Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1845 Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1845 uit 1844. Accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom wordt de accolade hier, eventueel met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald. 4, 24 2, 58, 102, 126, 154, 156, 214, 226 _sur001184501_01 DBNL-TEI 1 2011 dbnl unicode exemplaar KITLV, signatuur: 3r 94 Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1845. Departement Paramaribo der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, z.p. 1844 Wijze van coderen: standaard Nederlands Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1845 Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1845 2011-11-16 MvdV colofon toegevoegd Verantwoording Dit tekstbestand is gebaseerd op een bestand van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (https://www.dbnl.org) Bron: Surinaamsche Almanak voor het Jaar 1845. Departement Paramaribo der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, z.p. 1844 Zie: https://www.dbnl.org/tekst/_sur001184501_01/colofon.php In dit bestand zijn twee typen markeringen opgenomen: paginanummering en illustraties met onderschriften. Deze zijn te onderscheiden van de rest van de tekst door middel van accolades: {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} {==Figuur. 1: Onderschrift van de afbeelding.==} {>>afbeelding<<} {==I==} {>>pagina-aanduiding<<} SURINAAMSCHE ALMANAK, VOOR HET JAAR 1845. {==II==} {>>pagina-aanduiding<<} GEDRUKT BIJ C.A. SPIN & ZOON. {==III==} {>>pagina-aanduiding<<} SURINAAMSCHE ALMANAK VOOR HET JAAR 1845 {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Gedrukt voor Rekening van het Departement PARAMARIBO. der Maatschappij TOT NUT VAN'T ALGEMEEN. {==V==} {>>pagina-aanduiding<<} SURINAAMSCHE ALMANAK, VOOR HET JAAR 1845. UITGEGEVEN DOOR HET DEPARTEMENT PARAMARIBO, DER MAATSCHAPPIJ: TOT NUT VAN 'T ALGEMEEN. Gedrukt voor Rekening van het Departement. {==VI==} {>>pagina-aanduiding<<} Geene Exemplaren van dit Jaarboekje worden voor echt erkend, dan die aldus door den Algemeen Gevolmagtigde in het Moederland van het Departement der vermelde Maatschappij geteekend zijn: {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} {==VII==} {>>pagina-aanduiding<<} Voorberigt. Het Bestuur van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen, heeft het genoegen den Leden van genoemd Departement dezen nieuwen Jaargang van den Surinaamschen Almanak aan te bieden. Het heeft het Bestuur leed gedaan, door vele omstandigheden, geheel van hetzelve onafhankelijk, niet in de mogelijkheid geweest te zijn, het vorige Jaar den Surinaamschen Almanak te leveren. Het Bestuur hoopt, door het voortaan tijdig inkomen der bouwstoffen tot den Almanak, niet weder in die ongelegenheid te geraken. {==VIII==} {>>pagina-aanduiding<<} Deze Almanak bevat: 1o.Eene Kunstplaat, voorstellende een Gezigt op Paramaribo. 2o.Den Almanak, met bijvoeging van den Waterstand aan Braamspunt. 3o.Het Koninklijk Huis der Nederlanden. 4o.De Regerende Hoofden van al de Europesche Rijken en Staten, benevens derzelver voornaamste betrekkingen. 5o.Het Ministerie van Koloniën. 6o.Hooge Regering, Schutterij, Militie-Wezen, Kollegiën en Ambtenaren in de gezamenlijke Nederlandsche Westindische Bezittingen. 7o.Chronologische Naamlijst der Leden van het Departement Paramaribo, der Maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen. 8o.Volledige Naamlijst der Plantaadjes en Gronden, met vermelding van derzelver getal Slaven, de grootte der Concessiën en het Pro- {==IX==} {>>pagina-aanduiding<<} dukt, der Eigenaren, Directeuren en Administrateuren. 9o.Alphabetische Naamlijst der Plantaadjes, met aanwijzing van derzelver ligging aan de Rivieren of Kreken; mededeeling van de benamingen, onder welke dezelve bij de Slaven bekend zijn, en van de bladzijden, waarop zij breeder vermeld staan. Als Mengelingen: A.De Redevoering, gehouden door den Weleerwaardigen Heer C.M. Moes, toen Secretaris en Medebestuurder van hetzelve Departement, bij gelegenheid der plegtige bekrooning van drie Bedrijven van Menschlievendheid; - door Z. Weleerw. goedgunstig aan het Bestuur afgestaan. B.Eenige losse Dichtstukjes. C.Proeve eener korte Verhandeling: Over de Dichterlijke Vergelijking. {==X==} {>>pagina-aanduiding<<} D.Eene soort van Verhandeling: Over de vereischten in eenen Dichter. Met de hoop en het vertrouwen, dat de Leden des Departements mogen opgewekt worden, krachtdadig mede te werken tot instandhouding en meerdere volmaking van dit Jaarboekje, wenscht het Bestuur, dat hetzelve bij hen een gunstig onthaal moge te beurt vallen. Op last van het Bestuur: De Secretaris van het Departement, H.J. RAATGEVER. Paramaribo, den 15den September, 1844. {==XI==} {>>pagina-aanduiding<<} Almanak voor het jaar 1845, berekend op den meridiaan van Paramaribo. Tijdperken. Het Jaar na de Schepping der Wereld, volgens de Grieken 7353. Volgens de Hebreërs (beginnende met den 2den October) 5606. Na het begin des Juliaanschen Stijls 1889. Na het begin des Gregoriaanschen Stijls 263. Chronologische cirkels. De Zonnecirkel is 6. De Zondagsletter is E. De Maancirkel, of het Guldengetal 3. De Epacta XXII. Bewegelijke feestdagen. Septuagesima, Zondag 19 Jan. Aschdag, Woensdag 5 Febr. Palm-Zondag 16 Maart. Paasch-Zondag 23 - Christus Hemelvaart 1 Mei. Pinksteren 11 - H. Drievuldigh. of Trinit 18 - Eerste Advent 30 Nov. Feestdagen der joden. Purim- of Hamansfeest 23 Maart Paschen 22, 23, 28 en 29 April. Pinksteren 11 en 12 Junij. Verwoesting van Jeruzalem 12 Aug. Nieuwjaar 2 en 3 Oct. Groote Verzoendag 11 - Loof huttenfeest 16, 17 en 23 - Vreugde der Wet 24 - Zons- en maansverduisteringen. In dit Jaar zullen vier Verduisteringen plaats hebben, namelijk twee aan de Zon en twee aan de Maan. De eerste Zonsverduistering en de tweede Maansverduistering zullen in het Moederland zigtbaar wezen. De eerste is eene in het Moederland zigtbare, gedeeltelijke Zonsverduistering, voorvallende den 6den Mei. Het begin zal aldaar plaats hebben des morgens ten 8 ure 48 min., middelbaren tijd; het midden ten 10 ure 2 min., en het einde ten 11 ure 16 min. De grootte der Verduistering is 4 duim 20 min. over de noordzijde. Deze Verduistering zal in geheel Europa, met uitzondering alleen van de zuidelijkste deelen van Italië en Turkijë, en verder over een groot gedeelte van Azië en een klein gedeelte van Afrika en Noord-Amerika zigtbaar wezen. Zij zal zich op sommige plaatsen ringvormig vertoonen. De tweede is eene totale Maansverduistering, voorvallende in den namiddag van den 21sten Mei. Zij zal in Nieuw-Holland, het zuidoostelijk gedeelte van Azië en het oostelijk gedeelte van Afrika zigtbaar zijn. De derde is eene Zonsverduistering, voorvallende omstreeks den middag van den 30sten October. Zij zal hoofdzakelijk in de Zuidzee zigtbaar wezen, en/zich op sommige plaatsen ringvormig vertoonen. Alleen in Nieuw-Holland, en op sommige eilanden, tot Azië behoorende, zoo als op Java, zal zij te zien zijn. De vierde is eene in het Moederland zigtbare, gedeeltelijke Maansverduistering, voorvallende in den nacht tusschen den 13den en 14den November. Het begin zal aldaar plaats hebben den 13den November, des avonds ten 11 ure 30 min., middelbaren tijd. Het midden, alswanneer de Maan 10 duim 48 min. over de noordzijde verduisterd zal wezen, den 14den November, des morg. ten 1 ure 9 min.; het einde ten 2 ure 47 min. Deze Verduistering zal in geheel Europa, in Afrika en een gedeelte van Azië en Amerika te zien zijn. {==XII==} {>>pagina-aanduiding<<} JANUARIJ heeft 31 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Laatste Kwart. den 1, des morg. ten 11 ure 43 min. Nieuwe Maan den 8, des morg. ten 3 ure 34 min. Eerste Kwart. den 15, des morg. ten 5 ure 12 min. Volle Maan den 23, des morg. ten 10 ure 42 min. Laatste Kwart. den 30, des avonds ten 10 ure 17 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Woens. Nieuwjaarsdag. 10-57 11-28 2. Dond. St. Macarius. - 0-3 3. Vrijd. Ste. Genoveva. 0-43 1-27 4. Zatur. St. Titus. 2-11 2-51 5. Zond. St. Telesphorus. 3-27 4-0 6. Maand. Drie Koningen. 4-30 4-58 7. Dingsd. St. Lucianus. 5-24 5-49 8. Woens. Ste. Gudula. 6-13 6-36 9. Dond. St. Stephanus. 6-58 7-19 10. Vrijd. St. Agathon. 7-39 7-59 11. Zatur. St. Hyginus. 8-19 8-38 12. Zond. St. Arcadius. 