen bestaat uit sterke g g achtjarige leerlingen uitprobleem- de leerlingen werden detectiveverhalen literaire lezers, de andere helft uit l g g P g wijken vaak met nare ervaringen voor voorgelezen en besproken die hoog P zwakke literaire lezers. Deer roef - g g P P rondomeweld en drugs, en slechte literairenoemd kunnen worden, sonen lezen ieder vier literaire teksten, g g~ g thuisomstandigheden. Deze kinderen onder andere door een origineel plot, bijvoorbeeld twee korte verhalen en g g P l overwonnen door deelname aan een goed g tweegedichten, en schrijven P g~ g ~ sprookjesproject hun schrijfan schrijfangst, literaire stijl. In de andere helft van de vervolgens twee creatieve teksten, l g l g waren in staat tot het schrijven van roe werden ook detectiveverhalen bijvoorbeeld een verhaal en een l g P l langere teksten, met genrekenmerken voorgelezen en besproken, maar van gedicht. Na het lezen wordt leerlingen en g g ~ g g P en complexere woorden, en verwerkten een minder literaire soort. Om de steedsevraa d om op mondelinge P g g P g bovendien hunersoonlijke ervaringen ontwikkeling van de leerlingen te wijze een interpretatie van de tekst te P l g g g l P in de eigen teksten. kunnen vaststellen schreven leerlingen even aan de hand van een gegeven g g gg Als het lezen van literatuur het creatief als voor- en natoets zelf een detective- reeks open vragen. P g schrijven beïnvloedt verhaal. Uit de resultaten bleek dat Deroef ersonen worden op re - P P P P resen integreren van literatuuronderwijs eigenschappen van verhalen die tatieve l wijze geworven onder Neder- g l g en onderwijs in creatief schrijven een schrijve leerlingen horen door hen worden landse vwo- leerlingen en Vlaamse g 5 g logische stap. Uit een studie van D.C. over overgenomen: een rijkere literaire tekst rijker leerlin en van een vergelijkbaar g P g g g l Simmons bleek dat eeneïnte reerd wordt voorgelezen, zorgt voor niveau, de derderaad. In een later g g g g ~ g curriculum (literatuur en creatief rijkere zelf geschreven verhalen. stadium van ons onderzoek willen wij g l schrijven) positieve effecten heeft o op Ver Vergelijkbare resultaten werden ook volwassenroef ersonen l P g l P P creatief schrijven van leerlingen in de schrijven gevonden in andere studies door betrekken. Voor de Nederlandse g tweede klas van het voortgezet L.M. P Philli s en M. Barrs. leerlingen baseren wij het onderscheid g g onderwijs. tussen sterke en zwakke literaire lezers g P vergeleken: een experimentele groep ' Nieuw onderzoek op een eerder onderzoek naar literaire g P g P P die leerde verhalen l schrijven in combi- Uit deze literatuurstudie van Marleen leesprocessen dat aan ons instituut is P natie met verhalen lezen en begrijpen. Kieft bleek dat er nog maar weinig g uit uitgevoerd. De leerlingen die toen g g Daarnaast was er een controlegroep, bij empirisch onderzoek is gedaan naar de o vallend sterk scoorden of juist juis g P~ l P g P wie het onderwijs in literatuur apart onderwijs wederzijdse relatie tussen creatief vallend zwak nodigen we uit voor P l P g werdehouden van het onderwijs in onderwij schrijven en literatuur lezen in het het nieuwe onderzoek. Voor de g l schrijfvaardigheid. De leerlingen uit de voortgezet onderwijs, terwijl Vlaamse leerlingen vragen wij de 1 g g g l~ terwij g g wij ex experimentele groep schreven verhalen kennis over de aard van leraar sterke en zwakke literaire lezers P g P met meer ontwikkelde karakters en deze relatie belangrijke gevolgen voor aan te wijzen. Omdat we proef per- er g l g g P P contexten. het onderwijs kan hebben. Daarom sonen zowel lees- als schrijftaken laten l 1 TSJIP/LETTEREN 15.1 31 uitvoeren kunnen we verifiëren of onze indeling klopt. g P De lees- en l schrijftaken worden indivi- dueel uitgevoerd waarbij de ro er ef - g waarbij P P sonen hardop zeggen wat ze denken P gg bij het lezen of schrijven. Deze - e hardop- l schrijven. p denkmethode diean baar is in het g g onderzoek naar lees- en - r schrijf ~po cessen stelt ons in staat de gedachte- processen van leerlingen te bestu- P en g deren. Onze veronderstelling is dat g sterke lezers niet alleen de tekst beter begrijpen dan zwakke lezers maar dat zij ook een ander leesproces hebben. zij p e. Zo zullen zij zichzelf bijvoorbeeld zij l meer vragen stellen bij de tekst. 0 g l Op eenzelfde wijze veronderstellen we dat l sterke lezers niet alleen een betere tekst nl schrijven maar ook een ander p lees roces hebben dan zwakke a e lezers. Zij zullen bijvoorbeeld langer en beter l bijvoorbeeld g nadenken voordat zeaan schrijven. g c even. De aandachtaat echter in eerste g instantie uit naar deroductdata. Dat P wil zeggen, de kwaliteit van de in gg e ter- retaties die leerlingen van degegeven P g teksten hebben verwoord en de kwaliteit van de creatieve k e teksten die zij hebbeneschreven. Deze kwaliteit g a teat wordt - vastgesteld door drie onafh nk g a e -~`.~- lijke beoordelaars. De kwaliteitscriteria sc iteria die deze beoordelaars hanteren worden van tevoren bepaald met behulp van P P eenpanel van respectievelijk literatuur- P deskundigen en deskundigen op h g g pet gebied van creatief schrijven. Criteria g ~ te ia die voor de interpretatie van dek korte o te verhalen enedichten in aanmerking g komen zijn het begrijpen van de l semantischeelaa dheid in het g g j tekst. bijzonder het thema van de t st. Dit begrip kan dieper of oppervlakkiger g p p zijn. Criteria voor het schrijven zullen zijn. ~ betrekking hebben op het originaliteit aliteit g P g van de tekst en deassendheid bij het p J e even schrijfdoel. gegeven l In september 2005 verwachten wij de P 5 wij resultaten van deroductdata te P kunnen rapporteren. Daaruit m pp tmoet blijken of sterke literaire lezers blijken es inderdaad ook sterke creatieve schrijvers zijn. l l Marleen Kieft is neerlandica en doet romotie-onderzoek aan het Instituut p voor Lerarenopleiding van de Universiteit p g van Amsterdam. Haar onderzoekaat g over het integreren van literatuur- en g schri' aardi heidsonderwi's. g J Hein Broekkamp is werkzaam als onder- p zoeker aan hetzelfde instituut. Hij r J promo- veerde op een proefschriftproef- over de p p werkverwachtingen van leerlingen en de g g leerdoelen van docenten. Gebruikte literatuur M. Barrs, `The reader in the writer'. In: Reading 2000 (2), 54-60. g34 ()P 54 C.I. Bearse, `The fairy tale connection in rY children's stories: Cinderella meets Sleeping P g Beauty'. In: The reading teach ,1 2 tY g teacher 45 99 (9) p. 688-6 P 688-695. E. Beerten, D. Billiet, K.anssen, J. Simoen, J , A. Sollie, en M. De Sterck, Vingeroefeningen. ~ Ti s van schrijvers voor schrijvers. Tips Amsterdam-Hasselt: Uitgeverij Afijn, 200 . g 1 l 3 T. Cairney, `Intertextuali : infectious Y tY echoes from theast'. In: The reading g teacher, 43 1990478-484. 99 (7) P M.C. Daane, `Good readers makeood g writers: a description of four college P g students'. In:ournal o reading I 1 , 1 g35 99 (3) 18 -188. P 4 N. Decker, `Freewritin , personal writing g and the at-risk reader'.ournal of readin , 1 g33 1990 (8), .654-655. 99 OP J .H. Dressel, `The effects of listeningo and g discussing different qualities of children's g ~ literature on the narrative writing of fifth g graders'. In: Research in the teaching g of English 2 , 1990397-414. g 499(4)P R.C. Gebhardt, `Fiction writing in literature g classes'. In: Rhetoric review, 1988 I p. 7 9 ()~P 150-155. J.R. Hayes, 'Cognitive processes of Y g P ~Y 1 creativity'. In: J. A. Glover, R. R. Ronning and C. R. Reynolds (Eds.), Handbook of Y creativity. New York: Plenum Press, 18 p. Y 99p 135-145. A. Hoewisch, "`Do I have arincess in m P my story?" Supporting children's writing of rY PP g g fairy tales'. In: Reading writing quarterly 1 rY g~ gg Y 17, 2001, p. 249-277. T. Janssen, M. Braaksma, en G. Rijlaarsdam, 'Literary reading activities of 1 Y g good and weak students. A think aloud study'. Y Manuscript submitted for publication, P P 2004. P. Leidse werkgroepMoedertaaldidactiek, Moedertaaldidactiek. Een handleiding voor het g voortgezet onderwijs. Vierde, herziene druk. ~ : Coutinho, 86. g 9 W. Mooiman, Als het gras groen was: l g ~ o drachten tot creatie schrijven. Amsterdam: p J Pendoor, 1 8 . 97 W. Mooiman en N. van Leersum, `Creatief schrijven: theorie en praktijk'. In: Moer 4, P l 4 1989,. 161-16 . P 3 L.M. Philips, 'Using children's literature to P g foster written language development'. P In: Research report, July 1986, p. 1- p J Y 9 P 1-49. M.B. Sager, 'Exploiting the reading-writing g P g g g connection to engage students in text'. In: Journal o reading 33, 1989 (I), o- . 1 g33 8 99 Í)44 3 D.C. Simmons, Integrating narrative reading g g comprehension and writing instruction for p g all learners. Presented at the Annual Meeting of the National Reading Cfe- g gon rence, South Carolina, December 1993. M. De Sterck, `Al doende. Over de rol van schri'foefenin en in het literatuuron- g Bijdrage aan conferentie Het l l g Schoolvak Nederlands, 1 -2o november 9 20o te Antwerpen. 4 P TSJIP/LETTEREN 15.1 33 i it I ill I ) ) ) ) 1 i / treffendeformuleerd m g e meningen en toch loot hi er verloren in P 1 over boeken, schrijven en lezen, 1 rond: de volwassenen om hem Herman Franke maar roet ook interessante P heen zin met andere zaken I Podium 2004 vragen op – de titel van zijn g P bezig,ebben amper oog voor 1 g P g ISBNo 2 6 bundel is eengoed voorbeeld van 9 5759 3 3 g va hem. €1ó0o de kwesties die hij zoal aanroert. oert. Hij is zelf er ziek geweest, en de 1 g g , e 'Literatuur moet stekels hebben. slapte en de koorts lieten de P Herman Franke zal nietauw Ze moet schuren en schrijnen,' is g 1 dagen in elkaar overlopen; en dat e g P wekenlang in 'toptienen' de een opvatting van Franke die ook g P P g gevoel heeft hij ook nu weer, nu g 1 dienst uitmaken, al heeft hij hij wel elders aan te treffen is. Dat de zomer heet is, en hij niet weet aantal indrukwekkende boeken literatuur ookoed is voor de g wat te doen, en niet begrijpend op zijn naam. De verbeelding won P1 seks en een medicijn kan zijn medicijn g 1 alle bedrijvigheid beziet. Jg in8 de AKO Literatuurprijs, 99 p J , teen s chische klachten is g PY Zijn kinderlijke observaties, de 1 I , het omvangrijke en fantasierijke duidelijk een wat minder vaak gl J om hem heen die hi Wolfstonen werd in 2003 en mi- 3g o geformuleerd standpunt. De g P robeert te volgen, zijn aandacht P g ~ 1 neerd voor de Libris Literatuur- verdediging van plagiaat staat in g g p g voor klanken en woorden maken , rijs en zijn Notulen uit 200 zijn 2004, deze bundel naast de uitleg dit verhaal tot een fijnzinnig g omschreven als 'kortebaanwerk' waarom eengoed boek op de g P aquarel. Mooi, erg mooi. q ~ g werd ook lovend ontvan en. rechterpagina be int Harry begint, g Y In Waarom vrouwen betere lezers Potter legt het in een vergelijking in de Nederlandse literatuur J g g 1 g zijn zijn (bewerkte) columns af te en 011ie B.Bommel, de 1 ontbreekt: de meli e maar g g verzameld die Franke in de relatie tussen boek en film en meestal p meesle ende woord- Verkleed als mens afgelopen aren schreef voor j de tussen boek en tv wordt- eanal bombardementen van Herman Wouter van Oorschot g Y Volkskrant. Hi' geeft daarin vaak seerd kortom: de bundel van Jg Brusselmans, deolitieke G.A. van Oorschot, 2004 p Franke is een mix van heel actualiteit van Tom Lano e de ISBNo 282 4026 8 Y• 9 4 uiteenlo ende teksten die voor subtiliteit van Leo Pleysier en p € 22 0 Y ,5 het overgrote deel even (of soms s Erwin Mortier worden door erg lang) tot nadenken stemmen. (uiteenlopende ende soorten) lezers in g g De uitgever die zelf schrijver g 1 Nederland duidelijk gewaardeerd. werd, dat is Wouter van Oorschot II Li( \N Jg lD Erwin Mortier debuteerde in 1997 met zijn boek Verkleed als mens. 11-&_\ N. k E met Marcel, kwam in 2000 met Zoon van deeruchtmakende g Alle dagen samen Mijn tweede huid en in 2002 met g Geert van Oorschot die kort na Erwin Mortier Sluitertijd. de oorlog vanuit het niets een g g De Bezige Bij, 200 toegevoegd aan zijn oeuvre dat g l~ 2004 eigen uitgeverij opzette die als 1 g g 1 P ISBNo2 16 duidelijk niet gericht is op grote 9 234 1633 3 een van de weinige nog g J g Pg €i 0 verhaallijnen en spectaculaire 4~5 zelfstandig is. 1 P g ontwikkelin en maar in een In Verkleed als mens maakt de g- Er zijn niet veel Vlaamse auteurs prachtigeP taal een sfeer oproept J lezer kennis met Wouter, die als , r(ilt 1í P die erin slagen om de grens met van verlangen, een verlangen 'om g g jongen zijn acht jaar oudere broer zijn g~ g 1 g 1 Nederland over te steken. De de tijd teniet te doen'. Guido verloor, toen deze 1 schrijvers wie dat wel lukt, De hoofdpersoon is een jongetje 1 p et zelfmoordlee de. Het gezin 1 g J P g g hebben allemaal ook wel duidelijk van vijf. Zijn overgrootvader li 1 ligt raakte verscheurd, moeder Hil g g een eigen stem, brengen iets wat op sterven. Zijn wereld is klein Zijn g ~ g klein, zocht haar heil in de buiten- P TSJIP/LETTEREN 15.1 34 J huizen onder Amsterdam en in i -Fr nkri k vader Geert deed Zud a J~ dat in zin werk. Pas als Wouter I r zelf twee zonen heeft, merkt later e , hij wat het is om een niet-broer te 1 hebben. Het boek ademt sterk de sfeer e van zestiger aren. Overal g ) hippies, drugs en popmuziek,PP ~ g alcohol. Wouter valt vooral op on ens wat onverbloemd wordt lg , Hij noemt zichzelf weergegeven.1 ` anseksueel'. Pas als hij in de p hij buurt van het huis in Zuid- Frankrijk de vrouw van zijn leven 1 zij tegenkomt, neemt hij de meer g 1 burgerlijke erlijke draad o : hij gaat bij g J P hij 1 zin vader in de zaak werken en J hij sticht een gezin. 1 g Het boek isretti om te lezen, P g al had het aanmerkelijk dunner 1 k gekund. De beschrijvingen van de ge u jaren zestig bieden jaren g geen g meerwaarde. Dat doen de beschrijvingen van het persoonlijk leven van de uitgever P r 1 g Dit maakt echter het geheel wel. g toch te voyeuristisch om er Y objectief van te genieten. ) g AMR Henri van Daele Lannoo, 2004 ISBNo20 4897 0 9 94 97 € 18 •95 In Woeste et keert de Vlaamse Woestepe Henri van Daele terug naar grote liefde, de autobio- naa zijn g , grafie. Van Daele verspreidt zijn n P 1 verhaalstof over vier boeken, waarbij het eerste deel als 1 voorgeschiedenis fungeert. We g g hrijven Krekenlaar, een Vlaams schrijven , dorpje 'e in de Tweede Wereld- oorlog. Na de moord op twee g P `zwarteendarmen' belandt g rzetsheld Pieter in strafkamp p Breendonk. Als bescheiden verzetsdaad wordt zijn vrouw Angèle danseuse om via de g loslippigheid van Duitse officieren nuttige informatie te g verzamelen. Tegen de regels in g g wordt ze verliefd op de P innemende Heinchen, niet wetende dat deze `Obersturm- bannfuhrer Pieters beul in is. Uit de relatie die Breendonk ontstaat wordt Woeste et p ebo ren een moffenkind. Na de 8 oorlog wordtn èle als g Angèl zo vernederd, dat ze ra nkzinni wordt. Pieter besluit krankzinnig Woeste et als eigen kind te P g rkennen. Het tweede boek e belicht nissen van g beurtelin s de beleve- Wi n n de'ikfig uur' – alias de jonge Henri – en Woeste et. Het ) g Woestepet verwarrende tijden: Henri zijn tijden met zijn hoofd in de P 1 wolken, kan fantasie niet meer van werkelijkheid onderscheiden. va w I Woestepet et verneemt zijn oorlo s- p zijn oorlog s- Beide jongens g 1 g worden naar 'Het Huis aan 't KI verken' gevoerd, meteen ook a g , de titel van het derde boek. Hier helpen Henri en Woeste et P Woestepe over hun jeugdtrauma's 1 g heen. Geboren verteller Henri vindt de juiste woorden voor Woeste ets verhaal, die op zijn p ~ P1 beurt Henri met beide voeten op de rond houdt. In het vierde g boek vieren de jongens Kerstmis 1 g eka Krekenlaar. in nl ar. Het verhaal eindigt g een welgemeende met m n el emeende vredes- boodscha én een verrassend P naschrift. In Woeste et recycleert van Daele p Y en indrin ende op eigenzinnigeindringende wijze verhaalstof uit vorige g 1 e In een sterk visuele taal, , ' ijlen met poëtische precisie, bijwijlen P P sche t van Daele een unieke schep met snippers g PP Vlaams idioom. De roman als nostalgische terugblik o g g op verloren gegane geschiedenis. ve g g g Van Daele verhult niet: s ontmaagding of Woeste et P g g I vernederingen worden An ees g g li i t maar zonder shockeren exp ce, beschreven. De fijnzinnige 1 g compositie en het nauwgezet P g rweven van de verhaallijnen verweven verhaallijne Woeste et tot een literaire ma Woestepe binnen de stroom ve g eu db sthe jeugdboeken met oorlo - 1 g g matiek. JP De Lemniscaatkrant en het tijdschrift Kidsweek zijn in tijdschrift 1 navolgingvan verschillende landelijke dagbladen een eigen landelijke g g li bibliotheek begonnen, de Kidsbi- bib o , g b liotheek. Abonnees van beide bladen krijgen de boeken die in lg deze reeks verschijnen gratis J g u thuis, anderen zijn ze het s zij een klein bedrag te koop in voor g p boekhandel. Lydia Rood, de boe Y Harm de Jonge en Lieneke a g Dijkzeul zullen later in het jaar 1 'i° i:l1,t'á. . g . Het Hercynische Woud Y Simone van der Vlugt Kidsbibliotheek, 2005 ISBN go 5637 667 5 € 3,95 TSJ I P/ LETTE R E N 15.1 35 i ) i I ) i i ) ,_ V/ ) / een aflevering verzorgen, de g g~ eerste keer was de beurt aan Simone van der Vlu t die Het g- Herc nische Woud schreef. Y Het is de eerste eeuw voor Christus als het leer van Julius g Ceasar Germanië binnentrekt. De jonge verkenner Rufus, die tegen 1 g ~ g zijn zin dienst heeft genomen in zijn g het leger, hoopt dat de strijd snel g~ p strij zal n zij zodat hij terug hij g kan naar Rome. De Romeinen stuiten echter op onverwacht fel p verzet en het is nog maar de g vraag of Rufus ooit nog terug g g kan. Het is jammer dat de boeken in 1 de Kidsbibliotheek blijkbaar niet 1 al te dik mogen worden: Van der g Vlu t had slechts 88 pagina's tot g pg haar beschikking en het is haar g nietelukt het boek de diepgang g pg g mee teeven die we kennen uit g haar andere boeken. Daarbij heeft J het verhaal erg veel weg van De g g slavenris een boek dat ze eerder g, schreef. Haar vaste lezers zullen dan ook wat teleurgesteld zijn na g zij lezen van Het Hercynische Y Woud. Met dit boek is echter wel een heuse kinderbibliotheek gestart en dat is een verdienste. g En e dankzij haar heldere taal ge- dankzij g bruik en spannende verhaal heeft p Van der Vlugt deze bibliotheek g toch op passende wijze geopend. pp wijze g p MO Deeschiedenis van Nederland g Hans Ulrich en Erik van der Walle Van Goor, 200 - 2005 ISBNo000622 9 03622 4 9,95 Ook in g navol in van een serie g voor volwassenen – de noten- doreeks van Prometheus: de p Notendop Junior van Van Goor. p In Deeschiedenis van Nederland g geven Hans Ulrich en zijn oud- leerlis Erik van der Walle een g helder en beknot overzicht van p de historie van ons land. Ze beginnen bij de oude steentijd en g bij steentij en met de vraag wat de g g lezer ervan zou vinden als Nederland in de nabije toekomst I zou opgaan in Europa. De Pg p auteurs wisselen de nonfictie af metroza wat het boek smeuïg ~ g maakt:een droge geschiedenis, g gg maar spannende verhalen. Het p is nog wel de chrono- prettigstg rono lo ie waarvan docenten eschie- g~ g denis nogal eens verzuchten dat g deze in de lespraktijk in de p 1 huidige basisvorming ver te g g zoeken is. Het boek is niet alleen handig voor leerlingen die wat g e g bijgespijkerd pJ leest ookewoon lekker weg. g g Met steun van de Nederlandse Taalunie verscheen nog een g eschiedenisboek: Waarom een g buitenboordmotor eenzaam is. Hierin wordt het ontstaan van de Nederlandse taal g uiteen ezet door Joke van Leeuwen op een -P wijze zoals zij dat goed kan: met wijze zij g humor enrachti e tekeningen. p g g Niet alleen de ontwikkeling van g Middelnederlands tot de taal van vandaag komt aan bod, ook g s m onderwerpen als rijm, p Jpree woorden en het ontstaan van namen worden behandeld. Er komt echt erg veel aan bod in dit g fraai uitgevoerde boek. Ook weer g leuk om teebruiken in lessen in g de eerste klas van de basis- vormingaar net zo leuk om g, zelf door te lezen – een standaardwerk voor iedere liefhebber van onze taal. MO El weswes Najouna Bijjir I 11 Malmber 200 g~ 2004 €1 0 5-9 Terwijl iedereen de mond vol J heeft over 'het jaar van de 1 dialoo ' en/of de mislukking van g g de multiculturele samenleving, bracht uitgever Malmberg dit g g schooljaar een bijzonder pakket schooljaar bijzonder P o de markt. Als extra bestelling g in de serie 'Boektoppers', de pp schooluit ave van literaire schooluitgav kan een multicultipakket werken, p aan aangeschaft worden. Zo lang de g g voorraad verstrekt. Het drie-in-éénpakket bevat de roman EI weswes van j Naoua Bi ir een dvd met de bekroonde 11 - televisiefilm Najib ulia van J niemand minder dan Theo van Gogh en een cd met kleinkunst- opnamen van onder anderen p Hans Teeuwen, Nil un Yerli, De , g , Berini'sett Mathurin en Leon y van der Zanden. Daarnaast is er een werkboek beschikbaar met tal van interessante s verwerkin - g opdrachten die verder gaan dan p g een simpele tekstbehandeling. p g De suggesties geven docenten gg g Nederlands maatschappijleer en levensbeschouwing een uit- g Blezen mogelijkheid lessen over g gelijkheid cultuurverschillen uit te diepen p en vorm teeven. Met behulp p van boek, dvd en cd kan iedereen eïns ireerd aan de slag. . P g De dvd kan ook in het kader van lessen over filmsebruikt g worden er is daarover vee i ) ) ) verwarmend en, beste collega's, terecht op www.deadline.nl een protestsites horen daarbij. Een 1 g , P P ook zeer leerzaam. Een absolute persbureau van en voor vergelijking met een interactief P 1 g g J g aanrader. over cultuur en media. Andere amflet li tvoorde hand. De P g op kans is dusroot dat als u I g HL www.leer laza.nl geen site met www.zuini o kunst.nl aanklikt P ,g gP uitgebreide informatie, maar er niets verschijnt. Hoewel? Dat g I aardig om te zien dat ook TNO zou impliceren dat protesteren g P P %. r' ' ~` ~ ~. ' .~~~ zich bezighoudt met e-learning g niet meer nodig is en dat alles ~ ~r ~~ ~ ~ ~ g en zoekt naar een oplossing voor toch nog goed is gekomen. Dat P g gg g Bent u op zoek naar een grote het achterop raken van het lijkt me niet reëel. Cultuur staat P g P 1 Nederlander? Op www.degroot huidige onderwijssysteem. voortdurend onder druk. Hoe P g g lY stenederlander.kennisnet.nl vindt Onlan s vond de zesde Gedich- kunst ookeld oplevert en g g P u biografieën en aanvullende tenda plaats. Op combineert met eengoed doel, g informatie over bekende Neder- www. edichtenda .or blijft u o vindt u op de website g g g blijft op P landers. Pim Fortuyn kunt u naar de hoogte van activiteiten en www.hettyvanderlinden.com. Y g y elieve links of rechts laten ontwikkelingen. Wie een bredere Deze schilderes reist over de g g liggen. Kennisnet is ook te start wil, kan terecht op wereld om kinderen met weinig gg bereiken via oezie.startkabel.nl. Bent u zelf perspectiefg uit te nodigenn P www.davindi.kennisnet.nl een een dichter dan is de kansroot tekenin en te maken, waarin ze g , g beschikbaar. De regie van Van prima onderwijszoekmachine. dat www. oet alive.nl geen hun dromen weergeven. Met die g P 1 P rY g g Gogh is ijzersterk, ook vanwege Ook www.zoekenvindenkiezen.nl onbekende is. De website is een tekeningen gaan gerenommeerde g J ~ g g g g de kritiek op zowel de houding g is een bruikbare zoekmachine. podium voor duizenden dichters. kunstenaars van de hele wereld P van Marokkanen als Neder- De website www.neder-I.nl biedt Het adres schijnt ook een ins ira- schijnt aan de slag. De opbrengst van de P g landers. In EI weswes beschrijft de een samenhan end overzicht van tiebron te zijn voor leerlingen die werkenaat terug naar de 1 g g g g Marokkaans Rotterdamse boeken en tijdschriften. liever niet zelf hunoëtische kinderen. Wie liever met muziek 1 P schrijfster Najouna Bijjir enkele Voor historische kunst biedt ook gedachten willen ontdekken. bruggen slaat, kan terecht o op 1 1J g gg ~ es www.ahm.nl – het Amsterdams Liefhebbers vanoëzie kunnen www.musicianswithoutborders.nl. 1 g J p Bijzonder zij Historisch museum – veel infor- ook terecht op Een andere bewonderenswaar- naar het leven tekent, met hun matie. Cultureel erf oed is ook www. oezieclub.nl di ge site, die eveneens bruggen g P g ~ gg eigen taalgebruik en hun eigen volop aanwezig o www. edicht eo end.nl slaat is www. itch'unior.nl – een g g g P gP g g P P 1 onhebbelijkheden. www. eheu envannederland.nl www.kb.nl/dichters of initiatief van het Centrum voor g g g cultuur wordt verheerlijkt maar de website van de Koninklijke www.broklede.nl oezie. Wie in Interculturele Studies van de 1- 1 P de e Bibliotheek. Historisch materiaal Amsterdam eens een echte Ho eschool voor de Kunsten g g geven, spot P is verder te vinden op poëziewinkel wil bezoeken, kijkt Utrecht. Eenrachti initiatief p ~1 P g en zeker ook met zelfspot. Niet www.cultuurwi's.nl een interes- eens op www.demodokos.nl. De om jongeren extra te prikkelen. p t P 1 g P de eigen moslimideologie staat sant adres dat is ontwikkeld in verhalenvertellers kunnen terecht Er zijn ook websites die niet g g J centraal, maar het menselijke opdracht van Digitaal Erfgoed op www.nationalevertelda .nl alleen ondersteuningaar ook 1 P g g p g g, ezicht. Vrij recent heb ik deze Vrij Nederland. De website biedt www.verhalenbank.nl en problemen leveren. Zo stonden g jonge schrijfster op school uit ge- e opmerkelijke zoekmogelijkheden, verhalen.startkabel.nl. vorig jaar op www.havovwo.nl l g schrijfster P g P 1 gl gl P nodi d om over haar boek te onder meer via de Cultuurgrazer, Er opgaven en antwoorden van de g g 1 Pg praten. Dat was een groot g een associatieve zoeker. li'kheid van het moment hebben CKV-2-examens op deze site. P P succes. Haar omgang met de Wie liever derenzen van het en dienen ter ondersteuning van Daardoor konden ze niet door de g g g g verschillende culturen was hart- heden opzoekt, kan onder meer een actueleebeurtenis. Ook leerlin en als oefenmateriaal P g g TSJIP/LETTEREN 15.1 37 ) ) ) \// i wordenebruikt omdat de g bronnen van belang zijn. gJ Docentenrotesteerden en P wezen erop dat het slecht zou P zijn als leerlingen gingen denken g g g dat ze zonder die bronnen uit de voeten zouden kunnen. Anderen gebruikten materiaal als toetsma- teriaal. De Serie Nieuwe Theatermakers is een activiteit van Theater Instituut Nederland. Doel van de serie is de doorstroming van g talent te bevorderen. Hiertoe worden voorstellingen eselec- g g teerd die vervolgens op tournee g P aan. Jon e theatermakers g g kunnen hiermee extra P s eeler- varin opdoen. Op www.serie gP nieuwetheatermakers.nl kunt u op de hoogte blijven. p g blijven u merkt dat al deze adviezen leiden tot lusteloosheid en apathie van uw leerlingen, klikt u p g , gerust eens naar www.zwaarweer.nl. Kunst is ook niet alles. HL 8 TS IP LETTEREN 15.1 3 ~l Nederlandse Taalunie De Nederlandse Taalunie is een overheidsinstelling. Binnen de g Taalunie werken de Nederlandse en Vlaamse overheid samen aan beleid voor vier werkterreinen: de Nederlandse taal, onderwijs in en van het Nederlands literatuur en , lezen en het Nederlands in de wereld (buiten Nederland en Vlaanderen). Suriname is sinds 200 geassocieerd lid geworden 3g g en wordt betrokken bij een groot 1 g deel van de Taalunie ro ecten. pl In alle activiteiten van de Taalunie staan de g belan en van de taalgebruiker voorop. Iedereen g P die zich zogezegd van het Neder- lands bedient, moet de taal in P uiteenlo ende taalsituaties en voor een breed scala van commu- nicatieve doelen kunnen inzetten. De Taalunie ziet het als haar missie om ervoor te g zor en dat alleebruikers van het Neder- g lands hun taal op doeltreffende P wijze kunnen gebruiken, ofwel: de 1 g taalgebruiker staat centraal. g Dit betekent dat de Taalunie investeert in P uiteenlo ende projecten voor verschillende Pl doelgroepen. Ze werkt hiervoor samen met overheden, weten- , schappelijke instellingen, veldor- g anisaties en het bedrijfsleven, g 1 en voorziet in behoeften van onder meer docenten, schrijvers, , journalisten, vertalers, taallief- hebbers en hetrote publiek. Het g P Taalunieversumwww.taalunie- versum.or de website van de g. Taalunie, is het belangrijkste communicatiemiddel. Alle infor- matie over Taalunie ro ecten is P1 te vinden op deze site. Op dit P p moment bezoeken j da eliks ruim g .000 mensen de site. 7 De Nederlandse Taalunie wordt gefinancierd door de Neder- g landse Vlaamse en Surinaamse regering naar rato van het aantal eg g sprekers van het Nederlands. In P 20o bedraagt de begroting 2004 g g g ongeveer negen miloen euro. g g J De taalgebruiker centraal, wat g betekent dit nu eigenlijk in de g J vakti k voor de verschillende p 1 werkterreinen? Taal 0 het gebied van de Neder- P g landse taal zorgt de Taalunie in g de eerstelaats voor de ontwik- eerstep laat van instrumenten en g voorzieningen die sprekers van g P het Nederlands in staat stellen hun taal optimaal te gebruiken. P g Zo wil zearanderen dat burgers g g in Nederland en Vlaanderen hun eigen taal kunnen gebruiken, g g thuis of o werk op school of in P ,p de communicatie met Europese p instellingen. Instrumenten zijn g 1 bi1voorbeeld vertaalwoorden- boeken Nederlandse grammatica's, on line taaladvies g het Taalunieversum en de op Woordenlijst Nederlandse Taal. De meeste instrumenten worden e beheerd binnen de centrale voor b taal- en spraaktechnologie. Hi rdoor zijn ze toegankelijk Hierdoor zijn g I voor de overheid, kenninstel- vo , si lin en en het bedrijfsleven en g 1 worden nieuw onderzoek en nieuwe toepassingen mo mogelijk. gl Toepassingen zijn bijvoorbeeld zijn bijvoorbeel vertalen of s ellin checkers. De positie van p g P het Nederlands in de moderne informatie- en communicatie- veld wordt hierdoor versterkt. we In Europees verband werkt de P Taalunie samen met andere nationale g or anisaties aan onder- steunin van de officiële g Europese en bevordering g van meertaligheid in de Europese g P Unie. Onderwijs 1 0 onderwijsvlak voeren Op onderwijsvla en Vlaanderen elk hun g ei en nationaal beleid, het Taaluniebeleid vormt een aanvulling hierop. Zo geeft de g P g Taalunie basisdocumenten uit over thema's die aan beide kanten van derens actueel zijn, 1- bijvoorbeeld over taalcour e- 1 p tenties van leraren en taal en g gb in ur erin . Daarnaast worden n Vlaamse dku- Nederlandse e mse des kun- d i en in het onderwijsveld esti- g 1 g muleerd om meer samen te werken. Via het 1 onderwi sluik van het Taalunieversum werkt de Taalunie aan de ontsluiting van g kennis en inzichten over het vak Nederlands. Andere interessante informatie is bijvoorbeeld de t1 i' chriftenattenderin maande- tijdschriftenattendering li'ks overzicht van recente I at onderwijs artikelen over onderwijs Neder- n en Nederlands als tweede la ds taal (NT2) uit de d vakti - J schriften), vragenlijst over s onderwijs Nederlands/NT2, de 1 verklarende lijst onderwijstermen lijst onderwijsterme Nederland, Vlaanderen en Suriname en het overzicht van oede praktijkvoorbeelden uit de g p 1 klas (Taalunie Onderwijsprijs). 11 Een belangrijk inhoudelijk accent gl inhoudelij het gebied van onderwijs ligt g Taalunieversum aan het veld Letteren en de Taalunie Toneel- voorzieningen beschikbaar aan terreinen van de Taalunie is te g beschikbaar wordtesteld. Zo schrijfprijs geven uitdrukking aan docenten en studenten Neder- vinden op het Taalunieversum. g JpJg ga p investeert de Taalunie j bivoor- dieezamenli'ke leescultuur. In lands. Denk bijvoorbeeld aan het t g 1 Daarnaast bevat het Taalunie- beeld in de Digitale Bibliotheek het leesbevorderin s ro'ect 'de Certificaat Nederlands als g gp 1 versum ook een vacaturebank, voor de Nederlandse Letteren, de Inktaa 'aan Nederlandse en Vreemde Taal, aan pg g nascholin s- taalspelletjes voor taalliefhebbers p 1 Bibliografie van de Nederlandse Vlaamse scholieren met elkaar in cursussen voor docenten of aan g of teerders van het Nederlands, Taal- en Literatuurwetenschap, debat over derijs der prijzen zomercursussen voor studenten. agenda's voor taal-, literaire en pl pl g de Bibliografie van Literaire van het afgelopen 'aar. Uit de Ook het onderwijs Nederlands o g op onderwijsactiviteiten, nieuws en 1 1 tijdschriften in Vlaanderen en van de driegrote basis- en secundaire scholen in 1 eenrote verzameling links. Ook g g Nederland en in NedCultuur, de literairerijzen in het taalgebied deg rens ebieden van Noord- Taalschrift is er te vinden, een P1 g g bibliografische attenderingslijst kiezen zij hun eigen winnaar. Frankrijk Duitsland Brussel en g gl 1 g 1> > digitaal tijdschrift voor een breed, tijdschrift , over taal, cultuur en geschiedenis , g Tenslotte zal de website Literair de Franstalige gemeenschap van in taaleïnteresseerd publiek. gg p g p in Nederland en Vlaanderen. Nederland zich binnenkort in België krijgt steun. Het bevat elke maand een g Jg Samen met de Nederlandse en samenwerking met en met steun De Taalunie heeft een bijzondere g 1 reportage van een deskundige g Vlaamse Stichting Lezen wordt van de Taalunie omvormen tot relatie met Zuid-Afrika en g over een maatschappelijke pp I gewerkt aan de Boekenzoeker, een literair internet platform voor Indonesië. Ze werkt samen met kwestie op het gebied van taal en P p g twee leesadviessites, de een voor het hele taalgebied. Zuid-Afrika op het gebied van taalbeleid. Lezers kunnen hierop g p g kinderen in de basisschoolleeftijd meertaligheid. In Indonesië rea eren in een discussie- J g g en de andere voor jon eren uit Nederlands in de wereld steunt ze het J onderwijs in Neder- latform. g p het technisch en p beroe s- Buiten Nederland en Vlaanderen lands via het Erasmus onderwis. wordt Nederlands onderwezen Taalcentrum, een volwaardige 1 , g Meer informatie: De Taalunie vindt eenn g eza- aan ruim tweehonderd universi- veste in van de Taalunie. Nederlandse Taalunie lijke leescultuur belangrijk, teiten in meer dan veertig landen. 1 gl~ g Postbus 10 595 gezamenlijke literaire prijzen, De Taalunieeeft deze universi- Taalunieversum g I pl 2501 HN Den Haag g g zoals de Prijs der Nederlandse teiten subsidies en stelt centrale Meer informatie over de werk- I www.taalunieversum.org r$ t/m u juni 2005 i$ en 19 november 2005 Poetry International Het Schoolvak Nederlands Jaarlijks poëziefestival in Rotterdam. Zie: www.pctetry.nl Negentiende editie van tweedaags congres bedoeld voor docenten voortgezet onderwijs, hogescholen en lerarenopleidingen. Meer informatie: www.hetscleaolvaknederlands.org. T/m ii september Tentoonstelling Jeroen Brouwers Zie ook: www.litera#uureáucatie.nl. Het Letterkundig Museum in Den Haag biedt een overzicht van leven en werk van Jeroen Brouwers. Informatie: www.le#terkun- digmuseum.ni TSJIP/LETTEREN 15.1 40 Uitgave: Biblion Uitgeverij C) Redactie Tsjip/Letteren, 2005 Eindredactie: Mireille Oostindië Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden t (070) 415 39 25 verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- e mireille.00stindieCcbplanet.n1 stand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of Abonneren enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem- Bestellingen van abonnementen in Nederland per brief- ming van de uitgever. kaart, fax of e-rnail richten aan Hexspoor Support, Ant- woordnummer 16020, 5280 VI Boxtel, t (0411) 64 42 77, Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan f (0410 65 21 21 e biblionuitgeverij@supporthexspoor.nl, op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 onder vermelding van naam, adres, datum, hand- juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augus- tekening, gewenst abonnement en bestelnummer 11018. tus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de Ook voor adreswijzigingen en vragen over de facturering daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan en/of verzending. Stichting Reprorecht (Postbus 3o60, 2130 KB Hoofddorp). Voor Abonnementen gaan in per eerstvolgend nummer. het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemle Opzeggen van abonnementen schriftelijk vóór 1 oktober zingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurs- van het lopende jaar. Factuur per kalenderjaar. wet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. In België: Sw-ets Information Services, Eigenlostraat 21, 9100 Sint-Niklaas, t (037) 8o 62 62, f (037) 80 62 99, e infobe.swets.com. Abonnementsprijs € 10,- incl. BTW en verzendkosten Advertenties Retra PubliciteitsService, Postbus 333, 2040 AH Zandvoort, t (023) 571 84 80, 1(023) 571 60 02, e veraretra.nl. Tarieven op aanvraag, inleveren op aanvraag. Meesturen van folders is ook mogelijk. Ook bij de redactie kunt ti advertenties aanmelden. Opmaak en druk RS Drukkerij by, Rijswijk Deze uito- ot stand in samenwerking met Stichting Lezen. Bib , I it 11 I 1,.(, 1 i /I `. TSJIP LETTERF.: LETTEREN aargang 15, nummer 2 Doorlopend Ieren Rokken bevordering Ik lees nooit in mijn vrije tijd Weg met het leesverslag! Dichter bij de dichter En verder Leeswijzer Kennismaken met SLO Tsjip/Letteren, jaar )a OT nummer 2 Tijdschrift voor literaire, culturele en kunstzinnige vorming ISSN 1387-0009 / NUGI 724 Het vrolijk leeren Redactie Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen joop Dirksen, Henk Langenhuijsen, André Mottart, En waarom zou mij dan het leeren verveelen? NI ireille Oostindië (tevens eindredactie). Anne-Mariken Het lezen en schrijven verschaft mij vermaak, Raukema (hoofdredactie) Mijn hoepel, mijn priktol verruil ik voor boeken, Ik wil in miin prenten mijn tijdverdrijf zoeken, 't Is wijsheid, 't zijn deugden, naar welken ik haak. Vaste medewerkers Joris Bekkers, Xander Michiel Berrie, Cor Gel jou, Uit: Hieronymus van Aiphen, Proeve van kleine gedigten voor kinderen, 1778 Jacques de Vroomen Medewerkers aan dit nummer Joris Bekkers, Hans van Bemmel, Xander Michiel Beute, Joop Dirkseu, Jan van Gernert. Marleen Kieft. Henk Langenhuijsen, Bart Moeyaert, Mireille Oostindië, Jiirgen Peeters, Anne-Mariken Raukerna, Gort Rijlaarsdam, Dick Schram, Cedric Stalpers, Wil van der Veur, Jacques de Vroomen Basisvormgeving Ellen Mulders Illustraties in dit nummer Lisa Brandenburg Redactieadres Anne-Mariken Raukema Stichting Lezen Oxford House Nieuwezijds Voorburgwal 328 G 1012 RW Amsterdam t o2© 623 05 66 e amraiikernaglezen.n1 Tsjip/Letteren verschijnt drie keer per jaar: in maart, oktober en december. Kopij inzenden uiterlijk twee maanden voor de verschij- ningsmaand. Inhoud I Rokkenbevordering Een nieuwe aanpak in de literatuurles 17 / 1 Recensies over literatuur Schrijven om te leren 3 7 / 'Ik lees nooit in mijn vrije tijd' Lezen in de vrije tijd en verplicht lezen voor school I I Literatuuronderwijs als leesbevordering 14 1 Weg met het leesverslag! 2 2 / Dichter bij de dichter Poëzie door de schooljaren heen / Wat drijft scholieren tot cultureel gedrag? De relatie tussen persoonlijkheid en cultuurparticipatie Over een leerlijn CKV 32 Verankering van leerlijnen door het vak drama En verder 37 Column 43 Aangenaam kennis te maken 38 Leeswijzer 44 Agenda 25 30 c Stalpers, Wil van der Veur, Ja cu c4 Ons hele leven zijn we bezi met ontwikkelen. De laatste l g jaren zelfs bewust, getuige de enorme jaren , g e e o e toename van g loopbaancentra, personal coaches entrainers.zijn i P p e We immers nooit te oud om te leren, sterker nog: we zijn er doorlopend d g zijn P mee bezig. Gek toch dat in het onderwijs dit doorlopende erw s d t doo o ende g l p proces van leren vaak wordt doorbroken doordat de lesstof p ssto in hokjes van jaren, klassen, vakken en onderwerpen w r dt o l l ~ aangeboden... g Deze Ts i Letteren de tweede van de vijftiende jaargang, J p ~ vijftiende l g g, staat in het teken van doorlopend leren. Weg met de hokjes, p g o des, op naar de aandacht voor het persoonlijke, continue p p ~ ue leerproces. Schrijver Bart Moeyaert trapt af m p Schrijver y p et een ontroerendersoonlijk verhaal over zijn eigen literaire P l zijn g ontwikkeling,ls lezer en als auteur. Dick Schram kijkt naar g a t l het verband tussen lezen in de lezen vrije tijd en voor vrije l voo de verplichte leeslijst op school. Weten we hier meer van, P leeslijst P dan kunnen we immers onze lessen veel beter op de individuele P due e leerling afstemmen. Anne-Mariken Raukema bespreekt t a bes ee g P vervolgens het proefschrift van Erik van Schooten, die li r - g P detea tuuronderwijs als een vorm van leesbevordering ziet. Maar ~ g aa dan wel zonder leesverslagen oude stijl, vindt Joop Dirk sen. ~ , op sen. Hij Hi' geeft in zijn bijdrage een voorbeeld van hoe het anders g l l g kan. Ook Marleen Kieft en Gert l Ri'laarsdam hebben een ebbe ee mooirakti'kverhaal zij onderzochten hoe twee vakon r- P l zij de delen literatuur en schrijven, goed en vooralproductief l ,g kunnen wordenecombineerd. Wil van der Veur gaf g ga jarenlang met veel plezier les in Ede. Hij vertelt hoe hij ~ g p ~ e oe hij samen met zijn collega's van het Marnix College poëzie als zijn g gp doorlopende leerlijn aanbiedt. Ook interessant p ~om te weten is natuurlijk hoe scholieren tot cultureel gedrag k natuurlijk g ag komen, in de brede zin van het woord. Van het lezen van boeken tot het schrijven van songteksten: welke leerlingen doen het, welke schrijven g g e e niet en waarom? Cedric Stalpers doet verslag van zijn p g l onderzoek. Hans van Bemmel - schrijft over hoe een doorl schrijft o ende leerlijn in het vak CKV tot stand kan komen, en welk p leerlijn welke haken en ogen er aan kleven. Tot slot geeft Jan van Gemert g g hiervan zijn praktijkverslag. zijn p l g Leeswijzer, waarin we voortaan meer aandacht willen l besteden aanoëzie te beginnen met een bespreking van p ~ g P g Tjitske Jansens Het moest maar eens gaan sneeuwen en Vitrine l g van Vrouwkje Tuinman door Xander Michiel Beute. l Veelleesplezier. P Mireille Oostindië Naast deze artikelen vindt u natuurlijk ook de vaste l rubrieken als de Agenda en `Kennismaken met' – deze keer g stelt het Enschedese SLO zich aan u voor. Tot slot is er de 2 TSJIP/LETTEREN 15.2 Rokkenbevordering Mijn vrienden zijn dun als een vel. Ik heb er veel, en altijd weer andere. Per dag ongeveer vier. Vandaag een man met een hoed, morgen een hond die lacht. Ik zit in de keuken en teken de godganse dag door, wat ik maar wil, en soms teken ik ook wat mijn moeder wil. Dan zegt ze: Teken mij.' Dan teken ik een vrouw die over haar schouder naar mij kijkt, en naar me glimlacht en in de soep roert. Bart Moeyaert 0 een keer komt er een vrouw voor P zorgen, omdat mijn moeder ons zog ~ h heeft. Het tekenen is anders, geelzucht , omdat de vrouw mij niet kent. Ze zegt: l 'Teken een jeep.' Ze weet niet dat ik l P niet raa auto's teken. Een kraanauto g g gaat nog net, maar een jeep zegt mij g l P g l niets. Ik doe niet wat ze vraat. g Het verschil zit in haar stem. Zij zegt l g alle dingen alsof ze antwoord geeft o g op . Ze spreekt met de stellig- - p g van mensen die een baard hebben head va n groeien om wijzer over te komen, laten l n short aantrekken als uniform. of een sGhor sluit alle mogelijkheden uit uit, Haar toon ah e b lve de hare. Later kom ik nog mensen teen die zo klinken. meer g stem is meestal hard. Ik doe Hun ste meestal niet wat ze vragen. g Mijn moeder gebruikt graag het l g g g e `als'. Ze belooft er veel mee, woordje want ' als'eeft aan dat er een g mogelijkheid is die niet de hare is. g l Haar 'als' maakt beelden in mij l Ze zegt: `Zo denk ik dat het is, wakker. e g en als hetelo e n is, is het nog straf.' g g ~ g Bij van een ui heeft ze het 1 pelle dat de hersens van een mens maar beter niet derootte van een g sjalotje kunnen s k nnen hebben. Ze heeft het l woord rokkenbevordering uitgevonden. g g H meer rokken, hoe dikker de ui Hoe ui, uit i ervaring. Hoe meer beelden weet t e g een hoofd, hoe groter het hoofd. mee o g Dus benoemt ze de kleuren. Zeroet g zoals Marc 's morgens de de dingen, g d dingen groet. Ze vergelijkt haar oren g g g l met de mine. Ze zet dat ik naar de l g geluiden van mijn eigen mond moet ge ~ g luisteren. Ze vraat me te tekenen wat g mijn hoofd zie, en ze spreekt het ik in , mijn P 0o a mijn f met mijn vader: leve de rokken- bevordering, lieveling, de rokken- g~ g~ bevordering. Min moeder heet Henriette Smessaert. l Het zou fijn zin als u haar naam l l noteerde. Vandaag en morgen zult u nog g g g een keer aan haar denken, bij- ee paar bijvoor- het moment dat u beseft dat de beeld op e p ekk ro n vorderen van min moeder de be g l 1 is van veel in het leven – ook van baS S S de doorgaande aande leeslijn. Iedereen heeft er g bij o baat b i' om lans de ene kant voedsel te l g n om over na te denken, en langs e , s krijgen g de andere kant honger te krijgen naar g lg meer. Lezen is hongeren en eten g zo denk ik dat het is, en als het , et is, is het nog straf. gelogen~ g Ik ben vier, en ik weet niet dat ik schrijver ga worden. Misschien ik s ga ~ g g lezer worden, maar alles is onzeker. Ik krijg geen kartonboekjes toegestopt, lgg l daar isee n geld voor. Ik word niet g g daar is geen tijd Mijn voor. Mij voorgelezen,g ~ ~ hard werken, mijn moeder vader moet , mij een soort van Sneeuwwitje in het huis van de dwe ren. Ik heb zes broers die g allemaal leefkinderen zijn. Er is er niet l één die ook maar een beetje naar een leeskind ruikt. Het enige wat al eens ees g do door het huis klinkt is een vers. De sin p n bijvoorbeeld, omdat het kan Sebastiaan, , worden opgedreund, en omdat w pg , Sebastiaan aan het eind lawaaierig wordt do od estam t en opgeveegd. Van g P h worden mijn broers altijd gedicht d g mijn l o opgewonden. Voor hen moeten de de pgewo dingen die uit boeken komen op z'n g p minst lawaai maken. Maar ook lawaai bevordert de rokken, dus doe maar, , dreun de gedichten maar o jongens, g p, en kun je ze ook zingen? l g Ik ben de enige e die zich meestal g tilhoudt. Achter haar fornuis vouwt s r verpakkingen o en zodat mi n moede, 1open onbedrukte kant kan tekenen. op Soms teken ik op de bedrukte kant. P Het kind van de Bette ood geef ik e g har en nieuwe ogen. De mond nieuw haar g kn knip ik uit, en plak ik omgekeerd weer P ~ P g vast. Tussendoor vraag ik wat voor g letters er staan. Better ood. Met een paar van die letters leer ik mijn eigen en mijn g naam schrijven. l Van mijn vader krijg ik een schoolboek l lg grote a boek ruikt lekker. Het is een school- boek waarmee kinderen in Duitsland hun taal leren. Later hoor ik van mijn broers dat ik wekenlang rond zeul met g het boek en het meestal ondersteboven hou. Een schoolboek uit Duitsland is ook ondersteboven leerzaam. Een e banaan blijft een banaan, een peer J pee blijft omgekeerd een peer, en op z'n blijft g P ~ P kop is ook rechtop. P P In het openingshoofdstuk van het boek Pietertje Broms Jeugdjaren van de verder J gJ onbekendeJ.P. Baljé onderstreep ik elk l P woord metotlood alsof ik elk woord P eengewicht wil geven. Woorden van g g drie lettergrepen laat ik ongemoeid, wegens te moeilijk. Ik beleef plezier g moeilijk. P aan het uitspellen. P Het alfabeteeft macht. Naar het g voorbeeld van Pietertje Broma ik g kikkers vangen in de sloot, gewapend g ,g P met een veel terote emmer. Ik sta er g niet bi' stil dat ik het boek onder het bij stof op zolder vandaan heb gehaald. Ik P g heb niet door dat het verhaal uit de tijd l is, toen het in sloten nog stikte van de g kikkers en de stekelbaarzen. De sloot vlak bi' ons huis is zwart en dood. Ik bij van niks, maar het is wel bewezen: g het leven in boeken is rijk en groot en rijk g dikwijls beter dan het leven in het echt. 1 0 min elfde word ik ziek. De dokter P l zet dat min longen knellen omdat er g l g te veelgedachten in mijn hoofd zitten. g l Dat klinkt onlogisch en zorgwekkend, g maar het is niet iets waarvan e dood- t gaat. Ik ben erg bang voor de g g g grote g school, dat is hetunt en om de angst p g te vergeten, mag ik een tijd th- g ~ g thuis- l blijven. Ik piep bij vlagen. Het lawaai l P P l g houdt me niet van het lezen af. Ik lees veel. De stapels zijn niet aan te slepen. P zijn P Ons huis is niet van hout, maar in mijn J verbeelding kraken de muren en ruikt g het tot o mijn kamer naar krenten- P l brood. Blijkbaar voel ik in 1974 feilloos Blijkbaar 974 aan over welke warmte Astrid Lindgren g het in haar boeken heeft. De warmte van de vrouwen in haar boeken lijkt o lijkt op de warmte van de vrouwen in mijn l leven — mijn grootmoeder, mijn moeder mijn g ~ l — en met uitbreiding: de warmte van het g heleezin en de buurtbewoners. Buiten g mogen ze van Koeweit zingen, en g g schreeuwen dat er te weinig olie is, ik zit g binnen, bij Lindgren op schoot. bij g P Schrijvers maken hun boeken zelf. Dat l is voor je mij wat e noemt een feit, iets waar ik nooit na over dieper die heb - P gedacht, zelfs niet meer bij stilsta. g ~ bij Schrijvers maken van karton, papier, Schrijvers ~PP lijm en plakband één exemplaar van lijm P P hun boek, en dat krijg ik dan in lg handen. Mijn handen worden aan- J geleerd altijd zorgzaam te zijn met g altijd g l boeken, omdat ze handwerk zijn. Ze l zullen die liefde voor het boek als object nooit verleren. l In de bibliotheek zie ik dat Paul Biegel g twee boeken heefteschreven over g Haas. Het eerst boek heet Haas, het tweede ook. Ik neem ze allebei mee. Thuis merk ik tot mijn verbazing dat mijn g het twee dezelfde boeken zijn. IJverige l schrijvers maken dus meer dan één l exemplaar van hun boek. Dat weet ik P dan ook weer. Wat knap van ze. P Ik knip een getekend meisje uit de krant. P g l Ze draagt een mini-jurk, ze heeft een l hoed op met bloemen, ze loopt op hoge P ~ P P g hakken en lange benen. Ik plak haar o g P op karton en maak mijn eerste boek. Het is J een roman voor volwassenen. Het boek heet Barbaraaat naar Amerika. De titel g klopt niet. Barbara gaat niet naar P g Amerika. Zeaat niet eens naar de g luchthaven. Op bladzijde twee besef ik P l dat ik nog nooit in Zaventem ben g eweest en me niet kan voorstellen hoe g het er daar toegaat. Voor het eerst moet ik inzien dat ook de verbeelding zijn gl beperkingen heeft. 