Column 11 Frans de Rover Berlin blif) t, ook na de val van de muur, een stad van turbulentie en wereldnieuws . Maar hoe staat het eigenlil'k met onze Nederlandse culturele trots in de Berlil nse slapgenkuil? Bestaat Nederland daar nog? Trans 26 Sinterklaas heeft altijd gelijk; Esther jansma; De jazzversies van Cortazar; ecensies 45 A. . Gelderblom,• Siem Bakker et. al .; W. van Anrooi)'),; . Meder• Nico ScheePmaker • Inhoud Rilke voor beginners 2 Hans van Stralen Wie eigende zich Rilke toe? En waarom, of : met hceveel recht? Het veelzijdig meesterschap van een dichter, die tegelijk 'oud wijY en barokkunstenaar' kon heten . voe e a om i rnet van mi n divan 1 Iris Pronk Zor8vuldiSa rozenkweek en het universele merle8evoel voor al wat zie k en ellendi8 is als conePten voor een nieuwe mensheid . Over De baeken der kleine zielen van Louis Cou rus Over Evgenij Onegin 22 Sophie Levie De plot van Puskins bekende roman in verzen is er ~n van dertien-in-een-dozijn . Wat Evgenij Onegin desondanks tot het grootste meesterwerk van de Russische letterkunde maakt. n 1 "Boeken uitgeven is het Publiek verleiden" Charlotte Govaert en Francine Smink De tweede bil'dra8 a over het 'literaire bedrifl' . In dit nummer 8aat het over de uitgeveri)' . Vertaling 34 Opdracht - Dedication Maureen Peeck vertaalde voor Vooys een gedicht van J .C. Blcem . Significa en letterkunde 36 Theorie en praktijk bij Van Eeden Jan Nap In zijn Redekunstige grondslag van uerstandhouding zette Frederik van Eeden zijn opvattingen over werkelijkheid, kennis en taal uiteen. Een verhelderend artikel over de ideeen van een bijzonder auteur. Enkele gedichten 56 Lucas Bastiaan Wat ik niet wilde, maar bedcelde 59 De doelen van de kunst verklaard door Robert Anker Andrea Visser Over de literatuuropvatting van de essayist, recensent, redacteur en dichter Anker. Rilke voor beginners Hares van Stralen Dit is een bewerkte en inSekorte versie van de lezin g die op 19 aPril 1991 to Antwe voor hat 8enootschaP Dia8onaal werd gehouden . De dichter Rainer Maria Rilke werd op vele fronten tot een meester uitgeroePen. Existentialisten, christenen, sYmbolisten, zij' alien hebben hem in hun straa 'e getrokken en ook de literatuurwetenschaP heeft aan verschillende indelingen bi>'gedragen . Ik vrees dat met name existentialisten en christenen Rilke zich wat Seforceerd °t~ eeigend hebben. De existentie-filosoof Otto Bollnow, die ongeveer 127 werken over de dood ubliceerde heeft Rilke onmiddellil'k tot existentialist gebombardeerd toen deze dichter in 1926 stierf. Vo!gens Bollnow was Rilke de dichter van de 8rote existentiele thema's zoals de liefde de angst de ander en natuurlil'k de dood . Het >a' ar 1926 vie! midden in de hausse van het existentialisme waarvan Jaspers en Heidegger de belangril"kste vertegenwoordigers waren. Zil' beriePen zich onder andere oP Soren Kierke and 1813-1855 die zij als de vader n het existentialisme beschouwden . Deze zwaarmoediga denker uit Denemarken meende dat in de filosofie van Hegel de realiteit van het individu to zeer miskend werd . Hegel zou immers God wereld en mans in een abstract sYsteam van wetten en Processen vastgareageld hebben. Kierke and Pleitte daarente8en onder invloed van de Duitse romantiek, voor een individuele stellingname ten oPzichte van de ~'ote thema's van het menseli'kl'k bestaan : de dood de ander en met name de relatie tot God . Men is geen christen, men wordt het, stelde Kierkegaard Polemisch tegen H ~el. Men moat het zelf s elke dag oPnieuw worden . De gedachte dat het Positivisme en de oPkomende techniek een vervreemdin van hat individu bewerkstelligden zal rond de eeuwwisseling de reden kunnen zil'n geweest dat men zich behalve voor Nietzsche-ook voor Kierkeg aard Z~'n interesseren . Ook Rilke bewonderde deze Deense theol en filosoof en het schil'nt dat zil'n romanPe rsonaeg M taol een 'n~directe homma a aan Kierke aard is . Iedere inPassing leidt tot reduktie . Toen de existentialisten Rilke in hun levensleer PPS richtte men zich nagenoe uitsluitend op zil'n Neue Gediehte, op de Duineser EliSien de Sonette an 0~ hens en o de zol'uist bedoelde roman Die Au zeichnun8en d es MaIte Laurids Bri88e . De nadruk op Rilkes humanisme en zil'n modern levensgevoel 8ing ten koste van strikt literaire kwesties ais sti1'i en comPositie. In Nederland werd Rilke om zeer dubieuze redenen vereerd en verguisd. Bewonderd werd hi1 ' vooral door hat e theetome dat op Rilkes halfzachte vroega gedichten die hil' helass ook eschreven heef t vie!. Mil'ns inziens werd de in Praa geboren dichter ten onrechte door de ote Nederlandse schri'vers uit de jaargang 10, nummer 1 dertiger >'aren ofgemaakt omdat hi1' een'oud wil'f' de term is van Marsman zou zi'~n. Behalve Vestdi'k wares Marsman Du Pe ~ rron en Ter Braak unaniem van mening dat Rilkes slappa verzen v coral voor >'°nge meisl'es bedoeld wares . Ik desk dat er een gezondere houding ten opzichte van Rilke op gang kwam onder invloed van Vestdi'~ks bekende essay 'Rilke als barokkunstenasr' uit 1938, , waarin nu l'uist de sti)'1, bet hoe van Rilkes ~Iz" I'e werd gBanalYseerd en bewonderd . Ook Vestdil'ks poetica, De8lanzende kiemcel die hil' in bet gevangenkamp to Michielsgestel in 1943 schreef, staat bol van verw~i'zingen naar Rilkeps oezie en men kan met eniga reserve stellen dat zi'n werk de ~'ote inspitatiebron is geweest voor Vestdil'ks literaire visie . Rond 1950 gaat bet bergafwaarts met Rilkes roem . Men beschouwt hem als de softe 1Yricus van de bourgeois-cultuur . Met name in Duitsland ontstond onder invloed van de wederopbouw in de vil'f tiger l'aren een ronduit vil'andiga houding ten oPzichte van Rilke. In de >aren '60 zette deze tendens zich voort . Allerlei maatschaPpil'-kritische beweS~'ngen bombardeerden Rilke tot de Ivoren Toren-dichter, die in plaats van een linkse stellingname in to semen zich liever op bet schril'ven van 'Dinggedichte' toelegde . Van diepzinnig humanist existentialist tot zwetser dus dat is de weg die Rilke na zil'n dood beef t ofgelegd . Vanaf ongeveer 1975 kan men echter eniga veranderingen aanwil'zen . Er verschil'nen volop vertalingen brieven en studies . Rilke'ma weer> om bet maar eens modern uit to drukken al bli'f t de interesse veelal beperkt tot de Neue Gedichte en tot de Duineser Eli8ien . Laten we eens net does alsof Rilke een symbolist was en vanuit dit uitgangspunt Rilkes vers 'Spatherbst in Venedi gaan lezen een bekend gedicht uit 1907 dat in de Neue Gedichte opgenomen is : SPATHFRBST IN VF.NEoIG Nun treibt die Stadt schon nicht mehr wie emn Kbder, der alle au8etauchte Ta8a an8t . Die 8laserne Palaste klin8en sPrbder an deism Buck . Und aus den Garten ban8t der Sommer wie emn Hau en Marionettes ko "ber mude urn ebracht . Aber vom Grund aus alten Waldskeletten stei8t Willen au : als sollte fiber Nacht der General des Meeres die Galeeren nerdoppBin in dem wachen Arsenal um schon die nachste Mor8enlu t zu teeren mit einer Flotte weiche ruderschla8end sick dran8t an 1'ah, mit alien Fla88en to8end den 8ro n Wind hat strahlend and fatal. Wat is bier zo sYmbob stisch aan. In bet sYmbohsme dat ziln oo apunt had in bet Frankrl1k van 1880 en waaraan we namen yyo~'$ 3 als Verlaine Rimbaud en met name Mallarme kunnen verbinden zocht men naar relaties die achter de empirisch waarneembare realiteit verborSen laSan, relaties die naar een esthetisch domein verwil'zen . De dichter had volSens de sYmbolisten tot task dit verborgen netwerk to ontcil'f eren en bloot to leSSen. Bekend in dit verband is het Sedicht 'Correspondances' van Baudelaire waar Rilke bil'zonder op Sesteld was dat door de sYmbolisten als een snort manifest werd Sebruikt . De mans moat-zo wordt in dit Sedicht betooSd -de hiero Yphen ontci' eren die de wereld toont om dasrna een relatie tussen'boven' en 'beneden' to 1 en, correspondenties dus . Woorden als ' eheim' 'sluier' en dergeli'ke komen daarom reSelmatiS in de Sedichten van deze strominS voor . Ik wil nu iets zeSSen over het fenomeen'bewustzil'n' in bet sYmbolisme, omdat deze informatie ons straks ook noS van pas zal komen. Bewustzi'~ n kan men omschri'ven ais bet present stellen ~ van een bepaalde realiteit . Dat kan een emPirisch waarneembare een persoonlil'k ervaren, of een verzonnen werkelijkheid zil'n . Het is Sebruikelil'k voor deze verschillende vormen van bewustzil'n de termen perceptie, herinnerinS en imaSl'natie to reserveren . Mil'n stellin luidt ten eerste dat in bet sYmbolisme vooral met de imaginatie gewerkt werd, wat U niet verbazen zal als U bedenkt dat de sYmbolisten de empirisch kenbare werkelijkheid met als de waarachtiSa realiteit beschouwden . Naast een vervorminS van de empirische werkelijkheid is er noS een tweede kenmerk, namelil'k de neiS1'nS van een aantal sYmbolisten om 8een enkele realiteit meer present to stellen. Dit stilleSSen van elke wilsakt kan men wel oP de filosoof Schopenhauer ternSvoeren, die op zil'n beurt Seboeid werd door het Oosterse concept van de 'Nirwana' . Een fraai literait voorbeeld is Rimbauds'Bateau lyre', waarin een 1k in een stuurloze boot op zee wordt beschreven. De romp van bet schi p barst open in de oceaan waardoor er een absolute versmeltin S tussen het 1k en zil'n omSevinS optreedt . Diezelfde Rimbaud Seeft overiSens in een brief een fraai staal 'e van ima8'n~atie als hi' l schri'ft : "Ik zaS heel duidelil'k op de plaats van die fabriek een moskee staan." Dan nu teruS naar'Spatherbst in Venedi . Het SeSeven van de imaSl'nah'e keert ternS in een brief van Rilke, waarin hi' l sprekend over het zo'uist genoemde g l edicht- schri'f~ t dat hi' l Venetie wilde veranderen in een'stimmun svollen Traum' die meer waarheid zou moeten bevatten dan de concreet was rneembare realiteit. Rilke li~ 'kt bier dus de gedachte to koesteren dat de hoSere werkelijkheid zich asn de concrete ailedassSe realiteit onttrekt . De isch sYmbolistische Seda chte van de dichter-als-ziener komt bier duidelil'k naar voren . We hoeven niet van Rilkes brieven gebruik to maken om bet moment van de transformatie van de werkelijk~heid in 'Spatherbst` vast to stellen : de stad wordt ontsloten door de verbeeldin van de dichter-observator . In reg el 7 wordt mi'~n visie bet meest axliciet en ecom rimeerd uit esProken : onder de stod li een verbor en, machtiSa wil die een diepere realiteit vertegenwoordi dan de oSenschil'nlil'k waarneembare. De buitenkant van de stod wordt beschreven in termen van schil'n en passiviteit • de slaPpe 4 \QO~$ jaargang 10, nummer 1 marionetten is bier het meest typerende beeld . De symbolist Rimbaud sprak over de noodzaak van een "ontregeling van alle zintuigen" om deze diepere realiteit to kunnen onthullen . lets dergelijks zien we ook in rege13 en 4 gebeuren . Er is bier sprake van een zogenaamde synesthesie, een samenwerking van verschillende zintuigen waardoor een nieuwe realiteit ontsloten wordt: "Die glasernen Palaste klingen sproder an deinen Buck." Niettemin kan men ook belangrijke verschillen met het symbolisme vaststellen. De zogenaamde 'Wille' die in regel 7 wordt gencemd, kan als een positief levensbeginsel geduid worden. Hij kan namelijk de stad nieuw leven inblazen . Iedereen die op de hoogte is van het werk van de filosoof Schopenhauer, die door de Symbolisten met interesse gelezen wend, zal begrijpen dat hier impliciet stelling wordt genomen tegen dims visie als zou de mens of mceten zien van elke worm van intentionaliteit om de wereld van de absolute rust, het Nirwana, to kunnen bereiken . De symbolisten legden in navolging van Schopenhauer -althans in hun poezie-de wil stil of ze veranderden de werkelijkheid in een esthetisch paradijs, maar van een intensivering van het levensprincipe mcesten zij niets weten. En iedereen die iets van Nietzsche weet, die zijn loopbaan als leerling van Schopenhauer startte, zal inzien dat de wijze waarop Rilke in Spatherbst' de zogenaamde 'Wille' beschrijft goad in verband to brengen valt met de filosofie van daze Duitse danker die zeven jaar voor de publikatie van Rilkes vers stierf. De wil wordt namelijk als een positief levensprincipe geduid, een scheppend vermogen waarmee de dichter zich verbonden lijkt to vcelen . En met daze vaststelling bin ik meteen bij een tweede verschilpunt terecht gekomen: de stad Venetie is niet hit symbool van een bovenwerelds esthetisch domain, maar van de innerlijke gesteldheid van hit lyrisch Ik. De dichter/observator projekteert een correspondentie tussen zichzelf en de stad die we bijna als hat pralukt van die intentie kunnen duiden Venetie is niet hat raakvlak tussen'boven' en 'beneded, maar een personificatie van innerlijke gevoelens : de correspondentie tussen de observator en de stad is hit gegeven dat beide hun ziel verloren hebben. Deze waarnemer is niet langer een dienstbaar medium zoals in hat symbolisme. Met de kenmerken van hit existentialisme in de hand wil ik nu verder op zoek gaan naar een aantal andere aspecten uit hat werk van Rilke . Het werk dat bier hit eerste tar sprake mcet komen, is hit prachtige Die Aufzeichnungen des Malts Laurids Brigge, een roman over een man van 27 die uit een rijk milieu gevallen is en nu eenzaam met een koffer vol boeken door Parijs zwerft . Zijn familieleden zijn alien overladen en hit kasteel waar hij vroeger gewoond heeft, is verkocht. In schril contrast tot daze voormalige luxe en culturele verfijning staat de keiharde realiteit van Parijs waar de mensen en masse onpersoonlijk sterven en waar Malta als een twintigste-eeuwse verloren zoon arm en vooral angstig een nieuw bestaan met nieuwe zekerheden tracht op to bouwen . "1ch bin emn Anfanger in meinen eigenen Verhaltnissen" zegt Malta dan ook ergens en "Ich sitze bier and bin nichts . Und dennoch, dieses Nichts fangt an zu denken 1...]" . We kunnen bier de term '~'enssituatie' loslaten, die regelmati g in bet existentialisme wordt gebruikt . Malte verkeert in een fase van absoluut isolement en volstrekte eenzaamheid en dient zi'n levee vandaaruit oPnieuw gestolte to geven . De antwoorden die Hj op de aan zichzelf gestelde vra en geef t zullen van beslissend belang blil'ken voor de rest van zil'n levee . Zil'n Problemen zil'n alle gecentreerd rond de pisch existentialistische noties als de dood de ander en met name de bilk. Zoals U weet is in bet denken van Sartre de ontmoeting met de ander in eerste instantie een kwestie van kruisende blikken . Een andere sleutelterm in bet existentialisme is 'authenticiteit' . Denkers als Heidegger, Jaspers en Sartre poneren alien in navol 'ng van Kierkegaand een vervreemding binnen bet menselil'k functioneren. Het gaat er uiteraard om dat de mens zich uit deze oneigenlil'kheid bevril'dt, een Sedachte die dus sterk ethisch geladen is en die niet geheel vreemd is aan bet Christendom dat veel existentialisten nu l'uist achter zich booPten to laten. Deze zoektocht naar authenticiteit wordt gecontrasteerd met maar ook vergemakkelil'kt door Maltes observaties . Laat mi'l U deze schil'nbare on eril'mdheid verduidelil'ken. Heideger en andere existentie-filosofen beweren dat de massa, bet 'Men', bet toonbeeld van oneigenlil'kheid is, daar bet in de sleur van alledag opgaat. Dit'Men' de term is dus van Heidegger wordt door Malte frequent waargenomen en gecontrasteerd met de zoektocht naar zil'n eigen oorsPronkelil'kheid die ver van de massa verwil'derd ligt . Het zal U niet verbazen dat deze modern verloren zoon tenslotte bil' God terecht komt, zil' bet met de nodige jaargang 1 0 , nummer 1 reserves en asrzelfingen die - ors 'neel gen niet bil" het schePsel maar bil' de schepper situeerd worden. Tenslotte wi1 ik no jets over de dood in Die Au ichnun8en opmerken omdat in Rilkes roman twee verschsllende vssies binnen het existentsalisme op dit fenomeen uitgewerkt worden. Hesdegegr beweert dat het ~menseli'k leven een Sein-zum-Tode is: alles wat de mens beleef t moet hsl' in het licht van de tsl'deljl'kheid en eindi heid zi en to vatte dasr het eind unt van elk begin d e dood is. Sartre daarentegen beschouwt de dood als een volstrekt zinloze masr bovena1 ais een buiten de existentse lgigend gegeve n. De dood overvaIt ons en maakt zonder reden een einde aan het leven• het is een volstrekt contsngente gebeurtenis . Als we de dood naar onze existentie verlegden dan zouden we ons bestaan daarmee op een onesgenlil'ke en eenzi' ige wsl'ze fsxeren . Malte flu start zil'n observatses in Paril's met een aan Heidegger verwante visie op de dood maar ontdekt al gauw de waarheid van Sartres vaststellingen daarover . Aanvankeli'~ k beschouwt hsj het sterven als een Proces dat met het ontksemen van een vrucht vergeleken kan worden . Dit beeld getui nog van de wens tot een harmonische oPname van de dood in het leven . Tegelil'k wordt deze vrediga gedachte wreed verstoord tsl'dens de waarnemingen van stervende pe 1rsonen to Paris•, de mensheid valt bier en masse voor de dood volstrekt onverwacht en zo to zien tamelil'k zinloos ook. Een ander concreet voorbeeld van een existentsalistssch etsnte tekst ~ 's het bekendeg edicht'Archaischer Torso APollos' : ARCHAISCHER Toi so ApoLws Wir kannten nicht sein unerhbrtes Haupt, darin die Au8en ' el rei ten. Aber sein Torso 8lUht noch wie emn Kandelaber,- in dem sein Schauen nur zuruckgeschraubt sick hilt and 8lanzt. Sonst kbnnte nicht der Bug der Brust dich blenden and im lessen Drehen der Lenden kbnnte nicht emn Lacheln 8ehen zu 1'ener Mitte, die die Zeu8un8 tru8 . Sonst stunde dieser Stein entstellt and kurz unter der Schultern durchsichti8em Sturz and immerse nicht so wie Raubtier elle • and brache nicht aus alien semen Rndern aus wie emn Stern: denn da fist keine Stelle die dich nicht sieht. Du musst dein Leben andern . Allereerst wijs ik op de confrontatie tussen twee blikken, namelijk dat van het beeld en dat van de beschouwer, waardoor een strikt menselijke realiteit onthuld wordt . Het bijzondere in dit gedicht is het gegeven dat de ogen met de torso van Apollo in verband worden gebracht. Sartre beweert dat tijdens de wisseling van blikken ~n van beiden zijn vrijheid aan de ander oplegt. lets soortgelijks zien we ook in het vers van Rilke gebeuren Het borstbeeld wordt een superieure status toegekend, met name omdat deze Apollo nog in een authentieke relatie tot de omringende realiteit staat . Hij is ~n met zijn natuurlijke omgeving, een status die de afstandelijke beschouwer van bet beeld met bereikt lijkt to hebben, gezien de laatste regel van bet gedicht. Er wordt met deze zin opgeroepen tot een ommekeer uit de vervreemding naar de authenticiteit van de lichamelijke realiteit . Tenslotte wijs ik in bet leader van bet thema Rilke en bet existentialisme op bet bekende gedicht'Der Panther' uit de Neue Gedichte: D~x Pnrrrc-~c Im ardin des Plantes, Paris Sein Buck ist vom VorUber8ehn der Stkbe So mUd 8eworden da er niehts meter halt. Item ist als ob es tausend Stkbe gabe and hinter tausend Stkben keine Welt . Der weiche Gang 8eschmeidi8 starker Sehritte der sick im allerkleinsten Kreise dreht ist wie emn Tanz von Kraft urn eine Mitte in der betaubt emn 8ro r Wiile steht . Nur manehmal sehiebt der Vorhan8 der Pupille sick lautlos au -. Dann 8eht emn Bild hinein 8eht durch der Glieder an8espannte Stille- and hbrt im Herzen au zu sein. opvallend is wear de eerste focalisatie op de blik van hat Bier door de observator . Vanuit dit oogcontact ontvouwt hat lyrisch Ik een visie op hit innerlijk van daze panter . Het roofdier is (evenals de stad Venetie) van zijn oorsprong vervreemd geraakt, omdat de wil als scheppend beginsel verloren is gegaan: "in der betaubt emn grol3er Wille steht" Het beast zit gevangen in apathie en sleur . Ook bier lijkt de beschrijving van de panter hit resultaat to aijn van de projectie van hit lyrisch Ik: de emoties van de panter worden in een antropocentrisch leader betrokken . De vervreemding tussen hat hart en de wil van de panter lijkt dus in een ethisch-existenHalistisch leader gesitueerd to worden . Het lyrisch Ik spreekt zich via de panter uit over zijn eigen status, een tendens die we ook in de verzen over Apollo en Venetie zagen . Aldus rcept hit gedicht er toe op de natuurlijke relatie met de wereld to herstellen. Behalve met hit symbolisme en hit existentialisme zijn er ook verbanden to leggen tussen Rilke en hat Modernisme, al is dat tot nu toe nog niet uitvoerig gebeurd . Dat is niet verwonderlij7c, 8 ~tjX5 /aargang 10, nummer 1 oandat de stroming 'modernisme' relatief kort in literair-wetenschaPlyllike kringen besproken wordt en derhalve nog votoP ter discussie staat. Mins inziens is er dankzil " hei' werk van Fokkema en Ibsch een duideli)'ker beeld van deze s tromin ontstaan en is het ook mogelil'k om aan de hand van hu n modellen jets zinvois over Rilke en het modernisme vast to stellen . Al s belan~ "lkste sleuteltermen noemen Fokkema en Ibsch met betrekkjng tot het modernisme : onthechtinS, bewustzi)'n en observatie. Zil' sjtueren deze stroming tussen 1910 en 1940 en ais belanS rj)'ke representanten wilzen zil' onder andere Gide, Joyce en Proust aan . Ik wees al op de onthechte status van Malte en op zil'n uitvoeriga observatjes van stervende mensen in het anonieme Parils. Men zou verder kunnen Saan en het kosmoPolitjsme van Malte als een radicale vorm van onthechtjng kunnen beschouwen . Maar meer no is het semantjsche veld 'onthechtjn van toepassing op Rilkes zogenaamde 'Dinggedichte', die veelvuldi g in de bundel Neue Gedichte opgenomen zi)'n. Wat zil'n 'Dinggedichte'? Verzen waarin op een zeer intensieve wi)'ze een levenloos ob)'ekt of een deer wordt waargenomen met de bedoelin g de essentje daarvan to onthullen. De intentjes van de observator zil'n deels obl'ectjef, omdat hi)' ' afstandpoto neomen vlan zin mentale bagage deels subl'ectjef, omdat getracht wordt via een liefdevolle toenadering het object als het ware zelf to laten spreken . Deze benaderin8 moSe wat idealistjsch klinken ze is njettemin als reactje op positjvistjsche tendensen goed to be l~i'l'pen . Rilke wenste waarschjl'nli)'k de ware realiteit die onder de druk van pretentieuze rationele netwerken was platgewalst, to achterhalen. Ik wil nu een nieuwe w~inslaan en spreken over een zeer in zwanS zi'nde methode in het begin van de 20e eeuw, die bi)'zonder good met het semantjsche veld 'observatie' in verband to brengen valt. Ik doel hier po de fenomenoloS'e~, die door E . Husserl 1859-1938 definjtjef vorm werd gageven . We moeten bil' deze vergelil'king echter onthouden dat het modernisme een literaire stromin de fanomenolo 'e dasrentegen allereerst een methode is . Rond het fenomeen 'observatie' kan men deze stroming en deze methoda en ook Rilke goed met elkaar vergelil'ken . De fenomenologen za en of van een efixeerde wjl'ze van waarnemen en wensten onbevooroordeeld het object zelf to laten sPreken . Deza doelstelling werd angestreefd door middel van een radicale reductje. Djt rocede kan men op een ander, want literair njveau vaststellen in het modernisme en in Rilkes'Din edichte' . Hierin s reekt een onbevan en waarnemer, die via het node e aftasten en loslaten van bePaalde hYpothesen de essentie van een bepald object a " ect tracht te achterhal en. Bjl' Ri1ke wilzen s ifieke zinne 'es als "Kann das so seen ?" die in Die Au zeichnungen frequent voorkomen, op het yraende karakter van deze vorm van waarnemeng. Een ander kenmerk van de fenomenolo 'sche en de modernistjsche observahe is de visie dat een totaaloverzicht van yyO`~$ 9 bet geobserveerde ob>ekt niet mee r m~elil'k is ; we kunnen slechts specifieke delen van de werkelil'kheid waarnemen . Een fraai voorbeeld van deze opvatting zien we in de bekende passage over de oenteman uit Die Au ichnun8en : Er schrie: Chou- eur Chou- eur das eur mit ei entUmlich trUbem eu . Neben ihm $in$ eine ecki$a- ha lithe Frau die ihn von Zeit zu Zeit anstie . Und wenn sie ihn anstie so schrie er. Manchmal schrie er auch von sick selbst aber darn war es umsonst $ewesen- and er mu to $leich darau wieder schreien well man vor einem Hause war, welches kau e . Habe ich schon $esa$t- daft er blind war? Nein? Also er war blind. Er war blind and schrie. Ich alsche wenn ich das saga, ich unterschlaga den Wagen den er schob, ich tue als hatte ich nicht bemerkt, da er Blumenkohl ausrie . Aber ist das wesentlich? Und wenn es auch wesenthch ware, kommt es nich darau an was die ante Sache ' r mich $ewesen ist? Ich habe einen alter Mann $esehen- der blind war and schrie . Das babe ich $esehen . Gesehen . De beperkirig van de perteptie is bier sterk gethematiseerd . Na een zorgvuldiga analyse van bet waargenomene wordt daaruit een waardevol residubet wezen van bet schouwspel, gefiltreerd . Fenomenologen ais Merleau-Pon beweren dat de wereld van bet object feitelil'k door een samenwerking van alle zintuigen ontsloten wordt . Deze samenwerking treedt heel duidelil'k op in de be~'npassage van Die Au zeichnun8en . Terwil'1 Malte namelil'k order bet raam de slas ptracht to vinden wordt hi' zeer verschillende senstaies gewasr, zoals de reuk van patat frites en bet 8eluid van trams. Als de samenwerking van de zintuigen de wereld kan o nen dan valt gemakkelil'k in to zie dat bet wegvallen van intentionaliteit in Maltes woordenboek egl~i'k staat aan dood-zi1'n . Daarom observeert hil' regelmatig nogal obsessief lieden die met een coatig actief bewustzli'n bun omgevin g benaderen bi 1voorbeeld slapende lezende of stervende mensen . In bet edicht'Der Tod des Dichters' toont Rilke een stervende dichter die door bet verlies van intentionaliteit zich losmaakt van de wereld en terngvalt in het'teilnahmslose ahr' . Het meest fenomenolo8'~sche Dinggedicht van Rilke is wellicht'Der Ball' waarm de vol gende wezenskenmerken van de bal waar enomen worden het rond-zi1'n, bet door even van warmte de coogelil'kheid to vliegen en gevangen to worden en bet felt dat hi'l in bet menselil'k s el kan functioneren . Men kan Rilke met recht symbolist, existentialist modernist of fenomenolo sch dichter noemen . Men kan zijn werk vanuit de traditie begril'pan, maar men kan er ook literaire conventies, die we nu a is modern ervaren in vaststellen . Natuurli~'k kan een dichter niet lets volmaakt nieuws schePpen . Maar als bet zinvol en verbjnd samenbreng en van voorafgaande toner ' hes mnovafief is , dan kan men Rilke als een vernieuwend dichter beschouwen . 1 0 'JQpu Jaargang 10, nummer 1 Met de bets adem van bet echte Spanl'e nog letterliJ'k in mi)'n nek : hoe zal de Nederlandse literatuur bet op de Frankfurter Buchmesse van 1993 doers? SpanJ'e was dit J'aar 'Schwerpunkt' i wil' zil'n bet in 1993 . Volgend l'aar zou bet de Sovl'etunie zlin, maar die bestaat na de wodka-koe van au stns l'ongstleden niet geheel en al meer . Die slaat dus even een beurt over . WiJ' zil'n nu bet volgends zwaartepunt waarnaar ieder bier reikhalzend uitziet . Als dat maar geen teleurstelling wordt -denk ik op een regenachtiga zondag namiddag in Berliln . Het zonnige Espana trek maar lief st 375 mill'oen Peseta's ruim zes mill'oen Deutschmarken uit de staatskasr alleen al om in Frankfurt een futuristisch Pavill'oen in to richten waarin men op zand langs boekenrekken lieI' en dan spreek ik nog niet over de overige tientallen mill'oenen voor talloze andere manifestaties . Dat werkte wel: iedereen spreekt bier nu over Spanle, -- uitzendingen over Spanl'e op televisie discussies over de S aanse cultuur en literatuur in de kranten, SPaanse schril'vers op alle televisienetten . In kranteberichten die miJ bereikten las ik dat de Nederlandse'scouts' enthousiast waren dat zich nu reeds internationals belangstelling voor de Nederlandstaliga literatuur manifesteerde. Voor 1993 beef t La Mul'er de la Cultura Holandesa Mevrouw d'Ancona na veel touwtrekken en Politieke druk, in haar oneindige wislheid bet fenomenale bedrag van 2,5 mill'oen Hollandse Floril'- nen toegezegd . "Holland spreekt een woordJ'e mee" riepen ze, geloof ik, ver voor min ltil'd r teen ze naar de OlYmPische spelen in Melbourne gingen. Zegt u dat wel- -- en we doers bet flu dubbeloPr we gaan samen met de Vlamingen want die spreken en schril'ven ook een snort van Nederlands : dus vi'f mill'oen! Kassa! Ongeveer de ril's van die Spaanse zandbak . Maar dan meet dasr nog iets in! Nu pleit ik niet voor de aanleg van een Nederlands- Vlaamse zandverstuiving a la "Le plat pays ui est le mien" van ac9ues Brel . Want die is ook al deed. Zeker in ditgeval is bet weinigbeschikbare geld zo veel zinvoller to besteden. En omdat ik iets Na de muur met dit apes to makers kri zal ik er apes aan doers om een zinvollere besteding to bewerkstelligen. Maar de vraag blif) t : waarom beef t Nederland zo weinig financiele inspanning over voor de representatie van zil'n eigen cultuur? Waarom gaat apes altil'd zo knullig, zo weinig p rofessioneel? Ik geef een ander voorbeeld. Vorige week was bier in BerliJ n een zware industriele en intellectuele Amsterdamse delegatie op bezoek onder aanvoervani End gvan Tlhin. Bil' de ontvangst in de Berlil'se Nederlandse ambassade-villa spreekt Van ThinJ op zin eigen Duits betgeen een heel bil'zonl der Duits is een reds uit waarin hi' vermeldt dat de Berliner Notizen van Armando tech zo een voorbeeld zil'n van wederzil'dse culturele vriendschap . De aanweziga Duitsers kil'ken niet op : weten die zakenlieden en Mercedesridlers bier veel van Armando en ziJn moffenhaat . Hebben zil' ooit een 'Berliner Notiz' van Cees Nooteboom gelezen? De aanweziga zakenlieden uit Nederland kil'ken uberhaupt niet op : wi l verkopen "een goed produkt" dit met gaprononceerde gutteraal uit to spreken en literatuur zit denkelil'k niet in bun pakket . De brochure die deze dele8atie begeleidde was onthullend voor de wil ne waarop Nederland zich 'extra muros' presenteert . Het in zwart omslaggestokers boekl'e met portretten en personalia van de Amsterdamse VIP's deed me nog bet meest denken aan een Interpol-handboekl'e voor "Azustandige Polizei-Inspektoren" . Het prul was uitgageyen door de "Stiftung Amsterdam Promotion" vanuit bet World Trade Center Amsterdam dan mag l'e tech een minimum aan professionaliteit verwachten. Zakenleven; groot geld,; efficiency. Maar Ed van Thiln werd daarin'Burgemeister von Amsterdam" genoemd • dat betekent in Duitse verhoudin en zoiets als : bur emeester in de deelradenrepuliek Amsterdam - afdeling Rivierenbuurt Oud Zuid of zoiets . Hier in Berlinl beef t zo'n man de titel : "Oberburgemeister" of "Re 'erends Burgemeister" . De voorzitter van bet College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam wordt in de brochure "Vorsitzenden" ioo7,s , , g ~enoemd • zijn collega aan de Vril'e Universiteit beet Plotseling "Vorsitzender des Verwaltungsausschusses". En bier moeten die twee in Nederland volkomen gelil'kwaardiga, hoge functionarissen dan onderhandelen met de "Prasident" van de Duitse universiteiten . Ik heb bet nu maar niet over de andere koPstukken in de gemelde brochure varierend van "Export manager" via "Teilhaber" en "Gesellschaftender Geschaf tsf uhrer" tot "Management Dirtektor "r Handel and Notierung von Effekten" . Toen ik dat hele gezelschaP daar bil' elkaar zag staan in de to 1ae ruimte want Nederland heeft nooit werkeli'k ruime Berli'nse ruimten -and wo itgendwo?-aangekocht met bun onderlinga, oorverdovende gaPalaver over "bet goed Produkt" actualiseer de gutteraal, toen dacht ik, - en ik nam nog een camPari-soda : bier moet ik wegwezen. En ik verdwaalde nog lang in de verre buitenwi'k waarin de ambassade-villa li . Maar weg is niet weS, zeker niet van bet thema van deze column . Nederlandse rePresentatie . Nederlandsae literatuur . De Buchmesse 1993 . Minstens een schril'ver beef t er alles aan gedaan om zijn werk, en daarmee toch de Nederlandse schri)fcultuur, in Duitsland bekend to makers : Cees Nooteboom. !k ken hem vanaf zijn erste verblil'f bier in Berlil n, nog voor de muur gevallen was, voorl'aar 1989 . Maar toen vie! de verdomde muur, - en Cees Nooteboom was daar letterlil'k bi' en 8'~ n o P Pad. Vanuit een andere oPtiek dan Armando beschreef hi' de verandering . Armando verloor zijn thema; Cees Nooteboom won zijn thema want hi') was opener, nieuws 'eriger naar de nieuwe wereld die zich plotseling asndiende. Hi)' schreef als oo etuiga over zijn ervaringen in Berlil'nse kranton, hil' reisde van hot naar her in Duitsland voor lezingan, hil' maakte kennis met alles en iedereen . Wasr die man de ti)'d om to schri)'ven vandaan haalde was mi' altil'd een raadsel . Maar hi) ' publiceerde Berliner Notizen,• groot succes,' paS'~nabrede advertenties met foto in Der Ta8esspie8el. Voor dat versla van ervarin en krilg' t hi) ' de "LiteraturPrefs zum 3.Oktober" . Die datum geldt vanaf 1990 als de dag van de Duitse eenheid . Een Presti~ 'euze Pri)'s . Voor een Nederlandse scbri)'ver. Ik ben trots op Nooteboom . En ik zou ook zo ~'asg trots willen zil'n op de Nederlandse literatuur bier in Duitsland . We krilg' en ais mogeli)'kheid die unieke sitie op de Frankfurter Buchmessa 1993. Frau d'Ancona beef t een "Zuschluss zugesa niet veel meer dan dat, maar bet gaat niet alleen om een financiele mani- 1 2 festatie. Het folder 'e van 'Holland Promotion' kan nooit veel gekost hebben, en bet staat vol onzin . Voor hetzelfde geld ... enfin - bet at ook, mil'ns inziens zelf met name om de inzet van Nederlandse schril'vers zelf in bet Duitse taalgebied . Nooteboom is daar bet welsPrekend want bil' sPreekt zeer wel voorbeeld van . Nederlandse schri'vers zouden werkelil'k eens over de Duitse ~'ens moeten durven kil'ken . Vertalingen van bun werk serieus moeten nemen zich niet to beschissen moeten voelen om in Duitsland op to treden. Wat die "Stiftung Holland Promotion" vanuit bet 'World Trade Center Amsterdam' in al haar knulli eid doet dat zouden Nederlandse schriv)ers als werkelike ) Promotors van Nederland zoveel beter moeten kunnen doen. En zo'n literaire kunstgreeP li)kt me dat nu ook weer niet . Frans de Rover P.S. Om mil'n vori$a column over Axel en Andreas een definitieve afrondin$ to geven : 0P 29 auSustns 1991 overleed Axel 0P 24-)ariSa leefti)d aan de gevolgen van Aids . Er wird uns ehlen . Bijzonder geschikt voor de promotie of afstudeerborrei . GeoPend : Zaterdag van 15 tot 3 uur, rondaK van 17 tot 2 uur en op werkdagen an 12 tot 3 uur . t'trecht Trans 7 . Telefoon 31 13 18 jaargang 10, nummer 1 Ik voel het ook, al kom ik niet van mijn divan his Pronk ledere tijd heeft zijn eigen geschiedschrijvers : auteurs die in hun werken de tijd waarin zij leven beschrijven, analyseren en van commentaar voorzien . A .F.Th. van der Heijden wend onlangs nog in een televisie-interview gedoodvertd als de `chroniqueur' van de jaren zeventig en tachtig 1 . Met zijn romancyclus De tande/oze tijd zou hij de hedendaagse lezer een spiegel voorhouden . Geen gewone spiegel overigens, maar een spiegel die `de mens' op weinig flatteuze wijze reflecteert ; ontdaan van make-up, kleding, beleefdheid en maskerade, gevild en tot op het bot uitgebeend, herkent men zich onwillig terug in Van der Heijdens romanpersonages . Zo zal het bepaalde lezers zo'n negentig jaar geleden ook zijn vergaan met De boeken der kleine zie/en van Louis Couperus. 1 . In een interview door Peter Brusse, uitgezonden op 8 juni 1991, in het AVRO-programme De oran8erie . 2. Zie: Fontijn, p.111 . Deze meesterlil'ke roman clus verschenen in 1903, meet de lezer van teen een ontluisterend spie elbeeld hebben getoond . Met ra il'ne en beschreef Coup l eras ziljn wereld-en-tijd, waarin de "ziekelil'ke lelies van de nevroze" zo welig tierden . Daarmee werd Cou rus de onovertroffen 'chroniqueur' van Nederland rond de eeuwwisselinS. Een chroni9ueur echter met retenties die verder reikten dan het'g eschiedschri'~ven' : in De boeken der kleine zielen worden tevens ideeen voor de toekomst gapresenteerd . Deze ideeen ziljn niet eenduidi~g de tiljdgenoot van Cou rus kree in De boeken een aantal to enstri' i e remedies voor de ziekte van ziljn tl ijd voor eschreven. Arts en Ps chiater Add de man der eeuw -zoals oors ronkelil'k het vierde deel van de c clus zou gaan heten - kiest ziljn vrouw Mathilde omdat zil gezond was met hasr tint van rozi8a melk, vooral niet lil'dend aan de nevrose die al to veel ziekte tussen hen alien, .." a 'na 532) . Mathilde zou hem gezonde kinderen kunnen even. Add doet dus een bewuste 'teeltkeuze' : "In zulke enblikken za hil ' het zo : de wereld de mensheid vernieuwd door zor ldiga selectie ; het frisse bleed voor de toekomst bloeiend als met weelderi e rozenbloei die de ziekeli'ke lelies van de nevroze zou overweldigen ..." pa 'na 533 . T enover het ziekeli'k ewas der lelies stoat bier het "frisse bleed" der rozen, gekweekt volSens een zor uldig selectie recede . Een ander idee voor de toekomst wordt in de roman door Constance eventileerd . In esprek met Brauws - de 'socialist', ioos 13 die zich het ellendig lot der minderbedeelden aantrekt fantaseert zij ' over "vrouwen als zih' vrouwen van haar kaste niet alleen ziy' die hun officiele weldadigheidl'es ofdoen-masr ook andere vrouwen die tot zich nemen de nieuwe ideeen, de nieuwe gevoelens vooral van het universele medegevoel-en ze misschien hun toekomstiga kinderen zullen inprenten, in 1anten al-kiem in kiem-zodat zij~ de wereld later, spoedig a1, een nieuw eslacht baren, dat volgens het mede-gevoel zal handelen..." pa 'na 307) . Voor een nieuwe mensheid biedt De boeken twee conePten: een zorgvuldiga rozenkweek waaruit de zieke lelies geelimineerd worden en het gezonde zich ontwikkelt, en : een nieuw geslacht dat handelt volgens het universele mede evoel voor al wat ziek en ellendig is . Zo op het oog twee totaal toSenstril'diSa ideeen . Wat was nu het standpunt van Couperus in deze? Hoe verhouden zich de roten, de lelies en het medegevoel tot elkaar? In welke gedaante verschil'nt'de nieuwe mens' in De boeken der kleine zielen? Een kleine speurtocht naar oude en nieuwe mensen - geportretteerd teen een dYnamische achter and een wereld in bewe8'~n~waarin oude din egn voorbil' 'n en en nieuwe eluiden 8~ g g zich aankondigden . De zor vu ie se ec ie Ideeen over teeltkeuze en zorgvuldiga selectie worden in De boeken uitsluitend door Add to berde ebracht . Add is arts, heeft gestudeerd, en komt zodoende in aanraking met de positivistische ideeen van zijn ti'd . Gedurende de tweede helf t van de negentiende eeuw zien - met name onder invloed van Darwins evolutietheorie -no gal wat theorieen het licht over ontstaan degeneratie en vernieuwing van het mensenras . In ziljn twee belanSnl"kste werken, Het ontstaan der soorten 1859 en De a stammin8 van de mens en de 8eslaehteli1'ke teeltkeuze 1874 Saat Darwin uit van de eentrale be8rippen er eli1'kheid, natuurli1'ke selectie en doeimatiSheid : op een a even moment in de geschiedenis ontstaat er een teveel aan nakomelingen. Tussen deze nakomelingen ontbrandt'de stril'd om het bestaan', die zal uitmonden in 'the survival of the fittest' . De zwakken, 'onaan apasten' verliezen de stri)'d, kunnen zich niet voortPlanten en sterven uit . De 'aanga asten', de doelmatiSen blil'ven in leven, Planten zich voort en even hun eigenschaplyn aan het naSeslacht door. Door deze natuurlil'ke selectie ontstaat uiteindeli'k een nieuw, sterker ras . Zoals reeds vermeld, is het alleen Addy die in De boeken der kleine zielen Darwins theorie bil'na letterlil'k verkondi . Bil' nadere beschouwing blil'kt de roman echter talloze elementen to bevatten die naar dit gedachtengoed verwil'zen; de familie Van Lowe, die langzaam maar zeker ten onder gaat, is een ~'o ep 'onaangepasten' . Opvallend in dit verband is de -door Darwin beschreven -ondcelmatigheid van de verschillende familieleden: Paul van Lowe slijt zijn dagen met nietsdcen ; Ernst van Lowe verteert zijn vaderlijk erfdeel; Henri van der Welcke typeert zijn 14 '1JQQt~ Jaargang 1 0 , nummer 1 3. Zie ook: Fonfljn, p.127-128. leven als "een bestaan van nutteloze voortsleping" (paging 155), en de zonen van Gerrit (de enige 'dragers' van de familienaam!) zijn aan levensmceheid onderhevig . De voortplanting van de familie wordt in de latere generaties steeds meer ~eblokkeerd door een bijna incestueuze liefde tussen familieleden . Blijft dit in de tweede generatie nog op een vrij 'onderhuids niveau' (Gerrit dweept met zijn hesinnering aan het mooie zusje Constance; Paul zcekt uiteindelijk zijn toevlucht bij zijn lievelingszus Constance), in de derde generatie krijgt de liefde tussen broer en zus, oom en nicht, neef en nicht een haast onontkoombaar karakter . Emffie scheidt van haar man en vlucht met broer Henri naar Parijs; Louise trekt bij haar brcer Otto en diens vrouw in; Marianne wordt verliefd op haar oom Henri en Marietje van Saetzema koestert een (platonische) liefde voor neef Addy. De banden tussen de familie Van Lowe en de buitenwereld worden zodcende steeds loser : de liefde voor een familielid staat een huwelijk met een buitenstaander-en daardoor de voortplanting - in de weg. Kinderloosheid en ondcelmatigheid luiden in De baeken de doodsklok: de familie Van Lowe is een uitstervend ras. Het is slechts wachten op "het frisse bloed" der rozen, dat de rottende levenssappen der lelies kan overspoelen en verdrinken . Terug naar Addy-immers 'man der eeuw' . Addy is Hjdens zijn studie niet alleen met Darwins ideeen in aanraking gekomen -hij brengt ze ook in praktijk. Ofschoon zeer van zijn studievrienden verschillend - zijn "fluide", zijn "mystische zekerheid" van kunnen genezen staat lijnrecht tegenover de positivistische, "done wijsbegeerte" van zijn medestudenten (paging 531) -raakt ook Addy tijdelijk beneveld door positivisme en materialisme: "Want hij had ze gekend, die ogenblikken, waarin hij - mce van boekenstudie, of verhard in de operatiekamer, in zich de mystiek had tijdelijk vcelen verwelken, en vooral in die tijdelijkheden van materialisme van jonge dokter had hij ondervonden de aantrekkelijkheid van Mathilde : die van een rozigblanke gezonde vrouw, die hem gezonde kinderen zou geven." (paging 533) . Addy kiest Mathilde, "als gedwongen tot die keuze" (paging 532), in eerste en laatste instantie als moPder voor zijn kinderen . Met haar, zo gezond en eenvoudig temidden van zijn kwijnende familie, hoopt hij een sterk en 'aangepast' nageslacht ter wereld to brengen . Er gaat echter iets mis tussen Addy en zijn vrouw : hcewel Mathilde 'eerste teeltkeuze' is, blijkt zij niet aan al zijn verwachtingen to kunnen voldcen . Wat Addy mist in haar-en wat hij bij voorbeeld wel vindt in Marietje van Saetzema -is de zielsverwantschap, de diepere vriendschap op hoger, mysHek niveau. Slechts met zijn positivistische leant lean hij haar liefhebben; van zijn mystieke leant van 'heilig weten' lean hij haar geen deelgenoot maken. Het huwelijk mislukt dan ook, ofschoon de mogelijkheid van een hereniging aan het einde van de roman met wordt uitgesloten. Addy en Mathilde blijken -hcewel beide op een bepaalde manier gezond en sterk-niet voor elkaar geschapen, they don't fit 4 . Fontijn, p.132. 1 6 \JQp)1f together. Een personage i n De boeken dat veel beter bil Mathi'lde hlkt to passen is ohan Erzeele . Ook hi)' is ezond en eenvoudi van eest ; van zielsvriendschap most hil' nets hebben: ''Vriendschap tussen man en vrouw? Dat zi)jn ideeen, die l'e misschien hebt oPgedaan ... to Driebergan, tussen zenuwzieke mensen. Tussen man en vrouw is nets dan willen hebben ..." a'na 645) . ohan en Mathilde li)ken samen een ideaal kopPel van 'aangaPasten'als door natuurlil'ke selectie tot elkaar aangetrokken, zouden zil" 'm 'de stril'd om het bestaan' het hoofd boven water kunn en houden. Ook de mo eli)'kheid van een huweli'lk tussen Matl u'lde en ohan wordt aan het erode van de roman oPonSehouden. Centrale fi ur in De boeken bli'ft echter tochAdd -en voor hem is Darwins theorie in de raktil'k vooralsnog niet de enige sleutel tot de toekomst . Het meest voelt hi)' zich thuis 'm het ote oude huffs to Driebergan, waarin de stemmen weer almen van de estorven Oude Man en oude vrouw' verte nwoordi ers van reli 'e en mYstiek . Fontiljn noemt Addy in zi)jn tike ~ ar it 1 'Het zit in de familie' de ver ersoonli)'king van de stril'd tussen reli 'e e n wetenschap,4 ,in dit kader zou men kunnen zeggen dat Addy's mYstieke, reli8ieuze zil'de niet in overeenstemming is to brengen met de positivistische ideeen van bewuste teeltkeus . Nasst of in plaats van) geslachteli)'ke selectie mcet er voor hem ook een snort 'm stieke zielsselectie' Plaatsvinden . Dat Couperus grnot eloof hechtte aan de sitivistische ideee n over ontstaan en degeneratie van de mens bli)'kt uit de oPzet van zijn roman: met het verval van de familie Van Lowe beschreef hi'l als het ware het heetst van de stril'd om het bes taa ~ wasrin de 'onaanga aste', nerveuze Van Lowes onherroeepl)ik het onderspit delven. Voor de toekomst echter heeft Cou rus de 'zor vuldige selectie' gewogen en... to licht bevonden : in zijn concept van de 'nieuwe mens' hoort bok en misschien we! : bovenal een mYstiek reliSieus element thuis . FYsiek gezonde mensen als Mathilde en ohan bi)' wie een dergeli)'k element ontbreekt, zi)jn door CouPerus zonder s mPathiek ofgeschilderd ; van deze rozen verwachtte hi') weini heil. dus naar de tweeds remedie voor de ziekte van ziljn ti' Het universele medegevoel De periode rond 1900 -het decor voor De boeken der kleine zielen -was er een vol dynamische veranderingen: industrialisatie, urbanisatie en het opkomend socialisme tornden stevig aan de eeuwenoude hierarchie . De 'socials apartheid' van hogs, middenen lags stand kwam langzaam maar zeker ter discussie to staan ; de macht der aristocratie begon to tanen. De sfeer van deze maatschappelijke veranderingen vindt men in De boeken terug. Ofschoon het merendeel van de familieleden zich van Been wereld bewust is (of het mcet de 'wereld' van de Haagse coterietjes zijn), ontvangen enkele personages toch duidelijke signalen van een maatschappij in beweging . Sommige laten het hierbij (men denke hierbij aan Paul en -in zekere zin - Van der jaargang 10, nummer 1 Welcke andere zetten deze signalee om in een nieuwe levenswil'ze: die van hat madeSevoel of medeli)'den. Paul bourgeois en 'oude mans' bi)' uitstek doch behe t met een scher vermogen tot anal saran last zich enkele malen bandeirend uit over de 'socia1a kwesh'e' en hat ellen dige lot der arbeiders. Hi)' beseft echter dat hat nieuwe madegevoel voor hem niet is w aleS d: "Wi~' mansen, zitten vol aPropt met oude ideeen: we erfden ze over; ze zitten ons in hat bloed... En we levan in aen maatscahppi~' waar de nieuwe ideeen al ontbloeien, de heuse nieuwe ideeen de ware de mooie de drie, vier mooie die er al zil'n . Maar ik, voor mi1'- zit zo vol oude ideeen in mijn bloed dat ik niet mee kan... De nieuwe ideeen : ki)'k eens een nieuw idea een hens mooi ni euw idea in onze ti' dat is hat medeli)'den ... Gerrit, wat is er mooier en heerlil'ker en nieuwer dan hat medelil'den ... het heuse Medeli)'den voor al hat menselil'k-ellendige ... lk ik voel hat ook al kom ik niet van mijn divan ." ap ~'na 408) . Ook Henri van der Welcke hoewel opgesloten in rookkamer 'e en societeit, geef t blil'k van een zeker inzicht in de maatschappelil'ke veranderinSen: "de toekomst behoort toch aan hat plebs ..." PaS'~na 178 . Daze uitsP rack weet hem echter niet tot een nieuw levee volgens hat universele madegevoel voor al hat 'menseli)'k-ellendige' to verleiden . Drie personages raken we! onder invloed van hat - door Paul beschreven -nieuwe Medeli)'den : Brauws, Constance en Addy. Max Brauws zoon van een fabriekseigenaar, keert na zi)'n studie hat ouderlil'k huffs de rug toe en Saat naar Amerika : "toen ik een korte til'd gewoond had met mijn vader en mijn broers in ons ~'ote huffs bi)' de fabriek .. . kon ik niet meer, en bee gagaan, om mijn !even zo to levee.. . alsof ik geboren was tussen arbeiders ... Om hen geheel to il'Pan, begril"pt u...?" lagina 240 . Brauws vGelt met alleen medeli' en voor de armen en ellendi en ; hi)' lil'dt ook letterlil'k met hen mee . Ondanks alle goede bedoelingan, ondanks Brauws' sterke "liefde-tot-velen" mislukt deze 'ng toch: Brauws is een arbeider, en zal er ook geen worden "om mijn bloed en geboorte ... maar vooral om mijn meerdere beschaving en studies" P a8~'ns 281 . Na dit pogen predikt hi)' nog eniga ti)'d - in boeken en redevoeringen-het'medegevoe!' . Door zil'n gedwarsboomde liefde voor de ene - Constance - verzandt zi)'n idealisme echter a1 s ig in een 'betreuren voor zichzelf' in een moedeloze melancholia. Bil' Brauws sta eert dus hat nieuwe Medelil'den: lersoonlil'k lead komt in de plaats van hat mee-li)'den met de velen . Brauws is daarmee een 'oude mans' : voor de toekomst hoef t men met veal van hem to verwachten . Blil'ven over Addy en Constance • de s mpathiekste personages uit De b token met wie Couperus voor de toekomst ongetwil'feld de Srootste Plannen had . Constonce kril' t door haar liefde voor Brauws Sevoel voor de "harmonie voor allen-in-alles de wereld-en-ti)'d, die hi)' haar zou hebben leren kennen en liefhebben en steunen hat miserabele en balsemen hat ellendi a ervan!" page'na 331 . Zi)' 'nt geschiedenisboeken amfletten en roman to lezen, en leert hierdoor heimelil'k de wereld buiten hasr stand kennen : "niemand p s 1 7 1 8 wist dat zi)', aristocrato, voelde hat grote Medeli' en voor haar wereld-en-ti)'d" pagina 330 . Zoais reeds beschreven is, fantaseert zij' over vrouwen van hasr stand, die een nieuw, mee-li' end en mee-voelend $eslacht ter wereld zouden bran$en ... zonder aan daze fantosie oven$ens veal $aloof to hechten . Twi)'fels aan een der$eli)'ke vernieuwin$ van de mensheid worden vooral Seuit door Brauws die meant "dat geheel haar kaste was hat egoisme , bet $ehuichel vooral ofSoddelil'k ~"oot, bet $ehuichel no$ reuser misschien dan bet e$oisme" pa$1'na 307) . Maar daarover straks maar. Ook Constance ondervindt persoonli)'k lead : de illusie van een nieuw en waar levee aan de zil'de van Brauws wordt haar al spoedi$ ontnomen. In to$enstellin tot Brauws last zij' zich hierdoor echter niet ontmoedi$en : zij' weet bet nieuw verworven mede$evoel in haar persoonli)'k levee op to nemen . Binnen de nauwe $1'enzen van haar stand, binnen de mo$elil'kheden van vrouw uit een buichele en a$oistische kaste, kril' bet $Tote Medeli)'den toch $estalte -maar dan in bet klein. In de vorm van liefdadi$heid - Constance $aat re$elmati$ op armenbezoek Het iii a weten hoofdstuk 1818 - maar vooral in de vorm van mededo$en en zor$zame liefde voor al haar verwanten. Te Drieber en ver we$ van bet bekrom n egocentrische Den Haag, ontfermt zij' zich als een moeder-overste over haar ziekelil'ke familieleden. Bi)' Addy is een snort$eli)'k 'toe$ePast made$evoel' to herkennen. Nauweli)'ks betrokken bil' bet ~'ote wereld$ebeuren - slechts eenmaal staat vermeld dat Addy bil'zondere belan$stellin$ heeft voor de Franse Revolutie Pa~$'na 29 - weet hil' als arts de armen en ellendi$en intuitief to vinden . Met zil'n altruistisch karakter en zi'n mYstieke gave tot $enzen lil'dt hil' mee met de minderbedeelden -maar vooral ook met zil'n familie to Drieber$en . Addy ontpopt zich tot pater familias steun en beelmeester van zi)'n nerveuze verwanten, de ziekelil'ke lelies van zi'n ti' Couperus was zich bi)' bet schri)'ven van De boeken terdega bewust van de veranderm$en in de mastshcappi) . Hil besef to ook dat de ho$ere stand zich met haar a$oisme en $ehuichel - zoals bi)' bet Brauws liet uitdrukken - op een dood spoor beyond. Maar hoe dan verder? Als een snort uitwe$ bedacht hi)' bet Medelil'den bet universele made$evoel: een tamelil'k abstract, slecht uit$ewerkt be$gy'p. Dit medeli' en 8'~nS niet in de richtin$ van bet socialisme : voor Couperus - immers zelf behorend tot de bourgeoisie! - was dit onbekend terrain . Brauws de 'socialist' van de roman biedt dan ook weini toekomstpers ectieven. Van armoede had Cou erus ook weini kaas a eten• hi)' toont er in De boeken in ieder eval nauweli)'ks affiniteit mee . Zo er a1 armen en ellendigen ten tonele worden gaward - tar illustratie van bet made$evoel van Addy en Constance -dan ebeurt dit toch vooral in termen van 'stank' : "Een zwoele walm van kleine armoede" paS'n~a 608) . Het made evoel in De boeken is dus weini universeel ; eerder is jaargang 10, nummer 1 hier sprake van een medelil'den op kleine familie-schaal . Hiermee lanceerde Cou erus een -weliswaar weinig uitgewerkt concept voor de toekomst, zoals blil'kt uit een gesPrek tussen Brauws en Constance : "A1s wil' klein ' sweg goed doen. ..is dat niet al een begin ... - Een streven... Voor later ... a. Later ..." p~ a 'na 588) . De nieuwe mens? Zoals vermeld hechtte Couperus ~'ote waarde aan de positivistische theorieen over onstaan en degeneratie van de mens • voor de toekomstiga mens bond deze 'dorre wil'sbegeerte' echter to weiniS rsPectief . Addy, de enige 'grote ziel' in De boeken der kieine zieIen loopt dan ook stuk op bet idee van de 'zorgvuldige iopys 1 9 selectie' : hierin is immers geen ruimte voor de mYstieke reli 'euze component van het menselil'k wezen . Ter aanvulling of ter vervan 'n ? verschi'nt in de roman het Medeli'de vooral uit edra en door Constance en Addy . Dit medegevoel li)'kt in teens raa k met Adds ti'd~eli'k ideaa1 van een exclusieve rozenkweek • men zou het echter ook als een aanvulling kunnen beschouwen. Adds medeli'den is in feite de manfifestotie van zijn mYstieke kant, waarvoor in de P°sitivistische theorie geen laats is. Vernieuwin van de mensheid door zor ldi a selectie ' maar dan aan evuld met een medeli' en voor die enen die bij deze selectie uit de boot vallen . De rozen ontfermen zich over de lelies. . . Zo ziet men Addy en Constance heelmeester en moeder-overste in Drieber en waken over de hunnen die zijn 'asng ~ ezweemd' door de nevroze van hun ti'd . Z~i'n Add en Constance daarmee 'nieuwe mensen'? En is de samenlevin vorm in het oude huffs to DrieberSen -gestoeld op het neuwe Medeli'den -het ideaal voor de toekomst dat Cou erus voor ogen had? Oors ronkelil'k wilde Cou rus het 1astste boek van De boeken der kIeine ziekn de titel De man der eeuw' m even . Deze titel is uiteindelil'k vervangen door 'Het heiliga weten' onder andere asnduiding voor Adds 'heiliga weten' waar het andermans ziel en zaligheid betref t. Het schra pen van de oorsp p ronkeli'~ke titel kan uiteraand slechts een formele betrekkeli'lk a rbit~rai're in epe zijn Seweest-er zijn echter indicaties om to veronderstellen dat het leer om een belan "kere, ~l inhoudeli'~ke kwestie gaat . Addy, weliswaar een' ote ziel' temidden van de kleine zielen , gezond van li'f, gezeSend met een mYstische, genezende gave. . . lil'dt ook as :"0 mocht hi'~ n en ziekte ook al weten voor anderen, met die bi"lna m stische wetenschadie genas als door suSgesh'eve kracht diep uit hemzelf, - mocht hil' ook voor hen al weten wat goed was voor hun lickasm en ziel -voor zichzelf wist hil' nets en vooral wist hil' het niet voor zijn ziel . .. Nu scheen zijn ' n e levee zo ril'k gevuld met doe! naast doe!, nu scheen zij~n )°nge le venslil'n zo zeker to weten hasr slipgeringa~en toch was dat alles de uiterlil'kheid en wist hi l' voor zichzelf nets! Zi1'n ei8en ziekte was de onvoldaanheid en hil' voelde ze de a!lerlaatste )'ayen zwellen in hem, volley en volley, kankeren in hem verder en verder. . ." P a8 '~na 529, cursivering IP . Addy is geen 'ondoelmatige' ais zijn vader of Paul : zijn )'°nge levee is "ril'k Sevuld met doe! naast doe!" . FY siek mankeert hil' nets~• hil' is e on z d en brent ezonde kinderen voort . Zi'n karakter heef t een m sheke reh eSu~ze i nslahet een hem tot een 'grote ziel' maakt.. . "en toch was dat alles de uiterlil'kheid en wist hil' voor zichzelf nets!" Addy-oorspronkelil'k CouPerus' man der eeuw, mens voor de toekoms t - west niet hoe hat verder moat ziet geen at in de toekomst . Zil'n'heiliSa waters' richt zich vooral naar achtere naar de zieken en onasng e astep van zijn ti'ld . Planners voor de neuwe eeuw heef t hi' net . .. omdat Cou1erus ze niet had . Coup erus zag has rscherp wat de problemen waren van zijn~ t i~'d : 2 0 JO3 p`jaargang 10, nummer 1 Literatuur L. Couperus, De boeken der kleine zielen . Utrecht/Antwerpen 1988. J. Fontijn, 'Hat zit in de familie (1)' en 'Hat zit in de familie (2)' . In: J . Fontijn, Leven in extase. Amsterdam 1983, p.110-128 en 129-137 . de ziekeh ke lelies van de nevrozede ondoelm l ah hel'd bet egoisme en ehuichel van de bekrom n bourgeoisie... maar echte oPlossin en vond hil' niet. Wet had hi)' een idea v an de richtin waarin deze oPlossingen moesten an : de richting van bet "frisse bloed" der rozen gecombineerd met een nieuw madegevoe een "harmom' r llen-in-alles de wereld-en-ti)'d" . Echter: ''e vo a Wi mensen zitten volgapro t met oude ideeen : we erfden ze over ze zitten ons i' n het bloed..."-zoais Paul in de reeds hierboven aangahaslde passage ze . Oude ideeen -dat Seldt 66k voor Addy, 66k voor Constonce, en wasrschil'nlil'k ook voor CouPerus zelf. De mens voor de toekomst de nieuwe mans, lil'kt op Addymaar dan toch net lets anders . Hoe anders wilt Cou rus niet • wel wist hi)' dat er asn Addy nog hat een en ander ontbrak . Vandasr hat schraPpen van de titel'De man der eeuw' . Addy en Constance zi'n daarmee een 'nieuwe mensen' maar ook geen'oude mensen' : zi' staan er tussen in. Het oude huffs to Driebergen is een tussenoplossing: beter dan hat huichele coteriewereldl'e to Den Haag -maar daarom nog geen ideale samenlevingsvorm. Veeleer kan men de 'commune' zoals die in Driebergen ontstaat, beschouwen als een noodhosPitaal voor de slachtoffers van de 'stri'd om hat bestaan' . In afwachting van de rozen verPlegen Addy en Constance bie.r bun lelies - en wat de toekomst brangen zal blil'f t vooralsno een raadsel . Couperus stelde een uitstekende diagnose voor de ziekte van zi)'n ti)'d~; effectieve remedies bond hi)' echter niet. Meer een 'chroni9ueur' dan een toekomstvoors eller dus ; met De boeken der kleine zielen leverde hil echter een onovertroffen meesterwerk wasrin ook de lezer van nu zich nog dikwi)'ls -onwillig-za1 herkennen. V~Qp521 Over Evgenij Onegin ohie Levie De kortste samenvatting van de plot van Puskins roman in verzen Ev8eni1' One8inf heb ik aangetroffen in een artikel van de Utrechtse hoogler aar Slavische letterkunde an Meier), die reeds een aantal J'aren geleden overleden is masr wians n aam de ma8'~sche klank die hil' had in Slavistenkringen in de ti1'd dat ik Russisch studeerde in Amsterdam , nog niet heef t verloren . Mei1'er beschri)'f t in een artikel uit 1968, The Digressions in Evg enil' One ~'n de plot als vol : "boy meets g~irl" . Hil' corngeert deze samenvatting direct omdat hiJ' zelf ook wel inziet dat er nog enkele teksten in de were ldliteratuur ziln waarvoor deze korte samenuatting ka n gelden en waagt een tweede Pogi ng die meer toegesneden is op de tekst die hil' analYseert : "the story of Tatl'ana and Evgenil'" . Met deze wel zeer schematische en minimale samenvatting van het verhaal schaart Meil'er zich in een langa rli' Puskin-onderzoekers . De kritiek is het er eigenlil'k vanaf het verschil'nen van de definitieve tekst 1832 over eens dat Puskin ze if de spot heef t willen drliven met de tradihonele gof ixeerde inhoud van de sentimentele roman en novelle zoals die aan het eind van de achttiende eeuw in R usland onder anderen werden geschreven door Karamzin - hat schoolvoorbeeld is diens novella Bedna1'a Liza Arme Liza uit 1791- en die kritiek heeft Puskin -sours zeer afwize nd sours met instemming - gevolgd door zi)'n gereduceerde plot in analyse en interPratatie nog s tork er to reduceran. De centrale li)'n van hat verbas1 is de liafde van Ta 'ana voor Evgenil' en hoe die met beantwoord wordt en, later, de lief de van Evgeni) voor Ta ana, eveneens onbeantwoord, want hat is dan al to laat Ta 'ana behoort asn een ande r . De sYmmetrie van deze situatie is door de Sov' etrussische crih' cus Gukovskil' als volgt in twee l1inen samengevat . I1 . ontmoeting 2. zij' wordt op hat eerste gezicht verliefd 3. zij' schriJft hem een brief 4. geen antwoord : zij' li1'dt 5. ontmoeting -geen ander in de buurt. Zi) beef t 22 en kan geen woord uitbrengen . Hil' sPreekt haar toe hard en of standeli)'k, en wislt hasr af. Lijn I breekt bier af. II 1. ontmoeting 2. hil' wordt op het eerste gezicht verliefd 3. Hil' schri)'f t haar een brief 4. geen antwoord : lil'dt hi'l 5. ontmoeting-geen ander in de buurt . Hil' beef t en kan geen woord uitbrengen . Zil spreekt hem toe vermanend en afstandeli)'k en wi)'st hem af. Lil'n II breekt af: einde roman Om u een wat comPletere indruk to geven van het verhaal geef ik de volgende iets uitgebreidere, beschri) ving. Ev8eni1' One8in is zoals Puskins ondertitel zegt een roman in verzen. De tekst is ingedeeld in 8 hoofdstukken, ieder hoofdstuk bestaat uit een variabel aantal veertienregeliga strofen in viervoetige 1'amben, een)'ambische tetrameter, met een deels vast deel varierend ril'mschema. In totaa1 ziJ'n er 370 strofen -5300 regels -iets meer dan 370 x 14 , want de strakke strofebouw wordt in de bneven doorbroken. De tekst begi nt in medias res met de overPeinzing van een niet-geintroduceerde 'hi'l' een snort monologue interieur van Evgeni~' naar even later bli1'kt . "Mi1'n nom, die heel be8inselvast is, li8t flu vPsterven - slim bedaeht: dwrdat hi1' elk van ons tot last is kri18'1'e respect. Ziekzi1'n geeft maeht . Een les voor velen! Onbetaalbaar! Maar 8oeie God! Dit is niet haalbaar, dat da8 en nacht maar zitten bi'1 een zieke! Geen moment1'e vri1'! 0! wat een la8a streak van 't leven! Attent zi1'n voor een bi1'na-li1'k! e sehikt zi1'n kussens eens Selil'k - 1'e komt hem sip zil'n dran 'e 8even 1'e zucht en zucht, en denkt : wanneer jaargang 10, nummer 1 haalt1'ou de duwel toch een keen? Zo dacht een schelm die boos en bitter per ~stkoets voortvloo8 door bet sto . Door Zeus' wil was hi1 ' er ezitter van veler land en huffs en ho f." Dit is een citaat uit de in 1989 verschenen vertalin g van W. onker, geen slavist zoals gebruikeli)'k is in de Russische Bibliotheek van Van Oorschot maar een gapensioneerd scheePsbouwkundig ingenieur die geen Russisch kept . Hil' heeft zi)jn vertaling, waarover unaniem de hoogsto lof is gezongen, Semaakt met behulP van de onberil'mde vertalin g van Vladimir Nabokov uit 1964 . Hoe dat in godsnaam mogelil'k is is een volstrekt raadsel . Te meer omdat die Nabokov-vertaling zeer omstreden is en de editie vooral bekend is door het zeer erudiete en diepgravende commentaar dat Nabokov aan ziljn vertaling heef t toegevoegd . Erudiet, diepgravend en omvangril'k want de Russische tekst waarvan Nabokov Sebruik heeft gemaakt telt 187 bladzil'- den. Nabokov voegt daar 770 bladzil'den commentaar aan toe . De Nederlandse slavist Melchior de Wolf f recenseerde onkers vertaling in >'anuari 1990 voor De Volkskrant en deed de vertaling van Nabokov of met de bewering dat in die weergave alles wat aan de brontekst opmerkelil'k is, gereduceerd is tot een gedeSenereerd snort stofzuigen afwassen en de bedden opmaken. Terug naar de inhoud : wanner Evgenil''s nom sterf t heef t de held zo'n 25 )'aar oud, een society-leyen geleid in Petersburg vol vrouwen dapspartil'- en drank en duels en voelt hil' wel voor wat of wisselinS . Hil' besluit op het landgoed to blil'ven. Met ziljn buurman en vriend Vladimir Lenskil ' bezoekt hil' het landgoed van de Larins -de familie bestaat uit moeder, weduwe dochter O1 a de verloofde van Lenski)', en dochter Ta 'ana die en dat weet u inmiddels hals over kop verliefd wordt op Evgenil' . Dan volSt de brief-die scene is overigens zeer ontroerend in de opera Ev8eni1' One8in van Tsl'aikovskil' - en de tweede ontmoeting, gevolgd door Evgenil''s 'nee' . Enkele maanden laten haalt Lenskil' Evgenij' over oPnieuw een bezoek of to steken bi'l de Larins ditmaal ter ele enheid van Ta' na's naamda . Er wordt gedanst en Ev enil', die van Tatljana nauwelil'ks notitie neemt, maakt ex res roekeloos O1ga het hof . Lenskil' verliest zil' n kalmto verlaat woedend het bal en daagt EvSenil' uit tot een duel. Het loopt slecht voor hem af,• Ev eru" schiet hem dood. Deze kan dan niet 1an e r o ziljn landgoed blil'ven en vertrekt voor een lanSe refs . Olga troost zich al snel met een huzaar, maar Tanl'a maakt het slecht en haar moeder, vol zorg dat zi'l zal overschieten neemt haar mee naar Moskou om een geschikte man voor haar to zoeken . Dat lukt : Ta 'ana trouwt met een dikke generaal . Een paar l'aar later duikt Evgenij' op in Petersburg - hi'l wordt flu verliefd op haar -, schril'ft brieven, zoekt haar op in haar boudoir en wordt ofSewezen . "Zi1' 8aat- ew8eni, als Sesla8en door 't hemelvuur, bli1' t roerloos staan. Emoties tuimelen en via8en hem door de ziel als een orkaan . Maar plotselin8 - daar klinken s1"ren Ta 'ana's echt8enoot staat voor hem . Dit wordt een moeili1'k o8enblik! En, lezer, wat doen u en ik? Wil' 8aan een til'd . . . voor8oed . . . pauzeren . Ik heb mi1'n held nu lan88enoe8 8evol8d waarheen het lot hem droe8 . Laat ons elkaar eliciteren met 't einde van de refs . Hoera! Maar t werd ook ti1'd, ze8t u mi1' na . Er volgen dart nog 3 strofen waarin Puskin afscheid neemt van de lezer en van zijn werk . Langzamerhand bent u het waarschil'nlil'k wel met de kritiek eens: de lot is er n van dertien in een dozi l'n. Wat maakt Evgenij' One8in dan toch het ootste meesterwerk van de Russische letterkunde? Daaro ziljn vele antwoorden mo lil'k en de omvangri)'ke literatuur over het werk heef t er al vele gaSeven. Een van de antwoorden is in ieder geval de taal . Evgenij' One8in is Seschreven in het allermooiste soepelste, geraffineerdste en gevarieerdste Russisch dat l'e )'e kunt voorstellen . En onker heeft dat meesterli)'k toa1 ebruik zeer dicht benaderd in ziljn vertaling. nieuw: hoe is het in godsnaam moSelil'k? Een eigen genre Een tweede antwoord laat zich als volgt formuleren: Evgenij Oriegin is to lezen als een classicistische tekst en het spreekt vanzelf dat degenen die het werk tot het Classicisme rekenen er vooral de vormkenmerken die traditioneel tot de classicistische code behoren in aanwijzen . De tekst hoort ook tot de Romantiek of, zoals tevens wel wordt beweerd, tot de Sturm and Drang-literatuur. Tatjana ',QpXf 2 3 last zich vergelil'ken met en is gemodelleerd naar Richardson's Clarissa en Rousseau's ulie•en Byron's Childe Harold en Don Juan hebben voor Puskin zeker als inspiratiebron en voorbeeld gefungeerd. De behandeling van het thema en de karakterisering van de helden last er een twil'fel over bestaan dat ook deze sleutel past . Ten slotte wordt maar de stromingencatalogus is natuurli)'k toch nog niet tot het eind toe doorgebladerd in talri'ke passages, met name in de vele uitweidingen in de tekst op realistische wil'ze een schets gageven van de Russische maatschaPpil' uit die dagen . De kritiek in de tweede helf t van de negentiende eeuw en ook de socialistisch-realistische critici in deze eeuw hebben de tekst goedkeurend het Predikaat Realisme opgeplakt . Classicisme, Romantiek, Sturm and Drang en Realisme: het kloPt allemaal wel en niet- het klopt allemaal to8eli1'k wel en niet. Derhalve ontsnapt de tekst aan allerlei strakke kaders die de kritiek nu eenmas1 alti'd nodig heeft. Het zelfde wel en niet en allebei t~ elil'k geldt eveneens voor de genrebenaming : roman in verzen. De tekst vertoont kenmerken van de roman en heef t een niet to overschatten invloed uitgeoefend op de ~'ote prozaisten uit de tweede helf t van de eeuw, vooroP Dostol'evskil' en Tolstol', die nu eenmaal een stuk bekender ziljn bil' de lezer in het Westen dan de arme Puski die het net zo hard verdient. De tekst vertoont eveneens kenmerken van "zie niet alleen door de vorm, onder andere ook door het taalgebruik- het is werkeli)'k een roman in verzen en laten we nu eens niet kiezen voor het een of het ander, zoals de kritiek zo vaak heef t gedaan, maar Puskins genre-aanduiding accepteren. Puskin heeft zeer veel gedurfd door conventies met betrekking tot vorm en inhoud en genre uit verschillende in zijn tiljd vigerende codes to ebruiken en to parodieren-nogmaals : hi)' heef t daarmee de we g geopend voor heel veel dat daarna in de Russische literatuur is gebeurd . Uitweidingen Het artikel van Jan Meijer waarnaar ik eerder verwees, is getiteld : The Digressions in Evgenij Onegin' . Die uitweidingen zijn het meest karakteristieke element van de tekst en ook het element waardoor de tekst het sterkst afwijkt van de literatuur v66r en na Evgenij Onegin . Het is eveneens de reden dat de negentiende-eeuwse criticus Belinskij het boek een encyclopedie van het Russische leven kon noemen. Er zijn 50 uitweidingen :l0 in hoofdstuk 1,2 in hoofdstuk 3 en in de overiga hoofdstukken een getal daartussenin . Hun lento varieert van een halve regel tot een asntol strofen. Er komen allerlei thema's asn de orde: commentaar van de verteller op de gebeurtenissen een uitgebreide beschril'ving van allerlei ewoontes betreffende kledin en voedsel herinneringen aan bals en reflectie over de betekenis van dapspartil'en commentaar o romantische edragscodes et cetera . Ik denk dat Mei'er Snoot geli)'k heeft wanner hi)' stelt dat de uitweidingen door Puskin zeer bewust zi)jn gekozen ais middel om het formele raster van wat in essentie toch een langromantischgedicht is open to breken. Enerzi'ds blil'ft hi)' binnen het ekozen kader, anderzil'ds rekt hil' het op, Parodieert hil' het zodat het gekozen genre sterk onder druk komt to staan . De allerberoemdste uitweiding is wel die van de voe 'es . In hoofdstuk I, strofe 30 tot en met 34 staat het verhas1 even stil--we zitten midden in een beschril'vin van Evgeni)''s uit aansleven in Petersburg en bais zi)jn aan de orde van de dag, maar in een terzi'de mil'mert de verteller over het toPunt van vrouweli)'k schoon: het voe ' . In razend tempo passeren voe 'es in de sneeuw, voe 'es die lentebloemen vertarp Pen voe 'es op spiegelend parket , voe 'es onder het tafelkleed, voe 'es bi) ' de haard, een voe 'e in een sti' u el en zo voort. Allemaal voe 'es die de verteller verlangt to kussen en to strelen. "Nooit wend mi1'n ziel zo di~' verscheurd - Zo woest door passies mee 8esleurd ." Toch eindi de uitweiding aldus : "Maar stank, mi1'n babbelzieke snaren , 1'e to ! Met heel hun trotse aard zi1jn vrouwen niemands hartstocht waard noeh 't lied dat aan de onervaren loeet ontsti1'8t. Hun blik bed rie8t-• elk woord1'e en elk voetje lie8t ." Tot slot: ook de Russische Formalisten hebben zich in hun arHkelen, die al lange tijd in het Westen bekend zijn, allemaal over Evgenij Onegin gebogen . Ejxenbaum in z'n Skaa-artikel, Sklovskij in het Tristram Shandy-artikel, Tynjanov in het Literarisches Faktum en de Literaire evolutie hebben de tekst gebruikt om hun theorieen over fabula en sujet, motiefconstructie, kunstgrepen en proc~d~'s et cetera aan to demonstreren . Minder bekend zijn artikelen van Ejxenbaum uit 1921 en Tynjanov uit 1921 Jaargang 10, nummer 1 en '22 over Puskin en deze tekst in het bil'zonder, die pas zo'n 15 l'aar geleden in Rusland en het Westen zijn o edoken . El'xenbaum stelt in zijn artikel exPliciet de vraag wat Puskin nog kan betekenen na alles wat er al over hem gezegd is en vooral na alles wat Rusland in het recente verleden heef t doorstaan en hil' doelt daarmee op de Oktober-revolutie . E'~ xenbaum geef t een asntal interessante antwoorden op de vraag die hil ' zelf stelt. Zil'n artikel betekent in zoverre een nieuwe opening in het onderzoek dat hil' last zien dat het vooral de subjectstructuur is in Ev8eni1' One81'n vele malen gecom- Pliceerder dan in eerdere teksten die maakt dat het keurslil'f van de )'ambische tetrameter, de metrische structuur, bilna niet meer past en dat Puskin zijn toevlucht heeft moeten nemen tot de on ebruikelil'ke genre-aanduiding 'roman in verzen' . Het artikel van Ei'xenbaum is niet alleen een antwoord o zijn~ ei en vraa het is ook een antwoord aan de Russische futuristen die in 1912 in hun vermrdae manaifest Len o~orvi 'g aan de publieke smack gedreigd hadden Puskin, met Dosto>'evskil' en Tolsto)', van het schiP van de modern til'd to gooien . Het is een geluk dat ze daarin niet zijn geslaagd . Het is denk ik ook zeer terecht . 'Een leven zonder boeken is onleefbaar' (Erasmus) . Als u het daar ook mee eens bent, kan onze boekhandel wellicht veel voor u betekenen! BOEKHANDEL VAiVDERGALIE Choorsiraat 24-26, 3511 KN Utrecht (Viak bid de Dom) . Tel . 030-312182 Literatuurli1'st A.S. Puskin, Verzamelde werken, deel II: Jew8eni One8in, roman in verzen . Vertaling: W . Jonker. Aantekeningen : Charles B. Timmer. Amsterdam 1989 . Charles B. Timmer, Poes1lcin en One8in. Een essay . Amsterdam 1989 . Melchior de Wolff,'Een liefdesverklarin8 aan de literatuur' . In: De volkskrant,12 l'anuari 1990 . Peter Zeeman, 'Hemelvuur en kometenwi1'n' . In NRC Handelsblad, 9 februan 1990 . Afgelopen jaar werden er aan de Rijksuniversiteit Utrecht onder de titel Keyworks zesentwintig lunchpauzelezingen gehouden over belangrijke werken uit de wereldliteratuur . Dit artikel over Puskins Evgenij Onegin is een bewerking van ~n van die lezingen. p3 2 5 Onderschrift Lieve J'ongens- en meisJ'esbeestJ'es! HiJ' was weer in het land en den weten J'ullie natuurliJ'k allemaal wie ik bedoel . Juist J'a, Sinterklaas! Wel komt hiJ' ieder J'ear weer wat vroeger, vinden J'ullie ook niet? Nu al in oktober . Toch geat hiJ' altiJ'd pas na 5 december of als J'e kathohek bent: 6 december weer terng near ziJ'n flat in het zuiden van EuroPa. Als dat zo doorSeat, J'ongens en meisJ'es, zit hiJ' binnenkort het gehele J'ear in ors koude kikkerlandJ'e! Wat zou dat fiJ'n ziJ'n! Maar zover is het nog niet . Hebben J'ullie een tiJ'dJ'e geleden toch ook ziJ'n feesteliJ'ke intocht gezien op de televisie, of mochtenJ'ullie niet kiJ'ken van PaPPa en mamma, omdat het zo laat was? Flauw hoor . Nou den zal ik J'ullie eens even haarfiJ'n vertellen hoe dat ging . Sinterklaas werd dit J'ear niet onthaald door Wieteke maar door Karel een reuze vriendeliJ'ke meneer met een kcal hoofd en een mal brilletJ'e . Meneer Karel was heel erg beleefd te8en de Sint, hiJ' was zeker bang dat hiJ' anders mee moest in de zak helemaal near dat verve PariJs . Of nog erger, dat Sinterklaas een gemeen stukJ'e over hem zou schriJ'- yen in dat grote versierde telefoonboek dat ziJ'n oPPerPiet altiJ'd bi'J zich draggt. 2 6 1~QO~f Die oPPerPiet heb ik overiSens nerSens gezien er waren trouwens in Seen velden of wegen Pieten to bekennen die waver zeker noS cadeautJ'es can het inPakken of zoiets. ZiJ'n schimmel, J'ullie weer wel dat witte Pacrd, zaS ik evenmin . Het is natuurliJ'k ook vermoeiend voor zo'n oude man de hele refs op een slome stoomboot en den ook no g op een schimmel moeten zitten, heen en weer wiebelend op het dek. Dat schiet niet op enJ'e kriJ'gt er bovendien nog een nave stekende PiJ'n van ook in J'e blote biPsebeestJ'e . Misschien was hiJ' wel met zo'n hele mooie Slimmende sneltrein ekomen dat ken ik me best voorstellen de Trans EuroP Express bi'J voorbeeld . Sinterklaas zag er oud nit dit J'ear. MaarJ'a, J'ullie moet bedenken dat hiJ' natuurliJ'k gewoon ook heel erg oud is . Zo oud, dat J'e het niet meer kunt teller op de vingers van alle kinderhandJ'es in heel Nederland biJ' elkaar. En dat ziJ'n er heel wet hoor, neem dat maar van mi'J can! Oude mensen worden vaak kcal en hoewel Sinterklaas nog altiJ'd een mooie voile beard had en een koP met veel dik wit hear, verdenk ik hem er stiekem van dat het gewoon cangaPlakt was. Ja ook Sinterklaas is sours wel errs iJ'del! Boven op ziJ'n koP was het flu flinterdun en strak achterover gekamd en ziJ'n messcherpe kin was helemaal kcal . HiJ' droeg ook een mal brilletJ'e, waardoor hiJ' sours wet seniel als J'ullie dat woord niet snaPPen, zoek J'e het maar op in een woordenboek tuurde met kleine Pn'emende oog1'es, maar dat ken ook can de lichtval 8ele8en hebben dat weer ik niet. En hiJ' droeg eengewoon saai herenkostuum ziJ'n mooie tabberd was zeker near de stomeriJ' . Of hij was incognito . err zo'n moeiliJ'k woord: in-cogni- to zoek het maar op in het woordenboek dat J'ullie flu toch nit de kasthebben gaPaktenervermoedeliJ'k niet in terng konden kriJ'gen omdat het zo zwaar was . Meneer Karel viel wel in de smack biJ' Sinterklaas . De Sint noemde hem zelfs - ik citeer- "de 1 tste criticus van Nederland". Weten J'ullie wet dat is een cri-ti-cus? Neen? zoeken den maar weer! Volgens miJ' wist Sinterklaas het ook met of wilde hi'J gewoon maar wet vriendeliJ'ks zeggen tegen meneer Karel, omdat hi'J zo beleefd was tegen de Sint en helemaal 8een vervelende vragen stelde, zoals de mensen vroeger torn de Sint no$ wet J'onger was sours wel deden, biJ ' voorbeeld of hiJ' wel eens hard sloeg met ziJ'n staf . Meneer Karel en Sinterklaas hadden volgens miJ' alles van A tot Z gerepeteerd, want het gesPrek liep gesmeerd, zoals dat heet . Er gin g niks mis . Meneer Karel stelde een ureag en gniffelde, omdat hiJ' bi'J voorbaat al wist wet de Sint gin g jaargang 10, nummer 1 ze$$en . EnJ'a hoes, de Sint $of, vats $riJ'nzend als een oude hond achter ziJ'n sPie$elende brille$laasJ'es, het verwachte antwoord. Nou, J'ullie be$riJ'Pcn wel dat de hele zaal daar verschrikkeliJ'k om moest lachen alsof het de eerste keer was dat ze die antwoorden hoorden . Maar dat was natuurliJ'k niet zo . Want Sinterklaas flikt elke keer hetzelfde trucJe. Het is ookmoeiliJ'k om steeds weer iets nieuws to verzinnen, bovendien lachen de mensen er tech wel om . Waarom zou J'e no$ moeite doen als de mensen J'e ofgelebberde snoePJ'es bliJ'ven eten? Daarom kiJ'ken ze naar televisicPro$ ramma's die als twee druPPeis water op elkaar lJiken en lezen ze bladen als de Yes die elke week weer over hetzelfde $aan of ze lezen roman van schriJ'vers die ze$- cn dat ze iedere keer weer hetzelf de hock schriJ'ven . Sinterklaas begins zo ei$enliJ'k steeds meer to laiken onp iema-nd dens die ook al erg oud is en rinds 's mensenheu$enis mee$sat: de volksschriJ'ver Gerard Reve . Als hi'J op de buffs verschiJ'nt is het altiJ'd lachen, $ieren, brullen $eblazen . De Sins staat weliswaar no$ niet in "een wit behan$errPak in Carre" zoals hiJ' desUjds ietwat smalend neerschreef in ziJ'n $roto telefoonhock over de Liefdesauteur 'J' was $ewoon J'aloers op diens succes denken J'ullie ook niei2 mass dat komt no$ wel als het zo door$sat. Dan kunnen ze samen leuke oPtredens 8aan verzor$en voor alle kinderen in het hele land. Of tech maar niet? Sinterklaas is een be$enadi$d verteller en een grote kindervriend , mass het words tiJ'd dat hiJ' en vele andere sinterklazen eens van het scherm verdwiJ'nen want daar horen ze niet thuis . Ze moeten weer eens was nieuws $aan bereiden. UiteindeliJ'k hebben J'ullie tech ook liever kakelverse PePemeter in Plasts van die taaie taai taxi, die J'e te$en heu$ en meu$ voor zoete koek slikken meet? Of ziJ'n J'ullie van die snoePerds, die het met Ssat om kwa-li-teit mass kwan-ti-teit? In dat $eval zouden J'ullie er eens flunk van moeten luster deugnieten. Een $rote Portie billekoek dat is waar J'ullie behoefte aan hebben! Henk Hardeman Een blauwdruk voor de poezie De bindende factor in de bundel Stem order m1i'n bed van Esther Jansma uit$everiJ' De Arbeiders- Pers, 1988 is een levensverhaal . Dit komt in de modern Nederlandse Pn"zie ei$enliJ'k mass betrekkeliJ'k weinig voor. Het is met eigen aan Belan$riJ'ke Poezie dat een 'i~k' rich direkt nit dat de indrukwekkende momenten nit een leven worden verwoord . lets dat op persoonliJ'ke exPressie liJ'kt, is biJ' voorbaat verdacht . Greensleeves klinkt op de achter$rend . We ziJ'n inmiddels $ewend aan dichtkunst van indirekte aard. Zo vanzelfsPrekend is dat voor ons dat we verontwaardigd sea$eren wanner iemand $edichten leest als betrekkin$ hebbend oP levenservarin en van de dichter . De affaire condom NeeltJ'e Maria Min no$ niet zo lan$ $eleden, is daar een voorbeeld van . Het verhaal van Stem order miJ'n bed last zich vertellen als dat van een roman . Het eerste en belan$- riJ'kste feit is de echtscheidin$ van de ouders van de `ik'-Persoon . In het $edicht `Scheidin$' vat ziJ' in afstandeliJ'ke $rote-mensentaal de kinderliJ'ke emetics van dit cruciaal moment in haar 8eschiedenis : Huizen waxen smalle ruimten mensen kwaad, behalve1'i'J . AJlJ was van miJ, een sPie8e , an 8 wanner de heersers sehreeuwden Niet alleen de schreeuwende heersers mass ook het meisJ'e meet scheiden. "Dochters waxen we en daarin samen" zegt ze, totdat "braze lan$e daps apart" begon . De eerste afdelin$ van de bundel `Maar geen bemanning', beslant de kundertiJ'd. In broze 8educhten words van kinderan$step en kinderliJ'ke verbeeldin8 verhaald . De stem order het bed het onbe~' iP omtrent de deed, het verlan$en we$ to kruiPen, of$esloten to ziJ'n . een al to eenvoudi$a wuJ'ze liJ'kt Jansmahier$ewichti$heid--die al snel met deze thematiek samen$sat -to omzeilen: ze beschri'Jft de altuJ'd wel ontroerende belevin$swereld van een kind. Maar het PerjOOyS z7 sPectief is dat van de volwassen vrouw, en de `kinderliJ'kheid' verzandt nergens in geforceerde vertedering, in effect-beJ'ag. Het tweede deel van de bundel `SlagziJ' maken', gaat over de liefdes van de zich inmiddels "vrouw" noemende 'ik'-figuur . Stranden en steden vormen bet decor van erotische taferelen. Echo's uit de kindertiJ'd ziJ'n hoorbaar. Het verlangen afwezig to ziJ'n, de geest waarvoor bet kind angstig was. Maar van de scheiding, die toch gedurende de "lange daps" haar stemPe1 op de emoties drukt words niet gerePt . Het is een deel van bet verleden waarmee de vrouw zich met geconfronteerd wil weten . Anders words dit in de elf gedichten van de derde afdeling`Portretten' waarin de vrouw tekenen van bet verleden net . BiJ ' voorbeeld in een foto van haar vader. Maar of ze deze confrontaties op PriJ's stelt is met duideliJ'k . Boezemt de herinnering haar angst in of zoekt ze "bet blikveld van vroeger" zoals ze dat in `Kom nou bier' omschri'fJ t? Haar houding ten oPzichte van bet verleden is onzeker en twiJ'felend . De vrouw heeft in `Portretten' was afstand genomen van de liefdesavonturen uit de vorige afdelipg . In `De reiziger' beschriJ'ft ze biJ' voorbeeld in afstandeliJ'ke termen van suPerioriteit hoe ze de taferelen van de liefde observeert in Phats van eraan deelneemt : "strakke wine broeken slaan er oP het nitme dat vrouwen verlangen" beet bet sPottend, en "alle meisJ'esIkammen bun haven" . Er is enig cYnisme in bet leven van de vrouw gesl°pen . In `Dienares' verhaalt ze van een niJ'vere barvrouw met ~'ote oorbellen die de koningin is voor weemoediga vrienden aan de bar. Prachtig ziJ'n de regels Haar middel bee ze dicht8esnoerd met leer zo breed als mannenhanden . Waar weemoed tussen vrienden ban8t weet ziJ ' zich konin8in - maar koud; haar hakken tikken achteloze lie - desliedJes. In het laatste dee `De voile vrouw', is de J'eugd voorbiJ' . Haar niet onvoorwaardeliJ'k welkome volwassenheid ontleent de vrouw aan haar zwangerschaP. "Maar Plotseling ben ik zo groot", verzucht ziJ' . Ze words zich bewust van haar levensverhaal dat lapgzaam maar onafwendbaar rond words . "Lapgzaam words ik miJ'n geschiedenis en ldeiner" staat er in bet titelgedicht van de afdeling . De werkwoordsuitgangliJ'kt de onmacht van de vrouw to ver~ 'oten : ze ziet iets gebeuren waaroP ze geen vat heeft . Jets dat `ik' heet words geschiedenis. Of hebben we bier to maken met een Productief misverstand tussen autear en zetter? In bet laatste gedicht van de afdeling `ZwangerschaP' moet de vrouw onder ogen zien was haar Phats is in de voortgang : ze is deel geworden van de generaties voor haar: De 8eneraties voor me, die waren loch niet meer dap 8 rondsto . Die men8den zich toch met een doel, our mJi', deJ'on8ste god? En ik zou loch een steep zJi 'n, een vorm en de reden in een? Gewoon, ik slolaccoord van de tiJ'd? Ze had gedacht dat de voriga genesties er alleen voor haar, deJ'ongste god, geweest waren maar nu overheerst biJ' haar de twiJ'fel aan zichzelf aan haar eigen betekenis . Zi'J baart een kind en words daarmee schakel in de ketting van de geschiedenis. ZiJ' is onderdeel van de cYclus omdat er rich in haarnieuw leven vormt . Niet ziJ', maar haar kind is bet eind van haar verhaal . Sours ben ik bang . Ik be8riJ'P he: pies 8oed. Hoe volmaakt is een god die veranderen moel? Na ditgedicht mdet in deePiloog de wereld welhaast instorten. Maar de geboorte van haar kind schenkt de vrouw in dit slotaccoord vrede met haar rol in de cYclische geschiedenis . Deze8eschieden s last zich n et beinvioeden door haar verhaal . Het is Precies andersom . Haar verhaal is een ofgeleide van de geschiedenis : ieder verleden liJ'kt "op de grand waarin het lag". En die grond niet het PersoonliJ'ke verhaal is bet onderwenP van de Pce"zie. Particuliere emoties en Problemen hoe ~'oot en belangriJ"k en waarachtig ook echtscheiding, angst, liefde , ziJ'n niet meer dap resten momenten in vergeliJ'king met bet geheel waarin alle gebeurtenissen ziJ'n oPgenomen . Het is deze in zekere zip mYstieke eenheidsgedachte, die ten grondslag ligt aan de Poezie . Stem onder miJ'n bed is daarom op thematisch mveau een blauwdruk voor de Po - ezie . De bundel eindigt met de Progl'ammatische verklarin8 De dichter die ik zJi 'n wit, de voddenman, verzamelaar van resten, momenten, barsten in din8en, brailleschri , onlci' ert uildrukkin8en van steeds datzel de 8ezicht . Ondanks deze Pce"ticale'conclusie' schetst Stem onder miJ'n bed de geschiedenis van een vrouw . De thematiek die in de slotgedichten tot algemeenheid en abstractie verheyen wordt is ontleend aan bet leven van "de voile vrouw". In Jansma's jaargang 10, nummer 1 bundel Ssat het over echtscheidinS, over angst, over oorloS, over Beiroes . Het voile levee van een vrouw, die langzaam haar geschiedens wordt en kleiner . Jansma is niet de eniga die beantwoordt aan het aPPe' 1 dat alJ'arse op de Nederlandse dichters words Sedaan. Ook andere dichters een Paar J'aar Seleden Presenteerden ze zich zelfs als ~'oeP SinSen haar voor. Jansma's bundel is toch biJ'- zonder omdat `het voile levee' nergens in haar debuut oPSeblazen words tot de schreeuw van de `ex- Pressie-om-de-exPressie' . Het is geen moeiliJ'ke, maar wel echte Po ezie. NerSens voeSt ze jets Semaakts jets oPzetteliJ'ks -en dus jets on-Poetisch -- toe aan was ze zegSen wil . Jansma last zien hoe krachtiSe, betekenisvolle Sedichten die werkeliJ'ke wereldse Pro - blemen aan de kaak stellen, zuivere muzikale poezie kunnen ziJ'n. Haar verzen hebben hebben het aanSseams van de muziek zonder dat ze zanSeriS en betekenisloos zjJ'n. Het is zelfs steviSa kost die net in de krachttaal van de clichematiSa bombast vervalt . De Sedichten ziJ'n stabiel. Dit bereikt Jansma door de buitenSswoon SelukkiSa formulerrnSen uitstekende PraSnante sfeertekeninSen en fraaie vondsten . Jammer dat haar metaforen vaak was to weini S kleur aan de kale observatie Seven. Als de ochtend words voorSesteld als "blauwe oceaan" of het gezicht van een oude dame als "verschrompelde ballon", dan mis ik in die beelden de verrassinS die ik van metaforen verwacht . Stem order mqn bed kan bezwaarliJ'k vernieuwend Senoemd worden . Jansma heeft wat dat betreft net de illusie de hemel te bestormen . Haar fiJ'nzinnSa Poezie SetuiSt echter van een PersoonliJ'k vakmanschaP . die persoonliJ'kheid most de bundel dan ook beoordeeld worden . Ben aanSseams lichtvoeti eid kenmerkt dit debuut. En aanSezien het in de Poezie om honderden milJ'oenen "uitdrukkinSen van steeds datzelfde Sezicht" Ssat, komt het er zeer op aan dat de dichter die uitdrukkinS persoonlJi'k doer ziJ'n. Haar soon most De jazzversies van Julio Gites is een door de France uitSever Gallimard samenSestelde bloemlezinS verhalen van Julio Cortazar . Een samenraaPsel uit twee verschillende bundels waarbiJ' de samenhanS leliJ'k verloren Ssat. Echter dat is slechts schiJ'n, zo ontdekte criticus Julian Garavito. Het personage Luis Funes bracht hem op het spoor . In twee verhalen komt die naam voor . In een van die twee verhalen PleeSt het betreffende personage zelfmoord. Die onhandiSe France uitSever had uitSerekend dat (later Seschreven verhaal voorin • bundel Sezet. Niet Soed voor de toSica maar daardoor lies Garavito zich niet misleiden: de constants • rode draad was gevonden. Hiervan kiJ'kt Cortazar op: hi'J had zich niet Berealiseerd dezelfde naam vaker Sebruikt to hebben maar most Garavito SeliJ'k Seven: • familie Funes in het andere verhaal had wel deSeliJ'k een telS met de naam Luis . De vondst zet hem aan het denken: misschien was de ene Luis inderdaad de andere misschien is er een verband dat hiJ' niet Sezien had. ik haardiS verbaasd want miJ'n verhalen ziJ'n altiJ'd met eniSa reSelmaat als kokosnoten oP miJ'n hoofd Sevallen en ten slotte verzameld in drie of vier manden waar ze Soed op hue P lasts lJiken to ziJ'n behalve dat er nu volSens Garavito nets minder dan een draad is die ze heimeliJ'k verbindt en dat eigen ziJ'n, zodat het oude lied als neuw klinkt . Jansma belooft aan het koor van Nederlandse dichters een biJ'zondere stem toe to $aan voegen . Lambert Geytenbeek stoort me want kokosnoten hebben me altiJ'd hooSst onafhankeliJ'ke vruchten geleken die afzanderliJ'k aan Palmbomen Sroeien en valise wanner ze daar zin in hebben." Reis om de da8 in tachti8 werelden is d~ vertalinS van een bloemlezinS die Gallimard in 1980 maakte nit twee verhalenbundels . Die wetenschaP zal de lezer er niet van weerhouden biJ' het lezen naar een rode draad to zoeken . En terecht. Br is van alles to vinden: jazz, reizen, de relatie werkeliJ'kheid-kunst de sPieSelfing tussen deel 1 en deel 2: materie-antimaterie, de kat Thendor W. Adomo variaties op de naam Julio Jules Julian Juliet et cetera en zelfs de illustraties . Maar op bladziJ'de 187 words die niJ'veri- Se en nauwkeuriSa lezer-in naam van Julian Garavito - Secorri- Seerd. Het boek is een mandJ'e vol losse hooSst onafhankeliJ'ke kokosnoten nets meer & nets minder . Jazz Voor de titel Reis om de da8 in tachti8 werelden bedankt Cortazar naast Jules Verne ook Lesser Young, die hem met ziJ'n versie van `Three little words' de vriJ'heid Sof om op het bekende SaSeven to varieren. Jazz was voor Cortazar de insPiratie om to varieren oP een thema: jazz-omwerkinSen Seven neuyW529 we invalshoeken aan bekende melodieen. Zo is ook Rei's our de dag geschreven. De verhalen ziJ'n jazzversies van bekende ook eigen verhalen of van een film Louis Malle's documentaire Calcutta - een broeierig stuk met de frame titel `ToeristentiP' , van schilderiJ'en `Land, genaamd AlechinksY' en zelfs van J'azzmuziek `De refs our de piano van Thelonious Monk') . Toch is er een bindende factor . Een rode draad tosses de kokosnoten zo men wil maar Cortazar niet . De cronopio. De cronoPio is een enthousiasteling . an idioot sours die zich met stoort aan de wereld of de werkeliJ'kheid. Iemand die niet voorzichtig is in ziJ'n of haar enthousiasme. Een cronoPio sPaart geen geestdrift voor een geslaagd affiche nit vrees Bat er superlatieven to kort schieten voor een Picasso . Een cronoPio durft `overdreven' to does over een sPinneweb in de dauw, zonder lof in reserve to houden voor de avond Bat King Lear words oPgevoerd . De cronoPio heeft het kinderliJ'k enthousiamse behouden en words daarom beniJ'd door de menses die de onvolwassenheid `idiotic' noemen. Wat moeten ze anders? ZiJ' kunnen niet meet genieten van het geluid van een eend omdat ze weten meet niet Bat Dietrich-Fischer Dieskau interessanter klinkt . ZiJ' ziJ'n ons medeliJ'den nauweliJ'ks waard . Met het enthousiasme van de cronoPio worden de verhalen aaneengeregen. SchiJ'nbaar losse verhalen over materie en antimaterie over to weimg 8elezen Zuid-Amerikaanse schriJ'vers, over ziJ'n ei8en romans Rayuela: een hinkelsPel en 62 bouwdoos over Louis Armstrong "aartscronopio" Clifford Brown, Charlie Parker Lesser Young, over het restmateriaal van deJjazz de 'alternate takes' onafgemaakte °Pna - 3 0 ioo3 mes onderbroken sessies eerdere versies . En in ziJ'n enthousiamse heeft hiJ' veel to vertellen er is ruim- :e tekort voor ziJ'n ideeen . Een voorbeeldJ'e, een van de mooiste : wie zichzelf kan leren ontwaken in de Broom our in die Broom weer in slagP :e vanes to dromen en te ontwaken overschriJ'dt biJ'zondere enzen ; raakt - als een russisch PoPPetJ'e - steeds vender weg van de werkeliJ'kheid komt steeds dichten biJ' volmaakte zelfkennis . Vooral de titel van Bit hoofdstuk is een Prachtiga vondst : `Voor een grotonderzoek aan huffs' . Zo vraa8t alles our aandacht : het boek is overvol . De verteller struikelt regelmatig over ziJ'n verhaal . Sours biJ'na letterliJ'k: Ban haalt hi'J het eind van de zin niet. Het bezorgt de lezer ademnood maar grondige lezing > eh nu J'a loon : . Ben verhaal Bat uit halve zinnen bestaat is niet steeds even begriJPeliJ'k maar wel biJ'zonder suggestief: "De eerste our miJ' te beschuldigen was zal hem hebben gebeten, biJten in de liefde is niet Nu weet ik Bat als de ochtend komt waaroP ik De cooed zal hem ontbreken our de toort voor to beengen naar Ik zal tot het erode naar Bat raam kiJ'ken terwiJ'1 1k zal hem tot het einde biJ'ten biJ'ten in de liefde is niet zo" (nit : `De brandstaPel met een' Krokodillen Een fraai onlogisch artikel is `Over de uitroeiing van krokodillen in Auvergne' . Cortazar verhaalt o P documentaire wiJ'ze over de Problemen van de krokodillenJ'acht: "men wee: van niemand die heeft verklaard ooit een krokodil in Auvergne to hebben gezien" . Er is zelfs zo weinig spoor van de krokodil Bat er wel van een comPlot sPrake moet ziJ'n. Daarom is alles in stellin8 gebracht. In feite kan men stellen dat ergeen krokodillen meet in Auvergne ziJ'n, zo grondig is de J'acht voorbereid. &n slim MontY Python-achtig nieuwsbericht. Maar ik ben er niet zeker van dat het bli'fJt biJ' dit snort onschuldige', looter komieke mYstificaties.1k begin een beetJ'e to vrezen Bat de voornoemde Gallimard- bloemlezing Gites met werkeliJ'k bestaat zoo de uit8 even' J zoiets does zbnder de toestemming van de schriJ'ver to vragen - zoals biJ' De refs our de da8 we! 8ebeurd is?) . En misschien verschiJ'nt Luis Fuses wel voor het eerst in Cortazar's oeuvre op Pagina 187 van Bit boek en is Julian Garavito let ook op de voornaam Pore fictie . En Ban is de verbazing van Cortazar ges eld. Het zoo niet de eerste keen ziJ'n Bat hiJ' mYstificerende uitsPraken over ziJ'n werk doer . Het moet alles eenvoudig nit to zoeken ziJ'n, maar ik durf niet zo goed meet. De refs our de da8 in tachti8 werelden is weliswaar "een hock waarvan alleen de werkeliJ'kheid en de titel vaststaan" maar moet de lezer rich daaraan stores? Bertram Mounts N.B . lk heb het toch maar uitgezocht . Garavito Fuses de bundel alles bestaat . Gelukkig maar . jaargang 10, nummer 1 Charlotte Govaert en Francine Smink Literaire uit8everJi 'en hebben een ei8en `nest8eur' zoals Theo Sontrop, voormali8 directeur van De ArbeidersPers, dat eens omschree . Het verschil tussen uit8everiJ'en words vooral bePaald door het onds, het 8eheel van titels dat een uit8everJ i ' uit8ee t . Maar wanner en waarom worden bePaalde boeken uit8a8even wie beslist daarover, op welke 8ronden? Hoe werkt een uit8ever? In deze tweede a everin8 van de serie `Het bedri ' vertellen twee uit8evers over hun werk. itgeveriJ uerido uerido words wel omschreven als een sJ'iek, oud uitgevershuis maar van Els van Eeden directie-assistense van uerido mag eat sJ'iek er wel af. Met onder andere De ArbeidersPers vormt uerido de uitgevers ~o'eP Singel 262, die zelf weer onderdeel is van de WeekbladPers . een aantal gezamenliJ'ke faciliteiten na zoals de boekhouding en de verkooP, werken de uitg everiJ'en van Singe! 262 zelfstandig, Brido geeft voomameliJ'k Nederlandse literaire werken en vertaalde kinderboeken uit . Een graeP uit de fondsliJ'st : Gerrit Achterberg, Hells Haasse P .F. Thomese C .O. Jellema Marisa Mathi'sen Gerrit Krol Theun de Vries . De pockets van uerido de Salamanders, ziJ'n de oudste reeks in Nederland . In de se- Het Bedrijf 2 De uitgeverij `Boeken uitgeven is het publiek verleiden . rie Moderne Klassieken worden wel vertaalde boeken uitgageven maar de nadruk liSt op Nederlandse werken. Directeur Ary Langbroek werkt samen met twee hoofdredacteuren waarvan er ddn de kinderboeken voor ziJ'n rekening neemt en een deel van het Prozafonds en de ander de ezie secundaire literatuur en de andere helft van het Proza- Ponds. De tank van de hoofdredacteuren bestaat uit het begeleiden van auteurs en het lezen van manuscriPten. Langbroek : "Wanner de betreffende hoofdredacteur en ik een boek 8oed vinden, dan geven we het uit. De verwachting of iets commercieel een succes words sPeels daarbiJ ' 8een ml" . In een interview in de NRC zei hiJ' : "Wanneer ik een manuscript onder ogen kriJg' , heb ik 8een idee of het verkooPt, ik weet sheen: dit vind ik mooi of dit vind ik niet mooi ." Kenmerkend voor erido noemt Langbroek de vertrouwensrelatie met de auteurs. Alle auteurs kriJg' en evenveel aandacht hoewel de den daar meer behoefte aan heeft dan de ander. Sommigen laten een manuscript al in een vroe8 stadium lezen anderen leveren het karat en klaar in. Langbroek vindt het belangriJ'k eerliJ'k to ziJ'n tegen ziJ'n auteurs ; als een manuscript niet deugt zegt hiJ ' eat hoe PiJ'nliJ'k eat - zeker voor gevesti8de schriJ'vers - ook is. Twee a drie keer per J'aar words werk van een eigen schriJ'ver geweigere . "Je moet J'e schriJ'vers een beetJ'e beschermen. Sours hebben ze 8een idee van de kwaliteit van hun laatste werk, vinden ze het zwakker dan was ze twee J'aar geleden gedaan hebben. Maar de meesten vinden hun meest recente boek het monist." De Wereldbibliotheek Anders dan biJ ' uerido bestaat het literaire fonds van de Wereldbibliotheek voor het overgrote deel uit vertaalde literatuur . Dit is niet van oudsher het gevah het eerste boek eat uitga8even were was Sara Bur- 8erhart . Behalve literatuur geeft de Wereldbibliotheek non-fictie uit • een geschiedenisserie een serie over filosofie en de reeks WetenschaP. Fictie neemt de gr ootste Plasts in . Bekende auteurs van de Wereldbibliotheek ziJ'n Isabel Allende en Alberto Moravia. Wat het eerst oPvalt aan de boeken van de Wereldbibliotheek is de uniforme vormgeving . Directeur en eigenaar Joos Kat: "In 1984 heb ik Joost van de WoestiJ'ne gevraagd our met een stiJ'1 to komen waar ik twintig J 'aar mee toe kon ." HiJ ' 8elooft eat die uniforme vormgeving den van de sterke Pomen van ziJ'n uitgeef beleid is . In de loop der J'aren verzamelde Kat een ~P van lezers our zich heen die buitenlandse boeken leest die eventueel in aanmerking komen voor vertaling . Hun bevindingen noteren ziJ ' in een leesraPPort . Zelf leest hiJ', indien voorhanden, een Engelse of Duitse vertalin8, omdat hiJ ' anders 8eheel afhankeliJ'k zou )ooys 31 ziJ'n van het oordeel van andere mensen. Kat geeft een boek uit wanner de leesraPPorten Positief ziJ'n en hiJ' een bevredigend antwoodd kriJg' t op de vraag : `Was words de Nederlandse cultuur er beter van als dit boek vertaald w.ords' De Plaats die een boek in de eigen cultuur inneemt is voor Kat nooit reden om uit to geven. Wanner een uitltever een buitenlands hock uit wil geven moet hiJ' de rechten van dat boek koPen . HiJ' doer daartoe een hod aan de autear of diens versegenwoordiger, de literaire agent . Slechts twee a drie Procent van het totale aantal buitenlandse boeken dat J'aarliJ'ks biJ ' de Wereldbibliotheek gelezen en beoordeeld words is interessant genoeg. De bedragen die voor de rechten betaald worden 1°Penuit-een van 3.000 .- tot 25 .000.- het hoogste dat Kat ooit betaalde. "Maar " zegt hiJ', "The sky is the limit ." Kat wil de vertalinlt zo snel mogeliJ'k na de oorsPronkeliJ'ke uitgave laten verschiJ'nen maar dat lukt zelden . "Het komt maar den keen per J'aar voor dat een vertaling oP tiJ'd binnen is . In het contract dat met de vertaler gesloten words is weliswaar een ontbindende voorwaarde oPgenomen, maar als uitgever heb J'e daar alleen J'ezelf mee. Uitgeven is met mensen omgaan die hun creatieve Potentie aan J'ou lenen, J'e bent afhankeliJ'k van mensen op een manier die J'e niet kunt afdwingen." Kat Probeert zoveel molteliJ'k PersoonliJ'k kennis to maken met ziJ'n tentiele auteurs hoewel dat gezien de afstand net altiJ'd realiseerbaar is . Maar als het even kan zoekt hiJ' ze op of nodigt hiJ' ze uit. "WiJ' willen een auteur uitgeven1 en net een boek . Als iemand een goed boek geschreven heeft en met de rest van ziJ'n oeuvre kunnen we nets dan hangt hiJ' of zi'J aan een ziJ'den draad ." Ook kiJ'kt hi'J naar de Persoon van de eventueel uit to geven auteur. "Je moet ontdekken was J'e uit het leven of de PersoonliJ'kheid van een auteur kunt gebruiken om hem of haar in Nederland Profiel to geven . Uitgeef- en verkooPbeleid kunJ'e niet van elkaar scheiden . Een boek uitgeven is het Publiek verleiden tot kennisnemen van een boek en van de autear. Boeken horen tenslotte biJ ' de mensen thuis ." Bicehton bij d e duivel Beide uitgevers hebben versegenwoordigers die contacten met de boekhandels onderhouden . Langbroek noemt het een voordeel dat uerido deel uitmaakt van Singe! 262, omdat J'e samen sterker staat togenover inkooPcombinaties van boekhandels. "De boekhandel is aan het klonteren. De Librisboekhandels De bi'enkorf V&D AKO de Kluwerboekhandels ziJ'n hele gr'oteklanten die als inkoPers een sterke onderhandelingsPositie hebhen . Als Libris zegt : `1k wil dat boek wel hebben maar met viJ'ftig Procent korting', dan is het buigen of barsten ." Kat beaamt dat hiJ' het op dit gebied als zelfstandiga uitgever moeiliJ'k heeft . Voor hem ziJ'n joist de kleine boekhandels van belang. Beide uitgevers zeggen de signalen uit de boekhandel zeer serieus to nemen . Kat zelf begonnen als boekverkoPer, gaat wel eens met omslagontwerpen naar een boekhandel . Zelfs `uitgeefPlannen' wil hiJ' daar wel eens besPreken. Ook de boekenclubs ziJ'n belangriJ'ke afzetkanalen . Theo SontroP omschreef het aanbieden van beeken biJ' een boekenclub eens als `bi'J de duivel to biecht gaan'. Wanner een boekenclub een titel in het foods oPneemt, kan de uitgever de oPlaga vergroten. In roil daarvoor bedingen de boekenclubs hoge kortingen, die tot zeventig Procent kunnen oP1oPen . Er ziJ'n uitgeveriJ'- en die voortbestaan biJ' de gratie van de boekenclubs maar dat is niet het geval biJ' uerido en de Wereldbibliotheek. Rampverhalen Zowel Langbroek als Kat onderhouden zor lnu'ldig de contacten met literatuur-critici . Ze ziJ'n beide van mening dat J'e als uitgever gerust een criticus mag bellen om to vragen waarom een bePaald boek nog net gerecenseerd is. Maar of Positieve recensies nu echt zorgen voor een betere verkooP? Het laatste boek van Van der HeiJ'den vloo g de winkels nit maar Langbroek betwiJ'felt of dat door de PaginaSrote recensies kwam. "De mensen zaten op dat boek to wachten. In dezelfde tiJ'd verschenen Prachtiga besPrekingen van Zuidland van P.F. Thomere maar daar ziJ'n er weinig van verkocht. Je komt er nooit achter was de impact van recensies is ." Kat benadrukt dat de uitgeveriJ'en ook van belang ziJ'n voor de pers . "Hele katemen bestaan biJ' de gratie van boekuitgevers ." Ben uitsPraak van Fens hangt biJ' hem aan de moor: "Recensie-exemPlaren zouden of g eschaft moeten worden uit re~t voor het boek. &n boek hoor J'e to koPen!" Kat benadrukt dat moodtot- mood reklame voor een boek altiJ'd nog de beste reklame is . Hi'J heeft de neiging to gcloven dat een goed boek zichzelf verkoo'Pt . Maar het heeft wetgoede begeleiding nodig, zegt hiJ', en een uitgever kan een goed boek zeker verpestep . Over het Van Dis-effect auteurs die biJ' Van Dis aan tafel schuiven hebben hun kostJ'e gekocht heeft Kat een uitgesProken memog: het heeft alleen effect als er was `gebeurt' op het scherm . HiJ' kept ramPverhalen van uitgevers wier auteur geen enkele indruk maakte, terwiJ'1 de herdruk van het hock al klaar lag . jaargang 10, nummer 1 Uitgeven en uitgeven Hoe zien beide uitgevers de toekomst? Ary Langbroek vindt het niet gemakkeliJ'k jets to zeggen over de ontwikkelingen in uitgeversweread . De ere uitgever words zelfstandig, andere ujtgevers fuseren. HiJ ' signaleert wet een Praces van verschraling . "ViJ'ftien Jj aar geleden verkochten we van een gewoon aardig boek 3 .000 exemplaren die gingen zo de wereld in, en dat zjJ'n er flu 1 .500 of 1 .000 . Tegenwoordig verkoPen we van mjn- Ilglqll forum Z der letteren der titels veel meet exemPlater ; bestsellers. Per saldo gaat het dus goed." Maar: "Poezie had viJ'ftien Jjaar geleden een oPlaga van 1 .500 en char verkochten we er dan 1 .200 van nu maker we een oplaga van 750 en daarvan gaan er on8eveer 400 de wereld in. Het is schandeliJ'k en het is njet to doorbreken ." Ook Kat signaleert de trend dat uitgeveriJ'en de Produktie terngschroeven en noemt Meulenhoff die van circa 140 tjtels terng is gagaannaarongeveer 80 titels per Jj aar. Zelf wit hi'J Per Jj aar niet meet dan twintig titels I IUi U I i tijdschrift voor taal- en letterkunde Het decembernummer van Forum der Leneren zal een speciale aflevering zijn, gewijd aan het thema oratuur en literatuur, schrift en gesproken woord . Het nummer bevat artikelen over taalfilosofie (Ger Groot over Derrida), welsprekendheid en literaire stijl (A.D . Leeman over Cicero), een honderd jaar oude controverse over de prioriteit van spreektaal (Jan Noordegraaf over Taa1 en Letteren), en orate elementen in Caribisch- Britse romans (Isabel Hoving over Collins en Nichols) . Het themanummer kost f 25,- (incl . verzendkosten), en is rechtstreeks to bestellen door overmaking van f 25,- op gironummer 68750, t .n.v . Smits B .V., Den Haag. Wie met ingang van 1992 een abonnement neemt op Forum der Letteren krijgt het decembernummer 1991 als welkomstgeschenk . Een abonnement (4 afleveringen per jaar) kost in 1992 f 70,- (voor studenten f 65,-; voor instellingen f 100,-) . Voor een abonnement kunt u zich wenden tot Uitgeverij Smits B.V., Postbus 276, 2501 CG Den Haag, telefoon (070) 389 5390 . uitgeven. Van C. Buddingh' is de uitsPraak dat een uitgever meet om ziJj n inkomsten denkt dan om ziJjn uit8aven. Joos Kat is het char oP twee manieren niet mee eens . "Een ujtgever denkt J'ujst heel veel aan zjJ'n uitgaven omdat ze hem zorgen barer . Een uitgever is een ujtgever in twee oPzichten: hjJ' geeft geld uit en hjJ' geeft boeken uit. Ads hij geld verdient stoPt hjJ' het weer in zjJ'n boeken. Uitgevers warden nooit riJ'k " Vertaling : Opdracht Dedication 3 4 1ioots OPDRACHT De heilloze euvelmoed van weer en wind , Het woedende verkeer, dood ziekte 't ei en Bestel der wereld zelve - zil' bedrei8en Het eni8a wat mi1' aan't leven bindt . Hierdoor is 't dat het hart zi1'n maatsla8 mist Bil' de 8edachte, in de oP8eschrikte nachten Aan 't kind dat me elke dood zou doen veraehten Wanneer ik hem daardoor 8ebor8en wist . Wat zou het duister van verraad en Pi1'n Te8en die onbeto8en ze8en we8en? Als ik zi1'n hand1'e in mi1'n hand voel 8ele8en Kan ik niets dan volmaakt 8elukki8 zi1'n . O onmacht van het diePste, vote sPi1't - Dat hem mi1'n lie de steeds niet kan omrin8en En en8elen met onkerende klin8en Tot li1' aeht stellen om zi1'n weerloosheid, J.C. Bloem jaargang 10, nummer 1 DEDICATION The heathen boldness o the weather, rrife With spite, raging traffic, death- disease even The v nature o the world - they threaten The only thing attaching me to lie . Because o this my heart will miss a beat When I begin to think, on startled wakenin8s , 0 him the child or whom I'd scorn death's reckonings, I knowin8 he were sae because o it . How could the darkness o betrayal and pain Equal the weight o that unbounded blessing? When I feel my hand his small hand >xssessin 8, No less than pa ect happiness is mine . 