8-57 9-17 13. Maand. St. Godefridus. 9-36 9-58 14. Dingsd. St. Hilarius. 10-21 10-46 15. Woens. St. Paulus. 11-13 11-45 16. Dond. St. Marcellus. - 0-19 17. Vrijd. St. Anthonius. 0-56 1-33 18. Zatur. St. Pieterstoel te Rome. 2-11 2-44 19. Zond. Septuagesima. St. Marius. Zon in Aquarius. 3-14 3-43 20. Maand. St. Fabianus. 4-7 4-30 21. Dingsd. Ste. Agnes. Zw. brand te Paramaribo, 1821. 4-52 5-12 22. Woens. St. Vicent. J. Mahony G.-G. 1716. 5-32 5-51 23. Dond. St. Ildeph. 6-8 6-26 24. Vrijd. St. Timotheus. 6-44 7-1 25. Zatur. St. Paulus bekeering. 7-17 7-33 26. Zond. Sexagesima. St. Polycarpus. 7-50 8-8 27. Maand. St. Joh. Chrysostomus. 8-25 8-42 28. Dingsd. St. Karel de Groote. 9-1 9-20 29. Woens. St. Franciscus I. 9-41 10-4 30. Dond. Ste. Martina. 10-30 10-59 31. Vrijd. St. Petrus Nol. 11-35 - Aanm. Als het aan Braamspunt hoogwater is, dan is zulks aan het Fort Nieuw-Amsterdam 16, en te Paramaribo 30 minuten later. {==XIII==} {>>pagina-aanduiding<<} FEBRUARIJ heeft 28 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Nieuwe Maan den 6, des nam. ten 2 ure 57 min. Eerste Kwart. den 14, des morg. ten 1 ure 21 min. Volle Maan den 22, des morg. ten 3 ure 8 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Zatur. St. Ignatius. 0-18 1-3 2. Zond. Quinquagesima. Maria Lichtmis. 1-51 2-36 3. Maand. St. Blasius. 3-14 3-49 4. Dingsd. St. Andreas. 4-19 4-46 5. Woens. Aschdag. Ste. Agatha. Eerste steen gelegd aan de N.H. Kerk, 1833. 5-12 5-36 6. Dond. Ste. Dorothea. 5-57 6-19 7. Vrijd. St. Romualdus. J.J. Mauricius G.-G. 1742. 6-39 6-59 8. Zatur. St. Johannes de M. 7-16 7-34 9. Zond. Quadragesima. Ste. Apollonia. 7-53 8-11 10. Maand. Ste. Scolastica. 8-30 8-47 11. Dingsd. St. Severius. 9-6 9-26 12. Woens. Ste. Eulalia. Quat. 9-46 10-9 13. Dond. St. Julianus. 10-33 11-1 14. Vrijd. St. Valentinus. Quat. 11-31 - 15. Zatur. St. Faustinus. Quat. 0-6 0-44 16. Zond. Reminiscere. Ste. Juliana. 1-24 2-1 17. Maand. St. Sylvinus. 2-37 3-8 18. Dingsd. St. Simeon. Zon in Pisces. 3-36 4-1 19. Woens. St. Gabinus. 4-25 4-46 20. Dond. St. Eucherius. 5-6 5-26 21. Vrijd. St. Pepinus. 5-44 6-1 22. Zatur. St. Petrus. 6-19 6-36 23. Zond. Oculi. St. Damianus. 6-54 7-10 24. Maand. St. Matthias. Ste. Primativa. 7-26 7-44 25. Dingsd. St. Cesarus. 8-3 8-22 26. Woens. St. Porphyrius. 8-41 9-2 27. Dond. Ste. Machtildis. W.B. van Panhuis neemt de Kol. over, 1816. 9-24 9-48 28. Vrijd. St. Leander. 10-15 10-45 {==XIV==} {>>pagina-aanduiding<<} MAART heeft 31 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Laatste Kwart. den 1. des morg. ten 6 ure 35 min. Nieuwe Maan den 8, des morg, ten 2 ure 58 min. Eerste Kwart. den 15, des avonds ten 10 ure 14 min. Volle Maan den 23, des nam. ten 4 ure 40 min. Laatste Kwart. den 30, des nam. ten 1 ure 22 min. 's mor u.m. nam. u.m. 1. Zatur. St. Suitbertius. 11-21 - 2. Zond. Laetare. St. Simplicius. J. Coutier G.-G. 1718. 0-3 0-51 3. Maand. Ste. Cunegunda. Crommelin G.-G. 1757. 1-39 2-23 4. Dingsd. St. Casimir. Surin. door A. Crijnsen op de Eng. verov. 1667. P.A.v.d. Meer G.-G. 1754. 3-3 3-36 5. Woens. St. Adrianus. 4-5 4-32 6. Dond. Ste. Coleta. 4-56 5-17 7. Vrijd. St. Thomas. 5-38 5-58 8. Zatur. St. Johannes de D. 6-16 6-34 9. Zond. Judica. Passie-Zondag. Ste. Francisca. 6-53 7-10 10. Maand. Ste. Doctorera. 7-26 7-44 11. Dingsd. Ste. Catharina v. Bon. 8-2 8-20 12. Woens. St. Gregorius. 8-39 8-56 13. Dond. Ste. Euphrasia. 9-18 9-38 14. Vrijd. Ste. Mathilda. 10-0 10-24 15. Zatur. Maria Boodschap. 10-51 11-22 16. Zond. Palm-Zondag. St. Heribertus. 11-55 - 17. Maand. Ste. Geertruida. 0-32 1-11 18. Dingsd. St. Gabriël. 1-50 2-25 19. Woens. St. Joseph. 2-56 3-26 20. Dond. St. Ulphranus. Zon in Aries. 3-51 4-14 21. Vrijd. St. Benedictus. 4-35 4-56 22. Zatur. Ste. Catharina. 5-15 5-35 23. Zond. Paschen. Ste. Theodosia. 5-52 6-11 24. Maand. St. Simeon. 6-29 6-48 25. Dingsd. St. Longinus. 7-7 7-25 26. Woens. St. Ludgerus. A. de Veer G. 1822. 7-45 8-6 27. Dond. St. Rupertus. 8-28 8-49 28. Vrijd. St. Sixtus. 9-13 9-39 29. Zatur. St. Eustatius. 10-6 10-37 30. Zond. Quasimodo. St. Quirinus. 11-13 4-53 31. Maand. Ste. Cornelia. - 0-36 {==XV==} {>>pagina-aanduiding<<} APRIL heeft 30 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Nieuwe Maan den 6, des nam. ten 4 ure 2 min. Eerste Kwart. den 14, des nam. ten 5 ure 45 min. Volle Maan den 22, des morg. ten 3 ure 34 min. Laatste Kwart. den 28, des avonds ten 7 ure 41 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Dingsd. St. Hugo. Plegt. vier. v.h. 50-jar. Best. d. Maats. Tot Nut van 't Algemeen, 1835. 1-23 2-4 2. Woens. St. Franciscus de P. 2-43 3-17 3. Dond. St. Richardus. 3-45 4-10 4. Vrijd. St. Isidorius. 4-34 4-55 5. Zatur. St. Vicentius. 5-15 5-34 6. Zond. Misericordia. St. Sixtus. 5-52 6-10 7. Maand. St. Josephus. 6-28 6-46 8. Dingsd. St. Perpetuüs. 7-3 7-20 9. Woens. Ste. Maria Aegypt. 7-37 7-56 10. Dond. St. Acatius. 8-14 8-33 11. Vrijd. St. Leo. (Paus.) 8-52 9-12 12. Zatur. St. Julius. 9-32 9-54 13. Zond. Jubilata. St. Hermengildus. J.G. Wichers G.-G. 1784. 10-17 10-43 14. Maand. St. Tiburtius. 11-12 11-43 15. Dingsd. St. Paternus. - 0-18 16. Woens. St. Cyr. W.C. Hughes Lt.-G. 1805. 0-54 1-32 17. Dond. St. Anicetus. 2-7 2-40 18. Vrijd. St. Perfectus. 3-9 3-36 19. Zatur. St. Wernerus. 4-0 4-23 20. Zond. Cantate. St. Victor. Zon in Taurus. 4-44 5-5 21. Maand. St. Anselmus. 5-27 5-47 22. Dingsd. St. Soter en Cajus. 6-7 6-28 23. Woens. St. Georgius. 6-50 7-11 24. Dond. St. Egbertus. 7-31 7-54 25. Vrijd. St. Marcus. 8-18 8-41 26. Zatur. St. Clitus. 9-6 9-31 27. Zond. Vocem. St. Theophilus. 9-58 10-28 28. Maand. St. Vitalis. Aank. v.Z.E.d. Heer Comm.-Gen. j.v.d. bosch, 1828. 10-58 11-34 29. Dingsd. St. Petrus. - 0-12 30. Woens. Ste. Catharina I. 0-54 1-35 {==XVI==} {>>pagina-aanduiding<<} MEI heeft 31 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Nieuwe Maan den 6, des morg. ten 6 ure 19 min. Eerste Kwart. den 14, des morg. ten 10 ure 30 min. Volle Maan den 21, des nam. ten 0 ure 20 min. Laatste Kwart. den 28, des morg. ten 2 ure 47 min. 's mor. u.m. nam, u.m. 1. Dond. Hemelv. Christi, St. Philippus en Jacobus. 2-13 2-47 2. Vrijd. St. Athan. Z.E. Mr. e.l. B. v. heeckeren G.-G. 1832. 3-16 3-43 3. Zatur. Kruisvinding. 4-6 4-28 4. Zond. Exaudi. Ste. Monica. 4-49 5-9 5. Maand. St. Pius Quint. 5-28 5-47 6. Dingsd. St. Joh. Lat. 6-5 6-23 7. Woens. St. Stanislaus. 6-42 7-0 8. Dond. St. Michaël. Charl. Green Lt.-G. 1804. 7-16 7-34 9. Vrijd. St. Gregorius. 7-52 8-11 10. Zatur. St. Anthonius. 8-30 8-47 11. Zond. Pinksteren. Ste. Beatrix. 9-7 9-26 12. Maand. St. Nereus. Charl. Bentinck Lt.-G. 1809. 9-46 10-8 13. Dingsd. St. Servaas. 10-33 10-55 14. Woens. St. Bonifacius. Quat. 11-25 11-57 15. Dond. Ste. Dymphica. - 0-31 16. Vrijd. St. Ubaldus. Quat. 1-7 1-45 17. Zatur. St. Paschab. Quat. 2-20 2-51 18. Zond. Heil. Driev. of Trinit. St. Vincentius. 3-21 3-49 19. Maand. St. Petrus Coelest. 4-15 4-39 20. Dingsd. St. Bernardus. Aanv. v.h. Gouv, d.Z.E.d.G.-G. p.r. cantz'laar, 1828. 5-3 5-27 21. Woens. St. Const. Zon in Gemini. 5-49 6-13 22. Dond. H. Sakramentsdag. Ste. Julia. 6-37 7-0 23. Vrijd. St. Desider. 7-22 7-45 24. Zatur. Ste. Susanna. 8-9 8-32 25. Zond. 1ste na Trinit. Ste. Marta Magdal. de P. 8-55 9-19 26. Maand. St. Philippus en Nerius. 9-44 10-9 27. Dingsd. St. Hildevertus. 10-36 11-5 28. Woens. St. Germanus. 11-38 - 29. Dond. St. Maximus. 0-15 0-53 30. Vrijd. St. Felix. 1-30 2-6 31. Zatur. Ste. Petronella. 2-40 3-9 {==XVII==} {>>pagina-aanduiding<<} JUNIJ heeft 30 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Nieuwe Maan den 4, des avonds ten 9 ure 29 min. Eerste Kwart. den 13, des morg. ten 0 ure 5 min. Volle Maan den 19, des avonds ten 7 ure 39 min. Laatste Kwart. den 26, des morg. ten 11 ure 48 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Zond. 2de na Trinit. St. Simeon. 3-36 4-0 2. Maand. St. Marcellus. Mr. ph. db kanter G.-G. ad int. 4-24 4-44 3. Dingsd. Ste. Clotilde. 5-5 5-25 4. Woens. St. Optatius. 5-44 6-2 5. Dond. St. Bonifacius. 6-21 6-35 6. Vrijd. St. Claud. 6-58 7-15 7. Zatur. St. Robertus. 7-31 7-49 8. Zond. 3de na Trinit. St. Medardus. 8-7 8-25 9. Maand. St. Vincent. 8-42 8-59 10. Dingsd. Ste. Margaretha. 9-18 9-36 11. Woens. St. Barn. 9-56 10-18 12. Dond. St. Odulphus. 10-42 11-8 13. Vrijd. St. Anthonius van Padua. 11-37 - 14. Zatur. St. Basilius Magnus. 