A. J. VAN DER AA, BIOGRAPHISCH WO ORDENBOEK DER NEDERLANDEN BEVATTENDE Levensbesehrijvingen van zoodanige Personen, die zich op eenigerlei wijze in ons Vaderland hebben vermaard gemaakt, VOORTGEZET DOOR .J). van kiarderwijk EN Dr.61% D. J. s c iat co rr .1b7; L. Onder medewerking van de Heeren: P. J. B. C. ROBIDE VAN DER AA , Prot. P. O. VAN DER CHIJS W. EEKHOFF , Dr. J. J. DE HOLLANDER, S. F. KLYNSMA, P. A. LEUPE, H. C. ROGGE, T. A. ROMEIN, Jhr. J. W. VAN SYPESTEYN en anderen. ZEVENTIENDE DER. TWEEDE STUK. HAARLEM, J. 3. VAN BREDEBODE. 1874. 641 van Breen. Amst. 1645 , 1649, 1660 (5de dr.), Schoonhoven 166 j , Leyden 1682 (7de dr.), Rott. 1735. Testamenten der 12 Palria•chen. Jacobs kinderen. 8°. Zie Rogge, Panifi. , bl. 121; Soer m ans, Kerk. Reg., bl. 85; Greydanus, Predd. o. d. Cl. v. Praneker, bl 136; A bcoude, Naa,nl. , bl. 330, Aanh. bl. 175; Cat. de Groe , bl. 256. SE 13 ERSMA. ( HEito) word den 20 Mei 1614 te Harlingen geboren , den 21 J unij 16i9 kandidaat in de classis van Fra­ neker , in 1671 beroepen te Sexbieruin , in 1 i77 te Ternaard , in 1680 te Harlingen. In 1681 bedankte hij voor Oelft , doch in 1683 narn hij Amsterdam aan , waar hij den 15 Aug. door Ni c. de la Planque bevestigd wart. In 1721 hiell hij in de Nuorderkerk zijn 50jarige predikatie over Ps. LX.X1: 15-18 , werd in April 1727 emeritus , overleed den 4 April 1728 , in 't 8 jste jaar zijirs , en werd plegtig de Westerkerk begraven. Zijn portret ziet het Licht. Zijn noon Daniel Simon Sibersrna bekleed:le het pre­ dikambt te K.oudum , Sehermerhoru en Middelburg , waar hij in 1728 overleed. Sibers in a behoorle tot die Coccejanen , die op de praktijk des Christeadoins a,andron.zen. Hij inuatte uit door ij ver oin de Jotlen tot het Ohristen.lo n te bren4ea , en get vele g,)(14e­ leerde schriften in het licht. vok 1),;oefen le hij ate Neierd. poee.y. Hij sch-eef : A Ischeids-predikatie van Siebierum. 8°. Intre-predikatie to lernaard. 8°. Geesleliike mensch Artist. L126. 8°. Pallzhoom des leoens. 16'i7, 1690. 8 °. I-loem der Christenen in Ciristo Jesu den Deere, hare ge­regtigivid, behelsende It Fundanent en Opbo . o der Eenige ware Religie , tot overtmiginie van Jodei , /Lai­christenen, en gerusteellinge van alien, die 3ekgrnmerd zijn over den we9 der zaligheid. En daar aitvloeilende praktijk der Christenen, or regte aard der deugden, die een gelovige to betrachten heeft, om zijn '1'08 ,22 in Christ° to bevestigen, 3de dr. Leeuw. 1637. Arrest. 1700. 8 ° . Bijbelsche Gedichten. Arnst. 1701. 8°. Fontein des Hells, arznyewesen in den Heidelb. Catechismus. Leeuw. 1691, 1696. Amt. 1727 , 1777. In 't ligd. Frank­fort 1699. 4°. Zie Boekz. 1777a. bl. 419. Abrahams Vrienclemnaal. Amst. 1714. 8 °. Over he Oude geloof. Amst. 1715. 8°. Golden Kleinoot en Moses, zeggenie: den Heere uwen Godl zult gij lielhebben, enz. A mst. 1715. 8 °. Zie Boeicz. 1725b. bl. 104. De tente van Sugar en Sara. Arnst. 1715. 8 °. Palmboom des vredes , opwassende voor Sion , onder veele 41 verdrmkkingen, tot een .vrtigi in 'I l aatsie der driven , nu herbloeijende in de tegenwoordiye vrede gewaalet met de magtiye honing vau Frankrijk , Lowijs de XI V. 17 t 3. Gouden Iteukallaar. A msf. 1716. 8°. Over het Evanyelium van Johannes. Arnst. 1717. 4°. Ware Christendom.. A mst. 1719. 4°. Mogen jk het/elide met Leere der Waarlieid. 1686. Zaligheit ugt de Joden. Amst. 1720. 8°. Wie een Christen is en hoe te worden. 1699. Anist. 1723. 8°. Ben lamp en hat moor 't Onde en Nieuwe Israel, vf ver­ klaring over de niterlijke dingen der wet , als de Besnijdenis , het Paschen, he Pin.esterleest , het Manna , ae Sabbath , de Rotsteen , ooh over de Ofierhande. Allist. 1723. 8°. Merkteekenen van den Messias. A rust. 1724. 6°. De eeniye en &dive wey orn te komen in '8 Hemels Paradije. Amst. 125. 8°. Onderzoek van den ouden Joodschen Catechismus. Amst. 1726. 8°. Paradtjsche Godgeleerdheid. Amst. 1727. 8°. Heerlijkheid Gods bii Oudenaerde. Anist. 1709. 8°. Heerlijkheid Gods bij Itammeleys. A mst. 1706. 8°. Heerlijkheid Gods aan den Donauw. Amst. 1704. 8°. Heerlijkheid Gods in Piemont. Amst. 1706. 8° , waarvoor hij door de Staten- Generaal met een gouden gedenkpenning werd beschon k en. De Throon van Gods genade , geboutot op den Throon zijner Heiligheid Amst. 1727. 8°. Zie Boekz. 1727b. bl. 76. Het woord des levens. Amst. 1703 , 1732. 8°. Leer der Waarheit in Naar voornaamste gronden geestelijk vergekken en openbaar gemaakt aan de Conscientie. Tot ver­liylinge , Heiligmakinge en Vertroostinye der zielen. Leeuw. 1700. 8°. (zesde druk). Utrecht 1749. 8°. Religie van honing David. Amst. 1722. 