0 the sorrow, deepest powerlessness, That my love cannot circle him forever, J Make swords o an8els glistening bright with fervour Eternal guards of his defencelessness . .C. Bloem Vertalin8 Maureen Peeck. Signitica en letterkunde Theorie en praktijk bij Van Eeden Jan Nap * Dit artikel is een bewerkin$ van de lazing die ik op 10 maart 1990 hield voor de Nederlandse Verenigin$ van Algemene LiteratuurwetenschaP to Amsterdam . Ze kwam tot stand in bet kader van bet door NWO gesubsidieerde onderzoek'De Plasts van de si ni fica in bet werk en de poetics van Frederik van Eeden' (Stichtin$ LiteratuurwetenschaP, pro1'ekk nr. 301-179-059) . 1 Inleiding "Een cursus in Sigru'fica had alle ellende van de fransche revolutie voorkomen" schril'f t Frederik van Eeden op 7 l'uni 1908 in zlin dag boek. Wanner men weet dat si~'fica een taal- en begriPskritiek is, dan kan men op ~'and van bovenstaande aantekening slechts tot twee conclusies komen : ofwel bet betreft bier een uitsPrack van een wereldvreemd iemand ofwel significa is jets heel bil'zonders . Hoewel ten aanzien van Van Eeden beide conclusies in zekere zin eniga geldigheed hebben kan men zonder reserve stellen dat voor Van Eeden signif ica bet antwoord leek to zi)'n op tal van maatschapPel like, sociale, religeuze en Politieke Problemen. Men dient to bedenken dat hi)' zi)'n da$boekaantekening maakte in een til'd waarin wereldoorlogen nog onbekend warm en waarin bet streven van velen gericht was op bet verbeteren van de verstandhoudin tussen zowel volkeren onderling als tussen de individuen van een yolk . De taal zou in dat proces van "verbroedering" een fundamentele rol moeten sPelen . In bet dagboek, de studies en in bet letterkundega werk van Van Eeden treft men met 8rote regelmaat taalkritische oPmerkingen aan in de trant van : de taal schiet to kort als uitdrukkengsmiddel mensen be~l"P en elkaar niet omdat zil ' woorden hanteren in wisselende betak enissen taal en werkelil'kheid zil n verschillende dingan, en tenslotte : met taal - vooral wetenschaPPelil'ke en reli 'euze - kan men macht uitoefenen . Het is uiteraard met verwonderlikl dat een auteur worstelt met bet taalmateriaal . Voor Van Eeden sat bet echter niet om een robleem dat op zichzelf staat~• de m~elel'kheden en onmogelil'kheden van de taal bangen nauw samen met zil'n ontolo ~'sche en aPistemologische oPvatten$en . Andergs ezged: Van Eedens opvatting l en over bet Zin, over hoe de were1d in elkaar steekt en over de manier waaroP de mans van dat alles kennis kan krilg' an, staan in direct verband met zi'n toalfilosofie . Om to begril'Pen wat Precies de portee is van Van Eedens dagboekaantekeneng uit 1908 is bet van belang om to weten w elke lasts die significa in zi'n denken, in zil'n poeteca en in zi ln werk inneemt. Daartoe wel ik allereerst ingaan op de belan~" elke s tudie uit 1897 met de veelze ende titel Redekunstiga ondslag van jaargang 10, nummer 1 verstandhouding' our vervolgens exemPlarisch aan de hand romanPassages enkele taalkritische en si nifische asPecten aan de orde to stellen . 2 Redekunstige grondslag van verstandhouding In de periode 1893 tot 1897 schrijft Van Eeden de Redekunstige grondslag van verstandhouding'. De studie vormt een synthese van zijn opvattingen over werkelijkheid, kennis en taal, zoals hij die in eerdere studies had uiteengezet en markeert tevens een afsluiting (namelijk afscheid van de Beweging van Tachtig) en het begin van een nieuwe periode in zijn schrijverschap . De Redekunstige grondslag' is een poging om -zoals de titel al aangeeft-een bijdrage to leveren tot het creeren van een betere verstandhouding tussen mensen. Die wordt tot stand gebracht door taalkritisch inzicht bij de massa ; een inzicht dat tevens mcet leiden tot kennis van de hogere werkelijkheid - tot wijsheid dus . De studie bestaat uit een inleidin zeven hoofdstukken en een slotwoord . De vorm van de tekst doet denken aan 5Pinoza's Ethics: het essay bestaat nameliljk vril'wel geheel uit stellinSen die genummerd ziljn van 1 tot en met 156 . Sours ziljn aan de stellingen toelichtingen t evoe d . Van Eeden streeft met ziljn essay twee doelen na . Blil'kens ziljn da$boek-aantekening van 21 maart 1896 beschouwt hil' de 'Redekunstiga Srondsla als voorbereiding en toelichting op zi)jn letterkundi a werk en volgens de inleiding van de studie zelf is zi' l bedoeld our een ~'ondslag van verstandhouding to creere~die tot doel heeft misverstanden to elimineren . Uit de inleiding wordt tevens duideli'k voor wie het essay in eerste instantie geschreven is, namelil'k voor de gene "die in de vlottende aandoeningen van "tische beelding en fantasie meant geen genoegzame bevredi~ 'ng to kunnen vinden ." De 'Redekunstiga 8rondsla is dus duideli'k bedoeld voor diegenen die weliswaar op zoek zi)jn naar wiljsheid, maar met gedichten geen raad weten en dus behoef to hebben as n een to~ 'sch betoog . Het "wi)'sgeerig essay", zoals Van Eeden zil'n'Redekunstige ondsla weleens noemt bevat drie belan ri'ke thema's die ik achtereenvolgens kort de revue wil laten Passeren, nameliljk werkelijkheid taal en kennis . Fundamenteel in de studie is de idee van de gradatie in alle dingen . Hcewel de werkelijkheid volgens Van Eeden eon samenhangend geheel vormt, verschillen de entiteiten (dingen) in die werkelijkheid onderling onder andere door hun graad van abstractheid . Het meest abstract zijn getallen en relaties (bij voorbeeld gelijkheid, groter dan); het meest concreet zijn zielsgewaarwordingen of gevoelens (bij voorbeeld pijn) . Alles in de werkelijkheid neemt ergens tussen die twee extremen een plaats in op de gradatie-schaal van abstract naar concreet . Parallel aan de gradatie van abstract naar concreet loopt die van VjQps 3 7 3 8 onwerkelil'k nasr reeel. Abstracte din en bestasn ei enlil'k niet, of althans hoo8stens als ides . Zo bestaat volgens Van Eeden het getal "drie" niet; er kunnen alleen "drie dingen" zil'n . Het meest reeel zil'n dus de concrete dingen, dat wil zeggen de Sewaarwordingen of gevoelens . Het abstracte i n de werkeli'kheid a t slechts schi~'nbaar in het concrete over . Men zou kunnen zeggen : het abstracts kril'gt een concrete vullinS . Abstract en concreet bli1'ven echter twee fundamenteel verschillende werkelil'kheidsgebieden . Pil'n kan dan ook o twee manieren worden waar enomen : direct als Pil'n-ervaring, maar ook indirect via de zintuigen e bil' voorbeeld als blauwe Plek o de huid . Omdat het concrete reeler is dan het jaargang 10, nummer 1 abstracte is de pil'n-ervaring Sr'adueel Sezien werkelil'ker, d an de blauwe plek. Parallel aan de adatie in de werkelil'kheid loopt vol ens Van Eeden de datie in de taal . De meest exacte taal is die van de wiskunde . Deze sYmbolische taal drukt abstracts be ~Ppen en relaties uit en kenmerkt zich dan ook door eenduidige woordbetekenissen en eenvouad itgo ~'sche relaties . De minst exacte taal is die van de concrete dingen, dus die van de innerlil'ke Sewaarwordingen of gevoelens. De karakteristieken van die beeldende taal zil~ behalve de opvallende klankwerking en meerduidiga woordbetekenissen, het veelvuldig beeldgebruik en de afwezig heid van strikte to~ 'ca. In toSenstelling tot sYmbolische taal lean beeldende taal dus niet gebruikt worden om een voorstelling van of theorie over de werkelil'kheid to formuleren . Beeldende taal geeft direct uitdrukking aan zielsgewaarwordingene bil' voorbeeld door de uitroep "Au !!" wanneer iemand pil'n voelt . Die pil'nervaring zou in sYmbolische taal slechts indirect door middel van be ~pPen kunnen worden uitgedrukt bil' voorbeeld door de uitsprack : "Ik heb Plin". Tussen de sYmbolische taal en de beeldende taal zil'n oneindiS veel taal~ 'adaties en overgangen. Bovendien : naarmate de taal beeldender wordt neemt de leans op misverstanden toe . Het dagelil'kse taa1gebruik is volgens Van Eeden meer sYmbolisch dan beeldend omdat de woordbetekenissen door conventie va stgelegd zil'n . De dageli~'kse taal is dan ook ongeschikt om diepe zielsgewasrwordingen zoals reli8ieuze, schoonheids- of hefdesSavoe1ens tot uitdrukking to brengen. Van Eedens ze dan ook dat de massa, die alleen de dagelil'kse s ymbolische taal bezi , slechts >n'aat . DaarteSenover staat het s eken van hen die in staat zil'n beeldende taa1 to gebruiken en dus de ho ere din en van het bestaan tot uitdrukking kunnen brengen. Na Vs n Eedens uiteenzetting over werkeli'~kheid en taal volgt een hoofdstuk over kennis en wetenschap. Hil ' betoo daarin dat er twee soorten kennis bestaan nameli'k die welke via de zintui en tot stand komt indirecte kennis en die welke door intros tie tot stand komt directe kennis . Wetenschaplyl like kennis is indirecte kennis; de wetenschapepr probeert op ~'and van de verzamelde emPirische gagevens een voorstelling van of theorie over de werkelil'kheid to m.aker. s'e voorste11m' verschiIt dus essentieel van de werkelil'kheid zelf, omdat zi l een produkt van de menseli'~ke eest is . Aan gezien de zintui lil'k waarneembare g e evens relatief abstract zil'n, kunnen theorisers in sYmbolische toa1 eformuleerd worden. Indirecte-dus wetenschappelijke-kennis is minder zeker dan directe, introspectieve kennis. Immers : als ik pijn noel, weet ik zeker dat er pijn is, maar wanneer ik een blauwe plek zie, is dat nog geen bewijs voor de aanwezigheid van pijn . \j339 Omdat minder zekere kennis minder reeel is dan zekere kennis is volgens Van Eeden wetenschappelil'ke kennis ondergeschikt aan intuitieve . Wanner dit gegeven nu gekeppeld wordt aan Van Eedens idee van de taalSradatie dan vol daaruit dat de meest zekere en reele kennis de intuitieve alleen in de meest "onzekere" want beeldende -taal kan worden weergageven . Om het hoegste dat er in de mens leef t dus die intuitieve zekere kennis die ei8enlil'k wil'sheid is to kunnen uitdrukkkeri, meet men niet alleen beschikken over een fil'ngevoeliga, harmonische en dus schone ziel maar bovendien over een bi'zonder ontwikkeld taalgevoel . Volgens Van Eeden voldoen alleen de dichters aan beide eisen' alleen zil ' zil'n dus tot sPreken in sta a t. De 'Redekunstige grondsla van verstandhoudin blil'kt dus uiteindelil'k een filosofische onderbouwing van het dichterscha pto zil'n. Waarom is Van Eedens essay nu "signifisch"? TYperend voor de signifische taalfilosofie is het introspectief-psYcholo8'~sche uitgangspunt dat nauw samenhang t met het be~ 'nsel van de taalgadatie . Voor de si ' icus zil'n alle ~' ippen in zekere zin aan elkaar verwant; wiskundiSa en emotionele uitspraken verschillen slechts ~'adueel van elkaar, aangezien aan beide soorten uitspraken informatieve emotionele en veils-aspecten onderscheiden kunnen wor en . In ongeveer dezelfde periode als waarin Van Eeden aan zil'n 'Redekunstiga~ 'ondsla schril'f t, werkt hil' ook aan Het Lied van Schi~ 'n en Wezen dat sis de poetische pendant van het taalfilosofische essay beschouwd kan worden . Deel I en de eerste twee Zangen van deel II bevatten dan ook tal van ideeen die sours vril'wel letterlil'k in de 'Redekunstiga ~'ondsla terng to vinden zil'n. In zekere zin heef t Van Eeden dus zelf uitvoering gageven aan hetgeen hil' in de 'Redekunstiga grondslag' uiteenzet : voor de wil'ze en taalgevoeliga medemens geeft hil' wil'sheid in poezie ; voor de wat minder taalkritische en gevoeliga mens geef t hil' kennis via het betoog . Na deze summiere weergave van de belan i~l''kste elementen uit de 'Redekunstiga grondsla ' veil ik op exemplarische wil'ze asn de hand van De kieine ohannes III de verwerking van enkele signifische ideeen van Van Eeden in ziln letterkundig werk demonstreren. i rn ica in erne o annes III (1906) Voor de nu volgende bespreking van de taalkritische elementen in De kieine ohannes III zil'n de verwikkelingen in de roman nauweli1'ks van belang . Ik volsta dan ook met opmerking dat ohannes met Markus Vis een wat oudere scharensliep, door de wereld trekt en tol van avonturen beleeft. Markus-in wie men veel van de auteur Van Eeden kan herkennen -- is ohannes' " eestelil'k leidsman" ~; hil' is een snort Christus-fi ur die o P 4 0 \jOpru jaargang 10, nummer 1 principiele wil'ze partil' kiest voor liefde rechtvaardigheid en wijsheid en als gevolg daarvan in conflict komt met verschillende instituties zoals de kerk, de politiek en het koningshuis . Zo kritiseert deze Markus Vis in De kleine ohannes III verschillende keren het katholicisme . Die kritiek sluit nauw aan bil' een idee uit de 'Redekunstiga1 ~'ondsla , nameliJjk de opvatting dat zekerheid en waarheid kenmerken van de intui'tieve kennis zil'n, niet van wetenschappeliJ'ke theorieen . Markus stelt dat God alleen via de intuitie direct gekend kan worden . Essentieel daarbil' is nu dat ieder mens de vril'heid heeft om to handelen naar eigen eweten voorzover die stem be1 ~'epen wordt als door God geinspireerd. De katholieke kerk wil'st een dergelil'k intuitief geloof of en houdt de mensheid haar wetten en leerstellingen voor . Daaraan kleven volSens Markus twee fundamentele bezwaren : de mens kan met ziJ'n beperkte verstand God niet be~l"pen en bovendien is het onmogeliJ'k om Gods wijsheid in taal vast to 1 ~gen: 'Meent BiJ", onzinnigen, dat de wijsheid des Eeuwigen kan bevat worden in een kerker van beschreven en bedrukt Papier? ... Als stromend water is Gods wil'sheid, het is u gezegd . Eeuwi g wisselend eeuwig dezelfde, kan geen vast woord zil'n vlottende wijsheid beelden .' Wil'sheid kan niet in de sYmbolische taal van een betoog tot uitdrukking g ebracht worden ~hoogstens in de beeldende taal van de kunstenaar . Markus stelt dan ook dat in een schuchter gestameld woord van een heidenkind weleens meer wijsheid van God zou kunnen steken, dan in de decreten, bullen en concilies van de Kerk . Als Markus ter observatie wordt opgenomen in het krankzinnigengesticht wordt hiJ' ondervraagd door dr. Ciljfer en prof.dr. Bommeldoos. In dat gesprek heeft Van Eeden veel siSnifisch gedachtenSoed verwerkt . Ook het probleem van de relatie tussen de levende werkeliljkheid en de weerSave daarvan in taal keert erin tern . Markus merkt in dit verband op, dat ipsonderscheidin en ontstasn door het denken, masr feitelil'k een deel uitmaken van de werkeliJjkheid . HiJ' ze t: 'Masr 8i1" maakt de vaste scheidingen in uw onverstond de dode geschriften, de dode woorden, en meent er het levende mea to kunnen vatten .' Met andere woorden : de fiaal maakt een ondeelbare, eindeloos in beweging zijnde en uit vloeiende gradaties bestaande werkelijkheid fragmentarisch . Daarbij ontstaat het gevaar waarop Van Eeden al in de Redekunstige grondslag' wees, namelijk dat men de rigide voorstelling of theorie van de werkelijkheid verwart met de bewegende werkelijkheid zelf. Dr. Cijfer en prof.dr . Bommeldoos hebben daar patent op . Hun materialistische theorieen hebben geen betrekking op de werkelijkheid, maar op taliga voorstellingen van die werkelil'kheid . Niet leen dit inzicht ontbreekt hun maar tevens het inzicht in de onvolkomenheden van de taal . Het is vooral Bommeldoos die door Van Eeden gaportretteerd wordt als een specimen van de meest verachtelil'ke soon wetenschaPpers die denkbaar is, namelil'k de materialistische . Bommeldoos -zonder twil'fel geinspireerd op de Nederlandse filosoof en H~el-aanhanger Bolland -is een arrogame zelfingenomen en humorloze professor. Hil ' is "ontza il'k geleerd", spreekt "Grieks als water" heef t alle denkbare wil'sgeriga stelsels onder de knie, heeft het gehele werk van Ph.A.P. Theophrastus Bombastus ab Hohenheim -ongetil'feld Van Eedens eufemisme voor He$el -gelezen en hil' vertoont bovendien de neiSing om alleen naar zichzelf to luisteren en om mensen die hem t~enspreken voor "weet-niet" uit to makers of to bombarderen met onbe il~''PeliJ'ke en indrukwekkende frasen . Taal is voor hem -bewust of onbewust -een machtsmiddel. TiJ'dens het gesprek in het krankzinnigengesticht komen behalve de relatie "taal" - "werkelil'kheid" nog twee andere pisch signifische thema's aan de order het verschil tussen Praten en spreken en de relatie tussen vraag en antwoord . Wanner Markus tiJ'dens het verhoor weigert to antwoorden neemt Bommeldoos het gesprek over en zegt dat hil' geheel "rechtuit" met Markus zal spreken. In de passage die volgt, wordt de verhoudin g "praten-spreken" duidelil'k: 'Kan ik niet?' vroeg Bommeldoos . 'Wat kan ik niet?' 'Spreken,' zeide Markus. 'Kan ik niet spreken? Wel! Wel! kan ik niet spreken? Collega! wil J'e misschien even noteren . Ik kan niet spreken, zeg je? En wat doe ik dan nu?' 'Stamelen' zei Markus . ' uist! uist! alle mensen stamelen . De dokter stamelt en ik stamel en Hegel stamelde en Kant stamelde . ..' 'Zo is het,' zeide Markus . 'Alleen de heer Vis, die kan spreken, is het zo niet?' 'Met u niet' zeide Markus . 'Om to kunnen spreken moet men een hoorder hebben, die kan verstaan .' Bommeldoos wordt in dubbel opzicht gediskwalificeerd . Dat hi'l niet werkelil'k kan spreken, is niet verbazin8wekkend want om to kunnen spreken is wil'sheid - dichterliJ'ke wil'sheid -nodig . Bommeldoos weet weliswaar veel, maar -om Van Eeden to citeren - "Veelheid van kennis is nog wi1'sheid niet" hetgeen onder andere blil'kt uit het feit dat Bommeldoos zil'n ei en theorieen over de werkelil'kheid voor de werkelil'kheid zelf houdt . Een ernstiga verwarring van denken en zil'n . Bommeldoos kan niet alleen "niet sp ~ reken"' hil ' kan zelf s niet eens praten; volgens Markus stamelt hil' . Bovendien is de professor niet in staat werkelil'k to luisteren . 4 2 'Qp)ts jaargang 10, nummer 1 Het ontbreken van een taalkritische instellin het zich niet bewust zil'n van de gebrekkigheden en de tekortkomingen in de menselil'ke taal en communicatie maken Bommeldoos ongescluk' t als gesprekspartner. Bommeldoos - geirriteerd door zoveel vermeende arro ntie - vraa aan Markus wie hil' dan eiganh"lk wel niet is: een profeet een koning -God zelf, > misschien~. De scharenslieP reageert niet. 'Waarom antwoord )'e flu niet?' 'Omdat ik niet gevraaSd wordt .' 'Word )'e niet gevraagd? En wat doe ik dan nu?' 'Raaskallen' zei Markus . Markus geef t geen antwoord op de yrasg wia hi"l eigenl il'k is. Bommeldoos is verontwaardigd over de belediSing door Markus . Ci'fer verzoekt de scharensliep wat meer respect to hebben voor de wetenschap . Na Markus' opmerking dat wi)'sheid het leed dragelil'k maakt, slaat de wetenschapper Bommeldoos tern g 'Alti)'d die beeldspraak!' zei Bommeldoos . 'Beelden bewil'zen nets . Een zwak kinderlil'k verstand werkt altil'd met beelden. De wetenschap vraagt zuivere rede en to ~'sche bewi)'s8ronden .' De professor doet Markus' opmerkingen af sis onwetenschaPpeli)' ke praat van een zwakbegaafde . Toch bli)'kt de troefkasrt van Bommeldoos minder sterk dan hi)' vermoedt. Ongeveer acht )'aar eerder had Van Eeden in de 'Redekunstiga ~'ondslag' al opgemerkt : 'Beelden bewil'zen niet', zei mil' eens een filosoof. Hil' bedoelde niet taalbeeldenf maar analo ~'een. Wil' kunnen ze 8een van beide missen. Markus legt uit, dat de mens )'uist nets anders heef t dan beelden . Die beelden zil'n een bericht van God. Kennis van die beelden is dus echte wi)'sheid . Daarvoor heef t Markus zeker eerbied, zo verzekert hil' de professor. Het wetenschappelil'ke werk van Bommeldoos is echter onbevredigend, omdat de professor onvolkomen vragen stelt die slechts onvolkomen of zelf s zinledige antwoorden opleveren. Bommeldoos houdt zich immers alleen met theorieen produkten van het denken bezig, in p1asis van met de werkelil'kheid . Zekere kennis kan niet gevonden wo rden m woorden m bewil"zen> in theorieen - kortom : in alles wat in sYmbohsche taal gesteld is . Bommeldoos verweert zich opnieuw natuurhl k weet hi jl da zelf ook we!, hi)' heef t tenslotte ze1f geschreven over "d e to sch e noodzaak ener onbegn)"pbare bestaans1 ~and der ware werkeli'kheid"! M arkus' reache i s opnieuw dodeh)k . 'Ervan s reken is nog niet beseffen ... . En er zo van spreken is bewil'zen niet to beseffen .' Markus zegt dan ook, dat de beide wetenschappers z~lf de enzen stellen en de dood creeren met bun zieke en rottende woorden. De enige oplossin is vol ens hem een kritische bezinninS o de taal die ze hanteren . Hiertoe moat een nieuwe wetenschap in bet leven geroepen worden : 'Rein uw gedachten en uw woorden. Doet bet vuil weg, dat is : bet overtollige . Maskt een wetenschap des woords zoais 8"i) een wetenschap der sterren hebt gemaakt, zo nauwkeurig en aandachtig. Gil' hebt door de samenwerking en de verbroedering onder de wizl en een leer der verhoudingen emaakt die mathesis beet. Maakt zo een leer der betekenssen, want 8il" war t met woorden in 't wilde naar bet schoonste en tederste leven zoals kinders vlinders willen van en met mutsen en tassen .' Markus pleft bier voor een wetenschapPelil'ke beoefening van de si$ru 'fica. Hieruit bli)'kt dat Van Eeden z)in aanvankeli)'ke standPunt in de Redekunstiga ~'ondslag' dat alleen dichters bet recht tot taalzuivering en -verbetering hebben beef t laten varen en meant dat ook de wetenschaP wellicht een zinvolle bi)'draga zou kunnen leveren aan een verbetering van de verstandhoudin g tussen de mensen . De resultaten van die nieuwe wetenscha P zullen overweldig end zil n. Markus merkt daarover op : 'En door de verbroedering en de samenwerking zult gil" dan vragen stellen, waaroP de antwoorden u zullen toeklinken als openbaring en evanSelie. Helder, heugelil'k, wonderbaar.' 4 Slot In bet licht van bet voorafSaande klinkt Van Eedens uitsprack over de si 'fica en de Franse revolutie misschien wat minder ridicuul. Zeker wanner men bedenkt dat Van Eeden zich na 1900 ontpopt als de propagandist van de "leer der verstandhoudingsmiddelen" . Hil ' ziet zich dan Saplaatst voor bet dilemma dat hil' in de 'Redekunstiga grondslaS' al had aangeduid: de hoogste wil'sheid geven in poezie en wellicht niet eIen worden, of consessies doen aan de massa en de mindere wi)'sheid kennis, dus-in be ~i')'peli)'ke betogen uiteen to zetten . In ziln letterkundiga werk kiest Van Eeden uiteindelil'k in veal gevallen voor een men vorm . Omdat die kunst to veal betoog en idea bevat is er een waardering voor en omdat ze to veal pn"zie in zich heeft wordt de intentie vaak misverstaan . Van Eeden voelt zich als evol hiervan miskend als dichter en onbe~ 'epen als danker ; hi)' trapt zelf in de val wra sh~i' zijn lezers in de 'Redekunsti a ondsla zo voor had gewaarschuwd name1i1'k ni et to proberen om de ho08ste wil'sheid door midde1 van 1o8'~sche s mbolische taal in voorstelling to brangen. 4 4 \iooyS jaargang 10, nummer 1 r e c e Mannen en maagden in Hollands tuin Arie Jan Gelderblom, Mannen en maagden in Ho!- !ands Win: interpretatieve studies van Nederlandse letierkunde 1575-1781 . Amsterdam, Thesis Publishers . Ook verschenen als proefschrift, Rijksuniversiteit Utrecht, 1991 . Mannen en maa8den in Hollands tuin . De titel is net lets to moos our de mdruk to wekken dat hat hier gaat our een bedenkehJke Nederlandse mzendm g voor een mternationaal filmfestival : hat is de aanlokkeliJ'ke titel van het proefschrift van Arie Jan Gelderblom. Maar ook zil' die hopen op de analyse van een dartel sPektakel tussen de geraniums en de gladiolen, dienen zich to vergewissen van de ondertitel : Int retatieve studies van Nederlandse letterkunde 1575-1781 . Gelderblom is renaissancist en zil'n artikelen ourspannen derhalve hat til'dpark van de renaissance. Fen artikel is nieuw, de zeven andere ziJ'n reeds eerder verschenen in de 1Jeriode 1979-1991 . Ze behandelen verschillende onderwerPen . Gelderblom schril'ft in zil'n inleiding : "Ze dienden zich aan maar waarom ze me zo boeiden, kan ik niet altil'd verklaren . Ik signaleer een paar onderlinge overeenkomsten : hedboeken, gedichten over buitenleven en polder, interessante auteurs, maar dat 1s niet afdoende. Misschien dit : de onderzochte teksten wilden maar dan alleen gelezen of gezongen worden. Ze wilden al uitbeeldend, de werkelilkheid een beet)a veranderen maar kwamen daar niet altiJ'd rond voor uit ." P.12 Mannen en maa8den is een bundel interpretatreve studies . Deze studies willen tonen welke reacties en ref lecties er op hun onderwerpen zil'n in de negentiende- en twintigste-eeuwse literatuurgeschiedenis . Daarnaast willen ze "door uitleg en verduidelil'king laten zien dat hun onderwer1en mear betekenissen mogelil'k maken dan men tot dusver asnnam." p . 9 Gelderblom interPreteert ze op and van, ~ ~' zoals hi' schri'~ft, hun tekst en hun context. Hil' oPteert daarbil' doorgaans niet voor kleine voorzichtiga stal'es voorwaarts . Dat wil echter niet zeggen dat hil' er zomaar in hat wilde weg oP los fantaseert: "In de volgende acht hoofdstukken n s i e heb ik teksten in contexten gaplaatst me ervan bewust dat de context niet bestaat en dat ik alle contexten nooit kan kennen . ... Hierna confronteer ik teksten our ze to kunnen roterpreteren, met een of meer contexten; niet steeds met dezelfde meestal met meer dan een togelil'k, maar altil'd is de gebruikte context herkenbaar en benoembaar ." p. 10 En dat is ook zo . zoek naar een betekenis van een tekst gooit Gelderblom hat roar sours 180 ~'aden our ten opzichte van zil'n vo~o ange rs, malar hi' zal nooit nalaten to vermelden op basis waarvan hil' dit doet. Het gebeurt nu eens door middel van een lang betoog 'De maagd en de mannen', p . 79- 93) dan wear kort en zeer expliciet . In 'De identiteit van een~"ze duttler' P . 41- 46 verantwloordt hi' bil' voorbeeld een interpretatie van een motief uit ConstantiJ'n Huygens' Voorhout een oude man zit aan de haard en richt zich in lovende bewoordingen tot de dichter . Een interpretatie vanuit de iconolo 'e : "De Nederlandse prent- en schilderkunst van de zestiende en zeventiende eeuw beeldt nogal eens een oude man of die met HuYgens' "lze baas eniga verwantschaP vertoont en dat niet alleen op hat eerste gezicht. Men constatere zeif de gelil'kenis aan de hand van de illustraties in een tentoonstellingscatalo8us uit 1977 : E. van Strasten : Koud tot op het bot . De verbeelding van de winter in de zestiende en zeventiende eeuw in de Nederlanden . Van Straaten last duideli'k zien hoe een oude man, ourgeven door leaf tocht, in hat barre seizoen zich warmend aan een haardvuur, in de iconolo 'e een bekende uitbeelding is van de winter ." p.42 Vervolgens neemt Gelderblom zil'n lezer mee op de weg waar1angs zil'n roterpretotie zich ontwikkelt . In hat eerste artikel 'Rust na lust' p .13-40 , hit enige dat specias1 voor ditProefschriftgeschreyen is, levert dat een spannend betoog op . Coornharts Lied-boeck 1575 wordt geconfronteerd met de bio fische context en de context van de contem rain artistieke produktie en raceptie die hat moga1iJ'k maskt "literaire teksten to lezen tegen de achter and van de systamen van literas're conventies die vigeerden in de til'd dat de teksten warden eschrevan " p1. 0 Gelderblom 1ast met behul luervan zien dat in togenstelhn tot wa t Stuivelin g en Boner beweren er s rake is van een samen- 45 r e c e hang en doelbewuste ordemng van de 55 liederen waaruit bet Lied-boeck bestaat. De lezer 'wandelt' met hem door bet Lied-boeck en vindt zo opeenvolgende argumenten die pleiten voor Gelderbloms zienswi'ze . Toch zal de lezer zich misschien niet op alle momenten kunnen verenigen met de context die Gelderblom kiest of bet resultant daarvan . Dat is ook niet zil'n bedoeling : "de beoefening van de literatuurhistorie is sterk afhankelil'k van bet 'gesprek met de vorigen' . Dat 'gesprek' moat steeds oPnieuw worden gevoerd, omdat opvattingen over literatuur voortdurend veranderen . Dit boek streef t daarbil' niet in de eerste plaats naar een definitieve f ixering van eigen conclusies, maar wil op zil'n beurt nieuwe reaches en reflecties uitlokken." p9 Gelderblom ziet dit gesprek als een serieuze aangelegenheid, neat als een eerste mogelil'kheid tot spuien van kritiek ter verheerlil'king van des onderzoekers ik . Wanner hel' bil' voorbeeld een po- ~'ng doet tot "een observatie die de m he van Constantel'n HuYgens als 'zoon van bet yolk van Nederland' bil' haar wortels tetraPt" P. 50 last be'l zich allerminst verleiden tot voor de hand liggende cheap shots en een maleg onderuit halen van zil'n 'yoregen' . Die totale of wezi eid van agocentrisme en van een goforceerd populair toon 'e zorgt ervoor dat l'e als lezer snel sYmpathie opvat voor Gelderbloms visie en daarbil' is diezelfde ofwezigheed een van de redenen dat Mannen en man8den in Hollands tuin een bil'zonder prettig leesbaar boek is . Gelderbloms sh'l vloeit als olie, zil'n uitleg is duedelil'k en zil'n beweringen zil'n direct controleerbaar ondanks de afwezigheed van het togenwoordig bil'na obligate notenapparaat van monstrueuze omvang, dat vask de indruk wekt to willen zegen: 'Kil'k eens hoe WAAR hat is wat er in dit boek geschreven wordt!' . De onderwer en van de artekelen vormen geen directe eenheid al duiken de door de schrel'ver aangageven elementen inderdaad diverse malen op en de lezer wordt een aantal keren maar neat alto' van de hak op de tak gezet . Een dergelil'ke opzet van een proef schref t is rueuw voor de letterenstudies . Wie naar een andere eenheid zoekt dan bet tel'dpark dat door hat proefschnf t wordt omvat vindt die bier in de n s i e werkwi lze en in de a1 genoemde reakties en reflecties op de literatuurgeschiedenis . Ze geven samen een goede en boeiende indruk hoe deze literatuurgeschiedenis een aanvechtbaar of onvolledigbeeld kan vormen van zil'n literatuur. Een tweede verdienste van dit proefschrif t is dat bet Gelderbloms interpretatieve studies eerst verspreed over zes verschillende boeken en ti' schrifton, in een band brengt, onder het toeziend oog van de masgd ) op het omsalg. Want ofl'e ze nu allemaal even goed vindt of niet het lezen van Mannen en man8den leidt tot bet besef dat een literair werk uit de Renaissance steeds met andere ogen bekeken kan worden neat alleen als museumstuk, maar a is een kunstwerk dat ook in onze ti~'d nog even goad kan ontroeren of de fantasia kan prikkelen als een modern boek . Zoals men bil' voorbeeld gook de zogenaamde 'gouda' muziek van ik doe maar een ~'eep Monteverdi Charpentier Bach en Sweelrock telkens wear kan blil'ven uitvoeren in steeds andere interpretaties en uitvoerengsPraktil'ken die neat iedereen mooi hoeft to vinde maar die er wel voor zorgen dat ze neat in de vergetelheid verdwil'nt. Hemn van Eekert Groeten uit Nijmegen Hei plezier van de tekst. Vijf letterkundige bijdragen Siem Bakker et . al. Uitgeverij Quine - Nijmeegse reeks dl. 3. ,f 24,75. ISBN 90-73042-05-4 . Het plezier van de tekst - door veer onderzoekers van de Nil'meegse universiteit gekozen tot tetel voor een bundel 'e letterkundiga tialragen voor een Inoter publiek - is onlosmakelil'k verbonden aan de naam van Roland Barthes . In 1973 ubliceerde hel' Le plaisir du texte door de Nederlandse vertaling terecht aangeduid als de "klassiek geworden verdediSing van bet plezier van de tekst tegen de onverschilliga bel'e ening door de wetenschap en de liefdeloze ureteinse behandeling door de ideolo8'~e ." 'Hat plezier van de tekst' is een dubbelzinniga uitdrukking . Het brengt de geil'kte betekenis van 'tekst' aan bet wankelen : de to kst wordt een instantee die zowel Plezier bez orgt aan 46 Jaargang 10, nummer 1 r e c e degene die hem leest, a is plezier heeft in zichzelf Plezl 'er produceert . Hil ' is actief en passief togeli)'- kerti' subject en object. De tekst is niet langer meer het willoze onderwerp van studie maar kept en geef t genot verlangens en plezier (lust) . Dit is on aveer wat Barthes voor ogen zweefde teen hi' Le plaisir du texte schreef. Ik schri)'f: 'voor ogen zweefde' omdat ook Barthes niet precies wist en ook niet precies wilde def inieren wat dat plezier, de lust het ge not het verlangen en niet to vergeten : de tekst, zi)'n : "Als ik met plezier deze zin dat verhaal of dit woord lees dan komt dat doordat zi) ' in plezier geschreven zil'n dit plezier is niet in togensprack met het gesteun van de schril'ver . Maar het togendeel? In het plezier schril'ven, verzekert dat mil ' - mi'h de schril'ver - van het plezier van mil'n lezer? Geenszips . Die lezer meet ik zoeken 'versieren' zonder to weten waar hi1 ' is . Een ruimte van genot wordt zo $ecreeerd. Niet de 'persoon' van de ander heb ik nodig, maar de ruimte : de mogelil'kheid van een dialectiek van het verlangan, van een onvoorspelbaarheid van het genot : o at de kaarten niet geschud zil'n opdat het tot een spel komt" p . 89 . Met deze betekenis' van Barthes in mil'n achterhoofd en nieuws8'~erig naar hoe men het otere publiek wilde bereiken, begon ik aan Het plezier van de tekst . Een vil'f tal letterkundiga bil'dragen over Vestdi1'k Krol Hermans Boon en Gerhardt . Ik verwachtte spel, spanning, plezier, dialectiek, kortom : een creatieve oorsPronkelil'ke omgang met de tekst. Hoewel het woord 'omSan niet helemas1 l'uist gekozen is: het suggereert een eenzil'di e om ng van de lezer met de tekst . De tekst at ook met de lezer om. 'Uitwisselin is wellicht beter. Ik vermoedde al dat het niet helemaal in de tram van Barthes geschreven zou zil'n : Nil'megen is geen Paril's en bovendien is het behoorlil'k vaa hoe Barthes zich een tekst over een andere tekst voorstelt waarin hat verlangen en de dialectiek tussen alle betrokkenen de ruimte krilg' en . Er ward - o - merkelil'k genoeg - ook nergens gerefereerd aan Barthes. Maar waar ik in ieder geval o mocht rekenen waren plezierig leesbare teksten : niet voor ni ets stond er in het'Woord vooraf' dat de ondern S i e zoekers proberen "de lezer to 1aten delen in het piezier van de tekst." Ik on met het o stel van Siem Bakker . Niet het eerste van de bundel maar over een onderwerp dat mil'n voorkeur en interesse heef t : Hermans. H et begin is niet veelbelovend en zeker niet spannend. Na de eerste zin lezen we reeds : "Er mag m di t snort romans bil ' wil'ze van spreken geen mus van het dak vallen zonder dat het een gevolg heeft . Het mg alleen geen gevolgen hebben wannee r r het de bedoeling van de auteur is aaro'ma azrosu Niekd evrelnadnedrs ckiatne riennv.u lDlee ne ewrastte hdaet bvaestrev oelegr svtaendeze frase zal ziln geweest . Weinig oorspronkelil'k van Bakker . Maar een nieuwe verwachting diem zich aan : waarschil'nlil'k za1 Bakker na dit in alle oPzichten clichematiga begin - zo lezen we even verdarep dat de romanschril'ver volgens Hermans een orde zil'n hoegst Persoonlil'ke orde" creeert en dat in de bier to bes reken roman Een heili8a van de horl0%aria het enspectief, de motieven de personages, de ruim to en de til'd zeer functional zil'n ! 47 r e c e -waarschi)'nli)'k zal Bakker op veryassende wil'ze al het een al zo bekend is over Hermans m een nieuw licht stellen. Het saaie en ov erbekende begin zou dan slechts dienen om de togenstellinge n des to scher er to doen uit komen. Nog niet uit het veld gesla en lees ik verder : 'presP ech'vische misleidin 'twee soorten personages' ; 'ruimtehlke en temp ~ orele sYmboliek' ; 'de titel'~• 'de omslaoto',' 'het motto'; 'hoofdstuk 1'I' 'hoofdstuk 2'I • 'hoofdstuk 4' waar is hoofdstuk 3? 'hoofdstuk 5` awsr - van de bespreking ais vol luidt: "flier in hoofdstuk 5 ziljn enkele g~evens ondergebracht behorende bilj de ontstaans eschiedenis van de roman, die voor een deel to reconstrueren v alt met behulp van Hermans' essabunde1 Door 8evaarli1'ke 8ekken omrin8d 1988 . Ik Bakker bedoe1 lue' r de zelden bezochte musea en de koekoeksklok van Hermans' ootvader" ? ; 'hoofdstuk 6' .... Het oPstel van Bakker kabbelt op deze wil'ze door . Hoofdstuk na hoofdstuk wordt onder de loep ge - nomers, symbolen en metaforen worden asngewezen en niet meer dan dat net zoals de herhaling daarvan, er wordt af en toe wat gezegd over spieelfin en verdubbelin en "de verdubbelin en houden bli'kbaar nooit meer op") en watdies meer zij maar ner ens vinden wil' een interessantbetoog waarin al de aangeduide zaken voor de lezer an leven, betekenis kri)'gen. Bakker universitoit docent Modern Nederlandse letterkunde komt niet verder dan: "Het is zoiets als het verschil tussen literatuur of film aan de ene kant en de alledasse werkeli)jkheid aan de andere kant" . Zo za1 bet Bakker natuurli)'k nooit lukken de lezer to laten delen in zijn onderzoekers-' lezierr, last staan de letterkunde toegankeli)'k to maken voor een breder publiek. Enigszins ontgoocheld blader ik naar het essay van Ineke Bulte over Gerrit Krols kijk op vrouwen. Wellicht biedt zij meer (intellectueel) plezier dan Bakker. Maar ook bier volgt al snel de teleurstelling . Als u ooit wat van Krol gelezen heeft, dan weet u dat zijn werk niet al to eenvoudig geschreven is . De lezer mcet zich mceizaam een weg banen door compacte, door witregels gescheiden stukken en stukjes tekst, waarbij de referenties naar een (fictieve) werkelijkheid vaak moeilijk in to schatten zijn. Daar komt bij dat Krol er niet voor ten s i e rugdeinst wiskundiga of anderszins to 'sche zaken to verwerken waardoor de toe nkelil'kheid niet bevorderd wordt . Bulte li)'kt van menin dat de lezer van Krols werk nog niet genoeg ins annin levert. In plaats van een verhelderend essay over het vrouwbeeld in Krols werk - wasrover mil'ns inziens inderdaad veel to zeggen is-biedt zilj de lezer een aantal stellingen, ofgeleid uit het werk van Krol, gevolgd door een hoeveelheid citaten aangeduid als 'Bewil's vanuit de stilistiek' uit datzelfde werk waarna de lezer bli)'kbasr geacht wordt beide met elkaar in een zinvol verband to brengen, want dat doet Bulte niet . Dit levert bijl voorbeeld het volgende staa1 'e van onleesbaarheid en onduidelil'kheid op : "Bewil's uit de stilistiek voor de stelling dat 'men heeft een hoed o of men heef teen hoed op' meerequivalent is dan bil'voorbeeld 'men heeft een broek aan of men heef teen broek aan' hoed- en broekuitspraken ziljn van Krol en togelil'k voor de stellingdat de term 'vrouw' wordt vervangen door 'niet-man' en niet 'man' door 'niet-vrouw' in het werk van Krol ". Begril'pt u wat bier staat? Weet u hoe iets meer equivalent kan ziljn dan iets anders? Ik be l dit niet . En het wordt mil' allemaal no veel onduidelil'ker wanner ik de daarna ageven citaten lees die dan het'bewi's vanuit de stilistiek' mceten vormen. Een'bewil'splaats' zal ik u geven: "In Len Fries built niet lezen we dat het mogeli)'k is dat'een mens , hetzi)' man of vrouw' een hoed drag p. 38 masr 'Toch heb ik in het da elil'kse leversgrasg een hoed op, tenminste op papier' p . 24 , en 'Graag beschril'f ik dat ik daarbil' een hoed drag p. 25). Zie ook de allerlaatste zinnen." Dit verduidelil'kt alles niet waar? Een dergelil'ke werkwi)'ze kan leuk ziljn voor een avondl'e literair puzzelen hoewel ik me of vraag wie er naar zo'n avond)'e zou komen masr 't meest voor de hand liSSende effect is toch echter dat de lezer ofhaakt. Bulte geef t een eigenaardiga verantwoordin voor haar werkwi)'ze . Zi)' duidt deze aan, zoals gezegd, met de naam'stilistiek' . Een benaderingswil'- ze van literatuur die zo eind ' ren vi)'fti wel als afg la edaan kon worden beschouwd. a zou denken dat het dan toch eniga uitleg verSt waarom zil j nu 'uist voor de stilistiek kiest. Bulte houdt het echter hierbi' : "Krol in 1983: 'Ik hers een consistent lo- 8~'sch denker, ik ga vooral stilistisch to keer . De lo- 48 jaargang 10, nummer 1 r e c e 'ca is niet van daze wereld en zil' sPreekt zich ook niet uit over de betekenis van de woorden ... ' . Wil ik Bulte de betekenis van Krols woorden achterhalen, dan moat ik dus eveneens stilistisch to werk 8aan. Stilistiek is het wetenschaPlil'k onderzoek naar wat taalvormen doen in een bePaalde situatie en in hun betrokken ziljn op die situatie ." Dit is een wel erg gammele rechtvaardi ~'ng . Ten eerste lil'kt Krols uitsprack mil ' een Pisch schril'versstand- Punt . De uitsPrack zou ook gedaan kunnen ziln door Flaubert of Brakma of elke andere stilisticus dan ook. Ten tweede geef t Bulte aan dat zil' de betekenis van Krols woorden niet op een to8''sche wil'ze wil achterhale maar door ze to beschouwen in hun context . Noem mil' een literatuurbeschouwar die anders to werk 8aat. .. Alleen zal die ook daadwerkelil'k Proberen de context to betrekken in ziljn of haar betekenisgeving . Ook Bulte leverde mil' dus niet het plazier op dat mil' beloofd was, maar slechts irritatie en ergernis . De ovenga drie opstellen ziljn niet veal beter . Harry Bekkering zwabbert in zi1jn bi' raga heen en wear om uiteindeli'k tot daze veelz ende conclusie to komen: "in wezen is bet essay net zo'autobio~ 'afisch' als Vestdil'ks bekendste roman Terug tot ma Damman ." Het o stel van Antoon Schmitz over Ver8eten straat-een samenvatting van ziljn doctoraalscriPtie - kan men welhaast beschouwen als een Parafrase van Boons roman. Zelden zag ik een ~otere dicht'heid aan cit aten in een lgetterkundi betoog. Aan hetzelfde euvel lil'dt de tweede bil'drage van Bulte over een lang gedicht van Ida Gerhardt: veal parafrase waardoor onduidelil'k is wat uit bet edicht afkomstig is en wat uit bet hoofd van Bulte. In Nederland ziljn er niet veal uit8aven over bet letterkundiga yak, waarmee gemikt wordt o een breder Publiek. Publicaties van universitaire onderzoekers vinden we meestal in vakti' schriften . Dit is vanzelfs rekend noodkzelai~'k om de discussic op wetenscha elil'k niveau to kunnen voere masr de kloof met de literatuurliefhebbers buiten de universiteit blilf t daardoor wel bestaan . En ook nu is die kloof niet eslecht of versmald, er is eerder een averechts effect bereikt . De verwardheid n s i e van Bekkering, de saaiheid van Bakker, de onbe~' il'Pelil'kheid van Bulte de braaf heid van Schmitz en de miserabele manier van schri'ven hebben de titel van bet hock een ear aangedaan. In Plaats van de lezer to laten kennismaken met een sPel, met de ruimte van Plazier die een tekst kan biede n, ziet de lezer zich slechts geconf ronteerd met onderzoekers die wellicht zelf nog eni8a stoffiga binnenPrat beleven aan hun bezigheden, maar die o P geen enkele wil'ze in staat ziljn dit 'Plazier' over to brangen op de lezer. De dubbelzinni aid van bet plazier van de tekst is gereduceerd tot bet e8oistische Plazier van de onderzoeker . Christine Brackmann Heraut en sprookspreker w. van Anrooij, Spiegel van ridderschap. Heraui Gelre en zqn ereredes. Amsterdam, Prometheus 1990. Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen I . f 49,90 T. Meder, Sprookspreker in Holland. Leven en werk van Willem van Hildegaersberch (ca. 1400) . Amsterdam, Prometheus 1991 . Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen II . }' 95,- WiIlem III Wanneer tegenwoordig in onze contreien een worst sterft berichten de kranten daarover, naar verloop van tijd verschijnen er gedenkboeken en historische studies, maar de worst zal niet snel het onderwerp worden van literatuur. In de veertiende eeuw lag dat anders. In 1337 stierf graaf Willem III van Holland. Len halve eeuw later ward de lof van daze graaf, met de bijnaam de Goede, onder andere gezongen in hat werk van de sprookspreker Willem van Hildegaersberch en de heraut Gelre . Het gedicht Van tregiment van goeden heren van Willem van Hildegaersberch handelt over hat landsbestuur . Hildegaersberch zet uiteen dat een machtig hear de slechten bestraft en de gceden beschermt en zo zorgt voor rust in hat land. Een machtig hear van goede zeden is daarom voor zijn yolk een zegen . Volgens Hildegaersberch was er in Holland een tijd geleden zo'n hear : 49 r e c e n s I e torisch functioneren." De toon is ezet door Van Oostroms Het woord van eer. Literatuur aan bet Hoilandse h omstreeks 1400 Amsterdam 198 . In dit zeer leesbare boek beef t hi' aan elk van de bovenenoemde literatoren een hoofdstuk gewi' , zich daarbi be rkend tot bun literaire activiteiten aan bet ofelil k hof in Den Haa$ . He~ut en sProokspreker hadden echter meer noten op bun zan$ . Willem van Hilde ersberch verdiende rondtrekkend door bet land zijn brood met de voordracht van zijn sproken : korte verhalende of beto$ende $edichten met een belerend of opvoedend oo$mirk. Het Hollandse hof was maar een van zijn pleisterp laatsen'~ $ezien de inhoud is bet zeer waarschil'nlil'k dat hil' Van tre8invent van 8oeden hirers bier ten $ehore beeft $ebracht . Heraut Gelre stond aanvankelilk als heraut in dienst van de herto$ van Gelre . Uit deze riode dateert bet Wa nboek Geire waarin zijn $edicht op Willem III is op$enomen . Pas later trad hil' in dienst van de Hollandse 8raaf aan wiens hof hil' de kronieken schreef die bil' Van Oostrom centraal staan . Het zlin vooral de no$ onderbelichte kanten van Gelre en Hilde aersberch die nu de nodi$a aandacht hebben gekregen . Heraut Claes HeYnenzoon be$on zijn carriere eenvoudi $ als bode maar vanaf 1380 was hi' de heraut van herto$ Willem I van Gelre, zo blilkt uit de archiefstukken die Van Anrooil' in zil n boek noemt . Als heraut had hil ' vile taken, zoals bet overbren$en van boodschappen en bet aankondigen van festiviteiten. Daardoor was hil' to st aan vile adellil'ke hovers. Daarnaast had hil' een belan " l ke rol bil de or nesatie van toernooien . Hi node de de deelnemers uit trad ti'dens bet toernooi s ceremoniemeester op en vertelde ondertussen aan bet ubliek allerlei wetenswaardi$heden over de deelnemende ridders . Om zich optimaal van zijn taken to kunnen kwil'- ton, le$de heraut Gelre vanaf circa 1395 bet Wa penboek Geire aan. Dit handschrif t werd onder zijn l handers een snort nasla erk waarin s stematisch de heraldische wapins van vile ridders werden afebeeld. Bovendien nam heraut Gelre literatuur op en zijn wapenboe zoals ziln$edicht op Willem III van Holland dat hierboven genoemd is . In to- Dies 8heli1'c vet bier to voren Van enen beer van ho8her waerde - Die soe berechte mitten zwaerde Si'n wick tiant die man midi Datter pays was ende vrede Binnen sinen laude al omtrent. Deze beer, boo$stwaarschil'nli1'k wordt op Willem III $edoeld Meder, p . 221-223), had dus door wils en krachtdadi$ bestuur $ezor$d voor rust in Holland . Maar na zin dood l on de nari$heid : bet land veranderde in een 'wont sonder made'. Pas toen een l'on$e beer aan de macht kwam vermoedelilk wordt Willem V 1349-1389 bedoeld kon bet yolk weir veili$ over straat . Aldus Willem van Hildegaersberch . Heraut Gelre schril'f t over~ 'aaf Willem III in zijn 'erecYclus' . In deze $edichtencYclus heeft heraut Gelre zogenaamd in opdracht van Vrou Ere, een aantal beschril'vin$en van dappere ridders bil'een- $ebracht. Zo vertelt Gelre hoe hil ' in een bos een beeldschone vrouw to enkomt die hem een dadenbeschril'vin$ $eef t van een ~'oot ridder. Zi'l roemt de grote cooed van deze ridder, dims vechtkunst en ridderlil'k $edra$. Haar conclusie is : Wair veil der hirers suns geliic, Die werelt souts to biter sun. Tenslotte beschril'ft zil' nauwkeuri$ bet heraldische wapen van deze ridder zie afbeeldin$ , dat in$ewidl en herkend zullen hebben als bet waPen van Willem III . Gelre ze$t dat hil' daarna of scheid nam van deze lieflil'ke dame . In de rest van de erecYclus vol$en no meer bio of ieen van navol$inswaardi a ridders . Het werk van de aangehaalde s rooksPreker en heraut staat centraal in de onlan$s verschenen proef schriften van T. Meder en W. va n Anrooi~. De studies zi~n verschenen als de eerste twee delin in de reeks 'Nederlandse literatuur en cultuur in de middeleeuwen' die is opgezet in bet kader van bet $elil'knami a Pionier- ro' ct dat in 1989 in Leiden is $estart . Dit onderzoeks rol'ect onder leidin van prof. dr. F.P. van Oostrom is ericht o de " laatsin$ en inter retatie van Middelnederlandse letterkunde in haar oorsp ronkeli'~ k verband van his- 50 jaargang 10, nummer 1 r e c e taal staan in het handschrift twaalf van dergelil'ke ereredes korte gedichten waarin een ridder wordt geroemd en dims heraldische wapen wordt beschreven . De vraag naar publiek en functie van deze ereredes staat centraal in de studie van Van Anrooi . Heraut Gelre schreef zijn gedichten voor een adellilk Publiek aan het hof of in de stad . Afgaande op de herkomst van de geeerde ridders en de taalkleuring van de teksten kan men dat zelf s preciseren en zeggen da t heraut Geire met zij~ n ereredes mlkte op een publiek uit de streek tussen Maas en Ril'n . Gelre lag in het noorden van dit gebied waar desti'ds een bloeiende riddercultuur heerste . Van Anrooil' verbindt de publiekskeuze van heraut Gelre asn dims benoeming tot 'walenkonin g van de Ruwieren . Daarmee was hil de belan~lkste hera ut in de streek tussen Maas en Ri~'n geworden en had hil de toak contacten to onderhouden met de ridders die in dit gebied woonden . Dit wapenkoningschap is in de ogen van Van Anrooil' een belani~l"ke factor bil het ontstaan van het frame handschnf t en de ereredes die er in staan . Of zoals Van Anrooil' list ze : "Hil' maakte van list Wa nboek Gelre een preshgieus ambtsdocument, met teksten en illustraties wasrmee hil' als wapenkorung voor de dag kon komen zowel bi1'collega's als bs l ziln adel1il'k publiek" p.114 . Misschien is de aldus geconstrueerde historische ontstaanssituatie to coooi om was r to zi~'n . Immers, p as tien ~'aar nadat Claes HeYnenzoon asn zijn waPenboek beg on hi'~ was toen a 1 in Hollandse dienst wordt hi' ~in bepaslde bronnen daadwerkelilk als wa enkonmg genoemd. Bovendien last hil' nergens in zijn walenboek de term 'Ruwieren' vallen . De ereredes functioneerden voor list adellil'k pubhek van heraut Ge1re ais sea's ie el van ridderschaP': hieruit kon men leren hoe men zich volgens de heraut als ridder diende to gedragen . Ridderli kheid is voor heraut Gelre bovenal dapperheid : een ridder moest zoveel coogelil'k vechten en dan het 1iefst tegen heidenen . In veel ereredes wordt vermeld dat de geeerde adder naar Pruisen was geweest, our van dasrust to vechten tegen de heidenen in Litouwen . Het blil'kt dat dit een geliefde bezigheid was bil' de veertiende-eeuwse adel : over de udder Rutger Raitz schri'ftl haer ut Geire dat die masr liefst 32 van zulke kruistochten had n s I e ondernomen . De heraut had overigens ze if o0k meerdere Pruisenreizen meegemaakt zodat hi'1 wist waa rover hi'~ dichtte. De ereredes van heraut Gelre behoren tot een hter ait genre da t werd beoefend in grote delen van het Duitse Ril'k, waar onze streken deel van ui tmaakten. Van Anrooi' heeft met zijn studie de cultuurhistonsche achter and van deze teksten geschetst. Zonder kennis van deze achter and hebben de to ksten weinig to ze en en dat zal er ook de oorzaak van zijn dat dit genre , aithans in Nederland zo goed als ononderzocht is gebleven . Helaas worden de teksten zelf niet erg duideli'kl'k behandeld door Van AnrooiJ', waardoor de lezer zich moeilil'k een beeld vormt van dit genre . Dat is voora1 )'acomer, omdat de teksten slechts in zeer ontoegnakelil'ke edifies voorhanden zi'n . ~ Van Anrooil' neemt de lezer van zijn boek mee op een drukwekkende refs door vele vakgebiedenzoai ms de kunstgeschiedenis, de mentaliteitsgeschiedenis de codicolo 'e en de heraldiek. De reis is ni et zonder gevaren, want de kans dat de lezer verstrikt zal raken in de vele namen en noten is niet denkbeeldig . Als men daaraan echter west to ontsnappen za1 men op deze refs zeer veel nieuws op zi ln weg vr'nden en heef t men na of loop een indruk van een klein stukl'e van de veelzi' i8e laatmiddeleeuwse riddercultuur . roo s re er 1VIoge deze studie een bil'drga leveren tot kennis a van en mzicht m list werk van W'illem van Hilde- 8aersberch tot herontdekking en herwaarderin g van zi e~ en tot voortezet onderzoek" . ln s rok g 3) . Nie t zonder reden spreekt Meder deze wens uit m de mleidm' g van zijn boek. Surds onckbloet als eerste een Geschiedenis der middennederiandsche dichtkunst 1852-1854 schreef en dasrin de sproken van Willem nu een s ofdeed ais "gerekt en droo dan weer als "hoogstlangdradi ' heef t list rust eboterd tussen de s rooks reker en de literatuur es chiedschrilvers. De miskenru'n die Willem ten deel is gevallen, is voor Meder een belan8" ke dril'fveer geweest our een lil'viga mono- 8ra ~l fie aan hem to tinjden wasrin een ' n wordt gedaan Willems werk van alle blaam to zuiveren . 'Het kan niet langer 0pportuun worden geacht 51 r e c e een letterkundi$ oeuvre to toetsen aan hterair-esthetische maatstoven die in de be treffende irenode niet aan de ordewen. ... Zo$auw we bil' Hildega ~' ersberch de wasrderin in zil'n ei$e n til'd 1aten gelden - en wa t is bill~i'ker dan dst? -- en we bi'l hem niet meer in eerste instantie schone "zie willen lezen dan is hi~' onze a andachtp volo waard." p.10-11 Met een overgeleverd repertoire van maar lief st 120 $edichten vormt de sprookspreker een unieke en ril'ke bron voor literair-historisch en cultuur-historisch onderzoek. De cultuur$eschiedenis komt bil' Meder ruimschoots aan bod in twee hoofdstukken waarin antwoord $a$even wordt op de vraa$: hoe dacht Willem over...? Uit$esplitst naar wereldse en $eestelil'ke zaken, is de oPzet min of meer encYclopedisch: aan de hand van lemma's als 'bet eerbe- 8np', 'de schalk', maar ook'de priester' 'de sacramenten' 'bet credo' enzovoort wordt de lezer in 200 pa$ina's binnen$evoerd in de denkwereld van deze veertiende-eeuwer . Ge$evens over de levensloop van Willem zil'n schaars. In de grofelil'ke rekenin$en van bet Hollandse hof te's-Gravenhaga is een derti 1 oPtredens geregi streerd waaruit kan worden af eleid dat hil' als sprookspreker tussen 1380 en 1408 actief is $eweest en 8ras$ oPtrad op bet Binnenhof. Elders duikt de naam van de sprooksPreker no$ enkele malen op . In de E$mondse abdi' de steden Middelbur$ en Utrecht en voor bet reizende Gelderse hof in Leiden f t hil' scte de presence gagey. en Zi'n naam very adt bovendien zil'n $eboorte- Plaats : Hille$ersbe $ bil' Rotterdam . Over de verdere invullin$ v n zil'n bio~ 'afie kan men, bi'l voorbeeld aan de nd van zil'n werk slechts s eculeren : bet oord lkundi a ebruik van scheepvaarttermen en zil,n bezor$dheid om bet wet en wee van koo lui v rmen echter- zoals Meder opmerkt - "geen ndubbelzinniga as nwi'~zin en waaruit we zouden kunnen besluiten dat Willem yroeger zeeman of koopman is $eweest" (p .44). In bet hoofdstuk waarin zil'n iersoon aan de orde komt wordt ook de inventoris op$emaskt van "Willems'$eestelil'ke ba$a$e" . Het is boeiend om to zien dat Willem in de uitoefening van zi'~n beroep no$ stark afhankelil'k was van mondelin$a informatie. Het blil'kt zelfs niet zo eenvoudi$ om overtui$end aan to toner dat hil' $eletterd is $en s I e weest. Voor het vergaren van zi'n stof leunde Hi!- de aersberch in ieder $eval no$ zwaar op zil'n $eboor en $eheu$en: hil' ontleende weliswaar aan teksten onder meer werk van Boendale en Maerlant> Reinaerts Historie de Bil'bel , maar 8~'n$ daarbil' vaak of op ziln $ehoor - )'e zou bier met een nieuwe term kunnen spreken van 'auditieve intertextualiteit' . In bet hoofdstuk over 'Sproken en spreken', waarin ook nader wordt in$a$aan op de voordrachtsituatie komt nog een orate dimensie van bet sprooksprekersbestaan omstreeks 1400 aan de orde . Willem was dichter en voordra er, en daarom is een onderscheid tussen 'ei en werk' en 'ei$en repertoire' tenminste in theorie op zil'n plaats: niet alle $edichten die hil' ten $ehore bracht hoeven van ei$en vindin$ to zil'n $eweest en andersom is bet niet noodzakelikl dat hil' al zin ei$en l sproken zelf heeft voor$edra$en . In de Praktil'k blil'kt bet echter lasti$om de bewaarde 120 sProken in dit opzicht to schiften. Willem beef t veelvuldi$ aan adellil'ke hoven oP- $etreden zoveel is wet met zekerheid of to leiden uit rekenin en en de inhoud van zil'n over$eleverde werk . Meder benadrukt echter dat aan bet na$enoe$ ontbreken veavenn s$ dai$e wlizen op een stedelil'k ubliek een overhaaste conclusies moen worden verbonden: er zil'n wet de$elil'k enkele sProken die duiden op een doe! oep uit bet stedelil'k milieu-een mooi en overtui$end voorbeeld is de sProke Vanden bo8he die door Meder met een stedelil'ke schutteril' in verband wordt $ebracht' verder tekent Meder aan dat voordrachten voor patriciers in de re$el niet in rekenin$en warden oP- $etekend . Bovendien is bet heel $oed mo$elil'k dat de bewasrde s roken slechts een op een adellil'ke opdracht ever de Hollandse aaf Willem VI e af- $ ~' estemde selectie vormen uit Willems complete oeuvre of liever, rrepertoire . Meder onderkent - niet als eerste overi$ens - in de sProken van Willem een kritische houdin $ ten opzichte van de maatschappelil'ke status quo, waarbil' ook zil'n adellil'ke publiek bet moest ont elden. Maar toegl~i'kerti' $etui zil'n werk van een 8Tote dosis werkelil'kheidszin en staat Willem ideolo$'~sch gezien in feite "restauratie" van de $evesti$ de orde voor. Het was l'uist deze "horzelfunctie" de term is van Van Oostrom die vol$ens Meder $arant stond voor de ~o'te wasrderm' $bl~ 52 jaargang 10, nummer 1 r e c e ziJ'n Publiek. Met die conclusie wordt Knuvelders mispri)'zende betiteling van Willem als "broodschriJ'ver" rechtgezet. Wat de verdienste is van het boek kan ook als het bezwaar ervan gelders . De biJ ' herhaling uitgesproken "moderne wetenschapepllike behoef to tot ordening en hanteerbaar makers van feitenmateriaal" P.151, vgl . p .170 kril' gestalte in een encYclopedische taakopvatting . De keuze voor slechts een visie is doelbewust vermeden . De auteur spiegelt zich in dit oPzicht aan Hildegaersberch die "in staat was om een bepaalde kwestie vanuit diverse invalshoeken to belichten daarbi'l vaak varierend op een aantal vaste thema's en motieven" p . 524) . Of zoals Meder zelf opmerkt: "wie metpek omgaat, wordt ermee besmet" p . 524 . Dit volledigheidsstreven verdient natuurliJ'k waardering en maakt de studie tot een bruikbaar naslag- '', erk dat onmisbaar zal bliJ'ken bil ' verder onderzoek . Daar staat togm over dat deze aanpak het boek voor de lezer onaantrekkelil k maakt . Sommige hoof dstukken zl in erg opsommend : er zit geen duideliJ'ke lil'n en veel herhaling in. En in wezen gsat de hele mono8Tafie daar enigszins onder gebukt . Bepaalde onderwerpen keren tot vervelens toe terng, zil ' bet meestal net uit een lets ander standp unt benaderd . Voorbeelden hiervan ziln de fil'nzinniga wil'ze waaroP Willem zi1'n kritiek ventileert en de essentiele rol die de waarheid in zil'n werk speelt . De winst van SProoksPreker in Holland zit vooral in de meer gedetailleerde uitwerking van al door Van Oostrom geschetste contouren . Want wie het reeds genoemde Woord van eer gelezen beef t zal Meders visie op de sprookspreker weinig verrassend voorkomen. Deze doublure op de hoofdlil nen is een nadelig gevolg van de gekozen werkwil'ze waarbil ' de sY ~ nthese vooraf 'ng aan de mono of ie . erau versus s roo s re er Teru naar de beide gedichten over Willem III . Het is boeiend om to zien hoe de twee dichters in sproke en ererede bil ' bun tekening van dezelfde pistorische lersoon verschillende nuances aanbrengen. Maar er is ook geliJ'kenis . Om to be 'nnen kan ewezen worden o een retonsche overeenkomst n s i e tussen de ererede en sProke over Willem III : de naam van de persoon op wie in het gedicht gedoeld wordt blil'ft in beide gevallen in het vage . Het gaat bier om een vaker apaste kunst~ 'e ep die verband lil'kt to houden met de beoogde voordrachtsituatie - Van Anrooil ' sPreekt zelf s van het sPelkarakter van ereredes : de naam van de geeerde ridder wordt pas aan het eind genoemd zodat de luisteraars til'dens de voordracht kunnen raden naar zinJ identiteit. Zo worden in de ererede o p Willem III eerst zil'n daden beschreven, daarna ziJ n wapen en voor wie het dan nog niet weet, ook no g het g ebied waarover Nj heerste : Hene8ouwen inde Zeelant Hollant Vrieslant dat is sun . Inhoudelil'ke overeenkomst vertonen beide dichters in de Prol'ectie van bun ideaal in het verleden . Heraut Geire roemt in zil'n ereredes slechts overleden ridders lauds post mortem de meeste, zoals Willem III zil'n zelfs al tientallen)'aren dood . Hildegaersberch verzucht in het gedicht Een disPutacie : By ouden den bier to wren, Doe die went beter was Karakteristiek voor de verschillende functies die de heraut en de sProokspreker voor bun publiek vervulden is de of wikl ende invulling die zil ' geven aan de voorbeeldi eid van Willem III . Hildegaersberch le de nadruk op de bestuurlil'ke kwaliteiten van de graaf, die daarmee voor'pais en vree' in zlin gebieden zorgde . Heraut Gelre geef t de ridderlilke zil'de van Willem III relief, onder meer door dims heldhaf tiga daden en zil'n heraldische wap en to beschril ven . Het is zeer wel denkbaar dat beide dichters met bun gedichten over Willem III aan hetzelfde Hollandse hof hebben opgetreden en daar een complementaire visie hebben uitgedragan, zonder elkaar flu meteen tegen to spreken. In dat geval werd dezelfde'mecenas' met verschillende zienswil'zen geconf ronteerd die elkaar aanvulden. Herauten sprookspreker Volgens de moderne (door de romantiek gekleurde) literaire norm is bet werk van Willem van 53 r e c e Hildegaersberch en heraut Gelre weinig appetil'teli~ 'k, wat heef t geleid tot de mgarnaliiserignn van beide dichters in de literatuurgeschiedschril'ving . Dat het werk van deze onbeminde dichters nu bedeeld is met twee dissertaties vloeit voort uit de betrekkelil'k nieuwe opvatting dat moderne esthetische maatstaven niet richtinggevend mogen zil'n voor literairhistorisch onderzoek. Overeenkomstig de inzichten van het modern mecenaatsonderzoek en in de lil'n van het Leidse onderzoeksrop'~ t,besteden beide boeken veel aandacht aan de historische ontstaanssituatie van de literatuur . Daarbil' wordt duideli)'k dat deze inhaalmanoeuvreed eeglt el~i'k ten koste gaat van de aandacht voor strikt literaire asPecten . Tot slot een opmerking over de presentatie van de studies . De leek die Eco's De naam van de rocs heeft gelezen, zal op ~'and van de veelbelovende flapteksten en de vlotte vormgeving snel geneigd zil'n beide boeken aan to schaffen. Deze argeloze lezer zal echter door de wetenschapPelil'ke benadering, de overvloed aan noten en bil'lagen gemakkelil'k het spoor bil'ster raken . Wil' vrezen dat de uitsprack in de tiende stelling bil' Van Anrooil's proef schrif t met deze twee boeken moeilil'k weerlegd kan worden . Deze stelling luidde : "De uitsprack dat 'dikke boeken over de middeleeuwen' wel gekocht, maar niet gelezen worden berust niet op onderzoek en is dus van intuItieve aard ." Ondertussen boekt de studie van de Middelnederlandse letterkunde vooruitgang met deze 'dikke boeken' . Erwin Mantingh en Remco Sleiderink De zangberg en de Ajax-tribune Nico Scheepmaker, De gedichien . Bezorgd door No de Wijs. Uitgeverij Bert Bakker, f49,50 (69,50) . "Een kruising tussen Lodeizen en Piet Paal 'ens" zo noemde recensent Paul Rodenko de debuterende dichter Nico Scheepmaker, in een bespreking van de bundel Poetisch 'etsen uit 1955 . n s i e Het was een tamelil'k mild oordeel van Rodenko. En daarmee stond de criticus vril'wel alleen want anderen reageerden negatief op Poetisch tsen . Men kon Scheepmakers speelse "zie niet waarderen, en schrok van zil'n gen. In poezie hoort zoiets nou eenmaal niet . De debutant trok zich de kritiek aan en begon aan een tweede bundel De kip van Egypte . Ernst had in deze gedichten de overhand ook al doet de olia'ke titel anders vermoeden. No de Wil's beschril'f t in zil'n inleiding van De8edichten de door hem samengestelde bloemlezin g uit Scheepmakers poezie hoe de tweede bundel in de pers ontvangen werd . "Nico S. slaggde met De kip van E8ypto voor het diploma 'Nederlands dichter' . Hil' werd toegelaten tot de Zan rg, maar hi'l ontdekte dat hil' eigenlijkliever op de Ajax-tribune zat." En in deze ene zin is Scheepmaker aardig gepeerd. Ik denk niet dat hil' zich - wanner hi'l nog zou hebben geleefd - door De Wil's tekortgedaan zou hebben gevoeld . En daar zou hil' dan volkomen gelil'k in gehad hebben. Scheepmakers~"zie is licht van toon . Hil' wilde zil'n gedichten een van de 8ewone dingen laten zil'n . Dat betekent ook : gewone woorden, gewone beelden gewone onderwerpen . Masr achterde gewone dingen en achter de gewone woorden daar is het to halen . En dat geldt natuurlil'k niet alleen voor de poezie, maar voor alle gewone dingen.. Magic is in simple things; in de vogels, bil' voorbeeld. Het gedicht'Roodbors 'e' be 'nt met de r el "Sours tikt een gedicht op het raam" . De hele wereld is een gedicht. En dat is heel 8ewoon. Betrekkelil'ke eenvoud dus . Geen verzen over de taa1 in De8edichten, of over het dichtproces. Ben >e egk~• het gebruik van de taal is een vermakelil'k sPel. Literaire tradities worden gebruikt en geparodieerd. Bloem en Nil'hoff worden in de latere Schee maker- oezie our beurten en togelil'k helemaal of halfgeciteerd . In de vroega gedichten worden Hanlo en Kloos er noga1 eens bil'gehaald . Maar dan niet in halfverholen allusies die op de trots van de geletterde insPelen maar op een manier die op de lackspieren werkt. Zo laat hil' een journalist in extase uitroepen dat hi' zo blil' is met de overwinning, die hem immers "Kopi)'- ko i'h o en voorgoed kopil'" levert . Dezeif- 54 jaargang 10, nummer 1 r e c e de regel - maar flu wel geheel volgens Bloem - komt terng in het gedicht'Sonnet', waarin Nil'hoff in het keurslil'f van het sonnet wordt gaProPt . SONNET Hoe kan ik Ni1'ho beter eren dan door 't Kind en Ik in een sonnet to 8ieten? De dichter van warande tuin en suite vindt on8etwi1' eld dat zoiets wel kan. Ook ik wil we! eens van de natuur 8enieten en mask dan met mi/n hen8el, en passant, een wak in 't kroos en zie die 1'on8eman daar bezi8 op zi1'n lei met Ni1'ho s mythe. De woorden die hi1' schri1' t zi1'n ook van mi'1 (u kept de naam) ik zeg het vender schromen omdat ik ze intussen wel kan dromen . Maar wat is dat? Ik zie dat de lei mi/n wwrden worden uit8ewist, 8oddome! Voorbi1'- voorbi1', o, en voor8oed vwrbi1'! Het aardigst vind ik ScheePmakers latere 1~"zie die gekenmerkt wordt door een strakke versvorm en ritme . uist door het 'klassieke' krilg' en de gedichten iets sPeels, hoe Paradoxaal dat misschien ook klinkt . De lezer kan de dichter zien sPelen met zil'n taal, met zil'n cliche's, met zil'n verwil'zingen en aanhalingen. Dit sPel resulteert in een volstrekt niet-pretentieuze poezie die vaak humoristisc sours flauw en gekunsteld is . Maar altil'd straalt het besef van betrekkelil'kheid PrettiS Prominent van de verzen af. Een innemende bescheidenheid is de dichter ScheePmaker eigen . Een edicht is de n s I e weergave van een Semoedstoestand van de dichter of de verwoording van een 'dichterlil'ke' gedachte. En dat is toch eigenlil'k maar heel betrekkelil'k. Heel exPliciet komt dit besef tot uitdrukking in het Sedicht lYiek, dat in de bundel Het ri1'mt dat scheelt werd gapubliceerd . LnuEx Ik ben 8een Iyrische dichter die zich men8t in het bestaan van heuvels en essen o in een verre horizon die wenkt want dat hee t niet mi/n eerste interesse. Ik zie ze heus we!, als ik in Toscane op we8 ben naar Siena voor een kraut : die riJ'zi8a cipressen Ian8s de lanen die voeren naar een stren8 en stati8 pand en als ik dan eens twee salamanders al remmend voor mi/n autobanden zie dan voel ik miJ' beslist een beetJ'e anders dan ri1'dend op het Weterin8circuit . Maar toch is dat voor mi1' een rand8ebeuren en dit de harde kern van mi/n bestaan : wie zal men nu weer het 8evan8 in sleuren en hoe zal het vandaa8 met Ajax gaan? En dat laatste s reekt mi' wel aan . Want als we vandaag verliezen, dan is het voorbi1'- voorbi'~ o en voorgoed voorbil'. Soren Lerby 55 Enkele gedichten Lucas Bastiaan lazarus s . l'il' kan veroordeeld toSenwicht van dit papier l'e wegen Saan ?e schuif t met een li'nl'n een baan naar l'ou getrokken door wat ik dacht het punt Het vlak heeft weinig van l'ou nodi g l'e hebt al snel een moord gapleegd een armoedig schepsel l'e staat op de raststatte door l'ou ongezocht gevonden waar letters mil ' op schotels binnendragen honSeri a reiziSer sta op abstractie altil'd zi'l die in de kilte van ontwakend licht van abstractie en van slapen spreekt hoe wit is de voorstellin S die ik concreet van onze stemming mask zil' ziet er niet de bloemen in die oen en eel even zi'n l'il' denkt en ziet en sugSereert en spreekt met iemand over liefde jaargang 10, nummer 1 verwezen achter het besla$en raam werPt lantaarnlicht straks een va$a krin$ als in de centrale van de electriciteitsmaatschappi'l de $eknakte da$ zil'n doodskus $eef t een klik die breekt wat mij' naar het venster rie p wat flu no$ as is sni)'dt in een ruimte door vlakken van mil of$eschermd waarin $een boom $een vo$el $een klaprooszaad de verbeeldin$ prikkelt van wat in stenen leef t ik hoef mij al niet meer om to draaien het licht is achter mijl ik zie in min huffs de bossen ver we$ van de stad ma$ het bier donkey worden ik kom een hags te$en wurm voor dr . . minuten al stond zil' to ki)'ken hoe ik $ebo en miln trom et een traditie tot fantomen blies zi1' daar$'~ nds door mij ' $edra$en trok in extase haar $edachten uit mil'n uit lucht ontsnapto toon heef t noot na noot een beeld $eschetst naaktheid $eef t aan koele )jazz een zweem van eile tederheid archimedes archimedes was1 a'baarrss maar maakte zi)'n liefde lichter nacht mil'n blik zweeft op de duisternis zoals liefde drlift op de angst overda $ wanner het to donkey is om van kleur to kunnen spreken vermen$en zich de tinten liefde en angst )'i) ' schetst mil'n leed op doeken het toestel oreert het spectrum van wat weten wi) de wereld houdt van bonte kleuren ik schilder mil'n verlan$en in vederlichte penseelstreken en de anderen amuseren zich dood het ultieme eureka levenslied het kan een woord ziJ'n een wikkel uit de autom ast waardoor ik val de bodem kept zil'n eigen zelfde tekens die jets eenders vatten fragmenten die miJ' slePend doden reizen verder dan de eerste val met mil'n njeuwe weke eelt beland ik die avond bil' een gat dat diePer nog masr zonder verte naar mil'n zelfde liefde leidt pil'nlil'k kort daaroP ben 1'i1' er weer 5 8 'JOO)3 gevecht bloed druiPt langs de beelden waaruit zweet mil'n wezen destilleert als ik miln roes w~steek is toeslaan miln ontwaken handelen is stilstaan mil'n redding sommigen hebben nog maar een hand to verdedigen verdomme wat duurt dit lang geen tild to vertwilfelen bet erode nadert jaargang 10, nummer 1 "Wat ik niet wilde, maar bedoelde" De doelen van de kunst verklaard door Robert Anker Andrea Visser Waarom Saat iemand schri)'ven? Wat wil een schri)'ver ei8enlil'k bereiken? Robert Anker vraagt zich datr in zijn hoedaniSheid van essayist, meer dan eens af. Die vragen komen niet alleen voort uit een al8emene belan8stelling die hi' als essayist, recensentr redacteur van een literair ti)'dschrift of als leraar Nederlands voor de letteren heeft. Zi) ' zijn ook een aanleiding tot zelfonderzoekr want Anker is ook dichter r, schri)'ver van korte verhalen en (ongaPubliceerde) toneelstukken . De doelen die hi)' voor zijn schri)'verschaP formuleert in zijn essays en de functies die hi) ' aan kunst toekentr staan in dit artikel centraal. Maar eerst volSt een kort overzicht van Ankers looPbaan. Het l'aar 1979 moet voor Robert Anker een belangril'k J'aar geweest zi1'n . Hi)' werd toen aanSesteld als proza-recensent bil' Het Paroof en debuteerde als dichter met Waar ik no8 ben . Deze bundel was weinig opvallend, maar werd door de pers welwillend ontvangen . De volgende bundels brachten Anker officiele erkenning . Voor zijn tweede bundel Van het balkon 1983 kreeg hiJ' in hetzelfde l'aar dean CampertPril's voor de poezie . De bundel Nieuwetietens, die in 1987 volgde, werd bekroond met de Herman Gorte r~il's 1989 . Het J'urYrap~rt maakt melding van een "veelzil'diga en inhoudril'ke vernieuwinS van de Nederlandse Poezie" . Ook de critici zijn lovend over de eigen vorm en inhoud die Anker gevonden heef t . De natuurSedichten met sYmbolische betekenislagen uit het eerste werk hebben langzamerhand plaatsgemaakt voor flarden van het stadsleven in haperende taal gevangen . Inmiddels had Anker in 1982 zijn debuut als essayist emaakt in De revisor. De meeste essays die hil' daarna publiceerde verschenen in Tirade . In 1988 trad hiJ' toe tot de redactie van dit tiJ'dschrif t . In dat J'aar verschenen zijn essays ook gebundeld, onder de titel Oii ant achter blok . Ankers meest recente dichtwerk is Goede manieren 1989 . In dit geval kan volgens de dichter beter van een 'ePisodisch gedicht' dan van een dichtbundel gesproken worden. Allerlei figuren in dit gedicht blil'ken deel uit to maken van een personage. De snel wisselende scenes en identiteiten laten de lezer in verwarrin g achter. Het gedicht toont ellende, mislukking en misleidin maar neemt aan het erode een verrassende wending: geluk blil'kt niet onbereikbaar to zijn. Na het poetische avontuur van Goede manieren heef t Anker tot nu toe slechts een paar verspreide gedichten gapubliceerd . Hil ' is begonnen met het schril'ven van korte verhalen . De ~'ote stad is ook hiervan een wezenlil'k bestanddeel. Veel motieven en scenes uit de gedichten keren terng . De sfeer van onzekerheid en uitzichtsloosheid combineert Anker in de verhalen met een snort avontuurlil'kheid en spanning . Vaak is het onduideli'kl'k waar de belevingen van het personage overga an in ziln verbeelding . es ro en ieeen Een felle betogende stiJ'1 kenmerkt de essays van Anker. De stukken maken duidelil'k hoe Anker denkt over kunst in het alSemeen en literatuur in het bil'zonder. Hil' heeft uitgesproken ideeen over het wezen van kunst, het ontstaan van pn"zie, literaire kritiek en de uitwerking die een kunstwerk heeft op haar publiek . De besliste bewoordingen li) ken weinig twifl el to laten bestaan over de standpunten van Robert Anker . Maar wanner mast zo'n stelliga uitspraak een andere gaplaatst wordt , blil'kt dat we toch op onze hoede moeten zijn voor overhaaste conclusies. Zo benadrukt Anker in '0p zoek naar de olifant' de onJ'uistheid van het romantische beeld van de dichter die in zil n werk zijn gep) L$ 5 9 mead uitstort . Hil ' onderstreePt hat belang van de ratio in hat dichtproces . Aan een gedicht wordt gewerkt ; de dichter is een ingenieur, zoals de Franse s bolisten hem afschilderden. In een ander artikel dat uit aantekenin en bil' het ontstaan van een gedicht bestaat komt echter een genuanceerder beeld naar voren . Met hat verstand alleen zou een dichter ook niet ver komen. VakmanschaP wordt gevormd door intellect en intuitie . Extreme stellin en van Anker hebben meestal een strate- ~'sch karakter. Zi makers duidelil'k waar hil' in elk l g eval niet bil wil horen . vallend is wat Anker beweert over deal en functie van literatuur. Ook deze uitsPraken moeten met omzichtigheid geinterPreteerd worden . In eerste instantie lilken ze sours zelf s stril'dig met elkaar . De vraag 'waarom gaat iemand schril'ven?' wordt door hem niet eenduidig beantwoord . "Het gedicht heef t geen bedoelin ', schril'ft Anker in Bil' het makers van een gedicht' . "Misschien wel als het er eenmaal is, maar niet van tevoren ." Het antwoord dat hil' in eerste instantie geef t op de vraag waarom hi slch rilft, is dan ook: "Er is jets in mil' dat to veal is to groot voor mezelf, dat eruit meet' P .106 . Het lets is nog onSesPecificeerd en zal de dichter gaandeweS wel duidelil'k worden. In het geval dat Anker beschril'f t, is de eerste regel die in hem oPkomt : Hi1' houdt een taxi aan . 'Taxi!', roept hi1' met zijn hand . Wat hil daarbil aantekent lilkt de bovenstaande uitsPraak teen to spreken : "Ik bars me ervan bewust dat hat een clichebeeld is . Een van die aan film, beak of mondeling verteld verhaal ontleende beelden die de essentje bevatten van een manier van leven. Daarover wit ik njet voor hat eerst een gedjcht makers. Dus tech een bedoelin ?" P.10 . De bedoeling die Anker Her baspeurt, is niet gelil'k aan 'het deal van het gedicht' . Het 8aat maar our een vaaS plan dat de dichter met hat edicht heef t een onderwer dat hem interesseert . Het zou een deal kunnen zijn our de leegto van deze manier van levers to laten zie of de essentje to toners van het bestaan . Van tevoren duidelil'k omlil'nde dealers willt Anker in elk geval af. Djt houdt verband met de opvattjn dat dichten nooit het verwoorden van 1 . Tussen haakl'es vermelde Pa8inanummers verwi1'zen naar de essaYbundel Oli nt achter blok, Amsterdam, 1988. 60 reeds bestaande ideeen kan zil'n . uist til'dens het creatieve proces kan de dichter nieuwe inzichten op het spoor komen. Het resultaat wordt niet allean bePasld door wat de dichter wilmaar ook door de materie en de vormgevin zelf . Anker ondersteunt zijn visie met Nil'hoffs'theorie' van de eerste 'mhoud namelil'k de bioa twee uthouden . De fische aanleiding tot een gedicht of een levens- Sevoel dat de dichter wil uiten, komt in een dialectische relatie to staan met de vorm . Hierdoor ontstaat een nieuwe tweede inhoud, die de lezer in hat gedicht aantreft. Reeds bestaande ideeen die in kunst uit edrukt worderyzil'n vaak van religl'euze, filosofische of politieke yard. Als het de kunstenaar at om hat uitdraSen daarvan, wil'st Anker hat deal als buitenartistiek van de hand . Het staat de beschouwer of beluisterasr van dergelil'ke kunst dan ook vri'~ our asn de bedoelingen van de kunstenaar voorbil' to 8uan. Als voorbeeld g eeft hil zijn reactie op een uitvoering van een stuk van Brecht : "Gears seconde heb ik overwogen dat hat stuk betrekking zou kunnen hebben o een actualiteit buiten de zaal een voormaliga fabriekshal nota b.ane!) Als de re~ 'sseur mi zou toeroePen: 'Wat l kan het mil' schelen, mil'nheer, of u hat mooi vend ; de avasn wordt mishandeld!', dan zou ik hem antwoorden dat hjl' zijn intenties maar in hat programmaboekl'e meet zetten en dat die dan nog nooit een rechtvaardi 'ng kunnen vormen voor de voorstelting . Dat Hj dan liever een Pamflet schrjl've, een actie8roeP oPricht, sPreekbeurten houdt ." P . 54 Een buitenartjstjek deal heef t een 'artjstjek zuivere wil'ze' van vorm even njet uit to sluiten . En de vormgev in8 blil'kt ujteindellik de doorsla to gevan hat ga ta our de 'kwaliteit van de verbeeldin . Een stuk van Bach overstjt' de Christelil'ke intenties van de com njst, geef t Anker als voorbeeld . Dat kunst en ideol 'e volgens hem niet samen- Sayn, blil'kt ook in een artikel van latere datum : "Als kunstenayrs en intellectuelen al een maatschappelil'ke functje hebben, is dat hat aangeven n inzichte n m eli'ke reactjes o de werkelil kheid en mani eren van laven, waar de massy van de toekomst ook wat asn heef t en dasr hoort de ontmaskering bil' van iedere vorm van ideolo 'sch denken dat altild een 'Wille zur Macht' camoufleert" P .89 . Toch een bedoeling Anker geeft in 'Op zcek naar de olifanY aan dat de jaargang 10, nummer 1 sYmbolisten als eersten een kunst verdedi den "die alleen zichzelf diem dat wil ze a wat uitsluitend in en door haar zichtbaar kan worden ". De 'artistieke' doelen bli'venl'ven dan ook niet beperkt tot "het veroorzaken van een esthetische ervaring" . Dat laatste is wel het bil ' uitstek artistieke doel . Het werk van Krol ontlokt Anker de volgende omschril'ving van literatuur : "een tekst waar niemand op zit to wachten die in eerste en laatste instantie-dasrtussen zit de inhoud, de filosofie behgaen schept in zi)jn eigen manifestotie en, onmiskenbaar, een esthetisch effect heeft op de lezer die deze tekst daarom dan ook leest" p .188 . Wasneer echter alleen een esthetisch effect beoo d wordt zij~n voor Anker de grenzen van de kunst bereikt, er bli)'f t dan niet meer over dan amusement. Bil' sommiga postmoderne ldende kunstenaars bespeurt hil' deze meest def initieve vorm van het fart pour fart . Naast de esthetische functie beschouwt Anker het verwerven van nieuwe inzichten in de werkelil'kheid als een functie van kunst f zoals hierboven al bleek. Hil' is er echter niet van overtui d dat kunst een wil'zi ~'ng in werkelil'kheidsopvattin kan bewerkstelligen . Als menses zeggen dat een boek hun leven heeft veranderd was die verandering waarschil'nlil'k zonder dat beak wel op een andare manier ontstaan. Om dezelfde reden betwil'- felt Anker of een maatschapil'kritische kunstenaar ziljn deal zal bereiken: het veranderen van het bewustzil'n van ziljn Publiek en daardoor het teweeg brengen van veranderingen in maatschappelil'ke structures . Hoewel Anker het verwerven van nieuwe inzichten als functie van kunst aanmerkt vraagt hi'l zich togelil'kertil'd of of de modern mess niet tot de conclusie meet komen, dat de werkelil'kheid ondoordringbaar is. Het lil'kt onmogelil'k geworden om de zin van het laves to ontdekken. De edichten van Anker wearsPiegales in hun meerduidigheid en comPlexiteit de verwarring in het leven . Tech geef t hi)' in ziljn essays aan dat hi)' wilproberen zicht to Seven op de werkelil'kheid door de chaos daarvan in de ordening van het edicht onder to bren en. Met die poi'ng wil hi~' nu het bieden van inzicht nauwelil'ks meer tot de mogelil'kheden van het kunstwerk behoort een andere functie van kunst bewares . Die functie is dat zi' troost biedt aan de mess die li'dt onder de onvolkomenheid en zinloosheid van het bestaan . In het essaY 'Kunst als troost' beschril'f t Anker de manier waarop soelaas gabodes wordt : "In een kunstwerk worden de onderdelen die ons bekend zijn uit de zinloze en verwarrende werkelijkheid, waar dus hun toevalligheid geldt, functioneel en zinvol gerangschikt, omdat ze een eenheid bewerkstelligen en daar tevens door worden bepaald. We herkennen ze wel, maar zijn tevens van ze vervreemd geraakt . Wat toevallig en voorbijgaand was, heeft plotseling een zin gekregen" (p . 54) . In vroegere tijden konden kunstenaars troost geven door to verwijzen naar het zinvolle verband dat God in de schepping heeft aangebracht, al is dat niet altijd duidelijk zichtbaar . Marxistische kunst wijst op een toekomstige heilstaat van een klassenloze samenleving. Anker vraagt zich naar aanleiding hiervan af, of er in een ideale maatschappij nog plaats is voor kunst. Ook dan meet er nog getroost worden, denkt hij, "want het blote feit van de eindigheid van onze existentie, stelt onverminderd de vraag naar de zin ervan" . Het stellen van deze vraag, bereft Anker, is een van de primaire flinches van kunst. Het lijden dat, in welke worm ook, in kunst verbeeld wordt, meet geinterpreteerd worden als metafoor van de zinloosheid van het bestaan (p. 4b). De troostende orde die in het kunstwerk eldt bestaat daarbuiten niet kunst geeft slechts een illusie van zinvolle verbanden in de werkelil'kheid . Vreemd genoe keert Anker zich in ziljn dankrede voor de an Cam ril's, 'Lave de stomelasr!' l'uist tegen de illusie, de suggestie van orde die door de volzin en de schone vorm Sewekt wordt. Hierarchische ordeningen wi)jst hil' van de hand . Zowel in 'Lave de stamelaar!' als in het essay Bru en' geef t hil' aan dat hil' de volzin als verraad van de chaotische emotionele werkeli)'kheid ervaart. Hil ' vervalt in gemompe1, omdat hil' merkt dat "de wasrheid intussen uit de taal gevallen is" P.179 . Aan het einde van Bruggen' bekritiseert Anker het overzichtelil'ke wereldbeeld dat Maarten 't Hart in zi)jn boeken naar voren bren . Een kunstear meet een serieuze 'n does om de com- Plexiteit van het laves to doorgronden. De orderingin hat kunstwerk kan dus geen rimPele ordening ziljn, die de chaos ontkent . In Pollock versus broert)'e', dat onder andere over literatuuronderwil's aat, schril'f t Anker: "Enerzil'ds meet de leerhnSen uitzicht geboden worden op de chaos mas ~ r het li'kt m~i' niet de bedoelin dat die chaos zo doorzichtig wordt gemaakt dat er de su estie van \jpp~S 61 een oPlossing wordt gewekt . Weg met iedere ideoto~ 'sche betutteling" p . 144 . In dit essay bena- . drukt hi1' dat kunst last zien dat de werkelil'kheid niet eenduidig en ongecompliceerd is ; dat onderscheidt haar l'uist van sub- cultuurvormen als 'lectuur' . Kunst heef t daardoor ook een kritische functie. 6 2 ~Qp to Ideolo ~'een zil'n het voorwerP van kritiek omdat ze de werkelil'kheid vereenvoudigen tot een overzichtelil'k sYsteem . Kritiek is voor Anker niet zozeer een doel van de kunst als wel een wezenskenmerk. Niet alle kunstwerken vallen gevestigde normen en waarden aan,• hi'~ stelt dan ook "dat uitingen van modern kunst zich minstens ofzetjaargang 10, nummer 1 ten tegen de esthetische verwachtingen die het e1'- gen genre wekt" p . 50). De kunstenasr moet steeds nieuwe vormen vinden en zich ontwikkelen om niet zi'n eigen epigeon to worden . De ordenende taal Ook in zil'n poezie komt Ankers ambivalente houding ten opzichte van de troostende ordening naar voren. Een goed voorbeeld is bet gedicht'Voor de ramp' dat een scharnierfunctie heef t in de ontwikkeling in bet werk van Anker. De eerste strofe luidt : De muren staan als koeien aan elkaar . Wordt 8ras tot zwi1'8end zil'n vermalen . Wordt leven recht8etrokken tot 8edroomd carne. Een landschaP op de wand, een vi7'ver binnenin . En in het oo8 het dak uit: de oneindi8heid. Het onderschrift van bet gedicht geeft aan dat een woonhuis in Pompel'i beschreven wordt . Het huffs kan ook als metafoor voor bet gedicht rePen worden. Vooral regel 3 maakt duidelil'k dat er een irreele orde heerst in dit huffs . Het tweede gedeelte van 'Veer de ramp' last een of wil'zinS van deze orde zien en lil'kt direct contact met de dagelil'kse werkelil'kheid to bePleiten : Dit is natuurli7'k maar een beeld . Het is een beeld om to verbouwen. Dat is: een raam erin en stemmen in het licht . Daarom: het dak dicht deuren om to gaan . De straat op. Na de ramp een ander beeld . Wat ik niet wilde. Maar bedoelde . Om to zi1'n . De chaos van de werkeli)'kheid mag niet ontkend worden in volzinnen en mooie vormen betooSt Anker in 'Leve de stamelaar!'. Daarom moeten dichters de vormen waarin zil' de werkelil'kheid vastgelegd hebben steeds weer bekritiseren en afwizen, l om daarna een nieuwe ~'nS to doen om de werkeli)'kheid to laten zien zoals ze is . In 'Veer de ramp' is die kritiek op de vast ele de vorm zelf s in bet gedicht uitgedrukt. Ook de hierarchie in de taal zet Anker over boord . Het verscbil tussen bil'zinnen en boofdzinnen li)'kt in de laatste regel van 'Veer de ramp' to vervallen . merkeli'~k is dat Anker de functie van troost li'kt to willen behouden voor bet gedicht ook al wi)'st hil' de irreele orde in bet edicht af . Het verbouwde huffs in 'Veer de ramp' meet oIenutgen hebben naar de straat maar ook een dak dat bescherming biedt voor bedreigende elementen uit de werkelil'kheid. In Nieuwe veters en Goede manieren probeert de dichter zi)'n gedicbten o de verwarrende werkeli'kheid to laten aansluiten . Hi' meet ecbter constateren dat bet onmogeli)'k is om de vervearrende werkelil'kheid in poezie to verbeelden zonder dat een suggestie van orde wordt gewekt . Veelzeggend zil'n de volgende regels uit bet gedicht 'No fun' : Okee-1'e hebt hem neerSezet, hi1' zit er net, een junk. (. . .] 0 hi1' flu ontmanteld is want we8 is nu hi1' binnen is . 01'e hem tern8vindt in bet park van deze re8els want 8een a 8etraPto sehoenen in een kraa and zonder bed dunne armen uit een 1'as en roodomrande o8en . De dichter veil een junk in zi)'n gedicht hebben maar zodra die daar zit is bet niet meer de junk die hil' op straat toSenkwam . Het gedicht kan niet samenvallen met de ruwe werkelikheid die bet dag ~ elil'kse leven van een junk bePaalt . Naast "bet park van deze re$els" gebruikt Anker in 'No fun' de metafoor "rosarium" voor bet gedicht . Dit beeld vormt een erg ~'ote togenstelling tot de wereld van een druSsverslaafde . Een park en een rosarium zil'n geordende, rustiga Plaatseri, waar de stad eigenlil'k geen stad is . De ordening in boofden bi~zinnen heef t Anker bier achterwega gelaten. Het bli)'kt echter, zelf s in een gedicht wasrin geen taalhierarchie bestaat onmoSelil'k to zil'n aan de ordenende werking van de taal to ontkomen. e ieuze won s Herhaaldeli)'k wi)'st Anker in zil'n essays op de reli- ~'euze eonsPnong van de kunst. In de geseculariseerde samenleving is een aantal functies en doelen van de reliSie overgenomen door de kunst. Troosten is daar een van . Van oorspnon reli 'euze doelen zil'n bet aan even van wat wezenlil'k is in bet bestaan bet benaderen van bet ho ere in de moderne kunst be e~'pen als een 'le8e transcendentie' en bet uitdrukken van wat in de ziel is . Vooral in zil'n eerste essay, '0p zoek naar de olifant' komen deze doelen naar voren. Anker is van meninSdat de dichter zich nog steeds op bet ideele ricbt. Joos 6 3 Het ideele most echter niet meet opgevat worden als het bovennatuurli)'ke want de modern mens besef t dat hil ' zich niet los kan maken van de aardse realiteit . Anker voelt veel voor de omschril'- ving die Ni)'hof fg eef t van~ " ie als een uiting van "een profane, wereldlil'ke mYstiek" . Dit leidt hem ook west terng naar bet sYmbolismer dat bet fundament van de modern poezie vormt: .".]E de laatste internationals stroming waarin men nog onverbloemd bet ideele zoektr maar ook de eerste waarin men besef t dat de kosmische harmonie verloren is gegaan, dat bet Raadsel dat alle dichters zoeken to omschril'ven in de eigen ziel ligt opgeslotenr en voor allesr dat de kunst als substituut van de reli~ 'e als eniga dat Raadsel kan benaderen vol ens Mulisch : vet oten wat een krachtig vormbewustzi)'n met zich meebrengt" p. 18). Het doel dat de sYmbolisten zich stelden was bet verwoorden van het onuitsPrekelil'ke . De moderns l"zie wordt noS steeds gekenmerkt door een derg~ elil'k streven. In de woorden van Kouwenaar : de dichter wil dichtend het vlies van het onmo eli)'ke verbreken. Anker haalt deze uitsprack met instemming aan. Zelf specificeert hil ' dit zo : "We zouden geen mensen zi)'n, als we bli)'vend onthecht zouden taken van het stoffeli'ke maar engelenwe zouden weinig meet zijn dan de dieren als we niet telkens zouden streven naar onthechting . Deze paradox is de basis van de moderns poezie" P . 36). Een onmogelil'kheid waar de hedendaagse dichter zich niet meet voor insPant volgens Anker, is het verkondigen van de waarheid . Hil ' benadrukt dit vooral in zijn latere essays. In bet gedicht Bi') een !even' uit Van het balkon staat ironisch : "Het li)'kt wel of de foto kunst is : zoveel waars." Een bovenPersoonlil'ke en buitenti)'deli)'ke waarheid bestaat met; er is alti)'d "een togengestelde waarheid die evenmin waar is" p .141 . Hi) ' geeft aan dat de waarheid we! "til'deli)'k, voor de dour van het kunstwerk benaderd kan worden" . 113), wat impliceert dat er toch een waarheid bestaat . Misschien bedoelt hi' Her een beperkter snort waarheid waar hi' ook in bet essay 'LeSe beelden' over schri'f t: "een sub)'ectief inzicht in de werkeli'kheid dat door velen wordt edeeld" 170 . Hil ' besluit zijn beschouwing over een relief van Robert Lon o met de vol ends conclusie : "Een kunstwerk kan dus niet-mooi zijn en niet-goedr maar bet most minstens waar zijn wil bet recht hebben op kwaliteit" . Hoe vaag de ~e'ns tussen waar en niet waar 6 4 \J~p~f echter kan zil'nr wordt duidelil'k in episode XIV van Goede manieren : Alles rilmt en lie8t en Icxpt beduidend in de mast met dat wat bet Seval is L .. J . Paradox De doelen die Robert Anker voor de literaire kunst formuleert bli en in hoge mate paradoxaa! to zil'n. De kunstenaar wil inzichten verwerven in de werkelil'kheid. In de discussie over bet nut van kunst vormt deze inzicht8evende functie een belanl ~il'k argument. De werkelil'kheid toont zich echter steeds nadrukkelil'ker als ondoordringbaar: het is met mogelil'k om in de wereld een zinvolle ordeninS to ontdekken. Doordat bet kunstwerk de chaos in een ti' eli'ke ordening bedwingt, kan kunst troost bieden aan de mens die onder het besef van deze chaos li' t . Het kunstwerk Plaatst onderdelen van bet !even in bet zinvolle verband van de taal . Anker onderstreept in zijn essays dat dit geen vereenvoudi 8'~n g van de werkeli'kheid ma inhouden . De kritiekr die een wezenskenmerk is van kunstr richt zich joist op ~ de 'n en om het !even overzichtelil'k to maken. Want die doen de werkelil'kheid geweld aan en moeten daarom bestreden worden. De waarheid most gezegd worden dat is ook een be- !angri)'ke task voor de kunst . Tegelil'kertil'd besef t Anker, dat de waarheid, l 'uist doordat hi) ' chaotisch is, niet in woorden gevat kan worden. Het is onmo- Seli'lk voor de dichter om aan de ordenende werkin van de taal to ontkomen . In bet gedicht 'No fun' komt deze constatering duidelil'k tot uitdrukking . De dichter wil niet alleen een waarheid benaderenr die uiteindeli)'k vervan en zoo kunnen worden door een togen estelde waarheid. Hi) ' wil zich bovendien losmaken van het aardse terwi'1 hil ' west dat een mens dat niet kan . Zi)'n streven is het onmogeli)'ke to realiseren in zijn werk . Het lil'kt de tra 'ek van de moderns kunst to zi' dat baar doelen zo paradoxaal zijn eworden. jaargang 10, nummer 1 '~QO S Jaar8an8 10, nummer 2 : maart/aPril1992 . VooYs verschi)'nt vier maal per 1'aar. Redactie . Christine Brackmann, Kees-Jan BackhuYs, Bertram Mounts (hoofdred .), Iris Pronk, Thomas Vaessens, Bas Verhoeven . Redactie-adres : Traps 10, 3512 JK Utrecht. Telefoon (030) - 89 03 78 . Bi1dra8en : in tweevoud zenden naar het redactie-adres. Indien mogelil'k aanleveren in re8uliere tekstverwerkings-ProSraroma's. Abonnementen : f 21,- Per l'aarSang . Men abonneert zich door overmakin8 van f 21 ; oP Sirorekening 2595369 t .n.v . Vo~s, Utrecht. Abonnementen worden zonder toSenbericht automatisch verlengd. Redactiecommissie : Fops van Buuren, Wilbert Smulders . Public relations en advertenties : Mariet Hamer telefoon (030) - 7124 00 . De redactie heeft 8eProbeerd het copyright van de in dit nummer oPgenomen afbeeldingen to regelen vol8ens de wetteli'kelke bePalingen . Indien de redactie hierin niet 8eslaaSd is, verzoeken wil' de houders van het copyright contact op to nemen met de redactie. Gra ische vorm8evinS: Michiel Goosen Logo : Richard Annaars Druk : KriPs RePro MePPel O Vovys, Utrecht, maart 1992 ISSN 0921-3961 . De foto's van . Bernlef zi>'n van SteYa Raviez en van Theo Jennissen Inhoud raa ...zo wnahoPg isubfi'e1 dat ze asn zichzelf to onde gaat. . . Leon Muilwi1'k De stall wiaarvian ik hoorde is onver8eh 1kbaar men zeSt dat de wont eis van paIeizen en huizen hun levenssaPl'an onttrekken aan de eiSen bladerankroon om door deze inteeit van verhevenheid het8 ouden s rma van de duizenden forens to redden van promiscuiteit met mindere steden Na de muur 74 column Frans de Rover ussen banaan en drama 76 Ontmoeting met F. SPripger Iris Pronk Het is mi1 wel eens kwal1k8enomen dat ik to a standeli1k over ailerlei Sruweli1'kheden schree . Dat is nu eenmaal mi1'n karakter en mi1'n benaderin8 van het sehri1'ven ; zo onderkoeld- a standeii1'ken kort mo8eli1'k het een en ander peer zetten . Ik ben erg te8en bombast en zware woorden . Before she met me 80 AantekeninSen bi1' een motto Leonore Kneepkens en Bas Verhaeven Before she met me van Julian Barnes is een roman over een geval van verwoestende loezie . Een PsYcholo8ische kilk op hoofdPersonaga Graham Hendrick . Trans 84 Onderschrift: Stockhausen • Brief van een lezer; Schouten en Bude • Schaaked-igch~t' Zwagerman . t n Charlotte Govaert en Franeine Smink De derde bil'drage in de serie'Het bedril'f' . In dit nummer komt de auteur aan het woord . e esc a en runes 94 Onthechting en geldingsdrang in De tranen der acacia's Paul van Vliet Is Hermans' eerste ote roman een'voorstudie' van zijn magnum opus De donkere kamer van Damocles? Paul van Vliet over het Prachtiga, maar raadselachtiga verhaal van Arthur Muttah . Poetry an a jazz 1 Bernlef op zoek naar de gecomPoneerda imProvisatie Bertram Mounts Bernlefs Poezie in het kader van de jazz-muziek . 67 Joxs 6 5 s s \jocis Recensies 107 Bogman over Van Ostaijen ; C .B .F. Singeling over Gezellige schrijvers; Tom Lanoye ; Lucebert . Een muzikale Faust 116 Paul Op de Coul Over Doctor Faustus van Thomas Mann Die orte es rec ens 121 Ratio en irratio bi' Musil en Broch Paul Oomens Een artikel over twee verwante geesten met een volstrekt ander karakter: Robert Musil en Hermann Broch . Chaos Oorlog Ellende En wat schreven de schrijvers? Vooys 10-4 words een themanummer. De `chaos', de `oorlog' en de `ellende' zullen in dit nummer cenvaal staan . De redactie streeft naar diversiteit en originaliteit. De artikelen die de redactie voor dit nummer zcekt, hebben een omvang van maximaal 3500 woorden . Konere, polemische of `joumalistieke' stukken voor de rubriek Traps zijn ook welkom . De deadline verstrijkt 1 mei 1992 . (Kopij indien mogelijk aanleveren in gangbare tekstverwerkingsprogramma's .) Vooys, je leest 't, je schrijft 't jaargang 10, nummer 2 Praag ... zo wanhopig subtiel dat ze aan zichzelf to gronde gaat . .. Leon Mu ilwi k Er schi~'nt een stad to bestaan - bericht de in een trayg schommelende hangmat 8elegan, machtiga heerser de in zil'n naam reizende gezant - die door velen "de gouden stad" genoemd wordt een stad waarvan de straten geen doel of richting hebben maar zich slechts rondwentelen in hun eigen Pyacht en fonkeling . Zelfs van de geringste steegl 'es wordt beweerd dat ze zich sPiegelen in zichzelf zoals aaneengeregen yingen elkaar raken dankzi1 ' de volmaaktheid van hun eigen kronkeling, tot in d1e~ ngen van huizen tot in het diepste geheim van het aloude alchemistische wonder. Alle materie van de ruwste steep tot de subliemste muurschildering, schil'nt zich to hebben samengevcegd tot die uitmuntende gouden eenheid . De waarde van de door )'°u tot nu toe aanschouwde plaatsen lil'kt me, na deze berichten dusdanig inflatoir, en het woord waarmee l'e ze beschreef zo'n van mond tot mond en van voet tot voet vergaand cliche, dat de werkelil'kheid die erdoor uitgedrukt wordt niet meer bestaat in mil'n ogen. De stad waarvan ik hoorde is onvergelil'kbaar, men zegt dat de wortels van Paleizen en huizen hun levenssaPPen onttrekken aan de eigen bladerenkroon, om door deze inteelt van verhevenheid het gouden sPerma van de duizenden torens to redden van Promiscuiteit met mindere steden . Bestaat deze stad zoals de g ~ oudmi'nen van Eldorado bestaan, en zil'n de straten de schachten van dezelfde mil'nen waar de goudzoekers doorworstelden in een duistere Pogi ng to vinden wat zich onoPhoudelil'k terngtrekt in de onbestaanbare en onaantastbare schittering van bet verlangen . Als l'e deze stad gevonden hebt, dit Praha dat oorsPronkelil'k 'dremPel' schil'nt to betekenen, last haar dap intact, zoais een onbetekenend bloedlichaamPl 'e in een onbekende omlooP gedoemd tot oppervlakkigheid omdat de buitenzil'de onzichtbasr blil'ft . Enkele belan8ri1'ke data in de 8eschiedenis van Praa8 5e eeuw: aankomst van de Slaven op bet huidiga terratonum . 9e eeuw : een fort op de heuvel wordt oPgetrokken met dasnn de basis voor de St. Vitus-kathedraal in de Prasgse burcht . In deze burcht onder de 'groene kamer' waar Karel IV de gangbare rechtshandelingen redigeerde onder bet toeziend oog van koning Salomo's dialectische rechtsprack op de P1afondschildering , onder de Wladislav zaa1 van waaruit dezelfde vorst Praag tot een van de grootste Middeleeuwse steden van EuroPa maakte 1340-1380 onder de burcht als geheel dat bet enige ommuurde en meest in zichzelf gekeerde stodsdeel van Pras8 is bevinden zich de zogenaamde cryPten . Terwil'1 we de sPiraal- 6 7 vormi$a traPPen afdaalden, stuitten we op een doodloPende trap, die botste op aarde en onzichtbaar die per leek door to drip an, aIs een Peillood in het inwendi$a van de stad een onderaards equivalent van de kathedraal . Lan s de muur waren de diverse aardla$en zichtbaar waar de treden van deze neerwaartse bew 'nS zich doorheen $edron$en hadden . De steeen, het Puin van de ofSravin lag oP$ehooPt in de andere hoek, bi1'na onzichtbaar onder het plateau van waaraf we de trap mochten beki1'ken . Het wend niet duideli1'k emaakt waar deze ofSravin$ voor diende, en vooral de schi1'nbare doelloosheid maakt het tot een van de meest raadselachti a en rePresentatieve beelden van de stad : achter de ingan$ ligt weer een in$an een reeks in anSen die zich steeds verder tern ekken in zichzelf en diePer op zichzelf in$aan : deur achter deur, dremPe1 na dremPe1 , traPtreden diePer dan de 9e eeuw, 5e eeuw, diePer dan het nulPant van de stad . In de zaal ernaast die to bereiken is door een smalle booSvormi$e opening, liS$en de wortels van de stad uit$estald : Sedetailleere ma9uettes van een SroeiP roces. Het archetype van de stad: een muur, vier toren 'es en wat huis1'es op een heuvel , terzil'de van een rivierbeddin$ . GePlaatst op oPeenvoi$ende stenen tafels ontwikkelt de stad zich in miniatuur, aan$epast aan onze blik en looPsnelheid . Het hedendaaSse Praa$ is met aanwezi$ in deze ruimte, waar de la$en van de til'd de yr 0e$ere vormen omzwachtelen met steeds meer details en toevoe ~'n$en . Het heden is dus no$ niet in beeld $ebracht, het is ontsnaPt aan de modellen in deze kelders van de burcht waar de steden die Praa g ooit was be8raven li$Sen . 