0-10 0-49 15. Zond. 4de na Trinit. St. Vitus en St. Modestus. Over l.v.Z.E.d.G.-G. Mr. e.l.B. van heeckeren op Curaçao. 1-29 2-7 16. Maand. Ste. Ludgarde. 2-43 3-18 17. Dinosd. St. Alban. 3-49 4-18 18. Woens. St. Marcus en Marcellianus. 4-45 5-11 19. Dond. Ste. Juliana. 5-37 6-0 20. Vrijd. St. Silverius. 6-25 6-49 21. Zatur. St. Aloysius. Zon in Cancer. 7-12 7-33 22. Zond. 5de na Trinit. St. Paulinius. 7-56 8-18 23. Maand. Ste. Agrippina. 8-40 9-1 24. Dingsd. St. Johannes Baptist. 9-22 9-45 25. Woens. Ste. Febronia. 10-8 10-33 26. Dond. St. Joh. en Paul. 11-1 11-31 27. Vrijd. St. Crescens. - 0-4 28. Zatur. St. Leo. 0-41 1-20 29. Zond. 6de na Trinit. St. Petrus en Paulus. 1-56 2-31 30. Maand. St. Paulus gedacht. 3-3 3-32 {==XVIII==} {>>pagina-aanduiding<<} JULIJ heeft 31 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Nieuwe Maan den 4, des nam. ten 0 ure 51 min. Eerste Kwart. den 12, des morg. ten 10 ure 44 min. Volle Maan den 19, des morg. ten 2 ure 24 min. Laatste Kwart. den 25, des avonds ten 11 ure 42 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Dingsd. St. Rumoldus. 3-57 4-21 2. Woens. Maria Visitatie. 4-43 5-3 3. Dond. St. Hyacinthus. 5-23 5-42 4. Vrijd. Ste. Godeliva. 6-0 6-19 5. Zatur. St. Udalricus. 6-37 6-54 6. Zond. 7de na Trinit. Octava Apost. Petri en Pauli. jan ray G.-G. 1735. 7-11 7-26 7. Maand. St. Claudius. 7-42 7-59 8. Dingsd. Ste. Elisabeth. 8-16 8-33 9. Woens. St. Leonardus. 8-49 9-7 10. Dond. Ste. Rufina en Secunda. 9-26 9-45 11. Vrijd. St. Pius. 10-6 10-30 12. Zatur. St. Joh. Gualb. 10-57 11-28 13. Zond. 8ste na Trinit. St. Anacletus. - 0-3 14. Maand. Ste. Bouaventura. 0-44 1-28 15. Dingsd. St. Henricus. 2-13 2-53 16. Woens. St. Reynildis. Z.E. j.c. rijk G.-G. 1839. 3-29 4-2 17. Dond. St. Alexis. 4-32 4-59 18. Vrijd. Ste. Symphorosa. 5-26 5-40 19. Zatur. St. Vicentius. De H.v. Sommelsd. verm. 1688. c.r. vaill. G.-G.a.i. 1816. 6-13 6-37 20. Zond. 9de na Trinit. Ste. Marg. C.E.H. de Cheusses G.-G. 1798. 6-58 7-19 21. Maand. Ste. Praxides. 7-38 7-59 22. Dingsd. Ste. Maria Magd. Zon in Leo. 8-19 8-38 23. Woens. St. Apollinaris. 8-57 9-19 24. Dond. Ste. Christina. 9-39 10-4 25. Vrijd. St. Jacobus. 10-25 10-52 26. Zatur. Ste. Anna. 11-22 11-54 27. Zond. 10de na Trinit. St. Pantaleon. - 0-31 28. Maand. St. Nazarius. 1-10 1-49 29. Dingsd. Ste. Martha. 2-26 2-59 30. Woens. St. Abdon. 3-28 3-54 31. Dond. St. Ignatius de Loyola. 4-18 4-37 {==XIX==} {>>pagina-aanduiding<<} AUGUSTUS heeft 31 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Nieuwe Maan den 3, des morg. ten 3 ure 46 min. Eerste Kwart. den 10, des avonds ten 7 ure 2 min. Volle Maan den 17, des morg. ten 9 ure 38 min. Laatste Kwart. den 24, des nam. ten 2 ure 49 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Vrijd. St. Pet. band. Vertrek v.Z.E. den Heer Comm.-Gen. j.v.d. bosch, 1828. 5-1 5-20 2. Zatur. St. Stephanus. 5-39 5-56 3. Zond. 11de na Trinit. St. Steph. vind. 6-13 6-30 4. Maand. St. Dominicus. B. Texier G.-G. 1779. 6-48 7-4 5. Dingsd. Maria ter Sneeuw. 7-19 7-34 6. Woens. Transf. van christus. J.F. de Friderici G.-G. 1792. 7-51 8-8 7. Dond. St. Cajetanus. 8-25 8-42 8. Vrijd. St. Cyriacus. 9-0 9-20 9. Zatur. St. Romanus. 9-41 10-4 10. Zond. 12de na Trinit. St. Laurentius. 10-29 11-1 11. Maand. Ste. Susanna. 11-36 - 12. Dingsd. Ste. Clara. 0-18 1-4 13. Woens. St. Hypolitus. Suriname bij Traktaat teruggegeven, 1814. 1-52 2-37 14. Dond. St. Eusebius. 3-15 3-50 15. Vrijd. Maria Hemelvaart. 4-20 4-47 16. Zatur. St. Hyacinthus. 5-12 5-36 17. Zond. 13de na Trinit. St. Rochus. 5-58 6-19 18. Maand. St. Agapitus. 6-40 7-0 19. Dingsd. St. Ludovicus. 7-18 7-36 20. Woens. St. Bernardus. 7-55 8-14 21. Dond. St. Philibertus. 8-33 8-51 22. Vrijd. St. Timotheus. 9-12 9-33 23. Zatur. St. Phil. Benit. Zon in Virgo. 9-54 10-18 24. Zond. 14de na Trinit. St. Bartholomeus. 10-45 11-15 25. Maand. St. Ludovicus. 11-47 - 26. Dingsd. St. Zephyrinus. 0-25 1-4 27. Woens. St. Cesarius. 1-43 2-20 28. Dond. St. Augustinus. 2-53 3-22 29. Vrijd. St. Johannes onthoofd. 3-48 4-11 30. Zatur. Ste. Rosa. 4-33 4-53 31. Zond. 15de na Trinit. St. Raymundus. 5-12 5-30 {==XX==} {>>pagina-aanduiding<<} SEPTEMBER heeft 30 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Nieuwe Maan den 1, des nam. ten 5 ure 56 min. Eerste Kwart. den 9, des morg. ten 1 ure 46 min. Volle Maan den 15, des avonds ten 6 ure 35 min. Laatste Kwart. den 23, des morg. ten 8 ure 48 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Maand. St. Egidius. 5-47 6-4 2. Dingsd. St. Stephanus. 6-21 6-38 3. Woens. St. Remaclus. Zware brand te Param. 1832. 6-55 7-12 4. Dond. Ste. Rosalia. 7-27 7-44 5. Vrijd. St. Laur. Justian. 8-3 8-22 6. Zatur. St. Zacharias. 8-41 9-2 7. Zond. 16de na Trinit. Ste. Regina. 9-24 9-48 8. Maand. Maria Geboorte. 10-15 10-45 9. Dingsd. St. Gordonius. 11-21 - 10. Woens. St. Nicolaas de T. Zware brand a. de Joden-Savane, 1832. 0-2 0-48 11. Dond. St. Protus. G. van de Schepper G.-G. 1737. 1-36 2-22 12. Vrijd. St. Guido. 3-0 3-35 13. Zatur. St. Philippus. 4-4 4-31 14. Zond. 17de na Trinit. Kruisverheffing. 4-55 5-17 15. Maand. St. Nicodemus. 5-38 5-57 16. Dingsd. St. Cornelius. 6-17 6-37 17. Woens. St. Lamb. Quat. 6-55 7-13 18. Dond. St. Chrysostomus. 7-30 7-49 19. Vrijd. St. Januarius. Quat. 8-8 8-27 20. Zatur. St. Eustachius. Quat. 8-46 9-6 21. Zond. 18de na Trinit. St. Mattheus, Apost. en Evang. 9-27 9-49 22. Maand. St. Mauritius. 10-13 10-39 23. Dingsd. St. Linus. Zon in Libra. 11-7 11-40 24. Woens. St. Gerardus. - 0-15 25. Dond. St. Firminus. W.J. Beeldsn. Matroos G.-G.a.i. 1783. 0-52 1-30 26. Vrijd. St. Cyprianus. 2-6 2-40 27. Zatur. St. Cosmas en Damian. 3-8 3-35 28. Zond. 19de na Trinit. St. Wenceslaus. Joh. Wardlau Lt.-G.a.i. 1808. 3-58 4-20 29. Maand. St. Michaël. 4-41 5-0 30. Dingsd. St. Hieronymus. 5-19 5-37 {==XXI==} {>>pagina-aanduiding<<} OCTOBER heeft 31 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Nieuwe Maan den 1, des morg. ten 7 ure 20 min. Eerste Kwart. den 8, des morg. ten 7 ure 52 min. Volle Maan den 15, des morg. ten 6 ure 18 min. Laatste Kwart. den 23, des morg. ten 4 ure 36 min. Nieuwe Maan den 30, des avonds ten 8 ure 3 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Woens. St. Remigius. Hend. Temminck G.-G. 1721. 5-55 6-13 2. Dond. H. Bescherm-Engelen. 6-31 6-50 3. Vrijd. St. Gerardus. 7-8 7-26 4. Zatur. St. Franciscus. 7-46 8-7 5. Zond. 20ste na Trinit. St. Placidus. 8-28 8-50 6. Maand. St. Bruno. 9-14 9-38 7. Dingsd. St. Marcus. 10-6 10-36 8. Woens. Ste. Brigitta. 11-10 11-48 9. Dond. St. Dionysius. - 0-32 10. Vrijd. St. Franciscus de B. 1-17 1-59 11. Zatur. St. Gummarus. 2-40 3-13 12. Zond. 21ste na Trinit. St. Wilfridus. 3-43 4-8 13. Maand. St. Eduardus. 4-32 4-54 14. Dingsd. St. Calistus. 5-15 5-35 15. Woens. Ste. Theresia. 5-54 6-13 16. Dond. St. Gallus. 6-32 6-51 17. Vrijd. Ste. Hedwiges. 7-9 7-26 18. Zatur. St. Lucas. 7-45 8-3 19. Zond. 22ste na Trinit. St. Petrus de Ale. 8-24 8-42 20. Maand. St. Maximus. P. van der Veen G.-G. 1695. 9-1 9-22 21. Dingsd. Ste. Ursula. Sterke Aardb. in Surin. 1716. 9-44 10-5 22. Woens. St. Marcus. 10-30 10-56 23. Dond. St. Severinus. W.d. Goyer G.-G. 1706. Zon in Scorpius. 11-25 11-55 24. Vrijd. St. Raphaël. - 0-31 25. Zatur. St. Chrysanthus. 1-7 1-43 26. Zond. 23ste na Trinit. St. Evaristus. 2-17 2-48 27. Maand. St. Florentius. J. Nepveu G.-G. 3-15 3-41 28. Dingsd. St. Simon en Judas. 4-5 4-27 29. Woens. St. Faron. 4-49 5-9 30. Dond. St. Lucas en Marcus. 5-30 5-50 31. Vrijd. St. Justinus. 6-10 6-31 {==XXII==} {>>pagina-aanduiding<<} NOVEMBER heeft 30 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Eerste Kwart. den 6, des nam. ten 2 ure 36 min. Volle Maan den 13, des avonds ten 9 ure 16 min. Laatste Kwart. den 22, des morg. ten 0 ure 47 min. Nieuwe Maan den 29, des morg. ten 8 ure 3 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Zatur. Allerheiligen. 6-52 7-13 2. Zond. 24ste na Trinit. Allerzielen. 7-34 7-56 3. Maand. St. Hubertus. 8-19 8-42 4. Dingsd. St. Carolus Barromeus. 9-6 9-30 5. Woens. St. Zacharias en Elisabeth. 9-56 10-24 6. Dond. St. Leonardus. 10-56 11-30 7. Vrijd. St. Willebrordus. - 0-7 8. Zatur. De vier gekr. Martelaren. Pinson Bonham Lt.-G. 1811. 0-47 1-30 9. Zond. 25ste na Trinit. St. Theodorus. 2-8 2-43 10. Maand. St. Andreas Arellinus. 3-14 3-41 11. Dingsd. St. Martinus. 4-7 4-30 12. Woens. St. Livinus. 