0 de grote school krijg ik het koud. Ik P g lg ben de enige die van de klank van het g Latijn houdt, of sommige Griekse Latijn ~ g woordenra i vind. Ik begin wel g PPg g eens een zin met `ik' en `voel'. Dat is niet de bedoeling op een jongens- g P ens l g school waar zinnen doorgaans met g g j `wi' en `durven' beginnen. Met talent voor tekenen win ikeen vrienden, en g het mag duidelijk zijn dat alleen g duidelijk l meisjes blokfluit spelen. J P Ik heb één klasgenoot waar ik vaak mee g optrek, omdat hij net zo onpopulair is P ~ hij als ik. Hij leest verslagen van d en iseabonneerd op Natuur g P Techniek. Als hij mij vertelt over de l l Sputnik, blijf ik bij die mooie naam P ~ J l hanen en mis de verdere gegevens hangen, gg over het tuig. Ook over het leven van g hetantoffeldier weet mijn klasgenoot P mijn g alles. Die kennis spreekt me niet aan. P t mij bezighoudt zijn de pantoffels Wat be l g zijn P van het beest, maar daar zegt hij niets g hij r. Mi klasgenoot en ik hebben ove g on ongetwijfeld veel te vertellen,elkaarg ) , maar we luisteren nietoed naar g elkaar. Op een keer laat hij me een am o e P l l P Hij strooit er wat poeder van bij de zien. ) p ) i t in, giet er nog iets anders bij, , en g ,g g l hroeft het deksel dicht. In het potje schroeft p be begint er van alles te leven. Het mengsel g g vanoeder en vloeistof spat met een P P zact zachte lof tegen de binnenkant van het P g deksel. Kijk, zegt mijn klasgenoot, en hij , l~ J g J wijst het kobaltblauwe oerwoud in het wi) o e aan en legt de chemische reactie P uit. Ik hoor hem wel, maar ik luister niet, al noem ik hem bijna mijn boezem l l - vriend. Het am o e vol giftige kleur en vne l P g g vormen bewijst dat mensen grilligebewijs zijn door hetzelfde, gefascineerd kunnen zij op een totaal n taal verschillende manier. P r kk n evorderin van mijn moeder De o e b g mij resultaat. Door het veellezen heb heet es nekt wat ik goed vind, en in de ik ontdekt , g rie 'goed' heb ik gradaties aan ge- categorie g g g g e brac ht:oed voor school of goed voor o g g op ofgoed voor het zondagmiddag g 1 en aan. Er zin boeken waarvan de sap g l leraren vinden dat ze leerzaam zijn, boeken die je snel vergeet, boeken je g waarvane tot in je buik geniet. Er is l J g k. ronduit slecht. Mijn waardeschaal ook: ) komt er in overleg met personages uit g P g alle lagen van de boekenbevolking. g g Pl e Brom om te beginnen, de ete g , triviale Cherry's, de betere triviale Pietje rY~ J B ll Lindgrens Pippi Langkous, Els Bell, g PP g Pel roms kinderen van het Achtste Pelgrom Van elkersona e uit lectuur en P g literatuurpik ik iets mee, en vorm me op die manier een beeld van de letteren P en van de wereld. Zodra ik begin te g merken dat mijn lievelingsboeken l g door doorgaans de boeken zijn die niet g l máákt zijn maar eschréven kom ik ge zijn g tot de reel van de warme buik. Het is g een lastige reel omdat ik er alleen g g grote allesomvattende gebaren bij kan g g bij maken. De boeken die beantwoorden aan de regel van de warme buik hebben aa meer ziel dan rede, meer hart dan hoofd. Ik wijs dan woorden aan als ` h is' en `nest' en `echt' en `eerlijk' en tu 'eerlijk', `taal' en sluit ze zo'n beetje in mijn ) armen. Soms ben ik zelfsener d om g g mijn wanen bol te maken en met veel l g lucht het woord `oer' uit te spreken. P Alsof het dan om een verhaalaat die g uit een oerbuik komt. Ik weet op mijn tiende niet wat literatuur P precies is, maar door Pietje Bell, Pippi PPi Langkous en De kinderen van het g Achtste Woud ontwikkel ik een 'built-in, shock-proof shit detector'. Dat ding heb P g ik niet van mezelf zo genoemd. Dat ding g g heb ik laterekre en van Ernest g g H min a die ik niet graag lees, maar e gw y, gr g , die interessante brieven over het schrijven heeft geschreven, en me er c ) g , later, in één van zijn brieven op heeft ate , zijn p n dat je alleen zo'n ingebouwde, , gewezen da g l g vrik o h sc "e shit-detector kunt ontwikkelen schokvrij veel te lezen. Ik bedenk net iets: toen ik voor het van de doorgaande leeslijn va n g ) zag ik een lijn voor me die bij hoorde, g lijn bij punt a begon, on en dan alsmaar door- P g alsmaar rechtdoor in . Maar ik ging, g g me, natuurlijk. De doorgaande vergis ) g leeslijn gaat door, maar niet rechtdoor. ees) g De doorgaande aande leeslijn is een cirkel. g leeslij soms kleiner, als ringen g g van een ui. Voor ik het weet kom ik weer bij de rokkenbevordering terug. J g g Maaroed. g Mijn vrienden van papier zijn erg dun Mijn PP zijn g en verder is er niemand. Ik beneen g voetballer. Ik beneen jongen die Het boek wordte li gP ub ceerd als ik negentien ben, en ineens besta ik. Ik g ben een schrijver. De mensen ensen zeggen het: le bent een schrijver.' ver. Ze kijken l l nietoed. Ik ben een dierenarts die g beesten openlegt of beter maakt. Ik aai en o mijn beurt ben ik blij als graag, op mijn a l een hondaat kwispelen als hij mij P l l ziet. Ik ben een boswachter die op een p bos wacht en zich terugtrekt trektin de stilte. En tegelijk wil ik wel een pak aan, ~ p aa , orn in een circus op te treden. Maar de p mensen zeggen dat ik een schrijver gg schrijve Het boek dat ik hebhr gesc even is een jeugdboek. Dat wist ik zelf niet l g toen ik eraan werkte. Ik dacht dat ik mijn wereld vormgaf. Ik dacht dat ik l g robeerde niet te verdwijnen. Een n verdwijnen. e jeu jeugdboek, kijk eens aan. Het i g kijk is een idee waaraan ik moet wennen. Het is een idee waaraan ik nooit wen. Ik blijf de schrijver die ik altijd ben geweest. be . l schrijver l g Ik vind schrijf de boeken waarvan ik vi dat ik ze moet schrijven, net zoals ik bij het b l ~ l eerste boek hebedaan en af en toe kan g ik wel eens denken dat het boek e dat ik heb g af ewerkt misschien meer ee door kinderenesmaakt kan worden, of g de o meer door zestienplussers, of door bejaarden, p ~ l aa den maar met dieedachte houdt het o . g p Schrijven is hongeren en eten tegelijk, eik zo Schrijven g g l~ denk ik dat het is, en als hetel n i g oge is, is het nog straf. Boeken zijn complex g l als het leven, en omdat ik van het leven eve probeer te genieten, is lezen en schrijven ven ch p g ~ l een vorm vanenot en dat genot wil ik g ~ g delen. In 1988 word ik verliefd op een boek. 9 p e Het is een verhalenbundel die De Eierman heet en jubelend wereldwijd jubelend wordt besproken. Janni Howker is een P nieuwe stem die duidelijk met het l schrijven bezig is, en niet in de eerste J g~ laats aan leukeplots of aan lekker P P lezende kinderen denkt. Haar boek heeft vanaf het eerste moment een bijna magische uitwerking op me. Nog g gP g nikselezen en toch al een beetje g 1 vertrouwd. BBC besteedt aan Janni Howker een e compleet televisieprogramma. Eer pst een verfilming van een verhaal uit de g bundel, daarna eengesprek met de auteur. Ik zit verstomd naar haar te kijken. Ze likt een warm mens, daar l l begint het al mee. Op eengegeven g p moment loot ze naar een steen toe in p een desolaat Schots landschap. Met p haar dunne vinger wijst ze g wijst een rune- teken aan dat in de steen is- i ut gehouwen. Ze geeft toe dat ze niet g et weet wat het tekenrecies wil zeggen, p gg maar het moet iets van heksen zijn, l, beweert ze. Danli dt haar vinger gl g e door deroef. Ze tekent de spiraal over, g p e de bocht om, de bocht om, langzaam n naar het middelpunt toe. `Dat is het,' zegt P ~ g ze `dat is het, waar het bij boeken om aat. Het steeds maar weer ontdekken g van nieuwee evens. Om elke bocht gg ontdeke wat, om elke bocht ontdek je l ~ l wat, en nog, nog, je het hart g, g, ~ raakt, en –aso – dan moet je nog op l g helemaal terug door het donker, de g bocht om, de bocht om. Ene weet niet hoe lang boeken doorwerken.' g Schrijven en het hart raken. Lezen en l het ine buik voelen. Sinds ik anni l Howker een slakkenhuis heb zien natekenen, ben ik mijn reel van de l g warme buik altijd trouw gebleven, en l g van de rokkenbevorderin van mijn g l moeder heb ik een wetenschap gemaakt. Als u aan de doorgaande g g leesli n werkt, en even de moed kwijt l ~ l bent om door teaan met leeslijnen, g l denk dan aan min moeder. Als u haar l naam nog niet heeft genoteerd, doe het g g dan nu. Ze heet dus Smessaert, met a e. Henriette Smessaert, van de rokken- bevordering. g Bart Y Moe aert is auteur. Rokkenbevor- deren was de openingslezingvan het g colloquium over de doorgaande leeslijn q g J, dat op 2 uni 2005 werd gehouden aan de pJ 5 g Vrije Universiteit Amsterdam. De tekst is gebaseerd o fragmenten uit Bart g p ~ Moeyaerts 56 kilometer, het boek met Y 5 autobiografische notities dat in 2006 bi' J uitgeverij Querido verschijnt. injnt. Meer or- g J J mattie over de auteur op www.bartmoeyaert.com. y rt.com. 6 TSJIP/LETTEREN 15.2 `Ik lees nooit in mijn vrije tijd' Lezen in de vrije tijd en verplicht lezen voor school Leerlingen van de Tweede Fase moeten voor school literaire teksten lezen; zij krijgen daar opdrachten bij en maken een leesverslag. In de vrije tijd lezen ze –soms – ook boeken. Hoe is de relatie tussen beide vormen van lezen en lees- gedrag? Daar is weinig over bekend. Enkele resultaten van een verkennend onderzoek. Dick Schram Onlangs hield ik een enquête onder lezen, wat weer g ~l Tweede-Faseleerlingen. Doel was iets consequenties g te weten te komen over de relatie zou kunnen tussen het lezen in de vrije tijd en het hebben voor de l l verplichte lezen voor school. Een houding ten P g jongen uit 5-atheneum schreef met aanzien van J g 5 woeste letters op het enquêteformulier: lezen in de vrije tijd. En misschien ook het verplichte lezen en vrijetijdslezen P ~ l l P l l `Ik lees nooit in mijn vrije tijd.' mijn vrije l wel ten aanzien van het werkelijke tijdens de schoolperiode. J P Voor en met betrekking tot deze lees edra e leest niet meer of Het spreken in opposities met g g g, l P PP respondent is de relatie tussen beide minder omdat lezeneassocieerd betrekking tot beide leeswijzen treft P g g l vormen van lezen overduidelijk: die wordt met iets wat verplicht is. men aan in de algemene retoriek over l P g relatie is er dus niet. Maar meer in het Met betrekking tot het eigenlijke lezen lezen, literatuuronderwijs en lees- g g l algemeen is dat niet het geval. Wat zou hetaan om het leesplezier en de bevordering. In het denken over de g g g P g leerlingen zelf van die relatie vinden is afwezigheid daarvan, of wel om een inrichting,oelen en beoogde effecten g g g g onbekend, en ook ontbreekt onderzoek meer belevend tegenover een meer van het literatuuronderwijs s op de g l P naar dit fenomeen nagenoeg geheel. reflectief lezen — in iedereval om een middelbare school ontbreekt het thema g gg g dominante aanwezigheid van een van van de relatie tussen het P ver lichte g Complexe zaak beide vormen en ervaringen van lezen. lezen en het vrijetijdslezen nagenoeg vrijetijdslezen g P g g De relatie tussen beide vormen van Vanwege de verwerkingsopdrachten geheel. Ook over de effecten van het g lezen is P com lex al was het alleen die na het lezen voor school worden verplichte lezen wordt nauwelijks P l maar omdat alle aspecten van lezen in gemaakt, ligt het voor de hand voor dat gediscussieerd voor de periode van het P g P hetedin zijn. Niet zelden spreekt lezen aan een dieper verwerkin - onderwijs zelf. Het gaat meestal om g g zijn. P P verwerking g men ook in opposities over de van de tekst te denken. Verder het literatuuronderwijs als zodanig, g, PP kenmerken van beide. Als hetaat om zijn maar het kan toch niet anders dan dat g g de motivatie om te lezen, zou het hetedin bijvoorbeeld literair bijvoorbeeld de discussie over een g g, l l verplichte lezen gekenmerkt worden (verplicht lezen) — spannend roman- annen meer cultuuroverdrachtelik of meer j P g P door een extrinsieke motivatie 'e moet ,J tischvrijeti'dslezen op een algemeen ll P g leesbelevin s ericht onderwijs de gg l iets doen voor school, en het lezen in niveau van classificatie. Bij wat het relatie van het schoolse lezen tot het de l vrije tijd door een intrinsieke effect is van het lezen van fictie in vrijetijdslezej eti' l motivatie, je leest omdat je het zelf beide settingen wordt nauwelijks implicaties voor zal hebben. ~J l g l g P wilt. Het verplichte karakter van het stilgestaan. Ten slotte gaat het om de Dit heeft onder meer te maken met het P g g schoolse lezen zou resulteren in een kenmerken van het feitelijke l- lees- feit dat over de relatie tussen literatuur- t ne atieve attitude ten aanzien van dat gedrag, de omvang en frequentie van onderwijs en leesbevordering weinig g g ~l l g g TSJIP/LETTEREN 15.2 7 wordtee ereflecteerd. Theorieën g n over de ontwikkeling van de literaire e compe- tentie de zogenaamde fasetheorieën eorieën van A le and Graf en Thompson, y pson, blijken op dit punt weinig specifiek. l P P g Empirisch onderzoek naar het lezen p e van leerlingen is er wel, maar dat g be beperkt zich tot het lezen in de vrije P vrij d. De relatie tot het verplichte lezen l P blijft buiten beeld, alsmede de vraag of blijft ~ g er wel sprake is van twee geheel P g g gescheiden vormen van lezen en leesgedrag. Met andere woorden: kan het lezen van een boek voor school ook niet op dezelfde wijze worden beleefd P wijz het lezen van een zelfgekozen boek? Methodologie g De complexiteit van de relatie van P beide vormen van lezen is ook P s eci- fieker methodologisch te beschrijven. g beschrijven onder verplicht lezen wordt P verstaan – het betreft de P o erationali- satie van het g be ri – varieert afhan- P keli'k van de wijze hoe scholen hun l wijz literatuuronderwijs inrichten. Een vrije J J keuze van titels zal een ander ervaringseffect hebben dan het g ver licht opleggen van titels of de P manieren van titels kiezen die tussen beide opties in liggen. De keuze van P gg verwerkingsopdrachten zal ook de leeservaring beïnvloeden alsmede een g didactiek die meer op cultuur- P overdracht of meer op leesbeleving is P g gericht. Het onderzoeken van de relatie van beide vormen van lezen is lastig. g Hoe kun je als onderzoeker het l l j vrieti'dslezen zuiver benaderen in de setting van een min of meer verplicht g P in te vullen enquête of zelfs experiment? Is het zo dat men met P meer kwalitatieve onderzoeks- strategieën meer of andere gegevens g gg boven tafel krijgt dan met beide lg enoemde kwantitatieve benade- genoemd en? Moeilijk is het, ten slotte, de g Moeilijk > graduele overgangen tussen beide g vormen van lezen in het vizier te krijgen. Het inachtnemen van een lg te tegenstelling tussen het verplichte g g P lezen en het lezen in de vrije tijd is bij vrije tijd l de huidige stand van zaken toch maar g een te verkiezen optie. P Voor het onderzoek ben ik ervan uitgegaan dat het literatuuronderwijs s l ook als leesbevordering dient te g worden opgevat, maar daar beslist niet Pg eheel in opgaat. De vraag naar de geheel Pg g relatie tussen het verplichte lezen voor P school en het l j vrieti'dslezen is dan aan de orde. Logisch gezien zijn er vier g g zij mogelijke relaties. Ten eerste is er g l sprake van een volstrekte com arti- P P mentalisatie in die zin dat er een onoverbrugbare scheidslijn tussen g scheidslij vormen van lezen loot. Maar p het kan ook zo zijn dat het schoolse l lezen het lezen in de vrije tijd beïn- vrije tij bijvoorbeeld doordat men meer, , kwalitatief betere werken, met meer leesplezier of beter gaat lezen, om de P g vier g doelstellin en van de leesbevorde- ringaar eens te noemen. Wie weet is g de invloed tussen beide wel in een andere richting te zoeken, in die zin g dat leerlingen hun keuze voor te lezen g titels voor school door hun leeservarin- en in de vrije tijd laten bepalen. Of, g vrije tijd P als vierde en laatste mogelijkheid, gl wellicht is ereen enkel verschil. erg ee moet de relatie bepaald Natuurlijk P worden voor de verschillende aspecten P van het lezen en leesgedrag en kunnen g g er ookraduele relaties zijn. g zijn middel van een surveyeb ik Y willenroberen iets te sonderen naar P de relatie tussen het verplichte lezen P 8 TSJIPiLETTEREN 15.2 en het lezen in de vrije tijd, vanuit J J , een synchroon perspectief, dat wil zeggen: P P ~ ggen: zoals leerlingen beide vormen naast g elkaar ervaren. Ik heb algemene g stellingen voorgelegd over de relatie g tussen beide leesvormen ik heb naar de leesbeleving met gevraagdg betrekking tot het lezen voor school en g het lezen in de vrije tijd en ik heb l tij en bij een tekst gesteld. Ik zal hier g l g in aan op enkele resultaten van de g P eerste twee delen van de enquête. Het ~1 onderzoek is nadrukkelijk ook ex plo- nadrukkelijk P ratief van karakter, namelijk om te zien l welke toean tot het onderwerp g P `werkt' en iets oplevert. P Enquête q De enquête is afgenomen op twee q g P Noord-Hollandse scholen, die een vergelijkbaar systeem met de litera- lt J Y tuurli'st voor het lezen van Neder- landse literatuur hanteren. De P res on- denten zaten in klas vier van de havo en in klas vier en vijf van het J atheneum. Omdat de vragenlijst aan g l het einde van het schooljaar is J afgenomen, hebben de leerlingen van g ~ g de vierde klassen voldoende ervaring met het lezen voor de lijst. In totaal l hebben III vragen leerlingen de vra beant- g g woord. Reacties op de stellingen P g Aan de leerlingen zijn zestien g zij en voorgelegd met daarbij vijf gdaarbij vij antwoordmogelijkheden, van zeer mee g l eens tot zeer mee oneens. In de antwoorden op de stellingen I P g , 3, 6, 8, 14 en 16 worden duide- „ 9~ 4 geen g lijk trends aangetroffen, de leerlingen e trend , l g g antwoordenemiddeld. Dat betekent g dat dz niet echt een mening hebben ze g over de stelling of dat er echt sprake is ed g P van eengemiddelde. Uit de uit e- g g sproken reacties op de overige P P g stellin en blijkt dat zich een duidelijke g blijkt duidelijk aftekent om een scheiding te g ervaren tussen het lezen voor school en in de vrije tijd. Met de stellingen 2 vrije tijd. g 2, 4, IO 12, 13 en 15 zijn leerlingen het 5, 7, 3 5 zijn g oneens• met stelling II zijn ze het eens. g zij name de reacties op stelling en P g5 15 zijn interessant; ze wijzen op het 5 zijn ~ wijzen P ervaren van twee soorten leesbeleving. g Zoals in zoveel leesonderzoek blijkt het l verschil tussen jongens en meisjes l g meisje : meisjes lezen de boeken g meisje school met meerplezier (stelling 2),weten beter welke boeken g ze willen lezen voor school (stelling zijn het minder eens met stelling To en zijn g II en zijn het meer eens met stelling g 13. Kortom: een betere houding van 3 g meisjes ten opzichte van het verplichte meisjes P P lezen. Leesbeleving Hoe beleven leerlingen van de Tweede g Fase het lezen voor school in e ver - g lijkin met het lezen in de vrije tijd? l g vrije tijd deze vraag te beantwoorden is g ebruikgemaakt van een instrument g g dat de leesbeleving meet, de Litera g ~ rY Reponse Questionaire of LRQ. Het is p ontwikkeld door de Canadese litera- tuurwetenscha er David Miall en de PP s choloo Don Kuiken. In Nederland PY g is het instrumentevalideerd door Erik g van Schooten• aan zijn instrument zijn zijn zijn items van de enquête ontleend. De leesbeleving wordt geacht zeven g g dimensies te hebben; sommige zijn g zij op de emotionele leesbe- meergericht P e levin andere meer op een edistan- g~ P g tieerde houding ten opzichte van de g P tekst. Daarmee wordt het instrument eeneschikt middel om de beide g wijzen van lezen in kaart te brengen. wijzen g Stellingen I Sinds ik verplicht boeken moet lezen voor school, heb ik geen tijd meer om P ~ g tijd in mijn vrije tijd te lezen. J vrije tij Boeken die ik voor school moet lezen, lees ik met plezier. , p Voor mezelf lees ik altijd hele andere boeken dan ik voor school moet lezen. 3 J Sinds ik verplicht boeken moet lezen voor school, ben ik steeds meer 4 rP boekenaan lezen in mijn vrije tijd. ~ mijn vrije tijd ik verplicht boeken moet lezen voor school, lees ik boeken in mij 5 P ~mijn vrije tijd met minder plezier. vrije tijd P 6 Boeken die ik voor mezelf lees zet ik soms ook op de lijst die ik voor school P l moet lezen. Ik weet altijd goed welke boeken ik wil lezen Omdat het mij mi' niet ging om het instru- g g ment als zodanig te toetsen, heb ik g enkele vragen per dimensie gebruikt. g P g Hetaat om de volgende dimensies, ~ g bij elke dimensie heb ik een vraag als bij g voorbeeld toegevoegd. Ook bij deze bij k vragen waren er vijf antwoordmg eli - g J gl heden van helemaal mee eens tot helemaal niet mee eens: I Lezen om in de tijd vrije ti te ont- l l spannen (drie vragen) P Voorbeeld: Heel vaak kan ik een boek niet wegleggen totdat ik het uit heb. 2 Interesse voor de auteur (drie vragen) g Voorbeeld: Ik houd ervan te zien hoe het werk van een bepaalde schrijver P l in verband staat met andere literatuur van dezelfdeeriode. P Het verweren van literaire waarden 3 p drie vragen) g Voorbeeld: Ik vind dat mensen min- der tijd zouden moeten besteden l aan hetraten of schrijven over P l literatuur. en Het lezen om het verhaal (drie vragen) g Voorbeeld: Wanneer ik een boek lees, gaat mijn belangstelling vooral ,g mijn g g uit naar wat er met deersona es P g ebeurt. g Empathie (drie vragen) 5 P Voorbeeld: Soms voel ik alsof ik haast hetersona e 'geworden' ben p g g waarover ik in een boek hebelezen. g 6 Inzicht (vier vragen) g Voorbeeld: Ik vind dat P be aalde lite- raire werken me helpen mijn meer P l negatieve gevoelens te begrijpen. g g Verbeelding (drie vragen) 7 g en g Voorbeeld: Vaak hoor ik een dialoog in een boek alsof ik naar een echt es rek aan het luisteren ben. gesprek De leerlingen hebben de in totaal 22 vragen twee keer beantwoord. De g keer kregen ze de opdracht de eerste ee p g vragen te beantwoorden voor het lezen g op school, de tweede keer ging het om p g g lezen in de vrije tijd. vrije l De dimensies r 6 en tellen e , 4, 5, 7 samen i6 vragen. Voor elf daarvan g bleek ek er een significant verschil in de g antwoorden tussen de beide condities, , in die zin dat leerlingen het in de g vrijetijdsconditie meer eens zijn met vrijetijdsconditie l de uitspraken. Voor de genoemde p g vraag van dimensie betekent dat dus g 4 dat leerlingen bij het vrijetijdslezen g bij l 1 significant meer belangstelling hebben g g g voor de lotgevallen van de personages g P g in vergelijking met het lezen voor g l g school. De verschillen zijn groter in de lg reacties van de meisjes dan in die van l de jongens. De overige vijf vragen l g g vijf g levereneen significante verschillen g g op maar de antwoorden liggen wel in P gg dezelfde lijn. J De vragen van dimensie geven ten g 3g dele naar significantie tenderende g verschillen te zien, in die zin dat men de vragen voor het vrijetijdslezen meer g ll verwerpt. De enige dimensie waarvan P g de vragen in de beide condities geen g g verschilleneven te zien, is g dimensie 2. Leerlingen zijn blijkbaar g zijn l ineen van beide condities erg in de geen g auteur en diens literatuurhistorische laats eïnteresseerd. P g In het algemeen gesproken ervaren de g g p leerlingen dus een sterk onderscheid g in het beleven van het lezen van literatuur dat zich in de vrije tijd vrije l afspeelt en het lezen voor school. Het P j j vrietidslezen wordt anders en wel ositievergewaardeerd dan het P g verplichte lezen. Ook hier geldt dat dat P g voor meisjes in sterkere mate het geval meisjes g is dan voor jongens. l g Besluit Er is dus een verschil in het ervaren van het lezen dat men voor school doet en dat men in de l vrije tijd onderneemt. l Van deenoemde mogelijk relaties g g l tussen beide vormen van lezen lijkt de l eerste, die van compartimentalisatie, p , het sterkst aanwezig te zijn. De reacties g l op de geformuleerde stellingen wijzen p gl in dezelfde richting. De gekozen g g operationalisatie, tie het beantwoorden P va de van 22 vragen van het instrument g leesbeleving te meten, lij om de leesti ,kt g l daarmeeeslaa d. g g Zoalse ze d is het thema van de g g relatie tussen het lezen in de vrije tijd vrije l en het verplichte lichte lezen voor school P ) nauwelijks een item in de literatuur- didactische tische discussie. Het is de vraag welke doeleinden het literatuur- onderwijs ten aanzien van deze l vormen van lezen en leesbeleving beoogt. Legt het zich neer bij de g g bij constatering dat er een verschil tussen g beide bestaat en dat het verplichte P lezen een apart, schools circuit lijkt te P ~ l volgen. Of wil he Literatuuronderwijs als leesbevordering Leerlingen in het voortgezet onderwijs lezen vooral omdat ze dat leuk vinden. Dat geldt meer voor leerlingen in de basis- vorming dan voor leerlingen in de Tweede Fase. Leerlingen lezen minder naarmate ze ouder worden. Daar ligt een kans voor het literatuuronderwijs, meent Erik van Schooten, die in maart promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Door meer aandacht te schenken aan het lees- plezier, kan deze negatieve trend worden doorbroken. Anne-Mariken Raukema In de jaren negentig al was de centrale g g vraag binnen het landelijk lbde- g eesevor landelij sbeleid: wat moet er gebeuren om g g leerlin en in het voortgezet onderwijs g g onderwij alleen meer te laten lezen, maar ook om hen meer kwalitatiefoede g boeken te laten lezen? In diezelfde periode startte Van Schooten zelf P neerlandicus, met zijn onderzoek. Hij onderzocht wat de houding van Hij g leerlingen ten opzichte van het lezen g P van fictie en literatuur is (attitude), welke factoren het leesgedrag beïn- g g vloeden en hoe leerlingen reageren o g g op literatuurres ons . De centrale P conclusie van zijn proefschrift luidt dat lP hetlezier in lezen essentieel is om P leerlingen aan het lezen te krijgen en g lg te houden. Hetaat om het bewaren g van het leesplezier, wat veel leerlingen P ~ g meenemen van de basisschool naar de school voor voortgezet onderwijs, en g l~ daarbinnen, van de basisvorming naar g de Tweede Fase. Leerlingen die veel g lezen hebben eenrotere woorden- g schat en zijn beter in begrijpend lezen. zijn En dat is weer van belang voor alle g vakken en uiteindelijk voor de totale l schoolprestaties. Van Schooten meent P dat het lezen in de vrije tijd veel meer l tij zou moeten worden dan g tot nu toeebeurt. Binnen de school- g vakken is daar in deraktijk gewoon te P lg weinig tijd en gelegenheid voor. g l g g Onderzoeksmethode Hetroefschrift Literary response and P rY p attitude toward readingfiction vormt de g weerslag van vier kwantitatieve deel- g onderzoeken. In zijn research baseerde l Van Schooten zich op theoretische P modellen, hij ontwikkelde instrumenten waarmee hij de attitude ten opzichte van hij P lezen van fictie en de literaire respons P van leerlingen kan meten. Deze g instrumenten heeft hij eenmalig g afgenomen bij leerlingen in de eerste g bij g drie i leerjaren van alle vormen van voort- ezet onderwijs. Destijds waren dat lbo g onderwijs. l mavo, havo en vwo. Om na teaan hoe g de ontwikkeling van deze aspecten g P verloot bij individuele leerlingen, heeft P l g hij bij twee groepen leerlingen op h- hij l g P g Pavo en vwo-scholen jaarlijkse metingen jaarlijkse g verricht. Ditebeurde in het eerste tot g en met derde en in het derde tot en met vijfde leerjaar. Zo bepaalde hij trends in vijfde leerjaar. P hij de tijd van het leesgedrag de ver- tijd g g en schillende aspecten van respectievelijk P P l het attitude- en het responsmodel. Ook P g g hij in hij na of relaties tussen de ver- schillende componenten in de tijd P tij en welke g achter rond- variabelen samenhanen met eventuele g trends. Deron ebruikte achtergrond- g g variabelen zijn onder meer sekse, het l opleidingsniveau van beide ouders, het cultureleehalte van het thuismilieu, de g mate waarin ouders hun kinderen steunen bij bi het huiswerk, de motivatie om teresteren op school, de woorden- P P schat het aantal lessen Nederlandser P week, het aantal lessen literatuur- onderwijs per week en de mate waarin onderwij literatuuronderwijs aandacht l / TSJIP/LETTEREN 15.2 11 besteedt aan tekstervaring,tructuur- g analyse en literatuurgeschiedenis. Y g Van Schooten is duidelijk: `Als je l leerlingen al vroeg het plezier in lezen g g P afneemt door ze te dwingen boeken te g lezen die ze helemaal niet leuk vinden of die veel te moeilijk voor ze zijn, l, schiet je je doel voorbij. Dan wordt het je l heel moeilijk om ze nog te motiveren moeilijk g om iets anders teaan lezen.' g Leesplezier blijkt een veel grotere rol te P blijkt g spelen dan de invloed vanpeers, vrienden P of anderen die vinden dat je moet lezen, of het feit dat je iets leert van lezen. In de vierde en vijfde klas van havo en l vwo blijkt een relatie te bestaan tussen l het leesgedrag en de mate waarin g g leerlingen menen controle te hebben g over het eigen leesgedrag – te denken g g g valt aan tijdgebrek, plaatsgebrek of het l g ~P g niet kunnen vinden van de juiste titels. l Gemiddeldenomen vinden leerlingen g g fictie en literatuur lezen wel leuk, maar over het algemeen vinden ze het niet g nuttig; het is meer iets wat er bij hoort. g~ l jongere leerlingen, die uit het eerste tot en met derde leerjaar, vinden juist l ~ l niet dat ze zouden moeten lezen, en waarderen het lezen van fictie als neutraal – niet leuk en niet vervelend. Dit verschil in attitude tussen beide onderzoeksgroepen (basisvorming en g Tweede Fase) wordt met name ver- oorzaakt door een negatieve houding g van leerlingen in de laagste school- g g en – destijds lbo nu vmbo. P destijds ~ Respons P Van Schooten onderzocht ook hoe leerlingen reageren op het lezen van g g P (literaire) fictie. Hi' onderscheidt twee Hij factoren: trance en literaire interpretatie. P Onder trance wordt de mate waarin de lezer meeleeft met het verhaal verstaan; hetaat om de levendigheid waarmee g g de verbeelde wereld intern of mentaal wordt voorgesteld, de mate waarin Blezen wordt om aan de dagelijkse gelezen gl werkelijkheid te ontsnappen, de mate werkelijkheid PP waarinlot en spanning belangrijk P P g gl wordenevonden en de mate waarin de g lezer zich identificeert met verhaal- Literaire interpretatie is de personages.P manier waarop de lezer het gelezene P g interpreteert; hoe waardeert de lezer P schoolseresentatie en bestudering van P g literaire teksten, in hoeverre wordt het gelezene verbonden aan de eigen en g ervaring en mening en in welke mate is g g de lezereïnteresseerd in specifieke g P thema's, motieven, stijl enzomeer van de betreffende auteur. Zoals wel eens wordt beweerd, blijken deze twee factoren elkaar niet te hinderen, maar juist aan te vullen. Ofwel: de totale beleving van een literair g werk veronderstelt dus zowel trance als literaire P inter retatie. In de eerste drie leerjaren lezen de leerlingen graag om leerjaren g g g aan de werkelijkheid te ontsnappen, ze werkelijkheid PP zijn n gericht op de plot en de verhaallijn, l g c P P identificeren zich met deersona es en P g hebben een levendige verbeelding van g g de beschreven fictionele wereld. Veel sc minder leggen ze verbanden tussen gg hetgeen ze lezen en hun eigen leven; g g nieuwe inzichten worden zelden in boekenevonden. De jonge lezers zijn g l g l niet erg geïnteresseerd in de stijl en gg l andere kenmerken van een auteur en ze wijzen een schoolse benadering van wijzen g fictie sterk af. Jongens en meisjes g 1 Wie literatuur doceert weet dat meisjes l meer lezen en dat veelal met meer plezier doen. Met name meisjes uit de P l vierde en vijfde klas havo en vwo hebben l eenositievere houding ten opzichte van P g P lezen en ook eenositievere literaire P respons dan jongens en leerlingen uit P l g g het vmbo. De literaire respons P vermindert jongens bij j ens ook sneller dan bij meisjes, naarmate zij ouder worden. l l~ zij Hoe hoogstaander het ouderlijk cultureel g l milieu, hoe hoger de opleiding van de g P g ouders, hoeroter de woordenschat, hoe g , meer fictie de leerlingen in de vrije tijd g vrije l lezen en hoeerin er de motivatie om o g g op school teresteren des te minder snel de P literaire P res ons en de leesattitude af nemen. `Het lezen en waarderen van fictie worden voor een flink deel bepaald door de socialisatie en het thuismilieu,' is dan ook niet voor niets een van de stellingen, geponeerd bij de verdediging g ~gP bij g g van hetroefschrift. P Literatuuronderwij s kan bij het l l tegengaan van de neergaa sterkere trance ervaren. Dataat vooral g op voor de tekstervaringsmethode, p g waarbij leerlingen niet wordt voor- gï gehouden wat ze van een tekst moeten vinden, maar waarin ze worden uit- , om een eigen meninggedaagdg g te vormen, ongeacht of die mening g overeenkomt met de mening van de g docent.' Aanbevelingen g Het zaleen verrassing zijn dat Van g gl Schooten aangeeft dat het aansluiten bij g 1 de belevingswereld van de leerlingen g g essentieel is om ze hetlezier in lezen P te laten behouden of zelfs te vergroten. g Met name in de onderbouw is dat van belang. `Laat leerlingen zelf boeken g g kiezen en bied zelf kwaliteitsboeken aan vanrote literaire schrijvers. Maar schrijvers g er wel rekening mee of leerlingen g g er al aan toe zijn of niet. Eis niet dat ze l een boek uitlezen als ze het niet leuk vinden. Niets is zo demotiverend...' Ook concludeert Van Schooten dat literatuuronderwijs als een vorm van l leesbevordering gezien kan worden. gg Zowel onderwijs dat gericht is op tekst-onderwijs g P ervaringls onderwijs in structuur- g 1 analyse en literatuurgeschiedenis lijkt lijk Y g maar aandacht voor tekst- ervaringijkt — met name in de onder- gl bouw — de beste manier om het lees- gedrag, de leesattitude en de respons g~ ons P van de leerlingen te stimuleren. g Tenslotte zou er vanuit school meer aa zij tijd, juist vanwege de positieve vrije l ~l g P invloed van lezen op de woordenschat P en de leesvaardigheid en zo indirect g ook op het schoolsucces. Niet alleen in P havo en vwo, maar juist ook in het vmbo. Anne-Mariken Raukema is hoofdredacteur van Tsiin/Letteren /Letteren en werkt bi' Stichting g Lezen. TSJIP/LETTEREN 15.2 13 Weg met het leesverslag! Een nieuwe aanpak in de literatuurles Het leesdossier en met name het leesverslag zijn al jaren onderwerp van discussie. Een belangrijk bezwaar ertegen is het feit dat internet zo veel materiaal aanbiedt op dit ter- rein, dat fraude niet meer te bestrijden lijkt: leerlingen kun- nen een compleet dossier samenstellen zonder één boek te lezen. Joop Dirksen pleit voor een nieuwe aanpak die dit probleem oplost. Joop Dirksen Geen enkel didactisch hulpmiddel P heeft in deeschiedenis van het g onderwijs tot zo veel commotie en l emotieeleid als het leesdossier: voor- g en tegenstanders buitelden vanaf het g rille be in over elkaar heen en de P g 'gewapende vrede' die nu bestaat, kan ieder moment weer omslaan in (verbale) schermutselingen. En het lijkt g lijk allemaal zo P sim el! Alle literatuur- docenten willen toch minimaal dat leerlingen kennismaken met literatuur. et iteratuur. Allemaal streven ze ernaar dat die g leerlin en `iets' met die literatuur kunnen. Alleno dus die l- Pgen ze us eer lip en onder meer een vaardigheid te g g laten ontwikkelen. Willen ze de ont- wikkelingan een vaardigheid over een g g eriode van twee of drie jaar kunnen P jaa en dan moet van tijd tot tijd door volgen, tijd tij • leerling gedemonstreerd worden in gg hoeverre hij gevorderd is met de lg ontwikkelin van die vaardigheid. Dat ontwikkeling ~ vraat om dossiervormin . Ook het g g leesverslag, (volgens velen - g~ ens g ver maledi'de invulling dat l- l g van lees- dossier, is eigenlijk al evenzeer een g l tamelijk logisch verschijnsel. Je leest tamelijk g verschijnsel boek. Dat roet reacties van allerlei P aard op. Afhankelijk van je leeftijd en P Afhankelijk l leeftij en opleiding en interesse leeservaring P g en literair niveau eneslacht en g stemming (en zo zijn er nog wel wat g l g bepalendefactoren t e noemen) komt er p t o te een bepaalde reactie. Die reactie kan mondeling zijn, maar dat type reactie g l ~ p vervliet en we zagen boven dat vast- vervliegt, en g oven leggen in het kader van een leerproces gg P dus wel zo zijn nut heeft. Dus laten we l de lezer zijn reactie schriftelijk geven. zijn schriftelij leerlingen die je na het lezen Dertig g l van elk van hun boeken allemaal mondeling meedelen wat ze ervan g vinden, en jouw mening over dat boek l g ook wel op prijs stellen, die onderling J ~ g de discussie aangaan, die in een g en klassengesprek leeservaringen uit- g wisselen het is allemaalrachti en P g het moetestimuleerd worden; om g praktische redenen is het echter toch p aanbevelenswaardig dat lezersreacties g ook op papier komen. Overigens PP p g bewijst de gigantische verspreiding van bewijst gg p g het verschijnsel ieeskring in. Nederland verschijnsel g dat het uitwisselen van leeservaringen ~ naar aanleiding van een boek een zeer g breedevoelde behoefte is. g Uitwassen Goed, het leesverslag is ooit bedacht en g ac e inmiddels als min of meer natuurlijk l geaccepteerd. teerd. Maar dan komen de uit- wassen het middel wordt doel, het en e systeem raakt geperverteerd en tegen- Y gP g standersrij en de uitwassen aan om g lP het logische uitgangspunt aan te g vallen. Niet zo verstandig: als zij de g zij aanpak van vroeger heiligverklaren P g vergeten ze gemakshalve dat de rol die g g internet nu speelt voor de luie,gemak- P ,em g zuchtige leerling die niet wil lezen, g g g vroe er werd vervuld door het uittrek- selboek: heleeneraties deden g mondeling nadat ze met grote inzet g g kort voor dat mondeling het uittrek- g selboek van buiten haddeneleerd. g Luie,gemakzuchtige leerlingen heb je ,g g g l overal, de mens isenei d tot inertie. g g Voer . - bij www. oo le.nl de term ~ bij g g 'leesverslagin, dan krijg je o g ~ lg l 537 treffers, boekverslag' is goed voor g g r .100 treffers, en `uittreksel' levert 9 maar liefst 145.000 pagina's o . Moest 45 P g P de luie leerling van vroeger het doen g g met één of twee uittrekselboeken (Literama, Belangrijke Letterkundige Werken),nu staan hem bij elke titel die hij invoert, vele leesverslagen, hij ~ en g oever sla en en uittreksels tot zijn dienst. g zij we weer teru naar waar het g werkelijk om ging, dat werkelijk g g~ namelij en zelf een boek lezen dat hen leerlinge aanspreekt, dus dat niet te gemakkelijk p ~ g l en niet te moeilijk voor hen is, dat uitbrengen, en en wie wil dat niet, dan moeten we vanaf nu een andere aanpak P kiezen. Leerweg naar de bovenbouw g Voor ik hier uiteenzet hoe we in de bovenbouw met g leesversla en zouden kunnen omgaan om weer te bereiken wat g we willen bereiken met ons literatuur- onderwijs, s enkele opmerkingen over de l~ leerweg naar die bovenbouw toe. Welke g praktische problemen de doorlopende P P P (literatuur)leerwegok in de weg staan, g g op elke school moet hetrno e " k zijn om ak la P g I fictie in de onderbouw zo aan teakken P dat er een leertraject ontstaat dat een l goede basis is voor het literatuur- onderwijs in de bovenbouw. Er moet l gewerktworden aan de attitude ten g aanzien van lezen – lezen is voor Iedereen leuk, mitsje hetgoede boek op het goede moment aangereikt krijgt–, aan de wijze van verslaglegging,aan het J ontwikkelen van inzicht in het verschil tussenuur amusementsfictie en teksten P die iets verdergaan. Voor leerlingen in g g h t vm o-tra`ect is dat mijns inziens e b l mijn in havo- en vwo-klassen moet er ook stap voor stap aan de andere P P aspecten van literaire vorming aandacht P g , besteed worden. Zonder leerlingen te g bombarderen met terminologie kan hen wel de werking van wat essentiële g aspecten getoond worden. Van tijd tot P g tij voor een deel in deklas . leerlingen een 'goed' boek laten lezen, praten over g ~P boeken reclamepraatjes laten houden voor boeken, oefenen in het verwoorden n en je ervaringen, het zijn je mening n je g allemaallo sc he sta en in het door- ~ PP lopend traject, allemaal ook stappen die P l ~ PP jk te zetten zijn. Als de leerling gemakkelijk zijn. g bij de overgang an van drie naar vier de l g g balans opmaakt, maakt is dat informatief voor de docent die hem in de onderbouw heeft begeleid, en is het een goede opening van g ~ g P g het traject in de bovenbouw; het kan de l functie van de leesautobiografie g overnemen. Het leesverslag Het meest zinloze type verslag is het g analyseverslag: s stematisch worden systematisc en gedaan over de structuur: g g `Het verhaal is niet-chronologisch, er is g eenersonaal perspectief, de motieven P P P zijn ... ' en dan volgt er een opsomming zijn ~ g P g van wat termen. Bij Bi' elk van die mede- delingen is de logische vraag: `Nou en? g g g Waarom doorbreekt de auteur de chronologie? Wat is daarvan het effect g o jou? Een personaal perspectief? Door op P P P wiens j ogen zie je het verhaal en in g hoeverre word u je daardoor emani - l g P leerd? Motieven? Wat is hun respectieve P functie, wat is hun effect op jou? Wat is PJ hun werking ten behoeve van de g strekking van het verhaal?' Alleen g e analyse is dus zinloos. Een 'uit ge- Y g schreven' leesverslago eentje waarin g, een lezer leeservaringen bespreekt, g P o vallende passages van commentaar P P g voorziet, laat zien dat vorm en inhoud helder zijn voor hem, is een heel stuk zinvoller. Maar aangezien internet van g elk boek dat ouder is dan een jaar er een aantal kan leveren `Ik vind Hersen- schimmen zoeslaa d omdat mijn opa g g~ mijn P ook aan het dementeren is.' `De schoonmoeder van Erik uit Turks Fruit zorgt er door haar gestook voor dat de g g relatie tussen Erik en Olga kapotgaat' ) g is een andere aanpak zinvoller. P Wel is het nuttig om bij wijze van g bij wijz van tijd tot tijd leerlingen thuis oefening tijd tijd g een kort verhaal te laten lezen en hen een compleet leesverslag te laten maken van P g / TSJIP/LETTEREN 15.2 15 dat verhaal; in een klassengesprek kunnen dan die leesverslagen vergeleken g worden en kan dat verhaal als een voor- beeld voor de aanpak van lijst de eigen li P g l compleet worden uitgewerkt. Zo'n p g on compleet, en uitvoerig besproken P g p oken leesverslag wordt natuurlijk ook in het g l leesdossier Pg o enomen en laat met de uitwerkingen van de zelfstandig gelezen g gg e boeken nauwkeurig zien hoe het met de g ontwikkeling van de literaire competentie g P van de leerling is gesteld. g g Nieuwe aanpak P Maar bij de aanpak van de 'eigen lijst' l p g l is deze nieuwe aanpak te prefereren. P P Laat leerlingen na het lezen van hun g u eerste boek thuis het volgende doen,_ g ~ - Ze schrijven een samenvatting van schrijven g maximaaloo woorden. 