8°. I7erklaringe over den Propheet Jesaias , en zulks bevestigt uit het Evangelium, ten dienste van het Oud- en Nieuw- Israel. De geestelijke menseh, aenyezvezen uit de Verklaeringe over den H. Geest eu des3elfs vrnyten , door welke wij verlicht worden tot de regte kennisse Godts en wedergeboren of geheiligt tot gelovt ende de Liefde Godts in zijn zoon , den Illessias , onzsn Zaligmaker enz. Amst. 1726. 8°. Zie Boekz. 1726 b. bl. 172. Zie G r e y d an us, Naanzl. der Predd. onder de classis van Fra­neker , bl. 49, 104; II. Croese, Req. der Amst. Predd ; NV a g e­naar, Amst., D. VII. bl. 490; Paauw en V eeris, Vern. Kerkel. Alphab. , bl. 186 ; A beoude, Naamr. , IA. 332, Aanh. , hi. 195; Arrenberg, Naamr. , hi. 473; Ypey en 1)ermout, Gesch. d. Ned. Herv. kerk , D. III. bl. 363 very. in de Aunt.; Glasius, Godgel. Nedel 1. ; van der Aa, N. B. A. C. W oordenb. ; H. L. 6*3 Bent bem. Holt. Nirch and Schuien Stoat . Tb. I T. S. 66$ ; K 013" cher, Cicsch v. d. Cat., bl. 327; Acta erudit T. 111. &pal. sect. 1I. p. ssi ; Buekz. 728a. 61. 620 volgg. ; Ra bus, Boelcz. van Europa 17 , .0 , bl. 181 , 182; Jocher. S 1131 ItSM A (m r. J.) sch reef : de Collationibus. L. B. 1703. 4°. Zie M ulle r , Cat. Diss. et Orat. .p. 169. SIBINGA ( . r.Jschreei : de bardanariies. Gron. 1741.4°. Zie Muller, t. a. p. S1BLIN K (mr. H. It.) schreef : De sec. nuptiis. Traj. 1742. 4°. lie Muller, t. a. p. SI BRAN UA (JOANNES) , den 20 Sept. 1668 te Witmars­ sum geboren , bezocht de Latijnsche school en vervolgens de akademie te Franeker , waar hij met geen minder vrucht de philosophische en literarische lessen bijwoonde, dan de theolo­ gische coilegien van van der Waa ij en, Vitringa en It o 61 I. Tot voortzetting zij ner letterkundige studien begaf hij zich naar Leiden en Utrecht, waar hij de voorlezingen van den beroemden J. G. G r a e v i u s bijwoonde. In 1692 door de classis van Leeuwarden onder bet petal der candidates tot den H. Dienst opgenomen , opende zich een andere werk-kring dan de kerkelijke voor Sibrand a. Hij werd in 1693 met den titel van praelector in de Grieksche taal aan de boo­geschool te Franeker verbonden. Jammerlijk werd de 'groat­sche verwachting, die men van hem had, teleurgesteld , bij gaf zich aan eene losbandige levenswijs over , die hem den 18 Dec. l 696 in bet graf sleepte , na in het vorig jaar in het buwelijk te zijn getreden met Ida Swalue, dochter van Bernhard S w a l u e, med. dr. te Harlingen. Hij schreef : Dissertatio de Statu Judaeae Provinciae sub Procuratoribus veraque interpretatione Joh. XIIX: 31, in 1689 onder C a m­pegius Vitringa verdedigd , en vervolgens door zijn broeder Hera 1) vermeerderd met Observationibus quibusdam philologicis , ex Auctoris manuscriptis, Franeq. 1698 8°., later in T h. Hazaei en Conr. Ikenii Thesauri novi Theol. Philol. Dissert. .Exeget. T. II. uitgegeven. Diatribe ad 1 Petr. V: 5. Franeq. 1696 , ook in Hazaei Bibl. Brem. , Cl. V 11. p. 954. Ad 1. Gal. VI: 17. Franeq. 1696. De Macello, .1 Cor. X: 25. Franeq. 1698. 4°. Het ware Heiliydonz, toonende hoe de Heilige Godt niet anders dan met 6etooninge van eijne heiligheit in de ogerhande van den Messias , zijne genade aan den zondaar bewijst , en 1) Deze was s. min. cand. en corrector te Franeker , vervolgenspredikant te Waaxens en Kubaard. 41* 644 hoe daarenboven de Twee Pilaren van Israel Schein Ad'onia , dat is den max des Beeren , en Sckemang Local. enz. 1I: 4 , 5. Artist. 1719. 8°. Zie Boekz. 1719 b. bl. 129. Bet Nubile of gedachtenis van het villtigste jaar in de be­dieninge van Gods woorl verhandelt wit Psalm L XXI: I —18 , waarbij eene verklaering over de deugden en volmaektheden van Gods , anders zijne eiyenschappen. Amst. 1722. 8°. Zie Boekz. 1722a. bl. 26. Bekeerde Moordenaar. Amst. 1718. 8°. Diatribe de raculo Dodonaeo. Positiones philologicae in collegio privato an 1695 et 1696 disputatae. — Nolulae posihumae in Josephi Librum 1 dnliq. Judaicarum , in Havercamp, edit. T. I. p. 60 —65. Zie Prow-. An. Jo. Waieni ; Progr. fun. Sebast. Schelken ; Bibl. Breen. Cl. VII. p. 954; Saxe, Onom. T. V. p. 375; Vrie­ moet, AM. Fris , p. 707; Paquot. Aldm , T. I. p. 371; Gla­sins. Godgel. Ned. ; Kobus en de Rivecourt; Rabus, Boekz. v. Europa, 1698 bl. 294. SIBRANDA (PIB0), I lde abt van Lidlum, in de XIV eeuw. Uij niuntte door deugd en geleerdlieid uit, en overleed in 1328. Zie Sibrandns Leo. de vita et rebus a',batu . in Lidlum . bij M at-t h a e u s , Anal. Vet. aeni T III. p. 5 6 2 ; ()wilted. en ge.schenken v. Vriesl. U. II. bl. 173; F o e k e Sjoerds. Besch?.van Friesl. D. 1. bl. 456; /I e n