DE MONUMENTEN VAN GESCHIEDENIS EN KUNST IN DE PROVINCIE LIMBURG GEILLUSTREERDE BESCHRIJVING BEWERKT EN UITGEGEVEN VAN WEGE DE RIJKSCOMMISSIE VOOR DE MONUMENTENBESCHRIJVING EERSTE STUK: DE MONUMENTEN IN DE GEMEENTE MAASTRICHT * * 'S-GRAVENHAGE - STAATSDRUKKERIJ- EN UITGEVERIJBEDRIJF 1926 -1953 ONGEWIJZIGDE HERDRUK - ARNHEM 1974 GIJSBERS & VAN LOON PLAAT XVI. PLAAT XVI. LECENDA OUD5TE GEDEELTEN XII cd X1118 X III b X IV X V X VI xviva LATER TOEGEVOED MODERN 0. L. Vrouwekerk. Plattegrond van de kerk met de kloostergang De ONZE LIEVE VROUWEKERK, de Sle-Vrouwe, Parochiekerk met den rang van basilica minor, onder den titel 0. L. Vrouwe-Hemelvaart. Afb.448. De 0. L. Vrouwe- en de St. Nicolaaskerk, naar een teekening van J. de Beyer in de Albertina te Weenen. (Foto van Prof. Hamann te Marburg.) BOCK & WILLEMSEN Antiquitds sacr6es, 1873. -- DIEPEN, DR. H. A. Die romanische Bauplastik Literatuur in Klosterrath, Wiirzburg 1926. — DOPPLER, DR. P. Geschiedenis van 0. L. Vrouw . . . „Ster der Zee". — FLAMENT. A.J. A. Notice sur l'ëglise N. D. a Maestricht, 1912. — Dezelfde, Het HuisOud & Nieuw 1913, blz. 78; 1915, blz. 88. — HABETS, J. Historische beschrijving der Kerk van 0. L. Vrouw, in Public. XXIII (1886), met uitvoerige litteratuuropgave. - VAN HEYLERHOFF, Annuaire 1827. — LIGTENBERG, DR. RAPHAEL, Die Romanische Steinplastik 1918. — MONCHAMP, MGR. G. Une inscription m6rovingienne inédite a Glons, in Bulletin de l'acad. roy. de Belgique, 1901, n°. 6. — NISPEN TOT SEVENAER, JHP. DR. E. VAN, Maas- trichtsche Grafsteenen (Public. 1937 e. V.). - PA AY J. Les origines chraiennes dans le diocese de Tongres, in Bulletin de la soc. scientifique et litter it du Limbourg XXVII (1909) p. 21-166. — SCHAEPKENS, AL. De l'ëpoque du choeur de l'ëglise N. D. a Maestricht in Annales de l'acad. d'archëologie de Belgique, VII (p. 188). — sPRENGER w. Over de Grafzerken der 0. L. Vrouw, in de Maasg. 1918. — WEISCHER, DR. L. in Studien zur Hollandisch- Limburgischen Romanik (1934). — WELTERS, A. Gids der 0. L. Vrouwekerk te Maastricht. — Dezelfde, Gebedskapiteelen in de 0. L. Vrouw, Het Gildeboek 1925, blz. 139. Verschillende afbeeldingen van A. RADEMAKER, J. DE BEYER e. a komen voor in de Topo- Afbeeldin- grafische Atlas van het oudheidkundig genootschap ; gravures in de 1 000 Gezichten. Litho's gen. van A. Schaepkens. 468 GEMEENTE MAASTRICHT. Geschie- Het feit, dat St. Servaas (f 384) uit Tongeren de wijk nam naar Maastricht, geeft eenigen denis. grond te vermoeden, dat zich hier in zijnen tijd eene gemeente van christenen beyond. Daar de o udste bronnen niet vermelden, dat hi' er eene kerk stichtte, moet men aannemen, dat er reeds eene bestond, en is het in ieder geval onbegrijpelijk hoe Paquay met zooveel stelligheid aan St. Servaas de stichting van en aan 0. L. Vrouw gewijd bedehuis kon toeschrijven 1). Dit klemt te meer, omdat de woorden van Gregorius van Tours „(Servatius) vero ad Trajectensem urbem accedens modica pulsatus febre recessit a corpore" te verstaan schijnen te geven, dat Servatius reeds vOOr hi' aankwam te Maastricht ziek werd en stierf 2). Even weinig grond als voor Paquay's bewering zie ik dan ook voor de door het Kapittel van 0. L. Vrouw steeds hardnekkig verdedigde stelling, dat Servatius den bisschopszetel van Tongeren naar hunne Kerk zou hebben overgebracht. Wel noemt Gregorius van Tours hem „Trajectensis episcopus", maar dit is in overeenstemming met den toestand in zijnen (Gregorius') tijd, daar eriger verhaalt, dat Monulphus, tijdgenoot van Gregorius, den zetel overbracht naar Maastricht 3). Met de vraag wat verstaan moet worden onder het overbrengen van den zetel zullen wij ons niet verder bezig houden ; het vOOr en to en van verschillende opvattingen is besproken door Dr. Edm. Jaspar in de Public. van 1927. Al bestaat er geen reden aan te nemen, dat S. Servaas de 0. L. Vrouwekerk heeft gesticht, er zijn toch wel aanwijzingen om deze kerk voor ouder te houden dan die van St. Servaas. Voor de Ve eeuw is de aanwezigheid van Christenen, en daarmede de waarschijnlijkheid van het bestaan eener kerk te Maastricht, bewezen door de in de St. Servaaskerk gevonden christelijke grafsteenen van A mabeles en Aluvefa, die beide van omstreeks 450 moeten dagteekenen 4), en de onlangs ontdekte van Felegaridus, welke niet ouder is dan de Vie eeuw 5). En dat de toen bestaande kerk te indentificeeren is met de 0. L. Vrouwekerk, dat deze althans eerdergesticht is dan die van St. Servaas, ma wel worden opgemaakt uit de verschillendegegevens waaruit blijkt, dat zij zekeren voorrang boven de laatste genoot, o. a. hierin bestaande, dat de inhuldiging en de uitvaartdienst der Luiksche bisschoppen binnen hare muren moestengeschieden 6) en dat ook de synodale rechtbank er zetelde 7). Uit 1) S. Servais realisa leprojet de construire dans le castrum de Maestricht, comme dans l'oppidum de Tongres sur l'emplacement du sacellum paien, un oratoire dedie , notre Dame. Bulletin d la Societe scientifique et litteraire du Limbourg, XXVII, p. 41. En nog sterker: Les deux eglises incontestablement fondeespar S. Materne et S. Servais, celles de N. D. a Tor gres et de N. D. a Maestricht. Ib.p. 121. 2) Reeds LEEMANS, Romeinsche Oudheden te Maastricht, blz. 29, heeft dit gevoeld, toen hi' Gregorius' woorden aldus opvatte, dat Servatius, „in de nabijheid van Maastricht gekomen, stierf". 3) M. M. G. H. S.S. VII, p. 176. 4) Voor den steen van Amabeles, zie: j. P. WALTZING, Inscriptions latines de la Belgique romaine, in „Le Musee Beige", Janv. 1903, en voor dien van Aluvefa het opstel van FLAMENT in „Van onzen Tijd" (XVI, 1915—'16), blz. 32 vv. en overige mededeelingen in de „Kunstberichten van Oud-Holland”, 19259 blz. 13. 5) Vgl. DR. W. GOOSSENS, Een grafschrift uit den merovingischen tijd in de Sint Servaaskerk te Maastricht. — Public. LXIX(1933). Voor de beschrijving der steenen zie hiervoren blz. 364 en 365. 6) 'Lie over deze en andere voorrechten: HABETS' Historische beschrijving der kerk van 0. L. Vrouw in Publications, XXIII, p. 328 en JASPAR'S. De plaats van den Bisschopszetel te Maastricht, in Public. LXIII (1927). HABETS, Gesch. v. h. Bisdom Roermond, I, 423. In een charter van 1132 verklaart keizer Lotharius III: consuetudo est longo usu in habitum leis conversa ut presbiter parochie sancti Servatij et presbiter parochie sancte Marie presidente Archidiacono communiter habeant synodum in Ecclesia sancte Marie. FRANQUINET. Invent. 0. L. Vrouw, blz. 2. STAR MAASTRICHT. 46 een verklaring in 2 43 door de Luiksche the even te Maastricht gegeven betreffende de rechten van den bisschop, blijkt voorts, dat de maten voor koren, wijn en laken en de roede, waarmede land gemeten wordt, bewaard werden in de 0. L. Vrouwekerk 1), waar, blijkens eene verklaring van 1513 ook de privilegien der stall berustten 2). Terwijl ook de omstandigheid, dat de St. Servaaskerk buiten en de 0. L. Vrouwekerk binnen de omwalling heft le en van het Romeinsche Maastricht, wel als eene aanwijzing ma worden beschouwd voor den hoogeren ouderdom van de laatste 3). Van een kerk uit den tijd van den H. Servatius zijn binnen het Romeinsche castellum weliswaar Been sporen gevonden, maar het in 1921 opgegraven gebouw, dat vermoedelijk een kerk geweest is(vgl. hiervoren Plaat II, en biz, 36 v. v.) dagteekent wellicht uit den tijd van Sigibert III (vgl. het een hierna wordt medegedeeld over de kerk te Gions). G. Volledige zekerheid betreffende het bestaan eener kerk bezitten wij echter eerst voor de tweede helft der negende en voor de tiende eeuw, doordien de herinnering is bewaard gebleven aan schenkingen in dien tijd haar gedaan. De door Franquinet uitgegeven kalendaria uit het eind van de XlIle en XIVe eeuw herdenken nl. op 8 januari 4) Franco, van 856-903, bisschop van Luik, die de kerk van Wijk aan de 0. L. Vrouw schonk op 19 Mei 5) zijnen opvolger bisschop Stephanus (903-921), die de kerken van Veldwezelt en Kesel gaf, op April 6) bisschop Hugo (945-947) en op 28 October 7) bisschop Eraclius (956-972), die de kerk van Glons zou hebben gegeven. Deze laatste schenking biedt eenige moeilijkheid, daar de kalendaria „Everardi episcopi" in plaats van Eraclii te lezen even. Dat de 0. L. Vrouwekerk bezittingen had te Glons, blijkt nog uit charters van 1148 1157 en 1225 8). En daar een Everardus vO6r de XIIle eeuw onder de Luiksche bisschoppen niet voorkomt, is deze naam zeker eene verschrijving, terwijl de verwisseling met Eraclius niet zoo bevreemdend is, als zij op het eerste gezicht FRANQUINET, I, blz. 22. De in 1589 vastgestelde standaardmaten zijn afgebeeld bij SCHAEPKENS (zie volgende noot). 2) Het kapittal nam toen op verzoek van eenige Luiksche kerken en de 0. L. Vr. te Tongeren eenpauselijke bul in bewaring met de woorden : „onus huiusmodi litteras apostolicas custodiendi in et ad vos suscepimus ac illas archivis nostris firivilegia With Traiectensis ac ;rostra cleynodia defionuntur reponere ac firma cum diligentia juxta nostrum posse custodire." Er was blijkbaar een archiefvertrek, waarin tevens de schat der kerk bewaard werd. De stedelijke privileges werden, blijkens eene mededeeling van SCHAEPKENS (Annales de l'Academie d'archeologie de Belgique, 1855) bewaard in een kist, waarin ook de bovengenoemde standaardmaten laken. Het archiefvertrek, waarvan SCHAEPKENS een achttiende-eeuwscheplattegrond reproduceerde bevindt zich in den toren ten Zuiden van het Koor den St. Barbaratoren. Volgens v. HEYLERHOFF zou de deken der kerk bij een bul van Leo X, tot bewaarder der stedelijke privileges zijn aangewezen (Annuaire, 1827, blz. 17), het een heel wel mogelijk is, daar bovenaangehaald stuk van 6 October 1513 dagteekent en Leo X Maart van dat jaar gekozen en 19 Maart gekroond is. 3) Dit is uitvoerig besproken door DR. JASPAR (Public. 1927, biz. 384 v.v.) en door DR. DOPPLER (Public, 1892 blz, 308 v.v.),, 4) FRANQUINET, Invent. II, p. 118. 5) FRANQUINET, II, 143, vgl. I, 9 noot 2. 6) Ib. p. 136. 7) lb. p. 177. 8) Ib. I, p. 6, Io en 17. 470 GEMEENTE MAASTRICHT. lijkt, daar deze laatste naam o. a. ook als Everaclus en Everacrus geschreven werd 1). Dat Eraclius' sterfdag afwisselend als 27 en 28 October wordt aangegeven 2) maakt de verbetering der schrijffout wel volkomen zeker. Door de schenking van bisschop Franco is dan het bestaan der kerk omstreeks 9oo volkomen zeker, en indien een scherpzinnige gissing van Kurth en Paquay voor juist mocht wordengehouden, dan zou de gift van bisschop Eraclius ons in staat stellen de geschiedenis der 0. L. Vrouwekerk zelfs tot in de zevende eeuw te achterhalen. De zaak is, dat men in de kerk van Glons eenige stukken Jurakalksteen heeft ingemetseld gevonden, fragmenten van een ouder gebouw, waarvan drie opschriften dragen en vier met ornamentaal beeldhouwwerk zijn versierd 3). Twee der opschriften hebben betrekking op de stichting van een gebouw. Het eene luidt, volgens de verklaring van Mgr. Monchamp, „Crodoaldus heeft ten tide van Koning Siebert [(lit gebouw] doer maken", en zou, op grond van den lettervorm, op Siebert III moeten doelen (633-656). Het andere meldt de wijding eener kerk : „op den eersten October [is] de wijding dezer kerk", en wordt door Mgr. Monchamp in de eerste helft der Ville eeuw gesteld. De gebeeldhouwde stukken houdt Mgr. Monchamp voor even oud als het eerste opschrift en hi' meent, dat al deze fragmenten overblijfselen zijn van een slotkapelletje, waarbij later eene kerk zou zijn aangebouwd. Kurth nu was van meening, dat w5Or de Xe eeuw in het Luiksche slechts bij uitzondering en dan alleen in de steden, steenen kerken zijn gebouwd en giste daarom, dat de te Glons gevonden fragmenten herkomstig zouden zijn van een kerk nit een stall in de buurt 4), Tongeren of Maastricht, en Paquay meent bepaaldelijk, dat zij tot de afbraak hebben behoord van een vroegere (0. L. Vrouwe)kerk te Maastricht 5). Hi' interpreteert het door Monchamp voor een -1- gehouden teeken, dat het wijdingsopschrift voorafgaat, als het over- blijfsel van een doorstreepte p, afkorting van pridie, leest dus : ,,den dag vO6r 1 October [is] de wijding dezer kerk" en wijst er dan op, dat volgens de kalendaria, het wijdingsfeest der 0. L. Vrouw op 3o September werd gevierd. Men kan aannemen, dat ook na den bouw eener nieuwe (0. L. Vronwe)kerk als dag voor het kerkwijdingsfeest de datum der oudere wijding is aangehouden en dan zou dus de steen te Glons juist den datum dragen van de consecratie der Maastrichtsche. L. Vrouw. Daar deze, gelijk wij zagen het patronaatsrecht van de kerk te Glons bezeten heeft, en als zoodanig gehouden was bij te dragen in hare bouwkosten, kan men aannemen, dat zij deze verplichting is nagekomen door bouwstoffen te leveren en daarvoor ook afbraak van haar eigen gebouw heeft gezonden. Deze onderstelling sluit in, dat de 0. L. Vrouwekerk geheel of gedeeltelijk is afgebroken in het tijdvak, gedurende hetwelk zij de kerk van Glons bezat. In 1143 nu was het patronaat van deze kerk gedeeltelijk in het bezit van de St. Laurensabdij te Luik, naast welke verschillende mede-collatoren bekend zijn, waaronder de 0. L. Vrouwekerk te Maastricht niet meer voorkomt, en die in 1187 de beschikking over hull recht aan den abt van St. Laurens opdroegen. Tusschen 972 — dood van Eraclius — en 1143 zou du eene belangijke verbouwing of geheel nieuwe bouw van de 0. L. Vrouw moeten geschied 1) Ib.p. lo. 2) lb. en G. KURTH, NOTGER DE LIEGE, I, 41, foot 3. 3) Zie: G. MONCHAMP, Une inscription merovingienne inedite a Glons, in: Bulletins de l'Ac. roy. de Bel g., 1901, n°. 6, waarin de steenen zijn afgebeeld. 4) KURTH, NOTGER, I, p. 3o1, foot I. 5) Aangehaald werk, 13. 99, n. I. PLAAT XVII. :1,_!! n -ife4 I i STAD MAASTRICHT. 471 zijn. Inderdaad blijkt, — voeg ik aan Paquay's betoog nog toe — dat in 1018 jets dergelijks heeft plaats gehad. Zoo is er dan wel een aardige reeks van met elkander kloppende feiten, die deze vernuftige hypothese aannemelijk maken. Maar haar grondslag : dat voor de Xe eeuw een steenen dorpskerkje ondenkbaar zoo zijn, is dunkt mij, volkomen wankel, sinds de stevigste re el nu eenmaal door uitzonderingen wordt bevestigd, en haar meest overtuigende bekrachtiging : de datum der wijding, berust op eene lezing van het opschrift, die, naar het mij voorkomt, instrijd is met wat de steen te zien geeft 1). Zonder te kunnen zeggen, dat de te Glons gevonden fragmenten nict van eene Maastrichtsche (0. L. Vrouwekerk afkomstig zijn, moet ik daarom bekennen zulke herkomst voor niet meer dan een volkomen onbewezen mogelijkheid te houden 2). Het feit van de aangehaalde schenkingen aan de kerk van de 0. L. Vrouw bewijst in iedergeval, dat Lenaerts 3) dwaalde toen hi' aan bisschop Not er de oprichting toeschreef van „eene parochiekerk van 0. L. Vrouw te Maastricht". Op het voetspoor van Fisen, heeft Lenaerts ook bericht, dat Not er het kapittel van Malone overbracht naar de 0. L. Vrouwekerk, en hoewel hiervoor nergens bevestiging gevonden wordt, schijnt Kurth het niet onaannemelijk te achten (I, p. 191, n. 3). Nog minder zekerheid bestaat er ten aanzien van het in degeschriften over de 0. L. Vrouwekerk steeds herhaalde bericht, dat zij in het jaar i000 000 door brand is geteisterd. Ik heb een andere bron daarvoor kunnen vinden dan de kroniek van VAN GULPEN4) en het schijnt wel, dat deze het aan VAN HEYLERHOFF ontleend heeft door een zeer vrijrnoedigen uitleg van diens, overigens volkomen onbewezen, mededeeling 5), dat zich in het archief der kerk een volledige reeks rekeningen sinds het jaar i000 beyond (!). Eenige waarschijnlijkheid bezit dit bericht intusschen, omdat kort na i000 aan de 0. L. Vrouwe- kerkgebouwd blijkt te zijn. In het Chronicon Cameracense (III, 19, M. M. G. H. VII, p. 471) wordt nl. van den Luikschen bisschop Balderik (1°08-1018) verhaald, dat hi' een crypt heeftgesticht in de 0. L. Vrouwekerk, waarboven reeds een altaar was opgericht en dat geheel dit werk in 1018 instortte, op den dag zelf, waarop hij, na nog in de kerk gebeden te hebben, zich inscheepte 6). Zonder uitzondering hebben de schrijvers over de 0. L. Vrouwekerk dit bericht in verband gebracht met de groote crypt onder het koor der kerk 7). Er is echter geen enkele reden 1) Zie de afbeelding bij Nionchamp, pl. III. 2) Blijkt de hypothese juist, dan zou zij een dateering geven voor de ten Noorden van de 0. L. Vrouw teruggevonden muurfragmenten, wanneer deze inderdaad tot een kerk hebben behoord: zij zouden dus stammen uit de Vile of VIIIe eeuw (vgl. de met G. onderteekende alinea op blz. 469). 3) Opkomst en voortgang der stad Maastricht, Publ. II, p. 4. 4) De Maasgouw, 1886, blz. 12. 5) Annuaire, 1827, p. 97. 6) „Baldricus enim episcopus in vico Treiectense in monasterio sanctae Mariae condidit criptam, desuper jam altari erecto. Unde cum ipso die post orationem eg-resus, cum in navim intrare deberet etiam cum ipso exercitu profecturus, mirabile dictu fuso altari totum illud opus diruitur." Het leger, waarmede Balderik vertrok, was dat, hetwelk Keizer I-Iendrik II afzond teen Dirk III van Holland. Zie Blok, Gesch. v. h. Ned. Volk, le dr., I, blz. 128. 7) Schaepkens, in zijn opstel „De l'epoque du choeur de l'eglise Notre Dame a Maestricht (in: Annales de l'academie d'archeologie de Belgique, VIII, p. 189 ss), haalt hierbij Mantelius aan, die, den tekst van het Chronicon Camaracense in eigen woorden weergevend, het woord „cripta" van het oorspronkelijk door „sacrarium" vervangt en daardoor te eer aan het priesterkoor doet denken. Schaepkens meende, dat Mantelius een andere lezing van de Kroniek gekend heeft, doch dit blijkt volstrekt niet. 472 GEMEENTE MAASTRICHT. waarom niet de westelijke crypt bedoeld zou kunnen zijn. Dat ook bov en deze crypt een altaar stond, blijkt uit het uit 138o dagteekenende cijnsboek der altaren, dat een „altare sancti Nycolai sub campanis" vermeldt 1), hetwelk wij ongetwijfeld boven de westelijke crypt hebben to zoeken, daar deze in 1501 genoemd wordt „parva crypta sub campanis" 2), terwij1 het in deze crypt staande altaar aan den H. joannes Ev.' gewijd was 3). Bet spreekt trouwens vanzelf, dat zich in het westkoor boven de crypt een altaar beyond. En het wit mij voorkomen, dat eer de westelijke dan de oostelijke crypt bedoeld is, omdat, indien Balderik de oostelijke crypt gesticht had, dit blijkbaar het begin zou zijn geweest van den bouw eener nieuwe kerk, welke belangrijke onderneming zeker niet zou zijn aan- geduid met de woorden : „hij stichtte een crypt in het munster van 0. L. Vrouw", dus in een bestaandgebouw. Gold zijn werk echter alleen den bouw van een westkoor bij een reeds aanwezige kerk, dan is deze uitdrukking, zooal niet overduidelijk, toch niet bevreemdend. Wat, tenslotte, m. i. het wel zoo goed als zeker maakt, dat Balderik het westkoor stichtte, dat is het volgende. Sinds de oprichting van het Kapittel omstreeks 990 moest het oostkoor natuurlijk voor de co 0o diensten worden bestemd. Voor de parochiale officies ontstond dus de behoefte aan een andere ruimte. De zorg voor de parochie werd in 1 2 73, toen zij, „meer dan twee- duizend zielen" betrof, van den proost overgedragen op Deken en Kapittel, die zich verb den denpriester, aan wien zij de zielzorg wilden zien toevertrouwd (den plebaan) aan den proost voor to dragen 4). Maar het samengaan van tweeerlei diensten in hetzelfde gebouw gaf toch, vooral bij huwelijken en uitvaarten, aanleiding tot moeilijkheden en twist, en daarom kwamen Deken en Kapittel in 1342 met den plebaan overeen de parochie over to brengen naar een nieuwe, vlak bij de 0. L. Vrouwe to bouwen kerk 6) en deze, in 1343 reeds gewijd, blijkt dan onder het patronaat van de heiligen Lambertus en Nicolaas te zijn gesteld, 6) en wordt voortaan bepaaldelijk naar den laatstegenoemd. Wij zagen reeds, dat het altaar in het west- koor aan den H. Nicolaas gewijd was — voeg ik hi nu nog bij, dat het in een stuk van 1326 „het parochiaal altaar van St. Nicolaas in 0. L. Vrouwekerk" genoemd word; 7) dan is het niet gewaagd hieruit to besluiten. dat het westkoor ten behoeve der parochiale diensten gesticht is, nadat het oostkoor — vermoedelijk juist onder Balderik's onmiddellijken voor- ganger Not er — ingeruimd was moeten worden aan het Kapittel. Wij zien dan in de 0. L. Vrouwekerk gebeuren wat in tal van Duitsche kerken geschied is : onder de redenen, waarom daar westkoren werdengebouwd noemt Otte 8) het ontstaan van nieuwe stichtingen bij oude kerken en vervolgt dan : „So erklart sich auch, dass in vielen Fallen der Ostchor dem Stifte, der Westchor der Pfarrgemeinde tiberwiesen wurde, das Gebaude also zwei Kirchen in sich vereinigte". lk vermoed, dat de westbouw ook nog voor een andere bestemming is gesticht. Hi' heeft nl. op de tweede verdieping een, langs breede trappen in de beide traptorens toegankelijke, 1) FRANQUINET, Invent. II, p. 35. Het altaar komt in 1375 voor als gelegen „sub campanile", Ib. I, 145; in 1493 als gelegen „op dat clockhuys" en in 1611 is er sprake van het St. Nicolaesaltaar onder het „Klokhuis" (DOPPLER, Schepenbrieven van 0. L. Vrouw, nrs. 538 en 683). onder het „Klokhuis" (DOPPLER, Schepenbrieven van 0. L. Vrouw, nrs. 538 en 683). 2) De Maasgouw, 1891, blz. 192. 3) FRANQUINET, Invent. II, p. 25. 4) FRANQUINET, Invent. I, blz. 33 V. 5) Zie de overeenkomst bij FRANQUINET, I, blz. 107 v.v. 6) Zie de bekrachtiging der overeenkomst door den bisschop van Luik bij FRANQUINET, I, biz. 114 vv. 7) FRANQUINET, I, blz. Do°. . 7) FRANQUINET, I, blz. Do°. 9 Handbuch der Kirchl. KunstarchHologie des deutschen Mittelalters, I, S. 57. STAD MAASTRICHT. 473 ruime zaal, die blijkens de structuur van haren oostwand, nimmer met de kerk in verbinding heeftgestaan en dus niet als tribune bedoeld was. (Vgl. afb. 458.) Nu weten wij, uit het reeds vroeger aangehaalde charter van 1132, dat, volgens een „door lang gebruik tot wet geworden gewoonte", het zendgericht voor de parochies van 0. L. Vrouw en St. Servaas, onder voorzitterschap van den aartsdiaken, in de 0. L. Vrouwekerk zetelde. In 1297 hield de synode, „als van ouds" zitting in de Kapittelzaal, 1) in 1456 in het schoollokaal der kerk, dat dan tevens voor kapittel blijkt to dienen. 2) De nog bz.staande kapittelzaal (thans sacristie) hoort tot de laat-romaansche deelen van het gebouw. Dat een westbouw voor de synodale rechtspraak diende, weten wij o. a. uit het voorbeeld der kerk te Werden, waar in het inwijdingsbericht van den westbouw, uit 943, is aangegeven : „quicquid ad synodalia pertinet, in ea exigatur" 3). 1k k geloof daarom, dat de westbouw van de. L. Vrouwekerk merle gesticht is om een zaal to verkrijgen voor de zittingen van het kapittel en de synode, en dat hi' deze bestemming behouden heeft tot de nieuwe, gelijkvloers en dusgemakkelijker gelegen, kapittel- en schoolzaal voor dit Joel in gebruik kon worded genomen. De ruimte boven deze zaal diende en client thans nog tot klokkenzolder, waardoor de aanwijzing der ligging van westcrypt en St. Nicolaasaltaar als „sub campanis" verklaard wordt. In de tegenwoordige gedaante is het bovendeel van den westbouw, blijkens de vormen uit den z.g. overgangsstijl, jonger dan het overige. Het heeft daarom misschien wel eenig belang hier alvast aan to teekenen, dat de 0. L. Vrouwekerk 1189 klokken bezat, blijkens de in dat jaar door Paus Urbanus III gegeven bul, waarbij den kanunniken werd toegestaan : „cum . . . generale interdictum terre fuerit . . . clausis ianuis, exclusis excommunicatis et interdictis, non pulsatis campanis, suppressa voce divina, officia celebrare".) Behalve een reeks van giften, is ons lit de geschiedenis der kerk v6Or de vijftiende eeuw slechts weinig bekend. De overlevering wil dat de H. Bernardus er den tweeden kruistocht, heeft gepredikt; uit het verhaal van een zijner reisgenooten blijkt echter alleen, dat hi' er in 1147 heeft overnacht van 15 op 16 Januari en er de Mis opgedragen. 5) In seder geval was er dus 1°18 eene kerk in aanbouw. Geschreven berichten over de bouwgeschiedenis ontbreken verder geheel en al, zoodat wij alleen door de studie van het monument zeif meer daarvan kunnen achterhalen. K. 1) „In capitulo beate marie traiectensis ubi congregati eramus sicut moris est pro nostro ca lo tenendo", heet het in een synodaal vonnis van dat jaar (FRANQUINET, I, blz. 78). „Coram nobis im Scholis Ecclesie Collegiate beate marie Oppidi Traiectensis loco quidem consueto celebrationi Conciliorum et Capitulorum nostrorum" (FRANQUINET, I, blz. 228). 3) Zie: W. EFFMANN, Die Karolingisch-Ottonischen Bauten zu Werden, I, blz. 176. Zie den tekst bij FRANQUINET, Invent. I, blz. 12, noot 3. Ik merk op, dat de tekst niet geheel beslissend het bestaan van klokken in de 0. L. Vrouwekerk bewiist, daar hi' blijkbaar een al e- meene formule behelst. 5) „Trajectum vocatur locus, ubi quondam sedes Leodiensis erat Illic feria quarta (Henschel leest:quinta) pernoctavimus in ecclesia beatae Mariae. Mane vero feria quinta (Henschel: sexta) post Missae celebrationem, in eminentem locum Patrem deduximus ut sine oppressione sanaret infirmos." AA. SS., Aug. IV, p. 341 (2o of 21 Augustus 1147). 474 GEMEENTE MAASTRICHT. XII B Die studie leert dan ook, dat er in XII B belangrijke vernieuwingen hebben plaats gehad, XIII dat in de XIIIe eeuw eenportaal aan de noordzijde van den westbouw aan de kerk is XVc toegevoegd en dat XVc een kapel — de kapel van de Merode — in het verlengde van dit 1325 portaal is opgetrokken. In 1325 schonk Paul Johannes XXII een aflaat aan al de geloovigen, die doorgeldelijke bijdragen de kerk van 0. L. Vrouw, welke reparatie noodig had, onder- steunden (Habets, hl midden-XVI In het midden-XVI richtte men ten Noorden van de kerk een nieuwe kruisgang op. 1579 Typeerend is de vermelding in den Inventaris der Arch. van 0. L. Vrouw (Depot R. A. Maastricht) van het versmelten van het zilveren voetstuk van het hoofd van St. Lambertus en de aanteekening, die Renerus van Meer maakte, toen hi' den 2en October 1579, dus Brie maanden na de inneming der stall door het kapittel tot rector van het altaar der H.H. Michael en Thomas werd benoemd ; hi j getuigt „nulla mihi tradita sunt altaris ornamenta sed in oppidi dilapidatione oblata stint omnia" (Franquinet, Invent. II, blz. 13, noot 2). 1797 Bij de wet van 25 November 1797 werd het kapittel van 0. L. Vrouw opgeheven en de kerkgesloten. Alle eigendommen en meubels werden verkocht en het kerkgebouw kreeg de bestemming van loods, werkplaats, tenslotte van garnizoenssmederij. Een poging van het kerkbestuur der parochie van St. Nicolaas om de 0. L. Vrouw terug to krijgen, mislukte 1837 in 1828, maar werd met succes bekroond in 1837, toen bij K. B. van den 18en April de kerk werd afgestaan onder voorwaarde, dat vasôr 15 Mei een bedrag van 15 000 gldn aan het Departement van Oorlog zou vergoed worden. In September leverde de bouwmeester janim6 eene „opgave der noodige uitgaven en nog to doene kosten ter instandbrenging" der kerk ten bedrage van 8689 gldn •; — den roen October werd de kerk opnieuw ingezegend L. A.. Keuller in de ,Limburger Koerier" van 9-1-1915 en J. Sprenger, Maas g. 1938, biz. 53 e.v.). Restauratie. De voorloopige restauratie werd door een grondige (van 1887-1917) gevolgd door architect Sprenger onder leiding van Dr. Cuypers. Na de opheffing van het kapittel is een gedeelte der meubelen overgebracht naar de naburige St. Nicolaaskerk ; een betimmering (XVIII) werd uit de kerk verwijderd, evenals eenige schilderijen •; een gedeelte ervan kwam terecht in de kerk van Meerssen, een ander in het huffs „de Torentjes" to St. Pieter. 1933 Met Paschen 1933 werd de parochiekerk verheven tot den rang van Basilica minor. Beschrij- De met 7° zuidelijke afwijking georienteerde KERK ligt ten deele boven de grond- ving. sae van het Castellum (vgl. hiervoren, afb. 1) en met haar westgevels aan Ligging en het 0. L. Vrouweplein, met haar zuidgevels aan de 0. L. Vrouwestraat, met haar orientatie.hoogkoor aan het zuidelijk einde der Groote Stokstraat. Aan haar noordzijde strekt zich depan dh o f uit, op nagenoeg rechthoekig grondplan. Aan zijn oostelijke gang is o. a. de vroegere kapittelzaal — thans sacristie — met de oostwaarts hieraangrenzende St. Annakapel — thans doopkapel — gelegen, terwijl de noordelijke arm begrensd wordt door de huizenrij aan de zuidzijde der Plankstraat — o. a. door depastorie en het overblijfsel van het koor 1) der voormalige St. Nicolaaskerk in het Hotel Derlon —; de westelijke arm ligt achter de huizenrij aan het 0. L. Vrouweplein. Tusschen deze huizenrij en den noordkant van den westbouw lit het westelijk zijportaal der kerk, haar hoofdingang, die naar het 1) Het uitbouwtje in den noord-westhoek der kloostergang is een tot bergplaats ingerichte „verloren hoek" tusschen den schuinen wand van het koor en den noordwand van de kloostergang. STAD MAASTRICHT. 475 Zuiden toegang geeft tot de kerk, en naar den westelijken arm der kruisgang door een doorgang in haar oostwand ; oostwaarts van deze kruisgangtravee is in de as van het portaal uitgebouwd een kapel, — de kapel van de Merode, — vroeger als doopkapel in gebruik en thans bekend als de kapel der „Sterre der Zee" ; zij is rechthoekig en telt twee gewelfde traveeen. Bij gelegenheid der restauratie is het plein, dat in verband met zijn bestemming Afgraving. als kerkhof, was opgehoogd, afgegraven. Tegen een hoogen, door ronde traptorens geflankeerden, rechthoekigen, west b o u w Platte- met krypt onder het koor, sluit het door pijlers in drie beuken verdeelde, (thans) grond. geheel overwelfde, basilicale s c hip aan. Dit bestaat uit een, over de voile breedte Plaat XVI. doorloopende, bijna zelfstandige voorhal met galerij, waarop naar het Oosten drie, nagenoeg vierkante, middenbeuk-traveeen volgen. Hiervan heeft de eerste en de derde to weerszijde twee lage zijbeuktraveeen, de tweede echter slechts een hoogere en transeptachtige zijbeuktravee. Een volgende, vierde, middenbeuktravee vormt de kruising, waaruit zich naar het Noorden en naar het Zuiden, een dwarsbeukarm van drie traveeen tot voorbij de zijbeuken uitstrekt. Een smalle vOOrtravee verbindt de zuilenrij van het halfronde pri es terko or met kooromgang met de iets wijdere kruising. De kooromgang wordt geflankeerd aan elke zijde door een t o r e n met portaal, dat toegang geeft tot den dwarsbeuk ; hiernaast een vierkant zijkoortje met halfronde absis. Onder kruising, priesterkoor en kooromgang strekt zich een krypt uit, in verband waarmee de vloer van deze deelen hooger ligt dan die in het schip. Te weerszijden naast de krocht bevindt zich onder de meest westelijke travee der kooromgang de benedenbouw van een ouderen koortoren. De kerk heeft binnenwerks een totale diepte van 66.67 M., waarvan 7.52 M. voor Voornaam- den westbouw, 35.15 M. voor schip met voorhal en 24 M. voor viering en koor, ste af- Hare breedte bedraagt binnenwerks, gemeten over de drie beuken 22.85 M., in het metingen. dwarspand 41.45 M. en in het koor met de omgang 17.10 M. De middenschips- traveeen zijn tusschen de muren 10.60 M. breed en tusschen de gordelbogen gemiddeld 9-.5o M. diep. De nok van het dak ligt op een hoogte van 24.35 M. boven den kerkvloer 1), de onderkant der sluitsteenen van de gewelven in den voorhal 18.20 M. en in het schip 19.17 M. De onderkant van de gewelven der lage zijbeuk-traveeen ligt, waar deze aansluiten tegen de scheibogen, '1.45 M. boven den kerkvloer ; in de hooge zijbeuktraveeen ligt het ton- gewelf tegen den buitenmuur 13.90 M. en tegen den scheiboog i5 M. boven den vloer. De sluitsteenen van de transept-gewelven liggen 13.7o M. boven den vloer. De onderkant van het gewelf der concha ligt op zijn hoogste punt 17.30 M. boven den koorvloer, die 1.94 M. hooger ligt dan de vloer der kerk. In de k o o r o m gang ligt het onderste gewelf 7.2o M. en de vloer der galerij 7.75 M. boven den koor- vloer ; het bovenste gewelf 5 M. boven den vloer der galerij. De vloer der oostelijke crypt ligt 3.85 M., die der westelijke crypt 2.14 M. onder den kerkvloer. 1) Bij gelegenheid der restauraties is de vloer ± o.6o M. verlaagd. 476 GEMEENTE MAASTRICHT. Afb.449. 0. L. Vr. Kerk. De westboiiw uit het Zuid-Westen STAR MAASTRICIIT. 477 De kruisgang omsluit een hof van gemiddeld 19.55 M. bij 25.30 M. Zij is tusschen de muren in den oostelijken gemiddeld, in den westelijken arm 4.25 M., in den noordelijken arm 4.8o M. breed. De sluitsteenen van hare gewelven liggen 6.6o M. boven den vloer. Voor het muurwerk en de gewelven is gebruik gemaakt van kolenzandsteen, gewone Materiaal. en harde mergel, Naamsche steen (calcaire) en baksteen ; voor eenige zuiltjes van kolenzandsteen ; voor de kapiteelen van zachte en harde mergel. Het muurwerk bestaat in hoofdzaak uit wanden van breuksteen of van mergel met een vulling van steenbrokken of van grint. Er komen zeer dunne voegen voor in de oostelijke krocht, in den ouden absiswand (onder den modernen mantel) en in de wanden der koortorentjes. Bij de restauratie is bovendien gebruik gemaakt van grez, petit granit en Maassteen. Behalve het reeds genoemde portaal, dat ten Noorden naast den westbouw aan het Toegangen. 0. L. Vrouweplein gelegen is, heeft de kerk nog een toegang zuidelijk van den westbouw in den westward van de voorhal. Voorts staat de kerk rechtstreeks in verbinding met den oostelijken arm der kruisgang door een portaal in haar noorder- zijbeuk, terwijl de voormalige kapittelzaal vroeger rechtstreeks uit de kruisgang toegankelijk was en het thans nog is uit het noordelijk dwarspand ; deze zaal is tevens verbonden met de voormalige St. Annakapel, die op haar beurt door een, niet oorspronkelijke, deur in verbinding staat met het noordelijk, op het transept geopend, zijkoortje. De portalen in de torentjes aan den oostwand van het transept zijn reeds vermeld. De westbouw bestaat uit een rechthoekig m i d d e n d e e 1, geflankeerd door Uitwendig. ronde tr ap t or en s. Het muurwerk van den westbouw is tot op ongeveer zeven Plaat XVII. achtste zijner hoogte (aan de torens iets hooger) opgetrokken van ruwe blokken kolenzandsteen in ongelijke lager, daarboven van regelmatiger werk in mergel ; bij de torens is dit regelmatig werk van mergel eveneens hooger aangebracht. Het rechthoekig m i d d e n d e e 1 van den westbouw, oprijzend yonder punt, heeft op ongeveer 14 M. boven den grond een versnijding en op 25.5o M. een ge- profileerde waterlijst, waarboven het mergelwerk begirt. Dit vormt een verdieping, waarvan de voor- en achtergevel afgesloten zijn met een geprofileerde kroonlijst als voet van het tusschen de traptorens ingesloten zadeldak. Bij de herstellingen in de jaren 1915-1916 is dit dak tot zijn oorspronkelijke helling onder een hoek van3o° teruggebracht, welke helling door moeten op de wanden der torens was aangegeven, terwijl het v6Ordien een belling had van 52°. De nok van het met leien bedekte dak, thans 29.15 M. boven den grond, lag vOOr de restauratie op 33.2o M. In den west w an d bevinden zich geheel onderaan drie rondboogvenstertjes ter verlichting van de krypt, hooger, ten behoeve van de koorruimte, twee grootere rondboogvensters, waartusschen een klein (heropend) rond venster ; weer hooger 478 GEMEENTE MAASTRICHT. twee ronde vensters, boven de versnijding drie lichtspleten en, halverwege tusschen de versnijding en de waterlijst, een klein rechthoekig venster. Deze vensters zijn bij de restauratie her end zooals ook die van de krocht, welke in verband met de (sedert weer afgegraven) ophooging van het terrein waren dichtgemetseld, doch in 1901 zijn hero end ; een lint van Naamsche steen werd toen tevens verwijderd. Het bovengedeelte in mergel is verlevendigd door drie groote, en twee kleinere spaarvelden er tusschen in ; de halfcirkelvormige bogen, die deze spaarvelden dekken, rusten op gekoppelde zuiltjes van Naamsche steen (calcaire), met basementen van harde mergel, voorzien van hoekblaadjes en met kapiteeltjes van hetzelfde materiaal in de vormen van den overgangsstijl. Daar de groote spaarvelden elk door twee bogen op een tusschen- zuiltje zijn onderverdeeld, zouden er in het geheel acht velden worden ge- vormd, maar het middelste, breede, spaarveld is met een boog gesloten en met een wijzerbord bekleed. De an- dere, door bogen over- spannen vlakken zijn door- broken door een rondbogig galmgat. Boven de spaar- velden is een rijk geprofi- leerdekroonlijstaangebracht. Alle vensters zijn van schuine dagkanten voorzien. De ronde toren s, die het middendeel flankeeren, heb- ben een plint en op 9 M. boven den grond een ver- snijding, waarboven zij recht omhoog gaan (beide uit het lood hellend) tot ruim 28 M., waar zij op een eenvoudige waterlijst de latere ver- hooging in mergel dragen1). Afb.450. 0. L. Vr. Kerk. Zuid-toren van den westbouw.Dit gedeelte in mergel is 1) Bij den noordelijken toren is dit gedeelte van 1863 tot 1866 geheel vernieuwd. PLAAT XVIII. 00 00 0) b4 cC a.) 0 1-- L1 a) ..4 CO 0 C4 z CO t). CO CO CO a) (3) cO cd CO . ni ,11 !, _ , _ — 7.3 4.00_ s ;i4::11.6.; "1"—.,:1711!iliCii:', of Tr...1777:41 Y ' bA – Z il It ilia N e ill 1!`q, II, 4) - A 11--',11 0) aliihiii, I: iiiiill 0 1-1 I • . I P, l'11111111 :d.:1114 rI, ii 1.:211 "' "! T PI 1 Li 4 ..... .. Ai - ,- i , i111171,____21. STAI) MAASTRICHT. 479 door waterlijsten in vier kleine, steeds iets versneden, geledingen verdeeld. De torens dragen een achtzijdige, houten, pyramide-spits, belegd met strooken lood, gedreven om kepersgewijs geplaatste roeflatten tusschen de ribben. De torens hebben in het gedeelte van kolenzandsteen smalle, rechthoekige licht- spleten en rondboogvensters met rechte dagkanten ; in het gedeelte van mergel, onder de eerste lijst, een rondboogvenster met rechte dagkanten. De twee bovenste geledingen zijn versierd met, door zuiltjes gedragen bogen ; in de onderste zijn zij ten getale van acht en onder iederen boog bevindt zich een rondvenster, terwijl er in de bovenste twaalf zijn met evenveel, smalle, rondboog- vensters. De zuiltjes staan op, meerendeels van hoekblaadjes voorziene, basementen en hebben kapiteelen met ornament in den overgangsstijl. (Afb. 450.) Boven het dak der kerk zijn in den o o s t wan d van het middendeel zichtbaar drie dichtgemetselde, breede, door dubbele rondbogen ontlaste, openingen, waarschijnlijk de oorspronkelijke galmgaten, waarvan thans de middelste geheel en de twee zijwaartsche grootendeels aan het ooh zijn onttrokken door de kap van het midden- schip, zoodat zij wijzen op het vroeger bestaan van eene andere bedaking. Daar- boven, in de latere verhooging een rij van zeven smalle galmgaten, waarvan dat bij den noordelijken hoek, breeder dan de andere, is dichtgemetseld. Ten Noorden van den westbouw staat het h o o fd p or t a a 1 der kerk, een recht- Hoofd hoek met Bevels aan den oost- en den vvestkant; deze zijn verbonden door een portaal. met leien gedekt zadeldak. De westgevel bestaat uit een sober Romaansch onder- stuk, van harde mergel, op een 0.70 M. hoogen voet van Naamsche steer, en een bovenhelft, van mergel, met kapiteelen en beelden van Fransche kalksteen in rijke XIIIe eeuwsche vormen. Het onderstuk, waarin een breede poort, Welker halfronde ontlastingsboog op een eenvoudigen impost rust, wordt bekroond door een rijk geprofileerde lijst, besloten tusschen, met mansfiguurtjes versierde, driehoekige draagsteentjes; deze dragen driekante, met pinakels bekroonde, contreforten. De gevel daartusschen is door een waterlijst in tweeen gedeeld, versierd door spaar- velden met traceerwerk, en afgedekt door een ezelsrug met hogels en kruisbloem. In den top een blind spitsboogvenstertje met geprofileerde kanten. De oostelijke gevel, beneden door een breede, rondbogige, opening verbonden aan de aangebouwde kapel van de Merode, heeft op de verdieping een vierdeelig spitsboogvenster met XIIIe eeuwsche traceeringen en is door een geprofileerde lijst afgedekt. Het niet-Romaansche deel der beidegevels is bij de restauratie in 1887 en 1888 geheel vernieuwd. Alleen de twee draagsteenen zijn oud. Het te weerszijden van den westbouw zichtbaar muurwerk der hal bestaat uit Voorhal en ongelijke lagen van harde mergel ; de noordelijke arm heeft een vierkant venster- schip. gat en is nagenoeg geheel ingebouwd. De rondbogige, oorspronkelijke en in 1903 heropende, in an aan den zuidarm wordt bereikt door middel van een modern, trapje met afdak. 480 GEMEENTE MAASTRICHT. Zuidgevel. Van het schip sluit het met leien gedekte z a d e 1 d a k, dat over de heele lengte Plaat XVIII. van middenbeuk en kruising is gelegd, tegen den hoogen westbouw aan. De van harde mergel opgetrokken middenschipsmuur vertoont over zijn geheele lengte, van den westbouw tot het transept, een verhooging van zachte mergel, waarin een aantal ronde vensters met schuine kanten, vrij regelmatig verdeeld, zijn aangebracht en Licht geven aan de ruimte boven de gewelven. Hieronder sluit de bedaking van den zijbeuk als volgt aan : zadeldaken over de voorhal, en over de tweede travee — het pseudo-transept —; lagere lessenaarsdaken tegenover de eerste en derde middenbeuktravee, in verband waarmee de middenschipsmuur alleen hier vensters heeft : telkens twee kleine rondboogvensters. Deze vensters zijn tijdens de restauratie opnieuw aangebracht volgens teruggevonden overblijfsels en ter vervanging van grootere vensters, welke blijkbaar in de XVIIle eeuw waren aangebracht. Te weerszijden van deze vensterparen heeft de middenschipmuur overblijfselen van lisenen, Welke overgaan in, en in hetzelfde vlak liggen als het muurwerk erboven, de latere verhooging inbegrepen. De z ij be u k wand is begrepen tusschen het hooger opgaand muurwerk van de voorhal en dat van het transept ; hij wordt onderbroken door den gevel van het pseudo-transept. De voorha 1-g e v e 1, van harde mergel op een 1 M. hoogen plint van kolen- zandsteen, heeft, boven een rondbogig spaarveld met vierpasvormig venster erin, een rondboogvenster in een rechthoekig veld en eindigt in een top van kolen- zandsteen met breed rondboogvenster. De romaansche list met schaakbord-motief, welke thans om den top heen loopt, dagteekent van de restauratie. Vroeger had de top eene omlijsting, waarvan het profiel, in denzelfden geest als dat van de kanten van het venster, het karakter droeg van de Mlle eeuwsche gothiek De geve 1 van het pseud o-t ran sep t (tegenover de tweede travee van den middenbeuk), opgetrokken in harde mergel, en op een plint van kolenzandsteen, vertoont, in front, twee rondbogige spaarvelden, elk met een rondboogvenster ; daarboven is hij door lisenen in drie rechthoekige spaarvelden verdeeld, waarvan het middelste tweemaal zoo breed is als de andere en door een vierpasvenster doorbroken is. De top dagteekent uit den tijd der restauratie. Deze topgevel is op dezelfde wijze behandeld als die van den voorhal-gevel en voorzien van een klein rondboogvenster. VOOr de restauratie ontbrak de top en was de gevel door een lessenaarsdak aan den middenschipmuur verbonden, terwiji een root spitsboogvenster deplaats innam der oorspronkelijke lichtopeningen. Tegenover de eerste en derde travee van het middenschip is de zijbeukwand van harde mergel en door lisenen telkens in twee vakken verdeeld ; de lisenen zijn STAR MAASTRICHT. 481 Afb.451. 0. L. Yr. Kerk. Zuidgevel van het pseudo-transept tot het transept 482 GEMEENTE MAASTRICHT. verbonden door friezen van drie ongelijke boogjes van merge], onder het middelste waarvan telkens een rondboogvenster is geplaatst. Terwijl bij de eerste travee de boogjes onmiddellijk uit de lisenen ontstaan, rusten zij bij de oostelijke travee op imposten, thans grootendeels verdwenen, maar toch nog duidelijk herkenbaar. Het verdient de aandacht, dat in de oostelijke helft van laatstgenoemde travee kolenzandsteen is gebruikt, terwip van den boog in de westelijke helft alleen de eerste paar blokken (aan de liseen in het midden) van dit materiaal zijn. (Afb. 451) VOOr de restauratie beyond zich in den wand der eerste travee een XVIIIe eeuwsche ingang met stoep er voor en stond teen den wand der derde travee de omstreeks 168o gestichte en in baksteen opgetrokken kapel van de H. Barbara (later aan St. Hubertus gewijd). De op, ten de vernieuwde, kraagsteenen rustende list der lessenaarsdaken dagteekent van de restauratie • zij vertoont nu een schaakpatroon, terwijl de oude effen was. Zuider- Het deel van den m i d d e n b e u k m u u r, waartegen de dwarsbeuk aansluit, heeft dwarspand. reeds in de romaansche periode zijn tegenwoordige hoogte verkregen ; men ziet immers boven het dak van het zuiderdwarspand door een boogfries verbonden lisenen en twee ronde vensters, welke inwendig uitmonden in een nis. De zuider-dwarsbeukarrn strekt zich tot voorbij den zijbeuk nit. Het muurwerk in dit gedeelte en zijn voorgevel zijn bij de restauratie geheel vernieuwd ; deze is in den trant van den voorhal-gevel en dien van het pseudo-transept herbouwd. Onmiddellijk boven de punt is een segmentboog zichtbaar, welke getrouw gecopieeerd is bij de restauratie. Zoowel de gevel als de westelijke wand, voor zoover hi' buiten den zijbeuk steekt, zijn bij de restauratie geheel afgebroken en door die per gefundeerde, nieuwe, muren vervangen. De oorspronkelijke zuidgevel was, omdat hi' verzakte, op zijn westelijken hoek met twee contreforten versterkt — vermoedelijk in den tijd der gothiek — en van een zware hard- steenen plint voorzien. Daarboven was de boog van een vroegeren toe an zichtbaar. Bij de afbraak van den muur isgebleken, dat de rechtstand van dezen toe an door in tot 0.65 M. beneden den toenmaligen kerkvloer. Daar deze toe an zich niet in het midden van dengevel beyond, een onderdorpel niet is terug gevonden, doch in het muurwerk, waarmede de toegang gedicht was, wel een gat is aangetroffen, waarin waarschijnlijk de post van een houten deurkozijn heeft gezeten, is deze toe an vermoedelijk een tijdelijk werkgat geweest. Zooals gezegd, is deze boog in den herstelden gevel nagebootst. De oudegevel had een root spitsboogvenster ; van de oorspronkelijke vensters waren gee sporen meer over 1). Ilij werd bekroond door een romaansche list met schaakbord- motief, waarboven een van baksteen gemetselde driehoekige top, aan den middenschipmuur verbonden door een zadeldak, welks nok zA56 hoog lag, dat het dak een gedeelte van de boogfries langs dien muur bedekte. (Plaat XVIII.) In de zuidelijke helft van den oostwand van dezen arm bevindt zich een dicht- gemetseld rondboogvenster. 1) Een boogsegment, westelijk van den grooten vensterboog, in het muurwerk zichtbaar, is met tegrooten straal getrokken om van een vensterboog to kunnen zijn. STAD MAASTRICHT. 483 Ten Oosten van het transept staat een rechthoekige kapel met halfcirkelvormige concha: met een lessenaarsdak sluit de kapel tegen den zuidelijken koortoren aan (zie verder blz. 498). Aan weerszijden van de halfcirkelvormige a b s i s van het koor staat een tore n. Priesterkoor Aan de absis zelf is oostgevel. bij de restauratie een Plaat XVII. mantel aangebracht van kolenzandsteen en in de vormen van den ouden wand ; deze mantel is in de as van het koor het zwaarst. De gevel vertoont een drieledige hoogte- verdeeling, waarbij de deklijst van den hoogen , effen, sokkel strookt met de hoogte van den koorvloer ; hierboven geven twee, boven elkaar geplaatste rijen van vlakke boognissen o. s. den koor- omgang en zijn bovengalerij aan ; de waterlijst tusschen beide in, be- vindt zich ter hoogte van den vloer dier galerij. Een kroonlijst Afb.452. 0. L. Vr. Kerk. Koorzijde uit het Zuid-Oosten. (vroeger effen, thans met kraagsteenen en een goot) vormt de afsluiting van het muurwerk en den voet van het halfkegelvormig leien dak ; dit is als zadeldak over de vd•Ortravee van het koor voortgezet en sluit met een zelfde nokhoogte, maar onder een iets steilere helling dan bij het schipdak, tegen den effen topgevel aan, Welke op den triomfboog van het koor rust. Ter voorziening in het verzakken der absis, welke op onvoldoende diepte was gefundeerd, heeft men in het midden en aan den noordkant tegen de dammen, tusschen de vensters, contreforten gebouwd. Die aan den noordkant bleven laag, die aan weerszijden van het middelste venster werden tot de voile hoogte van den absiswand opgetrokken en door twee luchtbogen verbonden aan twee zware pijlers op ongeveer 6 M. afstand. Door tusschen deze pijlers en de contreforten muurtjes optetrekken en een lessenaarsdak daarop to le en, verkreeg men een ruimte, welke over welfd en als sacristie gebruikt werd. De vensters daarvan 484 GEMEENTE MAASTRICHT. hadden een XVIIIe eeuwsch karakter, maar daar de ,,sarcristia chori" (ook aangeduid als „parva" en „superior") reeds in 1646 voorkomt, is zij blijkbaar lang vOOr de XVIIIe eeuw gebouwd 1). Bij de restauratie zijn de luchtbogen, de contreforten en de sacristie afgebroken. De hooge sokkel bevat den toegang tot de put (blz. 486, 5o3), en zes, regelmatig over den wand verdeelde, rondboogvensters der krocht Welker zijwangen aan de voorzijde een sprong hebben. De absis heeft, ter hoogte van de onderste reeks boognissen, in de as van het koor een rechthoekig spaarveld, dat oploopt tot de waterlijst, die er omheen is gevoerd ; to weerszijden van dit spaarveld bevinden zich vijf vlakke nissen, welke Afb. 453. Kapiteel a. d. concha van Afb. 454. Kapiteel links van het spaarveld. het noordelijkkoor. gevormd worden door drieledige kolonnetbundels met basementen zonder hoekblad en met gebeeldhouwde kapiteelen, dragers der Bogen en der rondstaven, welke de velden omlijnen. De kapiteelen — evenals die aan de absiden der zijkoortjes — vertoonen het karakter van het laat-romaansch. 1) Tegenover de vermelding eener sacristie ter plaatse in 1646 staat de volgende mededeeling uit een cijnsboek van slechts twee jaren vroeger: ,,Achter onse L. Vrouwen choer order die Ewe boeg-en wordt dat recht van den Lijnderhoff (vgl. hiervoren, blz. 70 en FRANQUINET, Invent. I, blz. I I, root 2) geadministreert ...", FRANQUINET, Invent. II, blz. 62; en even verder, op blz. 158, geeft dezelfde schrijver den tekst weer van een cijnsboek van rond het jaar 13oo, aan den voet der bladzijde vermeldt hi' als aanvulling, wat een latere hand — doch nog vOOr 1355 — omtrent een in dat cijnsboek genoemd huffs aan de Graanmarkt aanteekende ; „domus Gotfridi de Hulslo in foro bladi contra cancellam chori ecclesie nostri". Men ma g bier dus wel denken aan een tribune, waar recht werdgesproken. Het dichtgemetseld poortje in het midden van de absis gaf er toegang toe van den kooromgang uit; en bier was het, dat het relief, een beleening voorstellend (afb. 473, blz.507) zich vásOr de overbrenging naar zijn tegenwoordige plaats in het portaal, beyond. PLAAT XIX. STAD MAASTRICHT. 485 De kapiteelen der absis dagteekenen alle van de restauratie, behalve die rechts en links van het spaarveld, blijkbaar beschermd door vroeger aldaar aanwezige contreforten (vgl. de kleine letter hiervoren), voorts twee basementen en een stuk kolonet. Afb. 454.) De boogvelden zijn om het ander met een rondboogvenster doorbroken. Ook in het rechthoekig spaarveld bevindt zich een dergelijk, maar breeder en hooger geplaatst venster, waaronder een, thans dichtgemetselde, rondbogige door- gang, + 0.80 M. breed, welke blijkbaar toegang gaf tot een vroeger bier aanwezig platform (de, op blz. 484 noot I genoemd „cancella chori"). Van dit platform zijn in den ouden wand overblijfsels aangetroffen en in den nieuwen mantel zorgvuldig nagebootst : met den absismuur in verband gemetselde blokken der zijmuurtjes, langs Welker binnenkant de geprofileerde deklijst der plint zich voortzet. Deb de afbraak der sacristie gevonden, vijfvoudige, basementen en kapiteelen (thans in hetOudheidkundig Museum, waarover later) zijn wellicht van bundelzuiltjes van dit platform afkomstig. De bovenste reeks nissen telt dertien boogvelden, die om het andere met een rondboogvenster zijn doorbroken. De kolonnetbundels staan bier op basementen, welke van hoekblaadjes zijn voorzien en dragen kapiteelen, waaronder er verschillende zijn van een jonger type, met meer naar de natuur gevolgd plantaardig ornament, dan die van de benedenste bogen. Deze kapiteelen zijn alle nieuw, loch voor zooveel mogelijk gevolgd naar de thans in het ProvinciaalOudheidkundig Museum bewaarde voorbeelden. Van de toren s, die de absis flankeeren, zijn bij de restauratie de noordelijke geheel afgebroken, de zuidelijke tot op een lijn, welke boven het gekoppeld venster schuin oploopt tegen de absis. Omdat de noordelijke toren sterk naar het Zuiden helde is hi' in 1775 op den onderbouw na, afgebroken (Maasg. 1889, blz. 17i ; Annuaire 1827, blz. 118). De zuidelijke toren had in plaats van zijn oorspronkelijke spits een hoogeren bovenbouw gekregen, welke XVIIIc is afgebroken (.,démolie it y a environs 6o ans", schreef van Heylerhoff in het Annuaire van 1827). VO6r de restauratie vertoonde deze toren dan ook een afgeknotte spits 1). De zuidelijke toren was in kolenzandsteen opgetrokken tot + 2 M. boven de waterlijst der absis, verder van mergel. Thans zijn de torens geheel in kolen- zandsteen herbouwd, behalve de spitsen, welke van mergel zijn. 1) Hiervoren op afb. 71 en 448 is het torentje met den overhoeks gestelden bovenbouw weergegeven. Een XVe eeuwsche voorstellmg ervan meen ik to zien in Jan van Eyck's schilderij „de Madonna Rolin"; vgl. mijn artikel over de relaties van dien schilder met Maastricht, in het Jaarboek van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond, September 1932 en de bijgevoegde afbeeldingen.v. N. 486 GEMEENTE MAASTRICHT. De beide torens bevatten in het gelijkvloers een, met een tongewelf overdekt, portaal, toegankelijk door een open poort met ijzeren hek en in verbinding met het transept der kerk door een kleineren, rondbogigen doorgang met geprofileerde dagkanten in den overgangsstijl. Elk der zijden, waarvan de behandeling voldoende uit afbeelding 452 is to zien, draagt een driehoekig geveltje, waarop de in mergel gemetselde spits, in den vorm van een ruitendak, rust. Ten Noorden van den zuidelijken toren bevindt zich een kleine, van de krypt afgenomen, ruimte, waarin een put; hieruit kon vroeger, door middel van een deksteen in den vloer, water in het koor worden gebracht. Van de eenvoudige, vierkante, z ij koor tj es naast de torens, zijn de herbouwde absidiolen boven haar eenvoudige plint verlevendigd door spaarvelden, afwisselend blind en gevensterd en Welker ontlastingsbogen rusten op pilasters met laat- romaansche kapiteelen. Aan de concha van het zuidkoor zijn alle kapiteeltjes oud, aan die aan de noordzijde slechts een en zijn de andere in den zelfden geest bijgemaakt. (Afb. 453.) Afb.. 0. L. Vr. Kerk. De pandhof, naar het Zuid-Oosten gezien. In 1649 besloot het Kapittel, ten aanzien der noordelijke absidiole, we ens de daarin heerschende duisternis, een lantaarn met drie vensters erop to plaatsen en daartoe het gewelf en de muren of to breken. De opmeting van v(56r de restauratie doet zien, dat met het zuidelijke koortje hetzelfde is geschied en dat van beide koortjes alleen een deel va STAD MAASTRICHT. 487 den in kolenzandsteen opgetrokken benedenbouw gespaard bleef; hierop zijn dan de nieuwe muren van mergel opgetrokken. Bij de restauratie heeft men de zuidelijke concha nagenoeg, en de noordelijke met de biibehoorende kapel geheel afgebroken en beide daarna herbouwd; van de noordelijke is slechts een stuk van de oude lint bewaard gebleven. Plaat XVII. Afb.456. 0. L. Vr. Kerk. De pandhof, naar het Zuid-Westen gezien. Tegen den noordwand van het noordelijk bijkoortje staat de St. A n n akape 1, welke verbonden is met de er achter gelegen voormalige Kapittelzaal ; beide 488 GEMEENTE MAASTRICHT. gebouwen zijn herbouwd in mergel, het eerste gedekt door een wolfdak en voorzien van een gothisch venster in zijn oost- en noordwand, het laatste door een zadeldak. De St. Annakapel, die bij de restauratie dreigde in te storten, is toen geheel afgebroken en herbouwd ; van de Kapittelzaal bleef alleen het onderste, uit kolenzandsteen bestaande, deel der muren behouden. De bovenbouw wed geheel in mergel vernieuwd. In den nieuwen noordmuur der Kapittelzaal, die vroeger alleen licht ontving uit de St. Annakapel — dit wijst erop, dat zij een latere aanbouw is — zijn toen vensters gemaakt en war deze muur as bij den oostwand der kruisgang is toen een portaal met traptoren bijgebouwd. Het noorde- De noordelijke arm van den dwarsbeuk heeft in zijn oostwand een dichtgemetseld lijk dwars- rondboogvenster, en in zijn westwand — aan het nog onttrokken door het lessenaars- pand. dak van de kruisgang — een dichtgemetseld rond venster van + 2.20 M. middellijn. Plaat XIX. De noor d-g eve I, van onderen onzichtbaar wegens de er tegen gebouwde Kapittelzaal, heeft op zijn beide hoeken lisenen en tegen de oostelijke ervan een lateren beer. De tegenwoordige top van kolenzandsteen, verlevendigd door een klaverblad-boog, die de oude lisenen verbindt, dagteekent van de restauratie. De, met een schaak- bordmotief versierde kroonlijst der zijwanden is onder en om dezen geveltop heengevoerd. Onder deze lijst heeft de gevel een zesdeelig spitsboogvenster met traceering in de vormen der laat-gothiek. Deoude traceering was bij de restauratie verdwenen, de zesdeelige indeeling aangegeven door de, inwendig onder bet venster aanwezige, blinde voortzetting ervan. Vbór de restauratie had de, in kolenzandsteen opgetrokken, transeptgevel een driehoekigen top in mergel. Schip ; De n o o r d wand van het schip is op nagenoeg dezelfde wijze behandeld als die noordzijde. aan den zuidkant. \T6& de restauratie hadden ook bier de eerste en derde travee van het middenschip groote XVIIIe eeuwsche vensters en sloot de noordwand van het„pseudo-transept” met een lessenaarsdak aan tegen den middenschipmuur. Bij de restauratie zijn de groote vensters ieder door twee kleinere vervangen, en is het pseudo-transept van een topgevel voorzien. Een, vermoedelijk in 1626 (zie Maasg. 1891, blz. 200) tegen de kruisgang aangebouwde, sacristie is toen afgebroken. Beter dan aan den zuidkant zijn aan deze zijde, in de meest oostelijke zijbeuktravee de imposten der lisenen bewaard (vgl. blz. 482), beschermd als zij waren door de sacristie en de kruisgang. De gevel van de v o o r h a 1 heeft twee vensters (aan de zuidzijde slechts een); vgl. afb. 449. STAD MAASTRICHT. 489 Hetgrootste heeft blijkbaar langen tijd dienst gedaan als doorgang naar den zolder onder de kap van het dwarse dak, dat den gevel verbond met het zadeldak van het portaal. Dit dwarse dak is afgebroken en het zadeldak over de geheele lento van het portaal door- getrokken, in verband waarmee de nieuwe oostwand van het portaal een topgevel kreeg, terwijl de top van den ouden wand door een dakschild vervangen was bij den bouw van het reedsgenoemde dwarsdak. (Vgl. afb. 456 en Plaat XIX.) In het verlengde van het westportaal staat tegen den westelijken arm der kruisgang Kapel der en tegen den zijbeuk der kerk de kapel der „Sterre der Zee". „Sterre der VOOr de plaatsing van het zoo betiteld Mariabeeld (vgl. blz. 534), was zij bekend als de kap el Zee". van de Mei-od e, welke aldus genoemd is naar haar stichter Arnoldus de M6rode, sinds 1452 roost van het kapittel en gestorven in 1487 (Maasg. 1891, biz, 200). De van mergel opgetrokken en met een tentdak gedekte kapel bestaat uit twee traveeen — de oostelijke minder diep dan de westelijke —, in verband waarmede de eerste een tweedeelig, de laatste een vierdeelig venster heeft. Uit deze venster evenals evenals uit het grootendeels dichtgemetselde venster in den oostwand der kapel, waren de stijlen van het maaswerk weggebroken. Bij de restauratie is het oostelijke venster geheel gedicht en zijn in de twee andere vensters nieuwe harnassen gemaakt. Deeerste travee is overkluisd door een stergewelf in mergel, de oostelijke travee door een kruisgewelf. De gewone toegang tot de kerk is door het westportaa 1, een rechthoek van Inwendig. 7.80 X 5.20 M., in twee vakken overwelfd met, door gordel- en muraalbogen ge- Plaat XX, dragen, riblooze, kruisgewelven, die vernieuwd zijn bij de restauratie. De muraal- XXI. bogen tegen de Lange wanden zijn halfcirkelvormig, die tegen de dwarswanden, evenals de gordelboog, zijn uit drie punten getrokken en naderen het beloop van den korfboog. De bogen rusten op de lijst, kapiteelen van pilasters, die op attische basementen staan, weinig verschillend van die der pijlers in het middenschip. De muren, pilasters en kapiteelen zijn van kolenzandsteen, de basementen en muraalbogen van harde mergel (vgl. afb. 501 F en G). In de oostelijke travee staat het portaal door een korfbogigen doorgang met laat-gothisch geprofileerde kanten in gemeenschap met de kerk en door een hoogen rondbogigen doorgang met den westelijken vleugel van de kruisgang, wier in het verlengde van het portaal gelegen travee thans met beglaasd houten raamwerk van het overige deel der kruisgang is afgescheiden en door een met glas gedichte spitsbogige opening aan de kapel van de Merode is verbonden. VOOr de restauratie was deze kruisgangtravee met muren van het overig deel der kruisgang en van de kapel gescheiden, doch stond over haar voile breedte met het portaal in verbinding. In deze travee beyond zich toen ook de toegang tot de kerk, een thans dichtgemaakte rondboogopening met renaissance-deur, terwijl de thans heropende toegang naar de kerk uit hetportaal vroeger dicht gemetseld was. 490 GEMEENTE MAASTRICHT. De westbouw, ook inwendig in het oudste deel van kolenzandsteen en in het jongere van mergel, omvat een crypt, elf treden onder den kerkvloer, een vijf treden boven den kerkvloer gelegen koorruimte en hierboven nog vier v e r- diepinge n. Door drie, op rechthoekige pijlers steunende rondbogen staat de westbouw in verbinding met het midden- deel der voorhal, van waaruit trappen naar de crypta en naar de koorruimte voeren. De crypt a, 9.80 M. Lang, 4.95 M. breed DOORS N E DE A-13 en 2.80 a 3 M. hoog, is door twee half- ronde gordelbogen, welke als steunsels Tangs de wanden zijn voortgezet, verdeeld in drie langwerpige traveeen (4.95 X 3.05 M.); DOOR5NE DE C-D deze steunsels rusten op een plint, hoog omtrent 0.10 M., breed omtrent 0.22 M., welke slechts onderbroken wordt door de toegangen naar het schip en die naar de DOOR5NEDE E- F traptorens. De krocht is overdekt met riblooze kruis- gewelven van kolenzandsteen, welker muraalbogen aan de Lange zijden ongeveer half-cirkelvormig zijn en aan de korte zijden den vorm van een gedrukten korfboog hebben. De kanten dezer gewelven loopen - . --i „ 10 13 METER in de hoeken teniet en rusten nog niet Afb.457. 0. L. Vr. Kerk. Plattegrond met op hoeklisenen, gelijk bij het geheel- doorsneden van den westbouw. on twikkelde romaansche kruisgewelf. Rond- bogige doorgangen in den noord- en den zuidwand verbinden de crypta aan de trappen in de beide traptorens. Haar westwand voert Licht toe door drie rondboogvensters met dubbele neggen, met lichtopeningen van 1.14 X 0.49 M. Haar oostwand heeft in de middelste travee een rechthoekige nis, waarin een altaar met een klein rondboogvenstertje erboven, dat in de voorhal uitziet, en met kleine nisjes voor altaargerei in de dagkanten. In de beide zijdelingsche vakken van den oostwand zijn rondbogige toegangen tot de trappen naar de voorhal ; in het zuidelijk vak bevindt zich bovendien een recht nisje, o.6o M. hoog, 0.62 M. breed en 0.55 M. diep. De vloer is geplaveid met plavuizen van kolenzandsteen van ongelijke grootte. Westkoor. Het westkoo r, 1.30 M. boven den kerkvloer gelegen en binnenwerks 10.20 M. breed en 5.3o M. diep, is door gordelbogen verdeeld in drie traveeen, waarvan de middelste 3.6o M. en de beide zijdelingsche 2.70 M. breed zijn. De traveeen zijn overdekt met riblooze kruisgewelven van mergel, welker kanten in de hoeken van den noord- en van den zuidmuur neerkomen op consoles en overigens op de dekplaten der draagsteenen, waarop de gordelbogen rusten ; deze zijn ongeveer STAR MAASTRICHT. 491 half-cirkelvormig, evenals de schildbogen in den noord- en zuidmuur, terwijI die langs den west- en den oostwand spitsbogig zijn. Degeheele overkluizing, die, blijkens de afzonderlijke draagpunten van de gewelfkanten, het karakter van het tot volkomen ontwikkeling gekomen romaansche kruisgewelf draagt, is niet oorspronkelijk, daar anders ongetwijfeld in de oostelijke hoeken van den noord- en den zuidmuur de impost der scheibogen over de hoekconsoles zou zijn doorgetrokken. Het westkoor ontvangt licht door twee Verdiepin- rondboog- en een rond venster in zijnen gen. westwand, en is door rondbogige door- gangen, waarvan de zuidelijke gedicht, verbonden aan de trappen in de traptorens. De ruimte boven het koor heeft in den oostwand, die haar van de voorhal Scheidt, drie rondbogen, de middelste 3.20 M. breed en 5.10 M. hoog, de zijdelingsche 2.60 X 4.65 M., die, blijkens de langs de dagkanten aanwezige imposten, vroeger geheel open waren, doch thans gedicht zijn met muurtjes van mergel, waarin onder den middelsten en den noordelijken boog rondbogige doorgangen zijn ge- spaard, op hunne beurt later dicht- gemetseld met mergel (vgl. afb. 458). Vermoedelijk heeft deze ruimte dus dienst gedaan als tribune voor kerkgangers nadien de voorhal een als tribune bruikbare verdieping bood, werden de bogen gedicht met behoud 111 van twee kleine doorgangen deze konden op hun beurtgedicht worden toen op een andere 'RP inirm wijze in de communicatie met de galerij (zie hierna) werd voorzien. De ruimte boven het westkoor was toengeeigend voor het plaatsen van een klokkenstoel. In deze ruimte staat de klokkenstoel, die opgaat tot de vierde verdieping. Op de vierde verdieping, blijkens de reeds besproken gedichte galmgaten, ver- Afb.458. 0. L. Vrouwekerk. Doorsnede van moedelijk de oorspronkelijke klokken- den westbouw naargegevens van JOS CUYPERS kamer, hangen thans weder de klokken, en G. DE HOOG, terwijl zich op de derde verdieping het uurwerk bevindt. 492 GEMEENTE MAASTRICHT. Traptorens. In de trap t o r e n s bevinden zich wenteltrappen van kolenzandsteen, die opgaan tot de derde verdieping boven het westkoor. Het hoogere deel der torens wordt met moderne houten trappen bereikt, vroeger waarschijnlijk met ladders. Voorhal. De, ten Oosten bij den westbouw aansluitende v o o r h al bestaat uit een midden- deel, ter breedte van het middenschip der kerk en twee zijvleugels, even breed als de zijbeuken. Zij is in alle drie hare deelen voorzien van een verdieping, waarvan de vloer 7.55 M. boven den kerkvloer ligt. Het gelijkvloers is in de zijvleugels overkluisd met riblooze kruisgewelven, Welker kanten aanvangen op de imposten van de pilasters der muraal- bogen en in het middendeel — in drie vakken verdeeld door pijlers tegenover de pijlers der scheibogen van het westkoor — met drie romaansche kruisgewelven. Deze zijn nieuw geslagen bij de restauratie, daar de oor- spronkelijke pijlers en gewelven reeds voordien waren we gebroken en vervangen door een tribune met orgel ; de tribune werdgedragen door twee zuilen met corinthische kapiteelen, welke marmeren zuilen nabij het Pater Vincktorentje zijn opgesteld. De noordelijke vleugel der voorhal staat in verbinding met het westportaal der kerk door middel van een ouden rondbogigen doorgang met modern tocht- scherm, de zuidelijke heeft in zijnen westwand een oorspronkelijken rondbogigen ingang met bovenlicht, heropend bij de restauratie en toen eveneens van een tochtscherm voorzien, en een vierpasvenster in den zuidwand. Afb.459. 0. L. Vr. Kerk. Platte- De verdieping der voorhal wordt thans bereikt van grond van de voorhal (en west- den noordelijken traptoren uit door middel van een bij bouw) op de verdieping, de restauratie aangebrachte verbinding. Oorspronkelijk werd zij van de verdieping boven het westkoor of bereikt en nadat deze communicatie vervallen was, door middel van een daartoe aangelegde trap, toegankelijk door den zuidmuur van het westportaal en langs den westgevel der voorhal opgaand. De verdieping dient in alle drie de deelen als tribune. Het middendeel is overdekt met een baksteenen kruisgewelf op ribben van mergel, dagteekenend uit den zelfden tijd als de gewelven in het middenschip : het begin der XVIIIe eeuw (vgl. blz. 525). Dit gedeelte is op het Oosten alleen met een borstwering afgesloten, terwijl de zijvleugels een muur hebben, waarin een rechthoekig venster, dat aan de kerkzijde door een latei, aan de binnenzijde door een segmentboog gedekt is en dat door STAD MAASTRICHT. 493 zuiltjes in drieen gedeeld is ; de zuiltjes zijn van gepolijste kalksteen, staan op hooge Attische basementen en dragen kapiteeltjes, versierd met bladwerk van hetzelfde karakter als aan de kolonnetten in het schip voorkomt ; de kapiteeltjes en basementen zijn van mergel. Het venster geeft uitzicht in den zijbeuk. De vleugels zijn overdekt met tongewelven, dwars op de as der kerk, en hebben beide in hunnen buitenwand een groot rondboogvenster (waarvan dat van den noordelijken vleugel gedicht is wegens het aangebouwde portaal) en in hunnen oostelijken wand, vlak bij den buitenmuur, een 0.50 M. breede, ongeveer ander- halve meter hoogen, thans gedichte deuropening, 2.05 M. boven den vloer, Welke opening toegang kan gegeven hebben tot de ruimte boven de gewelven van den aansluitenden zijbeuk. De noordelijke vleugel der tribune staat voorts door middel van een trapje van acht treden, dat Licht ontvangt van een venstertje in den westmuur, en door een, met een latei gedekten, doorgang in den noordmuur in verbinding met de ruimte boven het westportaal. Het vertrek boven het westportaal, thans in gebruik als repetitielokaal, is gedekt met een moderne houten zoldering. Het heeft in den oostwand een groot spits- bogig venster en ten Noorden ervan een deurtje met gebeeldhouwde 1 a t e i (zie hierna blz. 510, n°. 4). Tegen den westwand bevindt zich de gesneden, eikenhouten, geschilderde (wit Boven het en bont mariner) o m 1 ij sting van het altaarstuk, dat eens het altaar in de westportaal. voormalige St. Hubertus-kapel (blz. 482) sierde. Deze omlijsting bestaat uit twee zuilen, dragers van een hoofdgestel met fronton, en beneden verbonden door een gebeeldhouwde cartouche. De benedenhelft der zuilen prijkt met vlakke, gesneden, acanthusbladeren, de bovenhelft der schachten met een ornament van ranken, druiven en engelenkopjes. Van de vier Evangelisten zijn twee in kleine reliefs boven de vergulde kapiteelen voorgesteld, de andere twee op grooter reliefs tegen de basementen. Een kroonlijst op consoles en een driehoekig fronton vormen de afsluiting. Binnen het fronton is een plantenslinger aangebracht, die opgehouden wordt door een guirlande, waarbinnen het alziend oog. Onder de kroonlijst een gebeeldhouwde fries met loopend plantornament en met, in het midden, twee engelen met den Veronica doek. (XVII a.) Het middenschip maakt den indruk te bestaan uit drie, bijna kwadraatvormige Midden- traveeenen uit de, westwaarts ervan le en en reeds besproken. voorhal ter schip en breedte van een halve travee. beuken. De traveeen zijn gevat tusschen rechthoekige hoofdpijlers met halve zuilen en overhoeksgestelde pilasters • ; de halve zuilen, op basementen met hoekblaadjes, zijn bekroond door teerlingkapiteelen met bladwerk en door een geprofileerde dekplaat •; deze halve zuilen dragen de zware halfronde gordelbogen van rechthoekige doorsnede. De overhoeksgestelde pilasters zijn alleen bekroond door een impost van hetzelfdeprofiel als de dekplaat op de kapiteelen der halve zuilen ; met deze dekplaat is de impost niet verbonden. Deze pilasters dragen de opgaande ribben van het huidig s ter ge wel f, dat volgens VAN HEVLERHOFF (Annuaire, 1827, p. 1 18) 494 GEMEENTE MAASTRICHT. Af b.46o. 0. L. Vr. Kerk. Het middenschip van het koor uit naar het Westen STAD MAASTRICHT. 49 in het begin der XVIIIe eeuw is uitgevoerd door GILLES DOYEN 1). Het is van baksteen op ribben van mergel ; de ribben met een gegolfd dubbel kraalprofiel vormen in ieder travee een vierpuntige ster met een ring als centrum. Muraalbogen ontbreken. De overhoeksche pilasters zijn waarschijnlijk beraamd geweest op het dragen van de zware ribben van een romaanschgewelf (vgl. de Bouwgeschiedenis, blz. 525). Misschien waren van datgewelf de moeten to zien in de ongeveer half-cirkelvormige bogen tegen den middenschipwand, welke bogen de overblijfsels geweest kunnen zijn van een oude overkluizing. De k a p i t e e 1 e n zijn van harde mergel, gelijk ook het rijk geprofileerde basement der hoofdpijlers, dat doorgaat onder de overhoeksche pilasters, terwijl de halfzuilen staan op basementen van een ander profiel. De pijlers en pilasters zijn afwisselend van harde mergel en kolenzandsteen, de lijsten van kolenzandsteen. Het westelijk pijlerpaar van de kruising is van kolenzandsteen en heeft geen overhoeks gestelde pilasters, maar slechts een later aangebrachte uitkraging om de ribben to dragen. (Vgl. afb. 462 en 502.) De middenschipwand is op de zijbeuken in de tweede travee geopend door een grooten, halfronden scheiboog, in de beide andere traveeen door telkens twee, lager aangebrachte scheibogen, welke neerkomen op een middenpijler op rechthoekig grond- 1 plan ; deze middenpijlers zijn, evenals de hoofdpijlers, voorzien van pilasters, welke de gordelbogen van den zijbeuk dragen. Aileen in de derde travee zijn de midden- F. pijlers aan de binnenzijde verzwaard met _iI een pilaster ; terwijl over het algemeen 50 100 c.M. de lagen van halve zuilen en pilasters regelmatig doorloopen, kan dit niet gezegd Afb.461. 0. L. Vr. Kerk. Noorderzijbeuk; worden van de lagen van de middenpijlers aanzet van een kruisgewelf in de meest en hun pilasters in de oostelijke travee. oostelijke travee. 1) Blijkens het Borgerboeck van Luyxen Gerechte, III, fo. 261, heeft „Giel Doie van Luck .. . den 21 Juli 1696 den borgereedt gedaen" en blijkens dl. V. fo. 181, is „Giel Doyen geboortich van Luck borer afgeroepen . . . onder het metselaarsambacht . . . den 21 Juli 1696". In het Begrafenisboek van St. Nicolaas staat op 20 Juni 1736 „Egidius Doyen sepultus in templo". Vgl. de foot op blz. 525. 496 GEMEENTE MAASTRICHT. Zijbeuken. In de zijbeuken treft men in verband met den tusschenpijler telkens twee traveeen tegen een in het middenschip, uitgenomen tegenover de tweede travee, in het „p seud o-t ransep t", waar een tongewelf haaks op den zijbeuk is geslagen. Kruis- gewelven komen alleen voor in de voorhal. Dat zij vroeger elders uitgevoerd, of althans beraamd, zijn geweest, blijkt uit de over- blijfselen ervan in de zijbeuktraveeen van de derde middenbeuktravee in de meest oostelijke travee der zijbeuken en westelijk van den gordelboog, in de westwaarts hieraan grenzende zijbeuktravee, treft men de overblijfselen aan van de gewelfgraten van een ribloos kruis- gewelf (vgl. afb. 461 en biz. 533). Afb.462. 0. L. Vr. Kerk. Noorderzijbeuk v. d. laatste middenschip-travee uit. 0 verigens treft men heden in de zijbeuken een overkluizing aan, bestaande uit een door muraal- en gordelbogen doorsneden en hierop aangepasten halven koepel, STAY MAASTRICIIT. 497 met een kleinen sprong aansluitend aan een stijgend tongewelf tegen den midden- beukmuur. Tegenover de hoofd- en de tusschenpijlers van den middenbeuk, vin en zich to en den buitenwand van den zijbeuk muurpijlers, welke op hun gekornisten impost den gordelboog, en zijwaarts de muraalbogen, waarmede zij onderling ver- bonden zijn, opnemen. De gordelbogen van het pseudo-transept hebben aan de binnenzijde een sprong. De vensters in den zijbeuk zijn niet symmetrisch geplaatst binnen de velden van den binnenwand; de verschuiving naar Oost of West heeft verband gehouden met deplaatsing der lisenen in de buitenarchitectuur. Iedere travee van den zijbeuk wordt verlicht door een rondboogvenster, behalve in den noordgevel, war zich deuropeningen bevinden, en in den zuidgevel in de voorhal, waar men een vier pas- venster aantreft; in het pseudo-transept onderbreken twee rondboog- en een vier pas- venster erboven den gevelmuur. Langs den zuidwand ziet men eenige spaarnissen. A fb.463. 0. Vr. Kerk. Inwendig van het schip naar het koor gezien. In verband met de eronder gelegen krocht heeft de kruising een hooger gelegen De kruising. vloer ; zij is overkluisd door een stergewel f. De hooger gelegen vloer wordt van den middenbeuk uit bereikt over twee trappen, 498 GEMEENTE MAASTRICHT. waartusschen een altaar is geplaatst ; de afsluiting bestaat uit een open steenen borstwering, welke aan noord- en zuidzijde op de Lange wanden der krypt is aan- gebracht (vgl. afb. 468). Bij de restauratie heeft men een borstwering gemaakt van kalksteen met rechthoekige paneelen van zwart marmer •; hiervoor waren aanwijzingen gevonden. Later zijn de paneelen verwijderd en de posten afgeschuind. De zijwanden der krypt hebben in elken transeptarm drie rondboogvenstertjes en een boogfries, waarvan de consolekopjes — op den na — vernieuwd en nieuwgecomponeerd zijn. Transept. De zuidelijke transeptarm meet 9.67 M. in de breedte bij een lengte van 14.35 M. Plaat XXI. de noordelijke arm daarentegen meet 9.52 M. X 14.40 M. ; elk is gedekt door een kruisribgewelf (XVd) van drie traveeen. De zware ribben van dit gewelf komen neer A f b.464. Kraagsteen Afb.465. Kraagsteen in het dwarspand. in het dwarspand. op gebeeldhouwde kraagsteenen, welke o. a. in het zuiderdwarspand de symbolen der Evangelisten voorstellen, te weten den adelaar en het rund tegen den westwand, den engel en den leeuw tegen den oostwand. In het noorderdwarspand zijn het maskerons. Pat de kraagsteenen niet dagteekenen uit den tijd, ten in den aangrenzenden zijbeuk de aanzetten voor degraten van een kruisgewelf werden aangebracht, blijkt wel hieruit, dat het bij dat gewelf behoorend profiel van den pilaster aan de zijde van den transeptmuur is afgekapt om meer plaats te maken voor den kraagsteen • ; bovendien is bij de restauratie- werkzaamheden gebleken, dat de zuidelijke dwarsarm vroeger op een andere manier is overkluisd geweest. In den westelijken en in den oostelijken wand van dien arm zijn immers de moeten der schildbogen te voorschijn gekomen. De oostwand van het transept wordt in iederen arm onderbroken door twee rond- bogige openingen : die in den koortoren en die, waarmede het zijkoortje (vgl. blz. 483) op het transept geopend is. Deze bogen hebben een verhoogden buiten- rug, wat ten gevolge der beschildering niet goed meer te zien is ; de zijkoortjes STAD MAASTRICIIT. 499 wijzen met haar meer ontwikkeld overwelvingssysteem — afzonderlijke, tot op den vloer doorloopende, steunsels voor de graten — op een jongere dagteekening, of een latere wijziging. Boven den boo van de kapel beyond zich blijkens foto's van den zuider-transeptarm uit den tijd der restauratie — een rondboogvenster •; zijn plaatsing was nit in het midden boven den boog, noch in het midden onder het huidig gewelf, maar wel nagenoeg in het midden onder de moet der oudere overwelving • het dagteekent bij gevolg uit den tijd v66r de huidige overwelving. Van het koor wordt de Het koor. halfronde sluiting ge- vormd door een zuilenrij van zeven intercolumnien en een240 M. breede kooromgang— met galerij erboven — •; zij is door een smalle koortravee aan het oostelijk pijlerpaar der kruising verbonden ; de koortravee is thansgedekt door een tongewelf 1), de absis door een halven koepel. Tegenover elk in- tercolumnium der zuilenrij heeft de absiswand een rondboogvenster, welke indeeling ook op de galerij gevolgd is. De overkluizing van de trapeziumvormige traveeen der omgang met riblooze kruisgewelven 2), bracht in het gelijkvloers mede, dat aan de bogen der zuilenrij hoogere A f b. 466. 0. L. Vr. Kerk. Gezicht in het koor van de-alerij af. rechtstanden werden ge- geven om aan het hoogteverschil met de breedere muraalbogen van den absiswand tegemoet to komen •; op de galerijzijn de bogen, in verband met de 1) VOOr de restauratie was er een gewelf op ribben, zooals op de galcrij in de travee, welke aan het zuiderdwarspand grenst (vgl. afb. 467); alleen waren de ribben hier breeder, dan op de galerij 2) VOOr de restauratie vormden de graten dezer kruisgewelven lijnen van dubbele kromming; de horizontaleprojectie dezer linen was s-vorrnig geslingerd. Tijdens de restauratie heeft men door ophakken der gewelfvelden bereikt, dat deze gewelven thans den indruk maken graten to hebben, welke vlakke, kromme linen vormen. 500 GEMEENTE MAASTRICHT. smallere zuiltjes en de daarbij passende smallere kapiteelen, aan de smalle zijden der trapezia breeder dan beneden ; zij zijn niet van rechtstanden voorzien, zoodat het gewelf er een binnenwaartsche neiging heeft, welke misschien bedoeld is geweest als tegendruk. Het oorspronkelijk gewelf der galerij is tijdens de restauraties door een ander vervangen, behalve in de ruimte naast de koortravee — aan de zuidzijde — waar de oorspronkelijke overwelving bewaard is gebleven : zware ribben DOORSNEDE A-B DETAIL GEWELFRIB 30CM SCHAAL VANu..61m,1 2 3 4 METERS Afb.467. 0. L. Vr. Kerk. Oorspronkelijk gewelf der galerij in het koor. met afgeschuinde kanten overspannen de ruimte en zijn tusschen de muraalbogen ingewerkt ; in dezen geest is eens de overwelving der koortravee uitgevoerd (zie noot I, blz. 499) en die van het middenschip waarschijnlijk bedoeld geweest (vgl. afb. 468). De z u i 1 e n, sedert de restauratie donker geschilderd, maar eigenlijk bestaande uit beurtelings een blok van zwarte kalksteen en een van merge], dragen rijk gebeeldhouwde kapiteelen (zie verder, blz. 51 1-522); er zijn zes vrij staande zuilen, welke in haar benedengedeelte de moet vertoonen van een of andere afsluiting 1), behalve aan de oostzijde van de twee meest oostelijke zuilen. Het middelste intercolumnium, tegenover het poortje, dat toegang gaf tot de tribune, de „cancella chori" (zie blz. 484, 1) ) is gevat tusschen zuilbundels; deze bundels zijn van Naamsche steen en bestaan uit een boven- en een benedenhelft, elk van vier zuiltjes met kapiteel en gemeenschappelijke dekplaat; in de bovenhelft zijn de kapiteelen en bijbehoorende dekplaat lichter; op de galerij zijn terzelfder plaatse vier slanke, aangeleunde zuiltjes. De kapiteelen op de galerij vertoonen een later stijlkarakter, dan die beneden en in verband met dit kennelijk tijdsverschil zij hier vermeld, dat aan de zuidzijde twee, uit den oostwand van den kruisings- pijler uitstekende, kraagsteenen op een vroegeren toestand wijzen ; verder dat de smalle zijden der koortravee even terugliggen ten opzichte van de zuilenrij en bovendien onder een buitenwaartsche afwijking aansluiten bij het oostelijk pijlerpaar der kruising; dat tenslotte de westwand der galerij inzicht biedt in de dwarspanden 1) Vgl. J. Sprenger, Maasgouw 1938, blz. 63. STAD MAASTRICHT. so door middel van openingen, ongeveer gelijk aan het kwart van een cirkel (vgl. afb. 468). Ter verklaring diene, dat de kraagsteenen een dak ge- dragen zullen hebben, dat de smalle zijden der koor- travee den binnenwand van een vroeger --in de krocht nog zichtbaar — koortorentje hebben vervanen en datg, de schuine richting deer smalle zijden has r oorzaak vindt in de aansluiting van het oostelijk pijlerpaar der kruising aan de binnenwaarts geplaatste zuilenrij. De kwart-cirkelvormige ope- ningen zijn verklaarbaar ter verlichting der galerij, in een tijdperk toen deze eigenlijk geen galerij was, maar slechts een donkere ruimte order het dak, dat o. a. op de juist genoemde kraagsteenen rustte. Bij het betreden van deze ruimte van de trap uit in de dikte van den buiten- wand van het voormalig koortorentje viel hier een 468. Afb. 0. L. Vr. Kerk. Koormet omgang en galerij van het spaarzaam licht van het Zuiderdwarspand uit. transept uit. Het oprichten der galerij is blijkens den vorm der kapiteelen omstreeks 1200 reedsgeschied , vgl. ook de Bouwgeschiedenis, blz. 524. Op de inmiddels hooger opgetrokken galerij bevinden zich zuiltjes, welker base- menten vanhoekblaadjes zijn voorzien, welker schachten een geringere middellijn hebben, dan die beneden in het koor, en welker kapiteelen reeds de Gothiek aankondigen. De basementendier zuiltjes zijn aan de koorzijde eenigszins beschadigd , ik geloof net, dat dit dient te worden toegeschrev en aan het gebruik van oud materiaal. Over de overwelving der galerij werd hiervoren reeds gesproken (blz. 500). 502 GEMEENTE MAASTRICHT. g4 w Z w g a4 U) o ca a STAD MAASTRICHT. 503 Deze krocht bestaat uit een westelijk gedeelte op rechthoekig grondplan — vijf De ooste- traveeen lang, vier traveeen breed — en uit een oostelijk breeder gedeelte, op lijke krocht. half-cirkelvormig grondplan. In het westelijk gedeelte dragen vijftien zuiltjes, wier schachten voor 't meerendeel van kolenzandsteen zijn, de overwelving van mergel ; deze bestaat uit kruisgewelven met zwaardere gordelbogen in de twee oostelijke traveeen dan in de westelijke helft. Muraalbogen ontbreken, behalve in de vijfde travee, waar de wand der voor- malige torentjes even naar binnen springt ; hier toch vormt een muraalboog de voortzetting der van den grond opgaande steunsels, en het verdient vermelding, dat dergelijke steunsels van den grond of tot in het gewelf opgaan in den hoek, welken de westwand der torentjes vormt met de Lange zijden der krocht. Geprofileerde consoles Tangs de wanden bieden Afb.470. 0. L. Vr. Kerk. Zuilen uit de oostcrypt. een steunpunt aan de gordelbogen, welke in de binnentraveeen neerkomen op de over 't algemeen eenvoudig geprofileerde dekplaten der kapiteelen. Deze kapiteelen hebben den teerlingvorm, en wel in verschillende varianten : er zijn er, waarvan het spherisch gedeelte vrij Steil is, waardoor de opgaande beweging der zuil doorgaat tot de dekplaat — temeer, otndat een bolle lijst ter plaatse, waar de Schacht in het kapiteel overgaat, ontbreekt ; bij andere is het spherisch gedeelte boiler, wat met de aanwezigheid eener bolle lijst de opgaande beweging intoomt. Andere variaties worden verkregen door de zijschilden een halven cirkel to laten beschrijven met de middellijn aan den onderkant der dekplaat, dan wel hiervan verwijderd. Voorts komen er inplaats van een groot, twee kleine schilden — dubbel-teerlingkapiteel — voor en deze schilden kunnen bovendien al dan niet afgeschuind zijn. De op eenvoudige, rechthoekige sokkels rustende basementen zijn eveneens ver- schillend, nu eens breeder, dan weer steiler, maar alle hebben zij een profiel, bestaande uit een bol, een hol en weder een bol. De oostel ij k e h e 1 ft der krocht is, zooals gezegd, breeder en halfrond; in een halven cirkel bevinden zich p ij 1 e r s, dragers der zuilen op het koor; zij vormen zeven intercolumnien. De pijlers zijn naar buiten met den absiswand verbonden door gordelbogen, welke evenals de muraalbogen, neerkomen op de vOOr dien wand gestelde en tot op den vloer doorloopende steunsels. De gordelbogen ver- deelen den omgang in zeven traveeen op trapeziumvormig grondplan. In iedere travee bevindt zich in den absiswand een rondboogvenster, behalve in die welke aan het voormalig torentje aan de zuidzijde grenst; een binnenwaarts uitgebouwd blok metselwerk omsluit er de put, waarvan hiervoren op biz. 484 sprake was. De oostmuur der torentjes, dienend als westelijke afsluiting van den omgang, bevat een venstertje. 504 GEMEENTE MAASTRICHT. NMI Afb.471. 0. L. Vr. Kerk. De oostelijke krypt, naar het Noord-Oosten van zuil M (afb.469) uit gezien. De overblijfselen der vroegere k o or t o re n tj e s, toegankelijk van uit het transept, bestaan uit een ondergrondsche, door een kruisgewelf gedekte ruimte van omtrent 3 M. in het vierkant en door een venstertje in den oostwand uitziend op de krypt. De toegang bevindt zich in den westwand, terwij1 de ruimte oorspronkelijk verlicht werd door een venster o. s. in den noord- en in den zuidwand. Het laatste is waarschijnlijk gewijzigd. Opmerking verdient, dat de lagen van het gewelf in het noordelijk torentje niet regelmatig zijn, terwijl in het zuidelijk het bepleisterd gewelf op twee kraagsteenen rust van een rijker profiel. In de half-cirkelvormige ruimte tusschen de pijlers en de westelijke helft der krypt, zijn twee zuilbundels opgesteld, elk van vier zuiltjes. Overeenkomstig de opstelling dier zuilen zijn de gewelfvakken ongelijk. Tusschen zuilenbundels en pijlerkring staat het oude, aan den H. Blasius toe- gewijde, al t aa r. Tegen den westwand der krocht bevindt zich de g r a fs teen van Elisabeth Strouven, stichteres van Calvarieberg. De steen is hoog 1.46 M. en breed 0.87 M. ; hij is versierd met vijf medaillons, Welke elk een opschrift dragen: het grootste, waarboven een kruis met voetstuk, is in het midden aangebracht en heeft het volgend opschrift: STAD MAASTRICHT. 505 IN HOC MONTE I CHRISTO COMMORTUORUM I ET / CONVIVERE SPERANTIUM QUIESCUNT RELIQUIIE / QUARUM OLIM PRZECIPUAS / ALIO TRANSFERENDAS / DE CONSENSU SUPER- IORUM / E COEMETERIO COMMUNI LEVATAS / DEIN PER MULTOS ANNOS SEDULO / RELIGIOSA PIETATE CONSERVATAS / SUB HOC MARNIORE RECONDI CURAVIT HENRICUS FRANCISCUS BOUNAM / DECANUS S: S: / ET MONASTERII HUIUS / SUPERIOR DIRECTOR / ANNO 1722 DIE 28 / MARTII. De medaillons in de vier hoeken zijn hartvormig en met de punt naar buiten ; op dat in den linker bovenhoek staat : VENERABILIS MATRIS /ELIZABETH/FA STROUVEN / INSTITUT' / SORORUNI MONTIS / CALVARLE / FONDATRICIS / OBIIT / AN 1661. Op dat in den rechter bovenhoek is te lezen : RDI Dm MARTINI / GHILIS SACERDOTIS JUGI DOCENT'S ET I MORIENTIS CHRISTI/ ADORATIONE INSTITUTI/ZELATORIS/OBYT/AN 1633. Links beneden vermeldt het medallion ELISABETH A_ DRIES / PRIMA: SOROPIS ET I INSTITUTI I PRIMARIA: OPIBUS / ET EXEMPLO ADJUTRICIS / OBYT I AN 1633, en op het laatste staat : RD' PATRIS JACOBI / FARZYN MINORITA:/ INSTITUTI / ET INSTITUENTIUM IN SPIRITU ET VERITATE / DIRECTOR'S / OBYT / AN 1633. Na de opheffing van het gesticht Calvarieberg (zie hierna blz. 581) door de Franschen werden de overblijfselen der stichteres en van drie andere kloosterlingen van het koor der kapel over- gebracht naar de St. Nicolaaskerk. Bij de slooping van dit gebouw in 1839 verhuisden de overblijfselen naar de krocht van 0. L. Vrouwekerk, alwaar de Steen tijdens de restauratie der krypt in den westwand werd geplaatst. Voordien beyond hi' zich in het midden van den vloer, in de westelijke helft der krocht, waar de looden kisten, vvaarin Elisabeth en haar gezellen begraven la en zich nog bevinden. Boven den doorgang, welke van de ruimte boven de gewelven en onder het dak Boven de der kerk toegang geeft tot den westbouw, is een opschrift aangebracht; het luidt: gewelven. TEMPLUM ILLUD B. NIARIAE VIRG : / CONSECRATUM PRIM'S CHRISTIANORUM TEMPORIBUS CONDITUM CUI SPECULA HOSTES BARBARI IIISPANI ALIIQUE PARCE /= RUNT IMPIETATI FURORIQUE GALLORUM OCCUBUIT (opengelaten) A COLLUVIA ISTA PATRIA I (open- gelaten) LIBERATA STRUCT / T()RES MILITARES HOLLAND' / REPARARE AEDIFICIUM STATIM CURARUNT, OFFICINAM IIELLICAM DESIGNARUNT ET ETIAM HOC ANNO / MVCCCXVII. Onder dezen toegang en in den zuidwand van den middenbeuk bevinden zich op onregelmatige afstanden geprofileerde kraagsteene n, welke een dakstoel kunnen ondersteund hebben. In het in mergel verhoogd gedeelte worden vlakke rondboognissen aangetroffen met halfrond gesloten lichtopeningen, welke in den buitengevel thans geheel rond zijn. Van den westwand boven de kruising is, evenals van in dien wand aanwezige vierpasvensters, maar weinig meer over, terwij1 hiervan in den oostwand meer bewaard is gebleven. Aan den zuidwand zijn, onder het dak van den zuidelijken transeptarm, eenige boogjes van een boogfries zichtbaar; de boogjes, welke buiten het dak uitsteken schijnen vernieuwd te zijn. Van een fries is in den blijkbaar vernieuwden noord- wand niets overgebleven. 