VAN DEN AANBRENG VAN 1511 EN V -yERDERE TUKKEN TOT DE FLOREENBELASTING BETREKKELIJK UITGEGEVEN DOOR HET FRIESCH GENOOTSCHAP VAN GESCHIED-, OUDHEID- EN TAALKUNDE. DEEL III. ------sw---3---- LEEUWARDEN, H. KUIPERS. IN11011D. Bl. Verklaring op den aanbreng in Ferwerderadeel van 1540 . 1 Uittreksel uit het rekenboek van de patroons en beneficiale landen en renten van Wirdum . . . 118 Extract uit de Quaatclap 's Hofs . . . 120 Uitdeeling der zeedijken van de buitendijksters der vijf dee- len en aanbreng der landen daaronder behoorende van 1546. 12 FERWERDERADEEL. -----y--4elmi.G.Stir...--------- Copie wtten verclaringe gemaeckt in Anno xv C ende veertich opten Olden Aenbreng van Ferwerderdeel van Anno xv C ende Elf, bij Meijster Albert Aernsma Raedtheere inden Houe van Vrieslant, Meester Sijdts Tijaerda ut Oestergoe, Meester Jarich Dekama , ut Westergoe , ende Jonge Jancke Douwema, ut die Sevenwolden , bij den voorsz. Houe door versoeck van de gemeene landen daertoe gecommitteert , Doch dat Mr. Jarich in Ferwerder- deel niet mede is geweest vermidts cranckheijt. Ende deze verclaringe is alleen gemaeckt in Leuwerderdeel ende Ferwerder- deel , ter cause dotter veel landen van de Saten affgebroken word- den die verduij stert waren. Ende oock andere diemen niet en wiste wie datze gebruijckte, Ende die Zaten daerse affgebroken worden allijcke wel die schattinge ende ongelden mosten betalen. Ende Hal- lum is bijgonnen opten xxix Augusti. Ende soo die winter aen quam hebben zijt met die voorsz. twee deelen laten berusten (*). Hallum. viii 1 xxvi st. Grosse Stinnertsz nu meijer van Fecke Botnija bruijckt van de Landen bij Thijs opper Werdt Anno elf aengebrocht als does meijer van Wilcke Rijnge dochter. Te weten int eerst twintich ponde- maten taxeert op Acht floreen xxvi st. Dije Kerckvoochden , Rechter ende Gemeente van Hallum hier bij wezende , seijden , dat haer Patroon voor die xii stuuers die Reenck Wiertsma in den olden Aenbreng aengeschreuen waren behoorden , daerin to hebben vier Schape gras. (*) Het oorspronkelijk extract berust in het Archief van Gabbema, in bewaring van het Friesch Genootschap. III. 1 2 FERWERDERADEEL. m ff. Noch bruijckt voorsz. Gosse als meijer van Fecke voorsz. ses Pondematen, die begrepen zijn in Henno toe Coersloets Aenbrengh, onder die titel van die drij floreenen renten Womck Sijthiema doen aengeschreuen. Ende worden hiernae Wopcke Hennoz toe Coersloet afigeschreuen ende hier aengeschreven , salse daerom hier beschieten voor drij floreen. Deze landen liggen tusschen Coersloet ende den Zaete Baer Andries op woent opt Teri) ende Eernst Goslinga heeftze van Fecko Botnija gecoft. Rijnthie Wijrtsma bruijckt nu als eijgen die landen, bij Reenck als eijgen Anno xi aengebrocht , die nu hieten Acht ende Veertich pondematen , taxeert op sesthien floreen. xx fl. Welverstaende dat Rinthie nu meer landen bruijckt, die welcke zoo te vermoeden is , van die ander Zate genomen zijn , zoo die nu niet grooter is dan dertich Pondematen , ende in den olden aenbrengh was vijf en veertich pondematen ende worden die lan- den hier particulatim specificeert. Int eerst die Principale fenne twintich Ponten. Noch opt suijdt vant huijs vijff ende twintich ponten fenlandt, saedtlandt ende meedtlandt tzamen. Noch vijff Pondematen meden op Wraudtsche Sterdtlant. Noch drij Ponten liggende ouer die Ee bij Bethleem , ende dit tzamen taxeert op twintich floreen. Hier behooren thoe vier ponten meeden liggende op Wrautsche Stertlandt opt eijnde vande Vier, die welcke Renick Wirtsma gegeuen heat tot die Sacraments misse , ende nu gebruijckt worden bij Heer Pieter ende zalse beschieten voor twee floreen , ende zijn aen zijn Corpus ge- schreven , Ergo hier nihil. schreven , Ergo hier nihil. Dit is Schet- Jan Jacopsz nu meijer van 't Conuente van Mariegaerde van werda zaete. Jow Sijbez ende Rijntze toe Kempama Wier, nu woonende toe xiv ft. Wijrtsma, bruijckt vande landen bij Thijs Claesz Anno xi aenge- brocht niet meer dan dartich Ponten van de vijff ende veertich brocht niet meer dan dartich Ponten van de vijff ende veertich pondematen , van welcke dartich ponten dat Conuent van Mari- gaerde toecomen Thijen ponten als haer besproken zijnde van Reenck, ende Rijnthe Wijrtsma comen bier aff toe vier ponten , dat ander coempt Jow Sijbez salff ijtlijcke renthen die wt Jows deel ander coempt Jow Sijbez salff ijtlijcke renthen die wt Jows deel gaan , alsoo dat Jan voorz. dit poerceel beschieten zal voor veer- thien floreen. thien floreen. Die meerder zomma van dese vijff ende veertich ponten , die zijn te voren op Rijntie Wijrtsma declareert ende aengeschreuen. HALLUM. Perdimus Aen Bijnthie guedt ende dit voorgaende goedt worden verloren sesqui fore- twee florenen rente, want men die landen daertoe behoorende niet nen. conde ergens verqsEchen. Ende hoewel wij nochtans die ander landen meer gerekent ende hoogei taxeert hebben , dan zij van olts getauxeert waren. Dit beet van Heercke Pietersz ende Jan Hendrickz nu meijers vanden Conuente olts Foclama van Gernaeidt bruijcken die landen bij 'Telmer Anno X1 angebrocht ende lecht bij Os doen meijer vanden zelven Conuente, te weten vier ende veertich Meijierdt. pondematen taxeert op veerthien florenen. xiv fl. xxi fl. Douwe tho Cobert nu meijer vanden Conuente voorsz. bruijckt van de landen bij Jacob thoe Cobert Anno xi aengebrocht te weten vijftich Pondematen taxeert op een ende twintich floreen. Heer Jacob van Naerden Kellenaer vanden zelven conuente voorsz. heeft declareert opten eersten Septembris Anno veertich dat Douwe thoe Cobert bruijckt Thijen ponten die in tijden vanden olden Aenbrengh ontlant plegen te wezen ende nu goedt landt beghinnen te word- den ende worden daeromme bier nu aengebrocht ende taxeert op in fl. drije floreen een oerdt. Dit lecht aen- Claes Albertsz nli Meijer vanden Abt van Marigaerde bruijckt nu de Heere vanden landen bij Epo Epez Anno xi aengebrocht aisdoen Meijer Wech ende vanden zelven conuente. Teweten twee ende dertich pondematen. Epo Douwma Waeraff Mijnck Mijnckz van zijn Wijffs wegen toecomen twintich heft die xx Ponten en drij eijnssen. ponten ende Dat ander den Abt voorsz. ende dit parcheel doen taxeert op drij eijnsen derthien Floreen. gecoft. Dit lecht aende Heere Wech ende Epe Douwma heeft die xx ponten ende drij eijnsen gecoft. xIV stuuers. Nock was opten voorsz. Epe Anno xi aengebrocht een pont als- doen toecomende Rijoert Abbinga taxeert op viertien Stuuers. Deze ponte lecht bij Taecko huijs opper fenne, Mariegaesters naestlegers ouer die sloet opt Oest, ende wordt nu gebruijckt bij Homme Foppez Graetz Cammijga meijer. fl. xiv st. Noch was opten voorsz. Epo Anno xi aengebrocht ses gras, als- doen taxeert op anderhalff floreen. Deze wordden nu gebruijckt bij Jetz Sijouke Wedue Meijster Sijdts Tijarda Meijersche. Dan neffens dese ses gras meijersche van tconuent van Marigaerde. Ende is nu een besloten kaeg liggende buijten dijck ende salse daerom die selue kaeg beschieten voor een floreen veertien st. FERWERDERADEEL. xvit Taecko Jeppesz opper fen nu meijer van Marigaerde bruijct die landen bij hem zeluen Anno xi aengebrocht. Te weten vijff ende viertich pondematen taxeert op seuenthien floreen alsdoen meijer vanden zelven conuente. xi! ft. Herman Lousz nu meijer van Jelger Feijsma toe Husum bruct van die landen bij Sijbren toe Iloegehuijs Anno xi aengebrocht alsdoen meijer van Renick Emingha ses ende twintichste halue ponten vijff gras opt werp doen taxeert op twelff floreen. iv ft. Noch hadde die voorsz. Sijbrandt Anno xl angebrocht Acht pon- ten Obbe Scherger doen toecomende ende taxeert op vier floreen , deze landen zal nu beschieten Haijo Jacobz als hebbende die in- den huijr van voorsz. Obbe. 11 Noch hadde die voorschreuen Sibrant Anno xi aengebrocht twee floreen renten sonder to specificeren die landen daer of toecomende Lijuwa Hillama, Meijnerdt Hillama Declareert nu dat dit zijn drij ponten landts daer nu een op woont Jemme Saeckez , die welcke hij hier beschieten sal voor twee floreen. Ende Meijnert Hillama verclaert datter noch achtien gras op t werp liggende zijn ende mede in die voorsz. somma begrepen zijn. Zwarte Wolda. Sijbe Aelthiez nu meijer van Mr. Slits Tijarda bruijckt vande xi ft. landen bij Sippa Anno xi aengebrocht alsdoen meijer van Womck Sijthiema. Te weten vier ende ponten taxeert op elf floreen. vi fl. xiv st.Jets Sijoucke weduwe nu Meijersche van Mr. Sidts Tijarda bruijckt van die Landen bij Gossa Anno xi angebrocht alsdoen Meijer van Womck Sijthiema. Te weten Eir pondematen ende vijff gras opt Werp taxeert op ses floreen veerthien stuuers. xii St. Johan Sipckez nu meijer van Douwa van Burmania bruijckt van die landen bij Gabbe Jarichsz als Meijer van Jemma Her Juijsma Anno xi aengebrocht ses ende twintichste half Pondematen ende acht gras , taxeert op twaleff floreen twaleff stuuers. Dijrck Ottez nu Meijer van Auck Mercla bruijckt vande Landen bij Taitke Sipcke zoen als Meijer van Taco Mockama anno xi aen- gebrocht. Te weten ses ende twintichste halue pondematen ende vier gras taxeert op elf floreen. xii Noch hadde die voorschreuen Taetie Anno xi aengebrocht vier ende twintich ponten doen toecoinen(de) itijns opper Leije ende Aelthie taxeert op twaleff floreen , deze landen sal nu beschieten Dirck Pieterz als Meijer van Jarich Ennez opper Leije erffgenamen voor die voorsz, Somme. HALLUM. 5 i ff. xiv st. Noch hadde die voorsz. Taetie Anno xi angebrocht vierdehalff ponten als toebehoorende doe ter tijt Jan Smidt , ende taxeert op anderhalff floreen. Peze landen bruijckt Rijnthie Wijrtsma als hebbende in een notwandel , en zullen die beschieten voor den voorsz. somma. ii. fl. xiv st. Noch hadde die voorsz. Taetie Anno xi angebrocht ses ponten ende drij gras taxeert dardehalue floreen, doen toecomende Gabbe ende Taetie. Deze landen brvijcken Johan Sipkez ende Taetije voorsz. als eijgen ende zullen die beschieten Johan voor twee Pon- dematen elide Taetie voor die vier. xiv st. Noch bruijckt the voorsz. Dirck een ponte, welcke genomen is van die vijff pondematen bij Wopke Anno xi aengebrocht ende zal die beschieten voor veertien stuuers. i 11. Haijo Jacobz toe Broil Meijer vanden conuente van Mariegaerde bruijckt die Huijsstede bij Gerbet Anno xi aengebrocht als Meijer van tselffde conuent taxeert op een fioreen. Unija Zate. Aucke Ockez nu Meijer vanden conuente van Gernaerdt bruijckt xxvi fl. vande landen bij Anscke Anno xi angebrocht als meijer vanden zel- uen conuente twee ende tsestich pondematen van die tzeuentich, die welcke tzeuentich ponten waren taxeert op negen ende twin.- tich floreen. Wandt acht pondematen hieraff heeft nu Tijemme Lijonia als meijer van Rixt Peter Aijlwa Wedue. Deze acht leggen bij Hallummetille , want zije die van t voorsz. conuent gewandelt heeft aen landen die sije van Lijonia State denzeluen conuente weder gegeuen heeft. Alsoo dat se hiernae denseluen conuente aengeschreuen worden ende dit parcheel zal bier niet hooger be- schoeten worden dan xxvi tioreen. xiv st. Noch hadden die voorschreuen Anscke aengebrocht anderhalue pondematen hem sells toecomende taxeert op een half floreen. Deze landen bruijckt nu Yme Jaijma als eijgen ende zal die be- schieten voor een half tioreen. xiii 11. xvin st. Wopke Hennez toe. Coersloet nu meijer van Sijurdt Andla bruijckt vande landen anno xi angebrocht bij Henno toe Coersloet alsdoen Meijer van Popcke Mockama. Te weten drie ende veertichste half pondemate taxeert op darthien floreen achteen stuuers. Nihil. Noch hadde de voorschreuen Henno Anno xi aengebrocht als- doen Meijer van Womck Sijthiama drij fioreen sonder specificatie van Landen. Dijt sijn ses pondematen Landts ende zijn hiervoren aengeschreuen op Gosse Stennert zoen , ergo hier nihil. 6 FERWERDERADEEL. Sijdts Tiepckez toe Bottama nu meijer van Meijnert Hillama bruijckt vande landen bij Marten Bottama Anno xi angebrocht , alsdoen Meijer van Wilcke Holdinga, Sinte Anna , die Pastoor gemeene priesteren , voechden ende zelfs. Te weten Drij ende twintich pondematen fennen, Acht pondematen saedtiandts , ma- kende tsamen xxxi pondematen , ende die olde hildt van dartich pondematen, die welcke dertich ponten in den olden aenbrengh waren taxeert op achtiendehalff floreen. Alsoo dat se hier nu be- schoten zullen wordden op achtien floreen. Ende dat om die eene ponte die nu hier meer befonden is. Noch bruijckt hij Theen gras opt Worp die inden olden aen- brengh waren begrepen onder die voersz. somma. Lucramur Semi Hiervan heeft •Graetz Camminga een pondemate, die sij nu ge- florenam. daen heeft aen die 'Late toe Hogehuijs, ende heeft begeert hier to wordden aflgeschreuen ende zal Homme Foppez hiernae aenge- schreuen wordden , Baer Meijnert in geconsenteert heeft. Deze pan- te is gewonnen landt. Zij gara Tako Jarichz nu Meijer vanden convente Gernardt , bruijckt van- xx fl. vu st. de landen bij Oenthie Sijthama als Meijer vanden zeluen conuente anno xi aengebrocht, teweten een ende tsestich pondematen taxeert op twintich floreen seuen st. iii ff. Noch hadde die voorsz Oentie Anno xI aengebrocht twelif ponten doen toecomende Goffa Douwez , waer aff nu Jacob Hermanz als Meijer van Douwe Abbinga die ses ponten bruijct en zal die be- schieten voor drij floreen. 111 fl. Die ander ses pondematen bruijckt Tamme thoe Hijeem als meijer van Douwa voorsz. ende zal die beschieten voor drij floreen. xviii fl. xiv st. Albert Janckez nu meijer van Mr. Sijdts Tijarda bruijckt vande landen bij Wopka als meijer van Schelte Tijarda Anno xI ange- brocht. Te weten negen ende veertich pondematen meden zal die beschieten voor achtien floreen veertien st. Die vijftichste ponde- mate is hijervoor Dirck Ottez angeschreuen ende hier afgeschreuen, ergo hier nihil. xiv st. Albert bruijckt noch een pondemate als landtsate van Mr. Sijdts Tijarda , elcke hierna Beentie wordt affgeschreuen , ergo salse hier beschoten wordden voor veertien stuuers. xii ft. Lijupck Sape Weduwe bruijckt nu ter tijt als eijgen met haer kijnderen vande Landen bij Aeltie Wijtiez alsdoen meijer van Sape anno xl angebrocht. Te weten acht ende twintich pondema- ten doen taxeert op twaleff floreen. HALLUM, 7 Nihil. Noch hadde de vorsz. Aeltie Anno xi angebrocht twintich ponten, Die Jacopijnen te Leuwarden doen toecomende, taxeert op acht floreen. Hiervan bruijckt Wiger aen Feijsma guedt als eijgen ses ponde- maten liggende die vijf op Halluma meerswal , ende die seste ponte bij sijn huijs, ende sal die beschieten voor twee floreen. Dese landen heat Wiger begeert dat men schrijuen solde op sijn eijgen anbringh , ende worden daer angeschreuen , ergo hier nihil. in fl. Acht pondematen van voorss. landen bruijct Sipke Jettiez als meijer van Jarich Ennez erffgenamen, Leggende bij Feijsma fen ende sal die beschieten voor drij floreen. iii ft. Die restante ponten bruijckt Gerrijt Cuper opper Leije als eijgen leggende omtrent Fedde Pijbez huijs ende zal die beschieten voor drij floreen. Gerbada. Ritsche Hennoz nu meijer van Jelger Feijsma bruijckt van de xxvi fl. landen bij Wijthie Anno xi angebrocht alsdoen Meijer van Ids Emingha dochter. Te weten ses ende vijitich pondematen taxeert op ses ende twintich floreen. xii 11. Folckert Jacobz nu meijer van Aucke Smidts erffgenamen toe Leeuwarden ende vande foechden toe Hallum bruijckt nu vande landen bij Thijs Jougama anno xi angebrocht alsdoen meijer van Reenck. Te weten vijff (ende) twintich ponten taxeert op twaleff floreen. xi fl. Lijuwe Sijbez toe Banga, nu meijer van Aede Eijssinga bruijckt vande landen bij Peeter Banga anno xi angebrocht alsdoen meijer van Tzalingh Entes. Te weten twee ende dartich pondematen vande drij ende dartich pondematen ende zal die beschieten voor elf floreen. Noch hadde de voorsz. Peter angebrocht anno xi Een half flo- reen rente den Abt toe Dockum toecomende sonder specificatie van landen. xiv st. Meijnert' Hillama ende voorsz. Lijuwe declareren dat dit zijn wtgewijsde landen , te weten vijftien eijnsen waeraff die pondemate toecompd Ernst Goslinga leggende aen Bangha wech. Drij eijnsen Meijnert Hillama ende leggen op Jousma Terp ende zullen zij twee dit perceel beschieten voor een half floreen. xxiii fl. Thijemme Lijonie nu meijer van Rixt Peter Aijlwa weduwe bruijckt vande landen bij Sipcke Lijonie Anno xi aengebrocht als- doen meijer van Heer Fedde toe Leuwerden, te weten vier ende veertich ponten , taxeert op drij ende twintich floreen. 8 FERWERDERADEEL Dit lecht aen Noch hadde die voorsz. Sipke Anno xi angebrocht vierdehalff de tulle. ponten toebehoorende den patroen toe Hallum, taxeert op twee n fl. floreen Ende worden nu gebruijckt bij Pijbe Sipckez als ineijer vanden zeluen Patroen. ix fl. Derck Olbrantsz nu ineijer van Rewert Aebbinga bruijckt die landen bij Peters Petersz als eijgen Anno xi aengebrocht , te we- ten Twintich pondematen , taxeert op negen floreen. xxxin fl. Eernst Goslinga bruijckt nu ter tijt als eijgen die landen bij Tiepcke Goslinga Anno xi angebrocht als hem selffs toecomende. Te weten seuen ende tsestich pondematen. Ende bet ses ponde- maten met die steden , taxeert op drij ende dertich floreen. ix fl. vii st. Haijo Jacobz nu meijer vanden conuente van Mariegaerde bruijckt die landen bij Jow Anno xi angebrocht alsdoen meijer vanden zelven conuente , seuen ende dertich ponten , taxeert op thien floreen. Doch bruijckt Haijo voorsz. hijer aff niet meer clan vijff en dar- tich pondematen, ende sal die beschieten voor negen floreen seuen stuuers. Nihil. Die ander twee pondematen bruijckt Renerdt Abbingha ende wordden hier affgeschreuen ende Renerdt Aebbinga hiernae ange- schreuen , ergo hier Nihil. viii fl. Bennerdt Beentiez bruijckt nu ter tijt als eijgen van die landen bij Hidde Anno xi angebrocht alsdoen Meijer van Wilcke Holdinga, Bennerdt Aebbingha, ende die Abt toe Fosswerdt. Int eerst twin- tich ponten, taxeert op Acht floreen. Wt welcke twintich ponten die Abt voorsz. jaerlijx boert vier floreen , sal daerom dit beschie- ten voor acht fioreen. ii fl. Noch hadde die voorsz. Hidde Anno xi aengebrocht vijftehalue ponte, Wilcke Holdingha doen toecomende ende taxeert op twee floreen. Deze landen bruijckt nu Homme Foppez als Meijer van Graetz Holdingha, ende is nu maedtlandt ende sal die beschieten voor twee floreen, leggende toe midts int Monicke landt , lopende met die eerie eijndt op Taecko Jeppezoens huijs. in fl. Noch hadde de voorss. Hidde aengebrocht ses ponten den pas- toor toe Hallum toebehoorende, taxeert op drij fioreen. Deze Ian- den zal nu beschieten Pieter Heertsz als in huijr hebbende drij ponten van Meijnert Hillama ende dander drij ponten Meijnert selffs. Alsoo dat zij beijden dit porceel zullen beschieten voor drij floreen. RALLUM. xxvi ff. vii st. Jijpke thoe Jeppert nu meijer van Feije Goslinga bruijckt van die landen bij Heijno Anno xi angebrocht alsdoen Meijer van Tziepke Goslinga. Te weten tsestich ponten taxeert op ses ende twintich floreen seuen stuuers. vii fl. Menno Feddricxz nu meijer vanden convente van Mariegaerde bruijckt die landen bij Pieter bijder Ee Anno xi angebrocht, als- doen Meijer vanden seluen conuente , teweten vijftien pondematen doen taxeert op seuen floreen. vi fl. vu st. Renert Renertsz nu meijer van Hessel Fecke zoens erwen bruijckt die landen bij Tzalinck Sipkes zoen Anno xi angebrocht alsdoen Meijer van Fecko toe Jelsum. Teweten sesteen pondematen, waer- aft' niet sneer pier compt te beschieten dan veertien, want die an- der twee toe Oldekerck worden beschoten. Ende in den olden anbrengh waren niet meer dan xim, getaxeert op ses floreen seuen st. Van deze veertien ponten compt tconuent van Bethleem toe een pondemate liggende in haer fenne ende sal die beschieten nae aduenant. vii ff. Mijncke Roeloffsz nu ter tijt meijer van Marigarde bruijckt van die Landen bij Aucke anno xi aengebrocht alsdoen Meijer vanden zeluen conuente, te weten negenteen ponten taxeert op seuen floreen. In den selifste aenbrengh waren sestehalue Horns guldens ren- ten geschreuen Sijwrdt toe Lichtauwert doen landtheer sonder specificatie van enich sekere landen ende wordden die landen hier- nae gespecificeert. xxiv st. Int eerst tvoorsz. convent van Mariegaerde derdehalue ponten , die de voorsz. IVIenck bruijckt ende sal die beschieten voor vier ende twintich stuuers. xiv st. Wijger Feijsma heeft van dese landen anderhalue ponten , leg- gende bij Jepperda , welcke nu gebruijckt Thijs Petersz ende zal die beschieten voor veertien stuuers. xiv st. Noch heeft van dese landen voorsz. die Patroon toe Hallem an- derhalff ponten op Wraudtsche Stertlandt, die welcke nu bruijckt Beentie Beentiez ende sal die beschieten voor veerthien stuuers. xiv st. Noch bruijckt Foickert toe Jongama anderhalue ponten gelegen bij Jongama fenne opt' Oost ende sal die beschieten voer een half floreen. xv fl. Andries Bottez nu ter tijt Meijer van Bethleem vande landen bij Jacob bij der Ee Anno xi angebrocht alsdoen Meijer vanden 10 FERWERDERADEEL zelven conuente te weten XXX11J ponten doen taxeert op vijfitien floreen. vi fl. xiv st. Reijner Daemz nu ter tijt Graets Camminga Tichler bruijckt van die landen bij Reijn anno xi aengebrocht als meijer van Wilcko Holdinga. Teweten darteen ponten taxeert op seuende halff floreen. Noch hadde de voorsz. Feije Anno xi aengebrocht tien ponten doen toebehoorende den convente van Marigarde ende doen taxeert op vier Floreen , dit bruijckt nu Declarabit Abbas van Mariegarde. 1 1 Noch plach aen dit goet te wesen drij ponten lants toecomende Camijnga buursters , die welcke nu ter tijt bruijckt Meijnert Petersz toe Finckum als Meijer van Cammijgabuerster voorsz. ende sal dit hier beschieten voor 1 floreen renthe. Deze landen waren bij dit parcheel in den olden aenbrengh niet geteeckent , ergo hier van nijuws aengebrocht, nochtans altijt on- gelt daervoor betaelt , twelck Meijnert Hillama rechter toe Hallum bekent. Dit is int Tichelwerck toe .Hallum al verdoluen. ix fl. Gerrit Wopckez cuper nu ter tijt meijer vanden conuente van Mariegarde bruijckt vande landen bij Tamme ter Leije Anno xi aengebrocht als Meijer vanden zeluen conuente , teweten twintich ponten, taxeert op negen floreen. Dit beet van olts Loddama fenne ende lecht lusschen Illariegarde ende dolde Zgl. Ter Horne. Jacob Hermanz nu meijer vanden conuente Mariegarde bruijckt xin fl. van die landen bij Jelte anno xi angebrocht als meijer vanden zel- uen conuente. Teweten drij en dartich pondematen taxeert op derteen floreen. Hogehuijs. Homme Foppesz nu meijer van frouw Graetz Camminga bruijckt xvn ft, xx st. van die landen bij Sijthie Anno xi angebrocht alsdoen meijer van Heer Fedde , teweten xxxii pondematen , van welcke xxxii ponde- maten Heer Feddo doe niet sneer angeschreuen waren dan dertich ponten ende twee gras. Ende eenen Heer Wopcke twee pondema- ten, 't welcke tsamen maekt xxxii ponten twee gras ende doen getaxeert op seuentien floreen twintich stuuers. my st. Noch bruijckt Homme voorsz. een ponte ende is hiervoren Sijdts Tiepkez affgeschreuen ende wordt hier aengeschreuen ende sal die beschieten voor xiv st. in fl. Willem Moller nu ter tijt meijer van Bethleem bruijckt die landen bijden Moller Anno xi angebrocht als meijer vanden zeluen conuente. Te weten ses pondematen fennen ende steedt doen taxeert op drij floreen. HALLUM. 11 xvi fl. xi st. Thrijn Anscke weduwe nu meijersche van Rennert Aebbingae bruijckt die landen bij Sijbrant Lijobbema Anno xi angebrocht als- doen landtsate van Sijbet Sijoerde , teweten XXXVI1J ponten doen taxeert op sesteen floreen xi st. Rewert Abbinga secht dat hier aen behooren twintich schape gras ende die zijn voren niet aengebrocht, worden bier o3ck niet geestimeert, want zij noch van cleijnder werdije zijn, Foickert GerrUtsz nu meijer van Thijetz Gabba Scheltama weduwe bruijckt die landen bij Loicke Hesselinga als eijgener Anno xi an- gebrocht. Teweten vijftich pondematen , welverstaende dat Foie- kert declareert dat hij in alles vijff ende vijftich ponten bruijckt ouer hoech ende leech. Daermede in begrepen zijnt ses steden , waeraff Rijntz Wdes huijsstede die eerste is. Wattiema. Ende alsoo hier nu vijff pondematen sneer sijn dan in den olden xix fl. xiv st. aenbreng , diewelcke zijn leechlant ende getaxeert wordden op een floreen veertien st. , soo sal dit parcheel hier beschoten wordden voor negentien floreen xiv st., want die vijftich ponten inden olden anbreng, taxeert waren op achtien floreen: Dit is oppe Sijthie Benedictusz nu meijer vanden conuente van Mariegaerde .Leije naest bruijckt vande landen bij Rents opper Leije anno xi angebrocht, aen de Ziji. alsdoen meijer vanden zeluen conuente , teweten Acht ende twin- xi IL tich ponten fenlandt , getaxeert doen op elf floreen. n ft. Noch hadde die voorsz. Rijns Anno xi aengebrocht als eijgen twintich pondematen doen taxeert op seuen floreen, van welcke twintich pondematen Aeltie Wijthiez nu ter tijt bruijckt vijf pon- dematen als eijgenaer ende sal die beschieten voor twee floreen. 1 ft xiv st. Noch bruijckt als eijgen van dese twintich ponten. Gerrit Cuper als Meijer van Mariegaerde vier ponten , liggende op Hallumme meerwal ende zal die beschieten voor anderhalue floreen. xxi st. Noch bruijckt hiervan Dirck Peterz twee ponten Saedtlandt , lig- gende liggende bij Bottama , toebehoorende Jarich Ennes erffgena- men voor een ende twintich stuuers. 1 ft. vii st. Noch bruijckt hiervan Sijthie voorsz. drij ponten, die twee als eijgen ende een Jarich Ennes erffgenamen , liggende op Hallumme meeden op Wanswerde meerswal , ende zal die beschieten voor een floreen seuen stuuers. i ft. xiv st. Noch bruijckt Sittie Benedictusz vierde halue ponten iueedtlandt, liggende toe Hallum bij die pijpe wech, die anderhalff hem selffs toecomende , die twee Jarich Ennes erfrgenamen ende zal die be- schieten voor anderhalff floreen. 12 FERWERDERADEEL Ende wandt van disse voorsz. twintich ponten ontbreken derde- halue pondematen, soo daervan niet meer dan XV1IJ verclaert zijn welcke voorsz. 11J ponten wij niet hebben kunnen befragen, zoo wordden daeromme deze XV11J taxeert op dolde taxatie daerop die voorsz. twintich ponten taxeert waren , doch wordden die m ponten nae befonden, zullen die dese in haer taxatie te hulpe comen. xxix fl. Rewerdt Aebbinga bruijckt nu ter tijt als eijgen die landen bij Heijno Donija Anno xi angebrocht, alsdoen landtsate vanden zeluen Rewerdt Abbinga, teweten ses ende tsestich ponten ende veertien gras opt Worp doen taxeert op negen ende twintich floreen. fl. xiv st. Noch hadde de voorsz. Heijno Anno x1 angebrocht twaleff ponten doen hem zelffs toecomende taxeert op vijftehalff floreen , waeraff doen hem zelffs toecomende taxeert op vijftehalff floreen , waeraff Boette Tziaerda bruijckt als eijgen negendehalff ponten ende zal die beschieten voor vierdehalue floreen. xxi st. Noch bruijckt hiervan Eedo toe Marrum , nu ter tijt landtsate van Fccko Botnija , twee ponten , liggende in die fenne , die Heer Jw heat laten besloten bij die fetcooperswech ende sal die beschie- ten voor een ende twintich st. vu st. Noch bruijckt hiervan Meijnert Hillama als eijgen negen eijnsen ende sal die beschieten voor seuen st. Hier ontbreken noch negen eijnsen, connen zij die wtfragen, sullen haer die last mede helper dragen ende connen zij niet, salt blijuen alst voren specificeert is. xxi xiv st. Enno Sapez nu ter tijt meijer van Haring Heringha bruijckt\van die landen bij Wijtzie Hesselsz Anno x1 angebrocht alsdoen meijer van Bennert Aebbinga, teweten Acht ende veertichste halue pon- ten doen taxeert op een ende twintich floreen xiv st. Want in den olden anbreng stont dat wt die voorsz. landen Bennert Aebbinga boerde veertien floreen. Heer Feddo seuen floreen , Tiepke toe Wanswerdt veertien st., welcke tsamen beloopt de voorsz. somma, alsoo dat bier daervoor beschoten sal wordden. Noch hadde die voorsz. Wittie anno xl angebrocht alsdoen meijer vant convent toe Marigaerde sestehalff ponten doen taxeert op twee floreen een ende twintich st., Welcke landen nu gebruijckt wordden bij Declarabit Abbas in Marigaerde. Sipcke bijde Wech nu ter tijt meijer van Harinck Sijthiama bruijckt vande landen bij eenen anderen oeck genoempt Sipke Anno xi aengebrocht alsdoen Meijer van Wompck Sijthijerna , te weten vier en twintichstehalff ponten doen taxeert op thien floreen. liALLUM. 13 Noch waren op Sipke aengebrocht vtiff ponten Riennert Abbinga doen toecomende, diewelcke nu toecoinen voorsz. Haring, als die bewandelt hebbende van Abbe in der Muntz, taxeert op twee flo- reen veertien st. 2 fl. xiv st. Dese voorschreven landen sal nu beschieten Lijuwa finder Muntz, Wandt hij saedtlant heeft bij sijn leggende , van Sijtijama state Wandt hij saedtlant heeft bij sijn leggende , van Sijtijama state voor dit, ende salt daerom hier beschieten voor derdehalff floreen. xxiv fi. Loette Tziaerda nu meijer van Douwa van Ihrmania bruijckt die landen bij Rienthie Tzijaerda Anno xi angebrocht alsdoen meijer van Jemme Herijusma. Teweten seuen ende veertich pondema- ten , taxeert op xxiv floreen. Noch hadde de voorsz. Rinthie anno xl angebrocht twee ponde- maten, taxeert op een floreen, Gerleff Pijbama alsdoen toebehoorende ende worden nu gebruijckt bij Declarabitur. xiv fl. Heercke Harmensz nu ter tijt meijer vanden pastoor toe Hallam bruijckt vande landen bij Hibbe bijde Wech anno xl angebrocht alsdoen meijer vanden zelven pastorije , teweten twee ende dertich ponten doen taxeert op veertien floreen. 11 fl. Noch bruijckt voorsz. Heercke vijif pondematen, toebehoorende den voorsz. pastoer ende sal se hier beschieten voor twee floreen. Ende dit zijn die twee floreen, die Dirck Backer Anno xi ange- brocht hadde. Nihil. Noch bruijckt hij die olde pijpe wech groot omtrent twee pon- dematen , die welcke hij gehuirt heeft van Marigaerster, wandt die nite pijpe wech weder in Marigaester landt gelecht is , ergo hier Nihil. v fl. Sipcke toe Hoegehuijs nu Meijer van Rewert Abbinga bruijckt van die landen bij hem selffs Anno xi angebrocht alsdoen toebe- hoorende die gemeijne priesteren to Hallum. Teweten vijftien pondematen twee Bras opt werp , taxeert op vijff floreen. xviil st. Noch hadde de voorsz. Sipke Anno xi aengebrocht een ponce doen taxeert op achtien st. ende quam toe alsdoen Ritske Bolama, Meijnert Hillama declareert dat dit is die Huijsstede , ende datten Sipcke alsnoch van Ritske in die huijr heeft ende sal se daerom hier beschieten voor achtien st. fl. Jijdt Jeppe Weduwe bruijckt nu ter tijt als meijersche van die gemeene vrijnden als van Wijger ende Jesel toe Jousum vier pon- ten bij Taco anno xl angebrocht alsdoen toebehoorende den pas- toor toe Hallum. Dese landen zijn belastiget met eeuwige delen , daerom is die 14 FERWERDERADEEL. pas toer alsdoen voor Landtheer geschreuen ende salse Ydt nu be- schieten voor twee floreen. xx ft Roeloff Gribbertz toe Thiesma nu ter tijt meijer van Gernaerdt bruijckt die landen bij Jemma Thiesma anno xi angebrocht alsdoen meijer vanden seluen conuente, teweten vijftich ponten taxeert op twintich floreen. Noch hadde die voorss. Jemma anno xi angebrocht ses pondema- ten doen toebehoorende Rijntz opper Leije taxeert op drij floreen ende worden nu gebruijckt bij Tako opper fenne als toebehoorende die erffgenamen van Jurgen opper Leije. Aelthije Wijthiez bruijckt nu tijt als eijgen van die landen bij Foppe opper Werdt Anno xi angebrocht alsdoen meijer van Aelthie voorsz., te weten vijftiendehalue ponten van die negenthien ponten, die weicke xix ponten doen ter tijt taxeert waren op negen floreen, die weicke xix ponten doen ter tijt taxeert waren op negen floreen, Ende zal dit parcheel hier niet hooger beschoeten wordden dan Ende zal dit parcheel hier niet hooger beschoeten wordden dan voor ses floreen xxi st. Noch bruijckt van die voorsz. xix ponten Lijuwe Sijbez toe Banga Vijftehalve pondematen als eijgen ende zal die beschieten voor twee floreen een oordt. floreen een oordt. Noch bruijckt voorsz. Aeltzie vijff ponten leechlant geheten die Watercampen , die weicke begrepen zijn indie landen in voortijden bij Lijuwa Hillama anno xi angebrocht, dan wordden hier nu aen- geschreuen , ende sullen hiernae wordden affgeschreuen Meijnert Hillama ende zal se hier beschieten voor een floreen veertien st. Beenthie Beenthiez bruijckt nu als eijgen- van die pondematen bij Jouck anno xi angebrocht alsdoen haer selffs toecomende, te we- Jouck anno xi angebrocht alsdoen haer selffs toecomende, te we- ten vijftehalue ponten ende sal die beschieten voor twee floreen vier st. Noch bruijckt van die voorsz. seuen pondematen Renert Renertsz twee ponten als toebehoorende Gurbe toe Nijkerck ende sal die beschieten voor vier ende twintich st. xi! st. Noch hadde Jouck in die tijden twee pondematen, alsoo dat sij in alles niet meer hadde dan negendehalue ponten , die weicke int eijnde vanden olden aenbreng op haer geschreuen waren , ende die seuen ponten , die hier voren specificeert zijn, ende in den olden anbreng op haer naem gestelt, niet gehadt heeft. anbreng op haer naem gestelt, niet gehadt heeft. Alsoo dat daar seuen pondematen verloren wordden ende gere- kent als tweemaal angebrocht, van dese twee leste ponten bruijcken Jw Botnija erwen die eene ponte leggende op die middelste loontie, Jw Botnija erwen die eene ponte leggende op die middelste loontie, ende plach saedtlandt te zijn. Die ander bruijckt nu Kempo Wij- ende plach saedtlandt te zijn. Die ander bruijckt nu Kempo Wij- HALLTJM. 16 nia ende lecht bij Kempo nije fenne ende sal een ijder beschoten xi' st. wordden voor twaleff st. xxx fl. Jijme Jaijma nu ter tijt meijer van Harmen Quakenbrug erffge- namen bruijckt die landen bij hem selffs anno xl angebrocht als- doen landtsate van Gabbe Jaijma , te weten twee ende vijftich ponten ende omtrent twintich gras van dertich gras doen taxeert op dertich floreen. Welverstaende dat nijemant van dese gra- singe en heeft, dan declareert dat hij se toe Hoogehuijs hadde an- gebrocht . bij Hallumme Jijme Jaijma bruijct als eijgen drij ponten fennen leggende bij tulle. dat Hoogeholt ende een pont op ondersma terp ende anderhalue Deene ponde- ponten bij Sipke huijs toe Schiere stens ende een ponte bij Gerrolt- mate heeft sina huijs noch een ponte op Lakema terp. Doze landen declareert Haringh He- dat in den olden anbreng niet angebrocht zijn , heeft hij noch- ringa gecoft, tans altijt daarvoor beschoten voor vier floreen. Twelck Meijnert die ander Epo oock bekent , worden hier nu bijgevoecht ende zullen voortaen be- Douma. schoten wordden voor vier floreen. fl. xxiv fl. Wijger Feijsma bruijckt nu ter tijt als eijgen die landen bij Har- men Jeppama Anno xi angebrocht alsdoen meijer van Taco Moc- kema , te weten twee ende vijftich pondematen vijff gras taxeert op vier en twintich floreen. n fl. Noch bruijckt voorges. Wijger ses ponten van die twintich Anno xi angebrocht bij Aelthie Witthiez , toebehoorende doen ter tijt den Jacopinen toe Leeuwarden ende wordden daer affgeschreuen ende hier wederom aengeschreuen ende sal se hier beschieten voor twee floreen. fl. Noch bruijckt Wiger vier ponten ende derdehalff gras van die een ende vijftich ponten ende IIJ gras die Aut anno xi hadde ange- brocht ende zal die hier beschieten voor twee floreen renten , want sij hier nae Jucke Waltha afigeschreuen wordden ende hier aenge- schreuen. xxxii fl. Jan Marcia nu ter tijt meijer van Wijger Feijsma bruijckt die lan- den bij Reenick Marcia anno xi angebrocht alsdoen meijer van Tako Mockama, te weten acht ende tsestichste halue pondematen , doen taxeert op twee ende dertich floreen. Dese Rentemeesters Anbreng die hielt xxxii floreen. Sommige andere anbrengen hielden xxviii floreen , Twelck nae gemeene ver- moeden daerbij toecompt, dat Heer Julius met ijtlijcke andere int jaer van negentien dese anbreng corrigeerde, waerop hier geen 16 PERWERDERADEEL. regardt genomen wordt. Wandt hij geen commissie hadde om sulcx te doen ende wordt procedeert nae Rentemeesters boeck. xxiii fl. Pieter Thijsz nu meijer van t conuent van Gernardt bruijckt van die landen bij Gerrijt opper Wendt Anno xi angebrocht alsdoen meijer van tzelue conuent , te weten seuen ende veertich ponten doen taxeert op Brie ende twintich floreen. 1 ft xxi st. Noch hadde voorsz Gerrit Anno xi angebrocht twaleff ponten hem selffs toecomende taxeert op drij floreen. Hiervan bruijckt Taco Wopkez vijftehalff pondematen, die helft als eijgen met sijn broe- deren ende susteren ende salse beschieten voor een floreen een ende twintich st. 1 fl. xxi st. Die ander helfte toecomende Geel ende Sijuck Tijarx weeskind ende Thomas opper Leije ende sal hier beschoten wordden voor een floreen een ende twintich st. xiv st. Noch bruijckt van dese twaleff ponten Meijnert Hillama als eijgen anderhalue ponten saetlant liggende toe Nijkerck, 'tweick Meijnert toe hallue gekoft ende salt beschieten voor een halue floreen. i fl. xiv st. Noch bruijckt als eijgen van dese twaleff ponten Sijuck toe Balckeijndt vier pondematen, liggende toe Hallum aen die Wiels- meer ende Wanswerdermeer ende sal dit beschieten voor ander- halue floreen. bij Hallumme Noch bruijckt hiervan Bucke Buckez negen eijn.sen , die welcke Nije molen. hij negentien jaren beleent heeft ende zullen dan weder toecomen vii st Tijaick Hille zoons Weeskint, liggende op Marrumma meerswal , Feijsma toe naeste ende salt beschieten voor seuen st. Hier ont- breken vijftien eijnsen , connen zij die wtfragen zullen haer nae aduenant te hulpe comen , connen zij niet sullen sij elx beschieten als voersz. is. xviri fl. Thijs Petersz nu ter tijt meijer van Wiger Feijsma bruijckt van die landen bij Foecke Anno xi angebrocht alsdoen Meijer van Taeko Mockama, te weten veertich pondematen viii gras doen taxeert op achtien floreen. foule fenne. Buwe Sijbez nu ter tijt als eijgen met sijn wijffs susters ende ii fl. xix st. broeder ses ponten hij Taco Mockama anno xi angebrocht alsdoen toebehorende Buwe toe Bornswerds kijnderen ende doen taxeert op twee floreen negentien st. xvii fl. Meijnert Hillama bruijckt nu ter tijt als eijgen die landen bij Lijuwe Hillama Anno xi angebrocht alsdoen hem sulffst toecomende, teweten ses ende veertich pondematen doen taxeert op seuentien floreen. HALLUM. 17 i fi. xxi st. Noch heeft Meijnert seuen pondematen in Jousma meer , de- welcke Anno xi niet angebrocht sijn , omdattet onlandt plach te wezen ende worden nu aengebrocht ende taxeert op een floreen xxi st. bij liallumme Rijnts Wdes bruijckt nu ter tijt als Lantsate van Marigaerde Tille. ses ponten fenlandt vande landen bij Derck Backer anno xi aen- iii ft gebrocht , alsdoen lantsate van Mariegaerde, Den Pastoor, Heer Ger- brandt ende Heer Peter ende sal die beschieten voor drij floreen. Nichil, Noch bruijckt vande landen bij voorsz. Derck anno xi ange- brocht Heercke Harmenz Lantsate vanden pastoer vijif pondematen die welcke hiervor en op Heercke angebrocht hem aldaer ange- schreuen ende ergo hier nichil. i fl. Noch bruijckt vande landen bij Derck voorsz. Anno xi ange- brocht Peter Schroer een huijsstede doen toecomende Heer Ger- brandt ende nu Heer Roijmer ende doen taxeert op een floreen. Noch waren aldaer bij Derck voorss. angebrocht xxi stuuers ren- ten Heer Pieter doen toecomende , die welcke men nu niet kan declareren , vermidts dat Heer Pieter cranck lecht, salse daerom selues beschieten ter tijt dat hij declareert wie deselue landen bruijckt. Nihil. Opten seluen Bach heeft Beenthie Beenthiez verclaert dat hij deze landen nu bruijckt , want het zijn mede van die voorsz. lan- den bij Derck aengebrocht , alsoo dat hij daer voor beschieten sal xxi st. Dit heeft Heer Peeter begeert dat went hem op sijn besit solde schrijuen 'twelck hem gegunt is, ergo hier nihil. Tijarck Gerloffsz in Swarte wolda bruijckt nu ter tijt als eijgen vandie landen bij Romcke anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Lijuwe Campstra , teweten thien pondematen van die acht ende twintich pondematen ende sal die beschieten voor xi fi. xi fi. Noch bruijckt voorsz. Tijarck dat swrplus van die xxviii ponde- maten als Meijer van Meijnert Hillama. Alsoo dat hij dese beijde parchelen beschieten sal voor dff fioreen. Welverstaende dat onse Lied' vrouw toe Hallum een pondemate hieraff toecompt. iv 11. xiv st. Noch hadde die voorsz. Romcke anno xi angebrocht negen pon- dematen Abe toe Wlsmahorne doen toecomende ende doen taxeert op vier floreen veertien st. Deze landen bruijckt nu Renick Feijez als meijer van Oege Rijurtsz. 1 ff. Die voorss. Tijarck declareert dat zijn landen groot sijn ouer hooch ende leech xxxii ponden , waeraff te voren niet sneer dan xxviii aen- III. 2 18 FERWERDERADEEL, gebrocht zijn. Soo resteren noch vier pondematen van welcke vier Sijthie Benedictusz heeft die twee ponten, leggende op Hijeme meerswal in die Hoijmeer ende sal die beschieten voor een floreen sooals Meijnert secht ende secht alsoe met Albert voorvader van Sijttie verdragen te sijn ende sal daervoor die dijck maken. x st. Noch bruijckt van die vier pondematen die Abbet toe Mariegaerde een ponte , leggende insgelijx in die Hoijmeer voorsz. ende sal die beschieten voor x st. 1 fl. Noch bruijckt Rijntz voorsz. twee ponten op Jousma tijoech , toecomende Oeghe Rijoerdtsz toe Holwerdt ende sijn in geen Aen- breng bevonden geweest , worden daerom nu aengebrocht ende tauxeert op een floreen, verelaert dat sij die schattinge daeraff altijt heeft betaelt tweick Meijnert bekent heeft. Item die pondemate die Tijarck self bruijckt lecht in die fenne Baer Eecke Sijbe nu op woont , hebbende die in die huijr van Tijart tot Westerhuijs. tot Westerhuijs. xxli fl. Foppe Sittiez nutertijt meijer van Sasker Heringa bruijckt (lie landen bij Renert Gheertz anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Bennert Aebbinga twee ende vijftich pondematen vijff gras, doen taxeert op twee en twintich floreen. Fedde Pibez nutertijt meijer van 't gasthuijs te Leuwarden bruijckt die landen bij Saeppe opper fenne anno xi angebrocht, als- doen meijer want sulfste gasthuijs , teweten drij ende tzestich doen meijer want sulfste gasthuijs , teweten drij ende tzestich pondematen doen taxeert op twintich floreen. w fl. Noch hadde de voorss. Sape anno XI angebrocht Thien floreen hem sulfis toecomende taxeert op vier floreen. Dwelcke nu bruijckt als eijgen Lijopck Sape Wedue ende sal die beschieten voor vier floreen. xix xxv st. Beentie Beentiez nutertijt meijer van Meijnert Hillama decla- reert bij zijn Eedt dat hij bruijckt die landen bij Jan oppe felde reert bij zijn Eedt dat hij bruijckt die landen bij Jan oppe felde anno xr angebrocht, alsdoen Meijer van Heer Wopke, Heer Abe en Wopke Eelsma. Te weten een ende vijftich pondematen doen getaxeert op negentien xxv st. Wandt in den olden aenbreng stondt dat Heer Wopke daerwt hadde acht floreen xx st., Heer Abe vu floreen vijfi st., Wopcke Eelsma vier floreen. Twelck die voorsz. Somma beloopt. Alsoo dattet hier daervoor beschoten sal wordden. xx st. Noch hadde die voorsz. Jan anno xr angebrocht anderhalff pon- den taxeert op twintich st. doen ter tijt die priesteren toe Hallum 1 andtheeren. 1 andtheeren. HALLUM. 19 Deze landen wordden nu gebruijckt bij Derck Roorda als Meijer van Renerdt Aebbinga ende sal die beschieten voor die voorsz. zumma. Declareert Meijnert Hillama dat bier affgebroecken zijn vijff pon- den , waeraff Marten Gerbrantsz met zijn wijffs broeders ende sus- ters die derdehalue toecomen. Deze sullen Taede Tiebbez V11J eijnsen van sijn Stieffkinderen wegen. Beenthie toe Claes Jansz thien eijnsen van wegen Harmen sijn suster. hulpe comen. Waelcke Ritsckez viii eijnsen. Johan Sipckez dardehalue eijnsen, dit en sal nochtans hier niet gerekent wordden , want sij sullen Beentie toe hulpe comen in die een ende vijftich pondematen , want Meijnert Hillama heeft aenge- nomea dat indien beuonden wordt dat Beentie landen grooter zijn dan een ende vijftich ponden , een oft een half ponden ongerekent sal hij die dobbelt beschieten. Ende declareert daer beneffens dat dit zijn van Tademans landen die bij Heer Willeborts tijden, doe Heer Willebort Leeuwarden belegen hadde , aldaer doot geslagen wordde. xvi fi. Sipcke toe Schierstens nu ter tijt Meijer van Renert Aebbinga ende Rixt Aebbinga zijn suster bruijckt die landen bij Renert anno xi angebrocht alsdoen meijer van Rener Abbinga ende Hessel Sijoerda. Te weten vier ende veertich pondematen doen taxeert op sestien floreen. fl. Gosse Sipkesz nu ter tijt meijer van Rennert Aebbinga bruijckt die landen bij Wigboit anno xi angebrocht alsdoen meijer van voorsz. Renert. Teweten ses ponten doen taxeert op drij floreen. fl. Heijn toe Jousum nu ter tijt meijer van Obbo Schierger toe Leuwarden bruijckt nu die landen bij Sijurdt anno xi angebrocht alsdoen meijer yanden zeluen Obbe , te -weten vier ponten doen taxeert op twee floreen. ii II. Rijxt Pieter Aijlwa nagelaten Wedue bruijckt nutertijt als eijgen twee ende tzeuentich pondematen landts die inden jare van xi heft angebrocht Yds ende doen taxeert waren op dartich floreen. Noch heeft Rixt een fenne leggende op Halluma meerswal groot ontrent ses ponden die sij niet \Tina inden olden Aenbring ende wordt daerom hier nu aengebrocht ende taxeert op twee floreen. Ende verclaert eenen Jucke Douwesz die deze landen ijtlijcke jaren gebruijckt heeft, dat hij dese landen altijt voor twee floreen beschoten heeft. 20 FERWERDEIIADEEL. Jucke Douwez ende Lijuwe Sijbez bruijcken veertien ponden die Douwa Wijngie anno xi heeft angebrocht alsdoen hem selffs toecomende, ende doen taxeert op ses floreen. Welverstaende dat Lijuwe daeraff heeft ses ponden ende een halue pondte. Ende Jucke heeft daeraff achtehalue pondemate toecomende Oega Renertsz toe Wlsmahorne ende zullen die beschieten quilibet pro rata elck voor sijn aendeel. xxiii fl. Jucke Walta nu ter tijt meijer van Ernst Mockama bruijckt nu van die landen bij Auth anno xi angebrocht, alsdoen meijer van voorsz. Eernst, te weten van die een ende vijftich ponden ende dardehaltigras seven ende veertich ponden ende sal dit beschieten voor drij ende twintich floreen. Nichil. Die reste van Li ponten ende 11J gras , te weten vier ponden ende in gras bruijckt nu Wijger Feijsma , diewelcke die beschieten sal voor twee floreen. Ende sullen nochtans hier niet gerekent word- den , dan sullen hiernae Wijger Feijsma aengeschreuen wordden , ergo hier nihil. Heijn toe Jousum, nu tertijt meijer van Oenno Sijthiema, Ha- ring Sijthiama ende Mr. Sijdts Tijarda bruijckt die landen bij Been- thie toe Jousum anno xi angebrocht alsdoen meijer van Womck Sijthiama, te weten xxv ponden , taxeert op acht floreen. bij de Ee. Thomas Jansz nu ter tijt meijer van den Kellenaer toe Bethleem vi ii. bruijckt die landen bij Gerloff anno xi angebrocht alsdoen meijer vanden zeluen conuente. Teweten veertien ponten doen taxeert op ses floreen. n ft xiv st.Feije Renixz bruijckt nu ter tijt ses ponten hem selffs ende sijn broeders kinderen toecomende, Die Renick Tijpckez Anno xi heeft angebrocht alsdoen hem sulffs toecomende doen taxeert op twee floreen veerthien st. I fi. Reenck Feijez bruijckt nu als meijer vanden pastoor to Hallum Drij ponten leggende op die gemeene Waerdt die Wijtz Joernsma anno xi hadde angebrocht als haer selffs doen ter tijt toecomende taxeert op een floreen. xii st. Reemer Smidt bruijckt als eijgen een ponte saetlant bij hem sulffs Anno xi angebrocht ende doen taxeert op xii st. Aent Sandtpadt toe Hallum. Taeko Takez Yd Jeppe Weduwe van wegen haer kinderen bij Jeppe getogen Ende Boette Tijarda van wegen zijn huijsvrouw ende breeders ende susters bruijcken ses ende twintich ponden bij Lijuwe Feijsma anno xi angebrocht alsdoen die xvii Wijger toeco- HALLUM. 21 mende ende die negen hem miffs toecomende ende taxeert op thien floreen. Sal daerom een iegelijck van dese parten . beschie- Nichil ten voor drij floreen negen st. ter tijt toe dat sijt anders decla- reren. Ende wandt wij dese landen al befonden hebben als nae op diuersche parchelen specifice verclaert, ergo salmen op dese thien floreen geen regardt nemen. v fl. Op den sulffsten tijt befonden thien ponten drij eijnsen die bier nae diuersche personen aengeschreuen zijnt op die namen oft in die parcelen van Sijthie Weuer, , Jan Janz , Taecko Saeckez aen- geschreuen. Alsoo dat bier niet meer resteren dan sestien ponden min drie eijnssen , waeraff noch befonden zijn thien ponten fenlant liggende toe Marrum bij die witte wech. In weicke thien ponten Taecko Taeckoz nu in woent ende die voorgenomen erffgenamen nu tsamen toecomen ende taxeert op fijff floreen. xxi st. Noch anderhalue ponten Saetlant, liggende aen Jousma terp, die Meijnert Hillama nu bruijckt, taxeert op xxi st. vii st. Noch een halue ponte meedtlandt , liggende op Hallumme lang- landt die Marten Claes een wezende van deze voersz. erffgenamen nu bruijckt taxeert op seuen st. ii fl. Noch vier ponten op Hallumme Stertlant liggende Foswerde moncken toe naesten ende bruijcket die voorsz. erffgenamen taxeert twee floreen. toe Jousum. Rewert Renertz nu ter tijt meijer van frow 'leer Tzalingh bruijck xiv IL die landen bij Harmen Thijsz Anno xi angebrocht alsdoen Meijer van Tzalinck Sijdsz, te weten acht ende twintich ponden taxeert op veertien floreen. after dat Focke Ockez nu ter tijt meijer van Heer Tzalings erffgenamen choer te Hal- bruijckt den Stede bij Gabbe Jaijma anno xi angebrocht alsdoen lum. landtsate van voersz. Heer Tzalingh taxeert op een floreen xii st. i fl. xii st. Dit is qualijck Van die landen bij Sijds Sijthiema Alia Beijties Anno xi ange- angeuen sul- brocht alsdoen hem sulffs toecomende. Te weten van xxvi ponten len go die bruijcken dese naebeschreuen persoenen een ijegelijck soeveel als voochden naevolget. Item Sinte Anna met die patroen toe Hallum een ponte. tHallum ver- Ende Sinte Antlionis een ponte , deze landen leggen toe Genum claren van bij die Wech ende worden gebruijckt bij Jan ter Stadt ende sal dit parceel. die beschieten voer xxiv st. in fl. Oeds Sijbrantsz bruijckt liiervan een fenne van ses Ponden leg- gende bij Fedde huijs opper fenne toecomende Thrijn Wijbrants toe Leuwarden ende sal die beschieten voor drije floreen. 22 FERWERDERADEEL. Noch vier ponten van dese landen bruijcken Frans ende Haetije toe Marrum als Meijers van Heer Julius van Botnija eriligenamen. Dit plach reijdtlandt te wesen ende lecht bij Jongama huijs ende sullense beschieten voor een floreen wantet slim lant is ende reijdtlandt. fl. xxi st. Noch vier ponten Saedlant bruijckt Saeck Aeble inden muntz nagelaten Wedue. Pit lant lecht in Olsma landt, die ene eijndt aen die Vetcopers Wech ende dander eijndt aen Jaijma meer ende salse beschieten voor een floreen xxi st. Nichil. Noch een ponte op die nijuwe Waerdt die Heer Pieter toe Hal- lum heeft ende sal die beschieten voor xii st. Dit is Heer Pieter op sijn besit geschreuen, ergo hier nihil. lI fl. x st. Noch sestehalue ponten. bruijckt Foppe Sithles als eijgen ende sal die beschieten voor twee floreen thien st. xviii St. Noch anderhalue ponten hiervan hadde heer Gerbrant gecoft leggende bij Wnia lenne , bruijckt nu Menno Feddrixz ende salse beschieten voor xvin st. Endo coemt toe Claes toe Westerhuijs ende Clara zijn luster. xii st Noch een ponte bij Wijrtsma huijs tottet eijnde van groot mat, Graetz Camminga oppet suijdt naestleger ende Aeble inden muntz wedue opt noerdt ende comet toe Saeck Able wedue voorsz. ende sal se beschieten voor xii st. Nihil. Noch hadde voersz. Sijdts Anno xi angebrocht vier pondematen taxeert op anderhalue floreen doen Alef Hettoz toecoemende. Dese landen liggen op 't groot madt ende worden gebruijckt bij Foecke Ysbrantsz als meijer van Sicke Camminga ende worden hem aldaer angeschreuen, ergo hier nihil. Noch hadde die voorsz. Sijdts Anno xl angebrocht vier pondema- ten den patroen toe Hallum doen ter tijt toecomende ende taxeert op twee floreen , deweicke nu bruijckt wordden bij Reinier Smith, als meijer van Auck Marcia ende is een fenne leggende bij Hal- lume buiren ende taxeert op twee floreen. Noch hadde die voorsz. Sijdts angebrocht zijn huijsstede doen toebehoorende Renert Abbinga ende wordt nu bewoont bij Aebbe Cuper als meijer vand n zeluen Renert taxeert op een floreen. vI fl. my. st. Foecke Ysbrantsz meijer van Sicke Camminga bruijckt nu die landen bij Rompcke Reuwertz Anno xl angebrocht aisdoen Meijer van Pieter Haijes ende Ritske Bolama, te weten vijftien ponten taxeert op ses floreen xiv st. HALLUM. 23 1 fl. xiv st.Noch bruijckt Foecke voorsz. vier ponten taxeert op u floreen anbrocht bij Sijds Beijties alsdoen toecomende Mel Hettez ende sijn hier bouen affgeschreuen ende hier angeschreuen ende salse beschieten voor anderhalue floreen. xxiv st. Frans Lijuwez .nu ter tijt meijer want convent van Marigarde bruijckt die huijsstede bij Jacob Heijnz Anno xi angebrocht als- doen meijer van tselue conuent ende doen taxeert op xxiv st. xvi Jijd Jeppe Weduwe toe Jousum nu ter tijt meijersche van Heer Tzalings erffgenamen bruijckt van die landen bij Taecko Anno xi angebrocht alsdoen meijer van Tzaling Sijdsz , teweten vier ende dartich pondematen doen taxeert op sesteen floreen. iv fi. Noch hadde die voorsz. Taecko Anno xi angebrocht acht ponde- maten doen den Abt van Marigaerde toecomende taxeert op vier floreen. Dese landen bruijckt voorsz. Yd als die vier bewandelt van Douwa van Burmania. Alzoo dat zij die last hiervan niet dra- gen sal dan voor die helft , van die ander vier ponten sal Johan Sipckez dje last hebben , ende van die eene vier ponten betaelt Yd voorsz. die Abt toe Marigarde die huijr. Noch had die voorsz. Taecko Anno xI aengebrocht vier ponten doen toecomende den Pastoer taxeert op twee floreen. Dese Jan- den voersz. bruijckt voorsz. Yd ende staet int recht oftse den pas- toor toecomen oft Meijnert Hillama. H Noch hadde de voorsz. Taecke Anno xl angebrocht xii ponten als hem selffs toecomende ende taxeert op ses floreen. Van dese landen bruijckt nu Yd voorsz. vier ponten leggende op 't lang landt toecomende Frow Her Tzialings wedue ende zal die beschieten voor twee floreen. fl. Noch vier ponten bij Jongama huijs die de Erfgenamen van Taecke toe Jousma seiffs gebruijcken Heer Tzialings erwen op beijde sijden toe naeste taxeert op twee floreen. xiv st. Noch veertien eijnsen meedtlandt bij Sijurdts fenne ter graft Beentie Beentiez toe naeste ende bruijcken die voorschreuen van Tako toe Jousum taxeert op een half floreen. Alsoo die erffgenamen voorsz. bij haer eedt ende waerheijt de- clareren dat zij geen ander landen (dan voorsz. is) hebben oft we- ten, soo is bij ons commissarijssen die taxatie gemaket als voorsz. is, ende voor goet aengezien. Ende wordt nochtans niet verloren want hiernae op Sijtze weuer, Wopcke TzalingsZ, Taecko Saeckez, Jan Jansz, Foppe Sijmonsz ende Jan Sijmensz soeveel wel gewon- nen wordt ende zijn deze landen alle van eon graet wt,comen. 24 PERWERDERADEEL. xiv fl. Marten toe Jousum nutertijt meijer van Bauck van Wijringen bruijckt nu die landen bij Renick Claesz Anno xi angebrocht als- doen Meijer van Gaetije Broersma , teweten xxxiv ponten doen taxeert op xiv floreen. Gerloff Tiebbez ende Claes Pietersz als nu meijers van Ger- naerdt bruijcken die landen bij Tiebbe toe Mernert anno xi ange- brocht alsdoen meijer vanden seluen Gem eente ende Tiepke inden Kaeg , teweten ses ende vijftich ponten waerwt dat voersz. Conuent boerde doe ter tijt xvii floreen ende Tiepke inden Kaegh fijif flo- reen , summa xxii floreen. 1 11. xiv st.Gerrolt Weuer nu meijer van Sasker Heringa bruijckt die lan - den bij Bennert Aebbinga Anno xi angebrocht als hem seiffs doen toecomende doen taxeert op anderhalue floreen. n 11. Tijaerdt toe Westerhuijs bruijckt nu ter tijt als eijgen ses pon- ten van die xi' ponten die Aebbe ter Stedt Anno xi hadde ange- brocht als hem selffs doen toecomende ende waren die geheele xii taxeert op vier floreen. Alsoo dat bij dese ses flier beschieten sal voor twee floreen. ii fl. Sijbrant ter Stadt bruijckt die ander ses ponten ende sal die be- schieten voor twee floreen. Bit naebeschreuen zijn die huijssteden opper Leije die de Abt van Mariegtrde aldaer heeft liggende op Ferwer- derdeels zijde. xviii st. Die priester opper Leije woont op die Steede daer schipper Jucke op plach te woonen ende was taxeert ende sal die beschie- ten voor achtien st. xiv st. Reppert Jacobz woont op die stede daer swarte Claes op plach te woonen ende was taxeert op een half floreen. xxiv st. Fecke Tijarxz woont op die stede daer Willem opper Leije op plach te woonen , taxeert op xxiv st. xviii st. Menno Oentiez ende Reenick Janz bruijcken tzaemen die Steede die Jetz ter Leije plach te woonen ende zullen tsamen beschieten voor xviii st. xxiv st. Tijarck Tiepckez bruijckt die stede daer Tiepke opper Leije op plach te woonen ende beschiet die voor xxiv st. xxiv st. Sijthie Benedictusz bruijckt die Stele die Gerbe opper Leije plach te gebruijcken , taxeert op xxiv st, HALLUM, 26 xiv st. Douwe Sippez woont op die Stede daer Lutke Jucke op plach te woollen, geldende een half floreen. xvin st. Wijbe Jellesz bruijckt die Stede die Renick Feijesz plach te be- woonen ende geeft te huijr xviii st. xviii st. Jan Claesz ende Obbe Edesz bewoonen tzamen die Stede daer Arent Weuer plach opte woonen, taxeert op xviii st. xviii st. Jan Mathijs weduwe woont nu op die Steede daer die priester plach te woonen ende geeft te huijr xviii st. xxiv st. Hilck Sippe Weduwe woont nu op die Stede daersij altijt ge- woont heeft ende geeft te huijr xxiv st. xxiv st. Tiette Thiaerdtsz bewoont nu die Stede die Reenck Joernsma ,plach te bewonen ende geeft tehuijr xxiv st. I Die Capelle opper Leije heeft een ponte leggende bij Meijnert Hillama huijs voersz. Meijnert opt Noordt ende Renert Hesselsz toe Deijnum opt suijdt naest legers Jousma wech opt west. Noch tiendehalif Swade gerekent op tiendehalff eijnsz die pastoer to Ilallum opt West naestleger ende Jelle Wijger zoens erffgena- xiv st. 'men opt oest naestlegers op die barne camp. Noch tuijsschen die ses ~ende negen eijnssen onseker hoeveel leegh- lant merlandt dat gasthuijs toe Leuwarden opt suijdt ende Meijnert Hillama opt Noerdt naestlegers, en zullen dese parcelen beschoten wordden voor een half floreen. Alsoo bijden Commissarijsen ge- taxeert ende nijeuwes angebrocht. xviii fl. Derck Sijthiez toe Gerroltsma meijer van Heer Tzalings van Botnija erwen bruijct die landen op Gerroltsma guedt Anno xi an- gebrocht , doen toecomende die voorsz. Heer Tzaling. Teweten een ende veertich ponten, doen taxeert op achtien floreen. v fl. my st. Sijthie Weuer, Taecke Saeckez ende Wopcke Tzalingz bruijcken die landen als xvii paten bij Jelle toe Jousum Anno xi angebrocht en doen taxeert op seuen floreen waeraff Taeko voorsz bruijckt dartien ponten ende sal die beschieten voor vijff floreen xiv st. 1 fl. vii st. Sijthie Weuer heeft hier van drij ponten als toebehoorende voorsz. Jelle Wijff ende kindefen ende sal die beschieten voor een floreen seuen st. Ende wandt dese drij parceelen grooter sijn dan xvii ponten, soo zal dat toe bate comers Taecko Takoz ende Yd Jeppe wedue hier voren geschreuen. Jan Jansz , Foppe Sijmenz ende Jan Sijmensz met meer andere bruijcken die landen bij Jeppe toe Jousum Anno xi angebrocht, te 26 FERWERDERADEEL. weten seuentien pondematen taxeert op seuen floreen ende bruijckt een ijder zooveel als nae specificeert. viii 11. Jan Jansz bruijckt xIII ponten toebehoorende Jeppe nagelaten kinderen ende hem selffs drij ponten daeraff toecomende als een heb- bende van Jeppe dochteren ende zal die beschieten voor acht floreen• fl. vii st. Foppe Sijmonz als hebbende oock een van Jeppe dochters bruijckt hieraff drij ponten ende sal die beschieten voor een floreen vu st. i fi. vu st. Jan Sijmonsz als hebbende oock een dochter van Jeppe bruijckt hiervan drij ponten ende sal die beschieten voor een floreen vii st. xiv st. Jijd Jeppe Wedue heeft hier all een ponte , leggende toe Marrum bij die witte wech in die feline als haer kijnderen toecomende ende zal die beschieten Taecko Takoz als die van Yd inden huijr heb- bende voor xiv st. vii st. Noch bruijckt Yd van deze landen negen eijnsen , leggende bij haer Huijs ende coemen haer weeskijnderen oock toe ende sal die beschieten voor seuen st. Ende wandt deze parceelen meerder zijn dan xvlt pondematen zal dat to bate comen Tako Takoz ende Yd Jeppe wedue in die landen die Lijuwe Feijsma Anno xT iiadde angebrocht aisdoen hem sulffs ende Wijger toecomende wantet gemene ende mantle landen zijn geweest ende aldus bij diuisie vervallen zijn. v fl. Taede Tiebbez nu meijer vant conuent van Foswert bruijct nu die landen bij Andries Anno xi angebrocht aisdoen meijer vant zelue conuent, teweten elf ponten doen taxeert op vijff floreen. xxlil fl. xiv st. Haring Sijthiama bruijckt nu als eijgen die landen bij Wompck Sijthiema Anno xi angebrocht als haer doen sulffs toecomende. Te- weten een ende tsestich ponten vijff steden, taxeert op dartich floreen. Dan sal niet hooger beschieten dan voor XX1VJ floreen , want hier VJ floreen nae affgeschreuen worden. Opten eersten steede woont Pibe Sipkesz. Opten tweeden Saep Tijarx Wedue, van deze twee steden comen Haring die helft toe ende worden daeromme voor een gerekent. Den tweeden Stede bewoont Fedde Metsler. Die derde Stede groet Doed. Die vierde Stede lecht ledich ende heeft den Gabbe Scheltama bewandelt, ende heeft daer ander landen tegens, alzoo dat een ijder sijn lasten daeraff zal dragen. Die vijfte Stede bewoont Jan Wagenaer. Nihil. Vanden voorsz. een ende tsestich ponten zijn getogen ses ponten leggende inden kaeg toecoemende meister Tijaerda, taxeert op drie HALLUM. 27 floreen bij consent van partijen ende bruijckt Jetz Sijouckes ende zijn haer aldaer angeschreuen. ii fl. xiv st.Item van een ende tsestich ponten bruijckt Lijuwe Tijaerdtsz vier ponten als die vercregen hebbende bij wandel van voorsz. Ha- ring tegens ande vijff ponten in Sipcke Saete bij dijde wech, die aldaer taxeert waren op IIJ floreen. Alsoo dat Lijuwe voer dese vier ponten sal beschieten voor I1J floreen nae wtwijsinge haer accoordt. Jacob Gercxz toe Finckum wonende zal bruijcken Anno een ende veertich twee ponten maedtlandt , leggende toe Hallum opt groet madt ende behooren thoe Heer Foppe Leen toe Finckum ende zal die beschieten voor een floreen , Taede Tiebbez heeftze Anno veertich gebruijckt. xiv st. Pijbe Sipkez nu meijer van Frouw Her Tzalings bruijct nu een halue stede , waeraff flaring Siithiama den helft toecompt , ende bier voeren is angeschreuen welcke niet beuonden is inden olden anbreng, wort hier taxeert op veertien stuuers. xiv st. Saep Tijarx wedue meijersche vande Priesters in Hallum bruijckt insgelijx een 'mine stede daeraff dander helft voorsz. flaring toe- conipt ende hem bij zijn state angeschreuen is , welcke voorsz. helfte inden olden Aenbreng niet beuonden is geweest ende daer- om hier taxeert op veerthien st., to weten voer den haluen stede. Den pastoor toe Hallum Heer Joannes Colonie bruickt die landen van zijn pastorie vier ende veertichste halue ponten ende vier huijssteden inden olden aenbreng getaxeert op veertien floreen rente , van welcke landen hiernae specificatie geschiet van parcheel tot parcheel. Int eerst veerthien ponten meedlandt bruijckt die pastoor selffs in een stuck. Noch ses ponten in stuck op die meene weerdt , dit bruijckt Heercke zijn Landtsate ende zal dat beschieten. Noch seuen ponten Saedtlandt ende twee eijnsen die hij selffs bruijckt, noch drije ponten fenlandt die Bienthie Bienthiez in die huijr heeft, leggende tusschen meester Sijdts landt ende Meijnert Hillama landt. I fl. xiv st. Item seuentien ponten fenlandt die hij selffs gebruijckt, noch vier huijssteden in die buijren. Ende want deze landen belopen seuen ende veertich ponten ende vier buijssteden ende die olde anbreng niet meer en hielt dan vier ende veertichstehalue ponten ende vier huijssteden. Soo blijckt nu dat die vierdehalue ponten niet Ain anbrocht geweest die welcke hiernu taxeert wordden op ii floreen. 28 FERWERDERADEEL, XJ st. Noch heeft die pastoor anderhalue ponten leechlant, leggende aent eijndt van die voorsz. veertien ponden en wordden gebruijckt bij Jettie Foeclez ende want zij Inden olden Aenbreng niet en waren , vermits dattet onlant ende waterlant was , zoo wordden zij hier nu aengebrocht ende taxeert op XJ st. IVJ (1114 st. Noch heeft pastoor voorsz. een halve ponte leechlant , liggende op Hallumme meerswal int Wtterdeel , bruijckt nu ter tijt pastoers op Hallumme meerswal int Wtterdeel , bruijckt nu ter tijt pastoers Meijer Heercke Hermenz en wort getaxeert op 111J st. Nihil. Noch heeft voorsz. pastoor thien schapen gras op dat Werp, die welcke Sipcke Sibez in die huijr heeft die welcke nu niet taxeert wordden , vermits dattet noch buijten land is, ergo nihil. xvi IL Heer Roiejmer prebendarius in Hallum nu ter tijt woenende bruijckt die landen bij Heer Gerbrant Anno xi angebrocht. Te weten acht ende veertichstehalf ponten , doen taxeer op sestien floreen , de welcke landen hiernae particuleert en specificeert wordden. 1 fl. Int eerst thien ponten fenlandt die hij nu selues bruijckt. Item vijff pondematen meedlant op die eester fenne die hij oock selues bruijckt. Noch drij ponten op Wraudtsche stirtlant bruijckt hij oock selues. Noch anderhalue ponten in een stuck van ses pon- dematen, die welcke mede begrepen waren in dat landt dat Dijrck Backer Anno xi hadde angebrocht. Inden welcken hij declareerde dat Heer Gerbrant van hem boerde twee floreen. Ende want hiervooren op Rijntz Wdes naem Heer Roeijmer niet weer dan een floreen rente. Teweten een huijsstede die Pieter Schroor gebruijckt angeschreven is, soo wordt dit hier bestelt voor die ander floreen , ergo salt hier beschoten wordden voor een floreen. Noch twee stucken maedtlandt ekk anderhalue pondematen , lig- gende eijndt aen eijndt ende bruijckt hij selues. Noch anderhalue ponten hetende Hijlcke Horne die nu in den huer heeft gehadt Beentie Beentiez. Noch vijff ponten fenlant bij Lijopck Sape wedue lant, ende wor- den nu gebruijckt bij Jan Cornelisz. Noch acht ponten meden op 't groet madt die Jan Cornelisz oeck bruijckt. Noch bet twee ponten ende acht eijn. sen leggende in die Hell die Jan voorsz. oock bruijckt. Noch seuendehalff ponten liggende bij die meedwech die nu bruijckt Merten Beentiez. ii il. Noch vier ponten , twee op die meene Weerdt ende twee in die Hell , bruijckt Marten voorz. Ende want deze parcheelen , tewe. HALL UM. 29 ten daer geen summe in margine bij gestelt is in alles twee ende vijftich ponten acht eijnsen. Enden den olden aenbreng niet meer hadde op Heer Gerbrant angebrocht dan XLVI1J ponten. Soo wort het claellijcken befonden datter vijfF ponten ende twee eijnsen meer zijn dan de olde anbreng vermelt die welcke niet beschoten zijn , en daerom hier getaxeert op twee floreen. I fl. Noch heeft voorsz. Heer Roijmer een stede, leggende voor zijn huijs, die hij nu bout. Wt welcke stede die kercke heeft twee pont was, ende was inden olden aenbreng niet befonden , ergo hier taxeert op een floreen. )(iv fle Heer Pieter sacrista in Hallem bruijckt die landen bij hem seluen Anno xi angebrocht. Teweten twee ende veertich ponten die welcke hierna particulatim in specie worden declareert. Int eerst twee ponten fennen die hij selfs bruijckt. Item ander- half ponten saedtlant met die Huijsstede. Item elf ponten meed- lant op Auckama Wier. Noch vier ponten op Wrutdsche stert lant. Veertien eijnsen opt Stertlandt, lopende met die eene eijndt op Hallumme meer. Item acht ponten lenlandt , dwelcke Rommert Harmenz bruijckt. Item vierdehalue ponten fealant bij Hall umma meedtwech. Noel), vijfi ponten meedtlandt op 't Stertlandt bruijckt Rommert voorsz. Noch bet een polite leechlant bij Jepperda huijs. Noch vijii ponten leechlant , leggende an die fenna die voorsz. Rommert bruijckt. Ende want deese voorsz. parceelen bedragen in alles twee ende veertich ponten ende twee eijnsen, ende den olden Anbring hielde van twee ende veertich ponten , taxeert doen op veertien floreen, soo sullen deze voorsz. parceelen daervoor be- schoten wordden. Noch heeft de voorsz. heer Peeter twee ponten, leggende op die meene weerdt , daervan die eene angeschreuen was op Sijtz Beij- ties naem , dan tot versoeck van Heer Pieter wortet daer affge- xxiv st.schreuen ende Hier angeschreuen. Die anderde ponten van deze twee en was in geen anbrengh befonden, wordt daerom hier angebrocht ende sullen dese twee ponten tsamen beschooten worden voor vier ende twintich st. xxi st. Noch heeft dvoorss. Heer Pieter anderhalue ponten, leggende op Marrumma meerswal die hiervoren op Rentz Wdes naem affge- schreuen zijn op xxi st. Ende hier angeschreuen. Alsoo dat hij die hier beschieten sal voor xxi st. 30 FERWERDERADEEL I fl. Noch heeft dvoorss. Heer Pieter een huijsstede Baer Rheine, Thrijn , Buwe Sijbez ende Pope nu op woonen, welcke steden inden olden anbreng niet is geweest elide wordt daeromme nu aenge- brocht ende taxeert op een floreen. ii ft Die drij priesters toe Hallunt hebben tzamen een stuck Landts , hetende Botta mor, , groot ses ponten , dieweicke inden olden aen- breng niet befonden zijn geweest vermidts dattet ontlant geweest is, ende nu goet landt begint to wordden ende taxeert op twee floreen. xlv st. Jucke Douwez bruijckt een ponte , leggende bij die dijck , Oega Rijoertsz naestleger opt West , den Patoen toe Hallum nu toeco- mende ende is niet aengebrocht geweest , wort daerom hier taxeert op veertien st. Nihil. Noch heeft die patroon voorsz. twaleff schape gras sunt nullius taxationis, omdattet buijten dijxlant is, ergo hier nihil. 1C fl. Dat Clooster toe Gernaerdt besit is van olts drij hondert ende veertichste halue pondematen ende is taxeert geweest op een hon- dert floreen. III fl. Noch bruijckt dat voorsz. conuent nu acht ponten oft daerom- trent. Teweten die Rijxt Pieter Ailwa Wedue van tconuent heeft, ende zij weder landen van Rixt hebben, leggende in haer groet stuck. Ende dese acht ponten zijn hiervoren affgeschreuen Aucke Ockez des voorsz. convents meijer voor drij floreen rente, worden zij daerom den voorsz. conuente weder aengeschreuen ende zul- lense hier beschieten voor drie floreen. it 11. xvi st. Tconvent voorsz. bruijckt Hoch ses ponten ende leggen in haer groet besloten stuck, die Anno xi angebrocht waren bij Oentie groet besloten stuck, die Anno xi angebrocht waren bij Oentie Jorensma toe Hijeem ende doers taxeert op twee floreen sestien stuuers. Ende waren doers landtheeren daerati Sijbet Sijorda, Jucke ende Oentie selffs, alsoo dat sij dit voortaen beschieten zullen voor twee floreen sestien st. twee floreen sestien st. in fi. Rijnthie toe Wijrtsma declareert op huijden den sesten Septem- bris dat hij heeft inden huijr ses ponten toecomende Jan Schoe- maker toe Holwert leggende, hieraff die vierdehalue ponten bij Auck Marcia huijs , die derdehalff bij Jongatna huijs ende zal die beschieten voor drij floreen. Ende declareert dat hij Meijnert hiervoor 11J floreen heeft beschoten , wort nochtans nu taxeert op drij floreen. Ende en weet niet dat zij angebrocht zijn, brengtse ergo hier aen. Actum in ferwert die utsupra. HALLUM. 31 1 C fl.Mariegaerde besit is van Olts geacht geweest voor twee hondert tnegentich ponten , Taxeert op een hondert floreen renthe. Broer Frans Hoeffmeister tho Mariegaerde heeft haer landen ofte besit miler willen angeuen voor een hondert floreen renthe, dan die Commissarissen hebben zulx niet willen admitteren , omdat zij meer landen incorporeert hebben daervoren gheen declaratie aff- gedaen is. Is daeromme den Abt van Mariegaerde bij broer Frans door die Commissarissen beuolen om tcomen binnen Leuwarden bij haer in Sinte Matheus merckt ende tselue to declareren. sorte nascimur omnes , cola virtute distinguimur. Cicero in tusculanis questionibus. Non intelligunt homines quantum vectigal sit parsimonia. Op den eersten September Anno utsupra is bij den voorss. Com- missarisen tgene naevolcht beschreuen en eerst vanden Dorpe NIJKERCK. xxiv Feijcke Ritschesz toe Regnaelde nu meijer van Douwa Burma- nia bruijckt die landen bij Gossa Ciaesz Anno xi angebrocht , als- doen meijer van Jemma Heer Juijsina, teweten vier ende veertich ponten doen taxeert op vier ende twintich floreen. xxv st.Noch hadde de voorsz. Gosse Anno xi angebrocht alsdoen ter tijt meijer van Mr. Hemmo twee ponten, doen taxeert op vijff ende twintich st. Dese landen wordden nu gebruijckt bij Cornelis Ael- linga toe Ferwert, aen Feijck Regnaelde landen leggende, ende comen nu toe Buwe Wijbrantz ende sal die bescifeten voor vijfi ende twintich st. vilfl. Jijdts Douwez nu ter tijt meijer van Douwe Botnija bruijct die landen bij Tijarck Ydtsma anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Tzaling Sijdsz. Teweten vijff ende twintich ponten doen taxeert op seuen floreen. 32 FERWERDERADEEL. Weluerstaende dat hiervan den Abt toe Foswert toecomen ses ponten , denwelcken Abt inden Olden aenbreng niet meer ange- schreuen waren dan drij floreen iente ende Heer Tzaling vier floreen. Dit heeft declareeit Yds Douwez in presentee van voorsz. Com- mlssarissen. fl. Noch heeft Yds voorss. opten seluen dach declareert dat hij sulffst met zijn susters kijnderen bouen dese voorsz. landen bruijckt in dese sate mede beclemt zijnde, acht ponten oft daeromtrent, vanden weicken inden olden aenbreng geen mentie was gemaeckt ende wordden daerom hier taxeeit op drij floreen. xvi fl. Bouwijn Woltesz nutertijt meijer van Heer Tzaleng van Bot- nija erffgenamen bruijckt die landen bij Focka Anno xI angebrocht aisdoen meijer van izalenck Botnija. Teweten vijff ende dertich pondematen , taxeert op sestien floreen. xiv fl. Tijart Remmertsz bruijckt nu ter tijt als eijgen van die landen bij Tijardt op dolde dijck Anno xl angebrocht, aisdoen ter tijt meijer van Remmert ende Reenck toe Leuwarden. Te weten seuen ende twintich ponten vijffgras, doen taxeert op veerthien floreen. I fl. viii st.Noch hadde de voorsz. Tijart anno xi angebrocht een floreen acht st. toecoemende Aeltie Douwez sonder specificatie van Landen , Declareren nu dattet zijn derdehalue ponten leggende in haer fenne die nu bruijckt heeft Name Arijsz nu toecomende Sijmon Dircxz met zijn wwijffs susters ende broeders. lx st. Noch hadde voorsz. Tijart anno xi angebrocht een pont toeco- mende Joern taxeert op negen st. Ende wordt nu gebruijckt bij Tijardt Joernz als eijgen , dock is deze ponte belastiget met de- lingen , dwelcke Tijardt den Priester betaelt ende lecht in Slijcke borchs fenne. v st. Hier bij lecht noch een half ponte toecoemende Tijalle Ben- nerdtz , die Tijart Joernsz mede gebruijckt, ende deze was in den olden Aenbreng niet beuonden , wordt daerom nu hier angebrocht ende taxeert op vijff stuuers. Freerck Meusz nu ter tijt meijer vanden Kellener van Bethleem, bruijckt die landen bij Saecka Schroorsma anno xi angebrocht als- doen meijer vanden zeluen Kellener voorss., te weten drije ende vijftich ponten veertien Bras, ende negen gras , doen taxeert op twintich floreen. xxi st. Noch hadde die voorsz. Sacka anno xi angebrocht derdehaltf ponten , doen die Weeskens toecoemende zonder te specificeren wat NIJKERCK. 3 Wceskens taxeert op een fl. seuen st. Waeraff die anderhalff pon- ten nu gebruijckt wordt bij Betz Sijthie Beneditus huijsvrouw ende liggende bij Wanwaerdt bij Wiersterfenne , mer somwijlen verhuijrt sijt selffs ende somwijlen bruijckt sij selffs ende zal die beschieten voor een ende twintich st. xiv St. Die eene ponte bruijckt Freerck Meuusz voorsz. als die in huijer hebbende vanden Kellenaer voorsz. ende sal die beschieten voor vierthien st. Sijmon Reijnersz als Meijer van Douwa van Burmania bruijct die landen bij bij Olde Douwa ende Eecke Cuper Anno xi ange- brocht, alsdoen meijers van Heer Feddo toe Leuwarden. Teweten vier ponten van die vijff ponten die op Olde Douwa geschreuen waren, die weicke vijff pondematen doen taxeert waren. op twee floreen veerteen st. Sal dese vier ponten hier beschieten voor twee floreen. xiv st. Die ander ponte vandie Vijff voorsz. bruijcken nu Ritsche Sij- menszoens kijnderen ende zullen die beschieten voor veerteen st. fl. vu st. Noch bruijckt Sijmen voorsz. vijff ende dartich ponten vande veer- tich ponten bij Eecke cuper angebrocht, Die welcke veertich pon- ten doen taxeert waren op vijfteen floreen veerteen st. Sal daer- om xxxv ponten hier beschieten voor derteen floreen seuen st. II ff. vn st. Die restant vijff ponten van dese veertich bruijckt nu ter tijt Ridtsche Verielsma toe Blija als eijgen ende sal die beschieten voor twee floreen seuen st. vim 11. Gerbe Tijallez nu ter ter tijt Meijer van tconvent van Foswert bruijckt nu die landen bij Lutthien anno xi angebrocht, alsdoen meijer van tselffde Conuent, to weten Drij ende twintichstehalue ponten ende vijff gras op 't werp , doen taxeert op acht floreen. Arijs Meijnertsz ende Pieter Claesz nu ter tijt meijers van Jo- han Roerda (Gerbranda) ende Romcke Jeppama, bruijcken die landen bij Meuus toe Jeppama Anno xI angebrocht, doen meijer van Rijntz Jeppama, teweten tsestich ponten negen gras, doen taxeert op dartich floreen , hijervan bruijcken zij elx die helfte sullen daeromme elck voor die helft beschieten. VIII fl. Baucke Sijdsz nu ter tijt meijer van Romcke ende Johan voorsz bruijckt die landen bij Jeppa anno xi angebrocht, alsdoen Lant- sate Rijntz Jeppema voorsz. teweten veerteen ponten acht gras , taxeert op acht floreen. xvi fl. Wolter Claesz nu ter tijt meijer van Wijger Feijsma bruijckt die landen bij Johannes Claesz Anno xi angebrocht, alsdoen meijer 3 34 FERWERDERADEEL. van Tako Mockama , teweten acht ende twintich ponten vijff gras doen taxeert op sestijen floreen. 11 Noch bruijckt voorsz. Wolter van sijn stieffkinderen wegen twee ponten , leggende opdie baten die noch noij t angebrocht zijn, brengse daerom nu aen en wordden taxeert op een floreen. Ende decla- reert Wolter voorss. dat hij daer altijt voor een floreen voor be- schoten heat. v fl. Kempo Gieltsz nu ter tijt meijer van Douwa van Burmania bruijckt vande Landen bij Meijnse anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Jemme Heer Juijsma, teweten twelff ponten taxeert op vijff floreen. vii fl. Noch waren op Meijnso aengebrocht twintich ponten ende drij 1 fl. gras opt Werp doen tconuent van Bethleem toecoemende , taxeert op acht floreen. Welcke landen Hantie Jellez nu gebruijckt als meijer vanden seluen conuente. Welverstaende dat vande twintich ponten voersz. drij gebruijckt wordden bij eenen Michhiel meijer vanden voorsz. conuente ende sal die beschieten voer een floreen. Alsoo dat Hantie beschieten sal voor seuen floreen. it fl. my- st. Noch waren op Meijnse angebrocht sestehalue ponten, toebe- hoorende Aeltie Douwez, taxeert op derdehalff floreen, die nu ge- bruijckt wordden bij Hantie voorss. als meijer van Simon Dircxz. , Noch waren op voorss. Meijnse angebrocht acht gras opt Werp t taxeert op twee floreen , toebehoorende Gerbe Mockama, die nu gebruijckt wordden bij Cornelis Tzalinga meijer van Suijrt Andla. Noch waren op Meijnse voorsz. angebrocht elf pondematen als eijgen, vanden welcken nu bruijckt Mijnne bij der Ee vijff pondema- ten meedtlandt, leggende op Marrumm.a Hemrick , tconuent van Foswert opt Suijdt ende die armen toe Leuwarden opt noordt naestlegers. Noch anderhalue ponten op Wanswerde hemrijck hetende op iv fl. die nije slootswal. Noch anderhalff ponten meedtlant, leggende opt sulffde Hem- rijck bij Loicke meer, dat Jonger leen toe Wanswert op die noer- derzijde. Noch acht eijnssen opt selue Hemrijck, Gerrit Wijsma opt suijdt naestleger. Noch die derdepart van acht eijnsen heetende bij die Steenen. Noch die derdepart van twee ponten , dat Jongerleen toe Wans- werdt opt noerdt naestleger ende zal die beschieten voor vier ^,.floreen. xxi st. Die ander twee pondematen vande voorsz twee pondematen ende NIJKERCK. 33 die twee parten vande voorsz. acht eijnsen , leggende bij Steenen, behooren toe Trijn Hanties achtergelaten weeskinderen , ende zul- len die beschieten voor een ende twintich st. renten. 1 II. xis/ st.Taecko Rensma bij Ferwerdermolen nu ter tijt meijer van Ritsche pelsers stiefkijnderen bruijckt vier pondematen , die Obb drooch- scherger Anno xi angebrocht , taxeert op een floreen veertien stu- uers. Deze landen leggen toe Nijkerck, Douwe Burmania op beide sijden naestleger ende sal die beschieten alsvoren. i fl. vii st. Taecko Sithiez alsdoen meijer vande priorinne toe Foswert hadde Anno xi angebrocht acht ponten ses gras opt werp gerekent op vier ponten off daeromtrent, taxeert op vier floreen. Hiervan bruijcken Anscke Taeckez ende Stenert Oenez meijers van Heer Tzalinx erffgenamen van Botnija die yip' ponten, die vier buijten dijcx leggende ende die eene bennens dijcx in haer fenne ende sul- len dit beschieten voor een floreen seuen stuuers. 11 fl. Tiepke Sibada Weduwe bruijckt hier van vijftehalue pondematen toebehoorende Heer Julius van Botnija erffgenamen, waeraff die twee ponten liggen in die fenne ende die derde ponte is saetlandt ende sal die beschieten voor twee floreenen. xxi st. Menno Tammez bruijckt hiervan twee pondematen als oock toe- behoorende heer Julius Erffgenamen voorsz. leggende in zijn fenne ende sal die beschieten voor xxi stuuers. x fl. Jucke Jellez Meijer vandat Jongerschap toe Nijkerck bruijckt die landen op Gerrijt als meijer vant selue Jongerschap anno xi an- gebrocht, teweten achteen ponten acht gras, taxeert op thien floreen vu, fl. Sijds Buurz op Slijckenborch nu ter tijt meijer van Jancke Wnama bruijckt die landen bij Jeppe op Slijckenborch Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van voorsz. Jancke ende Onna Aesma, teweten elftehalue ponten ende acht gras, doen taxeert op acht floreen. 1 fl. Jijds voorsz. bruijckt noch dardehalue ponten , die inden olden aenbreng niet zijn beuonden ende wordden hier nu van nijes aen- gebrocht ende taxeert op een floreen. vi fl. Tijaert Joernsz int Hoff nu ter tijt meijer van Wijger Feijsma bruijckt die landen bij Tijaert int Hoff anno xi aengebrocht, als- doen toebehoorende Taecko Mockema, teweten seuendehalff pon- ten ende vijff gras doen taxeert op ses floreen. n ft Die Coster toe Nijkerck bruijckt die landen opten costerije anno xi angebrocht, to weten drij ponten vijff gras doen taxeert op twee floreen. 36 FERWERDERADEEL. VII II. hit Auckez nu ter tijt meijer van Popka Mockama bruijckt die landen bij Jan Keepma Anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Hessel Sijorda. Teweten seuentien ponten vijftehalff gras doen taxeert op seuen floreen. viii fl. Godtsvrundt Tijaerdtsz bruijckt nu als eijgen van wegen zijn huijsvrouw en huijsvrouw suster die landen bij Focka Anno xi aen- gebrocht, teweten eenentwintichstehalue ponten binnen dijx ende sestehalff gras buijten dijcx ende secht dat hij die altijt beschoten heeft voor acht floreen. Die olde aenbreng was in dese poinct heel onclaer, , want daer was geen Landtheer bij gespecificeert ende daer was geerreert in die somma ende oock in die ponten , blijft daeromme bij dese taxatie. xxxiii ti. Cornelis Reinersz Tzalinga nu ter tijt meijer van Sijuert Andla bruijckt nu ter tijt die landen op die naem van Tzalinga guet angebrocht Anno xi, waer aff doen landtheer was Gerbet Mockama, teweten ses ende vijftich ponten twelff gras, doen taxeert op xxxiii floreen. ii ti. Noch bruijckt voorsz. Cornelis acht gras, die Anno xi angebrocht waren bij Abe bij die dijck in die acht ende twintich gras ende sijn Sijurdt Lijuwez hiernae affgeschreuen ende hier aengeschreuen ende taxeert op twee floreen. xv ti. Sijurdt Lijuwez nu ter tijt meijer vanden conuente Marigarde bruijckt die landen bij Abe bijde dijck , alsdoen Meijer van Gerbe Mockama Anno xi angebrocht, teweten vijff ende twintich ponten ende twintich gras, taxeert op vijftien floreen. Nihil. Die ander acht gras bruijckt Cornelis Tzalinga als Meijer van Sijurdt Andla ende wordden alhier affgeschreuen ende Cornelis wederom hier bouen angeschreuen, ergo hier van die acht gras nihil. xxi st. Sijurdt voorsz. declareert dat hij heeft binnen dijcx achtien pon- ten fennen ende negen ponten saedtlandt ende alsoo hier twee ponten meer sijn dan den olden aenbreng vermelt, soo sal hij die beschieten voor een ende twintich st. 1 fl. xiv st. Noch bruijckt voorsz. Sijurdt vier ponten fenlant, waeraff Heer Julius Botnija erffgenarnen drije toecoinen ende die eene hem selffs, Julius Botnija erffgenarnen drije toecoinen ende die eene hem selffs, diewelcke inden olden aenbreng niet zijn beuonden , wordden daerom hier aengebrocht ende taxeert op anderhalff floreen. 1f1. Pieter Pietersz meijer vanden patroen bruijckt die renten bij Tziarck als meijer van Gerbet Mockama anno xi angebrocht, toe weten een floreen rente sonder specificatie van landen, dan verclaert NIJKERCK. 87 nu dattet is een eenkoeganck ende een huijsstede groot omtrent een halue ponte ende negen eijnsen saetlant, taxeert op een floreen. vi fl. xxi st. Johannes Sijwrdtz nu ter tijt meijer van Sijurdt Annez bruijckt vandie landen bij Lijuwe Tijarcxz Anno xi angebrocht, alsdoen vandie landen bij Lijuwe Tijarcxz Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Eesk Bottinga , ende Hessel Sijoerda, teweten vandie drij ende twintich ponten achtien ponten. Ende want die doen taxeert waren op ses floreen ses st. Ende nu beuonden wordt datter drij ponten meer zijn dan den olden anbreng vermelt, soo sal Johannes voorsz. sijn deel nu beschieten voor ses floreen, een ende twintich stuuers. VI ft xiv st. Andries Cornelisz nu meijer van Harinck Sijthima bruijckt oock van die landen bij Lijuwe Tijarxz Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Eesk Bottinga, teweten acht ponten binnendijcx en thien gras buijten dijx. Ende waren Eeske landen anno xi taxeert op ses floreen rente. Dan sullen nu beschoten wordden voor ses floreen veertien st., want daer drij ponten meer beuonden zijn dan dolde anbreng vermelt, waeraff voorsz. Johannes ende Andries die lasten daeraff halff ende half toegedeelt zijn. Alsoo dat Andries sijn parceel bier beschieten sal voor ses floreen veertien st. 1 II. xiv st. Heer Sipke Pastoor toe Nijkerck bruijckt als eijgen vanwegen zijn pastorije anderhalff floreen renthe bij Lijuwe als lantsate van Gerbet Mockama Anno xi angebrocht sonder specificatie van lan- den. Ende declareert nu Heer Sipcke voorsz. datter sijn drij grasen buijten dijx liggende ende negen eijnsen saetlant bennens dijx ende zal die beschieten voor een floreen veertien st. xii fl. Noel] bruijckt Heer Sipcke voorsz. tct sijn pastorije die landen bij Heer Eewolt Anno xi angebrocht , alsdoen pastoor aldaer. Te- weten acht ende twintich ponten ende achtehalue gras, doen taxeert op twelff floreen. Hier sijnt mede in gerekent die negen eijnsen , leggende toe Hallum bij Hillama huijs. n fl. Den Patroon toe Nijkerck heeft ses ponten die in den olden aenbreng niet beuonden zijn , leggende de vier ponten vast bij 't kerckhoff, en- die twee ponten opdie baten , zullense daerom nu beschieten voor aen voor twee floreen. viii ft. xx st. Heijno Hillebrantsz nu meijer van tconvent van Mariegaerde bruijckt vandie landen bij Oete Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Reenck toe Cammijga buijr. Teweten seuen ponten veertien gras taxeert op acht floreen. Ende noch derdehalff ponten bijden selven Oete angebrocht, alsdoen toebehoorende den Abt van Fos- 3S FERWERDERADEEL. wert, taxeert op twintich st. Alsoo dat hij hier beschieten sal voor acht floreen xx st. II. iv St. Noch hadde voorss. Oette anno xi angebrocht vijff ponten Aebe ter Stedt doen toecomende, doen taxeert op twee floreen vier st. Dese landen bruijckt nu Sijbrant ter Stedt als eijgen , leggende vast bij Heijno voorsz. huijs ende sal die beschieten als voren. 1 xx st. Jacob Jansz Schipper van Amelant nu meijer van Tiebbe toe Dijxlobbe bruijckt vandie landen bij Tijarck anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Aebbinga ende Sijouck toe Steens, teweten omtrent vijftehalue of sestehalue ponten bennens lants ende buijten landts ende die stede bij Tzalinga, daer die Weduwe Feijck nu op woont. Ende dit parcheel zal hier beschoten wordden voor een floreen xx st. xvi fi. Sijouck Heijnes nu ter tijt meijersche vande erfgenamen van Heer Tzaling van Bonija bruijckt omtrent vijff ende dartich ponten bin- nendijx ende heeft hier altijt voor beschoten sesteen floreen, twelck die rechter bekent. Ende wordt dese Sate inden olden anbreng niet beuonden, ergo wortse nu aengebrocht ende hier getaxeert op sestien floreen. lv fi. xiv st. Pieter Aelthiez nu ter tijt meijer van Heer Julius van Botnija erffgenamen bruijckt seeckere landen. Teweten vijff ponten ben- erffgenamen bruijckt seeckere landen. Teweten vijff ponten ben- nens dijx daer zijn huijs op staet, noch anderhalff ponten saetlant binnen dijx, ende vijff ponten buijten dijx ende zal die beschieten voor vier floreen veerteen st. fl. Sijbrant Hiddez bruijckt vijff ponten nu feniandt, liggende bij Marruma meedt wech ende plachten aen voorsz. Peeters goet mede to hooren, dan Heer Julius heeft se er affgenomen ende tot Sijbrants goet toe Marrum gedaen ende salt daerom alhier beschieten voor twee floreen. Dese twee voorsz. parceelen waren in den olden aenbreng niet ende worden daerom hier aengeschreuen ende taxeert als voorsz. Nochtans hebben die meijers daeraff die schattinge betaelt, twelck die rechter bekent. vii st. Derck Heijnesz bruijckt nu een halue polite lants , leggende bij Tzalingahuijs ende is saedtlant ende compt toe Peeter Banga erff- genamen ende sal die beschieten voor seuen st. Dese halue ponte is in den olden aenbreng niet beuonden, nochtans declareerde Dierck voorsz. dat hij die schattinge daer altijt voor betaelt heeft. fl. Sijthie Benedictusz verclaert dat zijn Iluijsvrouw toecomen twee pondematen, die hij jaerlijx geeft tehalue, leggende bij Tzalinga NIJKEROK. 39 fenne wal , die hij niet en weet angebrocht te sijn, doch heeft hij in Nijkerck daeraff betaelt voor een floreen , twelck die rechter al- daer bekent ende is alsoo bij den commissaris getaxeert. 1 fl. Anske Lijobbrensz bruijckt een heem onbehuijst leggende in Nijkerck opt West van Tzalinga huijs , mitsgaders noch een ponte, die weicke inden olden aenbreng niet beuonden zijn, doch heeft Anske voorsz. daer altijt voor betaelt voor een floreen. Twelcke die rechter alsoo relateert ende rekent , ergo bier een floreen. ---- li....4^..., .,..,,,Ar5-", Marrum. Marrum is begonnen te verclaren opten non Septem- bris nae middach. xxiv fl. Heer Johannes toe Marrum van wegen zijn Pastorije bruijckt vier ende vijftich ponten , taxeert op vier ende twintich floreen. xx st. Noch waren op devoorsz. pastoors naem als hem self toecoemende angebrocht twee ponten, dwelcke landen nu noch gebruijckt wor- den tot diezelue pastorije ende wordden getaxeert op twintich st. xii II. Heer Frans Vicarius toe Marrum bruijckt vanwegen sijn vicarije seuen ende dertich ponten, taxeert op twaleff tioreen. )(Iv fl. Harmen Jacobz nu ter tijt meijer van Eesck Hottinga bruijckt die landen bij Douwe Sijrdtsma anno xi angebrocht, alsdoen Meijer van Lolcka Heslinga , teweten dertichstehalue pondematen vijff gras , taxeert op veerteen florenen. vii fl. Mijnno Tammez meijer van Ionge Jw Botnija bruijckt die landen bij Sijtthie Pieterz Anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Jw Botnija, teweten vijff ponten saedtlant ende vijftien gras buijten dijx doen taxeert op seuen floreen. viii ff. Feddo Heroz nu ter tijt meijer van derffgenamen van Sijmon Hendricxz bruijckt van die landen bij Tiepke Aesma Anno xi aen- 40 FERWERDERADEEL gebrocht , alsdoen een deel hem sulffst toecomende ende een deel Peeter Jan Sijbrants , teweten sesteen pondematen, doen taxeert op acht floreen. Noch waren op Tiepke voorsz. angebrocht acht ende dertich ponten ses gras hem selues doen toecomende, taxeert doen op xvii floreen xiv st. Hijervan bruijckt voorsz. Fedde die sestiende halue ponten als toebehoorende Tiepke Aesgama ende sal die beschieten voor Noch bruijckt vandeze landen voorsz. Schelte Aesgama als eijgen vijif ponten min een eijnse ende sal die beschieten voor Noch bruijckt hiervan Jan Marcia toe Hallum Wijger Feijsma landtsate vier ponten ende sal die beschieten voor Noch bruijckt hiervan Roeloff Rinthie Sijama als eijgen twee ponten vier eijnsen ende sal die beschieten voor Noch comen hiervan toe Saecke Offez toe Steens negendehalue pondematen. Welverstaende dat Willem Cramer opper Leije hierin heeft Tien eijusen, ende sullen dese negendehalue ponten beschoe- ten worden voor Noch heeft hiervan Declarabitur Wen erfgenamen van Tiepcke Agsgama by Donder- dach in die merct. Noch bruijckt hiervan Sijdts Bottama ses gras ende comen toe Saicke Offez voorsz. ende sullen beschoten wordden voor ix fl. Sipcke Sijbrenz nu ter tijt meijer van *Douwa Botnija bruijckt die landen bij Gosse Wopckez anno xI angebrocht , Ms doen meijer van die Abt van Foswert ende Tzalingh Sijdsz , teweten een ende twintichstehalue ponten , taxeert op negen floreen. fl. Noch hadde Gosse als eijgen angebrocht twee ponten taxeert op een floreen , dewelcke leggen op Wanswerde meeden aen Hessel Aelthiama hint, ende worden gebruickt bij Suster Welmoetz landt- sate Wpt Taitkez genoempt, nu woonende toe Wanswerdt, Als die in die huir hebbende van voorsz. Suster Welmoedt. Deze declara-- tie is naegedaen bij Sipcke Sijbrantsz voorsz. opten xvnien Sep- tembris anno veertich. viii fl. Folckert Pieterz nu ter tijt meijer van Frans Humalda ende Haijo iv fl. Cammijga bruijckt die landen op Poppa Anno xi angebrocht , als meijer van Sijuck Cammijga ende Pieter Haijes , taxeert op twaleff floreen. Welverstaende dat Frans toecomen twintich ponten , ende Haijo thien ponten Ende sal die twintich voor acht floreen ende die tien voor vier floreen beschieten. MARRUM. 41 ii fl. Den Patroon toe Marrum comers toe den drij ponten op Jelcke als eijgen hem toecomende anno xi angebrocht, taxeert op twee floreen. Waeraff deene ponte is saedtlant ende wordt gebruijckt bij Allert Aebez ende die twee pondematen zijn fenlandt ende wordden gebruijckt bij Jan Jacobsz. 1 ft. xiv st. Beentie Beentiez bruijckt die twee ponten bijhem sulffst anno xi angebrocht , alsdoen ende noch hem sulffst toecomende , wtgesecht angebrocht , alsdoen ende noch hem sulffst toecomende , wtgesecht een stele toe Marrum, daer Botte Pijbez nu op woondt, ende hem ende sijn kinderen toecompt. Dit parceel sal tsamen beschoten wordden op anderhalue floreen. xxviii fl. Schelte Aijsma nutertijt meijer vant convent van Marigaerde bruijckt die landen bij Sibrant Asinga Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van 't selue conuent,. teweten tachtich ponten ende dertich gras, doen taxeert op acht ende twintich floreen. xi fl. Noch hadde Sijbrant voorsz. anno xi angebrocht vijff ende twin- tich ponten hemselffs doen toecomende , doen taxeert op elf floreen. Dese voorsz. landen bruijckt nu Schelte voorsz. als eijgen van wegen zijn huijsvrouw ende blijuen bij dolde taxatie. xiv fl. Lijuwe Tijartsz inde muntz nu Meijer vanden Abt van Foswert bruijct die landen bij Aeble inder montz anno xi angebrocht, als- doen meijer vanden zeluen Abt, teweten twee ende dertich ponten ende negen gras, taxeert op veertien floreen. in fl. xvi st. Noch hadde Aeble voorsz. angebrocht alsdoen hem sulffst toe- comende seuentien ponten , doen taxeert op ses floreen , waeraff Sijuck Buwez toe Balckeijndt toecomen thien ponten drij eijnsen , taxeert op drij floreen sesteen st. 1 !I. xx st. Ende voorsz. Lijuwe heeft vande selue landen voorsz. vierde- halue ponten, die hij bruijckt als toecomende zijn stieffkint , taxeert op een floreen twintich st. op een floreen twintich st. i ti. xx st. Dit stuck plach geacht to wezen bij Aeble tijden voor vijff pon- ten, ende zij hebbent nae doen meten ende is beuonden dattet ten, ende zij hebbent nae doen meten ende is beuonden dattet niet meer dan vier ponten is , zullen nochtans beschieten voor een floreen twintich stuuers. xx st. Noch heeft Lijuwe hiervan wuijt name alsvoren twee ponten liggende toe Hallum opt groot madt ende sal die beschieten voor twintich stuuers. Noch hadde voorsz. Aeble angebrocht twee ponten, doen die pa- troon toecomende. Declarabunt iidem haeredes. 42 FERWERDERADEEL xvi fl. xis st. Offe Saeckez bijdie tille nu meijer van tconvent van Marigaerde bruijckt de landen bij Jettie bijder tille Anno xi angebrocht, als- doen Meijer vanden zelven convente, teweten seven ende dertich ponten ende vijftien gras opt werp , doen taxeert op sestien floreen twelff stuuers. xvi fl. Alla Tiepkez nu meijer van tconvent van Mariegaerde bruijckt die landen bij Focke Aellez anno xr aengebrocht als meijer van tselue convent, teweten drij ende dertich ponten ende vijftien gras, doen taxeert op sestien floreen. xvlii fl. Claes Hesselsz nu meijer van Frans Gerrijt Coonijs Weeskindt bruijckt die landen op Waelka als Meijer van Reenck Campstra Anno xi angebrocht, teweten dertich pondematen vijftien gras opt Werp , taxeert op achtien floreen. viii fl. Reeuwert Reuwertsz nu meijer van Sijuxma bruijckt die landen op Reuwert als meijer van Rints Sijuxma Anno xi angebrocht, te- weten elf ponten elf gras , doen taxeert op acht floreen. Wijger Feijsma bruijckt nu ter tijt als eijgen twee ende twintich ponten bij Sijmon anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Wompck Sijthiama , doen taxeert op negen floreen. xiv fl. Simon Gieltsz nu ter tijt Meijer van Douwa van Burmania bruijckt nu die landen bij Haeijtie anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Jemme Her Jiiijsma, teweten negen ende twintich ponten, taxeert op veertien floreen. ix st. Noch bruijckt den voorsz. Simon een leech stede Anno xi Jemme Her Juijsma toecomende , doen taxeert op negen st. vi st. Noch bruijckt Simon een halue stede waeraff die heele steedt angebrocht was bij Sijdts, toecomende Heer Otte ende Jemme Her Juijsma, doen taxeert die heele steedt op twalefl st. Waerom Si- mon voorsz. dieselue halue steedt beschieten sal voor ses st. fl. xx st. In den olden anbrengh waren op Lijobbren Schroor als meijer van Tiepke inden Kaeg, Abe Scherger ende Gerrijt Meijnsma anno xi angebrocht elf ponten, taxeert op vier floreen thien st. Van dese landen bruijckt Cornelis Tzalinga derdehalve ponten , ende sijn susterskinderen anderhalue ponten, tsamen taxeert op een floreen twintich st. xxiv st. Noch bruijckt van dese landen Sijuck Buwez toe Balckeijdt twee ponten , taxeert op xxiv st. st. Tijarck Hilles weeskindt comen toe van dese elf ponten een halue ponte liggende bij Eede feline , taxeert op ses st. MARRUM. 4 vi st. Noch compt hieraff toe die pastoor toe Nijkerck een halue ponte, die Sijmon schoelmeester toe Marrum bij notwandel nu bruijckt, taxeert op ses stuuers. fl. viii st. Noch bruijckt van voorseijde landen Heijne Melisz drij ponde- maten als Meijer van Obbe Scherger, taxeert op een floreen acht st. xis st. Noch bruijckt vande voorsz. landen Anscke Lijobbrensz een huis- xxiv Waelke Ritschez meijer van Douwe Botnia bruijckt nu die lan- stede, taxeert twaleff st. den op Saepe to Botnija als meijer van Heer Juw Botnija anno xi angebrocht , teweten tsestich ponten twee gras, taxeert op xxiv xxiv st. Feijcke Smidt meijer van Douwa Botnija bruijckt die stede up iloreen. Wpt Smidt als meijer van Jw Botnija anno xl angebrocht, taxeert xx st. Noch hadde Wpt in tselue Dorp in een ander anbreng ange- op vier ende twintich st. brocht als eijgen twee ponten, taxeert op twintich st. Ende ver- claert Sijouck Wpts wedue dat die twee ponten leggen in die buijre fenne die Heer Julius daer gemaeckt heeft, ende to voren saetlant was ende sijnt alsdoen acht ackeren saetlant geweest. Ende waren dese twee ponten toegelecht voor delingen ende Heer Julius heeftse van Sijoucke broeders als Wopke ende Gosse vercregen, dan weet niet door wat titel. ti. Olffart Schroor meijer van Douwa Botnija bruijckt die huijsstede op Beijtze Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Jw Botnija, taxeert op een floreen. st. Bauck Witthies meijersche van Fecke Botnija bruijckt den Stede bij Reuwert weuer meijer van Jw Botnija anno xi angebrocht, taxeert op veertien stuuers. xxxvi fl. Dirck Jacobsz meijer van Fecke Botnija ende Douwa Botnija bruijckt Hannija goet op Jw Botnija Anno xi angebrocht, teweten tnegentich ponten ende negen gras, tsamen anno xi taxeert op ses ende dertich floreen. Dirck voorsz. ende Sijbrant Hiddez bruijcken noch twee ponten , leggende in Eede Fecke lantsaet fenne , toecoemende Anscke Lijb- Declarabit. Botnija ende sijn brenz moeder ende Geert Meijnsma ende daer den huijr van Fecke 44 FERWERDERADEEL. Den Derden Septembris vii fl. xxii st. Onna Montez meijer vanden Conuente Foswert bruijckt nu vande landen bij Jucka anno xi angebrocht , doen meijer vanden seluen convente ende eenen Heer Lubbert , teweten vijf ende twintich ponten , taxeert alsdoen op seuen floreen twee ende twintich st. xxi II. Kempo WilAa bruijckt nu als eijgen die landen bij Tzalinck Pou- winga als eij gen anno xi angebrocht, teweten tseuentich ponten, taxeert op xxi floreen. ii fl. Romcke Jellesz hadde anno xi angebrocht dartiendehalue pon- ten , taxeert op ses floreen, toebehoorende Rixt Gruestera, waeraff Kempo Wijnia bruijckt vier ponten als eijgen ende sal die be- schieten voor it floreen , die twee pondematen liggende bij Pou- winga huijs ende ander twee bij Jongama weruende tegen mal- cander. 1 11. Tako Wopkez bruijckt van dese voorsz. dartiendehalue ponten twee ponten, toebehoorende Tiepck Jaspar Aesgama Weduwe ende sal die beschieten voor een floreen. Dese twee ponten weruen te- gen dander vier pondematen voorsz. 11 fl. Noch hebben hiervan die 2 priestess te Marrum vier pondematen ende sullen die beschieten voor twee floreen. Dit is fenlandt ende lecht Feddo Heerez te naeste. i fl. De patroon toe Marrum heeft hiervan oock twee pondematen , Tziarck Hebbes erfigenamen opt noordt ende opt Oost naestleger vu st. Die Coster te Marrum bruijckt hiervan een halue pondemate ende sullen beschieten voor een floreen. liggende op die baten ende is saetlant ende sal die beschieten voor seuen stuuers. ii fl. Noch waren op voorsz. Romcke als meijer van Tiepke inden Declarahitur. Haeck Anno xi angebrocht vierdehalue pondematen , taxeert op anderhalue floreen. xvin st. Noch waren op Romcke voorsz. Anno xi angebrocht anderlialue ponten, doen ter tijt Romcke sulffst toecomende, die welcke in Dirck Hannia fenne ende wordden nu gebruijckt bij voorsz. Dirck als meijer van Fecke Botnija ende doen taxeert op achtien st. xx ±1. Anska Taeckoz ende Stennert Oenez nu meijers van Sijdts Bot- nija bruijcken die landen bij Hoijt Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Schelte Tijaerda ende Tzalinck Sijdsz. Te weten vier ende dertich ponten vier ende twintich gras , taxeert op twintich floreen. MARRUM. 4 in fi. Noch waren op voorsz. Hoegte Anno xi angebrocht acht ponten hem sulffst toecoemende, taxeert op drij floreen. Declarabitur bij Douwe toe Westerhuijs. u fl. xiv st. Noch bruijcken dvoorsz. Anscke ende Stennert als Meijers voorsz. een pondemate acht gras, die inden olden anbreng geschreuen wa- ren op Lijtke Sipkez ende Joucke Pelser meijers van Jw Botnija ende sullen die beschieten voor twee floreen veertien st. xxiv fl. Tijaerdt Lijuwez toe Westerhuijs nu meijer vanden conuente van. Foswert bruijckt nu die landen bij Gielt Sijmonz anno xi ange- brocht, alsdoen metier vanden zeluen conuente. Teweten ses ende vijftich ponten vier ende twintich gras doen taxeert op xxiv floreen. in 1 xxi st. Noch waren op Gielt voorsz. angebrocht acht ende veertich pon- ten hem sulffst doen toecomende, taxeert op achtien floreen. Waeraff Tijaert toe Westerhuijs bruijckt vier ponten meedtlandt , liggende op Marrumma meerswal ende noch vier ponten saedtlant, liggende bij fetcoepers wech. Ende noch anderhalue ponten fenlant, liggende aen Pouwinga meer ende sal dit _beschieten voor drij floreen een ende twintich stuuers. iv ti. xvn st. Noch bruijckt van dese landen Sijmon Gieltsz vijff ponten fen- landt, liggende aen Pouwinga meer. Ende noch drij ponten meedt- lant, liggende opdat Stertlant toe Hallum. Ende drij pondematen Saedtlandt bij Nikerckstermeer. Noch een pondemate leechlant ende sal dit parcheel beschieten voor vier floreen achtiendehalue st. Hiervan comen toe Douwa van Burmania drij ponten, die welcke Sijmon voorsz. nu nochtans oock gebruijckt. i fl. xiv st. Noch bruijckt van dese landen Sipke Sijbrantsz vier ponten, lig- gende bij Marrumma loen , hetende die gare fenne ende sal dat beschieten voor een floreen veertien st. Noch comen toe van dese landen Eesck Jacob Campits huijs- vrouwe in voortijden huijsvrouwe van Tijarck llillez , seuen pon- ten, liggende voor persinge huijs. Noch ses ponten fenlant, liggende oock voor Persinge huijs comen oock toe Eesck voorsz. Ende noch ses ponten, leggende op lutke beer. vim fl. vu st. Noch twee ponten saetlant lopende met die eene eijiidt aen Nijkerckstermeer. Hiervan bruijckt Jan Jacobz veertien ponten ende Marten Claesz op die lutke beer seuen ponten ende sal dit beschoten wordden voor acht floreen seuen st. 4 FERWERDERADEEL. v.1 st. Noch heeft hiervan Meijnert Hillama een halue ponte , leggende toe Copkewier ende is die huisstede , daer Reenck Aleffz nu op woont ende salt beschieten voor VJ st. xi st. Noch heeft hiervan Feddo Heeroz een ponte loopende met deijnde aen Niekerkstermeer, toecomende den patroon te Marrum, diewelcke ponte hij vanden patroon gecoft heeft tot zijn lijffstondt ende zal se bier beschieten voor elf st. Noch waren op Gielt voorsz. anno xi angebrocht twee ponten, doen toecomende Abe te Wlsmahorne, dese landen leggen Declarabitur. iv fie xiv st. Jan Jacobsz nu meijer van Eesck Tijarck Hilles Weduwe bruijckt die thien ponten op Eede anno xi angebrocht , alsdoen meijer van die thien ponten op Eede anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Jijdts Kinderen toe Beijnthum , taxeert op vier floreen veer- tien st. xxiv 11. Andries toe Westerhuijs nu ter tijt meijer vanden Convente Fos- wert bruijckt nu die landen bij hem seluen anno xi angebrocht, alsdoen meijer vanden seluen Conuente. Teweten ses ende vijftich pondematen xxiv gras , taxeert op vier ende twintich floreen. xvin fl. Mijntz Tiepke Sijbalda Weduwe woonende nu op Sijbada goet ende meijersche van Jonge Jw Botnija bruijckt die landen Anno xi angebrocht bij Gielt Sijbada, alsdoen meijer van Eesck Botnija, teweten seuen ende dertich pondematen vijftien gras, doen taxeert op achtien floreen achtien st. ii it. xxi st. Noch hadde de voorsz. Gielt anno xi angebrocht als hem selffs toecomen vijftien ponten, doen taxeert op vijff floreen, waeraff Eelcke Petersz toe Hijeem bruijckt als eijgen ses ponten, liggende toe Petersz toe Hijeem bruijckt als eijgen ses ponten, liggende toe Hallam bij Jongama huijs , noch dardehalue ponten saetlant, leg- gende bij die fetcooperswech Eede fenne toe naesten ende sal dit parcheel beschieten voor twee floreen een ende twintich st. XV11J st. Noch bruijckt van dese landen Frans Lollez twee ponten liggende bij Marrumma kerckwech tusschen Heer Tzalings erwen ende Douwa Botnija landt toecomende Wopke Gieltsz ende salse be- schieten voor XV11J st. NNW st. Noch bruijckt hiervan Sijds Tiepkez twee ponten op Marrumma meden weruende tegen alle vier tijoegen, toecomende voorsz. Wopke ende salse beschieten voor XV11J st. xiv st. Laurens toe Bentum bruijckt hiervan als meijer van Eecke to Hijeem anderhalue ponten ende sal die beschieten voor veertien st. ende leggen bij genumma wt sijoen. MARRUM. 47 xiv st. Jan Wijthiema bruijckt van voorsz. landen als meijer van Wopcke Gieltsz voorsz. anderhalue ponten ende sal die beschieten voor veertien st. ende liggen bij Oosterbeijntum Geert Meijnsma opt noort ende metten eijnde aen Blijara wech. 11 Noch bruijckt Mijntz voorsz. twee Heemen, daer Anno xl woonde op een Lijtke Sipke, opt ander Joucke Pelser, vanwelcke heemen Heer Julius doen Landtheer was ende sullen die beschieten voor twee fioreen. Ende des te hooger taxeert want het steden plegen te wezen. 1 fl. Douwa Foeckaz als meijer van Heer Julius erffgenamen bruijckt die Stede bij Rijnck Kijnschedr. Anno xl angebrocht, meijersche doen van ANT Botnija, taxeert op een floreen. xvlll st. Rommert Jarichz die Coster toe Marrum ende Foppe Sijmonsz meijers vanden priesters toe Marrum bruijcken die Stede, die Egge Tapper als meijer vanden seluen priesteren anno xl angebrocht taxeert op xviii st. st. Bauck Wittie bruijckt vanwegen haer kinderen als eijgen vijftien eijnsen bij Wijthie bij Dijck Anno xi angebrocht, alsdoen hem sel- ues toecomende , taxeert op negen stuuers. xvii fl. Schelte Oedsz nu tertijt meijer van Thrijn Peter Arents wedue bruijckt nu die landen bij Aeltze bijde Loon anno xl angebrocht, alsdoen landtsate van Gerrijt Konijs , te weten vier ende dertich ponten , taxeert op seuentien floreen. 1 fl. Noch was op Aeltze voorsz. angebrocht een stede, alsdoen ende noch hem selues toecomende, dewelcke hij noch gebruijckt, taxeert op een floreen. xvi fi. Doed Able Weduwe nu meijersche van Menne Kammijnga bruijckt die landen bij Jacob inden montz , alsdoen meijer van Doet Jaerla Frouck Scheltema ende Hessel Sijoerda anno xl angebrocht, teweten twee ende dertich ponten , taxeert op sestien floreen. yin fl. Claes Wijbrantsz op de beer nu meijer van tConuent van Fos- wert bruijckt de landen bij hemzeluen anno xi angebrocht, alsdoen meijer vanden zeluen conuente, teweten seuentien ponten, taxeert op acht fioreen. vi fl. Frans Lollez meijer van Fecke Botnija bruijckt vanden landen op Heer Otto anno xl angebrocht dartien ponten , daermede in gere- kent een huijsstede welcke nu saedtlant is , ende salse tsamen beschieten voor ses floreen. st. Die Coster toe Marrum bruijckt vanden landen bij voorsz. Heer 48 FERWERDERADEEL. Oeto angebrocht vier pondematen ende een huijsstede, taxeert op twee floreen seuen st. xxi st. Die restante twee ponten hebben die foechden toe Marrum, ende soe sij die kerckelanden niet konnen verclaren, is daerom hen op- gelecht, dat sij daeraff den last sullen dragen , ter tijt sij declare- ren waer die zijn , ende sullen daervoor beschieten voor een ende twintich st. vi st. Tiettie Feijckez als meijer vanden coster to Marrum bruijckt een haluen Stede vanden Stede bij Sijdts anno xi angebrocht, alsdoen landtsate van Heer Otto ende Jemme heer Juijsma. Ende die heele Steedt was doen taxeert op twelff st. waeraff Sijmon Gieltsz Douwa Burmania lantsate hiervoren angeschreuen zijn die ses stuuers. Waeromme Tiettie voorsz. zal zijn Stede hier oock be- schieten voor ses stuuers. it fl. )(Iv st. Douwa Sijurtsz nu meijer van mester Jan Buijgers bruijckt die derdehalue floreen bij Jan Pelser anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Gerbet Mockema , Ende want die landen inden olden aenbreng niet waren gespecificeert, wordden ergo hier declareert dattet sijn drij pondematen meden, liggende op Marrumma meden op die reedtwal met oock een huijs stede ende sullen daer be- schoten wordden als voren. Declarabit. Noch waren aengebrocht Anno xi seuen ponten den Patroon toe pastor. Marrum toecomende. vu st. Tako Onez alias Lamme Taecko Luijteslager bruijckt een cleijn huijsstede nu toecomende Eleero Scroers erffgenamen , als die ge- coft hebbende vanden patroon ende sal daervoor beschieten voor seuen stuuers , groot omtrent twee oft drij eijnsen. FERIVERT. 49 Ferwert. Ferwert is begonnen den Men Septembris nae mid- dach , Ferwerde Priesters zijn geexpedieert den xmen Septembris. xxv fl. Die Pastorije wordt nu bedient bij Heer Joannes van Munster ende zijnt dit naescreuen die landen tot dzelue pastorije behoo- rendes Int eerst ses gras buijten dijx. Item twee pondematen inden Marren. Item een rijerna op Wlka meeden. Item twaleff pondematen bij Halbada, een pondemate opte quaijen. Item anderhalff pondemate Saetlant indie Rijp liggende. Noch derdehalue pondemate Saetlant. Ende noch ses ponden Saedtlant, genoempt op die hooge fenne. Noch een pondemate Saetlandt daer vaste bij. Ende noch negen eijnsen Saetlant. Item een fenne van thien koegangh. Noch ses koegang indie buijrefenne gerekent sijndb dese grasinge ende rijeerna buijten dijck ende binnendix elck op een pondemate, soo beloopt die gantsche somma van dit parceel vijftich pondematen drij eijnsen min. Het heele Corpus van dose pastorije stondt in des Rentemeesters anbreng tseuentich ponten , taxeert op twee ende dertich floreen. Die pastoor voorsz. declareert bij zijne conscientie dat hij niet meer landen en heeft noch en weet tot die pastorije behoorende dan voorsz. is. Twelcke insgelijcx die gantsche Gemeente van Ferwert oock hebben bekent. Ende hoe neerst elijck oock oft met wat dili- gentie IN ij inquireert hebben ende hebben wij niet meer connen bevragen. Also° dat wij voorsz. Commissarissen verordineert hebben dat dienselue pastoor voortaen niet hooger beschieten sal dan voor vijff ende twintich florenen. Hie perdimus Septime florenos. xviii IL xiv st. Heer Bernt Sacrista toe Ferwert bedient nu tertijt het leen bij Heer Heene Anno xi angebrocht op twee ende veertich ponten , doen taxeert op een ende twintich floreen. Ende heeft ons an- III. 4 50 FERWERDERADEEL. geuen bij sijn waerheit dat hij dese naescreuen landen bruijckt ende niet meer , tweicke die Gemeente tegenwoordich insgelijcx heeft affirmeert. Int eerst een fenne groot seuen ponten, waeraff negen eijnssen waren in Gabbe Goslijx aenbreng. Noch een fenne van twee Pondematen. Noch vijff pondematen meden. Noch ses pondematen meden die Douwa Roula nu bruijckt. Noch drij pondematen , die Aeltije Sippama nu bruijckt. Noch twee ponten , die Tijart toe Olde Stijns bruijckt. Noch twee ponten meden, die Wale Coster bruijckt. Noch derdehalue ponten buijten dijcx , die Offa Juckezoon bruijckt. Noch anderhalue pondemate Saedtlant, die Offa oock bruijckt. Noch een ponte fenlant, die Foecke inden Rijp bruijckt. Noch een halue ponte Saedtlant, die Heer Sijurdts zwager toe Beijntum bruijckt. Noch een pondemate meden , die Cornelis Aellinga bruijckt. Ende gerekent dese landen in alles bedraget die somme mer seuen ende dertichstehalue pondematen , Ende wat diligentie die wij gedaen hebben en conden wij niet meer landen befragen , sal daerom voort aen beschieten voor achtien floreen veertien stuuers. Perdimus duos Florenos et Semi. xvii fl. xiv st. Heer Lijomme nu prebendarius in Ferwerdt bruijckt die prebende bij Heer Albert anno xi angebrocht op veertich ponten , die doe bij Heer Albert anno xi angebrocht op veertich ponten , die doe taxeert waren op twintich. florenen. Ende heeft dese naebeschreuen landen ende niet meer, soo hij ons met zijn eijgen handt decla- reert heeft. Int eerst acht gras buijten dijx, ses ponten bennen dijx, die Offa Juckez nutertijt bruijckt. Veertien ponten, die beer Lijomma nu selffs bruijckt. Item vijff ponten, die Boette Meeckama nu bruijckt. Bet een rijerna landt , daer Wille toe Oesterbentum bruijckt. Item een halue ponte in Nittama goet, daer Jettie Tijardtz nu bruijckt. Die somma vandese landen beloopt vijff ende dartichste halue ponten , daervan die Gemeente en hebben wij hies op geuen seker verclaringhe connen crijgen. Dan heeft met zijn eijen handt aldus declareert. Hebben daerom bij maniere van tollerantie geordon- neert , dat hij beschieten sal voor seuentien floreen veertien st. FER WERT. Doch oft tot enijgen tijden meer landen mochten befonden word- den , sal daervoor dubbelt beschieten. Perdimus hie duos tlorenos cum dimidiato. fl. Iijmpck Andries Ballingz naegelaten Weduwe, nu meijersche van. Aebe Sijuxma bruijckt den huijsstede bij Laes Smidt anno xt aen- gebrocht , alsdoen meijer van Gerbet Mockama, doen taxeert op een floreen. iI fl. xiv st. Noch hadde voorsz. Laes anno xi angebrocht vijff ponten toe- coemende Peter Mellinga , taxeert op dardehalue floreen. Dese landen bruijckt nu als eijgen Sijdt Claesz met sijn Suster. Nihil. Noch hadde voorsz. Laes angebrocht een halue floreen rente sonder specificatie van landen. Dan wordt nu declareert datter zijn vijffteen eijnsen in Pijbe oppe Gara fenne leggende, Aebe Sijuxma naestleger, nu toecomende Anna zwarte Arens Weduwe nu Ritske pelsers huijsvrouw, , ende gebruijckt wordden bij Taecko Gercxz ende sullen hier niet beschieten , wantse hiernae aengeschreuen wordden. Nihil. Noch liadde voorsz. Laes angebrocht als meijer van Rijnts Sijucxma twee ponten , taxeert op een floreen , die bier niet en sullen be- schieten, wandtse hiernae op Taecko Gerroltsma anbreng aen- getekent zijn , ergo hijer nihil. Bauck Tannija nu meijersche van Abe Sijuxma bruijckt den huijsstede Ann° xi angebrocht bij Arent Weuer, alsdoen meijer van Gerbet Mockema , doen taxeert op een floreen. perdimus Noch waren op voorsz. Arent anno xi angebrocht als meijer van sesqui fore- Womck Sijthiama vijeftehalue ponten , taxeert op drij floreen. num . Welcke vijftehalue ponten nu gebruijckt worden bij Claes Smidt fl. xiv st. meijer van mr. Sijdts Tijarda , Sijrdt Ritschez nu meijer van Heer Joannes toe Foswert bruijckt die drije ponten bij Trijn Willems, alsdoen meijersche vanden zeluen Heer Johannes, Ende hoewel in den olden anbreng dieselue drij ponten waren getaxeert op drij tloreen, ende wantet schijnt onredelijck to wesen , wort ergo hier taxeert op anderhalue Noreen. Ende wordt alsnu declareert dattetcleij- ne mate is, ende bouen twee ponten niet enis, ergo rekene st.) xiv st. Jan Cuijper meijer van Foswert bruijct een huiisstede bij Tzomma als meijer van tselue conuent anno xi angebrocht, taxeert op op veerteen stuuers. xii st. Noch waren op Tzomma angebrocht twee ponten als meijer van Jijdze weeskinderen, taxeert op xxiv st., Waeraft die eene lecht op Wlke mede, Rewert "Hesselsz toe naeste, ende wordt nu gebruijckt 52 FERWERDERADEEL. bij Saecke Jemme zoen , toebehoorende drije Susters kijnden van Yds Buwez , taxeert op twaleff st. xii st. Item die ander ponte lecht hij die Dijck in die Geerns, ende wordt nu gebruijckt bij Ympck Deijnia , toecoemende Hilbrant Pie- tersz ende salse beschieten voor xii st. xii st. Wijbe Seerpsz nu meijer van Foswert bruijckt den huijsstede bij Hendrick Schoemaker meijer vanden zeluen convente anno xi aen gebrocht, taxeert op twaleff stuuers. ix 1 xiv st. Gabbe Goslixz nu meijer van Tzalinck Harincxz bruijct die lan- den bij Lijomma Saxma als meijer van Jelle Gabbama, die Abt toe Foswert ende Wbla Saepkes Anno xi angebrocht, to weten Seven- teen ponten acht gras , doen taxeert op negen floreen xiv st. Welverstaende dat van die voorss. landen Heer Bernt Sacrista toe Ferwert vanwegen zijn prebende bruijckt negen eijnsen leg- gende in Heer Beernts fenne, die daervoor den voerseijden Gabbe sal lichten seuen stuuers. Alsoo dat Gabbe sijn deel niet hooger beschieten sal dan voor negen floreen seuen stuuers. Welcke ne- gen eijnsen hier affgeschreuen wordden als Heer Beernt hier voren angeschreuen ende taxeert alsvoren. iv ti. Rompke Rompckez nu meijer van Sipe Claesz bruijckt die lan- den bij Tzalinck Wbblama anno xi angebrocht, alsdoen hem selffs toecomende , teweten twaleff ponten twee gras , taxeert op vier floreen. i fi. Noch waren op voorsz. Tzaling angebrocht drij ponten, Jelle Gab- barna doen toecomende , taxeert op een floreen. Welcke landen noch gebruijckt wordden bij Aelck Jelle voorsz. Wed. als eijgen. i fi. xiv st. Noch waren op voorsz. Tzalinck angebrocht als meijer van Saepck Abinga drij ponten, taxeert op anderhalff floreen. Welcke landen Abinga drij ponten, taxeert op anderhalff floreen. Welcke landen gebruijckt wordden bij Peeter oppe Horne als meijer van Adzaert Aebbinga , leggende op Beijntuma meden. Elide woont voorsz. Pee- ter oppe Horne toe Blija. iv fl. Eetz Theijtiama bruijckt nu als eijgen Thien pondematen bij Tijaert Taeijtiama Anno xi angebrocht , alsdoen hem sulffst toeco- mende , taxeert op vier floreen. ii fl. Noch hadde voorsz. Tijart angebrocht vier ponten , doen toeco- mende Able inder montz , doen taxeert op twee floreen. Ende dit wordt nu gebruijckt bij Jettije Tijaertsz als meijer van Sijuck Buwez toe Balckeijndt. vii 1 Jettie Tijaertsz nu meijer van Tijetz Gabba Scheltama weduwe bruijckt vande landen bij Pieter Claesz Anno xi angebrocht , als- FERWERT. 5 doen meijer van Gabbe Jaijma , teweten veerteen ponten waeraff die twee liggen buij ten dijx ende sal dit beschieten voor seuen floreen. Noch van die voorsz. landen bruijct voorsz. Jetthie vijftehalue ponte, die hij hier beschieten zal , ende nu saedtlant liggende tusschen die olde dijck ende sijn huijs , toecomende tweeskindt van Able finder montz ende sal die beschieten voor xxii st. Insgelijx bruijckt Jettie voorsz. twee ponten meden , liggende bij Foswert op die quaijen, toecomende Sijuck voorsz. ende sal dit parcheel beschoten wordden voor twee floreen twee ende twin- tich st. ifl.xxst. Noch bruijckt hiervan als eijgen Feije Roorda vier ponten maedt- lant liggende vast bij Feije huijs ende sal dat beschieten voor een floreen twintich stuuers. Noch waren op Peter voorsz. als eijgen angebrocht vier ponten twee gras, taxeert op twee floreen , waeraff Offa Juckez toebehoort twee ponten van wegen zijn stiefkinderen. Leggende bij Cammij- ga loon daer hij in gehuset heeft ende sal dat beschieten voor een floreen.Die ander twee pondematen. Declarabitur. xxx ti. Thrijn toe Wnga naegelaten weduwe van Lijomma Vngha mei- jersche van Mr. Jan Bugers bruijckt vande landen bij Eelcke Vnga meijer van Wijbrant Boutsma anno xi aengebrocht ende oock doen meijer vande Voechden op Hardegarijp , die priesteren toe Ferwart ende die vier bidden oerden. Teweten vijff ende tzeuen- tigh ponten tsamen taxeert op dertich floreen. li fl. Noch hadde voorsz. Eelcke Onga Aeno xi angebrocht vier pon- ten, taxeert op twee floreen, lantheer toen ter tijt Eesck Aesgama, welcke landen nu gebruijckt wordden bijden pastoor toe Ferwerdt als die inden huijr hebbende van Schelte Aijsma. xtv st. Noch hadde Eelcke angebrocht als hem sulffst toecomende an- derhalff ponten, welcke landen toebehooren ende wordden gebruijckt bij voorsz. Thrijn taxeert op veerteen stuuers. Nihil. Noch waren op Eelcke angebrocht als meijer van Heer Albert ses ponten, taxeert op drie floreen, welcke landen alhier affgeschre- uen ende hier voor Heer Lijomme angescreuen wordden, ergo hier nichil. ii fi. vii st. Taeijtie Kempez nu meijer van Mijntz Tiepke Sijbade weduwe bruijckt vande landen bij Hugo Schoemakers wijff als meijersche 54 FERWERDERADEEL. van Sijurdt toe Reijssum anno xi angebrocht, teweten vijff ponten vande seuen ponten , welcke seuen ponten tsamen taxeert waren op Brij floreen. Alsoo dat Taijtie voorsz. hier beschieten sal voor twee floreen seuen stuuers. xxi st. Noch bruijckt vanden seluen seuen ponten die patroon to Fer- wardt , wantse die Voechden toe halue geuen, een polite gerekent op dobbelt, wanttet een terp is ende sal beschoten wordden voor een ende twintich st. Noch waren Hugo wijff angebrocht ads meijersche van Douwe Sijnions broer ses ponten , taxeert op drije floreen , dese ses ponten voorsz. bruijckt nu Boeckke Lijobbrensz , die vier van wegen zijn stijefikinderen , waeraff die derdehalue ponte leggende bij Feijes opper fenne die Abt van Foswert opt suijdt west naestleger. Ende iii fl.noch veertien eijnsen ende acht eijnsen bruijckt voorsz. Bocke wt name sijn voorsz. stijeffkinderen , leggende in Blijara hemrijck. Die twee ponten bruijckt hij als eijgen leggende bij Oesterbeijn- thum , Tziemck Aesge wijfi opt suijdt oest naestleger, loopende opt terp ende sal dit beschieten voor dnj florenen. I ft Noch hadde die voorsz. Hugo Schoemakers wijf aengebrocht een huijsstede Sinte Anthonis toe Ferwert toecomende, taxeert op een floreen. Op dese Stede -woollen nu Sijurdt Ballinxz , Mr. Tijarck backer ende Anna Sijbrants Schroorsma Wedue met saempt Jelt Schroer ende sullen die beschieten voor een floreen. xx fl. Jijnipck naegelaten wedue van Wattle Deijma van wegen haer kijndt bij Wattije voorsz. getogen bruijckt die landen op Sipcke Deijnia meijer van Goslijck toe Steens Anno xi angebrocht, tewe- ten vijff ende dertich ponten thien Bras , taxeert op twintich floreen. Iv fl. Noch hadde Sipcke angebrocht als eijgener thien ponten , taxeert op vier floreen, die nu gebruijckt wordden bij Doedt Sipke Ael- linga Wedue als eijgen. Waeraff die vijff liggen op Beijntuma loons eijndt , Pouwels Douwez opt Oost, ende die patroon toe Beijntum opt west toe naeste. Dardehalff ponten hieraff, leggende in Cornelis fenne, Douwa Bur- mania opt Oost ende Abt Arens rontsom voort toe naeste. Beth een halue ponte hieraff lecht indie nije fenne, Alijt voorsz. opt Oost ende foswerder opt West toe naeste. Beth twee ponten Alijt Aerns opt Oest ende Foswert opt West toe naeste ende is een besloten fenne. xi' st. Noch bruijckt Doedt voorsz. een ponte bij Aebe ter Stedt anno xi angebrocht, alsdoen toecomende Buwe opper Leije die hiernae FERWERT. 55 Jan ter Stedt affgeschreuen is ende hier angeschreuen , taxeert op twelff stuuers. xlv st. Sijurdt Sijmensz nu meijer van Foswert bruijckt den Steedt bij Jan Pelser, alsdoen meijer vanden zeluen conuente, anno xi ange- brocht , taxeert op veertien stuuers. Monnijnck Heer Joannes bruijckt den twee ponten bij Monnijnck Heer Joannes angebrocht Anno xi , taxeert op een floreen. u fl. xvi st. Tijaerdt Sijmensz nu meijer van Sijthie Benedictusz bruijckt van- den landen bij Sijmon Eblesz anno angebrocht, alsdoen Simen sulffst toecomende, teweten ses ponten fenlant, voortijts saedtlant, leggende bij Onga fenne , ende sal dit beschieten voor twee floreen sesteen st. xlr st. Noch bruijckt van dese landen Wopke Sipkez een ponte liggende op Bentema meden. Waeraff hem seiffs die eene helft toecompt die ander helft compt toe Eelcke toe Hijeem Peeter Poelsterz ende sal dit beschoten wordden voor xii st. xii st. Noch bruijckt als eijgen hijer van Mijntz Tiepke Sijbada wedue een ponte, liggende bij Bentuma meden ende sal dit beschieten voor xii st. xxiv st. Bockke Lijobbrensz bruijckt vanwegen zijn huijsvrouwe van dese landen twee ponten saedtlandt , liggende bij Feijes oppe Fijelde ende sal dit beschieten voor xxiv st. xvi st. Noch bruijckt Bocke sesteen eijnsen , liggende bij Oosterbentuma terp ende sal die beschieten voor xvi st. xii st. Die pastooren toe Ferwardt hebben een ponte die toelecht is tot wijn ende misbroot , liggende bij Westerterp bijdie pastoors hooge fenne ende zullen die beschieten voor twelff stuuers. i ft. ri st. Boette Wijtthiez bruijckt hiervan derdehalue ponten, liggende bijdie Stockloren meedtlandt, toecomende die vier priesters ende sal die beschieten voor een floreen twee st. vi st. Jucke Aeltiez bruijckt hieraff een halue ponte , liggende toe Wes- terterp, Hetende Gelama steede ende sal die beschieten voor ses st. xxiv st. Pauwels Douwez bruijckt hiervan twee ponten als eijgen, lig- gende bij Wbblama huijs ende sal die beschieten voor vier ende twintich st. i 11. Noch hadde voorsz. Sijmon als meijer van Saecke toe Blija anno xT angebrocht drij ponten , taxeert op een floreen. Dese landen bruijckt nu Alla Allama toe Blija meijer van Pieter Claesz van-, wegen Cuniera zijn huijsvrouwe ende zijn twee rijerna gras ende salse beschieten voor een floreen. 56 FERWERDERADEEL. ix fl. xiv st. Noch waren op Sijmon voorsz. aengebrocht thien koegangen fen- nen ende steden, den Abt toe Foswert toecomende, taxeert op negen floreen veertien st., die welcke nu gebruijckt wordden bij Bocke Lijobbrensz meijer vanden voorsz. convente. Nihil. Noch waren op Sijmon angebrocht twee floreen renten sender specificatie van landen die patroon toecomende , dese landen en worden hiernae Jan Eedesz aengescreuen. Ergo hier nihil. st. Boette ende Wbble Heero sonen gebroeders ende meijers vanden pastoor bruijcken die Steedt bij Lioppe als meijer vanden seluen pastorije, anno xi angebrocht, taxeert op veertien stuuers. xx st. Noch waren bij Lijoppe als hem selffs toecomende angebrocht twee ponten, taxeert op twintich st., welcke landen nu als eijgen bruijckt Tziaert Wiggersma. 1 fl. Noch waren op Lioppe angebrocht twee ponten, taxeert op een floreen Reijn inden Wolda toecomende welcke 2 ponten nu ge- bruijckt wordden bij Jacob Tijarxz hem sniffs toecomende. fl. Noch waren op Lioppe als meijer van Able angebrocht twee ponten , taxeert op een floreen , Welcke landen liggen bij Oellama huijs, Gabbe Goslijxz to naeste opt West ende Abe Sijuxma opt Oost ende wordden gebruijckt bij Jacob Sijdsz toe Oellema , toe- comende nu Sijuck toe Balckeijndt. xiv fl. xiv st. Feije Sibez nu meijer van Foswert bruijckt die landen bij Seerp Baum Anno xl angebrocht, alsdoen meijer vanden seluen convente, Baum Anno xl angebrocht, alsdoen meijer vanden seluen convente, teweten ses ende twintich ponten vier gras. Noch drije ponten tsamen taxeert op veertien floreen veerteen st. xlv fl. Eelck Pibe Wedue oppe gara meijersche vanden conuente van Fos- wert bruijckt die landen bij Reewerdt als meijer vanden seluen Conuente Anno xl angebrocht, teweten een ende dertich ponten twee gras , taxeert op veerteen floreen. in fl. Luttien Mollener nu meijer van Foswert bruijckt den seuen pon- ten bij Rommert moiler anno xi angebrocht, alsdoen meijer van- den seluen conuente , taxeert op drij floreen. xxxiv fl. Gertijen Haijez toe Scheltema nu meijer, Schelte Scheltema bruijckt die landen bij Feddrick Scheltema Anno xl angebrocht, alsdoen meijer van Frouck Scheltema, teweten vijftich ponten veer- tien gras, taxeert op vier ende dertich floreen. xxin ff. Roeloff Reijnthiez toe Sijama meijer van Mester Sijdts Tijarda bruijckt den landen bij Rijnthie als meijer van Schelte Tijarda, anno xl angebrocht, teweten veertich ponten thien gras , taxeert op drij ende twintich floreen. FERWERT, 57 x fi. Jeppe Gerroltsma nu meijer van Mr. Sijds Tijarda bruijckt nu van die vier ende twintich ponten bijhem sulfst, alsdoen meijer van Schelte opper Gbeest , anno xl angebrocht een ende twintich ponten ses gran, doen taxeert op elf floreen. Ende sal Jeppe dat beschieten voor thien floreen. Nihil. Noch waren op Jeppe inderseluer qualiteijt angebrocht drij pon- ten van vier ende twintich , taxeert op een floreen , die nu ge- bruijckt wordden bij Jurgien toe Baerdt int dorp Jeslum ende sal mense Baer aenschrijuen , ergo hier nihil. Il fi. xiv st.Noch waren op Jeppe angebrocht vier ponten twee gras Rijntz Sijuxrna toecoemende , taxeert op derdehalff floreen. Welcke Jeppe voorss. oock gebruijckt als meijer van Abe Sijuxrna ende salse beschieten alsvooren. xiv st. Jeppe Gerroltsma bruijckt noch twee gras opt Werp die hiernae Boette Herez wordden atfgeschreuen , ende waaren Anno xl ange- brocht bij Hessel Althiena, doen toecomende eenen Douwe Sijmons broer ende doen taxeert op een half floreen. 1 ft. xxi st. Idem Jeppe bruijckt noch als meijer van Tijarck Mellama vier ponten bennensdijx , die inden olden anbrengh niet zijn beuonden , worden ergo hier nu angebrocht, liggende omtrent Jeppe huijs Mr. Sijds op deene sijde ende Abe Sijuxma op dander sijde toe toe naeste , die anderhalue ponte liggende bij Jobs huijs, die buure eecker op deene sijde, ende Heer Lijomme op die Wester sijde ende die halue ponte opdie Wateringa wal Loickama Lijijden (?) toe naeste , taxeert op een floreen een ende twintich st. 11 1 xiv st. Noch waren op Jeppe angebrocht als meijer van Bethleem negen fl. ponten , taxeert op vier floreen veertien st. Waeraff Jeppe voorsz. bruijckt vijff ponten, taxeert op derdehalff floreen ende comen toe den voorseijden conuente ende dander vier w ordden gebruijckt bij Roloff Rijntijez als eijgen , taxeert op twee floreen. Den iv Septembris. Focka Gercxz nu meijer van Wble Craemer toe Marrum met zijn suster bruijckt vande landen bij Harmen indie Rijp , alsdoen meijer van Kempo toe Beijnthum, Anno xl angebrocht. Teweten drije ponten taxeert op twee floreen. Doch heeft Ritske Vrijelsma dese landen met seeckere somma beleent. 58 FERWERDERADEEL. I fl. Noch waren op voorsz. Harmen angebrocht derdehalff gras , die nu gebruijckt Jetz Smijnge, als die op weder coop gecoft hebbende van Wbble ende sijn suster, taxeert op een floreen. Gerrijt Gerbensz nu meijer van Aernt Gerbrens binned Leuwar- den bruijckt vande landen bij Jelt ter Pad, alsdoen meijer van Gaetze Boersma Anno xi angebrocht, teweten vijf ende twintichste- halue ponten , taxeert op twelff floreen. Hier mede in gerekent die drij floreen min een oort op Lijuwe Hillama aengebrocht. Nibil. Noch waren op Jelt aengebrocht als meijer van Bernsck Heslinga seuendehalff ponten, taxeert op drij floreen, die nu gebruijckt word- den bij Allert Romckez toe Benthum als meijer van Sithie Aijlwa, den bij Allert Romckez toe Benthum als meijer van Sithie Aijlwa, dese landen wordden hier affgescreuen ende wordden toe Bentum op Allert Romckez wederom aengescreuen , ergo hier nihil. I fl. Noch waren op Jelt angebrocht als meijer van Gerx kinderen dardehalue ponten, taxeert op een floreen, dewelcke nu gebruijckt Douwa van Burmania als eijgen. 1 1 Noch waren op Jelt als meijer van Foswert angebrocht twee pon- ten, taxeert op een floreen, dwelcke nu Douwa Burmania toeco- men als die vercregen hebbende van Sijurt Claesz, leggende op Sijama meeden, Die welcke nu gebruijckt wordden bij voorsz. Sijurt Claesz, twelck Sijurt alsoo bekent. xx st. Hemmo Wopckez toe Blija op Beijma goedt bruijckt die twee ponten bij Gerloff anno xi angebrocht ende hem doen seiffs toe- comende , taxeert op twintich stuuers. Dese landen liggen bij Jan ter Stedts huijs, Douwa Burmania op die eene ende een van Fer- werde priesters op dander sijde naestgelegert. Teweten Heer Beernt is naestleger. xx fl. Jan Tzalingsz ter Stadt meijer van Foswert bruijckt vande lan- den bij Abe ter Stadt meijer vanden zeluen conuente anno xi an- gebrocht drij ende veertich ponten ende tiendehalff gras, taxeert op xx floreen. Noch waren op Abe angebrocht ses ponten alshem sulffst toe- comende, taxeert op twee floreen. Waeraff voorsz. Jan als eijgen van wegen zijn stiefkinderen bruijckt twee ponten ende die ander vier wordden gebruijckt bij Sijbrant Foppez ter stadt vanwegen sijn huijsvrouw ende sullen dit tsamen beschieten voor twee flo- renen. 1f1. Noch waren op Abe angebrocht twee ponten Sinte Anna toe Hallum toecomende, welcke landen gebruijckt wordden bij voorsz. Jan Tzalingsz als meijer van Sinte Anna, taxeert op een floreen. FERWERT. 59 Nihil. Noch was op Aebe angebrocht als meijer van Buwe opper Leije een ponte, taxeert op twaleff st. ende wordden nu gebruijckt bij Cornelis Sijbez, leggende bij Aellinga huijs met die suijdteijndt aen die Heerewech, Alijt Aerns opt Oost, Foswerde opt West toe naeste ende wordt hier affgeschreuen ende hiervoren Doed Sipcke Aellinga weduwe affgeschreuen, ergo bier nijet. xiv st. Bauck Willemsz meijer van Heer Bernt sacrista toe Ferwardt bruijckt een huijsstede bij Oena Scroer als meijer van Heer Heene Anno xI angebrocht, taxeert op my st. xx st. Noel' waren op Onna angebrocht als hem sulffst doen toecomen- de twee ponten, taxeert op twintich stuuers. Weicke landen Taecko Sijurtsz die eene als eijgen bruijckt ende dander wordt gebruijckt bij Griet Dircx wedue als eijgen met haer broer ende kijnderen. iii fl. Sijurdt Eelcke zoen bij die Seedijck bruijckt als eijgen den ne- gen pondematen bij hem sulffst Anno xi aengebrocht , taxeert op Brie floreen. xii st. Noch hadde Sijurdt aengebrocht een ponte, den Coster doen toe- comende, taxeert op twaleff st. Die welcke Sijurdt voorsz. nu oock van wegen die Costerie bruijckt. xiv st. Doed Sijpcke Aellinga Wedue meijersche van Douwa Burmania bruijckt den Stede bij Mijnne Weuer Anno xi angebrocht , aisdoen meijer van Jerome Heer Juijsma , taxeert op xiv St. xxi st. Wbble Heero zoen meijer vanden Pastoor bruijckt den Stede bij Schelte Anno xi angebrocht , aisdoen meijer vanden seluen pas- toor, , taxeert op een ende twintich st. xiv st. Noch was op Schelte angebrocht een ponte , aisdoen toecomende Saepck Aebbinga, taxeert op veerteen st. Die nu gebruijckt wordt bij Tziaert Sijmonz als meijer van Sijthie Benedictusz van wegen sijn huijsvrouwe. xxiv st. Bockke Lijobbrensz bruijckt die Steedt bij Sippe Anno xi ange- brocht , doen ende noch tconvent van Foswert toecomende ende taxeert op xxiv st. Hier en staet nu geen huijs op elide is fenlant. ix ft. Johannes Aijsez meijer van 't Gasthuijs toe Ferwart, Hollwert ende Hoellem op Amelandt bruijckt vande landen bij Tijaerdt in- den Itijp als meijer van tGasthuijs toe Leuwarden inden olden anbreng gestelt, teweten negentien pondematen, taxeert op negen floreen. xii st. Noch was op Tijart angebrocht een pondemate, hem sulffst toe- 60 FERWERDERADEEL. comende, doen taxeert op xii st., dwelcke nu gebruijckt wordt bij Reijner Dirx Weduwe als eijgen , taxeert op xii st. xiv fl. Job Gerrijtsz nu meijer van Suster Barber Kempis toe Foswert bruijckt die landen bij Tiepke inden Rijp, alsdoen meijer van die priesteren toe Ferwart ende Suster Barber ende Watthie toe Sloe- ten Anno xi angebrocht, teweten seuen ende twintich pondematen darteen gras, taxeert op veertien floreen. in ff. Noch hadde de voorsz. Tiepke Anno xi angebrocht vijif ponten, doen Frouck Scheltema toecoemende, taxeert op Brij floreen. Dese landen wordden nu gebruijckt bij eenen Jeppe Saeckez genoempt die opt zelue landt nu woont als meijer van Schelte Scheltema. 11 fl. Taecke Gercxz nu meijer van Anna Ritske Pelsers wijff bruijckt die vier ponten, die Lijuwe Wiggersma Anno xi angebrocht hadde alsdoen toecomende Pieter Pelser, taxeert op twee floreen. xiv st. Noch bruijckt Tako Gercxz voorsz. meijer alsvoren vijftien eijn- sen , taxeert op veertien st., die bier voren in den olden anbreng genoempt waren op Laes Smidt, alsdoen hem sulfas toecomende ende zijn (lie Laes Smidt hiervoren affgeschreuen ende hier aen- geschreuen , ende salse hier beschieten voor veerteen st. viii fl.Noch bruijckt Tako voorsz. die sesteen ponten bij Atte Mockama Alias Lijster, alsdoen Meijer van Pieter Pelser anno xi angebrocht, taxeert op acht floreen. Dese voorsz. Landen waren inden olden Aenbreng een percheel op hem selffs ende wordden hier nu geschreven omdattet een Sate wordt ende die landen bij malcanderen comen. Nihil. Noch was op Lijuwe Wiggersma Anno xi angebrocht een ponte opt Werp , taxeert op seuen st. die nu gebruijckt wordt bij Adzart Aebinga toe Blija als eijgen ende wordt hem daeraengeschreuen ende hier affgeschreuen , ergo bier nichil. xx ft Sijbrant Foppez ter Stadt nu meijer van Foswert bruijckt vande landen bij Melis ter Stedt als meijer vanden seluen conuente , anno xi angebrocht, teweten seuen ende veertich ponten vijftehalue gras, taxeert op (twintich floreen). xii st.Noch was op Melijs angebrocht als hem selffs toecomende een ponte, taxeert op xii st., die nu bruijckt Rixt Melijs weduwe, hig- gende aldaer ter Stadt. xx fl. Aelthie Aelthiez Sippama nu meijer van Foswert bruijckt die landen bij Fed Sippama, alsdoen meijersche vanden seluen conuente anno xi angebrocht, teweten vijf ende veertichstehalff ponten ne- gendehalff gras, taxeert op twintich floreen. FERWERT. 6 vi fl. Noch waren bij Fed voorsz. angebrocht darteen pondematen haer selffs toecomende , taxeert op ses floreen , die nu gebruijckt word- den bij Sijdt Claesz meijer van Aelthije voorsz. xx fl. Douwa Sippez nu meijer van Foswert bruijckt die landen bij Aebbe Sipkez anno xi angebrocht als meijer vanden seluen con- uente , teweten een ende veertich pondematen vijfthien gras, taxeert op twintich tloreen. xiv tl. xiv st. Willem Wopckez nu meijer van Foswert bruijckt die landen bij Wopke ter Stedt anno XI angebrocht als meijer vanden seluen conuente seuen ende dertich ponden vierdehalff gras , taxeert op xiv Noreen xiv st. 11 it Noch waren op Wopcke als meijer van Pieter Mellinga ange- brocht vijff ponten, taxeert op twee floreen my st. Dewelcke vijff ponten voorsz. Willem als meijer vant conuent voorsz. bruijckt vier pondematen ende salse beschieten voor twee floreen. xiv st. Die vijfte ponte bruijct Sijdt Claesz als hem ende sijn Suster toecomende ende salse beschieten voor veertheen stuuers. mil fl. Jan Eijntez nu meijer van Rixt Peter Aijlwa naegelatene We- due bruijckt die landen bij Broer bijde Wier Anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Pieter Aijlwa , teweten vier endetwintich pon- ten tiendehalue gras , taxeert op darteen floreen. v fl. xx st. Noch waren op Broer angebrocht twelff ponten hem seiffs toco- mende, taxeert op vijff floreen twintich st., welcke landen nu ge- bruijckt voorss. Jan, tocomende zijn Stieffkinderen. iv I1 Noch gebruijckt voorsz. Jan thien ponten, die Mennolt inde Rijp Anno xi hadde angebrocht als hem sulfist toecomende, taxeert op vier floreen. Voor dese landen sal Jan hier beschieten , wanter hiernae op Reme Dircx name nu bewoonende Mijnnolts zate Been mentie affgemaeckt wordt. Item dese Landen voorsz. comer Jan ende zijn stijeffkinderen thoe. ii IL Jan Entez voorsz. bruijckt nosh drij ponten , leggende in Keiser- der fenne , ende een camp bij tsomerhuijs groet een ponte. Ende heeft Mennolt inden Rijp dese landen coil van Ferwerde patroon. Ende soo wij voor opten naem van Tijart Sijmonsz twee gulden renten gemisten , soo hebben ons die voocliden in presentie van Jan voorsz. declareert dat zij niet anders en weten dan deze lan- den zullen daervoor wezen. Ende want het aldaer affgescreven is, soe wort het hier angeschreuen, taxeert op twee floreen renten. 62 FERWERDERADEEL. Doch jndijen Jan can bijbrengen dat dese landen toe Betjntum oft elders zijn aengegeuen, soo sal hij bij ons inde merckt sulcx mogen verclaren. 1 xiv st. Declareert dat dese fennen toe Kelsert groot sijn seuen ponten waeraff niet meerdan drij tevoren gescreuen sijn, ergo blijuen daer vier ponten ouer, die niet angebrocht zijn ende taxeert op een fl. xiv st. xiv fl. Reemet Dercx Wedue jn den Rijp meijersche van Agge toe Goutum bruijckt die landen op Mennolt indie flijp als meijer van, Reewert Hesselsz anno xl angebrocht , teweten Drij ende twintich- ste half pondematen veertheen gras , taxeert op veerteen floreen. xx st. Noch waren op Mennolt aengebrocht vier ponten Aelthie toe Hjanum doen toecomende, taxeert op een floreen xx st. Die nu gebruijckt Gosse Aeltiez hem ende sijn susters ende broeders toe- comende. ii ti. seuen st. Jan Derxz opper Wijm nu ter tijt meijer van Ernst Goslinga bruijckt nu van die landen bij Sipke opper Wijm anno xi ange- brocht, alsdoen meijer van Tiepke Goslinga ende den priesteren toe Ferwart, teweten twee en dertich ponten van xxxvii ponten , taxeert op xiii floreen vii st. Ende dander vijff ponden corn en toe Romcke Jeppama elide salse beschieten voor twee fl. seuen st. Lig- gen in Blijara Hemrijck teneijnde aen die bernde fenne ende ver- huijrt Romcke voorsz. dezelanden dat een jaer den eenen ende dat ander jaer een ander, alsoo dat men geen seker Landtsate oft bruijcker can specificeren. viii ff. xxi st. Tako Gerroltsma hadde Anno xi als eijgen angebrocht vijftien pondematen negen gras , taxeert op thien fl., waeraff Tako voorsz. selffs gebruijckt negen gras vijff ponten saedtlandt. Die negen gras buijten dijck. Bet achtehalue ponten bennendijcx hem ende sijne Susters tesamen tocomende, tsamen taxeert op acht floreen xxi st. xiv Noch heeft van dese landen Abe Sijuxma een pondemate bij Taecko achtehalue ponte, taxeert op xiv st. Ende bruijckt voorsz. Tako die oock als in huer hebbende van Abe voorsz. Noch heeft van dese voorsz. landen ende bruijckt Bauck Sijds wijff toe Genum twee ponten, leggende bij die Sandtwech, taxeert op een fl. viii fl. Noch hadde Tako voorsz. angebrocht als Rijnts Sijuxma toeco- mende vijftien pondematen , taxeert op acht Welcke landen Tako voorsz. noch bruijckt als meijer van Abe Sijuxma , taxeert op acht floreen. FERWERT. 63 fl. Noch bruijckt Take voorsz.. twee ponten als meijer van Abe Sijuxma , die inden olden Anbreng geschreuen waren op Laes Smidt, alsdoen toebehoorende Rijntz Sijuxma , welcke twee ponde- maten Laes hier voren sijn affgescreuen ende worden hier ange- screuen ende zullen hier beschoten wordden voor een floreen. xi ff. Eebel Peters weduwe toe weste nu meijersche van Douwe Aeb- binga ende Haijo Sickama bruijckt die landen bij Ente Petersz als meijer van Heer Feddo anno xi angebrocht teweten drij ende twintich ponten, taxeert op elf floreen. X ft. \Tin St.Welverstaende dat van dese voorsz. landen vercoft een jonge x koegras, toecomende Douwa Burmania, leggende in heer Juijs- ma feline, gerekent op negen eijnsen , taxeert op thien st., waer- voor Douwe beschieten sal, alsoo dat Eebel voorsz. alleene be- schieten sal voor thien floreen achtien st. ende voorsz. Douwe sal beschieten voor thien stuuers. Nihil. Noch waren op Ente angebrocht als hem sulffst toecomende vijif pondematen , taxeert op twee floreen , die hier niet sullen schieten, dan sijn hier nae geschreuen aen Sminge goet , ergo hier nichil. fl. xiv St. Pieter Wijbrantsz toe Monickehuijs meijer van Foswert bruijckt de landen bij Michiel toe Monickhuijs als meijer vanden seluen conuente anno xi aengebrocht, teweten Hondert ende vierdehalue pondematen , taxeert op een en vijftich floreen veertien stuuers. Reenck Rijpckez bruijckt nu tertijt vande negentiendehalue pon- ten bij Doede bijde Dijck anno xi angebrocht, alsdoen hem selffst toecomende, alsuicke landen ende van alsuicke luijden als nae spe- cificeert wordt. iv H. xx st. Int eerst van Heer Lijuwe Gaucke , die toe Metselwier vicarius plach to wezen, twaleff ponten ende sal die beschieten loor vier floreen twintich stuuers. xxii st. Noch van Douwa Burmania twee pondematen , leggende in een stuck met die voorsz. twaleff ponten ende sal dit beschieten voor twee ende twintich stuuers. xi st. Noch bruijckt hiervan Sijrdt Ritschez een ponte zijn huijsvrouwe toecomende, taxeert op elf st. xxii st. Sijbrant Bauckez bruijckt hieraff twee ponten meedtlant, leggende bij die Haescampen toecomende Sijmon Copties wijff op Amlant ende sal die beschieten voor xxii st. XV1J st. Noch heeft hiervan Douwa Burmania anderliall ponten , die hij nu selffs bruijckt, geuende die Abe Willemz toe halue, waeraff die 64 FERIVERDERADEEL eene ponte lecht bij Mennolts wier, die halue ponte , leggende bij die wateringe ende zal dit beschieten voor seuentiendehalue stuuer. xxi st. Jelle Claesz als meijer van Foswert bruijckt den huijsstede bij Wopcke Schroor als meijer vanden zeluen conuente anno xi ange- brocht, taxeert op een ende twintich stuuers. vu st. Noch was op Wopcke angebrocht een stede toebehoorende Jemme Her Juijsma , die gebruijckt wordt bij Sijmen Weuer nu meijer van Douwa Burmania , taxeert op seuen st. ix fl. Boette Wijtie toe Meeckema, nu meijer van Abe Sijuxma bruijckt die landen bij Withie Meeckama anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Rijntz Sijuxma, teweten vijftiendehalue ponten derdehalff gras, taxeert op negen floreen, u ti. Noch hadde Wijthie als eijgen angebrocht ses ponten , taxeert op twee floreen , die nu gebruijckt worden bij voorsz. Boette met sijn susters ende broeders. u II xiv st. Boette voorsz. als Meijer van Abe Sijuxma bruijckt nocli die landen bij Sij mon Hendrickz als meijer van Gerbet Mockama anno xi angebrocht. Teweten twee steden, leggende opt west van Saecla, daer geen huijsen nu op staen , die twee steden groot wesende twee ponten ende met oock drij gras buijten dijx , taxeert op twee flo- reen veertien stuuers. vii ff. Dirck toe Oesterbentum meijer van Douwa Burmania bruijckt den Veertheen ponten bij Hidde toe Oosterbentum , alsdoen meijer van Jemme Her Juijsma, anno xi angebrocht , taxeert op seuen floreen. 