3 - Ze noterenunts ewijs de meest P g l opvallende zaken, aandachtspunten, P waarover ze bij een mondeling g zouden willenraten. P - Ze noteren vragen die tijdens of na g l het lezen bij hen zijn opgekomen. l zijn Pg - Ze schrijven een evaluatie in l maximaal Too woorden. Dit alles nemen ze mee naar de les, samen met het boek. In dat g P af es roken contactuur krijgen ze van u klassikaal lg een verdie in so dracht maken die in p g p de les en leveren aan het einde al hun materiaal in. Al eerderP leitte ik voor een `o waar- P derin ' voor het centraal stellen van de g~ verdie in so dracht. Als die in de les P g P verstrekt enemaakt wordt, kan die, , mits natuurlijk goed gekozen, de leerling natuurlijk g g ~ g echt verder brengen in de ontwikkeling g van zijn literaire competentie. Bovendien l p is hij niet fraudegevoelig. Een der eli'ke hijdergelijke aanpak kost de leerling minder tijd, het P g l~ kost u minder tijd het zijn stuk voor l~ } stuk nuttige stappen op weg naar g PP P g literaire competentie, en het belang- P rijkste deel van het materiaal is in ieder l geval geproduceerd door de leerling wier g gP g naam erboven staat. Van het thuis- materiaal is dat weliswaar niet honderd procent zeker; maar het is, met de p , samenvatting wellicht, in ieder geval ni g g niet van internet afkomstig. g Het zal duidelijk zijn dat u uw acht tot duidelijk l twaalf verdie in so drachten zo moet P g P formuleren dat ze in een uur te maken zijn voor iemand die het boek gelezen zijn g heeft en bij bi zich heeft. Het kunnen opdrachten zijn op het gebied van stijl p zijn p g stijl, structuur - hier kunt u naar die functie, dat effect van die structuur- elementen vragen -, thematiek, het g , -kunnen inlevin so drachten zijn, g P creatieve opdrachten- verzin een P motto, bedenk een citaat van een niet bestaand filosoof dat exact uitdrukt waar het in jouw boek om handelt / l herschrijf een cruciale passage vanuit herschrijf P g heters ectief van een bijfiguur / p P l g welke alternatieven had de hoofd- persoon op het belangrijkste k- P P keuze- gl moment in het verhaal• wat zou er verhaal; gebeurd hebben kunnen zijn als hij g zijn hij een andere keuze hademaakt? g Betrouwbaar Stelt u zich eens voor hoe heerlijk het l zal zijn als u weer echt kunt gaan doen zijn g wat een belangrijk deel van uw taak is: gl individuele leerlingen verder helpen in g P die ontwikkeling als lezer, door hun g eigen materiaal, en niet dat van een g volstrekt onbekende die zijn (vaak l twijfelachtige) leesverslagen op inter- l g g p net heeftezet te corrigeren, van g ~ stimulerende vragen te voorzien, zodat g ze nog eens doordenken over het boek g en hun reacties daarop. Als u hen dan P ook nog kort schriftelijk laat reageren g schriftelijk g op al uw vragen om aanvullingen, P g verduidelijking et cetera, dan heeft u l g eenrachti leertraject uitgezet. p g leertraject g Tijdbesparend, zinvol en betrouwbaar. l p 0o Dirksen, redacteur van Tsjip/ Joop ~ lP Letteren, is leraar Nederlands en CKV-1 aan het g Pleincolle e Eckart in Eindhoven. Hij is auteur van de Handleiding lees- ) g dossier en van Dossier lezen. een literatuuronderwijsmethode. i6 1 TS I P LETTEREN 15.2 Recensies over literatuur Schrijven om te Ieren Literatuuronderwijs in de Tweede Fase betekent voor leer- lingen niet alleen lezen, maar ook veel schrijven. Immers: van leerlingen wordt vaak verwacht dat ze schrijven over wat ze gelezen hebben in bivoorbeeld een recensie of boekverslag. Het is echter de vraag of schrijven wel zo'n effectief leer- middel voor het leren interpreteren van literatuur. Er is namelijk weinig eenduidig empirisch bewas voor de gedachte dat schrijven inderdaad handig is om te leren. Marleen Kieft en Gert Rijlaarsdam zochten naar een manier om schrijven effectief in te zetten in het literatuuronderwijs. Marleen Kieft en Gert Rijlaarsdam Deedachte dat schrijven het denken g schrijve leren van leerlingen kan stimuleren g e lijkt logisch en wordt door velen - lijkt ~ g dragen, vooral in de Verenigde Staten. g ~ g Deroe docenten en onderzoekers g P die zich aldaar bezighoudt met het g schrijven als denk- en leermiddel l wordt de Writing Across the Curriculum- - Curr um beweging genoemd. De vraag is g gg g natuurlijk of schrijven inderdaad natuurlijk schrijve effecten heeft op leren. Er P P werd en wordt daarom regelmatig g g onderzoekedaan naar de effecten van g t schrijvend leren op het leren van leer- P lin en in allerlei schoolvakken — vooral g bij exacte vakken, maar ook in de l alfahoek. Deze onderzoeken laten een wisselend beeld zien: soms zijn er positieve effecten — met name het P leren vanenrekenmerken blijkt g J effectief te zijn —, soms zijn er zijn ~ zij effecten meetbaar. g Gemiddeld zijn de effecten erg klein. zijn g Een verklaring voor het uitblijven van g uitblijve effecten kan zijn dat er in duidelijke zij naar de effectiviteit van schrijvend leren nooit rekening is l g gehouden met verschillen in P l schrijf rocessen tussen leerlingen. g Daarom hebben we een lessen- serieemaakt g waarin leerlingen g leren schrijven over literatuur op een schrijven P manier die rekening houdt met hun g schrijfstrategieën. In dit artikel zullen l g we laten zien hoe de lessen eruitzien, waar de verschillen in didactiek zichtbaar worden en zullen we kort verslag doen van een onderzoek naar g de effecten van deze didactiek op het P leren interpreteren van leerlingen. P g Literatuur en schrijfvaardigheid 1 g integreren Een leerling in de bovenbouw van het g voortgezet onderwijs komt de tekstsoort l recensie op verschillende manieren en P bij bi verschillende onderdelen van het vak Nederlands teen vooral bij literatuur en tegen, bij schrijfvaardigheid. De recensies die l g leerlingen bij deze verschillende onder- ge ~ delen moeten schrijven zijn echter vaak l , J heel verschillende recensies: zowel doel als definitie verschillen in beide curricula. In literatuurmethodes ligt de nadruk op de inhoud van de recensie, maar wordt vrijwel geen aandacht besteed aan hoe je vrijwel g l eenoede recensie schrijft. In taal- g l methodes daarentegen leren leerlingen g g wel hoe ze een betogende tekst moeten g schrijven maar krijgt de inhoud weinig schrijven, l g aandacht. De tekst kan over literatuur, maar net zogoed over een ander onder- we gaan. De didactiek is dus totaal wer Dat is jammer, want l waarom bij het leren schrijven van bij schrijve nietebruik maken van wat in g de literatuurlesseneleerd is? En g andersom: waarom bij bi het lezen van literatuur de recensie als leeractiviteit niet / TSJIP/LETTEREN 15.2 17 maximaal benutten? We denken dat leerlingen daardoor beter leren g argumen- teren betere teksten leren schrijven lven en zullenroeien in hun literaire g compe- tentie. Schrijfstrategieën J g Schrijfster Anna Enquist vertelde in Schrijfster ~1 d een interview in dagblad Trouw o g op 23 oktober 2004: ` e hebt schrijvers die 3 4 l Jannen en schrijvers die gaan zitten P schrijvers g en kijken wat het wordt. Aan de l producten valt uiteindelijk niets te P l discrimineren, het een is niet slechter dan het ander. Het is eenersoonli'k- P l heidskwestie: ik wil alles in mijn hoofd l hebben, om het dan op papier te PPP realiseren.' Enquist beschrijft hier verschillende el l schrijfstrategieën die schrijvers kunnen J g l gebruiken. Niet alleen beroepsauteurs sauteurs P zoals Enquist, maar ook studenten en leerlingen verschillen in de manier g waarop ze schrijftaken aanpakken. Uit P schrijftaken P verschillende onderzoeken bleek dat er verschillende typen schrijvers zijn, . schrijvers l~ grofweg te onderscheiden als in g g ingenieurs g of beeldhouwers. Ingenieurspakken g P een schrijftaak aan door een planning te l P g maken: zij bepalen de inhoud van de l P tekst voordat ze beginnen met schrijven g l en maken daarbij graag lijstjes of daarbij g 'es l schema's. Beeldhouwers daarentegen g hebben het schrijven zelf nodig om o schrijven g op ideeën te komen. Zi' beginnen met het Zij g schrijven van een eerste versie van een l tekst, enaan daarna schaven en eng aa en schrijven en herschrijven, schrappen, schrijven om tot de uiteindelijke tekst te komen. J Opvallend is dat taalmethodes voor het P voortgezet onderwijs leerlingen vrijwel g onderwijs g l altijd leren schrijven op de ingenieurs- altijd schrijven P g wijze. Sta en Jannen denkschema's, l Pp P bouwplannen enzovoort zijn in deze wP l methodes meer regel dan uitzondering. g g ) Blijkbaar veronderstellen methode- makers datlannen voor het schrijven P l de enige goede manier is om teksten te gg schrijven, ook al horen we regelmatig l ~ g g van docenten dat veel leerlingen g helemaal niet zogoed uit de voeten kunnen met eenlannin sschema. P g Natuurlijk is het te eenvoudig om te Natuurlijk g veronderstellen dat elke leerling of een g beeldhouwer óf een ingenieur is. Een g schrijver kan een beetje van allebei schrijver l hebben, of heel veel van allebei. Het kan ook gt zijn dat nog niet alle leer- g lin en in de Tweede Fase al een uit- ekristalliseerde schrijfstrategie g l g hebben ontwikkeld. Maar, er zijn ook enkele onderzoekenedaan die laten g zien dat leerlingen en studenten g consistentedra vertonen als zij g g zij schrijftaken uitvoeren. l Doel Het doel van onze studie is om de effectiviteit van schrijfopdrachten in lp het literatuuronderwijs te vergroten l g door deze P j schrifo drachten aan te passen aan verschillende schrijf P l strategieën van leerlingen. Daarom g g hebben we een lessenserie `Recensies schrijven over literatuur' ontwikkeld in l twee verschillende versies. Om de schrijfstrategieën van leerlingen vast te l g g kunnen stellen ontwikkelden we een schrijfvragenlijst. Op deze manier l g l P konden we onze twee hypotheses YP toetsen — g leerlin en met een beeld- houwersstrate ie leren meer in de g beeldhouwersconditie en leerlingen g met een ingenieursstrategie leren meer in de ingenieursconditie. g De veronderstelling dat een passende g P conditie meer leereffecteneeft dan g een niet-passende conditie is gebaseerd P g op de reviewstudie van Klein. Klein P stelde dat het reviseren van een kladversie van een tekst tot leren kan leiden, maar dat ooklannen voor het p schrijven van de tekst kan zorgen voor schrijven g een leereffect. Onze hypothese is dat YP het reviseren van een eerste versie van een tekstgoed past bij de beeld- g P bij houwersstrate ie• plannen voor g ~P schrijven lijkt geschikt voor leerlingen schrijven lijkt g g met een ingenieursstrategie. De lessenserie Voordat de lessenserie begon, - g ~ro P beerden we een beeld te krijgen van lg kennis en vaardigheden van leerlingen g g op het gebied van recensies schrijven. P g l Daarom vroegen we de leerlingen het g g verhaal `En toen waren wij wi aan de beurt' van Kader Abdolah, uit de bundel De meisjes en de partizanen uit 1997 te lezen J p 997 en daarover een tekst te schrijven voor "Ik heb ontmoet," en niet "gevonden". g evonden . En op het einde zegt Kader: (tijdens het p g s l verlaten van de museum) "Er1 v oog een rij trekvogels over, in V-vorm. Maar er l g waseen begeleider bij." Dus de dode g g l vogel was de begeleider.' g g Als hulpmiddel om over het verhaal na P te denken en op ideeën te komen is er P voor de ingenieurs een andere opdracht: g P een denkschema. Het g vol ende denk- schema is ingevuld door Ivar uit g dezelfde klas als Souffian: Wat me opviel: P I dat het Nederlands van de schrijver l bestoed is g 2 dat het taalgebruik zo simpel is g P Wat ik me afvraag: g I of de voel echt huilde g 2 wat voor vogel die vogel was met g g groene ogen Dit (deel van het) verhaal doet me denken aan: I allochtonen, ben ik zelf 2 toen mijnpa Het tweedeunt waarop de lessen van P P elkaar verschillen is het schrijfproces bij lP l het schrijven van de recensie. Wederom l wordt rekening gehouden met de voor- gg keuren van de beide schrijverstypen. De l beeldhouwers selecteren op basis van de P vrij-schrijfopdracht een kwestie, schrijven l lP ~ l een eerste denkversie, kijken aan de hand van een lijstje criteria kritisch naar hun l tekst en schrijven daarna de definitieve l recensie. De ingenieurs vullen eerst een g in, bekijken dat planningsschema~ l kritisch aan de hand van enkele criteria, en schrijven daarna de definitieve l recensie. Experimenteel onderzoek P We hebben een experimenteel xp onderzoek opgezet om de hypotheses te Pg YP toetsen. Om vast te kunnen stellen of een leerling trekken vertoont van een g beeldhouwer of een ingenieur, hebben we de en leerlingen gevraagd een vragen- g g g g lijst over hun manier van schrijven in te l l vullen. De vragenlijst bestond uit een g l lijst uitspraken over reviseren en l P lannen. Leerlingen kruisten aan of ze P g het meer of minder met de uitspraak P eens waren. Eenaar voorbeelden: `Ik P maak altijd eerst een schema voordat ik l begin met schrijven' of `Ik herschrijf g schrijven' l mijn teksten meestal wel een of l meerdere keren'. Alle leerlingen kregen g g een score voor reviseren, de ingenieurs- , g score en een score voorplannen, de p , beeldhouwersscore. Om de inter reta- P tievaardi heid van leerlingen voor en g g na het volgen van de lessen te meten, g maakten we een literatuurtoets. Deze toets bestond uit het lezen van een verhaal, het beantwoorden van drie korte g vra en over het verhaal en het schrijven van een tekst waarin de l leerlingen aan een klasgenoot uitlegden g g g wat ze van het verhaal vonden. De g vra en en de teksten werden door onafhankelijk van elkaar werkende l beoordelaarsescoord op het niveau g P van interpretatie. Zo konden we meten P of schrijven inderdaad een goed schrijven g leermiddel is voor het leren P inter re- teren van literatuur en of het aanpassen P aan schrijfstijl eenpositief effect heeft schrijfstijl P op de interpretatievaardigheid. Om een P verhaaleffect te voorkomen gebruikten ,g we vier verschillende verhalen, die volledig verdeeld werden over voor- en g natoets. Resultaten Van de leerlingen bleek 8 % het g 5 meeste te hebbenehad bij de g l 20 TS) I P/LETTEREN 15.2 ingenieursconditie. Voor een minder- heid van de leerlingen van i % van de g 5 leerlingen bleek de beeldhouwers- conditie juist effectiever te zijn. Welke l zijn en behoren nu tot die minder- heid? Dat zijn niet de leerlingen met zijn g een hoge score op de beeldhouwers- P schaal zoals we verwachtten, maar juist de leerlingen die zelf rapporteren niet g PP o beeldhouwerwijze te schrijven. De P l schrijven. ingenieursscore van deze leerlingen g g maakt niet uit, opvallend genoeg is ~P g g alleen de beeldhouwersscore relevant om te bepalen welke conditie effectief P is. Het lijkt erop dat het slim is om lijkt P leerlingen die bij het schrijven van een g l schrijve niet aan herschrijven of reviseren l te doen, te leren reviseren door middel van lessen die daar aandacht aan besteden. Leerlingen die al wel g reviseren – zij hebben eengemiddelde zij g of hoge score op de beeldhouwers- g P schaal – zijn beter af in de ingenieurs- zijn g conditie waar ze schrijven met behulp P van eenlannin sschema. Kortom: uit p g dit onderzoek blijkt dat het zinvol is om l leerlingen verschillende leerroutes aan te bieden. Een docent die leerlingen de g mo mogelijkheid biedt om vrij te schrijven g 1 vrij schrijve een denkschema in te vullen, en de mogelijkheid biedt om grondig te ga g g reviseren of telannen voor het P schrijven, kan de leerwinst van l leerlingen flink vergroten! g g Marleen Kieft is neerlandica en doet promotieonderzoek aan het Instituut voor de Lerarenopleiding (UvA). Haar p g onderzoek gaat over het integreren van literatuur- en schri' aardi heidsonderwi's. g J Gert Ri •laarsdam is neerlandicus en J onderwijskundige. Hij is hoogleraar aan J g J g het Instituut voor de Lerarenopleiding p g (UvA). De auteurs schreven dit artikel J oors ronkeli'k voor de bundel Lezen in de oorspronkelij lente en lezen in de breedte die g verschijnt naar aanleiding van het gelijk- J g gJ namie congres dat werd georganiseerd g ~ g g door Stichting Lezen. g Gebruikte literatuur Kader Abdolah, De adelaars. Breda: De Geus, 1993. Kader Abdolah, De meisjes en de partizanen. J p Breda: De Geus, 1995. J.M.Ackerman, `The promise of writing p g to learn'. In: Written Communication 1993, 993 10 (3), p• 334-370• R.L. Bangert-Drowns, M.M. Hurley, & g Y B. Wilkinson, The effects of school-based writing-to-learn interventions on academic g achievement: a meta-analysis'. Review of Y educational research 2004, 74, I, p. 29-58. 4 74 p L. Bridwell-Bowles, P.ohnson & S. Brehe, J 'Composing and computers: Case studies of p g p ex experienced writers'. In: L.W. Gregg & p gg E.R. Steinberg (eds.), Writing in real time: g ( ) g modelling production processes. Norwood, gp p N..: Ablex Publishing Corporation, 1987, 1 g p p. 81-10 p 81-107. 7 D. Galbraith, `Conditions for discovery through writing'. Instructional Science I 2, g g 99 2I, p. 45-72. D. Galbraith, 'Self-monitoring, discoveryrY through writing, and individual differences g g in drafting strategy'. In G. Rijlaarsdam, g gY l H. van den Bergh, & M. Couzijn (eds.), g l ( ) Theories, models and methodology in writing g research. Amsterdam: University Press, 1996, p. I2I-I I. 99 p 4 M. Kieft & G. j Rilaarsdam, `Recensies schrijven: de brug tussen schrijfvaardigheid schrijven: g 1 g en literatuur'. Vonk 2003, 32, 3-18. 33 4p3 M. Kieft, G. Rijlaarsdam & H. van den l Ber h, Writing as a learning tool: testing the Bergh, g g g role of students' writing strategies. European g ~ p ournal of Psychology of Education (in Journal Y Y g press). P.D. Klein, 'Reopening inquiry into p g ~ rY cognitive processes in writing-to-learn'. g p g Educational Psychology Review I , II, Y BY 999 p. 203-270. C.M. Levy & S. Ransdell, 'Writing g signatures'. In C.M. Levy & S. Ransdell g vY The science o writing. Theories, (eds.),g methods, individual differences and pp a lications. Mahwah, NJ: Lawrence J Erlbaum Associates, 1996, p. I -161. 99 p 49 M. Torrance, G.V. Thomas & E.J. Robinson, J `The writing strategies of graduate research g g g students in the social sciences'. In: British Journal o Educational Psyc Dichter bij de dichter Poëzie door de schooljaren heen Als je groot bent wil je dan niet meer spelen of mag het dan niet meer? Is er een leeftijd waarop iemand je komt vertellen: `Vanaf heden is spelen verboden,' en wie zou degene zijn die mij dat kwam vertellen? (Uit: Tjitske Jansen, Het moest maar eens gaan sneeuwen) Wil van der Veur uidi e examen- Maarteneven. Met andere woorden: g eisen havo vwo de leerlino rond van een doorlopende poëzielijn is niet echt g op P P J zijn leerervaringen van z persoonlijke noodzakelijk. g 1 l leeservarin en beargumenteerd verslag g g uitbrengen aan de hand van twaalf Oude schoenen g werken waarvan ten minste drie werken Na zevenendertig jaar vreugdevolpoëzie- gl g P van vóór 188o – op het havo acht onderwijs gooi ik ondanks al die onder- P g werken in totaal. De selectie van werken wisontwikkelin en nog steeds de kont g g moet naastroza of toneel ook poëzie tegen de krib en blijf ik pleiten voor p P g l P bevatten. Waarom zou je met zo'n ruimte en tijd voor een aparte en eigen tijd Overleg en afstemming g P g minimumdoel dan nog je bestaande s speelruimte voor poëzie in de moeder- Waarom die waarschuwende woorden? gl P P poëzielijn handhaven? En als er in het taal. Dat betekent voorpoëzie in de Praktijkervaringen hebben mij geleerd P l l g lg curriculum van Nederlandseen lespraktijk: gewoon doorgaan met een dat de autonomie van de individuele g P l g g poëzielijn is opgenomen: waarom zou j je l interactieve opvatting van communicatie, docent in het huidige onderwijs vaak P l Pg P g g onderwij die dan nog ontwerpen en ontwikkelen? kennis van en inzicht inoëzie eisen en overlevingsstrategie is. Die is niet g P P Daaruit blijkt maar weer eens te meer literaire competentie, zelfkennis en altijd goed te praten, maar is wel te l P lg P hoe ernstig de positie van het genre is emotioneel zelfbewustzijn ontwikkelen. verklaren. De dagelijkse school- en g P g l gl emar inaliseerd. Heb je op je school een zinvollepoëzie- les lespraktijk kent regelmatig uni- g g Pl P e l g g comm In onderwijsontwikkelingen heeft lijn? Gooi dan niet zo maar die oude catie roblemen en dwingt je helaas vaak l g e gl poëzie in feite altijd al aan de marge e altijd weg voor je nieuwe hebt! j tot eengedrag van `eigenheimer', wil je g g g g g ~ J van het bewustzijn van rede en Voorkom frustraties door je eerst goed af je werk nog fluitend en goed doen. Het l~ l g l g g redelijkheid, van de taal, van de boeken- te je vragen of in j curriculum een door- blijft voor een docent laveren tussen g J l markt en van hetg emar inaliseerde lopende poëzielijn van brugklas tot en Scylla van onderwijsbeleidsmakers en g e e l g cY l literatuuronderwijs bestaan. Het is met eindexamen en de interne samen- Charybdis van leerlingen en hun l rY g treurig, waar: je kunt in de werkingn de sectie Nederlands van zo'n motivatie. Daar komt nog bij dat g~ l g g bij huidige nogal vrijblijvende onderwijs- kwaliteit zijn, dat overleg en praktijk in neerlandici vaak uiterst eigenzinnig g g vrijblijvende l l~ g P l g g situatie voor de weg van de minste de tegenwoordig gewenste `kernteams zijn. zijn g g gg g weerstand kiezen en dei' aan pijp met scenario's' zinvol en nuttigijn. afstemming in secties moeilijker gl g l 22 TSJIP/LETTEREN 15.2 geworden door het `duiventil edra ' van n g g a docenten in de j afgelopen aren en hun niet altijd adequate vooropleiding en/of altijd el P g en kwaliteit en door de vele (mislukte) beleidsveranderingen. g Door toename van het aantal parttimers en sectieleden zijn overleg P zijn g en afstemming in met name grote g g scholen er niet beter op geworden. Pg Vind bijvoorbeeld maar eens een voor l iedereschikt moment van overleg in g g een sectie van twaalf leden op een P school met 1500 leerlingen! 5 g Eigen praktijkervaringen en lesmateriaal g P I g Wij hebben gelukkig een jarenlange Wij g g l g traditie vooroëzieonderwijs van de P J brugklas tot en met de Tweede Fase, g en een doorlopende lijn. Wij zijn en P lijn. Jl blijven als sectie nog steeds overtuigd J g g van de zinvolheid vanoëzie en weten P onsesteund door de resultaten van g onze leerlingen en door activiteiten van g instanties als Doe Maar Dicht Maar en interessante websites als www.doemaardichtmaar.nl, www.dichtvorm.nl, p www. lint.nl www.schoolder oezie.nl P www.literatuureducatie, www. oezie-in-bewe in .nl en P g g www.zebi.nl. Ikzelf maakte in e onderbouw weinig gebruik van de gg afdeling Poëzie' in de door ons g gebruikte methode Op niveauplus, g p maar mijn leerlingen werkten steeds l g met veelplezier uit mijn eigen P mijn g methode Dichtklapper, die ik maakte in pp samenwerking met Jan Boland in g 1993. Dichtklapper kent 28 lessen 993 pp waarin `Techniek' `Perspectief p , `Kijken' `Verschillende soorten J gedichten', 'Spelen met taal', `Voor- lezen' `Gedichten maken' en `Oordeel en achtergrond' de onderwerpen zijn. g P l Die basislessen kenmerken zich door `leren door doen': eerst kort `hetlaatje P l enraatje' door de docent en daarna P l `het daadje' door de leerling. Het daadje' g materiaal bestaat uit docenten- en leerlingbladen. bladen. In de docentenbladen g an de doelen van de les, het lesidee, , de voorbereiding en de lesactiviteiten g per leerlingblad. De leerlingbladen P g g bevattenedichten uitleg bij g ~ g l gedichten, uitleg bij het behandelde g ~ g bij onderwerp en vragen en opdrachten. P g P Leerlingen kunnen vrij zelfstandig met g vrij g die bladen aan de slag. Zo leert een g leerling `woordeconomie' herkennen g enebruiken effecten van beeldspraak g ~ P en `Barbarber-taal' en het spelen met P woorden - dubbel- en meerzinnigheid, g letterlijk en figuurlijk taalgebruik, letterlijk g l vormen van spot - en `taalmuziek': P leestekens, ritme, klankeffecten. Zo schreef David in A2b in les 23, `Dromen is een beetje liegen tegen beetje g g beter weten in': Het luchtkasteel Ik wil wonen in een luchtkasteel nadat ikebun eejum t heb g g l P enesta edived heb g g enarachutegesprongen heb P en als laatste in de half i e geskated PP g heb. Ik zal de muren schilderen met Wu-Tang tekens, g de keuken verbouwen tot formule g r-wa ens de daken maken van hout, de douche beplakken P metornosterren, P mijn beveiliging mijn g g zal ik veranderen. Ik zal wonen in een luchtkasteel nadat ikebun ee'um t heb g g l P enesta edived heb g g enarachutegesprongen P en als laatste in de half i e geskated PP g heb want ik beschik over de g vin ers van een timmerman. Bi' Dichtklapperontstond onder meer Bij pp met heel wat or - overigensanisa g tonische voetangels els en klemmen - ook g het vakoverstijgend project Nederlands/ et vakove lg P l waarin `hoofd hart en tekenen/biologie, en a d an h ' aan bod komen in een lessen- reeks `Dichter bij bi het dier' voor de onderbouw, in samenwerking met g i loo Paul van der Veur. Leerlingen bioloog g observeren daarin uiterlijk en gedrag en uiterlijk g g maken schetsen van een aantal asiel- dieren en zij schrijven vervolgens zij schrijven g speciale gedichten over hun observaties. P g Voor klas drie is er eenproject `Het Pl samenstellen van een bloemlezing poëzie' waarin leerlingen zelf gedichten P g g kiezen uit diverse jeugdpoëzie en die l beoordelen met behulp van het BIB- P model Beschrijven van vorm en inhoud, Interpreteren en Beoordelen volgens rP g criteria. Met brengen, leert luisteren naar de toon die de taalmuziek maakt en een kritisch-analytische houding ont- Y g wikkelt. Die stimuleer ik overigens ook g door éénmaaler week een gedicht o P g op het bord te schrijven of voor te lezen. l Of we organiseren met sectiegenoten g g eenoëziemidda waar leerlingen p g g voordragen uit bestaande poëzie en g P hun eigen werk: een samenspel van g p instructie, interactie en constructie. Leerlingen ervaren daardoor dat poëzie g P ewoon o allerlei momenten en niet g P alleen in speciale poëzielessen ter p P verstrooiing,verwondering, ontroering g g~ g of als springstof bi' het dagelijks leven l g l hoort. Leerlingen van brugklas tot en g g met de laatste klas roe bovenbouw klas/groep blijken tot verbluffend goede eigen blijken g g producten en heldere analyses/ ses Y interpretaties van bestaande poëzie in P p staat. Lesmateriaal van Doe Maar Dicht Maar en onzere oëziemidda en in - P g p eindexamenklassen zijn elk jaar een zijn l succes en het levende bewijs van de J mooisteedichten van leerlingen. g g Oude schoenen weggooien? gg Omdat wij een traditie met een stevige l g basis hebben, zal de 'Vernieuwing Basisvorming' de inhoud en didactiek g van onzeoëzielijn in het vak Neder- P l lands in havo en vwo van begin tot g eind niet echt veranderen. De kern- doelen kunnen immers 'per er school- niveau variabel worden ingevuld g waarbij recht kan worden gedaan aan waarbij g het individuele niveau, het startpunt p van de leerling en het beoogde door- g g stromin sniveau.' Bovendien kunnen g volgens de nota de kerndoelen per g P schooltype verschillend geinterpreteerd P g P worden. In de wisselwerking van g Nederlands en andere vak-/leer- ebieden de integratie van Nederlands g ~ g en vakoverstijgende projecten laten we lg P l ons nietek maken. We houden de g poëzielijn bescheiden, overzichtelijk en P J ~ l beheersbaar voor iedere docent. In een Programma van Toetsing en Afsluiting g g g hebben we de toetsingsmomenten g vastgelegd: een- of tweemaal in klas een en twee een vakoverstijgende lg `voltreffer' in klas drie een bloem- , lezen van jeugdpoëzie zelfstands g zelfstandig laten samenstellen, in de bovenbouw eenoëziedossier en daaruit voort- p vloeiend eenmaal eenoëziemidda in p g dere-eindexamenklas en ter P afsluiting van het poëziedossier in het g P schoolonderzoek van het examenjaar l het schrijven van een recensie over een l dichtbundel van een lievelingsdichter. g In die recensie moet een leerling het g resultaat van hetoëzieonderwi's laten P l blijken. Dit betoog wordt beoordeeld blijken. g op bibliografie, brongebruik, P g ~ deskundigheid, structuur en ar men- g ~ u g tatie schrijfstijl en spelling. l l Onze dagelijkse onderwijstrein rijdt gl l J intussen door. In de afgelopen 'aren l waren op onze poëziemiddagen de P P g dichters Haar Peeters Menno g Wi man en Ruben van Gogh onze g g gasten. Op i6 maart 2005 lazen o g P 5 op een poëziemiddag leerlingen van 5-vwo hun P g g 5 zelfemaakte gedichten aan klas- g g enoten voor gecoacht door dichteres g ,g Tjitske Jansen. Zij beoordeelde boven- l Zij dien hun werk, werdeïnterviewd en g droeg voor uit haar werk. Een succes- g volle middag met een breed spectrum g p aan taalvaardigheden en een hoge g g kwaliteit van leerlinggedichten. In het gg oëzieonderwi's hebben we onze oude P l schoenen nog maar niet weggegooid. g Wat er ook moge gebeuren, wij houden g g ~ wij poëzie binnen de 'speeltuin' van de P P moedertaal. Wil van der Veur was tot 1 augustus 200 ~ 4 docent Nederlands en CKV-i op het p Marnix College te Ede. Op 1 augustus g p ~ 2005 heeft hij de nensioen erechti de 5 J g g leeftijd bereikt. Gebruikte literatuur Tjitske Jansen, Het moest maar eens gaan J 1 g sneeuwen. Amsterdam: Podium, 2003. 3 Wil en Paul van der Veur, `Dichter bij bi het dier. Een lessenreeksvoor oëzie de basis- P vorming'. In: Levende Talenoo g (1995), 5 P. 252-255. Wil van der Veur enan Boland, Dicht- 1 klapper. Werken met gedichten in de basis- pil g vorming. Enschede: SLO, r g 993• Anne de Vries, Helma van Liero - P Debrauwer, Piet Mooren (red.). Poëzie is p kinders el. Poëzie onder en boven de 18. Bijdragen aan het symposium o r januari l gop 9l 2000 aan de KUB. j Oisterwik: Dutch University Press, 2000. tY Wat drijft scholieren tot cultureel gedrag? De relatie tussen persoonlijkheid en cultuurparticipatie In één schoolklas kunnen de verschillen tussen leerlingen groter en opvallender zijn dan de overeenkomsten. De een leest graag, schrik ft zelfverhalen, is actiefbij ij de schoolkrant en neemt actief deel aan diverse vormen van cultuur. De ander mijdt het lezen, schrik ft alleen wanneer dat nodig is voor een schoolopdracht en bezoekt in de vrije tijd zelden theater- voorstellingen. In welke mate zijn scholieren geïnteresseerd in cultuur en welke variabelen kunnen verschillen in cultuur- deelname voorspellen? De verklaring voor verschillen in cultuurdeelname wordt in dit artikel gezocht in de persoonlijkheidsleer, meer specifiek in de theorievorming over behoefte aan fantasie (fantasy proneness) en die aan reflectie (need for cognition). Alvorens deze variabelen beschreven worden, zal eerst de praktische relevantie ervan uiteengezet worden. Cedric Stalers Belang van inzicht in persoonlijkheid p g P I Het bestuderen van deersoonlijkheid P l van leerlingen klinkt als een zeer g theoretische bezigheid. Toch heeft g deze ookraktische consequenties: het P ~ bestuderen van de relatie tussen persoonlijkheid en cultureel gedrag l g g biedt inzicht in de drijfveren achter l cultuurparticipatie: waarom doen leerlingen wat ze doen? Onderliggende g gg drijfveren kunnen door dit onderzoek l aan de oppervlakte komen. PP Een bijzondere rol in dit onderzoek 1 krijgt t de variabele leesattitude. Lees- attitude blijkt in sterke mate verschillen l in leesgedrag en bibliotheek gebruik te g g g verklaren. Verbetering van de lees- g attitude is tevens een van de doel- stellingen van leesbevordering. De g g vraa waar dit onderzoek antwoord o vraag op robeert te even is of verschillen in P g leesattitude terug te voeren zijn o g zijn op verschillen inersoonlijkheid. P l Wanneer er een sterke samenhang blijkt te zijn tussen cultureel gedrag en blijkt zijn g g leesattitude enerzijds en persoonlijk- enerzijds P l heid - anderzijds kan dit al te hoog- g verwachtingen over de gespanneng effecten van leesbevordering en C KV- g onderwijs temperen tot en een meer l P realistisch niveau. In deraktijk P l verwachten subsidiënten, managers en g leesbevorderaars vaak van kortlopende, P weinig intensieve projecten grote g Pl g veranderin en in attitudes en gedrag. g g g Wanneer ditedra en die attitudes g g echter sterkerelateerd blijken te zijn g blijken zij ersoonlijkheid — een s cho- P l P logisch construct dat beschouwd wordt g als stabiel en moeilijk veranderbaar — dan weten we meteen dat we van P kortlo ende cultuur- of leesbevorde- rende activiteiten niet terote effecten g moeten verwachten. Fantasy proneness Yp Fanta proneness — vrij vertaald: behoefte Fantasy vrij aan fantasie en verbeelding — is een g persoonlijkheidskenmerk dat uitvoerig l g onderzocht is door Merckelbach, Horselenberg en Muris. Mensen met g een sterkefantasy proneness hebben een sYp sterke neiging in een droomwereld gg (verhaal, film of dagdroom) te stappen g PP en kunnen hierin helemaal opgaan. In Pg zeer extremeevallen kan de grens g g tussen fantasie en werkelijkheid bij hen werkelijkheid l vervagen. Deze meer extreme vormen g van fantasiebehoeften — gj mo elik voort- komend uit inrij ende emotionele g rijp ervaringen — zijn niet meegenomen in g zijn g het onderzoek. In een onschuldiger g vorm kan deze behoefte zich bij l kinderen uiten in het hebben van denk- beeldige vriendjes, opgaan in verhalen g l ~ Pg en sterk meeleven met sprookjes. Het P l kan - bij volwassenen resulteren in dag- g dromen die heel levendig en accuraat g kunnen zijn. l In het onderzoek van Merckelbach et al blijkt dat mensen die hoog scoren o blijkt g op deze variabele ook meer dan anderen aangeven `automatisch te schrijven': bij g schrijven': bij het schrijven van een verhaal, brief of l artikel zijn zij niet meer bewust bezig zij g TSJIP/LETTEREN 15.2 25 met reflecteren over hetgeen een ze willen g opschrijven, maar lijkt de brief P l l e of het verhaal zichzelf te schrijven. D e De schrijver l is een `assief door eefluik van alle P g schrijfideeën die zich s ontaan " h ken J P l aan te dienen, eerder dan een 'actieve' e regisseur die bepaalt in welke volgorde g p g e ideeën oflotlijnen zich ontvouwen. Uit ofplotlijnen hun onderzoek blijkt tevens dat fantasy sY proneness hoog samenhangt met p g absorptie, ofwel de neiging op te gaan in rP ~ g g P g kunst, verhalen, natuur of andere fenomenen en alles om zich heen te vergeten. g Een veelgenoemd fenomeen dat g waarschijnlijk gelieerd is aan fantasy waarschijnlijk g Y proneness is het `Walter Mitty syndroom', dat vaak genoemd wordt Y ~ g om de relatie tussen fantasiefiguur g James Bond en zijn geestelijk vader zijn l Ian Fleming te beschrijven. Flemings g beschrijven. g g biograaf John Pearson schreef hier- over: 'James Bond was Flemings droom van g wat hijzelf zou kunnen zijn – een 1 l stoerder, sterker, succesvoller, saaier en heel wat minder bewonderenswaardig type dan de echte Fleming... In zijn g l contact met deeheime dienst tijdens g J de oorlog was Fleming iemand achter g g een bureau. In Bond werd hij zichzelf, l liet zijn Beretta in zijn chamois leren zijn l schouderholsterlijden en trok erop uit gl P om op eigengelegenheid de dood P g g g onderoen te zien. Bond is de man die g altijd slaagde daar waar Fleming faalde. altijd g g Bond was voor Fleming en voor ons g allen die toekijken en wensen maar niet l doen, de ideale Mitty-figuur.' uur.' g Bij Fleming en waarschijnlijk ook andere Bij g waarschijnlijk schrijvers had fantasie een dubbelfunctie: l enerzijds bood het hem de mogelijkheid enerzijds gl inedachten avonturen te beleven die de g werkelijkheid en mogelijk zijn angst hem werkelijkheid g l zijn g ontzegden anderzijds zou hij zonder die g , l l fantasie nooit James Bond bedacht hebben en het dozijn bestsellers over de l fictieve spion geschreven hebben. P g De veronderstelling is dan ook dat fantasy sY ronenesspositiefsamenhangt met het p P lezen en schrijven van fictie alsook l andere vormen van cultureeledra . Het g g lezen van verhalen vereist immers dat de lezer woorden kan vertalen in beelden, stemmingen en emoties en hij of zij zich g hij l personages of locaties voor het - P geestes- g g oogan halen. Het schrijven van g l verhalen kan vereisen dat een scholier een eigen fantasiewereld kan scheppen g PP en die zo helder vooroen krijgt dat deze ogen l vertaald kan worden in woorden. Need for cognition g Terwijl anta proneness een droom- ) sYp wereld betreft, gaat het bij need or ,g bij cognition om de echte. Dit persoonlijk- ~ P l heidskenmerk kan omschreven worden als de intrinsieke motivatie om infor- matie te zoeken, verwerven, analyseren y en interpreteren. Mensen met een hoge P g need for cognition – vrij vertaald: behoefte ~ vrij aan reflectie en kennis – zien een co nitief ezien com lex vraa stuk niet g g P g als een vervelende belastingaar als g, eenlezieri e uitdaging. Cacio 0 P gPP, Pe Feinstein en Jarvis omschreven mensen met een hoge need or cognition g ~ als actieve, explorerende eesten p geesten, magneten die informatie als ijzervijlsel g ijzervijlsel aantrekken. Een van de ideeën onderliggend aan dit gg onderzoek is dat need for cognition samenhangt met cultuurparticipatie en g leesgedrag. Een lezer kan door een schrijver uitgedaagd worden o en schrijverP plekken in een verhaal zelf in te vullen en tot diepere betekenislagen door te P g dringen. Een detectiveverhaal kan door g een lezer beschouwd worden als een cognitieve uitdaging waarbij hij net als g g g waarbij hij Hercule Poirot, Sherlock Holmes of Inspector Morse poogt het mysterie o P P g Y op te lossen. Ook andere vormen van kunst kunnen een cognitief beroep P doen op de toeschouwer, door hun P boodschap niet meteen prijs te geven P Pl g en door de toeschouwer ruimte te geven voor een eigen interpretatie. g retatie g P Vervolgens hangt het af van de g g persoonlijkheid van de toeschouwer of P J hij of zij dit beroep waardeert en de hij zij P 26 TSJIP/LETTEREN TS IP LETTEREN 15.2 aproneness + Yp rm informatiezoekers mfo at scheppers PP s + need for cognition ~ - overigen g verbeelders taak op zich neemt op zoek te gaan P P g naar diepere betekenislagen en zich P g een eigen interpretatie te vormen. g P Leesattitude De verwachting in dit onderzoek is dat g leesattitudes zich tussenersoonli'k- P l heidskenmerken enedra bevinden: g g de tweeenoemde ersoonlijkheids- g P l kenmerken verklaren verschillen in leesattitudes en attitudes verklaren vervolgens verschillen in gedrag, g g g~ bijvoorbeeld in de frequentie waarmee bijvoorbeeld ~ adolescenten fictie in de vrije tijd lezen. l tij worden door sommigen g beschouwd als de theoretische uit- werkingan het begrip leesplezier. De g gP P vraa in dit onderzoek is of er een vraag relatie bestaat tussen de twee eerder beschrevenersoonlijkheidskenmerken P l en lees attitude. Het begrip leesattitude wordt doorgaans ~P g opgevat als een stabiele, evaluatieve Pg houden ten opzichte van lezen die houding P evormd is door met name directe g (eigen) leeservaringen. Een leesattitude is g g stabiel in de zin dat deze binnen levens- fasen of ontwikkelingsstadia doorgaans g g niet sterk verandert, evaluatief in de zin dat er een oordeel over lezen datositief, P negatief of neutraal is) in beslagen ligt en g g evormd door ervaringen in de zin dat gevormd g leeservarin en op school en thuis – en g P hetlezier dat of de frustratie die hieruit P voortkomt – de basis zijn van die l houding. Leesattitudes blijken sterk samen te l hangen met leesvaardigheid en self effica ofwel het vertrouwen dat iemand cY~ heeft in en de verwachtingen die iemand g heeft van zijn eigen(lees)vaardigheden l g om o een bepaald niveau kunnen te P P resteren. Leerlingen die beter zijn in P g zij en meer vertrouwen hebben in hun g leesvaardigheden, en leesvaardi heden hebben een positievere leesattitude. Zwakkere lezers daarentegen blijken in de loop der jaren g blijken P l steeds meer hetlezier in lezen te ver- f liezen. Resultaten Om vast te stellen wat de relatie is tussen de behoefte aan fantasie en reflectie enerzijds en cultureel gedrag l- enerzijds g g en lees- attitude anderzijds zijn i8o scholieren l~l op drie verschillende locaties bevraagd: P g een vmbo-school, een school voor havo vwo en een jongerencentrum in l g Tilbur . 55% van de respondenten was Tilburg. 55 P . jongen en bijna 6o% was vmbo-leerling. g bijna g Deemiddelde leeftijd was veertien jaar, g leeftijd l het een doet vermoeden dat leerlingen g g van de onderbouw licht en oververte - g woordi d zijn in de steekproef. g zijn P Allereerst is vastgesteld aan welke g vormen van cultuur jongens en l g meisjes deelnemen. Meer dan negen meisjes g o de tien scholieren gaan naar de P g film. Twee op de drie lezen fictie en/of P aan naar de openbarebibliotheek. g P Opvallend is dat meisjes actiever zijn P meisjes zij het gaat tekst gerelateerde cultuur: as g g meer meisjes dan jongens lezen en meisjes l g schrijven verhalen, houden een da schrijven ~ - g boek bij bi en gaan naar de bibliotheek. g Als hetm om o gaat muzikale cultuur- g uitingen of bioscoopbezoek zijn de g P zij tussen jongens en meisjes l g meisje betekenisvol. Om de behoefte aan reflectie en fantasie vast te stellen is een lijst met l stellingen aan de respondenten g P voorgelegd met het verzoek aan te geven in welke mate een stelling van g g toepassing was op hen. Vervolgens zijn P g P g zij scholieren ingedeeld in vier groepen g g P op basis van een hoge of lage score o P g g op deze twee variabelen. De resultaten zijn te zien in het schema. l Informatiezoekers scoren hoog op Scheppers Verbeelders Informatiezoekers Overigen PP g Verhalen lezen Verhalen l schrijven Een informatief boek lezen Een dagboek bijhouden g bijhoude de openbare P bibliotheekaan g Naar de filmaan g Een toneelstuk of cabaret bezoeken Een tekst voor een lied of P ra nummer schrijven l Naar een muziek- concert aan g 8o% 2% 5 88% 36% 75% 94% 45% 34% 40% 25% 5 32% 2I% 5o% 34% 44% 23% 3 24% 4 47% 79% 37% 56% 24% 47% Scheppers Verbeelders Informatiezoekers Overigen PP g Positieve leesattitude Gemiddelde leesattitude Negatieve leesattitude g 63% 47% 3 47 25% 2I% 5 13% 32% 3 3 2I% 25% 5 55% o% 4 6% 3 24% 4 Tabel 3: Samenhang tussen leesattitude en persoonlijkheid reflectie en laag op fantasie; a taste scheppers P ~ PPers scoren op beide variabelen hoog; oog, overigen op beide variabelen laag en g p aag e verbeelders alleen op fantasie hoog e oog en op reflectie laag. Deze groepen bleken g g P e b eken van elkaar te verschillen als hetin gg om de variabeleeslacht: alhoewel a oewel de man-vrouwverhoudin in de groep g P scheppers en overigen conform die van ppa de totale res ondenten roe was P g P (omstreeks fif -fif bleek dat in de roe informatiezoekers jongens P ens l g oververtegenwoordigd waren terwijl in waren, terwij verbeelders meisjes g P es l over te enwoordi d waren. Voorts bleek dat g g in deroe scheppers havisten en g P PP vwo'ers licht oververtegenwoordigd waren terwijl in de groep overigen l g P vmbo-leerlingen licht oververte en- g g woordi d waren. Desalniettemin waren g de verschillen binnen schoolklassen groter dan die tussen o leidin - g s P g niveaus. Alser groep het cultureel P g P gedrag onder de loep genomen wordt, g g Pg levert dit het overzicht in tabel I op: P Deroe scheppers is het meest g P PP cultureel actief van alleroe en: de g P meerderheid leest en schrijft verhalen l (aan dit scheppende gedrag heeft de PP g g roe ook zijn naam te danken leest g P l informatieve boeken gaat naar de ,g bibliotheek en bezoekt muziek- concerten. l Bijna de helft bezoekt toneelvoorstellingen en/of schrijft g schrijf De verbeelders hebben eveneens belangstelling voor cultuur, g g maar eerder inassieve dan actieve P zin: hetercenta e schrijvers van P g schrijver en liedteksten is in deze roe veel kleiner. Bij de groep infor- groep Bij g P matiezoekerseldt dat de belang- g stellingoor informatieve boeken g beduidendroter is dan die voor g verhalende. De overgrote meerderheid g bezoekt de openbare bibliotheek; P waarschijnlijk eerder voor informatie l waarschijnlij voor leesplezier. De groep overigen P g P is van alleroe en het minst cultureel g P actief. Een meerderheid mijdt het l theater, de bibliotheek en het lezen van diverse teksten. Het blijkt dat de genoemde vormen blijkt g van cultureeledra – behalve g g bioscoopbezoek – onderling zo sterk P g samenhingen, dat ze samengevoegd g ~ konden worden tot één score. Deze score is vervolgens omgezet in een g g driedelin : leerlingen met een lage, g g g, emiddelde of ho e cultuurdeelname. g g Daarna is vastgesteld in welke mate g deze driedeling samenhing met de vier g g De resultaten persoonlijkheidstypen. zijn weergegeven in tabel 2. l De meerderheid van deroe scheppers g P PP (gekenmerkt door een sterke behoefte aan fantasie en reflectie) kent een hoge g cultuurdeelname, terwijl de meerderheid van deroe overigen (gekenmerkt door g Pg een lage behoefte aan fantasie en g reflectie) een lage cultuurdeelname kent. g Deroe en verbeelders en informatie- g P zoekers vallen hier tussenin. Tot slot is vastgesteld of verschillen in leesattitude g erelateerd zijn aan het persoonlijk- gerelateerd k zijn P J heidstype van scholieren. De weergave g hiervan staat in tabel. 3 De overgrote meerderheid van de groep g P scheppers heeft een gemiddelde tot PP g ositieve leesattitude, dat wil zeggen: ~ ggen: staat neutraal totositief tegenover P g lezen. Bij de groep overigen eldt J g Pgeld en dat de meerderheid daarentege negatief staat ten opzichte van lezen. g P Samenvattende conclusies en g aanbevelin en Uit het onderzoek bleek dat er een sterke samenhang was tussen - g persoon- lijkheid enerzijds en cultureel gedrag enerzijds g g en leesattitude anderzijds: scholieren l met een sterke behoefte aan fantasie en reflectieartici eren vaker in P P cultuur en hebben eenositievere P leesattitude. Scholieren die op beide P behoeften hoog scoren zijn het meest g ,l cultureel actief en staan het meest positief ten opzichte van lezen. P Scholieren die op beide behoeften laag g scoren, zijn het minst cultureel actief en staan in meerderheid g ne atief ten opzichte van lezen. P De uitkomsten van dit onderzoek noen P tot het temperen van al te hoog P ge g spannen verwachtingen ten aanzien van P g ro pr Een andere bevinding die mogelijk tot g gl initiatieven kan leiden is hete even dat gegeven 35% van alle leerlingen zelf fictie schrijft. 35 g l Initiatieven zoals Doe Maar Dicht Maar beogen leerlingen te stimuleren zelf g g oëzie te schrijven en hen hiervoor een P l platform te bieden. Mogelijk kan een P gl vergelijkbaar initiatief — met hieraan j g gekoppeldg ook lessen gericht op creatief P schrijven — deze 35% stimuleren hun l 35 'pennen te slijpen'. Mogelijk vindt P lP g l hierdoor een nieuwe Ian Fleming zijn gl of haar uitgever. g Cedric Stalpers werkt aan een dissertatie p over de relatie tussen de leesattitude van adolescenten en hunebruik van de g openbare bibliotheek. Hij wil graag J g g Marieke van Roy, Verheyen en Y~ Y attitudes — dieelieerd zijn aan diezelfde zij Floor van Berkel danken voor hun hulp g persoonlijkheidg bij dit onderzoek. J veranderbaar zijn. l Houdt dite even in dat leesbevordering g gericht op g Gebruikte literatuur g van de cultuurdeelnameeen effect g kunnen hebben? Waarschijnlijk niet. J. Cacioppo, R. Petty, J. Feinstein & Jarvis, , 11 1 PP ~ J l Allereerst blijkt uit het onderzoek dat nog g `Dis ositional differences in cognitive P g rijk motivation: the life and times of individuals g g en/of behoefte aan reflectie varying in need or cognition' In: Psychological ~g ~ deelnemen aan alleenoemde kunst- Bulletin 1996, 11 9, 2, p. 197-253. g 99 9 P vormen. Mogelijk schatten zij hun zij gl vaardigheden om van die cultuuruitingen R. McKenna,. Kear & R. Ellsworth, g g 1 teenieten te laag in, zijn ze onvo `Childrens' attitudes towards reading: a g g ~ n l g doende op de hoogte van het cultureel national survey'. In: Reading Research P Y g aanbod, worden ze door ouders en Quarterly 1995, o, - Y 995 3 4, p. 934 95 vrienden nietestimuleerd tot cultuur- g deelname zijn zij nog nooit econfron- H. Merckelbach, R. Horselenberg & P. Muris, g g teerd met een cultuuruitingie appelleert `The Creative P g PP Q aan hunersoonli'ke smaak of hebben CE : a brief self-report measure of anta P l ~ QsY ) ze een onjuist beeld van een kunstvorm. proneness' In: Personality and Individual l p ~Y Attitudes ten aanzien van diverse Differences Zool,I, 8 - 3 p. 9 7 995• kunstuitin en kunnen verbeterd worden g door kennis te vergroten, vaardigheden te R. Ohlsen, Leesplezier – operationalisatie van ~ ~ g p p verbeteren leerlingen in contact te een begrip. Zwolle: Provinciale Bibliotheek g p bren en met kunstuitingen die hen Centrale Drenthe, 1992. g g 99 raken en het vertrouwen in hun vaar- diheden — een belangrijke correlant en J. Pearson, De man dieJames Bond uitvond. g ~l 1 J mogelijk zelfs determinant van lees- Utrecht: Bruna, 168. gj 9 attitudes — op te bouwen. P TSJIP/LETTEREN 15.2 29 Over een leerlijn CKV Een leerlijn is een didactisch instrument om de leerstof te ordenen over een langere periode. Hoe scholen ordenen hangt af van externe en interne factoren. Externe zijn bijvoorbeeld kerndoelen en eindexamenprogramma's die centrale overheid opstelt als uniforme regelgeving voor ordening van de leerstof. Interne factoren kunnen zijn de cultuur en kunst synoniemen, of is er yn , eigen pedagogische en didactische visie van scholen. Wat en onderscheid in betekenis? Als we daar antwoord op vinden, kunnen we voor p hoe willen zij voor hun leerlingen de leerstof ordenen? In Culturele en Kunstzinnige Vorming een g g toenemende mate mogen scholen daarbij hun eigen plan eerste leerstofordening aanbrengen, g g, namelijk: hoe leren we leerlingen g maken. De beperking van de kerndoelen biedt bivoorbeeld kennis maken met cultuur, hoe met scholen meer eigen inhoudelijke ruimte. En hun benadering kunst en hoe met de verbindingen g tussen beide. Indertijd werden, bij de Indertijd ~l van het nieuwe leren is eveneens zeer bepalend. Hoe ziet de ontwikkeling van de Tweede Fase van g leerlijn voor CKV eruit als niet de opbouw van de leerstof, het voortgezet onderwijs, de beeldende g l~ vakken, dans, drama en muziek onder maar de individuele leerroute van elke leerling centraal één naam samengebracht: Culturele en g staat en niveau, motivatie en competenties uitgangspunten Kunstzinnige Vorming. De achterli - g g g ende gedachte van de toevoeging in g gg zijn? Deze aspecten maken een bestuderen van een leerlijn cultureel was het streven van een CKV redelijk complex. beperking van de vakken. Bij de kunst- p g l zinnige vakken hoorde min of meer g vanzelfsprekend aandacht voor de P Hans van Bemmel Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) of vwo. Bovendien is alleen CKV in het cultuur. Toentertijd een logische Toentertijd g P g g werkt momenteel aan een leerlijn voor vrnbo en CKV-i in havo en vwo, kort gedachte, bij want bi' de in de eindexamen- 1 g CKV, l waarbij het accent ligt op de aan- gezegdP programma's ramma's van elk van de kunst- P sluitingussen de eerste en tweede fase ver licht examenvak voor alle leerlingen. vakkendans drama, tekenen, handen- , , g P g van het voortgezet onderwijs. Eind 200 onderwijs. 2005 De kunstzinnige, zeg maar productieve, arbeid en muziek) behoorde, naast een g g~ g P zal zij naar verwachting met de eerste vakken (tekenen, handvaardigheid, dans, , schoolexamen betreffende de vaardig- g g resultaten naar buiten treden, ter bes re- p drama en muziek) zijn naar keuze. De heden immers een centraal schriftelijk l kin in een kring van deskundigen. conclusie is dat een leerlijn CKV voor examen dat de kennis toetste over g g g l leerlijn elke leerling wel start in groep een van kunst eschiedenis en de klassieke P g g p g het voor elke leerling van belang dat er de basisschool, maar dat met name voor culturen van Egypte, de Grieken en de g g gYP wordtekeken naar de doorgaande lijn lij hetroductieve deel van CKV niveau en Romeinen. Vanuit deze traditie was er g g P begint in groep r van de basisschool duur van leerlijn voor leerlingen sterk leerlijn weinig behoefte om de begrippen van g g P g g en eindigt bij de afsluiting, welk uiteen kunnen lopen. kunst en cultuur nauwkeurig te g~ op P g niveau dan ook, van het voortgezet g omschrijven. We vinden dat ook nog g onderwijs. Die afsluiting is zeer variabel. Kunst en cultuur terug in de begintijd van CKV-i. In de g g g l Dat heeft verschillende oorzaken. inhoudelijke eerste methoden van het vakaat het P g Leerlingen sluiten voortgezet onderwijs onderwij leerlijn CKV begint allereerst met de hoofdzakelijk over kunst en wordt die g g l g l op verschillende niveaus: vmbo, havo vraa : wat is cultuur en wat kunst? Zijn nauwelijks van cultuur onderscheiden. p g l l 30 TSJINLETTEREN 15.2 Er zijn vervolgens twee ontwikkelingen zijn g g die daar verandering in brengen: in de g g eerstelaats de initiatieven van het eerstep laat Cultureel Erfgoed om scholen te Project g stimuleren de educatie over ons nationaal cultuurbezit structureel op te P nemen in het curriculum. Opmerkelijk P l is dat ditroj ect zich niet beperkt tot Pl P CKV maar ruimte zoekt binnen alle vakken. De andere impuls volgt later bij de P g bij ontwikkeling van het vak CKV binnen g het vmbo. De ontwikkelaars van dat vak kregen de opdracht om CKV dicht g P aan te laten sluiten bij niveau en de l belangstelling van vmbo-leerlingen. g g g Verschillen in bijvoorbeeld etnische l culturen en specifieke culturen van P jon eren kregen er aandacht en l g g mo mogelijkheden. Dat leidt ertoe dat g J leerlingen voor het eerst naast kunst g ook het begrip cultuur specifiek gP P kunnen benoemen. Het vak CKV, experimenteel begonnen P g in 1996, is inmiddels bijna tien jaar 99 ~ bijna jaa en er zijn vele varianten in omloop P om kunst en cultuur te beschrijven. 