506 GEMEENTE MAASTRICHT. Wil men uit deze gegevens een kruisingstoren reconstrueeren dan bedenke men : 1°. dat deze toren niet hoog geweest kan zijn, daar de muren niet dik zijn ; 2°. dat de vier pas- vensters slechts een 0.40 M. boven de vlakke zoldering uitsteken. In de beide dwarsarmen zijn in een boog — muraalboog — tusschen twee der huidige gewelfkappen aanwijzingen voor een vroegere overwelving to zien ; twee kraagsteenen tegen den noordwand van de kruising even een aanwijzing omtrent een vroegere bedaking. Beeldhouw- In het portaal, ten Noord-Westen der kerk, bevinden zich de volgende, van elders werken. afkomstige, beeldhouwwerken 1. De zegevierende Christus, de „Christus triumphans", volgens Ligtenberg, S. 29, hoo g 1.12 M., breed 0.62 M., bestaat uit harde mergel. De rechthoekige steen, welke van boven spits toeloopt, bevat binnen een vlakke lijst met opschrift een relief. Het op- schrift luidt, na opheffing der af- kortingen, + SUPER ASPIDEM ET BASI- LISCUM AMBULABIS ET CONCULAI3IS LEONEM ET DRACONEM. Het beschadigd relief illustreert genoemden tekst ; de staande Christus, kenbaar aan een kruis- nimbus, treedt met beide — waar- schijnlijk bloote — voeten op twee draakachtige monsters. De (verdwenen) steel van een kruisvaantje, welke de Christus in de rechterhand hield, wordt het monster onder Christus' rechter voet in den open moil gedreven ; in de linkerhand houdt Hij een open boek, waarvan de tekst niet meer to lezen is. De Christus is gekleed in een langonder- kleed met groote concentrische plooien, dat boven den rechter voet opwaait; een wijde moues dekt den rechter arm tot aan den elleboog en een Lange mantel hangt van de schouders, daarbij de linker helft van de borst en den linker arm bedekkend. Uit Ligtenberg's onderzoekingen is ge- bleken, dat de sporen eener roode beschildering niet oorspronkelijk zijn. Afb. 472. 0. L. Vr. Kerk; de „Christus XII B. Afb. 472. triumphans". 2. In den noordwand bevindt zich een steen, een Eed bij Reliek en voorstellend, welke steen vroeger in den absiswand prijkte, boven het poortje, dat toegang gaf tot de tribune, waarover gesproken is op blz. 485. STAD MAASTRICHT. 507 In hoeverre de beschildering oorspronkelijk is staat niet vast, maar, daar het niet is uitgesloten, dat bij een latere beschildering de oorspronkelijke kleuren zijn aangehouden, dien ik bij de beschrijving tevens de kleuren to vermelden. De steep is van harde mergel en meet na- genoeg 0.87 X 0.87 M. (Lichtenberg, S. 88). Binnen een vlakke lijst zijn in verheven beeld- houwwerk vier personen afgebeeld : de voor- naamste en tevens de grootste, zit nagenoeg in het midden op een klapstoel, waarvan de pooten eindigen in klauwen en draken- koppen. Hij is frontaal gezeten, de knieen van een en wendt het boven- lijf naar rechts. De linkerhand, boven de linkerknie, draagt een, in een lelie eindigenden skepter, terwijl de naar voren gebrachte rechter- schouder en de bijna Afb. 473. 0. L. Vr. Kerk. De „Eed bij de Relieken". gestrekte rechterarm de wending van het bovenlijf aangeven. Het gekroonde, van knevel en baard voorziene hoofd is een weinig naar voren gebogen in de richting van een ter linkerzijde van den vorst geknielden persoon ; vermoedelijk wees de gestrekte wijsvinger (afgebroken) in dezelfde richting. De vorst nu is gekleed in een blauw, aansluitend gewaad, met een rooden, op den rechterschouder met een gesp samengehouden mantel. De kousen zijn blauw, en rood de rijgschoenen. Tusschen den gebarenden vorst en de geknielde figuur staat een zuiltje met gecanneleerde schacht en teerlingkapiteel ; op dit kapiteel bevindt zich een doek (sluier), welke waarschijnlijk een relikwie omhult. Deze doek — de reliek — nu raakt een, op de linkerknie steunende man met de rechterhand aan. Ook hij is gekleed in een blauw kleed en rooden mantel, welke echter korter is dap die des vorsten, en op de borst wordt samengehouden ; zijn schoenen zijn zwart en zijn hozen rood. De linkerhand houdt hij voor de borst. Achter dezen geknielden man staat er een, in 't blauw met rooden mantel ; hij ziet toe met open mond en met de linkerhand aan zijn bebaarde kin. 508 GEMEENTE MAASTRICHT. Achter den vorst, aan diens rechterzijde, staat de vierde persoon ; met de linker- hand steunt hij op den drakenkop van 's vorsten stoel, terwijl hij met de rechter een zwaard omklemt, dat met het plat tegen zijn rechterschouder rust; op dat plat staat te lezen : GLADIVS. Hij draagt een rood, om het middel gesnoerd kleed, dat aan den hals is uitgesneden ; zijn schoenen zijn zwart, zijn hozen rood. XII B. Afb. 473. De verklaring van Ligtenberg, als zijnde hier weergegeven het afleggen van „den eed op de Heiligen" is zeker aanvaardbaar, want deze verklaring sluit evengoed in een eed bij een beleening als den beslissenden eed bij een rechtspraak — de staande man met open mond zou dan niet den eedhelper voorstellen, die de eedsformule uitspreekt, maar de tegenpartij, die zijn schrik te kennen geeft over de nieuwe wending in het proces, als gevolg der bij eed bekrachtigde verklaring. De door Ligtenberg gegeven identificeering der personen (S. 88-92) is niet aanvaardbaar ; een andere opvatting (Dr. Goossens) is die, waarbij men in den knielenden man den bisschop van Luik kan zien. Sedert het concordaat tusschen Pau Calixtus II en Hendrik V (te Worms, '122) werden kerkelijke hoogwaardigheids- bekleeders door den keizer met skepter (symbool van het wereldlijk gezag) beleend en eerst daarna geschiedde de kerkelijke investituur met ring en staf. Zoo zou in dit relief de beleening van, of 'ulster nog het afleggen van den leeneed (hominium) door den bisschop als wereldlijk vorst — staf en ring zijn immers niet uitgebeeld — weergegeven kunnen zijn. Van dezen gedachtengang uitgaande moet het relief een feit weergeven van zulk een bet kepis dat men de herinnering er aan in de 0. L. Vrouwekerk wild vastleggen. Tegen- over de heftige partijschappen, welke in XII A gepaard in en aan het vrijkomen van den bisschopzetel van Luik, valt de eensgezindheid op, die het optreden van den nieuwen bisschop Rudolf van Zahringen (1167-1191) omgeeft. Door Philips van Heinsberg, aan- hanger van den tegenpaus Pascalis III, tot bisschop gewijd, nadat hem de keizerlijke in- vestituur verleend was door Frederik Barbarossa, is hij den keizer trouw gebleven in het schisma tot in 1179 en met hem ter Kruisvaart getrokken ; op den terugweg is hij gestorven den5-vm-1 Eenandere investituur zou die kunnen zijn van Albert van Cuyck, die door den keizer te Worms wordt beleend, nadat deze kennisgenomen heeft van de pauselijke aanbevelingsbrieven ;• den 6-1-1196 volgde de bisschopswiiding door Adolf van Altena, aartsbisschop van Keulen (vgl. Daris, Histoire de Liege). 3. In den zuidwand is een relief ingemetseld, dat een h eili gen bissc hop voorstelt. De Steen meet 1.77 M. bij een breedte van 0.87 M. en is van harde mergel (Ligtenberg, S. 41.). Fen vlakke lijst, aan de binnenzijde geprofileerd en aan de bovenzijde het beloop van een driepas volgend, omsluit een veld, waarop een figuur, frontaal geplaatst, op een rechthoekig voetstukje staat. Deze figuur is gekleed in eene, over de schoenen plooiende, albe; hieroverheen draagt zij een, slechts weinig ingesneden, dalmatiek met versierden zoom ; een in zware plooien over den linkerarm afhangend kazuifel, een pallium en een om den hals zichtbare amict voltooien de kleedij. De heiligenschijn — een naar het midden uitgeholde schijf — vult den middelsten STAR MAASTRICHT. 50 boog der omlijsting en vormt een rustigen achter- grond voor het eerbied- waardig gelaat. De kale schedel wordt omgeven door een krans van haren, terwijl om mond, kin en kaak een dunne haargroei valt waar te nemen. Groote oogen, met uit- geholde pupillen, een goed gesneden news en een energiek gesloten mond geven den kop jets persoonlijks. In de rechterhand houdt doze figuur een (ver- nieuwden) kromstaf, ter- wijl de verdvvenen linker- hand een open boek hield, waarop te lezen staat GRA(TIA) D(OMI)NI N(OST)RI CVM OICTIB(US) VOB(IS). ± 1200. (Afb. 474.) De overlevering ziet in dit beeldhouwwerk eenportret van den H. Bernardus, die te Maastricht den tweeden kruistocht heeftgepredikt en toen in de 0. L. Vrouw zou hebben overnacht. Li ten- berg vermoedt dat in dit , relief zou zijn voorgesteld Albert van Leuven, bisschop van Luik, die in 1192 te Reims vermoord werd en die een broeder was van den hertog van Brabant (Roma- nische Steinplastik, S. 42, 43). In dengeest der Maas- trichtsche overlevering zou Afb.. 0. L. Vr. Kerk. Heilige bisschop, de zoogenaamde men ook kunnen denken St. Bernardus. aan denpauselijken legaat, kardinaal Henricus, bisschop 510 GEMEENTE MAASTRICHT. van Albano, die in Belgie — en to Luik in het begin van den Vasten van 1188 — den kruistochtpredikte, op den terugkeer waarvan bisschop Rudolf van Zahringen het leven liet (vgl. Daris, Histoire de Liege, en de kleine letter, hiervoren op blz. 5o8). In een bespreking van Ligtenberg's werk in Het Gildeboek, 1918, wijst Dr. W. Goossens er op dat de eivormige verdieping, welke zich op de borst boven het pallium bevindt, vermoedelijk gediend heeft voor het aanbrengen van een relikwie, wat op een bijzondere vereering van den voorgestelden Heilige te Maastricht wijst. Goossens wil dan in dit relief een voorstelling zien van den H. Evergislus, aartsbisschop van Keulen, die to Tongeren werd vermoord. Deze Heilige werd in Romaanschen tijd reeds te Maastricht vereerd, een calendarium der 0. L. Vrouw uit het jaar 1307 vermeldt zijn feest op 24 October als dat „Evergisli Archiepiscopi" en een hem gewijde kapel, onderhoorig aan de 0. L. Vrouwekerk, werd in de XVIIe eeuw afgebroken. Al maken de kapittelbesluiten er een melding van, aannemelijk is het, dat tegelijk met het beneficie het relief naar de 0. L. Vrouw werd overgebracht. 4. Tot deze groep behoort ook de latei met enge 1, boven den doorgang in den oostwand van de ruimte boven het hoofdportaal. Deze latei heeft een breedte van 0.761 M., bij een grootste hoogte van 0.342 M. (afb. 475); de steep is omtrent het jaar 1917 uit een huffs aan het 0. L. Vrouwe- plein naar bier overgebracht. Een vlakke lijst, aan de binnenzijde geprofileerd gelijk bij „den Christus triumphans" (vgl. afb. 472) omgeeft een vlak veld, waaruit in verhoogd beeldhouwwerk de figuur van een engel ten halve lijve naar voren komt. De engel heeft het hoofd een weinig ge- bogen en zijn rechterschouder even naar voren gebracht. De, voor de borst gebogen rechter- arm houdt een leliestaf in de hand, welke staf tegen den rechter schouder rust, terwijl de linkerarm naar buiten is AID.. 0. L. Vr. Kerk. Latei met engel.gebogen en met de naar boven gerichte vingers van de linker- hand een schijf (?), welke op de holte dier hand staat, ondersteunt. Over de schouders is een korte mantel gelegd, welke over den linkerschouder en -arm afhangt, zooals die van den Christus op den „Retabel" en dien van „de Majestas Domini" in St. Servaas (vgl. afb. 346 en 326). De uitgespreide vleugels bedekken de profileering der lijst in de benedenhoeken en Tangs de bovenzijde. De nimbus is in vorm en plaatsing verwant aan dien van den heiligen bisschop, hiervoren onder n°. 3 beschreven. Kapiteelen. Voor een gedeeltelijke verklaring der voorstellingen op de gebeeldhouwde kapiteelen in het koor, wordt verwezen naar de publicaties van Flament in Het Huis Oud & Nieuw, 1913, Ligtenberg, a. w., blz. 93 e. v., Kapelaan Welters in de Nedermaas V, blz. 68 e. v. STAD MAASTRICHT. 5 I I Wat de beeldhouwers der kapiteelen in het koor der 0. L. Vrouw en op de galerij in den westbouw van St. Servaas heeft geinspireerd, is niet bekend ; eenige voorstellingen zijn ontleend aan het Oude Testament, andere aan Deugden en Ondeugden, weer andere aan de Jaargetijden, de Bestiarien en waarschijnlijk aan toen algemeen verspreide en begrepen fabels. Bij de negen intercolumnien behooren twee ingekaste kapiteelen, zes vrijstaande, en, naast het middelste intercolumnium, twee groote kapiteelen, Welke de vier zuiltjes van een zuilenbundel bekronen ; deze zuilenbundel is tweeledig, zoodat het bovenste lid op zijn beurt ook weer een groot kapiteel draagt. In totaal zijn er dus in de zuilengalerij twaalf kapiteelen, terwijl de muurzuilen langs den koor- wand met tien kapiteelen prijken. Het muurkapiteel aan de noordzijde is versierd met een ornament van ranken- slingers en vogels ; dat aan de •uidzijde vertoont in rankenslingers een naakten man, steunend op de rechter knie, het met een kalotje gedekte hoofd achterover- biligend ; om de kin heeft hij een Tang spitsbaardje (vgl. Ligtenberg, Taf. XXIII, nr. 3). Met de rechterhand omklemt hij het linkerbeen van een wegkruipende vrouw even boven den enkel, terwijl een andere naakte vrouw naar hem toegewend zit in behaaglijk niets-doen. De slingers gaan uit van twee diermaskerons op de hoeken van het kapiteel. Een bandornament siert het bovengedeelte dezer twee kapiteelen. Van de drie volgende kapiteelen langs de noordelijke helft der zuilenrij vertoont het eerste ranken, waarin, op elken hoek van het kapiteel, een naakte vrouwen- figuur is gezeten, de Borst gevend aan draakachtige vogels. (Afb. 476.) Afb.476 en 477. 0. L. Vr. Kerk. Kapiteelen van de zuilen (noordzijde) in het koor. Het middelste kapiteel vertoont wederom ranken, waarin op de hoeken een mannen- figuur zit gestrengeld. (Afb. 477.) Van het volgend kapiteel is de beteekenis der voorstellingen voldoende duidelijk; 5 I 2 GEMEENTE MAASTRICHT. daar wij in de, naar het middelpunt van het koor gerichte, voorstelling het aan- bieden van twee offers door twee mannen kunnen zien, in de voorstelling links hiervan het doodsiaan van den eenen man door den anderen met een knots, en in het tafereel aan de zijde van den omgang God — kenbaar aan den kruisnimbus — afgebeeld zien tegenover een (den overlevenden) man met knots, hebben wij hier stellig te doen met scenes uit het verhaal van Ka1n en Abel. De volgorde der voorstellingen is dus van die op de rechterzijde over die aan de koorzijde en die links hiervan naar die aan den kooromgang. De eerste voorstelling, aan de rechterzijde van die met de offerande, moet dan de beide broeders, werkzaam in het veld, voorstellen, maar er zijn alleen twee, naar elkaar toegewende mannen te midden van slingers te zien ; hun kleeding bedekt het lichaam alleen van het middel of tot aan de knie ; zij dragen — de eene kop is beschadigd — een helmachtigen stroohoed en met de handen houden zij zich aan de slingers vast. In de voorstelling der offerande is de eene man, die een lam in beide handen omhoog houdt op zijn mantel, blootshoofds, terwijl de hand Gods, zegenend, boven het lam is afgebeeld ; de andere man houdt een schoof met beide handen omhoog en heeft het hoofd met de kap van zijn mantel bedekt. (Afb. 478.) Bij den broedermoord zien wij Abel achterover vallen tusschen de ranken, terwijl Kaln hem met beide handen den doodelijken slag met een zware knots toebrengt. Tenslotte is aan de zijde van den omgang de, aan den'kruisnimbus herkenbaren, Afb.478. 0. L. Vr. Kerk. Het Kain- Afb.. 0. L. Vr. Kerk. Het zelfde kapiteel in het koor (noordzijde). kapiteel naar een afgietsel. God — in menschelijke gedaante — afgebeeld, gekleed in een order- en boven- kleed met een om het middel samengehouden mantel ; met opgeheven rechterhand staat Hij tegenover den moordenaar met knots (Afb. 479). Dan volgt het groote kapiteel van den noordelijken zuilenbundel ; aan de voorstellin STAD MAASTRICHT. 513 ter epistelzijde : een slapende man en een engel op een ladder, waarnaast een man, worstelend met een engel, zijn aanstonds tafereelen uit het Leven van Jacob te herkennen. De voorstelling aan de, naar het middelpunt van het koor gerichte zijde stelt dan ongetwijfeld de zegening voor van Jacob door Isaak: een Afb.480. 0. L. Vr. perk. Het jacob-kapiteel van den zuilbundel in het koor. man, met zegenend opgeheven rechterarm, zit in een bed, terwij1 een andere zich tot hem buigt, in beide handen een schotel — het op verzoek van Isaak toebereide wild? — vasthoudend. De voorstelling ernaast is misschien die van het verkwanzelen van het eerst-geboorterecht om een bord linsenmoes : een man, met tot op cle mondhoogte opgeheven rechterhand — moet dit gebaar den eetlust van den uitgehongerden Jager Ezau weergeven, of misschien den door hem afge- legden eed? — staat, in stappende houding, tegenover een andere figuur, die, met gebogen knieen, in de linkerhand een bord, op de rechter een urn (?) houdt. Misschien ook stelt dit tafereel Jacob's moeder voor, die hem het voorstel doet zijn vader te bedriegen ; vandaar zijn afwijzend gebaar. Hierboven staat het opschrift : ..... DENTIS • HEC I Rechts hiervan volgt de voorstelling van Jacob's droom en zijn worsteling met den engel. Jacob zit te slapen, het hoofd op een Steen rustend, terwijl een engel met aureool, uitgespreide vleugels en wapperend kleed ijlings een ladder bestijgt ; hij houdt zich met de handen aan de sporten vast en Wendt het hoofd naar beneden, 514 GEMEENTE MAASTRICIIT. naar den slapende. Hiernaast is een engel, kenbaar aan aureool en uitgespreide vleugels, met Jacob in een worsteling omstrengeld ; het opschrift hierboven luidt : SVMIT - DONA • PARENTIS • / Afb.481. 0. L. Vr. Kerk. Het Jacob-kapiteel van de andere zijde. Aan de zijde van den omgang ziet men een levendig tafereel van menschen en dieren ; klein vee wordt door een paar herders gedreven ; een bok maakt een sprong en wendt daarbij den kop naar een anderen, welke achter hem komt; een man, de laatste van een groep voor dit vee, wendt zich lachend om met een handgebaar, terwijl deze groep bestaat uit voortloopende volwassenen met een kind erbij. (Afb. 481.) Misschien hebben wij in deze voorstelling to denken aan Jacob, die met vrouwen, kinderen, dienaren en vee zijn broeder ging opzoeken hem geschenken in vee vooruitzendend om hemgunstig to stemmen ; het volgend tafereel geeft dan de verzoening weer. Het opschrift hierboven luidt : + ETHEREOS . CET • CER • De laatste voorstelling vertolkt de omhelzing en verzoening van Jacob en Ezau ; zij zijn gekleed in lange, op de schouders samengeknoopte, mantels. In de bij- behoorende groep ziet men drie herders met schapen ; de voorste houdt een springenden ram bij de horens. Waarschijnlijk stellen deze schapen eveneens de door Jacob vooruitgezonden geschenken uit zijn veestapel voor. STAR MAASTRICHT. 515 Het opschrift luidt : NIT SOMNIA LET(VS) • Het geheele opschrift luidt dus : ETHEREOS CET(US) CER / NIT PER SOMNIA LET(US) I ..... DENTIS HEC I SUMIT DONA PARENTIS. Het •opschrift, dat telkens over twee zijden heen zich uitstrekt. en slechts behoort bij Jacob's droom en de aanvaarding van Jacob's gaven door Ezau, maakt den indruk niet te passen bij de voorstellingen. De deksteen behoeft slechts een halven slag gewend te worden en de tekstgeeft een toelichting tot de twee genoemde tafereelen. Terwijl deze kapiteelen aan den onderkant voorzien zijn van een bolle lijst, waarboven een kabelrand is gelegd, hebben de kleinere kapiteelen van de bovenhelft alleen een bolle lijst en onder de dekplaat een gebeeld- houwde fries van slingers en acanth us- bladeren. De reliefs op de bundel- kapiteelen vertoonen in slingers naakte mannenfiguren, gehurkt en met de ruggen aan elkaar ; gestyleerde vogels, de borsten naar elkaar, maar de koppen omgewend ; frontaal ge- zeten, naakte mannetjes, in de knieen doorgebogen ; afgewende, stappende Afb.482. 0. L. Vr. Kerk. Kapiteel van den vogels met de staart en de punt der zuilenbundel naar een gipsafgietsel. vleugels tegen elkaar, de lange hals (Vgl. ook afb. 491 en 492.) omgebogen en de kop op den rug gelegd. Het volgend bundelkapiteel stelt het bezoek der drie engelen aan Abraham voor ; deze staat met samengevouwen handen tegenover de groep van engelen ; een aureool omgeeft zijn hoofd, een lange mantel hangt van zijn schouders. Achter hem staat in een huffs een vrouwelijke figuur, die de deur van Naar woning opent. De drie engelen, met aureool, staan naast elkaar ; de eerste schijnt Abraham iets te zeggen. Wij hebben hier dus de illustratie van het bijbelsch verhaal, volgens hetwelk de voornaamste der drie gasten Abraham voorspelde, dat zijn vrouw Sara over een jaar een noon zal krijgen ; Sara, die achter de deur stond, begon bij het hooren dezer voorspelling te lachen. Het opschrift luidt : + QVE • TR ...... Tevoren had Abraham zijn gasten een maaltijcl aangeboden, waarbij hij hen zelf bediende. Wij zien dan ook twee figuren gerechten dragen naar de aanzittenden ; van de twee figuren heeft de voorste een aureool ; het is Abraham, thans zonder mantel. Aan de overzijde van een tafel zijn drie figuren naast elkaar gezeten, 516 GEMEENTE MAASTRICHT. waarvan de puntige schoenen order het van de tafel regelmatig neerplooiende Laken zichtbaar zijn. Afb.483. 0. L. Vr. Kerk. Het Abraham-kapiteel van den tweeden zuilenbundel in het koor. Het opschrift hierboven luidt : VENERATVR • ET • ORAT I De volgende zijde laat ons Abraham zien met zijn, op het altaar gebonden noon Isaak; Abraham heeft het zwaard in de rechterhand opgeheven, een zwaard, dat door een neerdalenden engel wordt vastgegrepen ; een Lange mantel hangt hem op den rug en achter het altaar is de kop te zien van een grazenden ezel. In de rechter helft is tusschen plantenslingers de ram weergegeven. Het opschrift luidt : ESSAT • SPECTAT • \Ivy Op de laatste zijde kan men Abraham zien den vastgebonden ram op het offer- altaar doodend door hem met de linkerhand bij den news te grijpen en met de rechterhand een groot mes door den strot te dringen ; bij deze handeling heeft Abraham geen mantel aan. (Afb. 484.) Het opschrift luidt: MANEAT • TIBI • NAT • / De kleine kapiteelen hierboven zijn verwant aan die van den evenbeschreven zuilenbundel : nu eens twee manlijke naaktfiguurtjes, elkaar toegewend; dan weer twee koppels, van elkaar afgewende vogels, waarvan het eene paar de koppen heeft toegewend, pikkend aan druiventrossen. Aan de zijde van den omgang bespringt een wolf een zwijn en daarnaast zijn twee gestileerde, afgewende vier- voeters weergegeven. Op de laatste zijde staan twee naakte mannenfiguren, in gebogen houding, tegenover elkaar en daarnaast staan twee gestileerde vogels, ruggelings naast elkaar. (Vgl. Afb. 491 en 492.) STAD MAAST(ZICHT. 517 Afb.484. 0. L. Vr. Kerk. Het Abraham-kapiteel in het koor, van de andere zijde (vgl. afb. 493 en 494). Het volgend kapiteel aan de epistelzijde geeft klaarblijkelijk een episode weer uit het Leven van den profeet Baladm, die Gods toorn had gaande gemaakt : reizend Afb.485 en 486. 0. L. Vr. Kerk. Het Baladm-kapiteel in het koor (zuidzijde). op een ezelin, schrok deze voor een engel met uitgetrokken zwaard. Toen Baladm den engel niet zag en het dier sloeg, vroeg dit hem met menschelijke stem wat heb ik U gedaan ? Men ziet dan ook den verschrikten profeet, de ezelin, den 5 I 8 GEMEENTE MAASTRICHT. kop wendend tot haar berijder, en een zwevenden engel met opgeheven zwaard. Het aangrenzend vlak van het kapiteel geeft een tweegevecht weer tusschen twee phantastische wezens uit een of ander verafgelegen kustland : ruggelings staan twee draakachtige monsters, Wier halzen vervangen zijn door het bovenlijf van een man. Deze halve mannen zijn naar elkaar toegewend en beschermd door een groot puntig toeloopend schild, dat zij met den flauwgebogen linkerarm naar voren brengen. De rechterarm is achterwaarts gebogen, gereed een slag toe to brengen met een visch, welke hun rechterhand omklemt. Hun hoofddeksel is kegelvormig en geribd. Aan de zijde van den omgang zijn twee bloothoofdige mannen in een tot de knieen reikend en op de heupen opgehouden gewaad met mouwen afgebeeld ; zij waren elkaar toegewend, maar deinzen terug, het bovenlijf achteroverbuigend en een afwerend gebaar makend tegen een draakachtig monster, dat hen in de Borst bijt. Het vierde vlak is ingenomen door een symmetrische indeeling: twee, elkaar toegewende vrouwen (?) met wapperende haarvlechten en ontbloot bovenlijf, zijn met het onderlijf aan elkaar gebonden ; de bovenlijven sterk achterover gebogen, doorgezakt in de knieen en gekleed met een tot over de kuit neerplooiend lenden- gewaad ; in het midden hangt een over haar middel geknoopte doek in zware plooien af. Met den achteruitgebogen arm omvatten zij slingers, welke uit een diermasker boven en in 't midden van het kapiteel ontspringen. (Afb. 487.) Afb. 487. 0. L. Vr. Kerk. Kapiteel in het Afb. 488. 0. L. Vr. Kerk. Het Heimo- koor (zuidzijde) naar een afgietsel. kapiteel in het koor (zuidzijde). Het middelste kapiteel der zuidzijde is wegens de naar het middelpunt van het koor gerichte voorstelling bekend als het Heimo-kapiteel, en wegens de andere voorstellingen als het Evangelisten-kapiteel. Een man, op de rechterknie geknield, blootshoofds en gekleed in een mantel, welke de armen vrijlaat en laat zien, dat het onderkleed over het middel wordt opgehouden ; deze man houdt in de handen een gebeeldhouwd kapiteel, dat in STAR MAASTRICHT. 519 ontvangst wordt genomen door een half staande, half zwevende vrouwelijke figuur met aureool (zooals bij den heiligen bisschop en den engel beschreven is, vgl. afb. 474 en 475). Een opschrift maakt ons beide figuren bekend ; de vrouwelijke als S • MA-RIA •7 de geknielde als HEIMO • Op de andere vlakken in, met bollen of met groeven versierde, banden twee toe- gewende leeuwen, twee runderen met omgewende koppen en twee draakachtige vogels, eveneens met omgewende koppen. Men heeft hierin de symbolen der Evangelisten willen zien : den leeuw, het rund en den adelaar, en op grond hiervan het kapiteel ook wel het Evangelisten-kapiteel willen noemen Het laatste vrije kapiteel aan de zuidzijde heeft aan den onderkant een palmetten- fries en daarboven aan de binnenzijde twee afgewende leeuwen, in springende houding, de grimmige koppen omgewend ; verder twee toegewende vogels, druiven pikkend ; aan de zijde van den omgang rankenslingers en aan de vierde zijde wederom vogels, zooals juist beschreven werden. (Afb. 489.) Afb.489. 0. L. Vr. Kerk. Kapiteel in het Afb.490. 0. L. Vr. Kerk. koor(zuidzijde). Wijnoogst-kapiteel aan den absiswand. Het kapiteel in den muur van het voormalig torentje werd beschreven op blz. sii. Van de kapiteelen langs den absiswand zijn er met een ornament van planten- slingers, met vogels, met menschelijke figuren in strijd met monsters ; een met een man en een vrouw in slingers en met een fries van duivelengebroed aan den benedenkant, mogelijk Adam en Eva voorstellend (afb. 500; vgl. Welters) en tenslotte een voorstelling van den wijnoogst, Welke voorstelling veel gelijkenis heeft met die in de St. Servaaskerk (vgl. Afb. 490 met 28o en 281). De kapiteelen op de galerij bieden minder verscheidenheid ; hun versiering bestaat uit acanthusbladeren. Sao GEMEENTE MAASTRICHT. Afb. 491. Afb. 492. Afb. 493. Afb. 494. 0. L. Vr. Kerk. Kapiteelen in het koor, naar gipsafgietsels. Afb. 491-494 kapiteelen van de zuilenbundels; Afb. 495, kapiteel aan den absiswand. . Afb. 495. STAD MAASTRICHT. 5 2 1 Afb. 496. Afb. 497. 4,71: Afb. 498. Afb. 499. 0. L. Vr. Kerk. Kapiteelen in het koor, naar gipsafgietsels Kapiteelen van de zuilenrij en een van den absiswand. Afb. soo. 522 GEMEENTE MAASTRICHT. Boven hun dekplaten bevinden zich maskarons ; men heeft er wel eens de voor- stelling der zintuigen in willen zien, maar daarmede zouden slechts vijf van de acht koppen een verklaring vinden. Bouwgeschiedenis. Tot het oudste gedeelte der kerk behoort de w e s t b o u w, welke omtrent het jaar 1 000 gesticht kan zijn en op welks crypt volgens DR. KALF het instortingsbericht van 1 ol8 kan betrekking hebben (vgl. blz. 471 en 4 7 2). Deze westbouw onderging eenige wijzigingen ; uitwendig is hij te verdeelen in een ouderen onderbouw in kolenzandsteen en een jonger bovengedeelte in mergel ; dit laatste met laat-romaansche motieven dagteekent uit XIId ; inwendig werd hij ver- moedelijk geopend (XII B) 7 N r ----# _ . A op het schip. 5 cm Bij de oprichting der kerk zal wel gedacht zijn aan den bouw eener pijlerbasiliek, Wier pijlers zich voortzetten 1) 50 c M tot aan de beide torentjes, waarvan de onderbouw ter- zijde van de krocht nog aanwezig is ; het hierbij behoorend koor had een halfronde absis. Uit het a _ 50 cm huidig bouwwerk valt in- tusschen op to maken, dat er XII B gebouwd is in het schip, aansluitend aan de IF).,,.... I . 1. i R travee naast de kruising. Tot 50 CM goed begrip van wat ik zeggen wil, stelle men zich A en B, basementen in het schip; C, D en E, de kruising voor, aan haar basementen in het koor; F en G, basement oostzijde geflankeerd door en kapiteel in het portaal; H, I, K en 0, een smalle koortravee met imposten en kapiteelen in het schip en de kruising; N, M en L, imposten in het schip; twee torentjes (de oude), aan P, abacus van degekoppelde zuilen in het noord- en zuidzijde door koor; C), doorgaande lijst in het koor; een arm van het transept en R, kapiteel op de galerij in het koor. S OC M aan de westzijde door ern zijbeuktravee, d. w. z. de Afb.501. 0. L. Vrouwe Kerk, profielen. middenbeuk-travee slechts voor haar oostelijke helft. 1) DR. KALF heeft nl. aan de steenen bij de geboorte van den boo aan de noordzijde van de kruising gemeend to kunnen vaststellen, dat deze steenen behoord hebben tot een boo met een straal, welke overeenkomt met dien van de bogen in het schip. De lento van de kruising heeft dan twee bogen gehad en een pijler (of zuil). STAD MAASTRICHT. 52 Zoowel aan de noord- als aan de zuidzijde vertoont de aan transept en zijbeuk grenzende zijbeuktravee eenige afwijkingen van de andere traveeen; die afwijkingen zijn. van belang voor de bouwgeschiedenis, omdat er een vroegeren toestand uit valt of te leiden. Op de eerste plaats zijn zij gedekt geweest door kruisgewelven, ofwel deze overwelving is beraamd geweest; men kan immers boven het profiel en in de hoeken, waar muraal- en gordelbogen samenkomen, de aanzetsteenen nog zien (vgl. of b. 461); in de hoeken aan de oostzijde van de volgende zijbeuktravee eveneens. Op de tweede plaats is de muraalboog in de eerste travee van kolenzandsteen, terwijl bij dien in de volgende slechts voor de drie eerste blokken dit materiaal toepassing vond. In den buitengevel is aan de zuidzijde de midden-, aan de noordzijde de westelijke liseen dezer travee van een impost voorzien. Wizen deze gegevens er al op, dat bier een afscheiding in den bouw ma worden aangenomen, de profielen bevestigen deze veronderstelling, want met de volgende travee der zijbeuken be ant de toe- passing van profielen, welke iets zwaarder en sets meer Bleed zijn, dan de eenvoudige der eerste travee. Denkt men zich de kruisgewelven in de zijbeuktravee uitgevoerd, dan volgt hieruit, dat de boogstelling, waarmede de zijbeuken nu op het schip geopend zijn, vroeger een la ere geweest moet zijn. Heeft nu de boogstelling, door r R. KALF aan de noordzijde van de kruising gereconstrueerd, nagenoeg dezelfde hoogte gehad als die thans in het schip, dan volt uit de hoogere plaatsing van de bogen, dat de boogstelling op een verhoogd koor was opgetrokken •; dit wil met andere woorden zeggen, dat onder dit koor een crypt aanwezig geweest moet zijn. Toen men over in tot de bouwwerkzaamheden westelijk van de kruising, toen men dus deze werkzaamheden meer bepaald aan de juist besproken zijbeuktravee Wilde doen aan- passen, toen werden niet alleen het kruisgewelf in deze travee en de boogstelling in den middenschip wand verwij , derd, maar men bracht een hoogere aan sets lager dan die van de kruising, welke vervangen werd door een grooten boog. Bovendien bracht men in de zijbeuken een e nieuwe overwelving aan Welke , hooger dan vroeger tegen den middenbeukwand - moest reiken. Men bereikte dit door een halven koepel op de bestaande muraal- en gordelbogen / te bouwen endezen met den middenbeukwand te verbinden door een stijgend tongewelf. Verder bracht men eengeheele wijziging in den aanleg van het schip, omdat men besloot dit te 1 overkluizen volgens een nieuw systeem 1). Waarin bestaat dit systeem ? De driegroote traveeen van het middenschip wild e men voorzien van kruisribgewelven •; blijkens de afmetingen van de schuingestelde schalken ma men zware, nagenoeg vierkante ribben veronder- \ I stellen. Dat men eerst na de oprichting der kruising -_ 50 too cr,. tot hetplan dezer overwelving kwam, blijkt hieruit, Afb.502. 0. L. Vrouwe Kerk; kraagsteen dat het steunpunt voor de rib aan den kruisings- aan den kruisingspijler. pijler uit een overkraging bestaat en niet uit een 1) Het wil mij voorkomen, dat men bier eer aan eene, in dit gewest ontstane, oplossing mag denken dan aan Italiaanschen invloed via de voormalige Sint Marie te Utrecht of de stiftskerk van Kloster Neuburg (N.-Oostenrijk); men bedenke, dat een dergelijke aanleg ook te Rolduc aanwezig is en dat het beginsel uit den Dom van Aken bekend was. 524 GEMEENTE MAASTRICHT. van den grond opgaanden schalk • ; ze is bovendien samengesteld uit profiellijsten, zooals men ze aantreft aan de basementen van de pijlers in het schip. (Afb. 502.) In de lengterichting der kerk werd de druk der (beraamde) gewelven in de hoekpunten der middenbeuktraveeen opgevangen door den middenschipsmuur, maar in de richting der breedte-as werd er in voorzien door boven den gordelboog van den zijbeuk een muur op te trekken • met den luchtboog heeft deze muur gemeen, dat hi' boven de daken der zijbeuken uit komt; door het tweetal muren tegenover de middelste middenbeuk-travee met een topgevel boven den zijbeukmuur, en door een zadeldak te verbinden, even zij uitwendig den indruk van een transept zonder voorsprong ; men no dit het pseudo transep t. Inwendig geeft dit pseudotransept eveneens den indruk van een dwarsarm, omdat de middenschipwand er niet door een boogstelling van twee bogen met middenpijler, maar door een grooten boo geopend is. De reeks lagere gewelven in den zijbeuk — al zijn zij met hun halven koepel en stijgend tongewelf al hooger dan vroeger met de kruisgewelven — wordt er onderbroken door een hooger gelegen tongewelf, waarvan de as haaks ligt op de lengterichting der kerk. Het pseudotransept geeft bovendien meer licht omdat de twee venstertjes in den buitenwand niet gescheiden worden door een lase met gordelboog, zooals elders in den zijbeuk, en omdat het een vierpasvenster he in den hoogeren zijbeukgevel. Al deze veranderingen aan te * brengen in een bestaand schip zijn niet denkbaar ; het is dus heel wel mogelijk, dat de bouwwerkzaamheden der X—XIe eeuw zich niet verder westwaarts van de kruising hebben uitgestrekt dan de aangrenzende travee • in dit geval heeft de westbouw vrij gestaan tot hij bij de verbouwingen uit XII B verbonden werd aan het oostelijk gelegen bouwwerk. Het meest veranderd is de oostelijke partij. De benedenbouw der beide t or entj es aan noord- en zuidzijde der smalle koortravee bewaart de herinnering aan een vroegeren toestand • zij flankeerden een absi s, waarvan het beloop ongeveer samenviel met de opstelling der zuiltjes van het huidig koor. Toen dit oude koor werd afgebroken, besloot men een ander, op ruimer grondplan, op te trekken (XIIc) • vermoedelijk deugde de fundeering niet • men gaf het nieuwe koor grondmuren van ruim 5 M. zooals 1R. KEULLER mij de bevinding van een door hem gedaan onderzoek in het zuid-oostelijk gedeelte der krocht verklaarde. it dezelfde oorzaak is de omgang, welke in geen verband staat met de zijbeuken, te verklaren, evenals de galerij boven 1). Het nieuwe koor had aanvankelijk een galerij, want de kapiteelen van haar zuiltjes zijn kennelijk on er • er kunnen een dertigtal jaren gelegen hebben tusschen de vervaardiging der kapiteelen beneden en die op de galerij. Het kan zijn, dat de opgaande wand v66r het aanbrengen der zuiltjes niet onderbroken is geweest • hiervoor pleit de aanwezigheid van twee kraagsteenen op de galerij aan de zuidzijde, ter plaatse van het voormalig torentje. He deze een dakconstructie gedragen, dan wordt meteen de bestemming duidelijk van 1) Een lithurgische bestemming ken ik niet voor deze galerij en de smalle, in de muurdikte uitgespaarde trap lijkt mij al heel weinig geschikt om op gezette tijden een schaar van koorknapen en geestelijken naar boven te voeren bovendien liggen op den vloer der galerij trekbalken, welke behooren tot een waarschijnlijk nog middeleeuwsch verankeringssysteem. De omgang is, naar ik meen, ontstaan als gevolg der breede fundeering, en de omgang gaf het aanzijn aan de galerij. Toen degalerij eenmaal bestond, kan men haar misschien gebruikt hebben voor het vertoonen der relieken; dit gebeurde in de 0. L. Vrouw binnen de kerk. STAD MAASTRICHT. 525 de bijna kwart-cirkelvormige opening in den westwand van het voormalig torentje op de verdieping • deze diende dan om van den dwarsbeuk uit licht te brengen in de overigens duistere ruimte v66r den uitgang van de muurtrap der galerij 1); (vgl. blz. so r). Op de galerij bevonden zich vroeger gewelven van het type, zooals ze in het midden chi wel beraamd, maar niet uitgevoerd zijn en zooals ze v66r de restauratie in de koortravee aanwezig waren (vgl. blz. 499, noot I); bij gelegenheid der restauratie zijn die der galerij vervangen door nieuwe, behalve in de eerste travee aan de zuidzijde, waar de zware ribben nog duidelijk te zien zijn. Voor de gewelven van den kooromgang is te vergelijken blz. 499, noot 2. :fan dit vernieuwde koor zijn tenslotte de beide torens met portaal toegevoegd. Tijdens de restauratie-werkzaamheden isgebleken, dat bij het noordelijk torentje de vaste grond eerst op zes meter werd aangetroffen (mededeeling van IR. KEULLER) •; hierboven was alles aangevulde grond. Voor de bouwgeschiedenis van het koor der 0. L. Vrouwekerk is dit een niet te verwaarloozen factor. De wijzigingen, aangebracht aan het koor geven tevens de verklaring voor den plattegrond der crypt; deze is uit id tot haar tegenwoordige gedaante ; zuiltjes van verschillend type treft men er aan en de breedte-indeeling in vier beuken moet waarschijnlijk toegeschreven worden aan de reeds vaker vermelde vrees niet hechtgenoeg te bouwen. Hiervoren (blz.474) is reeds er op gewezen, dat de kerk in de Xthe eeuw aan het portaal ten Noorden van den westbouw een nieuwengevel heeft gekregen en dat XVc in het verlengde van dit portaal de kapel van de M6rode — thans bekend als de „kapel der Sterre der Zee" — is toegevoegd (vgl. blz. 489). De verhooging van de wanden van het midden chi heeft toen reeds plaats gehad, misschien zelfs in aansluiting aan de verhooging, welke XlId aan den westbouw tot stand is gekomen. Een laatste, belangrijke, werkzaamheid vormde de vernieuwing van de kloostergang in het midden der XVIe eeuw •; over de vroegere kruisgang ontbreken gegevens. De overwelving van het midden chi met baksteenen gewelven op ribben van mergel dagteekent uit de XV Me eeuw en is, zooals hiervoren, blz. 495 gezegd is, het werk van bouwmeester Gilles Doyen 2). De opheffing van het Kapittel, de slooping der St. Nicolaaskerk, de vervreemding der voormalige kloostergebouwen en claustrale huizen, de groote restauraties van 1887-1917 hebben veranderingen aan het kerkgebouw en zijn naaste omgeving medegebracht, Welke bier niet alle vermeld kunnen worden. Er zij alleen op gewezen, dat een gedeelte der meubelen verdween en dat dit verlies later voor een gedeelte is aangevuld door stukken, die uit de St. Nicolaaskerk afkomstig zijn (zooals de doopvont, grafzerken, de beelden van St. Lambertus en St. Nicolaas). Tenslotte is bij de restauratie de vloer der kerk opnieuw gelegd en ongeveer o.6o M. verlaagd, waarbij in het schip geen oudere fundeeringen gevonden zijn ; de (eventueel aanwezige) Romeinsche overblijfselen liggen in elk geval veel dieper. 1) Er is nog een andere verklaring denkbaar; men heeft een „ontlastingsboog" willen aanbrengen bij het openen van het muurwerk beneden; de westelijke wand van het voormalig torentje is immers op het transept geopend; bij de oprichting der galerij kan men gevreesd hebben het muurwerk beneden te zeer te bezwaren, wat er toe leidde het muurwerk erboven te voorzien van een ontlastingsboog en het muurvlak onder den boo te openen. 2) Opmerking verdient, dat PH. DE HURGES in de beschrijving van zijn bezoek aan Maastricht in 1615 opteekende, dat het schip en de kruising van de 0. L. Vrouwekerk overwelfd zijn (MICHELANT, p. 34o). De aan G. Doyen toegeschreven gewelfbouw heeft bijgevolg misschien slechts betrekking op belangrijke herstellingen, 526 GEMEENTE MAASTRICHT. Meubelen. De Kerk bezit Een h o o fd altaar met tombe, waarop een medaillon en festoenen ; het medaillon met een gesneden voorstelling der soldaten om het geopend graf. Het draai- tabernakel heeft in front een gesneden voorstelling van een offer. Terzijde twee engelen, de een met een kruis, de ander met een anker. In het midden, boven op, de pelikaan (XVIII B). Dit altaar is waarschijnlijk afkomstig uit de voormalige Jezdietenkerk. In den zuiderzijbeuk een eenvoudig al t a a r, waarvan de mensa rust op een gemetseld voetstuk en op een vrijstaand zuiltje met gebeeldhouwd kapiteel en een basement met hoek- blaadjes (afb. 503). Gesneden houten Com m uniebank, gezwenkt en opengewerkt, met dub- bele deur en paneelen, waarop fes- toenen, de tafels der wet, een kelk en korenaren, een monstrans en ciborie, Afb.503. 0. L. Vr. Kerk; altaar in den en het Lam Gods op het boek met zuider-zijbeuk. de zeven zegels (XVIII A ; gewijzigd). Vijf b i e c h t s t o e 1 e n, met ornament in den Stijl van Lodewijk XV. Een ervan met St. Michael en den draak en een banderol met LEVAVIT CONCORDIA FRATRUM (1767); de andere met een medaillon, waarin het borstbeeld van een heilige. Deze biechtstoelen zijn afkomstig van de voormalige Jezuletenkerk. (Vgl. afb. 462). Gegoten koperen d o o p v o n t. Op drielobbigen voet rust op een zeskant basement een zeskante pijler, gekantonneerd van zuiltjes ; hij draagt een twaalfzijdige kuip met geprofileerden rand. Het omgekeerd-komvormig deksel gaat met kloeke profielen over in een zeskant platform, waarop een blijkbaar ingekorte baluster staat. Vier consoles en gaten in het deksel wijzen op de vroegere aanwezigheid van de symbolen der vier Evangelisten en andere gaten doen zien, dat vroeger om het platform drie contreforten hebben gestaan, waartusschen beeldjes. Op den rand van de kuip een opschrift in gothische minuskels : ART VAN TRECHT + E MONT PRONE / (L) E(M) VA(SP)A(W)EN. Hoog tot op den bovenkant van het platform : 1.54, middellijn der kuip 0.85 M. (XVd). Een w ij watery on t van Naamsche steen met achtkante schacht en kuip ; deze is voorzien van vier koppen. Hoog o.88 M. (XV). STAD MAASTRICHT. 527 De preekstoel bestaat uit een gesneden kuip, welke gedragen wordt door een eveneens gesneden balustervormigen stain ; hij heeft een klankbord met een eenvoudige fries met ranken en is bekroond door een onder-levensgroot borstbeeld van de Hoop, met een anker in de terzijde gebogen linker. De vierzijdige kuip heeft op de hoeken schuingestelde voluten en op iedere zijde een gebeeldhouwde voorstelling, to weten aan de westzijde, d, i. op het deurtje, de boodschap des Engels ; op de zuidzijde (de naar het schip gewende) de ten- Hemel-opname van Maria ; op de zijde naar het koor de opdracht van Maria, en op de vierde zijde, naast den pijler, het Oog Gods. Het rugstuk, versierd met bloemornament, wordt geflankeerd door twee engelen- figuren ; die aan de oostzijde houdt in de opgeheven linkerhand een verguld hart, de andere in de opgeheven rechterhand een verguld kruis ; deze figuren, de Liefde en het Geloof, hebben den arm aan den binnenkant omhoog geheven tot onder- steuning van het klankbord. De smalle trap heeft een borstwering van opengewerkte paneelen met gestyleerde ranken en een trappaal met AN • 1721 . NO en het wapen van den schenker, kanunnik Willem Hendrik Loyens. Het wapen laat zich als volgt beschrijven : een ovaal- schild, gevierendeeld : I en IV, een molenijzer, van boven en van onder vergezeld van een lelie, aan elke zijde van een klaverblaadje; II en III, drie kwasten (2 en I); het schild is gedekt door een abtshoed, waarvan de kwasten (zes aan Afb. 504. 0. L. Vr. Kerk; doopvont. elken kant) naast het schild hangen. (Vgl. voor den grafsteen van den schenker blz. 573, nr. 26). Gesneden en verguld houten lezenaar in den stijl van Lodewijk XV. De lezenaar bestaat uit twee paar armen, waarvan het een korter is dan het andere ; de 528 GEMEENTE MAASTRICHT. bovenkant van het kortste paar is met dien van het andere verbonden door een stuk stof en vormt den eigenlijken lezenaar. Opengeklapt bedraagt de grootste hoogte 1.615 M. en tot den bovenkant van het laagste armenpaar 1.25 M.; de breedte bedraagt 0.60 M. Blijkens een opschrift geschonken in 1931 ; aangekocht op een veiling te Keulen in 193i. Kleine verguld houten lezenaar, aan den achterkant met het uitgesneden jaartal 1729. Het or gel had oorspronkelijk slechts een klavier ; het is later (XIXB, door de Firma Peerboom) met twee klavieren en met pedaal uitgebreid. Het is mechanisch met 33 registers. Blijkens het door J. v. D. VENNE in de Maasg. 1914, blz. 37 gepubliceerd contract, is het geleverd door Remigius Ancion „borger ende orgelmaecker sijns hantwerx binnen der stad Hoyen" (Huy) voor 105o gld. brab.; de maker verbond zich het op te stellen tegen Kerstmis 1665. Voor de beschilderde vleugels, zie verderop blz. 539. Opmerking verdient, dat de orgelkast het jaartal ANNO-1652 vermeldt, terwijl het contract van 1665 uitdrukkelijk spreekt van het maken van een least. Grafsteenen. Mlle eeuw. Tot de belangrijkste grafzerken in de kerk van 0. L. Vrouw zijn te rekenen I. Een steen in de kapel van den noordelijken transeptarm met een ten deele leesbaar opschrift ; de steen meet 2.05 M. bij 1.05 M. en het opschrift luidt : . .NO DNI • M i CCLXX • OCTAUO • X • IIII . KL' • MERTIS • OBIIT • IACO . . . 2. De nog gave steen der gebroeders van Aken, in de St. Annakapel. Op een steen van 2.96 M. lengte bij een breedte van 1.415 M. zijn twee geestelijken uitgehouwen, elk onder een gothische architectuur. (Afb. 505.) Het randschrift luidt ANNO DNI • M • CC I • LXXXIII • TCIO • IDUS • MARCII • OBIIT • THEODERICUS • DE • AQVIS • CAN • SCE • MARIE I • IN • TRAIECTO + ANNO • DNI • M • CC I OBIIT • RENERUS • QNDA • INVESTIT' • ECCIE • DE • ROSMERE • FUNDATOR • ISTIUS • CAP / .. LE CU SUO FRE • XIVe eeuw. 3. Een andere zerk in de kapel aan het noorderdwarspand, 1.3o M. bij 1.07 M., is eveneens zeer uitgesleten, zoodat van het randschrift alleen het jaartal te onder- scheiden is : M / CCC • XLV . . . terwijl van twee wapenschilden te zien is, dat zij gedwarsbalkt waren, het eene waarschijnlijk met een leeuw over alles heen, het ander met een .. ? . 4. Een zerk in de kapel van den zuidelijken transeptarm ; de steen is Lang 2.85 M. en breed 1.43 M. ; de twee wapens aan het boveneinde zijn uitgesleten ; een PLAAT XX. STAD MAASTRICHT. 52 priester is afgebeeld onder een gothische architectuur ; het rand- schrift in gothische minuskels ver- meldt + HIC • IACET• SEPULTUS • I DOMINUS • WILHELMUS • DE • BREDA • OLJM • DECANUS • ET • CANONICUS • HUIUS • ECCLESIE . QUI./ OBIIT • ANNO • DOMINI. MILLESIMO • QUARDI / NGENTESIMO • DECIMOQUARTO • NE • VICESIMO • MENSIS • AUGUST' • CUIUS • ANIMA • PER • DEI • MISERICORDIAM • REQUI I ESCAT • IN . PACE • AMEN • S. Een in de kapel van den noordelijken transeptarm, lang 2.26 M., breed 1.18 M. ; het randschrift in gothische minuskels luidt : HIC • IACET • SEPULTUS • DNS • JACOBUS I . . ANT . . . . • D • E .. US • CANONIC' • HUIUS • ECCLESIE • QUI • OBIIT • ANNO • DOMINI • M • CCCC • I LXVI MENSIS • FEBRUARII • DIE (QUARTA) CUIUS . ANIMA • P .. MISERI- CORDIAM • DEI • REQUIESCAT • IN • PACE • AMEN • 6. Een kleine steen van 1.09 bij 0.785 M. ligt in de kapel aan den noordelijken transeptarm ; van het randschrift in gothische minuskels is to lezen HIC • JACET • DSTS • NICHOLAUS • DE • GHELKE • I CAPPELLAN' • HUI' ...... I . . IN • P.ACE • AMEN • Twee wapens prijken op den Steen; Afb. 505. 0. L. Vr. Kerk. Grafsteen dergebroeders van Aken in de St. Anna kapel. het wapen van Ghellick : een schildhoofd, beladen met twee vijfbladerige bloemen ; het andere: vijf aansluitende spitsruiten op een veld van hermelijn ; een ander fragment ligt in de kruisgang. (Vgl. hiervoren blz. 232 en voor het wapen van Gellick, Maastrichtsche grafsteenen, alb. 52, Public. 1931, en hierna blz. 568, nr. 3). 7. In de kapel van den zuider transeptarm ligt een steen van 2.46 bij 1.3o M. ; in XVIe eeuw. zijn midden is een kelk uitgehouwen en in een cirkel het volgend opschrift aangebracht 530 GEMEENTE MAASTRICHT. in gothische minuskels : SEPULT' • HIC • DNS JOHANES GROSE. (S) DE VLEYTIGE G . . CAC' OBYT CANN' H' ECCLIE A° 1538 ; hieraan is toegevoegd DIE (XV) en binnen den cirkel MAY. 8. Tegen den zuidwand van het dwarspand is een steen geplaatst van 2.30 M., bij 1.26 M. Op dien steen is onder een eenvoudige architectuur een priester afgebeeld, met beide handen een kelk voor de borst vasthoudend ; het randschrift in gothische letters vermeldt : Hic SEPULTUS EST HONLIS DN PETRU AB AG . ERE CAN .. AC CANTOR H' ECCLIE QUY OBYT ANNO DICj 1567 DIE 7 / APRILIS CUJ' AIA REQUIESCAT IN PACE AMEN / ET MGR CORNELIUS KYEN ET' CANONICUS ET EX SORORE NEPOS QUI OBYT A° 1569 DIE X FEBR. XVIIe eeuw. 9. In de kapel van den zuidelijken transeptarm ligt een steen van 2.27 M. bij 1.28 M. ; binnen een cirkel is in hoog relief een geslachtswapen : drie St. Andrieskruisen (2 en I), met helm en dekkleeden uitgebeeld ; helmteeken : een St. Andrieskruis. In een cartouche eronder staat het volgende opschrift HIC IACET SEPVLTVS ITZDVS ADMODVM DN' D PETRVS LINDANVS HVIVS INSIGNIS ECCLIAE COLLIGATAE BEATAE MARIAE VIRGINIS TRAIECTEN DVM VIVERET DECANVS : NECNON ILLUSTRIS I AC Ri5I D ARCHIDIACONI HASBANIAE IN I ECCLIA LEO-13: OFFICIALIS TRAIECTI/CONSTITVTVS QVI OBYT DIE I 2 / IVNY 1623 CVIVS ANIMAE A fb.5o6. 0. L. Vr. Kerk. Grafsteen van den Cantor ab Aggere in het Zuider-dwarspand.REVS I SIT PROPITIVS AMEN. to. In de kapel van den noordelijken transeptarm ligt een zerk van 2.05 bij 1.16 M., waarop twee putti, een wapen en een cartouche zijn uitgehouwen. Het wapen is gevierendeeld : I drie lelies, (2 en I); II een hartvormige figuur, aan den onder- kant eindigend in twee drie-bladige klaverbladeren, aan den bovenkant met een blaadje; III, een springend hert; IV, een tak met drie, vijfbladige, bloemen. Het opschrift luidt : R. D. ARNOLDVS VAN GHINCK HVIVS ECCLESIAE / DVM VIXIT SACELLANVS ET VICARIVS QVI OBIJT XXIX SEPTEMB : 166. SIBI ET CHARISS STAI) MAASTRICHT. 531 PARENTIB : GODEFRIDO VAN GHINCK ET MARIAE DE THIEFFE ET DILECTO FRATRI R. D. ANI)REAE VAN GHINCK EIVSDEM ECCLAE QVONDAM SACELL . . . QVI OBIJT XXXI MAY 1648 HAEC VERO PRMa APRILIS 1657 ISTE .. OCTOB: 1633. HIC VNA QVIESCENTIBVS ET BEATAM RESVR RECTIONEM EXPECTANTIB: OPERCVLVM HOC PER HAEREDE ET EXECVTORES P C. BENE I VALE LECTOR QVISQVIS. ES DVM HIS BENE PRE I CATVS FVERIS TIBIQ .. VENIAT QVOI) ILLIS OPTAVERIS BREVI • Q FOELICEM. AVT INFOELICE INTRABIS (AE)TERNI(TAT)EM. I I. In de kapel van het zuidelijk gedeelte van het transept bevindt zich een steen van + 2.50 bij 1.35 M.; de steen is gebroken en de twee helften sluiten niet precies aan een, wat het duidelijkst to zien is aan het wapen; dit is gevierendeeld: I en IV, bezaaid met lelies; II en III, drie merletten (2 en I) en in het hart een vierblad. Helm met wrong en een lelie tot helmteeken. Het opschrift vermeldt: D. O. M. / NIONVMENTVM ADMODVM REVERENDI DOMINI REYNERI PROEN SACERDOTIS QI)AM S. THEOLOGIAE LICENTI LEODIENSIS I)IOCESIS EXAMINATORIS HVIVS ECCLIAE CANONICI. OB. A° 1672 DIE I 7A NOVEMB REQVIESCAT IN PACE. APPRECAT RENNERVS PROENEN IVRIS CONSVLTVS / EX FRATRE NEPOS ET HAERES QVJ. OB. A° 16 .. / CRVX DoMINI sALVET NOS. (1672). (Vgl. blz. 571, nr. 15.) 12. In de kapel van den noordelijken transeptarm ligt een gebeeldhouwde steen van 2.30 M. bij 1.13 M. Het wapen van den overledene is op een cartouche-vormig schild aangebracht en stelt een druiventros, met een kruisje beladen, voor aan een tak met twee bladeren, een aan elke zijde van het takje. Helm met wrong en een wildeman met druivetakken tot helmteeken. De onderkant van het schild wordt ingenomen door een cartouche-vormigen spreukband, waarop staat VERA • DEUS • VITIS. Hieronder vermeldt een cartouche het volgende: SEPVL - CHRVM R•R•D•D• MARTINI • LE • IOEVSNE DEFVNCTI . 19 • MARTII • 1684 • ET / MARTINI • LIBERT • QVI • OMIT SCOLASTICVS 3A IANVARII 1724 / HVIVS • INSIGNIS • ECCLIAE • CAN • CORVM I AC • DLAE ANNAE • LE • IOEVSNE • / VIDVAE • Q • AEGIDII • LIBERT / VITA • FVNCTAE • I7 • AVGVSTI • 1691 • REQVIESCANT - IN PACE. 13. Nabij den vorigen steen ligt de gebeeldhouwde zerk van kanunnik Stacquet; de XVIIIe zerk is lang 2.08 M. en breed 1.05 M.; het wapen vertoont een keper, vergezeld eeuw. van drie rozen (2 en I); in plaats van een helm en een helmteeken heeft men een engelkopje met vleugels, en een grooten kelk met hostie aangebracht; deze kelk staat op het engelkopje en gedeeltelijk tusschen diens „vlucht". Bladvormige stingers doen dienst als dekkleeden en vullen de ruimte naast het schild. Binnen een omlijsting is het volgende opschrift aangebracht: boven een doek, D. O. m., daaronder, HIC IACET SEPULTUS VEN: D: IOANNES FRANCISCUS STACQUET I IN HAC INSIGNI ET COLLEGIATA ECCLESIA B • M • V • CANONICUS STAE ANNAE QUI OBFIT 21 FEB: 1716 . I NEC NON VEN : D • IOANNES I PAULUS STACQ(UET S.) ANNAE CANONICUS EIUS FRATER / GERMANUS QUI OBliT / 5 IUNII 1735 / REQUIESCANT IN PACE. 532 GEMEENTE MAASTRICHT. 14. In den zuider-transeptarm een zerk van 1.76 bij o.88 M. Twee ovale wapen- schilden met den voet naar elkaar; het rechter schild is beladen met twee gekruiste takken, aan hun boveneinde van eenige bladeren voorzien; hieroverbeen in het hart een leeuwekop, omgeven door een lauwerkrans; op dezen krans, in het hoofd van het schild, een naar rechts stappende vogel. Helmteeken, de stappende vogel. Het andere schild is gevierendeeld; I en IV, effen; II en III, horizontaal gearceerd; over alles heen drie bloemen (2 en I), zoo, dat de onderste op de deelingslijn ligt. In een cartouche wordt vermeld: HIER LIGHT BEGRAEVEN DEN EERSAEMEN JOANNES BECKERS I BORGER ENDE COOPMAN DESER STADT STERF (DEN) I 12 OCTOBER ANNO I 752 ENDE SYNE HUYSVROUWE SUSANNA UBAGHS STERF DEN 24 JULY 1760 / ENDE HUNNE KINDERS BEATRIX URSULA BECKERS JONGE DOCHTER STERF / DEN 24 NOVEMBER 1744. Ten slotte zij vermeld de 2.275 M. Lange en 1.28 M. breede steen Tangs den zuidwand van het dwarspand. Deze uitgehouwen zerk vertoont in een door acanthus bladeren en een putto gevormde omlijsting een ovaal medaillon met wapen; drie boomen op een grasgrond en een eekhoorntje, dat tusschen den tweeden en den derden boom op den grond zit to knabbelen. Een cartouche hieronder vermeldt; D. 0. M. I HIC JACET SEPULTUS V. D. / HIERONIMUS PAULUS KERENS SACERDOS ET ALTARIS STI RUNIOLDI IN ECCLESIA PAROCHIAL! STI NICOLLAI RECTOR ET / BENEFACTOR QUI / OBiiT I 5 JuNii 1785. Gedenk- Aan de Oostzijde van den pijler tegenover dien met de muurschildering van de steenen. H. Catharina (zie blz. 539) is een gedenksteen aangebracht met het volgend opschrift HIC ANTE ALTARE STAE CATHARINAE SEPVLTVS EST CVM MATRE D. / HERBERTVS ANTONY. DE - ROD: STAE ODAE HUI' DVM VIXIT ECCLE SIAE CANONICVS FVNDATOR PERPETVAE PASSIONIS DOMINICAE OMNI A° IN / HNC ECCLIA CANCIONANDAE FERIA IIII. IN SEPTIMANA STA ET VNIVS MISSAE IN FESTO ANIMARVM CVM ELEEMOSYNA XIII PANVM POST EANDEM MISSAM TOTI)E PAVPE RIBVS DISTRIBVENDORVM OBYT 7 DECEMB : 161 I. MATER YEN I 14. FERRY 1598. EORV ET NOSTRV OMNIV MISERERE DENTS cv Het bijbehoorend wapenschild is doorsneden ; in de bovenhelft drie stappende vogels, in de beneden helft drie visschen over elkaar. In het voorportaal der kerk zijn twee gedenksteenen ingemetseld, de eene ter nagedachtenis van Petrus Caldebrenner, deken en van Ludovicus Kaldebrender, kapelaan, die gestorven zijn o.s. den 8sten Augustus '504 en den ben September 1535. Het wapen stelt een doorsneden schild voor ; in de bovenhelft een adelaarskop (?) met hals ; beneden zes vlammen, uitgaande van den schildvoet. Beeldhouwwerken. I. De n o o d-G o d s, van steen, hoog 0.815, breed o.86 M. Op een bank is de Moeder van God gezeten met het doode lichaam van haar zoon op de knieen. PLAAT XXI. PLA AT XXI. 0. L. Vrouwekerk. Dwarsdoorsnede over het schip over de lijn C-D. (Plaat XVI). 0 111 C'r^rr(tilig0AirL_II, i Wilt It. -' Dwarsdoorsnede over het transept (volgens de lijn E-F van Plaat XVI). STAD MAASTRICHT. 533 Zij is in een langen mantel van dunne stof gehuld, Welke — van de knieen neer- plooiend — slechts een klein gedeelte zichtbaar laat van een gewaad, dat tot op den grond ligt en haar voeten geheel, terwijl een sluier over het hoofd, het voorhoofd en het gelaat ten deele, bedekt en in lange plooien over schouders en borst afhangt. Het hooge bovenlijf is even terzijde gewend, wij1 Maria's rechter arm gestrekt is om Christus' hoofd met de rechterhand onder den nek to steunen, terwijl de linkerhand naar voren gebracht is en gelegd op de gekruiste onderarmen van haar kind. Afb.507. 0. L. Vr. Kerk; Nood-Gods. Haar gelaat vertoont een sterke uitdrukking van smart en haar hoofd en blik zijn gericht naar het hoofd van haar ontzielden zoon. Het doode lichaam van Christus wordt aan het hoofd ondersteund door Maria's rechterhand, bij de lendenen door haar rechterknie, vervolgens door de wat lagere linkerknie, terwijl de voeten der in de knieen gebogen beenen naast elkaar op den grond rusten. Het met doornen gekroonde hoofd is achterovergebogen, zoodat het puntbaardje sterk afteekent; de oogen zijn halfgesloten ; een lange gekrulde haarvlecht ligt tot op de borst. In het ontbloote bovenlijf is de wonde in de rechterzijde en de vorming der 534 GEMEENTE MAASTRICHT. borstkas duidelijk uitgebeeld ; een geplooide lendedoek bedekt de bovenbeenen tot aan de knieen, en op deze zijn Christus' handen over elkaar gelegd. Duitsch, + 140o. Beschildering modern. 2. 0. L. Vrouw, „Ster(re) der Zee". V oor degeschiedenis — voor zoover bekend — wordt verwezen naar DR. P. DOPPLER'S Geschiedenis en vereering van Onze Lieve Vrouw van Maastricht, 1906. ARN. SCHAEPKENS, Statuegothique de la vierge dans l' eglise de N. D. a Maestricht — Public. U(1865) p. 140. DR. E. LUTHGEN, Die niederrheinische Plastik von der Gotik bis zur Renaissance, Straszburg. 191 7, S. 2 1 2, Taf. XXI. P. BEDA VERBEEK 0. F. M. De geschiedenis van de Sterre der Zee to Maastricht tot 1804, 1937, blz. 35-56. Dit beeld, uit linden- of kastanjehout, stelt Maria voor zonder aureool en staande op het linkerbeen; het rechter is in de knie gebogen en de rechtervoet iets naar voren gesteld. Een kleed van zware stof hangt tot over de voeten en is boven de punt van den rechterschoen even opgeslagen, die van den linker vrij latend ; dit kleed plooit van de even uitstekende linkerheup uit. Een Lange mantel van dunnere stof, op de Borst samen- gehouden, hangt van de schouders af en valt in een regelmatige plooiing van de gebogen armen neer ; in de holte van de rechterhand draagt Maria een vaasje met bloemen — oorspronkelijk een peer? — en met de linker houdt zij het naakt Jezuskindje vast, dat op den linkeronderarm rechtop zit. Het Kindje heeft het rechter- beentje onder zich gebogen en het linker, even in de knie gebogen, naar voren gestrekt. De armpjes zijn eveneens gestrekt ; het rechter steunt op Maria's rechter schouder, terwijl het linker naar voren is gericht als Wilde het Kindeke naar de bloemen grijpen. Het bolle hoofdje met kort, krullend, haar, is terzijde gebogen, terwijl Maria haar hoofd naar de zijde van het Kind heeft gewend en den blik naar voren gericht houdt. Afb.5o8. 0. L. Vr. Kerk; Een dunne sluier met geplooiden zoom hangt haar van de Sterre der Zee". „ het hoofd over de schouders af, waardoor van het haar slechts eenige golvende krullen zichtbaar zijn. Het voorhoofd en de boven-oogleden zijn bol, de kin spits, de neus Lang en om den mond de plooi van een glimlach. De polychromie is modern ; de hoogte tot aan de moderne kroon bedraagt 1.35 M. Nederrijnsch XVa—b 1). 1) PROF. LUTHGEN meent thans0934), dat het beeld „unter vorwiegend bOhmischen Einfluss entstand". STAD MAASTRICHT. 535 3. Staande en ge 1, van eikenhout, de vleugels van zachthout, de voet van without ; hij staat op het linkerbeen en heeft het rechter flauwgebogen naar voren gesteld, zoodat van den voet de evenwijdige teenen onder een neerplooiend gewaad uitsteken. Dit gewaad is op de heupen opgenomen en plooit over een onzichtbaren gordel. Een dalmatiek hangt over de schouders af en wordt over de borst samengehouden. De rechterhand is langs een (modern) kruis uitgestrekt, terwijl de bedekte linker een kelk draagt. Het even terzijde gebogen hoofd wordt omgeven door tot op de schouders in regelmatige wendingen van het midden uit afhangende krullen. De polychromie is modern ; de hoogte, het voetStuk inbegrepen, bedraagt 1.17 M. Midden-XV. 4. 0. L. Vrouw met den inktkoker. Maria is staande op het rechterbeen voorgesteld, (het linker met een flauwe bulging) als de vrouw uit de Apocalypse : de maan aan haar voeten en op het hoofd een kroon van twaalf sterren. Die kroon is een snort tulband, een wrong met punten, waarop zespuntige sterren. Maria is gekleed in een mantel van zware stof; hieronder een dunner gewaad, in talrijke plooien van de rechterheup afhangend ; tegen deze heup is namelijk het Jezuskindje gezeten, dat door Maria's rechterarm ondersteund wordt. Het Kindje zelf zit met gekruiste beentjes en met een boek op de knie, waarin het de namen opschrijft der ver- eerders van Maria, die behulpzaam den inktkoker in haar linkerhand bijhoudt. Het beeld meet van den bovenkant van den wereldbol tot aan den bovenkant van den tulband Afb.509. 0. L. Vr. Kerk; 1.8o M. Eind XV. „0. L. Vrouw met den inktkoker". 5. S. Christ offe 1, gesneden eikenhouten beeld van den heilige, dragende het Jezuskindje op den rechterschouder. De heilige is voorgesteld staande in het water, dat hem over de enkels reikt ; het linkerbeen is even naar wren gebracht, in de knie gebogen en de linker hiel uit het water opgelicht. De onderbeenen zijn bloot, gezwollen aderen erop weergegeven en even boven de knie plooit een pofbroek. Een wapperende mantel hangt langs den rug af en wordt over de borst samengehouden door een versierd verbindingsstuk. Onder den mantel is een gedeelte van de versierde kleedij zichtbaar, Welke om het middel wordt opgehouden. De armen zijn ter hoogte van de schouders opgeheven, de rechterhand houdt het bedekt rechtervoetje van het Kindje vast en de linker omvat den knoestigen boomstam, waarvan het boveneinde in een drieledige vertakking eindigt, het beneden- einde uitgehold is en het figuurtje van den kluizenaar met lantaarn en bel vertoont 536 GEMEENTE MAASTRICHT. Christoffel's scherp gesneden gelaat is omgeven door een baard en diep uitgesneden lokken. Het hoofd is bedekt met een tulband. Op Christoffel's rechterschouder zit het gekroond Jezuskindje, glimlachend, het rechterhandje zegenend opgeheven en met het linker, dat op den tulband rust, een kleinen wereldbol met kruis ondersteunend. Nieuwe polychromie. Het beeld is hoog 1.75 M. XVd. Afb.51o. 0. L. Vr. Kerk Afb. pi. 0. L. Vr. Kerk; „St. Christoffel". H. Annatrits. 6. H. Ann atrit s. Moeder Anna met het Jezuskindje op den schoot heeft een Witten doek om hoofd en hals ; zij is gekleed in een rood gewaad met blauwen mantel ; met de linkerhand steunt zij den rug van het Kindje. Maria staat aan Anna's rechterzijde; zij is gekleed in het blauw en de opgeslagen moues is van binnen rood evenals een breede omslag om den hals. Lange haarvlechten golven neer tot in de lendenen en een wrong met parelen tooit haar hoofd. De armen strekt zij uit naar het Kindje, waarvan zij de rechter poll in den ondergreep vat. Het Kindje zelf staat op van Anna's schoot en strekt de armen uit naar Maria. Hoog 0.77, breed 0.515 M. ± 1500. De rechterhand van Maria en de beide handjes van het Kind zijn onlangs vernieuwd. (Vgl. AD. WELTERS de Nedermaas, 1931, blz. 17.) STAD MAASTRICHT. 537 Het verdient de aandacht, dat een zeer verwante, dergelijke, groep to Tiiddern, gedateerd en geteekend is 1513 A IAN VAN STEFFESWERT. (Vgl. Die Kunstdenkmdler des Kreises Heinsberg, Abb. 85.) 7. Houten madonna, in een zetel, met een over de borst geopenden, ruimen mantel. Het naakt Jezuskindje, door Maria's linkerhand in de lendenen ondersteund, zit op haar linkerknie en strekt de armpjes uit naar een voorwerp, dat Maria in de half geopende rechterhand heeft gehouden. Hoog met het voetstuk (= 0.17 M.) 1.08 M. XVII. Dit beeld heet afkomstig to zijn van het Conventje (vgl. blz. 582). 8. H. Drievuldigheid, houten groep. Op wolken zijn naast elkaar gezeten de figuren van God den Vader en, aan Wiens rechterhand die van den Christus ; achter en boven hen is de H. Geest voorgesteld onder de gedaante van een duif met gespreide vleugels; lange stralen, van de duif uitgaande, verbinden de figuren. God de Vader is weergegeven als een man van rijpen leeftijd ; het gebogen rechterbeen rust met den blooten, en van een sandaal voorzienen, voet op den wereldbol in het midden van den voorgrond ; het linkerbeen hangt flauwgebogen of en steunt met den voet op wolken. Deze figuur is gekleed in een ruim, plooiend, wit onderkleed, een albe, Welke door een gordel wordt opgehouden en met een lange stola onder een zwaren mantel met geborduurden zoom ten deele zichtbaar is; de mantel wordt met een gesp op de borst samengehouden en is over de rechter knie geslagen, de onderarmen daarbij vrijlatend ; de linkerarm is met de geopende hand naar het lichaam gewend, terwijl de rechterhand met een wijzend gebaar naar voren is gericht. Het hoofd, met weelderigen haargroei, met korte baard en k nevel, is in de richting van de rechterhand gewend ; de oogen zijn neergeslagen. De Christusfiguur is naakt en slechts ten deele bedekt door een wapperenden doek, welke over den linkerschouder afhangt en aan de voorzijde over de dijen neerplooit ; het over den rug liggend gedeelte komt onder den gebogen rechterarm door. Met de breede rechterhand wijst de Christus met duim en wijsvinger naar de wonde in Zijn zijde, terwijl de doek wordt opgehouden met de topper der overige, gespreide, vingers. De linkerarm is opgeheven en naar binnen gebogen ; de hand houdt losjes een Lang en smal kruis vast, dat steunt tegen den hiel van den rechtervoet, welke gedeeltelijk op den linker rust. Het naar binnen gebogen hoofd heeft een puntbaardje, knevel en weelderigen, golvenden haargroei ; de blik is schuin naar voren gericht. De polychromie is modern ; hoog 0.98 M., breed 0.635 M. XVIIIa. 9. H. Roc hu s, houten groep van den H. Rochus met een engel en hond. De heilige pelgrim is staande voorgesteld, gekleed in een ruimen, tot op het midden 538 GEMEENTE MAASTRICHT. van het onderbeen afhangenden mantel, terwijl een kleinere schoudermantel, met wijde opening om den hals, er over is geslagen en met twee knoopen (ter hoogte van het sleutelbeen) wordt vastgehouden. Door het opheffen van den linkerarm en het doen rusten van de breede rechterhand tegen de rechter dij, is de mantel zoover weggeslagen, dat een tot de knieen reikend mouwvest zichtbaar is; dit vest is van voren gesloten door knoopen, Welke, drie in getal, ook aan het einde der mouwen zijn aan- gebracht. Rochus' linkervoet rust op een Steen, waardoor de linker- knie gebogen is en een aan zijn linker zijde staande kleine engel gelegenheid geeft met beide handen de ontbloote dij met pestbuil te omvatten. De engel is gekleed in een tot de knie reikend overkleed met plat kraagje en korte mouwen ; hij heeft korte vleugels en golvende haren. In de opgeheven linkerhand (waarvan twee vingers gebroken zijn) draagt Rochus een (modernen) pelgrims- staf met zilveren flesch en op het hoofd een hoed met breeden, opgeslagen rand, waarop twee gekruiste sleutels en een schelp zijn aangebracht ; het hoofd heeft hij terzijde gewend en de blik in de verte gericht; om de kin draagt hij een dun baardje, een flinken knevel boven den mond en eenige zware lokken komen golvend van onder den rand van den hoed uit. Afb.512. 0. L. Vr. Kerk Aan Rochus' rechter voet ligt een langharig hondje, St. Rochus. dat het kopje naar den engel wendt ; in den bek heeft het een broodje. Hoog (tot den bovenkant van den hoed) 0.87 M. XVIII A. De staf heeft een opschrift met jaartal (1866). la Twee levensgroote beelden van bisschoppen, voorstellend Sint N i c o 1 a a s en Sint L a m b e r t u s, de laatste kenbaar aan zijn gekarteld humerale. Deze beelden zijn afkomstig van de voormalige St. Nicolaaskerk, waar beide heiligen als patroon vereerd werden. XVIII A. Schildetten. XVe eeuw. I. Tegen den westkant van den derden hoofdpijler aan de zuidzijde van het schip is een muurschildering te voorschijn gekomen (1902), de H. Catharina van Alexandrie voorstellend. Onder een gothische architectuur is de heilige staande ten voeten uit weergegeven. Zij is drie-kwart naar links gewend, ziet op den beschouwer neer en is gekleed in een blauw kleed en Witten mantel, waarmede zij het rad -- haar attribuut — STAD MAASTRICHT. 539 aan haar rechterzijde vasthoudt. Naast haar, aan de andere zijde, is haar tweede attribuut, het zwaard, uitgebeeld en aan haar voeten het gekroonde hoofd van keizer Maniminus II. In vrij goeden staat; XV A. (Afb. 513.) 2. Tegen den pijler aan den overkant, naast den preekstoel XVIe eeuw een voorstelling van den H. Christoffel met het Jezuskindje op de schouders. Hieronder een opschrift: ANNO 1571 ZOE HEEFT DIT DOEN / OW) AECKEN PETER WYENHOEFT VAN AECKEN / (EN)DE SYGER CLERMENT VAN AECKEN MEESTER I (VA)NDE BROEDER- SCHAP VAN DE SACDRAEGHERS. Van boven zijn naast het opschrift het wapen van den bisschop van Luik Gerardus van Groesbeek en dat van de stad Maastricht aangebracht; aan den onderkant twee meesterteekens. In de onderste strook zijn twee „sacdraeghers" ten halve lijve in het water staand ; de een een zak op den nek, de ander er een voor de borst torschend. 3. De orgelkast (1652) heeft twee geschilderde deuren: De linkervleugel. A. Binnenzijde: De aanbidding der herders, die ten getale van drie van rechts gekomen zijn om het Kindeke, dat in een kribbe met stroo ligt, te aanbidden. De voorste heeft een lam medegebracht, dat hij bij de achterpooten vasthoudt. Maria zit Afb. 513. links in een blauw gewaad en breidt zegenend haar handen 0. L. Yr. Kerk; over het Kind uit. Achter deze groep de staande Jozef. mu ing. B. Buitenzijde : Davids overwinning over Goliath. Deze ligt, in 't verkort gezien, op den rug, het hoofd naar den voorgrond. David staat met den rechter voet op de borst van zijn vijand en houdt diens zwaard in de beide opgeheven handen, gereed om het hoofd van het lichaam te scheiden. Op den achtergrond de legerplaatsen der Israelieten en Philistijnen. Op paneel, dat zoowel in omtrek als in grondvlak de lijnen van de orgelkast volgt. De figurer zijn levensgroot. De rechtervleugel. A. Binnenzijde : De aanbidding der Wijzen. Maria zit links met het Christuskind. Jozef staat achter haar. Zij houdt het Kind voorover, dat zegenend de handjes opheft tegen den voorsten Wijze, die er in aanbidding voorligt en 't linker voetje kust. Zijn roode tulband ligt voor hem evenals zijn geschenk, een zilveren schaal. De tweede Wijze staat achter hem en buigt zich voorover om aan het Christus- kind een geopenden kelk aan te bieden. De negervorst staat met uitgestrekte rechterhand waarin hij een gouden schaal heeft, achter den knielenden Wijze. Achter hen hun gevolg met paarden. B. Buitenzijde : David met het hoofd van Goliath, ingehaald door de Israelitische 540 GEMEENTE MAASTRICHT. maagden. Hij komt van rechts en houdt het hoofd in de linkerhand, terwijl hij de rechter voor de borst houdt. Achter hen, te paard, Koning Saul. Een knaap loopt voor hen uit met een lauwertak en een krans. De maagden spelen op de harp en de viool. Links op den achtergrond de muren, poorten en torens van een stad. Op paneel als het vorig stuk. Beide vermoedelijk gelijktijdig met het orgel (vgl. blz. 528) ontstaan en geschilderd door een schilder onder Vlaamschen en Hollandschen invloed. 4. De H. C a e c i 1 i a spelende op het orgel, naar rechts gewend ; links achter haar een mannelijke heilige in een goud-geborduurd gewaad en rechts achter haar een vrouwelijke heilige met een palmtak ; rechts op den achtergrond architectuur, links lucht. In den rechterbenedenhoek een wapentje : op zwart een keper van goud, beladen met drie bloemruikers en vergezeld van drie sterren (5) van goud. Helmteeken : een vlucht van geel en rood, iedere vleugel beladen met een rond schildje met de ster. Er onder de letters L en I. Op doek, hoog 1.21 M., breed 0.865 M. Toegeschreven aan Erasmus Quellinus. 5. De H. Agnes, zittend met een lam op schoot ; achter haar, staande de H. Antonius van Padua met een boek en het T kruis op den mantel, rechts in profiel de H. Sebastiaan in een harnas met rooden mantel, met pijlen in de linkerhand, met de rechter een staf of Speer omvattend. Op doek, hoog 1.215 M., breed o.865 M., tegenhanger van het vorig stuk en van dezelfde hand. In den linkerbenedenhoek hetzelfde wapen en dezelfde letters. 6. Mari a, in een rood kleed en een blauwen mantel, zit op een troon met het kindeke op de linkerknie. Links op den voorgrond Johannes de Evangelist en rechts, Johannes de Dooper met kruisstaf en lam en St. Servaas met kromstaf en sleutel. Op doek, hoog 1.72 M., breed 1.22 M. XVIIIe eeuw, Vlaamsche school ; vermoedelijk naar een origineel van omstreeks 1650 uit de richting van Er. Quellinus. 7. Gr a fl egging van Christus. Copie naar het schilderij van P. P. Rubens „Le Christ a la paille" in het museum te Antwerpen. Op doek, hoog 0.98 M., breed 1.38 M. 8. De C ij n s p e n n i n g, levensgroote halffiguren, copie naar het schilderij van Rubens, dat zich vroeger beyond in de verzameling L. Koppel te Berlijn. 9. Christus aan het kruis. Maria staat links met gevouwen handen en opwaarts gerichten blik. Zij draagt een rood gewaad met donkeren mantel en olijfgroenen hoofddoek. Johannes staat rechts, kijkt opwaarts naar het kruis en spreidt met een gebaar van wanhoop de armen uit. Hij draagt ,een geelbruin gewaad en STAD MAASTRICHT. 541 daarover een rooden mantel. Maria Magdalena knielt rechts aan den voet van het kruis, houdt haar hoofd tegen den linker voet van Christus en omarmt het kruis met beide armen en gevouwen handen. Zij draagt een donker groen gewaad met Witte, geornamenteerde mouwen en heeft Lang, blond, loshangend haar. Links van het kruis een doodshoofd en been. Meer dan levensgroote figuren. Op doek, 3.85 M., breed 2.55 M. Vlaamsche school met sterken invloed van P. P. RUBENS en A. VAN DUCK, omstreeks 1650. Jo. Mari a-M a g d a 1 e n a in een wit onder- en een geel bovengewaad, dat het bovenlijf bloot laat, knielend in een grot voor een rood bekleed altaar, waarop een doodshoofd en een staand Mariabeeld. Op paneel, hoog o.63 M., breed 0.485 M. Hollandsche school, midden XVII. I I. De H. Anna, Maria en Jezus, vergezeld van Jozef, die links staat met een tak lelien in de hand. Rechts de stichter van het schilderij, een oude man met grijzen baard en in een met gels gegarneerde jas in vervoering opwaarts ziende, de rechterhand voor de borst, de linker uitgespreid. Beneden twee musiceerende engelen, de een, geknield met een harp, de andere, zittend met een luit. Op den grond tusschen hen in twee kleinere engelen, met een muziekboek en een distel- vink. In de lucht nog twee engelen. Op den achtergrond een landschap met uitgestrekte bouwvallen. Op doek, hoog 2.87 M., breed 1.95 M. Vlaamsche school omstreeks XVIId. 12. Visioen van den H. Franciscus met crucifix en doodshoofd ; een engel in de wolken houdt hem den doek van Veronica voor. Op doek, hoog 0.95, breed 0.77 M. Vlaamsche school XVII. 13. Levensgroote half-figuur van Johannes N e p o m u c e n u s, copie naar het oorspronkelijk schilderij van het Domkapittel te Praag. Vol ens een opschrift op de achterzijde in 1838 door L. de Lim aan 0. L. V. kerk geschonken en in 1719 voor Johannes Ferrier, diens grootvader van moederszijde door een voornaam Italiaansch schilder te Praag gecopieerd. (Vgl. Maasg. 19,38, blz. 1 s.) 14. De B e w e e n i n g van het lijk van Christus, dat van links naar rechts uitgestrekt ligt op een graf met Ionische pilasters. Er achter staan, in het midden Maria, links en rechts Nicodemus en Jozef van Arimathea, geheel rechts in den hoek Johannes en rechts van Maria eene, links twee weeklagende vrouwen. Rechts op den achtergrond is Golgotha aangeduid. Op doek, hoog 1.09 M., breed 1.6o M. Waarschijnlijk XVIIIe eeuw. 15. De terugkeer van Jezus met zijn ouders uit Egypt e. Maria gaat links in een wit gewaad en een blauwen mantel die over het hoofd getrokken is. Jezus, in 542 GEMEENTE MAASTRICHT. 't midden, in een paars gewaad, Jozef rechts in het donker grijs met een rooden mantel. Jezus houdt met zijn rechterhand de linker van zijn moeder vast en heeft in de linker een tak lelien. Geheel rechts een ezel. Een achter hen zwevende engel geleidt hen naar den voorgrond van het schilderij. In den geopenden hemel, God, omgeven door engelen ; de duff van den H. Geest daalt op Jezus neer. Op doek, hoog 2.80 M., breed 1.95 M. Waarschijnlijk Fransche school XVIIIa. 16. Portret van Sim. Mich. T h i m i s t e r, toen kapelaan en sedert 1754 pastoor der St. Nicolaaskerk. Levensgroot, staande tot aan de knieen, jets naar rechts, den beschouwer aanziende, de rechterhand op een doodshoofd op een tafel met een rood kleed, waarop nog een witte, bonte camail met horizontale zwarte strepen ; de linker arm hangt langs 't lichaam en houdt een rood baret. In een blauw gewaad met zwart, witgerand opstaand boordje, gladgeschoren en met zwarte pruik. Achter hem een boekenkast met de werken van kerkvaders en links boven een rood gordijn. Rechts beneden gemerkt C. Dupont 17 ... Op doek, hoog 1.185 M., breed o.80 M. Op de achterzijde : Al716 1750 AET. 29 DUM ERAT VICE PASTOR S. N1COLAI TRAIECTI AD MOSAM ; later is er aan toegevoegd : PASTOR THIMISTER. 17. Portret van Caspar Lenart s, levensgroot, zittend, tot aan de knieen, van voren gezien en met de rechterhand wijzende naar een crucifix, dat links naast hem staat ; met de linkerhand steunt hij op een boek op een groene tafel naast hem, waarop nog drie andere boeken. In 't zwart gekleed met glad geschoren gezicht en gepoederde pruik. Rechts boven zijn wapen, grijs in grijs : I, boven een kandelaar met brandende kaars, eronder drie merletten ; II, twee hazewinden opspringend tegen een boom. Er under de spreuk : UT PROSIT. Op doek, hoog 1.405 M., breed 1.035 M. Op de achterzijde het gelijktijdig opschrift : R. P. CASPAR LENARTS S. J. MISS. ET PASTOR AD ST. BARBARAM CUYLENBURG ANNO 1767. 18. Portret van een voornaam g e e s t e 1 ij k e, staande, levensgroot tot aan de knieen, van voren, iets naar links en den beschouwer aanziend ; de rechterhand voor de burst, de linkerarm afhangend langs het lichaam. Hij is bejaard, glad geschoren, heeft wit haar. Hij is gekleed in een wit koorhemd, waarover een donker groenen, rood gevoerden mantel en een witte, bonte camail met grijze strepen. Links een groene draperie. Op doek, hoog I.14 M., breed o.86 M. Op de achterzijde gemerkt : G. HERREYNS PINXIT PICTOR REG : SUECIAE. 19. Portret van een geestel ij k e van omstreeks 1820-1830, in een wit koorhemd met witte en gouden borduursels over een zwart gewaad, met zwarte, witgerande bef. Staande, levensgroot, bijna tot aan de knieen, van voren gezien, de rechter- hand raakt de hoofdbedekking aan, die links op een roode tafel staat ; in de STAD MAASTRICHT. 543 rechterhand houdt hij een bruin gebedenboekje. Hij is baardeloos en het haar hangt over 't voorhoofd. De achtergrond is rood. Op doek, hoog 1.18 M., breed 0.80 M. 20. St. Lambertu s, levensgroot, in monnikspij, geknield (naar rechts) vOOr een kruisbeeld, waartegen een geopend boek rust; een lantaarn, een mijter en op den voorgrond een bisschopstaf, achter den heilige staan twee monniken. Op doek; links onder geteekend : Theodor Schaepkens 1847. 2 1 . Hiertegenover een voorstelling van den H. A rn old us, in een rotslandschap geknield vOOr een kruisbeeld en gekleed in albe en koorkap. Mijter, staf en boeken liggen v6Or hem op den grond. Op doek; kennelijk van Th. Schaepkens. Lichtkronen. Koperen 1 i c h t k r o n en; op het koor hangt aan de zuidzijde een zesarmige, aan de noordzijde een achtarmige kroon ; de laatste met een adelaar in top. In het pseudotransept hangt aan elken kant een groote kroon (XVIII) met twee maal zes armen ; die aan de zuidzijde met een opschrift (1 865); deze kroon heet afkomstig te zijn uit de St. Bavo te Haarlem ; in de middenschipstravee een groote kaarsenkroon met Brie maal acht armen (XVII). Zilverwerk. De Kerk bezit: I. Verguld zilveren reliekhouder, ingericht tot Zilverwerk. monstrans; de oorspronkelijke cylinder was nauwer dan de tegenwoordige. Tegen de contre- forten beeldjes van de heilige Joannes den Dooper, Paulus en Thomas Ap., Stephanus (?), Joannes Evangelist en Laurentius ; Barbara, Petrus en Catharina. Onder de spits in een open lantaarn, de H. Maagd met kindje. Hoog 0.775 M. XV, gerestaureerd. Aan de contreforten hangen zilveren kruisen met diamanten, XVIII. Afb. 514. O. L. Vr. Kerk; monstrans. 544 GEMEENTE MAASTRICHT. z. Groote, gedreven en gedeeltelijk vergulde, z o n n e m o n s t r an s. Op den ovalen voet de symbolen der vier Evangelisten, paarsgewijs gegroepeerd om een open boek met het opschrift : HOC EST CORPUS MEUM en op een blad papier met de woorden : HIC EST CALIX SANGUINIS MEI. Om de Luna een rand, belegd met bloemtakken van in zilver gevatte diamanten. Merken : Antwerpen (?) en S. Hoog t.02 M. Omstreeks 1700. 3. Verguld zilveren gedreven cibori e, op het deksel versierd met een beeldje van den H. Nicolaas met attribuut (de drie kinderen). Onder den voet : SUM ECCLESIAE PAROCHIALIS S. NICOLAI TRAIECTI EX DONO DOMICILLAE MARIAE NEVEN ALIAS VAN BAEL r638. Merken : Maastricht, Y en monogram V P D. Hoog 0.46 M. 4. Verguld zilveren, gedreven k e 1 k. Op den zeslobbigen voet de borstbeelden van de H. Jacobus Major en Franciscus, benevens een wapen : gedeeld, I, een monogram (A, G en D) boven een druiventros aan steel en met twee blaadjes; II, drie over elkander gestoken visschen. Merken : Antwerpen. Hoog 0.285 M. + 160o. Blijkens het wapen is dit stuk geschonken door het echtpaar Gerardt Dries (f 1629) en Elizabeth van der Hercken (-1- 1605). (Vgl. mijn aanteekening in de „Maastrichtsche grai- steenen", III, nr. 13.) 5. Verguld zilveren, gedreven k e 1 k. Op den zeslobbigen voet medaillons met de borstbeelden van den Zaligmaker, de vier Evangelisten en Karel den Groote. Om de cuppa medaillons met de H. Maagd, Joannes den Dooper, een feniks, op de burst een wapen dragend : een klimmende leeuw in een gekroond schild. (Vgl. nr. 9.) Merken : I (vermoedelijk 1641) en stralende zon. Hoog o.3o M. 6. Eenvoudige, gedreven, zilveren k e 1 k, op den voet versierd met door guirlandes verbonden ovale medaillons met de symbolen van Geloof,' Hoop en Liefde, om de cuppa met opengewerkt ornament van korenaren en druiventrossen. Merken : Maastricht, L. E., jaarletter 0. en ... Hoog 0.268 M. XVIIId. 7. Zilveren, gedeeltelijk vergulde k e 1 k. Op den ronden voet medaillons met de bustes der vier Evangelisten, op den nodus met die der vier Latijnsche Kerkvaders ; om de cuppa een doorgaand basrelief: het H. Avondmaal. Merken : Maastricht, P en monogram, H (of B) boven W. Hoog 0.253 M. + 170o. 8. Ovale, zilveren s c h o t e 1, waarin gegraveerd een cartouche met buste van den H. Nicolaas en opschrift : ECCLESIAE S. NICOLAI TRAIECTI 1642. Middellijn : 0.34 en o.26 M. Merken : Maastricht, Z. en monogram uit de letters V. P. en D bestaande. STAD MAASTRICHT. 545 9. Verguld zilveren a m p u 11 e n b 1 a d, met een gedreven cartouche in het midden ; Merin een schild met feniks, die op de borst een wapen draagt : klimmende leeuw in gekroond schild (vgl. nr. 5). Op den rand een gegraveerd opschrift : Ex DONO ILL(USTRISSOMI ET REVER(ENDISSOMI D(OMI)NI GOD(EFRIDI) UDAL(RICI) BARONIS DE LAN1ARGELLE EX EYSDEN DEI ET MOSTO)LICAE SEDIS (;RATIA EPIS(COPI) NICOPOIXITANI) CA(NONI)CI COLLATERALIS PERPETUI LEOD(IENSIS) ET INSIGNIS ARCHIDIACONATUS HUIUS ECCLESIE B(EATAE) M(ARIAE) WIR(;INIS) TRAJECT(ENSIS) PRAEPOSITI INFULATI en het wapen van De Lamargelle : in blauw een dwarsbalk van goud, beladen met Brie gespen van sabel en van boven vergezeld van een uitkomenden hazewindhond van zilver met een halsband van goud. Wapenspreuk : CANDIDE ET FIDELITER. Middellijn : 0.435 en 0.312 M. Merken : Antwerpen, gekroonde I (vermoedelijk 1641) een schaap of hond. Godfr.Ulr. de La Mar ell werd 25 Jan. 1661 priester gewijd, den 12 Juni 1682 proost, in 1697 bisschop van Nicopolis en suffragaan van Keulen ; hij stierf den 13 Mei 1703 (vgl. MMES en SLUYTERMAN, Nederlandsche Kasteelen, I, blz. 141 en FRANQUNET, Inv. O. L. Vr., I, blz. 379). to. Hierbij behooren twee ampulle n, waarop het wapen de La Margelle. Op de deksels de letters A en V en, bij het oor, een aan den binnenkant met een maskeron versierd, schelpvormig lipje. Merken : Antwerpen, stralende zon (?) en onleesbare jaarletter. Hoog o.137 M. I Zilveren schaaltje met inschrift : DANT HOC CONFRATRES SANCTISSIMAE TRINITATIS (1805). ang 0.275 M., breed 0.17 M. Merken : V, S, B, minervakop. 12. Zilveren God sl am p, versierd met ranken van acanthusbladeren, festoenen, cherubs en ovate medallions ; een ervan met het volgende tijdvers : JESU CoELI LUMINI /LUX ARDEO (r778). Hoog 0,40 M. Een dergelijke, kleiner en eenvoudiger. 13. Crucifix op geprofileerden voet ; deze en het kruis ingelegd met schildpad. Gegoten zilveren corpus en opschriftcartouche. Het corpus, zonder de armen, hoog 0.20 M. roan den voet van het kruis een schedel met gekruiste beenderen van zilver. 1700. 14. Twee paar gedreven zilveren kandelaar s. Luik, 1744, I W en D. Hoog 0.22 ; I paar, hoog 0.21 M. Merken : IH en onleesbaar. 15. Een paar kleine gedreven zilveren kan d el aar s, op driehoekigen voet en met een schildje waarop : ANNO 1769. Hoog (zonder pin): 0.172 M. Merken : Maastricht, en S . A onder een kroon. 546 GEMEENTE MAASTRICHT. 16. Vier gestampte zilveren k a n d e 1 a a r s, Lod. XVI, hoog 0.31 M., XVIIId. 17. Een paar gestampte zilveren a 1 t a a r k a n d e 1 a a r s, hoog 0.93 M. XVIIId. Merken : Maastricht, L E(ymael) en onleesbaar. 18. Zes groote zilveren k a n d e 1 a a r s, hoog 1.37 M. Merken : Maastricht, L. E(ymael) en 0. Ern ervan met het opschrift: RENOUVELLEE • PAR • I • I-1 . VAN ERMINGEN ORFEVRE A MAESTRIETS 1836. 19. Drie paar dergelijke, maar eenvoudigere k a n d e 1 a a r s van plated. Hoog 0.94 M. ; XVIIId. 20. Twee paar gesmeed ijzeren k a n d e 1 a a r s met latere vetvangers (verwant aan die in de kerk van den H. Matthias). Hoog 1.35 M.; XVI? afb. 515. 21. Een paar gedreven koperen kandelaars met ronden voet en balusterstam. Hoog 0.535 M. XVII A. 2 2 , Twee paar gestampte koperen kandelaar s. Hoog 0.64 en 0.53 M. + 1700. 23. Twee paar gegoten koperen kandelaar s, op driekantigen voet met cherubkopje, balusterstam, van boven getorst. Hoog 0.52 M. en 0.43 M., XVII B. 24. Een paar gedreven koperen kandelaars op driekantigen voet en klauwpootjes en met baluster- stam, hoog 0.635 M. Eenzelfde paar, hoog 0.506 M. 25. Gegoten zilveren b o e k b e s 1 a g, bestaande uit tweemaal vier hoekstukken en twee sluit- klampen, deze laatste thans toegepast op een ander boek. Versiering van cherubkopjes in plantornament. Op de sluitklampen gegraveerd anno 1651. 26. Zilveren b o e k b e s 1 a g bestaande uit twee- Afb. 515. O. L. Vr. Kerk; gesmeed maal vier gestampte hoekstukken en twee dito ijzeren kandelaar. middenschilden met ovale medaillons, waarin STAD MAASTRICHT. 547 gedreven voorstellingen van den H. Nicolaas, den H. Jozef en het kind Jezus met korf. Middellijnen der medaillons : 0.087 en 0.067 M. -I- 1700. 27. Gegoten zilveren boekbe sl a g: twee sluitklampen en twee schildjes, onder- scheidenlijk met monogrammen van Jezus en Maria. Merken : Maastricht, H en I N G onder kroon. XVII1c. 28. Gegoten zilveren beslag op voor en achterplat van een Missale pro defunctis, met gedreven middenstuk. Randen met festoenen schedels en doodsbeenderen in de hoeken en in het midden. Hoog 0.375, breed 0.30 M. XVIIId. Voorts nog : 29. Een verzilverde, houten b u s t e van den H. Bartholomeus, met mes en priem. Hoog 0.75 M. XVIII. 30. Twee houten collectebakjes aan gedraaide steelen. De bakjes met eenvoudig snijwerk versierd en voor- zien van een opstaanden wand met gesneden voorstelling, o, s. van den H. Rochus en van den H. Hubertus. Lang met steel 0.58 en 0.59 M. Het eene bakje is in den stij1Lodewijk XV, het andere Lodewijk XVI. Paramenten. Het belangrijkste stuk is het „Levietenkleed van St. La m h e r t us" (1- 709). Dit kleed, dat van de oksels uit naar onderen breed uitloopt en mouwen heeft, Welke met een breedte van +0.7o M. eindigen, bestaat uit een stof, die oppervlakkig bezien doet denken aan byssus, maar in werkelijk- heid een zeer fijne zijdestof is ; deze is haast transparant en vertoont een telkens wederkeerend kwadraat, waarin een plantornament met Afb.5 16. 0. L. Vr. Kerk • detail van het bladeren is verwerkt (afb. 516 ; vgl.„Levietenkleed van St. Lambertus". ook DR. FR. BOCK, Die textilen Byssus- reliquien des christlichenAbendlandes, 1895, S. 20. Dit kleed is een weinig beschadigd, zoodat de oorspronkelijke hoogte I.15—I.25 M. heeft bedragen. 548 GEMEENTE MAASTRICHT. Een d r i e s t e 1 met geschonden borduurwerk van + 1500 ; het borduurwerk is aangepast op kleeren van jonger datum, waarbij eenige figuren zijn doorgesneden. Kazuifel : Zegenende God de Varier, de Duif en Christus aan het kruis, St. Andreas met kruis, St. Jacob met pelgrimstaf met schelp en met een boek ; de twee laatste zijn borstbeelden, hieronder nog het hoofd van een heilige. De opschriften zijn vergaan. Dalmatieken : de eene met een heilige met sleutel en boek ; in de orfrois, een bisschop met kerk, een vrouwelijke • heilige, S. (SER)VAS met sleutel en staf, een vrouwelijke heilige met korf en boek, een (afgesneden) mannelijke heilige ; een h. bisschop, St. Andreas, St. Damianus (met flesch), S. COSMA, een gekroonde vrouwelijke heilige (hoofd). De andere is nog meer beschadigd ; alle figuren zijn niet te noemen ; bovenaan : Christus met vaan, dan bisschop met kerk, een vrouwelijke heilige en verder o. a. een bisschop, een vrouwelijke heilige met een zwaard door den hall, S. Paulus en een vrouwelijke heilige. Een koorkap met eveneens geschonden borduurwerk (XVIA). De kap is van •ilverbrokaat met opgenaaide voorstellingen van : de ontmoeting van Maria en Elizabeth, St. Andries en een vrouwelijke heilige, de kroning met een mijter van .. . door twee bisschoppen en een koning ; de geboorte in het stalletje, een paus en een kardinaal, de besnijdenis (?). Op het schild de Aanbidding der Wijzen. Driestel en koorkap van witte zijde met doorweven gouden bladeren en bloemen in viervoudig weefsel. (XVII d). K o o r k a p van witte zijde (oorspronkelijk van zilverbrokaat) ; op het schild van de koorkap een medaillon waarin de Christus voorgesteld is met zegenende rechter- hand en met een Agnus Dei in de linker. Gezicht, handen en voeten zijn geschilderd. Om het medaillon, evenals op de voorzijde, slingers van planten. Zware k o o r m an t e 1 van witte zijde, versierd met ornament van slanke ranken van gouddraad ; aan de voorzijde banen met bloemmotieven, omzoomd van rood ; het schild met dezelfde, zware, ranken heeft een cartouche met ovaal wapenschild I en IV een eikel op rood, II en III een roode roos op blauw. XVII d. In denzelfden trant is een an t e p e n d i u m uitgevoerd ; het heeft een cartouche met een eveneens ovaal wapenschild : een boom, waartegen te weerszijde een schaap (?) opspringt. (Vgl. voor het wapen biz. 542, nr. 17.) Om het geheel een rand van kant ; gedateerd 1697. Een k o o r k a p ; op witte moiree zijde met geborduurden rand waarop wijnranken aan de voorzijde ; het schild met het alziend oog. Rood fluweelen s t a t i e m an te 1, bezaaid met sterren (5) en lelies van zilverdraad, zilveren ranken en een gouden zoom Tangs de onderzijde (XVII d). Hieraan zijn toegevoegd rood fluweelen kleeren met zwaardere ranken, lelies en sterren (6) van gouddraad ; gedateerd 1704. STAD MAASTRICHT. 