1 fl. Sijrdt Ridtschez bruijckt vande . negen ponten op Wijbe Cam- mijga als eijgen anno xi angebrocht vierdelialue ponten hem sulffst toecomende ende waren die negen ponten voorsz. doen taxeert op drij floreen ende sal Sijrdt zijn vierdehalue ponten beschieten voor een floreen. i fl. xiv st Vanden seluen negen ponten bruijckt Pouwels Douwaz toe Roula hem sulffst toecomende vier ponten ende sal die beschieten voor anderha'.ff floreen. x st. Wille Boetez bruijckt vanden seluen een ponte als eijgen, lig- gende in Blijara Hemrijck , taxeert op thien stuuers. x st. Tijart Jellesz meijer van Hilbrant Pietersz bruijckt hieraff oock een pondemate, liggende bij die voorsz. ponten, taxeert op thien st. Dese twee ponten voorsz. leggen in malcanderen, Jancke Wna- ma op die suijderzijde ende Lijuwe Bolt erffgenamen op die noer- dersijde. FERWERT 6 x fl. Jeth Gerrijts huijsvrouw toe Sminghie bruijckt als eijgen vanden landen bij Tako Mennoltsma anno xi angebrocht. Teweten een en twintich ponten twaleft gras , doen Taco Mennoltsma Jette man als eijgen toecomende ende doen taxeert op thien floreen. Noch bruijckt voorsz. Jet als eijgen die ses ponten die Taecko voorsz. anno xi liadde angebrocht, alsdoen toecomende Aesge toe Mantgum ende taxeert op drij floreen. Nihil. Noch hadde voorsz. Taecko aengebrocht een ponte onse Lieffrouwe toe Foswert toecomende, taxeert op negen stuuers. Ende wordt nu gebruijckt bij Euert opdie Haescampen ende hiernae angescre- uen op Eeuerts anbrengh , bij Peeter opdie Hascampen anno xi an- gebrocht ende bier affgescreuen, ergo hier nihil. xxi st. Jet voorsz. bruijckt noch als haer self& toecomende twee ponde- maten vanwegen haer mans weeskindt vanden sestehalue pondemate bij Claes bij Dijck als eijgen anno angebrocht, taxeert die seste- halue pondematen op twee floreen. Ende sal dose twee ponten hier beschieten voor een ende twintich st. Dit lant lecht bij dat Lant dat Sijthie Benedictusz nu heeft, ende Bauck van Wijringen op dander sijde toe naeste. vii st. Noch heeft Jet voorsz. negen eijnsen van Claes landen voorsz. leggende omtrent Feijes op die fijelde Arent Gerbrents op die noordt- westersijde , ende die Abt toe Foswert opt suijdt naestlegers ende sal die beschieten voor seuen st. Nihil. Ende hoewel op Claes noch waren angebrocht twee ponten negen eijnssen die men qualijck kan vijnden, vermidts datze verduijstert zijn , nochtans die gerneene spraecke is, dat dieselue landen mede begrepen zijn onder die landen , die nu gebruijckt Tijert Sijmenz als meijer van Sijthie Benedictusz cumsocijs , hercomende van Sij - men Ebles. Ende int seine parceel van Sijmons landen wel zoo veel overloopt als bier ontbreeckt , ergo hier nichil, Wantet daer ouerloopt. Jet Gerrijts huijsvrouwe declareert dat zij vandie een ende twin- tich ponten int bouenste parceel op haer naem begrepen vercoft heeft twee ponten , van welcke coop Geel Sippama met haer kin- deren tnijaer heeft genomen , die nu gebruijckt wordden bij Jacob 1 fl. Dese twee ponten heeft ende bruijckt nu als eijgen Jacob Re- Rijoertsz toe Beijnthum. uertsz toe Beijnthum , Welcke Jacob dieselue twee ponten van sijn huijsvrouw Wijtz , wesende een dochter van Geel Sippama, hem an- geschreuen zijn ende sal die beschieten voor een floreen. III. 5 66 FERWERDERADEEL. r fi. v111 st. Jan Weuer bruijct nu ter tijt van wegen sijn kijnderen drij pon- ten , die 0 bbe inden rijp anno xi hadde angebrocht, alsdoen toe- comende Oenthie Sitthama , leggende in die rijp met die eene eijndt aen die Heere wech , Rixt Pieter Ailua Wedue tegh ende toeeijndt naestgelegert, taxeert op een floreen acht st. xii st. Jan voorsz. bruijckt noch een ponthe meden in gerekent indie drije voorsz. ponten, makende tsamen vier Beijnthuma ponten, ende was dselue ponde op Obbe voorsz. angebrocht, toecomende alsdoen den pastoor toe Nijkerck , ende bruijckse noch als meijer vanden seluen pastoor ende,was inden olden anbreng taxeert op twaleff st. xxi st. Noch waren op Obbe inden rijp Anno xi angebrocht als meijer van meester Hemmo anderhalue ponten , doen taxeert op een ende twintich st. Declarabit sus Welmoet. fi. xvi st. Sijdt Claesz meijer van de Witte nonnen in Leuwarden bruijck doen ses pondematen bij Sijbrant Hemmo meijer anno x1 angebrocht, doen taxeert op twee floreen xvi st. fl. Pijbe Heeroz nu meijer van Foswert bruijckt vanden landen bij fl. Hero Jansma anno x1 angebrocht, alsdoen meijer vanden seluen Conuente , Teweten thien ponten binnen dijx ende veertien pon- dematen buijten dijcx , taxeert op twaleff floreen. Ende beth die seuen ponten die Hero voorsz. hadde angebrocht als hem sulffst doen toecomende, taxeert op drije florenen. Alsoo dat dit toe sa- men taxeert wordt op vijftien floreen. Den vijften Septembris. xi fl. Sijurd Eelckez nu meijer van Pibe Meckama bruijckt nu die landen bij Rijnthie ende Wopcke , doen meijer van Bernsck Hes- lingha anno x1 angebrocht. Teweten seuenthien pondematen achte- halue gras , taxeert op elf floreen. Pit waren inden olden anbrengh twee parcheelen. xii st. Sijurd voorsz. bruijckt noch een acker groot een ponte. Hetende die bure acker, die Sijurt vercregen heeft bij coop van ons lijef- vrouw toe Ferwart ende sal die beschieten voor xii st. fl. xxi st.Reenck Jelgersz toe Allertsma bruijckt nu als eijgen vanden Lan- den bij Jelger anno xi angebrocht, alsdoen hem sulffst toecomende FERWERT. 37 teweten vanden een ende veertich ponten ses gras twee ende der- tich ponten sea gras, taxeert op elf floreen een ende twintich stuuers. 1 fl. xiv st. Reenck voorsz. bruijckt noch acht gras buijtendijck inplaetse van die vier ponten, die Thomas Heijnz hiernae affgescreuen Ain, ende die vier ponten, die Thomas Heijnz hiernae affgescreuen Ain, ende zal die beschieten voor een floreen veertheen st. Waerin Tomas to hulpe comen sal Renick voorsz. bij Raedt vanden Voechden. Van die ander negen ponten bruijckt Tomas Heijnz als meijer vanden patroon vier ponten, leggende opt Hoffiant, tocomende denseluen patroon ende sal die beschieten voor een floreen veer- tien stuuers. Nihil. Dese vier ponten sijn mede begrepen onder Thomas principale Sate, ergo hier nichil. 1 fl. Anna Fedde Weduwe toe Blija bruijckt als eijgen drij ponten oft drij rijerna, leggende op Beijntuma meden ende sal die beschieten voor een floreen. xxl st. Noch twee pondematen , die Kempo Gieltsz meijer van Douwa Burmania nu bruijckt als tocomende Douwa voorsz., leggende in- den Geerns, Heer Beerns Leen opdie Westerzijde ende zuster Welmoet opdie noerdtwesterzijde thoe naeste ende sal die be- schieten voor xxi stuuers. xxiv st. Gerrijt int Gasthuijs bruijckt als meijer van tconuent van Fos- wert een huijs stede bij Hendrick Weuer anno xi aengebrocht ende doe taxeert op xxiv st. dese stede lecht nu huijsloos ende ledich. xi' fl. Gerbren Pauwelsz bruijckt nu als eijgen van zijn huijsvrouwe ende haer broeders wegen den landen bij Sijmon Smingie anno xi an- gebrocht, alsdoen hem sulffst toecoemende , teweten een ende twin- tich ponten twelff gras, taxeert op twaleff floreen. ii 11. Gerbren voorsz. bruijckt noch die vijff ponten , die Ente Pietersz anno xi hadde angebrocht, alsdoen hem sulffs toecomende ende taxeert op twee floreen , dese sijn hiervoren affgeschreuen Eebel Pieters Wedue ende worden bier wederom aengescreuen op twee floreen. Ende bruijckt voorsz. Gerbe deselue landen voorsz. noch als eijgen. xi fl. Hessel Aelthiama nu meijer van Mr. Tipke bruijct nu die lan- den bij hem sniffs Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Feijcke Dotijnga, teweten ses ende twintich ponden , taxeert op elf floreen, 1 fl. vii st. Boette Heeroz bruijckt die vier ponten als eijgen op voorsz. Hes- sel Anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Abe to Wlsma home, sel Anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Abe to Wlsma home, taxeert op een floreen seuen st. 6s VERWERDERADEEL, Nihil. Hesse' voorsz. had noch anno xi angebrocht twee gras opt werp, doen toecomende Douwe Sijmensz, taxeert op xiv st., dit wordt hier affgeschreuen ende Jeppe Gerroltsma als meijer van Mr. S Tijarda hiervoren angescreuen. Ergo hier nihil. in fl. vii st. Tijempck weduwe van Aesga toe Oosterbeijntum bruijckt van die landen als eijgen bij Aesge Anno xi angebrocht , teweten van dertien ponten , taxeert op ses floreen seuen ponten. Ende wandt die ander ses ponten Michiel toe Holwert hier angescreuen zijn soo sal Tijemck hier niet meer beschieten dan voor drij floreen seuen st. ii H. xxi st. Michhiel toe Holwert bruijckt van deze dertien voorsz. ponten ses ponten, liggende op blijara Hemrijck , diewelcke hij sulffs ses ponten, liggende op blijara Hemrijck , diewelcke hij sulffs bruijckt als eijgen ende sal die beschieten voor twee floreen xxi st. Dit heeft declareert Tjart Jellez , swager van Tijemck , ende Abe Wilkesz rechter in Ferwert heeft declareert dat Michhiel alhier altijt voor drij floreen beschoten heeft. i fl. Tijaerdt Jellesz als Swager van Tijempck declareert, dat hij noch heeft thien ferwerde ponten, daermede in gerekent die seuen pon- ten voorsz., alsoo dat hij drij ponten heeft , die niet angebrocht sijn, ende sal die drij ponten beschieten voor een floreen. 1 11. viii st. Taeijtie Kempoz bruijckt vier ponten bij Hero Jansma Anno xi angebrocht, alsdoen toecomende Sijurdt to Medwerdt ende co- men nu toe Jarich toe Bornwerderhuijsum Sijurdts voorsz. zoen ende waren doen taxeert die voorsz. vier ponten op een fl oreen acht st. xxx fl. Eewert Pieter zoen opdie Hascampen nu meijer van tconuent van Foswert bruijckt die landen bij Pieter op die Haescampen anno xi angebrocht , teweten acht ende tseuentich ponten , doen taxeert dartich floreen. ix st. Euwert voorsz. bruijckt noch een ponte , taxeert op negen st., de welcke Tako Mennoltsma anno xi hadde angebrocht, alsdoen toe- comende onse lijeffrouw toe Foswert, die welcke hiervoren affge- schreuen is Jet (}errits Smingie wijff ende wordt hier aengeschre- uen, salse daerom hier beschieten voor negen stuuers. xx fl. Tijaerdt toe Oldestens alsnu meijer vanden Abt toe Foswert bruijckt die landen bij hemzeluen als meijer vanden seluen Abt Anno xi aligebrocht. Teweten veertich ponten thien gras , doen taxeert op twintich floreenen. vi fl. Tijardt voorss. bruijckt noch twaleff ponten ende vier gras, anno FERWERT. 69 xi bij hem sulffst angebrocht ende alsdoen ende noch hem sulffst tocomende , taxeert op ses floreen. Iv fl. Pauwels Douwez bruijckt nu als eijgen die negen ponten ende twee gras bij hem Anno xi als eijgen angebrocht, taxeert op vier floreen. 1 fl. Pouwels Douwez bruijckt noch als eijgen drij ponten bij hem selffst angebrocht anno xi, alsdoen tocomende den patroen toe Ferwert ende doen taxeert op een floreen. XJ st. Idem Pouwels bruijckt noch een ponte fenlant , leggende toe midts in sijn fenne , toecomende Schelte Scheltama , diewelcke inden olden anbreng niet beuonden is, heeft daerom zijn landt- heer to kennen geuen, die welcke hem geheeten heeft om die an toe brengen ende wordt nu taxeert op elftehalue stuuer. xx st. Feije Roorda bruijckt twee ponten vanden seuen pondematen, die Pauwels Douwez Anno xi heeft angebrocht, alsdoen toebehoorende Hoijt toe Marrum , leggende op Beijntumma meeden , Feije selues naestleger ende behooren nu toe Hoijts van Blecknija huijs erffge- namen ende sal die beschieten voor twintich stuuers. I fl. xxii st.Rewert Hesselsz in den Rijp bruijckt vandie voorsz. seuen pon- dematen, vijff pondematen. Teweten een cleijne fenne van drij pondematen , leggende voor voorsz. Reuwerts door , Beth een ponte Baer zijn huijs op staet. Ende een pontmate op Beijntuma meeden bij die Hooge wieren , Adzart Aebbinga op Ooest, ende Jucke Ael- tzez op die Westerzijde naestlegers, ende sal die beschieten voor een floreen xxii stuuers. xxiv st. Rommert opdie meerswal nu meijer van Foswert bruijckt den huijsstede bij Allerdt opdie Meerswal anno xi aengebrocht, als- doen meijer van den seluen Conuente , doen taxeert op vier ende twintich stuuers. xv fl. xiv st.Thomas Heijnz nu meijer van de patroon toe Ferwert bruijckt vanden landen anno xi angebrocht opten naem vanden seluen pa- troon , teweten negen ende twintich ponten, taxeert op vijftien floreen veertien stuuers ende dit hiet Hoeckama goet. 1 11. xxi st. Jet Gerrijts bruijckt als eijgen vanden landen opten Patroon anno xi angebrocht seuen gras buijten dijck , tsamen taxeert op een flo- reen xxi st. i fl. xxi st. Noch waren opten patroon aengebrocht acht ponten taxeert op drij floreen , van deze acht ponten bruijckt als eijgen Pouwels Douwez vijff ponten , leggende in een stuck voor Wbblama huijs , ende sal die beschieten voor een floreen xxi st. 70 FERWERDERADEEL. Die restante drij pondematen vanden patroon wordden angeschre- uen Jucke Aelthiez. xiv st. Roeloff Sijama bruijckt een heem , daer die vier priesteren gelijck plach toe to comen. Dan sij hebben 't gegeuen den patroon tot plach toe to comen. Dan sij hebben 't gegeuen den patroon tot tijmmeringe van een hellige Sacraments huijs , ende sal Roelof be- schieten voor xiv st. xxxviii ft Reijner Epesz toe Hilbada nu meijer van Jancke Wnama, bruijckt die landen bij Jan Hilbada Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Jancke voorsz. Rijntz Jeppama , Tziepke Goslinga ende Jan Brouwers wijff. Teweten twee ende tachtich ponten , taxeert op acht ende dertich floreen. mil fl. Tijaerdt Sijmonsz meijer van Jw Jongama toe Kijmsert bruijckt die landen bij Taecko Reijnsma Anno xi aengebrocht als meijer van Frouck Scheltama , teweten ses en twintich pondematen drij gras, taxeert op dertien floreen. xxi st. Noch waren op Tako aengebrocht vier ponten , den patroon doen toecomende , taxeert op twee floreen , van weicke landen Sijds Aebez toe Genum nu bruijckt achtien eijnsen , taxeert op een ende twintich st., leggen opdie you boerde. 1 fl. vii st. Noch bruijckt vanden landen Jacob Sijdtsz twee groote ponten , taxeert op een floreen seuen st., Leggende insgelijx op die Gou taxeert op een floreen seuen st., Leggende insgelijx op die Gou boerde. 1 ft Noch waren op Taecko aengebracht drij ponten bennen dijx ende vijff buten dijx , den kinderen ende priesteren Anno xi toecomende, van welcke landen Gabbe Goslijxz bruijckt een cleijne fenne als eijgen groet ruijm twee ponten , taxeert op een floreen , leggende toe Westerzijde van 011ama Loon. xiv st. Jacob voorsz. bruijckt noch twee gras buten dijx, taxeert op veerthien st., leggende op die rijtwal , van die vijff ponten buten dijx voorsz. viii fl. Sipke Pibez meijer vanden conuente van Foswert bruijckt vanden landen bij Pijbe Hepkama , alsdoen meijer vanden seluen Convente Anno xi angebrocht. Teweten een ende twintichstehalue ponde- maten. Dwelcke den Abt van Foswert nn alleen toecomen, behol- delick dat Douwe Burmania daerin heeft een pondemate , hietende oppe Wieren, wt gecomen van Pijbe voorsz. susteren ende AuCc Pijbe susters erffgenamen oock een pondemate , leggende aen oft in Douwe ponten voorsz. ende dat was tsamen taxeert op acht floreen. FERWERT. 71 xv fl. Jancke Aeltziez toe Oosterbeijntum meijer van Jonge Sijurdt Bolta, bruijckt die landen bij Jancke toe Oosterbentum als meijer van Sijwrt Bolta ende Werp Juckama Anno xi angebrocht, teweten vijf ende twintichste halue pondematen , taxeert op vijftien florenen. Sijbrant Bauckez nu meijer van Sijmon Coptiens op Amlant bruijckt die landen bij Wpko bij die Dijck als meijer van Dirck Coptiens Anno xi angebrocht, teweten achteen ponten binnen dijx ende ses gras, taxeert op twaleff florenen. ix fl. Jacob Sijdsz toe Oellama nu meijer van Sijuck Buwez toe Balck- eijndt ende van Aebe Sijbez bruijckt die landen bij Sijurdt Obilama als meijer van Able in der montz anno xi angebrocht, teweten twee ende twintich ponten, taxeert op negen florenen. xv ff. Jijme Sijrcx meijer vanden Convente Foswert bruijckt nu die 'Ian- den bij Eewert toe Osster beijntum als meijer van tselue convent anno xi angebrocht, teweten seuen ende dertich ponten, taxeert op vijftien floreen. Willem Jansz opper Wijn nu meijer van Arent Gerbrensz bruijckt nu die landen bij Sipcke opper Wijn anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Sijwrt Aebbinga , teweten dertich ponten , taxeert op dartien florenen. Sipke voorsz. bruijckt noch als eijgen vier blijara ponten, hem Csulffst anno xi tocomende, taxeert op een floreen, Le ende in Tijlle camper op dander sijde vanden Haescampen. Sipke voorsz. declareert dat hij noch heeft twee ponten, liggende in die lange warren, die hij niet en weet aengebrocht te zijn, heeft nochtans dese twee ponten met die voorss. vier ponten , diewelcke zijn vier mannemadt , altijt beschoten voor twee floreen ende sal daerom alsoo voortan beschieten (voor ii floreen). xiii fl. iv st.Cornelijs Sijbez toe Aellijnga nu meijer van Alijt Aerns bruijckt vanden landen bij Bennert ...A.ellinga, alsdoen meijer van Gabbe Scheltama , Anno xi angebrocht, teweten acht ende twintich ponten ende twee gras vande dertich pondematen , taxeert op dertien flo- reen vier stuuers. xxiv st. Ende dander twee pondematen bruijckt Sijbrant ter Stedt als van wegen zijn Huijsvrouw, taxeert op vier ende twintich stuuers. n ft Cornelis voorsz. bruijckt noch als meijer van Buwe Wijbrantsz vijff ponten, die hij niet bevijnt inden olden anbrengh te sijn , lig- gende die twee bij die witte wech. Feijcke Regnalda lantsate van Douwe Burmania toe naeste, die anderhalue ponten leggen bijde wech daermen rijdet nae der Stedt , Rixt Melis Weduwe toe naes- 72 FERWERDERADEEL. to , die leste anderhalf ponte, leggende op die quaijen, Ebel Pieters wedue als meijersche van Heer Fedde erffgenamen naestleger, tsa- wedue als meijersche van Heer Fedde erffgenamen naestleger, tsa- men taxeert op twee florenen. 1 fl. Hendrick Lijommez bruijckt als eijgen vanden xii ponten bij Lijomma Anno xi angebrocht drie ponten , taxeert op een floreen. Ende leggen voor Roula huijs inden rijp , ende is nu saedland , ende sal dat beschieten op een floreen. Reene ende Foeckel Hendricx voorsz. Susters bruijcken die an- der negen ponten, waeraff die vier ponten zijn Saetlant ende lig- gen bijde voorsz. drij ponten. Die ander vier ponten sijnt maedtlandt ende leggen in Tijile campen. Noch een ponte leggende int Claeijlandt daer voorsz. Foeckel in gehuset heeft ende sullen dese drij leste parceelen be- t schoten wordden voor drij florenen. 1L1 st.Roeloff Petersz heeft een ponte als eijgen , leggende bij die barne Stede, die welcke inden olden anbreng niet was, dan nu int declare- ren wort bevonden dat die gecoft is Anno xii van Lijomma Roula ende wordt alsnu hier aengebrocht ende taxeert op tiendehalue stuuer. v fl. Declareert voorsz. Roeloff dat dit een geheele Zate is groot om- trent twaleff oft dartien ponten ongeveerlijk met deen ponte voorsz. ende met die voorsz. Stede daermede ingerekent ende was alheel niet inden olden anbrengh , wordt ergo nu hier angebrocht ende taxeert bij consent van partijen op vijff floreen ende heeft hij daer altijt voor beschoten 't welck Abe Wilkesz rechter in Ferwert altijt voor beschoten 't welck Abe Wilkesz rechter in Ferwert heeft bekent. xiv fl.Sipke toe Coldehool nu meijer van Hessel Abbama bruijckt die landen bij Hijlbrant toe Coldehoel , alsdoen meijer van Hessel voorsz. Anno xi angebrocht, teweten acht ende tsestich ponten , taxeert op vijff ende twintich floreen. x st. 'Tebbe Sipckesz nu meijer vanden conuente van Claricamp ende Schelte Scheltama bruijckt die landen bij Jancke toe Oosterbeijn- tum Anno xi angebrocht , alsdoen meijer vanden zeluen conuente ende Frouck Scheltama ende Peter Jan Sibrants. Teweten vanden Kellenaer van Claricamp thien ponten , taxeert op vijff floreen, van Schelte Scheltema elff ponten , taxeert op vier floreen seuen stu- uers. Welverstaende dat hij twee hieraff mist, Die welcke nu tot Blija bij Herman bij Dijck gebruijckt wordden als meijer van Lijuwe Aebbama erfgenamen. Des heeft hij weder drij ponten van Aeb- FERWERT. 73 binga besit. Alsoo dat hij hier beschieten sal diemen Adzart toe Blija aldaer affschrijuen zal ende sal die eene ponte beschoten wordden voor thien stuuers. 1 fl. xxi st. Noch bruijckt hiervan als eijgen Tijart Jellez drij ponten meed- lant , waeraff die ander halue ponten liggen toe Genum bij Heer Wttijo des pastoors fenne , die anderhalue ponte leggen bij Ooste- beijntuma mer. Jijmck Denija opt West ende Adzaert Aebbinga opt Oest naestlegers ende sal dit beschieten voor een floreen xxi st. II fl. Noch heeft Tijart voorsz. hiervan die hij bruijckt als eijgen vier ponten , weicke is een leech camp ende solde wel vijff pondematen wesen , dan daer sijn wel sloeten ende leechten in , alsoo dattet niet hooger gerekent wordt dan vier ponten , Hilbrant Pietersz naest- leger, taxeert op twee floreen. xi fl. Sijd Eblez nu meijer vanden conuente van Foswart bruijckt die landen bij Joern bij Dijck Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van- den zeluen conuente, teweten een ende twintichstehalue ponten ses gran , taxeert alsdoen op elf floreen. 1 fl. Jan Claesz nu meijer vanden Conuente Foswert bruijckt die huijs- stede bij Sijmon Claesz als meijer vanden selven conuente anno xi angebrocht , ende sal die beschieten voor een floreen. ii fl. iv st. Feije oppe Fielde bruijckt die derde halue ponten bij voorsz. Sij- mon Claesz anno xi angebrocht , ende sal die beschieten voor twee mon Claesz anno xi angebrocht , ende sal die beschieten voor twee floreen ende vier stuuers, leggende bij Bocke Lijobbrensz fenne bij die Loen. viii fl. Jancke Sijmonsz nu meijer van Cammijga buijr, , bruijckt vande drij ende veertich ponten , bij Claes Wijtnija alsdoen meijer van Bot Wijtnija anno xi angebrocht, twee ende twiiitich ponten , nu die xxii ponten taxeert op acht floreen. i fl. iv st. Pieter to Monckhuijs meijer vanden Abt toe Foswert heeft van die ander xxi ponten drij ponten, toecomende den Abt voorsz., leg- gende in die galgemeeden ende sal die beschieten voor een floreen vier st. 1 fl. xiv st. Boete Wijtiez bruijckt vandese voorsz. xxi ponten, die twee pon- ten als eijgen , ende die ander twee ponten tocomende Sipke Jel- linga toe Britsum met zijn adherenten , leggende bij Foswerde terp in een fenne Cammijga buurster toe naeste , ende sal die beschie- ten voor een floreen xiv st. i 1 Sijbe Claesz bruijckt vandie voorsz. xxi ponten dardehalff pon- ten , die anderhalue daeraff leggende toe Heepkama graseijndt, 74 FERWERDERADEEL die eene pondemate liggende op die platen. Die monnick toe Foswert op die eene sijde, ende die Heere Wech op die ander sijde, ende. sal die beschieten voor een floreen. n ft. Harmen Hendricxz heeft van sijn wijffswegen vandese xxi ponten sestehalue ponten, waeraff die anderhalue ponten leggen bij Ferwerder buiren, hetende op die Broil, die twee leggende toe Hepkama gras- eijndt , die ander twee op Sijnee meeden , Ritsche Vrielsma opt noort oest toe naeste , ende die armen op die ander zijde , ende sal die beschieten voor twee floreen. NTH st. Sijurt Claesz bruijckt hiervan twee ponten daer zijn huijs in staet, tocomende Douwa van Burmania bij Sijurt voorsz. selffs ver- claert ende sal die beschieten voor Noch xiv eijnssen , dwelcke voorsz. Sijurdt oock gebruijckt , toe- comende Douwa voorsz., Douwa sulffst opdie eene sijde ende die patroon op die ander zijde naestlegers ende sal dit beschie ten tsa- men voor een floreen seuen st. xxi st. Pieter to Monckhuijs bruijckt twee pondematen , toecomende den Abt van Foswert , leggende in die Haerfenne , Dewelcke die Abt heeft inden Stede van twee ponten op Sijnie meden ende sal die beschieten voor xxi st. x st. Sijbe Claesz bruijckt een ponte hetende Pijbama Steedt met weij, nich saetlants daerbij , toecomende Sijbe voorsz. ende Harmen Hen- drixz ende Douwa van Burmania, aldus bij hem sulffst verclaert ende sal die beschieten voor thijen st. v ft. Gabbe Goslijxz bruijckt als eijgen van wegen sijn huijsvrouw elf ponten , die Halbe inde Rijp , meijer van Pieter Mellinga , Anno xi hadde angebrocht, taxeert op vijff floreen. iii fl. xiv st. Jijinpck Deijnia bruijckt acht ponten, meijersche van Saecke Beijnz toe Collum, bij Douwa op Terp Anno xi angebrocht, als- doen meijer van Reijn toe Collum, taxeert op vierdehalue floreen. xiv st. Hantije Laes soen nu meijer vanden Abt toe Foswert bruijckt den huijsstede bij Pieter barbier Anno xi aengebrocht ende taxeert op veertien stuuers, alsdoen hem selffs toecomende. B. xiv st. Bocke Lijobbrens nu meijer vanden Abt toe Foswert bruijckt die twee koegangh bij voorsz. Pieter anno xl angebrocht , taxeert op ander- koegangh bij voorsz. Pieter anno xl angebrocht , taxeert op ander- half f floreen, ende comen denzeluen conuente alsnoch toe. fl. Stennert Piersz toe Keepinga als meijer van Gabba Douwama bruijckt vanden landen bij Gerloff Kepinga Anno xi angebrocht, te- weten ses ende twintich ponten vanden vijff ende veertich , alsdoen meijer van Reenck Wijrtsma , Sinte Anna, Abt toe Wlsma Horne, FERWERT. 75 ende hem selfst Anno xi angebrocht, tsamen taxeert op negentien florenen. Ende sal voor die landen Gabbe toecomende beschieten voor elf floreen. ii xxi st. Stennert bruijckt noch als meijer van Aucke Smidts erffgenamen vanden voorseijde landen bij Gerloff angebrocht ses ponten ende een half, leggende die ses ponten bij Kepinga loon langes, Foswerde naestlegers ende die halue polite lecht met die eene eijndt aen Keepma heem , ende Foswerde op dander zijde , taxeert op twee floreen xxi st. in xxi st. Meijnert Hillama bruijckt vanden voorsz. landen negen ponten hem selffst toecomende , dewelcke hij bier affgenomen heeft, doen Sten- nert voorsz. toe Keepma quam, leggende toe Hallum op Jousma tijoech alle jaren weruende. Dese landen staen in questie tusschen Meijnert ende Gabbe Douwama, elide sal Meijnert die beschieten voor drij floreen een ende twintich stuuers. 1 ff. xxi st:Noch waren op Gerloff voorsz. anno xl angebrocht vier ponten als resten vande vijf ende veertich ponten. Deze landen bruijckt Buwe Wijbez nutertijt, ende declareert dattet sijn vier ferwerde pondematen, liggende bij Westerhuijs indie meedfenne , diewelcke fenne alheel groot is acht ponten , vandeze vier ponten comen Wijthije oppe borch toe twee ponten, ende Heerke Harmensz van- wegen sijn huijsvrouwe die ander twee ponten ende sal die beschie- ten voor een floreen xxi st. xxi st. Stennert voorsz. bruijckt noch anderhalff ponten Saedtlant, die vier priesteren toe Ferwert tsamen toecomende, leggende after des pastoors_, huijs op Terp daermen nae Heer Juijsma gaet, ende sal dat beschieten voor een en twintich st. xv fl. Pieter Claesz toe Gerbranda nu meijer voorde twee derdendeelen van Rommeren Tannija weeskijnderen , ende voerden darden darden- deel meijer van Tijepck Jasper Aesgama weduwe bruijckt die twee ende dartichstehalue ponten bij Ooene Steenbacker als Meijer van Jancke Unama ende Lijuwe Hillama Anno xl angebrocht, taxeert vijftien florenen. Jijmck Deijnia van wegen haer weeskindt bruijckt die twee gras bij voorsz. Oene Anno xI angebrocht , taxeert op veertien st. Jijmck voorsz. secht die voorsz. twee gras niet thebben , Sal daerom Pieter Claesz voor dieselue twee gras beschieten tertijt dat voorsz. Peeter oft sijn Landtheer declareren waer deze twee gras gebleuen ztin, waer- toe hem een dash gelecht is in Sinte Matheus merckt om tselue to verclaren , ende in gebreke van dien , zal Peter altijt daervoor 76 FERWERDERA,DEEL. beschieten ende geen rugge spraeck hierop meer hebben mogen. Dese twee gras sal Jijmpk voorsz. beschieten, wandt die parthijen daerop seeckere bescheet hebben gebrocht hier in gesteken. xxxvi Pope Ballingsz nu meijer van Abe Sijuxma bruijckt Cammijga guet op Gerbet Mockama als eijgen anno xi angebrocht. Teweten int eerst twee ende dertich ponten fennen veerteen ponten saedt- lant ende een ende twintich ponten meeden , twaleff gras opt Worp taxeert op ses ende dartich floreen. v fl. Jan Pietersz Cuijper nu Meijer van Abe Sijuxma bruijckt den negende halue ponten bij Revert, alsdoen meijer van Gerbet Moc- kama, Anno xi angebrocht, taxeert op vijff floreen. 11 Pope Ballingsz toe Cammijga meijer van Aebe Sijuxma bruijckt die vier gras bij voorsz. Rewert , doen meijer van Gerbet Mocka- ma Anno xi angebrocht, taxeert op twee floreen. li fl. 'Elide Jan Peetersz voorsz. declareert dat Abe Sijuxma selffs die vier gras alsoo wil ouergescreuen hebben aen Cammijga Sate op twee floreen. Istud quod in hoc latere est non erat in libro redituarij. fl. Claes Laesz nu meijer van Abe Sijuxma bruijckt den huijsstede bij Sipke anno xi angebrocht, alsdoen Meijer van Gerbet Mockama, taxeert op een floreen. 1 9. Olbrant Dircxz nu meijer van Abe Sijuxma bruijckt den huijs- stede bij Ente Pietersz anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Gerbet Mockama , taxeert op een floreen. 1 ft. Harmen Hendricxz nu meijer van Abe voorsz. bruijckt den huijs- stede bij Onne Smidt anno xl angebrocht, alsdoen Meijer van Gerbet voorsz. , taxeert op een floreen. iii Pieter Pietersz vanwegen zijn moeder Ebel Pieters wedue , nu meijer van Abe Sijuxma, bruijckt vanden landen bij Claes toe Dijck anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Gerbet Mockama, Teweten den huijsstede ende vier ponten ende sal dat tsamen beschieten voor drij floreen. 1 fl. vii st. Harmen Hendricxz als meijer voorsz. bruijckt vanden landen voorsz. bij Claes angebrocht twee ponten ende sal die beschieten voor een bij Claes angebrocht twee ponten ende sal die beschieten voor een floreen seuen stuuers„ fl. vu st. Bauck Tannija nu meijersche van Abe voorsz. bruijckt twee ponten vanden voorsz. landen bij Claes angebrocht ende sal die beschieten voor een floreen seuen stuuers. FERWERT. 7 1 fl. Pieter Schrijringh als meijer van Abe Sijuxma bruijckt een huijs- stede die inden olden anbrengh niet befonden en wordt, wort ergo hier nu angebrocht ende taxeert op een floreen. neque istud Feijcke Foppez bruijckt een huijssteede toebehoorende tconuent xiv st. van Foswert , die inden olden Aenbreng niet bevonden was ende sal die beschieten voor xiv stuuers. xxxiv fl. Heer Juijsma state is groot Hondert ponten ende was in Anno xi taxeert op vier ende dartich floreen, nu toecomende Douwa van Burmania. xxix fl. Jan Freerckz meijer van Douwa Burmanija bruijckt Feijtiema zaete, groet acht ende vijftich ponten , twee Bras opt werp voor een bennens dijcx gerekent, bij Jemme Heer Juijsma, alsdoen selffs Landtheer, Anno xi angebrocht, taxeert op negen ende twintich floreen. vii fl. Tijemck Hilbrants Wedue meijersche van Douwa Burmania bruijckt Hillama guet op Jemme Her Juijsma voorsz. Anno xi angebrocht. Darteendehalue ponten ende drij koeganck , taxeert op seuen flo- reen. 1 fl. Aebe Tapper nu meijer van Douwa Burmania bruijckt den steed bij Gaucke van wegen voorsz. Jemme angebrocht, taxeert op een floreen. 1 fl. Magerheijn meijer als voren bruijckt den huijsstede bij Lijtke Sipke anno xi angebrocht, taxeert op een floreen. 1 fl. Douwe Juckez bruijckt nu ter tijt als meijer van Sipke Juckez toe Blija twee ponten , die welcke inden olden anbreng niet sijn befonden, worden ergo hier nu van nijuvs angebrocht ende taxeert op een floreen. Ende heeft altijt daervoor beschoten ende zijn huijs staet daerin. Wbble Heroz bruijckt als eijgen drie ponten gelegen voor die Hascampershuijs ende zijnt vooren inden olden anbrengh niet ge- 1 ft. xiv st. , weest ende hebben nochtans altijt daervoor beschoten. Idem bruijckt noch een ponte, leggende in den Werren, tsamen taxeert op een floreen veerteen st. xn st. Offe Heerez heeft een ponte , leggende bij die voorsz. een ponte in die lange Warren ende sal die beschieten voor twalff st. xxry st. Boette Heroz bruijckt twee ponten buijten dijcx als eijgen ende sal die beschieten voor vier ende twintich st. 11 fl. Feijcke Tijardtsz bruijckt van wegen Tziaert Amesz vier ponten, leggende in Hickaerder landt, met mester Sijdst drij ponten be- 78 FERWERDERADEEL. clemdt , ende zijn niet in den olden anbreng geweest, worden ergo hier nu angebrocht ende taxeert op twee floreen, ende hebben alsoo toe Ferwert beschoten. I it Johannes Sijurdtsz bruijckt van Tijart Amesz wegen twee ponten, leggende aen Wijrdtster fennen , die insgelijcx inden olden an- brengh niet befonden zijn, worden ergo nu taxeert op een floreen. xfiI fl. Jucke Aelthiez nu ter tijt meijer van Tako Monthiema erffgena- men bruijckt orntrent vijff en dertich ponten binnen ende buijten dijcx tsamen , teweten ses ende twintich ponten bennen dijcx ende negen buten dijx, die inden olden anbreng niet aengebroch t sijn , Ende wordden hier nu aengebrocht ende taxeert op darteen flo- reen ende secht daer altijt voor beschoten to hebben. Jucke voorsz. bruijckt noch een fenne van drij ponten Douwa Burmania toecomende , die Douwe van Abe schrijuer vercregen hadde, hetende Gelema fenne ende Abe voors. hadse van den pa- 1 fi. vn st. \ troon. Ende deze landen zijn voor affgeschreuen Thomas Heijnz ende worden hier angeschreuen ende salse beschieten voor een floreen seuen st. I fi. Tijardt Sijmonsz bruijckt nu ter tijt twee ponten als Meijer van Sijtthie Benedictusz , waeraff die eene ponte lecht in Gelema gras , die ander leggende tuschen die twee mollenwegen , loopende op nae Ongahuijs , taxeert op een floreen , twelck hij altijt daervoor beschoten heeft , nochtans waren sij inden olden anbrengh niet be- fonden. vn st. Tako Gerroltsma bruijckt als meijer van Sipke Joernz een ponte buten dijck, die inden olden anbrengh niet beuonden is, wort ergo nu angebrocht ende taxeert op seuen st. Ende Hero Jansma erff- genamen op beijde sijden naestleger ende heefter altijt voor be- schoten Hi fl. xiv st. Wijger Rijoertsz bruijckt nu ter tijt als meijer van Tijaerdt Wig- gersma vier ponten fenlant ende twee ponten buijten dijck, twelck niet aengebrocht was, wordt nu angebrocht ende taxeert op drij floreen veerteen st. 1 fi. xiv st. Jan Entesz bruijckt als eijgen een ponte in die voorsz. fenne ende drij cleijne ponten saetlant, diewelcke oock niet waeren aen- gebrocht, heeft nochtans altijt voor beschoten voor anderhalff flo- reen renthe. xix st. Jetz Rommeren Tannija dochter toe Blija bruijckt twee ponten FERWERT. 79 leggende op Bentuma meden , Feije Roorda toe naeste, weicke inden olden anbreng niet beuonden zijn geweest, worden daerom nu getaxeert op negentien stuuers. ix st. Pieter Claesz bruijckt een ponte als eijgen met deze twee pon- ten voorsz. beclemdt , dewelcke oock niet aengebrocht is , daerom nu getaxeert op negen st. xiv st. Rijoerdt Hesselsz bruijckt een ponte, leggende bij die here wech daermen nae Blija rijdet , tocomende Abe Wdesz toe Hallem , die inden olden anbrengh niet befonden is, wordt daerom nu getaxeert op veerthien st. xiv st. Idem bruijckt noch een pondemate, leggende met die eene eijndt an Scheltama wech. Die ander nae jonge Romcke fenne , toeco- mende Eelcke toe Hijeem bij die Tine ende wordt nu aengebrocht ende taxeert op veerteen st. Dese beijde parcheelen heeft hij altijt beschoten toe Ferwerdt. Dese twee navolgende parceelen behooren onder die vijftien pon- ten bij Gielt Sijbada toe Marrum anno xi angebrocht, als hem selffs toecomende ende daerom aihier wtgedaen. Aldus holt meister Sijdtse anbreng. fl. Taeijtie Kempoz bruijckt als meijer van Foswert een huijsstede ende een Beijntuma pondemate , leggende inden Rijp, eertijts niet angebrocht, taxeert ergo hier op een floreen, heefter altijt soo voor beschoten. xiv st. Idem heeft een ponte Saetlandt , toebehoorende Jelle Wijgersz erwen , leggende die Kelder toe Betleheem opt west ende Wijger- sma fenne opt oest naestlegers, eertijts niet angebrocht, nu taxeert op veerteen stuuers. / Eelcke Steen metselaer bruijckt als eijgen van wegen Ain huijs- vrouw twee ponten Saedlandt , leggende in twee stucken, die vijf- tien eijnsen leggende Bocke Lijobbrensz op die noerder zijde ende pt Suijdt Johannes Aijsez toe naeste, Bij die negen eijnsen lecht Abe Sijuxma op suijdt, opt noordt Sijurdt Oenez toe naeste, 1 xiv St.eertijds niet angebrocht. Idem Eelcke bruijckt twee grasen buijten dijcx , Jet Sminge opt Oost ende die Abt toe Foswert opt west ende heefter altijt voor beschoten voor een floreen ende sal nu beschieten voor een flo- kreen xiv st. 80 FERWERDERADEEL. Roeloff Sijama bruijckt nu als eijgen van zijn wijffs wegen ses ponten , waerafl die twee leggen toe Blija , hetende inden Home , Jans bij die Wiers stieffkijnden naestlegers. Die ander twee bij die Hascampen , Eewert op die Haescampen naestleger opt noerdt, 11 fl. weruende tegens Lijuwe toe Holwert toe witte moniclibuijs. Die ander twee ponten op Beijntuma lange meden. Dese landen waren niet angebrocht ende nochtans altijt daervoor beschoten , ende worden nu taxeert op twee floreen. 1 Sijmon Dijrxz meijer van Aesge toe Hoxwier bruijckt veerteen ponten bij Tijaerdt inden Rijp Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Wick van Mantgum ende taxeert op ses floreen. i Sijmon voersz. bruijckt noch omtrent twee ende twintich ponten xix fl.\ bennensdijck ende omtrent ses gras buijten dijcx , die weicke landen in den olden anbrengh niet befonden waren, heeft daervoor noch- tans altijt beschoten. Teweten dese twee parceelen voor negen- tien floreen. VII st. Ritske Jeppesz nu meijer van Heer Johannes monick bruijckt een huijsstede in den olden anbrengh niet befonden, wordt ergo taxeert op seuen stuuers. xiv st. Wopke Sipkez meijer van Heer Johannes voorsz. bruijckt een huijsstede , die in den olden aenbrengh niet beuonden en was, taxeert op een halue floreen. xiv st. Sijbrandt Bauckez bruijckt als eijgen anderhalue ponten, leggende op Beijntuma meden , opt Oest Douwa van Burmania toe naeste, ende Jucke Aeltiez op die Westerzijde naestleger , in den olden aenbrengh niet beuonden, heefter altijt voor beschoten ende sal hier beschieten voor (xiv st.). ( Johannes Aijsez bruijckt als hem sulffst met sijn susteren ende broederen toecomende vier ponten, waeraff die twee ponten zijn saedtlandt, leggende naest die Olije acker die eene ponte , ende fl. die ander lecht bij Ferwerder wijn moelen bij die Heerewech. Die ander twee ponten zijn meedtlandt, leggende op Beijntuma meeden toe eijndt van Vensterhuijs fennen , Cornelis Allinga opt Oest naestleger, waeren dese landen niet angebrocht , heeftse noch- tans altijt voor twee tloreen beschoten. CxL fl. Dat Clooster van Foswert besit is groot nae hluijt den olden anbreng vierhondert ende twintich ponten, taxeert Anno xi op hondert ende veerLich floreen. FE WERT. 81 Heer Johannes toe Ferwert van Foswert heeft wt name vant voorsz. Conuent opten seluen tijt dat die landen ouer die Ee leg- gende, Teweten die dertich ponten meden zijn begrepen meede inde voorsz. somma , soo hij niet en weet datse eewaelt daervan zijn geweest. Actum in ferwart opten xi September Anno veertich. xiv st.Sijbrant Claesz timmerman bruijckt een huijsstede bijden Coster Anno xi angebrocht met vier ponten, dan die vier ponten en bruijckt Sijbrant voorsz. niet, met Heer Beernt bruijckt se selffs ende sun hem angeschreuen op zijn corpus, soodat hij Sijbrant dese stede niet hoogher beschieten sal dan voor veerthien stuuers rente. xiv st.Meijnert Albertz droechscherger bruijct een huijsstede, den pas- toor tocomende , daervoor hij to huijr geeft veerteen stuuers ende daerom alsoo taxeert. Dit heeft Meijnert verclaert ende angegeuen opten xxii Januarij Anno een ende veertich, voer Meijster Sijds Tijaerda, want hij niet thuijs was die wijle die Commissarisen toe ferwert waren. Blija den sesten Septembris a prandio. Dat personaetschip toe Blija is inden jare van elf angebrocht op negen ende vijftich ponten ende alsdoen taxeert op twintich floreen ende wordt nu gebruijckt bij Heer Gielt toe Blija als pas- toor aldaar. xiv fl.Die vicarije was in Anno xi angebrocht op twee ende veertich ponten ende anderhalff gras, taxeert op veerteen floreen, ende wordt nu ter tijt gebruijckt bij Heer Joest toe Blija als Vicarius aldaer. xvii fl. my st. Buwa Tiebbez nu meijer van Menno Eminga toe Gouthum bruijckt van landen bij Hemme Hemmez, anno xi angebroclit , alsdoen meijer van Doed Oflinga elide Renthie , Teweten twee ende veertig ponten vijff gras op werp, doen taxeert op achteendehalue floreen. 6 82 FERWERDERADEEL xv fl. Xv1II st. Harmen Dircxz nu meijer van Lijuwe Aebbama erffgenamen bruijck vijff ende dertich ponten vande ses ende dertich ponten, noch twelff gras , bij Sasker bij dijck , meijer van Saepck Aebbama, anno angebrocht , taxeert op vijfteen floreen achteen stuuers, Ende nopendb die sesendertichste ponte op voorsz. Sasker ange- brocht valt hier niet, want dieselue angeschreuen is Tiebbe Sipckez toe Oesterbeijntum ende taxeert op thien st. ende dat in Ferwerda anbrengh. St. Noch heeft Harmen voorsz. vijff gras vande sestien gras bij Saepck Aebbama anno xi angebrocht ende zijn hiernae Adzaert Aebbama affgeschreuen ende hier angescreuen ende salse beschieten voor een floreen seuen stuuers. xvi Sipke Wijbez bij Dijck nu meijer van Lijuwe Aebbama erffge- namen bruijckt die landen bij Wijbe bij Dijck anno xI angebrocht, alsdoen meijer van Saepck Aebbama. Teweten ses ende dertich ponten elf gras, doen taxeert op sesteen floreen. fl. vii st. Noch bruijckt voorsz. Sipcke wt naeme als voren vijff gras buij- ten dijcx, want hij sesteen heeft ende niet meer dan elf ange- brocht waren ende sal die beschieten voor een floreen seuen st. Ende vijnt mense in geen ander anbrengh soo sijn sij hier a nouo angebrocht, dese sijn van Saepck Aebbama aenbrengh. Ende zijn Adzaert Abbama hiernae affgeschreuen ende alhier angescreuen ende taxeert alsvoren. xI fl. Hil Buwa wedue ende RoloffJanz brucken die landen bij Hemme Hemmez anno xI angebrocht, alsdoen meijer van Hans van Grom- bach, van Aebbama ende van Tzalingh Botnija , teweten dartichste ponten ende vijiT gras, taxeert doen op elf floreen. 1 fl. Noch hadde die voorsz. Hemme Anno xi angebrocht dardehalue ponten , taxeert op een floreen , hem sniffs toecomende. Dese lan- den comen toe Sijdtz Focke dochter als eigen , ende leggen bij Tzettie kaegen ende is nu fenlandt ende heeft dat jaer gebruijckt Homme Wopkezoen. XIII fl. xiv st. Fetz Remmerens dochter bruijckt als eijgen van den Landen bij Sijttie Tannija anno xi angebrocht, als doen meijer vanden Abt van Foswert ende vanden patroen teweten van seuen ende tseuentich ponten, acht ende twintich ponten, ende sal die be- schieten voor dartien floreen xiv st. xfi. Sijttie Tannija voorsz hadde noch anno x1 angebrocht ointrent seuen ende dartich ponten begrepen mede onder die seuen ende tseuentich ponten , die welcke Jan Janz toe Monckhuijs meijer van BLLJA. S Foswert nu heeft met vijff gras vanden darteen gras ende sal dat beschieten voor Chien floreen. 1 fl. Fetz Remmerens dochter heeft ende bruijckt noch drie ponten inden olden anbrengh op Je:ger Beijama geschreuen als meijer van Lijuwa Hillama , ende leggen bij Beijama huijs, taxeert op een flo- reen. Ende wordden bier angeschreuen, ende hiernae Homme Wropckez affgeschreuen ende salse beschieten als voren. Iv fl. vii st. Noch bruijckt vanden seuen ende tseuentich ponten Popka Taeckoz als eijgen met zijn suster negen ponten , leggende faerder meden, taxeert op vier floreen seuen st. lv fl. vu st. Homme Petersz bruijckt als eijgen van deze voersz. landen negen II ff. xxi st. Die erffgenamen van Sijurt toe Reijsum bruijcken hier van deze ponten, taxeert op vier floreen seuen stuuers. voorsz. landen ses ponten , die den patroen waren angeschreuen, taxeert op twee floreen een ende twintich stuuers. H fl. Adzaert Aebbinga bruijckt noch van die darteen gras op Sijtthie Tannija anno xI angebrocht acht gras, taxeert op twee floreen. ii fl. xxi st. Ende hoewel die landen op Sitthie voorsz. angebrocht in alles beliepen tot vier ende dartich floreen, soo nochtans dezelue bij specificatie angegeuen zijnde befonden sijn grooter to sijn , soo wort hier gewonnen twee floreen xxi st. xxx fl. Jancke Wnama bruijckt noch als eijgen die sulfste landen, die hij Anno x1 heeft angebrocht , teweten tnegentich ponten ende elf gras, doen taxeert op dartich floreen. )(iv st. Noch bruijckt Jancke voorsz. een ponce vanden Landen bij Lijuwe Wiggersma. Teweten van die vier ponten Anno xi angebrocht in 't dorp van Ferwart, alsdoen toecomende Pieter Pelser, zal daerom hier beschoten worden voor xiv st. fl. Jancke voorsz. bruijckt noch dardehalue ponten als eijgen, Anno xi angebrocht bij Gerrijt Schomaker, alsdoen Jancke voorsz. oeck toebehoorende , taxeert op een floreen. xxv st. Jancke voorsz. bruijckt noch dardehalue ponten , bij eenen Obba als meijer van Jancke Anno xi angebrocht, taxeert op vijff ende twintich st. 11 IL Jancke voorsz. bruijckt noch ses ponten , leggende in Blijara ITemrick als eijgen, taxeert op twee floreen. Welcke landen bij Jelger Beijama als meijer van Wopcka oppe Hijoura anno xi an- gebrocht ende sijnt aldaer affgeschreuen ende bier angeschreuen. nvii ff. xry st. Adzaert Aebbama bruijckt nu ter tijt als eijgen vanden landen bij Saepck Aebbama als eijgen anno xi angebrocht. Teweten een 84 FERWERDERADEEL hondert vier ende dertich ponten ende ses gras vanden sesteen gras ende sal dit beschieten voor seuen ende veertich floreen veer- teen st. fl. xiv st. Adzaert voorsz. declareert dat hoewel die thien gras hem ange- schreuen zijn alsvoren dat hij nochtans als noch heeft sesteen gras, waerom daer zijnt geweest thien gras, anno xl angebrocht, ende die selue hier angebrocht , zal die beschieten voor twee floreen xiv st. xxv fl. Ritsche Vrielsma bruijckt nu als eijgen die landen bij Claes toe Faerdt anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Ritsche Vrielsrna kinderen Popka toe Faerdt ende groote Beernt toe Leeuwarden , Teweten vijff ende tzeuentich ponten taxeert op vijff ende twin- tich floreen. xv st. Ritsche voorsz. bruijckt noch als eijgen anderhalff ponten bij Pieter toe Faerdt anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Gerloff in die Wolda ende taxeert op xv stuuers. Diewelcke hiernae Ritsche zijn affgeschreuen ende wordden hier angeschreuen ende taxeert alsvoren. Ende sijn Ritsche die ander halue ponten hiernae affgeschreuen opten naem van Pieter Saeckez. xviii fl. Gheert Meijnsma nu ter tijt meijer van tconuent van Foswert bruijckt die landen bij hem sulffst Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van tselue conuent , teweten negen ende vijftich ponten vijff gras, taxeert op achteen florenen. xL fl. Jancke toe Blijara monckhuijs nu meijer vanden Conuente van Foswert bruijckt vanden landen bij Hero toe Monckhuijs anno xi angebrocht, alsdoen meijer van 't voorsz. conuente , teweten vijf ende tachtich ponten vijff ende twintich gras , taxeert op veertich bre en . xi 11. Wijgher Thijsz nu meijer van Jw Jongama bruijckt die landen bij Hidde bij Dijck anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Frouck Sclieltama. Teweten drij ende dertich ponten, taxeert op elf florenen. Weluerstaende dat die buijten dijx landen tot elf gras toe hier mede in gerekent zijn. rr fl. XX1J st. Jan Hendricxz indie buiren nu meijer van Sijtz toe Dijxlobbe bij Dockum bruijckt nu van die landen bij Ripka anno xl ange- brocht , alsdoen meijer van Gerloff Kepinga. Teweten vijff pon- ten ende sal die beschieten voor twee florenen XX1J st. XIX st. Pijbe toe Holwert bruijckt als eijgen vandie sulffste Landen bij sr, Rijpka anno xi angebrocht drij ponten , leggende in die Campen opt noerdt vandie Haescampen ende sal die beschieten voor een floreen negentijende halue stuuer. 1 fl. in st. Heercke Harmenz van wegen zijn huijsvrouwe ende huijsvrouw Sus- teren ende broederen bruijckt als eijgen twee ponten op Rijpka anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Gerloff Kepinga , taxeert op een floreen drije st. Ende leggen dese twee ponten op die Ilaescampen ende weruen tegen Sijama twee pondematen. xxvin fl. Tijaerdt Tijaertsz toe Oldedijck nu meijer van Lijwa Boltha erff- genamen bruijckt die landen bij Tijardt toe Oldedijck anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Teth Bolta toe Dockum. Teweten ses ende tsestich pondematen ende veertien gras, taxeert op acht ende twintich floreen. fl. Tijaerdt voorsz. bruijckt noch drij ponten als eijgen , die Tijart anno xi hadde angebrocht, alsdoen hem sniffs toecomende ende doen taxeert op een floreen. fl. viii st. Dirck Pieterz bruijckt vanden landen bij Tijart toe Oldedijck anno xi angebrocht , teweten vijitehalue ponten, doen taxeert op een floreen acht stuuers ende quanien doen toe den Patroon toe Licht- auwert , nu toebehoorende Gerrit Toenis erffgenamen. 1 fl. xxii st. Thrijn Gerrijts Weduwe nu meijersche van Menno Eminga bruijct die vier ponten bij Gerrijt Schomaker anno xi angebrocht, doen toecomende Doed Offinga , taxeert op een floreen xxii st. Nihil. Noch hadde voorsz. Gerrijt anno xi angebrocht dardehalue pon- ten , doen Jancke Wnama tocomende ende taxeert op een floreen. Welcke landell hiervoren Jancke Vnama zijn angeschreuen, ergo bier nihil. xxv fl. Anna Jacobs Weduwe toe Faerdt nu meijersche van Lijuwe Het- tesz bruijckt die landen bij Gerck toe Faerdt anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Lijuwe voorsz., teweten negen ende tsestich ponten , doen taxeert op ye ende twintich floreen. 1 fl. Wijbrant Gerxz bruijckt nutertijt als eijgen drij ponten leggende op Bentuma meden, ende waren doen taxeert op een floreen. Ende anno xl angebrocht Gerck voorsz. x st. Wijbrant bruijckt noch als eijgen twee reerna landts, leggende insgelijx op Bentuma meden. Dit zijn die landen waervoor die thin stuuers die inden olden anbreng stonden. xviii fl. xiv st. Tzalinck Juckesz toe Tzettie nu meijer van Bartolt Stercken- borch ende Menne Emijnga bruijckt vijftic'n. ponten (Dat butenlandt hiermede in gerekent) vanden landen bij Jucka Tzettie anno xi 86 FERWERDERADEEL. angebrocht, alsdoen meijer van Doed Offinga ende sal dat beschie_ ten voor achteen floreen veerteen stuuers. vu fl. Idern Tzalingh bruijckt noch negenteen ponten, toecomende Menno Emijnga , die welcke landen te voren niet angebrocht wa- ren, wandt die heele Sate bij Jucke Tijettiez angebrocht niet groo- ter was dan acht ende veertich ponten vijff gras. Ende nae is bij Menno Emijuga doen meten, ende is beuonden zoe groot te zijn als dese twee parceelen vermelden, sal daeromme dit pal cheel hier beschieten voor seuen floreen. Den vii Septembris. ii ff. xiv st. Sipcke Juckez bruijckt nu als eijgen achtehalue pondematen bij Jucka Tijettie anno xi angebrocht, alsdoen hem sulffst toecomende Jucka Tijettie anno xi angebrocht, alsdoen hem sulffst toecomende ende taxeert op dardehalif floreen. xvii U. xiv st. Alla Tzijaertz nu meijer van Jancke Wnama bruijckt die landen bij Rennert toe Faerdt Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van bij Rennert toe Faerdt Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van voorsz. Jancke. Te weten drij ende veertichstehalue ponten negen gras, taxeert alsdoen op seuentijen floreen xiv st. xx fl. Popka Taecko Monthiemaz bruijckt als eijgen ende wt naema zijn Suster die tzestich ponten bij Taecko Monthiema als eijgen anno xi angebrocht, taxeert op twintich floreen. i fl. xviii st. Popka voorsz. bruijckt vandie achtiendehalue pondematen bij Popka toe Faerdt Anno xi angebrocht, alsdoen toecomende Sijtz Tako Monthiema suster , vijff ponten leggende op Saerdermeden , ende werfft met Taecko Tannija, ende compt hem ende zijn suster toe ende salt beschieten voor een floreen achteen stuuers. i fl. xx st. Offa ende Thijesck Buwa toe Betterwerdts dochter bruijcken die ses ponten , taxeert op een floreen twintich stuuers bij Taecko Monthiema anno xi angebrocht, alsdoen tocomende Buwa toe Bet- terwerdt, nu toecomende Thijesck sulfa's met haer susters ende broeders , leggende toe Saerder meeden eijnde ende wordt gehee- ten Buwa Camp. ii fl. xvi st. Wijbrant Lijobbrensz alias Schroer bruijckt die negen ponten , taxeert op twee floreen sesteen st. bij voorsz. Tako aim xi ange- taxeert op twee floreen sesteen st. bij voorsz. Tako aim xi ange- brocht , alsdoen toecomende Asga op die Kelderen ende alsnu toe- comende A esge erffgenamen , leggende op Blijara Hemrijck , Taecko voorsz. op deene eijndt ende Fetz Tannija op dander zijde naest- legers. BMA. 87 xxiv st. Jacob Oellama bruijckt als meijer van Wick Sijbrant Schuijtema- kers Wedue bennen Leuwerden dardehalue ponten bij Taecko Mon- thiema wino xi angebrocht , taxeert op vier ende twintich stuuers, Alsdoen toecomende Reijn Backker ende leggen dese landen in Oes- terbentuma marren opt zuijdt van die Wech. iv fl. x st. Eelcke Sijrdtz toe Saerdt hem sniffs met sun suster ende broe- deren nu toecoinende bruijckt van die achtiendehalue ponten bij Poppa toe Saerdt Anno xi angebrocht, alsdoen tocomende Sijtz Taecko Monthiema suster, Dartiendehalue ponten ende sal die be- schieten voor vier floreen thien stuuers. xv fl. Alla Allama nu meijer van Peter Claesz ende Cunera zijn huijs- vrouw bruijckt vanden landen bij Jucka Allama Anno xi angebrocht, doen meijer van Gerrijt Koenis Wijff ende veertich oft vijftig pon- ten , ende sal die beschieten voor vijfteen floreen. vi fl. Alla voorsz. bruijckt die helfte van die twalfftehalff floreen rente bij Jucke Allama , alsdoen hem sulffst tocomende , Anno xi ange- brocht sonder specificatie van landen. Alsoo dat hij dit beschieten zal voor ses floreen. Ende dat ter cause want hij dit parcheel soe- veel grooter heeft als dander parceel , Teweten een ponte beswaert met een eewich deel , ende die lasten van die selue een ponte oock beschieten. in fl. Jarich Sijurdtsz toe Bornwerderhusz heeft als eijgen vandie X1J floreen rente voorsz. negen ponten ende sal die beschieten voor drij floreen , liggende in veel diuersche stucken in Oesterbentuma merren. Hessel Bauckez bruijckt vanden voorsz. X1J floreen renten als eijgen ses ponten , leggende bij Oesterbentuma terp ende sal die beschieten voor twee floreen. )(Iv st. Botte Bauckez heeft als eijgen van die voorsz. X1J floreen rente anderhalff ponten , leggende oock bij Oesterbentuma terp aen die heerewech opt noordt ende sal die beschieten voor veerteen st. 1 fl. Alla Allama voorsz. bruijckt drij ponten fenlant , tocomende Rijntie Wijrtsma toe Hallum , leggende in Allama fenne, Pieter Claesz opdie eene zijde, ende Jucke opper Hijoura op dander zijde naestlegers, dese landen waren inden olden anbreng niet , ende hier nu angebrocht ende taxeert op een floreen. Alla voorsscreuen bruijckt noel' twee ponten fenlant ende een halue ponte terplant, die gerekent wordt op een ponte, toebehoorende Jucke opper Hijoura ende waren inden olden aenbreng niet , ergo wordense hier angebrocht ende taxeert op een floreen. 88 FERWERDERADEEL. xi fi. Gheert Jorrijtsz opdie Sijetsum nu meijer vanden Conuente van Clarecamp bruct drij ende dertich ponten bij Jacob opdie Sijetsum anno xi angebrocht, alsdoen meijer van 't selue Conuent, doen taxeert op elf floreen. xv st. Gheert voorsz. bruijckt noch Blijara ponten nutertijt tocomende Beenthie toe Raerdt , die welcke Jacob anno xi angebrocht hadde voor anderhalff ponten ende taxeert op vijfteen stuuers. vu fl. Sicka Claesz nu meijer van Bocka Herema bruckt vandie Lan- den bij Aucke Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Lijuwe Reinarda ende Aucke toe faerdt , teweten xxi ponten , taxeert op seuen floreen. xi fl. Andries Rijoerts bruijckt als meijer van Bocke voorsz. vanden landen Anno xi angebrocht bij Aucke drij ende dertich ponten , doen Lijuwe Reinarda tocomende , taxeert op elf floreen. x st. Sicke voorsz. bruijck noch als meijer van Eelcke Pieter Puelsterz bij Hijemetille een ponte , die welcke inden olden anbrengh niet befonden wordt. Ende wordt daerom nu alhier angebrocht elide taxeert op thien st., leggende Sicka fenna op die noerder sijde van dese ponte toe naeste. dese ponte toe naeste. vi fl. Reijner Wiertsz nu meijer van Poppa Mellama bruijct die landen bij Lambert Anno xi angebrocht, alsdoen meijer vanden seluen Poppa voorsz., teweten achteen ponten, doen taxeert op ses floreen. vi fi. xiv st. Hill Buwe Weduwe nu meijersche van Jancke Wnama bruijckt vanden landen bij Obba als Meijer van Eepo Aijlwa ende Jancke Wnama Anno xi angebrocht , teweten negenteen ponten , taxeert op seuendehalff floreen. xxv st. Sijdts Foecke Dochter bruijckt nu als eijgen die derdehalff ponten bij voorsz. Obba als Meijer van Kempo op Amelant anno xi ange- bij voorsz. Obba als Meijer van Kempo op Amelant anno xi ange- brocht, taxeert op vijffentwintich stuuers. x st. Sijtz voorsz. bruijct noch een ponte saedtlant , leggende tusschen die twee. witte wegen , die welcke niet aengebrocht was , ende wort nu alhier angebrocht ende taxeert op thien st. nu alhier angebrocht ende taxeert op thien st. Nihil. Ende waren noch op voorsz. Obba als meijer van Jancka Wna- ma Anno xi angebrocht derdehalue ponten, doen taxeert op xxv st. die hijer niet en vallen , want se hier voren op Jancke Wnama besit angeschreuen zijn , ergo hier nichil. vii st. Sijtz voorsz. bruijckt noch een huijsstede, leggende toe Blije in- den buijren die patroen toe Blije nae haer doot tocomende, die den buijren die patroen toe Blije nae haer doot tocomende, die welcke in den olden anbreng niet en was ende wort hier taxeert op seuen ste BMA. 8 in v st. Albert Schoemaker meijer van Jancke Wnama bruijckt die Ian- den Anno xi angebrocht bij Peter Weuer als meijer van Eepo Aijl- wa. Teweten ses ponten , doen taxeert op drij floreen vijff stuuers. xni fl. xiv st. Wijsse Sijrdtz nu meijer vandie erffgenamen van Hessel Sijorda bruijckt die twee ende veertich ponten bij Sijurdt meijer N an Hes- sel Sijorda anno xi angebrocht, taxeert op darteen floreen veer- tien st. n fl. xiv st. Sippe toe Raerdt in Dongerdeel bruijckt als meijer van derffge- namen van Eesck Saepez toe Angium die achtehalue ponten bij voorsz. Sijrt als meijer van Tiepke to Hwee Anno xi angebrocht, taxeert op twee floreen xiv st., leggende deze landen bij die Has- eampen ende worden genoernpt dat xi fl. Hendrick Sijoellinga nu meijer van Poppe Mellama bruijckt den drie ende dartich ponten bij Hidde als meijer van* Tijart Mockama Anno xi angebrocht, doen taxeert op elf floreen. vii fl. Gabbe Kempoz meijer van Poppa Mellama bruijckt den achteen ponten bij Hidde voorsz. ende den anderhalue pondematen bij Jan Ancke man beijde meijers in Anno xi van voorsz. Poppa, taxeert op seuen floreen. xvin st. Sippe Hiddez bruijckt als eijgen die twee ponten bij Hidde als eijgen Anno xi angebrocht, taxeert op achteen stuuers. xin fl. Obbe Foppez nu meijer van derfigenamen van Hessel Sijorda , bruijckt den vijff ende twintich ponten vijff gras bij Jacob Anno xi angebrocht als meijer van Doed Offenga, taxeert op darteen floreen. fl. Weluerstaende dat van deze landen heeft Schelte Scheltama als eijgen drij rijerna gras, die nu gebruijckt Jeppe Saeckez meijer van Schelte voorsz., taxeert op een floreen. Leggende toe Saerder- meedteUndt , Alsoo dat die eel st?', beschieten sal voor twaleff flo- reen Ende die leste voor een floreen. fl. Aebe Mennama toe Holwert bruct nu ter tijt als eijgen die drij ponten bij Tijalla Tannija Anno xi angebrocht , alsdoen toebehoo rende Nate Hiddama ende taxeert op een floreen , leggende in Blijara Hemrijck op noordt van Tzijaerts huijs opper Harst. i fl. Remmeren toe Lichtaerdt bruct nu als eijgen vandie vijftehalue ponten bij Tijalle voorsz. angebrocht, alsdoen hem sulffst tocomende drije ponten ende sal die beschieten voor een floreen, leggende oppe Houwen. xiv st. Sijuck oppe Harich toe Holwert bruijct vandie voorsz. vijftehalue ponten bij Tijalle voorsz. Anno xi angebrocht, alsdoen hem sulffs 90 FERWERDERADEEL. toecomende anderhalue ponten , leggende in Ferwerderrijp , ende is saedtlandt ende sal dit beschieten voor veertien stuuers. in fl. Hemme Wopckez bruijckt nu als eijgen negen ponten, taxeert op drie floreen bij Jelger Beijama anno xi angebrocht, alsdoen to- comende Lolcka kijnderen. v fl. Hemme voorsz. bruijckt noch als meijer van Jan Juckez toe Bauerhuijs vijfteen ponten, taxeert op vijff floreen , bij Jelger voorss. anno xi angebrocht, alsdoen hem sulffs toecomende. n fi. xiv st. Hemme bruijckt noch elf gras bij voersz. Jelger Anno xi ange- brocht, alsdoen hem sulffs tocomende , doen taxeert op dardehalff floreen , deze voorsz. elf gras comen Jan Juckez ende voorsz. Hemme tsamen toe. vi fl. Adzart Aebbama comen als eijgen toe Achteen ponten bij Jelger Beijama als meijer van Aebbama Anno xi angebrocht, taxeert op ses floreen , van welcke landen Adzart voorsz. bruijckt dat saedt- lant , Ende Joest zijn zwager bruijct dat ander. Nihil. Ende aengaende die ses ponten bij Jelger Anno xi angebrocht als meijer van Wopka opper Hijoura , taxeert op een floreen ende valt hier niet, wantse hier voren op Jancke besit angeschreuen zijn ende hier affgeschreuen , ergo bier nibil. vi fl. Marten Derckz meijer van tconuent van Sijon bruijckt den ach- teen ponten , taxeert op ses floreen bij Jelger Beijama, als meijer vant convent voorsz. Anno xi aengebrocht. Nihil. Noch waren bij Jelger voorsz. Anno xi angebrocht drie ponten , doen meijer van Lijuwa Hillama ende doen taxeert op een floreen. Welcke landen nu gebruijckt Fetz Remmerts dochter, , die welcke haer hier voren zijn angeschreuen, ergo hier nichil. ix 11. xiv st.Anna Fedde Weduwe toe Saerdt bruijckt met haer kinderen als eijgen clartich ponten bij Sijuck toe Saerdt als meijer van Rijpka toe Aenghium angebrocht voor negen floreen. Ende Jemme beer Juijsma een half floreen , taxeert op negen floreen veertien st. Marten Jansz nu meijer van Hidde Rijntie zoens kijnders ende stieffkijnders ende Sijurdt Wagenaer toe Leuwerden bruijckt acht ende twintich ponten seuen gras , Anno xi angebrocht bij Rijuerdt alsdoen toecomende Auck Gabbe wedue ende Eene Renicxz, taxeert op twaleff floreen. x ft. vi st. Hessel Bauckez nu meijer van Meijnse Gabbama erffgenamen bruijckt vanden Seuen ende dartich pondematen bij Peeter toe Saerdt BLIJA. 91 Anno xl angebrocht, alsdoen Meijer van Gerloff indie Wolda, Jelle toe Tonnaerdt ende Doed Offinga acht ende twintich ponten ende zal die beschieten voor thien floreen ses st. II fl. xxi st. Pieter Saeckez nu meijer van Wiert Joutes zoen bruijckt vandie Seuen ende dertich ponten bij voorsz. Pieter toe Saert Anno xi angebrocht seuen ponten ende een half, taxeert op twee floreen xxi st. Nihil. Ritsche Vrielsma bruijckt als eijgen vande voorschreuen xxxvn ponten bij Pieter toe Saerdt Anno xi angebrocht anderhalue pon- te , diewelcke hiervoren op Ritsche posses zijnt angeschreuen ende hier affgeschreuen , ergo hier nichil. Dirck Pietersz nu meijer van Frouck Rennerts Weduwe bruijckt die vijfitich ponten ende elil gras anno xi angebrocht bij Tiebbe alsdoen Lantsate van Onna Aesgama, Tzalingh Jeppama Rijnthie Monthema ende Romt to Leuwarden , doen taxeert op twee ende twintich floreen. vin fl. Haijo Taeckoz nu meijer van Feije Goslinga toe Dresum bruijckt die landen bij Jan Woltersz Anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Tziepke Goslinga, teweten vier ende twintich ponten , doen taxeert op acht floreen. xii fl. Rompke Tiepkez nu meijer van Gabbe Scheltama erffgenamen bruijckt die acht ende twintich ponten ende ses gras bij Pijbe wijff anno xl angebrocht, alsdoen meijer van Gabba Jaijma ende taxeert op twaleff floreen. vt fl. )(iv st.Jan Wijthiema meijer van Jancke Wnema bruijckt omtrent twin- tich pondematen bennen dijcx en buijtendijx tsamen, die met een leege steede op Epo Aijlva anno xi waren angebrocht, taxeert op ses floreen. Ende zullen nu beschoten worden voor seuendehalff floreen. ii fl. Foecka Wijtiez bijde Dijck meijer van ons Lieffrouw toe Leu- werden bruijckt die leege stede daer hij nu ter tijt op woont met omtrent vier ponten van dese ses ponten op Eepo Aijlwa Anno angebrocht , doen taxeert op Drie floreen. Ende alsoo wij die an- der twee alheel niet hebben connen vinden Dan op die voor- gaende zate geschreuen is een half floreen meer dan dolde anbreng vermelt Ende nae ons beduncken die vier ponten beschietende voor twee floreen genouch zijnt belast, hebben daeromme denzel- uen alzoe taxeert, alsoo datmen in effecte hier verliest xiv st. xxx fl. Taecko Tanija nu meijer van Heer Tzalings erfigenamen bruijckt die landen bij Tialle Tannija , alsdoen lantsate van Tzalingh Bot- 92 PERWERDERADEEL. nija anno xi angebrocht, teweten tzeuntich pondematen , taxeert op dartich floreen. yr fl. Taecko voorschreuen bekent dat hij bruijckt vier ende twintich gras buten die landen voorsz. Ende alsoo inden olden anbrengh gheen mentie daeraff gemaeckt is in Tannija guedt offt elders, hol- den wij daerom die selue niet angebroch t to zijn , wordden daerom bier taxeert op ses floreen. 11 fl. Offe Iieeroz bruijckt als eijgen- ses Blijara ponten , leggende Popcka Monthiema opt suijdt, ende die pastoor opt noordt naest- legers. Diewelcke inden olden anbreng niet beuonden zijn, wor- den daeromme hijer nu angebrocht ende taxeert op twee floreen. Wijbrant Lijobbrensz meijer van Fetz Remmerens dochter Alias Tannija Taeko Tannija ende Idts Schroer toe Holwert bruijct een zaete lands die groot is vier en twintich ponten, welcke in den olden anbreng niet bevonden en is geweest, wordt daeromme bier gestelt als nijes angebrocht ende taxeert op acht floreen. Ende declareert dat hij alle schattingen altijt hier al voor betaelt heeft. xiv st. Buwe Rippertsz bruijckt nu. ter tijt zijn huijsstede groot omtrent een halue ponte, Menno Etninga tocomende, die welcke inden olden anbrengh niet beuonden wordt. Dan declareert dat hij daervoor altijt beschoten heeft voor een halue floreen wordt ergo hier taxeert op veertien stuuers. xvin st. Sijtthie Benedictusz bruijckt als eijgen van sijnder huijsvrouwe wegen twee ponten meedtlandt, leggende indie Horne , Menno toe dijxlobbe ende die Monicken toe Claricamp op danderzijde naestlegers, Welcke landen in den olden anbreng niet worden befonden , word- den ergo hier nu angebrocht ende taxeert op achteen st. Jancke Janckez bruijckt nu ter tijt als Meijer van Jan Tzalinghz vijftehalue blijra ponten , die welcke hij altijt beschoten heeft in Blija voor anderhalff floreen. Ende* alsoo Jan Tzalinxz die voorsz. vijftehalue ponten niet heeft hooren lesen omdattet inden olden anbreng niet en was, Soo brenght hijt hier nu aen ende salse voortaen beschieten voor anderhalue floreen. GENUM. 93 Genum den vii Septembris a prandrio. xVIII fl.Heer Wttzie pastoor toe Genum bruijckt van wegen zijn pastorije vijfie ende veertich ponten , taxeert op achteen floreen. xtv fl. Claes toe Noordam nu meijer van Douwa Burmania bruijckt die landen bij Sijurdt toe Noerdam als meijer van Jemmo Heer Juijsma anno xI angebrocht , teweten vier ende dertichstehalue ponten taxeert op veertien floreen. Egbert Pietersz nu meijer van Frow Her Tzalings bruijckt die landen bij Meijnert Anno xi angebrocht , alsdoen landtsate van Tzaling Botnija , teweten vijff ende tsestich ponten , taxeert op vier ende twintich floreen. Sijds Roorda bruijckt nu ter tijt als eijgen Roorda goet op sijnen eijgen naem ende Roorda naem anno xI angebrocht, teweten vijff ende veertich ponten, taxeert op twee ende twintich floreen. fl. Sijdts voorsz. bruijckt noch als eijgen een dardendeel vanden veertich ponten bij Pieter opper fen Anno xI angebrocht als meijer van Suster Heel ende Bernsck haer Suster, den prior toe Bethleem ende Suster Rixt , taxeert op ses floreen , alhier aen Roorda goet angeschreuen ende hiernae op Peters goet affgeschreuen. xti fl. Floris Peetersz meijer van Feije Roorda ende Lijuwe Hettez bruijckt vandie twee derdendeelen vanden veertich ponten bij Peeter op die fenne als meijer van Suster Hill, Bernsck haer Suster, den prior elide Rixt anno xt .angebrocht ende sal dese twee darden deelen beschieten voor twelff floreen. Nihil. Ende angaende dat darde dardendeel en wordt hier geen mentie affgemaeckt , wantet hier voor Sijdts Roorda op zijn posses ange- schreuen is , ergo hier niet. vin 11. Lijopke Douwez nu meijer van Feije Roorda bruijckt die sesteen ponten bij Sippe anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Auck Roorda ende den Patroon , taxeert op acht floreen. xxvi 11. Feije Roorda bruijckt als eijgen den tsestich ponten bij Jan Wij- thiema anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Feije voorsz. ende den Patroon, taxeert op ses ende twintich floreen. xxi st. Feije voorsz. bruijckt noch als eijgen twee ponten, liggende op die Santvoorde toe Genum, Sijurdt Sijbez opt noordt, ende Feije sniffs naestleger op die suijder sijde , die hij met nijaer vercregen heeft van Ente Sijama, die welcke inden olden anbreng niet be- 94 FERWERDERADEEL. uonden waren , salse daerom hier beschieten voor een ende twin- tig st. it fl. Feije voorsz. bruijckt noch omtrent vijff ponten, want zijn zate soo veel grouter is dan tsestich ponten, nochtans dattet niet bouen soo veel grouter is dan tsestich ponten, nochtans dattet niet bouen vier ponten solde mogen bedragen, dat hij in dit parceel anbrenget, vier ponten solde mogen bedragen, dat hij in dit parceel anbrenget, Dan affirmerende dat hij dit daeroni op vijff ponten stelt, want Dan affirmerende dat hij dit daeroni op vijff ponten stelt, want hij lieuer een ponce meer dan een to w4nich Wilde angeuen. Weicke vijff ponten hijer voor nijes angebrocht worden geacht ende dieselue bij ons getaxeert op twee floreen. dieselue bij ons getaxeert op twee floreen. Sijdts Aebez meijer van Sijdts Roorda bruijckt die acht ende veertich ponten op Jan Tijnimerman anno xi angebrocht, alsdoen Meijer van Feije Roorda ende sijn Suster ende den patroon, taxeert alsdoen op twee ende twintich floreen. alsdoen op twee ende twintich floreen. Hogebeijntlium den viii Septembris. v fl. Albert Willemsz nu meijer van Jan Entesz bruijckt vanden twaleff ponten , taxeert op vijff floreen vier ponten op Lijuwe toe Kelsert anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Broer bijde Wier. anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Broer bijde Wier. Albert voorsz. bruijckt noch sestehalue Beijntuma ponten, leg- gende opt Hofflant, die Patroon toe Ferwert opt noordt naestle- ger, ende zijn inden olden anbrengli niet beuonden, worden ergo daerom nu taxeert op drij floreen, aldus declareert bij Albert ende Jan Entes. Jan Entes. v ft Jan Entesz bruijckt als eijgen die ander acht ponten bij Lijuwe toe Kelsert anno xi angebrocht ende sullen deze twee parceelen beschieten voor vijff floreen. Peso twee parceelen bruijckt Albert Willemsz ally eel twelck Jan Elites ende Albert voorsz. alsoo verclaert hebben opted mil Sep- tembris ende sal Albert die alleene beschieten. Jow Sijbez bruijckt als eijgen die twee ponten bij voorsz. Lijuwe als meijer van eenen Douwe angebrocht, taxeert op een floreen als meijer van eenen Douwe angebrocht, taxeert op een floreen HOGEBEIJNTHUM. 95 ende leggen dese twee ponten op Wlke meeden , Jan bijdie Wier toe naeste met een mansmet. al f1. Albert Willemsz voorsz. bruijckt die ses beijntuma ponten bij voorsz. Lijuwe als meijer van Haije toe Berch Anno xl angebrocht, taxeert op twee floreen, leggende after die duer daer voorsz. Albert nu woont ende comen nu toe Andries Jucke faers swager toe Sijueknija huijs 111 11. Jan Jansz toe Marram meijer van Jolle Burmania kijnderen bruijckt vanden vijftien ponten taxeert op vijff floreen, bij voorsz. Lijuwe op Kelsert als eijgen Anno xi angebrocht, tijendehalue pon- ten ende sal die beschieten voor drie floreen. fl. Jacob Rewertsz nu meijer van Taco Saeckez toe Hallem bruijckt vanden voorsz. vijfteen ponten ses ponten , taxeert op twee floreen. xxv st. Noch hadde Lijuwe angebrocht als meijer van een weeskijndt derdehalue ponten, taxeert op vijff ende twintich stuuers, Welcke landen nu gebruijckt worden bij Albert voorsz. als meijer van Auck toe Bauerhuijs. xxi st. Albert voorsz. bruijckt noch als meijer van Andries toe Sijuxma huijs twee ponten, liggende bij die meerswal , Sipke Pietersz naest- leger aen beijden zijden. Ende soo dat parceel inden olden An- brengh niet beuonden is , wordt ergo hier nu angebrocht ende taxeert op xxi st. xxi st. Albert bruijckt noch twee ponten van Rijntzie toe Kempama wier , die oock niet befonden zijn in den olden anbreng, leggende bij Alberts huijs, taxeert op xxi st. xiv Tijaert Gruestra bruijckt als eijgen die twee ende dertich pon- ten bij Rommert oppe Harst als grontheer vandie selue saete, anno xi angebrocht, taxeert op veertien floreen. xxiv fl. Gerrijt Wijthiez meijer want conuent van Foswert bruijckt die landen opten naem van Lolckama goet, Anno xi angebrocht , als- doen tselue conuent toecomende , taxeert op vier ende twintich floreen. vi fl. Bocke Lijobbrensz wt name zijn stieffkinderen bruijct vanden negentien ponten op Loickama als eijgen angebrocht tijen ponten, ende dander negen bruijct als eijgen Wijbrant Gerxz wt name zijn liuijsvrouwe, ende Cornelis Tijarxz, ende sullen dese twee parchee- len tsamen beschieten voor ses floreen. xix fl. Jan Entez meijer van Douwa Burmania bruijckt die landen , te- weten veertich ponten bij Kempo Sippama Anno xi angebrocht, als- doen Meijer van Mariegarde, taxeert op negentien floreen. 96 FERWERDERADEEL. Pieter Claesz toe Gerbranda bruijckt vanwegen zijn huijsvrouwe vanden twelff ponten bij Kempo Sippama Anno xl als eijgen ange- brocht vier ponten , die drij als eijgen ende die vierde toecomende Wijthie toe Bornwerderhusum , leggende op Beijntumma meden, Rommert Tannija Weeskinderen opt suijt naestlegers. Sijrck Albertsz bruijckt van die voorsz. xii pondematen twee pondematen als Meijer van Wittie toe Bornwerderhusen ende leg- gen inden werren , Jacob Bijoerts opt oost naestleger. Sipke Sijbrans zoen toe Marrum bruijckt als eijgen wt name zijn huijsvrouwe vande voorschreven xii pondematen, drij pondematen, leggende die t\Nee aen die Westerzijde van Oesterbentuma terp ende die derde lecht op Beijntuma meden , Jan toe Wijer toe naeste. Douwe toe Vensterhuijs bruijckt van den voorschreuen twaleff in fl. xiv st. ponten als eijgen twee pondematen, leggende met die eene eijndt aen Beijntuma mede wech. Sipcke toe Coldehoel bruijckt vanden voorschreuen twelff ponde- maten als eijgen een pondemate , leggende toe Beijntum in die Warren, hem sulffs op deene sijde toe naeste ende Sipke Sippama op dander zijde naestleger ende dese voorschreuen twelff ponde- maten sullen tsamen beschieten voor vierdehalff floreen. xi fl. xiv st. Pieter Auckez nu meijer van Foswert bruijckt die negen ende twintich ponten bij Dijrck oppe fenne anno xi angebrocht , alsdoen meijer van tselue conuent, taxeert op elf floreen veertien stuuers. fl. Jijme Sijrcxz toe Oesterbeijntum meijer van Sancte Maria toe Foswert bruijckt die twee ponten bij Dirck oppe fen Anno xi an- gebrocht, alsdoen meijer van Sancta Maria voorss., taxeert op een floreen , leggende deze twee ponten bij Oosterbentuma meer. L fl. Douwe to Vensterhuijs nu meijer van Foswert bruijckt die lan- den bij hem seluen Anno xi angebrocht, teweten een hondert pon- ten , alsdoen meijer van tselue Conuent, tax ert op vijftich floreen. vile fl. Jacob Rijurdtsz nu meijer van Taecko Saeckez toe Hallum bruijckt die negentien ponten bij Rijoerdt toe Beijntum als meijer van Lijuw Hillama Anno xl angebrocht , taxeert op acht floreen. xxv st. Jacob Sijdsz bruijckt die drij ponten bij Rijoerdt voorsz. als meijer vanden patroon , anno xi angebrocht, taxeert op xxv st. x fl. xiv st. Hessel Sijrxz meijer van Peeter Kempis toe Jelsum bruijckt die ses ende twintich beijntuma ponten bij Jucka toe Beijntum als meijer van Wbla Tijessens anno xi angebrocht, taxeert op thien floreen veerthien stuuers. HOGEBEIJN T HUM. 97 11. Alla Allama toe Blija bruijckt van wegen zijn stielkinderen die twee pondematen op voorss. Juckke als meijer van de priesters to Ferwert Anno xi angebrocht, taxeert op een floreen. xi fl. xiv st. Anne Ewertsz nu meijer van Foswert bruijckt die twee ende twintichstehalue ponten bij Jarich toe Beijntum anno xi ange- brocht, alsdoen meijer van tselue conuent, taxeert op Off floreen veertien st. iii fl. xiv st. Menno Sijrcxz nu meijer van derffgenamen van Douwe toe Baner- huijs bruijckt die seuen ponten meden vijfi ponten fennen bij huijs bruijckt die seuen ponten meden vijfi ponten fennen bij Bernsck opper Fenne als meijer van voorsz. Douwe erffgenamen anno xi angebrocht, taxeert op drije floreen veertien st. xx st. Menno voorsz. bruijckt noch als meijer van die van Bethleem drij ponten ende sijn die landen daer sijn huijs op staet, taxeert op drije Rodolphus guldens. Welcke landen bij voorsz. Bernsch Anno xi waren angebrocht als meijer van 't selue Conuent, den Rodolphus gulden gerekent op sesteen st. i fl. Menno voorsz. bruijckt noch die twee ponten als meijer vanden patroon toe Beijntum bij voorsz. Bernsch als meijer vanden seluen patroon anno xi angebrocht taxeert op een floreen. xvii xiv st. Wijbrant Gercxz nu meijer van Poppe Ballinghz toe Camminga met sijn susters ende broeders , bruijckt die twee ende veertich pondematen bij Kempo Foppaina meijer van Menno toe Better- wirdt Anno xi angebrocht. Doch dat doen in hadden die van Fossert twee floreen ende Pieter Sippama een floreen , taxeert op seuentien floreen veertien st. xviii Sipke Petersz toe Sippama nu meijer van Foswert bruijckt die veertich ponten bij Peeter Sippama als meijer vanden seluen con- uente anno xi angebrocht , taxeert op achteen floreen. viii st. Sipke voorsz. bruijckt noch als meijer van Sancta Maria to Fos- wert drij ponten waerafl die derdehalff zijndt zaedlant ende leg- gen bij Ferwerde molden Ende die halue ponte wordt bij voorsz. Wijbrant Gercxz gebruijckt, leggende op die Belt tusschen die mo- len ende tmeer , taxeert op een floreen acht st. iii fl. Sipke voorsz. bruijckt noch als eijgen die seuen ponten bij voorsz. Peter Sippama anno xi angebrocht, taxeert op drij floreen als hem sniffs doen toecomende. Gosse Lijobbrensz als meijer van Drieus toe Westerhuijs bruijckt vande seuen ponten taxeert op vier floreen veertien st. bij Wissa 7 98 FERWERDERADEEL. / anno xi angebrocht een ponte , aisdoen meijer van Peeter Sippa- ma , leggende bij Wijbrant Gerxz huijs. Aebe Wdesz bruijckt wt name sijn huijsvrouwe vanden seuen ponten bij Wissa voorsz inden qualiteijt als bouen Anno xi ange- brocht twee pondten Jan Hisses opdie eene sijde. ende Foswert op dander zijde toe naeste, liggende bijdie mernefenne. iv fl. xiv st. Wijbrant Lijobbrensz bruijckt vanden seuen ponten voorsz. twee ponten, liggende indie mernefenne an Abe Wdez twee ponten voorsz. Sipke Pieterz voorsz. bruijckt vanden voorseijden seuen ponten twee ponten als eijgen. Homme Pietersz verclaert dat hij wel sekerlijk weet dat Sipke sijn broer dese twee ponten bruijckt, dan weet niet waerse leggen. Homme Pietersz bruijckt als eijgen vijftien ponten vanden twee ende twintich ponten bij Reenck bij Terp Anno xi angebrocht , aisdoen meijer van Pieter Sippama van sestehalue floreen , Lolke kijnderen drije floreen , den patroon een halue floreen , den pas- toor een floreen, Tzamen thien floreen. x 1 Idsche Eemez nu meijer van die eene helft van Aijlle Janz ende voor dander helft van driens toe Westerhuijs bruijckt die ander seuen ponten van voorseijde twee ende twintich pondema- ten , leggende die eene eijndt aen Bentuma meeden , Kelserde fenne toe naeste. ii fl. xiv st.Die Patroon toe Beijnthum comen toe die vijff ponten in Renick voorsz. anbrengh geschreuen , doch dat Peeter Sippama dieseluen aisdoen bruijckte, taxeert op derdehalff floreen. Welcke landen soe sij hier ende daer worden gebruijckt deselue bier niet gespe- cificeert. Joern Brongersz nu meijer van derffgenaemen van Jan Sijbrantsz toe Grow bruijckt die vijftich ponten bij Pier Kempama "als hem sulffs sijn wijfl met haer kijnt Anno xi toecomende, taxeert op twee ende twintich floreen. Die pastorije comen toe twee ende veertich ponten, taxeert op veertien floreen. In dese Landen zijn gecomprehendeert vijff pon- dematen die die van Foswert vanden tegenwoordigen Heer Sijurt Pastoor hebben euinceert ende noch een ponte den patroon toeco- mende ende altoos totten pastorie gebruijckt is geweest als die Pastoor secht. 11 ti. Sijrck albatz nu meijer vanden pastoor bruijckt ses ponten waer- aff die vijff leggen in die fhenne die Sijrck nu bruijckt, ende dan- IIOGEBEIJNTHUM, 99 der is Saetlant , welcke landen inden olden anbrengh niet zijn befonden ende wordden hier taxeert op twee floreen. Ideal Sijrck als meijer van Tijarck mellama bruijckt noch ses ponten , die twee ponten meedtlant int leechlandt van beijntuma title , werwende tegen Douwa burmania Landen. Bet twee ponten op die haerda Wijbrant gerxz opt suijdt , ende Hessel Sijrxz meijer van Peeter Kempis opt noort toe naeste. ii St. Die twee ponten leggende bij sijn huijs in die ffenne met die eene eijndt aen die wech, die loopt opper die ander eijndt aen die wateringe , ende waren in den olden anbrengh niet angebrocht , nochtans hebben altijt beschoten ende worden nu taxeert op twee floreen veertien st., wandt die twee ponten in die nije fenne zijn Ferwerder ponten. Sipke toe coldehoel brubct als eijgen een camp omtrent drij beijntuma ponten groot , leggende toe Beijntum , nester sijdts toe naeste, die in den olden anbreng niet bevonden is , wordt ergo hier van nijes nu angebrocht ende taxeert op een floreen seuen 11. st. stuuers met die navolgende eene ponte. Sipcke voorscli. bruijckt noch een ponte saetlant als eigen, Leg- gende aen beijntuma wech met die noordereijndt , die in den olden anbrengh oock niet bevonden en was, ergo alhier taxeert op een floreen seuen st. met die drij voorgaende pondematen. fl. Gaetije Oenez bruijckt als eijgen van wegen zijn huijsvrouwe drij ponten , leggende aen bentuma meeden , die Abt van Fos- wert op west ende Abe Sijuxma opt oost naestleger , die in den olden anbrengh niet bevonden Ain , wordden ergo hier nu ange- brocht ende taxeert op een floreen. Reuwert Hesselsz bruijckt als eijgen vier bentuma ponten, waeraff die twee ponten is een fenne leggende bij Jacob rijoatsz huijs. ti. Die darde lecht op Wlcka meede ende die vierde bij genumma wt sijoen , welcke vier ponten inden olden anbreng niet zijn ge- weest, worden ergo hijer nu nijes angeschreuen en taxeert op twee floreen. Declareert Rewert voorz. dat hij die selue vier ponten altijt soo beschoten heeft , twelck Douwa toe vensterhuijs rechter toe beijntum alsoo bekent heeft. ix ft. Allert romckez nu ter tijt meijer van Sijthije Aluwa bruijckt acht ende twintich ponten oft daerointrent, die welcke in den olden anbrengh niet bevonden waren nochtans altijt beschoten, ende wor- den dese xxviii ponten beijntuma mate alhier taxeert op negen floreen. 100 FERWERDERADEEL. 11. Idem Allart bruijckt noch seueLde halue pondematen wt name als voren in Anno xl angebrocht bij Gielt ter pae int dorp Fer- wardt als doen toecomende Bernsch Heslinga ende doen taxeert op drie floreen. Deze landen zijn int dorp van ferwart affgeschre- uen op Gerrijt gerbrens naem , zullen ergo hier weder beschieten voor drij floreen. Reijsuin den negenden Septembris Anno XL. Die pastor* wordt nu gebruijckt bij beer Johannes toe Reijsum, ende sijn int jaer van elf angebrocht geweest veertich ponten , doen taxeert op twintich floreen. Die voorschreuen pastoor declareert dat die landen tot zijn be- neficium behoorende zijn groot omtrent vijftich ponten , waerafl xxv fl. dat die negen ende twintich ponten maedtlant zijn , ende vier pon- ten merlandt, ende twee pondematen saedtlant dat geen hier mede in gerekent , dat ander fenlant tot omtrent sestich oft seuentich ponten, Sal daerom dit posses hier naemaels beschoten wordden voor vbffentwintich floreen. xi ii. Aesge Wijtzez nu meijer van meester Sijdts Tijarda bruijckt vanden landen bij Claes Peterz alsdoen meijer van Schelte Tijaerda Anno xi angebrocht , to weten Twintich pondematen van de vier en twintich pondematen, die weleke vier ende twintich ponten taxeert waren op dartich floreen, zal daarom dit parcheel alhier beschie- ten voor elf floreen. ii fl. Kempo Bleckinga lieeft van de vier ende twintich ponten voor- schreuen vier ponten ende sal die beschieten V001: twee floreen rente , want hij alsoo met meester Sijds verdragen is ende leggen dese vier ponten meester Sijdts op die eene sijde ende Claercam- pers op die ander sijde naestlegers. xiv fl. xiv st. Meijnert Woltersz nu meijer van meester Sidts Tijarda bruijckt REIJSUM. 101 die landen bij Dirck anno xi angebrocht alsdoen meijer van Womck Sijthiema , teweten ende twentich ponten , taxeert alsdoen op veertien floreen veertien st. vi fl. xiv st. Sipke Sibez nu meijer van meester Sijdts Tijaerda bruijct die landen bij Sipke Anno xi angebrocht , alsdoen meijer van Schelte Tijarda, Teweten seuentien ponten, taxeert op ses floreen veer- tiers st. i fl. Qosse Aelthiez bruijckt als meijer van Sipcke Haijoz vanden lan- den bij Sipke voorschreuen anno xi angebrocht twee ponten lig- gende in zijn fenne, taxeert op een floreen. 1 fl. Sipke Haijez bruijckt als eijgen vanden landen bij Sipcke anno xi angebrocht twee ponten, liggende op beijntuma ineden ende sal die beschieten voor een floreen. ii fl. Sipke Sijbez bruijct noel' vier ponten liggende bij Sipke ffenne , die hij van meester Sidts in die huijr langes welcke vier ponten nu tocomen Douwe toe Dijaerdt , die welcke inden olden anbreng angebrocht waren bij Sipke Haijoz op twee ffloreen ren'en sonder specificatie van landen ende sullen daerom dese vier pon- ten beschoten worden voor twee floreen. x fl. Ritsche Claesz op die spicker nu meijer van Claricamp bruijct die landen bij Tijart oppe spijker Anno xi angebrocht, alsdoen meijer vanden seluen conuente, te weten een ende twintich pon- ten , doen taxeert op thien floreen. 1 11. Noch bruijckt hij drij ponten, wandt sijn sate groot is vier ende twintich ponten soo sijn Landthen hem selffs declareert heeft de welcke drij ponten hier taxeert worden op een floreen. xii 11. Wijthije Sipckez nu meijer Ids Bonga en Wopke Bonga wees- kinderen bruijct die landen bij Lijuwe Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Taecko Bonglia. Te weten seuen ende twintich ponten, doen taxeert op twaleff floreen. xin 11. Thijs Janz nu ter tijt meijer van Jippe Stannija erffgenamen bruijct nu die landen bij Ancko Anno xi angebrocht, als doen meijer van Sijds Bonga ende den prior te Betbleem , Te weten vijff ende twintich ponten , doen taxeert op veertien floreen. xvii fl. Menno Lousz nu meijer van Aebe Sijucxma bruijct die landen bij hem selffs Anno xi angebrocht, als doen meijer van Rijnts Sijucxma Te weten drij ende dertich ponten, doen taxeert op seuentien floreen. xxvi fl. Rennert Andriesz nu ter tijt meijer van Pijbe Meckama bruijct 102 FERIVERDERADEEL. die landen bij Sijuerdt anno xi angebrocht, als doen meijer van Ffocka rophta. Te weten vijff ende vijftich ponten , doen taxeert op ses ende twintich floreen. 1 ft Meijnert Woltersz toe Reijsum bruijckt als meijer van Nitte toe Kempama viers erwen drij blijara ponten bij Sijurt voorsz. ange- geuen Anno xi , alsdoen tocomende nitte to Kempama Wier, taxeert op een floreen. I fl. xiv st.Feije Roorda bruijckt nu als eijgen drij ponten bij voorschr. Sijurdt anno xi angebrocht, als doen tocomende Jucke toe Bornerhuijs , taxeert op anderhalff floreen. i fl. xiv st.Gosse Aelthiez bruijckt drij ponten bij Sijurdt voorschr. anno XI angegeven , alsdoen hem sniff's tocomende, taxeert op een floreen veertien st., dese landen bruijckt hij nu als die erfgenamen van Sijurdt toe Reijsum tocomende. Gosse voors. bruijckt als meijer van Douwa toe Dijaertd vijer ponten bij voors. Sijurdt anno xi angebrocht , als doen nate toe Kempama wrier toe comende , taxeert op twee floreen. Die patroons landen toe Reijsum. Int eerst derdehalue ponten , leggende in des pastoors toe Reij- sum groet stuck meeden. Item Bet acht ponten die Meijnert Woltersz nu In den huijr heeft , ende leggen die vier ponten daer aff in Meijnerts fenne , die ander vier ponten leggende op Reijnsuama meenschar. Noch derdehalue ponte, die Aesge Witijes nu bruijct, leggende die pastoor opt noordt, ende meester Sijdts opt suijt toe naeste. Noch vierdehalff ponten, die Withie Sipkez bruijct, leggende opt noordt van des pastoors groote meden. Noch twee ponten , die Rijnaert Andriesz bruijct, leggende opt leechlandt van die baerdt bij pijbe saetlant om. Noch Bet vier ponten, die Ritsche oppe spijcker nu bruijckt, lig- gende heer Joannes to Reijssum opt noordt ende Claercampsters voorts rontsom toe naeste. Noch een ponte , liggende omtrent Hogebentum , die Ronipke Sithije Ailwa Landtsate nu in die huijr 'neeft. Noch een pondemate, die Tijardt Aesge swager toe Oosterbeijntum in die huijr heeft , welverstaende dat dese twee leste ponten cleijne mate is, ende niet meer mogen wtmaken dan anderhalff ponten. Deze voorsz. landen waren in den olden anbrengh onder een parcheel begrepen. Luijdende aldus die Patroon int gae ende buij- REIJSUM. 103 xi fl. tens gae drije ende twintich ponten , taxeert op elf floreen. Ende hoe wel dat dese parceelen sich extenderen tot vier ende twintich ponten soe sijnt nochtans die deputeerden te vreden dat die zelue vier ende twintich ponten niet hooger sullen beschieten dan voor elf floreen. xxxiii fl. Claes Jansz toe Staniahuijs nu meijer van Jeppe Stannija erwen bruijckt die landen bij Pieter toe Staniahuijs Anno xi angebrocht, als doen meijer van Jeppe Stania. Te weten int eerst vier elide tseuentich pondematen , ende noch ses ponten doen ter tijt den pastoor te Reijsum toecomende ende alsoo tsamen tachtich pon- ten ende taxeert op drij elide dertich ffioreen. fl. Heer Joost nu ter tijt prebendarius toe Blija bruijct twee ponten bij Peter toe Stannijahuijs anno xi angebrocht , alsdoen toecoemende Heer Sasker toe Blija , taxeert doen op een floreen , leggende dese twee ponten op die meenschar remmeren Jellesz toe Lichtaerdt opt oest naestlegers , en Thijs griet Heinstra lantsate opt West toe naeste. Jeslum den ix Septembris Anno 40. Heer Lijuwe pastoor toe Jeslum bruijckt de landen opt perso- naetschap anno xi angebrocht. Te weten negen ende veertich ponten , doen taxeert op twintich floreen. ii fl. xiv st.Noch bruijckt hij omtrent seuen ofte acht ponten die welcke niet angebrocht zijn , want die landen tot sijn heem behoorende soo veel grooter zijn dan negen ende veertich ponten , des soo sijn hier mede in gerekent twee ponten , leggende opper win , ende een ponte bij Ferwerde moelen ende sal die beschieten voor twee floreen xiv st. 111 fl. Lolcke Bottesz nu meijer van Boette toe hijetie urrn(?) bruijckt die landen bij boette zijn vader Anno xi angebrocht. Teweten acht ponten , doen taxeert op drij floreen. 104 FERWERDERADEEL. x st. Lolcke bruijckt noch twee ponten vanden patroons Landt toe Jeslum bij boette voorschr. Anno x[ mede aengebrocht ende doen taxeert op thien st. xvi fl. Jurgen Hettoz nu meijer van meester Sijds Tijarda bruijct die landen bij Haijo Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Schelte opper geest ende die Foechden op Hardegarijp. Te weten veertich ponten, taxeert doen ter tijt op sestien floreen. fl. Jurgen voorschr. bruijct noch drije ponten, die bier voren Jeppe Gerroltsma toe Ferwert zijnt affgeschrewen ende worden hier geschreuen ende taxeert op een floreen, die welcke drij ponten nu toecomen meester Sijdts Tijarda. xxiv fl. Douwa toe Dijaerdt nu ter tijt meijer vanden Conwente Clari- camp bruijct die landen bij hem zeluen Anno xi angebrocht als- doen meijer vanden zeluen conuente. Te weten vier ende tsestich ponten, doen taxeert op vier ende twintich floreen. 1 fl. Douwa toe Dijaerdt voorschr. bruijct noch als meijer van Rijnthie Wijrtsma zeekere drij ponten ffenlandt , hetende die solt fenne, die welcke Rijnthie nu weder in gelost heeft vanden Conuente van Claricamp, de welcke wijlen Sijurdt , Rijnthie voorsz. broeder, daer mede voor sijn proeuen hadde gegeuen, Welcke drij ponten soo sij eer niet angebrocht zijn worden hier nu aengebrocht ende taxeert op een floreen. 1 fl. Jow Sijbez bruijct als eijgen van die landen bij Douwa voorschr. Anno xi angebrocht drij ponten , als doen hem selffs toecomende , ende taxeert doen op anderhalff floreen, dan salt hier niet hooger beschieten dan voor een floreen , want dit naeste parceel hier na- volgende beschieten zal voor drij floreen. in fl. Albat Willemsz oppe kelsert bruijct nu ter tijt als meijer van Mennolts in die Rijps erffgenamen sestehalue ponten , die welcke beschieten sullen voor drije floreen , want tusschen partijen in tijde der contracts alsoo veraccordeert is , als sij self& voor ons opte ix Septembris verclaert ende bekent hebben. xxxvi fl. Jettie Gabbez nu meijer van Gabba Douwama bruijct die landen bij Gabba Douwama anno xi angebrocht , alsdoen hem selffs toe comende, to weten acht ende tseuentich ponten, doen ter tijt taxeert op ses ende dertich floreen. xvi ff. Monto Sijurdtsz nu meijer vanden Pater van Wisuert bruijct die landen bij hem selffs anno xi angebrocht , alsdoen meijer vanden zeluen pater, Te weten twee ende veertich pondematen , taxeert op sestien floreen. JESLUM. 10 Nihil. Monto voorschr. hadde anno xi angebrocht drij ponten , als meijer van Douwa toe Dijaerdt, taxeert op een Croen , Ende want dese drij ponten bij Douwa voorsz. als eijgen zijn angebrocht voor an- derhalli floreen ende sijn Jow Sijbez hijer voren angeschreuen , ergo Kier nichil , twelck Douwa toe Dijaerdt bij sijn eedt alsoo verclaert heeft. XVIIJ st. Douwa toe Dijaerdt bruijct als eijgen die vierde part van vijff ponten, leggende in een stuck opt Spijck meeden bij monte voorschr. anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Gabbe toe Dijaerdts erff- genamen , ende sal dat beschieten voor achtehalue Boren. 1 ti. XXIVJ st. Rijnthe Wijtsma toe Hallum ende meester Jan Timmermans kinderen bruijcken die ander drij parten van dese voorschr. vijff pon- ten als eijgen ende sullen die beschieten voor een floreen vijff ende twintichste halue st. xii fl. Jow Sijbez nu meijer vanden Kellener van Claricamp bruijct die landen bij Jucke anno xi angebrocht, alsdoen meijer vant Clooster te Dockum , Te weten ses ende twintich Ferwerder pondematen , taxeert doen op Twelif floreen. 11IJ fl. Noch hadde die voorsz. Jucke anno xi angebrocht acht ponten doen hem suit's tocomende, taxeert op vierdehalue floreen. 1 fl. xxi st. Cornelijs Schelte Aesgumma Lantsate woonende toe Wanswerdt in die soltfenne bruijct bier van vier ponten, Leggende die kel- lener toe Claricamp op die noorder sijde , Ende Hette Hemmama op die suijder zijde toe naeste , ende sal dit beschieten voor een tioreen een ende twintich stuuers. XXIVJ st. Jurgen Hettesz bruijckt twee ponten saetlant op Jeslumma terp van dese acht voorschr. ponten, tocomende Andries toe Sijuckmahuijs, ende sal die beschieten voor vijff ende twintichste halue stuuer. XXIVJ st. Jow Sipesz bruijckt als eijgen twee ponten van dese acht voorschr. ponten ende is fenlant, leggende in Jan Dijrcx zoens ffenne, ende sal die beschieten voor yip ende twintichste halue stuuer. ft. Jan Dirxz nu meijer vanden convente Claricamp bruijct die lan- den bij Claes Haijckes anno xi angebrocht, als doen meijer van tselue convent ende vanden Prior te Bethleem. Te weten veertich ponten, doen taxeert op dartien floreen. ft. Jan Dirxz voorschr. bruijckt nosh acht ponten, waeraff die Kellener toe Bethleem die vijftehalue toecomen Ende Hendrick Cramer toe Leuwarden die vierdehalff, ende dese acht ponten wordden gere- kent voor die vier frloreen rente die Claes Haijckes anno xi ange- brocht hadde, den kelder toe bethleem als doen toecomende, 106 FERWERDERADEEL. fl. Jan Dirxz voorschr. bruijckt noch drij ponten, leggende met die oosteijndte aen die kelders fenne ende die westeijndt loopt aen montho toe Spreens landt, Ende dese drij ponten wordden gere- kent voor een ffloreen rente bij Claes Haijckes anno xt angebrocht doen toecomende Jan Timmerman. xii Tetz Mijnno weduwe nu meijersche van Foswert bruijct die lan- den bij Sipke anno xI angebrocht, alsdoen meijer van tselue con- tient. Te weten drij ende dertich ponten , doen taxeert op twelff floreen. Die patroons landen toe Jeslum. Int eerst vier ponten meden , liggende oppe haleth , die Pater (toe Wijswert naestleger op beijde sijden , dwelcke comprehendeert sijn onder die negen ponten bij Peter toe Jeslum Anno xi ange- brocht, alsdoen toecomende den patroon voorschr. Noch vier ponten, liggende op Wika meeden , die pastoor van III fl. xxrcr st. lJeslum naestleger, dese vier ponten behooren mede onder die negen ponten voorschr. Item noch een ponte, liggende opt Spijck , Rijntthie toe Kempa- ma Wier ende Douwa toe Dijaert ende Jans Tijmmermans kijnde- ren toe naeste met vijff ponten , die sij to samen hebben. i fl. Die voorschr. patroon heeft noch anderhalue ponten, leggende op Ferwerder landt, Ritsche Vrielsma op die noerdt ooster zijde naest- leger, taxeert op een floreen. XVIIJ st. Die patroon heeft noch anderhalue ponten, leggende in Sijtie Heckaerder meeden , taxeert op achtiendehalue st. xxi st. Die patroon voorschr. heeft noch twee ponten, hetende Spijtz mer, dese lest parceelen waren niet inden olden anbrengh, worden daerom nu angebrocht ende bij ons taxeert op een ende twintich stuuers. my st. Noch heeft die patroon een ponte , liggende in twee stucken toe Ferwart, die een halue lecht bij Ferwerder wijnt moellen, Heer Lijuwe toe Jeslum opt oost met een halue polite, ende Jan Entez opt west naestleger. Die ander halue ponte lecht in dat Lant dat Tijart Rensma nu bruijckt als meijer van Jw Jongama , Ende want dese ponte nu gebruijckt wordt bij Boette Wijtthijez , soo sal hij die beschieten voor veertien stuuers. xxiv fl. Gosse Brongersz nu meijer van Tijdtz Gabbe Scheltama weduwe bruijckt vanden Landen bij Pieter toe Jeslum anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Lolcke ende meester Gouert. Te weten acht ende vijftich ponten , doen taxeert op vier ende twintich floreen. JESLTJM. 107 Nihil. Noch waren bij Pieter voorschr. anno xi aengebrocht negen ponten den patroon toe Jeslum doen toecomende , die zijnt hier voren op des patroons register gestelt, ergo hier nichil. xiv st.Douwa toe Dijaerdt bruijckt twee ponten merlandt cleijne mate, die te voren niet angebrocht waren, ende plegen van geender waerde ende onlant te wezen brengt se daerom nu an ende word- den bij ons getaxeert op veertien st. xxi st.Jow Sijbez bruijckt nu ter tijt als eijgen twee ponten Leech- lant , liggende opt west van Douwama rnerren naestleger, de welcke in den olden anbreng niet sijn beuonden , worden daerom hier nu angebrocht ende bij ons getaxeert op een elide twintich stuuers. Lichtauwert den ix Septembris Anno xi, a prandio. Die patroons Landen toe Lichtauwert. Tijarck Juckez bruijckt nu ter tijt vier groote ponten , Leggende in raerdera hemrijck , hetende in die wijncampen. Ende Eelke Tiepkesz toe cleffens bruijckt die ander vier ponten ende is een stuck, ende sijn acht ponten die den patroon voorschr. toecomen. Jan Juckez toe banerhuijs bruijct vier groote ponten, leggende die opt noert meeden, Saepe Bauwa opt noerdt ende Griet Stanija opt oest naestlegers. Jan Claesz bruijct vier cleijne ponten , liggende oock op die noort meden, Tijetz Gabbe Scheltema wedue opt west ende Saepe Bauma opt suijdt naestlegers. Noch vijftien eijnssen leech lant. Tijepck toe Banerhuijs bruijct twee ponten , oock liggende op die noort meden werwende Tegens Douwa toe Dijaerdt ende Jan Dircxz. Ende noch twee groote ponten leech merlandt met noch twee ponten, leggende in Claercamper fienne als daer in beclempt we- sende ende is cleijne mate. Egbert Willemsz bruijct vierdehalue cleijne ponten, onder welcke vierdehalue een halue ponte leechlant is liggende op die noordt meden , Griet Stannija opt suijdtoost ende noort naestleger, Ende noch derdehalue ponten leechlandt cleijne mate, leggende oock op die noort meeden Adzaert Aebbinga opt noordt ende Sappe Bauma opt suijdt naestlegers. 108 FERWERDERADEEL. Peter Claesz bruijct twee ponten cleijn mate, leggende op die noort meden , Sape Bauma opt noordt en (lie pastoor toe Licht- auwert opt suijdt te naeste. Noch derdehalff ponten op die noort meden cleijn mate ende Leechlant , noch een weijnich Leechlant, dat welck niet plach te doogen ende Daeromme men die rechte mate ende groetheijt niet en weet , vermoet nochtans dattet is omtrent twee ponten. Jan Petersz bruijct twee cleijne ponten, alsoo cleijn dattet bouen anderhalff ponten niet mach wtbrengen , Leggende op die noort meden. Saecke toe Gen um bruijct een groet ponte, leggende oppe wen , beclemt in Sijdts Roorda landen, weruende ouer ende weer ouer. Van dese voorschr. Landen' weruende seuenthien ponten groot ponten in Lichtaerder anbreng , taxeert op acht floreen veertien stuuers. Ende soo nu befonden wordt dattet sijn negentien fer- werler ponten , ofte groote ponten, soo sullen die voortaen beschoe- ten worden voor negen floreen veertien st. xv fl. xiv st. In Dongerdeels anbreng int dorp Rauwert op die name van Mijnno toe Spreens waren angebrocht twaleff cleijne ponten, taxeert op vier floreen. Ende hier wordt nu beuonden datter zijn negen- tien cleijne ponten, Also° datter seuen ponten meer zijn, dan an- gebrocht waren , die IN elcke bij ons taxeert zijn op twee floreen , ter cause dattet slin leech landt is, alsoo dat alle die patroons lan- den sullen beschoten wordden op vijftien floreen veertien st. Die Pastoors landen van Lichtauwert. Die commissarissen seijden dat die pastoors landen grooter waren dan zij in den olden anbreng angebrocht waren, hebben daerom aen Heer Lijuwe nn tegenwordich Pastoor in Lichtauwert versocht om zijn Landen in specie te declareren. Twelck hij niet en heeft willen doen, waerom hij vanden zeluen Commissarissen geciteert is, oin bij haer te Leuwarden in sinte Matheus merckt te coulpa- reren om aldaer verclaringe van sijn landen te doen. Ende den olden anbreng hielt aldus, Heer Lijuwe veertien ponten twintich floreen. xxvii fl.Jan Juckez toe Banerhuijs nu meijer van Claercamp bruijct die landen bij Jucke toe Banerhuijs Anno xi angebrocht, als doen_meijer vant selue Conuent, Te weten twee ende tsestich ponten, doen taxeert op seuen ende t^kinticli floreen. LICHTAUWERT. 109 viii Jan voorschr. bruijckt noch sestien ponten Anno xl angebrocht op Jucke als eijgen , taxeert op acht floreen. xxvi fl. Tijepck toe Banerhuijs nu meijersche vant convent Claercamp bruijct die landen bij Aucke toe Banerhuijs Anno xl angebrocht, als doen meijer vant selue conuent, to weten ses ende vijfftich ponten , doen taxeert op ses ende twintich floreen. 1 fl. xiv st. Idem Tijepck bruijckt twee ponten , leggende in Westeringhe fijeldt; bij Aucke voorschr. als eijgen angebrocht ende doen taxeert fijeldt; bij Aucke voorschr. als eijgen angebrocht ende doen taxeert op anderhalff floreen. op anderhalff floreen. 11f1. Tijepck voorschr. bruijct noch als eijgen negen ponten Leechlandt niet angebrocht, die nu gebruijckt wordden bij haer swager Jarichsz toe Hijanum, Ende Tijepck voorschr. wil dese selue ponte beschieten , ende sijnt duslange onlant geweest, leggende Gabbe Douwama merlanden toe naeste ende Lolcke Bottez opt suijdt uaestleger ende zijn nu bij ons taxeert op twee floreen. xviii ti. Jan Claesz nu meijer van Tijetz Gabbe Scheltama weduwe bruijckt die landen bij Sitthie anno xI angebrocht als meijer doen veal die landen bij Sitthie anno xI angebrocht als meijer doen veal Gabbe Scheltama , Te weten seuen ende dertich ponten , doen taxeert op achtien floreen. Rommart Tijallesz nu meijer van Saepe Bauina toe Collura , bruijct die landen bij Pope anno xl angebrocht, als doen meijer van Bethleem , Te weten vijff ende twintich ponten , doen taxeert op dertien floreen. xiii fl. Jacob Gerbrens nu meijer van Jan toe Banerhuijs en Baet Meijuse Gabbama weduwe bruijct van die landen bij Sijurdt Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Schelte opper Geest. Te weten seuen elide twintich ponten, taxeert op dartien floreen. lfl.vst. Douwa toe Dijaerdt bruijckt een ponte , Jan Dirxz oock een ponte , welcke landen worden gestelt voor die een ffloreen vijil stuuers renten bij Sijurdt anno xi angebrocht Bonder specificatie van Landen , die welcke een floreen ende vijff stuuers rente nae hluijt des Rentemeesters anbreng toe quamen eenen genoempt Dije, Alsoo dat dese twee voorschr. personen dit parcheel beschieten zullen voor een fioreen vijff stuuers. viii ff. Tjarck Jelgersz nu meijer van Sijdts Entes toe Angijum ende van Heer Fedde erffgenamen toe Leuwarden, als Haijo ende Tijalck, bruijckt nu die Landen bij Jan anno xl angebrocht, als doen meijer van Heer Feddo, ende Jucka toe Banerhuijs. Te weten negen- tiende Value ponten , doen taxeert op acht floreen. 110 FERWERDERADEEL, xv fl. Tijarck Juckez bruijckt nu ter tijt als eijgen ses endeLltwintich ponten bij Haijo anno xi angebrocht, als doen metier van Jucka toe Banerhuijs Botte toe Sterckenborch ende Foecke Roptha, als doen taxeert op vijfthien ffloreen. iv 1 Egbart Willemsz nu meijer van Feije Goslinga bruijckt acht pon- ten bij Menno anno xi angebrocht, als doen meijer van Lolcke Heslinga, taxeert op vier fib Teen. Wanswert den xen Septembris. xx fl. Heer Hans nu pastoor to Wanswert bruijckt die landen bij Heer Wopcke anno xi angebrocht, als doen aldaer pastoor. Te weten twintich ponten fennen, en dertich ponten meedtlandt, welcke doen taxeert was op twintich floreen , des was des pastoors opper Geest landt, twelck leijt an zijn eijndt van sijn fenne daermede in gere- kent , taxeert op achtien stuuers. iv fl Die voorschr. pastoor declareren die grootheden sijnder landen, in- solider die meeden met een ponce saedtlant, wordt beuonden dat hij nu thien ponten heeft eertijts niet angebrocht, ende wordden daer- om nu bier angebrocht, ende taxeert op vier floreen. Deze drij ffloreen renten ofte sestehalff ponten hier aff waren angebrocht bij eenen Heero ter Graft, ergo wordt hier niet meer gewonnen dan een ffloreen. xviii fl. )(ix st, Heer Jemme vicarius toe Wanswert bruijckt seuen ende veertich ponten Anno xi angebrocht bij Heer Abe alsdoen vicarius int selue ponten Anno xi angebrocht bij Heer Abe alsdoen vicarius int selue Dorp , ende doen taxeert die nviii ponten op negentien filoreen, Dan sal nu niet hooger beschieten dan voor achtien floreen negen- tien stuuers. ti. Idem Heer Jemme bruijckt noch drije ponten leechlant, eertijt onlant wezende ende daerom niet angebrocht ende taxeert op een floreen. WANSWERT. 111 iv fl. Heer Jemme voorschr, bruijct noch negen ponten nu toecomende Sijurck Buwez toe Balckeijnd toe Ifieem , die heer Abe anno xi mede hadde angebrocht, alsdoen toecomende Abe in der montz ende waren taxeert op vier .ffioreen. xvin st.Jan Donija toe Wanswerdt bruijckt als eijgen twee ponten Lants, waeraff die eene placht aen die pastorije te hooren ende dander aen die vicarije , alsoo dattet corpus vandie vicarije soo veel cleij- ner is, ende dander polite vandie pastorije gerekent wordt als niet angebrocht , ende sal dese twee ponten beschieten voor achtien st. Des patroons Landen toe Wanswert. xvi tl. Harmen Claesz nu ter tijt meijer vanden patroon toe Wanswert bruijckt van die dartich ponten bij Heero toe Bonmer Anno xi angebrocht negen ende twintich ponten , alsdoen meijer vanden seluen patroon ende waren die dertich ponten doen taxeert op sestien floreen veertien st. Dan salse nu niet hooger beschieten dan voor sestien floreen, omdat hij daer een ponte aff mist , die hier nae meuus Jacobz angeschreuen is. xxv Sijpt Goslinga bruijckt nu als eijgen die vijftich ponten bij Dirck Joernsma Anno xi angebrocht, als doen meijer van Tijepke Goslin- ga ende waren doen taxeert op vijfi ende twintich ffloreen. xxi st. Sijpt voorschr. bruijckt noch drij ponten leechlant, die inden an- brengh van Anno xi niet en waren , vermidts dat het doen ter tijt niet ofte zeer weijnich waerdich waren , ende Daerom nu ange- brocht wordden ende taxeert op xxi st. fl. viii st. Tzalinck Sipkez bruijckt als meijer vanden patroon van Olde- kerck, Kier aff sijn die sestehaluen ponten , die Heer Wopke toe quamen , den pastoor angeschreuen , alsoo dat hier niet meer valt te schrijuen oft te rekenen dan dat den patroon toe Oldekerck toe- compt, twelck in Anno xi getaxeert was op een floreen acht st. waer voor hij hier beschieten sal. iv ft. xiv st. Wigger Dijrckz nu meijer van tgasthuijs te Leuwarden bruijct die negen ponten bij Hille toe Wirdt Anno xi angebrocht, als doen meijer van tselue gasthuijs, doen taxeert op vier floreen xiv st. Ii fi. xii st. Eecke Sipckez en Jijd Wille huijsvrouwe sijn suster bruijcken tsamen die ses ponten als eijgen met saempt zijn ander susters kinderen , bij Mlle toe Wirdt anno xi angebrocht, als doen toeco- mende Wue toe Wirdt kijndtz kinderen , ende taxeert op twee floreen twaleff stuuers. 112 FERWERDERADEEL. vii fi. Meus Jacobsz nu meijer van Sipt Goslinga bruijckt die twaleff ponten bij Claes ter Graft Anno xi angebrocht, als doen meijer van Tijepke Goslinga, taxeert op seuen ffloreen. 1 th Meus voorschr. bruijckt noch twee ponten beijde meeden nu ter tijt, mer die eene plach fenlant te wezen , waer aff die Eene ponte hier voren affgeschreuen is, Harmen Claesz des patroons meijer voor een halue ffloreen. Ende die ander ponte compt toe Sijpt Goslinga, ende lecht op Wanswerder Hemrijck , Eecke toe Wirdt op ten Suijder zijde Ende die pastoor opt noordt toe naeste , ende sal dese twee ponten tsamen beschieten voor een floreen. Sipke Rommertz nu meijer van Fosswert bruijckt die acht ende twintich ponten bij Dirck toe Wirdt anno xi angebrocht, als doen meijer van tselue convent, doen taxeert op darthien ftioreen , Dan sal nu voortaen niet hooger beschieten dan voor twelff tforeen , Ende dat naevolgende guet (ofte zaten) , dat voor twaleff floreen angeschreuen staet inden olden anbrengh , sal voort aen beschieten voor dartiOn floreen , omdattet mee:der van ponten is. xiii fl.Eecke Sipkesz nu meijer van Fosswert bruijckt twee ende dertich ponten bij Claes toe Wirdt Anno xi angebrocht, alsdoen meijer van Fosswert voorschr., ende doen taxeert op trelti flioreen , clan sal nu beschieten voor dertien ffloreen , om redenen in den voor- gaenden parceel gespecificeert. xvii fl.Benne Lijuwez nu meijer van Jelger Feijsma toe Huijsum bruijckt die seuen ende veertich ponten bij Pieter toe Wijrdt anno xi an- gebrocht. Doen ineijer van Ids Emijnga kinderen , taxeert op se- uentien floreen. xxiv fl.Feijcke Tijardtsz bruijckt nu ter tijt als meijer van Sebastiaen Eecke zoens toe Heckardt weeskindt, die vijff ende vijftich ponten bij Claes te Heckardt Anno xi angebrocht, als doen meijer van heer Sijthije en Feije Roerda ende doen taxeert op vier en twintich tioreen. xxiv 11.Homme Janz nu meijer van Sijpt Goslinga bruijct van die lan- den bij Willem te Heckart anno xi angebrocht, als doen meijer van Sibrig. Te weten vijfi ende vijftich ponten , doen taxeert op vier ende twintich ffioreen. n ff. Sipke Lijommez woonende toe Jeslum bruijckt nu als meijer van Tijepck Aucke toe Banerhuijs weduwe die vier ponten bij Willem toe Heckardt Anno xi angebrocht, als doen toeconiende Sijurdt toe Leuwarden en doen taxeert op twee floreen. a fl. Baucke Willernsz nu meijer van Gerrit Wijsma bruijckt die ach- WANSWERT. 113 tien ponten bij Tijarck Anno xi angebrocht , alsdoen tocomende Onna Aesgama, taxeert op negen floreen. xix ft Gerbren Dirxz nu meijer van Frouck Rennerts weduwe bruijckt die landen bij Hidde Anno xi angebrocht , als doen meijer van Onna Aesgama, ende den prior toe Bethleem. Te weten viertien ponten, doen taxeert op negentien floreen. xxii fi. vi st.Nees Claes weduwe ter berch nu meijersche van Hetto Hemma- ma bruijct die seuen ende veertich pondten bij Hessel ter berch Anno xi angebrocht, als doen meijer van Aleff Hettoz , doen taxeert op twee ende twintich floreen ses st. vi ff. Dirck Gauckez toe Colma home nu meijer van Ritsche Bolama bruijckt die veertien ponten bij Rijnthije toe Colmahorne anno xi angebrocht, als doen meijer vanden Abt toe Foswert, Lijuwe ende Rijnthe toe Kempama Wier ende doen taxeert op ses ffloreen. Dit parceel stondt in des rentemeesters boeck geteeckent op ses- tien floreen, twelck notorie falsum was, want veertien ponten ijm- mers gheen sestien floreen en conden op brengen. vii fl. Joucke Sijbe weduwe nu meijersche van Douwa Burmania bruijckt die vijftien ponten bij Doecka toe Boumeer Anno xi angebrocht, alsdoen toecomende Jemme heer Juijsma , taxeert op seuen Flo- reen. x fl. viii st. Jucke Sijthiez nu meijer vant Gasthuijs toe Leuwarden bruijckt vanden Landen bij Tiepke toe Wirdt anno xi angebrocht, alsdoen meijer van tzelue Gasthuijs ende Bennert toe Suwamer , Te weten een ende twintich ponten van die vier ende twintich ponten , en sal die beschieten voor negen Floreen, want die vier ende twintich ponten waren taxeert op thien floreen acht st. iii. yin st. Benne Lijuwez bruijckt nu ter tijt als meijer van Bennert toe Suwamer drij ponten van die Fier ende twintich ponten bij Tijepke toe Wirdt Anno xi angebrocht ende sal die beschieten voor een floreen acht st., leggende die pastor to Wanswert naestleger op die oester zijde , ende Benne sulffs als meijer van Jelger Feijsma op die westerzijde. I fi. Jucke Sijtziez bruijckt nosh als meijer vant voorschreuen gasthuijs drij ponten , die hij gewandelt heeft tegens Meijnert Hillama, ende voorts tvoorschreuen gasthuijs weder vercoft , die welcke niet in den ouden anbrengh zijn geweest soo hij ons sultis heeft doen decla- reren bij Eecke Sipkez zoe hij sulffs cranck was, Ende dat meijaert Hillama van wij hij gewandelt hadde hem sullies oock soo declareert hadde, Ende wordden daerom bij ons nu taxeert op een Floreen. 8 114 FERWERDERADEEL. x fl. Sijurdt Janz nu meijer van Claricamp bruijckt die landen bij Joern ter Graft anno xi angebrocht, alsdoen meijer van tselue convent, Te weten drij ende twintich ponten , doen taxeert op thien floreen. floreen. vi fl. Sijbe Douwez nu meijer van Ritsche Bolama bruijct die veertien ponten bij Gabbe anno xi angebrocht, alsdoen meijer van voor- schreuen Ritsche ende taxeert op ses floreen. xx fl. Wpt Taeckoz nu meijer vande Gijsbertisten toe Leuwarden bruijckt die acht ende veertich ponten bij Aesga Anno xi ange- brocht, als doen meijer van mester Hemmo ende doen taxeert op twintich floreen. i 11. xiv st. Idem Wpt bruijckt noch als meijer van Trijn Doedes to Leu- warden drij ponten , leggende op Wanswerder hemrijck , die monick toe Foswert opt Oost, ende die Heere Weck (sic) op die Westerzijde naestlegers. Ende waren dese landen Inden olden anbrengh niet beuonden , nochtans sijn sij altijt toe Wanswert beschoten voor anderhalue Floreen, gelijck Jan Donija rechter aldaer sulffs declareert , ende worden nu alhier nijus angebrocht ende bij ons taxeert op een worden nu alhier nijus angebrocht ende bij ons taxeert op een floreen veertien stuuers. xxviii fl. Jan Donija nu meijer van Dijo Wijbesma bruijct die landen bij hem sulffs anno xi angebrocht , als doen meijer van Willem Taecko Obbama wen , Lijuwe Roorda ende Jan Tijmmerman, Te weten acht ende veertich ponten , doen taxeert op acht ende twintich floreen. in fl. Jan Donija bruijckt noch ses ponten nu ter tijt toecomende Jan, Tijmmermans erffgenamen ende in anno xi bij hem sulffs ange- brocht, als doen toecomende Jan Tijmmerman , ende doen taxeert op drij floreen. xxi st. Dirck Janz toe Oosterbeijntum bruijckt van wegen zijn stiefkin- deren die helfte van die vierdehalue ponten bij Jan Donija Anno xi angebrocht, als doen Jan sulffst toecomende ende sal dese helft beschieten voor een ende twintich stuuers. xxi st. Gerbrant Dirckz bruijckt die ander helft van dese voorsz. vierde- halue ponten als toebehoorende Hans Dirxzoens weeskinderen en halue ponten als toebehoorende Hans Dirxzoens weeskinderen en sal die beschieten voor een en twintich st. Dese voorsz. vierdehalue ponten leggen in een stuck, Benne als meijer van Jelger Feijsma opt oest toe naeste, en voorts rontom Jan Donija toe naeste als meijer van Dijo Wijbesma voorsz. WANSWERT. 115 xviii fl. xxi st. Wijbrant Tijepkez nu meijer van Sijthie Sijthie zoens erffgena- men toe Leuwarden bruijckt die landen Anno xi angebrocht bij Tiepcke Piersz als doen meijer van Beernt Bennert , Sijbren Aes- gama, Te weten Drij ende veertich ponten, doen taxeert op achtien floreen een ende twintich stuuers. x fl. Jan Tiepke zoen nu meijer van Reijnsck Canters bruijckt vanden Landen bij Haijo ter Bregh Anno xi angebrocht, als doen meijer van Claes toe Dockom , Jarich, Menne toe Wirdt , ende hij sulffst, Te weten dertich ponten soo binnen de Ee, soo buijten der Ee, doen taxeert toe Dockums deel op thien floreen. icy fl. Sijtzie Jarichz toe Kempama wier bruijet nu als eijgen Acht ponten voor die drije floreen rente bij Haijo ter Bregh Anno xi angebrocht sonder specificatie vanden Landen, als doen Jarich toe Spreens tocomende , salse daerom hier beschieten voor drij floreen. 1 fl. Cornelis Jacobsz ende Jacob Douwesz bruijcken als meijers van Schelte Aesgama ende Tijarck Eelckez drij ferwerder ponten, ende dat voor die drije floreen renten bij Haijo ter Bregh Anno xi an- gebrocht zonder specificatie vanden Landen , Als doe tocomende Menno toe Betterwerdt , salse daerom van nu voortan hijer be- schieten voor een floreen. Schelte Aesgama ende Tijarck Eelcke zoen behooren toe hebben voor die sestien floreen rente bij Haijo ter Bregh Anno xi ange- brocht als hun sulffs toecoemende nae taxatie der twee ende tse- uentich ponten inden olden anbrengh , ende dese parceelen voorsz. behooren to hebben een ende dertich ponten, aen welcke een ende dertich ponten zij dese naebeschreuen landen angeuen. Int eerst vier ponten toe wrans, Ane faert naestleger opt noordt oost, Sipche toe Wrans op noordt west. Thijs Camp vierdehalue ponten , Olbrande Wijrstera toe naeste. Vier pondematen bij Tuijrda Sandt. Anderhalue ponten noch bij tuijrda sandt. Bet veertien eijnsen an dat voorsz. mans madt. Bet twee ponten die weruen tegen Gerloff Wathijez. xvi fl. Beth twee ponten, hetende die bijle , Gerrijt Wijsma naestleger opt west. Noch twee ponten weruende tegens Pieter toe Wrans. Noch twee ponten Tijarck voorsz. toe naeste op die noorder eijnde. Bet een mans madt bij Oldekerkstera ffenne. 116 FERWERDERADEEL. Bet een ponte, hetende die lange ponte, Pieter toe Wrans naest- leger. Bet anderhalue ponten Sijurt op haijlbert toe naeste op die westerzijde. Item noch hebben sij vier groote ponten, makende ses cleijne ponten , daer mede zijn veruoldt die een ende dertich ponten, be- hoorende op die sestien floreen voorsz. 11 xiv st. Nu hebben noch drij ponten bij Haijo angebrocht Anno xi , als doen hem sulffst tocomende ende taxeert doen op anderhalff flo- reen , daer tegens brengen zij aen een groote feline , hetende die solt fenne , die zij seggen groot te wesen thien ferwerder ponten, Alsoo dat wij hier ouer holden seuen ponten , als niet angebrocht, ii fl. die welcke seuen ponten hier taxeert wordden op twee floreen ende dat om der oorsaecke wille , want meestendeel van dese Lan- den leggen ouer die Ee op Dantumadeels zij de. v 1 Gerloff Watthijez nu meijer van Claricamp bruijct die landen bij Abe anno xi angebrocht, te weten veertijen ponten, als doen meijer van tselue convent, doen taxeert op vijff floreen. xiv fl. Tijarck Abez toe Bonmeert bruijct nu ter tijt als eijgen van sijn wijffs wegen van die Landen bij Gerbren anno xi angebrocht Acht ende dertich pondematen , alsdoen meijer van meester Hemmo Feijeke toe Jelsuni, Lijuwe toe Reijsum, Kempo toe Beijtum , ende den Prior te Bethleem. De welcke acht ende dertich ponten doen taxeert waren op veertien ffl.oreen. iii fl. Tijarck voorsz. declareerde die grootheijt zijnre landen, seijde dat hij hadde twintich ponten meeden , twintich koegangen , twelck maeckt veertich ponten, Alsoo dat hij twelff ponten meer hadde dan acht ende dertich ponten , die selue twaleff ponten zijn bij ons taxeert op drij floreen , ende dat ter cause oft die mate ijet mochte toe cleijn wesen. xxi fl. xvin st. Rippert Gerrijtz nu meijer van suster Welmoet te Leuwarden, bruijckt die Landen bij Claes Jeisma Anno xi angebrocht, als doen meijer van die Landen bij Claes Jeisma Anno xi angebrocht, als doen meijer van meester Hemmo, Claes Wijsma , her Abba , ende her Jijlo, Te weten vijff ende vijftichste halve ponten van die seuen ende vijftich pondema- ten , welcke Lvii ponten anno xi waren taxeert op twee ende twintich floreen achtien st. Alsoo dat hier dit parcheel beschoten sal word- den voor een ende twintich floreen achtien stuuers. 1 fl. Baucke Willemsz bruijct nu die derdehalff ponten, heer Jijlo pastoor opper geest tocomende , dwelcke genomen zijn van dit voorgaende parceel, waerom dattet voorsz. parceel een floreen WANSWERT. 117 min taxeert is, dant inden olden anbreng was, sullen daerom dese dardehalue pondten hier beschoten wordden voor een floreen. Jan Donija bruijct nu ter tijt als eijgen drij ponten lants gecoft van den patroon toe Wansuert, dewelcke inden olden anbreng niet beuonden zijn geweest, brengtse daerom hier aen ende leggen dese 1 fl. xiv st. ilanden op Wanswerder meeden in twee stuckken , ijgelijck van anderhaluegroet ponten , bij die ander halue Lecht Wanswerde pastoor opt west toe naeste. Bij die ander anderhalue Licht hij scuffs toe naeste ende wordden dese landen taxeert op anderhalue floreen. Ideal Jan bruijct noch anderhalue ponten , liggende in een stuck met die eene anderhalff voorschreuen. Ende "loch een ponte waeraff die helft hooch is, ende dander 1 if. helft leech is. Dese dardehalff ponten heeft voorschreuen Jan gecoft van Hijlck Pope wedue kinderen , Ende waren in den olden anbreng niet be- uonden , wordden daerom hier angebrocht ende taxeert op een flo- reen. 1 fl. )(Iv st. Sipke bij die weij toe Marrum bruijckt nu als meijer van heer Julius Botnija ses ponten maedtlant, leggende ouer die Ee in Ber- daerdera colcken , die heer Julius gecoft heeft van Sijdts inden Thrijnwolden, ende zijn inden olden anbreng niet beuonden ge- -weest, Dan Jan Donija rechter toe Wanswert declareert dit Aldus to wesen ende dat hij die schattinge daer aff altijt heeft ontfan- gen , Te weten voor anderhalff floreen , ende salse voert alsoo be- schieten. UITTREK SET, UlT HET REECKENBOECK VAN DE PATROENS ENDE BENEFICIALE LANDEN ENDE RENTEN VAN WIRD UM, loopende van het jaar 1602-1634, fol. 371 verso en 372 recto. Hieruit blijkt dat even als in Ferwerderadeel ook to Wirdum in 1540 eene herziening van den Aanbreng van 1511 heeft plaats gehad. Acte van Aenbreng van Oene Tijallings Sate. Anno 11 Copia. Oene Tiallinghs 11 pondematen saedlant dartich pondematen fennen , veertig pondematen maeden , Landheeren die Priesteren aldaer, Meester Bubo den Priester in Warragae , Oene tho Jorne- huijsem , ende Oene voorsz. selffs , Somma sesthien floreenen. Anno 40 Copia. Aede Doijtsis bruijckt nu ter tijt die Landen bij Oene Tijallinghs anno 11 aengebraght , waeraff die Landheeren sijn, so hier naer in specie gestelt worden. Int eerste elliff pondematen saed:ant, dartig pondematen fennen ende veertig pondematen maeden, Hier in heb- ben Warragae persinne twalff pondematen , die jonger priesters vijff pondematen, hoere patroen vijff pondematen , Oene toe Roordahuijsem twe pondematen , nu toekomende die twee priesteren ende patroon in Warregae, also dat sij daervoor in de huijere beurden aght golden gul- dens van Oene Tijallings ende Wirdumer priesters gaff hij veerthien dens van Oene Tijallings ende Wirdumer priesters gaff hij veerthien golden guldens, dit parceel taxeert op twee ende twintig floreen. Aldus gedaen ende gecollationeert tot den aenbrengh. Oirconde W MUM. 119 mijn handt, op huijden den j1den Maius anno 1618, Onderstonde Hotse Aijsuna met eenige streken ende togen, stonde nogh omge- schreven als volght : Die voorsz. Sate wort nu betaelt voor vierthien florenen seven stuijvers, ende to Goutum vier florenen ende twee florenen min seven stuijvers toe Swighum folgende die Registers, Die twee flo- renen min seven stuijvers toe Swighem leggen op vijff pondematen renen min seven stuijvers toe Swighem leggen op vijff pondematen daer Pijter Teethlum in een sekeren Coop heeft ontfangen. daer Pijter Teethlum in een sekeren Coop heeft ontfangen. Accordeert met den principale acte ofte Copia ut den aenbrengh met littra E getekent bij mij op den 26en Aprilis 1634 tboeke geregistreert. Ter Ordonnantie der E. Edeluijden ende Kerk- vooghden tot Wirdum. (get.) SIXTUS VIBRANDI. Bewijs dat in 1542 te Minnertsga in liarradeei eene herzienirig van den Aanbreng van 1511 heeft plaats gehad. EXTRACT uit de QUAETCLAP 's Hofs van Frieslant , Beginnende 3 November 1584 en Eindigende den Maart 1586. XV. Maart 1586. Herbaium. Wybe Schelting woenende tot Ee in Dongerdeell , ap- pellant, contra Joachimi. Folcku , Pieter Eemckes wedue woenende tot Tijema- ruin vuijte name ende als legitima administratrix van haer kinderen bij den voorn. haren man geprocreeert, erffgenamen van wijlen Gerbrant Pieters hun wiilen halfibroeder, , Geappeleerde. Thoff voort wijderen van den processe Ordonneert partien te compareren voor mr. Frans van Eysinga , Raed Ordinaris in den- zelven Hove , die henluijden zal verstaen ende vereenigen , Indien hij kan , Indien nijet hem Informeeren opte seeckere puncten van officie die hem in gescrifte gelevert sullen worden , zijn Informa- tie te stellen bij gescriffte ende den Hove rapport doen om sulcx geschiet voorts gedisponeert te worden naer behooren. Poincten : Oft d aenbrengh in den jare 42 binnen Minnertsga gemaeckt ge- observeert wort. Waeromme die zate Hantzema ten zelven tijde es hooger aenge- bracht geweest als anno xi. Oft tusschen den jare xi ende xui andere Landen zijn geworpen aen Hantsema zate. Wat dat voor landen zijn, hoevele pondten en waer die gelegen zijn. Hoe groot Scheltinga questieuse Zate en Beckema van pondten Hoe groot Scheltinga questieuse Zate en Beckema van pondten zijn geweest. Waer diezelve zijn liggende ende wie die gebruijct. UITDEELING DER ZEEDIJKEN VAN DE BUITENDIJKSTERS DER VIJF DEELEN , EN , EN AANBRENG DER LANDEN DAARONDER BEHOORENDE. 1546. Afschrift van een in het Archief van de stad Franeker be- rustend Verbaal bevattende den danbreng in 1546 van de linden der Buitendyksters van de Vyf deelen, en van drie voorgevoegde stukken. Dit verbaal is geschreven met eene duidelijke hand en letter van de zestiende eeuw. de zestiende eeuw. INHOU D. I. Extract 's Hofs Quaetclap roerende de uitdeeling van de zeedijken tusschen den Biltdgk en Mackumerzgl geiegen , d.d. 13den April 1546. IL De dientengevolge gextendeerde Hofs Sententie mede d.d. 13" April 1546 , waarbij den Buitendijksteren der vijf dee- len de Dijk bij perceelen is toegelegd voor den tijcl van tiers jaren van 1546 tot en met 1555. III. Uitdeeling door Dijkgraaf , Gedeputeerden en Volmagten van de Buitendijksters op den 26 Mei 1546 van de dijkagie over de pondematen buitendijks , naar het getal pondema- ten , vermeld in een Aanbreng getoogen uit een Register van Frederik van Grombach , waarbij de uitdeeling van der Buitendijksteren Zeedijken in 1533 was gedaan , bedragende 20,1511 pondematen. IV. Nieuwe Aanbreng van der Buitendijksterenlanden, gebruikers, grootte, twee naastlegers en grondheeren van dien, onder eede, grootte, twee naastlegers en grondheeren van dien, onder eede, bevorderd door 's ibis Commissarissen Sicke van Dekema bevorderd door 's ibis Commissarissen Sicke van Dekema en Adriaen de eionge , ter executie van de Sententie van 13 April 1546 , en 's Hofs daarna op den 2 Junij 1546 ge- geven Appoinctement. tHet laatste gedeelte van dit Verbaal ontbreekt , zijnde ',het meerendeel van Harlingen en geheel Harlinger-Uitbu- ren of Almenum ; des niettegenstaande bedraagt het getal pondematen van 't aanwezige gedeelte reeds nagenoeg ,21,450. I. EXTRACT uit de Quaetclap 's Hofs van Friesland, Beginnende den 15n Januarij 1538 en eindigende den 24 September 1548. 13 April 1546. President. Roerende d uijtdelinge van den Zeedijclien tusschen Nijetshen, den Biltdyck, ende de zuijtzijde van Mackummerzgl Commiss. gelegen. Hattum. Roisseau. P. Dekema. Gel. S. Dekema, Commiss. Bourmania. Is to boeck in Libro Sentenciarum Aprilis xLvi. II. EXTRACT uit het eerste Dijcks Recesboeck der dijckaigie toebehoirende den gemeene Buijtendijck- steren der viji-1 delen in Vrijeslandt. (13 April 1546.) Sententie van den Hove van Vrijeslandt, daerbij den Buijtendijcksteren der vieiff delen de dijck bij por- ceelen is toegeleijdt voor een tijt van thien jaren etc. Copije. Gesien de altricatien tusschen die van Sexbierum , Pijetersbierum, Tziemarum ende Firdgum ter eenre , ende die Stadt van Harlin- gen met heuren vuijtbueren , Wijnaldum ende Achlum buijtendijcx ter andere sijden, die van Wons , Cornwert met heure consorten ter derder sijden , alien drie buijtendijcxsters, geresen voer Com- missarissen van den Hove nopende d' vuijtdeelinge der zeedijcken toecomende den selven partijen tusschen den Bildtdijck ende suijdt- sijde van Mackumerzijl gelegen. Tvoersz. Hoff op alles BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 125 geleth , heeft geordonneert ende ordonneert mits deesen, dat d'selve dijcken den voersz. partijen toecomende, leggende tusschen den Bildtdijck ende de Stadt Harlingen , ende voerts van Pingummer olt werpdijck tot aen de sluijs van Mackum , behalven ende vuijt- gesondert seven roeden opt suijdt van Cornwerder let gelegen, sul- len tusschen de voersz. partijen gedeijlt worden pondemaete pon- demaete gelijcke , ende de geene die noordt werts sijn gelegen die sullen hebben die noerderste dijcken , ende die opt suijdt sijn ge- legen die sullen die zuijderste dijcken hebben , ende die van Har- lingen met heure consorten sullen heur aandeel naer advenant heur pondematen int middele van beijde partijen hebben , wel verstaende nochtans dat van den wiel aft' tot aen Roptazijl opt noordt een roede voer twee sullen gereeckent worden , Ende aengaende die dijcken aen tsuijdt van Harlingen deesen partijen toecomende die geen bepaelinge behoeftich en sijn tot aen Pingummer olt werp- dijck voersz. sullen deselve insgelijcx tusschen deselve partijen ge- deijlt worden pondemaete pondemaete gelijck , sulcx nochtans dat die van Sexbierum met heur adherenten heur aendeel aen noer- den , die van Cornwert metten heuren opt suijden , ende die van Harlingen ende heure consorten int middel hebben sullen , elck naer advenant zijn pondematen als voeren , Ende dat voerts alien d'andere dijcken vant suijdt van den Stadt van Harlingen aft tot aen Pingumer olt werp , ende die seven roeden opt suijdt van Cornwerder let voersz. bepaelt sijnde oft bepalinge behoevende, sullen den voersz. partijen gemeen blijven ende vuijt eender handt opgemaect worden , op den gulden rente van de voersz. partijen. Ende dit all bij provisie duijrende de voersz. deijlinge den tijt van thienjaeren, daer dit jaer van xv C ses en veertich deerste sijn sail, ende nijet langer. jaer van xv C ses en veertich deerste sijn sail, ende nijet langer. Actum den xillon Aprilis anno xv C ses ende vertich. Onderstondt, Ter ordonnantie van den Hove , P. Eeniskerck , ende na collatie is desen daermede bij mij ondergescreven der vijff delen dijckagie Secretaris befonden to accorderen, (get.) Joannes Guillielmus, 1588. III. EXTRACT uit vorengemeld Recesboeck. (26 Mei 1546.) Wtdeelinge van den dijckagie over de pondematen der buijtendijxsteren. Copije. Op huijden den xxvlen Maij anno xv C xi vi hebben Andries Waltinga, 126 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Dijekgrave , die Gedeputeerden metten Volmachtigen van de ge- ineene Buijtendijcxsteren naevolgende de Sententie van den Hove van Vrieslandt van date den xinen Aprilis lestleden bij denselven Hove gepronuncieert den vuijtdeijlinge ende vuijtmeetinge van den voersz. buijtendijcxsteren zeedijcken tusschen Harlingen ende den vijff delen binnendijcxsters pael opt suijdt van Coldehoel ende van Mackummer noorder zijl aff tot aent noordteijnde van Pingummer olt werp dijck gedaen ende genoemen die somma van deese Roe- den , bedraegende tsaemen 111 M vii C Lxxv roeden vijff voet. Ende daer en tegens gelecht die somma van den pondemaeten nae in- holdt van een aenbrenge getoegen vuijt een register van wijlen Heeren Fredrick van Grombach , Ridder , ende onder sijn handt- scrift verclaert den voersz. copie metten principael taccorderen waer bij den vuijtdeijlinge van den Buijtendijcxsters seedijcken anno xv C ende xxxiii lestleden gedaen was , bedraegende twintich duijsent een hondert L1J pondemaeten Soe hebben wij bevonden dat elcke vijff pondemaeten ende vijer eijnssen behoerde een roede dijcx int voersz. parcheel ende Mier nae vuijtgedeeldt, elcke Stadt, Cloes- ter ofte dorp tsijne bij ende op hoere aide legers soe als sij elcx aen den anderen gelegen hebben ten tijde van tlaeste reces toe- gedeelt , salff ende onvercort een ijder sijn recht nevens den ver- anderinge van legers ofte cleijner vuijtdeelinge well to mogen doen. Actum als boeven.Eerst : Die van Firdigum hebben 1v C L1VJ pondemaeten ende hebben Lxxxv roeden dijcx, drie voet. Die van Tziemarum hebben 1I M. 11 C LXXXII pondem. ende heb- ben iv C xxvii roeden, xI voet. Die van Lidlum hebben lv C xxxn pondemaeten ende hebben Lxxxi roeden dijcx. Die van Oesterbierum hebben 1 M Liv pondemaeten ende heb- ben I C xcvii roeden , VI1J voet. Die van Sexbierum hebben I M viii C I pondemaete ende hebben in C xxxvii roeden , VI11J voet. Die van Pijetersbierum hebben 1 M 11 C xxx pondemaeten ende hebben n C xxx roeden , yin voet. Die van Wijnaldum hebben 1 M Lxxix pondemaeten ende hebben in somma n C II roeden , thien voet. Ende hebben in den enckel roeden opt noordt van den wijel daer roede voer roede gereeckent is 1 C xi roeden , vijff voet. BUIJTEND1JCKS DIJCKAGIE. 127 Ende hebben in den dobbelde roeden tusschen den voersz. wiel ende Roptazij1 daer een roede voer twee gereeckent is xLv roe- den, V111J voet. Die van Midlum hebben vim C XXX1J pondemaeten ende hebben in somma I C Lv roeden , xi voet. Ende hebben oock in de dobbelde roeden opt noordt van Ropta- zij1 daer een roede voor twee gereeckent is veertich roeden , ses voeten. Ende hebben opt suijdt van Roptazijl voorsz. weder en- ckel gereeckent roede voor roede Lxxiv roeden , xi voet. Die van Herbaijum hebben vi C Lxxix pondemaeten ende heb- ben i C xxvii roeden , vier voet. Harlinger noerder- ende Suijder Vuijtbueren hebben vi C Lxxix pondemaeten ende hebben 1 C xxvii roeden , vier voet. Die Stadt Harlingen vi C laxly pondemaeten ende heeft 1 C xxvi roeden , vijff voet. Die van Luijnkerck hebben vi C xxxi pondematen ende hebben xcvn roeden , vu voet. Die van Achlum buijtendijcx hebben v C LXXX1IJ pondemaeten ende hebben in somma i C ix roeden , lIJ voet. Ende hebben opt noordt van Harlingen van den vijff delen bin- nendijcxsters dijcken aff noerdtwerts Liii roeden , vi voet. Ende hebben in Pingummer olt werpdijck van Kemswerter leger noordtwerts Lv roeden , vim voet. Die van Kemswert hebben 1 M vii C pondemaeten, ende hebben in somma ill C xviii roeden , ix voet. Ende hebben van Pingummer hemrijck aff noordtwerts tot aen den vijff deelen binnendijcxsters dijck toe 1 C xiii roeden, vi voet. Ende hebben van Coeholle noordwerts in Pingummer olt werp- dijck ii C v roeden , 111 voet. Die van Pingum hebben ii M viii C Lxxxvii pondemaeten ende hebben v C )(Li roeden, vier voet. Die van Suijrich hebben iv C XLVI pondemaeten ende hebben Lxxxiii roeden VI1J voet. Die van Cornwert hebben ix C 1, pondemaeten , ende hebben i C Lxxviii roeden u voet. Haijum ende Goijum m C Lxxiv pondemaeten ende hebben Lxx roeden 1J voet. Die van Wons hebben v C Lxxvi pondemaeten ende hebben 1 C viii roeden zeedijcx. 12s BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Die van Abingawier hebben n C xr, pondemaeten ende hebben xLv roeden zeedijcx. Die van Mackum hebben vl C Lxvin pondemaeten ende hebben 1 C xxv roeden lIJ voet. Aldus gedaen ende vuijtgemeten opten xxvIdn Maij anno xv C ende xLin. In kennisse van mij. Onderteekent. Guillielmus Johannis. 1546. NIEUWE AANBRENG VAN DER BUITENDIJKSTEREN LANDEN , ENZ. IV. Alzoo wij Sicke van Dekama Ridder ende Adriaen de Jonge beijde Raiden des Keijsers in den Hove van Vrieslandt bij den voorscreven Hove ordonneert ende committeert zijn om ter executie te stellen de Sententie van den voorsz. Hove gewesen den der- tienden Aprilis anno sess en viertich tusschen die van Sexbierum , Pietersbierum , Thiemarum ende Firdigum ter eenre, ende die Stadt Herlinghen mijt huere uytbueren , die van Wgnaldum ende Achtlum bullten dgcx ter andere, die van Wons , Cornwert ende huere con- sorten ter derde zijden mijtsgaeders tappoinctement van den voorsz. Hove tusschen die voorsz. parthijen daer nae den tweeden Junij Hove tusschen die voorsz. parthijen daer nae den tweeden Junij int selve jair gegeven ende tselve doende de voorscreven parthijen huere landen onder parthije dijckaijge begrepen bij hueren eede te doen aenbrengen ende de groote van dien te verclaeren ons dairop tinformeren ende de maet te doen leggen dairt noode zij ende versocht solde wordden etc. alles als ons Commissie van date den tweeden Junij anno voorscreven breeder vermelt. Soo hebben wij achtervolgende deselve Commissie parthijen huere landen die zij elcx gebruijcten mijt specificatie hoe groot die waeren mijt de twee naestlegeren van dien ende wie dair aft' grontheer was ofte twee naestlegeren van dien ende wie dair aft' grontheer was ofte waken bij hueren eede die wij hen mijtter daedt affgenomen heb- ben schriftelicken doen verclaeren ende aenbrengen ende op som- mighe landen die mate doen leggen alles als hier nae naemelicken ende in specie nae volcht, beginnende aen die van Firdigum. FIRDIGUM. In den eersten Tgaardt Janzoon te Firdigum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijden eede verclairt to gebruijcken sevendehalv aengegeven ende bij zijden eede verclairt to gebruijcken sevendehalv FIRDIGUM. 129 pondematen lants dair zijn huijs in staet mijt die lutke fenne wairvan Willem Pieterszoon ten westen ende Rijurdt Albertzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een stuck saetlandts groot zijnde vijftehalve pondematen wairvan Focke Dirckzoons weesen ten westen ende die groote fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen fennen, wairvan die voorscreven viif- tehalve pondematen saetlandt ende Focke voorscreven ten westen ende d' Abt van Lidlum oosten naestlegers zijn , Noch vier ponde- maten saetlandt, wairvan Rijurdt Alt ertzoon ten westen ende d'abt van Lidlum ten oosten naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen Tiairdt Jetthiezoon grontheer es, seijde noch eenijghe pondematen te gebruijcken die men in den aenbrengh naescreven van Thiemarum vinden sal gestelt te zijn. Sumarem xxvii ponden. 2. Rgurdt Albertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Bess en twintich pondema- ten meden ende saetlandt, gelegen in malcanderen wairvan die heerenwech ten noorden ende die pastoer tot Firdigum ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen lants dair zijn huijs op staet , wairvan Tiairdt Jetthiezoon ten westen ende Firdigum laen ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondemaeten fennen, wair- van die zeedijck ten noorden ende Kloosters landt van Lidlum ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalff pondemate saedtlandt , wairvan Geert Oedts huijs ten oosten ende Rijurdt Albertszoon ten westen naestlegers zijn, Noch achtehalve pondemate meden, wairvan Rijurdt Albert zoon voorsz. ten westen ende Trijn Alberts dochter ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen d Abt van Lidlum lantheer es, Noch seven pondematen fennen wair- van tConvent van Lidlum mijt vier pondematen die Geert Oedts weduwe gebruijct ten oosten ende Tijaerdt Jettijezoon ten westen naestlegers zijn, Noch negen pondematen fennen, wair van mijn- heer d abt van Lidlum ten oosten ende Tijaerdt Jetthie zoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt opt west van zijn huijs , waervan Tiairdt Jetthiezoon aen beijden zijden naest- leger es , van welcke voorscreven landen Ryurdt Albertzoon lantheer es als hij bij zijnen eede affirmeert heeft. Sumarem Lxv ponden. 3. Heer Cornelis pastor te Firdigum heeft ons scriftelicken aen- 9 130 BUIJTENDIJCKS DICKAGIE. gegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een ponde- mate terplants dair zijn huijs nv ter tijt op staet , wairvan zijn saet ten suijden ende Taecke Roorda weeskinderen landen ten wes- ten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , wairvan Sijmon Janzoon ten suijden ende die patroons landen ten noorden naest- legers zijn, Noch drie pondematen fennen , gelegen in zijn principail saet, die lutke fenne genoempt, wairvan Taecke Roorda erven ten saet, die lutke fenne genoempt, wairvan Taecke Roorda erven ten westen ende Heer Cornelis voorsz. saete ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die patroon van Firdigum lant- vrouto es. Sumarem x ponden. 4. Heert Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seeckere staeten ofte steedt mijt zee- ckere fennen ten oosten dairaen gelegen ende mijttet hempbed ten suijden aen de steedt geleghen, groot zijnde thien pondematen , waervan die pastoers landt ten oosten ende Meester Watthie Roorda milder gedachtenisse ende Rijurdt Albertzoon ten noorden naest- legers zijn , Noch een pondemate saetlandt , streckende mijtte wes- terzijde aen de voorscreven fenne wairvan Rijurdt Albertzoon fenne (d' Abt van Lidlum toecomende) ten noorden ende het bilfeer ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wair- van die voorscreven fenne ten suijden ende den heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen saetlandt wairvan die voorscreven fenne ten noorden ende den heerenwech ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen saet- landt , wairvan den heerenwech ten noorden ende Meester Watthie Roorda landen ten suij den ende oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , wairvan Meester Watthie voorscreven landen ten suijden ende Frans Kammingha ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden in die meenschair, wairvan Feijcke Douwezoon ten oosten ende Intije Wijbezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch sps pondematen meden in die meenschair, wairvan die patroons landen te Firdigum ten suijden ende Inthije Wijbezoon mijt sijn mede erven landen die Aede Wijbezoon gebruijct ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Doeeke Walta lantheer es. Sumarem XXXJ ponden. 5. Atte Coster te Firdigum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclaert te gebruijcken twee pondematen fen- nen in die patroons fenne beclempt ende noch twee pondematen FIRDIGUM. 131 meden opte meenschair van Firdigum, wairvan Dirck Ysbrandtzoon ten suijden ende Wijbe Lammerzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen lants op dieselve meenschair geleghen , wairvan Jouffrouw Foeckel van Martena ten suijden ende Pieter Folckertzoon ten noorden naestlegers zijn. Sumarem yr ponden. 6. Wgbe Lambertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclaert te gebruijcken twee pondematen meden wairvan Taecke Roorda erffgenamen ten noorden endie Coster van Firdigum ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen me- den, wairvan Rijurdt Albertzoon ten oosten ende Doecke Walta ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden, wairvan Doecke Walta ten noorden ende Inthije Wijbezoon ten suijden naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Tgaerdt Adezoon lant- legers zijn , van welcke voorscreven landen Tgaerdt Adezoon lant- heer es. Sumarem vi ponden. 7. .Pieter Folckertzoon in Firdigum heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondematen saetlandt, wairvan de pastoerslanden te Firdigum ten suijden ende d' abt van Lidlum ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemaete saetlandt , wairvan Taecke Roorda erven ten suij- een pondemaete saetlandt , wairvan Taecke Roorda erven ten suij- den ende de kercke toe Firdigum ten noorden naestlegers zijn, Noch tiendehalve pondemate fennen, wairvan die Pastorie van Firdigum tiendehalve pondemate fennen, wairvan die Pastorie van Firdigum ten suijden ende Tijairdt Jetthiezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate ten westen van dese voorschreven fenne Noch een halve pondemate ten westen van dese voorschreven fenne geleghen , Noch een pondemate meden , wairvan Heer Foppe ten suijden ende Lolcke Lieuwezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , wairvan die Coster te Firdigum ten suij- drie pondematen meden , wairvan die Coster te Firdigum ten suij- den ende Doecke Walta mijt die landen die Hert Janzoon gebruijct ten noorden naestlegers zijn, Noch vijftehalve pondematen op die maeden , wairvan die pastorie van Firdigum ten suijden ende Hoijte Albertzoon ten noorden naestlegers zijx, van welcke voorscreven Albertzoon ten noorden naestlegers zijx, van welcke voorscreven landen die patroon to Phirdigum, lantvrouw es. Sumarem xxiv ponden. 8. Sybe ende Jelger Lyuwe Zonen hebben ons scriftelicken aen- gegeven ende bij hueren eede verclaert te gebruijcken vier ponde- maten saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Doecke Walta ten noorden ende Huijte Albertzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch thien pondematen fennen, wairvan die huijssteedt voorscreven ten thien pondematen fennen, wairvan die huijssteedt voorscreven ten noorden ende Huijte Albertzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch 132 BUIJTENDIJCKS DIKKAGIE. drie pondematen meden ende saetlandt , wairvan Inthie Wijbezoon ten oosten ende Doecke Walta ten westen naestlegers zijn, Noch thien pondematen saetlandt ende maedlandt , wairvan Huijte Albert- zoon ten suijden ende noorden naestleger es , Noch negen ponde- maten fennen , wairvan Taecke Roorda naegelaten weesen ten suij- den ende noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , wairvan Doecke Walta ten noorden ende Inthie Wijbezoon ten suij- den naestlegers zijn , Noch twee pondematen leechlant , wairvan de pastoir van Firdigum mijt een half pondemate ten oosten ende ten westen mijt drie pondematen ende Hessel Martens naegelaten erven ten suijden naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden wairvan Huite Albertzoon ten oosten ende Intije Wijbezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Meester Watthie Roorda erven lantheeren zijn. Sumarem L ponden. 9. Side Siekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken thien pondematen fennen , wair- van die patroonslanden van Firdigum ten noorden ende den hee- van die patroonslanden van Firdigum ten noorden ende den hee- renwech ten suijden naestlegers zijn, Noch acht pondematen me- den , wairvan Rijurdt Albertzoon ten noorden ende Doecke Walta ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen maiden wairvan Taecke Roorda erven ten westen ende die patroons voorscreven lan- den ten noorden naestlegers sijn, Noch ses pondematen saetlandt ende maetlant, wairvan Taecke Roorda erven ten westen ende den hee- maetlant, wairvan Taecke Roorda erven ten westen ende den hee- renwech ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den de Pastorie is Firdigum lantheer es , Noch een pondemate saet- landt , wairvan die Pastorie voorscreven landen ten oosten ende die heerenwech ten westen naestlegers zijn , van welke pondemate Janeke Goethgezoon lantheer es. Sumarem xxxii ponden. 10. Aede Wgthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants dair zijn huijs daer hij in woont op staet , wairvan Rijurdt Albertzoon ten suijden ende den heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan die heerenwech ten suij- ende Meester Watthie Roorda ten noorden naestlegers zijn , Nock vijftien pondematen fennen ende saetlandt, wairvan die heerenwech ten noorden ende Feijcke Douwezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan Meester Watthie ten noor- den ende Rijurdt Albertzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch EIRDIGUNI. 133 drie pondematen meden, wairvan Doecke "Walta ten suijden ende Sijmon Janckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff ponde- maten saetlandt ende maetlandt , wairvan Minnertsgae maeden ten oosten ende Hessel Mertens erffgenamen landen ten westen naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Jarich Bauekezoon , Trgn- ken Regneke dochter , Folekert Pieterzoon toe Ferwert , Schelte Foppe- zoon, Tgerek Foppezoon , Ebel Foppedochter, Inthge Wgbezoon toe zoon, Tgerek Foppezoon , Ebel Foppedochter, Inthge Wgbezoon toe Minnertsgae Lantheeren ende lantvrouwen zijn. Sumarem xxviii ponden. 11, Inthie TVgbezoon heeft ons schriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen saet- lants, wairvan den heerenwech ten suijden ende Rijurdt Albert- zoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen , wair- van die pastoer te Firdigum ten westen ende Feijcke Douwezoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die gront- heeren van die landen die Aede Wgtthiezoon aengegeven heeft , zyn van dese landen oick grontheeren. Sumarem xiv ponden. 12. Cornelis Hermenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen terplandt dair in mede beclempt is zijn huijssteedt, wairvan Meester Wat- thie Roorda ten suijden ende Foppe Tijerckzoon erven ten noorden naestlegers zijn Noch negende halve pondemate lants after zijn huijs , wairvan Aelcke van Unije ten oosten ende Inthie Wijbezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen .Rgurdt Albertzoon lantheer es. Sumarem xer ponden. 