Skiplinks

  • Hoofdcontent
  • Linkermenu
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

  • Ten geleide
  • Alfabetisch op naam van auteur
  • Chronologisch op jaar van verschijnen
  • Naar genre epiek, lyriek, dramatiek
  • Literatuur in context hof, stad, klooster
  • De bronnen
  • Thema's
  • Auteurs en anoniemen

 

  • Literatuur
  • 
  • Middeleeuwen
  • 
  • Over
  • 
  • De Middeleeuwen in honderd artikelen
  • 
  • Chronologisch op jaar van verschijnen

Chronologisch op jaar van verschijnen

de honderd artikelen in chronologische rangschikking, en per jaar alfabetisch




1959

A. van Elslander, ‘Letterkundig leven in de Bourgondische tijd. De rederijkers’

1964

Kurt Ruh, ‘Altniederländische Mystik in deutschsprachiger Überlieferung’

1965

G.I. Lieftinck, ‘Pleidooi voor de philologie in de oude en eerbiedwaardige ruime betekenis van het woord’

1967

W.P. Gerritsen, ‘Les relations littéraires entre la France et les Pays-Bas au Moyen Age. Quelques observations sur la technique des traducteurs’

 

F. Lulofs, ‘Over het gebruik van du in de Reynaerd’

1969

W.P. Gerritsen, ‘Kritische kanttekeningen bij de inleiding tot Heeroma's editie van het Gruuthuse-liedboek’

1970-1971

H.W.J. Vekeman, ‘De verhaaltechniek in “Karel ende Elegast”’

1972

B.H. Erné, ‘Rederijkersballaden oude en nieuwe stijl’

1974

Ria Jansen-Sieben, ‘Middelnederlandse vakliteratuur’

1975

W.P. Gerritsen, ‘Geschiedverhaal of schetskaart’

1976

Pieter Obbema, ‘De overlevering van de literaire handschriften’

1978-1979

J.B. Drewes, ‘Het interpreteren van godsdienstige spelen van zinne’

1980-1981

Willem Kuiper, ‘Lombarden, paragraaf- en semiparagraaftekens in Middelnederlandse epische teksten’

1981

W.M.H. Hummelen, ‘Types and Methods of the Dutch Rhetoricians' Theatre’

1982

J. Goossens, ‘Oudnederlandse en Vroegmiddelnederlandse letterkunde’

 

Dini Hogenelst en Saskia de Vries, ‘“Die scone die mi peisen doet...” De vrouw als opdrachtgeefster van middeleeuwse literatuur’

 

Herman Pleij, De wereld volgens Thomas van der Noot, boekdrukker en uitgever te Brussel in het eerste kwart van de zestiende eeuw

1984

F.P. van Oostrom, ‘Achtergronden van een nieuwe vorm: de kleinschalige epiek van Willem van Hildegaersberch’

1985

Dirk Coigneau, ‘Matthijs de Castelein: “excellent poëte moderne”’

 

F.P. van Oostrom, ‘Schetskaart of geschiedverhaal? Over methode en praktijk van (een) geschiedschrijving van de Middelnederlandse letterkunde’

 

W. Waterschoot, ‘Reinaert over sinen vader’

1986

J.H. Winkelman, ‘Arturs hof en Waleweins avontuur. Interpretatieve indicaties in de expositie van de Middelnederlandse Walewein’

1987

Evert van den Berg, ‘Genre en gewest. De geografische spreiding van de ridderepiek’

 

J.P. Gumbert, ‘De datering van het Haagse handschrift van de Limburgse Sermoenen’

 

J. Reynaert, ‘Hadewijch en de Bijbel’

 

J.P. Westgeest, ‘Casteleins code gekraakt’

1988

F.P. van Oostrom, ‘Heeroma, “Gruuthuse” en de grenzen van het vak’

1989

Jos A.A.M. Biemans, ‘Willem de Vreese en de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta. Over een Vlaamse geleerde en zijn levenswerk’

 

A.M. Duinhoven, ‘De diachrone studie van Middelnederlandse teksten’

 

Bob W.Th. Duijvestijn, ‘Middelnederlandse litteratuur in Duitse overlevering. Een arbeidsveld voor neerlandici’

 

Th. Mertens, ‘Lezen met de pen. Ontwikkelingen in het laatmiddeleeuws geestelijk proza’

 

Paul Wackers, ‘“Geschiedverhaal of schetskaart” revisited. Overwegingen bij de studie van de Middelnederlandse letterkunde’

1991

Bart Besamusca, ‘De Vlaamse opdrachtgevers van Middelnederlandse literatuur: een literair-historisch probleem’

 

Dirk Coigneau, ‘Mariken van Nieumeghen: fasen en lagen’

 

Herman Pleij, ‘Inleiding: op belofte van profijt’

 

Robert Stein, ‘Jan van Boendales Brabantsche Yeesten: antithese of synthese?’