4-51 5-12 13. Dond. St. Didacus. 5-32 5-51 14. Vrijd. St. Jucundus. 6-10 6-29 15. Zatur. Ste. Geertruida. 6-49 7-7 16. Zond. 26ste na Trinit. St. Edmundus. 7-24 7-42 17. Maand. St. Gregorius. 8-0 8-19 18. Dingsd. St. Petrus en Paul. Kerkw. 8-37 8-56 19. Woens. Ste. Elisabeth. 9-15 9-34 20. Dond. St. Felix. 9-54 10-16 21. Vrijd. Maria Presentatie. 10-40 11-5 22. Zatur. Ste. Cecilia. Zon in Sagittarius. 11-33 - 23. Zond. 27ste na Trinit. St. Clemens. C. van Aarssens van Sommelsdijk G.-G. 1683. 0-4 0-39 24. Maand. St. Chrysostomus. 1-15 1-50 25. Dingsd. Ste. Catharina. 2-25 2-56 26. Woens. St. Petrus Alix. 3-26 3-53 27. Dond. Ste. Marina. 4-19 4-43 28. Vrijd. St. Maximinus. 5-7 5-30 29. Zatur. St. Saturninus. 5-53 6-16 30. Zond. 1ste Advent. St. Andreas. 6-39 7-2 {==XXIII==} {>>pagina-aanduiding<<} DECEMBER heeft 31 dagen. AANWIJZING van den HOOGSTEN WATERSTAND aan BRAAMSPUNT. Eerste Kwart. den 5, des avonds ten 11 ure 14 min. Volle Maan den 13, des nam. ten 3 ure 4 min. Laatste Kwart. den 21, des avonds ten 7 ure 49 min. Nieuwe Maan den 28, des avonds ten 7 ure 14 min. 's mor. u.m. nam. u.m. 1. Maand. St. Eligius. 7-24 7-46 2. Dingsd. Ste. Bibiana. 8-10 8-33 3. Woens. St. Franciscus Xaverius. 8-55 9-18 4. Dond. St. Petrus Chrys. W.O. Bloys van Treslong en W.H. van Ommeren Prov. Gouv. 1804. 9-42 10-7 5. Vrijd. St. Sabbas. 10-34 11-3 6. Zatur. St. Nicolaas. 11-35 - 7. Zond. 2de Advent. St. Ambrosius. 0-11 0-50 8. Maand. Maria Ontv. P. Berranger G.-G. ad int. 1803. 1-29 2-7 9. Dingsd. Ste. Leocadia. 2-41 3-12 10. Woens. St. Melchiades. 3-39 4-4 11. Dond. St. Damascus. 4-28 4-50 12. Vrijd. St. Justinus. 5-11 5-31 13. Zatur. Ste. Lucia. 5-50 6-9 14. Zond. 3de Advent. St. Nicasius. 6-28 6-47 15. Maand. St. Everardus. Overl. v.Z.E.d.H.G.-G. cantz'laar, 1831. 7-4 7-21 16. Dingsd. St. Eusebius. 7-38 7-55 17. Woens. St. Lazarus. Quat. 8-13 8-30 18. Dond. St. Nemisius. 8-46 9-4 19. Vrijd. St. Gratianus. Z.E. Mr. e.l.B.v. heeckeren G.-G.a.i. 1831. Quat. 9-22 9-40 20. Zatur. St. Philogonius. J.v. Scherpenhuizen G.-G. 1688. Quat. 10-0 10-22 21. Zond. 4de Advent. St. Thomas Apost. Zon in Capricorn. 10-45 11-11 22. Maand. St. Honorius. 11-42 - 23. Dingsd. Ste. Victoria. 0-15 0-52 24. Woens. St. Gregorius. 1-31 2-11 25. Dond. Christus Geroorte. 2-48 3-21 26. Vrijd. St. Stephanus. 3-52 4-20 27. Zatur. St. Johannes Evang. 4-47 5-13 28. Zond. Onnoozele Kinderen. 5-38 6-2 29. Maand. St. Thomas. 6-26 6-50 30. Dingsd. St. Eugenius. 7-12 7-33 31. Woens. St. Silvester. 7-56 8-17 {==XXV==} {>>pagina-aanduiding<<} Koninklijk huis der Nederlanden. WILLEM II, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, geboren den 6den December, 1792; zoon van wijlen Koning Willem I (Willem Frederik, Graaf van Nassau), geboren den 24sten Augustus, 1772, en wijlen Frederika Louisa Wilhelmina van Pruissen, geboren den 18den November, 1774; door het afstand doen zijns vaders op den 8sten October, 1840, als Koning der Nederlanden plegtig ingehuldigd den 28sten November, 1840; gehuwd den 21sten Februarij, 1816, met H.K.K.H. Mevrouwe de Groot-Vorstinne Anna Paulowna van Rusland, geboren den 19den Januarij, 1795, Koningin. Uit dit Huwelijk: 1.Willem Alexander Paul Frederik Lodewijk, Prins van Oranje, geboren den 19den Februarij, 1817; gehuwd den 18den Junij, 1839, met H.K.H. Mevrouwe de Prinsesse Sophia Frederika Mathilde van Wurtemberg, geboren den 17den Junij, 1818. Uit dit Huwelijk: 1.Willem Nicolaas Alexander Frederik Karel Hendrik, geboren den 4den September, 1840. 2.Willem Frederik Maurits Alexander Hendrik Karel, geboren den 15den September, 1843. {==XXVI==} {>>pagina-aanduiding<<} 2.Willem Alexander Frederik Constantijn Nicolaas Michael, geboren den 2den Augustus, 1818. 3.Willem Frederik Hendrik, geboren den 13den Junij, 1820. 4.Wilhelmine Marie Sophie Louise, geboren den 8sten April, 1824; gehuwd den 8sten October, 1842, met Z.K.H. Karel Alexander August Johan, Erf-Groot-Hertog van Saksen-Weimar-Eisenach, geboren den 24sten Junij, 1818. Willem Frederik Karel, broeder des Konings, geboren den 28sten Februarij, 1797; gehuwd den 21sten Mei, 1825, met H.K.H. Mevrouwe de Prinsesse Louisa Augusta Wilhelmina Amelia van Pruissen, geboren den 1sten Februarij, 1808. Uit dit Huwelijk: 1.Wilhelmina Frederika Alexandrina Anna Louisa, geboren den 5den Augustus, 1828. 2.Willem Frederik Nicolaas Albert, geboren den 22sten Augustus, 1836. 3.Wilhelmina Frederika Anna Elisabeth Maria, geboren den 5den Julij, 1841. Wilhelmina Frederika Louisa Marianna, zuster des Konings, geboren den 9den Mei, 1810; gehuwd den 14den September, 1830, met Z.K.H. Prins Frederik Hendrik Albert van Pruissen, geboren den 4den October, 1809. {==XXVII==} {>>pagina-aanduiding<<} De regerende hoofden van al de Europesche rijken en staten, benevens derzelver voornaamste betrekkingen. Anhalt-Bernburg. (Hertogdom.) Alexander Karel, geboren den 2den Maart, 1805, aanvaardt de Regering den 24sten Maart, 1834; gehuwd den 30sten October, 1834, met Frederika Carolina Juliana van Holstein-Glücksburg, geboren den 9den October, 1811. Anhalt-bernburg-Schaumburg. (Hertogdom.) Emma, geboren den 20sten Mei, 1802, dochter van wijlen Hertog Victor Karel Frederik, en regerende Vorstin van Waldeck. Anhalt-Cöthen. (Hertogdom.) Hendrik, geboren den 30sten Julij, 1778, aanvaardt de Rege- {==XXVIII==} {>>pagina-aanduiding<<} ring den 23sten Augustus, 1830; gehuwd den 18den Mei, 1819, met Augusta Frederika Espérance van Reusz-Schleiz-Köstritz, geboren den 3den Augustus, 1794. Anhalt-Dessau. (Hertogdom.) Leopold Frederik, geboren den 1sten October, 1794, aanvaardt de Regering den 9den Augustus, 1817; gehuwd den 18den April, 1818, met Frederika Louisa Wilhelmina Amalia van Pruissen, geboren den 30sten September, 1796. Erf-Hertog: Leopold Frederik Frans Nicolaas, geboren den 29sten April, 1831. Baden. (Groot-Hertogdom.) Karel Leopold Frederik, geboren den 29sten Augustus, 1790, aanvaardt de Regering den 30sten Maart, 1830; gehuwd den 25sten Julij, 1819, met Sophia Wilhelmina van Zweden, geboren den 21sten Mei, 1801. Erf-Groot-Hertog: Lodewijk, geboren den 15den Augustus, 1824. Beijeren. (Koningrijk.) Lodewijk Karel August, geboren den 25sten Augustus, 1786, aanvaardt de Regering den 13den October, 1825; gehuwd den 12den October, 1810, met Thérèse Charlotta Louisa Frederika Amalia van Saksen-Altenburg, geboren den 8sten Julij, 1792. {==XXIX==} {>>pagina-aanduiding<<} Kroonprins: Maximiliaan Jozef, geboren den 28sten November, 1811. België. (Koningrijk.) Leopold I (George Christiaan Frederik), geboren den 16den December, 1790, aanvaardt de Regering den 21sten Julij, 1831; gehuwd den 9den Augustus, 1832, met Louise Marie Thérèse Charlotte Isabelle van Orleans, geboren den 3den April, 1812. Kroonprins: Leopold Lodewijk Philips Marie Victor, geboren den 9den April, 1835. Bohemen. (Koningrijk.) Zie Oostenrijk. Brunswijk-Wolfenbuttel. (Hertogdom.) August Lodewijk Willem Maximiliaan Frederik, geboren den 25sten April, 1806, aanvaardt de Regering den 25sten April, 1831. Dalmatië. (Koningrijk.) Zie Oostenrijk. Denemarken. (Koningrijk.) Christiaan VIII (Frederik), geboren den 18den September, 1786, {==XXX==} {>>pagina-aanduiding<<} aanvaardt de Regering den 3den December, 1839; gehuwd den 11den Junij, 1806, met Charlotta Frederika van Mecklenburg-Schwerin; van deze echtgenoote in 1812 gescheiden; daarna weder gehuwd den 22sten Mei, 1815, met Carolina Amalia van Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg, geboren den 28sten Junij, 1796. Kroonprins: Frederik Karel Christiaan, geboren den 6den October, 1808. Engeland. (Koningrijk.) Alexandrina Victoria I, Koningin van Schotland en Ierland, geboren den 24sten Mei, 1819, aanvaardt de Regering den 20sten Junij, 1837; gehuwd den 10den Februarij, 1840, met Albert Frans August Karel Emanuël van Saksen-Coburg-Gotha, geboren den 26sten Augustus, 1819. Kroonprins: Albert Eduard, Prins van Wallis, geboren den 9den November, 1841. Frankrijk. (Koningrijk.) Lodewijk Philips I, geboren den 6den October, 1773, aanvaardt de Regering den 9den Augustus, 1830; gehuwd den 25sten November, 1809, met Maria Amalia van Sicilië, geboren den 26sten April, 1782. Kroonprins: Lodewijk Philips Albert van Orleans, geboren den 24sten Augustus, 1838. {==XXXI==} {>>pagina-aanduiding<<} Gallicië. (Koningrijk.) Zie