1 Veel duidelijkheid en ruimte geeft de duidelijkheid g vol ende omschrijving die ik in het g l g vervolg van het artikel ook hanteer: g cultuur is alles wat verbindt, kunst is wat zich daarin onderscheidt. Eenduidig Cultuur wordt ook ezien als tegen- g hanger van de natuur: alles wat de g mensen doen, denken en maken. De genoemde stelling geeft vervolgens aan g gg g dat dit doen, denken en maken altijd l binnen bepaalde kaders of grenzen P ~ ebeurt. Cultuur behoort bij gebeurt. een J bepaalde groep, bijvoorbeeld jongeren, P g P~ bijvoorbeeld l g allochtonen, volkIndianen, Egypte- naren ... school, vereniging,bedrijf, stad, et cetera. Ons cultureel erfgoed is g dat wat ons in Nederland bindt aan tradities, gebouwen, rituelen, feesten, et ,g , cetera. Maar we realiseren ons ook dat er een werelderfgoed is. Het gaat dan over g g hetzelfde met als verschil dat de kaders enrenzen niet beperkt blijven tot die g P blijve • Nederland. De l leerlijn CKV gaat over cultuur, kunst g en hun onderlinge relatie. De kerndoelen g van het en basisonderwijs de basis- basisonderwij en de examenprogramma's zijn • gl echter weinig consistent. De kerndoelen g van de basisschool bezitten bijvoorbeeld l als enige een kerndoel over de oriëntatie g o cultuur. Het maakt deel uit van de P kerndoelen voor het leergebied kunst- g zinni e oriëntatie: `de leerlingen g g verwerven enige kennis over en krijgen g lg waarderin voor aspecten van cultureel waardering P erf erfgoed'. Het kerndoel gaat uitsluitend g g over het `cultureel erfgoed' en is dus g slechts een onderdeel van de brede definitie van cultuur: `alles wat verbindt'. Bovendien kun j je je afvragen waarom dit g kerndoel bij het leergebied kunstzinnige l g oriëntatie is ondergebracht. Had het g wellicht veel beter bij het leergebied l g `oriëntatie op jezelf en de wereld' gepast? Pl gP Is hier sprake van een gem kans? P g Als we de leerstof voor CKV in een l leerlijn willen ordenen, dienen we de kerndoelen van basisschool en basis- vorming elkaar af te stemmen en in gP relatie te brengen met de eindexamens g voor CKV. Bovendien dient de benaming van de CKV-vakken in de g bovenbouw van vmbo en havo/vwo e de hetz lf te zijn. De vakken waarin zijn receptie van kunst en cultuur centraal P staan heten nu in het vmbo CKV en in havo/vwo CKV-i. De kunstvakken die gericht zijn o het zo enaamde hande- g l P g lin el zeg maar de traditionele sde g ~ g vakken (dans, drama, handvaardigheid, va g , muziek en tekenen) heten in het vmbo ook dans, drama, et cetera, maar op havo/vwo worden zij CKV- genoemd. zij 3g Er wordt al wel over nagedacht om een g verdelin te maken. Het receptieve vak, verdeling P waarin kennismaking met kunst en g cultureel erfgoed centraal staat, zal g mo mogelijk in zowel vmbo, havo als vwo g J CKV blijven heten. De vakken waarin l de verschillende disciplines actief P worden beoefend zullen als Kunstvak voor de bepaalde discipline worden P P aan aangeduid. Vanzelfsprekend wordt g P hier niete leit voor het opdelen van gP P de leerstof in verschillende vakken. D Verankering van leerlijnen door het vak drama Als in de praktijk leerlanen doorlopen dan is dat een kwaliteitscriterium voor een goed onderwijsleerproces van de leerling. Want ondanks het feit dat scholen steeds meer vrijheid krijgen, zijn er binnen de Tweede Fase verticale leerlanen zichtbaar in de kernvakken van de profielen. Deze zorgen voor aansluiting met het vervolgonderwijs en dus voor optimale doorstroommogeljkheden van leerlingen. Het vak drama levert aan die doorlopende leerlanen een bidrage, zeker nu CKV-3/drama als examenvak wordt aangeboden. De leerling moet zelf ervaren dat leerlijnen zonder overlappingen als vanzelf doorlopen en er een grote mate van samenhang is. Drama biedt vele mogelijkheden voor verankering van deze leerlijnen door dwarsverbanden met als gevolg dat er steeds meer samenhang ontstaat tussen de vakken. Ook wordt zo een wezenlijke samenwerking op gang gebracht tussen alle betrokkenen. Het gaat behalve om een gemeenschappelijke benadering van vakinhouden ook om de ontwikkeling van vaardigheden die in de Tweede Fase centraal staan. Jan van Gemert Beleving en waardering g In de Tweede Fase is drama onderdeel van Culturele en Kunstzinnige g Vorming (CKV), verdeeld over CKV-i g in hetemeenscha eli'k deel en g PP l CKV-2 en CKV-3 in het profiel Cultuur 3 P en Maatschappij. Daarnaast speelt PP l P drama al vanouds een rol in de bovenbouw met kunstklassen, theater- projecten, schooltoneel, et cetera. CKV- I is in hetemeenscha elijk deel g PP l verplicht voor alle leerlingen, met P g uitzonderin van de gymnasiasten, die uitzondering gY inlaats van CKV-i het vak Klassieke inplaat Vorming volgen. Het doel g g van CKV-i is dat leerlingen een g emotiveerde keuze leren maken uit g betekenisvolle activiteiten op het P gebied van kunst en cultuur. De g beleving en waardering van kunst en g g cultuur staan centraal. Culturele activi- teiten in de zin van bezoeken aan voorstellingen, concerten, films, , tentoonstellingen, monumenten en het g lezen van literatuur vormen de belang- g rijkste componenten van CKV-i. 0 J P Op het havo zijn er 120 studiebelas- tin suren beschikbaar op het vwo g ~P 200. CKV-i kent alleen een school- examen. De examinering kan gespreid g g P over de hele bovenbouw erfode laats- P P vinden. De leerling moet het vak naar g behoren afsluiten. Dit kan vertaald worden in `voldoende' en ` oed'. g Alle kunstdisciplines, inclusief P literatuur zijn in CKV-i even belangrijk. Literatuur komt binnen gl Nederlands en de moderne vreemde talen ook aan de orde, evenalseïnte- g greerd literatuuronderwijs (GLO). Het g . literatuuronderwijs literatuurgedeelte van CKV-i maakt g echtereen deel uit van GLO. Af echterg ee van CKV-i met de moderne g (vreemde) talen en/of GLO is natuurlijk l j mo elik. Het gaat behalve om de g g afstemmin van vakoverstijgende afstemming lg thema's ook om de wijze van literatuur- wijz en de beoordeling van g g leeservaringen. g Cultuurtheorie in de breedte CKV-2 is hetrofielvak in het profiel P P Cultuur en Maatschappij. PP J Binnen CKV-2aat het om cultuur- g eschiedenis van de beeldende kunst g en vormgeving,muziek dans en muziek, theater drama. Het vak laat leerlingen g kennismaken met de belangrijkste gl periodes uit onze cultuurgeschiedenis P g en leert ze verschillende vormen van kunst en cultuur kennen binnen de context van een bepaalde tijd. Voor dit P tijd zijn programma zijn minder uren beschik- baar dan voor CKV-drama namelijk CKV-3/drama, namelij havo en vwo respectievelijk 120 P l en 200 studiebelastingsuren. Het vak g wordteëxamineerd met een centraal g 32 TSJIP/LETTEREN 15.2 examen dat wordt afgenomen met een cd-rom. In feiteaat het bij CKV-2 om g l algemene theorie, de leerling leert in g ~ g brede zin begrippen te hanteren die van belang zijn voor receptie en g zijn P reflectie van kunst en cultuur. Door de verschillendeeriodes steeds op rond P Pg van dezelfde invalshoeken te bestude- ren, leren ze verbanden te zien tussen de verschillendeeriodes en tussen P historischeeriodes en onze tijd. P tijd CKV-3 ontstaat de verdieping door Bij 3 P g zelf actief te zijn in een bepaalde zijn P kunstdiscs kunstdiscipline en reflectie daarop. P P Vanuit CKV-2 zijn er dus directe l relaties te leggen met de vaktheorie van gg CKV-drama. Docenten kunnen 3 hierin een leerlijn aanbrengen. leerlijn g Verdie in vanuit een kunstdiscipline Verdieping P Bi' CKV-3 kiezen de leerlingen voor Bij 3 g een kunstdiscipline. Het is afhankelijk P afhankelij de school hoeveel kunstdisciplines P in CKV-3 worden aangeboden. Het is 3 g de bedoeling dat CKV-2, een or ga- g ~3 a g nische eenheid vormen. Ook leer- lin en die een ander profiel kiezen dan g P Cultuur en Maatschappij,kunnen CKV-3 als afzonderlijk vak kiezen in de 3 afzonderlij ruimte. Vanaf 2007 zal dit vak vrije 7 altijd samen met CKV-2 gekozen altijd g moeten worden. Binnen havo en vwo hebben de leerlingen respectievelijk g P l 24o en 28o studiebelastingsuren voor 4 g CKV- . Dit komt neer op twee of drie 3 P lesurener week gedurende twee leer- P g jaren. Het vak wordt geëxamineerd l g met een schoolexamen. Het schoolvak drama bevat meerdere g leer ebieden waarvan `theater als kunstvorm' er een is. Omdat het examenvak nieuw was bij l de invoering van de Tweede Fase, g hebben docenten CKV-drama een 3 eigen werkgroep opgericht binnen de g g P Pg BeroepsverenigingDocenten Theater en Drama (BDD). Er wareneen g methodes, wat eigenlijk de eigen g l g id van-de docenten ten goede vrijheid g m. Tegelijk moesten er leerlij kwam.leerlijnen 1 g J P zowel bepaald worden met owel aandacht or voorpraktijk als voor vaktheorie en vo p ~ lf tand werken van leerlingen. zelfstandig g komen ook verticale leerlijnen Hierbij J om de hoek kijken, omdat leerlingen l ~ g veelal in de onderbouw ook al het vak drama hebbenevol d en daarop g P wordt voortgebouwd. De ervaring is dat g g de leerlingen die al eerder met drama g bezi zijn geweest veel sneller durven bezig zijn g en kunnen spelen en ook beschikken P over inzicht in de samenhang tussen g theorie enrakti'k. Dit uit zich onder P l andere in het op de juiste wijze P J wijz hanteren van de vaktermen. a Leerlingen die nog geen ervaring gg g n met drama in de onderbouw, , extra aandacht. In die vragen hierbij g 1 leerlijn kun je aansluiten bij verticale leerlijn je bij d de kerndoelen rn oelen voor drama in de d onderbouw. De dramadocenten benutten de ruimte die het programma biedt voor het de P g leggen van eigen accenten. Zo zijn er gg g zij ontwikkeld die accenten le en op bijvoorbeeld leggen P bijvoorbeel aan acteren, vaste teksten, improviseren of vormgeving,hoewel P domeine P o onder- bouw vmbo havo en vwo KV-i KV-2 CKV-i CKV-2 CKV-3 spelen P X X X X X vormgeve vorm even X X X X presenteren X X X X beschouwen X X X X X oriëntatie op leren en werken P X X X basisvaardigheden g X X leervaardighede leervaardi heden X en maatschappij PP l X X drama en andere kunsten X eindo dracht P X informatie vaardigheden g X vaardi heden in samenhang g g X culturele activiteiten X X kennis van kunst en cultuur X praktische activiteiten P X reflectie en kunstdossier X X geschiedenis (vwo) g ~ X betekenis X vaardigheden benaderingswijzen g / X invalshoeken voor reflectie X onderwerpen (tijdsperioden) P ~l P X Tabel I: De domeinen binnen de verschillende vakken en leergebieden. TSJIP/LETTEREN 15.2 33 n kunst en culC^P^^^^^or de verschillendeeriodes steeds op rond P Pg van dezelfde invalshoeken te bestude- ren, leren ze verbanden te zien tussen de verschillendeeriodes en tussen P historischeeriodes en onze tijd. P tijd CKV-3 ontstaat de verdieping door Bij 3 P g zelf actief te zijn in een alle aspecten in het examen aan bod P domeinen ook een beeld van mogelijke e ke schoolverband namelijk worden er g l l moeten komen. aanknopingspunten van leerlijnen. Di ~ Dit keuzesemaakt voor leerlijnen die g l De vaktheorie binnen CKV-3/drama drama duidelijk ~ e nadruk moeten hebben. Hieronder kan verbonden worden met derakti k P 1 in een schema onderbrengt. Van worden een aantal mogelijke leerlijnen l door de opdrachten en thema's. Door P hieruit ziftir allerleiiijnerrte trekken enoemd uit gaande van het vak g g reflectie hierop wordt al doende P e de geleerd g Het duidelijkste zijn die vanspelen, ~ ~ CKV-3/drama. Het gaat daarbij niet3 g daarbij en kan deze kennis vervolgens r g worden vormgeven, presenteren en enkel om inhoud zoalsenoemd bij g bij toegepast o theatrale presentaties van op P a beschouwen, die vanuit de ond r ebou deze domeinen, maar zeker ook om anderen. dooriopert naar tie benam andere onderwerpen die horen bij de P l Hieraan zijn verschillende van de Tweede Fase. Examenprogramma's andere domeinen te koppelen. Hoe je PP l In de examenprogramma's even de dat doet is een kwestie van visie en Leerlijnen g J benamingen van de specifieke vak- situatie op de eigen school. Binnen De vakken CKV-z CKV-2 en CKV-3 3 g P P g hebben met elkaar het onderwerp `kunst beschouwen'emeen. Van dit g onderwerp worden bij elk van de drie P vakken verschillende aspecten P behandeld. Vanuit de examenstof is er samenwerking mogelijk op specifieke g g l P P thema's, waarbij ook andere vakken uit de bovenbouw kunnen afstemmen. Voor het bepalen van leerlijnen waarbij P docenten van vakken met elkaar samenwerken, is het noodzakelijk om uit teaan van de schoolvisie op leren. g P Hierin speelt in de Tweede Fase het P zelfstandig leren een belangrijke rol. g gl Ook op dit punt zijn doorlopende l- zijn en eer P P P lijnen belangrijk. In de Tweede Fase is l gl de term 'vaardigheden' een van de g sleutelwoorden. Uit onderzoek blijkt l echter dat van veel g vaardi heden ver- ondersteld wordt dat deze aanwezig zijn doordat ze in de onderbouw l aangeleerd zijn. Daarnaast blijkt dat g l veel vaardigheden terugkomen in de g g examenprogramma'sd dubbe- dus en lin en in het aanleren optreden. g P Kortom: de algemene vaardigheden g g worden niet volgens een leerlijn aan ge- leerlijn e g g leerd. Als je de vaardigheden op een g P rijtje zet, dan kom je tot het volgende je ~ g overzicht: a vaardigheden met betrekking tot g g voorbereiden en oriëntatie b vaardigheden met betrekking tot g g informatie verwerven c vaardigheden met betrekking tot g g informatie verwerken en verweren P 34 TSJIP/LETTEREN 15.2 d vaardigheden met betrekking tot g g informatie verstrekken e reflectieve en metacognitieve g vaardigheden g Het vak drama biedt mogelijkheden g l voor een bijdrage - ra e aan deze vaardi l g g heden. Een aantal mogelijke leerlijnen g l leerlijne hieronder beschreven. Kunst beschouwen Hoewel elk van de P kunstdiscs lines een eigen vaktaal heeft ontwikkeld, zijn er g ~l overeenkomsten in de manier waarop je kunstwerken kunt analyseren. In het J Y door KPC Groep uitgegeven model P `kunst beschouwen' is van deze gezamenlijkheid van vakken uitgegaan: g l Algemeen model kunst beschouwen g INHOUD A Waaraat het g kunstwerk over? B Wat heeft de kunstenaar daarover te vertellen? C In hoeverre suggereert gg het kunstwerk de l werkelijkheid? VORM D Waarmee is het kunstwerkemaakt? g E Hoe zijn de middelen l geordend (in tijd en g tijd ? FUNCTIE F Met welk(e) doel(en) wordt het kunstwerk gebracht? g Hoewel het model in de eerstelaats is eerstep laat voor het meer theoretische CKV-2, is het ook toepasbaar op CKV-i P P en CKV-3. Bij kunst beschouwen gaat 3 Bij g het om inhoud, vorm en functie van het kunstwerk. Bij Bi CKV-i wordt het beschouwen van de kunsteneleerd g door kennis op te doen, gekoppeld aan P , g PP praktischeen culturele activiteiten: de P leerling gebruikt het kunstdossier om gg versla te leren doen van al zijn verslag zij en op deze gebieden. Voor de g P g schouwin worden vorm, inhoud, beschouwing functie en historische achtergronden g als onderdelenenoemd. Om de g beschouwing volledig te maken, moet g g de leerling het kunstwerk ook leren g beleven en begrijpen, dat wil zeggen: gg betekeniseven aan het kunstwerk. De g persoonlijke beoordeling is hierbij P l g een hierbij kernpunt. De relatie tussen de P discs disciplines is belangrijk, enigeachter- f g J ~ e g ac rondkennis eveneens, maar het g ~ gaat g erom dat de leerling leert gemotiveerd g g een kunstwerk te beoordelen. Dit laatste en ook de tijd die er voor CKV-i l beschikbaar is, betekent dat de analyse y van een kunst zeker slechts op basaal P niveau kan wordeneleerd. g De basis van beschouwen die bij l is aangebracht, wordt bij CKV-2 uit- g ~ l ebreider behandeld. Hierbij worden g Hierbij de kunstwerken ook in maatscha - PPe lijke en historische context gezet, dit l g g gebeurt aan de hand van invalshoeken voor reflectie op het kunstwerk. Het P model kunst beschouwen van KPC Groep biedt een basisstructuur voor de P analyse van alle disciplines. Y P De theorie van CKV- bevat eindtermen 3 dieericht zijn op het analyseren van g zijn P Y kunstwerken en het bestuderen van de kunstwerken in historische en maat- schappelijke context. Het beschouwen PP l van CKV-3 krijgt meer diepgang,omdat 3 l g de leerling veel kennis van de kunst g opdoet via het zelf leren maken van P kunst in een bepaalde discipline. P P In het model is te zien dat alle drie de vakken eigen accenten leggen en dat er g gg daarbij sprake is van een leerlijn die tot daarbij leerlij komt in het leren beschouwen uiting van kunsten met l daarbij een theore- tische enraktische specialisatie in een P P kunstdiscipline. P Zelfstandig leren g Binnen het studiehuis zal er begeleiding g g zijn in het zelfstandig leren. De leraar zijn g treedt in bepaalde fasen van het leren P te als leraar, en wordt dan een terug begeleider die de leerling helpt initia- g P n ondernemen en zelfstandig te o ds d g Er is vaak een wisselwerking, g, bij CKV-2 tussen klassikale bijvoorbeeld l g inleidin e n door de docent en het zelf stad opdrachten i drachten uitwerken door de gP leerlingen. g Ook bij CKV-3 is een dergelijke opbouw bij 3 g J P teru te vinden, hoewel elk vak eigen terug ~ g accenten let zoals bi drama waar er g j veel aandacht is voor begeleiding en g g ontwikkeling van spelvaardigheden. g Duidelijk is dat doorlopende leerlijnen Duidelijk P leerlijnen zijn in het ontwikkelen van nodig zij heden hiervoor. Docenten vaardighede namelijk de leerling stap voor namelijk g P stap moeten leren zelfstandig te leren. P g Dat leerproces wordt bepaald door de P P sturin in de opdracht en P be alend worden benaderd. Ook bij CKV-i en CKV-2 moet rekening wordenehouden met wat de leerling g al in andere vakken heef teleerd. g Onderzoeksvaardiheden g In het examen van CKV-2aat het om g eo drie vaardigheden, namelijk informatie-g namelijk vaardigheden, standpuntbepalingen g ~ onderzoeksvaardigheden. Daarnaast aast worden er in het eindexamenprogramma van CKV-2 vier vaardigheden specifiek g P genoemd die de leerling moet beheersen g g en die ook te relateren zijn aan onder- zoeksvaardi heden namelijk termen en g , l begrippen hanteren, informatie ~pp herkennen, benoemen en toepassen, p , bronnenmateriaal hanteren en overeen- komsten en verschillen bi' de bij beschouwing noemen en toepassen. g P Onderzoeksvaardigheden zijn in de g J gehele Tweede Fase belangrijk, niet g gl~ alleen in de vakken maar ook in bijvoorbeeld het profielwerkstuk. bijvoorbeeld e Vooral bij de vaktheorie van CKV-3/ 3 drama zijn er doorlopende leerlijnen zijn e 1 met CKV-2, Nederlands geschiedenis ,g en maatschappijleer, maar ook bij de ee l ~ bij praktijk van CKV-3 liggen k- e J 3 ggen er raak- vlakken. In vakoverstijgende projecten lg e l kan aan onder- n bijvoorbeeld de leerlijn bijvoorbeeld l zoeksvaardi heden worden gewerkt. Zo g g kunnen leerlingen teksten schrijven g l onder begeleiding van de docent Neder- g g lands, gebaseerd op thema's uit behan- g e delde literatuur. De g leerlin en onder- zoeken vanuit deze thema's de hedendaagse werkelijkheid, gaan de g l ,g dialogen schrijven en vervolgens met g schrijven g deze teksten de rollen opbouwen en de e scènes neerzetten. Vakoverstijgend beginnen Jg g Omm werken k goed te kunnen werket door- g lopende leerlijnen is in de eerste plaats e leerlijnen e (regelmatig) overleg noodzakelijk g g g l tussen betrokken vakdocenten over ro ramma's en keuze van leerlijnen. e nen g l Dit ook om een visie te ontwikkelen op de samenhang in het leerproces. s. Het is g P verstandig voort te bouwen op wat in g P de onderbouw in de vakken ontwikkeld ed is. Deebruikte vaktermen moeten in g onder- en bovenbouwelijk zijn. Het g J l expliciteren ervan kan ook een goed P g startpunt zin voor het werken aan l doorlopende leerlijnen. Bepaal wat in P leerlijnen. P iedereval behandeld gaat worden in g g de vakken. Bepaal ook de ruimte voor P en vakoverste in en bepaal projectenlg g P hoe de afstemming er uit komt te zien g en leg dit vast. Let hierbij de did- g o hierbij ac tiek de verhouding tussen zelfstandig g leren, theorie enrakti'k. Ontwikkel P l een visie om zo leerlijnen te kunnen l ontwikkelen. Bepaal de belangrijkste p gl leerlijnen. Dan kunnen eventueel ook l afspraken worden gemaakt over P g vakoverstijgende thema's en mogelijke lg g l projecten. Let hierbij ook op buiten- erol hierbij P schoolactiviteiten. Betrek het cultuur- beleid van de school erbij en bepaal de erbij e mogelijke wisselwerking. Begint u met g l g g eenpilot, doe dit dan op beperkte p ~ P e schaal. Jan van Gemert is dramadocent aan het Koning Willem 1 College in 's-Hertogen- g en g g bosch en is tevens werkzaam als adviseur bij onderwijsadviesbureau KP . b au KPC Groep. J J p Gebruikte literatuur Gerrit Dinsbach, Henriette PP Co ens en Lieke Koot, De werkelijkheid bespeeld. J p Enschede: SLO 2002. Jan van Gemert, Invoerin van CKV-3/ 3l drama. Drama metapplaus. In: Theater en PP Educatie-2, 200 . 9 3 Suzanne Beek, Elke van der Elzen, Antoine Gerrits en Michiel Maas, Horizontaal door- lopende leerlijnen bi' cultuureducatie. KPC p J J Groep, 200 . p 4 6 3 TSJl IP LETTEREN 15.2 Een pil van een boek Spit. Ik strompel met mijn lijf in een s-bocht door het huis. Tijgerbalsem, pijnstillers, spierontspanners, P P J J lg ~PJ handopleggers, gebedsgenezers.... niets lijkt te helpen. Pgg ,g g lijkt P Natuurlijk wel veel vrije, zij het pijnlijke, tijd. Er kan weer eens royaal gelezen worden. Ik begin aan Natuurlijk l~ zij PJ l~ tijd. Y g g een kloek boek: 1812, Napoleons fatale veldtocht naar Moskou van Adam Zamoyski. Vijfhonderd p Y Vijfhonder onbeschrijflijke ellende. Bij de terugtocht in de Russische winter moet er regelmatig bij Pag onbeschrijflijke l g g g l meer dan dertig graden onder nul in de openlucht zonder tent overnacht worden. Een kampvuur gg P P wordt dan eenrimaire levensbehoefte. En als dan de man die het kampvuur 's nachts brandend P P moet houden in slaap sukkelt kan hetgebeuren dat de andere ochtend iedereen rond het uit-' , g gedoofde vuur doodgevroren is. Stervende paarden worden nog voor ze dood zijn opengesneden om g g P g zijn er hart en lever uit te halen. Zelfs mensenvlees worden wor en Gewon voedsel. eert als dsel. Gewonden nood- fungeer achtergelaten om in eenzaamheid langs de weg te sterven. gedwongeng g g En ik met mijn spit? Ik voel niks meer. Tegenover zoveel beeldend beschreven ellende verdampt de mijn P g P ei en pijn. Wat al die eerder genoemde middeltjes niet konden bewerkstelligen, lukt een goed boek g PJ g middeltjes g~ g wel. Literatuur als medicijn, letterlijk. Als ik huisarts was zou ik het wel weten. Veel minder pillen en l~ letterlijk. P re regelmatig een passend boek voorschrijven. `Neemt u deze roman maar eens mee, mevrouw. Nee, g P voorschrijven. , pillen hoeven niet. Al na twintigpagina's zult u merken dat uw klachten beginnen te verminderen.' P gP g g Literaire vorming in het nascholin s akket van huisartsen? g gP / TSJIP/LETTEREN 15.2 37 i ) i ) I I i ) ) i ) q Mi uel Bulnes Vassallucci, 200 - 2005 ISBN o 5000 826 95 7 €i o 7-5 Sinds W.F. Hermans weten we – als we het zelf al niet hadden ervaren tijdens onze studie – dat J hooggeleerde heren dan misschien gg wel ontzettendeleerd maar niet g altijd ontzettend aardig zijn; dat altijd g 1 veel van hen vooral uit zijn op hun zijn P eigen roem. Jidde Hartman de g hoofd hoofdpersoon uit Bulnes' tweede e boek – zijn eerste heette Zorg, g, verscheen in 200 en toonde in 3 een erggeestige stijl een vaak gg g stij al ontluisterend beeld van het noga in een ziekenhuis, het advies om dit boek vooral niet cadeau te doen aan iemand die op korte p een termijn met ziekenhuis- termij name geconfronteerd zou gaan P g g worden was meer dan zomaar een reclamekreet –, Jidde Hartman dus is assistent in opleiding,hij doet hij fundamenteel kankeronderzoeken e hoopt daar binnen afzienbare tijd p tij te promoveren. Een groot deel P P g van zijn kostbare tijd gaat verloren zijn tij hij de speelbal is van zijn hij P zij leraren die elkaar het licht in hoogleraren o en en zeker ook de forse g~ onderzoekssubsidies die e mo - g lijkerwijs binnen te halen zijn, niet J 1 I~ unnen. Geld is macht ook in het g universitaire wereldje en dus l~ wordt ereentri eerel gelobbyd, g g -g Y - echanteerd en zo nu en dan ook g , nog aan onderzoek gedaan. Lab is g g hilarisch: ik heb een aantal malen hardop zitten lachen om de p wijz Bulnes de moeizame weg g van Jidde in de richting van zijn g zij schildert. Voor zowel de p ziekenhuiswereld als voor de wereld van het medisch onderzoek is het te hopen dat de schrijver, 1 - zelfarts/onderzoeker, voor zijn 1 twee romans meer aan zijn 1 fantasie dan aan zijn dagelijkse zijn g 1 werkelijkheid heeft ontleend. I JD Soms blijft een boek hier in huis 1 een tijdje ongelezen op de stapel J1 g P P li en simpelweg omdat er liggen, P g steeds een aantrekkelijker ogend aantrekkelijker g exem laar bovenopgelegd wordt. P Pg g Maar dan begin je er toch een gl keer in, je leest een bladzijde en ~l bladzijd meteen verkocht! Bankvlees dateert al van 2004, 004, het is de debuutroman van ene Jac Van Lo aan de Van ziet u al dat Y• het om een Vlaming gaat. Het gg boek is niet echt fraai vorm- gegeven, met een saaie, zuinige gg g omsla . Die zuinigheid past g g P echteroed bij de inhoud. De g 1 hoofdpersoon is een eigentijdse p g 1 a i, een uitvreter. Nescio zou P trots op hem zijn. Samen met p zijn vriend Celis kiest hij voor de zijn 1 `absolute vrijheid': alles mag en 1 g alles kan, zolang er maar niet g gewerkt hoeft te worden. De twee g blijken zeer bedreven in het 1 bespelen van andermans P evoelens in het teren o gevoelens, op andermans zak. Hun streven leidt totiekervarin en en tot p g (letterlijk) shit, brengt hen in 1 g chi chique hotels en in de goot. Ja pi q g P stapIt uiteindelijk van de Waal- brug;oe het met deze twee g~ uitvreters afloo t moet u zeker P~ zelfgaan lezen. Een aanrader! g J Bruno Mistiaen De Arbeiderspers, 200 p 2005 ISBNo 295 6222 6 9 95 € 16 -95 Bruno Mistiaen, die eerder werkte als videokunstenaar, regisseur, - g - toneelschrijver en vertaler, 1 debuteerde g onlan s met de ver- halenbundel In het land van de kersen. Hoe verschillend de verhalen op het eerste gezicht ook p g lijken te zijn ze hebben met elkaar lijken J. gemeen dat ze aan elkaar hangen gen van lelijkheid, gruwelijkheid en 1 -g 1 sadisme. In het openingsverhaal, tevens het titelverhaal slaan twee - vrouwen een man dood met een kachelpook. Vervolgens worden p g bi' de arme man de testikels bij verwijderd, waarna deze ten slotte 1 door een toevallige passant p worden opgegeten. 0 de eerste Op a ina van het verhaal is dan al Pg een hond met eenpistoolschot gedood. In het tweede verhaal vertelt een 1 bejaarde dame aan haar klusjesman dat ze een droom 1 heeftehad waarin ze levend werd g evild terwijl dit door vele g 1 mensen, ook kleine kinderen, wordtade esla en. Aan het eind g g g van dit verhaal wordt een konijn 1 de keel doorgesneden klaar om te g , wordenevild. In het derde g verhaal wurgt een vrouw haar zus g met eenordijnkoord. Toen wist g 1 ik het wel en heb ik het verder Bankvlees Jac Van Loy Nijgh &Van Ditmar, 2004 ISBN 90 388 4565 0 € 13,95 In he J voorezien gehouden. Volgens de g g g achterflaptekst is het knappe van P PP Bruno Mistiaen dat hij erin slaagt hij g zo mooi te schrijven over zoveel 1 daar lelijks. Dat 'zoveel lelijks', lelijks. 1 ben ik het mee eens. Maar de verhalen zelfzijn redelijk 1 1 eenvoudige vertellingen met veel g g dialoo af ewisseld met een g, g enkele t beschri'vin en de weer- g ave vangedachten van een g g – niks bijzonders, niet personage ua o bouw, niet wat betreft de q P stijl, zeker niet met betrekking tot l~ g de ideeën. De auteur lijkt het er 1 slechts op uit te zijn geweest om P zijn zijn lezer te shockeren. Dat hij zijn hij daarin wellicht bij sommige lezers 1 g slaat wil ik nog wel aannemen. g~ g Met literatuur heeft het echter bar weinige maken. g 1B De dichteres is niet alleen 1 schrijfster ze wordt ook meer en meer eene ormer die haar p sporen verdient op podia. Het P PP maakt haarpoëzie a oëzie vaak toe - P g kelijk met alle zegeningen en J gevaren van dien. Wanneer je o g J op Lowlands hebtestaan verdien je g 1 een debuutbundel. 1 T'itske Jansen debuteerde met het uitermate succesvolle Het moest maar eens gaan sneeuwen. J Vrouwkje Tuinman schreef Vitrine. De bundel van Jansen kijkt naar 1 wat voorbij is. De onschuld van 1 de kindertijd is voorgoed J g verdwenen en dat had niet moetenebeuren. De steeds g terugkerende ik wil klein blijven, g vastgehouden worden, spelen en g ~P fantaseren. Soms wordt dit verlangen zo direct geuit dat het g g plat wordt. 'Als je groot bent wil P Jg je dan niet meer spelen of ma 1 P mag het dan niet meer?' En danaat g het kind vissen in de beek. 'Een haakje had ik niet nodig.'ansen J heeft vaker de g nei in tot uit- g leggen. In een gedicht over terug- gg g g evonden oude foto's wordt een g aardige vergelijking gegeven van g g 1 gg g de troost die de diepte van de zee P biedt met het niet kunnen her- inneren van een kinderfoto. Jansen eindigt dan het gedicht g g met een overbodige, en ook nog g eens nietszeggende verklaring: gg g 'En in de momenten waareen g foto's van zijn was ik ook.' 1- Inderdaad ja. Hier en daar krijgen ja. Ig we een volwassen vrouw voor- eschoteld zoals in het hilarische g 'De idioot op het dak' waar een P vrouw na een avond flink drinken op het dak van haar ex belandt. P Jansen is direct. Ze dicht eenvoudig,elder en meestal g raak. Hetedicht dat haar bundel g en haarpoëzie het best weer- eelt vertelt van een kastanje die g 1 eigenlijk helemaal geen boom wil g I g worden, maar een mooie, , glimmende kastanje wil blijven. g kastanje 1 Helaas, het onvermijdelijke I 1 gebeurt, de kastanje wordt boom g 1 en de verandering is constant. g Ten slotte komt,elukki de g g, berustinget een boeiende g, tegenstelling: `Ik heb het opgegeven te zijn zoals ik ben. / J ikroei maar mee met wie ik g worden zal. Af en toe hoor ik / dat iemand zegt Hoe mooi ik ben. In mijn schaduw / 1 gebeuren dingen die de moeite g g waard zijn.' 1 Inplaats van het oproepen en P herinneren van een verleden is Tuinman in Vitrine bezig met het g vastleggen en bewaren van het gg heden. Het nu, dat moest maar niet voorbij gaan. De poëzie moet, voorbij P krampachtig bijna het heden P gJ- verankeren. Er is een nieuwe liefde. Dat brengt geluk, verwachtingen, gg ~ verwondering en zenuwen met g zich mee. En ookrachti e zinnen: P g `Hoe je in mij wegglijdt. Hoe je 1 mij gg 1 1 adem tussen mijn haren wij gaan J Jg hier jaren over doen.' Kort daar- voor zijn er de'ontmoetin en met zijn g jouw ex'. Tuinman laat zien dat 1 poëzie heel simpel ontzettend P P kan zijn. Toch zijn de grappig 1 1 meesteedichten complexer dan g P die van Jansen. Niet alle beelden spreken direct voor zich, maar zijn P ~ 1 welretti alledaags. Een stoel die P g g niet bij bi' de vuilnis ma een af g~ spraak in de koffiecorner van de P Bijenkorf. En dan is er nog de Bijenkorf g afwezige vader. Het gedicht g g `Haarstee 13-9-'88' begint met de 'Haarsteeg, 39 g mededeling dat hij al twaalfjaar g hij 1 dood schijnt. `Lijkt al bijna dertien. schijnt. J ~ 1 Maar dat werkt niet altijd zo.' Hij altijd Hij duikter ongeluk op in een doos P g P met oude brieven. De vader komt later in de bundel steeds g teru . In een droom. In foto's. Afwezig en g toch aanwezig. In het titelgedicht g g i i r ) i ) ) Wie op zijn achttiende verjaardag, P zijn 1 g- balancerend op de rens tussen P g adolescent en volwassene zijn ,J levensverhaal moet neerpennen P met als setting een gesloten g g jeugdinstelling,ziet zichzelf voor eenaradoxale opgave. Tejon P Pg jong voor een autobiografie, maar geen g ~ g kind meer na hetle en van een plegen onduidelijk, maar afschuwelijk 1~ 1 misdrijf. Via flashbacks loodst 1 hoofdpersonage Guus ons door het afgelopen 'aar heen. Wat een 1 beproefde structuur is, weekt bij P ~ 1 Brigitte Minne echter een stroom g van verdoken emoties los, zowel bij bi Guus als de lezer. Het ingetogen ortret van een liefde- P volle moeder-zoon-relatie krijgt Jg een flinke knauw als de moeder ongeneeslijk ziek blijkt. De g 1 1 thematiek van l ziek-zijn machte- loosheid en het aftakelingsproces zijn niets nieuws binnen de 1 hedendaagse jeugdliteratuur, g 1 g maar worden zelden zo eerlijk en 1 levensecht verwoord. Minne beschrijft emoties van binnenuit, 1 zonder in de val vanoedkoo g P sentiment te trappen. Als Guus PP het ondraaglijke lijden niet langer gl lijden 8 kan aanzien, stelt hij een dubieuze 1 daad waarin een overdosis , pilletjes, giftige planten en een P J ,g g P marshmallow een cruciale rol P s elen. De wereld der vol- wassenen reageert met onbegrip; g g P. enkel hulpverlener Fred spreekt P P van een verregaande `daad van g liefde'. Op grond van Freds Pg getuigenis wordt Guus vrij- - g 1 en krijgt hij de kans gesproken,Jg 1 om een nieuw leven op te P bouwen, wat met vallen en P o staan lukt. Enkel het roos- kleurige einde wekt enige g g argwaan, maar dat is ook het enige minpuntje in deze g P J geslaagde cross-overroman. g g Brigitte Minne verstaat de kunst g om met weinigoorden in een g eenvoudige taal, een levensechte g wereld op te roepen. De herhaal- P en P deli'ke verwijzingen naar de rijke I 1 g 1 wereld van de flora — met de mooie, maar stekelige roos als , g leidraad – e fungeren als goed ge- g g g kozen metaforen voor de verwarde gevoelswereld van de personages. g es P g Als rozenblaadjes vallen behoort tot J de zeldzame adolescenten- romans, waarin levensechte personages geconfronteerd Pg g worden met de complexiteit van P het menselijke bestaan an sick en 1 waarin ze leren dat er niet steeds asklare antwoorden voor het P rijen liggen, maar dat men g 1P enkel kan leren door het leven zelf. In deze derde herziene druk heeft het boek nog niets van zijn g 1 oorspronkelijke kracht en warmte P 1 verloren. Helaas werd de zorg voor taal én inhoud niet door- getrokken tot de typografie: g storende drukfouten en een foutief gebruik van leestekens ontsieren g dit ingetogen pareltje. P 1 JP Lydia Rood Kidsbibliotheek, 2005 ISBN 90 5637 719 1 € 3,95 Goede boeken hoeven niet dik en duur te 1 zijn. Het tweede deel van de Kidsbibliotheek, Kus, is een meesterwerk in nog geen honderd gg a inas. Pg De vader van j Maron Toon Mandersloot, is een beroemd acteur. Toon is net als veel acteurs nogal egocentrisch en g g door zijn werk heeft hij maar zijn hij weinig tijd voor Marjon en haar gl Marjo Marjon is dan ook boos 1 o hem en weet niet blij is P blij als ze zijn auto bij de ingang van zijn bij g 8 het bos ziet staan. Ze lopen P samen het bos in en hebben een lang gesprek. Marjon kan ook gg P Marjo een beetje acteren en als ze 1 bij het openluchttheater zijn bij P zijn, spelen vader en dochter scènes P uit toneelstukken. Deze scènes I wijken soms ineens af van hun werkelijke verhaal. Dan zijn werkelijke 1 Marjon en Toon geen kleine 1 g zeemeermin enrins of Medea P en Jason meer, maar s ze p ) Mar'on en Toon. En zo onder- vinden j Maron en Toon dat kunst er zoals zo vaak beter dan feiten in slaagt de realiteit te vatten. Het boek zit volrachti e inter- P g tekstuele verwijzingen. Niet alleen klassieke stukkenasseren de P revue, ook jonge, nog onervaren J g- g lezers zullen zeker g din en her- kennen: `Toon komt achter haar zitten en slaat zijn armen om haar heen. Dan hijst hij haar I hij overeind. Hi' pakt haar handen JP en spreidt ze boven haar P 1 hoofd. "I'm the kin of the g world!" "Zonder uitzicht is het Als j rozenblaades vallen Brigitte Minne g Clavis, 2005 ISBNo 8o 10 8 9 44 5 € 11 •95 40 TSJIP/LETTEREN 15.2 a ) `8J ) i / niks," zegt Marjon, "en zonder namelijk jongeren waren. En over de eigen schutting willen , g 1 , bevrijding. Bijna geen van de 11 g g g 1 g Bijna g wind."' daarom schreef ze Doorgeschoten, kijken. Wie De mondenboorn foto's zijn ooit eerder getoond; g - I g - Ook de opbouw en de sfeer zijn zij over de Nederlandse anna die opent, begeeft zich zelfs over de P de meeste verhalen enedichten P g g mooi. Vader en dochter een 'aartje bij haar oom en tante rens. Dit inspirerende boekje, e P zijn geschreven door auteurs die g jaartje bij 1- Jg hebben eengesprek dat goed in Amerika woont. Ze volgt haar met als ondertitel Ideeën om n ee zelf een oorlog hebben m- g lt past in een bos: met zware, lessen op Twinstone High, waar toneel te spelen is een uitgave van P gemaakt. Ook de laatste uitgave ave g P g- p g moeilijk begaanbare momenten enkele g school enoten een moord- de Vlaamse Canon Cultuurcel van van Stichting Kinderen en Poëzie, - J g en lichte open lekken. Ze arti' a Ia Columbine aanrichten. het departement Onderwijs. Het Onderwijs getiteld Er woont een liedje in mijn - P P P J P g hebben het hele bos nodig voor Het is nietrecies duidelijk wat duidelij een vervolg op Ik heb het tegen d is prachtig. Een feestelijke g P gP g - p g hunes rek aan het eind van het - nu echt wil vertellen met jou!, na vijftien jaar ploeteren vijftien jaar P g p g bos zijn ze er samen wel uit- haar boek. Ze beschrijft de teksten voor jongeren vanaf elf om het schrijven van gedichten J 1 g g gekomen. voornamelij 'aar en is samengesteld door de een g plaats belangrijke laats in de basis- g g Lydia Rood heeft haar boek een ogen van de nuchtere anna Nederlandse theatermaker Tanja school toe te kennen. Voor meer Y g - I `blijs el' genoemd, en dat klopt die de vreemdeewoonte heeft Oostvogels. De mondenboorn informatie: 1P g - P g g ook wel: het is een boek met iedereen die ze ontmoet met een richt zich op kinderen vanaf www.canoncultuurcel.be en P herkenbare humor, zeker voor dier te ver eliken. Zo ziet ze j negen jaar, aar- maar is als ideeën- www.boekie-boekie.nl en g bokki e pubers; en het heeft dader Eloy als een stekelige egel. boek ook teebruiken in de www. sP ke . n l . g P - Y g g g zeker ooks cholo ische Deo in en in de psyche van brugklas en daarna. PY g Pgg PY g diepgang. Want waarom is zo'n Elo te duiken mislukken helaas. In nauwe samenwerking met de HL Y - g zwaargesprek nu nodig? Dat Ook de beschrijving van het leven vormgever nodigt het boek g 1 g g g blijkt op de laatste pagina, die na de ramp komt niet uit de verf: kinderen uit de eerste stappen o Pg - P PP op onmiddellijk uitnodigt tot Janna vertrekt vrijwel meteen naar theatraalebied te zetten, het g J g - herlezen. i'. .~.i ~ ~` ~ . .~ .~ Nederland, uiteraard met achter- stimuleert de verbeeldingskracht ~. r • ~ - .>J ~ ~ ~, ~ g latingan haar Amerikaanse en het inlevingsvermogen. Naast g MO vrienden. Hierdoor is Door- de zorgvuldig opgebouwde 'Al wat belangrijk is in de kunst g g Pg gl geschoten een dierenparade spelsuggesties van Oostvo els Oostvogel li t voorbij de woorden,' noteerde g P g voorbij - Doorgeschoten eworden die weinig toevoegt - t g het werkrikkelende eens Georges Braque, maar dat g g P g q - Mirjam Mous aan de inmiddels overbekende toneelteksten van Herwig de was voordat internet bestond. Er 1 g Van Holkema en gebeurtenissen. Jammer, want Weerdt. komen steeds meer start a ina's g - P g Warendorf, 2004 namelij Wie toch aan de basis bezig is, voor beeldende kunst. Een aardig 1 ISBNo 269 8 1 1 boeken schrijven, zoals kan ook terecht bij BoekieBoekie, - beginpunt is www.startkunst.nl 9 99 5 g I - € 11 ze heeft laten zien met Fluister- 'tijdschrift X99 een overzicht van links op het P water. aandacht voor kunst en gebied van schilderkunst, - De schietpartij op Columbine literatuur voor kinderen. Het beeldende kunst, fotografie, P 1 P g , Highschool in Littleton in i 1999 MO laatste nummer, getiteld Zwarte cursussen, kunstnieuws en g g leverde al de film Elephant van Confetti staat in het teken van de exposities. Ze zijn ingedeeld per zijn g p P P Gus Van Sant en de documentaire De monden boom oorlog en bevat foto's, verhalen, - rovincie overzichtelijk en overzichtelij uit- - Bowlin or Columbine van Michael Tana Oostvogels gedichten en tekeningen van end. Dat geldt ook voor g 1 g g g g g Moore op. Ongetwijfeld is er meer Canon Cultuurcel, 2005 kinderen en volwassenen. De www.kunstinzicht.nl een site P g 1 , verschenen, maar, vindt Mirjam www.canoncultuurcel.be bundeleeft een beeldoverzicht met veel aandacht voor indivi- - 1 g Mous, zij van het g oorlo sleven in Rotter- duele kunstenaars en hun voor volwassenen, terwijl l 1 Zeker in een nummer over door- dam van het bombardement en portfolio's. Wie daar niet genoeg ' g g de daders en de slachtoffers voor- lopende leerlijnen moet je eens leerlijnen de verwoesting tot aan de aan heeft, kan terecht bij P J g 1 TSJIP/LETTEREN 15.2 41 I ) ) ) V/ www.kunstenaars.nu, waar vinden in de afdeling voortgezet maar zeker ook inspirerende g g P duizenden kunstenaars zijn onderwijs bij het vakgebied CKV. evenementen. In Apeldoorn 1 J 1 g p ere istreerd. Iedere school kan Gluren bij bi de buren is zeker lonend hebben ze een aardig overzicht g g g nu vrij eenvoudig een eigen geworden: kijk maar eens bij. : kijk over de rap op de site gezet: 1 g g 1 PP g netwerk creëren. Niets van uw htt : davindi.kennisnet.nl www.a eldoorn-onderwi's.nl ra . P P 1 P adin kunnen vinden? Surf www.di ischool.nl ne nelok.htm Als u daarnaast uw achterland niet g g g , gerust eens naar www. aleries.nl www. roenewald.nl ckv.htm uit het oog wilt verliezen, kunt u g g g g of www.beeldhouwlinks.nl of www.odul hus.nl of www.college terecht bi' htt :klassieke P g P www.voorkunst ro rammas.nl. net.nl Om collega's te ontmoeten edichten.net waar een overzicht P g g g Dat ook de strip een serieus kunt u ook ouderwets naar een wordteboden van belangrijk werk p g gl kunstwerk kan zijn en in de congres: www.hetschoolvak van de bekendste Nederlandse en 1 g lespraktijk gebruikt kan worden, nederlands.org. Dit jaar moet u j Vlaamse dichters van na 1880. In p 1 g g blijkt wel naar Antwerpen. de besprekingen wordt telkens g P verhaal.nl. De video lijkt door het virtuele bij 1 g g Onze zuiderburen blijven niet geweld aan belang in te boeten. edicht. Historici kunnen hun hart J g g g achter in hun streven naar toe- Toch blijft de documentaire een ophalen bij www.schrijversvan bij 1 P 1 ankeli'kheid en volledigheid, wat krachtig middel voor informatie- derondetafel.nl met veel verwij - g 1 g l blijkt uit www.cultuurnet.be. Voor overdracht en soms tegelijkertijd zingen naar historische 1 g 1 1 g jongeren is er www.8weekl .nl 'de een kunstwerk op zich. Daarom leesboeken. Als u een boek wilt 1 g Y P jon ste cultuurhaard van Neder- is een bezoek aan www. kopen, kunt u eerst naar 1 g land' eenlezieri e site met een omroe .nl n s uurvandewolf www.boekenmeer.nl, de toegangs- p g P P mix van film, muziek, literatuur, nog altijd aan te raden. Sommige oort naar de betere boekhandel. g altijd g p theater en beeldende kunst. 'Wi' uitzendingen horen thuis in Wie vervolgens nog niet begrijpt I g g g geloven in de kracht van het iedere mediatheek. Videobanden waarom het lezen van een boek medium en bereiken Y d namische kunnen eventueel nabesteld aangenamer is dan het spellen van g P en eigenwijze internet ebruikers ' worden. Meer g al emene infor- deze rubriek, klikt eens op g 1 g aldus de toelichting. matie is te verkrijgen via www.muisarm.nl. g lg Aandacht voor kunsteducatie blijft htt : ortal.omroe .nl 1 P P P onverminderden oed verte gen- kunstencultuur of HL g g woordi op het internet. Een tijdje www.avrokunsttribune.nl. g P IJ geleden vond in Rotterdam de Taal en internet horen bij bi' elkaar. g manifestatie j Wie schrijft wil immers ook P 1 Herinneringen en verwijzingen zijn gelezen Op g 1 g 1 te vinden op www.kunstwi'z.nl. www.elhiz'ra.nl kunt u terecht voor P www.kunstwijz.nl. 1 Inspirerend is ook www. Arabische kunst en cultuur. De site p educatie- ronin ermuseum.nl. biedt veel ruimte aan heteschre- g g g Voor iedereen die de trein naar het ven woord. Meer eigentijds is de g 1 noorden liever niet neemt, maar site www.wintertuin.nl met veel welgebruik wil maken van de aandacht voor de slammers onder lesbrieven en een virtueel bezoek. deoëten• geïnteresseerden -g P Ook op www.webkwestie.nl staat kunnen ook terecht bij P 1 met enige regelmaat interessant www.dichtslamra .nl en g g P lesmateriaal voor CKV. U kunt het www.maatregel.nl, twee regionale, g ~ 42 TSJIP/LETTEREN 15.2 Aangenaam kennis te maken Er was eens een Bulkboek Fictie- dossier en een leerplan voor fictie P de in basisvorming. Sinds kort is g ren nieuw didactiekboek voor ee i en literatuur. Alle (min of fct e e te meer afkomstig van de burelen o g van Stichting Leerplan Ont- g P wikkelin (SLO). Wat gebeurt g g daar voor fictie, en breder nog: g kunstzinnige vorming? g g SLO kampt soms met het stoffige p g ima o van de onderwijskundige g meteitenwollen sokken die g dagenlang kan vergaderen over g g g een leerdoel. Maar tegenwoordig g g lopen veel SLO-medewerkers p meer op scholen rond dan dat ze P achter het bureau en de g ver ader- tafel zitten. En ze werken t bi voor- beeld aan spannende dingen als P g eenoëzie poëzieportfolio of zeven p P manieren om leerlingen anders g hun leeservaring te laten weer- g even dan met een schriftelijk k 1 verslag. SLO bestaat dit jaar g 1 recies dertig jaar. Een jubileum- precies g - l 1 boekje meldt: Vanzelfsprekend 1 P profiteert het onderwijs van de p onderwij van SLO. Maar tegen- g woordi maken ook gemeenten, g g musea maatschappelijke or ni- pP a 1 g saties en bedrijven gebruik van de J g diensten van het instituut. En naastroducten in de klassieke P zin (ter ondersteuning van onder- g va wi svernieuwin en en praktijk- J g P 1 verbeteringen) ontwikkelt SLO o g op dit moment ook educatieve multi- media, didactische g trainin en en cursusmaterialen, j bedrifs- opleidingen en materialen voor voorlichting aan het grote publiek. 0o g g p Tevens adviseert zij organisaties 1 g over leerprocessen en daarmee P samenhan ende onderwerpen. g P Cultuur gebaseerd onderwijs g onderwij Johan de Witt College uit Den g Haa maakt al een aantal jaren Haag J ebruik van de expertise van SLO, gebruik p 'omdat een nieuwe methode/ leerlijn ontwikkelen niet de 1 competentie van de meeste p docenten is.' De school werkt met het concept van cultuur gebaseerd P g onderwi s (CGO), de 1 ~ waarbij culturele identiteit als s uit an - g g punt wordt genomen en waarbij g 1 wordt g samen ewerkt met instel- lin en voor kunst en cultureel g g erf oed zoals het volksbuurt- museum Zcala. SLO heeft de schoolehol en met het g P beschrijven van het didactisch J conce t en het curriculum voor concep in de onderbouw. Voor het didactisch p conce t wilde de school kijken of er een link 1 mogelijk was tussen de leerstijlen 1 van Kolb en de meervoudige g intelligenties van Gardner. Eeke g Wervers werkte vanuit SLO voor de school. Ze heeft, vertelt ze, vooral de didactische theorieën zodanig vertaald dat ze pasklaar g p werden voor de school enasten P bij de manieren waarop de school bd 1 P het leren wil organiseren. De g verschillende intelligenties g wordenebruikt om variatie in g erkin svormen te vinden, g , zeker in de fase van Kolb waar de leerlingen concrete ervaringen g g n. Dit begon als een pilot opdoen. p g P en is nu een nieuw uitgangspunt voor alle lessen. Wervers begeleidt het Johan de Witt g Colle e nu bij het verbreden van College J deze aanpak naar nieuwkomers P enrakti konderwi s. P I 1 Poëzie binnen cultuur gebaseerd g onderwijs 1 Voor 2006 wil het Johan de Witt College, ook met hulp van SLO, g- p een vakoverstijgende doorlopende ee va J g p leerlin poëzie maken. Die leerlijn leerlijn J moet voorrakti konderwi s tot en P 1 1 met vwoelden. Er worden al g modules poëzie uitgevoerd. enkele p g Die zullen wordenecom leteerd g P tot totaal vijftien lessencycli. 