1992

Evert van den Berg en Bart Besamusca, ‘De Karelepiek in vogelvlucht’

 

A.M.J. van Buuren, ‘“Soe wie dit lietdkyn sinct of leest”. De functie van de Laatmiddelnederlandse geestelijke lyriek’

 

Louis Grijp, ‘De zingende Hadewijch. Op zoek naar de melodieën van haar Strofische Gedichten’

 

W.M.H. Hummelen, ‘Het tableau vivant, de “toog”, in de toneelspelen van de rederijkers’

 

F.P. van Oostrom, ‘Maerlant tussen Noord en Zuid. Contouren van een biografie’

 

Herman Pleij, ‘De betekenis van de beginnende drukpers voor de ontwikkeling van de Nederlandse literatuur in Noord en Zuid’

 

Dieuwke E. van der Poel, ‘A Romance of a Rose and Florentine: The Flemish Adaptation of the Romance of the Rose’

 

Irene Spijker, ‘Koning Karel. Edele vorst of halsstarrige dwingeland?’

 

Frank Willaert, ‘Inleiding. Middelnederlandse lyriek in context’

 

Frank Willaert, ‘Het zingende hof. Ontstaan, vertolking en onthaal van hoofse minnelyriek omstreeks 1400’

1993

Rik Van Daele, ‘Die burse al sonder naet. Scabreuze elementen in Van den vos Reynaerde’

 

J. Deschamps, ‘Handschriften van Jan Frans van de Velde in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel’

 

Mikel M. Kors, ‘Epistolaire aspecten van de geestelijke brief (ca. 1350-1550)’

 

Th. Mertens, ‘Boeken voor de eeuwigheid. Ter inleiding’

 

Remco Sleiderink, ‘Dichters aan het Brabantse hof (1356-1406)’

 

Frank Willaert, ‘Registraliteit en intertextualiteit in Hadewijchs “Eerste Strofische Gedicht”’

1994

Wim van Anrooij, ‘Recht en rechtvaardigheid binnen de Antwerpse School’

 

Hans van Dijk, ‘The Drama Texts in the Van Hulthem Manuscript’

 

Orlanda S.H. Lie, ‘What is Truth? The Verse-Prose Debate in Medieval Dutch Literature’

 

Theo Meder, ‘Gepast gedrag. Ethiek en ethische motivaties in de “Boeken van Zeden”’

 

J. Reynaert, ‘Leken, ethiek en moralistisch-didactische literatuur. Ter inleiding’

1995

Hartmut Beckers, ‘Die volkssprachige Literatur des Mittelalters am Niederrhein’

 

Jan Willem Klein, ‘“Het getal zijner jaren is onnaspeurlijk”. Een herijking van de dateringen van de handschriften en fragmenten met Middelnederlandse ridderepiek’

 

Jan Willem Klein, ‘(Middelnederlandse) handschriften: productieomstandigheden, soorten, functies’

 

W.F. Scheepsma, ‘“For hereby I hope to rouse some to piety”: Books of Sisters from Convents and Sister-Houses associated with the Devotio Moderna in the Low Countries’

 

Frank Willaert, ‘Van luisterlied tot danslied. De hoofse lyriek in het Middelnederlands tot omstreeks 1300’

1996

W.N.M. Hüsken, ‘1 augustus 1541: De klucht “Tielebuys” van Willem Vrancx wordt als welkomstspel gespeeld op het landjuweel van Diest. De kluchtentraditie in de Nederlanden’

 

Ria Jansen-Sieben, ‘Iets over Artes in verzamelhandschriften’

 

Jozef D. Janssens, ‘Een pleidooi voor Beatrijs' geliefde. “Die ionghelinc sach op die suverlike, Daer hi ghestade minne toe droech” (vv. 340-1)’

 

J. Reynaert, ‘Botsaerts verbijstering. Over de interpretatie van Van den vos Reynaerde’

 