549 Tenslotte dienen nog vermeld de volgende k o o r k a p p en (XVIII) : een in zacht blauw zijden brokaat met bloempatroon ; op het schild een vernieuwde, gedrongen Mariafiguur op slang en maansikkel ; twee engelen dragen een geheel vernieuwde kroon met fleurons. Aan de voorzijde nieuw aangebrachte voorstellingen met moderne spreukbanden, waarop JANUA CzELI, SEI)ES SAPIENTLE, DOMUS AUREA en „ANNO" - F.,-EDERIS ARCA, SPECULUM JUSTITI,E, TURRIS DAVIDICA en „1748". Voorts een van gebloemde stof op wit zijden fond ; de bloemen doorweven van goud, groen, rose en blauw. Het schild heeft op zilver fond bloemen (groen, geel en rood in nuances). Een pro c e s s i e v aan tje met voorstelling van Maria's ten Hemel opneming. Maria, met uitgespreide armen, xvordt omgeven door engelen (ten deele vernieuwd) om Maria's hoofd zeven sterren (6). Een rand met schelpornament van zilverdraad omgeeft het geheel. Hoog o.98, breed o.88 M. (XVIII a). Klokken. In den toren hanger vier klokke n, alle gegoten door F. A. Gaulard en voorzien van chronogrammen (XIXb). De grootste is toegewijd aan de H. Maagd en heeft een middellijn van 1.56 M. een andere aan St. Joseph met middellijn van 1.26 M. de derde aan S. Nicolaas met middellijn van 105 M. en de kleinste aan S. Hubertus toegewijd, meet 0.79 M. 550 GEMEENTE MAASTRICHT. De SCHATKAMER. Reliekhouders van metaal. I. Reliekdoosj e, rechthoekig met afgeronde hoeken, voor- en achterzijde verbonden door een lateren rand. De v o o r z ij d e bestaat uit een gewelfd gouden plaatje met versiering in doorschijnend email cloisonné. Binnen een blauwen rand met een gehavend opschrift in Witte letters, is de H. Maagd voorgesteld. Zij houdt de handen opgeheven en blikt opwaarts. In den linkerbovenhoek is in een kwart cirkel met besterden grond Jezus zichtbaar, met zegenend opgeheven rechterhand en kenbaar aan de letters IC—XC. Naast Maria's hoofd staan binnen een cirkel de letters MP en 0 Y; under het laatste een geschonden opschrift. Afb.517 en 518. 0. L. Vr. Kerk. Voor- en achterzijde van een reliekdoosje met versiering in email. De a c h t e r z ij d e stelt een in laag relief gedreven voorstelling der annunciatie voor. Maria staat voor een zetel en maakt een afwijzend gebaar, terwijl de Engel met scepter in de linkerhand en zegenend opgeheven rechter haar de boodschap brengt. Boven den Engel een opschrift, dat hem noemt als Aartsengel Gabriel en tusschen Hem en Maria de woorden van de begroeting : XEPE KE XAPHTO MENH 0 KV I META I COV. STAD MAASTRICHT. 5 5 Inwendig: vier verdiepte, rechthoekige vakjes door een stukje glas in moderne vatting gesloten. Hoog o.09, breed 0.073, diep 0.017 M. Byzantijnsch werk XIe eeuw. 2. Verguld koperen p y x i s, versierd met gegraveerde cirkels, waarin een achtbladige bloem. Op het deksel een kruis en zes, in knopjes eindigende, pinnen. Thans in gebruik als reliekhouder (FT. Apollonia). Hoog 0.125, middellijn 0.065 M. XIII, kruis en pinnen wellicht later aangebracht. (Afb. 519.) 3. Reliekhoude r, (S. Nicolaas), bestaande uit een van buiten zeszijdig van binnen rond vat (drinkglas ?) van bergkristal en gevat tusschen stukken van ver- schillenden Stijl. Tegen elk der wanden staat een gedreven beeldje, vermoedelijk de heiligen Petrus en Paulus, Welke beeldjes mogelijk nog uit de XVe eeuw dagteekenen. Het kristal is langs de kanten belegd met verguld koperen banden, waarvan de bovenste versierd met vroeg- gothische blaadjes. 4. Verguld zilveren reliekhouder (gordel van Afb. 519. 0. L. Vr. Kerk. 0. L. Vrouw) in den vorm eener smalle en zeer lang- Pyxis. gerekte ark, bekroond met een kam. De voorzijde is aan beide uiteinden versierd met groene steenen, gevat in een bloemvorm (de linker modern) en is geheel open, ter tooning van de reliek ; de niet vergulde achterkant vertoont een gegraveerde nabootsing van muurwerk. De smalle wanden zijn behandeld als nissen, waarin beeldjes van de H. Maagd en de H. Lucia (?). Lang 0.585, breed + 0 012, hoog 0.038 M. XV. 5. Gedreven zilveren do osj e, vermoedelijk van een Agnus Dei, ingericht als reliekhouder (S. Catharina). De voorkant met glas gesloten, op den achterkant, de zweetdoek van Veronica, met het randschrift: SALVE FACIES NOSTRI REDEMTORIS, het geheel omgeven door een koordmotief. Afb.52o. 0. L. Vr. Kerk. Agnus Dei.Middellijn 0.055 M. XVd. (Vgl. nr. 31; afb. 520). 6. Gedreven zilveren reliekhouder in mon- stransvorm, de reliek gevat in een eivormig kristal. Op den nodus in gothische 552 GEMEENTE MAASTRICHT. minuskels gat a s ; om den voet een opschrift (XVII) : DESE RELIQUIAER BEHOERT AEN DIE BROEDERSCAP VAN S. ROCHVS SANCTE ROCHE PATRONE PESTIS ORA PRO NOBIS. Hoog 0.29 M. (XIII.) (Afb. 521.) Afb.521. 0. L. Vr. Kerk. Afb.522. 0. L. Vr. Kerk. Borstkruisje St. Rochusreliekhouder, 7. Zilveren r e 1 i e k h o u d e r (H. Barbara) in den vorm van een toren van drie geledingen, gedragen door een modern beeld van de H. Barbara. De onderste heeft aan de voorzijde een met glas gesloten opening en draagt op een koepel- vormige afdekking de tweede en derde, opengewerkte geledingen, bekroond door een spits, met een venstertje, waardoor een gelaat zichtbaar is. Hoog 0.29 M. XVIb. 8. Twee gegoten zilveren reliekhouder s, in den vorm van het bovendeel eener monstrans met glazen cylinder en later voorzien van eenpin om ze op een voet tebevestigen. De oorspronkelijke voeten zijn verloren. Hoogin, 0. 1 6 M. XVId., zonder p 9. Twee gedreven zilveren r e 1 i e k h o u der s, de eene (afbeelding van den trouwring van 0. L. Vrouw) heeft een verguld beeldje van de Onbevlekte Ontvangenis, de andere (beenderen van Tranquillus) met Maria, Jozef en het Kindje, bestraald STAD MAASTRICHT. 553 door den H. Geest. Op den achterkant opschriften betreffende de schenkers (Doctor Durar, 1725 en 1727) Hoog 0.40 en 0.43 M. Merken : Maastricht, K en ING op de 1 eene, w op de andere. De laatste heeft op den achterkant het volgend tijdvers: TERTIO NONAS NOVEMBRIS RELIQ VIAS HAS IGNOTVS DONAVIT CONFRATERNITATI SANCTI : JOSEPH : Begin XVIIIe eeuw. Jo. Verguld zilveren borstkruisj e, aan weerszijden voorzien van een corpus. Het kruis is opengewerkt ; omgeven door een kabelrandje en aan de uiteinden der armen versierd met kruisbloemen, waarvan er twee ontbreken. Hoog, zonder ring, 0.072 M. XVI A. (Afb. 522.) Ontvreemd. II. Reliekhouder (H. Bernardus) in den vorm van een met pijlen doorboord hart omgeven door bladwerk en gedekt door een kroon van verguld zilveren filigraan. Hoog 0.12 M. XVIIIa. 12. Zeven gebeeldhouwde, houten reliekhoude rs, geschilderd en verguld. Lod. XIV. I 3. Twee paar met zilver beslagen houten reliekhouder s. Hoog 1.05 M., 0.83 M. Lod. XIV. Reliekhouders van ivoor: 14. Ivoren kistj e, in den vorm van een sarkofaag met verguld bronzen hoekbeslag en drie hengseltjes. De wanden zijn versierd met gegraveerde cirkels, waarin kleine cirkeltjes eene omranding en ster- en ruitvormige figuren teekenen. De omtrek deter cirkeltjes is met kleurstof gevuld. Langs den onderkant ronde gaatjes, waarvan enkele nog van een roode, houten vulling voorzien zijn. Op den achterwand staat in verbleekt schrift (XV) : S(ECUN)DA CAPSA. De eiken voet is van later tijd. Lang 0.21, hoog 0.115, breed 0.1 1 M. Italiaansch, met Oostersche invloeden (waarschijnlijk XIV). 15. Twee dergelijke kistje s, zonder gegraveerde versiering. Op den achterwand van het eene, in verbleekt schrift (XV): CAPSA P(RI)MA, op het andere : TERTIA CAPSA. Onderscheidenlijk Lang 0.18 en 0.15, breed 0.11 en 0.093, hoog 0.105 en 0.'0 M. 16. Drie ronde ivoren reliekdoosjes: a. met verguld zilveren banden om boven- en onderkant en om het midden ; gedreven hang- en sluitklampjes. Op het deksel een versierd plaatje met ring. Hoog 0.10, middellijn 0.103 M. Vermoedelijk XV. b. Met zilveren band om het midden, vier klampjes ter versterking aan onder- en bovenkant en een versierd plaatje met ring op het deksel. Hoog 0.08, middellijn o.09 M. XV. c. Met dergelijk beslag. Hoog 0.07, middellijn 0.095 M. XV. 17. Houten kis tje in koffervorm, bekleed met plaatjes been, waarin in laag relief gesneden voorstellingen van een hertenjacht, een musiceerend paar en gezelschap 554 GEMEENTE MAASTRICHT. in een boomgaard. Op het deksel verdiepte paneelen met bloemornament; over- blijfselen van polychromie. De onderzijde is ingelegd als schaakbord. Italiaansch, XIVd. Reliekhouders in den worm van een jachthoorn. 18. Buffelhoorn (S.Hi- larius en plaatsen uit het H. Land), aan het boven- einde spiraalsgewijs om- wikkeld met vijf banden van verzilverd tin ') met een dierornament 2), en naar het midden met een randversiering van drie- hoeken ; het benedeneind is voorzien van verschil- lende evenwijdige smalle banden. Deksel en mond- stuk zijn modern. Koorde 0.3 I M. Vermoedelijk IX- Afb.523. 0. L. Vr. Kerk. Buffelhoorn. Xe eeuw. (Afb. 523-524.) 19. Ivoren hoorn (St. Margriet) met eenvoudig verguld koperen, ge- graveerd beslag om mond- en bovenstuk en twee banden met ringen om het midden. Lang o.38 M. XVI A. 20. Geschilderd houten h o o r n (Thebaansch le- gioen) van negenzijdige doorsnede, met vijf ge- goten looden banden, ver- sierd met laat-gothisch bladwerk. Afb.524. 0. L. Vr. Kerk. Buffelhoorn. Lang 0.67 M. Trant XV. 1) Bij gelegenheid van de Tentoonstelling van Oude-Kerkelijke Kunst, in 1913 te 's Hertogenbosch gehouden, werd in den catalogus over de banden gezegd: ..... van opengewerkt en geciseleerd, met olieverf verguld metaal (vermoedelijk tin). 2) Dit ornament van monsterachtige en in een geslingerde diervormen brengt de komst der Noordelijke volkeren (volksverhuizing) in herinnering. Analoge voorbeelden vindt men aan bouwfragmenten, steenen doopvonten enz. van vOOr het jaar i000 in Noord-Italie (Lombardje).i STAD MAASTRICHT. 555 Waarschijnlijk heeft deze een ivoren hoorn vervangen, daar in een XVIIe eeuwschen inventaris vermeld wordt: In cornu magno eburneo : Reliquie Thebeorum (BOCK & WILLEMSEN P. LXXXI). Reliekhouder in den vorm van een arm. 21. Houten r e 1 i e k h o u d e r, in den vorm van een arm met in leerend gebaar opgehouden hand. Modern-verzilverd hout ; van onderen, om den moues en om de langwerpig rechthoekige, met glas gesloten bergplaats der reliek beslagen met een, uit gestyleerde blaadjes gevormden rand van gegoudbronsd lood. Vier cabochons in eenvoudige vatting: een topaas en drie kristallen op ge- foelieden grond. Hoog 0.36 M. Vermoedelijk XV. Reliekhouders van stof. 22. Rood-fluweelen t a s c h, de achterzijde van schaapsleder ; op den voorkant goud- borduurwerk in relief: gestyleerde bladertakken en spreukbanden met de woorden uit de Antiphoon Regina Coeli : RESUREXIT SICUT DIXT ALLELUYA ORA PRO NOBIS DEU ALLELUYA PORTARE ALLELUYA. Omboord met groenen, zijden, band en voorzien van zeven groene, zijden, kwasten. Op den achtergrond in XVI- eeuwsch schrift : DE SCA UR- SULA, DE SCA AGATA, DE SCA SCOLASTICA. Breed 0.19, hoog 0.155 M. XV. 23. Beurs van een met goud doorweven zijden stof met een patroon van horizontale banden, afwisselend bruin,wit en groen en rijen van geometrische figuren. Afb.525. O. L. Vr. Kerk. Fluweelen tasch. Hoog 0.22, breed 0.16 M. 24. Beursje van dergelijke stof, hoog 0.135, breed 0.13 M. 25. Beurs van een zijden weefsel met patroon bestaande uit banden, die ruiten vormen, waarin meanders, afwisselend met staande leeuwen en gestyleerde planten. Op de twee naden een smal galon met gedreven zilveren rosetjes, waarop bloed- koraaltjes. Hoog 0.13, breed 0.21 M. Vermoedelijk XIV. 556 GEMEENTE MAASTRICHT. 26. R e 1 i e k e n b e u r s van een in een werkstuk versierde stof. Het patroon bestaat uit vierkanten, afwisselend wit en bruin, waarin in blauw, groen of wit verschillende gestyleerde dieren en bloemen. Op de beide Haden een eenvoudig galon. Hoog 0.15, breed 0.14 M. 27. Lederen gel dtasch in schelpvorm, van binnen gescheiden in drie afdeelingen, en aan de voorzijde bekleed met rood fluweel en omzoomd met frame. Op den achterkant gestempeld met een monogram in een cirkel. Hoog 0.18, breed 0.26 M. XVI A. 28. Eenvoudige, ver- r kleurde, rood-fluweelen reliekbeurs met ven- stertjes. Hoog 0.22, breed 0.19 M. XV of XVI. 29. Bekleeding van een schedel, aan de voorzijde bestaande uit fluweel met een versiering van goud- draad en geborduurde ranken (XVI B). Schilderijen. 30. Triptiekje, met geschilderd p a n e e 1 als midden stuk ; dit stelt een Madonna voor, die het Christuskind op den rechterarm houdt en tegen zich aandrukt, terwiil zij met de linkerhand de voetjes ondersteunt. Het kindje drukt den linker- wang tegen den rechter van Maria, die gekleed is in een over het hoofd Afb.526. 0. L. Vr. Kerk. Geschilderd middenpaneel van een triptiek getrokken paarsen mantel met gouden borduursels en groene voering. Het Jezuskind draagt een groen kleed met vermiljoen bovenkleed, op beide zijn de lichtweerkaatsingen door gouden streepen aangegeven. De achtergrond is effen good. Hoog 0.165, breed 0.137. Mogelijk Slavisch-Byzantijnsch, XVI. STAR MAASTRICHT. 557 Hieraan twee met zilver beslagen d e u r tj e s, waarop gegraveerd zijn de apostelen Petrus en Paulus, onder, op zuiltjes gedragen, laat-gothische bogen. Hoog 0.165, breed 0,063 M. Een met zilver beslagen, geschulpt fronton boven het middenpaneel, op Welk fronton twee naakt figuurtjes (Adam en Eva?) zijn voorgesteld. Duitsch, midden-XVI. 31. A g n us D e i (vgl. nr. 5) aan den voorkant een wastablet met omschrift in gothische minuskels en randversiering met doornen-kroon motief, aan de achter- zijde een voorstelling van Christus' val onder het kruis. Middellijn o.i 1 M.; Duitsch ? + 1500. 32. G i 1 d e b o r d, van ijzer en ruitvormig, 0.30 X 0.30 M. ; het is beschilderd met een voorstelling van de H. Genoveva, en de wapens van Maastricht, van Luik en van de Staten ; midden-XV III. Den I3en Mei 1934 is de schatkamer van den St. Barbaratoren overgebracht naar den oostarm der kruisgang. Sedert lien is de verzameling uitgebreid met 33. Een beel d van de H. Barbara met een tot reliekhouder dienenden toren in de linkerhand en de naar voren gehouden rechterhand met gebogen vingers zonder attribuut. Een hooge, geschonden, kroon dekt het even gebogen hoofd. De polychromie is oud : het kleed is rood-bruin, de groen gevoerde mantel verguld. Hoog zonder den voet 1.07 M. XVd. 34. Een houten An n a t r i t s. Moeder Anna, met sluier over het hoofd en weduwe_ doek om den hals, houdt Maria en Jezus op den linkerarm en heeft in de rechter- hand een peerachtig voorwerp. Het Jezuskindje houdt een vogel (duif?) bij de uitgespreide vleugels. Hoog 0.90 M. ± 1500. 35. Een houten S. An toniu s-a b t. De rechterhand is afgebroken, de linker houdt een boek; naast den linkervoet een varken. Hoog met voet 0.67 M. ± 1500. 36. Twee houten aanwijsstaafjes met zilveren hand. 37. Een ovaal medaillon in was met de afbeelding van een biddende geestelijke. Onderaan staat : CLEMENS XI i PONT. MAX. Tot de schatkamer der 0. L. Vrouwe kerk hebben van ouds behoord de beide, in de vorige eeuw vervreemde, r e 1 i e k h o u der s, Welke sedert duel uitmaken van de schat der St. Pieterskerk to Rome. 558 GEMEENTE MAASTRICHT. Gegevens en foto's zijn door tusschenkomst van wijlen Kardinaal van Rossum bezorgd door DR. GIBBER BROM, in leven directeur van het Historisch Instituut te Rome en door DR. HOOGEWERFF, zijn opvolger, bij gelegenheid der tentoonstelling van oude-kerkelijke kunst to 's Hertogenbosch (1913). Bij de beschrijving is tevens gebruik gemaakt van het artikel „Byzantijnsche kunstvoorwerpen met inschriften in de 0. L. Vrouwe kerk te Maastricht" door A. J. FLAMENT, Public. 1886, blz. 1-88 , voorts van SILVIO GIUSEPPE MERCATI'S verhandeling over de „Staurotheca di Maestricht" - Atti della pontifica Accademia romana di archeologia, Serie III, p 45-63. Roma, Tipografia poliglotta vaticana, 1924. MERCATI geeft twee fotografische du ties en bespreekt in 't kort de literaire bronnen1); hi' geeft echter niet veel meer dan FLAMENT.S artikel. „L'Illustratione Vaticana" (van I-15 Juli 1933, Ned. uitgave, blz. 467-468) bevat een artikel, waarin ANGELO LIPINSKY over het kruis van Constatijn spreekt. Drie afbeeldingen verluchten den tekst, waarvan het historisch gedeelte niet nauwkeurig is. In de „Bescheiden in Italie", dl. III, blz. 46o-464 (Rijksgeschied- kundige Publicatien, no. 17, Kleine Serie) vermeldt DR. HOOGEWERFF afschriften (1837-1839) van bescheiden over de beide kruisen. 38. Het „P atri arc h aalkrui s", „la Croce d'Olanda", in 1204 door keizer Philips II aan de 0. L. Vrouwe geschonken en met andere relieken overgebracht „per Wilhelmum parochianum de Constantinopolim" (Franquinet, Invent, II, p. 176) in 1837 aan Paus Gregorius XVI geschonken, is van Arabisch goud (vlgs. oude schrijvers, bij filament) en bevat vijf stukken van het H. Kruis. Aan een oude beschrijving van den Jesuiet Jacobus Gretserus, verschenen in 1616 en verlucht met een teekening en toelichtende kantteekeningen van den Maastrichtschen Jesuiet Bernardus Bauhusius (1575-1619), ontleen ik : Het geheele H. Kruis, zooals het met balsem is bestreken en wel met zulk een dikke laag, dat gedurende zulk een groote ruimte van jaren ondanks het zoo veelvuldig kussen, zelfs de balsem zelve nauwelijks is afgesleten en het naakt kruis vertoont ; het geheele kruis nu is uit zuiver Arabisch goud. FLAMENT, blz. io, 13. Een gouden strook omsluit de partiekels van het H. Hout ; deze strook is versierd met een doorloopend rankmotief tusschen twee parellijsten ; aan de uiteinden is het motief kleiner en het blad meer rosetvormig. Dertien krammen houden het bout vast ; haar ptaatsing is onsymmetrisch. Aan de uiteinden van den bovensten arm is een versiering van edelsteenen aangebracht ; volgens de opneming van 1913 een stuk kristal, „aqua marina", omgeven door een rand van parels — het kristal aan de rechterzijde is uitgevallen —; deze versiering moet later zijn toegevoegd en wel na den tijd van Bauhusius' teekening, wijl hierop twee diamanten vermeld worden ; Mercati veronderstelt, dat een breuk in het reliekfragment het aanbrengen der roset noodig maakte. Aan het uiteinde van den ondersten arm bevinden zich telkens „twee doffe, gekleurde, steentjes" ; de beschrijving van Bauhusius noemt 1) BOCK, Kleinodien des heiligen ROmischen Reiches deutscher Nation, Wien 1864, Taf. XX, Fig. 28 S. I 15-1 17; DE WAAL, Gli antichi tesori della Basilica Vaticana, Dissertazioni della pontificia accademia romana di archeologia, Ser. II, t.V. (1894) p. 165 s; e tay. V; DE WAAL, Die antiken Reliquiare der Peterskirche, ROmische Quartalschrift 7 (1893) p. 25o s, plaat XVIII; SCHLUMBERGER, Nice bore Phocas, Parijs 189o, p. 95 en 97. STAD MAASTRICHT. 559 Afb.527. Rome. Schatkamer van St. Pieter. Het „Patriarchaalkruis" uit de schatkamer van de O. L. Vr. Kerk, voorzijde. 560 GENIEENTE MAASTRICHT. het bovenste links, rood, en dat eronder wit ; van de twee andere zegt hij, dat ze aan de juist genoemde in grootte gelijk zijn, maar verschillen in kleur, wijl ze wit zijn. Aan den voet een stuk kristal, „aqua marina". Aan de achterzijde treft men dezelfde randversiering aan als aan de voorzijde. In de uiteinden van den bovensten arm wordt het ornament ontsierd door de bevestiging der kennelijk later aangebrachte rosetten met kristal en parels aan den voorkant. Kleine medallions, binnen een parelrand, versieren de balken van het kruis binnen den gouden rand ; op het bovenste links, het borstbeeld van Christus met zegenende rechterhand en de letters I C en XC = I HCOYC XPI CTOC en ter rechterzijde dat Zijner Moeder, de handen geopend voor de borst en de letters MP en OY = MHTHP 0E0Y. Op den ondersten arm de afbeeldingen der Aartsengelen Michael en Gabriel, aangegeven door M, X en F, B. Aan den voet is in een borstbeeld de H. Demetrius weergegeven ; de letters staan er paalsgewijs: ® (= A .1 I OC) z1HMH-TPHOC (vgl. afb. 528 en de teekening van Bauhusius in de Public. van 1886). Het heele opschrift in Grieksche letters is op afb. 528 vrij goed te lezen ; men vergelijke Flament's bespreking ervan en de vrij nauwkeurige weergave van Bauhusius op blz. 24 en Plaat I van Flament's artikel. Op het modern voetstuk staat met „geciseleerde letters" het opschrift : CRVCENI • HANC • AVREANI • ANAGLYPTAM I GEMMIS • DISTINCTAM I CVNI • INSIGNI • PARTE • SALVTIFERAE • CRUCIS / DONIINI • NOSTRI • IESV • CHRISTI / NIONVNIENTVNI • VETVSTATE • ANTIQVISSIMVM I GREGORIVS • XVI • PONT • MAX • / DONAT • DEDICAT / ANNO • NI • DCCC • XXXVII I PONTIFICATVS • VII. Heden houden twee engelen het kruis vast ; voetstuk en engelen zijn het werk van den zilversmid Filippo Borgognoni uit Rome, blijkens een opschrift op een zilveren schildje (Mercati, p. 6i). Vroeger preikte het „zilveren vergulde voetstuk met de beeltenis van de H. Helena rechts, en links die van keizer Konstantijn" (Flament, blz. 58). De reliekhouder wordt bewaard order een verzegelde, glazer stolp ; de maten moeten dus ontleend worden aan vroegere schrijvers ; in oude stukken wordt steeds gesproken van circa 13 duim, wat overeenkomt met de teekening van Bauhusius ; deze teekening heel immers op ware grootte te zijn gemaakt en als de reproductie in de Public. van 1886 die teekening op haar ware grootte weer- geeft, dan kan men de hoogte stellen op 0.337 M., bij een grootste breedte van 0.298 M. De maten bij Marcati wijken eenigszins af; ook hij moot ze slechts benaderend hebben kunnen nemen van wege de stolp. Volgens hem bedraagt de hoogte circa 41 cM., de breedte van den ondersten balk 26 cM., die van den bovensten 18 cM., de breedte van den slam 5 en de dikte 1.5 cM. (Mercati, p. 61). Dag- Het Grieksche opschrift zegt, dat Romanos, de vorst, „dat holt des cruses mit teekening. golt en ghesteynte costelyck" heeft versierd ; vier vorsten van dien naam noemt Flament tusschen 919 en 1071. Een dagteekening in de Xe eeuw zal de waarheid wel geen geweld aan doen ; het kruis te Limburg an der Lahn, in 1208 derwaarts STAD MAASTRICHT. 561 Afb.528. Rome. Schatkamer van St. Pieter. Het „Patriarchaalkruis" uit de schatkame van de 0. L. Vr. Kerk; achterzijde. 562 GEMEENTE MAASTRICHT. gebracht, wordt voor Xe eeuwsch gehouden en toegeschreven aan Romanos Lecapenos (919-944) ; vgl. DR. MAX CREUTZ, Kunstgeschichte der edlen Metalle, S. ioo en Gildeboek, 1936, blz. 74. en Gildeboek, 1936, blz. 74. 39. Het „K ruis van Constant ij n", evenals en tegelijk met het vorige in de schatkamer der St. Pieterskerk to Rome beland, is in een triptiek geplaatst, dat bij gesloten deurtjes 0.10 bij 0.075 M. meet. Voor deze beschrijving zijn de gegevens s Afb.529. Rome. Schatkamer van St. Pieter. Het „kruis van Constantin", gesloten triptiek, van voren. eveneens ontleend aan die van Dr. Hoogewerff en aan Flament's bovengenoemd artikel, waarin op plaat III een (wel is waar afwijkende) teekening ervan uit het H. S. van Gulpen is weergegeven. Tegen een vlakken achtergrond is het k r u is aangebracht ; dit nagenoeg gelijk- armig kruisje bestaat waarschijnlijk uit partiekels van het H. Kruis ; het is omgeve STAD MAASTRICHT. 563 door een „randje in cassetten-email ; met een patroontje van rood, wit en blauw". In de hoeken der armen bevindt zich telkens een groote parel; buiten het erode der armen een schijfje van email: „witte letters op blauw, binnen een rood randje". De opschriften luiden:OPA TI I KAI NO I N OAY 1 MA — KAI Z / ENHN I XAPT I N — XPYC I ON ME / NEZco — XPIC I TON EN 1 AECK0 I HEI. Afb.53o. Rome. Schatkamer van St. Pieter. Het „Kruis van Constantin" uit de schatkamer van 0. L. Vr. Kerk,geopend triptiek. Boven het bovenste opschrift zijn twee parels en een Licht paars agaat. Links beneden is op den vlakken achtergrond in relief het figuurtje 1) van den keizer aangebracht en paalsgewijs ernaast (OK) coNCT I ANT. Op het denrtje rechts in relief de gouden figuurties van Maria, MP OY; ernaast dat van OnANTEAEHcoN; beneden die van OTT McoN. Op den vleugel ter 1) V1 s. LIPINSKY zijn er nog andere figuren afgebeeld geweest. 564 GEMEENTE MAASTRICHT linker zijde bevinden zich, volgens de aanteekeningen van Dr. Hoogewerff de verhoocle figuurtjes van OJEMHTRHOC en eronder OMATOAI OC; daarnaast boven IC en XC, en beneden OBAPNABAC. Het linkerdeurtje kan niet heelemaal open, omdat de onhandig aangebrachte wolk van het moderne voetstuk in den weg zit. Bij gesloten deurtjes blijven de boven- en benedenrand van parels met een purper-agaat in het midden, een paars-agaat links en rechts in het zicht ; de buitenzijde der deurtjes is versierd met steenen en wel : linksboven een groenen, in het midden een purperrooden en beneden een purperen ; rechts : twee purperen, en beneden een groenen ; in het hart een bleekpaarse Steen. Van de parels zijn er eenige vernieuwd.. Afb.531. Rome. Schatkamer van St. Pieter. Het „Kruis van Constantin", uit de schatkamer van 0. L. Vr. Kerk; achterzijde van het geopend triptiek. De drukke, van schub- en bladornament voorziene, achterzijde van het kastje is van gedreven goud en bevat in het midden een gelijkarmig kruis en zes medaillons STAD MAASTRICHT. 565 binnen een parelrand ; vier ervan bevinden rich naast de armen en twee in de boven- hoeken ; deze laatste dragen de monogrammen IC en XC. De andere vier zijn blijkens afb. 531 bedekt door een roset, het onderste door een zegel. Volgens de teekening van van Gulpen bevatte (de achterzijde van) het juweel de volgende opschriften, Welke eveneens door Dr. Hoogewerff werden opgeteekend HP00 I YMOVI KAPLII 1 AC 0 KAI I TETEY I KEN EKIwAN 1 NHC A I YTPw / CIN AITco I N CAA I AMAT I coN. Uit het opschrift kennen wij intusschen den maker, want het opschrift beteekent, dat zekere Joannes, ter verkrijging van kwijtschelding zijner zonden, blijmoedig (dit kruis) heeft vervaardigd. Op de afb. bij Lipinsky's artikel is dit opschrift niet te zien en de schrijver noemt alleen het vorige. Hij eindigt zijn artikel met: „Als datum zijn wij geneigd de vijfde of zesde eeuw aan te nemen. En vermoedelijk heeft de schrijn aan Justinianus toebehoord en niet aan Constantijn, Wiens smaak minder verfijnd was". 566 GEMEENTE MAASTRICHT. De KLOOSTERGEBOUWEN. De klooster- Van de voormalige kloostergebouwen is het karakter verloren gegaan ; de huizen gebouwen. aan het 0. L. Vrouwe plein dienen ten deele als kapelanieen. De pastorie bevindt zich in de voormalige pastoorswoning der St. Nicolaaskerk. De kruis- De, langs den oostwand van het portaal en langs den westwand van het noorder- gang. dwarspand bij de kerk aansluitende, k r u i s g a n g is, voor zoover zij langs deze Uitwendig. muren loopt en over haar geheelen westelijken vleugel met lessenaarsdaken gedekt, overigens met zadeldaken. Zij is, op een + 2 M. hoogen voet van Naamsche steep, opgetrokken van mergel. Afb.532. 0. L. Vr. Kerk. Pandhof met kruis an naar het N.-Westen. De, door contreforten gestijfde, muren hebben in elke travee een Brie- of vier- deelig spitsboogvenster en in de middelste travee van den noordelijken vleugel een breede poort, waarboven een spitsbogig, vierdeelig, bovenlicht. De profileeringen en traceeringen der vensters hebben de weelderige vormen der laat-gothiek. In enkele traceeringen zijn emblemen verwerkt en wel in twee vensters van den westvleugel : het teeken der Luiksche rechtsmacht — de „piroen" — en het wapen van den Luikschen bisschop Robert de Berghes (1 559-1564) ; in den noordvleugel, in een der vensters, het wapen van koning Philips II, geflankeerd door den Bourgondischen vuurslag ; in twee andere, renaissance-cartouches o.s. met de STAD MAASTRICHT. 567 jaartallen 1558 en 1559, en in het bovenlicht der poort, zoowel aan buiten- en binnen- zijde, de tvveekoppige adelaar met het wapen van Oostenrijk ; in den oostvleugel in een der vensters de vijfpuntige ster van Maastricht. (Afb. 533.) Vol ens VAN HEYLERHOF (Annuaire, 1827, P. het jaartal 1582. De vensters zijn beglaasd en voorzien van sierlijk gesmeed-ijzeren spijlen. Het, thans aanwezige, glas is modern, dock de Afb.. 0. L. Vr. Kerk. Bovenlicht met het wapen van Oostenrijk. sponningen in de vensters bewijzen, dat zij van den aanvang of op beglazing zijn berekend. De kruisgang is overkluisd Inwendig door kruisgewelven in mer- ge], waarvan de eenvoudige ribben door gebeeldhouwde kapiteeltjes op muurzuiltjes gedragen worden ; de ver- siering der kapiteeltjes be- staat uit bladornament, draken en engeltjes, die een monstrans, het op blz. 558 be- schreven patriarchaalkruis, een medaillon met kop (Karel V ?) ens. dragen. In den wand tegenover de vensters zijn spitsbogige nis- sen en een steenen bank; de nissen hebben geprofi- leerde neggen, Welke niet zijn voortgezet tangs den binnenkant van den spits- boog. In de wanden zijn een paar Graf- gedenksteenen aangebracht Afb.. 0. L. Vr. Kerk. De noordelijke kruisgang; inwendig.steenen. 568 GEMEENTE MAASTRICI IT. en de vloer is bedekt met over de honderd grafsteenen ; vele zerken zijn geschonden en voor een groot gedeelte erg afgeloopen; sommige zijn afkomstig van de voormalige St. Nicolaaskerk. Waar ik mij voorstel deze steenen uitvoerig te behandelen in de voortzetting (Public. 1937 e.v.) der „Maastrichtsche Grafsteenen" kan ik hier met een korte beschrijving volstaan. XIIle eeuw. T. Een zerk, lang 2.39 M., breed aan het voeteneind o.90 M., aan het hoofdeinde I.04 M. Het randschrift luidt : + ANNO DNI I M°C°C° L° I°I • VII • ID • APRILIS • OBIIT HENRIC SCOLA(S) I TIC'ECCLESIE1 BEATE MARIE • IN • TRAIECTO • AIA • EI • REQVIESCAT • IN • PA / CE • AMEN. 2. Een zerk, lang 3 M., breed 1.36 M. met het volgende randschrift. + ANNO DN ..... I . . . X • VII • XVII KL • SEPTEMBROS) .. IIT MAGISTER / GOSVVIN' DE • GRVSELT • / CANTOR • ECCLE • BE • MARIE I TRAITO • AIA • EI • REQ'ESCAT • IN PACE • AME. XVe eeuw. 3. De andere helft van de zerk van Nicholaus de Ghelcke (hiervoren, blz. 529, nr. 6), lang 1.06 M., breed (afgebrokkeld) 0.76 M. Het randschrift luidt : ANO • DNI • M • CCCC • I SEXTO • MESIS • APRILIS • / DIE • DECIMA • CUI . . . . Dezelfde wapens als op de in de kerk liggende helft komen hier ook voor, alleen in omgekeerde volgorde. 4. Zerk, lang 2.18 M., breed 1.15 M., waarvan het opschrift nog maar ten deele leesbaar is : (HIC EST SEPULTUS)DNS • MICHAEL ') / ...... CANONIC • HUI • ECCLESIE (Q • OBIIT) • ANNO DNI / M • CCCC • (L ?)VI . . . . 5. Een zerk, lang 2.44 M., breed 1.29 M. ; de steen is gehavend en van de gothische architectuur in relief is nog al wat over, van den geestelijke weinig en van het randschrift : ... (HEN . . . .) / DE • STEIUORDIA • CANONIC' • ET • SCOLASTICUS • HUIUS • JNSIGNIS • ECCLESIE • QUI OBIIT • ANNO • NATIVIT ... /DOMINI • MILLESIMO QU .. .. ESIMO/ . . . . Vlgs. FRANQUINET, Invent. I, blz. 388, sterft kanunnik Heinricus van Steyvort in 1498. 6. Een zerk, lang 2.53 M., breed 1.5o M. Door uitdieping der contouren is een geestelijke onder een gothische architectuur voorgesteld, het hoofd rustend op een kussen en de handen tegen elkaar boven een kelk. Van het randschrift is maar weinig meer te ontcijferen • I • A • ...... / . . . . ICESIMO / • SECUI)O • MENSIS • [FEBRUARII]. I 500. 7. Zerk, lang 2.90 M., breed 1.42 M. Onder een gothische architectuur staat een geestelijke, een kelk met beide handen voor de borst houdende; naast het hoofd 1) Vermoedelijk de pascuis = van der We den, vgl. FRANQUINET, Invent. I, blz. 387. STAD MAASTRICHT. 569 twee wapenschilden, beladen met een uitgeschulpt kruis ; in de hoeken de symbolen der Evange- listen. Het randschrift luidt : • HIC IACET • SEPULTUS / VENERABILIS VIR DUS JOHANES ULRICI DE DOROEDE HUI ECCLIE CANONIC • / NECNO INVESTIT PAROCILIS / ECCLIE DE . . . . [IOANIS] QUI OBIIT A XV VIII MESIS JULII DIE XXVIII. (Afb. 535.) 8. Een zerk, lang 1.71 M., breed 0.96 M., heeft in het midden het Lam Gods in relief; in een kring hieromheen het volgend opschrift : LIJSBET OLD(E)BEEKEN STARF ANO XVc VI (D)ES III DACH IN MEY • 9. Een zerk, lang 2.01 M., breed 1.02 M., heeft op de hoeken de symbolen der Evangelisten, in het midden een vierpas, waar- binnen een wapen: gevierendeeld: I en IV, een leeuw, uitkomend uit een dwarsbalk ; II en III, een schuinbalk. Het randschrift is slecht te lezen en vermeldt de namen van drie personen : HIC • / IACET SEPULTUS VEN . US / GUI • V .. DNS I JOHES ..... CATOR • OBIIT / ANO (XV.)c IIIJ (of VIJ) DIE XXIIJ (of XXVI) MARCIJ • DNS VERO GEO .. • . IT A° XVc (verder niet Afb. 535. 0. I.. Vr. Kerk. Grafzerk van Kanunnik ingevuld). Joh. van Doenrade in de kloostergang. la Een zerk, lang 2.47 M., breed 1.14 M., heeft in een vierpas een schild, XVIe eeuw. beladen met een huismerk, dat zich het best laat beschrijven door het te vergelijken met het spiegelbeeld van een op den kop gestelde 4, waarvan de dwarsarm aan het uiteinde een St. Andries kruisje heeft. In de vier hoeken is een wapensch ld uitgehouwen, dat beladen is met een anker. Het randschrift in bijzonder sierlijke letters, is goed leesbaar, op het gedeelte na, dat den naam vermeldde ; het rand- schrift luidt: i DIE STERF • INT • JAER • M • VC_ • EN XXII • DEN • XXII / DACHT • VA • FEBREUARYUS / OP SYNT WYN AENDu DACH BVD GOT VOER DV SYEL N 570 GEMEENTE MAASTRICHT. I I. Een zerk, lang 2.32 M., breed 1.27 M., heeft in de hoeken de symbolen der Evangelisten en in het midden in een vierpas een wapenschild met helm en bijbehooren in de vormen der renaissance ; het schild is gedeeld : A, een klauw ; B, drie plompe bladeren (2 en I), Helmteeken : de klauw. Het randschrift luidt : HIC IACZ SEPULTUS HONLIS / VIR DNS CORNELIUS DAEMS CANONIC' HUI' ECCLIE QUI OBIIT ANNO M VC i XXXI MENSIS (MAI) DIE ...... / met andere letters is hieraan toegevoegd : AIA IN PACE REESCAT A° XVC 34 OBIJT THOMAS DE FIDER'NEPOS • D • CORNELY • 12. Een zerk, lang 2.96 M., thans breed 1.3o M. Onder een gothische architectuur in weelderige vormen en in relief staat een geestelijke, de handen voor de borst met de vingertoppen tegen elkaar. In de omlijsting zijn zes schildjes uitgehouwen ; links boven het wapen PASSAERT (v. Blitterswyck): doorsneden en ingehoekt van drie stukken ; rechts boven : een slangenkruis; links beneden : een dwarsbalk met een uitkomenden, du bbelstaarti gen leeuw ; rechts beneden : afgebroken. In het midden van de linker lange zijde van het omschrift een cartouche, waarschijnlijk met een helm, helmteeken (een uitkomenden ezel ?) en dekkleden, en op de andere lange zijde wederom het wapen Passaert. Het randschrift is voor een groot ge- deelte leesbaar: HIC • IACET • SEPULTUS / VENERABILIS AC EGREGIUS VIR DNS GOESUIN' PASSART (HUI) r] ECCLE SCOLASTICUS (ET I . . .) ONICUS QUI / .. . ANNO XV XX(XII ?) MENSIS (IUNII) DIE XXVII CUI' AIA IN PACE REQUIESCAT AM. A fb.536. 0. L. Vr. Kerk. Grafzerk van Gosw. Passaert (v. Blitterswijck) in de kruisgang.13. Fragment van een zerk, lang 0.90 M., breed 0.52 M. ; het opschrift in de cartouche is sedert de publicatie ervan in de Maasg. 1918 zooveel verder vergaan, dat ik hier eenige, aan W. Sprenger's aanteekeningen ontleende, aanvullingen cursief toevoeg. STAD MAASTRICHT. 571 IONCKER CONRAR / DE BRVNNYNCX STI(ERF) I tot LVYCK EDE LILT / hier BEGRAVE DE 4 / (1 578) tilde IOFFRAW / (BARBAR)A TANS SY / HuYSVRAVW STER / den 14 SEP 1603 I (I3IDT) VOER DYE ZEEI,. Links van de cartouche zijn twee wapenschilden zichtbaar ; het bovenste waar- schijnlijk het wapen de Brunincx, het andere Copys (vgl. het volgende rummer). 14. Mede van het geslacht Brunincx is een zerk, lang 2.53 M., breed 1.35 M., waarop in het midden in een rond medaillon het geslachtswapen is uitgehouwen en in de hoeken in vier kleinere medaillons de vier kwartierwapens, ieder den naam in een cartouche vermeldend : Brunincx, Strielz, [Fruy]ts en Copys. Het wapenschild Brunincx is beladen met twee dwarsbalken en een vrijkwartier, waarop drie figuren (volgens DOPPLER, Maasg. 192o, blz. 72, leeuwen, 2 en i). Helmteeken gekroonde, uitkomende adelaar; schildhouders: twee vrouwen. Stri el z: gegeerd van twaalf stukken ; een hartschild waarvan de figuren niet zijn te onder- scheiden. F r u y t s : gevierendeeld : I, een dwarsbalk en in het schildhoofd een vijfbladerige bloem ; II, een leeuw ; III, drie ruiten (2 en 1); IV, vijf aaneengesloten spitsruiten. Copys: veertien koeken (4, 4, 3, 2 en I), en een barensteel van vijf hangers. 15. Fragment van een zerk, lang 1.68 M., breed I.I4 M. ; dit is rijk bewerkt ; XV1Ieeeuw. onder een rondboognis is een staande engel voorgesteld, met een ovaal schild aan den rechtervoet, voorstellend drie naar links gewende vogels (2 en I) en in het hart een vijfbladerige roos. In een cartouche een gehavend opschrift : HIER (LIGT) B(EG)RAVE(N A)ERT (P)RVENE / RO(EDR)AGER D(E)SER KERCKE STERF I IN(T) IARE ONS HEEREN A° 1(597 volgens SPRENGER) DEN I . . . MEER(T) ENDE ISABELE LANSMANS I (SY)N HVYSVROWE STERF A° 1605 I I)EN (31 volgens SPRENGER) 1'UL1 BIT VOER DYE SIEL. (Vgl. blz. 531, nr. II.) 16. Een zerk, lang 1.61 M., breed o.88 M.; onder een niet meer te ontcijferen opschrift op een cartouche, een door laurierbladeren omgeven wapenschild; gedeeld: A, twee gekruiste tournooilanzen ; B, een rechter schuinbalk, van boven vergezeld van een leeuw, van onderen van twee (drie ?) blokjes. Een cartouche onder het schild vermeldt : ENDE M. ALBERT I,ANC. ART / STERF I)EN 2 I AVGVSTVS /ANNO 16(04) ENDE AGNES / I3E(R)TRAN SYN HVIS(HOOV I STARF DEN 16 OCTOBER 167(0) / (EN) ERSAEMEN LENAERT i MENNEN HUNNEN SC(II. )NSOON I STARF I)EN (10 AUGUS . . .) / (ENDE) CONSTA(NTIA) . . . 17. Een zerk, lang 2.01 M., breed 1.15 M., bevat in hoog relief het wapen v a n Buel: drie hoefijzers (2 en i), helmteeken twee hoefijzers ; en lager, in twee ovale medaillons het wapen (de) Stas : een springend pert; het schild gedekt door een abtshoed met vijf kwasten. In een cartouche is te lezen : HNC IACET SEPVLTVS RDVS DNS AC I MAGISTER IVES VAN BVEL MIN'S / DVM VIXIT INSIGNIS ECCLESIAE COLLEGIAT.AE BEATAE MARIAE / TRAIECTENSIS CANONICVS OBIIT / A° 1624 MENSIS 572 GENIEENTE MAASTRICHT. IVLII 26 CVIVS ANIMA REQVIESCAT IN PACE AMEN i NEC NON R.A.DICIS TOFS DESTAS I.V.L. PROTH. APL. PRETACTAE / ECCLIAE CAINTCVS ET CANTOR i OBYT II 7BRIS 1694. 18. Een zerk, lang 2.34 M., breed 1.30 M., geeft in relief het geslachtswapen C r v e s e n s met de kwartierwapens P a s m an drie cozen (?), geplaatst 2 en t; V a e s, gedeeld : A, drie schapen (2 en I); B, een adelaar; van Bve 1, drie hoefijzers (2 en I). Het wapen Crvesens is beladen met drie Palen en heeft een schildhoofd met drie bollen. (Vgl. blz. 575, nr. I.) In een cartouche staat : EPITAPHIVM / SIB HOC TVMVLO SEPVLT' I GENERALEM TVBAE SONITVM 1 EXPECTAT RDV DNVS DIONYSIVS / CRVESENS DVM VIXIT HVIVS / INSIGNIS ECCLESIAE COLLEGIATAE I B.M.V. TRAIECTENSIS CANONICVS / QVEM PRAEMATVRA MORTE I MARTINS EXVIVIS NONA DVCENTE RETRAXIT / MARTINS HEIV LOX TERNA DIE FVNERE LVXIT / PIE LECTOR ANINIAE DEFUNCTI APPRAECARE / 9 MARTII 1644. 19. Fragment van een in relief uitgehouwen zerk, lang 1.57 M., breed 1.08 M. Boven een cartouche, waarbinnen het Christus monogram (IHS) boven een hart met drie nagels, zijn twee wapenschilden aangebracht ; het eerste gevierendeeld : I en IV, een druiventros met een blad ; II en III, een gekroonde Kamer. Het andere schild, eveneens gevierendeeld : I en IV, zeven ruiten (3,3 en I); II en III, vijf dwarsbalken, en een leeuw er over Keen. 20. Zerk, lang 1.65 M., breed o.8o M. Een engel houdt een doek met het Christusmonogram, zooals in de cartouche op den onder Nr. 19 beschreven steep, omgeven door een rozenkrans. Een cartouche vermeldt : HIER LIGGEN 1 BEGRAVEN DE I EERBARE ENDE GODT / VRUCHTIGE DOCHTERS / CORNELIA EN MECHTIL / DIS SAMMEN GHESVSTER I DERSTE STIERF A° 1659 1 DEN 20 IANVARY DE / DE TWEEI)E A° 1664 I DEN I 9 IVNY i REQVIESCANT IN / PACE. 21. Fragment van een rijk gebeeldhouwde zerk, lang 1 .2 I M., breed 0.59 M.; het bewaarde stuk is het linker beneden gedeelte eener zerk ; een engeltje rust met den linker elleboog op een doodshoofd ; op het gedeelte der cartouche is te lezen : D. / Hic IACET REVS . . . I DONIINVS LAVRENTIVS / DECANVS ETC. C .. I IN IBLY AETATIS .. I CANONICATVS 39 DE . . I QVY OBYT ANNO .. 1 DIE 18 CVI .. I APPRECA .. I Blijkens de lijst, meegedeeld door FRANQUINET, Invent. I, P. 383, hebben wij Kier te doen met Laurentius Lejeune, die 18 Augustus 1621 kanunnik, en 6 November 1634 deken gekozen werd ; hi stierf 18 December 166o. 22. Een zerk, lang 2.05 M., breed 1.02 M., bevat binnen een lauwerkrans een wapen : een golvende dwarsbalk, vergezeld van drie bloemen aan gebladerde steel, geplaatst 2 en I ; helmteeken een wildeman. In een cartouche staat het volgende MEMORIAM / R.D. NICOLAI BEECKMAN IIVIVS ECCLES I DVM VIXIT CANONICI IVBILARY STAD MAASTRICHT. 573 ET CANTORIS CVIVS IIIC 22 APRIL'S I CADAVER ALIT VERMES / ANIMA VERO CAELO DATVR I NICOLAVS BEECKMAN EIVSDEM EX FATRE / NEPOS IVRISCONT" (ET VN)VS E DEPVTATIS I ORDINVM PATRIAE LEODIENSIS / MOESTVS POSVIT. 23. Een zerk, lang 2.17 M., breed 1.235 M. Het geslachtswapen vertoont drie droogscheerdersscharen, de punten naar omlaag en geplaatst 2 en I ; een aanziende helm. Op een cartouche hieronder: D.O.M. I MoNvmENTvm / Rim . Ai5M . ng.IMATTHIAE FINIERS I HVIVS INSIG . ECCL . COLL . B.M.V. I CANONICI ET SACERDOTIS FVNDATORS I PRAESENTIARVM OCTAVAE VENERABILIS / SACRAMENTI i QVI OBIIT 27 MARTII A° MDCXCVII I REQVIESCAT IN PACE. 24. Een zerk, lang 2.38 M., breed 1.17 M., bevat twee gekoppelde wapenschilden XVIIIe eeuw. onder een helm ; het helmteeken, een uitkomende leeuw. Het manlijk schild is gevierendeeld : I en IV een leeuw ; II en III, negen bollen (3, 3, 3). Het vrouwelijk schild een zwaard, geplaatst als een rechter schuinbalk ; het zwaard, vergezeld van zes merletten, geplaatst 2 en I en I en 2. Het opschrift luidt : D.O.M. / HIER LIGHT BEGRAVEN DEN EERSAMEN GERARDUS VAN GULPEN, BORGER FN COOPMAN DESER STADT, STARE, DEN 7 IANWARI I 7 14 / ENDE DEN EERSAEMEN GUILIELMUS VAN / GULPEN BORGER ENDE COOPNIAN DESER STADT STERF DEN 4 APRIL 1733 / MET DE EERSAEME MECHTILDIS PASTOORS I SYNE HUYSVROUW STERF DEN 20 APRIL 173 .. 25. Een zerk, lang 2.22 M., breed 'Jo' M. In een Lodewijk XV cartouche is een wapen uitgebeeld : doorsneden : A, een boom ; B, een keper, vergezeld van drie raderen (2 en I). Het opschrift vermeldt : HIER LEGDT BEGRAEVEN / DE IIEER WILHELMUS I THIESSEN BORGER EN COOPNIAN DESER STAEDT i STIERFT I DEN 5 JUNI 1740 / ENDE SYN HUYS VROUWE I JOUFFROUW CORNELIA LJECKERMANS STIERFT DEN 6 MAY 1766 ENDE HUNNE i KINDEREN IOHANNES STIERFT / DEN 5 8BER 1760. I BIDT GODT VOOR HUNNE ZIELE. 26. Een zerk, lang 2.31 M., breed 1.04 M. bevat in een rijk versierde omlijsting een ovaal wapenschild, gedekt door een abtshoed met zes kwasten, en een cartouche. Voor het wapen is to vergelijken de, bij den preekstoel gegeven (blz. 527), beschrijving. De cartouche vermeldt : D.O.M. / AC MEMORIAE / R : A : D : GUM : HENR : LOYENS / BRUX : PROTH : AP : HUIUS / INSIGN : I ECCL : B : M : V : CANONICI ET / SACERDOTIS QVI HANC ECCL : / MAGNIFICENTISSIMA CATHEDRA / CONCIONATORIA ALYSQUE QUAM / PLURIMIS EXORNAVIT MUNERIBUS I OBYT VERO 22 7BRIS '1730 / MAETISSIMA POSUIT DELA MARIA I PETRONILLA LOYENS SUPREMI / BRABANTICI CONSILY QUONDAM i SECRETARY FILIA AC PRAEFATI / I)EFUNCTI NEPTIS ET HAERES / QUAE OBIIT 16 7BR. 1768 / ET R : A : D : ANTHON : ARNOLD : LOYENS / HUIUS INSIG : ECCL : CAN : ET SACERD : I QUI OBYT 26 XBRIS 1749 . / R I P. 27. Fen zerk, lang 1.77, breed 0.87 M., bevat een cartouche, waarin beeldhouwers- werktuigen zijn voorgesteld, benevens het volgend opschrift: ICY • REPOSE • GERARDUS/ 574 GEMEENTE MAASTRICHT. JOSEPHUS • ABSIL • MAITRE / TAILLEUR • DE • PIERRE • / DECEDE • LE • 9 XBRE I 765 & JOANNA • FRAIQUENT SON • EPOUSE • DECEDE LE ...... & ANNA • JOQUENT • DECEDE • LE / 30 MAY I X61 & FRANCOIS • DIEVDONNE • I DECEDE LE 26 MARS I 776 / 25 JUILLET 1777 /RIP (Afb. 537.) Gedenk- In de warden ingemetseld o. a. de volgende steenen. gedenksteenen T. HIC • JACET • SEPULTUS • DNS • JOHES /DE QUERCU • CAPN' / ECCLIE • INTEMERATE VIRGIS • MARIE • TRECTEN • QU5DAQZ TRNE ECCLIAR' PAROCHIALIU TRAIECTEN INDEFESS' DESERVITOR • AC JUBILARI' TADEQZ . CARNE SOLUT' . A • COELITIB' EXCEPT' • EST • ASTO 1551 MESE • DIE 14 APRIL'. 2. Een gedenksteen, Welke binnen de omlijsting 0.84 M. hoog en 0.64 M. breed is en waarop to lezen staat : HIC SEPULT' EST HONLIS DNS HENRIC' SWYNEN HUI' ECCLIE • CANONICUS / ET .ECCLIE PROCHIALIS. VILLE • DE / WELNIS PASTOR • ET HECHTELT NAT' I QUI OBYT ANO XVcLXIJ MESZ Afb.. 0. L. Vr. Kerk. Grafsteen DIE 23 CUI' AIA REQUIESCAT IN PACE Amid. van Ger. Absil. Langs den kart zijn twee wapenschilden gehouwen, het een be- laden met een ploeg, het ander met de letters H en S. (Afb. 538.) 3. Een steer van 0.92 M. bij 0.78 M. met het vol- gende opschrift : JACOBVS CHASSEBRAS PARISIENSIS SCVTARIVS NOBILIS Do- MINUS DE CHALICOUR IN REGIA REGIS I CHRISTIA- NISSIMI LEGIONE CEN- TURIO CUI MANVS DEXTE- RA IGNIS MISSALIS GLANDE IN HVIVS VRBIS DEFEN- Afb.538. 0. L. Vr. Kerk. Gedenksteen van Henr. Swynen SIONE DIE 19 AVGVSTI in de kruisgang. A° 1676 AVVLSA/ MORTEM STUD MAASTRICHT. 575 INTVLIT I HIC JACET I VIR CONIVGII NESCIVS I VIRTVTE ET ANIMO PARITER ILLVSTRIS I MILITIAE STVDIOSVS, AEQVITATIS AMATOR i ARTIS MVNIENDI PERITVS, PINGENDI NON IGNARVS / INDOLE GENEROSVS, INGENIO PLACIDVS, SERMONE FESTIV1 / MORIBVS SENEX, AETATE IVVENIS I CONSVMMATVS IN BREVI, EXPLEVIT TEMPORA MVLTA HUNC PV LAVDANT RELIGIOSVM I HVNC FORTES PRAEDICANT BELLICOSVM / HVNC COMN1ILITONES LVGENT AMABILEM / HVNC MILITES PLORANT PARENTEM HVNC PRECARE VIATOR IN AETERNVM FELICEM i i OBVT 25 SEPT A° 1676. VIXIT AK 25 MEN 5. De oostarm der kruisgang is sedert Mei 1934 tot schatkamer ingericht. Voorts worden in de gangen bewaard een aantal r o u w b o r de n, waarvan vermelding verdienen I. een bord met het jaartal 1646-19-vm en een gevierendeeld wapen : I en IV drie zilveren schapen op zwart veld, II en III een zwarte adelaar op zilver, vgl. blz. 572, nr 18 2. een van 1647-7-w met een wapenschild beladen met een kruis en een hartschild met een St. Andrieskruis en een stappenden vogel ; 3. een van 1652-21 September met een gevierendeeld schild : I een stappend lam met vaantje van goud op rood ; II een schildhoofd beladen met drie zwarte sterren (6) op zilver; III gedeeld van zilver en blauw, en beladen met een geopenden en gekanteelden toren van rood ; IV twee dwarsbalken van rood op zilver, de bovenste beladen met drie . . . . van zilver (?), de onderste met twee . . . . van zilver (?). Helmteeken : twee zwaarden, de punt omlaag ; 4. een van 1657-24-x bris met het wapen van Hoensbroek ; 5. een van 1658 met een ruitschild ; gedeeld : A doorsneden boven een zwarten barensteel van drie hangers, beneden drie palen ;Been dubbel gekantelde roode dwarsbalk op goud ; 6. een van 1661-20 September met een ruitschild ; gedeeld : A, gevierendeeld I en IV bezaaid met lelies, zwart op goud, II en III in een veld van goud drie (2 en I) zwarte merletten en in het hart een roode roos ; B in een veld van good een zwarte dwarsbalk, van boven vergezeld van drie rechtshellende klophamers, van onderen van een bloemstengel met drie vijfbladerige bloemen ; 7. een van 1676-20-7 br. met een doorsneden wapenschild, boven een uitkomende leeuw van goud op blauwen veld ; beneden op drie rijen geblokt van goud en blauw ; 8. een van 1719-3-I met een doorsneden wapenschild : drie gouden sterren (6) op zwart ; beneden een gouden klaverblad van drie bladeren op rood ; 9. eenige met de jaartallen 1738-12-vI, 1746-10-vm en 1749-21-xbris met een wapen : gevierendeeld : I en IV gedeeld : A gedwarsbalkt van acht stukken van goud en rood B, twee ruggelings geplaatste visschen van goud op rood, II en III een klimmende dubbelstaartige leeuw van zilver op goud ; 1o. een van 1745-214 met een ovaal schild : het roode veld is beladen met een blauwe dwarsbalk, vijfmaal ingehoekt van goud, en vergezeld van drie vijfbladerige bloemen van zilver, geplaatst 2 en I ; 576 GEMEENTE MAASTRICHT. 1 I. een van 1754-6-v met twee ovate wapenschilden ; het eene is gevierendeeld : I en IV een zwart hondje op zilver ; II en III drie (2 en I) roode rozen op groen (?) ; het andere in zilver een springende roode eenhoorn ; 12. een van 1788 met een gevierendeeld wapen I en IV in rood drie (2 en I) zilveren wassenaars ; II en III in blauw een gouden dwarsbalk. Over alles heen een blauw hartschild beladen met een zilver kruis. Statenstraat. Het voormalig klooster der WITTEVROUWEN. Literatuur. VON GEUSAU, Public. XXXI (1894), blz. 7-8. ADAM VAN BROECKHUYSEN, Public. 1906, blz. 55 e. v. Geschiedenis. Volgens de overlevering zou de stichting van het klooster teruggaan tot den tijd van Johannes, het Lam, Maastricht's zestienden bisschop (624-646). Er zijn gees bewijzen voorhanden ter Afb.. Het klooster der Wittevrouwen naar een teekening van Valentin Klotz in de Verzameling van Limburgs Geschied- en Oudheidk. Genootschap. staving van deze overlevering. Het klooster, dat aanvankelijk den re el der Penitenten van St. Maria-Magdalena volgde, was in de kloostertucht verslapt, zoodat de kloosterlingen in 1252 een nieuwen regel kregen, n.l. dien van St. Victor te Parijs (Daris, XIII—X1V siècle, p. 219). STAD MAASTRICHT. 577 De oudste stichting verdween al vroeg, want v66r het jaar 1268 brandde het klooster of en de kloosterlingen namen in genoemd jaar geld op tot den wederopbouw (FLAMENT, Het Huis Oud en Nieuw, 1913, blz. 394). In het jaar 1310 wordt vermeld, dat de Witte Vrouwen een jaarrente betalen uit de goederen van wijlen Hardevust waar het koor nieuw is opgericht (novus fundatus est; DOPPLER, St. Servaas nr. 75). In 1796 deelde het klooster in het lot der meeste andere Maastrichtsche conventen : het werd door de Fransche Republiek verkocht. Van de gebouwen, welke zich uitstrekten van de Helmstraat tot het Statenstraatje en van het Vrijthof tot aan de huizen langs de groote Gracht, zijn slechts eenige gebouwen over- gebleven uit de XVIle eeuw ; het zijn particuliere woningen geworden. Tot het voormalig \Vittevrouwen-klooster behoort een huffs in het Statenstraatje. Beschrijving. Het heeft een negen vensters breeden gevel en is opgetrokken boven een groote overwelfde kelderruimte. Het jaartal 5877 in den sluitsteen boven den ingang werd aangebracht, toen dit gebouw in gebruik was bij de Vrijmetselaarsloge „la Perseverance" I). In den achterwand op het Zuiden treft men vakwerk aan met baksteenen van 0.215-0.22 bij 0.045-0.05 M. en stroomlagen. In den oostwand bevindt zich een kruisvenster (XVII B). In een der zuidgevels, een g e d e n k s t e e n, hoog 0.70 en breed o.865 M. Hierop is een kanunnik in koorhemd uitgehouwen, geknield voor een bidstoel met open boek rechts; daarachter een Calvarie (het corpus van den Christus ontbreekt). Achter den geestelijke staat zijn beschermheilige, in de rechterhand een lans met vaantje houdend en een helm met kam op het hoofd. Hij draagt, evenals de kanunnik, een knevel en puntbaardje; hij is gekleed in een pij met schapulier. Het relief meet o.6o M. in de hoogte, bij een breedte van o.63 M. (midden-XVII). Een breede eiken trap met balustrade aan het trappegat werd door verplaatsing Inwendig. samengesteld; een vroeger aanwezig bordes kwam to vervallen. Van een stuc-schoorsteen (Regence) in het oostelijk gedeelte gelijkstraats bleef alleen de bovenboezem behouden. Op de verdieping vonden trogwelfjes toepassing. Het kapwerk is in hoofdzaak oorspronkelijk. De groote kelderruimte over de heele lengte van het gebouw is overwelfd door een gedrukt tongewelf van brikken, gesteund door bogen op een onderlingen afstand van o.88 M. ; de gewelven hiertusschen zijn in keperverband gemetseld. 1) Aan deze bestemming herinnert nog eenige onbelangrijke stoffeering van een kamer op de verdieping aan de westzijde. GEBOUWEN VAN LIEFDADIGHEID, WETENSCHAP EN KUNST. I. Bogaerdenstraat Nr. 'B. Het HUIS DER TWAALF APOSTELEN. Literatuur. ADAM V. BROECKHUYSEN'S Beschrijving van Maastricht, Public. XLII (1906), biz. 73-75+ V. HEYLERHOFF in het Annuaire van 1831; A. J. FLAMENT, Geschiedenis van het Hu' der Twaalf Apostelen, 1892/3. Geschie- Door Lambertus van Middelhoven — eigenlijk Broerkens of Bruelkens volgens FLAMENT, denis. blz. 2 -- werden eenige goederen aangekocht, zooals het goed van Scouveren en dat van den .Bellick; hij liet deze inrichten en bepaalde bij uitersten wil (3 Mei 1493), dat ze bestemd zouden worden tot huisvesting van oude poorters en poorteressen van Maastricht, die door merkelijk ongeval en „quaeder aventueren" verarmd zijn (FLAMENT, Hoofdstuk II). Uit de rekeningen der stichting blijkt, dat de afdeeling der vrouwen in wezen is gebleven tot de inlijving van het Huis der XII Apostelen bij de „Bureaux des hospices" onder het Fransch bes ,tuur (FLAMENT Hoofdstuk IX). Beschrijving. De gebouwen bestaan uit een hoofdgebouw aan de Bogaardenstraat, twee haaks hierop gerichte vleugels en eenige aan de Batterijstraat gelegen woningen. Deze gebouwen hebben weinig architectonische waarde ; aan den binnenhof hebben deuren en vensters een omlijsting in Naamsche Steen en in de bovendorpels der deuromlijstingen staan de jaartallen 1765, 1767 en 1768, in de uitbreiding der vleugels de jaartallen 1840 en 1858. Meubelen. Uit den tijd der stichting dagteekenen de houten beelden der twaalf Apostelen met dat van den Christus, alien met attribuut ; zij zijn hoog + 0.42 M. (Afb. 540, 541.) Een Mari ab e e 1 d, van lindehout, hoog 0.553 M. en een Joannesbe el d. hoog 0.545 M. (XVIa). Beide beelden hebben tot een Golgotha-groep behoord, welks crucifix bij een ondernomen restauratie is vergaan. Afb.54o. Huis der twaalf Apostelen. Zes der oorspronkelijke Apostelbeelden met dat van den Christus STAD MAASTRICHT. 57 Afb.541. Huis der twaalf Apostelen. De oorspronkelijke gevelbeelden van den Christus met zes Apostelen. Twee kaste n, een eikenhouten dressoor (XVII) en een, waarvan de deuren bestaan uit, van elders afkomstige en in relief gestoken voorstellingen van het twee-heerig gezag: op de rechterdeur de pijlen der Staten, op de linker een mijter, waar een zwaard en een bisschopstaf doorheen zijn gestoken. Deze paneelen zijn hoog 1.6o M. bij een gemiddelde breedte van 0.50 M. (XVII B). Een verzameling tin, zijnde het gerei, dat ieder der verpleegden gebruikte : een koffiekom met oor, hoog 0.08 M., middellijn O. 12 M. ; een rnosterdbakje met oor, hoog 0.07 M., middellijn o.o66 M. ; een zoutkommetje, kelkvormig op vierkanten `.• Afb.542. Huis der twaalf Apostelen. Tin-gerei: koffiekom, soepkom met bord, bierkan, mostertbakje en zoutkommetje. voet, hoog 0.065 M. ; een bierkan met oor en deksel, hoog tot het lid 0.126 M., middellijn 0.094 M. ; een soepkom met bijpassend bord als deksel ; deze kom heeft twee handvaten, een hoogte van 0.105 M. en een middellijn van 0.2 1 5 M. 5 8o GEMEENTE MAASTRICHT. In den refter, achter glas, een aangekleede, nieuw gepolychromeerde, Madonna, hoog ± 0.85 M. (XV?). In de rentmeesterskamer, een borduurwerk, achter glas, voorstellend het wapen van Engeland (XVIII). 2. Groote Looierstraat 17. Het ARMENHUIS, thans Militair Hospitaal. Ingevolge het testament van Kanunnik Max Hendrik Salden (+1745) werd in 1755 een R. K. Armenhuis gesticht. Aanvankelijk werden er alleen meisjes in gehuisvest, maar na een uitbreiding in 1769, waartoe de Prinses de Rohan de eerste Steen legde, werd het gebouw 1n 177o mede door jongens betrokken. Na de opheffing van het klooster van den Nieuwen Hof (vgl. blz. 278 e.v.) is de stichting daarheen overgebracht en het oude gebouw in 1794 tot Militair Hospitaal ingericht. (Vgl. VAN HEYLERHOFF, Annuaire 1831, blz. 143 FRANQUINET, ,Annales, 11, p. 168-173). Beschrijving. Het in baksteen opgetrokken gebouw is gesaust en aangelegd volgens het beloop van den Jekerarm, in verband waar- mede de gevel bestaat uit vier, met elkaar een hoek makende partijen van telkens Brie vensters en een tusschen geblokte pilasters gevatte midden- partij met stoep en gebogen fronton. De ingang is begrepen tusschen twee gebeeldhouwde stijlen, Welke een geprofileerde lijst dragen ; deze lijst strekt rich boven de nevenlichten over de heele breedte van het risaliet uit en gaat boven den ingang over in een gebeeldhouwden spiegelboog, afdekking van het bovenlicht. Hier- boven is, onder een gebogen fronton een, door zijstukken met L . XV or- Afb. 543. Het Armenhuis; ingang. nament geflankeerde cartouche aan- gebracht met het volgende opschrift : Qui DAT PAUPERI I NON INDIGEBIT, I DIE DEN ARMEN GEEFT I SAL GEEN GEBRECK LYDEN / PVB 28 v 27. Hierboven een venster op de eerste en tweede verdieping, gedekt met segmentbogen met drievoudigen sluitsteen. Het hoofdgestel vermeldt het jaartal MD C C L V I I. De vensters van het gelijkstraats en die van de eerste verdieping waren oorspronkelijk kruisvensters ; die van de tweede verdieping rechthoekige tweelichtsvensters ; aan den achterg-vel zijn op de eerste verdieping vier- en aan de binnenplaats twee kruiskozijnen over, benevens een tweelichtvenster en een gootlijst op consoles. Inwendig: een breede trap met balusters en gesneden trappaal. Volgens VAN HEYLERHOFF werd bet uurwerk van de in 1772 gesloopte Looierspoort in het frontispice van het Armenhuis geplaatst. STAR MAASTRICHT. 581 BOEKERIJ, zie hierna blz. 584 : Stadsboekerij. 3. Het GESTICHT CALVARItNBERG (Burgerlijk Armbestuur), voormalig klooster, thans ziekenhuis. ADAM VAN BROECKHUYSEN, Beschrijving der stad M. (1731 e.v.), Public. XLII ([906) Literatuur. p. 67-7o. VAN HEYLERHOFF, Annuaire van 1831, blz. I 13. Baron VON GEUSAU Public. XXXI (1894) blz. 101-107. Op Goeden Vrijdag van het jaar J628 betrok Elisabeth Strouven (1600-1661) met eenige Geschie- vriendinnen een huis aan de Abtstraat •; zij hadden zich ten Joel gesteld de lijdende denis. menschheid bij to staan. Het huis werd haar geschonken door den bur em Gerard Dries. De verpleging van pestlijders en gewonde krijgslieden had een uitbreiding der gebouwen ten gevolge. Toen de nonnen vanSt. Ann dal (vgl. blz. 149 en 585) haar intrek namen in Calvarienberg (167o), waren de eigenaars er van to Hoesselt (Belgie) ; nadien volgde een vereeniging der beide communauteiten en een streng kloosterleven, waarbij voor het verplegen van zieken yen gelegenheid meer was. Den 13 - IV - 1711 werd den kloosterlingen van den Calvariebergh gegeven „5o pattacons tot perfectioneeringhe haerder kercke" (Index op de raadsnotulen, fol. 844). Tot aan het jaar van de opheffing der kloosters onder het Fransch bewind kende het klooster een zekeren bloei • nadien werden degebouwen en degrond verkocht. Een gedeelte der kloostergebouwen en der kapel werden tot een katoenfabriek ingericht. 1)e overblijfselen van Elisabeth Strouven en eenige andere, de graf- steers , welke haar gemeenschappelijk graf dekte (vgl. hiervoren, blz. 504) en eenige altaarsieraden kwamen terecht in de kerk van St. Nicolaas. In 182oging het voormalig klooster over aan de Regenten van het Algemeen Armbestuur en in 1821 werd een ziekenhuis voor arm zieken in de tuinen van het voormalig klooster opgericht. Van de oude stichting zijn verschillende Beschrij- gebouwen overgebleven. ving. Een in 1671, na de vereeniging met de nonnen van Sint Annendael (vgl. blz. '50), gebouwde vleugel in baksteen vermeldt dit jaartal in muurankers. De kapel, die vroeger georienteerd was, De kapel. is een zeer eenvoudig gebouw (-710) in baksteen (co lagen = 0.70 M.) met een nagenoeg geheel ingebouwden pilastergevel Afb.544. Calvarienberg. Topgevel op het Westen ; in den top beyond zich de der kapel. 582 GEMEENTE MAASTRICHT. hierna te noemen, gebeeldhouwde, steen. In den zuidelijken buitenmuur der kapel is een gebeeldhouwde steen ingemetseld, hoog 2 M., breed 1 M. ; hierop is in verhoogd beeldhouwwerk de H. Maagd, staand, voorgesteld, het hart door een zwaard doorboord. Op den voet, hoog o.89 M., breed 1.34 M., is een tijdvers aangebracht: sPECVLo / DoLoRVM, wat het jaartal 1710 aangeeft. Hiernaast een kleine, op een punt gezette, steen van 0.185 M. in het vierkant; een tijdvers vermeldt : + IN CALVARIO PATIENTEM DRAGE (= 1710). Naast de kapel hangt een p o r t r e t van El. Strouven ; zij is geknield voorgesteld ; in den achtergrond misschien de torens van St. Servaas. Op dock, hoog 0.915 M., breed 0.732 M. In de Regentenkamer een ander p o r t r e t van El. Strouven, jets kleiner dap het vorige; zij is geknield voor een crucifix, met een rozenkrans in de gevouwen handen, en gekleed in het bruin; rechts op de Borst een steenrood kruis met de letters m, i, f, e ; een zwarte sluier over het hoofd. 4. Het CONVENTJE, hoek Ridderstraat en aan de Oude Minderbroeders. Van de geschiedenis van het Conventje is weinig bekend; misschien is het te beschouwen als de opvolger van een ander klooster, het „conventum quondam swestrionum, dictum Honder marcs", waarvan het cijnsboek van 1377 melding maakt (zie FRANQUINET, Invent. 1, blz. 118, n°. 3 • II blz. 215 en hiervoren blz. 75, foot). Beschrijving. In den tegenwoordigen toestand bestaat het uit een herhaaldelijk gewijzigd complex van gesauste baksteen om een rechthoekigen hof; aan den hoek ligt een woning met een topgevel aan het Ridderstraatje; gedichte en gewijzigde kruisvensters zijn er te zien volgens het type dat in de tweede helft der XVIIe en in de eerste heft der XVIIIe eeuw in gebruik was. (Afb. 550.) Aan de vroegere bestemming herinnert een wijwaterbakje in de gang. Voor het van hier afkomstig Mariabeeld zie blz. 537, nr. 7. Het voormalig LYCEUM, zie hiervoren blz. 185 en afb. 149. 5. Groote Looierstraat 27. De ST. MAARTENSHUIZEN. Geschie- De „Fundatie van St. Marten in de groote Leurestraet" werd volgens een verklaring van denis. Notaris a Cruce (in het archief der stichting) gesticht door „Joffe helena frencken, borgersse deser stadt" ter volbrenging der „begeerde ende goede intentie van wijlen hae en broeder Martinus Frencken, salig: &" (f 1 Januari 1713). Daartoe werd een hof „affcomende van de Erffg: van den heer Boomhouwer" in twee deelen verdeeld. Op een ervan werden ingericht „derthien huijskens tot bewoninge van eenige arme vrou persoonen out ontrent sestigh iaeren, .... van de warachtighe Roomsche Catholijcke religie, van borers affcomste deser stadt ...." De bouw dezer huizen werd den 3o Mei 1715 aan Gilles Doyen voor 14500 gldn. uitgegeven. STAD MAASTRICHT. 583 De dertien eenvoudige huisjes bestaan in front ieder uit een deur en een venster; Beschrij- zij zijn in 1919 met een zolderverdieping uitgebreid. ving. De poortomlijsting in Naamsche Steen is 2.315 M., de doorgang, 1.153 M. breed. Boven den bovendorpel is een gebeeldhouwde voorstelling van St. Maarten en den bedelaar aangebracht, terwijl uit een tijdvers eronder het jaar van de stichting (1715) to lezen is MARTINI PURA LIBERALITATE CONDITUR 6. Capucijnenstraat. Het Gesticht MISERICORDE. In de voormalige kapel bevindt zich een gesneden deuroml ij sting in den Stijl van Lodewijk XV en een eveneens gesneden bekroning in den Stijl van Lodewijk XVI. Een ronde t a fe 1 (Empire, middellijn 1.3o M.) en een met rechthoekig marmeren blad (I. lo bij 0.55 M.), de beide hermen met koperen kop en voeten. Een crucifix; het kruis en de voet van bout, corpus, stralen en bordje van koper. Tegen den voet een gedreven koperen plaquette met het borstbeeld van een vrouw (Maria Magdalena); hierboven een tweede met gekoppelde wapens : het manlijk schild beladen met drie klaverbladeren (2 en I), het vrouwelijk met een adelaar. Hoog 1.31 M. ; + 1700. Afb.. Misericorde. Huisje in den tuin. Afb.. St. Maartenshuizen. Ingang. 584 GEMEENTE MAASTRICHT. In den tuin een huis op rechthoekigen plattegrond en een aanbouw voor de trap ; twee topgevels met vlechtingen. Een vensteromlijsting met accolade- boog ; in het gelijkvloers zijn de om- lijstingen van deur en vensters in de XVIIIe eeuw gewijzigd. Gevelsteen met een zwarten bond. Inwendig : een eenvoudige schoorsteen met in den bovenboezem een tegel- tablea u, dat de kruisiging voorstelt, hoog 0.92, breed 0.90 M., rechts beneden geteekend : Joh" Aalmis Pinct a Rotte ; beneden een voorstelling van een kanarie in een kooi (XVIII alb). De RIJKSKWEEKSCHOOL, zie onder de Woonhuizen, Hof van Tilly. De SCHOUWBURG, zie hiervoren onder het voormalige Jezffletenklooster, Afb.547. Misericorde. schoorsteen in het huis blz. 234-241. in den tuin. 7. De STADSBOEKERIJ is met het Stadsarchief (oud) ondergebracht in het huis Vrijthof 47. Geschie- Bij besluit van den gemeenteraad werd den 4en October 1662 vastgesteld, dat alle leden denis. van den Magistraat de helft zouden afstaan van de vergoeding, welke zij jaarlijks genoten we ens vuur, licht enz. ten einde fondsen te verkrijgen voor een op te richten boekerij. Om de middelensneller te doen toenemen werd den 16 December 1684 bepaald, dat ceder nieuw lid van den Magistraat vOôr zijn in dienst treden een gouden Souverein zou betalen. Over de eerste aanwinsten van de boekerij is te vergelijken het jaarboekje voor het hertogdom Limburg van 185o, blz. 264 e. v. Bij de opheffing van de kloosters west de stad een gedeelte van hun boekerijen te vervverven, zooals in 1774 de uitgave der „Acta Sanctorum" uit de bibliotheek der P. P. Jezdieten. Uit de boekerij van het voormalig Preekheerenklooster verwierf de stad boeke n- k as ten, Welke door broeder Franciscus Romanus (vgl. hiervoren blz. 92, 131 en afb. Too) waren geschonken en thans nog in gebruik zijn. Voor den inhoud der boekerij wordt verwezen Haar den Catalogus (2 dln. door wijlen A. FLAMENT, een moderne door archivaris J. Blonden). 8. Prins-Bisschopsingel. Het GEREFORMEERD WEESHUIS. Geschie- De kroniek Loyens vermeldt op den 2 oen October 1639 : ,.hebben de reformeerden een denis. weeshuis gemaakt van het minderbroederklooster en hun predikant Ludovicus ging er in STAD MAASTRICHT. 585 wonen". (Vgl. hiervoren, blz. 190). In 1690 werd het weeshuis overgebracht naar een huis aan de Lenculenstraat (het Museum) en in 1913 naar het nieuw gebouw aan deli Prins- Bisschopsingel. Van het vorig gebouw werd een poortomlijsting met opschrift, in Naamsche Beschrij- steen, overgebracht ; het opschrift luidt: GEREFORMEERD WEESHUYS 1778. ving. Verder bezit de stichting twee op pergament geschilderde naamlijsten (1640) van de regeerende moeders en vaders. Een eenvoudige schouw met een omlijste haard (Lodewijk XVI). 9. Lenculenstraat, hoek Verwershoek. Het R. K. WEESHUIS. In ditgedeelte der stad schijnt reeds XVId aan een weeshuis gedacht to mogen worden, Geschie- want de raadsnotulen van 24-111-1597 zeggen, dat in den Verwershoek de „plaetse van den denis. Lombaert" is„gedispicieert” om er een weeshuis op to richten (Maasg. 1911, blz. 8). De huidige stichting dagteekent van 167o, het in dat jaar ontruimd kloostertje van Sint Annadal (zie hiervoren blz. 149-150 en 581) werd tot weeshuis ingericht (Maasg. 1921, blz. 83). Den 28 November 1698 heeft de Magistraat der stad eenige huizen in de Lenculenstraat gekocht om er een R. K. Weeshuis in to richten (Maasg. 1888, blz. 19). Zooals gezegd is het weeshuis XVII d ondergebracht in eenige bestaande gebouwen. Beschrij- Men kan bijgevolg onderscheiden ving. I. Het gebouw aan de Lenculenstraat, opgetrokken in baksteen, een verdieping hoog en voorzien van een halfrond-getoogde toegangspoort in omlijsting van Naamsche steen. Aan de hofzijde blijkt dit gebouw to bestaan uit een westelijke helft — het „Canisiushuis" — in gesausde baksteen (to lagen = 0.67 M.) en met een jaarsteen, waarop 1778 ; een oostelijke helft met muurankers (16) 40, en een haaks hierop aansluitenden gevel ; deze heeft een kruisvenster op de verdieping. II. Hieraan sluit gebouw II (XVIII A) aan. Dit heeft op het Westen, uitziende op dm hof, een gesa,isdm gevel in baksteen, een verdieping hoog en door vier geblokte lisenen van Naamsche steen in drie traveeen verdeeld. De middelste, met een gebeeldhouwde omlijsting in Naamsche steen, wordt door een driehoekig fronton gedekt; de beide andere hebben ieder een venster met gebogen boven- dorpel en sluitsteen, in het gelijkstraats en op de verdieping. De leien bedaking is vervangen door een van moderne pannen. Ten zuiden van blok II, en dit verbindend aan blok III, een gevel (+ 1700) met drie kruisvensters op de verdieping, terwijI beneden de vensters gewijzigd zijn. III. Blok III (XVI a) tenslotte is opgetrokken in baksteen, afgewisseld door breede banden van mergel om de viji lagen (= 0.30 M.) en gesausd. Eenige muurankers en kleine rechthoekige vensters in omlijsting van blokken zijn van het type, dat in de XVIIe eeuw nog voorkomt; de groote, dichtgemetselde, kruisvensters met 586 GEMEENTE MAASTRICHT. accolade-bogen aan den bovendorpel zijn van een type dat in XVI a reeds voor- komt. Afb. 548. Van de oorspronkelijke in- Inwendig. richting der gebouwen is weinig bewaard gebleven. In gebouw II bevinden zich twee, min of meer gave, stookplaatsen voor open vuren ; de beste heeft een omlijsting in ijzer, waarop een naar links gewende, zittende Vulcanus-figuur. Terzijde als karyatiden twee dergelijke fi- guren, een draperie om het middel. Hoewel deze stook- plaats buiten gebruik is, is de halfronde opening en een hekje van vijf spijlen aan de voorzijde nog aanwezig. Twee rijen van paarse tegels en een schuin- gestelde van blauwe vormen de bekleeding van den mantel. Het gesticht bezit vijf groote Meubelen. kist en van eikenhout, waar- van : t. de grootste, met slot- plaat en twee kettingen (XV ?); Afb. 548. R. K. Weeshuis. Zij- en achtergeveI aan den Verwershoek.2. met een laat type van briefpaneel (XVI) ; 3. met een onderverdeeling van de drie paneelen van het voorbord door een tusschen lijsten gevat kruis (XVII A; vgl. het kistje, hierna to noemen); 4 en 5. twee eenvoudige (XVII en XVIII ?). Ze hebben alle doorloopende hoekstijlen en zijn in meer of minder goeden staat. Een k i s tj e van eikenhout, hoog 0.885 M., breed 0.685 M., met gesneden fries en twee paneelen, versierd gelijk kist nr. 3, met slot en hengsels (XVII A). Een t o o g k a s t van eikenhout met laden, waarop koperbeslag, hoog met den voet 1.453 M., breed 1.45 M. Vier eikenhouten kasten, waarvan een XVII d, de andere XVIII. Een k 1 o k kekas t (XVIII B) zonder uurwerk. Twaalf eiken stoelen (XVIII). Schilderijen. 1. Piet a, in een landschap ; op paneel, hoog 0.42 M., breed 0.34 M., beschadigd (XVI). 2. K o p van een oud vrouwtje, van voren naar links, drie-kwart levensgroot, in STAD MAASTRICHT. 587 't zwart met witte routs, de vingertoppen der handen, die zij in biddende houding vOOr zich houdt, zijn nog zichtbaar. Op paneel, hoog 0.25 M., breed 0.19 M. Hollandsche school, omstreeks 1600-16 io ; door afbladdering en slechte restauraties beschadigd. 3. C h r i s t u s en de overspelige vrouw ; twaalf figuren ; op paneel, hoog o.6o M., breed 0.82 M. Vlaamsche school omstreeks 160o. 4. Het oordeel van Salom o, die links op een troon zit. Ongeveer 27 figuren. Op paneel, hoog 0.93 M., breed 1.22 M. Vlaamsche school, omstreeks 1580-1600, onder invloed van Maerten de Vos. 5, 6. Twee bloemstukken ; op doek, hoog 0.72 M., breed o.58 M. ; XVIId of XVIII. 7, 8, 9. Drie 1 a n d s c h a p p e n met soldatenscenes ; op paneel XVIII. Io. Rivier en berglandsc h a p ; op paneel, hoog 0.26 M., breed 0.34 M. XVIII. Portretten: I. Portret van een lid van de familie N ij s, staande, tot aan de knieen, van voren, den beschouwer aanziende, de rechterhand in de zijde, de linker, met zegelring aan den voorsten vinger, rustend op een tafel met groen kleed, waarop twee boeken. Rechts boven zijn wapen, gedeeld, I: schuingedeeld, links-boven twee zwarte klaverbladeren op goud, rechts-beneden een gouden klaverblad op zwart ; II : drie zwarte merletten (2 en I) op wit. Helmteeken : een gouden klaverblad ; dekkleeden : zwart en goud. Daarbij staat : AET. 7o, 1619. Op doek, hoog 0.89 M., breed 0.74 M. 2. Portret van Willem Lipsen (geb. 1621, t 28 Juli 1695), deken van St. Servaas, uit Maeseyck, zoon van Matheus en Margaretha Nijs. Levensgroot zittend kniestuk, van voren in zwart kleed, witte bef, witte bonten schoudermantel, waaronder het met witte kant bezette koorhemd to voorschijn komt. Op doek, hoog 1.655 M., breed 1.26 M. (Moes, Icon. Bat. 4552). Links-beneden zijn wapen : gevierendeeld I en IV : Lipsen = roode leeuw op zilver en een hartschild : gouden bloem op zilver (?); II en III: het wapen Nijs (vgl. het voorgaande portret). Het wapen Lipsen komt mede voor op het zilveren blad in de kapel (zie hierna, blz. 590.) Voor hetgrafmontiment van deken Lipsen is to vergelijken blz. 376, afh. 343. 3. Portret van Willem Wynant s, zittend, naar rechts gewend, naar den beschouwer omziende, ongeveer half-levensgroot, tot beneden de knieen, voor zijn schrijftafel ineen leuningstoel. Op de schrijftafel een lessenaar met papier, een mkt of en een crucifix , er achter een boekenkast. Hi' houdt in de rechterhand een pen, in de linkerhand een gebedenboek. Op doek, hoog 0.77 M., breed 0.61 M. (Moes, Icon. Bat. 9337). Omstreeks 1750. 588 GEMEENTE MAASTRICHT. 4. Portret van Joh. Jac. Cyrus, t to Febr. 1819, kanunnik van het kapittel van St. Servaas, van voren gezien, staande voor een boekenkast en het voetstuk van een antieke zuil, kniestuk ; de rechter hand rust op een bijbel, die op tafel naast hem ligt, terwij1 de linker de hoofdbedekking vast houdt; hij is in het zwart gekleed met koorhemd, waarover een zwarte mantel en een camail van wit bont met smalle, horizontale, zwarte streepen, de bef zwart met Witte randen. Op de tafel ligt een brief met het adres : ADMODUM REVER. AC ERUD-MO DNO J.J. CYRUS S.T.L. LIB ET IMP.ECCL. S.SERVATII CANON. AC STI MATTH. PASTORI VIGELm° TRAJECTI AD MOSAM. Rechts te halver hoogte : ANNO AET. 31 1770 / DOMI- NIQUE HABRIA. Op doek, hoog 1.39 M., breed 1.06 M. (Vgl. ook blz. 259, nr. 20.) Zilverwerk. Een voorstelling in zilver van de, in 1651 onthulde en op last van paus Inno- centius X (Pamphili) door Bernini ontworpen, „Fontana del Obelisco" op de Piazza Navona te Rome. De edelsmid heeft waarschijnlijk aan een afbeelding de levendige stoffeering ontleend. Het reliefgeeft de Fontein weer met twee der riviergoden, die aan den rots zitten Welk bekroond wordt door een obelisk.Op de obelisk een duif met tak, wapenfi guur dder Pamphilii. Teen den rots is ( nder tiaar en gekruiste sleutels het geslachtswapen aangebracht : doorsneden. boven : drie lelies ; beneden een dui met takje. Geheel links staan twee mon- niken : clan volgen twee miters, die te paard, hun paarden •laten drinken ; links van het midden liggen twee bedelaars •; in het midden een staande fig ur, Haar rechts twee stoeiende 'on ens dan een geestelijke met kijker een jonge man met hond en, geheel rechts, twee Oosterlingen met tulband. Achter de laatste twee groepjes staat een geestelijke met crucifix in de rechter handop een verhooging te preeken: staande wordt hij aanhoord, terwijI een koets met den Paus erin wegrijdt. Hoog 0.7o M., breed 0.50 M. Toegeschreven aan den zilversmid Wery. Achter glas en in een houten lijst, waarop geschilderd is: IN MEMORIAM DLAP MECHVBARBARAE WERY HUJUS / ORPHANOTROPHIE BENEFACTRICIS, OBIT 22 JUNII A°. 1780. In de kapel. De moderne kapel in den hof bezit : Een gebogen eikenlp.uten c o m m u n i e b a n k. In een opengewerkt medaillon twee geknielde engelen v6Or een kelk met Hostie ; de linkerarm van den linker engel is afgebroken. Het medaillon is gevat tusschen ranken met vruchten, druiven en korenaren (XVIlld). Eenvoudig, koperen w ij wateremmertj e, waarschijnlijk XVIII. Een schilderij, voorstellend de H. Familie, in 't midden Maria, rechts Anna, die 't Christuskind de uitgestrekte armen tegemoet houdt ; achter haar staande Joachim, links zittende Jozef, alles in een zuilenhal met boven een roode draperie ; op den achtergrond een ronde tempel. STAD MAASTRICHT. 589 Op doek, hoog 2.91 M., breed 2.00 M. Links beneden gemerkt : GODEFRIDUS MAES FECIT ANTWERPIAE ANNO 1690. Vermoedelijk afkomstig van het hoogaltaar in de kapel van het omstreeks lien tijd gestichte weeshuis. Een verguld zilveren en gedreven ciborie ; op den voet drie medaillons in een schelp- cartouche, met de gegraveerde voor- stellingen van den H. Augustinus, de H. Maagd Maria met Jezuskindje op den linkerarm en staande op de maan, de H. Elisabeth (?) een aalmoes gevend aan een bedelaar. Tusschen deze medaillons vruchtenslingers. Het deksel, met drie putti, een opengewerkten knop met drie vrouwelijke hermen, en een leliekruis met Christus. Hoog zonder deksel, 0.229 M., met deksel 0.402 M. Merken op den voet : Maastricht ; R en, in een schildje een figuur, welke lijkt op een A, maar met een breede dwars- streep, welke uitloopt in een naar boven gericht puntig eind. Op den onderkant gegraveerd S.E.L: en 1629 ; voorts in- gekrast : 30 onsen / 12 enge . . (Afb. 549.) Een verguld zilveren k e 1 k, geheel effen Zilverwerk en met balusterstam. Op den voet een gegraveerd wapen : een, in de richting van een linkerschuinbalk geplaatste, skep- ter, van boven en van onderen eindigend in een dubbelen slangenkop ; de skepter is vergezeld van de letters G. en A. Hoog 0.229 M., Been merken. Midden-XVII. Zilveren reliekhouder in den vorm van een kruis, tusschen welks armen stralen van koper ; het kruis bevestigd aan een vierkanten voet met eenvoudige draperie. Merken : onleesbaar (de helft van een vierpas (?) met . ? . ), A I in een recht- Afb. 549. Maastricht. R. K. Weeshuis. Ciborie. 590 GEMEENTE MAASTRICHT. hoek en N in een quadraat. XVIIId. Aan den onderkant van den voet is het jaartal 1787 in gekrast. Ampullen met b 1 a d. Het blad is ouder dan de ampullen ; een wapenschild (XVIId) is er in gegraveerd : een leeuw met schildje op de borst, waarop een vierbladige bloem. Helmteeken : een uitkomende leeuw. Waarschijnlijk het wapen Lipsen, vgl. hiervoren biz. 587, portret nr. 2. Lang 0.368 M., breed 0.29 M. Merken : Maastricht, G en W (?). De, ampullen hoop met den knop (een druiventros en een waterbloem) 0.13 M. en elk voorzien van een gegraveerd inschrift : HE D D 1748 en de merken : Maastricht, .‘„,-,, en P. Afb. 55o. Maastricht. Het voormalig Conventje. (vgl. blz. 582.) PARTICULIERE GEBOUWEN. TER INLEIDING. Het MAASTRICHTSCHE WOONHUIS. Van den middeleeuwschen woning- bouw is heel weinig meer in wezen. De in hout opgetrokken gebouwen zijn bij de talrijke belegeringen, door brand, of ten slotte in gevolge het streven de houten Bevels door steenen to vervangen, geleidelijk verdwenen. Het laatste houten huis, in de Groote Looierstraat, had een steenen onderbouw en drie „voorplooien", het is in 1868 gesloopt (vgl. Schaepkens, Het oude Tricht § 21) 1). Alleen van de gebouwen in vakwerk is het type tot op onzen tijd blijven bestaan, zooals de noordelijke zijgevel van het Dinghuis (zie hiervoren blz. 1 io), de westelijke zijgevel van het huis Markt nr. 71, hoek H. Geeststraat (zie afb. 552), de oostelijke zijgevel van het huis met den gevelsteen „In den windmolen", hoek van de Groote Staat en van het pleintje vOcir de voorm. Dominicanenkerk, maar in 1931 gesloopt (zie afb. 551), Steenenbrug I, Gubbelstraat 36 (vgl. nr. 249) de achtergevel van het pand Eikelstraat nr. 1 (afb. 592) en ten slotte in Wijk het hoekhuis van de Rechtstraat en het Pastoorstraatje, (afb. 553). De overkraging in den zijgevel van het huis „de Eikel" bewijst, dat deze bouwwijze in 1625 nog gangbaar was. Van de middeleeuwsche steenen gebouwen 1 is het type van den „turris", den verdedig- baren woontoren, tot ons gekomen. Bij de sloopingswerken aan de Maasbrug zijn in Afb.551. evel in vakwerk van den De Turris den zomer van 1932, aan het COrversplein to Wijk „Windmolen"; in 1931 gesloopt. fundeeringsmuren to voorschijn gekomen. Hoewel het de vraag is of zij van den toren afkomstig geweest kunnen zijn, die in 1267 door den Hertog van Brabant ter bescherming van den 1) Opgemerkt zij, dat het sedert 1653 verboden was daken met stroo to dekken en dat in 1687 reeds het herstellen van houten huizen verboden werd(vgl. Schaepken's Aanvullingen op het Oude Tricht, Public. 1933, blz. 70. 592 GEMEENTE MAASTRICHT. rivierovergang (vgl. hiervoren blz. 6) gebouwd is, vestig ik er de aandacht op in verband met de in de are 1931-1932 gesloopte overblijfsels van een woontoren in de Groote Staat, we waarschijnlijk uit denzelfden tijd dagteekende (zie hierna). Afb.552. H. Geeststraat; zijgevel van het and Markt 7I, uit vakwerk bestaand, dat rust op laat-gothische korbeels. De toren in de Groote Staat (nr. 5) kwam in een gehavenden toestand — hij is n.l. in de XVIIe eeuw tot woonhuis verbouwd — to voorschijn tijdens de sloopings- werken der twee huizen, Welke plaats hebben moeten maken voor de oostelijke helft van het Magazijn van Vroom & Dreesmann. Geschiedenis. De „Liebaert". In de jaren 1931-1932 is gesloopt, wat er nog stond van „de Liebaert" en „de Landscrone" , wij lezen bij Schaepkens, blz. 15o en 151, dat in het begin der STAD MAASTRICHT. 59 XIVe eeuw de Lansdcrone door de stadsregeering werd aangekocht en dat hierin — en in het ernaast gelegen huis, de Liebaert (het Luipaard), dat weldra aan het eerste werd toegevoegd — de administratie- kantoren en het laag gerecht gevestigd waren. Uit „Het oude Tricht", aanvullingen door schrijvers ' zoos en naamgenoot op het werk zijns vaders (i'ublic. 1931, '32 en '33) vernemen wij nog, dat den 22-V I 11-1605 de Lupaert verhuurd werd aan A f b.553. Rechtstraat 4, hoek Pastoorstraatje te Wijk; voor den bominslag. Lambert Biesmans, secretaris der stall; dat de raad den 23-x11-1619 besloot „den lubart" te verkoopen aan den meest biedende ; dat men zulks anderrnaal deed den 24-v-1633. Ten slotte werd in 1657 met octrooi van den Bisschop van Luik en met mach- tiging van de Staten-Generaal opnieuw tot verkoop besloten ter bestrijding der kosten van het te bouwen nieuw stadhuis(vgl. ook hiervoren, blz. 119). Nadien zijn de middeleeuwsche gebouwen in woon- huizen veranderd welke ten deele het karakter van, XVIIc nog vertoonden. De Liebaart had — even- als Groote Staat nr.— — een achtkant traptorentje met eikenhouten spiltrap, aan den zuidgevel; de spil was zeer kunstig uitgehold. 1) Afb. b. 554. Voor zoover ik tijdens de slooping heb kunnen Beschrijving. nagaan, bestond Liebaart nit de overblijf- selen van een toren op rechthoekig grondplan; in den kelder was de breedte 7.33 M. (noord- zijde,langs de Groote Staat) en de lento langs den westwand tot, war eens de zuidgevel Afb.. Traptorentje van Groote Staat 9, stood — deze is bij de XVIIe eeuwsche ver- tijdens de slooping. bouwing vervangen — 10.17 M. De dikte van den westwand be roe 1.32 M.; die van den oostwand 1.30 M. (tot een verzwaring 1) Een gesneden eiken trap (+ 1700) uit een der bijgebouwen, met balusters en Brie gesneden trappalen, bevindt zich thans in het landhuis „de Roosdonk" te Nuenen (N.B.). 594 GEMEENTE MAASTRICHT. aan de zijde van de Landscrone). In dezen wand was een doorgang van 1.15 M., toegang gevend tot de Landscrone, waarvan de oostwand op 5.5o M. lag. In den kelder waren de lange wanden aan de binnenzijde afgekapt om er een later (XVII) tongewelf in mergel beter te doen aanpassen. Vroeger lag er een houten zoldering in, want eenige ruwe kraagsteenen, steunpunten voor balken, staken uit de lange wanden ; om den kop van een der balken meer steunvlak te bieden was bij een der kraagsteenen van den oostwand een ondiepe nis uitgespaard. De muren bestonden uit twee wanden met gietwerk er tusschen. Gelijkstraats.In het gelijkstraats was de westwand regelmatig gemetseld van blokken kolen- zandsteen en waren de vroegere voorgevels vervangen door moderne winkelpuien. Ver- Een eerste wijziging van den oorspronkelijken noordgevel door het aanbrengen diepingen. van groote kruiskozijnen viel nog waar te nemen, terwijl in den westwand op de tweede verdieping de schuine dagkanten van twee schietsleuven te voorschijn kwamen; de opening was opgevuld met blokken van mergel. Uitwendig was van den oorspronkelijken westgevel een gedeelte vrij gaaf; beneden was een wand van mergel er tegen opgetrokken, dan volgde een gedeelte in klein materiaal en daarboven, een, door een verweerde waterlijst gescheiden, geleding van grootere blokken ; deze geleding had eenigen voorsprong. De topgevel bevatte in de zuidelijke helft oud werk, maar is in een tijd, toen deze gevel niet meer vrij stond, vernieuwd ; dit bleek uit de door den muur stekende balkeinden. Een traptorentje op achthoekig grondplan verbond de verdiepingen; het was opgetrokken in baksteen met toepassing van hoekblokken. De trap had een getorste en geprofileerde spilt vgl. afb. 554. Ik gis, dat de Liebaert (luipaard, leeuw), ook Luipaard geheeten, een woontoren is geweest van het geslacht de Leopardo, dat met een leeuw zegelde. it XIVb en c zijn verschillende zegels van den schepen Florentius de Leopardo bewaard en in XIV B zegelt een Cloes van den Liebaerde ook met een leeuw ; misschien is hi' een afstammeling van het gelijknamig geslacht, dat in de XI1Ie eeuw den woontoren bezat en misschien ook gebouwd heeft. 2 Stokstraat nr. 55. In dit pand zijn de afmetingen van een toren aan de Graanmarkt, het zuidelijk uiteinde der Stokstraat, tot ons gekomen. Blijkens een opmeting van den architect W. Sprenger te Maastricht bedragen de afmetingen van den benedenbouw in breuksteen binnenwerks 6.33 M. (Noord—Zuid) bij 7.00 M.; de muren hebben een dikte van 1.06 M., behalve die aan de oostzijde, Welke I. 1 2 M. dik is. Geschiedenis. Voor degeschiedenis wordt verwezen naar de Refugie van St. Gerlach, hiervoren, blz. 287. Intusschen zij hier een gedeelte ervan herhaald : den 28-x11-1279 schenkt kidder Ogerus van Ilaren met toestemming zijner vrouw en kinderen het vierde deel van een steenen huis aan de Graanmarkt (in foro segetum) in aalmoes aan Proost en klooster van St. Gerlach (te Houthem); Johannes, zoon van wijlen ridder Wynandus, en zijn kinderen doen hetzelfde. Theodericus de lata platea schenkt insgelijks een vierde deel benevens de helft van het laatste kwart, waarvan zijn moeder Oda de and re helft heeft ; hierover beschikt ook zij op dezelfde wijze. Waarschijnlijk zijn de schenkers neven of achterneven. Al kennen wij den STAD MAASTRICHT. 595 gemeenschappelijken stamvader niet, zooveel is toch zeker, dat er in de akte van 1279 van eengoed sprake is, dat een of twee generaties eerder al bestond ; hiermee komen wij in XIIIa. Wie den toenaam de lata platea droegen, weet ik niet ; hi' zal gevoerd zijn door eengeslacht, dat in de Breede straat goederen bezat. 1) Ditgebouw, dat in het cijnsboek van 1377 (FRANQUINET, Inv. II, blz. 208) voorkomt als de „turris domicellarum de sancto Gerlaco", de toren der dames van St. Gerlach, schijnt in XVII B gemoderniseerd to zijn en tot een woonhuis te zijn ingericht. Een gekleurde Afb.555. Gezicht op het koor der 0. L. V.-Kerk met omgeving naar een teekening van Rademaker, in den topografischen atlas van het Limburgsch Gesch. en Oudheidk. Genootschap. teekening in de verzameling van het Provinciaal Genootschap geeft den toestand weer v(564r de verbouwing (vgl. af b. 555); de met een tentdak gedekte toren is er nog op to onderscheiden. Uit het octrooi, door de Staten-Generaal den 27-1-1731 aan de kloosterlingen verleend, tot het aankoopen van een refugiehuis to Maastricht (FRANQUINET, Inv. St. Gerlach, nr. 241) blijkt, dat zij haar oude Refugie hebben verkocht, omdat de herstellingskosten „wegens desselfs caduciteir en omdat ze „door oudheijd sodanigh was vervallen" al to hoog geraamd moesten worden. 1) Misschien heeft de(bij Doppler, St. Servaas, nr. 51, noot I) in 1264 vermelde Oda, weduwe van wijlen Baldewinus, schepen van Maastricht, benevens haar meerderjarige zoon Theodericus en een afwezige zoon Godefridus, hiermede to maken. Franquinet, Inv. II blz. 155 deelt in noot 2 mede, dat Balduwinus Pape of Paep, die men ook vindt met den bijnaam de lata jlexteez, omdat zijn mansio in de Breede straat stond, reeds vOOr 1291 gestorven is; hi' had drie zonen : Godefridus, Johannes en Winandus(vgl. ook hierna blz, 665, Vrijthof 15). 596 GEMEENTE MAASTRICHT. „Poorten" en Een herinnering aan de middeleeuwen bewaart de benaming „poort", waarmede claustrale vele edelmanswoningen in de stad plachten to worden aangeduid. Dit type werd huizm. gekenmerkt door een groote koetspoort, Welke een binnenhof van de straat afsloot; aan dien binnenhof lagen hoofd- en dienstgebouwen. Waren poort, hof en woonhuis drie kenmerkende factoren (vgl. het Brabantsch Gouvernement, afb. 73, het huis de Vilain XIIII — thans Jezuletenklooster — afb. 556, en het Hof van Tilly — thans Afb.556. Tongersche straat 53. Voorm. Poort de Vilain XIIII met de voorm. Dragonderskazerne; de inrijpoort met de zijpoortjes (breed 14.16 M. verplaatst, de vleugel (8.46) gesloopt. Rijkskweekschool — (afb. 572) later en wel sedert XVIII a wordt de poort veelal in den hoofdgevel opgenomen (vgl. de Poort van Reckhem, afb. 577, het claustrale huis St. Servaasklooster 8 (afb. 557) en andere XVIIIe eeuwsche huizen). Tot in XIX a werd dit type gehandhaafd ; vgl. het huis Vrijthof nr. 46 en 47 ; afb. 590. Ten gevolge van verbouwingen hebben vele dier poorten Naar oorspronkelijk karakter verloren ; bij de navolgende beschrijving worden zij derhalve niet chrono- logisch behandeld, maar in alphabetische volgorde der straatnamen. STAD MAASTRICHT. 59 De meest bekende poorten to Maas- tricht waren : in de Breede straat: d e Poort van Gronsveld—ook vanRimborch genaamd; de Poort van Reckheim (nr. 17), dePoortvan Meer; de Spreeu- warts Porte (nr. 27). In de Kapoenstraat la en de Poort v a n Gaveren, de Poortvan Erken- teil(Argenteau) en de Poort v an Oist (ook van Holset genaamd, vermoedelijk nr. 3 en 51)). Aan h het Julianaplein (nr. 6-8) de Poort v a n Leuth. Van het bovengenoemd later type zijn o. a. de huizen Groote Gracht 82, afb.58o, Looierstraat nrs. 19 en 26 ; Stokstraat nr. 24, vgl. afb. 623 ; Witmakersstraat nr. 5. Afb.557. St. Servaasklooster 8. Claustraal huis met gelijkstraats, en gebroken kap. Gesloopt. Typeering van den woonhuisgevel der XVIe eeuw. Bij den woonhuisgevel van de XVIe eeuw komen de kenmerken van den tijd vooral tot uiting in details; de indeeling blijft nog verwant aan die van de voor- afgaande periode, maar een aan de Fransche renaissance ontleende ornamentiek overtrekt het laat-gothische schema (F. A. Vermeulen, Handbk. II, blz. 137). 1) In een notarieele akte van 1625, in het archief van Oost — archief de Geloes van Eysden in het depot van het rijksarchief — staat to lezen: „... die Wel Eedele ende Erentuegentrijcke Vrouwe Anna van Holsitgenaempt Oest, vijt sonderlinge affectie, die sij tot hueren geslechte & stamhuijs van Oest was dragende cedeert aenden Weleedelen Heere Hieronimus van Berghe genaempt Trips, heer tot Oost, allsullick huijs ende hoff lip ende binnen der stadt Maestricht onder dieparochie van St. Johanskercke, inde Capoenstraete, genaempt die Poorte van Oest, reijgenoot ter sijden naer het Gasthuijs van St. Servaes het Cloesterken of to Convente van Sint Annendael, ter andere sijden Hendrick Collet Roydragher van Sint Servaes kercke ", zich reserveerende „het quartier vanden voorschreven huijs, coemende vuijt aenden Hoff . " In een schepenbrief van 1572 — in hetzelfde archief — komt de „poort" voor als „ons Huys ende Hoff ... inde Capuinstraete". Over het kloostertje van St. Annadaal werd hiervoren blz. 149 reeds gesproken. Vol ens een cijns- register (1410 van het altaar van St. Blasius lag een huis in de Kapoenstraat „contigue penes _portam Ogeri de Liechtenborat", FRANQUINET, Invent. blz. 42, foot 4, waar de schrijver geen nadere bijzonderheden over deze poort vermeldt. 