1 Y Leerlin en gaan eenpoëzie- Leerlingen g P portfolio bijhouden en zijn steeds Po J J bezi met herkennen en uit- bezig drukken vanersoonli ke P 1 ervaringen. Daarbij worden g 1 dwarsverbanden tussenpoëzie en drama en beeldende vorming zoveel mogelijk benut. Er zullen gl vier niveaus te behalen zijn van 1~ beginners tot uitstroomniveau, g w waarbij elk niveau wordt af J esloten met eenpresentatie g p zoals eenoëzierevue of een p p ex ositie. De docenten Neder- lands en CKV ontwikkelen het materiaal samen met culturele partners. Ook voor poëzielessen P P z l het ontwikkelde didactische za t dienst kunnen doen. concep SLO zal vooral helpen de leerlijn p leerlij ontwikkelen, te beschrijven en 1 overdraagbaar te maken. g Veldaanvra en g Het Johan de Witt College heeft de g nders 'De doorlopende leerlijnen zijn leerlijnen zij zichtslijsten, en dwingt het hem werden duidelijk: er moest veel J oest vee Ondersteuning P 1 ~ g voldoende uit de verfe- zijn doelstellingen ten aanzien aandacht voor het vmbo o zijn en zij SLO biedt naast ondersteuning g g komen,' vindt Martien de Boer, van literatuuronderwijs en de al moestraktisch zijn. zijn via veldaanvragen ook o op 1 P g een van de SLO-medewerkers die dan niet effectieve realisering met de opdrachtgevers was commerciële basis onder- aan het handboek heeftewerkt. daarvan in een lan etermij- overled kon het (bijgestelde) steunin aan scholen. Zo betaalt g g J lg g rijkever- beleid onderoen te zien. Dat conce t worden uitgewerkt. SLO is het Johan de Witt College SLO uit g P g g zamelin geworden met check- praktische karakter is het gevolg g niet zelf aan schrijven maar zocht schrijve ei en middelen voor de verdere gg g g lists uitgewerkte lesvoorbeelden, , van een `veldadviesbi'eenkomst' actieve docenten met ondersteuning op CGO voor 1 lijstjes met titels, enzovoort.' die SLO in het beginstadium praktijkervaring, die in artikelen nieuwkomers enrakti'k. J1 g P 1 Volens een recensie in Levende gehouden heeft: zo'n vijftien vijftie en ofworksho s bijdragen hadden g g P I g Talen Magazine van mei 200 en lerarenopleiders geleverd aan de ontwikkeling g van SLO g P biedt het boek ook voor de werden in een bijeenkomst 1 fictieonderwijs: Ilse Bolscher, Joop ~ P Postbus 2041 4 ervaren docent een schat aan bestookt met vragen. Open Dirksen, Hanneke Houkes en 00 CA Enschede g P 75 nieuwe ideeën en invalshoeken, vra en vooral: wat moet er in een Stefan van der Kist. De taak van to 484 0 80 53 4 4 4 aan stimulerend voorbeeld- `bijbel' voor fictieonderwijs fictieonderwij SLO was vooral auteursbegeleiding e info slo.nl g g materiaal en aan g handi e over- te staan? Twee zaken en coördinatie. i www.slo.nl 12 november 2005 s8 en ig november 2005 Tonke Dragt middag Het Schoolvak Nederlands Dagdeel rond het werk van de jeugdboekauteur Tonke Drag in de Jaarlijkse conferentieover Nederlands als schoolvak in Vlaanderen Utrechtse sterrenwacht Sonnenborgh. Informatie: dezeven- en Nederland. Dit jaar in Rotterdam. Informatie: www.ktetschool- spxvngVzannet.nl. walrnederlands.org. 15-20 november 2005 Meer informatie: www.literatuureducatie.nl Crossing Border Het jaarlijkse festival met onder andere muziek en literatuur in Den Haag. Informatie: www.crassingbarder.nl. TSJINLETTEREN 15.2 44 Uitgave: Biblion Uitgeverij Redactie Tsjip/l.cttcrcii, 2005 Eindredactie: Oostindië Alle rechten voorbeho . Niets uit deze uitgavenag worden t (070) 415 39 25 verveolvoudigd, opge4ageti in eelT geautomatiseerd gegevens- mireille.00stindie,s(Oplanet.n1 bestand. of openbaar gemaakt, it enige vorm of op enige wijze, hetzij elektro-ilisch, mechanisi it. door fotokopien, opnanien, of Abonneren enig andere zonder voorafgaande schriftelijke toe- Bestellingen van abonnementen per brieftaart, lax or stemmi no van de uitgever. e-mail richten aan Hexspoor Support, Antwoord- Hummer 16020, 520 VJ Boxtel. t (041i) 64 42 77, Voorzover het maken van kopieii uit deze uitgave is toegestaan op 1-(0411) 65 21 21,e biblionuitgeverijA)support.hexspoor.tiL grond van artikel 16B Autemswet t912 j° het Besluit van 2o juni onder vermelding van naaln. ,idre, (atum, hand- 1974, Stb. 351, zoals gev‘ijzi(-Td bij het Besluit van 23 augustus 195, tekening, go.,venst '11)01111ellient bestelnummer. Ook St). 471 Ott artikel 17 Auteurswet i912, dient Ine11 de daarvoor voor adtewijziginget en vraoen Mel de facturermg wetteliik verscliuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting en/of verzending. Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoorddorp). Voor het over- Abonnementen pan in per eersivolgend numinor. nomen van (een) gedeelte(n) nit deze uitgave in bloemlezin Opzeggen van abonnementen schriftehik vO6r oktober readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 191_ van liet lopende jaar. Factuur per kalenderjaar. dient men zich tot de uitge\ el te \Nouden. Abonnementsprijs €., 10.– incl. BT\) en verzendkosten Advertenties Retra PubliciteitsService. Postbus 333, 2040 All Zandvoort, t (02ij ,t ?Li. So, 1(023) 571 60 02, 0 veraretra.nl. Tarieven op aanvraag, itileveren op aanvraag. -sturen van folders is ook mogelijk. Ook hij de redactie knit u advertenties aannielden. Opmaak en druk RS Drukkerij by, Rijswijk Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking met Stichting Lezen. zen TSJIP LETTEREN TSJIP LETTEREN jaargang 15, nummer 3 Macht en moraal Mooi van lelijkheid De macht van de markt Machtsmisbruiker of moraal ridder? `Een goed boekenverkoper durft boeken af te raden En verder Boekverslagen op internet: een voor- of nadeel? Verontwaardiging over gebrek aan respect slaat een brug Ilu Tsjip/Letteren. jaargang i5 nummer 3 Tijdschrift voor literaire, culturele en kunstzinnige vorming ISSN 1387-0009 / NUGI 724 Het was Pinksteren. Zowel bos als struikgewas Redactie stonden uitbundig in bloei. Joop Dirksen, Henk Langenhuijsen, André Mottart, Koning Nobel, [de leeuw,1 had Mireille Oostindië (tevens eindredactie), Anne-Mariken zijn hofdag overal laten afkondigen. Raukema (hoofdredactie) Hij verwachtte. als alles goed ging, zijn roem er zeer mee te vergroten. Vaste medewerkers Toen kwamen alle dieren, groot en klein, Joris Bekkers, Xander Michiel Bente, Frank Blaakmeer, naar het hof van de koning, Jiirgen Peeters, Jacques de Vroomen met uitzondering van Reinaert, de vos. Hij had de aanwezigen aan het hof zoveel misdaan, Medewerkers aan dit nummer dat hij er niet heen durfde te gaan: Xander Michiel Beute, Frank Blaakrneer, Ad Bok, wie zich schuldig weet, kijkt wel uit! Joop Dirksen, Carla Driessen, Henk Laugenhuijsen, Zo stond het er met Reinaert voor Helma van I ierop, Christi Mulder, Mireille Oostindië, en om deze reden meed hij het koninklijk hof, Gert Peelen, Jiirgen Peeters. Jacques de Vroomen, waar hij zeer slecht aangeschreven stond. Jannetta de With Toen alle deelnemers bijeen waren, had iedereen, behalve de das, Basisvormgeving wel iets te klagen over Reinaert, Ellen Mulders de grijsbaardige valserik. Illustraties in dit nummer Uit: Reinaert de Vos. Tekst in context 3. Samengesteld door Hubert Slings. Sylvia Thijssen Amsterdam: Amsterdam University Press, 1999, p. 13-14. Redactieadres Anne-Mariken Raukema Stichting Lezen Oxford House Nieuwezijds Voorburgwal 328 G 1012 RW Amsterdam t (020) 623 05 66 e amraukemalezen.n1 Tsjip/Letteren verschijnt drie keer per jaar: in maart, oktober en december. Kopij inzenden uiterlijk twee maanden voor de ve rschijn ings maand. Inhoud 3 Mooi van lelijkheid In de kunst moet wat elders niet mag 7 / De macht van de markt De tragiek in het schrijversleven van Geerten Meijsing 10 / Bruggen bouwen Over de macht van kleinkunst 1 Ove15 / rgangsliteratuur voor bovenbouwers? De literaire adolescentenroman 20 De jeugdliteratuurkritiek als graadmeter 25 Ma/ chtsmisbruiker of moraalridder? De rol van de jeugdbibliothecaris 2 9 '/ Een goed boekenverkoper durft boeken afte raden' Een boekhandelaar in hart en nieren vertelt 31 On/ omkeerpunt in de onderwijsgeschiedenis ICT en de nieuwe leraar En verder 36 Column 40 Verontwaardiging over gebrek aan 44 Leeswijzer respect slaat een brug 37 Boekverslagen op Internet: een Vijftien jaar na de dood van Jan de 50 Aangenaam kennis te maken voor- of nadeel? Zanger De leerling als recensent van 51 Agenda uittrekselsites a) c4 Normen en waarden. Een nationaal debat. De vraag is g j natuurlijk of het mogelijk is iedere Nederlander een stem te natuurlijk g geven in zo'n debat. Maar daar komt nog een andere vraag g ' g g bij kijken: heeft zo'n debat wel zin, als depolitiekem h ~ ~ act ons l blijft dicteren wat we moeten vinden in dit In debat? Ts i Letteren deze keer een discussie die hier boven staat: de Jp discussie over macht en moraal. We hebbenn maar o s aa beperkt tot de uitwerking hiervan op cultureel gebied... P g P g d Moet in kunst wat elders niet mag? Gert Peelen organiseer- g g de met anderen een discussie over de maatschappelijke ppe ~ e functie van kunst en schreef er een artikel over. Een e kunstenaar die last heeft van de macht in 'verkeerde' handen e a den is Geerten Meijsing. Joop Dirksen schreef een analyse over l g P Y het schrijversbestaan van deze auteur. Een andere vorm van schrijversbestaan a kunst, kleinkunst, is nog niet of nauwelijks doorgedrongen g l tot het klaslokaal. Volkomen ten onrechte, vindt Henk Langenhuijsen. Ook adolescentenromans zijn in de klas g l l vaak derote afwezige. Jannetta de With laat zien waarom g g docenten ze juist wel moeten gebruiken. Helma van Lier op g op gaat vervolgens in op de macht die de jeugdliteraire criticus g g P l g 1l daarbij uitoefent. Ook de boekhandelaar heeft meer invloed oed dan hij denkt, concludeert boekhandelaar Stein Spijkerman hij ~ Pl in eengesprek met oo Dirksen. En wat te denken van de Joop jeugdbibliothecaris, zoals Christi Mulder laat zien? Ten l slotte eeneruststellende bijdrage van Ad Bok, die aangeeft g l g ~ g dat de docent in de klas de macht echt niet hoeftr ove te dragen aan de computer — de angst van velen. g P g films in de klas. Daarom nu een bespreking door Frank P g Blaakmeer, die laat zien dat een oude film als Spoorloos nog g heelgoed bruikbaar is. Veel lees P Mireille Oostindië Buiten het thema nog twee mooie stukken: Carla Driessen g borduurt voort op het artikel van joop Dirksen uit het vorige p p ge nummer. Zij betoogt — net als hij — dat het ouderwetse Zij g hij leesverslag niet meer kan, maar dat het internet kan helpen g pe bij het samenstellen van nieuwe, nuttige verwerkin so bij ~ - g verwerking sop- drachten. En een artikel van Henk Langenhuijsen over de g l vijftien jaar geleden overleden auteur Jan de Zanger, die no vijftien jaar g g~ nog steeds niet weg te denken is van de fictielijsten in de g fictielijste In de Leeswijzer vindt u deze keer nog een vernieuwing. Leeswijzer g g Zijn we in het vorige nummer begonnen de poëzie wat Zijn g g P rominenter te bren en we willen ook meer aandacht voor P gen, 2 TSJIP/LETTEREN 15.3 a Mooi van lelijkheid In de kunst moet wat elders niet mag Regelmatig en naar het schijnt steeds vaker leiden kunst- uitingen in de samenleving tot ophef en tumult. Voor sommigen is dat aanleiding artistieke vrijheden aan banden te willen leggen. Voor anderen is het juist een bewijs dat kunst er maatschappelijk nog of weer toe doet. Want hoewel de belangrijkste bestaansredenen voor kunst nog altijd in de kunst zelf besloten liggen, dient zij ook wel degelijk een maatschappelijk doel. Gert Peelen Een maatschappelijk doel van kunst is PP l bijvoorbeeld het ter discussie stellen l van en re ogenschijnlijke vanzelfs kdhe- g l l p den het omver halen van heilige g huisjes en het verkennen van morele l grenzen. juist in dat laatste ligt van g g oudsher de belangrijkste nevenfunctie gl van de kunst verborgen. Dat geldt g g evenzeer voor de klassieke tragedies uit g de Griekse oudheid als voor de en -overschrijdende grensverleggendeJ kunstvormen van vandaag. Wat dat g betreft is er niets nieuws onder de zon. Zij bieden een moreel ijkpunt en Zij lP d dagen beschouwer en toehoorder uit g tot een eigenplaatsbepaling. In de g kunst moet daarom wat elders niet Dat het overkoepelende mag. at was p g thema van een drietal bijeenkomsten l die VU-podium dit voorjaar organiseer- P voorjaar g in samenwerking met ArtEZ, het de s , g Groninger ronin er Museum en het Letterkun- di Museum in Den Haag. g g De schoonheid voorbij 1 Wat kunst is en zoal met ons doet is a vele malen omschreven. Nelleke Noordervliet een geslaagde poging t doet e g g Pg g in haar essaybundel Een plaats voor de Y p eestdri : `Wat we ook onder kunst g verstaan: het opvangen van een glimpg P van het ideaal, g doel erichte concentra- tie van emoties, de bliksemflits van een diep inzicht, een zinvolle ordening van P ~ g de chaos, een overtuigende inter reta- g P tie van het Verhaal dat de j Werkelik- heid is, de vergroting van het raadsel, g g en dat alles in een unieke en bevredi- ende vorm — ik noem maar een aantal g weinig originele omschrijvingen van g g l g wat kunst is, geeft en doet —, en waar ,g , onze smaak ook toe neigt: volkskunst, g massacultuur of avantarde de g werking is gelijk. U mag mij g g l g J misprijzen om mijn waardering voor Pl mijn g het huilende zigeunerjongetje en ik mag uw hoogdravende nonsens g g tegenover het zwarte vierkant van g Malevits' belachelijk vinden, wat ons l belachelij t is dat vermogen tot bewonde- g g ren het vermogen aangeraakt en g g veranderd te worden. Dat is van altijd, l, overal en iedereen.' Allemaal waar. Maar in de westerse cultuur heeft de kunst zich door de eeuwen heen bovendien ontwikkeld tot het medium bij uitstek om de l houdbaarheid van taboes te testen en ze zonodig te doorbreken — denk alleen g maar aan de van morele dilemma's doortrokken dramatiek van William Shakespeare. Desondanks wordt kunst, P meestal in de eerstelaats en vaak eerstep laat uitsluitend, met schoonheid geassocieerd. Maar er zijn momenten g zij deeschiedenis geweest waarop die g g p schier onlosmakelijke verbintenis l problematisch werd. Dichter en beeldend kunstenaar Lucebert schreef kort na de Tweede Wereldoorlog de bekende regels: 'in g in deze tijd heeft wat men altijd noemde / J altij schoonheid haargezicht verbrand'. Het citaat is te vinden in wat veruit zijn bekendste gedicht zou zijn g worden en dat begint met de in g kunsthistorischers ectief veelzeggen- P P ggen dero rammatische regels: p g g `Ik tracht op poëtische wijze PP wijz wil zeggen gg Eenvouds verlichte waters De ruimte van het g volledi e leven Tot uitdrukking te brengen g g Lucebert pseudoniem van Lubertus ,p Jacobus Swaanswi'k gaf met dit J ,g gedicht impliciet antwoord op de vraag p P g die de Duitse cultuurfilosoof Th. Adorno kort na 1945 stelde: `Heeft Ad o 945 kunst nog zin na Auschwitz?' Dat u g antwoord luidt kort en goed: `, a 'Nee, tenzij...,' dan wel `Ja, mits...,' wat ns op hetzelfde neerkomt. Voor overigens p TSJIP1LETTEREN 15.3 3 chwitz?' Dat u ]^g^^Ü^^woord luidt kort en goed: `, a 'Nee, tenzij...,' dan wel `Ja, mits...,' wat ns op h kunst als risicoloze mooimakerij 0o maken of l onschuldige versiering van h g g het dagelijks leven was, zeker n g l ai 4, 95 geen P i een plaats meer. Dat schoonh e dsstre- ven was voor Lucebert en anderen voorgoed passé. En `mooi' was dus niet g P langer een geldig criterium g g g u om kunst te beoordelen. Maar wat dan wel? Voor Lucebert was kunst een middel de om mensen wakker te schudden. Of, nog een stapje verder, zoals de Vlaamse Pl auteur Louis Paul Boon het formuleer- de in Mijn kleine oorlog: de mensen ~ g e sen een geweten te schoppen. g PPen Het inzicht dat schoonheid had afgedaan kwam, bij Lucebert althans, g ~ uce ans, overigens niet uitsluitend op het con g p conto van holocaust en Tweede Wereldoor log. In een interview uit z 8 vertel de g 95 hij al in een vrij vroeg stadium l l g beïnvloed te zijn door onder anderen ~ een Blake, Rimbaud en Baudelaire – dichters die de schoonheid van het lelijke bezongen. Over de kwalificatie g cat e `mooi van lelijkheid' stelde hij in lelijkheid' hij datzelfde vraaggesprek vast: `Ik kan mij mij geen echt afschuwelijke kunst g l voorstellen. Afschuwelijk dan in l ethisch, moreel opzicht. Ik kan mij niet P l inbeelden dat eredichten bestaan die g e identiek zin met de mentaliteit van de l beul of van een dictator. Doorgaans g zin deze mensen ook niet artistiek l begaafd. Gelukkig. Er zijn wel enkele g g l voorbeelden van misdadigers, zoals Villon, en verraders en collaborateurs, zoals Céline, maar dat zijn in wezen toch ook aardige mensen, geen g ,g machthebbers. Zij zijn niet gelijk te Zij zijn g l stellen met de echte schurken en boeven, waartegen ik mij dus keer.' g l De boel op stelten P Het idee als zouden kunstenaarser p definitie aardige mensen zijn die geen g zijn g kwaad in de zin hebben, klinkt ons wellicht tamelijk naïef in de oren. Maar l Luceberts opmerking dat hij zich geen P g hij g kunst kan voorstellen die in ethisch en moreel opzicht verwerpelijk is, geeft te P P l ,g denken. Is immorele kunst daadwerke- lijk ondenkbaar? Of bestaat er wel l degelijk zoiets als entartete Kunst, zij g l ~ zij het anders dan dat de nazi's deze definieerden? Moeten, in het laatste geval, dergelijke kunstuitingen dan g ~ g l g bestreden worden? En – wellicht de meest cruciale vraag uit dit rijtje – g ll heeft kunst eigenlijk wel een externe, g l bijvoorbeeld maatschappelijke, of zelfs bijvoorbeeld PP l morele taak? Misschien kunnen wat voorbeelden van g uitin en waarmee kunstenaars min of meer recentelijk de boel gewild recentelijk g of ongewild op stelten zetten, de vr g p vraag wat concretiseren. Want hoewel de kwestie of en in welke mate een kunstuiting abject is, altijd een g abject ~ l subjectief oordeel impliceert, zijn er l P > voorbeelden te over, die op een p amorele of zelfsotentieel immorele P inslag zouden kunnen i g duiden. Een willekeurige greep uit m g g P de meest geruchtmakende zaken van de afgelopen jaren: de op openbare jaren: P P plaatsen opgehangen 1 osters plassekspostersP P bij gelegenheid van een a ee tentoonstellen lg g tentoonstelling van Andres Serrano's superrealistische P fotografie in het Groninger Museum gMuseum, 4 TSJINLETTEREN 15.3 het beeldend oeuvre van Jeff Koons, waarmee Rudi Fuchs ook de massa met niet steeds even kunstzinnige g bedoelingen naar het Amsterdamse g Stedelijk wist te lokken, de opvoering Stedelijk ~ P g van Werner Fassbinders toneelstuk Het vuil, de stad en de dood, de uitlatingen van de Franse schrijver en g schrijve Michel Houellebecq — aangeklaagd maar niet veroordeeld, de teksten van de van homohaat getuigende amaicaanse zanger Buju u g g J Banton die onlangs in Nederland g o trad en de anti-Hirsi Ali-ra van een f f jon e Hagenaars — inmiddels groepjejonge g door de werkelijkheid achterhaald l vanwege reëlere bedreigingen aan het g adres van dezeolitica maar ook het f onder bedreiging van radicale Sikhs uit gg een Brits theater verwijderde l toneelstuk Bezhti `Schande' en de demonstraties enrotesten van f christelijkegroeperingen in datzelfde christelijke Engeland tegen uitzending door de g g g BBC van een opera waarin stevig g gevloekt wordt en Jezus in een luier ten tonele verschijnt. En wat te denken l van het bij wijze van kunstvoorwerp uit bij wijze f eigen vlees vervaardigde pistool van g g f Joanneke Meester. Shockerende provocatie? Puberaal gedrag? En dat f g g allemaal onder het al dan niet steekhoudende argument: het mag g want het is kunst? Het ongelijk van Kant g l Ruwweg zijn de voorbeelden uit deze g zij tot ongekende omvang uit g g te breiden selectie onder te brengen in g drie rubrieken: aanstootgevende seks, g verheerli'kin van geweld en andere verheerlijking g vormen van menselijke ontluistering, g, enolitiek incorrecte dan wel ronduit f discriminerende uitlatingen en g edra in en. In welke kunstvorm we g g g ze aantreffen, doet niet zoveel terzake, alhoewel de middelste g cate orie misschien wat vaker in de cinemato- grafiete vinden is en de laatste uit de g aard der zaak vooral in een bij uitstek l u tste verbale kunstvorm als de literatuur. Ook de vraag of er opzet in het spel g p spe was en de kunstenaar hetesorteerde g effect doelbewust heeft nagestreefd, is g in wezen niet relevant. Meest schrijnende voorbeeld in dit verband is l de in Frankrijk voor het vervaardigen Frankrijk g van kinderporno voorwaardelijk f voorwaardelij Nederlandse beeldend kunstenares Kiki Lamers. Vrijwel l iedereen is ervan overtuigd dat de g intentie waarmee zij de naakte l kinderen uit haar eigen omgeving g g g fotografeerde, bij wijze van voorstudie g ~ bij wijz haar schilderijen volkomen J~ zuiver was. Wat haar achteraf echter blijkt op te breken is het feit dat derden blijkt f aan het zien van de niet voorpublicatie of expositie bestemde foto's mogelijk f g l toch enige seksuele opwinding zouden g f g kunnen beleven. Voor de Franse rechter blijkbaar genoeg voor een blijkbaar g g veroordeling van Lamers, al zegt dat in g ~ g diteval meer over de persoon in g f kwestie en de benepenheid die hem f aldus deed buikspreken, dan over de f kunstenares. Maar de tomeloos ff a ellerende en verwarrende morele krachten van de kunst zijn er ten l overvloede nog eens mee aangetoond. g g Evenals het ongelijk trouwens van g l filosoof Immanuel Kant, die in de achttiende eeuw de werking van de g kunst op het individu, misschien nog ~ g met enig recht kon karakteriseren als g een 'belangeloos welgevallen'. De g g afstandelijkheid die uit deze typering f g spreekt was vooral een gevolg van het f g g feit dat Kant worstelde met de vraag of g er over smaak te twisten valt. Met zijn J besluit dat de bron van de schoon- heidservarin dan maar niet in de g smaak van afzonderlijke individuen l moest wordenezocht maar in het g kunstwerk zelf, hakte hij die knoop f rücksichtslos door. Intussen bleef Kants afstandelijk l voorname, en tamelijk onaangedane tamelijk g houdin eens kunst daarmee houding g gekoppeld aan hetzelfde verheven g PP maar inmiddels wel verdwenen schoonheidsideaal waartegen Lucebert g honderdvijfti jaar nadien ageerde. Dat honderdvijftig g ideaalast, schrijft Nelleke Noorder- f vliet in haar eerdereciteerde essay Y over ontroering door kunst, allang niet g ~ g meer bij bi de huidige `verwarrende g hevi hevigheid van ervaringen door kunst g g tewee uitgebreid aandacht besteedt aan de g ideeën en idealen van Blanchot in `Om niets te zeggen, of de nieuwe kleren gg van de keizer' opgenomen in haar Pg essa bundel Een verlangen naar Y g ontroostbaarheid. Over leven, kunst en dood uit 1993. Wat zij daarin Blanchot 993 zij laat zeggen over de rol van de literator, gg g geldt in wezen voor elke kunstenaar: `zijn activiteit is ongemotiveerd en 'zijn g onverantwoordelijk hij spreekt onverantwoordelijk, hij P niemand aan, doeteen appèl, en is g PP ook zelf niet aanspreekbaar, en niet P aans aansprakelijk.' Kunst is de negatie van P l g de moraal, zoals ze ook de negatie van g de wereld is. Want, citeert De Martelaere Blanchot: `Kunst s m athi- Y P seert met duisternis, met doelloze passie, met onwettig geweld, met alles P gg in de wereld datestalte geeft aan de g g wei erin om in de wereld te komen.' weigering Een duivels dilemma Kunst als de absolute g ne atie van de moraal lijkt daarmee de morele l vrijplaats bij uitstek te worden; de plek lP l ~ P waar alles kan, mag en moet wat elders g niet is toegestaan. En dat in een tijd en g tijd een samenleving die — hoe g merkwaardig —juist onder invloed van g ,l ontkerkelijking en secularising, l g g~ meer moraliserende trekken isaan g vertonen. Het van hogerhand g geïnitieerde debat over waarden en normen waarbij de minister-president waarbij P hoogstpersoonlijk ten strijde trekt strijd majesteitsschennend geacht tegen l g cabaret — kleinkunst, maar toch! — is daarvan slechts een enkel voorbeeld. Toch l lijkt ook hier het middel — (zelf)censuur — andermaal erger dan de g kwaal — de a- of immoraliteit van de kunst. Maar l uiteindelijk geeft ook g Blanchots radicaal doorgevoerde g standpunt te denken en rest de vraag g of kunst nu wel of niet (mede) een PP J maatscha eli'ke functie moet vervullen. Wie deze vraag ontkennend g beantwoordt en slechts de absolute autonomie en onaanraakbaarheid van de morele vrijplaats wil verdedigen, JP g laats daarmee in feite de kunst in een P maatschappelijk luchtledige: zij mag l g zij g doen en laten wat zij wil, maar J verwordt tot Spielerei, is ontwapend, p ~ P vo vogelvrij en doet niet meer terzake. g J, Aan tandeloze kunst, beoefend door eeneïsoleerde elite en weggestopt in g de beslotenheid van steriele museum- zalen, zal niemand zich nog stoten. En g daarmee is hetaard achter de wagen P g es pannen. Juist de kunst met al haar g P immorele, want ontregelende en g verwarrin stichtende potenties, kan verwarring P ezien worden als een beproefd middel gezien P voor het doen van morele verkennin- gen; een functie tenslotte, die haar al g , sinds de Griekse tragedies en de g drama's van Shakespeare vertrouwd is. P Het zou David Hume, de achttiende- eeuwse Schotse moraalfilosoof, die de kiel lede voor de leer der esthetiek g hebben moeten aanspreken. Niet P omdat hij aanstootgevende kunst l g afwees wat hij uit overtuiging deed. hij gg Wel omdat ook hij als Verlichtingsden- hij g ker vond dat de kunst deublieke P moraal vooruit kan helpen en scherp P kan houden. De weg erheen verschilt, g maar het doel dat ermeeediend is g blijkt uiteindelijk hetzelfde: een kunst blijkt uiteindelij er maatschappelijk en moreel toe PP l doet. Maar ook hier tekent zich weer een duivels dilemma af: wie kunst reduceert tot haar maatschappelijk nut, PP l haalt de angel uit haar in wezen g onmaatscha onmaatschappelijke karakter en PP l ontkent daarmee haar essentie. Wat overblijft is de nachtegaal, die in het J g wild zo hartverscheurend zon maar g, die, eenmaalekooid zijn stem g zij Elitair romantisch `Is kunst elitair?' vroeg Gerardjan g l j Rijnders zich eind november 2002 af in de Volkskrant. `Het is veel en veel g er er, ' af hij zelf ten antwoord: `kunst g l gaat over een volstrekt unieke en strikt g persoonlijke relatie tussen de kunst en P j van mij.' Reden waarom hij overheids- mij.' hij we in casu van toenmalig staats se- ge~ g cretaris Rick van der Ploeget recht g, opeiste zijn kunst zelf te mogen P zijn g zoeken te vinden en te koesteren `en er desnoods aan onderdoor teaan.' g Een hopeloos verouderd, want P romantisch ideaal. Inderdaad. Maar is er een beter? Gert J. Peelen studeerde sociologie en communicatiewetenschap aan de Vrije P Vrij en doceerdeodsdienstsociolo- g e aan de Theolo ische Faculteit van de ~ g RijksRijksuni De macht van de markt De tragiek in het schrijversleven van Geerten Meijsing Geen schrijver is zo geconfronteerd met de macht van de lezer als Geerten Meijsing: hij had geen succes met de boe- ken die hij echt wilde maken, en kreeg aandacht voor wat hij als `tussendoortjes', als `broodschrijverij' beschouwde. Toch is er een oeuvre ontstaan waar je als geïnteresseerde lezer `U' tegen zegt. Een analyse. Joop Dirksen 0 augustus 1 o werd in P 9 g 95 Eindhoven Geerten Maria Meijsing g eboren. Zijn middelbare school g l volgde hij in Haarlem, waar hij samen g hij ~ l met zijn boezemvriend Kees Snell bij zijn l n `kunstkrin ' kennismaakte met het ee g werk vanJameso ce. Deze kennisma- t kin inspireerde Meijsing en Snell g P l g enige tijd later tot de oprichting van g l P g het `schrijverscollectief Joyce & Co. 'schrijverscollectief Ei Eigenlijk was Meijsing in z'n eentje g l l g eentj hele collectief: Kees Snell speelde P al spoedig een steeds kleinere rol. Na P g hetmnasium studeerde Meijsing l g aan de filmacademie te Berlijn, keerde aa ~ , terug naar Nederland en studeerde in g Amsterdam enige tijd kunst geschiede- s g tijd g nis en archeologie. Joyce & Co g Y debuteerde in 1971 in De Gids. Met 97 Snell ll reisde Meijsing enkele jaren door l g l Italië en hij vestigde zich in 1979 in l g 979 Lucca, in Toscane. Onder het pseudoniem van Joyce & Co liet P Y Mei sin in 1974 zijn eerste roman Meijsing 974 l Erwin verschijnen: het is het eerste l d deel van een trilogie die het etiket g kri' t opgeplakt van `romantisch- krijgt decadent classicisme'. In 1979 verscheen het tweede deel, Michael van versc , Mander en in 1 86 het derde deel, 9 , Cecilia. De boeken stellen hoe eisen g aan de lezer, die behalve zeer erudiet ook een volhouder moet l zij n, bestand tegen opeensta- g P elin en van P g metaforen, classicistische g formulerin en over de tegenstelling g g tussen kunst en leven: kan de kunst het leven g vervan en? Kunst, zo stelt de P hoofd ersoon is geen kwestie van p s ontaniteit of van eenisch romantische P maar van geïnspireerd originaliteit, g P vakmanscha . 'Oorspronkelijkheid' is P P l een volstrekte onmogelijkheid, het ee betekent alleen maar dat men nog nooit één letter gelezen heeft. Tamelijk o g Tamelij arrogant wordt in de trilogie neer eke- a og g g ken op het domme volk dat alleen P geamuseerd wil worden echte g overgave aan de kunst is zeldzaam, g aldus de hoofdpersoon. De critici P tonden redelijk welwillend tegenover ~ enover g trilogie, eze d maar lezers lieten het afweten: de boeken werden amper P verkocht, maar dat deed weinig af aan g van de auteur; het degedrevenheid, versterkte alleen maar de zekerheid van zijn gelijk: `men' heeft in va zijn g ~ Nederlandeen oog voor echte g g kwaliteit. Water bij de wijn 1 wij de sleutelroman In Degrachtengordel, hreef in 1 2 eeft hij die Meijsing schreef , l g 99 geeft hij een onthullend beeld van zichzelf in de periode na het verschijnen van de p verschijne ie en van zijn kijk op zijn plaats trilogie, kijk P zijn P wereld in Nederland: in de literaire e TSJIP/LETTEREN 15.3 7 `Nu na bijna twintig jaar in het vak l gl moest hij [Provenier, Meijsings alter ) g er ego -- D toegeven dat hij van zijn g g hij zij niet leven kon.... Niet zonder water bij de wijn te doen, als een gek te l wijn ~ g blijven vertalen, of als bijverdienste ) e boekbesprekingen te schrijven. (...) schrijven bij wijn. Dat was het l wijn aspect van het nieuw pijnlijkste P w gerezen besef van de onhoudbare situatie. Zijn uitgever had Provenier l g altijd voorgehouden dat zijn boeken t altijd g zijn te moeilijk waren om te verkopen, ... "Je J P zou j e wat minder superieur, wat 1 P minder vijandig kunnen opstellen. Je l g p draait niet mee in het circus. Je zou je l gezicht wat vaker moeten laten zien, van je laten horen, de mensen erop ~ P attent maken dat je er bent. e weet net l zogoed als ik dat boeken niet op hun g P inhoud maar op de auteur verkopen. P p Die moet dan wel salonfahig zijn (...) Je gl zou ook een aantrekkelijker soort l boeken kunnen schrijven, maar ik l vrees dat je daartoe niet in staat bent. l (...) i' die zo van vrouwen houdt, altijd l> altij bent – waarom schrijf 'e niet schrijfj eenaar gezellige verhalen over P g g meisjes: dan kom je vanzelf o dreef."' meisjes: je P Provenier vindt het niets, maar de uitgever dramt door en Provenier gaat g g aan het werk, al vindt hij het `een ordinairroject. Was dit het begin van Pl g de corruptie waardoor iedereen vroeg g of laat werd aangetast, deed hij nu g ~ hij water bij de wijn?' l l In 1981 verscheen het boek Een 9 meisjesleven, van de hand van ene Eefje J ~ Wijnberg. Het beschrijft de puberteit l g beschrijft p en adolescentie van een aanvankelijk 1 schuchter meisje dat moet kiezen l~ tussen twee aantrekkelijke jongens. aantrekkelijke l g Het boek wordt enthousiast onthaald: `Hier klinkt een authentiek vrouwelijk l geluid.' Men roemt de stijl, de g l~ thematiek. Het boek verkoopt goed. Pg En dan meldt zich de echte auteur: Geerten j Meisin heeft onder g pseudoniem het literaire wereldje laten P wereldj dat hij uit allerlei registers kan hij g utten voor zijn geschriften. P zij 1987 publiceert Meijsing onder zijn 9 7p l g zij en naam de roman Veranderlijk en g J wisselvallig. Voor dit boek krijgt hij de g lg l AKO Literatuurprijs. Samen met Altijd de vrouw vormt het een tweeluik, Een meisjesleven, dat in volgende drukken J ~ g onder Meijsings eigen naam l g g verschijnt, maakt de trilogie compleet. l g p Alle drie de boeken beschrijven de 1 moeilijke relatie van de hoofdpersoon, moeilijke P zoals in vrijwel alle boeken van l Meijsing een persoon die wel erg veel l g P g op de auteur likt met vrouwen. Is s P l~ Veranderlijk en wisselvallig een lofzang g g op een aantal vriendinnen die korte tijd P tij leven deelden met de P hoofd er- soon in Altijd de vrouw wordt de Altij erlichtrelatie met De Grote Liefde Pp beschreven de 'Eefje' van Een meisjesleven. Met haar krijgt hij een J lg hij dochter, wier opvoeding later nog eens p g g uitvoerig in beeld komt in Malocchio. g In Derachten ordel zegt Meij er g g g l g via zijn hoofdpersoon Provenier het l P vol ende over: volgend hij eerlijk tegenover zichzelf was, l eerlijk g moest hij het toegeven ... natuurlijk hij g natuurlij zijn laatste product, dat boek waar l P iedereen nu zo enthousiast over deed, zijn minste. Had hij het niet zijn hij geschreven als pot boiler? En hij wist g p hij heelgoed dat hij in het vervolg niet g hij g anders meer zou kunnen: had je 1 eenmaal je beginselen verloochend, g dan was je je onschuld voorgoed kwijt, je je g , l tezamen met de onsterfelijkheid, leek l het wel. Het blote feit dat anderen nu vonden dat hij hij goed schreef, herinner- g de hem er slechts aan dat hij ooit – in l alle vrijblijvendheid – veel beter had vrijblijvendheid geschreven, en dat hij niet goed genoeg ~ hij g g g meer schreef: meerpubliek was dus de besteraadmeter voor verminderde g kwaliteit. Het had zijn bij zijn eerste trilogie moeten blijven, hij had zichzelf g l ~ hij overleefd – altijd het pijnlijkste lot dat altijd Pl l een kunstenaar kan treffen.' Onverenigbare zaken g Provenier of zeg maar gerust g g Mei sm wil onverenigbare zaken Meij g~ g combineren: enerzijds het prototype l P p van de échte schrijver zijn: straatarm, J zijn als het om eten en drinken, auto's zijn gang an door de wereld van de g s chiatrie zijn depressies, de psychiatrie, l P ineenstorten . Hij moet het als een g l afschuwelijke afgang ervaren hebben: afschuwelijke g g hij degroteauteur die tussen allerlei l, g 'mislukkelingen' in een psychiatrische g pY kliniek bij komen van die l suicide o in . Tussen mes en keel wint, pg g o c nisme in 1 de Gouden Uil. In Y , 999 2001 wordt zijn Dood meisje no lnog genomineerd voor de AKO Literatuur- g rijs. Het boek wordt e resenteerd als P l gP `een zwarte komedie over de fatale liefde van een dolenderofessor voor P een sexy borderliner'. Romantische xy humor bij uitstek, zelfspot: de dolende l ~ P rofessor is (natuurlijk weer) Meijsing l l g zelf, die bijkomend uit een langdurige l coma zich vanuit een mix van gevoelens (vaderlijke en zorgzame, g l g naast erotische) helemaal inzet voor de 'redding' van een escortmeisje met g l s chische problemen. Het boek is een PY P aanklacht teen de s chiatrie althans g PY tegen het gebruik van medicijnen bij g g medicijnen l s chische aandoeningen: het meisje psychische g meisj onder invloed van de medicatie van een bij vlagen erg g g gelukkig en vitaal levend persoon in g g p een lelijke, inerte, zombie. In 200 verschijnt Malocchio, met als 3 verschijn Een Toscaansejeugd. Het is J g behalve een aantrekkelijk verslag van aantrekkelijk g de opvoeding door Meijsing van zijn P g l g zij ook een afrekening met alle g romantische verhalen over Toscane. De boodschap is duidelijk: al die boekjes P duidelijk: boekje Toscane voorstellen als hetaradijs p l op aarde, liegen. De zwarte kanten – je P ~ g l wordt als buitenlander bijvoorbeeld l nooiteacce teerd – worden altijd g P l ene eerd. Maar niet in dit boek. g g Begin dit jaar verscheen Moord g l Doodsla een opmerkelijk ro ect: g~project: broer Geerten en zus Doeschka 1 Mei'sin schrijven allebei een roman, g schrijve hun relatie en hun situatie. Over Doeschka zegt Geerten in De `Zijn zusje voerde hem grachtengordel:'Zijn zusj op deze avonturen in de fantasie p en zette hem aan totrotere stoutmoe- g di heid. Hij had het idee aan haar te g l danken dat een leven verdiept en P verdubbeld kon worden als het beschreven werd. Zij waren tegelijk l bondgenoten en rivalen. Zijn zuster g Zij de enige emoe e die hem had aan - g g di d.' g In de dubbelroman echter is zijn l houding ten opzichte van haar haar g p bijna uitsluitend negatief: dat ze naar bijna g `zijn' Italië komt, beschouwt hij als een 'zijn' ~ hij ontoelaatbare inmenging in zijn leven. g g zij toon is veelositiever, p alhoewel ze duidelijk maakt dat ze hem l vanaf zijn geboorte ook als indringer in zijn g haar leven heeftezien; maar hij blijft g ~ l l toch haar broer, ze voelt toch iets van zusterlijke liefde. De opmerkelijkste zusterlijke P l passage in de dubbelroman is de in P g mijn ronduit verpletterende 1 ogen p reactie van hun moeder op de P mededeling van Doeschka dat Geerten g zichzelf heeft willen doden en bijna l leeggebloed aangetroffen is door haar: gg g `Ik verwachtte een ontzettendeil g, mijn vader die de hoorn zou overne- men gesnik op de achtergrond. Maar ,g p g de stem van mijn moeder klonk rustig. mijn g "Koud wassen", zei ze, "bloed op katoen moet je koud wassen."' Tragiek g Op het eerste gezicht opmerkelijk in P g P l Geertens deel van de dubbelroman is zijn fascinatie met een lugubere zijn g moordzaak die zich in Noord-Italië heeft afgespeeld. Het lijkt erop dat hij lijkt p hij zichemakkelijk kan identificeren met g l de vrouw dieetroffen wordt door een g vreselijke reeks gebeurtenissen: de vreselijke g moord op haar kind en vervolgens een p g veroordelin wegens moord, terwijl veroordeling g ~ terwij onschuld voor Meijsing althans haar ~ g glashelder is. Op basis van de hier g p beschreven levensloop van Geerten p Meijsing, overdrijving een van l g~ l g n rijkste auteurs van deze tijd, de belangrijkste l identificatie is met de gekwelde g merkelijk: hij zal zich vrouw niet zo opmerkelijk: hij ongetwijfeld herkennen in de on etw positie p g l van slachtoffer van de onrechtvaardig- Bruggen bouwen Over de macht van kleinkunst Het lied `Vergeet mij niet' van Freek de Jonge en Robert Jan Stips kreeg in 2005 de Annie M.G. Schmidt prijs voor het beste theaterlied van het voorgaande seizoen. Het nummer is afkomstig uit de vii ftiendelige theater- en tv-marathon De vergrijzing die De Jonge in het najaar van 2004 maakte. Deze prijs, die bestaat uit een bronzen beeldje van Annie M.G. Schmidt en € 3500, zal ook in maart tijdens het Amsterdams Kleinkunstfestival weer worden uitgereikt. Het betere Nederlandstalige lied heeft ten onrechte in de klas nog altijd geen vaste plaats te verworven. Henk Langenhuijsen Vijftien jaar aar geleden werd de Annie l g M.G. Schmidt-rijs in het leven Pl en daarmee werd nog eens geroepeng onderstreept dat cabaretteksten veel P meer te bieden hebben dan j l vri'bliven- dera en of moraalridder raatjes. g PP moraalridderpraatjes. Kleinkunst biedt meer dan luchtig literair strooigoed. Jaarlijks zijn er g l zij dan honderd inzendingen met g aantoonbare literaire kwaliteiten. Kleinkunstteksten zijn om die reden uitstekend in de les teebruiken. Toch g gebeurt het nog maar mondjesmaat. g g mondjesmaat aan kennis en traditie en Eengemis een hardnekkig vooroordeel lijken een g lijke in de weg te staan, maar verandering g ook uitgevers laten hier een kans g li en. gg 'Vergeet mij niet' is een afscheidslied, g mij gebracht net na de moord op Theo van g P Goh dat begint met de woorden: g~ g `Dat onze ween scheiden g is het beste voor ons beiden de tijd zal ons wel verder leiden naar een ver en mooi verschiet ik wil mij niet beklagen l g zal het alleen zijn dragen zijn g ik wil alleen nog vragen: vergeet mij g g g l niet.' De tekst verwijst niet alleen naar Van l Goh maar kan ook gezien worden als g~ g universele liefdesverklaring. De jury lrY prees de 'huiveringwekkend mooie P g tekst' de `mooie melodielijn' en de stem 'diegeen echte zangstem is'. In g g zijn dankwoord zei De Jonge, dat hij de zijn g~ hij tekst ironisch had bedoeld: `Ik krijg er lg nooitenoe van mensen naar mij te g g mij laten kijken — en het leek me, aan het l eind van zo'n hele avond, een aardig staaltje ironie om tot het publiek te staaltje P zin en: vergeet mij niet. Maar toen is g g mij het wonderebeurd toen is de muziek g er bijgekomen. En de muziek heeft lg ervoorezor d dat de ironische g g woorden loskwamen van de drang om g ze alsjeblieft maar niet serieus te l nemen.' Componist Robert Jan Stips verklaarde: P P `Ook ik was bang dat het voor ons te g mooi zou zijn. Ik heb nog geprobeerd zijn. ggP er in de muziek allerlei fratsen en grollen aan vast te plakken. Maar het et P lied wou niet, het lied wou mooi zijn.' Discussie De keuze van de jury leidt dikwijls tot lrY dikwijl en dat was zeker ook het afgelopen 'aar het geval. Pure zangers jaar g g als Mathilde Santin reageerden g g verbijsterd dat iemand die niet kan l zingen een liedprijs in ontvangst mag Pl g g nemen. Anderen waren verbolgen g omdat de Brabantse troubadour Gerard van Maasakkers onterechte asseerd gP zou zijn door iemand die in het westen l meer aanzienenoot. Ook in het jaar g l 200 leverde de keuze discussie o . 2004 P Guus Middag, voor NRC Handels- g bladpoëzie en liedteksten bespreekt, P P lieteen spaan heel van de destijds g P destijd wazige tekst van Spinvis. g P Hoe controversieel de uiteindelijke l keuze dikwijls ook is, de uit an - dikwijls ~ s g gP un ten van de jury zijn duidelijk: het lrY zijn duidelijk (of het chanson, musical- en cabaretlied) is het enige g genre in de liedkunst dat gekenmerkt g g wordt door een kwalitatiefoede tekst. g Eenoedepopsong,een prachtige g P g smartlap of een grandioze opera-aria P g P kunnen kwaliteit hebben met een slechte tekst. Bij Bi een goed kleinkunst- g lied is dat onmogelijk. `Voor alle g l duidelijkheid: als Rand Newman duidelijkheid: Y Nederlandstalig werk zou schrijven van g schrijve kwaliteit als zijn Engelstalige l 10 TSJIP/LETTEREN 15.3 repertoire, schreef hij naar onze P ~ hij opvatting kleinkunstliederen,' stelde P g juryvoorzitter Frits Spits eens vast. l ~ P Wat kwaliteit is, weet de jury goed l rY g onder te woorden te brengen: g `Kwaliteit van een tekst dient niet te worden verward met inhoud! Het j "Harlekinlied" van Herman van Veen heeft ons niets te melden, maar is wel degelijk een kleinkunstlied, omdat de g J absurde tekst origineel is en vernuftig g in elkaar zit. (Het j `Harlekinlied' zou s overigens niet voor de prijs in g pl aanmerkin komen, want het is aanmerking eschreven o bestaande buitenlandse g P muziek, maar dit terzijde.) Natuurlijk l Natuurlijk een kleinkunstlied geen mag g overbode e herhalingen en stoplappen g g bevatten, maar in sommige gevallen gg zijn ze juist onontbeerlijk, zoals bij zijn l l~ l parodieën. Veel goede kleinkunst- p oe g teksten rijmen niet goed, hebben rijmen g metrische tekortkomingen, raken g inhoudelijk kant noch wal. Let o : bij J p l goede kleinkunstliederen zijn deze g zij ogenschijnlijke fouten bewust g l l gehanteerd, ze zijn niet uit onmacht g ~ zij Het s preekt vanzelf dat de g P muziek en uitvoering een lied (dus ook g een kleinkunstlied) kunnen maken en breken. Muziek en uitvoering beschouwen we als ondersteunend voor de tekst. Eenoede tekst kan met g goede muziek en uitvoering een beter g g endresultaat o leveren. Goede muziek e p kan echter nooit een slechte teksten daarmee het lied) verbeteren.' Alsje de afgelopen aren o een rijtje Jjaren op ltl zet zien we een aardige diversiteit en g kan ook wordeneconstateerd dat g prachtig werk en mooie teksten zijn g n 1 boven komen drijven en terecht extra l aandacht hebbenekre en. Ter g g illustratie enkele fragmenten uit de us g ra orten van de laatste drie jaar PP aar J om een indruk te geven van de o g diversiteit e n de beweegredenen van de g ju . Uit het rapport uit 2002: `Jeroen jury. PP Winnaars Annie M.G. Schmidt-prijs 1991 Harrie Jekkers en Koos Meinderts, `Terug bij ar 1992 Jan Boerstoel, Martin van Dijk en Jenny Arean, `Iemand moet het doen' 1993 Niet uitgereikt ~994 Bram Vermeulen, `Een doodgewone jongen' 1995 The Shooting Party, `Kaal' 1996 Jan Boerstoel, Marnix Busstro en Karin Bloemen, `Geen kind meer' 1997 Jurrian van Dongen, Martin van Dijk, Jenny Arean en Lucretia van der Vloot, `Halleluja, Amen' zgg$ Kees Torn, `Streepjescode' 1999 Alex Roeka, `Noem `t geen liefde' 2000 Maarten Roozendaal, `Red mij niet' 2001 Erik van Muiswinkel en Diederik van Meuten, `Tibetlied' 2002 Jeroen Zijlstra, `burgerdam slaapt' 2003 Lenette van Domenen Erik de Jong (Spinvis), `Voor ik vergeet' 2004 Freek de Jonge en Robert Jan Stips, `Vergeet mij niet' TSJIP/LETTEREN 15.3 11 Zijlstra is niet alleen een man die in J staat isoëtische teksten te schrijven, P hij kan ze ook prachtig zingen met een hij P g g stem die de trompettist in hem p verraadt. Hij Hi zingt als een muzikant. Soms blaast hij de woorden aan. J Woorden die met elkaar het beeld oproepen van een winterlandschap van P Hendrick Averkam .... De sfeer in p het lied iser eheimzinni . De hoofd per- g g p soon in het verhaal keert terug naar het g dorp Durgerdam dat jaren zijn haven p g jaren l iseweest. Hij mijmert over een oude g Hij l liefde, de liefde van zijn leven, , waarmee hij lang geleden in dit dor hij gg dorp heeftewoond engeslapen.... De g muziek, een accordeon, eenpiano, een p , contrabas en slagwerk, is als water dat de bewegingen van de tekst soepel P omspoelt. Zelfs af en toe verrast met P eengolfslag die hoog tegen de g g g g woorden opspat. Het is een lied dat zo rijk is aan beelden, dat tegelijkertijd rijk ~ g l J zoveel aan de verbeelding overlaat, dat g mysterieus blijft en dat muzikaal heel Y l spannend is.' P In 200 schreef de u : `De melodie 3 jury blaast je als een lentewind tegemoet, J lieflijk maar misschien is teer of J~ breekbaar een beter woord. Je voelt je J door die windestreeld maar er ook g door opgenomen... en het aardige is als Pg g je eenmaal binnenshuis bent, dan lij J ~ lijkt J het net alsof die wind nog bij je is. Die g bij j muziek is in eigen huis opgenomen en g Pg door de tekstdichter/componist vervolmaakt. Er isebruik gemaakt van g g de mogelijkheden die de moderne g l technologie te bieden heeft. En dan de g tekst. Het rare hiervan is dat hij l misschien wel mooier is door wat niet gezegd wordt dan door wat wel. De g g tekstdichter wil dierbare herinneringen g vastleggen, voordat hij alles vergeet. In gg ~ hij g de ruimten die zijn opengelaten tussen 1 zijn teksten kun je je eigen verhaal zijn l je g invullen. De tekst nodigt uit tot een g eigen interpretatie. Daarom is het niet g p verwonderlijk dat ook andere artiesten l zich aangetrokken voelen door dit lied. g Om dit laatste te onderstrepen kent de P u dit jaar de prijs s in feite twee keer lrY l pl toe. Aan de maker en vertolker Eric de jongftewel Spinvis en aan Lenette g p van ro Dongen die in haar theaterpro- g p g ramma Vedette aantoont wat je met dat lied allemaal kan.' En in 200 ten slotte merkte de u 4 lrY op: `De Jonge gaat van klein naargroot, P g g van hard naar zacht, zijndynamiek zijn Yn voorziet zijn woorden van een extra l lading. Als je niet aandachtig zo g l g zou luisteren zou je kunnen denken: deze J ee manaat over de to maar dat is g P~ absoluut niet heti eval. Vervolgens g g de 12 TSJIP/LETTEREN 15.3 huiveringwekkend uiverin wekkend mooie tekst. De smeekbede om niet te vergeten, ook al g ben je niet meer met elkaar, ook al is er iemand overleden, vergeet ze niet. Je g bent ereweest. Hij zegt: ieder mens g Hij g heeft recht op een plek in de P P herinnerin . Geen gekunsteld woord is g g er bij. Geen bedacht rijm. Een bijna bij. rijm. bijna organisch vers. En dan de muziek. Het g is net alsof deianist is ingefluisterd P g door de theaterpianisten van weleer, P Cor Lemaire en meer nog Ru van g Veen, ooit de begeleider van Wim Kan. g Dienend maar met een mooie , melodielijn. Deze muziek vergeet je l g l niet. Dit lied bevat het dan van het ultieme theaterlied. In het winnende lied horen we de echo van het verleden, en daarnaast wordt er ook een waarde voor vandaag, moren voor altijd g~ morgen, altijd verklankt. Heteeft het lied een g tijdloos karakter.' l In de klas Allemaal mooie woorden natuurlijk en l daar is een 'u ook voor, maar lrY tegelijkertijd rikkelend en zeker niet prikkelen Alleen al om die reden zou het oed zijn deze nummers in de klas te g l bespreken en het oordeel van de P leerlin en te toetsen aan dat van de leerlinge zogenaamde kenners. Maar er is meer: g afgezien van de discussie die ieder g oordeel van een jury kan oproepen, kan lrY redelijk objectief worden vastgesteld J l g dat de afgelopen 'aren nog eens is jaren g aangetoond dat het kleinkunstlied in g Nederland een belangrijke plaats g l P inneemt en dat er mooie teksten wordeneschreven. Daarnaast is het g doorgaans toegankelijk zonder vlak te g g l worden. Het kunnen beluisteren van een tekst voegt zeker een meerwaarde toe. Wie dit materiaal in de klas negeert, laat een kans liggen. g ~ gg Eenrobleem is dat het materiaal niet P altijd eenvoudig voor handen is. Er zijn altijd g zij talloze bloemlezingen met g cabaret- en liedteksten, maar de teksten en de muziek van de Annie Schmidt-prijswinnaars moet je zelf Pl l bijeen schrapen. De tekst van Freek de l P Jonge is nog zeer lastig te traceren. Er g g is kennelijk geen uitgever die er voor lg g het