0P een van de tafels, rond 1350, li$t een steep : een eerste steep die uitSroeide tot een van de beroemdste kathedralen ter wereld. Door de gotische ramen keek ik naar binnen en za alleen een oude vrouw> die in een warme doek gewikkeld, geknield 1a voor een madonnabeeld en ernaar keek . In de verte za$ ik te$en een zuil vri1'wel $i'enzend aan de banken van het altaarkoor no$ een kleine Preekstoel, heel simPe1 van kale, witte steep . Hi1' was zo klein dat hi1' uit de verte een nis leek bestemd voor p1astsing van nog een heiligenbeeld . Deze levende lee a, of invulbaarheid , nodi$ t de voorbi1San$er uit zich to scharen in de beelden$a leri1' •~ even een oneiSenlil'ke relikwie to zi1'n van zichzelf, even dood maar heiliS . Met de andere, plechtig fluisterende toeristen in de St . Vitas kathedraal dwalen we rond in wat als het h epant beschouwd kan worden van Praags ontembare drang naar het ho$e, naar een on$i~'l'Pbare verhevenheid. Zelf s de meest teneergeslaen blik wordt mee$esleeP t in een vormen- en li1 nensPe1 van ar abesken, vrolil'ke verbeeldinSen en hetero$ene heili$en die de ogen oP trekken tot in het Pi1'nlil'k onzichtbare verd1winPant van de sPitsen boven het hooSaltaar neo-$otisch to dateren rond 1870) . De maquette van de hemel is hier met nadruk het meest abstracte , afweziSa moment in de ruimte . De blik daalt, kil'kt in de brochure die aanwizlinSen Seef t over wie wie is, wat waar is, en wie of wat waar voor staat. En wil' volSen de refs8ids versterkt in ons jaargang 10, nummer 2 Kafka, veerti8 laar vertrouwen door het telkens oPlichtende identieke boekl'e in de handen van anderen. Niemand wil meer weten dap de korte karakteristiek van dit uitstulpende zich in alle bochten wringende ebouw- dat worstelt met die kale witte steep tot bet een god voorstelt . Na verlooP van til'd 8a l'e in Praag zoeken naar de vergeten eerste steep naar de zo veelbetekenend overwoekerde oorsPronkeli)'kheid . Als ik de architectuur van mi)'n blik ontrafel zie ik overvolle kerken leinen strato gevels van huizen deuren en daarachter, tot in de opbouw, verbouw, de of wisselende bewoning, en tenslotte de lee8stand: de verlaten eerste steep in een lee to tussen vier muren zonder een enkele toevoe ' ng. In de galerie met moderne Tsl'echoslowaakse kunst wares schilderil'en to zien met afbeeldingen van mineralen : homogene bestanddelen uit de aardkorst anorganische versteende stukl'es leven gaPresenteerd als kunst. Maar enkele staPPen terngwil'kend met half dichtgeknePen ogen zag ik Plotseling dat de inhoudsloze kronkels en vaga structures herkenbare vormen en figuren in zich sloten. Deze stenen hebben gezichten de hoofden van manses vrouwen en kinderen schreeuwend uitbundi e ineenkrimPend gebogen Sestalten, oPeenSa erste lip pen alsof de stenen imPloderen door bun zwil'8Plicht, g~a' oefde houdinSen alsof ze zo oud zi'n als de mineralen zelf, mast de illi e imProvisaties van een sPeelse aardkorst . Het lil'kt alsof de ingePoPto gezichten zich vanuit deze versteende embrYonale sfeer een weg willen banen door de Semummificeerde wereld van bet huidige Praag . Waar de menses op straat zich vermommen en zich verschuilen in de verniste werkeli'kheid waar deze wereld zo bovenmenseli)'k ongril'Pbaar is, wordt de als oneindi g gePresenteerde illusie otesk. Ik word biJ'na vanzelf edwon en mast de uiterli)'ke vormen van de stad to ki)'ken, alsof de scheu 'es in het Perfecte stadsbeeld voorzichtige oPepingen worden naar een verborgen broedPlaats van emotionele anarchie . Achter de schil'n ligt de schil'n en de waarheid bestaat bier fusses aardlaag en aardlaag en de korst aan de oppervlakte die alles bedekt. Van straat tot straat van steep tot steep binnen deze uitbundiga en voor mi)' onovertroffen mooie wereld dreunt de onhoorbare stem bet onzichtbare beeld in die mineralen waar bet menseli)'ke gevangen zit in de eigen vorm en steensoort. Het bewustzil'n van de Praagse kunst wankelt op de dremPe1, van bet vorm geven aan de ingehouden schreeuw om bevril'ding uit de isolatie naar bet ironisch krabbelen aan de korsten van een zichtbare leugen die de stad vooral is . 'ioos 6 9 7 0 'JpoiS 1923: Franz Kafka Publiceert'Het hol' waarin de andere verborgen zil'de van de stad gaPresenteerd wordt : bet personage is een mol die architectuur en diePte-PsYchol°gie Probeert to vereni en in bet volmaakt onder~'8ondse bouwwerk . Hil ' vergenoe zich in de labYrinthische structuur van zi)'n huisvesting die bet indringers onmoSelil'k maakt de 8'angen en Pleinen van zil'n stad to bereiken . De toerist wordt door een blinde muur op afstand gehouden : "van buiten is er eigenlil'k een oot t to zien maar dat leidt in werkeg root nergens been, na een Paar sta en stoot l'e al op massieve natuursteen ." De eerste avond in Praag zien we een theaterbewerking van dit verhaal van Kafka . Het stuk wordt oPgevoerd in een le8e ruimte waar in molachti a vermommin een stuk of tien ' n ens oPsPringen tegen een fictieve muur, en ternggewo en worden . Ze willen naar binnen maar worden togengehouden door een bestemde kracht. Wat is bier eigenlil'k binnen'? Als de muur niet werkeli)'k bestaat, is er ook $een werkeli)'k verschil tussen buitenstaander en ingewil'de . De acteurs voelen zich buitengesloten en sPringen net zo lang tot de scheiding allesoverheersend is . Door to bewegen en vervolgens terng to vallen op ~ die b1e~w 'n last elke mislukte Po8'~ng een spoor na, een onmogelil'ke ingang : een muur . Deze dans is zo wanhoPig subtiel dat ze aan zichzelf to gronde gaat, en de toeschouwer alleen de gefossiliseerde vormen ziet waaruit de holen en steden ontstaan : 'Der Bau', een toneel vol muren een ondoordingbaar labYrint als l'e maar lang genoeg danst en denkt togelil'k . Als l'e maar lang genoeg looPt en leest togelil'k en struikelt over de suPerlatieven waarin de eigenschaPPen van Praag doorgaans gePresenteerd worden . Alsof we in een verhaal rondloPen waar elk woord een hernieuwde Poi'ng is bet verband waarin bet gePlaatst moet worden uit bet oog to verliezen : uitweiding, uitvlucht uitagngen. S~romestske namesti Staromestska radnice , Staromestski brana . Stare mesto : de oude stad bet oude centrum. Terwil'1 we denken de kern van de stad gevonden to hebben, bli)'kt de monumentale volzin die to verwachten is, een ha erende verzameling flarden uit een vergeten gesPrek. De namesti bet yr oe~re stadshuis, is bil ' nadere beschouwing : een vroeg-gotisch huffs met een kaPel, waarbil ' door de snel groeiende stadstaken al snel enkele midden-gotische burgerwonin en betrokken werde n, de namesti bet meest getekende gebouw van de stad, zwartgeblakerd gelaten na bet bombardement in 1945, de namesti, een torso zonder benen zonder hoofd, zwarte toren, rote lichaam en glazen uitbouw, de namesti, een gebouw dat langzaam uiteenviel of uiteensPatte en zich samenhoudt door baar naam namesti . Daartegenover de vleermuisachtig getande schaduw van de TYnkerk, daarnaast de St. Nicolaaskerk, wit als een lee bladzil'de. 3 augUstns 1991 : vandaag dezelfde straten doorloPen als de ofgeloPen dagen, de stad be8'~ nt zich to ontvouwen zodat we de Platte~ 'and voor bet eerst in bet aPPartement hebben achtergelaten. De drang die ik de eerste dagen voelde om achter elke opening een nieuw stuk)'e stad to zien dat nog in kaart jaargang 10, nummer 2 Sebracht moest worden, is gelukkig verminderd . We hebben foto's Senomen drie rolle 'es vol met deuren, door ngen, weggli' ende gevels, doorgeefluik'~es van binnen naar buiten . Het was alsof we de aderen van het meest inwendiga van de stad voelden bewegen achter de deuren met daarin deur 'es met daarin ki)'kgas 'es en daarin de PuPillen van bewoners de aderen van het netvlies in mil'n lens . De behoefte om alles vast to le en om me in zekere zin to verantwoorden voor mil'n aanwezi heid hier, is vervan en door een lichtheid h) "dens het toPen, alsof PraaS een willekeuriga Plaats is zonder betekenis . 6 juni 1912 : "Gewichtlos, knochenlos, korperlos zwei Stunden lang durch die Gassen gegangen and uberlegt, was ich nachmittag beim Schreiben uberstanden habe :" (Franz K .) 4 augustus 1991 : Waarom zou De ondraaglijke lichtheid van het bestaan zich afspelen in Praag? Omdat elke stap van elke dag zich oneindig herhaalt, en elke slap tegelijk de zware last voor al de daarop volgende herhalingen draagt? Deze last breekt je, laat je struikelen, drukt je tegen de grond, en je wilt lichter zijn dan lucht, omhoog vliegen, boven de aarde, boven deze stad? Zoals jij met je fototoestel in de hand de stad in stukken knipt, doe je me aan Tereza denken, die zich door dezelfde straten heenworstelde en het later berouwde de stad en het bestaan to hebben vastgegrepen in een handoindraai, een loodzware vingerafdruk . een vinger aan de Pols de vreemde slagaderen , het koortsiSa kloPn bi)' de steiSers rond een kaartenhuis das grauenhafte des bloss schematischen raster over de tra 'sche route van het richtinSlone bloed 25 februari 1915 : "Ware ich emn Fremder, der mich and den Verlauf meines Lebens beobachtet musste ich sagen, dass alles in Nutzlosigkeit enden muss verbraucht in unaufhorlichem Zweifel, schoPferisch nur in Selbst9ualerei . Als beteitigter aber hoffe ich ." Franz K . Praha Franze KafkY: op alle muren in de binnenstad, op de folders die versPreid worden op doeken gesPannen tussen huizenril'en : IMAGINACE causa: FRANZ KAFKA slgnalement : felle ogen loodzware, zwarte wenkbrauwen, sPitse oren in een wit gezicht . Een gezicht uit een ander verhaal, een vreemde die zichzelf en het verloo van zi)jn dood beobachtet vanuit talloze rs ectieven : het bone oog dat de straten sPlil't en de mensen die onder hem door en langs hem heen toPen ondervraagt als een verheven wachter in een gesubsidieerde kooi. Alle deuren, alle Poorten naar ziljn wereld staan open voor de toerist, voor mil' . Achter de deur onderscheid ik in het donkey een ondoofbaar licht en koop van de man die o P een kruk'e naast de deur zit een to~angskaar 'e voor het Black Jotxs 7 1 7 2 \jOoiS Light theater. Naast het podium sPeelt iemand op een elektrische 8itaar, de schil'nwerPer verschuif t nasr het madden. Het is even doodstil als een Seknielde l'on8en o PSencht wordt door twee Seuniformeerde figuranten dan bega'nt de muziek ... das auenhafte des bloss monotonischen .. . de daps. .. Het ma sche van dit theater is het in duisternis gehulde podium; alleen die fragmenten zil'n zichtbaar die door de schilnwerPers verhcht worden : een gezicht, de beweginge n van de dansers, de voor ond . De kunstgrePen de stei ers de mensen m zwart e Pakken die alies oPb ouwen ziln onzichtbaar we emoffeld achter het licht . Als de danser o de vo0r and door de ruimte zweeft jaargang 10, nummer 2 zien wil' met de tientallen zwarte figurep die hem dragen oPti lien en vleugels geven. Als ik ofga op de posters en doeken met de beeltenis van Kafka zi'~n de kwellingen en twi1'fels de zwart e fi urtl'es van zil'n KoPfschmerzen zo duidelil'k overge ~' t Plak dat de helderwitte heldenrol die men hem last sPelen, de gehele binnenstad van Praag tot zo'n theater maakt . En toch ben l'e gezien, wordt l'e oPgemerkt door deze vreemden die voorbill'gaan n rondwandelen in het kaartenhuis van deze tentoongestelde wereld . Zo angstig en gesPannen l'e meekil'kt meelooPt, steeds an8stiger in wat l'e neerschreef . Het is begril'Pelil'k: elk woord gewogen, omgekeerd in 1'°uw hand, onder 1'°uw P°is -wordt tot een dolk die zich tegen de hand keert . En zo tot in het oneindige . En elke steen, gewogen, omgekeerd, keert zich tegen zichzelf, doorbreekt de muur met de foto's stemgt de stad die hasr aanPril'st en inmetselt in een wederoPbouw . Rehabilisatie Rehabitat? Slot : van de berg waarop het slot stond was niets to zien, we warm omgeven door mist en duisternis zelfs niet het zwakste schil'nsel duidde aan waar het ~o'te slot lag . Lange til'd stonden we stil op de Karlsbri cke 1 van de 19 bruggen over de Vtlavaen keken omhoog in de schil'nbare lee e . Onder het beeld van de toewil'ding 1 van de 31 beelden waarmee de brug bevolkt is zong een 8oeP vrolil'ke Tsl'echen hun volksliederen . Onder St. ~' Christoffel en het kind vertolkte een eenzame zanger gedichten van Rimbaud en Edgar Allan Poe, onoPgemerkte dienstverlening in de schaduw. Na een Paar halveliterflessen goedkooP bier vertelde hil' in eigen woorden over Praag : wat ik van de beelden op deze brug vind? Zoeken l'ullie beelden schoonheid? Daar skinheads mil'n kaPotte Skoda, zigeuners die wegkruiPen tanks , rote tanks als een artistieke Penisnil'd met het westen kafka : de eeuwige l'ood kaf t kaf t . Slot: de dag voor ons vertrek bekiommen we voor het eerst en in chronoloPische volgorde de torens van Pras gom tenslotte toc h nog een overzicht to kri>'gen van de stad . SPiraalvormiga tarPPen . KoePels, glil'dende en hoekiga daken de blik van Dedalus. Vanaf deze hoogto is er tussen de stenen huizen een oPv allend klem stuk'~e groen to zien : het oodse kerkhof wasr we ankele da gen tevoren nog doorheen warm geloPen tussen de duizenden gY'of stenen door, die ais duizenden loo es van een vreemde stam over elkaar heen buitelden . Al de boodschaPPen op de graven : "het gaat zo of zo", "wat denk l'e hiervan Rabbi Low?" SniPPer 'es PaPier op de stenen, vastgehouden door kleiner steep'es Pra tend met de nog kleinere stofdeeltl'es onder d e 8rond . Wat denkt u Rabbi Low? Wat is klei en stof zonder de ma sche formule onder de tong van de Gole m zonder de woorden m de mond van uw maaksel? Blil'f t het zich voortbewegen straat na straat laag na laag, zoals de stad voortbestaat in a1 hasr stenen geledingen in kelders waaruit we oPdu iken en torens wasroP we staan en bedenken dat de stad versnippert v oor onze ogen, zo van bovenaf, tot op de lastste eerste steep . 1'Qp~$ 7 3 Het wordt zo eentoni$ met die Duitse eenheid wie interesseert bet in de La$a Landen no$? Maar '$eschiedenis' is bier Plotselin$ weer zo actueel mediaberichten rollen over elkaar been . Der S~'e8el heeft deze week eind )'anuari een omsla$artikel : 'DIE HORRORAKTEN: Stasi-Archive offnen sich' . En nu die archieven oPen$aan barst de perfide waanzin van bet voormali$ arbeidersParadi1's eerst $oed naar buiten . Als stinkend pus uit een zwerende wend . Dit laatste is wat over$ebleven is van dat deel van Duitsland dat '$oed'- want antifascistisch en anti-kaPitalistisch was : een ecolo- 8'~ sch verwoest ramPenlandschaP, verrotte steden $emankeerde mensen . Alles stinkt daar, no g steeds en met alleen omdat bet nu winter is en men brumkool stookt . Der Spiegel bencht : een echtPaar waarvan de man de vrouw -een vredesactiviste 'besPitzelte' ; een dominee inmiddels minister van een deelstaat de eschiedenis kept haar ei$en rechtvaardi$held , die met behulP van Pharmsceutica door Stasi-arisen 'kalt$estellt' werd • een open brief van Wolf Biermann de door de Stasi vervol$de'aus$ebur$erte' dichter-zap$er, die literair-$ rimmi$ antwoordt op bet verwil't dat hil' flu - want dat doet hil' - voormali$a Oostduitse schril'vers van bun 'Pro~ 'essieve' troop stoot door hen to ontmaskeren als Stasi-medewerkers of als meeloPers . Door de 'ProSes~'sieve' schril'vers in West-Duitsland wordt hem dat niet in dank of$enomen worden hem verwilten $emaakt als zou hi j een beul en een schererechter ziln . Hil slaat op formidabele wil'ze met alle retoriek een dichter eigen , tern$ . Ik booP maar, dat zi1n stuk ook in Nederland in een kraut of h schrift verschilnt . Want ook bi l ens ik ze$ no$ immer : bil' ens' wanner ik Nederland bedoel waren tech heel wat heden in pohhek en aa ~ nverwante liederlikheden - ook schri'~vers en andere door ho$a $eesten $einsPireerden-$echarmeerd van de leu$ens van dat Oostduitse arbeidersParadils . Ver$eef me. $odallemachhg, wat ziln dat een leu$ens $eweest! De nude Honecker beef t veer mi'l met per se aan de $a1$; die man beef t no$ onder de nazi's-en dat waren ook Duitsers, hoewel ze bier in West vaak deep alsof de nazi's van 'outer space' 74 'ioos Na de muur kwamen ik vraa$ albld. Ze sPraken tech Duits?' - m ' bet $evan$ $ezeten. Maar desalniettemin : font was hi j, >, en dan dat. Wanneer ik hem dan zie rondloPen op een krantefoto in de tuin van de Chi1eeuse ambassade in Moskou met een bontmuts o en een snort vril'eti)'dsbroek aan, met no g immer die zelfin enomen imlach op zip huichelsmoel en ik l lees in diezelfde kraut dat een inmiddels 29-' ri$a ex-DDR-$r 1a enssoldaat in Berliln tot 3 1 2 las r $evan$enisstraf veroordeeld wordt omdat hi j l m 1989 een 1 la ri$a vluchtelin$ beef t deed eschoten... on ens die elkaar doodschieten. Damals . In welke til'den leven we nu ei$enlil'k, in welk Duitsland? Ik kan mi1' voorstellen, wanner 1'e l'e realiseert il' voorbeeld omdatl'e nu1'e ei$en'Stasi-Akten' inz iet of $ewoon omdat l'e tot~ 'e verstand gekomen bent dat )'e veertig l'aar, nee: dat is inmiddels to veel ze$$en we : twinti ~' ar van1'e leven verprutst verpest en vergooid hebt aan zo'n absoluut mensen- minachtend rotregi me dat slechts afval va- 1aat. .. wil l'e dan tech $een $a1$ zien veer bet symbeef van deze Perfiditeit . Ik hennner mil een studente uit Oost die zei dat ze Blokken van Bordewil'k niet verder ken lezen want dat dat boek Mar wereld beschreef. Zi1' woonde woont in zo'n menskleinerend $ebouw aan zo'n kilometerslange Allee met zo'n Russische schurkennaam -Lenin of Stalip nasr keuze. Met gastep-uitsluitend met ga step ri~'d ik rend in Oost - reed ik er wel eens over of 1an$s en dan zeiden wi' ~steevast : dat lil'kt wel Bordewil'k . Ik heb veer alles be$riP, vooral veer mil'n ei$en standPu nten . Dasrom kan ik ook bekennen, dat ik zelf een bee 'e'fout' $eweest ben. Ik herinner mil' een winterda$ tussen kerst en rueuwlaar m Berlil'n, -we schri') ven 1971 . Alle daen ' m die gezegende periode was de hemel zwaarbewolkt en woei een il skoude vrieswind maar luist op die bewusto d$a was bet zonni$ en vril'wel wmdshl. In bet $ezelschaP van mil'n levens$ezel stond ik op bet Marx-Lenin Plein in Berlin-Ost. Ik vand bet wel mooi ruim van opzet, gI'ote hotels , veel winke1s allure . Mi'n levens ezel on te fulmineren te$en 'bet communisme' : die leuzen oP jaargang 10, nummer 2 borden over de wereldvrede waren leu ens in die winkels was nets to koop, in die hotels nets to drinken en op dat plain tochtte hat . Het deficiet van het communisme dat kon 1'e daar wel zien en aan den lilve ondervinden . Want hat bleef koud . WiJ' raakten in groot zelfs ideoloS's~ch c onfl,ict midden o hat lain. Ik rieP noS jets over Oostduitse verworvenheden op allerlei $ebied wist ik veal en hi1' n°$ jets over communistische schandelilkheden kon hil' op dat moment ook net allemaal weten),- een uiterst moeizaam hoo$oPtoPend discours . En daaroverheen scheen die dag dan toch de winterzon en le de zo'n mooi zachtrood licht over dat Oost-Berli'nse deal van hat boeren- en arbeidersParadis. Pen bil'na mYthisch tafereel . Om een lan$ verhaal kort to maken en daarom $aat hat immers in een column, die 'ehemahli$e' communistenvreter en ik wil ' leven noS altil'd samen. En de DDR bestaat niet meer . Er moat een God zijn . Maar dan toch en ook no : zoals de Duitsers nu ze wear een ziJjn, blil'kbaar willen afrekenen en hat kost mil' honderden marken per maand maar ahbon) met hun deeis-communistisch verleden hadden ze op $ePaste wil'ze dan niet ~'ondi$er kunnen afrekenen met hun 8rotendeels-fascistisch en nazistisch verleden in 1945 en de )'aran daarna? Hadden ze misschien in 1933 niet jets verstandi$er kunnen stemmen? Ach hat ziljn enkele vra$en aan de $eschiedenis . Frans Kellendonk schreef hat al in Namen en 8ezichten, 1983 : "Hat $aloof is starker dan de rede. Clio kan net zonder mYthen . Het zi)jn haar valiezen op haar refs door de til'd ." Zo $aan de din$en- dus .1k Peins daarover, op een vrieskoude nacht in BerliJ n . We schril'ven J'anuari 1992 . Frans de Rover op de weg die Ieidt naar kennis en creativiteit zijn wij graag uwgids broeso ~emin Stadhuisbrug 5 3511 KP Utrecht tel . 030 - 313804 Heidelberglaan 2 Trans. II, 1 e verd . tel . 030 - 518518 uwgids in boekenland jOois 7 5 Tussen banaan en drama ontmoeting met F . Springer his Pronk Den Haa8 schril'ft 8eschiedenis door bet raam van de tram: stati8a huizen en brede 1ahen trekken voorbil' als dia's uit een onuitwisbaar verleden. Stad 'boordevol Bordewil'k en van Coupeus overal een vleu$' - maar ik koers aan op bet heden op een ontmoetinS met F. SPrinSer. De tram houdt stil to Schevenin8en: stad apart, en thuishaven voor veel personages uit zijn romans . De auteur zelf koos bet -na tal van omzwervin- 8en en zaken over zee -als vourloPi8e eindbestemmin8. Ik hen aan8eland bil' F. SPrinSer, standPlasts Schevenin8en . Schoorvoetend had de schril'ver eni$e weken tevoren toegestemd in een gesPrek : "Ik vind bet altil'd heel moeili1'k om over mil'n werkl'es to Praten ." Sinds SPrin$er in 1990 de boekenweek met Sterremeer oPluisterde is de betrekkelil'ke stilte rend zijn werk doorbroken . Sterremeer kree$ niteraand veel aandacht en ook bet onlangs verschenen Teheran , een zwanezan8 werd nit$ebreid $erecenseerd .'Literaire Poeha' en ewichti doeneril ' is echter niet aan hem besteed : "verwacht vary mil ' $een 'sweeping statements' over schril'verschaP enzo ," luidde zijn waarschuwin$ vooraf. Madurodam Vanuit zijn raam ziet SPrin$er neer op Madurodam - Holland op z'n kleinst in schril contrast met de exotische 'setting' van zijn verhalen . "Een der$elil`k uitzicht is $oed voor l'e relativerin$svermo$ en," $1'innikt hil'. Madurodam of de Baliemvallei Scheveningen of Teheran : als diplomaat beef t SPrin$er veel van de wereld $ezien -en ook veel van de wereld leren relativeren . "In bet yak van diPlomaat kun l'e niet $eemotionerd zil'n : >'e meet analYtisch, vooral Praktisch to werk gaan . Pra$matisch : wat kan ik doers? Wat meet mil'n re$erin$ weten? Hoe kril' ik land enoten bier we$? Ik ben in mil'n werk van ellendePlasts naar ellendePlasts $a$aan en moest daar wel oP een nuchtere of standelil'ke manier to$mover 76 \Jpo`.S stann . Een snort overleefhoudin$ ; emetics voel l'e wel maar 'e~ kunt ze niet laten meesP elen ." In Bougainville de roman waarvoor SPrin$er i n 1981 de F. Bordewi1'kPril's ontvin$, noteert Tommie Vaulant in zi~jn daghock: "Afstand nemen relativeren, l'ezelf bi1'na weg relativeren, dat is de e nia mapier om er iets va .~ to maken op papier en ook elders." "Het is mil' wel eens kwalil'k $enomen dat ik to afstandeli1'k over allerlei Sruwelil'kheden schreef . Dat is nu eenmaal mil'n karakter en mil'n benaderin$ van bet schri1'ven : zo onderkoeld, of standelil'k en kort mo$elil'k bet een en ander neer zetten . Ik ben erg te$en bombast en zware woorden . Ik wi 1 iemand of iets niet meteen omhclzen, masr voorzichti$, ironisch benaderen . Met ironic kun l'e een heleboel uitdrukken -ook $evoel ." "Als schril'ver in Nederland meet >'e ontzettend uitki~ jken met bet ten teen sPreiden van humor . Dat is ei$enlil'k 'not done', en helemaal niet als l'e over tra$'~sche $ebeurtenissen schril'f t . In de An$elsaksische literatuur is die lichte toots veel meer in- $ ebakken•~ ik voel me daar dan ook erg aan verwant. Hier is bet moeilil'k: vreselil'ke din$en be-schril'ven op een teen 'e alsof er een kerel met een fiets over een banaan nit$li' t. .." Tussen de reels door, tussen banaan en drama weerklinkt in SPrin$ors werk een omitsPrekeli1'ke wFemoed: "Die voel 1'e de one keer sterker dan de andere keer. In mi'n werk komen personages voor die in exotische $ebieden op zichzelf zijn aan$ewe- Zen en daardoor meer aan mil'meren toekomen. Dan kan de weemoed wel toeslaan : bet is allemaal niet $eworden wat ik $ehooPt had dat bet zou worden. Driekwart is illusie $ebleken .. . Als 'e dat weemoed wilt noem en dan spe elt dat in mi~'n werk wel een belan$ril'ke rol ." Don Duichot Met mensen die illusies en idealen nal'a$er loopt bet in de romans van SPrin$er slecht af . a De Leeuw in Bou8ainville - een Multatuli-vereerder 1'aar9an9 10, nummer 2 die prat gaat op het onbewezen feit dat hil ' 'met Mata Hari ter kooi is ga8aan' -eindigt zil'n stril'd t~en de onderdrukking van de avaan in een kale cel: naakt dronken en voor gek versleten. Gerard Dubbade hatverroverende zeedelm' in Schimmen rond de Parula 1966 wordt o Bloedzuigerei- 1and geconfronteerd met een cultuur die no lang niet ril' P is voor de blil'de boodschaP. Zil'n onderricht aan Zefo's krilg' ers mondt uit in een wel erg letterlilke interPretatie van de bilbel : Dubba wordt gekruisi d . "Aan een fi ur als Dubba bee ik zelf erg gehecht: ik vond het heel erg dat het zo met hem aflieP . Het zou de uiterste copsequentie kunnen ziln van een Plastische boodschaP als de kruisiging door het kruislgen heef t de heve Heer onze zonden op zich genomen en kunnen wil het Paradlls in . Als 'e dan heel praktisch bent in esteld dan denk>'e : latteenn wil hem eens even een stukkie helPen . Hoe vlugger hoe beter . .." "Dubba is een snort Don ichot : iemand die heel ideahstisch bezig is . Ideahsten worden echter vaak onderuit gehaald, het bhlft vechten tegen wmdmolens. Ik hou erg van dit snort mensen maar bil mil krilgt toch de Pragmatische reahstische benadermg de overhand. Ik denk dan: dat kan nooit iets worden in deze rotte wereld ." SPringer looPt naar zi)'n boekenkast om even later met een roodgekaft boek terng to keren : "En weet)'e wat het ekke is : die Dubba's bestaan!" Het rode boek blil'kt een bil'bel, vertaald in het 'Lower Grand Valley ni', de taa1 die wordt es roken door zo'n 50 .000 mensen in het benedengebied van de Baliem-vallei Nieuw-Guinea . Het is het levenswerk van een zendeling die SPringer 28 >'aar geleden in de bergen van Irisn, Nieuw Guinea ontmoette. b en al was deze'Don ichot sinds )'aren in de weer met taal boodschaP en bevolking- nu een half mensenleven later, is zi'n werk voltooid . Met de Da ~ ~ ni-bi`bel in zi'n handen verzucht Springer: "Ik heb enorme bewondering voor de Ausdauer en het geloof van zo iemand : 35 )'aar lang aan het einde van de wereld aan zoiets werken - en dan niet voor een mil1'oenenpubliek maar voor 2 of 3 stammen. .. Het heef t iets tra 'sch : zo'n man is een idioot een freak een bezetene van een boodschap . Het is in elk geval een fascinerend verschi'nsel waarover ik ook met Plezier heb geschreven ." ne s SPringer raakt op dreef; enthousiast verhaalt hi'l van zil'n ambtsPeriode in Nieuw-Guinea : "Die til'd in Nieuw-Guinea is een heel belangnu" k deel van mi1'n levee . Door de confrontotie met een totaal andere cultuur kom >'e tot de ontdekking dat l'e zelf geen sodemieter voorstelt met al 1'e geweldiga verworvenheden en technieken . a staat machteloos togenover yolk en land, het maakt >'e heel klein ." Als argeloze bestuursambtenaar kwam hil ' in aanraking met de mYthen van de Primitieve bevolking: "Zil' geloofden dat er andere wezens waren -in de hemel ofzo-en die waren wit. Deze witte wezens werden beschouwd als ho ere schePsels onschendbaar, engelen zouden wil ze en. De eerste blanken die in deze gebieden kwamen- in een zilveren vogel! --vervulden zonder dat zil' het wisten de Profetieen van de medicilnmannen. Zil kregen een rol toebedeeld die helemaal niet van de aarde was ." 0P verzoek van VPRO-radio zil'n S ripger en zil'n vrouw onlangs naar de Baliemvallei ternggekeerd - voor hen een zeer emotioneel weerzien : "Het '~ng als een topend vuu 'e door de vallei dat wil terug waren dus allerlei nude knakkers kwamen van hemde en verre toPen . Roerende ontmoetinegn~; wil werden binnengehaald als Mama en BaPa." In de ofgeloPen decennia bleek de Holland- 7 7 se til'd in Nieuw-Guinea een heel eigen leven to zijn an leiden . SPringer en zijn vrouw werden onthaald op ePossen en gezangen "waarin anderen en ik heldenrollen spelen die we helemaal nooit vervuld hebben . We bleken oPeens in de geschiedenis en legendevorming van stammen to zijn oPgenomen." Geschiedschril'ving ofgeschiedsvervalsing rode Baliem-vallei? Teheran In Teheran- een zwanezan8 is de geschiedschril'ving een belangri)"ke rol toebedeeld . De roman s eelt zich of in bet Iran van 1979 : de val van de SJ'ah, de machtsovername door Khomeini de enorme omwenteling van redeliJ'k modern land tot middeleeuws schrikbewind vormen bet decor voor de belevenissen van kitsch-schril'ver TobY Harrison . Consul Turf' er zegt op een gageven moment teg Jag en TobY Harrison: "Verder verwacht ik ..] dat 'i'l als beroePsscribent de sPannende gebeurtenissen bier ter stede waarvan wil ' ooggetui$en mogen zil'n, nauwkeurig voor bet nageslacht zult vastleggen." Even later voe t hil' daarasn toe: "Wat mil' betref t hoef l'e bet met de exacte feiten niet zo nauw to nemen, l'e kunt 8erust allerlei saPPige bil'komstigheden uit l'e duim zuigen, ik zal 1'e daarover nooit lastig vallen want volgens miJ' bestaat geschiedschril'ving voor vil'fenzeventigP rocent uit bi'l knaPPend haardvuur Poegtekende indianenverhalen." Springer beef t de revolutie in Iran zelf van nabil' meegemaakt: Teheran- een zwanezan8 is hiervan de weerslag . "De Penode in Teheran beef t nogal indruk op me gemaakt ik moest bet van me afschril'ven. Ik ben echter geen journalist, mil'n verslag hoeft niet met de feiten to kloPPen . Ieder maakt zijn eigen geschiedenis, verhaal, zijn eigen waarheid• daar verwi)'st die opmerkin van TurfJ'aer ook naar . Wel heb ik mil'n best gedaan our de sfeer to akken die op dat moment heerste : ik witde in fictie-vorm illusteren hoe een stel buitenstaanders oPeens'caught in the middle' is . Middenn een revolutie en totaal geen benul van hoe de zaken verloPen . a moest van de BBC in Londen of van een trouwe bediende die op straat of in de bazaar bet een en ander oPving, horen wat er biJ' l'ou our de hoek gebeurde . Die elementen zijn vri'l waarheidsgetrouw - ik wilde ze gebruiken ais achtergrond ." Teheran een zwanezang werd door sommige recensenten bekritiseerd wat betref t de omvang : 374 7s \1eoYc Pag''na's, bil'na vier maal zoveel als bil ' voorbeeld Tabee New York. Waarom is SPrin er af eweken van de bondigheid die zijn oeuvre tot nu toe kenmerkte? "Ik had nu eenmaal zoveel PaBina's nodi g our mil'n verhaal to doen -bet is l'ammer als men dat niet met me eens isea wordt ingedeeld door lezers en critici : dat is een vent die korte baan schri'f t -- een novelle een roman van 150 pa8'n~ a's, meer net. En nu gaat hil' er eens voor zitten en maakt een boek van bil'na 400 a8'~na's -maar dat kan toch helemaal niet! Met zo'n boek zondig ik tegen de beeldvormin8, bet etiket kloPt dan niet meer . Ik heb allerlei etiketten gekregen : novellist Indische schril'ver, di lomaat-schriJ'ver ..." riven an s e even SPringer kril'gt regelmatig vragen over bet waarheidsgehalte van zijn romans : "Dat is natuurlil'k ook mi)'n eigen schuld : ik heb altiJ'd vlak 1angs mi)'n leven beengeschreven." Al zijn romans en verhalen sPelen zich of in de verre oorden, waar SPringer heeft gewerkt~• dikwil'ls zijn de hoofdPersonen werkzaam als diPlomaat of bestuursambtenaar . "Vooral wat betreft de atmosfeer, bet decor van een verhaal vind ik dat >'e moet schril'ven over wat 1e zelf geroken, gezien hebt . Dat is voor mil' -door mil'n yak - onherroePelil'k buiten de deur geweest. Het toeval in dit geval de minister van Buitenlandse Zaken heeft bePaald waar ik terecht kwam - en indirekt dus ook waaraan ik elementen voor mil'n romans ontleen . Din en moeten voor mil' een bee 'e S' ijnJPbaar zil'n, dicht tegen mi)'n eigen werkelil'kheid aan liggen ." Vice versa betekende schriJ'ven voor SPringer : til'delil'k aan zijn eigen werkelil'kheid ontvluchten . Sours was hil' gestationeerd in van god verlaten uithoeken waar buiten bet dageliJ'ks werk en de fles whiskey nets to doen was: "Vlak na de onafhankelil'kheid heb ik twee 1'aar in Bangladesh ewerkt. Ik zat daar helemaal alleen miJ'n gezin kon er niet bi' ziJ'n. Toen dacht ik: ik moet schril'ven our mil'n gedachten of to leiden van waar ik de hele da g mee bezig ben geweest. Die functie heeft bet voor mil' altil'd gehad. Geen hogere roePing ofzo • ik heb bet gewoon nooit kunnen laten ." Zil'n romans en verhalen associeert hi)' sterk met de Periodes waarin hi'l ze geschreven beef t "waarin ik me echt moest vastklampen aan iets anders dan bet werk . In de eenzaamheid werden miJ'n herinneringen ook veel scherPer ." Dolly uit Tabee New York geboren til'dens de verbannn in Baniaargang 10, nummer 2 adesh heef t een sPeciaal plekl'e in zijn hart : "Ze 8~'n$ steeds meer voor me betekenen ik werd echt helemaal verliefd op haar ." Andere werken zijn hem minder dierbaar, zoais Bericht uit Hollandia : "Die verhalen heb ik aus einem Cuss $eschreven, we$$estuurd, die zijn verschenen en weer verdwenen. Ook De8ladde~1 van macht staat heel ver van me of1 daar heb ik absoluut $een herinnerin- $en aan ." Deze politieke le$ende1 waarin een Primitief yolk nu eens niet zwart is maar wit, kenschetst hi' ruim 20 1'aar na date als "te thematisch to veel in elkaar $ezet." Sweeping statements In het werk van SPringer to1en nogal wat mislukte schril'vers rond, als PaPieren bewil'sstukken voor de relativerende houdin$ van hun scheplyr. TobY Harrison verPakt zijn leu$ens in bombastische weg"'erPfrazen ; Felix Sterremeer weet-ondanks hef tig Po$en " niet veel meer dan holle verzen o P paPier to zetten. "In Sterremeer last ik zien dat het met iemand voor wie schril'ven eten drinken en ademen is, ook wet eens verkeerd kan gaan . SchriJ'- yen kun l'e niet forceren ." Sweeping of met, SPringer doet wet degelil'k uitspraken over 'schril'verschap enzo' : "De eerste oPdracht van een auteur is dat hil' niet saai mag zil'n . Het leven is al kort $enoeg, l'e meet de mensen niet aan hat hoofd zeuren. Ze nemen mi' ook wet - verhalenverteller; dat vied ik een eretitel . Als mensen dan naar dubbele bodems zoeken1 moeten ze dat zelf weten1 die heb ik er met zo ingalegd. Er is mats zo moeiliJ'k als een goed verbas1 vertellen dat niet al to saai is en dat een aantal mensen tot hat emde toe uit wit lezen ." de vraag wat zijn literaire inspiratiebronnen zil'nl antwoordt S rin er voorzichh 'g.' "Ais >'e namen noemt dan blil'ven die 1'e altil' d achtervofgen. Bovendien verandert dat steeds: boeken en schri)'- vers 8s'oeien met >e urea . Ik heb bePaalde werken altsld overal mee naar t esleept. Sours keek ik er vier 'Ja ar niet in, sours dacht ik : gelukkig heb ik mil'n Thomas Mann our de hoek staan ." SPringer heef t vooral bewonderin voor de rasechte vertellers : Tsl'echov1 De Maupassant1 Somerset Maugham . ' e leert van bepaalde schri)'vers. Ik ban wat de techniek betref t een bee 'e schatplichtig asn De MauPassant. Het korte het tekenen van karakters in een aar woorden r;eels de lots zoais hi)' die oPbouwt- puur technisch ezien is zijn werk bilna perfect ." Over zijn ei$en schril'f techniek ze$t SPrin$er : 1k schril'f tangzaam, ik ben misschien wet vi)'f versies verder voordat ik het iemand lezen last . Het handwerk gaat-nu ik uit de diplouratieke dienst ben-to$enwoordig wet sneller . Vroeger schreef ik in de weekends, de vakanties1 onder- of tussen mil'n werk door . Als ik eenmaal met een verhaal ben onnen, dan bli)'f t het me tech bezighouden." "Zo'n verhaal wordt alti'd anders dan ik in mil'n hoofd had : personages nemen bepaalde beslissingen voeren aches uit die ik tech niet helem as1 voorzien had . Ik ga uit van een bepaald thema, personage of anecdote en $a dan nadenken over een plot : wie zal ik daarin laten meespelen . Personages komen vaak heel anders uit de verf ." Met een blik naar buiten waar de lucht grauwt over Schevenin$en, verklaart Springer nog niet aan een 'Haagse roman' to denken . Vooraleerst staat er een werk op stapel waarin herinneringen aan zijn )'eu$d to Java en de aPanse bezettin$ centraal staan . In Tabee New York gaf hi)' hiertoe al een aanzet1; een recente refs naar Java leverde nieuwe insPiratie . "Ik vroeg mil' of: wat heb ik verdrongen, wat komt er terug nu ik weer in datzelfde milieu rondlooP . Die dingen zullen in mil'n vol$ende beak een rot sPeten ." En met de goedmoediSa zelfspof de relativerende ironie die schril'ver en werk zozeer kenmerken voegt hil' hieraan toe : "Maar vrees met : hat wordt niet zo dik als Teheran een zwanezan8!" Caret Jan Schneider werd 8eboren op 15 1anuari 1932 to Batavia . Als diPlomaat was hi'1 achteeenvol8ens werkzaam in Nieuw-Guinea, New York, Bangkok, Brussel, Bangladesh, Den Haag, Iran, Angola, Straatsburg en de DDRIn 1989 zette hi) ' een punt achter zijn diPlomatieke carnere . Onder het Pseudoniem F . SPrin8er debuteerde hi j in 1962 met de verhalenbundel Bericht uit Hollandia . Overige werken : Schimmen rond de Parula (7966) De gladde pazaann macht (1969) Taba, New York (1974) Zaken overzee (1977) Bougainville (7981) Quissama (1985) Sterremeer (Boekenweekgeschenk 1990) Teheran, een zwanezang (1991) \j3 7 9 Before she met me Aantekeningen bij een motto Leonore Knee kens en Bas Verhoeven Julian Barnes is in Nederland vooral bekend 8eworden met zi1'n romans Flaubert's Parrot (1984) en The History o the World in 101/2 Chapters (1989) . In 1982 verscheen van zil'n hand Before She Met Me een oPmerkelil'ke roman over een 8eval van verwoestende 'aloezie. Het hoofdPersona8e uit deze roman is 'aloerser dan Othello • zelfs het erotische verleden van zil'n Grote Liefde, de til'd 'before she met me' blil'kt in zil'n visie een 8root oversPel. Een artikel over een tra8i-komisch boek over liefde, 1'aloezie de tranen van de krokodil en de hulPeloze staat van de mens. Before he met her Het hoofdpersonage Graham Hendrick huisvader en historicus ontmoet de aantrekkeli'ke filmactrice Ann op een fees 'e en last prompt zil'n eerste vrouw Barbara in de steek om Ann to kunnen trouwen . Het heef t er alle schil'n van dat hil' in Ann de ware gevonden heef t . Graham zou iedereen willen vertellen, zo zetg ~hi', dat "Ann had made the spectrum wider for him had restored for him those lost colors everyone had the right to see ." Al snel bli1'kt echter dat Grahams verering voor Ann obsessieve vormen aanneemt. Hil ' houdt in zil'n dagboek bil' welke kleding Ann aan heeft, hi'l smelt we bi1' het wc-papier dat zil ' per ongeluk mast de pot achterlaat en eet de res 'es van haar bord om zich dichter bi1' haar to voelen. Graham wordt als volgt beschreven : "He envied the things she Ann touched . He was contemptuous o the years he had spent without her . He felt frustrated at not being allowed to be her, not even r a day" . Zodra Graham Ann op het f ilmdoek heef t gezien in een van haar vele vroegere rolletl'es als overspelige vrouw, slaat zil'n obsessie om in l'aloezie met een 'retrospectief' karakter : hil ' wordt l'aloers o p alle mannen waarmee Ann vroeger - before he 80 \jOO~S met her - een sexuele relatie heeft gehad . Het waarnemen van het overspel van Ann in de film is in dit verband van cruciaa1 be1ang . De film werkt door zil'n visuele karakter als een snort katalYsator op Graham. Pas met de uitbeelding komt het verleden en daarmee zi1'n retrospectieve l'aloezie tot leyen. Het is wellicht veelbetekenend dat Graham ais man van het verleden retrospectief >'aloers moet worden . Het gevolg van deze )'aloezie is dat Graham uitgebreide raP porten aanlegt over Arms geliefden van toen . Hil' deelt ze in naar het snort overspel - 'on-screen' en of 'off-screen' - en verzamelt nauwgezet alle mogelil'ke informatie over hen zoals een goed historicus betaamt. Hi1' bezoekt alle films waar Ann in s1eelt-wordt als het ware naar de bioscooP toegezogen -en steeds weer raakt hi'l hevig geemotioneerd door het zien van Ann en haar togensPelers. Overdag ondervraagt hil' Ann over zil'n zogenaamde concurrenten 's nachts droomt hil ' dat hil ' ze togenkomt. Zo doordrin Grahams sexuele >'a loezie zi~'n hel e leve~n : zi'n gedrag, zil'n gedachten, zil'n emoties . Machteloos togenover zil'n emoties, vraagt Graham ras d aan zi'~ n vriend Jack Lup ton een schri'~- ver van dubieus allooi uiteraard een schril'ver, want wie kan er beter orde in de chaos schePpen dan een schri'~ver, al is bet dan een slechte . Jack beschouwt Grahams l'aloezie in de eerste Plaats als een mastschaPpeli1'k Probleem, als een probleem dat in de aard van bet huwelil'k besloten ligt. Aan ieder huwelil'k mankeert immers wel iets meent Jack. Elk huweli1'k heef t zi1'n 'cross -eyeedd bbeeaarr'' ;; l'aloezie is de 'cross-eyed bear' van Grahams huwehlk. "It's a design fault . ... identifYit, isolate it and always make a particular response to it when it occurs", merkt Jack op . Hi1' opert diverse manieren van ha ndelen die hem zouden kunnen hel n zi~'n primaire lichamelil'ke reaches en emoties in bedwang to houden. Zo adviseert hi' Graham niet meer naar de film to ga an eens to vri~'en met een ander en minder van Ann to houden . Graham vol zil"n rasd in zoverre op dat hil' inderdaad een pojaargang 1 0 , nummer 2 8~'n$ onderneemt zichzelf andere sociale ewoonten aan to leren. Echter zonder veel succes . De bioscooP blil'f t een ma$netische aantrekkin$skracht oP hem uitoefenen en het herstellen van een oude $ewoonte -masturberen $estimuleerd door Porno- Plaa 'es, een oPlossin$ die strookt met Grahams $erichtheid op het visuele- $eeft niet de afleidin $ die hil zoekt . Graham onderneemt ook Po8~'n$en om het verschil'nsel >'aloezie intellectueel onder controle to krit$' en : hi)' Probeert het to be$"nJPen. Waarom bestaat er >'aloezie en waarom werkt het met tern - werkende kracht vraa$t hil' zichaf. Waarom sPeelt het nu aan het einde van de twinti$ste eeuw? En niet in de laatste Plaats : waarom meet het hem Graham overkomen? Vra$en waaroP hiJ' het antwoord echter schuldi$ meet bliJ'ven . Hil' kom t tot de slotsom dat l'aloezie mo$eliJ'k in de aard van de liefde besloten lit- niet in de aard van het huwelil'k zoals ack beweerde -en dat het als een onvermil'delil'k verschiJ'nsel beschouwd meet worden een verschil'nsel waar de rede $een controle over heeft . Een onaan$ename $edachte vindt Graham : "That was a much less pleasant thought : that the thing love everyone pursued always went wrong, automatically, inevitably, chemically ." Haar erotische verleden ver eten zou de beste oPlossin$ zil'n, besluit hii'f maar de vraa$ is hoe hiJ' delen van zil'n $eheu$en kan uitvlakken . In dat verband biedt Anns aanPak uitkomst . Terwill Graham haar verleden niet van zich of kan zetten heef t Ann de mo$elil'kheid dat verleden to veranderen door delen ervan to herschril'ven : door to ontkennen dat zij' bePaalde sexuele relaties $ehad heef t of dat bepaalde gebeurtenissen ooit hebben Plaats$evonden . Zo sPreekt zij' met Jack of dat hun kortstondi$a relatie, J'aren $eleden nooit bestaan heeft. Aan Graham stelt zij' voor met kunstmats$ a middelen als kiPPebloed en kaarsvet haar maa$delil'kheid to herstellen. Ann ziet Grahams obsessie namelil'k in de eerste Plaats als een enrotioneel Probleem dat niet lan$s rationele we$benaderd meet worden. Zil' koestert de hoop dat wanneer Graham het ritueel van de ontmaa$din$ emotioneel zou kunnen doormaken, hiJ' misschien van ziJ'n robleem bevril'd zou zil'n. Alle sociaal intellectueel en emotioneel georienteerde oPlossin$en ten sPil'ty bliJ'ft Graham in de ban van zil'n obsessie . Jack voelt zich inmiddels on- $emakkelil'k onder de situatie, terwil'l Ann de hoop op betere til'den heef t oP$e$even en besloten heef t alles 'te laten komen zoals het komt' . Graham die ondertussen Seheel $ereg eerd wordt door zi'~n verbeeldin$ svermo$en- weet met behulP van de romans die Jack $eschreven heef t het verbor$en verleden van Ann en Jack boven taf el to kril'$en. Bovendien verzint hi1' er talloze $ebeurtenissen bil' . Graham weet namelil'k Precies dat$ene in Jacks romans to lezen wat zil'n theorie bevesti : dat Jack en Ann a1 >'aren een relatie hebben die zelfs nu no g voortduurt . De roman eindi$t met een 'crime Passionnel', zij' het dat die op een uiterst koelbloedi$e wil'ze wordt uit$evoerd . Het slachtoffer van de door Graham begane liefdesmisdaad is Jack, de mislukte schril'ver en ex-minnaar van Ann . Tenslotta slaat Graham ook de hand aan zichzelf . Zo op het eerste $ezicht lil'kt het )'aloezie-thema in Before she met me het centrale thema van de roman. aloezie beheerst in toenemende mate het leven van de protagonist . Graham Hendrick Probeert zich van deze destructieve kracht in zil'n leven to ontdoen maar slaggt hierin slechts door het Ple$en van zelfmoord . Men kan stellen dat l'aloezie de romanwereld domineert -niet verwonderlil'k, aan$ezien we hoofdzakelil'k de $edachten en handelin$en van Graham voor$eschoteld kriJ'- $en. Before she met me kan dan ook $elezen worden als het versla$ van een literair-PsYcholo$'sche exp ~ fora tie van het fenomeen '~aloezie . Maar is biermee alles $eze$d? Brains within a brain Er zil'n aanwil'zin$en in het boek die op het $edra $ van Graham en daarmee op de strekkin$ van de roman een ander licht werPen . Barnes $eef t aan de roman twee motto's mee : een citaat uit Molieres Les Pourberies de Scapin ("Ii vaut mieux encore etre mane qu'etre mort"-' en daarnaast een fragment uit Journal o Nervous and Mental Diseases van de Amerikaanse neurofYsioloo$ Paul D. MacLean : Man finds himself in the predicament that nature has endowed him essentially with three brains which, despite great differences in structure- must function together and communicate with one another. The oldest o these brains is basically reptilian. The second has been inherited from the lower mammals and the third is a late mammalian development, which. . . has made man peculiary man . Speaking allegorically of these brains within a brain we might imagine that when the psychiatrist bids the patient to lie on the couch he is asking him to stretch out alongside a horse and a crocodile . 81 Dit laatste citaat zal de niet-PsYcholo en of de niet in PsYcholoSie $einteresseerden onder ons een duister stukl'e tekst blil'ven . Het ideeen$oed van MacLean vormt echter een relevant interPretatiekader zodat een uitwil'din$ over ons 'rePHelen-' 'zoo$dieren-' en 'mensenbrein' bier op zijn Plaats is . In zijn boeiende boek Tranen van de krokodil 1989 behandelt Piet Vroon onder andere de ideeen van MacLean . Vol$ens Vroon zijn MacLeass oPvattin$en omtrent bovenstaande driedelin$ overi$ens 'heel oud' . Wie als eerste der$elil'ke denkbeelden ontvouwde kan Vroon niet vermelden maar zeker is dat MacLean niet de 'ontdekker' van de driedelin$ $enoemd kan worden. Aan$ezien in dit verband niet zozeer MacLean alswel de door hem aan$ehan$en denkbeelden van belan$ zi1'n, $aan wil' hieronder in op bet $enoemde boek van Vroon. Tranen van de krokodil Na bet werk van Lamarck en Darwin huldi$de elke bioloo$ de oPvattin$ dat de mens als boo $ eevolueerd dier beschouwd moet worden . Sommi$ en kwamen op basis van deze aanname op de $edachte dat onze hersenen mast een 'menselil'k deel' ook structures bezitten die overeenkomsten vertonen met de bouw en bet functioneren van bet dierllike brein. Aan$ezien de mens evolutionair $ezien l'on$ $enoemd kan worden, vol$de hieruit dat onze hersenen zouden bestaan uit onderdelen van verschillende fYto$enetische ouderdom . NeurofYsioloo$ Paul MacLean heef t er in zijn werk de of$eloPen derti$ l'aar blil'k van $e$even deze visie op de hersenen to onderschril'ven. Maclean benadrukt dat de verschillende onderdelen die binnen ons brein to onderscheiden zijn in zeer $ebrekki$e zin samenwerken . In bet brein vallen drie sYstemen to si$naleren . De kleine hersenen en de hersenstam re elen otendeels de ademhalin$, bon$er, dorst, sexueel $edrag en de sPil'sverterin$ . Dit hersenonderdeel vertoont overeenkomsten met bet rePtielenbrein en is fYto$enetiseh $ezien bet oudst : 500 mill'oen l'aar. Fen tweede onderdeel binnen de hersenstructuur is bet limbische sYsteem . Dit sYsteem is verantwoordelil'k voor bet bestaan van emoties en $evoelens . Het is eveneens van niet $erin$e ouderdom 200 mill'oen )'aar en komt voor bi'~ mens en zoo$dier. Het meest recente en tYPisch menselilke onderdeel onderdeel dat de evolutie de herse- 8 2 nen heef t oP$eleverd is de neo-cortex of nieuwe hersenschors . De neo-cortex re$elt Processen oP bet $ebied van taal, denken, $eheu$en en $edifferentieerd waarnemen. Sommi$en waaronder MacLean en Vroon mens dat de nieuwe hersenschors zo'n 100 .000 1'a ar $eleden een exPlosieve ~'oei heef t door$emaakt . De sPectaculaire ~'oei van de neo-cortex is reeds beschreven door de ne entiende-eeuwse biol E. Hackel . In zijn visie vormt de em onale ontwikkelin$ van mensenhersens een afsPie$elfin $ van de evolutionaire ontwikkelin van de soon zie de tekenin$ . cortex limbisch systeem hersenstam en kleine hersenen ruggemerg a b c Figuur 3. Een schematische voorstellieg van de ontrsikkeling van hetcentrale zenussstelstel(Oakleye .a.,1979). De winle waaroP de evolutie met betrekkin$ tot de hersenstructuur to werk is $a$aan kan vol$ens Vroon beschreven worden in teemen van 'staPelen' . De betrekkeli1'k 1'on$e neo-cortex is om Vroons metaf oor to $ebruiken, bovenoP de oudere hersendelen $estaPeld en heef t een exPansieve 8roei door$emaakt. Resultant is dat de mens $er eerd wordt door PsYchische mechanismen waarvan de aard en ouderdom sterk uiteenloPen . Als illustratie van de bovenstaande ideeen $eef t Vroon -alweer met behulP van analo$ieen - aan wat er tildens bet huilen in ons brein $ebeurt : De tranen stammers uit de to8enetiseh zeer oude hersenstam . Zi1' zijn als bet ware een ~'odukt van de krokodil in ons . Het cornsl"nderende 8evoel daarenteSen stamt 8rotendeels uit bet zo8enaamde limbische systeem, dat wi1' met zoo8dieren Semeen hebben . Het paard in ons beet bi1' wi1'ze van spreken verdriet . Tenslotte hebben de nieuwste delen van de hersenschors (de mens) een idee over de aard en herkomst van bet verdriet . De verschillende hersenonderdelen werken niet altil'd oPtimaal samen . Sterker no$, de verschillende sYstemen die binnen onze hersenen functionejaargang 10, nummer 2 ren leven veelal in staat van eerieg . Zo bestaan er vaak 8rote verschillen tussen de attitudes en gedra ~'ngen van mensen . Hoewel de meerderheid van het mensdom zal beweren Seen medemens to zullen martelen, bli1'kt uit talloze PsYcholo8'~sche ex rimenten en helaas ook uit de realiteit buiten het laboratorium dat mensen onder druk zonder al to veel wroe ~'nS een snortgenoot Pil'nigen. Om in de hierboven gebruikte metaf oriek to blil'ven : vaak wint de krokodil in ons instinct blinde gehoorzaamheid het van de op ethisch Sebied goed g ui eerde mens . o a o im isc ss teem Wi1' vroegen ons voor de bovenstaande uitwi1'din g over de menselil'ke hersenstructuur of of Before she met me Selezen kan worden als een literair-PsYchoto~ 'sche uitdiePing van het fenomeen l'aloezie . Dat kan zo luidt het antwoord maar er valt meer over Barnes' roman op to merken . Wanneer het citaat van MacLean als interPretatieve sleutel beschouwd wordt kan het obsessieve Sedrag van protagonist Graham Hendrick 'verklaard' worden. Vanuit deze oPtiek beschouwd is het onvolledig to stellen dat het boek in hoofdzaak over 1'aloezie handelt; Before she met me bericht over iets veel al emeners: de machteloze staat van het menseliJ'k brein. Aan de hand van MacLeans metaforen kan men Grahams gedrag beschrilven als resulterend uit de in zil'n hersenP an stril dende krachten: het rePtiel, het zoogdier en de mens . Ondanks intellectuele overPeinzinSen over de aard en functie van zil'n verwoestende l'aloezie regeren uiteindelil'k instinctieve en emotionele krachten . Daze krachten blil'ken niet of nauwelil'ks door de lil'dende mens Graham to controleren . Evenmin leveren door derden aangedragen oPlossingen voor het 1'aloezierobleem iets op : noch Jacks voorstellen tot gedragsveranderingnoch Arms Pleidooi voor een emotionele benadering l liken een uitkomst to bieden. Het gedrag dat het hoofdPersonaga vertoont schil'nt to zil'n ingageven door diePgewortelde instinctieve neigingen die zich otendeels aan intellectuele sturing onttrekken . Het is allerminst toevallig dat we in het hoofdstuk waarin Graham de moord op Jack Pleegt, het laatste hoofdstuk, nauwelil'ks meer iets vernemen van de gedachten die de hoofdPersoon teisteren . Als in een trance Puur instinctmatig, volbrengt hil ' de 'crime Passionnel' . Evenmin toevallig is Grahams laatste intellectuele reflectie op zil'n Sedrag voordat hi') op weg Saat om to doden: What was the latest theory which Jack -Jack o all people - had explained to him? That there were two or three layers o the brain constantly at war with one another . De hoofdPersoon stelt hierbil ' gelaten vast dat de theorie van de driedeling weinig nieuws toevoe aan de visie op de mens die men in de middeleeuwen reeds had ontwikkeld . It hadn't changed much since the Middle Ages, . .] since the time they believed literary in offal : in blood, liver, bile and so on . Men zou hiertegen in kunnen brengen -- voor zover het zinvol is met romanPersonages to twisten dat deze oPvatting van Graham slechts stoelt oP een uiterst getrivialiseerde versie van de driedeling- theorie en dat men tech moeilil'k vol kan houden dat wetenschaPPelil'ke kennis over ons brein sinds de middeleeuwen niet noemenswaardig ge~' oeid is . Dit kennistheoretische Probleem is in Barnes' roman echter niet essentieel . Wezenlil'ker lil'kt het volgende. Barnes evoceert in Before she met me een wereld waarin de mens ho eloos over eleverd is aan duistere krachten die zil'n innerlil'k regeren. Niettemin suggereren het aan neurofYsinloog MacLean ontleende citaat en de in de roman - in getrivialiseerde vorm - terngkerende driedeling- theorie dat deze krachten wel gedeeltelil'k to beschril'ven zil'n . Dit betekent echter geenszins zo schi1'nt Barnes ons voor to houden dat inzicht in het functioneren van het brein de mens ook meester maakt van zil'n eiSen mentale functioneren. De vraag of we de krachten die de mens in hun gree P houden nu bleed- gal of limbisch sYsteem moeten noemen is dan ook van onderSeschikt belang. Julian Barnes biedt - op literair niveau - ondersteuning voor eon moderne theorie uit de PsY - chologie, maar toont de schril nende ontoereikendheid ervan eveneens overtuigend aan . 1iOOYS 8 3 Onderschrift Het eerste was ik hoor is een onaangenaam gekraak. Haastig loop ik naar miJ'n draaitafel om de naald to redden . Onderweg bedenk ik bet volgende : brilJ'ante vondst van Stockhausen. Een stuk beginnen met het gekraak van een defecte ammofoonPlast : een ideale maflier om de luisteraar te confronteren met de gebreken van hetmediu. m as dit geen live uitvoering? NatuurliJ'k hoort muziek in de concertzaal, das begriJ'Pt Stockhausen als geen ander . HiJ' doer toch ook zelf de techniek? Dat gekraak, das hoort zo . Maar als ik de Plast heb schoongemaakt, klinkt het een stuk beter. Ik herinner me das ik Stockhausen voor het eerst hoorde . Dat was tiJ'- dens eon muziekles op de middelbare school . Muziekgeschiedenis zal er gageven ziJ'n. In den les .1k herinner me nog das we stil moesten ziJ'n en luisteren om John Cage to begI'iJ'Pen - buiten sPeelde een radio, ik begreeP Cage prima, tot de lerares zei : `nee dit tell net' . 1k herinner me das de les begon met Henry PurcellsDido andAeneaseen stuk das ik mindergoed begree P dan John Cage . En ik herinner me das de les eindigde biJ' Karl-Heinz Stockhausen: een stuk voor vier koren- das zei de lerares ik hoorde 84 \ieoYc flu en dan een flard van een melodie, gezongen door een flard van een stem . Waren daar vier count em, our ) koren voor nodig? Het klonk naar niks, maar ik vond het interessant . Pas veel later realiseerde ik me das `interessant' zo ongeveer het meest negatieve etiket is das op muziek gePlakt kan worden . De hoogste regionen van een kerkorgel, maar geen melodic of akkoord ; alsof iemand met de vlakke hand op de toetsen drukt . Dit geluid words langzaam harder . Dan een geluid das zich er8ens tussen het dichtslaan van een autoPortier en het laden van een dubbellooPs J'achtgeweer bevindt . Finn zwaar en donkey Kli-klik. Ha! Instrumenten. Dwarsfluiten sPelen een melodic. Ja, dit kan best een melodic genoemd worden . Vobels, vergeefs strevend naar den hemeltrans? Lag ee strikers vallen in, dan een trombone . Dan neemt de elektronica het weer over en kost het moeite de biJ'dra8e van het Rundfunk SYnfonie Orchester Saarbri cken to horen . 1k heb nooit muziek van Peter Schat $ehoord maar das hoef ik miJ'zelf niet kwaliJ'k to nemen : een recent interview begon met de sombere vaststelling das er nets van hem o P cd verkriJg' baar was . Toch vind ik Peter Schat een gce de comPonist . In een artikel in NRC-Ilandelsblad , waarin hiJ' ziJ'n `toonklok' Pig t to verklaren nit hiJ' z'n bewonderin8 voor een `volkslied van de welvaartsstaat' Rene Frogers `Allen kan een mens gelukkig maken' en vergeliJ'kt das met een `boeiend' stuk van Donatoni, het verschil tunsen muziek van lichaam en gcent : "het bovenliJ'f kan moeiliJ'k anders dan op het onderliJ'f neerkiJ'ken maar doer het das ook met oPgetrokken news?" Die toonklok is vast heel `interessant' maar Peter Schat is duideliJ'k meer dan das . In 1988 ging in Milaan de opera Monta8 aus Licht van Karl-Heinz Stockhausen in premiere . Peter Schat was erbiJ', als journalist van NRC-Handelsblad: het Holland Festival zou verbliJ'd worden met een concertante uitvoering van hetzelfde stuk en Schat berichtte vast vooruit. ZiJ'n stuk in de vorm van een brief aan Nietzsche die zich honderd J'aar eerder over Wagner had boosgemaakt is een van de zeldzame muziekbesPrekin8en waarbiJ' ik me iets kan voorstellen . Bovendien is het leak op de meest effectieve manier: gemeen leak . Een beschriJ'ving van het decor: "- Het onthult zich al gauw als zandstrand- `dahinter das Meer liegt' voor het geval iemand het blubberende blauwe plastic op de achtergrond verkeerd mocht begriJ'Pen . `Es riecht stark nach salzigem Meerwasser' . Gelukki8 is ook dit jaargang 1 0 , nummer 2 detail alleen in het libretto waarneembaar, maar de bedoeling is duideliJ'k : een beetJ'e Gesamtkunstwerk dient de toeschouwer ook bi'J de news to nemen . " No$ steeds dwarsfluiten. Eerst speelder ze allemaal hetzelfde, nu klinkt het alsof elk van de fluitisten imProviseert, alsof Stockhausen na al dat 8ecomP~eer plots dacht : zoeken J'ullie het nu zelf maar uit' . Om beurten mo$en de verschillende secties van het orkest op de voor- Srand treden : na het koPer, de houtblazers de striJkers . Vooral de cellist(e) valt op : die m/v speelt Prachti$ . Ik doe miJ'n uiterste best alle elektronica niet to horen . Vooral dat dubbellooPs J'acht$eweer Kli-klik be$ins op miJ'n zenuwen to werken. Welke stroming is dit ei- $enliJ'k? Na dat artikel van Schat was ik overtui$d : ik hield niet van de muziek van Karl-Heinz Stockhausen. Die Plast van Trans bevalt me ook steeds minder . Waarom twee count 'em two uitvoerin en? Kon er niet $ewacht worden met bet uitbren$ en van een P1 aat tot er no$ een comPositie was? Waarom staat op de hoes zo nadrukkeliJ'k waar de Partituur to kriJ'$en is? Bang dat het nooit meer uit$evoerd words? De live uitvoerin$ sevens Erst-auffuhrun$ duurt drie count 'em . .) minuten lan$er dan de studio-oPname maar waar het verschil in zit? Van die va$a ve$en op de hoes zie ik nu pas dat het de $elaatstrekken van Stoekhausen ziJ'n, die bliJ'kbaar overal aanwezi$ wil ziJ'n . Peter Schat : "HiJ' maakt niet alleen alle onderdelen van ziJ'n shows, hi'J maakt zelfs een aantal uitvoerders ervan : ziJ'n zes kinderen weet hiJ' re- $elmati$ in to schakelen ." Het is al zeker tier seconden stilt is het nu of$elopen ? Kli-klik. Dan sPeelt alles was er in Saarbrucken is een `melodie' die bestaat uit last ik het `disharmonierende akkoorden' noemen. Het is alsof ik naar de soundtrack van een low-budget horror-film luister. Het duurt niet lan$ meer. Was zeker een toe$ifs . Ik deu$ niet als muziekliefhebber, zoveel is zeker : door een artikel last ik me overtui$en van de kwaliteit van een comPonist die ik nooit hoorde en een polemisch artikel van diezelfde com P~ist overtui$t me ervan dat een Belan$riJ'k Modernist als Stockhausen onaanhoorbaar is . Wie vindt het mooi, Trans? Ik met. Overi$eras : ook aan Rene Fro$er heb ik een hekel . Bertram Mounts Brief van een lezer Utrecht, 6 januari 1992 Geachte redactie Graa$ uw aandacht voor het vol- $ ende . MiJ'n vriendin studeert al$emene letteren en heeft een abonnement op uw blad . lk zit zelf oP de Versfelt MTS en heb ei$enliJ'k $een tiJ'd om het to lezer . Het meeste interesseert me ook niet zo en dan heb ik $ewoon het $eduld met om het nit to lezer. Toen wiJ' teru$ kwamen van vakantie lag er een nieuw rummer oP haar kamer, over postmodernisme . Ik maakte no$ een $I'aPJ'e over massa- ontsla$en biJ' de PTT waar ze wel om moest lachen maar toen ik me in de douche stood of to dro$en rieP ze dat er een brief van Marco van B aster in stood! Nou daar was ik wel benieuwd naar! heb nameliJ'k op dezelfde middelbare school als Marco $ezeten. Ik moet u eerliJ'k bekennen dat ik er niet veel van begreeP. Marco is natuurliJ'k een slimme J'on$en die daarom ook veel geld verdient maar dit had ik met achter hem $ezocht . Misschien heeft hiJ' veel $elezen toen hiJ' zo lan$ $eblesseerd $eweest is of zo . Of heeft hiJ' ook een vriendin die studeert of $estudeerd heeft? Eind vori$ Jaar was en weer een nieuwe Vooys . MiJ'n vriendin zei te- $en me : nu staat er een stuk van Soren LerbY in! Dat stuk vond ik al veel beter! LerbY kept de Nederlandse taal vast met $oed $enoe$ om net zo moeiliJ'k als Marco to kunnen schriJ'ven, moest ik biJ' mezelf denken . Het scheelt ook dat ik die Nico ScheePmaker ken van ziJ'n stukJ'es in het Utrechts Nieuwsblad en van dat taalsPelletJ'e op de televisie . Leuke man wel . Nu vraa$ ik miJ' af: $aat u vaker voetballers vra$en om in uw blad to schriJ'ven? Dit vind ik nameliJ'k een heel $oed idee. Zo leer J'e ze eens van een heel andere karat kennen . Een heel onverwachte karat ma$ J'e wel ze$$en! 1k heb een verzoek aan u. Zelf ben ik FeYenoord-fan, altiJ'd al $eweest ook . Daar kiJ'kt u misschien van op daar uw keuze voor Marco en LerbY op een lichte voorkeur voor Ajax wiJ'st. Gelukki$ kun J'e weer voor J'e FeYenoord-hart uitkomen zonderJ'e in een hoekJ'e to $aan zitten schamen . En dat komt vooral door een man en die man heel: John de Wolf . Jk vind John de Wolf een van de beste voetballers die en op de Nederlandse velden rondlopen . Hi'J is hard maar altiJ'd fair. ZiJ'n tomeloze inzet is een voorbeeld voor anderen en team$eest $aat biJ' hem altiJ'd hover ei$enbelan$ . En als hiJ' eens scoort dan kun J'e zien dat hiJ' echt Js 8 5 bliJ' is heel anders dan die verwende J'ochies van Ajax . Bovendien vied ik John de Wolf mooi : fang haar kan een man best mooi staan, als J'e het maar verzorgt . Ik hou van John de Wolf, dat mag u geruct weten . HiJ' doer me iets was ik no g nooit biJ ' een man gehad heb en ik wil me daar niet voor schamen . Ik Broom ook regelmatig van hem. MiJ'n vriendin vindt Bit allemaal een beetJ'e raar, maar ze does haar best om het to begriJ'Pen. Wat me nu zo leak liJ'kt is Bat u John de Wolf eens zou vragen was to schriJ'ven voor uw blad . Ik weet wel Bat John de Wolf een gewone J'ongen is die een normaal safaris verdient op de Nederfandse velden heel anders Ban Marco en LerbY en daarom misschien niet zo interessant voor u maar schiJ'n kan bedriegen! U zult nog oPkiJ'ken waar zogenaamd `eenvoudige' mensen niet mee voor de dag kunnen komen als De tank van de criticus is in eerste instantie een leestaak. In zit'n recensie mag hiJ' vragen stellen aan een gedicht . Een Polemische attitude is daarbiJ' echter ongaPact . Prikkelen mag, maar de lezer heeft recht oP nuances . TenziJ' er sPrake is van een `noodtoestand' van literatuur tiek in een dictatuur . Dat is op het moment in Nederland echter niet aan de orde . Toch bezondigen zich sommige critici ten koste van dichtbundels herhaaldeliJ'k aan ongewenste intimiteiten . VriJ' Nederland-criticus Rob Schouten biJ' voorbeeld. HiJ' is in `De RePubliek der Letteren' beschermeling van Carel Peeters en liJ'kt zijn machtsPositie als criticus voor een Polemiek to gebruiken. 8 6 1~Qp~S ze voor een nieuwe uitdaging komen to stann. En vergeet niet dat John de Wolf ook humor heeft zoals iedereen biJ' Barend en Van D ~'P heeft kunnen zien! Het liJ'kt me fantastisch een blik to kriJg' en op de lezende mens achter de ~'Pvoetballer John de Wolf. Ik weet zeker dat hiJ ' zijn simPele en agressieve image niet verdient! MiJ'n vriendin zegt Bat er nooit ingezonden brieven in uw blad stann. Misschien Bat u eens een uitzondering zou kunnen maken : was zal ze oPkiJ'ken. Maar het belangriJ'kste is natuurliJ'k miJ'n verzoek : geef John de Wolf een Plaats in uw blad die ruimte en eer verdient hiJ' . JOHN DE WOLF FOREVER! Met vnendeliJ'ke groeten Jeroen de Vos ik kan er ook niets aan doen Zuurkool en schrijfmachine Randstad-criticus versus Bude Schouten vond met betrekking tot Franc Budes De onderwaterwind Meulenhoff 1991 gebruikers- en citaatvriendeliJ'k de haPklare kreet "Poezie buiten de bebouwde kom" 6-7-91 nit . Daarmee Plaatste hi'J de Maastrichtenaar buiten de vertrouwde Randstad where it all happens) en las hiJ' hem in een kader van mYstieke natu "zie : een uiting van onbe~ 'iP. Daardoor words het gebouw van het gedicht niet betreden en words ook de moeite om intertekstuele knoPen to ontwarren gesPaard . In was nu volgt wil ik de gI'ens tussen literaire kritiek en Polemiek tot heilig verklaren . Poezie volgens Randstad-criticus Rob Schouten is bruisend . Ironie en sPeelsheid voeren de boventoon en de documentatie en anekdotes van modern leven stann centraal . De dingen van alledag, vooral geen bezield verband . Poezie van de straat niet van de traditie die Brecht de ` P~tificale liJ'n' noemde. BesPreeks Schouten de tweede bundel van Marc Reugebrink VrJi' Nederland 21-9-91 dan benut hi'J deze gelegenheid om van "een ePi - demie onder de dichters" to sPreken . HiJ' betrekt "de dichters van elementaire Pce"zie": "Wiel Kustens Huub Beurskens en Franc Bude" in zijn vonnis . Mag een criticus, die zich met betrekking tot het werk van Paul Celan als "een volstrekte outsider" VN 16-3-91 omschreef, een dishter ude "stilstanddichter" noemen hem van "eentoni eid" betichten? Ondanks zijn bekentenis vooraf: "Zo word ik al J'arenlan8 met geraakt doorPce"zie waarin stilstand centraal staat een bedachtzame hang naar rust en ingetogenheid, gedichten met minimale PersPectiefverschuivingen als voornaamste sPanningsvelden . Kwestie van karakter ." VN 6-7- 91? Mag hiJ' zich achter zijn `eerliJ'kheid' verschuilen om zijn mening nit to Bragen? Dat Bit een groot dilemma voor critici is verzacht de gevolgen voor het besProkene geenszms . Rolluiken Schoutens chef biJ ' VriJ' Nederland Carel Peeters huldigt, zoals Franc Ruiter in Bit blad 199114: P . 42 aanstiPto, in wezen het Pr~incipe van de VENT die J'e vanachter de ruit van zijn werk togemoet SriJ"nst . Schouten liJ'kt deze hang naar de gear van zweet en nicotine-vingers met Peelers to delen . Zowel Schouten als Peelers gluren biJ' voorkeur door de gordiJ'nen vande dichter die jaargang 10, nummer 2 aan tafel zit tussen zuurkool en schriJ'fmachine . . Heeft de dichter echter 8een gordiJ'nen maar rolluiken den is de homo criticus geiefd . Frans Bude weet dear a11es van : regelmatig words zijn Pce"zie 8eslotenheid verweten . HiJ ' heeft to maken met een vertroebelde kiJ'k op Pce"zie sinds de conflicten tussen de zo8enaamde `maximale' en de `hermetische' Pce"zie . Peeters geat het bliJ'kens zijn inau ele rede 1989 te Amsterdam our "het teal- en vicesgeworden idee dat nieuwe ideeen oP - roePt". Met andere woorden : "Elke `ziel van ware aard' in de 8edaante van een . .) dichter . .) is het daarom waard grondig to worden bestudeerd in zijn specifieke en onverwisselbare literaire karakter ." Wat is den dat "sP~ifieke", dat "onverwisselbare" van Bude de man achter rolluiken? En waarom tracht Schouten dear niet achter to komen? Eind oktober was Bude nog in de Randstad. HiJ' was 'Dichteraanhuis' in Den Haag. In zijn Pce"zie 8eat het inderdaad met zoals Schouten as wil over de verworven- en bedorvenheden van de modern maatschaPPiJ' .1 Modeme techniek en geneugten van het uitgaansleven zijn tot nu toe uit Budes gedichten 8eweerd. Die behoren eenvoudigweg niet tot zijn thematiek en dat is een dead van verzet. KlaarbliJ'keliJ'k laakt Schouten de oPvatting van Bude zich door teal en thematiek to willen afzonderen van de emPirische realiteit. 2 In die miskenning li8t het onbegnP van de criticus . Niet in de Randstad wonend ken Bude zichzelf in zijn sours ele8ische 8edichten in de levende en fossiele natuur van het Limbergse grensgebied Plaatsen. Dear zi'Jn leemliJ'ken, resten van oude tiJ'den . de beheerste abstractie van 'minimalisme' en metrisch manierisme van Eenleem-1986-gingen deze thema's schuil. Stilte is echter eerder onheils llend den contem- Platief. Zo vesti8t Budes klankriJ'ke en ritmische teal de aandacht op de ondraagliJ'kheid van suite zoals die in het modern leven sPreekwoordeliJ'k is 8eworden . De schreeuwende stilte is een synecdoche voor het bestaan. Alleen stilstand geeft inzicht in de storm maakt er zelf deel van uit. Vandaar ook het chiffre "onderwaterwind" . Slechts door de loodzware last van de dood in een talig sPel in to bedden verkriJ'gt Bude houvast . Semen met de Seliefde duikt de dichter onder in zijn wereld • die van het gedicht en die van het landschaP. DaarbiJ' is de rivier in concreto de Maas, gemodelleerd near de Lethe, de rivier die vergetelheid ken bieden . Bude werd in diverse talen vertaald. Uitgebreid staat hiJ' o .a. in een Chinese anthologie van Moderne Nederlandse Poezie ed . Machiel van Crevel en Magou Min8, BeiJ'ng 1988 in het SPaanse tiJ'dschrift Barcarole, revista de creacion literaria Albacete mei 1990 en in het Duitse tiJ'dsehrift die horen Hannover voorJ'aar 1991 . Een 8edicht verscheen op de v ~Pa8ina van de Brusselse kraut De Mor8en (30-8- 91) . De samenwerkingsverbanden met beeldend kunstenaars, die decemberJ'l . in de 'Euro-CitY' nog resulteerde in een exPositie met 20 kunstenaars D Jap ., GB NL , en het uiken van schaduwen van Rimbaud Rilke Trakl Celan tenslotte zijn aanwiJ'zingen 8enoe g voor aanknoPingsPunten van Budes P~"zie. `SPecifieke en onverwisselbare' kenmerken to over, kortom . MniPIatia u e In zijn beschouwing in Maatsta over Pn"zie van de of8el°pen viJ'f J'ear 199118-9 : `Nieuwe 8eluiden en andere ouwe koek' haalt Schouten weer uit near Kusters, Beerskens en Bude . Daarmee veegt hiJ' ze op een h ~'P~ wist de verschillen uit . Bode noemt hiJ ' Plotseling een "Nieuweling" . En dat terwiJ'1 hi'J eerder in hetzelfde bled 199013 na de oPmerking: "Sommiga Pce"zie is met aan miJ' besteed ." had toegageyen dat Bude "vakmanschaP"bezit maar het bezwaarliJ'k vindt dat het "steeds hetzelfde vakmanschaP" is . Hinderli)'k vindt hiJ' nameliJ'k overeenkomsten tussen Bude en diverse dichters . Bovendien hanteert hiJ ' de merkwaardiga oPvatting dat Bude to snel uceert . Zei hiJ ' in Vri'1 Nederland nog dat de dichter "in korte tiJ'd liefst viJ'f dichtbundels oP zijn geweten" had in Maatst 1991 verfoeit hiJ' anders rekenend : "in de gauwi eid 8oed voor vier bundels". an grote Produktiviteit zegt uiteraard mess over de Pce "tische riJ'Pheid . Bovendien schri'J ft Bude `in voltiJ'd' en zijn 5 bundels van een late debutant in een tiJ'dsbestek van 7 J'ear niet per se bedenkeliJ'k . Als kroniekschriJ'ver van de hedendaagse Pce"zie Probeert Schouten verbanden to leg8en en zwaarte- Punten to ontdekken . Het heeft er echter alle schiJ'n van dat Schouten vastzit in eigen denkbeelden en niet voor andere ideeen openstaat, er niet ade9uaat op ken reageren . Ook de homo criticus liJ'kt aan het criterium van VENT to willen voldoen. Guus Middag Plaatst in zijn NRC-recensie 12-7-91 over De onderwaterwind den ook terecht een kanttekening biJ ' Schoutens eerdere negatieve oPmerking in Maatsta ude zou "als em pier" schriJ'- yen . Men zou "over, zeg, viJ'ftien J'ear . .) hevi8 terng kunnen gaan verlangen near die mooie in zichzelf 8ekeerde, gesloten Pce"zie zoals die aan het eind van de vori8e eeuw geschreven werd met Bude 'Js 8 7 als meest monomane verseSenwoordiSer". Daaraan zou ik willen toevoeSen dat `de tank van de criticus' met het maniPuleren van de canonisatie en de literatuurSeschiedenis is . Schouten redeneert volSens het demaSoSische stramien : later wiJ' de loftromPet afsteken over de anekdotische P"~zie en die van de meer contemPlatieve soon verSuizen dan komt het allemaal wel Soed. Schoutens Sebrek aan arSumentatie bliJ'kt ook uit de Sedichten die hiJ' als voorbeeld stelt . Zo ram hiJ' in het Senoemde overzicht in Maatsta uit Nachtdroom 1989 willekeuriS het tweede Sedicht en Sof hi'J Seen enkele aanzet tot iraterPretatie . Dat Sedicht oPerat echter een cYclus en verlanSt dus een andere leeshoudinS . Waar de Positivistisch lezende Schouten in VN een Semis aan "PsYcholoSie en filosofie de voorkeur voor anonimiteit" hekelt, daar zou de daadwerkeliJ'ke iraterP1' etatie moeten b.eginner De zeker niet onkritische maar slordiS routineuze Ad Zuiderent leest biJ' voorbeeld Trouw 13-6-91 noS wel "heldere Sedachten en scherpe beelden" . Zo Het onbegrijpelijke gedicht Er ziJ'n altiJ'd onbeSriJ'PeliJ'ke Sedichten Seweest . Aan dit feit hebben de dichters hun rePutatie to darken Srote Seesten to ziJ'n vender kiJ'kend dan hun tiJ'dSenoten• ondarks hoop en onbe8riP eiSenzinniS : met de zekerheid dat de Seschiedenis ze SeliJ'k zal Seven . En dat Sebeurt: onbeSriJ'PeliJ'ke Sedichten worden op mast Sesneden Secanoniseerd en beSraPen? 8 8 Jooy3 is het aPische, deels autobioSrafische °~inSsSedicht `ReiziSer' van De onderwaterwind eerder apart verschenen, een odYssee die niet in bet mYthische bliJ'ft steken . Tevens likJen uitinSen als "WiJ ' ziJ'n een schiP" en vooral "WiJ' ziJ'n Seluid" miJ' eerder filosofsch dan ik- Sericht . En belichaamt volSend Sedicht in een context SaPlaatst van kemzinnen als "We zouden moeten sterven . Nu." en "de woede / waaraan wiJ' sterven Saan" oorzaak en SevolS van stilstand . Ook de VENT is aan sterven onderheviS . In het lieht van strePen, torens, rekt de muur zieh uit het water op, bewee8t de stem van wie hier hoorde zieh moeizaam langs de stadsrand weg. KiJ'k, voordat wJi ' achter glas onaanraakbaar staren naar onze gele hand, voorgoed 8evouwen over onze zomerJ'as- J'e hebt vandaag weer kinderen gebaard. Niets dan lie de, nieuwe PJi'nen . an voorbeeldJ'e, van een Soede honderd J'aar Seleden . Willem Kloos leest neuwe Sedichten van Herman Gorier, enkele verzen : "Ik beSriJ' P er zeer weiniS van" en "ik sta voor een dilemma `Ben ik zo stom en ouderwetsch of is Gorter van de wiJ's" . Kloos' onbe ~'iP is voor de Nieuwe 8ids-redactie Seen belemmerinS : uiteindeliJ'k worden de Sedichten natuurliJ'k $ewoon Se- Plaatst . Mans dan de reactie van een `Sezond- verstand-kraut' het A1gemeen handelsblad. De soon is voorsPelbaar, maar de vorm waarin het onbeSriP SeSoten wend, vraaSt letterliJ'k om reactie : Een ogenblik also er niets 8ebeurd is, telJ'e J'e lever , blikJ'e ezig boven de glaps van de rivier uit in een vat van stilstaand licht . Noten 1 . Eventuele 'maximale' elementen in Dc onderwaterwind zoals'Chefarine Chefarine!' en 'Brylcreem' last ik dan buiten beschouwing. 2. Dit gelds alleen voor Budes poezie. Met anderen riep de dichten in een advertentie op tot beeindiging van de vemietiging in Kroatie . (de Volkskrant 15-11-1991) Naschri Dit artikel ontstond oktober 1991 . Inmiddels laakte ook Remco Ekkers over Marc ReuSebnnk schriJvende Schoutens doorSrondeliJ'ke weS en De8ids 1991/11) . Ewout van den KnaaP "In het AuSustus-nummer van De Nieuwe Gids komen wederom eeniSe Nieuwe-Gidsverzen voor van den heer Gorter . WiJ' nemen het eerste Sedicht over, met de nederiga bekentenis dat we er Seen woord van be SnJ Pen. EiSenliJ'k schiJ'nt het ors zelfs radicale onzin toe. Is er order ooze lezers iemand die verklaren kan eeniSen zin in deze verzen to vinden en in staat to ziJ'n onSeveer aan to duiden was de dichten zeSSen wil? ZiJ'n er leestekens en werkwoorden weSSevallen? Wat is het inzwevend kameren van de reSen?"VolSt het Sedicht '.Lever') jaargang 1 0 , nummer 2 Het gedicht wordt door een `Schoolmeester' herschreven zodat het voldoet aan ziJ'n eigen roterPretatie . Goiter wordt verdedi8d door een lezer die "het 8edicht met in ziJ'n Seheel Selezen" heeft. En, toppunt van leukigheid, de oPlossing van een Leidse student die het gedicht niet alleen denkt op to lossen maar ook to verbeteren door het woodd voor woodd achterstevoren to lezen. Toch lost die laatste graPPenmaker het gedicht op . Want qua begri'JPe liJ'kheid en sfeer ontloPen de versies elkaar niet eens zo heel veel -een conclusie die met to8enzin getrokken moet worden . Maar het gedicht klinkt natuurliJ'k niet meer, het stottert steekt en harkt het is zo hourerig als A18emeen Handelsblad- Proza. En zo wordt duideliJ'k wat de waarde van Goiters gedicht uitmaakt. Er is wel jets veranderd aan de status van de dichters . Het is njet meer SebrujkeliJ'k Soede sier to maken met onbegriP . De criticus die er mess van be8riJ'Pt, is ~'asg bereid een tweede en derde keer to lezen om het werk ten slotte `hermetisch' of in het slechtste geval `ontoegankeliJ'k' to noemen . Maar er ziJ'n natuurliJ'k nog steeds onbegriJ'PeliJ'- ke gedichten . Die gedichten kunnen vernieuwend ziJ'n ;~ associatief en dan liefst op een onfatsoenliJ'k PersoonliJ'ke manjer, of irritant emdiet. Er ziJ'n altiJ'd gedichten die zich na een grondiga lezing niet bloot8eyen . Wat volt is de eerste van een reeks Pogingen gedichten to roterPreteren die met traditionele methoden van roterpretatie ontoegankeliJ'k bliJ'- yen: K. SchiPPers `Zwart wint in 39 zetten' . Dne leesverslagen. I . Wit : Koot, ELO : - Zwart : Mounts, ELO : Utrecht 1991 1 . d2-d4 d7-d5 2 . Pbl-c3 Pg8-f6 3 . g2-g3 Pb8-d7 4 . Lcl-g5 e7-e6 5 . Lfl-g2 Lt-e7 6 . Lg5-f4 0-0 7 . Pc3-b5 c7-c6 8 . Pb5-c7 Zwart mcet doorbijten. Fr dreigen reeds allerlei onaangenaamheden. Tu8- b8 9. Pc7*e6 t7*e6 10 . Lf4*b8 Pd7*b8 11 . e2-e3 b7-b6 Oei . 12 . Pgl-f3 Wit kiest hiervoor een langzame dood . Pf6-e4 13.0 .0 Lc8-a6 14 . Tfl-el Le7-d6 15 . c2-c3 Pb8- d7 16. Tal-cl c6-c5 17 . a2-a3 c5- c4 18 . Ddl-a4 Dd8-c8 19. Da4-dl e6-e5 20. Tcl-c2 Dc8-d8 21 . Pf3- h4 Ddb-g5 22 . Lg2*e4 d5*e4 23 . d4•e5 Dg5*e5 24 . Tc2-d2 Tf8-f6 25. Td2-d5 De5-e7 26 . Ph4-f5 Tf6*f5 27 . Td5*f5 g7-g6 28 . Tf5- d5 Pd7-e5 Na de achtentwintigste zet had Mounts nog 6 minuten voor 12 zetten en Koot slechts 1 minuut voor ditzelfde aantal . Het tempo wordt moorddadig . 29. Kgl-g2 Pe5-f3 30 . Tel-fl Ld6-c7 31 . Td5- d7 De7-c5 32 . Ddl-d5+ Dc5*d5 33 . Td7*d5 La6-c8 34 . Tfl-dl a7- a5 35 . a3-a4 Men kan niet zien, maar slechts horen, dat er zetten werden gedaan . Lc8-g4 36. h2-h3 Lg4-d6 37 . Td5-b5 h7-h6 38 . g3- g4 f3-h4 + 39 . Kg2-fl remise II . Wit : Barlov, ELO : 2430 Zwarr. Piket, E1.0 : 2380 Wijk aan Zee 1985 1 . d2-d4 Pg8-f6 2. c2-c4 g7-g6 3 . Pgl-f3 Lf8-g7 4. g2-g3 QO 5 . Lflg2 d7-d6 6. 0-0 Pb8-c6 7 . Pbl-c3 a7-a6 8 . h2-h3 Tab-b8 9. e2-e4 b7- b5 10. e4-e5 Pf6-d7 11 . c4•b5 a6*b5 12 . e5-e6 t7*e6 13. d4-d5 Pc6-b4 14 . P13-g5 Pd7-c5 15 . d5*e6 Lc8-b716 . Lg2"b7 Tb8*b7 17. Lcl-e3 Pb4-d3 18 . Ddl-g4 Pd3-e519 . Dg4-e2 b5-b4 20 . Pc3- d5 c7-c6 21 . Pd5-f4 Dd8-a5 22 . Tal-cl Tb7-b5 23 . h3-h4 Lg7-f6 24. Lea-d4 Da5*a2 25. Tcl-al Dal-b3 26. Ld4*c5 Tb5*c5 27 . Pg5-e4 Tc5-c2 28 . Pe4*f6 Tf8*f6 29. Tal-a8+ Kg8-g7 30. De2-a6 Tf6*f4 31 . g3*f4 Pe5-f3+ [32 . Kgl-hl Pf3*h4 33 . fl-f3 Tc2-h2+ 34. Khl*h2 Db3*b2+ 35 . Kh2-h3 Db2-g2+ 36 . Kh3*h4 Dg2-h2+ 37 . Kh4-g4 h7-h5+ 38 . Kg4-g5 Dh2- g3 mat] 1~Qp`/S 8 9 Veelbelovend maar niet sluitend. Wit: Agdestein, ELO : 2500 Zwart: Ostenstad, ELO : 2330 Gausdal 1985 1 . d2-d4 c7-c5 2 . d4-d5 d7-d6 3. e2-e4 Pg8-f6 4. Pbl-c3 g7-g6 5 . Lcl-f4 Lt&g7 6. Ddl-d2 0-07 .0- 0-0 a7-a6 8 . Lf4-h6 b7-b5 9. f2- 13 Ddb-a5 10 . Kci-bl Pb8-d7 11 . h2-h4 Tab-b8 12 . h4-h5 Pd7-e5 13. Lh6*g7 Kg8*g7 14 . h5*g6 t7*g6 15 . Kbl-al b5-b4 16 . Pc3- bl e7-e617 . Dd2-h6+ Kg7-g818. Pgl-h3 e6*d5 19 . Phi-g5 Pe5-f7 20. Pg5*f7'ff8*t7 21 . g2-g4 b4-63 22. c2*63 Tb8*b3 23 . g4-g5 Pf6- e8 24 . Tdl*d5 Tb3*b2 25 . Kal"b2 Tf7-67+ 26. Kb2-c2 Day*a2+ 27 . Kc2-d3 Da2*bl+ 28 . Kd3-e3 Dbl-cl+ 29 . Ke3-f2 Lc8- e6 30 . Lfl'a6 Dci-b2+ 31 . K12-g3 Tb7-a7 32 . La6-c4 D62-c3 33 . Td5*c5 Le6*c4 34 . Tc5-c8 Dc3- 9 0 1~QpYS e5+ 35 . f3-f4 Des-c3+ 36 . Kg3-h4 Lc4-b5 37 . Tc8*e8+ Lb5*e8 38 . Thl-dl Ta7-a3 39. Tdl-hl Dc3- g3 mat G. Sosonko en P. van der Sterren (red), New in Chess ; periodical analysis of current opening practice . Yearbook 1985A . Amsterdam 1985 . Dr . M. Euwe, AVRO wereldsehaaktoernooi 1938 . Amsterdam 1979 . A. Milnninghoff, Max Euwe ; biografie van een wereldkampioen. Amsterdam/ Antwerpen 1976 . E. Ends, Herman Gorier documentatie 1864-1897. Amsterdam 1986. Een olijke presentator in vats licht `The torture never stops . . .' Frank ZaPPa Dat isp aass nieuws Eons een gimmick altiJ'd gelazer . Ik vraag me of of Joost Zwagerman er ooit nog vanaf komt . Het is zelfs de vraag of hiJ' dat wil! an rel rond nieuw werk van Zwa erman words zo lan zamerhand traditie . In oktober vorig Jaar verscheen ziJ'n nieuwe roman Vals licht en vriJ'wel onmiddelliJ'k was hot weer rank ; net als in Gimmick! word in Vals licht een bekende Nederlander herkend . Een heel bekende dit keer. Vals licht sPeelt zich of in de wetold van de Prostitutie . De hoofd- Personen ziJ'n Lizzie Rosenfeld, prostituee, en Simon Pries, student Nederlands annex hoerenloPer. Simon en Lizzie ontmoeten elkaar in de eskamer. Simon is door een book van W .F . Hermans in Lizzies raam nieuwsgierig geraakt . Het bliJ'ft echter niet biJj 'viJ'ftig, met condoom, nummertJ'e naakt',• Lizzie en Simon worden, ziJ ' hot voorzichti8, verliefd . Na een aanvankeliJke weigering, geeft Lizzie haar werk eraan en moeizaam doen beiden hue best hot verleden to vergeten . "0, hot begon zowaar op een idY lle to Jliken amelodrama or the millions, met Simon in de gedaante van edelmoediga redder en Lizzie glorierend in haar glansrol van eertiJds gevallen vrouw, op zoek naar en vechtend voor ai ai ai - voor Puur Beluk" . Over de aflooP zo dadeliJ'k . Via Lizzie komt Simon een heleboel over hot hoerenbestaan to weten, dus ook over de klandizie. Over ZuurtJ'e biJ' voorbeeld of over KoffertJ'e, Zweetsok en StomPJ'e . De economie van hot vlees" bliJ'kt biJ'- zonder wiJ'dvertakt overal krioelt hot hoerenloPerslegloon . Simon words er Paranoide van. Zelfs de televisie kan eiSenliJ'k niet moor aan want ook de "oliJjke Presentator" van de "Aalsmeerse show waarin Pas8etrouwde PaartJ'es zichzelf vreugdevol debiliseren" bliJ'kt een van Lizzies vaste klanten . Een detail maar natuurliJ'k Pikten de media, de Pret- en PraatProgramma's vooroP, hot er ogenblikkeliJ'k uit ; dat is pas nieuws die Ron . . . Hot is met waar! Dat hadden we nou nooit achter hem gezocht! Ondanks dat de oliJjke Presentatot- in-hot-echt reaSeerde met de mededeling dat hot hem allemaal koud lief bleef men er bliJ'kbaar over bezi8 . Dat zinde Zwagerman met . Na alle commotie rond Gimmick' wil Zwa erman zo li'kt hot weer of : eindeliJ'k als schriJ'ver serieus genomen worden. HiJ' ergerde zich aan hot felt dat alle aandacht uitging naar die one alinea, op een book van 276 bladziJ'den . ZwaSerman sPrak van een `hetze' die afbreak deed aan hot book . Het lie p zelfs zo hoo8 op dat Zwagerman besloot de Sewraakte passage te herzien. Vanaf de tweede druk zal er niemand meet worden herkend. jaargang 10, nummer 2 De televisiepresentator bli'ft maar dat zal dan even goed Hans van der Togt of JooP K~Pmans kunnen zlJn. 2 D at is pas htoratuur Helaas. Mi'J ns inziens doer het camoufleren van de oliJ'ke passage afbreuk aan het hock. De passage is, in zekere zin zelfs onmisbaar in het leugenlabYrins van de hoereriJ' en de literatuur . Het hoerenbestaan zo bliJ'kt uit Vals licht hangt aan elkaar van de leugens . Zowel hoeren als hoeren- 1 rs vertellen zelden de waarheid . Lizzies leugens ziJ'n veruit het sPectaculairst, de roman is eigenliJ'k een afdaling, kring voor krin g, in de hel van Lizzies verzinsels . Minder in het oog sPringend ziJ'n Simons ficties . Toch begins de roman daarmee: "Alles moest geheim bliJ'ven. Simon bog tegen familie en vrienden." No8 op eerste bladziJ'de words verteld dat Simon toch een vingerwiJ'zing naar de waarheid in ziJ'n leugens stoPt : "Het detail over het hock van Hermans had hi'J er later in verwerkt . BliJ'kbaar gin g het liegen hem gemakkeliJ'ker of wanner de leugen een voor derden niet to achterhalen vingerwiJ'zin g naar de waarheid bevatte." Het liJ'kt wel een Pn"ticale uitsPraak: fictie gaat beter met een beetJ'e waarheid . Maar dan wel voor derden niet to achterhalen! Is Zwagerman inzake de voor derden niet to missen oliJke Presentator over de schreef Sagaan? Het liJ'kt er op. MaarJ'e kuntJ'e ook afvragen was de waarde is van een waarheid die niet door derden valt to achterhalen . "Okee niets is was het liJ'kt, dat wist Simon ook wel-maar dit was was hiJ' leerde: zelfs het zuiverste gent was met het voertuig naar de waarheid . Lust hoe seder en °precht ook beleden onttrekt zich niet nooit aan schiJ'n ." StaPeis leugens zelfs de lust bliJ'kt besmet met schiJ'n . Vals licht sluit oP deze wiJ'ze vriJ'wel naadloos aan biJ' Zwagermans eerdere werk ; oPnieuw draait het om de vraag of een ware onschuldiga liefde no g mogeliJ'k is in een door en door verziekte wergild. Verziekt door opportunisme genotzucht hypocrisie , Promiscuiteit, nouJ'a alles waarmee Gimmick! al zo'n beetJ'e vol staat . NatuurliJ'k is dit alles ook in Vals hcht terng to vinden maar veel minder wrapg dan in Gimmick! . Het hoerenmilieu words liefdevol beschreven • zelfs de immer zwiJ'- gende P~ierachtiga man van TanJ'a Lizzies wilega words aandoenliJ'k als hiJ' tiJ'dens een etentJ'e Plotselin g Lee Towers imiteert en na afloo P een van ziJ'n zegelringen van ziJ'n vingers wurmt en deze Simon, zonder verder een woord to zeggen, in de hand drukt . Vals licht is een veel minder navrant hock dan Gimmick! . Weliswaar is de idYlle net als in Gimmick, ten dode oPgeschreven maar het is veel moeiliJ'- ker om een bone buitenwacht am to wizJen die daarvan - mede-de oorzaak is . Het IrJks er meer op dat de idYlle en de bone buitenwacht elkaar nodig hebben: "Misschien kon hiJ' met van haar houden zonder de gedachto am een viJ'andiga instantie die haar en hem en hen beiden bedrei8- de. Misschien - en de rversiteit van het idee vervulde hem met afgriJ'zen - was hiJ' alleen maar van haar gaan houden omdat er een vi J and, een veelkoPPige rivaal in het sPe1 was geweest ." Gedachten van Simon die oPnieuw ook voor Zwagerman oP kunnen gaan . Niet in het minst omdat deze regels onmiddelliJ'k doer denken aan uitsPraken van Zwagerman in een interview met Hervormd Nederland (1/7/89): "Tegenstand jut me op. Order druk functioneer ik het beste .1k moet die agitatie en verkramPtheid omzetten in schriJ'ven. Paniek is miJ'n motor ." De teboze wergild : voorSimon het immense hoerenloperslegioen voor Zwageoman de werkeli eid . En op het moment dat de dreiging Simon hover het hoofd dreigt to groeien kniJP' t Zwageoman er een druPPe1 waarheid in nit: de olikeP' J tator. Even hapereii fiche en werkeli eid , dat is pas literatuur: het leugenlabYrint en vooral de tot paranoia leidende wiJ'dvertaktheid hiervan maker zich voelbaar . Het gaat er met om of de vingerwiJ'zing naar de waarheid waar is; het gaat erom dat die vingerwiJ'zing er is, en met ziJ'n aanwezigheid de boel nog eens extra overh oop gooit. Zo vertelt een goede leugenaar het liefst ook de waarheid . 3 AIIemasI i eugens NatuurliJ'k er is nog een andere theorie voor de cynici : allemaal leugens! Het is gewoon weer een geslaagde Zwagerman-gimmick. Je stoPt op weinig flatteuze wiJ'ze een bekende populaire televisie- Nederlander in J'e boek: geheid een schandaal, altiJ'd goed voor de verkooPciJ'fers . En werkt het niet dan verkondig J'e met de nodiga omhaal dat J'e het personage in godsnaam maar schraPt : hoPeliJ'k alsnog een schandaal hoPeliJ'k alsnog goede verkooPciJ'fers . Maar sPreekt deze theorie de bovenstaande tegen? 4 n Publiek geheim Het is een Publiek geheim dat er vanuit Japan een zware delegatie o P weg is naar Nederland om te onderhandelen over het schraPPen van de passage over "vier JaPanners" door Zwagerman nogal indiscreet in verband gebracht met huize Society, B accara en club LaLuna . Koen Vergeer Charlotte Govaert en Francine Smink In deze derde biJ'dra8a over `Het bedraf staat de auteur centraal, de 8rondsto everancier' van het literaire bedri' . Twee auteurs, Tonnes Oosterho en Maarten 't Hart vertellen over hen yak . Hoe is de relatie met hen wt8ever en hoe ervaien ze de aandacht van de Pers? Maarten 't Hart succesvol schriJ'- vex en 'bekende Nederlander', is een van de weiniSa Nederlandse schriJ'vers die van hen pen kunnen leven . an deel van ziJ'n werk is vertaald en verfilmd. Tonnes Oosterhoff heeft den dichtbundel en den Prozabundel o P ziJ'n naam staan . HiJ' kreeS in 1989 de C.BuddinSh'-PriJ's. Om in ziJ'n onderhoud to voorzien is hiJ' freelance tekstschrjver en schriJ'ft hi'J voor `damesbladen' als Mi'ln Gehelm Intiem en Anoniem . HiJ' leest liever Sedichten voor dan dat hi'J een interview Seeft. Tonnus osterhoff en Bezige Bij In 1989 werd Oosterhof f tiJdens Poetry International Senomineerd voor de C .BuddinSh'-PrisJ een PnJs die bestemd is voor een dichter die in de twee taar daarvoor debuteerde . Die nommatie op zich bracht a1 Pubhciteit met zich mee dit werd alleen maar meer toen Oosterhoff de PriJs ook won. ZiJn dichtbundel BoerentiJ8er, die in 9 2 Het bedrijf 3 De auteur `Publiciteit kan een monster worden dat je eet 1989 uitkwam, kreeS veel aandacht • de recensies waxen overwe- Send Positief . Geen slechte start voor een dichter die ziJ'n eerste schreden in de literaire wereld zet . Wat Sing eraan vooraf? In 1986 stuurde Oosterhoff ziJ'n eerste Sedichten naar het tiJ'dschrift Hollands Maandblad; niet vanwe- 8e het redactionele beleid maar om de mooie letter . Het duurde maanden voor hiJ' een briefJ a met een afwiJ'zinS kreeS . VervolSens stuurde hiJ' Sedichten naar Maatsta • ook in dit Seval kreeS hiJ' Pas na maanden een afwiJ'zende reactie. an andere weS bleek succesvoller. Een vriend van Oosterhoff werkte als redacteur voor enkele J'euSdtiJ'dschriften waar ook Guus MiddaS Poeziecriticus van de NRC voor schreef. MiddaS zaS wel lets in de Sedichten van Oosterhoff en leSde contact met Robert Anker, die vervolSens enkele Sedichten van Oosterhoff in Raster Plaatste. Ook bracht Guus MiddaS Oosterhoff in contact met uitSeveriJ' De BeziSe Bi'J • BiJ' Oosterhoffs eerste SesPrek biJ' De BeziSa BiJ' vroeS de desbetreffende redacteur of hiJ' meer werk had . Sindsdien stuurde hiJ' Se - dichten naar die redacteur, tot er voldoende was voor een bundel . Met die redacteur had Oosterhoff veel contact ; samen bespraken ze hoe de bundel inSedeeld moest worden. Ook deed de redacteur suSSesties voor veranderinSen in de Sedichten zelf, die Oosterhoff van hem overnam. Voor hem was dat Seen Prnbleem : "Ik weet zeker dat het zonder miJ'n redacteur een minder Soed boekJ'e was Seworden." Zelf hield hiJ ' zich ook beziS met de tYPoBrafie en de bladindelinSi en hiJ' deed suSSesties voor het omslaS . AanvankeliJ'k wilde Oosterhoff een andere titel maar daar wilde de redacteur nets van weten. Achteraf denkt Oosterhoff dat deze titel toch wel Soed was . De nominatie voor de C . BuddinSh'- PrisJen het Srote aantal recensies verrasten Oosterhoff. Alle aandacht die hiJ' kree8 vond hiJ' niet onverdeeld PlezieriS : "Met Publiceren zoek J'e net echt aandacht, J'e wilt Selezen worden . Dat is iets andens dan dat er mensen inJ'e huffs komen om J'e to fotoSraferen ." Van BoerentJ8 i' er ziJ'n onSeveer 1 .000 bundels Sedrukt. Heeft hiJ' er eniS idee van hoeveel er over de toonbank ziJ'n SaSaan? Oosterhoff : "Dichters vra8en dat net nit Pieteit met de uitSever, en uitSevers vertellen dat niet uit Pieteit met de dichters ." EiSenliJ'k vindt hiJ' het literaire bedriJjf maar een vreemde bedriJ'fstak;~ als schriJ'ver lever J'e a11e Srondstoffen, maar in Plasts van dat Je daar naar betaald wordt bliJ'fJ'e heel lanS afhankeliJ'k van a1- lerlei subsidies en beurzen . In 1991 verscheen Oosterhoffs verhalenbundel Vo8elzaken ook weer biJ' De BeziSa BiJ' . Het is een snort erecode dat J'e als schriJ'ver bi'J J'e uitSever bliJ'ft . De fmanciele conse9uenties voor de BeziSa BiJ' bi'J een eventueel vertrek van Oosterhoff zouden echter niet zo Srnot Jaargang 1 0 , nummer 2 ziJ'n als een vertrek van een succesvoile bekende oedverk ende schriJ'ver. Maarten't Hart en De Arbeidersrs Vanaf ziJ'n allereerste boek zit 't Hart biJ de ArbeidersPers . EruSe tiJ'd Seleden werd hiJj 'via via' door Mai SPiJ'ker uitSenodiSd om bi'J diens uitSeveri'J ' Prometheus to komen. `t Hart : "Ze zouden de royalties van miJ'n boeken in Zwitserland uitbetalen zodat er geen belasting over betaald hoeft to worden . Het zou aardiS was schelen maar ik ben met op het aanbod mSeSaan. Ik vind het unfair om uit fmanciele overweSinSen biJ' De Arbeiders- Pers weS to Saan ." Voor de uitSeveriJ' zou het een SevoeliS verlies ziJ'n als 't Hart weS zou Saan ; ze zouden dan alleen noS diens oude titels - de backlist - moSen herdrukken. BiJ' De ArbeidersPers words Maarten 't Hart dan ook in de watten SeleSd, iedereen rent voor hem. HiJ' net echter ook het nadeel van ziJ'n winstSevendheid voor het bedriJ'f•~ ze willen SrasS ziJ'n boeken uitSeven omdat dat veel geld oPlevert en ze zullen niet Sauw eerliJ'k zeSSen dat een bePaald boek misschien minder Soed is . Voor Het uur tussen hoed en wolf had 't Hart achterafSezien ~'asS het advies SekreSen om het niet uit to Seven. De uitSever was dan echter twee ton misSeloPen . In het alSemeen is de invloed van de uitSever op ziJ'n manuscriPten heel klein; ze worden eiSenliJ'k alleen naSelezen op stiJ'l- en andere foutJ'es waarna eventuele veranderinSen worden voorSesteld . BiJ' andere auteurs kunnen de wiJ'ziSinSen noSal eens mSriJPend ziJn. Koos van Zomeren kreeS een manuscript eens drie keer ternS en Tessa de Loo kreeS ooit het hele manuscript defintief ternS . Maarten 't Hart echter words achter ziJ'n broek Sezeten ; zo nu en dan kriJS' t hiJ' een vriendeliJ'k telefoontJ'e waarin en passant Seinformeerd words naar ziJ'n vorderingen . Publiciteit In toSenstellinS tot Oosterhoff heeft 't Hart Seen moeite met alle aandacht die hiJ' kriJ'S~t; hiJ' zoekt deze trouwens zelf ook SrasS op. "Een kans om op de televisie to verschiJ'nen moet J'e nooit laten Saan ook al is het nos zo'n suf programma. " Oosterhoff ervaart de aandacht van critici als beklemmend . Van ziJ'n eerste bundel had hiJ' zelf eiSenliJ'k weiniS verwachtinSen en hi'J dacht dat hiJ' zich van slechte kritieken niet veel zou aantrekken. Na ziJ'n Soede start welt hiJ' zich onder druk Sezet . Zelf zou hiJ ' wel kritieken willen schriJ'ven, biJ'voorbeeld in het PlaatseliJ'ke daSblad, waarbi'J vooral de fmanciele karat ervan hem net onaantrekkeliJ'k liJ'kt. De belanSriJ'kste functie van de Pers vindt Oosterhoff de nbaarheid er moet verteld worden `was er to kooP is' . Ook't Hart is van meninS dat kritieken informatief moeten ziJ'n~ ' ze ziJ'n voor de lezer bestemd en net voor de schriJ'ver . HiJ ' vindt dat de schriJ'ver en de criticus scherP van elkaar Sescheiden moeten ziJ'n een criticus moet volkomen onafhankeliJ'k ziJ'n . Zelf wil hi'J niet meer over recente Nederlandse literatuur schriJ'ven maar niet om deze reden. HiJ' werd er to vaak op aanSesPToken en is zelfs ooit "omverSekeSeld" door Bob den UY1 , was hiJ ' niet echt PlezieriS vond. Kritieken over ziJ'n eiSen werk leest hiJ' nooit, omdat hiJ' aan de aardiSe dinSen nets heeft en de vervelende dinSen onthoudt. Lachend : "Maar J'e vrienden houden J'e wel op de hooSte ." Oosterhoff vreest al to veel Publiciteit: "Publiciteit kan een monster words datJ'e eet". GelukkiS ver- Plichtte De BeziSa BiJ' hem net oP alle verzoeken tot interviews en uitnodiSinSen voor lezinSen in to Saan. Oosterhoff: "Ik wil eerst een Soed dichter worden en misschien daarna, na een J'aar of twinti$, een beroemdheid ." TeSen buitenstaanders ze8t hiJ' nooit dat hiJ' een dichter is . "Daar schaam ik me Seloof ik wel een beetJ'e voor. Je bent dan meteen een beetJ'e zo'n vaSa fi- Suur ." VolSeras 't Hart Seeft de bekendheid status het schriJ'verziJ'n op zich Seen enkele . SchriJ'ven ziet hiJ' zelf niet als een yak meer als een biJ'baantJ'e, dat hiJ' het liefst naast andere activiteiten zou doen . Nadat hiJ' oPSehouden is met doceren is hiJ' full time schriJ'ver. De eenzaamheid daarvan vindt hiJ' zeer on- PlezieriS en het Seven van een interview is dan een welkome afleidinS . Per daS ontvanSt hiJ' onSeveer twee a drie brieven van lezers . Hi'J reaSeert niet op alles . Er ziJ'n noSal was mensen die hem het evanSelie willen uitleSSen, "dat zie J'e al aan de dikte van de brief" . de vraaS of Oosterhoff wel eens `fan mail' ontvanSt, kan hi'J een nauwkeuriS antwoord Seven . Twee keer een brief van studenten waarin hiJ' om een interview SevraaSd werd en een keen een brief van een oude kennis van school die Sezien had dat er een boekJ'e van Oosterhoff in de winkels lag . Dit snort PersoonliJ'ke reacties vindt hi'J erg leuk, kleine verrassinkJ'es noemt hiJ ' ze. "Je weet nooit wanneer zo'n rare brief komt tussen de post door. \)os 9 3 Zeltgeschapen rulnes Onthechting en geldingsdrang in De tranen deracacia's Paul van Vliet "Er is 8een vorm van sexuele ontaardin8, die hi'1 niet uit behoefte om bur8argevoelens te kwetsen nauwkeuri8 beschril'ft ..." "Het is een hoo8st onfatsoenli)'k boek ..." Dit zijn woorden die niet zouden misstaan in een besPrekin8 van het omstreden werk American psycho van het enfant terrible van de Amenkaanse literatuur Bret Easton Ellis . Ze zijn echter afkomsti8 uit een recensie van De tranen der acacia's, de eerste Srote roman van Willem Frederik Hermans. Het verhaal van de onaangaPaste Arthur Muttahdie de mensen tegen zich in het harms l'aa , zijn zuster tot het uiterste tergt en dol8Tasg een actieve I rol in de oorlog zou willen sPelen om zijn agressie to kunnen kanaliseren leidde inderdaad niet be- Paald tot verheffing van de lezer. "Kunst adelt" wist C .J.E . Dinaux in zijn besPreking van De tranen in het Haariems Da8blad . En voor een personage, "willoos en bandeloos, bezeten door rancune, van woede haat kwelzucht, wreedheid en c ynisme .., een zichzelf geestelil'k en lichameli)'k vernietigend, zich tot nietswaardigheid demoraliserend mens" kon de lezer zi1'ns inziens be8riP noch medeleven oPbrengen . Meer dan veertig )'aar na het verschil'nen van de roman is een dergeli)'ke oPwinding bil'na ondenkbaar Seworden. "Het is nauwelil'ks meer voor to stellen wat een kabaal erover is geweest. ledereen zei: dat is ornografie" klaade Hermans dan ook in een interview met H . . Meier . Twee 'par na de Publicatie van De tranen was de weerstand tegen 1k heb alti1d 8eli1'k zo mogelil'k no g 8roter en diende Hermans zijn creatie voor de rechtbank to verdedigen . Zil'n rePutatie ais controversieel auteur was inmiddels gevestig d, mar ahil' stond nog niet to boek als 8root schril'ver . Want ook de critici die oog hadden voor zijn kwaliteiten zagen in hem het talent dat zich nog moest bewil'zen . Zoals bekend kwam eind >'aren vi)'ftig met De donkere kamer van DamokIes de gote doorbraak . 