13. Trynken Alberts dochter heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken vier ponden saet- landt mijt hair huijssteedt, wairvan Mijnheer d' Abt van Lidlum ten suijden ende noorden naestleger es, welcke voorscreven vier pondematen later susters kinderen toecomen , Noch ses pondematen meden in twee stucken gelegen , wairvan d' eene stuck Eedts Lam- berts ten suijden ende Hoijte Albertzoon ten noorden naestlegers zijn ende tot d' ander stuck die pastoer in Firdigum ten noorden Inthie Wijbezoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem x ponden. 14. Sicke Doyezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen mijt sijn 134 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. huijssteedt, wairvan Rijurdt Albertzoon ten suijden , Inthie Wijbe- zoon ten westen, die heerenwech ten noorden ende Anna Sijbrandt- zoon ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden , wairvan Botte Bottezoon ten oosten ende Rijurdt Hermanzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen maeden, wairvan Lieuwe Jacobzoon van Pijbe weesen wegen ten suijden ende Hoijte Albertzoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen zijn Ydsaardt te Grovesteens ende Janeke Douwema gront- heeren. Sumarem xvi ponden. 15. Jan Sybrandtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen, wairvan tClooster van Lidlum landen die Geerdt Oedts weduwe gebruijct ten suijden ende die cloosters landen die Jan voorscre- ven nv gebruijct als hier nae gescreven staet ten noorden naest- legers zijn , Noch drie pondematen leech landt, wairvan Hessel Martens erven ten suijden ende Meester Watthie Roorda ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , wairvan Jacob Sixma ten oosten ende de cloosters landen van Lidlum die Pieter Vthiezoon gebruijct ten westen naestlegers zijn ende zijn die voor- screven drie pondematen in voortijden aengebrocht te Thiemarum hoewel zij de Pastorie van Firdigum toecomen , van welcke voor- screven landen die Pastorie toe Firdigum lantheer es , Noch gebruijct Jan Sgbrandtzoon voorsz. ses pondematen lants, wairvan die olde Jan Sgbrandtzoon voorsz. ses pondematen lants, wairvan die olde bildijck ten noorden ende het Clooster van Lidlum landen die Geerdt Oedts weduwe gebruijct als voorscreven is ten suijden naest- legers zijn, van welcke ses pondematen lants voorscreven llignheer d' Abt van Lidlum lantheer es. Sumarem xvii ponden. I& Claes Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Campstra Saet, groot zijnde een en dertich pondematen fennen mijt hoff ende huijssteedt, wair- van Dirck Ysbrandtszoon ten oosten ende Dirck Lijcklezoon ten westen naestlegers zijn , Noch acht pondematen saetlandt, wairvan die kerck ten noordoosten, den heerenwech ten noorden, die voor- screven fenne ten suijden naestlegers zijn, Noch thien pondema- ten meden , wairvan die voorscreven fenne ten suijden ende t saet- landt dat Pier Jellis van de kerck te Thiemarum in huijr gebruijct FIRDIGUM. 135 ten noorden naestlegers zijn, Noch thien pondematen meden, wair- van Meester Watthie Roorda ten suijden ende die fenne voorscre- ven ten noorden naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden, wairvan Tiaerdt Taedes t' Arum ten suijden ende Meester Watthie Roorda voorscreven landen die Sijbe ende Jelger Lieuwezonen ge- bruijcken ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen me- den , wairvan die landen die Joucke Doecklezoon ende Botte opte meden te Thiemarum gebruijcken ten suijden ende Trijn Claes Jans te Franeker landen die Wijbe Pieterzoon gebruijct ten noor- den naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen d' Erfgenamen van Taecke Roorda lantheeren zijn, Noch ses pondematen opte meen- schair, wairvan Jouffrouw Foeckel van Martena ten westen ende Yvo Fritsma erfgenamen landen die Vincent van Hermana van huere wegen verhuert ten oosten naestlegers zijn, Noch een pon- demate saetlandt op Thiemarumme hemrick leggende ende nochtans tot Campstra Saet hoorende , wairvan Taecke Roorda erven ten suijden ende de patroons landen van Thiemarum ten noorden naest- legers zijn.Sumarem Lxxviii ponden. 17. Gheert Oedts weduwe heeft ons schriftelicken aengegeven ende bij hairen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen saetlandt mijt hair huijs dair inne begrepen, wairvan den heerenwech ende 't convent van Lidlum landen ten westen ende suijden ende Rijurdt Albertzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch elliff pondematen saetlandts, wairvan den heerenwech ten suijden ende Rijurdt Al- bertzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch seventhiendehalve pondemate lennen , wairvan het saetlant voorscreven ten suijden ende de pastorie van Firdigum landen ten noorden naestlegers zijn , Noch thien pondematen meden , wairvan de pastorie landen te Firdigum ten suijden ende d' Abt van Lidlum ten noorden naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen D'abt van Lidlum lant- heer es. Sumarem XL1J ponden. 18. Jan Thomaszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twintich pondematen fennen , wairvan Taecke Roorda erfgenamen ten westen ende Hessel Her- mana ten oosten naestlegers zijn , Noch seventhien pondematen saetlandt ende maetlandt, wairvan Taecke Roorda erfgenamen ten 136 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. westen ende Hessel Hermana ten oosten naestlegers zijn, Noch thien pondematen meden, wairvan Inthie Wijbezoon ten oosten ende de patroons landt van Firdigum ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen maeden mijt een pondemate wallen, wair- van die Costers lant van Firdigum ten noorden ende Taecke Roorda erven ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jouffouw Foeekel Hotnga lantvrouwe is. Jouffouw Foeekel Hotnga lantvrouwe is. Sumarem. L ponden. 19. Dirck Ysbrandtzoon mijt Tgedt zgn huijsvrouwe hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruij- cken Idsama Saet , groot zijnde inden eersten anderhalve ponde- cken Idsama Saet , groot zijnde inden eersten anderhalve ponde- mate lants, wairvan Watthie Roorda ten oosten ende den hoijwech van Firdigum nae Minnertsgae streckende ten westen naestlegers zijn , Noch sevendehalve pondemate fennen , wairvan Watthie Roorda ten suijden, ende noorden ende den voirsz. hoijwech ten westen ende ten suijden, ende noorden ende den voirsz. hoijwech ten westen ende oosten naestlegers zijn, Noch seven pondematen saetlandt ende oosten naestlegers zijn, Noch seven pondematen saetlandt ende maetlandt , genoempt Atte fenne, wairvan de voirsz. hoijwech ten westen , de zijlroedt ten noorden ende ten oosten Orsumma lan- den ende ten suijden Rijurd Albertzoon naestlegers van zijn , Noch een pondemate maeden , wairvan de patroonslanden te Firdigum een pondemate maeden , wairvan de patroonslanden te Firdigum ten suijden de Costers landen te Firdigum ten noorden ende die landen die Meijnert Janzoon op Swaerde buijren nu bruijct ten westen ende de mer ofte leege cleije , twelck voor de helft mede behoort aen de voorscreven pondematen , ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan Wijbe Lambert- zoon te Thiemarum ten oosten , Hert Janzoon te Firdigum ten noorden ende Intije Wijbezoon ten suijden ende de mer ofte leije , twelck oick voor de helft mede aen de voirsz. halve pondemate twelck oick voor de helft mede aen de voirsz. halve pondemate behoirt , ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen fen- nen , wairvan Sicke Doijezoon ten suijden, Inthie Wijbezoon ten noorden , Feijcke Douwezoon ten oosten ende de mer voorscreven ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate leechlandt, wairvan eenen Hermen op die maeden genoempt ten westen ende wairvan eenen Hermen op die maeden genoempt ten westen ende noorden , die patroonslanden van Firdigum ten suijden ende die landen die de voorsz. Sijbe ende Jelger nv gebruijcken ende be- woonen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den .Hoyle Albertzoon ende Alice zyn huysvrouwe grontheeren zijn. Sumarem xxi ponden. 20. Herman Hermanzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende FIRDIGUM. 137 bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken drie pondematen lege mee- den , hoorende tot Campstra Saet to Firdigum , wairvan de pastoer te Firdigum ten oosten ende Taecke Roorda weesen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen d erfgenaemen van Taecke Roorda lantheeren zijn. Sumarem iii ponden. Suma Sumarem bedraecht salff altoos beter rekeninge v C XLJ ponden. THIEMARUM. 1. Sicke Sickezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate meden ende anderhalff eijnse, wairvan Sijbe Tijerckzoon ten westen ende Rijurdt Feijckezoon ten oaten naestlegers zijn, Noch drie ponde- maten saetlandt , wairvan d abt van Lidlum ten noorden ende Sijbe Tijerckzoon ten suijden naestlegers zijn, Noch vijftehalve ponde- maten saetlandt ende maetlandt , wairvan Tijaardt Jetthiezoon ten oosten ende Jan Taeckezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sicke Sickezoon voorscreven lantheer es als hij bij zijnen Bede verclairt heeft. Sumarem xi ponden u eijnse. 2. Arent Henrickzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken ses pondematen lants gele- gen aan den zeedijck, wairvan Pijbe Gerroltsma Erffgenamen lan- den ten oosten ende Bennert Gerrijtzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Jelger Tyerckzoon lantheer es, Noch drie pondematen lants, wairvan Jelger Tijerckzoon ten oosten ende drie pondematen lants, wairvan Jelger Tijerckzoon ten oosten ende Trijn Claes Jans weduwe ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven drie pondematen Bennert Gerrytzoon lantheer es. Sumarem ix ponden. 3. Jacob Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclaert te gebruijcken vijftien eijnsen lants, wairvan Bernt Boenzoon ten suijden ende die zeedijck ten noorden naest- Bernt Boenzoon ten suijden ende die zeedijck ten noorden naest- 138 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. legers zijn , van welcke voorscreven vijftien eijnsen Gysbert Gys- bertzoon erfgenaemen lantheren zijn , Noch negen eijnsen , wairvan Bernt Boenzoon ten westen ende Rijurd Albertzoon ten oosten naest- legers zijn , van welcke voorscreven negen eijnssen Pieter Folckert- zoon grontheer es. zoon grontheer es. Sumarem ii ponden. 4. Epe Martenzoon heeft scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen, die koeije fenne genoempt, wairvan Berent Boijnckzoon van wegen Renick van Roorda ten oosten ende Tsaelinck te Bethleheem van wegen Vrouw Luts Mertena erfgenaemen ten westen naestlegers zijn , Noch vier- tiendehalve pondematen aen twee stucken gelegen bij thuijs dair hij Epe voirsz. in woont mijt de wer ende de halve sijlroedt , wair- van Pieter Euckezoon van wegen tconvent van Lidlum over die van Pieter Euckezoon van wegen tconvent van Lidlum over die Zijlroedt ten westen ende Rints Thomas weduwe van wegen Schelte van Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondema- ten meden buijten op die maeden wairvan Tiets Sixma ten oosten ende dat Convent te Thiemarum ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen de Pastorie te Thiemarum lantheer es. Sumarem XXJ ponden. 5. Willem Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Abbinga Saete groot zijnde acht en twintich pondematen lants, leggende aen ses stucken, deer- ste stuck groot zijnde achtehalve pondematen lants, leggende op Thiemarumme meden , wairvan Taecke Roorda weeskinderen lan- den ten oosten ende Rijurdt Feijckezoon van wegen Schelte van Lijauckama ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen lants , wairvan Jan Taecke zonen ten westen ende Rijurdt Feijcke- zoon selffs ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate lants leggende in Mijnvrouw van Grombachs landt , wairvan Mijnvrouw van Grombachs landen ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen lants , leggende aen den Zeedijck , wairvan Jelger Tijaerdtzoon ten westen ende Aele Hettezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate lants, wairvan die landen van Jelger Tijaerdtzoon ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch twaelifftehalve pondemate lants , wairvan tconvent van Lid- lum landen die nv Douwe Goffezoon bruijckende is ten westen ende Jan Taeckezoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxvin ponden. 6. Sgts Jans weduwe heeft ons schriftelicken aengegeven ende THIEMARUM. 139 bij hueren eede verclairt te gebruijcken dertich pondematen fen- nen, wairvan d' abt van Lidlum ten westen ende Douwe Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven dertich pon- dematen lants 't Convent van Lidlum lantheer es, Noch negenthien pondematen hooge maiden , wairvan Gerrijt Hermanzoon ten oosten ende Taecke Ringe landt daer Rints Thomas op woont ende nu ter tijt gebruijct ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscre- ven negenthien pondematen Schelte Lgauckama lantheer es , Noch ne- ven negenthien pondematen Schelte Lgauckama lantheer es , Noch ne- gen pondematen meden , wairvan 't Convent van Lidlum ten wes- ten ende Dirck op die Tijoelen ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven negen pondematen meden de Weeskinderen van Taecke Roorda lantheeren zijn, Noch vier pondematen leechlandt meden , wairvan Pieter Eeuckezoon ten oosten mijt die landen die van Lidlum toecomende ende Baucke Feddrickzoon mijt Mijnheer d abt van Lidlum landt ten suijden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan d' abt van Lid- lum ten westen ende Pieter Eeuckezoon mijt d' abt voorsz. landt ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen saedlandt , wairvan d' abt van Lidlum ten westen ende Pieter Eeuckezoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen 't Con- vent van Lidlum lantheer es. Sumarem Lxxvi ponden. 7. Jan Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen aen den Zeedijck gelegen , wairvan Romcke Sijmonzoon mijt Meester Jacob tot Herlingen landt ten westen ende Goffe Foeckezoon mijt Abbe Gerloffzoons landt ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pon- dematen meden ende in die ses pondematen meden is een wal omgeploecht twelck nu ter tijt saetlandt is , wairvan Jacob Pieter- zoon in die bueren ten westen mijt Joncker Binnughs landt ende die Beghijnen te Thiemarum ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Patroon ende die Beghgnen te Thiemarum lantheeren ende lantvrouwen zijn. Sumarem x ponden. 8. Douwe Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Smoringa Saet , groot zijnde tsestich pondematen lants over hooch ende leech gelegen opte Westerbuijren te Thiemarum , wairvan 't Convent van Lidlum ten westen ende salighe Jan Roorda weeskinderen ten oosten ende noorden ende Sijts Jans weduwe als een meijersse ten westen ende 140 BUITENDIJCKS DIJCKAGIE. Evert Mertenzoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen llignheer d' Abt van Lidlum lantheer es. Nae Douwe voorscreven dese voorscreven landen aengebrocht hadde heeft Hette Sijthiezoon geprotesteert dat die landen die Douwe voorsz. hier aengegeven heeft t Convent ofte d abt van Lid- lum nijet toe en comen maer dat ze zijn huijsvrouwe toecomen ende dat dieselve landen grooter zijn dan zij bij Douwe Douwezoon voorsz. aengegeven zijn. Sumarem Lx ponden. 9. Wybe Lambertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen , wairvan Willem Pieterzoon ten westen ende Lolcke Lieuwezoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Heer Foppe erfgenamcn grontheeren zijn, vugtgesundert van twee der voor- seijder pondematen, daeraff Jan Taeckezoon grontheer es , Noch thien pondematen meden ende saetlandt onder malcanderen, wairvan derffgenamen van Taecke Herama ende Jan Taeckezoon landen ten westen ende Lolcke Lieuwezoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke thien pondematen Tgaerdt Taedezoon , Aede Wytthiezoon ende Sgmon Janekezoon lantheeren zijn. Sumarem xv ponden. 10. Heer Hessel Prebendarius te Thiemarum heeft ons scrifte- licken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier- tien pondematen fennen, wairvan Heer Thomas Vicarius in Thie- tien pondematen fennen, wairvan Heer Thomas Vicarius in Thie- marum ten oosten ende westen naestleger es , Noch vier ponde- maten meden selffs bruijckende op die meenschair, wairvan Hessel Hermana ten noorden ende Renick Roorda te Menaldum ten suij- den naestlegers Ain , Noch een halve pondemate greijdlandt, dair Hans Lieuwezoon nv ter tijt bruijckende is , wairvan Renick Roerda ten westen ende Claes Janszoon erven te Franeker ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt, dair Hans Lieuwezoon ten halven heeft, wairvan Hessel Hermana ten westen ende Claes Janszoons erven te Franeker ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen saetlandt ende maetlandt selffs bruijckende, wair- van Sijbe Tijerckzoon ten oosten ende Frans Abbezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , dair Jan te Hooger zijl nv ter tijt bruijckende is, wairvan die voirsz. Jan ten westen ende oosten naestleger is, Noch een pondemate meden, dair Gerbrant Gerbrantzoon nv ter tijt bruijckende is, wairvan die sus- teren te Thiemarum ten suijden ende Taecke Roorda erven lan- THIEMARUM. 141 den ten noorden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt , dair Pier Jellezoon nv ter tijt de halve bruijckende is , wairvan die patroon te Thiemarum ten noorden ende Taecke Roorda erven landen ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnssen saetlandt, dair Rents Thomas achterlatene weduwe nv ter tijt ten halve bruij- ckende is , wairvan Schelte Lijauckama ten westen ende Jacob Sixma ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Prebende te Thiemarum lantheer es. Sumarem xxx ponden in eijnssen. 11. Douwe Goffezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twintichstehalve pondema- te fennen , meden ende saetlandt onder malcanderen , wairvan Pie - ter Ottijes van wegen Mijnheer van Lidlum ten oosten , Jan Taecke- zoon ten noorden ende Sijbe Tijerckzoon te Jongema ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden , leggende op die meden , die bloedige Camp genoempt, wairvan Pieter Otthies van wegen Mijnheer van Lidlum ten noorden ende ten oosten ende Johan te Hoogerzijl van wegen Jan van Gerbranda ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen 't Convent van Lidlum lantheer es.Sumarem xxxin ponden. 12. Ian Taeckezoon heeft ons schriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden, wairvan Sijbe Tijerckzoon mijt sijn susteren ende broederen ten suijden ende die Susteren van Thiemarum ten noorden naestle- gers zijn , van welcke voorscreven drie pondematen hg selffs lant- heer es als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch twee pon- dematen saetlandt , wairvan die pastorie te Thiemarum ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voorscreven twee pondematen by oick lantheer es , Noch twee pondematen saetlandt , wairvan Tijaerdt Jetzezoon ten noorden ende Taecke Herama ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven twee pondematen hij Jan Taeckezoon voirsz. oick eggenaer is, Noch twaeliff pondematen meden ende saetlandt toe gaeder , wairvan Pijbe Gerlsma toe Wijrdum ten oosten ende westen ende die olde dijck noorden naestlegers zijn ende in dese twaeliff pon- dematen es huijs ende huijssteedt van hem Jan voorsz. mede be- grepen , Noch drie pondematen meden, wair van Roordama erven ten westen ende Schelte Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by selffs lantheer es , Noch negen 142 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. pondematen fennen , wairvan Aele Hettezoon ten westen ende Lolcke Lieuwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch acht ende twintich pondematen fennen , wairvan Jacob Janzoon ten oosten ende Abinga wech ten westen naestlegers zijn , Noch acht en twin- tich pondematen meden ende saetlandt in malcanderen , wairvan tConvent van Lidlum ende Trijn Claes Jans weduwe ten suijden ende Meester Jacob toe Hems ten noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden ende saetlandt, leggende te Thie- marum bij Hooger zijl , wairvan Fedde Harda ten suijden ende Jan Gerbranda ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , leggende te Thiemarum bij Frans Abbes , wairvan tCon- vent van Lidlum ten oosten ende die pastorie van Thiemarum ten westen naestlegers zijn, selffs lantheer ende is oick voor hem scuffs grontheer van alle dese voorscreven landen ende Frouck Goffis te grontheer van alle dese voorscreven landen ende Frouck Goffis te Riedt ende Lake Bryonticlezoon te Wons , Crone Tgairdt te Franc- ker, , Gerryt Goslicx erven te Leeuwarden , dese voorscreven luijden zijn pro indiviso grontheeren van deese voorsz. landen vugtgesondert zijn pro indiviso grontheeren van deese voorsz. landen vugtgesondert dair bij gescreven staet scuffs eygenaer of to grontheer. dair bij gescreven staet scuffs eygenaer of to grontheer. Sumarem XC1J ponden. 13. Pieter Othiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fennen , meden ende saetlandt onder malcanderen , wairvan Lieuwe Lieuwe- zoon mijt die landen die hij van wijlen Pieter Claeszoon weeskin- deren gebruijct ten westen ende Mijnheer van Lidlum ten oosten mijt die landen die Douwe Goffezoon van zijner wegen gebruijct naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, leggende op Thie- marumme meden, wairvan die bloedige Camp ten suijden ende die Vicarie van Thiemarum ten noorden ende ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen d' Abt van Lidlum lantheer es. Sumarem xx ponden. 14. Abbe Herezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen fennen, wair- van Schelte Lijauckama ten oosten ende den heerenwech ende Johan Roorda erffgenamen landen ten westen naestlegers zijn , van welcke landen Johan Roorda erffgenamen lantheeren zijn. Sumarem Iii ponden. 15. Pietrick Lamberts weduwe ende S'ybren Lambertzoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te ge- bruijcken acht pondematen fennen , wairvan Hessel Hermana ten suijden ende Johan Roorda erfgenamen ten noorden naestlegers THIEMARUM. 143 zijn, Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Otto Bauckezoon mijt zijn broers ende susters ten oosten ende Dirck in die steedt ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate meden, wairvan Pieter Claeszoons erfgenamen landen ten noorden ende suijden naestlegers zijn, Noch vier pondematen meden, wairvan Taecke Herema erfgenamen landen ten westen ende Hessel Hermana ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden, wairvan Mijnheer d abt van Lidlum ten suijden ende die pastoer te Firdi- gum ten noorden naestlegers zijn, Noch heeft zij Pietrick voorsz. negen eijnssen saetlandt ten halven van Heer Thomas vanwegen zijn vicarij, wairvan Taecke Roorda erven landen ten westen ende Botte Sijbe zoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen d erffgenamen van Heer Foppe te Thiemarum rontheeren zijn. landen d erffgenamen van Heer Foppe te Thiemarum rontheeren zijn. Sumarem xix ponden ix eijnssen. 16. Andries Andrieszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate meden, wair- van Douwe Douwezoon ten oosten ende Gerrijt Hermanzoon ten westen naestlegers an, van welcke voorscreven pondemate meden Minn° Sickezoon oppe Rgp lantheer es. Sumarum een pond. 17. Dirck op die Iyolen heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fennen mijt dat fer, wairvan Sijnada ten westen ende Bern Boijnzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch thien pondematen lants meden als die tijolen ende die huijssteedt ende die saetwal al in malcanderen beclempt, wairvan Bern Boijnzoon ten oosten ende Frans Abbezoon ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden mijt die saetwal , wairvan Sijts Jans weduwe ten westen ende oosten naest- leger es, Noch drie pondematen meden, wairvan Bouwen op die Clijouren ten westen ende Claes op die Hemmen ten oosten naest- legers zijn, van welcke voorscreven landen Taecke Roorda weesen lantheeren zijn, Noch heeft hij Dirck voorsz. twee pondematen saet- lands te halve van de Vicarie van Thiemarum die nv ter tijt Heer Thomas Nonesius is bedienende, wairvan Anna Roorda op beijde zijden naestleger es, van welcke voorscreven twee pondematen die Vicarie van Thiemarum nv lantheer es. Sumarem xxxv ponden. 18. Sybren Aggezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen ende saetlandt, wairvan die pastoer te Thiemarum ten westen ende Heer 144 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. Thomas van wegen die vicarie ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen fennen , wairvan Heer Hessel prebendarius ten westen ende Heer Thomas ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan Trijn Claes Jans weduwe ten oosten ende Frans Abbezoon ten westen naestlegers zijn Noch drie pon- dematen meden , wairvan Heer Foppe erfgenamen ten suijden ende Sijbe Tijerckzoon ten westen naestlegers zijn, Noch twee ponde- maten meden, wairvan d' abt van Lidlum ten westen ende Schelte Lijauckama ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan d abt van Lidlum aen beijde zijden naestleger es , Noch twee pondematen. meden , wairvan Schelte Lijauckama ten noorden ende westen naestleger es, Noch drie pondematen meden , wairvan Bauck Taeckes ten oosten ende Heer Foppe erf- genamen ten westen naestlegers zijn, Noch acht pondematen fennen hietende de Jes, wairvan Joufvrouw Foeckel van Martena ten wes- ten ende de Begijnen ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Anna Roorda lantvrouw es. landen Anna Roorda lantvrouw es. Sumarem xxxiv ponden. 19. Brecht Hessels weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren cede verclairt te gebruijcken een pondemate fennen ende een pondemate saetlandt aen den anderen gelegen, vuijtgesundert dat dair een sloot tusschen gaet , wairvan die patroon te Thiema- rum ten oosten ende die pastorie te Thiemarum ten westen naest- legers zijn , van welcke voorscreven twee pondematen Jan Gerryt- zoon toe Oosterbierum lantheer es. Sumarem it ponden. 20. Thgs Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken elliftehalve pondemate meden , wairvan Mijnheer d abt van Lidlum ten westen ende Schelte van wairvan Mijnheer d abt van Lidlum ten westen ende Schelte van Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen me- den, wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende noorden naestleger es , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Mijn- heer d abt van Lidlum ten noorden ende Johan Roorda weesen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Schelte van Lyauckema lantheer es , Noch vijftehalve pondemate fennen , van Lyauckema lantheer es , Noch vijftehalve pondemate fennen , wairvan Brecht Jeppes ten oosten ende Thiemarumme bueren ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Die toe Arum weduwe lantvrouw es. Sumarem XXI1J ponden. 21. Lone Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende THIEMARUM. 145 zijnen eede verclaert te gebruijcken achtien pondematen koefennen mijt de wal saetlandt , wairvan Rumke Wijtthiema lantsaet van Meester Jacob toe Herlinge n ten oosten ende Lieuwe te Coldehoe van wegen tConvent van Lidlum ten westen naestlegers zijn , Noch tien pondematen peerdefennen , wairvan Dirck op die Tijoelen van wegen Roordema erfgenamen ten suijden ende Frans Abbezoon van wegen t convent van Lidlum ten westen naestlegers zijn, Noch tien pondematen saetlandt, wairvan Frans Abbezoon van wegen tCon- vent van Lidlum ten westen ende Berent Boijnckezoon van wegen Renick Roorda ten suijden naestlegers zijn, Noch tien pondematen meden ende saetlandt te saemen , wairvan Gosse Foeckezoon van wegen Abbe Gerloffzoon ten oosten ende Jan Taeckezoon ten wes- ten naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen lange meden , wair- van die susteren te Thiemarum ten oosten ende Johan te Hooger- ziji van wegen salige Jan Gerbranda erfgenamen ten westen naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen die Pastorie van Thie- marum lantheer es. Stimarem la ponden. 22. Frans Abbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Kamminga poet, groot zijnde twintich pondematen negen eijnsen sestien penningen acht roeden twee voeten , wairvan Renick Roorda ende Schelte Lijauckama ten westen ende den heerenwech ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven twaeliff pondematen hij Frans voorscreven grontheer es als hij bij zijnen eede verclairt heeft ende van die reste is Trgn Claes Jans weduwe lantvrouwe, Noch drie pondematen lants root om beclempt in Jan Roorda lant , Noch twee pondematen lants beclempt om ende (om) in de pastorie van Thiemarum landen, van welcke voor- screven landen hij Frans voorscreven selffs lantheer es, Noch seven pondematen Saetlandt , wairvan d abt van Lidlum rontomme naest- leger es , Noch tien pondematen meden , wairvan d abt van Lidlum rontomme naestleger es , Noch thien pondematen fennen , wairvan d abt voorscreven ten westen ende die pastorie van Thiemarum ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen d Abt van Lidlum lantheer es , Noch drie pondematen lants, wairvan d abt van Lidlum rontom naestleger es, van welcke voorscreven drie pondematen Ilaencke Claeszoon lantheer es , Noch bruijct hij ses pon- dematen meden van tCorpus van Lidlum, gebroecken. Sumarem Lxi ponden ix eijnssen xvi penningen yin roeden ii voeten. 10 146 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 23. Lode Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff en twintich pondematen min vier eijnsen , leggende in tront besloten, wairvan Tijaerdt Jan- zoon van wegen Tijaerdt Jedtsoen ten oosten ende Jan Taeckezoon zoon van wegen Tijaerdt Jedtsoen ten oosten ende Jan Taeckezoon ten westen naestlegers zijn, Noch vijftien pondematen lants, wair- van zijn huijs ende afterhoff met Tijaerdt Janzoon van wegen Tijaerdt Jedtsoen ten oosten ende Wijbe Lambertzoon van wegen Sijmen te Deijnum , Tijaerdt Taedezoon ende Aede Wijtthiezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant , leg- gende achter Jan Taeckezoons hoff, wairvan Jan Taeckezoon voorsz. ten westen ende Willem Dirckzoon van wegen Aelcke Vnija ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven een pondemate saetlant Jan Taeckezoon grontheer is , Noch een pondemate saet- lant , wairvan Taecke Herema erffgenamen ten suijden ende Jan Taeckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen , leggende op die meden, Crumme Steedt genoempt ende drie eijnsen twee penningen acht roeden , wairvan Aelcke Unije ten suijden ende Trijn Claes Janszoons weduwe ten noorden naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate meden, genoempt Beckumme camp , wairvan Taecke Herema erven landen ten oosten ende Sicke Boenge ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Lolcke Lieuwezoon dorprechter in Thiemarum wonende op Oostermade poet lantheer es , vugtgesundert eenentwintich pondematen 1VIgnvrouw van Grombach daer vuijt toecomende ende vgff pondematen Willem Pie- Grombach daer vuijt toecomende ende vgff pondematen Willem Pie- terzoon toecomende van on hugsvrouwe wegen ende vyff pondematen Focke Dirckzoons kinderen toecomende. Sumarem L ponders v eijnssen ii penningen acht roeden. 24. Gerbren Gerbrenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken zes pondematen meden ende saetlant in malcanderen besloten , die Hemmen genoempt , wairvan Tiets Johan Gerbranda weduwe landen ten oosten ende Taecke Roorda weesen ten westen naestlegers zijn , Noch die fenne mijt dat saetlandt heeft dus lange voor vijftehalve pondemate geschoten dan hij heeft deselve voir ses pondematen gehuijrt , wairvan die patroon van Thiemarum ten oosten ende Rints Thomas weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, leggende in Kamminga dammen , wairvan Atte Bauckezoon erfgenamen 1 an- den ten noorden ende Heer Hessel te Thiemarum van wegen zijn THIEMARUM. 147 prebende ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Taecke Roorda weesen lantheeren zijn. Sumarem xvin ponden. 25. Pieter Eeuckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken achtten pondematen fen- nen , wairvan t Convent van Lidlums landen aen beijde zijden naestleger es, Noch vijf pondematen fennen, wairvan t Convent van Lidlum aen beijde zijden naestlegers zijn , Noch vijitien pondematen meden , wairvan Sijts Lieuwes weduwe ten suijden ende Tsaelinck Pieterzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen leech landt, wairvan Roordama landen ten oosten ende Rijurdt Smidt op die Meden ten westen naestlegers zijn , Noch een ponde- mate leech landt , wairvan Roordama landen ten oosten ende Sijts Jans weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate leech landt , wairvan Tsaelinck Pieterzoon ten oosten ende Jan te Hoogerzijl ten westen naestlegers zijn , Noch acht pondematen saet- landt, wairvan Roordama landen ten oosten ende t Convent van. Lidlum ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saet- landt, wairvan t Convent van Lidlum aen beijde zijden naestleger es , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Tsaelinck Pieterzoon ten suijden ende t convent van Lidlum ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Mynheer d Abt van Lidlum lantheer es , Noch vijff pondematen saetlandt ende greijdlandt, wair- van Roordama landen ten noorden ende t Convent van Lidlum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven vijff pondematen Syts Lieuwe weduwe lantvrouwe is , Noch twee pondematen me- den , wairvan Roordama landen ten oosten ende Willem Abinga ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden, ge- huijrt van Jacob Thoniszoon te Minnertsgae , wairvan Dirck Fenije ten westen ende Jan Thomaszoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven twee pondematen die patroon te Thiemarum lantheer es. Sumarem up/ ponden. 26. .Rgurdt Feyckezoon ende Gaets zijn echte wyff hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken twee pondematen meden , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten twee pondematen meden , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende westen naestleger es , Noch vijff pondematen meden ende saetlant toe gaeder leggende in Sickema fen, wairvan Taecke Roorda landen ten oosten ende Sicke Boenie ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt , wairvan Sicke Bonnie ten oosten 148 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ende Sijbe Tijerckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch ander- halve pondemate saetlandt , leggende in Boenije landt , wairvan Lolcke Lieuwezoon ten suijden ende Sicke Bonnie ten noorden naestlegers Noch een halve pondemate meden , wairvan die patroon van Firdigum ten westen ende Trijn Bottis ten oosten naestgelandt Noch seven pondematen fennen , die vuijterste fenne genoempt, wairvan Renick Roorda te Menaldum ten oosten ende die susteren van Tijemarum ten westen naestlegers zijn, Noch ne- gen pondematen fennen , die opperste 'Jenne genoempt mijt diedri e werren saetlandt, dair van die fen affgesloten is mijt die huijs- werren saetlandt, dair van die fen affgesloten is mijt die huijs- steedt int viercant dair noch bij leggende een stuck maedlandt aen die oosterzijde hietende die lange mede, groot zijnde vijff ponde- die oosterzijde hietende die lange mede, groot zijnde vijff ponde- maten, wairvan Pijbe Gerroltsma landmeter van Wirdum ten oos- maten, wairvan Pijbe Gerroltsma landmeter van Wirdum ten oos- ten ende Renick Roorda van Menaldum ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Johan Roorda erven ten oosten ende Renick van Menaldum ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate, die lutke fen genoempt, leggende voir Rijurdt voorscreven huijs mijt twee pondematen saetlandt van die- selve fen aftesloten, wairvan Renick Roorda te Menaldum ten oosten ende die susteren te Thiemarum ten westen naestlegers zijn, Noch een half pondemate saetlandt ende maetlandt te saemen , Noch een half pondemate saetlandt ende maetlandt te saemen , wairvan Roordama ten suijden ende Pijbe Gerroltsma lantmeter erven ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate lants , wairvan die susteren te Thiemarum ten oosten ende westen naest- legers zijn , Noch een half pondemate , hietende die Steedt mijt een pairt meden lants aen die Steedt bij Geert Aedsis huijs, wair- van Heer Foppe ten westen ende die Susteren van Thiemarum van Heer Foppe ten westen ende die Susteren van Thiemarum ten oosten naestlegers zijn Noch in Kamminga dammen twee pon- dematen meden, wairvan Sinte Martens prochie ten noorden ende Hette Sijtthiezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie ponde- maten leech landt bij Feddrich huijs op die mede, wairvan Mijn- maten leech landt bij Feddrich huijs op die mede, wairvan Mijn- beer van Lidlum ten oosten ende Roordama Erven ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sehelte van Lyau- ekama lantheer es. ekama lantheer es. Sumarem xriv ponden. 27. Abbe Gerloffzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt deur Gosse Foeckezoon zijn meijer te gebruij- cken achtien pondematen fennen , wairvan Meester Jacob te Her- cken achtien pondematen fennen , wairvan Meester Jacob te Her- lingen ten oosten ende westen naestleger es, Noch ses pondematen maeden ende saetlandt , wairvan die patroon ten westen ende Abbe THIEMARUM. 149 voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen me- den ende saetlandt , wairvan Meester Jacob ten westen ende Abbe voorsz. ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saet- landt mijt drie eijnsen , wairvan Meester Jacob ten oosten ende westen naestleger es , Noch negen eijnsen wairvan die pastorie ten oosten ende westen naestleger es, Noch ses pondematen mae- den, wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende westen naest- leger es , Noch vier pondematen saetlant , wairvan Renick Roorda te Menaldum ten oosten ende de voorscreven pastoer ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen , wairvan Schelte Lijau- ckama ten westen ende Meester Jacob voorscreven ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Schelte Lijau- ckama ten oosten ende Abbe Gerliffzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Abbe Gerloffzoon van mum On dochter lantheer es. Sumarem xL iv ponden ix eijnsen. 28. Tzaeling Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen leege me- den , die voorscreven Kerck toecomende , wairvan Pieter Eeuckezoon van wegen tConvent van Lidlum ten westen ende Botte Sijbezoon van wegen Anna Roorda ten oosten naestlegers zijn , Noch seven- thien pondematen saetlandt ende fenlandt aen malcanderen Jouffrouw Foeckel voorscreven toecomende, wairvan Pieter Eeuckezoon van we- gen tConvent van Lidlum ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden , Heer An- thonis van wegen zgn vicarie toecomende, wairvan Claes op die Hem- men als lantsaet van wegen Taecke Roorda weesen ten westen ende Jacob Pieterzoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscre- ven landen Jouffrouw Foeckel van Martena, die Kerck van Thiema- rum ende Heer Thonis van on vicarie wegen lantheeren ende lant- vrouwen zijn.Sumarem xxiv ponden. 29. Dirck Saeckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijken vijff pondematen fennen , wair- van Heer Hessel van wegen zijn prebende ten oosten ende Schelte Lijauckama ten westen naestlegers zijn, Noch acht pondematen meden , wairvan die pastoer te Thiemarum ten westen ende die Beghijnen ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen me- den , wairvan Jan Smidt ten westen ende die Beghijnen te Thie- 150 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. marum ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Heer Thomas van wegen zyn Vicarie te Thiemarum lantheer es. Sumarem xv ponden. 30. Schelte Foppezoon heeft ons scriftelelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fen- nen, die koefenne genoempt , wairvan Claes Janszoon ten suijden ende t Convent van Lidlum ten westen naestlegers zijn , Noch twin- tich pondematen meden mijt die saetwallen , wairvan Dirck op die Tijolen ten oosten ende Frans Abbezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch negen pond ematen saetlandt mijt die huijssteedt, wair- van die heerenwech ende Lieuwe Aggezoon weduwe ten westen ende Lieuwe te Kahoel ten noorden naestlegers zijn, Noch ses ponde- maten meden naest Hoggewal , wairvan t Convent van Lidlum ten oosten ende Renick op dat terp ten westen naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen t Convent van Lidlum lantheer es. Sumarem L ponden. 31. Taecke Hogthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen , wairvan Renick Roorda te Menaldum ten oosten ende Hessel Mar- tena erven landen ten westen naestlegers zijn, weicke voorsz. vier pondematen hij Epe Martenzoon voir een jair verhuijrt heeft, Noch twee pondematen leege meden selffs bruijckende, wairvan Douwe Douwezoon naestleger ten westen , Tzijets Johans wijff te Herlin- gen ten oosten naestlegers zijn Noch een pondemate leechlandt scuffs bruijckende, wairvan Johan Roorda weesen landen ten oosten ende Dirck Dirckzoon , woonende te Leeuwairden ten westen naest- legers zijn , Noch een pondemate hooge meden selffs bruijckende, wairvan t Convent van Lidlum ten suijden ende noorden naestle- gers zijn, van weicke voorscreven landen die Costerie te Thiemarum lantheer es.Sumarem viii ponden. 32. Here Lollezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen, wair- van Johan Roorda erven landen ten westen ende Heer Thomas vicarius landen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden ende saetlandt mijtte wallen aen die fennen gelegen tsa- men gereeckent, wairvan die pastorie landen van Thiemarum ten westen ende Heer Thomas vicarius aldair ten oosten naestlegers THIEMARUM. 151 zijn , van weicke voorscreven landen Schelte van Lyauckama lant- heer es. Sumarem vu ponden. 33. Botte Sybezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondematen meden mijt die saet eeckeren , wairvan Taecke Roorda weesen landen ten oosten ende Frans Abbezoon ten westen naestlegers zijn, Noch vijf- tien pondematen fennen mijt die saedwallen, wairvan Schelte Lijau- tien pondematen fennen mijt die saedwallen, wairvan Schelte Lijau- ckama landen ten westen ende Taecke Roorda weesen landen ten ckama landen ten westen ende Taecke Roorda weesen landen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt ende maet- landt, wairvan Rins Thomas weduwe ten westen ende Dirck Dirck- landt, wairvan Rins Thomas weduwe ten westen ende Dirck Dirck- zoon met zijn adherenten ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate maeden leechlandt, wairvan Taecke Ringe ten westen ende Douwe Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pon- demate meden leechlandt , wairvan Taecke Ringe ten oosten ende Taecke Hotzezoon coster in Thiemarum ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen maeden, wairvan Taecke Coster ten oosten ende de patroon te Thiemarum ten westen naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen Botte voorsz. ende eToucke Doeckle- soon sijn Swaeger zijn grontheeren. Sumarem XXVIJ ponden. 34. Heer Thomas Nonesius , Vicarius te Thiemarum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruij- cken vijff pondematen fennen, die hij mijt koegangen beslaegen cken vijff pondematen fennen, die hij mijt koegangen beslaegen heeft , wairvan Heer Hessel prebendarius in Thiemarum ten oosten ende Schelte Lijauckama landen ten westen naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen die Vicarie te Thiemarum lantheer es. Sumarem v ponden. 35. Herman Hermanzoon oft Begnw Claes dochter zijn hugsvrouw heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eedt verclairt te gebruijcken Brunega Saet , groot zijnde vier pondemaeten saet- landt mijt die huijssteedt , wairvan Taecke Roorda weeskinderen landen ten oosten ende Trijn Claes Jans weduwe ten westen naest- legers zijn, Noch twintich pondematen fennen mijt die lange acker, wairvan Jouffrouw Foeckel van Martena ten oosten ende Abbe Pie- wairvan Jouffrouw Foeckel van Martena ten oosten ende Abbe Pie- terzoon ten westen naestlegers zijn Noch thien pondematen mae- den , wairvan Jouffrouw Foeckel voorscreven ten oosten ende Trijn Claes Jans weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch vier ponde- maten meden , wairvan Trijn Claes Jans weduwe ten suijden ende noorden naestleger es, Noch twee pondematen meden, wairvan 152 Mil TENDIJCKS DIJCKAGIE. Frans Abbezoon ten oosten ende Pijbe Landmeter erven landen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , leggende aen die huijsstjde , wairvan Taecke Roorda weeskinderen landen ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden bij t hijems herne , wairvan Trijn Claes Jans weduwe ten noorden naestleger ende voorts in die Saete beclempt is , van welcke voorscreven lan- den Auck Sgbren Aggis weduwe van d een het ft der voorscreven landen ende Taecke Roorda weeskinderen erven van d ander helft der voorscreven landen lantheeren zijn , Noch negen egnssen, leggende in de voorsz. Brunega Saete, wairvan die patroon van Thiemarum in de voorsz. Brunega Saete, wairvan die patroon van Thiemarum lantheer es , Noch drie pondematen leege meeden , hoorende tot Campstra Saet te Firdigum, wairvan de pastoer to Firdigum ten oosten ende Taecke Roorda weesen ten westen naestlegers zijn. Sumarem xLv in ponden ix eijnssen. 36. Heer Ggsbert, pater binnen t Convent van Thiemarum heeft ens scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te ge- bruijcken sess en veertich pondematen fennen , wairvan Hans Lieuwe zoon ende Wijbe Pieterzoon ten oosten ende Jan Taeckezoon ten westen Lieuwe Jacobzoon ten suijden ende die Conventualen van Thiemarum ten noorden naestlegers zijn , Noch derthien pondema- ten saetlandt , wairvan t Beghijnen clooster ten oosten ende Cam- mingelaen ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate wairvan t cloosters voorscreven eijgen fenne ten suijden ende t clooster voorsz. ten noorden naestlegers zijn , Noch derde- halve pondemate lants , wairvan Meijnert Janzoon ten oosten ende tClooster voorsz. ten westen naestlegers zijn, Noch ses pon- dematen van die Pastorie te Thiemarum die zij ten halven ge- bruijcken , wairvan Dirck in die stadt genoempt ten oosten ende t voorsz. Clooster ten westen naestlegers zijn , Noch seven pon- dematen meden aen twee stucken gelegen , wairvan Cornelis Lam- mana ten noorden ende Lammige laen ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen , wairvan Wijbe Pieterzoon ten oosten ende Sixma ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen me- den, die manne meden genoempt, wairvan Lieuwe Jacobzoon ten oosten ende Meijnert Janzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate meden , wairvan Rins Thomis ten oosten ende die Vicarius to Thiemarum ten westen naestlegers zijn , Noch dertien pondematen meden , wairvan Camminge laen ten oosten ende die Vicarius voorsz. ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Jarich Bauckezoon ten oosten ende THIEMARUM. 153 Rins Thomis ten westen naestlegers zijn , Noch vier Campen, ge- reeckent op ses pondematen , wairvan tvoorscreven Clooster ten oosten ende Camminge laen ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan Meijnert Janzoon ten oosten ende Hans Lieuwes ten westen naestlegers zijn, van dese voorscreven landen zijn die Beghgnen te Thiemarum lantvrouwen, Noch derde- halve pondemate in Camminga dam, wairvan Sixma ten suijden ende die patroon ten westen , t begijne clooster ten noorden ende Kamminga laen ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondema- ten lants, wairvan Sixma ten noorden, Rijurdt Smidt ten suijden ende Camminga laen ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pon- dematen meden, wairvan Johan te Hoogerzijl ten westen ende Brecht op die fenne ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die patroon van Thiemarum lantheer es , Noch vijff ponde- maten meden , wairvan Camminga laen ten oosten ende Roordema ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen lants, wair- van Jan te Hoogerzijl ten oosten ende Brecht op die fenne ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Vicarius van Thiemarwm lantheer es. van Thiemarwm lantheer es. Sumarem CXX11J ponden. 37. Tryn Hermans achtergelatene weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hairen eede verclairt te gebruijcken seventies pondematen fennen ende saetlandt te saemen, wairvan Jan te Hoo- pondematen fennen ende saetlandt te saemen, wairvan Jan te Hoo- gerzijl van wegen Tiets Gerbranda ten suijden ende Evert Marten- zoon lantsaete van Roordema ten noorden naestlegers zijn, Noch thien pondematen meden , wairvan Mijnheer toe Lidlum ten wes- ten ende Douwe Douwezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch ses pondematen leege meden, wairvan Botte Sijbezoon ten westen ende Rints Thomas weduwe ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pon- dematen meden , wairvan Rints Thomas ten westen ende Douwe Douwezoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Taecke .Ringe erven lantheeren zijn. Sumarem xxxvi ponden. 38. Tietz Sixma ende eTacob hair noon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken elliffte halve pondematen meden, wairvan die pastorie van Thiemarum ten westefi ende Johan Gerbranda ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden , wairvan die susters te Thiemarum ten drie pondematen meden , wairvan die susters te Thiemarum ten oosten ende Brecht oppe fenne ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen, wairvan Hette Sijtthiezoon ten noorden 154 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ende Geert Atzes ten suijden naestlegers zijn, Noch achtehalve pondemate meden ende saetlandt, wairvan die patroons landen ten suijden ende de voorscreven susters ten noorden naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden ende saetlandt tsaemen wairvan d abt van Lidlum ten oosten ende Trijn Claes Jams weduwe ten westen naestlegers zijn, Noch een en twintich pondematen fennen, wair- van Trijn Claes Janszoons weduwe ten westen ende Sijbe Jongema ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen saetlandt mijt die huijssteedt ende mijttet hoff, wairvan Schelte van Lijuackama landen ten westen ende Sijbe Jongema ten oosten naestlegers zijn, Noch negen eijnsen van die pastorie ten halven, wairvan Sijbe voirsz. ten suijden ende Tiets Sixma ten noorden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen van die Vicarie ten halven , wairvan Schelte Lijauckama ten westen ende die pastorie ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Tiets ende Jacob hair zoon lantheeren zijn alsoo zij bij hueren eede tselve oick geaffirmeert hebben. Sumarem Lvin ponden vi eijnssen. 39. Regns Thomas weduwe ende Bouwen hair zoon hebben ons scriftelicken -aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruij- cken vijff en twintich pondematen koefennen , wairvan Renick Roorda ten suijden ende die pastoer te Thiemarum ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen fennen, die hinxstefenne genoempt, wair- van Abbe Gerloffzoon ten westen ende Claes Janszoon ten oosten van Abbe Gerloffzoon ten westen ende Claes Janszoon ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden ende saetlandt toe saemen, wairvan Renick Roorda ten westen ende Abbe Gerloffzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch negende halve pondemate saet- landt mijt die huijssteedt, wairvan Renick Roorda ten oosten ende noerden naestleger es, Noch ses pondematen meden , wairvan Geert Atzis ten oosten ende Johan Roorda te Pietersbierum erven ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan Jarich Bauckezoon ten oosten ende Geert Atzis ten westen naest- legers zijn , Noch drie pondematen meden , leggende op Vibe me- den, wairvan Renick Roorda ten noorden ende Rijurdt Smidt ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen leege meden , wair- van Tzijets Sicxma ten oosten ende die patroon van Thiemarum ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen leege meden , wairvan die susteren van Thiemarum ten oosten ende Tiets Sixma ten noerden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan die susteren to Thiemarum ten instal ende die pastorie THIEMARUM. 155 te Thiemarum ten oosten naestlegers zijn, Noch elliffte halve pon- demate meden , wairvan Johan Roorda weesen ten oosten ende Douwe Douwezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch ses ponde- maten leege meden, wairvan Taecke Ringe ten westen ende Schelte Lijauckatna ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate leege meden , wairvan Taecke Ringe ten suijden ende d abt van Lidlum ten noorden naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Schelte van Lyauckama lantheer es, Noch vijif pondematen saetlandt , wairvan Frans Abbezoon ten oosten ende Scelte Lijau- ckama ten westen naestlegers zijn , van weicke voorscreven off pondematen Taecke Herema erffgenamen lantheercn zijn, Noch negen eijnsen bruijeken dese voorscreven lantsaeten van Heer Hessel pre- bendarius te Thiemarum die de prebendarius selffs aengegeven heeft als wij verstaen hebben , van weicke negen egnsen voorscre- ven die prebende van Thiemarum lantheer es, Noch vijff pondematen fennen , wairvan Taecke Roorda weesen landen ten oosten ende Tziets Johans te Pietersbierum ten westen dese vyff pondematen voorsz. brugct Eelcke Tgerckzoon , Noch een pondemate meden ende saetlandt te saemen, wairvan Johan Roorda weesen ten westen ende Arisen _Michielzoon ten oosten naestlegers zijn, weicke pondemate lants Gerrgt Pieterzoon gebrugct, Noch twee pondematen leege me- den , wairvan Taecke Ringe ten westen ende Johan Roorda erven ten oosten naestlegers zijn , dese twee pondematen wordden van Bints Thomas weduwe selffs gebrugct, van weicke voorscreven landen Bins Thomas weduwe selffs gebrugct, van weicke voorscreven landen Bins Thomas weduwe Ansma lantvrouwe is. Sumarem xci ponden. 40. Jetze Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thiendehalve pondemate fen- nen mijt die wester fenne wal, wairvan Jan te Hoogerzijl ten wes- ten ende Rijurdt Smidt ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pon- dematen meden ende saetlandt toesaemen , wairvan Rijurdt Smidt ten noerden ende suijden naestleger es , Noch vier pondematen saetlandt mijt die huijssteedt ende meden toe saemen, wairvan Rijurdt Smidt ten oosten ende Heer Foppe ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Rijurdt Smidt ten oosten ende Foeck Jarichs ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan Heer Foppe ten westen ende suijden naestleger es, Noch een halve pondemate saetlandt , wair- van beer Foppe ten westen ende Bauck Taeckis ten suijden naest- legers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt, wairvan Pier 156 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. Jellezoon ten oosten ende Sijbe Tijerckzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Wijbe Pieter- zoon ten westen ende Dijrck Lijcklezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden leege landen , die Frouck toe Biedt toehooren , wairvan Jacob Sijcxma ten westen ende Rins Tho- mas ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Eets Goffe Roorda woonende te Betanien int Clooster lantvrouw is. Sumarem xxii ponden. 41. Bomcke Sgmonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Wgtzema Saet, groot zijnde seven pondematen lants mijt die huijssteedt, wairvan Abbe Gerloff- zoon ten westen ende Trijn Claes Jans weduwe ten oosten naest- legers zijn, Noch seven ende twintich pondematen, wairvan die pastoer van Thiemarum ten westen ende Abbe Gerloffzoon ende die patroon ten oosten naestlegers zijn , Noch sestien pondematen wairvan Abbe Gerloffzoon ten westen ende Trijn Claes Jans weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen min drie eijn- sen , wairvan Trijn Claes Jans weduwe ten oosten ende Abbe Ger- loffzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen , wair- van Renick Roorda ten oosten ende westen naestleger es , Noch een pondemate , wairvan Trijn Claes Jans weduwe ten oosten ende Wijtthiema wech ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscre- ven landen d eggendont toecompt Wgtthie Begema mijt gtlicke andere ende t vruchtgebrugck Meester Jacob van Scagen nae vuijtwijsinge van Anna Hate dochter leste wile. Sumarem loci ponden ix eijnsen. 42. Sgbe Tgerckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vijff pondematen meden ende saetlandt , wairvan Heer Foppe erven ten oosten ende Pietrick Lam- merts ende Hette Sijtthiezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Eelck Watzes grontheer es, Noch twee ponde- voorscreven landen Eelck Watzes grontheer es, Noch twee ponde- maten meden, wairvan Jetze oppe Meden ten oosten ende westen naestleger es , van dese voorscreven twee pondematen zijn de Sus- ters van Thiemarum lantvrouwen , Noch een pondemate meden, wair- van Joucke Doecklezoon ten oosten ende westen naestleger es , Noch ses pondematen meden , wairvan Wijbe Pieterzoon ten oosten ende Tijets Sixma ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sgbe Tgerckzoon grontheer es als hij bij zijnen Bede verclairt heeft, Noch twee pondematen meden ende saetlandt , wairvan Sicke heeft, Noch twee pondematen meden ende saetlandt , wairvan Sicke Sickezoon ten oosten ende Baucke Feddricx ten westen naestlegers THIEMARUM. 157 zijn , van welcke twee pondematen voorscreven t Convent van Lidlum lantheer es , Noch vijff pondematen fennen, wairvan die Busters lantheer es , Noch vijff pondematen fennen, wairvan die Busters voorscreven ten suijden ende Jan Taeckezoon ten noorden naestle- gers zijn , Noch vijff pondematen meden ende saetlandt, wairvan Heer Hessel prebendarius te Thiemarum ten westen ende Otto Bauckezoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sgbe Tgerckzoon lantheer es , Noch twee pondematen saet- landt, wairvan Cornelis Lamminga ten oosten ende westen naest- leger es, van welcke voorscreven twee pondematen Taecke Ringe erven lantheren zijn, Noch sestien pondematen fennen, wairvan Tiets Sicxma ten westen ende Cornelis Lammiga ten oosten naestlegers Sicxma ten westen ende Cornelis Lammiga ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wair- van Tiets Sixma ten westen ende Cornelis voorscreven ten oosten van Tiets Sixma ten westen ende Cornelis voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt wairvan Tiets Sixma ten noorden ende Frans Abbezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt , wairvan Jan Taeckezoon ten oosten ende Lenaert Janzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Taecke Ringe erven grontheeren zijn. Sumarem Lvi ponden. 43. Lenaert Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken seven pondematen 'ants, wair- van Jan Taeckezoon ten oosten ende Douwe Goffezoon ten westen van Jan Taeckezoon ten oosten ende Douwe Goffezoon ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen fennen, gelegen in Atthie- ma zaet, wairvan 'Jan Taeckezoon ten beijden zijden naestleger es, van welcke voorscreven landen Douwe Sgmonzoon lantheer es. Sumarem ix ponden. 44. Jacob Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vijff pondematen landts after zijn huijs gelegen, wairvan Jan Taeckezoon ten westen ende Alle zijn huijs gelegen, wairvan Jan Taeckezoon ten westen ende Alle Hettezoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem v ponden. 45. Jan Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen mijt die saedwal ende huijssteedt te saemen in een besloten , wairvan Gerbren Gerbrenzoon ten westen ende Sijbe Tijerckzoon ten oosten naestlegers zijn Noch twee pondematen leege meden , wairvan Tiets Sijcxma ten westen. ende Rints Thomas weduwe ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die patroon te Thiemarum lantheer es. Sumarem vi ponden, 158 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 46. Cornelis Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie ende twintichste halve pondematen fennen, die koefenne genoempt, wairvan Pieter Jellis pondematen fennen, die koefenne genoempt, wairvan Pieter Jellis ten oosten ende Willem Abinghe ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen fennen, die peerdefenne genoempt, wairvan Willem Abinghe ten noorden ende Pijbe Foeckezoons erfgenamen ten suij- den naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Bauck Taeckis weduwe ten noorden ende Taecke Ringe ten suij- den naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Pier Jellis ten oosten ende westen naestleger es , Noch ses pondematen saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan Dirck Lijcklezoon ten oos- ten ende Sijbe Tijerckzoon ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen saetlandt, wairvan Taecke Ringe ten oosten ende Sijbe Tijerckzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saet- landt , wairvan Sijbe Tijerckzoon ten oosten ende die grontheer van dese landen mijt zijn bruers ende susters ten westen naestle- gers zijn I Noch ses pondematen meden , wairvan Pier Jellis ten oosten ende Rijurdt Smidt ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Sijts Lieuwes ten oosten ende Meij- nert Janzoon ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve ponde- mate meden , wairvan Meijnert Janzoon ten oosten ende Rints Thomas weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch achtehalve pondemate meden mijt een acker saetlandt, wairvan die Susters van Thiemarum ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen meden, wairvan Baucke Feddricxzoon ten westen ende Rints Thomas weduwe ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Taecke Binge mijt zijn broeders ende susters grontheeren zijn. Sumarem LXX1J ponden. 47. Claes Janzoon op die Hemmen heeft ons scriftelicken aenge- geven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien ponde- maten meden, die barnde meer genoempt, wairvan t Convent van Lidlum ten westen ende Bouwen op die Cliouren ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate meden, wairvan Heer Thomas ten oosten ende Botte Sijbezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een en twintich pondematen fennen, wairvan Gerrijt Pieterzoon ten westen ende Gerbren Gerbrenzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden , wairvan Bauck Taeckis ten oosten THIEMARUM. 159 ende Taecke Roorda weesen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Taecke Roorda erven lantheeren zijn. Sumarem ma ponden. 48. Licuwe Taeckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen greijd- landt ende saetlant toe saemen , wairvan Willem Pieterzoon ten oosten ende Willem Abinge swaiger ter westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant , wairvan Jan Taeckezoon ten oosten ende Jocob Janzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Ale Hettezoon, te Oosterbierum lantheer es. Sumarem vi ponden. 49. Hettie Sgtthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate saetlandt , leggende in Kamminga landt , wairvan Frans Abbes ten suijden ende Sijbe Jongema ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen leggende in Kamminga dam-nen , wairvan Jacob Sijcxma ten suij- den ende Katrijn Kammingha ten noorden naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden, wairvan die prebendarius te Thiemarum ten westen ende Sijbe Jongama ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden , wairvan Renick Roorda te Menaldum ten suijden ende Jeesse Albertzoon ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Hette Sytthiezoon lantheer es , antlers dan Eekke Watthiezoon rnijt sijn bruers ende susters die vier pondematen Eekke Watthiezoon rnijt sijn bruers ende susters die vier pondematen toecomen die hier lest gescreven staen. toecomen die hier lest gescreven staen. Sumarem viii ponden. 50. Meynaert Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclaert te gebruijcken achtien pondematen fen- nen , koefenne gen.oempt , wairvan Renick Roorda ten noorden ende suijden naestleger es, Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Aelcke Unije ten westen ende Taecke Roorda erven ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen fennen , die peerdefenne ge- noempt , wairvan Aelcke Unije ten noorden ende Renick Roorda ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt, wair- van die susteren te Thiemarum ten westen ende Renick Roorda ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Dirck Lijcklezoon ten noorden ende He' er Thomas ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Renick Roorda ten oosten ende die susteren toe Thiemarum ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Renick Roorda ten westen ende Pieter Claeszoons weesen ten oosten naest- 160 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. legers zijn, Noch seven pondematen meden, wairvan Renick Roorda ten noorden ende Taecke Roorda erven landen ten suijden naest- legers zijn Noch vijftehalve pondemate meden , wairvan Pieter Claeszoon erven ten suijden ende ten noorden naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden, waervan Pieter Claeszoon erven ten suij- ses pondematen meden, waervan Pieter Claeszoon erven ten suij- den ende Sijbren Lambertszoon ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , wairvan Sijbe Tijerckzoon ten suijden ende Lieuwe Jacobzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Bern Boijnzoon ten suijden ende Rints Thomas weduwe ten noorden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Hessel Hermana grontheer es. Sumarem Lx ponden. 51. Wybren Jellezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken achttien pondematen fen- nen mijt die huijssteedt ende een weer saetlandt, wairvan d abt van Lidlum ten oosten ende Heer Claes te Dongum ten suijden naestlegers zijn, Noch seven pondematen meden, wairvan Heer Claes voorsz. ten oosten ende Tiets Pieter Soets weduwe ten suijden naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden , wairvan t Con- yen van Lidlum ten oosten ende Heer Claes voorscreven ten wes- ten naestlegers zijn, Noch een half pondemate meden , wairvan Mijnheer voorscreven ten oosten ende die meer ten noorden naest- legers zijn , Noch een half pondemate meden, wairvan Mijnheer voorscreven ten westen ende oosten naestleger es , Noch een pon- demate saetlandt, wairvan Tijets Pieters voorscreven ten westen ende oosten naestlegers es, Noch twee pondematen meden, wairvan Tiets Pieters voorsz. ten oosten ende Mijnheer van Lidlum ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Meester Willem Lambertzoon ten oosten ende Tijets Pieters voor- screven ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden op die. Clouren , wairvan Wopcke Pieterzoon ten oosten ende Mijn- heer voorsz. ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate meden in die Hoppen , wairvan Rijurdt Heringa ten westen ende Tiets Pieters voorscreven ten suijden naestlegers zijn van welcke voorscreven landen d crfgenamen van salighe Johan Roorda gront- heeren zijn. Sumarem xxxvin ponden. 52. Pier Jellezoon heeft ons scriftelicken aengegeven -ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thin pondematen fennen , de koefenne genoempt , wairvan Taecke Ringe ten westen ende die THIEMARUM. 161 pastoer te Firdigum ten oosten naestlegers zijn , Noch drie ponde- maten fennen mijt een stuck saetlandt , wairvan Taecke Ringe ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, wairvan Taecke Ringe ten noorden ende den heerenwech ten suijden naestlegers zijn, Noch twee pondema- ten saetlandt mijt die wier ende huijssteedt , wairvan die voorscre- ven fenne ten noorden ende die patroonslanden ten suijden naest- legers Ain , Noch vier pondematen meden , wairvan Taecke Ringe ten westen ende Tijaerdt Jetsezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen meden , wairvan Hessel Hermana ten noorden ende Trijn Gratinge mijt vier pondematen ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wairvan Taecke Roorda erven ten suijden ende Sijbe Tijerckzoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Taecke Roorda erven lantheeren zijn, Noch vijff pondematen saetlandt, wairvan den heerenwech ten noorden ende Taecke Roorda erven ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven vyff pondematen die patroon te Thiemarum, lantheer es , Noch drie pondematen meden, wairvan die patroon toe Firdigum mijt acht pondematen ten oosten ende Wijbe Lammertzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke drie pondematen die patroon voorscreven oick lantheer es , Noch bruijct Pier voorscreven een pon- demate, dair air Taecke Roorda erven ten suijden ende de patroon te Thiemarum ten noorden naestlegers zijn, welcke pondemate van Campstra saet gebroecken is ende te Firdigum aengebrocht was , dan sal nu voertaen te Thiemarum schieten. Sumarem xxxix 'ponden. 53. Lieuwe Eeekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien pondematen lants, wairvan Tiets Sixma ten oosten ende Meester Jacob van Herlin- gen ten westen naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen fen- nen, wairvan d' abt van Lidlum ten oosten ende Jan Taeckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden ende saetlandt min drie eijnsen , wairvan Meester Jacob voorscreven ten westen ende Jan Taeckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Abbe Gerloffzoon ten westen ende Meester Jacob voorscreven ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tryn Claes Jans weduwe lantvrouw is. Sumarem xxxn ponden. 54. Jacob Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij 11 162 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. zijnen eede verclairt te gebruijcken twaelifl pondematen fennen, wair- van Ees van Roordama ten oosten ende Brecht oppe fennen ten van Ees van Roordama ten oosten ende Brecht oppe fennen ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wairvan heer Tomas vicarius ten westen ende die patroon ten oosten naestle- gers zijn , Noch een pondemate saetlandt van die pastorie ten hal- ven , wairvan Heer Tomas voorscreven ten westen ende Johan Gerbranda ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen fouffrouto Foeckel van Martena lantvrouto is. Sumarem xix ponden. 55. Anne Lietavezoon, molenaer heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen fen- nen mijt die wier daer die molen op staet ende die huijssteedt toe saemen wairvan Heer Thomas Vicarius te Thiemarum ten westen ende Foeck Jarichs ten oosten naestlegers Ain , van welcke voorscreven landen Taecke Roorda erfgenamen lantheeren zijn. Sumarem iv ponden. 56. Geri* Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate fen- nen , wairvan Taecke Roorda weesen ten oosten ende Rins Thomas ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt, wairvan Johan Gerbranda ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voorscreven landen Ariaen Michielzoon lantheer es. Sumarem Ill ponden. 57. Hans Lieuwezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen op Ulbe meden , wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende Aelcke Unije ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen in Suaerderhemrick, wairvan Claes Janszoons erfgenamen ten suijden ende Taecke Roorda erfgenamen ten noorden naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate in Swaerdera hemrick , wairvan Hessel Her- mana ten suijden ende noorden naestleger es, Noch twee ponde- maten , wairvan die beghijnen ten westen ende Claes Janszoons erfgenamen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen bij die tille , wairvan Hessel Hermana ten oosten ende Heer Thomas vicarius ten westen naestlegers zijn , Noch dat terpland mijt dat groot wer, , groot zijnde sevende halve pondematen mijt dat landt dat dair in beclempt leijt , wairvan Claes Janszoon erffgenamen ten dair in beclempt leijt , wairvan Claes Janszoon erffgenamen ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch viertien pondematen fennen mijt dat saedlandt in een ander beclempt , wairvan Hessel Hermana ten oosten ende Claes Janszoons erfgenamen ten westen THIEMARUM. 163 naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Renick Roorda te Menaldum lantheer es , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Jouffrouw Foeckel van Martena ten noorden ende Taecke Roorda erfgenamen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saet- landt van Heer Thomas voorscreven ten halven wairvan Renick landt van Heer Thomas voorscreven ten halven wairvan Renick Roorda ten oosten ende Hessel Hermana ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate zoo greijdlandt zoo saetlandt , dair hij van Heer Hessel in huijr gebruijct, dan die heeft Heer Hessel al van Heer Hessel in huijr gebruijct, dan die heeft Heer Hessel al aengegeven als wij oick bevonden hebben , van welcke voorscreven landen Heer Thomas Nonesius Vicarius in Thiemarum lantheer es. Sumarem xxxix ponden. 58. Foeck Jarichs weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken ses pondematen fennen , wairvan Frans Abbezoon ten noorden ende Taecke Roorda weesen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wair- van die susteren te Thiemarum ten oosten ende die Jees ten suij- den naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Frans voorscreven ten noorden ende Heer Hessel prebendarius in Thie- voorscreven ten noorden ende Heer Hessel prebendarius in Thie- marum ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen me- den , wairvan Frouck Goffes toe Rier ten westen ende Schelte Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jan Gerrgtzoon lantheer es. Sumarem xii ponden. 59. Jarich Bauckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclaert te gebruijcken achtien pondematen fennen ende meden aen malcanderen , wairvan Pieter Utzis van wegen ende meden aen malcanderen , wairvan Pieter Utzis van wegen t Convent van Lidlum ten oosten ende Johan te Hoogerzijl van wegen Tiets Gerbranda zijn grontvrouw ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Vicarie van Thiemarum lantheer es , Noch drie pondematen meden , wairvan die susteren van Bethanien ten oosten ende Schelte Lijauckama ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate , beclempt in Geert Atzis feline, die welcke zij nv selffs bruijckende is, Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Rins Thomis ten oosten ende Claes Gielis erfgenamen ten westen naestlegers zijn , Noch een ponde- mate saetlandt, wairvan Dirck Fenije van wegen die Beghijnen van Warckum ten beijden zij den naestleger es , Noch drie pondematen meden die hij Jarich voorsz. in de huijr heeft van wijlen Sijouck Hettis weduwe woonende te Wirdum , wairvan Feddericks erffge- namen ten oosten ende Dirck Finie van wegen Waarckumme sus- 164 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. teren ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by self's lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem XXV1IJ ponden. 60. Baucke ende Foppe Feddrioxzonen hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fennen , wairvan t Convent van Lidlum ten oosten ende Pieter Eeuckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff ponde- maten saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan Pieter Eeuckezoon maten saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan Pieter Eeuckezoon van wegen t Convent van Lidlum ten noorden ende Mijnheer van Lidlum ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen me- den , wairvan Sijts Jans weduwe van wegen t Convent van Lidlum ten noorden ende Cornelis Lammighe van wegen de erfgenamen van salighe Taecke van Herama ten suijden naestlegers zijn, Noch seven pondematen maeden, wairvan Cornelis Lamminge van wegen als voeren ten oosten ende Folckert op die fennen van wegen t Convent van Lidlum ten westen naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen meden , wairvan Douwe Goffezoon van wegen t Con- vent van Lidlum ten westen ende Hette Sijtthiezoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Conventualen van Lidlum lantheeren zijn , Noch vipitehalve pondemate meden , wairvan Folckert Wijbezoon van wegen salige Atte weeskinderen ten oosten ende Rints Thomas weduwe van wegen Schelte Lijaucka- ma ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven Oftehalve pondematen Baude ende Foppe voorsz. zyn broer lantheeren zijn. Sumarem XL1VJ ponden. 61. Beern Bogezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee en twintich pondematen fennen , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende Renick Roorda ten wester naestlegers zijn , Noch acht pondematen meden ende saetlandt, wairvan Renick Roorda ten oosten ende Taecke Roorda erven ten westen naestlegers zijn , Noch seven pond ematen meden ende saetlandt , wairvan Renick Roorda ten oosten ende Taecke Roorda erven ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende Meester Jacob van Herlinghen ten westen naestlegers zijn Noch derdehalve pondemate saetlandt mijt die huijssteedt wairvan Schelte Lijau- ckama ten westen ende oosten naestleger es , Noch vier pondema- ten saetlandt , wairvan Schelte voorscreven ten westen ende Frans Abbezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen me- den , wairvan Hessel Hermana ten westen ende Taecke Roorda ten THIEMARUM, 165 oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Sijts Lieuwes ten westen ende die susteren van Thiemarum ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden , wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende westen naestleger es , Noch acht pondematen meden , wairvan die susteren voorscreven ten westen ende Willem Abbinga ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan Sijts Lieuwes ten oosten ende Dirick Lijcklezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate meden , wairvan Schelte voorscreven ten westen ende Geert Atzes ten oosten naestlegers zijn , Noch elliff pondematen meden , wairvan die pastoer ten oosten ende die coster ten westen naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Renick Roorda lant- heer es , Noch ses pondematen fennen , dair voir vijff schair deur- heer es , Noch ses pondematen fennen , dair voir vijff schair deur- gaens verhuert wordden , wairvan Jan Taeckezoon ten westen ende Lolcke Lieuwezoon ten oosten naestlegers zijn , van weicke voor- screven ses pondematen Bern Bogezoon ende zijn zuster lantheeren zijn , als hij bij eede hier voeren verclairt heeft. Sumarem LXXX1J ponden. 62. Wgbe Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken viertien pondematen fennen , de koefenne genoempt , wairvan Taecke Roorda erfgenamen ten noor- koefenne genoempt , wairvan Taecke Roorda erfgenamen ten noor- den ende Renick Roorda ten suijden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen *meden , wairvan Taecke Roorda erven ten suijden ende Hessel Hermana ten noorden naestlegers zijn , Noch twaeliff pon- dematen fennen , wairvan Lolcke Lieuwezoon ten suijden ende Renick Roorda ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondema- ten meden , wairvan Taecke Ringe erven ten oosten ende Renick Roorda ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden mijt die saedwallen , wairvan Hessel Hermana ten suijden ende Heer Foppe erven ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Hessel Hermana ten noorden ende Taecke Roorda erven ten suijden naestlegers zijn , Noch een pon- demate meden, wairvan heer Foppe erven ten suijden ende die armen van Thiemarum ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden ende saetlandt toe saemen , wairvan heer Foppe erven ten noorden ende heer Hessel prebendarius in Thiemarum ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt ende maetlandt toe saemen , wairvan die susteren van Thiemarum ten suijden ende Hessel Hermana ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt, wairvan Heer Hessel ten wec'' 166 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ende die susteren van Thiemarum ten oosten naestlegers zijn, Noch een half pondemate saetlandt, wairvan Hessel Hermana ten suij- den ende Renick Roorda ten noorden naestlegers zijn, Noch negen eijnssen saetlandt rontom in Aelcke Oenie landen beclempt, Noch drie eijnssen saetlandt, wairvan Hessel Hermana ten westen ende Renick Roorda ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden ende saetlandt toe saemen , in welcken die patroon een pondemate is hebbende ende die pastoer des gelgcken, wairvan Aelcke Oenije ten oosten ende Tijerck Jongema erven ten westen naest- legers zijn , Noch twee pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Renick Roorda ten suijden ende Hessel Hermana ten noor- den naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , die hg ten halven heeft van die patroon van Thiemarum , wairvan Heer Hessel prebendarius ten suijden ende Tijerck Jongema erven ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden en saetlandt toe sae- men , wairvan Renick Roorda ten suijden ende Heer Hessel pre- bendarius ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate zijn eijgen landt, wairvan Hessel Hermana ten westen ende Aelcke Oenije ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Pieter Claeszoon erffgenamen lantheeren zijn, vugtgesundert de twee leste percheelen daer hij selffs grontheer van is , als hij bij zijnen Bede verclairt heeft. Bede verclairt heeft. Sumarem Lxx ponden. 63. Jan .Regnerzoon, Sm,idt , heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vier pondematen lants, wairvan Here Hottinga weduwe ten suijden ende die susters ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by lant- heer es, als hij oick mede bij Bede verclairt heeft , Noch bruijct hij anderhalve pondemate lants in huijr van tConvent van Thie- marum , leggende op tsuijden van de Vicarius landt ende opt noerdt van die voorseijde vier pondematen, van welcke voorscreven ander- halve pondemate tConvent van Thiemarum, lantheer es. Sumarem 1TJ ponden. 64. Geert Atzis ende Folckert Wybezoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen mijt die huijssteedt, wairvan Anna Roorda ten oosten ende Elbrich mijt hair weeskinderen ten westen naestlegers zijn, van dese derthien pondematen voorscreven bruijcken zij de twaeliff ende Jarich Bauckezoon de eene als hij selffs oick verclairt heeft, Noch drie pondematen meden , wairvan Jarich Bauckezoon heeft, Noch drie pondematen meden , wairvan Jarich Bauckezoon THIEMARTJM. 167 ten oosten ende Schelte Lijauckema ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Heer Foppe erven ten oosten ende Foppe Feddrickzoon ten westen naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate leechlandt wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende die susteren van Thiemarum ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Frouck Goffis ten oos- ten ende Renick Roorda ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende die huijssteedt ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden mijt een Becker saetlandt , wairvan die susteren voorsz. ten meden mijt een Becker saetlandt , wairvan die susteren voorsz. ten oosten ende huer eijgen fenne ten westen naestlegers zijn , Noch oosten ende huer eijgen fenne ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan die Beghijnen voorsz. ten oosten ende Foeck Jarichs ten westen naestlegers zijn. , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan die Beghijnen van Waarckum ten westen ende Sijouck Hettis weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Geert ende Wijbe voorsz. lennen ten oosten ende Feddrickx erven ten westen naest- legers zijn , Noch vierdehalve pondemate fennen , polfen genoempt, wairvan Tiets Sixma ten noorden ende Taecke Roorda weesen ten wairvan Tiets Sixma ten noorden ende Taecke Roorda weesen ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xxxi ponden. 65. Frans Wopekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen fennen, meden ende saedwallen , die gelegen zijn om de voorscreven me- den , wairvan Johan Roorda erven ten westen ende die vicarie lan- den te Thiemarum ten oosten naestlegers zijn , Noch twee ponde- maten terpland mijt die huijssteedt ende mijt een cleijn gras camp, wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende Roordumma ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen saetlandt, wair- van Schelte Lijauckama ten oosten ende Johan Roorda erven ten van Schelte Lijauckama ten oosten ende Johan Roorda erven ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Pas- torie van Thiemarum lantheer es. Sumarem xvlii ponden. 66. Jan te Hoogerzyl heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertich pondematen fennen , wairvan Douwe Douwezoon ten westen ende Jarich Bauckezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlandt, wairvan Eelcke Tijerckzoon ten oosten ende Jarich Bauckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen leege me- den , wairvan Douwe Douwezoon ten oosten ende Taecke Coster 168 BUITENDIJCKS DIJCKAGIE. ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate leech lants me- den , wairvan Pieter Eeuckezoon ten oosten ende Sijts Jan ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden, wairvan die Beghijnen te Thiemarum ten beijden zij den naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden , die lange mede genoempt, wairvan Bauck Taeckis ten westen ende Lolle Pieterzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden op die Hemmen , wairvan die heerenfer ten oosten ende Gerbren Gerbrenzoon ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen meden, wairvan die heeren fer ten oosten ende Jan toe Hoogerzijl voorscreven fenne ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen meden, wairvan Eelcke Tijerckzoon ten oosten ende den heerenwech ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt , wairvan die susteren van Thiemarum ten oosten ende Tiets Sixma ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Johan Gerbranda Er/ genamen lantheeren zijn. Sumarem Lxi ponden ix eijnsen. 67. Foppe Gerbrenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen meden , wairvan Anna Roorda ten suijden ende Schelte Lijauckama ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven pondematen ofte landen de Vicarie van Thiemarum lantheer es. Sumarem ii ponden. 68. Brecht Epic nagelaetene weduwe heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken vier ponde- maten fennen, wairvan Hesse] Mertena erven ten oosten ende Dieuw Sijmons toe Arum ten westen naestlegers zijn Noch drie ponde- maten meden , wairvan Tiets Sixma ten oosten ende die susteren van Thiemarum ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen zij zelffs lantvrouw es, als zij bij hairen eede verclairt heeft. Sumarem vu ponden. Sumarem vu ponden. 69. Evert Martenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff en dertich pondematen fennen, wairvan Douwe Douwezoon ten westen ende die heerewech ten oosten naestlegers zijn , Noch vijftien pondematen meden, wair- van Taecke Ringe ten westen ende die heerenwech ten oosten naest- legers zijn, Noch twintich pondematen meden mijt die saedtwallen, wairvan Pieter Euckezoon ten westen ende die heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt mijt die berge Camp, Aesgue steedt genoempt, wairvan die huijssteedt ten westen ende den heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve THIEMARUM. 169 pondemate saetlandt, wairvan Mijnheer toe Lidlum ten oosten ende westen naestleger es, Noch een halve pondemate saetlandt , wair- van Mijnheer van Lidlum ten beijden zijden naestleger es , Noch viertien pondematen saetlandt, wairvan Mijnheer toe Lidlum ten Westen ende Johan Roorda erven ten oosten aen die huijsstede naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Johan Roorda erf- genamen lantheren zijn. Sumarem Lxxxix ponden. 70. Arent Henrickzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een half pondemate lants, wairvan die patroon toe Firdigum mijt twee pond–maten ten wes- ten ende Boote Bootezoon ten oosten naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen Tiaerdt J'etses lantheer es. Sumarem een halve ponde. 71. Fedde Harda heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate lants, ge- legen op die Sijlroede wal, weicke Douwe Douwezoon t Ooster- legen op die Sijlroede wal, weicke Douwe Douwezoon t Ooster- bierum gebruijct, wairvan die Zijlroedt ten westen ende Jan te Hoogerzijl ten oosten naestlegers zijn. Sumarem IIJ ponden. 72. Jan Sgbrenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen saetlandt sommighe roeden min , wairvan die olde dijck ten suijden Jan. Taeckezoon ten noorden ende oosten ende Jacob Janzoon ten wes- ten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Alle Hettezoon lantheer es. Sumarem iii ponden. 73. Lieuwe Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants , gelegen op Mannemeedt, wairvan Hessel Hermana ten suijden ende die susteren van Thiemarum ten noorden naestlegers zijn. Sumarem ii ponden. 74. Prelaet van Lidlum , Dominus Godefridus Zwollis heeft ons scriftelicken aengegeven ende in verbis sacerdotij verclairt te ge- bruijcken van t Convent van Lidlums wegen vierde halve ponde- mate lants, de Crom wer genoempt, wairvan die olde zijlroede nae Coldehoe ten westen ende t Convent voorsz. landen ten oosten naestlegers zijn , Noch viertien pondematen lants, die olde osse fen genoempt , wairvan Schelte Sijnade lantsaet, van t Convent van genoempt , wairvan Schelte Sijnade lantsaet, van t Convent van Lidlum, ten noorden ende t Convents landen ten oosten naestlegers 170 BULTTENDIJCKS DIJCKAGIE. zijn , Noch vierdehalve pondematen , die tranen genoempt, wairvan t Convent van Lidlum landen rondsomme naestlegers zijn , Noch vier pondematen lants, dair die Capelle toe Oldeclooster genoempt op staet , wairvan den heerenwech ten oosten ende 's convents voorscreven landen ten westen ende voorts rontsomme naestlegers zijn , Noch thien pondematen fennen , die smidts fen genoempt wairvan Pieter Eeuckezoon lantsaete toe Lidlum over die wech ten oosten ende suijden naestleger es , Noch negen pondematen lants, die poert fen genoempt, wairvan Pieter Eeuckezoon ten suijden ende Scelte Sijnaede ten noorden naestlegers zijn. Nota dat dese n en pondematen nv gebruijct wordden bij Frans Abbezoon als bij hem oick verclairt is , hoewel zij tot dabts posses hooren ende dairom behooren hier ende nijet in Fransse aenbrengh to staen. dairom behooren hier ende nijet in Fransse aenbrengh to staen. Noch negen pondematen fennen , Hesselinge fennen genoempt , wair- van t Convent voorsz. rontsomme naestleger es , Noch vierdehalve pondemate lants, gelegen op die Zijlroedewal ende dat lange landt genoempt wairvan Riscke op terp lantsaet van Lidlum over die olde zijlroede ten westen ende t Convent van Lidlum ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen fennen , Rintse fen- nen genoempt, wairvan t Convent voorscreven rontsomme naestle- nen genoempt, wairvan t Convent voorscreven rontsomme naestle- ger es , Noch thien pondematen meden after die abdije van t Con- vent voorsz., wairvan. Pieter Eeuckezoon lantsaet van Lidlum ten noorden ende Roordema erfgenamen ten oosten naestlegers zijn , Noch viertich pondematen meden aen vier stucken gelegen ten suijden van de voorscreven thien pondematen , wairvan Sijts Jo- hans weduwe van Lidlum lantsaete ten oosten ende t Convents voorscreven landen ten westen naestlegers zijn , Noch thien pon- dematen lants, Hotterich ende kalvere campen genoempt, wairvan Sijts Johans weduwe ende Baucke Fedderickzoon beijde Lidlum lantsaeten ten oosten ende t Convents landen ten westen naestle- gers zijn , Noch vijftien pondematen lants , dat olde Et over die koetille genoempt , wairvan Rijurdt Smidt ten oosten ende Baucke Feddrickzoon lantsaet van t voorscreven Convent ten westen naest- legers zijn , Noch dertich pondematen lants , die koeijen fenne ge- noempt mijt die meerswal , wairvan Bauck Feddricx voorsz. ten noempt mijt die meerswal , wairvan Bauck Feddricx voorsz. ten oosten ende t convents landen ten westen naestlegers zijn , Noch dertich pondematen leech lants , die barne meer genoempt, wair- van Claes op die Hemmen ende Cornelis Lammige ten oosten ende den heerenwech ten suijden naestlegers zijn, Noch vier en twin- tich pondematen lants , die lange hoeven genoempt, wairvan Wij- THIEMARUM. 171 brandt op Piers wer van wegen Roordama erfgenamen ende Rijurdt Heringe te Dongum beijde ten westen naestlegers zijn , Noch twin- tich pondematen lants , die corte dalen ende die claveren genoempt, die helft leech landt, wairvan Rijurdt Heringe voorsz. ende Wij- die helft leech landt, wairvan Rijurdt Heringe voorsz. ende Wij- brandt op Piers wer voorsz. ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen Eeskes landt mede in die claveren beclempt , wairvan pondematen Eeskes landt mede in die claveren beclempt , wairvan Heer Claes Vicarius toe Dongum ten oosten ende Rijurdt Heringe ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen lants bij die claveren dat Frans Abbezoon bruijct gelegen , wairvan Vupcke Pie- terzoon lantsaet van Schelte Lijauckama ten suijden ende Cornelis Heijnzoon lantsaet van Meester Willem Lambertzoon te Franeker ten noorden naestlegers zijn., van welcke voorscreven landen die Conventualen van Lidlum lantheeren zijn. Sumarem 11 C Li ponden. 75. Dirck Lyekl000n heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht en vijftieh pondematen drie eijnsen negen penningen seven roeden ende vijff voeten fen- nen , saetlandt , maedlandt ende die huijssteedt toe saemen, wair- van Taecke Roorda erven ten oosten ende Trijn Claes Jans weduwe van Taecke Roorda erven ten oosten ende Trijn Claes Jans weduwe mijt die susteren van Thiemarum ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen vijff eijnsen ende thien roeden, wairvan Pijbe drie pondematen vijff eijnsen ende thien roeden, wairvan Pijbe Gerroltsma ten suijden ende Renick Roorda te Menaldum ten noor- den naestlegers zijn , Noch vijff pondematen vier eijnsen viertien penningen drie roeden ende ses voeten wairvan Trijn Gratinga penningen drie roeden ende ses voeten wairvan Trijn Gratinga ten suijden ende Sijbe Tijerckzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate twee eijnsen een roedt , wairvan Lolcke Lieuwe zoon ten noorden ende Douwe Douwezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate derthien penningen wairvan Taecke Roorda erven ten westen ende Hessel Hermana ten oosten naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Aelcke Oenye lantheer es , Noch een halve pondemate saetlandt van Heer Thomas ten halven , waervan Aelcke Oenije ten westen ende den heerenwech ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan die Beghijnen ten westen ende Sicke Gratinge weduwe ten oosten naestlegers zijn. Sumarem LXX1 ponden III eijnsen xvii penningen Ix roeden x1 voeten. 76. Trgnken Alberts dochter heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken een half pondemate saetlandt, wairvan die patroon te Firdigum ten oosten ende Rijurdt 172 BUIJ TENDIJCKS DIJCKAGIE. Smidt ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Pijbe Gerroltsma kinderen ten westen ende Taecke Herama ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Trgnicen voorscreven lantvrouw es, als zij bij hairen eede verclairt heeft , Noch vijftehalve pondematen fennen , wairvan den zeedijck ten noorden ende Tijaerdt Jetzezoon ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven vijftehalve pondematen Rgurdt Albertzoon lantheer es. Sumarem V1J ponden. 77. Tyaerdt Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen saetlandt, wairvan Lolcke Lieuwezoou ten westen ende Rijurdt Albertzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, wair- van Sicke Sickezoon ten westen ende Wijbe Lambertzoon ten oos- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate , wairvan Rijurdt Smidt ten westen ende Bauck Taeckis ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen d Abt van Lidlum lantheer es. Sumarem iv ponden. 78. Cornelis Hermanzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen saetlandts, wairvan t Convent van Lidlum ten westen ende Jancke Douwema op Langweer ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorsz. lan- den Rgurdt Albertzoon lantheer es.Sumarem iv ponden. Suma Sumarem ii M vi C LXXII ponden. ..............rØij::21kRP.......^•^•• OISTERBIERUM. 1. deer Sink pastoer to Oosterbierum ende Dirk Hermanzoon zyn landsate hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken dertich pondematen fennen, wairvan Jouf- OISTERBIERUM. 173 frouw Ympck van Lijauckama ten westen ende dabt van Lidlum ten oosten naestlegers zijn , Noch dertien pondematen meden , wair- van die prebendarius te Sexbierum landen ten westen ende Jou& frouw hi van Martena off Sicke Jasperzoon nu bruijcker van de landen ten oosten naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate meden, wairvan Heer Foppe prebenbarius t Oosterbierum ten oos- ten ende die Coster t Oisterbierum ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden, die campen genoempt , wairvan die slachte ten westen ende die laen ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan Mijnheer van Lidlum ten suijden ende die Vicarius van Oosterbierum aen die pastoers eijgen groote fenne ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen saetlant op die bueren t Oosterbierumn gelegen wairvan die vicarie van Oosterbierum ten oosten ende die reedt wech ten westen naestle- gers zijn , Noch vijff pondematen saetlandt ten oosten van de pas- torie huijs gelegen , wairvan Mijnheer van Lidlum ten oosten naest- leger es , Noch negen eijnsen saetlandt, wairvan Dirck Janzoon huijs ten suijden ende Jan te Cadeholstre weeskindt naestlegers zijn , Noch een half pondemate lants , t welck die pastoer 't een jair bruijct ende die Vicaris t ander jair, wairvan die zijlroede vial ten beijden zijden naestleger es , Noch twee pondematen lants leggende in die pasteerslanden Abbe Gabbezoon toecomende , Noch negen eijnssen lants , wairvan die patroonslanden ten beijden zijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Pastorie t' Oos- naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Pastorie t' Oos- terbierum lantheer es. terbierum lantheer es. Sumarem LX1XJ ponden. 2. Dirck Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijfthien pondematen fennen , wairvan Hessel Martenszoon erven ten westen ende die prebende van Oosterbierum ten oosten naestlegers zijn, Noch acht ponde- maten meden, wairvan Heer Sijmon ten oosten ende Heer Foppe ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden wairvan die abt van Lidlum aen beijde zijden naestleger es , Noch negen eijnsen saetlant, wairvan die abt voorsz. ten beijden zijden naest- leger es, Noch vier pondematen saetlandt , wairvan d' abt voorsz. ten beijden zijden naestleger es , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Lieuwe Taeckezoon ten suijden ende Heer Foppe ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan 174 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. die pastorie landen ten beijden zijden naestlegers zijn , Noch een pondemate huijssteden , wairvan de pastorie landen ten oosten ende pondemate huijssteden , wairvan de pastorie landen ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate Fedde Harda ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Fedde Harda ten westen ende Hessel Martens- zoon erven ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden, wairvan d Abt van Lidlum ten oosten ende die pastorie landen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Jan Taeckezoon ten suijden ende Sicke Jasperzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan Smenge steedt ten oosten ende Hessel Martenzoon erven ten wes- ten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die .Prebende van Oosterbierum lantheer es. Oosterbierum lantheer es. Sumarum xLlx ponden. 3. Aeger Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sevendehalve pondemate fen- nen , mijt die huijssteedt , wairvan die Costerielanden ten oosten ende die vicarie landen ten westen naestlegers zijn, Noch vier pon- ende die vicarie landen ten westen naestlegers zijn, Noch vier pon- dematen fennen , wairvan Lieuwe Taeckezoon ten westen ende Epe dematen fennen , wairvan Lieuwe Taeckezoon ten westen ende Epe Wopckezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch sevendehalve pon- dematen fennen, die noerdfenne genoempt , wairvan Heer Sijmen ten westen ende Epe Wopckezoon ten oosten naestlegers -zijn , Noch derdehalve pondemate fennen , die laenwal genoempt, wairvan derdehalve pondemate fennen , die laenwal genoempt, wairvan Epe Wopckes ten westen ende Hans Sijurdtzoon ten oosten naest- legers zijn Noch een half pondemate saetlandt, wairvan Wopcke Epezoon ten oosten elide Hancke Edezoon ten westen naestlegers zijn , Noch achtehalve pondemate meden , wairvan Schelte Foppe- zoon ten oosten ende Sicke Foppezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate meden , wairvan d'abt van Lidlum ten Noch vijftehalve pondemate meden , wairvan d'abt van Lidlum ten oosten ende Jancke Hesselzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate meden , wairvan Rippert Lieuwezoon ten oosten ende die beghijnen te Thiemarum ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Rennert toe Sexbierum ten oosten ende d'abt van Lidlum ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, wairvan die voorsz. Rennert ten beijden zijden naestleger es , Noch een pondemate meden , wairvan die- selve Rennert ten beijden zijden naestleger es , Noch anderhalve pondemate meden, wairvan die voorsz. Rennert ten westen ende d'abt van Lidlum ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan die abt van Lidlum ten oosten ende westen OISTERBIERUM. 175 naestleger es, Noch seventhien pondematen saetlandt ende maet- landt , wairvan die Vicarie t'Oosterbierum ten oosten ende Lieu- we Taeckezoon ten westen naestlegers zijn, Noch een ponde- mate saetlandt, wairvan Mijnheer van Lidlum ten oosten ende die Vicarie landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen t Convent van Lidlum lantheer es, Non) bruijckt hij anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Sijurdt Feijckezoon ten oosten ende Aele Hettezoon ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt , te weten die helft van een stuck, die brist genoempt, wairvan die Costerie van Oosterbierum ten suijden ende die prebende landen ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen lants aen twee stucken gelegen , wairvan Aele Hettezoon ten westen ende Albert Lieuwezoon ten oosten naestle- gers zijn, van welcke voorsz. landen Aeger Lieuwezoon voorsz. selffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij achtehalve pondemate maedlant ende saetlandt, wairvan d' abt van achtehalve pondemate maedlant ende saetlandt, wairvan d' abt van Lidlum ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voorsz. achtehatve pondemate die Vicarie t'Oosterbierum lantheer es. Sumarem LXXJ ponden. 4. Taecke Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken in Hibbema staten ende Saete twee en dertich pondematen fennen, wairvan die pastoers landen ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn, Noch elliff pondematen saetlandt , wairvan die fenne voorsz. ten westen ende die pastoers fenne ten oosten naestlegers zijn, Noch een pon- demate saetlandt, wairvan Fedde Harda ten beijden zijden naest- leger es, Noch twee pondematen saetlandt, wairvan die staten ende steed van Hibbema goet ten oosten ende die patroen te Sexbierum ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen saetlandt voir t huijs gelegen , wairvan Fedde Harda ten westen ende die pre- bende landen ten oosten naestlegers zijn, Noch twaeliff pondema- ten meden, wairvan t Convent van Lidlum ten suijden ende noor- den naestleger es, Noch drie pondematen meden , wairvan Hessel Mertena erven ten oosten ende de Vicarie van Oisterbierum ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden , wairvan die slachtedijck ten westen ende Pieter Walte erven ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden, wairvan Hans Meij- lema ten westen ende Fedde Harda ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Hessel Mertena erven ten westen ende Fedde Harda ten oosten naestlegers zijn , Noch drie 176 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. pondematen meden, wairvan die vicarie landen ten oosten ende Lidlema mer ten noorden naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden, wairvan Claes Janszoon ten noorden ende die Costerie van Oisterbierumme landen ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pon- dematen fennen , wairvan Fedde Harda ten beijden zijden naestle- ger es, Noch drie pondematen meden op die meenschair gelegen, wairvan die Slachte dijck ten westen ende Schelte Andla ten oos- ten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Jouffrouw Ympck van Lgaucleama lantvrouw es. Sumarem Lxxxiv ponden. 5. Douwe Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate lants , leggende op Oosterbierumme meden, Sircken Donije ten westen ende Taete Hesselzoon als huijrman ende Jouffrouw Ympck ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven anderhalve ponde- mate hij selffs grontheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem u ponden. 6. Taeten Hesselzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen ende acht eijnsen landts, wairvan die dijck ten noorden ende d Abt van Lid- lum ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen hij selffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft, Noch bruijct hij vier en twintich pondemaeten een eijnse seventien penningen hij vier en twintich pondemaeten een eijnse seventien penningen ende ses roeden saetlandt ende fennen mijt die huijssteedt toe saemen , wairvan die oude dijck ten suijden ende Ydsaerdt te Gro- vestins ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen lants, wairvan dat Convent van Lidlum ten westen ende Pieter Jurgien noon ten oosten naestlegers zijn , Depost heeft Fedde Harda ver- clairt , dat de drie pondematen dair boven nota bij staet bij de mate nijet grooter bevonden zoude wesen dan twee pondematen vier eijnsen achtien penningen ende drie roeden , Noch vier pon- dematen ses eijnsen een penninck ende vier roeden, gelegen ten suijden van Dongumme terp, Noch vierdehalve pondematen landts, gelegen in Walle riedt, wairvan Jan Jacobzoon ten westen ende Rijurdt Janzoon ten oosten naestlegers zijn; Dit leste porcheel van vierdehalve pondematen secht Fedde Harda nijet grooter te zijn nae de maet dan drie pondematen seven penningen. Sumarem xxxvin ponden IlIJ eijnse. 7. Jan Gothiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken Harda Staten negen en twin- OISTERBIERUM. 177 tich pondematen vier eijnssen viertien penningen saetlandt mijt die eester ende huijssteedt, streckende van Tzommema tot die slachte, Noch negen eijnsen thien I: enningen ende acht roeden saetlandt bij Tzommema ten oosten van die laen gelegen , Noch een ponde- mate twee eijnsen ende seven roeden saetlandt, gelegen ten noor- den van die groote fenne ende streckende tot aen den ouden dijck , Noch negentien pondematen drie eijnsen elliff penningen fennen, wairvan Mijnheer van Lidlum ten oosten ende Jan Taecke- zoon ende Doecke Haringhzoon ten westen naestlegers zijn, Noch negen pondematen een eijnse ende dertien penningen lants , wair- van Mijnheer van Lidlum ten westen ende die laen ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen seven eijnsen ende twaeliff penningen lants, Heslinga fen genoempt, ende te Sexbierum ge- legen , van welcke voorsz. landen Fedde Harda lantheer es. Sumarem Lxv ponden v eijnsen. 8. Hobbe Feddezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden, wair- van Jelger Rommertszoon ten noorden ende Doecke Haringzoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Vicarie van Oosterbierum lantheer es, Noch bruijct hij een ponde- mate elliff eijnsen veertien penningen ende ses roeden fennen mijt die huijssteedt, wairvan den heerenwech bij dat kerckhoff ten suijden ende die jonger priester landt dat Deer Foppe nv besidt ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate thien eijnsen vierthien penningen ende twee roeden saetlandt, wairvan die pa- troons te Oosterbierum landen ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen thien eijnsen ses penningen ende acht roeden meden, wairvan Sijtthie Tijardtzoon erven ten suijden ende Bennert Gerrijtzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate vijff eijnsen negen penningen ende een roede fennen, die onge fenne genoempt , wairvan Alle Doeckezoon ten westen ende Lieuwe Foppezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee ponde- maten ses eijnsen vijftien penningen ende thien roeden greijdlandt ende saetlandt, wairvan Sijbe Mathijszoon ten .00sten ende westen naestleger es ende zijn de voorseijde twee pondematen twee mael aengebrocht soo Fedde Harda seijt. Sumarem XII1J ponden twee eijnsen negen penningen. 9. Taecke erelgerzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen acht pennin- 12 176 BUDTENDIRKS DUCKAGIE gen twee roeden fennen gelegen aen den dijck ende Alle Hette- zoon ten suijden naestleger , Noch een pondemate drie eijnsen vijftien penningen ende ses roeden lants, die Camp genoempt, mijt die halve laen gelegen ten westen , wairvan Albert Lieuwezoon ten suijden ende die zeedijck ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen ses eijnsen ende dertien penningen greijdlandt ende saetlandt mijt die nijeuwe huijssteedt, streckende van den ouden dijck tot Albert Lieuwezoon huijs, wairvan die dijck voorsz. ten suijden ende Albert voorsz. ten noorden naestlegers zijn Noch acht eijnsen ende Albert voorsz. ten noorden naestlegers zijn Noch acht eijnsen viertien penningen ende acht roeden greijdlandt ende saetlandt, wair- van Goffe Eelckezoon ten westen ende Ale Hettezoon ten oosten naest- legers zijn, Noch vijff eijnssen ende sestien penningen lants, wairvan Jacob Edezoons weesen ten oosten ende Alle Hettezoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate seven eijnsen twaeliff penningen ende ses roeden saetlandts , wairvnn Riensma landen ten oosten ende Jacob Edezoon weesen ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate een eijnse vijff penningen ende ses roeden lants , die laenwal genoempt , wairvan die patroon t Oosterbierum landen ten westen ende die laen ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate ses eijnsen acht penningen ende vier roeden lants, strec- kende aen die oude dijck , wairvan Jan Sij urdtzoon ten oosten ende Bennert Gerrijtzoon ten westen naestlegers zijn , Noch seven pon- dematen negen penningen ende drie roeden lants, die baijns me- den genoempt, wairvan Reijner Ottema ten westen naestleger es, Noch een pondemate seven eijnsen ses penningen ses roeden lants maeden in die Schoemaeckers campen gelegen , Noch een mans madt, leggende in Wane rijel ende zijn ongemeten, van welcke voorscreven landen Sgreken Donge lantvrouiv es. Sumarem nae de meijers aengeven als hij secht de landen gehuert te hebben bedraecht vijff en twintich pondematen , dan nae de grontheeren seggen zoo is die bij de mate nijet grooter bevonden dan XX111J ponden. 10. Binnert Gerrijtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate ses eijnsen negen penningen ende acht voeten saetlandt , op die fenne genoempt, gelegen ten noorden van thuijs, wairvan Taecke Hibbema ten oos- ten ende westen naestleger es , Noch elliff pondematen negen eijn- sen ende drie penningen fennen mijt die huijssteedt, wairvan Taecke Hibbema ten oosten ende Jelle Minck weesen ten westen naestle- OISTERBIERUM. 179 gers zijn , Noch ses pondematen een eijnse seven penningen ende acht roeden saetlandt ende greijdlandt , gelegen ten suijden van die voorscreven fenne , Noch twee pondematen thien eijnsen elliff penningen ende acht roeden saetlandt ende greijdlandt, gelegen ten suijden vant voorscreven stuck lants, Noch acht pondematen vijff eijnsen ende thien roeden, hoewel dattet leijt voir thien pon- dematen, wairvan Jouffrouw Ympck ten westen ende Scelte Latze- dematen, wairvan Jouffrouw Ympck ten westen ende Scelte Latze- ma ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen acht pen- ningen vijff roeden lants, gelegen op Beijnts meden, wairvan Jouf frouw Ympck ten westen ende Schelte Latzema ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate twee eijnsen lants bij die slachte gelegen, wairvan die slachte ten westen ende Foppe Gabbezoons weesen ten noorden naestlegers zijn, Noch acht eijnsen vijff pen- ningen vier roeden, wairvan die patroon ten suijden ende die pas- torie landen ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Fedde Harda lantheer es, Noch bruijct hij Bennert voorscre- ven twee pondematen 'ants , aen den ouden dijck gelegen, wairvan die Vicarie te Oosterbierum ten westen ende Sircken Donije ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hij selffs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xxxix ponden vu eijnssen. 11. Douwe Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierthien pondematen drie eijnsen achtien penningen ende een roede fennen mijt die huijs- steedt , slachte endt genoempt , wairvan die slachte ten westen ende Alle Hettezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen Alle Hettezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen negen eijnsen maiden, Ongefenne genoempt, wairvan die slachte ende heerenwech ten westen end Alle Doeckezoon ten oosten naest- legers zijn , Noch drie pondematen seven eijnsen vier penningen ende ses roeden maedlandt mijt die Jaen , leggende in Walle riedt, van welcke voorscreven landen Fedde Harda lantheer es. Sumarem XX1IIJ ponden 11 eijnsen it penningen acht roeden. 12. Syurdt Feyekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen thien eijnsen elliff penningen drie roeden meden, Foppema saet genoempt, wairvan Sicke ten westen ende Anna Dirckzoon ten oosten naest- legers zijn , Noch vier pondematen acht eijnsen sestien penningen ende ses roeden greijdlandt ende saetlandt , die korns mijt die hinxstefenne genoempt , wairvan die slachte ten westen ende Ben- 180 BUINENDUCKS DIJCKAGIE. Wert Gerrijtzoon ten oosten naestlegers zijn Noch seven ponde- maten vier eijnsen drie penningen ende ses roeden, wairvan Douwe Douwezoon ten westen ende Bennert ten oosten naestlegers zijn Nod. een pondemate thien eijnsen negenthien penningen ende se- ven roeden fennen , die cleijne fenne genoempt , mijt die huijs- steedt , wairvan Riske Jeltezoon ten westen ende de patroon te Sexbierum ten oosten naestlegers zijn Noch vier eijnsen thien penningen vijff roeden lants, dat Cleijn terp genoempt, achter het huijs gelegen , wairvan den heerenwech ten suijden ende Jan Goij- thiezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen een pen- ningh saetlandt, leggende ten noorden van den ouden dijck , wair- ningh saetlandt, leggende ten noorden van den ouden dijck , wair- van Jan Sijurdtzoon ten westen ende Taete Hesselzoon ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Fedde Harda lant- Iteer es. Sumarem xviii ponden ii eijnsen ii penningen thien roeden. 13. Bijurdt Wilekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijden eede verclairt te gebruijcken drie pondematen saetlandt mijt die huijsteedt , wairvan die oude dijck ten noorden ende Jouf- frouw Jel Mertena ten suijden naestlegers zijn , Noch vier ponde- maten saetlandt, wairvan die oude dijck ten suijden ende Hiddema laen ten oosten naestlegers Noch drie pondematen greijd- landt , wairvan den ouden dijck ten suijden ende Mijnheer d' abt van Lidlum landen ten westen naestlegers zijn , Noch acht ponde- maten fennen , die breetfenne genoempt , wairvan Hiddema laen ten oosten ende d' abt van Lidlum ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen landts, gelegen ten suijden van die voor- screven fenne, wairvan Mijnheer d' abt van Lidlum ten beij- den zijden naestleger es , Noch thien pondematen saetlandt ende greijdlandt, wairvan Hiddema laen ten oosten ende Rippert Lieuwe- zoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen, die toornfenne genoempt , wairvan Rippert Lieuwezoon ten oosten ende den dijck ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen lants, die Kampen genoempt, gelegen ten suijden van die voor- screven toornfenne, Noch seven pondematen lants, wairvan die zee- dijck ten noorden ende Douwe Goslickzoon ten westen naestlegers zijn, Noch negen pondematen lants , Ripperts olde fenne genoempt, wairvan Douwe Goslickzoon ten westen ende Mijnheer van Lidlum ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen roeden , leg- gende in drie stucken in die weijdt meren, wairvan tConvent van Lidlum ten beijden zijden naestleger es , van welcke voorscreven OISTERBIERUM. 1$1 landen die patroon van Oisterbierum lantheer es , Noch bruijckt hij een pondemate lants, wairvan d' abt van Lidlum ten noorden , Rijurdt Heringa ten suijden , Jouffrouw Ympck van Lijauckama ten westen ende Jan Pijbezoon van wegen Trijn Claes Janszoons weduwe ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven een pondemate the Vicarie van Oosterbierum lantheer es. Sumarem Lvni ponden. 14. Lieuwe Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier ende twintich pondematen fennen , wairvan Lolle Pieterzoon ten oosten ende Jets Lieuwes ten westen naestlegers zijn , Noch ses en twintich pondematen meden , wairvan Frans Abbezoon ten oosten ende Wopcke Epezoon ten westen naestlegers zijn , Noch elliff pondematen saetlandt, wair- van Frans Abbezoon ten oosten ende Wopcke Epezoon ten westen van Frans Abbezoon ten oosten ende Wopcke Epezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Epe Wopcke noon ten oosten ende d abt van Lidlum ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, Lolle Pieterzoon ten oosten ende Lieuwe te Cadehoel ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen d Abt van Lidlum lantheer es. Sumarem um ponden. 15. Jan Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden , leg- gende op Oosterbierumme meenschair, , wairvan Pieter Ens te Fra- neker ten westen ende Fedde Harda ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt, leggende bij Meijleme, wair- van Epe Wopckezoon ten westen ende Sicke Doijezoon van Fir- digum ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jan Jacobzoon voorscreven grontheer es , als hij bij zijnen eede ver- clairt heeft. clairt heeft. Sumarem IVJ ponden. 16. Hans Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Illellema Staten , groot zijnde vier pondematen lants mij t die huijssteedt staete ende fenne, wair- vier pondematen lants mij t die huijssteedt staete ende fenne, wair- van Jan Jacobzoon ten oosten, Melle naescreven selffs ten westen van Jan Jacobzoon ten oosten, Melle naescreven selffs ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen , wairvan Sircken Donije ten westen ende Goffe Eelckezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Meijleme selffs ten oosten ende Goffe Eelckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Heer Foppe prebendarius t Oos- terbierum landen ten oosten ende Heer Sicke van Dekama , Rid- 182 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. der, van wegen zijn huijsvrouw ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt, wairvan Sircken Donije ten oosten ende die Vicarie van Oosterbierum ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden, wairvan Jouffrouw Ympck ten oosten ende Foppe Gabbezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pon- dematen meden, wairvan Jouffrouw Ympck ten oosten ende die slachtedijck ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Tpe TVopckezoon ende Mlle weeskinderen lantheeren zijn. Sumarem xviii ponden. 17. Lieuwe Aggezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen greijdlandt ende saetlandt toe saemen mijt malcanderen beclempt, wairvan Wopcke Epezoon ten westen ende Jedts Lieuwes naegelaeten we- duwe ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Foppe Feddrielezoon lantheer es. Sumarem vi ponden. 18. Sicke Foppezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen meden op Oosterbierumme meden gelegen , wairvan Douwe Douwezoon ten suijden ende Poppinge goet ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hij selffs lantheer es , als hij bij zijnen cede verclairt heeft. cede verclairt heeft. Sumarem ii ponden. 19. Gerrolt Coster te Oosterbierum heeft ons scriftelicken aenge- geven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate min twee eijnssen fennen, leggende bij die bueren , wair- van die Vicarie van Oosterbierum landen ten oosten ende Lieuwe Taeckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt min twee eijnsen , wairvan Aeger Lieuwezoon ten westen ende Meijleme Staten ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pon- dematen min twee eijnsen , leggende op die Clouren van Lidlum , wairvan tConvent van Lidlum ten oosten ende westen naestleger es, Noch vijftehalve pondematen fennen , die ongefen genoempt , wairvan die pastorie landen van Oosterbierum ten oosten ende Lieuwe Foppezoon van Dongum ten westen naestlegers zijn, Noch negen eijnsen meden , leggende bij Haerde hoerne , wairvan Jan. Hesselszoon ten noorden ende Mijnheer d'abt van Lidlum ten suij- den naestlegers zijn, Noch negen eijnsen, leggende bij die hoeve dam, wairvan die slaehte ten westen ende Sicke Jasperzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , leggende bij OISTERBIERUM. 18$ Gaetzwirt op Sexbierumme meenschair, wairvan Ale Hettezoon ten westen ende de laen toe Gaetzwirt ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Costerie t'Oosterbierum lantheer es. Sumarem xxi ponden. 20. Sieke Jasperzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen fennen , wair- van Heer Foppe ten oosten ende Fedde Harda ten westen naest- legers zijn, Noch vier pondematen saetlandt mijt die huijssteedt ende tsaetlandt , ten westen van thuijs gelegen , wairvan Fedde Harda ten oosten ende westen naestleger es , Noch vier pondema- ten fennen ten noorden van die thien voorscreven pondematen fen- nen , wairvan Heer Sijmon ten oosten ende die patroon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt bij Hobbehuijs, wairvan Fedde Harda ten oosten ende heer Foppe ten westen naest- legers zijn , Noch een pondemate saetlandt , bij Dirck Janzoons huijs gelegen , wairvan heer Foppe ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden , leggende op die meenschair, wairvan heer Sijmon ten oosten ende Reijner Janzoon toe Dongum ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen medal oppe hoven , wairvan Taecke Hibema ten oos- ten ende die Coster tea westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate , opte bantsmeden gelegen , wairvan Reijner Otma ten oosten ende Sipcke Claeszoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen , oppe bantmeden gelegen , wairvan Schelte Lat- zema ten westen ende Taecke Hijbema ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve ponde lants daerbij leggende , het hammer- deel genoempt , ende is omgaende lant ende compt hem Sicke voor- screven te drie jaeren eens tot dese voorscreven landen ende heeft se gehuijrt van Jouffrouw Jel salighe Hessel Martena dochter, , Noch bruijct hij een halve pondemate saetlandt after Ritsche Jeltezoon huijs gelegen , wairvan Heer Sijmon ten oosten ende Aijle Hette- zoon ten westen naestlegers zijn , van. welcke voorscreven halve pondemate h7 selffs lantheer is., als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch vier pondematen meden , die Camp genoempt , wairvan Fedde Harda ten oosten ende Hessel Sexle ten westen naestlegers zijn , Dese vier heeft kg Sicke voorscreven van Aijle Hettezoon bewan- delt voir andere vier pondematen die hij bruijct in zijn fenne. delt voir andere vier pondematen die hij bruijct in zijn fenne. Sumarem xxxvi ponden. 21. Pieter Feddrickzoon heeft oils scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken een half pondemate landts, 184 BUIJTENDIJOKS DIKKAGIE. Hette wal genoempt wairvan die vicarie landen ten oosten ende Sircken Donije ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlandt, wairvan die patroonslanden ten oosten ende d'abt van. Lidlum ten westen naestlegers zijn , Noch thien pondematen fen- nen, wairvan die patroons landen ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn, Noch elliff pondematen fennen mijt die huijssteedt , wairvan Fedde Harda ten oosten ende westen naest- leger es, Noch twee pondematen saetlandt, wairvan die patroons- leger es, Noch twee pondematen saetlandt, wairvan die patroons- landen ten oosten ende Mijnheer van Lidlum ten westen naestle- gers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Jelger Rom- mertzoon ten westen ende die patroon ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen meden , wairvan die patroons- landen ten oosten ende die Vicarie landen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden, wairvan t Convent van Lidlum ten oosten ende Albert Smidt te Minnertsgae landen ten westen naestlegers zijn , Noch negendehalve pondematen meden, wairvan Fedde voorscreven ten oosten ende Jancke Hesselzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een halo pondemate meden, wairvan die patroon t Oosterbierum ten noorden ende suijden naestleger es , Noch drie pondematen meden, wairvan Schelte Lijauckama ten noorden. ende Pieter Ens toe Franeker ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen landts , wairvan Schelte van Lijau- ckama ten noorden ende sutjden naestleger es , Noch twee ponde- maten min een eynse meden, welck hem Pier Feddrichzoon voorscre- ven selffs toeeomen , wairvan Doecke Haringhzoon ten westen ende Andle Willezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pon- demate ende vijffte halve eijnse, Hebbe fen genoempt, wairvan Hercke Iesckezoon ten oosten ende Doecke Haringhzoon ten wes- ten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen llignheer van Lidlum lantheer es, vuijtgesondert die leste percheel, groot zijnde anderhalve pondemate ende vijftehalve eijnse, wairvan Jed Eesekes anderhalve pondemate ende vijftehalve eijnse, wairvan Jed Eesekes naegelaeten weduwe lantvrouw is. Sumarem L1 ponden 111J eijnsse. 22. Jets Lieuwe naegelaeten weduwe heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken ses ponde- maten meden mijt die huijssteedt in malcanderen beclempt, wair- van Epe Wopckezoon van wegen Heer Sicke van Dekama , rid- der , ten westen ende Jets voorscreven ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen saetlandt, wairvan Wopcke Epezoon ten Noch vijff pondematen saetlandt, wairvan Wopcke Epezoon ten oosten ende Goffe Eelckis ten westen naestlegers zijn Noch vier OISTERBIERUM, 185 pondematen fennen , wairvan Wopcke Epezoon ten suijden ende Jets voorscreven selffs ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pon- dematen saetlandt, wairvan Wopcke Epezoon ten westen ende Schelte Foppezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee ponde- maten meden , wairvan zij Jets voorscreven selffs ten westen ende Wopcke Epezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, wairvan Epe Wopckezoon ten westen ende oosten naest- leger es , Noch twintich pondematen fennen , wairvan Wopcke Epe- zoon ten oosten ende westen naestleger es, Noch negen pondema- ten meden, wairvan Wijbren Jellezoon ten oosten ende Wopcke Epezoon ten westen naestlegers zijn, Noch vierdehalve pondemate meden , wairvan Jacob Janzoon ten oosten ende de Vicarie van Oisterbierum ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , wairvan Ritske Jeltezoon ten westen ende Mijnheer van Lidlum ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen meden, wairvan Mijnheer van Lidlum ten oosten ende die prebende van Oisterbierum ten westen naestlegers zijn, Noch een half ponde- mate meden, wairvan die prebende voorscreven ten noorden ende Wopcke Epezoon ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscre- ven landen Mynheer van Lidlum lantheer es , behalven twaeliff pon- dematen dair zij Jets voorscreven lantvrouw van is, welcke voorscre- ven twaeliff pondematen leggen mede beclempt in de landen t Con- vent van Lidlum toecomende. Sumarem Lxii ponden. 23. Pieter forgienzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate lants , wairvan Fedde Harda ten oosten ende Saepck Pieters we- duwe ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate lants , wairvan die prelaet ten westen ende Fedde Harda ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate lants, wairvan die prelaet van Lidlum ten westen ende Saepck Pieters weduwe ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen hij selffs lantheer is, als hij bij zijnen cede verclairt heeft. als hij bij zijnen cede verclairt heeft. Sumarem iv ponden. 24. Haencke Aedezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden , wairvan die Susters van Thiemarum ten oosten ende die slachte- dijck ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate meden , wairvan Mijnheer toe Lidlum ten oosten ende Ale Hettezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen fennen, wairvan die 186 BUIJTENDIJOKS DIKKAGIE, slachte ten westen ende Heer Ypcke te Sexbierum ten oosten naest- legers zijn , Noch vijftehalve pondematen saetlandt ende maet- landt , wairvan Heer Ypcke ten westen ende Pieter Jurgienzoon van Sexbierum ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Schelte Latzema ten westen ende mijnheer van Lidlum ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saet- landt, wairvan mijnheer van Lidlum voorscreven ten oosten ende Wopcke Epezoon ten westen naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate saetlandt , wairvan Ale Hettezoon ten oosten ende wes- ten naestleger es , Noch anderhalve pondemate lants mijt die huijssteedt, wairvan Schelte Latzema ten oosten ende die slachte ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen llign- heer van Lidlum lantheer es , Noch bruijct hij anderhalve pondemate lants, wairvan Mijnheer van Lidlum ten oosten ende westen naest- leger es , van welcke voorscreven anderhalve pondemate lants Heer Ypcke prebendarius te Sexbierum lantheer es. Sumarem xx ponden. 25. Andries Pieterszoon van wegen Saepck zijn wijffs moeder heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te ge- bruijcken vierdehalve pondemate ende twee eijnsen lants, wairvan die zeedijck ten noorden ende die prelaet van Lidlum ten suijden naestlegers zijn, Noch een pondemate lants, wairvan Pieter Jur- gienzoon ten oosten ende westen naestleger es, van welcke voor- screven landen Saepck Pieters .weduwe lantvrouw is. Sumarem 1VJ ponden. 26. Sac Doyezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zij- nen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Aele Hettezoon ten ()often ende Jan Jacob- die huijssteedt, wairvan Aele Hettezoon ten ()often ende Jan Jacob- zoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen self's lantheer is, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem 1J ponden. 27. Wopcice Epezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen fennen mijtte steedt ende staeten, wairvan d abt van Lidlum ten oosten ende westen naestleger es, Noch vijff pondemaeten meden , wairvan Feddricx weesen ten oosten ende Goffe Eelckezoon ten westen naest- legers, zijn , Noch vijff pondemaeten saetlandt, wairvan Mijnheer van Lidlum ten oosten ende westen naestleger es , Noch drie pon- dematen meden , wairvan Mijnheer van Lidlum ten beijden zijden naestleger es , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Mijn- OISTERBIERUM. 187 heer van Lidlum ten' beijden zijden naestleger es , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Mijnheer van Lidlum ten beijden zij- den naestl,eger es , Noch een pondemate saetlandt , wairvan heer Foppe prebendarius t Oosterbierum ten westen ende Mijnheer d abt van Lidlum ten oosten naestlegers zijn , Noch vijftehalye ponde- mate meden , wairvan Mijnheer van Lidlum ten oosten ende Sipcke te Sexbieruin off zijn lantheer ten westen naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate meden , wairvan Mijnheer van Lidlum ten noorden ende Heer Sicke van Dekama , ridder, ten suijden naest- legers zijn, van welcke voorscreven landen Tyerek Tgerekzoon lant- heer es van d eene helft ende Wopcke Epezoon mijt zgn wgff ende kinderen van a andcr helit lantheeren zijn. Sumarem xxx ponden. 28. Albert Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen fennen , wairvan Sijricken Donije ten oosten ende westen naestleger es , Noch anderhalve pondemate lants , teweten die steedt ende eester, , wair- anderhalve pondemate lants , teweten die steedt ende eester, , wair- van die vicarie landen ten westen ende Sinte Georgien ten oosten van die vicarie landen ten westen ende Sinte Georgien ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen , in die Kaghen gelegen , wairvan Sircken Donije aen beijden zijden naestleger es , Noch vier pondematen , die laen genoempt , wairvan Sinte Georgien ten westen ende Aeger Lieuwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Sircken Donije ten oosten ende Aeger Lieuwezoon ende Schelte Andla ten westen naestlegers zijn, Noch negen eijnsen lants, wairvan Ale Hette- zoon ten oosten ende Sircken Donije ten suijden naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate, streckende aen die zeedijck, wair- van Sircken Donije ten westen ende Ale Hettezoon ten oosten naest- legers zijn, van welcke voorscreven landen Jacob Aedezoon wees- kinderen lantheeren zijn. De post over twee jaeren geleden zoo is Albert Lieuwezoon bij mij Sicke van Dekama, ridder, gecoemen ende heeft verclairt dattet leste percheel twelck hij aengegeven hadde groot te zijn derdehalve pondematen nijet grooter zoude wesen dan een half pondemate. Sumarem xxi ponden Iii eijnsen. 29. _Rens Lkuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestehalve pondemate lants , wairvan Aijle Hettezoon ten oosten ende Mijnheer van Lidlum ten westen naestlegers zijn. Sumarem VJ ponden. 188 BIM TENDUCKS DIJOKAGIE. 30. Douwe Goslickzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate lants, leggende aen die suijderzijde van den olden dijck , wairvan Fedde leggende aen die suijderzijde van den olden dijck , wairvan Fedde Harda ten oosten ende Mijnheer van Lidlum ten westen naestle- gers zijn , Noch een pondemate aen die suijderzijde, wairvan Mijn- heer toe Lidlum ten oosten ende Schelte Latzema ten westen naest- legers zijn, Noch drie pondematen landts mijt die huijssteedt, wair- van Sircken Donije ten westen ende die patroonslanden ten oosten van Sircken Donije ten westen ende die patroonslanden ten oosten naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate , wairvan die patroon ten oosten ende Ydsaert te Grovestins ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die patroon van Oosterbierum lant- heer es. heer es. Sumarem xi ponden. 31. Rippert Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate saet- landt, wairvan Albert Lieuwezoon ten westen ende Hobbe Fedde- landt, wairvan Albert Lieuwezoon ten westen ende Hobbe Fedde- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Hobbe Feddezoon ten westen ende Sint Jurgien ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Aele Hettezoon ten oosten ende Sinte Georgien voorscreven ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate half greijdlandt, half saet- landt, wairvan Taecke Jelgerszoon ende Aele Hettezoon ten westen naestlegers zijn, Noch acht pondematen fennen mijt die huijssteedt, wairvan Albert Lieuwezoon ten oosten ende Rijurdt Wilckezoon wairvan Albert Lieuwezoon ten oosten ende Rijurdt Wilckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wair- van Pieter Feddrickzoon ten suijden ende Bennert Gerrijtzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden, wairvan Rijurdt Wilckes ten westen ende Bennert Gerrijtzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate meden, wairvan Schelte Sijnaide ten oosten ende Ritske Jeltezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Pier Feddrick- zoon ten noorden ende Ydt Eelckes ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die patroon van Oisterbierum lant- heer es. Sumarem xviil ponden. 32. Agle Hettezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een half pondemate lants, wair- van Fedde Harda ten westen ende suijden naestleger es, Noch van Fedde Harda ten westen ende suijden naestleger es, Noch vierdehalve pondematen , wairvan Sicke Jasperzoon ten westen ende Rijoerdt Janzoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. OISTERBIERUM. 189 landen die Vicarie van Oosterbierum lantheer es , Noch bruijct hij twaeliff pondematen weijdlandts , wairvan Goffe Eelckezoon ten twaeliff pondematen weijdlandts , wairvan Goffe Eelckezoon ten oosten ende Aijle voorsz. zelffs ten westen naestlegers zijn , Noch acht pondematen weijden oft dairomtrent, wairvan Heer Ypcke acht pondematen weijden oft dairomtrent, wairvan Heer Ypcke prebendarius te Sexbierum ten oosten ende Sicke Doijezoon ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Epe Wopckezoon ten oosten ende westen naest- huijssteedt, wairvan Epe Wopckezoon ten oosten ende westen naest- leger es , Noch negen eijnsen saetlandt, wairvan die patroon te Oosterbierum ten beijden zijden naestleger es , Noch een half pon- demate saetlandt, wairvan Sicke Jasperzoon ten oosten ende Jan demate saetlandt, wairvan Sicke Jasperzoon ten oosten ende Jan Tjjerckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen saet- landt ende greijdlandt toe saemen , wairvan die zuijrlaen ten suij- landt ende greijdlandt toe saemen , wairvan die zuijrlaen ten suij- den Fedde Harda ten westen ende Ritske Jeltezoon ten oosten den Fedde Harda ten westen ende Ritske Jeltezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden buijten op die mae- den van Oisterbierum gelegen ende die lange laen genoempt, wair- van die Costerie van Oosterbierum landen ten oosten ende die susters van Thiemarum ten westen naestlegers zijn , Noch ander- halve pondemate meden in Vie reedt gelegen , wairvan Epe Wopcke- zoon van wegen Sicke Dekama, Ridder , ten westen ende Fedde Harda ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven lan- den , Noch bruijct hij sestehalve pondematen fennen mijt die huijs- steedt, wairvan hij Aele voorscreven ten oosten ende westen naest- steedt, wairvan hij Aele voorscreven ten oosten ende westen naest- leger es , Noch anderhalve pondemate meden op die Kagen gele- leger es , Noch anderhalve pondemate meden op die Kagen gele- gen , wairvan Sircken Donije ten westen ende Mijnheer van Lidlum ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate lants in die Ka- gen gelegen, wairvan Sircken Donije ten oosten ende Jacob Ede- zoons weesen ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlant in die Keegh gelegen , wairvan Aeger Lieuwezoon ten oosten ende Rijurdt Wilckezoon ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden, die bosken genoempt, wairvan Ydt Eel.- ekes] ten oosten ende die slachte dijck ten westen naestlegers zijn van welcke voorscreven landen by selffs lantheer es. van welcke voorscreven landen by selffs lantheer es. Sumarem Lx ponden ix eijnsen. 33. Goffe Eelckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen lants mijt die huijssteedt, wairvan Jets Lieuwes naegelaten weduwe ten oosten ende Epe Wopckezoon ten westen naestlegers zijn, van welcke ende Epe Wopckezoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen hij Goffe voorscreven sells ende .21Ignvrouw van Grombach lantheeren ende lantvrouwen zijn , Noch vijff pondematen Grombach lantheeren ende lantvrouwen zijn , Noch vijff pondematen fennen, leggende aen die Zeedijck , wairvan Empcke Pieterzoon ten 190 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE, oosten ende Hans Sijurdtzoon ten westen naestlegers zijn , Noch elliff pondemaeten meden ende saetlandt ende twee eijnsen dairaff zijn stiefmoeder de twee pondematen besit ende Schelte Andla een half pondemate , wairvan Hans Sijurdtzoon ten oosten ende Taecke Jelgerzoon van wegen Sircken Donije ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen kg selffs grontheer is , als hij ver- hoept ende bij zijnen eede verclairt heat , Noch bruijct hij ses pondematen meden , wairvan Rippert Elinxma ten westen ende Reijner Gerroltzoon Ottema ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven ses pondematen die Vicarie van Oosterbierum lantheer es. Sumarem XXX111J ponden. 34. Pieter Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen saetlandt wairvan Fedde Harda ten oosten ende Hessel Saesglae ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan die slachte dijck ten westen ende Fedde Harda ten suijden naestlegers, zijn , van welcke voorscreven landen Jan Taeckezoon van Thiemarum lantheer es , Noch bruijct hij drie pondematen lants, voir ander- halve floreen rente getauxeert, wairvan Bern Hesselzoon ten wes- ten ende die patroon t Oostefbierum landen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Idsaert te Grovestins lantheer es. Sum.arem ix ponden. . Sum.arem ix ponden. 35. Empcke Oedtszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen weijd- landt , wairvan heer Foppe ten suijden ende Heereko ten noorden naestlegers zijn, Noch negen eijnsen meden, wairvan Rijurdt Wil- ckes ten oosten ende westen mijt die patroons lant naestleger es , Noch negen eijnsen bouwlandt, wairvan Ydt Eelckes ten noorden ende Doecke Haringzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate oppe beijnts gelegen , wairvan Jets Lieuwe wijff ten oosten ende Taecke Hibbema ten westen naestlegers zijn Noch drie pondematen, de thien genoempt , die Vicarie ende Albert Pie- terzoon toecomende , wairvan Taecke Hibbema van Lijauckama we- gen ten westen ende de prebende die Griet Bouwens gebruijct ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Vicarie van Oisterbierum lantheer es , Noch bruijct hij twee pondematen meden , wairvan Fedde Harda ten suijden ende Pier Feddrickzoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke twee pondematen meden ende saetlandt voorscreven Albert Pieterzoon lantheer es , Noch OISTERBIERUM, 10I bruijct hij een halve pondemate lants, wairvan d abt van Lidlum ten noorden ende Schelte Latzema ten suijden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Douwe op Westerbuijren te Thiemarum ten noorden ende d abt \ an Lidlum ten suijden naest- legers zijn , van weicke twee leste percheelen Heer Ypcke prebendaries te Sexbierum lantheer es. te Sexbierum lantheer es. Sumarem xiii ponden. 36. Jan Tgerckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eerie verclairt te gebruijcken twee pondematen saetlant , wair- van die Vicarie van Oosterbierum landen ten westen ende Aijle van die Vicarie van Oosterbierum landen ten westen ende Aijle Hettezoon ten oosten naestlegers zijn , Noel anderhalve pondemate lants , wairvan die slachte dijck ten oosten ende Schelte Latzema ten westen naestlegers zijn , Noch negendehalve eijnse in Hebbe fenne , Noch een pondemate saetlandt , wairvan die pastorie landen aen beijde zijden naestlegers zijn , van weicken voorscreven ponde- maten by self's lantheer es , als hij bij zijnen cede verclairt heeft. Sumarem "VJ ponden 1J eijnse. 37. Herche Offkezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fennen , meden ende saetlandt , wairvan die pastorie van Oosterbierum lan- den ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden ende saetlandt , wairvan Jouffrouw Ympck ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden ende saetlandt , wairvan Mijnheer van Lidlum ten oosten ende Ydt Eelckes ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen meden , wairvan heer Sicke van Dekama, Rid- der , ten oosten ende westen naestleger es , van weicke voorscre- ven landen Mynvrouw van Grombach lantvrouw es. Sumarem xviii ponden ix eijnsen. 38. Anne Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants , leg- gende op Oosterbierumme meden , wairvan Hobbe Feddezoon t Oos- terbierum ten westen ende Sicke Foppezoon te Sexbierum ten noor- den naestlegers zijn , van d eene pondemate ende die ander twee pondematen zijn alle tijden gewandelt tegen ander twee pondema- ten mijt Sijrcken Donije ende Taecke Jelgerzoon, van welcke voor- screven drie pondematen Douwe Douwezoon te Thiemarum lant- heer es. Sumarem Ili ponden. 39. Beer Ggsbert , .Pater van Thiemarum heeft ons scriftelicken 192 BULITENDIJCKS DIKKAGIE. aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken een halve pondemate meden , gelegen te Oisterbierum , wairvan Ritske ten oosten ende Epe Wopckis ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants, wairvan Doecke Haringzoon ten suijden ende die slachtedijck ten westen naestlegers zijn , Noch sestehalve pon- demate lants , wairvan Sinte Joriaenslaen ten oosten ende die demate lants , wairvan Sinte Joriaenslaen ten oosten ende die slachtedijck ten westen naestlegers zijn , van dese voorscreven ses- tehalve pondemate lants loopt een vuijtstuck op hem selven , wair- tehalve pondemate lants loopt een vuijtstuck op hem selven , wair- van Henrick Dirckzoon ten oosten ende Nancke Adezoon ten wes- ten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen .... ... Sumarem ix panda. 40. Epe Wopeicezoon toe Hoogesteedt heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vier ponde- maten fennen mijt die huijssteedt , wairvan d' abt van Lidlum ten oosten ende Heer Sicke van Dekama, ridder, ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt , wairvan Heer Sicke Deke- ma , ridder , mijt die cleijne fenne ten oosten ende Aijle Hettezoon ten westen mijt zijn huijssteedt dairaen leggende naestlegers zijn , ten westen mijt zijn huijssteedt dairaen leggende naestlegers zijn , Noch seven pondematen fennen , wairvan d abt van Lidlum ten Noch seven pondematen fennen , wairvan d abt van Lidlum ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen me- den , wairvan d abt van Lidlum ten oosten ende westen naestleger es , Noch anderhalve pondematen meden , wairvan Sircken Donije ten westen ende Aijle Hettezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Trijn. Claes Jans weduwe ten wes- ten ende Mijnheer van Lidlum ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan die patroon te Oosterbierum ten westen ende die susteren te Thiemarum ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt , wairvan die Vicarie landen te Oosterbierum ten beijden zijden naestleger es , Noch viertien eijn- Oosterbierum ten beijden zijden naestleger es , Noch viertien eijn- sen saetlandt , wairvan Epe scuffs mijt sijn twee pondematen tot sen saetlandt , wairvan Epe scuffs mijt sijn twee pondematen tot Meijlema saet hoorende ten oosten ende Heer Sicke van Dekama , ridder , ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saet- landt , leggende aen die zeedijek , wairvan Trijn Keimpis te Box um ten westen ende d abt van Lidlum ten oosten naestlegers zijn, van ten westen ende d abt van Lidlum ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven. landen Side van Delcama , Bidder , lantheer es , Noch bruijct hij derdehalve pondemate die prebende van Sexbie- rum toecomende , die Heer Ypcke nu bediendt , wairvan Goffe Eel- rum toecomende , die Heer Ypcke nu bediendt , wairvan Goffe Eel- ckezoon ten oosten ende Aele Hettezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants , de vicarie t Oosterbierum toecomende , wairvan die Vicarius scuffs mijt derdehalve pondemate OISTERBIERUM. 193 ten westen ende d abt van Lidlum ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen saetlandt , hem selffs toecotnende , wairvan Sircken Donije ten westen ende Aele Hettezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch negen eijnsen saetlandt , hem scuffs toeeomende , wairvan die (Josterie landen te Oosterbierum ten westen ende Hessel Andries- zoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxxv ponden ix eijnssen. 