r. Joan Arntzenius, Inst. .7., T.1.p.15; de W al , De Cl. Fri& Jurecons. Oral. , p. 6; Annot. p 3. SIBRANDSZ. of S1BRAN NUS kSiBBAND), een Fries, nam deel aan 't verboud der Edelen , en moeA zijil vadcrlandsheide boeten met verbanning. . Zie Winsemius,J, L. II. p. 90 ; Chart,rb. van Friesl. , D. III. bl. 727, 753; te Water, Verb. d. Edeien , D. III. bl. 293. DUS , zesde abt der abdij Mariengaarde te Hallum, die ornstreeks 1230 ha bestuur aryl vaardde , en orn zijne ken­nis en be:chaving wijd en zijd in eere was, opende bii of in het klooster eene openbare school , en plaatste aan haar hoofd zekeren rnagister F red eri k , die voor eerie aatizienlijke jaar­wedde in de morgenuren met zijne discipelen de heidensche paten en geschiedschrijvers , en ra het middaginaal A m b r o­si us, Augustin us en Hieronymus las. Zie Matth.,J, T. V. p. 250; Moll, Gesch. der Nederl. voor de Bern. kerk , T. II. p. 239, 240. SICCAMA (HENRIcus) te Leeuwarden geboren , studeerde te Franeker in de godgeleerdheid , werd candidaat en pae­dagoog aan het huis van den beer A. Ly c la m a a Ny eho 1 t, grietinan over Opsterland , te Beets , in 1714 predikant te Ouwsterhaule, in 1718 te Oudeschoot , in 1722 te Bergum , 645 1728 te Harlingen , 1732 te Leeuwarden , waar hij den 17 Dec. 1744 overleed. Hij gat in het licht : Kort begrip der waare Godtgeleertheit , of von& waarheden van de Hero. kerk. Hari. 1129., 8°. verm. druk. Amst. 1779. kl. 8°. Zie Boekz. 1730a. bl. 534. De eerste beginselen van de waarheit , die na de Godzaligheit is : Getrokken uit het kort begrip ; verm. met een alderbeknopst onderwV 8. Harl. 1732, 1742. kl. 8°. 3de dr. be zuivere en veilige yeloofsweg om getroost te leven en zalig te sterven , of een korte verklaringe en toeeiginge van den Heidelbergschen Catechisnzus in vraayen en antwoorden. Benevens een kort ontwerp van deselve , en nog vier oefeningen over het regte gebruik dee lleiligen Avondmaals. Leeuw. 1153. 2de dr. 8°. Zie Greydanus, Naomi. d. Predd. onder de cl. v. Franeker , bl. 53; E n gelsm a, Volgl d. Precid. onder de cl. v. Zevenwouden , bl 101; Eekhoff, Stedel. Bibl. van Leeuw. , bl 16 ; A r r e n berg, .Naamr.; A bcoude, Naaml., bl. 474; Koecher, list. v. d. Hei- delb Catech. , bl. 327. SICCAMA (Dr. ABELUS) , sedert 1759 advocaat voor den hove van Friesland , huwde de tweede dochter van Ferwerda, en werd hoek verkooper op den Eewal te Leeuwarden , waar hij auctien hield , doch weinig uitgaf. In 1781 , toen hij burge­meester werd , was hij mede uitgever van de Vestinybouw van Sid e r i u s. Later gaf hij nog eenige kleinere geschriften , benevens rnej. Burna , vertaling van Gregory en de stuk ken der Hem gerneente uit, (lie hij meest liet drukken door T j ai­ling (le Vries. Zie Eekhoff, Cat. d. Bibl. v. Leeuw. , bl. 206. 439. SIC CAMA (SIBRANDus), zoos van den volgende, om­streeks 1570 te Bolsward geboren , had gedurende 7 jaren tot leermeester Joan n es Fungerus, en bezocht in 1590 de hoogeschool te Franeker , waar hij zich op de regtsge­leerdheid toelegde , en den graad van doctor verwierf,, waarna hij in 1598 onder het getal van advokaten werd aangertomen. Niet Lang oefende hij de praktijk uit, daar hij secretaris werd van flasselt in Overijssel ; in 1602 werd hij secretaris van Bolsward. Hij nam 20 jaren tang dit arnbt waar, en overleed den 31 Mei 1622. Hij huwde U i I k j e Reins, in 16'4 gestorven , (lie hem 2 zonen schonk , 1. It e n a t u s of Rein, in 1600 geboren , studeerde te Harderwijk , en in 1620 te Franeker, waar hij zich op de godgeleerdheid toelegde. Hij werd vervolgens predikant te Wolsum en Westhern , en overleed in 1681, 2. Tj eerd, in 1604 geboren , studeerde te Franeker in de meuicijnen , zette zich als doctor in zijne geboortestad seder , waar hij in 1650 overleed. Zij n e geschrif ten zijn : he Judicio centumvirali libri II. Franeq. 1J, Halae 1723, 1776, curante C. 1/ 1. Zepernich , ook in Graevii Thee T. IL De veteri anno Romano Rommli et Numae Pornpilii antithe­ ses. Campis 15J9. 4°. Ouk in Thesaurus. Graevii, T. VIII. In Fastos Kalendares Romano$ praecidanea. Campis 1599. 40. Amst. 1600. 4°. met den titel Fastorum Kalendarium libri , ex veteruns monumentis , marmoribus , numismatibus , aliisque antiquitaturn /ragmentis , aucti et emendati. Ook in Graevii Thesauro. T. III. Epistola de vita et mote Godefridi Sopingii. Praentissa est Apologeticae responsioni Sopingii ad libellum anonymity:. Franeq. 1618. 4°. Lex .Frisionitin sive antiquae Frisiorum lives , a reliquis treterurn Germanorum legibus separatinz editae et notis illustratae. Awe­dunt statula optalbonica , anno 1323 rogata. Franeq. 