94 ioos Sindsdien is de literaire gI'ootmeester 8eeerd met vele artikelen, proefschrif ten en een goot lezers- Publiek. De aandacht vanuit wetenschaPPeli)'ke hock is echter ongelil'k verdeeld : de hoeveelheid secundaire literatuur over De tranen is uiterst klein. Genoeg waardering van de kant van de lezersonlangs beleefde de roman zijn eenentwinti$ste druk -, maar de onderzoekers hebben het enigszips laten afweten. Afgezien van twee artikelen van anssen en Oversteegen waarin de vertelsituatie wordt besProken, bestaat er vri1'wel geen secundaire literatuur over De tranen . DieP~'avend onderzoek naar de bouw van de roman is tot oP heden niet verricht . De oorzaken hiervan zijn niet moeilil'k to achterhalen . en ras seac tia roman Hermans' eigen reserve ten oPzichte van zijn werk sPeelt een rol in de hierboven geschetste lacune . "1k vind mi'n latere boeken technisch beter economischer geschreven" last hil ' in een interview weten . anssen maakt dankbaar gebruik van deze oPmerking in zijn artikel 'Het gelil'k van P~Y'hon' wanner hil' concludeert dat De tranen een 'voorstudie' van De donkere kamer van Damokles is: verhaal en thema zijn identiek . Waar in De donkere kamer de mogelil'kheid tot verificatie van de gebeurtenissen ontbreekt omdat Osewoudt de enige is die het gezichtsveld bePaalt bekleedt de lezer in De tranen een suPerieure sitie dankzi1' de rsPech'ef wisselin en die hem meer kennis verschaffen dan hoofdpersoon Arthur. Het hoofdthema in het oeuvre van Hermans formuleert anssen als'de onkenbaarheid van het bestaan' een thema dat reeds in dit vroega werk valt to si leren. Ook bi1' Oversteegen steekt de roman minder nstig of tegen later werk als De donkere kamer en Nooit meer siapen . In zijn essay over De tranen Plaatst hil' wel enkele kanttekeningen bi1' anssens analyse van het PersPectief . Daarnaast meent hi'l dat de werkeli)'kheid in De tranen niet per se onkenjaargang 10, nummer 2 baar is voor de lezer bestaat de mogehlkheid de waarheid to achterhalen, een uitweg die in De donkere kamer voorgoed geblokkeerd is. De roman De tranen die vaak 'raadselachtiger aandoet' vormt een staP in de ontwikkeling van de auteur . Anbeek inventanseert i n ziln boek over de roman in de na-oorlogsa Jraen de oogst van literatuur over De tranen : eind ren vi1f tig lag de nadruk op de protagonist van het verhaal, terwil'l "de latere onderzoekers" - hiermee bedoelt hi' waarschi'nlilk anssen en Overstee8en - zich bezighielden met de filosofische lading van de roman . Hil besluit ziJ'n betoog als volgt : "De conclusie die bier uit volSt is dat De tranen der acacia's lang niet zo'n strak gecomP°n erd, op een thema gebouwd boek is als bi voorbeeld Nooit meer slaPen ea kan de roman om die reden minder volmaakt noeme maar er is ook een andere reactie mogeliJk. De Tranen bhlft mmder Si~'l' baar, 'raadselachtiger' dan bet latere werk van Hermans." Samenvattend : De tranen der acacia's is qua structuur de mindere van zil'n illustere 'oPvolgerr uit 1958 maar bevat al wel bet hoofdthema uit Hermans' werk in al dan niet volledig uitgewerkte vorm. Het is aan de lezer om uit to maken of hil de roman op ~'and hiervan onvolmaakt dan wel raadselachtiS vindt. Beide kwalificaties doen in miln ogen geen recht aan de roman . Is de roman nu zo 'raadselachti in de zin van moeilil'ker to duiden voor de lezerr? In zekere zin wel. Reeds in bet eerste hoofdstuk waarin Arthur oPtreedt wordt de lezer econfronteerd met de duistere voors ellingen van Arthurs oma . Dat bet slecht met hem zal afloPen' liJ'edenti tgw' i'lfell .l bent verrot tot in l'e geheimste ingewanden" bil't ze hasr kleinzoon toe . Arthur is onzeker over de ernst van de voorsPellingan, die vaak een kern van waarheid hebben maar meestal met precies uitkomen. Oma voors It de dood van riJ'wielhandelaar Zwikker, maar zit er naast met de datum . Met Arthur looPt bet inderdaad slecht of, zij' bet met op de wi'ze die oma had geschetst. Raadselachti zil'n ook de scenes met een surrealistisch of droomachtig karakter. Zo wordt Arthurs bezoek aan Maritza gekenmerkt door een mYsterieuze sfeer : voordat hi1' bil' het hoerenhuis waarin zij' verbli1'f t kan aanbellen zwaait de deur als vanzelf open . Het meis1'e in het zwart dat hem oPwacht, beantwoordt zil'n vraag niet en sPreekt slechts over de vervallen staat van de woning . Ook de namen van de verschillende kamers Sneeeuwwi 'e RoodkapJ'e, en de aanwezigheid van een oPgezette herdershond naast bet bed dat Arthur met Maritza deelt dragen biJ' tot het onwerkelil'ke karakter van de gebeurtenissen . Dit snort scenes is echter in de minderheid; de roman is overwegend realistisch . De personages met hun uitgediePto psyche komen 'levensecht' over . Daarnaast ziJ'n er Si'ote overeenkomsten hissea de ruimtelilke ordening in de roman en die in de werkelil'kheid, zoals de gedetailleerde beschril'- ving van looProutes door Amsterdam en door Brussel last zien . De tranen versus De donkere kamer Voordat ik op de structuur van de roman ingay wil ik eerst nog eniS a woorden wideJ n aan de stellin S dat De tranen een snort generale rePetitie zou zil'n van de uiteindelil'ke oPvoering, De donkere kamer. Ik ben van mening dat De tranen een minstens zo interessante roman is als De donkere kamer, en in ieder geval op ziJ'n eigen merites dient to worden beoordeeld . In een coherent oeuvre als dat van Hermans dat een aantal vast terngkerende thema's heeft is bet natuurlil'k niet moeilil'k overeenkomstep tussen personages en motieven uit verschillende werken aan to wilzen . Arthur heeft de rancune van Lodewikl Stegman, de geldingsdrang van Alfred Issendorf en de vernielzucht van Roderik'Je, ongetwil'feld een variant van AfschuweliJ'ke Baby . Even in bet oog sPringend zil'n echter de verschillea met De donkere kamer. Waar De donkere kamer bol staat van de actie en zich gemakkelil'k last lezen als een sPannende oortogsroman, valt er in De tranen relatief weinig voor. Arthurs deelname aan de krilg' shandelingen blil'ft voornamelil'k bePerkt tot zijn gedachtenwereld . Zi'n eniga waPenfeit is de moord op een Duitse deserteur nog per ongeluk gaPleegd ook . A8ressie uit zich bil' hem, enkele uitzonderingen daargelaten vooral verbaal . Met name zijn zuster moet het ontgelden. Daarnaast ontbreekt de uitgebreide beschril'- ving van uiterlil'ke kenmerken die in De donkere kamet 1'uist zo belan~l"k is . Osewoudts minderwaardigheidscomPlex wordt voor een ~o'ot deel bePaald door lichamelil'ke gebreken en de auteur last geen gelegenheid voorbil'gaan om Osewoudts gebrekkige fYsionomie to benadrukken . Om de personages van De tranen voor zich to kunnen'zien~ heeft de lezer heel wat meet verbeeldingskracht nodig. De auteur last nets los over het uiterliJ'k van bil' voorbeeld Arthur, diens Inootmoeder en Oskar , Arthurs vriend . Het derde en belangril'kste verschil is gelegen in de intensiteit van het 'waarheidsProbleem' . De fundamentele onoPlosbaarheid van de vraag of Dorbeck een Prol'ectie van Osewoudt of een bestaande romanfiguur is, vormt de spit van De donkere kamer . W. Smulders heef t in De literaire misleidin8 in De donkere kamer van Damocles Utrecht 1983 aangetoond dat de lezer in ~'ote Problemen komt wanner hil' ondervindt dat de roman-werkeliJ'kheid in botsing komt met zijn lees-werkeli)'kheid . Wil hi1' in de personages blil'ven geloven dan moet hil' controleerbare en oncontroleerbare gage - vens voor 'waar' houden, en raakt zo verstrikt in het web dat de auteur voor hem heef t gesPonnen . Ook De tranen wordt in zekere zin beheerst door de vraag: wat is er Precies voorgevallen? Deze vraag heef t betrekking op de verwikkelingen rond het verzetswerk van Oskar . Heef t Arthurs beste vriend een Duitseofficier om het leven gebracht of heef t hil' slechts voor koerier gesPeeld? Hoewel de lezer iets meet weet dan de hoofdPersoon moet ook hil' het antwoord schuldig blil'ven . Deze Problematiek verschuif t echter naar de achtergrond op het moment dat Arthur zijn woonPlaats verlaat en koers zet naar Brussel . Daarbil' is, vetgeleken met De donkere kamer, de vraag naar de ware toedracht in De tranen van ondergeschikt belang . Arthur heef t meerdere zaken die zijn aandacht opeisen. Zal het hem conform de voorsPellingen van zijn oma slecht vetgaan? Stamt 9 6 ioy3 zijn vader werkelil'k van een ~8' oot heerser of en heef t hil' de dood van zijn moeder op zijn geweten? Dit zijn vragen die Arthur niet beantwoord kril'gt . Hil' heeft to kamPen met togenstri' ige informatie mensen die tegen hem liegen en verwachtingen die gecorrumPeerd worden . Zo beschouwd lil'kt anssen gelil'k to hebben wanner hil' 'de onkenbaarheid van het bestaan' als hoofdthema aanwil'st . De vaststelling van dit thema leidtechter niet tot geweldig interessante analyses . De 'onkenbaarheid van de werkelil'kheid' is zo langzamerhand tot een versleten cliche verworden een ready-made etiket dat op elk boek van W.F. Hermans n worden gaPlakt. Een voorbeeld hiervan is Tom van Deels besPreking van de roman Au pair . Na een samenvatting van de inhoud stelde hil ' vast: "De roman 'Au Pair' is een imposant boek over de onkenbaarheid van de werkelil'kheid ." Dit is in Principe geen onl'uiste constatering, men kan er alleen weinig mee . No8maals, het be grip ~P is zonder meet eveneens van toepassing o De tranen zoals op vele andere romans van Hermans . Het accent ligt in deze roman echter op andere zaken. Hieronder zal ik laten zien dat de oorzaken van Arthurs ondergang voor een Sroot deel zijn terug to voeren op zijn onverenigbare verlangens . Arthur ervaart een continue spanning tussen inertie en bedriJ'vigheid het aantrekken en of stoten van de mensen uit zijn omgeving, haatdragendheid en genegenheid . Held en s ac to ar t uisoze en e o r ene Al in een vroeg stadium maakt de lezer kennis met een van Arthurs meest kenmerkende eigenschap- Pen: een onlesbare dorst naar wraak . "Al zou de hele wereld hem ten deel vallen dan zou hil' no g net gewroken zil'n- j a, misschien was zelfs de eeuwigheid nog to kortstondig om de schade in to halen" . Tegelil'kertil'd besef t Arthur dat de vervullin g van zijn wrack een dilemma met zich meebren t : " e wreekt J'e altil'd in het leven, alleen meestal net op de Personen die schuldig zil'n. Schuldig is iedereen. De wereld streeft naar harmonie tussen schuld en wrack." Hoewel niet ondubbelzinniS, is dit een belangril'ke passage, omdat hierin de basis wordt gelegd voor Arthurs ondergang . De eniga manier om een sYnthese tussen wrack en schuld to bereiken is de wrask op zichzelf to richten,; iedereen is immers schuldig . Arthur denkt aan de Duitsers die zeer jaargang 10, nummer 2 bevreesd zil'n voor een pas uitSebroken kinderverlammin Pidemie. "Als mi)' dat overkomt mask ik mi lvan kant, dacht hil' . Dan bee ikeindeli1'k8ewroken ." Een dergelil'k doodsverlangen staat haaks o P Arthurs hang naar geborgenheid, zil'n wens een Plaats to vinden "waar hil' desnoods eenzaam zonder wanhooP zou kunnen wezen". De botsing tussee deze elkaar togengestelde drif ten vomit de dril'vende kracht van de roman . Reeds bil' oPPervlakkiga lezing wordt het duidelil'k dat de roman in twee delen uiteenvalt het 'Amsterdamse' en het Brusselse' deel die elkaar sPie- Selen maar ook met elkaar contrasteren . Deze tweedeling in de macrostructuur is op tal van Plaatsen terng to vinden in de microstructuur : vele antithetisch geordende be ~PPen versterken het innerlil'ke conflict van de hoofdPersoon. TeSenstellinSen als donkey-licht, open-gesloten activiteit- Passiviteit, bewe ~'ng-stilstand duiken herhaaldelil'k op. Een belan~l"k motief is in dit oPzicht identi 'catie. Arthur sPiegalt zich aan towel helden als slachtoffers aan partici amen en aan buitenstaanders . Enerzil'ds ziet hil' zichzelf als de zegevierende veldheer, anderzi)'ds als de grote verliezer die overal buiten heeft gestaan. In de sPi el die de Duitsers Arthur voorhouden zil'n beide elementen verenigd : aan de ene kant staat de bezetter voor Arthurs hartewens aan de oorlog deal to nemen en zil'n a essie de vril'e loop to latent "De kwintessens van zil'n gedachtenwereld was altil'd alleen al moord geweest ." De oorto&, sYmbool van zil'n doodsverlangen is aan Arthur voorbil' gaSaan, hatgeen hi)' als een Semiste kans beschouwt. Hi)' klamPt zich vast aan de vermeende afstamming van Napoleon, en hooPt vurig alsnog een heldenrol to mogen vervullen. Eenmaal op hat slagveld zal hat net uitmaken of hi'1 sneuvelt : "De oorlog is de eniga leerschool voor hat levee" zo heef t zi'n vader hem voor ehouden . De ultieme contradictio in terminis : om to weten to komen hoe l'e moat levee diem l'e to sterven . RePresenteren de Duitsers de mogeliJ'kheid de a essie de vri'e loop to laten aan de andere kant zil'n zil' tevens de 8rote verliezers van de oorlog, de verstotenen. Ze hebben zich >'arenlanS op iedereen kunnen'wreken' maar nu de oorlog is ofgelopen zi'n ze nets maar dan'schuldigen' . Een andere rePresentant van de actieve deelname aan de oorlog vormt Oskar Ossegal . De identificatie met dit personage verlooPt op maar indirecto wiJ'ze . Oskar en Arthur slaPen bil' voorbeeld met hetzelfde meisl'e zonder dit van elkaar to weten . De trein waarmee Oskar in het begin van de roman arn'veert is de 1astste . En hiJ' is de laatste die uitsta t. Viak voor de slotscene zit Arthur in de laatste tram , als eniga Passag''er . Door de Duitse deserteur Ernst dood to steke 'evenasrt' Arthur ziJ'n vriend, over wie het erucht de ronde doet dat hi' een Duitse officier heeft vermoord. In de s iegel die hem wordt voorgehouden door Andrea de vrouw van Oskar, ziet Arthur een geheel ander g ezicht : dat van een onvolwassen '~on- Sen die een schuilPlaats zoekt waar hil' zich beschermd weet tegen de vi>'andi a buitenwereld . Zi)'n verlangen maar geweld kan in haar aanweziSheid o een zil'sPoor worden gezet . BiJ'na een J'aar,, een ponode van totale r~'essie waarover nets wordt verhaald in de roman verbli'ft Arthur in Andrea's wormg. Dan wordt zi)'n Plaats wear ingenomen door Oskar . De onthechtinS van de actuele werkeli)'kheid is voorbil' en zil'n oude frustraties keren ternS. Ook in Brussel weet Arthur zich ti)'delil'k veilig, en zi)'n oorloSsP lannen lilken uit hat Sezichtsveld to verdwil'nen . MaandenlanS doet hi'1 nets dan in de tuin zitten, ontplooit geen enkel iiitiatief . Maar zil'n 'actieve' kant last hem niet met rust : "Hi llieP op slaPend e voeten en inw1endi8 ruiste hi' als een waterval" cursivering van m.il'] Arthur weet dat er iets diem to gebeuren : als hiJ' nets onderneemt is hil' verloren en wordt hil ' uit zil'n schuil- Plasts verdreven net als in Amsterdam . en iso amen een wien an Arthur krilg' t, zoals zovele personages in hat universum van Hermans- de nodige t~ensla8en to verwerken . Een verschil tussen hem en andere personages nit Hermans' oeuvre is echter dat hi' ondanks de slachtof fey-rol die hil' zichzelf heef t toebedeeld zil'n misere voor een oot deal zelf veroorzaakt. Als hat om hat achterhalee van de waarheid gsat vergeat hil' de meestbelanSn)"ke dingen to vragen en realiseert zich dat dan achteraf . "Imams wist Arthur wat hil' nog ver8eten had tegen Oskar to ze gen iets heel belangel"ks ." "Alti'd als ik eindelil'k Precies to weten kan komen wat er is gebeurd mask ik een font verSeat ik iets ." Anderzi'd~ s denkt hi)' ')uist to veal na . Dit breekt hem bi)' voorbeeld o in zil'n relatie met GabY, een meis>'e dat hi)' in Brussel heeft leren kennen . Wannear zil' hem vertelt dat hil' eruit ziet alsof hi' altil'd nadenkt geef t hil' haar geli)'k en stelt vast : "Ik dank to veel . Het interesseert niemand . Mil'n gedachten zitten in mil' als sardines in een blik . Een blik waaroP een verkeerd etiket is gaPlakt zodat niemand de inhoud kan raden." Staande in de tram ziet hi'l voorbil'marcherende soldaten en besef t dat zil'n voortdurende nadenken de vervulling van zil'n wensen dwarsboomt : "Hier gaat de vi>'and voorbi'>- er is alleen een stuk sPiegelglas tussen ons in en hi'l zin hardo wat ik inwendi zing... als ik niet nadenk. .. als ik nadenk zing ik niet dan ben ik het liefste dood ... als ik niet nadenk geef ik nergens meer om als ik niet nadenk kan ik iedereen paten en voel ik mil' elukki dat ik iedereen haat ... als ik nadenk is ook dat de moeite niet waard ." Maar de wens zil'n denkvermogen uit te schakelen is een ontkenning van de realiteit. De momenten waaro Arthur 'redeloos' handelt zich overgeeft aan een snort acte gratuft - als hil' zil'n "inwendig gezan ', zoals hil' dat hierboven bil' de Duitse soldaten herkent in daden kan omzetten - worden veelal gevolgd door momenten van bezinning. Het kortstondiga gevoel van euforie dat pet doden van Ernst hem bezorgt, slaat al snel om in angst voor de gevolgen . Arthur verkeert in een impasse: als hil ' niet nadenkt voelt hil' zich gelukkig, in de wetenschaP dat dit gevoel slechts van korte duur kan zil'n. Tegelil'kertil'd betekent de uit- 9 8 schakeling van zil'n g edachten dat hi'~ elke controle op zil'n omgeving verliest . Hierboven heb ik beweerd dat Arthurs verlangen naar geborgenheid haaks staat op zil'n doodsverlangen. Deze verlangens zil'n echter tevens comPlementair: Arthurs perioden van regressie worden gekenmerkt door stilstand afwezigheld van leven. Vlak voor zil'n bezoek aan Andrea had Arthur no gedacht: "als ik haar zie was het mi' alsof zil' et 1reef ide."l Eena >'ar 1ang verblil'f t hil' zonder lets to ondernemen bi' Andrea, in de hoop dat Oskar niet terngkeert . "Ik besta niet meer. De hele wereld voert oorlog, maar ik poor er niet bi'." Na een node van kortstondi geluk bi'~ Gab y, die ekenmerkt wordt door eenzelfde inertie is pet Arthur zel die de illusie verstoort . Hier heef tl'uist zil'n nadenken Srote gevolgen: een film die zil' samen zien za1 hil' roterPreteren als een voorspellende boodschaP, waaroP hil ' besluit dat hil' GabY nooit meer wil zien. Arthur negeert de uitgestoken hand van Oskar, die hem zil'n huffs aanbiedt . In Plaats van pet aanbod asn to nemen verliest hi~' zich in ongefundeerde beschuldi8~'ngen aan pet adres van ziln beste vriend. Ook de huishoudster van zil'n vader Rose neemt hi1' teen zich in : Arthur wreekt zich o de verkeerden en creeert zo zil'n eigen isolement . jaargang 10, nummer 2 Er zi1'n wel degelil'k kansen voor Arthur zich aan de misere to onttrekken, maar hil' last deze stelselmati onbenut . Vervuld van zelfmedelil'den denkt hil' in Brussel terng aan Carola: "Had l'e mil'n Parti'1 gekozen in lasts van die van onze ootmoeder, dan hadden wil' ons samen tegen haar kunnen verzetten ." Toen hil ' nog in Amsterdam verbleef liet Arthur echter geen gel~enheid voorbil'gaan haar bet bloed onder de na8eis vandaan to Pestep . Met de sloop van zil'n zolderverblil'f verbrandde hil' definitief de sche n achter zich. Ervan overtuigd dat hil' in Amsterdam nets meer to zoeken beef t vertrekt hil' naar Brussel . Het idee van de wereld vervreemd to zil'n ti' ens zil'n verbli1'f bil' Andrea, gaf Arthur een gevoel van geborgenheid, dat hil' in bet huffs van zil'n vader Probeert to hervinden . Ook bier beoordeelt Arthur de situatie verkeerd : door interPretatiefouten verliest hil' zil'n aanvankelil'k goede Positie . Hil' gokt op de steun van Alice en denkt Lucien bet familielid dat hem bet huffs uit wil hebben, to kunnen weerstaan . Alice overlil'dt echter en Lucien is machoger dan hil' had vermoed . Tegen Rose die bet beste met hem voor beef t treedt hil' meedogenloos op. Zil'n vader is bet die bet laatste res 'e hoop de grand in boort door hem net bet felbe eerde document to geven dat hem tot een afstammeling van Napoleon maakt. In Plasts daarvan kriJ'gt hil' de naam van een overleden ' se man, "iemand die helemaal niet bestaat ." BeSIUIt "Al weet Arthur de belan i~l''kste dingen van zil'n eigen levee niet dat betekent nog net dat zil' PrinciPieel onkenbaar zil'n. ... InDe tranen denkt de lezer nog dat 'de waarheid' gekend zou kunnen worde in De donkere kamer is de weg daarheen voorgoed geblokkeerd" aldus Overstee en . Maar wat voor de tweede roman geldt gaat ook op voor de eerste : de lezer moet bet doers met de inf ormatie die hil' van de auteur kril'gt . Wanneer hil' bet boek dichtslaat blil'f t hil' met vragen zitten. Heef t Arthur een erfelil'k bePaalde ziekte of niet? Stamt hi1' van Napoleon af? Wat is er nu Precies met Oskar gebeurd? Bil' een reconstructie van wat er gebeurd moet' zil'n eeft men zich op glad isl, aangezien er dan gegevens taegevoegd worden om de roman to verklaren . Een dergelil'ke font maken Van Hoek en Wingan, die zich in bun interPretatie van De donkere kamer verliezen in de wildste sPeculaties omtrent de rol van Dorbeck . De yrasg of de ware toedracht in Principe kan worden achterhaald is in De tranen van 8eringer belang. Ook bier is de werkelil'kheid tot o zekere boo to onkenbasr, getuige de bovengenoemde vragen waar Arthur en de lezer meo blil'ven zitten . Het hoofdthema van de roman vormt echter bet innerli1'ke conflict waaraan de hoofdPersoon ten Proof valt. Zil'n verlangen naar "een lasts ter wereld .., waar hil' desnoods eenzaam zonder wanhoop zou kunnen wezen" botst voortdurend met zil'n geldin8'sdrang . Deelname aan een oorlog ziet hil' als bet middel om zil'n isolement to verbreken . Aan de andere kant is hil' 'luist op zoek naar dat isolenient naar een toevluchtsoord waar hil' zich kan losmaken van de dreigende buitenwereld . Telkens wanneer hil' een vluchthaven denkt to hebben gevonden wordt hil' er echter uit verl'aagd . Door toedoers van anderen maar vooral door toedoen van zichzelf. ExPansiedrif t en r~e'8essie vormen twee elkaar in de weg zittende elementen die hem bet leyen onmogelil'k makers . Ondanks zil'n vertroebelde kil'k op de werkelil'kheid ziet Arthur zi1'n onoPlosbare dilemma: "Hil' had nets kunnen doers met zil'n wrok dan alles wat hil' ondernam of begon, beschadigen en uitboren tot er een sPonsachtiga massa overbleef . Hoe zou hi~' die in een zelfgeschaPen rune woonde thuis kunnen borers bil' de lieve vrouw en de brave kinderen in bet villas 'e van de chemicus aan een zeePfabriek of il'zerS''eteril' ergens op bet Platteland?" \j5 9 9 Poetry and all that jazz J. Bernlef op zoek naar de gecomponeerde improvisatie Bertram Mounts ImProvisatie is comPoneren zonder gom os van Immerseel In 1964 sPeelde Eric DolPhY in de Hilversumse VARA-studio met Han Bennink Misha Mengelberg en ac9ues Schols. Korte ti)'d later overleed DolPhY in Berliln : de Hilversumse sessie bleek Plotseling zijn laatste to zijn en er werd een Plast van gemaakt : Last Date. Aan het slot van die Plast zegt DolPhY jets dat veel met Po~zie to maken heeft: "After the music is over, it is all gone in the air . You can never capture it again" . Deze woorden, met eniga goede wil en het nodiga gevoel voor dramatiek DolPhY's famous last words to noemen hebben voor Bernlef een bil'zondere betekenis : hil' heef t ze meerdere malen geciteerd wanneer hil ' over P°ezie en jazz schreef . II. J . Bernlef heef t veel over muziek g eschreven. In de tlid van Barbarber interesseerde hjl' zich met name voor de muziek en de uitgangsPunten van twee Amerikaanse comP°nisten : Charles Ives en John Cage. Eerstgenoemde kon vooral op zijn belangstellin g rekenen vanwega de in het oo sPringende Parallellen in uit8an8sPunten met de dichter William Carlos Williams een van Bernlef s eeuwiga helden . Evenals Bernlef streef t Williams naar vanzelf s rekendheid in zijn P°ezie : een sPreektaal-achtige imProvisatie vol met citaten uit ongelil'ksoorti a bronnen . Dit is een Procede waarmee Williams exP erimenteerde en dat bi )Ives tot vaak geslaagde methode is geworden : "Evenals Williams zocht Ives naar manieren om de ritmes van de stem direkt weer to geven.,rl Die ,sPreektaal-achtiga improvisatie, is een kenmerk van jazz geworden . John Cage was vooral interessant vanes~al zin 'toevalsmuziek' : muziek waaruit al het verhevene van de kunstenaar was verdwenen . Cage is geen comP°nist die als een almachtiga het eluid be aalt maar eerder een boekhouder die de grillen van het toeval noteert . Een consument - geli)'kwasrdig as n de luisteraar . Voor Bernlef kon'alles' materias1 voor " z'ie zi n . voor Cage was alien muziek. Dat ideaal heef t Bernlef inmiddels weggerelativeerd . Zo zei hil' in 1987 in een esPrek met Louis 1 . 1. B ernlef/ Rembert de Leeuw, Andriessen en Misha Mengelberg inderdaad, de pianist bi) de Charles Ives . Amsterdam 1969, P.37 . Hilversumse DolPhY-sessie : "Cage zou .., gezegd hebbsn', zet die 100 1j jaargang 10, nummer 2 2. J . Bernlef, Op het noorden. Amsterdam 7987, p . 219. 3. J. Bemlef, Tussen min en is' . In : Raster 15 (1980), p. 74 . 4. J. Bernlef, 'Poezie : notifies' . In : Dc girls 1970 I, p. 321 . grammofoon dan uit en ga naar buiten . Nou, ik kan me nu niet zo goad meer voorstellen dat ik vroeger, in de l'aren zestig, dacht: >a , )oh,wat goad ze$ . ... Onzin vind ik dat nu .„ 2 En in een klein Raster-essay uit 1980: "Terreur van het toeval . Cage verzamelt Paddestoelen ... . Een leuke til'd was het wel . Veal gezien, veal buitengesPeeld veal door elkaar gehaald" .3 Het waxen vooral de theorieen van Cage, meer dan zil'n muziek, die goad bil' Barbarber Pastep. Pas in 1970 na meerdere enthousiaste essays) beschri'f~ t Bernlef voor het eerst hoe hil' naar de muziek van Cage luistert : "Een Plast gekocht . Variations IV van John Cage. Mengelfing van radioklanken elektronische geluiden, live-geluiden kerkklokke n, gepraat . Na lien minuten doodmoe. Plaat in de hoes . Hoef ik niet meer to horen . ... Toch is Cage's werk fascinerend omdat het de Sl'ens tussen wat wel en wat niet meer gestructureerd kan worden verkent." . Bernlef verwacht meer hail van een "goad doseren" van "het afbreken van de verwachting" 4. De belangstelling voor de veal minder radicale Charles Ives en vooral de belangstelling voor de jazz zil'n dan gook altil'd gebleven . "After the music is over, it is all gone in the air. You can never capture it again" : DolPhY 8af aan het slot van zil'n laatste sessie nog een definitie van jazz : imProvisatie die de muziek eenmali g maakt vol spanning van de talloze mogeli)'kheden, de sPontaniteit en vooral de onherhaalbaarheid . Maar de muziek die hil ' sPeelde is vastgelegd: captured! Eeuwig herhaalbaar . De oPname verleent aan de uitsPrack een Paradoxaal karakter. Wat DolPhY sPeelde is 'Senoteerd', maar er is wel degelil'k iets verdwenen : dat wat DolPhY had kunnen sPelen . IV . In het gedicht'Charles Ives' uit : Bermtoerisme 1968 is mooi to zien hoezeer muziek in Poezie verweven kan worden : V iolen op de daken trombones de loran Atta boy!. om to trainen rte de sT'ieren van het oor om de hoek al klinkt het anders En dat'Atta boy'? Het komt rechtstreeks uit Williams' Patersonen indirect natuurlil'k uit de Amerikaanse sPreektaal het betekent iets als 'goad gedaan' maar dan enthousiaster : To Greet a Letter-Carrier Why'n't you bring me a good letter? One with lots o mon in it. \Joo .5 101 102 I could make use of that . Atta boy! Atta boy! Charles Ives citeerde Amerikaanse folk-songs en vervormde ze, bi' 1 voorbeeld door ze o merkwaardiga wil'ze to arranSeren, of door ze in een atonale context to plaatsen 'Central Park in the Dark' en 'The Unanswered Question') . Williams kon jets dergelil'ks ook doen met teksten en uitdrukkingan, maar dat had al met hetzelfde effect: muzieklziach vesel matkkeli'ker citeren into eren : een geciteerde tekst bli' t altil'd los van de omgevin8 stann . Voor Bernlef word hot nog lashger om muzikale inspiratiebronnen direct to verwerken : de belan$n)"kste jazz-muziek in de 1'aren 50 en 60 was instrumentaal : letterlil'k citeren is onmogelil'k -en hoe breng l'e de kracht van een saxofoonsolo over naar papier? V. In de laatste afdeling van Morene de tweede dichtbundel van . Bernlef uit 1961, staat de cYclus'Wat is er poezie' . Uit'2' : Tranen willen wij' in de etala8a le88en een 8limlach oto8ra eren 8een net beperkt hot water en toch ze88en wij' 'lee8te' omdat wij' een zv8el zien vlie8en: Poezie? T ranen en een limlach : voor belden van staniteit Detalg pon . age en de foto : middelen om die spontaruteit vast to leggen. Dat zouden wij' wel willen: maar tranen in de etalaga zil'n geen token van verdriet en een gefoto afeerde limlach is zelden anders dan flets. De spanning is verdwenen : de mo el1l" kheid dat de glimlachende in huilen zal uitbarsten . Even onmachtig als de foto en de etalaSa is de taal : we gebruiken woorden die niet voldoen aan wat we zien in dit goval : 'lee e' voor een wegvliegende voSel . Het klopt bil'na er is ondanks de vogel toch vooral leegto maar de essentie ontbreekt. De leeSto is perfect, maar saai . De vogel onderbreekt de leegto op een onvoorspelbare maar ook onbeschril'felil'ke manier . Wat blil'ft er nog over voor 1'0e"zie als daarvoor alleen hot woord 'lee e' beschikbaar is? Bernlef zoekt in zil'n poezie jets onmogelil'ks : "De paradox : een gedicht schril'ven waarvan iedere r~el onvervangbaar en dus onverwisselbaar is en togelil'k hot gedicht de schi1'nbaar moeiteloze stil'1 to laten behouden van hot terloops gesprokene de lotselinge inval de improvisatie . Perfektie met een gaa ' , dat zoek ik.„ 5 Bernlef lil'kt dus eigenlil'k Poezie to willen schril'ven op een manier alsof hil' jazz speelt. Nu, wat let hem? Waarom maakt hil' een 'automatisch' geschreven gedichten? Schril'f op wat )'e binnenvalt denk niet na woes sPontaan en publiceer hot resultant . Het is de manier waarop sommiga vi)'ftjgors wilden doen geloven dat ze schreven: zoals hun jazz-helden sPeelden : lichamelil'k direct emotioneel fel bebop . Voorbil' de gestructureerde muziek van de 5. 1. Bernlef Perfektie met eena a8t~'e . big-bands met uitgeschreven arrangementen maar spontaan . Maar Utrecht 1980, p.12. wat hot instrument misscluen kan ziln _ verlengstuk van hot jaargang 10, nummer 2 6 . Ibidem, p. ll . 7 . J . Bernlef, Hd ontplo(tegrdicht . Amsterdam 1978, p. 93-95 . 8. J . Bernlef, Op het noorden . Amsterdam 1987, p. 237. 9. H. Romijn Meijer, 'Bernlefs jazz' . In : Bzzlldin 19 (1990), 176-177, p . 78. hchaam kan schrilfgerei onmogeli1'k zil'n . De afstand tussen mval en PaPper is to 8root om improviser end dichten moSelil'k to piano makers . Bernlef beef t nog wel SaProbeerd de schril'fmachine als ears to benaderen maar dat leverde geen goede p0e"zie o : sPeelde slecht piano . Nu schreef ik nog slechte gedichten ook„ 6,. de al to sPontane vilf hgers schreven bli1'kbaar niet zulke goede gedichten. VI . William Carlos Williams was natuurlil'k niet de eniga dichter die zocht naar s ntaniteit vanzel s ekendheid in "zie . Marianne Moo a, bi r 1 voorbeeld had een ver eli~'kbasr doel. Ze ebruikte een heel ander, masr bepaald niet minder effectief beeld : ... Writing is exciting and baseball is like writing . You can never tell with either how it will 8o or what you will do En Ezra Pound formuleerde als belangril'k kenmerk van zijn rueuwa Poe"zie het "schril'ven op de manier van muzikale exPressie . Al deza poe"ticale uitgngsP a unten lilken nauwelil'ks in Poezie verwezenli"l kbasr : dasr is sPontaniteit nu eenmaal niet direct mogehlk . In he t uit ngs unt van Pound zat "de paradox als een h1 dbom ..1 ingebouwd" . En ook Williams beseft dat hi1' gofas ld heel t: "In een interview in de Paris Review, kort voor zij~ n dood 8af hil' toe het Probleem dat zijn hale levers had beheerst : een vorm te vinden voor sPontane creatie, niet to hebben kunnen oPlossen„7. De dichters zochten naar het onmogelilke: naar hun equivalent voor spreektaal honkbal, muziek . In Bernlefs essay 'Prandole tegen de leeSto -Julio Cortazar en de sPee 1regel s van de jazz' wordt duidelil'k waarom gaimProviseerd geschreven gedichten zouden kunnen mislukken. Bernlef weet dit duide1il'k to maken dankzil' een parallel met muziek : wie imPro viserend' sPeelt en het verstand zoveel moegl~i'k uitschakelt, komt met bet meest voor de hand li ende. En dat is niet bet diePste zelf van de imProvisatie maar bet cliche : "hoe speller men sPeelt des to vlu er zal bet muzikale denken van de imProvisator zijn toevlucbt nemen tot bekende wendingen, muzikale herinneringen die 'in de vinSers' zitten . Wat 1'e sPeelt wordt letterlil'k automatisch, reProduktief„ s. ImProvisatie is in eerste instantie toch voora1 onoriginele reproduktie, "een voortdurend ohPenreSmreone Pvearne nw aetn b rlueigkgbeans rv ains nriuieluhwaen dveelr bdainedfe nstal, een .. „9 Henk Romli n Meil'er . Blil'kbaar heef t de sPontaniteit achteraf bet verstand nods S om niet tot clichematigheid to vervallen . Een aardi voorbeeld is een van de '9 studies in verliefdheid' uit Kokkels, Bernlefs debUU tbundel . Bi~' verliefdheid hoort associatie, cliche - een \joos 1 03 Prips op een wit Paard, maar die is in dit gedicht tot een dichter o P een sPeelgoedPaardl'e verworden: ik will 1'e besmetten mi1'n verlan8en op woorden zetten als een oud stuk sYeel8oed (een wit 8esehilderd ~'eel8oedPaard op wielen) . De Prips is een dichter, de dichter geen Prips... Hier wordt een cliche intelligent 8ebruikt- maar de sPontaniteit is door de achterdeur verdwenen . De `Perfektie met een gaat)'e' wordt dus zo ook niet bereikt. Bernief zoekt zil'n voorbeelden niet bi)' de bebop-musici masr in de stroming die op bebop een reactie was : de 'cool'-jazz . De blinde pianist Lennie Tristano is een van de belangril'kste vertegenwoordigers van het genre. Bovendien heeft hil' zil'n ideeen met alleen op Plast, maar ook in een tweetal artikelen vastSelegd 'What's wrong with the beboPPers' en toch ook 'What's right with the beboPPers' . Zil'n muziek is veel meer gestructureerd maar niet op de manier van de big-bands. De ruimte voor imProvisatie is kleiner- of beter : meer geconcentreerd . Bernlef : " Tristano nam het imProviseren als kunst zeer serieus zo serieus dat hil ' het ~'ootste deel van zil'n leven besteedde aan het jaargang 10, nummer 2 lo . J . Bernlef, Perfektie met een 8aat1'e . Utrecht 1980, p .12 (cursiverm$ van mi1) . 11 . Ibidem, p.11 . 12. Ibidem, p. 22-23 (cursivering van n j) . 13. Bernlef geeft dit aan in een noot aan het slot van de bundel Bermtoerisme. 14 . J . Bernlef, Het ontpiofte gedicht . Amsterdam 1978, p . 99. voorbereiden van die schaarse momenten wasrin vorm en spontaniteit een eenheid vormden.„ lo Daarbil' $ebruikte Tristano middelen die tot dan toe 'on eoorloofd' waren -bandrecorders waarop hil ' zil'n Pianomuziek versneld afdraaide- bil' voorbeeld. Daar S'~n$ de 'heili$e sPontaniteit' van de jazz . Tristano maakte zil'n muziek, gedicteerd door het verstand en niet door "een ritme dat er ens van bmnen zit„ 11 . Bernlef concludeert dan ook : "Tristano-muziek is geen muziek van het lichaam masr van de geest. De een is al net zo n erking als de antler" .iz Met dat 1astste zinne 'e geeft Bernlef al aan dat ook een navol$in$ van d e 'cool'-jazz het volmaakte $edicht de ideale balans tussen improvisatie en comPositie niet zal opleveren. IX . Pound Williams en Bernlef zoeken meestal vergeefs naar de balans tussen structuur en sPontaniteit . Ives Dol h en Tnstano liken eenvoudi$er succesvol to zi1'n . Wat in de jaazz steeds bereikt wordt daarnaar streven de dichters vergeefs . Williams en Tnstano zi1'n naar hetzelfde op zoek en formuleren dat doel zelfs o P ver$elil'kbare wil'ze : een structuur wasrbinnen het structuurloze een kans kril$' t . In het artikel 'Poezie en al die jazz . ..' $aat Bernlef op zoek naar de oorzaken voor het falen van de Poezie . Hil wilst daarbil ' op de traditie die de jazz ondanks alle vernieuwin$en alhld is bli1'ven $ebruiken : de il'zeren wetten van de bluesschema' s en de ri~'ke song-traditie. Bernlef last in de eerste strofe van 'Sonny Rollins in London' zien hoe dat werkt darbsi~' overi$ens formuleren$en van jazz-recensent BennY Green lenend .,13 Sonny Rollins in Londen be8on met een blues die 8een blues bleek to zi1'n maar zich onts n tot Melancholy Baby rook8ordi1•n slechts tot de vol8ende song Skylark verbleekt via Polkadots and Moonbeams als een sehaduw verdwil'nend in 8las The song is you bet publiek wordt zichtbaar apl'laudiseert . Vernieuwende dichters maken veel minder gebruik van de tradine dan vernieuwende muzikanten . Be$t'il'Pelil'k: een sonnet le$t aan de dichter veel meer beperkin$en op dan een blues-schema aan de muzikant. Het zoeken naar nieuwe vormen is in de Io~zee deze eeuw vaak samen$agaan met het afbreken van de oude v ormen niet met het $ebruikmaken ervan . Toen jazz vril'h eid zocht kon dat binnen hetzelfde idioom : ook Charlie Parker speelt no$ songs van George Gershwin . In de poezie had men "de af$elo nvil"f h' laar alleen maar $eleerd hoe men het niet wilde doen„ .1 Bernlef en Tristano zoeken naar hetzelfde : nasr de structuur die spontaan klinkt een grammofoonplast voor het onherhaalbsre. En Jooi.s 1 0 5 106 daarmee wil'kt Lennie Tristano of van Charlie Parker op dezelfde manier als poezie van jazz verschilt . Er ontstaat een beeld van twee 'kam n' 'zie en jazz, die noon kunnen samenvallen en elkaar alleen op P aradoxale wilze kunnen ontmoeten. Maar er is "zie die zich onvoorwasrdelil'k bil' de jazz wil aansluiten en er is jazz die van methoden $ebruik maakt die aan poezie voorbehouden leken. De jazz is sPontaan, wordt imProviserend $emaakt : de beboPmuziek die hiervan het resultaat is looPt het risico in cliches to vervallen . Sommi8e di'chters van Vi)'ftig sluiten zich hierbiJ' aan maar vol$en dasrmee ee n onmo8eli1'ke we$ - tenminste vol$ens Bernlef . Te8 enover die jazz : ~"zie . Die ontstaat niet uit imProvisatie maar wordt als Partituur $eschreven. De invallen worden eerst verwerkt en dan pas vast$ele8d . De bi1'behorende muziek is 'cool' en overdacht. Het is de muziek van de $eest, waarbi)' cliches vermeden worden behalve als ze op intelli8ente wil'ze ebruikt ziJn . Bernlef zoekt het ideaal er8ens tussen de twee in want hi "j realiseert zich de beperkingen van zowel muziek van het lickasm als van muziek van de eest . De asrd van ezie dwin$t hem echter in het tweede kamP : een navol$er van Lennie Tristano niet van Charlie Parker . Hil' kan niet imProviserend maar moet comPonerend dichten . Dichten is een Paradoxaal zoeken naar sPontaniteit, met als hoo$ste doel : "die paradox de $ekom Poneerde imProvisatie in stand to houden„ .is azzmusici hebben een eenvoudi$er manier om imProvisatie vast to le$8en : de oPnameaPParatuur . De Hilversumse solo's van DolPhY uit 1964 waren onherhaalbaar maar ziJ'n to$elil'kertiJ'd steeds oPnieuw to beluisteren . ZiJ'n jazz is $ecomPoneerde muziek 8eworden: $ecomPoneerd zonder $om . In die paradox, er8ens tussen eeuwi8 en onherhaalbaar, Partituur en sP°ntaniteit : er8ens in de paradox van de $ecomPoneerde imProvisatie zoekt Bernlef Poezie . 15. J. Bernlef, Tussen min en is' . In: Raster 15 (1980), p. 74. * Met dank aan Famke Sinnin8he Damste jaargang 10, nummer 2 r e c e Over Paul van Ostaijen . Een reactie op De shad als tekst . Jef Bogman, De stad als teksi. Over de compositie van Paul van Ostaijens Bezette stad. Uitgeverij Van Hezik-Fonds 90. Rotterdam 1991 . Prijs }'39,50 . ISBN 90 73260 05 1 . De visie op Paul van Ostailjens werk die Paul Hadermann in een tweetal studies heeft ontwikkeld is door de literatuurwetenschaP -lang niet altil'd met bronvermelding - zonder veel kritiek overgenomen. De beide boeken zi)'n al meer dan twintigJ'aar oud. In 1965 verscheen De krin8en naar binnen en vil'f )'aar later Het vuur in de verte . Doordat Hadermann het oeuvre besPreekt in termen van Van Ostailjens eigen P°ezie-theorie - termen van 'vorm' en 'techniek' is er een verwrongen beeld van de poetica van de dichter ontstasn . Hil' geldt als uitgesProken vertegenwoordiger van een hyper-autonomistische literatuur-oPvattin S, waarin voor maatschaPPelil'k engagement geen Plaats is. Na het verschil'nen van zil'n bundels Music hall en Het sien1aal zou Van Ostaijen zi)'n'naleve' idealisme'overwonnen' hebben, waardoor hil' ziJ'n esthetische theorie van de 'zuivere 1Yriek' ontwikkelen kon. Het is echter maar de yraag of Van Ostai)' ens werk en diens bio8afie dit beeld bevestig ~' en. Gedurende zi)'n hele leven, in zil'n hele oeuvre geeft Van Ostailjen mi . blil'k van een geheel eigen idealistische levens- en kunstoPvatting. Het is to betwil'felen of Hadermanns boeken nog steeds kunnen gelders ais basis van het onderzoek n aar Van Ostailjens oPvattingen en werk . Sinds het verschil'nen van Hadermanns studies heeft de literatuurwetenschap niet stilgestaan . Zo heeft het Po~tics-onderzoek zich ontwikkeld . Dit heef t geresulteerd in studies naar de poe"tics van verschillende auteurs van Van Ostailjens generatie . Nooit is Van Ostailjens Poetica echter oPnieuw onder de loeP genomen . Auteurs hebben zich bePerkt tot kleinere Publicaties waarin men Hadermanns axiomata voor het Van Ostaijen-onderzoek misschien wel onbewust overgenomen heeft : de dichter wordt nog steeds gezien ais de vertegenwoordiger biJ' uitstek van een on-maatschaPPehlke kunstvorm de nihilist. Vreemd genoeg is het Han s I e dermann zelf, die als eerste dit beeld genuanceerd heeft. In een artikel uit 1976 'Paul van Ostai"jen and Der Sturm' stelt hi l' dat in de Na8elaten 8edichten een glimP van Van Ostailjens vroegere humanitoire idealen terngkeert . Deze vruchtbare suggestie zou nadere uitwerkmg verdienen . Camera In het onlangs verschenen Proef schnf t De stad als tekst van of Bogman wordt de comPositie van de bundel Bezette stad uit 1921 geanalYseerd . Door bestudenng van de typo~'afie van de bundel en het mtertextuele karakter van de tekst, Probeert Bogman Van Ostai)ens schn)f-strategia to achterhalen . Hil doet onderzoek naar de bronnen die de dichter gebruikte en naar de manier waarop htl ze gebruikte . Bogman wilst in de bundel zeer veel gevallen van intertextualiteit aan . In hoofdstuk 3 doet hi'J verslag van ziln zoektocht naar de bronteksten waarin hil Bezette stad-citaten tern8vond . Daardoor wordt op overtuigende wilze een vermoeden bevestigd, dat in de Van Ostai>'en-literatuur a1 enkele malen uitgesProken is : Bezette stad staat stiJ'f van de citaten . De bundel blil'kt als het ware biJ' elkaar gerasPt to ziln uit reclames lied~ s > Progr'amma- boekles van cirkussen, boekomsiagen, films et cetera . De tekst is oPgebouwd uit kleme stukles van het door de Duitsers bezette AntwerPen . Bogman heeft Bezette stad gelezen zoals de contem Po - ralne lezer dat deed . Dat wil z en: met kennis van de context, waardoor allusies en citoten herkend worden. Daarnaast leest Bogman de bundel vanuit het iPnerhsiPsetcotnisecfh eva nv edreb ahneddeenn.d aHsisgJe tlreazcehtr ompe td emzzei cmhatnier verbanden to leggen tussen Van Ostai lens schnlf-strategia en diens poetica . De stadsstemmen die Van Ostaijen in Bezette stad aanhaalt zorgen ervoor dat het moderne hech sche stadsleven in de P0ezie weersPiegeld wordt. Voor de dichter diende de dYnamiek die het kenme rk is van de stad ook eigen to ziJ'n aan de kunst namiek' is hetbegnp dat Bogman centraa1 stelt in Van Ostai'-l ens poe"tics. Om to verduidelil'ken wat hi"l met 'dYnamiek' recies bedoelt, geb ruikt man termen uit Bachtins romantheone . Tegenover de monolo- 1o7 r e c e 'sche tekst waarin een stem de boventoon voert staat in Bachtins terminol°g1'e de dialo 'sche tekst . Daarin zil'n verschillende, min of meer8eii1'kwaardi- 8e stemmen to onderscheiden . Bezette stall is volgens Bogman een dialo8~'sche d Ynamische tekst . Er is geen vertellend 'personage' aan het woord maar er worden verschillende gelil'kwaardige stalls stemmen weergageven. Bogman wiJ'st eroP dat Van Ostail'ens schri1'fstratogi e leidt tot een aantastinS van de traditionele orde. Zo wordt in de mengelmoes van citaten het bil' de clerus niet geliefde medium film in het register van de bi bel mg l evoerd doordat de dichter flarden filmtekst i n een context van bil'belallusies Plaatst . Dit liJ'kt mil' een uiterst belan8~i'l'ke constatering . In de dialogi sche tekst van Bezette stall worden oude hierarchieen aangetost . De dichter heef t bli1kbaar geen vrede met de mastsc haPP1l zoals ze is . Hierdoor wordt Van OstaiJ'ens mastschappeliJ'k engagement benadrukt. En dat is stril'dig met het beeld van de na-oorlogse Van Ostaijen ais hyperautonomist als wereldvreemde estheet . "In Bezette stall krilg' en de sYmbolen en vertegenwoordigers van de traditionele macht het zwasr to verduren" , schril'f t man (p .53-54) . Helaas laat hil het bil deze constatering. In het vervolg van zil'n betooS over 'dYnamiek' sPeeIt ze eigenlil'k geen rol . De rol die Bogman toekent aan het be~ 'i P 'dYnamiek' in Van OstaiJ'ens poe"tica is een andere . "Pon s i e 1Yfonie" en "decentraliserin " ziJ'n termen die hi'l hanteert als sYnoniemen voor 'dYnamiek' . Het komt er in zil'n oPtiek op neer dat in Van Ostail'ens werk "de eigenheid van het materiaal waarmee gewerkt wordt niet ondergeschikt mag worden 8emaakt aan n centrale idee" Bogman P .109 . Het ontbreken van die "centrale idee" is eigen aan de 'dYnamiek' van de stall, die in de Pce"zie terecht moet komen. Van Ostaijen zou volgens an de dYnamiek die een wezenskenmerk is van de modern stall in de kunst willen vatten . Als dit luist zou ziJ'n, dan beschri1' de dichter de stall : hiJ' schePt een geliJ'kend equivalent. Ik denk dat dit niet de dYnamiek is die Van Ostaijen voor ogen heef t gestaan . Tot twee maal toe (op P .22 en op P .59 wiJst Bogman eroP dat Van Ostaijen Marinetti's 'moderniteit' verwierP, omdat de Italiaanse futurist niet veel verder kwam dan het beschril'ven van moderniteiten . Van Ostaijen achtte dit Procede -in feite nets anders dan een 'modern' onderwerPkeuze van de kunstenaar - net voldoende. Om een werk 'modern' to doen ziJ'n, was volgens Van Ostail'en meer nodig dan beschri1'vin8, an die Van Ostallens bezwaar tegen Manneth kept laat de dichter echter toch beschril'ven . "Het is alsof de 'ik' een camera met zich mee voert die biJ'na zelfstandig tekst beelden verzamelt" schri'f t hil ' op Pagina 61 . Bo an su ereert daarmee dat de dichter in Bezette stall voornamelil'k kamPt met een esthetisch p robleem. Hi'~ at na hoe de camera van Van Ostail'en werkt•~ hoe togenstellin gen in de tekst bil' elkaar worden gebracht . Bogman maakt daarbil gebruik van ook door Van Ostaijen gebezigde termen van Kant : Poezie komt niet voort uit beleving das Erlebns maar uit ervaring die Erlebnis . Hi'l schriJ'ft dan dat voor Van Ostaijen "de 1it eraire tekst geen directe reactie is op bepaalde wasrnemingen maar een ver bewerking van die waarnemingen" BoSman P.151 . En : "In de edichten worden gewaarwordingen of emotiess u'et m of eronde beelden beschreven, masr v eeleer uitgedrukt in een associatieve o enstaPleing van afzonderliJ'ke elementen" Bo8n'an p .143) . En daarmee zitten we weer midde nm de s ecifieke Pn"zie-reflectie van Van Ostal an, die des dichters eigenlil'ke intenties enigszms verbloemt . 6f!) e .II' us `'all (!; . ~!'es 1` heden avond oPtreden van RIo i nf & Voiil & Staat I ! o f bet wereldberoemde T lB. I0 I 11uimige Knock-abouts!!! . Sukses . Sukses . Lachsukses . . 1 Dus het wachtwoord voor Oud & JonG!! . `: : O P G E P A S T . Allen oPPost in de Zirkus van de h. Ge~est .. Alto allo n.. OPtredea ran hd wereldberoemd TRIO ; v .s Godsd eIIM orst t ! c . as r 108 I'. G jaargang 10, nummer 2 r e c e n s i e die veelstemmi$held is de sPreekbuis van de dichter die zich te$en de maatschaPPil' heef t Sekeerd met als veel to hoo$ SeSr'ePen doel haar to veranderen. Er hebben zich nu de Eerste Wereld OorloS veel hoop verwoest heeft, nieuwe idealen aanSediend . De tekst van Bezette stad Seef t aan wat het karakter van deze idealen is. De kunst de "zie de maSie van het woord, die meer is dan esthetisch allee n, bemvloedt de wereld en de manier waaroP de wereld door de mensen bekeken wordt . Achter de werkeli'kheid van het stadsdecor is door het woord een andere werkeli1'kheid waar to semen. Een tweede derde stem . Van Ostaij~ en suggereert en soort'tabula rasa', dat voor een nieuwe, "vanzelf- sPrekende schoonheid zuiver onSeweten" Plaats moet makes . Natuurlil'k, het zil'n allemaal slechts aanzetten : Pas in de Na8elates 8ediehten zal Van Ostaijen ziln dichterli1'ke utoPieen nader uitwerken . loch toont de bundel Bezette stad het stadium van een ontwikkelin$ in Van Ostail'ens oeuvre, waaraan Bo$man voorbi1$' aat . De oorzaak hiervan is dat BoSmass conePtie van Van Ostail'ens'dYnamiek' to bePerkt is. Hoewel Bo$man Bachtins terminolo8'~e aandraa$ t als verduidelikling, valt hil' in dezelfde valkuil als Hadermann : 'dYnamiek' is een term uit Van Ostai1'ens Poezie-theorie . In het to interPreteren Po~tics-s Ysteem van de dichter heeft 'dYnamiek' een betekenis die breder is dan de betekenis die Bo$man aan de term toekent. Net als Hadermann $aat BoSman voorbil' aan het idealistische maatschaPPil'-$erichte karakter van Van Osta~lens p oezie. Hi~' citeert een brief van Van Ostaijen aan Geo van Tichelen : "De natuurlike wereld interesseert me niet meer zo, ook met in aktivistiese zin" Bo$man p.26). BoSman had nbg wel een handvol brief fraSmenten gunmen noeme n, wasrim Van Ostaij~en zich op ver$elil'kbare wil'ze over de 'natuurlike wereld' uitlaat . Maar er is even weini$ moeite nodi$ om in dezelfde brieven de nodi$ e citaten to vinden waarin de dichter zich over kunst uitlaat in termen van zil'n maatschaP lilke e.ngageHiml' beesnchrti'f t de ontwikkelin$en in zi'n denken over kunst veel minder ona ~ fhankeli'~k van zi~'n levensbeschouweli'ke ideeen dan vask, en ~ ook door Bogman wordt verondersteld . Maar aanhalin$ en waaruit dit blil'kt zil'n in de Van Ostail'en- BOEM PAUKESLAG PLAT 0 .n, '.u . .)Ok cdi basses koperen trian e tromme s PAUKEN renncn mien rennen razes RENNEN slopI drama in voile slag huercn slangen werpen zich op cerlike manses het gezin wankelt de fabriek ;'ankelt e cer wan e t i t er a e egrlppen b VALLEN Van Van Ostai)ens bemoeienis met de mensen en met de stad heef t BoSman de aandacht verle$d naar de esthetische Problematiek van de wee r8ave ervan. Hierdoor wordt er in De stad als tekst nauwelil'ks een PoBin$ $edaan het inmiddels traditionele Van Ostai en-beeld to veranderen . name Bo$man constateert dat het dialogische karakter van de tekst in overeenstemmin$ is met Van Ostailens Poeticale ideeen . Die overeenkomstbestaat maar ze $aat verder dan BoSman veronderstelt . Hil' vat de term 'dialo$'~sch' zeer nauw op, namelil'k als . $een uitsluitsel of antwoord $evend . Het is Van Ostaijen vol$ens BoSman in eerste instantie om de esthetiek van de associatie to does,; om de dYnamiek van de dialooS in de stad . "In Bezette stad Plaatst Van Ostaijen twee ideologieen toSenover elkaar : een katholiek-nationalistische . .] en een nihilistische ... . Gees van beide knl de $ele- $enheid de ander to overheersen" BoSman p .156), schri1f t hi1 . Kortom . meerdere stemmen van dezei de status bePales de aard van de tekst . Dit $eloof ik met. Er is wel deSelllk een voorkeur van de dichter . Het is detoe$ev0e$de stem, die ziln antwoord Seeft. De oude stem de traditionele orde last zich weliswaar niet verdrin$en, maar ze ziet zichzelf Seconfronteerd met een to$enstem . En 109 r e c e literatuur maar mondl'esmaat terng to vinden . De axiomato van Hadermann creeeren bliJ'kbaar andere zoeklichten. Bo ans lezing van het essay Dyer dynamiek', waaroP hiJ' zi'n dYnamiek-conePtie baseert, is op dezelfde wil'ze selectief .' namiek", zo leest Bogman in dat essay, is "een al de huidiga kunst richtingen ..] koncretiserende" term . De nadruk wordt hiermee gelegd op de dYnamiek als kenmerk van 'het modern' . Hil' citeert uit'Over dYnamiek' echter niet de passage waarin Van Ostaijen schril'f t dat de kunst slechts equivalent van het cooderne, dYnamische levee kan zil'n, wanner zil' niet nabootst maar "een scheppend wezen naast de natuur" wordt . Dat schePPende wezen voegt iets toe aan de realiteit namelil'k de concretiseringen van de Premissen, de idealen van de dichter . De togenstem . Van Ostaijen blil'ft de term 'dYnamiek' gedurende zil'n hele schril 'versleven op deze wiJ'ze gebruiken: als Productieve copse9uentie van het wordinSsProces van het gedicht. In 1926, wanner hi'l zil'n 'zuivere 1Yriek' al heef t uitgevonden, koPPelf Van Ostaijen dit type Poezie aan de dYnamiek waarover hil ' in 1917 al sPrak . Zuivere lYriek zo schril'f t hiJ' in een essay over Hubert Dubois is de kunst van het wordende. Ze is niet statisch het zi'nde maar dYnamisch : het is schePPende kunst. En in de toekenning van schePPend vermogen aan de kunst is de idealist Van Ostaijen to herkennen . Het ziJ'n weldegelil'k de idealen van de dichter, die aan wat wil' noemen de 'hyper-autonomistische' kunst van Van Ostaijen ten Srondslagliggen . Van Ostai1'- ens esthetics staat in dienst van zi1'n maatschaPPeli1 ke oPvatinSen . Het S~'ng de dichter in Bezette stad niet alleen om de confrontatie van stemmen, maar vooral om de tegenstem die een nieuwe utopische orde verteSenwoordiSde . Die stem moest hoorbaar gemaakt worden . Da't was Van Ostail'ens ethische dril'f veer . Toverlantaarn Van Ostaijen Probeerde in Bezette stad niet om de veelstemmiga modern stad to tekenen of weer to geven. Hil' droeg geen observerende camera met zich mee maar een Prol'ecterende toverlantaarn : het textuele filmmaterial dat hiJ' biJ' elkaar brengt, n s I e levert een scenario op. Dit scenario voert wanner het eenmaal op aP ier staat niet terng naar de werkeliJ'kheidwasruit de shots afkomstig ziJ'n, maar naar een andere utopische werkeliJ'kheid. Van Ostaijen suSSereert een nieuwe stad,• een alternatieve orde, die nauwelil'ks geliJ'kenis vertoont met het AntwerPen van 1914-1918 . Van Ostail'ens u1'tgangsPunt is zeker niet realistisch • het is daarentegen idealistisch . In ziJ'n omschril'ving van het P dYnamiek maakt Bo8man gebruik van Bachtins romantheone. Het is l'acomer dat de auteur niet wat meer nadruk heef t Selegd op de ideolog''sche asPecten van die theorie . uist de koPPelieg tussen het woord en de mastschaPPiJ' 'het maatscha PeliJ'ke levee van het woord buiten de werkPlasts van de kunstenaar' die deze theone zo interessant maakt is voor de Poetica van Van Ostaijen van belanS . Evenals de Van Ostai'en-vorsers die hem voor- 8~'ngen doet Bo gman Van Ostail'ens houdin ten g oPzichte van de maatschaPPil' of met "nihilisme" . Hil' suSSereert dat de dichter togmover de heersende moraal slechts ne fief nihilisme stelt -en dan flog: zonder to kiezen . Hiermee gsat man voorbil' asn een duideli'~ ke positieve ontwikkeling in Van Ostail'ens oeuvre. Hil' stelt zich afkeurend en misschien nihilistisch op togmover "Godsdienst & vorst & staat", maar hi'~ bouwt daarnaast aan iets nieuws, aan de verwezenliJ'king van de idealen die asn zil'n dYnamische poe"zie ten grondslag liggen . Net als Bo an schri'f ik 'd namische' oezie want dYnamiek is een belangri'J ke term in Van Osto il'en Poetica . Maar dap moet de term wel nader omschreven worden . Het dYnamische gedicht diem in sta at to z~i'n to bewegen en todoen bewegen . Het vervoert . Geen nihilisme, dus, want nihilismeis afbrekend ; het vertegenwoordigt de stilstand. - namisch is slechts de beweg''ng van Van Ostail'ens utoPisch denken . Van Ostailens dYnamiek is de dYnamiek van het idealisme . man besehri'fl t hoe Van Ostaijen Bezette stad geschreven heef t maar niet waarom de dichter het zo deed. BoSman geef t - niet als eerste! - een beschril'ving van het'ambacht' • de esthetics van Van Ostaijen is zil'n onderwerP . Hoewel dit onderzoek naar Van OstaiJ'ens werk de uiterst interessante relatie tussen de dichter en de maatschaPilP ' zoals ge- 110 jaargang 10, nummer 2 r e c e zed niet helemaal links li$$an, vol$t Bogman - 'uist op bet punt waar Hadermanns werk bet meest tekortschiet - de traditie van De krin8en naar binnen . Bo$n'an bren$t in zijn boek bet nodi$a interessante materiaal aan het licht . De resultaten van zijn zoektocht in Van Ostail'ens bronteksten vce$en veel toe aan bet beeld dat er bestond van de culturele context waarin bet werk ontstond . Desondanks bevesti$en Bo$mans conclusies een on)'uist beeld van de dichter . Ze zijn tezeer exclusief toegesPitst op Van Ostail'ens esthetics . En die is al vaak beschreven in dezelfde misleidende termen . Voor de zoveelste keer haalt Bo$man op P .149 bet vol- $ende Van Ostail'en-citaat aan : "Bezette stall was een verSif, als te$en$if$ebruikt . Het nihilisme van Bezette stall kureerde mil ' van een oneerlikheid die ik eerlikheid waande en van buitenl~ 'iese hogeborst- zetteril'" . Ik meen dat Van Ostai)'en zijn lezers bier niet l'uist inlicht. Bezette stall sPeelt een constructieve rol in zijn oeuvre . Het is niet louter homeoPatie, hoe aardi$ dat ook lil'kt to kloPPen. Het heili$ ontza$ van de auteurs voor Van Ostail'- ens Poezie-theoretische woorden beef t bet onderzoek naar zijn werk en Poetica niet alleen maar $oed $edaan. Poetics-onderzoek is interPretatie . Waarom durf t men niet eens een keer een uitsPrack van Van Ostai1'en in twil'fel to trekken? Thomas Vaessens In 1990 verscheen een Prachtiga uit8ave van Bezette stall bi1' uit8everi1 ' Van Hezik-Fonds 90. Dit is een zowel naar tYP°grafie als bmdwi1ze nauwgezette heruitgave van de Bezette stall-uit8ave uit 1921 . Te bestellen bi1' de uitgever in Rotterdam ; fax; 010 - 4 77 37 41 . ISBN 90 73260 019 Gezellige schrijvers C.B .F . Singeling, Gezelligeschrijvers-Aspecten van letterkundige genootschappelijkheid in Nederland, 1750-1800. Uitgeverij Rodopi, Amsterdam, 1991 . "Zoo za$ ik meni$"'erv' een aantal waanPoi ten ril'm en mast es itst ten rechterstoel $ezeten Als Rhadamanten met $enmPeld aan$ezicht n s i e Hun hart verschansen voor den indruk van 't $edicht F . . . Die da$ en zijn voorbi' hdie vil'1 is of$esleten! De vri'e Dichtkunst wrong haar leden uit die keten Met deze woorden nam Willem Bilderdi'k in 1811 afstand van de dicht$enootschaPPan, uit wier verstikkende ~'eeP de Nederlandse Dichtkunst zich eindelil'k had weten to bevri)'den . Zedenmeesters en 'waanPoeeten', $ewaPend met metrum en moraal schraPPend en schavend totdat ieder spoor van oorsPronkelil'kheid was we$$evi1'ld ... On$emsPireerde versles, $ecreeerd door stoffi$a heren in duffe $ezelschaPPen : Bilderdil'ks vernieti$ende oordeel zette de toon voor wat al sPoedi$ bet standaardrefrein over de $ehele achttiende-eeuwse letterkunde zou zil'n . Binnen de muren van bet dicht- $enootschaP staarde men zich blind op ril'm en mast terwil'l buiten de storm der vernieuwin $ reeds woedde . Het is dit traditionele eenzil'di$a beeld waarin C.B.F . Sin$elfin$ met zijn Proefschrif t Gezelli8e schri1jvers - Aspecten van Ietterkundi8a 8enootschap- Peiil'kheid in Nederiand 1750-1800 nuances wil aanbren$ en. In een chronolo8'~sch overzichtbeschril'ft Sin$elfin$ oPkomst, bloei en onder$an$ van de letterkundi$ a $enootschaPPeli1'kheid die, zo blil'kt meer omvatte dan dicht$enootschaPPen alleen . VertrekPunt van Sin$elfin$s onderzoek is bet l'aar 1750 -Pas vanaf dat moment 'nt de letterkundi$ a $enootschaPPelil'kheid $~' otere vormen aan to nemen . Anders dan de rederi)'kers mersrelicten uit vroe$er eeuwen die no$ tot bet midden van de achttiende eeuw op bet platteland floreerden - was bet letterkundi$a $enootschaP een stallsasngelegenheid en een Verlichtingsprodukt bi' uitstek. Ontstaan vanuit de sociabiliteits edachte, waarvan de achttiende-eeuwse mastschaPPil' zozeer doordron$en was sloot bet letterkundi$ a $enootschaP naadloos aan o de heersende Poeticale oPvattin$en : "Literatuur was een kwestie van mdwiduele scheP Pm&, bet ware dichterschaP was $ebaseerd op individueel uniek en aan$eboren talent maar dat talent kon enkel leiden tot $oede literaire schePPin$en indien bet werd ontwikkeld door middel van studie oefe- 111 r e c e nin$ en il'ver . Het ruwe talent moest worden $ePoli1st. Ei$enzinni$heed en individualisme konden alleen maar een ne$atieve uitwerkin$ hebben . Bestuderin$ van bet werk van andere dichters luisteten naar de raad$even$en van meet ervaren colle- $a's, zelfs eerste versies van $edichten op advies van anderen wil'zi$en -het waren onmisbare zaken voor de ontPlooiin$ van bet ei$en talent ." Pa$. 215 De $enootschaPPen die werden oP$ericht in de ~'ten vi1'fti$ en zesti$ hadden een kretesch-beschouwend karakter. In deze $enootschaPPen stond $eenszins de creatie van literatuur centraal ; veeleer le$de men zich toe op een $rondi$e studee van de letterkunde . De tetels van de verhandelin$en die in deze Periode bet licht za$en, $even een indruk van bet terrein waaroP de kritesch-beschouwende $enootschaPPen zich be$aven . Zo wil'dden leden van de MaatschaPPil ' der Nederlandsche Letterkunde - belan$ri)"kste exponent van deze vorm van letterkunde$a $enootschaPPelil'kheid zich ondermeer aan " ... 't woord MYn, zoals bet voorkomt bi' Clais ColYn en Boeteus a' Bolswert" " . .. verbasterde sPreekwYzee en ..] verminkte Plaatsen in oude schrYvets" en de vraa$ "Of entovicus anders $enaamd WicuPortur, Wil'k bi') Duurstede, gelegen in bet Stecht van Utrecht geweest is" Pa$ . 66/67) . Gescheedenis literatuur en filolo$'e: de kritesch-beschouwende $enootschaPP ~ en exPloreerden de letterkunde in de ruimste betekenis des woords . Pas in 1772 werd, in Den Haag, het eerste letterkundi8- creatieve $enootschaP oP$ericht : Kunstlie de sPaart 8een vii1't . Hiermee werd een neeuwe buiten- $ewoon succesvolle we$ in$esla$en : al sPoedi $ zouden velen bet Haa$se voorbeeld vol$en . GenootsehaPPen als Kunstiie de s~rt 8een vlijt en bet Leidse Kunst wordt door arbeid verkree8en hadden een $oed-$eoliede or$anisatie en een vermo$ende achterban : met re elmaat konden 'Proeven' van $enootschaPSPOe "zee in druk versch1inen. Echter: reeds in bet laatste decennium van de achtteende eeuw be$onnen de letterkunde$-createeve $enootschaPPen aan belan$ in to boeten . Als eindPunt van zil'n studee koos Sin$elfin$ bet )'aar 1800 : " ... in dat l'aar fuseren drie van de $rootste $enootschaPPen uit vooraf$aande )'aren -een teken dat de bloeitil'd van der$eliJ'ke $enootschaPPen 112 '1jQQ~ n s i e voorbil' was . Slechts enkele van hen overleven de eeuwwisseling." Pa$.14 Al met al volgden opkomst bloei en onder$an$ van de zo$enaamde dicht$enootschaPPen -die bet latere beeld van de ehele achttiende-eeuwse letterkunde in zo'n belan$ ril"ke mate zouden kleuren - elkaar relatief snel op : in een Periode van n°$ $een 3 decennia . Het achttiende-eeuwse $enootschaPsleven werd tot nu toe vooral onderzocht door historici als Mil'nhardt: in hun-al$emenere-studies komen de s Pecifieke kenmerken van de letterkunde8e $enootschaPPen slechts zi' elfin$s aan de orde. Met GezelIi8e schri1'vets beef t Sin$elfin$de deur naar de letterkunde$a $enootschaPPelil'kheid voor$oed ontsloten. Het doel van zi)'n onderzoek-bet chronolo$ 1'sch in kaart bren$en van de verschillende vormen van letterkunde$a $enootschaPPelil'kheid alsmede bet analYseren van or$anesatie ledenbestandee en acteviteiten - bren$t met name inventaresatie van $a$evens met zich mee . Bronnen voor deze $a$evens waren onder andere literatuur$eschiedenessen, letterkunde$a en historische mono$rafieen en contemP°raine ti)'dschriften . Belan$ri1'ke leveranciers van feiten waten ook de handschrif t- en archeefcollectees van bibliotheken en Provincies. Hieruit heeft Sin$elfin $ een schat aan-veelal tot no$ toe onbekende-informatee oP$e$raven : ook letterkunde$a $enootschaPPen die weini$ of $een sPoren in druk hebbee achter$elaten konden zo door hem $etraceerd worden . In totaal trof Sin$elfin$ 38 zuiver letterkundi$ a $enootschaPPen aan-; 25 heervan lieten voldoende materiaal na voor vender onderzoek . Deze 25 $enootschaPPen verschilden onderlin$ van aard van $t'ootte van or$anesateevorm . De kritisch-beschouwende $enootschaPPen recruteerden hun leden voornameli1'k uit universitaire krin$en en concentreerden zich op theoretesche verhandelin$en . De dicht$enootschaPPen werden bevolkt door leden van de ho$ere bur$erstand beer stond de creatie van poezee h°°$ in bet vaandel. Er waren kleinschali$a, $esloten $enootschaPPen en ~'otere, meet op bet Publiek $erichte or$anisaties . Somme$a $enootschaPPen werkten nauw met elkaar samen (Sin$elfin$ wi)'st in dit verband op de netwerken van meervoudi a lidmaatschaPPen andere ontPlooiden bun actevitei ten vril'wel in stilte . 1'aar9an9 10, nummer 2 r e c e Singelfing heeft dit comPlexe geheel inzichtelil'k en toegankelil'k gemaakt . BiJ'zondere vennelding verdienen de bil'lagen. Bil'lag e I betref t een llist van de onderzochte letterkundiga genootschaPPen en hun al dan niet in druk verschenen rodukten . De tweede bil'laga biedt een overzicht van alle 1487 bil' naam bekende leden en hun Persoonlil'ke gage - vens . eenvoudiga wil'ze komt men zo bil' voorbeeld to weten dat BellamY van 2g enootscha PPen lid was ; dat Bilderdil'k tot 1789 in 4 letterkundige gezelschaPPen actief was en dat Feith maar liefst 6 genootschaPPen met zijn lidmaatschaP vereerde. Voor eventueel nader onderzoek treft men in GezeiliSe schri1'vers veel waardevolle informatie aan . Zo'n mogelil'k vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de produkten van de letterkundige genootschaPPen - deze komen er in Gezelli8e schrt1vers enigsuns bekaaid vanaf . In een of sluitend hoofdstuk geeft Singelmg een samenvattende analyse van de diverse activiteiten die de gezelschaPPen tentoonsPreidden: PriJ'svragen werden uitgeschreven, vergaderingen belegd, verhandelingen en gedichten gaProduceerd en bilgeschaafd. De Po~zie die de dichtgenootschaPPen voortbrachten had een moraliserend karakter : de inhoud was belangnJk, de vorm traditioneel, vaderland, deugd en godsdienst het favonete trio . In verhandelingen werd hteratuur zonder uitzondenng filologisch benaderd . Vanaf 1780 signaleert Singelmg echter een verandering in de Poeticale oPvattingen -zowel binnen als buiten de genootschaPen. Belan8stelling voor hterair-esthetische theorie en de toenemende kritiek op het nonnatieve oPtreden van de dichtg enootschaPPen, zouden langzaam maar zeker de onder 1n~g van de letterkundiga genootschaPPeli1'kheid bewerkstelligen . Een en ander is door Singelfing nogal globaal weergageven - Primaire werken van genootschaPsleden komen weinig aan bod . Een uitgebreide analyse van de literaire genootschaPsProdukten valt echter ook buiten het trader van zijn Proef schrif t. Dat Gezelii8e schri1'vers andanks het inventariserende karakter van bet onderzoek zo'n uitstekend leesbaar en t ankelil'k boek is komt otendeeis op conto van Singelfings voortreffelil'ke stiJ'l . Mooie, soePele fonnuleringen blil'ven de lezer 234 Pa8ina- 's lang Prikkelen tot verder lezen -de auteur len s i e vent hiermee een bewonderenswaardiga Prestatie . Singelfing heef t met zijn Proefschrif t het traditionele beeld van dichtgenootschaP n, zedenmeesters en 'waan ten' zeker niet geheel en al willen wil'zigen . Duidelil'k is echter wel dat het standaardrefrein aan vervan l'~ng toe is : de gezellige schril'- vers uit de tweede helf t van de achttiende eeuw geyen een melodieuzer, meerstemmig lied ten beste . Iris Pronk. Een lege doos Tom Lanoye, Kartonnen dozen . Uitgeverij Prometheus, prijs f 27,90 . Kartonnen dozen is een autobiogi.afische roman van Tom LanoYe over "een banale liefde en haar verterende kracht" . Het boek beslaat vier hoofdstukken vier vrouwen en een liefde . De liefde voor Z . die oPgedaan wordt in het Plaatsl'e A*** wordt van A tot Z aan de hand van vier verschillende dozen uitgewerkt. De eerste doos is een kartonnen reiskoffe 'e . LanoYa gaat met een 8roeP leeftil'dgenoten naar het Plaatsl'e A*** . Deze rein is georganiseerd door de 'Christelil ke Mutualiteiten' . Ter stimulerin8 van de collectiviteit krilg' t iedereen dezelfde kartonnen reiskoffer. LanoYa neemt afscheid van zijn vier vrouwen : de moeder, de zuster, de tame en de Plaatselil'ke huffsgek. Weg uit zijn beschermde omgeving van vrouwen wordt Lano a zich enigszips bewust van zijn liefde en aantrekkingskracht voor mannen. De liefde 'nt bil' de pyjama van Z ., die veel artistieker is dan de zil'ne . De brief die LanoYa vanuit het kamP aan zijn broer schril'ft, in Plaats van aan zijn zuster, ziet LanoYa zelf later als bewil's voor zijn innende homosexualiteit . Thuisgekomen vergeet LanoYa zijn liefde voor Z . eni8szips . Zoals de reiskoffer al aangeef t : deze doos wordt na gebruik al wegg aSooid ;~ de Pubertil'd breekt aan. De tweede doos is een schoenen doos waarin herinneringen bewaart. Lano a at naar de middelbare school en belandt in de klas biJ' Z. en vanaf de derde klas zit hil' zelf s naast hem . De liefde voor z wordt sterker, vooral als Z . onderste boven in de \joos 1 1 3 r e c e rin$en ban . In deze Periode overheerst masturbabe. De lezer wordt op de hoo$to $esteld van bet da$- en nachtwerk lokaties en standen . Dit apes wordt op zeer ironische wil'ze beschreven : "Vies . Als niemand thuis is twee plakken kalfslever uit de 8rote koelkamer halen, wachten tot ze op kamertem ratuur ziln, ze op elkaar le$$en en verkrachten . Daarna overwe$en ze of to sPoelen en terug to le$$en zodat ze no$ verkocht kunnen worden in de winkel . loch maar besluiten dat dat niet kan ze afspoelen bakken en zelf opeten ." Sours slaat de ironie over in een ver$ezochte lolli$- heid die wat achterhaald overkomt : "Iedere avond keek ik met mil'n coarsePeinen afstandsbedienin$ in mi)'n snelle vuis ' ..." . Deze dons is duidelil'k bestemd voor bet oPslaan van beelden . In bet derde $edeelte wordt de schoenendoos our ezet in een archiefdoos met herinnerin$ en van de schoolti)'d . De derde door is een archiefdons waar)a belan$- ril'ke din$en in oPslaat . Schoolschriften- maar vooral de kostbaarste herinnerin$ : de herinnerin $ aan de liefdesnacht van Lanoye met Z . til'dens een reisl'e door Griekenland . Kostbaar ook door bet afbreken van de vriendschaP met Z. na deze liefdesnacht. De liefde voor Z . neemt bil' Lanoye toe maar z. komt tot een ander besef . De vriendschaP tussen de twee >'°n$ens neemt af. Lanoye waa$t no$ een laatste P°$'~ n$ door in een sProokl'e indirect zil'n liefde voor Z . to tonen . Tevens wordt er uit$ebreid op de verschillende leraren in$a$aan . weini$boeiende wil'ze maakt de lezer kennis met De aP, De Mof en Mussolini . Het hele verhaal is bewust fra$mentarisch weer$e- $even, maar met name als bet our Mussolini $aat boet bet fra mentarische teveel aan kracht in . De liefde voor Z. eindi$t met een brief vele )aren later, waarin Lanoye uitle$t nu elukki$ to zi)'n, maar n°$ vaak aan Z . to denken. Het hele boek dat $evuld is met over bet al$emeen $eslaa$de zelfsPof wordt in de brief our$ezet tot bet $oedkooPste van bet $oedkooPste of tewel een truth$e cliche : "Geluk is een ramp . e wordt er zo lui van . Als )'e niet oPPant $a >'e no$ van bet leven houden ook . Sours dank ik wel eens: misschien moat ik R, mi)'n steun en toeverlaat er eindelil'k maar eens uittraPPen . Of hil' mil. Kan ik lekker wanhoPi$ $aan ronddwalen en o nieuw hermetische $edichten schri)'ven ." Als n s I e lezer wordt 1'e voortdurend in de malin nomen, maar $edichten van LanoYa bewil'zen dat dit toch wel tameli'k serieus bedoeld is, vooral omdat zi)'n edichten een 8rote flop zi)'n . De lezer wordt niet alleen met betrekkin tot de ironie op Proef $esteld . De lezer wordt in bet laatnto boofdstuk $evras$d our in de archiefdoos oftewel in bet boek dat in de vorm van een kartonnen archiefdoos is uit$ageven, to zoeken naar eigen herinnerin en : "Denk bier en nu aan apes wat al 1an$ voorbi)' is maar u dierbaar is gebleven . Haak bet vast aan wat ik heb $eschreven, sluit lan$zaam mi'n kartonnen dons en schuif haar in uw boekenkast. Als u dat doet lezer, hemel 'e weet dan dat ik u van harte dank ." Het boek is dan de vierde dons . Alle fragmenten van hetboek moet de lezer zelf ordenen tot een $eheel zoals dat in de westerse liceratuur de gewoonte is. Om dan uiteindeli)'k to kunnen ze$$en : 'Verduiveld dat is knaP $evonden.' De framentorische wee$rvae van een 8rote liefde is zeker knaP weer$a$even. De herinnerin$en komen zo wat overtui$ ender over dan bi1voorbeeld de $eexalteerde liefdes die . Brouwers ons voorhoudt . Vernieuwend is bet boek van Lano a echter niet . Gerard Reve Suske en Wiske zi)'n Lanoye niet apeen voor geweest met de themakeuze, maar overtreffen hem ook no$ in een hoop . In Suske en Wiske komen de $eluiden die bil' bePaalde beelden horen minder storend over. Lanoye wil namelil'k soms wat teveel kracht bi)' bet fragmentarische beeld zetten: "KriiiiieP!Auto remt. ... Takatakatakatak! RePeteer$eweer of schril'fmachine. ... Knots! erom slaat deur uit hen els . ... Flits! De teleti1'dmachine. " Dit apes in een alinea werkt oP l'e zenuwen . In een interview met Arl'an Peters z LanoYe: "ledereen beef t wel een banale )'eu dliefde Sehad. Ik wilde de milne op een niet-banale manier beschri)'ven. Ook in de sti)'l. ... Literatuur als middel our de misleidende edachte dat die banale iiefde zin heeft $ehad, to koesteren . Zil ' heeft een zin maar bet oPschri)'ven ervan is mooi ." LanoYe oPPert dat bet lezen van bet boek zin beef t our tot ei$en inzichten to komen . Het is een wat arro$ame $edachte . Want uiteindeli)'k is bet banale overheersend en dat is hoPeli)'k niet de baste manier our tot inzicht to komen. Tcef Jaeger 114 jaargang 10, nummer 2 r e c e Het realisme van de speeltuin Een monografie over schilder/dichter Lucebert Lucebert schilder-dichter. Met bijdragen van Jan G. Elburg e.a., Meulenhoff/Frans Halsmuseum, Haarlem, prijs f 49,50 . Een schilderende dichter, dat kan niks wezen . Zo heef t men 1ang over Lucebert gedacht . En nog altil'd wordt bet beeldend werk van de alom gaPrezen dichter door een veel kleiner Publiek bewonderd . Toch ontving Lucebert ofgeloPen sePtember de acobus van LooY-Pril's voor zil'n oeuvre als dichter en beeldend kunstenaar . Tegeli)'k werd in Haarlem een overzichtstentoonstelling georganiseerd waar onder andere veel recent werk van Lucebert to zien was . Wie die tentoonstelling gemist heeft kan als troost nog bladeren in de onlangs bij1 Meulenhoff verschenen mono afie over Lucebert. In Lucebert schilder-dichter zil'n veel van de tentoongestelde werken oPgenomen . Fraaie reProdukties al gaat in bet adde oPPervlak van bet PaPier de textuur, een belan l~l"ke dimensie van Luceberts schilderi)'en, onvermi' eli1'k verloren . Rondom de Prachtiga Plaa 'es is een zestal essays $e8~'oeP~rd, waarin wordt ingagaan op Luceberts dubbeltalent. Het leukste aandeze essays is bun verscheidenheid en de volstrekte wil'ze waaroP zi)' elkaar sours togensP reken. Alti)'d en overal stelt Luceberts werk de talloze Problemen van de interPretatie to kil'k. FraPPant bij' voorbeeld is bet verschil tussen de bi' ragen van K . ScbiPPers en Willemil'n Stokvis . Stokvis Pigt Lucebert in een raamwerk van kunsthistorische 'ismen' to Plaatsen. Het laatste waar )'e dan met Lucebert uitkomt is natuurli)'k bet realisme . K . ScbiPPers echter gaat bij bet bekliken van Luceberts werk uit van de beleving van de wereld our hem been . Zil'n conclusie is onvermi eli1'k: Lucebert is een realist! Ondanks alle degelil'kheid van de benaderingswi'ze van Stokvis geef ik de voorkeur aan die van K. Scbi ers . Lucebert zetg hhi' "is de verslaggever van bet netwerk van ippen dat van de sim- Pelste gebeurtenis deel uitmaakt. Wat wil' allen zien zonder dat we erover sPreken kri)'gt bij' hem een vorm. Hil' oPent bet leven van alledag en toont aan hoe dat steeds weer verschillend gedompeld wordt in beweegl likheid en angst, kleur en stiln s i e stand licht en verrotting, in de glinstering en de duisternis, in bet barde en bet zachte, alsof die begriPPen elk enblik in een nooit to voorsPellen uitrusting langs kunnen komen our de din8en to bezoeken." Wie vervolgens de reProdukties beki)'kt, vraa zich bezorgd of of onze ruffs van dagelil'ksheid werkeli1' k is gevuld met maskers monsters en mutaties die Luceberts schilderwerk zo uitzinnig bevolken . M~eli)'k . Maar er is meer aan de hand . In een documentaire (op de tentoonstelling to zien zegt Lucebert dat hil' weet, van mensen die zil'n werk aan de muur hebben bangen dat bet monsterlil'ke geleidelil'k uit de schilderil'en verdwil'nt : bet worden vanzelf heve, gekke wezen, kmderen... Wie lang genoeg naar Luceberts werk kilkt raakt mderdaad bevangen door de kleuren, de comPoside en de textuur, en door de vluchtiga geheimen, sProngelyes en intimiteiten daarin die ongemerkt misschien, aansluiten bij de nog ongefixeerde alledaagsheid waaraan K. SchiPPers hlkt to refereren . Dit geldt zowel voor Luceberts beeldende werk als voor zi1'n Poezie. Zil'n schilderil'en en gedichten ziln, zoals hi) zelf eens heeft 8ezegd, "gelukkig makende sPeelPlaatsen waar geen wiPPon schommels verdringen, waar in zandbakken sahara's en ote oceanen samenvallen ." Hoe verschillend er in Luceberts sPeeltuin gewiPt en geschommeld kan worden blilkt no eens uit de bil'dragen van de dichter Elburg en de neerlandicus Van de Watering. Elburg maakt er een aPekooi van . Hi1 sPn n van de hak op de tak zodat l'e als lezer na weer een nieuwe, gmPPige vondst denkt:> az,o lust ik er nog wel een Paar ga uw gang, zal Elburg ze8gen . Van de Watering dasrentegen bli)'ft uiterst voorzichtig binnen de academische lil'n 'es . Onvoorstelbaar wat bij' zo toch nog boven tafel knlgt . Wat is die man een shmme lezer, en wat weet hi veel over Lucebert . Waa rom schudt hi)' die wetenscha li)ke zelfbe- Perking niet eens van zich af? Wat hi) ' ons dan allemaal over Lucebert zou kunnen vertellen! Waarom blil'ven zoeken naar 'argumenten' en 'bewizen'? Net als de werkeli'kheid zelf hebben Luceberts sPeeltuinen g een bewizl en nodi : er is lmmers alles in de wereld bet is alles. Reahstischer kan bet niet. Koen Vergeer ';oos 115 Thomas Mann, Doktor Faustus Paul op de Coul of de historische Faust nu ter belle of ten hemel is gevaren-zeker is in elk geval datdeze omstreeks 1540 Sestorven alchemist wasrzegger en kwakzalver na zil'n dood telkens oPnieuw tot levee is Sewekt: in de literatuur, op het toneel in de muziek, in de beeldende kunst en in de film . Aan het begin van deze nu al vier eeuwen durende carriers staat de door een anonieme auteur Seschreven Historic von D. ohann Fausten uit 1587 . Kort na bet verschi'- nee van dit zoSenaamde volksboek werd bet door Christopher Marlowe gedramatiseerd . Marlowe's toneelstuk The Tra8icaII HistorJ o the Lie and Death o DoctorFaustus werd in vril'e bewerkinS door En- Selse komedianten naar Duitsland Sebracht het- Seen weer bet ontstaan van een aantal in de zevenbends en achttiende eeuw veelvuldiS oPSevoerde toneel- en PoPPensPel-versies tot SevolS had . Van de namen die sinds de tweeds helf t van de achttiende eeuw met de artistieke looPbaan van Faust zi1'n verbonden, worden er bier maar enkele Senoemd: Berlioz Delacroix Heine Liszt Gounod Busoni Murnau Valer y, Mann, Butor Pousseur en Pessoa. De roman Doktor Faustus van Thomas Mann markeert een bil'zonder punt in de literaire Fausttraditie en in de interPretatie van de Faust-Sestalte . In Duitsland met name sinds de in 1871 tot stand Sekomen nationals eenheid werd de figuur van Faust SrasS als ideaal voorbeeld beschouwd van de daadkracht van bet nieuwe keizerril'k . Faust werd tot nationals m the verheven . De leSitimatie daartoe meende men in Goethe's drama to kunnen vinden . Doktor Faustus betekende echter een radicals koerswi)'zi8inS . Thomas Mann gaf een kritische interpretatie van de Seliefde identificatiefi- Suur van de Duitsers . Hem was bet niet to doers om een Seideahseerde en triomferende maar om een door de duivel Sehaalde Faust. En die was in bet volksboek to vinden niet bi)' Goethe. Daarom vormde bet volksboek een van de belanSnl" kste bronnen voor Thomas Manes Faust-roman . In bet werk van Thomas Mann neemt de muziek een bil'zonder belanSn)"ke Plasts in . Er zil' slechts herinnerd aan de muzikale beSaafdheid van de kleine Hanno in Buddenbrooks asn de scene van de naar ammofoonplaten luisterende Hans Casto m Der Zauberber8, aan de novellen Tristan en Das Wunderkind aan de bladzi)'den over de opera Paiestina van Hans Pfitzner in de Betrachtun8en eines Unpoiitischen en aan de beide Srote voordrachten over Wagner uit de >'aren dertiS . In Doktor Faustus sPeeIt de muziek wel een heel oPmerkeliJ'ke rol want de hoofdpersoon van bet boek is componist. DoktorFaustus . Das Leben desdeutschen Tonsetzers Adrian Leverkiihn erzahit von einem Freunde zo luidt de vollediSa titel van de in 1947 verschenen roman . De in de ondertitel Senoemde vriend is de classicus en SYm nasiumleras r Serenus Zeitblom . Hi'~ schriJ'f t de bioSrof ie van de Seniale, in 1940 gestorven com- Ponist til'dens de laatste l'aren van de Tweeds WereldoorloS. Zeitblom is een evenwichtiSa humanistisch Sezinde Seest die zich niet door de ideolo ~'e van het nationaal-socialisme heeft laten inPalmen. Toen de invloed ervan zich op zil'n gymnasium deed Selders, $af hi'1 zil'n leraarsP°sibs Pri')s. Met Adrian Leverkuhn was hil ' van kindsaf bevriend Seweest . Hil' had zil'n intellectuele en artistieke ontwikkelinS van bet begin tot bet bitters sinds SevolSd, voorvoelend dat hil' sees de bio- Sraaf van dit levee zou moeten worden . "Ik heb van hem Sehouden met ontzetting en tederheid, met erbarmen en opofferende bewonderin " Mann 1985, P.10 , bekent hil' als hil' beSl'nt met de task die hil' op zich beef t Senomen. Adrian Leverki hn wordt in 1885 Seboren o P een boerenhoeve niet ver van bet stadl'e Kaisersaschern. De booSst intelliSente '~ nSen bezoekt bet gymnasium aldaar en woont dan bil' zi)'n oom die een muziekinstrumentenhandel beef t en zelf ook violen bouwt. In die ti'd ontwikkelt zich bi)' de overiSens zo koele en af stondelil'ke Adrian een Passie voor muziek of liever Seze$d voor de kunstSre n van de harmonieleer. Hi)' kree er'verhitte wan en' van, merkt zi)'n vriend op . De laatselil'ke organist Wendell Kretschmar Seeft hem muzieklessen . Na ziJ'n eindexamen kiest hil' niet voor de muziek zoals Kretschmar hem aanraadt maar voor de theolo ~'e. Het blil'kt een omw to zil'n . Na twee J'car besluit hi'l in Leipzig comPoside to Saan stude- Jaargang 10, nummer 2 ren. Die beslissin$ neemt hil' niet zonder angst en twil'fel, want hil' vreest dat zil'n'snel verzadi$ de intelli entie' zil'n creativiteit in de we zal staan . Hi j zal zich generen voor de nai " v a toePassetvan de conventionele compositorische procedes . "Wasrour moat ik het $evoel hebben alsof bil'nc alle nee, alle middelen en betamelil'kheden van de kunst nu alleen no8 maa r bruikbaar zi1n voor de rodr'e7." P 148 Kretschmar, die nu oPnieuw zil'n muzikale mentor wordt houdt hem voor dat de totstandkomin van het nieuwe in de kunst is aan$ewezen oP een "zeer stark sub>'ectief $evoel voor de verschraaldheid hat mats-meer-te-zeggen-hebben, het onm°$elil'k-$eworden-zil'n van de noS in zwan$ zil'nde middelen F ...]" P .149 de da$ van zil'n aankomst in Leipzig w ordt Leverkuhn door een gi ds in p1asis van naar een restaurant naar een bordeel geleid . Als een van de Prostituees met haar arm zil'n wanS streelt slaat hi'l in Paniek op de vlucht. Hil' noemt naar Esmeralda want in haar doorzichti$e kledin$ d oet zil hem denken aan de tare en ra$fil'ne vlinder die ziln vader hem vroe$er dikwil'ls li et zien de Hetaera Esmeralda. Na biJ'na een l'aar keert hil' teru$ naar hat bordeel. Het meisl'e is er niet meer. Hil sPoort haar op en hoewel zil' hem waarschuwt voor haar $eslachtsziekte gata hil' met h aar naar bed . De $evol- $en blil'ven niet uit . De beide door hem $econsulteerde sPecialisten worden voor dat de behandeling succes kan hebbenoP bizarre, duivelse wil'ze uit$eschakeld . In de zomer van 1911 of 1912 wordt Lev erk'uhn door de duivel in ei$en Persoon bezocht . Plaats van handelin$ is hat Italicanse stodl'e Pa1 estrina . Daar wordt hat pact beze$eld dat al eerder, door zil'n omhelzin$ van Esmeralda was $eslot en De duivel biedt hem een leven vol van extatische crea tiviteit maar zonder liefde: " e leven za1 ko ud ziln daarom ma$ >e van $een me ns houden. .. Koud willen we l'e, zo koud dat de vl ammen van het Produceren nauwelil'ks heat $e noe$ zullen ziln our >'e erin to verwarmen. In hen zul le vluc~'lten uit l'e levenskoude ..." p. 275 Als ziln tild our is, za1 de ziekte die hil' bil' Esmeralda beef t oP $eloPen volledi uitbreken en hem in de armen van de duivel werpen. Leverkuhn trekt zich tern$ op een of$ale$en boerderil' in Beieren . Manse l"i1k verkeer mildt hil in toenemende mate . Aanvallen van migraine, w car aan hiJ' van l'on$s of can al lead herba1en zich steeds vaker. DePressies maken hem het co mPoneren sours maandenlan$ onmo$elil'k . Kort na de Eerste Wereldoorlo$ breekt er echter een Penode van ongebreidelde muzikale produktiviteit aan . In deze van 1919 tot 1930 durende tild van creatieve hoo panning ontstaan onder andere het oratonum AP°callpsis cum 'Suris het vioolconcert verschillende comP°sities voor kamermuziek-bezettin$ en de sYmfonische cantata Dr. Fausti Wehekla8 . De keren dat hil' hat liefde-verbod robeert to ontduiken leidt dat tot de dood van de beminde. Ziln vil'f>'ari$ nee 'e NeP°muk een betovere nd kind waar zelf s de koala Leverkuhn voor smelt, is he t laatste slachtoffer . Leverkuhn weet dat hil' schu1- di$ is. In mei 1930 nodi$t hi'l een ~'oot $ezelschaP van vrienden en kennissen uit our hen over zil' n laatste werk Dr. Fausti Wehekiag, to vertellen en er $edee1- tes uit voor to sPelen. Hil' houdt een verwarde redevoerin$ waarin hi'l de nietsvermoedende step zil'n pact met de duivel bekent . Hil' slaat enkele stark dissonerende akkoorden op de piano aan en wordt dan $etroffen door een P ara1Ytische shock . De met de duivel overeen$ekomen til'd is voorbi'l• No$ lien J'aar leeft hii'f dement als hat "uit ebrande omhulsel van zil'n ersoonlil'kheid", verzor d door ziln moeder . Hil sterft in au$ustus 1940. Thomas Mann last Serenus Zeitblom op 23 mei 1943 de pen opnemen our met het levensverhas1 van ziJ'n gestorven vriend een aanvan$ to maken . Het is de da$ waaroP ook hil'zelf be 'nt to schrilyen. Zeitblom beeindi$t zil'n manuscript in mei 1945, Thomas Mann pas begin 1947 . Keneterkend voor de structuur van de roman is een tweevoudi ti1'dsniveau: de til'd waarin Zeitblom zil'n relass oP schnf t stelt en die waarin het vertelde zis h of sPeelt. Zeitblom refereert voortdurend can de schokkende $ebeurtenissen van de 1aatste oorlo8slaren . Dat ziJ'n schril'vende hand sours beeft komt m'et alleen door wat hil beschrilf t, masr ook door de tot in ziln werkkamer doordringende trillin$en van verre bominsla$en. 0Pmerkelilk is verder dat hil een relatie le$t tussen de levensloo van Adrian Leverkuhn en de historische ontwikkelin$ van Duitsland tot en met de barbaril van hat nationaal-socialisme. HiJ Presenteert die $e schiedams als de $eschiedenis van de a-P°litieke 'innerlil'kheid' van de mentaliteit die zich of zildi$ houdt van de maatscbaPPelil'ke en P°liti eke asPecten van de menseliJke samenlevin$ . Dezel fde innerlilkheid is ook karakteristiek voor de bio $rafie van ziln vriend die van de samenleving vervreem dt en uitsluitend voor ziln kunst leeft . Die $eestelilke instellin$ maakt Leverkuhn ten tonele $award ais de 'Joos 1 1 7 'Studierzimmer . Faust von Geistern einSesungen .' Scene uit Faust belichamin van de Duitse kunstenaar, en ook Duitsland extreem vatbaar voor demonische machten. Beiden sluiten een pact met de duivel beiden worden uiteindelil'k door de duivel gehaald. Thomas Mann had het altiJ'd een grote f out gevonden van zowel bet volksboek als van Goethe's drama, dat Faust daarin niet met muziek in verband wordt gebracht . Muziek beschouwde hil' als een 'demonische' kunst een kunst waarin een extreme rationaliteit en ma 'e hand in hand an. Muziek is volgens Thomas Mann bovendien een bi' uitstek Duitse kunstvorm . In haar wereldvreemdheid is zi)' aradigma van de Duitse innerlil'kheid. Hoewel een groot muziekkenner, ontbrak bet Thomas Mann aan voldoende muzikaal-technische vakkennis om een gefingeerd compositorisch oeuvre zo to beschril'ven da t bet zou lil ken alsof bet werkelil'k bestond . HiJ' was er zich van bewust dat hil' dasrvoor een muzikaal raadsman nodig had . Deze vond hiJ' in de Persoon van Theodor W . Adorno, die behalve filosofie en sociolo~$'e ook muziek had gestudeerd en comPositieleerling van Alban Berg was eweest. Adorno was in 1934 uit Duitsland gevlucht en naar de Verenigde Staten geemi~' eerd. Sinds 1941 woonde hil' vlak bil ' Thomas Mann in Pacific Palisades, bil' Los Angeles . De invloed van Adorno op Doktor Faustus is overweldigend geweest en reikt veel verder dan de schril'ver 118 zelf in zil'n in 1949 verschenen boek Die Entstehun8 des Doktor Faustus . Roman eines Romans heeft aangageven. Dat bliJ'kt overduideliJ'k uit de dagboeken van Thomas Mann uit de Periode 1946- 1948 . Het is niet overdreven om to stellen dat Adorno als Adrian Leverkuhns muzikale ghost-writer fun eerde . Met een verbluffend muzikaal voorstellin8svermo8en ontwierP hiJ' beschril'vinSen van comPosides die Thomas Mann zonder wezenlil'ke veranderingen in de tekst van de roman kon inte- Sreren. Beschouwt men de fascinerende creatieve samenwerkin g van de schril'ver en zil'n raadsman vanuit een PsYcholo1 ~'sch gezichtsPunt dan ontstaat er een gedifferentieerder beeld. Want Adorno stelde zi'n com sitorische verbeelding zo volledig in dienst van de eest van de roman, dat het in laatste instantie toch Thomas Mann is van wie Leverkuhns comP°sides stammen. In de yroega werken van Leverkuhn is de invloed van vooral Debussy en Mabier duideliJ'k merkbaar. Dan bevril'dt zil'n muzikale taal zich meer en meer van de traditie en van de conventioneer uitdrukkingsmiddelen . Leverkuhn is zich echter terdega bewust van de keerziJ'de van een absolute comPositorische vril'heid. HiJ' voorziet een dreigende verlammin van de creativiteit een uiteindeliJ'k verstommen van de muziek. Het eni e middel om die impasse to kunnen doorbreken is volgens hem een comP°sitietechniek die zich rigoureus aan regels bindt . "De vril'heid" zo formuleert hil' in een ges rek met Zeitblom, "is altiJ'd tot de dialectische omslag geneig d. Zi~' herkent zich al heel vlug in de gebondenheid, verwezenlil'kt zich in de onderwerPing aan wetten, regels dwan g, sYsteem F...]" P. 209 Het door Leverkuhn bedoelde sYsteem komt er op neer dat in een com side zowel melodie als harmonie be aald worden door een enkele van tevoren vastgestelde toonreeks . Hil' past deze techniek voor bet eerst toe in bet lied '4 lieb Madel wie schlecht bist du' uit de cYclus oP gedicbten van Clemens Brentano. Aan dit volgens Zeitblom 'hartverscheurende' lied ligt de toonreeks h oftewel b in bet Nederlands e a e es ten ~'ondslag . De toonnamen zil'n ontleend aan de 1'aargan9 10, nummer 2 woorden Hetoera Esmeralda en zi n derhalve verbonden met het meisl'e dat hil' in het bordeel in Leipzig ontmoette en dat aan het begin staat van zil'n pact met de duivel . Dezelfde toonreeks keert als een maS'~sche formule in vele van zil'n sindsdien gecomPoneerde werken terng . Voor de beschril'ving van de genoemde comPo sitietechniek baseerde Thomas Mann zich geheel en a1 o Adorno's Philosophie der neuen Musik, waarin een kritische analyse wordt a even van de door Arnold Schonberg omstreeks 1920 ontwikkelde twaalftoonstechniek . In de ideeenstructuur van de roman fungeert deze techniek als muzikale code van een dialectiek waardoor vril'heid in dwanl~ maar ook - als het ware in togenovergestelde richting -rigoureuze constructie in exPressiviteit kan overgaan. Het laatste geschiedt in LeverkUhns zwanezanS, de sYmfonische cantate Dr. Fausti Wehekla8 . Titel en tekst van het werk zi)'n ontleend aan episodes uit het volksboek van Faust. Zeitblom schri)'vend in het voor>'aar van 1945, karakteriseert het als een "monsterwerk van de klacht" als een "rtegatief" een "herroePing" van de 'ubelende finale van Beethovens N~e ndeY sm forte. In het uur van Duitslands ondergang "kan alleen dit ons baten en alleen dit zal ons naar het hart gezongen zil'n: de klacht van de hellezoon de vreselil'ke aanklacht tegen de mensen en God die ..J ooit op aarde is aangeheven ." (p . 531) In dit werk waaraan een reeks van twaalf tone ten ~'ondslag ligt die bePalend is voor alles wat er klinkt, voltrekt zich de "omslag van de alleystrengste gebondenheid in de vri)'e taal van het affect, de geboorte van de vril'heid uit de gebondenheid ." P.532 Aan het slot van zi1'n beschouwing over Dr. Fausti Wehekia8 suggereert Zeitblom voorzichtig een mogeli)'ke overeenkomst tussen de door hem beschreven muzikale paradox en een religieuze : 'Maar hoe zou het zi'n wannneer de artistieke Paradoxie dat de totale constructie de uitdrukkin g de uitdrukking als klacht - doet ontstaan overeenkwam met de reliSieuze paradox dat aan de diePste heilloosheid de hoop, al was het maar als een heel voorzichtig vragen ontkiemt? Dit zou de hoop zi)'n aan gene zil'de van de hoPeloosheid- de transcendentie van de wanhooP- niet het verraad daaraan maar het wonder dat het geloof to boven 8aat. Hoort het slot maar, hoort het met mi)' : de ene instrumenten ~o'eP na de andere trekt zich naar de achter la~'nd tern&, en wat overblil'f t en wasrmee het werk verklinkt is de hoga van een cello, h et1 as tste woord de laatste w zwevende klank langzaam in pianissimo fermaten wegebbend. Daarna is er nets meer, -zwil'gen en nacht. Maar de natrillende teen die in dat zwi)g' en hartgt die niet meer is waar alleen de ziel nog naar luistert en die een afsluiting van de droefheid was is dat met meer, verandert van betekenis, staat als een licht in de nacht ." . 537-538 Thomas Mann neigde ertoe Doktor Faustus te beschouwen als een roman die 8een roman meer is. Het boek is evenzeer een bio afie en bovendien heef t het een sterk essaYistische inslag door de muziekfilosofische en cultuurhistorische besPi eling ~ en die het bevat. De scePsis van de schri)'ver ten oPzichte van de genre-aanduiding roman is echter vooral ingageven door de voor het boek zo karakteristieke vermen Z'~ng van historische werkelil'kheid en fictie van citaat en eigen tekst . Hil' gebruikto daarvoor het be ~P 'montage'. Er zil ' volstaan met slechts enkele voorbeelden van deze werkwi'- ze. Voor de figuur van Adrian Leverkuhn steed Friedrich Nietzsche model . Leverkuhns bio afie bevat vele details uit de leveesgeschiedenis van de filosoof, bil'voorbeeld de belevenis in het bordeel de sYfilis-infectie in het eenentwintigste, de geestesziekte in het vil'fenveertigste en de deed in het vi1'fenvi)'ftigste leveesl'aar. De insPiratie die de duivel aan Leverki hn belooft "waarbil' alles als zali S dictaat wordt ontvangen" P . 262 wordt beschreyen in dezelfde bewoordingen als waarmee Nietzsche in zi)'n autobioSo~'f ische Ecce home over zil'n ervaringbil' het schril'ven van Also sprach Zarathustra bericht . Een ander voorbeeld: het fictieve oratorium ApocaliPsis cum '8uris wordt in de zomer van 1926 in Frankfurt uitgevoerd in het kader van een festival van eigenti' se muziek dat teen werkelil'k Plaats vend, onder leiding van de al even reele dirigent Otto KlemPerer . Ook wordt melding gemaakt van een zeer lovend artikel over dit werk in de Musikbiktter des Anbruch een van de belangril'kste til'dschrif ten voor modern muziek in de l'ayen twintig. De veelvuldig voorkomende tekstontleningen - uit het volksboek van Faust uit toneelstukken van Shakespeare, uit geschriften en brieven van Nietzsche uit Adorno's Philos hie der neuen Musik en uit vele andere bronnen - beschouwde Thomas Mann als werkelil'kheidsfra8menten. Deze ontleningen zil'n meestal volstrekt onoPvallend in het weef sel van de tekst verwerkt. Zil' zil'n met an- 1 1 9 dere woorden als fictie vermomd . Want hoewel hil' gebruikt maakte van het Procede van de montage overigens niet alleen in Doktor Faustus maar ook in zijn andere romans en vooral in zijn essays), streefde Thomas Mann naar de schil'n van organische eslotenheid . Herkennin van de ontlenin8en is voor de lezer dan ook van onderSeschikt belang en levert hoogstens een bi1'komend genoe8en op. Het is overigens merkwaardigdatl'uist het aangril'- Pendste vaak citaat blil'kt to zi)'n . Zo is de indrukwekkende formulering waarmee aan het slot van de roman het beeld van Duitslands ondergang wordt o eroe en, een citaat : "Nu stort het, door demonen omstrengeld een hand voor het ene oo g en met het andere in uwelen starend van de ene wanhooP in de andere." Zelfs de veel geciteerde laatste zin van het boe Zeitbloms gebed berust op een ontlenin8: "God zi1' 1'ullie arme ziel genadi g, mil'n vriend mil'n vaderland ." p. 558 Hoe nadrukkelil'k Doktor Faustus ook in het teken staat van de ondergan , een loodzwaar en somber boek is het met. Dat ligt onder meer aan het feit dat de schril'ver een geschiedenis die zo van het demonische doortrokken is als deze, nu 1'uist last vertellen door de goede Serenus Zeitblom aan wie het demonische absoluut vreemd is . Bovendien blil'kt Zeitbiom een even goed verteller to zijn als Thomas Mann ook al moet hil zich of en toe bi1 de lezer verontschuldigen wanner een hoofdstuk to zeer is uitgedil'd . Doktor Faustus is een fascinerend ontroerend en vaak adembenemend boek. Het last zich weliswaar niet gemakkelil'k veroveren - daarvoor is het to complex - maar elke PoS ing wordt ri'keli'k beloond . 120 lĽjOoS Bibliografie Carl Dahlhaus,'Fiktive Zwolftonmusik' . In : Musica 37 (1983), P.245-252 . Herman Kurzke, Thomas Mann, EPoche-Werk-Wirkun8 . Munchen 1985. Thomas Mann, Die Entstehun8 des Doktor Faustus ; Roman eines Romans . Amsterdam 1949 . Thomas Mann, Doctor Faustus: Het leven van de Duitse toondichter Adrian Leverkuhn, verteld door een vriend . Vertaald door Thomas Graftdi'k . Amsterdam 1985 (1947). Thomas Mann, Ta8ebiicher:1946-1948 . Frankfurt am Main 1989 . AfgeloPen >'aar werden er aan de Ril'ksuniversiteit Utrecht onder de titel orks zesentwintig lunchPauzelezingen gehouden over belan~ l"ke werken uit de wereldliteratuur . Dit artikel over Thomas Mann Doktor Faustus, is een bewerking van een van die lezingen . Jaargang 10, nummer 2 Die Ptorte des Schreckens Ratio en irratio bij Musil en Broth Paul Oomens 16 juni 1935 : " . .. juist zij die boeken kopen, juist zij zullen zich gevleid voelen door de geestrijke formuleringen zoals die bij Musil in iedere repel voorkomen, ik heb daarvoor in mijn burgerlijke kennissenkring verbazingwekkende voorbeelden, en omdat dat een laag is die in Amerika ongetwijfeld veel sterker vertegenwoordigd is dan hier, is het vermoeden dat Musil daar zijn publiek zou kunnen vinden zo gek nog niet . [...] Wel zou het werk ingekort moeten worden" (Broth aan Ruth Norden) . De foto's bi1j dit artikel zijn van Luaano Benedetti Met enig 'leedvermaak' komt Franz Blei in 1932 in een brief aan Hermann Broth tot de conclusie dat het "twee Oostenri1'kers ziljn , l'il ' en Musil, die de hedendaaSse roman zil~j'n ootste vorm hebben gegeven" . Blei is niet de eniga die een verwantschaP tussen beide auteurs constateert. Vroege critici van Die Schla ndler 1931-32 en de eerste twee delen van Der Mann ohne Ei8enscha en 1930 en 1932 rePPen van begin of aan over filosofische Parallellen en verSelil'kbare literaire uitSangsPunten, tot 8root on80e~n en overiSens van zowel Musil als Broth. Nu deze twee 'tro odieten' uit de modernistische literatuur al weer een ti1'd1'e in een Nederlandse vertaling beschikbaar ziljn, li1'kt het moment ri1'P om eens stil to staan bil j de SesPannen verhouding tussen Musil en Broth . Zowel Musil als Broth stellen de Positie van de kritische burger in de moderne samenleving ter discussie op een manier die in zekere zin perend is voor de Duitse romantraditie . In toSenstelling namelil'k tot de Pische 'vertellers' uit de Engelse en Franse traditie steken noch Musil noch Broth hun metaf sische en filosofische ositie onder stoelen of bankers. Til'd en samenleving hebben intellect en ethiek uit elkaar doers drilven . Dit heef t aandeweg tot een scheiding geleid tussen wat de mens be8ijn1Pt en wat hil ' kan doers . Musil benadrukt dat voor een beter begriP van de wereld ratio en irratio elkaar moeten aanvullen. Ook Broth hecht veel waarde aan een zeker evenwicht tussen ratio en irratio . Zi1'n interesse gaat echter niet uit naar ontoloS'~ sche overwe inSen die Musil bezi8 l liken to houde~maar ~ is gericht op een moreel aanvaardbare levenswandel . Musils literaire landschaP simPelweS als ontoloS'~ sch en dat van Broth als ethisch-utilistisch of to doers zou echter onaanvaardbaar zi1jn. Een derSelil'k hard onderscheid doet 8een recht aan de 'ioos 121 1 . In dezelfde 1'aren schri' t hi' overigens de essays Zur Erkenntnis dieser Zeit (1917-19) en Zur Philasophie der Werte and der Geisti8keit (1917), die reeds de grove omtrekken van zi')n cultuurfilosofie omvatten . Zur Erkenntnis dieser Zeit is later in gereviseerde en beknoPto vorm tern8 to lezen als Zerfall der Werte in Der Schla fwandler. 122 \joos overeenkomsten tussen de werken van beide auteurs . Bovendien zou dit a1 to gemakkeli)'k voorbi)'gaan aan de waarderende, maar ambiva lente houdin die zi)' l'egens elkaar aannemen . Zo Sebruiken Musil en Broth af wisselend de termen 'colle a' en 'concurrent' ais ze in brieven of notifies over elkaar s reken. Het onderscheid is a1 met a1 relafief, komt hat baste tot uitdrukking in ears ver8elil'kin8 en wordt wat flats wanner de aandacht expliciet naar of Musil of Broth uit8aat. Twee verwante geesteri, echter, met een volstrekt aader karakter : dat het slechts een keer tot een drif ti8e woordenstril'd komt vaIt no8 mee. Pal8~ast, roept Musil . Ik heb hat over jets heel anders verweert Broth zich. Hieronder wordt de biografische en literaire achter8rand 8eschetst van de Problematische verhoudin g tussen de 'ontol Musil en de 'ethicus' Broth. Dat bio afie en literatuur daartoe vaak leers 'ebuur zullen sPelen komt voort uit de aard van het Proza van de auteurs : beide dimensies zi)'n daarin als het ware op ears hoger, filosofisch plan gebracht en nauw met elkaar verweven . II. Temidden van een groeP van )'°nge Weense kunstenaars en bohemians ontmoetten Musil en Broth elkaar tussen 1916 en 1920 regelmatig in Cafe Herrenhof . Ze zil'n in die til'd nog nauweli)'ks colleSa's van elkaar to noemen. Musil heeft al belanSn)"ke werken voltooid zoals Die Verwirrun8 des Zo8lin8s Torless 1906 . Broeh heeft vanaf 1908 als onderdirecteur in de Teesdorfer textielfabriek van zil'n vader Sewerkt. Hil' maakt een cruciale overgan fase mee : de directie moderniseert de Produktiehal en bouwt to8 elil'kertil'd een duidelil'k sociaal beleid op . "Zo was ik betrokken bil' de herzieninS van het arbeidsrecht en niet in de laatste Plaats bi'l P°'ngen om de werkeloosheid terng to dripgen" : ervarin en die Broth later als uiterst'leerzaam aanmerkt .1 In Cafe Herrenhof zi ~~n de rollers noS duidelil'k verdeeld en heef t de horse en moeilil'k t°~ankelil'ke Musil weinig met de wereldse textielfabrikant Broth uit to staan . Musil en Broth verdiepen zich dan ook niet in elkaar maar in de hYPnotiserende Ea von Allesch een bleke schoonheid die wel wat wegheeft van de dichteres Else Lasker-Schuler . Broth is verrukt van haar en langzaam maar zeker bloeit er jets moois tussen hen op. De verhouding tussen Broth en Ea zal standhouden : in 1923 verlaat Broth zil'n eerste vrouw en woont hi)' ti' eli1'k bil' Ea in . In hetzelfde l'aar let Musil herinneringen aan Ea en de Herrenhof-ti'd vast in zi'n komedie Vineenz and die Freundin bedeutender Manner. Daarin stelt hat bur armanszoon 'e Marek de )°nge Broth voor : "Ik studeer, zoals u weet technie met de bedoelinS om straks in het concern van mil'n vader to an werken". In 1927 doet Broth de Teesdorfer textlelfabriek van d e hand . Geruggesteund door Ea wi)'dt hil' zich voortaan volledi aan hat schri'ven . Pasenow oiler die Romantik en Esch oiler die Anarchte zi )n 1n 1929 gereed en worden samen met Hu8uenau oiler die Sachlichkeit in jaargang 10, nummer 2 1932 als Die Schia anther gapubliceerd . De kritieken zil'n lovend maar verkocht wordt het werk nauwelil'ks . Wat dat betreft lliken de eerste twee delen van Der Mann ohne Eigenscha n meer aftrek to vinden . Der Mann ohne Ei8enscha en en Die Schia ndl~' zil'n romans die moeizaam totstandkomen en pas na vele >'aren arbeid door hun auteurs naar buiten worden gebracht . Het is daarom des to o vallender dat de werken vril'wel elil'ktil'dig worden gepubliceerd . Van Franz Blei kri1' Musil in >'anuari 1930 het Methodol~'sche Prospekt dat Broch kort daarvoor met de concept-versies van Pasenow en Esch aan Fischer Verlag heef t ezonden. Het ProsPekt beschril'ft kort de intenties en opzet van beide romandelen . 0 basis hiervan vermoedt Musil al dat het om een "interessant boek" gaat en dat er "tussen de bedoelingen van Broch en die van mi'l rackpunten zil'n" . Wat Musil in dit stadium al opgevallen kan zil'n, is de sterke overeenkomst tussen Brochs Protsgonisten Esch en Bertrand en zil'n eigen Ulrich . Vooral met Esch deelt Ulrich het besef dat "religieuze vormen nog slechts rudimentair voorhanden zil'n" en feitelil'k ofgedaan hebben . Deze wetenschap zet bil' beiden een rusteloos 'slagpwandelen' in gang naar nets meer of minder dan een nieuw levensinzicht en een even neuwe moraal . Ulrich en Esch zil'n geboren verliezers zouden we kunnen zegSen . Niet omdat ze dom zil'n, geen $eluk hebben of dat net kunnen ervaren> maar omdat ze tussen twee generaties in, half bewust half onbewust, leven in een til'd waarin volgens Antonio Gramsci "het oude nog niet gestorven en het neuwe nog niet geboren is" . Een til'd waarin verschrikkingen en terreur zich aankondigen en de mens loskomt van wat hem daarvoor no g verankert . Tegen het einde van 1930 leest Broch het eerste deel van Der Mann ohne Ei8enscha en . Hil' slast het werk hoog aan: "12 par werk en bilvil'len hebben het boek tot een geweldiga prestotie gemaa kt , het is torenhoog verheven boven alle snelschrivleril'" . Omdat uitgever Rowohlt Verlag op dat moment in een financieel moeili1'k parket verkeert, beveelt hil' de roman onder meer bil' En else en Amerikaanse uitgevers aan . "Het is een zeer belangwekkend boek en ik denk dat het uw interesse zal wekken. Ik zou nets liever willen dan dat Musil meer bekendheid in Engeland kril'g t vcoral omdat hil ' het echt verdient" schril'f t Broch asn het vertalers-echtpaar Edwin en Willa Muir . De irone wil dat terzelfder til'd Martha Musil in een menge lin g van l'aloezie en bezorgdheid, Toni Cassirer bericht : "Hil' Musil zou er zeer bil' gebaat zil'n om in Engeland terrein to verovere n, waar hil' zo slecht bekend is dat ze daar Broch de diepzi nnige en ~'ote Oostenril'kse schril'ver noemen" . Ze denkt da srbil' aan de enthousiaste kritiek die Aldous HuxleY kort daarvoor aan Die Schia andler heef t gewil'd . Robert en Martha Mus11 zien m Broch vooral een lastiga concurrent . "1k moet daaraan toevoegen", stelt Broch op zil'n beurt, "dat ik jQps~ 1 2 3 2. Ulrichs verlangen naar zijn zuster is net zo concreet of conceptueel als de 'orewoet' van de middeleeuwse mystics Hadewijch naar God . Eenwording is het doel en pennen verpulveren ala hat zover is. 3. Cf. R. Willemsen, Robert Musil . Vom intdlektuellen Eras . Munchen 1985, p. 34: "Die Einheit von Eros and Verbot bestimmt bis in die anamnetischen Prozess hinein das Bild der Lithe in Musils Werk" . 124 Musils methode ais buitensporig abseitig ervaar-als het ware de rationele togenhan er van Joyce en ziljn methode -en dat ik weini rs ectieven zie voor de dichterli'ke uitdrukkin - mogelil'kheden in het verlengde van deze methode" De 'buitensPongheid' van Musil bestaat er volgens Broch in dat hi'~ zich overgeef t as ~ n zijn eigen ratio en zich daarmee, net zoals Esc 'abseiti van de werkeli'kheid opstelt . "Daze methode van Musil is een vlucht voor hat irrationele een streven om hat irra tionele onschadeli'~ k to maken door hat in een rational net Proberen to van en" . Broch wil'st op een Probleem dat Musil ook voor zichzelf erkent: "Gevaar voor mil': to blil'ven steken in theorie . Keer steeds wear terng tot wat me tot deze theoretische hulP-onderzoeken heeft aangezet+." Wat voor conse9uenties dit voor Der Mann ohne Ei8enscha en heeft gehad blil'kt onder andere uit de verschillende versies die Musil van Atemzu8a eines Sommerta8a voor o en staan. In de l'aren twintig bedeelt Musil ziljn Ulrich nog met een archaische en mYstieke Reise ins Paradies . Het nauwelil'ks bedwingbare verlangen van Ulrich naar ziljn zuster zou op deze manier ziljn ultieme bevredi 'n kri'l gen .2 Zover komt het echter niet . Musil twil'felt stelt uit herformuleert en schrapt . Al wear bi~'na met beide benen oP de grand vraagt Ulrich zich in de uiteindelil'ke versie of of bet 'zinnelil'ke' verlangen naar ziljn zuster niet slechts een tussenstadium is slechts hat voorspel vormt van een andere toestand . Als verklaard togenstander echter van alles dat masr enigszins met psychoanal yse to maken heef t, "deed deze oPlossing hem verstomd stoan nee, beledigde hem zelfs" . In Atemzu8a eines Sommerta8s vlucht Musil definitief voor de no g steeds irrationele en verkaPt erotische oPlossing: Ulrichs zinderende verlangen wordt gekanaliseerd tot de vertrouwde 'inductieve bezinning' . Ulrich bewoont wederom bet vertrouwde 1andschaP van de 'm~elil'kheidsmens', hat ril'k van een forse kluit hypotheses van het menselil'ke bestaan .3 De ratio to beschouwen als veiliga terp is iets dat Broch niet kan accePteren . In Hu8uenau zal hil' laten zien waarom niet. IV . In sePtember 1931 recenseert Franz Blei in de Prager Presse Der Mann ohne Ei8enscha en en Die Schla ndler in een enkel artikel : yragen om roblemen dus . Musil constateert dat Blei drie regels minder voor ziljn werk uittrekt dan voor Die Schla ndier . Hi' verwi'~t 'der Franz' dan ook : "voor de niet-ienwgi~'de lezer komt het zo over dat ik zelf s een ltike onder Broch geschoven wordt . Ook later verdenkt Musil Blei er nog van meer aandacht aan Broch to besteden dan aan Der Mann ohne Ei8enscha en . Musil duldt Broch niet in ziljn geestelil'ke nabil'heid . Twee la' ar later, in een brief die helaas verloren is gagaan slaat de vlam in de an als Musil Broch ervan beschuldigt denkbeelden uit Literat and Literatur 1931 in bet essay Das Bose im Wartsystem der Kunst 1933 to hebben gebruikt . Broch diem hem fel van rePliek: "Het nauwelil'ks verholen jaargang 10, nummer 2 verwil't dat ik uw naam heb verzw~en om de overdracht van mi1'n gedachten to wasrborgen of to versterken is - laten we eerli'k zijn -ronduit schandali . Wat er nog aan ontbreekt is een verdenking van lap ~'aat. Hield ik mil' aan conventies en zogenaamde 'waardiSheid', dan zou ik deze blamaSa stilzwil'gend opbergen en het daarbi1' laten. Ik heb echter de eer uw militante aard a 1 l'aren to kennen . Musil biedt schoorvoetend zij~n excuses aan maar noteert intussen in zijn dagboek : "Broch : aanleunen . Leun 1'e tegen een muur, dan zit l'e hele mastPak onder de witte vlekken . Zonder dat het plagiaat zou zil'n" . Onda nks deze harde aanvarin bli'~ft Broch zich inspannen om het werk van Musil elders bekendheid to geven . In 1935 houdt hi'l zijn vriendin Ruth Norden voor dat het "een eervolle plicht van iedere uitSever is om Musil uit to brengen" . Om daaraan betekenisvol toe to voegen : "Dat is ob)'ectief gesproken want subl'ectief gezien zijn Musil en ik zulke antiPoden dat we elkaar nooit bil'zonder goed gelegen hebben" . 