41. Schelte Latzeina heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate saet- landt , wairvan die abt van Lidlum ten oosten ende westen naest- leger es , Noch vijftehalve pondematen , onder Dongema oerden gelegen , wairvan Hessel Saexle ten westen ende Dongema landt ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die pastoer ende Vie:,.rius t Oosterbierum lantheeren zijn , Noch een pondemate oick die voorscreven priesteren toecomende , wairvan Schelte Lat- zema selffs ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn, Noch vijff pondematen opte baijntsmeed gelegen, wairvan Fedde Harda ten westen ende Taecke Wins ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen landts , wairvan Foeckel van Martena Hans van Oosthem weduwe ten oosten ende die pastoer ende Vicarius van Oosterbierum mijt een pondemate die Schelte Laijtsma mede in gebruijck heeft als voiren gescreven staet ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate ende drie eijnsen op Dongema oerden, wairvan Sijrcken Donije ten noorden ende Wijbe te Dongum ten suijden naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen , wairvan die corte hove ten oosten ende die slachte ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hy selffs lantheer es , als hij bij zijnen cede verclairt heeft. Sumarem )(Ix ponden x eijnssen. 42. De Prelaet van Lidlum Dominus Godefridus Zwollis heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclaert te gebruijc- ken twintich pondematen lants , dat torp mijt die tuijnen ende betghe horren genoempt , wairvan dat vrije leen t Oosterbierum ende Ritske op terp lantsaet van Lidlum ten noorden ende die heerenwech ten westen naestlegers zijn , Noch seventhien ponde- maten lants , die ghere ende die marne mijt dat wer genoempt ende bij die helse tille gelegen , wairvan Rennert toe Bronsma van Sexbierum ende Ritske op terp lantsaet van Lidlum ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn , Noch seven pon- 13 194 BUITENDIJCKS DIJCKAGIE. dematen lants , die abts fenne genoempt , wairvan Pieter Eeucke- zoon lantsaet van Lidlum ten oosten ende die heerenwech ten noorden ende westen naestlegers zijn , Noch viertien pondematen lants , dat Clooster genoempt ende is rondtom int landt van Lid- lumnie Clooster gelegen , Noch twintich pondematen landts , die aele genoempt wairvan die pastorie landen te Oosterbierum ten westen ende noorden ende den heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen lants , die die Conventualen van Lidlum van Rumpte bewandelt hebben , wairvan Dirck Hermanzoon pastoers lantsaet te Oosterbierum ende de Vicarius aldaar ten westen ende die conventualen voorscreven ten oosten naestlegers zijn Noch vijftien pondematen lants , die campen , stijckele fen ende Kemminge fen genoempt , rontsom in huer eijgen landt gele- gen , Noch thien pondematen lants , die kelners twee campen ende die koeijen eester genoempt , rontom in huer eijgen landt gele- gen , Noch viertich pondematen landts , die osse fen genoempt mijt die suppelen , wairvan die pastoer t Oosterbierum Lijeuwe Aedgers die suppelen , wairvan die pastoer t Oosterbierum Lijeuwe Aedgers weduwe ende Lieuwe te Coldehoe beijde Lidlum lantsaeten ten weduwe ende Lieuwe te Coldehoe beijde Lidlum lantsaeten ten westen ende tconvents voorscreven landen ten oosten naestlegers zijn, Noch twintich pondematen landts, die ticheldobben genoempt, streckende tot die koeijentille toe , wairvan den heerenwech ten streckende tot die koeijentille toe , wairvan den heerenwech ten oosten ende t Convent voorscreven ten westen naestlegers zijn , Noch thien pondematen , die fate fen rontsom int Convents voor- screven landen gelegen , Noch dertich pondematen lants , die west hooch wal genoempt mijt die mer ten suijden , wairvan Schelte hooch wal genoempt mijt die mer ten suijden , wairvan Schelte Sijnade ende Lieuwe Aegers weduwe beijde lantsaeten van Lidlum ten westen naestlegers zijn ende daer en zijn nochtans nijet weer landen als zij Conventualen voorscreven seggen dan vier en twin- landen als zij Conventualen voorscreven seggen dan vier en twin- tich pondematen ende ses toe waeter, nochtans zoo dijcken zij voir dertich pondematen , wairom al wat dair aen wast van waeter toe dertich pondematen , wairom al wat dair aen wast van waeter toe lande dat hoort t convent van Lidlum toe, van welcke voorscre- ven landen die Conventualen van Lidlum lantheeren zijn , als Domi- nus Godefridus Abbas in Lidlum van wegen zijn Conventualen bij nus Godefridus Abbas in Lidlum van wegen zijn Conventualen bij eede verclairt heeft. Sumarem ii C xv ponden. 43. Baueke Epezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen lants, wair- van Sicke Jasperzoon ten westen ende die patroons landen van van Sicke Jasperzoon ten westen ende die patroons landen van Oosterbierum ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen , wairvan Mijnheer van Lidlum ten westen ende Hans Meijlema ten OISTERBIERUM. 195 oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Mijnheer vat" Lidlum ten oosten ende Sicke Jasperzoon ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate, wairvan Jan Tijerck- zoon ten oosten ende den heerenwech ten westen naestlegers, Noch vier eijnsen lants , wairvan Heer Foppe ten westen ende den hee- renwech ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate lants, wairvan die kercke bueren ten westen, die vicarie weijlandt ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen di Vicarie van Oosterbierum lantheer es. Sumarem ix ponden vii eijnsen. 44. Abbe Gabbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate lants , wairvan Taecke Douwezoon ten oosten ende Lieuwe Aedgerzoon erffgenamen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Dome Doeckezoon lantheer es. Sumarem 1J ponden. 45. fochum Sybrandtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pond ematen meden, wairvan Gaetswirderazijl ten westen ende t Convent van Thiema- rum ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen hij scuffs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem VI ponden. 46. Cornelis Ulbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen meden , wair- van die beghijnen van Thiemarum ten noorden ende Gaetswirdera zijlroedt ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den Hercke Janzoon ende lliegnert ilegnzoon weeskinderen lantheeren den Hercke Janzoon ende lliegnert ilegnzoon weeskinderen lantheeren zijn. Sumarem vi ponden. 47. Lieuwe Taeckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen lants, leg- gende t Oosterbierum int wer, , wairvan die prebendarius t Ooster- gende t Oosterbierum int wer, , wairvan die prebendarius t Ooster- bierum ten westen ende Mijnheer van Lidlum ten oosten naestle- gers zijn , Noch twee pondematen, die brits genoempt, wairvan heer Foppe prebendarius te Oosterbierum ten noorden ende die Costerie van Oisterbierum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen hy scuffs mgt kgnderen lantheer is als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij een halve pondemate saetlandt, t Convent van Lidlum toecomende, dan die zijn bij Aedger 196 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Lieuwezoon aengegeven als wij oick bevonden hebben , ergo hic nihil. Sumarem vi ponden. 48. Rinthie toe Wer heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants , op Oos- terbierumme landt gelegen ende aldair schieten , wairvan die weduwe van Dirck Larnbertzoon ende van weicke die van Gaetzwirdt mijt twaeliff pondematen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Pieter Ens lantheer es. landen Pieter Ens lantheer es. Sumarem in ponden. 49. Rinnert Bauckes heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden , wair- van d abt van Lidlum ten oosten ende westen naestleger es ende geeft zijn scattinge in Oosterbierum. Sumarem 111 ponden. 50. Beer Symon , Vicarius in Oosterbierum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pon- dematen weijden mijt die huijssteedt ende een cleijn terp, wairvan d' abt van Lidlum ten oosten ende die pastorie landen ten westen naestlegers zijn , terp voorsz. es omtrent een half pondemate groot dan Becht nijet te weten oftet mede inde ses pondematen te reecke- nen is ofte nijet , Noch ses pondematen meden , wairvan d' abt van Lidlum ten oosten ende die pastoer ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Vicarie van Oosterbierum lantheer es. Sumarem xi' ponden. 51. Meynert Evertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden , wairvan die patroonslanden te Oosterbierum ten westen ende Pie- ter Ens te Franeker ten oosten naestlegers zijn , van weicke voor- screver, landen Schelte van Lgauckama lantheer es. Sumarem in ponden. Suma Sumarem 1 M iv C viii ponden n eijnse. SEXBIERUM. 19 1. Hessel Andrieszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negendehalve pondemate meden ende saetlandt , bij die slachtedijck ,gelegen , wairvan die slachte ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn , Noch w derdehalve pondemate lants , te Oosterbierum gelegen , wairvan Fedde Harda ten westen ende t Convent van Lidlum ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden, leggende onder Dongumme orden, wairvan Schelte Latzema ten oosten ende die patroon te Dongum ten westen naestlegers zijn , Noch ses ponde- maten saetlandt ende meden , leggende te Sexbierum , wairvan die kaegen buijten den olden dijck Saexlae saete ten oosten ende Jouf- frouw Vick Elingsma ten westen naestlegers zijn , Noch twee halve pondematen lants bij een leggende aen die zeedijck , wairvan Jouf- frouw Vick Elinxsma ten oosten ende Jan Willezoons erven ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlant ofte seven eijnsen , wairvan Pieter Taeckezoon ten westen ende Sacke Janzoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den Hessel Andrieszoon lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch twaeliff pondematen fennen aent suijden van zijn huijs gelegen tnijt die stated ende een cleijn stuck saetlandt after tvoor- screven huijs gelegen , wairvan die slachte dijck ten oosten ende Abbe Gerlofizoon ten westen naestlegers zijn , Noch twaelifl pon- dematen fennen , saetlandt ende meden , leggende aen den ander streckende van den olden dijck aen den zeedijck , wairvan die slachte dijck ten Osten ende Hesse' Andrieszoon ten westen naest- legers zijn , Noch drie pondematen saetlandt ende maedlandt, leg- gende in die Kagen , wairvan Hessel Andrieszoon ten oosten ende Haringh Dirckzoons erven ten westen naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt leggende in die Kagen, wairvan Douwe Douwezoon ten oosten ende Vick Elinxma ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt ende maetlandt op die acke- ren , wairvan Abbe Gerlofizoon ten westen ende Anna Claes Sij- monszoons erven ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondema- ten saetlandt, leggende te Oosterbierum ten suijden van den ouden dijck , wairvan die slachtedijck ten westen ende Taecke Jongema erven ten oosten naestlegers zijn , Noch thien pondematen meden , leggende te Oosterbierum op die meenschair , wairvan Schelte Latzema ten westen ende t Convent van Lidlum ten oosten naest- 198 BUIRENDIJCKS DIJCKAGIE legers zijn , weicke voorsz. landen hooren tot Saxla saete, wairvan Schelte van Lyauckama ende t Convent van Lidlum lantheeren zijn. Sumarem Lxv ponden een eijnse. 2. Rippert Elincxma heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen, Jan Wijbema fen genoempt , wairvan Meester Jarich van Dekama ten oosten ende Pieter Kengma ten suijden naestlegers zijn , Noch se- ventiende halve pondematen fennen , die groote fen genoempt , ge- legen aen Jan Wijbema fen , wairvan Doctor Pieters weduwe ten westen ende Rippert Elinxsma ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlandt , aen die Stins gelegen , wairvan Mees- ter Jarich van Dekama ten oosten ende Rippert Elinxsma ten wes- ten naestlegers zijn , Noch een pondem ate saetlandt aen 't hijem , wairvan Rippert Elinxma ten beijden zijden naestleger es , Noch een half pondemate leggende aen die voorscreven een pondemate, wairvan Rippert voorscreven ten beijden zijden naestleger es, Noch vier pondematen lants , wairvan Doctor Pieters weduwe ten westen ende Rippert voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt mijt die hijem ende die wier , wairvan Mees- ter Jarich van Dekama ten oosten ende Rippert Elinxma ten westen naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen lants, wairvan Douwma laen ten westen ende die patroon Sinte Sixtus te Sexbierum naest- legers zijn , Noch twaeliff pondematen lants , die nije fen genoempt , wairvan Douwema laen ten oosten ende Taecke Glins ten westen wairvan Douwema laen ten oosten ende Taecke Glins ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen 'ants , die beets genoempt , wairvan Schelte Lijauckama ten westen ende Hobbe Heringa ten oosten naestlegers zijn. , van weicke voorscreven landen Rippert Elingsma lantheer es. Sumarem ma ponden. 3. Andries Pieterzoon Walta heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ellifftehalve ponde- mate lants, wairvan Rints Dirckzoon ten oosten ende Claes Edezoon ten westen naestlegers zijn , Noch thien eijnsen int barge gars mijt Claes Edezoon ende die kercke land beclempt, Noch twee mael viertien] eijnsen beclempt in Claes Edezoons fenne ende op de voorscreven landen maickt Claes Edezoon questie , Noch anderhalve pondemate lants , wairvan Rippert Elinxma ten westen ende Heer Jelle ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate lants, wair- van Pieter Jacobzoon van wegen Pieter Ens ten oosten ende floor- den naestleger es , Noch vierdehalve pondemate lants, wairvan SEXBIERUM. 199 Fedde Harda ten oosten ende Vrck Poppezoon mijt zijn consorter ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen lants , wairvan die grontheer van Sijurdt Tsaelinckzoon ten westen ende die wee- sen van Jan Willezoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Andries Pieterzoon Walta voorscreven van mon On huysvrouwe ende hair Suster lantheer es , als hij bij zijnen eede ver- clairt heeft, Noch vijff pondematen ende twee eijnsen fennen, die clairt heeft, Noch vijff pondematen ende twee eijnsen fennen, die Coernfen genoempt , wairvan Claes Edezoon ten suijden ende noor- den naestleger es , Noch vierthiendehalve pondematen lants, wair- van Schelte van Lijauckama ten oosten ende Andries Pieterzoon Walta ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen vier eijnsen , wairvan Claes Edezoon ten oosten ende Andries voor- screven ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate lants , wairvan Claes Edezoon ten westen ende Seerp opte Aedelen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants , wairvan Tijaerdt Jetzezoon ten westen ende Saepck Pieters weduwe ten oosten naestlegers zijn, Noch thien eijnsen int barge gars mijt Claes Edezoon ende Andries selffs beclempt , Noch een pondemate ende Edezoon ende Andries selffs beclempt , Noch een pondemate ende vier eijnsen lants , wairvan Pieter Ens ten westen ende Claes Ede- zoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Kereke toe Sexbierum lantheer es , Noch bruijct Andries voor- screven een stuck lants van Rippert Elinxma in hugr voir twaeliff pondematen dan tes nijet wel zoo groot , wairvan Taecke Hibbema van we ;en Jouffrouw Ympck ten noorden ende Jan Tijerckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch de helft van dertien pondematen oft dairomtrent dairaff Schelte van Lyauckama d eene helft ende Ripper, d ander helft toecompt ende huer meijers d' eene t' een jair ses pon- dematen ende t'ander seven pondematen gebruijcken bij boerten , dematen ende t'ander seven pondematen gebruijcken bij boerten , welcke voorsz. percheelen hij Andries voorsz. tsamen gehuijrt heeft voor achtien pondematen. Sumarem ram ponden viii eijnsen. 3a. Rintze toe Wer heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen meden , ge- legen te Oosterbierum ende nochtans in Sexbierumme aenbrengh staende , wairvan hij selffs ten suijden ende noorden naestleger es , van welcke voorscreven landen Ydt Eelcke Gossezoon weduwe lantvrouw es. Sumarem x ponden. 4. Jonge Pieter te Suyrlaen heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff pondematen 200 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. lants in een percheel aen thuijs gelegen mijt die huijssteed, wair- van Schelte Andla ten oosten ende Jouffrouw Sijts Grombach ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen lants , wairvan Andries Pieterzoon ten oosten ende Jouffrouw Sijts ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen, tzwart lant genoempt , wairvan Schelte Andla ten noorden ende Andle Willezoon ten suij- den naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Wigle Heringa ende Ora, Poppezoon toe Doegme myt Anna &ekes oppe Rgp lant- heeren zijn. Sumarem xx ponden. 5. Sgbe Illathgszoon te Surlaen heeft ons scriftelicken aengege- ven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pon- demate lants mijt die huijssteedt, wairvan Fedde Harda ten westen ende Schelte Andla ten oosten naestlegers zijn , Noch een ponde- mate lants , wairvan Jan Willezoon ten westen ende Jan Taecke- zoon ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen self's grontheer is. Sumarem iiJ ponden. 6. Alle Doeckeeoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen saetlandt ende fenlandt mijt die staeten , wairvan Fedde Harda ten oosten ende Schelte Latzema ten `westen naestlegers zijn, Noch vhf pon- dematen meden leggende op Oosterbierumme meden , de jonge fenne genoempt , wairvan Fedde Harda ten oosten ende westen naestleger es , van weicke voorscreven landen Albert toe Leeuwar- den ende Rippert Elingsma lantheeren zijn. Sumarem xiv ponden. 7. Buwe Sehellezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Fegckama Saete , groot zijnde sestien pondematen saetlandt , fenlandt , maedlandt mijt die huijs- steedt wairvan Vick Elingsma ten oosten ende Rippert Elingsma ten westen naestlegers zijn , Noch twaelitT pondematen saetlandt , Goslinge land genoempt , leggende ten suijden van den olden dijck, wairvan derfgenamen van salige Renick Campstra ten westen ende Ottema laen ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen die patroon van Sexbierurn lantheer es. Sumarem xxvm ponden. 6. Aene Herchezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te• gebruijcken vijftehalve pondeinate fennen , leggende op die westerzijde van die Slachtedijck , wairvan Sijbe leggende op die westerzijde van die Slachtedijck , wairvan Sijbe SEXBIERUM. 201 Mathijszoon ten westen ende die slachtedijck ten oosten naestle- gers zijn, van welcke voorscreven landen Sehelte Latzema lant- heer es. Sumarem IVJ ponden. 9. Jurien Hegnezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondemate saetlandt elide fenlandt , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende wes- elide fenlandt , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende wes- ten naestleger es , van welcke voorscreven landen Jurien voorscre- ven , Sllurdt Hegnezoon , Regner Ilegnezoon ende Feddrick Heynezoon lantheeren zijn. Sumarem 1VJ ponden. 10. Plibe Vthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate meden , wair- van Andries Pieterzoon Walta ten oosten ende Jacob Feijckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wair van Andries Pieterzoon ten westen ende Jacob Feijckezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halff pondemate saetlandt, wair- van Oene Janzoon ten westen ende Taecke Jongema erven landen ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden ende een half pondemate saetlandt, bij malcanderen gelegen , wairvan die fenne van de cruijcebroers van Franeker ten oosten ende Taecke Jongema erven landen ten westen naestlegers zijn , Noch ell& pondematen fennen mijt die huijssteedt , wairvan die slachtedijck ten oosten ende Watthie Hempckes ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Crugeebroeders te Franeker lantheeren zijn , verclairde oick die voorsz. Pijbe Vthiezoon dat hij twee gou- den gulden ende een oirt te Sexbierum heeft van dijcken van de den gulden ende een oirt te Sexbierum heeft van dijcken van de voorscreven landen ende noch twee golden gulden een oirt min te Franeker van dijcken. Sumarem XVJ ponden. H. Empcke Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondematen lants mijt die huijssteedt wijer ende cleijne fenne , wairvan Seerp Fetze- mijt die huijssteedt wijer ende cleijne fenne , wairvan Seerp Fetze- zoon ten oosten ende suijden naestleger es , Noch thiendehalve zoon ten oosten ende suijden naestleger es , Noch thiendehalve pondemate fennen ende saetlandt , voir dat huijs gelegen , wairvan Schelte Latzema ten suijden ende westen naestleger es, Noch thien pondematen saetlandt ende fennen , streckende van den ol- den dijck aen den zeedijck , wairvan Rijurdt Albertzoon ten we,,,- tm ende Ritsche Oedsma ten oosten naestlegers zijn, Noch thin pondematen fenlandt ende saetlandt, die nije ten genoempt , wair- 202 BIM TENDUCKS DI.JCKAGIE. van Rippert Elinxma ten oosten ende Seerp Fetzezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt , in die Kagen gelegen , wairvan Abbe Gabbezoon ten oosten ende Sicke Foppe- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , leggende op Sexbierumme meden , wairvan Taecke Glins oppe Rijp ten oosten ende Sicke Foppezoon ten westen naestlegers zijn, Noch seven pondematen meden, leggende in Sexbierimme meden, wairvan Pieter Ens toe Franeker mijt achtehalve pondematen buijten die slachte ten westen ende die pastorie van Sexbierum ten oosten naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen salige Doctor Dieters nae- gelatene weduwe lantvrouw es. gelatene weduwe lantvrouw es. Sumarem L ponden. 12. Jacob Feijckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken elliff pondematen fennen mijt die huijssteedt , wairvan Sipcke Douwezoon ten noorden ende Claes Taeckezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch seven pondematen lants , wairvan Willem Oetgerzoon ten oosten ende Schelte van. Lijauckama ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve ponde- mate maiden , wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende Dieuke Sijbrants weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlandt ende maetlandt , wairvan Sipcke Douwezoon ten westen ende Dieuke Sijbrants weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants , wairvan Pijbe Vtzezoon ten westen ende Oene Janzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen lants , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende Heer Jacob te Wijnaldum ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate fennen , wairvan Claes Taeckezoon ten oosten ende Douwe Englezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Tgets Pieter s lantvrouw es. Sumarem xxxiiu ponden. 13. Reyner Gerrgtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een erve lants, Ottema Saete genoempt , hebbende in den eersten een stuck saetlandt mijt die huijssteedt ende wier , maeckende tsaemen vijff pondematen , wairvan Scelte Lijauckama ten westen ende die patroons landen te Sexbierum ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlandt , wairvan derffgenamen van salige Anna Claes Sijmon- zoons weduwe ten suijden ende Pieter Taeckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch dertien pondematen fennen , leggende ten suijden van dat huijs , wairvan Schelte Lijauckama ten westen ende SEXBIERUM. 203 die heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , leggende op Oosterbierumme meden, wairvan die Vicarius t Oosterbierum ten westen ende Sijrcken Donije ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate meden , leggende to Oosterbie- rum , wairvan d erffgenamen van Hessel van Martena ten westen ende Rippert Elingsma ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, Sinte Sixtus camp genoempt, wairvan Heer Ypcke prebendarius te Sexbierum ten oosten ende Claes Edezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , leggende op Sexbierumme meden aen die Reewal , wairvan Vlck Elingsma ten westen ende die costers landen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Vick Elingsma lantvrouw es , Noch bruijct hij Reijner voorscreven elliff pondematen fennen , saetlandt ende maetlandt , wairvan. Meester Jarich van Dekama ten westen ende Vick Elingsma ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscre- ven elliff pondematen Jouffrouw Ympck van Lyauckama lantvrouw es , Noch bruijct hij seven pondematen fennen , die turckfenne genoempt, wairvan Frouck Oene weduwe ten suijden ende Andries Pieterszoon ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate saetlandt elide maetlandt in Heslinge fen gelegen , wairvan Andle Willezoon ten oosten ende Fedde Harda ten westen naest- legers zijn , Noch drie pondematen saetlandt ende maetlandt , in Heslinge fen gelegen , Jouffrouw Ympck van Lijauckama toe- comende , wairvan Schelte Latzema ten westen ende Jouffrouw Sijts van Grombach ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondema- ten meden, die pin mede genoempt, wairvan Schelte van Lijauckenla ten westen ende Rins Dirckzoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven leste percheelen van landen zijn d' erffgenamen van salighe Jancke Heynezoon lantheeren vuytgesondert drie pondema- ten lants , dair die pastorie te Sexbierum toecomen , Ende Schelte van Lijauckama desen anbreng vernoemen hebbende , heeft hem dair Lijauckama desen anbreng vernoemen hebbende , heeft hem dair en tegens geopposeert, seggende dat sijn moeder, , boven de landen die Reijner Gerrijtzoon voorsz. aengegeven heeft zijns die spreect moer toe te comen , deselve dair en boven noch toe compt de halve staten hijem ende gracht. Sumarem L1VJ ponden. 14. Doccke Haringzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan den olden dijck ten noorden ende Pieter Taeckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee ponde- 204 BUIJTENDIJOK6 DIKKAGIE, maten saetlandt , leggende ten oosten van dat huijs , wairvan Pie- ter Taeckezoon ten oosten ende V.ck Elingsma ten westen naest- legers zijn, Noch achtien pondematen fennen, leggende achter dat huijs buijten den olden dijck , wairvan Hessel Saexla ten oosten ende die patroons landen te Sexbierum ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen saetlandt ende maedlandt , leggende ten oosten van die voorscreven fenne , wairvan die erffgenaemen van Taecke Jongema landen ten oosten ende Doecke Haringzoon voorscreven ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen fen- nen , Sijdsma fen genoempt, leggende aen den zeedijck , wairvan Hessel Saexle ten oosten ende Sacke Janzoon ten westen naestle- gers zijn , Noch vijff pondematen meden , die campen genoempt , leggende op Oosterbierumme meden wairvan Ydt Eelckes weduwe ten oosten ende die slachtedijck ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden , die lange hoewen genoempt, leg- derdehalve pondemate meden , die lange hoewen genoempt, leg- gende op Oosterbierumme meden , wairvan Jouffrouw Ympck ten suijden ende Silwa proven te Sexbierum ten noorden naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen meden , oppe beets genoempt , leggende op Sexbierumme meden , wairvan Hobbe Heringa landen ten westen ende die Ree ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Taetsma-Saet genoempt , Vlck Elingsma lantvrouw is , Noch bruijct hij Doecke voorscreven twee pondematen saetlant , leggende te Oisterbierum landen , wairvan Fedde Harda ten oosten leggende te Oisterbierum landen , wairvan Fedde Harda ten oosten ende Schelte van Lijauckama landen ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen meden leggende bij Gaettersterzijl , wairvan die vier pondematen meden leggende bij Gaettersterzijl , wairvan die slachtedijk ten oosten ende Goffe Pierzoon ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen , leggende ten suijden van die Ree , wair- van Hobbe van Heringa landen ten suijden ende die Ree voorsz. van Hobbe van Heringa landen ten suijden ende die Ree voorsz. ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saet- landt , die abts fen genoempt , dair Rippert Elingsma ende Lijwck Haije weduwe toecompt , wairvan Schelte van Lijauckama landen ten oosten ende die erffgenamen van salige Anna Claes Sijmons weduwe ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den Haringh Dirck zoons naegelaten erven lantheeren zijn. Sumarem Liii ponden vii eijnsen. 15. Baerent Fegckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht ende dertichstehalve pondemate fennen saetlandt mijt die stater aen den olden dijck streckende , wairvan Rippert Elingsma ten oosten ende Doctor Pieters naegelaten weduwe ten westen naestlegers zijn Noch negen SEXBIERUM. 205 pondematen meden op Ree wal leggende ende dat spijck genoempt, wairvan die pastoerslanden te Pietersbierum ten westen ende Epe Tijairdtzoon ten oosten naestlegers zijn Noch vier pondematen meden op die Reewal leggende ende die oegen genoempt, wairvan die patroonslanden te Sexbierum ten westen ende Claes Edezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden , die slijten genoempt , wairvan Schelte van Lijauckama ten noorden ende die Vicarius landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt op dat hooge terp gelegen wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende westen naestleger es , Noch twee pondematen saetlandt , leggende in die Kagen buijten den olden dijck wairvan Abbe Gabbezoon ten oosten ende Rijurdt Albertzoon mijt zijn consorten ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Seerp Fetthiezoon lantheer es. Sumarem LXI1 ponder. 16. Sipcke Claeszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seventhien pondematen fennen ende saetlandt, streckende van den ouden dijck tot aen den zee- dijck lair zijn huijs in staet , wairvan Rippert Elingsma ten oosten ende Schelte Latzema ten westen naestlegers zijn , Noch viertien ende Schelte Latzema ten westen naestlegers zijn , Noch viertien pondematen fennen wairvan Rippert voorscreven ten suijden ende die erffgenamen van salige Sijthie Tiairtzoon ten noorden naestle- gers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Meester Jarich van Dekama ten westen ende Ridtsche Oedsma ten oosten naest- legers zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan die voor- screven viertien pondematen ten oosten ende Ridsche Oedsma ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , leggende in Sexbierumme meden , wairvan Doctor Pieters weduwe ten wes- ten ende de Vicarius te Sexbierum landen ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden , leggende op Oisterbie- rumme meden , wairvan Jouffrouw Ympck van Lijuackama ten wes- ten ende Jel van Mertena ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate ende ses eijnsen meden , wairvan Schelte Latzema ten westen ende Jouffrouw Ympck Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden. , wairvan Foppe Gabbe- zoons erven ten westen ende Wopcke Epezoon ten oosten naestle- gers zijn , van welcke voorscreven landen Taecke Wins lantheer is , Noch bruijct hij op Sexbierumme meden de helft van een stuck maed- lant , groot drie pondematen, te weten d' een helft van dit stuck zoo tselve te wandel gaet, wairvan Heer Ypeke leen ten westen ende Pie- tselve te wandel gaet, wairvan Heer Ypeke leen ten westen ende Pie- 206 BUIJTENDIJCKS DIKKAGIE. ter Walte erven ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven leste percheel Sipcke voorscreven weeskinderen lantheeren zijn. Sumarem XL1VJ ponden. 17. Pieter Jacobzoor heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier en twintichstehalve pon- dematen drie eijnsen anderhalve penninck vierdehalve stock fen- nen , die groote fenne genoempt , wairvan die patroon te Sexbie- rum ten oosten ende Claes Edis seiffs ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen ses penninghen ende sess en dertich voeten lants , die muncke landtsteedt genoempt , wairvan Tijairdt Jetthie zoons landen bij eijnden ende zijnen naestleger es , Noch drie pondematen twee eijnsen ende vijff penningen, t barge gran genoempt , welcke percheel staet mijt die kerckvoechden ende Andries Pieterzoon in questie mijt twintich eijnsen, wairvan die kercke te Sexbierum ten westen ende Claes selffs ten oosten naest- legers zijn , Noch sevendehalve pondematen ses penningen twee stock lants , die quade fenne genoemt , wairvan Saepck Pieters weduwe ten oosten ende Rins Dirckzoon ten westen naestlegers zijn, Noch vijff pondematen een half eijnse seven penningen een vierendeel penninck lants , saetlant ende maedlant mijt die werren tplatte stuck genoempt , wairvan die kercke landen ten oosten ende Rins genoempt , wairvan die kercke landen ten oosten ende Rins Z00n ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate twee eijnsen sestehalve penningen min vier stock saetlant ende maedlant Tzia- lings inde hem , wairvan Henrick Dirckzoon ten oosten ende Rins Dirckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch negendehalve eijnse min een half penninck saetlant bij Jacob Tzalinghs huijs gelegen , wairvan Henrick Dirckzoon ten oosten ende westen naestleger es , Noch anderhalve pondemate min anderhalff eijnse ende twee pen- ningen greijdlandt , wairvan die kercke ten oosten ende Pieter Ens ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen een half eijnse sevendehalve penningen sess en dertich voet greijdlandt be- wandelt mijt Heer Frericx leen wairvan die patroon ten westen ende Heer Frericx leen landen ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen derdehalve eijnse seven penningen meden aen die groote fenne eijndt gelegen , wairvan die patroon ten oos- ten ende Meeus Evertzoon ten westen naestlegers zijn , Noch der- dehalve pondemate twee penningen sess en dertich voet een stock landts , die egheen genoempt , bewandelt mijt Heer Frericx bene- ficie , wairvan tselve beneficie landen ten oosten ende Seerp Fet- thies ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate drie eijn- SE XBIERUM. 207 sen een smen een penninck meden , wairvan Rins Dirckzoon ten oosten ende Heer Frericx leen ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen vierdehalve eijnse ende sestehalve penningen meden , die eeghen genoempt , wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende Rens Dirckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch sevendehalve pondematen min sestehalve penningen greijdlandt , die hincxte fenne genoempt , wairvan Heer Frericx beneficie ten oosten ende die patroon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen drie eijnsen ses penningen achtien voet greijellandt ende saetlandt , die haer genoempt , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende Andries Pieterzoon ten westen naestlegers zijn , Noch acht eijnsen anderhalve penninck een vierendeel twee stock lants mijt die huijssteedt , leggende ten oosten van Jonger Walta Staten , wairvan t questiose lant ten oosten ende Jonger Walta ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen vierdehalve eijnse westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen vierdehalve eijnse drie penninghen less en dertich voeten lants , dair Jonger Walta Staten ende alder Walta dair t huijs op staet , Noch thiendehalve eijnsen drie penningen min twaeliff voeten saetlandt , wairvan 't barge gras ten oosten ende Andries Pieterzoon ten oosten naestle- gers zijn , van welcke voorscreven land en Claes Ediszoon te Her- lingen grontheer is , Noch bruijct hij derdehalve pondemate meden ende saetlandt , wairvan Andries Pieterzoon ten oosten ende Claes voorsz. selffs ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven derdehalve pondemate om de possessie van dien questie is tusschen derdehalve pondemate om de possessie van dien questie is tusschen Andries Pieterszoon ende zijn wijffs swager , Noch bruijct hij een pondemate saetlant , het hanghwer genoempt , wairvan Claes Ede- pondemate saetlant , het hanghwer genoempt , wairvan Claes Ede- zoon ten oosten ende Saepck Pieters weduwe ten westen naestle- gers zijn , Noch twee pondematen fennen , wairvan Claes Edezoon ten oosten ende ten westen naestleger es , Noch vijff pondematen meden , leggende in Sexbierumme meden , wairvan Doctor Pieters weduwe ten oosten ende Hobbe Heringa ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , leggende op die maeden voor- screven , wairvan Henrick Dirckzoon ten oosten ende Silva provens- landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den .Pieter Ens te Franeker lantheer es. Sumarem Lxxxi ponden IllJ penninck vi voeten. 18. Lieuwe Watthiezoon heeft ens scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen saet- landt ende fenlandt mijt die staten streckende aen die olde dijck , landt ende fenlandt mijt die staten streckende aen die olde dijck , wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende Rippert Elingsma wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende Rippert Elingsma 208 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ten westen naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen fennen ende meden , wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende Rippert Elingsma ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saet- landt , leggende in die Kaghen, wairvan Rippert Elingsma ten wes- ten ende Ridtsche Oedsma ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , leggende op Sexbierumme meenschair, wair- van Rippert Elingsma ten oosten ende die Costerie te Sexbierum landen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , leggende op Sexbierumme meenschair, wairvan die pastoerslanden ten westen ende Gijsbert Pieterzoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Master Jarich van Dekama lantheer es , Noch vier pondematen fennen , leggende in die voorscreven saete , wairvan Scheite van Lijauckama ten oosten ende Rippert Elingsma ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven vier pondematen Anna Hottinga lantvrouw is , Noch bruijct hij acht pon- dematen meden , wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Anna Hottinga ten oosten naestlegers zijn , van welcke acht pondematen Rippert Elingsma lantheer is. Sumarem xLv ponden. 19. Sybren Goffezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen saetlandt , leggende in die Kagen , die mijrdijck genoempt , wairvan die erff- genamen van salighe Sijdze Tijaardzoon ten westen ende Vick Elingsma ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den by selffs lantheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem u ponden. 20. Pieter Doynge heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondemate lants fennen mijt die huijsstede , wairvan Vick Elingsma ten suijden ende ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen saetlandt ende meden , legende in die Kagen , wairvan Hessel Andrieszoon ten oosten ende Pieter voorscreven ten westen naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen saetlandt ende fenlandt , in die Kagen ge- vierdehalve pondematen saetlandt ende fenlandt , in die Kagen ge- legen , wairvan d erffgenamen van salighe Taecke Jongema ten westen ende Pieter voorscreven seiffs ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt ende maetlant , wairvan Pieter voorscreven scuffs ten oosten ende westen naestleger is , Noch ne- gen eijnsen saetlants in die Kaegen gelegen, wairvan salighe Taecke Jongema erven ten westen en Pieter voorscreven scuffs ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt in die Kagen voor- SEXBIERUM. 209 screven gelegen , wairvan Pieter voorsz. ten oosten ende westen naestleger es , Noch een pondemate saetlandt ten suijden van den olden dijck gelegen , wairvan Vick Elingsma ten westen ende Abbe Gerloffzoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Pieter Dognyhe voorsz. lantheer is als hij bij zijnen eede ver- clairt heeft. Sumarem xix ponden ix eijnsen. 21. Pieter .Tarichzoon te Hospitael heeft ons scriftelicken aenge- geven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff en vijftich pondematen negen eijnsen vijff penningen vijff voeten lants , Spitael genoempt, welcke saete lecht in alles aen een ende die Coster heeft er negen eijnsen in beclempt , wairvan Meester Jarich van Dekama ten noorden ende die pastoer te Sexbierum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen .21Ignvrowe van Grombach lant- vrouw es , Noch een half pondemate lants , wairvan Meester Jarich van Dekama ten noorden ende die pastoer ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven half pondemate die patroon te Sex- bierum lantheer es. Sumarem yin ponden ail eijnsen v penningen v voeten. 22. W?Jbe Rornckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff pondematen fennen ende saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan Schelte Latzerna ten suijden ende Reijner Gerrijtzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen , wairvan Andle Willezoon ten westen ende Sipke Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pon- demate meden , wairvan Saepck Pieters_weduwe ten westen ende die slachte dijck ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pon- demate saetlant, wairvan Doecke Haringzoon ten westen , van welcke voorscreven landen Syts van Grombach van die sestien pon- dematen ende Dome Douwezoon van die anderhalve pondemate lant- keeren zijn.Sumarem XVILT ponden. 23. Rints Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht en twintich pondematen fennen mijt die staeten ende twee stucken saetlandt , leggende ten noorden van die voorscreven Jenne mijt noch een stuck maedlant, leggende ten suijden van die voorscreven fenne , wairvan die Vi- carie landen van Sexbierum ende Schelte van Lijauckama landen ten westen ende Pieter Hollander van wegen zijn grontheer Claes Ill 14 210 BUTJTENDUCKS DIJCKAGIE. Edezoon te Herlingen ende die pastorie landen te Sexbierum ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden op die meenschair gelegen, wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende noorden naestleger es , Noch een pondemate lants, die hair genoempt , wairvan Pieter Hollander van wegen Claes Edezoon zijn grontheer voorscreven ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate lants , oppe beets bij die reets igh ge- legen , wairvan Pieter Claeszoon van wegen Claes Edozoon voor- screven ten oosten ende westen naestleger es , Noch negen eijnsen oppet hooch terp in Sexbierum gelegen wairvan die prebendarius te Sexbierum ten westen ende ,Tuckema landen ten oosten naest- legers zijn, van welcke voorscreven landen h scuffs lantheer es als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij ses pondematen fennen , wairvan Henrick Dirckzoon ten suijden ende die pastoer voorscreven ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven ses pondematen die pastorie te Sexbierum, lantheer es. Sumarem xxxix ponden ix eijnsen. 24. Jan Thomaszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken sestien pondematen saetlant ende maetlandt mijt die huijssteedt ende fennen , wairvan Meester Jarich van Dekama ten oosten ende Taecke Douwezoon Glins ten westen naestlegers zijn.Sumarem XVI ponden. 25. Rinnert Bauckes heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seventien pondematen fennen , wairvan Abbe Gerloffzoon ten oosten ende Anna Sickes Hottinga ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wair- van Anna Sickes ten noorden ende esten naestleger es , Noch thien pondematen saetlandt wairvan Abbe Gerloffzoon ten oosten ende Pieter Donije ten westen naestlegers zijn , Noch drie ponde- maten saetlandt , wairvan Swob Elingsnia erven ten oosten ende Hessel Sickezoon ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden wairvan Sijbrant Wijbranda ten westen ende Pieter Ysma ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate lants lair die huijssteedt op staet, van welcke voorscreven landen Rippert sma kinderen lantheeren zijn , Noch bruijct hij vier pondematen me- den Beer lipcke prebende toecomende , wairvan die Kercke landen ten noorden ende Rins Dirckzoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xLi ponden. 26. Andle Wiltezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij SEXB1ERUM. 211 zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen, fennen mijt die huijssteedt , wairvan (lie pastorie te Sexbierum ten westen ende Vrouw van Grombach ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscre- Vrouw van Grombach ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscre- ven landen hij selffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt ven landen hij selffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch acht pondematen lants , Roorde herne ende Bronts heeft , Noch acht pondematen lants , Roorde herne ende Bronts camp genoempt , mijt die strengh Saetlandt dairaen leggende, wair- van die slachte dijck ten oosten ende Schelte Latzema ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven acht pondernaten Rippert Elingsma van ircgen Alice Sgthie Tgaertzoon dochter grontheer es, Noch anderhalve pondemate lants in Hesselinge fen gelegen, wair- van Schelte Latzema ten oosten ende Reijner Gerriit zoon met sun wijffs susteren ten westen naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen Andle Willezoon lantheer es, Noch twee pondematen meden op Oosterwal gelegen, wairvan Schelte Latzema ten oosten ende Silva proven te Sexbierum ten westen naestlegers zijn, Noch een pondewate lants op Oosterwal gelegen wairvan Schelte van Lijauckama ten noorden ende Jonger Tziairde landen ten suijden naestlegers zijn , Rippert Elinxma van wegen alsvoeren grontheer Noch drie pondernaten meden oppe meden in Oosterbierum gele- gen , wairvan 1)oecke Haringzoon ten westen ende t convents landen toe Lidlum ten oosten naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Andla Willezoon voors:. lantheer es , Noch twee pondematen meden leggende op die meden , wairvan die slachte ten westen ende Douwe Douwezoon te Thiernarum ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Ripped Elinnna van wegen als voeren lantheer es, Noch twee pondematen saetlant leggende in die Kagen aen den zeedijek , wairvan Ritske Oedsma ten westen ende Taetingh Hesselzoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven twee pondematen Andle Willezoon grontheer is , Noch vier pondematen fennen , wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende die pastoer ten westen naestlegers zijn , van welcke vier pondematen die pastorie te Sexbierum lantheer is. is. Sumarem xxxiu ponden. 27. Sieke Foppezoon heeft ons scriftelicken aangegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken zeeckere Saete groot zijnde dertiende halve pondematen fennen buijten den olden dijck gele- dertiende halve pondematen fennen buijten den olden dijck gele- gen, wairvan Lange Heijne erven ten westen ende die voorscreven Saete mijt een stuck Saetlandt ten oosten naestlegers zijn , Noch negende halve pondemate fennen , wairvan Abbe Gabbe zoon ten 212 BULTTENDIJCKS DIJCKAGIE. oosten ende Andries Hesselsoens olde fen ten westen naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate ende twee eijnsen saetlandt leggende ten oosten van die fenne voorscreven , die groot es der- tiendehalve pondematen , wairvan Abbe Gabbezoon ten noorden ende die olde dijck ten suijden naestlegers zijn , Noch vijfte halve pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Schelte Latzema pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Schelte Latzema ten oosten ende die voorsz. saete ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondemaeten saetlandt oppet west van thuijs gelegen, wairvan die olde dijck ten noorden ende Schelte van Lijauckama mijt zijn hoff ende eertfennen ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden leggende in Sexbierumme meden, wairvan Sijtthie Tijaart zoons erven ten noorden ende die pastorie van Sexbierum landen ten suijden naestlegers zijn, Noch sevende halve pondematen meden leggende op Gosselinghe meden, wairvan Hen- rick Dirckzoon ten noorden ende Schelte Latzema ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen op die selffte meden gelegen , wairvan Sijtthie Tijairdtzoon erven ten suijden ende die prebende, die heer IJpcke nv besidt, ten noorden naest- legers zijn, van weicke voorscreven landen Schelte van Lyauckama grontheer es , Noch bruijct hij drie pondematen saetlant leggende in Sexbierumme Kagen , wairvan Oedsma goet ten oosten ende Abbe Rottertzoons weesen ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlant in die wester kaegh gelegen , wairvan Schelte van Lijauckama ten westen ende Jongere Tijaerde landen nv de weduwe van Doctor Pieter toecornende ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven vier pondematen by self's lantheer es als hij bij zijnen eede verclairt heeft. als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem Lii ponders n eijnsen. 28. Schelte van Lgauckama heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken twintichste halve pondemate fennen een eijnse ende een penning mijt zijn hoff, grafft, staeten ende hiem , wairvan Schelte Latzema ten oosten ende die heerenwech ten westen naestlegers zijn, Noch twaeliffte halve pondematen een eijnse drie penningen twee roeden, wairvan die vicarius ten oosten ende die zijlroedt ten westen naestlegers zijn, Noch vijfl pondematen vier eijnsen negende halve penningen lants op die meenschair gelegen die horsse campen genoempt , wairvan Andries Pieterszoon ten westen ende Rins Dirckzoon ten suijden naestlegers zijn Noch negen pondemate anderhalff eijnse twee penningen ses voeten meden, wairvan Rippert Elingsma SEXBIERTJM. 213 ende Hobbe Heringa ten oosten ende Claes Edezoon ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen thien eijnsen vierde halve penningen drie roeden vier voeten, wairvan Sinte Katrine prebende ten oosten ende die molenswier ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen een eijnse ses penningen ses roeden saet- landt opt noordt van terp gelegen, wairvan die zijlroedt ten westen ende de Vicarie van Sexbierum landen ten oosten naestlegers zijn , Noch twee stucken opt suijdt van terp gelegen groot zijnde sevende halve pondematen een eijnse negende halve penningen ende drie roeden , wairvan Epe Tijairdtzoon ten westen ende Heer IJpcke ten oosten naestlegers zijn ende van dese voorscre- ven landen es Schelte selffs brugcker ende grontheer vugtgesondert dat Ilessel Andrieszoon tsaelant voorscreven van Schelte wegen te halven gebrugct. Sumarem Lxn ponden iii eijnsen 111 penningen viii roeden x voeten. 29. Pieter Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen fennen, wairvan die pastorie landen te Sexbierum ten suijden ende noon. den naestleger es , Noch twee en twintich eijnsen , wairvan Seerp van Adelen ten suijden ende Henrick Dirckzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch eijnsen , wairvan Claes Edezoon ten suijden ende Henrick Dirckzoon ten noorden naestlegers zijn Noch achtehalve pondemate saetlandt , wairvan die pastorie van Sexbierum ten suijden ende die vrije prebende van Heer IJpcke ten noorden naestlegers zijn , des zoo zijn dair seeckere acht huijssteden mede in begrepen, van welcke voorscreven landen die pastorie van Sexbierum lantheer is , Noch bruijct hij vijff pondema- ten min drie eijnsen , wairvan Pieter Ens ten oosten ende die ten min drie eijnsen , wairvan Pieter Ens ten oosten ende die kercke te Sexbierum ten westen naestlegers zijn, Noch vijff pon- dematen ende drie eijnsen , wairvan die kercke te Sexbierum ten oosten ende noorden naestleger es , van welcke voorscreven landen Saepck Pieters weduwe lantvrouw is. Sumarem xxix ponden iii eijnsen. 30. Saepck, Pieters weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijeken twee pondematen lants , wairvan die Vicarie te Sexbierum landen ten westen ende die landheeren van Wijbe Grotmaker Optaer ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen z selffs lantvroctw es , als zij bij huere eedt verclairt beeit. bij huere eedt verclairt beeit. 214 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Sumarem it ponden. 31. Ritscke Pgbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken in Oedsma saete negen pondematen fennen mijt die staten achter dat huijs gelegen, wair- van Schelte Latzenia ten oosten ende salige Doctor Pieters naege- laeten weduwe ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen saetlandt leggende in die Kaghen, wair van Schelte Latzema ter. oosten ende die weeskinderen van salige Tating ten westen naest- legers zijn , Noch vijff pondematen saetlant leggende in die kagen, wairvan Meester Jarich van Dekama ten westen ende Taecke wairvan Meester Jarich van Dekama ten westen ende Taecke Wins ten oosten naestlegers zijn, Noch een half pondemate saetlandt in die kagen gelegen, wairvan dat weeskindt van salighe Jan Willezoon ten suijden ende die zeedijck ten noorden naest- legers zijn, Noch een pondemate fennen in die kagen gelegen , wairvan dat weeskindt van salighe Jan voorscreven ten suijden ende die zeedijck ten noorden naestlegers zijn , Noch een ponde- mate meden leggende op Oosterbierumme meenschair wairvan Sircken Donije ten westen ende Douwe Douwezoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven percheelen van landen Ritschc Pgbezoon van wegen Ansek, zijn huysvrouwe grontheer es , Noch anderhalve pondematen meden leggende op Sexbierumme meden, wairvan Heer IJpcke leen ten westen ende Pieter Jurien- zoon ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscreven ander- halve pondemate Anna salige Andries Jacobzoons weduwe lantvrouw is, Noch ses pondematen meden leggende op Oosterbierumme meden omgangen landen wairvan Bitske voorsz. die drie bruijckt ende Jouffrouw Limpeic van Lgauelcama die ander drie , wairvan Rippert Elingsma ten suijden ende Taecke Glins ten oosten naest- legers zijn , Noch negen eijnsen meden leggende op Sexbierumme meden , wairvan die zijlroedt ten suijden ende t Convent van Lidlum ten oosten naestlegers zijn, van weleke voorscreven landen Saepck Pietas weduwe lantvrouiv is. Sumarem xxviii ponden ix eijnsen. 32. Pieter Jorgienzoon ende Jan Sgurdtzoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hairen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants , wairvan die pastoer te Sexbierum landen ten oosten ende Sipcke Claeszoon van wegen zijn weesen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen min drie eijnsen 'ants, wairvan Doecke Haringhzoon ten oosten ende Pieter Doenghe SEXBIERUM. 213 ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Saepek, Pieters weduwe lantvrouw es. Suinarem v ponden ix eijnsen. 33. Beer ITsbrantit pastor te Sexbierum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken vijff pon- dematen fennen, wairvan die pastorie huijsstede te Sexbierum dematen fennen, wairvan die pastorie huijsstede te Sexbierum ten noorden ende (lie heeren wech ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die pastorie van Sexbierum lantheer Cs, Sumarem v ponden. 34. Lieuwe Lieuweroon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken in Gerlue saete dair hij op woont vier en dertich pondematen eertfennen , saet ant, maet- landt mijt die staten , wairvan Sacle landen ten oosten ende Brijontsma landen ten westen naestlegers zijn , Noch seven ponde- maten meden , wairvan Henrick Dirckzoon ten oosten ende Pieter Kingum ten westen naest egers ZII,van weleke voorscreven lan- den &hclte Lutzema lantheer es , Noch twee en twintich eijnssen meden gelegen bij die lange dam, wairvan Henrick Dirckzoon ten oosten ende die Costerie van Sexbierum ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven twee en twintich egnsen Beer gpeke Prebendarius te Sexbierum, grontheer is. Sumarem XLJ1 ponden x eijnsen. 35. Jan Goffezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen, meden ende saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan. Henrick Dirckzson ende saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan. Henrick Dirckzson ten noorden ende die patroonslanden ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden Feijtefen genoempt, wairvan Tijaerdt Noch drie pondematen meden Feijtefen genoempt, wairvan Tijaerdt Jetthiezoon ten suijden ende Seerp Fetthiezoon ten noorden naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Seerp Fetthiezoon lantheer es. Sumarem xi ponden. 36. Pieter Symonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen fennen ende maeden mijt die huijssteedt , wairvan die pastorie van Sex- bierum ten oosten ende Henrick Dirckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden, wairvan Henrick Dirckzoon ten noorden ende suijden naestleger es, Noch een half pondemate saetlandt leggende in Henrick voorscreven landen, wairvan die voorscreven Henrick ten oosten en westen naestleger es , Noch 216 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. een half pondemate meden leggende in Sexbierumme meden, wairvan Henrick Dirckzoon ten westen ende die Costerie van Sex- bierumme landen ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscre- ven landen Seerp. Fetthiezoon ende die Erven van salighe Taetingh 1Vgbezoon lantheeren zijn. Sumarem 1x ponden. 37. Simon Cremer heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants die Herntze genoempt , wairvan Rens Dirckzoon ten suijden ende noorden naestleger es, van welcke voorscreven landen Heer 11pelce prebendarius in Sexbierum, grontheer es. Sumarem ii ponden. 38. &peke Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate lants op die hooge beets te Sexbierum gelegen, wairvan Schelte Lijaucka- ma ten westen ende die Vicarie te Sexbierum ten oosten naestle- gers zijn, Noch seven pondematen lants te Sexbierum gelegen wairvan Lieuwe Lieuwezoon erffgenamen ten westen ende die slachte dijck ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen lants leggende te Sexbierum wairvan Ulck Elingsma ten noorden ende Albert Smit toe Minnertsgae ten suijden naestlegers zijn Noch een pondemate lants leggende te Sexbierum, wairvan die prebende hietende Silve proven ten suijden ende Heer IJpcke ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Hobbe van Heringa lantheer es. Sumarem xi ponden. 39. Jorrit Hogtezoon heeft ins scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien eijnsen meden leg- gende op Sexbierumme meden , wairvan Taecke Douwezoon oppe Rijp ten suijden ende Heer IJpcke prebendarius ten noorden naest- legers zijn, Noch een pondemate meden leggende op Sexbierumme meden, wairvan Heer IJpcke voorsz. ten noorden ende Silva pro- yens landen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen .Lieuive Pieterzoon t Oosterbierum mijt sijn bruers ende susters grontheer es van de voorsz. twee porcheelen. grontheer es van de voorsz. twee porcheelen. Sumarem 11 ponden it eijnsen. 40. 31inne Frericxzoon heat ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Riedstra saete groot zijnde vijff pondematen wairvan Rins Dirckzoon rondt om naestleger es, Noch vijff pondematen saetlandt ende maedlant mijt die huijssteedt, SEXBIERUM. 217 wairvan Jwckema wech ten oosten ende die vicarie van Sexbierum landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Scelte van Lgauckama lantheer es, Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende die Vicarie voorsz. wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende die Vicarie voorsz. landen ten westen naastlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Vicarie van Sexbierum lantheer es. Sumarem X1J ponden. 11. Jan Lieuivezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken elliff pondematen fennen ende saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Rippert Elingsma ten oosten saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Rippert Elingsma ten oosten ende Seerp Fetthiezoon ten westen naestlegers zijn, Noch vier ende Seerp Fetthiezoon ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen meden leggende op Sexbieruinme meden, wairvan die erffgenamen van salige Tatingh ten oosten ende Gijsbert Pieters- zoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate meden leggende over de Ree , wairvan Rippert Elingsma ten westen ende die rechte armen te Franeker ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Pieter toe Kingum, Poppe ende Folck,ert Backer lantheeren zijn. Sumarem xv.t ponden. 42. Heer Claes Pijckezoon Vicarius in Sexbierum heeft ons scrif- telicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen ende twintichste halve pondematen saetlandt, fennen ende rnaeden rnijt die huijssteedt wairvan Rins Dirckzoon ten oosten ende Seerp Adelen landen ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen lants gelegen op die meenschair, wairvan Schelte van Lijauckama landen ten suijden ende Reijner Gerrijtzoon ten oosten naestlegers zip , Noch drie pondematen gelegen op die meenschair Feijck meed genoempt, wairvan Saep Pieters wijff landen ten oos- ten ende Sipcke Claeszoon ten westen naestlegers zijn , Noch twintich eijnsen op die meenschair gelegen, wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende Heer IJpcke prebendarius landen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Vicarie van Sexbierum, lantheer es. van Sexbierum, lantheer es. Sumarem xxxvi ponden n eijnsen. 43. Jelger Eelckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff pondemaeten saet- landt mette staeten ende eertfennen toe saemen , wairvan Orck landt mette staeten ende eertfennen toe saemen , wairvan Orck Poppezoon te Doijum ten westen ende Albert Franszoon burger binnen Leeuwarden ten oosten naestlegers zijn, Noch vier ponde- maten meden in Pieslinge fen gelegen, wairvan Andle Willezoon 218 BUIJTENDUCKS DUCKAGIE, ten oosten ende Reijner Ottema ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen , wairvan Jan Willezoon ten oosten ende Frouck Oene weduwe ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Schelte Latzema lantheer es. Sumarem XIX ponden. 44. Sgurdt Tsaelinckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Schelte Latzema ten westen ende Andries Pieterszoon ten oosten naestlegers zijn, Noch thien ponde- maten fennen aen dat voorscreven saetlandt leggende , wairvan Ritsche toe Oedsma ten oosten ende westen naestleger es, Noch anderhalve pondemate saetlandt dat moncke land genoempt, wair- van Abbe Gabbezoon ten westen ende Sicke Foppezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden leggende op Sexbierumme meden , wairvan salighe Doctor Pieters naegelatene weduwe ten noorden ende Heer IJpcke ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt in die Kagen gelegen, wair- van Sicke Foppezoon ten westen ende Schelte Laetsma ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen, vugtgesondert die drie leste gescrtven pondematen saetlant , Schelte Lutzema ende die erifgenamen van saliyhe Tatingh Wybezoon 1.ntheeren zijn ende van erifgenamen van saliyhe Tatingh Wybezoon 1.ntheeren zijn ende van die voorscreven drie pondematen saetlundt zijn die erfgenamen, van Abbe Bottertzoon lantheeren, Noch drie pondematen meden leggende op Sexbie.umme , meden wairvan Henrick Dirckzoon ten suijden ende die Costerie landen te S,ixbicrum ten noorden naestlegers zijn, Noch twee pondematen ende twintich eijnsen meden leggende op die voorscreven maeden, wairvan salige Doctor Pieters naege- latene weduwe ten westen ende die slachtedijck ten oosten naest- legers zijn, van welcke twee leste voorscreven stuck,en Heer IJpcke prebendarius in Sexbierum lantheer es. prebendarius in Sexbierum lantheer es. Sumarem xxxun ponden n eijnsen, 45. Schelte Latzema heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier en twintich pondematen aen de eertfennen mijt een pondemate saetlandt die huijssteedt ende hoff toe saemen gereeckent, wairvan Schelte van Lijauckama ten westen ende Doctor Pieters weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlant mijt die gars camp, wairvan Taecke Glins ten oosten ende Ritsche Kistmaicker ten westen naestlegers zijn, Dit voorscreven stuck van yip' pondematen seijt Scelte gecocht te hebben voir ses pondematen dan nae sijn SEXBIERUM. 219 beduncken en ist zoo groot nijet ende dairom is te vreden dattet op seste halve pondematen gestelt wordt ende die dair nijet mede te vreden en is die macht meten laten op costen van on- gelijck, Noch drie pondematen saetlandt in die kagen te Sexbie- rum gelegen wairvan Lijuwema landt ten oosten ende Abbe Rottersma erven ten westen naestlegers zijn, Noch seven ponde- maten lants leggende op Sexbierumme meden, wairvan die slachte ten oosten ende Sijtthie Tijaardtzoon weeskindt ten westen naest legers zijn, Noch ses pondematen teriduijcken genoempt wairvan IJrnpck Lijauckama ten westen end° Hessel Saexla ten oosten naestlegers zijn, Noch negentien eijimen lants tspijck genoempt , wairvan die patroon te Pietersbierurn ten westen ende Meeus Evertzoon van wegen zijn huijsvrouwe ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Schelte Latzema voorscreven lantheer is, als hij bij zijnen Bede verclairt heeft. is, als hij bij zijnen Bede verclairt heeft. Surnarern xLviz ponden een eijnse. 46. Loiche Sgboltzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken een pondemate saetlandt mijt die huijssteedt ende hoti, wairvan die heerenwech ten oosten ende Schelte Lijauckama ten westen naestlegers zijn, van weleke voorscreven landen die Vicarie van Sexbierum grontheer is. Sumarem een pond. 47. Sicke Foppezoon ende Regner Regnerzoon als voormonden van fan Willezoon weeskinderen hebben ons scriftelicken aengegeven elide bij hueren cede verclairt te gebruijcken Hansma State rnijt die huijssteedt elide twee pondematen lants t helme landt genoempt inijt noch een pondemate ten westen van t helme landt gelegen inijt noch een pondemate ten westen van t helme landt gelegen tsaemen groot vier pondeniaten , wairvan Taecke Douwezoon ten oosten ende Andries Pieterszoon ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen lants die groote hentze genoempt, wairvan Taecke Douwezoon ten suijden ende Douwema laen ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen lants die lutke herntze genoempt, wairvan Douwema laen ten westen ende Rippert Elingsma ten suijden naestlegers Noch twee pondematen lants, wairvan den zeedijck ten noorden ende Schelte Latzema landen ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Hoijte Hesselzoon ten oosten ende Schelte Latzema ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die voorscreven weeskinderen grontheeren zijn. Suinarern xiiii i pontlen, 220 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 48. Illeeus Evertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen ende negen eijnsen lants die olde fen genoempt mijtte staters ende meden , wairvan Tiairdt Jetthiezoon ten westen ende Epe Tijaerdtzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch sestien pondematen fennen die nije fen genoempt mijt dat saetlandt ten noorden ende vijif pon- dematen ten suijden , wairvan Epe Tijaardtzoon ende Claes Edis ten oosten ende Epe voorscreven ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants Siblama feld genoempt , wairvan Claes Edis ten oosten ende Claes Juckama erfgenamen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven drie pondematen derfgenamen van Taecke Douwes lantheeren zijn , Noch een pondemate lants op die beets gelegen in Lijauckama land beclempt , Noch een halve pondemate lants opt terp gelegen, wairvan Rins Dirckzoon ten wes- ten ende Focke Dirckzoon erffgenamen ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Jetthie toe Riedt lantheer es. Surnarem xxxi ponden 11I eijnsen 49. Gerryt Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Jeldera Tzaerde zaete groot zijnde viertich pondematen saetlandt mijt die huijssteedt ende lennen. wairvan Schelte van Lijauckama ten westen ende salige Doctor Pieters naegelaten weduwe ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt leggende buijten den olden dijck dat monijcke landt genoempt , wairvan die erffgenamen van salige Tating ten oosten ende Douwe Douwezoon ten NA, esten naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate meden leggende over die Ree , wairvan dat Convent van Achtlum ten oosten ende die rechte armen te Franeker ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Side Dyezoon, Ryurdt Albertzoon ende Abbe Gabbezoon lant- heeren zijn.Sumarem XVI11J ponden, 50. Jacob Tgalckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een halff pondemate saet- landt mijt die huijssteedt , wairvan Renick Dirckzoon mijt zijn consorten ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voor- screven landen die pastorie van Sexbierum lantheer es. Sumarem vi eijnsen. 51. Anctries liesselzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen fennen mijt die staten , wairvan Lange Heijne erven ten oosten ende SEXBIERUM. 221 Schelte van Lijauckama selffs ten westen naestlegers zijn, Noch thien pondematen lants die olde fen genoempt , wairvan Sicke Foppezoon ten oosten ende Schelte voorscreven ten westen naest- legers zijn, Noch acht pondematen meden , wairvan Lijauckama sillaen ten westen ende Schelte voorscreven ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen leggende op Sexbierumme meenschair, wairvan Rins Dirckzoon ten noorden ende die prebende landen in Sexbierum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Schelte van Lyauckama lantheer ende erouffrouw Itimpek Min- nema myt hoir kinderen lantvrouwen zijn, Noch bruijct hij Andries voorscreven negende halve pondemate saetlandt, wairvan Aijthama nije fen ten oosten ende Lijauckama sijllaen ten westen naestle- gers zijn , Noch seven pondematen fennen , wairvan die zeedijck ten noorden ende die negendehalve pondematen voorscreven ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Schelte ran Ljauckama selffs lantheer es. Sumarem xLvm ponden. 52. Pieter Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants in die Kagen toe Pietersbierum gelegen, wairvan Andsma weijde ten westen ende Douwe Douwezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch vijftien eijnsen op dat hooch terp gelegen, wairvan die zijlroedt ten westen ende Schelte Lijauckama saetlandt ten oosten naestlegers westen ende Schelte Lijauckama saetlandt ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate lants , wairvan t muncke landt Tijaerdt Jetthiezoon toecomende ten oosten ende Claes Juckema erven ten westen naestlegers zijn , Noch vijitiendehalve pondema- ten lant, wairvan Claes voorsz. erffgenamen ten oosten ende westen naestlegers zijn, Noch seven pondematen lants. wairvan die patroon te Pietersbierum ten oostm ende Adelen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Epe Tgaardtzoon milt zfjn consorten lantheer es. Sumarem xxvii ponden in eijnsen. 54. Duck Martenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden , wairvan die Riedwal ten noorden ende Pijbe Wijtthiezoon ten suijden naestlegers zijn Noch drie pondematen meden ende saet- landt leggende in Sexbierumme kagen, wairvan Doecke Haringzoon ten westen ende Pieter Donije ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate lants leggende in die Kagen, wairvan Andle zoon ten oosten ende Sijbe Mathijszoon ten westen naestlegers 222 BUITENDUCKS DUCKAGIE. zijn, van welcke voorscreven landen Baud Taecke Jongema weduwe to Thionarum lantvrouw is. Sumarem vu ponden. 64. Hertman Inthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden over die Reed gelegen , wairvan Joucke Claeszoon van wegen die pastorie in Pietersbierum ten oosten ende Rippert Elingsma ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsereven landen Ileer Iipcke prebendarius te Sexbierum lantheer es. Sumarem iii ponden. 55. Claes Evertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen lants, wair- van die pastorie te Sexbierum ten suijden ende die vrije prebende ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Pastorie te S'exbierurn, lantheer es. Sumarem vu ponden. 56. Andries Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken vier pondematen fennen wairvan dat weeskindt van salighe Jan Willezoon ten oosten ende westen naestleger es, van welcke voorscreven landen ,Schelte Lat- pima lantheer es. Sumarem min ponden. 57. Sacke Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen saetlandt leggende in die kagen te Sexbierum , wairvan Hessel Andrieszoon ten westen ende Ulck Elingsma ten oosten naestlegers zijn , welcke voorsz. landen Sacke voorsereven selffs grontheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem ponden. 58. Anna Tgaardt Jetthies huysvrouwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken vijftien eijnsen lants op Sexbierumme terp gelegen die hiems genoempt, wairvan Schelte van Lijauckama ten westen ende die Vicarie lan- den ten oosten naestlegers zijn, Noch vijti en twintich pondematen ende drie eijnsen lants aen een leggende, wairvan Claes Juckema erffgenamen ten oosten ende die zijlroede ten westen naestlegers zijn, Noch twintich eijnsen op die Spijck gelegen, wairvan die patroon te Pietersbierum ten westen ende Claes Juckama erffgena- men ten oosten naestlegers Noch vijff pondematen drie eijnsen meden die Vicarie in Sexbierum toecomende , wairvan die patroon SEXBIERUM. 223 te Pietersbierum ten westen ende Tijaerdt voorscreven ten oosten naestlegers zijn Noch acht en twintich eijnsen t muncke landt genoempt, wairvan Sanctus Sixtus patroon te Sexbierum ten oos- ten ende Epe Tijaardtzoon ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate lants Feijte fen genoempt, wairvan Seerp Adelen ten westen ende de Vicarie van Sexbierum ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Jetthie toe Riedt lantheer es. Sumarem xxxvii ponden. 59. Loicke Syboltzoon Taecke Regnszoon ende Hessel Regnszoon hebben ons scriftelicken aengegeven elide bij hueren eede verclairt te gebruijcken acht pondematen meden wairvan Schelte van te gebruijcken acht pondematen meden wairvan Schelte van Lijauckama landen ten suijden ende Seerp Adele ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Beer IJpcke pre- bendarius in Sexbierum lantheer es. Sumarem Arm ponden. 60. Jacob Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertich pondematen lants, wairvan Vrouw Sijts van Grombach ten noorden ende die lantheer van Jan Sijmonzoon ten suijden naestlegers zijn, Noch twee pon- dematen mill twee eijnsen , wairvan die pastoer ten suijden ende Vrouck Gossis ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscre- ven viertich pondematen die pastorie ende die twee pondematen die Costerie te Sexbierum lanthecren zijn. Sumarem xu ponden x eijnsen. 61. Die Iffolenair van Sexbierum heeft ons scriftelicken aengege- ven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een halve ponde- ven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een halve ponde- mate lants mijt die moelens wier zijn huijssteedt ende een cleijn mate lants mijt die moelens wier zijn huijssteedt ende een cleijn Braes camp toe saemen, wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende die zijlroedt ten westen naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen Schelte van Lyauckama lantheer es. Sumarem vi eijnsen. 62. Beer IJpcke prebendarius in Sexbierum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken negen aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken negen pondematen lants, daerinne gereeckent die huijssteedt, een cleijn holiken die feline mijt een half'. pondemate saetlandt die Godes acker genoempt ende is al toe saemen in een beclempt, wairvan die pastorie landen ten suijden ende die ander prebende landen ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondematen saet- lant ende meden tsaemen, wairvan Pieter Jarichzoon ten oosten 224 BUIJTENDIJCKS DIKKAGIE, ende die ander prebende landen ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt ende maedtlandt tsaemen, wairvan anderhalve pondemate saetlandt ende maedtlandt tsaemen, wairvan die slachtedijck ten oosten ende Sijthie Tijairdtzoon landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by self's westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by self's lantheer is , als hij bij zijnen Bede verclairt heeft. lantheer is , als hij bij zijnen Bede verclairt heeft. Sumarem xi' ponden. 63. Jan Symonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken negen pondematen fennen bij dat huijs gelegen, wairvan Rippert Elingsma ten noorden ende dat huijs gelegen, wairvan Rippert Elingsma ten noorden ende Heer IJpcke ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen die cleijne fennen genoempt, wairvan Schelte van Lijauckama ten die cleijne fennen genoempt, wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende Schelte Andla of Latzema ten noorden naestlegers zijn, Noch vier pondematen terplandt mijt die vier huijssteden, wairvan die cleijne fenne voorscreven ten suijden ende Schelte van Lijauckama ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen lants Jeese lant genoempt, wairvan die pastorie te Sexbierum ten lants Jeese lant genoempt, wairvan die pastorie te Sexbierum ten noorden ende Henrick Dirckzoon ten suijden naestlegers zijn , noorden ende Henrick Dirckzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch acht eijnsen lants leggende opte meenschair, wairvan Rip- pert Elingsma ten noorden ende Sipcke Douwezoon mijt meer andere ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden leggende op Sexbierumme meden, wairvan Schelte Lijauckama ten leggende op Sexbierumme meden, wairvan Schelte Lijauckama ten noorden ende Bauck Juckema ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen lants leggende op Oosterbierumme meden die lange hoeven genoempt, wairvan die pastorie t Oosterbierum ten noorden ende die susteren van Thiemarum ten suijden naestlegers zijn, Noch vier pondematen lants leggende after waste over hooch ende leech in een stuck van acht pondematen ende wandelt alle ende leech in een stuck van acht pondematen ende wandelt alle jaeren om tegens Claes Edis toe Herlingen , van welcke acht pon- dematen Andries Pieterzoon van wegen die Derck te Sexbierum dematen Andries Pieterzoon van wegen die Derck te Sexbierum ten noorden ende Seerp Fetthiezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen leggende in een stuck van vier pondema- Noch twee pondematen leggende in een stuck van vier pondema- ten aen die weds wal, wandelt oick mijt Claes Edis toe Heflin- gen , wairvan Seerp Fetthies ten westen ende Bins Dirckzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate lants op Oosterwal gelegen, wairvan Andle Willezoon ten oosten ende Rip- pert Elingsma ten suijden naestlegers zijn, Noch twee en twintich eijnsen op menster need gelegen, vairvan Saepck Pieters weduwe eijnsen op menster need gelegen, vairvan Saepck Pieters weduwe ten westen ende Pieter Gijsbertzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een halve pondemate lants leggende onder Schelte van Noch een halve pondemate lants leggende onder Schelte van Lijauckama terp . wairvan Epe Tijaardtzoon ten noorden ende SEXBIERUM. 225 Schelte van Lijauckama ten suijden naestlegers zijn , van alle dese voorscreven landen es grontheer die zusters zoon van Meester Caerl van der Ngtsen van wegen die prebende te Sexbierum Save pronde genoempt. Sumarem XXXV1111J ponden. 64. Frouck Heyne dochter ende Ritsche Pgbezoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruij- cken negende halve pondemate meden ende saetlandt, wairvan die pastorie landen ten suijden ende noorden naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate saetlandt ode maetlandt, wairvan die pastorie landen ten westen ende die erffgenamen van salige Sijtthie Tijaerdtzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve ponde- mate saetlandt die wer genoempt , wairvan die pastoers landen ten oosten ende westen naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen Frouck Hegne dochter lantvrouw is. Sumarem XlIJ ponden. 65. Epe Sybrandtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht en twinticli pondema- ten fennen, die Koeijweijde genoempt, wairvan den heerenwech ten suijden ende Silva pronda ten noorden ende oosten naestlegers zijn , Noch achtien pondematen saetlandt leggende ten noorden ende westen aent huijs op die selve saete staende, wairvan den heerenwech ten suijden ende de pastoor ten noorden naestlegers zijn, vuijtgesondert drie pondematen leggende aen lie voorscreven weijde, wairvan Adeelen ten oosten ende die pastoer ten westen eensdeels naestlegers zijn, Noch thien pondematen Goslinga meed van d' acht van de voorseijde thien pondematen , wairvan Rippert Elingsma ten noorden ende Lijauckama ende Marie pronda ten suijden naestlegers zijn, Noch twee pondematen lants hietende Goijcka camp in die voorscreven thien pondematen beclempt, Noch derdehalve pondemate lants, de arme landt genoempt, wair- van die Beghijnen van Thiemarum ten suijden ende ten westen ende Ale Hettezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden, wairvan die adelen ten oosten ende Henrick Dirckzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate lants leggende ten suijden vant voorscreven huijs, wairvan die pastorie landen ten noorden ende die patroonslanden ten suijden naestle- gers zijn, van weicke voorscreven landen Henrick Dirckzoon voir de meestendeel lantheer es. III. Sumarem LX11I ponden.15 226 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 66. Die Coster te Sexbierum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen min drie eijnsen lants, leggende op die lange eeckeren, wairvan Schelte van Lijauckama oft Rippert Elingsma, want huer landen omgaende van Lijauckama oft Rippert Elingsma, want huer landen omgaende landen zijn, ten suijden ende Pieter Kimge te Sweijns ten noorden ende die prebende landen te Sexbierum ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen lants, dat lepellandt genoempt, wair- van Heijne Ottama erven ten noorden ende die pastorie te Sex- bierum ten suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate op Goslinge meden, wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende die prebende landen van Sexbierum ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen lants op die lange betsen gelegen , wairvan Heijne Ottema erven ten westen ende Meester Jarich van Dekama landen ten oosten naestlegers zijn, Noch een half pondemate, die fijns Camp genoempt, wairvan Pieter Walta erven ten noorden ende Juckema erven ten oosten naestlegers zijn, Noch drie eijnsen in die patroons saete gelegen, wairvan Seerp Fetsa ten oosten ende die patroon ten westen naestlegers zijn, Noch negen eijnsen lants, over die reedt gelegen, wairvan Seerp Fetzezoon erven ten oosten ende Sijts Sopsums erven ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen de Costerie van Sexbierum lantheer es. Sumarem VINIJ ponden 111 eijnsen. 67. Douwe Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondematen lants , wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende suijden naestleger es , van welcke voorscreven landen by scuffs van wegen zgn huysvrouwe lantheer is als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem mu ponden. Sumarem mu ponden. 68. Sgurdt Feyckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate lants, wairvan Taecke Hibbema van wegen zijn lantheer ten oos- ten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die patroon van Sexbierum lantheer es. Sumarem IIJ ponden. Suma Sumarem bedraecht xvniC ponden 111 eijnsen X1J penningh lx roeden ix voeten. PIETERSBIERUM. 227 1. Sipeke Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Ansma Saet groot zijnde thien pondemaeten fennen, die lutke fen genoempt , wairvan Rippert pondemaeten fennen, die lutke fen genoempt , wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Epe Tijaardtzoon mijt Schelte van Lijauckama ten oosten naestlegers zijn, Noch achtien pondematen fennen, die nije fenne genoempt, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Bauck Taecke weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen lants, op die leege beets gelegen, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Vick Elingsma ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen opt lange landt gelegen, wairvan Rippert Elingsma ten beijden zijden naestleger es , Noch drie pondematen Heslinge meden genoempt, wairvan die preben- darius van Pietersbierum landen ten westen ende die Vicarie landen van Pietersbierum ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen beschut landt, over die reedt gelegen, hebbende ten westen die pastorie van Pietersbierum landen ende ten noorden Haringh Dirckzoon erffgenamen naestlegers, Noch drie pondematen lants , op die claij vrden in die leege horne gelegen , wairvan die weduwe van Johan Roorda ten westen ende die erfgenamen van weduwe van Johan Roorda ten westen ende die erfgenamen van salighe Sicke Gratinga ten oosten naestlegers zijn , Noch een pon- demate lants, op die claij vrden gelegen, wairvan Rippert Elingsma demate lants, op die claij vrden gelegen, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Sicke Gratinga erffgenamen ten oosten naestlegers ten westen ende Sicke Gratinga erffgenamen ten oosten naestlegers zijn, Noch seven pondematen lants, tho westen genoempt , wairvan Rippert Elingsma ten beijden zijden naestleger es , Noch een pondemate in die Kagen , wairvan die Vicarie landen van Pieters- bierum ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, die hooge stede genoempt, wair- van die erffgenamen van Tijepcke Vlckezoon ten westen ende Hobbe Heringa ten oosten naestlegers zijn, Noch ses pondematen lants , wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Schelte van Lijauckama landen ten oosten naestlegers zijn, Noch een ponde- mate lants , wairvan. Ansma hijem ten westen ende Schelte Lijau- ckama ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven. landen Hobbe van Heringa lantheer es. Hobbe van Heringa lantheer es. Sumarem LXIIJ ponden. 2. Wybe Pabezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Franga Staete groot zijnde ses pondematen saetlandt ende maetlandt mijt die huijssteedt, wairvan pondematen saetlandt ende maetlandt mijt die huijssteedt, wairvan die ziilroede to Ropte ten suijden ende den wech ten noorden naestlegers an , Noch een half pondemate saetlandt, 'void huijs 228 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE gelegen, wairvan Pijbe Tijerckzoon erven ten suijden ende den heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen fennen , wairvan Rippert Elingsma ten noorden ende Aijle Claes- zoon erven ten suijden naestlegers zijn, Noch sevendehalve ponde- mate fennen mijttet wer , wairvan Rippert Elingsma ten suijden ende Pijbe Tijerckzoons erven ten noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen saetlandt Jellega terp genoempt, wairvan Seerp Jacobzoon twee weesen ten westen ende Goslick Hiddema ende Sijmon Henrick zoons erven ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants in de fenne gelegen , die ge- bruijct wordden tot dese saete , wairvan Pijbe Tijerckzoons erven grontheeren zijn ende Loicke Jellezoon rondt om naestleger es , Noch ses pondematen saetlandt ende maetlant die oick gebruijct wordden tot de voorscreven staete, wairvan Sijmon Henrickzoons erven grontheeren zijn ende Abbe Minnezoon ten westen ende Sijmon Henrickzoons erven ten oosten naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen Lolcke Jellezoon grontheer es, vuijtgesondert de landen die Synton Henrickzoons erven toecomen als voiren ende dander- halve pondemate Sybe Tgerckzoons erven toecomende. halve pondemate Sybe Tgerckzoons erven toecomende. Sumarem xxvi ponden. 3. Marten Buwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen saetlandt ende maedlandt , wairvan Sipcke Douwezoon ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Meester Jacob van Herlinghen ten oosten ende westen naestleger es, van weicke voorscreven landen Bauck salighe Yaecke jongema weduwe lantvrouw is. Sumarem vim ponden. 4. Megnert Evertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen fennen , wairvan Ansma landt ten westen ende den heerenwech ten oosten naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden , wairvan Johan Gerbranda erven ten westen ende den heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen saetlandt mijt die hubs- steedt , wairvan Ansma landen ten westen ende den heerenwech ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorsz. landen Schelte van Lgauckama lantheer es. Sumarem xxi ponden. 5. Pieter Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken seeckere staeten opte fennen , PIETERSBIERIJM. 229 groot zijnde twaeliff pondematen fennen mijt die huijssteedt aen een streckende , wairvan Tiets Gerbranda ten oosten ende Loicke Jellezoon ten westen naestlegers zijn, Noch thien pondematen fennen ende maeden, die hincxt fenne genoempt , wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Abbe Bienckezoon ten oosten naestle- gers zijn, Noch vijff pondematen saetlandt, wairvan Tiets Gerbranda ten noorden ende Auck Heslinghe ten suijden naestlegers zijn, Noch twee stucken maedlant aen die voorsz. saete gelegen , groot zijnde vier pondematen , wairvan d een stuck Rippert Elingsma ten noorden ende Renick Edezoon ten suijden ende van d' ander stuck Rippert ende Renick voorsz. als voorscreven naestlegers zijn , van weleke voorscreven landen ende van de twee paerten van dijen Goslick Iliddema van wegen zyn huilsvrouwe lantheer es ende van de derde pairt zijn d erfgenamen van Sgmon lienrickzoon gront- heeren mijtte gerechticheijt van de voorscreven pondematen elcx zijn parthije als voorscreven is, ende Goslick Hiddema voorscreven van wegen zijn huijsvrouw protesteert beholden recht de grooticheijt der pondematen voorscreven noepende die gerechticheijt van dien der pondematen voorscreven noepende die gerechticheijt van dien oftet gebuerde in toecomende tijden , dat hij zijn landen wilde doen meten ende bij die selifte metinghe min pondematen als voorscreven is bevonden wordde , dat hij alsdan nijet hooger nae advenant zijne grooticheijt der pondematen sal belast zijn. Sumarem xxxi ponden. 6. Vpcke Albertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Fetsa Saet, ses pondematen lants mijt die huijssteedt , terp ende twee eesteren, wairvan die pastorie te Pietersbierum ten oosten ende westen naestleger es, Noch twee en vijftichstehalve pondemate fennen ende maiden, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Meester Jacob van Herlingen ten oosten naestlegers zijn, Noch vijftien pondematen saetlandt mijt een hoff , wairvan salige Jan Gerbranda ten oosten ende Rippert Elingsma ten westen naestlegers zijn, Noch tiende halve pondemate lants Fetsa hoewen genoempt , wairvan Saepck Pieters weduwe ten suijden ende Rippert Elingsma ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen _Renick Gerbranda lantheer es. Sumarem Lxxxii ponden. 7. Seerp Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken ses pondematen meden ende saetlant toe saemen, wairvan Buwen Heslinga ten westen 230 BIM TENDLICKS DLICKAGIE. ende Schelte van Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , Noch vilff pondematen maedlandt ende saetlandt toe saemen, wairvan Buwe Heslinge ten westen ende Renick Gerbranda ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen saetlant ende maetlandt toe saemen, wairvan Buwe Heslinghe ten westen ende Rippert Elingsma ten noorden naestlegers zijn , Noch negen pondematen fennen , wairvan die pastorie landen ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn, Noch vierdehalve pondemate lants mijt die huijssteedt ende saetlandt, wairvan Rippert Eling- lants mijt die huijssteedt ende saetlandt, wairvan Rippert Eling- sma ten oosten ende Buwen Heslinge ten westen naestlegers sma ten oosten ende Buwen Heslinge ten westen naestlegers zijn, Noch een halve pondemate landts, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende oosten naestleger es, Noch drie pondematen saetlandt over die olde dijck gelegen , wairvan Sipcke Douwezoon ten oosten ende Sacke Janzoon ten westen naestlegers zijn, van ten oosten ende Sacke Janzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Vicarie van Pietersbierunt lantheer es. es. Sumarem xxxi ponders. 8. Sybren Ulbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken negen pondematen fennen die nijeuwe fenne genoempt, mijt die huijssteedt, wairvan Fedde Harda ten westen ende Jan Oene zoons erven ten oosten naest- legers zijn, Noch twaeliff pondematen fennen die olde fennen genoempt, mijt die cleijne fenne, wairvan Tijepcke Ulbe zoons erven ten oosten ende Fedde Harda ende Rijurdt Tsaelinckzoons erven ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen saet- landt aen die olde fenne gelegen, wairvan Rijurdt Tsaelinckz. erven ten westen ende Eelck Jarichs weduwe ten oosten naest- legers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt die dijcksteel genoempt, wairvan die olde dijck ten suijden ende de keeg voer- ijerde ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt in die keeg, wairvan Fedde Harda ten westen ende Rijurdt Tsalingszoons erven ten oosten naestlegers zijn, Noch negen eijnsen saetlandt in de Keeg gelegen, wairvan Meester Jacob van Scagen ten westen ende Fedde Harda ten oosten naest- legers zijn , Noch negen eijnsen saetlant in de Keeg gelegen, wairvan Jan Oenezoons erven ten westen ende Sijbren Wijbranda ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt in de Keeg gelegen , wairvan Meester Jacob van Scagen ende Sijbren Wijbranda ten westen ende Rijurdt Tsaelinckzoons erven ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate in Jetthie landt PIET ERSBIERUM. 251 gelegen , wairvan Meester Jacob van Scagen ten westen ende Mijnvrouw van Grombach ende Rippert Elingsma ten oosten naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate greijdlandt , wairvan Meester Jacob van Scagen ten oosten ende Sircken Donije ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen lants achter thuis gelegen die cleijne steedt genoempt, wairvan Fedde Harda ten westen ende Sijbrandt Wijbranda ten oosten naestlegers zijn, Noch ses eijnsen Sijblema steedt genoempt , wairvan Meester Jacob van Scagen ten oosten ende Sijbren Walingzoon te Herlingen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven steedt Tgets Hid- dema te Pingum van d eene helft ende Sgbrant Wgbranda van d' ander helft grontheeren zijn , Noch bruijct hij vierdehalve ponde- mate meden , wairvan Epe Tijaartzoon ten westen ende Bauck mate meden , wairvan Epe Tijaartzoon ten westen ende Bauck Taecke Jongema ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscre- ven vierde halve pondematen die Vicarie van Pietersbierum lantheer es, Noch een halff pondemate in de Kaegh gelegen , wairvan Tijepcke Vlckezoon erven ten oosten ende Sijbrandt Wijbranda mijt een half ende anderhalff pondemate ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven halve pondemate Eelck Jarichs weduwe lantvrouw is. Sumarem xxxv ponden in eijnsen. 9. Euwe Hanszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen fennen mijt die huijssteedt , wairvan Sircken Donije ten oosten ende Abbe Bienkezoon ende Schiere Agge ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlandt ende greijdlandt te saemen, wairvan Abbe Bienkezoon ende Schiere Agge ten westen ende Rijurdt Tsalinckzoons erven ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen greijdlandt , wairvan Schelte Latzema , Tijaerdt Jetthiezoon ende Bauck Claesma ten oosten ende Epe Tijaerdtzoon mijt zijn consorten ten westen naestlegers zijn , welcke seven pondematen alle jaeren van die kercke wegen verhuijrt wordden ende bij Euwe voorscreven betaelt dair voir die scattinghe, Noch negen eijnsen lants, wairvan die patroons landen te Pietersbierum ten westen ende Tijepcke erven ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die patroon te Pietersbierum lantheer es. Sumarem XXIJ ponden in eijnsen. 10. Bauck Ryurdts weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken Bocleama saet groot zijnde ses pondematen vijf1 eijnsen elliff penningen ende acht 232 BUINENDIJCKS DIJCKAGIE. roeden fennen mijt die huijssteedt, wairvan Fedde Harda ten wes- ten ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen twee eijnsen seven penningen twee roeden negen voeten lants dat groot stuck saetlandt genoempt, wairvan Fedde Harda ten oosten ende Sijbren Wijbranda ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate sestien penningen ende acht roeden saetlandt, Sasse wal genoempt , wairvan die patroon te Pietersbie- rum ten westen ende Tiepcke Vlcke zoons erven ten oosten naest- rum ten westen ende Tiepcke Vlcke zoons erven ten oosten naest- legers zijn , Noch neghen eijnsen ses penningen vijff roeden ende ses voeten saetlandt, Sijbe acker genoempt, wairvan Fedde Harda ten oosten ende Sijbrandt Wijbranda ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate seven eijnsen vijftien penningen ellif roeden ende vier voeten saetlandt Roeloffs lant genoempt, wairvan Fedde Harda ten westen ende Sijbren Wijbranda ten oosten naestlegers zijn, Rippert Elingsma heeft noch derdehalve pondemate gelegen in de oosterzijde van de voorsz. fenne die oick tot Bockema ge- bruijct wordden, van welcke voorsz. landen Tryn Bockema erffgena- men lantheeren zijn, vuytgesundert de voorscreven derdehalve ponde- mate .Rippert Elingsma toecomende mijt noch een pondemate in de mate .Rippert Elingsma toecomende mijt noch een pondemate in de voorscreven. Bockema staete oick Rippert toecomende. Sumarem XVIJ ponden een eijnse xvii penningen xiii voeten. 11. Illitsert Sgrckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen twee eijnsen negen roeden ende vier voeten lants, wairvan Sijbrandt Wijbranda ten westen, Epe Hoijtezoon van wegen Abbe Beencke- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate Rip- pert Elingsma toecomende , wairvan Sircken Donije ten noorden pert Elingsma toecomende , wairvan Sircken Donije ten noorden ende Sacke Janzoon van wegen Eelck Tijepcke weduwe ten oosten naestlegers zijn, Noch een .pondemate lants Rippert Elingsma toeco- mende wairvan Sijbrandt Wijbranda ten westen ende Mijnvrouw mende wairvan Sijbrandt Wijbranda ten westen ende Mijnvrouw van Grombach ten oosten naestlegers zijn. Sumarem XI111J ponden It eijnsen lx roeden lin voeten. 12. Simon Scheltezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negendehalve pondemate saetlandt leggende te Pietersbierum in die Kagen, wairvan Schelte van Lijauckama ten noorden, oosten en suijden ende Epe Tijaerdt- zoon ten westen naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen Douwe Douwezoon lantheer es, Noch bruijct hij drie pondematen PIETERSBIERUM. 233 fennen, wairvan Johan Gerbranda ten westen ende Vicke Tijepcke- zoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem X1J ponden. 13. Oene Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijuen eede verclairt te gebruijcken Ottema saete groot zijnde een pondemate vijff eijnsen twaeliff penningen ende acht voeten fennen, pondemate vijff eijnsen twaeliff penningen ende acht voeten fennen, de Camp genoempt , wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden de Camp genoempt , wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden naestleger es, Noch twee pondematen negen eijnsen vijftien pen- ningen acht roeden ende ses voeten fennen, die nijeuwe fenne genoempt, wairvan Mijnvrouw van Grombach ten suijden ende de sijlaen ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen vijff eijnsen acht penningen ses roeden ende acht voeten fennen, die eertfenne genoempt, gelegen ten oosten van die voorscreven nijeuwe fenne, Noch drie pondemate een eijnse negentien penningen ende fenne, Noch drie pondemate een eijnse negentien penningen ende ses roeden lants, de platte keegh genoempt, wairvan Meester Jacob van Scagen ten westen naestleger es, Noch vier pondematen seven eijnsen elliff penningen ses roeden ende ses voeten lants, die groote haijger genoempt, mijt die huijssteedt ende de dickstael, Noch acht eijnsen vijftien penningen twee roeden ende ses voeten, wairvan Sijbrandt Wijbranda mijt negen eijnsen saetlant ten oosten naestleger es, Noch een pondemate acht eijnsen acht penningen naestleger es, Noch een pondemate acht eijnsen acht penningen saetlandt , de monckewal genoempt , wairvan Sijbrandt Wijbranda fenne ten westen naestleger es, Noch een pondemate ses penningen lants in de monck fenne gelegen , wairvan Meester Jacob van Scagen landen ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen seven eijnsen drie penningen acht roeden ende acht voeten meden, die osse fenne genoempt, wairvan die crucebroers landen te Fra- neker ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlant Douwe Jarichzoon te Coudum toecomende ende die oick tot dese voorscreven saete gebruijct wordt , wairvan Meester Jacob van Schagen ten westen ende Sijbren Walinghzoon ten oosten naest- legers zijn. Sumarem XX1111J ponden viii penningen iii roeden. 14. Bot, Jancke Jancke weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken seven pondematen lants, die nije fen genoempt, wairvan d erfgenamen van salige Tijepcke Vlckezoon ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Hobbe Heringa ten oosten ende die erffgenamen van salighe Tijepcke voorscreven ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondemate, 284 BUIRENDUCKS DIJUKAGIE. lants leggende oppe mernen, wairvan Rippert Elinxma ten beijden zijden naestleger es, Noch twee pondematen saetlandt oick oppe mernen gelegen, wairvan Heer Sijbe Vicarius landen ten westen ende Rippert Elinxma ten oosten naestlegers zijn Noch vier pon- dematen saetlandt ende greijdlandt oppe mernen gelegen , wairvan die pastorie landen ten westen ende oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt dat Steijger stuck genoempt, wairvan Renick Gerbranda ten oosten ende die pastorie landen ten westen naestlegers zijn, Noch achtien pondematen saetlandt een drie kant stuck zijnde mijt die huijssteedt ende groote fen, wairvan Renick Gerbranda ten oosten ende die Vicarie landen ten westen naest- legers zijn , Noch viertien pondematen meden leggende op Sexbie- rumme meden , wairvan Hobbe Heringa ten westen ende die slachte dijck ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondemate meden leggende op Sexbierumme meden oppe beets , wairvan Hobbe Heringa ten oosten ende die Costerie landen ten westen naestlegers zijn, Noch anderhal ve pondemate saetlandt ende inaed- landt leggende te Pietersbierum , wairvan die pastorie landen ten landt leggende te Pietersbierum , wairvan die pastorie landen ten westen ende Buwen Heslinghe ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt, wairvan die Vicarie landen ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Abbe Beenckezoon ten westen ende Buwe Heslinghe ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Rippert Elingsma lantheer es. Sumarem LXJ ponden. 15. Abbe Binekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Matsma staten groot zijnde thien pondematen fennen, wairvan Tiets Hiddema ten oosten ende Goslick Hiddema ende Sijmon Henrickzoon erven ten westen naest- legers zijn , Noch twee pondematen fennen, wairvan Tiets Hiddema ten oosten ende Abbe Binckezoon ten westen naestlegers zijn Noch twee pondematen lants, wairvan Goslick Hiddema ende Sijmon Henrickzoon erven ten westen ende Abbe Binckezoon voorscreven ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen, wairvan Goslick Hiddema ende Sijmon Henrickzoon erven ten westen ende Abbe Binckezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen, mijt die huijssteedt, wairvan Abbe Binckezoon ten oosten ende westen naestleger es , Noch seven pondematen saetlandt ende meden toe saemen , wairvan Buwe Heslinge ten oosten ende Abbe voorscreven ten westen naestlegers PIETERSBIERUM. 286 zijn, Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Goslick Hiddema ten westen ende Abbe voorscreven ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen _Abbe Binckezoon scuffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft, Noch bruijct hij vijftiende hij bij zijnen eede verclairt heeft, Noch bruijct hij vijftiende halve pondematen saetlandt ende maidlant oick tot Matsma saet hoorende, wairvan die prebende landen ten oosten ende Abbe voorscreven ten westen naestlegers zijn, Noch vierdehalve pondemate saetlandt ende maetlandt, wairvan Buwe Heslinge landen ten saetlandt ende maetlandt, wairvan Buwe Heslinge landen ten oosten ende die prebende landen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Tgets Hiddema lantvrouw is. Sumarem xi viii ponden. 16. Jude Claeszoon heeft ons serif' elicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff pondematen fennen wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Renick Gerbranda ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen saetlandt ende maedlant , wairvan Buwe Heslinga ten westen ende die Vicarie landen ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan Johan Gerbranda erven ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt , wairvan Rippert Elinxma ten oosten ende westen naestleger es , Noch vijff pondematen meden, wairvan Rippert Elinxma ten oosten ende westen naestleger es , Noch vier pondematen oppet terp , wairvan die gebuert ten westen ende die zijlroedt ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants die vierd genoempt , wairvan Renick Gerbranda ten westen ende die zijlroedt ten oosten wairvan Renick Gerbranda ten westen ende die zijlroedt ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen over die reed gelegen , wairvan Hobbe Heringa ten oosten ende die prebende landen to Sexbierum ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden wairvan Sijtthie Tijaartzoon erven ten westen ende die zijlroedt ten oosten naestlegers zijn , Noch viertien pondematen fennen ende meden butenfenstra goet genoempt , wairvan Schelte van Lijauckama ten westen ende de zijlroedt ten oosten naestle- gers zijn , van welcke voorscreven landen die pastorie te Pieters- bierum lantheer es, Noch bruijct hij drie pondematen meden, wair- bierum lantheer es, Noch bruijct hij drie pondematen meden, wair- van Schelte Lijauckama ten westen ende de zijlroedt ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Dome Douu;e- zoom lantheer es. Sumarem Lxni ponden. 17. Romeke Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijeken Potboertstaet groot zijnde 236 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. seven en twintich pondematen saetlandt greijdlandt ende fenlandt te saemen , wairvan Schelte van Lijauckama ten westen ende Tijepcke Vlcke zoons erven ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlandt, wairvan Tijepcke VIckezoons erfigenamen ten oosten ende Tiets Gerbranda ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tiets Gerbranda lantvrouw is. Sumarem xxxii ponden. 18. Tgaerdt Claeszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijne eede verclairt te gebruijcken Liuwema state groot zijnde een en dertichste halve pondemate fennen saetlandt ende maidlant te saemen, wairvan die pastorie landen ten oosten ende His Lam- merts erfgenamen ten 'westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Jouffrouw Limpek van Lyauckama mgt huere kinderen lantvrouw es , Noch sestehalve pondemate meden , wairvan die pastorie 'anden ten suijden ende Meester Jacob van Herlinghen ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven sestehalve pondematen Se,helte van Lyauckama grontheer es , Noch thien ponde- maten fennen , wairvan die Vicarie landen ten westen ende Jouf- frouw IJmpck mijt huer kinderen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven thien pondematen His Lammerts erfgenamen lantvrouwen of to lantheeren zijn. Sumarem xLvi ponden. 19. Pieter Ilegnezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Mernstra staete groot zijnde seven en twintich pondematen fennen mijt hofi ende huijssteedt seven en twintich pondematen fennen mijt hofi ende huijssteedt ende een stuck saetlandt ende maetlandt aen een leggende , wair- van die pastorielanden te Pi etersbierum ten oosten ende Goslick Hiddema van wegen zijn huijsvrouwe ten westen naestlegers zijn Noch drie pondematen saetlandt , wairvan Schelte Lijauckama ten westen ende die prebende landen te Pietersbierum ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen greijdlandt , wairvan Schelte Lijauckama ten westen ende oosten naestleger es , Noch drie pondematen greijdlandt , wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende die munck van Achlum ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tiets Gerbranda grontvrouw es. Sumarem xxxv ponden. 20. Pieter Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Gauta staten groot zijnde thien pondematen terplandt fenlandt ende ander saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan Renick Gerbranda ten westen ende Schelte PIETERSBIERUM. 237 Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve ponde- maten greijdlandt over Reijd, wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende die Reed voorscreven ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate greijdlandt, wairvan Schelte van Lijau- ckama ten oosten ende die prebende landt te Pietersbierum ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tiets Ger- branda lantvrouw is. branda lantvrouw is. Sumarem xiiii ponden. 21. Homme Herekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen ses eijn- sen ende acht penningen saetlandt mijt die huijssteedt ende fenne sen ende acht penningen saetlandt mijt die huijssteedt ende fenne streckende aen den ouden dijck, de bljle genoempt, wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende die patroon te Pietersbierum ten wes- Lijauckama ten oosten ende die patroon te Pietersbierum ten wes- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate negen eijnsen seven penningen ende vier roeden saetlandts gelegen bij IJpne, wairvan derfgenamen van Tijepcke Vlckezoon ten oosten ende westen naest- legers zijn , Noch drie pondematen twee eijnsen vijff penningen ses roeden, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Rijurdt Tsaelincks erffgenamen ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen negen penningen ende negen roeden , gelegen ten noorden van de Ooster hammerdeelen, wairvan Fedde Harda ten suijdoosten ende Tsaelinck Aleffzoon Meijlema ten noorden naestlegers zijn , Noch vier eijnsen twee penningen ende ses roeden lants, wairvan Marten Hendrickzoon t Oldehuijs ten oosten ende westen naest- leger es , welcke voorscreven vier eijnsen zijn gelegen ten suijden van dit voorscreven stuck maeden, Noch twee eijnsen achtien van dit voorscreven stuck maeden, Noch twee eijnsen achtien penningen negen roeden gelegen in Hammerdeel , wairvan Marten Henrickzoon ten westen ende Sijbren Jacobzoon ten oosten naest- legers zijn , Noch acht eijnsen ses penninghen ende vier roeden lants, die Seij sweep genoempt, op die muncke maeden gelegen, wairvan Fedde Harda ten westen ende Tsaelinck voorscreven ten noorden naestlegers zijn. Sumarem xl ponden vu eijnsen xviii penningen 11 roeden. 22. Hans Hauckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen seven eijnsen negen penningen ende thien roeden lants mijt die huijssteedt, wairvan Sijbrant Wijbranda ten oosten ende Abbe Binckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier eijnsen ende ses roeden saet- landt after thuijs gelegen , wairvan Oene Janzoon ten westen ende SiArandt Wijbranda ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pon- 238 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. dematen thien eijnsen viertien penningen ende acht roeden saet- landt in de Keegh gelegen, wairvan Rijurdt Tsaelinckzoon ten beijden zijden naestleger es, Noch ses pondematen twee eijnsen seventien penningen een roedt fennen in de Keegh gelegen , wair- van Sijhrandt Wijbranda ten oosten ende Meester Jacob van Scagen ten westen naestlegers z.jn , Noch negen eijnsen saetlandt, wairvan Sijbrandt Wijbranda ten oosten ende Rijurdt Tsaelinck- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch tien eijnsen ende ses pen- ningen saetlandt, die smalle acker genoempt, wairvan Sijbrandt Wijbranda ten oosten ende Rijurdt Tsaelinckzoon ten westen naest- legers zijn, Noch drie pondematen twee eijnsen dertien penningen ende tien roeden lants opte muncke maeden gelegen , wairvan Abbe Binckezoon ten oosten ende Goslick Andrieszoon op Cranen- borch ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate sestien penningen thien roeden lants in de home gelegen opte muncke maiden , wairvan Andries Waltinga ten oosten ende westen naest- leger es, Noch twee eijnsen vier penningen ende drie roeden mae- den de ha,mmerdeel genoempt, wairvan Merten Hendrickzoon ten oosten ende Andries Waltinga ten westen naestlegers zijn , Noch acht eijnsen ses penningen ende vier roeden lants die ses Sweden genoempt gelegen opte muncke maiden, wairvan Andries Waltinga ten suijden ende Sircken Donije selffs ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen negen penningen ende Hilt roeden gelegen ten noorden van die ooster hammerdeelen , wairvan die munck van Achtlum ten oosten ende Sircken Donije ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sircken Donge lantvrouw is. Sumarem xxiir ponden viii eijnsen xix penningen. 23. Sacke Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken .Fipinge saete groot zijnde der- tien pondematen fennen leggende voer 'thuijs ende staten, wairvan tien pondematen fennen leggende voer 'thuijs ende staten, wairvan Rippert Elingsma ten oosten ende Johan Gerbranda ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen fennen in die Kagen gelegen , wairvan Johan Gerbranda erfgenamen ten westen ende Douwe Douwezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch achtien pon- dematen meden , wairvan d' erfgenamen van Johan Gerbranda ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen saetlandt, wairvan den heerenwech ofte olde dijck ten noorden ende Auck Heslinge ten suijden naestlegers zijn, Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Douwe Douwezoon ten westen ende die Vicarie landen te Pietersbierum ten oosten naestlegers PIETERSBIERUM. 239 zijn , Noch een pondemate meden , die cromme Camp genoempt , wairvan Doecke Walta ten noorden naestleger es, Noch seven pondematen saetlandt, wairvan Meester Jacob van Scagen ten oosten ende d erffgenamen van salighe Rijurdt Tsaelinckzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Schelte van Lgauckama van een pondemate ende die erfgenamen van salighe Lgauckama van een pondemate ende die erfgenamen van salighe Tgepcke Vlckezoon van die andere landen lantheeren zijn , Noch tien pondematen lants , in die caegen gelegen, wairvan Rippert Eling- pondematen lants , in die caegen gelegen, wairvan Rippert Eling- sma ten oosten ende Sijbrant Wijbranda ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden op die muncke meden leggende, wairvan Sijts Sicke weduwe ten noorden ende Carste Thijszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden op die hooge meden gelegen, wairvan die munck t Achtlum ten suijden ende Goffe Pierszoon ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die erftgenamen van salighe Tgepcke Vickezoon lantheeren zijn. Sumarem Lxxiii ponden. 24. Rinthie Bauckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken twaeliff pondematen vijf- tien eijnsen, vijftien penningen negen roeden ende acht voeten tien eijnsen, vijftien penningen negen roeden ende acht voeten lants , de groote Westa saete genoempt , de wester haijger mijt die keegfenne , wairvan Oene Janzoon ten westen ende Fedde Harda keegfenne , wairvan Oene Janzoon ten westen ende Fedde Harda mijt Sijbrant Wijbranda ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate ende twaeliff penningen saetlandt, wairvan Mijnvrouw van Grombach ten westen ende Oene Janzoon ten oosten naest- legers zijn, Noch acht pondematen elliff eijnsen achtien pennin- gen acht roeden ende ses voeten fennen mijt die huijssteedt , wairvan Schelte van Lijauckama ten westen ende den heerenwech ten noorden naestlegers zijn, Noch ses eijnsen ende dertien pen- ningen saetlandt, gelegen ten oosten van de voorscreven fenne, dairvan .Meester Jacob van Scagen een verndeel competeert, dairvan dat dat vierendeel is ses eynsen ende dertien penningen , Noch twee dat dat vierendeel is ses eynsen ende dertien penningen , Noch twee pondematen negentien penningen vier roeden ende ses voeten, pondematen negentien penningen vier roeden ende ses voeten, Menthie Camp genoempt , wairvan Aleff Meijlema ten westen ende Huijsman Douwe mijt de zijnen ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen seven eijnsen vijftien penningen ende drie roe- den saetlandt , wairvan Sijbrant Wijbranda ten oosten ende Mees- ter Jacob van Scagen ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen negen eijnsen seventhien penninghen een roedt ende twee voeten , die muncke fen genoempt , wairvan t voorsz. 240 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. saetlandt ten westen ende den ouden dijck ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Tijepcke IJepene erven ten westen ende Douwe Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen een eijnse ende achtien penningen landts , op Herbaijum meden gelegen, wairvan Abbe Mennis ende Gaets Aele dochter ten suijden ende Aeleff Meijlema ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen ongemeten leggende op Herbaijum meden, wairvan IJts Sickes mijt hair kinderen ten noorden ende Goffe Pierzoon erven ten suijden naestlegers zijn, Noch seven pondematen lants, Fetze camp genoempt, Rippert Eling- sma kinderen gelegateert nae luijt testament van Anna Haft dochter, wairvan Renick Gerbranda ten westen ende Schelte Lijauckama wairvan Renick Gerbranda ten westen ende Schelte Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen Fetthie Camp genoempt , Seerp Jetthiezoon gelegateert nae lugt als boven, wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende t Leen dair Heer IJpcke Schelte van Lijauckama ten suijden ende t Leen dair Heer IJpcke bewoont heeft ten noorden naestlegers zijn, van weicke voorscre- ven landen Master Jacob van Schagen grontheer es, vuytgesondert die stucleen Rippert Elinxma kinderen ende Seerp Fetthiezoon toeco- mende als voorsz. is, Noch bruijct hij twee pondematen lants, wair- mende als voorsz. is, Noch bruijct hij twee pondematen lants, wair- van Rippert Elingsma grontheer es beclempt in de bovengementio- van Rippert Elingsma grontheer es beclempt in de bovengementio- neerde keeg hennen. Sumarem Lv1I ponden VIII eijnsen ix penningen it roeden x voeten. 25. Ifsbrandt Symonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede vereairt to gebruUcken vierdehalve ponde- mate lants, wairvan Hobbe Heringa ten oosten ende Taecke Jon- gema weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch vijftien ponde- maten lants, hooge steedts fenne genoempt, wairvan die erfgena- men van salige Tijepcke Vlckezoon ten westen ende Hobbe Heringa ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt mijt die huijssteedt, achter dat huijs gelegen , wairvan Rippert Elingsma rondt om naestleger es, Noch vijff pondematen saetlandt, gelegen ten westen van t voorscreven huijs , wairvan Rippert Elingsma sells rontom naestleger es , Noch twee pondematen saetlandt , leggende aen dat voorscreven stuck , wairvan Hobbe Heringa ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten, noorden ende suijden naestlegers Ain , Noch vier pondematen fennen , die nije fen genoempt , leggende voir dat huijs voirsz., wairvan Hobbe Heringa ten westen ende Rippert Elingsma ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlant, gelegen tusschen die olde ende nije fen , wairvan Rippert Elingsma rond om naestleger es , PLETERSBIERUM. 241 Noch neghen pondematen fennen, die olde fenne genoempt, wair- van Hobbe Heringa ten oosten ende Rippert Elingsma ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, die jaegacker genoempt, wairvan Rippert voorscreven rondt om naestleger es, van welcke voorscreven landen Rippert Elingsma lantheer es. Sumarem xLv ponden. 26. Jochum IJsses heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen lants, wair- van die prebende ten westen ende Jan Gerbranda erven ten oosten van die prebende ten westen ende Jan Gerbranda erven ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven thien pondematen Schelte van Lgauckama lantheer es, IN och bruijct hij derdehalve pondema- van Lgauckama lantheer es, IN och bruijct hij derdehalve pondema- ten lants , wairvan Tijepcke Vlckezoon ten oosten ende westen ten lants , wairvan Tijepcke Vlckezoon ten oosten ende westen van de een pondemate ende Anna Claes Sijmons zoons erven ten westen ende Tijde Jongema ten oosten van die anderhalve ponde- mate naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen. Douwe Douwezoon lantheer es. Sumarem X11J ponden. 27. Willem Outgerzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen saetlandt, mijt die huijssteedt, wairvan Menstera landt ten oosten ende mijt die huijssteedt, wairvan Menstera landt ten oosten ende westen naestleger es, Noch thien pondematen fennen, wairvan Schelte van Lijauckama ten westen ende oosten naestleger es, Noch ses pondematen, tlang gras genoempt, wairvan Thiets Hid- dema te Pingum landen ten oosten ende westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden over die Rijed gelegen , wairvan Epe Tijaardzoon ten suijden ende den heerenwech ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt ende greijdlandt toe saemen, wairvan Meester Jacob van Schaegen ten noorden toe saemen, wairvan Meester Jacob van Schaegen ten noorden ende suijden naestleger es, Noch vier pondematen, gelegen tus- schen die twee dijcken, deene dijck opte voorscreven vier pon- dematen ende het ander tusschen de buijten seedijck, van welcke voorscreven landen die Prebende van Pietersbierum lantheer es. Sumarem xxxii ponden. 28. Eepe Iloytezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken vijif pondematen fennen mijt die huijssteedt, wairvan die patroon ten oosten ende Rippert die huijssteedt, wairvan die patroon ten oosten ende Rippert Elingsma landen ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondema- ten meden ende saetlandt, voer thuijs gelegen, wairvan die pa- troon ende Rijurdt Roorda landen ten oosten ende Mijnvrouw van Grombach landen ten westen naestlegers zijn, Noch drie III 16 242 BUIJTENDIJCKS DIJOKAGIE. pondematen op de muncke meden gelegen , wairvan die munck van Achtlum ende Sijts Sicke weduwe ten westen ende Fedde Harda ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate saetlandt, gelegen in de westerdijck , wairvan Fedde Harda ten oosten ende Meester Jacob van Scagen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Schier Agge van Staveren lant- heer es, Noch bruijct hij vier pondematen lennen , wairvan die heer es, Noch bruijct hij vier pondematen lennen , wairvan die patroon ten oosten ende Rippert Elingsma ten westen naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate saetlandt ende greijdlandt voor thuijs gelegen, wairvan die patroon ten oosten ende Mijnvrouw van Grombach ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondema- ten lants , op die monijcke meden gelegen , wairvan die munck van Achtlum ten westen ende Fedde Harda ten oosten naestlegers zijn, Noch and erhalve pondemate saetlandt, wairvan Aeleff Meijlema ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn , van ten oosten ende Fedde Harda ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Abbe Bienckezoon lantheer es , Noch bruijct hij vierdehalve pondemate meden ende saetlandt , van welcken Rgurdt Roorda grontheer es ende wordden in disse voorscreven Rgurdt Roorda grontheer es ende wordden in disse voorscreven saete gebruijct , wairvan die patroon ten oosten ende Abbe Bincke zoon ende Schier Agge ten westen naestlegers zijn. Sumarem XXV11J ponden. 29. Jan Thomaszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondematen saet- landt, leggende in Pietersbierumme gae, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Hobbe Heringa ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Rippert Elingsma lantheer es. Sumarem 111J ponden. 30. Aeleff Meglema heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Meglema staete groot zijnde achtehalve pondematen saetlandt, wairvan Schelte Andla mijt drie pondematen ten oosten ende Aeleff voorscreven ten westen naest- legers zijn, Noch drie pondematen greijdlandt, wairvan Aleff voor- screven ten oosten ende westen naestleger es , Noch twee ponde- maten saetlandt, wairvan Aleff voorscreven ten oosten ende westen naestleger es, Noch vier pondematen saetlandt ende maetlandt , wairvan Schelte Lijauckama landen ten westen ende Aleff voorscre- ven ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate greijdlandt, wairvan Schelte van Lijauckama landen ten westen ende Aleff voorscreven ende Sircken Donije landen ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate greijdlandt, wairvan P1ETERSBIERUM. 243 Abbe Bienckezoon ende Schiere Agge ten oosten ende Aleff voor- screven ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen greijd- landt, wairvan Meester Jacob van Scagen ten oosten ende Abbe Bienckezoon ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan Schelte Andla mijt die voorsz. drie pondematen hem toecomende ten oosten ende Schelte van Lijauckama landen ten westen naestlegers zijn, Noch vijff pondematen saetlandt, wairvan Rinnert Bauckezoon ten oosten ende Rippert Elingsma , Abbe Minnezoon ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Lolcke Jellezoon ten westen ende Abbe Minnezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen greijdlandt, wairvan Schelte Lijauckama ten noorden ende Meester Jacob van Scagen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by scuffs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft, Noch drie pondematen saetlandt , bij zijnen eede verclairt heeft, Noch drie pondematen saetlandt , wairvan Aleff voorscreven ten westen ende Abbe Minnezoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorsz. drie pondematen lants Schelte Andla lantheer is. Sumarem xxxix ponden vi eijnsen. 31. Buwe Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken Beslinge saete groot zijnde twee en twintichste halve pondematen fennen, wairvan die Vicarie landen ten oosten ende Tiets Hiddema ten westen naestlegers zijn, Noch sestehalve pondematen meden, die lutke fenne genoempt, wairvan Abbe Binckes ten westen ende Buwe selffs ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende Buwe Dirckzoon voorscreven ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt, het plat stuck genoempt, wairvan Buwe voorscreven ten westen ende die oever wech ten oosten naestlegers zijn, Noch vijftehalve pondemate saetlandt, bet Kemerick genoempt, loopende met het eijndt over den heerenwech, wairvan Buwe voorscreven ten westen ende den voorscreven wech ten oosten naestlegers zijn, Noch twee ponde- maten lants, de wier genoempt, ende een steed, wairvan Buwe voorscreven ten oosten ende westen naestleger es , Noch thien pondematen meden, wairvan Rippert Elingsma ten westen ende die Vicarie landen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie ponde- maten saetlandt, wairvan die pastorie landen ten oosten ende Buwe voorscreven ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondema- 244 BULTTENDUCKS DIJOKAGIE. ten meden ende saetlandt, die Campen genoempt, wairvan die Vicarie landen ten oosten ende Buwe voorscreven ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Buwe Dirckzoon voorscreven zoo hij seijde lantheer es. Sumarem Lyn. 32. Tgede Aenezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Jongema Staete groot zijnde negen en dertich pondematen mijt die huijssteedt, wijer, saetlandt, feniandt ende maedlandt toe saemen , wairvan Sircken Donije ten westen ende die prebende landen te Pietersbierum ten oosten naestlegers zijn, Noch vgftehalve _pondematen saetlandt, die oick tot Jongema gebruijct wordden , wairvan Minne Sickezoon grontheer Jongema gebruijct wordden , wairvan Minne Sickezoon grontheer es, wairvan Schelte van Lijauckama rontom naestleger es, van welcke voorscreven landen Sicke van Lgauckama erven lantheeren zijn vugtgesondert de vgftehalve pondematen voorsz. Minne Sickezoon toecomende, Noch bruijct hij seven pondematen saetlandt, hem selffs toecomende, als hij bij zijnen eede verclairt heeft, wairvan Douwe Douwezoon ten westen ende Auck Wijbes weduwe ten oosten naestlegers zijn, Noch vierdehalve pondemate lants, wairvan die armen te Herlingen ten westen ende Jacob Feijckezoon ten noor- den ende Ulbe Aesgezoon ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorsz. vierdehalve pondematen die Vicarie van .Pietersbierum lantheer es, Noch bruijct hij een pondemate saetlandt, in die keeg geleghen, es, Noch bruijct hij een pondemate saetlandt, in die keeg geleghen, wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende Sircken Donije ten westen naestlegers zijn, wairvan Aleff Meglerna ende Schelte Wy- brenzoon grontheeren zijn. Sumarem Lv ponden. 33. Ide Jivzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestehalve pondemate lants, wairvan Jucke Claeszoon ten oosten ende Tijaerdt Claeszoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Jacob Edezoon lant- heer es. Sumarem VJ ponden. 34. Tzaelingh Aeliffzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen saetlant ende greijdlandt , in malcander beclempt , wairvan Oene Janzoon ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voorscreven landen Sgbren Walinghzoon lantheer es. Sumarem 111 ponden. PIETERSBIERUM. 245 35. • Vide Aesgezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Latzema Staten groot zijnde dertich pondematen saetlandt , weijdlandt ende meden, wairvan Rippert Elingsma ten alien zijden naestleger es, van welcke voor- screven dertich pondematen Gats , Ale dochter ende Abbe illinnezoon, Grontheeren zijn , Noch achtien pondematen weijdlandt , meden Grontheeren zijn , Noch achtien pondematen weijdlandt , meden ende saetlandt, wairvan Gaets ende Abbe voorsz. ten beijden ende alle zijden naestlegers zijn , van welcke voirscreven achtien ponde- maten Rippert Elingsma grontheer es, Noch drie pondematen saet- maten Rippert Elingsma grontheer es, Noch drie pondematen saet- landt , wairvan Gatz ende Abbe voorscreven scuffs naestlegers zijn ende Abbe illinnezoon grontheer van die drie pondematen voorscreven, Noch vijff pondematen , Rotters fenne genoempt, wairvan Schelte Noch vijff pondematen , Rotters fenne genoempt, wairvan Schelte Andla ten westen ende Abbe ende Gats voorscreven ten oosten naestlegers, van welcke voorsz. vgff pondematen Abbe lifinnezoon van drie pairten ende Sgbrandt Wybranda van de vierde pairt gront- heeren zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Aleff Meijle- ma ten westen ende Gats ende Abbe voorscreven ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven drie pondematen Rinnert grontheer is , als hij wil seggen , Noch anderhalve pondemate saet- landt , wairvan Seerp Jacob zoons erven ten oosten ende Rinnert voorscreven ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven anderhalve pondemate Claes Bauckezoon grontheer es, Noch ander- halve pondemate saetlant, wairvan Loicke Jellezoon ten oosten ende Claes Bauckezoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Seerp Jacobzoons twee erven Lantheeren zijn. Sumarem Lxii ponden. 36. Ffrouck Heyne dochter heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruijcken een pondemate saetlandt , leggende in Pietersbierumme aenbrengh ende Ritsche Pijbezoon heeft se ten halven, wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voorscreven landen Frouck , Oene Sgbrantzoons weduwe lantvrouw es. Sumarem een pond. 37. Tgaerdt Juckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken ses pondematen meden , leggende in een stuck lants beclempt, Trijn mede genoempt, wairvan Doecke Haringzoon mijt sijn broers ende susters ten oosten ende Abbe Gabbezoon ten westen naestlegers Ain, van welcke voorscreven landen Goffe Pierzoon lantheer es, Dese landen 246 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. leggen op Wgnaldumme meden hoewel zij te Pietersbierum in voor- tijden aengebrocht zijn ende aldair schieten. Sumarem vl ponden. Suma Sumarem 1 duijsent 11 hondert ponden v eijnsen xii penningen, ix roeden, vijff voeten. WIJNALDUM. 1. Heer Dirck pastoer te Wgnaldum mijt Jacob Eeskezoon zijn landsaete hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken viertiende halve pondemate fennen, mijt die staeten , terplandt ende greijdlandt in een beclempt, wairvan Johan Gerbranda erven ten noorden ende de Vicarie landen ten suijden naestlegers zijn, Dese voorscreven landen bruijckt die pastoer, Noch negenthiende halve pondematen lennen, mijt die pastoer, Noch negenthiende halve pondematen lennen, mijt een huijssteedt, een stuck greijdlandt ende een stuck saetlandt in een beclempt, die nv bij Jacob Eeskezoon gebruijct wordden, wairvan die costerie landen ten noorden ende die armen toe Franeker landen ten suijden naestlegers zijn Noch bruijct hij Jacob voorscreven acht pondematen min drie.eijnsen meden mijt die saetwallen , wairvan die armen te Franeker ten noorden ende Laes Watthiezoon te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch bruijct hij Jacob voorscreven derdehalve pondematen meden, op die meenschair gelegen, wairvan Kerste Thijszoon ten suijden ende Jacob Janzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch bruijct Jacob voorscreven twee pondematen meden drie eijnsen min, leggende op die meenschair, wairvan Pieter IJsma ten noorden ende die pastoer van Herbaeijum landen ten suijden naestlegers zijn, Noch bruijct Jacob voorscreven negen eijnsen saetlandt, wairvan Scene Frericxzoon mijt zijn adherenten ten westen ende Goffe Pierzoon WIJNALDUM. 247 ten oosten naestlegers zijn , Noch drie elinsen saetlandt , wairvan Jouffrouw IJmpcke kinderen ten oosten ende dat Sacraments leen Jouffrouw IJmpcke kinderen ten oosten ende dat Sacraments leen te Franeker landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen die Pastorie van Wgnaldum lantheer es, Noch bruijct hij Jacob voorscreven derdehalve pondemate meden ende saetlandt, het beghijne landt genoempt, wairvan die Costerie landen ten westen ende die armen te Wijnaldum ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen greijdlandt ende saetlandt, wairvan Douwe Gratinga erven ten noorden ende die Vicarie wairvan Douwe Gratinga erven ten noorden ende die Vicarie landen te Herlingen ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pon- dematen lants vuijt vier pondematen , in die Kaegh gelegen , wairvan Smennija laen ten noorden ende die kercke te Herlingen ten suijden naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen hij Jacob Eeskezoon voorscreven lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem LIJ ponden. 2. Beer Jacob Vicarius te Wgnaldum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierde- halve pondematen lants , mijt die huijssteedt ende cleijne feline , wairvan die Armen van Herlingen ten westen ende die cromme wairvan die Armen van Herlingen ten westen ende die cromme camp hoorende totte selve Vicarie ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden, tspijck genoempt, leggende op die meenschair , wairvan Johan Gerbranda erven ten oosten ende Jacob Janszoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondema- ten meden, gehieten Anne landt, die pastoer toebehoorende, die eene pondemate van die twee Sinte Anne landt gehieten ende de Vicarie pondemate van die twee Sinte Anne landt gehieten ende de Vicarie die ander, wairvan die armen te Herlingen ten westen ende Sij- brandt Jacobzoon te Herbaeijum ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate meden leggende in Eesna horn op Wijnaldema reewal , wairvan Johan Gerbranda erven ten suijden ende Sircken Donije ten noorden naestlegers zijn, Noch een pondemate meden leggende onder Wijnaldama hooch terp, wairvan die pastorie lan- den aldair ten oosten ende westen naestlegers zijn, Noch een pon- demate saetlandt, leggende opt hoochterp, wairvan die pastorie te Wijnaldum landen ten oosten ende die Costerie landt ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen saetlandt , leggende op t voorsz. terp , wairvan die patroons landen te Wijnaidum ten op t voorsz. terp , wairvan die patroons landen te Wijnaidum ten oosten ende die pastorie landen aldair ten westen naestlegers 4n , Noch een pondemate saetlant , wairvan Schelte Lijauckama 248 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ten oosten ende Jacob Janzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Vicarie te Wynaldum lantheer es. Sumarem XHIJ ponden, 3. Willem Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierendertichste halve pon- dematen greijdlandt ende saetlandt al te saemen in malcanderen dematen greijdlandt ende saetlandt al te saemen in malcanderen beclempt , wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende die armen van Herlingen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Vicarie van Wynaldum lantheer es. Sumarem XXXIIIJ ponden. 4. Douwe Douwezoon te Wynaldum heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij zijnen eerie verclairt te gebruijcken Engla Sacte groot zijnde seven pondematen ende vier eijnsen lants mijt die staeten, een stuck saetlants ende die groote fen, tsaemen beclempt, wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen huer kinderen ten noorden wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen huer kinderen ten noorden ende Henrick Gerrijtzoon erven ten suijden naestlegers zijn , Noch tiendehalve pondemate fennen, die vuijterste fen genoempt , wair- van Rippert Elingsma mijt zijn consorten ten noorden ende Pieter IJsma ten suijden naestlegers zijn, Noch achtehalve pondematen saetlandt ende greijdlandt mijt malcanderen beclempt , wairvan Sijmon Henrickzoons erven ten suijden ende die kerk toe Wijnal- dum ten noorden naestlegers zijn, Noch vijftehalve pondematen saetlandt ende greijdlandt milt malcanderen beclempt , wairvan Henrick Gerrijtzoons erven ten noorden ende Wijnaldema zijlroedt ten suijden naestlegers zijn, Noch negen pondematen greijdlandt, die noerdmeden genoempt, wairvan Jarich Pieterzoon ten noorden ende Abbe Rottertzoons erven ten suijden naestlegers Ain, Noch een half pondemate saetlandt , wairvan Jarich Pieterzoon ten suijden ende Sijmon Henrickzoons erven ten noorden naestlegers zijn, Noch een pondemate greijdlandt, het marge landt genoempt, wairvan Pieter Jsma ten suijden ende noorden naestleger es, Noch een pondemate saetlandt, Sijbranda steedt genoempt, wair- van Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten noorden ende Sircken Donije ten suijden naestlegers zijn, Noch seven pondema- ten meden op die meenschair gelegen, wairvan Jouffrouw IJmpck als voeren ten suijden ende Wijck Hermana mijt Jancke Heijne- zoon erven ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden op die voorsz. meenschair gelegen, wairvan Schelte van Lijauckama landen ten suijden ende Sicke Gratinga erven ten WIJNALDUM. 249 noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Doecke Walta lantheer es. Sumarem nix ponden nu. eijnsen. 5. Dirck Evertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen lants, mijt die huijssteedt ende fenne in een beclempt, wairvan die armen toe Wijnaldum ten westen ende die priesters landen aldair ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen fennen Sincte Anna leen genoempt, wairvan die Costerie landen ten westen ende Folckert Sijmonszoon te Herlingen ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen die Pastoer ende Vicarius te Wynaldum welcke voorsz. landen die Pastoer ende Vicarius te Wynaldum lantheeren zijn , Noch bruijct hij drie pondematen greijdlandt, wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende die voorsz. priesters landen ten westen naestlegers zijn, Noch vierdehalve pondemate meden, wairvan die armen van Herlingen ten noorden ende Sacke Janzoon ende Andries Waltinga te Herbaijum ten suijden naestle- gers zijn , van welcke voorscreven landen Folckert Sgmenzoon lant, /leer es. /leer es. Sumarem XV11I1J ponden. 6. Marten Henrickzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Aldhugsstre saete groot zijnde vijif en dertich pondematen mijt die staten, fennen ende een stuck saetlandt, genoempt die groote halcke, wairvan Ropta zijlroedt ten oosten ende Aldhuustre laan ten westen naestlegers zijn , Noch vijitehalve pondematen greijdlandt, die Stensfennen genoempt, wairvan die Kercke te Wijnaldum ten suijden ende die voorsz. laen ten noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve ponde- mate greijdlandt ende saetlandt in malcanderen beclempt , die mate greijdlandt ende saetlandt in malcanderen beclempt , die cleijne haelcke genoempt, wairvan Sicke Gratinge erven ten oosten ende die armen te Franeker ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen greijdlandt , genoempt die groote hellen, wairvan die pastoer van Wijnaldum ten westen ende die prebende ten, oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen greijdlandt, ge- noempt Sijbranda fennen , wairvan die kerck toe Wijnaldum ten suijden ende Jouffrouw IJmpck van Lijauckama van wegen hoere kinderen mijt die Stinsfennen ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen greijdlant , Botnije fennen genoempt, wairvan Sircken Donije ten suijden ende Claes Janzoons erven te Franeker ten noorden naestlegers zijn, Noch een halve ponde- mate saetlandt , Botnije steedt genoempt , wairvan Doecke Walta 250 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ten suijden ende Sircken Donije ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen lants aen twee stucken gelegen ende mijt malcanderen beclempt, Senderlandt ende Tiebbenge fen genoempt, wairvan Sijpt Goslinge ten suijden ende die voorsz. aldhuustre laen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Jouf- frouw IJmpck van Lgauckama van wegen hair kinderen lantvrouw es, frouw IJmpck van Lgauckama van wegen hair kinderen lantvrouw es, Noch bruijct hij derdehalve pondemate saetlandt, leggende aen die olde dijck, wairvan Anna Sicke Hotnije weduwe oppe Rijp ten noorden ende Claes Janzoon eerfen toe Franeker ten suijden naest- legers zijn, Noch een pondemate greijdlandt leggende op die meenschair, de lange streng genoempt, wairvan Pieter IJsma ten westen ende Sircken. Donije ten oosten naestlegers zijn , Noch twee eijnsen lants, op die meenschair gelegen, wairvan Sircken Donije eijnsen lants, op die meenschair gelegen, wairvan Sircken Donije ten oosten ende Pieter Usma ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Marten Henrickzoon selffs grontheer es. Sumarem um ponden viii eijnsen. 7. Laurens Lamkezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Nyehugstere saete groot zijnde negen en dertich pondematen ende een half mijt die stacten een stuck saatlandt beclempt mijt die fenne ende meden ende twee stucken lants, het een stuck saetlandt ende het ander greijd- landt , al mijt malcanderen beclempt, wairvan Aleff Meijlema te landt , al mijt malcanderen beclempt, wairvan Aleff Meijlema te Pietersbierum ten noorden ende Jouffrouw IJmpck van Lijauckama mijt aldhuustere landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate greijdlandt, leggende bij Wijnaldumme rije in een stuck lants beclempt IJsna horn genoempt , wairvan die Vicarie landen ten noorden ende Sircken Donije ten suijden naestlegers zijn, Noch een pondemate greijdlandt, leggende aen t hooch terp te Wijnaldum , die Campen genoempt, wairvan die heerenwech ten suijden ende Wilhelmus erven landen te Herlinghen , die Dirck Wijbezoon nv gebruijct , ten noorden naestlegers zijn, Noch een pondemate greijdlandt, leggende op die meenschair, wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende dat heijlige Sacrament toe Fra- van Lijauckama ten suijden ende dat heijlige Sacrament toe Fra- neker landen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jouffrouw IJmpck van Lgauckama van wegen hair kinderen landen Jouffrouw IJmpck van Lgauckama van wegen hair kinderen lantvrouw is, Noch bruijct hij twee pondematen lants in de Kaegen gelegen in vier pondematen saetlandt beclempt , wairvan Smennija laen ten noorden ende die kercke toe Herlinghen landen ten suij- den naestlegers zijn, Noch een half pondemate saetlandt, leggende bij die olde dijck , wairvan Sircken Donije ten suijden ende Aleff WIJNALDUM. 251 Boijenzoon erven te Franeker ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen by selffs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. eede verclairt heeft. Sumarem nv ponden. 8 Schelte Frericxzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Faersme saete groot zijnde viertiende halve pondematen lants , die staeten mijt dat terp be- clempt ende die fenne, wairvan Jancke Heijnezonen erven ten oos- ten ende die meedwech ten westen naestlegers zijn Noch seven pondematen saetlandt ende greijdlandt in malcanderen beclempt, wairvan Hobbe Hermane erven ten westen ende Sicke Gratinga erven ten oosten naestlegers zijn , Noch elliff pondematen greijd- lanit , die schraerdtfen genoempt wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende Sifts Sicke Janckezoon weduwe ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen greijdlandt , Scheltnne camp genoempt op die meenschair gelegen , wairvan Jancke Heijnezoon erven ten westen ende Tiets Hiddema te Pingum ten oosten naestlegers zijn, Noch vier pondematen greijdlant, leggende in een stuck lants beclempt Saxnije hoern genoempt, wairvan Doecke Walta ten oos- ten ende Sicke Gratinge erven ten westen naestlegers zijn, Noch Brie pondematen greijdlandt, beclempt in een stuck lants , die lange fen genoempt, wairvan Doecke Walta ten oosten ende Sicke Foppezoon ten westen naestlegers zijn, Noch een halve pondemate greijdlandt, leggende op die meenschair, wairvan. Schelte Lijaucka- ma ten westen ende Schelte Latzema ten oosten naestlegers zijn , Noch achtehalve eijnse saetlandt, wairvan die pastorie landen ten westen ende dat Sacramentsleen te Franeker ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt leggende bij Vtzema, wairvan dat voorscreven leen ten westen ende Hobbe Hermana erven ten oos- ten naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, wairvan Faer- sma state ten westen naestleger es , van welcke voorscreven landen Jouffrouw IJmpck van Lgauckama van wegen hoer kinderen lantvrouw es, Noch bruijct hij drie pondematen greijdlandt, in een stuck beclempt die lange fen genoempt, wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten oosten ende Sijpt Goslinge voir hem selffs ende Laes Glins van wegen Douwe Hoijtis weesen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sicke Foppezoon lantheer is, Noch bruijct hij een pondemate greijdlandt leggende op die meenschair , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende westen naestleger es, Noch negen eijnsen greijdlandt opte voorsz. 252 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE meenschair gelegen, wairvan Tiets Hiddema ten suijden ende Jouffrouw IJmpck van wegen huer kinderen ten noorden naestle- gers zijn , Noch vijftien eijnsen greijdlandt op die voorscreven meenschair gelegen, wairvan die pastorie landen te Wijnaldum ten suijden ende Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Douwe Douwe- zoon lantheer es, Noch anderhalve pondemate greijdlandt, opte meenschair gelegen, wairvan Schelte Lijauckama ten westen ende Sicke Gratinge erven ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven anderhalve pondemate lants Jacob Janzoon te Wger lantheer es, Noch drie pondematen greijdlandt, die aerlen genoempt, wairvan Schelte Lijauckama ten noorden ende Meester Jacob van Herlingen ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven drie pondematen Helmick Gerrgtzoon erven lantheeren zijn, Noch thien eijnsen saetlandt , wairvan Jouffrouw IJmpck ten oosten ende Goffe Pierzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen de Armen van Herlingen lantheeren zijn, Noch bruijct hij ses pondematen greijdlandt, wairvan die pastorie van Wijnaldum landen ten oosten ende Sijbrandt Jacobzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke ses pondematen by selffs grontheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. • Sumarem nun ponden X1J eijnse. 