1617. 40. G. H. Trotz had in 1758 het voornet en. dit werk net uitgebreide aanteekk. op nieuw uit te geven. Epistolae in Sylloge Matthaei post Alciatum contra V i­tanz monasticanz , p. 152 , 281, 316. Ook beoefende hij de Latijnsche en Grieksche poezij , blijkens zijne gedichten with* Herbajus, Res quotidianae , Lyeklama Membranae en Furmerii .zinnales. Hij betreurde den flood van R a p h. C I i n g h y 1, in een Gr. elegie , te gelijk met de oratie van Lycklama gedrukt. Hij v .enschte ook uit te geven : Commentarius ad Pragmaticam sanctionem Imp. Sigismundi de libertate Frisiorum ; Notae ad Statuta Opstalbomica ; .Arotae auctae et emendatae ad leges Frisiorum ; Comment. ad Tit. Dig. de officio praefecti Urbi ; Parerga , en een uitgaaf van Festus. Zie Struvius, Act. Liter , T. VI. p. 17; De Wal, de cl. Fris. Iuris. , p. 41, 161, 439 ; W i a r d a , Geschichte der alten Friesch Gesetze in Comment 3e Cl. Inst. Req. Bely. , T. I I p. 9; Sweertii, Ath. Bat., p 673; Val. Andreas, Bibl. Belg. , p 609; Fop-pens, Bib/. Belg. , T. IL p. 1095; Paquot, Mem , T. I. p. 88. Th. E berti, Eulog. Ictor. et Polit. n°. XCVL p. 103, 104 ; T o b. Magyri, Eponym ; Saxe, Onom. , T. III. p 45; Vriemoet, Elog., p. 100; E n g e I s m a , volgl. der predd. v d. cl. v. Zeventvond , bl. 126; Hugo, Gesch. des Rom. Rechts Seit Just. , §. 318; I-I oeff­ner, Comrnentar, , uber der Instatut. ,§ 477. y\ of I; Schwartzen­berg, Voorr v. h. Charterb. 1) I. passim; Halbertsma, Hulde aan G. Japiks, D. II. bl 337; Stamboelc v. d. Fries adel, I. 195. 11. 68. SICCAMA (TETARDus) of SICCAMA (TJAERD CLAESZEN), vader van den vorige, was Iicentiaat in de reeen , notarius publicus en secretaris van Bolsa'ard , welk arnbt hij in 1 -)78 aanvaardde. tfij had veel invloed hi zijn aeboorte4tati en op de inoerilIg der Hervorming, (lie hij iin k rack vourstond. Volzens-Jugler werd hij in 1:)99 lid der stater, van Fries-land , 't Been Miter eiders niet blijkt. ‘N as eels geleerd 641 nigh , die' behalVe in de regisgeleerdheid ook in de geschiedenis zijn vaderland zeer ervaren was. Hij schreef een ehronyk van hetgeen er in zijn leettijd geschied is, waarvan F n r m e. ri us, die haar iY 1604 van zijn zoon te leen ontving , gewag maakt. Ouk moet hij zeer welsprekend zijn geweest.. Hij haw& Seer p k e van Fop in a, in 158 2 gestorven , en liet drie zonen na , Si bran d us (die voorgaat) en Ni cola as, die in 1596 te Franeker kwam , om in de regten te studeren en een Epigram vervaardigde voor de Fastorum Kalend. libri8 van van zijn broeder. Zie Winsemius, Chr. v. Vriesl. , bl. 374, 626, Hist., T. VI. d. 439 , 457 ; J u gl er , Beytrage zur .Turistischen Biographie , T. III. p, 179 ; De W a 1 1. c., p. 160 , 161 Halbertsma en Stamboek , t. a. p. SICC AMA (3 off AN HoRA) werd den 18 Augustus 1802 te Groningen geboren , en had tot ouders Hares Hilatius H o r a S i c c a m a, uit een oud en aanzienlij k geslacht gespro­ten , in vervo4.7, van tijd schout bij nacht , en lid van het hoog militair geregtshof , en vrouwe Amelia Carolina Falck, Zuster van den beroemden staatsman van (lien imam. Hij was de oudste zoon an een talrijk gezin ; sedert 180 te Utrecht ge­vestigcl. Hier ontving hij de eerste gronden van onderwijs, niaakte zich het Fransch en Engelsch eigen , en kwam ten jare 1813 ender de onmiddelijke leiding van den verlichten en weisprekenden predikant F. van T e u t e m. Gedurende 5 jaren tot hoogere studie voorbereid en gelukkig ontwikkeld , werd hij in 1819 te Utrecht als student ingeschreven , waar Schriider, van Heusde en Adam Simons zijne meest geerde en geliefle leermeesters waren. Na in 1828 zijn Spe­cimen inau yui ale de Ministerio public° met den hoogsten lof verdedigd te hehhen , en tot doctor in de beide regten bevor­derd te zijn , deed hij een uitstapie naar Londen , hij zijn oom van F a 1 c k , waar hij de voornaamste ministers en diplomaten dien tijd leerde kennen. In Nederland terug -gekeerd werd hij door het hoog, militair geregtshof tot commies grittier aangesteld , en , ongeveer neaen jaar later, na het overlijden %an mr. Jacobus Sche 1 tema, tot suhstituut grittier hij hetzelfde collegie bevorderd (1838), en eerst den 8 Fehruarij 1S40 verkreev hij den werkelijken rang van grislier, welke betrek­ king hij tot zijn Hood vervulde. Si c c a ma was een man uitstekende verdiensten , die door den hoogleeraar V reede in ziine belaneTij ke levertschets , waaraan wij deze hioLiniphie otaleenden , ntardiglijk zijn aan het Licht gehragt. Van zijrie in den zin der auden doorge­ (lro? u studie, getui.s.fen zijne