onderwijs brood in ziet of op het onderwijs P idee komt kwalitatiefoede teksten te g voorzien van lessuggesties. gg Uitzonderingen zijn er wel. Cabaret- g zij Frank Verhallen stelde enige g jaren geleden voor Bulkboek twee l g bloemlezin en voor het onderwijs g onderwij over stad en land en 75 liedje over de dood ter troost en 75 J verstrooiing. De laatstgenoemde uitgave g g g in ver ezeld van een cd met een g g g opnamen van de luisterliedjes. P luisterliedjes Lessuggesties ontbraken echter. gg Tien jaar geleden maakte het literaire l g tijdschrift Bzzlletin een speciaal tijdschrift P nummer over `Literatuur en cabaret'. Hierin werd veel aandacht besteed aan schrijvers uit het schemergebied van schrijvers g het literaire vermaak, de zogenaamde g plezierdichters, onder wie Drs. P, joop P Visser, Herman van Veen, Guus Vleugel, Jan Boerstoel, Bram g , Vermeulen, Ivo de Wijs en Willem Wilmink. Tegenwoordig mogen deze g g g auteurs af en toe even een klaslokaal of methode in, maar hun aanwezigheid g blijft doorgaans een frivoliteit in de blijft g mare en de specifiekeliteraire g P kwaliteiten worden in literatuurboeken nog altijd magertjes belicht. De g altijd g l schrijvers verdienen meer respect dan schrijvers P het toch enigszins minderwaardige g g etiket van de light verse-dichter. g Mo Mogelijkheden g 1 Bart de Groof en René van Gerven hebben l onafhankelijk van elkaar de literaire aspecten en mogelijkheden in P g 1 de klas van het g hedendaa se cabaret- lied onderzocht en beschreven, dit in het kader van hun studie Nederlands. Beiden toonden aan dat verscheidene literaire aspecten, zoals vertel ers ec- P ~ P P tief, rijmverschijnselen, stijlfiguren en l l ~ l g beeldspraak k heel goed bespreekbaar P g P emaakt kunnen worden met behulp P g van de betere cabaretteksten. De laten zich ook zonder de teksten i' bijbehorende muziek goed bespreken. bb l g P Vooral in de studie van Van Gerven, die zichrotendeels richt op enkele g P recente winnaars `Stree 'escode Pl Omdat je sinds de scheiding of je g meer werd doodgezwegen En de familie al mijn vragen en steeds l g ontweek Heb ik wat jou betreft z ~ owateen g informatie losgekregen Behalve dat ik sprekend op mijn vader p p mijn e leek Maar toen ik jou wou leren kennen, l werkte niemand teen g En dat ik veel van jouw gedachten l g deelde, bleek Ik had eengeestverwant ontdekt dus kwam het uiterst ongelegen Dat jij ji werd weggeteerd door kanker en gg bezweek En alles wat je naliet, was een stapel je ~ p oude boeken En daarmee zit ik nu al jaren l opgescheept Ik sla er af en toe eenoen om er P sporen in te zoeken P Soms is een zin door jou met potlood jou p onderstree t P Het is toch niet ondenkbaar dat ik via die methode Alsnog iets over wie je was te weten g l kom Je hebter ongeluk een zelfportret P g p eschetst in streepjescode geschetst Pl Al staat bij wat je onderstreepte nooit l je p waarom Had wat je las voor een jou een zekere je jo ? g• Was het een tekst die iets teweegbracht g in je geest? g Was het om aan te halen bij bi een overhoring? g• Of zou het boek eerst van een ander zijn geweest?' g Het onderwijs is niet gebaat bij onderwijs g bij onbereikbare muzen, maar heeft behoefte aan bruggenbouwers. De gg kleinkunst is een uitstekende brug. g Maar wie doet er wat mee? Wie neemt de handschoen op? p Henk gJ Lan enhuti sen is docent Communi- catie en Culturele Vorming aan het g Koning Willem 1 College in 's-Herto- g g enbosch. g Meer informatie he.lan enhui'sen kwic.nl. g l @ 14 TSJIP/LETTEREN 15.3 kunnen beluist Overgangsliteratuur voor bovenbouwers? De literaire adolescentenroman Hoe houden we jongeren in de bovenbouw van havo en vwo enthousiast voor lezen? Want het leesplezier – en met het leesplezier vaak ook de leesmotivatie – van jongeren neemt in de loop van de jaren nog altijd af, dat is algemeen bekend. Zelfs na de invoering van de Tweede Fase in het schooljaar 1998-1999, waarbij de verplichte leeslist voor havo-leerlin- gen tien en voor vwo-leerlingen sindsdien twaalfboeken telt. Blijkbaar is er meer voor nodig om de overgang van jeugd- naar volwassenenliteratuur minder problematisch te laten verlopen. Kan de literaire adolescentenroman daar wellicht een rol in spelen? Jannetta de With De literaire adolescentenroman is 1 is, zoals de naam al aangeeft, een roman g voor adolescenten. Ruimenomen g gaat het om de groep jongeren in de g g Pl g leeftij d van twaalf tot vierentwintig g jaar. In de regel gaat de adolescenten- jaar. g g roman ook over adolescenten, over jon volwassenen die een innerlijke jongvolwassenen innerlijk groei naar volwassenheid doormaken. Denk l bijvoorbeeld aan Je moet dansen op mijn af van Aidan Chambers, mijn graf Junkies van Melvin Burgess, Per g Nilssons 17 of Vallen van Anne 7 Provoost. Hetenre wordt door Helrna g van Lierop als volgt gekenmerkt: `Wat P gg beschreven wordt is een zoektocht van naar hun eigen identiteit. personagesg Pasklare antwoorden worden niet e even de mogelijkheid tot reflectie gegeven, g l is er wel. Auteurs kiezen een vorm die daarbij past. Geen vastliggende daarbij P gg structuur met een noodzakelijk happy PPY end, maar romancomposities waarin p net als in de volwassenenliteratuur sprake is van experimenten met P P en variatie in perspectiefwisselingen vormen.' Omdat jongeren nadenken over l g zichzelf over wie ze zijn en over hoe J zij zich verhouden tot anderen zouden zij zich goed kunnen vinden in boeken l g voor en over adolescenten. De thematiek van de adolescentenroman, de innerlijke groei naar volwassenheid, innerlijke g vaak uitgebeeld door een min of meer g personage dat zijn of haar weg gevoeligP g zijn g moet zien te vinden, zou jongeren l g aanspreken en de mogelijkheid bieden P g l tot identificatie. Maar dat niet alleen. Willen jongeren in deze leefti'dscate- l g l orie zich betrokken voelen bij het g 1 verhaal, dan moet het echt en herkenbaar zijn en moet er over gereflecteerd kunnen worden. Want adolescenteneneraliseren en g analyseren: ze brengen het gelezene in Y g g verband met de werkelijkheid en l luizen deprincipes van het werk uit P P P op zoek naar complexe betekenissen. P P Onderzoekso zet P Theoretisch bekeken zou de literaire adolescentenroman dus voor een vloeiendere overgang van jeugd- naar g g l g volwassenenliteratuur kunnen zorgen. g Maar hoe werkt dat in derakti'k? P l Wordt er in het onderwijs eigenlijk wel onderwijs g l aandacht aan ditenre besteed? Want g aan de kwaliteit ervan wordt nogal eens g etwi getwijfeld en de boeken worden om die g l reden — naast het feit dat ze nog niet g oed bekend zijn — dan ook niet g l gebruikt in het literatuuronderwijs in g literatuuronderwij bovenbouw van havo en vwo. Zou de adolescentenroman er voor on eren uit de bovenbouw van havo jongere • vwo wellicht voor kunnen zorgen g dat de overgang van jeugd- naar g g l g volwassenenliteratuur minder problematisch verloopt? Pt? Het onderzoek naar het vinden van een antwoord op deze vraag voerde ik uit in P g twee delen, in een inventariserend deel en een verdiepend deel, in het voorjaar P ~ voorjaa • 200. Voor het inventariserende 4 deel werd aan 21 leerlingen uit de 9 g bovenbouw van havo en atheneum een enquête voorgelegd. De leerlin en ~leerlinge • allemaal op dezelfde school, in P de vierde en vijfde klas van het havo en l in de vierde vijfde en zesde klas van ,J het atheneum. Hun lessen Nederlands werden g verzor d door vier docenten. In de enquête vroeg ik de jongeren rl g l g naar hun houding ten opzichte van g P lezen naar hoe zij de overgang van zij g g jeugd- naar volwassenenboeken l g / TSJIP/LETTEREN 15.3 15 hadden ervaren, en naar hun bekendheid met adolescentenlitera- tuur. Daarnaast, ter verdieping van de Pg resultaten, maar vooral om te zien hoe de literaire adolescentenroman door adolescenten ontvangen wordt, lazen g twintig leerlingen uit de vierde klas van g het atheneum De tolbrugan Aidan g Chambers. In afrondenderoe- g Psg e s rekken konden zij reageren op de P l g P vraag of en hoe de adolescentenroman g volgens hen past in de overgang van g P g g jeugd- naar volwassenenliteratuur. l g Lezen en leesgedrag g g De ingevulde enquêtes gaven veel g ~ g informatie over de leesbehoeften en -interesses van de g bevraa de adolescen- ten over hoeveel en hoe vaak zij lazen l en over wat ze dan lazen. Met behulp van acht stellingen, zoals `Ik lees graag g ~ g g boeken in mijn vrije tijd,' en `Als ik mijn vrije l langer dan een uur lees, vind ik het g vervelend worden,' kon ook de leesattitude worden P be aald. Zo bleek bijvoorbeeld dat de meisjes uit de bijvoorbeeld J ondervraa de groep positiever ten g g PP opzichte van lezen staan dan de P jongens zij lezen daarnaast vaker en l g , l meer. Het schooltype heeft ook invloed: g atheneumleerlin en staan ositiever te enover lezen en lezen P g vaker en meer. Zelfs het leerjaar is l bepalend: hoe hoer de klas hoe meer P g er wordtelezen. Voor de houding ten g g opzichte van lezen is er een belangrijke P gl rol weggelegd voor de docent: de verschillen in de resultaten bleken na een vergelijkingstoets niet o toeval te op berusten. Op basis van het aantal P gelezen boeken in het afgelopen • gaar l en hoe vaak erelezen werd, konden g de leerlingen worden ingedeeld in g g lezerssoort. 66 leerlingen o g 3 bleken `weini lezer' jon eren in deze g ,l g roe lezen eigenlijk nooit of alleen in groep g l de vakanties en maximaal zes boeken per jaar; 92 leerlingen (42%) bleken P 1 ~9 g 4 gemiddelde lezers, jongeren in deze g ~l g n ongeveer elke maand en roe lezen g P g ' zeven tot negen boeken per jaar; zo'n zeve g p ) , leerlingen (28%) bleken veellezers, 6o lee g in deze groep lezen meerdere jongeren g P a e d n per week en meer dan tien g P boe kenj er jaar. Als het aan de P adolescenten ligt, lezen zij het liefst g~ l spannende boeken: detectives of P thrillers of boeken over spionage en verraad. Daarna, het scheelt bijna niets met spanning,lezen zij het liefst over zij het leven van jon volwassenen vooral J g overroblemen en moeilijkheden van P l jongeren. `Over mensen van mijn l g l leeftijd met de problemen die ze leeftijd P moeten doorstaan,' schrijft een meisje J l uit-atheneum. `In ieder geval over 4 g jongeren die een zelfde leventje leiden l g l net als mij,' zegt een jongen uit 4-havo. J~ g l g 4 Sommi en maken het heel concreet. Sommigen Een meisje uit 4-atheneum geeft meisje 4 g voorbeelden van jeugdproblemen en l noemt vriendschap,iefde en gewicht. P g Een Iets jongen uit 5-havo schrijft: ` l g 5 l over mijn eigen leven: liefde, l g softdrugs uit aan.' g, g Als derde lezen adolescentenraa g g drama, waar voornamelijk s cholo i- J PY g sche romans en waar gebeurde g verhalen mee worden bedoeld. De meeste adolescenten1 % lezen hun 3 eerste volwassenenboek als zij in de l derde klas van de middelbare school zitten. Daarna g vol en de eerste en de tweede klas (allebei 19%) en de vierde 9 klas (12%). De klas waarin het eerste volwassenenboek gelezen wordt blijkt g l — weliswaarerin — negatief samen te g g g hangen met de mate waarin er gelezen g g wordt. Dat wil dus zeggen dat hoe gg meer iemand leest, hoe eerder de overstap van jeugd- naar volwassenen- P leug literatuuremaakt wordt, en g andersom. Om er achter te komen wat leerlingen g lazen voordat zij de overstap naar zij P volwassenenliteratuur maakten, lede g ik hen in de oe enquête twaalf jeu db- ~l l g kenauteurs voor: Thea Beckman, Link 1 Guus Kuijer,joke van Lineke Dijkzeul, , J ~ l Leeuwen Astrid Lind ren de auteurs g , r Crimi-reeks, Lydia van de Pando ra , Y Rood,r Slee, Toon Telleen Jan dC Tellegen, Carry , g de Vries, Laura Ingalls Terlouw, Anke , g Wilder. De leerlingen moesten g aankruisen van welke auteur ze wel één f meerdere boeken hadden eens een o elezen. Om te be alen hoe literair de g P nu lazen, had ik ook twaalf leerl Overgang g g Waar het mij mi met de resultaten van de enquête uiteindelijk om te doen was, ~ uiteindelij het achterhalen vanezamenlijke g J eigenschappen van die enen die diegene aangaven de overstap van jeugd- naar g P l g volwassenenliteratuur als moeilijk of l zelfsroblematisch te ervaren. Het P bleek dat een kwart van de ondervraag- g de adolescenten moeite heeftehad g met de overstap. Die leerlingen gaven P g g aan dat zij lezen, sinds zij de overstap ~ zij P naar volwassenenboeken hebben gemaakt, minder leuk z gaan g ~ zijng vinden; dat volwassenenboeken niet goed passen bij hoe zij zich voelen; g en P l zij ,e dat zij graag jeugdliteratuur voor hun lg gl g leeslijst zouden lezen als dat zou l mogen. Het ging om een groep van g g g g P leerlingen 2 % jongens en 20 55 g 5 ~ 35 l g meisjes, waarvan 13 procent veellezer l ~ 3P was, 51 procent een gemiddelde lezer ~5 P g en6 procent weiniglezer. Voor deze 3P g roe gold dat zij niet zo enthousiast g roep zij was over volwassenenliteratuur, dat zij l moeite had met deersona es uit die P g boeken en dat zij als zij die keuze had l, l liever overpersonages van hun eigen g leeftijd zou willen lezen. De groep g P leerlingen met overgangsproblemen g wordt vooralekenmerkt door de g houding ten opzichte van lezen, die is g P no al negatief. Het is dan ook niet g g vreemd dat deze leerlingen sowieso g weini lezen. Ten opzichte van weinig P leerlin en die geen moeite hebben met g g de overgang van jeugd- naar volwasse- g g leu g nenliteratuur zijn zij heel wat minder l zij goed bekend met auteurs van g volwassenenboeken en ookeven ze g aan nueen jeu dboeken meer te g jeugdboeken lezen. Dat laatste doen ze omdat ze jeugdboeken te kinderachtig en saai l g g vinden, maar ook omdat ze niet van lezen houden. Adolescenten boeken Zou de literaire adolescentenroman voor deze leerlingen een rol kunnen g s spelen in de overgang van jeugd- naar P g g J g volwassenenliteratuur? Want: hoe staan leerlingen die bekend zijn met de g zij ten opzichte van P lezen? Is het misschien zo dat zij geen lg of minder moeite hebben met de overstap van jeugd- naar volwassenen- P leu g literatuur? Op basis van deze vragen P g was een volgende stap het inventarise- g P ren van de eigenschappen van adolescenten die bekend zijn met dat l soort literatuur. In de enquête had ik ~l de leerlingen gevraagd aan te kruisen g g g van wie van deenoemde auteurs van g boeken voor jon volwassenen zij wel jongvolwassenen zij eens iets haddenelezen: Melvin g Burgess, Aidan Chambers, Miep P Diekmann, Ed Franck, Ted van Lieshout, Bart Moeyaert, Per Nilsson, Peter Pohl Anne Provoost en Edward van de Vendel.rocent van de 39P leerlingen was bekend geënquêteerdeg met ten minste één van deze auteurs, 85 leerlingen. In totaal kruisten zij 5 g zij 143 keer een auteur aan, en gemiddeld 43 ~ g lazen deze g leerlin en dus 168 adoles- centenboek. Het minimum aantal auteurs dater leerling werd P g / TSJIP/LETTEREN 15.3 17 aangekruist was één, het maximum g zes. Van alle auteurs werd Ted van Lieshout het meestekend: keer, g 59 oftewel door 69 procent. Daarna 9P kenden de leerlingen Anne Provoost g het meest:a procent van de 4P leerlingen las een of meer van haar g boeken zij werd 36 keer aangekruist. boeken, 3 g Per Nilsson kreeg een derde plaats. g P Door de leerlingen werd hij 21 keer g hij aangekruist, oftewel door 25 procent. g ~ 5P De enige nog door meer dan tien g g procent van de leerlingen gekende P g g auteur was Peter Pohl1 % de rest 3 van de auteurs werden niet of nauwelijks gekend. nauwelijks g Van de leerlingen die bekend zijn met g zij was het meren- deel meisje, zat het merendeel op het l~ P atheneum, en kwam het merendeel uit de hogere klassen. Bijna de helft van g Bijn 85 jongeren jongens en o 5l g 3Sl g 5 meisjes) was te categoriseren als l g veellezer. Erold bovendien een g samenhang: hoe vaker en hoe meer g iemand leest, hoe meer schrijvers van J boeken voor jon volwassenen hij of zij jongvolwassenen hij zij kent. Diegenen die bekend zijn met g zij kennen bovendien meer auteurs van volwassenenboeken én jeugdboeken dan diegenen die niet l g g eerder een adolescentenboek lazen, en ook lezen zij nu eerder nog een zij g jeugdboek. l g De tolbrug Deroe van adolescenten die bekend g P zijn met auteurs van literaire l adolescentenromans lijkt het spiegel- l beeld van deroe van adolescenten g P die moeite hebben met de overgang g g van jeugd- naar volwassenenliteratuur. J g De eneroe bestaat voornamelijk uit g P voornamelij jongens, de andere uit meisjes; in de l g ~ l eneroe zitten vooral weiniglezers, in g P g de andere zijn het juist veellezers, l l enzovoorts. Maar betekenen deze verschillen in eigenschappen ook dat de literaire adolescentenroman de overgang van jeugd- naar volwassenen- g g leug literatuur vergemakkelijkt? Zoals we al g l g za en zou de literaire adolescentenro- man door de mogelijkheid tot g l identificatie, door realisme en door het kunnen reflecteren voor een vloeiende- re overgang van jeugd- naar volwasse- g g leu g nenliteratuur kunnen zorgen. Doordat g De tolbrugen boek is voor en over g adolescenten, voelden veel van De tolbrug-lezers zich erg bij het verhaal g g bij betrokken. Een fragment uit een van g dees rekken: g P Leerling: `Ik heb nog nooit een boek g g gelezen waarvan je als jongere zijnde g je l g zijnd krijgt op een volwassenenonder- lg P werp. De onderwerpen worden P P behandeld als volwassen, maar toch als jongere zijnde. Dat heb ik nog g zijnde. g nooit gelezen zoiets.' g Docent: `Wat bedoel je nou precies?' je P Leerlin : `De onderwerpen worden o Leerling: P op een andere manier behandeld dan als je het vanuit een volwassene zou lezen. e ziet het echt als iemand van zeventien jaar, achttien jaar, zo rond l ~ l die leeftijd zou ik maar zeggen, en die leeftijd gg rea eert anders op dingen dan een g P g volwassene zou doen. En dat lees ik terug in een boek en dat heb ik bij g bij volwassenenboeken niet. Dan snap ik P niet waarom ze zo reageren, terwijl als g ~ terwij het doet dan snap ik het wel. Dan Y P snap ik het beter dan in een volwasse- P nenboek.' Maar dat voor sommige leerlingen de g g leeftijd van de hoofdpersoon niet van J P belan is, blijkt uit een gesprek dat ik belang ~ blijkt g P had met een leerling: g JW: `Enast De tolbrug dan beter bij je P g ll in die zin dat hetua taal beter bij je ~l lJ aansluit...' Leerling: ` a.' g JW: `... ofua inhoud?' el Leerling: `Ook. Ja allebei. En ook dat de g ersonen van jouw leeftijd zeg maar P jouw leeftijd g zijn. Niet altijd volwassenen, want dat l altij in de meeste literatuurboeken die wij wi dan moeten lezen zo. JW: `En dat vind je wel prettig om over je P g te lezen, blijkbaar?' l Leerling: ` a.' g JW: `Over zowel dat het over iemand gaat van jouw leeftijd, als dat het gaat g jouw l~ g over dingen die je bezighouden?' g je g Leerlin : `Nou niet in het bijzonder. Ik Leerling: bijzonder het ookeen probleem om g P boeken te lezen over ervaringen van g een vrouw in de tachtig bijvoorbeeld. g bijvoorbeeld vind ik allemaal eigenlijk niet zo g J heel erg verschillend.' g Ook wat betreft realisme waren de meningen verdeeld. Sommigen g g vonden dat De tolbrug hun ervaringen g g heel juist weer af maar ov vinden komt overeen met wat we ook waarinelezen wordt. En daar speelt g P al zagen in de resultaten van de de docent een belangrijke rol in. g gl en enquête: vooralsnog wordt de literaire ~ g adolescentenroman naast volwassenen- Janetta de With rondde haar studie literatuur gelezen. Hoe hoger namelijk Nederlands aan de Universiteit Utrecht af g g namelij ) leerjaar hoe meer adolescenten- met een onderzoek naar het functioneren boeken erelezen worden. Door de van de literaire adolescentenroman. Zij g J complexiteit van de vorm plaatsen de werkt nu alsjunior redacteur bij Querido P P J J leerlin en De tolbrug dichter bij bij Kinderboek. Bovenstaand artikel is een g g volwassenenboeken dan bijjeugd- verkorte weergave van een onderzoek dat ll g g boeken. zij deed in opdracht van Stichting Lezen, J p g waar het volledige onderzoeksverslag te g g Conclusie bestellen is, t (o2 o) 623 05 66. 35 In de overgang van jeugd- naar g g l g volwassenenliteratuur ondervindt dus een kwart van de adolescenten een Gebruikte literatuur probleem. Het zijn weiniglezers en zijn P g adolescenten met een lage leesattitude, J.A.A le ard, Becoming a reader: The g pP Y g veelal jongens, die aangeven dat ze er experience o ction om childhood to l g ~ g p toch wel even aan moesten wennen adulthood. Cambridge, 1 g 1994. toen zij volwassenenboeken gingen zij g g lezen en dat zij willen dat er meer Ruud Kraaijeveld, `De adolescentenroman l l boeken zijn over onderwerpen die bij in de Tweede Fase'. In: Ts i Letteren 1 -1, P l J pl 3 henassen. Hun behoeften en 2003, p. 29-32. P interesses – spannende boeken, P boeken dieaan over `hun eigen Helma van Lierop-Debrauwer, `Over de g g P leven' – sluiten niet aan bij boeken Grote Gelijkenis. Adolescentenromans voor l l die zij naar eigen zeggen moeten lezen jongeren en volwassenen'. In: Literatuur g gg l g voor hun lijst. Voor hen zouden zonder leeftijd , 2000, 53, 6- 1. l p. 33 35 adolescentenboeken dus juist geschikt l g zijn. Ondanks dat de verschillen in l eigenschappen tussen de groepg P adolescenten met overgangsproblemen en deroe adolescenten die bekend is g P met de adolescentenroman er niet op duiden dat de literaire adolescentenro- man de overgang van jeugd- naar g g l g volwassenenliteratuur vergemakkelijkt g l veellezers – en dat zijn de lezers van l adolescentenboeken – lezen nu eenmaal veel: veel volwassenenboeken, veel adolescentenboeken en veel jeugdboeken), zij de adolescentenroman die overgang zou kunnen ver emakkeli' - g g g l ken. Die verandering zou moeten g beginnen bij het aankweken van de g l juiste leesattitude, immers: hoe hoger ~ ger de leesattitude, hoeroter de mate g TSJIP/LETTEREN 15,3 19 De jeugdliteratuurkritiek als graadmeter De laatste twintigjaar is de belangstelling voor aspecten van canonvorming in de jeugdliteratuur gegroeid. Verschillende gebeurtenissen en discussies in deze periode onderstrepen de toegenomen aandacht voor dit onderwerp: de wording van De hele Bibelebontse berg in de jaren tachtig, het sympo- sium `De verborgen plaats van kinderliteratuur op school' dat in 1989 in Tilburg werd gehouden, de dissertatie Wat heten goede kinderboeken? van Anne de Vries in datzelf- dejaar, zijn SLAA-lezing Het verdwijnende kinderboek in iggo en de grensverkeerdiscussie die daarop volgde, het in 1999 verschenen Tot volle waschdom en de oratie Pers- pectief op het verleden in 2000. Voeg daar nog aan toe de vele artikelen over jeugdliteratuurkritiek in Leesgoed en Literatuur zonder leeftijd en men krijgt een aardige im- pressie van wat er op dit gebied speelt in de jeugdliteratuur. Helma van Lierop- Debrauwer In zijn algemeenheid kan gezegd zijn g g g worden dat de vragen met betrekking g tot de canon en canonvorming dezelf g de zijn als in de volwassenenliteratuur. l In `Het "probleem" van de canon' P si signaleert Mooi' een aantal lastige g l g kwesties. Allereerst is er het definitie- probleem. robleem. Wat verstaan we onder de canon en hoe verhoudt het g be ri zich P tot aangrenzende begrippen als g `klassiek' en `literatuur'? En over welke canon hebben we het? De canon van een samenleving of die van bepaalde g P roe en in de samenleving? ? P g In het verlengde van de definitievraag g lit de vraa naar het waarom van g g canonvorming. De antwoorden die g Mooi' geeft met betrekking tot de Mooij g volwassenenliteratuur — oriëntatie, selectie enrofilerin — zijn ook terug g zijn g te vinden in de beschouwingen over g l g Als is vastgesteld wat onder de canon g wordt verstaan, dan is de volgende g vraag die naar de totstandkoming van g g de canon. In canonvormin s rocessen gP binnen de volwassenenliteratuur wordt een cruciale rol toebedeeld aan de literatuurkritiek. Deze wordt gewoonlijk onderverdeeld in de gl journalistieke kritiek, de essayistische journalistieke ~ Y kritiek en de academische kritiek, in de woorden van Fens en Bekkering de g tweede en derde stem. Van Rees beschouwt de journalistieke kritiek slechts als een eerste stap in het proces P P van canonvorming. Pas wanneer een g literaire werk ook in de essayistische Y en academische kritiek besproken is, P wordt opname in de canon mogelijk. P gl In haar dissertatie betont Susanne g Janssen dat de selectie en het oordeel van de kritiek door de overige g instituties in het literaire veld gerespecteerd wordt. De keuzes van de g P kritiek zijn van invloed op bijvoorbeeld zijn P bijvoorbeel ruimte die een beginnend auteur g kri' t van zijn uitgever, ze wegen mee krijgt zijn g ~ g in bekroningen van literaire 'u 's en g lrY adviescommissies en in het aanschaf- beleid van boekhandelaren en bibliotheken. En last but not least wordt ook het literatuuronderwijs de l~ weerstand teen `de lijst van 21' g lijs (samengesteld door de Commissie Moderne Letteren, bestaande uit de letterkundigen Ton Anbeek, Harry ~ rY Bekkering en aa Goede ebuure• het g P g verzoek daartoein uit van de g g Commissie Eindexamens Vernieuwing Nederlandse Taal en Letterkunde vwo en havo) ten spijt, it in sterke mate beïnvloed door de canon van de kritiek. Janssen concludeert: `Hieruit kan worden g af eleid dat de kritiek de bevoegdheid bezit om teksten te g legitimeren als meer of minder g waardevolle literaire werken. Heteeft g tevens aan dat het beeld [in de tekst van anssenecursiveerd HvL dat de g kritiek huldigt en uitdraagt omtrent de g g aard van haar verrichtingen breed g eacce geaccepteerd is en op betrekkelijk P P k l weinig tegenspraak stuit. Kort gezegd gg g komt dit zelfbeeld erop neer, dat zowel P 20 TSJIP/LETTEREN 15.3 de institutie literatuurkritiek als de individuele criticus tot o grote hoogte op g autonoom zijn in de uitoefening van J g hun taak en, mede daarom bij uitstek ,j in staat zijn om de onderscheiden l kwaliteit van teksten te beoordelen.' Wat is de rol van de g l jeu dliteratuur- kritiek in de canonisering van g jeugdboeken? Is haar invloed even l g eenduidi en scherp omlijnd als die eenduidig P l van de algemene literatuurkritiek? g Welk beeld draagt de jeugdliteratuur- g l g kritiek van zichzelf uit? De lezer en de tekst `Mi' gaat het er namelijk onder andere 'Mij namelij het juiste boek bij de juiste lezer te l bij juist en en die lezer plezier in boeken krijgen P teeven. Met dat advies bedrif e g bedrij jeugdliteraire kritiek en geef je l g g 1 gerichte en bruikbare leesadviezen.' g Recensenten van kinderboeken hebben volgens Kees van Rees dezelfde taak- P o vattin als critici van volwassenen- g literatuur. Beiden hebben twee verant- woordelijkheden. De eerste is `het l signaleren van nieuwe uitgaven op het g g p gebied van toneel, poëzie, verhalend en g ,p beschouwendroza'. De tweede P verantwoordelijkheid betreft de wijze l l waaro dat zou moeten gebeuren. P g Criticieven een omschrijving van de g l g inhoud of thematiek van een werk in samenhang met de stijl en compositie. g stijl p Die omschrijving,aldus Van Rees, > moet met argumenten worden g onderbouwd. Een expliciet oordeel is P niet noodzakelijk omdat de lezer die l~ uit de argumentatie kan afleiden. g Volens Van Rees, die zich daarbij Volgens ~ daarbij baseert op de `credo's' van een aantal P recensenten, l onderschrijven kinder- boekencritici dat informeren hun gl belan rijkste taak is. Nadere beschou- win leert echter dat de informatietaak g bij een aantal recensenten een andere l invulling krijgt dan in de algemene g lg g literatuurkritiek. Het signaleren van g nieuwe uitgaven wordt door hen g ex expliciet dan wel impliciet (als zij P P zij spreken over de selectie van boeken) P ecombineerd met boekpromotie en gecombineerd P literaire vorming van de lezer. g Desgevraagd onderstrepen vrijwel alle p vrijwe het belang van ar enta- g um g tie in een recensie. Men verlangt van g een recensie meer dan het simpel p navertellen van het verhaal, al dan niet voorzien van een niet nader toegelicht g oppervlakkig oordeel. Eerder onderzoek pP g laat zien dat deraktijk lange tijd p l g tij was. De argumentatie was niet g alleen - ondergeschikt aan de beschri g J vin van de inhoud, maar ook nog eens g ~ g eenzijdig en weinig diepgravend: 'Men let (...) bij de beoordeling van een boek e l g te weinig op de literaire vorm en maakt gP zich juist te druk om de lezer.' Ook in l de wijze van informeren lig dus de J g nadruk op de (literaire) vorming van de P g lezer. Hetlaatsen van een werk in de p traditie, een essentieel aspect van p canoniserin is niet aan de orde. g, Hoewel de jeugdliteratuur sindsdien l g verder ise rofessionaliseerd en geprofessionaliseerd evenwichtiger is geworden voor wat g g betreft de verhouding tussen inhouds- g beschrijving en argumentatie, speelt de l g g ~ P lezer nog altijd een cruciale rol in de g l 'eu jeugdliteratuurkritiek. Een lezers erich- l g g te of een tekst gerichte aanpak is het g p strijdpunt in veel van de discussies die lP de afgelopen jaren zijn gevoerd. Een jaren zijn g voorbeeld van een dergelijk debat is dat tussen Van den Hoven en Kraaijeveld. l Maar ook de meer recente aanval van Akveld, Hartzuiker en Roep op `de PP dictatuur van de literaire norm'aat g feitelijk over hetzelfde. Volgens feitelijk g Bekkerin is het geen kwestie van g g 6f/6f: de rol van de g eu l j dboekenrecen- sent is altijd een dubbele. Hij verwijst J l l aabj daarbij naar Bregje Boonstra die in haar gl 1 zin `Klankbord of doorgeefluik' wijst lezing g wijs het onderscheid tussen een P kinderboekenrecensent en een criticus van volwassenen literatuur. Waar de laatste een directe bemiddelaar is tussen boek en lezer, bemiddelt de via andere volwassenen. eerste indirect Die verlangen dat de recensent g " maakt wat de beoogde lezer duidelijk die van Van den Hoven `en de zijnen': Boonstra al jarenlang actief als u lid alseheel vanuit continuïteit dus'. En l J g J rY g `Waar Van den Hoven en de zijnen en levert ze belangrijke bijdragen aan net als bij Boonstra beperkt Van Duins bij J g l J g P altijd minachtend doen over het werk de essayistische jeugdliteratuurkritiek. rol als criticus zich niet tot de l Y~ l g van bijvoorbeeld Evert Hartman, Een mooi voorbeeld daarvan is `Er was dagbladkritiek. Hetzelfde geldt feitelijk l g g l Lieneke Dijkzeul, Tineke Hendriks, , eens een waseens', waarin ze voor een voor critici als Peter van den Hoven, Thea Beckman, Ton van Reen of Theo periode van vijfjaar ordening f Jl Joke Linders en Aukje Holtrop. De P g l P Hoogstraaten, probeer ik altijd aan te ,p aanbrengt in het landschap van de dissertatie van Joke Linders over Annie g l g P geven of en bij welke jongeren die bij jeugdliteratuur. Ook Lieke van Duin, M.G. Schmidt is g l g boeken in de smaak kunnen vallen en gewezen recensent van Trouw, heeft een voorbeeld waarom dat zo is.' een uitgesproken visie o de op van canonvormende taak van de criticus. - Van één algemeen aanvaarde canon is Zi rekende het tot haar taak te de j eu d- g l g in de journalistieke jeugdliteratuur- `recenseren vanuit belezenheid, vanuit literatuur journalistieke l g kritiekeen sprake. Zelfs een twee- de ontwikkeling van een oeuvre, vanuit nog altijd g P g g l delingn een lezers gerichte canon en de ontwikkeling van de jeugdliteratuur zeldzame - g g g l g een tekst gerichte canon lijkt tegrof, lijkt g omdat met name binnen de lezers- gerichte kritiek vaak sprake is van g P leeftijdsdifferentiatie: de verschillende l leeftijdsgroepen kri' en ieder een eigen lijst van bepalende boeken. g P Bewustzijn van de canonvormende 1 taak De kritiek, ook de journalistieke, heeft l , niet alleen de taak om haar lezers te informeren over nieuwe uitgaven. Het g is ook haar verantwoordelijkheid de l betekenis aan teeven van die werken g voor de ontwikkelingen binnen de g jeugdliteratuur. Met het inpassen van l g P eenas verschenen boek in de literaire P traditie levert de criticus een actieve bijdrage aan de canonvorming. l g g Recensenten lijken zich daarmee in l het algemeen niet bewust bezig te g g houden. Weinigen althans zijn zo g l expliciet over deze verantwoordelijk- P J heid als Bregje Boonstra: `Recenseren gl is vergelijken. De recensent is altijd o altijd op g l zoek naar kaders en verbanden en doende om de hiërarchie te j wizi en g binnen het jeugdliteraire corpus. Een J g P meesterwerk in zijn tijd is meestal aan J J slijtage en inflatie onderhevig. Jg g De bundeling van tien jaar kinderboek- g l recensies in Een iets te hoe toonbank g onderstreept die ambitie. Daarnaast is P 22 TSJIP/LETTEREN 15.3 academische literatuurkritiek. Zij l hebben een belangrijke rol gespeeld in g l g p derofessionaliserin van de jeugd- p g l g literatuurkritiek. De nieuweeneratie g critici dieleit voor een andere koers p moet zich in dat opzicht nog bewijzen. P g bewijzen. Impliciet laat een bewustzijn van de p l canonvormende taak zich aflezen uit verwijzingen naar de literaire traditie in recensies. Zoalseze d was g g~ daarvan heel lang nauwelijks sprake in g nauwelijks P de jeugdliteratuur. Een recent 1 g onderzoek naar referenties in de recensies vanrentenboeken in de P Volkskrant en NRC Handelsblad laat zien dat in dat opzicht ten opzichte van p p het verleden vooruitgang is geboekt. g g g Recensenten als Rindert Kromhout, Selma Niewold, Anne de Vries en opnieuw Bregje Boonstra tonen zich P gl het meestedifferentieerd in het g gebruik van de literaire traditie. g Infrastructurele voorwaarden `Kinderboeken verkeren in een verwaarloosd reservaat en met de kinderboekenkritiek is het al niet veel beteresteld.' g In de kinderboekenspecial van HP P haalt Aad Nuis, criticus van volwasse- nenliteratuur, fel uit naar kinderboa- kenkritiek van rond 1980. Hij 9 l constateert dat er nauwelijks aandacht l is voor kinderboeken, journalistiek noch academisch. Het ontbreekt aan de kinderliteratuur aan `kritische ruggengraat', waardoor de lezer bijna bijn is aangewezen op een vorm van geheel g P 'consumentenvoorlichting'. Uit de g toelichting blikt dat Nuis daarmee g l doelt op de jaarlijks verschijnende gids P jaarlijks verschijnende g Boek eneu d van het CPNB en de g alternatieveidsen van de toenmalige g g werkgroepen. In de afgelopen twinti jaar is er wel twinti een en ander inositieve zin P veranderd, maar er is nog altijd geen g altijd g enkele reden om tevreden achterover te leunen. Vooral de laatste jaren lijkt de jaren lijk aandacht voor het kinderboek weer te verminderen. Onderzoek laat zien dat de jeu dliteratuur in l g verhouden tot de volwassenenlitera- verhouding tuur nog altijd het ondergeschoven g altijd g kind e is. De frequentie waarmee l ~l kinderboekenrecensies verschijnen, is l bij aantal dagbladen verminderd, l g er is niet overal regelmaat en de g aandacht voor bijvoorbeeld auteurs l buiten deewone recensies om is g verhoudingsgewijs gering. Eindredac- gg l g g teuren van de Volkskrant en Trouw zijn l van mening dat er voldoende ruimte is g voor kinderboeken. Uitzondering is g Menno Schenke, chef boeken van Algemeen Dagblad, die op basis van een g g ~ P lezersonderzoek tot het inzicht kwam dat er meer aandacht moest komen voor jeugdliteratuur. l g Opmerkelijk is de relativering van de P l g eigen invloed door twee recensenten, g Nanda Roep en Joke Linders. Terwijl P Terwij laatste zoalseze d een belangrijke g g g l rol heeftes eeld in de ontwikkeling P g van een g tekst erichte kinderboekenkri- tiek verzwakt ze nu depositie van de criticus met een opmerking als `Wie zit p g er te wachten op wijsneuzig men- P l g com taar van critici?' Voor de verkoopcijfers Pl van een boek is `niet het oordeel van critici, maar de omvang van de g recensies, het veroorzaakte lawaai en de hoeveelheid media-aandacht' van belang. Alsof het de belangrijkste taak g gl van de criticus is om de verkoopcijfers Pl van boeken te stimuleren. Verbetering van de kwaliteit van kinderboeken door serieuze toetsing, Selma Niewold g~ en Pjotr van Lenteren hun taak zien, l etui t van meer geloof in de eigen en g g g bijdrage aan de jeugdliteratuur. l g Alle discussies overrensverva in g g g tussen g eu ) j dliteratuur en volwassenen- literatuur ten spijt is van grensverkeer Pl g o het gebied van de kritiek niet of op g nauwelijks sprake. Een criticus die nauwelijks P zoals Aad Nuis kinderboeken was in r 8o zeldzaam- bespreekt, - een zaam 9 held en is dat heden ten dage nog g steeds. Zelfs in het geval van stee g dub dubbel publieksauteurs als Mensje van p Mensj of Joke van Leeuwen wordt zelden over de eigen grenzen g g Hierdoor is het bij deze heengekeken. l auteurs onmo onmogelijk te recenseren o g l op de manier zoals Lieke van Duin die formuleer 1945 een jeugdroman. In een special 945 l g P over `de Nederlandse klassiekers van na 1945' van Vrij Nederland laat Carl 945 J Friedman ereen twijfel over bestaan g l dat voor haar twee boeken voor dit predikaat in aanmerking komen: De P g brief voor de koning en het vervolg g Geheimen van het wilde woud van Tonke Dra t: 'Het boek opende niet een g P wereld, maar de wereld.'Bij haar elfjarige zoon brachten deze boeken vele jaren later dezelfde 'verrukking en l g verwarring' teweeg als bij haar. De g g l boeken hebben voor haar dezelfde tijdloosheid, eeuwigheidswaarde als l ~ g boeken van j Tsechov of Balzac. Het boek handhaaft zich nog steeds binnen g de volens Friedman `bloeiende g kinderboekencultuur' in Nederland. Om deze mooie boeken te kunnen vastleggen voor de toekomst is een gg bloeiende kinderboekenkritiek vereist. Helma van Lierop-Debrauwer is p bijzonder hoogleraar kinder- en J g eu ) j dliteratuur (Annie M.G. Schmidt- g leerstoel aan de Letterenfaculteit van de Universiteit Leiden en g hoo leraar kinder- enj dliteratuur aan de Letterenfaculteit J eu g van de Universiteit van Tilburg. g Bovenstaand artikel is eerder verschenen in Literatuur zonder leeftijd. l Gebruikte literatuur oukje Akveld, Philip Hartzuiker & Nanda Joukje P Roep, `De dictatuur van de literaire norm. P Over de eenzijdigheid van de jeugdliteraire l g J g kritiek.' In: Literatuur zonder lee I'd 54, J 54 2001, P. 33-47. Harry Bekkering, `De criticus als rY g 0 opportunist.' In: Literatuur zonder leeftijd o, PP3 1994, P. 5-17. Bregje Boonstra, `Klankbord of doorgeef- gl g luik? "Derootste handicap van een g P kinderboekenrecensent is dat hij of zij geen J Jg kind meer is."' In: Joke Linders & Toin D (red.). Literatuur zonder leeftijd. Duijx~ ) J eugdliteratuur, literatuur: een kwestie van Jg meer of minder? Bijzondere uitgave van het Bijzondere g Documentatieblad kinder- enjeugdliteratuur, J g I p. 61- I. 993 P 7 Bregje Boonstra, `Er was eens een waseens.' gl In: Nicolaas Matsier e.a. Het literair klimaat 1986-1992. Amsterdam: De Bezige Bij, I , g Bij, 9 93 P. I25-154. Bregje Boonstra, Een iets te hoge toonbank. gl g Kinderboekrecensies NRC Handelsblad 1983 93 tot 1993. Baarn: Bekadidact, i 993 1994. Bregje Boonstra, `Loslopende gedachten gl P g over het 1 verschijnsel kinderboekenrecen- sent'. In: Literatuur zonder leeftijd 48, I , J 4 999 P. IIo-III. Carl Friedman, `Onder ons'. In: Vrij J Nederland, 12 juli 200 , p. 6o. l 3P Peter van den Hoven, Teen het g misverstand. Over jeugdliteratuur en l g leesbevordering.' In: Literatuur zonder g leeftijd 38, I 6, p. 10-222. 3 99 2 P Peter van den Hoven, `Ruis en valse lucht. Antwoord aan Ruud j Kraaieveld.' In: Litera- tuur zonder leeftijd 39, I 6, 8 - J 39 99 p. 3 9 393• Peter van den Hoven, `Liefdewerk oud a ier. Lieke van Duin over de praktijk van PP P l de jeugdliteraire kritiek.' In: Literatuur 1 g zonder leeftijd 47, I 8,367-381. J 47 99 p. Susanneanssen, In het licht van de kritiek. J Variaties enatronen in de aandacht van de p literatuurkritiek voor auteurs en hun werken. Hilversum: Verloren, 1 Ruud Kraaijeveld, `Teen de dictatuur. Over l g '. jeugdliteraire kritiek en leesbevordering.' l g g In: Literatuur zonder leeftijd , I 6. 39, 99 Marot Krikhaar en Bea Ros,'Een oordeel is g vlug gegeven.' In: Leesgoed 1, 1987, . 6 -66. ggg gP 3 Helma van Lierop-Debrauwer, 'Vervagende P g grenzen? Een casestudie over de waardering g voor het oeuvre van dubbel publieksauteur P Mensje van Keulen.' In: Spiegel der Letteren Mensje I 8, p. 281-2 40-4,99 281-298 P 9 Helma van Lierop-Debrauwer, Perspectief o P p op het verleden. Overjeugdliteratuur, volwasse- Jg nenliteratuur en huneschiedschri'vin . g J g Leiden: Universiteit Leiden, 2000. Helma van Lierop-Debrauwer, `De P hokjes eest voorbij? Naar aanleiding van hokjesgeest voorbij? g Vrije vormen van Joke van Leeuwen.' In: Vrije l Literatuur zonder leeftijd, 2003, 'd, 6o, 200 2- J 3P3 32-39. Joke Linders, Doe nooit watje moeder zegt. J ~ Annie M. G. Schmidt – deeschiedenis van haar g schrijverschap. Amsterdam: Querido, I J p Q 1999. J.J.A.Mooi', `Het "probleem" van de canon.' 1 P In: W. van Peer en R. Soetaert (red.), Voorzetten. De literaire canon in het 43 onderwijs. Den Haag: Stichting Biblio- J g g ra hia Neerlandica, I p. 6 2 - . g P 993P 93 Piet Mooren, Hetrentenboek als springplank. p Cultuurspr Machtsmisbruiker of moraalridder? De rol van de jeugdbibliothecaris In hoeverre kan een jeugdbibliothecaris het wereldbeeld van de lezende jongere vormen? Moet je een jongere beschermen tegen bepaalde invloeden of onderwerpen? Kun je dat? Of is dat geen realistische vraag? In de dagelijkse praktijk kan een jeugdbibliothecaris adviseren, sturen, voorleggen, leiden naar bepaalde boeken. In aanvulling hierop bepalen docen- ten en ouders eveneens of, hoe en wat een jongere leest. Geschikte literatuur kan een jongere helpen de realiteit te begrijpen of juist te ontvluchten. Een pleidooi om literatuur ruimer te interpreteren en in te zetten. Christi Mulder Eeneu dbibliothecaris discussieert l g over de aanschaf van boeken of over het inzetten van bepaalde titels voor p leesbevorderin s ro ecten. Dat hoort gP l bij bi het vak. Die discussies kunnen er nogal stevig aan toe gaan, zeker in een g g g roe waarin de meningen sterk uiteen groep g lo en en men elkaar serieus wil lope van de noodzaak van een g bepaalde keuze. In het eerste gedeelte p g van mijn bijdragegeef ik een indruk l l g g van de afwegingen die gemaakt g worden bij samenstellen van de l lijst met kerntitels voor de Jonge Jury g rY en bij het collectioneren voor de Open- bij p bare Bibliotheek Zoetermeer. Vervol- ens noem ik enkele initiatieven die g door een bibliotheekenomen kunnen g worden om invulling te geven aan een g g belan rijk doel van het fictieonderwijs: belangrijk fictieonderwijs bevorderen van leesplezier. p Adembenemend jaar ven aar lang maakte ik deel uit van Zeven ~ g 1 tiecommissie voor de kerntitels de selectiecommissi deon e Jury. Ruim een jaar voor g rY jaa start van deon e u is deze g jury commissie al actief. De commissiele- den lezen alle kwalitatiefoede g on erenboeken beoordelen ze en j g vergelijken ze met elkaar. Uiteindelijk g l Uiteindelij een aanbod van vijftien kerntitels gaat vijftie alle bibliotheken en alle scholen voor voortgezet onderwijs. g onderwijs kiezen we deze vijftien titels? l Leesbevordering is ons voornaamste g uitgangspunt. We kiezen boeiende, toegankelijke boeken waarvan we verwachten dat ze veel jongeren l g aanspreken. Veel onderwerpen die de p P boeken uit de lijst behandelen, l nodigen jongeren uit tot nadenken, g l g persoonlijke stellingname of discussie. p l g We zijn ons er terdege van bewust dat zijn g we met onze keuzes een maatscha e- PP lijke verantwoordelijkheid dragen, hoe l verantwoordelijkheid g zwaar dit ook klinkt. Boeken over extreemeweld seksualiteit en g racisme kiezen we uiteraard niet voor de kerntitellijst. De afwegingen die we l elke keer opnieuw moeten maken, p , leveren zeer levendige en interessante g discussies op. Wat daarbij opvalt, is dat P daarbij P docenten en bibliothecarissen uitgrote steden veel toleranter zin wat betreft l boeken met een ema ro bepaalde bl- p P tiek. Voor ons allen is het belangrijk gl om in het achterhoofd te houden dat de jongeren voor wie wij deze titels 1 g wij kiezen, verspreid wonen over heel p Nederland, g diverse eloofs achter- gronden hebben en uit verschillende milieus komen. Mede om die reden streven we naar een zoroot mogelijke g g l thematische en inhoudelijke variatie in l onze keuze. De onderwerpen van de p verhalen lopen uiteen: verliefdheid, P leren omgaan met een handicap, p, multiculturaliteit, je eigen weg zoeken ~l g g in het leven, onderdrukking en verzet, , eenzaamheid en vriendschap. De p selectie is zoemaakt dat de boeken de g smaakontwikkeling van jonge lezers g l g bevorderen, waarbij ze plezier in lezen l P ontdekken enestimuleerd worden de g wereld van de boeken verder te verkennen. Een voorbeeld van een titel waar de selectiecommissie haar hoofd over heeftebroken was Te cool van Duff g Brenna uit de Streetwise-serie van uitgeverij Gottmer. De achterflap g l p belooft veel: `Adembenemend. Brenna schrijft ijzersterk en met een schrijft ijzerster inzicht in de belevin s- messcherp beleving s- van zijn onvergetelijke zijn g l P hoofdrols eler.' Inderdaad adem- benemend. Maar dan in de negatieve g zin van het woord. Het boek bevat / TSJIP/LETTEREN 15.3 25 expliciete scènes waarin een roe p groep jongeren terugblikt op krach- t g g P een ver tin sscène die zich in een periode g P daarvoor heeft afgespeeld. De mani manier waarop het meisje afgeschilderd word p meisje g wordt en de hele teneur van het verhaal zijn l schokkend en weerzinwekkend. Onder e de leden van de selectiecommissie waren de meningen verdeeld, maar g gezamenlijk besloten we uiteindelijk k l l toch de titel niet in de lijst op te lijst p nemen. Zware thema's Voor een ander deel van mijn werk, het l aanschafbeleid van de Openbare P Bibliotheek gelden naast kwalitatieve ,g criteria als actualiteit en kwaliteit, boven- en ondergrens uiteraard ook g ethische criteria. Het g collectionerin s- beleid van de Nederlandse Openbare P Bibliotheek zal nietauw de pers g P halen, vrijheid van meningsuiting is vrijheid g g immers eenroot goed. Gezien het g g enorme informatieaanbod is het voor bibliothecarissen onmogelijk om van g l alle boeken de inhoudersoonli'k te P l kennen. Ons oordeel baseren we voor een g Pl belangrijk deel op informatie van recensenten. Nederlandse bibliotheken zijn behoudend waar het gaat om zijn g aanschaf van materialen die kunnen aanzetten toteweld~ bijvoorbeeld g cd-roms ellen video's gewelddadigecd-romspellen dvd's. Ook zal een bibliotheek niet gauw pornografische werken g P g aankopen, of materialen die verboden zijn door de rechter of de overheid. l Tochli en er af en toe boeken of cd- g Pp roms tussendoor, waarvan later blijkt dat die niet zomaar in de kast thuishoren. Deze zelfde ethische criteriaelden overigens ook wanneer g g gebruikers in de bibliotheek orno - g ra p g fische gewelddadige of racistische ,g g internetsites bezoeken. Los van morele en ethische criteriaelden voor de g bibliotheek uiteraard ook kwantitatieve criteria als streefbezit, rendement, saneringspercentage en bud et. Bij het g Bij samenstellen vanj roectcollecties is p het zaak discutabele boeken of boeken die veel indruk maken opjongeren, p tevoren te bespreken met de docenten. p Zware thema's als kindsoldaten of een aanslag op een middelbare gewapendeg P school le je niet onvoorbereid aan gl kinderen voor. De j kerntitellist van de Jonge Jury 200 20o bevatte over g rY 4 5 beide respectievelijke thema's een p l boek: De stille soldaat van Herman van Cam penhout en Doorgeschoten van P g Mirjam Mous. 1 Spanningsveld We wikken en ween hanteren g weloverwogen criteria, maar toch... wat g bibliothecarissen koen is niet altijd kopen, l wat jongeren willen lezen. Andersom l g geldt hetzelfde: wat jongeren willen g l g lezen, is niet altijd of niet in voldoende mate aanwezig in de bibliotheek. Er g bestaat een spanningsveld tussen het belang van de uitleencijfers, de keuze g tussen clichéliteratuur en literaire en tussen breed (jongeren)boeken, aanschaffen of verdubbelen. Kan en moet de literatuur die weinig gelezen gg 26 TS IP LETTEREN 15.3 1 wordt, nog wel in iedere bibliotheek g ee aanwezi zijn? In tal van tijdschriften aanwezig zijn? tijdschrifte de discussie over de canon van de jeugdliteratuur gevoerd. Laat ik het l g g houden bij mijn persoonlijke mening. bij mijn P l g Werk van bekende en belangrijke gl auteurs moet zeker inrotere g bibliotheken aanwezig zijn. Het is en g zijn een onderdeel van de cultuur en J hetubliek moet er kennis van kunnen P nemen.eu dbibliothecarissen zijn g zijn gemotiveerd om deze boeken aan te bieden, vanuit kennis van en waardering voor goedgeschreven g g g boeken. Ook de discussie of er eengrens te trekken is tussen jeugdliteratuur en