'Joos 1 2 5 V. Broch chargeert . Broch en Musil zil'n geen antipoden . Ze kennen wel een andere rol toe aan ratio en irratio . Eerder is al eze d dat Musil irratio robeert to beheersen door rede . Musil ontleedt Problemen in deelProblemen en Plaatst deze in til'd- en ruimteloze dimensies. Musil verwerPt verzuiling en vergaande sPecialisatie, maar erkent tog elil'kertli'd dat het alleen van de deelProblemen denkbaar is dat ze ooit oPgelost kunnen worden. Wat de modern roman betreft stelt Musil een alomvattende fusie veer, een auralgaam van natuurwetenscha PPen, psychoanalyse en sociolo8'~e . Wit de romanvorm zich in dit licht bezien niet belachelil'k maken, dan meet het oude onderscheid tussen fictie en realiteit Plaats makers veer een massief van 'contingente werkelil'kheden' . "God 8eef t er zelf misschien wel de voorkeur aan our over Zil'n wereld to Praten in de conl'unctivus Potentialis .. . want Hil' maakte deze wereld in bet besef dat bet net zo goed anders bad kunnen zil'n" . Wat is Brochs houding ten aanzien van ratio en irratio? Om to be8'~nnen vindt Broch Musils'con)'unctivus P°tentialis' weliswaar van belang, maar tech altil'd nog slechts een onderdeel van de totaliteit van ervaringsfeiten waar de mens dagelil'ks mee geconfronteerd wordt . Het besef van de continue wisselwerking tussen bet reele en bet irreele, gevoelens en ratio, het 1Yrische en bet essa Y istische in de mensf zo denkt Broch, besPaart de samenleving optsPoringen en dient dus een ethiscb doel . De of brokkeling van bet oude sYsteem van waarden in Pasenow en Esch imPliceert bet verlies van deze 'totaliteitswaarde' . Tot 1938 gelooft Broch dat alleen de roman in staat is our de waardevolle herinnering aan deze verloren totatiteit levend to houden . Een'buitensPon beroeP op de ratio is daarbil ' niet gewenst. Dit is of to tezen aan de Persoon van Huguenau de waardevnl'e sociaal en reli 'eus volmaakt on ebonden mens . Zi1'n 1ogica is van steep, zil'n vorm van redeneren SPartaans en vril' van ieder ornament. Ronduit shockerend is bet moment dat Broch de lezer duidetil'k maakt dat de menselil'ke rede in blinde irratio kan omslaan op bet moment dat de ratio ternggedrongen is op zil'n laatste terP, bet individu . Shockerend want hoe kan ik als lezer nog staven dat mil'n redelil'kheid redelil'k is? Ik kan dat alleen maar doers door mil' oPnieuw o mi1'n veronderstelde redelil'kheid to beroePen. Men kan verwachten dat dit nog goed Saat zolang de 'maatstaf' van redelil'kheid maatscha Pelil'k bePaald is . Maar, eenmaal gesub)'ectiveerd, zal zil' iedere redelil'kheid verliezen . Dit is dan ook Brocbs voornaamste waPenfeit in Hu8uenau oder die Sachlichkeit : hil' ontmaskert bet P°tentieel onredelil'ke van de rede en waarschuwt veer de gevaarlil'ke imPlicaties hiervan . Hu8uenau als activum en de late Ulrich als assivum zil'n als bet ware de archetYPen die een consequent gedegenereerde samenleving naar revolutie en crisis leiden . Het on 'nele PorsPectief dat met name Broch bier biedt op de Duitse samenleving in bet interbellum beeft nooit de aandacht gekre en 1 2 6 'JQp:z$ jaargang 10, nummer 2 4 . In een brief aan Daniel Brody van 5 augustus 1931 geeft Broch duidelijk aan wat volgens hem de positie van bet essay Zerfall der Werte is ten opzichte van andere P te$en (Gide, Musil, Thomas Mann, Joyce) om wetenschap, filosofie en literatuur to integreren . "Bij de meeste van deze schrijvers staat de wetenschaP [. ..] als een kristallen blok mast datgene waar ze het eigenlijk om to doen is en ze breken er nu eens bier een stuk1e, dan weer daar een stukje van of om er bun verhaal mee op to dirken." Van zi) nei$en proza stelt Broch dat "bet wetenschaPPe)like [element] zeker niet als sPraakvulsel wordt gebruikt, maar als bovenste rationele laag meezwemt en meedeint . [. . .] [Dit] sluit uit dat bet 'wetenschaPPSilke' als een kristallen blok mast de roman staat ; bet ontstaat veeleer in de loop van de roman zelf." Mijns inziens is dit aanvechtbaar, alleen al om bio$rafische en t}'Po$rafsche redenen (v81. noot 1). 5 . NRC, Cultureel Supplement 27-1-89. die het naar mi)'n idee verdient . Dat HuSuenau als roman desondanks faalt ban samen met bet felt dat Broch aan zinl doel voorbil ' schiet . Broch kiest in Hu8uenau voor een "sche a scheiding tussen het rationele en bet irrationele" . De hoofdhandeling wordt oPgesPannen tussen bet essay Ze all der Werte en Die Geschichte des Heilsarmeemadchens in Berlin de 1Yrische togenhanger van bet essay. Broch atomiseert dit spectrum echter zo ondig dat de parallellen tussen de verschillende verhaalli'nen en tekstsoorten alleen door inferentie en associatie tot stand kunnen komen .4 Beschikt de lezer echter al net over de 'totaliteitswaarde' waar Broch hem l'uist aan wil herinneren, da ~ n zal hi' zich geen raad weten met Brochs uiteenzettingen en slechts bet hoofdgageven volgen . Hu8uenau ontsPoort waar Broch zich onbedoeld dus tot bet verkeerde Publiek richt . Zo bil' voorbeeld Anneke Brassinga in een NRC-artikel die de rationele bedoelingen van de verleider Broch maar weg stree P to en Hu8uenau oder die Sachlichkeit voor Hu8uenau liet met de woorden'en wat de boer niet lust kan hi') overslaan' . En dan to bedenken dat kort voor de publicatie, Broch aan BrodY voorstelt om het essay Zer all der Werte "in een Paar exemPlaren seParaat to drukken" en aan recensenten als introductie tot Die Schla ndler to doen toekomen. .. VI. Wat gebeurt er na 1935? Onmiddelli)'k na de Anschluss van Oostenril'k in 1938 wordt Broch gearresteerd. James Joyce en het echtPaar Muir slagen erin om hem vril ' to kri>'gen en naar Engeland to doen komen' in hetzelfde '~ar nog reist Broch door naar de Verenigde Staten, waar hi)' tot aan zil'n dood in 1951 van research ants zal leven . Hi' voltooit er de roman Der Tod des Ver 'l over het niet-kunnen van een `Poezie na Auschwitz' en de studie Massenwahntheorie over bet wel-kunnen van bet Derde Ril'k . Eenmaal in de Verenigde Staten stellen Broch Thomas Mann en een aantal andere emi anten alles in bet werk om collega's no g op til'd de oceaan over to help eenn.. Van verschillende ziden wordt geProbeerd om ook Musil in veiligheid to brengen, die zelf tot dan toe nets heeft ondernomen . In november 1939 slibt de route via Engeland dicht . "Robert Musil is er miserabel aan toe wat voor zil'n ronduit miserabele karakter gezond kan zi)'n, maar desondanks voorkomen moet worden" . Broch schri)'ft een aanbevelingsbrief en vraagt Ruth Norden om Albert Einstein voor Musils emi atie to winnen . Er komt geen schot in de zaak . Ofschoon hi)' niet zeker weet of Musil sowieso wel emi eren wil beveelt Broch hem in se tember 1940 aan bil' bet inderhaast oPgerichte Emergency Rescue Committee en stelt Musil daarvan op de ho e. Musil is geroerd door de S'~ngen van Broch maar vindt zich,zelf "langzaam donker gestemd en al he1emas1 niet door mil'n lot eesterd" . Bovendien ziet hi' voor zichzelf geen Plaats in de "~'ote toekomst van bet intellectuele Amerika" . 0P Brochs verzoek zich vooral 1'QpX$ 1 2 7 1 2 8 toch m to spannen naar bet buiteeland uit to wi'k len stelt Musil "de fatale to envraag hoe ik mi)'n levee daar in zou moeten nchten . En: "Ik be n, zoals u weet, helemaa1 niet Seschikt om aan lets anders dan de Mann o.E. to schri'ven ... • hoe moet ik me nou mtroduceren? Ik yrasg bet zonder in de hoop to verkeren dat u bier een antwoord op weet" . Musil berust m zi ln tot . "Moet ik naar Amerika komen? OnlanSs beef t Hermann Broth, mi'n concurrent wiens naam u zich welhcht herinnert bet bil'na binnen mi)'n handbereik Sebracht. Hil' leeft in Princeton en schil'nt bet in Amerika Prachti8 to vinden. Mas r hi)' stamt uit een ri')ke textielfamilie ..] en bet is zeker een leuSddroom van hem om ooit noS sees geen geld meer to hoeven hebben en louter als genie door de wereld onderhouden to worden . ... Misschien heeft hi)' ook wel d~elil'k een functie aan de universiteit verworven als filosoof, want hi'~ is begaafd en west meer dan ik die steeds weer opnieuw belemmerd wordt om to weten. Ik heb hem geantwoord dat ik wel zou willen komen bet echter pas zou kunnen als er een ear zou zi)'n to vinden die mi' ) accepteert zoals ik bee . Het was echter zeer fatsoenli)'k en zonder concurrentieni'd door hem gevoeld ." Musil sterft in 1942 in Zwitserland aan een plotselinga beroerte . Musil en Broch betaalden beiden de tol van de inte 'lte~it die zi' ) boog in bet vaandel hielden . Broch vond asiel in de VereniSde Staten en besef to middels Der Tod des Ver8ii dat de taal die hem tot dan toe trouw had gediend, niet in staat is om lil'den en tirannie bet hoofd to bieden . Musi vond asiel buiten de aardse Sebondenheid van zil'n lokalisering in til'd en ruimte•~ verbanning betekende voor hem een vlucht naar zil'n eigen vaderland naar de rationele geest van de humaniteit' . Broch maakte met Hu8uenau echter duidelil'k dat de neutraliteit van de reds niet onder alle omstandigheden een Pantser te8en terreur kan vormen sterker nog, haar zelf s kan veroorzaken . Uiterst consequent doorgevoerd slaat ratio om in irratio . De scepsis van Broch zou weldra gagrand blil'ken . Vraa t iemand mi' daarom naar de overeenkomst tussen Musil en Broch, dan antwoord ik: Esch en Ulrich. En naar bet verschil, dan zeg ik HuSuenau . Hu8'uenau vor der Pforte des Schreckens. jaargang 10, nummer 2 4otiys aar8an8 10, nummer 3: luni/1uh 1992 . Vooys verschi)'nt vier maal per 1'aar . Redactie: Desiree van Hattum, Bertram Mounts (hoofdred .), Iris Pronk (eindred .), Lizanne SchiPPer Thomas Vaessens . Redactie-adres Trans 10, 3512 JK Utrecht. Telef oon (030) 43 2411 of 7107 75. Bi1'dra8en : in tweevoud zenden naar hat redactieadres. Indian moSelil'k aanleveren in reguliere tekstverwerkinSs-Pro ~'aroma's . Abonnementen : 21 ; Per )'aar . Men abonneert zich door overmakin8 van 21,- oP girorekening 2595369 t .n .v . Vooys, Utrecht. Abonnementen worden zonder togenbericht ieder heel )'aar na in8anS automatisch verlengd. Redactiecommissie Fons van Buuren, Wilbert Smulders Public relations en advert enties: Mariet Hamer telefoon (030) 7124 00 Indian de redactie er niet in is Seslaag d hat copyright van de in dit nummer gaPubliceerde afbeeldingen to reSelen volgens de wetteli)'ke bePalingen, verzoeken wil' de houders van het copyright contact op to nemen met de redactie . Gra ische vorm8evin8M1chiel Loosen Logo : Richard Annaars . Druk: KriPs RePro MePPel O Vooys, Utrecht, juni 1992 . ISSN 0921-3961 Inhoud Literatuur en filosofie in Latijns Amerika Ricardo Cuadros Mercado Een commentaar naar aanleiding van Robert Lemm, Borges, de literator als filosoof er oren rca i Interview met oost Zwa8erman Bertram Mounts en Iris Pronk "Ik was even in de rouw toen S Channel verdween. Na de muur Column Frans de Rover I am snXI ous to deal with that shadow myself aalone. eroen Steenbakkers Hoofdpersoon en schaduw in Conrads Heart o darkness Celines Voyage au bout de la nuit en Hermans' De donkere kamer van Damokles. Trans Onderschrift ; Vladimir Nabokov • Smakeli1'ke ) racePten . PIaiaat Desiree van Hattum Over een witte raaf Orestes in Deense outfit en de nieuwste vinding van Hewlett-Packard . Adams Reis Lou HeynensTekeningen oItrane's Cosmic Music ochem C. van Oortmerssen Over Indiase elementen in de muziek die van continent verwisselden . Hoe John Coltrane de westerse jazz- en rockmuziek beinvloedde . H eett varhasI een sta Lizanne Schipper "Panl's is een boek- maar evengoed een film ." Van ranziSe catacomben en hat Belang van Literatuur. Racensies Ronald GiPhart • Ido Wei1'ers ;an FontiI'n,• Nico ScheePmaker K. SchiPPers. Van amusement naar cabaret in de jaren '30 Marieke Thissen "Ze schelden allemaal op patroon en kapitaal . En wie is wear de dupe van dat vrijheidsideaal?" iJ 05 1 2 9 Literatuur en filosofie in Latijns Amerika Een commentaar naar aanleiding van Robert Lemm, Borges, de literatorals filosoof R car o uadros Mercad i Toen ik twasif l'asr geleden in Nederland aankwam, herinner ik o mil ' nog, waren mil'n eerste vrienden verbaasd dat ik het werk van Jorge Luis BorSes kende en zelfs bewonderde .1k kwam hier als banneling van het dictatoriale regime van Pinochet en het was to verwachten dat mi'n belangstelling zou uitgaan naar de Poezie van Neruda of de romans van Garcia Mar9uez of Arguedas maar Borges, wat deed een schrijver als hil ' in mil'n bibliotheek? Het werd me al snel duidelil'k dat mil'n vrienden op ideoloSische gronden Borges niet in verband konden of wilden brenSen met de Latil'nsamerikaanse cultuur . De ArSentil'nse schrijver behoorde tot deSenen die niet geloofden in het ideaal van democratic en socialisme terwil'1 dat ideaal l'uist de reden van onze verbannin g was geweest . Dat een schrijver ofgewezen wordt op ideoloSische gronden is iets dat in alle culturen voorkomt maar daarom niet minder ramPzalig is . OnlanSs had ik het $eluk een bil'zonder boek to lezen dat me oPnieuw deed denken aan die afwil'zing van Borges en aan het verband tussen filosofie en literatuur in Latil'ns Amerika, lk heb het over De literator ais iiosoo de innerli1'ke bio8ra 'e van Jorge Luis Bor%es van Robert Lemm . De eerste vraag die bil ' mi) ' oPkwam namelil'k: Borges, een filosoof, deel ik naar ik aanneem met alle lezers die iets van deze Argentil'nse schrijver afweten . De Sedachte dat de filosofie beschouwd als een liefdevol zoeken naar de waarheidf haar oorsPronkelil'ke terrein verlaten heeft ten gunste van de Poezie en andere vormen van literatuur, heeft mil ' altil'd zeer aangetrokken zeker als ik denk aan de Latinl samerikasnse cultuur, die geen belangri)'ke filosofen k ent maar wel goede Poeten en romanciers die in hun werk een complete filosofische interPretatie geven van de werkelil'kheid . Maar men kan aan het eind van de twintigste eeuw nog maar moeilil'k van filosofen sPreken . Een van de laatsten van dit geslacht in EuroPa was Sartre en er zullen zelfs velen zi'n die in hem eerder een schrijver en dramaturg willen zien dan een filosoof . Vandaag de dag lil'kt het niet l'uist om denkers als urSen Habermas en Julia Kristeva als filosofen to betitelen ofschoon zi' degenen zil'n die zich, net als Descartes en Kant in hun til'd, op dit moment over de onderwerPen buigen die uit de westerse filosofische traditie voortkomen . Ik denk dat het Probleem Seworteld is in het feit dat de filosofie als discipline onherroepelijk versniPPerd is geraakt . De liefde voor de waarheid blil'ft omdat zi'l 130 1j 1'aargang 10, nummer 3 $e$raveerd is in de $enen van de mens/ maar de manieren om deze liefde tot uitdrukkin$ to bren$en zi1'n ontelbaar . Hedentenda$a is filosofie zeer sterk verweven met lin$uistiek , sociolo$ie- antro to$ie, historio$rafie en $a zo maar door. Mensen als Bor$es, Bahktin of ChomskY filosofen to noemen han$t naar mi'n idee dus of van ieders rsoonli'ke smack. In feite is het ook een tautolo$ie, immers elke zichzelf resPecterende schril'ver Lemm verwoordt hetzelfde wanneer hil' over 'de heterodoxen' schril'ft in de aPiloo$ van zi1'n boek wordt hoe dan ook achtervol d door het droombeeld van de waarheid en is dus in een woord een filosoof . Ik heb net al $eze$d dat de Sedachte dat de filosofie in het $eval van de Latil'nsamerikaanse cultuur, to vinden is in het werk van dichters en schri1'vers mil zeer cansPreekt . Vanaf de onafhankeli1'kheidminder dan twee eeuwen $eleden heeft het Latil'nsamerikaanse $edachten$oed in een afhankelil'ke Positie $estaan ten oPzichte van het EuroPese $edachten$oed . In de loop der 'aren hebben de Lati'nsamerikaanse intellectuelen als $ehoorzame of nieuws$ieri$a eunuchen / ideeen naar hun land $ebracht die $eboren en $a$roeid waren in samenlevin$en die duideli1'k van de hunne verschilden . Het $evol$ hiervan was dat deze ideeen romantische liberale, positivistische, marxistische niet zil'n oPgenomen in het cultureel erf$oed ; het zi1'n modellen die oP$evuld of $elee$d worden al naar $elan$ wie er net can de macht is /• de dichters daarentegen hebben de gave ontwikkeld om 'van binnenuit to sPreken', vanuit hun Lati1'nsamerikaanse achter$rond die in elk van hen tot uitdrukkin$ komt . Hierdoor bren$en zil' boeken voort die vertellen over mensen die in sPecifieke situaties verkeren / en daarmee doe! ik natuurli1'k niet o P de $eo$rafische situatie . Ik denk dan can de diePa christelil'ke $evoelens van de in ballin$schaP levende Gabriela Mistral can de eruditie $ekenmerkt door haar Caribische grondslag van Jose Lezama Lima can de innerlil'ke tweestri)'d van Jose Maria Ar uedas die zich verscheurd voelde tussen de uechuaanse en de Peruaanse cultuur/ ik denk natuurli)'k ook can Bor$es, can zi)'n bibliotheek in Buenos Aires waar hil' zil'n oeuvre creeerde dat het midden houdt tussen het onbewee$1like beeld dat Plato $econciPieerd had en het beeld van de eeuwi$e bewe$in$ van Heraclitus . Ik zou het niet aandurven ook maar een van de $enoemde literatoren filosoof to noemen ook Octavio Paz of Ernesto Sabato niet . Toch biedt elk van hen ons een interPretatie can van de werkeli)'kheid en de mensI een ethiek/ een metafYsica1 een esthetics / die noodzakeli)'kerwil's $ebaseerd is op de universele kennis van de filosofie en de literatuur, maar dan wel ezien vanuit een sPecifieke manier van zil'n/• die van de Latil'nsamerikaan . Bor es en a o~I'tiek Jorge Luis Bor$es bekommerde zich in zi)'n werk niet om de hedendaa$se $eschiedenis van zi1'n continent/ maar als staatsbur$er nam hil' er natuurli)'k onvermi)'deli1'k can deel . In 'ĽjOoS 1 3 1 1 3 2 VppY$ werkeli)'kheid was de houding van Bores togenover de mensen die aan de macht waren Argenti)'nser en Lati)'nsamerikaanser dan men wel zou denken in dit oPzicht is het hoofdstuk 'Borges en de ontkenning van de staat' in Lemurs boek verhelderend . Zi'n houdin wordt gekenmerkt door wantrouwen la ens de macht die wordt vertegenwoordigd door de ministeries de politie de gemeentebesturen de president, et cetera . Dit wantrouwen vindt zi)'n oorsProng in het feit dat de staat vanaf de ontdekking van Amerika en haar kolonisatie een instrument is geweest voor de elite our de natuur en de mensen in haar eigen voordeel uit to buiten . Vanaf de geboorte van de Latil'nsamerikaanse samenlevin g hebben noch de klassieke oPvatting van een staat ten dienste van een yolk noch de democratische mechanismen die de staatsburgers in staat stellen deze diensten op to eisen, hierin een Plaats gehad. En nog alti' moeten zi)' verworven worden door de nieuwe generaties van Politici en regeerders op basis van een dageli)'kse mspannmg. Welnu de afwi'zende en ontkennende houding )'egens de staat ofgezien van het overigens gerechtvaardigde besluit helemaal of ezonderd van de wereld in een klooster to levee is de slechtste waarvoor men kan kiezen; die veronderstelt immers dat men de heersende orde stilzwi)g' end goedkeurt en derhalve ook accePteert dat de onrechtvaardigheid en uitbuiting voortduren . Het is nog erger wanneer- zoals bi)' Borges het geval is, deze afwi)'zing en ontkenning geen absolute vorm aannemen . We weten dat Borges het communisme en het eronisme verafschuwde . Maar toen het moment was aangebroken, gof hi)' to kennen dat hil' de militaire regimes gunstig gezind was en hil' accePteerde zelfs een officiele onderscheiding van de Chileense generaal Augusto Pinochet in 1977 . Die houding van stilzwi)'gende goedkeurinS ten aanzien van de neo-fascistische Plannen van de militairen die hem vele vi'anden zou bezorgen en waardoor zil'n werk verwil'derd raakte van mil'> °enen lezers, moet in mil'n ogen begrePon worden als het gebaar van een man die- buiten de werkelil'kheid van de straat our, leefde in een universum dat gebouwd was op een klein aantal mYthen, waarvan er een vertelt over de zuiverheid en de moed van de soldaat . Borges lief vaak zi)'n bewonderin voor zil'n militaristische voorouders blil'ken . Hi)' was gefascineerd door de Chileense generaal de overwinnaar van de communistische invloeden in zil'n land . Gefascineerd door die mYthische figuur wiens misdaden hil ' vanwega hue kril'gshaftiga karakter rechtvaardigde . Een vreselil'ke Borgiaanse vergissinS: hil' lief na zi'n ideeen over de togica van de oorlo to toetsen in de zuideli'ke punt van Latil'ns Amerika alvorens het huldebetoon to aanvaarden . Dan zou hil ' namelil'k hebben vastSesteld dat de 1'aargan9 10, nummer 3 mYthe van de goede soldaat al lang en breed was doorbroken en dat er een misdaad werd begaan tegen de mensheid. De minachting die Borges had voor de Politiek was dus niet geheel consequueenntt;; zijn bi)'draga aan de cultuur echter is ondanks de ideologische kritiek- onbetwistbaar~; men denke aan het feit dat hi') ons als eerste heeft bi)g' ebracht 'het universele' to lezen en to schril'ven in het SPaans . Zi)'n grootheid loochenen op grond van zijn Politieke voorkeur zou togischerwil's betekenen dat ook Pablo Neruda ontkend zou moeten worden op basis van zijn communistische activiteiten en Ezra Pound niet meer gelezen zou mogen worden vanwega zijn zwak voor de Italiaanse duce . ores a s osoo Fioosofie in de Lati'nsamerikaanse literatuur? Nee als we de klassieke modellen in ons hoofd hebben . a als we in de werken van de schri'vers en dichters evenzo van sommiga schilders en musici het wezen herkennen van de Zuidamerikaan met zijn mooie en lelil'ke kanten, zijn zekerheden en zijn twil'fels . Het li)'kt eroP dat Latil'ns Amerika altil'd verschillend zal zijn van EuroPa en de Verenigde Staten, zelfs wanneer in de toekomst een behoorlil'ke economische ontwikkeling bereikt wordt ; het is dit verschil dat verscholen ligt in het werk van zijn dichters en schri)'vers . Iedereen kan het daarin lezen . Iedereen kan daaruit zijn kennis halen over de Latil'nsamerikaanse filosofie. In De iiterator ais ilosoo sPreidt Robert Lemm een diePgaande kennis van het werk van Borges ten toon- maar deze Argenti)'nse schri'ver is voor hem denk ik meer een aanleiding dan een onderwerP . Hi) ' neemt het in zijn boek op voor een van de door het modernisme en Postmodernisme meest verguisde onderwerPen van het EuroPese gedachtengoed, ik bedoel de metafYsica en met name haar christeli'k-idealistische versie . Robert Lemm maakt een keuze uit de lievelingsschril'vers van Borges, waaronder SPinoza Swedenborg, SchoPenhauer, Unamuno die hi) ' besPreekt als vertegenwoordigers van een verwaarloosde stromin verloren in de mare magnum van de moderne wereld- die wordt gedomineerd door het Pragmatisme dat eigen is aan de technologie . Via het idealisme en de metalysica van Borges biedt Lemm zijn e'gi en visie op de wereld aan . Het is zeker de moeite wasrd het them a van de aan- of afwezigheid van de metafysica in het modernisme en het Postmodernisme in een of twee boeken to besPreken maar het was misschien toePa sseli)'ker gewe est het miln visie op Bor ges' to noemen in Plaats van de innerii1'ke bio8ra 'e. Robert Lemm is to nadrukkeli)'k aanwezi om de titel zo nauw to betrekken o Borges . Deze verwarring is l'ammer, omdat Lemm goed op de hoogto is van de westerse filosofie en zeker in staat is om te zegen wat hil' wil, zonder zijn toevlucht to nemen tot een voorwendsel . Vertaiin8 uit het 5paans : Madeieine Verhoeven 'ioos 133 Verloren Arcadie Een interview met Joost Zwagerman Bertram Mounts en Iris Pronk Een nieuwe Publikatie van oost Zwa8erman stond herhaaldeli)'k bor$ voor onrust en commotie. Na zi'n debuutroman De houd8reep - verschenen in 1986 - Pleitte hi)' met de Maximalen voor straatrumoer in de Poezie . Tever$eefs overi ens : "Ik vied de Nederlandse dichtkunst no$ steeds een in$eslaPen bedoenin . De Maximalen hebben daar niet veel aan kunnen doen ." Zil'n tweede roman Gimmick, werd be'ubeld en ver$uisd: Zwa$ermans schets van de seksistische en corruPto kunstenaarswereld waarin hoofdPersoon Walter Raam zich bewee$t, werd door sommi$en als 'verontrustend' ervaren . Gimmick! werd in eerste instantie beoordeeld op de l'ournalistieke merites : wat kloPt er en wat klop t er niet . Ook de verschi'~ ning van V a 1 s licht Zwagermans laatste roman, werd eni$a ti1'd overschaduwd door een relleri$e deinin$: "Maar dat snort belan$stellin$ verwaait en verPulvert ." Straatrumoer heeft inderdaad voor serieuze erkennin$ Plasts $emaakt : de AKO-jury rieP - met instemmin van de critici - Vals licht uit tot een van de beste literaire werken van 1991 . In een $esPrek vertelde oost Zwa$erman over Gimmick! en Vals licht over zi'n schatPlicht aan d e low culture en de raal van de verloren onschuld: "Ik li)'k wel een vorser van mi)n ei en werk." In zi)'n Amsterdamse woning schenkt Zwagerman 'tPiysch-'ar~ee-nnegePntige' eer' - soonsfilterkoffie . Een doelmatiga uitvinding van de commercie vindt Zwaerman : "Zo word ik er til'dens het schril'ven niet toe verleid om een h ele pot koffie leeg to drinken." Gimmick! zit vol met vergelil'kbare 'tPischl Y 'aren-tachtig' verschil'nselen .• naast film muziek 1 3 4 en videocliPs zetten ook veel merknamen de toon. Hoofdstukken varen onder titels als 'Peter StuYv esant' en 'La isla bonita' ~• Personages worden getYPeerd door hue kleding en consumPties - zil' wassen zich met Lady's Own dragen Keith Haring-sokken en staren urenlan g naar S Channel . "Ik was even in de rouw toen Sky Channel verdween,; ik dacht oef, mi'~ n boek is alweer ouderwets . Al die namen van televisiekanalen mode-merken en video-artiesten moet l'e echter lezen als artefacten : het zil'n geen sPecifieke aanduidingen- maar soortnamen die aangeven in wat voor een universum Walter Raam zich bevindt. Ik heb de hoop dat ik het zo gedoseerd heb dat het verhaal ook in de toekomst overeind blil'ft . Voor mil' gaat het boek uiteindelil'k over de onvermil'delil'ke neergang van Walter Raam met als indirecte oorzaak zi'n ongelukkige liefde voor Sammie. A1 het andere is franl'e en die franl'e hoef l'e - als lezer in toekomstiga l'aren - niet Precies to kunnen thuisbrengen ." "Raam Groen en Eckardt representeren de wereld van kunstyuppies . De vorm van de roman moest de mhoud dekken ik heb er echt voor gewerkt om me een toon eigen to maken die net zo snel kortademig en hYPerventilerend was als het levee van de hoofdpersonen . Gimmick! i s een incident; Vals licht is een heel ander snort boek. De tone van Vals licht verbood het om weer zo'n spervuur van merknamen asn to leggen ." Herman Goiter en Gerard Cox Gimmick! mag dan een incident zi' ln , Zwa ermans voorliefde voor 'namen e n slogans' is dat zeker niet : "1k wil in de romans die i k geschreven heb en nog ga schril'ven de low culture een even belangril'ke en liefdevolle Plast s geven als de high culture. Daar heb ik ta1 van motieven voor. Ten eerste bee ik net zo goed 1'aar9an9 10, nummer 3 door de low als door de high culture beinvloed . Misschien door de eerste nog wel meer. Voor high culture kun l'e l'e ogen sluiten ; het is heel oed mogeliJ'k om een aantal dagen cultuurloos to leven . De low culture kun 'e niet uitbannen • het dagelil'ks leven is ervan doordesemd . Ik vind het een uitdaging om de low culture een dYnamische, natuurlil'ke Plasts to geven in mi)'n boeken." "Gimmick! moest een document zi'n van de l'aren '80 . Om een goed til'dsbeeld to schetsen most l'e niet alleen de high culture noemen - die is van alle til'den - maar ben 1'e 1'uist ook schatPliehtig aan de low culture." "1k ben ook zeer gefascineerd door het zogenaamde Blokker-effect : high culture wordt verlaa d er is een snort verticals refs . De videocliP zit nu in de lift- terwi)'1 Mondriaan massacultuur is geworden: er zil'n schort)'es met Mondriaan-motief, kaftpa ier, in Japan zelfs automobielen . Met Keith Haring is het het snelste agaan : die was op een gageven moment high en low togelil'k. Hil' exPoseerde in muses, maar maakte ook graffiti op New Yorkse metro's en op de Berli)'nse muur . Als ik van dat moeilil'k to traceren tral'ect iets kan weersPiegelen in mil'n romans dan last ik dat natuurlil'k niet na ." "Sommiga videocli s zil'n swoon kunst : Peter Gabriels 'Sledgehammer' bil' voorbeeld- of de animatievideo's van Prince 'Sign of the times' . Enkele videocliPs van Madonna zullen absoluut beklil'ven : 'Like a Prayer', maar ook 'Cherish' de clip van Herb Ritts. 'Cherish' is bil' wil'ze van sPreken de video-variant van het glossy magazine uit de l'aren '70- dat is natuurli)'k een en al verwil'zing. Daarnaast zi)'n er ook videocli s waarin verwezen wordt naar de recente kunstgeschiedenis ~; er zil'n ontzettend veel dadaistische en surrealistische PrinciPes in videocliPs terng to vinden . Michael acksons 'Leave me alone' zou )'e een dadaIstische collage kunnen noemen." "Het leidt nog al eens tot verwarring dat ik in mil'n werk zowel de hoge als de laga kunst omarm. Het meest hilarische wat mi' overkwam is de kritiek o De ziekte van 1'i1' . In een interview, een half l'aar voor verschil'ning van de bundelhad ik verkondigd dat )'e in ezie naar van alles kunt verwil'zen : naar de liefdeslYriek van Gorter en naar de hedendaagse telefoonseks- naar Martine BiJ'1 en naar Emily Dickinson . Toen D e ziekte van 1'i1' uitkwam verscheen er een kritiek in de Volkskrant waarin voorbeelden werden gegeven van mil'n tranentrekkende Poezie en mil'n uiterst belabberde Um eld. Bil' een citaat uit een van mil'n gedichten vroeg de criticus zich retorisch af: 'Is dit niet de stem van Gerard Cox?' En pats, dat was dus een zin die ik letterlil'k had geciteerd van Herman Gorter. a zet critici o P een bePaald spoor als l'e zegt dat l'e zowel door de hoge als door de laga cultuur bent beinvloed . Critici van een zekere generatie met een zeker waardePatroon heffen de vinger en zoeken alleen maar naar de laga cultuur ." "De ziekte van I'i 1' is ook een reeks dankbetuigen- een reverence aan voorgangers in de poezie : Hugo Claus Gerard Reve P .C. Hooft, Lucebert en Gorter . Dat is geen vril'blil'vende sPielerei- maar een statement dat liefdeslYriek alleen kan resoneren door andere liefdeslYriek . Een Poeticaal standPunt- maar togelil'kertil'd een liefdevolle en devote etuigenis van wie mi'l hebben beinvloed." Brat ack Na De ziekte van I'i1 ' heeft Zwagerman zi l'n gedichten vooralsnog naar de bureaula verbannen: "Ik voel me toch meer Proz, aschriJ'ver- en ik wil de Poezie er niet halfslachti g bil' doen." Wel schril'ft hil' zo of en toe - onder andere in V ri1' Nederland - kritieken en artikelen : "1k heb de luxe dat ik sours een boek 1 3 5 ma$ recenseren waar ik warm voor loop. Godzi'dank hoef ik niet stelselmati alle Nederlandse romans to lezen zoals een full-prof criticus moet doen . Het is heel merkwaardi$ dat ik in het collectieve eheu en - als er zoiets bestaat - ben blil'ven han$en als iemand die atta ueert . lk schril'f l'uist artikelen waarin ik mijn enthousiasme over een boek of auteur kwil't kan . Mil'n stuk over de hedendaa se Poezie, 'Het l'uk van het grote niets' is misschien een van de drie , vier Polemische stukken die ik $eschreven heb ." Van ' leiten voor ei en werk' diem een schril'ver zich in recensies to onthouden • ersoonlil'ke lansen mo en niet o de rug van een to besPreken boek $ebroken worden . "Aan de andere kant kan l'e dat ook niet vermiJ'den : waarom schri'f ik niet over Genesis en wel over Madonna waarom schri'f ik niet over Norman Mailer en wel over Henry Miller- waarom schril'f ik niet een stuk over Philip Roth en wel over .D . Salin er? De onderwerPskeuze verraadt al heel veel van 'e ei$en voor- en afkeuren . Sommi$e kritiek is dan inderdaad een snort verkaPto autobio rafie ." Zwa erman stelt o dit moment de bundel Colle8a's van God samen, waarin ondermeer zil'n opstellen over Salin er Madonna, Gerard Reve en Andy Warhol zullen worden oP$enomen . Colle%a's van God zal waarschijnlijk begin vol$end l'aar verschil'nen . "1k ontdekte dat dit ei$enlil'k mijn incest autobio$rafische boek tot flu toe is : het is de autobio$rafie van mijn smack het is mijn vormin$ . Het feit dat ik Madonna en Prince een Plaats $eef tussen SchoPenhauer,, Salin er Gerard Reve is bepalend voor de manier waaroP ik literatuur bedril'f ." oost Zwa erman is vooral na Gimmick! wel ver eleken met Amerikaanse Bratpack-auteurs als Brett Easton Ellis Tama anowitz en Jay M.cInerney Voor deze auteurs kan Zwa erman ook wel waarderin$ o bren$en, maar : "de echt bil'zondere 'one schril'vers vallen daarbuiten ." "1k vind David Leavitt erg $oed en met Michael Cunningham heb ik ook veel op . Martin Amis is van een andere orde. lk las Money pas nadat ik Gimmick! $eschreven had, en toen ben ik wel even een P aar blokl es om$a$aan . Als ik Money elezen had voordat ik can Gimmick! was be onnen dan was het er waarschi)'nliJ'k nooit ekomen dart was ik erg ontmoedigd geraakt . Voor Martin Amis mask ik een diePe bui$in$ ." Verloren onschuld Voordat Zwa$erman met de schril'farbeid be int wordt een roman door hem eerst $rotendeels 'uit$edacht' : "Voor het oo van de buitenwereld doe ik niets : ik mil'mer en ik soes . Dan ben ik dus een roman aan het uitdenken -hoofdstuks$ewil's sla ik dat op.,, "De passages in Vals licht die mil' het dierbaarst zil'n, zil'n die van het kortstondi$ $eluk: het moment waaroP Lizzie eindelil'k haar ontslotenheid verliest en de da en van het kindersPel . Ambachtelil'k $eze$d : ik beschril'f liever een $elukki$a liefde dan een tram die komt aanril'den . De passages over $elukweldaad en natuurli'k de onvermil'deli)'ke melancholic heb ik echt met hartekloP en devotie $eschreven ." "1k moet $eemotioneerd zil'n, een staat van a$itatie hebben om $oed to kunnen schril'ven . lk schril'f emPatisch . Als Walter Raam met zil'n hoofd op het mariner van het Stedelil'k Museum klaPt, dan voel ik mijn maa$ om$aan- dan heb ik zelf ook hoofdPil'n . Ik doe mee- ik leef het leven van mijn personages . Toen ik bezi$ was met Vals licht warm Simon en Lizzie mijn coinPanen • als een van hen verdriet had huilde ik mee. lk vond ook dat ik moest weten hoe het voelde om heroine to hebben $ebruikt . Bil' wil'ze van experiment heb ik dat twee keer $edaan op de manier van de $emiddelde junk, inhaleren met zo'n zilverPaPiertl'e . lk ben misschien no niet bi'J machte om een roman to schril'ven met een medische encYcloPedie op mijn bureau - zoals A.F.Th . van der Heil'den toen hil' De slag om de Blauwbru% schreef. Niet dat ik vind dat l'e alles moet doen wat l'e personages doen, maar bi'l sommi$a personages moet l'e $eheel en al mee$aan. De last van de wereld die zil' voelen is til'dens het schri>'ven )'ouw last . Dat zou Pathetisch kunnen klinken maar zo werkt het wel voor mi' ." Zwa$erman heeft tot nu toe drie romans op zil'n naam staan . 0P zi)'n debuut kil'kt hil' tern$ als een hele s Peelse roman' : "De houd8reep staat nu het verst van me of • ik heb het onlangs pas weer herlezen." Van De houd%reep zal bin nenkort een herziene Pocketuit$ave verschil'nen. Vals licht en Gimmick! werden door sommi a critici over een kam $eschoren : in 1'aargan9 10, nummer 3 beide romans worden immers 'subcultures' beschreven - in Gimmick! d e wereld van de kunstYuPPies en in Vats ticht die van de Prostitutees . Een nogal merkwaardiga reactie vindt Zwagerman : "Gimmick! en Vats licht sPelen zich of in scenes die absoluut niets van elkaar weg hebben . Het zil'n twee totaal verschillende boeken . De leefwereld die ik in Gimmick! Portretteerde staat ver van mijn eigen 8emoed en aard : ik ben veel 1Yrischer aan ele d dan de Personen in de roman. Gimmick! is geen afrekening met de kunstwereld zoals wel eens geopPerd werd last dat voor eens en voor alti'd duidelil'k zil'n . Ik had net zo goed de zonzil'de van die hele kunstwereld kunnen beschril'ven maar ik heb en dat ligt wel meer in mijn aard - gekozen voor de nachtzil'de- de tragische kant . Ik ben ook helemaal niet de Persoon om ergens mee of to rekenen . Gimmick! is natuurli'k wel een kritisch boek - het zet vraagtekens bil' het seksisme, bi'l de corruPtie in de kunstwereld - maar het is minder Pamflettistisch dan werd aangenomen ." "1k eloof dat ik veel meer mijn hart en ziel ten dienste heb gesteld van de hoerenwereld dan van de kunstwereld . Vats licht heeft jets van een solidariteitsverklaring aan de Prostitutie ." Toch is er een overeenkomst tussen de hoerenwereld en de kunstwereld - maar die heeft niets met yuppies of hoeren to makes: "Ik ben er van overtuigd dat troebele motieven - in elk segment van de maatschaPPil' - altil'd de boventoon voeren dat onoPrechtheid altil'd zegeviert- dat het Arcadie verloren is, hoe l'e l'e best ook doet ." Zwagermans personages streven terng naar het verloren Arcadie zelfs al weten zil' dat hun o ingen vergeefs zil'n : "Mil'n credo is terng to vinden in Vats ticht : als l'e maar genoe l'e onschuld ensceneert, dan houdt het ensceneren als vanzelf op . Herwinnen kun l'e l'e onschuld nooit maar als l'e het met toewil'dinS en devotie ensceneert - zoals Lizzie en Simon does - dan heb l'e een glimP van de ooit verloren onschuld terng. Daar gaat het in mijn boeken om : de geliefde wordt gezien als de ersoon die de verloren onschuld terng kan brengen die toegang kan geven tot het verloren Arcadie ." De Poging om het Arcadie to herwinnen kril'gt in Zwag ermans werk o verschillende wilzen gestalte : van het ogenschil'nlil'k onschuldige kindersPel uit Vats ticht tot Freudiaanse 'com lexen' zoals in het verhaal 'Fen elukkige Poging' . Hierin creeert een kunstenaar een enorme baarmoeder waarin hil' wil verdwi)'nen • "BePaalde personages in mijn boeken zil'n toch ook tameli'k oediPaal verminkt . In 'Een gelukkige Poging'- mijn meest groteske verhaal is dat in het extreme gesteld : de hoofdPersoon Saat letterlil'k terng naar de baarmoeder . In Gimmick! komt dat bi1' voorbeeld op een meer omfloerste manier terng ." Aan het begin van de roman raakt Walter Raam in een New Yorkse peepshow verzeild . Door een luikl'e aanschouwt hil' een op Whitney Houston lil'kend negermeisl'e : "Ik zou willen dat ik klein was veel kleiner dan het negermeisl'e- ik zou willen dat ik zo klein was dat ik door het luikl'e kon klimmen dat ik net zo klein was als dat kutl'e van haar. Dan zou ik mezelf kunnen oProllen mijn hele kleine knieen oPgetrokken tegen mijn hele kleine borstkas ik zou het negermeisl'e vragen of ze mil j na haar werk in haar l'aszak of in haar handtas zou willen meenemen naar haar a artement naar haar slagpkamer . .. . Nooit meer wakker- alti)'d thuis ." (Pagina 16 ) "Dat hasgt weer samen met het hele ideaal van zielsverhuizing : Walter Raam wil zo klein worden omdat hi' een onderdeel van haar wil zil'n . In de 9ueeste van Simon Prins zit dat ook een beetl'e : uiteindelil'k wil hil' in een snort continue halfslaaP Seraken die oPtreedt als hi'l zichzelf onbestaand waant als hi' zich een mutant waant van Lizzie Rosenfeld . Dat is zil'n oPtiek van de liefdevolle begeerte : niet de ander willen hebben maar de ander willen worden . Doodsdrift is mijn personages vreemd ze hebben alleen 'het verlangen om er niet to zil'n', zoals eroen Brouwers zegt - en die heeft het weer van Willem Brakman ." "In De houd8reep schrikken Adrienne en Ingmar van de sensatie dat ze voor een ogenblik de ander worden . Dat is jets anders dan de romantische ineenvloeing uit vroeger til'den het heeft to makes met androgYnie . Het hart van het meisl'e in mil' gaat sneller kloPPen als ik het l'ongetl'e kan ontwaren in het meisl'e van mijn dromen." Verliefdheid als 'het verlangen om er niet to zil'n', als middel om in de ander to verdwil'nen . Het 'object' van die verliefdheid komt hierdoor weinig tot zil'n recht Zwagermans personages 'Q0)r$ 1 3 7 hebben hun "begeerte lief en niet het begeerde" (Vals licht, pagina 198) . "Daar geloof ik ook sterk in : Simon cultiveert uiteindelijk zijn begeerte. Dat heeft iets feodaals, dictatoriaals : om jouw begeefte en verliefdheid to projecteren op de ander . De ander komt zo helemaal niet uit de verf ; Lizzie wordt bedolven onder Simons obsessionele liefde ." "Connie Palmen ze$t er$ens in De wetten dat het een misvattin$ is dat l'e van )'ezelf moet houden om van een ander to houden . Dat ben ik helemaal met haar eens: )'e kunt een heel laa zelfbeeld hebben en toch hartstochteli'k verliefd ziln o een ander . Ik hou helemaal niet van mezelf en dat vind ik ook een van mil'n weini$e $oede ei$enschappen. Van mensen die van zichzelf houden kril' $ ik rilline$n~; l'e hebt veel meer aan mensen die verscheurd worden door be aalde din en . In Vals licht wordt Simon verscheurd door ziljn Problematische liefde voor Lizzie - en deze misere heeft hi)' aan zichzelf to wi)'ten : "Verliefdheid rust op het roekeloze bes lu i t verliefd to worden ." Pa$ina 40 "Simon maakt zich willens en wetens een kwellin$ ei$en~; hil' heeft het inzicht dat hil' naar de of$rond $aat . Waarom aat hil ' dan door? Destructie is het niet: Simon is helemaal $een destructief personage. Het heeft to maken met het feit dat inzichten helemaal niet alti'd er ens toe leiden . Dat is een worst die ons wordt voor$ehouden: als l'e maar inzicht in l'ezelf hebt dan komt het allemaal wel oed - de hele $eestelil'ke hulpverlenin$ draait om dit onzinar$ument. Door inzichten rack l'e alleen maar meer bedreven in het omzeilen van de din$en die l'e zou moeten doen in het maskeren van de zwakheden die ziljn bloot$ele$d door die inzichten ." "Inzicht leidt uiteindeliljk alleen maar tot no g meer twil'fels, no meer onzekerheden . a l'aa$t in het leven toch altil'd die din$en na die helemaal buiten de sfeer li en van rationele overPeinzine$n~• wat dat betreft hang ik een wereldbeeld aan dat een snort kruisin$ is van SchoPenhauer en Freud . De mens wordt niet $ere$eerd door ziljn verstand maar is volkomen slaaf van de wil die in hem gist . Diezelfde levenswil stort hem in de of rond ." 138 ~QO~ff op de weg die Ieidt naar kennis en creativiteit zijn wij graag uwgids brooso sCf"11Ir 1 Stadhuisbrug 5 3511 KP Utrecht tel . 030 - 313804 Heidelberglaan 2 Trans. II, 1 e verd . tel . 030 - 518518 uwgids in boekenland 1aar9ang 10, nummer 3 Ik wilds dit keer- bil' wil'za van uitzonderin $ eens NIET over de Duitse ellende-$eschiedenis schriN en, maar $ewoon een $ezelli$ kletsverhaal overzoeits heerlil'ksals'Fruhlin$ in Berlin' uit mi1'n duim zui$en . Zoals: de honderdduizenden BerliJ'nse bomen in alle schakeringen van type en roen aan hun voeten een overdonderende bloemenPracht, de honderden terrassen vol van vroli1'k klinkende $lazen, de tientallen $odzil'dank voor honden verboden'Lie$ewiesen' dus $een Duitse endant van de Nederlandse door hondedrollen verPeste weidetl'es bele$en door vaak bloedmooie half- of heelblote zonaanbidders halfblote auto's $enaamd 'cabriolets' van beroemde merken en ontwerPen overal in het straatbeeld . De warms zomer in het verschiet . De heerlil'ke luxe & overdaad van het Duitse'Wirtschaftswunder' met de sterke D-Mark. Toen ik een Paar maanden $eleden in de lounge van een of ander Grand-Hotel-International in een Aziatisch land bi' het zien van de wisselkoersentabel op de balie mil'n Amsterdamse reisenoot met onverhuld leedvermaak attent maakte op de zoveel $unsti Ser koers voor de D-Mark dan voor de Hollandse Florin, lbeet hil ' miJ' op snerPende toon toe : "Waarom sPreek lij niet $ewoon de hele da$ Duits Mann!" Internationaal loun$e-Publiek keek $eschrokken op. - en ik be$reeP : l'e most toch voorzichti$ zil'n met dat snort Duitse din$en die bi)' anderen buiten Duitsland de rest van de wereld $evoeli$ li$$en . Duitse $eschiedenis . Dit alles terzi)'de, - ik wilds schri)'ven over de monists til'd van het l'aar om in Berlin )to zil'n . Echter, ik heb miJ'n BerliJ'nse voorJ'aarsimPressies no$ nauweli)'ks in kladversie aan het PaPier toevertrouwd, of daar gebeurt het : 'Weltstar Marlens Dietrich' overli)'dt in Paril's, zoals Radio Oran)'e d.i. onze nationals trots : de Nederlandse WereldomroeP op donderda$mor$en 14 mei $evoelvol meldt "omstreeks cursiverin$ van mitl achti$)'ari- $e leeftiJ'd". Maar het werkelil'k $rote nieuws voor Berlin is dan : in haar letterlil'k ultieme w"iJsheid heeft ze besloten in haar $eboortestad- in deze stad dus begraven to worden . Na de 'Wends' in 1989 had ze, op een vraa$ van een )journalist of ze nu Na de muur naar Berlin zou tern$kerenf $eantwoord met die omineuze son$titel : "Ich hab' noch einen Koffer in Berlin" . Daar li$t ze nu voor$oed in, op een kilometer afstand van mi'n woonadres . Dat is in Berlill'nse afstandsbe riPPen : om de hoek. En was zi' l iet "die Koni$in der Schwule"? Ik heb haar Por - tret vaak in kamers zien han$en waarvan ik de bewoners ernsti$ van de to$ennatuurliJ'ke herenliefde verdacht. Zi' masturbeerde de eikel van de microfoon wanneer ze over 'Johnny' zon$ . Wat deed ze ei$enliJ'k niet op dat $ebied? Schwulen wierPen dan ook Pathetisch bloemen naar haar kist op de open Cadillac . Terecht . Daarom most ik nu maar iets over dat li'k schriJ'ven- en dat betekent toch weer : over de Duitse eschiedenis . "Marlenes Heimkehr" -dat is het hoofdartikel op de front a $ina van Der TaSess p ie%ei. Een oed stuk dat exact voor de zoveelste keer de problematiek verwoordt : Duitsland heeft een Probleem met zi1'n $eschiedenis . In verband met Marlenes Heimkehr is in de $ele Pers het woord "Verraterin" al weer $evallen : "Die Bilder ihrer Auftritte vor den GIs an der Front in Frankreich scheinen in der alteren Generation wie seelische Verletzun$en zu haften. Ihre Heimkehr zei$t dass der ersten deutschen SPaltun$ in diesem ahrhundert der von Exil and Da$ebliebensein- nosh nicht $eheilt sind" . Over de tweeds Duitse "SPaltun$", die tussen oost en west inmiddels eografisch o gsheyen maar economisch verscherPt- zal ik nu maar even zwiJ$' en ;~ dat lil'kt me ook no$ lan$ to kunnen duren voor van eni$a 'Heilun$' sPrake is . Vori$e week had ik in miJ'n college 'Die aktuelle Presseschau' over bericht$evin$ in Nederlandse kranten toch weer zo'n scherP smoelt)e, 25 )'aar schat ik- die beweerde dat dat buitenlandse $ezeurover Duitsland en het verleden nu maar eens moest oPhouden . HiJ' had daar toch niets mee to makers . Het ws toch duidelil'k dat de)'oodse lobby onder andere in Amerika daar achter zat . Ik ki'k dan naar zo'n vent)'s- zet in $edachten een $rote t o dat smoeltle-- en dan zil'n we weer tern$ waar het allemaal be$on. Maar ik dwaal af. De benen van Marlene . Ich stehe nicht so auf sie . Ik bedoel : ik ben nooit zo'n schwarmer van La Dietrick $eweest . 0P mil'n l'on$enskamer king nooit haar foto . Haar films dat snort films vind ikeigenli)' k vreseli)'k. Zin$en kon ze sowieso niet masr als 'diseuse' heeft ze aan$ril'Pende teksten $apresenteerd die mil ' anno nu, enfin: aan$ril'Pen: "Man hat uns nicht efra$t, als wir noch kein Gesicht ob wir leben wollen oder lieber nicht ... wenn ich mir was wunschen durfte kam' ich in Verlegenheit, was ich mir dann wunschen sollte eine schlimme and em' $ute Zeit ..." Ik moet bekennen dat ik deze wunderschone tekst ooit door Dietrich gediseerd , nu citeer van de CD Mehr verliebte Lieder van Georgette Dee. Ik ben een Schwarmer, maar als ik nu een gersoon m v hier ontdekt heb, is dat : Georgette Dee . Fen student nodi de mi1' twee l'aar $eleden uit met hem mee to $aan naar een optreden - toen in een tent er$ens in Kreuzber$. Inmiddels staat Georgette Dee in de $rote theaters van Berlin . En dat is het m v dus voor mil' : dat is mi1'n Dietrick. Een rommeli$e ~' ngen slordi$e kledin$ , $ekke l'urken, 'klamotten', nauwelil'ks make-up, maar dan daarbil' die doorrookte stem die duitse chansons die act . Mi'n idool. De dood van La Dietrich haar zogeheten thuiskomst in Berliln, de duitse$eschiedenis ik sta er 140 V W~LS ook maar een beetl'e als een rommeli a l'on en hoewel . .) to$enaan to kil'ken . "Berlin nimmt Abschied von dem Weltstar Marlene Dietrich" ko artikel in Der Ta8esspieSeI. Ik ben $een Berliner en ik zal het ook nooit worden maar ik voel iets mee want zil' is toch het sYm bool van de vrouw die 'nein' zei teSen de nazi's en daar de absolute conse9uenties uit trok . Ze $i n$ we$ in 1930, ze komt tern$ in 1992-als dode voor een laatste rustplaats op het kerkhof naast het of van haar moeder. Dat lil'kt mil' zo sYmbolisch voor de tra$iek van de Duitse eschiedenis : de Duitsers hebben in deze eeuw alles font $edaan maar sommi$ a Duitsers hebben toch sommi a din en minder font $edaan dan andere Duitsers . Marlene Dietrick, begraven hier om de hoek, is een vrouw die tot dat andere Duitsland behoort. Vanmidda$ ben ik eens rond dat $raf $ewandeld . a, zil ' hoort hier, bil' die "te$en$eschiedenis" zou Harry Mulisch ze$$en - zi1' lit hier $oed . Waarmee ik niet wil ze$$en dat het met 'Duitsland' ooit no$ $oed komt. Ach Deutschland! Maar het voor' ar in Berlin is 'wunderschon' . Frans de Rover 1'aar9an9 10, nummer 3 I am anxious to deal with that shadow by myself alone Hoofdpersoon en schaduw in romans van Joseph Conrad, L.-F. Celine en W .F. Hermans. Jeroen Steenbakkers Heart o Darkness 1902) Voyage au bout de la nuit (1932) en De donkere kamer van Damocles 1958 behoren tot de top van de twmti8steeeuwse letterkunde en de teksten zijn als zodani8 8ecanoniseerd . In deze drie teksten ziet de hoofdPersoon zich 8econfronteerd met een 'schaduw-ik'. De'schaduw-ik' is PsYchisch en/of fYsiek aan de hoofdPersoon verwant maar er zijn ook verschillen. Vooral die verschillen zijn van beslissende invloed op de loop van de 8ebeurtenissen. Marlow Heart voelt zich sterk aangetrokken tot Mr. Kurtz een Europeaan die zich ophoudt in de rimboe van Belgisch-Congo . Bardamu (Voyage) ontmoet zil'n'schaduw-ik' in Robinson . De twee to- Pen elkaar op de meest vreemde Plekken tegen het lil'f. In De donkere kamer lil ken Osewoudt en DorbeckoP elkaar "zoals een neSatief van een foto til'kt op een Positief" PaSina 22) . De 'schaduw-ik' zet de hoofdPersoon aan tot aktie : reizen of het Pte8en van verzetsdaden . Zodoende komt de hoofdPersoon in aanraking met de duistere karat van de menselil'ke psyche . Het element 'donkerte' s tt niet voor niets een o vallende rot in de titets van deze boeken . De donkere kamer is een aantal keren in verband gebracht met de traditie van de dubbelSanger- die immers vanaf de Romantiek regelmatig in titerair Proza oPduikt. M. DuPuis constateert dat er verwantschaP is tussen de 'PsYchomachische' fi8uur Dorbecken de hoofdPersonen van enkete twintiSste-eeuwse Nedertandse romans: Van Oudhoorns Bastardier Laatste dagen , Vestdil'ks Caroli Fen moderne Antonius of LamPo's Stiller De komst van oachim Stiller .2 Het oors ronketil'ke van De donkere kamer li8t, aldus DuPuis- "vooral in het heel bi1'zondere romantPYa dat Hermans hier - uitgaande van de hem volkomen eigen aranoia-thematiek heeft weten uit to werken." Terecht constateert DuPuis dat Hermans' hoogst ei en thematiek verschilt van die van de andere door hem genoemde schril'vers . Het verschil tussen zijn thematiek en bil'behorende leveesvisie en die van Conrad en Celine is veel gerin er . Het verschit is eerder 8radueet dan structureel van aard . Vanuit dat rs ctief is het boeiend teksten van deze drie auteurs met elkaar to vergelil'ken. In dit artikel wit ik de confrontatie 'hoofd ersoon schaduw-ik nader belichten bi de voornoemde boeken . De teksten vertonen uitgaande van$l eliksoortigefilosofischegrondSedachte- versc 'tlen die corresPonderen met de verschillende ti vakken wasrin de teksten 8eschreven zil'n . Ik wit aantonen dat overeenkomsten en verschillen in thematiek zich weersPi eld zien in overeenkomstep en verschillen in de confrontatie van de hoofd- Persoon met diens schaduw . w. Smulders merkt bi ztiln interPretatie van De donkere kamer terecht op dat kennis van het dubbelgangersmotief niet de steutel tot de interPretatie van die tekst kan zil'n .5 Het is eerder andersom : kennis van de interPretaties van verschillende tekstep kan leiden tot inzicht in het functioneren van het dubbel8angersmotief. De hoofdpersoon De belevenissen en gedachten van de hoofd ersoon worden in deze teksten nauwkeuri wear sgeven. De lezer kril'gt regelmati inzicht in onuitgesProken Sedachten van de hoofdPersoon maar nooit in die van diens schaduw. Aan boord van een schiP dat stilligt o de Thames vertelt Marlow aan vier madePassa iers over zijn belevenissen in Belgisch-Congo en zijn ont- 1 4 1 moeting daar met Kurtz . Het verhaal is oPgetekend door een van de toehoorders maar de anecdote zelf - de refs door de wildernis en de confrontatie- is sterk gekleurd door Marlows eigen onconventionele visie. Een voorbeeld daarvan is zijn invulling van de termen 'dark' en 'light', die zich al uit bi)' zijn eerste oPmerkinS wanneer hi') over London en omgeving zegt : "And this also ..] has been one of the dark places on the earth" Pagi - na 7) . Re elmati worden observaties ondergebracht in dat begriPPenPaar, dat onder andere corresPondeert met de inlandse cultuur van Afrika versus valse civilisatie. Voyage houdt het midden tussen een levensbiecht en een scheldkanonnade . Vanaf de eerste regel is Bardamu zelf aan het woord : "Zo is het begonnen. Ik had tevoren nooit jets gezegd . Nooit" Pagina 9) . De hoofdPersoon zal ruim 600 Pagina's lan aan het woord bli'ven . Het verhaal van zijn belevenissen is doorsPekt met aforismen over de miserabele staat van de mensheid in het algemeen en die van hemzelf in het bi'zonder . In De donkere kamer volSt een vertelinstantie het doen en laten van Osewoudt en niemand anders dan hem . De lezer weet dus niet meer over diens raadselachtiSa dubbelganger dan Osewoudt zelf . W.F . Hermans 142 DehoofdPersonenbevindenzichindebeginPeriode van hue volwassen levee . Ze zijn of voelen zich niet gebonden door maatschaPPeli)'ke en sociale banden . Het eerste gaat op voor Marlow en Bardamu; het laatste voor Osewoudt die niet erg verantwoordeli'k omgaat met vrouw- moeder en sigarettenzaak . De PsYchen komen in zoverre overeen dat ze oPenstaan voor avontuur, zoals ze ook openstaan voor een 'schaduw-ik' met een beslissende invloed op hue levees . Er is echter wel verschil in de manier waaroP de hoofdPersonen tot hue avonturen komen . Heart is daarover eenduidi : Marlow is een avontuurlil'ke matrons die bewust kiest voor een tocht naar Belgisch-Congo : "At that time there were many blank spaces on the earth, and when I saw one that looked particularly inventing on a map but they all look like that I would point m Y finger at it and say: 'When I grow up I will go there" agina 5) . Bardamu's keuze verlooPt op een andere- voor hem karakteristieke wil'ze . Aan het begin van de roman bevindt hil' zich met een vriend op een Pari)'s terras . De Eerste Wereldoorlog is uitSebroken en de vrienden discussieren over oorlog en vaderlandsliefde . De vriend komt daarbi' heel wat Patriottistischer over dan Bardamu . " uist op dat moment kwam de oorloS 0P ons of zonder dat we het merkten en mil'n hoofd was niet erg helder meer" Pagina 12) . De vrienden kletsen nog wat over de waanzin van oorlog en vaderlandsliefde wanneer het volgende gebeurt : "Maar last me daar net voor het cafe waar wil' zaten een regiment voorbi)' trekken met vooroP de koloeel op zijn Paard, en hil' zag er zelfs erg aardig uit en heel flunk die kolonel! Ik sproegenthousiast op . - Ik ga eens kil'ken of het echt zo is! schreeuwde ik Arthur toe, en weg was ik om me to melden, in looPPas nog wel. - e bent belazerd Ferdinand Bardamu ! rieP Arthur terng- geergerd denk ik, omdat die heldhaftigheid op alle mensen die daar naar ons keken f zo'n indruk maakte" Pa ina 12) . Wat de hoofdPersoon doet contrasteert met wat hil' zeSt. Bardamu's werkeli)'ke bewee redenen bli'ven duister daar ze bedekt liggen onder een Sroteske situatie . Waarschi)'nli)'k is het Bardamu zelf ook onmogeli)'k zijn beweegredenen to doorgronden . De donkere kamer toont een nog ondoorzichtiger beeld . De eerste verzetsaktie van Osewoudt woodt ingeleid door een oPdracht van Dorbeck- een fY- 1'aar9ang 10, nummer 3 sick sterk op hem lil'kende Nederlandse officier . Til'dens de korte woordenwisselin$ in Osewoudts winkel regent, stormt en bliksemt het terwil'1 de stroom is uit$evallen : "Ik heb weini til'd . Ik heb Jje nodi . e moet zor$en dat )'e dinsdagmiddyg our kwart voor drie in de stationswachtkamer van het station Haarlem bent . Hier ... . Dorbeck Pakte Osewoudt s hand en drukto er een zwaar voorwerP in hier heb l'e een Pistool . Dat neem l'e mee" Pa$ina 30) . Osewoudt accePteert de o rachten van Dorbeck blindelin$s als de bevelen van een suPerieur . De verschillen in wil'ze van handelin$ illustreren het verschil tussen de hoofdPersonen . Marlow maakt een bewuste keuze . Hi' zal dat het hele verhaal door blil'ven doen . HiJ ' be$eeft zich naar het donkerste hart van Afrikal symbool voor de donkere kant van de psyche, maar hiJ ' keert wi)'zer van de tocht tern$ . Bardamu's imPulsieve, onlo$ische reakties vormen een leidmotief in het boek . ZiJ'n daden hebben to maken met een PersoonliJ'ke oPvattin$ van het noodlot . Slechts een keer vindt hiJ ' zijn $elukf bi'J zijn relatie met de hoer Molly in Amerika maar ook daarvan doet hil ' afstand overi$ens pas nadat hiJ ' zijn schaduw Robinson weer te$en het liJ'f is $etoPen : "De natuur is sterker dan l'ezelf, dat is 't . We kriJ$' en een rol toebedeeld die we moeten Proberen to sPelee en daar kom 1'e dan niet meer onderuit" Pa$ina 383) . Osewoudt heeft volstrekt $een zicht op zijn verzetsdaden . HiJ ' verricht ze in o racht van Dorbeck 1hi) ' wordt $emaniPuleerd door de Duitsers of Probeert zo nu en dan iets op ei$en houtl'e to ondernemen. Dat laatste resulteert steevast in onzinni - heden of mislukkin$en. De situatie De hoofd ersonen van deze teksten bevinden zich het $rootste deel van de til'd in 'dwan situaties' situaties dus die een enorme druk op de Personen uitoefenen . Dat heeft to$ischerwil's copse9uenties voor de handelin$en en $edachten van die Personen. Marlow daalt of naar 'the heart of darkness' niet toevalli$ vol$t Bardamu - na zijn oorlo servarin$ en - dezelfde we$ . In een vroe$a recensie van Voyage wi)'st Levi-Strauss op overeenkomsten en verschillen tussen beide situaties: "De Afrikaanse beProevin$en kunnen tot de betere - eerste klas passage's $erekend worden . Hoeveel namen komen op biJ ' het lezen van deze evocatie van kolonialisme? Conrad komt in gedachten, maar een Conrad wiens Poetische mysterieuze schaduwen zijn verhard1 estold met scherpe kanten , wasr avonturiers eenvoudi$weg exploiteurs en oPlichters zil'n, de diefachti$a allochtonen eenvoudi$ we$ imbecielen het verstand van de Europeanen vervormd is door klimaat en exotische lucht door een verrottende massy alcohol, syfilis en koorts .116 Het belan van de oorlo voor De donkere kamer is onder andere dat communicatie moeizaam verlooPt1 zodat Osewoudt en anderen geen al eheel overzicht hebben op de situatie . Dwan situaties lenen zich voor eweld . Sours is dit $econtroleerd 'noodzakeli)'k' geweld,• in deze teksten is het meestal zinloos $eweld . In de drie boeken staan beklemmende voorbeelden van onheroische wreedheden . Het schokkende aan de visic van deze teksten is dat de barbaarsheden die aan het licht komen in dwan situaties1 niet als inherent aan de situatie, maar als inherent aan de menselil'ke natuur zelf $ezien worden . Vandaar dat oorlo$ 'de normale staat van de mens is' . Marlow weet dat "since he had peeped over the edge himself" a$ina 65) . Zi1'n waarheid is die van een elouterde : "They anderen were intruders whose knowledge of life was to me an irritating Pretense because I felt so sure they could not possibly know the things I knew" Pa$ina 66) . Bardamu formuleert een radicaal nihilisme : "Hoe lan$er J'e op dezelfde P 1 lek blift han$en- des te meer zie l'e de din$en en de mensen in al hue naaktheid • ze rotten we$ en be$innen sPeciaal voor 1'ouw to stinken" a$ina 338) . Osewoudt komt niet tot uit$esProken conclusies. Zi1'n reoccuPatie met Dorbeck maakt hem dat onmo$eliJ'k op het moment dat het verlooP van zijn levee en ziln situatie in de cel wel daartoe aanleiding $af. Niettemin stuurt de roman de lezer in de richtin van een no radicaler nihilisme : niet alleen is de mens zijn medemens een wolf; doeltreffende communicatie tussen mensen is PrinciPieel onmo$elil'k . De schaduw-ik De handelin$en van Marlow komen rationed en to isch over. De handelin en van Bardamu en vooral van Osewoudt, J liken niet meer $estuurd door conventioneel to$ische bewee redenen. Deze oPtoPende $raad van vervreemdin corres- ~/{IOY$ 1 4 3 Pondeert met een oPtoPende $raad van abstraktie van de schaduw-fi$uur en een toenemende onmo- $elil'kheid van de hoofdPersoon zich to handhaven in de wereld . Marlow hoort in Afrika voor het eerst van Mr . Kurtz. Til'dens de refs naar diens nederzettin$ in het donkere hart van Bel$isch-Congo neemt zijn fascinatie voor Kurtz toe. Bil' aankomst blil'kt de door iedereen bril>'ant $eachte Kurtz to zil'n door$edraaid. Hi1' sPeelt dictator over de inlandse bevolkin$. Na eni$a comPlicaties words Kurtz in de boot mee tern$ $enomen en sterft til'dens de refs . Marlow is bil' hem wanneer hi)' sterft . Hil' beleeft het failliet van diens levenswi)'za, $esYmboliseerd door zijn laatste woorden : "The horror! The horror!" Pa$ina 64 Hoewel Marlows fascinatie voor de krachti$a Persoonli)'kheid Kurtz niet voorbi)' is, weet hi)' toch afstand to nemen van hem. Hil' komt tot een evenwichti$- zelfbewust oordeel : "This is the reason why I affirm that Kurtz was a remarkable man. He had something to say . He said it" Paina 65) . "I was anxious to deal with that shadow by myself alone" PaSina 59 kan in het kort de samenvattin$ van deze initiatietocht heten . Na die tocht is Marlow iemand die zijn medemens scher- Per beziet, maar tot sociaal verkeer in staat bli)'ft . Dat toont de laatste anekdote wanneer hi) ' Kurtz' vriendin in beschermin$ neemt . Hi1 ' beantwoordt haar vraa$ naar Kurtz' laatste woorden met : "The last word he pronounced was -Your name" Pa- $ina 71) . "I could not tell her . It would have been too dark too dark altogether" Pa$ina 72) . De aandacht die Robinson voor zich oPeist in Voyage is $erin$er dan die van de twee andere schaduw- fi$uren . Er zijn vele kritieken beschouwinen over de roman verschenen waar de naam Robinson niet of incidenteel valt. Mi)'ns inziens is dat ten onrechte . De tekst kan bil' eerste lezin$ overkomen als een on$estructureerde uitbarstin$ van belevenissen en $edachten van Bardamu nadere beschouwin$ toont dat de roman zeer intelligent $estructureerd is .$ Een structurerend element is bi)' voorbeeld dat Bardamu overal dezelfde soon menseli'ke ellende ontmoet in de oorlog, in Afrika Amerika en Pari)'s en dat hil' daarte$enover steeds dezelfde houdin $ aanneemt . Hi) 'toont zich in elke situatie die vorm kri' t door een nieuwe locatie9 weer o timistisch . Maar het is een oPtimisme te$en beter weten in een oPtimisme dat vanwe$a de omstandi heden 144 'Jooxs - en vooral door toedoen van de medemens - steeds weer omslaat in misanthroPie. Bardamu verhoudt zich tot de Ander als een soldaat tot een meerdere. De eeuwi$a verliezer komt dan ook tot de conclusie : "een mens is nooit bang genoeg" . Kurtz beyond zich onbewee li1'k in het oerwoud Robinson duikt op de meest uiteenloPende locaties op . In de oorlo$ voor het eerst daarna in Afrika Amerika en Pari)'s zonder dat dit to$isch verklaarbaar is. Bardamu's ontmoetin en met Robinson zijn zuiver PsYchomachisch van aard . Als Bardamu zich kort in Amerika bevindt ze hi' te- $en zichzelf: " e moet eruit ... , weer de straat op . Misschien kom )'e Robinson wel te$en" a$ina 245 . De lezer zal niet verbaasd zijn als de ontmoetin tussen de twee Fransen in Amerika daadwerkelil'k Plaatsvindt. Robinson de eenzame? Crusoe is een leermeester voor Bardamu: Pessimistischer, doortrapter, crimineler; maar evengoed een geboren verliezer en no$ minder dan de hoofdPersoon in staat een sociaal aan$ePast leven to leiden . Zi'n invloed op Bardamu is een andere dan die van de andere twee 1'aar9an9 10, nummer 3 schaduw-figuren : Robinson veroorzaakt niet de reizen en het levenslot van Bardamu ~• hi) ' is er de verPersoonli)'king van . Evenals de dood van Kurtz leidt de dood van Robinson tot besPiegelfingen bi') de hoofd rsoon. Bardamu is niet als overwinnaar uit het gevecht met zijn schaduw to voorschi)'n gekomen en de besPiegelfingen zijn heel wat somberder van aard . De bril)'ante slotmonoloog waarmee het boek eindigt is er een van een personage dat niet meer in staat is bevredigend met zichzelf of zijn medemens om to gaan . Het oPduiken van Robinson is niet togisch verklaarbaar •Osewoudts dubbelganger Dorbeck stelt de lezervoor nog grotere Problemen . In oorlogsti)'d is Dorbeck voor Osewoudt een concreet Persoon . Na de bezettingstil'd - in de til'd dat Osewoudt zich moet verdedigen tegen de beschuldiging van landverraad - bli'kt Dorbeck in het niets to zijn oPgelost . Het Probleem waarvoor Osewoudt zich gePlaatst ziet is een ken-theoretisch Probleem . Voor hem verwil'st Dorbeck naar een Nederlandse officier die hem in de oorlog verzetsoPdrachten heeft gageven . Maar zijn verhoorder Selderhorst trekt het bestaan van Dorbeck in twil'fel . Voor de PsYchiaterLichtenau is Dorbeck een hersensPinsel van Osewoudt zelf: "Het kan zijn dat )'e toen, o P ogenblikken van grote vermoeidheid, gedacht hebt dat Dorbeck bestond dat hi) ' )'e boodschaPPen stuurde achteroP foto's geschreven enzovoorts enzovoorts" Pagina 317) . Concrete ob'ecten zoals het militaire Pak van Dorbeck dat achterin Osewoudts twin begraven lag en een fotorol met daaroP een foto van Osewoudt en Dorbeck samen laten de hoofdpersoon in de steek op het moment dat hil ' ze als bewi)'s wil aanvoeren . Dupuis heeft gewezen op het psychomachische karakter van die gebeurtenissen . Aan het eind van De donkere kamer sterft niet de schaduwfiguur Dorbeck- maar hoofdPersoon Osewoudt. Ti)dens een wanhooPsPoging aan zijn internering to ontsnaPPen wordt hil ' neergeschoten . De problematische status van Robinson verdween bil diens dood . Van Dorbeck weet de lezer aan het eind van de roman niet of hil dood of levend is . Mede daardoor is het de lezer onmogeli)k gemaakt te beslissen of Dorbeck al dan niet bestaan heeft . Besluit Wanneer de teksten worden ofgezet tegen de modernistische canon zoals die door Fokkema en Ibsch beschreven is, sPringen overeenkomsten in het oog. De dwangsituatie die dominant is in de hier beschreven teksten f rustreert de idee van vril'e keuzemogelil'kheid een element dat Fokkema en Ibsch ais essentieel zien voor het modernistische personage. Van onthechting, bewustzi1'n en observatie kan in dit snort situaties geen sPrake zil'n . Karakteristiek voor het modernistische personage is "de losmaking uit het netwerk van materiele krachten en andere door omgeving bePaalde faktoren" . Fokkema en Ibsch belichten deze'losmaking' in relatie tot het naturalistische personage dat beheerst wordt door wetten van ras 'moment' en milieu . Ccline 1936 door Gen Paul . Le Cri du 1our, 16 mei 1936 Deze losmaking vereist een vri'e wereld waarin de hoofdPersoon bi) ' voorbeeld zonder belemmering kan discussieren en reizen . Andere dwangsituaties zijn hiermee uitgesloten vandaar dat de verwi >izngen naar het o0 rlogsgeweld in modernistische teksten over het algemeen summeer en g ering in as 11 )n„ ntal zi . De thematische 'verruimingvan het modernisme heeft dus ook zi ln bePerkingen . Ik zou dan ook liever s reken tĽj~t5 1 4 5 van een'thematische verschuivin ' . De reizen die voorkomen in deze teksten wi1'ken of van de reizen in modernistische roman doordat deze reizen in minder vri1'heid verloPen . Ook is het karakteristiek voor deze reizen dat ze op metaforisch niveau sYmbool staan voor de psyche van de hoofdPersoon. Deze personages ontdekten de duistere kant van het menseli'k bestaan . Sociale verhoudin en hebben in deze teksten vaak een hierarchisch karakter : vri>'e discussie wordt hierdoor onmo$elil'k . De$ene die laa$ in de hierarchic staat zal zich daar door aans eerder van bewust zi'~ n . Bardamu en Osewoudt bevinden zich vril'wel altil'd in zo'n situatie. Dit $eldt minder voor Marlow, maar zil'n confrontatie met Kurtz zor$t voor eenzelfde bewustzi'n . De hier beschreven teksten zin niet modernistisch in engere zin . Ze zi)'n wel modern, in die zin dat filosofische en PsYcholo$ische ideeen uit eindne$ entiende en begin-twinti$ste eeuw hier een illustratie vinden in teksten die uitblinken door een hechte vorm$evin$ en een verrassende comPositie . 146 1 Noten 1 . Hierna zi1'n de titels of$ekort met Heart, Voyage en De donkere kamer. Voor het artikel zi1n de vol$ende edities $ebruikt . 1 . Conrad, Heart o Darkness . London 1990. L : F . Celine, Reis near het erode van de nacht (vertalin$: E.M. Kummer). Amsterdam 1984. W. F. Herman, De donkere kamer van Damokles . Amsterdam 1984. Heart dearkness is oorsPronkeli1'k als novelle verschenen in de bundel Youth, A Narrative and Two Other Stories (1902) . 2. Zie : Michel DuPuis,'De donkere kamer van Damokles als P5Ychomachie' . In: Verboden Toe8an8 . Essays over het werk van Willem Frederik Herman 8evol8d door een vraa88esPrek met de schri1'ver. Bezor $d door Wilbert Smulders . Amsterdam 1988, pagina 153 . 3 . Idem . 4 . Ik heb $ekozen voor de kleurloze benamin$ 'schaduw' omdat de verschillende uitwerkin$en van de constructie in de teksten $een sPecif.i. ekere term toelaat (zoals antagonist, dubbel$an$er of Uber-ich) . 5 . W .H .M . Smulders, De literaire misleidin8 in De donkere kamer van Damokles . Amsterdam/Utrecht 1983, Pa$ina 133 . 6 . C . Levi-Strauss,'Revue of Journey to the end of the night' . Vertaald en oP$enomen in: L. Luce, Celine and his critics . Sarato$a 1986, Pa$ina 40 (de vertalin$ uit het En$els is van mi1') . 7. Zie W .H .M . Smulders, De literaire misleidin8 in De donkere kamer van Damokles, Pa$ina 162 en verder . 8 . Ver$eli J'k W .F. Herman : "Bovendien is Voyage een roman van een snort als Multatuli er nooit een eschreven heeft. Het verhaal bezit een hechte, zeer vernufti e structuur en veel'susPense" . In: 'Celine' . Verschenen in: Ik draa8 8een helm met verderbos . Amsterdam 1979, Pa$ina 115.9. Veel locaties moeten mi'n inziens sYmbolisch $einterPreteerd worden. Zo $aat Bardamu als roeislaaf van een $alei van Afrika naar Amerika! Daar werkt hil' een ti' in de Ford-fabrieken to Detroit . In die ti' het sYmbool van vooruit$an$, mechanisatie en arbeidsvervreemdin$ . 10. Zie M . DuPuis,'De donkere kamer van Damokles als PsYchomachie', Pa$ina 148. 11 . Zie hoofdstuk N van : W .H .M . Smulders, De literaire misleidin8 in De donkere kamer van Damokles . 12 . Idem, Pa$ina 33 . 1'aar9ang 10, nummer 3 Amalia Een levenscYclus 1 Vo8els en verlie den vinden mekaar in de armho8e opening van wolken - in de trechers van de aarde schuiven onder hun Parende lichamen de dorPen over hun dorPels door . In vleu8els en harden houden ziJ' er 8 eschenken aan over. Boven de hoo den uit licht en lucht bliJ'vende aureolen . z Hoe he : zaad in de lende zacht de nachtzJi ' van het 1 ichaam zoekt om to landen en 8eland lan8zaam to 8lanzen tot een 8ebaar dat uit8ebaard8eboorte words en 8eboorte van het woord 8eboortehoo8 in het 8eboomte zit de vo8el toeziende vanuit ziJ'n nest to zin8en . 3 Uit de vouw van wolken komt het lan8 vertolkte ; tederheid herlcchaamd aan de tcJd8ewiJd. De krin8en uite%diJ'd, verbeid door beiden words de aarde van weeromstuit een waarde voor wie dran8 aan dromen Paarde . Tuin en thuis voor8oed ontsluit. 4 In de 8rote %ebaren van de 8eboorte zal een lichaam lan8zaam bJ8i' ekleurdvolte, vallend cut het water van de warmte en verlan8en vleesverzadi8d. Net landschaP, in8aPakt in de lakens van de wolken, words haar lee tocht . Daarin het 8ras haar beide voetJ'es 8roent, zJi' %roeit . 5 UitJ'e a's bloeit de nachtschade en de nachte8aal, blauwdruk van het lied dat binst de da8 8ezon8en words want wortelt in het bestaande . Bestand met dit bestaan esloten en lot in het lever levende 8eworPen . Kind, en lichaam, lan8 en lan8zaamaan ver roeid van vlees naar naam . 6 De avondadem aanJ'e naam verwant wiJ'I kalm de kleur van het behan 8 bloemen weelde spins waarinJ'e beschermcn8 vindt. Het water was het raam besProeit vloeit buiten J'e bereik en binnen het beginner van de moederhand, die bevende vredi8 Ja ronde omtrek tekent . 7 Het mariner in J'e naam is voor de vader in hoe de vader sPeels 'Joos 1 4 7 J'e lichaam in de lucht tot beeld verhe t en beitelende veredelt. Zo benJ'e biJ' momenten eeuwi8 en bli' tJ'e lee tiJ'd weelde 8 eweven uit buitenwereldse 8ewelven waarin eeen leven . 8 JiJP' iukt de zachtste letters uit ons al abet, zwellend lichaam in het vlees dat omJ'e 8roeit . Daaruit klanken raPen beiJ'e handen en roePsAier wordsJ'e teals die reikt in het rJi 'k vanJ'e klaterende kamer. Een eeuwi8held houJ'e hem stevi8 vast, J'e sAeel8 oedbeer een i J'n uwelen last. 9 • de lei vanJ'e lichaam li8t de letter licht als de 1 uit het licht van lente die tussen wie8 en wand 8eboren buitenshuis ziJ'n bloem begins en aan de stain herboren takken words uit het werkwoord sneeuwen stort- • boom8aard in ziJ'n vroe8ste 8roen vraa8t om de snoeihand die verzoent . 10 Een lichtvoeti8 verPlaatsen van voeten lichttoevend : en8elen zo noemen wi1' de en8elen met en8elennamen als 8abriel en ra ael en de en8el al abet ziJ' liJ'sten het meisJ'e Amalia in hun milde vlerk8eruis in. De handJ'es bids ziJ' vleu8eldicht. • enkele centimeters na liJ'kt ziJ' ten hemel oP8elicht . 11 De en8el wordt vrouw met in het midden tees meisJ'e, ziJ'sArin8t in het touw van de toekomst en vlecht haar vlechten 1 4 8 \AoYt en als ze scherP toeziet ziet ze God, een door mensen messcherP 8ekwetste 8ebaarde man met 8ebarsten mond en met een blik van blinkend traankristal in de t1i'd dat de en8el een vrouw words, een meisJ'e dat no8 in het touw sPrin8t met de vlek van haar vlecht in de wind. 12 Metamo oren -- het la8a landschaP om8evormd en van den be8inne a herboren . De dorPstoren, de hoeven gayer in de ochtend dan tevoren en de kinderen die keien rotten uit de aardkorst daarin onder8ronds het kiemen Plaats vindt, het kiemen van het komend winterkoren. En ik, • darwinman, loop in mist verloren . 13 Een traan op het 8las en 8etaand • step8el van de roos die ster t - maar het bloeien 8in8 voora , • verwonderin8 voor ziJ' zich aan de tiJ'd verwondt. Salon, temAel onder een verlichtA1 on. Een vrouw op vertraa8de voet bloeit in schaduwbeeld . En bloedt . 14 0P8e8ooid, van traps naar torenals bast in de tromPetten schalt, her st koren klanken in de voren zamelt en kennelhonden op de sPoren van de ree dan is de flood bekend: borstschot, 8eschrei van ver to horen en de nek halsrekkende en transcendent . Hedwig Speliers Uit : Dietsche warande en belfort 137 (1992), 1 . jaargang 10, nummer 3 De engel alfabet Amalia van Hedwig SPeTiers 8sat over Amalia : over de geboorte en dood van Amalia dus over haar leven en over haar naam . Er ziJ'n veertien strofen allemaal ongeveer even Tang en even breed en genummerd. In de laatste strofe sterft Amalia en met het gedicht is het tan ook ofgelo P~~ maar omdat de ondertitel Een levenscyclus luidt en omdat het een beetJ'e een mistig zo niet mYstiek gedicht is en omdat het een mooi gedicht is kunnen we na elke lezing het beste maar weer vooraan beginner . In de eerst strofe is er sPrake van verliefden die elkaar vinden en in de tweede strofe words Amalia al verwekt en meteen ook maar geboren . Maar niet alleen Amalia worth geboren, er is ook "een 8ebaar da tl uitgebaard geboorte words a geboorte van het woord geboorte" . Hier liJ'kt een snort atYmologie van het woord geboorte gageven to worden. Bovendien ontwikkelt `geboorte' zich een regel later tot `geboomte' waarin een vogel zit to zingen. Met Amaliagsat hetPreties zo . Weliswaar heeft de tweede strofe het heel biologisch over zaad tat "zacht de nachtziJ ' van het lichaam zoekt" mast in strofe 5 worden de eerste letters of klanken gageven die biJ'dragen aan het ontstaan van Amalia : de a's . Amalia words om het mast eens ondichterliJ'k to ze8gen-oP8ebouwd uit twee verschillende sooner grondstoffen of bouwstenen: uit letters met hun biJ'behorende klanken en uit vlees en bloed . ZiJ' komt pas tot lever vol8ens de laatste regel van de viJ'fde strofe als haar lichaam en haar naam aanelkaargagroeid ziJ'n . "Het mariner in J'e naam" uit de eerste regel van de zevende strofe is natuurliJ'k de letter m . De naam heeft nu jets meet vorm en ook van het lichaam worden de contouren zichtbaarder : het words "beitelende veredelt". Amalia"Plukt de zachtste letters uit/ ons alfabet" vol8ens strofe 8 . De a en de m heeft ze inmiddels ge- Plukt en in de volgende strofe komt daarnogdelbiJ'. deleivanJ'elichasm ligt de letter licht als de 1 uithet licht van lente". Alleen de i is onvmdbaar in tit gedicht, tenzi'J misschien in het "lichtvoetig ver- Plaatsen/ van voeten lichttoevend" . Amalia worth oPgebouwd uit een sands element v lees en een hemels element naam . De verleiding is natuurliJ'k groot om voor vlees en naam resPectieveliJ'k lichasm en geest of zelfs ziel in to vullen maar misschien is tat wel helemaal niet de bedoeling van SPeliens . Methet aardse ziJ'n we no g steeds wel min of meet bekend mast onze kennis over de hemel is sinds de dertiende eeuw een beetJ'e weggezakt en words hier door SPe- Tiers weer oPgefrist. In de middeleeuwen bestonden er nameliJ'k naast God drie soorten wezens : dieter mensen en engelen. Dieren hadden alleen een lichaam engelen alleen een ziel en mensen hadden zowel een lichaam als een ziel . Twee engelen uit strofe 10 kenren we wel : "metergelennamen als g abriel en rafael" . Maar hier words ook nog een dente engel geintroduceerd : `de engel alfabet' . Met z'n drieen aliJ'sten ziJ' het meisJ'e Amali in hun milde vlerkgeruis in" . Amalia is daarmee ddn van hen, althans in het eerste stadium van haar bestaan . In de elide strofe ondergaat ze een metamorfose . Ze verandent van een engel in een vrouw met in het mitten/ het meisJ'e" . In de twaalde strofe is Amalia debnitief op aarde beland en zo to zien in een landeli)'k Vlaams landschaP. Het `laga landschaP' uit de eerste regel begins vlak na de `metamorforen' . In `metamorforen' zit natuurliJ'k de metamorfose van zonet, maar ook de metaforen waar de engel alfabet nu wellicht niet meet bij' kan omdat de scene verPlaatst is van de hemel naar de aarde . Daarna is het snel of8eloPen met Amalia. ZiJ' verwondt zich aan de tiJ'd en bloedt en sterft in de laatste strofe als een aangeschoten nee . Amalia gsat behalve over de geboorte van Amalia misschien ook wel over de geboorte van een 8edicht . Het gedicht ontstaat uit klanken tat wil zeggen, uit "de zachtste letters uit ons alfabet" in combinatie met veel beginriJ'm en binnenriJ'm. Er ziJ'n verschillende groePJ'es woorden die op deze manier min of meet op elkaar riJ'men en omdat ze riJ'men lJiken ze uit elkaar to ontstaan . In de vierde strofe komt bijJ voorbeeld gras voor tat "haar beide voetJ'es groent, ziJ' groeit" en was er in de negende strofe "uit het werkwoord sneeuwen stort" vraagt er even later om gesnoeid to worden . Maar niet alleen worden de woorden uit elkaar geboren ook de beeldsPrank van het geboren worden en oPgroeien zelf ontstaat uit die riJ'mgroePJ'es . Net zoals de naam Amalia eerst nog in de hemel is, bij' de engelen en naar de aarde komt om ddn geheel to vormen met het lichaam en zo Amalia to maker is ook het gedicht eerst in de hemel bij' de engel alfabet en komt op PaPier terecht om daar den geheel to vormen met de letters . En SPeTiers is de engel alfabet. Ddsirde van Hattum VQO~$ 1 4 9 De betovering van twaalfjarige meisjes en het bedrog van een oude schrijver Over de stijl van Vladimir Nabokovs Lolita 1 can speak English, I learn it nom a book `Manuel' in Fawl Towers I Vladimir Nabokov last zich met indelen. HiJ' is een Russische schriJ'- ver, maar niet minder een Amerikaanse schriJjver . HiJ' kan tot de modernisten gerekend worden maar is een van de voorloPers van het Postmodemisme. Nabokovs werk vertoont sours oveneenkomsten met existentialistische literatuur, maar op die aantiJ'gingen reageert hiJ ' zelfverzekerd : hiJ' was eerder en beter . In het voorwoord van `Terror' `Urzhas' melds hi'J dat bet verhaal "preceded Sartre's La Nausee with which it shares certain shades of thought, and none of thatnovel's fatal defects, by at leass a dozen years" . Het is bet medium dat hiJ' bi'J voorkeur gebruikt our de Pogingen tot canonisering tegen to sPreken : bet Pinniga voor- of nawoord . Vooral tegen PsYchologisch-analYtische interPretaties van ziJ'n werk streed hiJ' onvermoeid . Freud is roi "the Viennese witch-doctor" die hem zelfs een hekel doer kriJg' en aan iets onvermiJ'deliJ'ks als sYmboliek uit bet nawoord biJ' Lolita : "I detest symbols and allegories which is partly due to my old feud with Freudian voodooism and partly to my loathing of generalizations devised by literary mYthists and sociologists" : iedereen die generaliseers kan op niets minder dan Nabokovs afschuw rekenen. En daarom words tegen elke vergeliJ'king ge- 1 5 0 Protesteerd. Zelfs een vergeliJ'king met de werkeliJ'kheid is hem niet welgevallig: "I am no more guilty of imitating `real life' than `real life' is responsible for plagiarizing me" uit het nawoord biJ ' Nabokov's dozen) . Hoe weinig Nabokov met de werkeliJ'kheid to maker wil hebben bliJ'kt wel uit het feit dat twee van de `venhalen' uit de bundel Nabokov's dozen identiek ziJ'n aan twee hoofdstukken uit zi)'n `autobiognafie' Speak, memory . Daarmee kan de literaire wetenschaPPer het doer . Wie durft nog? Er ziJ'n wel twee buiten-literaire kadens waarin Nabokov gePlaatst kan worden, en tegen welke hiJ' niet Protesteert, maar die liken maar heel weinig over ziJ'n werk to verhelderen . Nabokov is een Politiek vluchteling, maar (op uitzondeningen als Invitation to a beheading en Tyrants destroyed na daarvan ziJ'n maar weinig sPoren in ziJ'n werk terug to vinden. Nabokov is niet als Politiek schriJj ver to lezen . Ook is Nabokov een emig re-schriJjver iemand die uit ziJ'n eigen taal en cultuur is verdwenen en die veel moeite heeft zich een andere taal en cultuur eigen to maker . Veel Nabokov- hoofdpersonen ziJ'n emigre's hebben dus dezelfde Problematiek : bet ziJ'n mensen ontheemd van hun taal en cultuur . En dan? We weten waar Humbert Humert en Charles Kinbote vandaan komen maar maakt dat Lolita of Pale Fire begri'JPeliJ'ker? Het heeft een oPvallend nadeel dat gebrek aan een handzaam kader: wie Nabokov wil lezen moet gewoon beginner zonder dat ziJ' weet was haar to wachten staat . Het heeft ook een belangriJ'k voordeel: wie Nabokov gaat'lezen, mag gewoon beginner, zonder dat ziJ' weet was haar to wachten staat. II Lolita wend gePubliceerd in 1955 en is Nabokovs meest succesvolle roman. Het was geen eenvoudig boek our to schriJjver: "a painful birth a difficult baby". Dit liJ'kt merkbaar . Niet dat bet Engels moeizaam of incorrect is - in tegendeel, en wie zou ik ziJ'n our dat to beoordelen . Het taalgebruik is J'uist zeer correct degeliJ'k, fraai netJ'es . En zorgvuldig, zeer zorgvuldig . Dit is de manier waaroP Humbert Humbert de hoofdPersoon en verteller mededeelt dat hiJj 'ook niet weet hoe bet allemaal is gekomen' : When 1 try to analyse my own cravings, motives actions and soforth, 1 surrender to a sort o retrospective imagination which feeds the analytic faculty with boundless alternatives and which causes each visualized route to fork and re-fork without end in the maddeningly complex prospect o my past. Zo dat staat . lk zie voor me hoe de oude vlindervanger op bet resultant neerkiJ'kt . Goed gedaan, mooi geschreven - in een Engels dat niet van mensen komt, maar uit boeken . En H. Humbert schri'J niet alleen op deze manier, hiJ' Prant ook zeer zorgvuldig, tot ergernis van Lolita : "You talk like a book Dad' . Vladimir Nabokov last Humbert het kokette Engels sPreken van ie- 1'aargan9 10, rummer 3 mand die zichzelf EnSels heeft Seleer en trots is op het resultant. I can write English, 1 learn it tom a book. Dit was miJ'n eerste indruk. Maar ik moet ruiterliJ'k toeSeven misleid to ziJ'n. De oude vlindervanSer kan tevreden ziJ'n. Want er ziJ'n enkele Plaatsen waar Humbert Humbert ziJ'nPersPectief even afstaat . Endan verandert de stiJ'1 . Humbert is Saan inwonen bi'J Charlotte Haze vanwega haar dochter Lolita. Charlotte J'aaSt oP Humbert Humbert op Lolita en de beide obJ'ecten van affectie staan Seheel onverschilliS ten oPzichte van hun bewonderaars . Humbert is to wanhoPiS om dat op to merken maar "the Haze-woman" bereikt uiteindeliJ'k de Stens van haar Seduld en schriJ'fteen brief . Deze brief is Sesteld in een slordiS, `halsoverdekoP- EnSels' dat wemelt van de cliche's "I am a passionate and lonely woman and you are the love of my life"; "Let me rave and ramble on for an teeny while more") . Humbert is SerSerd, maar niet verrast . HiJ' trouwt haar - dat is immers de eniSa manier om Lohta to kunnen bliJ'ven zien. HiJ' sleePt zich met Sesloten oSen door de huweliJ'kse Plichten, de erotiek bestaat uit de Sedachte dat ziJ'n vrouw ooit op Lolira Seleken zal hebben . HiJ' maakt Plannen de moeder to vermoorden om de dochter voor zichzelf to kunnen hebben maar durft niet. Het hoeft ook niet : de vrouw ontdekt Humberts anders dan vaderliJ'ke belanSstellinS voor haar dochter en looPt Seschokt en dodeliJ'k verdrietiS onder een auto . De afscheidsbrief vernietiSt hiJ', in de sniPPers leest hiJ' noS : " . . .oh, my dearest, oh my. . ."; ". . .or maybe, I shall die . . .". Nabokov kan dus ook slecht EnSels schriJ'ven en er zal dus noS wel een andere reden ziJ'n voor het beheerste taalSebruik dan Nabokovs ver- Vlinders, gevanSen door Nabokov onderstelde arroSan tie. En die liSt -vanzelfsPrekend-biJ'devertellet . Humbert Humbert vertelt over ziJ'n Pedofilie, over ziJ'n liefde voor 'nymphets' -sommiSa uitzonderliJ'kemeisJ'es tussen 9 en 13J'aar. Hi'J vertelt van leuSens, bedroS, verkrachtinS, moord . ZiJ'n verhaal is Seschreven als een Pleidooi voor de rechtbank "Ladies and gentleman of the jury"). En het is noSal een verhaal dathiJ ' to vertellen heeft. Iedereen zal op voorhand teSen hem ziJ'n en wil hiJ' ziJ'n verhaal kunnen vertellen dan zal hiJ' zorSvuldi S moeten ziJ'n . De inleider van het boek "John Ray, Jr . Ph .D." merkt ook al verbaasd op dat het verhaal naSenoeS vriJ' is van onwelvoeSliJ'k taalSebruik . Humbert moet ziJ'n verhaal onder controle houden . En dat is hem wel toe to vertrouwen : wanner er iemand is die zichzelf onder controle heeft moeten houden dan is hiJ' het we! . Wanner moeder Haze dood is heeft Humbert Lolita in feite voor zichzelf. HiJ' neemt haar mee op een lanSe refs van motel lanSs motel en dan words Lolita een tYPisch Amerikaans `on the road'-verhaal . Dat Humbert een buitenstaander is evenals Nabokov een EuroPese immigrant - maakt dat het tYPisch Amerikaanse met meet afstand , verbazinS, en daarom duideliJ'ker, beschreven kan worden . Humbert Sant niet down south maar "dipped deep in ce 4u' on aPelle Dixieland" . HiJ' kriJ'St er zelfs Plezier in : "I derived a not exclusively economical kick from such roadsiSnes as TIMBER HOTEL Children under 14 Free." LeuSens, bedroS, verkrachtinS, moor het ziJ'n redenen tot voorzichtiSheid, maar de belanSriJ'kste reden dat Humbert zo voorzichtiS vertelt heb ik noS niet Senoemd: de kern van ziJ'n oratioPro domo is de bewerinS dat Lolita hem heeft verleid . Vanuit ziJ'n PersPectief: "Hardly had the car come to a standstill than Lohta positively fibwed into my arms" . Bovendien, zIjJ lacht verleideliJ'k, ziJ' maakt toesPelmSen en daarom - aan het slot van het eerste dee) wanner `vader' en `dochter' "were technically lovers"- Probeert Humbert de lezer to overtuiSen van "something very strange : it was she who seduced me". Dit Sebeurt aan het eind van het eerste dee). Wat het moment van tnomf en totale bevrediSinS had moeten ziJ'n, is meteen het begin van de mislukkinS : Humbert bliJ'kt "not even her first lover" to ziJ'n. En dat verleidinSsverhaal? Lolita barst in tranen uit wanner ze hoort dat ze haar moeder noon meet zal zien. De ruzie words biJSeleSd maar dat moestnatuurliJ'k we! : "You see she had absolutely nowhere else to go" . ĽJOoS 1 5 1 III In het eerste deel van Lolita had Humbert zil'n verhaal onder controle . HiJ' schreef ziJ'n verhaal zorgvuldig, corrigeerde zelfs ziJ'n dagboek en stileerde daarmee ook het verlies van controle : wanner hiJ' Lolita voor het eerst ziet, kan hiJ' ook in ziJ'n da8boek niet uit ziJ'n woorden komen. Ook na correctie `stottert' hiJ' : "Never in my life-not even when fondling my children in France -never- ". HiJ' doer dit omdat hiJ' weet dat ziJ'n arts over ziJ'n schouder meeleest : "(I am writing under observation)" . Bovendien schri'Jft hiJ' alsof uiltY die al dood is Rita de vrouw die de ondankbare tank heeft Lolita to vervangen en Lolita zelf die in een ingeslaPen dorPJ'e ver buiten Humberts bereik woont met hem kunnen meelezen . Humberts geestesgesteldheid words al vroeg in het verhaal duideliJ'k, zeker wanner de lezer beseft dat Humbert het is die uilry zal gaan vermoorden . Wanner hi'J Who's who in the limelight leest, maakt hiJ' een fictief lemma over zichzelf: Born 1935 . Appeared 1 notice the slip o the pen in the preceding Para8raPhe Humbert sehre . 'disappeared'], butPlease do not correct it, Clarence in The Murdered Playwright. uine the Swine . Guilty of killing uiltY . Oh, my Lolita I have only words to play with . And so he plays with words . Sours was kinderachtig natuurliJ'k is de naam van Humberts remPla~ant `Dick' natuurliJ'k woont hiJ' in 'Killer Street' maar daarvoor verontschuldigt Humbert zich : "I am not going very far for my pseudonyms ." Zo Probeert Humbert zich to redden, met woorden spelend our het 152 verhaal to beheersen. Maar hiJ' gaat elke controle over het verhaal verliezen . Deel II is kort samen to vatten : Met Lolita langs motels Lolita 8aat naar school en doer daar mee met een toneelstuk. Later bliJ'kt dat dit een fatale four van Humbert was : met acteren begins het bedrog "it was really a matter of learning how to betray me" . Bovendien leers Lolita hier de toneelschriJ'ver Clarence uilty kennen. Humbert neemt haar weer mee voor het tweede deel van de tour langs motels . Lolita belandt in een ziekenhuis words daaruit ontvoerd en is voorgoed verdwenen : hi'J zal haar pas terugvinden als ze de dertienJ'aar lan g voorbiJ' is . Humbert trouwt bliJ'ft zoekenmet behulP van de meest onwaarschiJ'nliJ'ke sleutels, hiJ' vindt uiteindeliJ'k Lolita ook getrouwd , hoort dat het Clarence uil ry was die haar ontvoerde, gaat op zoek naar hem en vermoordt hem . Humbert words slordiger . De in het begin van het verhaal extreem nauwkeuriga tiJ'dsaanduidingen worden steeds vager, de overwegingen van de oPgeJ'aagde man worden absurder, ziJ'n paranoia groeit . HiJ' words achtervolgd door iemand die op een zekere oom `TraPP' liJ'kt en die na elk motel een andere auto heeft . De lezer is snel geneigd to concluderen dat Humbert nu werkeliJ'k de grevs van ziJ'n verstand heeft bereikt maarJ'uist o P het ogenblik dat Humbert zelf tot die conclusie komt "I told myself that we were not and never have been followed" words Lolita ontvoerd . Humberts maniakale sPeurtocht is moeiliJ'ker to reconstrueren dan de "grotesque journey" die hi'J met Lolita had ondernomen . Hi'J raakt het spoor biJ'ster . En de lezer met hem . Humberts houding is dan ook veranderd . In het eerste deel merkt hiJ' nog op : "I am not a poet. I am only a very conscientious recorder" . Aan het slot van het tweede deel is hiJj 'poet' en wil dat ook ziJ'n. In de biJ'zonder fraaie en theatrale scene waarin Humbert iltY vermoordt, moet de dronken toneelschriJ'ver eerst nog een Sedicht van de op hol geslagen Humbert voorlezen. Het is geen best 8edicht een vileine persiflage van T .S . Eliot's 'Ash-Wednesday'), en ondarks ziJ'n machtsPositie slaggt Humbert er nog in zichzelf voor g ek to zetten. De situatie is bereikt waarin ziJ'n Engels niet meer verzorgd is, waarin hiJ' net zulke onzin schri'ft als z'n vrouw "The Hazewoman") deed . Het is Humberts uiteindeliJ'ke verlies maar het is het geliJ'k van de vlindervanger. Dat was miJ'n tweede indruk . Nabokov gaat zorgvuldig met stiJ'1 our hiJ' weet hoe en wanner hiJ' welke registers kan gebruiken en doer dat met een beheersing een moedertaalsPreker waardig . HiJ' bewiJ'st een biJ'zonder bekwaamschriJ'ver to ziJ'n . Good zo . Maar er is nog een aspect aan het boek het emigre-kader. Humbert is geboren in PariJ's uit Zwitserse en 1'aar9an9 10, rummer 3 Frans OostenriJ'kse ouders, ging in PariJ's naar school in Londen naar college . Een emigre! Engels is - evenmin als van Nabokov - ziJ'n eerste taal . Daarom verontschuldigt hiJ' zich nu en dan voor ziJ'n stiJ'l . Dit verklaart waarom Lolita moPPert op Humberts "horribly careful English". Na een zorgvuldig dubbelzinnig geformuleerde tirade merkt Miss Pratt Lolita's lerares op : "I am always fascinated[ . . .] by the ad - mirable way foreigners -or at least naturalized Americans - use our rich language" . Wanneer hiJ' in gesPrek is met Charlotte Haze merkt hiJ' niet zonder iJ'delheid oP dat hun bekentenissen be~nvloed ziJ'n door hetzelfde materiaal : "soap operas, psycho-analysis and cheap novelettes upon which I drew for my characters and she for her mode of expression" . Dit is ook nog wel verklaarbaar uit bet verhaal het PersPectief en de benodigde soon . Bekwame beheersing vaneenGrootSchriJ'ver erzou niets mis mee ziJ'n als Nabokov er niet zo nadrukkeliJ'k bliJ'k van geeft dit to weten. In het nawoord `On a bookentitledLolita' geefthiJ' exPliciet toe was hiJ' wil : "I am trying to be an American writer" en Lolita is geschreven als een "love affair" met de Engelse taal . HiJ' betreurt het dat hiJ' ziJ'n moedertaal in de steek heeft moeten laten en dat hiJ' geen andere keus heeft dan zich to `behelPen' in het Engels . Het is ziJ'n "private tragedy", maar veel medeliJ'den mogen we niet hebben : "it should not be anybody's concern" . Nou dat is het wel . Weer misleid . Nabokov zou vermoedeliJ'k genoegen schePPen in een beeld van de schriJ'ver als frivole, ongriJ'Pbare vlinder en van de literatuurhistoricus als sukkelende oude man die daar met een netJ'e achteraan hobbelt . IV De lezer is waar de schriJ'ver haar wil hebben . De lezer weetniet waar ze is : constant misleid, heen geleid , terng gestuurd. Wie zich verdiensteliJ'k wil maken, gaat hetNabokovisme definieren en bespaart volg ende lezers de reeks van misleidingen. Maar helaas . Nabokov wil ook niet met zichzelf vergeleken wor- Recepten Uit : Reis om de dag in taehtig werelden van Julio Cortazar een recePt voor een pastel van Edward Lear Men nerve een zwiJ'n, binds het vast aan een Paal en slaat het heftig, terwiJ' 1 men elders een massa van diverse ingredienten bereidt waarvan het koken slechts words onderbroken om vender to gaan met het of ranselen van het zwiJ'n . Als men er na drie dagen nog met in is geslaagd de massa en het zwiJ'n tot een homogeen geheel om to vormen kan men ervan uitgaan dat de Pastei mislukt is waarna men het zwiJ'n zal losmaken en de massa op de vuilnis zal g ooien . Uit diezelfde Reis een recePt afkomsti g uitDeWonderlJi'kegeheimen van Albertus Magnus : Hoe kriJ8J' a een meis1'e zover dat ze in haar hemd danst Men nerve wilde marJ'olein, zuivere oregano, wilde tiJ'm, verbena, mYrteblaadJ'es samen met drie blaadJ'es van de noteboom en drie kleine scheuten venkel een en ander gaPlukt in de Sint-Jansnacht, in de maand J'uni, voor zonsoPgang . Droog alles in de schaduw, vermaal den . Amerikaanse Nabokov besPreeks Russische Nabokov : "A rather artificial affair, composed a little hastily, with more concern for the tricky Plot than for imagery and good taste" voorwoord `A Nursery Tale') . De lezer rest alleen een volgend verhaal. B ertram Mounts het en haal het door een fJine zeef en wil men dit aangename sPe1 sPelen blaas dan de pulver in de lucht waar het meisJ'e zich bevindt zodat ze het oPsnuift of last het haar inhaleren als tabak effect zal onmiddelliJ'k volgen. Een beroemde schriJ'ver voegt er aan toe dat het effect des to zekerder zal ziJ'n alsJ'e dit ondeugendeexPerimentuitvoertoP een Plek waar lamPen branden die worden gevoed met het vet van hazen ofJ'onge bokJ'es . Uit : Moskou op sterk water van Venedikt Jerofe of enkele cocktails : Balsem van Kanaan Gewoon maar wodka drinken ook al doe J'e 't uit de fles dat is niks, dat levers alleen maar een kwiJ'nende geest en veel overbodiga drukte op . Wodka mengen met eau de cologne, dat getuigt al van een zekere grilliga fantasie maar er is helemaal niets Pathetisch aan. Nee maar sla nou eens een glas `Balsem van Kanaan' achterover - daarin vind J'e en 8rilliga fantasie en ideeen en pathos, en bovendien nog een vleu ~'e van het metalYsische . Gedenatureerde alcohol -100 gr. Fluwelig bier -200 gr . Gezuiverde Politoer -loogr . 1 5 3 En J'awel, dan het J'e `Balsem van Kaman' in de volksmond heel het `bruintJ'e' - de vloeistof is ook werkeliJ'k zwartbruin van kleur, het drankJ'e is van een gemiddelde sterkte en het heeft een koPPig aroma. Nee dat is geen aroma meer, dat is een hYmne . De hYmne van de democratische J'eugd . Het is echt zo want in het binnenste van iemand die deze cocktail heeft gedronken, gaan zich allerlei vulgafire eigenschaPPen en duistere krachten ontwikkelen . Tranen van een KomsomolmeisJ'e Iemand die gewoon maar wodka drinkt, behoudt en ziJ'n gezonde verstand en ziJ'n iJ'zeren geheugen of het omgekeerde gebeurt, hi'J raakt in een keer allebei kwiJ't . M aar met de `Tranen van een KomsomolmeisJ'e' kriJ'8J'e gewoon iets idioots : als J'e geheugen daar honderd gram van zuiPt, van die tranen - hou J'e een geheugen als een iJ'zeren pot, maar J'e gezonde verstand is foetsie. DrinkJ'enoghonderd gram dan staJ'e vanJ'ezelf to kiJ'ken : waar komt al dat gezonde verstand zo ineens vandaan? En waar is dat iJ'- zeren geheugen gebleven? . . . 154 'ĽJOOXS Lavendel -15 gr. Verbena-15 gr. Berkelhaarwater -30 gr . Nagellak 2 gr . Mondspoelmiddel -150 gr . Limonade -150 gr . Het aldus toebereide mengsel dient men twintig minuten to laten stann of en toe even omroeren met een takJe kamPerfoelie. Kattepies Dat is geen drank meer - dat is muziek der sferen. Wat is het allerschoonst op de wereld? -de striJ'd om de bevriJ'ding van de mensheid . Maarnog schonerisdit schriJ'foP ZJ'igoelJ'evski bier -100 gr . Sham P~ `KooPmansgenot' -30 gr . Lotion tegen roos -70 gr . Middel tegen zweetvoeten -30 gr . Insectenverdelgingsmiddel -20 gr . Dit alles een week laten trekken in sigarentabak - en dan maar serveten . . . Drink hem als de eerste stet aan de hemel verschiJ'unt, en met grote slokken . Na twee bokalen van deze cocktail voelt een mens al zo veel bezieling, dat iemand anders rusti g naar hem toe kan toPen en hem een half uur lang van anderhalve meter ofstand in z'n smoel kan sPugen ~h i'J zal geen kik geven. proep De redactie van Vooys roePt haar lezers op voorTransrecePten uit literaire werken in to zenden . Echt mooie recePten worden gePlasts t, interessante recePten worden bovendien door de redactie op `haalbaarheid' getoetst. Voor dit nummer vond Marie-Jose De Vries-Blase uit Antwerpen viJ'f recepten . De drie Moskouse cocktails wilden we we! uitProberen mast omdat de meeste ingredienten hier niet verkriJg' baar ziJ'n vielen die af. Het recePt van Albertus Magnus kon pas in J'uni uitgevoerd worden . De deadline voor dit nummer was echter ergens in mei dus dat ging ook niet door. Bovendien konden we het belangriJ'kste ingredient mast niet to Pakken kriJ'gen . De keuze vie! noodgedwongen op de Pastei van Edward Lear . Met Pasen too g de redactie naar NatuurPark De Hoge Veluwe . Het zwiJ'n vingen we met Prei, lieve woordJ'es en een lasso. Drie dagen sloegen we het beest . Drie van ons waxen om vegetarische redenen van ranselen vriJ'- gesteld . Een van deze drie kookte een ander notuleerde . De derde legde alles vast op video . De video is inmiddels in het bezit van Marie- Jose . Na drie dagen maakten we het zwiJ'n los en lieten we het in een droga sloot !open. Daarna gingen we naar het Kroller MU!!er museum. de terngweg hebben we nog Pannekoeken gageten. We hebben veel Plezier gehad. 1'aar9an9 10, nummer 3 Plagiaat Over een witte raaf, Orestes in Deense outfit en de nieuwste vinding van Hewlett-Packard Desire van Hattum Schilderia'en kunnen vervalst worden : men zet de naam van een ander onder zij~ n ei$en werk. Literatuur kan $aPla$ieerd worden: men zet zijn ei- 8en naam onder het werk van een ander . Maar is literairPla$iaat wel mo$elil'k? In technische zin? De vraa8 hoe vexPla$iaat verwil'derd is van intertekstualiteit is een vraa$ naar of het wel ma$. Maar los van de vraa$ of het ma8, kan het ei$enli'k wel? Plagiaat is vol$ens Van Dale sYnoniem met 'gedachtenroof' en 'letterdieveril''- dat wil zeggen met "1 . het overnemen van stukken, gedachten, redenerin$ en van anderen en deze laten doorgaan voor ei$en werk" en "2 . van anderen overgenomen deel van een $eschrift" . Als we even het Probleem terzi' a schuiven wat Precies'stukken' zil'n , zien we in ieder eval dat het woordenboek een materieel en een immaterieel Plagiaat kept . 0P het eerste $ezicht lil'kt dat l'uist . Maar een woordenboek neemt zijn betekenissen ook maar over uit de om$an$staalenvraa zich-terechtnatuurliJ'k niet of of die betekenisvolle woorden ook naar werkelil'k bestaande dingen of taken verwiJ'zen . Om de vraa to kunnen beantwoorden of het mogeliJ'k is een literair werk to Plagieren is het noodzakeliJ'k to weten wat de identiteit van een literair werk uitmaakt . Wat maakt een werk nu J'uist tot dit werk? Er moet ook iets $eze$d worden over vorm & inhoud . Als er $aPlaSieerd wordt wat wordt er dan $aPla$ieerd? En als blil'kt dat er inderdaad zoiets als Pla iaat bestaat welke rechten kan de maker van een werk dan laten elden? Heeft een schril'ver $enoe$ aan de wet op het copyright of heeft hil' meer beschermin$ nodig? De identiteit van een literair werk 'Emn Ding ist mit sich selbst identisch.' Es 8ibt kein sehoneres BeisPiel eines nutzlosen Satzes der abet dock mit einem Spiel der Vorstellun8 verbunden 1St . Ludwi$ Wittgenstein In de schilderkunst zijn kunstwerken heel $oed van hun vervalsin en to onderscheiden . 