598 GEMEENTE MAASTRICHT. Kenmerkend voor Maastricht is het veelvuldig voorkomen van rechte gootlijsten aan de straatzijde, van trapgevels aan de zij-(brand-)gevels, zoodat wij aan het voorm. „Gildehuis" in de Brugstraat naast de sierende elementen als de boogtrommels en frontons in verschillende vormgeving, medaillons en los in het gevelvlak ge- plaatste koppen, ook aantreffen een op krachtig uitgebogen consoles gedragen kroonlijst en geprofileerde waterlijsten; vgl. afb. 591. Uit de XVIe eeuw zijn maar weinig voorbeelden tot ons gekomen, maar aan dezen tijd zijn ongetwijfeld de elementen (kroonlijst, waterlijsten en banden) te danken, welke den Maastrichtschen woonhuisgevel van de XVIIe eeuw een eigen karakter geven. Topgevels uit de XVIe eeuw zijn nauwelijks bewaard gebleven, maar zij zullen ongetwijfeld bestaan hebben en stellig ook de voorloopers geweest zijn van de niet talrijke, maar toch typische Maastrichtsche topgevels met in- en uitgezwenkte dekstukken der XVIIe eeuw (vgl. het huffs de Ridder, afb. 604 e.v.). Opgemerkt zij nog, dat de stijlkenmerken dezer woonhuizen ontleend moeten worden aan het uitwendige, daar de plattegrond en de ruimte-indeeling der ge- bouwen door verbouwingen in den loop der tijden doorgaans te zeer zijn gewijzigd, om van een bepaald type te kunnen spreken. Over het algemeen wijst de plattegrond den langrechthoekigen vorm aan der stedelijke bebouwing, vooral ook omdat. Maastricht een vesting was, waarbinnen slechts bij uitzondering gelegenheid bestond om huizen op een breeder grondplan aan te leggen. Typeering van den woonhuisgevel der XVIIe eeuw. I. Kenmerkend is de bontheid van het materiaal : Naamsche steen, baksteen en mergel. De puff, of ten minste een punt, is opgetrokken in regelmatig werk van groote blokken Naamsche steen ; de deuromlijsting bestaat, evenals die der kruis- en tweelichtvensters, uit afwisselend groote en kleine blokken. Zijn de dammen tusschen de vensters smal, dan raken de groote blokken elkaar (vgl. afb. 558 en 559) ; voor de baksteen blijft maar weinig ruimte over. De dunne dwarsdorpel der kruiskozijnen wordt vaak over de heele breedte van den gevel als een band doorgetrokken (vgl. afb. 602); meestal bestaat deze band uit mergel. Hoekblokken in Naamsche steen — ook in mergel — omgeven den gevel, welke door smalle (geprofileerde) lijsten in verdiepingen wordt verdeeld. De meeste Maastrichtsche woonhuizen hebben zadeldaken, welke tusschen de hooge brandgevels zijn gevat ; deze eindigen in topgevels met vlechtingen, met trappen of met in- en uitgezwenkte dekstukken. Daar de voorgevel minder vaak in een topgevel — zie hierna — eindigt, wordt hij meestal horizontaal afgesloten door een sparrendak of door een hoofdgestel, dat in de XVIIIe ook wel vervangen werd door een fries (afb. 560) en zelfs door een koofvormige bekroning met relief in stucwerk, zooals bij Kleine Staat 13. In de bovenste verdieping treft men in den regel in plaats van kruiskozijnen, lagere, tweelichtvensters aan (vgl. afb. 559), sours een reeks van deze vensters, STAD MAASTRICHT. 599 Afb. 558. Groote Staat 9. Afb.. Kleine Looierstraat 18; (Vgl. blz. 593; gesloopt.) breed4.75 M. Gesloopt. zooals in het huffs Langs de Maas nr. 23, waar op de eerste en tweede verdieping twee maal een drieledig venster wordt aangetroffen, (afb. 561), of zooals op de bovenste verdieping van den Gouden Leeuw to Wijk. Een hoofdgestel in mergel, dat den voorgevel — vaak ook den zijgevel — afsluit, bestaat gemeenlijk uit een geprofileerde front- of kroonlijst, gedragen door consoles van mergel ; deze rusten op een (geprofileerde) architraaf. De consoles behooren tot een fries (in baksteen), Welke tusschen de consoles een ruitvormige 600 GEMEENTE MAASTRICHT. Afb.56o. Sint Pieterstraat 42. Fries in stucwerk met een jachttafereel, in Juli 193o gesloopt diamant dan wel een rozet, in mergel, of beide afwisselend, vertoont (vgl. afb. 594 en 602). Kenmerkend voor den tijd is, dat deze consoles, versierd met groeven of met acanthusbladeren, in XVII A direct onder de met een diamant versierde bekroning sterk ingehold zijn en in een gebuikte benedenhelft tegen de architraaf eindigen (vgl. afb. 559). In het midden der XVIIe eeuw is een wijziging in het beloop waarneembaar, zoodat om 1700 (vgl. afb. 597) de consoles als regel een gewelfd boveneinde hebben en geleidelijk uitloopen tegen de architraaf. Ook bij topgevels komt dit hoofdgestel voor (vgl. afb. 562 en 61o), maar het wordt dan dikwijls vlakker gehouden, en de fries met consoles wordt een triglyphenfries, zooals in den achtergevel van „de Ridder" (vgl. afb. 599 en 607). Bij topgevels zijn de vensters der zolderverdieping doorgaans rondboogvensters met een omlijsting van mergel of tenminste met een sluitsteen en de aanzet- steenen van den boog in genoemd materiaal. Gesmeed-ijzeren muurankers treft men vrij veel aan ; zij zijn aan boven- en benedeneind zijwaarts omgekruld; de halve ankers eindigen meestal tegen of op de lijsten (vgl. afb. 559, 561, 562 563 en 596). De oorspronkelijke deuromlijstingen hadden een eenvoudige latei met rechthoekig bovenlicht van dezelfde breedte, een rondbogigen doorgang of een driehoekige latei met een klein rechthoekig venster er boven (vgl. afb. 592, 595 en 605). Uitgebouwde traptorens op veelhoekig grondplan komen nauwelijks meer voor ; er zijn er mij slechts twee bekend Bouillonstraat 12 en Stokstraat nr. 30 (afb. 616). De beide torentjes aan de gesloopte huizen in de Groote Staat, kwamen hiervoren reeds ter sprake (blz. 593). In een litho geeft Schaepkens (het spiegelbeeld van) een torentje van een, eveneens gesloopt, huis aan de Hondstraat (vgl. Public II afb. tegenover blz. 126). Het torentje van Tafelstraat 28 is halfrond uitgebouwd (afb. 593). Deze torentjes zijn alle uit de XVIIe eeuw (vgl. ook hiervoren de Refugie v. Herc)cen- rode afb. 246). Voor den traptoren op rechthoekig grondplan van het huis achter de Comedie nr. 4 (vgl. blz. 241). STAD MAASTRICHT. 6o 1 II. Uit XVII A zijn weinig co p g e v e 1 s bewaard gebleven. Het eenvoudigst zijn die, Welke met vlechtingen, met een rollaag. dan wel met trappen zijn afgedekt, zooals het huffs Groote Looierstraat 15, dat aan de voorzijde een trapgevel heeft, terwijl de achtergevel een top heeft met in- en uitzwenkingen (rollaag). (Vgl. afb. 562, 563, 605, 609 en 613. Mb.561. Langs de Maas 23, vOOr de restauratie; Afb.562. Lenculenstraat nr. 34, breed5.56 M. vOOr de restauratie; br.4.40 M. III. Degeheel met Naamsche steen bekleede gevels zijn alle van na het midden der XVIIe eeuw. Kenmerkend is het streven de eentonigheid van het materiaal to on der- br ken door het gevelvlak meer relief to even ; vandaar, dat de blokken, welke de 602 GEMEENTE MAASTRICHT. vensters omlijsten eenigen voor- sprong hebben; het geven van voorsprong aan de omlijstingen wordt regel, ook voor de andere gevels in de XVIIIe eeuw (vgl. Stokstraat 26, afb. 618). IV. Pilastergevels zijn in Maastricht schaarsch ; de gevel van het huis Kleine Gracht 31 beantwoordt aan de typeering der XVIIe eeuwsche topgevels, met dien verstande, dat er in de benedenhelft drie pilasters van baksteen* aan zijn toegevoegd, Wier kapiteelen met tusschen gelegen consoles niet het hoofd- gestel, maar slechts de kroon- lijst dragen. In den top is een rondboogvenster tusschen twee pilasters gevat (vgl. afb. 622). Van het oorspronkelijke inte- Af b.563. Voorm. Grauwzusterklooster uit het Noord-Westen, rieur zijn tengevolge van voor de restauratie. moderniseeringen in vroegere eeuwen en van minder gelukkige verbouwingen slechts fragmenten overgebleven. Nu eens is het een (baluster) trap, dan weer een schouw, slechts zelden een wand- betimmering, zooals in de Bouillonstraat io, waar de zaal op de verdieping in den achterbouw een gesneden en geschilderde betimmering heeft, waarin opgenomen zijn de portretten van den Grooten Keurvorst en zijn gade (vgl. blz. 636). Het meest treft men nog aan „gespelderde" balkenzolderingen; tusschen de balken zijn trogwelfjes in stuc aangebracht, Welke op Limburgsche wijze aan de einden Tangs de wanden zijn afgerond. Een enkelen keer zijn deze zolderingen versierd met een stuc-ornament in relief, zooals in het huis St. Jacobstraat 8 (afb. 564). Afb.564. St. Jacobstraat 8, ,,gespelderde" zoldering met stucversiering. STAD MAASTRICHT. 603 Typeering van den woonhuisgevel der XVIIIe eeuw. De uitloopers dezer typen (vgl. Achter de Comedie, nr. 2, afb. 201), treft men tot in het midden XVIII aan. Kenmerkend is, dat de venster- en deuromlijstingen niet meer bestaan uit afwisselend groote en kleine blokken, maar dat hiervoor in de plaats komen groote stukken, zoodat b.v. tusschen boven- en tusschendorpel van een kruiskozijn de omlijsting niet meer bestaat uit twee groote en een klein blok er tusschen, maar uit slechts een blok. Aan dezen meer regelmatigen vorm der omlijstingen wordt eenige voorsprong gegeven. De consoles van het hoofdgestel krijgen, zooals reeds is gezegd een ander profiel (vgl. afb. 597). Tenslotte zij opgemerkt, dat vele gevels zijn gesaust, gepleisterd, of geschilderd. Dit maakt het vaak moeilijk het oorspronkelijk karakter duidelijk te onderscheiden, want het komt mij voor, dat in de XVIIIe eeuw vele gevels van een ouder type op deze wijze werden aangepast aan den smaak dier eeuw. Een groot aantal op deze wijze behandelde gevels wordt bijgevolg geplaatst onder de groep Algemeen-XVIIle eeuwsche gevels, een groep, die zonder uitgesproken stijl- kenmerken te bezitten, toch van groot belang is door het bijzonder karakter, dat deze bouwwijze aan het aspect der stad heeft gegeven (zie blz. 664-670). Van de oude kruiskozijnen werden de kruisen uitgebroken, de vensters naar onderen verlengd, de oude bergsteenen omlijsting en de toegevoegde stukken geverfd in „een steen couleur met Leynzaet olie verwe", zooals in art. 25 van het bestek der verbouwingen van het Commandement (Tongersche straat 6) te lezen staat (Stadsarchief, Bestekboek 194); uitdrukkelijk wordt in dit bestek van 1772 gezegd, dat zulks gedaan moet worden „alzoo door het verlaegen der vensters en leggen van de nieuwe onderdurpels (en) socken de steenen geen gelijke couleur met de andere steene . . . zullen hebben". Een zoo behandelde gevel geeft bij oppervlakkig bezien den indruk van een zekere eenheid. Bij nader beschouwen echter is de vroegere aanwezigheid van kruisgespannen te herkennen aan de krammen, waarmede de twee stukken van den bovendorpel verbonden moesten worden na het verwijderen van hun steun; is de verlenging der vensteromlijstingen naar onderen te zien aan de toegevoegde „socken" en aan het verbreken der doorgaande horizontale banden. Het duidelijkst komt het vroegere lapwerk te voorschijn bij het verwijderen der alles bedekkende laag, zoodat b.v. aan den gevel Tongersche straat nr. 6 thans alle veran- deringen in het zoo juist genoemd bestek van 1772 vermeld, zijn waar te nemen. Het „zuiveren" der gevels brengt eenerzijds de oude kern der gevels te voor- schijn, anderzijds het nadeel mede, dat het materiaal door het „afbikken" gewijzigd is, cl. w. z. dat de oude frijnslag van de Naamsche steen door afkapping kan zijn verdwenen en dat de baksteen niet meer het oorspronkelijk oppervlak vertoont. Hiernaast komt een gevelverdeeling voor, die als een erfstuk uit de Middeleeuwen is te beschouwen. Het is, alsof de houten staanders en Jiggers van den v a k- w e r k b o u w zijn toegepast in een skeletbouw in Naamsche steen, die tevens een verticale en horizontale indeeling gaf aan de gevels. Deze verticale indeeling hood gelegenheid tot het maken van varianten, zoodat deze ruim vertegenwoordigde groep onderverdeeld kon worden. 604 GEMEENTE MAASTRICHT. Uitgebreider nog is de groep woonhuizen, wier gevels een slechts algemeen-XVIIIe eeuwsch karakter hebben; zij zijn of in allen eenvoud zoo opgetrokken of zij zijn zoo geworden ten gevolge van verbouwingen, moderniseeringen in dit tijdperk. Hoewel deze gevels dus gespeend zijn van de weelderige sierelementen dan wel van de strenge vormgeving, die men in de Lodewijkstijlen aantreft, hebben zij toch nog zooveel kenmerkends, dat zij aan heele straatwanden door de aan-een-rijing van vertegenwoordigers van dit type een uitgesproken eigen karakter hebben ge- geven, zooals b. v. aan de Hoogebrugstraat to Wijk. Bijgevolg worden de XVIIIe eeuwsche woonhuisgevels hierna (blz. 653 e.v.) be- schreven in de volgende groepen: A. de uitloopers van de vorige periode (blz. 655-658), B. de gevels van het vakwerk-type in vijf varianten (blz. 658-664), C. de gevels van algemeen-XVIIIe eeuwsch karakter (blz. 664-670), D. de gevels met uitgesproken stijlkenmerken (Lodewijkstijlen), Vat de interieurs betreft zij opgemerkt, dat hiervan meer bewaard is, dan van de XVIIe eeuwsche. Zooals uit de afbeeldingen 647 en 656 blijkt, zijn belangrijke gedeelten tot ons gekomen; stuczolderingen zijn mede aanwezig; schoorsteenmantels in rijke en meer eenvoudige uitvoering treft men nog veel aan; royale trappen met balusters en goed gesneden trap- palen zijn heden nog aanwezig; het fraaie specimen uit het huis Corten- straat 3 is nog onlangs vervreemd en voor Maastricht verloren gegaan (afb. 565). Lage lambrizeerincen sierden en sieren nog vele vertrekken, geschil- derde bespanningen kleedden de wanden aan, zooals in het gesloopte claustrale huis St. Servaasklooster 8, vgl. afb. 557; ook komen er voor op geschilderd jute, zooals in het huis van Hasseltkade 13; een enkel maal treft men ook geheelgestukte wanden aan, zooals in het huis Groote Gracht 82 (blz. 619) en Capucijnenstraat 113 (afb. um en 102). Het stads- Het eigen karakter van het stads- beeld. Afb. 565. Eiken trap met balusters en gesneden beeld wordt gevormd doordat de trappaal uit het huffs Cortenstraat 3. wanden der ietwat bochtige straten STAD MAASTRICHT. 605 voor het meerendeel bestaan uit vertegenwoordigers der hiergegeven typen. Kenmerkend nu zijn de gebruikte materialen, die immers van invloed zijn op de kleur van het stadsbeeld. Naast de bontheid der XVITeeeuwsche gevels, treft het grauw van de Naamsche steen en de pastelachtige toon der licht-gesauste, der witge- kalkte en der minder vaak voor- komende donker geschilderde XVIIIe eeuwsche gevels. Dornineerend zijn voorts de aaneenrijing der rechte goot- lijsten en de plastische werking der flauw-hellende zadeldaken, wier dak- vlakken door dakkapellen op twee, sours op drie rijen worden doorbroken. Een levendige afwisseling bren gen tenslotte de meer speelsche vormen der vrij zeldzaam voorkomende XVIIe Afb.566. Eiken trap met gesneden baluster eeuwsche topgevels. engesneden trappaal uit het voorm. Huis de Vilain XIIII. Afb .567. Stadsbeeld ter plaatse van de voorm. Looierspoort. 606 GEMEENTE MAASTRICHT. BESCHRIJVING DER MAASTRICHTSCHE WOONHUIZEN, Afb.568. De Zuid-Oostelijke helft van de stad naar de maquette van 1752 in het Hotel des lnvalides to Paris.Foto Ir. D. C. van Schalk De „Poorten" en claustrale huizen. Een erfenis der middeleeuwen vormen de „P oorte n", Welke in vroegere eeuwen binnen de stad Maastricht huisvesting boden aan adellijke en voorname geslachten. Deze woningen, aanvankelijk met mansio aangeduid, komen sedert het eind der STAD MAASTRICHT. 607 XIIIe eeuw voor onder den naam poort, waarmede het meest kenmerkende element in den opstand werd aangeduid. De „poort" gaf immers toegang tot den open hof, waaraan de eigenlijke woning was gelegen, of waaromheen zij was gegroepeerd. Daar nu de benaming „poort" in archiefstukken veelvuldig en tot in het begin der XVIIIe eeuw voorkomt en het bouwkundig element van de poort tot in de XIXe eeuw toepassing vond — al deed zij geen dienst meer tot afsluiting van een achtergelegen hof, maar (zooals hiervoren op blz. 596 is gezegd) opgenomen werd in den Bevel — heb ik gemeend de hieronder te rangschikken woningen, zijnde de adellijke residenties met de uitloopers ervan, alsmede de op eenzelfden opzet aangelegde claustrale huizen, in een groep samen te moeten vatten. Een afzonderlijke studie over deze voor Maastricht zoo typische woonhuizen is nog niet verschenen. Het ligt buiten het bestek van dit werk een dergelijke studie te geven. Ik moet mij derhalve beperken tot het aangeven van eenige historische gegevens, ter motiveering van deze indeeling. Gewezen zij hier op het feit, dat de adel in de XIIIe eeuw een afzonderlijken stand vormde; de edelen, in stukken van dezen tijd als ,,milites" en „ridders" aangeduid, maakten een afzon- derlijk element van de Maastrichtsche bevolking uit (vgl. DR. G. w. A. PANHUYSEN, Studieen over Maastricht in de dertiende eeuw, blz. 104). Het ligt voor de hand, dat de paar in de XIIIe eeuw met namegenoemde „steenen huizen" voor een root deel de (verdedigbare) woningen dezer edelen waren. Bovendien hadden de „Buitenburgers" der stad: edele geslachten1), wier kasteelen in de omgeving der stad lagen, alsook de voorname naburige abdijen binnen de muren derstad mime en voorname huizen (voor de kloosterlijke Refugie-huizen zie hiervoren blz. 287 e. v.). Hiervoren op blz. 165 hebben wij reeds kennis op blz. 594 had ik de gelegenheid te wijzen op het bestaan van een steenen huis aan de Graan- markt, dat waarschijnlijk XIII A is gesticht en dat XIV B als „turris" wordt aangeduid. De overblijfselen van een woontoren in de Groote Staat werden hiervoren, •blz. 593 beschreven; ik heb hierbij het vermoeden uitgesproken, dat deze tot op onzen tijd gespaarde, maar in onze dagen gesloopte historische gedenkwaardigheid het overblijfsel is geweest van een door het ge- slacht de Leo Pardo gestichten woontoren. Een omschrijving van dergelijke huizen vindt men o.a. in het testament van Siba, vrouwe van Lichtenberg. In hetpart van haar zoon Godevaert van Lichtenberg viel bij loting: „. . . Dat hus ende den hof jn de breide strafe ghelic alst ghelegen es dat wilen was minre vrouwen ver Zyben voren ghe- nomt also alse si der binnen wonde. achter ende yore. dat steynhus yore. dat ridderhus de cokene de scure den bon art de stalle ende de porte vor Karen Jans Swaues Corte ende den hof also alse he le et . .." (FRANQUINET, Invent, Predikheeren, blz. 1 4). In het deel, dat aan haar zoon Hendrik toevalt is ook een„poort”, maar deze is in die dagen reeds aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken •; van dit gebouw wordt n.l. gezegd, dat er „Baudewin der touwere binnen wont" en dat het „wile eyne porte was" (alsvoren blz. 19). De Poort van Leuth, waarvan in 1551 het dak van „dat gansse huijs der poorten van Leut" (Maasg. x888, p. 82) zal hersteld worden, kwam evenals de Poort van Oost hiervoren, blz. 597, ter 1) Vgls. de Maasg. van 1881, blz. 604 hoorden hiertoe de Heer van Pietersheim, de Heer van Haren,, de oudste zoon van de maagschap van den Berg de Heer van Gronsveld en de oudste zoon van de , maagschap van de Heeren Hoen van den Broek (Hoensbroek). 608 GEMEENTE MAASTRICHT. sprake; Anna van Holsit staat in 1625 het gebouw af aan den toenmaligen Heer van Oost en reserveert zich „het quaertier vanden vooerschreven huijs, coemende vuijt aenden Hoff . . ." Vgl. ook de omschrijving in noot i op blz. 597. Een zekere Jehenne Bernelle heeft bij schepenbrief een huis in de Breede straat, dat gelegen was tusschen de poort, die zij van dat huis heeft afgescheiden en het huis van Mechteld van den Creefte overgedragen. In dien brief staan vele topografische bijzonderheden, die het mogelijk maken zich een voorstelling to vormen van den XVe eeuwschen toestand (DOPPLER, St. Servaas, nr. 1268): 1426 ". . . dat voerste huys neven die porte vurscreven metten saedele ende groeten huyse daerachter staende metten halven steynwege, lanxste voer dat groet huys vurscreven gelegen, to weten van den achtersten style van den vursten huyse vurscreven an den steynwech vurscreven staende ghoende ynnewaert tot tegen den achtersten stile, vanden groten huyse vurscreven . alsoe dat die partien vurscreven aldae vanden selven achtersten stile des groten huys vurscreven lynrecht over totten muyren tuwe staende neven den gueden Wilhems van Chievel soelen does makes eyn these op hunnen geliken cost ende daerynne eyne du re . . ." Verder is ern nog sprake van een tweede afscheiding en van een tweede deur, welke niet meer dan negen voet breed zal zijn; de put en „waterkuyle", staande tegen den wand van Jehenne's huis zal voor gemeenschappelijk gebruik en — onderhoud zijn. De meeste dezer poorten lagen in de Kapoenstraat en in de Breede straat. In eerst- genoemde komen voor de poort van Lichtenborch (t379, SCHAEPKENS, het oude Tricht, blz. 197; 141I „contigue penes portam Ogeri de liechtenborch, FRANQUINET I, blz. 42, n. 4), waarschijnlijk aan de westzijde; benevens het Gaverenhuys ofte Gaverenpoort (van de Heeren van Elsloo), aan de oostzijde nr. 23, het tegen- woordige klooster der Zusters, de zoogenaamde Meres Reparatrices; komen in het midden der XVIe eeuw nog voor het huis van O e s t en het huis van A r c k e n t e i 1 (Argenteau; vgl. SCHAEPKENS en FRANQUINET, Invent. Q.L.V. blz. 42, n. 4). In de Breede straat komen wij de tegen de poort van Rymborch aan de noordzijde; vroeger werd zij naar de Heeren van Gronsveld genoemd. De toegang lag blijkens een schepenbrief van St. Servaas d.d. 1367 (DOPPLER, nr. 729) in de Heggenstraat; van het huis van een schoenmaker in deze straat wordt n.l. gezegd, dat het ligt naast de poort van Henricus de Gronsvelt 1). Bij vererving is dit goed gekomen aan de 138o 1) In een cijnsboek van de altaren van de O.L.-Vrouwe kerk wordt van het altaar van de H. Anna — gesticht door de gebroeders van Aken, wier grafzerk in de kerk nog aanwezig is (vgl. hiervoren blz. 528, afb.505) — gezegd, dat dit van het huis van Gronselt (ad domum de Gronselt) in de Breede straat een cijns beurt (FRANQUINET, Invent. II, blz. 18). 1324 Blijkens een akte van 7 April 1324 (FRANQUINET, Invent. blz. 98) behoorde het huis in dit jaar toe aan Lambertus van Rolingen, van wien het vermoedelijk door koop gekomen is aan Hendrik van Gronselt, ridder. Dit huis nugrensde aan de „mansio" van den schepen Heer Arnold Nuest. In het cijnsboek van 1377 (FRANQUINET, Invent. II, blz. 236) wordt de ligging nader aangeduid ten opzichte van de belendendepanden: het huis, dat de schepen Nuest bewoonde lag tusschen dat van de weduwe van den ridder Arnoldus Nuest en degoederen „bona" van den Heer van Gronsveld. Hiernaast was het door Jonkvrouw He Twig de alto limite bewoond huis gelegen, waaraan naar de zijde van St. Servaas een ander huis van deze jonkvrouw grensde, dat vroeger aan zekeren jonker Baldewinus, genaamd Buy,c toebehoorde. HAAT XXII. PLAAT XXII. AA 0 10 t Raamstraat —Van Hasseltkade. Plan begane grond en eerste verdieping. Doorsneden. Naar opmetingen van C. J. M. VAN DER VEKEN. STAD MAASTRICHT. 609 Heeren van Bronckhorst-Batenburg, Gronsfelt en Rymborch. Agnes van Bylant schenkt als weduwe van een hunner met haar zoon het geheele complex, in welks twin de oude k a p e 1 van S t. A m a n d u s gelegen was aan de Jesuleten (vgl. SCHAEPKENS , Het oude Tricht, blz. 89; VAN HEYLERHOFF, Annuaire 1830, p. 158; FRANQUINET, Invent. I p, 98 n. I.) 1). Aan de overzijde lagen de poort van Reckhe(i) m, blijkens een onderzoeking van Schaepkens (alsvoren, blz. 95) het tegenwoordig pand Breede straat 17, en de poort van Meer2). Ook lag er de Spreuwarts poort, want toen Johan, zoon van den Maastrichtschen schout Jan van Hildernisse en Margriet a Palude, wegens een door hem opgenomen bedrag onderpand moest stellen, legde hij bij verklaring van 23 October 1621 daartoe o.a. vast: het hem toebehoorende derde deel van het huis „dye Spreuwarts Poorte", grenzend eenerzijds aan het „Lanterenstraetken", anderzijds aan het huis „den Gulden Cop" (Maasgouw 1920, blz. 68). Hieruit blijkt, 1621 dat het pand Breede straat nr. 27 in 1621 bekend was als de Spreuwartspoort. Ten slotte zij hieraan nog toegevoegd, dat het deftige huis Groote Gracht 82 XVIIId is opgericht ter plaatse, waar een eeuw eerder de T h i s i u s - p o r t e gelegen was. Uit mij door den Her J. H. Schopping, Directeur van de Verzekeringsbank „de Maas" (Groote Gracht 82) welwillend ter inzage verstrekte bescheiden blijkt, dat het pand als Thisius poerte in 1684 voorkomt en in 1697 beschreven wordt als een : groote poort met paarden- 1684 stal en hof; het ontleende den naam aan het geslacht Thisius, dat het toen ook be- woonde; in 1698 werd het door Andries van Buren gekocht voor 12920 gulden. Bij den verkoop aan Hubert de Meer in 1752 werd het beschreven als: een groot huis met een stalling, een remise en een aanhoorigen hof. In dezen toestand is het weer- gegeven op de mede uit 1752 dagteekenende maquette der stad in het Hotel des In- valides te Parijs. Uit het bier gegeven historisch feitenmateriaal blijkt, dat er nog veel verscholen ligt, wat waard is opgediept te worden en dat ons beter inzicht kan geven in de geschiedenis en de ontwikkeling van het Maastrichtsche woonhuis in het algemeen, zoowel als in het bijzonder. De Poort in engeren zin met karakter van voor het jaar i600 is, zij het ook in geschon- den staat, bewaard in de huizen Heggestraat nr. 13 (afb. 569) en Stokstraat nr. 45 (afb. 3 570). De dagkanten van de poort in de HEGGESTRAAT zijn door afkapping afgeschuind, 1) Van deze kapel en de poort of het hof van Gronsveld is mede sprake in een schepenbrief van St. Servaas van 1415: ... eyn huys alsoe dat gelegen is voer ende achter met alle synen toebehoren in die Breydestrote met eynre achterster plaetsen of houe gaende van den style doe syne achterste doere des seluen huys ane hangt lynrechte tot op eynen mansvoet noe op oest syde ten huyse wart der vorster gelasen vinsteren van der Capellen stoende inden houe van Gronsselt . ." (FRANQUINET, Les Schoonvorst, Public, XI, biz.327 en DOPPLER, St. Servaas 1166). 2) Depoort van Reckem en die van Meer hebben de „verwoesting" van Maastricht in 1579 met goed gevolg doorstaan, daar zij genoemd worden in een opgaaf van niet „gebroken of gebernde" woningen. (Vgl. HAAKMAN EN ALLARD, Public, XII, blz. 415). 610 GEMEENTE MAASTRICHT. zoodat van de oorspronkelijke profiteering niet meer bewaard is, dan de sporen van geschonden veelhoekige basementjes, welke vermoedelijk uit het laatst der XVe of het begin der XVIe eeuw dagteekenen. Doorritbreedte 2.90 M. (afb. 569). Afb.569. Heggestraat 13. Poort Afb.57o. Stokstraat 45. v. h. voorm. Hof van Gronsveld. Voormalige poort. Vermoedelijk hebben wij hier to doen met een toe an tot de poort van Gronselt, zooals op het jaar 1367 vermeld is. 4 Een dergelijke poortomlijsting met basementjes is in 1934 op de LOOIERSGRACHT blootgelegd en daarnagesloopt. 5 STOKSTRAAT 45. De omlijsting van dezen doorrit bestaat, hoewel in Naar geschonden staat, uit een bolstaaf en een hol. In het midden van den boog bevinden zich twee gekoppelde tornooi-schilden, in XVe eeuwschen vorm, welke misschien onder een dikke verflaag wapenfiguren bevatten. Doorvaartbreedte 3.33 M., tegenwoordige hoogte 3.69 M. (afb. 570). Van de „poorten" als adelijke residentie is er geen in oorspronkelijken staat tot ons gekomen ; het best kan men zich een voorstelling van dit type vormen door vergelijking van het ten deele nog XVIe eeuwsche pand Raamstraat-hoek van Hasseltkade en het XVIIIe eeuwsche Hof van Tilly op de Groote Gracht nr. 92. 6 RAAMSTRAAT I V. HASSELTKADE. Bij nadere beschouwing van de gevels aan de Raam- straat ziet men links van den ingang boven een voet van blokken Naainsche steen, metselwerk in baksteen afgewisseld door banden van mergel ; hoogerop alleen baksteen. Het benedengedeelte met de speklagen dateert vermoedelijk uit XVI B, STAR MAASTRICHT. 6i wat mogelijk nader aangeduid kan worden met 15-89, welk jaartal in een der hoekblokken is ingegrift. Rechts van den ingang bevindt zich een vleugel, mede met „speklagen", Welke in het gelijkstraats twee nieuwe en grootere vensteropeningen heeft dan op de eerste verdieping, waar twee smalle vensters in de oorspronkelijke omlijsting van blokken mergel aanwezig zijn ; deze hebben een puntigen ontlastingsboog van baksteen met blokken mergel aan de uiteinden. Een dergelijk venster bevindt zich op de tweede verdieping. De gevel eindigt in een onregelmatigen top met vlechtingen, den indruk makend, dat op deze wijze een beeindiging is gemaakt aan een gebouw, dat oorspronkelijk hooger is geweest. De middenpartij tusschen twee stootvoegen bevat den ingang, die door een korf- boog wordt gedekt. Hierboven bevindt zich een smal venster in den trant van het drietal, dat zooeven is beschreven bij den vleugel rechts van den ingang; opge- merkt zij, dat de profileering van dit venster afwijkt van die van het drietal, maar overeenkomt met die van de omlijsting van den ingang. Binnen de middenpartij is een rechthoekige ruimte, in welks langen wand aan de oostzijde een deur-opening met laat-gothische profileering en even verder een trap aanwezig is, waarvan de eerste treden van Naamsche steen zijn ; het overige gedeelte is van hout met balusters uit de XVIIIe eeuw. In den anderen langen wand is eveneens een deuropening, die overblijfselen eener gothische profileering vertoont aan de zijde van het vertrek met de twee groote vensters en dat een schouw bevat. Samenvattend heeft men hier waarschijnlijk to doen met een uit XVI B dagteekende „poort" van kleine afmetingen. De voet van Naamsche steen, het metsel- werk met „speklagen" stamt uit dezen tijd; de ingangspartij vormt waarschijnlijk een even later aan- gebrachte afsluiting van de smalle_ - rechthoekige binnenplaats; aan A fb.571. Raamstraat/van Hasseltkade; de oostzijde ervan beyond zich vermoedelijk een voorm. „poort" van 1589. een vleugel, die bij een verbou- wing in de XVIIIe eeuw een nieuwen gevel aan de v. Hasseltkade kreeg, terwij1 aan de westzijde de hooge gevel van den woonvleugel oprees, die blijkens het daarin aanwezig gedicht kruisvenster uitzag op de binnenplaats. Opgemerkt zij ten slotte nog, dat op de verdieping aan de westzijde van den 612 GEMEENTE MAASTRICHT. woonvleugel een houten spiltrap is uitgebouwd, die oorspronkelijk waar- schijnlijk tot op den beganen grand heeft doorgeloopen, daar waar thans een stal tegen het gebouw aanwezig is. Vgl. afb. 571 en Plaat XXII. 7 GROOTE GRACHT 92, 90. Toegangspoort met woning behoorend tot het v.m. Hof van Tilly, thans Rijkskweekschool voor Onderwijzers. Vgl. nr. 338. Geschiedenis. Aan de vrijgevigheid van Claudius des H. R. Rijksgraaf van 't Serclaes en van Tilly heeft de stad Maastricht o. a. dit monument te danken, dat hij blijkens een jaarsteen in het tympaan van het poortgebouw in 1714 liet oprichten, ter plaatse waar voordien een Refugie van de Abdij van Munsterbilsen heeft gestaan. In 1714 was de graaf van Tilly Gouverneur van 's-Hertogenbosch en in 1718 werd hi' zulks van Maastricht, alwaar hi' den 22en Juni zijn plechtigen intocht hield (vgl. DYSERINCK, de militaire gouverneurs van Maastricht, in de Public. 1912). Bij testament stelde hi' zijn residentie ter beschikking van de Commissarissen- D6ciseurs van Luiksche zijde voor hun twee-jaarlijksche ambtelijke bezoeken. De poortdoorgang heeft eene omlijsting in Naamsche steen met breede groeven ; de naar voren uitgebogen vleugels in baksteen worden omsloten door eveneens gegroefde lisenen van Naamsche steen. Over ingang en vleugelstukken ligt een zware geprofileerde kroonlijst, waar een attiek met vleugelstukken op staat. De attiek bevat een in Naamsche steen omlijst venster ter breedte van den door- gang en wordt door een driehoekigen tym- paan gedekt, in welks veld van mergelsteen een cartouche het jaartal 1714 vermeldt. De vleugelstukken in baksteen worden door Naamsche steen omlijst; aan de buitenzijde boven de lisenen dienen hiertoe siervazen op voetstukken. Het metselwerk wordt onderbroken door vlakke platen Naamsche steen, waarvan de onderste rechts van den doorgang versmald is ten behoeve van een venster. Het poortgebouw wordt gedekt door een met leien bekleede gebroken kap (afb. 572). 8 Afb. 572. Groote Gracht 92. Ingangs- - 90. De bijbehoorende woning met partij van het Hof of Poort van Tilly; gelijkvloers en 2 x Brie vensters heeft een breed 7.875 M. gevel in Naamsche steen; de vensters zijn gedekt met segmentbogen. De gebeeld- houwde ingangspartij met ovaal bovenlicht is gevat tusschen geblokte dammen, die tot het hoofdgestel zijn doorgetrokken. STAD MAASTRICHT. 6r3 Kroonlifst en dakkapel met gebogen fronton; vgl. nr. 406. Tegen de achterzijde van deze woning beyond zich oorspronkelijk waarschijnlijk een fontein, waarvan alleen de achterwand is overgebleven. Een, tusschen twee pilasters Af b. 573. Groote Gracht 92. Relief op de binnenplaats van de voorm. Poort van Tilly. aan elke zijde gevat relief vult de benedenhelft van het fond; het stelt Neptunus en . aan elke zijde gevat relief vult de benedenhelft van het fond; het stelt Neptunus en Amphitrite op een door twee paarden getrokken en door tritons omgeven zegewagen voor, in een woelige zee; Lodewijk X1V, (afb. 573). 614 GEMEENTE MAASTRICHT. Van de oorspronkelijke residentie is de hoofdvleugel nog to herkennen; hij is opgetrokken in baksteen met toepassing van geblokte omlifstingen van Naamsche steep aan de deur en de vier vensters gelijkvloers, alsook bij de vijf vensters op de verdieping. Het gebouw wordt gedekt door een gebroken kap met leien. Aan de oorspronkelijke bestemming herinnert nog een stuczoldering in vakken, Welke versierd zijn met me- daillons met allegorische voorstel- lingen, die binnen den rand een middellijn hebben van o.93 M. (afb. 574). ACHTER DE MOLENS 6-8. Tegen de 9 Afb.. Voorm. Hof of Poort van Tilly. Allegorische voorstelling in stuc.ommuring van I 229 opgetrokken ondiep woonhuis met groote koetspoort ; zie nr. 62 en afb. 575. 10 BOUILLONSTRAAT 6, 4, 2. Aan een natuurlijke helling is de bijna rechthoekige hof gelegen, die van de straat wordt gescheiden door een lagen muur met gesmeed ijzeren hek ; in het midden bevindt zich tusschen twee pijlers met Lodewijk XV ornament en een vans, het toegangshek (breed in den dag 2.97 M.). De hof wordt omsloten door het hoofdgebouw (nr. 4) en twee haaks crop gerichte en aan de straat uitkomende vleugels (nr. 6 en 2), alle gepleisterd. Het hoofdgebouw met gebroken kap (oorspronkelijk met leien) en vier dak- kapellen heeft op de verdieping zeven vensters, het tweede en derde venster lig- gen in een risaliet; een zware geprofi- leerde lijst scheidt de eerste verdieping van de gelijkvloersche, waar een toegang met stoep van vijf treden Afb. 575. Achter de molens 6-8. STAD MAASTRICHT. 615 onder den dam tusschen het vierde en vijfde venster is aan- gebracht. De vensteromlijstingen in Naam- sche steen hebben segmentbogen met sluitsteen en springen een enkelen centimeter voor het vlak van den gevel uit. De vleu gel (nr. 6) aan de zuid- zijde heeft drie derg-elijke vensters aan de straat, een venster, deur Afb.576. Bouillonstraat 6, 4 en 2, gelegen om en twee vensters aan den hof; in een open hof. verband met de helling van het terrein heeft hij een hooge kelderverdieping met inrijpoort en twee halfronde kelderramen. Op de verdieping zijn de overeenkomstige vensters zonder omlijs- ting van Naamsche steen. De vleugel wordt gedekt door een flauw hellend schilddak met leien en een dakkapel in de as deter gevels. De andere vleugel (nr. 2) gedekt door een gebroken kap met twee dakkapellen heeft aan de straat in het gelijkvloers twee vensters gelijk aan de overeenkomstige van nr. 6 en een deur met gesneden ornament Lodewijk XV, eenvoudig boven- licht en stoep. Op de verdieping zijn de vensters gelijk aan de overeenkomstige van den zuidvleugel. Afb. 576. Omtrent de geschiedenis van dit and ben ik onvoldoende ingelicht; het is blijkens de toe Bassi van blokken mergel in het hoofdgebouw en baksteen in de vleugels waar- schijnlijk uitgegroeid en uit verbouwing ontstaan. Inmiddels client met de mogelijkheid rekening gehouden to worden, dat op dit emplacement gelegen kan hebben de „poort (van ridder Wilhelmus) van Eynenberch", waarvan sprake is in het jaar 1347 en 1362 (vgl SCHAEPKENS, blz. 83, 84 en 106). 11 — 8-10. Vermoedelijk uit een Hof of Poort ontstaan complex; zie vOor de beschrijving nr. 10 1 en Plaat XXVII. 12 BREEDESTRAAT 8. Gesauste baksteengevel ; een verdieping, dakkapel van Naamsche steen in de as, koetspoort in omlijsting. Oorspronkelijk kruiskozijnen van hetzelfde type als nr. Jo (vgl. nr. 223 afb. 624). 13 — 17. Breede gevel in baksteen met aan iedere zijde van de middenpartij 2 X drie vensters, en een in het midden op de verdieping; een balcon met gesmeed hek; middenpartij met gebeeldhouwde omlijsting (Lodewijk XV) van de koetspoort waarboven een venster en een driehoekig tympaan dat de kroonlijst onderbreekt. In het tympaanveld een landschap (afb. 577). Voigens SCHAEPKENS, het Oude Tricht, blz. 94 en 95 heeft de poort van Reck(h)e(i)m, 616 GEMEENTE MAASTRICHT. die de „verwoesting" van 1579 ongeschonden doorstaan heeft, in 1639 bewoond werd door den militairen commandant von Stein Callenfels en in 164o zetel werd der beide hoog gerechten, le en op de plaats van het pand Breedestraat 17, zie ook j. SCHAEPKENS, Aanvullingen, Public. 1932, blz. 73. Af b.577. Breede straat 17, de voorm. „Poort van Reckhem", en 19. 14 — 19. Gesauste gevel van baksteen met gelijkvloers: koetspoort deur, twee vensters, op de verdieping vier vensters; goot op zware consoles; leiendak. Bovenlicht met 7 sterren (Lodewijk XVI). Omlijsting van de koetspoort met kussenblokken. Aan de binnenplaats boven den poortdoorgang en in den uitge- bouwden vleugel, dichtgemetselde en gewijzigde kruisvensters, twee geprofileerde lijsten, goot op consoles en jaarankers, waarvan zichtbaar Ao I (Vgl. nr. 69 en 102 en afb. 577.) 15 BRUSSELSCHESTRAAT 45-47. (Zuidzijde.) Oorspronkelijk een huffs met groote koets- poort op nr. 45, thans vervangen door moderne winkelpui, vgl. nr. 162. 16 — 76. Zie nr. 399. PLAAT XXIII. PLAAT XXIII. Groote Gracht 18. Brusselschestraat 93 (zic blz. 655 nr 456) Plattegronden Haar opmetingen uit 1917 van G. DE HOOG en J. P. A. ANTONIETTI PLAAT XXIV. PLAAT XXIV. 0 to M. Groote Gracht 82. Plattegrond van het gelijkvloerse en de eerste verdieping. Naar opmetingen van H. VAN BEVEREN. STAD MAASTRICHT. 617 17 — 77. Baksteenen gevel. Vier vensters, een deur, een venster, koetspoort en stal, op verdieping zeven vensters, alle met omlijsting van Naamsche steen. Koetspoort met schamppalen Lodewijk XIV. Gesneden ramen Lodewijk XVI. Dakkapellen. Vgl. nr. 400. Afb.578. Brusselsche straat 77. Het „Huffs de Stuers", breed 18.92 M. Inwendig. Voorhuis met trap en schoorsteentje, gemarmerde deuromlijsting ± 1700; trap Lodewijk XIV, schoorsteen en plafond 1830. Salon met lage gesneden lambris en marmeren schoorsteen Lodewijk XVI; Empire plafond; in de keuken diensttrap Lodewijk XIV. Van 1731-1771 was hier de Refugie van St. Gerlach gevestigd, vgl. blz. 287 en 594 In den Franschen tijd werd het in bezit genomen door Loysel, fourniseur des Arm6es, die het omstreeks 1800 uit vier huizen tot een verbouwde. Later kwam het aan het geslacht de Stuers (vgl. SCHAEPKENS, het oude 'Tricht, blz. 1 o5). 18 — 84. Raad van Arbeid. Gesauste baksteengevel van twee verdiepingen door 4 gebloktepdasters in drie partijen verdeeld, twee vensters breed, behalve de linker- partij waar boven de koetspoort 2 X een venster; effen vensteromlijsting van 618 GEMEENTE MAASTRICHT. Naamsche steen met rozet met druipers onder den onderdorpel. Gegroefde om- lijsting van de koetspoort; deur hoog 3.77, breed 3 M. 19 GROOTE GRACHT 18. Baksteenen Bevel met vier vensterassen, twee verdiepingen. Gelijkstraats drie vensters en een koetspoort. Gebeeldhouwde vensteromlijstingen in Naamsche steen, segmentbogen met sluitsteen; glint met paneelen in orna- ment Lodewijk XV; de poortomlijsting met cartouche: 174o. Vgl. afb. 579 en plaat XXIII. Ten jare 174o werd dit huffs met behoud van een ouder (XVII) gedeelte opgericht door Wilhelmus Thijssen, stichter van het Wijnhuis „ Den Ancher"(vgl. SCHOONBROOD en GROSSIER, 1I, blz. 131 en NEDERMAAS 1922, blz. 76). 20 GROOTE GRACHT 60. Gepleisterde baksteen, geblokte pilasters in Naamsche steen, Afb. 579. Groote Gracht 18, breed 13.79 M. Afb.580. Groote Gracht 82, breed 17.01 M middenpartij met koetspoort (thans 2 deuren) segmentbogen met gebeeldhouwden sluitsteen; 3 dakramen Lodewijk XVI. 21 — 82. Gevel in gepleisterde baksteen met ruime toepassing van Naamsche steen; vijfvensterassen breed, twee verdiepingen hoog. Middenpartij met geringen STAI) MAASTRICHT. 619 voorsprong verdeeld door vier gegroefde pilasters met composiet-kapiteelen en gedekt door een driehoekig fronton. In de as van de middenpartij de groote koetspoort waarboven een balcon met gesmeed ijzeren hek en een balcondeur, Welke gevat is in een eigen met een driehoekig fronton gedekte omlijsting. Onder de ramen van de tweede verdieping draperieen. De hooge benedenbouw van Naamsche steen met geblokte dammen heeft rond- bogige vensteromlijstingen. Op de eerste verdieping zijn zij gedekt met gepro- fileerde lateien met sluitsteen. Op de tweede met gewone lateien. Inwendig: trap en stucwerk. Zie Plaat XXIV, afb. 580 en vgl. nr. 406. Dit huffs werd na October 1785 (datum van aankoop van het perceel) door den Maas- trichtschen architect Mathias Soiron opgericht voor zijn beide broeders, de kanunniken van het kapittel van St. Servaas, Andre en Guillaume Soiron (vgl. FR. DAZERT in de Limburger Koerier van 26 October 1935: SCHOONBROOD en GROSSIER, schetsen uit de Geschiedenis van Maastricht, 1I, blz. 14o-141); vgl. ook hiervoren blz. 6o9. Sedert 1920 zetel van de verzekeringsbank „De Maas". 22 GROOTE LOOIERSTRAAT 19. Gelijkstraats 2 vensters, koetspoort, 2 vensters, worts 2 X zes vensters; oorspronkelijk met kruisen en met middenstijl; plint van groote blokken, hoekblokken; geprofileerde lijst; afgekapt hoofdgestel. Boven den sluitsteen van de poort: HAEC PRIMO I DIE IUNII 1 INCEPTA (I 7 I I) vgl. ook nr. 217. 23 — 26-28. Gevel in baksteen: gelijkstraats vier vensters, koetspoort, vier vensters, deur met stoep, een venster; op de verdieping elf (verlengde) vensters. Uit XIXA dagtee1;ende uitlooper van het hier behandelde type. 24 Helstraat 1. Zie St. Bernardusstraat 1. 25 JODEN STRAAT (naast nr. I). Poort van een Branderij. Erboven gevelsteen met gemuilkorfden beer tegen boomstam; tijdvers CHRIST() AUSPICE DOMUS RECENS EXsTRUITUR (i833). Lie afb. 581. 26 — 3. Zie nr. 246. 27 - rijke toepassing van Naamsche Steen; vier vensterassen en twee verdiepingen; gegroefde dammen en bovendorpels; oorspr. kruis- kozijnen, op de 2e verdieping twee- licht-vensters. Gelijkstraats drie vensters en deur in welks boven- Afb.581. Jodenstraat 1, gevelsteen.licht een posthoorn met masker in 620 GEMEENTE MAASTRICHT. den krul. Ernaast koetspoort met gegroefde om- lijsting, gebeeldhouwde sluitsteen en wederom een posthoorn in het veld van het gebogen verloopend fronton; boven den doorrit een kamer met twee vensters als voren. Vgl. ook nr. 409 (afb. 582). Het twee maal voorkomen van eenposthoorn houdt de herinnering levend aan den tijd Coen hier een station van depaardenpost gevestigd was (vgl. J. D. VAN BRINK, Historisch overzicht van het Maas- trichtsche postwezen (1936). JULIANAPLEIN 6-8. De „Poort van Leuth", thans stalhouderij; om een langwerpige rechthoekige binnenplaats liggen de ten deele nog XVIIe eeuwsche gebouwen, te weten: a. een Lange ondiepe vleugel op het Westen, b. het poort- gebouw en c. een bijna vierkant blok op het Oosten. Het in den loop der jaren verbouwde complex vertoont in den gevel van a. alle kenmerken van XVIIA, vgl. hierna nr. 59; muurankers, vensteromlijstingen,hooldgestel. Jaarankers ver- melden ANNO 1626. Vgl. nr. 59; afb. 583. Afb.582. Jodenstraat 12 Ook blok c. heeft eenige dezer kenmerken ; geheele breedte 11,47 M. trigliphenfries, moderne dakbedekking. Het poortgebouw b. heeft weinig opmerkelijks. Uit de geschiedenis van deze P oort is mij alleen bekend het in de Maasgouw van 1888 p ag. 8 gepubliceerde contract van 1551 ter vernieuwing van het bestaande maar versleten leiendak van de aan het Vrijt- hofgelegen poort van Leuth. Mede in verband met het bij SCHAEPKENS het Oude Tricht, blz.333 over deze poort mede- gedeelde, meen ik het pand Julianaplein 6-8 als de poort van Leuth te mogen indenti- ficeeren. Afb. 583. Julianaplein 6-8. De voorm. „Poort van Leuth". STAD MAASTRICHT. 621 29 KAPOENSTRAAT 3-5. „Poort van Oost" zie nr. 337. 30 - 14. De toegang tot het woonhuis bevindt zich in den door- rit. Oorspronkelijk volgens het hier behandeld type, maar later verbouwd. 31 KLEINE GRACHT 31. Pilastergevel, zie nr. 209 en afb. 622. 32 — 39-41. Middenpartij met lagere vleugels; breede inrijpoort, gekalkt en geel gesaust (XVIII), zie afb. 583a. 33 Lenculenstraat 18-18a. (1725) zie nr. 343.Afb, 583a. Kleine Gracht 39-41, 34 MARKT 55/Hoenderstraat. Gevel aan de markt in het gelijkstraats: koetspoort, venster, deur, twee vensters; hierboven 2 X zes vensters en attiek. Vensteromlijstingen met bijgeronde segmentbogen en gebeeldhouwde sluitsteenen. Boven de deur een gevelsteen: omhoogstaande rechterhand: 17 IN DE BLAUWE HAND 54, afb. 584. Zijgevel aan de Hoenderstaat bedorven. 35 0. L. VROUWEPLEIN 18. Gevel van bak- steen met groote poort in omlijsting van gegroefde bergsteen; to weers- zijde een venster (Lodewijk XVI, afb. 585). Afb. 584. Markt 55. Voorm. Koetspoort.Afb. 585. 0. L. Vrouweplein 18. 36 0. L. Vrouwestraat 17. Achtergelegen woning, vermoedelijk een claustraal huffs; zie nr. 116. C22 GEMEENTE MAASTRICHT. 37 Platielstraat 9. (i7w) zie nr. 97 en afb. 597. 38 RAAMSTRAAT 45. Gekalkte baksteengevel met in het gelijkstraats een koetspoort in omlijsting van Naamsche steen en twee kruiskozijnen; vgl. nr. 233 afb. 586. De poort heeft twee vleugels, in een waarvan een winket; klopper en slot beslag (XVII B). 39 ST. BERNARDUSSTRAAT I. Naar de straat gesloten gevel, gesauste baksteen; plint van ruwe blokken, gepro- fileerde gootlijst op zware consoles. In de Noordhelft drie vensters in omlijsting van groote stukken, ingang in geprofileerde omlijsting van Naamsche steen; boven- licht met 12 ruiten. De gevel op het noorden, terzijde van het pand Graanmarkt 3 uitspringend (vgl. nr. 208 afb. 621) heeft 3 X een venster met lateiboog, een halfrond gesloten zolderraam en een top met vlechtingen. In de verzameling teekeningen van het Rijks- archief to Maastricht wordt onder nr. 3061 een plattegrond-teekening bewaard van het c l Vrouw Jean de Saive (1725). Om een bijna rechthoekigen hof zijn twee vleugels haaks op elkaar aangelegd ; door een gang langs den hof zijn de vertrekken bereikbaar. Vol ens de lijst van Kanoniken bij FRAN QUINET, Invent. I, blz. 397 komt joannes Desaive als zoodanig 397, voor van 27-11-1705 tot zijn sterfdatum op Afb. 586. Raamstraat 45. 9-III-1741. Opgemerkt zij, dat een gevelsteen met „De stall Antwerpen" hiervandaan naar het Museum isgebracht. 40 — 15-17. Gewitte gevel van vijf vensters. Omlijsting van Naamsche steen in het verhoogd gelijkstraats lateibogen met eenvoudigen sluitsteen, drie kelder- ramen, gebroken kap met pannen en drie dakvensters. Naastgelegen inrijpoort, waarboven twee vensters; gebroken kap. De ingang aan de achterzijde van het huffs is gevat tusschen twee vensters met lateiboog en sluitsteen en bereikbaar over een breede stoep van Naamsche steen; deuromlijsting met gebeeldhouwden sluitsteen. (Vgl. nr. 382.) PLAAT XXV. BE_ANE. ci-ROND. PLAAT XXV. Henric van Veldekenplein 29. .0 m. G. DE HOOG. 1915....-1 1 2. 5 41- ! I 1 io Van Hasseltkade 20.Opm. G. DE HOOG. 1915. (Zie biz. 673 nr 410). PLAAT XXVI. )b )c,c 1111.111M11111 STAD MAASTRICHT. 62 41 ST. SERVAASKLOOSTER 6. Het hoofdgebouw en twee vleugels omsluiten een hof, welke van de straat gescheiden is door een gesmeed ijzeren hek (vgl. afb. 557). Het hoofdgebouw heeft een gesauste gevel van drie vensterassen; de venster- omlijstingen van Naamsche steer met segmentboog en eenvoudigen sluitsteen liggen op de verdieping in het vlak van den gevel; in het gelijkstraats met de deur in de as hebben zij + 1 cM. voorsprong. Van de vleugels met een verdieping, zijn de Bevels aan den hof door pilasters in drie velden verdeeld; de smalle zuidgevel heeft aan de straat Been vensters, terwijl de breedere noordvleugel er gelijkstraats oorspronkelijk een had in geprofileerde omlijsting. 42 — 8. Zie blz. 596 en afb. 557. 43 — 20. Baksteenen gevel met gelijkstraats twee vensters en koetspoort met eenvoudige schamppalen; bovenlicht met gesmeed ijzeren lettervlechting. 44 — (HENRIC V. VELDEKENPLEIN) 22. Gesauste baksteen; vijf vensterassen; deur met stoep en ijzeren leuning in het midden. Links koetshuis met gebroken kap; poort met bovenlicht waarin gesmeed ijzeren lettervlechting: A S. Dubbele kelders. Zie Plaat XXVI. 45 — (HENRIC VAN VELDEKENPLEIN) 26-24. Twee haaks op elkaar gerichte vleugels aan een hof. De gevel aan de westzijde met ankerjaartal 1774 heeft op de verdieping vier vensters; gelijkstraats een venster, deur met stoep twee vensters. De vleugel aan de zuidzijde is gelijk van indeeling; de deuromlijsting met Lodewijk XV-ornament. Gebroken kap (pannen). De smalle zijde aan de straat heeft 2 X twee vensters; de omlijstingen in het vlak van den gevel. De hof wort van de straat gescheiden door een muur metgroote koetspoort in omlijsting van Naamsche steen met gebeeldhouwden sluit- steer in dengedrukten boo g; driehoekigfronton met bol en op de hoeken brandende vazen; vullingen van mergel. Afb. 587. 46 —(HENRIC VAN VELDEKENPLEIN) 29. Aan een kof gelegen hoofdgebortw met twee vleugels (zie Mb. 587. Henric v. Veldeken- plaat XXV en XXVI). P lean 26-2 4. Het hoofdgebouw op rechthoekig grondplan heefteen gelijkvloers en twee verdiepingen; de tusschen gegroefde lisenen gevatte . middenpartij is drie traveeen breed ; de middelste, welke met afgeronde hoeken 624 GEMEENTE MAASTRICHT. voorspringt is dubbel zoo breed als de zijtraveeen, waar de door lateibogen met sluitsteen gedekte vensteromlijstingen gevat zijn tusschen de gegroefde lisenen. In de breedere middentravee zijn de vensters geflankeerd door dammen met Lodewijk XV ornament; in het gelijkvloers zijn er de nevenlichten van den hoofdingang opgenomen. De geheele middenpartij is gedekt door een gebroken kap met leien, welke bekroond wordt door een monumentalen schoorsteen en die in het voorschild op de kroonlijst een sierlijk dakvenster heeft. Het dak van de middenpartij sluit aan tegen het zadeldak met zijschilden van het hoofdgebouw; een een- voudige dakkapel bevindt zich boven de buitengedeelten van den voorgevel, deelen, die (thans) blind zijn, daar de vleugels er voor zijn gezet. Afb. 588. Afb.588. Henric v. Veldekenplein 29. Voorgevels. In de later toegevoegde vleugels is de architectonische indeeling van het hoofdgebouw niet voortgezet. In front iieuuen zij 2 x twee vensters, aan de hofzijde drie vensterassen; alle in rechte omlijstingen van Naamsche steen. Zij zijn gedekt door ten deele nog van leien voorziene zadeldaken, welke een dakkapel hebben op het voorschild en op dat aan de hofzijde. Een gemetselde muur met geblokte pijlers buigt uit de rooilijn naar voren; de bergsteenen poortomlijsting (in den trant van die van nr. 47) is in XXa STAY MAASTRICHT. 625 vervangen door de even genoemde geblokte pijlers met vazen. Het gesmeed ijzeren hek is hierbij slechts ten deele behouden. De achtergevel heeft vijf vensterassen; van de mid- denpartij van den voor- gevel vindt men bier slechts de breede middentravee terug, waarvan de vensters geflankeerd worden door breedere dammen, waarin paneelen met Lodewijk XV ornament. Inwendig: Vestibule met dubbele trap; eikenhouten lambrizeering en deuren (Lodewijk XV); dubbele kelders. Af b. 589. 47 — 32-34. Hoofdgebouw in mergel met twee toege- voegde vleugels van bak- steen. In 1943 gebikt. Van de straat gescheiden door een muur met poortje. 48 — 40. Afb.589. Henric v. Veldekenplein 29. Dubbele trap. 49 STOKSTRAAT 24, zie nr. 235 en 50 afb. 623. - 35. (1774) zie nr. 263. 51 TONGERSCHESTRAAT 6, 8. Zie nr. 132. 52 — 41. Baksteen (gezuiverd); koetspoort, waarboven twee vensters, daarnaast huis met vijf vensterassen, pannen nieuw; deur (als bij 43, + i800) gemoder- niseerd. 53 VRIJTHOF 22, 23. Zie nr. 133. 54 — 47. Als laatste in deze reeks past het uit XIXa dagteekende monumentale pand, waarvan de 37.75 M. breede gevel in baksteen met overvloedige toepassing van Naamsche steen aan den noordwand van het Vrijthof werd opgericht. Het huis heeft elf vensterassen, een verdieping en een gebroken kap. Verticaal wordt de gevel verdeeld door een middenrisaliet van Brie vensterassen en twee 626 GEMEENTE MAASTRICHT. zifrisalieten met een vensteras. De m i d d e n r i s a 1 i e t is gedekt door een drie- hoekig fronton, met een relief, waarin een Neptun us met drietand en een Mercurius- figuur zittend zijn voorgesteld, terzijde van een rondvenster; mede in de as liggen de hoofdingang, waarboven een balcon; dit heeft een gesmeed ijzeren hek. De z ij -risalieten zijn gedekt door gebogen frontons, het venster hieronder door een driehoekig, terwijl in het gelijkstraats een koetspoort aanwezig was. Horizontaal gegroefde lisenen omsluiten de risalieten; eveneens zijn de om- lijstingen der koetspoorten, van den hoofdingang en van den ingang naast het westelijk risaliet gegroefd. Een zware, over de geheele breedte van den gevel doorgaande kroonlijst met een fries van loopende ranken bekronen den gevel. De gebroken k a p is voor de benedenhelft nog gedekt met leien; op dit ge- deelte treft men tusschen de frontons telkens drie hooge dakkapellen, terwiji in het bovenste, thans met pannen gedekte gedeelte, vijf ronde dakkapellen en vier zware schoorsteenen aanwezig zijn. Door kettingen verbonden stoeppalen zetten het gebouw over zijn voile breedte af. Afb. 590. Afb. 590. Vrijthof 47-49; breed 37.75 M. STAD MAASTRICHT. 627 Ditpand verrees nadat de grond, waarop het Wittevrouwenklooster (zie hiervoren blz.576) gestaan heeft, verkaveld was. Fen gekleurde teekening van den schilder Hermans geeft een variantontwerp van den gevel to zien, terwijl een plattegrond- teekening het geheele complex in drie partijen verdeelt. De aan het Statenstraatje ge- le en panden bevatten toen een moulin garance (meekrap) en droogruimten ; volgens de legenda hoorde een en ander toen toe aan den heer P. F. Deceuleneer. Vermeld zij hier nog, dat de Lnt.-generaal baron Dibbets, opperbevelhebber der vesting Maastricht eir 2 April 1839) dit and gedurende eenige jaren heeft bewoond. (j. NUYTS. de Bouwwereld 1920, blz. 378). 55 WITMAKERSTRAAT 5. Gepleisterde en geverfde gevel; gelijkstraats koetspoort, vier vensters, deur, twee vensters; op de eerste verdieping acht vensters en op de tweede acht mezzanino-vensters. Pui van hardsteen met diepe voegen. De XVIe eeuwsche woonhuizen. Van het XVIe eeuwsche woonhuis is vrijwel niets over; het huis VAN HASSELTKADE 9. hoek RAAMSTRAAT bevat een hoeksteen met het ingekrast jaartal 1589; de drie smalle vensters met tusschendorpel en puntigen ontlastingsboog, en een dergelijk boven den later gewijzigden ingang in den gevel aan de Raamstraat kunnen evenals het metselwerk met de banden van mergel en de zware hoekblokken van Naamsche Steen uit deze eeuw dagteekenen. Vgl. blz. 610 nr. 6 en afb. 571. Dergelijke „speklagen" en ontlastingsbogen boven de vensters komen ook voor aan het huis ST. AMORPLEIN 3, zie nr. 155. 56 Van het huis in de BRUGSTRAA,T, dat in of omstreeks het jaar 1878 is gesloopt ter verbreeding van de straat, worden eenige gebeeldhouwde fragmenten bewaard in het Oudheidkundig museum; zie hierna. Over de geschiedenis van dit huis is niets bekend. In het Eerste verslag van de Rijksad- viseurs van het jaar 1875 wordt gesproken van het Hiiis der Edelen en van het Gildenhuis. In de Bouwk. Bijdragen, VII (1852) geeft C. W. Pasteur een beknopte beschrijving van den gevel met een plaat. Craandijk & Schipperus even in hun Wandelingen door Nederland, dl. III (1878) blz. 373 e.v. een beschrijving van den vervallen staat van dit gebouw en een litho van P. A. Schip- perus, welke „iedere beschrijving overbodig maakt". Jules Schaepkens van Riempst gist, dat dit huis, ook bekend als het Hu is Gadet, een luibe geweest zou zijn van de „jonghe schutten" of van de bontwerkers (Public.1907, blz. 97-98). Uit afb. 591, welke naar een oude foto is gemaakt, blijkt het huis boven een hooge puff vier verdiepingen to hebben gehad. De eerste had zes smalle vensters, welke in terugliggende nissen waren opgenomen; de nissen werden verkregen door rond-bogen, welke op kolonetten rustten ; in de boogtrommels beyond zich telkens een borstbeeld. 628 GEMEENTE MAASTRICHT. Op de tweede verdieping waren drie vensters met middenstijl, gevat in een geprofileerde om- lijsting en gedekt door segment- vormige frontons; deze waren geflankeerd door in totaal vier cartouches met wapenschilden van Karel V, Filips II, Maastricht en Corn. van Bergen, bisschop van Luik; de tweelicht-vensters der derde verdieping droegen ingezwenkte en halfrond ge- dekte frontons met een masker in het veld. Op de vierde ver- dieping waren de zolderluiken gevat tusschen pilasters; boven de middenstijlen prijkten mas- kers, boven de pilasters me- daillons met maskers. Een architraaf en een door een reeks consoles gedragen, gepro- fileerde frontlijst sloten den gevel af. VOOr de slopping was de pus van XIXe eeuwsche uitstalkasten voorzien en bestond de begla- zing der vensters op de drie verdiepingen uit in lood gevatte ruitjes, terwijl de vensters op de vierde verdieping, kennelijk als zoldervensters bedoeld, slechts van luiken voorzien waren. Horizontaal werd de gevel door geprofileerde lijsten onderver- deeld. Afb. 591. De XVIIe eeuwsche woonhuizen. Afb.591. Het ,,Huis der Edelen" in de 13rugstraat naar een foto tijdens de slooping.I. Beantwoordend aan de op blz. 598 e. v. gegeven typeering zijn de navolgende gevels sneer of minder gaaf behouden. Krztis- en tweelichtvenster STAD MAASTRICHT. 629 worden slechts vermeld, wanneer deze nog aanwezig zijn; in alle andere gevallen is hun oorspronkelijke aanwezigheid vast te stellen, maar is de vorm gewijzigd. De in den loop der jaren aangebrachte wijzigingen aan de pui brengen mede, dat gesproken wordt van een gewijzigde pui, wanneer deze over het algemeen het oorspronkelijke karakter nabij komt, maar toch eenige wijziging heeft ondergaan ; van een nieuwe pui, wanneer deze in de laatste eeuw is veranderd, terwijl de aanduiding modern bedoelt weer te geven, dat er een radicale vernieuwing heeft plaats gevonden, meestal tot een moderne winkelpui. Het oorspronkelijk karakter bleef het best bewaard bij het hoofdgestel, z6.6, dat het mogelijk gebleken is, een indeeling te maker volgens de twee typen der consoles (bl. 600. A. Het eerst wordt besproken het type met de consoles met de zwelling in het gedeelte, dat op de architraaf rust. (Nrs. 57-89.) B. Dan volgt de groep met consoles, waarvan de zwelling in het bovenste gedeelte is gelegen. (Nrs. 89—e.v.) Hierna worden behandeld de gedateerde en vervolgens de ongedateerde gevels, welke geheel tot het type van XVII A en XVII B behooren, maar die geen hoofdgestel (meer) hebben, zoodat zij niet opgenomen konden worden onder de rummers 57 tot 135. Daarna wordt behandeld groep C. welke geen hoofdgestel (meer) heeft ofwel om den geschonden, dan wel frag- mentarischen toestand, waarin de gevels verkeeren hiervoren niet vermeld konden worden. (Nrs. 135-173.) II. Topgevels. (Nrs. 173--196.) III. Geheel met Naamsche steen bekleede gevels. (Nrs. 196-208.) IV. Pilastergevels. (Nrs. 208-214.) A. Tot de XVIIe eeuwsche gevels met een hoofdgestel, waarvan de consoles Gedateerde onder den bekronenden diamant (sterk) ingesnoerd zijn en een zwelling vertoonen gevels. in de benedenhelft boven de architraaf, behooren de volgende gedateerde gevels 57 STATENSTRAAT I 1-13. Hooidgestel, oorspronkelijk kruisvensters, banden, jaar-: ankers: 1619. 58 EIKELSTRAAT I, hoek HOUTMAAS. Gesauste gevel in baksteen met toepassing van bergsteen; in de hoogte door twee banden onderverdeeld. In het gelijkstraats: deur met rechthoekig bovenlicht en twee kruiskozijnen met luiken, mede gevat in blokken van Naamsche steen van afwisselende grootte. 630 GEMEENTE MAASTRICHT. Op de verdieping drie tweelichtvensters, op de tweede verdieping drie rechthoekige vensters. Hoofdgestel met consoles. De gevel aan de Houtmaas heeft er een in vak- werk vervangen; deze had voorsprong, terplaatse waar een gebeeldhouwde kraagsteen nog aan- wezig is, waarop een EIKEBLAD en een cartouche met het jaartal 1625. Achtergevel ten deele in vakwerk. In vervallen staat. Inwendig schouw. Afb. 592. JULIANA PLEIN 6-8, de voorm. POORT VAN LEUTH, (1626) zie nr. 28 en afb. 583. TAFELSTRAAT 13. Woonhuis met langgerekt-recht- hoekigen plattegrond, waarvan de lange zijden in verband met het beloop van de Tafelstraat een knik hebben, terwijl zulks ook het geval is met Afb.592. Eikelstraat 1, den topgevel aan de voorm. Looierspoort, welke top hierdoor in twee ongelijke helften wordt verdeeld. Aan de lange zijde is aan de binnenplaats een halfrond traptorentje met leibedek- king en gesmeed ijzeren piron uitgebouwd. Vgl. afb. 567. Hoofdgestel met consoles jaarankers: A° (16)2.8. afb. 593 en 567. 61 RIDDERSTRAAT 2. (1650) zie nr. 173. Voorts behooren tot deze groep de volgende gevels:Afb.. Tafelstraat 13, achtergevel met traptoren STAD MAASTRICHT. 63 r 62 ACHTER DE MOLENS 6-8, gewitte Bevel van een ondiep pand, oorspr. met koetspoort en twee X drie kruiskozijnen; hoofdgestel. Vgl. nr. 9 en afb. 575. 63 ACHTER HET VLEESCHHUIS 14. Afgekapt hoofdgestel. 64 — 39. Gesaust; twee verdiepingen, elk met twee vensters. Consoles met diamant, om de andere versierd met een bladmotief, rozetten ; de frontlijst oorspronkelijk eindigend in voluten. Dateering 1650. 65 BOGAARDENSTRAAT 26. Hoofdgestel. 66 Bonnefantenstraat 5. Topgevel zie nr. 176 en afb. 594 en 610. 67 Boschstraat 64, zijgevel zie nr. 73 Breuling,- straat. 68 BREEDE STRAAT (zuidzijde) nr. 9 en 9a. Gesaust; elk twee verdiepingen, oor- spronkelijk elk met twee vensters; in het gelijkvloers telkens twee ontlastings- boogjes boven den bovendorpel. Deur- Afb.594. I3onnefantengracht 5. omlijsting van nr. 9 in Lodewijk XV Stijl, oorspronkelijk met twee zijlichten. Consoles in den achtergevel; in den zijgevel (met trapgevel) volgens het tweede type. Inwendig stucplafond Lodewijk XV. 69 — 19-21, vgl. nr. 14. 70 — 27, zijgevel (voorni. Spreuwartsporte; vgl. blz. 609 en nr. 367). 71 — (zuidzijde) 39. Twee verdiepingen, 3 vensters breed; pui modern. Hoofdgestel met consoles, waartusschen beurtelings een ruit en een vierkant. 72 BREULINGSTRAAT 39. Geverfd; twee verdiepingen; pui modern. Hoofdgestel met consoles, waartusschen beurtelings een ruit en een vierkant. 73 —, zijgevel van BOSCHSTRAAT 64: twee verdiepingen, gedichte vensters; geschonden hoofdgestel; kruiskozijnen en halfrond gesloten lichtopeningen; vgl. nr. 177. 74 GROOTE LOOIERSTRAAT 17, aan de binnenplaats een vleugel met twee kruiskozijnen en een smal venster met kali; hoofdgestel met consoles. Vgl. verder hiervoren blz. 580. 75 GROOTE STAAT, zijgevel aan de HELMSTRAAT: twee verdiepingen, de voorm, kozijnen naar onderen verlengd; twee geprofileerde lijsten; muurankers. Hoofdgestel met consoles, waartusschen ruitvormige diamanten. Zie ook nr. 279. 76 HELMSTRAAT, zijgevel van GROOTE STAAT, zie nr. 75. 77 HONDSTRAAT 15, gecemente topgcvel; zijgevel met hoofdgestel; consoles, waar- tusschen beurtelings een ruit en een schijf. 632 GEMEENTE MAASTRICHT. 78 KLEINE LOOIERSTRAAT IO. In baksteen geschilderde gevel van een verdieping. Gelijkstr.: deur in hardsteenen omlijsting; in de driehoekige latei een roos uitgehouwen; hier- boven een rechthoekig boven- licht. Verder twee naar onderen verlengde voorm. kruisvensters in omlijsting van ongelijke blok- ken. Vlakke lijst met gesmeed ijzeren sierankers ; op de lijst ontlastin gs- boogjes. Op de verdieping klein rechthoekig venster rustend op een vlakke lijst, welke bij de twee voorm. kruisvensters is door- broken, toen deze verlengd werden. Wederom een vlakke lijst met ankers. Afb. 595. Gootlijst op klossen, welke waar- schijnlijk een hoofdgestel op consoles heeft vervangen, waar- van de aanwezigheid aan den achtergevel nog to zien is. 79 Leliestraat zie Platielstraat 14, (zij- gevel). 80 Afb.. Kleine Looierstraat 1o; breed 6.8 M. 0. L. VROUWEKADE 18. Gecemente voorgevel; zijgevel van twee ver- diepingen, elk oorspronkelijk met zes kruiskozijnen. Sierlijke ankers. Hoofdgestel afgekapt. 81 PLATIELSTRAAT 14. Een verdieping met vier ramen ; waterlijst; hoofdgestel met consoles van het tweede type vgl. nr. 117; zijgevel aan de LELIESTRAAT met consoles. 82 ST. AMORPLEIN 4. Een verdieping, twee vensters; pui vernieuwd. Hoofdgestel met consoles, waartusschen beurtelings een ruitvormige en een vierkante diamant. 83 ST. PIETERSTRAAT 25 (oostzijde). Gesauste baksteengevel van een verdieping. Gelijkstr. twee ramen, een deur met rechth. bovenlicht, een raam en een gedichte smalle deuropening. Vlakke lijst, afgekapt hoofdgestel, waarin vijf steigergaten. Muurankers; deur met k/opper. Achtergevel met twee gewijzigde kruiskozijnen; hoofdgestel met consoles. STAD MAASTRICHT. 633 84 — 46 (westzijde). Gesauste baksteengevel; een verdieping met twee vensters; ankers; pui gewijzigd. Hoofdgestel met elf consoles. 85 SPILSTRAAT 8 en m. Thans gecemente gevel. In de XVIIIe eeuw gewijzigde ramen; pui modern. Hoofdgestel op consoles. 86 STOKSTRAAT. 59. Geheel gecement. Aan den zuidgevel hoofdgestel met consoles en rozetten. 87 TONGERSCHESTRAAT la Het westelijk gedeelte vervangen door een modernen gevel (nr. ma). Geprofileerde vensteromlijstingen. Een verdieping met vier vensters. Geprofileerde waterlijst, ankers. Hoofdgestel met 21 consoles, steigergaten; de frontlijst eindigde oorspronkelijk in een voluut. 88 — 35, hoek KAKKEBERG. Sterk gewijzigde XVIIe eeuwsche gevel; aan den achtergevel hoofdgestel met consoles, beurtelings van beide typen ; vgl. nr. 159. B. Mede XVIIe eeuwsch en tevens beantwoordend aan de op bladzijde 598 ge- . geven typeering zijn de volgende gevels met consoles, waarvan de zwelling in het bovengedeelte is gelegen. Over het algemeen hebben de consoles van dezen vorm toepassing gevonden in XVII 131), zelfs in het begin der XVIIIe eeuw, maar de zwelling is dan vervlakt. 89 HOENDERSTRAAT 24. Achtergelegen Gedateerde woning (van de voorm. Kwade- gevels. vliegenstraat 17) met de ken- merken van XVII A; hoofdgestel met consoles; jaarankers 1645. Lie afb. 596. 90 Kwadevliegenstraat 17, zie nr. 89. Hoenderstraat 2¢. 91 STOKSTRAAT 57. Gewijzigde gevel ; hoofdgestel met consoles. Gevel- steen: een olifant met torentje op den rug en het jaartal 16-52. 92 BRUSSELSCHESTRAAT 140. GeschiI- derde gevel ; een verdieping met twee vensters. Hoofdgestel met consoles. 7aarankers: 1656. Westgevel geheel vernieuwd. 93 MARKT 38. Geschilderde baksteen-Afb. 596. Hoenderstraat 24 (1645). 1) Opmerking verdient, dat dit type blijkens afb. 591 reeds voorkwam aan het XVIe-eeuwsch Gilde- huis; mischiengeldt het hier een latere verandering. 634 GEMEENTE MAASTRICHT. gevel met gemoderniseerde pui (cafe) en twee verdiepingen. Hoekblokken, plint, waterlijst, twee voorm. kruis- vensters en twee tweelichtvensters in omlijsting van blokken. Hoofdgestel met zware consoles. De zuidgevel met behoud van kruis- gespannen in de gedeeltelijk dicht- gemetselde vensters der eerste ver- dieping, heeft van de vier gewijzigde tweelichtvensters op de tweede ver- dieping er een door dichtmetseling gaaf behouden. Hoofdgestel en jaar- steenen met 16 en 61. 94 SINT BERNARDUSSTRAAT 24. Jaarankers (i6) 66. Topgevel. lie nr. 175 en afb. 609. 95 PLANKSTRAAT I, i686; gesloopt. 96 MARIASTRAAT 23d. Afgebikte baksteen- gevel; twee verdiepingen met twee vensters. Hoofdgestel met consoles. Twee jaarsteenen met 16 en 95. 97 PLATIELSTRAAT 9. Pui in hardsteen, kruis- Afb. 597. Platielstraat 9; breed 9.39 M. vensters in omlijsting van rechte stukken hardsteen; hoofdgestel met consoles. Dakkapellen in mergel, gedekt met een driehoekig fronton. Jaarsteenen met I - 7 - o - o. (Vgl. nr. 37; zie afb. 597). Bij een restauratie in 1912 is de gevel gecement met nabootsing van baksteen. Mede tot XVII B behooren de navolgende gevels van hetzelfde type: 98 BATTERIJSTRAAT 42. In XVIII B gemoderniseerde gevel; hoofdgestel; de consoles met knopversiering terzijde. 99 BOSCHSTRAAT 91. Twee verdiepingen, elk met drie vensters; hoofdgestel met consoles. 100 BOSCHSTRAAT 104, 106. Oorspronkelijk een pand, met op de verdieping twee en vier gekoppelde kruisvensters, op de tweede verdieping twee en vier gekoppelde tweelichtvensters. Boven de vensters der eerste verdieping halfronde frontons. Hoofdgestel met consoles. (Het vroeger binnen de frontons geschilderde: Anno 1742 heeft met de bouwgeschiedenis niets to maken.) PLAAT XXVII. PLAAT XXVII. 5 10 115 MET ER Bouillonstraat 8-lo. Plan, begane grond en kelders. Naar opmetingen van J. P. A. ANTONIETTI. 1917. STAR MAASTRICHT. 635 101 BOUILLONSTRAAT 8. TO. Vgl. Pl. XXVII. Op een trapeziumvormig stuk grond ligt het complex, dat uit verbouwingen van oudere deelen (vgl.blz. 637) moet zijn ontstaan. In den plattegrond zijn de volgen- de elementen te onderscheiden: a. een middevartij; b. en c. twee vleugels te weerszijde van a., en d. een bijna haaks op a. gelegen achtervleugel, die tevens den smal- len sluitwand vormt van e., een trapeziumvormige binnenplaats. De middenpartij heeft een ver- dieping en is gedekt door twee achter elkaar gelegen zadeldaken, waarvan de nokinrichting even- wijdig aan de straat ligt. De cif- gevels zijn opgetrokken in bak- steen en door rechte toppen ge- dekt ; de achterste heeft een ge- profileerde waterlijst, Welke tym- paanvormig om een zolder-venster Afb.598. Bouillonstraat io. Binnenplaats. is gelegd, waarvan de tusschen- dorpel ter hoogte van de lijst ligt. Gesmeed ijzeren ankers, een (gedicht) tusschen-dorpelvenster en een steenen kruisvenster in omlijsting van blokken, alle in de vormgeving van XVIIA. Afb. 598. De vleugels hebben slechts een gelijkstraats; het clak van elken vleugel wordt doorbroken door een steenen dakkapel tusschen twee eenvoudige. De voorgevel is gesaust, heeft een zware doorloopende geprofileerde waterlijst waar de vensters op rusten, een lichtere onder het hoofdgestel met triglyphen en een zware geprofileerde kroonlijst. De eerstgenoemde waterlijst wordt in vleugel b. ten Zuiclen van de midden- partij onderbroken door twee pilasters met kapiteel, waarbinnen zich thans een ingang met boven- en twee zijlichten (Lod. XV) bevindt, terwijl de tweede waterlijst boven de kapiteelen omgekornist is; door deze lijst zijn gesmeed ijzeren ankers aangebracht. Kroonlijst en triglyphen zijn in de middenpartij onderbroken en bevinden er zich als afsluiting van de verdieping. Zoowel bier als in de vleugels wordt de kroonlijst telkens onder de steenen dakkapellen onderbroken. Afb. 599. De ach te rvle u gel bestaat uit een blok op nagenoeg rechthoekigen plattegrond 636 GEMEENTE MAASTRICHT. het heeft een verdieping en een zadeldak met leien, welks nokrichting evenwijdig aan de straat is gelegen. Vgl. plaat XXVII en afb. 598. Mb. 599. Bouillonstraat 8, io. Totale breedte 29.05 M. Inwendig. De achtervleugel heeft over de geheele oppervlakte een met een ton- gewelf overdekte kelderruimte met put; op het gelijkvloers een zaal met gang en op de verdieping twee kamers, waarvan de grootste tegen den zuidwand een schouw (Lod. XIV) heeft, en aan den overgelegen wand een gesneden betim- mering (Lod. XIV), waarin oorspronkelijk een bedstede tusschen twee deuren was opgenomen. Boven de deuren kleine portretten van den Markgraaf van Brandenburg (162o-1668), en van Louise Henrietta van Nassau (1627-1667), de dochter van Prins Frederik Hendrik, met wie hij in 1646 gehuwd is. Het schoorsteenstuk stelt een portret voor, vermoedelijk van Frederik Hendrik. Toegang tot de verdieping geeft een eenvoudige trap met gesneden trappaal. Deze en de ruimte, waarin zij is opgenomen, zijn kennelijk een toevoeging, daar de deuromlijsting in het gelijkvloers oorspronkelijk aan de open plaats heeft gelegen. Thans ligt zij aan een gang met gebogen stuczoldering en lessenaarsdak, waardoor zij in verbinding staat met de driedeelige hoofdtrap in vleugel c. Deze trap heeft balusters en twee gesneden trappalen (afb. 6o1). Opgemerkt zij nog, dat de trap bij den ingang Lodewijk-XV uit XVIIIa. is en dat onder vleugel b. en het voorste gedeelte van de middenpartij kelders met tongewelven aanwezig zijn. Zie plaat XXVII. STAD MAASTRICHT. 637 Hierboven is gewezen op verbouwingen, die nader bepaald kunnen worden tot XVIIB en de XVJIIe eeuw (Lod. XV) De wandbekleeding in de kamer op de verdieping van den achtervleugel in Marot - stij1 met de daar aanwezige portretten van den grooten keurvorst en zijn gade, geven een nadere aanwijzing omtrent den een die hier gewoond kan hebben. WUrzbach vermeldt in zijn Niederl. Kiinstlerlexikon. dat G. van Honthorst in 1640 voor 16portretten van den Keurvorst en voor 20 van diensgade betaling van 2624 Reichs-thaler kreeg , opgemerkt zij, dat het jaartal 1640 niet juist kan zijn, daar de keurvorst eerst in December 1646 de I9-jarige Louise Henrietta huwde. lntusschen is het aannemelijk, dat de Maastrichtsche portretten — verkleinde replieken of copieen van het groote por- tret in de verzameling van het Mauritshuis — schen- kin en zijn geweest aan nabestaanden of bevrien- de tijdgenooten. Het verweerde schoorsteenstuk had de oplossing kunnen brengen ; in de gegeven omstandigheden moet ik mij tot een gissing bepalen. Onder de naastbestaanden zijn er mij een bekend, die in een bepaalde relatie tot Maastricht staan , onder de bevriende tijdgenooten komt hiervoor in aanmerking George Frederik, Prins van Waldeck, Graaf van Culembo,rg heer van Witthem enz. (1620-1692), die op jeugdigen leeftijd in Ned- landschen krijgsdienst trail in 1647 in een gevecht tegen de Spanjaarden gewond werd, kort daarop in het leger van den Grooten Keurvorst was en in den Afb. 600. Bouillonstraat 8; gesneden slag bij Warschau (18, 19 en 20 Juli 1656) het trappaal in den middenvleugel. medebevel voerde als generaal-majoor (vgl. Dyserinck, de militaire Gouverneurs biz. 157 e.v.). In 1672 hield hij Cond6 bij Muiden tegen, in 1683 ontzette hi' het door de Turken belegerde Weenen. Tusschen de vele krijgsbedrijven door was de Graaf van Waldeck tot Gouverneur van Maastricht benoemd. Den 28 November 1678 werd hiervan door den Burgemeester mededeeling gedaan, waarop besloten werd het hof to laten repareeren (Dyserink, blz. i56). Eerst in April 1679 heeft zijn Excellentie zijn ambt aanvaar , d dat hi' tot zijn flood in 1692 heeft vervuld. Zijn echtgenoote, Elisabeth, gravin van Nassau- Siegen, vestigt zich na den dood van Naar gemaal to Culemborg, waar zij in 1694 overleed. Na het afsterven van den Prins van Waldeck (vgl. ook hiervoren blz. 258) bleef de hooge betrekking van Gouverneur van Maastricht eenigen tijd onvervuld. 6 April 1693 vinden wij aangeteekend, dat de Luitenant-generaal Tettauw verzocht enkele kamers voor hem to willen meubileeren op het hof. (Dyserinck, blz. 165). De gissing waarvan hiervoren sprake was is nu deze, dat het „hof" waaraan herstellingen plaats vonden in 1678 ten behoeve van den graaf van Waldeck en waar in 1693 enkele kamers gemeubileerd werden, niet in het tegenoverliggende Gouvernement (blz. 103) maar in het and Bouillonstraat 8 en 1 o gezocht moet worden, zoodat dit mogeliik eens het „Hof van Waldeck" geheeten kan hebben. 638 GEMEENTE MAASTRICHT. 102 Breede Straat 19, 2 1 . Type van „de Poort", zie nr. 14. Hoofdgestel met consoles. 103 BREULINGSTRAAT 6. Topgevel; in den zijgevel hoofdgestel met consoles, zie nr. 180. Afb. 6ol. Bouillonstraat io. Hoofdtrap in den vleugel aan de straat. 104 GROOTE GRACHT 4.0. Een verdieping met twee vensters. Hoofdgestel: architraaf geschonden, consoles met knopversiering terzijde; frontlijst eindigend in een voluut. 105 — 45. Een verdieping met een venster; hoofdgestel met consoles, doorbroken door dakvenster. 106 — 62. Zijgevel CAPUCIJNENSTRAAT. Hoofdgestel met consoles. Vgl. nr. 182. Helstraat , zie Sint Bernardusstraat. 107 KLEINE GRACHT 31, zie pilastergevels nr. 209. 108 LENCULENSTRAAT 19. Achtergevel. Op de verdieping een gekoppeld venster; hoofdge- stelmet consoles, waartusschen beurtelings een diamant en een schijf. Vgl. nr. 189 109 — 34. Topgevel zie nr. 189. STAD MAASTRICHT. 639 110 LOOIERSGRACHT 22. In de laatste jaren ontsierde gevel met hoofdgestel, de architraaf afgekapt; gecanneleerde consoles met vlakke dekplaat, rozetten en diamanten. 111 MARKT 33, achtergelegen woning. — 76. Rechter gedeelte van twee verdiepingen met telkens twee vensters heeft een hoofdgestel met consoles. Zie ook nr. 285, 112 MUNTSTRAAT I en 3 (zie nr 205 en 206) - 6. Moderne winkelpui, twee verdiepingen met elk twee vensters. Hoofdgestel met consoles. Dakkapel in omlijsting van berg- steen en gedekt met segmentvormig fronton. 113 — 23. Gesauste baksteengevel van twee verdiepingen, elk van twee vensters. Hoofdgestel met consoles. Gevelsteen : zwart schaap op gouden veld. Zijgevel aan de MARIASTRAAT : dichtgemetselde kruisvensters en oorspronkelijk vijf tweelichtvensters. Hoofdgestel in merge]. Moderne winkelpui (1938). — 4. Hoek Jodenstraat, zie nr. 419. 114 NIEUWSTRAAT (oostzijde) 15. In XVIII B gewijzigde, geverfde baksteenen gevel van twee verdiepingen met telkens twee vensters. Hoofdgestel met consoles. Drie gevelsteenen met AN-NO en een zespuntige ster. Raamhekjes Lodewijk XVI. 115 — 17. Twee verdiepingen, elk van twee vensters, pui vernieuwd; hierboven af- gekapte wapensteen. Hoofdgestel met consoles. 116 O. L. VROUWEPLEIN 25, twee vensteromlijstingen met gebroken frontons en ANNO-1655. - ijzeren ankers; vgl. nr. 36. 117 PLANKSTRAAT 3. Geschonden topgevel (zie nr. 192). Hoofdgestel met consoles gelijk aan die van PLANKSTRAAT I (1686; gesloopt), vgl. nr. 95. Platielstraat 14, zie nr. 81. 118 SINT AMORPLEIN 6. Twee verdiepingen, elk met twee vensters. Hoofdgestel met consoles. XVII B. 119 — 17. Gevel in Naamsche steep, zware consoles, zie nr. 207. 120 SINT ANTONIUSSTRAAT 68, 70. Geschonden; consoles verwijderd. 121 ST. BERNARDUSSTRAAT I. Claustraalhuis, zie nr. 39. 122 SINT JACOBSTRAAT 6. Gootlijst op consoles met acanthusbladeren. 123 SMEDENSTRAAT 1, hoek STOKSTRAAT. Twee verdiepingen ; gelijkstraats oorspronkelijk kruiskozijn op den hoek, en deur; op de verdieping hoekblokken, twee houten kruis- en twee houten tweelicht-kozijnen. Muurankers. Gecanneleerde consoles; aan de STOKSTRAAT een. Stokstraat, hoek Smedenstraat, zie nr. 1 2 3 . 124 STOKSTRAAT 6 en 8. Oorspronkelijk een pand. Twee verdiepingen, elk van drie vensters; geprofileerde waterlijsten. Hoofdgestel met consoles nog aanwezig bij nr. 8, midden-XVII. 125 — 2 I a en b. Achtergelegen woning van gesauste baksteen. Een verdieping; hoofdgestel met consoles, onderbroken door drie vierkante vensters. Jaarankers: A. 0. 16. 5. In het gelijkvloers hardsteenen deuromlijsting met Lodewijk XV-schildje; vensters 640 GEMEENTE MAASTRICHT. in dezen tijd gewijzigd. Inwendig schoorsteenen, plafonds en trap Lodewijk XV. In de gang naar de achtergelegen woning eiken spil- trap. 126 26, 28. Zie hierna nr. 196. Achtergebouw met drielichtvenster en hoofdgestel; consoles met acan- thusblad, zie afb. 602. 127 31. Baksteenen gevel van twee verdiepingen, elk met vier vensters. In de XVIIIe eeuw gewijzigd (zie nr. 288). Hoofdgestel met consoles. 128 — 32. Topgevel, zie nr. 193. — 38. 129 Geprofileerde gootlijst, oorspron- kelijk op consoles, zie nr. 194. 130 — 44. Uit twee gedeelten bestaande gevel van een verdieping; het linker- gedeelte met een vgichtvenster, het rechter met een kruisvenster op de verdieping. Muurankers, puien ge- wijzigd. Hoofdgestel op consoles. 131 TAFELSTRAAT 8, I O. Hoofdgestel, tri- Afb. 602. Achterzijgevel van Stokstraat 26/28. glyphen. 132 TONGERSCHE STRAAT 6 en 8. Oorspron- kelijk een pand, het „Huffs van den Commandant", met twee verdiepingen, elk van tien vensters. Thans in het gelijkvloers : een deur en twee vensters ; vijf vensters en een inrijpoort (XIX). Hoofdgestel met consoles; in de fries steigergaten en ankers. Vgl. nr. 5I ; 1772. Nr. 6 verhoogd met een zolderverdieping. (Door het afbikken van den gevel nr. 6 is het mogelijk geworden al de wijzigingen van de verbouwing in 1772 of to lezen. Vgl. wat hierover gezegd is op blz. 603). 133 VRIJTHOF 22, 23. In de XVIIIe eeuw gemoderniseerde, oorspronkelijk waarschijnlijk nog XVIIe eeuwsche woning. Aan de westzijde uitgebreid met een koetspoort (XIX). Het bijbehoorend woonhuis heeft in den zijgevel hoofdgestel met consoles, aan den achtergevel een met gecanneleerde consoles en rozetten er tusschen (vgl. nr. 53). 134 VIJFHARINGENSTRAAT 15. Consoles met acanthusbladeren (gesloopt). C. Tot het type der hiervoren beschreven gevels behooren de volgende, die echter Been hoofdgestel (meer) hebben, of die om hun geschonden, dan wel fragmentarischen toestand hiervoren niet vermeld konden worden STAD MAASTRICHT. 641 135 BRUSSELSCHE STRAAT 59. Op de verdieping oorspronkelijk twee kruiskozijnen ; op Gedateerde de tweede verdieping twee kozijnen met middenstijl, muitrankers; cartouche met gevels. 1629. Pui gewijzigd. 136 GROOTE LOOIERSTRAAT 6. Zijgevel met ankerjaartal 1638. 137 TONGERSCHE STRAAT 7. Geschonden hoofdgestel; lijst eindigend in een voluut ; hierboven een cartouche met 1644 (?). 138 BRUSSELSCHE STRAAT 36. Zijgevel met hoekblokken, half-rond gesloten zoldervenster, trapgevel met geprofileerde dekplaten, jaarankers 1662. 139 TONGERSCHE STRAAT 22. 7aarsteenen boven de pui met 16-90 ; oorspronkelijk met trapgevels. 140 GRAANMARKT, hoek STOKSTRAAT. Pui gewijzigd, bovendorpels der voormalige kruis- kozijnen afgeschuind; jaarsteenen 16-96. 141 ACHTER HET VLEESCHHUIS 9. 16-97. 142 BOGAERDENSTRAAT 52. In XVIII B gewijzigde gevel met behoud van een hoofd- Onge- gestel met triglyphen. dateerde 143 BRUSSELSCHE STRAAT 30. - 94. Geschilderde baksteengevel met gekoppelde vensters gevels. op de beide verdiepingen. Nieuwe winkelpui. Afgekapt hoofdgestel met triglyphen. 144 BREEDS STRAAT 24. Gewijzigde gevel, thans zes vensters breed, hooge punt van Naamsche steen. 145 Groote Gracht 64 en 64a. Zijgevel aan de CAPUCIJNENSTRAAT met topgevel (zie nr. 183) en fries met triglyphen. Voorgevel verbouwd in 1711 (zie afb. 612). 146 GROOTE LOOIERSTRAAT 15. Topgevel (zie nr. 184); -- 19, verbouwd in 1711 (zie 147 nr. 22 en 217). 148 GROOTE STAAT 57a, hoek LELIESTRAATJE. In de XVIIIe eeuw gemoderniseerde gevel (zie nr. 405); fries met triglyphen. 149 , GUBBELSTRAAT 34. Oorspr. met twee kruiskozijnen; boven elk twee ontlastings- boogjes; pui gewijzigd, vgl. nr. 303. 150 VAN HASSELTKADE 12. Hoofdgestel met triglyphen en ruitvormige diamanten. Zie ook nr. 373. 151 JODENSTRAAT 9. Smal geveltje; pui van Naamsche steen met deur en twee vensters op de verdiepingen telkens drie vensters in mergelblokken ; doken van luikjes. Op de cour zouden zich twee gemetselde putten bevinden; vgl. afb. 6o3a. 152 KERSENMARKT 7, hoek SMEDENSTRAAT. Voorgevel met gewijzigde pui van Naamsche steen, banden van mergel ; in den zijgevel oorspronkelijk een kruisvenster en kleine vensters in omlijsting van blokken; gesmeden ankers; naast het huffs een half-rond gesloten omlijsting in Naamsche steen van een poortje. 153 MARKT 63. Fragment van een hoofdgestel; gevelsteen met vergulden ruiter. 154 0. L. VROUWE KADE 12. Sterk gewijzigde gesauste baksteenen gevel van twee ver- diepingen, elk van vijf vensters. Ankers. Afgekapt hoofdgestel. Pui modern. 155 SINT AMORPLEIN 3. Gesauste baksteengevel met op de verdieping drie puntige ontlastingsbogen van baksteen, waarvan de toppen een band van mergel 642 GEMEENTE MAASTRICHT. doorsnijden (vgl. VAN HASSELTKADE 9, RAAMSTRAAT ; nr. 6). In den zijgevel aan de HEGGESTRAAT banden van mergel afwisselend met vijf lagen bak- steen; twee dichtgemetselde kleine vensters op 3 M. boven het peil van de straat. 156 SINT JACOBSTRAAT 8. Gesauste gevel in baksteen; voorm. kruiskozijnen, uit- springende vleugel aan de westzijde. Hierin geprofileerde waterlijsten, een verweerd relief met voorstelling van St. Anna. In een vertrek gelijkvloers aan de straat een stuczoldering (XVII B), zie afb. 603 en 564. Misschien dat hier het St. Anna conventje gelegen heeft, zie hiervoren blz. 149 en 59 7, foot I. Afb. 603. St. Jacobstraat 8. Relief vermoedelijk met voorstelling van een St. Anna, aan den hof. Smedenstraat, hoek KERSENMARKT, zie nr. 152. 157 STOKSTRAAT 30, met uitgebouwd traptorentje in vakwerk (zie afb. 616) ; — 32. 158 Topgevel met afgekapt hoofdgestel dan wel vlakke fries met triglyphen. Zie nr. 193. 159 TONGERSCHE STRAAT 35, achtergevel aan den Kakkeberg, hoofdgestel met consoles, vgl. nr. 195, zie nr. 275. Voorts: 160 Ac HET VLEESCHHUIS 31-33; hoofdgestel afgekapt. 161 BOSCHSTRAAT38; - 89. 162 BRUSSELSCHF. STRAAT 32; 45, 47, vroeger met koetspoort; vgl. nr. 15. 163 GROOTE LOOIERSTRAAT 19, in 1711 verbouwd, zie nr. 147. 164V. HASSELTKADE 16-17, gesmede ankcrs. 165 HEGGESTRAAT 3-3a; — 12; - 14. 166 KESSELSKADE 45. 167 KLEINE LOOIERSTRAAT 12. 168 KOESTRAAT 6-8. 169 LENCULENSTRAAT t; — 32, achtergevel met hoofdgestel op consoles; vgl. nr. 283. 170 MARKT 60. 5 METER 171 TONGERSCHE STRAAT 47. 172 VIJFHARINGENSTRAAT 2-4, met koetspoort. Afb. 603a. Jodenstraat 9. PLAAT XXVIII. r----1, li / 0 CV 0 1 STAD MAASTRICHT. 643 Topgevels. II. Alle kenmerken van den Maastrichtschen bouwtrant uit XVII A: hoekblokken en banden van mergel, kruiskozijnen in omlijsting van afwisselend groote en kleine blokken, een hoofdgestel met consoles, enz. vertoont: RIDDERSTRAAT 2. Het woonhuis met voor- Gedateerde gevel aan de Ridderstraat is opgetrokken topgevels. op een trapeziumvormigen plattegrond; het is over de Jeker gebouwd en staat Mb. 604. Ridderstraat 2, het huis Afb. bos. Het huis „de Ridder", uit het ,,de Ridder"; breed 10.47 M. Noord-Oosten. door een lateren achterbouw (schuur) met open plaats in verbinding met de Minderbroederstraat. In baksteen opgetrokken gevel met toepassing van Naamsche steen en mergel. Zie plaat XXVIII en afb. 604-607. Een geprofileerde waterlijst scheidt de verdieping van het gelijkvloers, waarin zich een kruisvenster, de rondbogige deur met rechthoekig bovenlicht en nog twee kruisventers bevinden. Hierboven wordt de gevel smaller, zoodat boven het eerste kruisvenster een 644 GEMEENTE MAASTRICHT. borstwering een zadeldak met pannen draagt; de druiplijst aan de straat (Noorden) en een topgevel met in- en uitgezwenkte dekstukken van mergel op het Oosten. Deze borstwering heeft hoekblokken van mergel en een (afgekapte) thans vlakke cartouche. De hooger op- gaande gevel heeft even- eens hoekblokken en in de borstwering drie (vlakge- maakte) cartouches, waar- van de middelste het grootst is. Van de drie Afb. 6o6. Het huis „de Ridder" Afb. 607. Het huis „de Ridder" ; achtergevel. detailgevels op het Oosten. kruisvensters op de verdieping is het oostelijke weer geopend, het bevindt zich even oostwaarts van de as van de ingangspartij. Terwijl de gewitte zijgevel een hoofdgestel met consoles in gaven staat heeft bewaard, is dit in den voorgevel vlak evenals drie blokken mergel vermoe- delijk tengevolge van afkapping. De top gedekt door in- en uitgezwenkte dekstukken, wordt onderbroken door drie rondbogige zolderopeningen, waarvan de middelste het hoogst is. De sluitsteen boven den ingang vermeldt het jaartal: 1650. De achtergevel, ten deele zichtbaar, vertoont hetzelfde type als de voorgevel, maar de kruiskozijnen op de verdieping zijn hier van hout met ontlastings- boogjes. Het op afb. 607 zichtbare zolderluik snijdt in de triglyphenfries, STAD MAASTRICHT. 645 waarvan de bovenste waterlijst bij de onderbreking in een voluut eindigt. Door de schuur aan het oog onttrokken bevindt zich op de verdieping een gevelsteen in cartouche; voorgesteld is een galoppeerende ruiter (afb. 6o8). Vermoedelijk heeft hier een wisselwerking plaats gehad tusschen voorstelling en naam vane igenaar of huis. In het cijnsregister van 1377 wordt immers reeds gesproken van „ex opposito quondam domus Ridder carbonarij" = tegenover het huis van Afb. 6o8. Het huis „de Ridder", gevel- wijlen den kolenman Ridder (FRANQUINET, steen in den achtergevel grootste breedte , Invent. II, p. 214). 1.34 M. Inwendig: Een schouw met bladkapiteelen en -basementen ; zie plaat XXVIII. 174 BRUSSELSCHE STRAAT 36, zijgevel aan den oprit naar de Beyaard : baksteen met toepassing van mergel aan banden, hoekblokken van afwisselend for- maat, aan de omlijsting van rond- boog-vensters en aan de afdekking der treden van den trapgevel. Jaarankers 1662.Ai 175 SINT BERNARDUSSTRAAT 24. Topgevel met vlechtingen, hoekblokken. Gelijkstraats, onlangs gewijzigd. Op de verdieping mergelbanden en twee vernieuwde vensters; ge- profileerde lijst. Op de tweede verdieping twee kleine vensters. Hoofdgestel met vlakke kroonlijst en consoles, onderbroken voor het rondbogig zoldervenster, dat to weerszijde een voluut heeft, vgl. nr. 189, LENCULENSTRAAT 34. Op de tweede verdieping van den zijgevel een rondbogigvenster. 7aarankers (16)66. De gevels zijn thans geheel gewit. (Afb. 609; vgl. nr. 94). Onge 176 Afb. 6o9. St. Bernardusstraat 24, naar een BONNEFANTENSTRAAT 5. Over de dateerde • teekening van G. de bog Hzn. Jeker gebouwd panda voor- en topgevels. 646 GEMEENTE MAASTRICHT. achtergevel afgedekt met trappen in mergel; gelijk- straats een kruiskozijn en een deur (de omlijsting met MDCCXXXIII van elders afkomstig); op de ver- dieping een kruiskozijn. In den noordgevel telkens een. Voorgevel, breed: 7. I 8 M. Zie afb. 594 en 61o. 177 BOSCHSTRAAT 64. Gecemente topgevel, twee vensters breed ; zijgevel aan de BREU- Afb. 61o. Bonnefantengracht 5. Voorgevel br. 7.18 M. LINGSTRAAT met hoofdge- stel en consoles, zie nr. 73. 178 -- 7o Zijgevels met topgevel met in- en uitgezwenkte dekstukken. 179 BREULINGSTRAAT, hoek BOSCHSTRAAT, zie nr. 177. 180 — (noordzijde) 6. Gesauste baksteenen topgevel met vlechtingen, drie verdiepingen. Oorspronkelijk met breede, halfrond gedekte inrijpoort. Gesmeed-ijzeren ankers. Aan den zijgevel hoofdgestel met consoles, vgl. nr. 103. 181 EZELMARKT 2 en 4. Topgevels thans met vlechtingen. Zie nr. 225 en afb. 6ii. 182 GROOTE GRACHT 62. Baksteenen gevel, twee vensters breed, een verdieping. Vlaamsche top met mergel afge- dekt. Zijgevel met hoofdgestel, zie nr. io6. (De liggende leeuw op den top is een moderne toevoeging.) 183 — 64 en 64a, hoek CAPUCIJNENSTRAAT ; zijgevel met hoofdgestel; top met door geprofileerde mergelplaten ge- dekte trappen ; vgl. nr. 145 en af- Afb. 611. Ezelmarkt 2 4 en 6. , beelding 612. 184 GROOTE LOOIERSTRAAT I 5. Gesauste baksteengevel; gelijkvloers: hooge smalle deur- opening in omlijsting van Naamsche Steen, twee vensters in omlijsting van STAD MAASTRICHT. 647 rechte stukken, plint van groote blokken. Op de le en 2e verdieping elk twee vensters. Twee gepro- fileerde waterlijsten, een hoofdgestel met triglyphen, waarboven een venster met middenstijl. In den top met in- en uitgezwenkte dek- stukken een rond venster, (vgl. nr. 146) 13 gesmeed- ijzeren muurankers. Voor den overeenkomstigen ach- tergevel zie afb. 613. GROOTE LOOIERSTRAAT 24, achtergevel. Helstraat, zie SINT BERNARDUS- STRAAT. KLEINE GRACHT 3 I , zie Pilaster- gevels nr. 209. Afb. 612. Groote Gracht 64 en 64a, voorgevel breed 11.45 M. DE LEEUWENMOLEN, zie hierna nr. 457. LENCULENSTRAAT 19, zie nr. 108. — 34. In 1928 gerestaureerde baksteenen gevel. Gelijkvloers: laag hardsteenen plint, drie- lichtvenster, deur met tweedeelig bovenlicht. Geprofileerde waterlijst in merge'. Op de verdieping : twee kruiskozijnen in omlijsting van afwisselend groote en kleine blokken hardsteen. Hoofdgestel met consoles, waar- tusschen St. Andries-kruisen. De top met ingezwenkte dekstukken en voluten, wordt door drie geprofileerde waterlijsten in drie gedeelten van afnemende hoogte verdeeld. In het onderste een rondbogig zoldervenster in omlijsting. Een vlakke lijst ligt ter hoogte van de geboorte van den boog en deze lijst is door een voluut to weerszijde van het venster met het hoofdgestel verbonden, (vgl. Afb. 613. Groote Looierstraat 15; nr. 175, SINT BERNARDUSSTRAAT 24). In het achtergevel. volgend gedeelte wordt het vlak van den 648 GEMEENTE MAASTRICHT. gevel door vlakke lijsten in vieren verdeeld ; in de kruising ervan een vierkante gevelsteen, waarin een ronde licht-opening. Gesmeed ijzeren muurankers. Vgl. afb. 562. Het gevelsteentje met wapen en i6-o6 is van elders afkomstig en bij gelegen- heid van de restauratie aangebracht. LENCULENSTRAAT 33. Het complex dat in 1690 als gereformeerd Wees- huis werd betrokken (vgl. biz. 585) en sedert 1913 de verzamelingen van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig genootschap huis- vest, bestaat uit drie achter elkaar gelegen blokken (a. b. en c.) elk van twee verdiepingen ; zij zijn ge- dekt door zadeldaken met pannen tusschen vier topgevels met trap- pen. Hoofdgestel en banden van mergel vinden er toepassing, als- mede hoekblokken en gesmeed ijzeren ankers. Blok a. dat smaller Afb. 614. Lenculenstraat 33. is dan de beide andere heeft een Afb. 615. Lenculenstraat •33; zijgevel van blokken c. b. en a. STAD MAASTRICHT. 