l g volwassenenliteratuur is al zo vaak gevoerd. Ik vind dat er meer dan voldoende jongeren- en adolescenten- romanseschreven zijn die in de g zij maar zeker ook in de g, Tweede Fase, aandacht verdienen. Veel vmbo-leerlingen zullen niet g toekomen aan volwassenenliteratuur. Leerlingen uit de derde en vierde klas g van de m hoogste niveaus van het vbo g zullenemakkeli'ke niet te dikke, l > literaire werken aangeboden krijgen g Jg door hun docenten of ouders. De inhoud van deze boeken staat echter vaak ver af van de g belevin swereld van deze on j eren. Ik pleit er dan ook voor g P deze jongeren adolescentenboeken te 1 g laten lezen over onderwerpen die hen P meer aanspreken. Het eerste doel is P immers dat ze zoveel mogelijk gl positieve ervaringen met boeken P g o doen. Voor havo/vwo-leerlingen is P het net zo belangrijk dat ze met een gJ P positieve leesattitude de bovenbouw g in aan. De adolescentenliteratuur kan voor dezeroe een stevige brug P g g slaan tussen jeugd- j d- en volwassenen- g literatuur. Voorbeelden vaneschikte g schrijvers zijn Anne Provoost, J zij de Sterck, Edward van den Vendel, Bart y Moe aert en Imme Dros. Minder bekend aanbod Niet alle docenten zijn op de hoogte p oo te g van de nieuwste boeken. Daar li t de g adviserende rol van de bibliothecaris. Door advieslijsten samen te stellen, l met kwalitatiefoede jongeren- en g l g adolescentenliteratuur, kan de bibliothecaris het aanbod ontsluiten, en dus toegankelijker maken. Toch is g l het in derakti'k voorlopig niet P l Pg eenvoudig om de adolescentenlitera- g tuur evenveel kans teeven als de g volwassenenliteratuur. Docenten raa terug op titels voor grijpengraag g P volwassenen die ze alelezen hebben, g terwijl het voor hen minder bekende l aanbod van adolescentenboeken redelijk groot is. Vind daar maar eens lg je weg in. Ook is het eenvoudig om van l g g de boeken van de bestaande literatuur- lijsten samenvattingen, uittreksels en l g andere achtergrondinformatie te g vinden. Leerlingen, maar ook g docenten maken daarraa gebruik g gg van. Het Lexicon van de literaire werken — waarin weinig tot geen adolescenten- g g romans voorkomen — is voor scholen een nog steeds vaakgeraadpleegde g bron. Er zijn zelfs scholen waar de l titelkeuze van de leerlingen bepaald g P moet worden door dit Lexicon! Doolhof Collectioneren is één dingaar wat g, doe je vervolgens met die collectie? Het g be begeleiden van jongeren in hun g zoektocht naar heteschikte boek is g een van de belangrijkste taken van een gl Ook bij het (jeugd)bibliothecaris.l helen kiezen (actief door te be gelei- P g den ofassief door een bepaalde P P ordenin of presentatie in de ordening P bibliotheek heeft de bibliotheek een zekere vorm van macht of invloed. Veel bibliothecarissen herkennen de in e ' jongeren die met een lijstje de hand, l g J al zoekend, enigszins hulpeloos in de g P bibliotheek rondlopen. Meestal alleen, P of met vriend of vriendin soms geflankeerd door een ouder die dapper PPer o in en doet om zoon- of dochterlief Pg g te overtuigen van een bepaalde titel. g P Het lijkt ook onmogelijk: kasten vol lijkt gl boeken waarvan de meeste schrijvers l onbekend zijn. Etiketten waarvan je zijn. l mag raden wat het symbooltje g Y l voorstelt, leeftijdsaanduidingen die o J g op zijn minst verwarrend zijn en, niet te zijn zij eten diverse afdelingen met vergeten, g jeu jeugdboeken, romans, informatieve l g > boeken muziek dvd's, cd-roms en , 1 / interesse hebben voor Top o- of Top p Too-li sten. J Jonge Jury Het meedoen aan lokale of landelijke l leesbevorderin s ro ramma's is voor gP g scholen voor voortgezet onderwijs g l interessant. Bij Bi activiteiten die de bibliotheek ontplooit, krijgen P ~ lg kwaliteitsboeken en bijzondere l uitgaven aandacht. Goed gewaardeerde g g boeken met kwaliteit moeten de boventoon voeren in dergelijke g l leesbevorderin s ro'ecten. gpl Voor deon e Jury gebeurt deelname g rYg vaak op individuele basis. In P Zoetermeer wordt hardewerkt om g alle scholen voor voortgezet onderwijs g onderwij te betrekken bij dit project. Pilots bij p l op drie scholen hebben inmiddels P g uit ewezen dat het doel – enthousias- meren voor lezen en het beoordelen van boeken – ook klassikaaloed g gerealiseerd kan worden. Bovendien g sluit hetoed aan bij een belangrijk goed bij gl doel van het fictieonderwijs: het l bevorderen van leesplezier. De Jonge P g u kan geïntegreerd worden in de Jury g g bestaande fictiemethoden en het fictiedossier. Ook biedt het ruime gJ mo eli'kheden voor differentiatie, zelfs binnen klassen, en het iseschikt voor g alle klassen binnen de basisvorming van klas een van het vmbo tot klas drie van het vwo. In navolging van Stichting Lezen heeft g g g de bibliotheek Zoetermeer een leeslounge ontwikkeld, die gedurende g ~ g een maand tot zes weken op een school P e laatst kan worden. Deze leeslounge geplaatst g bestaat uit zes lage tafels met ongeveer g g zesti kussens om heerlijk languit te zestig heerlijk g loun en en te lezen. Op de tafels staan g P kleurige lampen en er liggen de boeken P gg o uitgestald. De docenten en de P g leerlin en waren het eerste jaar enthou- g jaa voor het schooljaar 200 2006 is schooljaar 5 hetroduct opgenomen in de nieuwe p Pg roductcatalo us van de bibliotheek. P g Cultuurprojecten P1 Presentatie enromotie krijgen steeds P lg m er aandacht. Bibliotheken kunnen mee buiten treden op verschillende naar p manieren. Bibliotheek Zoetermeer is overtuigd van de noodzaak van g samenwerken met andere culturele samenwerking instellingen en met onderwijsinstellin- g l en. Binnen het Landelijk Actieplan g Landelijk P Cultuurbereik heeft de bibliotheek meerdere cultuurprojecten ontwikkeld. In deeriode 2001-2004 is het project P 4 Pl Wortels Vinden' op grootschalige pg g wijze uitgevoerd. Samen met culturele l g instellin en als het Centrum voor instellinge en Cultuur, het Stadsmuseum, Stadstheater, diverse kunstenaars en niet te vergeten alle scholen voor g voort voortgezet onderwijs, zijn er tal van g l~ zij deelprojecten uitgevoerd op het gebied P l g P g vanoëzie levensverhalen schrijven, P ~ l beeldende kunst, stadsgeschiedenis en g architectuur. Hetro'ect heeft cultuur Pl dankzij de digitale aanpak – het project dankzij g P Pl kree een speciale website – bij een kreeg p l brederubliek gebracht. Aan het einde P g van deroject eriode hebben grote P l P g aantallenallochtone jongeren (nader) l g kennisgemaakt met kunst en cultuur. g De scholen voor voortgezet onderwijs g onderwij in het aanbod van de bibliotheek een welkome invulling van g een reeks lessen CKV Nederlands of geschiedenis. Voor de periode 200 g - P 5 2008 heeft de bibliotheek Zoetermeer een pl cultuur ro'ect ontwikkeld met de naam `KunstZinni '. Hierin ligt de g g nadruk op letteren en literatuur. In P aanpak en invulling borduurt de P g bibliotheek voort op de samenwer- p kin sverbanden die de afgelopen jaren gjaren ontstaan. De lesbrieven, de l workshops en de ideeën zijn tot stand P J ekomen naar aanleiding van wensen gekomen g enerichte vragen uit het voortgezet g g g onderwijs uit Zoetermeer. Die l afstemming met anderen is ons g uitgangspunt. De bibliotheek werkt graag samen met anderen waarbij g g anderen, waarbij iedere `deelnemer' zijn eigen expertise zijn g P moren t. Voor de bibliotheek is die inbrengt informatie verzamelen, expertise o ordenen en op niveau presenteren, P P ideeen aanleveren, p ins ireren en het culturele, educatieve en maatscha e- PP h ke netwerk in Zoetermeer optimaal l p benutten. De scholen hebben enthousiast gereageerd op de e g g p van `KunstZinni ' en productcatalogusg voor het schooljaar 200 2006 staan voo e s J 5 tal vanrojecten op stapel. Thema's P l P P zijn dans en literatuur, film en In een van de gezelligste winkelstraten van Eindhoven, de Kleine Berg, is boekhandel Spijkerman gevestigd, de op één na kleinste boekhandel van Nederland. Het is een literaire boekhandel, met een vloeroppervlak van pakweg veertig vier- kante meter, boordevol eigentijdse en klassieke Nederlandse en buitenlandse literatuur. Temidden van die boeken, regel- matig onderbroken door binnenlopende klanten, spreekt Stein Spijkerman, de eigenaar en enige verkoper in deze zaak. Joop Dirksen tekende op. Een `echte' boekhandelaar over macht en invloed en moraal in het boekenvak, over eigenwijsheid, en Daphne Deckers. `Een goed boekenverkoper durft boeken af te raden' Een boekhandelaar in hart en nieren vertelt Joop Dirksen `Mijn liefde voor literatuur zorgde g ervoor dat ik Nederlandsin studeren, gg in Amsterdam. Ik kreeg nog les van g g Doeschka Meijsing. Na mijn kandidaats l g l ben ik in eengrote boekhandel hier in Eindhovenaan werken. Op zich leuk, g P er werken daar ook redelijk wat mensen l die echt om literatuureven maar het g management kon net zo goed in de g g schoenenhandel zitten. Het draaide alleen om P1 verkoo cijfers. Toen ik de kans kreeg om hier voor mezelf te g beginnen, een pandje vond waar ik een g ~ P l winkel kon beginnen waar ik boven kon g wonen, heb ik die kans meteen g pg aan e re en. Inmiddels zit ik hier nu vijfjaar en ondanks enkele veel grotere ll g boekhandels in de buurt, loot het hier p prima. Ik heb een groep vaste klanten, P g P die zich nog steeds uitbreidt. Ik leid o g op verschillendelaatsen leeskringen, P bijvoorbeeld bij de Volksuniversiteit. l bij Het is op zich al leuk werk, je verdient P ~l er nog wat mee, en ik breid mijn g ~ l klantenkring zo ook nog uit.' g g Het aanbod `Wat de "macht" van een boekhandelaar is? Kijk, uiteindelijk l~ l staan de uitgevers natuurlijk aan het g l begin van het traject: wat zij niet g traject: zij uitgeven, kan ik niet verkopen. Maar g ~ P wat ik hier doe is boeken aanraden én afraden. Wat ik inkoop,sgoed, dat P durf ik hier neer te leggen en aan te gg bevelen. Een boekhandel kan natuurlijk tot grote hoogte natuurlijk op g koopgedrag van klanten beïnvloeden: Pg g in- rote zaken schat men de verkoop- P baarheid in van wat er zoalaat g verschijnen — maar wie herkent J tevoren een bestseller? Steeds weer blijkt het om toevalstreffers tegaan, blijkt een bestseller is niet te maken. Men legt grote in zo'n rote boekhandel wat men metrote kortingen ingekocht heeft, in g g g grote stapels vooraan. Die grote inkoop g P g P beïnvloedt de toptienen en die P toptienen leiden weer tot aanschaf van P zo'n boek. Hoe inkoopcijfers leiden g Pl zo tot hoe verkoo cijfers. Dus zo g Pl stuurt de boekhandel de lezer. Overigens schrijft iedereen in g l Nederland tegenwoordig boeken; met g g name Bekende Nederlanders. Blijkbaar l is een bekende naam op de omslag een P g goed verkoopargument. Kunnen g schrijven is niet noodzakelijk. Richard schrijven l Krajicek, Hanneke Groenteman, Daphne Deckers en ga zo maar door. P g Dat soort boeken wil ik niet in mijn l winkel. Daphne Deckers komt hier niet P te liggen. Pim Fortuyn kwam er gg Y destijds ook niet in — dat leverde hier l in Eindhoven nog een aardig relletje g g l op: toen dat eenmaal bekend werd, P hingen de media hier aan de lijn om g l uitleg. Geert Wilders hoeft hier ook g niet te komen. In heteval van Fortuyn g Y en Wilders niet omdat het omolitiek P gaat, maar simpelweg omdat ik alleen g ~ P g boeken met kwaliteit in huis wil hebben. Als je als literatuurliefhebber in j e boekhandel temidden van geliefde l g / TSJIP/LETTEREN 15.3 29 auteurs ineens boeken van allerlei flutschrijvers ziet liggen, neem je zo' l gg ~ je zo'n zaak toch niet serieus meer? De jaarlijkse Youp van 't Hek verkoop jaarlijkse P P ik ook niet. Om Dan Brown kon ik niet heen, zo'n De Da Vinci Code is nog wel g een aantrekkelijk spannend verhaal. En aantrekkelijk P eerlijk gezegd zou ik ook een dief van J g g mijn eigen portemonnee geweest zijn mijn g P g l als ik hem niet had aangeboden. Maar g ik selecteer op kwaliteit: wat ik hier P neerle is oed. Ik lees me dus suf g, g laat de vertegenwoordigers van de uitgeverijen hier in mijn winkel komen g l l en bespreek met hen wat er zoal gaat p g verschijnen. Ik denk dat ik voor hen l een aantrekkelijker klant ben dan zo'n l grote zaak: als een boek daar niet meteen loot is het weg; ik durf loopt, g~ debutanten een kans teeven probeer g ,p boeken die ik echtgoed vind aan zoveel mogelijk mensen te verkopen, g l adviseer, maar durf ook boeken af te raden aan klanten. Ik ken hen, en ze weten dat ik weet waarover ikraat. p In mijn contacten uit het verleden met l het basisonderwijs heb ik vaak de kreet l gehoord: "Als ze maar lezen, het doet er niet toe wat." Nou dat vind ik dus wel: het leven is al zo kort, verspil het niet p aan het lezen van troep! Wat ik verkoop p of niet verkoop is dus puur een kwestie P P van wat ik kwaliteit vind hebben. Het heeft niks met moraal of zo te maken: seks op niveau, prima: dus geen Heleen P ~p g van Royen maar wel Christine Millet. y Daarnaast kick ik er op om klassiekers in P de kast te hebben, de mooi uitgegeven "blijvers": de Russische bibliotheek, l Salamander Klassiek, van die boeken die je uiteindelijk altijd verkoopt maar die je uiteindelijk altijd P intussenewoon mooi staan op je g Pl planken, laten zien dat je een zaak o P ~ J op niveau drijft.' l Persoonlijk J `Ikun debutanten toch zeker een g maand of drie. Het beïnvloeden van kopers om zo'n onbekende auteur mee te nemen over wie ikzelf enthousiast ben, maakt mijn werk leuk. De Galvano, , van Stijn van der Loo bijvoorbeeld dat is Stijn J zo'n boek dat ik aan zoveel mogelijk g J mensenrobeerde te slijten. En als dat p l dan lukt, en mensen komen een volgende keer vertellen dat het een goed g g boek was, dan ben ik tevreden. Dat vraag ik ook altijd in vakantieperiodes g altijd p bijvoorbeeld als mensen binnenkomen l en zeggen: "Geef me eens een stapeltje gg p J goede boeken mee voor onderweg." g Ik g zeg dan: "Kom naderhand even g vertellen wat je van mijn keuze vond." l l Dat maakt het adviseren een volgende g keer alleen maaremakkeli'ker. Het g l verschil tussen mijn zaak en de grote mijn g boekhandels is deezelli heid het g g persoonlijk advies; ik durf een mening p l ~ g teeven ik ben eigenwijs: afraden is g ~ g l iets wat je moet durven en wat ze in een l grote zaak natuurlijk nooit zullen doen: g l daar ligt van alles bij bi elkaar en dat moet allemaal in zoroot mogelijke aantallen g gl de deur uit. Ik ben een aanbodboekhan- del, de meeste zaken zijn vraa boekhan- zijn vraag boekhan- Als dierote zaken verstandig g waren, maakten ze binnen hun winkel een kleine P a arte literaire boekhandel, met een echt enthousiaste lezer verko- er, die eigenwijs enoe is om rotzooi p~genoeg te weren uit zijn deel van de zaak. l Boekenkopers zijn soms net boekenpo- p o l p litie: wie op de afdeling filosofie loopt te P g P zoeken, wil daareen esoterische g werken tegenkomen, wie tussen de literaire titels een flutboek aantreft, voelt zich welhaastersoonlijk beledigd. In p l g zo'n kleine literaire afdeling binnen een g grote boekhandel zou ook de afhande- lin plaats moeten vinden; het is maar gP een detail, maar als je verkoper je met je je p l l boek naar derote kassa stuurt, waar je g ~ l moet aansluiten in de rij met kopers van rij P allerhandeedrukte waren, is dat toch g een beetje ontnuchterend. Het afrekenen bij "jouw" boekverkoper 11 P vergroot de betrokkenheid, en heel veel g boekenkopers stellen daar prijs o !' P P l P Media `De media hebben natuurlijk ook l invloed op wat er gelezen wordt. Dat er P g al jaren geen goed boekenprogramma l g g meer is op tv is natuurlijk jammer. p natuurlijk Recensies sturen iemands smaak ook; eenoede recensie brengt mensen g g naar mijn winkel. Er worden nog maar mijn g weinig auteurs "blind"gekocht, g misschien Mulisch, of Rosenboom Onomkeerpunt in de onderwijsgeschiedenis ICT en de nieuwe leraar Met ICT is een evolutie in gang gezet die onomkeerbaar is, 66k in het onderwijs. De leerling zal er wel bij varen. En de leraar? Een kritische beschouwing over het oude ambacht en de nieuwe rolverdeling in het onderwijs. Ad Bok Leraren-oude-stijl vereenzelvigen de Leraren-oude-stijl g o optimale ontwikkeling hun leer- P g van un gen vaak met de mate waarin die leer- lin en de kennis van het leerboek g kunnen reproduceren. Dat is een P ernsti e afwijking van de gewenste g J g g leerdoelen, zoals die buiten het klas- lokaal wordeneformuleerd. Vraag een g g volwassen lezer welkenre hij actueel g hij leest en hij hij zal het antwoord veelal schul- di blijven. Een lezer neemt de tekst g blijven hij is. Hij begrijpt en beoordeelt hij l elke tekst vanuit zijn eigen referentie- g kader. Sterker: hij kan niet anders. Een l tekst begrijpen betekent dat je als lezer l een verbinding tot stand brengt tussen g g de taal van de tekst en de reeds aanwezige kennis en ervaring in het g g hoofd. Wie zonder voorkennis Plato leest of Niels Bohr, ziet woord voor woord, zin voor zin aan zijngeestesoog voorbijtrek- lg g J ken maar zal slechts tot beperkt begrip P gP van de tekst komen. Het ontbreekt aan een mentaal bed, waarin de nieuwe gedachten zich kunnen nestelen. Nieuwe kennis zoekt houvast aan oude kennis. We noemen dat 'ankeren', `nestelen' of g `inte reren' van kennis. Datroces is eenvoudig toe te lichten. P g Een kind van twee jaar dat het ding g `spijker' en het woord `spijker' pas PJ Pl P kent, kan niet automatisch begrijpen waarom doelman Van der Sar wel eens De Spijker wordt genoemd. De jonge pJ g l g taalleerling is niet in staat om de g metaforische transfer te maken van het ding spijker naar de specifieke g Pl P kenmerken van een mens, in diteval: g koel, hard, scherp, dun. Om tot , p, g, dat begrip te komen zijn twee gp zij voorwaardelijk. De leerling voorwaardelijk. g moet hebbeneleerd wat Van der Sar g voor een keeper is en hij moet in staat P hij zijn om de koppeling tot stand te zijn PP g brengen tussen de kenmerken van het g din en de kenmerken van een ding bepaalde mens. Leren gaat vanzelf, P g maar is niet vanzelfsprekend. P Teru naar de lezer: wat wint hij aan g hij competentie als hij weet welke genres er P hij g zijn? In de dagelijkse leespraktijk wordt zijn? g l P J die kennis zelden ingezet. Een lezer zal g niet snel deolitie bellen, als hij in een P ~ hij roman leest dat iemand vermoordaat g worden. Een lezer ervaart dat een tekst appellatief is en als hij dat niet doet, PP hij helt het woord `a ellatief ook niet. P pP Bovendien: bestaan er teksten die zich strikt houden aan de schoolse indelingen? Welke auteur kan zijn g zij zijn wereldbeschouwing, zijn g~ zij zijn morele bagage zo strikt zijn negeren, dat er een absolute scheiding ~ g is tussen feit en fictie, tussen objectief l en subjectief, tussen lezer gericht ik- l ~ en g ericht? Hoe langer je erover nadenkt, g g l hoeroter de verbazing over de ernst en g g gedrevenheid waarmee leraren deze materie aan hun leerlingen onderwijzen g l en hen erop afrekenen. P Lineair versus recursief Het is niet alleen de starheid van de onderroer keuze die verbaast. Zeker zo onderwerp keuz vallend is het lineaire karakter dat in opvallen onderwijs aan praktisch alle l P leer leerprocessen wordt toegekend. De P g leraar kent maar één manier van werken en leren: van stap a, via stap b, P, naar stap c. Het leerproces wordt P P voorgesteld als het breien van sokken, g steek voor steek. In werkelijkheid l — iedereen kan dat door zelfreflectie vaststellen — verloopt het leerproces P P schoks schoksgewijs, recursief, chaotisch, J, , fragmentarisch, exemplarisch, met g ~ P sta en terug en sprongen vooruit, via stappen g omwegen en zijpaden, met grote g lp ~ g vertragingen en versnellingen. g Sommi e leerlingen gaan hun hele Sommige g g leven met de hakken over de sloot naar het l volgende leerjaar, tot en met de g universiteit. Ze leren alles wat er geleerd moest worden, maar steeds een g half 'aar te laat. Wie het taalontwikke- lingsproces van jonge kinderen gP l g bestudeert, kan waarnemen dat jonge l g kinderen op eigen wijze en in eigen P g l g m ram tempo het uiterst complexe ati- P P g cale systeem leren, dat onder de Y uiterli loop ik valde ik heefte'. Ze p, , ontdekken onbewust al heel vroeg hoe g bijvoeglijke naamwoorden onderling gl g gerangschikt worden: Het is `een g g mooie, rode, leren bal' en niet `een leren, mooie, rode bal'. Het leervermogen van de mens is in g staat om in een chaotische g leerom e- vin zo ma je de taalwereld door de g, g l ogen van een pasgeborene toch wel g P g noemen, onderliggende structuren te gg ontdekken en toe teassen op nieuwe P P situaties. Dat leervermogen gaat o g g op latere leeftijd niet verloren. Zie l bijvoorbeeld hoe jonge brugklassers bijvoorbeeld l g g erin slagen om in het eerste half aar de g l zeer complexe en intransparante P P `schoolcultuur' te doorgronden. Ze g leren de ongeschreven regels, de g g nukken en zwakkelekken van de P leraren, de mazen in het net, de risicopunten, de machtsverhoudingen. P ~ g Wie die niet snel kent, is verloren. Zappen als leerstrategie pP g Neem een verschijnsel als zappen, dat verschijnsel PP eeten kan worden als de natuurlijke gezien natuurlijk van lineair leren. Zappen PP heeft in korte tijd de wereld veroverd; l volwassenen doen het evenraa als g g kinderen. Het lijkt alsof we er al l eeuwen op hebben gewacht. Het P g succes van internet is er voor een deel mee verklaard. Zappen weerspiegelt de PP werking van de menselijke geest: g menselijke g associatief kennis ieri creatief, g, , onvoorspelbaar, schoksgewijs. Zappen P ~ g l PP is echter niet voorbehouden aan inter- net en televisie. l Kijken en luisteren gebeurt overwegend zappend; studeren g g PP wordt een stuk aantrekkelijker als l zappen is toegestaan. Uit jarenlange PP g l g ervaring op allerlei typen en niveaus gP P van onderwijs heb ik geleerd dat onderwijs g studenten zichositief ontwikkelen als P ze zich owner van hun eigen leerpro- g P cessen voelen; dat ownership ontstaat p als ze zelf sturing kunnen geven aan g g hun P leer roces en er zelf verantwoor- e, dlijkheid voor dragen; dat de meeste l g tudenten die zelfstandig mogen g en g studeren, gaan zappen en dat zij zich , g PP zij vanuit deze autonomeositie vanzelf P constructief-kritisch verder ontwikke- len. Verwonderlijk is deze ontwikke- Verwonderlij niet. Kinderen, scholieren, , studenten die voor een werkstuk of voor hun studie mogen zappen, zoeken g PP naarsti naar informatie die past bij naarstig P bij hun actuele niveau en behoefte. Dat gaat niet ten koste van het niveau g zoals vaak wordtevreesd integendeel, g ~ g als eenmaal een aanknopingspunt met het eigen niveau is gevonden, is de g g behoef aan uitbreiding van die behoefte aa g kennis i t optimaal. Veel officiële e sJu p i beginnen met hoofdstuk 1, studies b g ` eraanvoorafging' of `Historisch Wat eraa rzi h '. Dat is voor studerenden ove c t vaak een crime. Zij willen eerst brood ee d c Zij op de plank – dat brood ligt in P P g hoofdstuk• mogelijk ontstaat van 4~ g l dááruit echte belangstelling voor het g g historische aspect. Zappen doorbreekt P PP de dodelijke sleur van lineair l geordende leerprocessen. g rocessen P Ambivalente functie van kennis Van veel schoolse kennis wordteze d g g dat ze zeer beperkt houdbaar is – een P intei erende kwestie. Het is in intrigerend maatschappelijke verkeer PP l noodzakelijk om l Amsterdam te kennen als de hoofdstad van Nederland en de A2 als gl belan rijke noord- zuidverbinding. Dat de g zon in het oosten opkomt en P dat kaas van de koe komt en niet van de fabriek, zijn feiten die meneacht wordt g blijvend te weten. J Maar hoe zit het met honderd l aartal- len zo a5 32 TSJIP/LETTEREN 15.3 of honderd literaire boeken? Het vak et va eschiedenis kan zich uitstekend g legitimeren door te verwijzen naar het g verwijze van historisch besef bij l leerlingen. We kunnen die belangrijke g gl com competentie als volgt omschrijven: P g omschrijven leren g ) kinderen, dat huidige verworvenheden g niet vanzelfsprekend zin en ook weer P l verloren kunnenaan doorgeschiede- g ~ esc g nis zijn leerlingen in staat om ) g uits raken te doen over, of verbanden uitsprake leggen tussen verschijnselen uit het gg verschijnsele doorgeschiedenis zijn g zij en in staat om verschijnselen g verschijnsele het heden te extrapoleren naar P situaties in de toekomst. Dit zijn l voortreffelijke statements. Maar hoe ) verhouden de veertig concrete lessen g per jaar zich tot deze hoge doelen? Die P jaar g verhoudin kan tweeledig zijn: of de verhouding gl lessen dragen memorabele feiten aan, g die maatschappelijk als relevant PP l worden ervaren, of de lessen dragen bij g bij tot het ontstaan van historisch besef, zoals hierboven in driepunten is verwoord. Dat katholieken uit Vlaanderen naar Amsterdam vluchtten en Hugenoten uit Frankrijk naar g Frankrij zijn op zichzelf geen J P g memorabele relevante feiten en hoeven als zodanig niet onthouden te g worden. Maar ze kunnen wel bijdragen l g aan het besef dat in het verleden talrijke versmeltingen van culturen J g hebbenlaats evonden waaronder P g zeer vreedzame en zeer vruchtbare. Inzicht in overeenkomsten en verschillen zou l bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan een zekere relativering g g van de huidige moslimangst. g g j Eenzijdig machtsvertoon g Praktisch alle traditionele schoolvakken kampen met het euvel van de eenheids- worst. De leraar houdt zich met het boek in de hand aan de regels. Die regels zijn zelden gelegitimeerd en g zijn g g komen uiteindelijk neer op het uiteindelijk P volgende: `Ik (de leraar) bepaal voor g P ullie (alle leerlingen) de inhoud van de jullie g lessen de volgorde van de lessen, het g , tempo van de lessen, de omvang van de P ~ g lessen, de wijze van leren, de wijze van ) evalueren en de wi' ze van waarderen.' wijz is een eenzijdig machtsvertoon dat lg niet berust op inteer en vakbekwaam P g handelen. Immers: in dateval zou de g leraar het tot zijn morele verantwoor- j delikheid rekenen om, al was het maar eni szins te emoet te komen aan de g , g individuele talenten en behoeften van elk individu. Waarom doet hij dat niet l of nauwelijks? Het antwoord is te l vinden in de rugzak van jong l g afgestudeerde leraren. Je zou g verwachten daar, naast vakkennis, een veelheid aan belangrijke competenties gl P aan te treffen. In werkelijkheid zie je werkelijkheid J hier hoegenaamd niets van terug. g g Jonge leraren treden een klas tegemoet g met voornamelijk één wapen: het voornamelijk P sur lus aan parate kennis op hun P P P vakgebied. Dat veel te `ene' wapen g 'enge' P dwin t de leraar tot één soort dwing het lineair volgen, uitleggen g ~ gg en overhoren van het schoolboekje. l Het vervolg is voorspelbaar. De leraar g P zal alles in het werk stellen om zijn J handelen te legitimeren: hij zal met g hij proefwerken en rapportcijfers `objec- P PP 1 ) tief aantonen hoe succesvol zijn l aanpak is voor circa 75% de l- P 75 van eer lip en. Telkens als hij daarin slaagt, en g hij g~ daar zorgt hij voor, zal het hem bevesti- g hij en in zijn opvatting dat hij het nog zijn P g hij g zo slecht niet doet. Dat leerlingen onzin g leren of niet tot bijvoorbeeld historisch l besef komen dat bijna alle kennis na ) deroefwerken verdampt, dat leer- P P~ lip en zich geen owner van het leer- g g roces voelen, dat sommige afvallers P ~ g hetemakkeli'k hadden gered in een g l g andere onderwijssetting, sommige . l g~ g school-slimme kinderen met een veel te hoog cijfer uit de bus komen, dat veel gl leerlip en een anti-leerhouding g ontwikkelen, dat alles komt niet in hem op. En aangezien ezten het merendeel van de P g hetzelfde gedrag vertoont, lijkt e ,kt g g l er feitelijk geen probleem. )g P Ik zal het nog één keer uitleggen... g gg Maar er is méér. Het iets anders dan een cijferlijst van de cijferlijst havo. Men zou kunnen tegenwerpen dat de school wel degelijk in beweging gl gg is, getuige de ontwikkelingen binnen ,g g g het vmbo, de alternatieve scholen en andere locale experimenten. Maar hun P etal is no verwaarloosbaar en een g g blik in dean bare schoolboekjes leert, g g J dat het oude onderwijs nog stevig voor onderwijs g g anker ligt. g Professionalisering ICT in het onderwijs is didactisch l gezien nog steeds een Fremdkó . g g ~er. Het ding verstoort de orde, het g bedreigt de leraar en is niet in staat om g ewer complexe leerprocessen te bkstelli- P P en. Een dramatische vergissing. g . g g We leven inmiddels in 200. De 5 computer is de afgelopen vijfentwintig Pl g jaar diep doorgedrongen in alle l P van de samenleving. Ook in geledingeng huis, ook in het onderwijs. De J computer zou het wondermiddel in het P onderwijs worden. Wie kent niet de l spellingprogramma's,to o rafies elle- P g P tjes vraag-en-antwoordprogramma's, l ~ examentrainingen? Het waren zonder g uitzondering magere practice and drill- g an g p ro programma's of gedigitaliseerde P g g g boeken. De school heeft deze armoede terecht weer g buiten esloten. Wat kwam er voor in delaats? Geen dep laats uitgever durft zijn vingers te g zijn g branden aan eenprogramma dat pretendeert historisch besefte ontwikkelen, of eenprogramma te ontwikkelen met meervoudige g leerstrategieën. Dat er geen hoogwaar- g g gwaar die software verschijnt, komt niet g l~ slechts voort uit economische overwegingen; het ontbreekt ook aan - m ra expertise om professionele program- p P P g ma's te ontwerpen, die gericht zijn o P ~ g zijn op complexe leerprocessen. P P De hamvraag is of specifieke software g P wel een bijdrage kan leveren aan het l g tot stand brengen van zulke complexe g P leerprocessen. Kan de computer wat P P leraren niet kunnen? We zullen duidelijk maken, dat de computer veel duidelijk ~ P meer kan betekenen op leergebied dan P g over het algemeen wordt aangenomen, g en ook, dat de computer een krachtige P g roces katalysator kan zijn in verander proces- Y zijn P sen in de richting van `het nieuwe g leren' en `De leraar als coach van leerprocessen'. Men mag met een P g zekere scepsis aankijken tegen de p aankijken g zoveelstes anacee voor de onderwijs- P J kwalen maar de nood is hoog. We g zullen stilaan wel moeten. Men mag ook smalend opmerken dat `het P nieuwe leren' dingenpredikt, die we al g veel langer kennen: eigen initiatief van g g de leerling,et belang van ervaring, g g g, hetevoel van ownership van het leren, g p de toepassing van meervoudige P g g leerstrategieën, het belang - g ~ g van samen leren het belang van produceren en g P reflecteren, et cetera. Die kwaliteiten vanoed onderwijs zijn inderdaad al g onderwijs l heel oud en feitelijk van alle tijden. feitelijk l Maar constructiever is om `het nieuwe leren' te omarmen als een P im uls om de eigen professionaliteit te vergroten. g P g Die vergroting van de eigen fessio- g g ro g P naliteit bestaat niet uit méér van hetzelfdeno meer uitleggen, no g gg ~ nog meer overhoren),maar uit een verandering van perspectief. Was de g P P oude leraar de absolute spil van het P onderwijsleerproces, de nieuwe leraar l brengt het leerproces bij de leerling en g P bij g bezietrofessioneel waar hij dat proces P hij P als inspirerend mens en kundig g leerpsycholoogkan optimaliseren. P Concreet, concreter... Dat is mooieze d, maar hoe ziet dat g g er concreet uit? Je kunt zeggen dat de gg nieuwe leraar een leeromgeving g g creëert, waarin de leerling eigen g op g wijze werkt aan opdrachten, zo veel J mogelijk gebruikmakend van boeken, g l g software, internet, onderlinge g discussie. De leerling verwerkt zijn g l activiteiten en ervaringen in een g product en reflecteert daarbij zowel o P daarbij op datroduct als op het leerproces. We P P P kunnen deedachte nog concreter g g uitwerken. Een traditioneel computer- P 'Spelling' biedt de programma leerlin en de volgende drieslag: uitleg, g g g g, oefening,oets. Veel platter kan het g P niet. Het is het vertrouwde leraren- edra in di itale vorm waarin de g g g 34 TSJIP/LETTEREN 15.3 leerling overigens wél vrijheid van g g vrijhei o heeft. Een hoogwaardig P g g 'Spelling' zou dat veel programma beter aanpakken. Ik noem enkele P belan rijke mogelijkheden: belangrijke g l Een hoogwaardig programma kan g gP g verschillende aan leerstrategieën - g dra en. De computer zegt letterlijk: g P g letterlijk wil je leren? Wil je uitleg? Of l je g wil ' je liever experimenteren met de l P stof? Wil je memoriseren? Of wil je je l de reels liever toe assen?' g P Hetro ramma kan verschillende P g manieren van hulp aanbieden. `Wil P je zelfstandig werken? Wil je een je g l hint? Wil je maximale hulp? Wil je je P l een spiekblaadje?' Het programma P l P g kan zelfs adviseren om tijdelijk te tijdelijk stoppen met het werk. PP Hetro programmakan twee soorten P g toetsen aanbieden: een objectieve en l een adaptieve. In het tweede geval P g astprogrammazich aan aan de P P g activiteiten van de leerling in de g afgelopen werkperiode. P – Hetro ramma geeft na elke toets P g g een individueel advies over de voortgang van het leerproces. g g P – Hetro ramma is uitdrukkelijk niet P g uitdrukkelij en niet niveau gebonden. Dat g betekent dat een leerling overal kan g in- en uitstappen. Het betekent ook PP dat de leerling stof ontmoet onder en g boven zijn niveau. l – Hetro ramma houdt minutieus bij P g l waar de leerling werkt, hoe lang hij g ~ g hij werkt en wat hij doet. Deze l registratie helpt de leerling inzien g P g hoezeer hij zich inspant of niet om hij P hetestelde doel (goed kunnen en gestelde g willen spellen) te bereiken. P Als hetro ramma webbased is, en P g die kant willen we o kan de P, leerlino ei en initiatief, al of niet g op g met ondersteuning van derden, thuis g zijn leerproces voortzetten. l P De beschrijving hierboven laat zien l g hoezeer de machine beter scoort dan de leraar in derakti k. De leraar kan P l zich niet richten op de individuele zic p leerstrategie van twintig leerlingen; hij g g ~ l neen individuele toetsen maken, kan hij kan geen persoonsgebonden hulp g P g P even. De leraar die voor honderdste g keer moet uitleggen wat het verschil gg tussen bepaalt en bepaald kan dat P P slechts met tegenzin volbrengen. Hij g g l kan de kwestie door tijd eerek één lg keer uitleggen aan alle leerlingen. gg g Geef de leraar wat des leraars is Als de computer kan wat hierboven P wordtesu ereerd wat rest dan nog gg ~ g voor de leraar? Heel veel! Laten we klip en klaar stellen: P de computer, mits goed ro p ~ - e g gP g ram meerd is oneindig geduldig, g g g~ oneindige hulp, een oneindig rijke g P~ g l leeromgeving,evalueert o de persoon, op P timaliseert zelfdifferentiatie, opent de optimaliseert p we naar meerdere leerstrategieën. weg g Maar dat alles neemt niet weg dat de g leraar, mitsoed opgeleid, beschikt over g Pg hoogwaardige vaardi heden die nooit vaardighede het bereik van software zullen komen: de leraar is een professional die o p kan vertellen, discussiëren, arg umente- ren empathiseren, emotioneren, , actualiseren, interacteren, improviseren, p motiveren, relativeren, nuanceren, verbreden, verdiepen, beleven, , socialiseren, humoriseren, klimaat scheppen, zelfvertrouwen geven, PP ~ g herinneren en daarnaast óók een professional die leerprocessen begrijpt P P g lP en kan ondersteunen, die bevlogen is en g wordteleid door hoogstaande waarden g g en normen. Het zijn juist de typisch juist menselijke eigenschappen die de leraar menselijke ver verheft boven de computer. P Er ontstaat op termijn een situatie P termij de leerling optimaal leert achter gP de computer, en daarbij optimaal P ~ daarbij P wo wordt begeleid door de leraar. Het zal dt b g leraar de status teruggeven die hij de e gg hij verdient. De leraar hoeft niet meer om r schreeuwen of om aandacht, orde , er te drei en met strafwerk en niet me ge onvoldoendes. De leerlin en hebben leerlinge hun eigen taken te volbrengen en g g verantwoordelijkheden te en hun eigen l dra dragen. Soms past daarin dat de leraar g P anbiedt om te vertellen over zijn aanbiedt ~ ervari Namen `Hello everybody,I am our guide. My name is Thuan it means urit .' your g Y , p Y m. Ik zit in een met toeristen. De gids, een meisje van twintig, zich voor. Ze beperkt Vietna t ee bus e s g ~ meisje g~ P zich niet tot het noemen van haar naam, geeft ook een vertaling van die naam: purity. Dat is ,g g p Y in dit land: gids die ons vergezelt bij een fietstocht door de bergen, heet Quyen. Als d d de gebruikelijkg g l g~ Y we die naam niet kunnen onthouden, zo merkt hij bij de kennismaking op, en we ook power hij bij gP~ g p ze en. In een lagelonenland zijn er veel gidsen. Ik maak ook kennis met Xuan, lente en Phong, g zijn g ~ g, wind. Iris Frans, Hans, Wouterac ueline namen uit mijn vrienden- en kennissenkring. Maar wat die cl ~ mijn g namen betekenen? Heb ik me nooit afgevraagd. `What is in a name?' legt Shakespeare Hamlet in de g P mond. Een naam betekent niks, een lege huls, een code. Een naam kun je altijd vervangen. Net als g ~ je altijd g een T-shirt. Als het vuil is, trek je een ander aan. Hamlet was een twijfelaar en een cynicus. Voor een je twijfelaar Y c cynicus is taal niet meer dan een opportunistische verpakking. Hamlet introduceert de moderne Y PP westerse mens. Niet s noodzakelijk cynisch maar wel zakelijk en abstract. Taal is een coderin ss - noodzakelijk Y zakelijk g Y teem meer niet. Namen hebben niets meer van doen met huneboorte rond. g g In Hanoi loopk door de Hang Bon de Hang Da en de Hang Ga. 'Hang' betekent straat. Het P g g~ g g g tweede woord, de feitelijke straatnaam, verwijst naar het type winkels en bedrijfjes die kenmerkend feitelijke ~ verwijst P zijn voor de betreffende straat. 'Bon g' is het Vietnamese woord voor katoen `da' is leer en ` a' zijn g , g betekent kip. De straatnamen in mijn woonwijk in Nederland: Perzikstraat, Bosbesstraat, Ananas- P mijn woonwijk > straat. Bekende vruchten maar niettemin loze coderingen. Nog troostelozer wordt het in een g g j volgende wijk. Daar woon je in de Riekstraat, de Harkstraat of de Gaffelstraat. g wijk. Waarom woon ik niet in de Hang Cam (strijkinstrumenten) en heet mijn vrouw niet Lua (zijde)? g l mijn l Omdat ik een achterkleinzoon van Hamlet ben. Met heimwee naar Vietnam. ng voorwaard1^i^^Ü^^ g moet hebbeneleerd wat Van der Sar g voor een keeper is en hij moet in staat P hij Boekverslagen op internet: een voor- of nadeel? De leerling als recensent van uittrekselsites Vandaag de dag maakt internet het mogelijk dat leerlingen meer tijd besteden aan het bestuderen van sites met uittrek- sels en boekverslagen dan aan het lezen van het boek zelf. Toch heb ik in mijn eigen onderwijspraktijk ervaren dat het grote aanbod aan uittrekselsites ook positief kan uitpakken. Voorwaarde is dat de docent een uitdagende webquest organiseert, waarbij leerlingen onder meer kritisch moeten reageren op een uittreksel of boekverslag dat zij zelf opge- zocht hebben op het internet. In deze bidrage schets ik hoe uittrekselsites functioneel gebruikt kunnen worden. Dit doe ik aan de hand van een beproefd praktijkvoorbeeld waarvan de organisatie voor de docent bovendien redelijk eenvoudig is. Het zijn de leerlingen die het werk doen! Carla Driessen In een eerdereublicatie in Ts i Lette- P Jp ren getiteld `De scholierencanon o ,g op internet: uittrekselsites en hun invloed op leesgedrag', stelde Martin Nicolaas p Martij internetsites met uittreksels en g boekversla en `luiheid in de hand kunnen werken en de kans op fraude P vergroten'. Als docent heb ik inderdaad g wel eens een boekverslag moeten g beoordelen waarvan ik vermoeden had dat deze niet door de desbetreffende leerling geschreven was. Tegelijkertijd gg g l l was de kwaliteit niet beter dan verslagen die medeleerlingen op eigen g g P g kracht haddenemaakt. Voor mij was g l deze ervaring doorslaggevend om in g gg mijn lessen voortaan anders met het l fenomeen internet om teaan g namelijk door gebruik van een namelijk g uittrekselsite verplicht te stellen in p laats van te omzeilen dan wel te p ontmoedigen of af te straffen. g Doorebruik van een uittrekselsite af Doorgebruik te dwingen, kunnen de volgende g ~ g leerdoelen g na estreefd worden: leer- lin en kunnen slim, efficiënt en g kritischebruik maken van internet, g onder andere om eeneschikte g uittrekselsite op te sporen; leerlingen P p ~ g kunnen de kwaliteit van een uittrek- selboekversla samenvatten op de g gp desbetreffende site beoordelen, op grond van vooraf vastgestelde criteria g g (variant: leerlingen mogen ook eigen g g g criteria inbrengen). Daarbij kunnen zij Daarbij zij een onderscheid maken tussen feitelijke en subjectieve uitspraken; feitelijke subjectieve P leerlin en kunnen het uittreksel leerlinge beargumenteerd aanvullen verbeteren g o grond van hun eigen leeservaring g g met het boek in kwestie. Een q web uest rondom uittrekselsites Inmiddels heb ik twee jaar ervaring g met verplicht gebruik van uittreksel- P g sites door leerlingen, in de vorm van g een webquest die ik hieronder zal g beschrijven. Leerlingen in de beschrijven. g eindexamenklassen havo en vwo hebben deze taak voor het vak Frans moeten maken. Na het eerste jaar heb l ik de webquest bijgesteld. In de g lg aangepaste taak laat ik leerlingen twee g boekbesprekingen o zoeken en van opzoeke voorzien, waarbij ook een onderlinge vergelijking gemaakt moet g g l gg worden. In deze bijdrage volgt een l g g beschri'vin van de webquest zoals ik beschrijving q die tegenwoordig laat uitvoeren. g g Oorspronkelijk was de quest dus P l g bedoeld voor het vak Frans, maar om dezeeschikt te maken voor gebruik in g g de literatuur lessen Nederlands en moderne vreemde talen, zal ik hieronder de taak zo g al emeen mogelijk proberen te formuleren. De p beschri'vin is daarbij zoveel mogelijk beschrijving daarbij g l in termen van de activiteiten door de leerlingen. Slechts zijdelings noem ik g l g de activiteiten voor de docent, maar naar behoefte kan de docent deze naar g ei en inzicht verder uitbouwen. Leerlingen surfen op het internet g P Als eerste deelopdracht moeten de P leerlin en een boek in de doeltaal leerlinge zoveel mogelijk op grond van g l pg eigen voorkeur en interesse. Waar g node komt de docent met tips. De nodig P docent vraagt de leerlingen bij het boek g g 1 twee boekbesprekingen o te zoeken op TSJIP/LETTEREN 15.3 37 (recensies, uittreksels, verslagen), waarvan in iedereval één op internet g P e ubliceerd is. Alleen boeken gP waarvan twee gP bes rekin en beschik- baar zijn mogengelezen worden. Sites l~ g g in de doeltaal hebben uiteraard als voordeel dat deze de leerling de kans g even verder te komen met de g taalverwerving in de doeltaal. Om die g reden zouebruik daarvan door de g docentestimuleerd dienen te worden. g Mijn ervaring is dat het (sommige) Mijn g g leerlin en best wat tijd kost om tot een g l oede keuze te komen. Daarom vind ik g het handig om een moment te g organiseren in de les waarop leerlingen g P g hun ervaringen uit kunnen wisselen, g voordat zij met de feitelijke quest aan zij feitelijke g de slag gaan. Voorbeelden van vragen gg g die de docent kan stellen zijn: Wie l heeft welk boekekozen en waarom?' g en Wat zijn handige sites?' Zo nodig g g komt de docent met aanvullende suggesties. Met het oog op de planning g P P g laat ik leerlingen hun boek samen met g de twee boekverslagen inleveren g eruime tijd voordat zij aan de slag tijd zij g gaan met de webquest. Bijkomend g q Bijkomen is dan dat de leerlingen in de g tussentijd het boek kunnen lezen, bij tussentijd ~l de moderne vreemde talen ook weer in de doeltaal. Om het g be ri van het P boek daarbij enigszins te toetsen kan l g de docent in een tussentijdse l leescontroleopdracht vragen stellen, P g bivoorbeeld over de verfilmbaarheid l van het boek. Dit doe ik bijvoorbeeld l als volt: `Als jij dit boek zou g ll verfilmen welkeassa e s zou je P g l zeker in de film opnemen en welke P zou je weglaten?' In de passage(s)l g toelichtin laat de docent de leerling g gebruik maken van specifieke g P tekstfragmenten. Een andere g mo mogelijkheid om meer taalverwerving l g te stoppen in de taak is om het pP werkstuk in de doeltaal te laten maken. Dat heb ik zelfde afgelopen jaren jare overigens niet gedaan. g g 0 een van tevoren vastgelegde datum p leveren de leerlingen de opgespoorde e g boekverslagen in, samen met de titel g van het boek. Eventueel kiest de leerling een ander boek, op aanraden g p van de docent. Korte tijd daarna krijgen de leerlingen de beide lg g boekversla en terug. De reden hiervan g g is dat de verslagen als bijlage g lg opgenomen moeten worden in het Pg werkstuk. Boekverslagen uitpluizen g P In de tweede deelopdracht staan de P beide boekverslagen centraal. De g docent vraagt de leerlingen de g verslagen kritisch te bekijken. Ik heb g bekijken en daarbij individueel laten g daarbij werken, hoewel hier ookroe swerk g P denkbaar is. In het bijgaande overzicht staan Jg stuurvra en die de docent aan zijn g zij en zou kunnen voorleggen. Uit g gg dit overzichtje blijkt dat een leerling blijkt g meer tijd moet steken in de opdracht, tijd P naarmate een verslag minder kwaliteit g in huis heeft, bijvoorbeeld doordat e evens ontbreken. Aan dit punt zou gegevens P de docent desgewenst aandacht g kunnen besteden. Het loont blijkbaar l om je goed te oriënteren op het lg P internet en niet de eerste de beste site teebruiken. g In de introductie kan de docent zonodig ook aandacht besteden aan g belangrijke literaire begrippen zoals vertelperspectief, afhankelijk van de afhankelij rondkennis van de leerlingen g g en de ambities van de docent. Werkstuk In deelopdracht drie werken de P leerlin en naar een concreet product g P toe. Ze maken namelijk een schriftelijk namelijk schriftelij van hun bevindingen. Elke verslag g leerlin werkt individueel. De leerling werkwijze is als volgt: de leerling g g rapporteert over elke stuurvraag zijn PP g zij ze en markeert daarbij l daarbij Stuurvragen om een uittreksel van een ander te becommenta- riëren I Hoe compleet is het verslag? a Vul zelf aan waar nodig. 3 Bevat het verslag onjuist- heden? q Verbeter deze. 5 Welke uitspraken in het verslag getuigen van een persoonlijke mening? 6 Met welke van deze uitspreken ben jij het eens, met welke oneens? Lichtje antwoord toe. 7 Vergelijk de kwaliteit van de twee verslagen: welk verslag vind je het beste? Licht je antwoord toe. Aanwijzingen bij de verschillen- de stuurvragen I Loop de volgende zaken na: gegevens over de auteur; samenvatting; titelverkla- ring; beschrijving van belangrijkste thema; typering van het verhaal; typering van het vertelper- spectief; beschrijving van de belangrijkste karakters/ personen; aanduiding van tijd en ruimte. 3/4 foutjes in jaartallen, titels. Kwaliteit van het taal- gebruik. Voorbeeld: foute typering van bet genre. 5 Voorbeeld: beoordeling van het boek. 7 Gebruik de stuurvragen I t/m 6. bewijsplaatsen in het desbetreffende lP boekversla . Dat wil zeggen: op de g gg P uitdraai of kopie voegt de leerling bij P g g l deemarkeerde passages zijn eigen g P g zijn g 38 TSJIP/LETTEREN 15.3 opmerkingen toe. In het werkstuk komt ook het adres van de website(s) of de bronvermelding van de gedrukte g g tekst. Met een beetje geluk ervaren lg Bommie leerlingen dat een goede g g g zoektocht naar eeneschikt uittreksel g beloond wordt: aan een kwalitatief hoogstaand verslag hoeft minder g g m 'gerepareerd' te worden. De docent kan hierover ook met de leerlingen van g gedachten wisselen in een klassikaal g lesmoment, bijvoorbeeld in een terugblik op de web nest. Wellicht g P webquest dit leerlingen om bij een g bij volgende taak waarbij bronnen op het g waarbij P internetebruikt moeten worden (nog) g meer tijd te reserveren voor hun l digitale zoektocht. g Opnieuw het internet o P op Als vierde en laatste deelopdracht volgt P g dan een vraag over de thematiek van g het boek, waarbij de leerling weer het waarbij g internet kan raadplegen en/of andere bronnen. Eerst stelt de leerling vast wat g volgens hem het belangrijkste thema g gl van het boek is (met toelichting) en g vervolgens zoekt hij – naar wens van g hij de docent – een Franstalig en/of g Engelstalig en/of Duitstalig en/of g g g en Nederlandstalig boek op met een g P vergelijkbare thematiek. Het resultaat g l hiervan komt ook in het werkstuk, inclusief deevol de aanpak. g g P Voorbeeld uit derakti'k P 1 De afgelopen twee jaar heb ik op de l P hierboveneschetste manier gewerkt. g g Om te laten zien tot welkeroducten P dit alles heefteleid toon ik hieronder g enkele reacties van twee leerlingen. De g besproken boeken zijn L'étranger van P zijn g Albert Camus en Les ámesrises van g Philippe Claudel. De leerlingen hebben PP g ebruikgemaakt van drie sites g g namelijk www.scholieren.com, l www. arool.nl en www.crimezone.nl. p e Op de stuurvraag `Hoe compleet is het p aag p verslag?' meldde leerling i het g g volgende: `In het leesverslag g L'étran er www.scholieren.com] zijn g~ l uitgebreide bibliothecaire gegevens g gg aanwezig. In het leesverslag is ook een g g uitgebreide samenvatting aanwezig. g g g Het soort verhaal roman staat in het leesverslag bij bibliothecaire gegevens, g bij gg deze is verder uitgebreid onder het g kopje "stroming". In dit verslag staat Pl g g niets over de spanningsopbouw.' 