9. Douwe Wgbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seeckere saete , die Foryp ge- noempt, groot zijnde een pondemate lants mijt die staten, wairvan Sicke Gratinge erven ten westen ende die erven van Jancke Heijnezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch viertien pondematen fennen beclempt mijt een wer saetlandt, wairvan die erven van Jancke Heijnezoon ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Johan Gerbranda erven ten westen ende die erven van Foppe Gabbezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een half pondemate meden , Wata landt genoempt, wairvan die Vicarie landen te Wijnaldum ten westen ende die prebende van Pietersbierum landen ten oosten naestlegers zijn, Noch drie eijnsen meden, wairvan die pastoer aldair ten westen ende dat Sacramentsleen van Franeker ten oosten naestle- gers zijn, Noch anderhalve eijnsen meden, wairvan Goffe Pierzoon ten oosten ende dat voorsz. teen ten westen naestlegers zijn, Noch vierdehalve pondemate meden, op die meenschair gelegen, wairvan dat Convent van Achtlum ten noorden ende Aleff Meijlema WIJNALDUNI. 253 landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , op die meenschair gelegen, wairvan Jan Jacobzoon ten noorden ende Sijpt Goslinge ende Laes Wins landen ten suijden naestle- gers zijn, Noch een half pondemate lants dair bij gelegen, wair- van die armen toe Herlingen landen ten oosten ende Jan Jacob- zoon ten westen naestlegers zijn, Noch twee halve pondematen op die meenschair aen malcanderen gelegen, wairvan Pieter Suets erven landen te Sneeck ten westen ende Douwe Douwezoon te Donghum ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden dairbij gelegen, wairvan Trijn Claes Janszoons weduwe te Franeker landen ten oosten ende Douwe voorscreven ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen saetlandt ende greijdlandt in malcanderen beclempt, remsme wrdt genoempt, wairvan die erffgenamen van Jan Gerbranda ten noorden ende de meedwech ten suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate lants op die voorscreven meenschair gelegen, wairvan Doecke Walla ten noorden ende die voorscreven wech ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Schelte van Lyauckama lantheer es, Noch bruijct hij een halve pondemate greijdlandt van die pastorie landen te 1/Vgnaldum, wairvan die erven van Jan voorsz. ten oosten landen te 1/Vgnaldum, wairvan die erven van Jan voorsz. ten oosten ende die erven van Jancke Heijnezoon ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen saetlandt Roorda, terp ende barge gars genoempt, wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende die voorscreven erven landen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. twee pondematen die Erven van Jancke Heynezoon grontheercn zijn. Sumarem xxxi ponden xJ eijnsb. 10. Claes Seerpzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seeckere saete, Oppe fennen genoempt, groot zijnde acht pondematen fennen, wairvan Jacob IJskezoon ten oosten ende de Costerie te Wijnaldum ten westen naestlegers zijn, Noch acht pondematen meden mijt die saedtwal- len, die hoppen genoempt, wairvan die Vicarie landen ten noorden ende die Costerie landen ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die armen toe Wynaldum lantheeren zijn. Sumarem xvi ponden. 11. Erne Edezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen lants, te weten die huijssteedt in een stuck greijdlandt beclempt, Kemme lifts fen genoempt, wairvan die Kercke van Wijnaldum ten suijden 254 BULTTENDIJCKS DU CKAGIE. ende Kempe wech ten noorden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen die Prebende toe Wgnaldum lantheer es, Noch acht pondematen fennen, wairvan die voorscreven prebende landen ten suijden ende Pieter IJsma ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven acht pondematen die Kercke van Wgnaldum lantheer voorscreven acht pondematen die Kercke van Wgnaldum lantheer es, Noch bruijct hij drie pondematen greijdlandt, wairvan Doecke Walta ten suijden ende die erffgenamen van Sicke Gratinga ten noorden naestlegers zijn, Noch seven pondematen saetlandt ende greijdlandt mijt malcanderen beclempt, wairvan Doecke Walta ten oosten ende Claes Edezoon vuytten naem van Hendrick Gerrgtzoon erven ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, wairvan Doecke Walta ten oosten ende Sijmon Henrickzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Claes Edezoon vugtten naem ende van wegen als voeren lantheer es, Noch bruijct hij acht pondematen lants, wairvan Doecke Walta ten westen ende Sijmon Henrickzoon Erven ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Jouffrouw 1Jmpck van Lgauckama van wegen hair kinderen mijt die Kerck van Wgnaldum lantheeren zijn , Noch vier pondematen greijdlandt, die werren genoempt, wairvan. Pieter IJsma ten oosten ende Sijmon Henrickzoon erven ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Pieter IJsma ten oosten ende Kemme wech ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Wilhelmus erven te Herlingh6n lant- heeren zijn, Noch een pondemate saetlandt, Kemme steedt genoempt, wairvan Doecke Walta ten westen ende die voorsz. wech ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Kercke te Wgnaldum lantheer es. Sumarern n ponden. 12. Sgts, Sicke Janckezoons weduwe heat ons scriftelicken aen- gegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken Gerlgsma saete groot zijnde twintich pondematen lants , te weten die staten mijt die fennel' ende mijt een stuck meden al mijt malcanderen mijt die fennel' ende mijt een stuck meden al mijt malcanderen beclempt , wairvan Jouffrouw IJmpck van Lijauckama van wegen hair kinderen ten oosten ende westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt, wairvan dat huijs ten oosten Jouffrouw .1,Tmpck voorsz. van wegen als voeren ten noorden ende de gront- heeren van desen ten suijden naestlegers zijn, Noch twee ponde- maten saetlandt dairbij gelegen , wairvan Jouffrouw Umpck van wegen als voeren ten oosten ende die grontheeren voorsz. ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, Cleijn WIJNALDUM. 255 Roorda terp genoempt, wairvan Sicke Gratinge erven ten westen ende die oudste kinderen van Jancke Heijnezoon ten oosten naest- legers zijn, Noch drie pondematen saetlandt ende gr.eijdlandt in malcanderen beclempt, waarvan Sicke Gratinge erven ten oosten ende die meedwech ten westen naestlegers zijn, Noch negen pon- dematen meden, Sickema fennen genoempt, wairvan Schelte Lijauckama ten westen ende de pastoer te Wijnaldum ten oosten naestlegers zijn, Noch acht pondematen greijdlandt, mogge fen genoempt, wairvan Doecke Walta ten suijden ende Golfe Pierzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch vierdehalve pondemate meden op die meenschair gelegen , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als voeren ten noorden ende dat Convent van Achtlum ten suijden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondematen meden dairbij gele- gen, wairvan tvoorscreven convent ten noorden ende Sijbren Ulbezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden op die meenschair gelegen, wairvan Kerste Thijszoon ten suijden ende Sijmon Folckertzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een hammerdeel op die meden groot een halve pondemate , wairvan die olde mer ten suijden ende Sijrcken Donije landen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jancke Heijnezoons outste kinderen mijt Wgek Hermana lantheeren zijn, Noch bruijct zij drie pondematen saetlandt , Gabba terp ge- noempt, wairvan die kerciAe toe Wijn"aldum ten oosten ende Schelte Lijauckama landen ten westen naestlegers zijn, Noch een ponde- mate saetlandt aldair bij gelegen, wairvan die kercke ten westen ende dat Sacramentsleen van Franeker ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Mond .Megnekzoons erven lanthee- ren zijn, Noch bruijct zij negen eijnsen saetlant, wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen huere kinderen ten oosten ende Jancke kinde- IJmpck van wegen huere kinderen ten oosten ende Jancke kinde- ren mijt Wijck voorsz. ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven negen egnsen Side Gratinge erven lantheeren zijn, Noch bruijct zij een halve pondemate saetlandt wairvan Sicke Gratinge erven ten westen ende Crispijns erven toe Leeuwairden ten oos- ten naestlegers zijn, van welcke voorscreven halff pondemate selffs lantvrouw is, als zij bij hueren eede verclairt heeft. Sumarem Lxi ponden iii eijnsen. 13. Pieter Tyaerdtzoon Coster van Wynaldum heeft ons scrifte- licken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate saetlandt mijt die huijssteedt ende een stuck greijdlandt in malcanderen beclempt, wairvan die Vicarius 2t56 BUIJTENDIJCKS DUCKAGIE, ten oosten ende die prebende landen ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, die Kerckedam genoempt, wairvan die voorsz. prebende ten suijden ende Sircken Donije landen ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt, oxeme camp genoempt, wairvan die armen van Wijnaldum ten noorden ende Seerp Watthiezoon erven ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen, wairvan die pastoer ten suijden ende die armen toe Franeker landen ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Costerie van Wgnaldum lantheer es. Sumarem VII1J ponden. 14. Evert Gerrytzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen fennen, de steppe fen genoempt, wairvan die armen van Franeker ten oosten ende Doecke Walta ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden, die cleijne hellen genoempt, wairvan die cos- terie landen ten suijden ende noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen de prebende van Wynaldum lantheer es. Sumarem vin ponden. 15. Hillebrandt Hennezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Hayama suete groot zijnde eliff pondematen mijt die huijssteedt in een stuck saetlandt beclempt mijtte fennen , wairvan Jacob Iskezoon toe Wijnaldum beclempt mijtte fennen , wairvan Jacob Iskezoon toe Wijnaldum ten suijden ende • Kemme wech ten noorden naestlegers zijn, Noch seven pondematen greijdlandt ende saetlandt in malcanderen be- clempt, wairvan die kercke toe Wijnaldum ten suijden ende Rip- pert Elingsma ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscre- ven landen d' erfigenamen van Sicke Gratinga lantheeren zijn, Noch bruijct hij drie pondematen saetlandt, wairvan Sicke Gratinga erven ten suijden ende Kemme wech ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven drie pondematen Tgerck Ygerckzoon myt zgn consorten lantheer es. Sumarem xxi ponden, 16. Alle Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen saetlandt, leggende in die kagen, wairvan Sircken Donije ten oosten ende westen naestleger es, van welcke voorsz. landen Jan Gerrgtzoons erven toe Herlingen lantheeren zijn. Sumarem n ponden. 17. Sgmon Sgmonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Aldcbcrch sacte groot sijnd WILNALD UM. 25 ses pondematen lants mijt die huijssteedt, mijt die fenne beclempt, wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen huer kinderen ten noorden, elide die Costerie te Wijnaldum ten suijden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen greijdlandt ende saetlandt , in malcan- deren beclempt , die sinner felden genoempt wairvan die pastoer van Wijnaldum ten suijden ende noorden naestleger es , van welcke voorscreven landen die Armen binnen Franeker grontheeren zijn , Noch bruijct hij twee pondematen saetlandt , leggende tus- schen die oldedijck ende zeedijck , wairvan Tzomne Paijezoon ten noorden ende Douwe Douwezoon te Thiemarum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. twee pondematen hg selffs grontheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xx ponden. 18. Goslick Andrieszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijken seeckere Saete, Cranenburch genoempt , groot zijnde vijftiendehalve pondematen lants mijt die huijssteedt in een stuck saetlandt beclempt mijt fenne ende meden al toe saemen mijt malcanderen begrepen , wairvan Schelte van Lijauckama ten noorden ende Folckert Sijmonzoon te Herlingen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die armen van Herlingen lantheeren zijn Noch bruijct hij een ponde- mate greijdlandt , wairvan die Armen van Herlingen ten alien zijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Folckert Symonzoon lantheer es , Noch bruijct hij vierdehalve pondematen gelegen to Wijnaldum , die in voortijden aengebrocht zijn te Pietersbierum , wairvan die Vicarie landen van Pietersbierum ten oosten ende Schelte Lijauckama landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven vierdehalve pondematen die Armen te Herlingen lantheeren zijn. Sumarem xix ponden. 19. Geerdt Hessels weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken 7hyetthie Saete , groot zUnde negen pondematen lants mijt die Staten ende twee camper greijdlandt omt huijs ende dat terp saedlandt , wairvan. Menck Jellezoon erven ten oosten ende Schelte Lijauckama ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt , muncke terp genoempt , wairvan die kercke van Wijnaldum ten westen ende Schelte Lijauckama ten oosten naestlegers zijn , Noch tien pondematen saetlandt ende greijdlandt , wairvan Thietie sloot in17 258 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE malcander beclempt ten westen , Jan Gerbranda erven ten noor- den ende die Vicarie landen ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff en twintich pondematen , die vuijterste fenne genoempt , wairvan die armen van Herlingen ten oosten ende Folckert Sijmon- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch negen pondematen greijd- landt, bon mede genoempt , wairvan die Vicarie landen van Wij- naldum ten westen ende Goffe Pierzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen greijdlandt , Thietie eester genoempt, mijt twee campen , wairvan Goffe Pierzoon ten westen ende dat sacramentleen van Franeker ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen greijdlandt, ten oosten van Thietie sloot gelegen, die nes- sen genoempt , wairvan die Rije van Wijnaldum ten noorden ende sen genoempt , wairvan die Rije van Wijnaldum ten noorden ende Schelte Lijauckama ten suijden naestlegers zijn Noel' twee ponde- maten meden beneden van Wijnaldumme terp gelegen , wairvan die pastoer van Wijnaldum ten westen ende Schelte Lijauckama lan- den ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Schelte van Lyaueleama lantheer es. Sumarem Lxxiz ponden. 20. Pieter IJsma heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken IJsma hugssteedt mijt een stuck saetlandt beclempt , groot zijnde anderhalve pondemate , wairvan Jouffrouw IJmpck ten noorden ende Wilhelmus erven to Herlinghen ten suijden naestlegers zijn Noch achtehalve ponde- maten fennen achter dat huijs gelegen , die groote fenne genoempt, ende noch een stuck greijdlandt, het maeger landt genoempt, mijt malcanderen beclempt , groot zijnde twee pondematen , wair- van Sircken Donije ten oosten ende die voorscreven erven van Wilhelmus ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlandt ende greijdlandt in malcanderen beclempt , IJsma fennen genoempt , wairvan Sircken Donije ten oosten ende westen naest- legers es , Noch vijff pondematen saetlandt ende greijdlandt in malcanderen beclempt , Fetthie hem genoempt , wairvan Sircken Donije ten noorden ende Rippert Elingsma landen ten suijden naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate greijdlandt , die cleijne fen genoempt , wairvan die kerck toe Wijnaldum ten suijden ende Jouffrouw IJmpck van wegen huer kinderen ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt ende greijdlandt in malcanderen beciempt, het Crum wer genoempt, wairvan Meester Bartels erven ten suijden ende Rippert Elingsma ten noorden naestlegers zijn Noch sestehalve pondematen greijd- WIJNALI)UM. 259 landt , die hemste fern genoempt , wairvan Rippert Elingsma ten suijden ende Doecke Walla ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen greijdlandt leggende op Wijnaldurnme meenschair, wairvan Sircken Donije ten oosten ende Anna Claes Sijmonzoons erven ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen lants leggende op die rnunck meden , wairvan Marten Henrickzoon te Wijnaldum ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voorscreven landen by scuffs grontheer is , als hij bij zijnen eerie verclairt heeft , Noch bruijct hij twee pondematen min Brie eijnsen verclairt heeft , Noch bruijct hij twee pondematen min Brie eijnsen saetlandt , wairvan Pieter IJsma voorsz. ten beijden zijden naest- leger es , van welcke voorscreven twee pondematen Jouffrouw van Lgauckama van wegen hair kinderen lantvrouw es , Noch bruijct hij twee pondematen greijdlandt op die meenschair gelegen , wair- van Marten Henrickzoon ten suijden ende noorden naestleger es , van welcke voorscreven twee pondematen Jan Gerrgtzoon erven te Herlinghen lantheeren zijn. Sumarem xLi ponden iii eijnsen. 21. Pier Regnzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken Ropta Saete , groot zijnde twaeliff pondematen die Staeten mijt een stuck saetlandt, genoempt dat cuijpers landt , gelegen iir malcanderen mijt die fenne, wair- van Jouffrouw IJmpck van wegen heur kinderen ten oosten ende westen naestlegers es , Noch viiftien pondematen greijdlandt ende saetlandt in malcanderen beclempt , Ropta kaegen genoempt, wair- van die prebende te Wijnaldum ten westen ende Oene Janzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , leg- gende bij Wijnaldema Rije in een stuck lants beclempt , Eesna horn genoempt , wairvan Sircken Donije ten suijden ende Sicke Gratinge erven ten noorden naestlegers zijn, Noch dérdehalve pon- dematen greijdlandt, leggende op Wijnaldema meenschair, wairvan Schelte van Lijauckama ten suijden ende Tijepcke Vlckezoon erven ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen greijdlandt , op die voorsz. meenschair gelegen , wairvan Jancke Heijnezoon erven ten suijden ende noorden naestlegers zijn, Noch vijftehalve pondemate meden , leggende op Trijn meden bij Gaetzwerder wairvan Abbe Gabbezoon ten suijden ende Haringh Dirckzoon erven te Sexbierum ten noorden naestlegers zijn , Noch een pon- demate meden op die meenschair gelegen , wairvan Sircken Donije ten suijden ende Andries Waltinga te Herbaijum ten noorden naestlegers zijn Noch een pondemate meden dair bij gelegen , 260 BUIJTENDIJCKS DUCKAGIE. wairvan Andries voorscreven ten suijden ende Kerste Thijszoon ter Herne ten noorden naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen 't Convent van Aehtlum lantheer es. Sumarum xL ponden. 22. Tzaelingh Alyffzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seeckere Saete , Toe Laen genoempt groot zijnde vier pondematen mijt die huijssteedt , genoempt groot zijnde vier pondematen mijt die huijssteedt , mijt een stuck saetlant beclempt , wairvan den heerenwech ten westen ende die erven van Sicke Gratinga ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff en twintich pondematen fennen ende meden mijt malcanderen beclempt , wairvan Houckama prebende te Wijnaldum ten oosten ende Aleff Meijlema ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen greijdlandt , leggende op die meenschair te Wij- naldum, wairvan Sircken Donije ten suijden ende Sijts Sicke Jancke- zoon weduwe ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen zoon weduwe ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen greijdlandt , op die meenschair gelegen , wairvan Tijepcke Ulcke- zoon erven ten noorden ende 't Convent van Achtlum ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen op die voorscreven meen- schair gelegen , wairvan Tijairdt Schuijtmaickers erven te Her- linghen ten alien zijden naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate lants , opte voorsz. meenschair gelegen , die hammerdeelen mate lants , opte voorsz. meenschair gelegen , die hammerdeelen genoempt , wairvan Pieter IJsma ten noorden ende Marten Henrick- zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants , leggende op die meenschair, wairvan Doecke Walta ten westen ende Sircken Donije ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate , leggende op die oostermede , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen heur kinderen ten westen ende die pastoer te Herbaijum ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate op die voorscreven meenschair gelegen, wairvan die pastoer te Wij- naldum ten westen ende Sircken Donije ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate op die voorscreven meenschair gelegen, wairvan die pastorie landen ten noorden ende Sijpt Goslinge ende Laes Grins ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Kerste Thgszoon woonende te Herne lantheer es. Sumarem xLii ponden. 23. Johannes Regnzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Houkama prebende landen , groot zijnde vijff pondematen saetlandt mijt die Staten boven groot zijnde vijff pondematen saetlandt mijt die Staten boven die olde dijck gelegen , wairvan Schelte Lijauckama ten oosten ende die heerenwech ten westen naestlegers zijn, Noch seventhien WIJNALDUM. 261 pondematen saetlandt ende greijdlandt in malcanderen beclempt , Houkama kaegen genoempt , wairvan Kerste Thijszoon ten suijden ende tConvent van Achtlum ten noorden naestlegers zijn , Noch negen pondematen greijdlandt , leggende tusschen den olden dijck ende den zeedijck , wairvan (lie voorscreven Kerst Thijszoon ten oosten ende die zeedijck ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate greijdlandt, leggende op Wijnaldumme meenschair, wairvan Sicke Gratinge erven ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt, leggende boven die olde dijck , wairvan Schelte Lijauckama ten noorden ende Douwe Douwezoon te Thiemarum ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven halve pondemate Schelte Frericxzoon lantheer is , Noch drie pondematen saetlandt , leggende buijten die olde dijck , wair- van Jelle Jellezoon ten noorden ende Sijmen Sijmenzoon ten suij- den naestlegers zijn , van welcke voorscreven drie pondematen Tzomme Pagezoon lantheer is , Noch twee pondematen saetlandt ende greijdlandt mijt malcanderen beclempt , leggende buijten die olde dijck , wairvan die voorscreven Jelle Jellezoon ten suijden ende Alijff Aleijlema ten noorden naestlegers zijn , van welcke ende Alijff Aleijlema ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Johannes Regnzoon lanclheer is. Sumarem xxxvii ponden. 24. Tgaerdt Juckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Wntzema Saete, groot zijnde sestien pondematen terplandt ende fennen , mijt die Staten in malcanderen beclempt , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen hair kinderen ten oosten ende Wilhelmus erven te Herlingen ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen greijdlandt, wairvan Schelte van Lijauckama ten oosten ende westen naestleger es , Noch negen eijnsen saetlandt , die Dijcke genoempt , wairvan Schelte Lijauckama ten suijden ende die meedwech ten noorden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt, ten oosten Jorkema sloot leggende wairvan Goffe Pierzoon ten oosten ende Jancke Heijnezoons erven ten westen naestlegers zijn , Noch twee ponde- maten greijdlandt ende saetlandt in malcanderen beclempt , Melle- fen genoempt , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten oosten ende Goffe Pierzoon ten westen naestlegers zijn , Noch elliftehalve pondematen meden , op die meenschair gelegen , wair- van Tijepcke Vlckezoons erven ten suijden ende Anna Claes Sijmon- zoon erven ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sgpt Goslinge ende Laes Wins van wegen Douwe Hoytis nae- 262 BUDTENDUCKS DIJCKAGIE. gelaten weeskincleren lantheeren zijn , Noch bruijct hij anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Schelte Lijauckama landen ten oos- pondemate saetlandt , wairvan Schelte Lijauckama landen ten oos- ten ende die Vicarie landen ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Aleijnck Meijnckzoon ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voorscreven landen die Kercke van TVgnaldum lantheer es. Sumarem xxxix ponden. 25. .Pieter Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate saet- zijnen Bede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate saet- landt , Smingmasteedt genoempt , leggende aen die Dijck , wairvan Douwe Douwezoon van Thiemarum ten noorden ende Kemma wech ten suijden naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt , bij die dijck gelegen , wairvan Sicke Gratinga erven ten noorden bij die dijck gelegen , wairvan Sicke Gratinga erven ten noorden ende Laurens Lanckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate greijdlandt , in die kagen gelegen , wairvan Jan Gerrijt- zoon erven ten noorden ende die Kercke te Pietersbierum landen zoon erven ten noorden ende die Kercke te Pietersbierum landen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Aleff Boegenzoon erven toe Franeker lantheeren zijn, Noch bruijct hij an- Boegenzoon erven toe Franeker lantheeren zijn, Noch bruijct hij an- derhalve pondemate greijdlandt , die Kercke toe Pietersbierum tom- derhalve pondemate greijdlandt , die Kercke toe Pietersbierum tom- mende , leggende in die kagen , wairvan Aleff Boeijenzoon erven mende , leggende in die kagen , wairvan Aleff Boeijenzoon erven ten noorden ende Smengna laen ten suijden naestlegers zijn, Noch bruijct hij twee pondematen greijdlandt , in die kaghen gelegen , wairvan Douwe Douwezoon ten noorden ende Aleff Boeijenzoon erven voorscreven ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven twee pondematen Jan Gerrgtzoon Erven lantheeren zijn. Sumarem viii) ponden. 26. Sgmon Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate fen- nen , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen hair kinderen ten nen , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen hair kinderen ten suijden ende Aleff Meijlema te Pietersbierum landen ten noorden naestlegers zijn , Noch twee ponden saetlandt , in de Kagen gele- gen , wairvan Douwe Douwezoon ten oosten ende die erven van Jan Gerrijtzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pon- demate saetlandt , wairvan Schelte Frericxzoon mijt zijn consorten ten oosten ende Douwe Douwezoon ten westen naestlegers zijn , ten oosten ende Douwe Douwezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Douwe Douwezoon van wegen zgn hugsvrouwe lantheer es. Sumarem v ponden. 27. Otto Sgbrenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants , in die WIJNALDUM. 263 kaeghen gelegen , wairvan den heerenwech ten suijden ende die zeedijck ten noorden naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt , in die kaegen gelegen , wairvan Sicke Gratinghe erven ten oosten ende die Vicarie toe Herlinghen landen ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , op die voorscre- ven meenschair gelegen , wairvan Pieter IJsma ten alien zijden naestleger es , Noch vierdehalve pondematen meden , leggende in een stuck lants beclempt, genoempt mandefen , op die meenschair gelegen , wairvan die erffgenamen van Foppe Gabbezoon ten floor- den ende Lieuwe Taeckezoon ten suij den naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , op die meenschair gelegen , opene kamp genoempt , wairvan Oene Janzoon ten oosten ende die Cruijcebroers te Franeker ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Tgets Hiddema te Pingum lantvrouw is. Sumarem vinu ponden. 28. Pilgrim Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Lijommera Saete , groot zijnde thien pondematen saetlandt, die staten mijt die fennen dair mede in gereeckent , wairvan Sircken Donije ten suijden ende mede in gereeckent , wairvan Sircken Donije ten suijden ende noorden naestlegers es , Noch ses pondematen greijdlandt ende saetlandt , mijt malcanderen beclempt, die baenekeren genoempt, wairvan Sircken Donije ten noorden ende Doecke Walta ten suij- den naestlegers zijn , Noch ses pondematen saetlandt ende greijd- landt in malcanderen beclempt , Snolberts herne genoempt, wair- van Pieter 1Jsma ten suijden ende noorden naestleger es , Nocli vier pondematen greijdlandt ende saetlandt in malcanderen be- clempt , wairvan Sicke Gratinge erven ten suijden ende Pieter IJsma ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondematen meden , leggende op Wijnaldumme meenschair, wairvan Fedde Harda ten suijden ende Sijbren Jacobzoon te Herbaeijum ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Rippert Elingsma , Sgmen Henrickzoon erven ende Sgpt Goslinge tot Laes G-lins grontheeren zijn. Sumarem XXXJ ponden. 29. Jan Rintszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondemate greijd- landt , leggende op die meenschair , wairvan Kerste Thijszoon ter landt , leggende op die meenschair , wairvan Kerste Thijszoon ter Herne ten suijden ende Sircken Donije ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen , leggende tusschen die Halle ende die olde dijck wairvan Pieter IJsma ten westen ende Rippert ‘564 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Elingsma ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate lair thuijs op staet, wairvan Douwe Douwezoon ten oosten ende die Erven van Meester Bartel ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Jouffrouw Irmpck van Lijaueleama van wegen /mere kincleren lantvrouw is , Noch bruijct hij vier pondematen saetlandt leggende bij de olde dijk , Sicke Epezoon erven toecomende , wairvan Aleff Meijlema landen ten oosten ende Schelte Frericxzoon mijt Aleff Meijlema landen ten oosten ende Schelte Frericxzoon mijt zijn consorter ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct hij ander- halve pondemate saetlandt , leggende boven die olde dijck , Trfin halve pondemate saetlandt , leggende boven die olde dijck , Trfin Claes Janszoons weduwe woonende te Franeker toecomende , wairvan Marten Henrickzoon ten oosten ende die erven van Sicke Epezoon ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct hij een pondemate greijd- landt , Schelte Frericxzoon mgt zyn consorten toecomende , wairvan landt , Schelte Frericxzoon mgt zyn consorten toecomende , wairvan Aleff Meijlema ten westen ende die erven van Sicke Gratinga ten oosten naestlegers zijn Noch bruijct hij twee pondematen saetlandt, leggende in die haegen , die erffgenamen van Jan Gerrgtzoon toeco- leggende in die haegen , die erffgenamen van Jan Gerrgtzoon toeco- mende , wairvan Tzomme Paijezoon ten westen ende Johannes Reijnszoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarum XVII ponden. 30. Jan Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate meden, leggende op Wijnaldumme meden, wairvan Schelte van Lijauckama landen ten oosten ende die pastorie landen te Wijnaldum ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hg selffs grontheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem HIJ ponden. 31. Herman Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen fennen mijt die Staten , wairvan die Vicarius van Herlingen landen ten oosten ende Jan Willemzoons erven ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , leggende op die meenschair , wairvan Tietthie fennen ten westen ende die Vicarie landen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die armen binnen Her- linghen lantheeren zijn. Smarm ix ponden. 32. Feyte Sg4i20,220012 heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Clegne Bouta Saete groot zijnde vijftien pondematen fennen meden saedlant ende die huijs- steedt , mijt malcanderen beclempt , wairvan die armen landen van Herlingen ten oosten ende die armen landen te Franeker ten WIJNALDUM. 265 westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Wilhelmus erven toe Herlingen myt heure eonsorten ende Goffe Pierzoon lant- heeren zijn. Sumarem xv ponden. 33. Sgbren Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff pondematen meden, leggende op Wijnaldumme meden , wairvan de patroonslanden te Herbaijum ten oosten ende dat Convent van Achtlum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorschreven landen die weduwe van Salighe TOW Schugtmaieker lantvrouw is , Noch bruijct hij vierde- halve pondematen meden , leggende op Wijnaldumme meden , wairvan Schelte Frericxzoon ten oosten ende die pastoer te Wij- naldum ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven vier- dehalve pondematen hg sags lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem ponden. 34. Rinthie Ale ffzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Foppama Saete , groot zijnde drie pondematen mijt die huijssteedt ende twee stucken saetlandt, wairvan Sicke Epezoon erven ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch negen pondematen greijdlandt ende saetlandt in mal- canderen beclempt , leggende in die Kagen , wairvan Kerst Thijs- zoon ten oosten ende Johannes Reijnszoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Aleff Meglema lantheer es. Sumarem xu ponden. 35. Pieter Doutvezoon, heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate meden mijt die huijssteedt , wairvan Doecke Walta landen ten noorden ende Sircken Donije landen ten suijden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt, die Catte rug genoempt, wairvan Wilhelmus erven te Herlingen landen ten noorden ende Jouffrouw IJmpck ende die kercke te Wijnaldum landen ten suij- den naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt , wairvan Jarich Pieterzoon ten suijden ende Meester Bartels erven ten noorden naestlegers ziin, van welcke voorscreven landen die Erven ran Sgmon Henrickzoon lantheeren zijn , Noch bruijct hij vijff pon- dematen fennen wairvan Doecke Walta landen ten suijden ende die weesen van Henrick Gerrijtzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , Sceppe fen genoempt , wairvan die prebende van Wijnaldum ten noorden ende Buwe Wijbrantzoon 266 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. landen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die weeskinderen van Henrick Gerrgtzoon lantheeren zijn Noch bruijct hij twee pondematen saetlandt, Scheppe fen genoempt, Buwe Wgbrant- zoon toecomende , wairvan die erven van Henrick Gerrijtzoon landen ten noorden ende Thiets Hiddema te Pingum ten suijden naest- legers zijn , Noch bruijet hij twee en twintich eynsen, Tgets te Pingum toecomende, wairvan Buwe Wijbrantzoon landen ten noorden ende Seerp Watthiezoon susters kinderen ten suijden naestlegers zijn , Noch bruijct hij vierthien egnssen greijdlants, Jan Henrickszoons erven toecomende , wairvan Buwe Wijbrandtzoon lan- Henrickszoons erven toecomende , wairvan Buwe Wijbrandtzoon lan- den ten noorden ende Seerp Watthiezoon susters kinderen ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xix ponden. 36. Abbe Aliffzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Oldeberch saete , groot zijnde sestiendehalve pondematen , die huijssteedt in een stuck saetlandt beclempt mijt die fenne , wairvan dat Sacraments leen te Franeker ten noorden ende die armen te Franeker ten suijden naestlegers zijn , Noch een halo pondemate saetlandt bij die voorsz. ponde- maten gelegen , wairvan die armen voorsz. ten noorden ende Sircken Donije ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt , oppe Forijp gelegen , wairvan Schelte van Lijauckama landen ten oosten ende Jouffrouw IJmpck van wegen huer kinde- ren ten westen naestlegers zijn Noch negen eijnsen saetlandt bij die voorsz. negen eijnsen leggende , wairvan Sijts Sicke Jantkezoon weduwe ten oosten ende Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate greijd- landt , op die meenschair gelegen , wairvan die erven van Jancke Heijnezoon ten oosten ende Jacob Janzoon te Wijer ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate greijdlandt bij die voor- screven anderhalve pondemate gelegen, wairvan Hobbe Heringa landen ten westen ende die prebende te Wijnaldum ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate greijdlandt wairvan Rippert Elingsma landen ten oosten ende die voorscreven prebende ten westen naestlegers zijn Noch twee pondematen greijdlandt wair- van Rippert Elingsma landen ten oosten ende Hobbe Heringa landen ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate greijdlandt , wairvan die voorscreven Ripperts landen ten noorden ende die erven van Pieter Soet ten suijden naestlegers zijn Noch twee pondematen greijdlandt , op die meenschair geleghen , wair- WIJNALDTJM. 267 van die armen van Franeker ten oosten ende Tiets Hiddema lan- den ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen greijdlandt , wairvan Schelte Lijauckama landen ten noorden ende die voorsz. wairvan Schelte Lijauckama landen ten noorden ende die voorsz. armen landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een half ponde- mate greijdlandt beclempt in een stuck lants Sasne horn ge- noempt , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten suijden ende Doecke Walta landen ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , bij de olde dijck gelegen , wair- van Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten oosten ende Karst Thijszoon landen ten westen naestlegers zijn , Noch vier ponde- maten greijdlandt , in die kaegen gelegen , wairvan die prebende toe Wijnaldum ten oosten. ende Aleff Meijlema landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Erven van Bocke ende Dome Gratinga lantheeren zijn. Sumarem xxxii ponden ix eijnsen. 37. Dirck Wgbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Denona Saete , groot zijnde zes pondematen fennen mijt die huijsteedt , wairvan Schelte Lijauckama landen ten westen ende Goffe Pierzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen greijdlandt ende saetlandt mijt malcanderen beclempt, Baendeel genoempt, wairvan Jouffrouw mijt malcanderen beclempt, Baendeel genoempt, wairvan Jouffrouw IJmpck van weghen heur kinderen ten westen ende Sijpt Goslinghe mijt Laes Wins ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pon- demate saetlandt , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegeil als bo- ven ten oosten ende Sijpt ende Laes voorsz. ten westen naestle- gers zijn Noch anderhalve pondemate saetlandt, genoempt Enema steedt , wairvan Schelte van Lijauckama landen ten westen ende die Kerck toe Wijnaldum ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt , wairvan die pastoer te Wijnaldum ten oosten ende Rippert Elingsma landen ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate meden , leggende op die meenschair, wairvan Schelte Lijauckama landen ten westen ende Sircken Donije landen ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate meden wairvan Sijpt ende Laes voorsz. ten oosten ende Jouffrouw IJmpck van wegen als voeren ten westen naestlegers zijn, Noch vijffpon- dematen saetlandt ende greijdlandt mijt malcanderen beclempt , leggende op aide berch , wairvan Sicke Gratinge erven ten suijden ende die sijlroedt ten noorden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen dat Sacramentsleen te Franeker lantheer es , Noch screven landen dat Sacramentsleen te Franeker lantheer es , Noch bract hij een pondemate ende drie eijnsen saetlandt , die Kerck 268 ITUTENDUCKS DIJCKAGIE. toe Wgnaldum toecomende , wairvan dat Sacramentsleen voorsz. ten westen ende die erven van Wilhelmus te Herlinghen ten oosten naestlegers zijn , Noch bruijct hij vierdehalve pondematen greijdlant , die Erven van Wilhelmus voorscreven toecomende , wairvan die kerck toe Wijnaldum ten westen ende Sijpt ende Laes voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen saetlandt, leg- gende op Wijnaldumme terp ende die voorscreven Erven toecomende, wairvan die pastoer te Wijnaldum ten westen ende Schelte van Lijauckama landen ten oosten naestlegers zijn , Noch bruijct hij ses pondematen greijdlants , Goffe Pierzoon toecomende , wairvan die pastorie van Wijnaldum landen ten westen ende Goffe Pierzoon landen ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen, wairvan dat Sacramentsleen voorsz. ten westen ende Sijpt Goslinge ende Laes Glins ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxxiii ponden eijnsen. 38. Ariaen Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants , wairvan Pieter Hollander ten westen ende Sijmon te Wijnaldum ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Doutve Douwezoon te Thiemarum lantheer es. Sumarem lii ponden. 39. Claes Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen saetlandt ende greijdlandt in malcanderen beclempt , die Waster genoempt , wairvan Pieter IJsma landen ten noorden ende Aesge Hoxwier te Franeker ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Meester Bartels erven lantheeren zijn Noch bruijct hij ses pondematen greijdlandt ende saetlandt in malcanderen beclempt , wairvan Jacob Iskezoon ten oosten ende Sircken Donije landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven ses pondema- ten die Vicarius te Herlinghen van weghen zyn Vicarie lantheer es. Sumarem xiii ponden. 40. Epe Hiddezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Sioerda Saete , groot zijnde twee pondematen mijt die huijssteedt ende mijt twee ander steden saetlant beclempt , wairvan die erven van Wilhelmus toe Her- linghen ten suijden ende Aldhuustre laen ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt wairvan die heerenwech ten westen ende Sijpt Goslinghe ende Trijn Claes Janszoons we- duwe landen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven WIJNALDUM. 269 landen Jouffrouw LImpck van wegen hoer kinderen lantvrouw is , Noch bruijct hij dertiendehalve pondemate fennen , Sgpt Goslinghe ende Trgn Claes Jans weduwe toecomende , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten noorden ende Sircken Donije ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , Sgpt Goslinge toecomende leggende aen den olden dijck , wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten suijden ende noorden naestleger es , Noch bruijct hij derdehalve pondemaete saetlandt, Anna .Hottinge oppe Ryp toecom,ende, wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten noorden ende Marten Henrickzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch bruijct hij ses pondematen saetlandt ende greijdlandt mijt malcanderen beclempt , Wilhelmus erven toe Her- lingen toecomende , wairvan die kercke toe Wijnaldum ten noorden ende Trijn Claes Jan zoons weduwe ten suijden naestlegers zijn , Noch bruijct hij vijff pondematen greijdlandt , Jouffrouw IJmpck ende Trgn Claes Jans weduwe voorsz. toecomende, wairvan Jouffrouw IJmpck voorscreven landen ten suijden ende Wilhelmus erven ten noorden naestlegers zijn , Noch bruijct hij ses pondematen greijd- lant , Sfipt Goslinge toecomende, wairvan Sircken Donije landen ten lant , Sfipt Goslinge toecomende, wairvan Sircken Donije landen ten suijden ende die armen toe Franeker landen ten noorden naest- suijden ende die armen toe Franeker landen ten noorden naest- legers zijn , Noch bruijct hij anderhalve pondemate saetlandt ende greijdlandt in malcanderen beclempt , die Kercke van Wgnaldum greijdlandt in malcanderen beclempt , die Kercke van Wgnaldum toecomende , wairvan Jouffrouw IJmpck ende Trijn voorsz. ten noor- den ende Wilhelmus erven ten suijden naestlegers zijn. den ende Wilhelmus erven ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xLl ponden. 41. Vlbe Wgnarezoon ende Baucke Vthezoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt to gebruijcken Doenga State , groot zijnde vijff pondematen twee eijnsen negen penningen ende ses roeden fern: pn gelegen over die Zijiroede ten suijden van de groote fenne , Noch thien pondematen vijff eijnsen elliff penningen twee roeden saetlandt ende greijdlandt , gelegen ten westen van dat voorsz. stuck , Noch vier pondematen negen- tien penninghen twee roeden saetlant ende greijdlandt , wairvan Pieter IJsma ten oosten naestleger es , Noch negen eijnsen elliff penningen elliff roeden saetlandt , gelegen ten oosten van die groote fenne , Noch een pondemate een eijnse ende vier pennin- gen saetlandt , gelegen ten noorden van die voorsz. groote fenne, Noch drie eijnsen seventhien penningen lants, Noch thien eijnsen vijff roeden lants , Doenga huijssteedt genoempt , Noch vier pon- dematen negen penningen ende twee roeden lants , die cleijne 270 BTJIJTENDIJCKS DUCKAGI.E. fenne genoempt , leggende voir tvoorscreven huijs, Noch vier pon- dematen drie eijnsen vijff penninghen ende vier roeden greijd- landt ende saetlandt , dat Baucke Vtgezoon voorscreven nv bruijct, Noch vier pondematen ses eijnsen vier penningen ende thien Noch vier pondematen ses eijnsen vier penningen ende thien roeden , leggende op die hooge meden , wairvan Epe Tijaardtzoon ten oosten naestleger es , Noch seven eijnsen twee penningen ende vier roeden dairbij gelegen , Noch vijff pondematen drie eijnsen vier penningen ende seven roeden maiden , gelegen op die hooghe maeden , wairvan Sijbrandt Wijbranda mijt ses sween ten oosten naestleger es , Noch twee pondematen elliff eijnsen , drie penningen ende een roedt meden , leggende op die hooge meden , wairvan Sijbrandt Wijbranda ten noorden naestleger es , Noch vier eijnsen negen penningen acht roeden leechlandt, Noch twee pondematen seven eijnsen dertien penningen ende thien roeden maeden , leggende in IJesne horne , Noch twee pondematen vijf eijnsen ses penningen ende drie roeden fennen mijt die huijs- steedt , Noch een pondemate drie eijnsen twaeliff penningen steedt , Noch een pondemate drie eijnsen twaeliff penningen ende seven roeden saetlandt , wairvan die erffgenamen van Jan Gerrijtzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen een penning ende drie roeden lants , wairvan die voorscreven erffgenamen ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen twee eijnsen vijff penningen ende negen roeden meden , wairvan Sijmon Henrickzon erffgenamen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sireken Done lantvrouw is , Voirts ver- clairde Baucke Vthezoon noch twee pondematen in huijringhe te hebben om de halve vruchten van eenen blinde Jelle genoempt , wairvan Tzomme Paijezoon ten westen ende Johannes Reijnzoon van zijn huijsvrouwe wegen ende hair voirkindt ten oosten naest- legers zijn. Sumarem Lviii ponden liii eijnsen xi penningen thien roeden. 42. Dirac Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken een Saete , Oleyne Oldeberck genoempt , groot zijnde vier pondematen mijt die liubssteedt , fennen ende twee stucken saetlandt in malcanderen beclempt , wairvan Bocke ende Douwe Gratinga erven landen ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen greijdlandt, leggende op die meenschair te Wijnaldum , wairvan die armen toe Herlingen ten suijden ende Douwe ende Bocke Gratinga er- ven ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate lants op WIJNALDUM. 271 die voorsz. meenschair gelegen , wairvan Crispijn Schoemaickers erven ten westen ende Foppe Gabbezoons erven ten oosten naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen die armen toe Frane- ker lantheeren zijn. Sumarem vii ponden. 43. Jan Jacopzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants , wair- van Herman Pierzoon erven ten msten ende Laurentius Lancke- van Herman Pierzoon erven ten msten ende Laurentius Lancke- zoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die patroon toe Harlinghen lantheer es. Sumarem ii ponden. 44. Dllorra Aedezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Jorckama Saete , groot zijnde vierdehalve pondemate lants mijt dat terp , die huijssteedt ende vierdehalve pondemate lants mijt dat terp , die huijssteedt ende streng in malcanderen beclempt , wairvan die armen toe Herlingen mijt heure landen ten oosten ende Jouffrouw IJmpck van wegen huer kinderen ten westen naestlegers zijn , Noch negendehalve pondemate fennen , wairvan Laes Glins mijt Sijpt Goslinge van wegen Douwe Hoijtis weeskinderen ten oosten ende Goffe Pierzoon landen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen greijd- landt , die hoer brecken genoempt , wairvan die meedwech ten noorden ende Wijck Hermana mijt Jancke Heijnezoon oltste kin- deren ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten westen ende wairvan Jouffrouw IJmpck van wegen als boven ten westen ende Jorckama sloot ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Goffe Pierzoon ende Wgele Hermana lantheeren zijn , anders landen Goffe Pierzoon ende Wgele Hermana lantheeren zijn , anders dan dat Heer Side van Dekama _Bidder vuijttet terp naescreven over hooch ende leech compt achtien stovers rente , Noch bruijct hij een pondemate totte voorscreven Saet 'Vet hoorende , leggende te Wgnaldum , wairvan die Reedtwal ten noorden ende Rippert Elingsma landen ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xvii ponden. 45. Tzaelingh ASleerpoon heeft, ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen min een bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen min een eijnse lants , wairvan Babinga Saete te Micilum ten suijden ende die pastorie landen van Wijnaldum ten noorden naestlegers zijn , Sumarem een pond xi eijnsen. 46. Jacob Hertmanzoon heeft ons schriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants , 272 BUIJTENDIJCKS DIKKAGIE. leggende op Wijnaldumme meenschair , over hooch elide leech in een stuck van negen pondematen , dairaff die ses toecomen Heer Jelle pastoer t Oosterlietens , ende de drie dair ltg gebruycken sal , ende Alef Meijlema tlest verleden jair gebruijct heeft , toebehooren die weesleinderen van Abbe Rotterzoon. Sumarem iii ponden. 47. Heer Jelle Jeltezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff pondematen lants, wairvan Sexbierumme meden ten noorden ende Tijaardt Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Heer Jelle voorsz. selffs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xi" ponden. . Sumarem xi" ponden. 48. Cornelis Vlbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een halve pondemate meden, Trgn Claes Jans zoons weduwe toeeomende , wairvan Tiets Pieter Soets naegelaeten weduwe ten oosten ende Schelte Lijauckama ten westen naestlegers zijn. Sumarem een halve pond. 49. Jarich Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants dair Jan Gerrgtzoon erven die een derde pairt ende hem die restante twee derden deelen van toeeompt , wairvan Sircken Donije ten oosten ende Jarich voorscreven mijt een stuck , de kaegh genoempt, hoorende tot Bonta Saet , ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen vijff eijnsen sestien penninghen ende drie roeden , geacht op derdehalve pondemate maiden , wairvan Sircken Donije ten oosten ende Sijmon Henricks erffgenamen ten westen naest- legers zijn , Noch een pondemate negen eijnsen thien penningen ende ses roeden, es geacht geweest op anderhalve pondemate , wairvan Doecke Walta landen ten westen ende Sijmon Henrickzoon erffgenamen ten oosten naestlegers zijn. Sumarem vu ponden in eijnsen vi penningen ix roeden. 50. .Pieter Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een halve pondemate lants, Swairde fen genoempt , wairvan die Vicarius te Pietersbierum ten oosten ende Sircken Donije ten westen naestlegers zijn. Sumarem een halve ponde. 51. Pieter Direkzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate meden, WIJiNALDUM. 273 in Eesna horne bij Wijnaldumme kerck gelegen , wairvan Sircken Donije ten westen ende die Vicarie te Wijnaldum ten oosten naestlegers zijn. Sumarem 1J ponden. Sumarem 1 Mn C xxiii ponden z eijnse XVIII penningen vii roeden. MIDLUM. 1. leer Inthie Laeszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sevendehalve eijnse lants , dair die pastoers staeten te Midlum dair thuijs op staet mijt die thuijn achter thuijs in gereeckent is , wairvan Babinga terp ten oosten ende die huijssteedt van die prebende toe Midlum ten wes- ten naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende anderhalff eijnse fennen , die groote fenne genoempt , wairvan die horscamp in Babinga Saete leggende ten noorden ende Babinga Wier ten suijden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondematen drie penningen fen- nen , Sommera fenne genoempt , wairvan Babinga Herema fenne ten noorden ende de pastoer selffs mijt een stuck lants, die wijse camp ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate vijftehalve eijnse drie penningen fennen , die broeckstapel genoempt, wairvan het leechlandt ten oosten ende die Sommera fenne ten westen naestlegers zijn, Noch vijftehalve pondematen lants , die wijse camp genoempt , wairvan Oistrijper terp ten noorden ende Sommera fenne ten suijden naestlegers zijn , Noch drie stucken fennen , Bonnija fennen genoempt , groot zijnde te saemen ellifftehalve pondematen ende vier eijnsen , wairvan Babinga lunge wal , de weeskinderen van wijlen Seerp Watthiezoon toecomende , ten oos- 18 274 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ten ende Lolck Sircx weduwe mijt Herema fen in Babinga Staeten ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen drie eijnsen ende vier penningen saetlandt , wairvan Luijnkerckstre muncken ten oosten ende die fonden hoorende aen Babinga Staeten ten westen naestlegers zijn , Noch twaelifftehalve eijnse ende ses pen- ningen saetlandt, op Zaltrijpere terp gelegen , wairvan Pieter ningen saetlandt, op Zaltrijpere terp gelegen , wairvan Pieter Gerrijtzoon landen in Paelinge Saete ten suijden ende moersterp in Tietza Staeten ten noorden naestlegers zijn, Noch twalifftehalve eijnse , de zeedwal genoempt , wairvan de lange zeedwal in Babinga eijnse , de zeedwal genoempt , wairvan de lange zeedwal in Babinga Staeten ten noorden ende thijair in Feddinge prebende ten oos- Staeten ten noorden ende thijair in Feddinge prebende ten oos- ten naestlegers zijn , Noch drie stucken saetlandt opt suijdt van Oistrijpere terp gelegen , wairvan die patroon te Midlum ten oosten ende westen naestleger es ende zijn dese voorscreven drie stucken ende westen naestleger es ende zijn dese voorscreven drie stucken groot anderhalve pondemate vijftehalve eijnsen ende twee pennin- gen , Noch twee pondematen , die zascher genoempt , mijt dat leechlandt dair aen gelegen , wairvan die heerenwech ten noorden ende dat olijlandt ten suijden naestlegers zijn , Noch achtien pon- dematen ende drie eijnsen meden , die kagen genoempt , wairvan dematen ende drie eijnsen meden , die kagen genoempt , wairvan die Sijlroedt tusschen Herlinghen ende Franeker ten suijden ende Feddinga prebende ende Oechmede ende een stuck, Wijnaldema fenne genoempt , ten noorden naestlegers zijn. , Noch achtehalve pondematen ende vier eijnsen ende vier penningen meden , die groote zascher genoempt , wairvan die patroons landen te Midlum ten oosten ende die heerenwech ten westen naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen ende anderhalve eijnse, dat olijlandt genoempt , wairvan Babinga lange zeedwal ten westen ende die voorscreven personaetscip lange zeedwal ten oosten naestlegers zijn , Noch acht pondematen drie eijnsen , hietende die pastoers greijd ende wordt nv genoempt het leechlandt, wairvan Oistrijpere terp ten noorden ende die heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch dertiendehalve pondematen ende sevendehalve eijnse , Bottija fen genoempt , mijt die fennen streckende aen die oude laen toe van Sinte Niclaes fenne in Midlum , wairvan Sinte Niclaes landen te Midlum ten noorden ende Luijnkerckstere olde koefenne ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen ende vier eijnsen lants in Fogeda fijeldt , wairvan Lolck Sijrix weduwe ten oosten ende die fenne van Feddinge prebende ten westen ten oosten ende die fenne van Feddinge prebende ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen, Henricks camp genoempt, wairvan die oude laen aen Tietza sloot leggende ten westen ende die landsaete eester mijt die huijssteedt van die prebende MIDLUM. 275 van Feddinge ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen een eijnse , min fogeda fijeldt genoempt , wairvan Tiersa fennen ten oosten ende tichelwerck van Midlum mijt het scilgerlandt ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende vijif eijnsen op Herbaijum ende Midlumme meden gelegen , wairvan tpersonaetscip van Herbaijum ten suijden ende d'armevoechden van Herlingen ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pon- demate ende anderhalve einse lants in die groote oestrissen ge- legen , wairvan Babinga groot wer Laes Watthiezoon toecomende ten oosten ende salighe groote Sijbade weeskinderen landen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen ende drie eijnsen , die Foegada fieldt genoempt , Noch bruijct die coster acht eijnsen, die Foegada fieldt genoempt , Noch bruijct die coster acht eijnsen, die stijckel camp genoempt , dair zijn huijs op staet. Van alle die stijckel camp genoempt , dair zijn huijs op staet. Van alle dese voorsz. landen sijn bruijckers Heer Inthie Laeszoon voorsz. , Laes Watthiezoon , Tfimen Pieterzoon ende Wigle Sgtthiezoon , van Laes Watthiezoon , Tfimen Pieterzoon ende Wigle Sgtthiezoon , van weicke voorsz. landen die Pastorie van Midlum lantheer es. Sumarem i C ponden ii eijnsen vi. penningen. 2. Laes Watthiezoon ende Tsaelinek Seerpzoon hebben ons scrif- telicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken Babinga Staten ende de twee terpen op aen dat kerckhoff mijt die faeldre , tsaemen groot zijnde vijftehalve pondematen min viertien penningen , wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn, NochBabinge in die fennen Horscamp ende die camp aldair bij , groot ander- halve pondemate ende drie eijnsen ende ses penningen, wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Babinga aldair bii int noordt, groot twee pondematen een half eijnse min , wairvan personne groot twee pondematen een half eijnse min , wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Babinga groote aestrissen op itit noordt , groot anderhalve pondemate , wairvan personne te Wijnaldum ten groot anderhalve pondemate , wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Babinga op int noordt, groot anderhalve pondemate , wair- van personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Babinga Joucke Camp , groot anderhalve pondemate vierdehalve eijnsen , wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Babinga Lutke fen , groot anderhalve pon- demate vijftehalve eijnsen , wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , 276 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Noch Babinga aldair bij op int suijdt die fughe daels field ende dat stuck dair aen ende die twee lange fennen , groot thien pon- dematen ende vierdehalve eijnse , wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn, Noch Babingha wer ende IJmmeke fen ende Vlbranda fen , Gher- cloeffs fen ende Herema fen , groot dertien pondematen ende vier eijnsen , wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende per- sonne toe Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Baebingha ossena fen ende Andle Camp , groot negen pondematen een halff eijnse min , wairvan persooner te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Baebinga wal , groot anderhalve pondemate, wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Babinga Rennerts steedt ende da twee mijed feijlden , toe ghaer groot vier pondematen vijff eijnsen , wairvan personne te Wijnaldum ten noorden ende personne te Midlum ten suijden naestlegers zijn , Noch Babinga leechlandt , groot een pondemate drie penningen min , wairvan Boencamp ten suijden ende die prebende van wijien Johan Gerbranda ten noorden naestlegers zijn , Noch de cram fen ende berck fen mijt dat leechlandt bij Oosterijp ende Reijga field ende Thedinga fen aldair bij , groot derthien pondematen ende twee eijnsen sevende halve penningh , wairvan die patroons Staten te Midlum ten noorden ende Fed- dinge pronde ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Laes Watthiezoon ende Seerp Watthiezoons weeskinderen ende Lolek Watthie dochter lantheeren zijn. Sumarem LXV11J ponden vijff penningen ses roeden. 3. Gryolt Hartmanzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Feddinga Staten te Midlum ende die thuijnen bij die wech mijt het greijdlandt dair nae ende vorder totten noordwesten op terp , wordt genoempt over lants terp ende het terp oost van Feddinga Staten ende hiet Feddinga terp , is te saemen groot sevende halve pondematen ende seven eijnsen , wairvan Tietze landen ten noorden ende zuijden ende Babinga erffgenamen landen ten noorden naestlegers zijn , Noch sestehalve pondematen een eijnse saetlandt mijt wat greijdlandt , betne terp genoempt , wairvan Boghe sloot ten westen ende die prebende te Midlum ten oosten naestlegers zijn, Noch twaeliffte- halve pondematen ende drie eijnsen maedlants in die kagen in drie stucken gelegen , wairvan tpersonaetschips kaegen van Midlum MIDLUM. 277 ten suijden ende Lolck Sircx weduwe landen ten noorden naest- legers zijn, Noch een en twintichste halve pondematen fennen , aen Feddinga Jus patronatus gelegen , wairvan Henricx camp ten suijden ende wester terp ten noorden naestlegers zijn , welcke voorscreven landen toecomen Feddinga Jus Patronatus , Noch seste halve pondematen min een eijnse , leggende op Herbaijumme ende Midlumme meden , Minne Smidt te Herlingen toecomende , wairvan Luijnkercke koefenne ten suijden ende die patroon te Herbaijum ten noorden naestlegers zijn. Sumarem L ponden v eijnsen. 4. Tietze Folckertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen vijff eijnsen ende drie penningen fennen , Gerrolts herna genoempt , wairvan Boncamp, dair thuijs op staet van Babinga Saete, ten oosten ende groote Sijbade fennen ten westen naestlegers zijn , Noch ende groote Sijbade fennen ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen min thien penningen meden, die thiaer genoempt, wairvan die pastoers landen te Midlum , te weten die zascher , ten westen ende die patroons te Midlum ses pondematen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen , wairvan Hannije steedt ten oosten ende Minne Smidts landen ten westen naestle- gers zijn , van weicke voorscreven landen Sincte Niclaes proven te Herlingen lantheer es. Herlingen lantheer es. Sumarem xvii ponden im eijnsen xiii penningen. 5. Dirac Gerbrandtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Aeluwe Saete , het groot terp mijt die wier ende oude steedt , toe saemen groot zijnde drie pondematen , wairvan Rijoenije landen ten westen ende Palinge landen ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen terplandt, leggende ten westen van Aluwe wijer met Folckerts steedt bij Palinge dam , wairvan Paelinge landen ten westen ende de Pastorie landen ten oosten naestlegers zijn , Noch een entwintich pondematen fennen mijt die lutke campen mijt oick het nije landt op ende vuijt die tichelers landen , waervan Albert Edezoons landen ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch Edezoons landen ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen , die Stins campen genoempt , wairvan Meijncks landen ten westen ende die voorsz. lutke kampen ten oosten naestlegers zijn , Noch die huijssteedt dair thuijs nv ter tijt op staet met Alue bosck , groot zijnde vijftehalve pondematen , wair- staet met Alue bosck , groot zijnde vijftehalve pondematen , wair- van Paelinge fennen ten oosten an den bosck ende Aluwe fennen van Paelinge fennen ten oosten an den bosck ende Aluwe fennen ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen , Tierck Camp 278 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. genoempt , wairvan Tietza fenne ten oosten ende die tichelers landen ten westen naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen , Aelue maatlanden genoempt leggende ten noorden van de zijl- roedewal , wairvan die tichelairs landen ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen , die priesteren ende den armen tsaemen hebbende , wairvan die zijlroedt ten suijden ende die voorsz. twae- liff pondematen ten 'noorden naestlegers zijn , Noch thien eynsen saetlandt , die Coster te Herlingen toecomende , wairvan den heeren- wech ten suijden ende Roeijnije landen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Gerroud Douwezoons weesen ende Aernt Douwezoons weduwe grontheeren zijn ende Henrick Gerryt- coons !weesen zijn lantheeren van twaeliff pondematen over hooch ende leech. Sumarem LI ponden iiii eijnsen. Sumarem LI ponden iiii eijnsen. Saeckle Andlezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende zUrien eede verclairt te gebruijclien Sinte Nicolaus Staten mijt die steedt voor dat huijs ende die greijd onder dat huijs , te saemen groot zijnde anderhalve pondemate ende derthien pennin- gen , wairvan die personaetschip te Midlum ten westen ende Luijnkerckstera osse fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate , ten oosten van Sinte Niclaes laen , wairvan die heerenwech ten suijden ende Lijunkerckstere ten suijden naestlegers Noch anderhalve pondemate lants in twee stucken opt suijden van de voorscreven laen gelegen ende is Iry aen de patroons fenne ende compt foe Luynkerckster muncken ende anders en hebben zij nijet in dese voorsz. Saete , wairvan den heerenwech ten westen ende Sinte Niclaes groote fenne ten oosten naestlegers Ain , Noch zijn in die patroons principaile groote fenne drie stucken gelegen , t eerste die groote fenne , d andere die kala camp ende t derde poelcke fen genoempt , groot zijnde viertien pondematen drie eijnsen , wairvan die muncken van Luijnkerck ten suijden ende die pastoers te Midlum groote zascher ten noorden naestle- gers zijn , Noch Sinte Nicolaes nije fenne welcke nv dat beschet landt genoempt wordt , zijnde tvuijterste stuck , is groot vijftehalve pondematen , wairvan Botnija fennen van t personaetschip te Mid- lum ten suijden ende groote Sijbade weeskinderen landen ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondematen ende vijfte- halve eijnsen aen twee stucken in dat voorscreven beschet landt gelegen , wairvan Luijnkerckstere koefenne ten suijden ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch die lange meden ofte vrden mijt Sipcke terp , groot zijnde viertiendehalve ponde- MIDLUM. 279 maten ende twee eijnsen , wairvan die heerenwech ten suijden ende Andries Waltinga ten noorden naestlegers zijn , Noch twee campen , die groote zuijder camp ende die lutke zuijder camp mijt die halve laen dair aen , groot zijnde sevendehalve pondemate ende vierdehalve eijnse, wairvan die thiair ten westen ende Andries Waltinga ten oosten naestlegers zijn , Noch twee steden ten suijden van Oostrijpere terp gelegen , groot zijnde negen eijnsen vijff pen- ningen , wairvan die prebende landen van Midlum ten suijden ningen , wairvan die prebende landen van Midlum ten suijden ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch ander- halve pondemate ende drie eijnsen bij Haijnge steedt , wairvan die susteren van Staveren ten noorden ende suijden naestlegers zijn , Noch een half pondemate ende twaeliff penningen leechlandt ofte camp , leggende in Herbaijumme landen , wairvan d eene eijndt streckt aen die noordmedens ende d ander eijndt ten suijden van Sacke Janzoon landen , van welcke voorscreven landen die patroon Sinte Nicolaus tot Midlum lantheer es. Sumarem L ponden viii eijnsen x penningen. 7. Jan Hertmanszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Sgbade goet , groot zijnde anderhalve pondemate , wairvan Sinte Niclaes landen te Midlum ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn. Sumarem 1J ponden. 8. Ocke Pabbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken de vierde pairt van Lutke Sgbade goet mijt die fenne ende dair thuijs op staet , groot zijnde drie pondematen een eijnse een penningh , wairvan Gerrolt Herna ten noorden ende wijlen Johan Gerbranda prebende ten westen naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen saetlandts voir groote Sijbade staten gelegen. , dair aff Ocke voorscreven de helfft van toecompt , staten gelegen. , dair aff Ocke voorscreven de helfft van toecompt , wairvan moersterp ten oosten ende groote Sijbade Stins terp ten wairvan moersterp ten oosten ende groote Sijbade Stins terp ten westen naestlegers zijn , Noch ses eijnsen in die korn Camp ge- legen , wairvan Lutke Sijbadema fenne ten noorden ende moers- terp ten westen naestlegers zijn , Noch heeft by voir zyn pairt an- derhalve pondemate min een half eijnse in die groote IJons ge- legen, leggende rondts om in groote Sijbade goet, Noch vijftehalve pondematen, Fedde IJons genoempt, wairvan die voorsz. oostrissen ten oosten ende bloedige blincxe laen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Ocke Pabbezoon mgt zgn broederen lantheeren zijn. Sumarem x ponden v eijnsen xi penningen. 280 BTJIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 9. Dirck Claeszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Treynter Staten , graft wier mijt die fennen saetlandt ende maetlandt bij malcanderen leggende, groot zijnde vier en viertich pondematen , wairvan die sijlroedt ten noorden ende Trijn Reijners naegelaeten weduwe ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tyerck Tyerckzoon myt zyn adherenten lantheeren zijn, Noch bruijct hij twee pondematen, die gherscamp genoempt , die Coster te Herlinghen toecomende , die gherscamp genoempt , die Coster te Herlinghen toecomende , wairvan Griet Bastiaens landen ten westen ende Treijnter te meedlandt ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate ende drije eijnsen , Meester Bartels erven toecomende, wairvan die zijl- roedt ten noorden ende Griet Bastiaens landen ten suijden naest- legers zijn , Noch bruijct hij een pondemate vier eijnsen bij treijnter gelegen , wairvan die zijlroedt ten noorden ende Griet Bastiaens weduwe ten suijden naestlegers zijn , Noch twaeliff pon- dematen bij de voorscreven treijnter gelegen , wairvan Hollinge sloot ten westen ende Meester Bartelt landen ten oosten naestle- gers zijn , Noch vier pondematen lants bij tichelwerck gelegen , die van Griet Bastiaens gebruijckt wordden , wairvan Dirck Claes- zoon eijgen landt ten oosten ende Douwe Gratinga landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Griet Bastiaens weduwe lantvrouw es. Sumarem Lxim ponden vu eijnssen. 10. Sgbout _Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Groot Sybade goet in Mid- lum , groot zijnde achtehalve eijnsen saetlandt , wairvan Hilck Sipckes ten westen ende Aijlwa terp ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen min anderhalff penninck in die boegh gelegen mijt het leegh dair aen , wairvan Lutke Sijbade ten oos- ten ende Pieter Gerrolts landen te Herlinghen ten westen naest- legers zijn , Lit stuck is nv grooter geworden deur aenwas nae beduncken van de meijer ende de pastoer te Midlum , Ende ver- claerde de pastoer te Midlum , als voermondt van Abbe Rotter- zoon weeskinderen , te vreden te zijn , dattet gestelt wordt nv groot te zijn twee pondematen drie eijnsen , Noch die staters mijt die wier mijt dat terp onder die wier , groot zijnde derdehalve pondemate derdehalve eijnse acht penninghen , wairvan die hee- renwech ten suijden ende die bennewech streckende nae bloedige blinxe laen ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen min anderhalff eijnse saetlandt , die haens genoempt , wairvan MIDLUM. 281 Roijnghe fenne ten suijden ende Donijen herna ten noorden naest- legers zijn , Noch twaeliff pondematen drie penningen in groote IJons gelegen, wairvan die heerenwech ten westen ende die oost- rissen ten oosten naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondematen elide een half eijnse lants aen twee stucken gelegen, Oxne fenne ende litke IJons genoempt , wairvan die laen ten westen ende die oostrissen ten oosten naestlegers zijn , Noch sestiendehalve pondemate een eijnse vier penninghen , die groote fenne genoempt, wairvan Gerronsherna ten oosten ende die laen nae bloedige blincxe streckende ten westen naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen , die groote oostrissen genoempt , wairvan die pastoer toe Andle ten oosten ende die littick IJons ten westen naestlegers Andle ten oosten ende die littick IJons ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate ende vier eijnsen , Wpperda Camp genoempt , wairvan Boncamp in Babinga Sate ten suijden ende die oostrissen , oick in Babinga Saete hoorende , ten noor- den naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate van de Corncamp, wairvan Andle laen ten westen ende Lutke Sijbade ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen over bloedige blinxe, wairvan die wech ten oosten ende Engle Saete ten westen naestlegers die wech ten oosten ende Engle Saete ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Abbe Rotterszoon weeskinderen lantheeren zijn ende van een pondemate is Ifdt Bouwens weduwe lantheeren zijn ende van een pondemate is Ifdt Bouwens weduwe lantvrouw , wairvuijt oick jairlicx toecompt Heer Side van Dekema een floreen rente. Sumarem nun ponden vijff eijnsen xv penningen. 11. Thys Aenezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken die helft van Lithe Sybade, groot zijnde sevendehalve pondemate ende vierdehalve eijnsen, Doijnga herne genoempt , wairvan groote Sijbade ten westen , bloedige blincxe camp ten noorden ende die heerenwech ten oos- ten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen een eijnse , die tzecken genoempt , wairvan Claes Bontezoon crom wer ten noor- tzecken genoempt , wairvan Claes Bontezoon crom wer ten noor- den ende groote IJons in groote Sijbade goet ten suijden naest- legers Ain , Noch die helft van Lutke Sijbade goet in die fenne , groot zijnde zes pondematen vier eijnsen ende drie penningen , wairvan Gerrolds herne ten noorden ende die prebende van Mid- lum ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate , die boech genoempt , wairvan die prebende te Herlinghen , dair nv wijlen Johan Gerbranda Jus patronatus van heeft , ten oosten ende groote Sijbade boeijch ten westen naestlegers Ain , Noch ses eijnsen saetlandt bij Boghe dam , wairvan tiersa ten oosten ende 282 BUIJ TENDIJCKS DUCKAGIE. die prebende van Midlum ten westen naestlegers zijn , Noch vijff eijnsen vier penninghen terplant , litke terp genoempt , bij Salt- rijpere terp gelegen , wairvan Hebede moers terp ten westen ende rijpere terp gelegen , wairvan Hebede moers terp ten westen ende die prebende van Midlum ten oosten naestlegers zijn Noch een halve pondemate , zijnde een drie cant stuck , leggende onder t voorgaende stuck, wairvan Lutke Sijbade crom camp ten noorden ende moers terp ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Salighe Heer Aesge van Homier lantheer es. Sumarem xviii ponden vii eijnsen xvn penningen. 12. Douwe eTanzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen lands, leggende in drie verscheijden porcheelen wairvan Palinge landen ten wes- in drie verscheijden porcheelen wairvan Palinge landen ten wes- ten ende Boncamp ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die Coster te Herlinghen lantheer es. Sumarem vi ponden. 13. Dirck Edezoon ende Taecke Bauckezoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken Rognghe Saete , groot zijnde mijt die stins ende terp derdehalve pondematen, wairvan den heerenwech ten suijden ende Dirck ende Taedes eijgen fenne ten noorden naestlegers zijn , Noch een pon- demate drie eijnsen , Algers terp genoempt , wairvan Aluwe terp ten suijden ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate drie eijnsen leggende bij dat voorsz. stuck, dat plat terp genoempt , wairvan Sijbada landt ten suijden ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate dair bij gelegen , dat lanck terp genoempt , wairvan Jelle greijdt ten suijden ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn ten suijden ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate , Jelle greijd genoempt , wairvan Meljnck de Stadt boedt te Franeker ten suijden ende die heeren- wech ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen dair bij liggende , dat poelwer genoempt , wairvan Menck voorsz. ten oos- ten ende den heerenwech ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen aen twee stucken gelegen mijt een sloot gescheijden ende een deb hoernken daer aen , die wester fenne genoempt , wairvan die heerenwech ten oosten ende Pieter Meijnertzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt , die nijeuwe brecken genoempt, wairvan die huijssteedt ten oosten ende Joost Riemersma landt ten westen naestlegers Noch an- derhalve pondemate , die noten genoempt , wairvan Hilck Sipckes weduwe ten oosten ende Pieter Gerroutzoon ten westen naestlegers MIDLUM. 283 Ain , Noch viertien pondematen fennen aen twee stucken gelegen , wairvan die wech ten oosten ende thick Sipckes weduwe ten wes- ten naestlegers zijn , Noch achtehalve pondematen , die noordme- den genoempt , wairvan Jarich Pieterzoon ten oosten ende ten westen naestleger es , Noch ellifftehalve pondematen , die indijck genoempt , wairvan groote Eonte landen ten oosten ende Jarich genoempt , wairvan groote Eonte landen ten oosten ende Jarich Pieterzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tied , Symon llenricks weduwe erfgenamen grontheeren zijn. Sumarem nix ponden. 14. Laes Fennertzoon ende Lugtthie Claeszoon hebben ons serif- telicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken groote Remswairt in Midlum mijt die Staten dair thuijs op staet ende dat saetlandt aen die noorderzijde van dat huijs ende die hincxte fenne ende die sleeska mijt die groote remsmede , al te saemen groot zijnde vier en dertich pondematen , wairvan lutke ilemswaert landen , dese naescreven lantheeren oick toecomende , ten westen ende groote Remswaerde landen ten oosten naestlegers zijn , Noch sevendehalve pondematen ende derdehalve eijnse , de abts fenne genoempt , wairvan die banvairt ofte zijlroedt ten wes- ten ende Remsmede ten oosten naestlegers zijn , Noch twee en ten ende Remsmede ten oosten naestlegers zijn , Noch twee en twintich pondematen ende een eijnse , in vier stucken in die prin- cipals fenne nae Remstijl gelegen , wairvan Remsmede ten westen cipals fenne nae Remstijl gelegen , wairvan Remsmede ten westen ende deselve Remswerde greijden ten oosten naestlegers zijn , Noch drie en twintichtstehalve pondematen min een eijnse in die voorscreven fenne aen vier stucken gelegen , wetwaerdefenne genoempt , wairvan Munckhustre fennen ten oosten ende die zijl- roedt ten westen naestlegers zijn , Noch twee en twintichstehalve pondematen ende derdehalve eijnse lants , leggende aen die cant van die zijlroedt aen vier stucken bij thernka , wairvan Folckert Sijmonzoon ten suijden ende die zijlroedt ten noorden naestlegers zijn , Noch negendehalve pondematen , Ezelema terp genoempt, wairvan die landen die van Ezelema terp gebruijct wordden tot Munckhuijstere goet ten oosten ende de fenne van Remswaerde Saete ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen hooch- landt ende ses pondematen leechlandt, wairvan Munckhuijstere meden ten oosten ende Remswaert fenne ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Lugnkerckstere muncken lant- heeren zijn , In dese voorsz. somme wordt affgecort ses pondematen van Remswerde Saete voir die gemeene heerewech die over die van Remswerde Saete voir die gemeene heerewech die over die voorsz. Saet gaet , Noch brugct Laes Finnertzoon anderhake ponde- 284 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. mate meden op Herlinger meden leggende ende Sybren Sgurdtzoon toecomende , wairvan Tijerck Hanszoon landen ten suijden ende Sijtthie oppe Holcke ten noorden naestlegers zijn , Noch brugct Luythien Claeszoon vier pondematen , die voetlaen genoempt , wair- van tConvent van Achtlum ten suijden ende noorden naestleger van tConvent van Achtlum ten suijden ende noorden naestleger es , Noch drie pondematen greijdlandt wairvan tConvents landen ten noorden ende Laijtick Waete landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate greijdlandt , wairvan die pastoer te Pingum ten noorden ende Tijaardt Rinnerts erven ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , leggende op Hogge terp , wairvan Rinck te Elaerdt ten noorden ende Rijck Jans te Herlingen ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate ende drie eijnsen saetlandt op die Staten , wairvan Gerrijt te Derssum ten oosten ende Haije op die holcken ten wes- ten naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Bessel op die Hokke erffgenamen lantheeren zijn , Noch brugct Luytzen voorsz. een Hokke erffgenamen lantheeren zijn , Noch brugct Luytzen voorsz. een pondemate int voorsz. voetlandt te Midlum gelegen Aucke Jacob- pondemate int voorsz. voetlandt te Midlum gelegen Aucke Jacob- soon toecomende , dan schiet te Herlinghen oft in Herlingher vuijt- bueren Noch brugct Lugtthien voorz. drie pondematen, leggende bueren Noch brugct Lugtthien voorz. drie pondematen, leggende op Herlinger hemrick , Foeck Jacobs weduwe toecomende, wairvan die Jaen loopende nae Kimswert ten oosten ende de landen die Sipcke Gerbrentzoon gebruijct ten westen naestlegers zijn. Sumarem een hondert xxxix ponden n eijnsen. 15. Agge Martenzoon , Tsaelinck Aleffzoon ende Jan Jacobzoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants , Wester terp genoempt , te gebruijcken twee pondematen lants , Wester terp genoempt , wairvan die prebende landen te Midlum ten oosten ende Tietza Staten ten westen naestlegers zijn Agge Martenzoon ploecht ende eerdt die wallen van dese twee pondematen om de helft van Anna Lieuwe Cuypers wyff , Noch vier pondematen lants bij Oostrijpere goet gelegen , wairvan die voorsz. prebende landen ten westen ende Babinga Staten landen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants , wairvan die zijlroede ten suijden ende Tietza fenne ten noorden naestlegers zijn , Dese twee voorscreven porcheelen wordden bij Tsaelinck ende Jan voorscreven te saemen gebrugct , van welcke voorscreven landen Allit Borris ende Lgsbeth Walings lantvrouwen zijn. Walings lantvrouwen zijn. Sumarem ix ponden. 16. Agge Martenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Tietza Saete , groot zijnd MIDLUM. 285 vijff en twintich pondematen ende anderhalff eijnse , Tietza fenne genoempt , wairvan Boncamp ten westen ende Feddinga beneficium ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen , die groote leije genoempt , wairvan den heerenwech ten noorden ende Fed- dinga Staten ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate ende vijff eijnsen saetlandt op Saltrijper terp gelegen , moors terp genoempt , wairvan lutke Sijbade landen ten oosten ende westen genoempt , wairvan lutke Sijbade landen ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch sestehalve eijnse lants , wairvan Boege sloot ten oosten ende lutke Sijbada landen ten westen naestlegers zijn , Noch Anna wal ende die groote meed ende die lutke meed ende die greijd , toe saemen groot zijnde vier pondematen derde- halve eijnse ende vier penninghen , wairvan Paelinge ten westen ende Boncamp ten oosten naestlegers zijn , Noch Tijetza Staete ende die eester ende dat garslandt after dat huijs , te saemen groot zijnde vier pondematen , wairvan wester terp ten oosten ende Feddinga prebende ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen. Joost Riemersma grontvrouw is. Sumarem xxxvii ponden IIJ eijnsen. 17. Dirck Evertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen , die gouden boom mijt die sietfennen genoempt , wairvan die Tijaer ten suijden ende Seerp Watthiezoons naegelaeten weeskinderen ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen lants, Harnsere fennen genoempt , wairvan Griet Bastiaens weduwe landen ten suijden ende tichelwerck landen tot Midlum ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff eijnsen saetlandt , IJntke steedt genoempt , wair- van den heerenwech ten noorden ende die prebende landen te van den heerenwech ten noorden ende die prebende landen te Midlum ten suijden naestlegers zijn , vuijt welcke stuck den pastor tot Midlum comet jaerlicx elliff stovers , Noch drie pondematen in die Sascher , wairvan Tijaer ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen .Feddrick Feddriciezoon erven lantheeren zijn. Sumarem xvn ponden vijff eijnsen. 18. Watthie Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken de vierde pairt van Lutkc Sgbade goet mijt een stuck pollich landt , groot zijnde anderhalve pondemate , wairvan Wijnaldumma meden ten noorden ende die Susteren te Staveren ten suijden naestlegers zijn , Noch achtehalve eijnsen vier penningen lants , wairvan Sinte Niclaes landt toe Mid- mum ten westen ende die Susteren te Staveren ten oosten naest- 286 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. legers zijn , Noch drie pondematen een eijnse een penningh fennen mijt die huijssteedt , wairvan Gerrolt Herna ten noorden ende wijlen Johan Gerbranda prebende ten westen naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen saetlandt voir groote Sijbade Staten , wairvan moersterp ten oosten ende groote Sibade sties terp ten westen moersterp ten oosten ende groote Sibade sties terp ten westen naestlegers zijn , Noch ses eijnsen in korn Camp , wairvan lutke Sibade fennen ten noorden ende moersterp ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate min een half eijnse in die groote IJons leggende rondt om in groote Sijbade goet , Noch Schiliger landt , groot zijnde drie pondematen min drie eijnsen. Sumarem x ponden x eijnsen vijff penningen. 19. Meynert Hegnszoon ende Sytthie Thyszoon hebben ons scrif- telicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken Gretta erfen op lutke Remswert, groot zijnde seven pondematen min anderhalff eijnse , wairvan het voetlandt ten suijden ende de Ian- den van t voorsz. goet ten noorden naestlegers zijn, Noch vier en den van t voorsz. goet ten noorden naestlegers zijn, Noch vier en twintich pondematen ende een half eijnse , Lutke Remswerda fennen genoempt , wairvan Haije oppe holcke ten westen ende Laes te Remswert ten oosten naestlegers zijn , Noch die Staten ende dat saetlandt ten noorden , dat huijs ende die thuijn ende die crumme fen , groot zijnde achtehalve pondematen ende derde- halve eijnse , leggende rondom in de landen van lutke Remswert, Noch die osse fen ende kaele Camp ende lijtke sonderlandt ende groot sonderlandt , groot zijnde een en twintich pondematen min een eijnse , wairvan Rimswert Saete ten noorden ende die Vicarius van Herlinghen ten suijden naestlegers zijn , Noch die polsthar camp ende lijtke polsthar campe ende lijtke greijdt faer dat huijs weest dat terp aen die sijed ende hiet kwcamp , groot zijnde weest dat terp aen die sijed ende hiet kwcamp , groot zijnde sestien pondematen ende derdehalve eijnse , wairvan Haije oppe holcken ten westen ende d ander landen der voorsz. Saet ten oos- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate lants , wairvan Aucke Jacobzoon ten noorden ende Herlinger laen ten suijden naestle- gers zijn , Noch anderhalve pondemate , wairvan die Vicarius te Kimswert ten suijden ende noorden naestlegers es , Noch twee pondematen leggende op Herlinger meden , wairvan die Vicarius van Herlingen ten suijden ende Ath Andle weduwe ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen t Convent van Achtlum lantheer es , Noch bruijct Sytthie Thyszoon voorsz. vijf pondematen ende anderhalff eijnsen, het lutke waterlandt genoempt, Hegn Jacobzoon weesen toecomende , wairvan Haije oppe Hoicke ten Hegn Jacobzoon weesen toecomende , wairvan Haije oppe Hoicke ten MIDLUM. 287 westen ende dat Convent van Achtlum ten oosten naestlegers zijn. Sumarem Lxxxv ponden iiit eijnsen thien penningen. 20. Joost, Abbe Riemersma weduwe, heeft ons scriftelicken aenge- geven ende bij hairen eede verclairt te gebruijcken thien eijnsen twaeliff penningen saetlants in twee stucken gelegen op Saltrijper terp , wairvan tpersonaetschips landen ten westen ende lutke terp , wairvan tpersonaetschips landen ten westen ende lutke Sijbaede landen ten oosten naestlegers zijn Noch anderhalve pon- demate derdehalve eijnse lants , Rentza vrd herts terp aen twee stucken gelegen , wairvan lutke Sijbade goet ten oosten ende westen naestleger es , Noch een pondemate ende drie eijnsen , die stijckel camp genoempt mijt die eecker, wairvan die poeldam mijt poelweer ten westen ende die coster van Herlinghen mijt Hijlck Sipckes weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch twaelifftehalve eijnse aen twee stucken bij Jelle greijd geleghen , wairvan Roijnghe greijd ten westen ende Roijnghe landen ten oosten naestlegers zijn ende midden dese twee voorscreven stucken lants leijt een stuck saetlands , toecomende Hglck *ekes weduwe , Noch die fennen achter thuijs van Tijetza prebende ende die hieten in die greijtke ende nv die Stathen ende die thuijn mijt het appel- hoff, tsaemen groot zijnde seven pondematen ende thien pennin- ghen , wairvan Gerrolts herne ten noorden ende het kerckhoff te Midlum ten suijden naestlegers zijn, Noch dertiendehalve eijnse , die litke leije genoempt , wairvan Feddinga beneficie landen ten westen ende het appelhoff ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende vierdehalve eijnse saetlandt mijt wat greijdlandt, het lang stuck ofte vijrlants terp genoempt , wairvan Feddinga het lang stuck ofte vijrlants terp genoempt , wairvan Feddinga prebende ten oosten ende westen naestleger es , Noch twee pon- dematen ende vijff eijnsen gr,ijdlandt , wairvan twesterterp ten suijden ende die twee steden , de patroon te Midlum toecomende, ten noorden naestlegers zijn , Noch vijfftehalve pondematen ende twee eijnsen , Bottinghe fen genoempt , wairvan Babinga landen ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch sestehalve pon- dematen ende twee eijnsen , hors Camp genoempt , wairvan Foe- gheda fijeldt ten suijden ende die personaetschips steden te Midlum ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tgetza beneficie lantheer es. Sumarem xxvii ponden yin eijnsen xn penningen. 21. Aeriaen Michielzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen lants , t welck geheel ende al verdorven. is , dair die steenoven op staet, 288 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. wairvan Bastiaens erven ten noorden ende die sijlroedt nae Frae- neker ten suijden naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden, wairvan Gerrijt Douwes erven ten westen ende zuijden naestlegers zijn , Noch elliff pondematen fennen ende maedlandt , wairvan die Costers landen te Midlum ten oosten ende die voorscreven negen pondematen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Kegserlycker Majesteyt lantheer is. Sumarem xxx ponden. 22. Jan Douwezoon heeft ons schriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate leggende in Midlumme landen , scietende in alien scattinghen ende contribu- tien in Midlummer renten , behalven in Keiji Mats faux , schie- tende in Herbaijumme renten , wairvan den heerenwech, streckende tusschen Franeker ende Herlinghen , ten suijden ende Tiets Ger- branda landen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscre- ven landen Jan Douwezoon vuytte naem ende als man ende voeeht over zyn hugsfrouwe lantheer es. Sumarem I1J ponden. 23. Haft Pieterzoon heeft ons schriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Holckstre Saete mijt die principail holcke , dair thuijs op staet t welck is die groote hoick ende mijttet saetlandt rondt om t huijs ende fenne op die zijde ende mijttet saetlandt rondt om t huijs ende fenne op die zijde van t huijs ende hooch camp bij litke hoick ende litke hoick selven ende die lange fenne ende die cromme fenne ende die noordcamp ende die lange fenne ende die cromme fenne ende die noordcamp mijt noch een kleijn stuxken tusschen noordcamp ende cromfen , te saemen groot zijnde negen en twintich pondematen min een eijnse , wairvan heer Reijner prebendarius te Herlinghen ten wes- ten ende lutke Remswerts fennen ten oosten naestlegers zijn , Noch die lutke mede ende de vrd in twee stucken gelegen te saemen groot zijnde vijff pondematen min twee eijnsen , wairvan Sincte Michiel te Herlingen ten noorden ende noordcamp ten suij- den naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende twee eijnsen in Humalde Camp gelegen , wairvan Herlingher laen ten suijden ende fijcamp ten noorden naestlegers zijn , Noch derdehalve pon- dematen ende vier eijnsen , die fijcamp genoempt , waervan Heijn Ja,cobzoons naegelaeten weeskinderen ten oosten ende Jetze meed ten westen naestlegers zijn , Noch thien eijnsen bij die boosdoer after huijs , Hommeijster camp genoempt , wairvan Raernswerts fenne ten oosten ende die ester ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen , Tzomma fen genoempt , wairvan groote Lieuwe MIDLUM. 289 zoons landen ten westen ende Minthie Lieuwezoon zijn broer ten oosten naestlegers zijn, Noch negen eijnsen, die Staten genoempt , wairvan Herlinger laen ten noorden ende Douwe Heijnes landen ten suijden naastlegers zijn, Noch negen pondematen in die groote vuijterste fenne gelegen, wairvan Pieter Gerroutszoon ten westen ende Graete Lieuwes ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen die van Lugnkerck ende Pieter Pieterzoon weeskinderen lant• heeren zijn , Noch negen egnsen Tzommige fenne genoempt, Geert Harings weduwe te Sopsum toecomende , wairvan lutke Raemswert ten oosten ende Tzommera fen ten westen naastlegers zijn , Sumarem Lii ponden een eijnse. 24. Sgbrandt Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclaert te gebruijcken vijff pondematen, die bonte camp genoempt, wairvan host Abbes te Midlum ten oosten ende die Coster to Herlinghen ten westen ende Laes Watthiezoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Meester Bartels erven , Grontheeren zijn. Sumarem v ponden. 25. Alger Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclaert te gebruijcken negen pondematen lants , wairvan Pieter toe Dersum erven landen ten suijden ende At Andle weduwe ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen me- den , wairvan Pieter toe Derssum erven ten suijden ende 't Con- vent van Achtlum ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen 1ig self's lantheer es, als hij bij zijnen Bede verclaert heeft , Noch bruijct hij vgnetehalve pondematen te Midlum gelegen, Meester Pieter Sijmonzoon milt Jan zyn broer toecomende , wairvan At Andle weduwe ten suijden ende 't convent van Achtlum ten noorden naestlegers zijn. Sumarem XV1J ponden. 26. Meynthie Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclaert te gebruijcken twee pondematen meden , wairvan Haije oppe holcke ten beijden zijden naestleger es , van welcke voorscreven landen Megnthie ende Graete Lieuwe zonen lant- heeren zijn. Sumarem iI ponden. 27. Tgerck Syrckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclaert te gebruijcken sestehalve pondematen drie eijnsen vier penningen , die scapen fen genoempt, mijttet 19 290 BULTTENDIJKS DIJCKAGIE. maedlant ende die wallen zijn gebroecken, wairvan die zijlroedt, ten noorden ende Trenta saete ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tyerek Sgrekzoon ende Sgbrandt Walings- zoon lantheeren zijn. Sumarem VJ ponden , eijnsen, 1111 penningen. 28. Tgman Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclaert te gebruijcken vier pondematen, die bosck mijt twee campen te samen, wairvan die Coster te Herlingen ten oosten ende Aelua Staten ten westen naestlegers zijn , Noch die eester mijt twee campen ende mijt die huijssteedt groot zijnde derdehalve pondematen en vier penningen, wairvan Aluwa Staten ten westen ende Joost Riemersma ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt, waarvan die heeren- wech ten noorden en de Paelinga staten ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate , Antmun genoempt , wairvan die pastoer te Midlum ten noorden ende fenne van Paelinga ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Pieter Gerrgt- zoon lantheer es. Sumarem ix ponden vi eijnsen. 29. Trgn Meester Dircx weduwe heeft ons scriftelicken aengege- ven ende bij hairen eede verclaert te gebruijken vijftien pondema- ten fennen mijt de dijck dair aen leggende, wairvan die convents- landen die Wijbe in de haij gebruijct ten suijden ende die graft vant appelhoff ten noorden naestlegers zijn Noch die Kelnaers fen ende Ympcke fen , groot zijnde thien pondematen een eijnse, wairvan die zijlroedt ten noorden ende westen naestlegers es , Noch vijff pondematen, Meijnert landt genoempt, wairvan die pas- toers kaegen ten suijden en de Tiets Gerbranda ten noorden naest- legers zijn , Noch tappelhoff mijt de plaets dair tconvent gestaan heeft groot vijff pondematen , van welcke voorscreven landen tConvent van Luynkerek lantheer es. Sumarem xxxv ponden een eijnse. Suma Sumarem 1 M xviu ponden , x eijnsen XVI1J penningen ses roeden. LUIJNKERCK. 291 LUIJNKERCK. 1. Tgaerdt Minnezoon ende Dirck Janzoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruicken een hondert een en twintich pondematen ende anderhall eijnse lants die koefenne genoempt , wairvan de zijlroedt ten suijden ende Hanije te Herbaijum ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Pater van Achtlum lantheer is. Sumarem hondert xxi ponden IJ eijnse. 2 Jan Hartmanzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen en dertich pondematen vierdehalve eijnsen fennen , die osse fenne genoempt, wairvan die patroons landen te Midlum ten noorden ende die zijlroedt ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen de Pater van Achtlum lantheer es. Sumarem xxxix ponden IIIJ eijnsen. 3. Katryn wglen Neater Dirac hey megsters weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruij- cken ses en twintich pondematen , die abts dijck , die abts fenne, cken ses en twintich pondematen , die abts dijck , die abts fenne, omme t oude clooster mijt heuren annexes als Imcke fenne, wair- omme t oude clooster mijt heuren annexes als Imcke fenne, wair- van die zijlroede ten noorden ende Wijbe Janzoon groote haij ten suijden naestlegers zijn , Noch vijiT pondematen lants wairvan die pastoers kaegen te Midlum ten suijden ende die voorscreven pas- pastoers kaegen te Midlum ten suijden ende die voorscreven pas- toers landen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorschreven landen die Pater van Achtlum lantheer es. landen die Pater van Achtlum lantheer es. Sumarem xxxi ponden. 4. Sipcke Hegnezoon ende lohan Jorrgtzoon hebben ons scrifte- lijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een hondert vier en twintich pondematen negen eijnsen een half maeden fennen ende saetlandt, wairvan Remswerter landen ten suijden ende die zijlroede ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Pater van Achtlum lantheer es. voorscreven landen die Pater van Achtlum lantheer es. Sumarem een hondert xxim ponden ixJ eijnsen. o. -147-gbe Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier en dertich pondematen ende drie eijnsen , die groote haij genoempt , wairvan die abts dijck ten noorden en die oude mer ten suijden naestlegers zijn , Noch seventhien pondematen ende vijff eijnsen meden , in twee stucken gelegen, wairvan Folckert Aerns maiden ten suijden ende 292 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. die nije sijlroedt ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftien pon- dematen meden tbagijne landt genoempt, wairvan Fetse fenne ten dematen meden tbagijne landt genoempt, wairvan Fetse fenne ten suijden ende Watthie landen te Ezelum ten noon den naestlegers zijn Noch drie pondematen saetlandt op Eeslumma terp gelegen wairvan Remswertergoet ten suijden ende Aucke Jacobzoon ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Pater van Achtlum lantheer is. Sumarem wax ponden viii eijnsen. 6. Wgbe Sgbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt ate gebruijcken drientnegentich pondematen ende ellifftehalve eijnsen lants , het henne landt genoempt, mijt fennen , maeden ende saetlandt te saemen aen den anderen gelegen, wairvan die principail zijlroedt ten noorden en die zijlroedt strec- kende nae Achtlum ten oosten naestlegers zijn, van welcke voor- kende nae Achtlum ten oosten naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen die Pater van Achtlum lantheer es. Sumarem xclii ponden en XJ eijnsen. 7. Beer Pieter van Purmeregndt prior van Achtlum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruij- cken veertien pondematen , Oostrijper terp genoempt, wairvan die cken veertien pondematen , Oostrijper terp genoempt, wairvan die pastorie landen van Midlum ten westen ende noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn , Noch elliff pondematen ende een half eijnse saetlant op Ludumma terp gelegen , wairvan Fetse toe Ludums landen ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen leechlandt ten suijden van tvoorsz. terp gelegen , Noch seven pondematen anderhalff eijnse min saetlandt op Eesluma terp gelegen ende leggende ten noorden van tvoorsz. terp , van welcke voorscreven landen die Pater van Achtlum selffs lantheer is, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xxxiiii ponders xi eijnsen. 8. Herman Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen meden, wair- van Luijnkercke ten noorden en de Meijnerts fennen ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Pater van Acht- lum lantheer es, Seijde hier op iJieester Jan van Arum van wegen lum lantheer es, Seijde hier op iJieester Jan van Arum van wegen de prelaet van Lidlum ende dandere buytendgcsters te protesteren dat hij in den aenbrengh bij de pater van Achtlum van zijn con- ventslanden tot tCorpus van Luynkerck hoorende gedaen als voorsz. is nijet en consenteerde nochte aengenaem en hadde ofte deselve dochte te approberen want deselve minder was van getal van poll- LUIJNKERCK. 293 dematen dan dair zij Conventualen duslange voir hadden geschoten, te weten voir de ses hondert pondematen dair zij heure Corpus van Luijnkerck op aengebrocht hadden int jair xv C ende elliff ende zeder die tijt ende dair te voeren tot reparatie van de zeedijcken voir hadden geschoten. voir hadden geschoten. Sumarem v ponden. Suma Sumarem v C xix ponder' viii eijnsen. HERBAEIJUM. 1: Andries Waltinga heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen thiendehalve eijnsen lants , Sickema fennen genoempt, wairvan die heerenwech eijnsen lants , Sickema fennen genoempt, wairvan die heerenwech ten suijden ende Jan Jacops terpen ten noorden naestlegers Ain , Noch een en twintich pondematen lants in Meijntumma saete gelegen tusschen den voorscreven heerenwech ende de zijlroede aen een leggende mijt maden fennen ende saetlandt mede inge- reeckent dair die ticheler vuijt zijnen naem gebruijct aen de noor- derzijde van de zijlroede ende oick tgheene hij van Wilhelmus derzijde van de zijlroede ende oick tgheene hij van Wilhelmus dit jair in notwandel sal gebruijcken tegens tgheene dat Wilhel- mus weder dair en tegens van hem dit jair gebruijcken sal , Noch ses pondematen vijff eijnsen fennen , wairvan die pastoersfennen ten oosten ende die noordmaiden ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen twee eijnsen, Sickema huijssteedt, hoff ende graft , Noch op tplat terp gelegen ten noordoosten van tvoor- screven hoff ende Jeltshorn mijt oick Vnge terp aen de noordwes- terhoeck van den voorscreven hoff, te saemen seven pondematen, Noch een half pondematen leggende ten noorden van tvoorsz. hoff tusschen Jeltshorn ende Sickema plat terp, Noch vijfftehalve eijnsen lants , Garrets= staten genoempt, leggende tusschen Vnga 294 BUIRENDLICKS DIJCKAGIE. terp ende Sickema kerckpat , Noch acht pondematen vierdehalve eijnsen meden leechlandt, wairvan Sickema ende Vnge terpen ten noorden ende Katrijn Rippertslandt ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hg seljs lantheer is , als hij bij zijnen eede verclaert heeft , vugtgesondert dat die prebende te Her- bourn van dit leste porcheel acht eynsen toecomen , Noch bruijct hij bourn van dit leste porcheel acht eynsen toecomen , Noch bruijct hij een pondemate negen eijnsen lants, den strijngh genoempt, wair- een pondemate negen eijnsen lants, den strijngh genoempt, wair- van Claes Taeckes hijeem ten noorden ende die campen dair Jan Jacobzoon bruijct ten suijden naestlegers zijn , Noch seventhien pondematen negen eijnsen meden, de lange vlecken ende de hornen genoempt, wairvan die Slachtedijck ten oosten ende Sijbrandt Jacobzoon maedackeren ten suijdwesten naestlegers zijn, van welcke voorschreven landen die Prebende van Herbagum, lantheer is , Sumarem Lxxvi ponden x penningen. 2. Sgbrandt Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijneu eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondematen twee eijnsen saetlandt , die wierdt genoempt , ende tleechlandt dairaen leggende, wairvan haech Inhijmstera goet ten suijden ende die oude mer ten noorden naestlegers zijn , Noch achtehalve eijnse saetlandt , die Brigwert genoempt , wairvan . die heerenwech ten suijden [ende die pastoers campen ten noorden naestlegers zijn, ten suijden [ende die pastoers campen ten noorden naestlegers zijn, Noch twee pondematen ende een halff eijnse, Reijnsma steedt ge- Noch twee pondematen ende een halff eijnse, Reijnsma steedt ge- noempt , ende een cleijn stuck saetlandt mijt tparadijs ten wes- ten dairaen in de Kerckbuijren gelegen , Noch vijff eijnsen lants op die Kerckbueren terp gelegen, wairvan die Spijcker ten westen ende die pastoers acker ten oosten naestlegers zijn , Noch achte- halve eijnsen , Feddinga Staten genoempt, mijt dat saetlandt leg- gende ten oosten van dat huts mijt dat tubncke , Noch vijftiende halve pondemate lants, Feddinga fennen genoempt, wairvan Hanije fennen ten westen , Bollemeer ten oosten ende die oude mer ten suijden naestlegers zijn , Noch twee en twintich pondematen ende acht eijnsen lants, leggende ten suijden van d' oude mer wairvan die subsloot ten oosten ende groot Andla maden ten westen naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen die conventualen van Achtlum lantheeren zijn , Noch bruijct hij vier pondematen een eijnse min maidlandt ende saetlandt aen den anderen , wairvan Sickema streng ten westen ende die maedwech ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate ende seven eijnsen, die maed- ackeren genoempt , wairvan Sickama lange flecken ten noorden ende die coernfenne ten suijden naestlegers zijn , Noch derdehalve HERBAEIJUM. 295 pondemate greijdlandt achter Johan Robijns zoon huijs gelegen , wairvan Sickama hornen ten oosten ende suijden naestleger es, van welcke voorsz. landen by scuffs grontheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij vierdehalve pondematen fennen, verclairt heeft , Noch bruijct hij vierdehalve pondematen fennen, die coernfen genoempt , wairvan Sijbrandts voorsz. maedackeren ten noorden ende die breede vlecken ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven vierdehalve pondematen derfigenamen van wylen Eedo Gerbranda lantheeren zgn. Sumarem Lxv ponden. Op huijden den IlIlen Junij anno xv C seven ende veertich zoo es voir ons onderscreven compareert Heer Pieter van Pourmereijndt, pater t Achtlum, ende Sijbrandt Jacobzoon te Herbaeijum ende heeft alsdoen Heer Pieter voorsz. in tegenwoirdicheijt van ons ende Sij- brandt voorscreven zijn ' convents register deur gesien ende ons te voeren gelesen noepende die landen die Sijbrandt van den Con- vent in huijr hadde ende de grooticheijt van dijen, Sijbrandt voor- screven affraegende off hij nijet en bekende dese naescreven por- cheelen van landen van hem vuijtte naem van zijn Convent van Achtlum in huijer te gebruijcken ende te besitten , naemelicken Feddinge lange meed ende twee campen aldair bij ende Kimdinga fen, tsaemen seven en twintich pondematen ende een haiff eijnse , Item Feddinge vrdt anderhalve pondemate ende een eijnse , Item die meer aldair bij twee pondematen ende een eijnse , Item dat saetlandt opte brigwert negen eijnsen ende een half eijnse, Item Rinsenga steedt ende die wier ende dat paradijs ende die halve tuijn, toesamen een pondemate drie eijnsen, Item aldair bij noch seste- half eijnse, Item Feddinga Staten ende dat saetlandt aen de wes- terigh van dat huijs ende die thuijn negen eijnsen , Item Feddinge fennen op ende vuijt aen die meden ende op aen dat huijs achtien pondematen ende een halve pondemate , Dair op Sijbrandt Jacob- zoon voorscreven antwoirdende verclairde in ons tegenwoirdicheijt voorscreven alle de voorsz. stucken van de pater voirsz. in huijr te gebruijcken ende te besitten , dan seijde nijet te weten oft de voorscreven stucken zoo groot wairen als deselve in des Convents register benoempt stonden , Ende Pater gehoort de voorscreven verclaeringhe accepteerde de bekenninge van Sijbrandt voorscre- ven voir zoo veel als hij bekende alle de voorscreven stucken te hebben ende te gebruijcken, persisterende dairbij dat deselve stuc- ken zoo groot wairen als voeren verhaelt is, versoeckende van 296 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. tgheene voorscreven is acte, Actum anti° et die quibus supra. in kennisse van ons. Somma Sommarum dat Sgbren facobzoon gebruijcken solde van Glen Convent te Achtlum bedraecht nae d' aengeven van de pater voorsz. tweeenvyfftich pondematen min een eynse, ende dat hij aen- geeft voir tzyne bedraecht acht pondematen , ende vierdehalve ponde- maten derfigenamen van Ede toecomende , twelck Meester Jan van maten derfigenamen van Ede toecomende , twelck Meester Jan van Arum seijt nijet alleen vierdehalve pondematen mair vyff pondema- ten te zijn ende dat Sgbrandt dairvoir die huijer betaelt ende al- zoo vgff ende tsestich pondematen in alles. 3. Class Taeckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sessentwintich pondematen ende negen eijnsen lants mijt die huijssteedt fennen saetlandt ende mae- negen eijnsen lants mijt die huijssteedt fennen saetlandt ende mae- den aen malcanderen gelegen , wairvan Vnge vuijterste twaeliff den aen malcanderen gelegen , wairvan Vnge vuijterste twaeliff pondematen ten westen ende Jancke Robijnzoon fennen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Claes Taeckezoon sells grontheer is , als hij bij zijnen eede verclaert heeft , Noch bruijct hij ses pondematen , die corte houwen genoempt , Bauck bruijct hij ses pondematen , die corte houwen genoempt , Bauck Taecke weduice te Thiemarum toecomende , wairvan zijn fenne ten oosten ende Swaerdera fennen ten westen naestlegers zijn ende de voorscreven ses pondematen en zijn in de voorsz. sess en twintich pondematen ende negen eijnsen nijet begrepen , mair zijn in de sess en twintich pondematen negen eijnsen mede gereeckent een stuck maedlandt , die butter camp genoempt, wairvan Sijbren Ja- cobzoon landen ten noorden ende die maedwech ten westen naestlegers zijn , Noch in deze voorsz. somme gereeckent een stuck saetlandt zijn , Noch in deze voorsz. somme gereeckent een stuck saetlandt ende maetlandt te saemen , wairvan Jacob Feijckezoon fenne ten westen ende die noordmaiden ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxxii ponden Ix eijnsen. 4. Jan Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen ende acht eijnsen lants , mijt zijn huijssteedt waervan Theeckens terp ten suijden van sijn huis , hiecfenne ende de lutke vlacken ten noor- den van zijn huijs naestlegers zijn, Noch sestien pondematen vier eijnsen lants wairvan den heerenwech ten noorden ende die slachte- dijck ten oosten naastlegers zijn , Noch achtehalve pondematen Meijtumma terpen genoempt , wairvan Jans voorscreven fenne ten oosten ende die maedwech ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen ende vijff eijnsen , de breede flecken mijt die cleijne morn fen genoempt, Noch seven pondematen die campen ge- HERBAEIJUM. 297 noempt , wairvan Andries Waltinga leechlandt ten suijden ende den maedwech ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pon. dematen , de pollens saetlandt , wairvan die zijlroedt ten noorden ende Taets Douwe fennen ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Andries Waltinga lantheer es , Dese twee leste porcheelen bruijct Jan voorsz. in een notwandel die hij mijt An- dries Waltinga aengegaen is tot huer beijder believen ende nijet Langer ende dat tegens twaeliff pondematen dair Andries van hem ontvangen heeft , welcke twaeliff pondematen gelegen zijn aen de slachte wairvan die selve ten oosten ende die munck van Achtlum landen ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct hij twee ponde- maten ende negen egnsen , die corte kneppelen genoempt , tConvent van Achtlum toecomende, wairvan Andries Waltinga ten suijden ende de maedwech ten westen naestlegers zijn , Noch vpS pondematen saetlandt ende maedlandt hem selffs toecomende wairvan groot Unge- buerstere ten westen ende Taets DOuwes acht pondematen ten oosten naestlegers zijn. Sumarem Lvi ponden n eijnsen. 5. Taets Douwe weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken acht en viertich pondema- ten saetlandts, fennen ende meden aen malcanderen gelegen mijtte vijf pondematen die Jan Ticheler gebruijct , wairvan die zijlroedt ten noorden ende de slachtedijck ten oosten ende Jan Jacobzoon mijt twaeliff pondematen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Andries Waltinga lantheer is , behalven twaeliff pon- dematen dair Jan Jacobzoon yrontheer van is, dematen dair Jan Jacobzoon yrontheer van is, Sumarem xLvin ponden. 6. Sacke Andrieszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Hange steed ende t Crum wer groot zijnde twee pondematen ende een half eijnse , wairvan die patroonslanden te Herbaijum ten oosten ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden , wairvan die pastorie landen ten oosten ende tleecheijndt ten noor- den naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate Cleijn hanije steedt ende dat plat vrd genoempt tsaemen wairvan die voor- screven derdehalve pondematen ten westen ende die pastorie lan- den te Herbaijum ten oosten naestlegers zijn , Noch een ponde- mate ende vierdehalve eijnse die hooge vurdt mijt het merlandt genoemt , wairvan tgoet oppe fennen ten westen ende oosten naestleger es , Noch drie pondematen meden, dat mencxlandt ge- 298 BUIRENDUCKS DIJCKAGIE. noempt, mijt noch een mansmad maden dair die heerenwech deur loopt, wairvan die muncken maeden ten suijden ende die patroons- landen to Midlum ten noorden naestlegers zijn , Noch acht ponde- maten ende seven eijnsen lants , die Rijpwerren genoempt wair- van die landen van tguet oppe fennen ten oosten ende die patroons barnefelden ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate greijdlandt wairvan tgoet oppe fennen ten suijden ende die pa- troonslanden ten noorden naestlegers zijn, mijt noch een stuck saet- landts daeraen streckende, waervan dat voorscreven goet oppe fen- landts daeraen streckende, waervan dat voorscreven goet oppe fen- nen ten beijden zijden naestleger es , Noch ses eijnsen saetlandt, dat terpcke genoempt , wairvan die pastoers vrdt ten oosten ende hooch inhimstere goet ten westen naestlegers zijn, Noch twee eijn- sen saetlandt gelegen ten westen van de Kerckbueren wairvan Feddinga goet ten noorden ende westen naestleger es , Noch derdehalve eijnse lants opt terp gelegen , wairvan die heerenwech ten noorden ende pastoers landt ten westen ende Meijntumma landt ten oosten naestlegers zijn , Noch sevendehalve eijnse lants gelegen ten suijden van die heerenwech, wairvan Meijntumma ten oosten en de Feddinge goet ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate maden , het ruijghlandt genoempt, wairvan Jacob Evertzoon ten oosten ende Here Lieuwezoon landen ten wes- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate die hij Taets Douwe weduwe van Hamme saet consenteert heeft te gebruijcken voir dat hij die reed heeft over landt om in zijn landt te Hanije to coemen waervan Taets voorscreven maedlandt ende saetlandt dat zij van Andries in huijr heeft ten westen ende tlandt dair hij gebruijct ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff en twintich pon- dematen ende ses eijnsen Hanije Staten mijtte fennen achter dat huijs gelegen mijt een stuck saetlandt, wairvan Feddinge fennen ten oosten ende tgoet oppe fennen ten westen naestlegers zijn , Noch sevendehalve pondemate lants leggende ten suijden van de Zijlroedt , wairvan die Slachtedijck ten oosten ende Andries Wal- tinga landen ten noorden naestlegers zijn , Noch achtien ponde- maten ende ses eijnsen lants leggende ten suijden van de voorsz. Zijlroedt, Hanije groote fenne genoempt , wairvan die suijpsloot ten westen ende die voorscreven fenne die Taets van Andries wegen gebruijct ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen tUonvent van Staveren lantheer es , ende bedraecht somma sommarum tweentseventich pondematen acht eijnsen ende een HERBAEIJUM. 299 halve naevolgende dat elcke stuck gegroot is, dan nae dat hij 'tin somma aengeeft bedraecht tachtich pondematen. Sumarem Lxxx ponden. 7. Guilielmus Johannes heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken ses pondematen ende een eijnse lants, wairvan die Sijiroede Suijpsloot ten westen, Sacke An- drieszoon te Herbaijum ten oosten, Laes t' ongebour van wegen drieszoon te Herbaijum ten oosten, Laes t' ongebour van wegen tConvent van Achtlum ten suijden ende Sacke Andrieszoon van wegen tConvent van Staveren ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen elliff eijnsen meden in drie stucken gelegen, wair- van die slachtedijck ten suijden, Sacke Andrieszoon ten noorden , die slachtedijck ten oosten ende Taets Douwes van wegen Andries Waltinga ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate ende sestehalve eijnse meden, wairvan Jacob Evertzoons leechlandt ten suijden ende die voorsz. Jacob mijt een stuck maeden ten noorden, Gheel Thomas weduwe van wegen d' erffgenamen van Andries Glaesmaicker ten oosten ende Sijbrandt Jacobzoon van wegen d' erffgenamen van Tijaerdt Schuijtmaicker ende zijn weduwe ten wes- ten naestlegers zijn , Noch vier eijnsen saetlandt wairvan Sijbren Jacobzoon ende Feddinge steedt ten oosten, Sacke Andrieszoon ten westen, Sijbrens fenne ofte eester ten suijden ende den heerenwech ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Costeric te Eferbagum, lantheer es , De Casters stede mijttet hoe- ken dair bij omtrent vyff eynsen die pastoers acker ten oosten ende den Spijcker ten westen ende is eensdeels die patroon vant hoff- ken grontheer ende eensdeels compt aen de voorsz. Costerie. Sumarem xlli ponden n eijnsen x penningen. 8. Tryn Ripperts weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruijcken sess en twintich pondema- ten ende acht eijnsen lants waervan Claes Taecke zoon van wegen Andries Waltinga ten oosten , Claes Taeckezoon scuffs ten noorden ende tlandt dat Andries scuffs gebruijct ten suijden ende Andries elliff pondematen die in voortijden tot heur saet pleechden te hooren ende bij Andries dairaff genomen zijn ten westen naestle- gers zijn, ende zij pleech in voortijden de Saet te hueren van mil- der gedachtenisse Mijnheer de olde President Stavele, van weclke voorscreven landen Andries Waltinga grontheer is behalven die renten die daer vuijt gaen. Sumarem xxvi ponden viii eijnsen. 9. Ide Lieuwedochter heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij 300 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. heuren eede verclairt te gebruijcken twee pondematen ende ses eijnsen meden, wairvan Hanije landt ten westen ende die patroons landen ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden, wairvan hooch inhimstra landt ten oosten ende Tsaelinck Fockozoons landen ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate greijdlandt wairvan, hooch inhimstra goet ten westen ende die patroonslanden te Herbaijum ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt voir Empcke Lieuwezoon huijs, de patroonslanden ten oosten ende tguet oppe fennen ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen ofte vierdehalve ponde . maten saetlandt ende maedlandt bij den anderen gelegen, wairvan Hanije guedt ten westen ende Feddinga brigwert ten oosten naest- legers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt wairvan Fed- dinge brigwert ten westen ende hooch inhimstera goet ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen leechlandt achter die pastoershuijs te Herbaijum gelegen , mijt een halff pondemate leg- gende ten oosten van de melckwech , Noch derdehalve pondemate meden, wairvan die patroonslanden ten noorden ende suijden naest- legers zijn , Noch derdehalve pondematen , wairvan die muncke- fenne die Dirck Janzoon gebruijct ten suijdwesten ende die pa- troonslanden ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate ten noorden van de voorscreven derdehalve pondematen gelegen, Noch een halve pondemate die gewandelt is tegens een halff pondemate die Jacob Evertzoon die patroons landsaet gebruijct , Noch een en dertich pondematen ende ses eijnsen, daerinne gereekent is die Staten mijt dat saetlant ten oosten ende ten westen vant voor- screven pastoershuijs mijt die fennen op ende vuijt bij den hem- riksmer , wairvan die noerdmaiden ten noorden ende hooch inhim- stera goet ten suijden naestlegers zijn , Deze fenne mach voeden sess en twintich schair beesten buijten tsaetlant ende tmaedlandt dairaff gegraven , groot omtrent vijff pondematen , Noch derdehalve pondematen maeden op die noordmaiden gelegen , waervan Sircken pondematen maeden op die noordmaiden gelegen , waervan Sircken Donije landen ten oosten ende Tsaelinck A eleffzoon te Wijnaldum landen ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen meden in de moressen gelegen, wairvan die pastoerslanden te Mid- lum ten noorden ende tguet op die fennen ten suijden naestle- gers zijn , Noch drie pondematen meden, Boble meer genoempt , waervan Feddinga fennen ten westen ende Meigumma maden ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlant op die bueren gelegen, wairvan Hanije ten oosten ende Feddinga ten westen naest- HERBAEIJUM. 301 legers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt op Meijntumma plat terp gelegen, Noch vier eijnsen saetlandt, wairvan Claes Taeckes mijt die butter camp ten noorden ende die korte kneppelen ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die pastorie van Herbal um lantheer es. van Herbal um lantheer es. Sumarem loan ponden , Ills eijnsen , x penningen. Gheel , Thomas weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken Haech Inhi»i stera goet de fennen groot zijnde sestien pondematen ende seven eijnsen , wair van die pastoersfennen ten noorden ende die patroonsfennen te Herbaijum ten westen naestlegers zijn (hier van compt dat Convent van Achtlum ten westen, van de voorseijde fenne seven pondematen, Aeren ende Gerroudt Douwezoons erven compt oick in de voor- screven fenne sestien egnsen ende tsurplus compt toe derffgenamen van wylen Andries Glaesmaicker van Leeuwairden), Noch vier pon- dematen ende drie eijnsen haegh inhimstera Staten mijt dat terp ten westen van de voorsz. Staten ende dat leechlandt ten noorden van terp ten oosten van de wech leggende , waervan den heeren- wech ten suijden ende denselven haegh inhimstera fennen ten noor- den naestlegers zijn (hier van compt die Beghgnen te Staveren inne tvoorscreven leechlandt een heft pondemate ende tsurplus derf- genamen van wglen Andries Glaesmaicker) , Noch een pondemate drie eijnsen lants leggende ten westen van de voorscreven wech , wairvan die fennen ten noorden ende tleechlandt van tgoet op- te fennen dat Sacke Janzoon gebruijct ten suijden naestlegers zijn (hier van zijn derffgenamen van Andries Glaesmaicker grontheeren) , Noch twee pondematen meden, waervan Hanije terp ten oosten ende die patroonslanden te Herba;jnm ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen ende sevende halve eijnse meden, wairvan die pastorie landen te Herbaijum ten oosten ende westen naestlegers zijn , Van dese voirsz. twee porcheelen zijn oick derftgenamen van wglen Andries Glaesmaicker grontheeren , Noch drie pondematen ende elliff eijnsen meden ende saetlandt, die vrdt genoempt, wair- van die heerenwech ten suijden ende Jacob Evertzoon van wegen tpatroons leechlandt ten noorden naestlegers zijn (Van dit perceel is de pater van Achtlum grontheer) , Noch vijftien eijnsen meden op die noordmaeden geleghen, wairvan Swairde fennen ten suijden ende Jacob Feijckezoon maeden ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven vgiftien egnsen derffgenamen van wglen Andries Glaesmaicker grontheeren zijn , ende van dese voorsz. landen aen- 302 BITUTENDUCKS DIJCKAGIE. brengh heeft Heer Pieter van Pourmereijndt pater van Achtlum voir ons onderscreven geprotesteert dat naedien tot zijn kennisse wair gecomen dat Gheel Thomas weduwe in den voorscreven aen- brengh hem genomineert hadde alleen voir grontheer van thien pondematen ende elliff eijnsen ende van tsurplus van de saete dair zij Gheele voorsz. bruijct zeeckere andere grontheeren, dat hij in deselve aenbrengh voir zoo veel als die voorsz. nominatie aen- in deselve aenbrengh voir zoo veel als die voorsz. nominatie aen- gingh nijet en consenteerde noch aengenaem hadde, versoeckende dairvan acte , Dair tegens bij Gheele voorsz., gesecht wordde dat zij nijet in tseecker en wiste hoeveel pondematen dat de pater voorsz. juijst in de voorsz. saet hadde ende dat zij nijet te weij- niger te vreden was om alle questien te schouwen den pater de niger te vreden was om alle questien te schouwen den pater de huijr te geven van twaeliff pondematen, voirbeholden dat dair deur huere andere gron.theeren nijet prejudiceert zouden wordden noch oick ter contrarij deur de voorsz. aenbrengh van heur de pater voorsz. dairmede de pater voorscreven te vreden was ende consenterende dair inne beijde parthijen versochten van ons dairaff acte. Actum anno et die quibus supra , In kennisse van ons, acte. Actum anno et die quibus supra , In kennisse van ons, Sumarem xxxi ponden ix eijnsen thien penningen. 11. Jacob Evertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen ende thien eijnsen meden ende saetlandt toesaemen , wairvan Hanije saet ten oosten ende westen naestleger es , Noch een pondemate Sinte Anthonis Camp genoempt , wairvan Hanije ten westen ende tgoet oppe fennen dair Sacke Janzoon op woont ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen ende elliftehalve eijnse lants in twee stucken gelegen , die barne felden genoempt wairvan Hanije rijp werren ten oosten ende die pastoersianden te Herbaeijum ten wes- ten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen ses eijnsen leechlandt mijt een stucxken saetlandt voir Sacke Janzoon huijs opte fennen gelegen wairvan die Costerslanden van tleechlandt ten noorden ende den heerenwech van tsaetlandt ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate maeden mijt een cleijn stuck saetlandt tsae- men wairvan tgoet op die fennen ten westen ende hooch inhim- stera goet ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan die costerslanden ten suijden ende die pastoersianden ten wairvan die costerslanden ten suijden ende die pastoersianden ten noorden naestlegers zijn , Noch negenthien pondematen thien eijn- sen , die patroons Staten genoempt , mijt die fennen ende twee stucken maiden aen malcanderen gelegen, wairvan Tijairdt Schuijt- maikers landt ten westen ende haegh inhimstera fennen ten HERBAEIJUM. 303 oosten naestlegers zijn. Noch bruijct hij een cleijn hammerdeel opt noerd maeden , van welcke voorscreven landen Sincte Nicolaes patroon te Herbagum grontheer es , Verclairde voorts alsoo die voorscreven landen tanderen tijden bij den Hove zijn aengege- ven ende aengebrocht voir negen en dertich pondematen dat hij te vreden is dat dezelve dair voor bliven leggen. Sumarem xxxix ponden. 12. Jan Robgnszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijken elliff pondematen ende drie eijn- sen lants mijt zijn huijssteedt ende de fenne ende een acker saet- sen lants mijt zijn huijssteedt ende de fenne ende een acker saet- landt, wairvan de slachtedijck ten oosten ende Claes Taeckezoons fenne ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate acht eijnsen saetlandt op die meenschair gelegen, wairvan die slachte- dijck ten oosten ende Doecke Haringzoon landen te Oosterbierum ten westen , zuijden ende noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate acht eijnsen saetlandt wairvan Heer Jelle landen pas- toor tOosterlittens ten noorden ende Claes Taeckezoon landen ten suijden naestlegers zijn , Noch thien eijnsen maiden, wairvan Sijbren Jacobzoon ten suijden ende de voorz. Claes Taeckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate meden Pieter Ens toe Franeker toecomende, wairvan Claes Taeckezoon ten suijden ende noorden naestleger es , van welcke voorscreven landen derffgenamen van wylen Aleff Boeyenzoon grontheeren zijn behalven de seste halve pondematen voorsz. Noch vier pondematen ende egnsen Yldert Schugtmaicker te Franeker toecomende, wairvan Claes Taeckezoon ten suijden ende noorden naestleger es , Noch bruijct hij vier .pondematen ende seven egnsen maeden Pieter Ens toe Franc- ker toecomende, wairvan Claps Taeckezoon ten oosten ende noorden naestleger es. Sumarem xxx ponden v eijnsen. 13. Laes Sickezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vnge meed ende lutke subbuerdt ende groote subbuerd aen die thieckslae toe groot zijnde negen en dertichste halve pondematen ende twee eijnsen, wairvan die voor- screven tieckslae oppet suijdt ende die costers fenne oppet noordt naestlegers zijn , Noch veertien pondematen twee eijnsen lants daerinne gereeckent Fronna fenne ende die hooge meden ende die cleijne stucken dairbij ende voort op dat terp leggende bij die sijlroedt, ende hiervan sal wesen negenthien eijnsen onidat de Jaen mede gemeten is, wairvan die zijlroede ten noorden entle die 304 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ongebuijren landen ten suijden naestlegers zijn , Noch de Staten ende tuijnen ende dat saetlandt aen dander zijde van dat huijs ende voer thuijs gelegen ende die olde eester dair dat heck staet , toe saemen groot zijnde acct pondematen min een eijnse , wair- toe saemen groot zijnde acct pondematen min een eijnse , wair- van die zijlroedt ten noorden ende Jan Jorrijtzoon erven van we- gen tConvent ten westen naestlegers zijn , Noch seventien pon- dematen ende vierdehalve eijnse greijdlandt ende terplandt mijt die breede meedcamp ende die fientcamp wairvan Ongebourstera- fenne ten suijden ende die voorsz. landen ten noorden naestlegers zijn , Noch negen en dertichste halve pondematen min een eijnse fennen, Vngebuersterfennen genoempt, bij tvoorscreven huijs gele- gen, mijt dat crumme wer bij die olde eeth gelegen , groot zijnde anderhalve pondemate , wairvan Willem Jacobzoon lantsaete van Achtlum ten suijden van de fenne ende de voorscreven landen ten noorden ende die voorscreven fenne ten oosten van dat wer ende Johan Jorrijtzoon landen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Conventualen van Achtlum grontheeren zijn. Sumarem 1 C xvi ponden, iv eijnsen , x penningen. 14. Pieter Janzoon alias magere Pier heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff ponde- gegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff ponde- maten ende ijtlicke eijnsen lants, wairvan Andries Hobbezoon lan- maten ende ijtlicke eijnsen lants, wairvan Andries Hobbezoon lan- den ten westen suijden ende noorden ende die Slachtedijck ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Willem Lambertzoon lantheer es , Verclairde bier benevens Pieter Janzoon voorsz. de voorsz. landen voir vgff pondematen ende gtlicke egnsen aengegeven hadde deur zijn lantheer Willem Lambertzoon dat hij aengegeven hadde deur zijn lantheer Willem Lambertzoon dat hij Pieter voorscreven deselve landen nijet hooger gehuijrt heeft dan voir vgirtehalve pondematen. Sumarem v ponden. 15. Jacob Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen en dertich pondemateu sevendehalve eijnse ende vier penningen lants, dat lutke heijden- schip genoempt , mijt die staten fennen thuijn ende die blocken bij die fennen gelegen , wairvan tConvent van Achtlum mijt die landen die Sijbrandt Jacobzoon gebruijct ten oosten ende oick mijt die landen die Tijairdt Minnezoon gebruijct ten westen naest- legers zijn , Noch vier en dertichstehalve pondematen drie eijnsen legers zijn , Noch vier en dertichstehalve pondematen drie eijnsen ende seven penningen meden , Sint Thomas camp ende die cale ende seven penningen meden , Sint Thomas camp ende die cale camp , die lange fen, die groote Andla meed ende die lutke Andla mijed genoempt , wairvan die landen die Sijbrandt Jacobzoon HERBAEIJUM. 305 gebruijct ten oosten ende die Tijaerdt Minnezoon ten westen naest- legers zijn, van welcke voorscreven landen tConvent van Lugnkerck lantheer es. Sumarem mui ponden , 1111 eijnsen , een penning. 16. Sacke Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff en dertich pondematen fennen mijt die huijssteedt ende twee ackers saetlandt, wairvan t Convent van Achtlum ten suijden ende die Beghijnen te Staveren ten noorden naestlegers zijn , Noch twaelifftehalve pondematen lants, die moressen genoempt , wairvan die pastoerslanden te Her- baijum te noorden ende die patroon van Midlum ten suijden naest- legers zijn , Noch seven pondematen lants leggende op noordmeden, wairvan Fedde Harda landen ten noorden ende Pieter Ysma landen ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen lants leggende op de westermede, wairva n die pastoer ten suij- den ende die patroons te Midlum landen ten noorden naest- legers zijn , Noch twee pondematen lants gelegen ten westen van Herbaijum, wairvan Andries Waltinga fenne die Sacke voorscre- ven gebruijct ten suijden ende die patroon te Herbaijum ten noor- den naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt opte wester meden gelegen, wairvan die patroon te Herbaijum ten suijden ende noorden naestleger es , Noch anderhalve pondematen opte wester meden gelegen , wairvan die munck van Achtlum ten suijden ende die pastoer te Herbaijum ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Andries Waltinga grontheer es , behalven off en dertich pondematen dair hg den voorsz. Sacke dair vugt vercoft heeft Sumarem lam' ponden. 17. Jan Tichelair heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen dair hij vuijt tichelt ende dair zijn huijs ende andere regiment op staet , Noch gebruijckt hij ijtlicke koegangen ofte zeeckere landen gelegen ten noorden van de zijlroede, welcke voorscreven landen aengebrocht On by Andries Waltinga als grontheer van dijen, als wij oick bevonden hebben alzoo te zijn.Sumarem v ponden. 18. Marten Buwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken drie pondematen meden leggende in Herbaijumme gae wairvan Bauck salighe Taecke Jon- gema weduwe landen ten suijden ende Jacob Feijckezoon ten oos- ten naestlegers zijn. III 20 306 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. Sumarem iii ponden. 19. Ysbrandt Symenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants , die vuijtspijck genoempt , wairvan derfgenamen van Sicke Gratinge landen ten suijden ende die Ree ten noorden naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen , die klaij vrden genoempt, wairvan Hobbe Heringe landen ten oosten ende derffgenamen van salighe Sicke Gratinge landen ten westen naestlegers zijn , Noch een pon- demate, die lange acker mijt die kaij genoempt, wairvan derffgena- men van salige Sicke ten westen ende Douwe Engle lantheere men van salige Sicke ten westen ende Douwe Engle lantheere ten suijden naestlegers zijn, Noch een pondemate , bijlcke camp genoempt , wairvan die rechte armen te Franeker ten oosten ende Hobbe Heringa landen ten westen naestlegers zijn , Noch een halal pondemate, wairvan Gabbe landt ten suijden ende die Ree ten noorden naestlegers zijn. Sumarem vii ponden. Swim Sumarem yin C xxxvi ponden een eijnse xi penningen. ACHTLUM. 1. Aucke Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken .Monninekhugstera saete groot zijnde tweentsestich pondematen ende sestehalve eijnsen fennen zijnde tweentsestich pondematen ende sestehalve eijnsen fennen maeden ende saetlandt aen malcanderen gelegen, wairvan Weet- werde saete ten suijden ende Remswerter landen ten oosten naest- legers zijn, Noch vijftien pondematen ende acht eijnsen meden aen twee stucken gelegen wairvan Eeslumma terp ten noorden , Herman Jacobzoon vier pondematen ten westen ende Meijnerts lan- den t Eeslum ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die Conventualen van Achtlum lantheeren zijn. Sumarem Lxxvin ponden u eijnse. 2. Claes Heynezoon ende Pieter Jacobzoon hebben ens scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken ACHTLUM. 307 Wegtiverdera landen groot zijnde vierdehalve pondematen ende twee eijnsen lants leggende bij die dijck ten noorden van dat huijs, Noch thien pondematen lants, die groote mied, leggende ten noord- Noch thien pondematen lants, die groote mied, leggende ten noord- oosten van dat voorscreven huijs, wairvan die hemmercis mer ten noorden naestleger es , Noch achtien pondematen ende twee eijn- sen lants, die ooster meed genoempt, leggende aen die slachte ende die scapefen after dat voorscreven huijs , Noch elliff pondematen drie eijnsen , min Weijt werdera lant genoempt, leggende binnen die dijck ende de huijssteedt voorsz. Noch negen en twintichste halve pondematen lants , Weijtwerdera meden genoempt , leggende ten noordwesten van dat voorscreven huijs ende dat terp leggende bij die dijck ende Munckhuijster fennen , Noch drie pondematen lants, die mer genoempt , leggende bij die home van dat saetlandt, Noch ellifftehalve pondematen fennen, Weijtwerderafennen genoempt, leggende bij Remswerdera fen , Noch sessen twintich pondematen min een eijnse fennen wairvan die slachtedijck ten oosten ende Remswerderlandt ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsre- yen landen tConvent van Lugnherk lantheer es. Sumarem hondert x ponden vi eijnsen. 3. Megnert Gerbrenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken Cromme Cloosterlandt groot zijnde een pondemate ende een eijnse, wairvan die huijssteedt ten noorden ende die rijdwech ten suijden naestlegers zijn , Noch een eijnse , die lutke vrdt genoempt , Noch een pondemate ende Brie eijnsen dat crum landt genoempt , wairvan die Jaen ten floor- den ende Willem Jacobzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen ende vier eijnsen , Hijlcka aeg genoempt, wair- van Willem Jacobzoon ten noorden ende die slachtedijck ten suij- den naestlegers zijn , Noch thien pondematen ende vijftien pen.- ningen lants , Crum Cloosters bolcamp ende die lutke kampen ge- noempt, wairvan Willem Jacobzoon van wegen tConvent van Acht- lum ten noorden ende Herman Jacobzoon van wegen Ariaen Michiel- zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch dertiendehalve pondema- ten , crum cloostersfennen ende de hillen genoempt , mijt een pondemate ende anderhalff eijnse greijdlandt, bedne fenne genoempt, wairvan Aucke Jacobzoon ten westen ende Willem Jacobzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen ende drie eijnsen leggende ten noorden van crum cloosters vuijterdijck mijt drie pondematen , de mer genoempt , wairvan Laes te groote Ongebour ten noorden ende Willem Jacobzoon ten suijden naestlegers zijn, 308 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. van welcke voorscreven landen Jekk Wgnie van wegen huer kin- deren lantvrouw is. Sumarem xxxnn ponden viii eijnsen v penningen. 4. Fetthe Rinthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken tsestich pondematen lants zijnen Bede verclairt te gebruijcken tsestich pondematen lants wairvan Folkert Pieterzoon ten noorden ende Anna Scheltezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen min twee eijn- sen terplandt wairvan Foppe ten noorden ende Atte van Offenhu- sum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen tConvent van Achtlum lantheer es , Sumarem Lxv ponden x eijnsen. 5. Gerrit Pieterzoon ende Foecke Gerrytzoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruijcken achtehalve pondematen, wairvan Folckert Pieterzoon ten oosten ende Foecke Gerrijtzoon ten westen naestlegers zijn, welcke landen Ger- Foecke Gerrijtzoon ten westen naestlegers zijn, welcke landen Ger- rijt Pieterzoon voorsz. bruijct , Noch achtiendehalve pondematen, rijt Pieterzoon voorsz. bruijct , Noch achtiendehalve pondematen, wairvan Gerrijt Pieterzoon mijt die voorscreven achtehalve ponde- mate ten oosten ende Jelte in de dijcxhorn mijt dat Convent van Achlum landen ten westen naestlegers zijn , Dese voorscreven achtiendehalve pondematen wordden bij Foecke Gerrijtzoon ge- bruijct, van welcke voorsz. landen Pieter Dersums erven lantheeren zijn. zijn. Sumarem xxv ponden. 6. Claes Weyer heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruicken seven pondematen lants die dimmer- Bede verclairt te gebruicken seven pondematen lants die dimmer- wal genoempt , wairvan tConvent van Angijum ten noorden ende Weijtwerdersaet ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen tConvent van Achtlum lantheer es , Noch bruijct ab seven pondematen lants , wairvan Herman Jacobzoon ten noor- den ende Weetwerdersaet ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven seven pondematen Wattie Douwezoon lantheer es , Sumarem xim ponden. 7. Herman Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate lants mijt die huijssteedt ende wier ende mijt die graft dairtoe behoo- mijt die huijssteedt ende wier ende mijt die graft dairtoe behoo- rende, wairvan die munck van Achtlum ten westen ende noorden ende Watthie Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen fennen , wairvan die munck van Achtlum ten westen ende suijden ende Watthie Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch thien pondematen , die groote bree fen genoempt , wairvan ACHTLUM. 309 Watthie Douwezoon ten noorden ende tConvent van Achtlum mijt climmerole ten suijden ende westen naestlegers zijn Noch acht pondematen fennen , wairvan tConvent van Achtlum ten suij- den ende noorden naestleger es , Noch seven pondematen saet- landt ende maedlant , wairvan tConvent van Achtlum ten oosten ende Aleph Sijurdzoons erven landen , die Meijnert Gerbrantzoon gebruijct , ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen maedlandt ende saetlant , die lutke vrdt genoempt, wairvan die voorscreven seven pondematen ten westen ende dat convent van Achtlum ten suijden ende Aleph Sijurdtzoon erven ten noorden naestlegers zijn , Noch \Tip' pondematen meden, bolcamp genoempt, wairvan tConvent van Achtlum ten oosten ende Watthie Douwe- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate saet- landt , wairvan tConvent van Achtlum ten oosten ende Aleph Sijurdtzoon erven ten westen ende noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden zoo luttick ende groot alst op Heslinga meden gelegen is , wairvan tConvent van Achtlum ten oosten suij- den ende noorden naestleger es, van welcke voorscreven landen ende Staten mijt zijn toebehooren Ariaen Michielzoon landheer es ende tConvent van Aengum, ende Thiemarum seggen heur gront- heeren te zijn van thien pondematen der voorseijder landen , Jouffrouw Foeckel mijt twee pondematen ende Herman self's mijt IIleli$ Hegnis erven mijt twee pondematen , maect tsaemen sess en viertich pondematen. Sumarem xLvi ponden. 8. Folckert Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verciairt te gebruijcken vijff en tsestichste halve pondematen lants mijt die huijssteedt meden fennen ende saetlandt toe saemen, wairvan dat Convent van Achtlum ten oosten , noor- den ende suijden ende Gerrijt Pieterzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Pieter toe groote Derssum erven lant- heeren zijn. heeren zijn. Sumarum LXIMJ ponden. 9. Willem Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen min ander- half eijnse die horscamp, korncamp ende die thuijn wairvan Watthie Douwezoon ende Ael Sijurdts erven ten noorden naestlegers zijn , Noch twaeliftehalve pondematen ende drie eijnsen, Bazamafennen genoempt, streckende aen die slachte, wairvan Watthie Douwezoon ten suijden ende noorden naestleger es , Noch een pondemate 310 BUIJTENDIJKS DIJCKAGIE. ende anderhalve eijnse lants, Bazama lijtke hille genoempt , wairvan Ael Sijurdts erven ten westen ende Ariaen Michielzoon landen Ael Sijurdts erven ten westen ende Ariaen Michielzoon landen ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen min een eijnse Bazema jous eeckeren genoempt , wairvan Ente ten suijden ende Ariaen Michielzoon landen ten noorden naestlegers zijn , Noch seven eijnsen Baesema op die lutke vrdt, wairvan Ariaen Michiel- zoon ten beijden zijden naestleger es , Noch vierdehalve ponde- maten ende vijftehalve eijnsen , baesema in die annessen genoempt, wairvan die slachte ten oosten ende Ael Zijurdts erven ten noor- den naestlegers zijn , Noch vier pondematen , baesema Gerbranda genoempt, wairvan Ariaen Michielzoon landen ten westen ende Ael Sijurdtszoon erven landen , die Meijnert Gerbren zoon bruijct , ten oosten naestlegers zijn , Noch viertiende halve pondematen, baesema, old med genoempt , mijt die laen, wairvan Ongebour ten noorden ende Watthie Douwezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch dertiendehalve pondematen ende een half eijnse Thijchxsla ende dat Yock, wairvan ongebour ten noorden ende Arum weed ten zuijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen, Arum- meedt genoempt , wairvan Trijn Dirck Timmermans weduwe ten suij- den ende tConvent van Achtlum ,ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die Conventualen van Luynkerck lant-* heeren zijn , Noch bruijckt hij vierdehalve pondemate lants op Arumme meden leggende, wairvan Ariaen Michielzoon landen ten suijden ende Meester Jacob van Horn ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven vierdehalve pondematen Sinte Geertruydt toe Achtlum patronisse lantvrouw is. Sumarem Lxi ponden n eijnssen. 10. Jelte Foppezoon in die Dgcxhorne heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee en twintich pondematen lants, wairvan Foecke Gerrijtzoon mijt ses pondematen ten westen ende Pijbe Eelckis ten noorden naestle- gers zijn, van welcke voorsz. landen Baucke Pgbezoon van Bolswert lantheer es. Sumarem xxn ponden. 11. Aene Scheltezoon opte pricken heeft ons scriftelicken aenge- geven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven ponde- maten mijt die huijssteedt , wairvan tConvent van Achtlum ten westen ende Pier Eelckis mijt seven pondematen ten suijden naestlegers zijn. ACHTLIJM. 311 Sumarem vii ponden. 12. Wgbren Tgerckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt to gebruijcken seven pondematen lants mijt dio huijssteedt, wairvan Folckert Pieterzoon ten suijden ende tConvent van Achtlum landen , die Wijbe en Haije woonende te Luijnkerck gebruijct , ten westen ende noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen hg selffs mgt zyn susters ende broeders lantheer es als hij bij zijnen Bede verclairt heeft. Sumarem vii ponden. 13. Sllbren Obbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen ' Bede verclairt te gebruijcken seven pondematen meden , wairvan tConvent van Achtlum mijt die landen , die Fetthie toe Ludum gebruijct , ten oosten ende die landen , die Herman Jacob- zoon gebruijct , ten suijden naestlegers zijn , ende deze landen heeft Foppe Gabbezoon int lest verleden jair gebruijckt ende nv sal dit tegenwoirdig jair Sijbren voorsz. die gebruijcken. Sumarem vii ponden. 14. Pier Eelckes heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zij- nen Bede verclairt te gebruijcken seven pondematen meden, wair- van Jelte in de dijcxhorne ten suijden ende Acne opte pricken ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wair- van Foecke Gerrijtzoon ten westen ende Jelte Fopckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate lants , wairvan tConvent van Achtlum ten noorden ende Foecke Gerrijtzoon ten westen naestlegers zijn.Sumarem xiii ponden. 