'Heel $oed' wil niet ze g$en dat ze praktisch $oed uit elkaar to houden ziJ'n, dat iedereen onmiddellil'k kan zien of hil' met een Vermeer of met een Van Meegeren to maken heeft maar dat men theoretisch een verschil kan maken tussen werk van de een en van de ander . Van Mee eren was nu eenmaal niet Vermeer en dat verschil telt bliJ'kbaar voor ons . Volgens de Amerikaanse filosoof Nelson Goodman bestaat er in de muziek anders dan in de schilderkunst niet zoiets als een vervalsing van een bekend werk. Het onderscheid tussen schilderkunst en muziek wat betreft de mo$elil'kheid tot vervalsing- geeft Goodman aan met de termen auto8ra isch en allo8ra 'sch. Een kunstwerk is auto- $rafisch als het mogelil'k(en belangril'k) is to onderscheiden tussen ongineel en vervalsin$ . Een werk is allo raf isch als dat niet kan en het er ook niet toe doet . Deze termen verklaren overi ens niets . Ze dienen slechts om de estheticus in staat to stellen verschillende kunsten in twee $roePen onder to brenSen: vervalsbaar en onvervalsbaar . Schilderkunst is vol$ens die indelin$ auto raf isch . Het echt of niet-echt zijn van een schilderil'zit hem in de naam op het doek . Zelfs een exacte du- Plicatie van het ongineel geldt als niet-echt . Muziek is allo rafisch . NatuurliJ'k doet het er toe oP wiens naam een werk staat . Maar het manuscript van de comPonist is niet'echter' dan een edrukte versie ervan met de door de drukker edrukte naam van de comPonist ero . Ook literatuur is altografisch en dat heeft to maken met wat de identiteit van een literair werk uitmaskt en dat is dus niet volgens Goodman, de naam op de kaft . Wat is dan wel de identiteit van een literair kunstwerk? Is dat elke )'uiste of misschien wel de eniJ'uiste inter- Pretatie van dat werk? Dat wat constant bliJ'ft bi'l een correcte vertalin$? ZiJ'n het de ideeen 'achter' het werk? Of gewoon de letters op het PaPier? sJoos 1 5 5 Interpretaties De stellin$ dat een literair kunstwerk identiek is met een of de interPretatie ervan houdt voor, bi' ) voorbeeld Ulysses in dat er net zo veel Ulysses' zijn als er interPretaties van Ulysses zi)'n . Iedere lezer maakt zijn ei$en Ulysses . Te$en deze oPvattin$ heeft Goodman twee ar$umenten . Ten eerste als iedere 'uiste interPretatie als een afzonderli)'k kunstwerk moet worden beschouwd wat is dan no$ het verschil tussen interPretaties die we normaal $esProken als interPretaties van een werk beschouwen en interPretaties die we als interPretaties van verschillende werken oPvatten? Twee Ulysses-interPretaties zouden dan net zoveel van elkaar verschillen als een Ulysses-interPretatie van een Hamlet-interPretatie . 0P de tweede Plasts is het 'uist kenmerkend voor literatuur dat het zo veel interPretaties toelaat. Maar als iedere inter- Pretatie een op zichzelf staand literair werk zou zil'n, is die ei$enschaP van literatuur daarmee verloren . Vertolin en De vraa$ of een literair werk $eidentificeerd zou moeten worden met een interPretatie is, bil' nader inzien- de vraa$ of er bi1' een tekst de Hamlet-tekst bil'voorbeeld meer werken Hamlet-interPretaties horen . Bil' vertalin$en is het net andersom . Daar is het de vraa$ of er bil' een werk meer teksten horen . Als bil' een vertalin$ van het En$els naar het Frans de identiteit van een werk is $ehandhaafd als het in het Frans no$ steeds hetzelfde werk is dan horen er bi' dat ene werk twee teksten een En$else en een Franse . Hier $elders ei$enlil'k na$enoe$ dezelfde ar$umenten . Er moet onderscheid $emaakt kunnen worden tussen verschillende vertalin en van een werk bil' voorbeeld $oede en slechte vertalin$ en en verschillende vertalin$en van verschillende werken . Daarnaast zijn vertalin$en, net zoals interPretaties interPretaties zijn van een werk - vertalin$en van een werk . InterPretaties en vertalin$ en zijn zelf werken eventueel zelfs literaire werken naar ze zijn niet identiek met de werken waar ze interPretaties of vertalin$en van zil'n . Letters De vra$a ri)'st nu waarvan die interpretaties en vertalin$ en dan interPretaties en vertalin$en zi)'n. Goodman's sinPele antwoord luidt : van een tekst . 156 1j Maar dat roePt weer de vraa$ op wat dan de identiteit van een tekst uitmaakt . Wat maakt dat een tekst dew tekst is en niet een andere? Vol ens Goodman is "that identity ..1 a matter pertaining solely to the syntax of a language-to the permissible configurations of letters spaces, and punctuation marks - quite aapart from what the text says or otherwise refers to" (Goodman 1988, p .58 . Wat wordt $enterPreteerd en vertaald zijn literaire werken of wat bi)' Goodman hetzelfde is, tekstep. Het eni e wat dan ook nodi$ is om een literair werk to identificeren is "to verify the spellinga en oom een literair werk to makers "to spell correctly" Goodman 1976 , p.116 . Een tekst is een inscriPtie in taal . De identiteit van een tekst van een literair werk hangt dus ook van de taal af . Eenzelfde configuratie van letters, spaties en interpunctie is in een andere taal een andere tekst . Goodman illustreert dat met het woord- )'e chat . In het En$els heeft chat niet alleen een andere betekenis dan in het Frans, het heeft daarin ook een andere sYntactische rol . De identiteit van een literait werk heeft dus twee conponenten : de identiteit van de taal en de sYntactische identiteit binnen die taal . Een literair werk is vol$ens Goodman dus niet identiek met zijn interPretatie en ook niet met 'jets' dat constant blil'ft onder verschillende vertalin$en . Een literair werk kan alleen $eidentificeerd worden door to ki'ken naar de vol$orde van letters sPsties en leestekens . Dat die letters woorden vormen en die woorden zinnen en dat die zinnen iets to betekenen hebben, dat wil zeggen, voor inter- Pretatie en vertalin$ vatbaar zi'nl , is niet van belan $ bi)' het vaststellen om welk werk het $sat . Idee~n De esthetics-filosoof Peter Karlen is het niet met Goodman eens . Karlen vindt de letters die met elkaar een literair werk constitueren wel belan$ril'k voor de identificatie van dat werk naar belanSril'- ker zijn vol$ens hem de ideeen 'achter' het werk. Aan een literair kunstwerk zi n drie as ten to onderscheiden : de ideeen ideas hun conpositie (patterning) en de uitdrukkin$ (expression) van de ideeen en de conPositie. Onder ideas worden de thema's de emoties en de morele principes in het werk verstaan . Met patterning wordt bedoeld : de structuur en ontwikkeling van deze ideeen in termen van plot en personages. In de expression tenslotte words het skelet van de structuur van vlees 'aar9ang 10, nummer 3 en bloed dat wil zeggen, van zinnen en woorden en letters voorzien . Een literair werk heeft volgens Karlen dus een materieleen een immateriele kant . De expression levert 'letterli'k' materiaal aan om de ideeen to laten klinken terwi)'1 die ideeen zelf alleen 'in het hoofd'van de schril'ver of de lezer zitten . Patterning bevmdt zich een beet'e tussen het materiele en het immateriele in. De structuur en de ontwikkelin g van een verhaal zijn aan de ene kant materieel : de personages zijn die en die- zien er zus of zo nit en doen dit of dat en de plot verlooPt zo en niet anders. Maar er zit ook een immateriele kant aan een verhaal en die wordt bil'voorbeeld zichtbaar bi') verfilmingen. Een verhaal dat nit een boek op een doek is overgebracht is door de regisseur oPnieuw gematerialiseerd- maar wat gemeenschaPPeli)'k is op pa pier en film is immaterieel . Copyright Het is nutteloos om to zeggen dat een ding met zichzelf identiek is zegt Wittgenstein . Inderdaad . Maar het is natuurlil'k niet nutteloos om na to gaan wat dan Precies dat ding is dat identiek is met zichzelf . Welk ding is een bePaald literair werk? (Let wel de vraag is niet: wat is een literair werk voor een ding? Waar Goodman de identiteit van een literair werk ziet in slechts de materiele asPecten van dat werk heeft Karlen ook ooS voor de immateriele kanten van kunst . Kunstwerken moeten volgens Karlen geidentificeerd kunnen worden om nit to kunnen maken wie de ei8enaar ervan is . Onder eigenaar wordt dan uiteraard niet de Persoon verstaan die recht heeft op het kunstwerk omdat hi') het rechtmatig heeft verworven bil' voorbeeld gekocht of Sekregen maar degene die er recht o P heeft omdat hi' het heeft bedacht of gemaakt . De laatste is ook de houder van het copyright . De houder van het copyright heeft een bePaald recht ten oPzichte van andere Personen- maar - en dit is vol ens Karlen de hamvrasg 197 in verband met welkding? Het ding waar de copyri8hth onder zijn rec hten o kan laten gelden '~s vo 1Sens Karlen m leder eval niet het manuscript of bi)' voorbeeld, ee n exemP laar van de eerste druk . De kunstenaar bli'lft ook eigenaar van zijn werk als het manuscript of de hele gedrukte o laga verloren Sas n . De wet o het copyright biedt d e schnlver volens Karlen onvoldoende beschermen~ g tog en diefstal. Het copyright beschermt alleen de letterlil'ke tekst . Daarom pleft Karlen voor de erkennin van een zogenaamd property right dat het stelen van ideeen zou moeten togengaan . Filmrechten moeten tenslotte ookgekocht worden . En hoewel hil' de Praktische en theoretische bezwaren ervan onderkent zou Karlen dat Propertyri8ht het liefst wettelil'k erkend zien naar voorbeeld van het octrooirecht. Elk identificeerbaar idee kan in een octrooi vastSelegd en beschermd worden . En met wetenschaPPeli)' ke ideeen, uitvindingen lukt dat ook wel want die kunnen oPgeschreven worden . Maar identificeer maar eens een literair idee . Karlen zegt dan ook dat een korte schets van Hamlet het idee er achter niet zal beschermen . "More is needed than Orestes in Danish garb" Karlen- P.189 . En hier komt Karlen in de Problemen . Ideeen zijn volSens Karlen een wezenlil'k bestanddeel van literatuur. Maar wat is een idee voor een ding? En ook al is een idee seen ding, waaraan is het to herkennen? En is een idee zonder 'as aan Deens of niet Deens) to identificeren? Orestes in Deense outfit is volgens Karlen niet genoeg om het Hamletidee to identificeren last staan to beschermen . De volledige Hamlet-tekst is weer to veel . Al die bomen maken het bos onzichtbaar. Karlen wil idea en expression inhoud en vorm, in een literair werk kunnen onder scheiden om het eerste to kunnen beschermen. De vraag is of dat mogelil'k en wenseli'k is. Misschien helPt het als we kil'ken naar hoe in een roman of novelle of kort verhaal en hoe in een gedicht vorm en inhoud zich tot elkaar verhouden . Het verhaal in de roman Het verschil tussen Proza en Poezie een stil'lverschil of tussen romans en gedichten een genreverschil is het eerst zichtbaar aan de bladsPiegel . Proza is oPgebouwd nit zinnen en Poezie nit re8els. Er zijn natuurlil'k ook mengvormen . Baudelaire schreef enkele proza8edichten waarvan na lezin wel duidelik1 is dat het Prozagedichten zi)'n, maar niet waar hem dat nu Precies in zit . Venedikt erofe'ev schreef een gedicht Moskou op sterk water, dat ingedeeld is in hoofdstukken diatogen bevat en zelfs een grafiek)'e maar dat toch echt een gedicht is . Maar er is nog een verschil . Een kenmerk van een roman novelle kort verhaal is dat het verhaal ervan kan worden naverteld verfilmd of voor toneel bewerkt en dan toch als verhaal herkenbaar bli)'ft. In literatuurwetenscahPPelike termen : de ) story, abula of histoire blil'ft constant terwil'1 het me- 1jOOZ$ 1 5 7 dium varieert . Onder story wordt in de literatuurwetenschaP verstaan : "a chronologically-ordered deep structure representation of all the primary and essential information concerning characters events and settings, without which the narrative would not be well formed" oolan, p .12-13 . Deze deep structure komt sterk overeen met Karlens patterning. Bovendien lil'kt Karlens wens dat het immateriele ideeen, plot, personages van het materiele zinnen alinea's hoofdstukken losgemaakt zou moeten kunnen worden our beschermd to worden literatuurwetenschaPPeli1'k vervuld to worden . De literatuurwetenschaPIEr Michael Toolan die zich daarbil' beroePt op een van de grondleggers van de theorie over narrativiteit f Vladimir ProPP, beweert namelil'k dat "the basic stuf f of narrative is medium-independent" oolan, P.12 . De ProSramma's van Karlen en Toolan toPen parallel . Beiden Proberen in een literair werk constanten idea resPectieveli1'k story) en variabelen (expression resPectievelil'k medium aan to wizen . Orestes in verschillende ' sl'es. Hun theorieen mog >a en er dan anders uitzien, de diePa overeenkomst tussen Karlen en Toolan is natuurlil'k dat beiden Proberen to voorkomen dat iemand er achter komt dat literatuur een hooPl'e kleren is zonder keizer erm. De raafin et eicht Er zil'n gedichten waarvan het verhaal naverteld kan worden. Sours is dat een sPannend verhaal zoals dat van The Raven van Edgar Allan Poe dat uit achttien strofen bestaat en waarvan de eerste en de vierde hieronder volgen : "Once upon a midnight dreary- while 1 pondered weak and weary, Over many a quaint and curious volume of forgotten lore- While 1 nodded nearly napping, suddenly there came a tapping, As o some one gently rapping, rapping at m y chamber door - "t is some visiter ' I muttered 'tapping at my chamber door - Only this and nothing more . Presently my soul grew stronger ; er; hesitating then no longer, 158 'Sir' said 1 'or Mdam truly your forgiveness I implore; But the act is 1 was napping, and so gently you came rapping, And so faintly you came tapping, tapping at my chamber door;- That I scarce was sure 1 heard you' here I opened wide the door - Darkness there and nothing more . „ Het verhaal gaat zo: er wordt geklo . De 'I' is in gePeins verzonken (over 'the lost Lenore' en reageert daarom niet meteen . Uiteindelil'k doet hi'l toch de deur open . Eerst ziet hil' niemand en hoort hil' alleen een snort gefluister : 'Lenore!' ("Merely this and nothing more") . Dan ziet hil' de raaf en vraagt naar diens naam waaroP deze antwoordt : 'Nevermore' . En dat antwoord geeft hi1' verder oP alle vragen die de 'I' hem stelt tot die er radeloos van wordt . Dit verhaal is een sProokl'e . De raaf van deze tekst is geen'echte' raaf maar een sProok>'esraaf en de werkelil'kheid van dit verhaal is niet de sieke werkelil'kheid maar een sProok)'eswerkelil'kheid . Het woord raven in de tekst verwil'st naar een raaf buiten de tekst naar een werkelil'ke raaf, een heuse fictieve raaf. Omdat deze raaf onafhankeli'k van deze tekst kan bestaan kon dit gedicht ook verfilmd worden . Het verhaal bleef hetzelfde maar het medium werd anders . Een heel andere raaf komen we tegen in het gedicht'Een witte raaf' van Hans FavereY Een witte raa op een witte walvis • , een waarnemend subject, 8ep ostuleerd'~ 8een water, last staan zout water- . Elkaar voortdurend bi1'sturend feedback, moeten ziJ' maar zien hoe zich uit deze tekst to verwi1'deren . De raaf van deze tekst is ook niet 'echt' maar ook weer niet fictief. Het is een tekstuele rasf . Net als de walvis is hil' gaPostuleerd door de dichter . De walvis in het gedicht is minder verwant asn een'echte' fysieke walvis dan aan een walvisP1aatl'e in een 1'aar9an9 10, nummer 3 encYcloPedie. Zo'n walvis in een encYclopedie ligt ook niet in het water last staan in zout water maar op PaPier. Raaf en walvis zil'n voor hun bestaan oP elkaar aangewezen alleen al omdat ze samen in deze tekst Sevangen zitten . En ze moeten maar zien hoe ze daar uit komen . Dit edicht kan onmogelil'k in een ander medium gagoten worden . Hier geldt dat the medium is the message . a aat Aber wie kann ich denn nicht sagen 'Mit 'abrakadabra' meine ich Zahnschmerzen'? Freilich aber das ist eine Definition ; nicht eine Beschreibung dessen was in mir beim AussPrechen des Wortes vor8eht." Ludwig Wittgenstein Nu weer terng naar de vraaS of literaire werken gePlagieerd kunnen worden . Volgens Goodman die overigens geen rechtstreekse uitsprack doet over Plagiaat maar alleen zegt dat literatuur nietalthans niet op de manier van schilderil'en -te vervalsen is is een literair werk alleen materieel identificeerbaar . Dan is ook wat daaruit gestolen wordt hooSsteps materieel identificeerbaar. Plagieren is niets meer of minder dan koPieren . Literaire ideeen kunnen niet los van de zinnen waarin ze huizen worden overgaPlaatst . Goodman's opvatting wordt in ieder geval geruggesteund door de uitvinders van de pla8iaatdetector. In de wetenschaPsbil'lage van NRC-Handelsblad stond een bericht dat was overgenomen uit Science van 6 december : "[ ...J DebekendewetenschaPPelil'kefraude-onderzoekers Walter Stewart en Ned Feder van de National Institutes of Health in Washington hebben een instrument ontwikkeld om plagiaat op to sPorep: een comPuterProgramma dat teksten scant en o kwantitatieve basis ver elil'kt, ofwel een pto8iaatdetector. Het principa van de detector is eenvoudiS. De pagina's van de to vergelil'ken teksten wetenschapPel like artikelen leerboeken enz) worden een voor een in Hewlett-Packard scanners ingevoerd waarna het rogramma het percentage identieke strenSen van 30 letters uitrekent. Dit overlaPin s ercentaga wordt door Stewart en Feder uitSedrukt in een door hen nieuw geintroduceerde eenheid de freeman, enoemd naar een arts die recenteli'k van Plagiaat werd beschuldigd . Een waarde van 1 freeman betekent dat de twee verg elil'ken teksten 100 % identiek zi1p . Stemt slechts een tiende van de teksten overeen dan bedraggt de overlap 100 midi reeman."NRC- 6 februari 1992) . Materieel plagiaat is dus mogelil'k en schril'vers kunnen daar nu nog beter) tegen beschermd worden. Maar volgens Karlen kunnen ook ideeen plots, personages, structuren, principes en thema's van een roman of 'verhalend' gedicht- en dat zondereen deel van de tekst to koPieren 8estolen worden. En Karlen heeft Van Dale achter zich . Schril'vers moeten vol8ens Karlen teen deze diefstal van het immateriele beschermd worden . Maar geen enkele verzekerin smaatscha Pil verzekert teen dief stal van dingen die pas na de diefstal omschreven kunnen worden en die de verzekerde bovendien niet eens kwil't is! En wat is er trouwens immaterieel aan gedichten zoals dat van FavereY? Hebben ze een plot? Zit er een idee achter? Stel dat we de eerste drie regels van FavereY's Een witte raa vervangen door : Een rote raa op een dode walvis of door : Een verlegen flamingo op een verkouden dol1" n- Hebben we dan het idee to pakken of hebben we ĽjOoS 1 5 9 een la iaat gaPleegd van Pakweg, 787,88 miiiireeman? Het is duidelil'k:dit %edicht is een ding, dus Puur materieel . De bewering dat er ideeen ten grondslag liggen aan romans novellen verhalen en gedichten is geli1k aan de stellmg dat er recePten zijn voor romans - novellen verhalen en gedichten . Net zoals een wetenschaPPelil'k idee waarvoor octrooi is verleend een race t is voor een Produkt zou een literair idee in staat zijn literatuur to genereren! Maar zo werkt kunst niet . Kunst verdraagt zich niet met seriewerk. Over materieelPlagiaat lil'kt iedereen hat eens to zi1'n: dat bestaat en hat is niet net)'es . Over immaterieel la iaat zijn er verschillende intuities : of dat bestaat lil'kt of to hangen van de vraag of er ideeen achter een literair werk zitten . Zil ' die willen verdedigen dat er ideeen achter een literair werk zitten moeten kunnen exPliciteren wat ideeen zil'n . Een definitie verzinnen of een sYnoniem bedenken volstaat niet . Dat is alleen maar woorden voor woorden ruilen - dat levert een winst op . Tot nu toe wend steeds door Karlen gedaan of alleen de inhoud van een literair werk voor Plagiaat in aanmerking komt . De vraag of ook de stil'1 van een werk nageaaPt kan worden kril'gt van hem nauweli'k~s aandacht en dat is natuurli1'k een ernstieomissie .Weliswaarvermommenschril'verszich niet zo vaak als een collega, maar als de schri1'ver zo nodig wettelil'k beschermd moat worden moat misschien in Plaats van de vraag naar de identiteit van een literair werk eerder de vraag naar de identitan van de schril'ver $esteld worden . 160 'Joo .s literatuur Hans FavereY,'Een witte raaf', in: Gedichten . Amsterdam 1980, p . 55 . Nelson Goodman, Languages o Art . An Approach to a Theory o Symbols . Indianapolis, 1976, ch. III. Nelson Goodman, & Catherine Z . El8''n, Reconc ~tions in Philos hy & Other Arts & Sciences . London 1988 . Peter H . Karlen,'Worldmakin8 : Property Rights in Aesthetic Creations' . In Journal o Aesthetics and Art Criticism (1986), P.183-190. Edgar Allan Poe,'The Raven' . In: The Fall the House o Usher and Other Writings. New York 1985, p . 77-81 . Michael1. Toolan, Narrative: A Critical Linguistic Introduction. New York 1988, ch . 2 . 1'aar9ang 10, nummer 3 1JQOZ$ 1 6 1 162 ĽjOS 1' aar9an9 10, nummer 3 Coltrane's Cosmic Music jochem C. van Oortmerssen De invloed van John Coltrane (1926-1967) op de Seneraties jazz- en rockmusici die na hem kwamen is moeili1'k to overschatten . Een essay over hoe deze fameuze saxofonist de westerse jazz- en rockmuziek beinvloedde . Jose Orte$a di Gasset stelde in zil'n essay 'The Dehumanisation of Art' 1925 dat de kunst na 1900 leed aan een geleidelil'ke verdwil'ningvan het menselil'ke element . Hi1' dacht net als andere denkers die na de eeuwwisseling opgang deden dat de opkomst van de technologie esthetische implicaties kon hebben . Deze tendens zou zich onder meer uiten in het vermi'den van 'levende vormen' in de kunst,• de opvatting dat een kunstwerk niets meer is dan een kunstwerk, dat geen transcedente conse9uenties heeft . Over de vroeg twintigste-eeuwse muziek schreef Gasset dat deze ontdaan was van Persoonlil'ke $evoelens. De kunstenaars hadden haar tot een'ob'> ectiviteit' $evormd . De overweldigende invloed van het minimalisme in de Pulaire muziek en de oPkomst van de verschillende soorten achtergrondmuziek -in de lift en bil' de tandarts - last zien dat deze tendens niet alleen bestaat bil' serieuze componisten . Het is een uiting van de totaal veranderde esthetische gevoeli$ held in de twintigste eeuw . In het licht van de door Gasset waargenomen tendens lil'kt de oPkomst van de jazz wat reactionair. Sinds Louis Armstrong laPatst vril'wel ieder aspect van de jazz het menselil'ke element naar de voorgrond. Het sterkst blil'kt dit wel uit de verwerping van het verschil tussen comPositie en uitvoerin gf zoals dat bestaat in de westerse muziektraditie, op enkele uitzonderingen na . De comPonist schri1 ' de muziek die vervolgens door de uitvoerend musieus wordt Senterpreteerd. De l'azzmusicus is daarent~ en to$elil'kertil'd schePer en inte retator P ~ solist en begeleider . Er is al vaak gaprobeerd een definitie of tenminste een omschril'ving van het begrip jazz to geven . Maar omdat de l'azzmuziek steeds boogt op een zeer uitgebreide traditie en kiest uit een enorm arsenaal aan stil'len, blil'kt zulks onmogelil'k . Wie toch 164 'ioos een definitiegeven wil kan in de ontwikkelin van de jazz eenbottom line' vinden. Rond de eeuwwisseling ontwikkelde de jazz zich uit de ontmoetin$ tussen het muzikale8evoel van zwart Afrika en de muzikale techniekvan Europa . In deze sYmbiose nam het Euro ese element een steeds belan ri1'kere P1as is in . Vernieuwende '~azzmusici zochten steeds naar voorbeelden uit de westerse muziekgeschiedenis om hun harmonische conpositorische en pofYfone inzichten to vergro ten. De ra ime- Pianisten, bil' voorbeeld, waren goed op de hoogto van de negentiende-eeuwse Europese pianomuziek. Musici uit New Orleans stonden bloot aan Franse oPreamuziek Spaanse muziek en ko- Perensembles . In de twintiger )'aren ontdekten Bix Beiderbecke en zil'n medemusici van de Chicagosti1' 1 de muziek van Debusst . Sommi$a $rote arrangeurs van de swinsgt~i'1 bestudeerden de orkestratie van symfonische muziek uit de late romantiek . Ook blil'ken er overeenkomsten to zi'n tussen bi - ba ~ nd-arran$ementen en de concerto $rosso-sti'1 uit de barok . StravinskY merkte dit al open hi'1 maakte er artistiek $ebruik van in zil'n com sitie Ebony Concerto- die op 25 maart 1946 door de Woody Herman big-band in Carne$ie Hall $espeeld werd . Dit werk is een van de voorbeelden van )'a zzrecePtie in westerse comPosities van deze eeuw . Toen de l'azzgeschiedenis bil' de cool jazz was aangeland - die werd beinvloed door Bach en contra- Punt -, hadden de l'azzmusici bi1na alle EuroPese muziek van barok tot en met Stockhausen gebruikt. De free jazz moest verder om zich heen ki'r ken om zich met nieuwe muzikale indrukken en opvattingen to voeden. De ml van de EuroPese muziek als eniga voedin$sbodem was uit espeeld. Vanaf dat moment werden zwarte l'azzmicisi zich meer en meer bewust van hun Afrikaanse afkomst . In de Afrikaanse cultuur, zo beseften zi'1, was ook hun muziek geworteld . Deze musici begonnen de exclusiviteit van de westerse muzikale beinvloeding to zien als een 'overbli'fsel van een koloniaal denken' . De muzikale ontdekking van de Derde Wereld vond P1a ats in een t~i'd dat de musici steeds sociaal- I'aar9an9 10, nummer 3 "John felt that music was like the universe . . . You look up and see the stars but beyond them are many other stars . He was looking for the stars you can't see ." McCoy TYner. Foto;ldzard de on 8 bewuster werden en een culturele solidariteit voelden met de Derde Wereld . De wereldmuziek die hieruit in de l'aren zesti voortgekomen is is in de laatste l'aren ook in de poPmuziek een belangril'ke factor Seworden . Men neemt dan ook aan dat het 'J°°:s 1 6 5 hier om een bli)'vende ontwikkeling gaat die inherent is aan een nieuw bewustzil'n in de hedendaagse wereld. Gedurende de laatste decennia heeft het westen ook de Indiase muziek ontdekt . De Duitse musicoloo Gerhard Nestler schreef over deze "eenstemmiga muziek met een onbegre nsde toonhoogto en met haar grote reeks tussenli ende tonen en boventonen" dat zil' "een bredere basis voor ex- Pressie heeft dan de PofYfone muziek met haar begrensde toonhoogto en intervalstructuur, zoals die van de traditionele muziek." "In de slotanalYse is zulke muziek onhoorbaar „ schreefNestler, "wat we horen is het symbool . Het sYmbool wordt gevormd door de noten die men koos uit de weelde van tonen die worden verschaft door het universum . Dergelil'ke muziek groeit uit de Polaire spanning tussen het hoorbare en het onhoorbare ." Het Indiasetoonstelsel is bi)'na tweemaal zo uitgebreid als dat van onze gstemPereerde muziek en er wordt door de musici algemeen uit agaan van 22 shrutis microtonen . De toename van de belangstelling voor Indiase muziek kwam tot uiting in het feit dat musici als Ravi Shankar en Aui Akbar Khan 'sterren' werden op de internationals concertP°dia maar vooral in het feit dat verschillende westerse musici de Indiase muziek begonnen to bestuderen en verschillende asPecten ervan integreerden in hun eigen musikale 'taal'. De belangril'kste aanzet tot deze ontwikkeling werd gageven door de grote)'azzmusicus de tenor- en sopraansaxofonist John Coltrane 1926-196 . Coltrane's invloed oPde generaties jazz- en rockmusici die na hem kwamen is moeili)'k to overschatten . Volgens de Amerikaanse muziekcriticus Ralph Gleason verPlaatste Coltrane het muzikale bewustzi)'n van de l'onge mensen uit de westerse wereld van Amerika naar Azie . Een kenmerkend verschil tussen de Indiase muziek een groot deel van de Coltrane's muziek en veel jazz van na 1960 enerzi)'ds en de traditionele westerse muziek anderzi)'ds, bestaat in het modale karakter van de Indiase muziek en de daaraan verwante muzieksoorten. Het begriP modaliteit zorgt no8al eens voor verwarring . Modals muziek heeft als basis een of enkele modale toonreeksen 'moden' die de melodische en harmonische inhoud bePalen. De westerse muziekgeschiedenis is tot en met de renaissance bePaalddoor de-klassiekemoden zoals bi' voorbeeld de dorische frYgische en mixolYdische mode, die uit dezelfde onderlinge toonsafstanden zil'n oPSebouwd als de ma)'eurladder maar resPectieveli)'k de tweeds derde en vi)'fde toon van deze ladder als tooncentrum hebben zodat de twee diatonische halve tonen -in C ma- )'eur tussen a-f en b-c-o een andere Plaats vallen in relatie tot dit tooncentrum . Evenals de comPonisten van westerse kunstmuziek in deze eeuw waren l'azzmusici niet zozeer geinteresseerd in het historische gebruik van deze moden maar in de mogelil'kheden die ze boden als alternatief voor de functionele ma)'eur-mineur harmonie . In Secom- Poneerde kunstmuziek leidde dit tot onconventionele accoordProgressies en melodische atronen StravinskY en in )jazz werden modale reeksen vooral gebruikt om een statische harmonische situatie to creeren waarbi' het tonale centrum werd bePaald door een liggende basnoot- oftewel een orgelPunt dal point) . Hiervoor werd niet alleen gebruik gemaakt van diatonische maar ook van niet-diatonische moden zoals Indiase en Spaanse toonreeksen . Leidtonen dominant-tonicaverbindingen en andere tYPische cliche's van de traditionele harmonie werden vermeden . Met de intrede van de modale jazz stonden accoordverlooP en structuur niet meer per definitie vast : de verticals harmonie was het gevolg van imProvisatie en de structuur van een stuk de opbouw en duur van soli en het eventueel overgaan in en andere mode was onbePaald wat een parallel to zien geeft met de zogenaamde'oPen vormen' van com- Ponisten als Cage en Stockhausen . De Franse etnomusicoloog Alain Danielou- een van de westerse experts op het 8ebied van de Indiase muziek zei eens : "Twee basisskenmerken zi)'n karskteristiek voor de muziek in India . Ten eersteis ongeachtdeverschi)'ningworm hetbasisconcept vocaal ; dus zelfs Puur instrumentals muziek toont dat de menseli'ke stem - haar klankkleur en haar ademhalingstechniek - als model dienden. Ten tweeds is Indiase muziek modale muziek in de werkeli)'ke zin ;~ ze kept Seen verandering van toonsoort, hetgeen betekent dat ze o een onveranderlil'ke grondtoon blil'ft staan . Fen be alends rol wordt gesPeeld door de versieringen , klankkleuren en wat het belangri'kste is door de intervallen die in de westerse gstempereerde muziek niet bestaan . Muziek, geschaPen vanuit dit gunstiga uitgangsPunt- vindt haar muzikale ex- Pressie alleen in imProvisatie ." Het aantal overeenkomsten tussen de jazz en de Indiase muziekis fraPPant .0okvoor)'azz 8eldt dat er een vocaal denken aan ten grondsla li zelfs in 1'aargang 10, nummer 3 zijn instrumentals vormen . Ook )jazz bePerkt zich niet tot de westerse $stemPereerde stemming . Dit sYsteem is dan ook steeds ver to buiten $a$aan door zan ers en instrumentalisten - de Pianisten uit$ezonderd, die vanwe$a de bePerkin$en van hun instrumenthiertoe niet in staat ziJ'n . Dit is o P verschillende manieren $edaan : door blues-zan- $ ers-deblue-notes-~• in de freeJ'azz • door Albert AYler met zijn oneindi$a hoeveelheid klanken en fre9uenties . Een ander voorbeeld van deze van het twaalf-deli$a octaaf afwil'kende intonaties en toonhoo$ ten, is het album Satan van Sonny Stitt . Stitt's altsaxofonist intoneert voortdurend een fractie ho- $er dan de andere musici- waardoor hiJ ' als het ware boven de andere blazers en boven de ritmesectie'zweeft' zonder dat de luisteraar dit als een Pil'nlil'ke dissonant ervaart . De eerste >'a zzmusicus die de nadruk op de Parallellen tussen jazz en Indiase muziek le$de towel in zijn muziekals in zijn theorie was tromPettist en bandleider Don Ellis . Ellis schreef tussen 1965 en 1976 diverse artikelen in het inmiddels oP$eheven Amerikaanse blad Jazz . Hil ' was bil'zonder $elntri- $eerd door de ri1'kdom aan ritmische mo eli)'kheden in de Indiase muziek . De sterke interesse van l'azzmusici voor ritme maakt met name hen ontvankeli'k voor Indiase muziek omdat de musici beseffen dat de studie van deze muziek hun ritmische vocabulaire en dat van de hele jazz, kan verruimen. Ellis was ook de$ene die eroP wees dat Indiase muziek $esPeeld wordt met een anderf niet-westers besef van ti)'d . In India kan een enkel muziekstuk uren duren . In extreme evallen beslaat het sPelen van een stuk zelfs de hele nacht . Sinds de vroe$e )'aren zesti$ zijn onder invloed van Coltrane ook westersel'azzstukken steeds lan$er $eworden . Daarbil ' werden vooral in de free)'azz de metrische ti' sverdeling en formeleP taronen steeds on$ri)'Pbaarder zodat de stukken flog langer leken,• vol- $ens de PsYcholo$ie wordt niet-onderverdeelde til'd altil'd subl'ectief als lan$er ervaren dan verdeelde til'd. De len$to van muziekstukken is slechts een o 1} Pervlakkiga indicatie van het feit dat het Indiase ti' concePt verschilt van het westerse . Ook in de westerse jazz heeft een ander, niet-westers $evoel van ti)'d zijn intrede $edaan . Het sPeelt zelfs een doorsla$$evende rol . Het fenomeen swing, bi'1 voorbeeld komt tot stand omdat jazz gespeeld wordt met twee $elil'ktiJ•d i$ oPtredende tiJ•d sbe- $riPPen een westers en een niet-westers : een strakke metrische puls in de 'walking bass' en de hi-hat en daarboven een vriJ', melodisch ritme. In het s annin sveld tussen die twee li t on i' baar het wezen van de jazz-swing en -motoriek . Dat on$ril'Pbare is er ook de reden van dat technisch- academische analyses van swing onbevredi- $end ziJ'n . Daarom beschouwen musici deze analyses als ontoereikend zodra ze toegepast worden op het Praktische muziek maken . Ook hier is het sPirituele aspect belan$ril'ker dan het technische. Andere Paralellen tussen de l•azzmuziek en de Indiase muziekwereld zijn het sterke accent op het PersoonliJ'ke $eluid en het Principe van vraa$ en antwoord dat in de Afrikaanse muziek een belan$ ri)'ke Plaats heeft, net als in de '$esPrekken' tussen de secties in een big-band, maar ook in de Indiase muziek waarin het J'awab-sawad $enoemd word t . Evenals de muzikale'stri'd'van de te$en elkaar oPsPelende solisten die het $ehalte van de muziek daardoor omhoo$ stuwen en elkaar Proberen to overtroeven in inventiviteit en ze$$in$skracht of de J'acht in de jazz: chase wanneer de musici elkaar achtervol$en eerst om de acht maten wisselend, daarna steeds meer nek aan nek - na vier maten na twee maten na een mast en uiteindeli'k om de noot wisselend . Deze techniek wordt in India 'larant' $enoemd . Larant betekent striJ'd . In de jazz is deze vorm van samensPel $aPerfectioneerd door saxofonisten als Johnnie Griffin Eddie 'Lockjaw' Davis en door Sonny Stitt Gene Ammops,• in de Indiase muziek door Ravi Shankar en Alla Rakha . Ook de zangers van beide culturen hebben een $emeenschaPPelil'ke uitin$svorm. In het Westen kept men de jazz-scat of bop-vocals, en daar staat de Indiase'tarana'te$enover: het imProviserend uitroePen van letter$rePen en klanken . De ener$ie waarmee de l'azzmusici zich op de Indiase muziek richtten en hun ontvankelil'kheid voor deze'vreemde' invloeden heeft dus een brede basis . Verbindin$en van beide culturen vonden Plaats in de $roeP 'Shakti' van itarist John McLau$hlin en in 'Rainbow' van Ali Akbar Kahn en John Handy . Ook Producenten hebben zich net als de musici, ingezet voor de kruisbestuivin$ van de twee culturen . Zo bracht het platenlabel 'World Pacific' veel westers-Indiase Producties op de markt . Maar niet alleen in de 'azzmuziek is de Indiase cultuur tot de westerse door$edron en . Bekend is ook de invloed van de Zen-f losofie o het werk van John Cage. \)po~S 1 6 7 Het aat echter to ver to veronderstellen dat l'azzmusici zich wilden voe en naar Indiase muziektheoretische concteePn~;er was sPrake van specifieke elementen zoals bePaalde ra$a-toonreeksen het ides van de constants liggends bastoon , en het toePassen van karakteristieke melodische en ritmische Patronen. Deze elementen werden echter verwerkt in sen jazz-context zoals in Coltranes Pro ammatische stuk India op het album Impressions uit 1961 . Deze beinvloedin$ kan niet op$evat worden als immitatie . In het $eval van van Don Ellis en fluitist Paul Horn werd echter $ezocht naar versmeltin$ van de twee tradities . Coltrane sloe$ sen bru$ tussen de jazz en India . In 1965 vertelde de saxofonist aan comPonist Dave Amram dat hil' het imProvisatie-PrinciPa van de Indiase raga's 'ideaal' achtte voor de jazz . Vil'f l'aar eerder had Coltrane zil'n eerste succes bil' sen $root Publiek met de LP Myavorite Things (Atlantic) . De toonvormin$ die Coltrane in dit nummer op so- Praansax bewerkstelli$de- werd door critici $eassocieerd met het nasals en 'Prekende' $eluid van oosterse rietinstrumenten de Indiase shenais of de Arabische zoukras . Er vol$den belan$ril'ke albums, met sen steeds dieP$ravender- sPirituele $eladenheid : in 1961 verscheen India in 1964 A Love Supreme en in 1965 Om en Meditations alle op Im- Puls . Dat de saxofonist zich in eerste instantie o P de Indiase sPiritualiteit, en pas daarna op de Indiase muziek richtte blil'kt wel uit zi)'n ei$en woorden . In het l'aar waarin hil' India uitbracht, zei Coltrane : "Ik most werkelil'k hard werken en verscheidene benaderin$ en van het schriN' en leren . Ik heb me in verschillende benaderin$en van de muziek verdiePt- zoals in de Indiase, waarin bePaalde $eluiden en toonladders bedoeld zi'n om sen sPecif ieke emotionele betekenis vorm to $even ." De verschuivin van het bewustzi l'nr waarover Coltrane hier spreekt, gaat veel verder dan alleen jazz~; strekt zich niet alleen uit tot rock-en PoPmuziek, maar beinvloedt ook de manier waarop mensen denken en leven . Naast Coltrane wees ook Miles Davis de 'azzwereld op de techniek van de modaliteit. Of beter : Davis wees de musici opnieuw daaroP, want in zekere zin was modaliteit van meet of aan inherent aan jazz. Alle blues, de rilke voorraad zwarte folkmuziek is modaal, zowel in Amerika als in Afrika . In het a1$emeen kan gezegd worden dat alle muzikale culturen -overal ter wereld en in elks Periode - modaa1 zil'n geweest . Er is echter sen uitzonde- 1 6 8 1 ring, en dat is de Europese muziek van na de Renaissance. De componist Peter Michael Hamel schreef dat de $emeenschaPPeli1'kheid van de 'wortel' van de modaliteit in alle niet-Europese en Europese culturen leiden kan tot sen wereldmuziek • sen fusie van de verschillende muziekculturen. Zonder verlies van identiteit kan sen emeenschaPelil'ke'taal' ontstaan . Miles Davis was waarschil'nlil'k de eerste die modale reeksen doelbewust als stil'lkenmerk be$on toe to Passen- maar Coltrane wierP sen bru$ naar de Indiase muziekcultuur. Coltrane vond niet alleen in muziek-technischezin aansluitin$bil' Indiase Patronen . De saxofonist heeft ookde Indiase spiritualiteit in zil'n levenswi)'ze $emte$reerd . Doordat hil' dit uitdroe$- werd Coltrane in del'aren zesti$, toen de modals techniek de jazz en de rock veroverde meer en meer het centrum van deze omsla$ . Coltrane maakte deel uit van het Miles Davis sextet dat met het oPnemen van Kind o Blue 1959 de modals jazz introduceerde . Coltrane ontwikkelde de modals jazz daarna verder . In sterkere mate dan Davis - die alleen strikt muzikaaltechnisch over$in$ op modaliteit - was Coltrane in de l'aren zesti$ de verte$enwoordi$er van deze wending in de muziekgeschiedenis . In Coltranes uitsPraken bli)'kt duideli)'k de sYm - biose tussen zi1'n muziek en zil'n sPiritualiteit . Veel van deze uitsPraken zouden letterli)'k uit de mond van Indiase musici kunnen komen . In 1962 zei Coltrane bi' voorbeeld : "Ik denk dat het belan$ri)'kste doel van de musicus is dat hil' zil'n luisteraar sen beeld wil $even van alle mooie din$en die hil' kept en voelt in het universum . Dat betekent muziek voor mil' . Het is sen andere manier om to ze$$en : het is sen $root mooi universum waarin wil' leven, dat ons $a$even is ." Geraadpleegdeliteratuur Joaehim-Ernst Berendt, Nada Brahma: de wereid is 8eiuid. Een sPeurtocht door muziek, wording en bewustzijn . 's-Gravenha e,1988. Jeff Gioia, The imperfect Art. New York, 1986. John Litweiler, The freedom principle. New York 1984. Len Lyons, Don Perlo, Jazz Portraits. The Lives and Music o the JazzMasters . New York, 1989 . 1'aargan9 10, nummer 3 Het verhaal van een stad Lizanne ch1 er Afkomstig uit een hock is wat ik zie Tot werkli)'kheid eworden fantasie verandert in een dwingend del'a-vu . Gerrit Achterberg, 'Del'a-vu' Overmatig literatuurgebruik doet bet verlangen riz) en zelf ook eens als een personage rond to sta en in een literair universum . Welnu- welke pick is daarvoor beter g eschikt dan Parils? De dran g om romanesk door steegl'es to dwalen heeft zich echter ras uitgebreid tot een wat post-moderner oog merk: mil in een cafe to Posteren- middag na midda$, vel na vel vol to krabbelen met 1Yrische ingevingen, Poetische imP ressies ~• mil'n literaire borelingen ingebed in bet verhaai van mil'n onwaarschil'nlil'k verblil'f in bet Franse ka itool ...! Meer dan eens heb ik ho elil'k gemtrigeerd naar die types zitten schouwen die zich, verschanst achter bet karakteristieke ronde tafelblad bogen over duimdikke bloknotes , de inkt razendsnel over 't Papier verspreidden nu en dan, met verre ingekeerde blik- oPkeken, de welgevormde hand boven bet vel lieten zweven en na eniga momenten lots weer neerdoken om halen- krullen en uitroePtekens oPnieuw in een indrukwekkend tempo op to laten volgen . In mi)'n verbeeldin g althans- betrof bet bier boodschaPP enlisl t noch belastin bill'et maar meesterwerken in wording . Niet als bl i Carmigelt zou de authentieke omgeving mil'n pen straatanecdotes cafeconversatieen en burleske fY ~ sionomien ontlo;ken veeleer zou bet gemomPel en geroezemoes, dat niets betekent als >'e er niet naar luistert, ook mi'l stimuleren tot bet schriftelil'k oPdiePen van universele zieleroerselen... Is er zo immers niet nauweli'ks iets aangenamer dan last o de avond, bil' voorkeur met een glas whisky in de rechterhand eens to luisteren naar bet omringend geluid van betekenisloos feestgedruis? Er kan weinig zil'n wat dit genot beter illustreert dan een heuse Franse verl'aarsP artil' ;~ de vreemde taal die bet Paradoxale gevoel van afstand en to eli)'kertil'd oPname no eens extra verhoogt . Ik beyond me er in een ono vallend hoekl'e , zweeg. De kleine ruimte- de intieme vriendenschaarr-i kle llik vloeiende drank bet geruststellend en weldadi momPelen om me been ...f; ook zonder de wetenschaP van de inhoud der conversatie, spoof ik glashelder de sfeer op van Les mandarins van Simone de Beauvoir, waande me in haar meeslePend geschetste wereld van bet na-oorlogse- links-intellectueel georienteerde 1 6 9 Paris . En daarbil' het genoegen om til'dens de SaPassioneerde discussies over internationals kwesties het oPrecht belangstellend vragenvuur over Nederlandse structures en cultuurgoederenfluks een streeP to kunnen trekken door het geil'kte beeld van de geborneerd chauvinistische stokbroodconsument! Een sPoediga teleurstelling vormde echter de universiteit die ternauwernood buiten de landsgrenzen blikt : de internationals gerichtheid bli)'kt hier weinig ontwikkeld . de aanzienlil'ke boekenlil'st van het eerste )'aar figureert slechts een hand l'evol buitenlandse auteurs : Goethe Dosto)'evski Joyce, Ma uez . Gees geringa verbazing als op mil'n voorzichti a suggestie dat lezinS in oorsPronkeli1'ke taal wellicht tot voordeel strekt- een snibbige afwil'zing volgt . Uitsluitend, veelal miserabele, vertalingen bevolken de kleine boekwinkels die zich in grote gstale over de Pittoreske straatl'es versPreiden . Verbazend- omdat de meerderheid van de Fransen hoewel met een grotesk accent, met name toch een aardiS mond)'e Engels sPreekt. Werkeli'k stores doet dit merkwaardig fenomeen me echter 1 70 'Jot:,s 1'aar9an9 10 summer 3 toch niet : het vormt een buitenkans om me op eenvoudi8a wil'ze van top tot teen Francaise to voelen . In de metro verdie to ziJ'n in een pocket, zonder een moment ofgeleid to schil'nen, biJ' voorkeur staande en tussen de dicht oPeengaPakte menigto ingeklemd, is uberhauPt al het waarmerk van de Franse intellectueel want dit yolk schroomt nog immer niet zich luidkeels met dit aPitheton to definieren . Toen het in mi1'n geval dan ook nog L'amant de Lady Chatterly betrof, ik Lawrence in het Frans verorberde was het nagestreefde Plast)'e af. Zelfs door de onderaardse gangen verPlaatste ik miJ' nog koPPig met mil'n news in de beduimelde paperback . Dat ik biJ' gebrek aan oPlettendheid prompt van een trap tuimelde behoort tot een ander chaPiter- dat miJ'n overigens geslaagde pose in een wat minder gunstig daglicht stelde . De gemiddelde Paril'zenaar trouwens, brengt naar miJ'n schatting ruim een kwart van zil'n wakend bestaan in het ondergrondse gangenstelsel door, waarvan de smeriga armoe en de holle kilheid flu en dan gelukkig oPgeluisterd worden door en die tevens een uitstekende akoestiek biedt voor mondharmonica saxofoon of viool . Naarmate het avonduur vordert wordt verbliJ'f in de ranzige catecomben niettemin steeds minder aangenaam, dat sPreekt voor zich . Toch ben ik nauweli1'ks huiverig wanneer ik ze na cafebezoek met doelgerichte pas doorkruis . Het zal wat to maken hebben met miJ'n voor Franse begriPPen imPosante lengte~; in navolging van Hermans' Pauline in Au pair toren ik boven het overgrote deel van 't luguber volk1'e uit en verbeeld me dat ik een onverbiddeli1'k overwicht uitstraal . De aardigste fragmenten overigens van genoemde laatste en in mil'n oPinie ril'keliJ'k onderschatte roman van Hermans vormen de beschril'vingen van de verbliJ'fPlaats die de heroine in een s1'ofele mansarde vindt, ingeklemd tussen riJ'en al even vervallen hokJ'es , bevolkt door de meest onwaarschil'nliJ'ke randfiguren . Zolder na zolder aaneengeregen door een keten van misere zou men de bovenverdiePing van PariJ's als een overkoePelend labYrint van verPauPering, alsde ruimteliJ'ke pendant van het duizelingwekkend doolhof onder de stad kunnen kenschetsen . Krioelende kronkeling- onttrokken aan het oog van de frisse bovengro ndse wandelaar. Tussen twee haakJ'es, het betreft hier misschien een PersoonliJ'ke voorkeur : ik herinner me dat het enig aantrekkelil'k moment van Mulisch' De hoo8ste til'd een dergelil'k visioen bond . Hoe het ook ziJ', op een verbli1'fPlaats van dergeli1'k geheimzinni a romantiek vermeend ideale broedP1asis van de ware eet kan ik niet bogen . MiJ'n keurig Pa rketgevloerd kamertl'e bevindt zich temidden van tientallen snortgelil'ke, in een vanzelfsPrekend ongemengde foyer op de Boulevard Saint-Michel . Voora1's avonds kil'k ik uit op een overt uigende ansichtkaart : de verlichte Eiffeltoren die dan Parman tig boven de winterse ardin du Luxembourg uitsPitst . 0ok niet kwaad . Als ik miJ' van dit schouwsPel losscheur om me 's morgens to voet naar het instituut to begeven, Pa sseer ~'k het in nevelen gehulde Pantheon de machtig oPri>'zende Romeinse ilaren o p het front de trotse tekst in goud : Hulde Helden Vaderland! Een droom van Glorieuze Dagen van Weleer . En op een al even vroeg 'ioos 171 uur schetst een docent met grote gebaren het Belang- de Levensnoodzaak van Literatuur, zegeviert met een niet aflatend vuur de 1Yriek over Frankri)'k over de Cultuur . Die hoofdlettermentaliteit zo taboe in Nederland tiert hier weli . Groots en meeslePend zul 'e leven schalt het devies onaflatend . En is dit gebrek aan distantie verbazingwekkend als de afstand tussen de omringende werkelil'kheid en het onderwezen en gelezen goed zo to verwaarlozen is? Bewandel l'e niet de Olympus als op elke straathoek de deuren van de voormaliga woonoorden der grote schri)'vers open staan en als op Pere Lachaise hun zerken verrilzen . Evenzeer staP la door een boek wanneer de straatnamen die )'e Passeert identiek zil'n aan zil' die in Proust fi8ureren, in HuYsmans . Wanneer >'e routes volgt van personages en boulevards kruist waarover eens de meesters der literatoren flaneerden . Traceer op een lege namiddag sans de socials geografie die Proust schetst- Passeer de aristocratische hotels waarin de soirees warden gefre9uenteerd die zi1'n Recherche zo kwistig bevolken . Spring halverwege A rebours op om de gelauwerde doeken van Moreau met eigen ogen to aanschouwen . Wat kan zo mil'n verrukking evenaren als ik in mil'n trouwe Michelin het thermenmuseum waarvan Des Esseintes 8echarmeerd is, oPsPoor en ...het zich op mi)'n ei8en'Boul Mich' bli'kt to bevinden! Het is niet noodzakeli)'k manuscriPten in brasserieen to bereiden om in literatuur to leven ; ik hoef slecht een staP buiten de deur to wagen om me in een romaneske wereld to wanen. Enkele dagen 8eleden no8 zag ik Ovidius' Metamor osen gevisualiseerd : de exPositie Les amours des Dieux in hat Grand Palais . De Champs-E1Ysees- oneindiga ri1'en bomen waarin guirlandes van gouden licht>'es bevesti8d, vddr mil ' de mal'estueuze traPen van hat imPosant gebouw . trap pen weg naar de oude doeken ik kort een duchesse, even voor hat feastgedruis, hat bal . Paril's is een boek- maar evengoed een film . Het ene moment vergasP l'e l'e vanuit een comfortabele bioscooPstoel aan de onwaarschil'nlil'ke liefdesSeschiedenis van twee zwervers Les amants du Pont Neu - het volgende ogenblik kruis l'e de Seine via de indrukwekkende brug zelf- en beki)'kt clochards met een ander, belangstellender 00g . 1k lees gecorrumPeerd : in 't Frans op een mistiga morSen Thomas Manns Mort a Venice en een onafwendbaar verlangen naar Visconti's verfilming overvalt me . Een haastig bladeren in een til'dschrift)'e is voldoende om me een moment later in een intiem zaalt)'e to zetelen : een Publiek van drie heert'es en een wenende dame dat ban ik . En als ik na uren verslinSering in hat da licht treed, wacht mil' geen ontnuchtering. Hoe kan Paril's nu detoneren-; herfst en triestiga lichtval de tragische heldin sleePt zich naar een bar . De laatste Pa8~'na's der novella plus een croissant worden verslonden, terwi)'1 ik mi'l bovendien hat onderwer van insPiratie mean van een artistiek ogende )'° ~ ngeman• golvende manen, de al eerder togengekomen dichtbeschreven vellen voor zich . Zou mi)'n il'nli1'k verwron en rofiel hem een Laura verschaffen? Mi'n kreu ale an die val van de metrotraP doet zich nog immer gelden een intrige? Tussendoor vormt het afschuimen van boekwinkelt'es een 172 'JQps iaargang 10, nummer 3 favoriet ti' verdriJ'f, ondanks de eeuwiS teleurgestelde hoop op een vondst. Bladeren in ver eelde boekwerkJ'es behoudt zijn charme maar voor de aankoop van een meesterwerk zou ik me tern moeten s oeden naar Nederland : rote namen in fraai ebonden boeken zijn daar no voorradiS dankziJ' de erin e FranstaliSa leeshonSer die er heerst . Hier echter, en dat is niet meer dan vanzelfsPrekend is het terrein reeds grondi S ofSaSraasd . Ook de bou9ueniers die met hun koo waar de Seine flankeren bereiden een ontgoocheling . Ze vormen weliswaar een fraai traditioneel rentJa, maar de inhoud van hun uitstalkast)'es is onbetaalbaar en zonder uitzonderinS beschermd teen weini S kooplustiSa- maar beSeri a vinSers : onverbiddeliJ'k cellofaan omsluit de schatten. Weini romantiek dus hier . Wel zwol even miJ'n vaderlands hart toen ik onze oude meester Beets er sans in France vertalinS, ontwaarde . Mil'n eniSa hoop is dat niemand hat lezen zal! . Onze andere Sroten, helaas, bli1'ven hier in een hen onwaardi S duister Sehuld . 0 het verl'aarsfeest waarvan ik zoeven al rePto, ward van een verbil'sterende literaire belanSstellinS en karmic bliJ'k SeSeven, verrassend daar het bil'na uitsluitend 'PolYtechnicians' Sold . Toen ik echter op aandranS der aanweziSen eniSa auteurs Poneerde: Multatuli- Couperus- Hermans- bewoSen ze weliswaar nadenkend en twil'felend hat Seleerde hoofd- waarbiJ' echter hat 'misschien' zichtbaar slechts de wetten van wellevendheid resPecteerde . Tenslotte toe aSeven : zelf s in Paril's loert hat Sevaar dat o hat moment dat het als verbliJ'fPlaats dienst doet- de stad tot louter woonoord wordt ternS Sebracht tot stad onder zovele steden . Het mYsterieus aureool dat na een weekend van omzwervinSen de mYthische metroPool omSeeft en de vluchtiSa bezoeker biJ'blilft , houdt dan slechts maar dan ook overtuiSend) stand als J'e de stad ziet in de til'd, door de literatuur en als verhaal . Wanneer J'e, bi'J voorbeeld in hat oude Care d'OrsaY plots ooS in ooS staat met een Seliefd personage : Montes9uiou die model stond voor Des Esseintes hautain zijn blik richtend op de fraai bewerkte knoP van zijn rotting. .. De dromeril'en die derSelil'ke en andere ontmoetinSen onweerstaanbaar onketenen maken een in zichzelf vlakke , on rsoonliJ'ke stad, ril'k en Slorieus in een overvloed van leven en mYsterie . En zo Puzzel ik niet op FranstaliSa Poemen- wat de belanSstellende, mil' omrinSends cafebezoekers ook moSen vermoeden maar vee ik een stapeltJ'e imPressies biJ'een voor hat thuisfront. In een stad die alle boeken in zich barSt en vereniSt leaf ik het verhaal van miJ'n verblil'f en fabriceer in dat verhaal een historie over dat verhaal . Een postmodern non-plus-ultra . 1jQ0s 173 r e c e Vlagen van onverwachte schoonheid Ronald Giphart, Ik ook van jou. Nijgh en Van Ditmar, f 29,90 Minder arSeloos en aanmatiSend dan de personages in Bi1' nader inzien misschien maar toch : ook wi)',eerstel'aarsstudenten Nederlands en voor niets ter wereld bang, hadden monden vol van Literatuur en harten vol van Schril'ven . Verle$en ontboezemin$ en na werkcolle$es, of in de kroe$ luid uit- Seschreeuwde poetica's - wi)' droomden ons romans terwi)'1 we leerden voor tentamens . Het aloude cliche van 'de kunst afkil'ken om zelf to doen' wordt in iedere $eneratie Neerlandici-in-spe onSetwiJ'feld weer opnieuw bewaarheid . Maar tussen droom en daad staat studie in de weS -studenten Nederlands worden Neerlandici en door- Saans echt Seen schril'vers . Of toch? Bil' uitSeveri'l NilS~ h en Van Ditmar verscheen onlan$s Ik ook van 1'ou- de debuutroman van Ronald Giphart . En verdomd het is prachtig . In Ikook van t'ou brenSen twee J'onSe schriJ'vers Ronald en Fraser, hun vakantie door in Frankri'k : "Dordogne 1990. Grote ueeste Naar Literatuur en Seks" . Ronald en Fraser zit'n een tikeJ blase en 'totaal verliteratuurd' : de zin van hun leven is "de functie die het leven heeft voor literatuur" . Alleen door to leven is het mo$elil'k om iets van literatuur to be$ril'pen, "van emoties, van beschriJ'vin$en van al die klotemetaforen" - aan een studie heeft een )'°nSe schriJ'ver niets . "Eruditie, brrr . Al die plaatsbepalinSen en dat Setheoretiseer . Al dat in voetnoten $aSoten diffuse $elul over stromin$en en kenmerken" : van uitspraken over literatuur moet Fraser niets hebben tenzil' hil' ze zelf doet . En Fraser doet er vele . Fraser is een sYmpathieke blaaskaak hil' is ad rem en arrogant als Paul ult de verfilmmS van Bt 1 nader inzien luidruchtig en pedant als Paul de Leeuw. Hil' is het die in Ik ook van 1'ou de mond van SchriJ'ven vol heeft: "Ik wil Sewoon louter just and only for the goddamned fuckin' fun of it met piemie in de palm van mijn bezwete hand wat tekstl'es masturberen, erbil ' denkend : Soddomme wat ben ik een fantastische J'on$en, zeS." 174 Jo .s n S i e Fraser is fantastisch maar Ronald is de schri)'ver hil' heeft iets mee$emaakt waardoor'al die klotemetaforen' betekenis kreSen : zil'n relatie met Reza. "Ik kan tenminste noS over Reza schril'ven . Dat ik voor ik haar ontmoette een vroli)'k onbekommerd l'onSet)'e was . Dat ik met Reza een hoop 'beschril'venswaardi$ s' heb mee$emaakt maar dat het me zo moeilil'k lukt dat in een boek to persen omdat ik dan zo $odver$eten serieus word . Dat de maalmolen van mijn $eheuSen mijn relatie met haar versnipperd heeft in een hand)'evol'momenten'. Mooie momenten . Unieke momenten . Dramatische situaties. Vla en van onverwachte schoonheid . Dat Reza heeft u Seen kussentl'es o p deze sofa obey) mijn eerste en mijn eniSa echte- Srote-liefde is Seweest en dat ze het alleen al om die reden waard is om Seeerd to worden ." Het verslaS van de '9ueeste naar literatuur en 1'aargan9 10, nummer 3 r e c e seks' wordt in Ik ook van jou onderbroken door Ronalds eerbetoon aan Reza . Het is de liefde het oud verhaal- $aProl'ecteerd te$en een decor dat voor Utrechtse studenten Nederlands heel herkenbaar is. Ronald en Reza leren elkaar kennen in hun '$roeP)'e' van eerstel'aarsf hun liefde $roeit til'dens 'de breekweek' en $ant lan$zaamaan - via kamers in Utrecht Astaire en Fellini -weer voorbil' . Wat rest is de weemoedi$a herinnerin$ aan 'momenten' aan een voor$oed vervlo$en til'd . "Wat deden we in godsnaam wat deden we, voordat we de nostal ie ontdekten?" Gedurende zil'n relatie met Reza hield Ronald een to$boek van hun liefde bil' :het boek ik ook van1'ou . De hoofdstukken van deze liefde worden alien$s $ecomPliceerder : Reza is een'fataal meisl'e`, $ekweld door eenbuitensPon$e l'aloezie-de'onschuldi$e kinderliefde' van Ronald en Reza wordt door dramatische scenes meer en meer vertroebeld . Reza is een mooie maar tra ische heldin : haar verwordin$, an$step en obsessies worden in Ik ook van jou overtui end en ontroerend beschreven . Voor Reza is Ronald finaal en onherroePelil'k $evallen: ook nadat hil' zil'n to$boek in het boek ik ook niet meer zo heel erg veei van jou kon omdoPen is het Reza die zil'n leven bePaalt. Zil'n ontmoetin$ met 'de allermooiste negerin van de hele wereld' asn de Dordogne, wordt door herinnerin$en aan Reza overschaduwd - iedere $ebeurtenis leidt tern $ naar haar, naar de til'd van voor de nostal$ie . Pas aan het slot van Ik ook van jou lil'kt Ronald zich van Reza bevril'd to hebben . "Ik snap het ook niet dat 'il'l en iki lil' en ik, dat het tussen jou en mil'" - al o P we$ naar Nederland omdat er'iets' met Reza is $ebeurd, gooit Ronald resoluut het stuur om . Niet naar Reza maar naar zil'n zwarte Duitse schone keert hil' tern$ . Het boek ik ook van jou is daarmee uit en over - of zal misschien oPnieuw be$innen : "Ze buff haar hoofd naar me toe zoent me en vraa t lief : 'Hoe ze$l'e in het Nederlands Ik hou van 1'ou?' Ik zucht . Ik zucht heel dieP . Ik ze :'Ik ook van l'ou." Ronalds zoektocht in de Dordogne heeft dus uiteindelil'k resultant : zil'n zwarte schone bren$t hem n s I e literatuur het boek voor Reza is immers ten einde en seks. Deze twee be$ri n han$en in Ik ook van 1'ou nauw met elkaar: Ronald en Fraser streven - als ieder mens- naar liefde en $eluk en 'liefde en $eluk is samen seks' zo beweert Fraser . seks heeft voor hen een functie voor de literatuur : het $eeft inzicht in die literatuuren levert bovendien stof tot schril'ven . In Ik ook van jou komen dan ook heel wat erotische scenes voor-en GiPhart wist deze scenes op een fraaie manier vorm to $even . Seks kan echter ook de aandacht van literatuur afleiden:" Het zil'n $een leuke momenten als l'eerachter komt datl'e lulla $eleidehond is en dat )'e wil om ti1'd to besteden aan Belan$ri1'ke Zaken schril'verschaP, kunst '$oede boeken' het of moet le$$en te$en de dran$ l'e kloten to le$en ." Ik ook van jou is een roman over seks en 'Belan$ril'ke Zaken' over ontrouw en literatuur, over schril'ven en schril'vers . Ik ook van jou is echter bovenal een monument voor 'de eni$a echte-$rote-liefde' . GiPhart is erin $eslaa$d om niet'$odver$eten serieus' en Pathetisch to worden : hil' vond de l'uiste lichtvoeti$ a toon om loodzware emoties to beschril'ven . Ik ook van jou is mooi $eschreven. GiPharts stil'1 is zuiver, trefzeker en gespeend van sentimentaliteit GiPhart relativeert waar nodi$, zil'n roman is niet in 'slaPPa liefderatuur' ontaard . De dialo$en in Ik ook van jou zil'n soePe1 en r;ack de observaties $lashelder-• 1Yrische passages worden of$ewisseld met snedi e'statements' . Ik ook van jou is ook bil'- zonder $eesti$ : GiPhart sPeelt met bekendecitaten van literaire meesters, hil' verluchti$t de weemoed met scherts . GiPhart kan dus schril'ven . Met Ik ook van jou bleef hil' no$ dicht bil' huffs-ik ben benieuwd waar een vol$ende 9ueeste hem bren$t. Iris Pronk \joos 1 7 5 r e c e Het is maar literatuur ... Ido Weijers, Terug naar het behouden huffs; Ra manschrijvers en weienschappers in de jaren vi] Jtig. Uitgeverij SUA, prijs f 45,- Het mooie van boeken is dat )'e )'e er ei$enli)'k niets van aan hoeft to trekken . Als iemand na het lezen van een zeer aan$i'i)'Pend boek in tranen uitbarst kun )' el'e er no$ altil'd afmaken met : 'Ach kind)'e, het is toch maar literatuur' . De auteur werkt natuurlil'k net zo hard aan die schi'nwereld mee . De harde levenswaarheden die hi)' Poneert zi)'n, als hil' er oP aan$esProken wordt niet van hemzelf maar van zil'n personages . 0P zo'n moment wordt de literatuur weer een sPel en van elke verantwoordeli)'kheid heeft iedereen zi'n handers of etrokken . In elk $eval zal $een wetenschaPPer $eloofwaardi$ overkomen als hi1' ze$t:'zo is het flueenmaal want ik heb het in een roman $elezen' . Of toch?Ido Weijers Probeert het in zil'n boek Teru8 naar het behouden huffs het resultant van het onderzoek dat hil ' als aio deed bil ' de vak$roeP sociale wetenschaPPen van de l'uridische faculteit in Rotterdam . In dit boek onderzoekt hi)' de eerste tiers l'aar na de oorlo$ door het Positieve wedero 1} bouwverhaal van de Utrechtse School en het sce I} tischeverhaalvandezo enaamde'landeri en' de auteurs Blaman Hermans en Van het Reve naast elkaar to le$$en . Het archief wordt ver$eleken met de straat . Weiljers verdedi$t de oPzet van zi)'n onderzoek het betrekken van romans in een wetenschaPPe - lil'k betoo$ - door to benadrukken dat hil ' de Paradoxale ti'd van vlak na de oorlo$ in een cultuurhistorisch PersPectief wil Plaatsen . Die ti)'d was er aan de ene kant sterk een van vernieuwin$ en verbeterin$, bi)' voorbeeld van werkomstandi$heden, socialevoorzieningen behuizin$et cetera masr asn de andere kant ook van een voortzetting van het oude verzuilde conservatieve Nederland . Wei'r ers is er niet alleen van overtui d dat de romans van de $enoemde auteurs het beeld van deze Periode verri)'ken- maar ook dat er sPrake is van een wisseiwerkin$ tussen de 'landeri$en' en de Utrechtse School . De uitzichtloosheid van de schri'r vers zou een reactie zi'n op het $eweldi$a en voor hen hYPocriete o timisme van de leden van de U- 176 'Joos n s i e trechtse School die zich op hun beurt $eroePen voelden die uitzichtloosheid to overschreeuwen met no$ meer oPtimisme . Daarom is het zaak beide eneraties to onderzoeken . De Utrechtse School bestaat uit een $roeP wetenschaPPers - PsYcholo$ena$ o$en, PsYchiaters criminolo$en en l'uristen- die na de oorto$ toonaan$evend op hun vak$ebied zi)'n . Deze fenomenolo$isch $eonenteerde intellectuelen willen de mens 'als Persoon in zi)'n situatie' benaderen en die mens in deze flu zo losgeslagen wereld, de kans $even volkomen zichzelf to zil'n . Ze zi)'n fel $ekant te$en het Positivisme- dat de mens ziet als een object, onderhevi$ aan wetmati$heden los van de verhoudin$ tot ziln om$evin$ . Voor de fenomenolo$ en zil'n )'uist de intuitie en het voelen de bron van kennis waarmee zij tot het wezen van de mens kunnen doordrin$en . Zi) willen de Persoonin- ziln-wereld beschouwen, en Persoon en wereld zi)n slechts to be$rilPen in hun onderlin$ verband . Dat verklaart ook de nauwe samenwerkin$ tussen de verschillende disciplines van de school . Daarnaast zi'n ze op zoek naar een wetenschaP die inzicht in het tyPisch menseli)ke Probeert to vereni- $en met oPvattin$en over het ideate menseli)ke, en zo $aan ze dus niet alleen zuiver wetenschaPPeli) kf maar ook vormend to werk . Hun ideaal is een $emeenschaP die zich op al$emeen christelil'ke waarden baseert het$een wordt in$ePast in hun wetenschaPPeli)ke ondervindin$en . Deze $elovi- $e deskundi$en ontwikkelen zo een Pastoraal project, $ericht op de $eestelilke wederoPbouw van ons land . Daarte$enover staan dan de schrilvers Blaman Hermans en Van het Reve die in hun werk van zo weini$ uitzicht $etui$en dat de kritiek sPreekt van 'de landeri$en'. In Praktil'k raken de twee werelden elkaar nauweli)'ks . De $evesti$de intellectuelen zien literatuur eerder als een morele en esthetische oppepper, en Hermans, Blaman en Van het Reve doers daar niet echt aan mee . Van hun kant $even zij ook weini$ blilk van belan$stellin$ voor de nieuwe volksoPvoeders . De twee $eneraties blilken aan een volsla$en communicatiestoornis to li)den, en het is de enorme to$enstellin$ tussen hun wereldvisies die Wei )ers wil Inters zien . De Utrechtenaren bekleden $eza$hebbende Poshies al is dat dan niet in direct P°litiek oPzicht . De 1'aargang 10, nummer 3 r e c e heren zien de zor$ voor de $eestelil'ke yolks ezondheid als een verantwoordelil'kheid van de staat,; in feite moet het yolk opevoed worden, en wel naar hun model . Het is niet voor niets dat zij in tal van-vaak katholieke -instanties en organisaties actief en vooraanstaand zi)'n,; op vele maatschaPP elil'ke terreinen oefenen zih' vooral tussen 1949 en 1955, hun niet geringa invloed uit . Die erkennin$ is niet we$$ele$d voor de debuterende Hermans Blaman en Van het Reve . Terwi)'1 de leden van de Utrechtse School overal met open armen ontvan en worden en er een welwillend oor vinden moeten de auteurs opboksen tegen ne$a - tieve kritieken en la$e oPla$eciJ'fers . Pas aan het eind van del'aren vil'f ti$ kri)'$en ze een beet)'e erkennin$, hoewel Eenzaam avontuur het ondanks - of dankzi-alles $oed doet. Zo is de intellectueel het eweten van de wereld - waarvan hi)' een duidelil'k ideaalbeeld heeft en de schril'ver de $etui$a van een ei$en niet zo ideale wereld . Wei'ers zet allereerst het wereldbeeld van de Forum- man Vestdi)'k naast dat van de PsYchiater Rumke. Hi)' doet dit om de culturele breuk tussen de Utrechtse kris en de auteurs in het )'uiste PersPectief to Plaatsen . Vestdi)'k zou noch tot de ene noch tot de andere generatie behoren hi)' stast ais het ware tussen het pessimisme van Hermans, de ironie van Van het Reve de scepsis van Blaman en het niet stuk to kriJ$' en oPtimisme van de fenomesolo$ en in. Hil' verwerP t in De toekomst der reli ~'e de drukkende waarden van de christeliJ'ke traditie maar ziet wel uitkomst namelil'k in de zelfont- Plooiin door het intellect . Het eerste $edeelte van het boek is oP$ebouwd rond 'het Probleem van de man'- namelil'k het feit dat hiJ' moet striJ'den met zil'n zuivere liefde evoelens en zi)'n botte lust . Dit pro bleem wordt asn$ekaart door Rumke en Vestdil'k, en zij' ziJ'n het er over eens dat dit een flink Probleem is . Voor Vestdil'k zit er niets anders op dan stren$a ascese om zo de roblemen uit de we aan maar dat is geheel te$en de overtui$in$ van de fenomenolo en . Net als Rumke ziet ook BuYtendil'k de oPlossin$ in de vrouw. Deze sYcholoo zet in zil'n boek De vrouw - Haar natuur, verschi1'nin8 en bestaan . Een existentieeipsycholo8ische studie ziJ'n inzishtan over hasr en haar ositie ten opzichte van de man uiteen . Wei)'- n s i e ers $eeft een aardi$a samenvattin van de ideeen die BuYtendi)'k hierin to berde bren . Het lichamelilke en het $eesteliJ'ke mo$en niet $escheiden worden, maar de vrouw moet omdat ze de genoemde mannelil'ke Problemen niet kept- de man helPen om een evenwicht to vinden tussen zil'n twee uiterstep. De vrouw kan dat omdat ze een rustpunt in het universum is stabiel en onverstoorbaar . Wei)'ers last nu aan de hand van Anna Blamans Eenzaam avontuur zien dat Blaman dit helemaal niet zo'n tYPisch manneliJ'k Probleem vindt als de heren het voorstellen . Vrouwen worstelen met Preties hetzelfde conflict- de Eva en de Maria in hun Persoonlil'kheid en kunnen dus ook nooit een oPlossin$ voor de man zi)'n . De vol$ende to$enstellin$ die $aPoneerd wordt is die tussen de Peda$oo$ Lan$eveld en de schri)'- vers Hermans en Van het Reve . Lan eveld schreef in 1948 eenraovper dpe onomaatsrchaPtPelike J'eu$d, nadat daar door verschillende institutes onderzoek naar $edaan was . De massa)'eu$d manifesteert zich als een ernsti$ Probleem in de l'aren vi'fti$ . Het is zaak, ze$t Lan$eveld, dat de l'eu$d oP$roeit in de $ebor$en om$evin$ van het $ezin en een normale ontwikkelin$ tot een volwassen, onafhankeli'ke Persoonlil'kheid doormaakt . Het kind moet daartoe kunnen beschikken over zo$enaamde'verbor$ en Plaatsen' in huffs Plaatsen die voor het kind een ei$en fantasie-betekenis kril' en . Die Plaatsen zi)'n ook tern to vinden in de wereldliteratuur stelt hiJ' . Lan$eveld $aat hier dan wel voorbiJ' aan het boek van Van het Reve Wert her Nieland. Niet zo verwonderliJ'k, want Van het Reve last een heel andere kant van die bekende verbor- $en Plaatsen zien, een kant die Lan$eveld dan weer niet zo noodzakeliJ'k zal vinden . De ik-fi$uur in dit boek richt de zolder van ziJ'n ouderli'k huffs in tot 'Het Betoverde Kasteel' . Hil' doetdat niet slechts om er alleen to zi1'n en tussentiJ'ds zi)'n lid to hanteren- maar ook om er samen met leeftil'ds$enoten to zil'n, en met hen een club to vormen . De eheime Plaats wordt ebruikt om er offerrituelen en eheime seances to laten Plaatsvinden en staat in het teken van angst en vervelin . Al1erminst het veili e idee waar Lan$eveld o uit is dus. Het laatste hoofdstuk handelt over de )jurist PomPeg die de ei en verantwoordeliJ'kheid van de mess benadrukt en Hermans die )'uist volledi $ 'Joos 1 7 7 r e c e aan die verantwoordeli)'kheid voorbil' aat . PomPe $aat er van uit dat de mans door een misdaad to Ple$en inbreuk doet op hat in hem $estelde vertrouwen. Straf stelt hem in de $ale$enheid dit vertrouwen wear tern to winners . De meest ideale situatie zou zijn als ears delinquent zich vril'willi $ zou aanmelden voor ears straf. In dit $edeelte maakt Weil'ers een rare $edachtenkronkel over de motivatie van PomPa om to Pleiten voor $ratie van de 'vier van Breda' . Hi' wil uitzoeken of dit flu ook stoelt op de $edachte van verantwoordelil'kheid en $oedmaken of niet . De situatie wordt voor$esteld als een vraa$ die lan$zaamaan beantwoord moat worden maar dat komt de duideli'kheid niet ten $oede, en ook de functionaliteit bli1'ft wat han$en . Waarschil'nlil'k wil Weil'ers hat Patriarchale karaktar van de )jurist benadrukken want hat zou Pom- Pe to doers zijn $eweest Nederland to leren wat hat is om 'uw naaste lief to hebben en uw vil'anden to vet even'. Die $edachte over Persoonlil'ke verantwoordeli)' kheid wordt in elk$eval$eheel onderuit $ehaald door Hermans diede wereld alleen als ordeloos en chaotisch ziet en verantwoordeli)'kheid in zijn tomans voorstelt als een absurditeit . Zijn personages waters en be$ril'Pen niet waarbi)' ze betrokken zil'n , en zijn tever$eels op zoek naar de waarheid zoals bi' voorbeeld Osewoudt in De donkere kamer van Damokies . In zijn besluit concludeert Wei)'ers dat de romanschri'h 'ers uit de l'aren vil'fti de to$entoon zijn $eweest van de toonaan$evende fenomenolo$en . De twee $eneraties staan haaks op elkaar- jets wat vol- $ens Weil'ers to vaak uit hat oo$ wordt verloren . Duidelil'ke, vlot $eschreven uiteenzettin$en over de fenomenolo$en en hun oPvattin$en $even een $ ~ oed en oPvallend beeld van de 'aren vil'fti$ . Weir' ers ma$ zijn uit$ebreide verdedi$in$ voor de o Pzet van hat boek achterwe$a laten . Christian Bok n s i e Leven(sbeschrijving) in de brouwerij Jan Fontijn, De Nederlandse schrijversbiografie. Uitgeverij HES (HES Literatuur), Utrecht 1992 . f 19.95 Willem Brakman hat op de kaft van Pop op de bank drukken dat deze roman 'een autobio rafie' is . De toekomsti a Brakman-bio$raaf-- die door de pers was mgelicht -- heeft de nacht voordat dit boek verscheen op de stoeP van uit$everil' uerido door ebracht. Groot was om tiers over ne en 's ochtends echter zijn teleurstellin$ toen hil ' er$ens in de buurt van Pa$ina zeventien las hoe de Noormannen die net op sPectaculaire wi)ze Den Haa g en Schevenin en waren binnen$evallen, op hat schoolPlean van de kleine Brakman een enorm vreu$devuur aanle den ... ProIemen voor e io rasf Wanneer de Brakman-bio raaf in zijn wanhoo P voor oed advies naar hat onlan$s verschenen De Nederiandse schri1'versbio8ra 'e van an Fontiljn $rilPt, za1 hil markers dat de auteur hem niet helPen kan. Masr dat was dan ook niet Fonti)'ns bedoeling . Hil' $eeft $een 'adviezen' en ook $een blauwdruk voor de bio rafie. Het zal zijn bedoelin$ zijn $eweest de Problemen rondom hat werken met biorafisch feitenmateriaal in literatuuronderzoekop een rli to zetten . Fontiljn heeft op deze wil'ze een zeer ins irerend en motiverend boekla $eschreven . Nadat hil uitvoeri$ aandacht besteedt aan de eschiedenis van de schri)'versbio$rafief $eeft Fontiljn een overzicht van de Problemen die er zich zoal voordoen bi) bio- $rafisch onderzoek . Allereerst komen de bronnen aan de orde . Wat zijn deze bronnen, waar zijn ze to vinden hoe into rPreteert men hat evonden materiaal? De meest in' terassam ea Pragraaf van dit hoofdstuk over de bronnen van de biograaf is getiteld 'Visie' . Hierin komt de vraa$ aan de orde in hoeverre de visie van de bio rasf op hat )even en o hat werk van 'zil'n' auteur de tekst van zijn biografie be alen ma g . Fontiljn lil'kt to Pleiten voor wat meet visie meet intorPratatie van de bio raaf : hi)' haalt Anbeek aan, 178 1 1'aar9an9 10, nummer 3 r e c e die het gebrek aan sYnthese een van de 'kinderziektes' van de Nederlandse schril'versbio8rafie heeft Senoemd . Teveel sYnthese kan echter ook ongewenst zil'n . "Tot op de dag van vandaag"- schri'Jft Fontil'n in dat verband, "blil'ft het voor de bioSraaf moeiliJ'k zich los to maken van de hardnekkige mythe in zijn genre: die van de coherente PersoonliJ'kheid ." Dit heeft als ongewenst 8evolS dat sommige biografen op geforceerde wil'za een mooi'rond' levensverhaal construeren waarin nauweli'ks inconse9uenties voorkomen als mocht er in een biografie geen mus van het dak vallen zonder dat dat voor het'verhaal' een funktie heeft . In zijn volgende hoofdstuk behandelt Fonti1'n het Pro bleem van het 'verklaren' in de schriJ'versbiografie. Hoe verklaart een biograaf allerlei tragische of bliJ'de levensfeiten van de gebiografeerde? Een Probleem dat zich daarbil' kan voordoen is de niet sPecifieke deskundigheid van de bioSraaf. Zo g eeft Ed .A. Serrarens in zJin studie over de dichter- Predikant en zelfmoordenaar Francois Haverschmidt toe dat het niet tot zijn 'bevoegdheden' behoort een verklarenS to vinden voor de traSische dood van zijn onderzoeksobJ'ect . Dat moet voorbehouden bliJ'ven aan de Psycheater, zo oordeelt de neerlandicus Serrarens . Een ander soort'verklaren' dat tot de taken van de biograaf behoort is het verklaren van kenmerken van het werk van de auteur uit omstandigheden uit diens leven . Dat is het onderwerP van Fontilns vierde hoofdstuk 'De relatie tussen leven en werk'. Voorzichtigheid istroef in dit hoofdstuk . Zo haalt Fonti'n deze waarschuwende woorden van CouPerus aan: "Vertrouw zelfs niet mil'n Prozawoord ook al klinkt het mat en bleek van waarheid : miJ'n Prozawoord is een leugen ." De betekenis van de begri 'leven' in de relatie leven-werk wordt door FontiJ'n bePerkt tot de oPeenvolging van Particuliere- Persoonlil'ke gebeurtenissen die de auteur onder8aat . Helaas Saat FontiJ'n niet in o P de relatie tussen het werk en de bredere maatscha elike context waarvan het leven van de auteur deel uitmaakt . Want ook dat lil'kt mi l bio8raisch onderzoek: wee deze relatie onderzoekt kamPt in veal oPzichten met dezelfde Problemen als de onderzoeker die zich bePerkt tot Particuliere levensgeschiedenis. Ook de de Positie van de Persoonii1'kheid van de n s i e auteur in de maatschaPPiJ' komt nauweliJ'ks aan bod. Van een schrilversleven schil'nt Fontin toch in J eerste instantie de oPeenvolging van feiten belan8- ri)'k to vinden . In het slothoofdstuk komt de vormgevenS van de biografie aan de orde . De biograaf zal streven naar leesbaarheid en ziet zich daarom bi ) het schri1'ven van zijn tekst gaPlaatst voor tal van esthetische Problemen . In dit vil'fde hoofdstuk zet FontiJ'n een aantal esthetische bioSrafen-overwe- Singen op een r1i'. Welk PersPectief kiest de biograaf? Houdt hiJ' zich strikt aan de chronologie? oerswiziin FontiJ'ns boekJ'e is niet alleen voor biografen en biografieenlezers van belanS . De manier van literatuurstudie- die FontiJ'n op zeer stimulerende wiJ'ze beschril'ft, kan en moet deel uit maken van het werkterrein van iedere literatuur-historicus . De tiJ'- den waarin Wellek Warren en tal van andere literatuurwetenschaPPers hun vakgenoten met smalende gebaren voor biografisme waarschuwden zijn voorgoed voorbiJ' . Konden colle8ezalen met zich in de tekstanalYse bedril'vende studenten enige til'd geleden nog verbaasd rea8eren op de mededeling dat nota bene oud-Mereynredacteur Oversteegen aan een biografie -haha - een bio rafie van Cola Debrot werkte die til'den zijn voorbiJ. Men lil'kt het er aan de letterenfaculteiten over eens to worden dat een visie op het werk van de auteur niet Sevormd kan worden zonder dat dat werk in de maatschaPPeJ likef sociale en internationaal literaire context wordt gaPlaatst . Niet alleen de winselwerking tussen de literaire tekst en die verschillende contexten maar ook de positie van de auteur daarin worden van belang eacht . De tekenen van deze koerswil'ziging zijn al een til'dlangzichtbaar . In een recent artikel in De nieuwe taaI8ids Seven twee hoo8leraren Moderne Nederlandse Letterkunde Van den Akker en Dorlei'nnota bene uit de 'strenge' Utrechtse school to kennen dat we voor "een reconstructie van het literaire verleden ..] niet genoeS hebben aan een Poeticaal en literair-sociaal PersPectief, maar dat we ook hat werk zelf dienen to beschouwen en alles in een breder, maatschapeli)'k, litiek, levensbeschouwelil'k verband moeten Plaatsen" . Ik veroorloof me 1 7 9 r e c e hierbil' op to merken dat het zoeken naar het "breder maatschappeli)'k, politiek, levensbeschouwelil'k verband" waarover de auteurs sPreken een vorm van bioSra 'sch onderzoek ver$t, en niets anders. Nu zal Fontil'n in De Nederlandse sehri1'versbio8ra- ' niet in eerste instantie daze bredere' manier van literatuurstudie hebben willen stimuleren . Zil'n boek Saat over hat sPecifieke genre van de bioSrafie. Hil' refereert aan boeken als dat van Bastet over CouPerus, van . Meil'er over PaaP, van Serrarens over Piet Paaltl'ens een ver$eten dock lezenswaardi$ a bio$rafische studie) of van Van der Plas over Gezelle. Natuurlil'k put hil' uit zil'n ei$en ervarinS bil' het schril'ven van Tweespalt, dat over hat leyen van Frederik van Eeden tot 1901 handelt . Zetten we echter de $ebio$rafeerde en dubbel- SebioSrafeerde Srote Nederlandse auteurs eens o P en ril'tl'e, dan ril'st de vraaS: "wie nu?" Aan Nil'hoff wordt al l'aren Sewerkt- Bordewil'k heeft - als we de kranteberichten mo$en Seloven-zo'n 7 Potentiele bioS rafen'~ de meeste noS levende schril'vers even $een toestemmin$. Resten no$ Ter Braak Marsman Kellendonk• enfin laten het er vi'ftien zi)n . En dan : wie is er in de $ale$enheid de $i$antische klus van het schril'ven van een bio$rafie to volbranSen? Nee- Fonti)'ns boek is voor veal meer Neerlandici van belanS . Zoals hil' schril'ft- is de documentatie over de verschillende Nederlandse auteurs in de looP der)'aren toeSankelil'ker$eworden . Er is niet alleen het LetterkundiS Museum in Den HaaS, waar veal schril'vers-nalatenschaPPen verzameld zi1'n, maar de literatuurwetenscha Per kan ook hoe lanSer hoe beter $ebruik maken van f ilmmateriaal, eluidso namen, microfiches van alle mo$elil'ke Publicaties et cetera . De techniek maakt het moSelil'k om van niet al to lan$ $eleden overleden auteurs de beschikbare documentatie zonder veal moeite to overzien . De reconstructie van de houdm$ van de auteur to enover zil'n literaire- maatschaPIE) like en sociale context is een beziSheid die niet alleen voor de bioSraaf-de enkelinS die in de $aleSenheid is na 1'arenlanS onderzoek een boek als TweesPalt to Pubhceren -, maar voor elke onderzoeker tot de vasto onderdelen van zil'n studie behoren . Het kan wear, het ma wear, dus laten we hat vooral doen! n s i e Auteurs als Ni'hoff en Van Ostai'en zullen blil'ken Persoonlil'kheden to zil'n van wie de meest interessante as Pecten door de literatuurwetenscha 'oude stil'1' -de stil'1 van Wellek en Warren en hun strenSa volSelfinSen -verwaarloosd zi)'n . Er komt letterlil'k wear leven in de brouweril' . Het is nu aan hen die over literatuur schri'ven daze ontwikkelin$ verder uit to werken. Publicaties zoals Fonti'ns De Nederlandse sehri1'versbio8ra 'e kunnen daarbi'l stimulerend werken . OveriSens zi)'n de ontwikkelin$en niet alleen vanuit wetenschaPPelil'k o$oPunt verheuSend. LiteratuurwetenschaPPers, die P l ubliekeli'k versla $ doen van hun onderzoek, is vaak verweten dat hun werk de afstand tussen de literatuur en de lezers verSroot . Door in hat literatuur-onderzoek to refereren aan Seschiedenis aan de maatschaPPi'l waaruit het kunstwerk voortkomt kunnen de resultaten van de literatuurwetenschaP wellicht fiats van hun voor velen steriele imago afschudden . Ondertussen is de toekomstiSa bioSraaf van Brak man natuurli)'k Seen stap verder. In veal extremere mate dan de meeste andere schri)'vers fantaseert Brakman zi)'n eiSen mythe bi)' elkaar. Of de bio- $raaf zil'n missie ooit voltooien zal is dus maar de yras$ . Fonti)'ns De Nederlandse schri'~versbiogra helPt hem niet uit de Pro blemen . Daar is hat boekl'e ook niet voor . Het belan$ ervan is alSemener : hat kan bi)'dragen aan hat ontwikkelen van een hernieuwde volwassen Seworden belanSstellinS onder neerlandici voor bio rafische feiten in de breedste zin van hat woord . Thomas Vaessens Een alleseter Nico Scheepmaker, Overalles. Samengesteld en ingeleid door Tim Krabbe . Uitgeverij Querido . Prijs f49,50. Er wordt to voorzichti$ $evoetbald-to enwoordiS . Te vaak is er de angst voor hat to8endoel unt- met merkbaar de $edachte : verlies is noodlottiS . Wat een onzin. Alsof er $een vol ende week is. Vol- $end seizoen- desnoods? Als zil' er een maken 1'aar9an9 10, nummer 3 r e c e moeten wi' er gewoon een meer in schoPPen . Zo ligt hot en niet anders . Een voetballer moot risico durven nemen . Er wordt to voorzichtig geschreven- togenwoordig. Te vaak is er de angst voor de rePutatie alsof elke publicatie de laatste en de definitieve is en een mislukking noodlottig . Wat een onzin . a kan toch nog een stuk schril ven . Een boek desnoods? Er moot moor geschreven worden alsof er de volgende dag weer ruimte is . Een schri1'ver moot risico durven nemen . Nico ScheePmaker had elke week {en vanaf 1975 zelfs elke dag} ruimte. Hil' kon schrilven zoals hil' wilde, en dat leverde mast veel gebabbel door Daan Cartons 'anekdotiek van iedere dag' genoemd - regelmatig een onverwacht succes op . Wat voor ieder weldenkend risicoloos mens een kwestie van een voetnoot zou zil'n, namelil'k de vraag : was hot wel Heine die zei : "als de zondvloed uitbreekt ga ik naar Nederland, daargebeurt alles vil'ftig )'aar later?" is voor hem een Kwestie die hil' niet kan oPlossen, maar die een sPannende speurtocht oplevert.'Heine heeft hot nooit gezegd' is een Prachtig stuk van 11 Pagina's dat ScheePmaker mogeli)'k nooit $eschreven zou hebben als hil' wist dat hot in een boek vereeuwigd zou worden. uist hot ti' eli'ke karakter van zijn medium veroorloofde hem nu en dan ding eenn to schriven die niemand schreef- omdat hot eigenlil'k helemaal niet nuttig is our die ding eenn to schriven . En als zo'n kleine kwestie slechts gezeur oplevert de vraag of de achternaam van ohan flu CruYff of Cruil'ff is, is oneindig minder relevant dan de vraag welke club hi' traint is er mots verloren : vooral omdat samensteller Tim Krabbe dat stuk niet heeft oPgenomen . Nico ScheePmaker heeft to veel geschreven . Volgens de berekeningen van een in zijn inleidin g driftig tellende Tim Krabbe hil' rekent bil' voorbeeld uit dat alles wat Nico ScheePmaker heeft geschreven "in alle exemplaren waarin hot is ofgedrukt" achter elkaar gaPlakt een zin zou oPleveren die 2000 keer rond de aarde gewikkeld kan worden. In dat goval weet ik er ook nog wel eon Pas r : twee van die zinnen zouden tot aan de zon reiken de zin kan 100 keer heen en terng naar de masn geschreven worden • en wie een lamp aandoet bi)' d e hoofdletter, zal ruim viereneenhalve minuut moon s I e ten wachten tot hot licht bi)' de punt zichtbaar is zou hot complete oeuvre van Schee maker bi)'na 100 boeken tellen van hot formaat dat nu voor me ligt. Dat zou betekenen: 44.000 Pagina's Over alles . En van dat boek is de tekst dan nog voor een belangri)' k deel in twee kolommen ezet met een to kleine letter God weet waarom Tim Krabbe in elk goval niet: "Aan de verschillen in zetwi)'ze moot weinig inhoudeli)'ke betekenis worden toegekend" en zijn de pagina's regelmatig zo vol, dat hot Paginanummer sneuvelt . ntvoerin Voor hot overige moot Tim Krabbe natuurli)'k ge- Prezen worden voor zijn work aan Over alles. Hi'1 heeft van een enorme staPel krantekniPels een mooi boek gemaakt . Bovendien verzon hil'een oede titel. ScheePmaker interesseerde zich werkelil'k voor alles . Met een onvermoeibare en onveranderli1' ke energie schri)'ft hi)' over de bekromIrenheid van de zwembond die een getalenteerde maar gehandicaPto zwemster diskwalificeert omdat ze tegen de regels met slechts een hand haar enige aantikt; over hot kwartl'e van de orgelman dat hi'l van drie hoog wil g eevveenn ;over de interpretaties van H. essurun d'Oliveira in Meriyn • over een anti-semitisch sPandoek bi)' FC Utrecht - Ajax : 'over van alles en nog wat' zou to bescheiden geformuleerd zil'n. Nico ScheePmaker kende de "angst voor hot witte vel" niet: zijn overwegingen worden vaak onmiddelli)'k naar paPier overgeheveld . Dit 'bardoP denken' is sours absurd en Woody Allen-achtig leuk . Naar aanleiding van de ontvoering van de directeur van Exxon voor wie een enorm hoog losgold word betaald : "Zou zo'n concern ook veertien mil>'°en dollar betalon voor de chauffeur van de directeur, of voor dekoffie'uffrouwvanhetconcern, ofvoorde tweede boekhouder? Een mens is een mens nietwaar? .. . De til'd is ook niet ver moor- dat parallel met de kruimeldief, ook de kruimelontvoerders o uiken. Zi) ' ontvoeren de zeventigl 'ari a echtgenote van de gaPensioneerde sPoorwegarbeideren eisen dan voor haar loslating de zeshonderd dollar die hil' als maandelil'ks Pensioen ontvangt ." 'Ľj00y.S 1 8 1 r e c e Zo leuk wordt hat helaas niet zo heel erg vask . Maar ScheePmakers enorme nieuws$ieri$heid en $ebrek aan ontza$ -zi1'n'l'ournalistieke houdin$' verontschuldi$t hi)' - leveren $enoe$ aardi$a observaties op . Bil' voorbeeld over een toeristendorP- )'e in Macedonia "Ochrid waar Goethes voetstaPPen inmiddels warm uit$ewist door die van duizenden Duitsers die hem hadden moeten lezen": voor ScheePmaker is 'ho$e kunst' iets dat constant erelativeerd moat worden . Een Barbarber- achti$a houdin$ die heel duidelil'k bli)'kt uit zil'n verdedi$in$ van 'Wedden dat' : " e kunt eruit farm dat de wereld om )'e heen veelvormi$er is verrassender dus- dan l'e $ewend was aan to nemen" . sommin en ScheePmaker was dol op oPsommin$en Over alias staat er vol mee . Het is een eenvoudi$a daad van rechtvaardi heid dat dit boek een register heeft $ekre$ en . Natuurli)'k maakt dat Over aiies niet bruikbaar als nasla werk maar hat levert de $rootste en meest veelzi' i$e 'ScheePmakeriaanse oPsommin$' op die ik me voorloPi$ wensen kan . Een fragment voor- en achternamen heb ik in $oede vol$orde $ezet : "Otto Eduard LeoPold von Bismarck; Fanny Blankers-Koen • Ellen Blazer ; Danny Blind,• .C. Bloem ; Hetty Blok ; Jan Blokker,• Max Blokzi)'1~; Phil Bloom; Louison Bobet" . BeP aald een $ elftal voor massaal verdedi$en en loeren op de counter. Er wordt to voorzichti$ $evoetbald te- $enwoordi$ . Jan Wouters Goed kijken K. Schippers, Eb. Uitgeverij Querido . Amsterdam, 1992, f 29,90 . 'Wat zie 'e?' 'Een boek met een surrealistisch-achti$ schilderi') op hat blauwe omsla$ . Het is iets ho$er dan de meeste andere boeken maar niet enorm dik overi- $ens. Mooi omsla .' 'Kil'k no$ eens .' 'Ik zie nog steeds een boek letters beelden, hoe be- 182 'ioos n s I e doel )'e?' 'Ki'k no$ maar eens $oed .' ' a ik zie nog veal meer mi)'n bureau, pennen, potloden is hat wel de bedoeling dat ik naar hat boek bli)'f kiljken?' 'Ki1'k en vertel me wat l'e ziet .' 'Ik weet niet meer wat ik zie .' En dan pas is K . SchiPPers tevreden . En wie hat laatste niet $ear$erd, maar verbaasd oPmerkt zal hat wel be$rePen hebben . Bi)'na alles wat K . SchiPPers heeft $eschreven is een verschil'nin$svorm van dat ene zinnet)'e : 'Ki1'k no$ eens .' In zi)'n Poezie, Proza, en ook in zil'n verbalm en beschouwinSen lil'kt SchiPPers een ding to willen beto$en : als )'e om )'e heen ki)'kt zie >'e de wereld maar "als l'e8oed om )'e heen ki1'kt zie l'e dat alles $ekleurd is ." Het resultant van dat $oede ki)jken is verbazin over wat $ewoon is (was) . Het maakt dat l'e ki1'kt alsofl'e voor hat eerst ki)'kt -en daarom naar nieuwe beschril'vin$en moat zoeken . Want hat is de taal die hat wonder tot werkin$ moat bran$en . Kurk De werkin$ van SchiPPers'schril'verschaP is to ver- $eli1'ken met de werkin$ van een elektronenmicroscooP, zoals beschreven in hat verhaalt)'e 'Kurk' . Hierin $ant de verteller met een vriend een extreem sterke microscooP bekil'ken . De $ebruiker van hat aPParaat heeft $evraa$d de to ver$roten ob)'ecten zelf mee to nemen . De vriend heeft een in China $ekocht "rond doosl'e ten $roottevan een Pe- Perkorrel" bi)' zich waarin zich "vierentwinti$ minieme olifanten" bevinden "heel kundig uit been of ivoor $esneden". Extreme verfi1'nin$; extreme kunstmati$heid : yen verwi1'derd van de '8ewone' werkeli)'kheid . Devertellerheefteen flinterkurkbi') zich in de hoop dat "een ver$rotin$ van iets onoo - lil'ks" hat monist is . Het resultant is voorsPelbaar : de zor$vuldi uit been $esneden ohfant wordt een $rof- lomP$ eheel - ziet en slordi$ uit en is al bi)' een ver$rotin$ van 30 keen nauweli'ks meer als olifant herkenbaar . De tot 1640 keer ver$rote flinter kurk oPenbaart zich als een bi1'zonder verfi1'nd $eheel : een wankele structuur van "met elkaar vervlochten lapen, die 'aar an 10, nummer 3 r e c e eruitzien alsof ze kunnen waPPeren in de wind" . Het kunstmatiga valt te8en maar het gewone wordt fantastisch bil ' $oed ki)'ken . En dus wordt er oed ekeken . Coed nauwkeuri helder beschreven . En eerlil'k gezegd is de verrassin er na zestien boeken wel een beetl'e af. Bi)' een titel als'Het oog van elckerlil'c' weet l'e wat )'e kunt verwachten . En een inleiding als van 'Een krista1 van twee weken' schudt SchiPPers met merkbaar 8emak uit de moues : "Ik zit op het terras van een cafe aan een brede straat . .. . Links nadert een man rechts een vrouw . Ze zullen elkaar binnen tien viJ'ftien seconden voorbil'gaan ." Volgt een gedetailleerde beschri'ving van de ontmoeting- man durft vrouw niet echt aan to kil'ken . "Meer dan honderd meter zi'n ze flu van elkaar af . De beelden die ze van elkaar hebben moeten wel zi'n vern s i e flauwd ." He )'a, weer twee mensen die niet weten wat ze aan elkaar missen die er nooit achter komen hoe biJ'zonder ze zi1'n, en hoe uniek de toch schil'nbaar alledaaSse situatie was . 1 k heb het vaker gelezen bi1' SchiPPers en ookEb staat weer vol met dit soon halfmelancholiekebesPieSelfinSen . Exit Eb? Nee dat nu toch ook weer niet . Enkele stukken die van het Procede iets of wiJ'ken, horen bi'J het mooiste dat ik van Schippers heb gelezen . Zo is er een Prachtiga beschriJ'ving van een bezoek aan het Londense Savoy-hotel . Hi) ' wordt rondgeleid door het historieriJ'ke gebouw en is dus of hankelil'k van het Personeel . Hil' kiest de verhalen niet, hi'l kiest niet de to beschrliven ruimtes . Zil'n ooS voor het gewone is even onbruikbaar : hil' kri)'St in het Savoy niets gewoons to zien . Vanwe8a de devote sfeer in het hotel en in de verhalen durft hiJ' nietzo direct to vragen waar de vaga brandlucht vandaan komt: "Die lichte brandlucht past niet bil' zoveel klasse . Toch durf ik niet Soed naar de oorzaak to vragen . Misschien heeft die ook wel een eerbiedwaardi8a traditie- die begon nadat een koning, een oeerazanger of een andere hoge gast de 8eur domweS bestelde. Na zil'n vertrek heeft men het toen maar zo gelaten ." Natuurli)'k vraa hiJ' op een geschikt moment toch naar de oorzaak en dan wordt het verbrande theater tot in de details beschreven maar mi1'n voorkeur gaat toch uit naar de operazan er die een brandlucht bestelt . Het onderricht In een ander biJ'zonder mooi stuk 'Het onderricht' beschri'ft SchiPpers de mislukkinS van het 'Stil'1'-ideaal in de architectuur. 0P de tentoonstelling Von der uturistischen zur nktioneIien Stadt Pianen and Bauen 1913-1933 staat een ma9uette van de wi)'k Bos en Lommer in Amsterdam de door Cornelis van Eesteren gebouwde buurt waarin SchiPPers tot z'n twintigste woonde . Hil ' heeft dus twintig l'aar in een kunstwerk gewoond en kept het daarom - "een unieke sensatie in een museum" beter dan de kunstenaar . Bil' zil'n 8rondi8aProefondervindelil'ke kennismakinS heeft SchiPPers weiniS gemerkt van de 'Stil'l'-idealen over ruimte - licht en kleur: Bos en Lommer was een koude, gri)'- ze buurt. Schippers stelt zich de vraag "of Van Ees- 1 8 3 r e c e teren zich een kleine tien p' ar na ziJ'n hemelbestormende ideeen al bil' het verschil tussen utoPie en werkelil'kheid had neerSele d" . Dat had hil' niet ; de architect rea eert op SchiPrs' commentaar en er volSt een uitSebreide discussie . Aanvankelil'k durft Schi rs niet zo Soed "Het leek me nu zelfs een beetJ'e on SePast om miJ'n )'eu d met de hoSe idealen van De StiJ'1 to vermen en" maar ook de architect Seeft veel toe in de discussie tussen theorie ruimte- veel ruimte en PraktiJ'k een Sebrek aan ruimte en geld). Maar de conclusie is onvermil'deli)'k : wat op een schilderiJ' van Mondriaan wel werkt is mislukt in to kleine voortuintl'es : "Onze straten in hun welhaast eeuwiS liJ'kende herhalinS hadden het licht de ruimte en de kleur overmeesterd ." Sonate 'Sonate' is een daPPere PoSinS die Sedoemd is to mislukken. Het verhaal is een zes bladzi' en durende PoSinS tot toSensPrack van 'muziek kan alleen zichzelf uitdrukken' . Muziek wordt Seassocieerd met beelden herinneringen, geuren . Het gaat om Beethovens melancholieke vil'fde sonate voor viool en piano, de FrQhlin8ssonate. "De violist beint met die half vroliJ'ke melodie, de Pianiste valt in het beeld van de valk vervaagt, ze zal het hotel moeten binnenSaan- de Seur moet samenvallen met het hooStoPunt van haar sPel." euSdn s i e herinnerinSen aan een vakantie aan het strand het wordt eb inderdaad : 'half vroli)'k', maar vooral melancholiek . "Nu noS niet- nee, flu noS lanS niet dit is een Seur zonder scholin de eur zonder kenmerken de eur zonder beroep, de geur waaruit alles no kan ontstaan een blanke eur die ze wil verlen en het allereerste ma niet verloren Saan." naar aanleidinS van het laatste deel : Allegro ma non troPPo . Muziek en Seur, via woorden : "alleen zil' de Pianiste weet dat ze klank en Seur heeft vermenSd" . Het is heel mooi maar toch mislukt . Er is geen reden waarom dit niet over een niet Seheel willekeuriS ander muziekstuk kan Saan -een misverstand dat biJ' de beschril'vinS van een schilderi'h of de samenvattinS van een verhaal niet mo eliJ'k is . Schri1'ven over muziek is onmoSeliJ'k- maar'Sonate' is een PrachtiS verhaal : op deze manier kan het SeProbeerd worden . Dit snort verhalen en beschouwinSen maken Eb de moeite waard maar Schippers als conscientieus waarnemer? Niet weer een in korte droga, 'effectieve' zinnen beschreven schilderi)', alstublieft . Het wordt misschien weer eens ti' voor een roman . In dat genre heeft SchiPPers wel alti' blil'k SaSeven van een dranS tot zelfvernieuwinS . Bertram Mounts 1 8 4 1jQOZ$ 1'aargan9 10, nummer 3 Van amusement naar cabaret in de jaren '30 Marieke Thissen Wie aan de hand van asP van de Merwe Frans Halsema Don uichockin8, Freek de on8e Kees van Kooten Wim de Bie No de Wi's Robert Long en YouP van 't Hek met het Nederlands cabaret is 8root8ebracht en zich op 8rond van hun oPtredens aan een omschril'ving van het begrip cabaret heeftSezet,zal in datgene wat zich in de1'aren'30 op dit 8ebied manifesteerde niet veel van zijn omschri)'vinS terngvinden . Dat is ook niet verwonderli'k als men bedenkt dat er van engagement - zeker van Politiek engagement- in het cabaret van die dagen niet of nauweli'ks sPrake was . VerderoP zal blil'ken dat voor het ontbreken ervan ook alle reden was . Men sPrak in die dagen ook eerder van 'kleinkunst'- een term van can-Louis Pisuisse die in 1927 overleed en met zijn dood een Periode van bloei op dit gebied had ofgesloten . Het woord cabaret was in die zin gang - baar dat het verwi'st naar de nachtclub dancing of het kleinere theater waar men Pretendeerde het betere entertainment to brengen . Het sociale engagement was daar niet helemaal vreemd aan maar de nadruk lag toch vooral op het divertissement de verstrooiing, het amusement . Niet alleen gebrek aan talent lag hieraan ten grondslag . Het Publiek wilde ook het amusement . Men had een wereldoorlog achter de rug en wilde de ellende daarvan zo snel mogelil'k vergeten . De oPkomst van de film de grammofoon> de radio en de )jazz leken Precies op til'd to komen om daar een handl'ebi)' to helPen . Behalve het verleden sPeelden ook het heden en de toekomst het amusement in de kaart . De beurskrach 1929 de werkeloosheid die daaruit voortvloeide en de dreigende Politieke en economische ontwikkelingen in het buitenland beloofden niet veel goeds . Het amusement moest aan dit alles het hoofd bieden . In dit verband schreef Wim Ibo: "Er bestond immers een duideli)'ke behoefte om met ezelliga meezingrefreintl'es de werkeloosheid de bewaPcpingswedlooP en de gevaren van het opkomend nationaal-socialisme voor een avond' ltco vergeten, in Plaats van er in een eigenti's actueel cabaret mee to spotten, over to kiaSen of van to getuigen"Ibo 1976, p .39 . En Annie M .G . Schmidt schril'ft: "In de1jaren dertig hadden we een valse bescheidenheid ten aanzien van het wereldgebeuren : We zitten hier in ons kamert)'e en kunnen ons beter nergens mee bemoeien . Alles ging buiten ons om . Een lied)'e o P Hitler? Dat durfden wil' niet, dat was niet gePast • wie waren we dan wel om op die wi)'ze kritiek to laten horen? We bleven keuriga, fatsoenli1'ke Nederlanders" Ibo 1976, p .45 . Sinds het uitbreken van de Eerste Wereldoorlo g was de Nederlander veel aan neutraliteit ge~l en . Die wilde men in stand houden . Politick was derhalve taboe . In dit verband merkt de 1'ournalist-regisseur S . de Vries op : "De meeste cabaretartiesten in die ti' waren niet alleen bang dat ze bi)' de Politie zouden moeten verschi)'nen we8ens beledig ing van een bevriend staatshoofd ze wilden hun publiek niet van zich afstoten door 'de politick' . Kritick hebben betekende immers 'rood' zi)'n ~• men dacht wel niet direkt aan communisme maar de SDAP was al erg genoeg . .." Kloters P . 215) . Bovendien lag de Radio-Omroep-Controle- Commissie voortdurend op de loer en verbood alles wat ook maar rook naar beledigingen . Het intrekken van een vergunping was geen zeldzame aangelegenheid . Voor de artiest die er zijn brood mee verdiende was dat zo ongeveer het ergste wat hem kon overkomen . Volgens Simon Carmiggelt sPeelde deze "angst-om-den-brooe een grote ml in de totale eza igheid" Ibo 1976, P .43 . En natuurli1' k had ook de verzuiling zijn invloed . Het kiezen voor de gulden middenweg bond de meeste ersPectieven ~• 'le stootte niemand tegen het hoofd en l'e had de meeste kansen ook via de verschillende radio- omroe en l'e stem to laten horen . In de dertigerljaren was een drietal cabaretgroe en toonaangevend : het Kurhauscabaret van Louis Davids het ABC-cabaret van Wim Kan en het emi- $rantencabaret de P e rmuhle van Erika Mann . Louis Davids en het Kurhauscabaret Het is vanzelfs rekend dat Louis Davids als l'oods artiest een $rote voorzichti$heid in acht moest nemen. Werkelil'k maatschaPpiJ'kritische teksten ten aanzien van ontwikkelin en in binnen- en buitenland hoeven we bil' hem niet to verwachten . In de Periode voor 1927 schreef en componeerde Louis Davids no$ biJ'na al zil'n teksten zelf . In 1922 schreef hiJ' naar aanleidin$ van een toernee door Indie het lied 'Rassenhaat' : Bruin is mi1'n vel maar blank is mi1'n ziel , Hoe sidder ik onder de klappen Die ons de blanke zo ri1'keli1'k 8ee t De heren die hoonen en tra en Die onder 't mom van beschavin8, cultuur 'n Volk van millioenen verdrukken . Bruin is ons vel en dat geeft hen het recht Ons't loon van ons werk to ontrukken . Dat is die bruine kleur Die ons !evens8eluk ver1'aa8f, Die de rassenhaat kweekt Tot die eenmaal zich wreekt Die de menschen tot dieren verlaa8t . Bruin is mi1'n vel, maar blank is mi1'n ziel Veel blanker dan Hollandsche heeren Die zonder schaamte in 't zonni8a land De inlandsche vrouwen onteeren . En wi1'- de zonen van 't schandesysteem Worden besPof en ver8eten . 0 als een hond door bet 8ouvernement Ruw in den kampon8 8esmeten . (Louis Davids 'Rassenhaat' 1922.) Davids kruiPt hier in de huid van de verdrukte inlander die weliswaar een bruine huidskleur heeft maar' een zuivere ziel . Onderdrukkin$ kan vol- $ens Davids enkel leiden tot rassenhaat en wrackacties . Wellicht voelde Davids zich als 'ood verbonden met het lot van de onderdrukten in de samenlevin . In 1927 beschril'ft Davids in zil'n liedl'e 'Moeder is dansen' de houdin$ van de Nederlandse burgers . 186 Duitschland hee t zi1'n republiek Moeder is dansen En zi1'n Hohernzollern kliek Moeder is dansen, EuroPa door de Yank 8ePlukt Kalmpl'es uit elkaar 8erukt Volk'renbond wordt dood8edrukt Moeder is dansen. Mammie is dansen baby wees maar stil Mammie is naar 'De Gaite' (o1'e) Mammie is aan haar twinti8ste blues, Pa>~a geeft 1'e droo8a ponnen Mammie is aan 't charlestonnen Mammie in met de 1'on8ens van de Band Pappie bli1' t thuis bi1'vent Als ze thuis komt in de afternoon, Kri181' e'n 1" ne cocktailzoen Mammie is dansen mi1'n kind . Werkloosheid en hon8er schri1'nt - Moeder is dansen, Handel industrie verkwi1'nt , Moeder is dansen, Russen en Chinezen 8aan, Kalmpl'es op EuroPa aan, Listi8 lacht reeds de avaan Moeder is dansen . (Van To! (?)Davids 'Moeder is dansen' 1927.) MiJ'ns inziens doelt Davids hier op de drei$ende economische en Politieke ontwikkelin$en in het buiten!and . Het lil'kt alsof in Nederland niemand werkeliJ'k stil staat bil' de ellende die lan$zaam maar zeker ook onze kant oPkomt . Inte$endeel men $eeft zich over aan de nieuwste $rillen en modeverschiJ'nselen . Men $aat uit en danst alsof het !even ervan afhan$t 0Pvallend is dat hierl'uist de vrouwen het moeten ont elden . Dit lied ze t iets over de houdin$van het Nederlandse yolk en de Nederlandse re$erin$. Uit de $eschiedenis weten we dat ons land lan$ in een fase van ontkennin$ heeft rond$edoold zonder duidelil ke standPunten in to nemen ten aanzien van de buitenlandse ontwikkelin$en. Dit als $evol$ van het verlan$en om net als in de Eerste wereldoorlo$, neutraal to bli!'ven . Voordat ik verder in$ a op de door mi J$eselecteerde liedJ'es wil ik no$ even wJizen op de problema- 1 'car9ang 10, nummer 3 Wim Kan ti'dens een oude'aarsconference tiek rondom het auteurschap van de diverse lied- 'es . Pas na de oorlo werd ontdekt dat vele door Davids uitgebrachte liedJ'es waren $eschreven door tekstschriJ'ver acques van Tol. Van Tol schreef teksten op bestellin$ en hield rekenin$ met ieders persoonliJ'ke wensen en verlan ens . Wanneer men het dubbele betaalde voor een tekst $of hi' zonder Probleem de auteursrechte n erbi . In 1939 werd acques van Tol lid van de NSB. Van 1941 tot 1944 nam hil' de leidin$ o P zich van het door het Nederlandse yolk zeer $ehat e maar actuele radio Pro $ramma: Het Zonda8middagcabaret met Paulus de Ruiter . Deze laatste activiteiten hebben ertoe $eleid dat Van Tol na de oorlo$ zoveel mo$eliJk werd dood- $ezwe$en. Van zijn onder verschillende Pseudoniemen $eschreven teksten bleven evenwel allerlei artiesten l'arenlan$ en niet zonder succes $ebruik makers . Zi'n bil'dra$a aan de succesvolle Snip & Snap revues is wel het meest overtui$ende voorbeeld . De meeste teksten uit de periode 1930-1940 zijn $eschreven door acques van Tol . De comPosities ziijj n wel van Louis Davids . Davids heeft de liedJ'es avond aan avond $ezon$en, ze PoPulair en bekend $emaakt. We mo$en aannemen dat hihdie de liedles met zoveel gevoel west to bren$en, zich met de inhoud van de teksten kon vereni$en . Daarnaast $enoten de lied es een enorme PoPulariteit bi het Pubhek. In veel teksten werden blilkbaar $evoelens van het Publiek op een l'uiste manier verwoord. In 1930 kwam Davids met 'De kleine man' . Hier vol$t een fragment : Wi1 ' verzor8en onze medebur%ers to%enwoordi8 best : Als1'e niet werkt kri1'81a achttien 8ulden premie • En nou zijn er heel veel slampampers die zijn Never lui dan moe want die denken : nou die achttien pip , die neem ie! Ze schelden allemaal ~ patroon en kapitaal , En wie is weer de dupe van dat vril'heidsideaal? Dat is de kleine man de kleine burgerman , Zoo'n dood8ewone man met een con ectiepakkie an Zoo'n man die niks verdra8en kan, bli1' t alti1'd onder an zoo'n hors%erli1'er- zenuwli1'er van een kleine man . De minister van De ensie vraa8t weer onderzeeers aan, i{10).s 187 mocht een vreemdelin8 zich met de Oost bemoeien En als wi1' die vloot dan hebben en er komt een beet1'e mot Kunnen wiJ' er in de Amstel mee 8aan racier . Dat beet voor 't ideaal voor Neerlands grond en taal , Maar wie betaalt het Pakkie van den vice admiraal? Davids Van Tol Rido 'De kleine man' 1930 .) Dit lied on etwi'feld het bekendste lied van Davids ward het li'lflied van de toenmali$e a$ressieve middenstand die in de crisis' ran extra veal belasting moest betalen om de stem elende werklozen een mmimale ondersteunin$ to verschaffen . De arbeiders namen Davids de toespelin- $en op de werkelozenmentaliteit niet in dank af. In Het Volkvan 2 oktober 1930 staat een vernieti ende recensie : "Louis Davids wil bli!'kbaar alleen maar menschen aan het lachen maker . Hoe kan hem minder schelen al zou hil' desnoods lafheden moeten verko n over de klasse, waaruit hi' ~ zelf voortkwam" Ibo 1981, p .221 . Het is moeilil'k na to $aan hoe Davids bier zelf over dacht, juist omdat we niet water welke auteur de kritieke passages $eschreven heeft . Ook andere teksten van Davids voor zover ik die heb kunnen achterhalen bieden weinig uitkomst. Davids' innerlil'ke roerselen li en blil'kbaar niet op bet untl'e van zil'n tong . Over 't al$emeen bleef Davids binnen de $renzen van het keuri$a het aardiga en het on$evaarlil'ke . Hil' ram weini$ risico's . Daardoor drei$en zil'n liedljes inderdaad de richtin$ van de meezin$refreintl'es' uit to $aan . Maar het publiek waardeerde ze in ho$e mate . Dat wil echter niet ze$$en dat hil' al het andere afkeurde . Inte$endeel . uist Davids beschikte over de mo$elil'kheid nieuw, )'on talent uit binnen- en buitenland alle kans to $even zich to Profileren . En dat deed hi') ook. In zil'n Kuhrhauscabaret was Plaats voor velen. Om de twee waken was er een nieuw pro- $ramma met een bonte afwisselin$ aan uiteenlopende artiesten . Het eni$a vaste punt op de avond was de conference van de beer Davids zelf . Hi'l maakte veal mo$elil'k . Hi1' $unde zil'n Publiek en de door hem ontdekte artiesten maar en hater . Voor zichzelf had hil' een naam boo to houden en dat deed hi1' op zi1'n ei$en veili$a manier . Uit het laatste succesvolle Davids-lied het volende fragment : e wilt de wereld hater maker en dat wilJ'e uiten - Door1'e biJ' een Parti1' o 8roeP o stroomin8 aan to sluiten . Er is voldoende keuze in Politieke leuze . Vertroebeld wordtJ'e ki1'k, Want ieders voorman he t 8eli1'k! (hi1' ze8tJ'e) KlaP 's in 1'e handJ'es, bliJ', bli1', bli'1- StomP het in 1'e bollet1'e, dei dei dei Hand1'e omhoo8- Hand1'e omlaa8, een vuist8ebald 't is maar de vraa8, Waar zit de ernst en waar verlakkeri1' . Zoo varen illusies voorbi'JZoo varen illusies voorbiJ'. (Van Tol/Davids 'KlaP cans in l'e hand >'es' 1939.) 