Oostenrijk. Griekenland. (Koningrijk.) Otto I, geboren den 1sten Junij, 1815, aanvaardt de Regering den 6den Februarij, 1833; gehuwd den 22sten November, 1836, met Maria Frederika Amalia van Oldenburg, geboren den 21sten December, 1818. Hanover. (Koningrijk.) Ernst August, geboren den 5den Junij, 1771, aanvaardt de Regering den 20sten Junij, 1837; gehuwd den 29sten Mei, 1815, met Frederika Louisa Carolina Sophia Alexandrina van Mecklenburg-Strelitz, geboren den 2den Maart, 1778. Kroonprins: George Frederik Alexander Karel Ernst August, geboren den 27sten Mei, 1819. Hessen. (Keurvorstendom.) Willem II, geboren den 28sten Julij, 1777, aanvaardt de Regering den 27sten Februarij, 1821; gehuwd den 13den Februarij, 1797, met Frederika Christiana Augusta van Pruissen, geboren den 1sten Mei, 1780. Erfprins en Mederegent sedert 1831: Frederik Willem, geboren den 20sten Augustus, 1802. {==XXXII==} {>>pagina-aanduiding<<} Hessen-Philipsthal. (Landgraafschap.) Ernst Konstantijn, geboren den 8sten Augustus, 1771, aanvaardt de Regering den 15den Februarij, 1816; gehuwd den 17den Februarij, 1812, met Carolina Wilhelmina Ulrika Eleonora, geboren den 10den Februarij, 1793. Oudste zoon: Karel, geboren den 22sten Mei, 1803. Hessen-Philipsthal-Barchfeld. (Landgraafschap.) Karel August Philips Lodewijk, geboren den 27sten Junij, 1784; gehuwd den 10den September, 1823, met Sophia Carolina Paulina van Bentheim-Bentheim en Bentheim-Steinfurt, geboren den 16den Januarij, 1794. Oudste zoon: Victor, geboren den 3den December, 1824. Hessen-Rothenburg. (Landgraafschap.) Eleonora Maria Walburga, geboren den 13den Julij, 1799; sedert den 12den November, 1834, weduwe van den Landgraaf Victor Amadeus. Hessen. (Groot-Hertogdom.) Lodewijk II, geboren den 26sten December, 1777, aanvaardt de Regering den 6den April, 1830; gehuwd den 19den Junij, 1804, met Wilhelmina Louisa van Baden, geboren den 10den September, 1788. {==XXXIII==} {>>pagina-aanduiding<<} Erf-Groot-Hertog: Lodewijk, geboren den 9den Junij, 1806. Hessen-Homburg. (Landgraafschap.) Philips August Frederik, geboren den 11den Maart, 1779, aanvaardt de Regering den 19den Januarij, 1839; gehuwd den 26sten Junij, 1838, met Antonia, Gravin van Naumburg, geboren den 26sten November, 1809. Hohenzollern-Hechingen. (Vorstendom.) Frederik Willem Herman Constantijn, geboren den 16den Februarij, 1801, aanvaardt de Regering den 13den September, 1838; gehuwd den 22sten Mei, 1826, met Eugenia van Leuchtenberg, geboren den 23sten December, 1808. Hohenzollern-Sigmaringen. (Vorstendom.) Karet Anton Frederik, geboren den 20sten Februarij, 1785, aanvaardt de Regering den 17den October, 1831; gehuwd den 4den Februarij, 1808, met Antoinette, Vorstin Murat, geboren den 5den Januarij, 1793. Erfprins: Karel Anton Joachim Zephyrinus Frederik Meinrad, geboren den 7den September, 1811. Hongarije. (Koningrijk.) Zie Oostenrijk. {==XXXIV==} {>>pagina-aanduiding<<} Ierland. (Koningrijk.) Zie Engeland. Illyrië. (Koningrijk.) Zie Oostenrijk. Kerkelijke Staat. Gregorius XVI, geboren den 18den September, 1765, tot Paus gekozen den 2den Februarij, 1831. Liechtenstein. (Vorstendom.) Aloys Jozef, geboren den 26sten Mei, 1796, aanvaardt de Regering den 20sten April, 1836; gehuwd den 8sten Augustus, 1831, met Francisca de Paula, geboren Gravin Kinsky, geboren den 8sten Augustus, 1813. Zoon: Johan Maria Frans Placidus, geboren den 5den October, 1840. Lippe. (Vorstendom.) Paul Alexander Leopold, geboren den 6den November, 1796, aanvaardt de Regering den 3den Julij, 1820; gehuwd den 23sten April, 1820, met Emilia Frederika Carolina van Schwarzburg-Sondershausen, geboren den 23sten April, 1800. Erfprins: Paul Frederik Emilius Leopold, geboren den 1sten September, 1821. {==XXXV==} {>>pagina-aanduiding<<} Lippe-Biesterfeld. (Graafschap.) Julius Pieter Herman August, geboren den 2den April, 1812, aanvaardt de Regering den 8sten Januarij, 1840; gehuwd den 30sten April, 1839, met Adelheid Clotilde Auguste, Gravin van Castell, geboren den 18den Junij, 1818. Dochter: Emilia Amalia Modeste Ernestina Bernhardina, geboren den 1sten Februarij, 1841. Lippe-Weiszenfeld. (Graafschap.) Ferdinand, geboren den 20sten November, 1772; gehuwd den 23sten November, 1804, met Eleonora Gustava, Barones van Thermo, geboren den 19den October, 1789. Erfprins: Gustaaf, geboren den 21sten Augustus, 1805. Lodomirië. (Koningrijk.) Zie Oostenrijk. Lombardije. (Koningrijk.) Zie Oostenrijk. Lucca. (Hertogdom.) Karel Lodewijk, geboren den 22sten December, 1799, aanvaardt de Regering den 13den Maart, 1824; gehuwd den 15den Augustus, 1820, met Maria Theresia Ferdinanda Felicitas Gaëtana Pia van Sardinië, geboren den 19den September, 1803. {==XXXVI==} {>>pagina-aanduiding<<} Erf-Hertog: Ferdinand Karel Maria Jozef Victoria Balthazar, geboren den 14den Januarij, 1823. Mecklenburg-Schwerin. (Groot-Hertogdom.) Frederik Frans, geboren den 28sten Februarij, 1823, aanvaardt de Regering den 7den Maart, 1842. Mecklenburg-Strelitz. (Groot-Hertogdom.) George Frederik Karel Jozef, geboren den 12den Augustus, 1779, aanvaardt de Regering den 6den November, 1816; gehuwd den 12den Augustus, 1817, met Maria Wilhelmina Frederika van Hessen-Kassel, geboren den 21sten Januarij, 1796. Erf-Groot-Hertog: Frederik Willem Karel George Ernst Adolf Gustaaf, geboren den 17den October, 1819. Modena. (Hertogdom.) Frans IV (Jozef Karel Ambrosius Stanislaus), geboren den 6den October, 1779, aanvaardt de Regering in den jare 1815, gehuwd den 20sten Junij, 1812, met wijlen Maria Beatrix Victoria Josephine van Sardinië, geboren den 6den December, 1792. Erf-Hertog: Frans Ferdinand Geminiaan, geboren den 1sten Junij, 1819. {==XXXVII==} {>>pagina-aanduiding<<} Napels. (Koningrijk.) Zie de Beide Siciliën. Nassau. (Hertogdom.) Adolf Willem Karel August Frederik, geboren den 24sten Julij, 1817, aanvaardt de Regering den 20sten Augustus, 1839. Nassau-Usingen. (Hertogdom.) Augusta Amalia, geboren den 30sten December, 1778, dochter van wijlen Hertog Frederik August, overleden den 24sten Maart, 1816. Nederlanden. (Koningrijk.) Zie hiervoor, bl. xxv en xxvi. Noorwegen. (Koningrijk.) Zie Zweden. Oldenburg. (Groot-Hertogdom.) Paul Frederik August, geboren den 13den Julij, 1783, aanvaardt de Regering den 21sten Mei, 1829; gehuwd den 5den Mei, 1831, met Cecilia van Zweden, geboren den 22sten Junij, 1807. Erf-Groot-Hertog: Nicolaas Frederik Pieter, geboren den 8sten Julij, 1827. {==XXXVIII==} {>>pagina-aanduiding<<} Oostenrijk. (Keizerrijk.) Ferdinand I (Karel Leopold Jozef Frans Marcellinus), Koning van Hongarije, Bohemen, Lombardije, Venetië, Gallicië, Lodomirië, Illyrië en Dalmatië, geboren den 19den April, 1793, aanvaardt de Regering den 2den Maart, 1835; gehuwd den 27sten Februarij, 1831, met Maria Anna Carolina Pia van Sardinië, geboren den 19den September, 1803. Parma, Piacenza en Guastalla. (Hertogdom.) Maria Ludovica Leopoldina Francisca Theresia Josephine Lucia, geboren den 12den December, 1791, aanvaardt de Regering den 30sten Mei, 1814. Polen. (Koningrijk.) Zie Rusland. Portugal. (Koningrijk.) Koningin Donna Maria II da Gloria (Johanna Charlotta Leopoldina Isidora da Cruz Francisca Xaveria di Paula Michaëla Gabriëlla Raphaëla Louisa Gonzaga), geboren den 4den April, 1819, aanvaardt de Regering den 23sten September, 1833; gehuwd den 9den April, 1836, met Ferdinand August Frans Anton van Saksen-Coburg-Gotha, geboren den 29sten October, 1816. Kroonprins: Pedro de Alcantara Maria Fernando Miguël Raphaël Gabriël Gonzaga Xavier Joao Antonio Leopoldo Victor Francisco d'Assissi Julio Amelio-Saksen-Coburg-Gotha, de Braganza-Bourbon, geboren den 16den September, 1837. {==XXXIX==} {>>pagina-aanduiding<<} Pruissen. (Koningrijk.) Frederik Wilhelm IV, geboren den 15den October, 1795, aanvaardt de Regering den 7den Junij, 1840; gehuwd den 29sten November, 1823, met Elisabeth Ludovica van Beijeren, geboren den 13den November, 1801. Reuss-Greiz. (Vorstendom.) Hendrik XX, geboren den 29sten Junij, 1794, aanvaardt de Regering den 31sten October, 1836; gehuwd den 1sten October, 1839, met Carolina Amalia Elisabeth van Hessen, geboren den 19den Maart, 1819. Dochter: Christiana Hermina Louisa Henriëtta, geboren den 25sten December, 1840. Reuss-Lobenstein en Ebersdorf. (Vorstendom.) Hendrik LXXII, geboren den 27sten Maart, 1797, aanvaardt de Regering den 10den Julij, 