vertalingen van Grieksche en Romein•c!le clas.ici, VHC . zijne 1100VY ini,:enomenlit id met 0 ssi an zijne o.erhrerr2irrg van het ArPeden/iPd, order de door hem nagelaten papieren Neon letterschat , die hij het enkel overtigt 648 met verbazing vervult , onder welken ook vele onuitgegevene , door V reed e vermelde geschriften , en een reeks van aan­teekeningen , gevonden. Als student reeds nam hij deel aan de Gekortwiekte Faam , een tusschen 1825-1827 door eenige uitgelezen jongelieden , op bet voorbeeld van de Arke Noachs , door Falck en zijne vrienden uitgegeven Universiteits blad. Van zijn vaderlands­liefde gaf hij blijk toen hij in October 1830 met de Utrecht­sche schutterij te velde toog , en in het vtaur bij Calmpthout, tegenover den vijand zijne onverzaagdheid betoonde; doch die liefde blonk niet minder uit in zijne veelvuldige geschriften. IJverig aandeel nam hij aan de uitgave der Bijdragen tot de kennis der Nederlandsche en vreemde kolonien, waarin eenige der boncligste stukken uit zijne welversneden pelt voorkomen , en welke verzameling werd geopend met zijn Overzigt van de verrigtingen der Engelschen , ten aanzien van slavernij eu sla­venhandel. Hoogst belangrijk was zijn in October 1850 , als lid der paatselijke scboolcommissie, ingediend verslag wegens eene , zoo hij dacht te ver gedrevene wetenschappelijkheid in het aan bun opzigt aanbevolen schoolwezen. Hij nam een kortstondig aandeel aan de Nederlandsche Gedachten v to mr. G r o e n van P r i n s t e r er. Van zijn politisch doorzigt ge­tuigde , zijne in 1833 geschrevene grondige kritiek van het met wegslepend talent bearbeid Essai sur la neeessite du re­tablissement du Royaume des Pays Bas , eons le rapport du systeme politique , connu sous le nom de spike de la Barriere, in welke even cordate als kiesche bestrijding , de beginsellooze handelingen der Londensehe conferentie en het dubbelzinnig gedrag der Nederlandsche regering werden getoetst. Uok zijn van zijne pen : Twee verzoekschriften , ingediend door burgers van Leyden en Utrecht. Utrecht 1847. Neerlands volksaard en staatswezen in verband bsschouwd. Eene voorlez. gehouden in het leesmuseum te Utrecht den 1 sten Maart 1844. Utrecht 1844. Verhandeling over de heerschende trekken in de nieuwe be­schaving (in het Museum den 6 Maart 1840 gehouden) , in Alt,. Letterk. Maands. voor 1850 11°. 8. V oorlezinq over Nederlands grond en leschaving in verband beschouwd , gehouden in bet Natuurk. Gezelsehap te Utrecht , 8 Maart 1839, in Alg. Letterk. Maands. voor 1840. n°. 7. Siccama was sedert 19 Juni lid der Maats. van Ned. Letterk. , en overleed den 2 October 1855. Zie Hand. der Maats. 1854 tot 1855 , bl. 3. SICHTERMANNUS of SICHTERM AN (GERRIT) werd den 24 Julij 1688 te Groningen geboren. Hij was een zeer erva­ren letterkundige en regtsgelrerde , doch gaf aan den krijgs­dienst de voorkeur. Bij zijn overlijden , op den 11 Febrkarij 649 1730 , was hij kolonel der infanterie en bevelhebber der ves­ ting Grave. Hij schreef eene Dissertatio de poenis militaribus Romano-rum. Groning. 4°. Amst. 1708. 12°. S t r u v i u s prijst dit werk zeer , en noemt het een "eruditus tra.ctatus , quo multae leges variaeque antiquitates optime illustrantur." Zie Struvii, Bibl. Jur. Sel., p. 246; J. F. Juglers Bey­ traege . zur Jur. Biogr. , T. II; p. I. n°. XVII. p. 220-221 ; Saxe, Ononi. , T. VI. p. 88; Kobus en de Rivecourt; V er­wo er t. SICHEM (CHRISTOFFEL VAN) de Oude, waarschijnlijk in Holland geboren , vestigde zich te Bazel. Daar was hij als kunstgraveur werkzaam. Men vindt o. a. platen van zijne band in: Die dreizehn Ort der loblichen Eidyenossenschaft des alten Bundes holier Teutscher Nation, mit yar lustiyen and schonen Eiyaren u. 8. w. Gedruckt zu Basel , bey Christoffel von Sichem , Formschneider. 1573. in fol. Griindliche Beschreibung des freyen Ritterlichen and chen Kunst des Fechtens u. s. w. parch Joachim. Straatsb. 1570, Augsburg. Anno 1600 in 4°. oblong ; in den Titus Straatsb. 1574 en 1596 in fol. , en in den flavius Josephu8. Straatsb. 1581. Hij woonde in 1580 te Delft. Zie K ra m m. SIC LI Ell (CHRISTOFFEL VAN), de Jonge, figuursnijder gelijk , hij zelt zich noernt op de titels zijner werken , waarschijnlijk de zoos van den vorige , omtrent 1580 te Delft geboren, woonde ten jare 1603 te Amsterdam , in 1608 te Leiden. Het jaar van zijn overlijden is niet bekend , doe!) zijne werken zijn tusschen 1601 en 1646 , in welk !waste jaar hij zich te Amsterdam ophield , uitgegeven. Hij was een leerling van Hen r i c n s Goltziu s. Zijne houtsueden zijn zeer menig­vuldig , en die der gewijde geschiedenis , meestal kopyen naar beroemdste meesters voor zijn tijd. Zijne prenten komen voor in Biblia Sacra. Dat is : lie geheele Heylige Schrifture enz. versiert met veel schoone jiyuren , yesneden door C. v. S., voor P. J. P. Eerst t' Antwerpen bij Corn. verschuur. Ende nu herdruckt bij Pieter Jacobsz. Pads. 16-46. in fol. Oude Testament enz. Eerst t' Antwerpen In) Jan van Aloe­rentori , ende nu herdruckt bij Pieter Jacobsz. Pads. 1657 in fol. ; in De kindsheid onzes Ileeren J. C. bij denzelide. 