Nederlandsche kleederdragten. Deel 2 Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Nederlandsche kleederdragten. Deel 2 uit 1857. _ned034nede02_01 DBNL-TEI 1 2017 dbnl exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 1090 C 106 Nederlandsche kleederdragten. Deel 2. z.n. [D. van Lier], Den Haag z.j. [1857] Wijze van coderen: standaard Nederlands Nederlandsche kleederdragten. Deel 2 Nederlandsche kleederdragten. Deel 2 2017-04-04 KE colofon toegevoegd Verantwoording Dit tekstbestand is gebaseerd op een bestand van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (https://www.dbnl.org) Bron: Nederlandsche kleederdragten. Deel 2. z.n. [D. van Lier], Den Haag z.j. [1857] Zie: https://www.dbnl.org/tekst/_ned034nede02_01/colofon.php In dit bestand zijn twee typen markeringen opgenomen: paginanummering en illustraties met onderschriften. Deze zijn te onderscheiden van de rest van de tekst door middel van accolades: {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} {==Figuur. 1: Onderschrift van de afbeelding.==} {>>afbeelding<<} {==1==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Nederlandsche kleederdragten Nieuw. PRENTENBOEK. voor de JEUGD. 'S HAGE {==2==} {>>pagina-aanduiding<<} Boerin uit de omstreken van Leijden {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Fraai zijn de buitenverblijven, Er valt veel van te schrijven, In de omtrek van deez' stad, Die reeds lang vermaardheid had. {==3==} {>>pagina-aanduiding<<} {==4==} {>>pagina-aanduiding<<} Kweekeling voor de zeevaart. {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} De zee is Hollands element, Waar zelfs de jeugd zich aan gewent, Om schatten voor 't Vaderland, Te halen van het Oosterstrand. {==5==} {>>pagina-aanduiding<<} {==6==} {>>pagina-aanduiding<<} Amsterdamsche vischvrouw. (Prov. Noord-Holland) {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Aan de boorden van het IJ, Gaat deez' vrouw met schol en blei Roepende langs straat en gracht, Waar de kooper op haar wacht. {==7==} {>>pagina-aanduiding<<} {==8==} {>>pagina-aanduiding<<} Knecht van de 's Gravenhaagsche pakschuit. {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Eerlijk, trouw, in wind en weêr Gaat de knecht van 't Haagsche veer, Met de pakken van de schuit Bij een ieder in en uit. {==9==} {>>pagina-aanduiding<<} Boerin van het eiland Schouwen. {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Als 't is de tijd in het Zeeuwsche land, Ziet gij dit vrouwtje met haar mand, Geboren op 't eiland Schouwen, Met de andren kermis houwen. {==10==} {>>pagina-aanduiding<<} {==11==} {>>pagina-aanduiding<<} Visscher van het eiland Schokland. {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Des zomers won deez' visscher brood, Docht telkens was er 's winters nood, Zoodat hij, die thans voor u staat, Dit eiland ras verlaten gaat. {==12==} {>>pagina-aanduiding<<} {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} Weesmeisje uit het opvoedings-gesticht te Montfoort. {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} In de stichting te Montfoort, Wordt de wees, zooals 't behoort, Gevormd tot lid der maatschappij, 't Ligchaam en de geest er bij. {==14==} {>>pagina-aanduiding<<} {==15==} {>>pagina-aanduiding<<} Weesjongen der gereformeerde gemeente. (Amsterdam.) {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Het Weeskind in de Amstelstad, Heeft steeds dit vreemd kostuum gehad, Van Speijk, de trots van 't Neêrlands hart, Droeg jaren lang dit rood en zwart. {==16==} {>>pagina-aanduiding<<}