0pvallend is dat in dit lied voor 't eerst, zil' het zeer verbor$en jets wordt los elaten over de ontwikkelin$ en in Duitsland . In het laatste refrain wordt mil'ns inziens de Hitler$roes beschreven . Davids heeft evoeld waterzou $aan $ebeuren.Te$enzi1'n familie zei hil' : "We $aan er allemaal aan . Ik hen bun eerste slachtoffer"Ibo 1981, p .227 . Voor de oorlo uitbrak was Davids die aan zware astma lead echter al overladen. Van de verschrikkingen van de oorlo$ heeft hil' niets mee8ekre$en . Wim Kan en het ABC•cabaret In 1936 vond in het Leidsepleintheater de remiere plaats van het ABC-cabaret . Het ro ramma Daar zit muziek in. . . $eschreven door tekstschriN' er Wim Kan, maakte een stroom van reacties los . De overwe$ end serieuze recensies even al aan hoezeer men het ABC-Cabaret als een'weder$eboorte van het Nederlands cabaret' za$. Men was er bli1' mee: "Hat ABC-Cabaret ontleent zil'n kracht aan het voorop$ezette doe! jets tot het auditorium to ze - en. We zouden hasst kunnen o marker: elk deal van bet programma heeft een moraal.",; "Hat is $een cabaret het is geen revue . Het staat ideolo- $isch het dichtst bi1' oede, vlotte l'ournalistiek waarbi) ' ieder genre welkom is behalve het verve- )ende ."Ibo 1981, p .15 . Ik vond drie liedjes - uit verschillende program- 1'aar9ang 10, rummer 3 ma's die tezamen een duidelil'k beeld even van de visie van del'onge tekstschril'ver Wim Kan op de maatschaPPil ' en vooral op de burgers van toes . Enkele fragmenten hieruit : We zi1'n zo 8ewoon- zo dood8ewoon als onze kleren waar 8een coupe in zit. We zin8en in 't levee de ondertoon -- we heten dood8ewoon eenvoudi8 Smit. WiJ' zi1'n de Smitten- die voor u zitten voor't open venster-met hue zoos . . . 't Kind is 8een mooie - hi1' is een rooie . . . maar wel een recht8eaarde Smit, dus : dood8ewoon! Al 141'aar 8eleden stond welkom op de mat verhuurden wi1' een kamer met inbe8riP van 't bad . Toes kwam meneer van Puttee die zag de kamer aan en is sinds 141'aren hier nooit meer we88a8aan . Hi1' wordt verzor8d met lie de en voelt zich als een vorst . Eet ri1'stebriJ' met krenten en commensale worst. . . HiJ ' was zo 8ewoon - zo dood8ewoon net als z'n kleren waar 8een coupe in zat! Hi1' zon8 in het !even de ondertoon hi1' huurde hier de kamer met het bad! (Wim Kan 'De Smitten zil'n zo gewoon' 1936.) Rood of niet rood als rechtgeaarde Nederlander bee en blil'fl'e doodgewoon- fatsoenlil'k en middelcoatig . Het burgerli1'ke zit 'm in het huffs de huurder de kamer en het bad het eten etc . En 'uist tegen diezelfde burgerli1'kheid wordt geageerd in het volgende lied over 'de ansens' waar ik helaas a!- lees enkele fra menten van o kan semen. In hue gehuurde woning met achtertuintl'e zitten de ansens to genieten van het uitzicht . Beiden zil'n in hat trotse bezit van een HBS-diploma . Ze hebben echter geen geld en geen humor. Ze does er alles aan om op de buitenwereld zo braaf coogelil'k over to komen. Wil' zi1'n de ansens en wi1' eten soeP . Wi1 ' eten ~'~ omdat wi1' daarvan 8roeien. Al staat de revolutie op de sto ep Daar kunnen wi1' ons immers toeh niet mee bemoeien . Zo weten wil' met ere ons 8oed to conserveren . Wat geeft hat ode wereld star t Als't ons maar niet beder t. Door niets worden wi1' maar 8eraakt Want wiI' zi1'n levend in8emaakt Conserves die bederven niet zoals u ziet. Hier zitten de ansens en zij' eten soeP Zi1' konden moss'len zi1'n- dat is om het even. Maar het zi1'n ansens- en zij' eten soep, Als eni8 teken dat zij' allebei no8 !even . (al niet veel later) De ti1'd 8aat snel : za8 u zo-even De ansens no8 8eeeel in levee Thans zi1'n de ansens reeds abstract En in dit album oPBePlakt . En toch is tussen toes en thans 't Verschil niet eens zo 8root . Toes lee den deze ansens nog En to8enwoordi8 zi1'n ze dood . (Wim Kan 'I-let !even van de ansens' (fraSmenten) 1938.) In het lied wordt beschreven met welke zorgen een goed burgerli)'k Nederlandsgezin to kam 1'en heeft . Daarbil' kri)'gl'e een goede voorstellingvan het huffs de meubels de tuin en de kleding van de ansens . Hoeveel menses zullen zich niet herkend hebben in de levensbeschril'ving van 'De ansens'? Een recensie uitdie til'd Ibo 1976, p .53 : "De ansens ...een echtPaar, welks burgerli'lke middelmatigheid zo genadeloos en realistisch wordt gaParodieerd- dat men bi1'na kan vrezen dat Wim Kan, als schri1'ver van de tekst- wegens belediging van een yolksgroep zou kunnen worden aangesProken .." A1 stort de wereld in . ..het fatsoenli'ke Nederland blil'ft de dingen does van alledag met een nuchterheid waar l'e of en toe koud van wordt . Voor mil' is dit een til'dloos lied en l'uist nu wear heel herkenbaar . Er staat nu dan wel geen oorlog voor de deur maar de milieuvervuiling bedreigt al til'den ons leyen en welzi1'n en bil' onze naaste buren worden wederom buitenlanders geterroriseerd . De kranten staan er vol van maar er moat nog veal gebeuren voordat Nederland uit de luie stoel riJ'st en actief gaat werken aan zil'n eigen verantwoordelil'kheden . Uit hat derde lied hat vol ende fragment: Wi1' zin8en hat lied van daze ti1'd - Het lied der middelmati8heid Dat middelmati8 lied1'e Van ante J en Mariet1'e . WiJ' zi1'n tenslotte i nderdaad Niet veel meet dan de middelmaat Maar toeh ook niet veel minder . Wi1' hebben ook 8een hinder Van onze middelmati8heid Het is een teken van de ti1'd, En wie zich bi1' zi1'n tiJ'd aanpast Hee verder niet de minste last Van middelmati8heid. Men hoont ons niet Beloont ons niet Ver1'aa8t ons niet, Want wi1' zi1'n kind'ren van de ti1'd , WiI 'zi1'n. ., de middelmati8heid! Wi1' zip8en het lied1'e van ied're da 8- Het lied dat iedereen horen ma8, Waar niemand our laeht en waar niemand our huilt Omdat er8een waa8heid o wiJ'sheid in sehuilt . Zo'n lied1e, zo typiseh van onze ti1'd, Zo'n lied1'e . . . van middelmati8heid. In vele landen zel s re8eert De middelmati8heid - De massa-man Wordt Konin8dan De enkelin8 Wordt drenkelin 8, Want onze middelmati8heid Komt steeds meet in de meerderheid . (Wim Kan, "t Lied der middelmatigheid' 1939.) 0pmerkeli)'k is dat de drie lied)'es uit verschillende Programma's uit de vooroorlogse Periode van het ABC-cabaret komen maar toch op hetzelfde inhaken. 'Het lied der middelmatigheid' als een snort samenvatting van wat Wim Kan ons steeds weer wil vertellen : Nederland slagPt in en maakt zich alleen nog zichtbaar druk our dingey)es van huishoudeli'k niveau . Men heeft een leven over voor rust en regelmaat. De werkeli)'ke problemen van structurele aard durft men niet aan to gaan . En liever no g wordt men er helemaal niet mee geconfronteerd . Uit een naoorlogse recensie van Vril' Nederland Ibo 1976 P .103 : "Hi)' nam hiermee een commercieel risico: het Hollandsepubliek dat een cabaret bezoekt is het gewoonli)'k alleen our amusement to doen en wenst in zil'n uitgange)yes niet gestoord to worden door een confrontatie met een Problema- 1 9 0 tiek voor welke het de ogen liever sluit ." Uit het voorafgaande zou men de conclusie kunnen trekken dat Kan vooral sociaal Seengageerd to werk ging . Dat is niet helemaal waar . Kan bracht we! degelil'k ook de politiek ter sprake zoals in de sketch 'Alti)'d komt er ruzie van' . Maar dan komt al snel de Politie zeggen dat die scene kwetsend is voor een bevriend staatshoofd en op straf fe van intrekking van de vex8unping geschrapt moet worden. Zeer gekuist kan het er dan tenslotte mee door . En dan nog ) schri'ft het Binnenhof : "Het programma is zodanig politiek gekruid dat het onmiskenbaar ten koste saat van het lichte, prettiga amusement; de kruiden maken de soep weleens wat erg heet"Ibo 1976, p .103 . Dat het ABC-cabaret de politieke hete hangi)'- zers niet schuwde staat we! vast ; over de politieke kleur van Kans gezelschap valt slechts to sleculeren. Partil' kiezen, kleur bekennen is er niet echt bil' . De Til'd schri)'ft later: "Het ABC-cabaret ziet de betrekkeli)' kheid der dingen. Het ontmaskert . De draai wordt echter alti' handig genomen. Maar daarmee bekent het zoetl'esaan de kleur van het kleurloze . Het speelt de vorm . Het speelt daardoor met de inhoud en vetspeelt die sours" . Ik geloof dat het ABC-cabaret in de Ieriode 1936-1939 het Publiek voornameli)'k een spiegel voor wilde voorhouden en het laten zien hoe gevangen men zat in zi)'n eigen burgerlil'kheid. Gezien de normen van het eubliek en de strenga controle van hogerhand was dit ook het eniga wat het kon doen. Erika Mann an het emirantenca aret Rond 1930 was de vraag naar het Duitse amusement in Nederland zeer groot . De Sewilliga markt voor het Duits amusement heeft veel to maken met de volgens Wim Ibo 'cabaretloze' periode in Nederland aan het begin van de l'aren 30 zie inleiding . Toen Hitler in 1933 in Duitsland de macht overnam besloten veel Duitse artiesten naar Nederland to trekken of zich to voegen bil' de reeds in Nederland aanweziga Duitse artiesten . Zil' 8edroegen zich geenszins als vluchtelingen . In Principe waren zi)' we! op de vlucht • ze mochten in hun ei en land immers niet meeroptreden. Zi)' kwamen redelil'k gemakkelil'k ons land binnen . Ze hoefden alleen maar aan to tonen dat ze niet armlastig waren . 1'aargan9 10, nummer 3 Het Uolk, 15 februari 1963 Via het cabaret van Louis Davids, tourne es door het land en het belangri)'ke arbeidsterrein van 'de radio' werden de Duitse emigranten snel bekend en geliefd bi)' het Hollandse publiek . Desondanks verliep de integratie niet vlekkeloos . Nederland was zwaar verzuild en de aanhankelil'kheid van de luisteraars aan hun eigen zuil was immens gro ot. Buitenlanders die de onderlinge verhoudingen slecht kenden, maakten snel brokken en stuitten op de bekrompen houding van de omroepleidin g of van de Radio-Omroep Commissie. De emigranten gaven nogal eens bli)'k van onvrede met hun ti'd . Die onvrede had niet zelden to makers met politieke ontwikkelingen in binnen- en buitenland . Dat werd niet gewaardeerd door onze regering en de Nederlandse pers. Men vond dat er misbruik gemaakt werd van de gastvri)'heid van de Nederlandse overheid . Het paste niet of to geven op 'bevriende staatshoofden' . Deemigranten kwamen op korte termil'n aan de Nederlandse normen togemoet door de scherpe kanten van hun kritische uitspraken weg to vil'len . Als Nederlandse artiesten immers rekening dienden to houden met politie-ingri)'pen- hoeveel to meer moesten gevluchte Duitse l'oden dan op hun hoede zil'n . Eerst kwam het cabaret Ping Pon8. Later - in 1934- het Nelson Cabaret en de P rmuhle van Erika Mann . Het zal geen verwondering wekken dat de creme de la creme van het Duits cabaret hier to lande snel populair werd . Er kwam dan ook al snel verzet van de kant van de Nederlandse artiesten,• de buitenlanders zouden hen het brood uit de mond stoten. Van de drie genoemde cabaretgroe en van emigranten in Nederland is de P rmQhle ongetwil'- feld het meest interessant . Het bracht waarli)'k politiek cabaret en hield dat ook vol ondanks de togenwerking van politic en controlecommissies. Door hun enorme artistieke kwaliteiten en hoo8- staand cabaret in het algemeen kregen ze alle waardering van publiek en pers . Zi)' hadden betere mensen betere teksten en werden gedreven door een idee. Het bracht zuiver anti-fascistisch cabaret , hoewel in bedekte termen. De naam Duitsland kwam in hun sketches en lied'es niet voor . De volgende fragmenten spreken boekdelen zeker als we weten dat tekstschri'fster Erika Mann deze verkleed als militair, voordroeg op het toned . Ieh bin der Prinz von Lu8enland Ich lug, dass sick die Baume bie8en - Du Lieber Gott wie kann ieh lugen , Lug alie Lii8ner an die Wand Bet mix daheim im Lu8enland dar keiner mehr die Wahrheit reden - Emn buntes Netz von Lu8en aden Halt unsex grosses Reich umspannt . Wer etnmal lu8t- dem 8laubt man nieht Wer immer lu8t, dem wird man 8lauben. Zum Schluss lasst sich's die Welt nieht rauben dass er die lautre Wahrheit sPricht . (Erika Mann 'Der Prinz von Liigenland' 1934.) Deze tekst komt voor in het derde exilprogramma van de P e ermuhledat geschreven was op het thema 'Marchen' . In het volgende fragment komt een als Hitler verklede man het tonedl op en begint het Publiek to ondervragen . V{I0~$ 1 9 1 • nun raten Sie ma!, wer bin ich?! Tra8 ich nicht den Cha>eaucla9ue wie einer Der in der Gesellscha t mittendrin - Emn 8elehrter, oder gar noch einer? • wer bin ich? • na na wer konnt ich sein? Bin ich Dichter? Bin ich Richter? Kunstler bin ich and als solcher kuhn - Grei hineins ins voile Menschenleben . • -nu raten Sie ma!, wer ich bin - KoPherunter, ich will Antwort 8eben! Bin Schar ichter Bin Schar ichter a ich richte wahrlich Schar Hau in Eile Mit darn Beile • urn K ab Weil ich dar ! (Erika Mann 'Mann der Stunde' 1934 .) Erika Mann en haar P e ermuhle, die de eerste twee Pro$ramma's in Munchen sPeelden, hielden te$en alle waarschuwingen in, vast aan hun doe! : "wir mussen uns alle $anz der Politiek weihen" . Waar anderen water bil' de wil'n deden en zich aanPasten aan de bekromPen houdin$ van re$ering en Pers $ingen zij' onverstoorbaar door met hat uitdra$en van hun idea . Waar dat niet gewaardeerd ward, boekten zij' immers toch succes op grond van hun artistieke vaardigheden . Menno Ter Braak heeft de P e ermuhlein Nederland min of meer bekend $emaakt door zil'n kritieken in Het Vaderland. Zi)'n recensies warden door de Duitse artiesten zeer $ewaardeerd . "Seine ana- 1Ysierenden BesPrechun$en sind das Genaueste was uber die Pfeffermuhle $eschrieben wurde" Keiser HaYne P.124 . Menno Ter Braak was zeer onder de indruk van de teksten van Erika Mann en haar P e ermuhle . Hi' bezocht ieder nieuwe voorstelling en schreef daar uitgebreid over. Zi)'n belangril'kste recensie verscheen in Das neue TaSebuch 4 (1936), no . 6 . Over de teksten ze$t hil' : "und die Texte sind wieder nicht eine RhaPsodie von zufalligen Kabarettnummernsondern sie stammen hauPtsachlich von einem 192 1~Q0`~f Menschen and weisen einen inneren Zusammenhang auf" . Hil' denkt dat de sterke samenhan$ in de teksten een reaktie is op de situatie waarin zij' als emi ranten leven . In april 1936 vond de duizendste voorstellin$ Plaats in Nederland . De Nederlandse re$erin$ feliciteerde de artiesten maar verzocht to$elil'kertil'd de P ermuhle Politiek engagement na to latenl• het bracht voor Nederland to veal diPlomatieke corn- Plicaties met zich mee . Dit verzoek ward met klem herhaald . Erika Mann vertelt . Durchaus so liess die Niederla" ndische Regierun mich wissen, wunschte sie dass wir fortfuhren, im Lande zu $astieren. Noch sei man eine freie Nation and lasse sick nichts vorschreiben. Leider nur mussten wir von nun an auf )jade, selbst die indirekteste politische Wirkung verzichten . Unser Erfol$ - and damit der finanzielle Erfol$ zahlloser hollandischer Unternehmer - sei so gross dass wir der leidigen Poltik gewiss entraten konnten . Auch als refines Amusiertheater konnten wir ohne weiteres . . . Wir lehnten dankend ab, and damit war unseres Bleibees in EuroPa nicht !anger"Keiser HaYne P.129 . En daarmee verliet hat cabaret dat in daze vorm toen a1 aan onze huidiga normen beantwoordde en van Duitse makeli)' was, ons land . Wellicht heeft dit emigranten-cabaret made devoedin sbodem gevormd voor wat er na de oorlog aan sociaal-en politiek geengageerd cabaret in Nederland van de grond gekomen is . Literatuur Wim Ibo, En nu de moraal . . . .Geschiedenis van het Nederlands cabaret 1895-1936. A1Phen aan den Ri1'n,1981 . Wim Ibo, 401aar Wim Kan met Co~aan xi1n zi1de. Amsterdam, 1976 . Wim Kan, Soms dank ik weleens bil' mezel . 2.P.,1979 . Helga Keiser HaYne, Beteili8t euch, es 8eht um ihre Erde. Erika Mann and ihrePolitischen Kabarett die Pfeffermuhle 1933-1937. Munchen,1981 . 1a ues Kloters,'Dora Gerson en hat eerste emi8rantencabaret Ping Pon8' . In: Nederland en hat Duitse Exil 1933-1940. Lies Pel8er/Renee Waale (red .), De mooiste lied1es van Lours Davrds. Amsterdam, 1980 . 1'aargan9 10, nummer 3 \) oo:xs Van de r edact ie aarSan8 10, nummer 4 : oktober november 1992 . V'Js verschi)'nt vier maal per l'aar . Redactie: Christian Bok Desiree van Hattwn Toef aeger, Bertram Mourns (hoofdred.), Iris Pronk (eindred .) Lizanne Schipper, Thomas Vaessens Redactie-adres Traps 10, 3512 K Utrecht . Telefoon (030) 71 07 75 of 43 24 11 (bereikbaar des avonds tussen 18 .00 en 20.00 our) . Bi1'dra8en : in tweevoud zenden naar hat redactieadres . Indian mogelil'k aanleveren in reSuliere tekstverwerkingsPro8ramma's. Abonnementen: 21 ; Per l'aar . Men abonneert zich door overmaking van 21,- op Sirorekenin g 2595369 t .n.v . Vooys, Utrecht . Abonnementen worden zonder togenbericht ieder heel l'aar na in8an8 automatisch verlen8d . Redactiecommissie Fops van Buuren, Wilbert Smolders Public relations en advertenties: Mariet Hamer; telef oon (030) 712400 Indian de redactie er niet in is geslaagd hat copyright van de in dit nummer gaPubliceerde of beeldin8en to re8elen vol8ens de wettelil'ke bePalingen, verzoeken wil ' de houders van het copyright contact op to nemen met de redactie . Gra ische vorm8evin8 : Michiel Goosen Logo: Richard Annaars Druk. KriPs RePro MePPel D Vaoys, Utrecht, oktober 1992 ISSN 0921-3961 Gelukkig zijn is heel ramPzaliS . Geluk is bil'voorbeeld ~ ' noon een baste bron voor literatuur geweest-een happy end is alti' slecht. Ongeluk kan bovendien heel divers zil'n, dat is dap wear zijn charme. In dit nummer hebben wil' zoveel mogelil'k lead verzameld . Oorlog is natuurlil'k een grote ins iratiebron . Zo is er een artikel over de dichters van de Eerste Wereldoorlogeen Freudiaanse interPretatie van de Golfoortog, en schri1'ft Andreas Sinakowski over goed en font na de oorlog. In hat kader van ziekte en martelaarschaP komen de beroemde zeventiende-eeuwse arts Van Beverwi') ck en het sadomasochisme bil' Vondel aan bod . Nog meer lichamelil'ke misere is to vinden in de rubriek Traps' . Voor de geestelilke ellende verwi1zen we naar de recensies waar met name veal eenzaamheid in voorkomt . De basProken boeken zijn daze keer niet zozeer op actualiteit alswel o P droefenis ehalte uit ezocht. Veal leesvermaak! 1 9 3 Inhoud Laat de doden de doden begraven 196 Essay van Andreas Sinakowski Kin e rkru i stocht nasr TarIfamaore 202 Kurt VonneSuts Slaughterhouse Five Jan Frans van Di1'khuizen Zoals Vonne%ut sehri1' t heerst er stilte na een bloedbad . De eni en die spreken zil'n de vo8eIs en zi1' ze%%en apes wat er to ze%%en valt over een slaehtin%- nameli1'k: "Poo-tee-weet?" . In dit nummer geen column van Frans de Rover . `Do kt or1k h zon last van. . . : e rakti'k van een e zeventien e •eeuwse arts 2 Lia van Gemert Ziekte is een vorm van ellende die bi1'na niemand besPaard bli1' , daarin verschilt het verleden niet veel van het heden . Het werk van ohan van Beverwi'ck 1594-1647 biedt de mogelil'kheid om kennis to maken met de medische visie op ziekte en Pil'n in de zeventiende eeuw . Alice Doek Het mooiste moment om een heili a aan het woord to laten is de seconde voor ze haar laatste adem uitblaast moet VondeI%edacht hebben . In zil'n Brieven der Heili%e Mae%hden beschreef Vondel het leed van twaalf martelaressen op zeer realistische wi1'ze . Charlotte Govaert en Francine Smink De vierde en laatste bi1'drage in de serie'Het bedril'f' . In dit nummer komt DinY Schouten- eindredacteur van De Republiek der Letteren Vri1' Nederlan aan het woord . ei ofwar 229 In rid van Meerten Wilfred Owen Siegfried Sassoon en andere'War Poets' berichtten in hun gedichten de thuisblil'vers over de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog : in werkeli1'kheid is er %een eer en %lone maar slechts dood en verder . 1'aargang 1 0 , nummer 4 Trans 1 Brieven • Lachen om diep leed,; 0pwekkend recept BIoezweet en tranen Vonel als sadomasochist? 21 Het Protocol van Heilig Ontzag 225 Column Ronald Giphart et e o.f. 7 ecensies 1 Alleen op de wereld ; Oud en eenzaam ; Het li'den van een bleke l'ongelfin~g Uitnodiging voor een onthoofdin g et dank asn a ofI o0r 0 7 4 Toe ae8er Zonder oorloS 8een cuituur . Over golfverhalen- Freud sciencefiction en de droom van George Bush . Kritishe Iiof a,; Viivi Luik en het nieuwa Estlan c 250 Marianne Vo el Over de romans De zevende vredesiente en De sehoonheid der 8eschiedenis van een togendraadse schri)'fster en haar melancholieke land . \)OOS 1 9 5 vervolg Oorlog aan de geschiedenis! 235 Chaos in het proza van Claude Simon Lizanne Schipper Twijfel heerst op alle niveaus : twijfel aan de taal en twijfel aan de werkelijkheid -twijEels die elkaar wederzijds voortbrengen . Laat de doden de doden begraven An reas 1n os wki Helaas heb ik u in een onbewaakt ogenblik beloofd een stuk voor Vooys to zullen schri1'ven . Maar de woorden die ik verleden l'aar over mezelf heb gezegd staan me togenwoordig minstens zo te8en als de woorden die anderen over mi lhebben gezegd of 8eschreyen. Sinds een 1'aar 1likt mi1'n leven namelil'k op dat van een as in een kooi die van de ene Plek naar de andere wordtgesleePt om zil'n kunstl'es to vertonen . Kortom : ik breng het gewoon niet meer 0P om nog to schri1'ven . Een Paar brieven aan vrienden een 'still alive . ..' - daar blil'ft het zo'n beet1'e bi1' . Daar komt nog bil' dat een tekst van vi1'ftienhonderd woorden over een Probleem dat to reduceren valt tot een 'Wat betekenen goed en kwaad na een oorlog ..?' niet bePaald ruim bemeten is . Voor een gedicht alleen al heb ik drie tot vil'f Pagina's nodi g voor een langer dichtwerk meestal twintig . Ik ben een Prozaist in hart en nieren met andere woorden iemand die ertoe veroordeeld is om iedereen to benil'den die in een zin het hele antwoord Paraat heeft . In mil'n geval is het ramPzaliga gevolg daarvan dat ik me gedwongen voel om alles net zo lang van alle kanten to bekilken tot een antwoord niet meer nodig is . Vanaf een bePaald moment betekept dat : 'De weg is het doe!' . Mi'~n afkomst is er de oorzaak van dat ik mezelf verslil't in een Permanent Proces van interPretatie. l k kom uit een familie met zowel Russische Poolse Franse als Duitse voorvaderen . Sommi en waren l'ood . Dat wil zeggen: ik ben to zeer Duitser om bi l de t'oden en to zeer 1'ood ben om bi1' de Duitsers vertrouwen to wekken . Miln omzwervingen begonnen al vroeg . Ik was neg en l'aar toen ik miln eerste'thuis' verliet : de Oost-Berlil'nse docklands .1k werd geadoPteerd en Plotseling verging het mil' als de meeste kinderen die alles verloren om niets to winnen . Ik kan niet zeggen dat het slecht met me ging... zolang ik het sPel maar meesPeelde- me reSelmati8 waste en er met behulP van een behoorlil'ke Portie intriga voor zorgde dat ik niet op straat werd gezet . Toen ik op mil'n vierentwintig ste voor het eerst in West-Berliln stond was mil'n eniga verlangen voor de toekomst: in alle rust een Paar boeken to mogen Produceren . In elk geval heb ik altild beide kanten aan den li1ve mogen ondervinden met als eindresultaat dat ik noch bi' de ene noch bil' de andere kant hoor . Familiarity breeds contempt. Ik kan de list van Pittoreske tweesPong l heden in minl biografie nog een hele til'd voortzetten . Omdat ik vier 1'aar van mi1 n leven voor de Oost-Duitse geheime dienst werkte maar eigener bewegin een einde heb gemaakt aan mil'n misdaad teen de geest- ken ik zowel vervolgers als vervolgden zowel het ree als de >'ager . Ook 196 1'aargan 9 10, nummer 4 hier val ik buiten elke categorie . lk heb niet op het >'°n ste ericht gewacht om mezelf aan het kruis to sPilkeren . lk had mezelf verhoogd, waarom zou ik mezelf niet ook vernederen . En terwi)'1 ik dat deed stelde ik vast dat er tussen die twee dingen helemaal geen verschil bestaat . En alsof dat allemaal nog niet genoeg is komt daar nog eens bi)' wat men gewoonlil'k'homoseksualiteit' noemt-; dat maakt me zelfs in de ogen van mi)'n allerlaatste medemens nog verdacht . Bil' beide kanten horen - alti)'d weer en towel aan de ere als aan de andere kant - alleen maar vuiligheid . Het dichtst in de buurt komt misschien nog dat ik iemand ben die het verraad verraden heeft een deserteur, een unicum, een farce van verscheurdheid . lk zit zoals dat in hat Duits heat, 'tussen alle stoelen' . Vanaf mil'n geboorte ben ik ertoe voorbestemd geweest een kosmoPoliet to zi)'n . En daarom is mil'n thuis : de ervaring- een woord een gebaar, de betekenis . Of hat overtreden van alle regels . How to be an alien? Heel eenvoudig. Zoek de Plek op waar l'e niet hoort en )'e zult de gekste dingen meemaken . Zodra l'e een keer uit hat oude spoor staPt- volgt de rest vanzelf . En als de moraal -meestal in de gedaante van een derderangs verslaggever van een kraut-zich weer eens oPmaakt voor een kruistocht is er geen ontsnaPPen mogeli)'k . SPreek uit wat 'e ziet zeg wat )'e denkt en >'e rol als iemand die zich weigart aan to Passen li vast. Wees lang genoeg l'ezelf en >'e naam wordt tot een gerucht. Het is vreemd maar steeds als ik melding mask van de smerige attributer die miJ' worden toegedicht of van hat fait dat ze als oude koeien vanuit de sloot mil'n erf op ge)'aagd worden kril'g ik van sommiga mensen het verwiJ't to horen dat ik ermee koketteer, met andere woorden : dat ik een 'uitverkorene' wil zi'n . Zien zij dan niet dat zij' het zelf zi)'n die voortdurend jets anders van mi') willen maker dan ik ben? Welk een agorie - nooit ontsnaPt zi'ln, nooit jets anders gezien hebben nooit aan de rand van de woesti)'n hebben gestaan, maar wel biJ'na zeker water hoe hat er biJ' een ander uitziet . Als ik naar hen luister, kril' g ik de indruk dat zij' beter dan ik water wat ik ben of bedoel. En dat terwi11 ik dat meestal zelf nauwelil'ks weet-; maar wat belangril'ker is: hat deert me niet meer. Wie mi1n boek over BerhJn heeft elezen weat dat ik vierentwintig )'aar en ook daarna nog vierentwinti uur per da bezi ben geweest met luisteren naar anderen met hat mezelf ei en maken van vreemde wetter of met hat brangen van offers asn de moraal . Wat heeft keurig gedrag mil' oPgeleverd behalve allerlei zinloze ellende? Wat levert hat iemand anders op? Moeten we niet allemaal steeds weer vaststellen dat we gewoon kunnen doer en later wat we willen om toch voortdurend maar to bli)'ven wat ors door de buurman wordt voorgeschreven? Dat wil ze en: zolan we dat toestaan. Tegenwoordig vraag ik me alleen nog masr af waarom ik biJ' dat alles ook no zo weinig hoop koesterde. En zo weinig hoorde. Onze grote denkers - hadden zij' mi)' niet ook ewaarschuwd? Schil'nen zij' trouwens toch niet alti)'d alleen maar to willen ze en : om hat even wanneer en waar, of 'e nu osef K . bent of wie dan ook: verwacht geen antwoord van het slot . Bli)'f alleen maar over >'e schouder ki)'ken dank erasn wat anderen eventueel 'ioos 197 198 over )'e denken, wees wat mil' betreft ook vol$zaam . Maar of >'e flu in het i)s verbrandt of bi)' het vuur bevriest - verwacht van die kant $een boodschaP . Ellende! Als ik hat daarover heb moat ik vertellen wie een einde heeft $emaakt aan mil'n treuri$e po8~ 'n$en om iemand anders to zil'n dan ik ben . Wat een onbeschri1'fli)k $enoe$en was hat om Illness as a metaphor van Susan Sonta$ to lezen . Wat een bevri)'din was het om van haar to horen dat de din$en niet identiek zijn met hun naam . De kern van haar overwe$'~n$en valt misschien als vol$t samen to vatten: hat $ebruik van een metafoor is lets toe assen op lets dat hat niet is . Die bedrie$) like zekerheid ook alti)d dat er in de stroom van hat leven lets to vinden is waaraan 'e ')e kunt vastklamPen! Maar waarom )'ezelf niet $ ewoon laten meedrilven? Zoals ik al zei ik was derti$ l'aar lang drifti$ in de weer $eweest met hat hebben van een ei$en menin$ . Wat was hat stuPide om alti'd maar er$ens bi)' to willen horen -en alti)'d bi)' de verkeerde mensen . Alti)'d de vraa$ wat een )'ood een vrouw, een zwarte, een christen moat zi1'n, in plaats van to vra$en wat dat ei$enli)'k voor onzin is . Als ik nu in de New York Times lees dat ik homoseksueel ben schud ik miJ'n hoofd en vraa$ me of of ik hat ben die ze bedoelen. Maakt hat ook maar eni$ verschil wie hem wanneer waar o P welke manier of uberhaupt er$ens insteekt? Als hi)' hat maar lekker vindt . Als hat echt waar is dat God in de mens leeft, dan is de mens to $root voor een vel vloeiPaPier . Ga heen en naam hem in o$enschouw, ontdek zijn weidsheid, maar Probeer niet er een mefling over to hebben . "Nee, dat de Konin$in l'e $ezicht niet herkenne het is zachter zo miJ'n $eliefde ver van de afbeeldin$en" Neruda heeft het $eweten . ledereen die $elukki$ is in zichzelf weet hat . Waarom weet l'iJ' hat dan niet? Waarom moeten wi)' trouwens voortdurend lets benoemen of alti' weer lets veranderen? Kunnen we niet eens voor heel even een stapl 'e achterwaarts doen en naar de wereld ki)ken? Zou hat niet $ewenst zijn dat wi)' ons er weer eens van ver$ewissen dat de weraid no bestaat? De meeste mensen leven buiten iedere realiteit totaal over$eleverd aan hun waan, of die nu beschavin$, vooruit- $an$, wetenschaP of rail$ie heat . Of cultuur . Na talloze manoeuvres klinkt dat woord althans uit de mond van de brave burger, als : neuk hat li'k zolan hat no warm is . a wat betekenen oed en slecht na een oorlo$? Precies hetzelfde als wat daarvoor ook al niet deu de. De dran$ zichzelf een beeltenis to maken . En wat in de betere krin en van Katmandoe tot en met Pata$onie als correct wordt beschouwd -namelil'k hat hebben van een menin -is niets anders dan pure arro$antie. Zeker, hat is heel Pretti$ dat we to$enwoordi$ bil' de tandarts een sPuitl'e kril'$ en, l maar ziJn wi daarom beschaafder, humaner, beter, verstandi er ri'ker dan de visvrouw ten tid)e van Nero? Vol verachtin kiJ'ken wil ' naar de stri)'d der $ladiatoren in hat Circus Maximus . Maar ais ik aan onie talk shows dank dan drip zich tevens de $edachte op dat wi) ' no altil'd in dezelfde toestand leven als duizenden )'aren $eleden . De mensen zitten no$ altil'd in de hel van Plato en Proberen de schaduwen op de muur een vleu$)'e realiteit in to blazen . Maar hat leven is buiten het leven gaat vender, alti)'d . En hat drag$t $een naam . 1'aan9an9 1 0 , nummer 4 Een ding is wat het is . Misschien kan men er zelfs achter komen . Wat zegt de rots? Wat fluistert het net? Het was een daad van pure goedheid toen Gertrude Stein de bridgetafel van de conformist omverstootte : A rose is a rose is a rose . Natuurli'k niet als 'e eroP uit bent l'e levee lang niets anders to doen dan het in stand houden van de status quo . There is no there there . Waarom dus nog langer schril'ven, vraagt men zich misschien of als het niet is om aan een Paar mill'ard meningen er no8 een toe to voegen. Wel- dat is heel eenvoudig . Om mezelf to verzekeren van mi1'n bestaan . Als ik togenwoordig het grootste deel van mi)'n til'd besteed aan het schril'ven van zinnen over mensen dan doe ik dat ongetwil'feld om daarbil' mi1'zei to ontdekken . Misschien klinkt het Paradoxaal, maar ti)'dens mil'n nachteli)'ke activiteiten die meestal bestaan uit het aan elkaar ri)g' en van woorden heb ik bi'r voorbeeld ook ontdekt dat ik best tevreden bee over mi)'n situatie want die behoedt mij ' er tenminste voor mi)'n levee to sli)'ten in eeuwigdurende verveling en blindheid . Uiteraard vloeit uit dit beroe P ook de gm ade voort van het alleen kunnen zil'n . Wat heb ik er de ofgeloPen 1'aren van genoten alle ti)'d van de wereld in mi)'n eent)'e door to kunnen brengen . Die vriendeli1'ke stilte had alti)'d het voordeel dat ik met mezelf bezig kon zi)'n ;~ en alles eindigde met accePtatie met grenzeloze overgave aan dit zi)'n . Natuurli)'k heb ik ook een aantal meningen ontwikkeld, simple comme bonl'our, zelfs mil' schieten er met eniga insPanning dagelil'ks tientallen to binnen. lk probeer ze alleen niet to verkondigen . Toen ik had besloten dat ik schril'ver wilde worden merkte ik namelil'k al gauw dat het er- wil )'e in dit metier een beet)a gelukkig zil'n, niet alleen gaat om wat )'e schri)'ft. Meestal is het in het belan g van de gemeenschap minstens even belangril'k wat )'e verzwi)'gt .„ Want als ik op het vlot van deze til'd als metgezel van Ulysses een ding heb geleerd dan is het we! : ook zonder mij' zullen er alti' voldoende fanatici en brandstichters zi1'n die ons lastig vallen met hue Programma's heilboodschaPpen- goden of filosofieen . Zi)' zullen niet aflaten to proberen ons wil's to maken dat we slechts het recePt hoeven to veranderen om alles beter to maken - we hoeven alleen maar wat meer eieren door het beslag to roeren . Maar alles is goed alles is allang duizend keer ec aan . 0p dezelfde manier ais er sinds mensenheugenis alti)'d weer o is gewezen dat er een verbetering buiten de mens- of buiten )'ezelf kan bestaan. Alles is aanwezig, de mens moet het alleen maar zien . Alles is in hem, hi)' moet het ontdekken . En van de filosofie hebben we niets to verveachten . Zil' is altil'd de vergissing van gisteren . Als er echt een hel bestaat dan zi)'n er voldoende mogeli)'kheden hem hier op aarde en niet in een ver hiernamaais to ler en keenen . Om in zi'n vol1e omvang van de hel to kunnen genieten hoeven wi' ons slechts uit to leveren aan de duistere machten die verkondigen wat ons van elkaar scheidt en die ons Proberen aan to Praten dat wi)' op de een of andere manier slecht en niet hele maal gelukt zi)'n . Er looPt een directe lil'n van Aristoteles naar Hitler, Kant Heel, Marx. De categorische imperatief, het communistis ch manifest, Auschwitz . Wat heeft dat alles ons to bieden behalva dat wi') uiteindelil'k under helsc Pil'nen en in eindeloze zelfverloochenin g 'ĽjOo 3 199 toch weer biJ' onszelf terechtkomen. Die onver8etelil'ke schoolmeesters . Uit de grond van hun hart en rein tot in hun ProtoPlasma dachten zij' de weldoeners van de mensheid to ziJ'n wanner zij' de mensheid vertelden wat God voor de lunch ebruikt of wanner zij' gewoon een beetJ'e onder zi)'n duiven schoten door ieder individu het idee aan to smeren dat hiJ of zij door hem eiSenlilk heel anders bedoeld was kortom' wanner zij ons probeerden of to brengen van de we8 die wiJ' allan waren in esla en . Zou ik niet zeker zil'n van het bestaan van dit genadiga wezen dat ons ook weer teruSvoert, dan zou ik moeten betwiJ'felen of er noS een toekomst bestaat . Is het niet zo dat ik maar een bloke om hoef to aan om hele scharen miskende verlossers tegen to komen? Zil' ziJ'n even ono vallend als J'iJ' en ik, want in de 8ekkenhuizen zitten alti' alleen de onschuldigste gevallen . Wat maakt het uit of iemand Mahatma Gandi meent to zi'n? Wie weet is hil' het zelfs . We zouden het op zi1'n minst in overweging kunnen nemen . Maar als hiJ' de kliniek inruilt voor het Parlement- verandert de goedgelovigheid in zuur en gif . Hebben alle Pogingen tot bevril'ding, tot het vinden van een weg of van het Paradil's ons niet altsld weer steeds diePer laten wegzinken in het moeras? Laat de doden de doden be8raven de wereld volgt flu eenmaal de valse Profeet . Mil'lenver van zichzelf verwi1'derd, altiJ'd in de hoop iets to weten waardoor het liJ'den Pil'nloos en de wanhooP comfortabeler wordt is de mens zelfs bereid om naar de grootste onzin to luisteren - maar niet naar de stem in zichzelf. "Zweef stil als een kolibrie ..." schri'ft Henri Miller. Daarmee wil hi1' ons zeggen: leer to zwil'gen en l'e zult een antwoord in l'ezelf horen . Maar vooral : ontdoe J'e van de schadeliJ'ke invloed van de moraal- werP J'e slechte geweten overboord en l'e zult >'e bewust worden van elke echt noodzakelil'ke handeling . En wacht niet op een morgen . Er bestaat geen morg en; alleen het nu waarin '~ thuis bent . Ga en leef of blil'f gewoon zitten waar 1'e zit . De verlossing ben J'e zelf, zij' is in J'e en wacht wanhoPig tot J'iJ' haar verlost . Thoreau schreef: "Wat miJ'n buren goed noemen vind ik die in mil'n binnenste voor het grootste deel slecht . En als er al iets is waar ik sPil't van heb dan is dat hoogstwaarschi)'nliJ'k mi1'n oede gedrag. Van welke demon ben ik bezeten geweest om zo braaf to gehoorzamen? il' kunt de meest wiJ'ze dingen zeg gen oude man met J'e zeventig eerzame levensJ'aren - ik hoor een onweerstaanbare stem die me ver we lokt van al die dingen ..." Het overkomt me to enwoordig steeds vaker dat ik zeg : "1k heb alles wat ik wil ." Dat komt doordat ik mezel volg . De stem binnenin mi)' . Die stem bracht miJ' ertoe afscheid to nemen van slies wat ik als vaststaand beschouwde . Maar vooral van de ideeen die ik mi'J - steeds maar gehoorzamend en gehoorzamend -van miJ'zelf en van anderen vormde . MiJ'n adieu chez noun duurde l'aren . lk heb eleden en Seschreeuwd . lk heb de wereld aangeklaa8d .1k heb alles en iedereen verantwoordelil'k gesteld voor wat er met mi) ' was ebeurd . Zoals gezegd : ik iced als een dier aan een bil' elkaar geleende identiteit . Pas toen ik totaal uitgaPut miJ'n verzet oPgof, ben ik me gaan afvra en wanner nu eindelil'k mi1'n leven be on . Het besef dat die vraag allang deel uitmaakte van mil'n leven- dat ik mil'n leven reeds leefde, '~a dat ikzelf het was die zichzelf die vraa stel- 200 'Joos 1'aar 9 an9 10, nummer 4 de, ' peg als een orkaan door me heen. lk werd mij' ervan bewust dat ik alles wat er met mij was ebeurd alleen aan mi)'zelf to danken had . lk bekende schuld en herwon mi)'n onschuld . l k zei )'a, l'a en no$maals )'a. Als flu iemand te$en mij' zou ze $en dat ik met mi)'n dood de mensheid zou kunnen redden, dan zou ik wei$eren . Zelfs als ik wist dat mijl no slechts vi)'f minuten van i)'sblauwe stuff trekkin- $en zouden resten -ik zou nee ze $en en adviseren het sans bil' de buurman to roberen. Heb )'e eenmaal l'a SezeSd, dan zul l'e leven ondanks alles -- ondanks de le$ers- ondanks de oorlo$en en hun decors. ik ban elukki . De rivier is stil vannacht . Den Haag, 27 augustus 1992 Vertalin8 uit hat Duits: Gerrit Bussink ~'- rmcrr 1 4(' e€4w4f7q -xa4Pa4 r Cjl 1f1 F'~'!~1 2yrll; 'Joo .s 201 Kinderkruistocht naar Tralfamadore Kurt Vonneguts Slaughterhouse Five Jan Frans van Di"k uizen Kurt Vonnegut wordt op 11 november 1922 geboyen als zoon van Edith Lieber en Kurt Vonnegut , een architect in Indianapolis, Indiana . In 1940 gaat hi) biochemie studeren aan Cornell University en brent hi' eni a ti'd door aan The Carnegie Institute of Technology . In 1945 voe t hi)' zich bil' het Amerkaanse leger en vertrekt hi) ' naar Duitsland . Al sPoedi wordt hil' kri)'gsgevangene en to werk gesteld in Dresden in een fabriek waar een snort vitamineriJ'ke siroo voor zwangere vrouwen wordt geProduceerd . 0P 13 februari 1945 wordt Dresden Platgebombardeerd door geallieerde luchttnoePen en Vonne$ut is getuige. Het is een ervaring die hem zil'n hele leven zal achtervolgen en hem uitoindeli)' k insPinsert tot het schril'ven van Slaughterhouse Five. Teruggekomen in Amerika schri)'ft hil' een Master's thesis genaamd Fluctuations between Good and Evil in Simple Tales, aan de faculteit AntroPologie van de universiteit van Chicago. Zil'n werk wordt echter ofgewezen en Vonnegut besluit zich full-time o het schri)'ven toe to le en. Hil' yendiem de kost met het schriJ'ven van SF-verhalen in allerlei vaga voddenblaad)'es en werkt ondenwi)'1 aan serieuze romans . Na een aantal coatig succesvoile boeken- waaronder Player Piano, Canarrieen oppert zonder tot een bevredigende oplossing to komen . Zijn conclusie luidt dat het om een spijsverteringsstoornis gaat waarbij de patienten op de een of andere manier enorm veel vocht in de buik verzamelen, dat men kan horen rommelen en klotsen als zij zich op hun zij draaien . Tegelijkertijd vergaan de meesten van de dorst, maar nog meer vocht innemen is uit den boze . Alleen een verwarmend en verdrogend dieet wil hier wel eens baten en ook kan men via de navel vocht weg laten !open, vaak bij ponden tegelijk . Meestal is dat echter slechts uitstel van executie . Men kan de patient helpen door hem letterlijk to vergiftigen, zoals een Romeinse vrouw tot haar schrik merkte. Toen ze haar echtgenoot vanwege de hoge kosten van zijn behandeling van kant wilde maken, gaf ze hem de as van een verbrande pad ; hij loosde daarop echter zoveel water dat hij gems! De status van e en ees une In de zeventiende eeuw kende de medische wetenschaP no niet de vele sPecialismen van vandaag . Wel bestond er onderscheid tussen sni'~ders en niet-sni'ders : lan niet elke arts waade zich asn ~ chirur ische in rePen . Omdat de eneeskund e eeuwenlan het menselil'k lichaam alleen maar van buitenaf bestudeer d had was de heelkunde -de toenmaliga term voor chirurgie - alt~i'd een ondergeschoven beroePstak geweest . Chirurgil'ns en barbiers go!- den eigenlil'k als minderwaardiga vakgenoten . Sends de zestiende eeuw echter had het anatomisch onderzoek van het mensehJk hchasm een hoge viucht genomen en in het kielzog dasr van kre en heelkunde en steeds meer aanzien . Van Beverwi1jck nam actief deel aan deze ontwikkeli ngen. Hi "j 2 0 8 aargang 10, nummer 4 was door de stad Dordrecht aangesteld als anatoom van het chiruril'ns$ ilde en $of in die functie, vol$ens til'd$enoten met root succes oPenbare anatomische lessen . Daarnaast $enoot hil' een zekere faam als'steensni'~der ' :~ hi' wist nier- en blaasstenen vaak to verwi1'- deren met behoud van het leven van de patient . Der$elil'ke operaties beschri'fJ t hi1' minutieus in het Steep-stuck 1638 waaruit hier een $edeelte vol$t : Als het lichaam een da8 o twee, drie 8oed 8ezuiverd en 8evoed is moeten de onderste delen bi1' de krop van de blaas, met verzaehtende middelen worden 8estoo d en moet de zieke zich ontlasten . Nu staan er drie din8en to doen : sni1'den, de steep eruit kri1'8en en de wond iaten helen . Eerst moet de patient wat op en peer 1~n en een paar keer van een bank een op kussen sPrip8en- zodat de steep naar de kroP van de blaas sehiet . Vervoi8ens moet men God om Zi1'n ze8en vra8en . Als de zieke 8root en volwassen is moet men hem op een ho8e stoel o een sterke to el vastbinden-• een kind o een be1'aarde kan men bi1' een sterke man op schoot zetten met het lichaam wat naar beneden hangend en de handen aan de voeten vast8ebonden . Mn elke kant van de patient moeten een o twee mannen ervoor zor8en dat deze zich niet bewee8t . De oPerateur moet flu zi1'n twee voorste vin8ers in olie van amandelen o lelies doPen- in de anus bren8en en met de reehterhand de buik van onder wat naar beneden drukken en zo de steep naar de krop van de blaas duwen . Dan moot hi1' tussen het Xeslachtsdeel en de anus aan de linkerzi1'de een opening maken, zo 8rent als hi1' denkt dat de steep is . Als de steep klein bli1'kt, kan hi1' er vanuit de anus met de vin8ers uit8estoten worden- • is hi'1 8root dap moet hi1' er met een werktui8- lapidil 8enoemd, uit8etrokken worden . Het zal duideli1'k zi1'n dat een chirur$ erte$en moest kunnen mensen Pil'n to doen f al was men natuurli1'k wel wat meer $ewend dap wi1' flu . Van Beverwil'ck wil'st er echter herhaaldeli1'k op dat de patient niet onnodi$ $ekweld ma$ worden . Ondanks de nuchtere toon waaroP hil' versla$ doet van operaties en bevindin$en bil' secties, zal hil' toch zelf ook niet altil'd met dro$e o$en $esneden hebben: zo ontleedde hil' het lichaam van zil'n acht1'ari$a zoon, die $estikt Meek to zil'n door een sterk ver$rote lever . Het Steep-stuck is niet alleen bekend $eworden om de beschril'- vin$ van operatietechnieken- het is tevens een bi1'dra$a aan de wetenschaPeli1' ke discussie over het menseli1'k lichaam die in de eerste helft van de zeventiende eeuw $evoerd werd . In 1628 had de En$elsman Harvey zil'n theorie van de $esloten bloedsomlooP epubliceerd waarna een storm van kritiek was los$ebarsten . Harvey had echter wel $elil'k en Van Beverwil'ck was de eerste medicus op het continent die zi1'n ideeen oPenlil'k onderschreef : in het Steep-stuckProbeert hil' de consc9uenties van HarveYs redenerin$ voor de werkin$ van blaas en nieren to achterhalen . De Dordtse arts was dus een vooruitstrevend man maar net als veel van zi'n til'd$enoten besefte hil' no r nier dat de nieuwe kennis op $esPanpen voet stond met de klassieke medische visie, de vier-humeurenleer . Daarin $in$ men ervan uit dat het lichaam voortdurend zil'n ei$en bloed opat en $rote hoeveelheden nieuw bloed aanmaakte 'Joos 2 0 9 2. De term 'bloed' heeft in de vierhumeurenleer dus twee betekenissen : enerzijds duidt hij hot hate en vochtige lichaamssap aan, anderzijds de vloeistof waarin de vier afzonderijke sappen samen door hot lichaam stromen. 3.Overi8ens zijn de geleerden hot niet geheel eons over de exacta toedracht van doze gebeurtenis, zie F .F. Blok, Casper Barlaeus. From the correspondence of a melancholic . Assen/Amsterdam 1976 . 210 1j terwil'1 de kern van HarveYs ontdekking was dat hot blood circuleerde en niet volledig verteerd werd . Aanvankelil'k namen de Seleerden zonder fundamentele argwaan dit nieuwe 8ageven op in de traditionele medische theorie en Van Beverwif'ck handelde recies zo. A1 in de oudheid huldigde men de oPvatting dat in hot lichaam vier verschillende vochten humeuren aanwezig waren elk met een vast tweetal eigenschaP en: hot sll im was koud en vochti hot blood hoot en vochtig- de gale gal hoot en droog en de zwarte gal koud en droog . Iemand was 8ezond zolan doze saPen onderlin S in evenwicht waren. De Griekse arts Galenus tweede eeuw na Christus deelde vervolgens de mensheid in in vier tYPen tom eramenten . Al naar gelang hot in aanleg meest overheersende lichaamsvocht werd iemand fle matisch sli1 m - sanSuinisch blood cholerisch gale gal of melancholisch zwarte gal Senoemd. Dc tYPering gold zowel op hot lichameli1'ke als op hot PsY - chische vlak : een sanSuinicus heeft een blozende Selaatskleur en is vroli1'k en levenslustig; een cholericus is bleak en heeft alti haast. 0P zichzelf maakte zi1jn aanleg de mans niet ziek ~• Pas wanneer bi1'- voorbeeld hot natte en koude slil m van de flegmaticus teveel de overhand kreeg, trad er een crisis op . Doze kon bezworen worden door hot evenwicht to herstellen . Omdat men dacht dat daarin de vier lichaamssaPPen samen door hot lichaam stroomden- was de behandeling er vooral op gcricht hot blood 2 wear Sezond to maken. Melancholie Van Beverwi1'ck past de PrinciPes van de vier-humeurenleer no g voloP toe, bil'voorbeeld wanneer hil' de PsYchische aandoeningen basPreekt. Het beroemdst en beruchtst was hier wel de melancholie- waarbil' een teveel aan koude en droga zwarte gal voor vermagering, traagheid, waandenkbeelden en zelfs volslagen waanzin kon zorgen . De zwaarmoedigheid trof vooral mensen met een hoog I. . ~• ze werd daarom wel 'de moeder van de wil'sheid' genoemd. Enerzil'ds bedachten Patienten til'dens hun ziekte de meest geniale dingen- anderzil'ds maakte hun verstand dan in Van Beverwic1ks woorden "zo'n verre reizen dat hot dikwil'ls vergat naar huffs terng to keren" . Veal kunstenaars en geleerden 1 bil'voorbeeld Vondel en Barlaeus hebben dit aan den live ondervonden . De aflooP kon ramPzalig ziljn: til'dens een van ziljn dePressies dacht Barlaeus dat hil' in brand stond en s rong in Paniek in de regenton waarin hil' vervolgens verdronk . Genezing van melancholia was echter wel mogellik: hot teveel aan zwarte gal in hot blood kon door aderlatingen verminderd worden en de rest van hot blood kon men zuiveren door een goede levenswllze . Daaronder vlelen een streng dleet en een oPbeurend contact met vrienden . Dc laatsten konden een belang ril'ke rol bil hot herstel sPelen door east mee tc Praten met de waanvoorstellingen van de patient en die op eon geschikt ogenblik to veranderen in hot tog enover ~7estelde . Van Beverwilck gnlPt de kans om hiervan vole voorbeelden to geven en hot is op dit snort momenten dat zi1jn work van een leer- in een leesboek verandert . Zo moesten de 1'aar9an9 10, nummer 4 4. Zie : L . Noordegraaf en G. Valk, De Gave Gods. De pest in Holland vanaf de late midddeeuwen . Bergen, 1988, o .m . pag . 225-228. vrienden van een aanzienliJ'k man lil'dzaam toezien dat hiJ ' elk voedsel wei$erde omdat hi)' zich inbeeldde al dood to ziJ'n. Ten slotto hulden enkelen van hen zich in een doodskleed en richtten in zil'n slagPkamer een feestmaal aan . De stark ondervoede zieke vroe$ daaroP verwonderd of de doden ook aten en $in$ in op hun uitnodi in$ mee aan to zitten . Nadat hil' flunk a$eten had, kree $ hil' een slagPmiddel en toen hil' wakker werd, was hiJ' enezen. Een andere vorm van melancholia wordt veroorzaakt door een verstoPto baarmoeder, die haar vuil niet op ti' kwi)'t kan en daardoor letterliJ'k oPsti)' . Al in de oudheid was bekend dat vrouwen hiervan zeer hitsi$, oftewel 'hYsterisch' warden . De on$eduri$held kan verdwi)'nen door's nachts flunk to dromen maar een beter middel is $eslachts$emeenschaP . Van BeverwiJ'ck merkt fiJ'nt)'es o P dat hat dan wel zo handi$ is als men hat $ereedschaP biJ' de hand heeft en niet bi)' de buren hoeft to $ aan lenen~• de huweli)'ksmoraal in dienst van de $eneeskunde! En hoewel ook zil' $enas is hat maar $oed dat de $eschiedenis van een vrouw die in haar on$eduri$ heid's nachts naakt de straat op $in$ en in een to$ement van laa$ allooi door viJ'ftien kerels'verzor$d' werd ver we$ in Italie schi)'nt to hebben Plaatsgevonden! De Gave Gods Gaandeweg raakt de lezer in Van Beverwi)'cks werk ervan doordropgen dat hi)'zelf door verstandig, dus sober, to )even veal kwalen voorkomt . Wordt hil' toch ziek dan kan hiJ' de schade bePerkt houden door til'di$ een deskundi$a dokter to raadPle$en die voor een $oede behandelin$ bor$ staat . Niemand $eneest echter zonder Gods hulP en daarmee zil'n we beland bil' een centraal element in de zeventiende-eeuwse discussie : welke rol heeft God de medische stand biJ' ziekte toebedeeld? Hierboven kwam al aan de orde dat Van Beverwi)'ck vast vertrouwt op Gods leidende hand . Hil' vraa$t Hem ZiJ'n ze$en bi)' chirur$ ische ingrePen en is ervan overtui$d dat elke streak voorzien is van $eschikte medici1'nen te$en de ziekten die er voorkomen . Dit laatste wordt niet alleen bewezen doordat er lePelblad en zurin $ $roeien in Groenland, maar bli)'kt ook uit de bi1'bel . Mozes ebruikto immers de boom die hi1' tar Plekke aantrof om hat water van Mara drinkbaar to maken Exodus 15: 23-25 en toen de Samaritaan onderwe$ een $ewonde aantrof, behandelde hil' hem met de olie en azil'n die hiJ' bil' zich had Lucas 10 : 33-34) . De bi'bel $eeft echter ook diverse voorbeelden waaruit bliJ'kt dat God met oPzet mensen kan doden : HiJ' stuurt hun een ziekte ais boete voor hun zonden. De meest$evreesde $esel was wel de pest, biJ$' enaamd de Gave Gods (onder maar 2 Samuel 24) . Daze moordende Plaag woedde in de zeventiende eeuw no volo , in Holland biJ'voorbeeld van 1602 tot 1604, 1624 tot 1626 en 1634 tot 1637 .4 De medische wetenschaP tastte hier no$ $rotendeels in hat duister en onder beneeskundigen en theolo$en werd veal over de Gave Gods gediscussieerd : alleen al uit de catalo us van Knuttel valt moeiteloos een hale reeks PestPamfletten to verzamelen . Bil' de meeste schri1'vers staan twee vra$en centraal : is de pest besmette- 2 1 1 212 lijk en : welke rol kan of mag de mens tijdens een epidemic spelen . In onze calvinistische gewesten werd uiteraard volop geschermd met de predestinatiegedachte dat God het levensverloop van elk (uitverkoren) individu vooraf voorzien had, inclusief ziekteperioden en stervensmoment . Zowel artsen als dominees nemen dit als uitgangspunt van hun beschouwingen, maar niet ieder legt veroolgens de leer even streng uit . Eenzelfde reeks feiten kan zo twee interpretaties krijgen . IVogal wat theologen geloven niet dat de pest besmettelijk is en menen verder dat niemand jets tegen Gods wil kan doen . Omdat Hij al bepaald heeft wie Hij zal straffen, heeft het geen enkele zin voorzorgsmaatregelen to treffen . Een bercemd geval is dat van de Zwitserse hervormer Bullinger . Hij bracht de ziekte mee naar huffs na een bezoek aan een besmette vrouw en verloor hierdoor zijn vrouw, twee dochters en zijn eigen leven . Vooral dit laatste bracht andere predikanten ertoe toch tot enige voorzichtigheid to maven : weliswaar had Bullinger de christelijke plicht van naastenliefde betracht, maar als voorman van de hervorming had hij eerder aan de belangen van de kerk moeten denken! In medische kringen golden dergelijke gebeurtenissen juist als bewijs dat de pest wel degelijk besmettelijk was . Een aantal doktoren verschuik het zwaartepunt van de discussie dan ook naar de vraag hoe men moot handelen . Van Beverwijck is een van hen. Tijdens de grate pestepidemie van de jaren dertig publiceert de Dordtse arts het Kort bericht om de Pest voor to komen (1636), in de eerste plaats geschreven 'ten dienste' van zijn eigen stad . Hij schetst hoe de pest om zich heen grijpt, vooral omdat men de besmettelijkheid ervan onderschat . Hele gezinnen, ja zelfs straten tegelijk sterven en dan zijn er nog mensen die het linnengoed uit pesthuizen opkopen om het to reinigen en to verkopen . De vrouw die zo opliep wat ze dacht weg to wassen zou een afschrikwekkend voorbeeld mceten zijn, maar men wil blijkbaar vlug en goedkoop aan zijn dood komen! Op het punt van de voorzienigheid reageert de dokter nuchter : al heeft God besloten wie wel en wie niet getroffen wordt, dat betekent nog niet dat men geen wettige middelen mag inzetten tegen de ziekte . De mens blijft immers een werktuig in Gods hand en als arts acht hij zich daarom verplicht zijn kennis to gebruiken . Hij probeert de duur van het menselijk leven zoveel mogelijk to verlengen vanuit de gedachte dat God de medische wetenschap daartce de kracht heeft gegeven . Op de tocht tangs de zieken blijkt hoeveel lead een epidemic veroorzaakte. De pest begint met flauwtes, hartkloppingen, grote darst en braken . Daarop volgt uitslag en dan komen de zeer pijnlijke pestbuilen, waarvan de bloedzweren hit meest kwaadaardig zijn . De aFloop is onvoorspelbaar : de een overleeft als hij op sterven na dood lijkt to zijn, terwijl de ander tijdens een schijnbaar herstel toch nog wordt weggerukt . Degenen die hat eve moment nog niets mankeren en dan plotseling dood neervallen, zijn nog hat beste aE Vrienden en verwanten leven met de angst zelf de ziekte to krijgen . Dat maakt hen letterlijk zo week om hat hart dat ze werkelijk vatbaarder worden . Daarbij komt dan nog de stank die hangt in de straten en opstijgt uit de steeds heropende graven in de kerk 1'aar9an9 10, nummer 4 - zo raakt de gemeente nog tijdens de preek besmet! In deze chaos kan Van Beverwijck nog wel jets uitrichten . Hij somt een hele reeks voornamelijk hygienische voorzorgsmaatregelen op, van schoonhouden van gezicht en handen tot kleding wisselen, verstandige voeding, goede nachtrust en niet teveel lichamelijke inspanning . Daarnaast kan men de weerstand verhogen met medicinale pestkoekjes en allerlei huismiddeltjes, terwijl in sommige steden ook kanonnen worden afgevuurd om de lucht zoveel mogelijk to zuiveren . Raakt men toch besmet dan is nog niet alles verloren . Dankzij zijn studietijd in Italie, waar hij zelf overigens een aanval van de pest overleefde, kent de dokter verschillende drankjes om het vuil naar de gezwellen to jagen, die dan met bepaalde papjes behandeld kunnen worden . Met het volgende recept heeft hij nogal wat succes gebcekt : Neem van de Planten scordium waterlook en zurinS elk twee handen vol en kook dat in water o zure wei tot1a 8enoe8 voor een pint overhoudt . Doe er, als het Sezee d is, drie ons sirooP van citroensaP, een achtste lood scordiumzout en oliczwaveldruPPels voor de smack bi1' . Ook hier geldt cchter : under Gods hulp Seneest niemand en de eerste eis is dan ook dat men met een zuivere levenswandel most zien Gods straf to voorkomen of of to wenden . Hoewel hij dus vasthoudt aan de almacht van God, betekent dat voor Van Beverwijck niet dat hij machteloos aan het ziekbed staat . Integendeel : God heeft hem als arts de taak en de kennis gegeven om het leven zoveel mogelijk to verlengen . Dat de geneeskunst steeds meer vorderingen maakt, bewijst dat God het mensdom bewust tussen Zichzelf en het dierenrijk in heeft geplaatst . God west alles, de dieren weten niets, voor de mens is er een met onwetendheid vermengde wetenschap . Bij alle ellende was dat een troostrijke gedachte . 1jo0~$ 2 1 3 Utrecht, 13 augustus 1992 Zeer gewaardeerde collega, Iemand zei tegen me : "De filosoof Mikhail Bakhtin had slechts den been. Nooit ken ik jets van Bahktin lezen zonder to denken : `de man had slechts een been' . Dit is natuurliJ'keen fait dat aan de betekenis van ziJ'n werk mess af- of aandoet . Maar toch dank ik dat hat mvloed gehad moat hebben . Laat miJ ' flu een eenvoudig voorbeeld geven . Mikhail ligt op bed en kriJ'gt een brilJ'ant idee. NatuurliJ'k weet ik ook wel dat de filosooe surds Plato njet meer zo werkt maar stel nu even : Bahktin ligt op bed njet meer zo heel ver van de slagP verwiJ'derd, en kriJ'gt een goed idee . Het helPt our J'e tavans een voorstelling to maken van een tweebeniga filosoof, in een ovengens vergeliJ'kbare situatie. HiJ' weet dat hiJ' als ieder ander die ziJ'n tocht weg van hat waken onderbroken ziet door een inval ziJ'n idee de volgende ochtend kwiJ't zal ziJ'n . Nu maakt hiJ' een afweging oPstaan en oPschriJ'ven, of liggen en slaPen . Nu we de conse9uenties van beide keuzemogeliJ'kheden bekiJ'ken, words duideliJ'k dat er voor Mikhail Bahktin den, niet onbelapgriJ'k argument extra is our njet op to steep, een argument dat niet geldt voor ziJ'n meer valide collega : de filosoof Mikhail Bahktin had 214 slechts een been . De fYsieke dead van hat oPstaan is een niet to onderschatten hindemis op weg near hat notitieblok . De brilJ'ante inval words pies oPgeschreven . Het gewove werk geat verder, de volgende ochtend . Het resultant is bedachtzaam ." Volgens miJ' inch niet . Het woord in de roman 'waarvan ik alleen de twee hoofdstukken heb gelezen die in vertaling in Raster ziJ'n gaPubliceerd. Iemand zei tegen me : "Van een goed filosoof kun J'e elk deal van ziJ'n werk als Pars pro toto voor hat oeuvre nemen" dus dat geeft niet is in fei to een brilJ' ante inv al . lk ban niet de geschikte Persoon our de filosofsche mantes van dat werk to beoordelen, maar ik weet wel dat Net woord in de roman afrekent met literatuur-thcoriecn die nog pies ontwikkeld waren toen hat verscheen. De kern van Het woord in de roman is de idee dat stiJ'1 niet jets is van een auteur, of van een genre, maar van de relatie van een werk tot de teal van de maatschaPPiJ' . Onderzoek van teal en stiJ'1 bliJ'ft nogal eens be- Perkt tot detailkwesties : het artistieke woord is veal meer en zelfs jets geheel anders den `hat woord van een artiest' . Wie de stiJ'i van de roman in onderdelen belicht mag ik dat begriJ'Pen als : wie least alsof er niets aan de hand is?), in Plasts van de roman als geheel to vergeliJ'ken met andere `talen' stiJ'len discoursen "trapsponeert een symfonisch georkestreerd theme voor piano", aldus Bahktin . Dat is toch een `vondst', een `idee'? EnerziJ'ds anderziJ'ds, wie genuanceerd, staat natuurliJ'k in een traditie, rol mag J'e ook niet onderschatten zeker, zeker. Maar B ahktin zelf begins als volgt: "Hat belan ~i'J'kste idee van deze studie is . . .". Ha! Het woord in de roman is een inval. Zo'n onginele, die J'e 's nachts in bed hebt en die doer besluiten hat bed toch even to verlaten . Tenminste als J'e twee benen hebt. Heeft B akthin den ideeen ontwikkeld aan de schriJ'ftafel, als een wetenscha PPer in Plaats van als een mess? Schrok hiJ' niet wakker, 's nachts? Hoe is hiJ' dat andere been eigenliJ'k kwiJ'tgeraakt? Kun J'e me over deze zaken meer vertellen? Wil J'e dat? Maakt hat enig verschil? . . . Met aarzeling, maar harteliJ'k groetend Winnie the Pooh 1'ear9an9 10, nummer 4 W'land, 25 augustus 1992 Lieve Gordon Een collega van me schreef me dat de filosoof Mikhail B ahktin maar een been had . 1k schrok daar een beetJ'e van ik wist dat niet . Nu vraagt hiJ' of ik voor hem wil uitzoeken waar dat been gebleven is . Ik heb een beetJ'e research gedaan en heb het volgende ontdekt. De vraag naar het verband tussen eenbenigheid en brilJ'ante invallen het zogenaamde mind-body Pro - bleem wend voor het eerst gesteld door Descartes . Descartes - hi'J had maar een hoofd zie afbeelding - deed zoals J'e weet aan transcedente meditatie . HiJ' lag daarbiJ' vaak op bed -een twiJ'felaar - en keek naar het Plafond . Anders dan biJ'voorbeeld Plato had hiJ' nooit eens een idee nooit eens een reden om op to staan en achter ziJ'n schriJ'ftafel to gaan zitten . 0P een keer vroeg iemand hem hiJ' mediteerde niet alleen : `Waar denk J'e aan?' HiJ' antwoordde toen met de fameuze woorden : "Cogito ergo sum" "Ik denk dat ik besta" . HiJ' is toen maar oPgestaan en heeft dat een beetJ'e uitgewerkt en gePubliceerd order de titel Meditationes dePrimsPhilosoPhia. In die Meditations Probeert hiJ' overigens niet alleen ziJ'n eigen bestaan maar ook dat van God to bewiJ'zen . Nu dat God bestaat weten we we!, maar of denken leidt tot existentie en omgekeerd is nog maar de vraa g de vraag van miJ'n collega . Hoe kunnen wetenschaPPers met maar den been voldoen aan hun PublikatiePlicht? En leidt het hebben van meer benen tot meer boeken? Mi'J dunks dat dit een Probleem is . Is het geval Bahktin nu een anomalie? Ja en nee . De mens heeft ggemiddeld 1,997 been* . Echter, een zekere afwiJ'king van het gemiddelde is voor het kriJg' en van een geniale gedachte vereist en een maximum van een been is toch wel gewenst. Waar dacht J'e trouwens dat uitdrukkingen als `ergens geen been in zien' en 'op twee gedachten hinken' vandaan komen? Ik geloof niet dat ik dit vender hoef uit to leggen . Alleen was dit flu to maker heeft met het woord in de roman en die piano en zo snap ikeigenlijkniet. 1k hoop datJ'iJ' me of liever hem want het is niet miJ'n Probleem daarmee kunt helPen . JiJ' weet tenslotte meer van dat snort dingen. GroetJ'es, Alice P .S . : Je laatste cd vond ik echt fantastisch . * Bron : Encyclopaedia Ga lacti ca, Paris : SolY> 1641 > Pag .127-129 . 1Jo0`~$ 2 1 5 Lachen om diep teed Italo Svevo De 8oede oude man en het mooieJ'on8e meis1'e . Uitgeven'J Goossens 9,50 In 1926, aan het einde van ziJ'n leyen, schreef halo Svevo (1861- 1928) een novelle over een, J'a laten we eerliJ'k ziJ'n, triest verloPende of faire tussen een oude man en een J'ong meisJ'e. La novella del buon veechio a dells bells aneiulla door de vertaler van uitgeven'J Goossens met wegLating van de eerste twee woorden van de titel vertaald als De 8oede oude man en het mooie J'on8 e meisJ'e;~ vierde druk 1990 werd gaPubliceerd in een tiJ'd dat de schriJ'ver zelf weini g reden tot somberheid had aangezien hiJ' ervan genoot in de schiJ'nwerpers van het EuroPese literaire leven to staan . Dat was wel eens anders geweest . Het had nameliJ'k weinig 8escheeld of halo Svevo Pseudoniem van Ettore Schmitz had moeten sterven met het bitten beset dat hiJ' weliswaar als zakenman geslaagd was, maar gedurende ziJ'n lange schriJ'verscarriere een grotendeels onbekend auteur was gebleven . De literaire doorbraak vond echter toch nog Plasts, in 1926, tweeJ'aar voordat de Italiaanse schriJ'ver biJ' een auto-ongeluk om het leven kwam . De toenemende belangstellin g voor ziJ'n werk had Svevo in eerste instantie to darken aan ziJ'n vriend en vroegere leraar Engelse handelscorresPondentie : James Joyce. DankziJ' Joyce namen invloedriJ'ke literatoren als ValerY Larbaud en Benjamin Cremieux kennis van Svevo's La eoscienza di Zeno Bekentenissen van Zeno . Joyce, Larbau Cremieux en in hun kielzo g tal van andere EuroPese critici kon- 21 6 ~QO~ff den grote waardering oPbrengen voor de reeds in 1923 verschenen roman van Svevo . Met terngwerkende kracht raakte ook vroeger werk van de schriJ'verIzakenman weer-of eigenliJ'k voor het eerst -in de belangstelling : de romans Una vita Een leven uit 1 893 en SenilitaEen man words ouder uit 1898 . Van grootbelang voorSvevo'sliterain arbeid na de Eerste Wereldoorlog is ziJ'n ontdekking van het werk van Freud geweest . In 1918 vertaalde hiJ ' samen met ziJ'n neef Aurelio Finzi Die Traumdeutun8, waarna hiJ' besloot Freuds inzichten op zichzelf to betrekken . 'Genezing' zocht hiJ' hierbiJ' echter 8eenszips . Hoewel Freuds theorie in de ogen van Svevo nameliJ'k interessame verklaringsmodellen voor menseliJ'k handelen bond, Seloofde de auteur niet in een zaliSmakende thecaPeutische werkin8 van de theorie . Het is deze distantie ten aanzien van de psycho-analyse die de roman Zeno in sterke mate kenmerkt. Ook in ziJ'n brieven maakt Svevo gewag van de hierboven genoemde scePsis ; in een brief aan een vriend schriJ'ft hiJ' : "Die Freud van ons is geweldig, maar meer Opwekkend recept U it : El Ktab, de 8eheime wettenn der lie de van KodJ'a Omar HelebY Abou Othman . GekoPieerd uit Randstad 3 1962 en uitgetest door Geert Miereveld . De Vooys-redactie heeft haar bulk van liefde vol en was daarom helaas niet bi'1 machte het rece1pt to controleren . Enthousiaste lezers worden echter ten zeerste aangemoedigd van hun bevmdmgen kond to doen . Ik zal u nu o mannen de formule van een teeldrif twekkend slikmiddel dat niet gevaarliJk en zeer werkzaam is, geven . Neem bloeiende toPPen van stoechas 15 gram mirtebessen 25 stuks aniJ's 20 gram zeer fiJn gewreven wilde wortelen 20 gram safraanbloesem 20 gram gedroogde dadels 50 stuks dooiers van eieren 4 stuks zuiver bronwater 500 gram Last in een goed gesloten geglazuurde aarden pot gedurende 25 mmuten afkoken . Neem van het vuur, druk het door een zeef uit en als alles lauwwarm is geworden, voeg er biJ • zuivere honing 50 gram warm bloed van twee duiven Last gedurende 24 uren weken door de pot drie of veer maal to schudden en last daarna alles door een fiJne zeef gaan . Men gebruikt dit slikmiddel gedurende 1 dagen, 1 of 2 theelePeltJes, een half uur voor zich aan de biJslaaP over to geven, of des avonds biJ het naar bed gaan . God is wiJ's en barmhartig en alwetend! I'aargan9 10, rummer 4 voor romanschriJ'vers dan voor zieke mensen ." De tiJ'd die Svevo na de doorbraak van Zeno nog restte was literair gezien een tameliJ'k Produktieve Periode. De auteur werkte aan een vervolg op Zeno een roman die De oude oude man of Bekentenissen van een oude man moest gaan heten . Ook schreef hiJ' als gezegd de novelle De 8oede oude man en het mooieJ'on8e meisJ'e. De intriga van de novelle last zich gemakkeliJ'k samenvatten met behulP van de viJ'f zinnetJ'es op de achterflaP : "Een oude man moet de tol betalen voor ziJ'n verhouding met eenJ'ong meis- J'e: een teveel aan eten drinken en vriJ'en bezorgen hem een hartaanval . Als hiJ' daarvan herstellende is begins hiJ' to schriJ'ven om zowel tegenover het meisJ'e als zichzelf ziJ'n houding to rechtvaardigen . Allengs groeit ziJ'n werk uit tot een theoretische verhandeling over de omgang tussen J'onge en oude mensen . Het breed oPgezette werk groeit hem echter boven ziJ'n krachten uit . Als hiJ' Probeert antwoord to vinden o P de vraag was de ouderdom van de J'eugd mag verwachten, blaast hi'J, gebogen over ziJ'n manuscript, ziJ'n laatste adem uit ." Essentieler dan de oPeenvolgende gebeurtenissen zelf is de wiJ'ze waaroP de protagonist de verwikkelingen verwerkt en, gedeelteliJ'k zelf bePaalt . SPaarzaam ziJ'n de oPmerkingen over de Plaats van handeling Triest en de tiJ'd waarin de gebeurtenissen zich afsPelen . Dit laatste gageven is des to oPvallender aangezien de novelle sPeelt tiJ'- dens de Eerste Wereldoorlog. Behalve de mededeling dat de oude man er, niet zonder wroeging, geld aan verdient leest men nagenoeg niets over deze oorlog . BiJ' de wroeging van het hoofdPeronaga hoeft men zich ook weer niet al to veel voor to stellen • wanner hiJ' door kanongebulder uit ziJ'n slagP words gehouden, denkt hiJ' : "Waarom hebben ze nog geen manier uitgevonden om elkaar to vermoorden zonder zoveel lawaai?" De oude man is een echte Svevoheld : twiJ'felend, ternggetrokken zwak onzeker en ten proof aan driften, gevoelens lichameliJ'ke kwalen en onheilsPellende ofgeile dromen die het intellect niet vermag in to dammen. Deels hangen de Problemen die de man het hoofd moot zien to bieden samen met ziJ'n gevorderde leeftiJ'd, deels ook niet . Svevo evoeeert in De 8oede oude man een PsYchisch drama waarvan de mensheid sinds Freud op de hoogto is : de onmogeliJ'kheid controle uit to oefenen over onbewust verloPende PsYchische Processen ; antlers geformuleerd: de afwezigheid van een stabiele PersoonliJ'kheid. Het individu Probeert er uiteraard het beste van to maken zoals ook Svevo's goede oude man . De Pogingen van het hoofdPersonage togenstriJ'diga verlangens met elkaar in overeenstemming to brengen worden door Svevo meedogenloos verwoord . HierbiJ' maakt de auteur gebruik van een alwetende vertelinstantie die dropg1'es commentaar levers o}p het met zichzelf overhooP ligg send hoofd}persona ~ge . Een mooie illustratie hiervan levers de passage waarin de oude man verbouwereerd reageert op een erotisch beladen droom : "Schunnig! 0! Schunnig!' schreeuwde hiJ', ge - woonweg ontzet over ziJ'n droom . HiJ' Probeerde tot bedaren to komen door zich voor ogen to houden dat de droom niet eigen is aan degene die iets droomt maar hem ingageyen words door occulte machten . Maar de schunni8heid la8 duidelJi 'k aan hem." curs . By] . Dit auctoriale commentaar is voor de huidige lezer waarschiJ'nliJ'k overbodi g, maar storen doer het niet. Gelukki g ventileert de vertelinstantie echter niet altiJ'd ziJ'n inzichten, biJ'voorbeeld wanner deze volstrekt overbodig ziJ'n . Zo words ergens in de novelle sec beschreven hoe de oude man de schuldgevoelens die samenhangen met de in ziJ'n visie moreel verwerPeliJ'ke affaire doer ver= dwiJ'nen : tiJ'dens het bedriJ'ven van de liefde met het meisJ'e wends hiJ' al ziJ'n overredingskracht aan om haar ervan to overtuigen dat weini g goeds to verwachten valt van `slordige liefdesbetrekkingen'. Even mooi en sec beschreven is wiJ'ze waaroP de oude man ziJ'n theoretische verhandeling tracht to conci- Pieren . HiJ' begins-wanner de of faire al min of meer voorbiJ' is - met het maken van aantekeningen waarin hiJ' enerziJ'ds schuld beliJ'dt en anderziJ'ds het meisJ'e, voor wie het geschrevene in eerste instantie bedoeld is tracht op to voeden . Al snel schakelt de oude man echter over naar een abstracter niveau : de relatie tussen oude mannen en J'onge meisJ'es, waarbiJ' het hem duideliJ'k is dat de ene cafegorie geen `ongeoorloofde liefdesbetrekkingen' moet aangaan met de andere . Oude mannen moeten hun bemoeienissen met J'onge meisJ'es maar bePerken . tot een Puur vaderliJ'ke bezorgdheid en J'eugdiga dames dienen elke andersoortiga belangstelling van beJ'aarde geilaards uit de weg to gaan. TiJ'dens de formulering van dit inzicht herinnert de oude man zich echter deJ'on8e man waarmee hiJ' het meisJ'e over straat heeft zien gaan, en onvermiJ'deliJ'k interfereert ordinaire J'aloezie met de verheven moraal van het hoofd- Personage : "In ziJ'n aantekeningen Probeerde hiJ' eenPoosJ'ebiJ' de oude mannen die ze moest miJ'den ook die fat met ziJ'n mooie ParaPlu onder to brengen die hiJ ' nog niet vergeten was." Dit snort droogheid wekt - miss in de context van de gehele novelle gaPlaatst - onge- 'Q0)$ 2 1 7 twiJ'feld de lachlust van de lezer op . De lezer heeft evenwel geen recht op een suPerieure glimlach ; er is immers geen reden to veronderstellen dat hiJ' ziJ' met meer succes tegenstriJ'diga geesteliJ'ke belangen met elkaar zal kunnen verzoenen . Als men dus lacht om de oude man lacht men om zichzelf, en als men nadenkt over waarom men lackt, dan zou de Slimlach eigenliJ'k snel van het gezicht moeten verdwiJ'nen. Dat dit laatste nietgebeurt is to darken aan Svevo's onovertroffen ironie . ZiJ'n vermogen schriJ'nend leed op komische wiJ'ze weer to geven maakt deze novelle -en ander werk van Svevo -tot een genot om to lezen . Bas Verhoeven 218 Voetbal is oorloS aargan9 10, rummer 4 Bloed, zweet en tranen Vondel als sadomasochist? Alice Doek Waar het strand ophoudt en tees pad over de rotsen verder 8aat staat een klein kapelletl'e. Het felle wit dat de toeristen naar d' ti Griekse eiland lokt schittert in de zon . Eenmaal binnen worden zelf s de on8elovi8en 8edwon8en hun hoofd to bui8en voor de ikoon van de Heili8a Pela8ia : het plafond van de kaPel bevindt zich op nauwelil'ks anderhalve meter hoo8to van de rotsi8a vloer . De meeste vakantiegangers doen geen moeite om de deur open to wurmen. Voor hen is de kapel niet meer dan het decor voor een foto waarop het contrast tussen de witte Pleisterlag en hun eigen bruine li1ven duidelil'k wordt . Maar voor de autochtonen van A - hia Pelaghia is deze Plek het eindPunt van een kleine bedev aart, die elke zonda in familieverband words ondernomen . Om beurten bekruist men zich en treedt dan binnen om de ikoon met de lippen to beroeren . Bil' het naar buiten gaan volgen wederom een Paar ofgesleten kruistekens en men vangt de tern octet aan . Zelfmoord Hoe vredig, hoe aandoenlil'k is het christeli1'k geloof. a zou bi1na vergeten dat de kaPel een monument is voor een door vervolgin en marteling gaPlaagd meis1'e, dat tenslotte geen andere uitwe S meer zag dan zelfmoord . In het l'aar 304- 0P 15-l'ariSa leeftil'd- besloot de christeli1'ke Pelagis uit Antiochie hasr bel agers de wind uit de zeilen to nemen door een sProeg van het dak . Fen doodsmak m de o8envan de Romeinen, maar voor Pelagla zelf een regelrechte hemelvaart . Niemand minder dan oost van den Vondel 's v aderlands zeventiende- eeuwse trots op het gebied van toneel en 1o"ez ia heeft in zi1'n Brieven der Heili8e MaeAhden Martelaressen 1642 een PoSin gedaan zich to verdiepen in het levee van Pelagia en 11 ande re martelaressen uit de ecrste eeuwen van het Christendom . De zol'uist tot het katholicisme bekeerde dichter deed dat, zoais de tite 1 al zegt in de vorm van brieven . Elke martelares schrift asn h eett eind van haar levee een brief aan iemand die haar dierbasr is, bi r voorbeeld een vriendin een familielid of de biechtvader . Crisis Het mooiste moment om een heilige asn het woord to laten is de seconde voor ze haar laatste adem uitblaast moet Vonde1 Sedacht hebben . Ze kan dan eniga afstand nemen om terug to ki"lken o P haar godvruchtiga levee, terwil'1 ze togeli1'kerti1'd nog levend ge- 2 1 9 Vondel gelauwerd, ca 1653; kril'ttekeninS door an Lievens 220 *ĽJ~o5 noeg is om de hitte van de gloeiende kolen to voelen . Ti)'dens die crisismomenten last Vondel elke heiliga haar autohagio rafie schril'ven . Gevolg is wel dat aan het inlevingsvermogen lees : de goed8elovigheid van de lezer hier en daar hoge eisen worden gesteld . Natuurlil'k waren Vondels rooms-katholieke til'dgenoten niet geheel onbekend met het leven en li1'den van de martelaressen maar ook werden zil' geacht to eloven dat de Heili a Pela is o P het dak zittend 108 regels Poezie uit haar pen kan kril' en, terwil'1 beneden een legert1'e Romeinen staat to PoPelen om haar in een bordeel op to sluiten . Een van haar collega-martelaressen, de Heili e Agatha maakt het minstens zo bont . Haar ledematen zil'n op de Pil'nbank flunk uitgerekt, een borst is ofgerukt en tenslotte roosters men haar op hete kolen . Toch heeft ze kenneli1'k noS de gelegenheid en de to8enwoordigheid van geest om uitgebreid schriftelil'k afscheid to nemen van haar vroegere sPeelkameraadl'e Makaria . Dat ze zich in haar brief verontschuldi gt voor eventuele onleesbare woorden f is een van Vondels truce1s om het werk een schi1'n van oorsPro nkelil'kheid to geven . Want l'a, met geschroeide vingers en een verbril'- 1'aar9an9 10, summer 4 zelde hand valt het niet mee om duideli)'k to schri)'ven . Maar mo elil'k is het wel, 175 re8els en op ril'm . Klassiek voorbeeld Het idee om belan8ri1'ke vrouwen door middel van 8efin8eerde brieven to Portretteren, was in 1642 niet oorsPronkelil'k meet. In de Heroides van Ovidius schril'ven mYtholo8ische vrouwen aan hun afwezi8a echt8enoten en of minnaars: Dido aan Aeneas Ariadne aan Theseus Paris aan Helena enzovoort . Dit oervoorbeeld heeft voor zoveel navol8in8en 8ezorSd- dat we de heldenbrieven erust een literair genre kunnen noemen . Niet alleen VIP's uit de mYthoto8ie zil'n als briefschri)'vers oP8evoerd ook mannen en vrouwen uit de Bi1'bel- heili8enleSendes en uit de historische werkelil'kheid zolan8 ze maar een zekere faam 8enoten . Vondel heeft 8oed op het voorbeeld van Ovidius 8elet . Om de Ovidiaanse schri1'ftrant in de vin8ers to kril'8en- maakte hil ' toed 1640 een Prozavertalin8 van de Heroides. Ook in de kunst8rePen die de Maa8denbrieven authentiek moeten makers verraadt zich de invloed van de Romein . Immers wanneer een dichter briefschril'ver in de huid kruiPt van een door verdriet verteerde ziel kan hi)' de brief echter doers lil ken door bi1'voorbeeld in de tekst to verwi') zen naar tranen die het handschrift'onleesbaar' maken . Ovidins doet dat Vondel doet het hem na . De Heili8e ASnes rePt van "letters versch met maaghdebloet geschreven" . Ook van Agatha's beveri8a handschrift komt een equivalent bi)' Ovidius voor . Maar inhoudeli)'k zi)'n er natuurlil'k 8rote verschillen tussen de twee brievenbundels . De heldinnen van Ovidius schri'ven aan hun mannen die schitteren door afwezi8 held en niet l)iken to denken aan de8enen die ze hebben achter8elaten . Onvervulde vrouweli)ke verlan8ens komen in de brieven tot ontladin8 en dat resulteert vaak in bittere verwil'ten aan het adres van de heren . Voor de he!- dinners heeft het levers 8een zin meet- ze zouden hun dood met 8raa8to aanvaarden en sommi8en drei8en de hand al aan zichzelf to slaan . In christelil'ke termen : de aardse liefde heeft niets anders dan de dood tot 8evol8 . Vondels martelaressen zil'n eveneens bezield door liefde maar dan een liefde van de oddeli'ke soon . Ook die ka n leiden tot de lichamel~i'ke dood, wanneer de buitenwereld die liefde vi'andeli'k beoordeelt . Maar de martelaressen hebben een troost die ruimschoots oPwee t te8 en het lichamelil'ke feed : zil kunnen vooruitzien naar een eeuwi8 levee met hun hemelse bruide8om Christus . In het licht van die aanstaande dood is er een Plaats voor teleurstellin8- maar inte8endeel voor dankbaarheid . Plastisch Wat in Brieven der HeiliSa MaeShden nasr voren komt is dus niet de aandoenlil'kheid en vredi8 held van het christeli" )k 1even maar veeleer het li1'den en het doodsverlan8en in dienst van het eloof . Vondel neemt dan ook een blad voor de mond wannee r hi aanleidin ziet voor een Plastische beschril'vin8 van fofterm en dood . In het zicht van het naderende einde last hi) ' Pelagia bi~'v00rbeeld ze - vQO~$ 2 2 1 222 1iQ0~ Sen ik za 1 miljn vi1'anden beschamen door mijn vriJ'williSa dood wanneer mijn zuivere brein en bloed hen in hun eile gezichten zullen sPatten." Ook in andere brieven dampt het bloed en worden maaSdeliJ'ke kelen wreed aan het zwaard gere en . Uit de brief van ASatha komt het volSende citaat : Het Paartshoo t reckt myn leen met koorden- en 8ewi8ht . De tortsen braden't 1y - 8estreePt van sc~h a rceden, . . . Zoo ruckt de wreede een borst van myne ribben a f. En de HeiliSe APollonia, die nu noS door katholieken met kiesPJin kan worden aanSeroePen, schri1'ft : Na dat de boosheit mijn stantvasti8heft mistrouwt Zoo trecktze met een tang, en kloPt met palmenhout . . . Mi1'n kaeckebeenders en het out 8ebit in stucken . Dit taalSebruik zou J'e kunnen zien als een ander SevolS van de keuze die de dichter maakt voor het crisismoment . Maar de lezer kan zich niet aan de indruk onttrekken dat Vondel de martelscenes realistischer beschri1'ft dan voor een Soed beSriP nodiS is . Bovendien leSt hil' er voortdurend de nadruk op dat de martelaressen hun dood harteli1'k verwelkomen, J'a zelfs willen besPoediSen- zoals in de brief van Tekla- die op het punt staat door leeuwen to worden verscheurd . "Kom" zo spreekt ze de leeuwen toe, "vermaal me met 1'ullie tanden oPdat het voedsel wordt voor de en elen. Schiet eens wat oP- dan kan iedereen tenminste naar huffs ." Sadomasochisme Wat krilS' en we nu? Vondel als sadomasochist? Frans Kellendonk beantwoordde do e vraaS in 1987 met een volmondiS 'J'a' . Kellendonk die dat J'aarde Albert VerweY-lezinS wi1'ddeaan VondelsAltaer8eheimenissen, ontdekte in dit leerdicht over de mYstiek van de Eucharistie verdachte samenstellinSen zoals martel eest en temlust. Maar niet alleen in woorden verschuilt zich een sadomasochistische neiSinS . Wanneer Vondel elders in het leerdicht Christus be schri1'ft als iemand die ernaar verlanSt ZiJ'n bloed to laten vloeien doet dat Kellendonk denken "aan de Plastische wellust waarmee zieken anderen deelSm oot van hun lil'den Proberen to maken ." Ook in Brieven der Heili8a Mae8hden komen verdachte woorden voor, bil'voorbeeld moortspei en marteiwilli8h. Als dit Seen sadomasochisme is, wat is het dan f zo vraaSt de lezer zich of christeliJ'k sours? Inderdaad christeliJ'k is het . Al sinds de derde eeuw na Christus is de martelaarsdood een literait motief. In vroeS-christeliJ'ke beschriJ'vinSen van het leven en lil'den van martelaren komen al extreem realistische passages voor . Een van de onderwerPen die biJ' voorkeur met overdriJ'vinS worden behandeld is de manier waarop martelaren hun dood als een feast to emoat treden . Ze verwelkomen het Sloeiende rooster als een comfortabel bed . Hiermee illustreren de veelal anonieme schril'vers de standvastiSheid van daze SeloviS en en wilzen ze bovendien o de I'aar9ang 10, nummer 4 parallel met het leven en lijden van Christus, wiens dood immers een centraal thema is van het geloof. ntu en Deze vorm van realisme werd $edurende de middeleeuwen levend $ehouden . Het dertiende-eeuwse $eschrift Meditations dat aan de theoloo$ Bonaventura wordt toe eschreven Pro a serf een meditatietechniek die $ebaseerd is op zintui$l)ike verbeeldin$ . Gelovigen worden asngemoedigd om elk detait van Christus' li den to dramatiseren alsof ze er zelf bi)' zil'n. Alsof ze het kruis zien staan het geschreeuw horen, de striemen voelen en het bloed ruiken. Dit mede-li)jden wekt de liefde tot Christus op en ver$root de devotie . I$natius van Loyola, stichter van de )'ezuietenorde heeft deze techniek in de zestiende eeuw no$ verder uit$ewerkt en $eschikt $emaakt voor da$eli1'ks $ebruik . In zijn Exercitia spirituaIia Geeste- Ir1ks oe eninSen- 1548 worden de zintui$en voortdurend in$eschakeld als hulPmiddelen bil' de Persoonli)'ke $eloofsbelevin$ . Van de imPuls die 1$natius $of aan de toen al enkele eeuwen oude techniek is een $rote invloed uit$a$aan naar de P°ezie van de zeventiende eeuw . Wanner een christelil'ke dichter stilstond bi) ' de naderends dood kon dat wel eens uitmonden in een vorm van emotioneel $eweld, zoals in een van John Donnes Divine poems: Batter my heart- three person'd God ; or, you As et but knocks breathe shine and seeks to mend That 1 may rise and stand o'erthrow mee 'and bend Your force, to breaks, blows, burn and make me new . Sla me God breek me verbrand me maar vernieuw me . Deze o p zuiverin$ $erichte meditatiehoudin$ is tYPerend voor de l'ezuitische traditie waarvan Vondel na zijn over$an$ tot de rooms-katholieke kerk een exponent werd . Als we bedenken dat Vondel bevriend was met Paters uit deze orde, lil'kt het aannemeli)'k dat de Brieven der Heilige Mae8hden hierdoor bemvloed zi)'n. Nogmaals : sadomasochisme Kellendonks bevesti$ends antwoord op de vraa$ of Vondel een sadomasochist was, is dus op zijn Plaats- maar behoeft ook nuancering. Gelukki$ nuanceert Kellendonk zelf ook. Hi)' heeft het nameli)' k niet over sadomasochisme als Psycholo$ische ei$enasrdigheld , maar als een literair mechanisms . Christus heeft door Zil'n li)jden de vicieuze cirkel van wrack en weerwraak doorbroken maar te- $elil'kertil'd was Hil' medePlichti$ as n Zil'n ei en dood doordat Hi j die vriwilli$ zocht . Wie dit li)jden bescho w l u t en overdenkt til"dens het lezen van Vondels Altaer eheimenissen is "dada r en slachtoffer to$eli)'k, wat een eenzil'di a toewil'zin$ van schuld verildeft" . Hisruit bli)'kt dat Kellendonk doelt op een chrs'st elllke vorm van kathars sis bi de lezer, een reins in van de emoties wasrdoor hs God weer onder o en kan komen . 'Qp)Ls 2 2 3 Literatuur J . van den Vondel, De werken; volledige en geillustreerde tekstuii8ave in tier deelen . Amsterdam, 1927-1930 . Deel 4, pa g . 429-522 . Ovidius, Heroides . Transl . H. Isbell. Harmondsworth,1990. (Penguin classics) . F. Kellendonk, Geschilderd eten . Leaden, 1988 . (f ekst van de Albert VerweY-lezinBen 1987). 224 'ĽJ00)f.S De voorspraak van de maagd-martelares ZiJ'n het'verdachte' taalgebruik en de Plastische beschril'vingen van de martelscenes in Brieven der Heiii8a MaeShden ook gericht oP dit zuiverende effect? Daarin gaat het immers niet om Christus maar om de martelaressen . Ik denk dat zil' wat betreft medePlichtighead aan hun eigen dood rustig vergeleken kunnen worden met Christus . Sterker flog: bi'l hen is in Vondels versie zelfs geen sPoortl'e twiJ'fel of moeite waarneembaar in togenstelling tot Christus, die bedroefde en bittere momenten beleefde . Ook wat betreft de heilzaamheid van hurt dood komen de martelaressen een flunk eind mee wanneer we, zoals de gelovigen van Aghia Pelaghia- het geloof in de voorsPrack der heiligen aannemen. Naast Pelagia's ikoon in het witte kaPelletl'e hangen tientallen afbeeldingen van geheelde lichaamsdelen . De in blik uitgestanste exvoto's zil'n de dankbetuigingen aan de maagdeliJ'ke onschuld die ontsnaPto aan de handen van de beul . 1'aar9an9 10, nummer 4 Ais ik me rot voel stel ik me ewoon even voor hoe Vestdi)'k er flu uitziet en dan voel ik me een stuk beter.' In mil'n herinnerin$ heb ik ooit eens van iemand in het cafe $ehoord dat dit Seze$d zou zijn door de later krankzinni$ $eworden Pro~'is Cures-auteur Robert Anton LoesberS . l k kan me eerli1'k Sezegd met voorstellen dat zo'n uitsPrack viak na Vestdil'ks dood eniSe commotie heeft gageyen, maar 'e weer het natuurh)k noonzo vlak voor de oorlog. (Who is this Vestdi)'k anyway?) Vul voor Vestdil'k Bilderdil'k in en de betekepis vervaa$t al helemaal. lk Seef toe : hoe dichterbi' de sterfdatum hoe leuker de $raP. Schril'f ik : 'Als ik me rot voel stel ik me voor in welke staat van ontbindin$ ohan Polak nu verkeert' dan is de kans $root dat ik mensen weer eens smakeloos grief wat overi$ens onzinni$ zou zijn want Polak is $ecremeerd - maar dit terzi'de . Over dodo schril'vers maakt men Seen $raPPen. Over literatuur maakt men sowieso Seen$raPPen . Dit heef t to maken met wat ik waanzinniS scherP- eiSenlil'k) $enoemd heb: Het Protocol van HeiliS OntzaS . Waar Dit Protocol vandaan komt zou ik niet weten maar het bestaat . Om een of andere red en schil'nen mensen alti)'d in hun broek to Plassen van ontzaSals het om literatuur$aat ik heb het dan natuurii'k wel over mensen die kunnen lezen niet over de met kratten bier en zakken chips voor de Prolevisie Sestationeerde voortdurend boeren en scheten latende HitbinSo-ki)'kers . Voor mensen met een beet'~ fatsoen wil ' dus ei$enli)'k) is literatuurvan oudsher een resPectabele zaak, zijn schri)'- vers en dichters belanSril'ke mensen en boeken de vrucht en het toonbeeld van onze beschavmS . Om een voorbeeld to Seven : Hier is Van Dis werd alSemeen beschouwd als een veel eerbiediger Proramma dan ik poem maar een Avro's Service Saion want Van Dis interviewde geen we-bp'loptwerIrers tau$ekwekers of coprofilisten , nee hi j l Praa met schri1'vers . En schri)'vers, l'a dat zi ln de Soeroe s en lichtende Paden van hun ti)'d . Ik ben niet para noide echt niet, maar Het Protocol Het Protocol van Heilig Ontzag Giphart houdt dezebil'na reii$ieuzevererin$ van 1iteratuur en de eerbiedwaardiSa positie van schril'vers om mil' onbeSril'Pelil'ke redenen in stand . Hoe ben ik daar achterSekomen zult u zich afvraSen achter deze doctrine van Het Protocol? Interessante kwestie . Ik vermoed dat het een paar )'aar Seleden geweest zal zil'n . Ik heb een rare liefhebberi)', waar ik me niet voor schaam : ik ma$ SraaS scheuren . Boeken verscheuren bedoel ik . Uiteraard verscheur ik liever Seen boeken die me dierbaar zi1'n;~ als ik zin heb om me even heerlil'k on$e- Seneerd of to scheuren dan trek ik meestal een boekee uit het daartoe bi' de SleSto aanSeschafte staPeltl'e kutboeken- om dit - onder het toeziend oo$ van huffs$enoten of kennissen achteloos aan flarden to raSSen . emi$, de readies die ik daaroP kril'Sf daar schrik ik toch iedere keer weer van . 'Ma$ ik misschien een met mi)'n eiSen zuur verdiende geld Sekocht bezit zelf kaPof maken als ik dat wil?' vraaS ik, als mil'n toeki)'kers verschrikt roePen dat l'e zoiets toch niet doet- toch niet doet?! 'Maar zoiets is cultuurbezit!' riPosteert er alti)'d wel weer iemand bil'na huilend als ik net een Brakman nvan een Sulden vil'fentwintiS heb versni P' Perd- 'dat maS )'e toch niet kaPof maken? Picasso verscheur 'e toch ook niet?' 'LiSt Picasso in staPels bil' de Sie$to?' vraa$ ik dan masr, de sfeer meestal helemaal ver stend . Boeken verscheuren dat kan klaarbli)'keli)'k niet . Wat ook niet kan : bi' het anti9uariaat dichtbundels van TachtiSers koPen deze olrensni)'den wat bi)'na noon is gebeurd met een fil'nlil'ner overal strateSische letters veranderen (in 'heffen' de h of toevoegen in 'stond' een r of boven een oPenin$sregel als "k Zee hem a1 stasn' de titel kalli$raferen 'Zie Srods komt de stoomboot' om vervolgens het boek voor een iets 1aere Pri)'s on$ezien tern to !aten koPen door de antiquaar . Nee het stigma ernstig en eerbiedwaardi to zi'n- is eibasr . Het monist manifesteert zich dit l in de we onuitro tonschaP . Dat de wetenschaP zich uberhauPt verwaardigt aandacht to besteden aan \Joo)is 2 2 5 literatuur is natuurlil'k al een voorrecht ik heb althans nog nooit gehoord van faculteiten die zich bezighouden met de fenomenologie van modeltreinbouw of de percePtie van korfbal , maar dat de wetenschaP zich met zoveel verve en belastinggeld op de letteren heeft gestort, dat grenst biJna aan het ongeloofwaardige. Omdat van al het res- Pectabele de wetenschaP het allerresPectabelst is kan zil' waar het de letteren betreft natuurli)'k niet aankomen met een simPel en ob)'ectief overzichtJ'e van schri)'vers en boeken neenee, uitsluitend de allermoeili~' kste allerondoordringbaarste, allermeerduidigsto literaire werken worden echt gewaardeerd en toegevoe d aan de canon . Bladerend in de literatuurgeschiedenissen en - theorieen is het mi1' iedere keer weer duideliJ'k dat schriN' ers die tot de canon van Pde wetenscha doordringen- op z'n minst serieus zil'n geworden . Humor en wetenschaP verdragen elkaar niet . Schri1'vers als Brusselmans en LanoYa die al l'arenlang warmmenselil'ke, diePgevoeliga en hilarischgraPPi e boeken schril'ven kril'gen van de wetenschap ~ nauwelil'ks and•acht daarvoor ziJ'n hun boeken teveel gesPeend van ontzag voor literatuur, of nee van ontzag voor ontzag voor literstuur. De boeken van drs. Brusselmans die in ziJ'n aanzet tot een thesis over belangwekkende Vlaamse schril'vers De Geschiedenis van de Wereidliteratuur een paragraaf begint met : 'Deze week maar 's drie oelewaPPers togeli)'k, dat schiet lekker op') en drs. LanoYa die in ziJ'n essaYbundel Vroe8er was ik beter het werk van de schriJ'fster Mireille CottenJ'e Probeert to duiden: '...haar schaamliPPen beginnen to flaPPeren, haar kroPgezwel PiePt en ze donPt een Pennehouder in haar ranziga sPleet om met haar draderiga lichaamsvocht een nieuw levensboek aan to vangen' zi)'n teveel om to lachen en lachen is niet res ctabel . Zo'n volstrekt humorloze maar wel heel erg ingewikkelde en literaire 226 schril'fster als De Moor daarentegen heden Margriet, voor de oPeratie Warn), zal binnen de kortst mogelil'ke ti' ongetwil'feld tot de canon van de wetenschaP behoren net als Marcel Moring . Lekker hoor, kunnen weer hele werkgroe n studenten gezamenliJ'k metaforen Peuren, en diePtelagen, en structures en intertextualiteit met elfde-eeuwse boeken uit het Sanskriet. Is een schri'ver eenmaal in de canon oP8enomen dan zal iedere scheet die hi' ooit gelates heeft heel gewichtig en belan$ri)'k tot op de molecuul worden besnuffeld en ook de voorstudies van die scheet en alle afwi'kende versies en de positie van die scheet ten o zichte van de andere scheten van de schri'ver - maar dit terziJ'de . Waartoe dient Het Protocol zult u willen weten? Ook daar heb ik een antwoord op . Het Protocol verleent een aura van verhevenheid . Wie'in de literatuur' is mag zichbetervoelen- is eigenlil'keen hoger mess . En dat is waarom er net als met God met literatuur niet gesPof mag worden . Dit laatste maakt Het Protocol nu 1'uist zo vermakelil'k . Die verschrikte ogen als l'e in het oPenbaar even een goede boom oPzet over de kutscheten van Hella Haasse, of oprecht veinst Frans Kellendonk to hebben gezien eerli)'k, ik leef daar op . Het leuke aan dit snort oPmerkingen is dat helemaal niemand dit leuk vind, zoals ook niemand kan lachen om het verkrachten van mooie regels 'Is dit genoeg een stuk of wat gedichten voor de rechtvaardi ging van een banaan?') . ezus nu ik erover nadenk : eigenli'k kan het miJ' niet grof en smakeloos 8enoe$, als het maar indruist tegen dat bur ertrutti a en benePen ontzag voor 'het geschreven woord' . Ik hou van Proza dat als een zichzelf onderschil'tende mongool op me toekomt . Zo, en nu ga ik weer eens even lekker scheuren . Ronald Giphart 1'aar9an9 10, summer 4 Charlotte Govaert en Francine Smink 1 n de serie 'I-let bedri ' kwamen aehtereenvol8ens de boekhandelaar, de uit8ever en de auteur aan het woord . In dit vierde en laatste deel staat de Pers eentraal . Diny Sehouten studeerde Nederlands aanvankeliJ'k taalkunde, pas later maakte ze de overstaP naar de modern leuerkunde . Ze sehree voor het Haarlems Dagblad en maakte een aantalJ'aren Ter zake de roddelrubriek over het literaire bedri' van VrjJ' Nederland . Sinds twee J'aan is ze eindredaeteur van De RePubliek der Letteren de boekenbiJ'laS J a van Vri' Nederland . Over de uitgever ze8t ze : "Ze sluren de boeken en dal is Prettig, en vender moeten ze niet 8aan ." Over de criticus : "Ik vind en hoop ook , dal een criticus voor de schriJ'ver sehr Jj: ." En over de literaire kritick: 'Wet is nooit alleen de recensie waar de lezen op a 8aat ." "Het is makkeliJ'ker to zeggen was een slechte recensie is dan to zeggen was een goede is . BelangriJ'k is dal de recensie levendigheld uitstraalt. En het oordeel moet de indruk wekken betrouwbaar to ziJ'n . Dat heeft alles to maken met de foon en het aanzjen van de recensent . Iemand van twintig kan best aardige recensies schriJ'ven maar het werkt wel zo dal hoe langer J'e recenseet hoe beter de stukken zjJ'n . Je hebt meervergeliJ'kingsmateriaal .Deinhoud moet zo mm mogeliJ'k naver- Het bedrijf 4 De pers `Het is toch leuk om een boek to lezen en er over to praten' teld worden . Een recensie moet een bePaalde welwillendheid uitstralen, de recensent moet de indruk wekken oPrecht gemteresseerd to ziJ'n . Sours heeft afkraken veel zin als iedereen hoge verwachtingen van het boek heeft, of als iedereen er heel lovend over is . Ook alsJ'e het afkraakt moetJ'e aangeven dalJ'e het toch wel degeliJ'k een interessant boek hebt gevonden . Zo met, dan moet J'e de recensie niet schriJ'ven ." "Het gaat niet alleen our het oordeel, of jets het koPen waard is . Je bent bezig met een bePaalde vorm van voorlichting, maar ook met een soon discussie tussen schriJ'ver en lezen . Gedachtenvorming . Ik vind en hoop ook dal een criticus voor de schriJ'ver schriJ'ft . In een heel ideale situatie is hiJ' een soon togensPeler voor de schriJ'ver . Niet op de loon van ' zo had J'e het moeten doen', dan gaan mensen denken : 'doe het dan zclf' . Het is een driehoeksdiscussie . Het is toch leuk our een boek to lezen en erover to Praten? Het is alleen de vraag of de schri)'ver zin heeft our in de discussic betrokken to worden . In ieder geval is de criticus geen autoriteit die bePaalt of lets literatuur is . Tim Krabbe staPte ooit met recensies naar het Fonds der Letteren our aan to tonen dal hiJ ' wel degeliJ'k recht had op een beurs . Dat is natuurliJ'k niet de bedoeling." "Recensies hebben minder rechtstreeks invloed op de verkoolxiJ'fers dan we! 8edacht words . Wend Connje Palmen zo goed verkocht omdat ze lovend werd besProken? Er ziJ'n veel meer voorbeelden van boeken die goede recensies kregen maar niet verkocht werden. Milan Kundera biJ'voorbeeld werdJ'aren gunstig besProken maar het heeft viJ'ftienJ'aan geduurd voordat men ziJ'n boeken ging ko- Pen . Een keen heb ik zelf een duideliJ'k effect met een stukJ'e geha het ging over De ziekte van Lodesteyn van Levi Weemoedt. Het was al een tiJ'dJ'e uit en nergens gerecenseerd . Direct na miJ'n recensie is het boek gaan toPen. Maar meestal gaat het via mond-op-mondreclame mensen zeggen 'dal boek moet J'e ko- Pen' . Dan leesJ'e misschien ook no g een stuk van Arnold Heumakers . Het is nooit alleen de recensie waar J'e op ofgaat. Veel mensen lezen recensies our bevestigd to worden ." "De verantwoordeliJ'kheid drukt dus niet zo zwaar. Wat dat betreft hoefJ'eJ'e njets to verbeelden . De literaire kritiek heeft in zoverre macht dal er weinig gebeurt als een boek niet besProken words. Ik heb wel eens een schriJ'fster aan de telefoon gehad die our een recensie smeekte anders zou de ujtgever niet gaan adverteren. Adverteren heeft voor uit8evens weinig zin als er niet ook neePublicitY is. In ieder geval wil ik schriJ'ven zonder me lets van een eventuele verkooPbevorderende invloed aan to trekken . Als ik zelf een recensie schriJ'f, sla ik anderen over, dan ziJ'n zelfs de koPPen al vervelend ." 'Joos 2 2 7 Vrij Nederland "Als eindredacteur bereidJ'e de tekstep voor die naar de zetteriJ' gcan ; ik bePaal was op welke bladziJ'de komt to staan ik maak de kopPen en verzorg de illustraties . !k doe de Produktie, hot handmatiSa werk . MiJ'n mederedacteur Care! Pesters bekiJ'kt de binnengekomen boeken sours wel vi'JftiS Per week1,~ en stuurt ze naar recensenten . We bepalen samen wat gerecenseerd words . Sours is er wel discussie ik dram wel eons maar alleen als ik ook een goed ides heb wie over dat werk most schriJ'ven." "We werken met vertrouwde recensenten van wie we weten was hun smack is en was ze voor de Re- Publiek den Letteren kunnen betekenen . Ongevraagde stukken ziJ'n maar zelden geschikt voor Publikatie . Sours zit er jets biJ'zonders biJ' en dan words de auteur ook een vaste medewerker. We kiJ'ken zelf ook in tiJ'dschriften, op J acht naar talent ." "DeJ'oumalisten van VriJ'Nederland sch ijven vaak goed, ze hebben gevoel voor stiJ'1 . Daarom wil ik ze graag ook voor de RePubliek den Leneren hebben . Ze hebben alleen niet altiJ'd tiJ'd . Met recensenten die vast in dienst ziJ'n, zoals biJ' de Volkskrant en de NRC, heb J'e daar minder last van . Maar doze recensenten moeten we! eons boeken recenseren waarin ze niet zoveel zin hebben. Het words dan nogal eons een kwestie van `de afwas doen' . WiJ' werken met mensen die uit belangste!! ing een boek al gelezen hebben of willen lezen ." "1k hoop dat we ons Profileren door onze smack, de boeken die we recenseren, en hot vinden van de J'uiste Persoon our een boek to besPreken . De recensent most recht van sPreken hebben. Van de zogenaamde belang riJ'ke schriJ 'vers worden de boeken wel besProken maar hot ligt niet echt vast. Smack staat 228 vooroP, we geven niet sPeciaal een afsPiegelfing van de Nederlandse literatuur ." Het literaire bedrijf "Met de boekhandel heb ik contact in die zin dat ik er zelf vaak kom . Vender niet. Het is togisch dat uitgevens zich niets van boekhandels aantrekken anders zouden boeken die weinig lezers zullen trekken niet zo gauw uitgageven worden . Als de uitgevens zeggen dat ze dat wel doen dan liegen ze eigenliJ'k . Hoe meer overleg, hoe gemiddelden de beslissing uitvalt . Wat dat betreft ben ik niet zo'n democrats ." "We bemoeien ons zo weini g mogeliJ'k met uitgevens, we hebben een onafhankeliJ'kheid to bewaken . Ze sturen de boeken en dat is Prettig, en vender moeten ze niet gcan . WiJ' voeren hot redactiebeleid en daarvoor willen we niet door uitgevers ten verantwoording geroePen worden . Gelukkig doen ze dat ook biJ'na nooit ." Wat vindt Schouten van de uitsPrank van uitgever Joos Kat dat hole krantekatemen bestaan biJ' de gratio van bockuitgowns? "Het is ook anderso n . Hoeveel J'ournalistieke boeken worden er niet uitgegeven . En hoe komen uitgevens can schriJ'vers, ook via de Pers en literaire tiJ'dschriften . Het is een gedeeld b elang . lk erger me can uitgevers die ons bestoken met schriJ'vers die ze door VriJ' Nederland gemterviewd willen hebben . Het liJ'kt we! of hot our eon mooi interview en een mooie foto gcat . Het is onze task daar een diJ'k tegen to bouwen ." Schouten is hot niet eons met Kees Fens die vindt dat recensieexemPlaren uit respect voor hot boek in de winkel zouden moeten worden gekocht in Plaats van to worden rondgestuurd door de uitgever . "1k hob helaas niet zo vreseliJ'k veel resPect meer voor de meesto boeken . Dat komt omdat er hier zoveel binnenkomt . De laatste J'aren zie J'e dat hot een we8werPartikel words. Slecht gedrukt slecht PaPier, slechte liJ'm. Sommi8e hoeken zien emit als een Pak Brinta . Wat dat betreft vmd ik hot onzin our hot over respect voor hot boek to hebben . Je hebt we! respect voor veel boeken hot fonds van een uitgever, hoe dat is oPgebouwd . Je oordeel words er niet beter van alsJ'e zelf voor hot boek betaald hebt." Ary Langbrook directeur van uitgevenJ ' uerido, si8naleerde een Proces van verschraling . Van steeds minder titels worden steeds meer exemPlaren verkocht. Dmy Schouten : "De verschralinS waar Langbrook hot over had is ook hot gev ofg v an de marketing v an de uitgevens zelf. Ze wilden groot worden, produceerden veel titels en ziJ'n in grote klaPPers Scan investeren. Ze kweekten daardoor ook veel verliezen . Ik vind hot niet Pretti g daar als lezer de schuld van te kriJ'- gen . Over de toekomst : "Het literaire boek zal o verleven. lk ben met Pessimistisch nee . Een boek is hot meest handzame en hot meest geeigends voertuig our gedachten over to brengen. De tv is een onbevredigend medium. Als ik werkeliJ'k met jets gevoed wil worden most ik biJ' een boek ziJ'n, en niet bi'J de tv . Lezen is toch hot allermooiste dat er is?" 1'car9an9 10, nummer 4 The pity of war In rid van Meerten EnSeland bezit een fenomeen dat wil' in Nederland niet kennen . Ze hebben mee8evochten in de Eerste Wereldoorlo8 . Nederland was neutraal en daardoor is de Eerste Wereldoorlo8 hier niet zo'n be8rip . Wil' zil'n veel meer 8ericht op de Tweede Wereldoorlog . Voor de Engelsen is de Eerste Wereldoorlo8, ook wel'the Great War' $enoemd net zo belangril'k als de Tweede . Men weet waar het om 8ing en men is zich bewust van de slachtoffens. De Eerste Wereldoorlo wordt daarom in EnSeland nog steeds herdacht . Twee weken $eleden was ik in Midden-En$eland bil' een bruiloft . Buiten de kerk werden er foto's $emaakt onder andere bi1' een monument voor de $evallenen van de Eerste Wereldoorlo$- waar de namen van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlo$ biJ' waren $ezet . Het vie! mi1' op dat er een teken op stond dat iets we$ had van een hakenkruis wat miJ' niet erg toePasseliJ'k leek . Een En- $elsman vertelde miJ ' daaroP dat het een sYmbool van eeuwi$heid ter herinnerin$ aan de doden van de Eerste Wereldoorlo$ was . Toen le$de men immers no$ $een verband met hakenkruizen . Een vrouw in het $ezelschaP bracht toen ter sPrake dat er in de buurt een dorPJ'e was waar ze voor het eni- $e slachtoffer van de Eerste Wereldoorlo$ een $edenksteen hadden oP$ericht . De indruk die de dood van die ene man $emaakt moet hebben in dat Plaatsl'e was haast aan$ril'Pender dan de lan$e li1'sten met namen elders . We herdenken dus de doden en de oorto$en . Het lil'kt wel alsof elke oorlo$ zi1'n ei$en kunstvorm heeft . Zo is de Tweede Wereldoorlo$ uit$ebreid verwerkt in de Nederlandse literatuur . No steeds worden er boeken uit$ebracht waarin de Tweede Wereldoorlo$ een $rote rot sPeelt . We liJken er niet van los te kunnen komen . De Vereni$de Staten verwerkt de Vietnamoorto$ in haar films . Elk J'aar weer komen er nieuwe Vietnam-films uit . Denk masr asn Apocalypse Now Platoon en Good morning Vietnam . Het nieuwe medium wordt $ebruikt om de nieuwste oorto$ uit to beelden . Blil'kbaar bestaat er de behoefte om mensen to herinneren aan die oorlo$. Ik bee benieuwd hoe de Golfoorlo$ tot uitin$ zat komen in de media . In En$eland echter was het de Poezie die ats kunstvorm ekozen werd om de Eerste Wereldoorlo$ to beschril'ven . 