649 topgevel met trappen aan de straat, waarin 2 X twee kruiskozijnen, twee halfrond gesloten zoldervensters en een dergelijk boven het hoofdgestel in den top; naast den voorgevel een aanbouw (met platdak), waarin een door blokken omlijste ingang met rechthoekig bovenlicht (afb. 614). Blok b. heeft negen vensterassen; de vensters voorzien van kruisgespannen en op de verdieping negen vensters met middenstijl. Blok c., dat het jongste is, heeft zes vensterassen; de vensters op de verdiepingen zijn halfrond gesloten en door gelijkmatige blokken omlijst. In den op het Zuiden gelegen sluitgevel een dergelijk groot venster in den top. Opgemerkt zij, dat de toepassing van banden in mergel in blok b. schaarscher is dan in blok a. en in blok c. minder dan in het middelste. (Afb. 615.) Voor het inwendige zie hierna. (Museum). 191 DUDE VISCHMARKT. Top met vlechtingen. In het gelijkstraats een deur en een kruis- venster. Op de verdieping een twee-lichtvenster. Zijgevel met een gedicht kruis- venster; op de verdieping een drielicht. Vgl. afb. 617. 192 PLANKSTRAAT 3. Geschonden, gecemente topgevel met hoofdgestel, vgl. nr. 117; verdieping met een venster; oorspronkelijke pui in Naamsche steen, deur met rechthoekig bovenlicht en venster met lateiboog en sluitsteen. Achtergevel met rechte kroonlijst op consoles. 193 STOKSTRAAT (westzijde) 32. Een verdieping met twee vensters; pui gewijzigd, geprofileerde lijst. Top met in- en uitgezwenkte stukken; afgekapt hoofdgestel of vlakke fries; ovaal zoldervenster. Ankers. Achtergevel eveneens met vlakke fries; rondbogig zoldervenster. Afb. 6r6; vgl. nr. 128. Mb. 616. Stokstraat3o en 32, achtergevel.Afb. 6I7. De oude Vischmarkt van over het Kanaal 650 GEMEENTE MAASTRICHT. 194 — 38, hoek PLANKSTRAAT. Gesauste Bevel, top met vlechtingen, twee rondbogige zoldervensters; vlakke fries met triglyphen. Pui gewijzigd; twee gekoppelde deuren, elk met rechthoekig bovenlicht. Aan de PLANKSTRAAT geprofileerde gootlijst oorspronkelijk met consoles, vgl. nr. 129. 195 TONGERSCHESTRAAT 1 2, zie nr. 288. — 35, vgl. nr. 159. — 6o, gesauste baksteengevel met trapgevels en een dakkapel in mergel met voluten en gebogen fronton. III. De geheel met Naamsche Steen bekleede gevels dagteekenen vooral uit de tweede helft der XVIIe eeuw, alsook uit het begin der XVIIIe eeuw. In deze paragraaf worden alleen de ge-vels behandeld, die nog voor de XVIIe eeuw kenmerkende eigenschappen hebben, zooals hoekblokken, geprofileerde lijsten, hoofdgestellen en uit blokken samengestelde omlijstingen van kruisvensters of van vensters met middenstijl. Vertoonen zij de indeeling van vakwerk (vgl. hiervoren blz. 603) of de stijl- Gedag- kenmerken der XVIIIe eeuw, dan worden zij behandeld bij de vakwerkgevels of bij teekende de woonhuizen dezer eeuw (zie gevels. hierna blz. 658, 670 e.v.). 196 STOKSTRAAT 26, 28. Op de eerste verdieping oorspr. twee kruisvensters en een half er tusschen; op de tweede verdieping overeenkomstig, maar met middenstijl. Onder de vensters der eerste verdie- ping festoenen en eengevd- steen met : IN DEN STEENEN BERGH, welke gevat is tus- schen de voorstelling van een heilige met boek en veeren pen en een lam aan zijn voeten ter linker- en van een St. Nicolaas met kuip en kinderen ter rechterzijde. In de fries onder de tweede verdieping het jaartal 1669 Pui gewijzigd. Inwendig : schoorsteen met boezem in stuc (Lodewijk XV). De achterbowzu heeft een zij- gevel in mergel, versierd met Afb. 618, Stokstraat 28, „In den Steenen bergh".gebeeldhouwde koppen en STAD MAASTRICHT. 651 een hoofdgestel met gebeeldhouwde consoles met acanthusbladeren. (Afb. 6i8 en 602 ; vgl. nr. 126). 197 BREEDS STRAAT (zuidzijde) 43. Gevel van twee verdiepingen en vijf vensterassen, twee geprofileerde lijsten; geblokte vensterdammen, zware geprofileerde kroonlijst. Ingang in het midden. Gevelsteen met 1696 tusschen twee takken. 198 MARKT 15. Twee verdiepingen ; drie vensterassen. Op de eerste verdieping balcondeur met fronton en hek. In het fronton 1714. Een breede lijst ; hoofdgestel met vlakke, gegroefde consoles. Het jaartal thans verdwenen. 199 ST. PIETERSTRAAT (westzijde) 48. Een verdieping met twee vensters ; hierboven een gebeeldhouwde band, waarin het jaartal 1714 tusschen twee bladeren. Tusschen de verdieping en het gelijkstraats een gebeeldhouwde band met gevelsteen; een waag, en : IN DE OUDE WAEGH —vier consoles en twee paneelen. De gewijzigde pui heeft twee halfrond gesloten winkelramen en een deur ertusschen. 200 PLANKSTRAAT 4. Een deur met rechthoekig boven- licht en een venster; op de verdieping twee vensters, de omlijstingen in groote blokken. Gevelsteen met schaap tusschen leeuw en wolf: IN DE DUYSENT VREES. Boven de deur: EXSTRVCTVM BAVDVIN CONSERVETVR (1741). Verder behooren tot deze groep de gevels: 201 BRUGSTRAAT I2. Vensters en pui gewijzigd; gevel- Onge- steen met Sint Joris vernieuwd. Afb. 619. Plankstraat 4. Gevelsteen.dateerde 202 — 16. Vgl. hierna nr. 367. gevels. 203 GROOTE STAAT 43, geblokte gevel met 2 X drie vensters. Op de binnenplaats inge- metseld een gevelsteen met IN DEN PELLICAEN. Inwendig: Trap met gebeeldhouwde trappaal, een haardsteen met den Luikschen perroen en 1696. — 56. 204 KLEINE STAAT (oostzijde) 5. Drie verdiepingen, elk van drie vensters in gegroefde omlijstingen; geprofileerde kroonlijst ; gebroken kap, winkelpui nieuw. 205 MUNTSTRAAT I. Twee verdiepingen van drie vensters. Gelijkstraats : een deur tusschen twee gebogen uitstalkasten van omstreeks 1830. Op den bovendorpel van de deur staat : A° 1612 D'. Op de eerste verdieping zijn kruiskozijnen hersteld ; onder de vensters festoenen en draperietjes. Op de tweede verdieping vensters met middenstijl, waaronder eveneens festoenen. Hierboven een geprofileerde lijst. Hoofdgestel met consoles van het jongere type. Dakkapel (XVIlId). Afb. 620. 652 GEMEENTE MAASTRICIIT. Inwendig : voorkamer op de eerste verdieping met Lodewijk XV stuc schoorsteen met familie-wapens. Trog- welfjes op balken. Afb. 620. 206 — 3. Verwant aan de vorige (zie nr. IT 2 en 205 en afb. 620). Geschilderd en zonder kruisgespan nen. 207 ST. AMORPLEIN 17. Twee verdiepingen, elk van zes vensters; zware consoles van het jongere type. Gesmeed-ijzeren raamhekjes; vgl. nr. 119. IV. Pilastergevels. 208 GRAANMARKT 3. Geschilderde en gepleis- terde baksteenen gevel, met zes Ionische pilasters der groote orde, vijf vensterassen en een verdieping. De Afb. 62o. Muntstraat i en. Afb. 621. Graanmarkt; breed io M. kapiteelen met kussenvormigen impost (vgl. VRIJTIIOF 29 ; nr. 2 3) boven de architraaf. (Afb. 621.) 209 KLEINE GRACIIT 3 1. Gesauste baksteengevel met drie pilasters der groote orde, en twee maal twee vensters. De pilasters dragen een hoofdgestel in mergel met consoles van hetjongere type (vgl. blz. 602). Top met in- en uitgezwenkte vleugelstukken; tusschen twee pilasters gevatte middenpartij met half rondgesloten zoldervenster en een klein hierboven. Ten Westen van het and een binnenpl , aats van de straat gescheiden door een hoogen muur, waarin de rondbogige toegang in bergsteenen omlijsting; STAR MAASTRICHT. 653 deze is gedekt door een driehoekig fronton; er naast een rechthoekig venster. Vgl. nr. 31 en afb. 622. 210 MARKT 31, 32. Oorspronkelijk een panda geschilderde baksteen. Afb. 622. Kleine Gracht3,1 totale breedte to M. 211 —41. Baksteenen gevel, drie vensterassen, twee verdiepingen. Op de verdieping afgekapte slingers. Gesneden trappaal. 212 VRIJTHOF 7. Op de eerste verdieping vier cannel rd pilasters; vensters in berg- steenen omlijstingen met ooren en gedekt door een fronton. 213 — 29. Geverfde baksteenen gevel; vier pilasters met Ionisch kapiteel en boven de architraaf een gebogen kussen (vgl. GRAANMARKT 3, nr. 208). 654 GENIF,ENTE MAASTRICHT. De XVIIIe eeuwsche woonhuizen. Het talrijkst zijn de gevels, Welke in de XVIIIe eeuw zijn opgericht. Daar echter de stijlkenmerken van deze groep gevels niet geheel samenvallen met de jaren der XVIIIe eeuw, vindt men naast de voor dezen tijd kenmerkende eigenschappen Afb. 623. De Stokstraat (nrs. 32, 3o, 28-26, 24 enz.) naar het Noorden gezien. STAD MAASTRICHT. 655 ook zulke, welke als voortzetting te beschouwen zijn van de uitingen van de vooraf- gaande eeuw, als ook andere, welke de inleiding vormen tot een volgende periode. In verband hiermede wordt de stof onderverdeeld in de navolgende groepen: A. de uitloopers van het XVI—XVIIe-eeuwsche type (blz. 655-658). B. gevels met een verticale en horizontale indeeling, welke herinnert aan de stijlen en liggers uit den vakwerkbouw, onderverdeeld in varianten (a, b, c en d) met uitge- sproken verticale, en (e) met uitgesproken horizontale indeeling (blz. 658-664). C. een groot aantal, Wier karakter algemeen-XVIIIe eeuwsch is. Hoewel deze groep gevels niet de uitgesproken kenmerken bezit van een bepaalden stijl, heeft zij toch door Naar talrijke vertegenwoordigers in hooge mate bijgedragen tot het eigen aspect van de stad Maastricht (blz. 664-670. De gevels zijn doorgaans gesaust of gepleisterd in een gebroken wit; de deur- en vensteromlijstingen bestaan uit groote stukken Naamsche steen ; de eerste zijn geprofileerd ; een sluitsteen — al dan niet voorzien van een gebeeldhouwd motief (Regence of Lodewijk XV) — treft men veelal aan. De bovendorftels der venster- omlijstingen komen voor in de varianten: lateibogen (al dan niet met sluitsteen), waarvan de gestrekte bovenlijn herinnert aan de latei, terwijl de onderkant boog- vormig is; de segmentboog — al dan niet met sluitsteen — met een gewelfde buiten- en binnenlijn. Soms zijn gedeelten van den gevel, zooals de dammen tusschen de vensters, door horizontale groeven geblokt. De rechtstanden zijn veelal doorgetrokken, waardoor deze aan de stijlen van den vakwerkbouw herinneren. Voor de andere varianten, waartoe de rechtstanden aanleiding geven, vergelijke men de beschrijving op blz. 66i e.v. In plaats van een zaci,Adak komt veelal een dak voor met gebroken kap, gedekt met pannen, oorspronkelijk met leien. Dakkaftellen in meer of minder rijke vormgeving, sours op meer dan een rij, onderbreken de dakvlakken. D. Gevels met stijlkenmerken, ontleend aan de Lodewijk-stijlen (blz. 670 e. v.). A. Op blz. 603 is in de Inleiding een typeering gegeven van de hier te be- schrijven groep uitloopers van het XVIIe eeuwsch type; gewezen werd op de gewijzigde vormgeving der kruiskozijnen en der consoles. Thans volgt de be- schrijving van gedateerde voorbeelden, daarna van ongedateerde. 214 SMEDENSTRAAT 4. Gevel met twee kruiskozijnen op de eerste- en twee vensters Gedateerde met een middenstij1 op de tweede verdieping. Pui gewijzigd; deuromlijsting gevels. met rechthoekig bovenlicht en tot voor kort met boven- en onderdeur. Gevel- steen met een laurierboom tusschen IN DEN LAUW RIER BOOM I 7 03. 215 WITMAKERSTRAAT 23. Smalle, gewijzigde gevel met twee jaarsteenen: 17 — o6. 656 GEMEENTE MAASTRICHT, 216 I3REEDE STRAAT 10. Baksteenen gevel ter breedte van zeven vensters. Plint van Naamsche steen; deur- en vensteromlijstingen in natuursteen. Bij de restauratie in XIXa zijn de kruisen in de vensteromlijstingen hersteld. De ingang in een Afb. 624. Breede straat io, het „oude huis de Crassier". gebeeldhouwde omlijsting ligt in de as van den gevel; boven de middelste vijf vensters een attiek van Naamsche steen, waarin vijf tweelicht-vensters; de attiek vlak afgedekt en terzijde door voluutvormige sluitstukken afgesloten. In de kroonlijst het jaartal MDCCVIII (1708). Afb. 624. Dit huis werdopgericht door den in 1731 overleden schepen Servaas Loyens, wiens klein- dochter het door haar baron libre lib et du St. Empire Romain, kapitein in Statendienst, aan een geslacht bracht, waarnaar het tot in deze eeuw het „oud huis de Crassier" werd genaamd. Het is bekend geweest door de kunstverzameling, welke Guillaume Pascal de Crassier (1662-175o) aangelegd heeft en welke eerst na den flood van Douairiere van der Does de Willebois in 1910 door de Firma Fr. Muller & Co. in November 1911 is geveild. (Flament, Het Huis Oud en Nieuw 1916, Nuts in in de Bouwwereld (1923) blz. 412-415). 217 GROOTE LOOIERSTRAAT 19. Vij f vensters breed; koetspoort met sluitsteen: HAEC PRIM° /DIE JUNII/INCEPTA (iii i); vgl. nr. 22 en 163. 218 -XCHTER HET NTLEESCHHUIS (noordzijde) 20. Oorspronkelijk met drie kruis- en drie vensters met middenstiji op de verdiepingen. Gepleisterd, geblokte dammen; pui gewijzigd. Forsch geprofileerde ingang met chronogram: ADVENIT CZARVS MOSCOVIAE (1717) ter herinnering aan het bezoek van Czaar Peter den Groote. STAD MAASTRICHT. 657 219 SINT PIETERSTRAAT (westzijde) 62. Eenvoudige gesauste baksteenen gevel; een deur en twee ramen; op de verdieping twee vlakke lijsten. Gevelsteen met zonnebloem: 17 IN DE SONNEBLOEM 27. 220 ABTSTRAAT 22. Met tusschendorpel-vensters Onge- en deur met rechth. bovenlicht. Afb. 625. dateerde 221 ACHTER HET VLEESCHHUIS 32. Oorspron- gevels. kelijk gekoppeld kruisvenster en dito met middenstijl. 222 BATTERIJSTRAAT 28. Koetspoort, waarboven zolderdeur in gebeeldh. omlijsting (vgl. Oud Vroenhoven/Wolder Bilserbaan 131; hierboven een hijschkapel. — 32. Twee kruisvensters. 223 BREEDE STRAAT 8. Koetspoort in omlijsting van natuursteen; de voorm. kruiskozijnen van het zelfde type als thans van Breede straat Jo. Dakkapel van natuursteen. Vgl. nr. 12. 224 Brugstraat io, verbouwd ; vgl. nr. 272. 225 EZELMARKT 2 en 4. Hardsteenen venster- omlijstingen, gedeeltelijk met lateibogen; in den top halfrond gesloten en twee ovale zoldervensters. Top met vlech- tingen (vernieuwd). Vgl. afb. 611. 226 GROOTE LOOIERSTRAAT 10, 2 x vier vensters. Afb. 625. Abtstraat z2, breed 12.43 M. 227 GUBBELSTRAAT (noordzijde) 32. 228 KAPOENSTRAAT (westzijde) 20. 229 KLEINE LOOIERSTRAAT 25. 230 KLEINE START 3, op de derde verdieping vier ovale zoldervensters, elk met drie sluit- steenen. 231 KOESTRAAT 16, twee kruisvensters, twee twee- licht-vensters ; pui modern. 232 MARKT 24; —35, 35a. 233 Raamstraat 45; vgl. nr. 38 en afb. 586. 234 STOKSTRAAT 24, met koetspoort, twee ver- 235 diepingen ; gesneden dakkaftel. (Vgl. nr. 49 en afb. 623, 626 en 639.) Afb. 626. Stokstraat 24. Dakkapel.Tongerschestraat 86, zie nr. 384. 658 GEMEENTE MAASTRICHT. Voorts nog: 236 ACHTER HET VLEESCHHUIS (zuidzijde) i 1, 13, oorspronkelijke kruisvensters. Helstraat, zie SINT BERNARDUSSTRAAT. 237 PLANKSTRAAT I¢; — 16. 238 SINT BERNARDUSSTRAAT 8; — io; — II. 239 VIJFHARINGENSTRAAT 19. B. a. Gevels met een verticale en horizontale verdeeling volgens de staanders en liggers in den vakwerkbou w. Geda- 240 STOKSTRAAT (westzijde) 14, geverfde gevel van baksteen, vijf vensters breed. Geen teerde aanwijzingen voor de oorspronkelijke toepassing van kruiskozijnen; hoekblokken; bevels. deur in geprofileerde omlijsting. Gevelsteen erboven, een koetspoort voorstellend: 17 INDE : RODE : POORT : 39. 241 Markt 6, (1792), zie nr. 255. On- 242 Boschstraat 104, io6. Vgl. nr. loos geda- 243 BREEDS STRAAT (noordzijde) 12, gesauste baksteengevel van 9 vensterassen. Hoek- teerde blokken, oorspronkelijk kruiskozijnen en op de verdieping vensters met midden- gevels. stijl. Onder de vensters paneelen. De ingang, thans in de zesde vensteras, beyond zich oorspronkelijk in het midden van den gevel. Vgl. de plattegrondteekening uit de Verzameling Soiron in het Rijksarchief te Maastricht. 244 GUBBELSTRAAT 36. Achtergevel in vakwerk. 245 VAN HASSELTKADE 6. Baksteenen gevel met pui in Naamsche Steen: twee vensters en deur; op de eerste verdieping: een venster, deur met balcon, een venster; op de tweede verdieping drie vensters, alle gedekt met lateibogen met eenvoudigen sluitsteen. Onder de vensters en onder de niet oorspronkelijke gootlijst vlakke paneelen met „hakken". Balconhek met vlechting van de letters J en B. 246 JODENSTRAAT 3. Elf vensters breede, geschilderde gevel in baksteen; twee ver- diepingen, vijf dakkapellen, waarvan een nieuw. Gelijkvloers gewijzigd; koetspoort met geprofileerde omlijsting en schamppalen. Vgl. nr. 26. 247 KAPOENSTRAAT (westzijde) 4a en 4b. Tot twee woningen verbouwd panel met 2 X vijf vensters. De geprofileerde deuromlijsting met maskaron verbreed. 248 KLEINE STAAT (westzijde) 6, 3 x twee vensters, zware bovendorpels; — io. 249 LENCULENSTRAAT (zuidzijde) 7-9, gewijzigd; — 15, deur met bovenlicht Lode- wijk XVI; — (noordzijde) 32. 250 MARKT 7. 2 X vijf vensters, gedekt door lateibogen. 251 MUNTSTRAAT (westzijde) 24. Geblokte dammen; — 26. Gepleisterde en geschilderde baksteengevel; drie verdiepingen ; op de eerste en tweede lateibogen met een- voudigen sluitsteen. — 37, 2 X twee vensters, de dam horizontaal gegroefd. STAD MAASTRICI IT. 659 Raamhekjes; — 48, geverfde baksteengevel oorspr. twee kruiskozijnen, twee twee-lichtvensters; winkel- pui gewijzigd. Raamkekjcs ; gevelsteen, een count, den „rozenobel" voorstellend: in een kogge is een to halven lijve zichtbare geharnaste figuur gezeten: het hoofd gedekt door een antieke kroon, in de rechterhand een zwaard, voor de linkerhelft van de borst een gevierendeeld wapenschild met het Ivapen van Engeland. In het midden van de stuurboord- zijde is de kogge gesierd met een vijfbladige roos. Het randschrift luidt : DNS RE ED-VARD DEI GRA REX 252 NIEUWSTRAAT (westzijde) 26. 2 X drie (kruis)vensters, ANG ET FRAN. Afb. 627. Afb. 627. Muntstraat 48. Gevelsteen. moderne winkelpui. 253 PLANKSTRAAT I2, gekoppelde segmentbogen op de verdieping. 254 WITMAKERSTRAAT (zuidzijde) 2 I ; - 25, 3 x vier vensters. 255 MARKT 6, 2 X drie gekoppelde vensters; middenpaneel met gevelsteen: Minervakop Van in medaillon; op een lint: 17 IN DEN VER-GULDEN COP 92, vgl. nr. 241. Naamsche en nr. 427, twee verdiepingen; moderne winkelpui. — 70, 71, vgl. nr. 442. steen. 256 ACIITER HET VLEESCHHUIS I 5. 257 BREEDE STRAAT 3; -- 5. 258 BRUGSTRAAT 12. Vgl. nr. 201. b. Van het begin der XVIIle eeuw tot het laatste kwart ervan werden gevels opgericht, waarin vooral het verticale element der „staanders" tot uiting komt. Tot sulk behooren: 259KOESTRAAT 20. Eenvoudige, gesauste bak- Gedateerd steengevel met oorspronkelijk twee kruis- gevels. kozijnen op de verdieping. Deuromlijs- tin g met rechthoekig bovenlicht, waarin eengesneden raam. Twee jaarsteenen 260STOKSTRAAT 53, baksteenen gevel met toe- met 17 - o9. Afb. 628. passing van Naamsche steen aan deur- en vensteromlijstingen, oorspronkelijk kruiskozijnen. Hooldgestel. In de pui paneelvullingen met ingezwenkte hoeken. 261 Afb. 628. Koestraat 20. MUNTSTRAAT39. Gevelsteen ANN() 1739.aarsteenen met 17 en o9. Afb. 629. 66o GEMEENTE MAASTRICHT. 262 GROOTE STAAT 53 (1754), zie nr. 270. 263 STOKSTRAAT (oostzijde) 35, 37; gesauste gevel in baksteen, op de verdieping zeven vensters; gelijkvloers: koetspoort vier vensters, deur, en een venster. Flauwe segmentbogen; de deuromlijsting met een schildje; een gevelsteen met een zwaan en: 17 IN DEN SWAN 74. Lodewijk XV. Vgl. nr. 5o en 362. 264 BREEDS STRAAT 26. Groote baksteenen gevel van vijf vensterassen. De deur met gebeeld- houwde omlijsting is in een door horizontaal gegroefde pilasters gemarkeerde middenpartij. Segmentbogen met eenvoudigen sluitsteen. De erker boven den ingang is niet oorspronkelijk. In den thans door bebouwing aan het oog ont- trokken zijgevel op het Westen bevinden zich muurankers A° 1778• Van 265Boschstraat 88, pui, vgl. nr. 393. Naam- 266 Breede straat 5, zie nr. 43 I ; afb. 652. sche- 267 GROOTE STAAT 18. 2 x vier vensters in diepe, steen. hol geprofileerde omlif stingen met lateien; smalle, geblokte dammen; moderne winkelpui. 268 — 29, zie nr. 435 . 269 — 31, 2 X drie vensters, geblokte dammen; pui modern. 270 53, pui modern; gevelsteen: 17 IN HET/GULDE SCHIP 54. Vgl. nr. 262. 271 TONGERSCHESTRAAT 17, okerkleurig gesaust. On- 272 Brugstraat (noordzijde) to. Vgl. nr. 224 en 367. ge- 273 GROOTE LOOIERSTRAAT 14. Gesauste baksteenen dateerde gevel; 2 X vier vensters; gelijkstraats: twee gevels. vensters, deur, venster; geprofileerde deur- omliisting met fraai schildje; paneelvullingen, gebeeldhouwd kraagblok; lateibogen, gebroken Afb. 629. Stokstraat 53, kap, ten deele nog met leien. - 16, 2 X vier vensters, deuromlijsting met schildje; pannendak; — i8. 274 MUNTSTRAAT 33, 3 x drie vensters; spiegelbogen; pui nieuw; — 37. 275 TONGERSCHESTRAAT 35. De deur oorspronkelijk in het midden; in den door reclames ontsierden topgevel op het Westen kleine rechthoekige vensters (XVII) in den gekalkten achtergevel ten deele nog kruiskozijnen met beglazing (XVIId ?) en hoof dgestel met consoles, vgl. nr. 159. Inwendig: in het voorhuis glaswand met roede-indeeling Lod. XV STAD MAASTRICHT. 661 276 VRIJTHOF 14, 2 x vier vensters, gebroken kap, raamhekjes Lodewijk XVI ; pui nieuw. — 31, 2 x drie vensters; kleine paneelvullingen met hangers. Voorts nog: 277 ACHTER HET VLEESCHHUIS, (noordzijde) 12. BOSCHSTRAAT 79, 3 x drie vensters. 278 BRUSSELSCHESTRAAT 67, op de eerste verdieping gesneden ramen (Lod. XVI). 279 GROOTE GRACHT 28. 280 GROOTE STAAT I 6; —22; —56, segmentbogen met sluitsteen, hoekblokken (vgl. nr. 75, 436) 281 KERSENMARKT 4; — 6. Vgl. nr. 32 I . — 282 KESSELSKADE 53; — 62. 283 Lenculenstraat 32, vgl. nr. 169. 284 MARIASTRAAT 17. 285 MARKT 35, op de tweede verdieping paneelen met hangers; oorspr. kruiskozijnen; — 59; -- 64. Gevelsteen met een Moriaan. 76, vgl. nr. t c i. 286 MUNTSTRAAT 4; — 7; — 9; — 16; — 36; — 38. 287 SPILSTRAAT 2 5 ; -- 27. 288 STOKSTRAAT 29. — 31, vgl. nr. 127. 289 TONGERSCHE STRAAT 12, de brandmuren met trappers gedekt; gebeeldhouwde deuromlijsting verdwenen, moderne winkelpui ; — 25, thans twee huizen. 290 VRIJTHOF 9; — 1o. Oorspronkelijk kruiskozijnen, pui modern; — t I, als voren, gesneden ramen; — 14, 2 x vier vensters, gebroken kap; pui nieuw. c. In het tweede en derde kwart der XVIIIe eeuw heeft men blijkens de vrij talrijk bewaard gebleven en gedateerde Bevels smaak gehad in het verbreken van het verticale element door de „staanders" op de verdieping naar onderen to doers uitbuigen. Bij voorkeur geschiedde zulks met het middelste paar, zoodat bij een in de as geplaatsten ingang de gevelsteen hierboven omlijst werd door de uitbuigen- de staanders. Het vroegste, ge- dateerde voorbeeld is van het jaar 1714. 291 PLATIELSTRAAT JO, zie hiernaGedateerde nr. 307. Gevelsteen met de Bevels. Aanbidding der Wijzen en het jaarschrift: EPIPHANIA DOMINI - CAELO EXALTATA (1714). Alb. 630. — 8 (1724). Afb. 63o. Platielstraat To. Gevelsteen. 292 MARKT II, 12 (1726 en 1729); gevelsteen: man met molensteen voor den built: IN DEN MEULENSTEEN T IS EEN STERKEN — DIE HEM DRACHEN KAN. 293 BRUSSELSCHE STRAAT 2 I ( I 734). 294 SIVIEDENSTRAAT KERSENMARKT, gevelsteen met een lanspunt (?) en 17 - 34. 295 SINT-PIETERSTRAAT 50 (1737). — 44 (1739) verdwenen. 296 BRUSSELSCHE STRAAT 105 (1743). — 297 MARKT 9 (1745). Vgl. nr. 350. 662 GEMEENTE MAASTRICHT. 298 KLEINE STAAT 14 (I 75 i). Lie nr. 306. 299 KERSENMARKT 8; 2 X twee vensters, segment- bogen ; oorspronkelijk: venster, deur, venster; deuromlijsting met Lodewijk XV schildje. Gevelsteen: 17 • IN • T • MOLEN • YSER 67. 300 SPORENSTRAAT 14, pui van Naamsche steen, deur- omlijsting met Lodewijk XV ornament, seg- mentbogen met eenvoudigen sluitsteen. Gevel- steen: IN DEN ORANGEBOOM (1768). Afb. 631. 301 GROOTE STAAT 23. 2 x twee vensters, segment- bogen met sluitsteen. Gevelsteen met twee draken en: 17 IN HET DRAAKENVELD 69. Gesloopt. Onge- 302 ACHTER 'T VLEESCHHUIS 34, op de verdieping dateerde oorspronkelijk twee kruiskozijnen ; thans ge- Bevels sneden ramen Lodewijk XVI. Gevelsteen: INT HOOGHUYS 303 Gubbelstratzt 34, zie nr. 149. 304 KESSELSKADE 64, 2 X twee vensters; pui van Naamsche steen. Van 305 CAPUCIJNENSTRAAT 15, simile gevel met deur en Naamsche gewijzigd venster; op de verdieping twee steen. vensters met tusschendorpel en geblokte dammen. Gevelsteen: kruis op heuvel en SUB SIGNO CRUCIS EX . . . TUTA ROMA. 306 KLEINE STAAT (westzijde) 14. Geverfde gevel, geblokt Tangs de zijden en in de dammen; 3 x twee vensters, segmentbogen met een- voudigen sluitsteen; paneelen met ingebogen hoeken. Gevelsteen: een leeuw komend uit een berg: 17 LEEUWEN STEEN 51. Vgl. nr. 298. 307 PLATIELSTRAAT 10, 2 x twee vensters; pui ver- nieuwd ; raamhekjes Lodewijk XVI. Gevel- steen (1714) zie hiervoren en afb. 630.1) 308 STOKSTRAAT 5, met geblokten dam. d. Een andere wijze om het verticalisme der Afb. 631. Sporenstraat 14. „staanders" te temperen, werd verkregen door de rechtstanden niet te laten doorloopen, maar ze te onderbreken. Zoo bleven er boven en (of) onder de vensters kleine of groote stukken van den voormaligen 1) Vlgs. Schaepkens, blz. 278, was in 1 174 de luibe der bakkers hier gevestigd STAR MAASTRICHT. 663 „staander” over, Welke als een sierelement werden toegepast. Om deze stukken aan to duiden bedien ik mij voor de grootere onder de vensters van de benaming „beenen", voor de kleine van „hakken", terwijl de kleine stukken op de bovendorpels met „ooren" worden aangeduid. Deze elementen worden vrij willekeurig toegepast; nu eens aan de vensteromlijstingen van de tweede verdieping, dan weer alleen in het gelijkstraats, een ander maal bij 309 gevels van de zooeven onder c. beschreven groep, zooals bij het geveltje Kersen- markt 8, waar „beenen" op de tweede verdieping (zie nr. 299). Belangrijke gevels van deze groep zijn 310 MUNTSTRAAT 43. 2 X twee vensters met segmentbogen, „hakken" en gevelsteen: Gedateerde 17 IN DEN GOUDEN HAEN 67. gevels. 311 Boschstraat 6o, zie nr. 391. Onge- 312 GROOTE LOOIERSTRAAT 18. dateerde 313 GROOTE STAAT 2, zie hierna nr. 323 ; — 33, 2 X drie vensters; die op de tweede gevels. verdieping op „beenen" en met „ooren"; geprofileerde lijsten, segmentbogen met verschillend gebeeldhouwde sluitsteenen (Lodewijk XV); — 45, 2 X drie vensters; op de tweede verdieping zijn zij op „beenen" geplaatst met een paneel er tusschen ; segmentbogen en hoofdgestel met hooge consoles, van boven eindigend in een voluut, van onderen in een zwelling met een bladmotief; — 65, 3 x drie vensters; segmentbogen; het middenvenster van eerste en tweede verdieping met drie- deeligen sluitsteen. Winkelpui ; raamhekjes (XIX) op de tweede verdieping. 314 KAPOENSTRAAT 6, zie nr. 408, afb. 645 ; — 19. 315 KLEINE GRACHT 16 en 18. 2 X vier en 2 X vijf vensters in hardsteenen omlijs- tingen „op beenen"; segmentbogen met geprofileerden sluitsteen. Zie afb. 632. 316 KLEINE STAAT 12, gesauste baksteen ; 3 x vier vensters ; die van tweede en derde verdieping, alsmede de vernieuwde goot- lijst „op beenen". Nieuwe pui. 317 MARIA STRAAT 23, a, b, c. 318 MUNTSTRAAT 19; — 27; — 28; — 41. 319 NIEUWSTRAAT 18, met geblokten dam. Voorts nog: 320 ACHTER HET VLEESCHHUIS 22, op „beenen”. 321 KERSENMARKT 4; — 6. Vgl. nr. 281. 322 WITMAKERSTRAAT II. e. Een uitgesproken horizontale indeeling ontstaat door veelal vlakke lijsten op de bovendorpels; sours ook ontstaat dit effect bij smalle gevels doordat de bekroningen der bovendorpels elkaar raken. Afb. 632. Kleine Gracht 16 en 18. 664 GEMEENTE MAASTRICI IT. 323 GROOTE STAAT 2, gesauste gevel van baksteen met smalle dammen; 3 x vier vensters in geprofileerde omlijsting met segmentbogen en gebeeldhouwde sluitsteenen; twee zware geprofileerde lijsten boven de bovendorpels, de onderdorpels met „hakken" (vgl. nr. 313). Pui nieuw. 324 JODENSTRAAT 26. 325 NIEUWSTRAAT I 8. Verder zijn nog to noemen: 326 BRUGSTRAAT 30. 327 BRUSSELSCHE STRAAT 3 8 ; - 6o. 328 GROOTE STAAT 2 t, met 2 X een gekoppeld venster. 329 HEIDENSTRAAT 5. 330 KLEINE STAAT 6. 331 LENCULENSTRAAT 14. 332 MARKT 29. 333 SPILSTRAAT 2, 2 X drie vensters; raamhekjes. 334 STOKSTRAAT 22. 335 VRIJTHOF (westzijde) 27. 336 WOLFSTRAAT 6 en 8; — 33. Gedateerde C. Tot de groep met een algemeen XVIIIe eeuwsch karakter behooren de volgende: gevels. 337 KAPOENSTRAAT 3 en 5. Gesauste baksteenen gevel van vier vensterassen. In het gelijkstraats een koetspoort, (oorspronkelijk twee vensters) deur en een smal venster. De poort, gevat in een omlijsting van blokken Naamsche Steen, heeft een bovenlicht (XIX) met pijlen, en het jaartal CID ID CCVII (1707); de deur met eenvoudige omlijsting en rechthoekig bovenlicht. Twee dakvensters, het grootste vroeger met hijschblok. Terzijde overblijfselen van trapgevels. Vgl. de aanteekening over de Poort van Oost, hiervoren blz. 597 en 607. 338 Groote Gracht 92. (i714). Zie de Poort van Tilly, blz. 612, nr. 7. 339 TONGERSCHESTRAAT I I, ANNO- 1 7 I 9. 340 STEENENBRUG I2. Gezuiverde baksteen;gevel- steen met St. Maartengroep en een chronogram: HOC TEMPORE DESTRUITUR NUNC ERIGITUR (1723). Schoorsteen met gesneden bovenboezem. Afb. 633, 634. 341 TONGERSCHE STRAAT 29 - 3 I , dubbele woning; pui van Naamsche Steen; jaarsteen: 1 72 5 . 342 MARKT III 1726. 343 LENCULENSTRAAT 18 en 18a. Oorspronkelijk: koetspoort, twee vensters, deur, twee vensters; twee verdiepingen. Op het kalf Afb. 633. Steenenbrug 12. van de deuromlijsting : PACE FAVENTE Gevelsteen met Sint Maarten (1723).EXTRVCTA DoMVs (1725). Vgl. nr. 33. STAD MAASTRICHT. 665 Afb. 635. Vrijthof 15. Gevelsteen. 344 VRIJTHOF I5. Geverfde baksteenen gevel van twee verdiepingen; gelijkstraats: deur, drie vensters, deur — oorspronkelijk twee ven- sters, deur en twee vensters. Op de verdiepingen telkens vier vensters. Zware hoekblokken. Gevelsteen: een naar links stap- pende struisvogel : IN DEN VOGEL STRUMS i 1730. Opgemerkt zij hier, dat de gebroeders Paep, waarvan hiervoren op blz. 595, foot 1, sprake was, in 1309 een ciins verkochten op 't steen en huis van de ridderfamilie van Schonegge, dat in de XVIde eeuw der Stroys genoemd Afb. 634. Steenenbrug 12. werd (vgl. Fran g., Inv. 0. L. Vr. II, Schoorsteen met gesneden bovenboezem. blz. 155, noot I en Schaepkens, blz. 337). 345 MARIA STRAAT 5. Als baksteen geschilderde gevel van twee verdiepingen; gelijk- straats: deur — oorspronkelijk met bovenlicht — met venster gekoppeld door omlijsting in Naamsche steen met latei. Boven de waterlijst een gevelstecn: 17 IN : DE : VERGULDE : PLUYM 32. De tweede verdieping is van later. 346 MARKT 34, 1732. 347 BRUGSTRAAT 18. In baksteen geschilderde gevel, oorspronkelijk met drie maal drie vensteromlijstingen in Naamsche steen in rechte stukken. Boven de boven- dorpels een geprofileerde lijst. Moderne winkelpui. Goot vernieuwd. .7aarsteen met 1734 (verdwenen). 666 GEMEENTE MAASTRICHT. 348 SINT ANTHONIUSSTRAAT (zuidzijde) 3. Lateibogen; jaarankers (0737. 349 NIEUWSTRAAT 1-3, 2 X vier vensters met lateibogen; op de 3e verdieping boven de beide middelste vensterassen twee vensters met middenstip en segment- boog. Top gewijzigd. Gevelsteenen met AN - NO en hiertusschen een kruik tusschen 17 — 38: IN DEN KULSCHEN POT. 350 MARKT 8, (1745) vgl. nr. 389 ; — 9, In den Spiegel, 1745. Vgl. nr. 297. 351 TONGERSCHESTRAAT 45. Deuromlijsting met rechthoekig door lateiboog gedekt bovenlicht; ijzeren deurklopper. Uitstalkast (XIXa). In den achtergevel jaar- steen: 1749. 352 RAANISTRAAT la Gesauste baksteenen gevel van een verdieping met drie vensters; geprofileerde hardsteenen deuromlijsting met rechthoekig bovenlicht. Inge- zwenkte gevelsteen met vergulde ster(5): INDE STAER, waarboven 17 - 53. 353 MARIA STRAAT I I, lateibogen ; gevelsteen: IN DEN DISTILEER 17 KETEL 57. 354 VAN HASSELTKADE 7. Gesauste baksteenen gevel van een verdieping met vier vensters; lateibogen met eenvoudigen sluitsteen. Geprofileerde deuromlijsting met bladornament en het jaartal 17 - 62. Twee dakvensters; moderne pannen. 355 PLATIELSTRAAT 18. Twee vensters, deur, twee vensters; de laatste thans winkelraam. Twee verdiepingen; op de tweede zijn de vensters nagenoeg vierkant. Venster- omlijstingen van Naamsche steen met segmentbogige, aan de onderzijde af- gesch uinde bovendorpels met sluitsteen. Deuromlijsting met segmentbogigen bovendorpel, waarin cartouche (Lodewijk XV). 356 CAPUCIJNENSTRAAT 82. Baksteenen gevel van een verdieping; segmentbogen met eenvoudigen sluitsteen. Gevelsteen met bloeiende lelie : 17 IN DE LILIET 64. 357 KLEINE LOOIERSTRAAT 21. Geheel gecemente gevel. Geprofileerde deuromlijsting; segmentbogen met sluitsteen. (1766). 358 PLATIELSTRAAT 2. Gesauste baksteenen gevel van vijf ramen. Omlijstingen in Naamsche steen met aan de onderzijde afgeschuinde bovendorpels. De deur- omlijsting met Lodewijk XV schelp op den bovendorpel, tusschen twee nieuwe winkelpuien. Gevelsteen met voluten en een papegaail): 17 IN DE PAPEGAEY 66. 359 VIJFHARINGENSTRAAT 2a. Op de verdieping drie vensters in omlijstingen van blokken, maar gedekt door segmentbogen met eenvoudigen sluitsteen. Gevel- steen met drie kronen en het jaartal 1766 ; het onderschrift is onleesbaar. 360 SINT PIETERSTRAAT 40. Gesauste baksteenen gevel van drie vensterassen en een verdieping. In de middenpartij boven het gelijkstraats een gevelsteen met een schip en : ANNO AU BATAUX 1773. Afb. 636. 361 Sint Servaasklooster (Henric van Veldekenplein) 26, 24, (1774), zie nr. 45. 1) Een huffs „de papegaai" in de Platielstraat komt in 164o reeds voor, vgl. Franquinet, Invent. 0. L. Vr. II, blz. 26, noot 1. STAD MAASTRICHT. 667 362 Stokstraat 35, 37. (1774) vgl. nr. 50. 363 SINT BERNARDUSSTRAAT 26, 28. De ANCKER, ook, maar ten onrechte genoemd het „voormalig Pesthuis", vrijstaand gebouw vOOr de Helpoort. De zuidgevel aan de Jeker heeft boven een hoog glint van Naamsche steen met een versnijding een onderbouw van regelmatige blokken mergel, waarin kleinere en grootere, dicht- gemetselde vensters, gevat in Naam- sche steen en gedekt door segment- bogen met eenvoudigen sluitsteen. Eenige kleine vensters zijn later aan- gebracht. In het baksteenen boven- gedeelte onregelmatig aangebrachte lichtopeningen zonder omlijsting. Onder het overstekende en met roode pannen gedekte zadeldak, acht lage, breede vensters. Het dak wordt onder- Afb. 636. St. Pieterstraat 40. broken door een reeks luchtopeningen. De gewitte, baksteenen oostgevel met een afschuining op het Noord-oosten, . waann een laag, breed venster zonder raam, heeft een onderbouw van mergel, twee ongelijk hooge vensters in omlijsting van Naamsche steen, gedekt door segmentbogen met eenvoudigen sluitsteen; een later ingebroken deuropening. Op de eerste verdieping drie vensters zonder omlijsting; hierboven in sierlijke, gesmeedijzeren ankers A° 1775, en drie lage vensteropeningen. Ter hoogte van de luchtopeningen in het dak zijn in den met vlechtingen afgesloten top nog drie vensteropeningen, eveneens zonder ramen. De gewitte noordgevel van baksteen heeft in het gelijkstraats een venster, drie koetspoorten, een venster, de vensters gevat in hardsteenen omlijstingen met segmentboog en eenvoudigen sluitsteen, de middelste koetspoort met een gebeeldhouwden sluitsteen. Op de verdieping vier kleine vensters met een- voudigen sluitsteen, en drie groote, later aangebrachte. Onder het over- stekeilde dak zes lage, breede vensters, zooals aan de zuidzijde, benevens een zolderdeur met hijschblok. Twaalf eenvoudige ankers. Afb. 637. Dit gebouw is op het door Herbenus genoemde bolwerk in blokken Naamsche steen (vgl. hiervoren blz. 6o) opgericht als papiermolen (vgl. Schaepkens, het oude Tricht, Public. 1907, blz. 173) door den drukker-uitgever Lekens.. De aanwezigheid van barakken voor pestlijders op dit bolwerk heeft waarschijnlijk aanleiding gegeven tot de onjuiste benaming van „voormalig Pesthuis". 364 SMEDENSTRAAT I I, gevelsteen: 17 IN HET SCHIP 82. 668 GEMEENTE MAASTRICHT. 365 BOGAERDENSTRAAT 50. Geschil- derde baksteenen Bevel van twee verdiepingen, elk van vier vensters; segmentbogen met eenvoudigen sluitsteen. Hardsteenen plint; geprofi- leerde deuromlijsting. Ge- velsteen met (vergulden) leeuw en : AU LION ROUGE I 789 IN DEN ROODEN LEEUW. Tot de bier behandelde groep behooren voorts nog de volgen- de niet gedateerde gevels: Onge- 366 ACHTER HET VLEESC Emu's hoek dateerde KERSENMARKT ; - I 1; - 24; - 24a, oorspronkelijk met kruis- en gevels. vensters met middenstij1; hoofd- gestel met triglyphen. --26. 367 BOGAER D ENSTRA A T 31, pui; BOSCH- STRA AT70 • BOUILLONSTRAAT 6, 4 , 2, zie nr. 101. BRE ED E STRAAT 13, 15, zie nr. 395; — 18; -25 (zuidzijde), genaamd ,,de Gulden Afb. 637. De voorm. papiermolen, de Ancker Cop" (vgl. blz. 609); vO6r de Helpoort. Gesausite baksteenen — 27 . gevel van twee verdiepingen. Gelijkstraats twee vensters, deur, een venster. Vgl. blz. 609; BRUGSTRAAT io; - 16; -18; - 20 ; -28; -3o. 368 BRUSSELSCHESTRAAT 33; - 85, lateibogen met eenvoudigen sluitsteen ; raamhekjes Lod. XVI; - 88; -90; - 109, spiegelbogen met eenvoudigen sluitsteen. 369 GRACHTSTRAAT 8, met baksteenkleurige cement bestreken, en hie in donkergrijze voegen getrokken ! 370 GROOTE GRACHT3 en 5, met afgeschuinde bovendorpels; - •7; - 32. 371 GROOTE LOOIERSTRAAT 1o, oorspronkelijk met kruisvensters; - 18, oorspronkelijk met kruis- vensters • 21, dakvenster; 23; - 24; - 25; - 26; - 28; - 30 372 GROOTE STAAT4, 4 .X drie vensters, raamhekjes Lod. XVI; - 6, 3 x Brie vensters, moderne winkelpui; - 16; - 17; - 27, 3 X drie vensters; - 3o; - 32; - 32a, - •37; - 39; - 41; - 373 V. HASSELTKADE ELTKADE 8, hoek Raamstraat. Gevel in baksteen; gelijkstraats : venster, deur met schildje Lod. XV, twee vensters ; op de verdieping vier vensters ; segmentbogen, hoekblokken, gebroken kap. Zijgevel aan de Raamstraat met gedichte tusschendorpel- vensters en zes (1, 2 en 3) ovale zolderlichten. - 9, io en 1 1, in de XVIIIe eeuw STAD MAASTRICHT. 669 gemoderniseerd, driehoekig fronton, afge- schuinde bovendorpels ; vensteromlijstin- gen op de tweede verdieping van ' i in ce- ment; het balconhek hier met het mono- gram (A.R en M) en de deuromlijsting als op 9; balconhek; - 12, vgl. nr. 150. Afb. 638. 374 HEGGENSTRAAT' - ' I. Helstraat, zie SINT BERNARDUSSTRAAT. 375 KAPOENSTRAAT' - 8, io, 12 of b. 645; KEIZER KAREL PLEIN 6, zie nr.41 (ST. SERVAAS- KLOOSTER 6); KERSENMARKT I0' - KESSELS-Afb. 638. v. Hasseltkade ii. KADE bo, pui oorspronkelijk ; sluitsteen boven de deur met: sleutel. KLEINE LOOIERSTRAAT 14; - 18; - 21 ; (1766) ; - 2 5. KLEINE STAAT' - 7, met segmentbogen; - 8; ; - 9, de derde verdieping toegevoegd ; - ' ' ; - 16, -18' - zo; - 22. Koestraat 18, deuromlijsting. 376 LANGS DE MAAS 21. tweede verdieping nieuw ; LENCULENSTRAAT 17 ; - "9, vgl. nr. 189 en zie nr. 108; 27; - 29 ; LOOIERSGRACHT 2 ; - 4. 377 MUNTSTRAAT 17; - 20; - 22; - 30; -32. 378 NIEUWSTRAAT5; - 7; - I gebroken kap met dakkapel; - 16; - 19; - 21. 379 O. L. VROUWE KADE4, zie nr. 42 I ; 7; o. L. VROUWE PLEIN 24, 2 X drie vensters en een gesneden dakkapel(vgl. afb. 626) afb. 639; o. L. VROUWE WAL 6; -7. Afb. 639. 0. L. Vrouwe plein 24. Dakkapel. Afb. 640. Tongerschestraat 86. 380 PLANKSTRAAT 1 0 , - 16; - 20; PLATIELSTRAAT 6a en b; - 22. 381 RAAMSTRAAT 50. 670 GEMEENTE MAASTRICHT. 382 SINT BERNARDUSSTRAAT I, zie nr. 39; - 3; - 5,- 5b ; - 7; - 8; - II; - 12 ; - 13; 15 -19, zie nr. 40 ; SINT PIETER STRAAT 28; - 52; - 64; SINT SERVAAS KLOOST ER 20 ; - 22, zie nr. 44. - 383 STEENENBRUG 6, met schoorsteenmantel (boezemkast midden- XVIII). 384 TONGERSCHES TRAAT 2 ; - 4; - 20; •43 ; - 49 ; •- 54; - 86, op de verdieping kruisvensters, gelijkstraat segmentbogen ; vgl. nr. 234, afb. 640. 385 VIJF HARENGENSTRAAT 8; - 1o; - 19; VRIJTHOF, hoek GROOTE STAAT I; - 14; - 26; - 30, 2 X vier vensters; dakkapel met fronton en consoles. Huis van het voorm. Kapittel van Sint Servaas; -35• 386 WITMAKERSTRAAT 5 en 7, zie nr. 55 en 445 ; - 9; - 27 ; WOLFSTRAAT 5; -16; 2o; - 22, raamhekjes Lod. XVI; - 24; 26, gesaust, 2 X vijf vensters; - 27; - 28; -30i - 32. D. GEVELS MET KENMERKEN DER LODEWIJK-STIJLEN. Ge- 387 Breede straat 1 o, (1708), zie nr. 216. dateerde gevels. 388KOESTRAAT 9. Deuromlijsting in Naamsche steen, hol geprofileerd; de stijlen voorzien van een paneelmotief, de bovendorpel van een zwaren, gecanne- leerden sluitsteen; het kalf met symmetrisch bladmotief en 17 — 36. 389 MARKT 8 (1745), zie nr. 427. MARKT 17 a, b, c. Gesauste baksteenen gevel van twee verdiepingen en vijf vensterassen. De geprofileerde vensteromlijstingen in Naamsche steen hebben op de eerste verdieping driehoekige frontons. De linkervensteras vermoedelijk toegevoegd, daar hier oorspronkelijk geen kruiskozijnen zijn geweest en de overige vier gedekt worden door een afzonderlijk met leien gedekt dak. Boven de middelste van deze vier vensters een driehoekig fronton op consoles; in het veld twee engeltjes met een cartouche, waarop 1738. Pui vernieuwd. 390 — 55. 1754, zie nr. 34. 391 ST. PIETERSTRAAT 42 (1775), ontluisterde gevel, natuursteenen vensteromlijstingen met segmentbogen en sluitsteenen met schelp. Lod. XV. Jachtvoorstelling in stuc, zie afb. 560. Niet BOSCHSTRAAT 6o. Geschilderde baksteengevel met vier vensterassen; middenrisaliet gedateerde met deur en venster. Paneelvullingen, spiegelbogen. Bovenste verdieping met gevels. 392 gebogen fronton en oeuil-de-boeuf toegevoegd. Deur (Lod. XV) niet oor- spronkelijk. — Lod. XV. Afb. 641. Inwendig: trap, deuren en schoorsteenen uit den tijd. Deze gevel wordt toegeschreven aan Mathias Soiron. STAD MAASTRICHT 67 393 — 86. Smalle, gepleisterde baksteenen gevel; 2 X twee vensters met lateibogen; pui gewijzigd. Gebeeldhouwde sluitsteenen in gelijkvloers, op eerste verdieping; paneelen in de borstwering onder de vensters. Het „beeld- houwwerk" is waarschijnlijk uitgevoerd in stuc. — Lod. XVI. 394 — 88, zie nr. 430. 395 — iio- 1 o8. Vroeger een pand; gepleisterd met toe- passing van veel Naamsche steen. 2 X vijf vensters ; ge- blokte pilasters, bekroond door kapiteelen met groeven en schubben. Gebroken kap met leien, schoorsteenen en windvanen, drie dakka- pellen. Gesneden ramen, raamhekjes. Stoeppalen (6) met kettingen. Lod. XVI (XIXa). 396 Breede straat 3 ; — 5; — 17, zie nrs. 431 en 13. Afb, 641. Boschstraat 6o, breed 10.53 M. — 13-15. In de XVIIIe eeuw verbouwd (Lod. XV) pand uit XVIIA, gebroken kap; met vlakke balusters (± 1745). 397 Brugstraat 6, zie nr. 432. 398 BRUSSELSCHESTRAAT 5 I . Gegroefde dammen, paneelen ; deuromlijsting met spiegelboog en Lod. XV schildje. 399 — 76 (noordzijde). Baksteen (gecement) en Naamsche steen; een ver- dieping met drie vensters tusschen vier pilasters met cannelures en Lod. XVI ornament aan kapiteel en basement. Het middenvenster in een rijkere omlijsting van Naamsche steen heeft een op twee consoles rustend balcon (het hek van later tijd). Gelijkstraats: een koetspoort, twee vensters en een deur. De deuromlijsting in haar symmetrisch Lod. XV ornament, mogelijk van elders afkomstig. Het venster in de as, geflankeerd door pilasters met een leliestaf op het verdiepte voorvlak; zij dragen de consoles van het balcon, 672 GEMEENTE MAASTRICIIT. maar missen basemen- ten, zoodat het mogelijk is, dat hier oorspronke- lijk de deur is geweest. (Vgl. nr. 16, afb. 663 blz. 686). 400 — 77, zie nr. 17. — 84, zie nr. i8. — 85 (zuid- zijde). 2 X drie vensters, gelijkstraats deur en twee vensters, gebroken kap. 401 CAPUCIJNENSTRAAT 5 I. Geschil- derde baksteenen gevel van een verdieping. Rijk ge- Afb. 642. Capucijneristraat 57, breed 15,13 M. ornatnenteerdedeuromlijsting Lod. XV. 402 — 57. Baksteenen gevel van twee ver- diepingen, door zes geblokte pilasters onder- verdeeld; middenpartij met cleur, boven- en twee zijlichten, heeft eenigen voorsprong. Gebroken spiegelbogen; zijpoortje; de yen- steromlijstingen hierboven in cement. — Regence-Lod. XV. Afb. 642. 403 — 73. Geschilderde baksteen, een ver- dieping. Tentdak met pannen. Middenpartij met gebeeldhouwde deuromlijsting. Lod. XVI. Afb. 643. Groote Gracht 29; GROOTE GRACHT 18, zie nr. 19 en afb. 579.deur breed in den dag 1.35 M. STAD MAASTRICHT. 673 404 — 29. Geschilderde bak- steen ; vijf vensterassen, twee verdiepingen; paneel- vullingen, segmentbogen met eenvoudigen sluit- steen. Drie dakvensters. Gebeeldhouwde deurom- lijsting met bovenlicht, sluitsteen met Lod. XV schildje, dubbele deur met Dude koperen krukken en in den bovendorpel : IN DEN COELEN MEV. Afb. 643. 406 — 56, zie nr. 433. Lod. XVI. 82, zie nr. 21. — Lod. XVI. — go, zie nr. 8. -- Regence. 405 GROOTE STAAT 24; - 29, zie nr. 434; — 32, 32a, 2 X zes vensters; raamhekjes; moderne winkelpui ; — 56, zie nr. 280; — 57a, vgl. nr. 148, in de XVIIIe Afb 644. Van Hasseltkade 20. eeuw gemoderniseerde ge- vel met 2 X drie vensters; op de verdieping met zware geprofileerde omlijstingen. 407 VAN HASSELTKADE 13. Baksteen; 2 X vier vensters. Gelijkvloers: venster, deur, twee vensters; geprofileerde lateibogen, verschillend versierde sluitsteenen (Lod. XV), ratzmhekjes (Lod. XVI); gebroken kap. 410 — 20. Gevel van baksteen met ruime toepassing van Naamsche steep; twee verdiepingen, zeven vensterassen, gebroken kap oorspronkelijk met leien. Door horizontaal gegroefde dammen in zeven traveeen verdeeld, welke voor de middelste drie traveeen op de verdieping vervangen zijn door pilasters met terugliggende velden. Een zware lijst Scheidt het gelijkstraats van de eerste verdieping. In de middentravee ligt de ingang, waarboven een balcon met hek; de balcondeur halfrond gedekt. Afb. 644. Pl. XXV. Inwendig: Vestibule met door (oorspronkelijk gemarmerde) kolommen gedragen koepel. Trap, deuren, schoorsteenmantels en stuczolderingen uit den tijd. — Lod. XVI. Afb. 646. 409 JODENSTRAAT 12, zie nr. 27. 674 GEMEENTE MAASTRICHT. STAD MAASTRICHT. 675 408 KAPOENSTRAAT 6 (vgl. nr. 314), gesauste baksteen, 2 X drie vensters, deur oorspron- kelijk in het midden, ge- smeed ijzeren balconhek, middenpartij met gebroken spiegelbogen ; op de 2e ver- diepingvensters op beenen. Afb. 645. 411 KLEINE GRACHT 30. Gekalkte baksteen met ruime toe- passing van natuursteen. Middenrisaliet bekroond door gebeeldhouwd houten dakvenster. Segmentbogen en op de eerste verdieping gebroken spiegelbogen — Lod. XV. 412 — 32. Gepleisterde bak- steen door geblokte lisenen in drie traveeen verdeeld, waarvan de binnenste een risaliet vormt met gelijkstr. deur in gebeeldhouwde om- lijsting en twee smalle nevenlichten, op de beide verdiepingen telkens een venster met gebeeld- houwden sluitsteen. Drie dakkaftellen, waarvan de Afb. 645. Kapoenstraat 6-1 2. buitenste rond. — Lod. XVI. Afb. 647. 413 KLEINE STAAT 13, zie nr. 437. KOESTRAAT 5. Geschilderde baksteen; geblokte vensteromlijstingen met eenvoudige lateibogen ; vgl. afb. 559. — 7, zie nr. 438. 414 MARKT 14, zie nr. 440. — 16. Geschilderde baksteen ; bekroonde lateibogen; hoog wolfdak met leien, dakkapellen Winkelpui. 415 — 18. Gepleisterde gevel met rijke toepassing van Naamsche Steen; twee ver- 676 GEMEENTE MAASTRICHT. diepingen met mezzanine hoog, vier ven- sterassen breed; gebroken kap met leien. De gevel is door horizontaal gegroefdepdas- ters onderverdeeld. Het middenrisaliet heeft in het gelijkstraats de deur en een venster, voorts 2 X twee vensters en twee mez- zanine vensters, een driehoekig tympaan met oeuil-de-boeuf in het geschubd veld. De verdiepingen hier geaccentueerd door een zware lijst op consoles, waar tusschen festoenen en krulornament; in de zijtra- veeen vlakke paneelen. — Lod. XVI (± 1800). Afb. 648. 416 - pleisterde baksteen en voorheen geschil- derde vensteromlijstingen van Naamsche Afb. 647. Kleine Gracht 32. steen. Middenrisaliet in het gelijk- straats gegroefd, en bekroond door een g,ebogen fronton met een schelp- motief in top; het veld doorbroken door een staand ovaal zoldervenster; het zadeldak met twee oorspronke- lijke dakkapellen is gedekt met pan- nen. De vensteromlijstingen zijn door weelderige segmentbogen met sym- metrisch schelpmotief bekroond. — Lod. XV. Afb. 649. 417 — 31, 32, 5 vensterassen met 3 X zes pilasters, die telkens een hoofdgestel dragen ; drie dakkapellen; — 33, zie nr. I I I. — 70, 7 1. 418 MUNTSTRAAT 14. Baksteenen gevel van twee verdiepingen, geblokte hoekpilas- ters. Op de verdieping twee voor- malige kruisvensters, gedekt door een latei met groeven ; op de tweede oorspr. twee-licht vensters. Raamhekjes (Lod. XVI). Winkelpui. Lod. XIV. 419 — 45, 47. Dergelijke gevel. Aan den hoek aan de Jodenstraat een gevelsteen met een bok: IN DEN GROENEN BOCK.Afb. 648. Markt 18, breed 8.45 M. STAD MAASTRICHT. 677 Inwendig : op de eer- ste verdieping een schoorsteen met ge- sneden boezem, stuc- plafonds en trap (XVII d). Vgl. nr. '13. 420 Nieuwstraat II; — 13, zie nr. 443. 421 O. L. VROUWEKADE 4. Op den ouden stadsmuur gebouwdewoning; de noordelijke helft door drie gegroefde pilas- ters met Ionische kapiteelen in twee traveeen verdeeld, el- ke voorzien van een venster met segment- boog en sluitsteen met festoen. Hier- boven een paneel met twee takken door een loans. Geprofileerde gootlijst, twee dak- vensters, gedeeltelijk met leien gedektege- broken kap. De zuide- lijke helft heeft drie vensters met gekop- pelde lateibogen ; op de verdieping twee met segmentbogen. Zadeldak met pan- Afb. 649. Markt 20, breed 9.13 M. nen ; vgl. nr. 379. 422 0. L. Vrouwe plein 18, zie nr.35. 423 TONGERSCHE STRAAT 60. Twee verdiepingen met telkens twee en een venster, oorspronkelijk met kruis, respectievelijk middenstijl. Zadeldak tusschen twee gevels met trappen. Steenen dakkapel, gedekt door een gebogen tympaan met bol; terzijde voluutvormige sluitstukken. Pui gewijzigd. Vgl. nr. 195. 678 GEMEENTE MAASTRICHT. 424 VRIJTHOF (zuidzijde) 2 I. Met segmentbogen en fron- ton met Lod. XV ornament. 425 Wolfstraat 18, zie nr. 445. 426 — 15. Op de verdieping gebogen fronton met SIC AVDACI MISEREATUR (I7 I 4). 427 MARKT 8, smalle gevel met gevelsteen: IN HET EEN- HOORN 1745; vgl. nr. 389. Gevels 428 STOKSTRAAT I I (oostzijde). Eenvoudige gevel van van een verdieping; pui gewijzigd; oorspr, twee ven- Naam- sters en deur; gegroefde dammen. Op de ver- sche dieping vier pilasters met rozet (zonnebloem), Steen. waartusschen drie vensters; deze hebben op geda- den bovendorpel beeldhouwwerk: 2 X een iele teerde Slinger en op de middelste twee takken. Onder de benedendorpels en boven een zware waterlijst drie paneelen, de buitenste met gekruiste takken, het binnenste met draperie en een ovaal medail- lon, waarop : NOUS I DESIRONS I LA PAIR I 1790. Hoofdgestel met fijn lijstje van kraalornament (astragaal). Afb. 65o. niet ge- 429 MARKT 6. (1792) zie nr. 255. dateerde430 BOSCHSTRAAT 88. Geblokte dammen (van pleister?); 2 X vier vensters met segmentbogen ; eenvoudige raamhekjes(Empire). Gelijkvloers twee vensters, deur met segmentbogig bovenlicht; vgl. nr. 394. — Lod. XV/XVI. 431 BREEDE STRAAT3 (zuidzijde), 2 x vier vensters; gelijkstraats: venster, deur, twee vensters. Dam- men metpaneelen. — 5. Dergelijke gevel. Dakkaftel van Naamsche steen; paneelen, gelijkstraats : twee vensters, deur, een venster. Vgl. nr. 266, afb. 652. 432 BRUGSTRAAT 6 (noordzijde). Geblokte dammen, Mb. 650. Stokstraat ii, (179o) middenrisaliet; 2 X drie vensters, mansarde kap; breed 4.57 M. winkelpui. Paneel vullingen, deels met vlakke festoenen. Gebeeldhouwde sluitsteen, deels blad- ornament, deels met kop. — Lod. XVI. STAD MAASTRICHT. 679 433 GROOTE GRACHT 56. Door geblokte pilasters ver- deeld in vijf traveeen. Gelijkstraats: oorspronke- lijk twee vensters, deur, twee vensters. Ramen met schubmotief. Laat-empire raamhekjes, met monogram I. V. B. Drie dakkapellen. — Lod. XVI. Afb. 65" — 9o, zie nr. 8. 434 GROOTE START 24 (noordzijde). Geschilderde gevel met 2 X drie gekoppelde vensters; nieuwe winkelpui. Raamhekjes. — Lod. XVI. 435 — 29. (Gesauste) gevel van vijf vensterassen en twee verdiepingen. In het gelijkstraats oor- Afb. 652. Breedestraat 5, breed 8.41 M. spronkelijk twee vensters, de deur en twee vensters. Afb. 653. De deur in een rijk versierde omlijsting met lateiboog, waarin een symmetrisch schelpornament, rechthoekig bovenlicht Afb. 65 Groote Gracht 56, breed 12.5o M.met lateiboog en eenvoudigen sluitsteen. 680 GEMEENTE MAASTRICHT. Afb. 654. Kleine Staat 13. Kroonlijst met stucwerk. De dammen met terugliggende paneelen, waarop symmetrisch schelp- en bladornament (afb. 653). De pui aanvankelijk met behoud der dammen tot winkelpui met galerijen gewijzigd, is in 1943 vervangen door een moderne. Op de verdiepingen gebeeldhouwde dammen ; twee dakkapellen ; vgl. nr. 405. — Regence. 436 — 56. Zie nr. 75 en vgl. nr. 280. 437 KLEINE START 13, met 2 X drie vensters, middenrisaliet met groeven ; koofvormig hoofdgestel met versiering in stucwerk: putti met honden boven de midden- partij en twee cartouches in Lod. XV vormen ter zijde. Pui nieuw. Afb. 654. 438 KOESTRAAT 7. 2 X drie vensters, geprofileerde lateibogen ; geblokte dammen ; moderne winkelpui. Afb. 655. 439 MARKT 8. Smalle Bevel; gevelsteen: IN HET EENHOORN 1745. Zie nr. 427. 440 — 14. Door geblokte pilasters in drie traveeen gedeelde gevel ; twee verdiepingen, gebroken kap; de middelste travee met twee, de buitenste travee met een vensteras. Onder de ramen paneelen met snijwerk. Stoeppalen met kettingen Lod. XVI. Afb. 656. Inwendig: Vestibule met door zuilen gedragen architraaf, gesneden deuren en supra-portes in stuc. Afb. 657. Dakbedekking gewijzigd, twee zinken dakvensters. Pui omstreeks 1928 tot winkelpui verbouwd met behoud van de deur. 441 — 33. 2 X drie vensters met segment- bogen en geprofileerden sluitsteen ; zware kroon- Afb. 653. Groote Staat 29.lijst. Moderne cafe-pui. Gebeeldhouwde deur- STAD MAASTRICHT. 681 omlijsting met ovaal bovenlicht. Gevel- steen: bloem. — Regence. Inwendig: Tot de zoldering doorloopende trap met gebeeldhouwde trappaal; stucplafond ± 1 800. Afb. 656. Markt 14, breed 9.67 M. — 69. Gevel van twee verdiepingen; attiek; hoofdgestel; twee dakvensters. Pui modern. Door vijf geblokte en omgekorniste pilasters wordt de Bevel in vier traveeen verdeeld. — Lod. XVI. — 70, 7 t, zijgevel in vakwerk (afb. 552) vgl. nr. 255 NIEUWSTRAAT I I. 2 X zes vensters, sluitsteenen met schubmotief; gcbroken kap met twee dakvensters. Pui nieuw; raamkckjcs. — Lod. XVI. 13. 2 X Brie vensters; alsvoren, maar met een dakvenster. VRIJTHOF 44. Gevel van vijf vensterassen; paneel- Afb. 655. Koestraat 7, 4.45 M.vullingen met slanke slingers, gebroken kap; 682 GEMEENTE MAASTRICHT. Afb. 657. Markt 14. Vestibule STAD MAASTRICHT. 683 raamhekics; zijgevel aan de Statenstraat vernieuwd. Lod. XVI. Afb. 658. Pui onlangs verdwenen. 445 WOLFSTRAAT 18 . 2 X drie vensters; met segmentbogen met gebeeld- houwden sluitsteen ; in de dam- men terugliggende paneelen met schelp- en bladmotieven. Lod. XV. Winkelpui nieuw. De XIXe eeuwsche woonhuizen. Vermeldingswaardige huizen uit de eerste helft der XIXe eeuw zijn de navolgende, die over het algemeen als laatste uitloopers van een vooraf- gaand type zijn to beschouwen. Een- voud, dan wel vereenvoudiging zijn kenmerkend, terwijl eigentijdsche vormentaal vooral tot uiting komt in details (stucvverk, deuren, enz.). 446 BREEDE STRAAT 7 (zuidzijde). Bak- steenen gevel van een ver- dieping; in het gelijkstraats een Afb. 658. Vrijthof 44, hoek Statenstraat. koetspoort, vijf vensters en een deur. Strakke vensteromlijs- tingen, in Naamsche steen; rechte dakgoot. Late uitlooper van het hiervoren (blz. 606-627) beschreven type der Poorten. 447 GROOTE STAAT I. Baksteenen gevel met 2 X drie vensters; moderne winkelpui. 448 V. HASSELTKADE I en 15. Geschilderde baksteengevel; 2 X zes vensters; gebroken kap met pannen; twee dakkapellen, waartusschen een driehoekig fronton, in welks veld in relief een op zijn rechter elleboog steunende Neptunus; gemetselde segmentbogen. Gelijkstraats; (oorspr.) koetspoort, deur, drie vensters koets- poort. Deze poorten gedekt door een latei met deklijst, welke op gebeeld- houwde consoles rust. 449 KESSELSKADE 63. 2 X drie vensters; geprofileerde vensteromlijstingen met latei- bogen; paneelvullingen ; pui gewijzigd. Vermoedelijk opgericht in 1818. 684 GENIEENTE MAASTRICHT. 450 KLEINE GRACHT 17. Gesauste natuur- steenen gevel; twee vensters, deur, drie vensters; een verdieping, ge- broken kap. De dammen in het gelijk- vloers met horizontale groeven, op de verdieping met cannelures. + 1830. Afb. 659. Afb. 659. Kleine gracht 17, breed 12.62 M 451 MARKT 19. Bijna geheel met Naamsche steen bekleede gevel van twee ver- diepingen; geblokte hoekdammen; op de eerste verdieping balcondeur, ge- dekt door een driehoekig fronton; ge- smeed ijzeren balconhek; gecemente kop, half rond gedekt uitloopend in voluten. Gelijkvloers: deur en twee vensters; stoeppalen met hekjes. 452 SINT ANTONIUSSTRAAT 88 9o. In XIXa, verbouwdegevel; dubbele deur met leeuwenkoppen en bovenlicht; stoep van drie treden. 453 SPILSTRAAT 5, raamhekjes. — 9. Eenvou- dige gevel van Naamsche steen ; 2 X drie vensters; lijsten en paneelvul- lingen; gevelsteen; leeuw met vijzel: IN DE GOUDE LEEUW en ANNO 1809. Afb. 66o. Spilstraat 9, breed 5.05 M. Afb. 66o. STAR MAASTRICHT. 685 454 — 18, 20. 2 X vijf vensters ; raamhekjes. TONGERSCHE STRAAT 43. Drie vensters breed, deur + 1800 met bovenlicht in omlijsting; rood pannendak. 455 VRIJTHOF 4. 3 X drie vensters ; pui nieuw. —47. Zie nr. 54 en afb. 590. BOERDERIJEN. 456 BRUSSELSCHESTRAAT 93. Baksteenen voorgevel (XVIII) van twee verdiepingen en vijf traveeen; rechthoekige venster- en ingangsomlijstingen van Naamsche steen; onderpui gedeeltelijk verminkt. Aan de achterzijde vakwerk; bedrijfs- gedeelte fragmentarisch bewaard. Pl. XXIII. 457 CALVARIESTRAAT 20. Baksteenen voorgevel (XVIII) van twee verdiepingen en vijf traveeen; venster- en ingangsomlijstingen van Naamsche steen; bedrijfsgedeelte sterk verbouwd. Aan de achterzijde een poort met in den sluitsteen 1612. MOLENS. Van de talrijke molens op den Jeker zijn er slechts twee als zoodanig in gebruik. 458 De Bisschopsmolen, gelegen aan de Steenenbrug. Vol ens Nu is (De Maastrichtsche straatnamen blz. i2o) komt de bisschopsmaltmolen reeds in een schepenbrief van 1291 voor. In latere eeuwen is er bij herhaling sprake van. De voorgevel, in baksteen met toe passing van Naamsche steen en mergel, bestaat uit een middenpal tij, van Naamsche steen in hetgelijkstraats; hierin bevindt zich eendeuropening, welke gedekt is dooreen later- boo g met del lijst; decleur heeft een ijzeren ldopper. Het benedengedeelte der mid- denpartij is van de bovenhelft gescheiden door een geprofi- le rd lijst en deze bovenhelft isgevat tusschen twee breede pilasters met zware bekroning; hierop rust een aan de on- Afb. 661. De Bisschopsmolen, Stenenbrug. derzijde geopend driehoekig 686 GEMEENTE MAASTRICHT, Afb. 663. Brussclschestraat 76, breed 9.62 M. (Zie blz. 671) STAD MAASTRICHT. 687 fronton met Lodewijk XV cartouche, waarin een korf met twee gekruiste scheppen(?) In het midden order de cartouche bevindt zich een kruisvenster met lateiboog en sluitsteen; dit venster heeft een houten kozijn en houten roeden. Het muurvlak om het venster is geschilderd in nabootsing van baksteen. Over de beide zijhelften loopt de geprofileerde lijst, Welke de middenpartij in een beneden- en bovenhelft scheidt, door en heeft een weinig voorsprong boven de vensters, die een gebogen latei hebben. In de oostelijke helft is beneden een garagedeur aangebracht en zijn op de verdieping twee kruisvensters over, in de westelijke zijn de vensters gewijzigd. Afb. 661. Het gebouw is gedekt met een pan- nendak met twee dakkapellen aan de voorzijde, dat aan de westzijde van de middenpartij onderbroken wordt door den top van een brandgevel. De achtergevel is ouder (XVII). De machineriee:t voor het bedrijf zijn voor het grootste gedeelte uit den tijd van den bouw. 459 De Leeuwenmolen achter de oos- telijke huizenrij der St. Pieterstraat, (vgl. Public., 1932, blz. 105) bestaat uit twee huizen; het eene, gelegen aan een tak van den j& er, is midden XVII — het andere is een bijbouw (XIX a ?) zonder bijzondere ken- merken. De Leeuwenmolen is opgetrokken in mergel met toepassing van Naam- sche Steen; de topgevel is bekroond door een leeuw. De ingang heeft twee halve deuren en een rondbogige omlijsting van Afb. 662. De Leeuwenmolen. Naamsche steen; ter weerszijden hier- van waren oorspronkelijk twee smalle, rechthoekige vensters, waarvan dat aan de westzijde in gewijzigden staat over is. Op de verdieping wijzen de vensters op latere wijziging; de gevel heeft vijf gesmeed ijzeren ankers en een hijschblok. Afb. 662. Inwendig is het gerei voor het grootste gedeelte uit de XVII. 460 De molen aan den Heksenhoek, buiten gebruik gestelde vernismolen. MUSEA. De verzameling van het MUSEUM van het GESCHIED- EN OUDHEID- KUNDIG GENOOTSCHAP 1) te Maastricht. Literatuur. FLAMENT A.J. A. Het Huis Oud en Nieuw, 1911 en 1912. De verzameling bevat o.a. : A. Voorhistorische, B. Vroeghistorische, C. Middeleeuwsche oudheden. A. De VOOR-HISTORISCHE OUDHEDEN vormen een verzameling van I. Steepen voorwerpen, II. Aardewerk, III. Brons. I. De steenen voorwerpen bevatten d o 1 k e n, b ij 1 e n (al dap niet geslepen), krabber s, messe n, prieme n, p ij lspitse n, enz. Bijzondere vermelding ver- dienen de bijlen uit de Donaucultuur (vgl. hiervoren blz. 26) en een nephrieten van jongerep datum. Deze steenen zijn afkomstig van verschillende Limburgsche plaatsen, zooals Rijckholt e. o., Caberg, Montfort, Posterholt, Echt, enz. Voorts zijn nog aanwezig s 1 ij p- en maal s teen en in diverse vormen en afmetingen. II. Het aardewerk bevat gebruiksvoorwerpen als s c hotel s, k o m men en vaat- werk van andere vormen, waarvan een gedeelte de asch bevatte van afgestorvenen. Er zijn er met zig-zag ornament, met verticale, schuine en gebogen lijnen, be- hoorende tot de Klokbeker-, Donau-, laat- Hallstatt- en La Tene-cultuur. De vindplaatsen strekken zich uit over de heele provincie van Noord tot Zuid. III. De collectie bronzen voorwerpen bevat b ij 1 e n van diverse tijdperken, s i k k e 1 s, het lemmet van een mes, zwaarden, spiraalversieringen, speerpunten, spelden, enz. Ook deze voorwerpen zijn van verschillende plaatsen uit Limburg afkomstig. Voorts bevinden zich in deze collectie „smeltkroesjes" van gebakken aarde, gevonden te Caberg Buiten het reeds vermelde bevinden zich in de verzameling fragmenten van bloedsteen, hertengeweien (te Rijckholt gevonden en gebruikt om den silex uit de mergel te kappen), een collectie „netverzwaringen" (volgens een andere op- vatting werden zij gebruikt bij weeftoestellen), alsook een maquette van een urnen- 1) Ten gevolge van de fusie met het genootschap te Roermond d.d. 1 Januari 1929 is het Genootschap herdoopt tot Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap en de benaming van het Museum gewijzigd tot Provirciaal Oudheidkundig Museum, zijnde het museum van het Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap. STAD MAASTRICIIT. 689 heuvel (Well) en een nabootsing van den, uit grint gevormden, grafheuvel van Savelsbosch (Gronsveld). B. VROEG-HISTORISCHE OUDHEDEN. De vrij uitgebreide verzameling bevat overblijfselen van I. Bouwkunst, II. Beeldhouwkunst, III. Grafmonumenten, IV. Vaatwerk, V. Glaswerk, VI. Brons en ijzer, VII. Munten. I. Onder de overblijfselen der bouwkunst zijn te vermelden : tegels (o. a. van Bouwkunst. een hypocaustum, zie hiervoren blz. 30), panne n, v e r w a r m i n g s b u i z e n enz. Fragmenten van een m o z al ekvloer en van een al fresco beschilderde wan d- versiering (Villa Vlengendaal). II. Kop van een romeinsch beeld, gevonden te Voerendaal; Romeinsch korinthisch Beeldhouw kapiteel, zandsteen, afkomstig uit villa Herkenberg te Meerssen; fragment van een kunst. Romeinsch wijaltaar met inscriptie, gevonden te Lottum; fragment van een bas-relief, voorstellende een staande vrouwelijke figuur (inlandsche godin?); met den linkerarm houdt zij een geplooid kleed op, dat voor de beenen naar de andere zijde is geslagen, de rest van het lichaam is naakt, rechts beneden een hoorn met vruchten, Fransche kalksteen, erode Me, begin IVe eeuw. Gevonden in 1947 in het puin van de kerktoren van Wessem. Voor de overige beeldhouwwerken, zie hiervoren op blz. 41 e. v. III. Onder deze rubriek worden begrepen de in het museum bewaarde sarc op h agen Grafmonu- en het „t e ge lgraf van Maastricht". Vermelding verdient het afgietsel van de, menten. aan de binnenzijde met reliefs versierde, sarcophaag van Simpelveld, uit midden der Ile eeuw n. Chr., aldaar gevonden in 1930. Het origineel, dat Tangs den bovenkant buitenwerks 2.40 x 1.05 en binnenwerks 2.10 x 0.75 M. meet bevindt zich in het Rijks- museum van Oudheden te Leiden (Zie Holwerda, Oudheidk. Mededeelingen 1931; blz. 27-48). IV. Het vaatwer k, te Maastricht gevonden, is afkomstig uit woningen en graven, Vaatwerk dat uit de woningen dagteekent van de Ie eeuw tot en met Va ; het vaatwerk afkomstig van het platteland van Limburg, dateert uit de Ile en Hie eeuw. In de collectie der grafvondsten bevindt zich vaatwerk van „gesloten vondsten" = de inhoud van onaangeroerde graven. De verzameling bestaat uit schotel s, borde n, kommen, kruiken, amphoren, kookpotten, wrijfschalen, enz. Ze zijn vervaardigd van „terra sigillata", „terra nigra", gelakt aardewerk, pijpaarde en ruwwandig aardewerk. Van de „gesloten vondsten" verdienen die van Mesch en Stein bijzondere vermelding om den rijkdom van den inhoud. V. De uitgebreide verzameling gl as wer k van uiteen-loopende vormen bevat Glaswerk. voorwerpen uit de Ile eeuw en later ; bijzondere vermelding verdient een geschonden roemer („Venetiaansch", zie Fremersdorf, Germania 1930, 214). 690 GEMEENTE MAASTRICHT. Brons en VI. Tot de belangrijkste voorwerpen in brons behooren de, met een ringetje ver- ijzer. bonden, „Instrumenten van een oogendokter", binnen het Castellum gevonden, de „tabellae van Tertinius", bronzen plaatjes, gevonden in de Villa van Ravensbosch Vie Remouchamps, Oudheidk. Mededeelingen 1925, blz. 59-66), twee bronzen fi- guurtjes, vermoedelijk versiersels van een waken, afkomstig uit de Verzameling Guillon. Voorts fibulae, schrijfstiften, pannen met steel,sieraden, beslag, enz. Onder de ijzeren voorwerpen zijn te noemen s p e e r p u n t e n, een s c h a a r, een h a k mes, spij leers (uit grafvondsten) en andere voorwerpen, waarvan de bestemming niet altijd met zekerheid is aan te geven. Munten. VII. Van de verzameling munte n, dateerend van de Ie eeuw tot Va, is de herkomst voor een groot gedeelte niet bekend. De meerderheid der munten is van brons, eenige zijn van zilver, enkele van goud. Nog dienen genoemd te worden : olielampjes van aardewerk en van brons, kralen van gebakken aarde en van glas, beenen voorwerpen, waaronder een be- werkte vingerring, zalfpaletjes, bewerkte hertengeweien (gevonden in het Castellum). Tenslotte zij nog gewezen op de maquettes van de „villa urbana" van Vlengendaal, van het vrijstaand badhuis eener villa te Lemiers, van een „villa rustica" bij Valkenburg. C. MIDDELEEUWSCHE EN LATERE OUDHEDEN. I. Vroeg middeleeuwsche oudheden. Deze afdeeling bevat aardewerk, l ij kkiste n, voorwerpen in ij z e r, bronzen gespe n, glazen en gebakken k r a 1 e n, w a p e n e n uit Merovingischen en Karolingisch-Frankischen tijd. Voor het vaatwerk, vgl. ook blz. 699. II. Middeleeuwsch vaatwerk. De collectie bevat een overzicht van den Frankischen tot den tegenwoordigen tijd. Niet alle stukken zijn Limburgsch baksel. III. Middeleeuwsche en latere beeldhouwwerken. Fragmenten van beeldhoawwerk (XII), afkomstig van de 0. L. Vrouwekerk, zooals basementen, kapiteelen en abaci van zuiltjes; eenige zijn gekoppeld, twee zijn afkomstig van bundelztiiltjes; een ervan (afkomstig van een bundel van vier zuiltjes om een middenzuiltje) heeft een postament, dat aan een zijde versierd is met door-een geslingerde draken; een dergelijk is voorzien van hoekblaadjes, de astragaal met een koordmotief; voorts fragmenten van dubbelzuiltjes, waarvan de kapiteelen o. a. versierd zijn met een, door muizen gestropte, goes. Verder zijn er nog brok- stukken van gebeeldhouwde kroonlijsten met palmet-ornament en met een ornament van door-een geslingerde ringen. ST AD MAASTRICHT. 691 Twee houten s tan dvinke n, (zie hiervoren blz. 187 en afb. 15 I). Vermoedelijk nog XIII. Twee d o o p von ten van Naamsche steep ; de eene, met een middellijn van 0.68-0.689 M., is slechts versierd met drie maskers (het vierde afgebroken). Hoog 0.358 M. XI. Deze vont heet afkomstig to zijn uit de St. Matthias (vgl. hiervoren, blz. 269). Van de andere is een fragment over, waar- van degrootste breedte bedraagt 0.895 M. de hoogte 0.385 M. Van de koppen is de linker baardeloos, de rech- ter heeft een punt- baard en in het midden is eene- hoornd masker aan- gebracht, uit welks mond twee slingers met druiventrossen. Ark. uit Nieuwstadt. Koppen met ranken en slingers uit den Afb. 664. Fragmenten van een huis in de Brugstraat. mond komen in het Romaansch algemeen voor. Men vgl. hiervoren afb. 287 en 487 als ook de Vrije Fries(1932, blz. 54 e. v.), waarin Nanne Ottema in een artikel over „Vreemde cul- tuurinvloeden in Friesland gedurende den kloostertijd " uitweidt over het „Spraak- bandmotief". Verdere fragmenten van beeldhouwwerken, afkom- stig van woningen, zooals boogtrommels met ge- beeldhouwde koppen, car- touches met wapenschil- den, gecanneleerde zuil- tjes, alles afkomstig van Afb. 665. Fragmenten van een huis in de Brugstraat. 692 GEMEENTE MAASTRICHT. een huffs (XVI) aan de Brugstraat (afb. 664 en 665). Uit de XVIIe eeuw eenige caryatiden en wandpijlers van schoorsteenmantels. De in afb. 47 weergegeven waterspuwer in den vorm van een kattekop. Een verzameling gebeeldhouwde g e v el- steenen uit de XVIIe en XVIIIe eeuw. Van de beelden in hout dienen vermeld to worden Een Christus aan het kruis, met even gebogen armen en rechter been, de voeten met een nagel doorboord ; de borstkas is schematisch aangegeven ; het hoofd met puntbaardje en doornenkroon gebogen boven den rechterschouder. Witgeverfd eikenhout ; hoog + 1.5o M., breed 1.51 M. (Uit Gronsveld) Maasland- sche school XIII/XIV. Hierbij is een St. J a n geplaatst van elders afkomstig, met het boek in de linkerhand (de rechter arm is afgebroken) en een Blank Mariabeeld (de handen ontbreken); beide beelden zijn uitgehold en van zacht hout; gedeeltelijk be- schilderd. Hoog o.s. 1.245 M. en 1.19 M. Maaslandsche school, XIV a. (zie J. J. M. Timmers, Houten beelden, Afb. 8 en 9). Geschonden Corpus van zacht hout ; het hoofd met stervende uitdrukking hangt naar den rechter schouder over. Hoog 1.84M. Afkomstig uit Voerendaal. Maaslandsche school, om 1525. De armen van het eikenhouten kruis (fragment) waren voorzien van de attributen der evangelisten in een vierpas. (zie J. J. M. Timmers, Houten beelden, Afb. 62 en 63). Hierbij een Maria met gevouwen handen en een Maria Magdalena met zalfbus nit een Graflegging; in eikenhout, hoog o.s. 1.773 en 1.725 M. Noord- Duitsche school, midden XVe eeuw. Een staande C h r i s t u s, vermoedelijk van een bespotting, eikenhout, hoog 1.092 M. om 1525. Zetelende God de Vader, met weelderige baard en lokken, de rechterhand zegenend opgeheven, de wereldbol op de linker, gekleed in een wijden mantel. Eikenhout; hoog met voetstuk 0.495 M., grootste breedte 0.355 M. (Uit de Verz. Guillon) Zuid-Nederlandsche school (XVI). B e eld van een zittenden bisschop, met mijter (H. Remigius), de gehandschoende rechterhand zegenend opgeheven, in de linker den kromstaf houdend. Hij is gekleed in een roode koorkap met blauwe voering, die door een gesp in den vorm van een vierpas, versierd met een cabochon, wordt gesloten. Het beeld, dat aan den voorkant van den mijter en onder de cabochon een reliek bevat, is van een oudere polychromie voorzien. Hoog o.85 M. Oppergeldersche school, om 1525, handen en staf vernieuwd. Afkomstig uit Klimmen (zie J. J. M. Timmers, Houten beelden, Afb. 70). Staande vrouwelijke heilige, eikenhout, hoog 0.955 M. Oppergeldersche school, XVd. Een Christus aan het kruis tusschen de beide moordenaars, fragment van een altaar- retabel, eikenhout, gepolychromeerd, hoog (Christus) 0.415 M. (beide moordenaars) 0.495 M. Geldersche school XVd. STAD MAASTRICIIT. 693 Wit geschilderde zachthouten beelden, afkomstig van het Mari a-al t a a r, waarvan hiervoren op blz. 201, noot, gesproken is: een zittende koning (D avid; de ver- dwenen harp steunde op zijn linker dij); hoog met voetstuk 1.18 M. ; een zittende man met tulband, langen baard en een boek in de linkerhand (S alomo n). Onder de Witte verf zijn sporen van verguldsel zichtbaar ; twee staande engelen met gespreide vleugels en een cartouche met schild houdend — hierop de zespuntige ster van de „Sterre der Zee" ; een is echter vervangen door de ster van Maastricht — op den achterkant het jaartal 1623 ; hoog + 1.17 M.; twee zwevende engelen; twee halffiguren, voorstellende twee minderbroeders (H.H. Fran c i s c us en Bon a v e n t u r a ?), gebeitst, hoog 1.19 M. Deze beelden behooren alle tot het in 1624 geschonken altaar. Een staande St. Joseph met wapperenden, van de schouders afhangenden, mantel en met het Jezuskindje op de linkerhand en een St. Jan, met kleinen baard en golvend hoofdhaar, het vel om de heupen en over den linkerbovenarm geslagen is aan den binnenkant verguld. Hong o.s. 1.83 M. en 1.745 M. ; beide beelden van zacht hout en afkomstig van Lilbosch (Echt); XVIIIa. Een St. Lambertu s, kenbaar aan het superhumerale, met open boek op de rechterhand (de linker is afgebroken) geschonden staf, rijk versierden mijter; de rechter voet op een krijgsman in wapenrusting. Het beeld is grijs geverfd en hoog 1.163 M. Luiksche school. Om 1700. Beeld van St. S e b a s t i a a n, eikenhout met latere polychromie, hoog 1.05 M., XVII Voorts dienen vermeld to worden de volgende kleine beelden Een H. Catharin a met open gebedenboek op de linkerhand, rechts onder haar voeten de figuur van keizer Maxentius. Eikenhout, hoog 0.363 M. ; de beschildering waarschijnlijk niet oorspronk. Mechelsch, XVI a/b. Een Maria Magdalena met uitgespreide, opgeheven armen ; de polychromie; waarschijnlijk later aangebracht. Eikenhout, hoog 0.235 M.; XVI a/b. Een C h r i s t u s op den k o u d e n s t e e n, de handen over elkaar, niet geboeid overblijfsel van beschildering. Lindenhout, hoog 0.205 M. Gaande of staande C h r i s t u s, met lendendoek, onderarmen afgebroken ; hoog 0.205 M. XVII. Een gekroonde Madonna op voetstuk, van pijpaarde, met het Christuskindje op den rechterarm ; hoog 0.269 M. XVI B. Eenzelfde, maar beschilderd, met kroon 0.185 M. Eenzelfde, hoog 0.073 M. Zelfde type in eikenhout, hoog 0.112 M. Madonna in geglasuurd en bont steengoed, hoog, zonder de zilveren kroon, 0.19 M. XVII A. Madonnabeeldje van eikenhout ; het Kindje (geschonden) met gekruiste beentjes 694 GEMEENTE MAASTRICHT. op Maria's linker arm ; haar rechterarm gebroken ; vleeschdeelen met oude poly- chromie, haren en hout gedeeltelijk verguld ; op het onderkleed vergulde sterren (5). Hoog 0.065 M., XVIa. Dergelijke Madonna; het Kindje zegenend ; de leliestaf in Maria's rechter hand ontbreekt ; mantel van buiten rood op goud, van binnen blauw ; hoog zonder basement 0.097 M. XVd. Beeldje van een der Driekoningen, afkomstig van een altaarretabel. Gepolychro- meerd eikenhout, gemerkt met de hand, hoog 0.285 M., Antwerpsche school, XVIa. Madonna in palmhout met de zichtbare vleeschdeelen in ivoor; wijde halsopening over de borst samengeregen en om het middel gestrikt. Het haar met scheiding in het midden is op de kruin samengebonden. Het Kindje op de vingertoppen van Maria's linkerhand gezeten is naakt en heeft de beentjes gekruist ; in de rechterhand houdt Maria een fragment van een (leliestaf). Hoog 0.271 M. XVIII B. Een Christus van ivoor, gaande, de handen gebonden, smartelijke uitdrukking, geen kroon op het hoofd. Hoog 0.199 M. XVII. Vleugel van een diptiek, hoog 0.07, breed 0.35 M. Binnen een spitsbogige nis is de Christus aan het kruis voorgesteld met Maria en Joannes; deze met boek in de rechterhand en de linker aan de kin. Fransch, XIV. Bors t bee ld van Napoleon, in marmer door Ch audet, hoog o.588 M. Fragmenten Bijzondere vermelding dient gemaakt te worden van de overblijfselen van een van een Sacraments-huffs, dat den 25- I- 1561 door den prior der Kruisheeren bij Sacraments- Guilheme de Joincu werd besteld. huffs. Hiervoren op blz. 258 werd er reeds melding van gemaakt , vender verwijs ik naar het artikel vanpater H. P. A. van Ha It Geschiedenis van het Klooster der Kruisheeren te Maastricht, Public. 1903, en naar het aan dit beeldhouwwerk gewijd artikel van Jacques Breuer en Yvonne Dupont, getiteld Guillaume de Jonckeu (1929). Onder hetprioraat van Servaess Hensberch werd met den „eersamen ende vromen meyster Wilhem Joncku van Ludick, steynmetser en steynhouwer ... " een accoord gesloten tot het maken van „eyn huyss ofte edifitie ter eren less heylgen Sacraments ... nae eynen patroen van 's Hartogenbossch gesandt". In het Anniversarium der Kruisheeren wordt op 13 December Nicolaus van der Straeten herdacht, welke „ante aediculam Venerabilis Sacramenti", dat hi' op zijn kosten liet oprichten, werd be raven (v. Hasselt, blz. 119). Kanunnik van der Straeten, dieop Onnoozele-kinderen 1573 sterft, ma dus wel als de stichter worden aangemerkt. Vol ens de overeenkomst bedroeg de hoogte 35 voet , er waren Brie treden aan de voorzijde terwijl op den voet de zeven Deugden („te weten IIII cleyn ende III grote") waren aan- gebracht. Hierboven bevonden zich de deuren, drie ingetal, terwijl „boven den desch ende dueren m. Wilhem maecken sall dat Avontmaell ... ende daerbeneven Melchisedeck, ende hemelsbroet in den kere van den anderen II dueren, wandt daer III dueren syn sullen". STAD MAASTRICHT. 695 Hierboven en „op dye cornyss dye vier Evangelisten sittende" en boven deze vier „in dye montee, dye IIII doctoren der heilger kercken, ende Sint Servaess op dye timpage ende boven die cornys en op dander Sint Lambrecht . . . . ". Tot de groep van de Deugden zijn waarschijnlijk te rekenen een fragment van een staande figuur en de brokstukken van twee staande vrouwelijke figuren. Fen Engel, staande in een nis, hoog 0.70 M. ; hoofd en linker arm zijn verloren. In het bestek is sprake van twee engelen, die naast een der deuren waren opgesteld. Van de groep van „Melchisedeck ende hemelsbroet" zijn vermoedelijk eenige minder belangrijke brokstukken bewaard gebleven. De voorstelling van het Avondmaal heeft een breedte van + 0.66 of 0.79 M. en bestaat uit zes brokstukken ; aan de voorzijde zijn drie Apostelen gezeten, waarvan de meest linksche van voren, de middelste van achteren en de rechtsche van terzijde gezien wordt ; de hoogte deter figuren bedraagt omtrent 0.35 M. Aan de overzijde is in de staande figuur, die met de rechterhand het lam in de schaal aanraakt, den Christus te herkennen. Aan Zijn linkerzijde zit een der leerlingen met de rechterhand voor de linker borst, terwijl de linkerhand van een verdwenen Apostel op zijn linker schouder rust. Op den hoek is er een gezeten, half achter den voorgaande, met de linkerhand rustend op de tafel. Aan Christus' rechterhand zijn van den leerling alleen de gekruiste armen over. Een los brokstuk van een Apostel, die bestemd geweest is een hoekplaats in te nemen, zal wel op dezen hoek hebben gehoord. Aan de smalle zijde van de tafel aan de voorzijde aan- sluitend, is het brokstuk van den laatste der nog bewaarde Apostelen, met een schaal (?) op den voorgrond naast zijn rechter voet. Van de zittende Evangelisten zijn er twee bewaard ; de eene, aan het rund kenbaar als St. Lucas, meet tot aan de schouders 0.456 M. ; het fragment van zijn baard toont aan, dat hij het hoofd naar rechts gewend had; de gebogen armen zijn afgebroken ; het andere fragment, hoog 0.38 M. (tot beneden de schouders), breed 0.26 M. is bij gebrek aan kenteekenen niet nader aan te duiden. Het beeldje van den H. Lambertus, kenbaar aan het gekarteld superhumerale, is staande weergegeven en meet tot de schouders 0.38 M. Van den baldakijn ontbreken slechts eenige stukken ; van de bekronende geveltjes zijn er twee gedeeltelijk bewaard ; een ervan stelt waarschijnlijk den zegenenden God den Vader voor met opgeheven rechterhand, het baardige hoofd komend uit den tot een omlijsting omgeslagen mantel. Voorts zijn gedeelten bewaard van friezen in den Floris-Stijl, met maskarons, cartouches en plantornamenten. Iv. Schilderijen. Portret van Everard van ,SOudenbalch, proost van St. Servaas, driekwart frontaal, naar links gewend ; hij is gekleed in het rood met een doorzichtig wit superplis. Rechts boven het geslachtswapen : gedwarsbalkt van goud en rood van acht stukken; het rood beladen met tien (4, 3, 2 en I) vijfbladige Witte bloemen. Op paneel, hoog 0.455, breed 0.345 M. 696 GEMEENTE MAASTRICHT. Dit portret beet een re leek to zijn van dat in het Centraal Museum to Utrecht (bruikleen van het Gereformeerd Burgerweeshuis), dat dezelfde afmetingen heeft en door een Utrechtsch meester van omstreeks 1500 is geschilderd. Portret van een man, in front en ten halven lijve, gekleed in het zwart met Witte mouwen en molenkraag. Links boven : AETATIS SUA I 25 / ANNO 1585. Rechts boven een wapen gevierendeeld : I en IV, in zwart een geopende passer van goud, vergezeld van drie (2 en I) klaverblaadjes van goud met Lange steel ; II en III in rood een antiek molenijzer van zilver. Helmteeken : roode arm met passer in den vuist. Op paneel, hoog 0.365, breed 0.29 M. Onder het wapen een instrument (?) van koper, bestaande uit een liggend rad op een geprofileerde spil. Een borstbeeld van Christus als jongeling in het rood met een wereldbol op de rechterhand ; hoog 0.273, breed 0.20 M. Op paneel Zuid-Nederlandsch, XVI B. Veronica-doe k, ovaal op paneel ; hoog 0.275, breed 0.235 M. XVI-XVII. 0 m 1 ij sting in hoot van een Agnus Dei van Paus Martinus V 0407-143G De omlijs- ting is voorzien van voorstellingen van de Schepping van hemel en aarde, van planten, dieren en den mensch, den zondenval, de uitdrijving uit het Paradijs en de Geboorte van Christus. Boven, in het midden troont God de Vader, waaronder de H. Geest in de gedaante van een duif. Antwerpsch meester. XVIB. U. J. M. Timmers, Symboliek en Iconografie, Afb. 1 0. Een s c h i l d e r ij met de voorstelling van de z.g. Genadestoel. God de Vader draagt den aan het kruis lijdenden zoon in zijn schoot. Tusschen beiden zweeft de H. Geest in de gedaante van een duff. In de bovenhoeken twee engelen met de Arma Christi, in den linker benedenhoek Maria met het kind ; voor Maria geknield de Stichteres als Karthuizer non met kroon. Voor haar een banderol met opschrift: Suster Maria van ree 1545. Doek, hoog 0.42, breed 1.27 M. Nederlandsch meester. Genoemde zuster is van 1569-1589 priorin geweest van het eenige klooster van de zusters dier orde in de Nederlanden, n.l. Sint Anna ter Woestijne bij, na reformatie binnen Brugge. Levensgroot p or t r e t van een „bevelhebber MDLXXIII". Kniestuk van een man met kort haar, puntbaardje en langen neus, in de goudzwarte wapenrusting van XV[ B, staande voor een kanon, op welks mond zijn rechterhand rust. Op doek, hoog 1.69, breed 1.28 M. XVI B. Po r t r e t van een man in zwarte wapenrusting en met roode sjerp ; levensgroot kniestuk ; rechts een gordijn en een geopende helm met rooden helmbos ; links een zeegezicht. Op doek, hoog 1.23, breed 0.965 M. Midden-XVII. Portret van een man met tang grijs haar in wapenrusting ; borststuk ; in den linker bovenhoek een wapen : een golvende rechterschuinbalk van goud op een veld van rood, vergezeld van zes merletten van goud (2 en I, I en 2). XVIIc. Herenportret door J. Coenen, medio XVIIIe eeuw. Portret van Maria Catherina Adriana Alexandrina van Wittenhorst tot Horst door Philippe Coders, 1690. STAD MAASTRICHT. 697 Schilderij „Gezicht op de Maas bij Maastricht" door Joris van der Haagen 0620-1660. Paneel „Kat met pluimvee" van Christoffel Puytlinck. XVIIB. Drie schilderijen, op doek, hoog 1.09, breed 1.33 M. Zij stellen voor HET CASTEEL VAN CRAPOEL - links boven het zooeven beschreven wapen Schuyl van Walborn DE HEERLYCKHYT /VAN WALHORN. - HET CASTEEL VAN I ALENSBERGH - boven links het wapen Schuyl van Walhorn, beneden rechts : DE HEERLYCKHEYT I VAN GEMENICH EN I HET CASTEEL VAN I ALENSBERG IN T I HARTOGDOM LIMBURG / .. . Een vrouwe p or tre t, borstbeeld in front ; zij is gekleed in rood gebloemde zijde („Carolina van Nassau"?). Op doek, hoog 0.84, breed 0.735 M. Rechts beneden geteekend J. M. QUINKHARD PINXIT I 1740. P o r t r e t van een man met pruik, in een rood-bruine jas, staande Haar rechts, met de linkerhand op „Requeste" op tafel, de rechterhand in de plooien van zijn blauwen mantel. In den achtergrond het stadhuis van Maastricht. („Burgemeester van Brienen"?) Op doek, hoog 1.40, breed 1.04 M. ; midden-XVIII. Borststuk van een beer in het rood en met witte pruik ; in de rechterhand heeft hij een briefje, waarop te lezen staat : A notre tres /(:her et bien ame / Le Chevalier Charles / de Brienen Haut 1 Drossart du pais de / Fauquemont / par Maestreht / a Guesselt. In den linker benedenhoek staat : service / finances. Op doek, hoog 0.8i, breed o.68 M. Op den achterkant : Charles le Clercq Junior I pinxit Bruxlles Le 28 mars / 1771. Een Kruisafnemin g. De Christus en Maria omgeven door zes personen ; aan den bovenkant gebogen. Op doek, hoog 3.165, breed 2.2 I M. Voorm. altaarstuk. XVII B. p.m. Ecce Homo van Hellebaye. De „Opvoeding van Karel Martel door Pepijn van Herstal en Alpaide". Op doek, hoog 0.65, breed 0.54 M. R echts onder gemerkt J. J. Bekkers. Een „Koning en Koningin". Op paneel ; hoog 0.31, breed 0.47 M. ; op de rugzijde Theod = Schaepkens. Reeks Maastrichtsche stadsgezichten door Alex Schaepkens (1815-1899). Een kleine verzameling schilderijen, in bruikleen ontvangen van de stichting Nederlands Kunstbezit, waaronder zich werken van de volgende schilders bevinden: Barend van Orley (1488-1552), Lambert Lombard (?) (1505?-1566). A. Ysenbrand (1510-1550. Meester der Mansi Magdalena (te dateren tusschen 1515 en 1525) Adriaen Thomas Key (1544-1589). Pieter Breughel de Jonge (1564-1638). P. P. Rubens (1577-1640). J. Jordaens (1593-1678). Ferdinand Bol (1616-1680. Jan van Goyen (1596-1656). David Teniers de Jonge (1610-1690). G. Flinck (I 6i 5— 1660). H. Galle (geb. 1625). Jan Steen (1626-1679). J. J. van Ruysdael 1629— 1682). Nic. Maes (1634-1693). J. H. Tischbein (1722-1789). Voorts bezit het Genootschap een TOPOGRAFISCHE ATLAS, Welke bewaard wordt op het Rijksarchief en een verzameling bevat van XVIIe en XVIIIe eeuwsche teekeningen van de hand van: Jan de Beyer, Josua De Grave, Joris van der Haagen, A. de Haen, Valentin Klotz, B. Peeters, Cornelis Pronk, en Abraham R a d e m a k e r. Van topografisch belang zijn de afbeeldingen van 698 GEMEENTE MAASTRICHT. MAASTRICHT, BORGHAREN, DAELHEM, GRONSVELD, HEEL, ITTEREN, KESSEL, LIMMEL, MEERSEN, MOOK (Middelaar) OOSTRUM, SINT PIETER (met Slavante, den Lichtenberg enz.) SWOI,GEN, VAALS, VALKENBURG, VENLO (de Maaspoort). V. Meubelen. Een s c h o u w (XVII B). Twee rood marmeren zuilen met gebeeldhouwde kapiteelen en basementen van wit marmer dragen een marmeren hoofdgestel in welks midden in een cartouche de ster van Maastricht is aangebracht. De stookplaats, in ijzeren haardomlijsting, is aangebracht in het Haar voren uitgebouwd mu urwerk, dat met paarse tegels is bekleed. Een schou w, tijdens de restauratie samengesteld uit verschillende onderdeelen (Adam en Eva, midden-XVII; en haardsteenen van verschillende tijdperken en voorstellingen ; een XVIe eeuwsche haardplaat met het wapen van Spanje op den Rijksadelaar tusichen de zuiltjes en het „Plvs ovltre"). Een houten sc h oorsteenm an te 1, met gesneden en geschilderde festoenen, pilasters met composiet- en Korinthische kapiteelen. Het schoorsteenstuk ontbreekt; herkomst onbekend ; geschonken door Jhr. de Stuers. (XVII B). Hierbij behoort een geschilderd plafon d, een houten zoldering met breeden rand van vergulde ranken op bruin ; in het midden een voorstelling van putti, waarvan er een schichten en bloemen draagt, om een adelaar. Groote eiken kast met twee maal drie deuren ; hoog 2.40, breed 1.385, diep 0.59 M. Het beslag is niet oorspronkelijk. XVI d of XVI[ a. Rijk gesneden b u ffe tkast; de benedenhelft heeft twee deuren, Welke elk in Naar boven- en benedenhelft uit vier paneelen met cornis-versiering om een middelpaneel met ingediept, gerekt-zeskantig, kussen ; deze deuren zijn gevat tusschen drie caryatiden; leeuwenmaskers, schubmotief. De bovenhelft ligt 0.21 M. terug en heeft twee deurtjes en een middenpaneel. Op de hoeken wordt de kroonlijst — met het jaartal 1627 in een cartouche — gedragen door twee rijk gesneden pijlertjes. De kast is hoog 1,79, breed 1.57, diep o.68 M. Gesneden eiken t o o g k a s t met gesneden kap en drie caryatiden ; de paneelen der twee deuren zijn door glas vervangen. Hoog 1.97, breed 1.687, diep 0.63 M. De zijwanden zijn verdeeld in acht paneelen, de onderste twee het kleinst. XVII B. Groote e i k e n k a s t met vier deuren, elk van zes ruiten ; de beneden helft springt terug en heeft tweemaal twee laden, gescheiden door een gebeeldhouwde console; hoog 2.165, breed 3.07, grootste diepte 0.64. M. Lodewijk XIV. Eiken kast met twee deuren en twee laden ; het voorfront licht gebogen ; op de deuren symmetrisch ornament met schelpmotief; schuine hoekkanten. Hoog 140, breed 1.589, diep 0.586 M. Waarschijnlijk Luiksch. XVIIId. Geheel gemarketteerde 1 i n n e n k a s t op een voetstuk met zes pooten. De beide deuren beslaan de geheele breedte ; twee laden. De marketterie bestaat uit ver- schillende soorten geel hoot. XVIII . K u n s t k a s t j e op voet met gedraaide pootjes ; het heeft zeven, aan den voorkant STAD MAASTRICHT 699 op spiegels met dieren en bloemen beschilderde, laatjes om een vijfzijdig middenvak met marmeren vloer en spiegels langs de wanden. Hoog (zonder voet) 0.446, breed 0.698, diep 0.252 M. Vermoedelijk Zuid-Nederlandsch, midden XVII. Vierslags kamerscherm, samengesteld uit acht afzonderlijke schilderstukken op doek, landschappen en kasteelen uit de omgeving van Maastricht, door Josua de Grave (XVIIb). Op achterzijde XIXe eeuwsch landschap. Eenige k i s t e n, waarvan er een op pooten en met twee paneelen in het deksel en in het voorbord, waar een verwaterd briefpaneel; hoog 0.582, lang 0.74, diep 0.435 M. Een andere, op pooten, is versierd met een schubmotief; hoog 0.775, lang 1.427, breed 0.592 M., terwijl weer een andere, zonder pooten, een gebogen deksel heeft en in front vier paneelen tusschen gegroefde hoekstijlen en drie dammen met een schubmotief; hoog 0.67, breed 0.545, lang 1.255 M. Een met ijzeren van 3 tot 5 cM. breede banden beslagen eiken kist, op pooten (± 0.18 M.); de middelste band vormt de sluiting van het (verdwenen) slot ; op dezen band staat 1660. De zijwanden zijn van een handvat voorzien ; hoog 0.55, lang o.993, breed 0.427 M. Eiken tafel op gedraaide pooten en met een ingelegd blad ; hoog 0.762, lang 1.034, breed o 71 M. XVII B. Twee stoelen met rieten zitting en rug ; de rug bekroond met Lodewijk XIV voluten, de huizen van pooten en stijlen vertoonen acanthusblad. Hoog 1.213, tot de zitting 0.48 M., de breedte 0.46, de diepte 0.395 M. XVII B. De andere met gesneden voor-middelsport en bovenregel, heeft een rugbekroning van twee engeltjes, die een kroon dragen en een bloemornament; hoog 1.15, tot de zitting 0.47, breed 0.49, diep 0.39 M. XVII B. Dergelijke stoel van gevernist iepenhout, met opengewerkte leuning met Lodewijk XIV voluten; hoog 1.285 M. Twee iepenhouten stoelen met open rug (Regence); hoog 'Jai M. Zes dergelijke, hoog gemiddeld 1.06 M. Lodewijk XV. VI. Goud- en zilverwerk. In de verzameling bevinden zich gouden munten te Maastricht (vgl. afb. 7 en 8) en te Huy g2slagen ; een te Maastricht geslagen munt (XIId), munten van de Brabantsche Hertogen Jan 1 (1268-1294), Jan III, Jan IV, voorts gouden, zilveren en koperen munten tot 1700. Noodmunten van 1579 en 1794. De munten van de Luiksche bisschoppen zijn vertegenwoordigd door exemplaren uit den tijd van Radulph van Zaehringen (1167-1191) of tot Bien der sedis-vacatio in 1784. Twee reliefs van gedreven zilver met de voorstelling van de Annunciatie, F. Wery, Maastricht. XVIII. Een laat-gotische cylinder-monstrans van verz. gesmeed koper, om i 5oo, hoog 0.52 M. Een getorste Pyxis van rood koper met sporen van vergulding, Renaissance (XVI b), hoog o.383 M. Een reliekhouder van verguld koper, Renaissance (Fransch), (XVI), hoog 0.349 M. 700 GEMEENTE MAASTRICHT. VII. Uzer- koper- en tinwerk. Kannen. Bijzondere vermelding verdienen de 18 groote tinnen Stadskannen, hoog 0.586 M. Afb. 666. Een aantal vijzels, waaronder een monu- mentale, door de gieter Tilman Potgieters, meer bekend als Tilman van Venlo, gegoten voor den Wezelschen apotheker Bernhard Mensing in het jaar 1603; hoog 0.32 M., doorsnede bovenrand 0.40 M. Wapenen Een „Morgenster", twee stormhoeden (XV en XVI), Jansen met en zonder dwarsijzer, een kanon, bestaande uit tien ringen, lang o.8o M. ; de mond met een middellijn van + 0.082 M., de kaliber 0.025 M. Voorts elf p ij 1 e n met verschillende ijzeren pun- ten, de veeren van dun hout. Tien „bur- gemeesterszwaarden", alle met inscriptie (XVIII), lang met gevest -I- 1.4o M. Strafwerktuigen : Beulszwaard, schand- palen, brandijzers, geesels en verschillende soorten boeien. Guillotine op schavot in Af b. 655. Tinnen Stadskannen hoog 0.586 M. , oorspronkelijken toestand. (XVIIId–XIXa). VIII. Ceramiek en glaswerk. De collectie vaatwerk bevat een overzicht van den Frankischen tijd of (vgl. blz. 689) tot den tegenwoordigen tijd toe. Het BISSCHOPPELIJK MUSEUM bevat in zijn verzameling o.m. de volgende voorwerpen. Fragmenten van romaans beeldhouwwerk XII, o.a. een piscinazuiltj e, afkomstig uit de kerk van St Odilienberg. Beel den van Maria en Johannes, uit een kruisgroep. eikenhout, Oppergeldersche school, XVd, hoog 0.87 M., afkomstig uit de oude kerk van Maasbracht. Dertien beeldje s, Christus en de apostelen, oorspronkelijke polychromie, XVd, uit de kerk van Heerlerheide. Een kr u i s b e e 1 d, XVIa, uit de kerk van Dieteren. Een beeld van de H. Paus Clemens. Handen met stafen embleem ontbreken. Linden- hout, XVId, hoog 0.76 M. Beelden van de H.H. Ambrosius en Augustinus, lindenhout, gepolychromeerd, plaatselijke school onder Luikschen invloed; hoog respectievelijk 1.325 en 1.265 M. XVIII. Afkomstig uit de kerk van Maasbracht. STAD MAASTRICHT. 