1617. in 12°. ; Berm. Hugo , Pia desideria , .Emblemata etc. Antv. 1628. 12°.; De Passie in 9 bl kl. 8°. ; De 12 Apostelen , k I. 4°. ; De kerkleeraers 4 bl. in 16°. Het Tooneel der Hoof? ketteren. Bestaende in varscheyde (21) A lbeeldsels van valsche Prophee­ten , Naecht-loopers , Gee8tdrajvere, Sectarissen en Duyvel- 6;,U kunstenaren. Byeen veryadert en in 'I cope?' yeSneden door U. v. S. Te Middelhurg enz. Anno 1660 in fol (De eerste Lat. uitg. is van Arnhem 18 pl. doch de meeste zijn van C o r-n e I i s); Historische Beschryvinye ende aibeeldinye der V or . nemste Hooft-ketteren, so van de Catholycke ende Christelycke Kerke, yhelyck als swermers ende dzvaelyeesten ver6annen syn, enz. Arnst. 1508. fol. (eerste druk van het voorgaande). .Lusthol der zielen-inhoud: Het leven ende lijden onses. Heeren J. C. met meditat. Baer op , uyt Lud. de Ponte , S. J. -2. De Wercken der App. 3. De Openbarinye van St. Jan , met corte verclar. uyt de H. Out- Faders. Mlles in 30t) schoone jiyugren qhesnedan door C. v. Sichem. Leven 1629. 80. Voorts heeft men van hem: .Be Evanyelisten. nt Amsterdam by Christ. van Sickens , .Fiyursnijder in de seylende windtwayhen; Bibels Tresoir ; de 12 Maanden, de Zeilende Irayen door Stevin uitgevonden. Zie Inittetztel; Kramm. SICHEM (CHRISTOFFEL VAN), koper- en bout graveur, om­streeks 1;00 . te Amsterdam werkzaarn. Het portret van Pau -lus Hoc/Welder , en de titelplaat voor C o rn in e 1 i n s' Hortus ./Inzstelaedanz. AMA. 1701 in fol. zijn o. a. van zijn werk. Zie Kramm. SICHEM (CoRNELis VAN) arbeidde met C h ri stof fel - de Oude, en K a r el (die volgt). Vol ens B a s a n zou hij over de 6000 platen gegraveerd hebben. De figurer) der Vorsten in de Geschiedenis d. Nederl. van E. van II e y d , Arnhem 1626 In fol. zijn van hem en Karel. Ook vindt men zijn monogram op de meeste platen in de boven aanget. Hooft-Ketteren. Zie Kramm. SICHEM (KAREL VAN), reeds in den aanvang; der 17cle eetiw met Christollel werkzaarn. Bij Nagler vindt men van Kern 21 portretten , ; stuks gowijde en een kerkelij k °rider­werp , dour hem gegraveerd en beschreven. Lie Kramm. SI:f1 EM (P. C. vAN), graveur van een mansportret, doch dit zou volgens Nagler, dat van Otto Henn van Schwart­ zen burg, een schoon en zelthaarn portret door C Ii ristof f el de Jonge zijn. Zie Kramm. SIC HE N111. S (PETRus) was eerst pastoor te Koudurn nani , de hervormde leer toegedaan , in 1567 de vlucht , weal in 1576 te Purmerend heroepen , in 1583 te )ein um. Ook was hij dat jaar Scriha der Synorle te Franeker. In 1587 scirreef Pet r u s I) a t Ii en it s hem Teri belaiquijk , die in D. VIII van bet Jrchiel voor Kerk. Gesch. van Kist en ti j Roy aards bewnard is. Dathenus noemt hems dV ir erudi­tione et pit:tate eximius.” Zie G r e ij d a n u s , Naaml. der Predd. in de cl. v. Franeker, , bl. 144 ; Paauw en Veeris, Vern. Kerk. Alph. , bl. 187; Winse­mius, litst., L. II. p. 88; Schotanus, Eris. btist., p. 741. Sic KES (J ELSE) , sedert 1514 grietman van Smallingerland , was een aanhanger van de Saksische partij , en moest , dewijI het meerendeel der ingezetenen zijner grietenij de Geldersche aankleefden , de vlucht naar Leeuwarden nemen. Ue kans schoon ziende, trok hij met zijn zoon en eenige andere waag­halzen den 25 Februarij 1515 naar Oudega, en stak aldaar den brand in het dorp, zoodat wet 35 huizen vernield werden. Spoedig evenwel kwarnen de inwoners op de been , en het gelukte hem met hunne naburen uit de omliggende dorpen , op het luiden der klok gewapend bijeengekomen , de over­weldigers te verjagen , en twaalf hunner te dooden , waaronder zich bevonden Jelle Si ekes zelf, zijn zoon en een procu­reur of advocaat van bet hof, mr. Dirk genaarnd. Zie Gabbema, Verh. v. Leeuw., bl. 297; Schotanus, Fries. Gesch. bl. 564; v. S m i n i a , N. .Naaml. v. Grietm. , bl. 138, 139. SICKINGA (InsARD), werd in 1581 raad in den hove van Fries-land. Bekend is zijn vrije taal tegen Caspar de Robles, die het hof wilde gebruiken tot invoeriw; van voor de Friezen zeer onaangename belastingen. Zulks had de ongunst van den stadhouder ten gevolge. Zelfs werd hij (willen somenigen) in zijn huis gebannen; 't geen hij zoo zeer ter harte nam, dat hij (1570) van droefheid stierf , en alzoo de hangende proce­dures van den procureur general buiten gevolg bleven. Dr. George W estendo r p, later vermaard koningsgezind syn­dicus , was zijn opvolger. Zie Carolus, de reb. gestis Casp. de Robles , p. 218 ; S chat a­n us , Friesche Hist.. p. 787-790; Winsemius, list. , p. 177, 178 ; Scheitema, Staatk. 