15. Enne Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken achtehalve pondematen lants dair thuijs op staet mijt dijept ende hooge eecker dairaen leggende, streckende tot den blijcke oft daelte van teerste stuck fennen, Noch een en twintich pondematen lants int viercant leggende van den voorsz. blijcke aff oistwairt nae de slachte op aen tien pondematen meden oick tot de voirsz. saete toebehoorende ende aen tvuijterste stuck fennen streckende, Noch sestehalve ponde- mate lant , die vuijterste fenne genoempt , streckende ten westen aen de voorsz. een en twintich pondematen ende ten oosten aen de slachtedijck, wairvan die munck ten suijden ende noorden naest- leger es , Nogh thien pondematen meden, wairvan die slachtedijck ten oosten ende die voorscreven fenne ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen greijdlandt mijt een wal saetlandt dair 312 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. in wesende , wairvan tvoorsz huijs ten oosten. ende Ariaen Mi- chielzoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen saetlandt, wairvan die munck van Achtlum ten beijden zijden naest- leger es , Noch acht pondematen ende derdehalve eijnse lants, wairvan Douwe Aluwe ten suijden ende die munck te Achtlum ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondematen me- den, wairvan Douwe Aluwe ten suijden ende die munck ten noor- den naestlegers zijn , Noch elliff pondematen meden mijt twee saetwallen daerin leggende, wairvan die munck van Achtlum ten suijden ende die slachtedijck ten oosten ende Ariaen Michielzoon ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Tiete Sixma ende Watthie Douwezoon Hanye , lantheeren ende lantvrouwen On. Sumarem Lxxi ponden I1J eijnse. 16. Tan Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijden eede verclaert te gebruijken twaeliff pondematen meden leggende in Achtlumma buijtendijcx landen schietende in schot ende schilt in Franeker vuijtbueren, wairvan die slachtedijck ten oosten ende tConvents landen van Achtlum ten westen naestle- gers zijn, van welcke voorscreven landen hg self's lantheer is als hij bij zijnen eede verclairt heeft. bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xi' ponden. 17. Trgn, Meester Dircx weduwe heeft ons scriftelicken aengege- ven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken twaeliff ponde- maten, Aernt mede genoempt , wairvan Laes Sickezoon van tCon- vents tAchtlum wegen ten noorden ende Ariaen Michielzoon lan- den ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Meester Jacob Bgeman te Hoern grontheer is. Sumarem xii ponden. Suma Sumarem vi C Li ponden , vijff penningen. WONS. 313 WONS. 1. Heer Begn,er pastoer te Wons heeft ons scriftelicken aange- geven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff en twintich pondematen fennen, wairvan Tije Vpckezoon ten noorden ende suij- pondematen fennen, wairvan Tije Vpckezoon ten noorden ende suij- den naestleger es , Noch elliff pondematen ende drie eijnsen in die paijven gelegen, wairvan Tije Vpckezoon ten oosten ende Seerp Pabbezoon ten westen naestlegers zijn, Noch derdehalve pondema- ten, die schape fenne genoempt, wairvan Tsaelinck Broerzoon ten noorden , Epe Tijaardtzoon ten westen ende Hessel Dirckzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch acht eijnsen over hooch ende leech in een fenne, genoempt kerckweer, geleghen end Sijurdt Wijbe- zoon erven toecomende, Noch elliff pondematen leggende aen den incl&k, wairvan Beijts Taede weduwe ten westen naestleger es , Noch vijff pondematen, bolweer genoempt, wairvan Tsaelinck Broer- zoon ten oosten ende Ede Hesselzoon ten westen naestlegers zijn , Noch acht eijnsen aen Pieter Albertzoon fennen gelegen, wairvan die voorscreven Pieter bruijcker ende ten beijden zijden naestleger es , Noch elliff eijnsen lants, wairvan Tsaelinck Lollezoon bruijcker ende ten oosten ende noordoosten ende die patroonsfenne ten ende ten oosten ende noordoosten ende die patroonsfenne ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants aen die patroons fenne gelegen, wairvan die elliff eijnsen voorscreven ten oosten ende die Vicarie te Wons landen ten westen naestle- gers zijn , Noch twee pondematen in Westermeedt gelegen, wair- van Wijbe Tijaardtzoon ten suijden ende noorden naestleger es , van welcke voorscreven landen de Pastorie te Wons lantheer es , De vijfte pairt van deze voirsz. landen hebben heure lasten ten suijden van Mackum , dan leggen alle gair op Wonsera hemrick ende ten noorden van Mackum. Sumarem lateris mu ponden, dair aff de XLV111J ponden ten noorden behooren te schieten. 2. Heer Gothie Vicarius te Wons heeft ons scriftelicken aenge- geven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negenthien pon- dematen fennen, wairvan Pieter Tsaelinckzoon weeskinderen mijt seven pondematen ten oosten ende mijt vier pondematen ten wes- ten naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen, wairvan die heerenwech ten oosten ende Douwe Tsaelinckzoon landen ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen, wairvan die Vicarielanden to Wons ten suijden ende Douwe Tsaelinckzoon ses pondematen ten noorden naestlegers zijn , Noch vier ponde- 314 BUM ENDIJCKS DIJCKAGIE. maters meden , Tijaerde meden genoempt, wairvan de Vicarie fenne ten oosten ende Heer Wijtthie prebendarius twee pondematen ten westen naestlegers zijn , Noch viiff pondematen meden, wairvan Heer Wijtthie prebendarius derdehalve pondemate ten oosten ende Heer Wijtthie voorscreven drie pondematen ten westen naestlegers zijn , Noch vijftien eijnsen in die paijnne gelegen, wairvan die pastoer mijt vierdehalve pondematen ten suijden ende Douwe Tsaelinckzoon mijt drie pondematen ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , Westermeden genoempt, wairvan Wijbe Scheltezoon mijt zijn broerskinderen landen ten oosten , westen , suijden ende noorden naestlegers zijn , Dese twee ponde- maten solden leggen nae t aengeven van Seerp Pabbezoon in een stuck van ses pondematen dairaff die pastoer twee pondematen ende die prebendarius oick twee in hebben solde , Noch vierde- halve pondematen meden, wairvan Steffen Nannezoon fenne ten suijdoosten ende die patroonsfenne ten noorden naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen , tsoltcamp genoempt , wairvan Tsaelinck Lolle- zoon bruijker en ten alien sijden naestleger es , van weicke voor- screven landen die Vicarie te Wons lantheer es , Somma van deze voorscreven landen beloopen twee en viertich pondematen de sess en dertich ten noorden mijt hoere lasten ende de ses pondematen ten suijden van de Mackumme sluijsen hore lasten. Summa van de Vicarie landen xim ponden min vier eijnsen , dan nae de verclaeringe van Seerp Pabbezoon dorprechter te Wons ist juijst nal ponden , want aen die Vicarie fenne een weijnich leechlandt lecht tweick versuijmt is aen tegeven , ende schieten deselve ten zuijden ende noorden als voorsz. is. 3. Heer Wytthie prebendarius te Wons heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fennen, wairvan Tsaelinck Lollezoon fennen ten noor- den ende Abingawierder meden aen die patroon van Abingawier ses pondematen ten suijden naestlegers zijn , Dese fenne wordt geacht voir een en twintich pondematen, wairvan bij Tijaerdt Sijurdt- zoon seven pondematen worden gebruijct als naescreven staet , zoon seven pondematen worden gebruijct als naescreven staet , Noch elliff eijnsen lants, wairvan Tsaelinck Lollezoon fenne ten noorden ende die patroons fenne ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen , die paijne genoempt , wairvan Douwe Pij- bezoon twee pondematen ten noorden ende pastoers fennen ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen lants, wairvan die Vicarie vier pondematen ten noorden ende die Vicarius fenne WONS. 315 ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen lants wairvan Andries Hobbezoon meden ten noorden ende die patroons thien pondematen ten noordoosten naestlegers zijn , Dese voorscreven ses pondematen wordden gebruijct bij Lieuwe Jacobzoon te Pin- gum , Noch vierdehalve pondematen lants, wairvan die Vicarie twee pondematen ten suijden ende mijt drie pondematen in een stuck van zes pondematen de Vicarie ende prebende tsaemen toecomende leggende aen Pingumme langhe meden ten noorden naest- legers zijn , Noch sevendehalve pondemate lants, wairvan Pingum- mermeden ten noorden ende die vicarie aen hoir twee pondema- ten ten suijden naestlegers zijn , Dese sevendehalve pondematen wordden nv gebruijct bij Eesck Winije te Pingjum , Noch seven pondematen , die groote Ees genoempt, wairvan Douwe Tsaelincx- zoons Jenne ten suijden ende Tsaelinck Broerzoon ten westen naest- legers zijn , Noch drie pondematen meden in een stuck van zes legers zijn , Noch drie pondematen meden in een stuck van zes pondematen die Vicarie ende prebende tsaemen toecomende leg- gende aen Pingumme lange meden, wairvan deselve meden ten noorden ende die Vicarie voorsz. drie pondematen ten suijden ende Sijbe Thiemert erven mijt twee en twintich, eijnsen , genoempt de lutke ees , die nv gebruickt wordden bij Rijoerdt Sijbezoon te Schraerdt ende leggen op Wonsera meden, hoewel zij dair nijet aen- gebrocht zijn, ten noordoosten naestlegers zijn , Noch ses ponde- gebrocht zijn, ten noordoosten naestlegers zijn , Noch ses ponde- maten leechlandt wairvan Witmarssumme lange meden ten noor- den ende die voorsz. twee en twintich eijnsen ten suijden naestle- gers zijn , Behooren noch tot die voorsz. prebende sevendehalve gers zijn , Behooren noch tot die voorsz. prebende sevendehalve pondematen , wairaff twee pondematen leggende zijn over hooch ende leech gemeen mijt twee pondematen die pastorie toecomende ende mgt leech gemeen mijt twee pondematen die pastorie toecomende ende mgt twee pondematen die Vicarie toecomende, ende wandelen alle jairen twee pondematen die Vicarie toecomende, ende wandelen alle jairen elcx tegens ander , wairvan Taets Thiesma ten noorden ende Wijbe Thiesma ten suijden naestlegers zijn, Ende van de derdehalve pondemate van de voorseijde sevendehalve pondematen , die scape- fenne genoempt , wairvan die pastoer te Wons ten suijden ende Tsaelinck Broerzoon fennen ten noorden naestlegers zijn, Ende de restante twee pondematen van de voorsz. sevendehalve zijn naest- legers ses pondematen, wairvan Andries Hobbis als voorsz. is ten suijden ende Eelcke te Pingum mijt een pondemate ten noorden naestlegers zijn , Deze voorscreven sevendehalve pondematen heeft hij de Coster te Wons toegestaan om de Costerie te Wons te be- dienen, daermede zijn prebende beswaert was ende wordden nijet bij hem dam bij de coster gebruijct , van welcke voorscreven lan- 316 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. den die prebende van Wons lantheer es , Hieraff hebben heure dijcken ten suijden van Mackum viertien pondematen ende elliff eijnsen, hoewel zij in Wonsera gae leggen , Noch bruijct hij vijff pondematen negen eijnsen lants , de kerck wijer genoempt, wair- van den heerenwech ten oosten ende die Vicarius mijt drie pon- dematen ten suijden naestlegers zijn , Noch vijitien eijnsen , wair- van Pieter Tsaelinckzoon erven ten oosten ende Douwe Tetezoon van Pieter Tsaelinckzoon erven ten oosten ende Douwe Tetezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen lants, wairvan Sijouw Steffens weduwe ten oosten ende die prebendarius selffs ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven leste drie porcheelen van landen Sgurdt Wgbes erffgenamen lantheeren zijn. Sumarem Lxvn ponden ende x eijnsen nae tseggen van Seerp Pabbezoon, dair aff de sestich pondematen ende vier eijnsen ten noorden ende de achtehalve pondematen ten suijden schieten. 4. Lolcke Brgontinckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestiendehalve pondematen, wairvan Tijaardt Bonnezoon erven mijt vierdehalve pondematen wairvan Tijaardt Bonnezoon erven mijt vierdehalve pondematen ten westen ende Reijn Emezoon mijt drie ofte vier eijnsen dair zijn huts op staet ten oosten naestlegers zijn , Noch vierthien pondematen fennen, wairvan Here Eeckezoon mijt vier pondema- ten ten oosten ende Jan Gerrijtzoon erven mijt sestehalve ponde- maten ten westen naestlegers zijn , hiervan sijn de twee te Suij- rich aengebrocht geweest , Noch sestehalve pondematen fennen, wairvan Doede Aggezoon ten westen ende suijden naestleger es , Dese plaegen in Suijringbe aenbrengh te staen , van welcke voor- screven. landen Jan Gerrytzoon erven lantheeren zijn , Noch bruijct hij drie pondematen saetlandt min drie eijnsen, wairvan Ede Hes- hij drie pondematen saetlandt min drie eijnsen, wairvan Ede Hes- seizoon ten oosten ende Here Eeckezoon ten suijden naestlegers zijn, in welcke voorsz. drie pondematen Hope Sgbezoon negen egnsen, Tsaelinck Lollezoon een pondemate , als eggen hebben , Noch negen Tsaelinck Lollezoon een pondemate , als eggen hebben , Noch negen eijnsen op Rolle meden gelegen, wairvan Ede Hesseizoon ten oos- ten ende suijden naestleger es , Noch een half pondemate, wair- van die proost van tSandt mijttet landt dat Douwe ende Cornelis gebruijcken ten noorden ende die rijdtwech ten suijden naestle- gers zijn , Noch een pondemate , die leege mer genoempt, wair- van Reijn Emezoon ten oosten ende die rijdwech ten noordoosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen lants, wairvan Ede Hesseizoon ten suijden ende noorden naestleger es , Noch drie WONS. 317 pondematen in een stuck, genoempt twaeliff pondematen, gelegen, wairvan Watthie Tijaerdtzoon ten suijden ende die rijdwech ten westen naestlegers zijn , van welcke .voorscreven landen Doedt Sickedochter erven te Exmore lantheeren zijn, Noch vierdehalve pon- demate lants, wairvan Douwe Hiddezoon ten suijden ende Reijn Emezoon ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen , wairvan Tsaelink Broerzoon ten suijden ende Here Eelckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen op Suriger me- den gelegen, wairvan heer Sijbrandt pastor te Suijrich van zijn pastoriewegen ten suijden. ende Doede Aggezoon ten westen naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Reijn Eme- zoon ten oosten ende westen naestleger es , Noch een pondemate lants, wairvan die patroon te Suijrich ten suijden ende Tsaelinck Taeckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen , wairvan Reijn Emezoon ten suijden ende Lolcke selffs van zijn eijgen wegen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. lan- den ilogte Sgbezoon selffs lantheer es , Noch vier pondematen, wair- van die patroon te Suijrich ten suijden ende heer Oets te Suijrich van die patroon te Suijrich ten suijden ende heer Oets te Suijrich ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants aen blint sloot gelegen , tvliet genoempt, wairvan Doede Aggezoon ten suijden ende die patroon voorsz. ten westen naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate lants, wairvan heer Sijbrandt ten suij- den ende die patroon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Hugte Sgbezoon van vierdehalve pondematen ende Abbe Gerloffzoon van die twee pondematen lantheeren zijn., Noch es Abbe GerloPoon lantheer van vierdehalve pondematen van dese voor- screven landen hier boven vuijtgedruckt ende wordden bij Lolcke voorscreven gebruijct , Noch een en twintich pondematen vuijt dese voorscreven landen die Lolcke te Wons scuffs gebruikt , Noch seven eijnsen lants, wairvan Sijmon Henricx erffgenamen ten beij- den zijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hij dit jair de vruchten vercocht heeft Jacob Sijurdtzoon. Sumarem xcinJ ponden , een eijnse. 5. Seerp Pabbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate saetlandt leggende te Haijum op die bueren, wairvan Gothie Seerpzoon ten leggende te Haijum op die bueren, wairvan Gothie Seerpzoon ten noordoosten ende Wabel Gepckiszoon ten noordwesten naestlegers zijn , Noch thien pondematen fennen, wairvan Tijaardt Vpckezoon ten westen ende Goijthie Seerpzoon ten suijden naestlegers zijn , 318 BUIJTENDIJOKS DIJOKAGIE. Noch seven pondematen fennen, wairvan Goijthie Seerpzoon ten suijden ende Henrick Henrickzoon ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen leggende op Coernwairdermeden, wairvan Tsaelinck Broerzoon ten noorden ende die pastorie te Corn- werd ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen, wair- werd ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen, wair- van Hans Jorrijtzoon ten noorden ende Sijurdt Tijalezoon ten suij- den naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen lants, wairvan den naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen lants, wairvan die pastoer te Cornwert ten oosten ende Tijairdt Vpckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen te Cornwert aff- gedaen ende Seerp Pabbezoon weder opgedaen, wairvan die pastoer te Cornwert ten westen ende Sijurdt Tijaelezoon ten oosten naest- legers zijn , Noch twee pondematen leggende ten noorden van Haijummer laen, wairvan Meester Augustinus mijt zijn susteren ende broers ten westen ende Haijummer laen ten suijden naestle- gers sijn, Noch drie pondematen leggende ten noorden dair aen, wairvan Meester Augustinus ten westen ende Doed Sickedochter ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate lants, wairvan Seerp Pabbezoon self& ten westen ende Tijaard Vpcke- zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen leechlandt leggende in Islummer mer, wairvan Hans Jorijszoon ten suijden ende Tijaardt Sijbrantszoon weeskinderen ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen leggende op die oostereijnde, wair- van Tsaelinck Broerzoon ten oosten ende Doed Sickedochter ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Pieter Ja- cobzoon van vg§ pondematen ende Claes Hegnszoon vugten naem van cobzoon van vg§ pondematen ende Claes Hegnszoon vugten naem van zyn huysvrouw oick van vyll pondematen ende Auck Jeltedochter van vier pondematen ende by scuffs van tsurplus lantheeren zijn, Noch drie pondematen lants, wairvan Haijema laen ten suijden ende hij seiffs mijt die leste voorsz. drie pondematen ten noorden naestle- gers zijn. gers zijn. Sumarem )(IN' ponden ix eijnsen. 6. .Forger Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken negen pondematen fennen wairvan Seerp Pappezoon ten suijden ende Tijaerdt Vpckezoon ten westen naestlegers zijn, Noch acht pondematen fennen , tjonch- landt genoempt , wairvan Tiairdt Vpckezoon ten suijden ende Hen- rick Gerrijtzoon erffgenamen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate terplandt ende greijdlandt mijt die huijsstede leg- gende toe Haijum op die bueren, wairvan Seerp Pabbezoon ten suij- WONS. 319 den ende Wabe Gerckis erffgenamen ten oosten naestlegers Ain , Noch negen eijnsen leggende in die driespronck van Haijummer laen , wairvan Wijtzema Staten ten westen ende Haijummer laen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen leggende ten noorden van Haijummer laen, wairvan Seerp Pabbezoon ten westen en Tsaelinck Broerzoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Seerp Pabbezoon sells lantheer es , Noch bruijct hij vijfi pondematen leggende in een stuck van twaeliff pondematen die Doede Sickes dochters erfgenamen toecomen, wairvan Jeicke Watthie weduwe ten westen ende Haijumme heerenwech ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven vyff pondematen Heercke Renickzoon als wesende een kindt van TJoedt voorscreven grontheer is , Noch bruijct hij vijftien eijnsen te Wons op Doijeme werren meden , wairvan Wonsera laen ten oosten ende die patroons lant te Wons mijt seven pondematen ten westen naestlegers zijn , Deer Paulus pastoer te Pagnum grontheer van dese voorsz. vyftien egnsen. Sumarem xxviii ponden. 7. Gotthie Seerpzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij. zijnen cede verclairt te gebruijcken twaeliff pondematen fennen, wairvan Tsaelinck Broerzoon ten oosten ende Seerp Pabbis ten noorden naestlegers zijn , Noch negen pondematen aen een stuck leggende op Cornwerder meden, wairvan Tsaelinck Broerzoon mijt vier pondematen ten oosten ende Henrick Henrickzoon mijt vierde- halve pondematen ten westen naestlegers zijn , Noch een ponde- mate leggende op Cornwerder meden , wairvan die pastoer van Cornwert ten noorden die ende patroon van Cornwert mijt negen pondematen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Gercke Tgerckzoon erven van Chien pondematen, Schelte Abbezoon erven van acht pondematen , Epe Douwezoon erven van twee pondema- erven van acht pondematen , Epe Douwezoon erven van twee pondema- ten ende Gothie Seerpzoon voorsz. myt syn susteren van twee ponde- maten Lantheeren zijn , Ende heeft Sincte Boneta,cius te Cornwert, twee hornthies guldens vuijt des() voorscreven twee pondematen. Sumarem xxii ponden. 8. Ede Hesselzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken derthien pondematen fennen, wairvan Hoijthie Sijbezoon ten noorden ende Ede voorscreven mijt een pondemate ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate lants , Trijn mede genoempt, wairvan Reijn Emezoon ten oosten ende die fennen voorscreven ten westen naestlegers zijn , Noch 320 BULTTENDIJCKS DIJCKAGIE. een pondemate op Suringer meden gelegen, wairvan Loicke Brijon- tickzoon fennen ten noorden ende die landen , die Jetthie Douwe- zoon te Suijrich bruijct, toecomende Sijtthie Louwzoon ten suijden naestlegers zijn. , Noch anderhalve pondemate in Here Eeckezoon fennen over hooch ende leech gelegen, Noch een half!' pondemate saetlandt op Goiummer bueren gelegen, wairvan Loicke Brijontick- zoon te suijden ende Here Eeckezoon ten noorden naestlegers zijn. Noch twee en twintich eijnsen, die rolle mede genoempt, wairvan Loicke Brijontickzoon ten noorden ende die priesteren te Bolswert ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt opte selve buijren geleghen, wairvan Loicke Brijontickzoon ten noor- den ende Goijeme laen ten suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate lants, wairvan Goijumme laen ten oosten ende Doed Sicke erven ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, wairvan Goijme laen ten westen ende die proost van tSandt ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants, wair- van Loicke Brijontickzoon ten suijden ende Doed Renix ten westen naestlegers zijn, Lede voorsz. ende Doed Sickezoon Erven tsaemen toe- comende , Noch drie pondematen , die olde fenne genoempt, wair- comende , Noch drie pondematen , die olde fenne genoempt, wair- van Reijn Emezoon ten oosten ende Lolcke Brijontickzoon ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen leggende aen den heerenweech , wairvan Tsaelinck Broerzoon ten westen ende Loicke Brijontickzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vijf- tiendehalve pondematen leggende te Haijum, wairvan die pastoer ten oosten ende Tije Vpckezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hij sells lantheer is als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xLl ponden x eijnsen. 9. Henne Jellezoon ende Jacob nbezoon hebben ons scriftelij- ken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken Andla goet in die Wieren gelegen groot zijnde een en twintich pondematen fennen, wairvan Tsaelinck Inthiema ten westen ende Jouck Jetthiezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch ses ponde- maten fennen, wairvan Joucke Jetthiezoon ten westen ende Gaethie Sijmenzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen, wairvan Anne Hesselzoon ten noorden ende die bande leer ten suijden naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, wair- van Gaathije Sijmonzoon ten oosten ende Joucke Jetthiezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden, wairvan WONS. 321 Anne Hesselzoon ten westen ende Johannes Goedsvrients ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wairvan die pas torie landen te Mackum ten oosten ende Sijoucke Wijbezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Douwe Obbezoon ten oosten ende Eeb Feijtezoon ten westen naest- legers zijn , Noch drie pondematen lants, wairvan Paulus te Pianum ten oosten ende Frans Jeltezoon ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden aen twee stucken gelegen rond om in Tsaelinck Inthiema landen beclempt , Noch een pondemate meden, wairvan Tsaelinck Naenckezoon ten westen ende Sijurdt Timmer- man landen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen derj7genamen van Salighe Tsaelinek Piebes lantheeren zijn , Dese voorsz. landen dijcken mede ten suijden ende noorden Mac- kum nae daengeven van Douwe Tsaelinckzoon mede grontheer van dese voorsz. landen. Sumarem Lull ponden. 10. Douwe Tsaelinckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijken Tijalkama saet groot zijnde sestien pondematen fennen, wairvan die heerenwech ten noorden ende die erffgenamen van salighe Pieter Tsaelinckzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen fennen , wairvan Tsae- linck Broerzoon ten westen ende oosten naestleger es, Noch twee pondematen meden, wairvan Heer Wijtthie ten westen ende Pieter Tsaelinckzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden, wairvan Tsaelinck Broerzoon ten oosten ende Agge Pieter- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden, wairvan Agge Pieterzoon ten oosten ende die patroons landen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden min drie eijnsen beclempt in Tsaelinck Broerzoons landen , Noch negen eijnsen , wairvan Heer Gothien ten noorden ende Agge Pieterzoon ten suijden naestlegers zijn , Dese sullen dit jair gebruijct wordden bij Reijn Emezoon , dan hooren aen de voorsz. saet, Noch drie pondematen meden, wairvan Heer Reijn ten oosten ende Tije Vpckezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve ponde- mate lants, wairvan Pieter Tsaelinckzoon ten westen ende Heer Wijthie ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden, wairvan Heer Wijtthie ten westen ende Sijmen Tijerckzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt mij die wier ende zijn toebehoir , van welcke voorscreven landen 21 322 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. derffgenamen van salighe Tsaelinck Pijbeszoon ende Dije Hanije Lant- heeren zijn , ende men sal weten dat dese voorscreven landen al- tijt op vijftien gouden floreneh gereeckent zijnt geweest, van welcke vijftien gouden florenen voorscreven negen florenen hebben huere vijftien gouden florenen voorscreven negen florenen hebben huere lasten van dijcken ten suijden van Mackummer zijl. Suma Sumarem bedraecht XLMJ ponden. 11. Tsaelinck Broerzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fennen, wairvan Douwe Tsaelinckzoon vijif pondematen ten oosten ende die heerenlaen ten suijden naestlegers zijn , Noch acht pondema- ten meden, wairvan die voorscreven fenne ten suijden ende Douwe Tsaelinckzoon mijt ses pondematen ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate, wairvan Heer Wijttie Vicarius te Wons mijt een pondemate ten oosten ende die patroonslanden ten westen naestlegers zijn , Noch achtehalve pondemate lants strec- kende ten suijden aen Pieter Tsaelinckzoon vier pondematen ende ten noorden streckende aen Epe Tijaertzoon derdehalve pondema- ten, Noch vier pondematen, wairvan Tije Vpckezoon mijt vier pon- dematen ten noorden ende Atte Oegezoon mijt vier pondematen ten suijden naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen lants, wairvan Heer Wijtthiens seven pondematen ten oosten ende die heerenwech ten Wijtthiens seven pondematen ten oosten ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn , Noch dertien eijnsen lants , wairvan Zi- bout te Hemert mijt twee pondematen ten suijden ende die marin- ge Witmarssumme toecomende ten noorden naestlegers zijn, Noch twee pondematen, wairvan Pieter Tsaelinckzoon negen pondematen ten suijdoosten ende Wijbe Tiercxma ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen, wairvan Jelle Bonnema acht ponde- maten ten westen ende die Schraerder dijck ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate lants , wairvan Beijts Taets weduwe ten westen ende oosten naestlegers es , van welcke voor- screven landen Tsaelinck Broerzoon voorscreven selffs lantheer:es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Van dese voorscreven landen hij bij zijnen eede verclairt heeft , Van dese voorscreven landen schieten sestien pondematen ten suijden van Mackum int dijcken , leggen nochtans al op Wonsera hemrich. Sumarem xLvi ponden, dairaff xxxi ten noorden ende xv ten suijden schieten sullen. 12. Gosse Hanszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fennen, wairvan die pastoerslanden te Wons ten oosten ende Goijte Seerp- zoon ten westen naestlegers zijn, Noch sestien pondematen vier WONS. 323 eijnsen meden, wairvan Seerp Pabbezoon ten suijdwesten ende die kaecxsloot ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorsz. lan- den Tsaelincic Broerzoon, lantheer es. Sumarem xxxi ponden 1111 eijnsen, schieten all ten noorden. 13. Foppe Hilckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken negendehalve pondemate fen- nen, wairvan Heer Foppe voorscreven ten suijden ende Watthie Tijaerdtzoons weduwe ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Aets Gaetse weduwe lantvrouw is , Noch bruijct hij negendehalve pondemate fennen, wairvan Aets Gaetse weduwe ten noorden ende Wabbe Gepckezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt mijt die huijssteedt, wair- van Watthie Tijaardtzoons weduwe ten noorden ende Wabbe Gepcke zoons weduwe ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondema, ten leechlandt, wairvan Goijthie Seerpzoon ten noorden ende Seerp Pabbes ten suijden naestlegers zijn Noch vier pondematen op Cornwerdermeden gelegen wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten westen ende Hans Jorrijtzoon ten oosten naestlegers zijn Noch drie pon- dematen op Cornwerder meden gelegen, wairvan Sijtthie Sijurdt- zoon ten oosten ende Tijaardt Bonnezoon erven ten westen naest- legers zijn , van welcke voorsz. landen Foppe voorscreven mijt zijn wgfis zusters ende broer lantheeren zijn , als hij bij zijnen eede ver- clairt heeft. clairt heeft. Sumarem XXV1IJ ponden , schieten al ten noorden. 14. Tgaardt Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aangegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie en dertich pondematen fennen, wairvan Hotthie Sijbezoon ten oosten ende Taets Pieters dochter ten westen naestlegers zijn , Noch seventhien pondematen meden, wairvan Hoijthie Sibezoon ten oosten ende Taets Pieters- dochter ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen op die Calmeerswal , wairvan Hobbe Edezoon ten oosten ende westen naestleger es , Noch vierdehalve pondematen op Crommeslootswal gelegen, wairvan Broer Taedis ten oosten ende die crommesloot ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate, wairvan Ane Hesselzoon ten suijden ende Douwe Tetezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Reijn Pierzoon ten noorden ende de zijlroedt, de bern genoempt , ten westen naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen meden, wairvan Pieter Douwezoon ten suijden ende Vlcke Sijurdzoon ten noorden naestlegers Ain, van welcke voorscreven landen die patroon 324 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. van sestien eynsen , Broer Tgaartzoon van acht egnsen, die pastoer van acht egnsen lantheeren zyn , Noch bruijct hij seven pondematen van acht egnsen lantheeren zyn , Noch bruijct hij seven pondematen lants leggende in de voorsz. fenne Heer Wgtthie toecomende, wair- lants leggende in de voorsz. fenne Heer Wgtthie toecomende, wair- van Heer Wijtthie mijt zijn fenne ten oosten ende Wijbe Tijaardt- zoon ten westen naestlegers zijn Somma eenenveertichste halve pondematen ten noorden ende een en twintich ten suijden van Mackum te dijcken hoe wel zij all te Wons gelegen zijn. Sumarem Lxxii ponders, dair aff sullen de twee en vijf- tich schieten ten noorden ende een en twintich ten suijden. De post opten vijfden Maij anno acht en viertich de voorsz. Tijaardt Sijurdzoon op zijnen aenbrengh nairder verstaen zijnde verclairde dat Heer Wijtthie prebendarius te Wons ijtlicke ponde- maten tot zijns die spreect saete hoorende in notwandel tegens den zeven pondematen fennen voorsz. Heer Wijtthie toecomende ge- zeven pondematen fennen voorsz. Heer Wijtthie toecomende ge- bruijcte die hij nijet hadde aengegeven om dat hij vermeijnde deselve bij Heer Wijtthie aengegeven te zijn , alsoo ick oick deur Heer Wijtthie aenbrengh bevonden heb dat hij gedaen heeft, vuijt- Heer Wijtthie aenbrengh bevonden heb dat hij gedaen heeft, vuijt- gesondert dat nae taengeven van Tijaardt voorscreven verswegen heeft elliff eijnsen Tijaardt mede toecomende ende Heer Wijtthie mede in notwandel gebruijct , wairvan de sestien eijnsen Tijairt voorsz. toecomende ende die Heer Wijtthie mede gebruijct ten oos- ten van naestlegers zijn ende patroons fenne ten westen, Verclairde voorts dat de vierdehalve pondematen, dair Pieter Douwezoon ten voorts dat de vierdehalve pondematen, dair Pieter Douwezoon ten suijden ende Vlcke Sijurdtzoon ten noorden naestlegers zijn mijttet leechlandt dair aen leggende vijftehalve pondematen maicken, hoe- leechlandt dair aen leggende vijftehalve pondematen maicken, hoe- wel hij deselve , om dattet leechlandt veel onder twater lecht ende nijet van grooter werden en is , nijet hooger en heeft aengebrocht nijet van grooter werden en is , nijet hooger en heeft aengebrocht dan voir vierdehalve pondematen, ende van alle de voorscreven lan- dan voir vierdehalve pondematen, ende van alle de voorscreven lan- den es by myt zgn moeder grontheer vugtgesondert dair by hem hier den es by myt zgn moeder grontheer vugtgesondert dair by hem hier voeren anders verclairt staet. 15. Hottie Sgbegoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen, die wer- cken genoempt , wairvan Ede Hesselzoon ten suijden ende Eke Gerloffzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch vierdehalve ponde- dematen, die hoscamp genoempt , wairvan Tsaelinck Lollezoon ten suijden ende Goijummer laen ten oosten naestlegers zijn, Noch ne- gen eijnsen in Eecke Gerloffzoons fenne over hooch ende leech gelegen, Noch een half pondemate meden, wairvan Reijn Emezoon WOWS. 325 ten westen ende Meester Augustinus erven ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen Wgbe Tgaertsma toecomende, wairvan Pieter Tsaelinckzoon ten suijden ende Heer Wijtze fennen ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen hg self's lantheer es als hij bij zijnen Bede verclairt heeft, Noch bruijct hij neghen pondematen fennen, wairvan die heerenwech ten suij- hij neghen pondematen fennen, wairvan die heerenwech ten suij- den ende Tsaelinck Lollezoon mijt thien pondematen ten oosten naestlegers Noch derdehalve pondemate meden, wairvan die patroons fennen ten westen ende Wonsera laen ofte wech ten suij- den naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen, wairvan Beijts Taede weduwe ten oosten ende Tsaelinck Broerzoon mijt vierde halve pondematen ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate, wairvan Hessel Sijbrenzoon ten suijden ende Sijouw Steffens weduwe ende hair kinderen ten oosten naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen, wairvan Beijts Taedis ten oosten ende Douwe Tetezoon mijt zijn fenne ten suijden naestlegers zijn , Hier vuijt schieten vierdehalve enckel guldens ten suijden van Mackum hoe- wel zij al in Wons gelegen, van welcke voorsz. landen die Patroon te Wons lantheer es. Sumarern xxxii ponden, dair aff VIM ponden ende m eijnsen te suijden ende de reste te noorden schieten. 16. Gathie Sgmonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken sestien pondematen fennen, wairvan Brijontinck Vpckezoon ten oosten ende Jouck Jetthiezoon ten westen naestlegers zijn, Noch thien pondematen meden, wair- van Tsaelinck Naenckezoon ten suijden ende Rinnerts sloot ten noorden naestlegers zijn , Noch derdehalve pond emate meden, wairvan Kerst Taedis weduwe ten westen ende oosten naestle- gers es , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Hessel Ha- ringszoon ten suijden ende Lieuwe Rinnertzoon ten noorden naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Gale Poppezoon ten noorden ende Eeb Herezoon ten suijden naestle- gers zijn, van welcke voorscreven landen derffghenamen van Salighe Anne Hoytezoon van vgftiendehalve pondematen, Ryurdt Rgurdtzoon van viertiendehalve pondematen ende Jacob Janzoon van vijftehalve pondematen lantheeren zyn, ende de Somme van dese voorscreven landen zijn altijt op dertien gouden tiorenen gereeckent geweest, 326 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. van welcke voorscreven somme van Renten vier gouden florenen huer lasten van dijcken ten suijden van Mackum hebben. Sumarem xxxn ponden, daeraff xxn ten noorden ende x ten suijden schieten. 17. Douwe Tetezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken achtien pondematen fennen, wairvan die patroons fenne ten noorden ende Pieter Allertzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan Beijts Taede weduwe fenne ten suijden ende die pastoers te Wons acht eijnsen ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Tsaelinck Lollezoon ten suijden ende Tsaelinck Seerpzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een half ponde- mate saetlandt leggende achter aen zijn huijs, wairvan Taets Pie- tersdochter ten westen ende die patroon van Wons ten oosten naestlegers zijn , Somma vier en twintichstehalve pondematen ende vijf florenen ten suijden ende drie florenen ten noorden behooren , nochthans ende leggen dese voorsz. landen te Wons ten noorden nochthans ende leggen dese voorsz. landen te Wons ten noorden van Mackum. Sumarem XX1IIJ ponden, dairaff X11J ponden ten suijden ende elliff ponden ten noorden schieten. 18. Here Eeckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken elliff pondematen fennen, wair- van Lolcke Brijontickzoon ten oosten ende Doede Aggezoon ten van Lolcke Brijontickzoon ten oosten ende Doede Aggezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden, wairvan Lolcke Brijontickzoon ten westen ende Heer Oedts ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen, wairvan Reijn Emezoon ten oosten ende Tsaelinck Broerzoon ten westen naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen, wairvan Heer Wijtthie te Wons van wegen zijn vicarie ten noorden ende suijden naestleger es , Noch een pondemate lants, wairvan Lolcke Brijontickzoon ten suijden ende Reijn Emmezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie ponde- dematen, wairvan Heer Sijbrens landen pastoer te Suijrich ten suij- den ende oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen, wair- den ende oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen, wair- van ReUn Emezoon ten suijden ende die olde reedwech aen Pin- gumme meden ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt , wairvan Reijn Emmezoon ten suijden ende Lolcke Brijontickzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants, wairvan Doede Aggezoon ten noorden ende die heerenwech ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Lolcke Brgontickzoon van drie pondematen ende Sythie Range mijt sun sus- WONS. 327 teren ende brocrs van sestehalve pondemate ende van tsurplus Heere Eeckezoon myt zyn twee bruers lantheeren zyn. Sumarem xxxrir ponden II eijnsen, scietende al ten noorden. 19. Tzaelinck Lollezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken. Sackinge guedt dair hij op woont, groot zijnde vier en twintich pondematen fennen, wairvan die wech ofte laen nae Mackum ten oosten ende Wijbe Schelte- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch sestehalve pondematen maiden, wairvan derffgenamen van Sijbrandt Hesselzoon ten noord- westen ende Douwe Tietezoon ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate saetlandt ende greijdlandt in die bue- ren gelegen , wairvan Pieter Albertzoon ten noorden ende die wech nae Mackum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Salighe Bincke , Douwe ,Telmerzoons dochter , Tsaelinck voorsz. wg:11 kinderen lantheeren zyn , van de Somme voorscreven twintich wg:11 kinderen lantheeren zyn , van de Somme voorscreven twintich pondematen ten noorden van Mackum ende twaeliff ten suijden van Mackum heur zeedijken , Noch bruijct hij vierdehalve pondematen min drie eijnsen maiden, wairvan Hoijthie terp ten suijdoosten naest- leger es , Noch sestien eijnsen, wairvan Andries Waltinga mijt een leger es , Noch sestien eijnsen, wairvan Andries Waltinga mijt een pondemate ten suijden naestleger es , Noch vierdehalve pondema- ten, wairvan die laen ofte wech op nae Haijum ten oosten ende Rijurdt Emezoons fenne ten westen naestlegers zijn , Noch een half ponde- Emezoons fenne ten westen naestlegers zijn , Noch een half ponde- mate die wech nae Goijngum naestgelegen, van welcke voorscreven landen Tsaelinck voorsz. selffs lantheer es ende is in Aene Bouwen- zoons aenbrengh te Pingum dijckende ten noorden van Mackum , Noch twaeliff pondematen lants, wairvan Donije wer laen ten noord- westen ende Lieuwe Steffens weduwe off hair kinderen ten suijdoos- ten naestlegers zijn , Noch drie pondematen op Donije wer maeden leggende, wairvan Beijts Taede weduwe ten noorden ende Eble Baukezoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by selffs lantheer es als hij bij zijnen eede verclairt heeft vuytgesondert twee pondematen Tsaelinck ende Baucke Jelmerzoonen toecomende. Sumarem LVJ ponden een eijnse , ende schieten xvm min drie eijnsen ten suijden, end e XXXVIIJ ponden ende vier eijnsen ten noorden. 20. Sijouw Steffens weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijeken twintich pondematen fen- nen , wairvan het susters terp van tConvent van Worckum ten 328 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. noorden ende het patroons lant ten suijden naestlegers zijn, Noch vijff pondematen maiden, wairvan Sijmon Hoijtezoon land ten noor- den ende Tsaelinck Naenckezoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Lyots Steffensdochter mgt Steffens ander kinderen bij Sijouw Steffens getoegen lantvrouwen zgn , Noch acht kinderen bij Sijouw Steffens getoegen lantvrouwen zgn , Noch acht pondematen, wairvan Watthie Saskers te Schraerdt ten noorden ende Saskers meenschair ten suijden naestlegers zijn , Hobbe Edezoon es aengebrocht te Witmarsum ende dijckt ten suijden van Mackum hoewel dat te Wons gelegen is, ende is van deze acht pondematen Douwe Pieterzoon grontheer. Sumarem xxxnr ponden, dairaff sal gaen xxi ponden ende drie eijnsen ten suijden ende XIJ ponden ende drie eijnsen ten noorden schieten. 21. Tzaelingh Seerpzoon ende Foeckele liagezoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruij- cken een en twintich pondematen fennen ende negentien pondema- cken een en twintich pondematen fennen ende negentien pondema- ten meden , Noch derdehalve pondemate saetlandt, wairvan Tsae- linck Pijbezoon erven ten oosten ende An Peecke weduwe ten wes- ten naestlegers zijn, Noch sestien eijnsen saetlandt, wairvan Ebele Bauckezoon kinderen ten westen ende Schelte Abbezoon kinder en Bauckezoon kinderen ten westen ende Schelte Abbezoon kinder en ten oosten naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen meden, wairvan Douwe Tetezoon ten noordwesten ende Ane Hesselzoon ten suijd- oosten naestlegers zijn , Noch dertien eijnsen, wairvan Hobbe Nenckezoon ten noordwesten ende Wabbe Aggezoon van tCon- vents landt van Worckum ten suijdoosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tsaelinck Seerpzoon ende Andries Seerp- zoon weesen lantheeren zyn, Summa achtien florenen renters ende schieten ten suijden van Mackummer zijl , ende dertien ten noor- den van Mackum. Sumarem XLVJ ponden iv eijnsen dairvan XlIJ pondema- ten ten suijden ende xxxm pondematen ende einsen ten noorden schieten. 22. Haijthie Emezoon ende Fokkert Foeckelzoon hebben ons scrif- telicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijeken Lolckema Saete groot zijnde negen en twintich pondematen fennen, wairvan Aene Hesselszoon landen ten westen ende die heerenwech streckende nae Mackum ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen fennen, wairvan die heerenwech nae Pijbe Andles ten oosten ende die heerenwech nae Mackum ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct Haijthie Emezoon thien pondematen van twin- WONS. 329 Lich pondematen meden hoorende tot Lolckema saet ende de rest van de voorseijde thien sai Pieter Allertzoon gebruijcken voir dit tegenwoirdich jair, , wairvan die acht en dertich pondematen voorsz. ten suijden ende Abinga wier meden ten wes- ten naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate meden, wairvan Tsaelinck Naenckes fennen ten oosten ende Naencke laen ten suij- den naestlegers zijn , Noch negen eijnsen lants, wairvan Sijbrandt Hesselzoon ten noorden ende Aene Hesselzoon ten suijden naest- Hesselzoon ten noorden ende Aene Hesselzoon ten suijden naest- legers zijn , Noch bruijcken sij drie pondematen voir ende besijden hoir huijs gelegen, wairvan die twee pondematen voirt huijs ten hoir huijs gelegen, wairvan die twee pondematen voirt huijs ten westen die heerenwech ten oosten ende die eene pondemate ten noorden ende de acht en dertich pondematen fennen ten suijden naestlegers zijn , Noch bruijct Haijthie Emezoon twee pondematen meden hem selffs mgt syn susters ende broers toecomende, wairvan Brijontick Vpckezoon ten suijden ende Hobbe Edezoon ten noor- den naestlegers zijn ende schieten int dorp van Ydsijgahuijsum Noch ses pondematen ende vier egnsen meden Tsaelinck Seerpzoon ende Andries Tsaelinckzoon weeskinderen toecomende , wairvan die Schraelzijlroede ten suijden ende Watthie Saskerzoon ten noorden naestlegers zijn, scietende in den gulden rent in dorp van Peenge, van weicke voorsz. landen Pieter Isaelinckzoon erftgenamen ende van weicke voorsz. landen Pieter Isaelinckzoon erftgenamen ende Haythie Emezoon ende sgn togff van wegen hun selven lantheeren zgn. Dese landen dijcken ses en tsestich pondematen ten suijden ende elliff pondematen ende drie eijnsen ten noorden vaniMackum. Sumarem Lxiv ponden vii eijnsen. 23. Folckert Foeckelzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate me- den , wairvan Rennerts sloot wal ten suijden ende Schaerdera dijck ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wair- ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wair- van Tsaelinck Broerzoon ten suijdoosten ende Jelle Herezoon ten noordoosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Wgbe Scheltezoon lantheer es , Noch bruijct hij drie pondematen meden. Sgbrandt ilayezoon toecomende, wairvan Lieuwe Jantckezoon ten noorden ende Baucke Scheltezoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem VJ ponden. 24. Wgbe Scheltezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Brgontzema saete groot zijnde viertien pondematen fennen , wairvan Tsaelinck Lollezoon ten oosten ende Sijurdt Wijbezoon erven ten suijden naestlegers zijn , Noch thien pondematen meden , wairvan Sijurdt Doeckezoon. 330 BUIRENDIJKS DIJCKAGIE. ten westen ende Abbe Hennezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt mijt die huijssteedt over hooch ende leech, wairvan Tije Vpckezoon ten noorden ende Douwe Tete- zoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Wgbe Scheltezoon voorscreven selj7s lantheer is als hij bij zijn.en Bede verclairt heeft, vugtgesondert vgftehalve pondematen die Jack zijn verclairt heeft, vugtgesondert vgftehalve pondematen die Jack zijn broers dochter toecomen , Dese voorscreven landen dijcken derde- halve pondematen ten suijden van Mackum , Noch bruijct hij een pondemate hem selffs toecomende , wairvan Lijobbema saet te Wons mijt negen pondematen ten noorden ende Hessel Sijbrandt- zoon mijt acht eijnsen ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xxvi ponden, dese schieten xxm al ten noor- den ende Ill ten suijden, 25. Pieter Janzoon ende Heer Hessel pastoer te Angewier hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te ge- bruijcken Bryontzema saete groot zijnde drie en twintich pondema- ten fennen, wairvan Tije Vpckezoon ten noorden ende Sijurdt Wij- bezoon erffgenamen ten suijden naestlegers zijn , Noch vijftien pondematen meden van dieselve Saete , wairvan Sijurdt Doecke- zoon ten westen ende Abbe Hennezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt , wairvan Sijurdt Wijbezoon erven ten noorden ende suijden naestlegers zijn , Noch drie pon- dematen saetlandt min ses eijnsen, wairvan Selaerder mer ten wes- sen ende Brijonzema ten oosten naestlegers zijn , Noch een pon- demate saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Tije Vpckezoon ten noorden ende die patroon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Taets Pietersdochter lantvrouw is , Dan Hessel Scheltezoon seijde ter contrarij ende dat Taets ende hij noch in gemeenschap van landen stonden ende ongescheijden waeren , van deze voorscreven landen dijcken derdehalve pondematen ten suij- den van Mackum , Noch bruijct Pieter voorscreven twee pondema- ten die nyet en roeren in dese voirgenoemde landen van Broezama saete die gecoft zgn van I saelinck Broerzoon ende Taets Pieters- dochter toecomen , wairvan Wabbe Gepckis ten westen ende Broe- zema ten oosten naestlegers zijn , Noch bruijct Heer Hessel voorsz. vgff pondematen lants tot Brgontzema Saet hoorende, wairvan Sijurdt Doeckezoon ten westen ende Abbe Hennezoon ten noorden naest- legers zijn , Noch een half pondemate saetlandt, wairvan Selaer- der mer ten westen ende Taets Pietersdochter ten suijden naest- legers zijn , Noch een pondemate lants, wairvan die laen ten oosten WONS. 331 ende Pieter Tsaelinckzoon erven ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Heer Hessel , Wybe Scheltezoon , Taets Pietersdochter en Jelcke Watthie weduwe lantheeren ende lantvrouwen zijn. Suma Sumarem Lin ponden, daeraff lIJ ponden ten suij- den ende LJ ten noorden schieten. 26. Pieter Allertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fennen min drie eijnsen , wairvan Beijts Taedis weduwe ten noorden ende Douwe Tetezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate meden, wairvan die heerenwech ten suijden ende Beijts Taedis weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen meden , Aucke poel genoempt , wairvan die prebende te Wons ten oosten ende Douwe Seerpzoon kinderen ten westen naestle- gers zijn , Noch een pondemate , die state genoempt, wairvan die heerenwech ten westen ende Wabe weduwe ten suijden naestle- gers zijn , Noch acht eijnsen meden, wairvan de patroonsfennen te Wons ten westen ende Heer Wijtthie prebendarius ten noorden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen in op meedt, wairvan Douwe Tetezoon ten noorden ende Fed Sijurdts weduwe ten westen naest- legers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt voir zijn huijs gelegen, wairvan Douwe Tsaelinckzoon ten noorden ende Broer Taedezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen achter zijn huijs gelegen, wairvan Beijts Taede weduwe ten noorden ende Tsaelinck Lollezoon ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven lan- den .Pieter Allertzoon voorsz. lantheer es als hij bij zijnen eede ver- clairt heeft, Noch sal hij dit jair gebruijcken thien pondematen clairt heeft, Noch sal hij dit jair gebruijcken thien pondematen van Lolekeme saet te Wons , die mijt deselve saet aengebrocht zijn luijt de cedulle mijt r geteeckent. Sumarem xxm ponden ende v eijnsen , schietende al ten noorden. 26. Tye Vpckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaelifftehalve pondematen fennen, wairvan die pastoer ten noorden ende Taets Pieters we- duwe ten suijden naestlegers zijn, Noch vier pondematen, Spaers- lant genoempt, wairvan die pastoer te Wons ten suijden ende die heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch een halff ponde- mate , wairvan die pastoer voorscreven ten suijden ende Lolck Sircx weduwe ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen lants, wairvan Lolck Sircx weduwe ten westen ende die heerenwech 332 BUIJTENDIJCKS DUCKAGIE. ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate leggende in Sijbrandt Hesseizoon fennen te Doengheurer over hooch ende leech , Noch een halff pondemate saetlandt leggende te Wons op die bueren, wairvan Wijbe Scheltezoon ten suijden ende Taets Pieters ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt leggende te Wons in die bueren, wairvan die patroon ten suijdoosten , Taets Pieters ten suijden ende de zijlroedt ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hij selffs lantheer is als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct Lolck Sircx weduwe vier pondematen leggende op Cornwer- der meden , wairvan Ede Hesseizoon ten oosten ende Tsaelinck Broerzoon ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve ponde- ten , wairvan die pastoer voorscreven ten westen ende Wabe Gepckiszoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Lolck Sircx weduwe lantvrouw is. Sumarem xxvin ponden, dairaff xxiv ponden ende drie *sell ten noorden ende nu ponden ende drie eijn- sen ten suijden schieten. 28. Beijts Taede weduwe mijt Broer Taedezoon hair zoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te ge- bruijcken vier en twintich pondematen fennen, ‘,$ airvan Pieter Al- bruijcken vier en twintich pondematen fennen, ‘,$ airvan Pieter Al- lerts ten suijden ende Pieter Tsaelinckzoon erffgenamen ten noor- lerts ten suijden ende Pieter Tsaelinckzoon erffgenamen ten noor- den naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wairvan die fenne voorscreven ten suijdoosten ende den heerenwech streckende nae Scraerdre dijck ten noordwesten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden after Pieter Allerts fennen leggende, van welcke vijff pondematen de drie Douwe Tetezoon ten suijden ende Pieter Allertzoon ten noorden ende van die twee pondematen Pieter Al- lerts ten suijden ende de voorscreven fenne ten noorden naestle- gers hebben , Noch sevendehalve pondematen achter die patroons- fenne gelegen , van welcke vierdehalve pondematen den heeren- wech streckende nae Mackum ten suijden ende Steffen Nannes erffgenamen ten noorden ende van de drie pondematen de patroons lant te Wons ten oosten ende de prieters lant aldair ten westen naestlegers zijn, Noch vier pondematen op Donije wieren meden gelegen, wairvan Scraerder dijck ten noorden ende Eeb Feijtezoon landen, rechter te Mackum, ten suijden naestlegers zijn, Noch twee pondematen, wairvan Tsaelinck Lollis ten suijden ende Tsaelinck pondematen, wairvan Tsaelinck Lollis ten suijden ende Tsaelinck Seerpzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate, wairvan Fed Sijurdt Wijbes weduwe landt ten westen ende Tsae- WONS. 338 linck Seerpzoon ten oosten naestlegers zijn tweick te Mackum is in den aenbrengh, Noch een pondemate op die selffte meden ge- legen, wairvan Gathie Sijmonzoon ten oosten ende Sijurdt Emezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate leech landt, wairvan die prebende te Wons ten westen ende Tsaelinck Broerszoon ten suijden naestlegers zijn, weicke voorscreven landen dijcken twaeliff pondematen ten noorden van Mackum ende dander dijcken twaeliff pondematen ten noorden van Mackum ende dander hebben huer lasten ofte dijcken ten suijden van Mackum , van weicke voorscreven landen Begts Taede weduwe scuffs lantvrouw es als sij bij hueren cede verclairt heeft. Sumarem L ponden, dairaff xxx pondematen ende drie eijnsen ten suijden ende ten noorden xix ponden ende ix eijnsen schieten. 29. Hage Foeeklezoon ende Baytye Lieuwezoon hebben ons serif- telicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken acht pondematen meden, wairvan Pingumme grue ten noorden ende Douwe Tsaelinckzoon ten suijdoosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden, wairvan Tsaelinck Broerzoon ten suijdoosten ende die prebendarius ten noordwesten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wairvan Heer Hessel pastoer te Abinga- wier landen ten suijdoosten ende Sijbren Hesselzoon erffgenamen ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch acht eijnsen meden, wair- van Baucke Feijckezoon ten westen ende oosten naestleger es , Noch negen pondematen fennen, wairvan die heerenwech ten wes- ten ende Tsaelinck Lollezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlandt op Wonsera bueren gelegen, wairvan die pastoers kimnade ten westen ende Tsaelinck Louis saetlandt ende maetlandt ten oosten naestlegers Ain , hiervan schieten ne- genthien pondematen ten suijden ende ten noorden negen ponde- maten min vier eijnsen, van weicke voorsz. landen de patroon te Wons lantheer es. Sumarem XXVIIIJ ponden n eijnsen. 30. Jekk Watthie weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen, wairvan Doedt Sickedochter ten noorden ende Tijaardt Sij- brants erven ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate leechlandt, wairvan den heerenwech ten noorden ende Tijaardt Sij- brants erven ten suijden naestlegers zijn Noch een pondemate saetlandt mijt die huijssteecit, wairvan Tijaardt Sijbrantzoon ten suijden ende Wabbe Gepckezoon ten noorden naestlegers zijn , suijden ende Wabbe Gepckezoon ten noorden naestlegers zijn , 334 BUIJTENDIJCITS DIJCKAGIE. Noch vijff pondematen meden op Cornwerder meden gelegen, wair- van Sijbrandt Tsaelinckzoon ten westen ende Tijaardt Bonnezoon erven ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan die pastoers landen te Cornwert ten oosten ende Meelcke Sijurdtzoon erven ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Jelck Watthies weduwe voorscreven lantvrouw es, als zij bij hueren eede verclairt heeft. zij bij hueren eede verclairt heeft. Sumarem xxm ponden schietende al ten noorden. 31. Rein Emezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier en twintich pondematen fennen, wairvan den heerenwech ten noordoosten ende Here Eecke- zoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch vier en twintich pon- dematen meden , wairvan Ede Hesseizoon ten westen ende die dematen meden , wairvan Ede Hesseizoon ten westen ende die proost ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate leechlandt, wairvan Lolcke Brijontickzoon ten westen , ende zijn eijgen fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, Noch vier pondematen meden, wairvan Ede Hesseizoon ten westen ende die proost ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden, wairvan Abbe Gerrijtzoon ten oosten ende Watthie Douwezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pon- dematen meden, wairvan Tsaelinck Lollezoon ten noorden ende Ede Hesseizoon ten suijden naestlegers zijn, Noch sestehalve ponde- mate meden , wairvan Oege Jorrijtzoon ten oosten ende Douwe mate meden , wairvan Oege Jorrijtzoon ten oosten ende Douwe Hiddezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate meden, wairvan Lolcke Brijontick zoon ten westen ende Doede Aggezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen me- den gaende te Pingum te scatting ende te dijcken, wairvan Lolcke Brijontickzoon ten noorden ende Taecke Emezoon erven ten suij- den naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen meden, wairvan die hee- renwech ten westen en theijlich Sacraments leen te Franeker renwech ten westen en theijlich Sacraments leen te Franeker ten noorden naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen me- den, wairvan Sijbout Auckezoon ten noorden ende die Costerslanden te Suijrich ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate aen twee cleijn stucken geleghen, wairvan die heerenwech ten noord- westen ende Lolcke Brijontickzoon ten suijdoosten naestlegers zijn, westen ende Lolcke Brijontickzoon ten suijdoosten naestlegers zijn, Noch viertiendehalve eijnse fennen leggende in Lolcke Brijonticks- Noch viertiendehalve eijnse fennen leggende in Lolcke Brijonticks- zoons fenne , Noch drie eijnsen meden leggende op Pingummer zoons fenne , Noch drie eijnsen meden leggende op Pingummer meden, wairvan Ede Hesseizoon ten suijden ende His Sijoucke weduwe ten noorden naestlegers 'zijn , Noch een pondemate fennen in Suijri ten noorden naestlegers 'zijn , Noch een pondemate fennen in Suijri WONS. 335 ger fennen gelegen, wairvan die heerenwech ten suijden ende tsacramentsleen te Franeker landen ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Sgurdt Lollezoon van thiendehalve pondematen , Schelte Claeszoon te Fi anelcer van ses pondematen ende drie egnsen , Anle Mjbezoon van dertien pondematen min drie eij- drie egnsen , Anle Mjbezoon van dertien pondematen min drie eij- sen ende .Regn Emezoon van sess en twintich pondematen lantheeren zijn , Noch bruijct hij een pondemate lants , wairvan Ede Tijaart- zoon ten westen ende Doed Renix weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen lants, wairvan Tsaelinck Broerzoon ten westen ende die Vicarius te Wons ten oosten naestlegers zijn, Noch vijiltehalve pondematen lants, wairvan Tsaelinck Nenckes fen- nen ten oosten ende die olde laen ten suijdwesten naestlegers zijn, Dese drie eerste pondematen hebben heure lasten ten noorden ende noch een pondemate ten noorden ende die ander hebben heure lasten ten suijden van Mackum, van welcke voorscreven landen Begin Emezoon voorsz. hugsvrouwe twee joncxste lcinderen getoegen bij saliqhe Pieter Tsaelinckzoon lantheeren zgn , Dese voorscreven landen groot zijnde vijff ende tachtich pondematen ende anderhalve eijnse schieten ten noorden van Mackum , Noch bruijct hij Ogoma goet groot zijnde twaeliff pondematen fennen, wairvan Beijts Taede weduwe ten suijden ende Douwe Tsaelinckzoon ten noorden naest- legers zijn, Noch seven pondematen fennen, wairvan die heeren- wech ten oosten ende die Vicarius ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , wairvan Douwe Tsaelinckzoon ten oosten ende ten westen naestleger es , Noch anderhalve ponde- mate lants, wairvan Tsaelinck Broerzoon ten oosten ende Douwe Tsaelinckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee en twin- tich eijnsen meden , wair,,,u1 die patroon ten oosten ende Heer Wijtthie ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen me- den , wairvan die Vicarius ten oosten ende Tsaelinck Broerzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate leechlandt, wairvan Heer Gothic vicarius te Wons ten suijden ende de voor- screven vier pondematen ten noordwesten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt aen twee stucken gelegen mijt die huijs- steedt , wairvan Beijts Taede weduwe van deen stuck ten oosten ende Douwe Tsaelinckzoon ten westen ende van dander stuck Douwe Tsaelinckzoon ten oosten ende Tsaelinck Broerzoon ten westen naestlegers zijn , Dese voorscreven landen hebben vier tlorenen mijt hoere lasten ten suijden van Mackum ende derde- 336 BUIJTENDIJOKS DIJCKAGIE. halve florenen overgetoegen vuijt Vpcke Paebezoon aenbrengh ten noorden.Sumarem xxxiv ponden iv eijnsen, dairaff xx ponden ten suijden ende die reste ten noorden schieten sullen. 32. Aene Hesselzoon , Lieuwe Pierzoon , Regn Pierzoon ende Tsae- linck Seerpzoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hue-. ren eede verclairt te gebruijcken achtien pondematen fennen, wair- van Lolckema fenne ten noorden. ende Tsaelinck Pijbezoon erven ten suijden naestlegers zijn , Noch acht pondematen meden, wair- van Tsaelinck Lollezoon ten noorden ende Hessel Sijbrantzoon ten suijden naestlegers zijn Noch twee pondematen meden, wairvan Tsaelinck Broerzoon ten suijden ende Rinne sloot ten noorden naest- legers zijn Noch vier pondematen meden, wairvan Hessel Sijbrant zoon ten noorden ende Brijontick Vpckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan Fed Sijurdts ten noorden ende Vicke Sijurdtzoon mijt sijn erffgenamen ten suijden naestlegers zijn, Deze twee pondematen bruijct Vlcke Sijurdtzoon voir dit jair voir andere twee pondematen min twee eijnsen dair hij Aene voorsz. van Vlcke wegen dair tegens gebruijcken sal, van welcke twee en twintich eijnsen tpastoerschip tAbingawier ten oosten ende Vlcke selffs mijt anderhalve pondemate ten wes- ten naestlegers zijn , Noch vijff eijnsen groenlandt, wairvan Lol- ckeme terp ten oosten ende de baern ten westen naestlegers zijn, Noch vier eijnsen leechlandt, wairvan Lolckeme leechlandt ten oosten ende de baern ten westen naestlegers zijn , Noch ander- halve pondemate saetlandt ende greijdlandt tsaemen , wairvan tgroenlandt ten suijden ende Ane Hesselzoon voorsz. selffs ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff eijnsen terplandt, wairvan Hessel Sijbrandtzoon ten noorden ende Aene huijs voorsz. ten suijden naestlegers zijn , Noch seven eijnsen leechlandt, wairvan de baern ten oosten ende Pijbe Andla erffgenamen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Aene Hesselzoon brug- der ende lantheer mijt sijn susteren ende broers es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij sestien eynsen leg- gende te Wons op Donijewieren meden Eeb Syurdt tAllenywier toecomende, wairvan Tsaelingh Broerzoon ten noorden ende Wijbe Scheltezoon ten suijden naestlegers zijn , dan schieten tAlling- wier ofte tIdtschehuijsen , Noch bruijct Lieuwe Pieterzoon der- dehalve pondemate greijdlandt ende saetlandt totte voorscreven saete WONS. 33 hoorende dair de sijlroedt tusschen beijden loopt, wairvan die hee- renwech ten westen ende Pijbe Andle erffgenamen ten oosten naestlegers zijn , Noch bruijct Reijn Pierzoon twee pondematen, wairvan Lolckeme fenne ten oosten , ende de zijiroede de baern genoempt ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct Tsaelinck Seerpzoon thien eijnsen, wairvan Tsaelinck voorscreven ten oosten ende westen naestlegers es ; van welcke voorscreven landen Aene Hesselzoon lantheer es als voorsz. is , van dese landen schieten vijff pondematen ten noorden ende de rest ten suijden van Mackum. Sumarem XL1HJ ponden ende vijff eijnsen, dairaff vijff ponden ten noorden ende de rest ten suijden schieten. 33. Lieuwe Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate lants leggende op kaerlandt in Wonsera ghae opte coldemerswal, wair- van die selve mer ten suijden ende Eme Laeszoon erffgenamen te Idsegahusum ten noorden naestlegers zijn , dan dese landen secht Lieuwe voorsz. te Allingwier aengebrocht te zijn ende gront- heer dairvan te zijn derfgenamen van Gerliff Sythiezoon tAllingwier. Sumarem u ponden schietende ten suijden van Mackum. 34. Douwe Sgbrandtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen fennen, wairvan Pieter Allerts fenne ten noorden ende Douwe Tietezoons fennen ten suijden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen, wairvan Pieter Allerts voorscreven ten noorden ende Douwe Tietezoon fennen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Douwe Seerpzoon lantheer es , Noch een pondemate fennen Wybe Scheltezoon toecomende, wairvan Ede Herckezoon ten suijden ende Doede Ybezoon mijt Gerliff Palszoon ten noorden naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate meden op Lolckema meden gelegen, Pieter Ytsma toecomende , wairvan den heerenwech ten oosten ende Wijbe Scheltezoon ten westen naestlegers zijn. Sumarem viii ponden ende drie eijnsen schietende ten noorden. 35. Bryontick Vpckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een en twintich pon- dematen fennen , wairvan Gathie Sijmonzoon ten suijden ende Hans Goedsvrient ten noorden nasstlegers zijn, Noch vijff ponde- maten meden, wairvan Hobbe Edezoon ten oosten ende Hans voor- screven ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate me- den dairbij gelegen, wairvan Tsaelinck Pijbezoon ten noorden ende22. 338 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Brijontick Vpckezoon eijgen fennen ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wairvan Abbe Jeldertzoon ten suijden ende Tsaelinck Nenckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden , wairvan Pijbe Heijnezoon ten suijden ende Gaethie Sijmonzoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt, wairvan Joucke Jetthiezoon ten westen ende oosten naestleger es , Dese voorscreven landen hebben negen- tien pondematen scietende ten suijden van Mackum, dan leggen al op Wonsera landt, van welck voorscreven landen hi" selffs mijt sijn susteren ende broers lantheer es als hij bij zijnen eede verclaert heeft. Sumarem XLI ponden , dairaff xxi ponden ten noorden . Sumarem XLI ponden , dairaff xxi ponden ten noorden ende xnc pondematen ten suijden schieten. 36. Hobbe Edezoon ende Irate Janzoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclaert to gebruijcken twaeliff pondematen fennen, wairvan Brijontick Vpckes ten westen ende Tsaelinck Naenckes ten oosten naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Wgbe Scheltezoon Tgersma lantheer es van ander- halve pondemate , Noch een pondemate meden , wairvan T sae- linck Intsma ten suijden ende tConvent van Worckum ten noor- den naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden, wairvan Tsae- linck voorscreven ten suijden ende Sijouw Steffens ten noorden naest- legers zije, Noch twee pondematen ende twee eijnsen meden, wair- van Tsaelinck voorscreven ten westen ende Fed Sijurdts ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende twee eijnsen me- den, wairvan die twee pondematen ende twee eijnsen voorscre- ven ten noorden ende Douwe Obbes ten suijden naestlegers zijn , Noch thien eijnsen meden, wairvan Haijthie Emes ten westen ende Lieuwe Pierzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen meden , wairvan Aebe Jelderts ten suijden ende Haijthije Emezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch thien eijnsen meden, wairvan Hathije voorsz. ten oosten ende Naenckeme terp ten westen naest- legers zijn , Noch acht eijnsen fennen in Brijontick Vpckes fenne beclempt over hooch ende leech , Noch anderhalve pondemate terplandt, wairvan Tsaelinck Naenckes ten westen ende oosten naest- leger es, Vuijt dese landen voorscreven schieten ses gouden gulden rente ten suijden van Mackum ende ses gulden ten noorden, van welcke voorscreven landen Brgontick Vpckezoon van de derde pairt ende Hobbe ledezoon van die reste lantheeren zijn. Sumarem xxnii ponden 1 eijnse, dairaff ses gouden guldens ten noorden ende ses gouden guldens ten suijden schieten. WONS. 339 37. Hessel Sybrandtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken Loyebbema zate leggende in Wonserawieren groot zijnde twee en twintich eijnsen , wairvan Aene Hesselzoon ten suijdoosten ende Hessel selffs ten noordwes- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden op Abingawier meden gelegen wairvan Vlcke Sijurdtzoon ten suijden ende die baernswal ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants , wairvan Fedde Sij arts weduwe ten suijden ende die baerns wal ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Aene Hesselzoon ten oosten ende die heerenwech ten westen naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate lants , wair- van Aene Hesselzoon ten noorden ende Wijbe Scheltezoon Tijaert- zma ten suijden naestlegers zijn , Noch acht eijnsen wairvan Wijbe Tijaertzma ten oosten ende die laen ten suijdwesten naest- legers zijn , Noch sestien eijnsen, wairvan die laen ten oosten ende Tsaelinck Pijbezoon landen ten suijdwesten naestlegers zijn Noch drie pondematen lants, wairvan Aene Hesselzoon ten westen ende die laen ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate mijt die huijssteedt , wairvan Aene Hesselzoon mijt sijn huijs ten noordwesten ende die melckwech ten suijden naestlegers zijn , noordwesten ende die melckwech ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate , wairvan Aene Hesselzoon ten suijden ende Tsaelinck Seerpzoon ten noorden ende noordwesten naest- legers zijn, Noch anderhalve pondemate lants , wairvan Pieter Tsaelinckzoon erven ten noordoosten ende Aene Hesselzoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen terplandt, wairvan Aene Hesselzoon ten suijdoosten ende noorden naestleger es, Noch Aene Hesselzoon ten suijdoosten ende noorden naestleger es, Noch een pondemate , wairvan Aene Hesselzoon ten suijdoosten ende Tsaelingh Pijbezoon erven ten suijdwesten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Hessel Sgbrandts voorscreven ende Syurdt Epezoon Tzom lantheeren zijn , Noch bruijct hij thien pondematen fennen , wairvan Aene Hesselzoon ten suijdoosten ende die laen ten noordwesten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saet- landt, wairvan Aene Hesselzoon ten suijdwesten ende die laen ten noordwesten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Hes- sel scuffs van acht pondematen ende zijn zusteren ende broers van vier pondematen lantheeren zijn , Noch bruijct hij een halve ponde- mate saetlandt, wairvan Tsaelinck Seerpzoon ten suijdoosten ende mate saetlandt, wairvan Tsaelinck Seerpzoon ten suijdoosten ende Obbe Douwezoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch een halff pondemate , wairvan Douwe Peeckezoon ten oosten ende Wijtthie Bottezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halffpondemate, 340 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. wairvan Epe Feijtezoon ten oosten ende Douwe Peeckes ten westen naestlegers zijn , Noch een halff pondemate, wairvan Douwe Peecke- zoon ten oosten ende Rijurdt Jeltezoon ten westen naestiegers zijn, Noch anderhalve pondemate fennen in die luttighe fennen gele- Noch anderhalve pondemate fennen in die luttighe fennen gele- gen, Dese voorsz. landen schieten ten suijden van Mackummerzijl, van welcke voorscreven landen Hessels voorscreven susters ende broers lantheeren zijn , Noch bruijct hij ses pondematen meden, wairvan die beghijnen van Worckum landen ten noordoosten ende Dieuw Steffens weduwe ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch vier pondematen, wairvan Otto Fritszoon mijt twee pondematen ten suijdoosten ende dat convents goet van Worckum ten noord- westen naestlegers zijn , van weicke voorsz. landen Epe Hommes- zoon lantheer es , Sum arem man ponden een eijnse, ende hiervan schieten thien ponden ten noorden ende dandere alien ten suijden. 38. Sybrant Hesselzoon ende Jeldu Sgbrantsdochter hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruij- cken seventies pondematen fennen, wairvan tConvents landen cken seventies pondematen fennen, wairvan tConvents landen van Worckum ten noordwesten ende tConvents van Achtlum vijff pondematen ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch drie pondema- ten meden , wairvan de fenne voorsz. ten noordwesten ende tCon - vents landen te Worckum ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden wairvan Ebele Bauckezoon erffgenamen ten oosten ende Rune sloot ten westen naestlegers zijn Noch vijfte halve pondemate fennen, wairvan Tsaelinck Lollis ten suijd- oosten ende die heerenwech ten noordwesten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan die heerenwech ten noor- den ende die patroon van Wons mijt seven pondematen ten suij- den naestlegers zijn , Noch negen eijnsen fennen in Pieter Al- lerts fenne over hooch ende leech beclempt, Noch een halve pon- demate saetlandt, wairvan Pieter Allerts ten westen ende tCon- vent van Worckum landen ten oosten naestiegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, gelegen in Mackummer hemrick, ende es in Wonsere aenbrengh, wairvan Epe Feijtezoon ten oosten ende Obbe Fungerzoon ten westen naestlegers zijn , vuijt dese voorscreven landen bruijct Jeldu Sijbrantsdochter voorsz. acht pondematen , vier pondematen meden ende vier pondematen fennen, ende schie- ten alle dese voorscreven landen ten suijden van Mackum van WONS. 34 1 welcke voorsz. landen Sybrandt Ilesselzoons weesen lantheeren zijn. Sumarem xxxii ponden ende ix eijnsen , scietende al ten suijden van Mackum. 39. Tzaelingh Aelifjzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken twee en twintich eijnsen fennen in Tsaelinck Lollezoons fenne beclempt, van welcke voor- screven twee en twintich eijnsen hij Tsaelinck Allejzoon mijt zijn hugsvrouwe ende hair suster lantheeren zijn , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. verclairt heeft. Sumarem een ponde thien eijnsen, schietende ten noorden van Mackum. 40. Ael Lieuwe weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hairen eede verclairt te gebruicken drie eijnsen saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan Tsaelinck Lollis ten noorden ende die patroons landen te Wons ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen q selffs lantvrouw is als zij bij hueren eede ver- clairt heeft. Sumarem in eijnsen, scietende ten noorden van Mackum. 41. Joucke Jetthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken achtien pondematen fennen, wairvan Tsaelinck Pijbezoon erfigenamen ten westen ende Gathie- Sijmonzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden , wairvan Brijontick Vpckezoon ten westen ende Abbe Jel- dertzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch twee en twintich eijnsen meden , wairvan Tsaelingh Pijbezoon ten westen ende Brijontick Vpckezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen acke- ren , in Tsaelingh Pijbezoon erffgenamen landen beclempt , Noch drie eijnsen greijdlandt in Tsaelingh Pijbezoon erfgenamen landen beclempt, Noch drie eijnsen greijdlandt, wairvan Brijontick Vpcke- zoon ten oosten ende westen naestlegers es , Noch vijff eijnsen saetlandt , wairvan Tsaelinck Pijbezoon erffgenamen ten oosten ende Joucke Jetthiezoon huijs ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen meden , wairvan die coldmer ten suijden ende Rijurdt Jel- dertszoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorsz. lan- den Jelle Goettgezoon erffgenamen van seven pondematen, Johannes Goedsfrioens van vier pondematen, Tsaelinck Pijbezoon erffgenamen van anderhalve pondemate , Doede Epozoon van derdehalve pondemate ende anderhalve pondemate , Doede Epozoon van derdehalve pondemate ende Joucke Jetthiezoon milt syn kinderen van de reste lantheeren zijn. Sumarem xxviii ponden ix eijnsen, dair aff een halven gulden ten noorden ende de reste ten suijden behoort te schieten. 342 BUIJTENDIJKS DIJOKAGIE. 42. Tsaelinch Nenckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen saetlandt, wairvan Brijontick Vpckezoon ten westen ende Hobbe Edezoon wairvan Brijontick Vpckezoon ten westen ende Hobbe Edezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch viertien pondematen fennen , wairvan Anne Hoijthies erven ten noorden ende Obbe Edezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden , wairvan Jarich Bottezoon ten noorden ende Rinnersloot ten suijden naestle- gers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Sijouw Steffens ten noorden ende Rinnersloot ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen ende drie eijnsen meden, wairvan Brijon- tick Vpckezoon ten suijden ende Hobbe Edezoon ten noorden naest- legers zijn , Noch twee pondematen meden in de haenmarren ge- legen , wairvan Scrairdera zijlroede wal ten noorden ende Fed Sijurdts weduwe ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondema- ten meden, Pybe Andla toecomende , wairvan Obbe Edezoon ten oosten ende Tsaelinck Nenckezoon ten westen naestlegers zijn. , Noch acht eijnsen meden , wairvan Joucke Jetsezoon ten noorden ende Brijontick Vpckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen op Callummerswal gelegen, wairvan. Obbe Edezoon ten noorden ende Callummermer ten suijden naestlegers zijn, Dese voorscreven landen dijcken thiendehalve florenen ten suijden van Mackum ende vier golden gulden min een oirt ten noorden, van weicke voorscreven landen Jarich Bottezoon , Sibble Sgbezoon ende Tsaelinck Nenekezoon myt zyn susters ende broers lantheeren zyn. Sumarem xxxl ponden u eijnsen, dairaf een floreen rent ende een oirt ten suijden ende vier floreen rent ten noorden van Mackum schiet. 43. Syurdt Hayezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken een pondemate meden, wair- van Douwe Obbezoon ten oosten ende Tsaelinck Nenckis ten wes- ten naestlegers zijn , Dese voorscreven pondemate schiet in den aenbrengh te Idsegahusum hoewel zij in Wonsera hemrick gelegen is , van weicke voorscreven landen by selffs lantheer is als hij bij zijnen eede verclairt heeft. zijnen eede verclairt heeft. Sumarem een ponde schietende ten suijden van Mackum. 44. Wabbe Aggezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff en twintich pondematen tennen , wairvan Sijbrandt Hesselzoon erffgenamen ten oosten ende tennen , wairvan Sijbrandt Hesselzoon erffgenamen ten oosten ende Scraerdera dijck ten noorden naestlegers zijn , Noch ses ponde- dematen meden , wairvan Hessel Sijbrantzoon ten suijden ende WONS. 343 Rintze Gerrijtzoon landen ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate meden leggende op Doijngwier meden, wair- van Hessel Sijbrantzoon ten oosten ende Rintke Gerrijtzoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden leg- gende op Doijngwier meden , wairvan Tsaelingh Seerpzoon ten westen ende Brijontick Vpckezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate saetlandt mijt steed ende terp, wair- van Sijouw Steffens weduwe ten westen ende tConvent van Waar- ckum landen ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen teonvent van Worekum , lantheer es. Sumarem XLJ ponden, dairaff X1I1J ponden ten suijden ende de reste ten noorden schieten. 45. Idts Herekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate meden, wairvan Tsaelinck Seerpzoon ten noorden ende Jacob Janzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden, wair- van Hessel Sijbrenzoon ten oosten ende Steffen Nanniszoon wees- kinderen ten westen naestlegers zijn , Dese voorsz. landen schie- ten ende dijcken ten suijden van Mackum. Sumarem NUJ pondematen scietende ten suijden van Mackum. 46. _Evert Hayezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants, wair- van Scraerdere dijck ten oosten ende de fenne die Aelcke Douwe- zoon bruijckende es ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen .Bests Taede weduwe te Wons lantvrouw es. landen .Bests Taede weduwe te Wons lantvrouw es. Sumarem n ponden lants scietende ten suijden van Mackum. 47. Gerbrant Frericxszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken drie pondematen me- den op Pingummer meden gelegen , wairvan Pieter Allertzoon ten noorden ende Pieter Tsaelinckzoon erven mijt drie pondematen ten suijden naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate meden oick op Pingummermeden leggende , wairvan Tsaelinck Broerzoon ten suijden ende Renick Lucas erven ten noorden naestlegers zijn, Dese voorscreven landen leggen in Pingum schieten nochthans te Wons , Noch een half pondemate meden op Cornwerder meden gelegen , wairvan Tijaardt Bonnezoon erven ten westen ende die pastorie van Cornwert ten oosten naestlegers zijn , Dese halve pondemate lecht te Cornwert schiet nochtans te Wons , Noch twee pondematen meden op Pingummermeden gelegen , wairvan Alger Jacobzoon ten noorden ende Tijaert Bonnezoon erven ten 344 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. suijden naestlegers zijn , Dese twee pondematen leggen in Pin- gummer hemrick, schieten nochtans te Wons dair zij altijts gescho- ten hebben, van weicke voorsz. landen Epe Tgaartzoon mijt Lolcke Syboltzoon ende Wabe Ge,pckis Erven lantheeren zijn. Sumarem viii ponden , schietende ten noorden van Mackum. 48. Anna Wabbe weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken seven en twintich ponde- maten fennen , wairvan Tijaardt Sijbrantzoon erven ten noorden ende Tije Upckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pon- dematen meden , leggende op Cornwerder meden , wairvan Taets Pieters weduwe ten oosten ende die Vicarius te Cornwert ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen meden op Cornwairde meden , wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten oosten ende Tijaardt Vpckis ten westen naestlegers zijn, Noch twintich eijn- sen hoochlandt ende leechlandt, wairvan Tijaardt Sijbrantzoon erven ten suijden ende Tijaardt Vpckezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden op Cornwerde meden , wairvan die priesteren te Cornwairt ten westen ende Tijaardt Vpckezoon ten oosten naestlegers zijn , Hier vuijt heeft die prebendarius te Wons te jairlicxe rente vie • hornthi_ s gulden , Noch derdehalve pondemate meden op Cornwerder meden, wairvan Gothie Seerpzoon ten oos- meden op Cornwerder meden, wairvan Gothie Seerpzoon ten oos- ten ende Henrick Henrickzoon ten noorden naestlegers zijn , Dese voorscreven landen leggen in Cornwerder hemrick, schieten noch- tans te Wons , Noch een half pondemate saetlandt , wairvan die huijsen ende Stathen van de voorsz. Anna ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate ende drie eijnsen , wairvan Lolcke Brijontickzoon ten suijden ende Doed Renix weduwe erf- genamen ten noorden naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt vuijtgenomen vuijt Wijthieme saet, wairvan Wijtthieme ten westen ende Watthie Tijaartzoon ten oosten naestlegers zijn , van dit stuck is die voorscreven Anna alleen lantvrouwe mgt hair kinderen, ende Epe Tgaartzoon, Lolcke Sgboutzoon ende Anna voor- screven on lantheeren van alle de voorscreven landen. Sumarem xLvi ponden vijff eijnsen, scietende ten noorden van Mackum. 49. Aelcke Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff pondematen lants, die osse fen genoempt , wairvan Broer Taedezoon mijt zijn fenne teu noordwesten ende mijt twee pondematen ten suijdwesten naest- leger es, van welcke voorscreven landen Pieter Foppezoon lantheer es, Suinarem xn ponden. WONS. 345 50. Aeriaen Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondemate lants, wairvan Tijaardt Sijbrenzoon weesen ten suijdwesten ende die rijd- wairvan Tijaardt Sijbrenzoon weesen ten suijdwesten ende die rijd- wech ten noordoosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven lan- den Loicke Brgontick lantheer es , Sumarem IVJ ponden , scietende ten noorden van Mackum. 51. Al Taeckle wefiuwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken ses pondematen meden leggende opte Campen, wairvan Seerp Pabbezoon ten suijden ende Tsaelinck Broerzoon ten noordoosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Hogthie Sgbezoon van vyftien eynsen ende Sybren Lucaszoon van vy/Hen egnsen ende Renick Lucasdochters kindt van de reste grontheeren zijn. Sumarem vi ponden, scietende ten noorden van Mackum. 52. Foeckle Hagthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken , vierdehalve pondemate lants Yslameed genoempt , wairvan de pastorie landen te Corn- wert ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate leechlandt leggende in Yslumme mer, van welcke voorsz. landen Henrick Henrickzoon te B °invert lantheer es. Sumarem ry ponden. Sumarem 1 M vii C Lxxxv ponden een eijnse , thien penningen. 346 BUD T ENDUCKS DIJCKAGIE. ABBINGAWIER. 1. Beer Besselzoon pastoer tot Abingawier heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertien aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen, wairvan Heer Hessels voorscreven vijff ponde- maten die hem als eijgen toecomen ten westen ende de pastorie hubs ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , wairvan Vpcke Jelmerszoon ten westen ende die pastoersfennen ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen fennen, wair- van Pier Douwezoon ten westen ende Taets Pietersdochter ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen de Pastorie te Abingawier lantheer es , Noch bruijct hij een halve pondemate te Abingawier lantheer es , Noch bruijct hij een halve pondemate fennen Vpcke Jelmerzoon toecomende , wairvan Heer Hessels voor- screven vijff pondematen fennen ten westen ende Heer Hessels huijssteedt ten oosten naestlegers zijn Noch negen eijnsen fen- nen , wairvan Heer Hessels vijff pondematen fennen ten oosten ende Bonne Haijthiema ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Pier Douwezoon ende Regn Pierzoon lantheere'n zyn , Noch drie eijnsen fennen Tgaardt Aluwe erffgenamen toeco- mende , wairvan die voorscreven erfgenamen ten oosten ende Har- dummer mer ten westen naestlegers Ain , Noch ses pondematen meden die pastorie toecomende, wairvan Reijn Pierzoon ten westen ende noorden naestleger es , Noch drie eijnsen opte bueren die pastorie toecomende, wairvan Reijn Pierzoon ten westen ende Bonne Haijthiema ten oosten naestlegers zijn Noch vijff pondematen fennen de pastorie toecomende , wairvan die bant ofte laen ten oos- ten ende Pier Douwezoon ten westen naestlegers zijn , Noch ten ende Pier Douwezoon ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct Heer Hessel voorscreven vijff pondematen hem seld?s ende nyet zijn pastorie toecomende, wairvan zijn pastorie fenne ten oos- ten ende Heer Hessel voorscreven mijt anderhalve pondemate van ten ende Heer Hessel voorscreven mijt anderhalve pondemate van deselve pastorie die hij nv mede totte fenne bruijct ten westen naestlegers zijn , Dese vijiT pondematen heeft Heer Hessel voor- screven te Mackum aengebrocht, ergo hic nihil , Noch die huijs- steedt groot zijnde vier eijnsen. Sumarem xxxix ponden een eijnse. 2. Regn Pierzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken Lolckema saete groot zijnde achttiende halve pondematen fennen, wairin die pastoer te Abinga- wier heeft anderhalve pondemate, wairvan die heerenwech ter, wes- ten ende Vpcke Jelmerzoon mijt zijn consorten ten noorden naest- ABBINGAWIER. 347 legers zijn, Noch vijftehalve pondemate meden, wairvan die pas- toer mijt ses pondematen maiden ten oosten ende die heeren zijlroede , de baern genoempt , ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Bonne Haijthiema mijt drie pon- een pondemate meden , wairvan Bonne Haijthiema mijt drie pon- demate ten oosten ende die pastorie mijt die voorscreven ses pon- dematen ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen me- den , wairvan Taets Pieters weduwe ten westen ende Pieter Douwe- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen meden , wairvan Bonne Haijethiema mijt vijff pondematen ten oosten ende die Selaerder mer ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Hesssl Tijerckzoon ten suijden ende Sipcke Tijepckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pon- dematen wairvan het kerckhoff ten suijden ende Tijaerdt Aluwe erfgenamen ten noorden naestlegers zijn , Dese twee pondematen wordden gebruijckt bij Pier Douwezoon , Noch die huissteedt groot zijnde een halve pondemate , wairvan Bonne Haijthiema ten westen ende Vlcke Sijurdtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Tijaardt Aluwe er- ven ten suijden ende Lolle Douwezoon mijt zijn consorten ten noor- den naestlegers zijn , Noch negen eijnsen , die Stateme block ge- den naestlegers zijn , Noch negen eijnsen , die Stateme block ge- noempt , wairvan Heer Hessel Scheltezoon mijt zijn eijgen erff ten suijden ende Tijaardt Aluwe erven ten noorden naestlegers zijn , suijden ende Tijaardt Aluwe erven ten noorden naestlegers zijn , Dese bruijct de pastoer ende heeft deselve aengegeven , ergo hic nihil , Noch drie eijnsen greijdlandt, wairvan Bonne Hathiema ten noorden ende Lolle Douwezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch anderhalff eijnse lants, wairvan Lolle voorscreven ten noorden ende Vpcke voorscreven ten suijden naestlegers zijn , Noch een half Vpcke voorscreven ten suijden naestlegers zijn , Noch een half pondemate greijdlandt , wairvan Vlcke Sijurdtzoon ten oosten ende die heerenvairt ten westen naestlegers zijn , in dese voorscreven landen wordden affgetoegen ende gebruijct over hooch ende leech thien pondernaten, wairvan Pier Douwezoon grontheer es gecocht van. Pieter Tsaelinckzoon nae lutjt zijn coopbrieff, Dese thien ponde- Pieter Tsaelinckzoon nae lutjt zijn coopbrieff, Dese thien ponde- maten bruijct Pier Douwezoon als oick in zijn cedulle onder let- tere C , oick in margine wordt geannoteert, van dese voorscreven landen comet die pastorie anderhalve pondemate, Noch bruijct Reijn Pierzoon voorsz. anderhalve pondemate van die patroonslanden , Pierzoon voorsz. anderhalve pondemate van die patroonslanden , wairvan Fedde Sijurdts weduwe ten noorden ende Bonne Haijthiema ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate die patroon 348 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. toecomende wairvan Vicke Sijurdtzoon ten suijden ende die voorsz. Reijn Pierzoon ten noorden naestlegers zijn. Sumarem xxxv ponden een eijnse thien penningen. 3. Pier Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken seven en twintich pondematen fennen leggende achter zijn huijs, wairvan Sijbren Haijezoon ende Taets Pieters weduwe ten noorden ende Heer Hessel pastoer te Abingawier ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Tijairt Aluwe weesen lantheeren zijn , Noch bruijct hij een ponde- mate saetlandt leggende op die bueren, wairvan die pastoer Heer Hessel voorsz. ten suijden ende Pieter Douwezoon scuffs ten wes- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt leggende achter die fenne voorsz., wairvan Heer Hessel voorscreven ten suij- den ende Sijbrandt Tsaelinckzoon ten westen naestlegers zijn, van dese voorscreven twee porcheelen zijn Tjaart Aluwe weesen lanthee- ren, Noch ses pondematen meden Pier Douwezoon sells toecomende, wairvan Bonne Haijthiema ten suijden ende Heer Paulus landen pastoer te Pingum ten noorden naestlegers zijn , Noch thien pon- dematen meden, leggende op die lange velden, Pier Douwezoon voor- screven toecomende , wairvan Hessel Tijerckzoon ten oosten ende westen naestleger es ende zijn te Cornwert aengebrocht in hueren aenbrengh , Noch ses pondematen fennen van de saet dair Pier Douwezoon nv op woont affgetoegen Pier voorscreven toecomende , leggende ten suijdoosten van die bueren, wairvan Bonne Haijthie- ma ten westen ende Vpcke Bauckezoon erven ten oosten naestle- gers zijn , Noch derdehalve pondemate meden van de voorseijde saet getoegen, leggende op Tresmeed, wairvan Hans Goetfrions ten suijden ende Bonne Haijthiema ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt, acht eijnsen dairvan leggende op Tisme terp ende dat ander op die kerckbueren in drie verscheij- den plaetsen Pier voorscreven toecomende , Noch vierdehalve pon- dematen op Tresmeden gelegen , wairvan Vpcke Jelmerzoon ten suijden ende Heer Hessel voorscreven ten noorden naestlegers zijn, Pieter voorsz. lantheer, Noch drie pondematen op die vrdt gelegen, Pier voorscreven toecomende wairvan Vpcke Jelmerzoon ten oosten ende westen naestlegers. es , Noch twee eijnsen die huijssteedt dair zijn huijs op staet , Noch vijftien eijnsen op Abingawiere meden leggende, Pier voorscreven toecomende, wairvan de patroon ten suij- leggende, Pier voorscreven toecomende, wairvan de patroon ten suij- den ende Sijurdt Wijbezoon erven ten noorden naestlegers zijn , Die vierde half ende die drie pondematen voorscreven mijt die ABBINGAW1ER. 349 vijftien eijnsen voorscreven, die zijn in Somma acht pondematen min drie eijnsen, die schieten. te Wons ende binnen dair aange- brocht , Noch derdehalve pondemate meden op die vrdt gelegen, wairvan Bonne Haijtsme ten westen ende Vpcke Jelmerzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Feijte Douwezoon erven ten westen ende Pier Douwezoon seas ten oosten naestlegers zijn, zijn te Mackum aengebrocht, Pier voor- screven toecomende , Noch anderhalff eijnse Pier voorscreven toeco- screven toecomende , Noch anderhalff eijnse Pier voorscreven toeco- mende , wairvan Eme Ennezoon ten oosten ende Pier Douwezoon mende , wairvan Eme Ennezoon ten oosten ende Pier Douwezoon voorscreven ten westen naestlegers zijn , Noch thien pondematen meden te Abbingawier gelegen , Sijbe horne genoempt, wairvan Heer Hessel voorscreven van zijn pastorie wegen ten westen ende Hans Goetsfrionts ten oosten naestlegers zijn , Noch vier ponde- maten meden , wairvan die patroon te Cornwert ten westen ende Pier Douwezoon voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden leggende op Tresmeedt , wairvan Bonne Haijtsema ten oosten ende westen naestleger es , Noch twee pon- dem.aten meden op Tresmede gelegen, wairvan die patroon te Ab- bingawier ten westen ende Sijurdt Wijbezoon erven ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Bonne Haijthieme ten westen ende die heenmer ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Taets Pieters te Wons lantvrouw es ende Sgbrandt Hayes te Coudum van wegen zyn hugsvrouwe, seijt es ende Sgbrandt Hayes te Coudum van wegen zyn hugsvrouwe, seijt nochtans ende protesteert die voorsz. Pier Douwezoon dat hem soude toecomen als mey er van wegen Tyaardt Aluwe weesen twee roeden breedt over de thien pondematen ende de vier hiervoeren gespecificeert , Noch bruijct hij twee pondematen meden die patroon toecomende, wairvan Taets Tijaersma ten oosten ende Bonne Haijt- toecomende, wairvan Taets Tijaersma ten oosten ende Bonne Haijt- sma ten westen naestlegers zijn , Sumarem Lxxxvn ponden ses eijnsen , x penningen. 4. Pier ende Lolle Douwezonen hebben ons scriftelicken aenge- geven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken negen eijnsen saetlandt , wairvan Tidtsma ten westen ende Pier Bottezoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen .leer Hes sel pastoer in Abingawier lantheer es , Noch bruijcken zij een pon- sel pastoer in Abingawier lantheer es , Noch bruijcken zij een pon- demate ende drie eijnsen lants mijt die huijssteedt, wairvan Mo- demate ende drie eijnsen lants mijt die huijssteedt, wairvan Mo- macker ten oosten ende die kerck tAbbingawier ten westen naest- legers zijn , Noch drie eijnsen, wairvan Vpcke Jelmerzoon huijs ten westen ende Haijtsma viiff pondematen ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate , wairvan Vpcke Jelmerzoon ten 35() BUIJTENDIJCKS DIJOKAGIE. oosten ende die voorscreven een pondemate mijt drie eijnsen voor- screven ten westen naestlegers zijn , Noch sestiendehalve ponde- mate fennen, wairvan die boert acker ten suijden ende Bonne Haij- sma een pondemate ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pon- dematen meden , wairvan. Bonne Haijsma ten noorden ende die voorscreven sestiendehalve pondematen ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden , wairvan die voorscreven ses- tiendehalve pondemate lennen ten oosten ende Taets Pieters doch- ter Tiersma tiers pondematen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Baernswal ten westen ende die ses pondematen van de pastorie ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Fed Sijurds weduwe ten noorden ende Bonne Haijtsma ten suijden naestlegers zijn, van dese ponde- mate is die patroon lantheer, , Noch een halft pondemate fenne Bonne Haythiema toecomende in de sestiendehalve pondematen be- clempt , Noch een half pondemate meden Bonne Haythiema toeco- mende, wairvan die fenne voorscreven ten westen ende die olde hoeijwech ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven lan- den Johannes Goedsvriond van vier pondematen, Heer Pals vgftehalve den Johannes Goedsvriond van vier pondematen, Heer Pals vgftehalve pondematen ende Vleloe Syurcltzoon van drie pondematen lantheeren pondematen ende Vleloe Syurcltzoon van drie pondematen lantheeren zijn. Sumarem xxxii ponden in eijnsen. 5. Sgurd Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verelairt to gebruijcken negen pondematen fennen die groote eertfenne genoempt, leggende te Abbingawier, wairvan die pastoer te Abingawier ten westen ende den rijdwech van Abingawier nae Mackum ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen fennen leggende achter Abbingawier bueren, wairvan die laen ten westen loopende aen Abbingawier saetlant nae die bueren naestleger es, Noch een pondemate lants leggende op Tres- meed , wairvan Douwe Lollezoon ten oosten ende Pier Douwe- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch vW-1 pondematen lants , wairvan Vlcke Sijurdzoon. ten oosten ende Sillaerder mer ten wes- ten naestlegers zijn , Noch twee pondematen lants op Tresmeed leggende , wairvan Taets Tiersma ten oosten ende Sillaerdera mer ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden op Tresmeden gelegen , wairvan Fed Sijurts weduwe ten oosten ende Taets Pieters dochter Tiersma ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate op Tresmeed gelegen , wairvan Sinte Bonifacius landen te Abbingwier ten oosten ende Sillaerder mer ten ABBINGAWIER. 351 westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen op Oega meed leg- gende, wairvan die baernd toe Wons ten westen ende Sinte Boni- fauns landen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen op Oege meed gelegen, wairvan dat Reijn Pierzoon ten suijden ende Sinte Bonifacius landen ten noorden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen lants, wairvan dat terp ten westen ende dat goet de Staten dair Vicke Sijurdtzoon nv op woont toe Abingawier ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen, die halve baenackeren genoempt, wairvan Sijurdt Douwezoon eijgen landt ten oosten ende Reijn Pierzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pon- demate, wairvan Pijammer personaetschip ten suijden ende Vicke Sijurdtzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve ponde- mate fennen in die olde fenne gelegen , wairvan Douwe Lollezoon erffgenamen ten westen elide Vicke Sijurdtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate leggende in die olde fenne, wair- zijn , Noch een halve pondemate leggende in die olde fenne, wair- van Vicke Sijurdtzoon ten noorden ende Heer Paulus to Piaem ten suijden naestlegers zijn, Noch twee pondematen lants, wair- van die armen van Bolswert landen ten noorden ende Taets Tir- sma ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Bonne van Hagthiema lantheer es , Noch bruijct hij bier en boven twee eijnsen lants dair zijn huijs op staet, Noch bruijct hij een pondemate fennel' , wairvan Bonne Haijtzema ten suijden ende Heer Pauwels landen ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden, wairvan Lolle Douwezoon ten westen ende de bern vairt ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by selffs lantheer is als hij bij zijnen eede verclaert heeft. Sumarem nu' ponder viii eijnsen. Sumarem nu' ponder viii eijnsen. 6. Frans Seerpzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclaert to gebruijcken twaeliff pondematen fennen, wairvan baern vaert ofte de zijlroedt ten oosten ende die laen ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden , wair- van Pier Douwes ten oosten ende Bonne Haijtsma ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden de Patroon te Abin- gawier de een derdehalve pondemate toecomende ende Vpeke Jelmer- zoon dander derdehalve pondemate toecomende, wairvan. Pieter Douwe- zoon ten westen ende de laen ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate hooge meden , wairvan Lolle Douwezoon ten wes- ten ende Vicke Sijurdtzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Selaerde mer ten westen ende Fed Sijurdts wecluwe ten oosten naestlegers zijn , Noch die 352 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. huijsstede groot zijnde twee eijnsen, van welcke voorscreven landen Vpcke Jelmerzoon lantheer es , Noch anderhalve pondemate meden die pastorie tAbingawier toecomende , wairvan Bonne Haijtsema ten westen ende Fed Sijurdts weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt , wairvan die huijssteedt ten westen ende Bonne Haijtiema ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Vpcke jelmerzoon lantheer es , vugtge- sondert derdehalve pondematen die de patroon te Abingawier toecomen. Sumarem xxvii pondematen viii eijnsen. 7. Vide Syurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertien pondematen f ennen mijt die huijssteedt , wairvan die vaerswal ten oosten ende Renick Pierzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den Syurdt Douwezoon , Vpcke Sijurdtzoon , Haije Jellezoon van we- gen zijn stiepkindt van twaeliff pondematen ende drie eijnsen ende Vlcke Sgurdtzoon van negen eijnsen lantheeren zijn , Noch drie pondematen meden in aid fenne , wair van de verswal ten oosten ende Douwe Lollezoon erffgenamen ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen in de hollen gelegen , wairvan die veerswal ten oosten ende Lolle Douwezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden leggende op hooch meed, wairvan die Zijlroede wal ten westen ende die pastoer van Abingawier ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Vpcke Sijurdt- zoon, Syurd Douwezoon , Vpcke Sgurdzoonende Lige Jellezoon van zoon, Syurd Douwezoon , Vpcke Sgurdzoonende Lige Jellezoon van wegen zyn stiepkindt lantheeren zijn , Noch drie pondematen meden leggende opt hoeff meed die patroon van Abbingawier toeco- mende , wairvan Bonne Haijthiema ten noorden ende Fed Sijurdts weudwe ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen me- den leggende op hoogmeedt de patroon voorscreven toecomende , wairvan Bonne Haijthiema ten suijden ende Fed Sijurdts weduwe ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, tcrom stuck genoempt , wairvan Bonne Haijthiema ten suijden ende olt Witthiema laen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Vpcke Sijurdtzoon , Sijurdt Douwezoon, Vpcke Sijurdt- soon , ende Haije Jellezoon van wegen zijn stiepkindt lantheeren zijn , vuijtgesondert de ses pondematen voorscreven de patroon toe- comende , Noch een pondemate Vpcke Sijurdtzoon toecomende , wair- van Pieter Douwezoon ten noorden ende die heeren veer ten wes- ten naestlegers zijn. Sumarem xxxi ponden. Sumarem LT C xcv ponden , thien eijnsen. MACKUM. 353 MACKUM. 1. Heer Jacob pastoer te Mack um heeft ons scriftelicken aenge- geven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff ponde- maten fennen wairvan Douwe Obbezoon ten noorden ende die melckvairt ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants , wairvan die melckvairt ten noorden ende Tijerck Janzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden opte groote meden gelegen , wairvan Tsaelinck Naenckezoon ten westen ende Laes Hollinghe •erffgenamen ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate op die hemmen gelegen , wairvan Coude mers wal ten oosten ende Hijnne in die werren ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen , wairvan Frans Schroor ten oosten ende Schelte Abbezoon ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen , wairvan Wijtthie Bottezoon ten suijden ende Douwe Obbezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen, wair- van die patroon ten oosten ende Hinne in de werre ten suijden naestlegers zijn Noch twee pondematen , wairvan Douwe Obbe- zoon ten oosten ende Hinne voorscreven ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate , wairvan Lieuwe Janckezoon ten oosten ende Rencke Gerrijtzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een halff pondemate , wairvan Bonne Haijtsma ten oosten ende Vpcke Sijurdtzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halff pondemate lants twelck Sijbrandt Gerrijtzoon voir dit jair bruijct, wairvan Heer Broer Vicarius te Mackurn ten noorden ende die rijdwech ten suijden naestlegers zijn , Noch vier eijnsen, wairvan Douwe Obbezoon ten oosten ende Gerbren Herckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, wairvan Pieter Dirck- zoon ten suijden ende Abbe Jeldrenzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen , wairvan Reijnert Tijertzoon ten oosten ende die rijdwech ten westen naestlegers zijn, Noch drie eijnsen, wairvan Eeb Feijtezoon ten oosten ende Douwe Obbezoon ten wes- ten naestlegers zijn , Noch twee eijnsen, wairvan Obbe Fongerzoon ten oosten ende die zeedijck ten westen naestlegers zijn, Noch ne- gen eijnsen , wairvan die melckvairt ten suijden ende die rijdwech ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate, wair- van die vairt ten oosten ende die rijdwech ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Gerbren Herckezoon ten noorden ende die zijlroede wal ten suijden naestlegers zijn , 23 354 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. Noch vier eijnsen , wairvan het kerckhoff ten oosten ende die zee- dijck ten westen naestlegers zijn , Noch huijs ende hoff groot zijnde drie eijnsen, van welcke voorscreven landen die pastorie te Mackum drie eijnsen, van welcke voorscreven landen die pastorie te Mackum lantheer es. Sumarem xxxm ponden acht eijnsen. 2. Wgtthie Bottezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondematen meden, wairvan Epe Feddezoon ten westen ende Sijouw Steffens weduwe ten oosten naestlegers zijn, ende schieten ten suijden ende lecht op Wonsera hemrick ende is affgetoegen van Pieter Tijaartzoon aldair, Noch een halve pondemate meden, wairvan Tsaelinck Nencke- zoon ten oosten ende die Coldmer ten westen naestlegers zijn Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan Pier Bottezoon ten oosten ende Bonne Haijthiema ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan Douwe Obbezoon ten oosten ende Sijurdt Tijerckzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een halve ponde- mate saetlandt, wairvan Bonne Haijthiema ten noorden ende Jarich Bottezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saet- landt, wairvan Pier Bottezoon ten oosten ende westen naestleger es , van welcke voorscreven landen Tf-gtthie Bottezoon lantheer es , Noch twee pondematen meden , wairvan Frans Camminga landen ten oosten ende Pieter Abbezoon ten westen naestlegers zijn, Noch een halve pondemate meden, wairvan Brijontick Vpckezoon ten noorden ende de Coldmer ten suijden naestlegers zijn, Noch derde- halve pondemate meden , wairvan Obbe Fungers ten noorden ende Tijaardt Scheltezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een halff pondemate meden, wairvan Tijets Lijeuckema ten westen ende Douwe Obbezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een halff pon- demate meden , wairvan Pieter Tiersma ten westen ende de zijl- roedt ten oosten naestlegers zijn , Noch thien pondematen fennen, wairvan Rinnert Tijaardzoon ten oosten ende Marten Douwezoon ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Tijets Lijeuckema lant ten oosten ende Wijbrandt Sijmon- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Tijets Lijeuckema ten oosten ende Sijbrant Tsaelinckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt, wairvan Eme Ennezoon ten oosten ende Sijmon Redwers tAndle- bueren ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt, wairvan Sijbrandt Fopckezoon ten oosten ende Tsaelinck Seerpzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt, MACKUM. 355 wairvan Groene Tsaelinck tAllengwier ten oosten ende Douwe Wobbezoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saet- landt, wairvan die zeedijck ten westen ende Persinne van Mackum steedt ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen tConvent van Oldeclooster lantheer es , Noch bruijckt hij vierdehalve pondematen meden Wgbrant Sgmonzoon toecomende , wairvan Bonne pondematen meden Wgbrant Sgmonzoon toecomende , wairvan Bonne Haijtema ten suijden ende noorden naestleger es , Noch bruijct hij ses pondematen meden , wairvan. Tijets Lijuckema tea suijden ende Rinnert Tijaartzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch twee en twintich eijnsen meden, wairvan die Vicarius van Mackum ten noorden ende die patroon ten suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate meden , wairvan tConvent van Oldedowter lan- den ten oosten ende Tijets Lijuckema ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen in Haechsema fenne over hooch ende leech gelegen Noch sestien eijnsen saetlandt, wairvan Douwe Obbe- zoon ten oosten ende Wijbe Tijersma ten westen naestlegers zijn Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Pier Bottezoon ten oosten ende Eble Bauckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt wairvan Sijurdt Tijerckzoon ten oosten ende Sijbrandt Tsaelinckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen saetlandt, wairvan de bande veer ten noorden ende de pastoors landen ten suijden naestlegers zijn , Van welcke voorscreven landen Wybrant Sgmonzoon lantheer es , Noch negen egnsen meden Witthie Bottezoon toecomende , wairvan Otte ritzoon ten noorden ende Aene Hesselzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch thien eynsen saetlandt tConvent van Oldeclooster toecomende , wairvan die Zijlroede wal ten suijden ende Agge Lijuckema landen ten noorden naestlegers zijn. Sumarem xLv ponden iv eijnsen. 3. Focke Hagtezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate ineden, wairvan Gothie Seerpzoon ten oosten ende die pastoer van Corn- wert landen ten westen naestlegers zijn, Noch een halve ponde- mate leechlandt leggende ten suijden aen Esele mer, van welcke voorsz. landen Henrick Henrickzoon te Bolswairt lantheer es. Sumarem Iv ponden. 4. Syurdt Tgerckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen fennen , wairvan Eble Bauckezoon ten oosten ende Pier Bottezoon ten wes- ten naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden, wairvan Ger - 356 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. bren Herckezoon ten suijden ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn Noch acht eijnsen meden, wairvan Sijoucke Wij- bezoon ten suijden ende Sijurd Ydtszoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden leggende op Doingewier meden, wairvan die Beghijnen landen van Worckum ten noorden ende Tsae- linck Seerpzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch seven eijnsen meden , wairvan Tsaelinck Naenckezoon ten westen ende Schelte Abbezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden leggende op Karland , wairvan Eble Bauckezoon ten westen ende Tsaelinck Nenckezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen min drie eijnsen leggende oppe groote meden, wair- van Nanne Hermanzoon ten oosten ende Ael Bonne weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate leggende op die hemmen , wairvan Abbe Jelderen ten oosten ende Gerbrandt Herckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate saetlandt leggende over Oldecloosters zijlroede , wairvan Mi- chiel Tijaartzoon ten oosten ende Olfert Goedsfriendt weeskinderen ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan Obbe Fungerzoon ten oosten ende Rijoerdt Bottezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, wairvan Schelte Abbe- zoon ten oosten ende Fedde Sijmonzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, wairvan Wijtthie Bottezoon ten oosten ende Pieter Iskema ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen, wairvan Jarich Bottezoon ten oosten ende Bonne Haijthiema kerckpat ten westen naestlegers zijn Noch drie eijnsen, wairvan Bonne Haijthiema ten oosten ende Gerbren Herckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate, wairvan Doede Agge- zoon ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Sgurdt Tyerkzoon voorsz. scuffs lantheer es als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijckt hij viertien pondematen fennen, wairvan Abbe Jellezoon ten oosten ende Schelte pondematen fennen, wairvan Abbe Jellezoon ten oosten ende Schelte Abbezoon weeskinderen ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen ende vier eijnsen meden leggende op Mackumme hem- men , wairvan die patroon to Mackum ten oosten ende Abbe ,Tel- dertzoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen me- den, wairvan Bonne Haijthiema ten noorden ende suijden naestle- ger es , Noch twee pondematen fennen, wairvan Bonne Haijthiema ten westen ende Epe Feijtezoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Sybrandt Hayezoon van wegen zyn huys- vrouwe lantheer es , Noch een halve pondemate saetlandt Baucke MACKUM. 357 Fegckezoon erffgenamen toecomende, wairvan die pastoer te Mackum ten westen ende Sijurd Tijerckzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate de patroon van Mackum toecomende, wairvan Sijurd een pondemate de patroon van Mackum toecomende, wairvan Sijurd Tijerckzoon ten noorden ende suijden naestleger es. Sumarem XLIV ponden VII eijnsen. 5. Folckert Foecieelzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate saetlaedt, wairvan Adessinge laen ten suijden ende Douwe Obbezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vier eijnsen saetlandt , wairvan Sijts Pietersdochter ten suijden ende Tijets Lijuckema ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen , wairvan Schelte Abbe- zoon ten suijden en Abbe Jeldertzoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen TVgbe Scheltezoon lantheer es, Noch drie pondematen meden, wairvan Schraerdera dijck ten oosten ende Andries Seerpzoon kinderen ten westen naestlegers zijn , dese voor- screven drie pondematen Syurdt Hogthiezoon toecomende. Sumarem vi ponden iv eijnsen. 6. Sgouck Wgbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen, wair- van Ebele Bauckezoons weesen ten noorden ende die lange laen ten westen naestlegers zijn , Noch thien eijnsen meden , leggende bij leech mer , wairvan Jelle Herezoon ten oosten ende die leech- mer ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan die pastoer ten noorden ende Pijbe Andla mijt zijn broers en susters ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven lan- den Sgouck Wgbezoon voorsz. lantheer es , Noch seven eijnsen saet- den Sgouck Wgbezoon voorsz. lantheer es , Noch seven eijnsen saet- landt leggende toe Pijaum, wairvan Jonge Rincke erven ten noor- den ende Fedde Gabbezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan Lieuwe Rinnertzoon toe Pijaum ten westen ende Rincke Gerrijtzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch negen eijnsen saetlandt , wairvan Rijurdt Jeldertzoon ten westen ende de pastoer van Mackum ten oosten naestlegers zijn, Noch een halve pondemate mijt die huijssteedt, wairvan Jarich Botte- zoon ten suijden ende Rijurdt Feijtezoon ten noorden naestlegers zijn , van alle dese voorscreven landen is Sgouck Wgbezoon voor- screven brugcker ende lantheer , Noch bruijct hij een pondemate meden , wairvan Sijbrandt Tsaelinckzoon ten suijden ende Sijurdt Ydtszoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen fennen , wairvan Eble Auckezoons weeskinderen ten noorden ende de lange laen ten westen naestlegers zijn , Noch tiers eijnsen 358 BULTTENDUCKS DIJCKAGIE. saetlandt in drie porcheelen leggende wairvan Tsaelinck Sijurd- zoon ten westen ende eenen Fonger van Allengwier ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sgmon Sgbezoon lantheer es , Noch bruijct hij een pondemate fennen, wairvan Eble Bauckezoon weeskinderen ten noorden ende de lange laen ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt in twee stucken gelegen , wairvan die lange laen van deen stuck ten noorden ende van dander stuck ten suijden naestleger es. Dese voorscreven landen comen Hidde Hettezoon toe, Noch bruijckt hij een pondemate fennen Syurdt Tgerckzoon toecomende , wairvan Eble Bauckezoon weeskinderen ten noorden ende die lange laen ten westen naestlegers zijn. Sumarem xv ponden iii eijnsen. 7. Rinnert Tgaardtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen , wairvan Rippert Elingsma fenne ten oosten ende Wobbel Dominicus wairvan Rippert Elingsma fenne ten oosten ende Wobbel Dominicus Pijbezoon wijff landen ten westen naestlegers Ain , Noch vier pon- dematen meden leggende op die hemmen , wairvan die voorscre- dematen meden leggende op die hemmen , wairvan die voorscre- ven fenne ten noorden ende die zijlroede van Oldeclooster strec- kende te Mackum ten suijden naestlegers zijn , Noch drie ponde- maten meden , wairvan Sijouck Wijbezoons fenne ten oosten ende Wobbele voorscreven landt. ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Fockema Staten ten suijdwesten ende Douwe Oebezoon landt ten noorden naestlegers zijn, Noch negen eijnsen saetlandt , wairvan die pastoers landen ten loosten ende de pastoers huijs te Mackum ten noorden naest- legers zijn , Noch vijftehalve eijnse saetlandt leggende over die zijlroede , wairvan Rijurdt Feijtezoons landen ten noorden ende zijlroede , wairvan Rijurdt Feijtezoons landen ten noorden ende Achtlumme landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een ponde- mate ende anderhalff eijnse saetlandt , wairvan Douwe Oebezoons huijs ten westen ende Sijbe Olfertzoon landt ten oosten naestle- gers zijn , van welcke voorscreven landen Rinnert voorscreven kin- deren lantheeren zijn , Noch bruijct hij viertien pondematen fen- deren lantheeren zijn , Noch bruijct hij viertien pondematen fen- nen , wairvan Sijurd Tijerckzoon landen ten noorden ende de lange nen , wairvan Sijurd Tijerckzoon landen ten noorden ende de lange laen ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate laen ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden leggende op Zijlebuere meden tAllingwier, wairvan Rijurdt Jaclezoon ten westen ende Gerloff Sijthiezoon erffgenamen ten suijden naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate fennen leg- gende tAllingwier, wairvan Zigebueresloot ten suijden ende Rijurdt MACKTJM. 359 Jaclezoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jaeij Pieters ende Anne Sijboutzoon lantheeren zijn. Sumarem xxxv ponden ix eijnsen. 8. Pier Bottezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken een pondemate saetlandt , wairvan Bonne Haijthiema ten oosten ende Wijtthie Bottezoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt , wairvan die zeedijck ten westen ende Obbe Fongerszoon ten oosten naest- legers zijn , Noch thien eijnsen saetlandt, wairvan die zeedijck ten westen ende Sijtthie Sijurdtzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch twee eijnsen saetlandt , wairvan Douwe Peeckezoon ten noorden ende Gerbren Herckezoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Baucke Feijckezoon erffgenamen lantheeren zijn, Noch bruijct hij twee pondematen in Haenxema fenne gelegen over hooch ende leech , wairvan Obbe Fungerzoon landen ten westen ende Douwe Obbezoon fennen ten oosten naestlegers zijn, welcke voorscreven twee pondematen Jercke Sijmonzoon toecomen , Noch bruijckt hij een pondemate saetlant , wairvan Wijtthie Bottezoon ten oosten ende Tsaelinck Scheltezoon erffgenamen ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden leggende opte hemmen , wairvan die pastoer van Mackum ten oosten ende die patroon van Mackum ten westen naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen hij selffs lantheer es als hij bij zijnen Bede verclairt heeft. heeft. Sumarem vu ponden. 9. Michiel Tijaertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken negen eijnsen saetlandt , wairvan die lange laen ten noorden ende Wobbel Meester Domi- nicus wijff ten westen naestlegers zijn , Noch een halve ponde- mate saetlandt , wairvan die zijlroede wal ten oosten ende Sijurdt Tijerckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch vijftehalve eijnse saetlandt , wairvan Piecke Sijurdtzoon erffgenamen ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Sijurdt Tijerckzoon ten suijden ende Olphert Emme erff- genamen ten oosten naestlegers zijn , Noch acht eijnsen meden leggende op Doingwier meden, wairvan Wabbe Aggezoon ten noor- den ende Tsaelinck Seerpzoon ten suijden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate fennen Bijurdt Bottezoon toecomende , wairvan 360 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Sijurdt Tijerckzoon ten oosten ende Wijtthie Bottezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate Pier Bottezoon toeco- mende , wairvan Sijurdt Tijerckzoon ten oosten ende Wijtthie Botte- zoon ten westen naestlegers zijn. zoon ten westen naestlegers zijn. Sumarem v ponden ix eijnsen thien penningen. 10. Tijerck Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen saetlandt , wairvan die pastoer ten noorden ende Tsaelinck Scheltezoon erven ten oosten naestlegers zijn. Sumarem m ponden. 11. Eep Feytezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viiff pondematen fennen, wair- van Schelte Tijersma erffgenamen ten westen ende Olde Ysme laen van Schelte Tijersma erffgenamen ten westen ende Olde Ysme laen ten oosten naestlegers zijn , Noch viiff pondematen fennen, wair- van Douwe Obbezoon ten suijden ende Gerbren Herckezoon ten noorden naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen Eep voorsz. scuffs lantheer is , behalven drie pondematen leggende in de voorsz. scuffs lantheer is , behalven drie pondematen leggende in de voorsz. Off pondematen, die Geertrugt Pieters weduwe toecomen , Noch vier Off pondematen, die Geertrugt Pieters weduwe toecomen , Noch vier pondematen fennen over hooch ende leech in Rinnert Tijaert§- zoon fenne gelegen , wairvan Wijtthie Bottezoon ten westen ende Tijets Lijuckema ten oosten naestlegers zijn, van weicke voorscre- ven landen Rgoert Fegtes van drie pondematen ende Eep voorscreven van een pondemate lantheeren zijn , Noch bruijct hij twee pondematen meden opte hemmen gelegen, Rgurdt Feyckezoon toecomende , wair- meden opte hemmen gelegen, Rgurdt Feyckezoon toecomende , wair- van Heer Broer Vicarius te Mackum ten westen ende derffgena- men van Schelte Abbezoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee ,pondematen meden Byurdt Feyckezoon voorscreven toecomende , wairvan Wijtthie Bottezoon ten westen ende Tijets Lijuckema ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Sijurdt Tijerckzoon ten westen ende Gerbren Herckezoon ten oos- ten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden , wairvan Taecke Donije ' erffgenamen landen ten suijden ende de pastoer te Scraerdt ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate meden, wairvan Tsaelinck Lollis ten westen ende Otte Frits- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen lants, wair- van Scraerde zigroede wal ten oosten ende Rijurd Bottezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Schelte Abbezoon ten westen ende Rijurdt Jeldrenzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt, MACKUM. 361 wairvan die lange laen ten suijden ende de melckvaerts wal ten noorden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlant , wairvan Schelte Abbezoon erffgenamen ten westen ende Rijurdt Bottezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff eijnsen saetlandt , wairvan Gerbren Herckezoon ten oosten ende de zeedijck ten westen naest- Gerbren Herckezoon ten oosten ende de zeedijck ten westen naest- legers zijn , Noch vijff eijnsen saetlandt deen helft in Lijauckama horn gelegen ende die ander helft int cromlandt gelegen, wair- van die lange laen ten suijden ende Rijurdt Jeltnije ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Eep voorsz. selffs lantheer is , Noch anderhalve pondemate saetlandt Rgurdt Fegcke- soon toecomende , wairvan die lange laen ten suijden ende Schelte Abbezoon erffgenamen ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff eijnsen saetlandt , wairvan Rijurdt Tijaardtzoon ten suijden ende de zijlroede wal ten noorden naestlegers Ain , Noch anderhalve pondematen meden hem seine's matte erfgenamen van Schelte Abbe- zoon toecomende, wairvan Tsaelinck Lollezoon ten westen ende Otte Fritszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlants Wgbren Symonzoon toecomende , wairvan die pastoer ten westen ende Rinnert Tijaartzoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxx ponden een eijnse. 12. Jarich Bottezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken ses pondematen fennen, wair- van Bonne Haijtiema ten oosten ende Schelte Abbezoons kinde- ren ten westen naestlegers zijn, Noch thien eijnsen meden, wair- van Eme Laeszoons kinderen ten oosten ende de muncke landen van Olde clooster ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan Brijontick Vpckezoon ten westen ende die coldmer ten oosten naestlegers zijn, Noch een half ponde- mate meden in Bonne Haijtiema landt beclempt , wairvan die voorscreven Bonne ten oosten, westen, suijden ende noorden naest- leger es , Noch drie eijnsen saetlandt , wairvan Bonne Haijtiema ten oosten ende westen naestleger es, van welcke voorsz. landen Frans Kamminga lantheer es , Noch bruijct hij drie pondematen fennen Bonne Ilaytiema toecomende , wairvan Frans Kamminga lan- den ten westen ende Otte Ottezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Douwe Obbezoon ten oos- ten ende westen naestleger es , Noch een half pondemate saet- lant , wairvan Douwe Obbezoon ten suijden ende Wijtthie Botte- zoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt , wairvan Douwe Obbezoon ten oosten ende Sijurdt Tijerckzoon ten 362 BUIRENDUCKS DIJCKAGIE. westen naestlegers Ain , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Sijouck Wijbezoon ten noorden ende Otte Fritzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen meden, wairvan die pastoer te Mackum ten oosten ende Wijbrandt Sijmonzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden, wairvan Tsae- linck Nenckezoon ten oosten ende die Coldmer ten westen naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Epe Feddezoon ten westen ende Sijouw Steffens weduwe ten oosten naestlegers zijn , Dit is gelegen op Wonsera hemrick ende affge- toegen van Pieter Tijaartzoon Saet als Pieter voorscreven tselve vercofte , Noch negen eijnsen meden, wairvan Otte Fritzoon ten noorden ende Aene Hesselzoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jarich Bottezoon voorscreven landtheer is, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij drie egnsen saetlandt Beer Broer Tgerckzoon toecomende , wairvan hij Jarich saetlandt Beer Broer Tgerckzoon toecomende , wairvan hij Jarich voorscreven selffs ten noorden ende de noerder melckvairt ten suij- den naestlegers zijn , Noch bruijct hij zeecker wier groot zijnde twee egnsen Bessel Sgbrantzoon toecomende. Sumarem xvii ponden ix eijnsen. 13. Abbe Jeldrenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fennen , wairvan die heerenwech ten suijden ende die beern ten noorden naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden op die hemmers gelegen , wairvan Tijets Lijuckema ten noorden ende de zijlroede wal ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen op Car- landt gelegen , wairvan de koudmer ten suijden ende Brijontick Upckezoon landt ten noorden naestlegers zijn , Noch een ponde- mate in de leege marren gelegen , wairvan Bonne Haijthiema ten suijden ende Douwe Obbezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlant, wairvan Tijets Lijuckema hijem ten wes- ten ende huer breet stuck saetlandt ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen lants , wairvan Pieter Dirckzoon ten westen ende die wech van Bolswert ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate , wairvan Fedde Sijmonzoon ten westen ende die wech van Bolswairt voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate lants , wairvan Pieter Dirckzoon ten suijden ende Fedde Sijmonzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch drie eijnsen leggende in die Slenwert, wairvan Marten Douwezoon ten oosten ende Baucke Tijersma ten westen naestlegers zijn , MACKUM. 363 Noch anderhalve pondemate lants, wairvan die heerenwech strec- kende nae Bolswert ten noorden ende die melckvairt ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt, die Vica- rie van Mackum toecomende , wairvan Bonne Haijtiema ten oos- ten ende Pieter Dirckzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Abbe Jeldrenzoon lantheer es als hij bij zijnen eede verclairt heeft , vugtgesondert vier pondematen die zyn bruer eede verclairt heeft , vugtgesondert vier pondematen die zyn bruer Clair vugt comen ende vuytgesondert de halve pondemate van de Vica- Clair vugt comen ende vuytgesondert de halve pondemate van de Vica- rius. rius. Sumarem xxxm ponden vi eijnsen. 14. Foppe Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen, wair- van die pastoers landen te Idsgehusum ten noorden ende de zijl- van die pastoers landen te Idsgehusum ten noorden ende de zijl- roede van Mackum ten suijden naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen Wonvent van Achtlum lantheer es. Sumarem iv ponden. 15. Jarich Epezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen fennen, wair- van Olfert Imma erven ten oosten ende Elbella Bauckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden in die meren gelegen , wairvan Bonne Haijtiema ten suijden ende Lioets Martens weduwe erffgenamen ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen die Vicarie van Mackum lantheer es. Sumarem viii ponden. 16. Sgbrandt Gerrgtzoon dolde heeft ons scriftelicken aengege- ven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een halve ponde- mate saetlant, wairvan Bonne Haijtiema ten suijden ende Gerbren mate saetlant, wairvan Bonne Haijtiema ten suijden ende Gerbren Herckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve ponde- mate saetlandt, wairvan Tijets Lijauckama landen ten oosten ende Sijoucke Wijbezoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen die Vicarie van Mackum lantheer es , Noch bruijct hij vgfftehalve pondemate fennen , wairvan Sijurdt Tijerckzoon ten westen ende Haijthie Emezoon ten oosten naestlegers zijn , Eble westen ende Haijthie Emezoon ten oosten naestlegers zijn , Eble Bauckezoon van weqen zyn kinderen lantheer ende heeft tvoorscre- ven landt gehuijrt van Douwe Peeckezoon. Sumarem v ponden vi eijnsen. 17. Sybrandt Gerrytzoon de jonge heeft ons scriftelicken aenge- geven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate saetlant , wairvan Pier Douwezoon ten westen ende Olfert Goet- frijnt erven ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven 364 BUIJTEN DUCKS DIJOKAGIE. landen hg selffs grontheer is als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem een pond. Sumarem een pond. 18. Tgets Lyukema ende Broer Frericxzoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen, wairvan Rencke Gerrijtzoon ten oosten ende Wijtthie Bottezoon ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden, wairvan Rinnert Tijaardtzoon ten suijden ende Tiets Lijeuckema ten noorden naestlegers zijn , Noch seven pon- dematen , wairvan Sijoucke Wijbezoon ten suijden ende Pijbe Tsae- linckzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen , wairvan Tsaelinck Nenckezoon ten westen ende Lolcke van Ydse- gehuijsum ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate leg- gende aen Beijtsma sloot over hooch ende leech in een stuck van twee pondematen dairaff Otte Fritszoon dander pondemate van toe- compt , wairvan deselve Otte mijt een halve pondemate ten suij- den van de voorseijde twee pondematen ende Heer Paulus lan- den te Pijanum van zijn pastorie wegen ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Wijtthie Bottezoon ten westen ende Michiel Tijaardtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt aen een stuck gelegen , wairvan Wijtthie Bottezoon ten westen ende Tiets Lijuckema voorsz. ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Wobbel Do- minims Pybezoon wyff lantvrouw is , Noch thien pondematen fen- nen leggende te Mackum, wairvan Rinnert Tijaardtzoon ten suij- den ende Talinga ten noorden naestlegers zijn , Noch vier ponde- maten meden , wairvan Obbe Fungerzoon ten oosten ende die Vicarius ten westen naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondema- ten lennen leggende over hooch ende leech in Talinga fenne , Noch een pondemate saetlant , wairvan Abbe Jeldrenzoon ten suijden ende Rijurdt Bottezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlant , wairvan Heer Broer Vicarius in Mackum van wegen zijn beneficie ten oosten ende Abbe Jeltema ten westen naestlegers zijn, Noch viertien eijnsen, wairvan die pastorie landen ten westen ende Douwe Fongerzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate , wairvan Rinnert Tijaardtzoon ten suijden ende Douwe Obbezoon ten westen naest- legers zijn , Noch een pondemate lants , wairvan Wijbe Schelte- zoon ten suijden ende Abbe Jeltema ten noorden naestlegers zijn, Noch een pondemate , wairvan Wobbel Dominicus Pijbezoon wijff landen ten westen ende Fonger Abbezoon ten oosten naestlegers MACKUM. 365 zijn, van welcke voorscreven landen Tgets Liguckema self's lant- vrouw es als zij bij hueren eede verclairt heeft , Vuyt dese voor- screven landen brugct Broer Frericxzoon vijff pondematen fennen , wairvan Talinge landen ten noorden ende Dominicus Pijbezoon landen van wegen zijn huijsvrouwe ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden , wairvan Tsaelinck Nenckezoon ten westen ende Lolcke van Ydsegahusum ten oosten naestlegers zijn , Noch de pondemate aen Beijtsma sloot over hooch ende leech in twee pondematen, wairvan die pastoers landen van Pijam ten noor- den ende die Coudemer ten suijden naestlegers zijn , Noch de an- derhalve pondemate saetlandt, wairvan Rinnert Tijaardtzoon ten suijden ende Douwe Obbezoon ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct Broer voorscreven de pondemate saetlants, wairvan Wobbel Dominicus landen ten westen ende Fonger Obbezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate van de drie ponde- maten saetlandt, wairvan Wijtthie Bottezoon ten westen ende Tiets Lieuckema ten oosten naestlegers zijn. Sumarem Lvn ponden acht eijnsen. 19. Doede Epezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen meden, wair- van hij selffs ten westen ende de here van tlant aen de dijck ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Otte Ottezoon lantheer es , Noch een pondemate saetlandt , wairvan de zuijder lantheer es , Noch een pondemate saetlandt , wairvan de zuijder witte zijlroede wal ten westen ende Doede Epezoon ten oosten naestlegers zijn , de voorscreven een pondemate comet Wgbe Epezoon weeskinderen toe. Sumarem vii ponden. 20. Jarich Oenezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate meden Hoyte Lieuwezoon toecomende, wairvan de pastoers landen tAllingwier ten oosten ende de Coldmer ten westen naestlegers zijn. Sumarem een pond. 21. Dlichiel Hendrickzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen. , wairvan Olfert Fungerzoon ten oosten ende Wijtthie Bottezoon fenne ten westen naestlegers zijn. , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Tebbe Bauckezoon weeskinderen ten oosten ende Rijurdt Jeltinga landt ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden leggende op die hemmen, wairvan Tiets Lijucke- ma landen ten westen ende Abbe Jeldrenzoon landt ten oosten 366 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Marten Douwezoon lant- heer e s. Sumarem VIII ponden vi eijnsen. 22. Rineke Gerrytzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken elliff pondematen fennen, wairvan die groote zijlroede wal ten noorden ende acht pondema- ten Wobbel Dominicus Pijbezoon huijsvrouwe toecomende ten suij- den naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden aen een stuck leggende , wairvan die voorscreven fenne ten westen ende Schelte Abbezoon weeskinderen landen ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden leggende te Donijewier aen een. stuck , wairvan Hessel Sijbrenzoons fenne ten suijden ende die beghijnen landen van Worckum ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlants leggende tusschen beijden de ziejlroeden strec- kende opte zuijder zigroede wal aen verscheijden porcheelen , van welcke voorscreven landen tConvent van Achtlum lantheer es, Noch bruijct hij drie pondematen lants op die hemmen gelegen , wairvan Schelte Abbezoon erven ten westen ende Rinnert Tijaardtzoon ofte Eeb Feijtezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch vier eijnsen saet- lant , wairvan Schelte Abbezoon erven landen ten oosten ende Tijets Lijukema landen ten westen naestlegers zijn, Noch twee en twintich eijnsen meden , wairvan Tiet Lijuckema landen ten oosten ende Frans Pieterzoon landen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen die Vicarie van Maekum lantheer es. Sumarem xxxiii ponden n eijnsen. 23. Deer Hessel Seheltezoon pastoer te Abingawier heeft ons scrifte- licken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken licken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen , wairvan die pastoers voorscreven fennen in Abingawier leggende ten oosten ende noch anderhalve ponde- mate den voorscreven pastoer toecomende ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen fennen, wairvan Eeb Feijtes ten oos- ten ende Bonne Haijtiema ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die pastoer van Abingawier lantheer is. Sumarem vu ponden. 24. Gerbren Herekezoon ende Frans Jeltezoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken , achtien pondematen fennen ende meden bij den anderen leggende , wairvan derffgenamen landen van Piecke Sijurdtszoon ten oosten ende oude Ydtsma laen ten westen naestlegers zijn, Noch derde- halve pondemate meden opte hemmen leggende , wairvan Sijurdt MACKUIVE. 267 Tijerckzoon ten oosten ende derfgenamen van Schelte Abbezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden leg- gende opt cardlandt, wairvan Brijontick Vpckezoon landen ten noor- den ende die coude mers wal ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Frans Jeltezoon ten oos- ten ende Eeb Feijtezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt zijnde een huijssteedt , wairvan Pieter Dirckzoon ten noorden ende Wijtthie Bottezoon landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Piecke Sijurdtszoon erfgenamen landen ten westen ende Rijurdt Jeldrenszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saet- landt bij Bonne terp , wairvan Piecke Sijurdtzoon erfgenamen ten noorden ende de Vicarie landen ten suijden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlants , wairvan Obbe Fongerszoon ten westen ende Sijurdt Tijerckzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt , wairvan die pastorie landen ten suijden endeLDouwe Obbezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saet- landt, wairvan die pastorie landen ten oosten ende de patroons- landen ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlants leggende ten suijden van de kercke ende voorts strec- kende aen den zeedijck twelck lant in eertijden mijt zee zant ende schillen beloopen is , Noch een halve pondemate saetlants , wair- van Bonne Haijtiema ten oosten ende die Vicarie landen ten westen naestlegers zijn ende dese. halve pondemate is mijt Abbe Jeldrenszoon landen bij outs aengebrocht, van welcke voorscreven landen Sinte Annaleen lantheer es , Noch bruijct Frans Jeltezoon voorscreven dit naescreven landt affgetoegen zijnde van Sinte Anna leens landen ende tleen toecomende, groot zijnde vgff pondematen me- den, wairvan die pastorie landen ten suijden ende Tsaelinck Pijbe- den, wairvan die pastorie landen ten suijden ende Tsaelinck Pijbe- zoon erffgenamen landen ten noorden naestlegers zijn, Noch bruijct Frans voorsz. acht egnsen saetlandt hem selffs toecomende , wairvan derffgenamen van Fonger Douwezoon landen ten suijden ende noorden naestlegers zijn. Sumarem xxxv ponden Ti eijnsen. 25. Hitch Bintcke weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt to gebruijcken een pondemate saetlant leggende op die cromme slootswal, wairvan tConvent van Achtlum, landen ten oosten ende westen naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen ..... Sumarum een ponde. 368 BUIJTENDIJKS DINKAGIE. 26. Wylie Seheltezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen lants, wairvan zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen lants, wairvan Eep Feijtezoon landen ten oosten ende Bonne Haijtiema landen ten Eep Feijtezoon landen ten oosten ende Bonne Haijtiema landen ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen hg self's lantheer es als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem. iv ponden. 27. Douwe Obbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fennen , wairvan Eeb Feijtezoon ten noorden ende Schelte Abbezoon erfge- namen ten suijden naestlegers zijn, Noch vijftien eijnsen lennen , wairvan Jarich Bottezoon ten oosten ende Vpcke Fongerszoon ten wairvan Jarich Bottezoon ten oosten ende Vpcke Fongerszoon ten westen naestlegers zijn Noch drie pondematen fennen wairvan Rinnert Tijaartzoon ten suijden ende oude Inthiema laen ten floor- den naestlegers zijn , Noch elliff pondematen meden, wairvan de den naestlegers zijn , Noch elliff pondematen meden, wairvan de pastorie landen ten suijden ende Piecke Sijurdtzoon erfgenamen ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Bonne Haijtiema ten noorden ende Abbe Jeldrenszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen meden , wairvan die Vicarie landen ten oosten ende die pastorie landen ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden, wair- westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden, wair- van die pastorie landen ten suijden ende Tsaelinck Pijbezoon lan- den ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden op Cardlandt leggende, wairvan die erffgenamen landen van Yme Laes- zoon ten noorden ende de coude mer ten suijden naestlegers zijn, Noch vijftien eijnsen saetlants , wairvan Jarich Bottezoon ten wes- ten ende Obbe Fongerszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een ten ende Obbe Fongerszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan oude Ysma laen ten noorden ende de noerder melckvairt ten suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlants, wairvan Rinnert Tijaardtzoon ten suijden ende pondemate saetlants, wairvan Rinnert Tijaardtzoon ten suijden ende Sijoucke Wijbezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve Sijoucke Wijbezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate , wairvan die pastorie landen ten oosten ende Rinnert Tijaartzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlant, wairvan Rinnert Tijaartzoon landen ten noorden ende suijden naestlegers zijn, Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan Ja- rich Bottezoon ten noorden ende Tijercxma 'anden ten suijden rich Bottezoon ten noorden ende Tijercxma 'anden ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt, wairvan Wijtthie Bottezoon ten oosten ende Epe Haringhzoon erfgenamen ten wes- ten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan Tsae- linck Sijurdtzoon ten westen ende Hessel Sijbrenszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt, wairvan MACKUM. 369 Sijurdt Tijerckzoons landen ten noorden ende suijden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt , wairvan Sijurdt Tijerckzoon ten oosten ende Obbe Fongerzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee eijnsen saetlants, wairvan Sinte Anne leens landen ten suijden ende Pieter Eijsma landen ten noorden naestlegers zijn , Noch twee eijnsen saetlants , wairvan Vpcke Fongers ten oosten ende Sijbe Olfertszoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee eijnsen saetlants, wairvan Reijn Sijurdtzoon erffgenamen ten oosten ende Vpcke Fongerszoon ten westen naestlegers zijn, Noch vijff eijnsen saetlandt , wairvan oude Ysma laen ten noorden ende Douwe Obezoon voorscreven ten suijden mijt drie pondematen fennen naest- legers zijn, Noch derdehalve pondemate saetlants , wairvan Bonne Haijtiema ten noorden ende Fetthiema staten ten suijden naestle- gers zijn, hiermede in gereeckent die huijsstede , Noch soe schit Douwe voorscreven in scattingen ende anderen ongelden voir twee gulden rente leggende op anderhalve pondemate saetlants ende twee pondematen ende vier eijnsen fennen deweicke hij nijet en gebruijct, van welcke voorsz. landen Frans Donye lantheer is. Sumarem xmx ponden xi eijnsen. 28. iffichiel Pabbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftehalve pondematen fen- nen , wairvan Bonne Haijtiema ten noorden ende Eeb Feijtezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden opte hemmen , wairvan Schelte Abbezoon erven ten noorden ende de pastoers landen ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen hg sells mgt zgn wgffs susteren ende broeren ende Otte Frits- zoon voir de vyfte pairt lantheeren zgn. Sumarem VJ ponden. 