0 de stuurvraag `Bevat het versla Op g verslag onjuistheden?' antwoordde dezelfde l leerling: `Ik vind dit over het algemeen g g een net enoed leesverslag, alleen ben g g~ ik het niet met de lezer eens van dit boekverslag als het over de stroming g aat. In het versla staat dat dit boek in g g de tijd van het absurdisme geschreven tijd g is. Deze stroming is naar mijn weten g l niet waar, omdat Albert Camus een g aanhan er was van het existentia- lisme.' Op de vraag `Welke uitspraken in het P g P verslag getuigen van een persoonlijke gg g P l mening?' en `Met welke van deze g jij j uitspreken ben i het (on)eens?' werd P door leerling 2 als volgt gereageerd: g gg g `Het boek [Les ámesrises o g op www. arool.nl boeken recensies P wordt aan alle kanteneloofd en g geprezen en ik kan de schrijver van gP l deze recensieeen ongelijk geven. Het g g l g boek is inderdaad waanzinnig goed gg geschreven en het boeide mij van g l begin tot het einde. Er zijn ook g l subjectieve elementen in dit verhaal l aanwezig namelijk dat in het begin van g namelijk g het leesverslag de lezer een motivatie g aangeeft waarom zij dit boek is gaan g zij g lezen. Aan het einde van het leesver- sla geeft de lezer een beoordeling van slag g het verhaal en dit is alleenebaseerd g op de mening van de lezer.' p g In reactie op de vraag 'Vergelijk de P g g l kwaliteit van de twee verslagen: welk g verslag vind je het beste?' reageerde g l g deze leerling zo: `De boekbespreking g P g van het Parool is van veel hogere g kwaliteit [dan de recensie van www.crimezone.nl] en bevat ook veel meer elementen die in een boekbe- s rekin horen.' P g Gebruik van uittrekselsites voegt g duidelijk iets toe aan het lezen van het l boek in kwestie en heeft bovendien een sturende rol in de manier waarop de P leerling zijn mening verwoordt. Het g zijn g Verontwaardiging over gebrek aan respect slaat een brug Vijftien jaar na de dood van Jan de Zanger `Het spijt me heel erg, mevrouw Tolsma, maar van dit boek, was geen informatie over de schrijver te vinden. Ik heb daad- werkelijk overal gezocht: in de bibliotheek, op internet en in encyclopedieën. Maar nergens kon ik iets over de schrijver van het boek Dit been is korter vinden.' Op internet, op een site voor `scholierensamenvattingen' kun je ontroerende ont- boezemingen tegenkomen. Gemakzucht lijkt eerder de oor- zaak dan een werkelijk gemis aan informatie. Jan de Zan- ger leeft nog altijd voort, niet alleen op internet en in naslag- werken, ook op school. In januari is de schrijver vijftien jaar dood, maar zijn boeken kunnen nog steeds op waardering van leerlingen rekenen. Ben is dood en Desnoods met geweld zijn nog steeds leverbaar. Jan de Zanger was een man die van jongeren en schrijven hield en de moraal niet schuwde. Het opgeheven vingertje bleef doorgaans achter- wege. `Ik ben geen zendeling,' benadrukte hij zelf, maar ondertussen deed hij wel degelijk een beroep op het verant- woordelijkheidsgevoel van jongeren. In de spiegel die hij voorhield, zat doorgaans een fijntjes verpakte boodschap. Dochter Hedi werkt ondertussen ook als vertaalster. Over de doodsoorzaak van Jan de g Zan er is bij mijn weten nooit eschreven over bij mijn g zijn persoonlijke leven is niet veel lp l bekend. Hetedicht `Vermoeidheid' uit g zijn poëziebundel uit r 6 getiteld niet zijn p 9 7~ g alleen maar ook, was in de J overli'dens- advertentie opgenomen: pg `Vermoeidheid gaan liggen ggen in het bos en met de keel van de merel de zon naar de horizon g zin en gaan liggen ggen en wachten op het groeien van het P g gras een woning zijn voor ontheemde g zij gaan liggen ggen de regen door mij heen laten g l spoelen P en iedere versteendeedachte g doordrenken de zon mij mi laten bleken en ieder verstard denkbeeld verteren gaan liggen ggen en opstaan P zonder woorden in een lee wereld' g Henk Langenhuijsen In november van 1990 had ik Jan de 99 Zanger uitgenodigd voor een bezoek g aan mijn school. Hij zou over een half aa mijn J jaar over zijn werk komen vertellen. l zij verzoek veroorzaakte wel een l lichteaniek zo schreef hij want het P ~ l~ aantal verzoeken was zeerroot. Van g tot en met april zat hij al vol, en januarip J , dan te bedenken dat hij net met J vervroegd pensioen was. Half januari gP januari ik tijdens de pauze in de kreeg tijdens P lerarenkamer een verontrustend telefoontje van Stichting Schrijvers telefoontje g Schrijver Samenleving: de schrijver was g schrijve onverwachtsestorven in zijn g zij Denemarken. Hij was geliefde Hij pas 58 jaar en leek gezond. Hij vond rust 5l g Hij in j Helsminde zo vermeldde de overlijdensadvertentie, en hij werd in l ~ hij alle stilte in Hels begraven. Hij was l g l getrouwd met de vertaalster Nini van der Beek en had drie kinderen. 40 TSJIP/LETTEREN 15.3 De Zangers laatste boek, Hadden we er maar wat vaneze d! dat nog geen half g g ~ gg jaar voor zijn dood was gepubliceerd, jaar zijn gP behandelde een actueel thema met een dramatische afloop: pesten en het PP noodlotti e gevolg daarvan. Later g g g zouden ook andere schrijvers van dit l themaebruikmaken maar De Zanger g ~ g had een originele invalshoek. Op een g P reunie worden volwassenersonen P met hun verledeneconfronteerd en g alsnog ter verantwoordinggeroepen g gg P voor de zelfmoord van het slachtoffer. Biografie g Jan de Zanger werd in i 2 in g 93 Schiedameboren. Toen hij tien was, g hij werd zijn huis door een Engels J g bombardement vernield. In de hongerwinter werd hij ernstig ziek en g hij g na de bevrijding kwam hij als l g hij ondervoede jongen in Denemarken l g terecht. In eenperiode van drie maanden sterkte hij aan en leerde l Deens. In 1951, na het behalen van zijn 95 ~ zij hbs-diploma, verbleef hij opnieuw P ~ hi maanden in Denemarken. De liefde voor het land zou nooit meer vaan• hij zou er geregeld voorbijg ~ hij g g verblijven. Zijn eerste publicatie in verblijven. Zijn P 1 61 was een vertaling van een Deense 9 g roman. Vele tientallen boeken zouden volgen, ook vertalingen uit het Zweeds, g ~ g Noors en Duits. In 197o werd hij in 97 hij Denemarken voor zijn vertaalwerk l onderscheiden; het stak hem dat hij in l Nederland als vertaler dikwijls niet die l waardering kreeg waarop hij meende g g P hij recht te hebben. Hij l Nederlands en begon in 1957 als leraar g 957 op zijn eigen middelbare school in P zijn g Schiedam. Vanaf 1 6 werkte hij in 93 hij Lochem, waar hij altijd is blijven hij altijd blijve ook toen hij vanaf 1977 bij de wonen, hij 977 l Specialisten ialisten in Leerplan Ontwikkeling P g inienst kwam en zich ging bezi hou- d g g bezig hou- n met het schrijf- en leesonderwijs. l leesonderwijs was een van de verdedigers van Hij g ` schrijven' dat toentertijd 'gericht sc g l , l probeerde het schrijfonderwijs dichter P schrijfonderwijs naar de werkelijkheid te brengen. Als werkelijkheid g leraar was hij teleurgesteld geraakt, hij g g omdat hij vond dat de leerling te veel hij g ondergeschikt werd gemaakt aan het g g schools schoolsysteem en het eigenbelang van Y g g leraren. Vanaf 1981 was hij tevens 9 hij voorzitter van de Nederlandse sectie van de IBBY de International Board on Books for Young People. Deze g P functie bracht hem in contact met vele jeugdboekenschrijvers. In i 62 g J 9 verscheen zijn eerste gedichtenbundel. l g In zijn poëzie is De Zanger dikwijls o zijn P g dikwijls op zoek naar de relatie tussen de mensen, landschappen en gebeurtenissen om PP g hem heen. Ook dan heeft hij l belangstelling voor de ander, voor de g g angst van de medemens om te leven en g zijn emoties te tonen. Hij voelt zich zijn Hij thuis in het milieu van hetro ressief P g christelijke tijdschrift Kentering en l tijdschrift g huldigde net als Wim Hazeu en Hans g van de Waarsenburg de opvatting dat g P g TSJIP/LETTEREN 15.3 41 de dichter in een woelige maatschappij i' g PP J staat en dat mag laten weten ook. Zijn g Zij • jeugdboek, Ben is dood kwam 1 g ne negentien jaar later uit. In zijn eerste g jaar zij speelt de romantiek een P belan rijke rol: een jongen en een belangrijke l g meisje zoeken samen iets uit en 1 krijgen daardoor een relatie. Een lg maatscha maatschappelijk thema ligt altijd aan PP l g altij basis. Vaak zijn de hoofdpersonen J P n jongeren die afwijken: ze zijn g afwijken: l ehandica t hebben een andere g P~ huidskleur of zijn homoseksueel. J `Natuurlijk schrijf ik vanuit een idee: 'Natuurlijk l accepteer elkaar zoals je bent en P l probeer door de ander heen te kijken ' P l zei De Zanger in een interview. g Ei Eigentijdse problematiek g 1 P Uit de boeken van De Zanger spreekt g P bezor bezorgdheid en soms zelfs woede. Hij g 1 schrijft pakkend over problemen die schrijft P toen eigentijds waren en nog altijd tot g l g altij verbeeldingspreken; in wezen pleit gP ~ P hij voor meer verdraagzaamheid en hij g respect voor elkaar.juist daardoor P hebben zijn boeken niets aan l actualiteit ingeleverd. Als prozaïst g P debuteerde De Zanger met De andere g kant van de maan, een bundel verhalen uit 180. Een jaar later verscheen zijn 9 jaar zij • jeugdboek; daarna schreef hij hij nog een roman voor volwassen, g getiteld De etser, waarin hij toen al g ~ - hij - de schaalvergroting in het onderwijs g g onderwij • de. De fusies van de jaren g jare negentig zouden voor hem een gruwel g g g zijn geweest. Vervolgens richtte hij zijn g hij zich volledig op het jeugdboek. Voor g P J g een halve zak dropk ben naar p, Wladiwostok en vooral Desnoods met geweld waren toppers in de onderbouw gPP waarmee moeilijke lezers dikwijls moeilijke dikwijl konden worden. Vooral Desnoods meteweld - over racisme - g raakte bij velen een gevoelige snaar. l g g Het boek is veelvuldig vertaald en in g 188 ontvin hij in Duitsland de 9 g l Vredesprijs voor jeugdboeken voor P l l g Dann eben mit Gewalt. Deoede g bewerking in i 8 in de schooltelevi- g 99 sieserie Geef mi' maar een boek, met J ontroerende fragmenten van de zinloze g moord op de Antilliaanse jongen P l g Kerwin Duinmeier leverde jarenlang l g steevast een boeiende les o met P, levendige discussies over discriminatie g en een run op het boek. Ik vermoed dat P de videoband nog steeds dienst doet. g In het bijbehorende leerlingenkatern J g zet De Zan er: `Kinderen kunnen g zeg er in hun leesgewoonten heel g spontaan ontwikkelen. Eerst het P rentenboek dan het kinderboek, de prentenboek, , s rookjes de sciencefiction en zo P 1~ verder, totdat ze op de middelbare p school zijn aangekomen. Dan is het l g afgelopen. Dan aat de leraar vertellen gaa de Zanger in boeken Gedeeltelijke biografie 1962 Bij myzedf te rade (gedichten) 1967 niet alleen / maar ook (gedichten) 1968 Een gat in mijn plusfour (gedichten) 197o Aai de baas daarom (gedichten) 1979 Gaatjes prikken (gedichten) 198o Wet verses (gedichten) 198o De andere kant van de maan (verhalen) 1981 Ben is dood 1983 De fietser 1983 Kraaiepoten (oude en nieuwe gedichten) 1983 Ik ben naar Wdadiwostok 1984 Voor een halve zak drop 1986 Desnoods met geweld 198$ Dit been is korter 19$8 Poepoe 1989 De mensen kijken altijd zo 1990 Hadden we er maar wat van gezegd! wat ze moeten lezen en hoe. Het moet Nederlandse literatuur zijn en uit die J en die stroming. En ze moeten er de g kenmerken uit halen en de bedoeling van de schrijver en wat al niet meer. Ze l hebben er de l leeftijd en de levenserva- ringiet voor.' g Een houding die paste in die tijd, maar g P l~ ongetwijfeld nog altijd interne g l g altij en in de secties oplevert. De g P Zan er dichtte het literaire gat voor de Zanger g lezer die teroot is voor het servet en g te klein voor het tafellaken. Bij Bi hem moest lezeneen opgave zijn, maar g Pg 1 een vanzelfsprekende activiteit, met P een aansprekende combinatie van P o spanning en romantiek. Hij onrecht,P g Hij werkteraa met flashbacks, en kon g g levendige dialogen en situaties g g schetsen. Omdat hij zich doorgaans J g liet leiden door zijn eigen verontwaar- g di in werd zijn werk nooit dor. g g zij 'Jan de Zanger was een echte g herkauwer althans in zijn boeken. l Vaaker aat het erom dat de hoofd per- g P soon door een en ander van zichzelf zullen terugvinden.' g Gouden of Zilveren Griffels heeft Jan de Zanger nooit voor zijn boeken g zij en hoewel die door de ontvangen critici toch meestal met waardering besproken werden. Kritiek g P was er soms g vanwe e te veel stereotie- e beschri vin en van personen en P l g P hun te romantische relaties. De literaire kwaliteiten van De Zanger g werden niet zo hoog aangeslagen, wat g in dezelfde tijd ook een leraar-schrijver tijd leraar-schrijve Evert Hartman overkwam, terwijl ook die ` evreten' werd. Aukje Holtrop l P was in 1989 scherp in Vrij Nederland: 99 P J `Met een ongebreidelde fantasie maakt g Jan de Zanger allerlei verhalen in zijn g zij die hij vervolgens achter elkaar l g lakt en door elkaar klutst. Hier een p stukje ontluikende seks, daar een l stelletje vervelende tantes, een toef e stelletje ~ l moeilijke ouders, een plukje moeilijke ~ e P l sc ven en een b paardensport. Daar bosjeP P men je dan dialogen van schoolj- meng on ) g l ens onder elkaar en de eigen en g gedachten van de hoofdpersonen door g P en je hebt een spannend boek.' je P Deze kritiek zal de schrijver ook l gestoken hebben, al ontkende hij dat g ~ hij later en beweerde hij dat waardering g van zijn lezers voor hem het allerbe- lanrijkste was. Lieke van Duin schreef gl in maart 1991 in Trouw: `De jeu dlite- 99 l g ratuur verliest in Jan de Zanger een g l bijzonder geliefd auteur van realisti- g sche spannende boeken met een wat ,p zwaarmoedige ondertoon in een g eg onopgesmukte taal. Actuele maat- schappelijke problemen als vandalis- PP l P me drugs, racisme,gehandicapt zijn g , g P zij zelfmoord worden op een P herkenbare manier aangesneden.... Het was zijn talent drama's enuan- zijn g ceerd weer teeven van binnenuit, in g , vlot lopende romans met een goede P g spanningsopbouw en levensechte an de Zan er was een personages.Zange met een brugfunctie: hij g hij behoorde tot dieroe schrijvers die, g P schrijver zelf een afgewogen literaire stijl stijl hebben, een breedubliek van p jongeren naar de literatuur toe weet te l g trekken. Een enorme verdienste, die door critici inclusief j minel vaak ondergewaardeerd wordt.' g )an de Zanger in prijzen 1970 Soren-Gyldendalprijs voor zijn vertalingen uit het Deens 1981 De Gouden Harington (beste tienerboek), door tienerjury in Velsen voor Ben is dood 1982 Legpenning van de provincie Limburg voor De fietser 1988 Gustav Heidemaan Friedenpreis 1988 voor Desnoods met geweld 1989 Tip van de Nederlandse Kinderjury ra t/m ra jaar voor Poepoe 1991 Tip van de Nederlandse Kinderjury 13 t/m 16 jaar voor Hadden we er maar wat van gezegd! Verontwaardiging gg Doorgaans liet de schrijver zich leiden g schrijve wat hem zelf ookree . Het g P verhaal in Ben is dood is echtebeurd. g `0 mijn school was een van de p mij en aan de drugs geraakt en na g gg veel ellende, hulp en verwikkelingen p g heeft hij ten slotte zelfmoordgepleegd.. l Toen de rector ons dat in de lerarenka- mer meedeelde, zei een van de g colle a's: "Hebben we daar nou al die moeite voorgedaan?" Ik vond dat verschrikkelijk. Ik heb er jaren mee verschrikkelijk. jare rond gelopen. Ik voelde dat het er een o g p keer uit moest komen.' In hete eerste hoofdstuk van het boek komt deze uitspraak terug. De klas P g reageert geschokt. Meer dan eens g neemt Jan de Zanger het op voor de g P jongeren en zijn volwassenen star en l g zij In Desnoods met geweld onverschillig.g wordt zelfs een docent ontmaskerd als de aanjager van White Power. In bijna lg bijn zijn boeken speelt de school een l P belan rijke rol. Het is geen plaats waar belangrijke g p de figuren uit zijn boeken het naar hun g zij hebben, maar een `leerfabriek' waar kinderen zich eenzaam voelen. In het laatste boek zijn niet alleen l medeleerlingen schuldig aan `het g g ongeluk', maar ook docenten hebben g de onherroepelijke daad van Sietse P l bevorderd door niet fatsoenlijk in te l rij. g lPen Jan de Zanger miste vaak warmte o g op school en schrokere eld van het g g gebrek aan respect voor elkaar. Hij zag P Hij g ook dat lezen voor veel leerlingen een g doffe ellende is, een i J J J J We reizen in Ik was een samoerai mee naar Spanje, o de motor op met Sam, een vrolijke lesbienne I van ergens in de twintig, en haar g gT vriendin Guus, een bekend Sam, tekstschri'f popzangeres.1 ster van beroe heeft aanvanke- beroep, lijk een voorkeur voor one night 1 g stands tot ze Guus ontmoet en T compleet weg van haar is. Haar P g o in en om Guus te versieren pg g lijken te slagen, tot haar 1 'praatvriendin' Yunjie roet in het P Yunji en een relatie begint g g met Guus. Zakelijk gaat het Sam Jg ook al niet voor de wind: intriges g op haar werk brengen haar ertoe P g om na wat subtiele wraakacties ontslag te nemen. Dan belt Guus g met de vraag of Sam met haar g mee wil op de motor naar Tp Spanje. Onderweg doen ze in een P 1 g Frans dorpje het kasteelachtige Pl g verbli f aan van de vader van 1 Guus een egocentrische T g kunstenaar die amper tijd weet p 1 vrij te maken voor een gesprek 1 g p met zin dochter die daar toch 1 erg veel behoefte aan heeft. Sam g en Guus reizen verder en komen aan in bij Spanje bi de moeder van Guus ook kunstenaar, een T 1 vriendelijke vrouw die een oudere 1 tweelingzus van Guus lijkt. En g 1 dan komt aan het licht waarom Guus zoraa Sam mee wilde zog raag hebben op deze ogenschijnlijk p g 11 ontspannen reis. Een verrassend P verhaal over vriendschapiefde P? en dood, vlot en meeslepend p verteld. Het is inmiddels al de derde roman van Marijke 1 Houweling, in 2004 ook een gT 4 poëziebundel, Gouden bergen, P ~ gen• publiceerde. Een aanrader! JD De vrouw van de filosoof Philibert Schogt Arbeiderspers, 2005 ISBN go 295 6224 2 € 16,95 Het is een regelmatig opduiken- g g P de vraag: hoe ver mag je gaan in g gJ g het vermengen van werkelijkheid g 1 en fictie? Mag je reële personen gJ P herkenbaar invoeren in romans? Er zijn de afgelopen jaren no al zijnjaren nogal watrocessen gevoerd over deze P g kwestie. Hans Dorrestijn die in 1 een roman zijn ex zo neurotisch J afschilderde dat ze naar de rechter stapte, kreeg de rechter- P~ g lijke goedkeuring daarvoor, maar 1 g g Herman Brusselmans verloor het proces dat de Vlaamse couturier P Ann Derneulemeester tegen hem g had aangespannen toen hij haar hij met naam en toenaam bepaald P niet vleiend besprak in zijn boek. P 1 In De vrouw van de filosoofontdekt de hoofdpersoon Vera dat haar ex, P de filosoof Luuk van Vleuten, hun relatie in een roman van zo'no0 9 bladzijden tot in de pijnlijkste bladzijden Pl 1 details beschrijft om daarmee zijn beschrijft 1 op het werk van een Franse P filosoof gebaseerde ideeën uiteen g te zetten die luiden dat ieder T mens moet zorgen om de held g van zijn eigen levensverhaal te J g blijven. Daarvoor heb je een blijven. 1 Philibert SCHOGT `vijand' nodig, en die rol mag Vera 1 gT g vervullen: zij Ilen: zij is `de sirene van de middelmaat', zij zorgt ervoor dat I g Luuk zich niet kan ontplooien. p Hun relatie is mislukt, aldus het boek van haar ex, omdat zij zo J overduidelijk `niets' is. Moet je de overduidelijk 1 leugens in zo'n boek nu gaan g g proberen te ontkrachten, of moet 'e ze negeren? Vera weet het niet, J g er wordt van allerlei kanten druk op haar uitgeoefend om in actie te P g komen, maar is doodzwijgen Jg uiteindelijk niet beter? 1 Schot schetst een fraai beeld g van twee levens waarin de g verhoudin en tussen 'held' en `vijand' langzaam subtiel gaan 1 g g verschuiven. J `Ik tracht met mijn poëzie de 1P dagelijkse burgerlijke sleur en g 1 g 1 middelmaat te doorbreken. Pas wanneer het P vanzelfs rekende wegvalt openbaart zich het ware, g p glorieuze leven in al zijn positieve g 1P en negatieve facetten.' Dit zijn de g 1 woorden van een romanticus, een hemelbestormer. Deze woorden zijn tegelijk ook volslagen J g 1 g nietszeggend. Het is een citaat gg van Daniël Dee op de achterflap P van zijn debuutbundel Vierendeel. 1 Als bewijs van zijn romantische 1 1 Ik was een samoerai Marjolein Houweling g L. .Veen, 2005 ISBN0 204 0266 8 9 4 €1 15,95 Vierendeel Daniël Dee De Geus, 2005 ISBN go 445 o689 7 € 13,95 44 TSJ I Pi LETTEREN 15.3 J J EL inborst dankt hij achterin zijn hij zij onder anderen Moham- med Ali Jim Morrison en Bertolt Brecht. Het kan niet op. De poëzie voorafgaand aan deze P g 'verantwoordin ' lijkt veel vorm g lijk weinig inhoud te hebben, is g vaak fris van taalgebruik, maar wil g slechts met moeite beklijven. J Hemelbestormend is het zeker. In het eerste deel van Vierendeel gaat Dee terug naar z jeugd in g g zijn1 g een dorp waar hij met zijn P hij zij fantaseerde over later. 1 Het dorp wordt stad en de P dichter volwassen. Het volgende g deel handelt over de liefde. Daarinaat van alles mis. Bij g Bij verdriet wordt eredronken een g sigaret gerookt en naar Mozart g g eluisterd. 0 het einde van dit g P deel toont Dee dat hij in staat is I om in directe en heldere taal kwetsbaar en oprecht te zijn. ' ... P zijn moetewoon heel erg denken g g aan een jaar geleden toen ik zo g blij was om de schoonheid en 1 nu is alles zo anders en dat doet pijn en nou zit ik te huilen'. Het PJ derde deel lijkt over de hartstocht 1 teaan en is veruit het interes- g santste. In het laatsteedeelte g dat uit een enkelgedicht bestaat, moet de verliefdheid de zwaar- moedi held overwinnen. g `Het lelijkste worstje' uit deel drie lelijkste worstje eengedicht over een tuinfeest in de tuin van het tuinhuisje o 1 op het volkstuinencom lex. Treinen P razen voorbij, er is te weinig bier, 1~ g deolitiekwordtdoorgenomen P g en dan staat daar ineens te lezen: `jij maakte bekend dat je zwanger 11 je g was niet van j mi'. Door deze terloopse mededeling steekt het P g echte leven dwars door de banale gezelligheid heen. Het feest wordt gg decor eneeft op zijn beurt weer g P1 betekenis. Hoe komt het dat die P o merkin zo tussen neus en g lippen gemaakt wordt, waarom pp g zomaar op een feestje? Wat is er P feestje Het gedicht eindigt met: gebeurd? g g 'hoeveel jaar staat er eigenlijk o I g J op het roosteren van een kind de g vol ende ochtend kwam de volledige viszooi eruit gespoten / g g P het was net de hele diezee - P o PP u latie inclusief mob dick.' Y Deoëzie van Dee heeft iets p lezieri s maar is te vaak P g~ hopeloos romantisch. Het is P alsof hij zich nog achter 1 g spitsvondigheden en het Grootse Poëtische verstopt. Hij wil te P Hij graag Dichter zijn. Om leerlingen g g zijn. g van hun romantische of stoffige g beeld vanoëzie te verlossen P kunnen jonge modernistische 1 g dichters erg handig zijn. Dee is er g gl zo eentje. Hij gebruikt moderne 1 lg taal en heeft een voor leerlingen g herkenbare belevingswereld. En g van hetroteske hebben die g leerlingen helemaal geen last. g g Integendeel. Die houden wel van g eenotje hemelbestormen. eenpotj XMB Jan de Leeuw Davidsfonds/Infodok, 2004 ISBNo 5908 110 2 9 59 €1 14,95 In het Vlaamse literaire land- scha verdiende Jan de Leeuw P reeds zijn sporen met gesmaakte zijn P g 1 volwassenenromans; zijn debuut ~ als jeugdauteur met Vederland 1 g leverde hem meteen een Boeken- wel op. Hoofdpersonage is de PP dertienjarige Arnoud, die samen met zijn vader naar het fictieve 1 (Vlaamse) dorpje Deemstervelde Pl reist om er de begrafenis van g Arnoudsrootmoeder bij te g 1 wonen. Arnoud schrikt niet weinig als hij postuum een brief g hi t van zijn grootmoeder: g zij familierelaties zijn al jarenlang 1 g dermate verzuurd dat Arnoud zijn grootouders nauwelijks heeft Ig nauwelijk In het bladzijdenlang J g intrigerend epistel onthult root- g P g moeder Irma ten dele waarom ze een slechte relatie had met haar man, Arnouds g naam enoot en orlo sslachtoffer. Aanvankelijk k g 1 vindt Arnoud in de besloten emeenscha een klankbord g Pg voor zijn indringende vragen. Tot zijn g g hij de stokoude barones Clara, 1 ornitholoog Titus en de g wispelturige Rebecca leert kennen. Stukje bij beetje ontrafelt Stukje bij beetj de oorlogsgeschiedenis van zijn grootouders; de som van lg de afzonderlijke puzzelstukjes J P 1 reveleert een aparte kijk op de P kijk P verhouding tussen grootouders g g en hun kleinkinderen, en biedt een onderhoudendortret van de p Tweede Wereldoorlog in een g onooglijk dorpje. g J Pl Arnouds nuchtere kijk op de kijk P wereld der volwassenen de , eerste verliefdheid kortom: het , leven tout court verleent deze jeugdroman een unieke stijl, die 1 g I• m I ~~ II ) I ) 1 i ) \ij ) Vorig jaar verscheen bij Querido gl 1 Dani Bennoni van Bart Moeyaert Y in een ander jasje dan andere 11 Querido-boeken. Kleiner van formaat en met een strak g g vorm e even cover dat wilde zeggen: `Ik ben wel een gg jeugdboek, maar niet zomaar een 1 jeugdboek.' Dat kopte: Dani 1 g p Bennoni is eenrachti verhaal p g over het leven en de liefde, voor de betere jeugdige lezer als voor 1 volwassen lezers. In dezelfde vorm is nu Nooitaat g dit overvan André Sollie verschenen. Ook niet zomaar een jeugdboek. Op de cover staan 1 g p twee halfnaakte jongens die 1 g elkaar omhelzen. Eenrachti e p g, intieme foto. Het verhaalaat g over de j zestienari e Pim, die g met zijn moeder Yvette aan de J Belgische kust woont. Yvette is g eigenlijk meer een huisgenoot g 1 g dan een moeder: ze zorgt niet g echt voor Pim en die is dan ook meer bij bi de buren te vinden, in hetezin van Marcella en haar g kinderen Gino en Sabrina. Sabrina is verliefd op Pim, maar p Pim en Gino hebben stiekem een relatie. Als ze maar even kunnen, zijn ze samen. Tot Pim op een zijn p dag Gino komto zoeken en hij g p hij naar Duinkerken blijkt te zijn, 1. dansen, met zijn vriendin 1 Fran oise. Pim voelt zich verraden en boos, en hij hij probeert p uit alle macht Gino te vergeten. g Dat lijkt ook even te lukken. Maar J dan vertrekt Yvette. Pi maat bij g bij Marcella wonen hij neemt de ,1 lek in van Gino die naar p Francoise is vertrokken. Als Marcellalotselin overlijdt p g overlijdt, moeten de jongens wel weer met 1 g elkaar in contact komen, en dan komt Pim voor de tweede keer in het boek tot de conclusie: nooit gaat dit over. g Sollie schreef eenrachti p g verhaal over de liefde en wat dat met mensen doet. Hij beschrijft 1 1 deevoeli e Pim als een zichzelf g g door het leven slepende puber. p p Het is een uitgemaakte zaak: hij g hij is homoseksueel. Sterker nog: hij g hij was liever een meisje geweest. Jg Pim vindt nergens steun, behalve g dan bi' Marcella, die hem bij opvangt als was zij zijn eigen zij zijn g moeder. Sollie vertelt het verhaal in sobere bewoordingen, hij laat g ~ hij veel te raden over zonder onduidelijk te zijn. Heel beknopte onduidelijk zijn. P ruimtebeschrijvingen maken de sfeer van het boek: `Ze dronken eenlaas'ewater zonder verder g 1 nog iets te zeggen. Terwijl er no g gg Terwijl nog zo heel veel te zeggen valt, dacht gg Sabrina. Maar ze vertikte het. Het hoefde allemaal niet meer. Ze in bij de tuindeur staan. Het ggj reende.' g Het moge duidelijk zijn: dit g duidelijk 1 jeugdboek is niet zomaar een 1 g jeugdboek. Niet omdat het 1 g misschien nieteschikt is voor g iedere lezer. Maar ook niet omdat het eenrachti verhaal is over p g het leven en de liefde. MO Edward van de Vendel is een auteur die J voornamelijk voor kinderen in de bas isschoolleeftijd 1 schrijft. Hij dicht ook veel en J J goed, getuige bijvoorbeeld g ,g g 1 Su er u ie – waarvoor hij p g pp I samen met illustratrice Fleur van der Weel de rse Woutertje Piete- Woutertj kreeg – en Su er u ie krijgt prijs g p g pp kleintjes. Dat hij wel degelijk ook J hij g I kan schrijven voor oudere 1 leerlingen, liet Van de Vendel zien met hetrachti e De dagen p g g van de blue rasslie de. De auteur g heeft al eens laten vallen dat hij 1 wellicht met Tycho, de hoofd per- Y ~ er p soon uit dit boek, nog niet g helemaal klaar is. Misschien verschijnt er dus nog een boek verschijnt g over hem. Misschien heeft Van de Vendel met het kinderboekenweek- geschenk van dit jaar willen g 1 `oefenen' in het schrijven voor 1 wat oudere kinderen. Want hoewel Wat rijmt er op puree? J pp zich helemaal afspeelt op en rond p p een basisschool is het heel , geschikt voor in de onderbouw g van het voortgezet onderwijs. g 1 Cal en Gus zijn een tweeling, en zijn g~ zonder dat ze het zelf doorheb- ben, zijn ze de gangmakers in J g g hun klas. Als hun eigen meester g Montijn ziek wordt, komt 1 juffrouw Fanny Strobreed juffrouw Y invallen. Dit valt nietoed bij de g 1 klas, en zeker niet bij de tweeling. bij g Ze willen haar kwijt en maken 1 eenplan. Dat plan werkt: juf p p 1 Strobreed komt ook thuis te zitten. Toch voelen Cal en Gus zich er niet helemaal blij blij onder. En als dan Levineke, het mooie buurmeisje, ook nog eens boos 1~ i ) i ) ) ,_ V/ ) i ) soms aan tot lachen, soms tot denken. Precies wat eengoed boek moet doen. Helaas heeft een kinderboekenweekgeschenk g maar maximaal honderd a ina's- en kan dit een pagina's vervelende beperking zijn voor de P gJ auteur. Van de Vendel heeft daar ook een beetje last van: het 1 verhaal moet af en dat betekent - dat er soms een sprintje etrokken. Gebeurtenissen en g gevoelens wisselen elkaar dan g ineens in te hoog tempo af. g P Ho Hopelijk is Wat rijmt er op puree? p 1 J pp inderdaad een vingeroefening g g voor meer boeken voor deze leeftijdsgroep. MO ~ ~ ~ ~~ r ~ • ~ ~,'.~- ~ .~ r~ • ~•JJ Het verschil zit in de details, zoals zo vaak. Y Ra mond Lemorne, scheikundeleraar, vijftig jaar oud, fout baardje, I gl J- zoekt naar een vrouw. Een vrouw die bij hem in de auto wil 1 stappen zonder dat iemand het PP - ziet. Aan misbruik in de klassieke zin van het woord denkt hij niet, - hij voert slechts eengedachte- ri hij g experiment uit. P Op een stille landweg staat een P g jongee vrouw te liften. Als 1 g Raymond stopt komt achter de Y P bosjes ook de onvermijdelijke bosjes onvermijdelijke jongeman tevoorschijn. Merde! In 1 g tevoorschijn boek zet hij teen het stel: g 1 g 'Ik heb ruimteenoe voor twee, g - maar ik stopte omdat ik háár P alleen wilde meenemen.' In de film voegt hij er aan toe: 'Salut' g hij - en steekt hij bij wijze van groet hij 1 wijze g zin hand uit het autoraam. Die 1 hand dat is het detail dat van - Raymond Lemorne een persoon Y P maakt een scheikundeleraar van vlees en bloed. Datebaar, g - ergens op de rens tussen ironie g P g en cynisme, dat snap ik zo goed Y P g dat Y opeens g Raymond o eens eloofwaar- di wordt tot in de krochten van g zijn zelfverklaarde sociopatie. I P Inderdaad ik heb het over Het , gouden ei en over Spoorloos, beide g p - geschreven door Tim Krabbé. Het boek isP o ulair- maar Krabbé is P ten onrechte nooiteacce teerd g p als belangrijk auteur. De film gaat gl g door voor een van de beste Nederlandse filmproducties. Bij P Bij herhaald herzien van de film valt daar wel wat op af te dingen, P g - want de veelgeprezen muziek gP van Henny Vrienten is o drin - Y e P g ri en gedateerd, de eveneens g g - erezen rol van Gene Bervoets gP als Rex Hofman is zeurderig en g lat en zelfs de bekroonde P - acteerprestatie van Johanna ter P Stee e als Saskia scheert af en Steeg langs het randje. g 1 g randje. hebben we de door Gelukkig regisseur George Sluizer met g g briljante eenvoud in beeld 1 gebrachte scènes met Raymond, g y , es gespeeld door de verder in g P Nederland onbekendebleven g Bernard-Pierre Donnadieu. Raymond is een prototypisch Y P YP Krabbé- ersona e veel meer dan P g- de vermeende hoofdpersoon Rex P Hofman. De man als jongetje. De 1 g J volwassen man die spelletjes s eelt met het leven. Spelletjes p P 1 van een bedrieglijke eenvoud. Zo gl zijn ze, jon entjes. Socio aten. zijn -J jong entjes. Sociopaten herzien van de film vallen Bij voor het eerst subtiele details op die vooruitwijzen naar het 1 slot. Bij de eerste gruwelijke1 o in van Ra mond om een poging Raymon te bedwelmen zien we, een visueel detail dat in het boek ontbreekt, op de achtergrond -P g mannen een kuilraven. Tijdens g Tijden rit die Raymond en Rex naar Y Frankrijk maken worden ze – ook J dit ontbreekt in het boek staandeehouden door een g motoragent die een defect aan de g verlichtin van de auto heeft verlichting geconstateerd en tevens opmerkt g P dat Raymond geen veili heids- Y g g gordel draagt. Het eerste, g - zo verklaart Raymond is een los Y - contact, sorry, voor het y, tweede heeft hij hij een ecertificeer- g de medische verklaring: g claustrofobie. Even later vertelt Raymond aan Rex dat hij zich, na Y hij - het redden van een meisje van de et e meisj afvroeg of verdrinkingsdood, g behalve vanzelfsprekend P heldengedrag ook moreel g g volstrekt abject gedrag tot zijn abject g g zij mogelijkheden behoorde. En dat weet je alleen door het te gaan 1 g doen en dan maar te zien hoe ver je komt. Iemand iets aandoen dat echtruweli'k is. En dus – achter g 1 dit 'dus'aat de monomane g pracht van Krabbé's oeuvre schuil P – eindigen zowel boek als film g met een stuitend slot. In boeken zijn J J I i geworden. Dat is verheugend, g maar tegelijkertijd toont het g 1 I daardoor onvermijdelijke 1 1 g tekortkomin en zoals onvolle- di heil een zekere willekeur en g oppervlakkigheid. Dat neemt niet weg dat het boek, dat niet g speciaal voor het onderwijs is P 1 geschreven, een waardevol g nasla werk is en kan functione- ren als een inspiratiebron voor P CKV-studenten die meer over theater in een historisch en/of eenersoonli kperspectieff te P 1 p P weten willen komen. Krans schetst een overzichtelijk 1 beeld van het Nederlandse theaterlandschap vanaf Aktie P Tomaat in 1969 en weet 99 belangrijke hoogtepunten en gl theatermakers redelijk objectief redelijk 1 in kaart te brengen. De nadruk g ligt op de jaren negentig. Dat ze g P l niet compleet is en dat haar P accenten of keuzes niet helder worden g toe elicht zal voor direct betrokkenen eerder een last zijn 1 dan voor leerlingen. Dat geldt g g wellicht nog meer voor de g interviews die een nogal g vrijblijvende en kritiekloze indruk J1 maken. Wat nourecies de P ontwikkeling van de theaterma- g kers is en wat hun ontwikkeling betekent voor de ontwikkeling van het theaterklimaat komt niet expliciet aan de orde. Krans p registreert vooral en laat de lezer g zelf conclusies trekken. Wat wel duidelijk wordt, is dat theater 1 steedsersoonli'ker wordt de P J diversiteit en dynamiek toenemen Y en dat steeds bredere lagen van g de bevolking eraan deelnemen. g Ook om die reden verdient dit boek eenplaats op school. P P HL /~ ~ J ~~~ .W ~ ~ . ~.~ .~ •~. • .~ • ~ .~ .~ ~ -..~ .~ De laatste donderdag van januari g 1 is het weer zo ver: u mag een g even of bijwonen. poëziefeestjeg 1 Poëzie in Nederland en Vlaanderen wordt een dag lang g `in het zonnetje gezet'. Het klinkt Jg allemaal niet erg vreugdevol, g maar het zal wel ergens goed g g voor zijn. De meest recente 1 zonnestralen zijn te vinden o J op www. edichtenda .or . In g g g augustus was er in de Rode Hoed g in Amsterdam een schrijfdag. Dit J g is een terugkerend verschijnsel, g dus blijf o de hoogte via J P g www.schrijfdag.nl. Kleinschalige I g g activiteiten spreken dikwijls meer P 1 tot de verbeelding. Vanuit g Ni'me en is een nieuw online 1 g literaire tijdschrift te bezoeken 1 met onder meer Victor Vroomkonin Yor, os Dalman g- g Pom Wolff en Merijn Hilte, de 1 laatseli'ke stadsdichter. De P 1 dichters kennen elkaar vanoetr P Y slams. Ontmoet hen op www.komkommerenkwel.nl. Cultonline streeft ook kleinscha- liheid na: via www.cultblo .nl g g kunnen jongeren per provincie 1 g P P hun culturele ontboezemingen g kwijt – een aardig initiatief, al kwijt g blijkt de grens tussen zin en J g onzin niet altijd aanwijsbaar. Wat altijd I jongeren ervan vinden is me no 1 g nog niet duidelijk. Neem dan liever 1 een kijkje op een van de vele 11 P fotografensites, zoals van student g www. hotomike.net – zeker ook www.photomike.ne inspirerend voor leerlingen. P g Vooral visueel valt er steeds meer teenieten op internet. 0 g P Op www.beelden eluid.nl komt u g oen en tijd tekort. Er zit een g I verwijzing naar gemiste tv- 1 g e g o maar daarvoor programma'sP- is ook www.tvo 'e c.nl eschikt. PlP g Waardevol lijkt mij www.teleblik. lijkt mij nl. Dit samenwerkingsproject beoogt beeldfragmenten voor het g g onderwijs geschikt te maken. Wie Jg visueel is ingesteld, maar liever zijn eigen film maakt, kan terecht 1 g op www.stichtin beeldverhaal.nl P g een onmisbare website voor de P stri liefhebber. Vandaaruit is een bezoekje aan www.boschuniver 1 se.org een kleine stap. Via de g P schilder Jeroen Bosch kunt u vervolgens prachtige Spaanse g P g p musea virtueel bezoeken. In dit verband moet ook www.space P sou .nl worden vermeld. P Spacesoup is een CKV- P P lesprogramma over architectuur en vormgeving voor leerlingen. g g g Zij Zi ontdekken er dat architectuur en vormgeving overal aanwezig g g g zijn. 1 Internet is natuurlijk ook een 1 prima middel om toegankelijke P g 1 archieven te creëren. Zo is www.cultuur ortfolio.nl een P digitaal archief met resultaten g van lessen en activiteiten op het P gebied van kunst en cultuur: g g versla en foto's van werkstuk- ken,presentaties, etc. Theaterlief hebbers kunnen niet om www.tin.nl heen, maar ook een bezoek met li i ) ) ) ) ) ,_ i / kwic.nl 60 – van het Koning g Tot slot: na al hetsurfwerk is het Willem 1 College in Den Bosch niet onverstandigeens naar g g waar een heleboel materiaal en www.hitman ro.nl te gaan. p g links bijeen zijngezet, die door zijn Opgeruimd staat netjes. Wilt u 1 pg J studenten eenvoudig te tot slotn g g P raadplegen zijn. Interessant in dit nen klik dan voor eenpaar J p verband is ook www.nederlands minuutjes naar htt : cr lown. P Y online.nl – van uitgeverij Instruct stsland.ru bird.swf. g 1 – die steeds meer materiaal – teksten en oefeningen – digitaal HL g g aanbiedt en leerlingen de g mogelijkheid biedt individueel te gl werken. Een werkwijze die in rap P tempo het studieboek naar de P achtergrond zal laten verdwijnen, g wateen ramp hoeft te zijn, mits g p 1- de aanpak en de integratie van de p g docent niet te wensen overlaat. Deoort www.kennisnet.nl zal P inmiddels bij bi de meesten in het favorietenmande zitten, en dat j geldt vermoedelijk ook voor g J www.ste net.nl maar www.een p voudi communiceren.nl – vooral g interessant voor vmbo-docenten lijkt me eveneens belan wek- wek- I omdat wordt ingezien dat g eengrote groep jongeren een g g P1 g eigen aanpak verdient. Dat geldt g P g uiteraard ook voor hoo be aaf g g den. De website www.mensa.nl behartigt de belangen van zeer g g intellectuele mensen. Als u vermoedt dat aan de werking van g het brein nog iets valt te g verbeteren, dan biedt www.brain studio.nl wellicht uitkomst. De kern roducten van BrainStudio P zijn het verzorgen van trainingen J g g en workshops op het gebied van p P g sneller leren, effectiever informatie verwerken en het ver roten van creativiteit. g Stichting Collectieve Propaganda g van het Nederlandse Boek De Stichting Collectieve Pro pa- g a p g anda van het Nederlandse Boek (CPNB) verzorgt in Nederland de g collectieve boekpromotie. Dit doet P zij al sinds o toen de stichting 93• g door overkoepelende or anisaties P g van uitgevers en boekverkopers g p werd opgericht. In 200/ traden de pg bibliotheken toe tot de CPNB. Het doel van de CPNB laat zich het best omschrijven als het stimuleren omschrijve boekenbezit en van het lezen van boeken. Campagnes De taak van collectieveromotie P vindt zijn weerslag in een zijn g cam a ne ro ramma. Een van Pg P g de campagnes is de Boekenweek, die in2 voor de eerste keer 93 gehouden werd. Andere g campagnes zijn onder meer de zij Juni – Maand van het P S annende Boek, De Nederlandse Kinderjury, 1 Y~ Nationale Voorleesdagen en de g NS Publiek rijs voor het Publiekprij Boek. Het is misschienoed om de rol g van de CPNB nog eens te g benadrukken: als gP cam a nebu- reau staat de CPNB aan de wieg van alle acties. Zij zet de grote Zij g lijnen van de acties uit, J enthousiasmeert boekhandels, bibliotheken en scholen mee te doen en draagt zorg voor de g g landelijke publiciteit en landelijke P P promotiemateriaal. Derden worden aangemoedigd en hopelijk geïnspireerd om P I g P samenwerking te zoeken en g activiteiten te organiseren die bij g bij het eigen karakter of achterban g assen. De CPNB ondersteunt P deze activiteiten vervolgens door g ze mee te nemen in al haar communicatie-uitingen. Denk g hierbij onder meer aan de 1 cam a newebsites zoals Pg www.denationalevoorleesdagen. g nl en www.boekenweek.nl. Op de P eigen website, www.cpnb.nl, staat g ~ P sinds enige tijd ook specifieke g tijd P informatie voor docenten van de Tweede Fase. Recente samenwerking Sinds 200 werken de CPNB en 3 Stichting Lezen samen aan een g campagne om het voorlezen aan jonge kinderen te stimuleren. De 1 g Nationale Voorleesdagen, in g 2006 van dinsdag 31 januari tot g31 en met zaterdag ii februari, is g een campagne met als doel het voorlezen aan kinderen die zelf nog niet leesvaardi zijn te g gl stimuleren. Het initiatief van deze activiteit ligt bij Stichting J g Lezen, de organisatie is in g handen van Stichting CPNB. g Tijdens de Voorleesdagen staan Tijdens g tien boeken centraal die door een jury van bibliothecarissen worden Y eselecteerd. Een criterium is de g bruikbaarheid van de titels in de g P kindero van . Eén van de geselecteerde titels wordt uitgeroepen tot Prentenboek van het Jaar. Stichting Lezen en de CPNB g vatten in 200 het plan op om 3 P P docenten van de Tweede Fase te betrekken bij bi de Boekenweek. Immers: deze elf dagen in maart g behoren tot de topdrie van P culturele evenementen in Nederland. Het kan niet anders dan dat leerlingen – of in ieder g eval hun ouders – op enige P e g wijze in aanraking komen met de wijze g Boekenweek, hetzij via de media, 1 1 hetzij in boekwinkel of biblio- theek. Een mooieele enheid g g om mee te liften op de P YP mediah e rondom de Boeken- week en om jongeren (meer) 1 g kennis te laten nemen van 50 TSJIP/LETTEREN 15.3 Nederlandse literatuur. Een natuurlijke plek om jeugd kennis natuurlijke P 1 g te laten nemen van literatuur is uiteraard de school tijdens de .1 literatuurlessen bijvoorbeeld. 1 Stichting Lezen stelde een g redactie samen om de gg lessu es- ties bij de Boekenweek 2005 te bij 5 maken. Het thema was 'Spiegel van de Lage Landen – Boeken g over onzeeschiedenis'. De g suggesties werden in februari, , samen met Boekenweekaffiches en het Boekenweekmagazine g Spiegel van de Lage Landen aan g docenten Nederlands en mediathecarissen verstuurd. Boekenweek 2006 Van de Boekenweek 2006, van woensdag i tot en met zaterdag g 25 maart, is het thema BOEM 5 PAUKESLAG – Schrijvers en 1 muziek. Arthura in schrijft het P schrijf eschenk Paul Boekenweekgeschenk isevraa d het g g Boekenweekessay te verzorgen. Y g Ook deze keer is een boekje met 1 lessuggesties gemaakt, onder gg g redactie van Stichting Lezen. De g boekjes zijn reeds verstuurd, I zij ookratis te downloaden g via www.cpnb.nl. In februari P worden de materialen en het n ezo Boekenweekmagazine toe - g g den en kan de Boekenweek tastbaar worden in de klas. Het is voor zowel docenten Nederlands als CKV-i-docenten en mediathe- carissen handig kennis te nemen g van de suggesties. Het thema gg van 2006 schrijvers en muziek • 1 leent zich bij om ook 1 buiten het eigen vakgebied een g g activiteit of les te organiseren. De g inhoud van de suggesties geven gg g aanleidin sar- aanleiding voor een menwe kin en bevatten bovendien tips g P en ideeën. Er worden onder meer literaire salons, g leeskrin activitei- ten en schrijfworkshops 1 P enoemd. Scholen worden g aangemoedigd contact te zoeken met bibliotheek en boekwinkel in de omgeving. Meer informatie: Stichting CPNB Postbus 10S76 1001 EN Amsterdam t 020 626 49 71 f oio 623 i6 96 e info@cpnb.nl si januari Jeugdliteratuur en andere media Jaarlijks symposium in de Universiteit van Tilburg met als thema 'cultuureducatie door woord en beeld. Informatie: www.uvt.nl. 26januari Landelijke gedichtendag Inmiddels zesde editie van de dag waarop Nederland (en een deel van Vlaanderen) in het teken van de poëzie staat. Informatie: www.gedichtendag.org. 17 maart 7 De Inktaap Slotmanifestatie van Nederlands-Vlaams r " ms leesbevo de~.n r ect o ~~ l De Inktaap in Antwerpen. Informatie: www.inktaap.nl. vvvvw.~ri~ta .. P ~ ~ 15 tot en met 25 maart Boekenweek Voor de 7xste keer vindt de Boekenweek plaats. Nu ook met lespakket voor het voortgezet onderwijs. Infarmatie: www.boeken- week.nl. Tot en met 19 maart Hollandse Nieuwe Tentoonstelling in het Letterkundig Museum over leven en werk van veertien eigentijdse schrijvers. Informatie: www.ietterkundigmuseum.nl. Zie ook: www.literatuureducatie.nl. TSJIP/LETTEREN 15.3 51 hema 'cultuureducatie door Æ^ê^^^^^ beeld. Informatie: www.uvt.nl. 26januari Landelijke gedichtendag Inmiddels zesde editie van de dag waarop Nederland (en een deel van Vlaanderen) in het teken van de poëzie staat. Informatie: www.gedichtendag.org. 17 maart 7 De Inktaap Slotmanifestatie van Nederlands-Vlaams r " ms leMMr^^Ü^Üe~.n r ect o ~~ l De Inktaap in Antwerpen. Informatie: www.inktaap.nl. vvvvw.~ri~ta .. P ~ ~ 15 tot en met 25 maart Boekenweek Voor de 7xste keer vindt de Boekenweek plaats. Nu ook met lespakket voor het voortgezet onderwijs. Infarmatie: www.boeken- week.nl. Tot en met 19 maar,^ ^^^^^ndse Nieuwe Tentoonstelling in het Letterkundig Museum over leven en werk van veertien eigentijdse schrijvers. Informatie: www.ietterkundigmuseum.nl. Zie ook: w In het geheim werkt hij aan de evolutietheorie VeWorn ` - over het ontstaan en aanpassing van de verschil- hetj~~,~~1~~,~~~/x lende dier- en plantensoorten. Ideeën waar zijn eigen grootvader al over schreef. Zijn opvattingen over de oor prong van het leven, natuurlijke selectie en overleven van de sterkste ondervinden veel weersta nd. Toch leverde natuurkenner, geoloog en geleerde Charles Darwin een belangrijke bijdrage aan de wetenschap. Lees meer over het leven en wer van deze spraakmakende persoonlijkheid in De boom van het leven. In 2004 winnaar van de BolognaRagazzi Award voor beste non-fictieboek voor kinderen. Een coproductie met Lannoo Uitgave: Biblion Uitgeverij Redactie Tsjip/Leticren, 2005 Eindredactie: Miredle Oostindië Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave inag V\ orden t (o7o) 415 39 25 verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- mireillemostindi '4)plattet.til bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of Abonneren enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem- Bestellingen van abonnementen per briefkaart, fhx of mino van de itituever. e-mail richten aan I Texspoor Support, Antwoord- numntet 16020, 5280 Vj Boxtel, t 64 42 77, Voorzover het maken van kopieën tuit deze uitgave is toegestaa 1-(cm-to 65 21 21, e biblionuitgeverij@support. op grond fan ai tikel T6 B Auteurswet [912 j'liet Besluit van hexspoor.nl, onder vermelding van naam, adres. datum, 20 juni [974, Stb. 351. zoals gewijzigd hij liet Besluit van handtekening, gewenst abonnement en be?,telnunimer. 23 augustus 1985, Stb. 471 artikel 17 Auteurswet 1912, dient Ook voor adreswijzigingen en vragen over de facturering men de daar 001 wettelijk verschuldigde vergoedingen te vol- en/of verzending. doen aan Stichting Reprorecht (Postbus 306o, 2[30 KB Hoofd- Abonnementen pall in pet eerstvolgend nurnmer. dorp). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uit- Opzeggen van abonnementen schriftelijk vdOr I oktober gave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken van het lopende jaar. Factuur per kalenderjaar. (artikel [6 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te \xenden. Abonnementsprijs € to,– incl. BTW en verzendkosten Advertenties Retra PubliciteitsService. Postbus 333, 2040 AH Zandvoort, t (023) 571 84 80, f (023) 571 6o 02, e vera,it retra.nl. Tarieven op aanvraag, inleveren op aanvraag. Meesturen van folders is ook mogelijk. Ook bij de redactie kunt u advertenties aanmelden. Opmaak en druk RS Drukkerij bv, Rijswijk Deze uitgave kwam tot stand in samenwerking net Stichtino Lezen. zen Bib 201554 031 _tsj001200501 Tsjip/Letteren. Jaargang 15 TS)IP LETTEREN