0P 28l'uni 1914 werd aartsherto$ Franz Ferdinand van Oostenril'k vermoord in Sarajevo . Oostenril'k za$ hierin aanleidin$ om Servie de oorto to verklaren $eholPen door Duitsland . Servie werd op haar beurt $esteund door Rusland en door een netwerk van verdra$en werden al $auw FrankriJ'k en En$eland erbil' betrokken . Toen de oorlo$ uitbrak was het de eerste $rote oorlo$ sinds 1815 en de stemming onder de volkeren was enthousiast . Men was striJ'dlusti$ en Patriottisch . leder dacht dal i1'n land $emakkeliJ'k zou winnen . Men wilde maar al to $raa$ de $ ehate viJand verstaan . Duitsland wist heel $oed de $evol$en van haar steun aan Oostenri1'k, maar dacht dat het de 'Weltmacht' ou bereiken . Aanvankelil'k dacht men overal no$ dat de oorto$ snel voorbil' zou ziJ'n . Dat vie! echter te$en . Al snel liePen de Duitse en de $eallieerde troePen vast in een tinie die door Bel$ en Frankrikl ie lieP . Beide ziJ'den $roeven een uit$ebreid netwerk van loopgraven en Probeerden in het verlooP van de oorlo $ terrein to winnen . Het bleek dat er door de J'aren heen nauweli1'ks bliJ'vende overwinnin$en behaald werden door een van beide maar in de tussentild hadden alle Po$in$en daartoe we! het levee $ekost aan duizenden soldaten . Aan het erode van de oorlo$ waren er zo'n 8 .700 .000 levees vertoren $e- $aan waaronder 780 .000 Engelsen . Zelfs deTweede Wereldoorlo$ zou niet zoveel slachtoffers eisen . Groot-Brittannie had soldaten nodi om het continent to bevrJiden van de Duitse 'hunnen' en de Britse mannen meldden zich vril'willi$ en in $roten $etale aan . Ze waren enthousiast om de eer en $lorie van het vaderland to verdedi$en . Ze kwamen terecht in de modderi$a looP$raven van het front waar ze hue makkers za$en vallen en met het $evaar van de dood moesten levee . Ze moesten $ranaataanvallen en $if$as door de Duitsers geintroduceerd doorstaan. De werkeliJ'kheid van het front viol to$en, maar de soldaten kond en zich afleiden door het lezen van boeken . Er was no$ $een 1io0`~$ 2 2 9 radio en aan het front zat men oPsloten in de loopgraven . Daarom waren woorden een belan$ri'k ti' verdril'f naast sex en drank . In de Eerste Wereldoorlo$ waren de meeste soldaten op de hoo$to van de literatuur. Men was l'uist be$onnen our de la$ere klassen van de maatschaPpil' vertrouwd to maken met literatuur omdat dit $oed zou zil'n voor hun ontwikkelin$. Met de sonnetten van Shakespeare en dichters als Milton en Keats was poezie een bekend be$riP- en er waren onder de of ficieren $enoe$ dichters our over de oorlog to schri1 ven . Het zou verkeerd ziln de Eerste Wereldoorlo$ to zien als de schePPer van dichters . Die$enen die al $edichten schreven voor de oorlog maakten flu die oorlog tot hun onderwerP . Voordat ereni$e sPrake was van oorlog bestond er al de trend our over dood en verderf to schrilven . Thomas Hardy bi1'- voorbeeld $ebruikte in zil'n $edichten van voor de oorlog al termen als graven, doden en de vi1and . Ziln $edicht 'Channel Firing' zou op de oorlo g kunnen slaan : [...) All nations striving strong to make Red war yet redder . Mad as hatters They do no more or Christes sake Than you who are helpless in such matters Het lil'kt achteraf onheilspellend omdat we deze termen associeren met de Eerste Wereldoorlo $, maar dat had Hardy niet voorzien . Bi1 het uitbreken van de oorlog was hi1' net zo Patriottisch als ieder ander en ver$at hil' zil'n ei$en woorden . Er heerste een uit$elaten stemming toen de Eerste Wereldoorlo$ be$on in au$ustus 1914 . Men dacht no$ dat het voorbil' zou zi1'n voor Kerstmis en men trok ten stride voor het vaderland . Deze sfeer is ook tern$ to vinden in de $edichten van die ti1'd . De dichter RuPert Brooke schreef no$ over de eer van En$eland die door de $evallen soldaten verseenwoordi d werd . Hil'zelf was als soldaat naar Bel ie ezonden en schreef vandaar naar huffs dat de oorlog vermoeiend- maar ook onderhoudend was: "It's all great fun" . Brooke stierf een l'aar later aan koorts in Griekenland en het is dus niet coogelil'k to weten of en hoe zil'n $edichten veranderd zouden zil'n als hil ' was bliJ'ven eeven . Een andere Britse dichterf Sir Henry Newboult, za$ de Eerste Wereldoorlo$ als een sPortwedstri1'd- die vol$ens de re$els $esPeeld moest worden en waar de beste 2 3 0 Parti1' uiteindeli1'k zou winnen . Ook een andere dichter Siegfried Sassoon, had deze idealen no voor o$en aan het begin van de oorlog en za$ het haast als doel op zich our voor de vriheid to steryen. De toon van de edichten veranderde door de verschrikkin$en van de oorlo$ . In to$enstellin$ tot de voor$ehouden idealen waarmee de soldaten naar het front waren $a$aan kwamen ze er dood en ellende te$en . Aan het front was de $lorie en de eer sours ver to zoeken . Er ontstond dan ook een kloof tussen het le$er aan het front en de mensen thuis in En$eland . Thuis hielden ze eer en cooed no$ hoo$ in het vaandel . Aan het front wisten ze wel beter . Zil' beleefden de militaire blunders die vele levens eisten . Zil' za$en de angst van hun kameraden die Probeerden zo $ewond to raken dat ze naar huffs konden . En de dichters probeerden dat to verwoorden . In hun $edichten beschreven ze voor de$enen in En$eland hoe zil' de oorlo$ meemaakten en vooral hoe $ruwelil'k die oorlo $ bleek to zi1'n . De gTrotP dichters die over de Eerste Wereldoorlo$ schreven worden in En$eland de 'War Poets' $enoemd . Een van de bekendste'War Poets' is on etwil'feld Wilfred Owen . Van hem is het $edicht 'Anthem for Doomed Youth'. Owen, geboren in 1893- had al voor de oorlog besloten dat hil' dichter wilde worden . Hil ' las ontzettend veel, $estimuleerd door een overheersende moeder, en hi'~ adoreerde bekende En$else dichters . Maar met een vader bil de spoorwe$en was er niet $enoe$ geld our een dichtersleven to kunnen leiden . Owen onderhield zichzelf door les to $even op de Berlitz-school in Frankri1'k . Toen de oorlog uitbrak was hi1' er nauweli1' ks in $eInteresseerd . Hil' ontstak zeker niet in een Patriottisch vuur, maar za$ het eerder als een verstorin$ van zil'n carriere als dichter . Hil' dacht er lan$ en breed over na voor hi1', in 1915 pas in het leger $in$ . Wilfred Owen sloot zich aan bil' deArtists' Rifles. In l'anuari 1917 $in$ hil' naar het front aan de Somme, waar toen no$ hevi$ $evochten werd . Owen , die trouw brieven aan zil'n moeder schreef, beschreefindiebrievenookde $ruwelil'kedin$endie hil' our zich heen za$ $ebeuren . Hil' wilde dat ze thuis zouden weten wat er aan het front $aande was. Zo schreef hi1' : "Ik denk dat het er$ste voorval Plaatsvond op een re$enachti$a nacht toen we tegen een sPoorwe$dil'k aanla$en . Een $rote $ranaat ontPlofte op de dil'k- maar twee meter van mil'n 1'aargan9 10, nummer 4 hoofd . Voordat ik wakker werd werd ik in do lucht geblazen- weg van de helling . De daaroP vol- $ende dagen bracht ik de meeste til'd door in een s oorweguithollingnet groot genoe8 om in to lgi - en en bedekt met golfPlaten . Mil'n medeofficier lag togenover me in net zo'n kuil, maar hil' was bedekt met aarde en geen aflossing zal hem ooit aflossen noch zal zil'n rust maar negen dagen duren . 1k denk dat de afschuwelil'k lange til'd dat we niet verlost werden onvermil'delil'k was~; toch ziJ'n we verbitterd teSendiegenen in Engeland die ons zouden kunnen verlossen en het niet doen ." Owen werd met shellshocknaar het Craiglockhart Hospital in Engeland Sezonden. Zi1'n oorlogservaringen verwerkte hil' in zil'n gedichten . In het ziekenhuis ontmoette hi' de dichter Siegfried Sassoon die hij l zeer bewonderde en die hem stimuleerde om meer edichten to schri1'ven over, maar vooral tegen- de oorlog. Na de rust in het ziekenhuis besloot Wilfred Owen ondanks zil'n afschuw van de oorlog, tern g to keren naar het front . Hil' was vastbesloten om gedichten to blil'ven schril'ven over de zinloze afslachting van mensen . Hi)' geloofde dat zi1'n gedichten alleen Seloofwaardig konden zil'n als hi1' uit ei8en ervarinS kon vertellen hoe het er aan het front aan toe ing. 0P 4 november 1918 werd Owen gedood toen hil' met een aantal manschaPPen Probeerde eon kanaal over to steken . Een week later werd de waPenstilstand getekend . In Wilfred Owens oorlogs edichten overheerst de boodschaP aan de mensen van de realiteit van het front. Dat wil zeggen dat Owen Probeert het beeld to veranderen dat de mensen thuis hebben van de oorlog. Hil' beschril'ft de doden die niets hebben aan de eer en glorie die men hen thuis in EnSeland toedicht en houdt hen dan voor dat zi' medeverantwoordeli1' k zi1'n voor die dood : The Parable of the Old Man and the Young So Abram rose and cave the wood and went And took the 're with him, and a knife . And as they sojourned both o them together, Isaac the first-born spake and said My Father , Behold the preparations 're and iron , But where the lamb or this burnt-offering? Then Abram bound the youth with belts and straps . And builded parapets and trenches there And stretched forth the knife to slay his son . When lo! an angel called him out o heaven Saying, Lay not thy hand upon the lad, Neither do anything to him. Behold, A ram caught in a thicket its horns ; Offer the Ram o Pride instead o him . 'Joos 2 3 1 But the old man would not so but slew his son And hal the seed o EuroPa, one by one . In het voorwoord van zijn $edichtenbundel- die pas na zijn dood $aPubliceerd werd er zijn maar vier $edichten $aPubliceerd tiJ'dens Owens leven' zijn carriere is ei$enlil'k pas be$onnen toen hiJ' omkwam schri)'ft Owen wat hiJ' met zijn $edichten wil. Niet het dichten zelf staat vooro en zeker niet de macht eer en $lorie. Zi'n onderwerP is de Oorto$ en 'the pity of war' . Hi) ' betreurt het duidelil'k dat er zoiets bestaat als oorlog en alle ellende die dasrmee samenhangt . Owen heeft maar een doel voor o en : de lezers van zijn $edichten moeten de waarheid zien . Die waarheid is vol$ens hem de feiteliJ'ke onmenseliJ'kheid van oorlo$ . Daarbilj treurt hiJ'om de doden die $evallen ziJ'n, besPof hiJ'ouders die hun kinderen voor eer en $lorie de oorlo$ in sturen en etui$t hi1 ' van de dood en de Sewonden die de oorlo$voortbren$t . Hil ' wil de mensen waarschuwen voor de $evolSen van de oorlo$ . Meer dan waarschuwen kunnen zijn $edichten niet . Wilfred Owens $edichten zijn zeker $ebaseerd op een literaire traditie . Owen kende de traditionele dichters en werd er door beInvloed . In zi n oorlo$ s$edichten vermen$t hil' het soldatenJ'ar$on zoals 'bli$htY' thuis - 'Hun' de duitsers - 'in the pink' $ezond en wel met archaische, poetische woorden zoals 'taciturn' stilzwiJg' end), 'besmirch' bevuild en 'hapless' on$elukki$ . Daarnaast sPeelt hil' met de klanken van woorden om de indruk van een $edicht to versterken . Karakteristiek zijn de 'halfril'men', waarbiJ' hiJ' alleen de klinker van een woord veranderd. .] And his smile 1 knew that sullen hall, By his dead smile I knew we stood in Hell. With a thousand pains that vision's ace was grained; Yet no blood reached there from the upper ground, .] Deze stiJ'1 maakt Owens $edichten niet $emakkelil'k om to lezen . Het $eeft ook aan dat hiJ' een ei€~7en stil'1 was be$onnen in het dichten die misschien tot een ei$en stromin$ had kunnen leiden ware het niet dat hi1'op viJ'fentwinti$J 'ari$a leefti1'd omkwam . Een andere En$else dichter, die net zo fel tegen de oorlo$$ekant was wasSie$fried Sassoon . Maar hi'J kwam uit een heel ander milieu . HiJ' $roeide op in een root landhuis, ging naar goede scholen en 232 \Joo .s kwam vanzelfsPrekend in Cambridge terecht . Wilfred Owen was $raa$ naar Oxford $a$aan maar voor hem was dat onmogeli)'k. Sassoon besloot Cambridge niet of to maken . In zijn luxelevent'e had Sassoon dan ook alle ti' voor olfen, )'a- $en en dichten . Hi)' Publiceerde in ei$en beheer ne en dichtbundels en was al een bekend dichter voor de oorlo . Zoais hierboven beschreven was Sassoon best Patriottisch toen hiJ'zich aanmeldde voor het 1eger. In zijn eerste oorlo$s$edichten bel'ubelt hi)' no de overwinnin$ en de eer van de doden . Zi)'n ervarin- $en aan het front brachten hem echter sP°edi tot andere gedachten . Dit weerhield hem er niet van risico to toPen aan het front en veel vi)'anden to doden. HiJ' kree$ hiervoor zelfs een medaille die hi' echter later minachtend in de zee gooide . Sassoon werd uiteindeliJ'k zo sterk anti-oorlo$ dat hih' toen hi' $ewond naar huffs werd estuurd besloot dat hil' niet meer mee wilde vechten en dus niet tern$ zou $aan naar het front . Hil' Publiceerde zelfs een verklarin$ te$en de oorlo$waarin hiJ' die$enen dmeaandemachtwarenverweetdatzedeoorlo in stand hidden . UiteindeliJ'k, $ekweld door de gedachten asn zijn kameraden aan het front keerde Sassoon weer tern$ naar Frankril'k . Hi)' werd o P een pick $ele$erd waar hiJ' het )'aar daarvoor ook was. Het bleek dat de frontlinie $een meter oP$eschoven was . Het eni$a verschil waren de doden aan beide ziJ'den . Min of meer als excuus voor zijn verklarin$ te- $en de oorlo$ wer.d Sassoon naar het Crai$lockhart Hospital estuurd . Daar kwam op een da$ Wilfred Owen naar hem toe met de vraa$ of hiJ' een Pasr van zijn boeken voor hem wilde signeren . Het was pas later dat Sassoon er achter kwam dat Owen zelf $edichten schreef. HieroP vond er een uitwisselin$ van $edichten Plaats- waarbiJ' Sassoon kritiek leverde op Owens $edichten en ze verbeterde wasr hil' dat nodi$ achtte . Te$eli)'kerti)'d Prees hi)' ze en $of Owen zo het zelfvertrouwen om verder to schriJ'ven . Owen werd belnvloed door het bil'tende sarcasme van Sassoon. Beiden keerden ze teru$ nasr het front, maar alleen Sassoon overleefde de oorloS7 . V~r de oorlo$ had Sie$fried Sassoon al ne$en bundels god ichten in een romantischesti)'l $eschreven . De twee bundels die til'dens de oorlo$ uitkwamen waren heel anders van sti'l. The Old Huntsman en Counter-Attackbevatten scherPeanti-oorlo$-$edichten die vol kritiek op de leiders van toen staan . 1'aargan9 10, nummer 4 Hi' besPof de mensen thuis die8een begriP hebben van het oorlogsbestaan . Hi' herdenkt zijn gevallen vrienden en hi' denkt na over de viand als edemens. Er sPreekt emotie in zijn edichten . Hi)' is bitter en Probeert de mensen thuis to raken : The Hem ' aek ell as he'd have wished' the Mother said And folded up the letter that she'd read . 'The Colonel writes so nicely.' Something broke In the tired voice that quavered to a choke . She hal looked up . 'We mothers are so proud Ofour dead soldiers .' Then her ace was bowed . Quietly the Brother Officer went out . He'd told the poor old dear some gallant lies That she would nourish all her days no doubt . For while he coughed and mumbled, her weak ayes Had shone with gentle triumph, brimmed with joy . Because he'd been so brave her glorious boy . He thought how 'Jack', cold-footed, useless swine, Had panicked down the trench that night the mine Went up at Wicked Corner ; how he'd tried To get sent home and how, at last he died , Blown to small bits . And no one seemed to care Except that lonely woman with white hair . In Sassoons gedichten overheersen de ironie en de dialoo. gZlin gedichten zijn veel minder complex dan die van Owen. Hil ' zegt duidelil'k waar het om aat. Sassoon kruiPt vaker- zoals in het gedicht hierboven in de huid van andere mensen en maakt op die manier hue 8edrag en denkwi)'ze besPotteli'k . De woorden van de moeder worden holle frasee die op leu$ ens bli)ken to berusten . De officier verdraait de werkelikheid van het front . Die werkelikheid of waarheid wil Sassoon net als Owen blootleggen. Daarbil' benadrukt hi)' hoe makkelil'k de mensen thuis het hebben die niet hoeven to ondergaan wat de soldaten meemaken . Er zijn no veel meer Eerste Wereldoorlog-dichtern to noemen . Zo is er Edmund Blunden die een beurs won voor Oxford en daar oezie studeerde. Hi' was pas achttien toen hi1' soldaat werd . In zijn gedichten beschreef hil' vooral hoe de oorlog de natuur vernieti t en tot verval leidt . In een Paar gedichten verwerkte Blunden ook de aanval die hij1 meemaakte waarin binnen enkele minuten de looPgraven om hem heen gevuld warm met de li1'- ken van zijn kameraden . Vlak voor zijn dood in 1974 gof Blunden toe dat zijn herinnerin8en aan de Eerste Wereldoorlog hem zijn hele levee achtervolgd hadden . Een andere dichter die de Eerste Wereldoorlo g meemaakte was David Jones . Hi)' beschreef zijn oorlo8sherinneringen pas na de oorlo . In 1937 verscheen zijn lange'gedicht' In Parenthesis waarin hil' een batal)'on volgt vanaf hue refs naar het front tot aan het moment dat bins het hele regiment gedood wordt en de laatste overlevende wegkruiPt van de fatale Plek . Jones' stijl is apart omdat hi' half Poetisch half Prozaisch schri'ft . Hi' doorsPekt de tekst met beelden uit sProok)'es en mYthen en uit de geschiedenis . Het is duideli)'k dat dit werk pas later geschreven is want de sti'1 doet denken aan die van James Joyce . Dan is er Ivor Gurney, die eigenlil'k comPonist was maar til'dens de oorlog de gedichtenbundel Severn and Somme uitbracht waarin hil' een ver eli)'- king trekt tussen het thuisland Engeland met de rivier Severn als sYmbool waar alles nog oed was en de verschrikking en van het front in Frankri)k (aan de Somme) . In 1919 bracht hi' een tweedebundel oorlogsgedichten uit War Emblems eheten. PsYchinch kwam hi)' nooit meer over de oorlo g heen . Hi' bracht de rest van zijn levee door in PsY - chiatrische inrichtingen . Hi)' was beinvloed door een andere oorlogsdichter Edward Thomas, die in zijn oorlogsgedichten de dood van zijn kameraden betreurt . Edward Thomas sneuvelde zelf aan het front in Frankri1'k in 1917 . Er zijn genoeg dichters uit de Eerste Wereldoorlo bekend in Engeland en daar wordt ook aandacht besteed aan deze stroming . Deze aandacht is echter voornameli)'k of zelfs uitsluitend gericht op de manneli1'ke dichters . Ten tlide van de Eerste Wereldoorlog warm literaire schri)'vers nog in de meerderheid . Schri)'fsters werden wel 8eaccePteerd zoals Virginia Woolf, maar aan het front kwamen ze bi)'na niet voor . Vrouwelik) e dichters hoorden alleen verbalee via snderen en konden niet putten uit eigen oorlogserearingen . Dat wordt tenminste vaak gedacht . Edith Sitwell echter ubliceerde ti1'dens de Eerste Wereldoorlog een literairti'dschriftwaarin gedichten van de 'War Poets' verschenen . Zelf schreef ze toen ook gedichten over de oorlogmaar deze zijn niet terng to vinden in de bloemlezingen met werk van de 'War Poets' . In 1981 is er een bloemlezing uitgekomen van Poezie door vrouwen in de Eerste Wereldoorlo . Deze ged ichten zijn een tegenhan er van al de kri- W0)L$ 2 3 3 tiek die de oorlogsdichters op diegenen van het thuisfront hadden . Het blil'kt dat er toch vrouwen waren die zich bewust waren van de ellende van de oorlog en die niet onwetend of idealistisch waten. Deze gedichten werden niet alleen door vrouwen thuis geschreven- maar ook door bil'voorbeeld verPlee stets . Uit de gedichten komt veel leed naar voren . Vaak hebben de dichteressen zelf een familielid of echtgenoot verloren . Ook uit deze tekstep s reekt 'the pity of war' . Toch zil'n de verschillen tussen de vrouweli'ke dichters onderling 8ro ot . Er zil'n ook verschillende thema's . Zo worden de slachtoffers of de soldaten aan het front geeerd en herdacht . Sommiga vrouwen klagen over het gescheiden zi1'n van hun geliefde en de kwelling van het beschermde bestaan in Engeland, terwil'1 ze weten dat hil' daar lil'dt in Vlaanderen. Anderen zi1'n verPleegstets die herinneringen aan het front oPhalen . Weer anderen verhalen van het mannenwerk dat vrouwen flu overnemen zoals het maken van munitie of werk dat ze doen voor de soldaten zeif. Margaret Postgate Cole schreef een gedicht dat in ironie en wending net zo scherP is als de gedichten van Owen en Sassoon: The Veteran We came upon him sitting in the sun Blinded war, and let . And past the fence There came young soldiers from the Hand and Flower, Asking advice o his experience . And he said this and that and told them tales And all the nightmares o each empty head Blew into air; then hearing us beside 'Poor chaps, how'd the~y know what it's like?' he said . And we stood there and watched him as he sat Turning his sockets where they went away, Until it came to one o us to ask 'And you're - how old? 'Nineteen the third o May .' De hier genoemde namen ziln een gteeP uit het bestand van oorlogsdichters. De 'War Poets' zil'n dichters die in een bePaalde Periode dezelfde ervaring ondergin8en en die verwoordden in de voren van edichten . De voren en de mhoud zian onlosmakeli'k verbonden . De dichtvorm werd bePaald door het ti"l dPerk. De inhoud werd oPeeist door 234 \Joos de Eerste Wereldoorlog . Als die oorlog er niet was geweest waren de dichters er hoogstwaarschi1'nlil'k nog wel geweest, maar hun gedichten zouden nooit hetzelfde geworden zi1'n. De overeenkomst tussen de gedichten is dus duidelil'k het onderwerP oorlog . vallend hierbi'l is dat het overgro te deel van de gedichten de oortog verwerPt als iets $ruwelil'ks, waarbi1' dood en ellende een grote rol sPelen . Het Patriottisme dat in het begin van de oorlog no uit de edichten sPreekt verandert door de ervarin en aan het front in een anti-oorlog stemming . De nadruk li t vaak op de verschillen in oPvattin van de soldaten aan het front en de mensen en regerin8 thuis . In de gedichten zit een waarschuwing aan de mensen die een oorlog niet van dichtbil' hebben meegemaakt: in werkelil'kheid is er 8een eer en glorie maar slechts dood en verderf. De dichters gingen echter nog een staP verder . Hun waarschuwing houdt namelil'k niet o met het eind van de Eerste Wereldoorlog . Degedichten hebben betrekking op alle oorlogen . De boodschaP wordt dan een afwil'zing van het vechten en moorden in een oorlog. De dichters vra8en om dat wat zil' meegemaakt hebben niemand anders meet aan to doen . Als men doordrongen is van 'the pity of war' dan wil niemand meet oorlog . Dat is het doel van deze gedichten, want volgens de 'War Poets' rechtvaardigt niets de dood van onschuldiga so!- daten. Dat idee blil'ft actueel zo lang er oorlogen zil'n. Het was er ti)'dens de Golfoorlog, die, merle door de looPgraven- erg vaak vergeleken werd met de Eerste Wereldoorlog . Dat wat geschreven werd over een oorlog die in 1914 in Sarajevo begon, is nog steeds waar . De gedichten willen ons zoveel leren maar ondertussen wordt er weer gevochten in Sarajevo. Llteratuur M.H . Abrams (ed .), The Norton Anthology of English Literature, volume 2 . New York, 1979 . Paul Fussel, The Great War and Modern Memory . New York, 1975 Wilfred Owen, The Collected Poems o Wil ed Owen, ed. C . Day Lewis . New York, 1%3 . Wilfred Owen, Selected Letters, ed. John Bell . Oxford, 1985. Catherine RefillY (ed .), Scars Upon My Heart - women's SieSpfo ettri~ye d& Svaesrssoeo on ,thTeh ef iWrsatr wPoorelmds,waerd. .L oRnudPoenr,t 1H9a8rt1-.Davis. London, 1983 . G.D. Sheffield, The Pictorial History o World Wan . New York, 1987 . 'aargan9 10, nummer 4 Oorlog aan de Geschiedenis! Chaos in het proza van Claude Simon Lizanne chi er Claude Simon ontvin$ de NobelPril's in 1985. Til'- dens een vraa$$esPrek naar aanleidin$ daarvan in De revisorze$thil' : "Voor de $emiddelde lezer is de stil'1 een in$ewikkelde manier die de auteur $evonden heeft om eenvoudi$a din$en to ze$- $~ en•voor de auteur is het, om$ekeerd de eenvoudi8ste manier die hil' 8evonden heeft om din$en to ze8$en die vreseli1'k in$ewikkeld zil'n" De revisor (1985) b, Pa$. 25.) Woordenkraam lnderdaad is zijn niet eenvoudiga manier van schriN' en een constants in het oeuvre van Claude Simon en een risicofactor bil' beginnende lectuur ervan. Eindeloze zinnen met Pagina-lange bi)'zinnen en tussenvoe sels tussen haakl'es . Het terngkerend ontbreken van interPuntie, sYnoniemen schakelenzichademloosaaneen correctievol top correctie hYPothese op hPYothese- fragmentarische dialogen flitsen heen en weer . Bil' de ontmoeting van zoveel taalgeweld dreigt de leeslust in de kiem gesmoord . De verteller Probeert voortdurend het l'uiste woord to gri1'P~ en • hi1' hakkelt stottert maakt zijn zinnen niet of en sPringt van de hak op de tak . Het is in eerste instantie of de lezergetuie is van een voorbereidende brainstorm, van onzekerheid over de keuze van de adequate uitdrukkin . Men most even van de eerste schrik bekomen niet door de sti1'1 heen willen Prikken , maar het bi'zondere ervan eruit lichten om to besef fen hoezeer het de moeite waard is een Poging to doen doortedringen in het towel stilistisch als thematisch fascinerend Proza van Claude Simon. Want vanzelfsPrekend li1'dt hil' niet hulPeloos aan woordendiarree maar is zijn o vallende manier van schril'ven inhoudelil'k zwaar geladen . Twil'fel heerst op ails niveaus : twi1'fel aan de taal en twi1'fel aan de werkelil'kheid - twil'fels die elkaar wederzil'ds voortbrengen . Wat gebeurde er Precies en, als daar geen zekerheid over bestaat- als verschillende mogelil'kheden dezelfde status hebben hoe het uit to drukken zonder er een heel ander verhaal van to maken . Hoe het in woorden to ieten zonder to fixeren wat niet to fixeren is zonder zekerheid to simuleren waar troebele twil'fel heerst zonder to generaliseren waar niets dan verscheidenheid is? 0rl 0 De eveneens over Simons hele oeuvre uitgestreken dominants thematiek van de oorlog is aan de esignaleerde taalfragmentatie debet. Dat li1'kt tenminste zo. In werkeli1'kheid onderstreePt de oorlo slechts de status van versPlintering en instabiliteit die de werkelil'kheid in het algemeen kenmerkt. Het is deze algehele chaos die uitgedrukt wordt door het sPecifieke taalgebruik van Claude Simon . De oorlog veroorzaakt een uitvergroting van vernauwde PersPectieven en fYsieke mechanismen . Van het isolement waarin individuen zich bevinden en tcgelil'kertil'd van de ontindividualiserin die het groePsgebeuren met zich mee bren . Dit belet de eenling enig zicht to hebben op zijn ei$en motivatie en het doel van zijn ondernemingen . De grote lil'n valt eveneens weg; de algemene doelstelling lost op in de fragmentatie van zinloos ronddolends manschaPen . In oorlogsomstandi heden neemt verwarring over de omringends werkelil'kheid toe: deze situatie scheurt de mens los uit zijn dagelil'ksf vertrouwd en veilig doen en laten . Bovendien wordt hem de kans ontnomen rustig to reflecteren op wat er op hem afkomt ervaringen in gevestigde hoewel illusoire, vormen to bestendigen. Er is til'd noch gele$enheid sensaties een kalme naam toe to kennen . Elk overzicht ontbreekt doordat communicatie en overkoePelende informatiemedia we alien . De absurditeit van de willekeuriga handelingen dripgt zich des to heftier op. Daar komt bi1' dat dood, verwonding, vil'andigheden en het voortdurend op de vlucht zil'n, het gevoel dat alles uiteenvalt grimmig concretiseren . 'ioos 235 Ontbinding De roman La route des Flandres (1960) staat in dit artikel centraal . Ze kan op de meeste vlakken representatief heten voor Simons werk . Hoofdpersoon George neemt het afbrokkelen van de wereld waar en koppelt hieraan zijn gebrekkige verwerking van onmiddellijke gewaarwordingen . Te paard blaast hij met nog enige andere ruiters, verslagen de aftocht : "te midden van een snort van ontbinding van alles alsof niet een leger maar de gehele wereld zelf en niet alleen in haar fysieke werkelijkheid maar ook in de voorstelling die de geest zich ervan kan maken (maar misschien was dat ook het gebrek aan slaap, het feit dat we sinds tien dagen niet geslapen hadden, tenzij to paard) bezig was zich kapot to maken uiteen to vallen in stukjes to verdwijnen in water in niets (p .16).* Dit gegeven, dat de omringende werkelijkheid elk moment in scherven uiteen dreigt to vallen, keert telkens weer in de roman. De constant sijpelende regen voegt daareen element aan toe : het geluid ervan is als het "tersluikse geknabbel van onzichtbare insekten die gevcelloos bezig zijn de huizen, de bomen, de gehele aarde to verslinden" (p.65) . Het stromende water smelt het land, lost het op. Bedert 0P een a$even moment maakt George zich een voorstellin$ van de eneraal die verneemt dat ziljn brigade niet meer bestaat. De eenheid is echter niet vol$ens de wetten van de oorlo$ overvallen versla$ en en verwoest door de viland, maar simPelwe we evlakt: " eabsorbeerd! o elost1 ontbonden o$eslokt uit$ewist van de kaart van d e $enerale staf zonder dat hil' =de $eneraal wist waar, of hoe of o welk moment ... 1 zijn brigade is als verdam P t- we$$emoffeld- we$a$umd1 af- $ $ esPonsd zonder sPoren achter to laten behalve enkele verdwaasde- dwalende fi$uren" P . 203) . De wereld zowel als de manschappen vergaan in bederf. Ze worden opgelost eerder door jets van een natuurkracht dan door hinderla$en 1 aanvallen en schoten van de vliand . De traditionele heldhaftie voorstellin$ van de oorlo$ wordt uit$emaakt door concrete stri1'd . Dat die hier ontbreekt zor t voor een flinke ontluisterin$. Het eni$a wat men to$enkomt zi1jn "overblil'fselen jets als een enorme Publieke vuilnishoo over kilometers versPreid 1 en die niet de traditionele en heroische eur van een open massa raf uitwasemt- van een li1'k in ont- 2 3 6 binding, maar slechts van afval, gewoon stinkend, zoals een hoop nude conserveblikken, groenteschillen en verbrande lompen kunnen stinken, en niet ontroerender of tragischer dan een hoeveelheid vuilnis" (p . 204) . Hersenloos Het geweld is irrationeel, de oorlog onbegrijpelijk en zinloos . Terwijl George en zijn oorlogsmaat Blum dagen van weleer proberen op to roepen, dringen dergelijke geluiden tot hen door : "de dissonante echo's, de uitbarstingen van onsamenhangende stemmen, fragmenten van woede van hartstocht onthecht van dat hoe heet't: die permanente en onuitputtelijke voorraad of meer dat reservoir of dat principe van elk geweld en van elke hartstocht die imbeciel werkeloos en zonder doel over het aardoppervlak lijkt to dolen zoals van die windvlagen die tyfonen die zonder een ander doel dan een blinde en zinloze woede woest en willekeurig alles wat ze op hun weg tegenkomen door elkaar schudden" (p .287) . Het is dan ook niet verwonderlijk dat bij de manschappen vervreemding heerst en dat ze niet Tekenin Claude Simon 1'aar9an9 10, nummer 4 1aner ais individu handelen maar zich laten regerep door de willekeuriga grillen van hogerhand . Uit de sPoradische orders blil'kt geen enkel sYsteem. Toch kritiekloos, voe en de massa's zich ernaar . De soldaten alien eender gekleed "gebaarden op een hortende manier alsof ze niet door hun hersenen van ruwe soldaten of idioten werden bewogen maar door een of ander medogenloos mechanisme dat ze dwong heen en weer to aan, to sPreken to dreigen en to marcheren bezeten voort e'laa d door een verblindende opwindin g van vas ~ ndels en gezichten die ze togeli'kerti'~d leek voort to brengen en ze to vervoeren- alsof de massas een snort van gave bezaten, een onfeilbaar instinct" (p.69). George neemt waar dat zijn lichaam a is los ekoPPeld is van zij~ n geest als geregeerd door fYsieke automatismen . Hil' heeft het gevoel dat zijn geest niet lapger het vermogen heeft zijn bewe ingen to controleren : "ik Probeerde orde in mil'n hoofd aan to brengen denkend dat als ik erin zou slagen mi'n waarnemingen to fixeren to rangschikken ik er ook in zou slagen mil'n bewegingen to beheersen en to besturen" P .206 . Maar yeneefs. Steeds minder heeft George het gevoel samen to vallen met zijn eigen fYsiek : als hi1' in de sPie el ki1'kt ziet hil' "een gezicht dat hil ' nooit had gezien . .] dan dacht hil' : 'maar dat ben ik', terwi1'1 hi' dat gezicht van een onbekende bleef beki1'ken" P.112 . Vervreemding van en bevreemding togenover het zelf en de wereld . Een toestand die onvermi' elii'k met zich mee brengt dat men op geen enkel houvast meer kan rekenen . eheu en Niet alleen het werkelil'kheidsbeeld dat uit Claude Simons oeuvre sPreekt wordt bePaald door onduidelil'kheid, chaos en fragmentatie. Ook- misschien zelfs vooral wordt onzekerheid enerzil'ds veroorzaakt door de gebrekki a werkin van de herinnerin anderzil'ds door het onvermogen van de taal werkelil'kheid to gril'Pen . Poogt men dat toch- dan gaat dat onvermi1'delil'k gaPaard met oneigeli1'ke fixatieen leugenachtigeomvorming . Dit is een van de voornaamste redenen voor de twil'felende schri'fstil'1 van Simon ~• hil' breekt met elke Pretentie de waarheid in acht to hebben met elke illusie een heldere werkeli'kheid to kunnen vastleggen met een trapsParante taal . i s men al een Poging doet een individueel rsPectief in woorden vast to legen dan fragmentarisch stamelend, weifelend en associatief. In La route des Flandres staat de eheu enstroom van hoofdpersoon George centraal . Ervarin en en sensaties op het moment zelf tracht hil' in woorden to vatten, masr vooral ook herinnerin en aan die ti~'d, na de oorlog. Thematisch is en het vertekend PersPect ief t"ildens de gebeurtenissen en achteraf, de gebrekkiga werking van het geheu en . Dit verklaart de twil'fel die oPduikt over wat er reties ebeurde en de weifeling over hoe het in taal weer to geven loch zijn woorden de enig mogeli1'ke houvast in een situatie waarin gewaarwordin en en gebeurtenissen over het individu heen sPoelen en het eniga gereedschaP om achteraf nog een snort greeP to kril'gen op de realiteit . Houvast George heeft altil'd ongelovig en wat meewarig gestaan to enover de oging van zijn vader de wereld to f ixeren via het ges roken en geschreven woord: "alles wat hil' tot zijn beschikking heeft is alleen die zwaarwichtiga koPPige bil'gelovigheid of meer dat geloof - in de absolute su rioriteit van de kennis . ., van dat wat geschreven is, van die woorden van welke zijn vader die slechts boer was er nooit in is geslaagd ze to ontcil'feren ze dus een snort mYsterieuze, magische macht verlenend.. ." P.36 . Ook George en zijn makkers Proberen zich in kriticke situaties echter aan woorden vast to houden: "de twee stemmen schil'nbaar zeifverzekerd schi)'nbaar sarcastisch zich verheffend, zich forcerend, alsof ze =de vrienden probeerden zich aan ze vast to klamPen- hooPten dankzil' hen deze snort van hekseril', van vloeibaarwording, van ondergang, van blind, lil'dzaam, oneindig onheil to bezweren de stemmen die nu schreeuwen als die van twee snoevende kwal'ongens die Proberen zich cooed in to sPreken" P .128 . Pratend is hun doel "kleurril'ke en lichtende beelden op to roe en door middel van de kortstondiga bezweringsma.- gie van de taal van de woorden die ze bedacht hadden in de hoop ..] de onnoembare realiteit verteerbaar to makers" P .184 . George tracht de chaos to bezweren met woorden. Dat bewi1'st niet alleen zijn relaas na de oorlo maar vooral de verha ~ len die hi1' tegen zijn vriend Blum oPhan t . Zi'~ betref fen een geschiedenis die zich in het verleden van zijn voorvaderen heeft ofgesPeeld en die parallel - looPt met een geschiedenis die even voor de oorlog sPeelde- waarin de kolonel van hun eskadrop een verre verwant van George) de hoofdrol \J~0j5 237 sPeelt . De twee verhalen van Passie overs el wreedheid en zelfmoord, topen door elkaar heen . Zozeer, dat vaak niet meer duidelil'k is of hat oPgeroe- Pen beeld uit een ver of een recent ti1'dvak stamt . Via George lijkt zich een steeds com- Pleter beeld to ontvouwen van wat er voorgevallen is . Beet1'e bi'1 beet1'e echter- sluiPt twi1'fel aan hat waarheidsgehalte van zi1'n voorstelling van zaken binnen . Dit gebeurt door de togenwerPingen en ongelovigc, cYnische reacties van Blum die togenover de sProok1'esachtiga verhalen van Georgee zil'n eigen ontluisterende versie stelt : "l'il' bent bezig verhalen to herkauwen to veronderstellen, op to smukken" P.185 . Langzamerhand ri1'st hierdoor twi1'fel bi' 1 George aan een verhaal dat hem Permitteerde aan de toenemende ontbinding van wereld en waarneming to ontsnaPPen, to bli1'ven geleven in een universum waar heelheid en eenheid heerst . Het verhaal "was jets waar hil' in had geloofd en waarin hi'1 nu zelfs geen betekenis meer zag . .] jets binnenin hemzelf voltooide zil'n afbrokkeling- geschokt door een snort angstwekkende diarree die hem woest van zi1'n inhoud ontdeed als van zi1'n bleed zelf" P .202 . Hi1 ' realiseert zich dat hil' hat verleden omvormde tot een fraaie idYlle : "een intriga die zich ontrolt woordenril'ke geaccePteerd, geordend die begint aanzwelt, zich ontwikkelt volgens een harmonieus en redelil'k crescendo doorbroken door de onvermi1'delil'ke stnPzettingen en misleidende manoeuvres en een hoegtopunt, en daarna nog een verPlicht decrescendo : nee mats georganiseerds, coherents, geen woorden, geen voorbereidend sPreken- noch verklaringen noch commentaren alleen dit: daze enkele beelden nauwelil'ks bewogen, vanuit de verte gezien " (P.50). Fixatie Na de oorlog vraagt George zich ook over de 8ebeurtenissen til'dens die oorlog of of ze wel werkelil'k Plaats hebben gevonden : "heb ik hat echt gezien of geloofd dat ik hat zag of hat simPelweg achteraf verzonnen of gedroomd, misschien slie P 238 ik met wil'doPen ogen op klaarlichte da in slag P gewiegd door het ehamer van de aardenhoeyen" P .314 . En als het alles dus al laats heeft evonden • kan hi1' namen toekennen ervarin en benoemen? Voor wat de twil'fel aan dit laatste betreft cen mooi citaat uit een latere roman van Claude Simon: L'acacia 1989 : "later- teen hil' daze dingen Probeerde to vertellen, realiseerde hi)' zich dat hil'in Plaats van hat vormloze hat ongewervelde, een reeks van gebeurtenissen had verzonnen zoals een normale geast dat wil zeggen die van iemand die in een bed heeft geslaPen, op is gestaan, zich gewassen, gekleed en gevoed heeft die naderhand zou kunnen oPstellen, nuchter, overeenkomsti g met een gevestigd gebruik van klanken en gangbare tekens dat wil zeggen die beelden oproepen die bi1' benadering scherP zil'ne geordend van elkaar onderscheiden terwi1'1 het in werkeli1'kheid noch begrensde vormen had noch namen noch bi1'voegeli1' ke naamwoorden noch onderwerpen, noch naamwoordeli1'ke bePalingen- noch interPuntie in elk geval geen Punten - noch exacta til'dsbePalingnoch betekenis noch samenhang" L'acacia, p.286) . esc ie ens oe es Het punt waar hat alles om draait is dat hat verleden zich niet laat vastleggen . En al helemaal niet in ~geschiedenisboek1'es . De werkeli1'kheid valt uiteen in net zoveel gewaarwordingen en PersPectieven als er mensen zi1'n . Bovendien is de herinnerin g volstrekt onbetrouwbaar : zij vervormt verfraait laat weg en voegt toe . Tenslotte zi1'n woorden niet bil'machtederealiteit, deonmiddelli1'keervaringto gri1'Pen, hoe langdurig en koPPig men zichookaan die illusie vastklamPt . In de geschiedenis met een grote Gf dat wil zeggen zoals zij' overgeleverd wordtviade geschiedschril'ving, vindt dan ook een enorme vervorming Plaats . Geschiedschri1'ving is per definitie geschiedvervalsing -dit is wat Blum George tracht duidelil'k to maken als hil' diens verhalen over voorouders Poogt to ontkrachten . Hi'l sPreeks van de idiotie van "de wet die wil dat de Geschiedenis .., slechts een bezinksel achter last dat ten onrechte in beslag wordt genomen- wordt ontsmet en voor consumPtie geschikt emaakt ten d ienste van oPgesmukte handboeken voor scholen en voor families met stambomen ..." P.188 . Als de vrienden in kri)g' sgevangenschaP zinloze onbenulliga werkzaamheden moeten verrichten onderstreePt Blum dit wantrouwen nog eens door 1'aargan9 10, nummer 4 zjln itonisch "Coed, goed: laten wi)' ook aan de Geschiedenis werken laten wil' ook onze dagelil'kse klej'ne bladzil'de Geschiedenis schril'ven!" P .195 . Er is Seen grote lil'n zoals de Geschiedenis dat Pyetendeert, waar zil zelfs haar bestaansrecht aan ontleent . Er is geen doe! . uist in deze chaotische dagen is het volkomen duister waar men op of stevent . Als het kleine groep)'e mannen to paard door het donkey stnPt is er geen richting het n)dt rond- 1e , s. Zelfs de kaPitein die steeds nog de status van hoger gaPlaatste behoudt door zil'n suPerieure afstandeh) kheid, weet niet langer to bevelen, simPelweg omdat elke nchth n ontbreekt . Als er nog orders van hogerhand bestaan zi)n die zonder uitzondering bi)'na onmiddellil'k verouderd : ze komen to last en ziln irrelevant . De kaPitem is uberhaupt elke lust vergaan zi)n ronddolende manschaPPen nog orders to geven . Elke herojek al even onmisbaar voor het geloof in de Geschiedenis ontbreekt . In plaats daarvan heerst het irrationele. De actie van de oorlog is onverenigbaar met het denken . Als George in de wagon met kri)'gsgevangenen stn)dt om wat lucht en ruimte- ontvangt hi)- misschien niet eens oPzetteljlk, een tik op zi)n gezicht . Als hil wat bloed over zi)n kin voelt silPelen bedenkt hi) oPgelucht dat hi) thuis nu toch no$ jets van een herojscheaanblikzal vertonen . Hj1 zal toch nog een'echt' verhaal to vertellen hebben : "Good . Ik begon me of to vragen of ik wel echt aan de oojtog had deelgenomen . Maar jk ben er toch in geslaggd me to laten verwonden- toch heb ook jk enkele druPPels van mjln kostbaar bloed weten to laten vloeien zodat ik daarna tenminste jets zal hebben to vertellen en dat ik zal kunnen zeggen dat al het geld dat ze eraan besteed hebben om van mj j een soldaat to maken niet helemaal verloren is geweest hoewel ik vrees dat het niet helemaal naaj de regels is gebeurd dat wil zeggen op de correcte manier, dat wil zeggen geraakt door een vj)and .., masr slechts door een schoen met spj)keys , hoew eldat n og niet eens zeker is hoewel ik er zelfs niet zeker van ben me later op zoiets glorieus als to zj1n gewond door een van mj)n gelj)ken to kunnen beroemen omdat het waarschj)nlj)k meer jets was van een ezel of een paard dat men waarschj)nlj)k per ongeluk in deze wagon heeft gestoPt . .." (p.99). De duisternis die deze onzekere toestand heeft veroorzaakt is exemplarisch voor de spreekwoordelilke duisternis die alle oorlogservaringen karakteriseert . Paradox uist in de oorlog dus wordt de ratio we8Sevlakt , heeft men een vertekend en onzeker PersPectief, ontbreekt elke zin en elke togica . Al tamelil'k aan het begin van de oorlog stelt George voor zichzelf vast dat "hi1' voor eens en voor al die toestand van de geest had verlaten die erin bestaat een oorzaak of een togische verklaring voor dat wat men doet of dat wat)'e overkomt to zoeken" (p.27). De grote paradox bestaat er nu in dat l'uist die oorlog de constante is in de Geschiedenis . De Geschiedenis vervormt de oorlog op grove wi)'za door een eenduidig PersPectief, door monstrueuze generalisatie • maakt er een heroisch, glorieus hoogtoPunt van. Het verraderlil'k resultant wordt in boeken oPgetekend de vervalsing aan hele naties en generaties voorgeschoteld . Wat wordt gaPresenteerd als de waarheid is in werkeli1'kheid bi)' uitstek een Pertinente leugen! Iie"kti' i hei Vooral de oorlogen Permitteren het de geschiedschri)' ving de Geschiedenis als een chronologische oPeenvolging van to onderscheiden gebeurtenissen to Presenteren . Dat zi)'n de )'aartallen die houvast bieden in de consumering van het verleden . Zoals cchtcr het kleine groeP)'e ruiters steeds maar zinloos rondl'es ri1'dt keert de oorlog ook telkens wecr en is de geschiedenis, meer in het algemeen cYclisch van aard . Simon toont aan dat een van buitenafoPgelegdechronologie geenenkelebetekenis heeft . Het gant om de Persoonlil'ke ervaring, zoals die van George . In de geest van het individu heerst een bi)' uitstek sYnchrone beleving . La route des Fiandres 1aat dit zien door de absolute chaos die o p het gebied van til'dsbeleving heerst . Dat maakt de roman zo verwarrend maar ook zo fascinerend . Alle ti)'den toPen dooreen : het is zeer lastig uit to maken wanneer en aan wie een gebeurtenis verteld wordt over welke gebeurtenis het gant en wanneer die Precies sPeelde . La routedes Flandres zou )'e een grote stream o consciousness- roman kunnen noemen . Via associatie naar aanleiding van een inhoudelil'k detail of van een woord- ri)'gt verhaal na verhaal zich aaneen . Niet alleen Persoonli)'k beleefde momenten staan in de gedachtenwereld nasst elkasr, ook verhalen of verzinsels over voorvaderen en over de kaPitem staan op gelil'k niveau . Deze beelden - waarvan de rcaliteit steeds twi)'felachtiger wordt -maken 'Jooy.s 2 3 9 even$oed deel uit van Geor$es werkehlkheid als bilvoorbeeld de ademnood en hon$er die hem ti)- dens een transport bevan en. De $elil'kti1'di$heid maakt dat alles in het heden sPeelt . De tijd heeft met name til'dens de oorlo$, $een betekenis meer . loch al beseft hi' de zinloosheid ervan vraagt George voortdurend naar de tijd-zonder overi$ens ooit antwoord to kril$' en . Hil' Probeert er zich net als aan woorden machteloos aan vast to houden: " ik Probeer me to herinneren hoeveel tijd we al in de trein hebben doorgebracht een da$ en een nacht of een nacht en een da$ en een nacht maar dat had $een enkele zin de tijd bestaat niet . Hoe last is het zei ik slaa$ l'e erin to zien hoe..." ..(2O0pm)dat het besef van de tijd volledi$ we$ is in het leven van alle da$ kan men zich tenminste via dagelil'kse teru$ kerende Plichten no$ voorhouden dat de tijd een factor is $aat het in de werkelil 'kheidsbelevin $ niet meer om vandaa$, $isteren of morgen . Het zil'n eerder Plaatsen die een il'kPunt vormen . Alleen daaraan ziet men no$ of men vordert . Hoe betrekkelil'k deze verPlaatsin$ overi$ens ook is : men ri)'d t keer op keer lan$s zelfde Punten en het $evoel van bewe$in$loosheid keert telkens tern$ : "de vier ru iters $in en steeds maar voort of liever $eze$d leken stil to staan zoals in van die filmtruca$es waarbil' men slechts het bovenste $edeelte van de personagesziet- die zich in werkeli1'kheidsteed sop dezelfde afstand van de camera bevinden tcrwi1'1 de lan$e kronkelende we$ ..1 op ze of lil'kt to komen zich li)'kt to ontrolllen zoals zo'n decor dat men telkens oPnieuw voorbi)' kan laten gaan " (p .72). Der$eli)'ke passages komt men meermalen tegen: het evoel van ei$en onbewee$li1'kheid en het landschaP dat voorbil' trekt . De tijd is dood alles staat stil en bestaat $elil'kti)'di$ . De Geschiedkundi$ a notie heeft $een enkel bestaansrecht meer. Vrede Zoals ikeerder al aangof sPelen de beschreven cha- Os en instabiliteit niet alleen in de oorlog . De oorto$ somstandigheden onderstrePen deze toestand slechts . Na de oorlog heerst het gevoel dat alles weer aan elkaargaPlakt is zonder littekens achter to laten-•de wereld was een moment ontbonden, gebroken - maar nu is rust en orde weergekeerd . Althans in de hoofden van de mensen die zich deze illusie laten welgevallen, zoals de vader van George die zich weer in slaskan laten sussen door de vertrouwdc 2 4 0 woorden : "Nu kan hil' on$etwi)'feld weer be$innen enn to ge loven ze zorgvuldig uit to drukken ze elegant to ordenen de ene na de andere, betekenisloos welluidend en hol in betekenisloze welluidende gaPaste en eindeloos geruststellende elegante frasen net zo effen net zo gaPoli'st net zo versteend en net zo weinig solide als het sPiegelend wateroPPervlak dat bemantelt kuis verbergt..." P .232 . De "verraderlil'ke wereld is weer onschadeli)'k, vertrouwd bedrie$eli)'k" P.234 . De vader klampt zich vast zi)'n woorden verschaffen hem een snort beschermende cocon . George zeif Prikt hier nu doorheen . De laatste regels van de roman klinken als een snort drei$ende belofte voor alle til'den . Of het nu om oorlogssituaties gaat of om uiterlil'k stille en schi1'nbaar ordeli1'ke ti)'den ;de eenheid stabiliteit en rust bli'ven illusie : "de wereld is stnPgezet gestold brokkelt of slaat de hand aan zichzelf stort beet'e bi) ' beet1'e in stukken in elkaar als een verlaten onbruikbaar bouwsel dat overg, eleverd is aan het incoherente onverschilhga, bn- Persoonli)'ke en vernieti$ende werk van de ti' ." P.314) . Retoriek Dc tijd staat stil . Dat wil ze$$en : ze keert telkens weer zodat towel lineariteit als chronologie doorbroken worden . Doordat de tijd stil staat staat de wereld stil . De eniga functie van de tijd is dat zi') vernieti1,Jt, chaos veroorzaakt zin onttrekt, harmonie en heelheid ontmaskert . Aan die continue verstorende werking is met geen enkele illusie to ontkomen. Er is geen houvast . Of toch? Al is het nog zo'n onzekere wereld die Claude Simon ons niet alleen in La route des Flandres maar in al zi1'n romans biedt - toch vormen zi)' een mal waarin hi') de een wereld giet . Simon vertelt het verhaal van zi'n wantrouwen ten oPzichte van, maar to$elil'- kerti1'd zil'n fascinatie voor taal ; Hil' toont de ontoereikendheid van woorden in woorden aan . Het is aan de lezer to ontdekken dat Simons ingewikkelde manier van zeggen geen holle retoriek is maar betekenis schePt en verdiePt . Geen eenvoudi$eoPgave. Wel een die de moeite waard is . Noot * De vertalinK van de citaten uit het Frans is van mi)', LS. De NaKinanummers verwi)'zen naar Claude Simon, La route des Flandres . Los editions de Minuits. Paris, l%O. 1'aar9an9 10, nummer 4 r e c e Hector Malot, Alleen op de wereld Als Kees)'e een voetbal heeft 36,95 Lammerts & van Buuren met daaro de handtekenin$ van Marco van Basten echt waar is dat voor Kees)'e een bezit om voor to vechten . Als er o een da$ een zware verhuisauto over ziljn bal ri)'dt en de le$e latte voetbal aan het hate asfalt vast e 1alet last het is zo'n uitzonderlil'k warme au$ustusmidda is Kees'e waken ontroostbaar . Of neem flu Karel . Zeven l'aar . Olil'k en molli$ $ezicht)'e . Gisteran uit het ziekenhuis $ekomen na een $eslaa$de oo o ratie. Karel lean voor het eerst van ziljn leven zien. Als Karel achter de eerste voor'aarsvlinder het huffs uit fladdert en Pardoes het kanaal in loo pt waar hi)' door een wrede schiPPer wordt uit $evist en in een donkey scheePsruim wordt oPSesloten , waar hi' nooit meer uit ma omdat hi)' er alti1'd de immense wanden en de vloer moat schrobben als dli $ebeurt en deze din$en Sebeuren - dan zou een mans toch in de war raken? Maar elukki$ ziljn er er ere din$en sPyak de heilsoldate na een leven vol stri' liederen en dienstbaarheid met soeP, zeeP en reddin$ . Daze er ere din$en kunnen we lezen in Alleen o p de wereld . Een prachtig moralistisch werk)'e van Hector Malot waarin het verhaal van Rem y verteld wordt . RemY wordt oP$evoed door moeder Barbarin . Zil is een vrouw die op kille en re$enachtie winteravonden de koude voeten van RemY in haar handen neemt en net zolan$ wri'lft tot deze wear warm ziljn . Verder veal ani)'smelk en knaPPend haardvuur. 0P een da$ $aat de koe in de schuur achter hun huisl'e dood en is er niets meer waarmee de arme Barbarin en haar man hun vondelin -kindl'e kunnen voeden . RemY wordt verkocht aan de stokoude Vitalis met zi)jn honden en het as l'e olie-Coeur . Wekenlan$ barst RemY bi-1 leans van verdriet . Alleen de honden bieden hem's nachts in de barmen lan$s de we$ een beet)'e warmte . RemY sluit vriendschaP met CaPitan- de brutaalste van de vier honden die ti)'dens de eerste nacht onder de sterren zi)jn tranen we$likt en hem zi)jn natte hondesnoet liefkozend te$en de wan$en vli' . Vitalis Ca itan de andere honden olie- Coeur, ze aan allemaal dood . 0 eindeloze herfst wie nu een huffs heeft bli)'ft de hale winter zwerven . n s i e s En zo vergaat het Remy. Toch ziet hij leans om in de barre winter wat geld bij elkaar to sparen . Dit geld is bestemd voor moeder Barbarin, zodat zij een nieuwe kce lean kopen. Als Remy na lange jaren van kommernis voldoende geld bij elkaar heeft gespaard en hij op het punt staat om moeder Barbarin to ontmceten en haar het geld to geven, wordt zijn schat gestolen . En zo komt er geen einde aan deze lijdensweg . Vooral de engelachtige goedheid van Remy, die na zoveel tegenslagen en ontberingen altijd wear met opgeheven hoofd nieuwe ellende tegemoet treedt is verfrissend en stemt de lezer goedgemutst . Hierdoor is Alleen op de wereld een boek dat zich, ondanks de troosteloze uitzichtloosheid die er veelvuldig in beschreven wordt, goad voor hat slapengaan laat lezen . Vooral omdat er in hat leven van Remy iedere keer wear anderen binnentreden d ie er nog belabberder aan toe zijn . Gelukkig maar. Bastiaan Verboom W0y.S 2 4 1 r e c e Zijn Geheim Over Oud en eenzaam van Gerard Reve In 1978 verscheen Oud en eenzaam het boek waarmee Reve revanche nam voor zil'n wat wisselende boeken uit het begin van de 1'aren zeventi zoals De foal der lie de en Lieve 1'on%ens . Boeken die of en toe hilarische en tra ische passages bevatten maar verder zo lan dradi en taai waren als halfgare spaghetti . Oud en eenzaam is een hecht ecomPoneerd boek een snort raamvertelling waar binnen het heden twee keer een lange flashback voorkomt. Kort eze d oat het over een man die een door hem begeerde )'ongen achtervol deze besPiedt en hierdoor tot zelfreflectie komt . Hi' reist als het ware terng in de ti)'d- naarcruciale Perioden uit zi)'n leven en vraagt zich of hoe hil' de man is geworden die hil' nu is . Een man anders don anderen omdat hi)' een' eheim' met zich meedraa dot zogruweli1'k is dot hi1' het niet aan die anderen kan meedelen . Het be ri 'eheim' stoat overi ens niet alleen in dit boek centraal maar komt in veel werk van Reve voor . B~i' oorbeeld in Werther Nieland, of zelf s in de titel van zi'n boek'e over CouPerus : Het %eheim van Louis Couperus. Vaak rePePn Reves helden van een eheim terwi)'1 er feiteli)'k helemaal niets aan de hand is,; ze gebruiken het woord alleen maar om zichzelf interessant to maken, zoals Elmer uit WertherNieland. Of om het leven wat spanvender to maken en leegtes to verbergen . Omdat er achter een geheim dus vaak niets schuilgoat, diem men ook geen Pogingen to ondernemen het to ontraadselen . Een evleu elde uits rack van Reve luidt niet voor niets : "Het is oed dot er een eheim is" . Ik west niet of ze daar in het zuiden op de universiteit no steeds woorden tellen maar ik durf to wedden dot het woord'geheim' een hoge fre9uentie zal bli'ken to hebben binnen Reves oeuvre . Hier is echter wel degeli)'k sPrake van een geheim met inhoud en wil' als lezers delen hierin f al schist de held daar niets mee op . Het is een geheim dot de hoofd rsoon die toevalli erwi)'ze Gerard Reve heet en schri)'ver is, al bi)'na zi1'n gehele leven als een groot kruis mee most slePen . De gruweli1'ke waarheid van het eheim doet hem veronderstellen dot hil'totaal verschilt van de andere mensen en eigenlil'k een snort monster is . Omdat deze waarn s I e s heid zo schokkend is kan hi' het eheim niet met die anderen delen waardoor zi)'n uitzonderin s- Positie des to groter wordt . Bovendien kan hi)' er o die manier natuurlil'k nooit achter komen of er we!- licht- er ens op de wereld - no iemand is die met hetzelfde worstelt . De roman zou dus net zo goed Alleen op de wereld kunnen heten maar er is helaas al een boek met die titel . Wat is dot eheim don verdorie! hoor ik u denken. Ik kom zo bil' u. Het geheim oat tern tot de vroegste l'eu d van de held en stamt uit de ti)'d dot hi)' met zi)'n ouders die tot de communistische artil' behoorden naar een communistisch zomerkomP gin g . Flashback! In dit kom worden voornameli1' k lezingen gehouden, die door de 'pnge Gerard worden bilg' ewoond. Een ervan maakt o hem een grote indruk nameli)'k een verhaal over brute martelingen van weerloze'communistische kameraden' door 'ka italistische beulen' . merkeli)' k is, dat de slachtoffers vaak)'eu digzi)'n en dot de martelingen vaak een seksueel aspect hebben . Deze gedetailleerde beschri)'vingen verwarren Gerard omdat ze zi)'ns ondanks lustgevoelens bi)' hem oProePen . Het goat zelfs zover dot hi)' zelf wel die communistische kameraad)'es zou willen martelen om ze don vervol ens to troosten . Dat we! . Hi)' beseft ook wel dot dit geheel togen de rinciPes van de klassenstri)'d indruist en dot hi)' het nooit aan iemand zal kunnen vertellen. "De communistische Pornografie heeft mi' besmet met een gaPreoccuPeerdheid met wreedheid ... Sadistische tafrelen van kerkers en verhoren zouden voortaan in mi)'n verbeelding onveranderlil'k elke gewaarwordin van seksuele lust ver ezellen en alleen door deze tafrelen o to roe pen of toe to laten zou ik - of ik nu in eenzaamheid don wel in de armen van een vrouw of een man de liefdesdaad bedreef-mil'n drift de verzadi ing kunnen doen bereiken ." Pag.163 . Een illustratie hiervan vormt zi)'n verhouding met een actrice in Engeland . Flashback! Eigenli)'k houdt hi)' niet echt van haar en kan hi)' haar en zichzelf alleen seksueel bevred igen door aan martelin en to denken en aan de mannen met wie zi)' vermoedeli)'k het bed heeft gedeeld . Dit alles stemt hem steeds treuriegr~• hi') realiseert zich steeds meer dot hil' een 'man voor mannen en )'ongens' is . De relatie is don ook geen lang leven beschoren . 2 4 2 1'oar9an9 10, nummer 4 r e c e Het geheim zal nooit geoPenbaard kunnen worden maar al vroeg in zijn leven ontdekt Gerard dat hi)' wellicht toch geestverwanten heeft, ' a1 za1 de communicatie met hen nooit lang s directe llinen verloPen, maar verPakt zijn in coderingen . Als hil' ontredderd het zomerkamP verlaat, komt hi)' een )'ongen teen die hem meeneemt naar een haventle , waar de edofiele APipe boot)'es verhuurt . Dat er jets ei enaardi s is met deze APPie drin langzaam maar zeker tot hem door . A ie laat hem namelil'k een boek zien dat hem de rest van zi)n leven bi)' zal bl)iven omdat het to maken heeft met zi'n vreseli1'kegeheim . Hi)' herinnert het zich ais on8ens en zei en; het bevat veel foto's van vroli)'ke )'ongens in korte strakke broekl'es . "1k begreeP niet en kon toen ook niet begril'lren dat het boek er een was dat over jets heel anders handelde dan het voorgaf : ..] een boek van een mededogenloze, brute en schaamteloze onkuisheid : het eerste zelfstandige naamwoord van de titel had alles het tweede hoegenaamd niets met de inhoud to maken ." (Pag . 212/13) . Een echte geestverwant li)'kt tegen het em' de van het boek de achtervolgde )ongen to zijn in het verhaal dat zich in het heden afsPeelt wasrmee de roman dus mooi rond wordt gemaakt . Eind goed al oed? Neen . Een directe confrontatie met de 'ongen looPt nameli)'k uit op een fiasco omdat deze niets van Gerard moet hebben . Dan verschanst onze held zich weer op de zolder, vanwaar hi) de 'ongen al eerder heeft besPied en moet l)idzasm toezien dat del'ongen-dichtbil' en toch zo ver we g het met 'zichzelve' doet . "De )'ongen had een gehelm dat misschien wel alles to maken had met het minle, maar hil' zou het mi)' nooit to kennen geven en nooit zou hi)', vri)'willig, in miln bi)'zil'n zich aan mi ltonen zoals hil' het nu deed . Hil' had mi buitengesloten om met dat geheim alleen to zi)'n." Pag. 265). Dichtbi1' en toch zo ver weS, zou een dominee nu met trillende stem en oPgeheven armen herhalen om de tragiek van de Parabel des to sterker door to laten drin en tot zijn gemeente . Eindeli)'k eindeii1'k li) kt de held iemand gevonden to hebben die eenzelfde geheim koestert als hi)', maar de Persoon in kwestie wenst het niet met hem to delen . Een dom inee zou de Parabel in deze fase betrekken op de mensheid in het algemeen en waarom zouden wi'l n s I e s dat niet doen? A1 was het alleen al omdat wi) graag dominee sPelen . Is het niet zo dat iedereen uiteindeli)'k g edoemd is om alleen to bli) ven met zi'n haar geheim? Wat het ook is iedereen heeft wel jets to verberg en. Ook al is er bil wi)'ze van sPreken om de hoek iemand die met hetzelfde worstelt? Eigenli)'k is het wel goed dat er geheimen zi)'n anders zouden zulke boeken niet geschreven worden. En dat zou pas echt tra isch zi)'n . Henk Hardeman N.B. De Paginanummers verwil'zen naar de eerste druk uit 1978. Het lijden van de bleke jongeling Recensie in het archief gevonden Piet Paaltjens, Snikken en grimlachjes . Academische poezy door Piet Paaltjens. Schiedam, Uitgeverij H .A.M. Roelants, 1867 . Een allermerkwaardigst werk)'e brengt ons uitgeveri' Roelants uit Schiedam . Snikken en 8rimlach1'es heet het boekl'e dat de redactie mi)' ter bes reking aanbood. De academische poez y in de bundel werd verlucht door de heer .F . Droeve en is voor ons ingeleid door F.H, achter welke letters de heer Fran- ~ois Haverschmidt, predikant to Schiedam, schuil gaat . Haverschmidt vertelt het droeve verbas1 van de overleden dichter en begint daarmee aldus : "Er zijn levensgeschiedenissen, die zich uiterst moeili'k laten schril'ven . .. Van al zulke levensgeschiedenissen is die van Piet Paaltjens de onbeschri'felil'kste . Men weet haast niets van hem en wat men nog van hem weet dat is hartverscheurend ." Moedig tracht Haverschmidt in zijn 'Levensschets' desalniettemin Paaltjens' levenslooP voor ons lezers to schetsen . Welk een droefenis is het waarvan Haverschmidt veronderstelt dat ze onze lectuur van de verzen verlevendigen kan! Laat ik er niet omheen draaien . Het is mi)'n stelliga overtuiging dat het oPenbaar maken van een ongeluk als 'Joo .s 243 r e c e dat van Paaltjens Been enkel doel dienen kan . Ik acht het verwerpelijk dat de jeugd van vandaag geconfronteerd wordt met een vers als : Wel meni8mast zei de melkboer Des mor8ens tot haar meid, "De stoep is weer nat." Och hi1' wist niet Dat er's nachts op die stoep was 8eschreid . Nu, dat hi~' en de meid niet wisten, Dat was minder ; -- maar dat ziJ Er hoe8enaamd niets van vermoedde - Dat was we! hard voor mi1' . Ziet u : dat deze dichter met zi)'n geschrei de meid van haar werk houdt dat is totdaaraantoe . Erger is echter dat hi)' zich om zi)'n nachtrust helemaa1 niet schi'nt to bekommeren! Welk een frisse arbeid zal n s I e s i)''s anderendaags leveren. Ha! En trouwens : de onnozele hals van een melk boer zou er ook beter aan doers zi'n werk voort to zetten, in Plaats van zi)'n ti' to verdoen met babbelzieke Praat>'es met de meid! Zo zi'n alle verzen . Paalt' ns de on elukki e wordt aan ons voorgesteld als een studievriend van Haverschmidt. Te Leiden troffen de studenten elkaar . De 'raadselachtiga )'ongelfin ' zoals Haverschmidt de bleke dichter noemt woonde er boyen een bidder. 0P de kadans die werd voort8ebracht door de op de li)'kkisten kloPPende hamer van deze bidder schi'nt Paaltjens zi)'n verzen to hebben geril'md. Haverschmidt schri)'ft meelevend: "SPoedig werd het mil' duidelil'k, dat Paaltens on elukkig was. ... Alle ogin8en hem o to vrolil'ken bleven vruchteloos . Hi) ' scheen een instinctmatiga afkeer to hebben van goedronde Pret . Ontzagli)'k kon hi)' zuchten, zelfs afschuwelil'k gri)'nzen- als er een daverend gelach onder de andere studenten oPging." De verzen in het bundelte'academische oez verschenen eerder in de afleveringen van de Leidse studentenalmanak. Een aantal archaisch aandoende woorden zi)'n van hun oud cachet ontdaan waardoor godzil'dank een deel van het leed van de bleke dichter minder doorvoeld li)'kt . Zo wordt 'meir' gesPeld als 'mee'- het zoeteli)'ke 'bloem- P)'ens' wordt 'bloemP)'es'- 'warelt' wordt 'wereld' en zo nog een enkele verandering meer . De moderniseringen die Haverschmidt doorvoerde doers echter niets of aan mi)'n uiteindeli)'ke beoordelin van de verzen. l k bli'f mi'n twi)'fels behouden bi'l leed als het volgende : Wi1' zaten met ons vieren 1n den tuin van de societeit . "Ki1'k1'on8ens!" rieP Sand- "watpasseert daar Len eeuwi8 knappe meid ." " a" zei Kaai "days een praeht van een meis1'e! Zoo zi1'n er 8een twaal in 't land!" "1k hoor" zuchtte Haas, "ze is in stilte Geen8a8eerd met een luitenant ." 244 aar9an9 10, nummer 4 r e c e Sinds ik weet dat een luitenant in stilte Ma8 blu en °p Mar bezit- Zien mi1j n vroe88eknakte wan8en Onherroepeli1'k marmerwit. Wat denkt de marmerwitte dichter ei$enlil'k? Een van de twaalf mooiste meis)'es in het land! Geen wonder dat zij' zich met de luitenant en$a$eert . Wellicht als Paaltl'ens zich eensfris $ekaPt en ferm op pad be$~ of• wanneer hil ' het muf terras van zil'n societeit eens verliet - misschien dat hi' dan de aandacht van een dame kree$ . Neen de dichter verkiest to wenen . Al zil'n plichten en taken laat Paalt'ens in de steek voor het $ezwel$ in zi'n'overromP'lend liefdesleed', maar hil' li)'dt eronder dat de wereld hem op haar beurt last vallen . Gelil'k een bitterzoete traan . acoba de aangeroepene uit het vers'Aan acoba' heeft dan ook $root $eli)'k, wanneer ze uit de hoo$to op de )'eremierende dichter neerziet : Maar nauw waa8 ik het to kikken Van mi1jn hard poetenlot 0 meedoo8enlooze spot Vuurspuwt uit uw donkre blikken . Lezer, ware het niet beter eens fiks to lachen, wanneer wil' de verzen van Paalt)'ens ter hand nemen? Welk een buiten$ewoon droeve kerel . Laten wi'l hopen dat zil'n $emoed alti)'d door zil'n $eneratie$enoten curieus $evonden zal worden . Want waar $aat dat heen, wanneer zi)'n tranen als een virus blil'ken to zi)'n, waardoor de 1'eu$d van vandaa$ besmet drei t to worden...1k ben daar ban voor, lezer. Er han$t een lucht'e om Haverschmidts uit$ave. Wat moeten wi' aanvan en met het leed van dit 'on$mens? Het leidt tot niets dan verwerepl~i'ke droefenis : de dichter verspreidt een walm van $ruwelil'ke passiviteit over onze )'°n$eren . Laten wil' hoPen dat zij' die voor hen verantwoordeli)'k zi)'n de wil'sheid op kunnen bren$en andere lectuur aan de )'eu$d asn to bieden . Wat ik- die veel gelezen heb - onmiddelli)'k doorzie dat zouden onze )'on elin$ en wel eens kunnen misbe$ril'pen . lk zie het als mi)jn task een veronderstellin$ over de Snikken en de Grimlacht'es hier oPenbaar to man s i e s ken. Doe ik dat niet dan kan dit werk'e onder de )'eu$d tot $rote verloederin$ leiden . Haverschmidt schril'ft in zil'n inleidin$ dat hi)' de verzen van zi)'n vriend Paaltl'ens uit$eeft . Moeten wi1' dit $eloven Lezer? MYstificaties als deze kept onze literatuur vele . Wie is er niet no$ zo recent aanvankeli)'k voor een Poos)'e door de $oede Droo$stoPPe1 op het verkeerde been $ezet? Hoeveel manuscriPten vond men niet en waar zullen niet nog allemaal manuscripten $evonden worden in de toekomst? In bureaulades? linnenkasten? vestzakken? Geloof het niet Lezer : men neemt u in het oot)'e! lk schreef het al : er zit een luchtl'e aan deze l'on- $elfin$enpoezie. Ga ik dan to ver wanneer ik de herkomst van Paaltl'ens in de domineespastorie van Schiedam situeer? Lezer, zulk een leed kan toch slechts in de fantasie van een Predikant bestaan! Wees $erust : deze Paalt)'ens is een hersenschim . De wereld is mooi dat kan geen bleke dichter verstoren . Eelco Verwil's Meet me bij mijn leven daarna is het to last Over Uitnodi8in8 vooreen onthoo din8 van Vladimir Nabokov. Dc Bezi$a Bil- 1991) . "1k doe no$ niets,' zei M'sieur Pierre met een bil'- klank van hi)$' ende inspannin " . Wat doet M'sieur Pierre nog niet? Het antwoord is eenvoudi$ en raadselachti : haal van het woord 'bi'klank' de vier letters of die samen het $eluid vormen van een nek die breekt of in dit geval gebroken words . De drie letters die over blllven vormen de toekomst voor een ter dood veroordeelde . Dit raadsel is helaas niet van mi afkomstig, maar van Nabokov zelf. De toekomst van een ter dood veroordeelde is eenvoudi$ : er komt een erode asn het bestaan o p een van to voren vast$este ld ti)'dsti "een rote luxe maar welverdiend" . De hoofdpersoon van dit boek kril$' t echter niet ta horen wanneer dit ti)'dstiP zal zi)n; een kwellmvoor de ter dood veroor- 'QOy$ 2 4 5 r e c e deelde een lust voor de lezer . Dit snort grappen en nog vele andere mooie graPPen vormen Uitnodi- %in% voor een onthoo din% (1959) . Uitnodi%in%vooreen onthoo din%is een boek gebaseerd op een P°litiek verleden, s tten met Freudiaanse theorieen en Kafkaiaanse beschri)'vingen . Voor deze til'd is dat echter niet meer relevant . Uitnodi% in% voor een onthoo din% moet )'e dus niet gaan lezen om Politieke situaties beter to begri)'Pen daarvoor kun l'e beter bil ' andere boeken to raden gaan. Kafka zelf heeft meer verstand van beschril'- vingen dan Nabokov en met Freud wordt vandaa g de dag al veel to veel gesPot . Nabokovs roman kan gelezen worden door iemand die het boek in de ti)'d van uitgave wil Plaatsen, maar het beste kan l'e het boek lezen als )'e goede- mooie en nog steeds actuele humor wil lezen . Humor is bil'voorbeeld alto vinden in de tien geboden voor de gevangene, waarvan er een als volgt luidt: "Het is wenseli'k Bat de gedetineerde geen nachteli)'ke dromen heeft, of die ingeval hil' ze wel heeft onmiddeli'k zelf de kop indrukt, zo hun inhoud onverenigbaar is to achten met de omstandigheden en status van de gevangene- zoals : magnifieke landschaPPen- uitstaP) 'es met vrienden - maaltil'den in familiekring- of sexueel verkeer met lieden die in het dagelil'ks leven en in wakende toestand genoemd individu nimmer in hun nabil'heid zouden velen weshalve Senoemd individu bil ' de wet schuldig zal worden geacht aan verkrachting ." Kortom, humor tot in de Punt)'es . Mensen die geen Russisch kunnen- zi)'n echter ook nog zeer afhankeli)'k van de vertaling . De Berstevertaling in het Nederlands kwam voort uit het Russisch . De graP met de bi)'1 toont het belang van een vertaling duidelil'k aan . In de uit het Russisch vertaalde bil'lengraP staat : "Cincinattus wat ben )'e toch klein • als het bil'ltl'e valt zul )'e nog kleiner zi)'n!" . Best leuk maar beter klinkt : "Neem het woord bi1'kiank' zei Cincinattus zwager- de graPl'as- tegen hem . 'En haal daar het woord knakvan af . a baste vriend )'e hebt )'e aardig in de nesten gewerkt ." Bril'ant! Maar ook dank aan de vertaler . De uit hat Engels vertaalde roman least soepeler dan de Nabokov uit hat Russisch vertaald . Het is moeili)'k om een boek vol sinistere graP - Pen tot een goed erode to brangen . Sorry, maar ik kom met nog een graP N, abokov is erg Prettig om n s I e s to citeren . Hi) ' beschikt over echte "boekentaal": "Diomedon, flu laat )'e die kat met rust,' zei Marthe. ' e hebt er gisteren al een gewurgd elke da g een is to veel . ... Toen kwam hi' Rodion de ci- Pier . ., met stoffer en blik terng om de dode kat op to veSen die plat onder een stoel lag." In Nabokovs til'd moesten boeken nog een erode hebben en Nabokov is er dan ook in geslaagd om zi')n bo ek Po stil'lvolle wil'ze to eindigen . Waar Cincinattus heen gaat- staat geheel open . Zeker is wel dat de mderti)' d Freudiaanse ) oPlossing dat alles maar een Broom was, geen recht doet aan het boek. Veel valt er verder niet aan toe to voegen . "Mi)'n woorden krioelen steeds in een kringet)'e rond" : wat een Prachtig boek . Toef aeger 2 4 6 1'aargan9 10, nummer 4 Met dank aan de golfoorlog' Toe ae er Mee8esleurd in de maalstroom van deze oorlo8sti1'd , eenzi1'di88eInormeerd- zonder eni8a distantie van de 8rote veranderin8en die zich reeds voltrokken hebben o zich be8innen to voltrekken en zonder een vermoeden hoe de toekomst eruit zal zien weten wij1 zel niet meer hoe de toekomst eruit zal zien weten wij' zel niet meer welke betekenis wij' moeten heehten aan de indrukken die zich aan ons~ 'drip8en en welke waarde aan de menin8en die wij ' ons vormen. S. Freud De out8ooehelin8 van de oorlo8 Goddank of Allahdank wie zal het ze$$en?? 2 brak vori$ l'aar de $olfoorlo$ uit . Mi)'n $eneratie aat al $eneraties lan$ $ebukt onder schuld evoelens van niet-wetendheid : wij' hebben de oorlo $ niet mee$emaakt . Maar... ook wij' hebben nu een oorlo$ van nabi)' $ezien : levensinzicht was ineens daar. Door het verkre en levensinzicht zal uit deze oorlo$ over een )'aar of twinti$ ook veel moois bloeien . Boeken vol over oP$eloPen trauma's, bi)'- voorbeeld : "Ik was acht maanden toen de $olfoorto$ uitbrak . Dit heeft een stemPel $edrukt op mi)'n verdere leven : mi'n moeder stoPto met het $even van borstvoedin$ uit angst voor een olieboYcot" . Een of$esloten nationals cultuur zal bovendien- in de werelden die betrokken waren bil' de $olfoorto$, niet meer mo$elil'k zi)jn- behalve natuurli)'k als kunstmati$ Provincialisme en $eforceerde romantrek. 3 No$ indrukwekkender zullen echter de inter- Pretaties zi)jn van deze olfverhalen . Veel heen en weer $ebabbel . Totdat iemand de fonolo$ische uivalentie tussen 'Saddam' en 'Satan' ziet en zo de sleutel biedt voor de definitieve interPretatie . Voor literatuurwetenschaPelil'ke studies zal er een vruchtbare bodem to vinden zijn inzake semantische olio- slag- en mi'nvelden . Zover is het echter no$ niet en we moeten het vandaa$ de da $ stellen met de bericht$evin$ in de kranten toch ook vol spanning en romantiek en wellicht Freudiaanse interPretaties . Niet $etreurd- ook uit de kranteartikelen is wat interessants to halen op interPretatief niveau . Zo zijn de kranteartikelen modernistisch, de meeste verslaggevers zijn namelijk kosmopolieten. De artikelen lijken van realistisch-romantische opzet, maar elke keer eindigt het artikel in een modernistische twijfel : de verslaggever west zelf ook niet hoe het aflopen mcet en laat dit geheel over aan de lezer . Dankzi)' de verhalen in de kranten is bovendien niets onmenseli'ks ons meer vreemd . Neem nu bi' voorbeeld Bush . Doze into$ere man vader van de wereld staat vol $ons het Al8emeen Da8blad elke da$ tussen vi)'f en half zes op. "haalt de kraut van de deurmat en leest die dan samen met Barbara in bed". "Terwi'1 het ultimatum verstreek droomde George Bush misschien wel van Sinbad of Sheherazade, die Bagdad in hun dagen een heel wat charmanter aanzien $aven„ .4 De president is eenzaam droomt en is dus een mens . Alle Amerikanen bli'r ken menseli'k to zijn zo ook ames Baker, wanneer deze Van den Broek belt : "In de slagPkamer van huize Van den Broek to Wassenaar $aat woensda om half twaalf de telefoon . Het is James Baker . Of hi)' ziljn ambt enoot wakker maakt informeert hi' rusti$ en vriendeli)'k . 'Nee' luidt het antwoord ." Wellicht zullen oPlettende lezers hallo we!- kom oPmerken dat hier niets sPannends en of romantisch aan is. Dit kloPt, sterker no$ het beeldende van deze bericht$evin$ is zelf s onromantisch en zeer onsmakeli'k . Meer kans op romantiek biedt het verhaal van de vluchtelin$en die $enoodzaakt zijn da$enlan$a familiewandelin$en to maken om zo in Turkil'e op vakantie to kunnen de infrastructuur was er in Irak til'dens de $olfoorlo$ slecht aan toe), terwi)'1 Bush slagPt, Baker ziljn kennissen belt en Van den Broek slaPeloze nachten meemaakt ; beschri'ft De Volkskrant op boeiende wi'ze haar personages : "Op ruime afstand van de bewoonde wereld staat in een besneeuwd ber$landschaP een log $ri)'s $ebouw van enkele verdiePin$en . Alleen zi)' die over voldoende middelen beschikten om een $ids to betalon die hen door de barre ber$achti$a $revsstreek loodste wisten hun oord to bereiken . Bedra- WO)f 2 4 7 en van duizend dollar r ersoon waren geen uitzondering vertellen ze . Er zijn ook hele gezinnen over de ber en naarTurkil ~ e ekomen ; hetgeen een dure graP zal zijn geweest . Iskander Abdullah H''eoobnnigebs tk2ei8 n kdzieinjrdne nwv aiswe artrloe'enan a rznlee'vtoe nndg rediraee g mvearnao unowdn edenen r owhueudng. . v HiHueentr eten raakte op . De een na )'on ste had nameli)'k kruimelt)'es geworPen om verdwaling to voorkomen. Hun water raakte op . Uit a ut kwamen ze aan, wasrna het lane wachten in het opvangcentrum be on en ze een lang en on elukkig leven tegemoet '~ngen in onzekere toestand ." Zelf s bil ' de minst emotional beladen lezer thalto hartellik welkom moet dit toch gevoelens oProe n. De lezer wordt emotioneel geraakt en welke krant hiertoe het beste in staat is zal nader recePtie-onderzoek moeten aantonen . Nasst modernistische en romantische verhalen ziljn ook science-fiction-verhalen ti)'dens de oorlo g zeer in trek. Zo is Saddam volgens een EgYPtisch y.. k. f5'~ 4r .r a a. r.' } yr' 4 C a 'De l'onSe Freud' 2 4 8 personage in De VoIkskrant een monster zonder herseninhoud . Het universum wordt dus bedreigd . Starwars-oPPerhoofd Bushtrektten strilde tegen het kwaad . De TeleSraa gaat echter het meest overtuigend met science-fiction om . Achttien 'anuari weet De Teie8raa to melden dat "zeker een van de Iraakse raketten was voorzien van een chemische lading" en een togenaanval letterlik in de lucht zit : de Isralische P iloten zil n "rond een uur of twee vannacht" vertrokken .6 Nog meer door science-fiction beinvloed, ) liken de Irakezen zelf to zi'n . Met name hun berichtgeving is '1achwekkend` intertekst Schwarzkop . Deze voorgekauwde situaties zijn )'ammer voor onze generatie maar nog meer voor de toekomstige generatie : een zwart-wit beeld waar alleen flatcharacters uit voort kunnen komen . Zo zijn daar: Bush Baker Lubbers en de verslaggever van CNN die overigens de geweldiga bilbelse intertekst 'HolYcow'tot zijn beschikking heeft . Verder zi)'n er inzake de goeden de Koeweities- die in travestie hun land moeten bevril'den : Koeweit was in de oortog Plotseling een vrouw geworden verkracht en vernederd door Saddam. Van ontwikkelin zal geen sPrake zi)'n,• ieder zijn rol staat vast . Dit is maar goed ook Saddam bli)'ft nameli)'k de verliezer • de Koerden ook maar dan anders . De berichtgeving is wel sensatie belust, to$eli)'kertild weet iedereen dat sensatie-verhalen natuurli)k niet chic zi)'n . De kranten hebben veal lezersr hetgeen tekenend is voor de literaire waarde: hoe minder lezers hoe hoger het niveau van hat elezene zoiets heb ik althans ooit gelezen . Het roza en de Poezie over de golfoorlog zal nog even o P zich 1aten wachten . De golfoorlog was helaas ook nog vril ' kort en daardoor zullen minder ervaringen oPgeda : de t) an zi)'n id zal hat ?) immers leren , wordt vask ais wil'sheid verkocht . Wil de golfoortog dus toch nog zijn vruchten dragen in de toekomstiga literatuur dan is het noodzakeli)'k om vandaag de dag al to komen met een boeiende intarPre tatie van de oorlog zelf .. Generaties na mi)' kunnen dan terngvallen op de beschouwing van de oorlog : dit artikel zal als ti)'dsbeeld kunnen fungeren . La ten ten we bi' het begin beginnen : toen de mens besloot de blik van de aarde of to wenden en rechto P to gaan toPen ontstond hat schaamtegevoel . Oftewel met hat zich oPrichten van de mens heeft hat noodlottige cultuurProces een aanvang genomen . 1'aar9ang 10, nummer 4 Dit cultuu roces $in$ al in den beginne $aPaard met een inrkin van driften hallo, lezer twee) . De uitvindinvan het vuur kan als begin van een beschaving gezien worden . Aanvankeli1'k, zo beschril ft Freud had hat vuur een mooie, maar no g niet erg nutti a rol : de oermens die met vuur geconfronteerd werd doofde dit elke keer met zi'n urine . "H et doyen van vuur door urineren ..J was zoiets ais een sexuele handelin met een man, een genieten van mannelil'ke Potentie in de homosexuele wedi'h 'er . De eerste die van deze lust afza$ en hat vuur spaarde kon hat meenemen en hat zich ten nutte makers.„ Het civilisatieProces be$on zich nog verder to ontwikkelen . Vandaag de da$ heeft de mens echter no$ steeds zil'n driften: zelfbehoud liefde en destructie . He- 1aas ?) kan de arse drift niet zonder de andere . Zo is in navol in van de theorie van Freud de houding van Saddam en de reactie van Bush tern to vinden in de driftenleer. De houdin van Saddam is tweeledig to verklaren . Het individuals er hier sPrake is van een individu oftewel twee vraagtekens behoudt als het ware zi'n ei$en levers- door vreemd levers to vernieti$en . Zo heeft oorlog ei$enlil'k maar een functie, weliswaar nooit nit$esProken ten t1ide van de oorlo zelf: de lust tot a$ressie . Alle motivatie eromheen is schil'n~' belan$en worden ehanteerd omwille van de ei en hartstochten. De olfoorlog werd bovendien al $auw een heili$a oorlog. Volgens Freud zil'n reli$ieuze behoeften tern to brangen tot infantiele hulPeloosheid . Het zoeken naar God is een zoektocht naar een vader. De hulPeloosheid roePt hat verlan$en naar een beschermelin op . De vader kan de rol van beschermheer vervullen bil ' afwezi$heid van God) . De rol van Bush zou in deze oorlo de rol van een vader voor Saddam moeten vervullen. Wellicht is er hier sPrake van een Verloren Zoonrelatie in modernistisch kader, maar dit uiteraard weervoorla teretilden, afhankelil'kvan golfoorlo - inter retaties . In een brief asn Einstein schril'ft Freud : "alles wat de cultuurontwikkelin bevordert werkt ook te en de oorlo .„g Cultuurontwikkelin houdt dritinfPerking in en dat weet Saddam nu ook . De huidi econventieovervri1'heid is sim el . Allen die eschikt zil'n om in een $emeenschaP to levers, moen niet het slachtoffer worden van brunt eweld . In perking van driften zou dus vol ens Freud tot cultuurvormin leiden . Daze zich steeds verder ontwikkelende cultuur zou uiteindelil'k hat einde van oorlo betekenen . Te$elil'kertil'd is de mens afhankelil'k van twee driften : liefde en destructie . Wanneer er echter $een oorlog meer zal zil'n, zal er ook een destructie zil'n . Liefde en destructie vormen de mens en de mens vormt daaro wear de cultuur . Freud heeft het misschien niet helemaal be8re- Pen: hil' weet niet wat cultuur is of sna t zil'n eigen theorieen in zake driften niet . Het eerst eoPerde lil'kt hat meest to$isch. Elke wetenscha r die zich namelil'k bui$t over cultuuras ecten en deze $edachten ook no$ op PaPier zet, gaat de mist in . Ik houd hat dus kort . Wanneer er $een sP rake meer zal zin) van driftimPulsen- zal er $een oorlog meer zil n vol$ens Freud, en dus geen vernieuwende literatuur stndies . Even of$ezien van oorlog is hat to hoPen dat hat nooit zo ver zal komen . Geen ellende betekent een liefde . Zonder deze twee basiselementen zullen er een traumatische boekl'es inzake oorlo$, borstvoedin$ en andere liefde $emaakt worden . De hieraa n verbonden inter Pretatiesf Pro moties en der$elil'ke vervallen dan eveneens . Kortom een culturedl $emir en een ho$ere werkeloosheid want wat moeten deze Promoverenden op straat?? Zonder oorlo $een cultuur . Dus no$maals : met dank aan de $olfoorlo$ . Parijs 1992 Noten 1 . Geen enkele oorlog is $root $enoe$ om met hoofdletters to worden eschreven. 2 . Twee vraa tekens, omdat hat hier wellicht om meerdere vra$en $aat . 3 . Vol$ens Menno tar Haveman, in De Volkskrant. 4 . 'Bush neemt enorme $ok', in AI8emeen Da8blad 17-01-91 . 5 . 'De meeste minister draaien zich no$ event1'es om', in De Volkskrant 18-01-91 . 6 . 'Raketaanval op Israel', in De Tele8raa 18-01-91 . 7 . S . Freud, 'Hat onbeha en in de cultuur', in : Cult uur en rah8ie 3, Pa$ .113 . 8 . S . Freud, 'Waa rom oorlo$' in : Cultuur en reli8ie 3, Pa$ . 195 . 'Joos 2 4 9 Kritische Iiefde Viivi Luik en het nieuwe Estland Marianne Van p V 1 oe otloden houd ik werkeli'~k, 1'a- van het Estse yolk en van Potloden . Door de witte sneeuw IooPt plots een li1'n een Potloodstre eP. Uit het gedicht BeroeP van Viivi Luik Wie net buiten de oostelil'ke stadsPoors van de middeleeuwse ommuurde binnenstad van Tallinn de tram neemt ziet na een paar verweerde asfaltstraten rechts een al even slecht onderhouden flat staan . Via een troosteloos halle~t' met Postbussen en een riskant verbli'f in cen onwaarschil'nlil'k gammele lift, zoals l'e die in alle flats in Estland ziet maar waarvan ik nog nooit heb mee emaskt dat ze niet functioneren belandt men bi' de voordeur van de schri1'fster Viivi Luik en haar echtgenoot . Daarachter ligt een ander universum . Het ruikt er Prettig, er staan mooie meubels overal hangen schilderil'en en a9uarellen van bekende Estse schildersf en het welkom is allerminst troosteloos . - zSoianldss odvee roanla fihna nOkoeslti-'E~kuhreoiPda v-a-n aalulgeu ksutnusst e1n9a9a1r sk loavgeern eienn EPsrtol-and bleem waar men zich bil ' ons allang bil ' neergele$d heeft en dat door een onoverzichtelil'ke hoeveelheid Pot1'es en pril'zen verdoezeld wordt : het we alien van de financiele zekerheid . De Estse schril'vers ziI'n geshockeerd en verontwaardi d over het feit dat ze met veel moeite een baan moeten zien to vinden en hun vroegere yak naar de resterende uurt')e s verschoven dient to worden . Terwil' 1 vroeger iedereen de til'd had om buitenlanders uren o slee - touw to nemen en de dagen met uiterst informatieve wandelin en van de ene vriend in naar de andere konden worden door ebracht om maar niet to spreken over de avonden met Armeense cognac, hoor l'e nu van iedereen : tl'a, zij ' versegenwoordi t het Finse Culturele lnstituut in Estland en zit net in Helsinki, h ij rent heen en wear tussen het ministerie van buitenlandse zaken het Estse Instituut en zil'n ti' schrift en is notoir onvindbaar geworden, hil ' zit vnoaoarr dKeo PPeEnNh-acgleunb, nzell~t~ ies ennu wseeecrke tianr iMsa bdirli d' eden UmNoEaStCO deana rins aa lnloeen ,s avonds bereikbaar (maar heeft thuis een telefoon ... En wanneer worden de literaire kritieken korte verhalen romans edichten en vertalingen dan geschreven? Daar is een til'd maar voor, en veal uitgeveri)'en - voor zover ze niet op de fles zil'n - zouden ze niet eens maar willen . Er zil'n, ironisch genoeg- maar een Paar kunstenaars die no kun- 2 5 0 1'aargan9 10, nummer 4 Tallinn - de oude stad nen doen wat ze onder hat Sov'etregime ook deden ; omdat ze zo bekend zi)'n dat ze hun geld in hat buitenland verdienen . Wat de schril'vers betreft geldt dat voor aan Kross de tweeanzeventig)'arige nestor van de Estse literatuur, wiens beroemdste roman, Keisri hull De 8ek van de tsaar) nu ook in Nederlandse vertaling op de markt is Prometheus 1992 . En hat geldt ook voor Viivi Luik, al zi'n er in heel Nederland misschien zo`n vil'fentwintig mensen die ooit van haar ehoord hebben . Maar in Scandinavia en ook in Duitsland doet haar werk hat heel goed . Wat voor dame is hat dus, die daar al )'aren in die slecht onderhouden flat huist? Viivi Luik ward in 1946 in Zuid-Estland o hat Platteland eboren en debuteerde in 1965 als dichteres . Ze Publiceerde in totaal negen zeer succesvolle dichtbundels waarin de stad en hat stadsleven vaak liefdevol beschreven worden . Toen staPte ze over op Proza-; na twintig )'aar dichterschaP verscheen in 1985 haar eerste roman Seitsmes rahukevad De zevende vredeslente . Dit boek waarvoor Luik in 1987 de Estse Staats ri)'s voor Literatuur kreeg- verscheen onder andere ook in hat Duits Der siebte Friedens uhling- Rowohlt 1991 . Eind 1991 ward haar tweede roman, A1'aloo ilu De schoonheid der 8eschiedenis gaPubliceerd . De roman kwam togeli)'kerti)'d in Finse vertaling uit de Zweedse Noorse Duitse en Nederlandse vertaling zil'n in voorbereidin . De 1'~OX$ 2 5 1 2 5 2 buitenlandse kritieken waren over Luiks tweede roman nog lovender dan over De zevende vredeslente. In Estland zelf heeft haar nieuwste boek veel en controversieel stof doen opwaaien . Waarom? Ook de eerste roman van Viivi Luik veroorzaakte al enig gesputter bij haar landgenoten. De zevende vredeslente gaat over de periode van herfst 1950 tot lente 1951- de 'zevende vredeslente' was in Estland die van 1951 . Vanuit het (autobiografische) ik-perspectief verhaalt Luik recht voor z'n raap over een vijfjarig meisje, dat met haar moeder en grootmoeder op een boerderijtje in Zuid-Estland woont, en gezien scenes als de volgende niet bepaald op Shirley Temple lijkt : 1k werd boos ~' moeder- 8ooide mijn benen in de lueht en brulde: Tlonnen en monniken arao! Nonnen en monniken arao!' 1k had die woorden in een oud schoolbook 8elezen en aan elkaar 8ePlakt en ze bevielen me buiten8ewoon . Het waren 8eheimzinni8a, veelbetekenende woorden en luidkeels 8ebruld klonken ze bi1'zonder onheilsPellend . Moeder probeerde me mijn 8eschreeuw weliswaar to verbieden maar dat lies me vol maakt koud. Moeder was a ankeli1'k van mijn oma en van mijn oom die haar moeder en broer waren . Ze at hun aardapPels en hun vlees en bezat aan geld niet moor dan vi1' entwinti8 roebel . Ze was zeventien 1'aar ouder dan ik en het geld kreeg ze van mij~n vader. Dus als ik brullen wilde, dan brulde ik . Het tot dan toe nauweli1'ks beschreven stalinisme zie 'e alleen door de ogen van dit zelfstandiga- tirannieke meislje . De betekenis van de gebeurtenissen words dus niet uit8elegd- wat de roman voor westerse lezers sours moeilil'k in to schatten maakt . Als het kind bil'voorbeeld stiekem het slachten van het kalfl'e in de schuur besPiedt is dat in haar oSen alleen maar zieli en luguber . Maar omdat de landbouw in Estland in die )'aren edwon en van rivebezit naar sovchozen en kolchozen overgeschakeld werd verweerde men zich daartegen door zil'n vee to slachten voor men het kwil't was en de oogsten op het land to laten verrotten . Het kalf moot dan ook gedood worden omdat er voor hem en zi1'n moeder allebei niet genoeg voor is . Een ander voorbeeld is de passage waarin het kind een lega pan tussen een staPel hout in het bos vindt voor haar een duistere zaak . Het is haar niet duideli'k dat sommige mensen in het dorP daar eten in doen our de bekende met savennad woudbroeders het ondergrondse verzet tegen de inlil'ving bil j de Sov1'etunie- to helPen. Ook zit het meislje vol oPgevan en communistische leuzen en ProPagandaverhalen die ze vaak op komische , maar naarheestig serieuze wi1'ze in haar denkbeelden verwerkt . Argeloos accePteert ze haar til'd, waarin communistisch o timisme en Paranolde controles volgzaamheid van de bevolkin en verzet naast elkaar staan en droomt van het grote Moskou en van het meemarcheren met de onga Leninisten . De zevende vredeslente bevat geen spoor van sentimentaliteit, maar is toSelil'kerti1'd merkwaardig ontroerend en vol Persoonlil'ke herinnerin en . Voor de Esten was het nieuwe aan de roman dat het geen tern8- blik op de oorlog was maar een boek over de gruweli1'ke vrede 1'aar9an9 10, summer 4 in de l'aren erna, en dat hil' niet in een mannen- maar in een vrouwenwereld sPeelt . Eveneens nieuw was hat fait dat hat stalinisme door de observaties van een klein kind onthuld wordt -- in zo ,n mate dat sommi$en vonden dat het wat de beschri)'vin van de Esten betrof to ver g$i'nng. Men vond dat ze to vol zaam of eschilderd $ warden- als een yolk dat de omstandi$heden $rotendeels aanvaardt en er hat baste van tracht to maken en hat kind zou to naief zi'n en to zeer eindoctrineerd door hat communisme van die ti'd . Men had zichzelf liever onaan$aPaster $ezien . Maar Luik hanteerde nu eenmaal $een eufemismes ook niet over hat kind dat ze zelf was zodat haar roman voor haar landgenoten zowel in sitief als ne$atief oPzicht een $rote schok ward . Een der$eli)'ke kritiek op een roman is ook voor lezers die niets van de Sovl'et-context afweten no$ makkeli)'k voorstelbaar en voorsPelkaar . Bi)' de tweede roman van Viivi Luik, De schoonheid der %eschiedenis lag hat met hat doorbreken van taboes $ecomPliceerder. Ook de roman zelf is $ecomPliceerder- towel qua oPbouw als batekepis . Een naamloze 'on e Estse dichteres uit Tallinn reist naar een beeldhouwer in Riga - de hoofdstad van de zuidelil'ke buurrePubliek Letland -om voor hem to Poseren . Beeldhouwer Lion is een knaPPa- l'oodse l'on$en- en ze worden verliefd op elkaar . Lion Probeert al 'arenlan$ een uitreisvisum to bemachti$en- maar hil' heeft zo1'uist een oProeP voor militaire dienst $ekre$en, die hil' om verschillende redenen eerst moat zien to ontduiken . Hil' onderneemt daartoe een redeli)'k succesvolle tocht naar Moskou . Als hi)' na een Paar da$en tern$ is vraa Lion hat meis)'e of ze als hat zover is , met hem mee $aat naar hat buitenland . Maar de 'one dichteres die net "vaa$ be$int to vermoeden dat l'e woorden met bloed moat doordrenken om ze invloed to $even" schudt haar hoofd : nee . En dan zil'n we op de laatste bladzi' a van de korte roman- waaroP Lions tante Ol$a onverwacht in de keuken sterft . De schoonheid der %eschiedenis sPeelt in 1968, en als )'e $oed rekent bli'kt hat meis)'e op 20 au$ustus, dus op de da$ dat de Sovl'ettroe- Pen richtin$ Ts)'echoslowaki)'e $aan, naar Riga to reizen. De liefde die zich snel tussen Lion en haar ontwikkelt valt in dezelfde ti'd als de eerste evechten in Praa$ . De slecht afloPende'broederkus' in Praa words wearsPie$eld in hat besluit van hat meis'e om ondanks alles plat met Lion mee to aan naar hat buitenland zodat hun liefde doodlooPt . De tekst last niet toe dat men deze parallel eenvoudi$ of kan doen als of hat thema van de $aPerverteerde en aan$etaste liefdef of als hat oPheffen van hat kwade door hat $oade en schone de liefde . Behalve der$eli'ke su$$estieve maar $ecomPliceerde Parallellen vlecht Luik ook allerlei ambi$ue beelden van vissen brandoffers messen licht engelen, enzovoorts door hat verhaal . Al met al han$t deze roman -veal starker dan Luiks eerste - van raadsels en $eheimzinni$held aan elkaar : wat $ebeurt er nu Precies? Waar, en met wie? En waarom, en wat is de betekenis ervan? Veel onderdelen van de handelin$ drip$en pas tot 'e door nadat )'e de roman voor een tweede keer $elezen hebt . De werking van het sov'etsYsteam en de vervol$in$ van mensen komen niet al- 2 5 3 2 5 4 ~Qp t~ lean inhoudelil'k ter sPrake, maar worden naar mil'n mening tevens in de vertelwil'ze gethematiseerd . ledereen die in de voormalige Sovl'etunie geweest is weet dot mensen geen naambordl'es op hun deuren hebben dat 'e vask via binnenp1astsen, poorten, duistere achteringangen en dubbele Portalen bil' iemand in huffs belandt dat diensten via-via geregeld worden dat het dageli)'ks leven vol geheimzinnig gedoe zit dat niemand ooit zijn nasm noemt aan de telefoon . De voorkeur voor vaga suggesties in Phats van concrete feiten is een ingebakken gewoonte, die tot op heden bi)'voorbeeld in de Estse Pers nog niet helemaal verdwenen is, tot ergernis van de buitenlanders die niet van elk wissewas)'e op de hoo a zi)'n . En ook de vertelwi'l za van Luiks roman is kennelil'k op het Principe 'vaga aanduidingen' gebaseerd . Behalve de 'vaga aanduidingen' heb l'e natuurlil'k ook no8 de 'Seheimtaal' die door veal mensen gebruikt ward . Esten vertelden me dot ze ti1'dens de driedaagse coupe van augustus 1991, die achteraf de laatste stuffPtrekking van de Sovl'etunie black to zil'n, direct wear op hun gehcimtaal waren overgagaan . Ten overvloede had de regeringr do bevolking per radio op hat hart gedrukt our vooral aan de telefoon de dingen niet maar bi1' hun l'uiste naam to noemen. Hoe de gehcimtaal Precies werkt? Ook die komt in De schoonheld der 8eschiedenis voor . De eerste beginselen ervan, die de )'°nge dichteres bil' Lion thuis hoort- luiden als volgt ; e moat onthouden dot1'e de woorden 'boek', `paPieren', 'document', 'ko er' 'brie' 'mannen' niet aan de tale oon kunt gebruiken . Len boekkan verboden zi1'n- misschien is hat zel s in hat buitenland 8edrukt ; papieren zijn hetzel de als een document- maar een document kan alti1'd vervalst zi1'n . Een ko er wiI'st op hat vervoer van din8en van de ene Phats naar de andere. Maar welke din8en? En van welke phats komen ze? Een brie kan zel s per handPost over de 8revs binnen8ebracht zi1'n . Mannen kunnen anders denken, want er is reden our dot aan to nemen . Mannen zijn alti1'd onbetrouwbaarder don vrouwen . V oor de zekerheid moat 1'e mannen vrouwennamen 8even en Pari1's Kiev noemen en New York Moskou . Maar 'bi1' tante' betekent 'in Kiev' en 'bi1' oom' 'in Moskou' . a moat niet onnodi8 de namen 'Tallinn' en 'Riga' in de mond nemen . Over boter en eieren kun 1'e altiI'd Praten . Het is zel s 8ewenst. a ma8 ook over honden Praten maar niet over een muilkor want een muilkor trekt nodeloos de aandaeht en waar is dot 8oed voor? Over tante OI8a, over moeder, de polikliniek kool en rode bieten kun1'e hat eindeloos hebben . De klokti1'den moeten die van overdo8 zi1'n- want de avond is van nature al verdacht . Om over de naeht maar to zwi18' en - God behoede de nacht. En hat meisl'e ontdckt dot daze geheimtaal niet alleen voor de telefoon geldt maar ook voor de huiselil'ke conversatie : "Ze begril'Pt nooit of er gewoon over hat koPen van boter en room wordt gesProken of dot er noodlottig nieuws over de uitreispapieren is gekomen." Luiks roman lit'kt zelf sours net zo'n oPwindende concoctie van vage aanduidingen en gehcimtaal . Maar ook als niet alles duidelil'k wil worden, kun l'e l'e altil'd vasthouden aan de rachtige beelden en Poetische taal die de schri)'fster gebruikt en die in mil'n ogen al overtuigend genoeg zil'n . 1'oargan9 10, nummer 4 Haar landgenoten hadden vanzelfsPrekend weinig moeite met dit aspect van de roman maar des to meer met andere elementen , omdat Luik naar hun smack, zoals ik boven al zei, een aantal taboes geschonden had . Dat bleek uit veel kritische Estse recensies die in de winter van 1991-1992 na de ublikatie van haar boek verschenen . Het eerste punt van kritiek hing samen met Luiks resentatie van een naief en onwetend meis~ ,dat volwassen wordt ti' ens de 'gouden )'aren zestig' van de Sov>'et-dooi- in hiPPiekringen leeft en boven 'de Politiek' staat : 1 ...] wie de vril'heid van de wereld wil dienen mag zich toch niet door de leugens van de massamedia laten verblinden?" In Riga- bij' de )'oodse Lion hoort ze concreet van de mogelil'kheid van emigratie- van de Problemen rond een oProe voor militaire dienst, wordt ze expliciet voor manners in burger en het oPnemen van de telefoon gewaarschuwd en dergelil'ke . In een aantal recensies werd oPgemerkt dat de Esters kritischer en beter gg emformeerd waren dan dat . Maar Luik ontkent dat en toont l'uist weinig rooskleurig hoe weinig doorzicht de hoofdPersoon heeft; dit deed ze ook al in De zevende vredeslente waarin ze liet zien hoe vanzelfsPrekend het kleine meis)'e de Stalin-realiteit van de l'aren vi)'ftig accePteem . Dat meis)'e zei bil'voorbeeld graag met luide stem Sov'et-leuzen oPen als Luiks twintig) 'ariga hoofd ersoon in een Politiebureau staat is die al niet beter : 1 . .] met welbeha8en denkt ze can bij' deze plek en situatie Passende leuzen oude motto's uit haar kindertiJ'd, zoals 'Vechten en zoeken, vinden en zich niet onderweln! Hete is beterv rechtop eto stervenr dan oPlas knieen t!o Zel heb ik1'e verwekt, zel zal ik1'e doden!' Het P lakkaat dat loJses boven de bank han8t is in volmaakte overeenstemmin8 met der8eli1'ke deviezen . Het verkondi8t : 'Allen poor het wclzi1'n van de mens, alles in naam van het menseliJ'k Keluk!' Maar een meld met dergeli)'ke onnozele sYmPathieen paste niet in de oPstandiga en gewiekste voorstelling die de Esters van zichzelf hebben . Het tweede punt van kritiek dat Luiks beschri'ving van de Esters betrof, sluit hierbi' can . Omdat het land bij de Sov'etunie ingeli'fd was en Moskou grote moeite deed om de identiteit en het bestaan van dit yolk to vernietigen dePortatie van Esters en import van Russen van de Russische industrie de Russische taal en het eestdodende Sov)'etsYsteem)- was het voor de Esters letterli)'k van levensbelang om 'anders' to bli1'ven dan de Russen . Maar zulke dingen gcan noodSedwongen met overdri)'ving gaPcard . Het mag de argeloze lezer hier onbekend zil'n, in Estland weet elk kind : Russen zi'n dronken in het openbaar, Esters niet . Russen zi)'n demago inch en intolerant, Esters niet . Russische toeristen komen met lege bondschaPPentassen naar Estland en vertrekken met volle Esters doers zoiets niet . Voor dergeli)'ke oPvattingen vindt men in De schoonheid der8eschiedenis komisch. e togenvoorbeelden . Er komt een brallende Estse'Dronken Man' in voor, verder een'echte man uit het yolk' , die in de trein met de hulP van enkele medereizigers verontwasrdigd het haar van een aPsr 1anghsriga )'ongens afknipt, en een 1'QO~f$ 2 5 5 2 5 6 groeP Estse toeristen die in Polen een warenhuis leegkooPt . Luik schildert haar yolk zonder pardon of als homines sovietici en dat h lkt me een gezond tek en . Zonder iets aan het vreselil'ke verleden van het Estse yolk af to willen doen : het is een din om li' end en heilig to zi)'n- maar een ander ding om als zelfstandiga staat met een nuchter zelfbeeld a lle Problemen to lil'f to gaan en het land weer op to bouwen . Tuss en twee haskt'os, ook van Russische zi)'de verandert er asn de instelling het een en ander . Men komt weliswaar nog steeds in groten getale uit St .-Petersburg om in het Estse Tallinn inkoPen to doen maar onlangs achter zo'n groe aanwandelend zga ik door het plastic tas)'e van een vrouw voor het eerst het lesboek Rba8ime eesti keeit Wi1 ' sPreken Ests sehemeren. Ook vaIt in de winkels to constateren dat de Russischtaliga bevolkin g vol goede cooed het Ests begint to radbraken . Fen derde en laatste kritiekPunt dat uit de Estse recensies naar voren kwam stamde van degenen die de socialistisch-realistische literatuurtheorie bli1'kbaar nog niet van zich of hadden kunnen schudden al werd dat niet ronduit gezegd . Luiks roman zou to es-' thetisch en to afstandeli1'k zijn d .w.z . er is voor de lezer geen duidelil'ke moraal ingebouwd . Haar roman zou niet feiteli)'k genoe g zijn en to abstract dus niet zwart-wit genoeg, en to moeilil'k voor 'de eenvoudiga lezer' . Haar vrouwelil'ke hoofdPersoon zou wreed zi)'n, en niet ethisch en verantwoordelil'k genoeg wat betekent dat men de Positieve held(in) mist die het goede voorbeeld hoort to geyen . En inderdaad Luik laPt dergelil'ke voorschriften aan haar 1aars, met Pervers genoegen zou )'e haast zeggen . Wat de onethische heldin betreft het mooiste voorbeeld daarvoor is misschien wel dat deze enigszins arrogante en agocentrische )'°ngedame, als ze in de badkamer bil' Lion thuis gedoucht heeft- zonder gewetenswroeging een Pot'e kostbare en in de Sov>'etunie nauweli1'ks verkri') gbare oogledencreme op haar rug en voetzolen smeert . Met het bovenstaande wilde ik de ontstaans-context van De schoonheid der 8eschiedenis verduideli)'ken en laten zien hoe Viivi Luik op sPecifieke Problemen en omstandigheden in haar eigen land reageerde . De felheid van bepaalde Estse critici was overigens in sommiga gevallen evenredig aan hun slecht verborgen )'a- 1oezie (niet alleen daar een bekend oneigenli1'k cootie op Luiks succes in het buitenland . Wie flu bi)' de schri)'fster over de dremPel staPt, en zich onder de strenga geometrische schilderi)'en van Andres Tolts op zwarte koffie en cognac last onthalen ziet een glim- 1achende dame met een blond- asYmmetrisch kaPsel togenover zich die in Estland veel commotie veroorzaakt heeft . En als )'e haar vraagt waarom ze eigenli'k van Poezie op Proza overgestaPt is, zegt ze met duideli'ke)ke voldoening dat ze in Proza haar gevoel voor humor en ironie beter kwi't kon . Het melancholieke land waarin een aPsr )'aar geleden nog de vertrouwde scherp anal yserende aforismes van de schri)'ver Arvo Valton golden - zoals : Hi)' was voortdurend bang dat zijn zwi)'gen ofgeluisterd zou worden of: 'Andersdenkenden' worden degenen genoemd die anders denken dan degenen die helemaal niet denken - is een nieuwe en yenwarrende fase ingagaan . 1'aargan9 10, nummer 4