29. Fedde Popckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht en twintich pondema- ten fennen , wairvan Hathiema huijssteedt ten westen ende olde Ysma laen ten oosten naestlegers zijn , Noch ellifte halve pon- demate meden aen een stuck , wairvan Wijbe Scheltezoon lan- den ten westen ende Frans Pieterzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch veertien eijnsen meden Feddrickscamp genoempt , wairvan Sijurdt Ydtszoon landen ten noorden ende suijden naest- legers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan Obbe Fungerszoon ten westen ende Wijtthie Tiercksma ten oosten naest- legers zijn , Noch seven pondematen meden gelegen oppe oerd, 24 370 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. gaende jairlicx te wandel tegens Schelte Abbezoon erven, te weten te- gen ses pondematen die zij nv dit jair gebruijckende zijn, wairvan old gen ses pondematen die zij nv dit jair gebruijckende zijn, wairvan old Isma laen van de voorscreven seven pondematen ten suijdoosten Isma laen van de voorscreven seven pondematen ten suijdoosten ende Vpcke Jelmerzoon ten noorden naestlegers zijn, ende alsoo in effect mair sevende halve pondemate wesende de helft van de seven ende ses pondematen voorscreven , Noch twee en twintich eijnsen meden , wairvan Schelte Abbezoon mijt een pondemate ten suijden ende die voorscreven ses pondematen die tegens de zeven voors. gewandelt wordden ten noorden naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen meden opte oord gelegen , wairvan die mer ten westen ende Fonger Douwezoon erven ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen ende drie eijnsen oppe hemmers wairvan Obbe Fungerzoon ten westen ende die pastorie in Mackum ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Bonne Hay- tiema lantheer is , Noch bruijct hij drie pondematen saetlandt, wair- van Haijtiema woonhuijs ten oosten ende Sincte Anna leens landen van Haijtiema woonhuijs ten oosten ende Sincte Anna leens landen ten westen naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Sincte Anna leens landen ten westen ende Bonne Hathie- ma selffs ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Sinte Marten patroon in Mackum ten westen ende Hathiema voorscreven selffs ten oosten naestlegers zijn, Noch seven eijnsen leech riedlant in de mercx, wairvan tjongerschip te Mackum ten noorden ende Frans Pieterzoon ten suijden naestle- gers zijn Noch die huijssteedt mijttet hijem hoff ende graff groot zijnde te saemen een pondemate. Sumarem Lx ponden. 30. Fedde Symonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken achte halve pondematen fennen leggende over hooch ende leech in Reijn Talinge fenne , wairvan die lange laen ten westen ende Gosne landen ten oosten naestlegers zijn Noch een pondemate meden, wairvan die pastorie landen ten oosten ende Rinnert Tijaardtzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate meden , wairvan Douwe Obbezoon ten oosten ende Tijercxma landen ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen min een eijnse meden leggende opte hemmen , wairvan die mer ten oosten ende Tsaelinck Pijbezoon landen ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate mede op cardlant , wairvan die merswal ten suijden ende Brijontick Vpckezoon landen ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden leggende opte groote meden, wairvan Pijbe Sijurdtszoon erffgenamen ten oos- MACKUM. 371 ten ende de Coudmeer ten westen naestlegers zijn, van weicke voir- screven landen Otto Fritszoon lantheer es , Noch een pondemate meden Doed A.ggezoon toecomende aen tvoorscreven stuck leggende ende streckende als tselve naestgescreven stuck, Noch een ponde- mate meden leggende op Enge meden Otte Fritszoon toecomende wairvan de pastorie van Idsegahusum landen ten suijden ende Rijurdt Jeldrenzoon lant ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden opte hemmers leggende in twee pondematen Otte Fritszoon toecomende , wairvan Rinnert Tijaardtzoon ten westen ende de pastorie landen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen meden leggende op Scraerdere zijlroede wal Olfert Fun ger- zoon erffgenamen toecomende , Noch drie eijnsen meden leggende op grone vlietswal ende ten noorden aen de groote meden Olfert Fon- gerszoon erffgenamen toecomende , Noch een halve pondemate saet- lants Otte Fritszoon toecomende , wairvan Bonne Haijtiema ten wes- ten ende Pieter Dirckzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch ne- gen eijnsen saetlants Otto voorsz. toecomende , wairvan Aebe Jel- tinga ten oosten ende Sinte Anne leens lant ten westen naestlegers zijn , Noch vier eijnsen saetlants Otto voorscreven toecomende, wair- van Lijeuckema landen ten oosten ende Aebe Jeltinga ten westen naestlegers zijn Noch een halve pondemate saetlants Otte voor- screven toecomende , wairvan Marten Douwezoon ten westen ende Piecke Sijurdtszoon erven ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlants Otte voirsz. toecomende , wairvan Baucke Tijercxma ten noorden ende Obbe Fongerszoon ten suijden naest- legers zijn , Noch bruijct Otte Fritszoon voorscreven selffs vier pondematen ende drie eijnsen meden leggende opte hemmers, wair- van de patroonslanden ten westen ende Lijeuckema landen ten oosten naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen meden bij Munneckewier , wairvan die patroon van Exmore ten oosten ende Sijouw Steffens weduwe ten westen naestlegers zijn, Noch elliff eijnsen leggende op Donijewiere meden, wairvan Jarich Bottezoon ten westen ende Broer Taedis ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Otto Fritszoon voorsz. scuffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xxvi ponders. Sumarem xxvi ponders. 31. Gaele Symonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken thien pondematen fennen, wair- van Wijtthie Bottezoon ten suijden ende Bonne Haijthiema seiffs ten noorden naestlegers zijn , Noch acht pondematen meden, wair- van Hathiema groote kuwfenne ten suijden ende Schelte Abbezoon 372 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. erfgenamen landen ten noorden naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen daer Gaele Sijmonzoon huijs op staet wairvuyt die priesters in 111ackum een adeel jairlicx hebben, wairvan de thien pondematen fennen voorscreven ten oosten ende de kerckpat ten westen naest- legers zijn , Noch viertien eijnsen saetlandt, wairvan Haenija erf- genamen ten westen ende Sinte Anna proven landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Pieter Ysma landen ten westen ende Obbe Fongerzoon landen ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Schelte Abbezoon erfgenamen ten westen ende Wijtthie Bottezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt, wairvan Pieter Sijurdtzoon erven ten suijden ende Sinte Marten ten westen naestlegers zijn , Noch :een halve pondemate saetlandt , wairvan Sijurdt Tijerckzoon ten westen ende Fedde Sijmonzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch twee eijnsen lants, wairvan Xaer- domme dijck laen ten suijden ende Jarich Bottezoon ten oosten naest- legers zijn , Noch twee eijnsen saetlant, wairvan de zeedijck ten westen ende Frans Pieterzoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Bonne Ilagthiema lantheer es. Sumarem xxii ponden vitt eijnsen. 32. Sgbe Vlfertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate saet- lants leggende bij Scraerdera zijl, wairvan Nanne Herema erfgena- men landen ten westen ende Schraerdera dijck ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate saetlants leggende over die ziji- roede , wairvan Sijurd Tijerckzoon ten oosten ende Sijbren Gerrijt- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch acht eijnsen saetlants , wairvan Douwe Oebezoon ten oosten ende Obbe Fongerszoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sgbe 011ert- soon mgt zgn broeren ende susteren lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. verclairt heeft. Sumarem in ponden n eijnsen. 33. Baueke Scheltezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate fennen leg- gende in negen pondematen, wairvan Heer Hessel pastoer tAbinga- wier twee pondematen, Wijbe Scheltezoon vier pondematen ende Sijurdt Tijerckzoon twee pondematen aengebrocht hebben, wairvan Bonne Haijtiema ten westen ende Eeb Feijtezoon ten oosten naest- legers zijn , Noch twee pondematen fennen, die vuijterste fenne genoempt, leggende in de elliff pondematen, wairvan Abbe Jeldert- MACKUM. 373 noon ten suijden ende Baucke Jellezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch acht eijnsen saetlandt , die hooge eecker genoempt , wairvan die lange laen ten suijden ende Wijbe Scheltezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vier eijnsen saetlandt , wairvan die pastorie landen te Mackum ten westen ende de bande laen op loopende nae Mackum ten oosten naestlegers zijn, Noch een pon- demate saetlandt wairvan Douwe Peeckezoon ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven lan- den Sgts Pietersdochter lantvrouw es , vugtgesondert een pondemate die Wgbe Scheltezoon toecompt, leggende in tvoorscreven stuck, die vuijterste fenne genoempt. Sumarem v ponden. 34. Obbe Fongerzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen ende negen eijnsen meden Anne Jacobs weduwe toecomende, wairvan de zeedijck ten westen ende Wijbe Tijercxma landt ten oosten naestlegers zijn, Noch vijftien eijnsen inde meren gelegen Olfert Fungerzoon wees- kindt toecomende , wairvan Tietzema terp ten oosten ende de haen- mer ten westen naestlegers zijn , Noch twintich eijnsen saetlants, het nijaerlandt genoempt , wairvan Sijurdt Tijerckzoon landt ten westen ende Douwe Obbezoon landt ten oosten naestlegers zijn , dese voorscreven twintich egnsen comen Youwer Anne Jacobs weduwe voorscreven ende Doede Aggezoon toe , Noch negen eijnsen saetlandt, Youwer Anne Jacobzoon weduwe voorscreven toecomende , wairvan die lange laen ten noorden ende die schiere zijlroede ten suijden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlants Youwer voorscreven toecomende , wairvan Sijbe Olfertzoon landt ten oosten ende Douwe Peeckezoon landt ten westen naestlegers zijn Noch acht eijnsen saetlants Obbe Fongerzoon voorscreven toecomende, wairvan Lijeucke- ma landt ten suijden ende Schelte Abbezoon erffgenamen landen ten noorden naestlegers zijn , Noch vier eijnsen saetlants Obbe voorsz. toecomende , wairvan Eeb Feijtezoon ten westen ende Hessel Sijbren- toecomende , wairvan Eeb Feijtezoon ten westen ende Hessel Sijbren- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt Olfert Fungerzoon weeskindt toecomende , wairvan Schelte Abbezoon erfgenamen landen ten oosten ende Obbe Fungerszoon lant ten westen naestlegers zijn , Noch twee eijnsen saetlants Youwer voorsz. toecomende, wairvan tvoorscreven stuck lands ten oosten ende Sijurdt Tijerckzoons landt ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt Olfert Fongerszoon weeskindt toecomende, wairvan die zeedijck ten westen ende Tsaelinck Scheltezoon erfgenamen 374 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. landen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlants Olfert Fungerszoon weeskindt toecomende , wairvan die zeedijck ten westen ende Eble Bauckezoon weeskinderen landen ten oosten westen ende Eble Bauckezoon weeskinderen landen ten oosten naestlegers zijn, Noch negen eijnsen saetlants Youwer Anne Jacobs noon weduwe toecomende , wairvan die noorder melckvaert ten suij- den ende oude Ydtsma laen ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen fennen , wairvan die lange laen ten noorden ende pondematen fennen , wairvan die lange laen ten noorden ende Schiere zijlroede wal ten suijden naestlegers zijn, Noch een ponde- mate ende een eijnse in Hacxema fenne over hooch ende leech mate ende een eijnse in Hacxema fenne over hooch ende leech gelegen, Doede Aggezoon toecomende, wairvan Douwe Obbezoon ten oosten ende Jelle acker ten westen naestlegers zijn, Noch negen eijnsen meden opte hemmen gelegen Obbe Fongerszoon voorscreven toecomende , wairvan die pastorie landen ten noorden ende Otte Fritzoon land ten suijden naestlegers zijn, Noch twee en twintich eijnsen meden Youwer voorscreven toecomende , wairvan de coude mers wal ten suijden ende Obbe Fongerszoon landt ten noorden naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen meden Oljert Fongerzoon weeskindt ende Youwer voorscreven toecomende, wairvan die coude merswal ten suijden ende de patroons lant ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden Youwer voorsz. toecomende , wairvan de pastorie landen ten oosten ende de patroons landen ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden Olfert Fongerszoon weeskindt, Doede Aggezoon ende Obbe voorscreven tsaemen toecomende , wairvan Frans Schroors landt ten oosten ende tsaemen toecomende , wairvan Frans Schroors landt ten oosten ende westen naestleger es , Noch een pondemate saetlants Tsaelinck Scheltezoon erffgenamen toecomende, wairvan Sinte Anne leens landen ten oosten ende Olfert Fongerszoon weeskindt landen ten westen ten oosten ende Olfert Fongerszoon weeskindt landen ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen fennen gelegen in Olfert Ynnema fennen Schelte Abbezoon erfgenamen toecomende, wairvan die lange Jaen ten noorden ende die schiere zijlroede ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen in de voorscreven fenne gelegen Otte Fritszoon toecomende , Noch drie pondematen meden leggende ten noorden van Mackum Wybe Tgercxma toecomende , wairvan Sijtthie Sijurdtzoon landt ten noorden ende Bonne van Hathiema fenne ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pon- demate saetlandt Marten Douwezoon toecomende , wairvan Baucke Tijercxma landt ten westen ende Fedde Sijmonslandt ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxvm ponden x eijnsen. MA CKUM. 375 35. Deutve Janckezoon , Obbe Fungerzoon ende Obbe Scheltezoon hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt to gebruijcken vijftien pondematen fennen, wairvan Tsaelinck Seerp- to gebruijcken vijftien pondematen fennen, wairvan Tsaelinck Seerp- zoon landen ten westen ende Sijurdt Tijerckzoon fenne ten oosten zoon landen ten westen ende Sijurdt Tijerckzoon fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen fennen , wairvan Eeb Feijtezoon landt ten westen ende Jarich Bottezoon fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wairvan Bonne Hathiema ten suijdwesten ende Wijtthie Bottezoon landt ten noorden naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen meden , wairvan Bonne van Hathiema landen ten noorden ende suijden naestlegers Bonne van Hathiema landen ten noorden ende suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden leggende ten noorden, wair- van Heer Hessels lant ten oosten ende Vpcke Jelmerszoons landt ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden aen twee stucken leggende , wairvan Abbe Jeldrenszoon fenne ten suij- den ende Baucke Tijercxma landt ten noorden naestlegers zijn , hietende in die vuijterste fenne , Noch derdehalve pondemate leg- gende opte hemmen, wairvan die pastorie landen ten westen ende de Vicarie landen ten oosten naestlegers zijn , Noch twee ponde- maten meden opte hemmen leggende , wairvan Rinnert Tijaardt- zoon ten westen ende Gerbren Herckezoon landen ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate meden opte hemmen leggende , wairvan Wijtthie Bottezoon ten westen ende Fedde Sijmonszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden in Wonsera wieren leggende, wairvan Tsaelinck Nanckezoon ten noor- den ende Sijurdt Tijerckzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate op cardlant leggende, wairvan Sijtthie Ger- loffzoon erffgenamen ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlants , wairvan de pastorie ten oosten ende Aebe pondemate saetlants , wairvan de pastorie ten oosten ende Aebe Jeldrenzoon ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saet- lants , wairvan Obbe Fungerzoon ten oosten ende de zeedijck ten lants , wairvan Obbe Fungerzoon ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn , Noch acht eijnsen saetlants, wairvan Obbe Fungerzoon ten suijden ende Fedde Sijmonzoon ten noorden naest- Fungerzoon ten suijden ende Fedde Sijmonzoon ten noorden naest- legers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt, wairvan Aebe Jeldrenzoon ten suijden ende Baucke Tijercxma ten noorden naest- legers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan die Vicarie lan- den ten westen ende Eeb Feijtezoon lant ten oosten naestlegers den ten westen ende Eeb Feijtezoon lant ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen., wairvan Marten Douwezoon landt ten westen ende Otte Fritzoon lant ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan Tijets Lijeuckema ten westen ende Eeb Feijtezoon landen ten oosten naestlegers zijn , Noch een pon- 376 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. demate saetlandts , wairvan Tsaelinck Seerpzoon ten westen ende de voorscreven groote fenne ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen derffgenamen van Schelte Abbezoon Lantheeren zijn Noch bruijct Lieuwe Janckezoon twee pondematen saetlants Tsae- linck liercxma erven toecomende , wairvan Tierck Janzoon lant ten westen ende Pier Bottezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlant Wgbe Tigercxma toecomende, wairvan die pastorie landen ten westen ende Lolle en Pieter Douwezonen ten oosten naestlegers zijn , Noch bruijct Obbe Scheltezoon anderhalve ponde- mate meden derffgenamen van &hate Abbezoon toecomende, wairvan die pastorie landen ten noorden ende de coude mer ten westen naestlegers zijn. Sumarem L ponden vu eijnsen. 36. Heer Broer Vicarius te Mackum heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een ponde- mate lants , wairvan Tsaelinck Pijbezoon landen ten oosten ende die pastorie landen te Mackum ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate lants, wairvan Fonger Douwezoon erven ten suijden ende de pastoer van Mackum ten noorden naestlegers zijn , Noch derdehalve eijnse dair zijn huijs op staet, van welcke voorsz. landen die Vicarie van Mackum, lantheer es. Sumarem ii ponden in eijnse. 37. Tzaeling Seerpzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee en twintich eijnsen lants op domewiere meden leggende, wairvan Beijts Taede weduwe landen ten suijdoosten ende westen naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen meden , wairvan Sijurdt Tijerckzoon ten noorden ende Scraer- deradijck ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen by self's lantheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem ii ponden ix eijnsen. 38. Pieter Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate saet- landt ten noorden van Mackum leggende, wairvan Fedde Sijmon- zoon ten westen ende Aebe Jeltinga ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Aebe Jeltinga ten oosten en Wijbrandt Albertzoon huijsstede ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hg selffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. zijnen eede verclairt heeft. Sumarem it ponden. 39. Henne Lagtzezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende MACKUM. 377 bij zijnen eede verclairt te gebruicken twee pondematen lants, wair- van die pastorie landen ten westen ende Scelte Abbezoon erffgena- van die pastorie landen ten westen ende Scelte Abbezoon erffgena- men ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen min drie eijnsen, wairvan Tijets Lijuckema ten noorden ende Sijurdt Tijerck- zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlands wairvan die zeedijck ten westen ende Douwe Obbezoon landen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die patroon van Mackum lantheer es. Sumarem vi ponden ix eijnsen. 40. Foeekle Hagezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate saetlandts leggende over die schiere ziproede aen twee stucken, wairvan Tsae- linck Seerpzoon Lantheer es , Noch een halve pondemate, wairvan Wijtthie Bottezoon ten oosten ende die schiere zijlroede ten noor- den naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, wairvan Douwe Obbezoon ten westen ende Wijtthie Bottezoon ten noorden naest- legers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt , wairvan Haijtieme pat streckende aen de landen van Fonger Oebes erffgenamen ten oosten naestleger es, Noch vier eijnsen saetlandt leggende bij de Zeedijck, wairvan Fonger Obbes erffgenamen ten westen ende Bonne Haijtiema wairvan Fonger Obbes erffgenamen ten westen ende Bonne Haijtiema landen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Eble Bauckezoon lantheer es , Noch bruijct hij een halve pondemate saetlandt Fegte Douwezoon erven toecomende, wairvan de lange laen ten suijden ende Sijoucke Wijbezoon landt ten noorden naestlegers zijn. suijden ende Sijoucke Wijbezoon landt ten noorden naestlegers zijn. Sumarem ni ponden een eijnse. 41. 17peice Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate meden leg- gende opte hemmen , wairvan die pastorie landen ten suijden ende de coude mers wal ten oosten naestlegers zijn , Noch twintich eijn- sen meden leggende opte groote meden, wairvan Nanne Herema erffgenamen ten westen ende Scraerdera indijck ten oosten naest- legers zijn, Noch drie eijnsen saetlants leggende toe Pijangum , wairvan Wijtthie Abbezoon ten noorden ende Hil Sijurdts weduwe ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen kg seljs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem ii ponden xi eijnsen. 42. Lieuwe Rinnertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate ende vier eijnsen meden , wairvan Sijurdt Emezoon ten westen ende Alijt Bonne weduwe ten oosten naestlegers zijn, Noch acht eijnsen saet 378 BUIJTENDIJCKS DUCKAGIE. landt, wairvan Gaetse Gerloffs ten suijden ende westen naestleger es, van weicke voorscreven landen Rippert Egezoon, Lieuwe Sybezoon ende Aucke Gerloilszoon lantheeren zyn. Sumarem u ponden. 43. Ilenrick Exchysmeester te Iffackum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate saetlandt mijt die huijssteedt ende thuijn , wairvan Ja- rich Bottezoon ten noorden ende de melckvairt ten suijden naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Otto Fritszoon lantheer es. Sumarem 1 pond vi eijnsen. . Sumarem 1 pond vi eijnsen. 44. Douwe Peeekezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fen- nen ende meden aen een stuck leggende, wairvan Tsaelinck Seerp- zoon ten oosten ende Douwe Obbezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden op Mackummer hemmers , wairvan Aucke Talinge ten suijdoosten ende Gatthie fennen ten noordwes- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden leggende op Cardlant , wairvan Aucke Talinga ten oosten ende de merswal ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen meden leggende op cardlant, wairvan Tsaelinck Naenckezoon ten oosten ende de mers- wal ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant bij den zeedijck leggende , wairvan Bonne van Haijtiema landen ten oosten ende Sinte Anne leens landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlant , aen Mackummer buij- ren gelegen , wairvan Pieter Tijercxma erffgenamen landen ten suij- den ende de vaartswal ten noorden naestlegers zijn , Noch twee ackeren saetlants , groot zijnde een halve pondemate , wairvan de melckvairt ten noorden ende Aucke Talinge ten westen naestle- gers zijn, Noch drie ackeren saetlants tsaemen groot zijnde ne- gen eijnsen, wairvan de zijlroede wal ten suijden ende Eble Baucke- zoon mijt zijn weeskinderen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlants, Sijurddema acker genoempt, wairvan de zijl- roede wal ten noorden ende Sijbren Allezoon erffgenamen ten oos- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlants, Sijbouts pon- demate genoempt , wairvan die zijlroedewal ten noorden ende Sij- bren Hesselzoon erffgenamen landen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan die zijlroede wal ten noor- den ende tConvent van Achtlum landen ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , het terp genoempt , wairvan Fonger Obbezoon erffgenamen landt ten oosten ende Schelte MACKUM. 379 Abbezoon erffgenamen landen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen zyn moeder ende hij scuffs lantheeren zgn, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij vier pon- als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij vier pon- dematen ende vier eijnsen fennen, het lam landt genoempt ; wair- dematen ende vier eijnsen fennen, het lam landt genoempt ; wair- van die melckvairtswal ten suijden ende Seerp Inthiema erven lan- den ten oosten naestlegers zijn , Dit Becht Douwe Peeckezoon bij Sijbren Gerrijtzoon dolde aengebrocht te zijn , Noch drie ponde- maten meden , wairvan die lange laen ten westen, Seerp Inthiema erffgenamen landen ten noorden ende Sijouck Wijbezoons fenne ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden op Donijewiere meden leggende, wairvan SiThren Hesselzoon erven landen ten westen naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen meden leggende ten suijden van Scraerdera zijlroede wal, Noch vier eijn- sen meden leggende op cardlandt, wairvan Nanckema fennen ten noorden ende Sijurdt Tijerckzoon mijt vier eijnsen ten suijden naest- legers zijn , welcke vier eijnsen twee mael elcx tegens ander legers zijn , welcke vier eijnsen twee mael elcx tegens ander van jaer te jair te wandel gaen, Noch anderhalve pondemate meden bij Bruijndaer gelegen , wairvan die lutke mers wal ten oos- ten ende Jelle Herezoon mijt vier eijnsen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pol lants van omtrent twee eijnsen, wairvan Wijt- thie Bottezoon ende Abbe Jeldrenszoon landen ten oosten ende de mers wal ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate ende drie eijnsen saetlants, wairvan die Vicarie landen ten westen ende de lange laen ten noorden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saet- lants, wairvan die zijlroede wal ten suijden ende derffgenamen van lants, wairvan die zijlroede wal ten suijden ende derffgenamen van Piecke Sijurdtszoon landen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen deene helft meden ende dander helft saetlandt, wair- van die lange laen ten noorden ende de zijlroede wal ten suijden naestlegers zijn , van welke voorscreven landen Eble Bauckezoon van wegen On weeskinderen lantheer es , Noch bruijct hij een pon- demate de patroon te Mackum toecomende , wairvan de zeedijck ten westen ende Peecke Sijurdtszoon erffgenamen landen ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxxvii ponden in eijnsen. 45. Odde Gossezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken twee pondematen meden leg- gende opte groote meden , wairvan Ruijrdt Jeltinga ten suijdwesten ende Ael Bonne weduwe ten noordoosten naestlegers zijn. Sumarem ii ponden. 380 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 46. Pieter ende Lone Douwezoon hebben ons scriftelijcken aenge- geven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken een poneemate saetlandt , wairvan die bande laen ten noorden ende die bande veer ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan die zijlroedt to Mackum ten suijden ende de lange laen ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Wijbe Scheltezoon lantheer es. Sumarem it ponden. Suma Sumarem vii C Lxx ponden, vin eijnsen. CORNWAIRT. 1. Tyaerdt Vpckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen saetlandt op Cornwerde gebueren leggende , wairvan die heerenwech ten oosten ende die prebende landen ten westen naestlegers zijn , Noch viertien pondematen fennen hem seljs toecomende , wairvan Tijaert Bonnes weeskinderen landen ten oosten ende die prebende landen ten westen naestlegers zijn , Noch thien pondematen fen- nen hem scuffs toecomende , wairvan die zeedijck ten westen , die heerenwech ten oosten ende die kerckebueren ten noorden naest- legers zijn, Noch elliff pondematen meden hem sellls toecomende leg- gende op Cornwerder meden , wairvan Henrick Henrickzoon lan- gende op Cornwerder meden , wairvan Henrick Henrickzoon lan- den ten suijden ende Seerp Pabbezoon landen ten noorden naest- legers zijn Noch twee pondematen meden op Cornwerde meden gelegen hem scuffs toecomende , wairvan die patroons landen ten wes- ten ende die prebende landen ten oosten naestlegers zijn Noch ten ende die prebende landen ten oosten naestlegers zijn Noch drie pondematen op Cornwerder meden gelegen Tgaart voorscreven toecomende , wair van Seerp Pabbezoon landen ten oosten ende Rijnck Sijrckzoon ende die patroons landen ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen op Cornwerder meden gelegen hem self's toecomende , wairvan die prebende landen van Wons ten wes- ten ende Wabbe te Haijum landen ten oosten naestlegers zijn , CORNWAIRT. 381 Noch drie pondematen meden op Cornwerde meden gelegen die pastorie van Cornwert toecomende, wairvan Wijbe Meijlckis ten wes- ten ende Tijaart Vpckezoon voorscreven ten oosten naestlegers zijn, Noch zijn huijsstede ende hijem groot zijnde vier eijnsen , Noch drie pondematen die prebende te Cornwairt toecomende , wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten westen ende Wabbe te Haijum landen ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate leechlandt ofte daar- omtrent, wairvan die patroons landen ten noorden, Tijaardt Vpcke- zoon landen ten oosten ende Sijtthie Sijurdtzoon ten suijden naest- legers zijn, Noch een halve pondemate merlandt Tyaardt Vpcke- soon voorscreven seljs toecomende , wairvan Claes Oegezoon ten suij- den ende westen naestleger es , welcke halve pondemate de voor- screven Tijaardt hij aengegeven heeft lange nae den aenbrengh die hij bij mijn heeren Commissarijsen gedaen ende bij zijnen cede voir deselve als oprecht zijnde bevesticht hadde. Sumarem Lir ponden x eijnsen. 2. Renick Sirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen, wair- van Claes Oegezoon ten noorden ende Hollingh laen ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen in Tzallingh meden leg- gende wairvan die pastorie landen ten westen ende de prebende landen ten oosten naestlegers zijn, welcke voorscreven landen hem Re- nick Sirckzoon voorscreven als eggen toecomen, als hij bij zijnen cede verclairt heeft , Noch bruijct hij ses pondematen fennen mijt die verclairt heeft , Noch bruijct hij ses pondematen fennen mijt die huijssteedt die pastorie van Cornwert toecomende , wairvan die pa- troons landen ten noorden ende Claes Oegezoon landen ten suijden naestlegers zijn Noch drie pondematen meden, Haije herne ge- noempt, die pastorie voorscreven toecomende, wairvan Seerp Pabbe- zoon ten beijden zijden naestleger es. Sumarem xix ponden. 3. Lolcke Tlsomaszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt to gebruijcken drie pondematen saetlandt mijt die huijsstede , wairvan Ede Hesselzoon landen ten noorden ende Pier Bottezoon huijs ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff en twintich pondematen fennen wairvan Eede Hesselzoon landen ten noorden ende Pier Bottezoon landen ten suijden naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden wairvan Suriger meden ten westen ende Jetthie Douwezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden wairvan Reijn Ens ezoon ten westen ende Jetthie Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee ponde- 382 BUIJTENDIJCKS DIJOKAGIE. maten meden , wairvan Jetthie Douwezoon ten oosten ende westen naestleger es , Noch sestehalve pondemate meden, wairvan Lolcke Thomas voorsz. eijgen fenne ten westen ende zijn eigen maeden ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Oege Jorrgtzoon eritgenamen lantheeren zyn. Sumarem min ponden vi eijnsen. 4. Atte Oegezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zij- nen eede verclairt to gebruijcken een en twintich pondematen fen- nen, van welcke een erg twintich pondematen voorsz. hem als eggen qff pondematen ende Hans Jorrgtzoon als eggen dertien pondematen ende Goslick prebendaries als eggen drie pondematen toecomen , wair- van Tijaart Bonnezoon ten oosten ende den heerenwech ten wes- ten naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden leggende op Cornwerder meden , wairvan Sijurdt Doeckis ten oosten ende Tijaardt Sijbrantszoon erffgenamen landen ten westen naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden op Cornwerder meden leggende , Noch vijff pondematen meden op Cornwerder meden leggende , wairvan die pastorie landen ten oosten. ende Saecke Abbes weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch dertien eijnsen meden op Corn- werder meden leggende , wairvan Watthie Tijairtzoon erffgenamen landen ten westen ende Tijairt Bonnezoon erfrgenamen landen ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt in Corn- werde bueren gelegen , wairvan Tijaardt Vpckezoon ten westen ende de huijsen van de bueren ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hg selfies lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij een pondemate saetlant te Sottrum gelegen Hans Jorrgtzoon toecomende, wairvan Hessel Tijerck- zoon ten westen ende Piecke Watthiezoon erfgenamen ten oosten naestlegers zijn , Noch twee huijssteden groot zijude vier eijnsen. Sumarem xxxm ponden VI eijnsen. 5. Saeck Abbe weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij bueren eede verclairt te gebruijcken sestehalve pondematen ende drie eijnsen lennen, wairvan die zeedijck ten westen ende de kerckbueren ten oosten naestlegers zijn, Noch thien eijnsen saet- landt die. patroon te Cornwert toecomende, wairvan die pastorie lan- den ten suijden ende Saeck voorscreven eijgen fenne ten noorden naestlegers zijn , Noch die huijssteedt ende eester die Vicarie toe- comende, de grooticheijt van dijen is heur onbekent, als zij bij hue- ren eede verclairt heeft. ren eede verclairt heeft. Sumarem vi ponden vii eijnsen. 6. T7aerdt Feddezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende CORNWAIRT. 383 bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ellifftehalve pondemate fennen, wairvan Hans Jorrijtzoon ten oosten ende Claes Oegezoon als meijer van Houck Tsaelings weduwe ten western naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen hg selifs van thiendehalve pondematen ende Doede Sickezoon van een pondemate grontheeren zijn , Noch een pondemate fennen in Claes Oegezoon voorsz. fenne over hooch ende leech gelegen, Dese pondemate bruijct Claes Oegezoon van Doede Sickezoons wegen voir deen pondemate Doede Sickezoon toe- comende in Tijaardt eddezoon fenne gelegen als voorsz. is, wair- van Hans Jorrijtzoon ten oosten ende Doede Sickezoon landen ten westen naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate meden , wairvan Hans Jorrijtzoon ten suijden ende Minne Jacobzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Tijaardt voorscreven fenne ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlant dair Douwe Robijnszoon huijs op staet , wairvan Tijaardt voorsz. fenne ten oosten ende Fopcke Robijnszoon huijs ten westen naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Tijaardt Feddezoon voirsz. sells lantheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij negen pondematen lants die patroon toecomende , Noch bruijct hij negen pondematen lants die patroon toecomende , wairvan Meelcke Sijurdtzoon erfgenamen landen ten westen ende Tijairdt Vpckezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een ponde- mate in Watzama meden gelegen Claes Oegezoon toecomende, wair- van Lijcle Broerzoon ten oosten ende de patroon ten westen naest- legers zijn , Noch twee pondematen meden in Tiettema landt ge- legen Claes Oegezoon toecomende , wairvan Jetthie Douwezoon ten westen ende de pastorie landen ten oosten naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot zijnde 1:77e eijnsen. Sumarem xxxi ponden H eijnsen. 7. Pieter Symonzoon, heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen meden deer Oene Pastoer in Cornwert toecomende , wairvan Anne Eddezoon ten westen ende die pastorie, landen Rends genoempt , ten oosten naestlegers zijn Noch vier pondematen fennen die prebendaries in Cornwert toecomende, wairvan die heerenwech ten noorden ende Keijr. Mats. landen , die hij van Eede Edezoon heeft , ten suijden naestlegers zijn Noch drie pondematen fennen Ids Minthiema weeskinderen toecomende , wairvan Lijckle Broerzoon ten beijden zijden naestleger es , Noch een pondemate leggende in dot selffte 384 EUIJTENDIJCKS DUCKAGIE. stuck lair Sgbe Sgbezoon lantheer van es, wairvan Lijcle Broerzoon ten beijden zijden naestleger es. Sumarem x ponden. 8. Abbe Ottezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zij- nen eede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate meden leggende op Cornwerder meden , wairvan Sijouck Jorrijtzoon ten oosten mde Wijbe Scheltezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate leggende op Cornwerder meden , wairvan Hans Jorrijtzoon ten oosten ende Heer Goslick prebendarius van Cornwert ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saet- lant, wairvan Tijairdt Bonnis erven ten westen ende Sijtthie Sijurdt- zoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen zoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Abbe Ottezoon selffs lantheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft, Noch bruijct hij sevendehalve pondemate fennen, Sgurdt Doeckezoon toecomende ende een halve pondemate in die fennen gelegen die kercke toecomende, wairvan Feijcke Douwezoon ten noor- den ende Sijtthie Sijurdtzoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen Ydts Sijbrenzoon erffgenamen toecomende , wairvan Sijurdt Doeckezoon ten noorden ende Sijtthie Sijurdtzoon ten wes- ten naestlegers zijn , Noch twee pondematen die pastoer te Corn- wert toecomende leggende in die pastoers voorscreven ses pondema- ten, wairvan Wijbe Melckezoon ten oosten ende His Sijoucke we- duwe ten noorden naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot zijnde anderhalve eijnse , Noch drie pondematen rietlandt Ids Sgbezoon erffgenamen toecomende, wairvan die voorscreven erffgena- men ten westen ende die patroon van Cornwert ten noorden naest- legers zijn. Sumarem )(Ix ponden vii eijnsen x penningen. 9. Hessel Tgerckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Douwema staten groot zijnde sess en twintich pondematen fennen, wairvan die zijiroede wal ten oosten ende Meijlsme fenne ten suijden naestlegers zijn , Noch thien pondematen meden , wairvan Hessel Tijerckzoon fenne ten westen ende Pier Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen meden, wairvan Pier Douwezoon ten westen ende de armen van Bolswert landen ten oosten naestlegers zijn , Noch sevendehalve pondematen meden, wairvan die kerckelanden te weten twee pondematen ten suijden ende Meijlsme fenne die bercamp genoempt ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pon- dematen saetlant leggende op Tijtsme terp, wairvan Sijtthie Sijurdt- CORNWAIRT. 385 zoon ten suijden naestleger es , Noch drie pondematen saetlandt , wairvan die home laen ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt leggende in twee stucken voir ende achter Hessel Tijerckzoon voorscreven huijs , Noch bruijct hij vijftehalve pondematen die pastorie toeco- mende , wairvan Hans Jorrijtzoon ten noorden ende de zijlroede wal ten suijden naestlegers zijn. Sumarem Lxv ponden vi eijnsen. 10. Sijurdt Ydtszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden, Hanste icker genoempt , wairvan Marten Douwezoon ten noorden ende Sijoucke Wijbezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pon- dematen fennen , wairvan Hessel Tijreckzoon ten beijden zijden naestleger es, Noch een pondemate, Amne leech genoempt, wair- van Pijcke Watthies weeskinderen landen en noorden ende Bonne Haijtiema landen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen hij selffs lantheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem vi ponden. 11. Evert Folkertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen fennen, wairvan Atte Oegezoon ten westen ende Pier Bottezoon ten oos- ten naestlegers zijn, Noch negen pondematen meden Hans Jorrijt- soon toecomende , wairvan Elger meden ten oosten ende Scilger- landt ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen leg- gende in die pastoers ses pondematen , wairvan His Sijoucke we- duwe ten noorden ende Meelcke Sijurdtzoon erffgenamen ten oos- ten naestlegers zijn , van welcke voorscreven negen pondematen eerstgenoempt Atte Oegezoon lantheer es. Sumarem xx ponden. 12. Sytthie Sijurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen : eede Iiverclairt te gebruijcken negentien pondematen de patroon van Cornwert acht pondematen , Sgurdt Doeekezoon twee pon- dematen, Epe Tijaardtzoon twee pondematen ende de reste Sijtthie Syurdt- zoon toecomende, wairvan de zijlroedt te Sottrum ten suijden ende den heeren wech ten noorden naestlegers zijn, Noch viertien pondematen meden Sytthie voorscreven ende Epe gijaertzoon te saemen toecomende, wairvan de zeedijck ten westen ende Tidtsma terp ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen ende drie eijnsen meden25 386 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Sijurdt Doeckezoon toecomende, wairvan Hans Jorrijtzoon ten westen ende Wijbe Tijersma ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pon- dematen meden Sgurdt voorscreven toecomende, wairvan Sillaerdera meer ten suijden ende Watthie Tijaardtzoon erffgenamen ten noor- den naestlegers zijn , Noch vijftien eijnsen meden Sgurdt voorscre- ven toeeomende , wairvan die pastorie landen ten suijden ende ven toeeomende , wairvan die pastorie landen ten suijden ende Hans Jorrijtzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vier ponde- maten fennen die prebende van Cornwert toecomende, wairvan de zeedijck ten westen ende Jan Dirckzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden Lisck Sijurdtsdochter toecomende, wairvan de Costercamp ten westen ende Meelcke Sijurdtzoon erff- wairvan de Costercamp ten westen ende Meelcke Sijurdtzoon erff- genamen landen ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondema- ten meden Sytthie Sgurdtzoon selffs toecomende , wairvan Hans Jor- rijtzoon ten suijden ende Abbe Ottezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch vijfftien eijnsen meden Sytthie Sgurdtzoon voorscreven selffs toecomende, wairvan Hessel Tijerckzoon ten westen ende Bonne Haijtiema landen ten oosten naestlegers zijn , Noch viertien eijn- Haijtiema landen ten oosten naestlegers zijn , Noch viertien eijn- sen meden Sytthie voorsz. toecomende, wairvan Epe Tijaartzoon ten westen ende de prebende landen ten oosten naestlegers zijn, Noch acht eijnsen meden Sytthie voorscreven toecomende, wairvan de zee- dijck ten westen ende de horne laen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie eijnsen Sytthie voorscreven toecomende , wairvan Sijtthie Sijurdtzoon voorsz. huijssteedt ten oosten ende Hessel Tijerckzoon Sijurdtzoon voorsz. huijssteedt ten oosten ende Hessel Tijerckzoon graft ten westen naestlegers zijn , Noch vier eijnsen Sgurdt Doecke- zoon toecomende , wairvan die patroonslanden ten westen ende Jan zoon toecomende , wairvan die patroonslanden ten westen ende Jan Dirckzoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem Lvi ponders ii eijnsen. 13. Syurdt Tyerckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven bij zijnen eede verclairt to gebruijcken anderhalve pondemate meden leggende ten suijden, wairvan die zeedijck ten westen ende Sijtthie Sijurdtzoon lant ten oosten naestlegers zijn, Noch een halve pondemate meden , wairvan Tietzema terp ten oosten ende Sipcke Tijepckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch tien eijnsen op Hessel Tierckzoons meden leggende, wairvan Hessel Tijerckzoon ten oosten ende Pieter Douwezoon ten westen naest- legers zijn , Noch viertien eijnsen op Cornwerde meden leggende, wairvan Sijtthie Sijouckezoon ten oosten ende Seerp Pabbezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sgurdt CORNWAIRT. 387 Tgerckzoon voorscreven scuffs lantheer es , als hij bij zijnen eede ver- clairt beeft. clairt beeft. Sumarem iv ponden. 14. Hercke Sijmonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen fennen, wairvan den heerenwech ten noorden en Keijr. Mat. landen ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden , wairvan Yslemer mer ten noorden ende Seerp Pabbezoon landen ten zuijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen die pre- bendarius lantheer es , Noch een pondemate terplant , wairvan het Kerckhoff ten noorden ende Tijaardt Vpckezoon fenne ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven een pondemate Tijaert Bonnezoon erffgenamen lantheeren zijn. Sumarem x ponden vi eijnsen. 15. Marten Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken elliftehalve pondematen fennen mijt die opganck aen die zeedijck streckende, wairvan Meijlsme fenne ten noorden ende Inthie Janckezoon landen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate mer landt, wair- van Bonne Hattiema ten westen ende Taets Pieters dochter ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Marten Douwezoon voorsz. fennen ten noorden ende Sijurdt Ydtszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan Tijtsme terp ten oosten ende Meijlsme acker ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt hem Marten Douwezoon voorscreven scuffs toecomende , wairvan de hoerne laen ten oosten ende Pieter Bottezoon landen ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen, de suwe fenne genoempt, Inthie Janckezoon toecomende , wairvan de zeedijck ten westen ende Lijoets Martens weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen Inthie Janckezoon voorscreven toecomende , wairvan die home laen ten westen ende Marten Douwezoon fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate leggende op Sotterumme bueren , wairvan Douwe Hesselzoon ten noorden ende home laen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate die Craerdt ge- noempt, wairvan Douwe Hesselszoon ten oosten ende Lijoets Mar- tens weduwe erffgenamen landen ten westen naestlegers zijn. Sumarem xxviii ponden. 16. Jan Dirckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen, wair- 388 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. van die Vicarie landen ten noorden ende een stuck van Keijr. Matt. landen ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen me- den leggende over hooch ende leech in negen pondematen, wair- van Sijurdt Meelckezoon landen ten noorden ende de patroonslan- den van Cornwert ten suijden naestlegers zijn , Noch an- derhalve pondemate meden op Zuriger meden leggende, wairvan Hans Jorrijtzoon ten oosten ende twee pondematen van Keijr. Mat. landen ten westen naestlegers zijn , N och een pondemate ende drie eijnsen saetlants gelegen over hooch ende leech in derdehalve pon- demate Keijr. Mat. toecomende, wairvan die voorscreven fenne ten noorden ende Sack Abbe weduwe fenne ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden gelegen over hooch ende leech in ses pondematen die patroon toecomende , wairvan die costerie lan- den ten oosten ende Keijr. Mat. landen ten westen naestlegers zijn, den ten oosten ende Keijr. Mat. landen ten westen naestlegers zijn, Noch een half pondemate leechlandt Jan Dirciezoon voorscreven Noch een half pondemate leechlandt Jan Dirciezoon voorscreven selffs toecomende , wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten westen ende de zijlroede ten oosten naestlegers zijn. zijlroede ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xiv ponden Ali eijnsen. 17. Jonge Sgbren Gerrgtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken viertien pondematen fennen , wairvan Marten Auckezoon ten westen ende die kercke- landen ten oosten naestlegers zijn Noch ses pondematen meden leggende over hooch ende leech in negen pondematen, wairvan Sijurdt Meelckezoon ten noorden ende die patroons landen ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden leggende op Zuriger nieden, wairvan Keijr. Mats. landen ten oosten ende Baije Tijaickezoon landen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate ende drie eijnsen saetlants leggende over hooch ende leech in derdehalve pondemate , wairvan Keijr. Mats. landen ten noorden ende Sack Abbe weduwe fenne ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Kegserlgcke Majestegt lantheer es , Noch drie pondematen meden gelegen over hooch ende leech in ses pondematen die patroon toecomende, wairvan de Costerie landen ten oosten ende Keijr. Mats. landen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt Jarich Epezoon toecomende, wairvan die pastoers huijs ten noorden ende Marten Auckezoon landen ten suijden naestlegers zijn , Noch zijn huijssteedt groot zijnde drie eijnsen. Sumarem xxvii ponden vi eijnsen. 18. Claes Oegezoon heeft ons scriftelickcn aengegeven ende bij CORNWAIRT. 389 zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen fennen aen malcanderen gelegen , wairvan derffgenamen van Oege Jorrijtzoon ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn , De huijs- steedt van Claes Oegis staet opte dijcx voet , Noch vijff ponde- maten fennen Houck Tsaclincx weduwe de vier ende Tgaart Fedde- zoon deene toecomende , wairvan Hans Jorrijtzoon ten oosten ende Doede Sickezoon ten westen naestlegers zijn , Noch negendehalve pondemate meden , wairvan Tijaart Feddezoon ten oosten ende Sijtthie Sijouckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate saetlandt , wairvan den zeedijck ten westen ende Hans Jorrijtzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate saet- landt , wairvan den zeedijck ten westen ende Hans Jorrijtzoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Houck Tsaelincks weduwe lantvrou es , Noch bruijct hij seven pondematen meden , wairvan Houck Tsaelincks weduwe ten noorden ende Re- nick Sirckzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen, wairvan Ede Hesselzoon ten noorden ende Hans Jorrijtzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate, wairvan derffgena- men van Oege Jorrijtzoon ten westen ende Lolcke Brijontick- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen mer- landt, wairvan Gothie Seerpzoon ten noorden ende Tijaardt Vpcke- zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen over hooch ende leech in Sipckema fen gelegen , wairvan die kercke- bueren ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Claes Oegezoon lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij een ponde- mate die Vicarie van Cornwert toecomende, wairvan die zeedijck ten westen ende Houck Tsaelincks weduwe ten oosten naestlegers zij n. Sumarem xLvi ponders. 19. Gerliff Martenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fennen, wairvan Atte Oegezoon ten noorden ende de gemeene wech ten wairvan Atte Oegezoon ten noorden ende de gemeene wech ten suijden naestlegers zijn , Noch negen pondematen fennen Beer Benedicx ende Atte Oegezoon tsaemen toecomende, wairvan Pieter Sijmonzoon ten westen ende Feijcke Douwezoon ten oosten naest- legers zijn Noch thien pondematen meden wairvan Tijairdt Vpckezoon ten westen ende die heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden , wairvan Anne Aedezoon ten oosten ende Claes Oegezoon ten westen naestlegers zijn , 390 BUD TEN DIJCKS DUCKAGIE. Noch twee pondematen meden, wairvan die pastorie landen ten noorden ende die sijlroedt ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Sijbren Tsaelinckzoon ten noorden ende Atte Oegezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden , wairvan Sijbren Tsaelinckzoon ten wes- ten ende Sijtthie Sijurdtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Douwe Hesselzoon ten oosten ende Jan Ysbrantzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan de dijck ten westen ende Keijr. Mats. landen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- landen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den Tgaert Bonnezoon erffgenamen landtheeren On , Noch die huijs- steedt groot zijnde vier eijnsen. Sumarem Li' ponden x eijnsen. 20. Pier Douwezoon ende Ilessel Tgerckzoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt to gebruijcken achtien pondematen leechland leggende tusschen Cornwairt ende Abingawier die armen van Bolswert toecomende. Sumarem xviii ponden. 21. Anne Eddezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruicken zeeckere huijssteedt groot zijnde drie eijnsen , Noch vijff huijssteden die Frans Pieterzoon, Pieter Pieterzoon , Folckert Hessels swaiger, Henrick Hessezoon Pieter Pieterzoon , Folckert Hessels swaiger, Henrick Hessezoon ende Claes Pieterzoon bewoonen, groot zijnde ses eijnsen tsaemen, Noch thien pondematen fennen, wairvan Suriger meed ten oosten ende Anne Eddezoon voorscreven huijs ten westen naestlegers zijn , Dese voorscreven thien .pondematen comen Anne selffs toe , Noch vijfftien pondematen fennen die patroon van Cornwert toeco- mende , wairvan Hans Jorrijtzoon ten suijden ende Anne Edde- zoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen fenne Minne facobzoon toecomende , wairvan die zeedijck ten westen ende Hans Jorrijtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch sevende- halve pondemate meden Minne Jacobzoon toecomende , wairvan Tijaart Feddezoon ten suijden ende Suijriger meed ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen die patroon le Cornwert toecomende , wairvan Tijaardt Feddes ten suijden ende Suijriger meed ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate fennen Anne Eddezoon voorscreven selffs toecomende , wairvan die zeedijck ten westen ende Suijrigher heerenwech ten oosten naest- legers zijn , Noch derdehalve pondemate meden die patroon to Cornwert toecomende , wairvan die pastoer ten oosten ende Lijckle CORNWAIRT. 391 Broerzoon ten westen naestlegers zijn. , Noch vier pondematen meden , wairvan die pastoer te Cornwert ten oosten ende Lijckle Broerzoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate Anne Eddezoon toecomende , wairvan die patroon ten Door- den ende Minne Jacobzoon ten suijden naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen hg scuffs Lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. verclairt heeft. Sumarem xLvi ponden ix eijnsen. 22. Sipcke Tg epckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken derdehalve pondemate lants, wairvan Hessel Tijerckzoon ten suijden ende Merten Douwe- zoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen saet- lants Lioets Martens erffgenamen toecomende , wairvan die dijck ten westen ende Oege erffgenamen ten oosten naestlegers zijn , Noch westen ende Oege erffgenamen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlant ende maedlant Claes Oegezoo n toecomende, wairvan Anne Hoijtthiezoon erfgenamen landen ten noorden ende wairvan Anne Hoijtthiezoon erfgenamen landen ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn, Noch vier pondema- ten fennen , wairvan die kerckelanden te Cornwert ten westen ende Sijtthie Sijurdtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt Claes Oegezoon, Pier Bottezoon ende Sgurdt Meelckezoon tsaemen toecomende, wairvan Hessel Tijerckzoon ten westen ende Heer Broer te Mackum landen ten oosten naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate fennen die kercke toeco- mende , wairvan die dijck ten westen ende Oege erffgenamen ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden die pastoer toecomende , wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten suijden ende His Sijoucke weduwe ten noorden naestlegers zijn. Sumarem xvi ponden vi eijnsen. 23. Pier Bottezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate saetlandt , wairvan Meelcke erffgenamen ten noorden ende die laen ten wes- ten naestlegers zijn , Noch die huijssteedt gereeckent op vhf eijnsen, Noch drie pondematen fennen Oege erffgenamen toecomende, wairvan Pier Bottezoon ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn Noch vijfftien pondematen fennen de pas- toor ende prebendaries thien pondematen ende Oege erffgenamen ff pondematen toecomende , wairvan Lolcke Thomaszoon ten noor- den ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn Noch viertien pondematen meden derjgenamen van Oege Jorrgtzoon toe- comende , wairvan den heerenwech ten noorden ende Meelcke 392 BUIRENDUCKS DIJCKAGIE. Sijurdtzoon erffgenamen ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen vier eijnsen meden Watthie Repkema te Pingjum toe- comende , wairvan Seerp Pabbezoon landen ten oosten ende Lolcke Thomaszoon fenne ten westen naestlegers zijn, Noch twee pon- dematen meden , wairvan Sijbren Sijurdtzoon ten westen ende die pastorie landen ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondema- ten maeden , wairvan die kerckelanden ten westen ende Tijaert Bonnezoon erfgenamen landen ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Hessel Tijerckzoon ten suijden ende noorden naestleger es , Noch vijff eijnsen meden , wairvan de zijlroedt ten noorden ende Hessel Tijerckzoon ten suij- den naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt , wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten oosten ende Lijoets Martens erffgenamen landen ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt, wairvan de dijck ten westen ende Marten Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vier eijnsen meden , wairvan Lijoets Mar- tens erffgenamen landen ten suijden ende Watthie erfgenamen landen ten noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve eijnse saetlandt , wairvan Hessel Tijerckzoon ten westen ende Heer Broer Vicarius te Mackum landen ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, wairvan Marten Douwezoon ten noor- den ende Obbe Fungerzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve eijnse saetlandt , wairvan die dijck ten westen ende Marten Douwezoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Pier Bottezoon, Claes Oegezoon ende Sgurdt .Meelckezoonlant- heeren zgn. Sumarem xLvi ponden xi eijnsen. 24. Douwe Obbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen ende drie eijnsen meden Lgoets Martens erffgenamen toecomende, wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten suijden ende Fecke ende Piecke erfgenamen lan- Sijurdtzoon ten suijden ende Fecke ende Piecke erfgenamen lan- den ten noorden naestlegers zijn. Sumarem ii ponden iii eijnsen. 25. Frans Tanszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen fennen, wair- van die kerckelanden ten westen ende Sijtthie Sijurdtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan die kerkelanden ten westen ende Tijaert Bonnezoon erfgenamen landen ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan Lijoets Martens erfgenamen landen ten suijden CORN WAIRT. 393 ende Fecke ende Piecke erfgenamen landen ten noorden naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Claes Oegezoon , Pier Bottezoon ende Sgurdt Illeelckezoon lantheeren zgn , Noch bruijct hij anderhalve pondemate fennen die kercke toecomende , wairvan die dijck ten westen ende Oege erfgenamen landen ten oosten naestlegers zijn , Noch die huijssteedt dair Frans Janzoon ende Sipcke Tijepckezoon op woonen gereeckent op drie eijnssen. Sumarem vi ponden in eijnsen. 26. Heer Goslick, prebendarius te Cornwert heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen leggende in zijn fenne die groot is ende geacht wordt voir twaeliff pondematen , wairvan Keijr. Mats. ses pondematen ten suijden, Tijaardt Vpckezoon ten noorden, de rijdwech ten oosten ende die zeedijck ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen die prebende van Cornwert lantheer es , die huijs- steedt gereeckent op vier eijnsen. Sumarem ii ponden iv eijnsen. 27. Bryontick Vpckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen leggende op Cornwerder meden , wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten noorden ende die personaetschip ten westen naestlegers zijn, Noch vierde halve pondematen in Algerameed gelegen, wairvan die patroons landen ten oosten ende Evert Folckertzoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die prebendarius van Cornwert lant- heer es. heer es. Sumarem vu ponden vi eijnsen. 28. Sybren Tsaelinckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestien pondematen fen- nen, wairvan Cornwerder meden ten oosten ende de kerckebueren te Cornwert ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen ende acht eijnsen meden , wairvan Cornwerder meden ten oosten ende die voorscreven sestien pondematen fennen ten westen naest- legers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan Pier Douwes ten oosten ende Piecke Watthies erfgenamen landen ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten suijden ende Sijouck Wijbezoon ten noorden naest- legers zijn , Noch drie pondematen ineden leggende in ses ponde- maten dairaff Doede Sickezoon dander drie van toecomen , genoempt Vnge fenne, wairvan Suriger meden ten oosten ende Taeckle Taeckle- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate 394 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. saetlant , wairvan de zeedijck ten westen ende Tijaart Feddezoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hg Sgbren Tsaelinckzoon voorscreven sells lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij seven pondematen meden eede verclairt heeft , Noch bruijct hij seven pondematen meden de patroon te Cornwert toecomende , wairvan Feijcke Douwezoon ten westen ende Jel Watthie Tijaerts weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt de weeskinderen van Aene Hogtezoon toecomende , wairvan die heerenwech ten noorden ende Sijurdt Meelckis mijt zijn mede bruijckers ten suijden naest- legers zijn , Noch twee pondematen leechlandt , wairvan Pier Douwezoon ten noorden ende die armevoechden van Bolswert landen ten westen naestlegers zijn , Noch die huijssteedt ende hijem groot zijnde drie eijnsen. Sumarem XL ponden xi eijnsen. 29. Abner Abbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants His Sgoucke weduwe toecomende , wairvan die pastoers landen ten suijden ende Meelcke Sijurdtzoon erfgenamen landen ten noorden naestlegers zijn. Sumarem ill ponden. 30. Gherrgt Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen meden die pastorie te Cornwert toecomende, wairvan Wijbe Scheltezoon ten oosten ende Sijtthie Sijouckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen fennen in lang meden gelegen Claes Oege- soon toecomende , wairvan Reninck Sirckszoon ten westen ende Marten Auckezoon ten oosten naestlegers zijn , De huijssteedt van desen man staet op Heer Goslicx landt ende heem , ergo hic nihil. Sumarem vu pondeu. 31. Fegcke Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen pondematen fennen, wairvan Cornwerdera maeden ten oosten ende den heerenwech ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wair- van Tijaardt Bounezoon erffgenamen landen ten westen ende die patroons landen ten oosten naestlegers zijn ,. Noch een pondemate saetlandt , wairvan Sijbren Tsaelinckzoon s fenne ten oosten ende die heerenwech ten westen naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot zijnde anderhalve eijnse , Noch een halve pondemate saet- lant , wairvan Feijcke Douwezoon voorscreven huLjs ten noorden CORNWAIRT. 395 ende Tijaardt Vpckezoon fenne ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Focke Douwczoon voorscreven sculls van thien pondematen ende Wgbe Jelmerzoon van derdehalve pondematen lantheeren zgn , Noch bruijct hij vier pondematen meden Gerrgt Henrickzoon erffgenamen toecomende , wairvan Atte Oegezoon ten noorden ende de gemeene wech ten suijden naestlegers zijn Noch een halve pondemate meden , wairvan die dijck ten westen ende Piecke ende Fecke erffgenamen landen ten oosten naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlant Lioets Martens erffgenamen toe- comende , wairvan die dijck ten westen ende Sijtthie Sijurdtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate leech- landt , wairvan Seerp Pabbezoon ten westen ende Henrick Hen- rickzoon erfgenamen ofte Doecke Eerckzoon erffgenamen die to Hove dairtoe best gerechticht bevonden sullen wordden, ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xviii ponden, een eijnse, x penningen, 32. S/urdt ende ,Wgbe Ilfelckezonen hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken vier en twintich pondematen fennen, wairvan Hans Jorritzoon ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn Noch vier pon- dematen saetlan.dt , wairvan Keijr. Mats. landen ten suijden ende Tijaardt Feddezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch ses ponde- maten meden, wairvan Atte Oegezoon ten oosten ende den heeren- wech ten westen naestlegers zijn, Noch acht pondematen, Elgermeedt genoempt, wairvan die patroonslanden ten oosten ende Hans Jorrijt- genoempt, wairvan die patroonslanden ten oosten ende Hans Jorrijt- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden zoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden op Cornwerder meden leggende , wairvan die pastorie landen ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen me- den op Cornwerde meden leggende , wairvan die pastorie landen ten noorden ende Lijckle Broerzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen Heer Oene pastoer te Cornwert toecomende , wairvan Sijurdt ende Wijbe Melckezonen landen voorscreven ten suijden ende Sijtthie Sijurdtzoon ten noorden naestlegers zijn Noch vierdehalve pondemate meden die prebende toecomende, wair- van Sijurdt ende Wijbe voorscreven landen ten noorden ende His Sijoucke weduwe ten suijden naastlegers zijn , Noch vier ponde- maten meden Sgurdt ende Wybe voirsz. toecomende, wairvan Sijurdt Doeckis ten noorden ende Sijurdt ende Wijbe voorscreven landen ten suijden naestlegers zijn, Dese voorscreven achtehalve ponde- maten zijn in questie tusschen de prebendarius ende dese persoo- 396 BUUTENDUCKS DIJCKAGIE. nen, zoo zijn die aengegeven bij den voorscreven prebendarius deur eenen Brijontick Vpckezoon die hem bruijcker secht te wesen ende eenen Brijontick Vpckezoon die hem bruijcker secht te wesen ende dairom bij hem oick aengegeven blijckende bij zijnen aenbrengh voorscreven , Noch bruijcken zij een halve pondemate leechlandt leggende in Islummer mer, als Sijurdt Doeckezoon verclairt heeft Syurdt Doeckezoon toecomende , wairvan die patroons landen te Corn- wert ten noorden ende Claes Oegezoon mijt zijn erffgenamen Ian- wert ten noorden ende Claes Oegezoon mijt zijn erffgenamen Ian- den ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen leech- landt, wairvan Syurdt ende Wybe voorscreven selffs mijt hair fen- nen ten noorden ende Sijtthie Sijurdtszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee huijssteden dair zij te saemen op woonen groot zijn , Noch twee huijssteden dair zij te saemen op woonen groot zijnde een halve pondemate. Sumarem way ponden vi eijnsen. 33. Pieter Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vierdehalve pondemate mer- lant Sybren ilayezoon toecomende , wairvan Hessel Tijerckzoon ten westen ende die arme voechden landen van Bolswert ten oosten naestlegers zijn. Sumarem in ponden vi eijnsen. 34. _Marten Auckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen fennen, wairvan die kerckelanden ende die dijck ten westen ende Sijtthie Sijurdtzoon ende Tijaardt Vpckezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan die kerckelanden ten wes- ten ende Tijaart Bonnezoon erfgenamen ten oosten naestlegers Ain, Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Hessel Tijerckzoon ten noorden ende suijden naestleger es , Noch vijff eijnsen me- den, wairvan Sijtthie Sijurdtzoon ten westen ende Inte Janckezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff eijnsen meden, wairvan die zijlroedt ten noorden ende Hessel Tijerckzoon ten suijden naest- zijlroedt ten noorden ende Hessel Tijerckzoon ten suijden naest- legers zijn , Noch twee eijnsen meden, wairvan Marten Douwezoon ten noorden ende Obbe Fungerzoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Claes Oegezoon, Pier Bottezoon ende Syurdt JYLeelckezoon lantheeren zyn , Noch bruijct 14 vijff ponde- maten fennen Claes Oegezoon toecomende , wairvan Keijr. Mats. lan- maten fennen Claes Oegezoon toecomende , wairvan Keijr. Mats. lan- den ten oosten ende Sijurdt Doeckezoon ten westen naestlegers den ten oosten ende Sijurdt Doeckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden die Coster toecomende , wairvan die pastoer ten suijden ende His Sijoucke weduwe ten noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden CORN W.,A.IR T. 397 die pastorie toecomende , wairvan die coster ten noorden ende Sijtthie Sijurdtzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot Sijurdtzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot zijnde twee eijnsen. Sumarem xxi ponden vui eijnsen. 35. Sgtthie Sgouckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken tien pondematen fennen , wairvan Hans Jorrijtzoon ten suijden ende Claes Oegezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch achtehalve pondemate meden , van welcke de pastorie een toecompt , wairvan Abbe Ottezoon ten suijden ende die pastorie landen ten noorden naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate meden , wairvan Claes Oegezoon ten suij- den ende salijghe Meijlcke erven ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan Claes Oegezoon ten suijden ende Tijaardt Feddis ten noorden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt , wairvan die zeedijck ten westen ende die huijssteedt ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorz. landen His Sgouckezoon lantvrouw is , Noch vier pondematen saet- landt Doede Sickezoon toecomende, wairvan Claes Oegezoon ten beij- den zijden naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot zijnde drie eijnsen. Sumarem xxv ponden in eijnsen. 36. Hans Jorrgtzoon ende Margken Hessels weduwe hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken drientwintich pondematen fennen Hans Jorrgtzoon selffs toecomende , wairvan Anne Eddezoon ten noorden ende Tijerdt Feddezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pon- dematen Hans Jorrytzoon voorscreven myt zyn susters ende broers toecomende , wairvan Tijn ardt Feddezoon ten noorden ende Hans voorscreven ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- maten op Suriger meden gelegen Hans voorscreven toecomende, wair- van Doede Sickezoon landen ten suijden ende Sijurdt Claeszoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate op Suriger meden gelegen hem scuffs toecomende , wairvan Keijr. Mats. landen ten westen ende Watthie Meijliszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen op die voorscreven plaetse gelegen hem sells toecomende , wairvan die prebende landen ten oosten ende die pastorie landen te Suijrich ten westen naestlegers zijn, Noch drie eijnsen leech landt op Suijriger meden leggende , wairvan Obbe Ennezoon ten beijden zijden naestleger es, Noch twee pondematen, wairvan Anne Eddezoon ten suijden ende Heer Goslick ten westen 398 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt ende maetlandt, wairvan Anne Eddezoon ten oosten ende die seedijck ten westen naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt wairvan Sijtthie Sijouckezoon ten oosten ende Claes Oegezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier eijnsen saetlandt, wairvan Claes Oege- zoon ten suijden ende Hans Jorrijtzoon huijs ten noorden naest- zoon ten suijden ende Hans Jorrijtzoon huijs ten noorden naest- legers zijn , Noch die huijssteedt ende hijem gereeckent op twee eijnsen, Noch een halve pondemate, wairvan Sijtthie Sijouckezoon ten suijden ende Tijaardt Feddezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan die pastoer ten oosten ende Saeck Abbe weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch vier pon- dematen op Cornwerde meden leggende wairvan Abbe Ottezoon ten westen ende Seerp Pabbezoon landen ten oosten naestlegers zijn , Noch vier eijnsen saetlandt , wairvan Tijaardt Feddezoon ten suijden ende Hans selven ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Hans Jorrgtzoon voorscreven mgt zyn susteren ende broers lantheeren zgn, Noch bruijct Hans voor- screven vijff pondematen Heer Goslick toecomende , wairvan Hans Jorrijtzoon ten beijden zijden naestleger es , Noch een pon- demate die patroon toecomende, wairvan Sijurdt Meijlckis ten suij- den ende Tijaardt Feddezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twintich eijnsen verwandelt in notwandel tegen Saeck Abbe we- duwe , wairvan Atte Oegezoon ten oosten ende Sijbren Tsaelinck- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct Marijken Hessels weduwe voorscreven seven pondematen Schilgerlandt Sicke Fetthie- soon erffgenamen toecomende, wairvan Evert Folckertzoon ten oos- ten ende Feijcke Douwezoon ten westen naestlegers zijn. Sumarem Lxi ponders een eijnse. 37. Pieter Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijden eede verclairt te gebruicken acht pondematen leggende op Cornwerder meden, wairvan Seerp Pabbes landen ten oosten ende die patroon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate leggende op Cornwerder meden, wairvan Abbe Ottezoon ten suij- den ende Sijurdt Timmerman ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Henrick Henrickzoon lantheer is, Noch bruijct hij drie pondematen fennen de erffgenamen van Oege Jor- otzoon toecomende, wairvan Keijr. Mats. landen ten oosten ende Claes Oegezoon ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate de Oegezoon ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate de patroon te Cornwert toecomende , wairvan die zeedijck ten westen ende Doede Sickezoon mijt vijff pondematen ten oosten naestlegers CORN WAIR T. 399 zijn Noch derdehalve pondemate leech landt gelegen te Wons Henrick Ilenrickzoon van wegen zgn voorkinderen toecomende , wair- van Seerp Pabbezoon landen ten noorden ende Claes Pieterzoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xvi ponden. 38. Claes Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken anderhalve pondemate die pas- torie toecomende , wairvan die weeskinderen van Tijaardt Sijbezoon ten suijden ende Aucke Wabbe weduwe landen ten noorden naest- legers zijn. Sumarem een pond vi eijnsen. 39. Doede Sickezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen meden, wair- van Houck Tsaelincx weduwe Poppema ten oosten ende suijden naestlegers es , Noch drie pondematen meden , wairvan Houck Poppema ten westen ende Jorrijt Oegezoon ten noorden naestle- gers zijn , van welcke voorscreven landen by sells lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij een pondemate Claes Oegezoon toecomende , wairvan die reedwech ten noorden Claes Oegezoon toecomende , wairvan die reedwech ten noorden ende Hans Jorrijtzoon ende Atte Oegezoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem ix ponden. 40. Heer Oene pastoer te Cornwairt heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij zijnen eede verclairt dat zijn corpus van zijn lan- den hoorende tot de pastorie van Cornwairt groot is in comma sess den hoorende tot de pastorie van Cornwairt groot is in comma sess en viertich pondematen ende zijn huijsstede dair hij op woont twee eijnsen , dan Becht gheen porcheelen van de voorscreven sess en viertich pondematen te gebruijcken dan zijn huijsstede. Sumarem xLvi ponden it eijnsen. 41. Jan Sgurdtszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate meden, wairvan Marten Douwezoon ten noorden ende Fecke ende Piecke eritenamen ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve ponde- mate meden , wairvan Obbe Fongerzoon ten noorden ende Heer Broer Vicarius te Mackum ten suijden naestlegers zijn , Noch een cleijn acker groot zijnde omtrent twee eijnsen , wairvan Marten Douwezoon ten noorden ende suijden naestleger es , Noch twee eijnsen lants , wairvan die zeedijck ten westen ende Marten Dou- wezoon ten oosten naestlegers zijn Noch die huijssteedt groot 400 BUIJTENDIJCKS DIKKAGIE. zijnde anderha!ve eijnse , van welcke voorscreven landen Lgoets Martens erfgenamen lantheeren zyn. Sumarem Ii ponden v eijnsen , tien penningen. 42. Douwe Hesselzoon ende Jan Ysbrantzoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken twee ende twintich pondematen fennen , wairvan Hessel Tijerck- zoon ten noorden ende Marten Douwezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , wairvan Tietzema terp ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn, Noch seven pondematen meden, wairvan Pier Douwezoon ten oosten ende Hes- sel Tijerckzoon ten westen naestlegers zijn, Daie voorscreven vg ft pondematen comen de kercke van Cornwert Noch drie pondema- pondematen comen de kercke van Cornwert Noch drie pondema- ten saetlandt, wairvan Hessel Tijerckzoon ten oosten ende Jan Ys- brantzoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan home laen ten oosten ende de zeedijck ten wes- ten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Sipcke Tijepckezoon ten westen ende Sijtthie Sijurdtzoon ten oos- ten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Feck ende Peecke Watthiczoons erffgenamen , Goidfriont te Waxens, Sgurdt Epe- zoon Tzom ende Jouw Haythies tsaemen, lantheeren zgn, Noch bruij- zoon Tzom ende Jouw Haythies tsaemen, lantheeren zgn, Noch bruij- cken zij twee pondematen meden ende saedlant toe saemen Douwe Hesselszoon toecomende, wairvan Marten Douwezoon ten oosten ende Sijtthie Sijurdtzoon ten westen naestlegers zijn, Noch thien eijnsen meden Douwe Hesselzoon voorscreven toecomende , wairvan Marten meden Douwe Hesselzoon voorscreven toecomende , wairvan Marten Douwezoon ten westen ende Sipcke Tijepckis ten oosten naestle- gers zijn , Noch derdehalve pondemate meden de Costers camp ge- noempt de Costerie van Cornwert toecomende, wairvan den heeren- wech ten oosten ende die kerckelanden ten westen naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate meden de pastorie van Cornwairt toe- comende, wairvan die zijlroedt ten suijden ende Atte Oegezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen meden Douwe Hessel- zoon voorscreven toecomende wairvan Marten Douwezoon ten oos- ten ende westen naestleger es , Noch een pondemate ende acht eijnsen fennen Juw Hathiezoon toecomende , wairvan Hessel Tijerck- zoon ten noorden ende Ame fenne ten suijden naestlegers zijn , Die huijssteedt van Douwe Hesselszoon voorscreven bedraecht drie eijnsen ende Jan Ysbrandtzoon steedt is begrepen int saetlandt voorsz. Sumarem LI ponden iv eijnsen. 43. Ede Hesselzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij CORNWAIRT. 401 zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliffte halve pondemate me- den, Edeme fen genoempt, leggende te Cornwert, wairvan die pa- stone landen te Suijrich ten noorden ende die heerenwech ten wes- ten naestlegers zijn , Noch drie pondematen, wairvan Wijbe Meelcke- zoon ten suijden ende Jel Taecke weduwe ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen , Anscke camp genoempt , die hij ge- cocht heeft van Jel Taeckle weduwe, wairvan Claes Oegezoon ten suijden ende Suriger meedt ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt leggende op Suijriger ackeren , wairvan Sicke Claeszoon ten noorden ende Sijoucke Jorrijtzoon erffgenamen landen ten oosten naestlegers zijn, van weicke voor- screven landen hij selfis lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. heeft. Sumarem xx ponden. 44. Jel Taeckle weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruicken twee pondematen terp- landt mijt die huijssteedt , wairvan die gemeene laen ten westen ende derfgenamen van Oege Jorrijtzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Ede Hesselzoon ten suij- den ende Jel Taeckle weduwe voorscreven fennen ten noorden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen fennen , wairvan de gemeene laen ten oosten ende Hans Jorrijtzoon fennen ten westen naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate meden , wairvan derffgenamen van Oege Jorrijtzoon ten westen ende Jel voorscre- ven fenne ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den Jel Taeckle weduwe voorsz. sells lantvrouw es, als zij bij hueren Bede verclairt heat, Noch bruijct zij ses pondematen Lolke Bryon- tickzoon toecomende , wairvan Seerp Pabbezoon ten suijden ende Tsaelinck Broerzoon ten noorden naestlegers zijn. Sumarem xxvi ponden vi eijnsen. Suma Sumarem 1 M xc ponden , in eijnsen, x penningen. -----41=--.0.--Mr.s.---- SUIJRICH. 1. Heer Sybrandt pastoer te Suyrich heeft ons scriftelicken aen- III. 26 402 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. gegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken tien ponde- maten fennen aen twee stucken gelegen deene stuck acht ponde- maten ende dander twee pondematen groot zijnde , wairvan die zeedijck ten noordwesten , de patroon ten oosten ende de rijdwech ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen after de pastoers huijs mijt de wier, wairvan de Coster ten oosten ende de zeedijck ten noorden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondema- ten greijdlandt aen een stuck gelegen , wairvan die rijdwech ten suijdoosten ende Douwe Hiddezoon mijt de patroon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , die leege aedee- len genoempt, wair van Suriger meeden ten suijdoosten ende Wat- thie Seerpzoon landen ten noordwesten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden, leggende op Suriger meden , wairvan dat sa- cramentsleen landen te Franeker ten westen ende Hans Jorrijtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch die huijssteedt gestimeert op vier eijnsen , van welcke voorscreven landen die pastorie te Suij- rich lantheer es. Sumarem xxxm ponden iv eijnsen. 2. Sijrck Hauckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen Sirck voorscreven vier pondematen ende de patroon een pondemate toecomende, wairvan die pastorie landen te Suijrich ten westen ende die rijd- wairvan die pastorie landen te Suijrich ten westen ende die rijd- wech ten suijdoosten naestlegers zijn, Noch seven pondematen min vier eijnsen greijdlandt ofte fennen, wairvan Lieuwe Aenezoon sestien eijnsen bruijckt Sirck voorscreven toecomende , wairvan die rijdwech ten suijden ende die pastoer voorsz. ten noordoosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden ende saetlant te saemen Byrd voorscreven toccomende , wairvan die pastoer ten wes- ten mijt acht pondematen ende Sicke Claeszoon mijt zijn consor- ten ten noordwesten naestlegers zijn , Noch vijffte halve ponde- maten meden op Suriger meden Sgrck voorscreven toecomende vuyt- gesondert een pondemate over hooch ende leech in dese voorscreven landen mgt noch vier eynsen gelegen, die Lyoets Sijbrens Vlckezoon dochter toecomen , Noch derdehalve pondematen ende drie eijnsen meden leggende in een stuck van vier pondematen Sgrck voorsz. scuffs toecomende ter tyt toe by myt one vrienden ofte erven geschey- den is , wairvan Goijummermer ten noorden ende de patroon ten den is , wairvan Goijummermer ten noorden ende de patroon ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch vier eijnsen saetlandt Sirck voorsz. toecomende , wairvan de zeedijck ten noorden, de Coster ten suijden ende Douwe Hiddezoon ofte Hidde Algersma ten oosten SUIJRICH. 403 naestlegers zijn , Noch vier pondematen greijdlant Gerrgt Henrick- zoon toecomende , wairvan die rijdtwech ten noorden ende Gerrijt Henrickzoon erven ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen greijdlant leggende bij den rijdwech Jan Gerrgtzoon erven toecomende , wairvan Hendrick Gerrijtzoon erven landen ten noorden ende Ees Pieter Hermans ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden op Suriger meden leggende Henrick Gerrgtzoon erven toecomende, wairvan die prebende landen te Suijrich ten noorden ende de patroons landen aldair ten suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate meden op Suriger meden , Hendrick Gerrytzoon erven toecomende , wairvan Lolcke Brijontickzoon ten suijden ende Tijaart Bonnezoon erven ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen die patroon toeco- mende , wairvan Sirck Hauckezoon voorsz. ten oosten ende Hidde Algersma mijt zijn consorten ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt leggende op die kercke bueren die patroon toecomende , wairvan Sicke Claeszoon ten noordoosten ende Taecke Emezoon erven ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondema- ten fennen de pastoer te Sugrich toecomende, wairvan die rijdwech ten noorden Sijrck Hauckezoon ten suijdoosten ende Hidde Alger- sma ten noordoosten naestlegers zijn. Sumarem xvii ponden in eijnsen. 3. Sypert Auckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen ende vier eijnsen fennen de een pondemate de patroon toecomende ende de ses pondematen ende vier egnsen Sypert Auckezoon voorscreven toe- comende , wairvan de pastoer te Suijrich ten suijden ende Lieuwe Lieuwezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate ende drie eijnsen meden , wairvan Goijummermeer ten noorden ende die patroon ten suijden naestlegers zijn , Dit lant leijt in een stuck van vier pondematen , dairaff wordden gebruijct bij Sijrck Hauckzoon drie pondematen min drie eijnsen ende Sijpert voorscreven een pondemate ende drie eijnsen ende alsoo een ijtte- lick zijn aenpaert, Sypert voorsz. toecomende , Noch een pondemate meden de patroon toecomende , wairvan Goijummer mer ten noorden ende de patroon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee en twin- tich eijnsen, die strengen genoempt , Sypert voorscreven toecomende , wairvan Hidde Algersme ten oosten ende westen naestlegers zijn , wairvan Hidde Algersme ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch thien eijnsen, creecxlandt genoempt, gelegen op Suijriger ac- keren Sypert voorscreven toecomende , wairvan de zeedijck ten westen 404 BUIJTEN DUCKS DIJCKAGIE. ende Sicke Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pon- demate saetlandt mijt die huijssteedt Sypert voorsz. toecomende , wairvan Douwe Pabbezoon ten noorden ende Hidde Algersma ten suijden naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate greijdlandt leggende in die nijeuwbreckinge bij de cappelle te Suijrich Sypert voorscreven toecomende , wairvan Sicke Claeszoon ten suijden ende Lieuwe Lieuwezoon ten westen naestlegers zijn, Noch een warms- tuijn, groot zijnde anderhalve eijnse Sypert voorsz. toecomende, wair- van die pastoer ten noorden ende den rijdwech ten suijden naest- van die pastoer ten noorden ende den rijdwech ten suijden naest- legers zijn, Noch derdehalve pondemate greijdlandt in die nijeuw- breckinge bij de Capelle voorscreven gelegen Sypert voorsz. sus- ters kinderen toecomende, wairvan Sicke Claeszoon ten suijden ende Lieuwe Lieuwezoon ten westen naestlegers zijn, Noch twee pon- dematen fennen leggende in Haijnie fen Sypert voorsz. susters kin- deren toecomende, wairvan Sijpert Auckezoon ten noorden ende Sicke Claeszoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch twee ponde- maten fennen leggende in Haijnie fen 'leer Alle pastoer in lifinnerts- gae toecomende, wairvan Sijpert Auckezoon ten noorden ende Sicke gae toecomende, wairvan Sijpert Auckezoon ten noorden ende Sicke Claeszoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch vierdehalve ponde- mate greijdlandt, Hulcks fen genoempt , gelegen bij Ottinga bue- ren Sypert voorscreven susters kinderen toecomende , wairvan die rijd- wech ten westen ende Sijtthie Louwzoon ten oosten naestlegers wech ten westen ende Sijtthie Louwzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden leggende in die bijle Sypert voorsz. susters kinderen toecomende, wairvan die patroon voorscreven ten westen ende Sijmon Henrickzoon erven ten suijden naestlegers zijn, Noch vier pondematen meden, die strengen genoempt, die patroon te Suyrich toecomende , wairvan Doede Aggezoon ten suijden ende Taecke Emezoon erven ten westen naestlegers zijn , Noch derde- halve pondemate meden leggende op die Indijck de prebende te Suyrich toecomende , wairvan die pastorie landen ten westen ende Sijmon Henrickzoon erven ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen in die pastoers groote rneedt op Suriger meden gele- gen, die voorscreven pastoer toecomende , wairvan Lolcke Brijontick- zoon ten oosten ende Reijn Emezoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xxxvi ponden IVJ eijnse. 4. Bae Tyalckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen leggende aen die indijck , wairvan Meester Pieter Sijmonzoon landen ten westen ende de proust opt Sandt ten oosten naestle- gers zijn , Noch vier pondematen fennen leggende aen die zee- SUIJRICH. 405 dijck ende is nijet boven half lant, want het wordt al te dolven ofte vergraven aen de dijck, wairvan Lieuwe Lieuwezoon ten oos- ten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn , Dit is bij ons op vierdehalve pondematen geestimeert deur de voorscreven re- den, Noch vier pondematen meden , die nije meedt genoempt, wairvan die patroon ten westen ende de pastoer ten oosten naest- legers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt leggende op Surijger ackeren, wairvan Tsaelinck Taeckes ten oosten ende His Sijouckes ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt leg- gende op bootlandt, wairvan de proust voorscreven ten oosten ende den indijck ten westen naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt leggende bij bootlandt , wairvan de indijck ten oosten ende den rijdwech ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Bae Tgalckezoon voorsz. ende Griet zgn hugsvrouwe grontheeren zgn. Sumarem XIIIJ ponden. 5. Jacob Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen fennen de patroon ende Lieuwe Lieuwezoon toecomende , wairvan Alle Lieuwe koon ten oosten ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn. Sumarem In ponden. 6. Jan Pieterzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen fennen, wair- van de pastoer te Suijrich ten suijdoosten ende de zeedijck ten noordwesten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden op Suriger meden , wairvan Here Eeckezoon ten noordwesten ende de pastoer voorsz. ten suijdoosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen de pastoer te Suijrich lantheer es. Sumarem iv ponden. 7. Lolcke Brgontickzoon beeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken elliff eijnsen lants, wairvan die patroon te Suijrich ten westen ende Tijerck te Wijaerde ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Heer Oets te Suyrich lantheer es.Sumarem xI eijnsen. 8. Meer Frerick te Herlingen heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestehalve pondemate lants op Suriger meed gelegen, wairvan Doede Aggezoon ten noor- den ende Lolcke Brijontickzoon ten suijden naestlegers zijn , van 406 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. welcke voorscreven landen Sgbrich Jan Gerrgtzoons weduwe lant- vrouw es. Sumarem VJ ponden. 9. Douwe Hiddezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen ende vier eijnsen fennen leggende in Claesme fenne over hooch ende leech eijnsen fennen leggende in Claesme fenne over hooch ende leech beclempt , wairvan Sijpert Auckezoon ten westen ende de pastorie landen ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen dat olt saetlandt genoempt , leggende bij die rijdwech , wairvan Sicke Claeszoon ten noorden ende Sijpert Auckezoon ten suijden naest- Claeszoon ten noorden ende Sijpert Auckezoon ten suijden naest- legers zijn , Noch drie eijnsen saetlandt , wairvan die kerck te Suijrich ten oosten ende Sicke Claeszoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt ofte dairomtrent mijt die huijssteedt dairt huijs op staet , wairvan Sicke Claeszoon ten suijden ende Sijpert Auckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch suijden ende Sijpert Auckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt ende een eijnse , wairvan Sijpert een halve pondemate saetlandt ende een eijnse , wairvan Sijpert voorscreven ten suijden ende den rijdwech ten noorden naestle- gers zijn., Noch een pondemate saetlandt, die steedt genoempt , wairvan die Costerie landt ten westen ende de rijdwech ten oos- ten naestlegers zijn Noch thien eijnsen leggende op Suriger ackeren , wairvan Sicke Claeszoon ten suijden ende Sijpert Aucke- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch vijif pondematen greijd- landt leggende bij den rijdwech , wairvan die pastorie landen ten oosten ende Foppe Tietezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch seven pondematen ende vier eijnsen meden leggende op Suriger meden, wairvan Ottinga bueren mer ten westen ende Taecke Eme- zoon erven ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve ponde- mate greijdlandt , die hairde genoempt , wairvan Lolcke Brijon- tickzoon ten noorden ende die pastorie landen te Suijrich ten wes- ten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Hidde Alger- ten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Hidde Alger- sma mgt Jets On hugsvrouwe grontheeren zyn , vugtgesondert• acht pondematen over hooch ende leech in dese voorscreven landen leg- gende Tsaelinck Tgerckzoon toecomende , Noch bruijct hij ander- halve pondematen meden op Suriger meden Hidde Algersma mgt zgn huysvrouwe toecomende , wairvan Watthie Bottema ten suijden ende Ees Pieter Hermans weduwe ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate fennen gelegen in Watthie Bottema fennen beclempt Hidde voorscreven mgt zgn huysvrouwe toecomende, wairvan Watthie voorscreven ten noorden ende suijden naestleger es , Noch een halve pondemate fennen in die Cranen gelegen SUIJRICH. 407 Hidde voorsz. mgt 202 hugsvrouwe toecomende , wairvan die patroon ten oosten ende Watthie Bottema ten suijdwesten naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt leggende op Watthie Bottema terp Hidde Algersma mgt zijn huysvrouwe toecomende , wairvan Watthie voorsz. ten suijden ende noorden naestleger es , Noch twee pon- dematen meden leggende op Suijriger meden Ees Pieter Hermans toecomende , wairvan dat sacramentsleens landen te Franeker ten noorden ende Watthie Bottema ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden leggende op Suriger meden Ees Pieter Her- mans voorsz. toecomende , wairvan Watthie Bottema ten noorden ende Sicke Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden ofte greijdlandt , Sickinge fen genoempt, wair- van Lieuwe Aenezoon ten suijdwesten ende Sijbrandt Sijurdtzoon ten noordoosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlants leggende in die oldt mer Taecke Emezoon erven toecomende, wair- van die pastorie landen ten westen ende Doede Aggezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate mer landt leggende in Goijummer mer Hidde Algersma toecomende , wairvan Watthie Bottema ten noordwesten ende Taecke Emezoon erven ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden leg- gende after Bottema , Erne meed genoempt , Taecke Emezoon erven toecomende , wairvan Doede Aggezoon ten suijden ende Sijbren. Sijurdtzoon ten noorden naestlegers zijn , 't hoij van dit lant dit jair comende heeft Douwe vercocht Douwe Juijckezoon ende van jair comende heeft Douwe vercocht Douwe Juijckezoon ende van de drie naescreven Alle Lieuwezoon , Noch drie pondematen me- den leggende in Eme meed voorscreven Taecke Emezoon erven toe- comende , wairvan Sijbren Sijurdtzoon ten suijden ende Doede Agge- zoon ten noorden naestlegers zijn. zoon ten noorden naestlegers zijn. Sumarem Lv ponden. 10. Foeck Scheltis weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen greijdlant Romcke kintskinderen toecomende, wairvan Doede Aggezoon ten noordwesten ende Anna Sijurdts dochter ten suijdoosten naest- ten noordwesten ende Anna Sijurdts dochter ten suijdoosten naest- legers zijn Noch een pondemate op Pingummer meden leggende Heer Oets van wegen de prebende te Sufirich toecomende , wairva Jacob Sijmonszoon ten oosten ende Pijbe Andla ten westen naest- legers zijn , Noch derdehalve pondemate Heer Sybrant van wegen zgn pastorie toecomende, wairvan Lolcke Brijontickzoon ten noorden ende Sijurdt Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een ende Sijurdt Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate op Suriger meden leggende Heer Oets van wegen die 408 BtTIJTENDIJCKS DUCKAGIE. prebende toecomende , wairvan Abbe Gerloffzoon ten noorden ende Sijrck Hauckzoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem 1XJ ponden. 11. His Sgoucke Jorrgtzoons weduwe heeft ons scriftelicken aen- gegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken twee pon- dematen saetlandt , wairvan Bae Tsaelinckzoon ten oosten ende Jetthie Douwezoon ten westen naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Sicke Claeszoon ten noorden ende Buwe Anezoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscre- ven landen His voorscreven lantvrouw es , als zij bij hueren Bede verclairt heeft. Sumarem 11IJ ponden. 12. Evert Gossezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate fen- nen aen een stuck Epe Aluwe te Witmarssum toecomende , wairvan die zeedijck ten noorden ende Bae Tijalckezoon ten suijdoosten naestlegers zijn , Dese landen zijn te Wons aengebrocht hoewel zij te Surich gelegen zijn, gaen aldair toe ongelden in dijcken, dam- men , Noch drie eijnsen saetlandt , dairt huts mede op staet men , Noch drie eijnsen saetlandt , dairt huts mede op staet Taets Feddricks weduwe toecomende , wairvan die zeedijck ten noord- westen ende Cornelis Douwezoon ten suijdoosten naestlegers zijn. Sumarem 1J ponden iii eijnsen. 13. Syurdt, Douwe ende Epe Pabbezonen hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruijcken vijftiende- halve pondemate greijdlandt , wairvan Sijmon Henrickzoon kinde- ren ten oosten ende de coster te Suijrich ende de kerck ten wes- ten naestlegers zijn , Noch bruijcken Sijurdt ende Douwe Pabbe- zonen seven pondematen meden , wairvan Sijmon Henrickzoon erven ten oosten ende Lolcke Brijontickzoon mijt een stuck van sestehalve ende van ses pondematen ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct Epe twee pondematen op Suriger meden leggende , wairvan Lolcke Brijontickzoon ten suijden ende Sicke Claeszoon ten noorden naestlegers zijn , Noch bruijcken Douwe ende Sijurd Pabbezonen twee pondematen , wairvan Pieter Tsaelinckzoon ten westen ende Epe Tijaartzoon ten suijden naestlegers zijn Lolcke Brgontickzoon toecomende , Noch bruijct Epe Pabbezoon voorscre- ven twee pondematen meden, wairvan Lolcke Brijontickzoon ten suijdwesten ende Doede Aggezoon ten westen naestlegers zijn , de pastorie te Sugrich toecomende , Noch bruijct Douwe Pabbezoon voorscreven een pondemate meden ilidde Algersma toecomende, wair- S WWII. 409 van Goijummer mer ten noorden, de Coster ten oosten ende Lieuwe Anezoon ten westen naestlegers zijn , Noch bruijcken Sijurdt Douwe ende Epe Pabbezonen voorsz. tsaemen een halve ponde- mate dair heur huijsen op staen, wairvan Sijbert Auckezoon ten suijden ende die laen ten noorden naestlegers zijn. Sumarem xxix ponden. 14. .Robyn Fopckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken derdehalve pondemate Jette fen genoempt , wairvan Taecke Emezoon erffgenamen ten noord- fen genoempt , wairvan Taecke Emezoon erffgenamen ten noord- oosten ende die rijdwech ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate , die lutke camp genoempt , wairvan theij- lich Sacraments landen van Franeker ten suijdoosten ende Romcke weesen ten noordwesten naestlegers Ain , Noch een halve ponde- mate merlandt leggende ten noordwesten van de pastorie landen , Noch drie eijnsen in Runije fenne gelegen, wairvan Fedde Tijedis ten noordwesten ende theilich Sacramentslanden ten suijdoosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sgtthie Louwzoon ende Anna Sgurdtsdochter te Herlingen grontheeren qn , Noch bruijct hij vijff pondematen fennen leggende ten westen van Suij- rich, wairvan die zeedijck ten westen ende de laen ofte de rijdt- wech ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate fennen leggende in die voorscreven vijff pondematen beclempt Jorryt Oeges toecomende , Noch twee pondematen leggende in die pastoers groote toecomende , Noch twee pondematen leggende in die pastoers groote meden de pastoer toecomende , wairvan Ede Hesselzoon ten suijd- oosten ende die patroon te Suijrich ten noordwesten naestlegers zijn , Noch een half pondemate leggende voir zijn huijs tSacrament te Franeker toecomende , wairvan de zeedijck ten westen ende te Franeker toecomende , wairvan de zeedijck ten westen ende Claesme fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch die huijssteedt dair hij ende Jelmer Aggezoon op woonen theilige Sacrament leen te Franeker toecomende , groot zijnde omtrent drie eijnsen. Sumarem X1IIIJ ponden. 15. Fedde Tgairdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken thien pondematen fennen Abbe Gerloffzoon toecomende , wairvan Douwe Hiddezoon ten oos- ten ende ten westen naestleger is , Noch een halve pondemate saetlandt Abbe Gerloffzoon toecomende , wairvan de kerck ten suij- den ende de patroon ten noordoosten naestlegers zijn, Noch drie den ende de patroon ten noordoosten naestlegers zijn, Noch drie eijnsen oft dairomtrent saetlandt mijt twee huijssteden, wairvan die lickwech ten suijdoosten ende Douwe Pabbezoon ten noordwes- 410 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ten naestlegers zijn , van welcke voorscreven drie egnsen Sgpert Auckezoon susters weeskinderen lantheeren qn. Sumarem x ponden ix eijnsen. 16. Abbe Gerloffzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken een pondemate, Suriger indijck genoempt , wairvan Suriger laen ten noordwesten ende Lijckle genoempt , wairvan Suriger laen ten noordwesten ende Lijckle Broerzoon mijt zijn fenne ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch een pondemate op Suriger meden leggende , wairvan Heer Oedts Vicarius te Suijrich mijt een pondemate meden ten noordwesten ende Henrick Gerrijtzoon erven mijt derdehalve pondematen me- den ten suijdoosten naestlegers zijn. Sumarem twee ponden. 17. Lyuwe Lguwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen fennen, wairvan Sicke Claeszoon ten oosten ende de dijck ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen, wairvan Sijpert Auckezoon ten oosten ende Sijurdt Claeszoon ten westen naestle- gers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Sijpert Auckezoon ten oosten ende Bae Tjalckezoon ten westen naestle- gers zijn, Noch twee en twintich eijnsen, wairvan Tijaart Bonne- zoon erven landen ten suijden ende Sijpert Auckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen , wairvan Abbe Gerliffzoon ten suijden ende Watthie Mellezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen , wairvan Reijn Emezoon ten oosten ende Tsaelinck Broerzoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen de patroon lantheer es van drie pondematen ende Heer screven landen de patroon lantheer es van drie pondematen ende Heer Sybren van twee en twintich egnsen ende Regn Emezoon van elliff Sybren van twee en twintich egnsen ende Regn Emezoon van elliff egnsen ende Meester Jacob te Herlinghen van een ende Liam Lieuwezoon mgt zgn broers ende susters lantheeren zgn. Sumarem xvii ponden iii eijnsen. 18. fetthie Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestehalve pondemate lants bij zijn huijs leggende , wairvan Doede Aggezoon ten oosten ende bij zijn huijs leggende , wairvan Doede Aggezoon ten oosten ende Taecke Emezoon erven ten westen naestlegers zijn , Noch Wen eijnsen saetlants bij zijn huijs gelegen, wairvan Taecke Emezoon erven ten oosten ende Sirck Hauckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen saetlants , wairvan Taecke Emezoon erven ten noorden ende Sirck Hauckezoon huijs ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant op die ackeren, wairvan die kerck ten westen ende His Sijouckis ten oosten naestlegers zijn . SUIJRICH. 411 Noch anderhalve pondemate in de Aedt mer, wairvan Doede Agge- zoon ten westen ende Sicke Claeszoon ten oosten naestlegers zijn' Noch een pondemate, wairvan de zeedijck ten noorden ende Taecke Emezoon erven ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen bij Suriger meden , wairvan die Coster te Suijrich ten suijden ende Sicke Claeszoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate in emeed , wairvan Taecke Emezoon erven ten noor- den ende Foeck Schelte weduwe ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen leggende in Emeed , wairvan Taecke Eme- zoon erven ten beijden zijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Sgbren Sgurdtzoon lantheer es , Noch bruijct hij ses pondematen de prebende toecomende , wairvan Doede Aggezoon ten noorden ende de Coster ten suijden naestlegers zijn , Noch bruijct hij drie pondematen in Cornwerder aenbrengh, wairvan die kerck te Suijrich mijt anderhalve pondemate ten noordwesten ende Lolcke Thomaszoon ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch vijfftehalve pondematen , wairvan Lolcke Thomaszoon ten noord- westen ende Lolcke Brijontickzoon ten noordoosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen leggende op Cornwerde meden, wairvan die gemeene rijdwech ten noordwesten ende Hans Jorrijt- zoon ten suijdoosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den Wobbel Dominicus Pgbezoon huysvrouwe grontvrouw es , Noch bruijct hij een pondemate de pastoer te Sugrich toecomende, wair- van de zeedijck ten noordwesten ende Doede Aggezoon ten suijd- westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen saetlandt de pastorie toecomende , wairvan die patroon ten suijden ende de reedwech ten noorden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate saetlandt die kerck te Sugrich toecomende, wairvan die pastorie landen ten noorden ende de prebende huijs ten suijden naestlegers zijn , ten noorden ende de prebende huijs ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate Tsaelinck Emezoon toecomende , wairvan de zeedijck ten noordwesten ende Sijbren Sijurdtzoon ten oosten naest- legers zijn , Noch een half pondemate in Aelde mer de kerck te Suyrich toecomende , wairvan Sicke Claeszoon ten oosten ende Sij- bren Sijurdtzoon ten westen naestlegers zijn , Noch die huijs- steedt groot zijnde drie eijnsen. Sumarem xxxv ponden 1 eijnse. 19. Watthie Seerpzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken elliffte halve pondematen fennen , wairvan die huijsstede dair Watthie voorscreven nv ter tijt op woont ten noorden ende Taecke Emezoons erven ten suijd- 412 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. westen naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate fennen , wairvan die thien pondematen voorscreven ten noorden ende de pastoer ten suijden naestlegers zijn , Noch vijfftehalve pondemate fennen , wairvan die voorscreven thien pondematen fennen ten westen ende Taecke Emezoons erfgenamen landen ten suijdoosten naestlegers Ain , Noch vijff pondematen fennen, wairvan Sirck Hauckzoon ten noordoosten ende die vijff pondematen voorscre- ven ten suijden naestlegers zijn , Noch vijif pondematen, wairvan Seerp Janckezoon ten noordoosten ende Vibe Enezoon ende Wat- thie Melezoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch sesstehalve pondematen op Suriger meden leggende , wairvan Douwe Hidde- zoon ten noorden ende suijden naestleger es , Noch twee ponde- maten op Suriger meden leggende wairvan Doede Aggezoon ten noorden ende Sicke Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen leechlandt Goijme mer genoempt, wairvan Taecke Emezoons erffgenamen ten oosten ende Sijtthie Louwzoon ten wes- ten naestlegers zijn , ende Robijn Vlbezoon heeft dese voorsz. twee pondematen in huijr , Noch twee pondematen saetlandt dair Wat- pondematen in huijr , Noch twee pondematen saetlandt dair Wat- thie voorscreven op woont, wairvan Douwe Hiddezoon ten noor- den ende Watthie voorsz. huijs ten suijden naestlegers zijn, Noch een pondemate half saetlandt halff graslandt wairvan Douwe Hiddezoon ten suijden ende de laen ten noorden naestlegers zijn Noch derdehalve pondemate saetlandt , wairvan die coster te Suij- rich ten oosten ende de vierdehalve pondematen fennen voorsz. ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen , wairvan Watthie Seerpzoon voorscreven ten suijdwesten ende die laen ten oosten naestlegers zijn , die huijssteedt es in terp gelegen, van welcke voorscreven landen Jies _Pieter Hermans van negentien pon- dematen , Gosse Hanszoon van drie pondematen ende drie egnsen, Fegeke Ty aardtzoon van drie pondematen ende drie egnsen ende die Kerek van vgff pondematen lantheeren ende lantvrouwen On. Sumarem XLVIJ ponden. 20. Doede Aggezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken sestehalve pondemate fennen bij 't huijs gelegen , wairvan Sijbren Sijurdtzoon ten suijdwesten ende Taecke Emezoon erffgenamen landen ten noordoosten naest- legers zijn , Noch acht pondematen min drie eijnsen wairvan die patroon ten noordwesten ende Eecke Gerloffzoon ten suijdoosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Abbe Gerloffzoon van drie eynsen ende Deeken Buwezoon een halve pondemate lant- SULTRICH. 413 heeren zyn , Noch vierdehalve pondemate, wairvan Sijrck Hauckzoon ten noordwesten ende Lolcke Brijontickzoon ten suijdoosten naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate , wairvan Jies Pieter Hermens ten noordwesten ende die pastoer ten suijdoosten naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate, wairvan Lolcke Brijon- tickzoon ten noordwesten ende Here Frerickzoon ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen de patroon tc Suijrich toeco- mende , wairvan die patroon ten suijdoosten ende noordwesten naestleger es , Noch een pondemate , wairvan Taecke Emezoons erven ten suijdoosten ende die rijdwech ten noordwesten naestle- gers zijn , Noch negen eijnsen , wairvan Sicke Claeszoon ten noord- westen ende de Coster ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch een pondemate , wairvan de zeedijck ten noordwesten ende Sijpert Auckezoon ten suijdoosten naestlegers zijn Noch omtrent negen eijnsen, wairvan die zeedijck ten westen ende de pastoer ten noord- oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate d'een helft van digen die pastoer te Suyrich toecomende ende d'ander hellt Doede Aggezoon voorscreven selffs toeco., ende wairvan de zeedijck ten westen ende de patroon ten noordoosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate, wairvan die pastoer ten suijdwesten ende Sicke Claes- zoon ten noordoosten naestlegers zijn, Noch vierdehalve ponde- maten die prebende te Sugrich toecomende wairvan Bouwen Ane- zoon ten noordoosten ende Lolcke Brijontickzoon ten suijdwesten naestlegers zijn. Sumarem xxx ponden vn eijnsen. 21. Foppe Tietezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate fennen, wair- van die zeedijck ten westen ende Douwe Hiddezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate fennen , die hincxte camp genoempt , wairvan die dijcxvoet ten westen ende Jetthie Douwe- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden leggende op Suriger meden, wairvan Doede Aggezoon ten westen ende de patroon ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscre- ven landen de pastoer te Sugrich lantheer es , Noch bruijct hij een pondemate fennen mijt die huijssteedt die patroon toecomende, wair- van die rijdwech ten westen ende Douwe Hiddezoon landt ten suijdoosten naestlegers zijn Noch vierdehalve pondemate meden leggende ten suijden van Suijrich die prebende te Sugrich toecomende , wairvan Lolcke Brijontickzoon landen ten westen ende Sijmon Hen- wairvan Lolcke Brijontickzoon landen ten westen ende Sijmon Hen- rickzoon erven ten oosten naestlegers zijn., Noch een cleijn polle 414 BUIJTENDIJOKS DIJCKAGIE. greijdlandt groot zijnde omtrent drie ofte vier eijnsen Foppe Tiete- soon voorscreven toecomende , wairvan de zeedijck ten noordwesten ende die pastorie landt ten suijdoosten naestlegers zijn. Sumarem viii ponden ix eijnsen. 22. Tzaelingh Taeckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftiende halve pondema- ten fennen, wairvan Sicke Claeszoon ten noordoosten ende Doede Aggezoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden , wairvan die patroon te Suijrich ten suijden ende Sijbren Sijurdtzoon ten noordwesten naestlegers zijn Noch ses pondema- ten meden leggende ten suijden van die kerck te Suijrich , wair- van die rijdwech ten westen ende die patroon ten noorden ende suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate op Suriger meden, wairvan Hidde Algersma ten westen ende Loicke Brijontickzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden leggende op Suriger meden, wairvan Lolcke Brijontickzoon ten suijden ende Reijn Emezoon ten noordwesten naestlegers zijn, Noch negen eijn- sen saetlandt op Suriger ackeren gelegen , wairvan Bae Tijalcke- zoon ten westen ende Albert Janzoon ten noorden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt op die kerckbuijren te Suij- rich gelegen , wairvan Sijbren Sijurdtzoon ten suijden ende die kerck ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saet- landt leggende op die kerckbueren , wairvan Sijbren Sijurdtzoon ten westen ende den rijdwech ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Taecke Emezoon erven ofte Tsaelinck Taeckezoon voorsreven mgt syn susteren ende broeren lantheeren zyn , Noch drie pondematen meden in drie cranen gelegen Ees Pieter Bermans te Bolswert toecomende , ende zijn te Cornwert aengebrocht in hueren aenbrengh ende geven aldair te dijcken, dammen ende andere ongelden hoewel zij te Suijrich leggende zijn , wairvan Sijt- thie Backers landen ten suijden ende die patroon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate ende vier eijnsen meden leggende in Botte fen die patroon te Sugrich toecomende , wairvan Taecke Emezoon erven ten noordwesten ende suijdoosten naestle- ger es , Noch twee pondematen merlandt leggende in Goijummer mer Taecke Emezoon erven ofte weesen toecomende, wairvan die Cos- terie landen ten noorden en Sijrck Hauckzoon ten suijden naest- legers zijn , Noch ses pondematen meden op Suriger meden in die pastoers groote meedt gelegen die voorscreven pastoer toecomende, wairvan die pastorie voorscreven landen ten noordwesten ende wairvan die pastorie voorscreven landen ten noordwesten ende SUIJRICH. 415 Oege Jorritzoon erven te Cornwert ten suijdwesten naestlegers zijn. Sumarem XL pond en 1 eijnse. 23. Side Claeszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen leg- gende in Claesme fennen mijt noch vier eijnsen over hooch ende leech in ander beclempt , wairvan die pastorie te Suijrich mijt acht pondematen ten suijdoosten ende Lieuwe Aelezoon erven ten noordwesten naestlegers zijn , Noch twee pondematen greijd- lant, wairvan Douwe Hiddezoon ten suijdoosten ende Sijpert Aucke- zoon ten noordwesten naestlegers zijn , Noch derdehalve ponde- mate ende anderhalve eijnse greiidlandt leggende op leegh boot- lant, wairvan Sijbren Sijurdzoon ende Doede Aggezoon ten suijd- westen ende Bouwen Aenezoon ten noordoosten naestlegers zijn , Noch vijftiendehalve eijnse meden leggende op Suriger meden, wairvan die prebendalius te Suijrich ten noordoosten ende Hidde Algersma ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch achtehalve eijnse op Suriger meden , wairvan Hidde Algersma ten suijdwesten ende de patroon te Suijrich ten noordoosten naestlegers zijn , Noch seven eijnsen meden leggende op Suriger meden, wairvan Ees Pie- ter Hermans ten noordwesten ende de pastoer te Suijrich ten suijd- oosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate dair zijn huijs op staet mijt tsaelant dairbij leggende aen de zuijderzijde van tpat twelck loopt nae de fennen , Noch thien eijnsen saetlandt op Su- riger ackeren leggende, wairvan Sijpert Auckezoon ten noordwes- ten ende Sijmon Henrickzoon erven ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt op Suriger ackeren, wairvan Sijmon Henrickzoon erven ten noordoosten ende Ede Hesselzoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt , wairvan Sijmon Henrickzoon erven ten noordoosten ende Taecke Emezoon erven ten suijdwesten naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Sicke Claeszoon voorscreven scuffs lantheer is , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij anderhalve ponde- bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij anderhalve ponde- mate meden leggende in die Cranen Sytthie Louwzoon te Herlinghen milt zyn huysvrouwe toecontende , wairvan Ees Pieter Hermans ten noordwesten ende Doede Aggezoon mijt Sijbrandt Sijurdtzoon ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen fennen leg- gende in Claesme fenne Henrick Gerrytzoon erven te Franeker toe- comende , wairvan Hidde Algersma ten noordwesten ende dat sacra- ments leen landen te Franeker ten suijdwesten naestlegers zijn , 416 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Noch vier pondematen meden gelegen op Suriger meden de pastoer to Suyrich toecomende , wairvan die patroon ten noordwesten ende Eede Hesselzoon ten suijdoosten naestlegers zijn. Sumarem xxvi ponden min een half eijnse. 24. Watthie Pleglezoon elide Vlbe Euwezoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken twintich pondematen fennen , wairvan de zeedijck ten westen ende den rijdwech ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate meden Rommerte meed genoempt, wairvan Douwe Hiddezoon ten oosten ende Sijtthie Louwzoon ten westen naestle- gers zijn , Noch een halve pondemate meden op Suriger meden leggende , wairvan Hans Jorrijtzoon ten oosten ende westen naest- leger es , Noch drie pondematen meden opte indijck , wairvan Lieuwe Lieuwezoon ten suijdwesten ende Sijtthie Louwzoon ten noordoosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden, Runne fen genoempt , wairvan Sijtthie Louwzoon ten suijdoosten ende Fedde Tijaartzoon ten noordwesten naestlegers zijn , Noch derde- halve pondemate leechlandt in Ottinga bueren mer gelegen, wair- van Douwe Hiddezoon ten oosten ende de pastoer ten westen naestlegers zijn , Noch drie eijnsen leechlant in de voorsz. mer leggende , wairvan Lijckle Broerzoon ten noordoosten ende de pas- toer te Suijrich ten suijdwesten naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Heer Jasper te Franeker als prebendaet van dat Sacra- screven landen Heer Jasper te Franeker als prebendaet van dat Sacra- ment aldair grontheer is , Noch die huijssteedt dair die voorscre- ment aldair grontheer is , Noch die huijssteedt dair die voorscre- ven meijers op woonen een half pondemate groot zijnde hen megers voorscreven self's toecomende Noch bruijct Vlbe Euwezoon voor- screven seven pondematen op die indijck gelegen , wairvan Otten bueren ten oosten Watthie Meelezoon ende Vlbe Euwezoon voor- screven ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate, Ange fen genoempt , wairvan Watthie Seerpzoon ten noordoosten ende den heerenwech ten suijden naestlegers zijn Noch drie pondematen, Tette fen genoempt , wairvan Taecke Emezoon erven ten oosten ende de laen ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate , `vier fen genoempt, wairvan Otte bueren ten noorden ende Suriger ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sytthie Louwzoon lantheer es , Noch bruijct hij Vibe Euwezoon anderhalve pondemate die prebende te Sugrich toe- comende, wairvan Hans Jorrijtzoon ten suijdwesten ende Douwe Hiddezoon ten noordoosten naestlegers zijn , Noch anderhalve SUIJRICH. 417 pondemate saetlandt .4e Aluwe toecomende , wairvan Bouwen Ane- zoon ten noordoosten ende Douwe Hiddezoon ten suijdwesten naestlegers zijn. Sumarem min ponden in eijnsen. 25. Lieuwe Aenezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sevendehalve pondemate greijdlandt leggende ten suijden van Suriger kerckbueren de pa- troon te Sugrich toecomende, wairvan Taecke Emezoon erven ten westen ende de prebendarius te Suijrich ten oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen fennen leggende bij die rijdwech tusschen Suriger kerckbueren ende Goijm , Henrick Gerrytzoon erven toeco- mende, wairvan Taecke Emezoon erven ten oosten ende de pastoers landen ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen fen- nen leggende bij die rijdwech voorscreven die pastorie te Sugrich toecomende, wairvan Taecke Emezoon erven ten oosten ende Hen- rick Gerrijtzoon erven ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen op Suriger meden die pastorie voorsz. toecomende, wair- van Lolcke Brijontickzoon ten noordwesten ende Eecke Gerliffzoon ten suijdoosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden leg- gende op Suriger meden , wairvan Pijbe Sijurdtzoon erven landen ten westen ende Hidde Algersme ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Sijbren Sijurdt- zoon ten noordoosten ende de patroon ten westen naestlegers zijn, Noch sestien eijnsen fennen , wairvan Douwe Claesme fenne ten noordwesten ende Sirck Harickzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen, hij selffs lantheer es, als hij bij zij- nen eede verclairt heeft. Sumarem xxiii ponden x eijnsen. 26. Alle Lieuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen lants, wair- van Lieuwe Lieuwezoon ten westen ende Sicke Claeszoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen by selffs myt zgn susteren ende broers lantheeren zgn, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem us ponden. 27. Dominicus Sgurdtzoon Coster te Sugrich heeft ons scrifte- licken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen fennen leggende ten noordoosten van de kercke te Suijrich mijt de noordwester cant aen de zeedijck , wairvan Douwe Hiddezoon ten noordoosten ende de patroonslanden ten27 418 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen greijdlandt leg- gende ten suijden van Surijger kerckbueren, wairvan die preben- darius ten noorden ende die patroon ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden leggende op Suriger meden , wairvan Goijummer mer ten noorden ende Reijn Emezoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die Costerie te Sugrich lantheer es. Sugrich lantheer es. Sumarem 1XJ ponden. 28. Seerp Wgbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht pondematen greijd- landt ende saetlant te saemen aen een stuck 1 eggende bij die rijd- wech tusschen Surigher kerckbueren ende Ottingabueren , wairvan wech tusschen Surigher kerckbueren ende Ottingabueren , wairvan Sirck Hauckzoon ten noordoosten ende Watthie Bottema ten suijd- westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen de pastoer te Sugrich Lantheer es. Sugrich Lantheer es. Sumarem viii ponden. 29. Sgurdt Claeszoon ende Seerp "Wgbezoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken vier pondematen lants op Nije meden leggende , wairvan Bae Taeckezoon ten suijdwesten ende Tijaart Bonnezoon erven landen ten noordwesten naestlegers zijn , Noch dertien eijnsen in die bijle leggende, wairvan Groot Ide erven ten suijdwesten ende Lolcke Brijontickzoon ten noordwesten naestlegers zijn , Noch seven eijn- Brijontickzoon ten noordwesten naestlegers zijn , Noch seven eijn- sen in die Big leggende, wairvan Groot Yde erven ten noordwes- ten ende Sijmon Henrickzoon erven ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden bij Otinge bueren mer, wairvan Tijairt Bonnezoon erven ten noorden ende Watthie Seerp- zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen op Suriger meden leggende, wairvan personaets landt ten noordwes- ten ende Lolcke Brijontickzoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen, wairvan personaets lant ten noordwesten ende Lolcke Brijontickzoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch vierthien eijnsen op Doijringhe meden leggende , wairvan Taecke Emezoon erven ten noordwesten ende Jorrijt Oegezoon ten suijd- westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate op Goijm- mer landt , wairvan dat personaets landen ten suijdwesten ende Tijerck toe Wijerde erven ten noordwesten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen in die Campen wairvan Wobbel Meester Wijnant ten suijden ende Oege Jorrijtzoon erven ten noorden naest- SUIJRICH. 419 legers zijn , Noch anderhalve pondemate op Goijmer landt, wair- van Doede Aggezoon ten noorden ende Lolcke Brijontickzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff eijnsen, wairvan die prebende landen ten suijden ende Lolcke Brijontickzoon ten noorden naest- legers zijn. , Noch thien eijnsen , wairvan Reijn Emezoon ten suij- den ende Henrick Gerrijtzoon erffgenamen ten noordwesten naest- legers zijn , Noch sestien eijnsen op Goijmer lant, wairvan Doede Aggezoon ten suijden ende Sijmon Henrickzoon erven ten noorden naestlegers zijn , Noch een en twintich eijnsen, in die hocxt ge- noempt, wairvan Lolcke Brijontickzoon ten sudden ende Here Eecke- zoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate, wairvan de zeedijck ten noordwesten ende die pastoer ten noordoosten naestlegers zijn , Noch een pondemate dair zijn huijs op staet mijt twee tuijnen, wairvan die pastoerslanden ten oosten ende wes- ten naestlegers zijn , Noch vijftien eijnsen op die indijck, wairvan Sijmon Henrickzoon erven ten suijd vesten ende Abbe Gerliffzoon Sijmon Henrickzoon erven ten suijd vesten ende Abbe Gerliffzoon ten noordoosten naestlegers zijn , Noch neghen pondematen fen- nen, wairvan die zeedijck ten westen ende Yes Pieter Hermans ten oosten naestlegers zijn , Noch vijftien eijnsen saetlandt, wairvan Bae Talckezoon ten oosten ende Lieuwe Lieuwezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt op Suriger acke- ren leggende, wairvan Sijbren Sijurdtzoon ten noordoosten ende Bouwen Annazoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch ander- halve pondemate in Hillebrants fenne gelegen , wairvan. Rins Ro- bijns ten noordoosten ende suijdwesten naestlegers zijn, van weicke voorsz. landen de patroon te Suyrich lantheer es , Noch twee pon- dematen fennen leggende ten noordwesten van Suijrich Ees Pieter Hermens toecomende , wairvan die patroon ten suijdwesten ende Lieuwe Lieuwezoon ten noordoosten naestlegers zijn , Noch een pondemate fennen Jan Sgmonzoon toecomende, wairvan de zeedijck ten noordwesten ende de pastoer ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch een halve pondemate fennen Foam Tgaartzoon te Herlingen toccomende , wairvan die zeedijck ten noordwesten ende de pastoer ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen fennen Sicke Claeszoon mgt syn susteren ende broers toecomende , wairvan Epe Aluwe ten noordoosten ende den zeedijck ten westen naest- legers zijn. Sumarem xm ponden vi eijnsen. 30. 'Poke Taedezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff pondematen meden , 420 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. die hooge aedelen genoempt , wairvan die rijdwech ten oosten ende Goijmer mer ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen de Coster te Sugrich lantheer es , Dese voorscre- ven landen zijn tandere tijden te Pingum aangebrocht , ende ge- ven aldair toe dijcken, toe dammen ende andere ongelden, leggende nochtans in Suriger hemrick. Sumarem v ponden. 31. Cornelis Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien eijnsen lants , wairvan Bouwe Anezoon ten noorden ende Sicke Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Syurdt, Douwe ende Epe Pabbezonen lantheeren On. Sumarem een pond II eijnsen. 32. Douwe Jouckezoon heeft ons scriftelicken aeng egeven ende bij zijnen eede verclairt gebruijcken seeckere huijssteedt groot zijnde drie eijnsen hem scuffs m,gt zgn bruers ende lusters toecomende als by secht , dan als Lyckle Broerzoon secht , zoo compt die hugs- als by secht , dan als Lyckle Broerzoon secht , zoo compt die hugs- steedt de weeskinderen van Tgaardt Bonnis toe , Noch vierdehalve pondemate meden , wairvan Lolcke Brijontickzoon ten suijden ende Sirck Hauckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch der- dehalve pondemate , wairvan Watthie Seerpzoon ten noorden ende Watthie Mellezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt , wairvan die huijssteedt voorscreven ten oosten ende Sijtthie landen te Herlingen ten westen naestlegers zijn , Noch dertien pondematen graslandt , wairvan de pastoer ten noorden ende Bae Tijalckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden , wairvan die zeedijck ten westen ende Sijurdt Claeszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende een eijnse off twee merlandt , van welcke voor- screven landen die weeskinderen van salighe Tgairdt Bonnis land- heeren zijn antlers dan dat deijgendom van de huijsstede questie es als voorscreven is, Noch sal hij bier te buijten bruijcken tvoer- gras van twee pondematen van Douwe Hiddezoon wegen die hij selffs zal aengeven. Sumarem xxx ponden iv eijnsen. 33. Bouwen Anezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken elliff pondematen fennen , wairvan Sicke Claeszoon ten suijden ende die proust te Bolswert ten noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate fen- nen, wairvan die Vicarius ten suijden ende Andries Waltinga lan- SUIJRICH. 421 den ten noorden naestlegers zijn , Noch seven pondematen me- den , wairvan die Vicarius ten suijden ende Pijbe Sijurdtzoon erff- genamen ten noorden naestlegers zijn, Noch een en twintich eijn- sen meden, wairvan Lolcke te Goijum ten suijden ende Sirck Hauck- zoon ten noorden naestlegers zijn, Noch sestien eijnsen meden , wairvan die patroon te Suijrich ten suijden ende Sirck Hauckzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch thien eijnsen meden, wairvan die patroon ten suijden ende Tijaart Bonnezoon erven ten noorden naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen meden, wairvan die Vicarius ten suijden ende de patroon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Meester Pieter ende Jan 4.- monzonen lantheeren zgn. Sumarem xxvii ponden iii eijnsen. 34. Ocke Sijbrandtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen lants leg- gende te Suijrich , wairvan die patroon te Suijrich ten oosten ende Heer Oedts te Suijrich ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hij selits lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem in ponden. 35. Albert Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen lants, wair- van den indijck ten oosten ende Douwe Hiddezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hij selffs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem vi ponden. Suma Sumarem vi C Lxxx ponden , iv eijnsen. PINGUM. 1. Sijbrandt Claeszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertich pondematen twaeliff penningen ende negen roeden lants , die groote fenne genoempt , wairvan die indijck ten oosten ende Houck Reijns we- duwe ten westen naestlegers zijn Noch derthien pondematen seven eijnsen twaeliff penningen thien roeden ende ses voeten 422 BUIJTENDIJCKS DUCKAGIE. fennen ende saetlandt te saemen , wairvan die indijck ten westen ende Marten Gerliffzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch acht pondematen een eijnse ende acht roeden saetlandt ende maed- lant te saemen , wairvan die laen ten westen ende Menthie Liju- wes ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen seven- thien penningen ses roeden saetlandt, wairvan Watthie Repckeme ten beijden zijden naestleger es , Noch twee pondematen twee eijnsen negentien penningen meden buijten Pingum , wairvan Wat- thie Repckama ten suijden ende Bae Meliszoon ten noorden naest- legers zijn , Noch een pondemate een eijnse acht penningen acht voeten meden , wairvan Watthie Repckama ten noorden ende die prebendarius ten suijden naestlegers zijn , Noch thien eijnsen vijff penningen ende ses roeden meden, wairvan Meijnthie Lieuwes ten penningen ende ses roeden meden, wairvan Meijnthie Lieuwes ten suijden ende Sicke Trijnne ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate negen eijnsen twee penningen ende acht roeden meden , wairvan Sicke Reijners ten suijdwesten ende die oude Laen ten noordoosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen acht eijnsen ende ses penningen meden , wairvan die Vicarius ten suijden ende Abbe Gerrijtzoon erffgenamen ten noorden naestle- gers zijn , Noch acht en twintich pondematen meden , wairvan Houck Reijns weduwe ten oosten ende Pieter Reijnerzoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen ende twee eijn- sen saetlandt , wairvan Pieter Reijners ten westen ende Vreck Claeszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen een eijnse ende tien penningen saetlandt , wairvan die laen ten westen ende Jacob Janzoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen die Proust opt Sant Lantheer es. Sumarem xciv ponden, Am eijnsen, xv pennigen, n. roeden. 2. Anne 1Pijbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftich pondematen fennen meden ende saetlandt in een ander leggende , wairvan Tiets Hid- dema ten noordwesten ende noordoosten ende Taets Pieter Aggama weduwe ten suijdwesten ende de boomsloot ten suijd oosten naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Anne voorscreven seljs mgt zijn wijJ/s broeder ende mijt zijn wijfis broeders weesleinderen lantheeren zijn. lantheeren zijn. Sumarem L ponden. 3. Lieuwe Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen lants , PINGUM. 423 wairvan die pastoers landen ten noorden ende Vpcke fen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Heer Olfert Lantheer es Sumarem iv ponden. Sumarem iv ponden. 4. Thiets Biddama heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruicken negen en twintich pondema- ten bij hoir huijs aen een appenderende, alles garslandt, wairvan Jets Aggama ten suijden , Heer Douwe jonge priester ten westen ende Heer Pieter Vicarius ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorsreven landen Beer Olfert van achtehalve pondematen ende Thiets voorscreven van tsurplus Lantheeren ende Lantvrouwen zijn, Noch een pondemate op Pingumme bueren, wairvan Sicke Renickszoon ten oosten ende Aenke toe Watinga ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen buijtendijck oppe image meedt leggende , wairvan Jacob Sijmonzoon ten noordoosten ende Watthie Ger- rijtzoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch drie pondema- ten oppe greijden, wairvan Rabbodus ten westen ende Jade Lijicke- zoon Siouckama ten oosten naestlegers zijn. , Noch twee pondema- ten , wairvan Jacob Renickzoon ten westen ende de pastoer te Pingum ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen oppe greijden, wairvan Pijbe Andla ten westen, Watthie Hanije ten suij- den ende de crumme indijck ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen oppe greijden , wairvan Stjtthie Hesselzoon ten oosten ende Jacob Renickzoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Hessel Watthiezoon ten suijden ende Jade Sijoulema ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Thiets Hiddema voorscreven selffs lant- vrouw es , als zij bij hairen eede verclairt heeft. Sumarem XLID ponden. 5. Lieuwe Douwezoon ,heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen min twee eijnsen fennen , wairvan Eecke Gerliffzoon fenne ten oosten ende de prebende landen ten westen naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen Heer Olfert prebendaries in Pingum lantheer es. Sumarem iii ponden x eijnsen. 6. Jan Vincentszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken elliff pondematen ende twee eijnsen fennen , wairvan Eecke Gerloffzoon fenne ten suijden ende die heerenwech ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate ende twee eijnsen saetlandt, wairvan Fedde Sijtthiezoon ten westen ende Taets Jetthie weduwe ten oosten naestlegers t24 BUIJTENDIJOKS DIJCKAG1E. zijn , van welcke voorscreven landen Beer Olfert prebendarius te Pingum lantheer es , Noch bruijct hij vier pondematen meden Beer Douwe Lollezoon toecomende , wairvan Sijts Jelle Meijnszoon weduwe ten oosten ende Dirck Jacobzoon ten westen naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot ztjnde viertien eijnsen Thiets Hiddema toecomende. Sumarem xvm ponden. 7. Taets Wgnaere dochter heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hairen eede verclairt te gebruicken seven pondematen Lants Heer Oltert prebendarius te Pingum toecomende, wairvan Pieter Claeszoon ten suijden ende Eucke te Wathnije landen ten noorden naestlegers zijn , Noch bruijct zij acht pondematen me- den, van welcke voorscreven vier pondematen leggen op die Trisck, wairvan Heer Pieter vicarius in Pingum ten suijden ende Sijbren Jouckis ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen op die meden buijten dijck gelegen, wairvan Pijbe Tsaelinckzoon ten noorden ende Watthie Gerrijtzoon ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven acht pondematen Watthie Douivezoon grontheer es. Sumarem xix ponden. 8. Frans Hanszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen fennen, wair- van Pijbe Tsaelinckzoon ten noorden ende Ricxt Anscke weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate gelegen op de Houwe , wairvan Aencke te Wathnia ten noorden ende Minthie Liewis landen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen de pastoer te Pingum lantheer es, vuijtgesondert een pondemate die Beer Olfert prebendarius te Pingum toecomen. Sumarem via ponden. 9. Alger Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen min derde- halve eijnse meden , wairvan Tijaardt Bonnezoon erven ten noor- den ende Douwe Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Sicke Ringe ten westen ende Douwe Epezoon ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Alger Jacobzoon voorscreven selffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. eede verclairt heeft. Sumarem vii ponden ix eijnsen x penningen. 10. Pijbe Hoijthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken een halve pondemate , PINGJTJM. 425 wairvan Eecke Gerliffzoon ten westen ende Jacob Smit ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen de pastoer te Pingum Lantheer es. Sumarem vi eijnsen. 11. Gerrijt Martenzoon ende Jacob Janzoon hebben ons scrif- telicken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruij- cken twintich pondematen fennen, wairvan Stotinga saet de proost toecomende ten noorden ende Yde Gerloffzoon ten oosten naestle- gers zijn , Noch thien pondematen fennen, wairvan Sijbren Claes- zoon ten noorden ende Pijbe Tsaelinckzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlandt , wairvan Tijaart Aluwe erven ten oosten ende Sijbren Claeszoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant, wairvan Ide Gerliffzoon ten oosten ende Sirck Wijbes erffgenamen ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen min derdehalve eijnsen meden , wairvan Pijbe Andla ten suijden ende de pastoer te Pingum ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen buijten Pingumme indijck leggende , wairvan Ysbrant Martenzoon ten oosten ende Jw Ha- thiezoon meden ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondema- ten leggende buijten die voorsz. indijck , wairvan die pastoer te Pingum ten oosten ende de Vicarius aldair ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan Watthie Repckama ten westen ende Yde Gerliffzoon ten oosten naeslegers zijn, Noch ses pondematen meden , wairvan Pieter Claeszoon ten noorden ende Claes Evertzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pon- dematen meden, wairvan Andries Waltinga ten noorden ende Tsae- dematen meden, wairvan Andries Waltinga ten noorden ende Tsae- linck Lollezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondema- ten meden, wairvan Anscke Herckezoon ten suijden ende Sijoucke Albertzoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Ens Dirckzoon van vijftien pondematen, Boit Feijcke weduwe van vidftien pondematen , Abbe Jeldertzoon ende Marten te Sottrum van Oftien pondematen , Lokke Sgboutzoon ende Tsaelinck Haringh- soon mgt hucre adherenten van Oftien pondematen ende Lolcke Sg- bouts selirs van vier pondematen lantheeren zgn, Noch een half pon- demate saetlant Alger Jacobsoon, Emcke Janckezoon ende Douwe demate saetlant Alger Jacobsoon, Emcke Janckezoon ende Douwe Claeszoon tsaemen toecomende , wairvan Pijbe Andla ten oosten ende Vibe terp ten westen naestlegers zijn. Vibe terp ten westen naestlegers zijn. Sumarem may ponden, iii eijnsen, x penningen. 12. Deuwe Sgmonzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken tweenviertich pondematen 426 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. fenn.en , wairvan Jw Hatzezoon ten westen ende die gae laen ten oosten naestlegers zijn , Noch vijftien pondematen saetlant, wair- van Jacob Sgmenzoon ten noorden ende de pastoer te Pingum ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden , wairvan die pastorie voorscreven Landen ten oosten ende die gae weg ten westen naestlegers zijn , Noch negentien ponde- maten meden , wairvan Ricxt Anske weduwe ten westen ende die gae laen ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate meden , wairvan Sijts Gellijs ten oosten ende Watthie Rep- ckama ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondemate meden, wairvan Sicke Ringe ten oosten ende Watthie Repckama ten wes- ten naestlegers zijn , Noch twee pondematen ineden, wairvan Pijbe Andla ten oosten ende Taets Jetthies ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan die Vicarius te Pin- gum ten oosten ende Douwe Pieterzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan Tsaelinck Louis ten westen ende Jan Douwezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , wairvan de pastoer te Pingum ten westen ende Jouw Hatthiezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch thi en pondematen meden , wairvan Jouw Haijthiezoon ten oosten ende Wijssze ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen de proost opt Sant lantheer es , Noch drie ,pondematen tCorpus van de proost opt Sant lantheer es , Noch drie ,pondematen tCorpus van tSant toecomende , wairvan Jacob Sijmonzoon ten noorden ende Jesck Edezoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem 1 C v ponden. 13. Sgurdt Meglezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twaeliff pondematen fen- nen, wairvan Tijaardt Aluwe ten oosten ende Ide Gerloffzoon ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen fennen , wairvan Yde Gerloffzoon ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Tijaart Aluwe ten oosten ende Yde voorsz. ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Pijbe Andla van wegen zijn stiepkinderen ten westen. ende Yde voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , de spick genoempt, wairvan Sijurdt Aluwe ten oosten ende de proust te Bolswaert ten westen naestlegers zijn, Noch twee pondematen meden buijten dijck , wairvan Tiepcke Noch twee pondematen meden buijten dijck , wairvan Tiepcke Sipckezoon ten oosten ende Abbe Gerrijtzoons kinderen ten wes- ten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Aucke Sgouwe- zoon van achtien pondematen ende prior t' Achaum van tConvent PINGUM. 427' van Achtlum wegen van acht pondematen lantheeren zijn , Noch bruijct hij drie pondematen saetlandt , Wijpcke terp genoempt , Gercke hij drie pondematen saetlandt , Wijpcke terp genoempt , Gercke Sijmonzoon toecomende, wairvan Bauck Pijbe Andle wijff ten oosten ende de voorscreven Sijurdts huijssteedt ten westen naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden Anne Hoijtezoons erven toe- comende , wairvan Sirck Fongers erven ten oosten ende Yde Ger- liffszoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saet- lant Anne Hoijtezoons erven toecomende, wairvan Tijaart Aluwe erven ten oosten ende de voorsz. twaeliff pondematen fennen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt Sgurdt voorscreven selffs toecomende , wairvan Rieme Tijaarts weduwe ten westen ende Meijle Meijlezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt .Megle Meijlezoon toecomende, wairvan die voorscreven Sijurdt ten westen ende Douwe Sijbrenzoon ten oos- ten naestlegers zijn. Sumarem mi. ponden. 14. Ide Gerliffzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier en twintich pondematen mijt die twee pondematen die affgebroecken zijn van Stotinga saete , wairvan Sijurdt Meijlezoon ten oosten ende Gerrijt Merten- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch thien pondematen saet- landt ende greijdlant, wairvan Ricxt Anske weduwe ten oosten ende Jacob Janzoon ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pon- demate , wairvan Pijbe Andla ten westen ende de gae Jaen ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt ofte dair- omtrent, wairvan Sijurdt Meijlezoon ten oosten ende westen naest- leger es , Noch vierdehalve pondemate meden buijten dijck, wair- van Andries Waltinga ten suijden ende Ysbrant Martenzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden , wairvan Joucke Sijmonzoon ten suijden ende Aencke Janckezoon ten noor- den naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen de proost te Bolswaert lantheer es , Noch bruijct hij twaeliff pondematen van tCorpus van 't Zant leggende buijten dijcx int eerst vijff pon- dematen , wairvan Watthie Repkama ten suijden ende Aencke Janckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pon- demate, wairvan Sijbren Claeszoon ten oosten ende Jacob Jan- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen , wairvan de pastoer te Pingum ten oosten ende de Vicarius aldair ten westen, naestlegers zijn. Sumarem LXY ponden. 428 BITUTENDUCKS DIJCKAGIE. 15. Seerp Virgbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken tiendehalve pondemate fennen, wairvan Fedde Sijtthiezoon ten suijden ende Juw Hathiezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen fennen Eets Wybes erffgenamen toeeomende , wairvan Jw voorscreven ten noor- den ende de voorscreven thiendehalve pondematen ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate saetlandt, wairvan Eesck Edezoon ten oosten envi e Sijurdt Meijlezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate meden buijtenPin- gumme indijck, wairvan Ysbrandt Martenzoon ten westen ende Bae toe Suijrich ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve ponde- mate meden buijten de voorscreven indijck , wairvan Sijbren Claeszoon ten suijden ende Wopcke Sirckzoon ten noorden naest- legers zijn , Noch drie pondematen meden buijten de voorscreven indijck leggende , wairvan Aencke Janckezoon ten oosten ende Jan Doeckezoon ten westen naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Douwe Sijbrenszoon Brijontsma lantheer es. Sumarem xxv ponders. 16. Riext Anske weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij heuren eede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen mijt die huijssteedt , wairvan Heer Olfert van wegen zijn benifitie ten suijden ende Inte Evertzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen greijdlandt , wairvan Lieuwe Sijmonzoon ten oosten ende Yge Gerliffzoon ten westen naestlegers zijn, Noch derdehalve pondemate off dairomtrent , wairvan de pastoer ten oosten ende de ghae laen ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen greijdlant , wairvan Agge Pieterzoon ten suijden ende de prebendarius fenne ten noorden naestlegers zijn Noch een pondemate saetlandt bij de kerckbueren leggende , wairvan Houck Reijns weduwe ten oosten ende Inte Evertzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlant nae Ricxte voorsz. beste wetenschip , wairvan Wijtthierne landen ten suijden ende de kerckewech nae 't old bolwerck ten noorden naestlegers zijn , Noch een huijssteedt een halff pondemate ofte weijnich min groot zijnde, wairvan die kerckbueren ten westen ende de ghae- laen ten oosten naestlegers zijn , Noch acht pondematen meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan Pieter Reijnerzoon ten noorden ende Sijurdt Aluwe ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden , oick buijten de voorscreven dijck gelegen , wairvan Agge Pieterzoon ten noorden ende Heer Douwe PINGUM. 429 prebendarius te Pingum ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen .Ricxt voorscreven Lantvrouw es vuytgesondert Wgpck TVgbe dochter anderhalve pondemate ende Douwe hair suster viertien egnsen toecomende , Noch bruijct zij vier pondematen fen- nen min twee eijnsen Heer Wert prebendarius te Pingum toecomende, nen min twee eijnsen Heer Wert prebendarius te Pingum toecomende, wairvan Bae Meliszoon ten suijden ende Ricxt voorscreven ten noorden naestlegers zijn. Sumarem xxxi ponden iv eijnsen. 17. Jacob Renickzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertich pondematen fen- nen, wairvan Sijurdt Taeckezoons erven ten oosten ende de ghae laen ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen greijd- landt , wairvan Bae Melis ten westen ende Andries Waltinga van wegen Ighe weeskinderen ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt ende maetlant , wairvan Watthie Hanije ten westen ende Sijurd Taeckezoons erffgenamen ten oosten naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate , wairvan Sijt Hessel- zoon ten westen ende Thiets Hiddema ten oosten naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate , wairvan Bae Meliszoon ten westen ende Watthie Hanije ten oosten naestlegers zijn , Noch een pon- demate meden , wairvan Tiets Hiddema ten oosten ende Jade Lickezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Sijurdt Taeckezoon ten oosten ende Hidme- hoff ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saet- landt , wairvan Watthie Hanije ten westen ende de ghae laen ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlant, wairvan Bae Melis ten westen ende Watthie Hanije ten oosten naestlegers zijn , Noch eels half pondemate saetlandt, wairvan Watthie Hanije ten oosten ende Jan Aluwe ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt off dairomtrent , wairvan Watthie Hanije ten westen ende Jan Aluwe ten oosten naestlegers zijn, Noch negendehalve pondemate meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan Feijcke Rennertzoon ten suijden ende de Vicarie ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven lan- den Popck Gratinga mgt Dogthie Longa hair broer lantheeren den Popck Gratinga mgt Dogthie Longa hair broer lantheeren Sumarem Lvm ponden. 