Paul Wackers, ‘Latinitas en Middelnederlandse letterkunde. Ter inleiding’

1997

Ludo Jongen, ‘Uit het oog, uit het hart? Over twee heilige maagden: Lutgard en Liedewij’

 

Geert Warnar, ‘Een sneeuwbui in het Zoniënwoud. Middelnederlandse geestelijke letterkunde ten tijde van Jan van Ruusbroec’

1998

André Bouwman, ‘Taaldaden. Over intertekstualiteit in “Van den vos Reynaerde”’

 

G.H.M. Claassens, ‘Dat en is sonder reden niet. Over de zeven vragen van Seghelijn van Jherusalem’

 

Jozef D. Janssens, ‘Subtiel vertellen. Middeleeuwse epiek in de Lage Landen’

 

F.J. Lodder, ‘Spreken of zwijgen? Over schuld en dilemma's in “De borchgravinne van Vergi”’

 

R.J. Resoort, ‘Het raadsel van de rijmdrukken’

 

Roel Zemel, ‘Evax en Sibilie. Een verhaal over liefde en ridderschap in de Roman van Limborch’

1999

Jos A.A.M. Biemans, ‘Het chirurgijnsboek van Jan van Aalter. Over schaalvergroting en nieuwe toepassingen bij de productie en vormgeving van het handgeschreven boek in de veertiende eeuw’

 

Veerle Fraeters, ‘Visioenen als literaire mystagogie. Stand van zaken en nieuwe inzichten over intentie en functie van Hadewijchs Visioenen’

 

Annelies van Gijsen, ‘Love and Marriage: Fictional Perspectives’

 

Erwin Huizenga, ‘Middelnederlandse chirurgieën en hun maatschappelijke context. Een introductie op het belang van oud-Nederlandse, medische teksten’

 

Hans Kienhorst, ‘De Wrake van Ragisel-fragmenten. Lay-out en opkomst van het literaire handschrift in de dertiende eeuw’

 

Erik Kwakkel, ‘Ouderdom en genese van de veertiende-eeuwse Hadewijch-handschriften’

 

Ad Putter, ‘Walewein in the Otherworld and the Land of Prester John’

 

J. Reynaert, ‘Spoorzoeken in Gruuthuse. Verklaringsmodellen voor hoofse lyriek getoetst aan het Gruuthuse-liedboek’

 

Clara Strijbosch, ‘Himmel, Höllen und Paradiese in Sanct Brandans “Reise”’

1999-2000

J.B. Oosterman, ‘Tussen twee wateren zwem ik. Anthonis de Roovere tussen rederijkers en rhétoriqueurs’

2000

Guido de Baere, ‘Van Groenendaal anno 1359 naar Utrecht anno 2000. De tekstuitgever als bruggenbouwer’

 

Bart Besamusca, ‘The Medieval Dutch Arthurian Material’

 

Frank Brandsma, ‘Gathering the Narrative Threads. The Function of the Court Scenes in the Narrative Technique of Interlace and in the Insertion of New Romances in the Lancelot Compilation’

 

Herman Brinkman, ‘Het wonder van Molenbeek. De herkomst van de tekstverzameling in het handschrift-Van Hulthem’

 

Dirk Coigneau, ‘Bedongen creativiteit. Over retoricale productieregeling’

 

Dirk Geirnaert, ‘“Membra disiecta”: banden met het versneden verleden’

 

Jozef D. Janssens, ‘Wereldse literatuur in het dertiende-eeuwse Vlaanderen’

 

Erwin Mantingh, ‘“...twelke al gheviel int Spel van Strasengijs”. Naar aanleiding van een ongekend drama in Oudenaarde anno 1373’

 

Paul Mommaers, ‘De Brabantse mystiek. Alleen met God op een berg? En dan?’

 

Herman Pleij, ‘Anna Bijns als pamflettiste? Het refrein over de beide Maartens’

 

B.A.M. Ramakers, ‘Woorden en daden. Thematiek en dramatiek van “Lanseloet van Denemerken”’

2001

W.P. Gerritsen, ‘Hoofsheid herbeschouwd’

 

Dirk Kinable, ‘Een wereldbeschouwelijke spiegel voor de leek: codex Marshall 29’

 

Orlanda S.H. Lie, ‘Middelnederlandse literatuur vanuit genderperspectief. Een verkenning’

 

B.A.M. Ramakers en Hans van Dijk, ‘Spel en spektakel. Ter inleiding’