701 Oliebusj e, XIV, afkomstig uit de kerk van St Odilienberg. Diverse bronzen 1 u c h t e r s, XVI — XVII, uit de parochiekerk van Dieteren e.a. K a z u i fe 1 in goudleer, XVII, uit de kerk van Nieuwstadt. A 1 b e n enz. met naald- of kloskant, XVII — XIX, uit de kerk van Montfort. Een gouden plaatj e, rechthoekig van vorm met halfronde uitgezaagde zijkanten, ver- sierd met email cloisonne,voorstellende Christus aan het kruis ten halven lijve IX—X(?), gevonden in den bodem van de verwoeste abdijkerk van St Odilienberg. 702 GEMEENTE MAASTRICHT. Afb. 667. Wijk, St Martinus. Notenhouten kruisbeeld, corpus hoog 1.71 M DE VOORSTAD WIJK. Sedert I Januari 1920 zijn (gedeelten van) de dorpen Amby, Caberg, Heugem, Limmel, Oud- Vroenhoven, St. Pieter en Wolder bij Maastricht getrokken (zie hierna blz. 731 e.v.). VERDEDIGINGSWERKEN. Van de middeleeuwsche verdedigingswerken op den rechter Maasoever is maar Ver- weinig meer over en at weinige is nog zoo zeer in den loop der jaren hersteld dedigings- en gewijzigd, dat er weinig meer een uitvoerige bespreking ward is. werken . Hiervoren (blz. 55 en 56) is hierover reeds gesproken ; van den toren, welken Hertog Hendrik III Geschie- in 1248 zou hebben gebouwd, zijn misschien de fundeeringsmuren bij de vernieuwingswerk- denis. zaamheden aan de Maasbrug te voorschijn gekomen. De andere verdedigingswerken dagteekenen waarschijnlijk eerst uit XIVa, want in 1318 „deet (Hertog Jan) . . . Wijck over Tricht oem muyren" (zie hiervoren blz. 56). Van de werken, waar Herbenus van sprak, — een vernieuwing, welke v] s. de Chronyk van Maastricht en omstreken (Habets, Public. I, blz. 7o e. v.) meer bepaald in de jaren 1477 en 1478 plaats vond, — en die, welke XVIIa de voorstad tot een moderne vesting maakten is niets meer over. Waar blijkens de bestekboeken (nr. 191, 192 en 199) het „Waterpoortje" in de XVIIIe eeuw is afgebroken en weer opgebouwd, heeft het voor den oudheidkundige meer nut die bron met deb ijgevoegde teekeningen te bestudeeren, dan een uitvoerige beschrijving van het huidige monument te lezen. (Mb. 668). Melding dient gemaakt te worden van Beschrij- den „Maaspunttoren", op nagenoeg ving. cirkelvormig grondplan, met een mid- dellijn van 3.75 M. Hij is opgetrokken in kolenzandsteen, is aan de stadzijde open en heeft twee versnijdingen ter hoogte van de (thans ontbrekende) verdiepingen. Langs de binnenzijde loopt een trap van 0.52-0.55 M. breedte, Welke is doorgetrokken tot de vloerhoogte der bovenste verdieping. Langs de trap bevinden zich schiet- gaten; aan de veldzijde + 0 25 M. breed, aan de stadzijde uitloopend Afb. 668. Waterpoortje. tot ± i.20 M. Ter hoogte van het onderste schietgat is de muur o.88 M. dik ; daaronder ligt een versnijding ter breedte van o. I 2 M., terwijl in dit onderste gedeelte de muur nog verzwaard is met de dikte van de trap. Tot ongeveer aan den onderkant van het schietgat, zegt Sprenger (Maasg., 1918, blz. 61), is het werk oorspronkelijk. Aan de zuidzijde van den toren is in zuid-oostelijke richting een muur aangebouwd met schietgaten ; aan de stadzijde is hij versterkt door verzwaringen in merge], 704 GEMEENTE MAASTRICHT. welke drie ruimten vormen, die door tonnen gedekt en aan de stadzijde met rondboog- openingen van ruim 3 M. breedte geopend zijn. Afb. 669. Voor de MAASBRUG (sedert de verbouwing SINT SERVA- TIUSBRUG) zie blz. 91 e.v. Van een in 1915 blootgelegden brug in Naamsche steen is een boog behouden in den kelder van een erboven opgericht huffs, Wilhelminasingel 34. Afb. 670. De KERK van den H. MAR- TINUS is eene gothische, door Dr. Cuypers gebouwde en in 1858 gewijde baksteenen kerk; zij heeft een oudere (XV) ge- orienteerde kerk, welke in 1854 Afb. 669. Maaspunttoren.gesloopt is, vervangen. De kerk bezit: Een geel koperen do o p v o n t op ronden voet; deze voet is in den opstaanden kant open- gewerkt en op den bovenkant van een gegraveerd ornament voorzien, waaronder spreukban- den, die den naam van den maker en een jaartal vermelden JOHANNES DEVENLE ME FECIT ANNO DNI M CCCC LXXXII. Langs de bovenhelft der rondo kuip zijn zes koppen aangebracht. De vont is hoog 0.875 M.; de Afb. 670. Brugopgraving 19,15 thans in kelder van Wilhelminasingel 34. middellijn bedraagt o.88 M. Afb. 671. Het geslagen deksel, dat met het eenvoudig bekronend kruis 0.855 M. hoog is, is van jonger datum en bevat het volgende opschrift: + PRAENOBILIS AC PERILLUSTRIS VOORSTAD WIJK. 705 BARO ARNOLDUS BALTAZAR EX COMI- TIBUS DE RYCKEL. LIBER DOMINUS IN MOULAND ET NAVAIGNE TOPARCHA IN BULLECUM & c: de regel wordt beeindigd door een gekroond wapen- schild tusschen twee gekruiste palm- takken ; het gouden veld is beladen met een zwarten leeuw. Een volgende regel zegt: + DISCRETI ET HONO- RABILES HERMANNUS VAN DER WEYDEN EXSCABINUS ET CONSILIARIUS JURATUS MOSAETRAJECTENSIS, GODE- FRIDUS GEURTS, ET ANTONIUS VLIECX HUIUS ECCLESIAE PAROCHIALIS SANCTI MARTINI MAMBURNI, terwijl op een derden regel to lezen staat: HOC FIERI CURARUNT ANNO I 717. Levensgroot notenhouten C hristus- beeld; XIVa. Duitsch? (Vgl. M. Devigne, la sculpture romane, blz. Afb. 671. St. Martinuskerk. Doopvont. 260). Volgens de legende — bewaard in een h.s. van + 1600 in de pastorie van Riempst, welk Geschie- h.s. een copie is van een ouder (1524), — leefde omtrent het jaar 1300 (von Geusau, Public., denis. 1894, blz. 8) „eyn Joncker ende Heerschap der was wonende tusschen Tongeren ende Maestricht in den dorpe geheyten Riempst" (h.s. to Riempst). I)eze jonker maakte een refs naar het H. Land en bracht o.a. een noot mede welke hi' aan zijn dochterke Anna „die seer sympel is" schonk. Zij plantte de noot in den hof. „Ende daerna bynnen kortten tijden soe is uutter noeten eyn cleyn boemken gewassen mit drye spruyten . . . . ". „Ende daernaer eyn langhe tyt" heeft er een vreeslijk onweder gewoed ; toen den volgenden morgen, na haar kerkbezoek, is, „ . . die sympel maghet . . totten hoeffken ghegangen, om to besyn nae haeren boem, ende sach dat Karen boem ouck verslagen was, gelijck den anderen boemen" en naderbij gekomen, heeft zij gezien, „dat in den myddel van den boem gestanden heefft eyn schoen cruys mitter figuren onses heren". Ten slotte is zij met haar kruis ingetreden in het klooster der Wittevrouwen „daerdat voers cruys door die verheugenisse Gods grote miraculen Bede". Dit kruisgenoot een zeer bijzondere vereering. Na de opheffing van het klooster onder het Fransch regiem is het gekomen aan de kerk van St. Martinus, waar het heden nog vereerd wordt. In Riempst leeft dezelfde traditie en op een zijaltaar (aan den Epistelkant) in de kerk aldaar vertolkt een afbeelding van dit kruis de overlevering. (Jef M. Baarts in „De Tijd" van 8 October 1933 — Habets, De Le ende van het wonderbaar kruis van Riempst, Public. 1866, blz.346 e. v.). Het lichaam van Christus is weergegeven met gestrekt linkerbeen, de voet steunend Beschrij- op een blok, terwij1 het rechter zijwaarts gebogen is. De lendendoek is op de ving. 706 GEMEENTE MAASTRICHT. rechterheup geknoopt; de uitgespreide armen zijn even gebogen; de ribber even aangegeven en de borstkas aangeduid. Het smartelijk-waardig gelaat met baard en afhangende lokken is boven den rechter schouder gebogen. Het corpus is hoog 1.71 M. Afb. 667, blz. 702. Houten kruis met ivoren corpus; dit is hoog 0.235 M.; XVII a. Zilver- 1. Gegraveerd zilveren b e s 1 a g op een modernen boekband, bestaande uit twee maal werk. vier hoekstukken, een middencartouche op het vOOr- en een op het achterblad en twee sluitklampen. De cartouche (hoog 0.115 M.) op het voorblad stelt St. Catharina voor ; die op de achterzijde een engel, die twee wapens houdt : het manlijk schild beladen met een keper van rood en vergezeld van drie klaver- blaadjes (2 en I) ; het vrouwelijk schild is ruitvormig met drie liggende visschen, de middelste omgewend. Op de eene klamp staat : A : D : M / 1809 ; op de andere 1639 CATHARINA BECKERS. DON POUR SA FILLS ELISABET GRUYSEN. Op den buiten- kant van het eene slot staat het Lam Gods, op het andere IHS.; XVIIb. 2. Gedreven zilveren z o n n e m o n s trans; op den voet twee medaillons, waarvan dat aan de voorzijde de Emmausgangers voorstelt, en twee vergulde engelkopjes in hoog relief. Op het draagvlak aan de voorzijde St. Martinus. Om de met diamanten bezette lunula geknielde engelen en er boven God de Vader; er omheen vergulde stralen. Hoog 0.765 M. Merken : Maastricht, WH. en N. (of Z.); XVIId. 3. Gedreven zilveren z o n n e m o n s t r a n s met vergulde stralen en ovalen voet. Hoog 0.615 M. Merken Maastricht, H. en WH. ; XVIIId. 4. Nodus en voet met zes noppen en met traceer- werk versierde zwellingen er tusschen, afkomstig van een gothische k elk (XV) en toegepast aan een modernen houder met zeshoekige dakbekroning voor een reliek van den H. Aegidius abt. Hoog 0.377 M.; afb. 672, (abusievelijk ook afb. 521 bij de beschrijving der O.L. Vrouwekerk). 5. Gedreven, verguld zilveren ciborie; hoog 0.43 M., middellijn der cuppa 0.158 M. Merken : vermoedelijk PF. ; XVII B. 6. Een gedreven zilveren ciborie met balusterstam, een Afb. 672. St. Martinuskerk. versiering van medaillons en opengewerkt om de cuppa; Verguld zilveren reliekhouder. in bruikleen bij de kerk van St. Joseph, de voorm. VOORSTAD WIJK. 707 Augustijnenkerk. Merken : een gekroond schild met een NT, een kop en VERRAT. 7. Gedreven verguld zilveren k e 1 k, + '500 ; cuppa XIXc. De zeslobbige voet is versierd met graveerwerk, o. a. een voorstelling van den H. Martinus en spreuk- banden waarop: SCTE MARTINUS ORA PRO NOBIS, en JONCKER (LIBRECHT) VAN (SCHALVIJN) JONCK- FROU MACHTELT VAN HEBBEN DIESEN KELCK GEGEVEN. Voorts drie wapenschilden, waarvan een : beladen met drie roode koeken geplaatst in de richting van een schuinbalk ; een met een slangenkruis en een hartschild er over heen ; het derde wapenschild gedeeld : A, van goud met een jachthoorn; B, van goud met een klimmenden leeuw. Dit schild is vermoedelijk in de XIXe eeuw aangebracht. Hoog Afb. 673. St. Martinuskerk. 0.198 M. Afb. 673. Zilveren kelk. Waarschijnlijk hebben wij bier to maken met het echtpaar jonker Librecht van Hulsberg genaamd Schaloen, eersten man van Mechtildis van Amstenrade ; bij testament (28-v111-153o) bepaalde hi' o. a. dat hi' in de kerk to Wijk begraven wilde worden. (Voor httn grafsteen zie hierna blz.71o, nr. I, afb. 679). Aan den onderkant van den voet staat een opschrift : RENOVATUS PIA I,IBERALITATE PRAENOBILIS COMITIS F. DE VILLERS MASBOURG SCHALOEN 1866. 8. Gedreven, verguld zilveren k e 1 k. Ronde voet met cherubs en festoenen, balus- terstam en de volgende merken : een gothische h, een kroon boven een bom (?); een schapenschaar. Hoog 0.225 M; XVIIa. 9. Gedreven zilveren k elk met baluster- stam, een ronden, spiraalgewijs versierden voet en opengewerkt om de cuppa. Hoog ± 0.27 M.; ± 1740. 1o. Gedreven zilveren kelk; de voet en de nodus zijn versierd met engelenkopjes; 01T1 de vergulde cuppa opengewerkt. Onder den voet een opschrift: D : VAN CARLO FECIT 1780. Hoog 0.265 M. Merken D(?), D(?), en ?. Voorts WH. onder een Afb. 674. St. Martinuskerk. kroon. Zilveren ampullenblad. 708 GEMEENTE MAASTRICHT. II. Zilveren ampu Ilen met blad; de beide ampullen zijn gedreven en getorst, het eene deksel met een schelp, het ander met een druiventros versierd. Zij dragen de initialen J. W. H. H. en op den voet: R : A : AC ERUD : P H : WOUTERS JIONO DEDIT 1770. Hoog 0.27 M. Merken onder den voet : Luik (Beieren en dubbele adelaar met 44 er onder) GB. onder een kroon en Q. Afb. 675. St. Martinuskerk. Het blad met middellijnen van Zilveren ampul. 0.239 en 0.328 M. heeft een letter- Afb. 676. St. Martinuskerk. vlechting van D. W. H. H. Afb. Zilveren kandelaar. 674 en 675. 12. Nog een paar dergelijke ampullen met blad; de ampullen met een waterlelie en een druiventros op het deksel. Hoog o. 143 M. Onder den voet de merken : Maastricht, DB. en F. Het bijbehoorend blad met middellijnen van 0.275 en 0.365 M. heeft de merken : DB. en H. 13. Gedreven koperen collecteschaa 1, met een middellijn van 0.45 M. en versierd met koppen en vruchtmotieven ; midden-XVII. 14. Twee paar gedreven zilveren k a n d e 1 a a r s. Hoog 0.28 M.; merken : Maastricht met G en met H; en DB. onder een kroon. Lodewijk XV. Afb. 676. Een paar, hoog 0.282 M., met de merken: een leeuwtje, HS. en W. I 5. Met schildpad bekleed k r uisbeeld: het corpus van zilver ; de voorzijde van den voet beslagen met opengewerkt ornament, waarin de passiewerktuigen en de zweetdoek zijn voorgesteld; het kruis is hoog 0.888, het corpus 0.16 M. ; XVII. Afb. 677 Koper- Koperen k r o o n met tweemaal acht armen ; XVIII. werk. Een paar gegoten koperen k a n d e 1 a a r s met balusterstam en driezijdigen voet, hoog 0.305 M. ; midden-XVII. Drie paar gedreven koperen op gestampten voet ; hoog 1.02 M.; -1-- 1700. Drie paar hoog 0.665, 0.685 en 0.71 M. Twee paar gegoten koperen met balusterstam en driezijdigen voet; de vetvanger kelkvormig; hoog 0.48 en 0.468 M.; + 1700. Para- Stel van kazuifel, twee dalmatieken, koorkap en schoudervelum, half van moderne menten. stof met banden van oud borduurwerk; ornament van hoorns van overvloed en bloemslingers in goud en kleuren, in relief; Lodewijk XIV. VOORSTAD WIJK. 709 2. Rood fluweelen koorkap, bezaaid met bloemtakjes en sterren (6) van gouddraad en versierd met randen van slingers van granaten en druiventrossen; breed 0.195 M. Het schild versierd met plantornament om een cartouche met een wapenschild: een zwarte adelaar met roode pooten op grasgrond, loofwerk boven den kop. Het schild is gedekt door een kroon met 9 parelen en een uitkomenden adelaar. Twee griffioenen met tournooilans dienen tot schildhouders. Fanion met ___J I L onder een gesloten kroon. In de randen en het schild geslepen kristallen. Hoog 1.52, breed 3.16 M.; een 0.06 M. breede onderrand van rinceaux; XVIIa. Afb. 678. Hierbij twee dalmatieken met lelies en randen van bloeiende planten; midden-XVII. 3. Roodfluweelen koorkap met 0.215 M. breede ran- den van gestyleerde ranken; het schild heeft een door ranken omgeven cartouche met IHS, in hoog relief. Hoog 1.47, breed 2.90M.; XVII B. Hierbij twee, bij uitstoomen gedeeltelijk beschadigde, dalmatieken en een kazuifel Afb. 677. St. Martinuskerk. Kruisbeeld. met IHS. binnen een parelrand, in het rugkruis. De dalmatieken zijn hoog 1.02, breed 0.80 M. 4. Witzijden kelkvelum met in het hart de letters MRA. onder een kroon, alles in pareltjes; in de hoe- ken plantornament met het jaartal 1687 en de letters SF. Hoog 0.515, breed o.53 M. 5. Kazuifel en twee dalmatieken van groene damastzijde met chinee- sche motieven van plantornamenten en slingers ; + 170o. De bijbehoorende koorkap met een- zelfde stof met landschappen en ge- Afb. 678. St. Martinuskerk. Koorkap.styleerde wolken ; midden-XVIII. 710 GEMEENTE MAASTRICHT. Schilde- In de decanie worden bewaard twee portretten van pastoors in olieverf, op doek; rijen. XVIIc. Een portret in pastel van pastoor Delruelle (Maasg., 1884, blz. 994); XVIIId. Borstbeeld van den graaf de Tilly en zijn vrouw, geboren gravin d'Aspremont1). Hij is gekleed in een rood-bruine jas met goudborduursel; terwijl hij met de rechterhand een staf vasthoudt, Welke tegen de heup steunt, laat hij de linker rusten op zijn helm. Zij is gezeten aan een tafel en steunt met den rechter elleboog op een er op liggend doodshoofd, waaronder een papier ligt met het volgende: ILLUMINA OCULOS MEOS / NE UNQUAM OBDORMIAM / IN MORTE / PSALM I2. De portretten zijn op doek en in gesneden lijsten. Hoog 0.93, breed 0.715 M.; + Schilderij op paneel voorstellend een Ecce Homo; de grond is rood, het kleed grijs; XVI A. Schilderij met afbeelding der vroegere gesloopte kerk. Graf- Om de kerk worden de volgende grafzerken stenen. en grafkruisen bewaard: I. Twee fragmenten van een groote graf- steen, waarvan de breedte 1.50 M. geweest is. In een vierpas zijn twee wapenschilden (renaissance) onder een helm uitgehouwen ; onder de schilden een wapperende spreuk- band, waar niets op is te onderscheiden. Het eene schild is beladen met drie koeken, geplaatst volgens een schuinbalk; het ander met een slangenkruis en een hartschild. Het helmteeken is een zwanen- hals met drie koeken naast elkaar op den kop en de hals. Van het randschrift is nauwelijks iets te onderscheiden. Afb. 679. Het is de grafsteen van Librecht van Hulsberg Schaloen en zijn vrouw Mechteld van Amstenrade, hierboven (blz. 707), Af b. 679. St. Martinuskerk. Grafsteen van Librecht van Hulsberg vermeld als de schenkers van de kelk Schaloen en Mechteld van Amstenrade nr. 7. (Vgl. ook Maasg., 1927, blz. 56). 2. Een zerk, lang 2.28 M., breed 1.205 M., bevat in een cartouche een gedeeld wapenschild (afgesleten) met een ram tot helmteeken. Het opschrift luidt: HIER I) Claudius van Serclaes, graaf v. Tilly en Anna-Antoinette, gravin d'Aspremont—Lynden. Zie blz.449 no. 128 en blz. 713. VOORSTAD W I JK. 711 LIGT BEGRAEVEN DEN AC / (C)HRISTIAEN LINSEN PEYM. DESER / (S)T(A)DT STERF A 1623 DEN 25 MARTY I EN MARIA GHYSEN SYN HVYSVROVWE I 16 DEN EN HAER- LYDEN I KINDEREN I LAVRENS LENSEN STERF I A° 161 I 1 DEN (3) IVLY EN LAMBERICHT I LENSEN 1611 DEN 26 MARTY / BIDT GODT VOOR DIE SYLEN. 3. Een zerk, lang 1.986, breed i.00 M., is versierd met een gebeeldhouwd wapenschild gevierendeeld I en IV een liggende wassenaar en tusschen de punten een ster (6), waarvan drie punten den wassenaar raken. II en III een schuinbalk, beladen met drie schelpen (?). Het opschrift vermeldt : (IAN COEN) HERSTAL SCHOLTIS / VAN (WEER ENDE BERGH SCHEPEN I VAN DEN VROENHOFF EN VAN / (MAES)TRICHT STARFF A° 163 I I (DEN) 2 AVGVSTI / ENDE MARIA [V] I SLENAKEN SYN HVYSFRAVW / STARFF A° 16.8 DEN 20 AVGUSTI BIDT GODT VOER (DIE) SIELEN AMEN / ENDE Sr. IOANNES VEUGEN WYCKM. I ENDE RENTM DESER PAROCHIE / STARF DEN 2 JUNY 1709 / ENDE JUF ELISABET SVYSTERS / SYNE HUYSVRO STARF DEN / I 5 AUG. I7 (6) 2 I R. I. P. 4. Een zerk, lang 2.03, breed o.86 M., heeft in een ovaal medaillon een schild met huis- merk, half aanzienden helm en als helmteeken een korf en twee gekruiste brouwers- spanen. Het opschrift luidt : SEPVLTVRE I VAN DEN EERSAEMEN / NICLAES PENTEN STARF / DEN 19 MA (1631) ENDE SYNE HVISVROVWE / CATHARINA NYPELS I STARF DEN 9 OCTOBRIS i 1636 ENDE DEN (HEER) i (HER)MAN PENTEN KERCKM / STARE JUNI 1695 / I OBIIT IS 1699 / / BIDT GODT VOOR DIE SIELE. 5. Een Steen van 1.02 bij 0.85 M. dekte het graf van een priester ANDREAS DIX HUIUS ECCLESIAE VICE PASTOR t 16 Maart 171 I. Hij is terzijde als geraamte zittend voorgesteld, het baret op het hoofd, een pip in de rechterhand en met de linker wijzend naar ECCE SUM QUoD ERIs. In den rechter benedenhoek een wapen: gedeeld A: een hart, door twee gekruiste pijlen doorstoken, de punten naar beneden; B: gevierendeeld : I en IV een mijzel, II en III een 4. 6. Een zerk, lang 2.265, breed 1.05 M., vertoont twee ovale wapenschilden onder een helm met een uitkomenden wolf tot helmteeken. Het eene schild is beladen met drie (2 en I) stappende wolven, het andere met een keper, vergezeld van drie klaverbladen (niet meer to onderscheiden, maar geplaatst 2 en I). Het opschrift vermeldt : D. 0. M. I HIER LIGHT BEGRAEVEN I DEN EERSAEMEN NICOLAES I WOLFS MEESTER VAN HET I BROEDERSCHAP VAN DE H. /N1OEDER ANNA STERF DEN I 5 MEY 1729 I ENDE SYNE EERBAERE HUMS / VROUW MARIA LENAERTS STERF DEN 17 9BRIS 1730, ENDE LEONARDUS WOLFS I STERF DEN 6 JULII 1740 / ENDE SYNE EERBAERE I HUYSVROUW MARIA STYNS / STERF DEN 30 MEY 1738. 7. Een zerk, lang 2.08, breed 1.04 M., heeft een wapenschild, beladen met drie zwarte moorenkoppen (2 en I). Hieronder staat : D. 0. M. I HIER LIGHT BEGRAVEN I GERARDUS MAURISSEN I STERF DEN 22 NOVEMBER 1757 / ENDE SYNE HUYSVROUWE I ALEIDIS SEVERYNS / STERF DEN I SEPTEMBER I 755 / I EN HUNNE KINDEREN 712 GEMEENTE MAASTRICHT. MARGARETA I ROSA EN CORNELIA EN IDA MAURISSEN / WELDOENSTERS VAN DEESE KERK / GESTORVEN IN HET JAER 1782 EN 1792 I EN MICHAEL MAURISSEN KERK I MEESTER VAN DEESE KERK GESTORVEN / IN HET JAER 1795 I BID GODT VOOR SIELEN i R.I.P. 8. Op een steen van 1.17 lengte bij 1.30 M. breedte, is alleen vermeld : ANDREAS (E)MONS HUIUS ECCLESIAE I MAMBURNUS POSUIT ANNO 1763 I CUIUS UXOR ANNA ELISABETHA MALEES HIC SEPELITUR 15 APRILIS 1764 1 IPSE VERO I I APRILIS 1766 (AM)E(N). Voor de overige hier niet beschreven zerken wordt verwezen naar de Maastrichtsche Grafsteenen. (Public. LXXVII (1941), blz. 274 e.v.). Graf- I. Een met het volgend opschrift : HIER LIGHT BEGRAVEN PHLIPPEN NIPELS I STERF' kruisen. A° 1631 DEN 14 MEY ENDE I MARVA NIELYES SIEN HVISVROWE STERF A° 16 DEN ENDE HVENEN / SONE PETER NYPELS STERF A° 1624 DEN (8) MEY BIDT GOD / VOER DE ZIEL. In den top een driepas met een Lam Gods en een bokkenkop (?) ; hier- onder een wapen : gedeeld A : een keper, vergezeld, aan de bovenzijde van twee eikentakjes (?), aan de onderzijde van de letters V N., B, en W, waaronder de letters FN. 2. Fen kruis met : IHS I C.IC GIST ET I REPOSE MASSIN DE FREVTH / TREPASSE LVNDI LE 22 IOVR / DE JANVEIR 1657 PRIEZ DIEV I POVR SON AME. Hoog: 1.32, breed o.69 M. 3. Een kruis met: HIER LIGHT BEGRAVEN / DEN EERSAMEN WILLEM I COENAERTS BORGER DESER STADT STARF DEN 19 APRIL I A-0-1697 BIDT GODT I VOOR DE I ZIELEN. Hoog: 1.67, breed 0.79 M. 4. Een kruis, versierd met een hart, waar- binnen een staaf, van boven eindigend in een ring, van onderen in een krul; hierover heen zijn twee in een haak eindigende ijzers gekruist ; terzijde de letters I. en H. Het opschrift zegt : HIER LIGT I BEGRAVEN I IORIS HERTZ GESWOERE i STADT TIMMER- MAN STERF I DEN 29 OCTOB. 1644 I I BIDT VOOR / DE ZIELE. 5. Een kruis met IHS. en hieronder een hart met drie nagels. Het opschrift luidt: ICI REPOSE i EN DIEV HONNESTE FEMME / Afb. 680. St. Martinuskerk. Graf kruis.AYLID MELYS EN SON VIVANT I ESPEVSE VOORSTAD WIJK. 713 A LAMBERT BOMBAY / ELLE TRESPASSA LE 23 DE / 7 DE LAN 1659 PRIE / DIEV POVR / SON AME. 6. Een kruis met op den voorkant : HIER LILT I BEGRA- VEN DEN EERS. IEAN DU I IARDIN BORGER DESER STADT STERF I A° ENDE HOUBINE I HOUBRECHTS SYN HUYSVROUWE STERF I A° 1694 DEN 17 SEPTEMBER ENDE DEN EERS. HENRY MALCHAIR I STARF DEN 22 JUNY 1718 I BIDT GODT / VOOR DE SIELEN. en op de rugzijde: VERWAGTENDE i DE VERRYZENIS DES VLEES / HIER RUST / MARIA ADRIANA DUBIEN STIRF ANNO I 1756 : MART: 31 / EN HENRICUS MALCHAIR HAEREN MAN MEESTER VANT BROEDERSCHAP VAN DE H : MOEDER ANNA STERF DEN 19 JUNY 1784 / / BID GOD VOOR I DE ZIELEN. Hoog 1.55, breed 0.995 M. Afb. 680. 7. Een kruis zonder opschriften maar versierd met een voorstelling van den gekruisten Christus; hoog 1.33, breed 0.52 M. Afb. 68i. Voor de bier niet beschreven grafkruisen wordt ver- wezen naar de „Maastrichtsche Grafsteenen" (Public. LXXVII (1940, blz. 278 e.v.). In den Zuidwand van den Zuider-transeptarm is een Gedenk- (brokstuk van een) gedenksteen ingemetseld met steenen. een opschrift in gothische minuskels : (D)ER NAE JHSAfb. 68r. St. Martinuskerk. SY GEBEI I DYT VAN DER NABUER G .. / JS GEMAEKT Hardsteenen kruis. DIS KAP / A° XVc JN IX SODER LUEGE. Hoog 0.41 M., breed 0.45 M. (Vgl. Maasg., 1909, blz. 16.) Buiten tegen den toren is een gedenksteen opgesteld voor den graaf van Tilly en zijn vrouw gravin d'Aspremont van Reckheim. (Vgl. hiervoren blz. 449, no. 128 en hiervoor blz. 710.) Het opschrift herhaalt de bepalingen, vervat in de schenkings- acte van den 29 November 1732, en luidt : EN MEMOIRE DU COMTE DE TILLY, EN I SON VIVANT GENERAL DES TROUPES I DE L : H : P : LES ETATS GENERAUX DES I PROVINCES UNIES ET GOUVERNEUR i DE MAESTRICIIT & / LA COMTESSE SON EPOUSE NÉE i COMTESSE D'ASPERMONT DE / RECKHEIM A LAISSE L'INTEREST / D'UN CAPITAL DE CINCQ MILLES I FLT : AUX PASTEUR ET MAMBOURGS / DE CETTE EGLISE A CHARGE ET i CONDITION QU'ILS FERONT FAIRE LEUR ANNIVERSAIRE LE VENDREDV / APRES LES CENDRES A ONZE HEURES I AVEC DISTRIBUTION DE PAINS AUX I 40 PAUVRES ET QU'ILS DONNERONT CHAQUE ANNEE A PERPETUITE DES i HABITS NEUVES A L'HONNEUR DE 1 JESUS MARIA JOSEPH A UN / HOMME ET UNE FEMME DE LEUR / PAROISSE, CHAQUE DE 714 GEMEENTE MAASTRICHT. LA VALEUR DE / 40 FLT ET A UN JEUNE GARCON UN i DE 20 LE TOUT CONFOR MEMENT I A L'ACTE PASSE SUR CE SUIET I LE 29 DE NOVEMBRE 1732. De HULPKERK van den H. GERAR- DUS, Rechtstraat 69, achter het huis de Gouden Leeuw (vgl. blz. 717 nr. t) bezit een gesneden communiebank, XVIII A. De voormalige REFUGIE VAN MEERS- SEN, Hoogebrugstraat 43 (vgl. Heemschut, 1938, blz. 4 e.v.) —in 1797 doorde Franschen als nationaal goed publiek verkocht, in 1834 ingericht tot fabriek van gekleurd glas, daarna als huurkazerne steeds meer ver- vallen, tenslotte door de gemeente aan- gekocht en in 1947 gerestaureerd — is thans zetel van de Dienst der Stadsontwikkeling. De voorvleugel heeft een vijf traveeen tellende hardsteenen voorgevel met drie naar boven toe lager wordende verdiepingen gescheiden door horizontale lijsten ; boven de onderste lijst een gevelsteen met het jaartal 1690 en twee wapens ; links in den gevel bevindt zich een voormalige koets- poort met een ovaal zijlicht. De kruis- Afb. 682. Refugie van Meerssen. kozijnen zijn bij de laatste restauratie Zijgevel. hersteld. Op de beide bovenste verdiepingen tweelichtvensters. Afb 683. Aan de zijkanten trapgevels ; links (verbouwd) baksteen ; rechts een gevel van mergel, die o.a. blijkens de kleine vensters ouder moet zijn dan den voorgevel ; op de groote kraagsteenen is bij de restauratie een balcon aangebracht. Afb. 682. Het gedeelte aan het Grachtstraatje heeft slechts een verdieping onder een zadel- dak, dat eveneens door een trapgevel wordt afgestoten. De vijf smalle vensters in hardsteenen omlijstingen met accoladebogen in de uit mergel opgetrokken straatgevel, XVI, van dit gedeelte zijn bij de laatste restauratie weer alle voorzien van tusschendorpels, zooals er voordien nog slechts in een der vensters een aanwezig was. Afb. 682. De achtergevel met vakwerk is in 1947 sterk gecompleteerd. Het in de Lodewijk XV-periode inwendig gemoderniseerde huis heeft nog een baluster- trap uit den tijd van den voorgevel. De kelder wordt overkluisd door tongewelven van mergel. VOORSTAD WIJK. 715 Afb. 683. Refugie van Meerssen 716 GEMEENTE MAASTRICIIT. Het HOSPITAAL VAN ST. GILLES, Hoogebrugstraat 37, herinnert aan het gelijknamige Gasthuis, dat door de H. H. Monulphus en Gondulphus zou zijn gesticht ; bet biedt thans huisvesting aan oude vrouwen en bestaat uit een gebouw, XVII B, waarin drie kruiskozij- nen ter weerszijden van den ingang. Deze heeft een omlijsting van Naamsche steen met een Afb. 684. Hospitaal van St. Gilles. Hoogebrugstraat 37.gevelsteen er boven ; de voor- stelling is afgekapt en het jaar- tal 1759 bewaard gebleven. Een kroonlijst sluit den gevel of en hierboven wordt het dak door vier kapellen doorbroken. Aan de Oostzijde sluit een aanbouw aan met twee kruiskozijnen en een eenvoudige deuromlijsting. (XVIIIc). Afb. 684. WOONHUIZEN. Van den middeleeuwschen woningbouw zijn slechts fragmenten bewaard, zooals de kelder onder het voormalig (modern) Hotel Renaissance, Rechtstraat 2 t, Pl. XXIX. De aan het grachtje gelegen XVIe eeuwsche hooge z ij gev el in mergel van de voormalige Refugie der proostdij van Meerssen (Hoogebrugstraat 43, vgl. blz. 714) wekt herinneringen op aan Middeleeuwsche paleizen, terwijl in het Pastoorstraatje de o vergebouwde z ij g e v el van het in 1941 door bominslag verwoeste huffs Rechtstraat 4 aan de middeleeuwsche woningen van kleine Schaal deed denken (zie afb. 553). De meeste woonhuisgevels vertolken den bouwtrant van de XVIIIe eeuw, waarbij opgemerkt dient te worden, dat vele ontstaan zijn uit de verbouwing, de moderniseering, van XVIIe eeuwsche huizen. De stijlkenmerken van deze p.riode zijn intusschen nog aanwezig en spreken uit de vaak nog oorspronkelijke XVIle eeuwsche kroonlijsten, uit de nog waarneembare sporen van kruiskozijnen — al zijn de kruizen uitgebroken, de vensteropeningen veelal naar onderen verlengd en deze veranderingen door het sausen minder opvallend geworden — uit de puien in Naamsche steen, Welke echter in den laatsten tijd veelal vervangen zijn door moderne winkelpuien. Is bij de verandering het karakter van dien aard, dat de oorspronkelijke toestand nog te onderkennen valt, dan wordt dit weergegeven door „gewijzigde puff". De gevels van de XVIIIe eeuw beantwoorden aan de typeering, hiervoren op blz. 654 e.v. gegeven. Eenzelfde indeeling wordt ook hier gevolgd. Opgemerkt zij, dat de afdekking aan den bovenkant der vensteromlijstingen op verschillende wijzen werd verkregen : bij het kruiskozijn, dat zich tot omstreeks 1740 handhaaide, bestond deze uit twee langwerpige blokken; een volgende periode HAAT XXIX. PLAAT XXIX. Rechtstraat 21. Kelders. Naar opmetingen van G. DE HOOG. 1915 VOORSTAD WIJK. 717 Afb. 685. Hoogebrugstraat. 0. I. inkttekening door N. Klotz, 1669, i. h. Rijksarch. to Maastricht. maakt gebruik van een afdekking, Welke het midden houdt tusschen een latei en . maakt gebruik van een afdekking, Welke het midden houdt tusschen een latei en een boog; aan de bovenzijde is zij recht als een latei, aan de onderzijde gebogen, •oodat ik in dit geval spreek van een la to iboo g, al dap niet met een sluitsteen. In dit laatste geval bestaat de afdekking dus uit drie blokken. Ook komt de s e g m e n t b o o g your, waarvan buiten- en binnenlijn evenwijdig zijn en den segmentvorm hebben. Nog later op het eind van de XVIIIe en in de eerste helft van de XIXe eeuw, vindt de latei weer toepassing. Het zijn vooral de straatwanden in de Hoogebrug- en in de Rechtstraat, die Stadsbeeld. aan Wijk een eigen sfeer geven. Hier immers rijen zich nog aaneen de grauwe gevels in Naamsche steep en de veelal donker geschilderde en lichtgesauste gevels in baksteen met hun zware bergsteenen vensteromlijstingen ; groote koetspoorten zoowel als de gootlijsten op de verschillende hoogten geven levendigheid; de flauw-hellende zadeldaken met hun dakkapellen zijn mede karakteristiek. (Vgl. afb. 685 en 688-691). Poorten. 1 Het hiervoren (blz. 6o6) omschreven type der edelmanswoningen met groote koetspoort vindt men in Wijk terug in: RECHTSTRAAT 69. De Gouden Leeuw, baksteengevel volgens het type van XVII B, 718 GEMEENTE MAASTRICIIT. Afb. 686. Hoogebrugstraat 69. in 1942 gerestaureerd, waarbij de vensterkozijnen volgens gevonden aanwijzingen in eere zijn hersteld. Gelijkstraats een koetspoort, deur en twee kruisvensters ; op de eerste verdieping vier kruisvensters ; op de tweede verdieping twee tweelicht- en een zeslichtvenster. Hoofdgestel met consoles, geprofileerde VOORSTAD WIJK. 719 lijsten en drie cartouches met AN-17-04. Gevelsteen met een liggenden leeuw in een cartouche: IN DEN GOUDEN CND LEEUW N. Afb. 686. 2 HOOGEBRUGSTRAAT 28-30. Uitspanning A la clef d' Or, de gouden sleutel. — 28. Gesauste baksteengevel met twee maal vijf vensters oorspronkelijk met kruis- en tweelichtvensters; de opgaande stijlen doorgetrokken tot aan de gootlijst. In het gelijkstraats een koetspoort in omlijsting van Naamsche steen met breede voegen, de poortdoorgang overkluisd met troggewelfjes, ingang met geprofileerde omlijsting in Naamsche steen en met bovenlicht met lateiboog en eenvoudigen sluitsteen, twee vensters met lateibogen, plint van Naamsche steen met paneelvulling. In het bovenlicht een houten raam met een sleutel. Vgl. nr. 32. Afb. 688 3 HOOGEBRUGSTRAAT I I. Uit het midden der XVIIIe eeuw dagteekent het huffs IN DEN KEERSSEBOOM ; zie hierna nr. 32, afb. 691 ; — 13 ; — 15. RECHTSTRAAT 88b. Geblokte omlijsting van een voorm. koetspoort; XVIlla. XVIIe eeuwsche Bevels volgens type a. (blz. 628). 4 HOOGEBRUGSTRAAT 68. In baksteen geschilderde gevel van twee verdiepingen, gewijzigde hardsteenen puff. 5 RUITERSTRAATJE I 5 . Gevel van blokken mergel, met jaarankers 1619. Gedeeltelijk behouden zijn : 6 HOOGEBRUGSTRAAT 18. Achtergevel: hoofdgestel met consoles. Afb. 689, vgl. blz. 728, nr. 54. 7 — 26. I-Ioofdgestel in mergel met gegroefde en sterk geprofileerde consoles; tusschen de consoles gebeeldhouwde rozetten van verschillenden vorm. Afb. 688. 8 — 48. Gesauste baksteengevel, gewijzigd met behoud van het hoofdgestel met consoles en schijven; twee krulankers. 9 — 56. In de XVIIIe eeuw verbouwd (zie blz. 728, nr. 56); op de eerste verdieping hoekblokken en omlijsting van twee kruiskozijnen. — 64. De zijgevel a/d Grachtstraat. 10 RECIITSTRAAT 47. Winkelpui. — 80. In baksteen geschilderde gevel, oorspronkelijk met twee kruis- en twee tweelichtvensters, twee geprofileerde lijsten hoofdgestel met consoles van het oudere type; gevelsteen met: I 663 / IN SINTE I CFIRISTOFFEL. Afb. 687. it SMEDESTRAAT II, hoek Steenenwal . Jaarankers 1646 (gesloopt). Afb. 687. Rechtstraat 80. 720 GEMEENTE MAASTRICHT. Afb. 688. Hoogebrugstraat 34-28.Afb. 689. Hoogebrugstraat 26-16. Fragmentarisch: RECHTSTRAAT 17. Gelijkstraats van blokken Naamsche steen, gewijzigd met be- houd van sporen van twee kruisvensters; vier gesmede ankers. Verdieping in baksteen toegevoegd. Tot de uitlopers van het hiervoren (blz. 628) gegeven type behooren de Bevels met de kenmerken omschreven op blz. 633, een type, dat tot in XVIIIA toe- passing vond. Als voorbeelden er van dienen genoemd to worden: Afb. 69o. Hoogebrugstraat 12-2. Afb. 691. Hoogebrugstraat 7-13. VOORSTAD WIJK. 72 I 12 GRACHTSTRAAT 39. Gesauste baksteen-gevel. Gelijkstraats oorspronkelijk twee kruis- kozijnen en een deur met rechthoekig bovenlicht; op de verdieping oorspron- kelijk twee tweelichtvensters. Twee vlakke lijsten, drie vlakke mergelblokken met voorsprong van ongeveer I cm.; kroonlijst van mergel. XVII B. HOOGEBRUGSTRAAT 50 ; gevelsteen : 17 bloem I 2. - PASTOORSTRAAT 8, zie nr 18. 13 RECHTSTRAAT 30. Op de verdieping oorspronkelijk twee kruiskozijnen; gewijzigde hardsteenen pui. XVIII d. 14 — 40. In roode baksteen geschilderde gevel; oorspronkelijk twee kruiskozijnen, twee naar onderen verlengde tweelichtvensters. Twee geprofileerde lijsten; hoofdgestel met consoles. 15 — 69, zie blz. 717, nr. I. 16 — 73. Gesauste baksteen, oorspronkelijk twee kruis- en twee tweelichtvensters, hoofdgestel met consoles. Pui gewijzigd. 17 — 77. Op de verdieping hoekblokken, oorspronkelijk twee kruis- en twee twee- lichtvensters ; de laatste naar boven verlengd. Afgekapte gevelsteen in geprofi- leerde omlijsting (1704). Moderne pui. — 82, 84, zie nr. 21. STE ENENWAL 23. 18 PASTOORSTRAAT 8. In den bovendorpel van de deur een cartouche met CURATO STRUCTA DOMUS (= 1715). Gesloopt. Fragment: BRUGSTRAAT 58. Gemoderniseerd in 1925 met behoud van jaarsteenen: ANNO en 1673 en gevelsteen met gouden bokaal: LA COUPE D'OR. Voorts nog: 19 HOOGE BRUGSTRAAT 2, hoek Lage Barakkenstraat. Pui gewijzigd; brandgevel oor- spronkelijk met trappen; zijgevel gecement. Afb. 690. 20 KALMINKSTRAAT I . Pakhuis met rondbogig poortje in omlijsting van Naamsche steen; drie en vijf kleine vensters met gedrukten boog; geprofileerde kroon- lijst; eenvoudige ankers. 21 RECHTSTRAAT I 2. Hoekblokken, pui nieuw. Slotplaat met dubbelen adelaar. RECHTSTRAAT 78, pui vernieuwd; — 82, gevelsteen IN HET GULDEN HOEFT ; — 84, pui vernieuwd; alle met twee maal twee vensters, waarvan de omlijs- tingen ongeveer I cM. voorsprong hebben. 22 RUITERSTRAAT I t. Op de verdieping twee houten kruiskozijnen; hoofdgestel ge- sloopt. SMEDENSTRAAT 4; — 6; — 8. — 5. Gevelsteen : laurierboom. 23 HOOGEBRUGSTRAAT 43. Voorgevel van de voorm. Refugie van Meerssen, (afb. 683). Van Naam 24 RECHTSTRAAT 62. Twee maal drie vensters; op de eerste verdieping gewijzigde sche steen 72 2 ' • GEMEENTE MAASTRICI IT. kruis-, op de tweede tweelichtvensters met luiken, maar zonder ramen. Twee geprofileerde waterlijsten, boven de onderste twee steenen met: ANNO en 166o. Hoofdgestel met consoles. Overblijfselen van trapgevel. 25 STEENENWAL 2 t. Hoofdgestel met consoles; op de eerste verdieping twee vensters in omlijsting van blokken en gedekt met lateibogen ; op de tweede verdieping oorspronkelijk twee kruis- vensters in omlijsting van regelmatige blokken met terugliggende voegen. Koperen slotplaat. Topgevels. De topgevels zijn in Wijk heel schaarsch. Het vermelden waard is de smalle gevel van 26 HOOGEBRUGSTRAAT 19. Oorspronkelijk met twee kruiskozijnen op de verdieping, een kroonlilst van mergel met consoles, een zolderdeur in omlijsting van mergel en met gedrukten rond- boog, een geprofileerde waterlijst in mergel en een bekroning in mergel. De zijkanten van den top bestaan uit ingezwenkte dekstukken van mergel, die uitlopen in een voluut. Dit alles beantwoordt aan de vormgeving XVII B. Een jaarsteen boven de pui vermeldt in een cartouche het jaartal 1694. Afb. 692. Degewijzigde pui is gemoderniseerd door eene met bekleeding in hout. Afb. 692. Hoogebrugstraat 19, breed 43o M. , Pilastergevels. 27 RECHTSTRAAT 89. Gepleisterde gevel met vier pilasters, oorspronkelijk kruisvensters en op de tweede verdieping vensters met een middenstijl. Op de tweede ver- dieping Brie festoenen met linten, op de eerste met vruchtenslingers. De pi- lasters op eerste en tweede verdieping gedekt o. s. door een Ionisch en een Dorisch kapiteel. Afb. 693. 28 — 7. Gesauste gevel met glint van groote platen Naamsche steen, gevat tusschen twee geblokte pilasters; 7 vensters breed; middenrisaliet, gedekt VOORSTAD WIJK. 723 door een driehoekig fronton van bout, waarin een rond venster. In de midden- partij rechts van de deur een blind venster, eveneens een hierboven. Ingang in zwaar geprofileerde omlijsting van Naamsche steen en gedekt door een driehoekig fronton. Hiernaast een poort, waarvan de om- lijsting een driedeelige sluitsteen heeft; het gebeeldhouwd middelste lid gevat tusschen AN en NO 17 9o. Gevels met een verticale en horizontale verdeeling volgens de staanders en lig- gers in den vakwerkbouw (blz. 66i). 29 BRUGSTRAAT 62. Gesauste baksteen, ge- profileerde lijsten. 30 HOOGEBRUGSTRAAT 6. Oorspronkelijk met een deur en drie vensters; twee ver- diepingen ; lateibogen met eenvoudigen sluitsteen, gevelsteen : een stad : IN HET KASTEEL VAN LIMBURG (1786). Afb. 690. 31 — II. Vijf vensters breed, twee ver- diepingen ; koetspoort. In het midden, hierboven gevelsteen : IN DEN KEERSSE Afb. 691. 17 BOEM 52. — 13. Twee maal 5 vensters ; breede Afb. 693. Rechtstraat 89, koetspoort. Afb. 691. breed 8,72 M. 32 — 28. Gesauste baksteengevel met oorspronkelijk vijf kruisvensters en vijf ven- sters met middenstijl. Zie blz. 719, nr. 2. Koetspoort in omlijsting van Naamsche steen met breede voegen en sluitsteen met 1711 , schramppalen (bollen). De door- gang gedekt met troggewelfjes. Afb. 688. Vgl. blz. 719, nr. 2. — 30. Geprofileerde deuromlijsting van Naamsche steen en met eenvoudigen sluitsteen gedekt bovenlicht. Twee vensters met segmentbogen. Twee winkelkasten (XIX a) zijn thans verdwenen. Afb. 688. 33 — 34. Baksteen (gecement) ; 2 maal vier vensters, de lateibogen sluiten aaneen ; geprofileerde waterlijsten om de sluitsteenen gecornischt. Afb. 688. 34 — 54. Gesauste baksteen. Deur oorspronkelijk in de as. Gevelsteen: 17 IN DE REYP GRUDTMOLEN 46. - 64. 17 IN DE SONWIJSER 86. 35 RECHTSTRAAT 32. Van de vijf voortn. kruisvensters waren de drie middelste ge- koppeld. Deuromlijsting in Naamsche steen, op den tusschendorpel: ERECTAM DEVs CONSERVET (1700); pui gewijzigd. — 49. 724 GEMEENTE MAASTRICIIT. — 54-56. Hoekhuis Sme- denstraat. Drie verdiepingen van vier traveeen aan de Rechtstraat. De onderpui geheel van Naamsche steen, de kruiskozijnen bij de restauratie in 1946 —X47 hersteld. Afb. 694. 36 — 74. Gesauste baksteen met twee maal drie gekoppel- de vensters met lateibogen; pui vernieuwd. — 86. Pui ge- wijzigd. — 98. Geblokte pui van Naamsche steen; deuromlijsting met gebeeld- houwden sluitsteen (Regen- ce). — 89 a. Pui nieuw. 37 STEENENWAL 24. Pui gecement; op de eerste verdieping drie hooge smalle vensters met tusschendorpel; op de twee- de verdieping drie smalle rechthoekige vensters. Geheel van Afb. 694. Wijk, Rechtstraat 54-56, breed 15,75 M. HOOGEBRUGSTRAAT 36. Zie nr. Naamsche 46. Afb. 697. steen: 38 RECHTSTRAAT 25. Gesaust; in de dammen gebeeldhouwde bloemhangers met strikje; pui gewijzigd. — 59. Geblokt; 3 maal drie vensters; op de eerste verdieping oorspronkelijk kruiskozijnen, evenals thans nog aan den achtergevel; op de tweede en derde verdieping tweelichtvensters. — 91. Breede, geblokte dammen; lateibogen met sluitsteen. Gevels met de kenmerken omschreven op blz. 661. 39 BRUGSTRAAT 6o. Geschilderd, gevelsteen: hoofd tusschen 17 - 35. 40 HOOGE BRUGSTRAAT 3. Pui nieuw; twee maal twee vensters met segmentbogen ; uitzwenking op de eerste verdieping. Gevelsteen; een groen huffs - 17 IN HET GROEN HVYS 68. 41 — 27. Als baksteen geschilderd; pui gewijzigd; gevelsteen met een gevulde (haver-)zak, waar overheen een chronogram (1734). C VSTODIAT \TR SACCVS AVENACEVS RECENS iEDIFICATVS. VOORSTAD WIJK. 725 42 — 52. Pui van Naamsche Steen. Gevelsteen (t796) met een paard IN HET SWARTE PAARD. 43 RECHTSTRAAT 92. Moderne winkel- pui. Als baksteen geschilderd ; segmentbogen met sluitsteen ; 2 maal twee vensters; uitzwenking op de eerste verdieping. Gevel- steen : IN DEN SPIEGEL ; op de bovenhelft der omlijsting CLEMENTIA : DEI : ATQVE : OPERIBVS : STRVCTA. (1768). 44 CORVERSPLEIN I 2. Pui : tusschen twee Geheel van vensters de deuromlijsting met Naamsche Regenceschelp. Evenals op de Steen eerste verdieping oorspronkelijk kruiskozijnen, op de tweede twee vensters met rniddenstijl. Gevelsteen: 17 IN DE GRUDT- MEULEN 40. Afb. 696. Na beschadiging door bominslag gerestaureerd in 1942/43, waarbij de roede-indeeling der vensters is her- steld en de deur uit de as is verplaatst.Afb. 695. Brugstraat 54-56. Gevels in den Lodewijk XVI-Stijl. 45 BRUGSTRAAT 54— 56. Baksteenen gevel met 2 maal vijf vensters. Pui van Naamsche Steen met rondbogig gesloten vensters, gegroefde pilasters, gebeeldhouwde sluitsteenen. Afb. 695. Afb. 696. COrverplein i 2. 726 GEMEENTE MAASTRICIIT. RECHTSTRAAT 7A. Poort met gebeeld- houwden sluitsteen (179o), vgl. hier- voren nr. 28. Geheel 46 HOOGEBRUGSTRAAT 36. Sierlijke, gave van gevel met 2 maal drie vensters, voorzien Naamsche van gesneden ramen. Geblokte hoek- steen dammen. Middenrisaliet met gebeeld- houwde pilasters; deuromlijsting met gebeeldhouwden bovendorpel, waarop een kop en guirlandes; op de ver- dieping een gebogen fronton met medaillon, op de vlakke pilasters tropheeen. Onder de vensters paneelen, Welke op de eerste verdieping versierd zijn met takken, op de tweede met draperieen. Hoofdgestel met eierlijst; een dakvenster. Afb. 697. — 36 a. Door an naar achtergelegen bakkerij, een verbouwd huffs uit 1736. 47 —44. Geblokte hoekdammen ; gelijk- straats deur en twee vensters met latei- bogen ; op de verdieping het midden- venster met lateiboog, de andere met latei; paneelen onder de vensters en twee geprofileerde waterlijsten; attiek, gebroken kap met pannen en ver- nieuwd dakvenster. 48 — 58. Geblokte dammen op hoeken en aan het middenrisaliet; verschillend versierde sluitsteenen, een kop in dien van den gegroefden bovendorpel van het middenvenster op de eerste ver- dieping. Attiek met rozet in een medaillon. Gebroken kap met ver- nieuwde dekking van pannen ; dak- venster. 49 — 72. Hooge en breede gevel van 2 maal zeven vensters; de middenpartij zonder voorsprong heeft 2 maal drie Afb. 697. Hoogebrugstraat 36, breed 5,85 M. vensters en een halfrond fronton met VOORSTAD WIJK. 7 27 Afb. 698. Hoogebrugstraat 72, breed 17,28 M. 728 GEMEENTE MAASTRICHT mergelvulling; hierin een venster in omlijsting van Naamsche steen, de sluit- steen versierd met een naar links gewenden kop -- de mergelvelden hier- naast met draperieen. Het fronton wordt gedragen door telkens twee consoles met acanthus-motief en maskeron op de geblokte hoekpilasters van de mid- denpartij. De pui is geblokt, heeft zware gebeeldhouwde sluitsteenen en (thans) twee niet in de architectuur sprekende ingangen. Gebroken kap met leien in Rijn- dekking; 2 maal twee dakvensters en een boven het fronton. Afb. 698.Voor de vroegere inrijpoort aan de Grachtstraat zie nr. 51. Voorts behooren nog tot de XVIIIe eeuw de navolgende gevels, Welke ten deele uit verbouwing van oudere panden zijn ontstaan: 50 GRACHTSTRAAT 34. Gelijkstraats oorspronkelijk twee kruisvensters, een deur en een dergelijk venster. Op de verdieping een venster met middenstijl en een uit breede rechte stukken en een, dat half zoo groot is. De deuromlijsting bestaat uit breede rechte stukken en heeft een rechthoekig bovenlicht. In 51 — 38. Inrijpoort met omlijsting in Naamsche steen; gedrukte boog met den tusschendorpel: 17 TNT BLAUW HVYS 67. 1773 in den sluitsteen. Waarschijnlijk oorspronkelijk toegang gevend tot den achterhof van Hoogebrugstraat 72 (vgl. nr. 49), waartoe een klein huffs met gebroken kap mede behoord zal hebben. — 40 en ¢o a. Gesauste baksteen; jaarsteenen i7-52. 52 HOOGEBRUGSTRAAT 8. Gesauste baksteen met twee vensters met lateibogen; op de tweede verdieping omlijsting in cement. Pui gewijzigd. — to. Pui van Naamsche steen; gesauste baksteen; lateibogen. — 12. Een verdieping met drie vensters met segmentbogen. Pui gewijzigd. — 14. Geschilderde baksteen, lateibogen; twee ovale zoldervensters in omlijsting van Naamsche steen. Afb. 690. 53 — 16; -- 16a. Baksteen geschilderd; 2 maal vier vensters; vroeger met leien, thans met pannen gedekt; 2 maal twee dakkapellen. Pui van 16 geheel gemoderniseerd. Afb. 689. 54 — 18. Als baksteen geschilderd, segmentbogen met sluitsteenen, ovale zolder- ramen, zooals bij 14. Pui: deur in geprofileerde omlijsting en met bovenlicht tusschen twee ramen, alle gedekt met lateibogen. Gevelsteen: IN DEN WITTEN ENGEL 1765. Achtergevel met hoofdgestel op consoles. Afb. 689. Vgl. nr. 6. 55 — 20; - 22; - 24. Lateibogen zonder sluitsteen; — 26. Zijgevel aan de Heydenstraat met jaarankers A 1.92. Afb. 689. — 28; — 30 zie blz. 723, nr. 32. - 32. Gesauste baksteen ; 2 maal drie vensters met lateibogen ; pui gemoderniseerd. Afb. 688. — 38; — 42; - 46. 56 — 56. Gelijkstraats: glint van groote blokken, deur, twee vensters met lateibogen. Op de verdieping hoekblokken en twee vensters in omlijsting van het type XVII A ; VOORSTAD WIJK. 729 de tweede verdieping toegevoegd; gevelsteen met gouden schaar op groen : IN DE GOUDE SCHMOUCK SCEER. Vgl. nr. 9. 57 - 58. Vensters met roede-indeeling. Zijgevel aan de Smedenstraat met slotbeslag (+ 1700 en deurkruk (+ 180o). 66. Als baksteen geschilderd; 2 maal twee vensters; pui nieuw. Gevelsteen. Afb. 699. 60 68; - 68a; - 70. Gesaust, 2 maal drie vensters met lateibogen; puien geheel nieuw. Afb. 699. Hoogebrugstraat 66 - 74, de gevelsteen : IN DE GROOTE STADELER (1777) thans in het museum. 58 - 78; - 82 ; - 84. Als baksteen geschilderd, 2 maal twee vensters, waarvan de omlijstingen ongeveer I cm. voorsprong hebben; de puien vernieuwd. - 84. Met gevelsteen IN HET GVLDEN HOEFT. 94. Geschilderd, 2 vensters met lateibogen en oorspronkelijk met kruisen; jaarsteenen 17 - 58. Pui van Naamsche steen. 59 - Pui gewijzigd. - 27. Als baksteen geschilderd. - - PASTOORSTRAAT 2; - 4. Gesauste baksteen; vensters met segmentbogen. 61 RECHTSTRAAT 13; - 14. Pui van Naamsche steen + 18o0. - 16. Als baksteen geschilderd; gevelsteen: boom. - i8. Lateibogen. - 20. Gekoppeld venster op de verdieping, 2 maal een dakkapel. - 23. Vier oorspronkelijke tweelicht- vensters. - 31. Als baksteen geschilderd, gebroken kap. - 33. Met gebroken kap. - 36. 62 - 37, hoek Kattenstraat. Gesauste baksteen; vier vensters, hoekblokken; gevelsteen: kat. De geprofileerde deuromlijsting met ovaal bovenlicht heeft plaats gemaakt (1925) voor een moderne winkelpui. - 38. 63 - 4r ; - 42. Gesauste baksteen, 2 maal vier vensters met driedeelige lateibogen - 44; - 46, lateibogen zonder sluitsteen; - 51. Gesauste baksteen, 3 maal twee vensters met lateibogen. De oorspronkelijke roede-indeeling in October 1942 door eene met glas in lood vervangen. - 53. Als voren, 3 maal drie vensters. - 57. Pui vernieuwd. - 57a. 64 - 63. Als baksteen geschilderde gevel met 2 maal drie vensters in omlijsting van rechte stukken en gedekt met lateibogen met sluitsteen. De geblokte pui van Naamsche steen heeft een geprofileerde en gebeeldhouwde deurom- lijsting met bovenlicht tusschen twee vensters, Welke verbreed zijn. De midden- dorpel van de deuromlijsting heeft in het midden een moorenkop met veeren en terweerszijde een cartouche, waarop links MDCC rechts XLII staat (1742). 65 - 64. Gesauste baksteen, 3 maal twee vensters met lateibogen en roedeindeling op de derde verdieping; pui vernieuwd. - 65; - 67. Pui. - 93. 73o GEMEENTE MAASTRICHT. — 96. Geschilderd, lateien,geve/steen:(afgeknapt): 17 INT LOTTERINGE KRVIS 91. — 98. Vgl. nr. 36. — 104. 66 RUITERSTRAAT 7. Baksteengevel met vensteromlijstingen van Naamsche steen. Gevelsteen: 17 - IN - DE - STADT - RUMUND - 70. Afb. 700. Geheel 67 RECHTSTRAAT 83. Moderne pui, 2 maal drie lateien. — 85. Geblokte middendam; van Naam- 2 maal twee segmentbogen, twee geprofileerde lijsten. sche steen: Afb.700. Ruiterstraat 7. AMBY. Het KASTEEL GUESSELT bestaat uit een door dubbelegrachten omgeven bak- steenen hues met vierkanten toren in front en twee aan de frontzijde later toegevoegde vleugels. Habets, De Leenen van Valkenburg, Public., 1884, blz. 377. L. baron de Crassier, Dictionnaire Literatuur. historique du Limbourg, Public., 193o, e. v. sub voce Amby. De Maasgauw, 1943, blz. 44 e.v. De geschiedenis van dit kasteel is niet geheel opgehelderd. Vol ens het Leenboek (Register Geschiedenis. 1381 Dobbelsteyn) van Valkenburg was het een root leen van Valkenburg, waarmede in 1381 beleend wordt Jan van den Herte : „accepit in feodum terram de Goessel usque ad aquam". 1386 is Herman van Beusdael man . . . . „van den borch to Goesselt mit den Blochhuyse". XV1b wordt hetgoed verheven door leden der geslachten van Blitterswijck gen. Passart en van Palant. X VId behoorde het kasteel en 2/3 van het leen aan Edmond Passart van Blitterswijck •; het andere 1/3 „comprenant la tour et la nouvelle habitation" (de Crassier) aan Andries van Pallant, die in 1596 sterft. In zijn huwelijkscontract is sprake van „le château ou maison forte de Guesselt environn6 de trois fosses d'eau vive" (de Grassier). 1623. In it jaar verkoopt Karel van Palant zijn aandeel aan de Augustijnen te Maastricht, die 1662 het vs:56r 1662 overgedaan hebben aan Willem Schellart, Kanunnik van St. Servaas. 1678 of daaromtrent komt Karel van Brienen, ridder, in 't bezit van Guesselt ; zijn vrouw Margareta de Valzolio heet erfvrouw tot Guesselt (Habets). Sedert dien is het goed aan de van Brienen'sgebleven tot 1816, toen Jkvr. Albertina van Brienen Guesselt ten huwelijk bracht aan Cornelis Cramer, beer van Volenbeek (Putten op de Veluwe), wiens zoon Karel in 1888 overleed ; tien jaar later kwam het goed door koop aan Mr. Peperkamp, wiens weduwe er nog eigenaresse van is. Het kasteel bestaat uit een hoofdgebouw in gesauste baksteen, opgetrokken op Beschrij- een nagenoeg rechthoekig grondplan met een uitgebouwden vierkanten toren ving. in front. Hiernaast zijn twee vleu gels uitgebouwd, die een binnenplein vormen vOOr den toren en aan de brug door een hekwerk van eenvoudige pijlers van Naamsche steen worden verbonden. De middenstijl van het eenvoudige hek eindigt in een lettervlechting van 0 en B. Het hoofdgebouw heeft aan de achterzijde tweemaal zes regelmatig over den gevel verdeelde vensters ; deze behooren in het gelijkvloers tot een hal in het midden en een vertrek ter weerszijde. De vensters zijn waarschijnlijk in de vorige eeuw aangebracht ; Naamsche steen vindt alleen toepassing aan de onderdorpels, die een profiel (XVIII ?) hebben, terwijl de bovendorpel getoogd is. De zijgevels hebben twee maal twee dergelijke vensters. De keldervensters zijn klein en hebben een omlijsting van blokken Naamsche steen. De gevels worden afgesloten door een geprofileerde kroonlijst met consoles (van het type XV1I A ; vgl. hiervoren blz. 629 e.v.) en verhoogde schijfjes er tusschen. Het leiendak is vervangen door een van grijze pannen. De toren, eveneens in baksteen, heeft hoekblokken, een kroonlijst met consoles, een uurwerk en ter hoogte van de eerste verdieping een ovaal venster in een 732 GEMEENTE MAASTRICHT. gebeeldhouwde omlijsting met vruchtenorna- ment en halve naaktfiguurtjes op de hoeken ; aan de bovenzijde heeft een vlakgehouden steen waarschijnlijk dienst gedaan als zonnewijzer; aan de onderzijde een cartouche met RECTE ET FORTITER, waaronder het jaartal ANNO - 1657. De ingang is gevat in een omlijsting van Naamsche steen, kennelijk een wijziging, Welke een eeuw nadien werd aangebracht. De acht- kantige spits is met leien bekleed en eindigt in een ui en peer met windvaantje. De gesmede en waarschijnlijk vernieuwde spit eindigt in een schijf, waarbinnen een kraanvogel en het jaartal I 8(?)87. De baksteenen b r u g heeft een boog; een ijzeren plaat boven een anker in het midden van den boog aan de zuidzijde geeft het jaartal 183(1). Naast den boog is aan deze zijde een w a p e n s teen (XVIId/XVIIIa) ingemetseld, die misschien de vererving van Guesselt kan verklaren. De steen is 0.6I hoog en 0.59 M. breed ; hij is van mergel en vertoont een met een leeuw beladen ruitschild, dat gedekt wordt door een kroon met parels. Terzijde zijn kwartierwapens aan een strik opgehangen. Aan de eene zijde een leeuw (Schellart of Vazolio) — de naam op het lint is onleesbaar —; daaronder een schild met Brie (2 en I) rechtshellende klophamers ; het lint vermeldt den naam (M)ALLY. Op de andere zijde een schild, beladen met een merlet ; de naam luidt (LE)MAIRE ; hieronder een schild met een verkort leliekruis en den naam DANNOY. Aan den ingang tot den voorburcht is een gesmeed ijzeren h e k geplaatst, dat in den top met een vaantje met leeuw prijkt, afkomstig van Afb.701. Kasteel Guesselt.het landgoed Volenbeek bij Putten (Veluwe), waarvan het huffs volgens v. d. Aa, Aardrijks- kundig Woordenboek, in 1874 is gesloopt. Mb. 701. Caberg, zie order 0 u d-V r o e n h o v e n, blz. 753. HEUGEM. Sedert 1 Januari 1920 maakt Heugem deel uit van de gemeente Maastricht. Voordien hi n' behoorde het tot de gemeente Gronsveld en in vroeger eeuwen tot de heerlijkheid Gronsveld. I In het jaar ri55 wordt een leenhof to Heugem „la cour della Warde" als Luiksch vermeld , I214 in 1214 geeft Hugo van Pierrepont, bisschop van Luik, Simpelpeld , Eysden en _Heughem in leen aan Walram, zoon van den Hertog van Limburg (de Crassier, Dictionnaire historique du Limbourg s. V. Gronsveld enz.)., 1157 De kerk van Heugem wordt reeds vermeld in een stuk, waarin Paus Adrianus 1V de bezittingen van het kapittel van 0. L. Vrouw bevestigt : „Ecclesiam de Hogehem cum 1266 decima ipsius uille" (FRANQUINET, Invent, blz. 1o) en in 1266 wordt de kapel van Cadier afgescheiden van de kerk van Heugem Ho hem Ten slotte zij nog vermeld, dat in de XIVe eeuw een geslacht van Heugem (de Ho hen bloeide, dat er een kasteel bezat. De R.K. KERK van den H. MICHAEL is een eenvoudig modern baksteenen gebouw met een vierkanten toren (XVI(I); de toren heeft omlijstingen in Naamsche steep en op die van den ingang een tijdvers op den bovendorpel : o AEDES RLTRSUS EXURGENS/TE TUUS PATRONUS MICHAEL ARCHANGELUS SERVET. (185 1). De kerk bezit Een geschilderde eikenhouten Comm u ni eb an k met de borstbeelden van Christus, Meubilair. ter weerszijde van Wien telkens vijf borstbeelden van Apostelen ; elk borstbeeld in een gedrukte spitsboognis. Voorts twee afzonderlijke paneelen van dezelfde herkomst. toegepast aan een moderne balustrade. Elk paneel is hoog 0,43 M. en elke pis breed 0.43 M. Vermoedelijk afkomstig van een Apostelbalk. + 1500, Afb. 702-707. Eenvoudige koperen d o o p v o n t (XIX A). Afb.702 en 703. St. Michaelskerk. Paneelen met voorstellingen van apostelen. 734 GEMEENTE MAASTRICIIT. Afb.704-707. St. Michaelskerk. Details van de Communiebank HEUGEM. 735 Twee eiken b a n k e n, met gedraaide pooten, waarschijnlijk XVIIIa. Houten C h r i s t u s, corpus van een triomfkruis ; het kruis is vernieuwd. De Christus is meer dan levensgroot, heeft het met doornen gekroonde hoofd voorover gebogen en de voeten gekruist, XVI A. Houten statiekrui s, met passiewerktuigen, (ten deele vernieuwd), de uiteinden der armen versierd met een schelpmotief, XVIIId. Een gast m a al van Herode s, op doek, binnen de lijst 1.14 hoog, 1.90 M. Schil- breed, XVIIIa. derijen. Een bekeering van Sa ulu s, alsvoren hoog 1.20, breed 1.67 M. (naar Rubens) X Villa. Een H. Hieronymus, ten voeten uit, schrijvend in een bergachtig landschap (+ 1700). In slechten staat ; in den toren. De H. Andreas en de H. Catharina van Alexandria, op doek, hoog 1.38, breed 0.97 M. + 1700. Christ us a a n het kruis tusschen Maria, Joannes den aartsengel Michael, die een dier-mensch met een kruislans doorsteekt en den linkervoet op den kop zet, en de H. Barbara, met kroon en palm ; achter haar een toren. Op paneel, naar onderen vergroot ; Hollandsche school, richting Pynas. Portret van een geestelijke in lang rochet zonder leant en met zwarten kapmantel, waarop een rood patriarchaal kruis, op doek, hoog 1.62, breed 0.1285 M. XVIII A? Gedreven en gegraveerde stralen-m on s t r a n s, gedeeltelijk verguld. De voet, steel, Zilverwerk. nodus met acht gedreven engelkopjes en draagvlak ziin laat-gotisch en oorspronkelijk bestemd voor een cylindermonstrans. Op het draagvlak. twee zilveren beeldjes, rechts 0. L. Vrouw, links St. Lambertus, met het voetstuk hoog 0.058 M. Het bovenstuk later, vermoedelijk XVIId. Zonnemonstrans met ornament van korenaren, druivenranken en acanthus- bladeren ; gedekt door een kroon met haarband van acanthusbladeren. Hoog 0.575 M. Lodewijk XIV. Gedreven verguld zilveren k elk met jaartal onder den voet, 168(7) ; drie cartouches op den voet, waarvan een met een gedreven voorstelling van den verrezen Christus met kruis ; de nodus met drie cherubijnenkopjes; de cuppa met gedreven korenschoven en wingerdranken. Hoog 0.272 M. ; geen merken. Lodewijk XIV. Gedreven zilveren reliekhouder (H. Barbara). Op het voetje, dat jonger is, staat : SOUVENIR DE CET I.F. Merken : Maastricht en ..... Lodewijk XV. Vier paar gegoten koperen k a n d e 1 a a r s op drievoet met engelenkop en klauw- Koperwerk. pooten ; hoog 0.37 M. XVII B. Een paar dergelijke, hoog o.38 M. Twee gegoten altaarluchters, XVIII. Vier paar geslagen altaarkandelaars, XIX A. 736 GEMEENTE MAASTRICIIT. K1 o k. In den toren hangt een klok van 0.64 M. middellijn en met een ran cischrift van uit de hand gevormde unciaal letters : 0 REX GLORIE VENI : CUM PACE : AM : 0: De zesarmige kroon is geribd ; de klok is beschadigd en de klepel verhangen. + Verwante opschriften op een klok te 1...cht en • te Wessem vgl. J. Mialaret, Klokopschriften in de Provincie Limburg. — Public. 1924. Afb.708. De Hoogenweert naar een teekening uit 1782. Orgel, tribune, preekstoel, XIX A. Op het kerkhof worden eenige grafkruisen van Naamsche steen bewaard, waarvan de beste zijn van IAN POTMANS VISSCHER VAN HEUGEN 1640 DEN 14 7 BRIS EN CATHARINA NOTTER SYN HUYSVROWE. HENRICK BVNNE 1644 DEN 29 APRIL. IAN PLONTERT, JONCKMAN SONE VAN LAMBERT. PLONTER 16(5)3 DEN II APRIL. FRANS BECKERS 6 JANUARI 1691. IEN KVYTEN, DOCHTER VAN SYMON KVYTEN t 19 FEBRUARI 1705. ANDREAS ROBORCH PASTOOR VAN HEUGEM SEDERT 15 MAART I 8o6, OVERLEDEN 14 NOVEMBER 1840, IN DEN OUDERDOM VAN 73 IAREN. HEUGEM. 737 Grafzerk, Lang 1.68, breed 0.92 M., van Petrus Theodorus LAMAVE, wethouder der gemeente Gronsveld, geboren te Hermalle onder Argenteau, den 29 Maart 1788, overleden te Heugem den (2) Juny 1855. Boven de deur van de eenvoudige Past orie bevindt zich een wapensteen met het jaartal 1661 en een door lauriertakken omgeven wapenschild. Het schild is gedeeld: A een molenijzer vergezeld van drie jachthoorns (2 en I), B drie kepers en in den schildvoet een klaverblad. Af b.709. Dorpsstraat. PARTICULIERE GEBOUWEN. Geschiedenis. De Houwert, de Hoogenweert, landhuis op den rechter Maasoever. Van de Houwert is bekend, dat de familie Vaes er in de XVIIIe eeuw eigenaar van was. In de XIXeging het goed over in de families Coenegracht, Straetmans, Tielens en in het begin dezer eeuw aan den Heer Pierre Regout L. baron de Crassier, Dictionnaire historique du Limbourg). Het landhuis de Hoogenweert is opgetrokken op een rechthoekig grondplan ; het heeft een vierkant torentje en een topgevel. De Bevels zijn gepleisterd en het XVIIe eeuwsch karakter spreekt uit den topgevel, het torentje en de kroonlijst op consoles. Verder is het in de vorige eeuw sterk gewijzigd. Afb. 708. 738 GEMEENTE MAASTRICHT. De woonhuizen van Heugem hebben gesauste baksteengevels, waarbij bier en daar speklagen zichtbaar zijn, eenvoudige topgevels, bier en daar vensteromlijstingen in Naamsche Steen met getoogde lateien. De dakbedekking bestaat uit pannen. De meeste huizen ondergingen in de vorige eeuw — misschien tengevolge van waterschade, zooals in 1926 — herstellingen, Welke aan deze woningen iets gelijk- vormigs gaven, zoodat er geen een bijzondere vermelding behoeven. Afb. 709. Afb. 71o. De Hoogenweert van den Lichtenberg af. LIMMEL. De geschiedenis van Limmel viel tot aan het tijdstip der inlijving bij Maastricht Geschie- (i Januari 1920) samen met die van Meerssen.denis. De R. K. KERK van den H. JOHANNES DEN DOOPER is gebouwd in 1863 en vergroot in 1913. Zij bezit: Een d o o p v o n t van Naamsche steen ; de gebeeldhouwde kuip heeft vier koppen (bijgewerkt) en vrij vlakke reliefs, voorstellende een liggende draak, twee verbonden palmetten, een uil en aan de muurzijde vermoedelijk weer een draak. De kuip wordt gedragen door een dikke, korte zuil en vier hoekzuiltjes, (geheel of) ten deele vernieuwd. XI A. Afb. 711. Op het moderne koperen deksel komen vier medaillons voor, elk het symbool van een der Evangelisten weergevend • ; deze heeten van het oorspronkelijk deksel afkomstig to zijn, maar zijn er waarschijnlijk namaaksels van. Een credenstafel, XVIIId. Een eenvoudige eiken pree k- stoe 1; de zeskante kuip heeft aan de onderzijde een uitge- stoken opschrift: P : B : MAE I/A° 1657. Twee gebeeldhouwde g r a f- zerken; de eene in het portaal, vertoont een gevierendeeld wa- pen: I, drie leeuwen (2 en 1); II, drie vijfbladige bloemen (2 en I); III, drie hamers (2 en 1); IV, een eikentak met drie eikels en drie bladeren. De helm is gedekt met een uitkomende leeuw. In een cartouche staat: HIER RNIST INDi. HERE DEN EERSAENIEN/ NVILLEM DOLMANS DIE STARF/ DEN 3i AuGuSTI A° 1661 ENDE/ ANNA SAVVEUR SYNE IIN'YS- VROV/STERFT DEN A' Lager staat TROEST DE ZIELE. Hoog 2.27, breed 1.23 M. Af b.711. Doopvont. 740 GEMEENTE MAASTRICHT. De andere zerk (XVII A) is bedekt door een biechtstoel; de lengte bedraagt 1.98 M. In de pastorie worden bewaard: Twaalf gegoten koperen altaar-k a n d e 1 a a r s, met getorste schacht, acanthusblad- ornament en driehoekigen voet met cherubkopje en klauwpootjes; zes zijn hoog 0.28, twee 0.405, twee 0.495 en twee 0.55 M. XVII B. Twee paar gegoten koperen kandelaars met balusterschacht; het eene hoog 0.145 M., het andere 0.46 M. XVIII. Twee geel koperen kandelaars, waarvan de schacht onderbroken wordt door een achtkant met laurierbladeren; de ronde voet staat op een vierkant basement; hoog 0.565 M. XIX A. Het KASTEEL VAN LIMMEL, tegenwoordig genoemd BETHLEHEM, bevat gedeelten van een XVIe eeuwsch kasteel. Geschiedenis. XIII AIn de tweede helft der dertiende eeuw wordt reeds gewag gemaakt van dit slot. Jan van Heelu vertelt immers in zijn „Slag van Woeringen", dat hertog Jan van Brabant de vijandelijkheden, die aan den slag voorafgingen, inzette met het beleg en de verovering van het kasteel van Limmel. vs. 1641. „Die ierste viande, die hi vant, / over Mase, dat was int lant / van Valkenborch, want daer stont binnen / Enen torre, dien dede hi winnen : / . .. . ende . . . . af breken. / Dit casteel wert, met crachte, / door broec ende door diepe grachte, / aen stormet .... Dese casteel hiet Limale." 1318 Aanvankelijk was het goed een leen van Valkenburg, maar in 1318 wordt Eustachius de Limmale wegens zijn „huis of toren" te Limmel bij Maastricht door hertog Jan III van Brabant beleend. Af b. 712. Kasteel Bethlehem uit het N. LIMMEL. 741 1331' Reeds in 1331 heeft de Duitsche Orde bezittingen onder Limmel; deze bezittingen breiden VI A zich uit en in de eerste jaren der XVIe eeuw dragen leden van het geslacht 't Zieveel hun bezittingen, waaronder het kasteel, aan de orde op. Het moet in goeden staat verkeerd hebben, want de Commandeur van den Biesen bewoonde het toen af en toe. Kort hierop zakte het goed of tot den rang van boeren-hof. 1651 In 1651 komt het leen oude de benaming van Bethlehem voor, welke naam het sedert behouden heeft. 1797 De bezitting werd door de Franschen in 1797 als domeingoed verkocht en kwam achter- eenvolgens aan verschillende eigenaars, waarvan Louis Beguin of Beghin het woonhuis 806/7 bouwde(1806-1807). Twee jaar later werd het goed weer verkocht en kwam in 1816 aan den Heer Bettonville uit Verviers, win nakomelingen het in 1878 verkochten aan den Heer Gustave Stevens; zijn dochter, Mevrouw Gustave Regout-Stevens bezit het tegenwoordig. Gewasschenpenteekening o.142 X o. I 83 M. van Josua de Grave, de bouwvallen van het kasteel in A f beel- 1671 voorstellend, in de Topografische Atlas van het oudheidkundig genootschap (T. 96) to dingen. Maastricht ; een tweede van Josua de Grave in het Museum Bo mans to Rotterdam. Af b. 715. Het Kasteel Bethlehem bestaat uit een groot woonhuis op den zuid-oostelijken Beschrij- hoek van een grooten recht- ving. hoek; een Zuidvleugel wordt gevormd door stalgebouwen. Noordelijk van het woonhuis bevindt zich een gedeelte van den Oostvleugel van het oude kasteel; het woonhuis is in het verlengde van dezen vleugel opgetrokken. Op den Noord- hoek van den vleugel is een zware ronde toren uitgebouwd. Deze toren is met den Westvleugel verbonden door den Noor d- vleugel. De Westvleugel is voor de ,noordelijke helft oud en heeft een over een bak- steenen brug van twee bogen toegankelijke inrijpoort. Afb. 712 en 713. Het woonhuis (1806-1807) van gesauste baksteen bestaat uit een gebouw op rechthoekig grondplan met twee verdie- pingen, waarin telkens vier ven- sters, een risaliet en twee ven- sters in front en drie vensters in den smallen gevel. Het huffs is Afb.713. Kasteel Bethlehem. Binnenplaats. 742 GEMEENTE MAASTRICIIT. gedekt door een gebroken kap met leien, waarin dakkapellen. Een hooge, achtkante trap- toren is aan de achterzijde uitgebouwd en gedekt door een leien spits met dakkapellen. Van het oud kasteel (XVI—XVII) heeft de voorgevel van den sterk gewijzigden 0 o s t vl e u gel op de verdiepingen twee maal vier rondboogvensters in omlijsting van blokken Naamsche steen ; op een enkel venster na zijn ze blind ; naast deze de overblijfselen van twee maal drie smallere vensters met tusschendorpel en acco- ladeboog ; onder de geprofileerde lijst wordt het muurvlak van het gelijkvloers doorbroken door ovale lichtopeningen in omlijsting van blokken en door twee poorten (garage). Aan de hofzijde heeft de gevel vier smalle vensters met tusschendorpel en bijna vierkante vensteropeningen van jonger datum. Deze vleugel is gesaust. De uitgebouwde ronde toren van mergel heeft (vernieuwde) kruisvensters, vensters met tusschendorpel en kleinere vensters. De romp wordt afgesloten door een geprofileerde lijst, bestaande uit een vlak, een bolstaaf, een keel (kwart-cirkel), een vlak en wederom een keel. De smalle vensters met tusschen- dorpel hebben een accolade- boog en geprofileerde waterlijst aan den bovendorpel, terwijl bij de kruisvensters de bovendorpel driehoekig is (met even oploo- pende schuine zijden) onder een gedrukten boog. Het betrekkelijk lage, met leien bekleed dak, heeft een dakkapel en een eenvoudig windvaantje. De toren, welks muren een dikte hebben van 2.20 M., heeft een koepelgewelf en in het gelijk- vloers den aanzet van een ge- welf op ongeveer 0.40 M. boven den grond. Op de verdieping een van elders afkomstige schouw (-I- i600) met, als her- innering aan het bezit van de Balie-Biesen, het wapen van Wassenaer met een tijdvers: HIC • ME • DECORAVIT Om). Afb.714. Schouw in het kasteel Betlehem.Afb. 714. LIMMEL. 74 De Noordvleugel in mergel, heeft aan de buitenzijde een breede gracht; hij is besloten door den ronden toren aan de eene zijde, door een topgevel met twee kleine vensters, en twee krulankers aan de andere zijde. In den langen gevel is een smal venster met tusschendorpel en accoladeboog over ; verder drie kleine rechthoekige en twee tusschendorpel-vensters (+ I700). Onder het dak bevindt zich een zware ge- profileerde lijst bestaande uit een blok, waaruit een bolstaaf is uitgespaard. Aan de hofzijde bevinden zich twee vensters met tusschendorpel in het gelijkvloers, drie gedeeltelijk gedichte op de verdieping. In den hoek, naast den ronden toren een eenvoudig, uitgebouwd, trappenhuis (XVI A) en een rondboogpoortje. De Westvleu gel is het meest gewijzigd ; rechts van de poort bevinden zich hoekblokken in mergel ; ze reiken tot de geboorte van den boog ; voorts een, gedicht venster met tusschendorpel, en een later aangebracht rond venster. In den hoek tusschen den topgevel aan dezen vleugel en lien van den Noordvleugel stond vroeger blijkens afb. 715 een toren. Het KASTEEL JERUZALEM. Het huidig kasteeltje heeft een ander, de DRIES(CH)HOF vervangen , dit was een leen van Geschie- 1515 de proostdij van Meer en In 1515 bouwde Pieter van den Driesch, gend. Proenen, het denis. huidig kasteeltje en zijn zoon Andries, Kanunnik en Rijproost van het kapittel van 0. L. Vrouw herdoopte de vaderlijke bezitting ter herinnering aan een reis naar 't Heilig Land. De 7. -...""1747.• 3 4. 1,:nt, C Ctct Afb.715. Het Kasteel Bethlehem naar een teekening van Josua de Grave. 167o. 744 GEMEENTE MAASTRICHT. 1588 kanunnik vermaakt Jeruzalem aan zijn nicht Agnes de Vaulx ; van haar komt in 1588 de I bezitting onverdeeld aan haar erfgenamen en de Paters Jezdieten te Maastricht, die in 1596 1640 alleen-eigenaars worden en het goed in 1640 aan Willem Dolmans verkoopen. Zijn af- I 77o stammelingen verkoopen het in 177o aan den postmeester van der Vrecken, die het drie j aar later weder verkoopt aan An rd Kerens, lid van het hof van Mechelen. Zij n dochte 1803 Maria Ida bracht door haar huwelijk in 1803 de bezitting aan Johannes Fredericus baron de Crassier, aan wiens nazaat het (sedert het opstellen dezer beschrijving verlaten) kasteel behoort. Beschrij- Het kasteel bestond uit drie vleugels om een rechthoekige binnenplaats van ving. omtrent 6.5 bij 9 M. ; hieraan lag een achtkantige traptoren met leien spits. Bij een moderniseering in XIXa is de op het Zuid-Oosten gelegen achtergevel tot voorgevel gemaakt; deze heeft thans een deur 1) met stoep en drie ramen te weerszijde ervan ; op de verdieping zijn twee ramen blind. De gevel is gesaust, maar de oude speklagen zijn hier nog waarneembaar. In het midden van den gevel is op de gootlijst een segmentvormig gebogen fronton met rond zolderlicht aangebracht. Het dak heeft een met leien bedekte gebroken kap met twee dak- kapellen. De vroegere binnenplaats is tot gang en neven-kamers gemaakt ; dit middengedeelte zonder verdieping aan den tegenwoordigen achtergevel is gedekt door een ge- broken kap met leien ; hierin zijn twee dakkapellen. De topgevels der voormalige vleugels zijn behouden en bevatten smalle vensters met tusschendorpel, mergelbanden en hoekblokken ; de noordelijke topgevel heeft twee kleine rechthoekige vensters, waarvan het eene een geprofileerde omlijsting heeft met een Jeruzalem-kruis er boven. Voorts heeft de noordelijke vleugel — in het gelijkvloers op het Noord- Westen en Noord-Oosten — getoogde lateien met eenvoudige sluitsteenen. De gevel, die op het Zuid-Westen uitziet, heeft drie vensters met tusschendorpel en met accolade- boog ; twee ervan hebben een onderdorpel met geprofileerde waterlijst ; ze zijn welis- waar gedicht, maar door beschildering is de oude toestand weergegeven. De achtkante toren van baksteen met toepassing van mergel aan hoekblokken en vensteromlijstingen, heeft een geprofileerde daklijst, een met leien bekleed spitsje met dakkapel op de noordzijde en een windvaantje met het Jeruzalem-kruis. De toren heeft een houten spiltrap. Afb. 716. In het sedert 1936 verlaten kasteel Jeruzalem werden bewaard : Een , borstbeeld in terra cotta van Guillaume Pascal des H. R. Rijksvrijheer de Crassier (i 662-1750, raad in de Rekenkamer van den Prinsbisschop van Luik, naar links kijkend , van binnengemerkt met een S. XVIIIa. Van de schilderijen zijn te noemen o. a. de volgende portretten: Kniestuk van Josephus de Bergaigne (1588 — -1- 1648), zevende bisschop van 's Hertogenbosch, sedert 1647 aartsbisschop van Kamerrijk, gevolmachtigde ter vredesonderhandeling te Munster. Hij is als minderbroeder voorgesteld, na zijn benoeming te Kamerrijk, daar het wapenschild een schildhoofd heeft met het wapen van , Kamerrijk. Op doek midden XVII. 1) De oorspronkelijke gothische deur vermeldde het jaartal 1515. LIMMEL. 74 Portret van Kolonel d'Ilayos, in dienst der H. M. Staten • ; borstbeeld in wapenrusting. Het portret zijner vrouw, geboren van Brienen; eveneens borstbeeld, beiden XVIId. Het portret van haar varier kolonel van Brienen, borstbeeld in wapenrusting •; midden-XVII. Portret van een jonge vrouw uit het geslacht Groteclaes, op paneel ; XVIlb ? Meisjesportret van een lid van het geslacht van den Biessen, als herderin ; rechts order A° 1684 AT. 12 AN—. In plaats van 1684 stond er aanvankelijk 1683 • de repentir is goed te zien. Portret van een lid van het geslacht de Rosen; kniestuk ; rechts boven 'Eta-. 38 ; dat zijner A° 1686 vrouw (geb. Fosse/ oul) met IETATIS SU/E 46 ; beide op dock. ANNO 1686 Portretten (XVIId—XVIII A) van leden van hetgeslacht de Bounam o. a. van den Deken van St. Servaas, kniestuk met de St. Servaaskerk met een loggia uit het Zuid-Oosten op den achtergrond ; op dock. Portret van Helena (Maria Clara) de Fosseroul, Priores der Witte Vrouwen to Maastricht, borstbeeld, op dock (1739'. Portretten van leden van hetgeslacht Berens, o. a. van Henricus Joannes Kerens, bisschop van R.oermond(1770-1775) en van Jhr. Pierre Andre Servais Kerens, staatsraad i. b. d. plaatsvervangend gouverneur in Limburg (1831-1840). Voorts een gesneden eikenhouten b e d •; aan het hoofdeinde het wapen de Crassier in een . medaillon dat door vijf putti wordt gehouden. Bloemornament (papavers) en langs de lange zijde een fries met engelkopjes. Lang 1.84, breed 1.105 M. XVIIIa. De m a t r ij s van het in afbeelding 5 weergegeven stadszegel, XlVc. Ten slotte een uitgebreide verzameling prenten en boekerij op het gebied van Limburgsche topografie en geschiedenis. Af b.716. Kasteel Jeruzalem. OUD-VROENHOVEN. Wapen. an de voormalige gemeente Oud-Vroenhoven, werd bij K. B. in 1866 het volgend wapen verleend: Doorsneden, boven : in rood een halve naar links gewende leeuw van zilver. Waarschijnlijk heeft men (vlgs. Eversen & Mullen den leeuw van het voormalig graafschap Vroenhoven half genomen om aan te duiden, dat de gemeente maar een gedeelte van het gelijknamig graaf- schap bevat. Tot de voormalige gemeente behoorden het dorp Ware, of Wola'er, Caberg, de buurtschappen Bieslana', Nekum en het kasteel van Neder-Canne, een gedeelte van Smeermaas. Geschiedenis. In de oudste tijden moet dit gebied al bewoond zijn geweest. Onder Caberg werden immers overblijfselen uit prehistorischen tijd gevonden •; Wilre lag aan den Romeinschen verkeersweg van Bavay over Tongeren naar Maastricht, en Habets vond in den zomer van 1879 de grondslagen van een kleine villa op ongeveer 200 M. westwaarts van de Apostelhoeve (blz. 75o ; zie Public. 1895). Franquinet maakt in zijn aanteekening over het kasteel Agimont en Neder-Canne melding van een overlevering, volgens welke de Romeinen er de mergelgroeven reeds ontgonnen en ter plaatse van het kasteel een versterking zouden hebben opgericht ter bescherming dier ontginning. Vol ens een andere door hem meegedeelde overlevering zou datzelfde goed tot de bezittingen van den H. Lambertus behoord hebben. In 965 schenkt bisschop Everard de „villam Cannes (Op of Neer-Cannes ?) cum ecclesia" aan de door hem gestichte collegiale kerk van St. Maarten te Luik. In de XIIle eeuw behoort het graafschap Vroenhoven, waarvan een root gedeelte binnen de muren van Maastricht is gekomen, aan de I I ertogen van Brabant , later aan de H. M. Staten. Voor- en vroeghistorische oudheden. Onder de vondsten uit voorhistorische tijden is te rekenen de Mosasaurus, welke in den zomer van 1884 in den berg van Canne werd gevonden en door het Museum te Brussel werd aangekocht (Maasg. 1884, biz. 990). Het KASTEEL AGIMONT, ook genoemd KASTEEL VAN (Neder)CANNE. Literatuur. HALM Too Tooneel der Vereenigde Nederl., met gravures (1725) G. D. FRANQUINET Recherches historiques sur les seigneuries d' Agimont et de Nedercanne, Liege 1852. L. BARON DEC RASSIER Dictionnaire historique du Limbourg hollandais (Public. 1933 e. v.). E. POSWICK Notice historique sur la seigneurie Nedercanne (Public. 1877, blz. 243) Geschie- 1465 werd het kasteel verbrand. denis. 1632 werd het kasteel bezet door zoo man van het regiment van Hendrik Casimir van Nassau; een Spaansche aanval in den nacht van 21/22 Juni werd afgeslagen. 1469 Tegen den bisschop Ferdinand van Beieren opstandige Luikenaren lichtten er Philippe de OUP-VROENHOV EN. 747 Wansoulle, heer van Agimont, en burgemeester van Luik van zijn bed en wierpen hem in de gevangenis to Luik, na in het kasteel to hebben geroofd. 1697 den ',ten Mei heeft Guillaume Philip de Wansoulle, „son chasteau, Bascourt et jardins, no Aigimont, avec la haulte, Basse et mixte jurisdiction ..... au profit de Messire Daniel Wolff de Doff" verkocht. (Notaris Roumans, Rijksarchief, Maastricht). Deze was o. a. generaal der cavalerie in Statendienst, gouverneur van Maastricht in 1713 ; het waarschijnlijk vervallen kasteel heeft hi' doen vervangen door het huidig gebouw (1698). 171 7 Den 28en Juli werd Czaar Peter door den generaal de Dopff op zijn kasteel ontvangen. 1761 Johann Hieronymus van Dopff verkoopt het goed aan Marie Agnes barones douairiêre de Cler, geboren de Coenen, waarna het door vererving kwam aan de geslachten de Thier de Nedercanne, de Clerx de Ii-aroux en Poswick. Het kasteel (pl. XXX—XXXI en afb. 717/8/9) ligt op een door muren van mergel ge- Beschrij- vormd terras, tegen de westelijke helling van het Jekerdal. Het is toegankelijk van het ving. Zuiden uit langs em op Belgisch gebied gelegen hoeve over een langs den bergwand aangelegden weg, welke leidt tot de met een poort afgesloten „Bascourt". Van het Noorden uit voert een laan langs de mergelgroeven rechtstreeks naar de voorpoort in den hoogen ringmuur van mergel. Deze eenvoudige houten poort met klopper heeft een omlijsting met gebeeldhouwden sluitsteen, waarop het wapen de Dopff: een dwarsbalk, en de linkerhelft van een achtpuntigen ster over alles heen ; helmteeken, de halve ster tusschen een vlucht. Onder het wapen het jaartal 1698. Van deze poort voert een doorrit naar de zuidwaarts gelegen Bascourt ; beide zijn gescheiden door een eenvoudig ijzeren hek met pijlers in baksteen. Het kasteel, dat is opgetrokken van mergel, behalve de schoorsteenen, die van baksteen zijn, ligt aan de Oostzijde van den doorrit ; het heeft aan deze zijde een gelijkstraats en een verdieping, maar aan de Oostzijde een verhoogd gelijk- vloers ; de voorgevel ligt op het Oosten en bestaat uit een 20 M. breed front met twee vleugels van ± 7.7o M. breedte, en met bijna 3 M. voorsprong. Het front wordt onderbroken door een risaliet met nauwelijks opvallenden voorsprong ; dit risaliet wordt bekroond door een 3-hoekig fronton, dat versierd is met een ornament van ranken om een rond middenvenster. In de as van het risaliet bevindt zich een breede, met Naamsche steen omlijste deuropening, die over een bordes met flauw hellende trappen in verbinding staat met den tuin. Op de verdieping wordt de omlijsting van Naamsche stem voortgezet om een smallere deuropening, die toegang geeft tot een balcon, dat gedragen wordt door vier gesmeed-ijzeren gekrulde staven. De omlijstingen in Naamsche steen bestaan uit regelmatige blokken met terugliggende voegen ; in de bovendorpels loopen deze voegen schuin. Het balcon heeft een gesmeed-ijzeren hek, het bordes heeft er een aan de voorzijde. In de v 1 e u gels bevinden zich in de as telkens twee vensters boven elkaar, in een omlijsting, welke beide omvat ; deze omlijsting beantwoordt aan de gegeven typeering bij de beschrijving van het risaliet. De Noordgevel heeft twee maal drie vensters ; de Zuidgevel een enkel gekoppeld venster en een reeks ronde (gedichte) openingen onder de dakgoot. 748 GEMEENTE MAASTRICHT. OUD-VROENHOVEN. 749 In den voorspringenden wand hebben de vleugels telkens twee smalle vensters in een omlijsting van regelmatige langwerpige blokken, welke in het midden der lange zijden onderbroken worden door een breeder blok. Eenzelfde omlijsting omgeeft de vensterparen in het gedeelte tusschen risaliet en vleugel. Een geprofileerde kroonlijst met goot sluit het muurwerk af, waarboven het leiendak zich verheft. In het onderste gedeelte maakt dit een knik en dat der vleugels wordt aan de Oostzijde onderbroken door telkens een dakkapel met uitstekend dak op half cirkelvormig grondplan. De schoorsteenen zijn van baksteen en loopen aan den bovenkant jets breeder uit. De Westgevel is heel eenvoudig gehouden ; de vleugels hebben er geen voorsprong, maar zijn to herkennen, doordat het tusschengelegen muurwerk wat lager is ge- houden. Dit gedeelte bevat in het midden een eenvoudigen ingang, gedekt met een gebogen fronton met het wapen de Dopff en palmtakken. Verder zijn er kleinere vensters, die uitkomen op de gang, die langs de westzijde van het huis loopt. In het trappenhuis is een breede trap met eenvoudige vierkante balusters en een Inwendig. gestuct plafond met krijgssymbolen ; verder zijn er eenige gips versieringen (+ i800) aan schoorsteenmantels. Het terras wordt aan de Oostzijde van het huis afgesloten door een steenen Tuin. borstwering (van mergel), waarop eenige gebeeldhouwde vazen staan. Deze borst- wering wordt in de as van het huis onderbroken door een gesmeed-ijzeren hek, en aan de uiteinden van den tuin door een achtkanten toren, waarvan de noordelijke tot tuinhuis dient. Tusschen deze achtkante torens en het hek in het midden voor het huis bevindt zich telkens een halfrond uitgebouwd torentje, dat op het terras met een platform eindigt. Ten Zuiden van het Kasteel ligt de „Bassecour", welke aan de Westzijde afgesloten Neerhof. wordt door den steilen bergwand, aan de Oostzijde door den voortgezetten muur met borstwering van het tuinterras en langs de Zuidzijde door d i e n s t g e b o u w e n. De toegang uit het Zuiden wordt beheerscht door een poortgebouw en een uitspringenden vierkanten hoektoren op den zuidoostelijken hoek. Deze hoe k- t or en rijst steil op uit het oploopend terrein, op een voet van mergel; de bovenbouw is gedeeltelijk van baksteen; een sierlijke, ingesnoerde en met leien bekleede spits dekt den toren, XVII A. Aan dezen toren grenst de neerhuizing, waarvan de lange lage Bevel aan den binnenhof onderbroken wordt door een klein rechthoekig venster, door een met een gedrukten boog gedekten doorgang, een tweelichtvenster, twee rechthoekige vensters, een deur, een tweelichtvenster en een deur. De omlijsting van vensters en deuren bestaat uit beurtelings kleine en groote blokken Naamsche Steen. jaarankers vermelden A. 0 161 1 . Het overstekend leiendak, wordt door twee hooge zolderkapellen onderbroken. Afb. 7 I 8. In dezen vleugel bevindt zich een (thans onderverdeelde en gewijzigde) ruimte Inwendig. van ± 4 M. breedte, welke door twee vrije zuiltjes (afstand 2.05 M.) van mergel (doorsnede 0.79 M.) in yes kruisgewelven op zware vierkante ribben werd verdeeld. 750 GEMEENTE MAASTRICHT. De ribben komen niet op con- soles langs de wanden neer, maar door uitsparing is voldoen- de ruimte verkregen voor het samenkomen van den gordel- boog en de diagonaalribben. Poort- - De benedenhelft van den toren toren. is opgetrokken in mergel ; de verdieping boven den poortin- gang in baksteen met toepas- sing van mergel aan hoekblok- ken, de omlijsting van een tweelichtvenster, een kleine ron- de opening ter weerszijde van dit venster en een hoofdgestel met consoles. Een laag, even ingesnoerd, leiendak met ge- schonden windvaan dekt den toren; een dakkapel bevindt zich aan de hofzijde. Het smal gedeelte der neer- huizing, westelijk van den poorttoren, sluit bij dezen aan onder een hoek; een klein recht- Afb.718. Kasteel van Nedercanne. Neerhof.hoekig venster, een halfronde deuropening met ovaal venster er boven en een zolderkapel onderbreken het muurvlak. Het leiendak is vervangen door moderne bedekking met grauwe, geribde pannen. VOOr den rotswand sluit een westelijke vleugel van hetzelfde type tegen het juist beschreven gedeelte aan. Onder het overhellend sparrendak is een geprofileerde lijst van mergel zichtbaar. In den tuin beneden bevinden zich twee tuinhekken tusschen pijlers van baksteen; deze zijn bekroond met lage vazen met vlamornament. Voor den hoogen muur van het tuinterras bevindt zich beneden een terras, dat over een dubbele steenen trap met bordes bereikbaar is; langs deze trap staan siervazen van mergel. In de wei aan de Oostzijde van den straatweg ligt een (thans droge en ten deele begroeide) vijver met overblijfselen van gemetselde kanten. NEKUM De hoeve Louwberg, ook Apostel(en)hoeve. Literatuur. FLAMENT, de XII Apostelen. Geschiedenis Uit de geschiedenis is het volgende bekend XVd. in 't bezit der Van Elderen' s, voordien waarschijnlijk aan de Van Eynenberch's, Heeren van Elderen. PLAAT XXX. PLAAT XXXI. OUD-VROENHOVEN. 75 I o/vi verkoopt Rickalt van Elderen de hoeve, gelegen op „Louwenburch" boven St. Servaasbron, [604 aan Johan Struyckens en Marie van Suetendael, zijn 2e huisvrouw. (FLAMENT, o.c.; blz. 85). erft zij het goed van haar man en geeft in 161i, bij testament, gevolg aan zijn beschikkingen door de bezitting te vermaken aan de Stichting der XII Apostelen (zie blz. 578), welke de hoeve heden nog bezit. De Apostelhoeve is in mergel opgetrokken op een trapeziumvormig grondplan. Het woonhuis beslaat het noordelijk gedeelte van den Westvleugel; het heeft een verdieping en een zadeldak tusschen twee topgevels. Een beschadigde geprofileerde (laat gothische) waterlijst loopt om het huis en een tweede ter hoogte van den zolder over den topgevel. De smalle Zuidgevel .heeft een gedicht venster met accoladeboog en tusschen- dorpel; de noordelijke topgevel een kleiner met geprofileerde dagkanten. In den voorgevel — aan den binnenhof — is een klein venster oorspronkelijk; het is zonder eenige versiering; de andere zijn alle gewijzigd, waarbij de geprofileerde lijst werd doorbroken. Een moderne, gemetselde stoep geeft toegang tot de ten deele gedichte deur- opening, Welke een halfronde omlijsting van Naamsche steen heeft. De andere bijgebouwen in mergel (en baksteen) sluiten den hof langs Noord-Oost- en Zuidzijde af. Tegen de gebouwen langs de Oostzijde bevindt zich een put. De langs de Zuidzijde opgetrokken schuur heeft aan elke Lange zijde een paar Inwendig. rijk-gesmeede ankers. De beide kelderruimten zijn gedekt met tongewelven in mergel; de trap is van baksteen en later toegevoegd. De oude stookplaats (open vuur) is bekleed en gemoderniseerd. Twee muurkasten met eenvoudige eiken omlijsting, XVII. De hoeve Nekum aan den rechter Jeker never, schijnt in de XVe eeuw reeds vermeld te worden. Op de kaart van Cletscher, te Amsterdam uitgegeven door Cl. Janszn. Visscher in 1633 en hiervoor blz. 23 reeds vermeld, komt ter plaatse voor het „Hays te Neckum" . De huidige hoeve bestaat uit vier vleugels om een grooten, langwerpigen binnenhof. De gebouwen zijn alle in baksteen opgetrokken met toepassing van Naamsche steen aan venster- en deuromlijstingen. Vele vensters hebben een getoogden bovendorpel met eenvoudigen sluitsteen. De ingang bevindt zich onder een groote rondbogige poortopening in den op het Noorden gelegen vleugel. Een gebroken kap met leien dekte vroeger het gebouw ; de bovenhelft is echter door pannen vervangen ; in de benedenhelft zijn kleine dakkapellen aanwezig en een grootere boven de poortopening. Misschien dagteekent dit gedeelte van den Noordvleugel nog uit de XVIIIe eeuw ; de overige met pannen gedekte gebouwen zijn XIXa. De grachten om het huis geven een weerbaar karakter, maar haar reden van bestaan kan gelegen zijn in de aanwezigheid van bronnen in het Jekerdal. 