18. Sytthie Hesselzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een pondemate twee eijn- sen achtien penningen acht roeden ende thien voeten meden ofte dairomtrent leggende buijten Pingumme indijck , wairvan Taets 430 BUIJTENDIJCKS DIJOKAGIE. Aggama ten suijden ende Pieter Reijnerzoon ten noorden naestle- gers zijn Noch een pondemate een eijnse ende twee penningen meden buijten de voorscreven indijck gelegen, wairvan de pastoer ten noorden ende de proust ten westen naestlegers zijn , Noch viertien pondematen twee eijnsen seventhien penningen elliff roe- den ende thien voeten saetlandt ende greijdlant mijt die hubs- steedt , wairvan Arumme indijck ten noorden ende de ghae laen ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlant ende greijdlant opte greijden wairvan Tiets Hiddama ten westen ende Bae Meliszoon ten oosten naestlegers zijn, Noch derdehalve pon- dematen greijdlant ende saetlant off dairomtrent eertijts affgebroe- cken van Douwe Bartels saete , wairvan Frans Wopckezoon ten cken van Douwe Bartels saete , wairvan Frans Wopckezoon ten noordwesten ende Tiets Hiddema ten suijdoosten naestlegers zijn van welcke voorscreven landen Sgtthie Ilesselzoon voorscreven selffs lantheer is, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. lantheer is, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xxi ponden, xvm penningen, Arm roeden, acht voeten. 19. Jacob Claeszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken achtehalve pondemate fennen, wairvan Andries Jettiezoon ten noorden ende die laen ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen min drie eijnsen fennen , wairvan Tijepcke Sipckezoon ten noorden ende Sicke Runne ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen meden, wairvan An- dries Jetthiezoon ten beijden zijden naestleger es , N och twaeliff pondematen meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan pondematen meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan Bouwen Anezoon ten suijden ende His Sijouckes ten noorden naest- legers zijn , Noch drie pondematen meden op Suriger meden leg- gende , wairvan Lieuwe Aenezoon ten oosten ende Sirck Hauck- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlant, wairvan His Sijouckes ten suijden ende Andries Jetthie- zoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Pgbe Syurdtzoon erffgenamen lantheeren zgn. Sumarem XXV11J ponden. 20. Jacob Douwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestien pondematen fennen, wairvan Rommerts fenne ten noordwesten ende Eede ende Tiaerd wairvan Rommerts fenne ten noordwesten ende Eede ende Tiaerd Wijnie erffgenamen ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch acht pondematen meden de proost opt Sant toecomende , wairvan Lijtke Pingum ten suijdoosten ende Wijtthiema laen streckende op nae den indijck ten noordwesten naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate meden op Pingumme groed geleghen, wairvan Fencke PINGUM. 431 Rennertzoon ten westen ende Claes Evertzoon ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate opte voorscreven groed gelegen, wairvan Sijbren Claeszoon ten westen ende Heer Pieter Vicarius te Pingum ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen, Lolcke wal genoempt , wairvan Sijurdt Meijlezoon ten noordwesten ende wal genoempt , wairvan Sijurdt Meijlezoon ten noordwesten ende Joucke Sijmenzoon ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch thiende- halve pondematen fennen in eertijden saetlant , wairvan Joucke halve pondematen fennen in eertijden saetlant , wairvan Joucke Sijmonzoon ten suijdoosten ende Sijurdt Meijlezoon ten noordwes- ten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen de weeskinde- ren van Tyaart Aluwe lantheeren zyn. ren van Tyaart Aluwe lantheeren zyn. Sumarem xxxvi ponden ix eijnsen. 21. Pieter Gossezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen, wair- van Sijurdt Meijlezoon ten noordwesten ende Rommerts fenne dair van Sijurdt Meijlezoon ten noordwesten ende Rommerts fenne dair Baucke Jacobzoon nv gebruijckt ten suijdoosten naestlegers zijn, Noch drie pondematen saetlant d' erffgenamen van wglen Tgaardt Aluwe toecomende , wairvan Sijurdt Meijlezoon ten noordwesten ende de wech ofte cleedriste dair streckt nae Beckumma fennen ten de wech ofte cleedriste dair streckt nae Beckumma fennen ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden leg- gende in die dijcxhorn Tierck Gerckezoon erigenamen toecornende , wairvan die lutke indijck ten noorden. en Wijbe Claeszoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xvi ponden. 22. Douive Wgnaringhzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken acht pondematen fen- nen, ses pondematen meden ende vier pondematen saetlant , wair- nen, ses pondematen meden ende vier pondematen saetlant , wair- van die indijck tusschen Pingum ende Kimswert ten noorden ende westen ende die erffgenamen van Abbe Gerrijtzoon ten oosten ende Jacob Sijmenzoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen die erffgenamen van wijlen Tgaardt Aluwe lantheeren zit*. zit*. Sumarem xvm ponden. 23. Bae lifeliszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruicken acht pondematen meden, wair- van Pieter Janzoon ten suijden ende Ricxt Anske Harckezoon weduwe ten noorden naestlegers zijn , Noch twintich eijnsen, wairvan Jouw Hathiezoon ten noorden ende suijden naestleger es , Noch een pondemate meden , wairvan Allert Hathiezoon ten noor- den ende Jan Doeckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen meden, wairvan Baucke Jacobzoon ten noorden 432 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. ende Sijurdt Aluwe ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan Douwe ende Cornelis Douwezonen ten noorden ende Pieter Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Allert Hathiezoon ten suijden ende Sijbren Claeszoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sijbren Claeszoon , Bae Meliszoon ende Hidde Tijaickezoon grontheeren zijn , Noch bruijct hij twintich pondematen fennen, wairvan Claes Evertzoon ten westen ende Ja- cob Renickzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondema- ten saetlant , wairvan Jacob Renickzoon ten oosten ende die gae weij ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan Watthie Douwezoon ten oosten ende Pijbe Tsaelinckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondematen saetlandt , wairvan Bodus ten westen ende Sijbren Janckes ten oosten naest- legers zijn , Noch een pondemate , wairvan Allert Hathiezoon ten westen ende Jacob Renickzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden , wairvan Jade Liclezoon ten wes- ten ende Jacob Renickzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate , wairvan Sijtthie Hesselz000n ten westen ende Robodus Jacobzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een half pondemate, wairvan Tiets Hiddema ten oosten ende westen naest- legers es , Noch vier pondematen buijten Pingumme indijck ge- legen , wairvan Yde Gerloffzoon ten westen ende Watthie Rep- ckama ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen de Patroon van thien pondematen ende Sijbren Claeszoon ende Bae Jiieliszoon van die andere grontheeren zijn. Sumarem Lin ponden. 24. Heer Olfert Gerrijtzoon prebendaries thoe Doijum in Pingum , heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken van zijn provens wegen sestehalve pondemate fennen twee pondematen saetlandt mijt die huijssteedt hoff ende hijem , wairvan Gerloff Ekezoons fenne ten suijden ende Vpcke fenne ten noorden naestlegers zijn. Sumarem VIIJ ponden. 25. Wopcke Sijrckzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fennen voir zijn huijs leggende Popck Gratinga toecomende, wairvan Jacle voir zijn huijs leggende Popck Gratinga toecomende, wairvan Jacle Lijcklezoon ten oosten ende Popck Gratinga ten westen naestle- gers zijn , Noch elliff pondematen fennen achter zijn huijs gelegen, wairvan Watthie Hanije ten westen ende Sijtthie Hesselzoon ten wairvan Watthie Hanije ten westen ende Sijtthie Hesselzoon ten PINGUIVI. 433 oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden ende saet- lant in malcanderen gelegen , die houw genoempt , wairvan Jacle Lijcklezoon ten westen ende Frans Vpckis ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen greijdlandt bij die voorscreven houw gelegen wairvan Jade voorscreven ten westen ende Frans voor- screven ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen greijd- lant bij de voorsz. landen leggende , wairvan Baucke Jacobzoon ten westen ende Frans voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen min twee eijnsen op Nessere greijden gelegen , wairvan Pieter Doeckezoon ten oosten ende Baucke Ja- cobzoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen int graslandt gelegen , wairvan Watthie Hanije ten oosten ende Popck Gratinga ten westen naestlegers zijn Noch viertien eijnsen, wair- van Watthie voorscreven ten oosten ende Popck voorsz. ten wes- ten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate op die Triesck, wairvan die pastoer te Pingum ten suijden ende de Vicarius in den selven dorpe ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate op die hemmen buijten Pingumme dijck gelegen, wair- van Bae Melis ten suijden ende de indijck ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftien eijnsen opte greijden, wairvan Sijtthie Hessel- zoon ten westen ende Jacle Lijcklezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen Reijner Jacobzoon van wegen zijn huijsvrouwe ende derfgenamen van Sijurdt Taeckis weduwe mijt Bauck hair moeder lantheeren zijn , Noch een pondemate in smoer wal gelegen , wairvan Andries Hobbis ten suijden ende Seerp Wij- bis ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate in die blocken gelegen , wairvan Watthie dorprechter Repckama ten westen ende Jacob Janzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate in Foucke fenne gelegen, wairvan Jouw te Midts- landt ten suijden ende Albert Haijtiezoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen wijlen Sirck Wijbis erfuena- men lantheeren zijn , Noch bruijct hij viertien eijnsen saetlant Watthie Douwezoon toecomende , wairvan Reijner Jacobzoon van we- gen Anna zijn huijsvrouwe. ten oosten ende derffgenamen van Sijurdt Taeckezoon ten westen naestlegers zijn. Sumarem law ponden xI eijnsen. 26. Sijbren Janckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negendehalve pondemate ende drie eijnsen ofte dairomtrent fennen , wairvan de Vicarius 28 434 BIJIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. te Pingum ten westen ende de gae laen ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan de Vicarius ten oosten ende Sae Melis ten westen naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden opte lange strengh gelegen , wairvan Watthie Hanije ten suijden ende de Vicarius ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate .buijten Pingumme indijck gelegen , Noch anderhalve pondemate .buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan de pastoer ten suijden ende Lijckle Broerzoon ten noor- den naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jouffrouto Popck Gratinga lantvrouw es. Sumarem xxi ponden in eijnsen. 27. Inte Evertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fennen, wairvan Lieuwe Sijmenzoon ten noorden ende Rixt Anscke weduwe ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, leg- gende buijten Pingumme indijck , wairvan Aencke Janckezoon ten westen ende Baucke Jacobzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt bij de kerckbueren gelegen , wairvan Ricxt Anske weduwe ten oosten ende die riedwech bij tbolwerk ten westen naestlegers Ain , van welcke voorscreven landen Wyttie Beijema lantheer es , Noch vier pondematen saetlant Watthie Pie- terzoon van wegen zijn huijsvrouwe toecomende , wairvan Lieuwe Sijmenzoon ten suijden ende noorden ende de ghae laen ten oos- ten naestlegers zijn , Noch tien pondematen meden Heer Douwe prebendarius te Pingjum toecomende , wairvan Robodus van weghen Watthie Hanije ten suijden ende Gerliff Eeckezoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxxiii ponden. 28. Haije Tijepckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestien pondematen fennen, wairvan Vlcke Taedezoon ten oosten ende Sicke Sijouckezoon ten wairvan Vlcke Taedezoon ten oosten ende Sicke Sijouckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wair- van Sicke Sijtthiezoons erven ten oosten ende Douwe Pieterzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlant, wair- van Watthie Repckama ten noorden ende Vlcke Taedezoon ten van Watthie Repckama ten noorden ende Vlcke Taedezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch twaeliff pondematen meden buijten die dijck gelegen , wairvan Andries Jetthiezoon ten noorden ende Jouw Haijthiezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch vier ponde- maten meden , wairvan Here Eeckezoon ten beijden zijden naest- leger es , Noch twee pondematen meden , wairvan Sijurdt Meijle- zoon ten westen ende His Sijouckis ten oosten naestlegers zijn , PINGUM. 435 Noch twee pondematen meden , wairvan Lieuwe Sijmenzoon ten suijden ende Ysbrant Martenzoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tgaardt Aluwe kinderen van ses- tien pondematen, Watthie Douwezoon van een pondemate ende Wigle Hanije kinderen van drie en twintich pondemate lantheeren zgn. Sumarem xxxviii ponden. 29. Pieter Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen Rin- nerts kinderen toecomende , wairvan Bae Meliszoon ten noorden ende Jouw Haijthiezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate Aencke Janckezoon toecomende , wairvan Pijbe Andle ten westen ende Jacob Janzoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem 1VJ ponden. 30. Albert Ilaytezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee en twintich pondematen zijnen eede verclairt te gebruijcken twee en twintich pondematen fennen , wairvan de pastorie landen te Pingum ten noordwesten ende Popck Gratinga landen ten noordoosten naestlegers zijn, Noch negen eijnsen saetlandt leggende op die staden , wairvan Baucke Jacobzoon ten westen ende Wijssze ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende drie eijnsen saetlandt op die staeden voorsz., wairvan Sijbren Janckezoon ten westen ende Bae Melis zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden op die trijesck gelegen, wairvan Jets Pieter Aggama weduwe ten oosten ende Sijbren Jenckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch end eijnsen meden buijten Pingumme indijck gelegen, wair- van Bae Melis ten oosten ende Sijts Hoijthe weduwe ten westen naestlegers zijn. , Noch een half pondemate meden buijten Pin- gumme indijck gelegen, wairvan Melis Dirckzoon ten westen ende Sijbren Claeszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden buijten Pingumme indijck gelegen, wairvan Sij- bren Claeszoon ten westen ende Heer Wijtthie to Woudens ten oosten naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen meden buijten Pin- gumme indijck gelegen , wairvan Douwe Douwezoon ten oosten ende Andries Jetthiezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate in Foucke fen gelegen , wairvan Heer Douwe preben- darius te Pingum ten westen ende Sijurdt Meliszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan Aencke tho Watinga ten westen ende de pastorie landen van Pingum ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Heer Pieter 3164800°n Vicarius te Pin- 436 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. gum lantheer es , Noch bruijct hij viertien eijnsen saetlandt Pieter Taeckezoon te Sexbierum toecomende , wairvan Jacob Douwezoon ten Taeckezoon te Sexbierum toecomende , wairvan Jacob Douwezoon ten westen ende Tsaelinckzoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxxvi ponden ix eijnsen. 31. Eeske Edezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen Ilidde Bornertzoon toe Herlinghen , Pieter Pieterzoon toe Worckum mgt zgn adherenten ende Eede TVgnie erffgenamen toecomende , wair- van Tijaardt Wijnie erffgenamen ten noorden ende Baucke Jacob- zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen saet- landt Pieter Pieterzoon ende Regn Edezoon toecomende , wair- van Douwe Sijbrenszoon ten westen ende Sijurdt Romckezoon van wegen zijn weeskinderen ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen saetlandt SYurdt Romckezoon voorscreven toecomende, wairvan Reijn Edezoon ten westen ende Rijeme Tijairdts huijs- vrouwe ten oosten naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen saet- lant Pieter Pieterzoon ende Eesck Edezoon voorscreven toecomende, wairvan Rieme voorscreven ten westen ende Pijbe Tsaelinckzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch drie en twintichstehalve eijnse saetlant Hidde Bornertzoon ende Pieter Pieterzoon cum socys toeco- mende, wairvan Rieme Tijaarts huijsvrouwe ten oosten ende wes- ten naestlegers es, Noch twee pondematen greijdlant Eesck seljs toe- comende , wairvan Rieme Tijaarts huijsvrouwe ten oosten ende comende , wairvan Rieme Tijaarts huijsvrouwe ten oosten ende westen naestlegers es , Noch een half pondemate Pieter voor- screven cum suis ende Wgts Ede dochter toecomende, wairvan Rieme Tijaarts huijsvrouwe ten oosten ende Tijairdt Wijnie erven ten westen naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen saetlant Pieter voorsz. cum socijs ende TVgts Ede dochter toecomende, wairvan. Lieuwe Sijmenzoon ten suijden ende noorden naestleger es , Noch vier Sijmenzoon ten suijden ende noorden naestleger es , Noch vier pondematen meden buijten Pingumme indijck gelegen Jlogthie Sybezoon Pieter voorscreven cum socys ende Hidde Bornertzoon toe- comende , wairvan Tiedt Douwedochter ten oosten ende Pijbe Tsae- linckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt Anne .Hogtezoons erven toecomende , wairvan Baucke Ja- cobzoon ten oosten ende Anne Hoijtezoons erven ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct hij sevendehalve pondemate Beer TVgtthie prebendarius te Wons toecomende , wairvan die Vicarius te Wons ten suijden ende Pingumme maeden ten noorden naest- legers zijn, dan Becht deselve bij Heer Wijtthie aengebrocht te zijn. Sumarem xxxviii ponden x penningen. Sumarem xxxviii ponden x penningen. PINGUM. 437 32. Menthie Lyuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken een pondemate meden buijten Pingumme indijck gelegen, wairvan Lijckle Broerzoon ten noorden ende Sijbren Janckezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch een pondemate buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan die een pondemate buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan die pastoer ten noorden ende Lijckle Broerzoon ten suijden naestle- gers zijn , Noch een pondemate buijten Pingumme indijck gele- gen , wairvan die pastoer ten suijden ende Sijbren Claeszoon ten noorden naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen binnen dijcx gele- gen, wairvan Watthie Repckama ten westen ende Jacob Janzoon gen, wairvan Watthie Repckama ten westen ende Jacob Janzoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Lgclele Broerzoon lantheer es , Noch bruijct hij twintich pondematen fen- Broerzoon lantheer es , Noch bruijct hij twintich pondematen fen- nen maeden mijt zijn huijssteedt toesaemen Andries Waltinga toe- comende, wairvan Jelle Menckzoons erven ten noorden ende Rom- merta ende His Sijouckes thien pondematen ten suijden naestle- gers zijn, Noch drie pondematen saetlandt de pastorie te Pingum toecomende , wairvan Pijbe Andla ten westen ende oosten naest- leger es. Sumarem xxvii ponders iv eijnsen. 33. Sijts Jelles heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hue- ren Bede verclairt te gebruijcken de rtien pondematen fennen , ren Bede verclairt te gebruijcken de rtien pondematen fennen , wairvan Sicke Runne ten westen ende Ysbrandt Martenzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch achtehalve pondematen fennen buijten Pingumme indijck gelegen, wairvan Lijsbeth Pabis ten wes- ten ende His Sijouckes ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan Minthie Lieuwezoon ten suijden ende Bae Tijalckezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlant , wairvan Watthie Repckama ten oosten ende Sicke Runne ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen. saetlandt , wairvan Ysbrandt Martenzoon ten oosten ende die laen ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt, wair- van Meige Sickezoons erven ten noorden ende die laen ten suij- den naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate lants, wairvan Sicke Claeszoon ten oosten ende Douwe Hiddezoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Syts voorscreven mgt huere kinderen lantvrouw es , Noch bruijct zij drie pondema- ten meden Saepck Pieters weduwe toecomende, wairvan Ysbrandt Mar- tenzoon ten suijden ende Jan Sijmenzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen die prebende toecomende, wairvan Lieuwe Sijmonzoon ten suijden ende Albert Coster ten noorden naestle- Sijmonzoon ten suijden ende Albert Coster ten noorden naestle- 438 BUD TENDUCKS DUCE:AGM gers zijn , Noch anderhalve pondemate meden die prebende voor- screven toecomende, wairvan Sijbren Claeszoon ten noorden ende Jan Bilckert ten suijden naestlegers zijn. Sumarem n ponden vi eijnsen. 34. Neelthien Jetthie weduwe heeft ons scriftelicken aangegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken seven pondematen min twee eijnsen fennen Andries Waltinga toecomende, wairvan Jan Doeckis ten westen ende Andries Jetthiezoon lange velden ten oosten naest- ten westen ende Andries Jetthiezoon lange velden ten oosten naest- legers zijn , Noch drie pondematen negen eijnsen saetlant ende maetlandt toe saemen Andries Jetthiezoon toecomende, wairvan Sij- bren Brechtis ten noorden ende Andries Jetthies ten oosten naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate ende twee eijnsen An- dries Jetthiezoon voorscreven toecomende , wairvan Andries Jetthie- zoon landt ten oosten ende Bouwen Aenezoon landt ten westen zoon landt ten oosten ende Bouwen Aenezoon landt ten westen naestlegers zijn , Neelthien bruijckt de fenne voorscreven voir acht pondematen , Noch vier pondematen saetlandt dair een halff pondemate in gelegen is greijdlandt , wairvan Sijbren Claeszoon vant Corpus landt opt Sant ten noorden ende die voorscreven fenne ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen, wair- van Andries Jetthiezoon ten suijden ende Bouwen Anezoon ten westen naestlegers zijn , Noch bruijct zij ses pondematen van de acht de patroon te Pingum toecomende , wairvan Watthie Gerrolt- zoon ten noorden ende Heer Douwe ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xx. ponden. 35. Andries Jetthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen binnendijcx gelegen , wairvan Jacob Claeszoon ten oosten ende Bouwen Aenezoon mijt zijn fenne ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt binnen dijcx gelegen , wairvan Jacob Claeszoon ten oosten ende de voorscreven fenne ten westen naestlegers zijn. , Noch elliff pondematen fennen buijten dijcx ge- legen , wairvan Bouwen Aenezoon ten suijden ende westen ende legen , wairvan Bouwen Aenezoon ten suijden ende westen ende de indijck ten noorden naestlegers zijn , Noch negendehalve pon- demate meden binnen dijcx gelegen , wairvan Neelthien Jetthie weduwe mijt die fenne die zij gebruijct ten westen ende Focke Sijouckezoon mijt zijn fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Jacob Claes- zoon ten oosten ende westen ende Pingumme dijck ten noordwes- zoon ten oosten ende westen ende Pingumme dijck ten noordwes- ten naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden op Pingumme meden leggende, wairvan Yde Gerloffzoon ten noorden ende Tijepcke PINGUM. 439 Sipckezoon ofte Haije zijn zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden opte groedt gelegen, wairvan Douwe Douwe- ses pondematen meden opte groedt gelegen, wairvan Douwe Douwe- zoon ten oosten ende Jacob Janzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen opte lutke groedt gelegen , wairvan die prebende te Pingum ten westen ende Jacob Renickzoon van we- gen Jouffrouw Popck ende Doethie hair broer mijt negen ponde- maten ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Andries Wallinga lantheer es. Sumarem Liu ponden ses eijnsen. 36. Houck .Regns weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ellifftehalve ponde- mate fennen Houck voorscreven negen pondematen dairvan ende mate fennen Houck voorscreven negen pondematen dairvan ende Watthie Repckama anderhalve pondemate toecomende , wairvan Melis Dirckzoon ten oosten ende Sijbren Claeszoon ten westen naestle- gers zijn , Noch vijftien eijnsen saetlandt , wairvan Doed Huijte weduwe ten oosten ende westen naestlegers es , Noch anderhalve pondemate terplant mijt die hutssteedt , wairvan Tsaelinck Pijbe- zoons erven ten oosten ende Doed Huijte weduwe ten westen naest- legers zijn, Noch een pondemate saetlant leggende aen die kerck- bueren , wairvan Aencke Janckezoon ten oosten ende Ricxt Anscke weduwe ten westen naestlegers zijn, Noch viertien eijnsen saetlant, wairvan Watthie Repckama ten westen ende Sijbren Claeszoon wairvan Watthie Repckama ten westen ende Sijbren Claeszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen greijd- lant, wairvan Doed voorscreven ten westen ende Sijbren Claeszoon lant, wairvan Doed voorscreven ten westen ende Sijbren Claeszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen greijdlandt ende saetlant oft dairomtrent , wairvan Doedt voorscreven ten oosten ende westen naestlegers es , Noch viertien eijnsen meden, wairvan Pieter Aggama erven ten oosten ende de proost lantsaete te Lutke Pingum ten westen naestlegers zijn , Noch acht en twin- tich eijnsen meden buijten Pingumme indijck gelegen ende de helft van dgen Pgbe Andla toecomende , wairvan Stotinga ten noorden ende Laurens Pieterszoon van wegen de proost opt sandt ten suij- den naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende twee eijnsen buijten Pingumme indijck leggende ende de prebende te Pingum toe- comende , wairvan Neelthien Jettie weduwe ten noorden ende Baucke Jacobzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch derthien eijnsen die voorscreven prebende toecomende, wairvan Sijbren Claes- zoon ten oosten ende Minthie Lieuwezoon ten westen naestlegers zoon ten oosten ende Minthie Lieuwezoon ten westen naestlegers 440 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. zijn, van welcke voorscreven landen Houck voorscreven mijt huer kincleren lantvrouw es. Sumarem xxx ponden xi eijnsen. 37. Hessel Watthiezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drientwintich pondematen fennen , wairvan Pieter Doeckezoon ten noorden ende suijden naest- leger es , Noch ses pondematen lants aen die voorscreven fenne leg- leger es , Noch ses pondematen lants aen die voorscreven fenne leg- gende, wairvan Wopcke Sirckzoon ten suijden ende de voorscre- gende, wairvan Wopcke Sirckzoon ten suijden ende de voorscre- ven fenne ten noorden naestlegers zijn , Noch dertien pondematen meden mijt een stuck saetlant , wairvan Jade Lijclezoon ten wes- ten ende Baucke Jacobzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan Taeckle Benckezoon ten oosten ende Pieter Doeckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen greijdlandt , wairvan Sijtthie Hesselzoon ten oosten ende westen naestleger es, Noel' vnegen eijnsen saetlant, wairven Thiets Hiddema ten westen ende Jancke Hoijtezoon ten oosten naestlegers Hiddema ten westen ende Jancke Hoijtezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondematen greijdlant , wairvan Pieter Doeckezoon ten noorden ende suijden naestleger es , Noch een pondemate greijdlant, wairvan Pieter Doeckezoon ten suijden ende Taeckle Beenckezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen mijt die huijssteedt, wairvan Hiddema ten suijden ende Pieter Doeckezoon ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Frans Wopckezoon Lantheer es. landen Frans Wopckezoon Lantheer es. Sumarem L ponden. 38. Haringh Besselzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan Jacob Janzoon ten oosten ende westen naestleger es , welcke voorscreven drie pon- dematen de Vicarie te Pingum, toecomen , Noch thien eijnsen meden die Pastoer te Pingum toecomende , wairvan Sijtthie Hes- selzoon ten noorden ende Jan Gerbrenzoon ten suijden naest- legers zijn , De huijssteedt van desen staet op Watthie Repckama landen zoo hij Becht, die deselve mijt zijn fenne denckt aen te brengen. Sumarem iii ponden x eijnsen. 39. Sicke Sgouckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negendehalve pondemate fennen , wairvan Andries Jetthiezoon ten noorden ende de laen ten suijden naestlegers zijn Noch twee pondematen fennen min drie eijnsen , wairvan Sicke Remne ten oosten ende His Sijoucke PINGUM. 441 weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen fen- nen, wairvan His Sijoucke weduwe ten suijden ende Lijsbet Pa- bis ten noorden naestlegers Ain , Noch acht pondematen meden , wairvan His voorscreven ten noorden ende Eke Gerliffzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan Watthie Seerpzoon ten noorden ende Sirck Hauckzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan His Sijoucke weduwe ten suijden ende Pijbe Sijurdtzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen meden, wairvan Andries Jetthiezoon ten beijden zijden naestleger es, van weicke voorscre- ven landen Symon Evertszoon mgt zgn wgffs broeders ende susters , ven landen Symon Evertszoon mgt zgn wgffs broeders ende susters , Sicke Sgouckezoon selffs ende Ansck Tgaarts weduwe kinderen mgt Regner Tgebbezoon grontheeren on , Ende zoo isser nosh questie om seeckere vijfftehalve pondematen ende twee eijnsen van de voorscreven landen tusschen die voorscreven Sicke ende Pijbe Sijurdtzoon van den welcken Sicke voorscreven dit tegen- woirdige Jair omtrent derdehalve pondemate gebruijct heeft ende Pijbe voorscreven dander pairt. Sumarem xxvi ponden. 40. Jade Lycklezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijcken een en twintich pondematen fennen, wairvan Sijurdt Taeckezoons erven ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch twee mael viertien eijnsen mijt een halve pondemate , wairvan Sijurdt Taeckezoons erven ten oosten ende Meester Albert ten westen naestlegers zijn , Noch thien eijnsen saetlandt , wairvan Sijurdt Taeckezoons erven ten westen ende Sijtthie Hesselzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een ponde- mate saetlant , wairvan Tiedts Hiddema ten oosten ende Rieme Tijaardtzoon ten westen naestlegers zijn , Noch thien pondematen min drie eijnsen meden , wairvan Hessel Watthiezoon ten oosten ende Rieme Tijaarts weduwe ten westen naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen greijdlandt, wairvan Hanije ten westen ende Hidme ten oosten naestlegers zijn, Noch een half pondemate saetlandt , wairvan Watthie Hanije ten oosten ende Bae Melis ten westen naestlegers zijn , Noch anderbalve pondemate ende drie eijnsen , wairvan Tiets Hiddema ten oosten ende Hessel Watthiezoon ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen die Sijouck Reijn- zoon nv in bruijckinghe heeft , wairvan Rieme Tijaartzoon ten oos- zoon nv in bruijckinghe heeft , wairvan Rieme Tijaartzoon ten oos- ten ende Thiets Hiddema ten westen naestlegers zijn, Noch derde- ten ende Thiets Hiddema ten westen naestlegers zijn, Noch derde- halve pondemate meden , wairvan Sijurdt Taeckezoons erven ten 442 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. westen ende Arumme indijck ten oosten naestlegers zijn , welcke landea de voorsz. Sijuck nv oick bruijckt , Noch een half ponde- mate greijdlant wairvan Rieme Tijaarts weduwe ten oosten ende Tiets Hiddema ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pon- demate greijdlant , wairvan Tiets Hiddema ten beijden zijden naest- legers es, Noch acht eijnsen leggende in drie pondematen Thiets legers es, Noch acht eijnsen leggende in drie pondematen Thiets Hiddema toecomende , wairvan Bae Meliszoon ten oosten ende Pijbe Andla ten westen naestlegers zijn , van de voorscreven drie pon- deraaten dair die voorscreven acht eijnsen in leggen , van welcke voorscreven landen Jaeckle Lgcklezoon voorsz. van dertich pondema- ten ende anderhalve egnse, Ded Jellis kinderen van acht pondematen ten ende anderhalve egnse, Ded Jellis kinderen van acht pondematen ende Tsaelinck Sijouckama erven van thien pondematen ofte dairom- ende Tsaelinck Sijouckama erven van thien pondematen ofte dairom- trent lantheeren zyn. Sumarem Lvr ponden. 41. His Sgoucke weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hairen eede verclairt to gebruijcken vier pondematen lants Sy- men Henrickzoon erven toecomende wairvan Sicke Sijouckezoon ten men Henrickzoon erven toecomende wairvan Sicke Sijouckezoon ten oosten ende die indijck ten westen naestlegers zijn , Noch elliff pondematen fennen Sgmen Henrickzoon erven toecomende , wairvan die indijck ten westen ende His Sijoucke weduwe mijt hair sta- ten ten oosten naestlegers zijn , Noch viertien pondematen fen- nen Sgmon Henrickzoon erven ende His Syoucke weduwe half ende half toecomende , wairvan Andries Waltinga ten suijdoosten ende die indijck ten noordwesten naestlegers zijn , Noch acht pondematen indijck ten noordwesten naestlegers zijn , Noch acht pondematen fennen Jees Pieter Hermans toecomende, wairvan Sicke Sijoucke- zoon ten westen ende Ysbrandt Martenzoon ten suijdoosten naest- legers zijn , Noch thien pondematen meden Lolcke Sgboutzoon toe- comende , wairvan Andries Waltinga ten noordwesten ende His Sijoucke weduwe ten suijdoosten naestlegers zijn , Noch viertien pondematen meden ende saetlant His Sgoucke weduwe toecomende ende Symon Henrickzoon erven zoo veel als hoer coopbriej vermach , wairvan Ede Hesselzoon ten suijdwesten ende Baucke Jacobzoon wairvan Ede Hesselzoon ten suijdwesten ende Baucke Jacobzoon ten noordoosten naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen op Pin- gumme meden geleghen His Sgoucke weduwe toecomende, wairvan Ede Hesselzoon ten suijdoosten ende Tijepcke Sipckezoon ten noordwesten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saet- lant His voorscreven toecomende , wairvan Sicke Sijouckezoon ten noordoosten ende His Sijoucke weduwe ten suijdwesten naestle- gers zijn , Noch vierdehalve eijnse op Hijmlumme bueren geleghen, wairvan die heerenwech ten oosten ende Ysbrandt Martenzoon PINGUM. 443 ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden Heer Oedts prebendaries te Sugrich toecom' nde , wairvan His Sijouck Jorrijts weduwe ten oosten ende westen naestleger es. Jorrijts weduwe ten oosten ende westen naestleger es. Sumarem Lxvi ponden , u eijnsen , x penningen. 42. Jacob Symenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertiendehalve ponde- mate fennen , wairvan Pijbe Andla ten oosten ende Jan Aelthie- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden op Pingumme lange meden gelegen , wairvan Sicke Runne ten noorden ende Thiets Hiddema ten suijden naestlegers zijn, Noch een half pondemate meden in die cameren geleghen, wair- van Inthie Evertzoon ten westen ende die pastorie ten oosten naestlegers zijn, Noch een halve pondemate meden op die greij- den gelegen , wairvan Jade Licklezoon ten suijdoosten ende Sijouck Sijouckama ten noordwesten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Isck Edezoon ten suijden ende Meijle Meijiezoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt , wairvan Eijsck Edezoon ten noordwesten ende Ediger Tijttezoon ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan Sijurdt Meijiezoon ten suijdwesten ende Edigher Tietezoon ten noordwesten naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende twee eijnsen saetlant , wairvan Ediger Tietezoon ten suijden ende ten noorden naestleger es , Noch vier eijnsen saetlant , wairvan Jade Lijcklezoon ten suijden ende Watthie Hanije ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlant , wairvan Joucke Sijmenzoon ten suijden ende LieulNe Sijmenzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate saetlandt, wairvan Baucke Jacobzoon ten westen ende Ediger Tetezoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die weeskinderen van Tgaardt Aluwe ende tGasthugs te Bolswert lantheeren zyn , Noch twaelifftehalve pondemate fennen , wairvan Pijbe Andla ten suijden ende Eijsck Edezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden op die greijden gelegen Gosse Douwezoon ende Tgaardt Sipckis erfgenamen toecomende, wairvan die pastorie ten westen ende Tiets Hiddema ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt Tgairdt Sipckis erffgenamen toecomende , wairvan Eijsck Winie ten westen ende die gaewech ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, die Bilcke genoempt gelegen buijten Pingumme indijck Tgairdt Sipckis erffgenanten ende Jets woonende te Wommels toecomende, wair- 414 BUIJTENDIJOKS DIJCKAGIE. van Watthie Repckama ten westen ende Tsaelinck Louis ten noor- den naestlegers zijn. Sumarem mil ponden vi eijnsen. 43. Lgsbeth Pabe weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken vier pondematen fennen, wairvan Sijts Jelle weduwe ten oosten ende de indijck ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Gerrijt Martenzoon ten noorden ende Ide Gerliffzoon ten oosten naestle- gers zijn , Noch een half pondemate saetlandt , wairvan His Sijoucke weduwe ten suijden ende noorden naestlegers es , Noch die helft van achtehalve eijnse saetlandt , wairvan His voorscreven de naest mijt dander helft ende Ysbrandt Martenzoon ten oosten de naest mijt dander helft ende Ysbrandt Martenzoon ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen greijdlant , wairvan His Sijouckis ten westen ende de indijck ten oosten naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Tyaardt Aluwe toes- legers zijn , van welcke voorscreven landen Tyaardt Aluwe toes- kinderen lantheeren zyn. Sumarem viii ponden, een eijnse, x penningen. 44. .Repcke Meliszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken elliflte halve pondematen fennen, wairvan Watthie Repckama ten westen ende Joucke Sij- fennen, wairvan Watthie Repckama ten westen ende Joucke Sij- menzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twaelifftehalve ponde- mate meden ende saetlant te saemen , wairvan Houck Reijns ten westen ende Watthie Repckama ten oosten naestlegers zijn , Noch sestien eijnsen , wairvan Houck Reijns weduwe ten beijden zijden naestlegers es , Noch drie eijnsen saetlant, wairvan Wat- thie Repckema ten westen ende Lijckle Broerzoon ten oosten naest- legers zijn , Noch drie eijnsen saetlant, wairvan Watthie Repckama ten beijden zijden naestleger es , Noch anderhalve pondemate ten beijden zijden naestleger es , Noch anderhalve pondemate maeden buijten Pingumme indijck gelegen, wairvan Abbe Gerrilt- zoon erffgenamen ten noorden ende Sicke Rinnie ten suijden naest- legers zijn , Noch twee pondematen maeden, wairvan die proost op 't Sandt ten suijden ende Jacob Sijmenzoon ten noorden naest- legers zijn, Noch een halve pondemate ende twee eijnsen maeden, wairvan die pastoer ten oosten ende Lijckle Broerzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halve pondemate meden , wairvan de pastoer ten noorden ende Sijbren Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Melis ende Jets zgn wgff zijn , van welcke voorscreven landen Melis ende Jets zgn wgff lantheeren On. Sumarem xxvm ponden , ses eijnsen. PINGUM. 445 45. Duwke Tgaerts weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruijcken thien pondematen fennen Tyairdt Wgnie kinderen toecomende , wairvan Jacob Douwe- zoon ten westen ende Rieme Tijaarts weduwe ten oosten naest- legers zijn , Noch seven pondematen fennen Sgurdt Wgnie mijt zgn susters kinderen toecomende , wairvan Wijbe Claeszoon ten noor- den ende Eesck Edezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen greijdlandt , wairvan Rieme Tijaarts weduwe aen alle zijden naestlegers zijn ende Heer Sgurdt voorscreven mytte voorscre- ven Tyaardts weeskinderen ende mgt zijn susters kinderen toecomende, ven Tyaardts weeskinderen ende mgt zijn susters kinderen toecomende, Noch twee pondematen saetlant de voorsz. Tgaarts erffgenamen toe- Noch twee pondematen saetlant de voorsz. Tgaarts erffgenamen toe- comende, wairvan Rieme voorscreven ten beijden zijden naestlegers es , Noch een halo pondemate saetlant Tgaarts voorscreven erjge- namen toecomende , wairvan Rieme voorscreven ten oosten ende Baucke Jacobzoon ten westen naestlegers zijn Noch een half pondemate terplandt die voorscreven kinderen toecomende , wairvan Rieme Tijaarts weduwe ten westen ende Eesck Edezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt Sgurdt voorscre- ven mgt zijn susters kinderen toecomende , wairvan Jacob Douwe- zoon ten oosten ende Pijbe Tsaelinckzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een halff pondemate saetlandt Tgaardts voorscreven weeskinderen toecomende, wairvan Baucke Jacobzoon ten westen ende de voorscreven Tijaarts weeskinderen ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxvii ponden, ses eijnsen. 46. Vide Taedezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fennen wairvan Tijepcke Sipckezoon ten westen ende Ysbrandt Martenzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen meden , wairvan Ysbrant Martenzoon ten suijden ende Andries Waltinga ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant mijt die huijssteedt , wairvan Ysbrandt voorscreven ten westen ende de ghae laen ten noorden naestlegers zijn , Noch omtrent acht eijnsen saetlandt , wairvan Tijepcke Sipckezoon ten westen ende de fenne ten oosten naestlegers zijn, Noch vier eijnsen saetlant off dair- omtrent , wairvan Sicke Rennie ten beijden zijden naestleger es , van weicke voorscreven landen Jelte Sirckzoon lantheer es. Sumarem xvi ponden. 47. Claes Evertzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruicken eenentwintich pondematen 446 BUINENDUCKS DIJCKAGIE. fennen mijt seekere stuck saetlandt aen die fenne gelegen, wair- van Pijbe Andla ten westen ende Bae Meliszoon ten oosten naest- legers zijn , Noch drie pondematen saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Pijbe Andla ten oosten ende Lieuwe Sijmenzoon ten wes- ten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden ofte dairomtrent , wairvan Rieme Tijaarts weduwe ten oosten ende Tiets Hiddema ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondema- ten meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan Sijurdt Meijiezoon ten oosten ende Here Eeckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden op Pingumme lange meden gelegen , wairvan Melis Dirckzoon ten suijden ende Watthie Rep- ckama ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen me- den buijten die voorscreven indijck gelegen, wairvan Douwe Pie - terzoon ten noorden ende Aencke Janckezoon ten suijden naestle- gers zijn , Noch een pondemate meden buijten de voorscreven indijck gelegen, wairvan Cornelis Douwezoon ten suijden ende Ja- cob Douwezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden, buijten den voorscreven indijck gelegen, wairvan Sijbren Claeszoon ten suijden ende Gerrijt Martenzoon ten noor- den naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Abbe Gerryt- zoon erven lantheeren zyn. Sumarem xxxvII ponden. 48. Pieter Doeckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt to gebruijck en. dertich pondematen fennen meden ende saetlant toesamen van Lokkema saete, Foeckel Doecke meden ende saetlant toesamen van Lokkema saete, Foeckel Doecke weduwe toecomende , wairvan Jacob Hiddema fennen ten westen ende Hessel Watthie fennen ten noorden naestlegers zijn , Noch twee en twintich pondematen fennen , Douwe Bartelzoon saet ge- noempt , wairvan Hessel Watthies ten westen ende Baucke Jacob- zoon ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen ende twee eijnsen meden, wairvan Hessel Watthiezoon ten westen ende Jacob Hiddema ten oos ten naestlegers zijn, Noch vijff pondema- ten meden ende saetlant, wairvan Baucke Jacobzoon ten westen ende Jacob Hiddema ten noordwesten naestlegers zijn , Noch vier pon- dematen min drie eijnsen meden , wairvan Wopcke Sirckzoon ten westen ende de zijlroedt ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate ende drie eijnsen meden opt blauw landt gelegen, wair- van Jacob Hiddema ten oosten ende Hessel Watthiezoon ten noord- westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlant dair PINGUM. 447 Pieter Doeckezoon bruijct van Popta saet , de Campen genoempt , Frans Wopckezoon toecomende. Sumarem wax ponden xi eijnsen. 49. Jan Sgmonzoon ende Jan Gerbrenzoon hebben ons scrifte- lijcken aengegeven ende bij hairen eede verclairt te gebruijcken vijff en vijfftich pondematen fennen in Stotinga goet te Pingum gelegen , wairvan Gerrijt Martenzoon ten suijden ende Pingumme indijck ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff en viertich pon- dematen meden aen malcanderen in Stotinge goet gelegen, wair- dematen meden aen malcanderen in Stotinge goet gelegen, wair- van Sijbrant Claeszoon ten suijden ende Kemser dijck ten noor- den naestlegers zijn , Noch twee pondematen in Kemser hem ge- legen , wairvan Kemserdijck ten westen ende Taeckle Beencke- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate buij- ten dijcx in twee stucken gelegen , wairvan Eijtger Jellis ten ten dijcx in twee stucken gelegen , wairvan Eijtger Jellis ten suijden ende de pastorie te Pingum ten noorden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen saetlandt , wairvan Kimser dijck ten noorden ende Stotinge landt ten suijden naestlegers zijn , Noch seven pondematen , wairvan Sijbrent Claeszoon ten suijden ende Jan Stotinga huijs ten noorden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen die Proust van Bolstvert lantheer es , Noch bruijct screven landen die Proust van Bolstvert lantheer es , Noch bruijct Jan Gerbrenzoon voorsz. twee pondematen min twee eijnsen de Jan Gerbrenzoon voorsz. twee pondematen min twee eijnsen de Sacraments misse toecomende , wairvan Jacob Janzoon ten noorden, de laen ten westen ende Ysbrandt Sijmenzoon ten suijden naest- legers zijn , Noch bruijct Jan Sijmenzoon seven pondematen de Vicarie te Pingum toecomende , wairvan Bae Meliszoon ten westen ende Yde Gerloffzoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem I C xxxv ponden, iv eijnsen. 50. Albert Reynthiezoon heeft oils scriftelicken aengegeven ende bij. zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen vier eijn- sen saetlandt ende fennel mijt die huijssteedt toe saemen, wair- sen saetlandt ende fennel mijt die huijssteedt toe saemen, wair- van Jade Lijcklezoon ten oosten ende suijden ende Nestera wech ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die weeskinderen van uvlen Yge Galama grontheeren zgn. Sumarem vi ponden iv eijnsen. 51. Gherrgt Gerrytzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen fennen Heer Olfert toecomende , wairvan die heerenwech ten westen ende Heer Olfert voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden ende saetlandt toe saemen Andries Waltinga 448 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. toecomende , wairvan Watthie Hanije ten oosten ende Andries voor- screven ten westen naestlegers zijn. Sumarem xili ponders. 52. Jacob Pieterzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een halve pondemate saetlandt zijnen eede verclairt te gebruijcken een halve pondemate saetlandt die Pastoer te Pingum toecomende , wairvan Pijbe Hoijtezoon ten die Pastoer te Pingum toecomende , wairvan Pijbe Hoijtezoon ten westen ende Jan Janzoon ten oosten naestlegers zijn. Sumarem VI eijnsen. 53. Ay ilaethiezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken achtien pondematen fennen , wairvan Lieuwe Sijmenzoon ten noorden ende Alger Jacobzoon ten suijden naestlegers zijn , ende de voorscreven fenne es omtrent Iwintich eijnsen grooter die hij die spreect mede in een notwandel bruijct, dan in zijn aenbrengh nijet en heeft gestelt, want hij de bruijct, dan in zijn aenbrengh nijet en heeft gestelt, want hij de twee pondematen dair hij dair en tegens Bae Meliszoon laet ge- twee pondematen dair hij dair en tegens Bae Meliszoon laet ge- bruijcken hier mede aengegeven heeft , van welcke twee naestle- geren zijn Sijbren Claeszoon ende Wopcke Sijrickzoon als oick hier nae gescreven staet , Noch vier pondematen greijdlandt ende saetlant toe saemen, wairvan Lijuwe Sijmenzoon ten noorden ende Rinthie Evertzoon ten suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt, wairvan Joucke Sijmenzoon ten noorden ende Sijbren Tijaardtzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pon- dematen ende twee eijnsen meden leggende op die trijesck, wair- dematen ende twee eijnsen meden leggende op die trijesck, wair- van Pingumme indijck ten suijden ende Watthie Douwezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen op Pingumme me- den leggende, wairvan Watthie Repckama ten oosten ende Sijbren Claeszoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate me- den op die groed gelegen, wairvan Marten Gerliffzoon ten noorden ende Claes Evertzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen op die houwen gelegen , wairvan Pijbe Tsaelinckzoon ten noorden ende Eucke Jenckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie eijnsen in Sicke Ringhie landen gelegen , Noch twee pondematen op die houwen ,gelegen , wairvan Vocko Sirckszoon ten noorden ende Sijbren Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch sestehalve pondematen aen drie stucken gelegen , wairvan deerste stuck de pastorie te Pingum ten noorden ende Pieter Reij- nerzoon ten suijden, van tweede stuck Pieter Reijnerzoon ten noor- den ende suijden, van tderde' stuck Pieter Reijmerzoon ten noor- den ende suijden, van tderde' stuck Pieter Reijmerzoon ten noor- den ende Tsaelinck Lollezoon ten suijden naestlegers zijn Noch twee pondematen, die lange wierdt genoempt , wairvan die Vica PINGUM. 44 rie te Suijrich ten oosten ende Joucke Sijmenzoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen, die butter camp genoempt, wairvan Gerrijt Martenzoon ten oosten ende Ysbrant Martenzoon ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate , wairvan die pastorie te Pingum ten westen ende Ysbrant Martenzoon ten oos- ten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen , die haerd- boscken genoempt , wairvan Tijepcke Sipckezoon ten oosten ende Yde Gerliffzoon ten westen naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden , wairvan Goijmer laen ten noorden ende Iske meden ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Goijmer laen ten westen ende Iske meden ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Lickle Broerzoon ende Sguw zyn huysvrouwe mgt hoer kinderen bg hear voorman ge- toegen grontheeren zyn. Sumarem nix ponden xi eijnsen. 54. Beer Pieter Meliszoon Vicarius te Pingum heeft ons scrifte- licken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken twee pondematen fennen , wairvan de pastorie te Pingum ten wes- ten ende Heer Olfert Doeijma ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden leggende op die trijesck, wairvan Watthie Douwezoon ten oosten ende Wopcke Sirckzoon ten westen naest- legers zijn , van welcke voorsz. landen die Vicarie te Pingum lant- heer es. Sumarem ses ponden. 55. Tiedt Douwe dochter heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken negentien eijnsen lants in Iscke mied gelegen , wairvan Eesck Edezoon ten westen ende Wonsera laen ten oosten naestlegers zijn , Noch een eijnse lants op Beckumme greijden in een stuck lants van thien eijnsen ge- legen, wairvan Jacob Sijmenzoon ten oosten ende Eesck Edezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen og Tiedt voorscreven selffs ende van wegen hair kinderen lantvrouw is, Sumarem een pond acht eijnsen. 56. Bowen Anezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken ses pondematen fennen , wairvan Andries Waltinga ten suijden ende de proost te Bois- wart landen ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondema- ten fennen , wairvan His Sijouckis ten noorden ende Douwe Pabbe- zoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een half pondemate fen- nen , wairvan Sijts Jeltes ten suijden ende Douwe Pabbezoon. ten29. 450 BUIJTENDIJCKS DIJOKAGIE, noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlant, wairvan Epe Aluwe ten suijden ende Bae Tijalckezoon ten floor- den naestlegers zijn , Noch vijftien eijnsen saetlandt , wairvan die proost ten beijden zijden naestleger es , Noch drie pondematen proost ten beijden zijden naestleger es , Noch drie pondematen saetlandt , wairvan Sicke Claeszoon ten suijden ende die patroon te Suijrich ten noorden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlant , wairvan Bae Tijalckezoon ten noorden ende die laen ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan die indijck ten suijden ende die proost ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sgmen Ifenrickzoons erffgena- men ende Buwcn Anezoon mgt zyn twee susteren lantheeren Noch bruijct hij vierde halve pondemate fennen Sicke Claeszoon ende hcm scuffs toecomende , wairvan Pingumme indijck ten suijd- oosten ende Sijts Jelle weduwe ten noordwesten naestlegers zijn. Sumarem xx ponden vi eijnsen. 57. Baucke Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijden eede verclairt te gebruijcken een en dertich pondema- ten fennen , wairvan Tijaardt Aluwe erffgenamen tell westen ende noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlant , wair- van Eesck Edezoon ten westen ende Tijaardt Wijnie erven ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen saetlant, wairvan Pijbe Andla ten westen ende de Vicarius te Pingum ten oosten naestlegers zijn Noch een pondemate saetlandt , wairvan Pijbe Andla ten westen ende Jacob Renickzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate greijdlant , wairvan Houck Reijns weduwe ten oosten ende Sijbren Claeszoon ten westen naest- legers zijn , Noch seven pondematen meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan His Sijoucke weduwe ten suijden ende Menthie Lijuwezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pon- dematen meden op die lange meden leggende, wairvan Thiets Hid- dema ten noorden ende Watthie Gerrijtzoon ten suijden naestle- gers zijn , Noch een pondemate buijten dijcx gelegen, wairvan Sijbren Claeszoon ten oosten ende Inte Evertzoon ten westen naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate greijdlandt, wairvan. Pieter Doeckezoon ten oosten ende Jade Licklezoon ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate greijdlandt , wair- van Pieter Doeckezoon ten noorden ende Frans Wopckezoon ten suijden naestlegers zijn, Noch twee en twintich eijnsen meden leggende opte greijden in Wopcke Sirckzoons twee en twintich eijnsen , wair van die voorsz. Baucke ses pondematen naescreven PINGUM. 451 die hij nv in huijr heeft ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven Landen derjgenamen van Sgrck Fongerzoon lantheeren zgn , Noch bruijct hij ses pondematen meden gelegen opte greij- den Rints Sircks weduwe eerste kinderen toecomende, wairvan Wopcke Sirckzoon ten oosten ende Hessel Watthiezoon ten westen naestle- gers zijn. Sumarem Lxxii ponden , iv eijnsen. 58. Sgbren Tgaardtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien pondematen fen- nen , wairvan Melis Dirckzoon ende Joucke Sijmenzoon ten noor- den ende Sicke Runne ende Vicke Taedezoon ten suijden naestle- gers zijn, Noch ses pondematen meden , wairvan Watthie Rep- ckama ten noorden ende suijden naestleger es , van welcke voor- screven landen de weeskinderen van wylen Megicke Sickezoon lantheeren zijn. zijn. Sumarem xx ponden. 59. Jacob Jacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht en dertichste halve pon- dematen fennen ende saetlant toe saemen om ende aen zijn huijs gelegen , wairvan Anne Pijbezoon ten westen ende Pieter Doecke- zoon ten oosten naestlegers zijn , Noch neghen pondematen me- den , die vuijterdijcken genoempt , wairvan Pieter Doeckezoon ten noorden ende de boomsloot ten oosten ende suijden naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate saetlandt , de hooge wier ge- noempt, wairvan Pieter Doeckezoon ten westen ende suijden naest- leger es , Noch anderhalve pondemate oppet blauw lant gelegen , wairvan Sijtthie liesselzoon ten noorden ende Frans Wopckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een half pondemate, Haija steedt genoempt7, wairvan Sijtthie Hesselzoon ten westen ende de boom- genoempt7, wairvan Sijtthie Hesselzoon ten westen ende de boom- sloot ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate, Abba landt genoempt , wairvan Pieter Doeckezoon ten oosten ende Sacle Lijckle- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant , wairvan Hessel Watthiezoon ten westen ende Jancke Hoijtezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch ellifftehalve pondematen opte greijden gelegen , van welcke ellifftehalve pondematen voorscreven acht pondematen staen toe Arum in den aenbrengh ende nijet in Pingum , wairvan Hessel Watthiezoon ten oosten ende Jacob Sijmen- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch een half pondemate saet- landt oppet blauw landt gelegen , wairvan Pieter Doeckezoon ten 452 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. westen ende Hessel Watthiezoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tiets Hiddema lantvrouw is. Sumarem may ponden. 60. Doed Hope weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruijcken negentien pondematen fennen , wairvan Pieter Reijnerzoon ten westen ende Pijbe Andla ten oosten naestlegers zijn Noch ses pondematen meden ende saetlant toe saemen, wairvan Feddrick Hettezoon ten westen ende Houck Reijns weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch vijfte- halve pondemate maeden ende saetlant te saemen, wairvan Baucke Jacobzoon ten oosten ende Houck Reijns weduwe ten westen naest- legers zijn , Noch anderhalve pondemate maeden , wairvan Jelle Bonnema ten westen ende Lijsbet Claes weduwe ten oosten naest- legers zijn , Noch sestien eijnsen maedlant ende saetlant toe sae- men, wairvan Cornelis Hettezoon ten beijden zijden 'naestleger es , men, wairvan Cornelis Hettezoon ten beijden zijden 'naestleger es , Noch negen eijnsen saetlant wairvan Houck Reijns weduwe ten Noch negen eijnsen saetlant wairvan Houck Reijns weduwe ten oosten ende Douwe Douwezoon ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Wat- thie Repckama ten westen ende Houck Reijns weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch acht eijnsen saetlandt , wairvan Houck Reigns weduwe ten beijden zijden naestlegers es , Noch ses pon- dematen meden buijten Pingumme indijck gelegen, wairvan Jan Doeckezoon ten suijden ende Bae Meliszoon ten noorden naestle- gers zijn , van welcke voorscreven landen de proost te Bolswert lantheer es. Sumarem xLi ponden. iii eijnsen. 61. trancke Hogtezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken dertich pondematen fennen hoijlandt ende saetlandt , wairvan Anne Pijbezoon ten suijdoosten hoijlandt ende saetlandt , wairvan Anne Pijbezoon ten suijdoosten ende Thiets Hiddema ten westen ofte noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Thiets ?ema lantvrouw is , Noch bruijct hij een pondemate saetlant op Tessera greijden gelegen Si) de Fongerzoon erffgenamen toecomende, ,irvan Taecke Beencke- zoon ten suijden ende Hessel Watthiezoon tt westen naestlegers zijn. Sumarem xxxi pond . . Sumarem xxxi pond . 62. Pgbe Andla heeft ons scriftelicken ngegeven ende bij zij- nen Bede verclairt to gebruijcken een en c. •tich pondematen fen- nen ende seven pondematen saetlant, dair. n streckende, wairvan Jacob Sijmenzoon ten noordwesten ende di erffgenamen van wij- len Abbe Gerrijtzoon ten oorden ende noc 'oosten ende de pasto- PINGUM. 453 rie landen ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt, wairvan Eesck Edezoon ten suijden ende noorden, Aed- ger Tietezoon ten oosten ende Sijurdt Meijlezoon ten westen naestlegers zijn Noch vijff pondematen min twee eijnsen saet- landt , wairvan Sijurdt Meijlezoon mijt Sijbrant Claeszoon ten suijdoosten ende Tijepcke Sipckezoon ten noordwesten naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden min drie eijnsen , wairvan Bae Meliszoon ten noorden ende Jade Licklezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen ende vier eijnsen meden, wairvan Silts Jelle weduwe ten suijden ende Ysbrant Martenzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Wopcke Sijrckzoon ten suijden ende Jacob Janzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan Lieuwe Sijmenzoon ende die Vicarie van Pingum landen ten noord- westen, Ysbrant Martenzoon ten suijden ende Wopcke Sirckzoon ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Wopcke voorscreven scuffs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij dertien pondematen meden hem scuffs ende Begts Noch bruijct hij dertien pondematen meden hem scuffs ende Begts Taede weduwe zyn moege toecomencle , wairvan die lange trijesck ten noordoosten ende den indijck ten suijdwesten naestlegers zijn Noch twee pondematen meden derffgenaemen van wylen Graets Tyercks anderhalve pondemate ende die Vicarius te Pingum dander halve pondemate toecomende , wairvan die pastorie te Pingum ten suijden ende Lieuwe Sijmenzoon ten noorden naestlegers zijn. Sumarem Lxvin ponden xi eijnsen. 63. Pieter Claeszoon ende Joachim Symonzoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken negentien pondematen fennen , wairvan Heer Olfert ten noorden ende die laen streckende nae Mieddam ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlant, wairvan die berch laen ten suijden ende Ricxt Anske weduwe ten noorden naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate saetlandt , wairvan die pastoer ten suijden ende Lieuwe Sijmenzoon ten noorden naestlegers zijn Noch vier pondematen meden , wairvan Pijbe Andla ten oosten ende westen naestleger es , Noch twee pondematen meden, wair- van Gerliff Eeckezoon ten noorden ende Inte Evertzoon ten suij- den naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden dairt huijs op staet , wairvan Jacob Douwezoon ten oosten ende Ger- liff Eeckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pon- demate meden , wairvan Bae Meliszoon ten noorden ende Gerrijt 454 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Martenzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden die erffgenamen van wglen Graets Tgercks toecomende , wair- van Sijbrandt Claeszoon ten suijden ende Sijts Jelle weduwe ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen fennen , wairvan Gerliff Eeckezoon ten noorden en Pieter Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , van welke voorscreven landen Heer Olfert lant- heer es. Sumarem xxxix ponden, ses eijnsen. 64. Ysbrandt Martenzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestien pondematen fennen, wairvan Vicke Taedezoon ten noordoosten ende Pingumme indijck wairvan Vicke Taedezoon ten noordoosten ende Pingumme indijck ten suijdwesten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate ende vier eijnsen fennen leggende buijten de voorsz. indijck , wairvan Seerp Wijbezoon ten suijden ende de voorscreven indijck ten noor- den naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt mijt die huijssteedt wairvan Sicke Rennije ten suijdwesten ende Vicke Taedezom ten noorden naestlegers zijn , Noch acht pondematen saetlandt, die hemrick genoempt , wairvan die proost van Bols- wert ten oosten ende westen naestleger es , Noch vijftien eijnsen meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan Watthie Rep- ckama ten oosten ende Aencke Janckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen opte lange meden gelegen, wairvan Wat- thie Repckama ten noorden ende Tijepcke Sipckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden buijten den voorzs. dijck gelegen , wairvan de proust voorscreven ten suijden ende dijck gelegen , wairvan de proust voorscreven ten suijden ende Andries Waltinga ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscre- ven landen Epe Hommezoon ende Jeeslick Lowe weduwe lantheeren ven landen Epe Hommezoon ende Jeeslick Lowe weduwe lantheeren zgn , Noch bruijct hij ses pondematen meden buijten Pingumme indijck gelegen Jeslick Lieuwe weduwe toecomende , wairvan Sijoucke weduwe ten oosten ende westen naestlegers es , Noch seven pon- weduwe ten oosten ende westen naestlegers es , Noch seven pon- dematen greijdlandt Watthie Hange toecomende , wairvan Pijbe Andla ten oosten ende Vicke Taedezoon ten westen naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen , de patroon toe Pingum toe- comende, wairvan Ysbrant Martenzoon ten suijden ende den indijck ten noorden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen de prebende te Pingum toecomende , wairvan Thiets Hiddema ten zuijden ende de proost opt Sant ten noorden naestlegers zijn. Sumarem Lv ponden IIl eijnsen. 65. Douwe Douwezoon ende Cornelis Douwezoon hebben ons scrif- telicken aengegeven elide bij hueren eede verclairt te gebruijcken PINGUM. 455 achtien pondematen fennen die proust opt Sandt toecomende, wairvan Pingumme indijck ten oosten ende die laen streckende van Pingum nae Suijrich ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate fennen Jan Doeckezoon toecomende, wairvan Douwe ende Cornelis voorsz. ten beijden zijden naestlegers zijn , Noch thien pondema- ten fennen ende saetlandt toe saemen, wairvan Ysbrant Marten- zoon ten noorden ende Buwen Anezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlant wairvan Ysbrant Marten- zoon ten noorden ende Bae Tijalckezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch vijftien eijnsen saetlant , wairvan Ysbrant Martenzoon ten noorden ende Bae Tijalckezoon ten zuijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlant, wairvan Houcke Reijns weduwe ten oosten ende Sijbren Claeszoon ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlant , wairvan Haije Tijepckezoon ten wes- ten ende Watthie Repckama ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlant , wairvan Watthie Repkama ten westen ende Doed Huijte weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondematen fennen , wairvan die zeedijck ten westen ende dindijck ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden buijten Pingumme indijck gelegen, wairvan Reijn Emezoon ten noorden ende Tsaelinck Lollezoon ten suijden naestlegers zijn Noch vierdehalve pondemate meden , wairvan Allert Haijthiezoon ten westen ende Andries Waltinga mijt die landen die Fedde Sijtthiezoon gebruijct ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Abbe Gerrijtzoon erffgenamen ten wes- pondemate meden, wairvan Abbe Gerrijtzoon erffgenamen ten wes- ten ende Andries Jetthiezoon van Andries Waltinga wegen ten oosten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden, wait- van Andries Jetthiezoon van wegen als voeren ten suijden ende Sijbren Claeszoon ten oosten naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen meden , wairvan Tijerck Gerrijtzoons erffgenamen ten oosten ende Jan Gerbrenzoon ten suijden naestlegers zijn , van weicke voor- screven landen de proost van Bolswaert lantheer es ende zijn in dese twaelifftehalve pondematen van 't Corpus mede begrepen. Sumarem Lyn ponden viii eijnsen. 66. Atte GofTezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken anderhalve pondemate meden , wairvan Dirck Jacobzoon ten westen ende de Vicarie te Pingum ten suijden naestlegers zijn , van welke voorscreven landen Sits Hof to weduwe lantvrouw es. Sumarem een pond ses eijnsen. 456 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 67. Sgmon elanzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken viertien eijnsen meden , wair- van de pastoer ten noorden ende Cornelis Yde swaeger ten suij- van de pastoer ten noorden ende Cornelis Yde swaeger ten suij- den naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen de prebende van Pingum lantheer es. Sumarem een pond ii eijnsen. 68. .Neer Dominicus Lollezoon prebendaries in Pingum heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruij- cken elliff pondematen fennen zgn prebende toecomende , wairvan cken elliff pondematen fennen zgn prebende toecomende , wairvan Tiedts Hiddema ten oosten ende Bolswerter vairt ten westen naest- legers zijn. Sumarem xi ponden. 69. Sicke Rienckzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen off dairomtrent , wairvan die prebende fennen ten oosten ende Lieuwe Weyer ten westen naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlandt off dairomtrent, wairvan Tiets Hiddema ten westen ende Eecke Gerloffzoon kinderen ten oosten naestlegers zijn, van welcke Yoorscreven. landen Haringh Hertmanzoon lantheer es. Yoorscreven. landen Haringh Hertmanzoon lantheer es. Sumarem viii ponden, ix eijnsen. 70. Laurens ende Douwe Pieterszonen hebben ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken vijftich pondematen fennen , wairvan Doed Huijte weduwe ten oosten ende Fencke Rennertzoon ten westen naestlegers zijn , Noch seven en dertich pondematen meden , wairvan Fencke Rennertzoon ten wes- ten ende Lieuwe Sijmenzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch twintich pondematen saetlandt, wairvan die indijck ten noorden ende den wech ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscre- ven landen die" proost te Bolswert lantheer es. Sumarem i C vu ponden. 71. Fencke Rennertzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijff en viertich pondema- ten fennen , wairvan Pieter Reijnerzoon. ten oosten ende die zee- ten fennen , wairvan Pieter Reijnerzoon. ten oosten ende die zee- dijck ten westen naestlegers zijn , Noch viertien pondematen saet- lant , wairvan die zeedijck ten westen ende die indijck ten oosten lant , wairvan die zeedijck ten westen ende die indijck ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen saetlandt, wairvan Pingumme naestlegers zijn , Noch thien eijnsen saetlandt, wairvan Pingumme indijck ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn, Noch twee eijnsen saetlandt , wairvan Pingumme indijck ten noorden ende Pieter Reijnertzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twintich pondematen meden leggende buijten Pingumme in- PINGUM. 457 dijck, wairvan Jacob Renickzoon ten noorden ende Jacob Douwe- zoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die proost te Bolswert lantheer es. Su.marem Lxxx ponden. 72. Frans Lyuwezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een halve pondemate lants ofte dairomtrent, wairvan Intze Evertzoon ten westen ende Pieter Claeszoon ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Watthie Hanye grontheer es. Noch bruijct hij een halve pondemate Watthie Hanye grontheer es. Noch bruijct hij een halve pondemate meden Syts Hogthies weduwe toecomende , wairvan Lieuwe Sijmen- zoon ten oosten ende Jan Gerbrenzoon ten westen naestlegers zijn. Sumarem een pond. 73. Sicke Sickezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen , wairvan die laen streckende op nae boetlant ten westen ende An- dries Waltingha ende VIcke Taedezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch sestien pondematen fennen , wairvan Sijbren Tijaardt- zoon ten westen ende Watthie Repckama ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate fennen , wairvan Jacob Claes- zoon ten westen ende Vlcke Taedezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen saetlant , wairvan Sicke voor- screven ten oosten ende Sijtthie Hillezoon ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden op die lange meden gelegen , wairvan Melis Dirckzoon ten noorden ende Lijuwe Sijmenzoon ten, suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen op die voorscre- ven lange meden gelegen, wairvan Watthie Hanije ten noorden ende Jacob Sijmenzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen op die bonne gelegen , wairvan Jouw te Midtslandt ten noorden ende Sijbren Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsreven landen Sicke Sickezoon voorscreven self's grontheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij vier eijnsen greijdlant off dairomtrent tusschen zijn huijs ende hij vier eijnsen greijdlant off dairomtrent tusschen zijn huijs ende zijn fenne gelegen Andries Waltinga toecomende , Noch vijftehalve zijn fenne gelegen Andries Waltinga toecomende , Noch vijftehalve pondemate meden Bauck Wybe dochter toecomende , wairvan Alger Jacobzoon ten noorden ende Sicke voorscreven ten suijden naest- legers zijn , Noch acht eijnsen saetlant op het terp gelegen Bauck voorscreven toecomende, wairvan Andries Waltinga ten beijden zijnen naestleger es. Sumarem nix ponden ses eijnsen. 458 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. 74. Eeucke Jenckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen bij zijn huijs gelegen , wairvan Andries Waltinga ten oosten ende Ysbrandt Martenzoon ten westen naestlegers zijn , Noch ses pon- dematen , wairvan Thiets Jetties ten oosten ende den heerenwech ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen bij de voor- screven landen gelegen, wairvan Fedde Sijtthiezoon ten oosten ende de laen ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate op Pingummer bueren gelegen , wairvan die pastoer te Pingum ten oosten ende Houck Reijns weduwe ten westen naestlegers zijn, Noch een halve pondemate te Beckum gelegen, wairvan Jacob te Bec- kum ten westen ende Iescke Edezoon ten oosten naestlegers zijn, Noch twee pondematen op die hemmen gelegen, wairvan Sicke Runne ten twee pondematen op die hemmen gelegen, wairvan Sicke Runne ten suijden ende Pieter Claeszoon ten noorden naestlegers zijn, Noch drie pondematen Hoijthie terp genoempt, wairvan Pieter Reijnerszoon ten suijden ende Juke Simenzoon ten noorden naestlegers zijn , ten suijden ende Juke Simenzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch derdehalve pondematen op die lange meden gelegen, wairvan Watthie Repckama ten noorden ende Yde Gerliffzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen, die oudt sternen genoempt, wairvan Seerp Wijbiszoon ten noorden ende Eijnte Everts ten suijden naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen op die groedt ge- legen , wairvan Wisse op die staeden ten noorden ende Jacob Douwezoon ten westen naestlegers zijn , Noch thien eijnsen op die lange meden leggende , wairvan Sijbren Claeszoon ten noorden ende de pastoer te Pingum ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate , die hem genoempt , wairvan Fedde Sijtthies ten oosten ende Alger Jacobzoon ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen , Liske meden genoempt , wairvan Yde Gerliff- zoon ten westen ende Joucke Sijmenzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch thien eijnsen, die campen genoempt, achter zijn huijs gelegen, wairvan Dirck Jacobzoon ten noorden ende Vlcke Taede- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch vijff eijnsen bij Eeucke voorscreven huijssteedt geleghen aen dander zijde van Dirck Jacobzoons landen, van welcke voorscreven landen Douwe Epezoon , Sgtthie Janszoon weesen , Sicke Hesselzoon , Jochum Sybrenzoon ende Ype Sgbrenzoon lantheeren zijn. Sumarem xxxvin ponden in eijnsen. 75. Jan Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen eijnsen saetlandt, wair- van die pastoer ten westen ende Thiet Hiddema ten oosten naest- PINGUM. 459 legers zijn , van welcke voorscreven landen die prebende te Pingum lantheer es. Sumarem ix eijnsen. 76. Watthie Repckama heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken achtehalve pondematen fen- nen, wairvan Repcke Meliszoon ten oosten ende Sijbren Tijaardt- zoon ten westen naestlegers zijn , Noch sestehalve pondemate fennen , wairvan Sijbren Tijaardtzoon ten noorden ende VIcke Taedezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch sevendehalve pon- demate fennen , wairvan Sicke Rinnie ten oosten ende MeijIcke Sickezoons erffgenamen ten westen naestlegers zijn , Noch elliff pondematen maedlant ende saetlant te saemen, wairvan Repcke Meliszoon ten westen ende Lijckle Broerzoon ten oosten naestle- gers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlant , wairvan Haije Tijepckezoon ten suijden ende Houck Reijns weduwe ten noor- den naestlegers zijn , Noch negen eijnsen saetlant, wairvan Sijts Jelle weduwe ten westen ende Ysbrant Martenzoon ten oosten naestlegers ziin , Noch anderhalve pondemate saetlant , wairvan Douwe Douwezoon ten oosten ende Haije Tijepckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch elliff pondematen meden, wairvan Ysbrant Martenzoon ten suijden ende Meijle Sickezoons erffgenamen ten noorden naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondemate meden buij- ten Pingumme indijck gelegen , wairvan die Vicarius te Pingum ten suijden ende Sijurdt Aluwe ten noorden naestlegers zijn, Noch een pondemate meden , wairvan Ysbrant Martenzoon ten westen ende Jacob Janzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch negen eijnsen meden , wairvan Sijbren Claeszoon ten noorden ende de pastor te Pingum ten suijden naestlegers zijn , Noch elliff eijnsen maeden , wairvan Yde Gerliflzoon ten noorden ende Abbe Gerrijt- zoon erffgenamen ten suijden' naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Watthie Hanije ten suijden ende Haije Tijepckezoon ten noorden naestlegers zijn, Noch viertien eijnsen meden , wairvan Baucke Jacobzoon ten westen ende Dirck Jacob- zoon ten oosten naestlegers zijn, Noch twintich eijnsen maeden , wairvan Sijts Jelle weduwe ten suijden ende Ysbrant Martenzoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Wat- thie Repckama voorscreven sells lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct hij twee pondematen meden Pier verclairt heeft , Noch bruijct hij twee pondematen meden Pier 460 BULTTENDUCKS DIKKAGIE. Bottezoon toecomende , wairvan Lieuwe Sijmonzoon ten noorden ende Aencke Janckezoon ten suijden naestlegers zijn. Sumarem Lviii ponden ix eijnsen. 77. Agge Pieterzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijffentwintich pondematen fennen , wairvan Jets Pieter Aggama weduwe ten oosten ende fennen , wairvan Jets Pieter Aggama weduwe ten oosten ende Heer Douwe prebendarius te Pingum ten westen naestlegers zijn , Noch vier en dertich pondematen meden, wairvan die triesck ten oosten ende Jacob Douwes ten westen naestlegers zijn, Noch vijf- tien pondematen fennen, wairvan Heer Olfert ten westen ende de heerenwech ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen saetlandt , wairvan Heer Olfert ten westen ende Sicke Renicxzoon ten noorden naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen de Proust van Bolswert lantheer es , Noch bruijct hij vijffthien ponde- maten meden, wairvan Yde te Goijum ten oosten ende Heer Oedts maten meden, wairvan Yde te Goijum ten oosten ende Heer Oedts te Suijrich ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden , wairvan Sijoucke Jorrijdtszoon ten westen ende Tijepcke Sipckezoon ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen meden , wairvan den indijck ten noorden ende Ricxt Anskes ten suijden naestlegers zijn , Noch viertiendehalve eijnse , wairvan Sicke Renicxzoon ten westen ende Pijbe Hoijthies ten oosten naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Agge Pieterzoon voor- screven selffs lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xcix ponden, een eijnse, x penningen. . Sumarem xcix ponden, een eijnse, x penningen. 78. Jan Doeckezoon ende Frerich Claeszoon hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken sessentwintich pondematen fennen , wairvan die zeedijck ten wes- ten ende Fencke Rinnertzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlant , wairvan Pingumme indijck ten suijden ende Pieter Reijnerzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlant, wairvan die indijck ten westen ende Andries Waltinga ten oosten naestlegers zijn , Noch seven eijnsen saetlant, wairvan den heerenwech ten suijden ende Andries Waltinga ten wairvan den heerenwech ten suijden ende Andries Waltinga ten oosten naestlegers zijn. , Noch twaeliff pondematen meden min een eijnse buijten Pingumme indijck gelegen, wairvan den heerenwech ten westen ende Andries Waltinga ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen ende tien eijnsen meden buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan den heerenwech ten oosten ende Eede toe Goijum ten westen naestlegers zijn , Noch seventien eijnsen meden buijten Pingumme indijck gelegen, wairvan Ricxt Anscke PINGUM. 461 weduwe ten oosten ende Abbe Gerrijtzoon erffgenaemen ten wes- ten naestlegers zijn , Dese voorscreven somma van landen is ge- toegen van tCorpus opt Sandt , Noch vijff pondematen fennen, wairvan Pingumme indijck ten westen ende Andries Waltinga ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen die proost opt Sandt lantheer es. opt Sandt lantheer es. Sumarem mix ponden ix eijnsen. 79. Inte Doedezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sestien pondematen meden aen malcanderen gelegen Ighe Galema weeskinderen toecomende , wairvan Watthie Douwezoon ten suijden ende die weeskinderen voorsz ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xvi ponden. 80. Robodus elacobzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven en dertich pondema- ten drie eijnsen twee penningen acht roeden ende ses voeten fen- ten drie eijnsen twee penningen acht roeden ende ses voeten fen- nen mijt die huijssteedt ende een stuck maeden leggende ten oos- ten boven aen die fenne, wairvan die laen ten westen ende Jacob Renickzoon ende Wopcke Sirckzoon ten oosten naestlegers zijn, Noch twee en dertich pondematen ses eijnsen vijff penninghen twee roeden ende ses voeten meden, wairvan die laen ten oosten ende Andries Waltinga ende Jacob Renickzoon ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate twee penninghen drie roeden ende vier voeten saetlandt , wairvan dat stuck maeden voorscreven ten noorden ende die laen ten suijden naestlegers zijn , Noch acht eijnsen acht penningen acht roeden saetlant , wairvan Bae Melis- zoon ten oosten ende Jacob Renickzoon ten westen naestlegers zijn, Noch thien eijnsen een roed saetlant , wairvan Jacob Renickzoon Noch thien eijnsen een roed saetlant , wairvan Jacob Renickzoon ten oosten ende Jacob Douwes ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate elliff eijnsen ses penningen ende seven roeden saetlandt , wairvan Jacob Ronickzoon ten oosten ende Sijbrant Ja- cobzoon ten westen naestlegers zijn , Noch thien eijnsen negen penningen vier roeden ende ses voeten saetlant, wairvan Jacob Renickzoon ten suijden ende Wopcke Sijurdtzoon ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate vijff roeden ende acht voe- ten saetlandt , wairvan Wopcke Sijrckzoon ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate vier eijnsen twaeliff penningen naegen roeden maeden, wairvan Wop- cke Sijrckzoon ten noordoosten ende westen naestleger es. cke Sijrckzoon ten noordoosten ende westen naestleger es. Sumarem Lxxvn ponden , ses eijnsen, xi' penningen, acht roeden. 462 BUIJTENDIJOKS DIJCKAGIE. 81. Meer Feyte ligurdtzoon pastoer te Pingum heeft ons scrifte- licken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken zes pondematen fennen, die cleijne fenne genoempt , dair die vica- rie twee pondematen in heeft , wairvan dieselve twee pondematen ten oosten ende de gae ofte dorpslaen ten westen naestlegers zijn, Noch ellifftehalve pondemate, die lange treesck genoempt, wairvan Sijurdt Taeckis erven ten noorden ende Pijbe Tsaelinckzoon ende Wijtthiama landen ten suijden naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen opte greijden, wairvan Rieme Tijaarts weduwe oft huer erffgenaemen ten oosten ende Thiets Hiddema ten westen naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate buijten Pingumme indijck gelegen , wairvan Melis Dirckzoon ten noorden ende Sicke Rinije ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate , wairvan Gerrijt Martenzoon ten westen ende de olde rijdwech ten suijden naestlegers zijn , Noch vierentwintich pondematen fennen achter het huijs gelegen ende worden gebruijct bij cleijne porchee- len bij koegangen, van welcke voorscreven landen die pastorie te Pingum Lantheer es. Sumarem xLv ponden iv eijnsen. 82. Bae Tgalckezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken vier pondematen greijdlant leggende te Pingum aen Pingumme meden ende gheeft aldair toe dijcken ende dammen ende ander ongelden, wairvan Sijts Jelle weduwe ten westen ende den rijdwech ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven vier pondematen Bae Tgalckezoon ende Griet zyn huysvrouwe lantheeren zyn , Hier vuijt hebben die prieste- ren toe Pingum ende den pastoer te Suijrich itlick ende eeuwich deel jaerlicx , Noch omtrent een halve pondemate saetlandt bij zijn huijs dair zijn huijs op staet hem Bae voorscreven scuffs toeco- mende, wairvan Lieuwe Lieuwezoon ten westen ende noordwesten mende, wairvan Lieuwe Lieuwezoon ten westen ende noordwesten naestleger es, Noch drie pondematen meden leggende in die pas- toers groote meden die pastoer te Suyrich toecomende, wairvan Reijn Emezoon ten suijden ende Here Eeckezoon ten noorden naestlegers zijn. Sumarem vii ponden vi eijnsen. Sumarem ail M vii ponden, vu eijnsen, vl penningen , vi roeden , yin voeten. KIMSWERT. 463 KIMSWERT. 1. Beer Benedix, pastoer in Kimswert, Sgmon Synezoon, Joue-ke Auckezoon ende Gerliff Aenezoon, hebben ons scriftelicken aengege- ven ende bij hueren eede verclairt to gebruijcken twee en twin- ven ende bij hueren eede verclairt to gebruijcken twee en twin- tich pondematen een penninck negen roeden ende thien voeten fennen, wairvan die pastoers huijs ten suijden, Oedsinge fennen ten oosten ende die laen ten westen naestlegers zijn , Noch twaeliff oosten ende die laen ten westen naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen ses eijnsen vier penningen elliff roeden ende ses voe- ten fennen, wairvan die laen ten oosten, Oedsinge ten suijden, Sij- bolt Dirckzoon ten westen ende Doede Sickezoon ten noorden bolt Dirckzoon ten westen ende Doede Sickezoon ten noorden naestlegers zijn , Noch dertien pondematen seven eijnsen een pen- ningh ende ses roeden meden wairvan die laen ten noorden, Oed- singe meden ende die pastoers meden seiffs ten suijden, die medinge laen ten oosten ende die prebende van Kimswert ten westen naest- laen ten oosten ende die prebende van Kimswert ten westen naest- legers zijn Noch elliff pondematen elliff eijnsen vijff penningen ende thien roeden meden , wairvan dat voorsz. stuck meden ten noorden, Oedsinge ten oosten, Achlumme meden ten westen ende een feer ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen een eijnse ende viertien penningen meden , wairvan eenige meden ten noorden ende westen ende Lijoertzie saet mijt een stuck me- den ten suijden ende Oedsinghe ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate thien eijnsen vijff penningen ende ses roeden saetlandt , wairvan Olgers lant ten suijden ende westen ende die heerenwech ten oosten ende noorden naestlegers zijn, Noch negen eijnsen drie penninghen ende ses roeden saetlant wairvan Doede Sickezoon ten suijden enei e noorden, Hansme ten westen ende Intzijme ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate seven eijnsen elliff penningen ende vier roeden saetlant , wairvan Oed- singhe ten oosten, Intieme ten suijden ende westen ende die Fijckaijes ten noorden naestlegers zijn Noch een pondemate seven penninghen ses roeden saetlant mijt die huijssteedt, wair- van Oedsinghe ten westen, Inthieme ten noorden, die laen ten oosten ende die prebendarius huijssteedt ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen elliff eijnsen sestien penningen ende acht roeden meden opt noordmeden gelegen wairvan Bunne Saet mijt een stuck meden ten westen, Douwe Etezoon ten noor- den , Fedde Sijtthiezoon ten suijden ende His Abbe weduwe ten oosten naestlegers zijn , Noch bruijct Sijmen Sinnezoon van die 464 BUIJTENDIJCKS DIJCKAG1E. pastoer een pondemate ende die pastoer en compt nijet meer van dat stuck dan die eene pondemate voorscreven , Noch heeft die pastoer derdehalve pondemate in een stuck gelegen ende hem en compt oick nijet meer dan die derdehalve pondemate van dat stuck voorscreven, van welcke voorsz. landen die pastoer te .Kims- wert lantheer es. Sumarem Lxxvi ponden, xi eijnsen, xii penningen, vii roeden, iv voeten. 2. Heer Dirck Pieterzoon Vicarius te Kimswert , heeft ons serif- telicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken elliffte halve pondemate fennen, wairvan Oedzinge ten suijden ende Ypcke Sijouckezoon ten westen naestlegers zijn , Noch een ponde- mate saetlant, wairvan die prebende ten westen ende die gae Jaen ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant, wair- van Bonnema ten noorden ende Luijnkerckstera landen ten oos- ten naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Meiji- summe ten westen ende Douwema ten noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen maeden, wairvan Douwema ten westen ende Achtlum ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen me- den , wairvan Popte ten suijden ende oosten naestleger es , Noch twee en twintich eijnsen maeden , wairvan Oedzinge ten oos- ten ende noorden naestleger es , Noch vier eijnsen saetlant, wair- van die prebende ten oosten ende Sijtthiema ten westen naest- legers zijn , Noch sevendehalve pondemate fennen, wairvan Oed- zinge ten noorden ende suijden naestlegers zijn , Noch achtien pondematen fennen, wairvan Seerp Oedzinghe ten noorden ende Jacob Sijmenzoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voor- screven landen de Vicarie te Kemswert lantheer es. Sumarem xLvni ponden li eijnsen. 3. Sgdts Doedezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken drie pondematen meden leg- gende op die noordmaeden de Vicarius van Kimswert toecomende , wairvan die pater van Achtlum landen ten suijden ende Douwe Aluwe landen ten noorden naestlegers zijn. Sumarem Ili ponden. 4. Doede Sickezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Eiger saete groot zijnde vijff en dertich pondematen fennen, wairvan Sijbren. Bonge erven ten en dertich pondematen fennen, wairvan Sijbren. Bonge erven ten noorden ende Foppe Heringhe erven mijt elliff pondematen fen- n.en ende maeden ten suijden naestlegers zijn , Noch acht en twin- KIMSWERT. 465 tick pondematen fennen ende saetlandt ende maedlandt wairvan die pastorie ten suijden ende Foppe Heringhe erven ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt ende rnaedlandt, wairvan Feddema ten oosten ende westen naestleger es , Noch vijff pondematen meden , wairvan dat Oedzinge mijt derdehalve pondemate ten oosten ende mijt vijff pondematen ten westen naest- leger es, van weicke voorscreven landen Rens Aluwe van een en dertich pondematen ende Doede Sickezoon voorscreven van eenenvier- tick pondematen grontheeren On, als hij bij zijnen Bede verclairt heeft , Noch bruijckt Doede voorscreven vijff pondematen fennen van Hansma saet gebroecken, wairvan Elgre mijt die vijff en der- tich pondematen voorscreven ten oosten ende Wijtthiema fennen ten westen naestlegers zijn , Dese voorscreven vg ir pondematen comers meester Fonger Sirckzoon weduwe ende kinderen toe , Noch bruijct Doede voorsz. vier pondematen lants die prebende te Kims- wert toecomende wairvan Bonge maeden ten noorden ende Abbe Gerliffzoon mijt een pondemate maeden ten suijden naestlegers zijn. Sumarem Lxxxi ponden. 5. Abbe Gerliffzoon heeft ons scriftel:cken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken sliennerde poet groot zijnde sestehalve pondemate fennen wairvan Oedsinga saet mijt twee pondematen van dien ten westen ende Sceltinge saet mijtte• huijs- steedt ende fennen ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate saetlant , wairvan Oedzinghe saetlant ten westen ende Baucke Pijbezoons erven saetlant ten oosten naestlegers z zijn Noch drie pondematen meden ofte dairomtrent Meije Douwezoon toecomende , wairvan de indijck ten suijden ende Popte fennen ten noorden naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Abbe Gerloffzoon voorscreven grontheer is , als hij bij zijnen Bede verclairt 'weft, Noch bruijct Abbe voorscreven acht eijnsen saet- lant de prebende ende Vicarie toecomende, wairvan den heerenwech ten suijden ende Sijtthiema landen ten westen ende Tijaardt Aluwe kinderen bij zijn eerste huijsvrouwe getoegen ten oosten naestle- gers zijn , Noch vijff pondematen fennen Jacob Sgmonzoon toeco- mende wairvan Inthiema fennen ten westen ende Tiairde fennen ten oosten naestlegers zijn , Noch die huijsiqeedt dair hij op woont groot zijnde een halve pondemate , Noch een pondemate leechlandt in de randla gelegen, wairvan die prebende landen ten noorden ende Bunglia meden ten westen naestlegers zijn. Sumarem achtien ponden it eijnsen.30 466 BUIJTENDIJCKS DIJOKAGIE. 6. Jelle Robyn,'zoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken Bonnema saet groot zijnde twee ende twintich pondematen fennen mijt die staten ende steedt ten ende twintich pondematen fennen mijt die staten ende steedt ten westen, Taeckle Beenckis hubs dair in gereeckent , wairvan die weduwe van Grombach ten westen ende die proost opt Sandt ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlant , wairvan die weduwe van Grombach ten noorden ende die Vicarie van Kimswert ten suijden naestlegers zijn Noch anderhalve pon- demate saetlant, wairvan Wijtthiema saet met maeden ten noor- den ende oosten naestlegers zijn Noch ellifftehalve pondemate meden, wairvan Fedde Harda ten westen ende Sijmon Henrickzoon erven ten oosten naestlegers zijn , Noch achtehalve pondemate meden, wairvan Tijerck Vierde erffgenamen mijt maedlaut ende saetlant ten oosten ende Ocke Rippertszoon mijt fennen ende saet lant ten westen naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate saetlant, wairvan Ocke Rippertszoon ten westen ende Bonnema selffs ten oosten naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlant, wairvan die proust opt Sandt ten suijden ende Bonnema selffs ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen hi, selffs, Renick Sgurdtzoon weeskindt , Folckert Symonzoon ende Tyerck toe Renick Sgurdtzoon weeskindt , Folckert Symonzoon ende Tyerck toe Wgerde erffgenamen, Sgbren Waelingszoon van wegen zgn kinderen by Aelcke zyn hugsvrouwe getoegen ende Aeriaen 211ichielzoon van wegen zgn hugsvrouwe kinderen bg huer voorman getoegen lantheeren Egn, Noch een halve pondemate saetlant onder Bonnema huijs waech gelegen Abbe Gerlifizoon toecomende, wairvan die proust opt Sant naestleger es , Noch die huijssteedt van Bonnema groot zijnde vier eijnsen. Sumarem xist ponden iv eijnssen. 7. Sgbolt Sickezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Feddama saele groot zijnde vier en twintich pondematen fennen , wairvan die pastorie lutke fenne ten oosten ende Wijtthiema saet maetlanden ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden ende saetlant wairvan Wijtthiema ten westen ende Lijsbeth Lijoertze mijt twee pondematen ten oosten naestlegers zijn Noch ses pondematen meden ende saetlant, wairvan Elgre met saetlandt ende maedlant ten oosten ende Lijsbet Lijoertze mijt die voorseijde twee pondematen ten westen naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saet- lant, wairvan Wijtthiema ten westen ende Feddumma ses ponde,: maten voorscreven ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pon- KIMSWERT. 467 dematen meden , wairvan die pastorie meden ten noorden ende Sijbren Wijbrenzoon maeden ten suijden naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen saetlandt , wairvan Eiger saetlant ten westen ende Inthiema saetlandt ten suijden naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot zijnde omtrent vijff eijnsen , Noch die vuijt- gewonnen wier groot zijnde negen eijnsen , wairvan die ghae wech ten noorden ende Feddema fennen ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Jets Pieter Aggama lantvrouw es, Noch bruijct Sibolt Sickezoon voorscreven vijitien pondematen soo maetlandt Sibolt Sickezoon voorscreven vijitien pondematen soo maetlandt zoo saetlandt de prebende te Kimswert toecomende , wairvan de pastorie meden ten oosten ende Buwe Janzoon mijt Scheltema landen ten westen naestlegers zijn. Sumarem Lix ponden x eijnsen. S. Joost Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zUnen eede verclairt te gebruijcken Clgnstera saete groot zijnde twintich pondematen fennen ende saetlandt aen een streckende, wairvan die prebende te Eimswert ten westen ende Bonge saet ten oosten naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Jets .Pieter Aggama lantvrouw es. Sumarem xx ponden. 9. Sibbel Gepcke weduwe heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij hueren eede verclairt te gebruijcken Lgonkerckstere landen groot zijnde negen pondematen fennen, wairvan Bonnema fennen ten suijden ende Enighe dair Douwe Sijpertzoon gebruijct ten oosten naestlegers zijn , Noch vier pondematen fennen, wairvan Bonnema mijt een stuck saetlant ten westen ende Buwema mijt een stuck saetlandt ten noorden naestlegers zijn , Noch elliffpon- dematen meden, wairvan Poppema fennen die Sijurdt Sijtthiezoon dematen meden, wairvan Poppema fennen die Sijurdt Sijtthiezoon gebruijct ten noorden ende oosten ende Fedde Harda landen die .Alert opte meden gebruijct ten westen naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant, wairvan Fedde Harda ten oosten ende Poppema pondemate saetlant, wairvan Fedde Harda ten oosten ende Poppema ten noorden ende de voorscreven vier pondematen fennen ten westen naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden , wairvan die pastorie maiden ten oosten ende suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Poppema met mae- den ten westen ende Oedzinge maeden ten noorden naestlegers zijn, Noch die huijssteedt is begrepen in de voorscreven elliff ponde- maten maeden comprehendeert. Sumarem xxxr ponden ses eijnsen. 46S BUIRENDUCKS DIJCKAGIE. 10. Tgerck Hanszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eerie verclairt te gebruijcken Douwema saete groot zijnde viertich pondematen fennen , wairvan Wijttiema maeden ten suij- viertich pondematen fennen , wairvan Wijttiema maeden ten suij- den ende de fennen van Hornstera saet die Feick Agge weduwe gebruijckt ten oosten naestlegers zijn, Noch negen pondematen fennen , wairvan Tiaerde saets fennen die Douwe Claeszoon ge- bruijct ten westen ende Meijisma fennen die Jacob Sijmonzoon gebruijct ten suijden naestlegers zijn , Noch vier pondematen fen- nen, wairvan Meijlsma fennen ten oosten ende suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden', wairvan die pastorie meden ten suijden ende Scheltinghe meden ten westen naestlegers zijn, Noch sestehalve pondemate meden , wairvan Sceltinge meden ten suijden ende Hessel Mertena erven maeden ten westen naestle- gers zijn , Noch twaelifltehalve pondemate meden ende saetlandt , wairvan die Vicarie maeden ten oosten ende Folckert te Luijdum maeden tAclitlum hoorende ten noorden naestlegers zijn , Noch viertien pondematen meden ende saetlant, wairvan Willem Aede. zoon erffgenamen te Herlinghen ten noorden ende Hessel Mertena erven meden ten westen naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden , wairvan die pastorie te Herlinghen maeden ten noorden ende Hessel Mertena erven fennen ten oosten naestlegers zijn Noch seven pondematen saetlandt , wairvan Meijisma saet ten noorden ende Watthiema fennen ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Tffaardt Aluwe erven grontheeren zijn , Noch bruijct Tijerck voorscreven vijftehalve pondemate lants Ypcke Sgouckezoon toecomende , wairvan Tijaardt Aluwe erffgenamen ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Non twee pondematen Abbe Gerloffzoon toecomende , wairvan Tijaardt Aluwe erffgenamen fennen ten noorden ende Jacob Sijmonzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate, wairvan de voorscreven erven ten westen ende noorden ende Jelte Fopckezoon ten suijden naest- legers zijn. Smarm z C vu ponders. 11. Jacob Sgmonzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken saet groot zijnde viertien pondematen fennen, wairvan Tijaerde fennen die Alger Jacobzoon gebruijct ten westen ende Winckel laen ten oosten naestlegers zijn , Noch dertien pondematen fennen Anne Pgbezoon ende Slibren Gerliffzoon toecomende wairvan Douwema fennen KlMSWERT. 469 die Tijerck Hanszoon gebruijct ten westen ende suijden naestle- gers zijn, Noch sevendehalve pondemate meden , wairvan Dou- wema fennen ten oosten ende Melsme dertien pondematen fennen voorscreven ten suijden naestlegers, Noch twee pondematen me- den , wairvan Bonneme meden ten oosten ende westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlant ende maetlandt mijt die huijssteedt, wairvan Douweme fennen ten oosten ende westen naest- legers zijn Noch een pondemate saetlant , wairvan Douwema saetlant ten westen ende Sijtthiema saetlant ten oosten naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wair van Tijaerde meden ende saetlant ten oosten ende westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlant., wair van Oedsinghe ten oosten ende de Vicarie te Kimswert saetlant., wair van Oedsinghe ten oosten ende de Vicarie te Kimswert saetlandt ten westen naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden saetlandt ten westen naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden wairvan de randle ten westen ende de Vicarie te Kimswert fenne ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Acne Pgbezoon ende Sybren Gerliffzoon erffgenamen ende Jacob Dirck- zoon als een van Sgbrens erffgenamen lantheeren zgn , Noch bruijckt Jacob voorscreven derdehalve pondemate lants de prebende te Kims- ivert toecomende , wairvan Douwe maedlant ten suijden ende Tijairde ten oosten naestlegers zijn. Sumarem Lvm ponden. 12. Feddrick Hettezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Campstra saet groot zijnde sessentwintich pondematen fennen , wairvan Lijortze fennen ten westen ende Stotinge maeden ten oosten naestlegers zijn, Noch acht en dertich pohdemaeten maeden ende saetlant, wairvan Pieter opt tSant fennen ten westen ende Stotinge fennen ten oos- ten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen de proost opt Sant grontheer es. Sumarem Lxiv ponden. 13. Baucke Ynezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een deel van Tgaerde saet groot zijnde seventhien pondematen fennen, wairvan Inthiema fen- nen ten westen ende Alger Jacobzoon fennen ten oosten naest- legers zijn Noch vijftehalve pondemate saetlandt , wairvan Oed- singhe saetlant ten westen ende Douwe Claeszoon saetlandt ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden, wairvan Tijalcke Wijbezoon maeden ten westen ende Sijbren Wijbrenzoon 470 BUIJTENDIJCKS DUCKAG1E. maeden ten oosten naestlegers zijn , Nocli anderhalve pondemate meden, wairvan de Vicarie meden ten noorden ende Douwema meden ten suijden naestlegers zijn, Noel' een half pondemate meden , wairvan Jarich Sirckzoon maeden ten westen ende Sicke Claes- zoon maeden ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Ba?,teke Ynez000n voorscreven mgt zgn wg ft susteren ende broeren lanthecren zgn. Sumarem xxvi ponden ses eijnsen. 1 I. Douwe Claeszoon heett ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken een deel van Tyaerda saete groot zijnde vijftien pondematen fennen, wairvan Sirck Wijbis- groot zijnde vijftien pondematen fennen, wairvan Sirck Wijbis- erven fennen ten westen ende Douwema fennen oosten naestlegers zijn, Noch vijff pondematen meden, wairvan Seerp Sijpertzoon mae- den ten suijden ende Jacob Pieterzoon maeden ten noorden naest- legers zijn, Noch derdehalve pondemate saetlandt, wairvan Oed- singhe saetlandt ten oosten ende Sirck Wijbis erven saetlandt ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Douwe Claeszoon voorsz. selffs ende van wegen Baud.; zyn hwjsvrouwe lant- hoer es , Noch bruijct Douwe voorscreven van Oedsingha saet hoer es , Noch bruijct Douwe voorscreven van Oedsingha saet negentien pondematen fennen, wairvan Donije maeden ten oosten ende Feddama maiden ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen ende drie eijnsen saetlant, wairvan Abbe Gerliffzoon saetlant ten oosten, Jacob Sijmenzoon tcn noorden ende Tijaerde ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen ende drie eijnsen maeden , wairvan die Vicarie te Kimswert fenne die Ger- liff Aenezoon gebruijckt ten 'oosten ende Elgre maiden ten westen naestlegers zijn , Noch acht pondematen, wairvan de pastorie to Kimswert maeden ten westen ende Sijbren Bonge erven ten oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen maiden , wairvan die pastorie te Kimswert met maiden ten suijden ende westen naest- legers zijn. Sumarem Lxi ponden ses eijnsen. 15. Gerliff Aenezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijuen Bede verclairt te gebruijcken een deel van Oedzinge sact groot zijnde twintich pondematen fennen , wairvan Scheltinge ten westen ende de Vicarie ten suijden naestlegers zijn , Noch twee pondematen fennen, wairvan die pastorie ten suijden ende westen naestleger es , Noch negen pondematen saetlandt , wairvan Sijbren Wljbrenzoon ten noorden ende Tiaerde ten oosten naestlegers zijn, Noch vijtitehalve pondemate meden, wairvan Elgre ten oosten ende KIMSWERT. 471 Bonge ten westen naestlegers zijn , Noch thiendehalve pondemate meden, wairvan Bonge ten westen ende Feddumma ten oosten naest- legers zijn , Noch vier pondematen meden , wairvan Donije ten oosten ende Feddumma ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan die slachtedijck ten oosten ende Pin- gumine indijck ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscre- ven landen Joux Jongema erven grontheeren zyn, Noch sevende- halve pondematen de Vicarie te Kimswert toeconiende, wairvan Jouw Jongema erven ten alien zijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate de voorscreven Vicarie toecomende, wairvan Jouw Jonge- ma erven landen ten oosten ende tConvent van Achtlum ten wes- ten naestlegers zijn. Sumarem um ponden. 16. Pieter Claeszoon heeft ons schriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Igortze saete groot zijnde vier en twintich pondematen fennen, wairvan Campstra saete fenne vier en twintich pondematen fennen, wairvan Campstra saete fenne ten suijden ende dindijck ten noorden naestlegers zijn , Noch vier pondematen fennen ende saetlant , wairvan dindijck ten suijden pondematen fennen ende saetlant , wairvan dindijck ten suijden ende Bonnema fenne ten noorden naestlegers zijn , Noch negen en twintich pondematen meden ende saetlant, wairvan Pieter opt sant maeden ten suijden ende dindijck ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlant, wairvan Bonnema ten noor- den ende dindijck ten suijden naestlegers zijn , Noch drie ponde- maten meden, wairvan Bonnema meden ten noorden ende dindijck ten suijden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden, wair- van die pastorie meden ten noorden ende dindijck ten suijden naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate meden , wairvan Taecklema saetlant ten westen ende de kerckewech ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlant , wairvan die laen ten suijden ende Feddumma saetlant ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen de proust opt Sandt ende Lys- beth Claes van twee pondematen lantheeren zyn. beth Claes van twee pondematen lantheeren zyn. Sumarem Lxvi ponden , ses eijnsen. 17. Symon Synezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij, zijnen eede verelairt te gebruijcken Donge saet groot zijnde seven pondematen fennen, wairvan Seerp Sijpertzoon met fennen ten oos- pondematen fennen, wairvan Seerp Sijpertzoon met fennen ten oos- ten ende de gaelaen ten noorden naestlegers zijn , Noch die Sta- ten mijt een stuck saetlant groot een pondemate, wairvan de ghae laen ten suijden ende Douwe Sijpertzoon met saetlant ten oosten naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden , wairvan Sijrck 472 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Wijbis erven met saetlandt ten noorden ende Winkele laen ten westen naestlegers zijn , Noch £wee pondematen meden, wairvan de pastorie mijt een pondemate ten suijden ende Seerp Sijperts fenne ten noorden naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Abbe Gerliffzoon grontheer es , Noch drie pondematen meden, wair- van Tijaardt Rinnertzoon erven maeden ten noorden ende Hessel Mertena erven maeden ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Sijtthiema saetlandt ten westen ende de ghaelaen ten suijden naestlegers zijn Noch een halff ponde- mate saetlant , wairvan Seerp Sijpertzoon saetlant ten oosten ende Sijbolt Douwezoon saetlant ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Sginen Sjnezoon ende Trgn Euerts weduwe gront- heeren zgn. Sumarem xvi ponden vi eijnsen. 18. Joost Janzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Frankema saete groot zijnde sestien pondematen fennen , wairvan Gerbranda maeden ten wes- ten ende Enighe fenne ten oosten naestlegers zijn Noch seven pondematen maeden ende saetlandt, wairvan Bonge fenne ten oos- ten ende Doijema fennen ten westen naestlegers zijn , Noch an- derhalve pondemate saetlandt, wairvan de zeedijck ten westen, de gae laen ten noorden ende de prebende te Kimswert mijt een fenne die Michiel Reijnzoon gebruijct ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan de prebende voor- Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan de prebende voor- screven mijt een pondemate saetlandt ten westen ende die Vicarie te Kimswert mijt een pondemate ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Vpeke Ilathiezoon ende Tzuni me Aesge- zoon lantheeren zyn , Noch bruijct Joost voorscreven een ponde- mate saetlandt de prebende toecomende wairvan Vpcke Haijthiezoon mijt saetlant ten oosten ende westen naestleger es. Sumarem xxvii ponden. 19. Sgurdt Sgtzezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Poppama saete groot zijnde drie en twintich pondematen fennen, wairvan teonvent van Acht- drie en twintich pondematen fennen, wairvan teonvent van Acht- lum mijt maeden ten westen ende Wijtthiema mijt maeden ten oosten naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen saetlandt ende maeden , wairvan Bouwema fenne ten westen ende die ghae laen ten noorden naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden wairvan Pingumme indijck ten suijden ende Elgre maeden ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate meden, wairvan KIMSWERT. 473 dindijck ten suijden ende de pastorie maeden vijff pondematen ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wair- van tConvent van Achtlum saetlant ten oosten ende Fedde Harda mijt maeden ten westen naestlegers zijn , Noch vier pondematen saetlandt, wairvan Inthiema saetlandt ten noorden ende de gliae Laen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Sas Alberts lantvrouwe es. Sumarem xisni ponden. 20. Alger Jacobzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een dea van Tiaerde saet groot zijnde twaeliff pondematen fennen mijt die huijssteedt , wair- van Sijbren Gerlifizoon erven ten oosten ende Sijrck Wijbis erven ten westen naestlegers zijn , Noch vijftehalve pondematen meden wairvan Sijouck Ypckezoon mijt susteren ende broeren ten noor- den ende Douwe Claeszoon ten suijden naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate saetlant , wairvan Sijrck Wijbis erven ten westen ende Oedzinge ten oosten naestlegers zijn, van welcke voor- screven landen Alger Jacobzoon self's lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft , Noch bruijct Alger voorscreven negen pon- eede verclairt heeft , Noch bruijct Alger voorscreven negen pon- dematen fennen Sgbrandt Wgbrantzoon toecomende, wairvan Meester Goslick Gosfriendtzoon ten suijden ende noorden met de landen die Tijal Claes Douwes weduwe van hem in huljr gebruijckt naest- leger es , Noch negen eijnsen saetlandt Sgbrandt voorsz. toecomende, wairvan Popck Gratinga ten westen ende Meester Goslick voor- wairvan Popck Gratinga ten westen ende Meester Goslick voor- screven ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxvin ponden ix eijnsen. 21. Joucke Auckezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijc nen ses pondematen meden , wairvan Oedzinge meden ten oosten ende westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden, wairvan Oedzinge meden ten oosten ende Sijtthiema maeden ten westen naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden , wairvan die munck te Acht- lum maeden ten oosten ende Sijbren Wijbrenzoon maeden ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Enige saete mit maeden ten suijden ende Douwe Heniezoon met saetlandt ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Doytze Bongo lantheer es. Sumarem xii ponden. 22. His Abbe weduwe ende Pier Eelketna hebben ons scrifte- licken aengegeven ende bij hueren eede verclairt to gebruijcken 474 BUIRENDUCKS DIJCKAGIE. sestehalve pondemate maeden His voorscreven toecomende, wairvan Sijtthiema ten suijden ende Jelte Fopckozoon ten noorden naest- legers zijn Noch drie pondematen maeden His voorsereven toeco- mende , wairvan de pastorie te Kimswert ten westen en Focke Gerrijtzoon ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate meden His voorsz. toecomende , wairvan Hessel Mertena erven ten suUden ende Ac'ntlumme convent ten oosten naestlegers zijn Noch bruijct Pier Eelkama drie pondematen meden Pieter Dersum erven toecomende , wairvan Douwema ten oosten ende Meijisma ten wes- ten naestlegers zijn. Sumarem xn ponden, ses eijnsen. 23. Taeekle Beenekezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken l aecklema saete groot zijnde negenthien pondematen fennen maeden ende saetlant , wairvan negenthien pondematen fennen maeden ende saetlant , wairvan Johan Vpckezoon mijt saetlant ten oosten ende Fedde Harda mijt saetlandt ten westen naestlegers zijn , Noch twaelifftehalve pon- dematen maeden ende saetlandt, wairvan Fedde Harda mit saet- landt ende maeden ten oosten ende de prebende te Kimswert saetlandt ende maeden ten westen naestlegers zijn , Noch vijffte- halve pondemate fennen wairvan dindijck ten noorden ende de zeedijck ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen fen- nen gelegen in een stuck van negen pondematen dair tsurplus Ocke Iiippertzoon ende Sijrck Douwezoon erven toecomen , wair- van Jelle Robijnszoon Bonnema ten oosten ende Ocke voorscre- ven ten westen naestlegers zijn , Noch die staten mijt een acker saetlandt, groot een pondemate, wairvan Fedde Harda mijt saet- lant ten oosten ende westen naestleger es , Noch drie pondema- ten meden , wairvan Kempe Donije mit fennen ten oosten ende Sijmen Ilenrickzoon erven mit maeden ten westen naestlegers zijn, Noch drie pondematen maeden , wairvan Fedde Harda mijt fen- nen ten oosten ende Sijmon Ilenrickzoon erven mijt maeden ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Taeckle Beenekvoon scuffs Inv On breeders ende susters lantheeren zgn. Sumarem xLiv ponden. 24. Spiv& Siurdizoon Herema heeft ons scriftelicken aengege- ven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Wgthiema saet groot zijnde acht ende twintich pondematen fennen, wairvan Hans- ma fenne ten oosten ende Johan Vpckezoon fenne ten westen naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlandt , wairvan Hans- ma saetlant ten oosten ende Poppama saetlandt ten westen naest- KEVISWERT. 475 legers zijn Nocli twee pondematen saetlandt, wairvan Inthiema Staten ten oosten ende Inthiema saetlandt ten westen naestlegers zijn , Noch vierthien pondematen meden, wairvan Feddumma fen- nen ende maeden ten oosten ende Poppema fennen ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Nome Herema erven, Widbe IIo/tinge ende Taecke Sgurdtzoon lantheeren zgn. Sumarem nix ponden. 25. Siekc Claeszoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen meden, wair- van Taeckle Wijbezoon mijt een stuck meden ten oosten ende Sijbren Wijbrenzoon mijt een stuck meden ten westen naestle- gers zijn. Sumarem ii ponden. 26. Douwe 4pertzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Enige saet groot zijnde twee en dertich pondematen fennen, wairvan Fronckema fennen ten westen ende Finie fennen ten oosten naestlegers zijn Noch drie pondematen saetlandt , wairvan Fronkema fennen ten westen ende Bove Janzoon fennen ten oosten naestlegers zijn Noch twee pondematen saetlandt , wairvan Jaringhe saetlant ten oosten ende westen naestleger es , Noch vijff pondematen saetlandt, wair- van Jaringhe saetlandt ten noorden ende Baeff Folckerts maeden van Jaringhe saetlandt ten noorden ende Baeff Folckerts maeden ten westen naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden, wair- van Jaringhe meden ten suijden ende mit saetlandt ten noorden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen meden , wairvan Ger- rijt Henrickzoon ten noorden ende Frankumma ten oosten naestle- gers zijn, Noch seven pondematen meden, wairvan die pastorie to Kimswert meden ten suijden ende Oedzinge maeden ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden, wairvan Lijon- kercke landen ten westen ende Taecklema maeden ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Meester Pieter ende Folckert Sgmonzoon myt susteren ende broeren ende broerskinde ren grontheeren zyn. ren grontheeren zyn. Sumarem LXXIII ponden. 27. Jan Pieterzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Scheltinghe saete groot zijnde negen pondematen fennen mijt die Staten , wairvan Memerde fen- negen pondematen fennen mijt die Staten , wairvan Memerde fen- nen ten westen ende Odzinge fenne ten oosten naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden, wairvan Hessel Mertena erven 476 BUIJTENDIJOKS DIJCKAGIE. mit maeden ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt, wairvan Idsinge saetlandt ten oosten ende westen naestleger es , Noch sestehalve pondemate meden, wair- van die prebende maiden ende saetlant vijftien pondematen ten oosten ende Bonnema maiden ten westen naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Folckert Sgmonzoon mgt On broerskin- deren grontheer es. Sumarem xxvi ponden, ses eijnsen. 28. Baucke ,Tacobzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken ses pondematen ende drie eijnsen lants Pieter Ggsberts huysvrouwe mgt hair kinderen by hair voorman Meester Fonger getocgen toecomende, wairvan Jan Gerbren- zoon ten westen ende Tijal Claes weduwe ten oosten naestlegers zijn. Sum arem ses ponden, drie eijnsen. 29. Jacob Picterzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Hans-ma saete groot zijnde derthien pondematen fennen, wairvan Wijtthiema fennen ten wes- ten ende Elgre fennel ten oosten naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen saetlandt ende meden, wairvan Wijthiema saetlandt ende fennen ten westen ende Elgre Staten mijt die fenne laen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Jacob Pieterzoon selffs lantheer es , als hij bij zijnen cede verclairt heeft, Noch bruijckt hij derdehalve pondemate saetlandt ende maetlandt, Noch bruijckt hij derdehalve pondemate saetlandt ende maetlandt, wairvan Winkelstera laen ten westen ende Hessel Mertena erffge- namen mijt een stuck maeden ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xxvn ponden ses eijnsen. 30. Jan Jacobzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken Jaringhe saete groot zijnde vier en dertich pondematen fennen , wairvan Bonge fennen ten westen ende Gerbranda fennen ten oosten naestlegers zijn , Noch acht pondematen meden , wairvan Gerbrande fennen ten oosten ende Jaringe fennen ten westen naestlegers zijn , Noch tien pondema- ten meden ende saetlandt , wairvan Bonge fennen ten westen ende Enige maeden oosten naestlegers zijn , Noch vier pondema- ten saetlandt ende maiden, wairvan Jan Floris maeden ten noor- den ende Enighe saetlandt ten suijden naestlegers zijn , Nocli vijii pondematen saetlandt , wairvan Bonghe saetlandt ten westen ende Gerbranda saetlandt ten oosten naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen Doethge Bonge grontheer es. Sumarem Tx ponden. KIMSWERT. 477 31. Renick .Hillezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken sess en twintich pondematen zijnen eede verclairt te gebruijcken sess en twintich pondematen fennen , wairvan Finie maeden ten westen ende de Vicarie fennen ten suijden naestlegers zijn , Noch seven pondematen meden, wairvan Douwema maeden ten oosten ende Scheltinghe maeden ten suijden naestlegers zijn, Noch viertien eijnsen maeden, wair- van Lijonkerstera landen ten oosten ende Fetze toe Ludum mae- den ten zuijden naestlegers zijn , Noch een half pondemate me- den , wairvan Johan Gerbranda ten oosten ende Sijtthiema ten westen naestlegers zijn , Noch twee en twintich eijnsen maeden, wairvan Douwema maeden ten oosten ende suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate maeden, wairvan Douwema mae- den ten oosten ende Gerrijt Henrickzoon erven maeden ten wes- ten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate maeden , wair- van de pastorie te Pingum maeden ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen meden, wairvan die Vi- carie te Herlingen meden ten oosten ende Pieter Gerrijtzoon me- den ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen meden, wairvan Seerp Odzinghe ten oosten, Douwe Heijnes mijt drie pon- dematen ten noorden , de laen ten westen ende de voorscreven fenne ten suijden naestlegers zijn Noch vier pondematen meden, wairvan die candle ten suijden , Cluijdera Men ten oosten ende de voorsz. fenne ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Finie saetlant ten westen ende de pastorie van Herlingben maeden ten oosten naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan Finie saetlandt ten westen, Sijbren Wijbrantzoon teh suijden ende thuijs van dese saete ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saet- landt , wairvan die pastorie te Pingum landen ten noorden ende Wijbe te Sopsum ten westen naestlegers zijn, van weicke voor- screven landen ,Touffrouw Cunera van Martena lantvrouw es , Noch een pondemate maeden 7yaert Rennertzoon erven toecomende, wair- van Sijmen Sijnezoon ten suijden ende Wijbe te Sopsum ten noor- den naestlegers zijn , Noch een pondemate meden de voorscreven erven oick toecomende wairvan de prebende te Kimswert fenne ten suijden ende Douwema maeden ten noorden naestlegers zijn , Noch bruijckt Renick voorscreven vier pondematen meden, wair- van Wijbe te Sopsum ten suijden ende Hessel Mertena erven ten noorden naestlegers zijn, Noch anderhalve pondemate meden wairvan Douwe Heijnezoon ten suijden ende Wijbe voorscreven 478 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. ten noorden naestlegers zijn , van weicke voorscreven twee leste poreheelen wglen Hcer Herman pastoer in Pingum ende Graete Hes- selzoon erven lantheeren on. Sumarem Lxv ponden. 32. Allert i'Vgbezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken elliff pondematen fennen, wairvan Buwema mit maeden ten oosten ende Taeckle Beencke- zoon mit maeden ten westen naestlegers zijn , Noch drie ponde- maten saetlandt, wairvan Taeckle voorscreven mit fennen ten oosten ende mit saetlandt ten westen naestleger es , Noch seven pondematen saetlandt ende maeden, wairvan Taecklema mit saet- landt ende maeden ten oosten ende westen naestleger es, Noch seven pondematen meden, wairvan Poppema saete mijt saetlandt ten oosten ende tConvent van Achtlum mit fennen ten westen naestlegers zijn, van weicke voorscreven landen Fedde Harda lant- heer es. Sumarem xxv ponden. :)3. Jarich Sgrexzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Gerbranda saete groot zijnde achtien pondematen fennen , wairvan Frankema fennen ten oosten achtien pondematen fennen , wairvan Frankema fennen ten oosten ende Jaringhe met fennen ende maeden ten westen naestlegers zijn, Noch ses pondematen meden ende saetlant, wairvan Fran- ckama met fennen ten oosten ende Jaringe met saetlant ten wes- ten naestlegers zijn ende deene zijde streckt aen de wech, Noch een pondemate meden , wairvan Douwema met maeden ten oosten ende Sijbren Wijbrenzoon met maeden ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Jarich Sgrelezoon voorscreven scuffs lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft, Noch bruijct hij derdehalve pondemate meden , wairvan Feddumma maeden ten derdehalve pondemate meden , wairvan Feddumma maeden ten noorden ende Pingumme indijck ten suijden naestlegers zijn, Nocli twee en twintich eijnsen, wairvan Luijnkercke maeden ten oosten ende Sijtthiema met een halve pondemate maeden ten westen naestlegers zijn, van welcke voorscreven twee leste poreheelen sv bren Wgbrenzoon lantheer es. Sumarem xxix ponden iv eijnsen. 34. Buwe Janzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven elide bij zijnen cede verclairt te gebruijcken vijftien pondematen fennen , wairvan eenige fennen ten westen ende Wijthiema fennen ten oosten naestlegers zijn , Noch thien pondematen maeden ende saetlandt , wairvan Bouwema mijt maeden ten oosten ende Taeck- KIMSWERT. 479 lema mit saetlandt ten westen naestlegers zijn, Noch drie pon- dematen fennen , wairvan Scheltinghe fennen ten suijden ende Scheltinghe staten ten noorden naestlegers zijn , Noch drie ponde- maten saetlant, wairvan Wikthiema ten oosten ende Inthiema saet- landt ten westen naestlegers zijn, Noch een pondemate saetlandt, wairvan die Vicarie van Kimswert saetlandt ten westen ende Cluij- ten saetlandt] ten oosten naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Jan V.pckezoon te Knossens voir de meeste deel te weten van seventiendehalve ende Jacob Cugper van ses pondematen ende Jan Gerrifizoon weeskinderen van vier pondematen lantheeren zgn. Sumarem xxxn ponden. 35. Molt Douwezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken Sydsema saete groot zijnde elliff pondematen fennen, wairvan Douwema fennen ten suijden ende Meijisma fennen ten noorden naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Abbe Gerliffzoon saetlant ten westen ende Trijn Everts saetlant ten oosten naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Meijlsme fennen ten oosten ende Jan Altie saetlandt ten westen naestlegers zijn Noch sestehalve pondemate meden, wairvan de Vicarie fennen ten suijden ende de prebende fennen ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Abbe Gerlof/zoon, Jarich Sirckzoon, Sybren Wgbrenzoon , Jan Aeltgezoon, Abbe Wybezoon ende Fg Mcester Bauckes weduwe gront- heeren On.Sumarem xvm ponden vi eijnsen. 36. Sybren Wgbrenzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen cede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen, wairvan die Vicarie te Kimswert fenuen ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate fenne.n, wairvan Inthiema fennen ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden , wairvan Douwema meden ten noorden ende Jacob Pieterszoon maeden ten oosten naestlegers zijn Noch anderhalve pondemate maeden, wairvan Jarich Sirckzoon maeden ten noorden ende Hessel Mertena erven maeden ten westen naest- legers zijn Noch drie pondematen meden, wairvan Gerrijt Hen- rickzoon erven ten noorden ende Luijnkercke maeden ten suijden naestlegers zijn, Noch drie pondematen meden , wairvan Claes Edis te Herlingen ten noorden ende wijlen Heer Herman pastoer te Pingum mijt zijn bruers ten suijden naestlegers zijn , Noch 480 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. Brie pondematen meden , wairvan Finie met maeden ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate saet- landt, wairvan Douwema ten noorden ende suijden naestlegers zijn, Noch een halve pondemate saetlandt wairvan Finie ten suijden ende noorden naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan. Bonge ten suijden ende Finie ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorsz. landen Seerp Odzinge grontheer es , Noch bruijckt van welcke voorsz. landen Seerp Odzinge grontheer es , Noch bruijckt Sijbren voorsz. drie pondematen meden, wairvan Hessel Mertena Sijbren voorsz. drie pondematen meden, wairvan Hessel Mertena erven fennen ten suijden ende Lijonkercke maeden ten noorden naestlegers zijn , Noch ses pondematen fennen , wairvan Hessel Mertena erven fennen ten noorden ende Seerp Odzinge fennen ten suijden naestlegers zijn Noch negen pondematen fennen, wairvan Seerp Odzinge fennen ten noorden ende Jacob Sijmonzoon mijt fennen ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorsz. landen die Vicarie van Kimswert lantheer es, Noch bruijckt Sijbren voorsz. een Vicarie van Kimswert lantheer es, Noch bruijckt Sijbren voorsz. een pondemate meden leechlandt hem selffs toecomende , wairvan Doede pondemate meden leechlandt hem selffs toecomende , wairvan Doede Sickezoon fennen ten suijden ende Bonge maeden ten westen naest- legers zijn. Sumarem Li ponden, ses eijnsen. 37. Jacob Pieterzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken vijif pondematen meden, wair- van Douwema meden ten noorden ende Tiaerde meden ten suijden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate meden , wairvan host Sebastiaens mit maeden ten noorden ende Willem Aedis erffgenamen mijt maeden ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate maeden , wairvan Popte mit maeden ten suijden ende Douwema mit maeden ten noorden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Jacob Pieterzoon self's lantheer es, als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem vii ponden. 38. Anne Janzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negendehalve pondemate lants die prebende te Kimswcrt toecomende , wairvan Jacob Sijmonzoon ten oosten ende Doede Sickezoon ten westen naestlegers zijn. Sumarem yin ponden, vi eijnsen. 39. Claes Ilagezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken een deel van Odzinga saes groot zijnde vier pondematen fennen mijt die huijssteedt , wairvan die zijnde vier pondematen fennen mijt die huijssteedt , wairvan die pastorie ten westen ende die Vicarie ten noorden naestlegers zijn, Noch vierdehalve pondematen meden ende saetlandt , wairvan die RIMSWERT. 481 pastorie ten westen ende noorden naestleger es , Noch vierdehalve pondemate meden, wairvan Inthiema ten oosten ende westen naest- leger es , Noch een half pondemate leechlandt, wairvan die Vica- rie te Kimswert landen ten noorden ende een mansmaed van Bonge landen die Jouck gebruijckt ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Jouw Jongema erven grontheeren zgn. Sumarem xi ponden. 40. 3Ieye Douwezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken seven pondematen fennen , wairvan Bonneina maiden ten oosten ende Ocke Rippertzoon fenne ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven seven ponde- maten Ocke Rippertszoon van vier pondematen ende Sirck Douwezoon Tzum erffgcnamen van drie pondematen lantheeren zyn, Noch ses pondematen fennen Ocke Rippertzoon toecomenrle, wairvan die zee- dijck ten westen ende die voorsz. pondematen ten oosten naestle- gers zijn , Noch ses pondematen saetlandt Ocke Rippertzoon voor- screven ende Syrck Douwezoons erven tsaemen toecomende, wairvan Bonnema maeden ten oosten ende dindijck ten noorden naestlegers zijn , Noch viertien eijnsen saetlandt Ocko voorscreven toecomende wairvan Bonnema saetlandt ten oosten ende Buwe Janzoon mae- den ten noorden naestlegers zijn , Noch die huijssteedt groot zijnde vier eijnsen , Noch twee pondematen meden Abbe G zoon toecomende , wairvan Jan Sijmonzoon mijt drie pondematen meden ten westen ende die Proust milt fenlandt ten oosten naest- legers zijn, Noch anderhalve pondemate saetlandt Abbe voorscreven toecomende, wairvan Taeckle Beenckis mit fennen ten westen, de patroon te Kimswert ten oosten ende dindijck ten noorden naest- legers Ain Noch thien eijnsen saetlant in Popte saet gelegen Mege voorscreven selfs toecomende, wairvan Douwema saete mit saet- lant ten westen ende Seerp Sijpertzoon mijt saetlandt ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen meden Jan Symonzoon de drie ende Baucke Wyaerde de twee toeeomende , wairvan Abbe Gerloffzoon mijt twee pondematen maden ten oosten ende Jelle Bonnema mijt maeden ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen fenne de kercke te Kimswert toecomende, wairvan Ocko Rippertszoon ten oosten ende Taeckle Beenckis ten westen naest- legers zijn , Noch een pondemate saetlandt do kercke voorscreven toecomende wairvan Taeckle Beenckezoon ten noorden ende de indijck ten suijden naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate 31 482 BUIJTENDIJCKS DIJCKAGIE. saetlandt de Kercke voorscreven toecomende, wairvan Abbe Gerlliffzoon ten westen ende Sirck Douwezoon ende Ocke Rippertzoon ten oos- ten westen ende Sirck Douwezoon ende Ocke Rippertzoon ten oos- ten naestlegers zijn. Sumarem xxxvii ponden, iv eijnsen. 41. Pieter Hegnszoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken negen en dertich pondematen fennen Bonga saet genoempt , wairvan Doijtie Sijbrenzoon Bonge mijt Jaeriiige fenne ten oosten ende Doijema fenne ten westen naestlegers zijn , Noch thien pondematen saetlandt , wairvan de heerenwech ofte laen te Kimswert ten suijden ende de voorscre- ven fenne ten noorden naestlegers zijn , Noch negen einsen saet- landt , wairvan Jaringhe fenne ten noorden ende Jaeringhe saet- landt ten suijden naestlegers zijn , Noch seven pondematen saet- landt ende maetlandt , wairvan die voorsz. laen ofte heerenwech ten noorden ende de fenne, die Pieter Douwes gebruijct, ten suij- den naestlegers zijn , Noch vijfthien pondematen saetlant ende maedlandt , wairvan Pieter Douwes fenne ten oosten ende saet van Cluijte ten westen naestlegers zijn, Noch vijftien pondematen, wairvan die landen, die Taeckle 1lTijbezoon gebruijct, ten noorden ende Doede Sickezoon fenne ten suijden naestlegers zijn , van weicke voorscreven landen Jouffrouw Popcle Gratinga lantvrouw es, vuytgesondert van die *Hen pondematen lest benoempt de derde- half die comers Doethie Bonge toe ende bruijct tselve van wegen Doethie voorscreven meijer Pieter Hendrickzoon genoempt , Ende hoewel de voorscreven landen, die hij van Jouffrouw Popck in huijr gebruijckt, nae zijn beduncken nijet grooter en zijn dan voor- screven is, zoo zijn nochtans deselve hem verhuijrt voir eenen- screven is, zoo zijn nochtans deselve hem verhuijrt voir eenen- negentichstehalve pondematen ende dair voir sal hijse elliff jae- ren geduerende in huijr gebruijcken van date te reeckenen de huijrcedel, dairvan gemaeckt gementioneert staet, die hij mij Sicke van Dekema vertoont ende laten lesen heeft , Noch zijn huijs- van Dekema vertoont ende laten lesen heeft , Noch zijn huijs- steedt groot zijnde een pondemate Wijtthie Bonge toecomende. Sumarem Lxxxvii ponden ix eijnsen. 42. Tgerck Sgurdtzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Dogema saet groot zijnde vier en twintich pondematen fennen ende maeden ,aen een, wair- van Bonga fennen ten oosten ende Doijema laen ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt ende greijd- landt , wairvan die zeedijck ten westen ende de gae laen ten suijden naestlegers zijn , Noch seven pondematen saetlandt ende KIMSWERT. 483 maeden, wairvan die ghae laen ten suijden ende Beencke Mathijs- zoon erven ten oosten naestlegers zijn , ende dese voorscreven seven pondematen omen Sgrck toe Fritzum erven toe , Noch drie pondematen fennen Folckert Sgmonzoon toecomende, wairvan de zee- dijck ten westen ende Doeijme laen ten oosten naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Tgaardt Tgerekzoon erven ende Meester Bartel te Medenblick erven lantheeren zgn. Sumarem xxxvii ponden. 43. Taecke Wgbezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken Fgnie saet groot zijnde twee ende twintich pondematen fennen, wairvan Enige fennen ten suijden ende twintich pondematen fennen, wairvan Enige fennen ten suijden ende Bonge maeden ten westen naestlegers zijn , Noch viertien pon- dematen meden , wairvan Douwe Heijnezoons fenne ten westen ende Renick toe Clijurdt fennen ten oosten naestlegers zijn , Noch vijff pondematen saetlandt , wairvan die pastorie van Herlinghen mae- den ten noorden ende oosten ende viertien pondematen der voorsz. saet ten suijden naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt ende maedlant, wairvan Elgre fennen, die Doede Sickezoon gebruijct, ten oosten ende Doede Sickezoon hoijwech ende Hansma saetlandt ten westen naestlegers zijn , Noch derdehalye pondemate ende drie eijnsen meden, wairvan Tijaerde maeden ten oosten ende Meijl- summe maeden ten suijden naestlegers zijn , Noch negen eijnsen maeden, wairvan Douwema maiden ten suijden ende toosten naest- legers zijn , Noch een pondemate saetlandt, wairvan Sijbren Wij- brenzoon saetlandt ten suijden ende Taecke Wijbezoon ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Keimpe Donye grontheer es. Sumarem )(Lyn! ponden, ses eijnsen. 44. Abbe Wgbezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen gelegen op Kimswerde meden die groote margen genoempt, wairvan Doede Sickezoon ten noordwesten ende Sijuidt Sijtthiezoon ten suijden naestlegers zijn , Noch een halve pondemate op Kimswerdera me- den gelegen, wairvan die pastorie ten suijden ende Sijbren Wijbren- zoon ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Abbe voorsz. 101 zgn susters ende broers lantheer es. Sumarem ii ponden, ses eijnsen. 45. Lysbeth Jans weduwe heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij hairen eede verclairt te gebruijcken elliff pondematen fennen 484 BULITENDLICKS DIJCKAGIE. ende maiden, wairvan Elgre fennen ten noorden ende suijden naest legers zijn , Noch een pondemate saetlandt mijt die huijssteedt , wairvan tkerckhoff ten suijden ende Inthiema saetlandt ten noor- den naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Hercke Foppe- soon ende Baucke Foppezoon ende Pieter Ysma grontheeren zgn. soon ende Baucke Foppezoon ende Pieter Ysma grontheeren zgn. Sumarem xii ponden. 46. Ypcke Sgouckezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken acht pondematen fennen Jacob Symonzoon ende Ane Ipckezoon toecomende, wairvan die pre- bende ten noorden ende de Vicarie ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen saetlandt Ypcke voorscreven seljs toecomende, wairvan Doede Sickezoon ten westen ende Inthiema ten oosten wairvan Doede Sickezoon ten westen ende Inthiema ten oosten naestlegers zijn. Sumarem xi ponden. 47. Ysbrandt Evertzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen twee eijn- sen thien penninghen ende een roede gemeten landt Sybrant wg- sen thien penninghen ende een roede gemeten landt Sybrant wg- brantzoon toecomende. Sumarem it ponden, ii eijnsen, x penningen, een roede. 48. Sipeke Gerbrandtzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen, wairvan. bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen, wairvan. Lijsbeth Jacobs ten suijden ende noorden naestlegers es, van welcke Lijsbeth Jacobs ten suijden ende noorden naestlegers es, van welcke voorscreven twee pondematen Jan Gerrgis grontheer es , Noch voorscreven twee pondematen Jan Gerrgis grontheer es , Noch drie pondematen saetlandt Tiets Gerbranda toecomende , wairvan Popck Gratinga ten suijden ende noorden naestlegers es , Noch drie pondematen greijdlandt, Sint Laurens camp genoempt, de Vi- carie, de prebende ende Sybrant Walings toecomende , wairvan Jan Douwezoon ten westen ende Auck Jacobs ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants 1aecke Bgnckis toecomende , wairvan Ysbrandt Martenzoon ten oosten ende Hollander ten wes- ten naestlegers zijn. Sumarem xi ponden. 49. Hans .Dircxzoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen min een eijnse gelegen in den dorpe Ifimswert Jonge Hans Anezoon toeco- mende, wairvan Pieter Douwezoon ten noorden ende die heeren• wech ten suijden naestlegers zijn. Sumarem een pond xi eijnsen. 50. Dirck J'anzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende 14 KIMSWERT. 485 zijnen Bede verclairt te gebruijcken Buwing3 saete groot zijnde sestien pondematen fennen , wairvan Poppema mit maeden ten oosten ende Bonge mit saetlandt ten westen naestlegers zijn, Noch twaeliff pondematen meden ende saetlandt, wairvan Bonnema fen- nen ten oosten ende zuijden naestlegers zijn , Noch neghen ponde- maten meden, wairvan Scheltinghe maeden ten noorden ende Mel- sma fennen ten suijden naestlegers zijn , Noch vijff pondematen fennen wairvan Bonge mit saetlandt ten westen ende Dijcxtere buijre lijckwech ten oosten naestlegers zijn , Noch derdehalve pondemate saetlant wairvan Inthiema saetlant ten oosten ende Buwe Janzoon fenne ten noorden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen (lie vrouw van Grombach grontvrouw es. Sumarem ntv ponden, ses eijnsen. 51. Tgal Claes weduwe heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij hueren Bede verclairt te gebruijcken Inthiema saet groot zijnde achtien pondematen fennen, wairvan Sijbren Wijbrenzoon mit fen- achtien pondematen fennen, wairvan Sijbren Wijbrenzoon mit fen- nen ten suijden ende Sijrck Wijbis erven fennen ten oosten naest- legers zijn Noch ses pondematen saetlandt , wairvan Oedzinge saetlant ten oosten ende Sijbren Wijbrenzoon fenne ten noorden naestlegers zijn , Noch anderhalve pondemate saetlandt, wairvan de pastorie saetlant ten oosten ende Ypcke Sijouckezoon saetlandt ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen saetlandt, wairvan tzanpadt ten suijden ende Buwema saetlandt ten westen naestlegers zijn , Noch negen pondematen meden, wairvan Poppe maeden ten suijden ende Oedzinghe maeden ten westen naestle- gers zijn Noch sestehalve pondemate maeden , wairvan Agnet Meester Fongers ten westen mijt ses pondematen ende de pastorie maeden ten noorden naestlegers zijn , Noch een half pondemate maeden , wairvan dindijck ten suijden ende die pastorie maeden en oosten naestlegers zijn , Noch seven pondematen, wairvan de winckel laen ten westen ende Douweina fennen ten suijden naest- legers zijn , van welcke voorscreven landen Meester Gosliek gront- heer es. heer es. Sumarem nix ponden ses eijnsen. 52. Seerp Sgpertzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen , zijnen Bede verclairt te gebruijcken dertien pondematen fennen , wairvan Abbe Gerliffzoon ten westen ende Wijsse Benne ten oos- ten naestlegers zijn , Noch vierdehalve pondemate meden, wair- van Abbe Gerliffzoon ten westen ende Pier Sijtthiema ten oosten naestlegers zijn Noch vbff pondematen saetlandt, wairvan Pier 486 BUIJTENDUCKS DIJCKAGIE. Sijtthiema ten oosten ende Douwe Aluwe ten westen naestlegers zijn Noch drie pondematen fennen de Vicarie te Kimswert toeco- mende , wairvan Abbe Gerliffzoon ten suijden ende Seerp selffs ten noorden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen meden, wair- noorden naestlegers zijn , Noch twaeliff pondematen meden, wair- van Jouw Jongema erven ten westen ende Abbe Gerloffzoon ten oosten naestlegers Ain Noch vijff pondematen meden, wairvan Sirck Wijbis erven ten suijden ende Jouw Jongema erven ten noor- den naestlegers zijn , Noch een pondemate saetlandt , wairvan Jan Indijcx home ten oosten ende Trijn Everts weduwe ten westen naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Seerp Sgpertzoon sells lantheer es , als hij bij zijnen eede verclairt heeft. Sumarem xLii ponden, ses eijnsen. Sumarem i Mix C ponden, it penningen, acht roeden vier voeten. HERLINGEN. 1. Claes Edezoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruijcken twee pondematen saetlandt, het Wer genoempt, wairvan Gerrijt Douwezoon erven ten noorden, die heerenwech ten westen ende Gerrijt Douwezoon ten oosten naestlegers zijn, ende Steffen Abbezoon bruijct dese voorscreven twee pondematen ten halven , Noch vier pondematen greijdlandt, het voerste van Holckeberch genoempt, wairvan het wer voorscre- ten noorden. ende Jacob Pieterszoon ten suijden naestlegers zijn , van welcke voorscreven landen Claes voorscreven myt zgn susters van welcke voorscreven landen Claes voorscreven myt zgn susters ende broers grontheeren zyn, Noch ses pondematen saetlandt ende maedlandt Claes voorscreven self's toecomende, wairvan de pastoers hornlandt ten noorden ende Gerrijt Douwezoon erven ten suijden hornlandt ten noorden ende Gerrijt Douwezoon erven ten suijden naestlegers zijn. Sumarem xi' ponden. 3. Ane Scheltezoon heeft ons scriftelicken aengegeven ende bij zijnen eede verclairt te gebruicken vier pondematen meden Wil- lem Adis erven toecomende , wairvan Rinthie toe Loerdt ten westen ende Folckert toe Ludum ten oosten naestlegers zijn , Noch drie pondematen meden Rinthie toe Berchuys erven toecomende , wairvan HERLINGEN. 487 Bastiaen van Duringen erven ten noorden ende Willem Aedis er- ven ten oosten naestlegers zijn. Sumarem vii ponden. 3. Gerryt Janzoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken thien eijnsen lants zijnde een Koff gelegen int oost van 't Kerckhoff ende compt Buwe Wgbrant- soon toe, wairvan Bruininge fen ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn. Sumarem thien eijnsen. 4. Joost Sebastiaenszoon heeft ons scriftelijcken aengegeven ende bij zijnen Bede verclairt te gebruijcken achtehalve pondemate lants, de berchfenne genoempt , wairvan Gerrijt te Derssum ten noor- den ende Florisma horn ten suijden naestlegers zijn , Noch ses pondematen bij Benije terp gelegen, wairvan de kostersfenne ten oosten ende Jan Schoemaecker ten westen naestlegers zijn , Noch drie pondematen lants gelegen bij tichelwerck, wairvan theeren- landt ten suijden ende oosten ende Griet Sebastiaens ten westen naestlegers zijn , Noch twee pondematen gelegen op die noeten, wairvan Gijsbert Gijsbertzoon erffgenamen ten noorden ende An- dries Vlbetzoon ten suijden naestlegers zijn , Noch acht eijnsen gelegen op die werren , wairvan Andries Vlbetzoon ten oos- ten ende Goslick Scheltezoon ten westen naestlegers zijn, Noch drie eijnsen , buijteecker genoempt , wairvan dat Jonge leens lan- den ten noorden ende die heerenwech ten suijden naestlegers zijn, van welcke voorscreven landen Griet Sebastiaens mgt hoer kinderen lantvrouw es.Sumarem xix ponden v eijnsen. VERZAMELING OP DEN Aenbreng van landen ende de groote van dien van eenige dorpen in Barradeel, Wonseradeel en de Stadt Herlingen volgens de Sententie van den Hove van Vrieslandt gewesen den dertienden Aprilis anno (15 c) sess en viertich, tot ter executiestelling waar- van den 2u Junij 1546 ordonneert ende committeert zijn Sieke van Dekerna , Ridder ende Adriaen de Jonge beijde Maiden des Keij- sers in den Hove van Vrieslandt. 1.4 Grootte in Aanwijzing E Aanmer- E tcsca) c) rc$ ict) 4-2 I o • der kingep 0 4,4 Bladz. ig I 1 Firdigum 20 5401 9/ /9 • 128-137 2 Thiemarum 78 26s2 97 19 137-172 3 Oisterbierum 51 1408 ,, 172 - 196 4 Sexbierum 68 1800 3 11 9 9 197-226 5 Pietersbierum 37 1200 5 12 9 5 227-246 6 Wijnaldum 51 1223 1 18 7 246- 273 7 Midlum 29 10171 10 18 6 273-290 8 Luijnkerck 8 519 8 291--293 9 Herbaijum 19 836 1 11 293-306 10 Achtlum 17 651 306-312 11 Wons 52 1785 1 10 • 313-345 12 Abbingawier 7 295 10 ,s ,, 346-352 13 Mackum 46 770 8 353-380 14 Cornwert 44 1090 3 10 , 3-0-401 15 Suijrich 35 680 4 „ • 401-421 16 Pingum 82 3007 7 6 6 8 421-462 17 Kimswert 52 1900 2 8 4 463-486 21409 61 11 2 18 Herlingen 4 39 3 I 486-487 onvolledig. Totaal 21448 101 l 61 11 Register van den aanbreng van 1511 en verdere stukken tot de floreenbelasting betrekkelijk. Deel 3 floreenbelasting betrekkelijk. Deel 3