1822. Reuss-Schleiz. (Vorstendom.) Hendrik LXII, geboren den 31sten Mei, 1785, aanvaardt de Regering den 17den April, 1818. Rusland. (Keizerrijk.) Nicolaas I (Paulowitsch), Koning van Polen, geboren den 6den Julij, 1796, aanvaardt de Regering den 1sten December, 1825; gehuwd den 13den Julij, 1817, met Alexandra Feodorowna (Frederika Louisa Charlotta Wilhelmina) van Pruissen, geboren den 13den Julij, 1798. {==XL==} {>>pagina-aanduiding<<} Kroonprins: Alexander Nicolajewitsch, geboren den 29sten April, 1818. Saksen. (Koningrijk.) Frederik August, geboren den 18den Mei, 1797, aanvaardt de Regering den 6den Junij, 1836; gehuwd den 24sten April, 1833, met Maria Anna Leopoldina van Beijeren, geboren den 27sten Januarij, 1805. Saksen-Altenburg. (Hertogdom.) Jozef Frederik Ernst George Karel, geboren den 27sten Augustus, 1789, aanvaardt de Regering den 29sten September, 1834; gehuwd den 24sten April, 1817, met Amalia Thérèse Louisa Wilhelmina Philippina van Wurtemberg, geboren den 28sten Junij, 1799. Oudste dochter: Alexandrina Maria Wilhelmina Catharina Charlotta Thérèse Henriëtta Louisa Paulina Elisabeth Frederika Georgina, geboren den 14den April, 1818. Saksen-Coburg-Gotha. (Hertogdom.) Ernst August Karel Johan Leopold Alexander Eduard, geboren den 21sten Junij, 1818, aanvaardt de Regering den 29sten Januarij, 1844; gehuwd den 3den Mei, 1842, met Alexandrina Louise Amalia Frederika Elisabeth Sophia van Baden, geboren den 6den December, 1820. Saksen-Gotha-Altenburg. (Hertogdom.) Carolina Amalia van Hessen, geboren den 11den Julij, 1771; sedert den 17den Mei, 1822, weduwe van Hertog August. {==XLI==} {>>pagina-aanduiding<<} Saksen-Meiningen. (Hertogdom.) Bernard Erich Freund, geboren den 17den December, 1800, aanvaardt de Regering den 17den December, 1821; gehuwd den 23sten Maart, 1825, met Maria Frederika Wilhelmina Christina van Hessen, geboren den 6den September, 1804. Erf-Hertog: George, geboren den 2den April, 1826. Saksen-Weimar-Eisenach. (Groot-Hertogdom.) Karel Frederik, geboren den 2den Februarij, 1783, aanvaardt de Regering den 14den Junij, 1828; gehuwd den 3den Augustus, 1804, met Maria Paulowna van Rusland, geboren den 16den Februarij, 1786. Erf-Groot-Hertog: Karel Alexander August Johan, geboren den 24sten Junij, 1818. SardiniË. (Koningrijk.) Karel Albert Amadeus, geboren den 2den October, 1798, aanvaardt de Regering den 27sten April, 1831; gehuwd den 30sten September, 1817, met Maria Theresia Francisca Josepha Johanna Benedicta van Toskanen, geboren den 21sten Maart, 1801. Kroonprins: Victor Emanuël Maria Albert Eugenius Ferdinand Thomas, geboren den 14den Maart, 1820. {==XLII==} {>>pagina-aanduiding<<} Schaumburg-Lippe. (Vorstendom.) George Willem, geboren den 20sten December, 1784, aanvaardt de Regering den 18den April, 1807; gehuwd den 23sten Junij, 1816, met Ida Carolina Louisa van Waldeck, geboren den 26sten September, 1796. Erfprins: Adolf George, geboren den 1sten Augustus, 1817. Schleiz-KÖstritz. (Vorstendom.) Hendrik LXIV, geboren den 31sten Maart, 1787, aanvaardt de Regering den 22sten September, 1814. Schotland. (Koningrijk.) Zie Engeland. Schwarzburg-Rudolstadt. (Vorstendom.) Frederik Gunther, geboren den 6den November, 1793, aanvaardt de Regering den 6den November, 1814; gehuwd den 15den April, 1816, met Amalia Augusta van Anhalt-Dessau, geboren den 18den Augustus, 1793. Erfprins: Gunther, geboren den 5den November, 1821. Schwarzburg-Sondershausen. (Vorstendom.) Gunther Frederik Karel, geboren den 24sten September, 1801, {==XLIII==} {>>pagina-aanduiding<<} aanvaardt de Regering den 19den Augustus, 1835; gehuwd den 29sten Mei, 1835, met Frederika Alexandrina Maria Mathilda Catharina Charlotta Eugenia Louisa van Hohenlohe-Oehringen, geboren den 3den Julij, 1814. Erfprins: Karel Gunther, geboren den 7den Augustus, 1830. Siciliën. (Beide) (Koningrijk.) Ferdinand II (Karel), geboren den 12den Januarij, 1810, aanvaardt de Regering den 8sten November, 1830; gehuwd den 9den Januarij, 1837, met Maria Theresia Isabella van Oostenrijk, geboren den 31sten Julij, 1816. Kroonprins: Frans Maria Leopold, geboren den 16den Januarij, 1836. Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Augustenburg. (Hertogdom.) Christiaan Karel Frederik August, geboren den 19den Julij, 1798, aanvaardt de Regering den 14den Junij, 1814; gehuwd den 18den September, 1820, met Louisa Sophia, Gravin van Daneskiold-Samsoë, geboren den 22sten September, 1796. Oudste zoon: Frederik Christiaan August, geboren den 6den Julij, 1829. Sleeswijk-Holstein-Sonderburg-Glücksburg. (Hertogdom.) Karel, geboren den 30sten September, 1813, aanvaardt de Re- {==XLIV==} {>>pagina-aanduiding<<} gering den 17den Februarij, 1831; gehuwd den 19den Mei, 1838, met Wilhelmina Maria van Denemarken, geboren den 18den Januarij, 1808. Spanje. (Koningrijk.) Maria Isabella II (Louisa), geboren den 10den October, 1830, aanvaardt de Regering den 10den November, 1843. Toskanen. (Groot-Hertogdom.) Leopold II (Johan Jozef Frans Ferdinand Karel), geboren den 3den October, 1797, aanvaardt de Regering den 18den Junij, 1824; gehuwd den 7den Junij, 1833, met Maria Antonia van Sicilië, geboren den 19den December, 1814. Erf-Groot-Hertog: Ferdinand Salvator Maria Jozef Johan Baptist Frans Lodewijk Gonzaga Raphaël Reinier Januarius, geboren den 10den Junij, 1835. Turkije. (Keizerrijk.) Sultan Abdul-Medschid-Khan, geboren den 19den April, 1823, aanvaardt de Regering den 1sten Julij, 1839. Oudste zoon: Mohammed-Murad-Sultan, geboren den 22sten September, 1840. Venetië. (Koningrijk.) Zie Oostenrijk. {==XLV==} {>>pagina-aanduiding<<} Waldeck. (Vorstendom.) George Frederik Hendrik, geboren den 20sten September, 1789, aanvaardt de Regering den 9den September, 1813; gehuwd den 26sten Junij, 1823, met Emma van Anhalt-Bernburg-Schaumburg, geboren den 20sten Mei, 1802. Erfprins: George Victor, geboren den 14den Januarij, 1831. Waldeck. (Graafschap.) Karel, geboren den 17den November, 1778; gehuwd den 25sten April, 1819, met Carolina Schilling von Kanstadt, geboren den 2den Februarij, 1798. Oudste zoon: Adelbert Willem Karel, geboren den 19den Februarij, 1833. Wurtemberg. (Koningrijk.) Willem I (Frederik Karel), geboren den 27sten September, 1781, aanvaardt de Regering den 30sten October, 1816; gehuwd den 15den April, 1820, met Pauline Thérèse Louise van Wurtemberg, geboren den 4den September, 1800. Kroonprins: Karel Frederik Alexander, geboren den 6den Maart, 1823. Zweden. (Koningrijk.) Joseph Frans Oscar, Koning van Noorwegen, geboren den {==XLVI==} {>>pagina-aanduiding<<} 4den Julij, 1799, aanvaardt de Regering den 8sten Maart, 1844; gehuwd den 19den Junij, 1823, met Josephine Maximiliana Eugenia van Leuchtenberg, geboren den 14den Maart, 1807. Kroonprins: Karel Lodewijk Eugenius, geboren den 3den Mei, 1826. Zwitserland. (Gemeenebest.) Constantijn Siegwart Müller, Voorzitter van den Landdag. {==XLVII==} {>>pagina-aanduiding<<} Ministerie van Koloniën. Minister. J.C. Baud, * G.K. Fungerend Secretaris-Generaal. Jhr. J.P. Cornets de Groot, *. Referendarissen. P. de Munnick, *. Jhr. Mr. H. van Alphen. Waarnemend Administrateur der Koloniale Bestellingen. Jhr. Ridder T.V.A. de Stuers, * 3e. Kl., *, Kolonel van het O.I. Leger; Officier van het Legioen van Eer, en Ridder der Orde van den H. Mauritius en Lazarus van Sardinië. Contrôleur. A.A. de Meyier. Hoofd-Kommies. J.F. Boogaard, *. Kommiesen. Mr. P.C. de la Saussaye. W. van Rynberk, *, tevens Algemeene Boekhouder. {==XLVIII==} {>>pagina-aanduiding<<} H. de Bruyn. W.G.F. Briedé. L. Boas. J.J. Gosselin. J.A. Boogaard. J.W.C. Diepenheim. H.J. de Meyier. Adjunct-Kommiesen. J. Koet. J.G.P. Serrurier. E.L. Kindt. J.P. Feith. N.C. Mulder. C.H. Schovel. J.A. van Rynberk. J.W.F. van Hoorn. Koloniaal Bureau te Amsterdam. Magazijnmeester. P.L. de Munnick. Geëmploijeerden. X.A. Lurasco. G.F. ten Dall. Pensioen-fonds ten behoeve der ambtenaren in 's rijks Westindische koloniën, alsmede voor derzelver vrouwen en natelatene kinderen. P. de Munnick, *, Administrateur. H. de Bruyn, Amanuensis en Kassier. {==1==} {>>pagina-aanduiding<<} Hooge regering, schutterij, militie-wezen, kollegiën en ambtenaren in de gezamenlijke Nederlandsche Westindische bezittingen. {==3==} {>>pagina-aanduiding<<} Z.E. De Hoog Edel Gestrenge Heer BURCHARD JEAN ELIAS, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Gouverneur-Generaal