752 GEMEENTE MAASTRICHT. De w a t e r m o 1 e n nr. 456 van Nekum heeft in 1869 een oudere vervangen en is thans buiten gebruik. Aan de overzijde van den Jeker, op den rechteroever, geeft een groote, met twee rijen pannen gedekte poort toegang tot den molen. De met een gedrukten bong gevormde poortopening is 3.265 M. breed en de omlijsting bestaat uit blokken Naamsche steen met breede voegen. De sluitsteen met ijzeren arm (voor een lantaarn) is waarschijnlijk vernieuwd. De kroonlijst is gedeeltelijk vernieuwd. p. m. nr. 458-460. WOLDER. De moderne R. K. KERK van de H.H. PETRUS EN PAULUS bezit Missiekru is (+ I 800). Vier gedreven geel koperen k a n d e 1 a a r s op drievoet ; de schacht gedeeltelijk getorst en van een acanthus-blad voorzien ; de voet met een cherubkopje en met klauwpootjes. Hoog 0.45 M. XVII B. Twee geel koperen k a n d e 1 a a r s, waarvan de schacht bestaat uit twee bollen met een vaasvormig gedeelte er tusschen. Hoog 0.75 M. XIXa. Twee dergelijke, hoog 0.70 M. Woonhuizen. De talrijke schilderachtige, gesauste huizen in mergel hebben topgevels, sours be- kroond met schuine kanten met eenvoudig geprofileerden kraagsteenen; de woonhuizen zijn ten deele reeds vervangen door gebouwen in baksteen. Veelal is een steen met initialen of (en) een jaartal aangebracht, zooals aan een schuur in de Peltzerstraat IO. 1 TONGERSCHEWEG 335. Langgerekte woning in mergel met pannendak. Schuur in vakwerk met topgevel in baksteen met speklagen. Bakhuis met diepe put. 2 337. Bockenhoef Groote hoeve met een vernieuwd (XIXa) woonhuis (XVIIIa) aan de achterzijde met speklagen (gesaust) rechthoekige vensteromlijstingen van Naamsche steen en ankerjaartal 1723. Inwendig : oude schouw met muurzuiltjes, en gebeeldhouwde kraagsteenen, links met 1657, rechts met ANNO. Moer en kinderbalken. Westwaarts naast het woonhuis stalgebouwen met gebroken kap en .bedekking van leien, aansluitend aan een groote poort, die toegang geeft tot het boerderijerf. In den sluitsteen P. L. I BOCKEN / 1820. De Westvleugel wordt ingenomen door een voor de helft afgebroken schuur van baksteen met gebroken kap, gedekt met pannen. De Oost- vleugel (XVIIIa) in mergel met vier deuren in omlijsting van Naamsche steen. 3 PELTZERSTRAAT 3. Koetspoort van Naamsche steen met pilasters, kroonlijst, sluitsteen met rozet, XVIII. MM Jo. Schuur met gevelsteen in den langen wand : 1791. 14. Topgevel met waterlijst, ankers en jaartal (1714); overbouwde poort. — 26. Topgevel met bekroning (bol) en jaartal (1720). — 27. Hoeve met speklagen, XVIII A. OUD-VROENHOVEN. 75 4 — 38. Vernieuwd woonhuis met schuur (I771); de poort is eeri vrijstaand gebouw met zolderverdieping (duivenslag) ; een zadeldak van pannen tusschen twee topgevels. De poortomlijsting van Naamsche steen heeft vijf(sluit) steepen en een geprofileerde lijst ; een kroonlijst, eveneens geprofileerd, sluit den gevel of onder het overstekend dak. In den tuin een vrijstaand bakhuis van mergel met een verdieping ; beneden een deur tusschen twee vensters met eenvoudige houten kozijnen. Op de verdieping een venstertje en in den top een jaarsteen (1777). 5 HEUKELOMMERWEG 25. Topgevel met twee ronde zolderlich ten en jaartal in een Lod. XV schelp : 1766. Speklagen (gesaust). 6 ROMEINSCHE BAAN 14-16. Panhuis-hoef. Gewijzigde XVIIIe eeuwsche gevel; de vensteromlijstingen in Naamsche steen met gebogen bovendorpel met sluitsteen ; het dak (met knik) rust aan de voorzijde op een reeks balkjes. Gevelsteen met onleesbaren naam. 7 Het Witte Huis. Langgerekte woning (XVIII) met put in den langen gevel. 8 Hoeve Hazendans. In de vorige eeuw gewijzigde XVIIIe eeuwsche hoeve ; de zijgevels met speklagen. De groote inrijpoort heeft een omlijsting in Naamsche steen met vijf uitspringende sluitsteenen ; de middelste met : HAAESEN en tweeH 1819 gekruiste palmtakken er onder. Op de binnenplaats Tangs de Westzijde een diepe put. Naast de inrijpoort twee baksteenen tuinpalen met vaas ; deze bekroning bestaat uit mergel en baksteenen ; de tuinpalen dagteekenen uit den tijd van de groote poort. 9 BILSERBAAN 131. Van elders afkomstige deuromlijsting (XVII B) in Naamsche steen. Stijlen en rondboog zijn geprofileerd ; sluitsteen met acanthus-ornament ; naast den boon hoekvullingen met bladornament (vgl. nr. 1 Caberg). 10 — 143. Van elders afkomstige omlijsting (XVIII) in Naamsche steen van een groote poort. Sluitsteen met wapen : een ruitschild beladen met een kruis en gedekt door een kroon met parels. De slagstijl (XVIII) der poort met eenvoudig profiel. CABERG. De moderne R. K. KERK bezit: Een houten Nood Gods. Maria ondersteunt met haar rechterhand Christus' rug en schouder, terwij1 de linker op den lendendoek rust. Hong 0.90 M., XVd. Paramen ten. XVIII. 754 GEMEENTE MAASTRICHT. Woonhuizen. 1 VAN AKENWEG, hoek POSTBAAN. Baksteenen woning (XVIId), op rechthoekig grond- plan ; topgevels aan de smalle zijde. De Lange gevel op het Oosten aan den Postbaan heeft een deur in een forsch geprofileerde omlijsting (XVIIIa) van Naamsche steen; ter weerszijde twee vensters met houten kozijnen met gebogen bovendorpel; ter afsluiting dient een breed blind. Op de verdieping vijf dergelijke vensters. Een zware geprofileerde lijst met voorsprong draagt het sparrendak; onder deze lijst een reeks van blokjes. Aan de Westzijde bevinden zich op gelijkmatige afstanden vier verweerde balken op ongeveer 1 Meter onder de muurplaat. Misschien hebben deze gediend om het sparrendak door te trekken in den geest, zooals bij de Panhuis-hoef (zie blz. 753). Voorts heeft deze gevel vensteromlijstingen van afwisselend groote en kleinere blokken ; een tusschen twee muurverzwaringen half ingebouwde put en een gebeeldhouwde deuromlijsting van Naamsche steen; deze omlijsting is in den geest van die van het huis Bilserbaan 131 (zie nr. 9 op blz. 753). In de half- ronde deuropening een vervallen deur met boven en beneden helft. Boven deze omlijsting een dergelijke, maar iets kleiner. Daar deze gebeeldhouwde omlijstingen (XVII B) zich bevinden voor het schuurgedeelte van het huis, de onderste al toegang en de bovenste al venster dienend, en omdat het inwendige den indruk maakt nooit een andere bestemming gehad te hebben dan die van schuur, lit de veronderstelling voor de hand, dat deze omlijstingen evenals die van het huis aan de Bilserbaan, van elders afkomstig zijn. In den gewitten topgevel op het Noorden bevindt zich een gedenksteen, maar van een opschrift is niets te lezen. 2 84. Gewijzigde hoeve uit XVIII A; ten deele met toepassing van speklagen, tweelichtvensters, half ingebouwde put met overstekend dak, aan den westvleuge groote inrijpoort tusschen geblokte dammen, geprofileerde kroonlijst en pannen ; gedrukte boog van baksteen met een sluitsteen (1749). Voorts zijn de volgende — meer of minder gewijzigde hoeven XVIIIe eeuwsch: 3 VAN AKENWEG IoI en 103 met twee inrijpoorten, waarvan de grootste met geprofileerde lijst (XVIII), de andere (XIX); naast de grootste een tweelichtvenster in omlijsting van Naamsche steen. — 105, gewijzigd; —ion. 4 VAN AKENSTRAAT 83. Landhuis (XIXa), vroeger een leen van Pietersheim (vgl. baron de Grassier, Dictionnaire historique, sub voce Maastricht/Caberg). Gelijkstraats met hoogere middenpartij ; hierin de ontlastingsboog van een vroegere inrijpoort. Op het dak een klokje. — 82. Twee vierkante posten van Naamsche steen met vaasbekroning (+ 1800). OUD-VROENHOVEN. 755 5 KANTOORWEG 2. Eenvoudig huffs ( '80 I) met een deur en twee vensters in omlijsting van Naamsche steen; lateibogen ; op de verdieping vijf dergelijke maar veel smaller. 6 — 3-5. Breede geheel gecemente baksteen-gevel met een verdieping; sier- ankers 1780. Inwendig twee eenvoudige tegel-schoorsteenen ; andere vroeger reeds verwijderd. 7 OUDE SMEERMAZERWEG 20-22. POSTBAAN 39. Hoeve (+1800) in mergel en baksteen ; eenvoudige deuromlij sting van Naamsche steen. Afb.719. Kasteel van Nedercanne uit het N.O. (vgl. blz. 746 e.v.) SINT PIETER. Sedert I Januari 1920 maakt de voormalige gemeente Sint Pieter deel uit van de gemeente Maastricht. In de Middeleeuwen. vormde zij de Vrijheit St. Pieter •; een zegelstempel van 1426 spreekt, van de Baronatvs Sti Petri. De geschiedenis der Vrijheid is op te voeren tot den tijd van den H. Lambertus, die er een villa met immuniteit bezat. De H. Hubertus verplaatste, na de vermoording van zijn voorganger, den bisschoppelijken zetel naar Luik. Met Lambertus' bezittingen kwam St. Pieter aan het bisdom en zoo bleven de bisschoppen van Luik tot de Fransche revolutie heeren van St. Pieter. Het grondgebied van de Vrijheid strekte zich noordwaarts uit tot in de stad Maastricht. Hiervoren (blz. 82) hebben wij reeds gezien, dat de Nieuwstad een gedeelte van St. Pieter was, dat binnen de stadsmuren werd getrokken ; hierbinnen behielden (le bisschoppen echter rechten • ; de installatie tie van schepenen van St. Pieter had binnen de Nieuwstad plaats. Voorts kwam het gebied van St. Pieter ter sprake bij de behandeling van het St. Andries klooster (biz. 147-149), dat v6Or de verplaatsing naar het noordelijk gedeelte der stad, ten Zuiden van de stall gelegen was, terwijl het eerste klooster met den naam Nieuwenhof (blz. 278-286) een ander meer oostelijk en mede in de Vrijheid van St. Pieter gelegen, verving. Verder moeten hie nog gelegen hebben het din hues het bisschoppelijk munthuis en een vleeschhal. Van vroegere versterkingen is weinig meer over. 1) Door de talrijke belegeringen heeft St. Pieter veel to lijden gehad. Zoo werd op II en 12 Mei 1672 't halve dorp afgebroken, omdat de huizen het schootsveld belemmerden (van der Leur, Het beleg van Maastricht in 1673, Public. XLV (1909) blz. 178). De kerk en pastorie — ongeveer ter plaatse van de St. Lambertus kapel — werden in brand gestoken • ; de toren, die nieuw, en sterk was, liet men met kruit springen. „La Motterie", het lusthuis van den laatsten Spaanschen gouverneur van Maastricht, werd merle vernield (als voren blz. 179). Dit kasteel en het „Spreeuwarts torentje" komen herhaaldelijk voor op of bee van 167o-1672 ; het laatste zal een zelfde lot hebben ondergaan. Een halve eeuw eerder was de toenmalige kerk door Staatsche troepen verwoest. Deze verwoestingen hebben zich niet uitgestrekt tot de in den grond bewaarde frankische lijkkisten, tot Welker ontdekking een vondst in 1575 aanleiding gal. In di jaar werd een graf in de kerk gedolven voor Herman van Eijnatten, heer van den Lichtenberg ; men vond toes een looden plaat met opschrift: H C IACET SEPULTUS SANCTUS DEI MARTYR LAMBERTUS. Na de verwoesting van 1624 zette Pastoor Ha part de onderzoekingen voort en vond toen op een die to van negen voet twee sarcophagen •; de eene, half onder het St. Lambert- Altaar, was zeven voet lang, twee en een halve voet breed en twee voet diep. De andere was gebroken en verpulverd van ouderdom. De kerk werdgerestaureerd, maar in 1748, bij de nadering der Franschen, geslecht •; het volgend jaar werd een kapel ter eere van St. Lambertus opgericht en deze kapel een eeuw later door de huidige vervangen (zie St. Lambertus kapel, blz. 766). Nadere bijzonderheden over de zerken bij J. L. Mulleners, La vie de St. Lambert, Public. XLV, 1909, blz.491 en 492 •; en hierna blz. 766. 1) In 1434 blijkt St. Pieter versterkt to zijn, zie ERNST, Histoire du Limbourg, III, Appendices p. 31. SINT PIETER. 757 De talrijke belegeringen van Maastricht hebben ten gevolge gehad, dat er van vroegere verdedigingswerken weinig is overgebleven en dat er slechts enkele huizen van ouden datum over zijn, die bovendien laag gehouden werden. Van de versterkingen dienen genoemd te worden : de overblijfselen eener sterkte op den westelijken rand van den St. Pietersberg, bekend onder den naam van „de Tombe" (zie hieronder). Aileen aan de terreingesteldheid is zij te onderscheiden. De bouwvallen van het kasteel de .Lichtenberg (zie hierna blz. 759) op den Oostrand en het in 170 1 door de Staten opgerichte Fort Sf. Pieter (zie hieronder) op den Noordrand van den St. Pietersberg. In het museum in de Poort van Hal te Brussel wordt een zegelstempel van St. Pieter Zegel. bewaard, volgens Eversen en Mulleners (Public. XXXV, 1899, blz. 1 1 en 409) het oudst bekende zegelstempel eener gemeente in Nederland. Raymond Serrure (Bulletin mensues de Numismatique et d'A rch&)logie, F. I. 1881-1882 p. 6) zegt er van : „parmi les matricel remarquables citons le sceau en silex-blanc de la jurisdiction de Saint Pierre . . . . datant peut-etre encore de la fin du Xle siecle". De stempel heeft een ovalen vorm ; men ziet er de beeltenis van een heilige op„.staande ten vollen live van voren, houdende in de rechterhand een staf of speer en in de opgeheven linkerhand een boek ; links van den heilige staat naar hem toegewend een mannetje, dat hem een palmtak aanbiedt. De heilige is, naar het ons toeschijnt, in reisgewaad gekleed, de pun ten van den toga zijn ter weerszijde opgetrokken. Het omschrift luidt : SIGILUM MA Gi(stratus) Sancti PETRI". (Eversen en Mulleners blz.409.) Eversen merkt op, dat de afgebeelde eerder St. I ambertus voorstelt dan den H. Petrus, zooals R. Chalon in een afzonderlijke studie in de „Revue de la Numismatique beige" T. III 4e serie, veronderstelt. Voor debeschrijving en de beteekenis van den St. Pietersberg uit geschiedkundig engeologisch oogpunt, alsmede uit dat van flora en fauna, wordt verwezen naar Ir. D. C. van Schaik's „de St. Pietersberg" (1938). „De (DUDE) TOMBS", de ,,Spaansche heuvel", de „Brommelen trom" Aan den Westrand van den St. Pietersberg, ter hoogte van Nekum, ligt een kunst- matig opgeworpen heuvel. Volgens Eversen en Mulleners (1899) heeft het gemeente- bestuur van Sint Pieter de binnenruimte voor ongeveer vijftien jaren met boomer beplant. Van degeschiedenis dezer vroeg middeleeuwsche sterkte is niets bekend. In 1361 — 15 Juli — is er in een stuk sprake van land „prope vetus eastrum", in de Xllle eeuw was het slot waarschijnlijk al een bouwval. In later eeuwen komt het nog voor als de „ 011borch" en perceelen aan den voet der belling worden in de XVIle eeuw nog aangeduid als liggende „onder den ouden bore". De Tombe behoort aan de Congregatie der Broeders van de Onbevlekte Ontvangenis te Maastricht. In 192o is een opgraving verricht vanwege de gemeentelijke Commissie tot bewaring van geschiedkundige gedenkstukken te Maastricht. (Maasg. 192o, blz. 79-80). Het FORT SINT PIETER. Dit Fort werd door dengeneraal Coehorn (van Broeckhuijsen's Beschrijving van Maastricht Geschiedenis. in Public. 1906 blz. 1 1) vanwege de Staten in 1701 „zonder vorm van proces" op Luiksch 758 GEMEENTE MAASTRICHT. grondgebied aangelegd (Maasg. 1884, blz. 993). Aan de protesten van de zijde van den prins-bisschop van Luik werd in 1717 door een verdrag een einde gernaakt, de Staten werden in het bezit der sterktegehandhaafd. In 1937 is het tot uitspanning ingericht. Het Fort bestaat uit een op den St. Pietersberg opgerichte sterkte van vijfhoekig grondplan, omgeven door een droge gracht met bedekten weg. Er is slechts een ingang, in de keel; de bekleedings- of escarpmuur is evenals de contrescarpmuur van baksteen met toepassing van hoekblokken van mergel. De bekleedingsmuren Afb.72o. Fort Sint Pieter. zijn voorzien van dubbele rijen van schietgaten, die zoodanig zijn gemetseld, dat zij den staanden schutter in staat stellen in drie richtingen vuur to brengen op den bedekten weg en den geknielden schutter evenzoo in de droge gracht door de onderste rij. Afb. 720. VOOr den ingang had het fort een ravelijn en een vooruitgeschoven bedekten weg. Inwendig. Flauw hellende, overwelfde gangen verbinden de kanonkelders en casematten, welke op verschillende hoogten liggen. Bovendien verbindt een breede trap, welke om een waterput (als spil) gelegd is, de bovenste casematten met de gangen (mergelgroeven) in het hart van den berg. SINT PIETER. 759 De LICHTENBERG. Op den Oostrand van den St. Pietersberg liggen de bouwvallen van het voormalige slot Lichtenberg. Tengevolge van de afgravingen der aan zijn voet gebouwde cementfabriek, de E. N. C. I., rijzen de ruines thans op uit een Steil en rechthoekig bergblok ; oor- spronkelijk strekte de hel- ling — voor de afgraving door het kanaal van Maas- tricht naar Luik — zich uit tot aan de Maas. Vol ens een oude overleve- Geschiedenis ring zouden de Romeinen van dit hoog gelegen punt g ebruik gemaakt hebben voor het geven van lichtsignalen zulks wordt ook beweerd van het kasteel Mheer). Het licht- baken op den St. Pietersberg zou den naam Mons luci s, Lichtenberg in het leven g eroepen hebben. Uit de genealogische stu- die van L. baron de Cras- sier (Succession genea- logique des seigneurs de Lichtenberg, Public. XXXII (1895) weten wij, dat een Syba van Tricht gehuwd was met N. van Lichtenberg, beer van Lichtenberg ; zij sticht het Afb.721. Lichtenberg. Toren. Sint Barthelomeus altaar in de 0. L. Vrouwekerk en verdeelt, als weduwe, den 2oen April 1267 goederen onder Naar drie kinderen. Dit inheemschgeslacht van Lichtenberg bezit het kasteel tot op het eind der XlVe eeuw hetgeslacht is dan vermoedelijk uitgestorven en wordt op den Lichtenberg opgevolgd (door koop ?) door Jan Happart, uit een geslacht, dat to Wijk gegoed was. Door de oorlogen verarmd, verkoopt hi' den Lichtenberg aan Rogier Bock, die in 1410 als beer van Lichtenberg vermeld wordt. Zijn kleindochter huwt in 1439 Jan van Eijnatten, heer van Neuborg (bij Gulpen). Hi' stichtte in 1455 nabij het kasteel een hermitage, sedert 1489 tot klooster ver- 76o GEMEENTE MAASTRICHT. heven. Ten gevolge van het huwelijk van Maria Florentina van Eijnatten den i 5en Januari 1.659 met Wolfgang baron van Schaesberg kwam het goed aan slit geslacht, dat er heer van bleef tot in het laatst der XVIII e eeuw. Door verkoop kwam de Lichtenberg aan verschillende eigenaars (o.a. de families Coen e- gracht en Straetmans) om tenslotte in 1921 over te gaan aan de „Societe A nonyme Fabrique Portland et Bri- quetterie de Raevels" (Maasg. 19 2I, blz. 95). Tenslotte zij vermeld, dat de Hertog van Alva in 1568 zijn hoofdkwartier op den Lichtenberg koos, terwijl de kolonel Pinsen van der Aa zulks deed in Juni 1632 tijdens het beleg van Maastricht door Prins Frederik Hendrik. In 174o Afb.722. Lichtenberg. Hoeve. was de Lichtenberg nog in welstand ; zeven jaren later in mine (de Cras- sier, blz. 241). Afbeel- Talrijke afbeeldingen uit het midden-XV IIen later komen voor in den Topografischen dingen. Atlas van het Oudheidkundig Genootschap; gravures o. a. in de i000 gezichten. Beschrij- De bouwvallen van den Lichtenberg bestaan uit de vier wanden van een toren van + 8.80 ving. bij 10.70 M. Westwaarts er van is een lagere bouwval in mergel. De vierkante toren vertoont in het onderste gedeelte eenige evenwijdige lagen van vuursteen en keien, hoogerop kolenzandsteen en mergel. Zoowel buiten als binnen zijn brandsporen waarneembaar. In het midden van den Oostgevel biedt een afbrokkeling van bijna 2 M. breedte inzicht in de samenstelling van den wand; in de beneden helft heeft men buitenwanden van kolenzandsteen, waar- tusschen een vulling van kleine blokken in specie. Aan den Noordwand is de onder- bouw van kolenzandsteen 1.5 M. lager ; men treft er een met een segmentboog gedekte, gedichte opening aan en een met een latei gedekte waarboven een ont- lastingsboog van twee tegen elkaar geplaatste blokken ; misschien is er een traptorentje uitgebouwd geweest. Inwendig is de aanzet van een tongewelf in het gelijkvloers en de plaats der balklagen te herkennen ; voorts een schouw, eenige kraagsteenen, een geprofileerde nis. Eenige vensters zijn gedicht, andere zijn tot groote scheuren geworden en laten van hun vroegere aanwezigheid alleen sporen achter in brokstukken van ge- profileerde dagkanten. De hoekblokken Tangs het Zuidfront lijken ten deele vernieuwd. Afb. 721. De hoeve van den Lichtenberg, om een grooten rechthoekigen hof opgetrokken, 761 SINT PIETER. is toegankelijk door een XIXa ver- nieuwden ingangstoren met leien bekroning en met het jaartal 1816 op den sluitsteen van den ingang. Noordwaarts van den ingang ligt het woonhuis, ten deele nog XVII. Afb. 722. en afb. 731 op blz 769. Oost- en Zuidvleugel zijn ver- nieuwd in 187o. De moderne aan den H. PETRUS gewijde KERK, gebouwd door Ir S. Peutz ter vervanging van een gebouw uit 1874, bezit eenig oud meubilair Een marmeren hoofdaltaar met tabernakel van hetzelfde materiaal, XVIII. Het is in 1875 gekocht uit de St. Servaaskerk. Afb. 723. 7 Houten, geschilderd z ij al t a a r. Afb. 23. Hoofdaltaar in de St. Petruskerk. Het werd na den dood (1681) van Isabella Godefrida van Hoensbroek op Slavante ter eere van den H. Antonius gesticht door haar broer Ulricus Antonius. Het St. Anto- niusbeeld is verdwenen; omstreeks 1820 werd het vervangen door dat van den H. Petrus (zie blz. 764), bij welke gelegenheid twee sleutels in de cartouche boven de midden- nis werden aangebracht. Afb. 724. Rood marmeren d o o p v o n t, mid- den XVII; de vaasvormige kuip rust op een vierkant pijlertje, dat aan voor- en achterzijde versierd is met een rozet, op de zijkanten met een opschrift; aan de eene zijde: R.D. HENRICUS DE I GRATI INS'G /NIS ECCLIAE I B.M.V. CANCUS / & S.S.C.C. RECEP I TOR DONV HOC I A CONFRA- TRIB I PRO COITATE OBTINVIT 24 / Afb.724. Zijaltaar in de St. Petruskerk. 762 GEMEENTE MAASTRICHT. MAY 1660. Op de andere zijde: EX / LIBERALITATE / NO EX OBLIGA / TIONE R.R.D.D. / INSIGNIS ECCLESIAE i B.M.V. OPPIDI TRAJECTSIS. Het eenvoudig koperen deksel dagteekent van 1826. Deze doopvont is van de 0. L. Vrouwekerk afkomstig; Henricus de Graty werd in 1642 kanunnik van 0. L. Vrouw. Afb.725 en 726. Kerk van de H. Petrus. Beeld van de H. Cecilla. Eikenhouten biechtstoel (1807) ; de lage, gebogen deur, heeft een voorstelling van den rouwmoedigen Petrus, Welke volgens de Maasg. 1919, blz. 69, afkomstig is van den in 1800 door Fransche muiters geheel verwoesten preekstoel. Twee eenvoudige houten le z e n a a r s, XVIII. Een eiken t o o g k a s t met snijwerk, XVIIB. SINT PIETER. 763 Afb.727. Kerk van de H. Petrus. Triomphkruis 764 GEMEENTE MAASTRICHT. Een houten beeld van de H. Cecilia (?) ; de Heilige staat met naar voren gestelden linkervoet ; zij houdt in de (vernieuwde) rechterhand een palmtak en met de linker het bovenkleed op, dat door een smallen, in het midden geknoopten gordel om het middel wordt opgehouden. Een krans van bloemen is om haar hoofd gelegd, waarvan de golvende lokken afhangen tot in de lendenen. Hoog o.85 M. Afb. 725 en 726. O) het voetstuk staat A. 1501 ; het woord fenux ; wellicht de naam„ van den maker" A. Welters Het Gildeboek 1923, blz. 25), is bij de verwijdering van de polychromie verdwenen. Een H. Petrus met losgeplooi- den mantel en los om de schou- ders geslagen doek, bout ; poly- chromie modern + 1500. Hoog 1.02 M. Vgl. afb. 724. Een St. Lambertus XVIII. Hoog 1.34 M. Een triomfkruis, in 1827 ge- kocht van de kerk van St. Mat- thias, maar oorspronkelijk van het klooster Slavante (Maasg. 1918, blz. 16). Het corpus XVc. d. Hoog 1.55 M. Mb. 727. Twee engele n, van hout, maar van een dikke polychromie voor- zien. Hoog 0.72 M. XV. Afb. 728. Schilderijen. Voormalig altaarstuk met voor- stelling van het rozenwonder van de H. Elisabeth. Op doek. Afb.728. Kerk van de H. Petrus. Engelen XVIII. Vol ens Maasg. 1919, blz. 69 werd het hoofdaltaar in 1810 aangekocht uit den boedel van het Grauwzuster klooster (zie hiervoren blz. 211 e. v.). De Berg Tha bor; op den voorgrond de Apostelen, in den linker benedenhoek een priester in rochet, midden XVIII. De vier E v a n g e liste n, gezeten om een vierkante tafel waarop schrijfgereedschap, XVII A. Zes gegoten koperen altaark a n d e 1 a a r s op drievoet, XVII B. Veertien koperen armluchters, XVIII B en een koperen Godslam p, XVIIId. SINT PIETER. 765 Vergulde p y x i s met tijdvers : PAROCHIA SANCTI PETRI LIBERALI DONO DEDIT. Werk van den zilversmid van Sleypen. Eenvoudige, gedreven, k e 1 k, XVIIIa. Vier zilveren broedermeestersplaten, XVII A. Kanonborden met eenvoudig zilveren beslag; XIXa of XVIIId. Tinnen kruisbeeld op voet, hoog 1.03, breed 0.415 M. Lodewijk XV. Vier tinnen kaarsenl u c h t e r s, XVIII B. In de pastorie naast de oude tijdelijk buiten gebruik gestelde kerk een als durpel dienende steen met twee engelenkopjes en tijdspreuk: LATE CONSECRAMVS DEO (1755). Volgens de Maasg. 1918, blz. 8, beyond zich deze steen vroeger boven den ingang dezer kerk. Van het voormalig KLOOSTER SLAVANTE, = ter Observanten, is maar weinig meer over. Door Jan van Eijnatten, die in 1439 All de Geschiedenis Bock van Lichtenberg huwde, werd in 1455 een heremitage even noordwaarts van den Lichtenberg gesticht, welke met machtiging van Jan van Horne, bisschop van hulk in hetjaar 1489 tot een klooster der Obser- vanten is uitgegroeid. In 1578 werden de kloosterlingen er nit verdreven en het kloo: ,_ter verviel totdat het in 1639 bewoonbaar werd gemaakt en betrokken door de Recollecten uit Maas- tricht (zie hiervoren, blz. 1 9, ten zi0)j in ver band met het „verraad" uit de stad waren Afb.729. Kapelletje bij het voorm. klooster Slavante. verbannen. Tot aan de Fransche revolutie heeft het kloostergebloeid. . Tenslotte werden de overblijfselen van Slavante in 1851 door de Maastrichtsche Groote Societeit aangekocht, die er een Casino bouwde, op een vermoedelijk daartoe opgehoogd gedeelte. Verschillende teekeningen in den Topographischen Atlas van het oudheidkundig Afbeel- genootschap; gravures in de woo gezichten. din en Van het oude klooster is slechts het zuidelijk gedeelte van den Oostvleugel Beschrij- over • het is een eenvoudig, tot woonhuis ingericht gebouw van baksteen, waarin vin. een oude schouw gedeeltelijk is behouden, op het linker wangstuk is het jaartal 1666 to onderscheiden. Hieraan grenst een brokstuk eener open galerij met drie elliptische bogen. Zuidelijk van dezen vleugel ligt op een hooger niveau een veelhoekig gesloten 766 GEMEENTE MAASTRICHT. k a p ell e tj e in mergel ; de voorgevel heeft een rondbogige opening tusschen dubbele pilasters, een zware kroonlijst hierboven, klauwstukken en een driehoekig fronton ; een gevelsteen met het jaartal 1681 en een wapen er under : 1 en IV. een breedarmig kruis ; II en III gevierendeeld : I en IV vermoedelijk drie leeuwen- koppen (2 en I); II en III een golvende dwarsbalk ; — drie helmen. Vermoedelijk is de stichter een lid van het geslacht van Bochholtz en lid der Duitsche orde geweest ; zijn moeder was een van Groesbeek. Afb. 729. De zijwanden worden elk door twee vensters met flauw gebogen bovendorpel onderbroken. Thans is de ruimte overdekt door een gebogen stucplafond, vroeger echter door een stucplafond met wapens (vgl. Maasg. 1884, blz. 994). Kanaalweg 12. De ST. LAMBERTUSKAPEL. Geschiedenis. Bij den aanleg van het kanaal Maastricht—Luik werd het XVIIIe eeuwsche kapelletje (zie blz. 756) van St. Pieter gesloopt. Men vond toen veertien sarcophagen van hetzelfde type als die, welke in 1624 (zie biz. 756) gevonden waren. Op een Bier sarcophagen meende men bet woord LANBERTE te kunnen onderscheiden. Van deze lijkkisten werd er een geschonken aan het Rijksmuseum te Leiden, drie werden er verkocht, eenige west de pastoor te behouden — zij werden in den kelder der nieuwe kapel geplaatst — en eenige andere worden in het oudheidkundig museum bewaard (Mulleners, La vie de St. Lambert, Public. XLV (1909) blz. 492). De huidige kapel werd in 1847 op 13 M. westwaarts van de afgebroken kerk opgetrokken. Beschrij- De kapel is opgetrokken in baksteen op een achthoekig grondplan ; de frontzijde ving. is ruim 2.71 M. breed. Op den bovendorpel van de deur taat het volgende tijdvers : STRUCTURA CANAL'S EVANUI ; PIETATE DENVO SURREXI / HONORI BEATI LAMBERTI (1847). De kapel is met leien gedekt. Inwendig. De kapel bezit een ten deele vernieuwde retabel, XVIII. VOOr den ingang der kerk het fragment (2.12 x 1.24 M.) van een grooten grafsteen, waarvan de opschriften moeilijk meer te lezen zijn. In het oorspronkelijk midden van den Steen is het uitgeloopen wapen van Li/nal/en te zien en in de boven- hoeken andermaal en een wapenschild, beladen met een dwarsbalk en drie merletten in het schildhoofd (Bock). Ter weerszijden van het wapen in het midden werd het omschrift onderbroken door de wapenschilden van Hoensbroeck en Buren, thans niet meer te zien. Aangevuld uit de Grassier, (Succession des Seigneurs de Lichtenberg, Public. XXXII (1895), blz. 252), luidde het randschrift in gothische minuskels : HYR LYGT BEGRAVEN I JONCKER HERMA VA EYNATTE HEER TOT / / ENDE VIJ DES XDE DACH AUGUSTY. In de bovenhelft werd in het vlak binnen het randschrift in XVIle eeuwsche letters toegevoegd HIER LIGGE BEGRAVE DEN I WOL EDELE GEBOEREN HEER I FREDERICK VAN EYNATEN I BARON VAN NIEUWSTADT I HEER TOT GERDINGEN STARF I A° 1640 - I`"° OCTOBRE / SINT PIETER. 767 ENDE DIE EDELE GEBOEREN VROUWE MEVROUWE BEATRIX I BARONESSE DE MERODE SIJNE I HUISVROUWE STARF A° 1647 / I JAN. BIDT I GODT VOOR I DE ZIELE. Links van den ingang ligt een kleine steen, hoog 0.65, breed 0.51 M., met het volgende opschrift : ANNO 696 / HOC IN LOCO IN / SEPVLCHRO PATERNO I CORPVS SANCTI / LAMBERTI EPISCOPI / LEODIENSIS MVLTIS I IN DIES CORVSCANS / MIRACVLIS SEPVLTVM / IACVIT VSQVE AD / ANNVM 709. Rechts van den ingang een steen van 0.535 bij 0.545 M., met het volgend opschrift : HIC IACET / RVDUS DOMINUS D I OGERUS POIS LEVACHE / PASTOR HUIUS ECCLESUE / OBYT DECIMA -MAY I 727 I CUIUS ANIMA / REQUIESCAT IN PACE. PA RTICULIERE GEBOUWEN. 1 De T o r en tj e s, geheel in mergel opgetrokken en voor een groot gedeelte ver- nieuwd huis op rechthoekig grondplan met topgevels (trappen) en een uitgebouwden vierkanten toren met peer. In den muur haaks op den voorgevel bevindt zich een gevelsteen met een wapen een schild met een vrij- kwartier, beladen met twee gekruiste leliestaven. Hier- boven staat in minuskels BEAUVORS; terzijde van het wapen : ME PONIT AMICIS - . ARTIS APOLINEE i CULTOR NICOLAUS BEIJSSEL A°. XV° XXVI. Afb. 730 Van elders afkomstige Inwendig stukken zooals een gedeel- te van de lage gesneden lambriseering (XVIII) uit de 0. L. Vrouwekerk. Het Landhuis Maes en - b u rg, op een rechthoekig grondplan opgetrokken in baksteen(gesaust) met toe- P assing van Naamsche steen. Geprofileerde deuromlijsting , op de verdieping hierboven een deur met balconhek. Wolfdak metpannen (mo- dern) en eertijds windwijzers met het jaartal I 7 7 2. Afh.73o. „De Torentjes" Trap met gesneden balusters, Inwendig 768 GEMEENTE MAASTRICHT. twee balkzolderingen met stucpaneelen, een schoorsteen met stucwerk en deuren uit den tijd. V66r het huis twee met vazen bekroonde pijlers van Naamsche steen. Het bijbehoorend ge- smeedijzeren hek aan de straat met het opschrift MAES • EN • BUR G. In 1938 gesloopt. 2 KANAALWEG 78. Sluitsteen met het jaartal 18 r 7, en een schouw met gebeeldhouwde wangen, XVII A. 3 — 87. Baksteenen huis van een verdieping en met hoekblokken, zware gootlijst, gebeeldhouwden sluitsteen. Gebroken kap met pannen ; ankers met 1828. Gesmeed ijzeren tuinhek met 18 WYN GAARD 29. 4 — 90. Verbouwd huis met deuromlijsting in Naamsche steen ; deze heeft een driehoekige latei met verweerde lijst — misschien XVIa. De sleutelplaat, Welke een ridder voorstelde, is onlangs vervangen. De topgevel, met latere vlechtingen in baksteen, heeft een lijst en een gebeeldhouwd kopje (draagsteen voor een beeld). Verder een onlangs gedicht kruisvenster ; eenvoudige ankers met enkelen krul. 5 94. Geheel gecement huis van mergel, XVIII A. — 99. Geprofileerde deuromlijsting, sluitsteen met 1820 ; achterhuis van mergel met houten kozijnen, XVIII. 106. Sluitsteen met 1817 (uitgebrand) en jaarsteen met MANU DE' CONSTRUCTA 6 — 109. Huis van een verdieping in mergel met bijbouw in baksteen; op den bovendorpel van de deur : IN DEN ENGEL 1766. — I 16. Op een bovendorpel het jaartal 1801, en in (herbruikte) ankers 1717. I • — 119. Sluitsteen met , K Op de verdieping gesauste baksteen. , 1019. 7 — 122. Huis van mergel met lateibogen en eenvoudigen sluitsteen. De deuromlijsting HV met sluitsteen, waarop 187. Gebroken kap met twee dakkapellen; moderne be- dekking met pannen. 8 — 124-125 (Douanebureau). Eenvoudige baksteengevel met driehoekig, fronton, raamhekjes en balcon, XIXb. 9 KALFSTRAAT I2. Verbouwde gevel, ten deele in vakwerk, XVIII A. BLEEKERIJ 14. Gewijzigde gevel met overblijfselen van kruisvensters, met gekrulde ankers en boven den bovendorpel van den ingang: LEPUs LUsTRo DEPULSUS ALTERUM / EX.CAEPIT (XVII — 1836) 10 — 32. Eveneens gewijzigde gevel (XVIII A) van een verdieping met ronde zoldervensters met vier sluitsteenen elk. — 38. (1791). Voorts verschillende, lage huizen, met gebroken kappen dagteekenend van XVIII B -XIXa: KANAALWEG 47 (1847);— 58;— 66;— 67;— 70;— 73;— 80;- 89;- 92,- 98-; 120. PAPENWEG 66 en 68. SINT DIETER. 769 Hoeven. De hoeve van den Lichtenberg, zie blz. 761. Afb. 722 en 731. BURGEMEESTER CEULENSTRAAT, 24. Eenvoudige hoeve om rechthoekigen hof; ten deele XVIII B en XIX A. Molen. DRABBELSTRAAT I 1, 12, 13 en 14, thans woningen ; overblijfselen van een water- molen, XVII A. Afb.731. Lichtenberg. Hoeve. (vgl. blz. 761). SUPPLEMENT. AANVULLING OP DE BESCHRUVING VAN DE WOONHUIZEN. Tot de op blz. 628 e. v. beschreven XVIIde eeuwsche woonhuizen behooren nog: 1 PAPENSTRAAT 13. Voormalige Refugie van St. Jacob. Zie blz. 214, 290. Interieur Gedateerde blz. 780 nr. 155. 2 VAN HASSELTKADE (Langs de Maas) 23.. Gevel met twee zeslichtsvensters en jaartalankers: 1641. Achtergevels en topgevels aan de zijkanten vernieuwd. Afb. 561 v66r restauratie. 3 MARKT 65. Gevel uit 1663. Gevelsteen, pie blz. 784 nr. 182. 4 BATTERIJSTRAAT 34. Gesauste baksteen. Gevelsteen met de Afb. 732. Maastricht, Batterijstraat 34. voorstelling van een rui- ter en 1665, afb. 732. ACHTER HET VLEESCHHUIS 6. On- Fragment. gedateerd - trapgevel aan de Minc- kelersstraat; pui XIX. ST. AMORSPLEIN I. Fragment. BOGiERDENSTRAAT 20. In- gangsomhjs^ ting• van • Naamsche Steen met diamantkopmotief en bovenlicht. — 59. BOSCHSTRAAT 94. Fragment. BREEDE STRAAT 14. Frag- ment met muurankers. 10 BRUGSTRAAT 18-20. Ach- tergevels in vakwerk, afb. 733. Voorgevels Afb. 733. Maastricht, Brugstraat 18-2o, achtergevel. XVIII; puien modern. 772 GEMEENTE MAASTRICHT. 11 BRUSSELSCHE STRAAT 57. Fragment. - 92 , - 121. 12 EIKELSTRAAT 3. Baksteengevel met bergsteenen kruiskozijnen en een overstekend dak. Dakkapel. Afb. 592 vOOr restauratie. 13 GROOTE GRACHT 20. Gevelsteen : I H S boven een brandend hart. Moderne pui. - 34; - 47. Gevel gepleisterd. - 88. Hoofdgestel met eindkrullen. Pui modern. - 91. Hoofdgestel met eindkrullen. 14 GROOTE LOOIERSTRAAT 8. Gesaust. Geblokte vensterkozijnen, waarvan de kruisen zijn uitgebroken. Ingangsomlijsting in Lodewijk XVI-stijl, zie blz. 777 nr. 109. Voor interieur, zie blz. 779 nr. 133. 15 GUBBELSTRAAT 38. - 40. Lateibogen. 16 VAN HASSELTKADE (Langs de Maas) 22. Trapgevel (brandmuur). Gebeeldhouwde rondbogige ingangsomlijsting met tweedeelig bovenlicht. Afb. 565 van v66r de restauratie. 17 JODENSTRAAT 4. Gevel gepleisterd. 18 K APOENSTRAAT 24. - 19 KESSELSKADE 57. Boven de vensters accoladebogen. Gepleisterd. Pui modern. 20 KLEINE LOOIERSTRAAT 8. Mergelbanden en hoekblokken. Rondbogige diepgepro- fileerde ingang in Lodewijk XVI-stijl, zie blz. 777 nr. 112, afb. 595. 21 LENCULENSTRAAT 30. Fragment met mergelbanden en muurankers. Pui XVIII. 22 MARIASTRAAT 9. Pui modern. 23 MARKT t, 2, 3. Driemaal twee traveeen met banden van mergel. Puien grootendeels modern. 24 MUNTSTRAAT 29-31. Achtergevel in vakwerk. Voorgevel, XVIII, zie blz. 776 nr. 93. 25 ST. PIETERSTRAAT I. Zijgevel met vakwerk. 26 PLANKSTRAAT 5. Pui van Naamsche Steen. Geblokt horizontaal drielichtsvenster. 27 SMEDENSTRAAT 7. Achtergevel in vakwerk. Voorgevel, XVIII, zie blz. 776 nr. 98. 28 STOKSTRAAT 12. Overgekraagde zijgevel in vakwerk; de voorgevel in vakwerk is een restauratieproduct. - houten kozijnen. Hardsteenen pui. - cruis. Pui XVIII, met segmentboogvensters. Hardsteenen ingangsomlijsting met rocaille, zie blz. 778 nr. 120. 29 TAFELSTRAAT I 2. Opmerkelijk achterhuis met kruisgewelven. Zie ook blz. 776 nr. 1 0 I 30 TONGERSCHE STRAAT 5. Vensterkruisen uitgebroken. - 31 VRIJTHOF 2. Smalle gevel met mergelbanden. - 32 WOLFSTRAAT 1 O. SUPPLEMENT. 773 Bij de XVIIIde eeuwsche uitlopers van het XVI—XVIIde eeuwsche type, beschreven op blz. 655, e. v., moeten nog de volgende genoemd -worden : 33 STOKSTRAAT 4. Gevel uit 1706; pui modern. Gedateerd. 34 ACHTER HET VLEESCHHUIS 35. Onge- 35 GUBBELSTRAAT 3. dateerd. — 18. Bovendeur met klopper. 36 KAPOENSTRAAT 32. Aan de achterzijde een tuinhuis met in den baksteenen gevel drie natuursteenen kruiskozijnen. Zie ook blz. 775 nr. 85. Voor interieur, zie blz. 779 nr. 138. 37 LENCULENSTRAAT 2. Topgevel aan den zijkant. 38 MAAGDENDRIES 31-32. 39 ST. ANTONIUSSTRAAT 5. 40 SPILSTRAAT I. 41 STOKSTRAAT It). Hoekblokken en geprofileerde lijsten. 42 TONGERSCHE STRAAT 13. — 32. Segmentboogvensters. Pui modern. 43 GROOTE STAAT 59-61. Met horizontale lijsten. Gebosseerde kruisvensters, waar- G ehee van van de kruisen zijn uitgebroken. Pui modern. N aamsche 44 TONGERSCHE STRAAT 33. Pui vernieuwd. steen. Bij de op blz. 658 e. v. beschreven XVIIIde eeuwsche gevels met een verdeeling, die herinnert aan den vakwerkbouw, vermelden wij nog: 45 LENCULENSTRAAT 20. Gevelsteen: ton met druiven 1737. Pui vernieuwd. Geda- 46 BRUSSELSCHE STRAAT 20. Gevelsteen met de afbeelding van een vos en: teerde. 17 IN DEN VOS 56. 47 ABTSTRAAT la Baksteengevel van vijf traveeen op een plint van Naamsche steen; Onge- boven de vensters lateibogen; de ingangsomlijsting met een Rococosluitsteen. dateerde. Het hordes is voorzien van een smeedijzeren hek in Regencestijl, zie blz. 776 nr. 105, afb. 735. Aanbouw met natuursteenen kruiskozijn. Voor interieur, zie blz. 778 nr. 122. 48 ACHTER HET VLEESCHHUIS 4. Geheel in hardsteen; vensterkruisen uitgebroken. Pui modern. — 40. Segmentboogvensters. 49 BOGAERDENSTRAAT 56. Koetspoort met rechten bovendorpel. — 57. 50 BRUSSELSCHE STRAAT 7. Met segmentboogvensters — 68. 51 GROOTE GRACHT 14. 774 GEMEENTE MAASTRICHT. 52 GROOTE STAAT 14. 53 HOENDERSTRAAT 28. Met segmentboogvensters. Pui modern. 54 LENCULENSTRAAT I 6-16a. Gesauste baksteengevel van zes traveeen, op een plint van Naamsche steen; segmentboogvensters. De deurkalven versierd in Lodewijk XV- stijl. Zie blz. 777 nr. 113. Voor interieur, zie blz. 78o nr. 146. 55 MARKT 30. Bekroonde lateibogen ; wolfdak; windvaantje. 56 MUNTSTRAAT I I . Segmentboogvensters. 57 SPILSTRAAT t3; - 15. Segmentboogvensters; pui modern. 58 STOKSTRAAT 49. Pui modern. Geheel 59 BRUSSELSCHESTRAAT 31. Met segmentboogvensters. Pui modern. van 60 KESSELSKADE 48. Vensteromlijstingen gebosseerd. Raamhekje in Lodewijk XVI-still. Naam- Zie blz. 777 nr. III. Voor interieur, zie blz. 779 nr. 141. sche 61 MARKT 23. steen. 62 TONGERSCHE STRAAT i8. Winkelpui modern. 63 VRIJTHOF 13. Met middenrisaliet. Fronton boven het middenvenster van de ver- dieping. IJzeren balconhekje en raamhekje XIXa. Twee dakkapellen met frontons. Gebroken kap. Zie blz. 778 nr. 121. - 51. Gekoppelde vensters met lateibogen. Ingangsomlijsting met Rococo- sluitsteen. Zie blz. 778 nr. 121. 64 WOLFSTRAAT 9. Onder de vensters van de tweede verdieping gebeeldhouwde rozetten, vruchten en gekruiste palmtakken. Met op de verdieping naar onderen uitgebogen staanders (blz. 661 e. v.). Ongeda- 65 BRUSSELSCHESTRAAT I 5. Boven de vensters lateibogen. Pui van Naamsche steen. teerd. Met onderbroken rechtstanden (blz. 662 e. v.). Geda- 66 KLEINE GRACHT 28. Jaartalsteenen met 17--18. Pui modern. Zie ook blz. 784 nr. i80. teerde. 67 MUNTSTRAAT 1o. Segmentboogvensters. Gevelsteen met in een Rococo-omlijsting een paard en: 17 IN HET WIT PEERDT 54. Pui modern. Zie blz. 777 nr. 114. Ongeda- 68 BRUGSTRAAT 26. Gevelsteen met een gekroonde berg temidden van golven en: teerde. A LA MONTAGNE COURONNEE IN DEN GECROONDEN BERGH. Pui modern. 69 O. L. VROUWEPLEIN 29. Vijf traveeen breede baksteengevel. De ingangsomlijsting en de consoles onder de kroonlijst in Lodewijk XVI-stijl. Raamhekjes. Twee dakkapellen met gebogen frontons. Zie blz. 777 nr. 116. Gevels met een algemeen XVIIIde eeuwsch karakter (blz. 664 e. v.) Geda- 70 GROOTE GRACHT 12. Voorgevel XVIII B. In de zijgevel jaarankers A 1715. teerde. KOESTRAAT 4. Gepolychromeerde gevelsteen met de afbeelding van een koe en: IN DE KOYE 1718. SUPPLEMENT. 775 71 SMEDENSTRAAT 25. Raamhekjes in Lodewijk XVI-stijl. Gevelsteen met: AN NO 17 19 INT GULDECRUYS Pui modern. Zie ook blz. 778 nr. 118. 72 SPORENSTRAAT 18. Gesauste Bevel van mergel, 1752. BRUSSELSCHE STRAAT 124. Gevel van Naamsche steen boven een moderne pui; vensteromlijstingen met lateibogen. Gevelsteen met 1755. 73 RAAMSTRAAT 8. Gevelsteen met de voorstelling van een lans en: ANNO INT LEMKE 1765 74 BRUSSELSCHE STRAAT 17. Hardsteenen vensterko- zijnen, waarvan de kruisen zijn uitgebroken. Gevelsteen met een voorstelling van den H. Urbanus en: 17 ST VRBANE 66. Afb. 734. 75 GROOTE GRACHT 42. Gevelsteen: 1786. De 4 Heemskinderen. 76 ACHTER HET VLEESCHHUIS 17. Gevel van Naamsche Onge- steen met segmentboogvensters. Pui modern. dateerde Afb.. - Maastricht, Brusselsche Straat 17.raamhekjes. Pui modern. - 29. 77 BOGAERDENSTRAAT 5. Met segmentboogvensters. - Koetspoort met gedrukten boog. - 78 BOSCHSTRAAT 72-74. Vensterkruisen uitgebroken. Dakkapellen in Lodewijk XVI- stip. Zie blz. 777 nr. io6. - 78-80. Vensterkruisen uitgebroken. Dakkapel in Lodewijk XVI-stijl. Zie blz. 777 nr. io6. Gevelsteen blz. 783 nr. 174. 79 BREULINGSTRAAT 22. Gepleisterd. Deurkalf in Rococostij1 met lateiboog. Zie blz. 777 nr. 107. 80 GRACHTSTRAAT 23. Vensterkruis uitgebroken. 81 GROOTE GRACHT 37. Geheel van Naamsche steen. Boven de vensters lateibogen. Gevelsteen blz. 783 nr. 176. 82 GROOTE STAAT 35. Rechthoekige geprofileerde vensteromlijstingen. Boven de balkon- deur een fronton. Gebroken kap. Pui modern. - 55. Geheel van Naamsche steen. Pui modern. 83 VAN HASSELTKADE 19. Ingangsomlijsting met segmentboog-bovenlicht. 84 HOENDERSTRAAT 4; - 8. Gebroken kappen. 85 KAPOENSTRAAT 13. Gesauste baksteen. Gekoppelde vensters. De ingangsomlijsting met een sluitsteen in Lodewijk XV-stijl. Zie blz. 777 nr. I 1o. - - 32. Zie ook blz. 773 nr. 36 en blz. 779 nr. 138. 776 GEMEENTE MAASTRICHT. 86 KEIZER KARELPLEIN 3 ; - 4; - 5. Segmentboogvensters. 87 KERSENMARKT 5. 88 KESSELSKADE 54. Vensterkruisen uitgebroken. 89 KLEINE GRACHT 20-22. Baksteengevel van tien traveeen. Boven de iets uit- springende tweede en derde travee van links en boven de zevende en achtste een fronton, versierd met acanthustakken. 90 KLEINE LOOIERSTRAAT 6. Boven de vensters segmentbogen; ingangsomlijsting in Lodewijk XVI-stijl. Nieuwe winkelpui. Zie blz. 777 nr. 112. 91 KLEINE START 17. Geheel hardsteen. Pui modern. 92 MARKT 68. Lateibogen. Pui vernieuwd. Gevelsteen, zie blz. 784 nr. 182. 93 MUNTSTRAAT 18. Van Naamsche steen. Pui modern. - 94 NIEUWSTRAAT 9. Raamhekjes in Lodewijk XVI-stijl, zie blz. 777 nr. t I 5. Pui modern - - - 95 0. L. VROUWEPLEIN 22. Vensterkruisen uitgebroken. Interieur zie blz. 780 nr. 153. - zie blz. 780 nr. 154. 96 O. L. VROUWEWAL 5. Voor interieur, zie blz. 780 nr. 154. - 97 RAAMSTRAAT 14. Ingangsomlijsting in Lodewijk XV-stijl. Zie blz. 777 nr. 117. 98 SMEDENSTRAAT 7. Zie blz. 772 nr. 27. - blz. 778 nr. 118. Koetspoort. 99 SPILSTRAAT 3. Raamhekjes in Lodewijk XVI-stijl; zie blz. 778 nr. 119. 100 STOKSTRAAT 33. Lateibogen. 101 TAFELSTRAAT 12. Zie blz. 605, afb 567, vgl. blz. 772 nr. 29. 102 TONGERSCHE STRAAT 37. Vensterkruisen uitgebroken. Beschadigde gevelsteen met gekroond kruis en 1748. 111 - 4 4 sters met lateibogen. 103 VRIJTHOF 6. Gevel van Naam- sche steen. - 12. Idem met seg- mentbogen; pui modern. - so. Van Naamsche steen. 104 WOLFSTRAAT 12 - 14. Gevels met kenmerken cler Lo- Afb.735. Maastricht, Abtstraat dewijkstijlen (blz. 670 e.v.) 105 ABTSTRAAT zie blz. 773 nr. 47 en afb. 735; voor interieur blz. 778 nr. 122. SUPPLEMENT. 777 106 BOSCHSTRAAT 28a. Koetspoort van Naamsche steen, versierd in Lodewijk XV-stijl geplaatst in 1917. Voor interieur, zie blz. 778 nr. 127. — 72-74, zie blz. 775 nr. 78. — 78-80, zie blz. 775 nr. 78. 107 BREULINGSTRAAT 22, zie blz. 777 nr. 79. 108 GROOTE GRACHT 74. Voor interieur, zie blz. 779 nr. 132. 109 GROOTE LOOIERSTRAAT 8, zie blz. 772 nr. 14. 110 KAPOENSTRAAT 13, zie blz. 775 nr. 85. 111 KESSELSKADE 48, zie blz. 774 nr. 6o en blz. 779 nr. 141. 112 KLEINE LOOIERSTRAAT 6. Ingangsomlijsting in Lodewijk XVI-stijl. Zie blz. 776 nr. 90. — 8, zie blz. 772 nr. 20. 113 LENCULENSTRAAT 16-16a, zie blz. 774 nr. 54 en blz. 78o nr. 146. 114 MUNTSTRAAT 10, zie blz. 774 nr. 67. 115 NIEUWSTRAAT 9, zie blz. 776 nr. 94. — 1o, idem. 116 O. L. VROUWEPLEIN 29, zie blz. 774 nr. 69. 117 RAAMSTRAAT 14, zie blz. 776 nr. 97. Afb.736. Maastricht, Onderpui van de afgebroken gevel Groote Staat 9 (vgl. afb. 5 5 8) 77 8 GEMEENTE MAASTRICHT. 118 SMEDENSTRAAT 14, zie blz. 776 nr. 98; - 25, zie blz. 775 nr. 71. 119 SPILSTRAAT 3, zie blz. 776 nr. 99. 120 STOKSTRAAT 47, zie blz. 772 nr. 28. 121 VRIJTHOF 5. Van Naamsche Steen. - - 51, zie blz. 774 nr. 63. Interieurs to Maastricht. 122 ABTSTRAAT 1o. Balustertrap, schoorsteenmantel en plafond in Lodewijk XV-stijl. Lodewijk XVI-schoorsteenmantel. 123 ACHTER DE COMEDIE i6. Twee schoorsteenmantels in Lodewijk XVI-stijl. Wen- teltrap. In de z.g. 0. L. Vrouwekamer een vrijstaande Lodewijk XVI-schoor- steenmantel; in een nis een madonnabeeld, 1714. 124 ACHTER DE MOLENS 12. Patriciershuis, vroeger genaamd De Drie Leeuwen. Trappenhuis met smeedijzeren leuning en stucplafond in Lodewijk XV-stijl. Verder o. a. drie kamers in Lodewijk XV- en Lodewijk XVI-stijl. 125 BOGAERDENSTRAAT 36. Twee Lodewijk XVI-schoorsteenmantels; boezem in Lodewijk XV-stijl. 126 BONNEFANTENSTRAAT 5. Twee schouwen, waarvan een in den trant van Hans Vredeman de Vries; beide fragmentarisch en niet in situ. Spiltrap. 127 BOSCHSTRAAT 28a. Schouw, 1628, niet in situ ; trap in Lodewijk XV-stijl. - - - - - 108-11o. Trap en kamers in Lodewijk XVI-stijl. 128 BOUILLONSTRAAT 2. Trap en schoorsteenmantel in Lodewijk XV-stijl. - 129 BREEDE STRAAT 7. Lodewijk XV-trap. - schoorsteenmantels in Lodewijk XVI-stijl. - - - -- 26-28. Lodewijk XV-trap. Twee schoorsteenmantels Empire; fragmen- tarisch. - - 130 BRUSSELSCHE STRAAT 30. Lodewijk XV-schoorsteenmantels ; fragmentarisch. - SUPPLEMENT. 779 BRUSSELSCHE STRAAT 59. Neoclassicistische schoorsteenmantel; fragmentarisch. - - - - 131 GRAANMARKT 1. Barokke trap. Tegelschouw. 132 GROOTE GRACHT 24. Trap en schoorsteenmantels in Lodewijk XVI-stijl. - XVI-, en Empirestijl. - XIV-plafonds. - 74. Schoorsteenmantels en stucplafonds in Lodewijk XV1-stijl. 133 GROOTE LOOIERSTRAAT 6. Lodewijk XV-schoorsteenboezem. Schoorsteenmantel en fragmenten van schoorsteenmantels Empire-neoclassicistisch. - - 17. Lodewijk XV-trap. - - - 134 GROOTE STOAT 32. Lodewijk XV-trap. 135 GUBBELSTRAAT 38. Lodewijk XIV-schoorsteenmantel; alcoofomlijsting; spiltrap. 136 VAN HASSELTKADE 8. Lodewijk XV-trap en -plafonds. Schoorsteenmantels Lodewijk XVI, Empire en neoclassicistisch. - - 13. Lodewijk XV-trap, Lodewijk XVI-plafonds; imitatie-gobelins van jute, XVIII B; deuren en dessus-de-porte in Lodewijk XV-Stijl. - 15. Schoorsteenmantels in Lodewijk XV- en Lodewijk XVI-stijl. Lodewijk XV-plafonds. 137 JODENSTRAAT 12. Lodewijk XVI-schoorsteenmantel. Lodewijk XV-vleugeldeuren. 138 KAPOENSTRAAT 32. Balustertrap; verder o. a. een Lodewijk XV-schoorsteenmantel. 139 CAPUCIJNENSTRAAT 45. Lodewijk XVI-schoorsteenmantels. In tuinhuis tegelschouw. - 51. Lodewijk XV-trap. - 57. Schoorsteenmantels Lodewijk XV en neoclassicistisch. - 73. Trap, schoorsteenmantels en plafonds Lodewijk XVI-neoclassicistisch. - 140 K EIZ ER KARELPLEIN 5. Lodewijk XV-schoorsteenmantel en dito schoorsteenboezem. - 141 KESSELSKADE 41. Schoorsteenmantel, Lodewijk XVI-neoclassicistisch, niet in situ - - 142 KLEINE GRACHT 18. Trap en schoorsteenmantel Empire. - - 31. Lodewijk XIV-schoorsteenboezem. Spiltrap. 780 GEMEENTE MAASTRICHT. 143 KLEINE LOOIERSTRAAT 1o. Balustertrap; schoorsteenmantel Lodewijk XV-neo- classicistisch. 144 KLEINE START I 3. Lodewijk XV-plafond. 145 CORTENSTRAAT 7. Interieur in Lodewijk XVI-stijl. In tuinhuis Regenceschoorsteen- mantel. 146 LENCULENSTRAAT 14. Schoorsteenmantels en plafonds in Lodewijk XV- en Lodewijk XVI-stijl. - in Lodewijk XV-stij1; bewerkte moerbalkzoldering. - 147 LOOIERSGRACHT 4. Lodewijk XVI-schoorsteenmantel. 148 MARKT 16. Balustertrap. Lodewijk XVI-schoorsteenmantel. - - kamerinterieur. - - - 149 MINDERBROEDERSBERG 8. Balustertrap. Lodewijk XVI-schoorsteenmantel e. d. 150 MINCKELERSSTRAAT I. Lodewijk XVI-trap; tegelschouwen. 151 MUNTSTRAAT 25. Lodewijk XVI-schoorsteenmantel; neoclassicistisch apotheek- interieur. - 152 O. L. VROUWEKADE 4. Lodewijk XVI-kamer. 153 0. L. VROUWEPLEIN 18. Balustertrap. Lodewijk XV-schoorsteenboezems. - - 23. Balustertrap. 154 a L. VROUWEAVAL 5. Eenvoudige Lodewijk XVI-trap. 155 PAPENSTRAAT 2. Lodewijk XVI-trap. - - - 156 PASTOORSTRAAT 14. Lodewijk XVI-schoorsteenmantel. Barok altaar met Madonna; kruiswegstaties. 157 ST. BERNARDUSSTRAAT 8. Barokke balustertrap. - 158 ST. JACOBSTRAAT 6. Lodewijk XV-trap. Schoorsteenmantels Lodewijk XV en Lodewijk XVI. -- 15. Lodewijk XV-trap. Regence-schoorsteenboezem. Bewerkte zoldering. 159 ST. PIETERSTRAAT 3. Twee Lodewijk XV-schoorsteenboezems. 160 ST. SERVAASKLOOSTER 6. Lodewijk XVI-trap. Neoclassicistische kamerinterieurs. - - 26. Lodewijk XV-trap; dito plafonds en schoorsteenmantels. SUPPLEMENT. 781 ST. SERVAASKLOOSTER 28. Trap, plafonds en schoorsteenmantels Lodewijk XV. — 33. Lodewijk XV-trap en dito schoorsteenmantel; neoclassicistische interieurs. — 36. Lodewijk XV-trap en neoclassicistische schoorsteenmantels. 161 STATENSTRAAT 9a. Balustertrap XVII. 162 STEENENBRUG 6. Trap en schoorsteenmantels Lodewijk XV. 163 STOKSTRAAT 32. Lodewijk XV-schoorsteenboezem. — 53. Lodewijk XV-plafonds. Twee neoclassicistische schoorsteenmantels. 164 TAFELSTRAAT Io. Schoorsteenmantel Lodewijk XV-neoclassicistisch. 165 TONGERSCHE STRAAT 20. Lodewijk XVI-trap. — 41. Neoclassicistisch interieur. — 49. Lodewijk XV-trap; neoclassicistische schoorsteenmantels. 166 HENRIC VAN VELDEKENPLEIN (St. Servaasklooster) 20. Lodewijk XVI-hal met trap in denzelfden stijl. — 22. Lodewijk XV-trap, dito schoorsteenboezem. Gebeeldhouwde schoor- steenmantel, XVII. Neoclassicistische muur- en plafondbeschildering. Schoor- steenmantels in denzelfden trant. — 23. Lodewijk XV-plafond en dito schoorsteenmantel. — 31. Balustertrap; Lodewijk XV-plafond. 167 VRIJTHOF 2I ; - 22, met Lodewijk XV-trap. — 23. Spiltrap; Lodewijk XV-plafond en dito schoorsteenboezem. — 47-49. (thans 46-47). Empire trappenhuis. Empire zaalinterieurs met schoorsteenmantels en plafonds. 168 WITMAKERSTRAAT 5. Neoclassicistisch kamerinterieur. — to. Lodewijk XV-plafonds; dito trap. — 25. Plafond en schoorsteenmantels Empire. Enkele gothische fragmenten niet in situ. 169 WOLFSTRAAT 8. Lodewijk XV-trap; schoorsteenmantels en plafond in Lodewijk XVI-stijl. 170 ZWINGELPUT 2. Eenvoudige tegelschouw. Interieurs to Wijk. 171 BRUGSTRAAT 6 I . Lodewijk XVI-schoorsteenmantel; fragment Lodewijk XV-trap. 172 HOOGEBRUGSTRAAT 6. Schoorsteenmantels Lodewijk XVI. I I. Lodewijk XV-trappenhuis; Lodewijk XVI-tegelschouwen. — 13. Trap en plafond in Lodewijk XVI-Stijl. — 28. Lodewijk XV-schoorsteenmantel; Empire schoorsteenmantel. — 36. Plafond en schoorsteenmantels in Lodewijk XVI-stijl. — so. Regence-tegelschouw. — 54. Lodewijk XVI-schoorsteenmantel. — 58. Trap, schoorsteenmantels en alcoofomlijsting in Lodewijk XVI-Stijl. — 72-72a. Trap, plafond en schoorsteenmantel in Lodewijk XVI-stijl. 782 GEMEENTE MAASTRICHT. 173 RECHTSTRAAT 7. Balustertrap; plafonds in Lodewijk XIV-stijl. Empire-schoorsteen- mantels. — 23. Tegelschouwen; fragment balustertrap. — 25. Trap en schoorsteenmantel Lodewijk XVI. — 47. Tegelschouw met wapen Lodewijk XV-Lodewijk XVI. — 51. Tegelschouw in Lodewijk XV-stijl. — 55. Schoorsteenmantel in Lodewijk XV-stijl; twee Lodewijk XVI-schoor- steenboezems. — 59. Twee Lodewijk XVI-schoorsteenmantels. — 7o. Tegelschouwtje. — 82. Twee Lodewijk XV-schoorsteenboezems, deuren e. d. — 89. Balustertrap. In Maastricht zijn de interieurs van MUNTSTRAAT 45, STEENENBRUG 12, ST. JACOB- Afb.. Maastricht, De Kleine Looiersgracht in 1897. SUPPLEMENT. 783 STRAAT 8 en TONGERSCHE STRAAT 35, beschreven op blz. 677, 664, 642 (602) en 66o, grootendeels verdwenen. Herplaatste gevelsteenen te Maastricht 1). 174 BOSCHSTRAAT 17. Steen met voorstelling van een „Schmoucksceer". Afk. van Brugstraat Jo. - 55. „IN DEN RAEVE 1700". Afk. van Muntstraat 28. - - pinianus. Afk. van Achter het Vleeschhuis 39, waar zij een geheel uitmaakten met den vorigen steen. - - 95. Steen met de voorstelling van Bacchus. Afk. van Brusselsche Straat ioi. - - Wijk. - - broken pand op de Bleekerij. Lie ook blz. 775 nr. 78 en blz. 777 nr. io6. - Bernardusstraat I. Hoogbejaarden meenen, dat deze steen daarvoor in de buurt van de Kattenstraat, een zijstraat van de Rechtstraat, heeft gestaan. - markt, hoewel het pand, waar de steen nu geplaatst is, van oudsher beet: Hotel du Chéne. 175 BRUSSELSCHE STRAAT 31. Steen, voorstellende een ossenkop. Afk. van Groote Staat 3, waar hij diende als sluitsteen in de poort van de voormalige vleeschhal. Zie ook blz. 774 nr. 59. 176 GROOTE GRACHT 37. „IN DEN VALK 1738". Ontdekt in 1952. Zie ook blz. 775 nr. 81. 177 GROOTE LOOIERSTRAAT I 9. Steen boven een poort met tijdvers: HAEC PRIMO DIE JVNII INCEPTA. Ontdekt in 1952. 178 KAPOENSTRAAT 20. Steen voorstellende een cos. Aft‹. van Rechtstraat 52, Wijk. - Staat 24. - Zie ook blz. 772 nr. 18. 179 KESSELSKADE 58. Steen, voorstellende drie gekroonde haringen, gevonden in de tuin van een pand in de St. Antoniusstraat. Kan ook afkomstig zijn van Wijker Brugstraat 68, waar het vroeger „in de drie gekroonde haringen" heette. 1) Voor het groptste ged2elte uit het de 5t van het Provinciaal Museum •, herplaatst in 1951 en 1952 784 GEMEENTE MAASTRICHT. 180 KLEINE GRACHT 28. Steen met de voorstelling van een posthoorn. In de achter- bouw van pand Kleine Gracht 3o in 1952 ontdekt. Zie ook blz. 774 nr. 66. 181 LENCULENSTRAAT I. Twee steenen, voorstellende een rechter- en een linkerhand, beide met opschrift „D. GULDE HANDT 1737". Afk. van Muntstraat so. — 18. In 1952 ontdekt in de bovendorpel van de straatdeur: PACE FAVENTE EXSTRVCTA DoMVs. 182 MARKT 60. „IN DEN LAURIERBOOM 1766". Afk. van Markt 5. — 65. „IN DE GOUDE LEEUW". Afk. van Spilstraat 5. Zie ook blz. 771 nr. 3. — 66. „IN DE STERRE 1777". Afk. van Groote Staat 13. — 68. „IN DEN BOCK 1738". Afk. van Rechtstraat 89. Wijk. Zie ook blz. 776 nr. 92. 183 PASTOORSTRAAT 10. Groote steen met wapenschild en de stadsster van Maastricht en het opschrift: D.O.M. ET ORDINI S.S.P.Q. MOSAETRAJECT. FUNDUM MONASTERII DOMIBUS PUB: PECUN : COEMPTIS ET I)IRUTIS D.D. 1611 Zeer waarschijnlijk afkomstig van het Capucijnenklooster, waarvan de bouw in 161I met steun van de overheid begonnen werd. 184 PLANKSTRAAT 23. Aan de tuinzijde gedenksteen met tijdvers: S.NICOLAVS VERA VIPVLsVs CEDIT S.MARIAE VIRGIN'. Dit doelt op de aibraak van de voormalige St. Nicolaaskerk. De steen is afkomstig van de vroegere pastorie van deze kerk, Welke bier eens stond. 185 SPILSTRAAT 4. Steen met de voorstelling van de zon; herplaatst in den oorspron- kelijken gevel. 186 TONGERSCHE STRAAT 38. In 1952 ontdekt steentje met de voorstelling van een vogel (pelikaan?) Herplaatste gevelsteenen to Wijk. 187 HOOGEBRUGSTRAAT 17. Uithangteeken in den vorm van een scheerbekken, aan- gebracht in 1952. — 74. „IN DEN GROENEN STAEDELEER", in 1952 weer op de oorspronkelijke plaats aangebracht. Vgl. blz. 729 nr. 6o met onjuist onderschrift. 188 RECHTSTRAAT 102. „IN HET POSTHOORN 1766". Afk. uit den kelder van dit perceel en in een zijgevel daarvan, in de Kalminkstraat, herplaatst. — 94. In den gevel ontdekt een steen met drie geschilderde gouden leeuwen op rood veld en Anno 1751, links en rechts geflankeerd door twee jaartal- steen en 17 — 58. — 46. Steen met de voorstelling van een wortel. Afk. van Rechtstraat 27. Wijk. SUPPLEMENT. 785 41, tif Afb.738. Het Oostelijk deel van Maastricht met de voorstad Wijk, maquette door Larcher d'Aubancourt, 1748-1752 1), in het Hotel des Invalides to Parijs (Vgl. of b. 568). VERDERE AANVULLINGEN. blz. 593, regel 13 van beneden: Groote Staat 9. De spil van de trap en enkele andere onderdeelen bevinden zich thans in het Museum. blz. 594: Gevelsteen „IN DEN LANSCROON", met gekruiste lansen (!) en een kroon. blz. 602, onderaan: St. Jacobstraat 8, verkeert in de uiterste staat van verval. blz. 617, nr. 17: Brusselsche Straat 77. De schamppalen van de koetspoort zijn verdwenen. blz. 619, nr. 25: Jodenstraat 1. Poort verdwenen. blz. 621, nr. 32: Kleine Gracht 39--41. Middenpartij en linkergedeelte van den gevel vervangen door nieuwbouw. blz. 621, nr. 35: 0. L. Vrouweplein 18. Reeds eerder bedorven door het wegbreken van een der ramen, is dit huffs in 1951 (!) door het platkappen van de profielen en de guirlande van de bekroning redeloos en reddeloos vernield! blz. 621, nr. 36: 0. L. Vrouweplein 17. Achtergelegen woning gesloopt. blz. 622, nr. 38: Raamstraat 45. De vleugels zijn gesloopt. blz. 625, nr. 48: St. Servaasklooster 40, gesloopt. Larcher d'Aubancourt vervaardigde ook een maquette van Namen. Vgl. Josy Muller, Le plan en relief de Namur in : l'Armee, la Nation, Bel g. Milit. Tijdschr. van Dec. 1949. 786 GEMEENTE MAASTRICHT. blz. 629, nr. 58: Eikelstraat 1 is onlangs fantasievol „gerestaureerd". blz. 631, nr. 65: Bogaerdenstraat 26, gesloopt. blz. 631, nr. 72: Breulingstraat 39, gesloopt. blz. 633, nr. 89 en afb. 596: Hoenderstraat 24. Met verf besmeerd en gedeeltelijk verknoeid. blz. 639, nr. I I I : Markt 33. Achtergelegen woning gesloopt. blz. 639, nr. 116: Zie opm. bij blz. 621, nr. 36. blz. 641, nr. 142: Bogaerdenstraat 52, hoofdgestel verdwenen. blz. 642, nr. 165: Heggestraat 14, gesloopt. blz. 645, afb. 608: Gevelsteen van het huffs De Ridder herplaatst aan de voorzijde. blz. 645, nr. 176, afb. 610: Bonnefantenstraat 5, onlangs gerestaureerd. blz. 646, nr. 178: Boschstraat 70. In- en uitgezwenkte dekstukken verdwenen. blz. 646, nr. 181: Ezeismarkt 2-4, onlangs gesloopt en in den ouden vorm her- bouwd. blz. 648-649, nr. 190: Lenculenstraat 33 is sinds 1951 hoofdgebouw van de Jan van Eyck-academie. De voorgevel is geheel vernieuwd en de ingangspartij vermoedelijk modern. De iaatste twee traveeen van het gebouw zijn waar- schijnlijk weer jets jonger dan de rest. Afb. 615 is van vOOr de restauratie. blz. 651, nr. 199: St. Pieterstraat 48, pui modern. blz. 651, nr. 203: Groote Staat 56, gesloopt. blz. 657, nr. 225: zie opm. bij blz. 646, nr. 181. blz. 657, nr. 23 1 : Koestraat 16, tezamen met 14 tot een geheel gerestaureerd. blz. 657, nr. 233: zie opm. bij blz. 622, nr. 38. blz. 66i, nr. 276: Vrijthof 31, paneelvullingen verdwenen. blz. 661, nr. 280: zie opm. bij blz. 651, nr. 203. biz. 662, nr. 299: Kersenmarkt 8, onlangs gerestaureerd. blz. 662, nr. 304: Kesseiskade 64, met verdieping verhoogd; pui modern. blz. 662, nr. 305: Capucijnenstraat 1 5, gesloopt. blz. 668, nr. 366 en blz. 669, nr. 375: Achter het Vleeschhuis, hoek Kersenmarkt, onlangs tot een geheel gerestaureerd met Kersenmarkt 10; de vensters terug- gebracht in den oorspronkelijken staat. blz. 67o, nr. 382: Stokstraat 1, gesloopt. blz. 670, nr. 389: Markt 17. Puff onlangs in den geest van de eerste verdieping - vensters met frontons; dus onjuist - vernieuwd. blz. 673, nr. 404: Groote Gracht 29. Een der koperen deurkrukken is vernield. blz. 673, nr. 405: zie opm bij blz. 622, nr. 38. blz. 675, nr. 41 1 : Kleine Gracht 30. Nieuwe winkelpui. blz. 677, nr. 421: 0. L. Vrouwekade 4. Stucpaneelen met takken in krans be- schadigd. blz. 679, nr. 433: Groote Gracht 56. Nieuwe winkelpui. Afb. 651 van v66r de wijziging. blz. 679, nr. 435 : Groote Staat 29. Onderpui thans geheel nieuw. blz. 68o, nr. 440: Markt 14. Nieuwe pui. SUPPLEMENT. 787 blz. 682: Vrijthof 44, afb. 658 van \TO& de verbouwing. blz. 684, nr. 453: Spilstraat 5. Pui nieuw; gevelsteen herplaatst Markt 65. blz. 687, nr. 459: Leeuwenmolen buiten gebruik. blz. 687, nr. 460: Molen aan den Heksenhoek zeer vervallen. blz. 688, Museum, thans genaamd Limb. Museum voor Kunst en Oudheden en gevestigd in het voormalige Bonnefantenklooster, Ezelsmarkt. blz. 689, de nabootsing van den, uit grint gevormden, grafheuvel van Savelsbosch (Gronsveld) is opgeruimd. Onder V Glaswerk: een met gekleurde glasdraden versierd vaasje door den z.g. „Meister der Schlangenfaden", Keuls werk gevonden to Stein. blz. 691. Een derde doopvont, fragmentarisch bewaard, n.l. een gedeelte van een achthoekige kuip met een der hoekmaskers, Gothisch, XIV?, afkomstig uit Halen. blz. 714: De moderne 0. L. Vr. v. Lourdeskerk in het Wittevrouweveld, bezit: Eiken preekstoel, XIXA, afkomstig uit Nieuwerkerk aid Usel; de kuip versierd met relief- voorstellingen van de Evangelisten. Orgel, XIXA, afkomstig uit Westkapelle (Z). blz. 719, nr. 5: Ruiterstraat 15, gesloopt. blz. 721, nr. 18: Brugstraat 58. De steen met 1673 is verdwenen. blz. 721, nr. 21: Rechtstraat 12. Slotplaat verdwenen. blz. 722, nr. 22: Ruiterstraat 1 1, gesloopt. blz. 729, nr. 64: Rechtstraat 63, thans ontpleisterd. 788 GEMEENTE MAASTRICHT. CORRIGENDA biz.57, r. 6 en 7 en biz. 94, r. 9: De aanval afgeslagen door H. v. G. en A. v. D. biz. 214, r. 3, 4 en 5 v.o.: Invullen resp. 290, 289 en 288. biz.552, afb. 521: Zie opm. op biz. 706, nr. 4. blz. 287, r. 5: 52 wordt 55. blz. 600, r. 5 v.o.: 28 wordt 13. blz. 614, nr. 9 en afb. 575: 6-8 wordt 18-2o. blz. 615, r. 18: De andere vieugel wordt: Het andere pand. blz. 619, nr. 26: 3 wordt 3, 5, 7. biz. 625, nr. 54 en blz. 626, afb. 59o: 47 wordt 46-47. blz. 628, r.4 v.o.: aan het einde invoegen: vgl. afb. 664 en 665. blz. 63,1 nr. 62: 6-8 wordt 18-20. blz. 631, nr. 66: Bonnefantengracht wordt: Bonnefantenstraat. blz. 633 , nr. 8: 5: 8 en 1 o wordt 8 en 8a. blz. 639, nr. 1 19: 17 wordt 16-17. blz. 646, afb. 61o: Bonnefantengracht wordt: Bonnefantenstraat. blz. 652, nr. 207: 17 wordt 16-17. blz. 652, nr. 208: Ionische wordt Toscaansche. blz. 65,6 nr. 216: XIXa wordt XXa. blz. 658, nr. 246: 3 wordt 3, 5, 7. blz. 659, nr. 253: 12 wordt 10-12. blz. 66o, nr. 265: nr. 393 wordt nr. 394. blz. 661, nr. 282: 53 wordt 52-53. blz. 661, nr. 294: Smedenstraat/Kersenmarkt wordt Smedenstraat 28. blz. 663, 11T. 31I: nr. 391 wordt nr. 392. blz. 664, nr. 327: 6o wordt 66; Brusseische straat 38 vervalt. biz. 668 nr. 372: 4 X drie vensters wordt: 3 X vier vensters. blz. 669, nr. 38o: Jo wordt 10-12. blz. 67o, nr. 384: 234 wordt 235. blz. 670, nr. 385: de dakkapel behoort bij Vrijthof 31. blz. 675, nr. 413: de verwijzing naar afb. 559 wordt 655. biz. 685, nr. 455: 47 wordt 46-47. blz. 69o, r. 5: wagen wordt drievoet. blz. 691, afb. 664 en 665: een huis wordt: het voorm. „Huis der Edelen". blz. 692, r. 1: ibid.: achter afb. 664 en 665 invoegen: vgl. afb. 591. blz. 692, 2de alinea, r. 2: om 1526 wordt: XVd. blz. 694, r. 16: achter diptiek invoegen: van ivoor. blz. 694, r. I 7: o,35M wordt 0,035M. biz.718, afb. 686: Hoogebrugstraat worth Rechtstraat. biz.719, nr. 3: nr. 32 wordt nr. 31. biz.719, nr. 7: afb. 688 wordt afb. 689. biz.723, nr. 3o: 1786 wordt 1765. biz.723, nr. 35: 1700 wordt 1710. biz.728, nr. 55: Hoogebrugstraat 26 wordt Rechtstraat 26: A 1.92 wordt A 16.2. biz.729, nrs 57, 58, 59, 6o en alb. 699: Hoogebrugstraat 58, 66, 68, 68a, 7o, 78, 81, 82, 84, 94, alle in deRechtstraat. 84 met gevelsteen wordt: 82 met gevelsteen. Zie ook blz. 784, nr. 187. AANVULLENDE LITERATUURLIJSV A LGEMEEN. Geschiedenis en Stadsontwikkeling. N. BOERMA Geschiedenis en beplanting van het stalls ark Maastricht, 1937 (gestencild). - E. FRANQUINET, Hoe het Maastrichtsche stadspark er vroeger uitzag, Nedermaas, 1933/34, blz. I IO. —Dezelfde, Het Maastrichtsche Vrijthof, Nedermaas, 1926, blz. 8. — F. L. GANSHOF Over stads- ontwikkeling tusschen Loire en Rijn gedurende de Middeleeuwen, Verhandelingen Kon, Vlaamsche Acad. v. Wetensch., Afd. Lett. en Schoone Kunsten, Antwerpen, 1941. — Gedenk- bock der Ned. Herv. Gemeente to Maastricht 1632-1932, Maastricht, 1932. — H. C. W. HOEGEN, Maastricht, Maastricht, 1947, hoofdst. II en III. — A. KESSE\T, Over de historisch-topografische In ontwikkeling van Maastricht's plattegrond, Publications de la Soc. hist. et arch. dans le L' 1942/46, blz. 197. — Dezelfde, De Historische schoonheid van Maastricht, 3de druk, Amsterdam, 1947. — J. TH. LENARTS, Gegevens over Maastrichtsche kloosters, medegedeeld en toegelicht door E. C. M. Batta, Maasgouw, 194o, blz. II. — E. VAN NISPEN TOT SEVENAER, Maastrichtsche graf_ steenen, Publications de la Soc. hist. et arch. dans le Limbourg, 1931, blz. 385; 1932, blz. 123; 1935, blz. 231; 1936, blz. 297; 1938, blz. 193; 1939, blz. 201; 1940, blz. 123; 1941, blz. 271. - G. PANHUYSEN, Studien over Maastricht in de dertiende eeuw, Maastricht, 1933. — J. SCHAEPKENS VAN RIEMPST, Het oude Tricht, Eenige bijzonderheden omtrent straten, pleinen en bewoners, Publicaticns de la Soc. hist. et arch. dans le Limbourg, 1931, blz. 187; 1932, blz. 71 en 1933 blz. 63. — D. C. VAN SCHAIK, Maastricht in het midden der i8e eeuw [maquette to Paris; of b. 68 en 738], Maasgouw, 1937, blz. 25. — M. SCHO ENGEN, Monasticon Batavum, Amsterdam, i941 /42. — J. T ESSER, De naam „Vrijthof", Maasgouw, 1944/45, blz. 6. Architectuur, Beeldende Kunsten, Kunstnijverheid. J. DE BORCHGR RAVE D'ALTENA, Les caracteres de l'art mosan au moyen age, Bull. de l'Instit. arch. de Liêge, 1949/50, blz. 61. — M. DEVIGNE, La sculpture mosane du XlIe au XVIe siecle, Parijs— Brussel, 1932. - H. EICHLER, Goldschmiedekunst an Rhein and Maas bis zur Stauferzeit, Trierer Zeitschr., 1935, blz. 168. — O. VON FALKE en E. MEYER, Romani sche Leuchter and Geth sse, Berlin 1935 — S. J. FOCKEMA ANDREAE, E. H. TER KUILE en M. D. OZINGA, DlliZend Jaar Bouwen in Neder- land, dl. I, Amsterdam, 1948. — s. GEVAERT, L'orfevrerie mosane au moyen age, Brusselo 943. - S. COLLON-GEVAERT, Histoire de l'art du metal en Belgique, Brussel, 1951 — E. H. TER KUILE, De torens van Nederland, Amsterdam, 1946 — A. PUTERS Parallele des architectures mosanes de Liege et de Maestricht, Maasgouw, 195o, blz. 98. — J. J. NI. TimmERs, Houten beelden, Amsterdam, 1949 — Dezelfde, Ontwikkelingsproblemen der Maaslandse kunst, Academiedagen, 1952 — . 1) Deze list wil geen aanspraak maken op volledigheid , zij geeft een keuze uit de voornaamste publi- caties, verschenen sinds de uitgave der eerste vier afleveringen en voorts eenige oudere publicaties, welke nog niet vermeld werden. 790 GEMEENTE MAASTRICHT. A. VOOR- EN VROEGHISTORISCHE EN ROMEINSCHE OUDHEDEN. (blz. 26 e.v.) A. W. BYVANCK, Nederland in den Romeinschen tijd, Leiden 1943, blz. 474, 713. — Dezelfde, Opgravingen en onderzoekingen in de jaren i935-1939, Bull. Ned. Oudheidk. B., 1938, blz. 81. - W. GOOSSENS, in Oudheidk. Meded. Rijksmus. Leiden, 1927, blz. 55 — E. NI ST in Maasgouw, 193o, blz. 42; 1932, blz. 18. — A. SCHILLINGS, Kessel of Maastricht, Nedermaas, 1937/38, blz. 205. — J. SPRENGER, in Maasgouw, 1934, blz. •35; 1951, blz. 22. - Dezelfde, Beknopt overzicht der voor- en vroeghistorische oudheden en hun vindplaatsen in de gemeente Maastricht, Oud- heidk. Meded. Rijksmus. Leiden, 1948, blz. 15. — W. SPRENGER, ill MaaSg011W, i93o, blz. 8, 59, 7o , 1932, blz. 46; 1933, blz. 72 — W. VERMEULEN, Oud-Maastrichtsche vondsten in de laatste jaren, Maasgouw, 1935, blz. 61. — Dezelfde, in Maasgouw, 1938, blz. 33; 1939, blz. 34. Gratkelder (blz. 33); vroeg Christelijk ? Vgl. Maasgouw, 1930, blz. 5i. — Gildeboek, 1931, blz. 29. B. VE RDEDIGINGSWERKEN. (blz. 54 e.v.) P. F. H. MASCHEK, Gesch. v. h. Korps Nederl. Mineurs en Sappeurs, Zaltbommel, 1853. — A. MINIS, Maestricht, ses fortifications, Chronique du Vieux Liege, 195o, blz. 252 - J. J. MORREAU, in de Gazet van Limburg, 7 Jan., ii Febr., 3 Maart, 14 Maart, 13 April, 19 Mei en 8 Oct. 1950 en 17 Maart 1951. — Dezelfde, Militaire sorties der voorm. vesting Maastricht, Maasgouw, 1952, blz.36. — Dezelfde, Kleine militaire bouwwerken in de oude vestingwal achter het klooster der jezdieten, Maasgouw, 1952, blz. 78. — W. H. SCHUKKING, De oude vestingwerken van Neder- land, Amsterdam, 1941. — w. H. SCHUKKING en F. VERMEULEN, Over de oude vestingbouw in Nederland in de XVIde, XVIlde en X VIIIde eeuw, Oudh. Jaarb., 1937, blz. 1, 59. — W. SPRENGER, Oude walmuur nabij de papierfabriek to Maastricht, Maasgouw, 1926, blz. 20. Tweebergenpoort (blz. 67), gesloopt in 1926. J. SCHAEPKENS, in Publications de la Soc. hist. et arch. dans le Limbourg, 1933, blz. 67. - W. SPRENGER, in MaaSgOUW, 1926, blz. 46. C. BRUGGEN, GEDENKTEEKENEN. (blz. 91 e.v.) Maasbrug (blz.91, e.v.), gerestaureerd in 1932/33 en na oorlogsschade. in 1948. A. J. A. FLAME, Eene schilderij van de Maasbrug door de Nederl. schilder Joris van der Haagen, Bouwwereld, 1923, blz. 93. — w. DE HAAN, Oude Maasbrug Maastricht, merkwaardige ont- dekking, Heemschut, 1934, blz. 107. — A. KESSEN, Jan van Eyck, De Madonna van Kanselier Rolin en Maastricht, Maasgouw, 1943, blz. 2. - A. H. CORNETTE, Jan van Eyck en 0. L. Vrouw van den kanselier Rolin, Elsevier's Maandschrift, 1938, blz. 1 — Dezelfde, in SUPPLEMENT. 791 Jaarb. 1939/41 V. h. Kon. Mus. V. Sch. K. Antwerpen, blz. 85. — E. VAN NISPEN TOT SEVENAER, Heeft Jan van Eyck to Maastricht gewoond, Oudheidk. Jaarb., 1932, blz. 91. — E. A. SERRARENS, Jets over de geschiedenis der Maastrichtsche Maasbrug, Nedermaas 1925/26, blz. 124. - J. J. M. TIMMERS, De achtergrond van de madonna van Rolin door Jan van Eyck, Oud-Holland, 1946, blz. 5. Voorm. fontein op het Vrijthof. J. BLONDEN, in ivi—raasgouw, 1934, blz. 3, 13, 31, 37. D. WERELDLIJKE OPENBARE GEBOUWEN. (blz. 96 e.v.) Voorm. Brabantsch (Spaansch) Gouvernement. (blz. 96 e.v.) J. DE BORCHGRAVE D'ALTENA, A propos des colonnades du palais des princes-eveques Liege, Chronique archeologique du Pays de Liege, 1927, blz. 3, 42. Gouvernement (blz. 103 e.v.), in 1934 vervangen door het huidige, door Ir G. C. Bremer ontworpen gebouw. Vgl. o. a.: G. C. BREMER, in Ingenieur, 1935, B 203 en C. E. W. VAN PANHUYS, in Ingenieur, 1935, A 236. Stadhuis. (blz. IT8 e.v.) G. A. c. BLOK, Pieter Post, Siegen, 1937. — P. DOPPLER, De klokken van het klokkenspel van het raadhuis to Maastricht, Maasgouw, 1929, blz. 32 — A. HULLEBROECK, Histoire de la tapisserie Audenarde du XVe au XVIIIe siecle, Oudenaarde, 1938, blz. 137. — A. KESSEN, Het Maastrichtsche stadhuis. De eerste in druk verschenen afbeeldingen, Maasgouw, 1942, blz. 14. — Dezelfde, De wandtapijten in het stadhuis van Maastricht, Maasgouw, 1942, blz. 65. - H. KÔNIGS, Das Gut „Der grosse Bau" mit den Wandstuckbildern Gaginis, Zeitschr. des Aachener Geschichtsvereins, 1939, blz. 200. - J. VAN OPPEN, Schilderij lilt 1499 op het raadhuis to Maastricht, Maasgouw, 1934, blz. 53 — A. PUTERS, Le stucateur Gagini, Ch- nique arch. du Pays de Liege, 1949, blz. 77. — F. TIMMERMANS Luidklokken en beiaarden in Nederland, Amsterdam, 1944, blz. 67, 102. - J. J. M. TIMMERS De Maastrichtsch-Luiksche schildersfamilie Coclers, Publications de la Soc. hist. et arch. dans le Limbourg, 1940, blz. 139. — G. T. VAN YSSELSTEYN, Geschiedenis der tapijtweverijen in de Noordelijke Nederlanden, Leiden, 1936; dl. I, blz. 165, 196; dl. II nrs. 871, 884, 885. — Dezelfde, Bij het afnemen en reinigen der tapisserieen van het raadhuis to Maastricht, Maasgouw, 1942, blz. 73. E. KERKELIJKE GEBOUWEN. (blz. 147 e.v.) Voorm. Kloosterkerk van de Beyaard. (blz. 154 e.v.) J. KLEYNTJENS, in Maasgouw, 1933, blz. 31 en Navorscher, 1933, blz. 234, 241. 792 GEMEENTE MAASTRICHT. Voorm. Bonnefantenklooster. (blz. 156 e.v.) N. DE JONG, Korte geschiedenis van het Bonnefantenklooster, Maastricht (1951). Voorm. Dominicanenkerk. (blz. 164 e.v.) Publications de la Soc. hist. et arch. dans le Limbourg, 1870, blz. 143. [In 1506 stortte tijdens ee n onweer de dakruiter neer]. Schilderingen. (blz. 176, foot I.) P. CLEMEN ti the Monumentalmalereien, dl. I blz. 36, noot 13o; biz, 37, not 31. [Keulsche invloed; overeenkomst met muurschilderingen van 1327 in St. Croix-en-Forez; te vgl. met XVde eeuwsche schilderingen in de Dom van Regensburg]. Voorm. Franciscanenkerk. (blz. 190 e.v.) Bouwgeschietienis. (blz. 201 — 202) A. SCHAEPKENS, in Annales de l'Acaddmie d'Arch. de Belgique, 1853, blz. 262. [Vermelding van het jaartal 1298 op een der pijlers. Op een teekening in het Rijksarch. to Maastricht draagt de eerste pijler aan de Noordzijde evenwel het jaartal 1291!] Fransche of Waalsche Kerk. (biz. 208 e.v.) W. C. QUARLES VAN UFFORD, in Bull. de la Comm. de l'histoire des dglises Wallones, 1932, blz. 5. St. Janskerk. (blz. 215 e.v.) Publications de la Soc. hist. et arch. dans le Limbourg, 187o, blz. 14. [Kerkbrand en toren- instorting in 13901 - A. VERHOEVEN, De St. Janskerk te Maastricht, Maastricht (1948). Voorm. Jezuietenkerk en -klooster.hl L.z. 234 e.v.) J. NOTERMANS, in Nedermaas, 1937/38, blz. 72, 153, 176, 228; 1938/39, blz. 37. — J. TESSER, De Jezuieten to Maastricht, Maastricht, 1952. — B. H. M. VLEKKE, in Maasgouw, 1939, blz. 27, 4o. Voorm. Kruisheerenkerk en -klooster. (blz. 241 e.v.) S. PETERS, in Nedermaas, 1929, blz. 75, 94. — JAC. BREUER en YV. DUPONT, Guillaume de Jonckeu, un sculpteur lidgeois du XVIe siecle, z. p., 1929. [Over het Sacramentshuis, dat thans in het Museum bewaard wordt]. SUPPLEMENT. 793 Luthersche Kerk. (h1 Z. 258-259.) J. SCHAEPKENS VAN RIEMPST, in Publications de la Soc. hist. et arch. dans le Limbourg, 1932, blz. 107. [In 1682 verkregen de Lutherschen toestemming een schuur in de Raamstraat als kerk te gebruiken. In 1689 werden hun „tot bouwinghe der Kercke" too pattacons gegeven]. St. Matthiaskerk.(h1\ --Z. 259 e.v.) P. DEJONG, Het orgel in de H. Matthiaskerk te Maastricht, Maasgouw, 195o, blz. 2 20 •; 1951,blz. — P. DOPPLER Klokken van de St. Matthiaskerk te Maastricht, Maasgouw, 1931, bl. 57. Gesticht De Nieuwenhof. (blz. 278 e.v.) J. BLONDEN, De bouw van het schip der kerk van den Nieuwenhof te Maastricht 1493-1494, Maasgouw, 1927, blz. 14. — G. PANHUYSEN, De kerk en het klooster van den Nieuwenhof te Maastricht, Maasgouw, 1929, blz. 55. St. Servaas (blz. 291 e.v.)) en O. L. Vrouwekerk. (blz. 467 e.v.) Architectuur. A. FUCHS, Entstehung and Zweckbestimmung der Westwerke, Westfal. Zeitschr. vaterlan- discheGeschichte and Altertumskunde, 195o, blz. 227. - 0. GRUBER, Das Westwerk, Zeitschr• d. Ver. f. Kunstwissenschaft, 1936, blz. 149. — Dezelfde, Westwerke als Symbole des kam- pfenden deutschen Christentums, Kunst und Kirche, 194o, Heft 4, blz. 53. — H. E. KUBACH, Spdtromanische Westbauten des Maaslandes, Kunstchronik, 1949, blz. 211. - H. E. KUBACH en A. VERBEEK, Die Vorromanische and Romanische Baukunst in Mitteleuropa, Literaturbe- richt 1938-195o, Zeitschrift fur Kunstgesch., 1951, blz. 124. - E. LEHMANN Der frtihe deutsche Kirchenbau, Berlijn, 1938, blz. 124. — E. 0. M. VAN NISPEN TOT SEVENAER, in Leven en Werken, April 1941, blz. 15 [De 0. L. Vrouwekerk, blz. 523, noot vergeleken met Wissel (Rheinl.) en Rolduc]. — M. D. OZINGA De Romaanse kerkelijke bouwkunst, Amsterdam, 1949 — RAVE, Sint Servaas zu Maastricht and die Westwerkfrage, Westfalen, 1937, blz. 49. - A. VERBEEK, Romanische Westchorhallen an Maas and Rhein, Waliraf- Richarts Jahrb., 1936, blz. 59. — R. WALLRATH, St. Servatius in Maastricht, Zwischen Rhein and Maas = Rheinische Kulturgeschichte, dl. 3, Keulen, 1942, blz. 97. St. Servaas, Geschiedenis. (blz. 291 e.v.) J. BRASSINE, Monuments d'art mosan disparus, Reliquaire d'Eginhart [voorheen in St. Servaas], Bull. de la Soc. d'.-art et d'Histoire du Diocese de Liege, 1938, blz. 155. — P. DOPPLER, Verzameling van charters en bescheiden betrekkelijk het vrije rijkskapittel; Listen van proosten, dekenen en kanunniken, Publications de la Soc. hist. et arch. dans le Limbourg, 193o, blz. 201; 1931, blz. 247; 1932, blz. 251; 1933, blz. •95; '934, blz. 227; 1935, blz. 19; 1936, blz. 141; 1937, blz. 191; 1938, blz. 33; 1939, blz. 93. — Dezelfde. in Maasgouw, 1937, blz. 48 en 1938, blz. 21. - J. YERNAUX, Les Von Trier, fondeurs de cloches et d'artillerie a Liege [Hans von Trier leverde in 1555 een klok voor St. Servaas], Chronique arch. du Pays de Liege, 1937, blz. 6. 794 GENIEENTE MAASTRICHT. St. Servaas, Noodkist. (blz. 395 e.v.) E. POLAIN, Les grands artistes mosans, Godefroid de Claire, Bull. du Vieux Liêge, 194o, blz. 1, 26, 63. St. Servaas, Paramenten. (blz. 439 e.v.) B. JANSEN, Laat Gotisch borduurwerk in Nederland, 's-Gravenhage, 1947, nrs 79, 8o, 81, 82. St. Servaas, Klokkenspel. (biz. 45o). P. DOPPLER, in Maasgouw, 1936, blz. 23; 1938, blz. 47 — F. TTMMERMANS, Luidklokken en beiaarden, Amsterdam, 1944, blz. 7o, 84, lo 2 . 0. L. Vrouwekerk, Vroegere Romaansche Kloostergang. J. J. M. TIMMERS, Een merkwaardige reeks kapitelen in het Museum te Maastricht, Maasgouw, 1953. 0. L. Vrouwekerk, Reliekhouder. (blz. 554, nr. 18.) BJORN HOUGEN, An Anglo-nordic drinking horn from Holland, Supplement to Viking, 1939. - van Wet., A fd. Lett., Amsterdam, 194o. 0. L. Vrouzvekerk, „Patriarchaalkruis" (blz. 558 e.v., nr. 38) en „Kruis van Constantijn" . (blz. 562, e.v., nr. 39). M. THEWISSEN, Twee byzanthijnsche H. Kruisrelieken uit de schat der voorm. kapittelkerk van 0. L. Vrouw to Maastricht, Maastricht, 1939. [N. B. de juiste hoogte en breedte van het „Patriarchaalkruis" zijn 38,3 cm en 24,5 cm]. REGISTERS OPMERKINGEN BETREFFENDE DE INRICHTING VAN DE REGISTERS Bij alfabetische rangschikking van de names van personen en plaatsen golden de ij voor i gevolgd door j, en de c die ook als k wordt uitgesproken voor een k. De names van God, de Christus, heiligen, bijbelsche en mythologische personen vindt men in het zaakregister. Een cursief gedrukt overzicht van alle beschreven woonhuizen van Maastricht en Wijk is straatsgewijs verwerkt in het topografische register under deze beide plaatsnamen. Een afzonderlijk register van afbeeldingen en platen is niet in dit werk opgenomen daar de tekst steeds naar de gezochte afbeeldingen en platen verwijst. ALGEMEEN PERSONENREGISTER Bladz. Bladz. Aa, wapen — van der 228 Alva, hertog van 8, 760 Aartsen Pieter, schilder XVI ..... 393 Amabeles, V 468 Ablaing van Giessenburg, wapen — d' . . 14 Amstenrade, Mechtildis van, echtgen. van Li- Absil, AnnaJoquent XVIII. . .... , • 574 brecht van Hulsberg Schaloen . . . 707, 710 Absil, Francois Dieudonne, XVIII ... • 574 Ancion, Remigius, orgelmaker, XVII . 528 Absil, Gerardus Josephus, steenhouwer, Angelus, pauselijk afgezant, X V . 279 XVIII 573, 574 Anckers, broeder Simon, X V . 283 Achrlen, Guilhelmus van, kannunik, XVII 37o Antonius, keizer 177 Achrlen, Guilhemus van wapen . , 370 Appeltoern, wapen . 229 Adelbertus merovingisch muntmeester , 18 Aquis de (zie van Aken)., Adolf van Altena, aartsbisschop, XII 5o8 Aren, Cyrus van, geestelijke, XVIII .. . 277 Adrianus IV, paus, XII 733 Argenteau, d' (zie Erkentele). Aecken, Peter Wijenhooft van, XVI 539 Arnold van Home, bisschop, XIV .. 7o Aecken, Syger Clement van, XVI . 539 Arnoldus, priester XI V 67 Aggere, Petrus ab, geestelijke, XVI 528 Arnulf, keizer, IX 5 Agrippa 3 Aspremont — Lynden, Anna Antoinette gra- Aken, gebroeders van, XIV 6o8 vin d', echtgen. van Claudius Serclaes, graal Aken, Renerus van, XIII ... .. 528, 529 van Tilly, XVIII 71o, 713 Aken, Theodericus van, XIII . .. 528, 529 Aspremont de Reckheim, gravin d', XVIII 49 Alards, wapen 232 Asseliers, wapen 375 Alardtz, Hedwig (geboren — von Vucht), Aubancourt, Larcher d', XVIII . 785 XVII 257 Augustus, keizer 42 Alardtz,Joris, XVI 257 Austrasie, hertog van, VII 248 Alardtz, Maria XVI , 257 Ayala, wapen 228 Albert van Leuven, bischop XII , 509 Alva, Hans Willem, baron van, XVIII 104, 105, Albuinus, graaf, IX, X 5 204 Alexander, restaurateur, XX 151 Baar, Mgr van 395 Alexander Farnese, hertog van Parma, XVI . 8, Balderik, bisschop XI .. , 471, 472 19o, 26o, 272, 4.03 Bare de Comogne, de 430 Aleydis, begijn, XIII 57, 165 Barnewick, wapen 37o Aleydis, echtgen. van Wiricus, XIV . . . . 165 Barocci, Federigo, schilder, XVII 392 Al aide 697 Bartland, wapen 370 A luvefa, V 468 Bauhusius, Bernardus, Jezulet, XVI, XVII 558, 560 796 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Bayar van Namen, D. G., beeldhouwer, XVIII 378 Borgneval, wapen 228 Bayart de Gandavo, Johannes, XIV 154 Borgognoni, Filippo, edelsmid, XIX . . 560 Bayer, Georges, beeldhouwer, XVIII . . . 294 Borsele wapen 228 Beauvois XVI , 767 Bossier, Jan de, steenhouwer, XVII . '21, 135 Beeekman, Nicolaas, XVII .. . 572, 573 Bouge, Frans de, beeldhouwer, XVIII. • • Be in (Beghin), Louis, XIX . .. 741 Bouillon, kardinaal van, XVII . ... 235 Beekers, Beatrix Ursula, XVIII 532 Bouma, C. teekenaar, XIX 73 Beckers, Catharina, XVII 706 Boumann, Henricus Franciscus, decaan, Beckers, Frans, XVII 736 X VIII 505 Beckers, Joannes, koopman, XVIII 532 Bounam, geslacht de, XVII . . 745 Beckers, Servatius, keurmeester, XVIII . . . 273 Breda, Wilhelm van, XV 529 Beckers van Herenthals, Walter, prior, XVI . 242 Breughel, de jonge, Pieter, schilder XVI, Bekkers, J. J., schilder 697 XVII 697 Bel ens wapen 232 Breuls, Johannes Everharts Nicolaus, XVII . 233 Bellomonte, Simon de, schilder, XVII 23, i5o, 268 Brienen, Albertina van, XIX .. . 697, 73 I Beluen, wapen 232 Brienen, Isabella van, XIII 278 Bergaigne, Josephus de, aartsbisschop, XVII. 744 Brienen, Karel van, XVII . . . . 697, 731, 745 Berg van der, buitenburger, XIII, XIV . . 607 Broecken, Libertus van, bisschop, XV. . . . 242 Bergh, Hermanus Fredericus graaf van den, Broerkens (Bruelkens) (alias Middelhoven), XVII 167, 375, 376 Lambertus, XV 578 Berghe genaemt Trips, Hieronymus, XVII . 597 Brom,Jan, kopergieter, XIX . . . . 364 Berghes, Robert de, bisschop, XVI .. 566 Bronckhorst-Batenburg, heeren van .. . 609 Bernelle, Jehenne, XV 608 Bronkhorsi, wapen 37o Bemini, beeldhouwer, XVII 88 Bruyn, H. Gerard de, stichter van de Be card Bertran, Agnes, XVI, XVII 571 XVI 155 Best wapen , 372 Brunnyncx, Conrart de, XVI . 571 Best, Johannes de, kanunnik, XVII 373 Brunnyncx, wapen 71 Best, Theodericus Mathieu de, kanunn2ik3,, 84 Budel, Willem van, betaalmeester, XV I I I XVII 373 Buel, Joes van, kanunnik, XVII . .. 571 Bettonville, XIX 741 Buel, Maria Van, XVI 252 Beukel, wapen 374 Buel, wapen 57 I Beusdaal, Herman van, XIV 731 Buirette St., Daniel, XVII 231 Beyer, Jan de, teekenaar, XVIII 91, 93, 118, 268 Bunde Sr., Joost van, XV 155 467, 698 Bunne, Henrick, XVII 736 Beyssel, Nicolaas, kanunnik, XV, XVI 371, 767 Buren, Andries van, XVII 609 Bieberstein Rogalla Zawadski, C. A. baron de Buren, wapen — van 766 XIX 385 386 Buyc, Baldewinus, XIV 6o8 Biesmans, Lambert, secretaris der stad, XVII 593 Bylant, Agnes van, XIV 6o9 Biessen, geslacht— van den ...... . 745 Byrisenrode, Johannes de (alias Here), XV . 23o Biessen, Ghijsbert van den, muntmeester, XIV 21 Caesar Bloemaert, Abr., schilder, XVII . . 3 86 Certon, Henri Ab., predikant, XVIII . . . 210 Blommart, Maria, XVI, XVII ... . . 2_4 R Champagne, J. B. de, schilder, XVIII . . . 131 Bodel Nijenhuis Chassebras, Jacobus, XVII . 574 Bodinx, Oda, XIV 287 Chaudet, Antoine Denis, beeldhouwer, XIX . 694 Boermans, wapen van — bisschop . 266 Chestret de Hanefte baron de, XIX.. , 20 Bogaert, betaalmeester, XVIII 122 Chievel, Wilhelm, XV 6o8 Bochoven, wapen 228 Chiny, Godefridus van, kanunnik, XIV . . . 75 Bocholz, geslacht — van, XVII . . . 23r, 766 Chiny, wapen 367 Bock van Lichtenberg, Alijde, XV . 765 Cyrus, Joh. Jac., kanunnik, XVIII, XIX 259, 268, Bock van Lichtenberg, Rogier, XV . 759 275, 276, 277, 88 Bock van Lichtenberg, wapen . . . 766 Daems, Cornelius, kanunnik, XVI ....57o Bocken, P L 752 Daillyghem van Syneg, wapen — van . . 228 Bol, Ferdinand, schilder, XVII. . 697 Dallem, Maths van, schepen, XVII . . 232 Bombay, Lambert, XVII 713 Dannoy, wapen 732 Bonten, Pauwel, betaalmeester, XVI . . 8 Deceuleneer, P. F. XIX 627 Bonus, kluizenaar 178 Delruelle, pastoor, XVIII 710 Boomhouwer XVII, XVII , 582 Denijn, J , beiaardier, XX 450 Boomhouwer, Maria Elisabeth, XVIII . Deplaye, Pierre Francois, bouwmeester, XVIII 109 Booms Maria, XVII , 210 Desmaréts, Jues Marie, generaal, XVIII 272 Boonen, wapen 274, 375 Devenle, Johannes, geelgieter, XV ..... 704 Boonen, Engelbertus, kanunnik, XVII . . . 374 Dibbets, baron er , opperbevelhebb van Maas- Borch, Katrijn van der, XV . . . . . . . . 252 tricht, XVIII II, 95, 62 7 Borght, Frans van der, tapissier, XVIII . I37-140 Diepenbrock, wapen 231 ALGEMEEN PERSONEN REGISTER. 797 Bladz. Bladz Diest, Arnoud van, XIII ....... 57, 94 Farriaux, de, veldheer, XVII ... 10, 104 Dijck, Anton van, schilder, XVII . . 39o, 541 Farsijn, Jacobus, geest2lijke, XVII 505 Dijck, Jacobus van, geestelijke, XVII . . 235 Feligaridus, VI 468 Diocletianus 4 Fenux, beeldhouwer?, XVI ..... 764 Dionysius, Henricus, geestelijke, XVI. . 234 , 746 Dirk III graaf van Holland, XI . . . . . 471 Ferrier, Johannes, XVIII 541 Dix Andreas, pastoor, XVIII ...... 711 Finiers, Mattheus, kanunnik, XVII . 573 Does de Willebois, douairiêre van der, XIX, Fkcmans, XIV 71 XX 656 Flemalle, meester van, XVI . . 383 Dolmans, P. Mattheus, XVII, XVIII . . . 394 Fleming, wapen 370 Dolmans, Willem, XVII ...... 739, 744 Flinck, G. schilder, XVII 697 Donuricus, merovingisch muntmeeste r . 18, 20 Floris, Frans, schilder, XVI . . 385 Donroede, Johannes Ulricus de, kanunnik, Foort, wapen 231 XV, XVI 569 Fosseroul, Helena Maria Clare de, priores . 745 Doyen, Gilles, bouwmetster, XVIII 92, 156, 220, Fraiquent, Joanna, XVIII . . . . 574 495, 525, 582 Franciscus, bisschop, XIII 165 Dries, Elisabeth, XVII 505 Franco, bisschop, IX ...... . 469, 47o Dries, Gerard, burgemeester, XVII . 544, 581 Francxen, Maria, XVII, XVIII 189 Driesch Proenen, Andrics van den, kanunnik, Franquinet, Guil., schilder, XIX .. 276 XVI 743 Frans I van Lotharingen, keizer .. IOI Driesch Proenen, Pieter van den, XVI 743 Frans I, keizer, XVIII 1o6 Drusus 129 Fraybart, Joannes, kanunnik, XIV .. 96 Dubieu, Maria Adriana 713 Frederik Barbarossa, keizer, XII .....5o8 Duchesne, Louis, XVII 210 Frederik Hendrik, prins van Oranje, XVII VII 9, 23, Duese, la - wapen 227 636, 76o Dujardin, Jean 713 Frederik Willem van Brandenbuig, X VII . . 602, Dupont, C. schilder, XVIII 542 636, 637 Durar, XVIII 553 Frencken, Helena, XVIII 582 Eberstein, Otto van, proost, XIII. 215 Frencken, Martinus, XVIII 582 Eduard, koning van En eland .. . 174, 659 Frenkens,Johannes, kanunnik, XVI . . • • 284 Eggheriscat, Mas van, XIII 68 Frens, Filmanus de, geestelijke, XII, XIII . 366 Elderen, Arnold van,scholaster, XV 368 Frens, wapen - de 367 Elderen, Rickalt de 751 Frepont, Gertruit van, XIV .. 203 Elisabeth van Nassau-Siegcn 637 Frepont, wapen - van 203 Elven, Tetar van, XIX 244 Freuth, Massin de 712 Emons, Andreas, XVIII ... 712 Fruits, wapen 571 Engels, XVIII 2 11 Gaesbeke, Hendrik van, XIII ..... 57, 94 Epp(s, Jan van, bisschop, XIII .. Gadet, Servatius Eugenius, kanunnik, XVII 156 Eraclius, bisschop X 469, 470 Gagini, Petrus Nicolaas, stucwcrker, XVIII . 131, Erkentele (Erkenteil, Arckentcil of Argcntcau) 132, 133 geslacht van 597, 6o8 Galle, H. schilder, XVII ...... 697 Erkentele, Mactel van, XIV .... 203 Gallet, Nicolaas, klokkemaker, XVIII. . iv Ermingen, I. H. van, edelsmid, XIX • 546 Gangelt, Katryn van, XVI . .... 23o Ernoud, Nicolaas, edelsmid, XVII . • 273 Gangelt, Lambert van, schepen, XVI . 230 Everard, bisschop, X 746 Gansenebgen, wapen 232 , 469 Gaulard, Andries, XVII 549 Everselick, wapen 228 Gaulard, F. A., klokgieter, XIX ... 549 Eyck, Jan van, schilder, XV . . 495 Gelder, Wyandt van, kanunnik, XVII. 369 Eycke, Franco van, XIV 97 Geldulfus,proost, XI. . . 293, 433 Eycke, Henrick van, stempelsnijder, XIV . n Gellick, Dirick van, XVI 233 Eymael, L., edelsmid, XVIII 546 Gellick, Nicolaas van, XV . 529, 568 Eymale, Egidius de, XIV 59 Gellick, wapen - van 233 Eynatten, Frederik van, XVII 766 Gemen, wapen - van 232 Eynatten, Heiman van, XVI. . . . . 756, 766 George Frederik, prins van Waldeck, XVII 258, Eynatten, Jan van, XV ...... . 759, 765 637 Eynatten, Joannes van, proost, XV ... 359 Gerard,proost, XIII 293 Eynatten, Maria Florentina van, XVII . 760 Gerard van Home, XIV 260 Eynatten, wapen 766 Gerardus, schilder, XV 291 Eynenbergh, geslacht van, XIV, XV . 615, 750 Gerwinus, XIV 71 Eyncnbergh, Willem van, XIV. . . . 203, 615 Geurts, Godefridus, XVIII 705 Eyssen, Gerardus, kanunnik, XVIII . . 156 Gheyn, A. van den, klokgieter, XVIII 145, 450 Faen, architect, XVIII 301 Gheyneke, Heynrics van, XIII .... 6 Farnese, wapen 403 Ghilis, Maarten, priester, XVII ... 50 798 GEMEENTE MAASTRICIIT. Bladz. Bladz Ghinck, Arnoldus van, XVII • 53o, 531 Hartin, XVIII 211 Ginck, Godfried van 531 Hasse, Leonard del, XVII 210 Ghijsen, Jan, schepen, XVII 23o Havccsdale, Bela van, XIII 57 Ghijsen, Maria, XVII 711 Hayos, d', kolonel, XVII 745 Ghyer, Hcndr. Jac., bouwmeester, XVIII . 106, Hayos - van Brienen, mevrouw d' 745 112, 122 Haze, Melchior de, klokgieter, XVII . . . 277 Ghysen, Jan, XVIII 233 Heer, pater de, XVII ..... 58, 59, 91, 188 Ghysen, Johannes, XVII 233 Heerle, Z van 129 Gladius, XII 508 Hecs, Elisabeth Gerards van, XVI, XVII . 253 Glauber, J., schilder, XIX .. io6 Hees, Claes van, XVII 253 Gobens, Jacobus, geestelijke 407 Heimo, XII 519 Gobens, Joanncs, geestelijke . 407 Heinsberg, broeder Dierik van, XVI . 187 Godebaldus, bisschop XII , 57 Heinsbergpen - van , wa 267 Godcfridus pastoor, XIII 278 Heldewier XVII 150 Gosuinus, XIV 71 Heldewier, Abraham, XVII .. 233 Go en Jan van, schilder, XVII 697 Heldewier, Elisabeth, XVIII ... 233 Graufurd, wapcn 37o Hemony, P. klokgieter, XVII ...... 145 Graty, Hcnricus de, kanunnik, XVII . . . 761 Hendrik I, hertog van Brabant, XII, XIII 56, 302 Grave, J. de, schilder, XVII 291, 697, 699, 741 Hendrik III, hertog van Brabant, XIII . 55, 70; Gregorius XIII, paus, XVI 234 Hendrik, hertog van Beieren, XV ..... 403 Gregorius XVI, paus, XIX ..... 538, 560 Hendrik III van Gelder, bisschop XIII . 55, 93 Greitcn, Anna, XVI, XVII .... 466 Hendrik II, keizer, XI 471 Gretserus, Jacobus, Jezdiet, XVI 558 Hendrik V, keizer, XII 5o8 Griffonroye, Herman van, XVI, XVII 283, 284, 28,5 Hendrik VII, roomsch koning, XIII . . . 215 Groesbeck, Gerardus van, bisschop, XVI 234, 539 Hendrik Casimir graaf van Nassau, XVIII. , 697 Groesbeek, geslacht van 766 Henric, geestelijke, XIII 568 Groesbeek, wapcn - van 234, 539 Henricus, kardinaal, XII ...... 5o9, 510 Gronsvelt, Hendrik van, XIV, XV . 203, 6 o8 Hensberg, Servaess, prior, XVI . 694 Grose, Johannes, geestelijke, XV. 53o Herbenus, scolaster, XV 56, 59, 60, 69, 70, 72, 77, Groteclaes, burgemeester, XVII . . 235 78, 81, II0, 150, 190, 202, 215, 260, 268, 279, Groteclaes, geslacht 745 293, 294, 302, 362, 370, 455, 457, 7o3 Gruselt, Goswint de, geestelijke, XIII 568 Herckcn, Elisabeth van der, XVII . . . . . 544 Gruyscn, Elisabeth, XVII 174096 Hermans, F. , schilder 203, 627 Gryse, Joan de, XVII 228 Hermans, L. schilder . 203, 627 Gryse, Margarita Elisabeth de, XVIII 228 Hermans, M., bouwmeester, XIX 3o, 31, 32, 92 Gryse, wapen - de 2282 Herreyns, G , schilder XVIII 542 Guerin, Jan, tapijtmaker, XVIII . 12 Herstal, Jan Coen, XVII 711 Guicciardini, Giovanni, XVII .. 23 , 268 Herte, Jan van den, XIV 731 Guido van Luik, elect, XIII . ... .. 165 Herts, Jac., XV 220 Gulpen, Gerardus van, XVIII ... 573 Hertz, Louis, XVII 711 Gulpen, Guilielmus van, XVIII .. 573 FIese, Mathias van, XIV ... ... 71 Gulpen, Philips van, XIX 5I, 52, 55, 57, 78, Hessen-Kassel, prins van, XVIII . . . To, 204 156, 188, 215, 235, 277, 279 , 733 Guzman, Alphonsus de, XVI . . 203 Heusch, wapen 232 Guzman, wapen - de 203 Heydendael, Godfried, XIV 71 Gyselbertus, XIV 71 Heydenryck, Menzo, XVII, XVIII . ... 394 Haaesen, H 753 Heylweg de alto limite, jonkvrouw, XIV . 6o8 Haagen, Joris van der, Schilder, XVII 91, 92, 697 Heynckart, wapen 228 Hadrianus, keizer 42, 177 Heynskerck, Willem van, XVI 243 Haen, A. de, teekcnaar 697 Hilberg, Gerard van, prior, XIII . . . 164 Haeren, Johannes van, bouwmeester, XV . 251 Hildernisse, Jan van, schout, XVII . . 609 Haerlaer, wapen 228 Hillcnberch, Maria van 232 Hallehars, Stas, XIV 229 Hillensberch, wapen - van 232 Halx, Gerard 369 Hinnesdael, de grootvicaris, XVIII . . , 156 Hamel, W: (geb. Scham-Berger), XVIII . 273 Hinnesdael, Barbara van, abdis, XVII . . 289 Hamers, Johanna Margarita, XVIII 378 Hinnesdael, wapen - van 289 Ha art, psatoor, XVII 756 Hinnoissa, wapen - de 228 Ha art Jan, XV 759 Hoensbroeck (Hoen van den Broeck), buiten- Hardevust, XIII, XIV 577 burgers, XIII, XIV 607 Hardime, P. schilder, XIX io6 Hoensbroeck, Isabella Godefrida van, XVII 761 Haren, ridder Adam, XIII 165 Hoensbroek, wapen - van . . . 392, 575, 766 Haren, ridder Ogerus van, XIII 594 Hollander, Petrus, schrijnwerker, XVIII.. . 205 Harrewijn, schilder en graveur, XVIII 164, 292 Holset(Holsit) genaempt Oest, Anna van, ALGEMEEN PERSONENREGISTER. 