1Vederl. SICKINGA (PIETER VAN ) , heer van Zuidwolde, grietman van Barradeel , een Ommelander edelinan , was kapitein en drossaard te Harlingen. Den 4 November 1577 kreeg hij van den stadhouder Rennenberg, last , om met Francois van Pi penpuy, grietman van Hemelurner Oldephaert, de geschil­ierr de gedeputverden en de soldaten, die in (le Lem­mer in bezettinv, lat4en , te vereffenen. In den aanvang van het volgende joar overleden zijride , werd tot op de benoeming van zijn opvolger de secretaris Hermannus G r a p heus tot substituut aangesteld. Zie Charterb . D. 11. hl. 1163, D. II. bl 1163; v. Sminia, N. Aaaml. van Grietm. , bl. 209. SIC KING A (TJALK A,.t) kvas oinst reeks 1575 van de Spawn sche zijde tot ,y,rietman erg dijkgraaf van Wijnbritseraileel be­troernd , en was ook vartudrig. 652 Hij huwde N. Maack e van Siercksma. Zie v. Sminia, t. a. p. bl. 297. SICKINGA (PETER) , beroemd staatsman , burgemeester te Groningen. Hij is tot belangrijke bezendingen gebruikt , zoo als in 1 504 naar Vollenhove om een stilstand van wapenen te treften , later vergezelde hij meestal Willem Fred e r i k s en J e l m e r Can te r. Een ijverig tegenstander der heersch­zucht van de Saksische hertogen , had hij een groot decl aan het inroepen van den hertog v an Gelder, en werd dikwerf aan hem gezonden. In I 521. handelde te vergeefs met de Bourgondische Friesen tot vereeniging. In 1525 betoonde hij grooten ij ver in het dempen van het oproer, en werd benevens drie andere regenten gedwongen , zich als burgen voor stads schulden te stollen. Bij het toenemen van 't oproer , verliet hij de stad , en trok naar den hertog om dezen van den stand der taken te verwittigen. No barstte de woede nog meer tegen hem en zijn scboonzoon J oh an J a r g e s uit. De weifelende handel van den hertog en van den stadhouder van Merwick, the deel had aan de opstokingen van 't gemeen , deed hem afweztg blijven. Dientengevi—ge had hij weinig Leeds van het in 1527 hervat oproer. La ter vinden wij niets van hen aan­geteekend. Vele jaren * act iereen was hij (honore consulari continuato zegt E m m i u s) ourgemeester geweest. Hij was de zoon van . eye Sick i n ga en Lam k e Ja r­ges, en huwde in 14,93 Wennegien Alma, doehter van Ile Alma en Bywe Broersema, en liet na den zoon, Jan , en eene dochter,, F e y e. Zie E m m i u s , list. Fris , passim ; Tegenw. Stoat an Gron. , D. I; Scheltema, Staatk. .Nederl.; Kobus en de Rivecourt; Verwoert. SI('MA (LAmBERTus) , doctor in de regten , werd in 1632 grietman van Gaasterland en overleed den 4 December 1636. Zijne vrouw was Aaltje Jori s. Zie v. Sminia, t a. p. bl. 380. SI DERI US (MATTHEus), zoon van Si ck e Si d eri us, rentmeester van Leeuwarden , werd aldaar in 1693 geboren. Hij klom in dienst van den lande op tot den rang van luite­nant kolonel en ingenieur,, en overleed voor 1781. In dit jaar verscheen van hem : La Theorie de la Fortification , re presentee dans lee trois methodes de fortifier de M. de Vauban, avec un examen exact cur lent.s principales maximee , principes et manieree de construction Leeuw. 1781 met 29 uitslaande platen , 80. Hiervan verscheen te Amsterdam in 1784 eene Hollandsche vertaling. Zie Eekhoff, Cat. der Bibl. van Leeuw., bl. 128. SIDEMUS (JOHAN GEORGE) , neef van den vorige , was 653 kapitein•ingenieur in dienst van den lande, en verdedigde in 1794 merle Sluis. Gie Bosscha, Ned. Heldend., D. III. bl. 112; Eekhoff, t. a. p. SIDERIUS (Mr. MEINARDUS), geb. te Leeuwarden , neef der beide vorige, promoveerde in 1777 in de regten , bekleedde vele staatsbetrekkingen , als: die van secretaris van Doniawer­stal, en van bet provinciaal bestuur, president der commissie van landbouw enz., en were wegens zijn veelomvattende kennis en edelen in Borst door alien hoog vereerd. Hij overleed in 1829 te Wolvega, wear hij de oude Lycklama-Stitis had laten herbouwen , en vvelks latere hewoner, de kolonel F. S. K I ij n s ma, in 1845 zijne nagedachtenis poogde te vereeren door het plaatsen van een eenvoudig gedenkteeken op zijn graf ; terwijl hij zijn lot verkondigde in het geschrift Geschiedk. Her­innerinyen nit OM- en