der Nederlandsche Westindische Bezittingen, enz. enz. enz. Hoogstdeszelfs Adjudanten. R.H. ESSER, Ridder der Orde van den Ned. Leeuw, Kapitein. F.C. COBLYN, Kapitein. C.L. van MEERTEN, 2e. Luitenant. Procureur-generaal. Mr. P. de KANTER, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Administrateur van Financiën. C. LEERS, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. {==4==} {>>pagina-aanduiding<<} Gouvernements-secretaris. G.S. de VEER, Ridder der Orde van den Nederl. Leeuw. Koloniale raad. Z.E. de Gouverneur-Generaal, President. De Procureur-Generaal. De Administrateur van Financiën. J. Zaal. J. de Jager, Ez. J. Frouin. S. de la Parra. J.F. Roux. G.L. Röperhof. H.A. Buhk, Prov. Lid. De Gouvernements-Secretaris. Geregtshof in de kolonie Suriname. Mr. P. Fiers Smeding, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, President. Mr. C.A. Marchant. Mr. J.H. de Friderici. F.P. Penard, } Leden. Mr. H.C. Focke, } Leden. Mr. G. De Meinertzhagen, Prov. } Leden. Mr. D. Hoola van Nooten, id. } Leden. F.G. Pichot l'Espinasse, Plaatsvervangend } Leden. H.G. Roux, id } Leden. A. van Meerten, Griffier en Gekwalificeerd Lid. E.J. van Wyhe, Adjunct-Griffier, idem. {==5==} {>>pagina-aanduiding<<} Gemengd geregtshof tot wering van den slavenhandel. Het Presiderend Lid van het Geregtshof in de Kolonie Suriname, Regter van wege het Koningrijk der Nederlanden. Idem van wege het Koningrijk Groot-Brittanje. Arbiter van wege het Koningrijk der Nederlanden. H.C. Schenly, Idem van wege het Koningrijk Groot-Brittanje. J. Ellis, Secretaris. Pupillaire raad. Z.E. de Heer Gouverneur-Generaal, President. De Procureur-Generaal. De Administrateur van Financiën. Mr. A.T. Kruythoff, Secretaris. Particuliere Westindische Bank. Z.E. de Heer Gouverneur-Generaal, President } van de Hoofddirectie. De Procureur-Generaal, } Leden } van de Hoofddirectie. De Administrateur van Financiën, } Leden } van de Hoofddirectie. H. Kamerling, Commissaris der Bank. N.G. Vlier, Secretaris bij de Hoofddirectie. Raad van administratie van het pensioenfonds der ambtenaren. Z.E. de Heer Gouverneur-Generaal, President. {==6==} {>>pagina-aanduiding<<} De Administrateur van Financiën, } Leden. H. Kamerling, } Leden. A. van Meerten, } Leden. De Koloniale Ontvanger en Betaalmeester, Betaalmeester. F.C. Coblyn, Boekhouder, waarnemende de functiën van Secretaris. Kollegie van commissarissen van het departement der onbeheerde boedels. De Gouvernements-Secretaris, President. F.G. Pichot l'Espinasse, } Leden. H.G. Roux, } Leden. F.C. Coblyn, Secretaris. Praktizijns, postulerende voor de regtskollegiën alhier. Advocaten. Mr. C. Heilbron. Mr. P. Sichterman. Mr. B. Lyon. Mr. H. Heylidy, C. Jz. Mr. A.T. Kruythoff. Procureurs. H.D. van Meerten. H.F. Wesenhagen. N.G. Vlier. J.G.J. Helmcke. Heemraadschappen. Divisie Boven-Suriname en Thorarica, Litt. A. De Heer J. de Jager, Ez., Heemraad. C. Stein, Kapitein. J.B. Evertsz, 1e. Luitenant. {==7==} {>>pagina-aanduiding<<} J. Tyndall, } 2e. Luitenants. P. Ringeling, } 2e. Luitenants. C.F.W. Daser, } 2e. Luitenants. Divisie Para, Litt. B. De Heer S. de la Parra, Heemraad. C. de Jongh, Kapitein. F.L. Pichot, 1e. Luitenant. A. van Velsen, } 2e. Luitenants. H.T. de Jonge, } 2e. Luitenants. Divisie Boven-Commewijne, Litt. C. De Heer J. Frouin, Heemraad. M. Montecattini, Kapitein. T.E. Cannegieter, 1e. Luitenant. D.M. Uhlenkamp, } 2e. Luitenants. W. van der Heyde, } 2e. Luitenants. H. Rocquette, } 2e. Luitenants. Divisie Boven-Cottica en Perica, Litt. D. De Heer J. Frouin, Heemraad. J.A.W. Rivoire, Kapitein. A.H.F.J. Kennedy, buitengew. } 1e. Luitenants. C. van Tholl, } 1e. Luitenants. R. Peterson, } 2e. Luitenants. F. Weydeman, } 2e. Luitenants. Divisie Beneden-Commewijne, Litt. E. De Heer J. Zaal, Heemraad. {==8==} {>>pagina-aanduiding<<} J.A. Serquet, Kapitein. F.P. Triebels, } 1e. Luitenants. C.J. Kustuer, } 1e. Luitenants. T. Kaas, } 2e. Luitenants. B.W.v.d. Vlugt, } 2e. Luitenants. Divisie Beneden-Cottica, Litt. F. De Heer J. Zaal, Heemraad. J.A. Muller, Kapitein. 1e. Luitenants. W. Humphreys, } 1e. Luitenants à la suite. J.F. Betten, } 1e. Luitenants à la suite. A.J. van Sitteren, } 2e. Luitenants. P. May, } 2e. Luitenants. M. Kerster, 2e. Luitenants à la suite. Divisie Matappica, Litt. G. De Heer H.A. Buhk, Heemraad. W.P. Austin, Kapitein. G. van Behme 1e. Luitenant. J. Visser, } 2e. Luitenants. J.A. Gaddum, } 2e. Luitenants. Divisie Saramacca, Litt. H. De Heer J. de Jager, Ez., Heemraad. W. Meinard, Kapitein. J.P. van der Meer, 1e. Luitenant. S. van Thol, } 2e. Luitenants. J. Arrias, } 2e. Luitenants. {==9==} {>>pagina-aanduiding<<} Militaire-wezen in de Westindiën. militair geregtshof. Mr. P. Fiers Smeding, President. Mr. C.A. Marchant, } Leden. Mr. J.H. de Friderici, } Leden. R.H. Esser, Kapitein-Adjudant, } Leden. G.H. Honing, Chirurgijn-Majoor, titulair, } Leden. P. van Assen, 1e. Luitenant-Kwartiermeester, } Leden. J.F. Cassa, 1e. Luitenant, } Leden. J. van der Monde, Officier van Gezondheid van de 2e. klasse, Plaatsvervangend Regter. Mr. Ph. de Kanter, Advocaat-Fiskaal. A. van Meerten, Griffier. Auditeurs-militair. Mr. H.C. Focke, in Suriname. D. Gaerste, te Curaçao. Schutterij van Paramaribo. J. Helb, Majoor, met verlof in Nederland. H. Benjamins, Kapitein-Kwartiermeester. F.C. Coblyn, Kapitein-Adjudant van den Gouverneur-Generaal, Inspecteur van het Hospitaal. J. Ellis, Kapitein-Adjudant. E.J. Halfhide, 1e. Luitenant, Officier van Kleeding en Wapening. {==10==} {>>pagina-aanduiding<<} C.L. van Meerten, 2e. Luitenant en Adjudant van den Gouverneur-Generaal. Kapiteins. D. Benjamins. C. Vallée. J. Nunes. B. Lugard. J.C. Telting. Eerste Luitenants. J.H. Reyeg. H.S. Abendanon. C.J. Leysner. S.B. de Mesquita. J.E. Wesenhagen. Tweede Luitenants. H.E. Buhk, met verlof naar Nederland. R.H. Braam. G. Jacobs. S.H. de Granada. W. Benjamins. W. Brand Flu. S.M. Bromet. C. Kaersenhout. F.C. Kuster. J.G. Meurs. {==11==} {>>pagina-aanduiding<<} Bataljon jagers, No. 27. P. Balfour van Burleigh, Ridder der Orde van den Nederl. Leeuw, Kolonel, Kommandant in Suriname, met verlof in Nederland. R.F. Baron van Raders, Ridder der Orde van den Nederl. Leeuw, Kolonel titulair, Kommandant te Curaçao. G.J. van Spall, 1e. Luitenant-Adjudant te Curaçao. P. van Assen, 1e. Luitenant-Kwartiermeester in Suriname. G.C.P. Balfour van Burleigh, 2e. Luit.-Adj. in Suriname. Kwartiermeester te Curaçao, vacant sedert 1843. J. Schorrenberg, Chir.-Majoor te Curaçao. Chir.-Majoor in Suriname, vacant sedert 1842. H. van Meerbeek, Officier van Gezondh. 2e kl. in Suriname. H.J. Hille, idem........idem...idem. J.J. de Jongh, idem........idem te Curaçao. H.M. van Rhyn, idem........3e. kl...idem. F.W.Z. Tydeman, idem........idem in Suriname. A.J.E. Enzensberger, idem........idem...idem. Chir. 3e kl. in Suriname, vacant sedert 1842. Chir. 3e. kl. te Curaçao, vacant sedert 1843. Kapiteins. V.W. de Villeneuve, Ridder der Militaire Willems-Orde te Curaçao. {==12==} {>>pagina-aanduiding<<} R.H. Esser, Ridder der Orde van den Nederl. Leeuw, in Suriname, Adjudant bij den Gouverneur-Generaal, fungerend Chef van den Staf. J.D. van Koetsveld te Curaçao. C.B. Kraijenhoff van Wickera, Ridder der Militaire Willems-Orde in Suriname. H.J. Schorpion in Suriname. Eerste Luitenants. F.A. Jantke, in Suriname. D.A. du Cloux, te Curaçao. N. Galmeijer, idem. J. Bronner, in Suriname. J.H. Beunke, idem. E.J. Slengarde, te Curaçao, Adjudant bij den Gezaghebber. J.G. Balfour van Burleigh, in Suriname. Tweede Luitenants. T. Bonn, te Curaçao. T. Stolk, idem. A. van Doorn, in Suriname. J.F.W. Faulborn, idem. H. van Rhyn, te Curaçao. H.L. de Villeneuve, in Suriname. N. Nielson, idem. C.M. Nuboer, te Curaçao. J.A. van der Muelen, in Suriname. J. Schorrenberg, te Curaçao. {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} J.C.S. van Eps, in Suriname. J.J. Scheek, idem. in Suriname, vacant sedert 1844. Artillerij. J.L. de Casembroot, Majoor.......in Suriname. J.P.W. 