799 Bladz. Bladz XVII , 6o8 Cabcliau, Jan, XVII 228 Holset, Karsiclis van, XIV . . 165 Kaldebrenner, Ludovicus, priester, XV, XVI 532 Holset, Mechtildis van, XIV 165 Caldebrenner, Petrus, deken, XV, XVI . . 532 Holset, Marcilius van, riddcr, XIV . 165 Caldebrenner, wapen 532 Holstein, baron, XVII .... 85, 86, 87 Calixtus II paus XII 5o8 Holtmolen ,wapen 23 I Camphuiscn, wapen 229 Homberg, verzameling 442 Kapoens, Wilhelmus, schepen, XVII . . . 232 Honorius III, paus, XIII 293 Karel de Groote, keizer . . . . . 2o, 207, 544 Honorius IV,paus, XIII 207 Karel, zoon van Lodewijk van Overzee, X, XI 359, Honthorst, G. van, schilder, XVII . 637 366 Hoogcnberg, graveur, XVI . . . . . . 91, 92 Karel V, keizer7, 8, 68, 97, IoI, 102, 146, 567, 628 Home, wapen - van .. . 26o, 265, 268 Karel Martel 697 Horst, wapen 231 Carlo, D. van, edelsmid, XVIII 707 Houbrechts, Houbine, XVII. .. ... . 713 Carolina, primes van Oranje-Nassau, XVIII 697 Hovelmans, Johannes, kanunnik, XVII . .() 3_9 Cayar, M. XVII 210 Hovclmans, wapen 369 Kayser, architect, XIX 452 Hubertus, bisschop, VIII . . 411 Kempen geslacht - van 259 Hugo, bisschop, X 469 Kerens, Andre, XVIII 744 Hugo van Pierrepont, bisschop, XIII 56, 93, 733 Kerens, Henricus Joannes, bisschop, XVIII 745 Huyssens, Petrus, bouwmeester, XVI . . . 234 Kerens, Hieronimus Paulus, geestelijke, XVIII 532 , 710 Kerens, Maria Ida, XIX 744 Hulsberg Schaloen, Maria van, abdis, XVII 289 Kerens, Pierre Andre Servais, XIX .. 745 Hulslo, Goffried van, XIV . . 484 Kerckhof, Hendr., pater, XVIII . . . . . 163 Hurges, Philippe de . . . . 68, 235, 238, 525 Kercknoveghen van Varent, wapen. . . 227 Hustinx, Nicolaas 145 Key, Adriaen Thomas, schilder, XVI . . 697 Hun van Gelecn, Hendrik, commandeur van Clabers, Heynen, stadstimmerman, XV . 279 de balie Biesen, XVII 152 Claire, Godefroy de, edelsmid, XII . . . 402 Hun van Geleen, wapen 152 Claudius Civilis 129 Ieckermans, Herman de, XVII 253 Kleber, generaal, XVIII it Innoccntius X, paus, XVII ... 88 Clemens IV, paus, XIII 165, 179 Isselmuidcn, wapen 229 Clemens IX paus, XVII , 557 Ittersum, Robert van, XVII .. 228, 229 Cler, Marie Agnes barones de (geb. Coenen), Ittersum, wapen - van 229 XVIII 747 , 234 Clerc, Jean le, XVIII 91 Jacobus, kanunnik, XV 529 Clercq, Charles le, schilder, XVIII .. 697 Jacques, bisschop, XVIII 156 Clermont, Henricus van, XIV . . .. 287 Jan,pastoor, XV 279 Clerx de Warroux, geslacht - de, XIX . 747 Jan I, hertog van Brabant, XIII 21, 509, 591, 699, Cletscher, kaarttekenaar, XVII 751 740 Clitzart, Daniel, XVII 23 Jan III, hertog van Brabant . . 56, 96, 699, 740 Cloester, wapen 229 Jan IV, hertog van Brabant ..... 699, 740 Klotz, Valentin, teekenaar, XVII 96, 268, 697 Jan van Beieren, h-_er van Luiker!and, XV. 8 Knuttel, architect, XX 254 Jan van Heinsberg, bisschop, XV 149, 242, 368 Cochoorn, Menno baron van, vestingbouw- Jan van Horne, bisschop, XV . 159, 188, 260, 765 kundige, XVII, XVIII 85, 86, 757 Janime, bouwmeester, XIX ... 474 Coznaerts, Willem, XVII 712 Jansdam, wapen 37o Coenegracht, geslacht, XIX . . . 76o Jelinger, Aug. 216, 292 Coenen, J., schilder, XVIII . . . 696 Jeckermans, Cornelia, XVIII 573 Koenraad II, keizer, XII 93 Joesne, Anna le, XVII 531 Coermans, Elisabeth, XVII . .. 232 Joesne, Martinus le, XVII 531 Cock van Opinen, wapen 229 Johanna, hertogin van Brabant, XIV . . 21, 96 Coders, J. B. schilder, XVIII . . . 122, 140 Johannes XXII,paus, XIV 474 Coclers, Philippe, schilder, XVII .... 696 Johannes, zoon van ridder Wynindus, XIII 594 Collard, J., bo awmeester, XVII, XVIII . 92 Johannes het Lam, bisschop, VII . .. 576 Collet, Hendrick, XVII 597 Joincu, (Jonckeu), Guilhelme de, b2eldhouwer, Comhaire, Nicolas, bouwmeester, XVIII 208 XVI 258, 692 Conde 85, 637 Jonghe, vicomte de, XIX 20 Connegracht, Lysbyet, XVII 253 Jordaens, J., schilder, XVII . . 697 Constantin, keizer ..... 56o, 262, 563, 565 Josef Clemens van Beieren, bisschop, XVIII 146, Copys, wapen 571 156, 758 Corneli, S., XVII, XVIII 247 Justinianus, keizer Cornelia, XVII 572 Cabeliau, wapen 227 Corn. van Bergen, bisschop, XVI . 628 Cabeliau, Jacob, XVII 228 Corswaren, wapen 290 8on GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Cortenberg, Wolterus de, rector, XIII. . 283 Lichtenberg Godevaert van . , .. 607 Cortryck, wapen 229 , 607 Cosselaer, Willem Jan van, XIV ..... 96 Lichtenberg N. van . . . . . , 759 Craeyer, Gasper de, schilder, XVII . . 386, 387 Liechtenborch, Ogerus de, XV. . • 597, 6o8 Ccaga, XIV 71 Limborgh, Claes van, schout, XVI ... 283 Cramer, Karel XIX , 731 Limbourg, Petrus Antonius de, XVIII . . 378 Cramer, Cornelis, XIX 731 Limmale, Eustachius de, XIV . ... 740 Crassier, Guillaume JeanJoseph baron de, Limoens, L. de, XIX 541 XVIII 656 Lim ens Bernard de, XVIII 277 Crassier, Guillaume Pascal baron de, XVII, Lindanus, Petrus, decaan, XVII . .. 53o XVIII 656, 744 Linsen(Lensen), Christiaan, XVII .. 711 Crassier, Johannes Fredericus baron de, XIX II, Linsen Lambericht, XVII , 711 232, 744 Linsen, Laurens, XVII 711 Crassier wapen - de , 745 Lipsen, Guilhelmus, kanunnik, XVII . 376, 587 Creefte, Mechteld van den, XV 608 Lipsen, Margaretha, XVII 587 Kremers, Mechtilde, XIV 71 Lipsen, Mattheus, XVII 587 Christina van Zweden .. 128, 574 Lipsen, wapen 377, 590 Crodoaldus, VII 470 Lodewijk het Kind, X 21 Croiset, A., luit. gen., XIX 89 Lodewijk van Overzce, X, XI ..... 359, 366 Cruce A. notaris, XVIII , 150 Lodewijk XI, koning van Frankrijk, XV . 21, Cruesens Dionysius, XVII , 572 207, 455 Cruesens Hubertus, XVII , 284 Lodewijk XIV, koning van Frankrijk, XVII 9, Cruesens, Michael, kanunnik, XVII. • • • 369 Lodewijk XIV, koning van Frankrijk, XVII 9, Cruesens, wapen 369, 572 85, 92, 215, 245 Cuyck, Albert van, XII 508 Lodewijk, graaf, XVI Cuypers, P. J. H. 184, 202, zo8, 226, 301, 38o, 452, Lodewijk van Anjou, bisschop . . ... 207 474, 485, 491, 704 Lodewijk van Bourbon, bisschop, XV . . 159 Ku ten Jen, XVIII 736 Lokhorst Jan van, XIX , 6 I Ku ten Symon, XVIII 736 Lombard, Lambert, schilder, XVI . 697 Cumont G , 20 Loon, Lodewijk graaf van, XIII . . 93, 293 Ken Cornelius Cornelius, geestelijke, XVI . . 697 Loon, wapen - van 367 Laar, Frans van, beeldhouwer, XX .. 212 Lotharius, keizer • • • .. 20, 215 Laboreux, J., schilder, XVII 23 Lotharius III, keizer, XII 468 Lafont, Gabriel, predikant, XVIII . 210 Louesberghs, Nicolaas, aannemer, XVIII . . 103 Lahaye, apotheker, XVII 116 Louise Henriette, rinses van Oranje-Nassau, Lamargelle ex Eysden, de, geestelijke, XVII 545 XVI 636 Lamargelle ex Eysden, de - wapen .... 545 Lo ens Anthon Arnoldus, XVIII ... 573 Lama y Petrus Theodorus , 737 Lo ens Ludovicus, schepen, XVII . . 232 Lamboy, Elisabeth, XVI 233 Lo ens Maria Petronella, XVIII . .. 573 Lamboy, wapen 233 Lo ens Petrus, decaan, XVII 53o Lambrecht, Aegidius, abt, XVII 290 Lo ens Servaas, XVIII, schepen . . 656 Lancart Alb., XVI, XVII , 571 Loysel, XVIII 617 Lancart Constantia, XVII , 571 g , 571 Luken an Jan, graveur XVIII ..... . 91, 92 Lansmans Isabele, XVI, XVII. , 571 Lydrop, Hubertus de, geestelijke, XV. . • • 367 Laurens Leonard, XVII , 210 Madelinus, merovingiEch muntmeester . . . 18 Lehner 45 Madelinus II, muntmeester, VII . 20 Lekens, drukker-uitgever 667 Madou, tekenaar, XIX 466 Lemaire, wapen 732 Mars, Godefridus, schilder, XVII 589 Lenaerts Maria, XVIII , 711 Maes, Nic , schilder, XVII 697 Lenarts, Mich., schilder, XVIII 292 Macks, Maria, X VII 23o Lennep, Wapen 232 Malchair, Hcnry Henricus, XVIII 713 Lens baron de , 159 Makes, Anna Elisabetha, XVIII . 712 Leo X,paus, XVI 469 Malle, Al., wapen 228 Leodio geslacht - de , 384 Mally, wapen 732 Leopardo (Lupart, Lupaert of Liebaert), Flo- Maniminus II, keizer, IV 539 rentius de, XIV 594 Mansi Magdalena, meester der, schilder, XVI 697 Leopard°, ge5lacht - de, XIV. . 592, 593, 607 Mante lius 471 Levallus, XIII 278 Maria van Hongarije 85 Ley pen - van der , warn 232 Maria van Oostenrijk 9, 103 Le ens, wapen 227 Maria Theresia 106 Libert, Aegidius, geestelijke, XVII . . 531 Maris, wed. J H. L 39 Libert, Martinus, geestelijke, XVIII . 531 Marck, joncker Gerart van der, XV. . 252 ALGEMEEN PERSONENREGISTER. 8o 1 Bladz. Bladz. Marcke, Robert de la, XI 8 Napoleon 254, 694 Marre, wapen 227 Nassau, Gerard van, proost, XIII .. . 27 8 Marres, Eugene, architect, XX 36, 38, 47, 151 Nassau, wapen 228 Martinus V, paus, XV 696 Nassau (zie ook Elisabeth, Frederik-Hendrik, Massime, wapen 227 Carolina en Willem). Maurissen, Cornelia, XVIII 711 Nassau-Weilburg, prins van, XVIII . 104 Maurissen, Gerardus, XVIII 7" Nelissen, Jan, XVI, XVII 253 Maurissen, Ida, XVIII 711 Nepotis, Petrus, kanunnik, XV . .. 367 Maurissen, Margaretha, XVIII 71i Nepotis, wapen 368 Maurissen, Michael, XVIII 71i Neurenberg, wapen 374 Maurissen, Rosa, XVIII 711 Nevau (alias van Boel), Maria, XVII 544 Maurits, hertog van Saksen, maarschalk van Nicephorus Phocas 558 Frankrijk, XVIII I0 Niel es Marya, XVII 712 Maximiliaan Hendrik van Beieren, bisschop, Nijevroy, wapen 228 XVII 593 Nijmegen, Hendrik van, prior, XV . 241, 242 Mechtildis, XVII 572 Nipels, Peter, XVII 712 Meer, Ren. Jos., kanunnik, XVII. . 374 Nipels, Philippe, XVII 712 Meer, Antonius van, XVII ... 377 Nijsmans, Johan, XVII 253 Meer, Gerardus van, XVII 377 Noellens, Anna, XVI 252 Meer, wapen — van 374 Noellens, Apollonia, XVI 252 Meer, Hubert de, XVIII ..... 609 Noellens, Elisabeth, XVI 252 Mees, Hendr., muntmeester, XIV . 21 Noellens, Servaes, XVI 252 Meesters, Ardt, XVII 253 Nollens (Nullens), Emerentiana, XVI . . . 252 Meesters, Jan, XVII 253 Nollens, Mathijs, burgemeester, XVI . . . 252 Mefert, wapen 231 Nonnenspauden, Margareta, XV .. i88 Mechteld, XVII 572 Noot, wapen — van den 228 Meising, J. D. 92 Notger, bisschop, X ..... 2.1, 47o, 471, 472 Meitens, Martinus, schilder, XVIII .. 106 Notter, Catharina, XVII ..... . . . . 73 Mensing, Bernhard, apotheker, XVII . • • 700 Nuest, Arnoldus, schepen XIV. . 165, 6o8 Merian, M,graveur, XVII 23 Nullen, Dominicus, XVII i66 Merode, Arnoldus de, proost, XV 474, 475, 479 Nuyssen, Jacob van, muntmeester, XIV . . 21 525 Nypels, Hendr. Martinus, XVIII .... 287 Merode, Beatrix barones de, XVII .. 767 Nypels, Catharina, XVII 711 Mersen, Godefridus, geestelijke, XIV . 287 Nys, geslacht 587 Mertz, H, koster 345 Nys, Maria, XVIII 232 Metz, Anna, XVII 466 Nys, wapen 587 Metz, Gerard, priester, XVII 466 Oda, echtgen. van Baldewinus Paep (Papa), Metz, Jacob, priester, XVII 466 XIII 594, 595 Metz, Suzanna, XVII 466 Odelien, Hendrik, muntemester, XIV . . . 21 Meysz, geslacht, XVII 374 Oederbruck, Johan van, XV 367 Mey,sz Laurentius, kanunnik, XVII 374 Oederbruck, wapen — van 367 Mey,sz Reinier, XVII. .. 374, 383 Oel (?) Henricus de, geestelijke, XVI . . 368 Meysz, wapen 374, 383 Oel (?), wapen 369 Mialaret, J 314 Oest (zie Holset) Michiels, Jan, muntmeester, XV .. .. 21 Oey, wapen 228 Michiels van Verduynen, A. C. H., baron, XIX 423 Offenbeeck, Elisabeth van, XVII .. 253 Middelhoven (alias Broerkens), Lambertus Oldebeeken, Lysbet, XV, XVI 569 van, XV 578 Onsta, wapen 229 Millen, Robinus de, XIV 464 Ooslinger, wapen 374 Miranda, generaal, XVIII IO Orley, Barend van, schilder, XVI . 697 Moer, Gaspar, klokgieter, XVI 274 Oran' je (zie Nassau). Moer, Willem, klokgieter, XVI 294 Orval, Egidius van, XIII 93 Molendino, Elisabeth de, XIV 188 Otto III 2 Molkenboer,pater B. H. . . .. . 176, 178, 179 Oupeye, wapen d' 203 Mombeeck, Francisca van, abdis, XVI, XVII 289, Oversteegh, Theod. van, XVIII . . 233 290 Pacheco, schilder 386 Mombeeck, wapen 290 Paep (Pape), Baldewinus, schepen, XIV . . • 594 Monulphus, bisschop, VI .. . 5, 293, 4 68 Paep (Pape), Godefridus, ridder, XIV . 594, 665 Moray, chevalier, XVIII 119 Paep (Pape), Johannes, XIII 594 Moulin, du — generaal, XVIII 85, 86, 88, 89 Paep (Pape), Theodericus de lata platea, ridder, Mulert, wapen 229 XIV 594-, 595, 665 Mulken, Johan van, wijnman . 465 Paep (Pae), Winandus, XIII P ..... 595 Munster, wapen 23I Pain et Vin, luit. kol., XVIII .... ... 210 802 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Palant, Karel van, XVII 731 Prick, wapen 231 , 731 Proenen, (Pruene), Aert, XVI ... 571 Palude, Margriet a, echtgen. van Jan van Hil- Proenen, Arnt., bttaalmeester, XVI .. 252 dernisse, XVII 609 Proenen geslacht , 118 Pamphili, geslacht 588 Proenen, Reinier, priester, XVII .. 531 Pam hill wapen 88 Pyraer, Petrus, XIV 287 Panhuis, van, schepen 145 Pyraer, Theod., XIV 287 Panhuys, Hubertus Emil van, edelsmid, XVIII 210 Pronk, Cornelis, teekenaar, XVIII ... 697 Pannemaekers, Jan, schilder, XVIII . ... 205 Puytlinck, Christoffel, schilder, XVII . • 697 Pappenheim, graaf van, XVI 9 Pynas schilder , 735 Paredis, wapen 266, 269 Quade wapen — de , 232 Paris, Maria, XVI 252 Quellinus, Erasmus, schilder, XVII. 540 Partouns, pastoor, XIX 395 Quellinus L., , , schilder XVII . .. . 150 Pascalis III, paus, XII 503 Quercu, Johannes de, priester, XVI . . 574 Pasman, wapen 572 Quinkhard, J. M., schilder, XVIII . .... 697 Passaert van Blitterswyck, Edmond, XVI . 731 Rademaker, A., teekenaar, XVII . . . 467, 697 Passaert van Blitterswyck, Joswin, geestelijke, Randwyck, wapen 231 XVI 57o Rappart, J. A. A. C. van, XIX . . 89 Pastoors, Mechtildis, XVIII 573 Rechteren, wapen 229 Paul, bouwmeester, XVII TO Ree, Maria van, priores, XVI 696 Peerboom, XIX 528 Re out P 207 Peeters, B., teekenaar 697 Regout—Stevens, mevrouw 741 Pelt, Henricus van, XVII 278 Regteren Altena, J Q van 291 Penten, Herman, XVII 711 Reinst, Herm , schepen, XVIII 231 Penten, Nicolaas, XVII 711 Reclaire teekenaar , 176 Peperkamp, XIX 731 Reinier I van Gelder, stadhouder, XVI, XVII 369 Pe in de Korte 20 Reinoud II, hertog van Gelder, XIV . . 57 Pepijn van Landen 247, 248 Reni, Guido, schilder, XVII ..... . 392 Pepijn van Herstal 697 Requesens, don Louis de, XVI . Pesser, bouwmeester, XVII 119 Restout, schilder, XVIII 395 Peter de Groote, keizer van Rusland, XVIII 656, 747 Ridder, kolenman, XIV 645 Peterske, Johannes de, geestelijke, XV . . . 367 Richardotus, Carolus, XVI, XVII . 372 Petit, Henricus, klokgieter, XVIII 277 Richardotus, wapen 372 F. Peutz, architect, XX 761 Riemst, Jan van, pastoor, XIV . 260 Philip, steenhouwer, XVII 119 Rietract, wapen 232 Philips de Schoone ICH Rinoaldus merovingisch muntmeester , 18 Philips II, koning van Spanje 9, 97, 102, 103, 566, Rive, de la, bouwkundige, XVIII ... 86 628 Robn, rector, XIII 283 Philips van Heinsberg, bisschop, XII . . 508 Roborch, Andreas, pastoor, XIX ...... 736 Philips II van Zwaben, keizer, XIII . . . • 6., 558 Roda, Herbertus Antony de, kanunnik, XVI, Picinelli, D. Philippus, XVIII ...... . 135 XVII 532 Pietnsheim, heer van, buitenburger, XIII, XIV 607 Rohan, rinses de, XVIII 580 Piloton, Leonard, edelsmid, XVIII . . 210 Rohart, Nic., XV 368 Pinsen van der Aa, kolonel, XVII . . 766 Rolin, kanselier, XV 91, 485 Piperno, Reginald van, monnik, XIII . 18o Rolingen, Lambertus van, XIV .. 6o8 Pirotte, Gille, schrijnwerker, XVIII . 120 Romaens, pater Nicolaus, XVII .. ... 235 Plonter(t), Jan, XVII 736 Romanos, Lecapenos, X ...... 56o, 562 Plonter(t), Lambert, XVII 736 Romanus, Franciscus, bouwmeester, XVII, Plumere, Joh., XVII 233 XVIII 92, 13o, 131, 166, 584 Plumere, Josephus, XVII 233 Rosen, geslacht — de, XVII 745 Plumier, Theodoor, schilder, XVIII . i20, 130, Rossow, Servatius von, officier, XVII. . . 231 133, 134 Routshouck, Reynier, XVIII 120 Poccobelle, Ottavio, XVI, XVII ... 372 , 228 Poccobelle, wapen 372 Rubens, Petrus Paulus, XVII 391, 540, 541, 697 Pois Levache, Ogerus, pastoor, XVIII 767 Rudolf, keizer, XIII 93 Ponts, wapen 232 Ruyschen, Aegidius, XVI, XVII . . 207, 371 Poort, J. van der, bouwmeester, XVII . . 92 Ruyschen, wapen 371 Poortel, Tossainct Philip van der, schrijnwer- Ruysdael, J. I. van, schilder, X VII 697 ker, XVIII 120 Ryckel, Arnoldus Balthazar baron van, XVIII 705 Post, Pieter, bouwmeester, XVII 118, 119, 126 Rymborch, heeren — van, XIV 609 Poswick, geslacht, XIX 747 Ryne wapen — van den 228 Potgieters (van Venlo), Tilman, kopergieter, Saingenois, wapen 227 XVII 700 Saint-Amour, Willem van, XIII . 179 ALGEMEEN PERSONENREGISTER. 803 Bladz. Saive Jean de, kanunnik , XVIII . 622 , Salden, Max. Hendrik, kanunnik, XVIII . . 58o Sale ca de Hita, Franciscus, XVI . . . . . . 203 Salms, Geurt, betaalmeester, XVII . . 231, 232 Sanders, L. architect XX 226 , SandhOvel, architect, XX 151 Sandiland(Sandsland), Guillaume, XVII . 37o Sandiland, wapen 37o Sandtwylich, wapen 231 Sauveur, Anna, XVII Schaepkens, Alexander, schilder, XIX . 144, 234, 341, 467 Schaepkens, Theodoor, schilder, XIX . 129, 395, 543, 600, 697 Schaesberg, Wolfgang baron van, XVII . . . 76o Schell, Johan, commissaris, XVI, XVII . . . 230 Schella(rt), Gulielmus, kanunnik, XVII 432, 731 Schella(rt), Joannes, kanunnik, XVII . . . . 432 Schella(rt), wapen 732 Scholiers, Emerensia, XVI .... 252 Scholiers, Jan, XVI 252 Schols, L. 17 Schonegge, geslacht van, XVI . .... 665 Schrack, Johan, wijnkoopman, XVII . . 150 Schrieck, wapen 232 Schuer, Theodoor van der, schilder, XVII, XVIII . . . , 120, 128, 129, 134, 136, Schut, schilder, XVII Schuyl van Walhorn, wapen, XVIII . . . Schwartzenberg, Melchior van, XVI . . . Sdrogen, Johan, burgemeester, XVI, XVII Selbach, wapen Seim, Anna, XVII Seim, Jan, XVII Selen, Marcellus XVII , Sellaar, Vincent, schilder, XVI X VII . . Severyns, Aleidis, XVIII Sichen, wapen Sigibert, III, IV Simoneta, Marcus Antonius, officier, XIV . Simoneta, wapen Sitert, Eimo de, XIV Sittard, Margaretha van, XV, XVI . Sixtus V, paus, XVI Scalcoven, Billa van, XIV Scott, John, XVII Scroux, Anna, XVII Slenaken, Maria, XVII Sleypen, edelsmid Sloet, wapen Slyck, wapen Slype, van, burgemeester, XVIII . . Slype, Isaac van, stadhouder, XVII S1 e, wapen Smits, Jan Baptist, schrijnwerker, XVIII '20, Snellinck, Joan, schilder, XVII. . . .... Soiron 208, 234, 236, 2.39, Soiron Andre, kanunnik, XVIII . .. ,... Soiron, Francois, bouwmeester, XVIII 103, Bladz. Solms, graaf van, XVII Soudenbalch, Everard van, proost, XVI. . Spick van Kilhoeick, wapen, XVII .... Spilman, graveur Spinola, Ambrosius, XVI, XVII . . Sprenger, W. architect, XIX 27, 33, 35, 39, 72, 184, 226,474, 503, 570, Sprcwarts, Petrus, kanunnik, XVI . . Staquet, Gcrmanus XVIII ...... . , Stacquet, Joannes Franciscus, kanunnik, XVII, XVIII Stacquet, Joannes Paulus, kanunnik, XVIII Stappers, Guillaume de, XVIII . Stas, Hieronymus, XVII Stavelot, Hubertus van prior, XVI .. , Steen Jan, schilder, XVII , Steen, Marcellus van den, schrijnwerker, XVIII Stein Callenfels commandant, XVII . . . , Stcffenswert, Jan van, beeldsnijder, XVI. . Stephanus, bisschop, X . . ...... 21, Steyvort, Heinricus van, kanunnik, XV . . Stevens, Gustave XIX , Stochem Mechtel van , XVII , Stockhcm, Andries van, burgemeester, XVII Stockhem, Catherine van, XVII Straeten, Nicolaus van der, kanunnik, XVI Straetmans, geslacht Strielz, wapcn Strouven, Elisabeth, XVII 129, 504, 505, 181, Struyckens, Johan, XVI Struyckers, wapen Stryen, Alemonde, van Stuers, A. L. E de XIX , Stuers, Jhr Victor de, XIX, XX 8, 29, 4o, 59, 144, 176, 326, 357, Studer luit. kol. XVIII . , , Stns Maria Maria, XVIII Suestris, Arnoldus de, XII Suetendael, Maria van, XVI Suetendael, wapen Sul, Eustachius, deken, XIV Suylen, wapen Svysters, Elisabeth, XVII Swave Jan , Swynen, Henricus, kanunnik, XVI . Syben, pastoor, XIX Tapyn, Sebastiaan, bouwmeester, XVI Taurel, XIX Tengnegel, wapen Teniers de jonge, David, schilder, XVI Tertinius Testelt, Michael van, rector, XV .. Tettauw, luit.gen Theelen, Laurens XVII 804 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Thisius, Godfridus, kanunnik, XVII . . Thisius, Johannes, consul, XVII . .. Thisius, Catherina, XVII Thisius, Leonardus, XVI Thisius, Margarita, XVII Thyssen, wapen Thyssen, Wilhelmus, XVIII Tielens, D. D., XIX Til van Tiltenhaag, Wilhelm van, drost, XVII Till, wapen Tilly, Claudius des H. R. Rijksgraaf van 't Ser- claes en van XVIII , 612,711, 713 Tilly, wapen Tischbein J. H. schilder XVIII . , , , Tombe, generaal baron des . . . . 55, 86, Toom, Petrus, bouwmeester, XV. Tossano, Walther, XVII Tours, Ferdinandus, schrijnwerker, XVIII. Trajanus 42 Trasimundus, merovingisch muntmeester, VI 18, 20 Trecht, Art van, eel Teter XV . 526 Tricht, Syba van, echtgen. van N. van Lich- tenberg XIII , Trier, Hans von, klokgieter, XVI Trips (zie Berghe) Ubaghs, Susanna, XVIII Ulrich, Thomas, constabel, XVII. Ulricus, edelsmid, XV Urbanus III, paus, XII Utenhove, wapen 227 Vaes, Margaretha, XVII 284 Vaes, wapen 572 Valkenburg, Dirk van, XIII . .. .. • • 55 Valzolio, Margaretha de, erfvrouwe van Gucs- selt, XVII 731 Valzolio, wapen — de 732 Vasalli, Thomas, stucwerker, XVIII . 121, 130, 134-137 Vasoens,Joannes, schilder, XVII . . 166, 174 Vauban, vestingbouwkundige, XVII, XVIII 1o, 85 Vaulx, Agnes de, XVI 744 Veen, Otto van, schilder, XVI, XVII . . 386 Veldeke, Henrik van, XIII 6 Verkouteren, kolonel, XIX 87 Vermunt, Michael, schrijnwerker, XVIII • . 205 Verren, F. G. van, tapijtmaker, XVIII . . . 122 Vespasianus 42 Veugen, Joannes, XVII 711 Vidar, schilder, XIX 130, 132 Vilain, geslacht — de 596, 6o5 Vilain, graaf — de, XIV 241 Villers Masbourg Schaloen, F. graaf de, XIX. . 7o7 Vink, pater, XVII 190 Vise, Anton van, klokgieter, XV 242 Visscher, joffr., tapijtleverancierster, XVIII 1 zi, 132 Visscher, Cl.Jansz. XVII , Visscher, Jan Potmans, XVII Vliecx Antonius , Vlierden, van, schrijnwerker, XVII . Volquyn, Dierick, bouwmeester . , XV Bladz. Vos, Maarten de, schilder, XVII .. Vos van Steenwijck, wapen Vranx, Gerardus, schrijnwerker, XVIII . • • Vrecken, van der, XVII, XVIII . . . 15o, Vucht, Mary van, XVI Walburg, Judo van, XVII Waldeck, wapen Walle wapen — van der , Walram, ridder, XII Walram II hertog van Limburg, XIII . Waltourne, Sauvier, cipier, XVII Wambeke, Joannes van, kanunnik, XIV Wansoulle, Guillaume Philip de XVII , Wansoulle, Philippe de, XV Weert, Jan de, muntmeester, XIV Weertz, Verona XVI , XVII . , Weldaminc wapen — van . . , Wellen, Petrus, prior, XV . Wencislaus, XIV Wery, F., edelsmid, XVIII . . Wery, Joannes, schilder, XVIII Werm, Ida van, XVII Werm, Joanne van XVII . . , We den Herman van der, XVIII .... We den Michael van der, kanunnik, XIV . We den Rogier van der, schilder, XV Wijenhooft van Aken, Peter, XVI . Wilhelmus XIII , Wilhelmus, kanunnik, XIV Willem Iprins van Oranje, XVI . . Willem IIIprins van Oranje, XVII . Willem I, koning, XIX Willem, virgifer, XIV Willems, uitgever, XIX Wilre, Katharina van, XV Wilre, Maria van, XV Wilre, Tilman van, XIII Wiricus, gen. Borneken, XIV • • . Witte, edelsmid, XX 403, Witter, Jan, XIV Wolandus, Leonardus, XV Wolff van Doff, Daniel, XVII . .... P, Wolff van Dopff, Johann Hieronimus, XVIII. Wolff van Doff, wapen . P, Wolfs Leonardus, XVIII , Wolfs Nicolaas, XVIII , Wouters, H., XVIII Wttenhort tot Horst, Maria Catherina Adriana Alexandrina, XVII Wijk, Mathias Mynckom van, prior, XVI . Wynand gezegd Ryobier, XIV ... Wynandus, ridder, XIII Wynans, P. XVII Wynants, Willem, X REGISTER VAN KUNSTENAARS EN AMBACHTSLIEDEN. Bladz. Bladz. ARCHITECTEN Claire, Godefroy de, XII 402 (ook opzichters) Panhuys, Hubertus Emil van, XVIII . . 210 Piloton, Leonard Fs., XVIII .. 210 Deplaye, Pierre Francois, XVIII . .. 109 Sleypen 765 Doyen, Gilles, XVIII 92, 156, 226, 495, 525, 582 Faen, XVIII 301 Ulricus, XV 419 Ghyer, Hendr. Jac., XVIII . 106, 112, 122 Wert', F., XVIII 407, 588 Haeren, Johannes van, XV . 251 Witte, XX 403, 404 Hermans, M., XIX ..... 3o, 31, 32, 92 GEELGIETERS Huyssens, Petrus, XVI 234 Janime, XIX 474 Brom, Jan, XX 364 Kayser, XIX 452 Devenle, Johannes, XV 704 Clabers, Heynen, XV 279 Potgieters (van Venlo), Tilman, XVII. . 700 Knuttel, XX 254 Trecht, Art van, XV 526 Collard, J., XVII, XVIII 92 , 208 KLOKGIETERS Cuypers, P. J. H., XIX 184, 202, 208, 226, 301, Gheyn, A. van den, XVIII 145, 450 452, 474, 485, 491, 704 Gaulard, F. A. XIX 549 Lokhorst, Jan van, XIX 61 Haze, Melchior de, XVII 277 Louesberghs, Nicolaas, XVIII . Hemony, P., XVII 145 Marres, Eugêne, XX ... 36, 38, 47, 103 Moer, Gaspard, XVI 294 Paul XVII , 10 Moer, Willem, XVI 294 Pesser, XVII 119 Petit, Henricus, XVIII 277 Peutz, F. XX 761 Trier, Hans von, XVI 793 Poort, J. van der, XVII 92 Vise, Anton van XV 242 Post, Pieter, XVII 118, 119, 126 Rive de la , XVIII , 86 MAQUETTEMAKER Romanus, Franciscus, XVII, XVIII 13.1; Aubancourt, Larcher d', XVIII .. 785 19662: 153804' Sanders, L. XX 226 MEDAILLEURS, MUNTMEESTERS 786 SandhOvel XX , 151 Soiron, Francois I03, 112, 118 Adelbertus, ten tide der Merovingen . 18 Soiron, Mathias . 109, 238, 27o, 619, 670 Biessen, Gysbert van den, XIV. . .. 21 Soiron, ??? ..... 208, 234, 236, 239, 658 Domaricus, ten tide der Merovingen . ... 18, 20 Sprenger, W., XX 27, 33, 35, 39, 43, 72, 184, 226, Eycke, Hendrik van, XIV 21 474, 503, 570, 571 Madelinus, ten tide der Merovingen . . . 18 Tapyn, Sebastiaan, XVI 9, 129 Madelinus II, ten tide der Merovingen . . 20 Toom, Petrus, XV 251 Mees, Hendrik, XIV 21 Volquyn, Dierick, XV . . . 293, 353, 3-7o, 371 Michiels, Jan, XV 21 Zarazien, Herman in den, XVI ...... . 82 Nuyssen, Jacob van, XIV 21 Odelien, Hendrik, XIV 21 BEELDHOUWERS BEELDSNIJDERS , Rimoaldus, ten tide der Merovingen . . . Bayar van Namen, D. G. XVIII .. 378 Trasimundus, ten tide der Merovingen . . 18, 20 Bayer, Georges, XVIII 294 Weert, Jan de, XIV 21 Bernini, XVII 88 Bouge, Frans de, XVIII 294 ORGELBOUWERS Chaudet, Antoine Denis, XIX .. 694 Ancion, Remigius, XVII 528 Fenux (?), XVI 764 Heimo, XII 519 SCHILDERS, TEEKENAARS, GRAVEURS Joincu (Jonckeu), Guilhelme de, XVI . 258, 692 Aartsen, Pieter, XVI 393 Laar, Frans van, XX 212 Barocci, Federigo, XVII ... .. 392 Steffenswert, Jan van, XVI . 537 Bekkers, J J 697 Vos, Charles, XX 205 Bellomonte, Simon de, XVII . . . 23, i5o, 268 Beyer, Jan de, XVIII 91, 93, 118, 268, 467, 697 EDELSMEDEN Bloemaert, Abraham XVII , 386 Borgognoni, Filippo, XIX 560 Bol, Ferdinand XVII 697 Ermingen, I. H. van, XIX 546 Bouma, C., XIX 73 Ernoud, Nicolaes, XVII 273 Breughel, de jonge, Pieter, XVI, XVII . 697 Eymael, L., XVIII 546 Champagne, J B. de, XVIII 131 Carlo, D. van, XVIII 707 Dijck, Anton van, XVII . . . 390, 541 8o6 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Dupont, C. XVIII Eyck, Jan van, XV 91, Flemalle, meester van, XV Flinck, Govert XVII , Floris, Frans, XVI Fianquinet, Gull., XIX Galle H. , XVII , Gerardus XV , Glauber, J., XIX Go en Jan van, XVII Grave, J. de, XVII .. ... 291, 697, Haagen, Joris van den, XVII . . . 91, Haen, A. de Hardim6, P. XIX Harrewijn, XVIII 164, Hermans, F. 203, Hermans, L. 203, Herreyns, G. XVIII Honthorst, G. van, XVII Hoogenberg, XVI Jordaens, J., XVII Key, Adriaen Thomas, XVI . Clerq, Charles le, XVIII Cletscher XVII , Clitzart, Daniel XVII , Klotz, Valentin XVII XVII . . 96, 97, 98, 268, Coenen, J., XVIII Coders, J. B. XVIII . .. 122, Coclers, Philippe XVII , Craeyer, Gasper de, XVII . 386, Laboreux, J., XVII Lenarts, Michiel, XVIII Lombard, Lambert, XVI Luken an Jan, XVIII Madou XIX , Maes, Godefridus XVIII , Macs, Nicolaas, XVII Mansi Magdalena , meester van de XVI , Meitens, Martinus, XVIII . Merian, M XVII , Monogrammist, J. B. XVIII . Orley, Barend van, XVI Pacheco XVIII , Pannemaekers Jan, XVIII , Peeters B , Plumier, Theodoor, XVIII 120, 130, 133, Pronk, Cornelis, XVIII Puytlinc, Christoffel, XVII Pynas Quellinus, Erasmus, XVII Quellinus L. XVII , , Quinkhard, J. M. XVIII Rademaker, A. 467, Reclaire Reni, Guido, XVII Restout; XVIII Rubens, Petrus Paul . . •• 391, Ruysdael, J. I. van, XVII Schaepkens,"Alexander, XIX 144, Bladz. Schaepkens, Theodoor, XIX 129, 395, 543, 600, 697 Schuyr, Theodoor van der, XVII, XVIII . . 120, 128, 129, 136, 141 Schut, XVII 386 Sellaar, Vincent, XVI, XVII 385 Snellinck, Joan, XVII 207 Spilman, XVIII 119 Steen, Jan, XVII 697 Teniers de jonge, David, XVII . 697 Tischbein, J. H. XVIII 697 Vasoens, J., XVII 166, 174 Veen, Otto van, XVI, XVII 386 Vidar, XIX 130, 132 Visscher, Cl Jansz , XVII 23, 751 Vos, Maarten de, XVII 587 Wery, Joannes, XVII 390 We den Rogier van der, XV .. 382 Ysenbrand, XII 697 SCHRI JNWERKERS Hollander, Petrus, XVIII 205 Pirotte Gille, XVIII 1 20 , Poorten, Toussainct Philip van der, XVIII. 120 14201 Smits, Jan Baptist, XVIII .... Steen, Marcellus van den, XVIII . 205 Tours, Ferdinandus, XVIII 205 Vermunt, Michael, XVIII 205 Vlierden, van, XVII 363 Vranx, Gerardus, XVIII 205 STEENHOUWERS Absil, Gerardus Josephus, XVIII. . 573, 574 Bossier, Jan de, XVII 121, 135 Philip, XVII "9 STUCWERKERS Gagini, Petrus Nicolaus, XVIII VIII . 13i, 132, 133 Vasalli, Thomas, XVIII. VIII . . 121, 130, 134, 135, 136, 137 TAPIJTMAKERS Borght, Frans van der, XVIII 137, 138, 139, 140 Guerin, Jan, XVIII 122 Verren, F. G. van, XVIII 122 Visscher, joffr., XVIII .... .. '21, '32 UURWERKMAKERS Gallet, Nicolaus, XVIII 141 Zutphen, Joost van, XVII 146 VESTINGBOU WKUNDIGEN Coehoorn, Menno baron van, XVII, XVIII 85, 86, 757 Vauban, XVII, XVIII 10, 85 540, 158, 542 495 383 697 385 276 697 291 io6 697 699, 741 92, 697 697 io6 292 627 627 542 637 91, 92 697 697 697 751 23 697 696 140 696 387 23 292 697 91, 92 466 589 697 G97 io6 23 147 697 386 205 697 134 697 697 735 540 150 697 697 176 392 395 541, 697 697 234, 341, 467 X 402 . 210 210 765 TOPOGRAFISCH REGISTER. Bladz. Bladz. Agimont, kasteel - of kasteel van Ne(d)er- Groningen 56, 57 canne 746 e.v. Gronsveld53, 689, 692, 698, 733, 737, 787 Aken 242 Gronsveld kerk , 205 Aken vrede van , 1 0 Guesselt, kasteel te Amby . 697, 731, 732 Aken, Dom, 366, 523 Gulpen, kasteel Neubourg 759 Alensberg, kasteel 697 Gussenhoven 370 Ale xandrie 442 Haarlem St. Bavo , 543 Amby 703 Halen 787 Amby, kasteel Guesselt . . 697, 731, 73z Hasselt 59, 211, 288 Amsterdam 23, 205 Hazendans boerderij te Wolder ., 753 Amsterdam Kon. Ac. v. Wet. . , 28 Heel 698 Amsterdam, Rijksmuseum ..... 1 o6, 453 Heer 71I Amsterdam, Rijksprentenkabinet . . 91, 93 's-Heerenberg 376 Antwerpen 277, 544, 545 Hees 234 Antwerpen, Museum 39o, 540 Herkenberg (zie onder Meerssen) Argenteau 737 Herckenrode klooster , 287 Augsburg 272 Hermalle 736 Augst 's-Hertogenbosch 121, 146, 554, 612, 694, 744 Barcelona 1 Hespen 37o Bavay Heugem 703, 733 Beek 35 Heugem, St. Michaelskerk ..... . . 733 e.v. Berg Heugem, de Houwert (Hoogenweert) . . . . 737 Berlin 146'65 , 47744210681 Heugem, woonhuizen 737, 738 Betlehem, kasteel te Limmel . .740 Hilvarenbeek 203 Biesen, balie 741, 742 Hoei 241, 444, 252878: 699 Biesland 746 Hocht, klooster 289 Bissone 131 Horn 153 Bockenhoef, boerderij te Wolder . 752 Horst 154 Borgharen 698 Houtem 207, 287 Brandenburg 231 Houwert(Hoogenweert), de, landhuis te Heu- Breda 144, 272 gem 737 Brugge 696 Huy, Zie Hoei Brussel 406, 697 Hulsberg 153 Brussel, Museum 39o, 746 Itteren 698 Brussel, Museum Poort van Hal . 757 Jeker 643, 645, 667, 685, 687, 747, 751, 752 Brusthem 37o Jeruzalem 23o, 233 Bunde, kerk 418 Jeruzalem, kasteel te Limmel . . . . 17, 743 e.v. Daelhem 231, 698 Caber g ...... . . 89, 588, 7o3, 746, 753 Deutz 4, 28 Caber g R K kerk , 753 Dietercn 700 Caberg, woonhuizen en boerderijen . . 754, 755 Dinant 20 Cadier 733 Doorwerth, kasteel 84, 87 Kamerijk 744 Dordrecht 21 Canne. Zie Nedercanne Duurstede 18, zo Kessel Echt 736 Keulen 3, 6, 21, 23, 27, 147, 179, 234, 510, 456298,, 698 545 Eysden 53, 733 Keulen, St. Gereon 424 Florence 21 Kleef 376 Frankfort 23 Klimmen 692 Gallie 3, 4, 29, 43 Klosterneuburg 523 Gent 6 , 8 Crapoel, kasteel 697 Gerdingen 766 Kuilenburg 542, 637 Germanie 4, 42 Lafeld I Gibraltar 48 Leeuwarden 57 Glons 469, 470, 471 Leeuwenstein 376 Gorp 203 Leiden, Rijksmuseum van Oudh. 4, 26, 46, 689, 's-Gravenhage 91, 121 7 66 's-Gravenhage, Depart. van Oorlog. . . 84, 92 Leiden, Universiteitsbibliotheek . . . . 23, 84 's-Gravenhage, Krijgsgeschiedk. archief II, 84, 89 Lemiers 690 's-Gravenhage, Mauritshuis 637 Lichtenberg, kasteel te St. Pieter 698, 756, 759 e.v. 's-Gravenhage, Rijksarchief . . . 15, 84, 86 Lilbosch (Echt) 693 8o3 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Limbricht, kerk 154 Maastricht: Limburg aan de Lahn 6o Batteqstraat 34 771 Limmel 409, 698, 703, 739 Batterkstraat 42 634 Limmel, kasteel Betlehem Beijaard, Kloosterkerk de 154, 155, 156, 241, 791 Limmel, kasteel Jeruzalem . 17, 774403 ee.vv. Bek, de 53 Lombardije 554 Bijnsconvent (zie St. Annendaelklooster). Lotharingen 5 Bisschopsmolen 685, 686 Loitum 689 Bleekerij 783 Louwberg, boerderij to Nekum . . . 75o, 751 Bogaerdenstraat I 58 Luik4, 5, 6, 21, 51, 55, 7o, 93, 119, 147, 150, 190, Bogaerdenstraat f 775 208, 29o, o8, 51o, 557, 591, 612, 694, 744, Bogaerdenstraat 16118 775 747, 756, 757, 758, 759, 766 Bogaerdenstraat 20 771 Luik, St.Jaques 363 Bogaerdenstraat 26 631, 786 Luik, St. Laurensabdij 470 Bogaerdenstraat 31 668 Luik, St. Martin 746 Bogaerdenstraat 31 775 Luxemburg 231 Bogaerdenstraat 36 775, 778 Lyon 442 Bogaerdenstraat f o 668 Maasbracht 700 Bogaerdenstraat f 2 Maaseyck 587 Bogaerdenstraat f6,57 641, 773 Maastricht: Bogaerdenstraat J9 771 Abtstraat 242, 581 Bokstraat 150 Abtstraat 10 6 778 Bonnefantenkerk en klooster '56, '57, 158, Abtstraat 22 657 29o, 792 Achter de Comedie 2 603 Bonnefantenstraatf . . 631, 645, 646, 778, 785 Achter de Comedie 600 Boschpoort 55, 70, 144 Achter de Comedie I 6 778 Boschstraat . 24, 52, 53, 168, 259, 26o, 268 Achter de Molens 618 (thans 18I20) .. 614, 631 Boschstraat 1 7 7 83 Achter de Molens 12 778 Boschstraat 28128a ... 777, 778 Achter het Vleeschhuis 40 Boschstraat 3 6 73 8 Achter het Vleeschhuis 4 773 Boschstraat3 8 642 Achter het Vleeschhuis 6 771 Boschstraatf f 783 Achter het Vleeschhuis 641 Boschstraat 6o 663, 67o, 671 Achter het Vleeschhuis Ir. .. 65,8 668 3 7 83 Achter het Vleeschhuis 12 661 Boschstraat 64 63, 641 6 Achter het Vleeschhuis 13 658 Boschstraat 6 9 77 8 Achter het Vleeschhuis 14 631 Boschstraat70 . . 646, 668, 786 Achter het Vleeschhuis 1y 659 Boschstraat7217 4 775, 777 Achter het Vleeschhuis 17 775 Boschstraat 7 6 778 Achter het Vleeschhuis 20 656 Boschstraat7 818o 775, 777, 783 Achter het Vleeschhuis 21 771 Boschstraat 79 66 i Achter het Vleeschhuis 22 663 Boschstraat 8o 7 83 Achter het Vleeschhuis 24124a 668 Boschstraat 86 6 7 1 Achter het Vleeschhuis 2 f 775 Boschstraat 88 . . Achter het Vleeschhuis 26 668 Boschstraat 89 642, 783 Achter het Vleeschhuis 29 775 Boschstraatyo 783 Achter het Vleeschhuis31133 642 BBoosscchhssitfraaaatt 9941 634, 783 Achter het Vleeschhuis32 657 771 Achter het Vleeschhuis34 661 Boschstraat 9J, 97 783 Achter het Vleeschhuis 3I 773 Boschstraat 98 77 8 Achter het Vleeschhuis39 783 Boschstraat 'or, 104 783 Achter het Vleeschhuis40 773 Boschstraat 10 8, lio 778 Aldenhof 147, 278, 281 Bossche Fronten 86 Aldenhofspark ...... . . 54, 81, 95 Bosscherveld 26 Alexianenklooster (zie Cellebroeders). Bouillonstraat 103, 105 Ambachtschool 53 Bouillonstraat 2,.1, 6. . • 614, 6i5, 668, 778 Ancker, voorm.papiermolen de . 667 Bouillonstraat SI ro . . Anckerpoort 6o Bouillonstraat 12 600 Anthoniuseiland 69 Brabantsch(Spaansch) G3uvernement 96 e.v. 596 Armenhuis 58o Breedestraat. . .. 97, 167, 19o, 234, 6o8 Augustijnenkerk en- klooster. . 145, I5o e.v., Breedestraat3 659, 671, 678 246, 270, 282, 7o7 Breedestraat... . . . 659, 66o, 671, 678, 679 Batterijstraat 578 Breedestraat7 683, 77 8 Batterkstraat 28, 32 657 Breedestraat 8 615, 657 TOPOGRAFISCH REGISTER. 809 Bladz. Bladz. Maastricht : Maastricht: Breedestraat9, pa 63i Brusselsche Straat 124 775 Breedestraat 1 o 656, 657 Brusselsche Straat 14o 633 Breedestraat 12 658, 778 Cellebroedersgang ..... . 159, 161, 164 Breedestraat 13 668, 671, 778 Cellebroederskapel en - klooster. . . 159 e.v. Breedestraat 14 771 Dinghuis. . . . 4o, I IO e.v., 145, 198, 291, 591 Breedestraat If ...... 659, 668, 671, 778 Dominicanenkerk en - klooster 24, 68, 144, Breedestraat 17 . 596, 597, 609, 615, 616, 617, 618, 154, 164 e.v., 205, 275, 287, 376, 386, 387, 671 390, 391, 394, 419, 584, 792 Breedestraat r8 668 Drie Duiven, bastion 25, 81 Breedestraat 19121 . . 638 Du Moulin, couvre - face 85, 86, 88, 89 Breedestraat 24 641, 778 Eggerspoort) 57 Breedestraat 2 f 609, 668 Eggerijsgat 68 Breedestraat 27 .. 597, 609, 668, 778 Eikelstraat I . . 629, 630, 786 Breedestraat 28 778 Eikelstraat3 63o, 772 Breedestraat43 651, 778 Eksterstraatje Breulingstraat 269 Ezelmarkt , 65, 66, 157 Breulingstraat 6 638, 646 Ezelmarkt 214 . . .. 646, 657, 786 Breulingstraat 22 .... 775, 777 Erfprins, bastion 85 Breulingstraat 39 631, 786 Feilzusterklooster .. 75, 188, 189, 241 Brugstraat 39, 40, 41, 690, 691 Fort Koning Willem 1 89 Brugstraat 6 671, 678 le Franciscanenkerk en - klooster . • 24, 6o, Brugstraat 1 o .. 657, 66o, 668, 783 190 e.v., 207, 208, 278, 291, 792 Brugstraat 12 651, 659 2e Franciscanenkerk en - klooster . 190, 204, Brugstraat Id 65i, 668 205, 206, 278 Brugstraat r8 20 . 668, 771 Fransche of Waalsche kerk . . . 208, zio, 792 Brugstraat 26 774 Gaverenpoort (huis) 597, 6o8 Brugstraat 28 668 , 88 Brugstraat Jo 664, 668 Gemeentebibliotheek 3o Brusselsche Poort• 9, 55, 70, 71, 85, 144, 291 Gevangenpoort 165 Brusselsche Straat . . 24, 54, 67, 154, 155, 159, Gildehuis of Fluis der Edelen. 598, 627, 728, 242, 287, 288 633, 69o, 691 Brusselsche Straat 7 773 Goesmarstoren 24 Brusselsche Straat 1 f 774 Goeswijnstoren 24 Brusselsche Straat 17 775 Gouvernement .. . 103 e.v., 144, 791 Brusselsche Straat 20 773 Gouvernement, Brabantsch(Spaansch) 96 e.v., Brusselsche Straat 21 66i 596, 791 Brusselsche Straat 3o . .. 641, 778 Graanmarkt 594, 607 Brusselsche Straat 3I 774, 783 Graanmarkt 1 779 Brusselsche Straat32 642 Graanmarkt3 652 Brusselsche ,Straat 33 668 Graanmarkt both Stokstraat 641 Brusselsche Straat36 . . 641, 645, 778 Grachtstraat 8 668 Brusselsche Straat ;8 664 Gracbtstraat 23 775 Brusselsche ,Straat 45/47 616, 642 Grauwzusterklooster . . . Brusselsche ,S' traatyr 671 Gronsveld, kapel van 609 Brusselsche Straat y7 772 Gronsveld(Rimborch)oort (hof) van , p Brusselsche Straat 59 641, 778 (zie Heggenstraat 13). Brusselsche Straat 66 (---- 6o) 664 Groote Gracht. . • • 24, 54, 67, 68, 69, 577 Brusselsche Straat 67 661 Groote Gracht31 f, 7 668 Brusselsche Straat 68 773 Groote Grady 12 774 Brusselsche Straat 74 779 Groote Gracht Li 773 Brusselsche Straat 76/7 6a 616, 67i, 672, 686, 779 Groote Gracht 18 618, 672 Brusselsche Straat 77. . . . . . 617, 672, 785 Groote Gracht 20 772 Brusselsche Straat 84. . . . 617, 618, 672, 779 Groote Gracht 24 779 Brusselsche Straat 8; . . ... 668, 672 Groote Gracht 28 661 Brusselsche Straat 88,po 668 Groote Gracht 29 672, 786 Brusselsche Straat92 772 Groote Gracht 32 668 Brusselsche Straat 93 685 Groote Gracht 34 772 Brusselsche Straat 94 641 Groote Gracht, 775 783 Brusselsche Straat lo I 783 Groote Gracht4o 638 Brusselsche Straat I o f 66i Groote Gracht42 775 Brusselsche Straat Io9 668, 779 Groote Gracht4f 638 Brusselsche Straat 121 772 Groote Gracht47 772 8 1 o GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Maastricht: Maastricht: Groote Gracbt 76 . 673, 679, 779, 786 Gubbelstraat32 657 Groote Gracbt 6o/6oa . . 618, 779 Gubbelstraat34 641, 662 Groote Gracbt 62 638, 646 Gubbelstraat38, 40 772, 779 Groote Gracbt 4/ Kla ... 641, 646, 647 Haet en Nijd, bastion • 25, 55, 82, 83 Groote Grath/ 74 , 779 Haren, poort (huis) van . 165, 166, 607 Groote Gracbt 82 . 597, 604, 609, 6i8, 619, 673 Van Hasseltkade 6 658 Groote Gracbt 88, 9.r 772 Van Hasseltkade 7 666 Groote Gracbt yo, 92 . 612 e.v., 673 Van Hasseltkade 8 668, 779 Groote Grachtstraat 261 Van Hasseltkade 9 . 610, 611, 612, 627, 668, 669 Groote Looierstraat. . 58o, 5821, 591 Van Hasseltkade 1 .o . 668, 669 Crook Looierstraat 6 64 , 779 Van Hasseltkade II . . 779 Groote Looierstraat 8 . ... 772, 777, 779 Van Hasseltkade 12 . .. 641, 668, 669 Groote Looierstraat 1 o . . . 657, 668 Van Hasseltkade 13 . ... . 604, 779 Groote Looierstraat 14 660 Van Hasseltkade z411 f • . 673, 683, 779 Groote Looierstraat I f . . . . 6oi, 641, 646, 647 Van Hasseltkade 1017 642 Groote Looierstraat r6 66o Van Hasseltkade 19 775 Groote Looierstraat 17 779 Van Hasseltkade (zie verder Langs de Maas). Groote Looierstraat 18 ..... 660, 663, 668 Havenstraat 40 Groote Looierstraat I9 • • 597, 619, 641, 642, 656, Heggenstraat 3, 3a 642 783 Heggenstraat 9, I I 669 , .... 668 Heggenstraat 12 642 Groote Looierstraat 24 647, 668 Heggenstraat 13 . • 597, 608, 609, 610 Groote Looierstraat 26128 28.61 6 I 9, 668, 779 Heggenstraat 14 642, 786 Groote Looierstraat 27 779 Heidenstraat f 664 Groote Looierstraat 3o 668, 779 Hexenstraat 40 Grootepoort 68, 69 Heksenhoek, molen aan de . . 687, 787 Groote Staat . 24, 39, 114, 164, 167 Helmstraat 68, 167, 577 Groote Staat 1 683 Helpoort 54, 56, 58, 59 e.v., 69, 72, 82, 84, 667 Groote Staat 2 663, 664 Helstraat (zie ook St. Bernardusstraat).. . . 39 Groote Staat 3 783 Herckenrode, Refugie van . 214, 288, 289, 600 Groote Staat 4 668 Hexenstraat 211 Groote Staat. . .. . 607 He xentrapj es 144 Groote Staat 6 668 Hocht, Refugie van ..... 216, 288, 289 Groote Staat. . . • • 593, 594, 599, 600, 785 Hochterpoort (zie Boschpoort en Gevan- Groote Staat 14 774 genpoort). Groote Staat 16 661, 668 Hoenderstraat 24, 69, 144, 621 Groote Staat 17 668 Hoenderstraat 4, 8 775 Groote Staat a 668 Hoenderstraat 24 633, 786 Groote Staat 21 664 Hoenderstraat 28 774 Groote Staat 22 66i Hof van Tilly (zie Groote Gracbt yo, 92). Groote Staat 24 673, 679 Hof van Gronsveld of van Rimborch (zie Groote Staat 27 668 Heggenstraat 13). Groote Staat 29. • • 66o, 673, 679, 68o, 786 Holland, reduit 88, 89 Groote Staat 3o 668 Holset of Oost(Oist)oort (huis) van (zie , p Groote Staat 31 66o Kapoenstraat 31f ). Groote Staat32132a . 668, 673, 779 Holstein, bastion 8 e.v. Groote Staat 33 663 Hondertmares (zie Conventje) Groote Staat 3I 775 Hondstraat 600 Groote Staat37, 39, 41, 42 668 Hondstraat If 63 I Groote Staat 43 651, 668 Hoofdwacht 106 e.v. Groote Staat 41 663 Hoogbruggenpoort (zie Helpoort). Groote Staat hoekhuis , 591 Hooge Front 86 Groote Staat fI 668 Houtmaas 63o Groote Staat 13 66o Houtmarkt .54, 68, 208, 215, 252, 259, 26o Groote Staat II 775 Huis der Edelen (zie Gildehuis). Groote Staat;cf. . 631, 651, 661, 673, 68o, 786 Huis de Landscrone 592 e.v. Groote Staatf7a 641, 673 Huis de Stuers (zie Refugie van St. Gerlach). Groote Staatf 9161 773 Huis der Twaalf Apostelen • • • • 578, 8o Groote Stokstraat 474 Huis de Vilain 596, 605 Grousbeeck, huis van (zie St. Annendael) Jezuktenkerk en - klooster(voorm.) 52, 145, Gubbelstraat 69 208, 234 e.v., 291, 292, 526, 584, 792 Gubbelstraat 3, a 773 JezuIetenkerk en - klooster(tegenw.) 241, 596 8 TOPOGRAFISCH REGISTER. Bladz. Maastricht: Jodenstraat . 24, I I, 112, 114, 115 Jodenstraat r 619, 785 Jodenstraat3, j17 619, 658 Jodenstraat 772 Jodenstraaty 641, 642 Jodenstraat r2 . .. 619, 620, 673, 779 Jodenstraat 26 664 josaphatsdal (zie De Beijaard). Julianaplein 295 Julianaplein 618 Kakkeberg 61;06,, 664302 Calvarienberg . . 55, 149, 504, 505, 58 I, 5 82 Calvariestraat 24, 242 Calvariestraat 20 685 Ka el van Gronsveld 609 Kapoenstraat 31 • • • 597, 607, 608, 621, 664 Kapoenstraat 4 658 Kapoenstraat 663, 675 Kapoenstraat 7 669 Kapoenstraat 8, o, 12 . 669, 675 Kapoenstraat 13 775, 777 Kapoenstraat 14 621 Kapoenstraat 19 663 Kapoenstraat 2o 657, 783 Kapoenstraat 22 783 Kapoenstraat 23 6o8 Kapoenstraat 24 772 Kapoenstraat 26128 775 Kapoenstraat 3o 772, 783 Kapoenstraat 32 773, 775, 779 Capucijnengang 158 Capucijnenkapel 158, 241 Capucijnenklooster ...... 158, 159, 784 Capucijnenstraat . 24, 68, 131, 149, I 5 8, 5 83 Capucknenstraat f ..... . . . 662, 786 Capucknenstraat 4! 779 Capucknenstraat f I, j7, 7 3 . . 672, 779 Capucknenstraat 82 666 Capucknenstraat 98 779 Capucinenstraat 113 . . 131, 132, 133, 604 Keizer Karelplein . • 295, 455, 456, 457 Keizer Karelplein 3, 4 Keizer Karelplein f 776, 779 Keizer Karelplein 9 779 Kersenmarkt 24, 783 Kersenmarkt! 776 Kersenmarkt4, 6 661, 663 Kersenmarkt7 641 Kersenmarkt 8 . . ...... 662, 663, 786 Kersenmarkto, both Acbter het Vleeschhuis . 668, 669, 785 Kesselskade i5o Kesselskade4i 779 Kesselskade4j 642 Kesselskade48 774, 777, 779 Kesselskade721f 3 661 Kesselskade! 4 776 Kesselskadej7 772 Kesselskadef 8 783 Kesselskade 6o 669 Kesselskade 62 661, 779 Kesselskade 63 683 Bladz. Maastricht eseiska : Ksde 64 662 86 , 7 Kleine Gracht KleineGracht 17 Kleine Gracht 8 24'66543, 76676684993 G Kleine Grath/ 6 Kleine Gracht 20122 776 Kleine Gracht 28 774, 784 Kleine Gracbt3o ..... 675, 779, 784, 786 Kleine Gracbt3.r 602, 621, 638, 647, 652, 653, 779 Kleine Gracbt32 675, 676 Kleine Gracbt39141 621, 785 Kleine Grachtje Kleine Looierstraat 6 . .. 6548, 665 Kleine Grachtstraat . . , 9 776, 777 Kleine Looierstraat 8. . . 632, 772, 777 Kleine Looierstraat .ro . 600, 632, 78o Kleine Looierstraat 14 669 Kleine Looierstraat I 8 ... 599, 600 Kleine Looierstraat 20 669 Kleine Looierstraat 2I ... 666, 669 Kleine Looierstraat 2f 669 Kleine Staat 39, 110, 145 Kleine Staat3 Kleine Staat 4 657 669 Kleine Staat Kleine Staat f 6 65 4 8, 66561 Kleine Staat7, 8, 9 669 Kleine Staat ro 658 Kleine Staat r I 669 Kleine Staat 12 663 Klenie Staat I3 .. 598, 675, 68o, 78o Kleine Staat 14 662 Kleine Staat r 6 669 Kleine Staat 7 776 Kleine Staat8, 20, 22 ... 669 Kleine Staat 24 783 Koestraat 38 4 774 Koestraatf 675 Koestraat. .. 675, 68o, 681 Koestraat 618 642 Koestraat670 Koestraat 14116 6 786 Koestraat 18 669 Koestraat 20 659 Commandement I IO Kommel, de ... 204, 241, 242, 243 Conventje 75, 537, 582 Cortenstraat 40 Cortenstraat3 604 Cortenstraat 7 78o Kruisheerengang ...... 254 Kruisheerenkerk en - klooster 291 792 120, 145 Kwadevliegenstraat 17 (zie Hoenderstraat 24). Lakenhal) Langegang • 294, 295, 347, 450, 451, 453, 455, 457, 458, 459, 460, 461, 464 Langgrachtje . . . . 54, 58, 64, 65, 66, 69 Langs de Maas 20 673, 674 Langs de Maas 21 669 Langs de Maas 22 772 776 242, 244, 241 e.v., 6 81 2 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Maastricht: Mmmama aasatrrrrkkki citt ht :36d34 Lan 600, 6or, 771 Markt 31132 653, 676, 78o Lanterenstraatken (voorm ) 609 Markt 33 .. . 639, 676, 68o, 681, 786 Leetiwenmolen 687, 787 Markt 3 4 665 Leliestraat (zie Platielstraat 14). Markt 35135a 657, 661 Lenculenbuitenpoort . 54, 57, 7o, 71, 8i, IIo, 633, 634 '44, 204 Markt 41 653 Lenculenstraat. .... 45, 234, 258, 585 Markt f j 621, 67o, 780 Lenculenstraat 1 .... 642, 784 Markt j.9 66, Lenculenstraat 2 773 Markt 6.0 642, 784 Lenculenstraat 719 658 641 Lenculenstraat 14 664, 780 66 Lenculenstraat 1f 658, 780 Markt 6 y Lenculenstraat 1616a 774, 777, 780 Markt 66 Lenculenstraat 17 669 Markt 68 777761,, 6777888844: Lenculenstraat 1818a . . 62I, 664, 784 Markt 0 Lenuclebstraat 19 . 669 Markt7o . 591, 592, 676, 681, 78o Lenculenstraat 20 773 Markt7z 5, 91, 592, 676, 681 Lenculenstraat 27, 29 669 Markt76 639, 661 Lenculenstraat3o 772 Meer,poort (huis) van 597, 609 Lenculenstraat32 642, 658, 661 Meeuwen, hotel van 154 Lenculenstraat33 648, 785 Militair hosiptaal (zie Armenhuis). Lenculenstraat. . .600, 601, 638, 647, 648, 786 Minderbroedersberg . ..... 54, 67, 204 Leugenpoort 57, 69 Minderbroedersberg 8 780 Leuth , poort (huis) van (zie Julianaplein ) 618 Minderbroederskerk en -klooster (zie 2e Lichtenborch, poort (huis) van. . . 597, 6o8 Franciscanenklooster. Lindercruispoort ...... 55, 69, 7o, 71 Minderbroedersmuur . . 72, 74 Looiersgracht 54 Minderbroederspoort Looiersgracht 2 669 Minderbroedersstraat 57, 64643 Looiersgracht 4 669, 780 Minckelersstraat I 78o Looiersgracht 22 639 Moesmarkt (St. Amorsplein). • 40 Looierspoort (Lurepoort), voorm. 605, 630 Molenpoort 69 Looierstraat 65, 144 Munthuis 756 Lurepoort (zie Looierspoort). Muntstraat 24 Lutherse kerk .. . 211, 258, 259, 792 Muntstraat 1 639, 651 Maagdendries .. 71, 72, 147, 149, 280 Muntstraat3 651, 652 Maagdendries 31133 773 Muntstraat 4 66, Maasbrug. ... . 9I e.v., 591, 704, 790 Muntstraat 6 639 Mariastraat f 665 Muntstraat 719 66, Mariastraat 9 772 Muntstraat 10 774, 777 Mariastraat 11 666 Muntstraat 11 774 Mariastraat 17 661 Muntstraat 14 676 Mariastraat 23a, b, c 663 Muntstraat 16 661 Mariastraat 23d 634 Muntstarat 17 669 Markt 24, 54, 68, 95, 118, 165 Muntstraat 18 776 Markt I, 2, 3 772 Muntstraat 19 663 Markt f 784 Muntstraat 20, 22 669 Markt 6 658, 659, 678 Muntstraat 23 639 Markt 8 666, 67o, 678, 68o Muntstraat 24 658 Markt9 662, 666 Muntstraat 21, 26 658, 780 Markt 11 661, 664 Muntstraat 27 663 Markt 12 661 Muntstraat 28 663, 783 Markt 14 675, 68o, 681, 682, 786 Muntstraat 29131 772, 776 Markt I 651 Muntstraat3o, 32 669 Markt i6 675, 780 Muntstraat33 66o Markt 17 a, b, c 67o, 786 Muntstraat36 66i, 669 Markt 18 675, 676, 780 Muntstraat37 658, 659, 66o Markt 19 684, 780 Muntstraat 3 8 66i Markt 20 676, 677 Muntstraat39 659 Markt 23 774 Muntstraat4r 663 Markt 24 657 Muntstraat4f147 639, 676, 677, 782 Markt 29 664 Muntstraat48 659 Markt 30 774 Muntstraatf 0 784 TOPOGRAFISCH REGISTER. 8i3 Bladz. Bladz. Maastricht: Maastricht: Museum, Limb. (Prov. Oudhk.) 43, 46, 47, Plankstraat 1 634 5o, 52, 53, 188, 258, 458, 648 e.v., Plankstraat 3 639, 649 766, 728, 783, 785, 787 Plankstraat 4 651 Museum, Bissch. 700, 701 Plankstraat f . 772 Nieuwenhof,gesticht de . 77, I52, I54, 188, Plankstraat to 669 278 e.v., 426, 58o, 793 Plankstraat 12 0'9 Nieuwstraat 113 666 Plankstraat 14 658 Nieuswtraatf , 7 669 Plankstraat Id 658, 669 Nieuwstraat9,10 776, 777 Plankstraat 20 669 Nieuwstraat I I, 13 . 677, 68i Plankstraat 23 784 Nieuwstraat 12 776 Platielstraat 2 666 Nieuwstraat 13 681, 669 Platielstraat 6 669 Nieuwstraat 14 669 Platielstraat 8 66z Nieuwstraat I f 639 Platielstraat 9 600, 603, 622, 634 Nieuwstraat i6 669 Platielstraat zo 66i Nieuwstraat 17 639 Platielstraat 14 632, 639 Nieuwstraat 18 . . ....... 663, 664 Platielstraat 18 666 Nieuwstraat Iy, 2I 669 Platielstraat 22 669 755 Nieuwstraat 22 776 Poort (huis) van Gaveren (zie Gaverenpoort). Nieuwstraat 26 659 Poort (hof) van Gronsveld of van Rim- O.L. Vrouwekade. . . 669, 677, 78o, 786 borch (zie Heggenstraat 13). O.L. Vrouwekade 7 669 Poort (huis) van Haren ..... 165, 166, 607 O.L. Vrouwekade 12 641 Poort (huis) van Holset of Oost (Oist) (zie O.L. Vrouwekade 18 632 Kapoenstraat 31f). O.L. Vrouwekerk .3, 24, 27, 33, 35, 38, 39 Poort (huis) van Leuth (zieJulianaplein 618). 43, 46, 49, 50, 51, 70, uo, 144, 153, 154 Poort (huis) van Lichtenborch . . . 597, 6o8 277, 287, 289, 291, 418, 467 e.v., 6o8, 690 Poort (huis) van Meer 597, 609 707, 733, 759, 762, 767, 793, 794 Poort (huis) van Reckheim (zie Breedestraat O.L. Vrouweklooster 27 17). O.L. Vrouweplein . . 39, 146, 474, 477, 510 Poort (hof) van Rimborch of van Grons- O.L. Vrouweplein 17 ..... 62 I , 639, 685 veld (zie Heggenstraat 13). O.L. Vrouweplein 18 8 . . . 621, 677, 68o, 685 Predikheerenkerk. Zie Dominicanenkerk. O.L. Vrouweplein 22, 23 . . 776, 780 Prins Bisschopsingel 584, 585 O.L. Vrouweplein 24 669 Prins Frederik, bastion 86 e.v. O.L. Vrouweplein 2 f 639 Raamstraat 72 O.L. Vrouweplein 29 . . .. 774, 777 Raamstraat 8 775 O.L. Vrouwepoort ... 4, 28, 29, 109 Raamstraat 1 o 666 O.L. Vrouweschool . . . 33, 51 Raamstraat 14 776, 777 O.L. Vrouwestraat . . I IO, 474 Raamstraat. . . 622, 657, 785 O.L. Vrouwewal 54, 58 Raamstraatf o 669 O.L. Vrouwewal. . .. 776, 780 Reckheim poort (huis) van (zie Breedestraat , O.L. Vrouwewal 6, 7 669 17). O.L. Vrouwewal. ........ . . . 776 de Reek 211 Oost (Oist) of Holset poort (huis) van (zie , de Reek, waterpoort ...... 78, 79, 8o Kapoenstraat 31j). Refugie van Herckenrode . 214, 288, 289, 600 Oude Hochterpoort (zie Grootepoort). Refugie van Hocht . . . . . 214, 288, 289 Oude Minnebroeders 582 Refugie van St. Gerlach 2II, 287, 288, 594, 595, Oud Stadhuis (zie Dinghuis). 617 Oude Vismarkt, hoekhuis . 649 Refugie van St. Jacob 214, 290 Paats van den Lombaert 585 Recollectenkerk en - klooster. Zie le Fran- Paleis van Justitie (zie ook Minderbroeders- ciscanenklooster. klooster) ..... 54, 67, io6, 190, 205 Ridderstraat 582 Papenstraat 2, 9, II I 78o Ridderstraat 2,598, 600, 6o1, 63o, 643-645, 786 Papenstraat 13 (zie ook voorm. Refugie van Rijksarchief 23, 86, 119, 147, 236, 238, 241, 697 St. Jacob). .. .. 214, 29o, 771, 78o Rijkskweekschool. Zie Hof van Tilly. Pastoorstraat 144, 260 Roeffstraat 24, 68 Pastoorstraat 10 784 Schuttershof 19o, 204 Pastoorstraat 14 78o Sepulchrijnenklooster. Zie Bonnefanten. Pater Vincktoren 64, 66, 72, 75, 188, 189, 242 Schouwburg. Zie voorm. Jezuietenklooster. Penitentenklooster (voorm ) 52 St. Amorsplein 40 Pesthuis (voorm.) 667 St. Amorsplein I 771 Plankstraat 4,38, 47, 474 St. Amorsplein 3 641, 642 GEMEENTE MAASTRICIIT. g14 Bladz. Bladz. Maastricht: Maastricht: St. Amorsplein 4 632 St. Pieterstraat42 600, 670 St. Amorsplein 6 639 St. Pieterstraat 44 661 St.Amorsplein 14 783 St Pieterstraat46 633 St. Amorsplein 16117 639, 652 St Pieterstraat48 651, 786 St. Andrieskerk en - klooster • • 147, 148, St. Pieterstraat 10 66i 149, 756 St.Pieterstraatf 2 670 St. Annendaelklooster(Bijnsconvent) 149 e.v., St. Pieterstraat 62 657 531, 581, 585, 597, 642 St. Pieterstraat 69 670 St. Antoniuskerk en - klooster . . . . . 144 St. Servaashospitaal . 5, 56, 597 St. Antoniusstraat 783 St. Servaaskapittelhuis 67o St. Antoniusstraat 3 666 St. Servaaskerk 21, 24, 48, 49, 71, 96, 107, 141, St. Antoniusstraat f 773 144, 167, 215, 217, 226, 291 e.v., 468, St. Antoniusstraat 68170 639 469, 510, 511, 519, 582, 608, 745, 761, St. Antoniusstraat 88190 684 793, 794 St. Bernardusstraat(vroeger Helstraat) 1 . 619 St. Servaasklooster 6 . 623, 669, 780 622, 783 St. Servaasklooster 8 . 596, 597, 623 St.Bernardusstraat3, f, fb, 7 670 St. Servaasklooster 24126 780 St. Bernardusstraat 8.. 658, 670, 780 St. Servaasklooster 28 . 67o, 781 St. Bernardusstraat io 658 St. Servaasklooster 33 781 St. Bernardusstraat II . . .. 658, 67o St. Servaasklooster32134 625, 670 St. Bernardusstraat 12, 13, I f . 670 St. Servaasklooster36 670, 781 St. Bernardusstraat 14 780 St. Servaasklooster 39 670 St. Bernardusstraat 17 622 St. Servaasklooster4o 625, 785 St. Bernardusstraat 19 67o St. Servaasklooster. Zie verder Henric van St. Bernardusstraat 24 634, 645 Veldekenplein. St. Bernardusstraat 26, 28 667, 668 St. Vincentiuskapel 234 St. Elisabethsdal. Zie Grauwzusterklooster. St. Vincentius a Paulo-Gesticht 75 St. Everardskapel 150 Smedenstraat 40 St. Evergisluskapel 510 Smedenstraat I 639 St. Gerlach, Refugie van . 2I I, 287, 288, 294, Smedenstraat 4 655 295, 617 Smedenstraat7 772, 776 St. Hilariuskapel 208 Smedenstraat II 667 St, Jacob, Refugie van ..... 214, 26° Smedenstraat 14 776, 778 St. Jacobskerk of -kapel. 167, 19o, 215, 436 Smedenstraat 2f 775, 778 St. Jacobstraat 97, 99 Smedenstraat 28 661 St, Jacobstraat 6 639, 78o Spilstraat 68, 165, 167 St, Jacobstraat 8.. . 602, 642, 783, 785 Spilstraat I 773 St, Jacobstraat If 78o Spilstraat 2 666 St, Janskerk 24, 52, 107, 141, 144, 167, 215 e.v., Spilstraat 3 776, 778 291, 294, 326, 363, 466, 597, 792 Spilstraat 4 784 St.Joriskapel 165, 166 Spilstraat f 684, 787 St, Joriskerkhof 165 Spilstraat 8110 633 St. Jozefskerk. Zie Augustijnenkerk. Spilstraat 9 684 St. Lambertuskerk 87 Spilstraat 13, I f 774 St. Catharinakapel 280 Spilstraat 18120 685 St. Catharinakerk 208 Spilstraat 2f, 27 661 St. Catharinedal. Zie Feilzusterklooster. Sporenstraat 1.4 662 St. Maartenshuizen ....... 82, 583 Sporenstraat 18 775 St. Marie ten Oevere . . . . . 14, I5o, I 5 I Spreeuwartsporte 597, 609 St. Matthiaskerk 119, 147, 259 e.v. 28o, 546, 764, Spreeuwartstorentje 756 793 Stadhouder, bastion 85 St. Nicolaaskerk 44, 146, 467, 474, 495, 505, Stadhuis . . . .95, 118 e.v., 593, 697, 791 525, 532, 544, 566, 567, 581, 784 Stadsarchief , 112 St. Petrusheim 188 Stadsboekerij 581, 584 St. Pieterspoort . • 54, 55, 57, 75 e.v., 144, 188 Statensingel 86 St. Pieterstraat 24, 40, 64, 75, 188, 19o, 204, 208, Statenstraat 68,576, 577 687 Statenstraat9a 781 St. Pieterstraat 1 772 Statenstraat 11113 629 St.Pieterstraat3 78o Steenpoort. Zie Grootepoort. St. Pieterstraat 2f 632 Steenenbrug 685 St. Pieterstraat 28 670 Steenenbru I g 591 St.Pieterstraat4o .. 666, 667 Steenenbrug f 685, 686 TOPOGRAFISCH REGISTER. 8 1 5 Bladz. Bladz. Maastricht: Maastricht: Steenenbrug 6 67o, 781 Tongersche .rtraat 37 776 Steenenbrug 12 664, 66, 5 782 Tongersche straat 38 784 Stokstraat3o, 32, 33, 36, 38, 5o, 109, no, 287 Tongersche straat 41 625, 781 Stokstraat 1 670, 786 Tongersche straat 43 670, 685 Stokstraat 4 773 Tongersche rtraat 41 666 Stokstraat f 662 Tongersche rtraat 47 642 Stokstraat 618 639 Tongersche .rtraat 49 670, 781 Stokstraat 10 773 Tongersche ,rtraat /3 596, 6o5 Stokstraat II 678 Tongersche .rtraatI 4 67o Stokstraat 12 772 Tongersche rtraat fd 776 Stokstraat 14 658 Tongersche .rtraat /8 772 Stokstraat 21 639, 640 Tongersche straat do . • • 65o, 677 Stokstraat 22 664 Tongersche .rtraat 86 . . 657, 669, 670 Stokstraat 23 670 Turennestraat 53 Stokstraat 24 ...... 597, 625, 654, 657 Tweebergenbinnenpoort 54, 57, 58, 67, 2042 790 Stokstraat 26128 . 600, 602, 640, 650, 651, 654 Tweebergenbuitenpoort. Zie Brusselsche Stokstraat 29 661 Poort. Stokstraat 30 . . . 600, 642, 649, 654, 67o Veerlinxpoort Stokstraat 31 640, 661 Henric van Veldekenplein 20 . Stokstraat32 . 640, 642, 649, 654, 781 Henric van Veldekenplein 22 . 623, 670, 781 Stokstraat 33 776 Henric van Veldekenpkin 23 78! Stokstraat3 f 625, 66o, 667 Hem*. van Veldekenplein 24126. Zie St. Ser- Stokstraat 37 66o, 667 vaasklooster 24126. Stokstraat 38 640, 650 Henric van Veldekenplein 29 623-625 Stokstraat4o 772 Henric van Veldekenplein 31 78! Stokstraat39141, 42 670 Ververshoek 65, 585 Stokstraat 44 640 Vierthoren 71 Stokstraat 4f 609, 610 Veharingenstraat 2a 666 47 778 Veharingenstraat 214 642 Stokstraat 49 774 Vilharingenstraat 8, Jo 670 Stokstraat f I 670 Vfrfharingenstraat I f 640 Stokstraat / 3 659, 66o, 781 Vfrfharingenstraat 19 658, 670 Stokstraat ff ... 287, 594, 595 Vijfkoppen, bastion 55, 81 Stokstraat /7 633 Vilain, huffs de 596, 605 Stokstraat /9 633 Vleeschhuis .... 39.. 40, 145, 756, 783 Swesteren, klooster der. Zie Feilzuster- Vrijmetselaarsloge 577 klooster. Vrijthof 5, 24, 96, 97, 98, 106, 107, II; 190, 292, T afelstraat 8II o 76740,, 781 294, 295, 360, 466, 577, 584, 620, 791 Tafelstraat 12 605, 772, 776 Vrfr.thof 1 670 Tafelstraat 13 ....... . 600, 605, 63o Vrfr.thof 2 772 Thisiusporte. Zie Groote Gracht 82. Vrfr.thof 4 685 Tilly, hof van. Zie Groote Gracht yo, 92. Vr#thof f 778 Tongersche Poort. Zie Lenculenbuitenpoort. Vr#thof 6 776 Tongersche Steenweg 141 Vrithof 7 653 Tongersche straat 24, 52, 110, 207, 235, 241 Vr#thof y 66i, 783 Tongersche straat 2, 4 ...... 670 Vrfrthof io, I I 661 Tongersche straat f 772 Vr#thof 12 776 Tongersche straat 618 . 603, 625, 640 Tongersche straat 7 641 VV rl. tibho°ffili 67671, 677708 Tongersche straat io 633 Vrkthof I f 595, 665 Tongersche straat 1 1 664 Vrkthof 21 678, 781 Tongersche straat 12 6 o, 66 VrObof 22123 625, 640, 781 Tongersche straat 13 773 Vrfrthof 26 670 Tongersche straat 17 66o Vrfrthof 27 664 Tongersche straat 18 774 Vr#thof 29 65 3 Tongersche straat 20 67o, 781 Vvr hr:tht o of f3io 4 . 670 Tongersche straat 22 641 Vrkthof 31 66i, 786 Tongersche straat 2 f 66i Vr#thof 3 f 670 Tongersche straat 29131 664 ...... 681, 682, 683, 787 Tongersche straat 32 773 Vrfrthof 47/49 (thans 46147) 625, 626, 627, 685 Tongersche straat 33 773 ]81 Tongersche straat 3 / . . 633, 642, 65o, 66o, 783 Vr#thof 48 772 S16 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. 24, 576, 577, 6272 Volfstraat 618 Volfstraat f 6642 EVolfstraat 9 IVolfstraat zo 1Volfstraat 12, 14 EVolfstraat 11.117 TVolfstraat I8 678, 1Volfstraat 20, 22, 24, 26, 27, 28, 30, 32 . EVolfstraat 33 Wolwaag Zeeland, reduit 88, Zwanengracht Zwingelput 2 Maesenburg voorm. landhuis te St. Pieter . , Mainz Malone 4, 25, 28, Mechelen Meerssen 53, 287, 698, Meerssen, kerk Meerssen, villa Heikenberg • • Meesel Mesch Mheer Middelaar (Mook) Montfort 552 Muiden Munsterbilsen 4442 Namen Napels Ne(d)ercanne, kasteel Agimont ...... 746 Nekum 746, 750 e.v. , Nekum, hoeve Louwberg . ..... 75o, Nekum, hoeve Nekum en watermolen . . . Neubourg, kasteel te Gulpen Nicopolis Nieuwstad , Nijmegen ...... . Io, 52, 190, 2.15, 235 Nijmegen, Dominicanenkerk . . ..... 183 Nuenen 593 Bladz. Oudenaarde Oud-Vroenhoven (zie ook Nekum, Caber g en Nedercanne) . . . 657, Oud-Vroenhoven, kasteel Agimont (Neder)canne Panhuis-hoef, boerderij te Wolder Parijs Parijs, Louvre Parijs, Hotel des Invalides .... 606, 609, Parijs, Kuntnijverheidsmuseum . Peer Pietersheim Pompei Praag Putter (Gld), landgoed Volenbeek Ravensbosch Remagen Riempst Rijckholt Rochefort Roermond . .. ... 53, 266, 269, Rocca Secca Rolduc Rome, St. Pieter Rome, Piazza Navona Romsey Rotterdam Rotterdam, Museum Boymans Savelsbosch (Gronsveld) .. Senlis, kerk Sichem, steengroeve Simpelveld St. Georges de Boscherville St. Odilienberg St. Pieter 698, 703, 756 Verdedigingswerken (05u2d2e T86o,mbIe4,4For7t5)7.2 Lichtenberg . . . . 698, 756, 757, 759 St. Petruskerk 76h St. Lambertuskapel ..... 51, 756, 766, an Slavte . . . . 144, 698, 761, 764, 765, woonhuizen en boerderijen . . 767, 768, St. Pietersberg 9, 26, 38, 5,, 86, io6, 19o, 757, St. Trond (St. Truiden) Solumbria Stein Swolgen Thun (Lotharingen) Tongeren . . 3, 39, 52, 468, 470, Tongeren, O.L. Vrouwekerk . . . . Torentjes, de, landhuis te St. Pieter . Torn Tours Trier Tuddern Utrecht .... . 19, 20, 364, Utrecht, St. Marie Vaals Valkenburg . . 6, 231, 232, 698, 731, Veldweselt Venlo 57, 242, Verviers Vlengendaal Maastricht: Vrkthof f o Vrithoffi Vroenhof Waalsche kerk. Zie Fransche kerk. Wacht over het Gouvernement . . io8, Wachthuis aan de O.L. Vrouwepoort 109, Wachthuis aan de Tongersche Poort . . . Waerachtig-poort ... ... 55, 81, Waldeck, bastion Weeshuis, Gereformeerd .8 Weeshuis, R K 585 Wij kerpoort IVitmakerstraatf, 7 597, 627, 670, 1Vitmakerstraat 9 lVitmakerstraat 1 o ritmakerstraat II IVitmakerstraat 21 1Vitmakerstraat 23 IVitmakerstraat 21 659, IVitmakerstraat 27 Wittevrouweklooster 776 7742 778 71 109 II0 Ho 83 86 585 e.v. 144 781 670 781 663 659 655 781 670 705, 745 670 781 774 772 776 678 683 67o 664 234 89 88 781 767, 768 42 471 744 739 474 689 370 689 759 698 701 637 612 20 178 e.v. 757 751 751 759 545 691, 70/, 766 122 Wolder, 703, 746 e.v. of van 75734,6 47e7 4.891 95v2542. 155 754 44 541 732 690 8 4, 476705 82688 63 179 523 562 588 3o3 185 741 689, 787 341 234 733 3o3 7oo e.v. IO, 758 e.v. e.v. 767 766 769 759 37o i65 689, 787 55o, 764968 231 468, 469 6 7_7 26o 29 21 537 696 523 698 740 469 698 741 689, 690 689, 119, 5572 67o 661 781 776 TOPOGRAFISCII REGISTER. 8 17 Bladz. Bladz. Vlijtingen I0 Wijk: Voerendaal 689 Hoogebrugstraat y9161- 729 Volenbeek, landgoed to Putten (Gld) . . 732 Hoogebrugstraat 64 • • 719, 723 Vroenhof, heerlijkheid 21 Hoogebrugstraat 6 y 729 Vroenhoven. Zie ook Oud-Vroenhoven711, 746 Hoogebrugstraat 68 719 Wagenborgen zo Hoogebrugstraat 69 729 Warschau 637 HH:ggbbururggssttrraaaatt772417 2a . 726 -728, 781 Weenen 637 ee Weenen, Albertina 467 Hospitaal St. Gilles. Zie Hoogebrugstraat73279.' 784 Werden 473 Kalminkstraat,. z,gevel Rechtstraat 102 . 784 Wessem 689, 736 Kalminkstraat r 721 Wijk . . 4, 6, 28, 29, 40, 51, 53, 439, 469, 759, 786 Kattenstraat 729, 783 Bilserbaan 131 753 Cärverplein 591 Bilserbaan 143 753 arverplein 12 725 Brugstraat 44 783 Kruittoren 73, 74, 145 Brugstraat i 411 6 725 Maaspunttoren 59, 7°3 Brugstraat f 8 72I, 787 Meerssen, Refugie van. Zie Hoogebrugstraat Brugstraat 6o 724 43. Brugstraat 61 781 0. L. Vr. v. Lourdeskerk 787 Brugstraat 62 723 Pastoorstraat 591, 716 Brugstraat 68 783 Pastoorstraat 2, 4 729 Grachtstraat 711, 714 Pastoorstraat 8 721 Grachtstraat 34 728 Rechtstraat 59410, , 759173,, 778163 Grachtstraat3 8 728 Rechtstraat4 Grachtstraat 39 721 Rechtstraat7 722, 723, 782 Grachtstraat40140a 721 Rechsttraat7a 725 Heydenstraat 728 Rechtstraat 12 721, 787 Hoogebrugstraat 604, 617, 783 Rechtstraat 13, 14, Id 729 Hoogebrugstraat ib 729 Rechtstraat 17 720 Hoogebrugstraat 2 720, 721 Rechtstraat 18, 20 729 Hoogebrugstraat 3 724 Rechtstraat 21- 716 Hoogebrugstraat 6 ... . 723, 781 Rechtstraat 23 729, 782 Hoogebrugstraat 8, io . 720, 728 Rechtstraat 2f 724, 772828 Hoogebrugstraat II . . . 723, 781 Rechtstraat 26 Hoogebrug,straat 12 72o, 728 Rechtstraat 27 784 Hoogebrugstraat 13 . . 721, 781 Rechtstraat3o 721 Hoo,gebrugstraat 14 . . . 720, 723, 728 Rechtstraat31 729 Hoogebrugstraat 1 J 719 Rethtstraat32 723 Hoogebrugstraat Id, I6a 72o, 728 Rechtstraat, id 729 Hoogebrugstraat 17 784 Rechtstraat37, 38 729 Hoogebrugstraat i8 . . 719, 720, 728 Rechtstraat40 721 Hoogebrugstraat I 9 722 Rechtstraat 41, 42, 44 729 Hoogebrugstraat 20, 22, 24 720, 728 Rechtstraat 46 Hoogebrugstraat 2f 729 RReecchhitssitatt 4479 772199,, 778842 Hoogebrugstraat 26 719, 720 724 Hoogebrugstraat 27 727, 729 R.ethtstraatfr 729, 782 Hoogebrugstraat 28130 . 7I9, 720, 723, 728; 781 Rechtstraatf 2 783 Hoogebrugstraat 32 72o, 728 RReecchbitssitrfaaaatt 1134/16 729 Hoogebrugstraat 34 72o, 723 724 Hoogebrugstraat 36, 36a . • 724, 726, 781 Rechtstraatff 782 Hoogebrugstraat 37 716 Rethtstraatj7, y7a 729 Hoogebrugstraat 3 8 728 Rethtstraatf8 729 Hoogebrugsiraat 41 729 Rechtstraat j9 77722249:: 777 828 72 Hoogebrugstraat 42 728 Rechtstraat 62 Hoogebrugstraat 43 . 714 e.v., 716, 721 Rechtstraat 63 Hoogebrugstraat 44 726 Rechtstraat 64, 6 f 729 Hoogebrugstraat 46 728 Rechtstraat 66 72,9 Hoogebrugstraat 48 719 Rechtstraat 67 729 Hoogebrugstraat y o 721, 781 Rechtstraat 68, 68a, 7o 729 Hoogebrugstraat f 2 725 Rechtstraat 6 . . Hoogebrugstraat 14 723, 781 Rechtstraat7o 729, 782 Hoogebrugstraat y6 . 719, 728, 729 Rechtstraat 7734 721 Hoogebrugstraat f8 726, 781 724 818 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Wijk: Wijk: Rechtstraat 77 721 Ruiterstraat I f 719, 787 Rechtstraat 78 721, 729 St. Gerarduskerk 714 Rechtstraat So 719 St. Gilleshospitaal. Zie Hospitaal St. Gilles. Rechtstraat 8r 729 St. Maartenspoort 8 Rechtstraat 82 721, 729, 782 St. Martinuskerk 145,704 e.v. Rechtstraat 83 730 Smedenstraat4, f, 6, 8 721 Rechtstraat 84 72r, 729 Smedenstraat II 719 Rechtstraat 8)- 730 Steenenwal 145, 719 Rechtstraat 86 724 Steenenwal 21 722 Rechtstraat 88b 719 Steenenwal 23 721 Rechtstraat Sy . 722, 723, 782, 784 Steenenwal 24 724 Rechtstraat 89a 724 Waterpoortje 29, 40, 41, 703 Rechtstraat yr 724 Wilhelminasingel 704 Rechtstraat 92 725 Wittevrouweveld, Kerk in het. Zie0. L. Vr. Rechtstraat y3 729 v. Lourdeskerk. Rechtstraat 94 729, 784 Wilre. Zie Wolder. Rechtstraat 96 730 Wittem 96 Rechtstraat 98 724, 730 Westkapelle (Z) 787 Rechtstraat I o 2 784 Woeringen, Slag bij 740 Rechtstraat I o 4 73o Wolder (Wilre) . 10, 657, 7o3, 74.6, 752 e.v. Refugie van Meerssen. Zie Hoogebrugstraat 43. Wolder St. Petrus en Pauluskerk, . 752 Ruiterstraat 7 730 Wolder, boerderijen en woonhuizen 657, 752, 753 Ruiterstraat II 72 787 Worms 5o8 ZAAKREGISTER. Bladz. Bladz Aanwijzer, hout XV . .. ..... 434, 435 Aquamaline, koper, XII 434 Aardewerk, Romeinsch. Zie Oudheden. Atlas 347 Abdij. Zie Kloosters. Avondmaalsgerei: Abel. Zie Kahl en Abel Metaal englas, XVI 409 Abraham 342, 345, 515, 566 Tin + 1 700 en XVIII 211 Adam en Eva 434, 529, 557, 698 Zilver, XVII 210, 259, 273 Afsluiting, eiken, XVII 462 XVIII 211, 233, 259 Allegorieen 128-143, 207, 25o, 27o, 376, 527, 544 XIX 233 Altaren en onderdeelen van altaren 205, 333, 351, Badinrichting. Zie onder woonhuizen. 358, 367, 498, 504 Banken. Zie Kerkbanken. Romeinsch 46, 698 Barmhartigheid, werken van 385 Romaansch 526 Basementen, XII 328,329, 690 XI 359, 471 Bastions, XVI-XVIII 25, 54-90 XII 225, 305, 378. 411 Bed, XVIII 744 XIII 293 Beelden en reliefs van metaal (zie ook Kruisen XIV . . 166, 176, 225, 463, 464, 472, 473 en Reliekhouders): XV 225, 242, 294 XII koper 417-418 XVI 225, 294, 472, 474, 694 XIV, brons 433 XVII . 167, 201, 235, 493, 693, 697, 761, 780 XV, zilver 432 + 17oo 206, 247 XVI, koper 402-404 XVIII 153, 526, 761, 766 XVI, zilver 275 XIX 26o XVII, koper • 439, 650, 687, 732 Ampullen en ampullenbladen, zilver. XVIII, zilver 699 XVII 545 XIX, koper 439 XVIII 273, 59o, 7o8 ? ?, brons 694 XIX, verguld 273 Beeldhouwwerk, figuraal (zie ook onder Alta- Ankers. Zie Muurankers ren, Basementen, Grafsteenen, Kapiteelen, Antependium (zijde ) 548 Consoles Kraagsteenen). , Apocalypse 142 Romeinsch 39, 41-51, 326, 689 Apollotempel 5o XII • • 297, 305, 333, 335, 347, 349, 363, 378, Apostelen. Zie ook onder heiligen 154, 224, 345, 379, 380, 455, 484, 506-508 398, 436, 437, 456, 695, 7°0, 733 5o, 751 ± 1200 508-510 ZAAKREGISTER. 8i9 Bladz. Bladz. Beeldhouwwerk, figuraal. Dinghuis, XV-XVII 40, Ioo, 110-118, '44, 198, XII-XV 294, 295, 347, 381 291, 756 XIII 182, 479 Dioscurenstof, + boo .. ..... . 441-442 + 130o 380 Doodenmaaltijd 42 XIV 261, 353 Doopvonten en fragmenten van doopvonten: 1400 532-534 Steen, XI 691, 739 XIV-XV 295,296,330,331,333,339-347,351, 370 Steen, vroeg-Gothisch . ....... 269 XV 14, 381, 557, 58o Steen, XIV ? 8 + 155 Steen, XIX 269, 691 XVI 100, 102, 103, 113, 203, 220, 245, 249, 598, Koper, XV . 364, 365, 526, 704, 705 627, 628, 691, 692, 693, 695 Koper, XIX 733 XVIII 52, 189, 201, 227, 228, 237, 528-532, 577, Marmer, XVII 761 749 Marmer, XIX 227 260, XVIII 105, 106, 124, 130, 149, 157, 537, 613, 615, Drievuldigheid 696 626, 670, 744, 765 Epitafen. Zie Grafsteenen. XIX . . . . . 112, 145, 613, 626, 683, 694 Evangelisten, meest de symbolen 154, 196, 249, XIX of XX 326 296,282,348,349,366,367,368,432, 518, Beeldhouwwerk. Zie ook Houtsnijwerk en 526, 544, 692, 695, 739, 764 Ivoorsnijwerk. Expositievaantje, ± /700 276 Begijnhof . . 77, 152, 154, 188, 278 e.v. Eva. Zie Adam en Eva. 58o Ezau 513-515 Behangsels, goudleer, XVII . . . . 120-123, I 33 Fama 128 Behangsels, geschilderd op doek, XVIII 604, 779 1 Feniks 544 Bestiaries 51 Forten . . Pc),52, 86, 89, 144, 757, 758 Betimmeringen: Fortuna 44 XVII 154, 602, 636, 637 Gabriel432, 550, 56o XVIII I20 122, 130, 132, 133, 135, 140, 2.39, 442764, Gaia I27 604, 617, 767 Gedenksteenen (zie ook onder Grafsteenen) 567, Beurzen (zie ook Reliekbeurzen), XV . . . . 431 577 Bibliotheek, XVI i66 XVI IoI, 249, 284, 574, 713 Biechtstoelen: XVII 574, 575 XVII 166, 167, 363, 364, 376 XVIII 189, 505, 713, 714 1700 154 XIX 733 XVIII 526 Gespen van een koorkap, XVII . . 274 XIX 26o,762 Gevelsteenen: Binnenp,ui XVIII 66o XVII 151, 289, 290, 633, 639, 641, 645, 648, Bisschopsstaf, XIII 410-411 650, 651, 652, 714, 716, 719, 721, 771, 772 Boekbeslag, zilver, XVII-XVIII 275, 546, 547, 706 XVIII 66, 146, 157, 163, 584, 585, 621, 622, koper, XVIII 449 651, 655, 657, e.v., 676, 678, 68o, 68i, Boerderijen . . 685, 750 C.v. 754, 755, 76o, 761 692, 719, 721, 723 e.v. 728 e.v. 732, 752, 769 773 e.v., 783, 784, 785 Bruggen 4, 93, 279, 704, 732 XIX 619, 684 XIII-XIV, Maasbrug. . 91-95, 591, 704, 790 Gewelfschilderingen: Charters: XI, XIII 349 Aide Caerte, 1284 ... 6, 14, 17, 94 XV 196 Nieuwe Caerte, '372 I 5 XV, XVI 25o, 251 Vilvoordsche charter 56 XVI 200, 246 Chineesche voorstellingen 430, 431 XVII . .... 127, i66, 174, 235, 258 Cibories, zilver: Gildebord, XVIII 557 XVII 544, 589, 706 Gladiatorensteen 47 XVIII 406, 407 Glas, gebrandschilderd: Coelus 45 XVI 150, 243 Dakkapellen, geomamenteerde. . 657, 669, 675 X VII 294 Dakruiters: XIX 269 XIV of XV ... 196, 202 Glasmozalk, XVII 182 XV 242 Glaswerk 689, 787 XVIII 166, 209 God de Vader 339, 373, 383, 386, 446, 527, 542, Dalmatieken 445, 446, 448 548, 692, 695, 706 1500 548 Godslamp, XVIII 764 XVI 446 Goudleer. Zie onder Behangsel en onder Ka- 7 709 zuifels. David . . . 342, 345, 539, 540, 693 Graven, Romeinsch, Merovingisch en Fran- Deugden en Ondeugden . . 511, 694, 695 kisch . . $20 GENIEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Grafdoek des Heeren 427 Heiligen: Grafmonumenten, -steenen en -kruisen: Dionysius 333 Romeinsch 37, 41, 689, 787 Dominicus 386, 387 Gallisch 314 Donatus 276, 277, 426 V, VI 364, 365, 468 Elias 406 XIII 202, 203, 283, 528, 568 Elisabeth . . . 225, 275, 384, 391, 430, 589 + 130o 366, 367 Elisabeth van Thuringen . . . 43o, 438, 764 XIV . . Ephese, martelaren van - 423 X V 182, 203, 229, 230, 249, 252, 367, 368, 370, Erasmus 369 371, 529, 532, 568 Euphemia 427 + 359, 568, 569 Evergislus 510 XVI 187, 203, 229, 233, 252, 257, 271, 283, Felicissima 427 284, 368, 369, 370, 371, 529, 530, 532, Felix 423 569, 570, 710, 713, 766 Franciscus 149, 200, 205, 207, 273, 448, 541, 544, + 369 693 XVII 154, 167, 210, 228, 229, 230, 231, 232, Franciscus Boria 425, 428 253, 254, 257, 278, 284, 369, 370, 374, Franciscus Romana 426 376, 383, 448, 465, 466, 53o, 531, 571, Franciscus de Sales 393, 425 572, 573, 711, 712, 713, 736, 739, 740 Franciscus Xaverius 267, 278, 337 XVII, XVIII ...... 504, 505, 531, 532 Geertruida 9, 426804,, 258571 XVIII 189, 206, 208, 370, 378, 403, 573, 574, 711, Genovefa 712, 736, 767 Georgius (Joris) 424, 651 XIX 55, 86, 95, 736, 737 Gereon 431 Guillotine 7oo Gerlachus 425, 426 42748:7 Haardsteenen, XVI, XVII. . ii7, 118, 141, 65i Germanus Heiligen: Gertrudis van Nijvel 247 , Adrianus 242 Gondulphus . . 338, 339, 366, 431, 448, Aegidius 428, 706 Gorgonius 293, 417 Agatha 555 Gregorius van Tours • 4, 293, 359, 468 Agnes 420, 540 Helena 242, 448, 56o Albertus Magnus 179 Henricus 273 Aldegonda 417 Hermas 369 Alexis 426 Hieronymus 735 Aloysius van Gonzaga 425 Hyacinthus 174, 388 Amandus 247, 248 Hilarius 554 Amantia 427 Honestus 423 Ambrosius 200, 7oo Hubertus 151, 275, 278, 390, 448 , 482, 493, 547, Amor 428 549, 756 Andreas 147, 224, 337, 398, 448, 548, 735, 756 Huysjes 237 Anna 225, 242, 381, 474, 477, 557, 588, 608, 642 Ignatius 237 Anna to Drieen . ...... 461, 536, 541 Isoburga 425, 431 Antonius 207, 241, 274, 426, 428, 540, 557, 761 Jacobus 215, 399, 400, 548 Apollonia 149, 414, 448, 550 Jacobus Alpheus 333 Arnoldus 543 Jacobus Major 406, 448, 544 Augustinus . . '54, 200, 589, 7oo Jacobus Minor 448 Aurelius 417 Jap,an martelaren van 426 Barbara 117, 273, 275, 333, 338, 339, 381, 435, Joachim 588 436, 448, 469, 482, 543, 552, 557, 735 Johanna 273 Batholomeus• 337, 383, 399, 448, 547, 759 Johannes Bergmans 425 Benedictus 428 Johannes de Dooper 215, 242, 342, 345, 385, Bernardus. . .. 392, 423, 473, 509, 553 394, 421, 434, 435, 540, 542, 544, 693, Bernulphus 413 741 Bertuinus 422 Johannes de Evangelist 142, 179, 342, 345, 386, Blasius 504,597 389, 399, 406, 412, 420, 432, 433, 446, Bonaventura 205, 693 448, 472, 540, 541, 543, 578, 700, 735 Bonifacius 446 Johannes Nepomuk ..... 189, 394, 541 Brandanus 414, 428 Johannes Sahaguntinus 270 Cecilia 242, 271, 540, 764 Joseph 156, 270, 275, 338, 345, 385, 386, 430, Clemens 700 539, 541, 542, 547, 549, 552, 553, 588, Coelestinus 425 706 Damianus 548 Joseph van Arimathea . . 157, 384, 389, 541 Demetrius 560 Judas 333 Z AAK REGISTER. 8 2 I Bladz. Bladz. Heiligen: Heiligen: Juliana 425 Odilia 426 Justina 425 Onnoozele kinderen 420 Carolus 333 Pancratius 428 Carolus Borromaeus ....... 393, 426 Pantaleon Catharina '17, i65, g R R i__, 1-9, 275, 277, 278, 28o, Paulus (Saulus) 9, 165, 225, 333, 387, 439178,, 440267, 281,385, 391, 393, 406, 448, 532, 538, 448, 543, 548, 551, 557, 735, 752 539, 543, 551, 693, 707, 735 Paulus van het kruis 425 Catharina van Siena . . ..... 391, 395 Peregrinus 426 Catharina van Zweden 428 Petronella 425 Kilianus 425 Pettus9, 154, 225, 338, 351, 38o, 381, 736871,, 379604, Columba 431 398, 406, 448, 543, 551, 557, 752, 756, Constantia 427 757, Cornelius 464 Pettus Martelaar 414 Cosmas 548 Philippus 400, 444433181 Christoffel 535, 539, 719 Pius Lambertus5, 15, 16, 238, 385, 406, 448, 456, 472, Prisca 474, 525, 538, 543, 547, 693, 695, 735, Quiriiius 417 746, 756, 757, 764, 766, 767 Remaclus 429 Landrada 428, 444 Remigius Laurentius 417, 470, 543 Rochus ... .. 392, 537, 454297,, 6553952: Leonardus 333, 425 Rumoid Libori us 431 Sebastianus ..... 383, 384, 425, 540, 693 Livinus 421 Servatius4, 6, 16, 21, 23, 52, 71, 293, 333, 338, Longinus 432 351, 353, 358, 359, 361, 38o, 386, 39o, Lo en 129 395-404, 406, 407, 410, 411, 412, 413, Lucas 695 420, 432, 439, 441, 444, 449, 456, 460, Lucia 551 461, 468, 469, 540, 548, 695, 751 Ludgerus 425 Severinus 442248,, 452555 Maagden, de 11000 - • • • • 129, 225, 333 Scholastics Maarten . 117, 333, 582, 583, 664, 704, 706 Simon 333, ,414385,, 454483 Maarten, bisschop van Tongeren . • • 409 Stephanus Magnus 430 Suitbertus 425 Mangoldus 444 Thaddeus 448 Margaretha 425, 554 Thebaansch le Coen martelaren van het . 43o Maria 14, 39, 152, 153, 175, 176, 177, 182, 200, Theodardus 406 208, 225, 237, 242, 273, 274, 275, 276, Thomas Apostel 174, 175, 338, 398, 421, 422, 284, 294 333, 339, 345, 371, 373, 379, 448, 543 38o 381, 382 384, 385, 386, 388, 389, Thomas van Aquino 166, 176, 178, 180, 394, 392 393, 394, 405, 406, 420, 432, 433, 474 435, 446, 461, 495, 527, 532, 534, 535, Thomas van Canterbury 430 541, 544, 547, 548, 549, 550, 551, 552, Tranquillus 552 560, 578, 58o, 582, 588, 692, 693, 694, Urbanus 422, 775 696, 697, 699, 7oo, 735, 753 Ursula 429, 555 Maria Cleo has 446 Valentina 427 Maria Magdalena I54, 207, 225, 389, 39o, 393, Veronica . . 393, 493, 541, 551 , 696 430, 446, 541, 576, 583, 692, 693 Victor 57 Marculphus 165 Vitalis 425 Marcus 55 W alburgis 425, 444 422968 Martelaren, de 10000 i66, 176 Walericus al Martha 393 Willibrordus rordus Maternus 38o, 486 Wijnand 569 Mathijs 147, 185, 259, 272, 273, 274, 277, 337, Zacharias 384, 385 398, 448 Hekken (zie ook Raam- en Balconbakken) 464, 614, Mauritius 422 623, 731, 732, 747, 749, 75o, 768 Medardus 3 4216_ Hercules 13, 48, IoI, 128 Monuphlus 52, 338, 339, 361, 366, 445, 43438: 7 6 Herodias, dochter van --. . .. 385, 735 Nabor 423 Hertenjacht 553 Nicodemus 541, 551 Hospitalen: Nicolaas472, 473, 525, 532, 538, 547, 549, 65o XII 56 Nicolaas Tolantinas 270 XVII 190, 20 45, 719 Odalricus 429 Houtbouw (zie ook onder vakwerkbouw) . . 591 82 2 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Houtsnijwerk, figuraal (zie ook Biechtstoelen, Preekstoelen e.d.): XIV 380, 692, XV 208, 224, 265, 270, 335, 381, 382, 434, 436, 438, 439, 455-457, 461, 489, 535, 578, 692, 700, 753, ± 1500 ..... 536, 537, 557, 733, 761, XVI 271, 382, 436, 460, 557, 578, 692, 693, 700, ± 1600 XVII . .. . 208, 276, 537, 582, 692, ± 1700 154, XVIII 154, 208, 274, 275, 276, 294, 382, 538, 547, 582, 693, 700, XIX 762 Huizen. Zie Woonhuizen. Isaak. Zie Jacob en Abraham. Ivoorsnijwerk: X 412-413 XVII 241, 434, 694, 706 Jaargetijden 511 Jachthoorns, XIV-XIX 429-430 Jacob, zoon van Isaak 513-515 Jesse, boom van 326 Jezus. Zie Christus. Juno 127, Jupiter 43, 127, J upiterzuil 43, Justitia Kachelplaat, XVI Kain en Abel Kamerscherm, XVII Kam met scheede, Frankisch Kandelaars, Kaarsenarmen: IJzer, XVI Koper, XVII 407, 546, 708, 735, 740, 75z, 546, 306, 309, 314-324, 328, 337, 452, 484, 486, 489, 492, 493, 495, 500, 503, 510-522, 526, 690, 794 XIII 336, 362, 501 XIII-XIV 173, 175 XIV-XV 196, 201, 221 XV 266, 337, 338, 461 XVI 567 Capricomus 42 Carillon. Zie Klokkenspel. Cartouches: XVI 566, 567, 628, 691 XVII 644, 645, 693, 732 XVIII 58o, 612, 618; 641, 666, 670, 687, 721, 722, 729 Kasteelen . . 4, 24, 27, 55, 84, 469, 474, 690 Lichtenberg . . . . 698, 756, 757, 759 e.v. XVI-XIX, Betlehem 740 e.v. XVI-XIX, Jeruzalem ...... 17, 743 e.v. Bladz. Kasteelen: 233, 449, 57:9,4, XVII, Guesselt 731, 732 XVII, Neder-Canne 65e8.1 5v6; Kasten 133, 134, 141, 142, 167, 698 699, 75 762 , Castor en Pollux. Zie Dioscurenstof. Kazuifels: XII, XIII XIV i6 XV 446 100 548 5 446, 447 XVI XVI-XIX 275 XVII 548 XVII, goudleer 7o I ± 1700 709 7o8, 275 XVIII Kelken, zilver 407, 470163 XV XVI-XIX 707 544 XVII 18 . . 5 185, 273, 432, 544, 589, 707, 73 ± 1700 544, 707 XVIII 273, 544, 707, 765 Kerkban ken 167, 210, 258, 735 Kerken en kapellen 14, 36-37, 51, 87, 90, 102, 189, 207 Voor-Romaansch - XV. St. Servaas 21, 24, 48, 49, 52, 71, 96, 107, 141, 144, 167, 215, 217, 226, 291-466, 51o, 511, 519, 582 X-XVI, 0. L. Vrouwekerk3, 24, 27, 33, 35, 38, 39, 43, 46, 49, 50, 51, 7o, Ho, 144, 153, 154, 277, 287, 289, 291, 418, 467-576 XIII-XVI, St. Matthias 119, 147, 259-278, 28o, 546 XIII-XVII. Dominicanenkerk 24, 144, 154, 164- i88, 205, 275, 287, 376, 286, 387, 39o, 391, 394, 419 XIV-XV. Eerste Franciscanenkerk 24, 190-204, 207, 278, 291 XIV-XV. St, Jan 24, 107, 141, 144, 167, 215-233, XV. St. Andries . ...... 147-149, 280 291, 294, 326, 363, 466 XV-XVI. Kruisheerenkerk . 241-258, 291 XV-XVII. De Nieuwenhof77, 152, 154, 188, 278-285, 426, 8o I 500. De Beijaard . . . . 1 54-156, 241 ± XVI. Cellebroederskapel ...... 159-164 XVII. Augustijnenkerk (thans St. Joseph) 145, 150-154, 27o, 282 XVII. Luthersche kerk . . . . 211, 258-259 XVII. Ka el in de bastions . . . . 85, 88, 89 XVII. Slavante 766 XVII. Calvarienberg 581-581 XVII. Kapel van het voorm. klooster der nen C158-159 apucij X VII-X VIII. Bonnefantenkerk i56-158, 290 XVII-XVIII. Jezuietenkerk 145, 208, 234-241, 291, 292, 526 + 1700. Tweede Franciscanenkerk 190, 204-206, 278 ± 1700. Ka el van het gesticht Misericorde 583 705 435, 534, 764 764 694, 735 281 693 276 537, 764 + 1700 XVIII 271, 735, 74o, XIX 735, 740, Zilver, XVIII .. 275, 449, 545, XIX Kapellen. Zie onder Kerken en kapellen. Kapiteelen Romaansch 140 140 5o 205 117 512 699 448 546 764 708 764 752 546 449 ZAAKREGISTER. 823 Bladz. , XVIII. Heugem, St. Michael 733 Kerkvaders (zie ook onder Heiligen) . . . . 432 Kisten (zie ook onder Reliekhouders), XV- XVIII ...... . 436, 437, 548, 586, 699 Klokken: + 1300 736 XVII 119, 144, 233, 277, XVIII I24, 145, 276 XIX 26o, 549, 754 Klokkenspel 124, 145, 450, 794 Kloppers 632, 666, 747, 773 Kloosters en Refugiehuizen . 27, 207, 26o, 47o XIII. Witte Vrouwen 24, 576-577, 627, 705, 745 XIII-XVI. Refugie van Hocht. . 2I 4, 287, 289 XIII-XVII. Dominicanen 24, 68, 164-188, 287 XIV-XVII. Refugie van St. Gerlach 2 I I, 287-288 294, 295, 617 XV? St. Annendael . 149-150, 531, 581, 585 XV-XVI. XX. Kruisheeren . 241-258, 291 XV-XVIII. Eerste Franciscanenklooster 24, 60, 190-204, 208 278, 291 XV-XVIII. Gesticht van de Nieuwenhof 278, 285-287 XVI. Refugie van Herckenrode 2I4, 287-289, 600 XVII? Augustijnen . 145, 150-151, 154, 731 XVII. Feilzusters . . •• 75, 188-189, 241 XVII. Eerste Jezuletenklooster52, 145, 234-241, 291, 584 XVII. Capucijnen 158-159 XVII. Refugie van St. Jacob . . . 214, 290 XVII. Refugie van Meerssen 714 e.v., 716, 721 XVII-XIX. Grauwzusters . ... 188, 211-214 + 17oo. Tweede Franciscanenklooster 205-206 + 1700. Cellebroeders ... 159-164 XIX. Jezuieten 241 Collectebakjes, hout, XVIII . .. 547 Communiebanken: XVIII 526, 588, 714 + i800 153 Consoles gebeeldhouwd: , + 1500 353 XVI 249 XVII 631, 639, 640, 651 XVIII XIX Koorafsluiting, XVII Koorgestoelte, XVIII Bladz. Koorkappen en -mantels: + 1500 548 XVI-XVIII 548-549 XVI-XIX 275 XVII 548, 709 XVIII 275, 276 Kraagsteenen, gebeeldhouwd: + 1200. .... 498, 500, 501, 505, 506 XIII 263 . 220, 221, 224, 362, 452, 453 XV . XVI 768 XVII 630 XVIII 22I Christus 142, 152, 154, 156, 177, 178, 182, 200, 225, 233, 270, 297, 347, 349, 353, 371, 373, 380, 383, 386, 390, 392, 394, 397, 412, 415, 425, 432, 436, 448, 461, 51o, 544, 548, 560, 572, 696, 70o, Als kind (met Maria) 174,179, 207, 274, 276, 285, 345,371, 379, 380, 381, 382, 286, 388, 392, 393, 435, 436, 534, 537, 540, 541, 543, 552, 588, 589 Aanbidding der Herders 539, 696 Aanbidding der Wizen . . . 539, 548, 66r Vlucht naar Egypte 39, 393 Terugkeer uit Egypte 541 Doop 342 Cijnspenning 540 Christus en de overspelige vrouw . . 587 Met Martha en Maria 393 Genezing van de lamme Transfiguratie I50, 7294 Laatste Avondmaal 694, 695 Geeslin g en bespotting . . • • 438, 439, 692 Ecce Homo . . .. 391, 392, 693, 694, 710 Kruisdraging . . • • 384, 393, 438, 439, 537 Gekruisigd (zie ook Kruisen) 207, 208, 241, 261, 275, 281, 376, 382, 386, 39o, 392, 433, 438, 439, 446, 540, 548, 578, 584, 662, 692, 693, 700, 701, 708, 763, Kruisafneming 384, Beween ing 389, 39o, 391, Pieta 270, 27I, 38o, 381, 390, 532, 534, 541, 692 385 Chronos 128 Kruisen en Kruisbeelden: Goud, V VI 562-565 X 557-562 Zilver, XVI 553 XVII 708 + 1700 545 Brons, XIV 433 Tin, XVIII 765 Hout, X 412-413 XIV 705 Kerken enz. XVIII. Fransche of Waalsche kerk . . 208-211 XVIII-XIX. Heugem St. Michael . . . 733 e.v. XIX. St. Pieter. St. Lambertuskapel 766, 767 Kerkleeraars (zie ook onder Heiligen) . . . . 695 Kerktorens (zie ook Westwerken) 166, 235, 242 XII. St. Servaas, koortorens.. 327, 328, 329, 354, 355 XII-XIX. St. Servaas, Westtorens .301, 3o5, 314 XIII. St. Matthias 160, 161 XIV-XV. St. Jan . . . . 215-220, 225, 226 XVI. Klooster St. Servaas -- 454 XVIII. Waalsche kerk ..... 208 209 728 683 258 I66, 205 406, 506, 733 284, 384, 535, 412, 583, 824 GEMEENTE AIAASTRICIIT. Bladz. Bladz. Kruisen enz. Romeinsch 689 XV 382, 764 XIV 166, 176-180, 464, 792 XVI 382, 735 XIV, XV 183 + i600 281 XV 20303, 532,, 538,, 5539 XVIII . . . 735 XVI 200, 2 , 247 267 39 + i800 752 Nederdaling van de H.Geest • • • • 438, 439 . Ivoor, XVII . .. .. 241, 434, 706 Neptunus 127, 613, 626, 683 Lakenhal 120, 145 Offerblok, XVIII 271 Lam Gods 154, 197, 233, 252, 257, 258, 275, 258, Orbiculus, VI 439-440 275, 342, 347, 431, 448, 526, 548, 551, 569, 712 Orgels 167, 205, 210, 364 Lambrizeering. Zie Betimmeringen. XVII 258, 259, 528 Lavabo, XVII 27o XIX 260, 735 Leeuwenjacht 441, 442 Oudheden: Levietenkleed zijde, VIII , 547, 548 Voor- en vroeghistorisch 26, 688, 689, 746, 790 Lezenaars: Romeinsch3, 4, 27-53, 316, 689, 690, 746, 787, Kop,er XVII 227 790 Hout, XVIII 527, 518, 762 Germaansch 27, 690 Hout en mariner, XVIII 449 Oxalen 167, 205, 260 Marmer, XVIII 294 XIV .. . 294, 355, 357, 382, 437-439 Lichtkronen: Paleizen 5, 56 Kop,er XVI-XVII 701 Paramenten (zie ook Dalmatieken, Dioscuren- XVII-XVIII 543, 708 stof, Kazuifels, Koorkappen, Levietenkleed, XIX 271 Mani el Othiculus) . . . 275, 431, 439-448, Tin, XVIII 765 548, 580, 753, 794 List gebeeldhouwd, XVII 154 Pastorieen 260, 566, 737 Mani el XIV 16 Paxtafel 431-432 Maquette 6o6, 609, 785 Pelgrimsstaf, XVIII . . ...... 409, 410 Mars 47, 48, 124, 412 Pilastergevels 152, 157, 237, 581, 602, 617, 618, 647, Medusa 188 652, 677, 684, 722, 723 Melchisedek 395, 694, 695 Plafonds, beschilderd (zie ook Zolderbeschilde- Mercurius 129, 140, 626 ring) XVII 698 Metselverbanden: Stuc, XVII .... . 6o2, 642, 677, 766 Kepery erban d .. .. 197, 201, 246, 577 XVIII . 121, 122, 13o-135, 235, 238, 604 Kruisverband 151, 157, 158, 162, 186, 189, 204, 614, 617, 631, 636, 640, 778 e.v. 205, 206, 208, 211, 212, 21; XIX . .... 617, 681, 749, 778 e.v. Michael 242, 272, 333, 432, 474, 525, 560, 733, 735 Pijpaarden beeldje, XVI 693 Missaal, XIX 275 Plaquettes, XVIII-XIX 274, 276 Missaalbeslag, zie Boekbeslag. Pomp, XIX 95 Molens57, 65, 71, 144, 667, 685, 752, 769, 787 Poorten (zie ook onder Verdedigingswerken) 4, Monstransen: 8, 28, 29, 40, 41, 54-95, 109, Ho, 144, Zilver, XVI 404-406 185, 188, 204, 211, 212, 291, 58o, 790 XVII 406, 706, 735 „Poorten" (d.w.z. aanzienlijke woningen met ± 1700 544 koetspoort) 596, 597, 6o6 e.v., 638, 664, 716 XVIII 706, 735 Preekstoelen 205 Koper, + I5oo 699 XVII 154, 209, 227, 282, 739 Mozaikvloer, Romeinsch 689 XVIII 270, 528 Mozes 137-140, 342, 345, 406 XIX 735 Munten: Processiekruizen, XII-XVIII 433-434 Romeinsch 32, 33, 39, 52, 690 Processievaantje, XVIII 549 Merovingisch 17-19 Pyxiden. Zie Reliekhouders. Karolingisch 20-21 Raam- en balconhekken: X-X V 21, 699 XVII 747 XIII 302, 699 XVIII 615, 619, 639, 652, 658, 661, 662, 668, Later 699 669, 671, 673, 675, 676, 679, 781, 683, Muurankers, XVI 768 767, 776 XVIII 58, 187, 238, 285, 581, 585, 600, 620, 623, XIX . . . . 626, 663, 678, 679, 684, 768 630, 632, 633, 634, 635, 639, 641, 642, Reliekbeurzen, XIV-XVI . . . . .555, 556 645, 646, 647, 649, 687, 719, 720, 721, Reliekhouders en -schrijnen (met goud, zilver, 749, 75', 771 koper, email, glas, ivoor, hoorn): XVIII 616, 623, 66o, 666, 667, 728, 752, 768 V. VI 557-565, 794 Muurschilderingen (zie ook Gewelfschilde- IX 550-551 ringen). : IX .X 554, 794 ZAAKREGISTER. 8 2 5 Bladz. Bladz. Reliekhouders enz. Sluitsteenen enz. XII. „Noodkist" .. 395-402, 441, 794 XVII 685, 747, 753 ± 1200 413, 414 XVIII 58o, 6i8, 6zo e.v., 631, 656, 662, 666, b67, XIII 423, 424, 426, 551, 552 669,671,673,675,678,683,723,726, 753 XIII.XIV 415 XIX 768 XIV 416, 417, 419-423, 425, 426, 428, 553 Snijwerk. Zie Houtsnijwerk en Ivoorsnijwerk. ± I400 414, 415, 429 Stadskannen, tin 700 XV 416, 417, 419-426, 427, 542, 551, 553, 554 Standvinken, XIII . 187,-188 691 XVI. . . . . 414, 422, 428, 552, 554, 699 Stoelen, XVII 699 XVII 149, 272, 273, 276, 426, 427, 430, 431, 553 XVIII 233, 699 XVIII . . . . 272, 422, 552, 553, 583, 735 Stucversiering (zie ook onder Plafonds en + i800 431 Schoorsteenmantels) 121, 122, 151, 153, 598, 600, Van struisvogeleieren 43 I 67o, 68o, 686 Rondeelen. Zie Verdedigingswerken. Suzanna 131 Rouwborden, X VII-X VIII . . . 99, 575, 576 Tafels, XVII 258, 699 Sacramentshuis, XVI . . . . . 258, 694, 695 XVIII 739 Sacristieen 293, 295, 313, 326, 354, 355, 363; 454, Tasch, XIII 431 474, 483, 484, 485, 488 Tegeltableau, XVIII 584 XIV 171, 191, 194, 200 Tin (zie ook onder Avondmaalsgerei, Kruisen, XV 217, 220, 2241 242, 25o Stadskannen) 579, 7oo XV-XVIII . . 161, 261, 265, 267, 268 Tochtportalen, XVII Salomon 130, 587, 693 Torens (zie ook Kerktorens, VerdediginIg54s: 270 Sarcophaag, Vroeg-Christelijk 49 werken, Woontorens) ..... 24, 119, I 20 Saul 540 Trappen: Schalen en schotels XV 593, 594 ± 1500, brons 434 XVII . . To 5, Ii2, 186, z39, 577, 677, 714 XVII. Zilver 544 XVIII 103, 105, 108, 112, 116, 124, 163, 58o, 604, XIX. Zilver 545 617, 625, 636, 640, 651, 67o, 673, 681, Schatkamers 295, 315, 3 55, 363, 382, 407-450, 460, 749, 767, 778 e.v. 461 XIX 778 C.V. Schilderijen 203 Turris. Zie Woontorens. XV 382, 383, 696 Uitstalkasten, XIX ..... 628, 651, 666, 723 + 1500 Urnen, Romeinsch en Germaansch ....52 XVI 383, 385, 556, 557, 586, 695, 619462, 57160 Uurwerk 58o + 1600 385, 386, 587 Vagevuur 275 XVII 207, 384, 386-398, 390-394, 539-541, Vakwerkbouw, Hout591, 642, 658, 681, 685, 714, 586-589, 636,637, 696, 697, 710, 735, 744, 768, 771, 772 745 Imitatie in natuursteen 6o3, 65o, 655, 658 e.v. XVIII 2o5, 382, 393-395, 542, 543, 587, 588, 723, 773 e.v. 697, 710, 735, 745, 764, 766 Venus 45 XIX 276, 395, 543, 544, 745 Verdedigingswerken (zie ook Bastions, Poor- School i66 ten, Rondeelen, Torens) 54-95, 667, 703, 704, Schoorsteenmantels of Schouwen: 757, 758, 790 XV 197, 76o Viergodensteen (zie ook Jupiterzuil), II 45, 46 XV, XVI "7, 645, 677 Vulcanus 586 XVI 117, 198 Waag 146, 234 XVI-XVIII 103 Wachthuizen io6-110 XVII 116, 118, 131, 132, 135, 142, 602, 630, 692, Wandtapijten, XVIII . . 120-122, 132, 137, 141 698, 752, 765, 768, 778, 781 Wapenen, XV-XVIII 700 XVIII 1o6, 107, 118, 120, 121, 130, 131, 133, 135, Weefsels (zie ook Paramenten . . . .. 439-448 136, 140, 141, 164, 577, 584, 585, 604, Westwerken: 617, 636, 640, 65o, 652, 665, 666, 670, Voor-Romaansch-XII. 0.L.Vrouwekerk 477 e.v. 673, 742, 755, 778 e.v. XII. St. Servaas 296, 297 e.v. XIX 617, 749, 778 e.v. Wijnoogst 319, 519 Sleutels, IV 407 Wijwaterbakken 149 Slotplaten 721, 722, 729 XVII 282 Sluitsteenen, gebeeldhouwd: + z7o XIII, XIV 175, 182 XVIII 364, 526 XIV 196-197 Wijwateremmertje, XVIII 588 XIV, XV 192,196-197, 610 Woonhuizen: ± 1500 337-339, 351, 460 XV 610 XVI 174, 577 XVI .593, 597, 598, 611, 627, 628, 691, 692 826 GEMEENTE MAASTRICHT. Bladz. Bladz. Woonhuizen: XI 757 XVII591 e.v., 598-602, 614, 620, 622, 629-65o, XII. XIII 14-17 651, 77x, 772 XIV-XV 15-17 XVIII 603, 612, 615 e.v., 651, 654-683, 686, Zilverwerk. Zie Ampullen, Avondmaalsgerei, 773 e.v. Beelden van metaal, Boekbeslag, Cibories, XIX 683, 684, 685 Kelken, Monstransen, Munten, Reliekhou- Woontorens 591 e.v., 600 ders. Zegelstempels: Zolderbeschildering, XVIII 140 IV 4u, 412 Zonnewijzer, XVII 2412 732 De meeste foto's werden vervaardigd door J. P.A. Antonietti en wijlen G. de Hoog Htn. Herkomst der overige foto' s: Jbr Dr E. 0. M. van Nispen tot Sevenaer: afb. 62, 68, 112, 1162 550, 554, 567, 569, 575, 576, 579, 583, 586, 592, 602, 605, 606, 611, 613, 616, 617, 628, 632, 637, 640, 662, 691, 709, 710, 716, 718, 73o en 731. G. T. Delemarre: afb. 641, 663, 667, 671, 694, 698, 702-707, 711, 714, 717 en 723-728. J. J. F. W. van Agt: afb. 682, 683, 686, 689, 697, 701, 712 en 713. E. A. Canneman: of b.. J. G. N. Renaud: afb.564. Jhr Mr G. Ruys de Beerenbrouck: afb. 719. Ir D. C. van Schaik: of b.68 en 738. Monumentencommissie van Maastricht: of b.6. Fotopersbureau „Het Zuiden": afb. 679.