trest-Stellinywert. Meppel 1861, bl. 8. SIDNEY (PHILIP), was de zoon van H e n r y Sid n e y , Lord inslice and Deputy van Ierland en van M a ry , dochter van D udl ey, hertog van Northunberland , en zuster van Ley c ester; de zut,ters zoon , dus de voile neef van L e y­cest er; een zijner broeders was R ober t Sidney, %len de beroemde Joh n Ow en een zijner Epigrammen opdroeg 1). Zijne zuster was de bekende gravin van Pembroke. Hij werd den 29 November 1554 te Penshurst , in bet graaf­schap Kent geboren. Na zijne letteroefeningen te Oxford en Cambridge voitooid te iiebhen , reisde hij door Duitsehland , Frankrijk en Italie, en , in Engeland weergekeerd , werd hij de gunsteling van Elizabeth, die hem tot hares gezant aan bet hof van Oostenrijk benoewde en tot ridder sloeg. De geschiedenis noemt hem meen parel aan Eliza b e t h 's kroon ," //de wellust van alien ," //het sieraad van 't hof ," "den lieveling van den adel," en vermeldt van hem menige anecdote, die hem als een volmaakt hoveling kenschetsen. In 1585 verliet hij het hot ors zich order zijn oom L ey cest e r in Nederland in krijgs- en staatazaken te oefenen. Hij werd gou­verneur van Vlissingen , den 22 September 1586 te Warns-veld gewond , en overleed den 17 October daaraanvolgenden te Arnhem. Lijn dood dompelde Elizabeth en Ley cester in rouw , en werd in Nederland en Engeland een onherstelbaar verlies geacht. NMaer die grootste schade (schreef Reyd 2), was dat Sid n e y in 't dicke van zijn been werd geschooten , daer aen hij binnen Arnhem stierf, levende nog soo langhe dat 1) J. O w e n i Epigrammata , (Artist. 1640) p. 89. Deze Robert werd in 1563 Earl of Leicester ob. 1626. aet. 63. Hij huwde B a r-b ara, heir of I. G a n age, Esq. Behalve Rob er t, had hij nog eene zuster Mary, gehuwd met Henry, Earl of Pembroke. 2) 11, ed. Gesch. , bl. b3. syn huvivruum (de dochter van Francis VII alsiogham, met welke hij in 1383 gellu,v(1 was , ell (lie later Intl fief) gnat' van Essex hertrouwde 1 ), uyt V listingen C111;1111 ende hem sprack. flij was ten gruot . nuenig joneinall vaa m . trent dertigh jaren." "Maer aen der Engelsehe zijde ( het zijn cle wuorde . van Richard Baker 2), wiert er een verslaghen meer waerd als cl'andere te sa . en , sir Philippus Sidney, weleke zynde zyn paert onder hem ghedoo(lt , en klitninende op een ander , wiert in de dy geschoten , stervende 25 daghen daerna in de flour syns ouderdorns. Syn lyckstaetsie wiert heerlyck ghehouden in Sint. Paula kercke te London. Jac o- b us, koninck van Schotlandt maeckte zijn epitaphium 3) , en beyde universiteyten verheerlijkten syn doodt." Ouk andere Engelsehe dickers hieven treurzangen aan maar niernand be• weende hem bitterder clan zijn jeugdige vrier,d Janus Dons a. Nog kan men de gedichten , die hij bij zijn afsterven vervaar­ digde onder zijne Funera lezen. Zij zijn gedenkteekenen van Sid neys en Dousa 's innige vriendschap 4). In een dezer gedichten vergeleek hij Sid n eys, dood met dien van Codr koning van Athenen. Baudi us vervaardigde hem een graf­ schrift. Het is niet onwaarschijnlijk dat Si dney, bij langer leven , een der grootste krijgshelden , staatsmannen en letterkundigen zijner eeuw zou geworden zijn. Reeds in Duitschland had hij zich als krijgsman onderscheiden , in Vlaanderen aan de zijde van Maurits gestreden , en Axel helpen veroveren. Als staatsman werd hij boven Leycester, als geleerde boven alle zijne landgenooten gesteld , en wat ziine overige hoedanigheden betreft , de levensheschrijvers van Elisabeth noemen hem : "a gallant and accompl:shed man." "In the sweetly constituted mind of sir Philip Sidney (schreef de oor­deelkundige Charles Lam b), it seems us if no ugly thought nor unhandsome meditation could find a harbor , he turned all 1) "About this time Essex married the widow of the lamented sir Philip Sydney, who was a daughter of Walsingham. This was gall and worinword to the queen , who , however gradually seemed to forget the offence." Pict. hist. of England, p. 679. Sidney had hij zijn vrouw Frances eene dochter Elizabeth, geboren in 1585, en gehuwd met Roger Manders earl of Rutland. lie de Geslachtlijst in Diary o f the times o f Charles the Second by the honourable Henry Sidney. Lond 1843 vol. I. 2) R. Baker, Chron. v. Engeland , U. II. bl. 379. 3) Medegedeeld door Co llot d'Escur y, in Hollands roem , D. III. hi. 72. 1k) J. D ousa e Poenzata (edit. 1704), p. 97-102. Onder de Odae Brittannicae , is Ode V aan Sidney gerigt (voti solutio ad illustrem virum D. Philippurn Sidneum Lienrici pro-regis Iliberniae f. quum eidem Petronium Arbitrem nzitteret).