's Graeuwen, Kapitein.....te Curaçao. J.F. Cassa, Ridder van de Militaire Willems-Orde, 1e. Luitenant in Suriname. W. Willemse, 1e. Luitenant te Curaçao. A. van Altena, 2e. Luitenant....idem. C. Janse, idem....in Suriname. H. Boer, idem.......idem. F.D.G. Rolandus, idem....te Curaçao. Kompagnie koloniale guides te Suriname. J.A. Cattula, Kapitein. B. Kerkhoff, 1e. Luitenant. C.E. Hoemann, 2e. Luitenant, met verlof in Nederland. J.A. Scheiderman, idem. A.D. Charlouis, idem à la suite. H.A. Monsanto, fils, Officier van Gezondheid 3e. klasse. C.F. Hiemcke, idem...........idem. Militair hospitaal te Paramaribo. S. Hulleman, Apotheker der 1e. klasse. G.H. Honing, Chirurgijn-Majoor, titulair. J. van der Monde, Officier van Gezondh. 2e. klasse. idem 3e. kl., vacant sedert 1843. {==14==} {>>pagina-aanduiding<<} J.J.H. Papet, Apotheker der 3e. klasse. A.H. Baert, idem. D.C. van Beulingen, Hospitaalmeester. C. Scherner, Hospitaalschrijver. Kweekelingen voor de geneeskundige dienst. G.A. Ferguson, Elève te Curaçao. N. Anslyn, idem. J.J. Juda, Kweekeling der 1e. klasse in Suriname, met verlof in Nederland. C.M. Scheek, Kweekeling der 3e. klasse in Suriname, met verlof in Nederland. Koloniale magazijnmeesters. J. Brouwer, 1e. Luit. Magazijnmeester van de Artillerij en Genie in Suriname. A.F. de Lange, Magazijnmeester van de Artillerij te Curaçao. Gepensioneerde officieren. M.A. Thurkow, Chir.-Majoor in Suriname. J. Muller, 1e. Luitenant.........idem. A.D.C. van Coevenhoven, 2e. Luitenant te Curaçao. Ambtenaar en geëmploijeerden bij het militair bureau. R.M. Alvares, Klerk. D.J. Lobo, Jr., Adjudant, Onderofficier. {==15==} {>>pagina-aanduiding<<} J.C.S. van Eps, in Suriname. J.J. Scheek, idem. in Suriname, vacant sedert 1844. Artillerij. J.L. de Casembroot, Majoor.......in Suriname. J.P.W. 's Graeuwen, Kapitein.....te Curaçao. J.F. Cassa, Ridder van de Militaire Willems-Orde, 1e. Luitenant in Suriname. W. Willemse, 1e. Luitenant te Curaçao. A. van Altena, 2e. Luitenant....idem. C. Janse, idem....in Suriname. H. Boer, idem.......idem. F.D.G. Rolandus, idem....te Curaçao. Kompagnie koloniale guides te Suriname. J.A. Cattula, Kapitein. B. Kerkhoff, 1e. Luitenant. C.E. Hoemann, 2e. Luitenant, met verlof in Nederland. J.A. Scheiderman, idem. A.D. Charlouis, idem à la suite. H.A. Monsanto, fils, Officier van Gezondheid 3e. klasse. C.F. Hiemcke, idem...........idem. Militair hospitaal te Paramaribo. S. Hulleman, Apotheker der 1e. klasse. G.H. Honing, Chirurgijn-Majoor, titulair. J. van der Monde, Officier van Gezondh. 2e. klasse. idem 3e. kl., vacant sedert 1843. {==16==} {>>pagina-aanduiding<<} Bureau van den procureur-generaal en parket van het publiek ministerie. Mr. P. Sichterman, Lands-Advocaat. a. Regterlijke Policie. C. Lion Arons, Eerste Assistent. J. van Lier, Assistent. A. Litwack, Luitenant van Policie. b. Administrative Policie. M.J. Gelderlin, Directeur op 's Lands Grond Boniface, Adjunct-Assistent. A.H. da Costa, Klerk. J.F. Faverey, Jr., idem. A. Lion Arons, } Surn. Klerken. ... Lenaar, } Surn. Klerken. G. Brinkman, Cipier in de Forteresse Zelandia. c. Registratie van Slaven. C.S. Spillenaar, Assistent. Agenten van Policie. Carl Regelitzky. Philip Nuyzel. Jan Schippers. Salomon Voorzanger. Dienaren der Justitie. A.P. Bassie. H. Muller. G. Frechiney. {==17==} {>>pagina-aanduiding<<} A. Dictus. J. Levie. P. Rompel. V. Dallenbach. A. Hospitaal. E. Martin. J. Becker. Veldwachters. J. Boderley. R. Sandmeyer. Departement van Financiën. Ambtenaren bij de administratie. N.C. Walther, } Eerste Kommiesen. J.F.L. Clemen, } Eerste Kommiesen. M.C. Cooman, } Tweede idem. N.M. Schuster, belast met het kalibreren van Zegels, } Tweede idem. C. Rens, } Tweede idem. G.F. Plunkett, } Tweede idem. S.A.C. Flu, Eerste Klerk. A.A. Rens, } Klerken. P.N. Greeber, } Klerken. Koloniale ontvanger en betaalmeester. J. Helb, met verlof in Nederland. {==18==} {>>pagina-aanduiding<<} Bureau van den Kolonialen Ontvanger en Betaalmeester. S. Polak, Eerste Assistent, fungerend Koloniaal Ontvanger. A.J. Comvalius, Az., } Tweede Assistenten. G. Overeem, } Tweede Assistenten. R.H. Braam, Tweede Kommies. E.T.A. Greeber, } Klerken. G.F. Wesenhagen, } Klerken. J.F. Meyer, F. Cz., Surn. Klerk. 's Lands magazijnen. Magazijnmeester. W. van Uytrecht. Tweede Kommies. E.A. von Wilweber et Allstaedt, Klerk. W.H. van Kruyne, idem. P.G. Labadie, idem. 's Lands waag. Waagmeester. A.E. Halfhide. C. Mortier, Assistent van den Waagmeester. M.C. Nassy, Meter der Sterke Dranken. P.C. van de Vreugd, Rooijer der Melassievaten. Stads-Geneesheer. J. Groesbeek, met verlof in Nederland. {==19==} {>>pagina-aanduiding<<} Stads-Heel- en Vroedmeester. G.H. Honing. Havenmeester. R.H. Esser. Stads-Bouwmeester. J.A. Voigt. Vendumeesters. M.A. Keyser. J.F. Faverey. A. Salomons. S.A.C. Flu. Vendu-Afslagers. M. Barends, Jr. Sam. J. Lyons, Adjunct. Griffie van het geregtshof. W.C. Grunberg, Kommies. H.T. Hart, Tweede Kommies Departement der onbeheerde boedels en weezen. Kurator en Weesmeester. W.H. Lans, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, met verlof in Nederland. Fungerende Kurators en Weesmeesteren. J.O.N. Engelbrecht. C. Lion Arons. {==20==} {>>pagina-aanduiding<<} Verdere Ambtenaren bij dit Departement. M.N. Arlaud, Tweede Kommies. C. Kaersenhout, idem. W. Brandt Flu, Eerste Klerk. J. Afflick, Klerk. J.E.T. Pottendorff, idem. C.W. Oehlers, idem. A.B. Frederik, } Geëmploijeerden. J.F. Saile Vanier, } Geëmploijeerden. J.H. Muller, } Geëmploijeerden. D.M. Fernandes, } Geëmploijeerden. E.H. Hoth, } Geëmploijeerden. J.H. Ferrier, } Geëmploijeerden. M.A. Coerland, } Geëmploijeerden. J.A. Eliazer, Bode van het Kollegie van Commissarissen, en Invorderaar. J. Solis, Huisbewaarder. Gezworen Klerken. P. Steinhard. S.H. de Granada. H.J. Raatgever. M.L. Goede. Exploicteuren. T.M. Schotborgh, Exploicteur bij het Geregtshof. A. de Randamie, Eerste Substituut-Exploicteur. J.A. Alexander, Tweede...idem....idem. L. Noizeux, Derde....idem....idem. J.A.A. Salomons, Substituut, speciaal voor de vervolging van Belastingschuldigen. {==21==} {>>pagina-aanduiding<<} Deurwaarders. W.J. Vanier, Speciaal ten dienste van het Geregtsh. A. Fernandes, Jr., } Speciaal ten dienste van de Commissie uit het Geregtshof tot de Kleine Zaken. A.M. Fernandes, } Speciaal ten dienste van de Commissie uit het Geregtshof tot de Kleine Zaken. D. Juda, Gekwalificeerde. Beëedigde Loodsen. T. Wood. H. Brush Jones. IJkmeester. D.J. Loth. Keurmeester van het Bestiaal. H.J. Wijnschenk, tijdelijk. Wijkmeesters. H.F. Wesenhagen, } Wijk A. Mr. B. Lyon, } Wijk A. J. van Lier, } Wijk A. J.C. Doerrleben, } Wijk B. J. Nunes, } Wijk B. J.J.B. de Mesquita, } Wijk B. J. Bromet, } Wijk C. P. Steinhard, } Wijk C. N.M. Schuster, } Wijk D. J.C. Muller, Az., } Wijk D. C.S. Spillenaar, } Wijk D. F.G. Pichot l'Espinasse, } Wijk E. J.F. Faverey, } Wijk E. {==22==} {>>pagina-aanduiding<<} M.J. Gelderlin, } Wijk F. J. del Prado, } Wijk F. J.A. de Vries, 1e. Buitenwijk. D.J. Loth, 2e....idem. Geëmploijeerden bij de Particuliere Westindische Bank. H.S. Abendanon, } Kommiesen. M. Troostenburg de Bruin, } Kommiesen. E. Matroos, Kamerbewaarder. Ambtenaren bij de Bevredigde Boschnegers. C.J. Geut, Posthouder, } bij de Aucaners. C.L. d'Hondt, Bijlegger, } bij de Aucaners. J.C. Theil, Posthouder, } bij de Saramaccaners. J.G. Kuse, Provis. Bijlegger, } bij de Saramaccaners. P.F. Corsten, Posthouder bij de Becoe- en Moesinga-Negers. Posthouder bij de Indianen. (Maratakka.) C. Benkens. Bedienaar der Begrafenissen. C.G. Kreps. Brandwezen. De Kommandant der Schutterij, Chef van het Brandwezen. De Administrateur van Financiën, Chef van het Materiëel. {==23==} {>>pagina-aanduiding<<} H.G. Roux, Opperbrandmeester. J.P.L. Weimann, Adjunct-Opperbrandmeester, met verlof in Nederland. H.J. Blancke, Assistent-Opperbrandmeester. Brandspuitmakersbaas. P. Demarchi, met verlof in Europa; wordende zijne functiën tijdelijk waargenomen door J. Machielse, Jz. Directeur van 's Lands Etablissement Batavia, in Coppename. ... Happé. Directeur van de Etablissementen van Houtvelling de Goede Hoop en Andresa, in Coppename. A. Allan. Directeur van 's Lands Grond Boniface, te Paramaribo. M.J. Gelderlin. Directeuren bij het Genie-Departement. H. Schenkel, in het Fort Amsterdam. J.A. de Vries, in het Fort Zelandia. Diverse beambten, enz. Gouvernements-Solliciteur. H.D. van Meerten. {==24==} {>>pagina-aanduiding<<} Gouvernements-Makelaar. A. van Gelder, Hz. Beëedigde Translateurs. C. Lion Arons. A.J. Comvalius, Az. A.P. Tirion. C.H.J. Slengarde. S. Abendanon, Sz. S. van Praag. H.J.J. Bramm. Beëedigde Boekhouders. J.D. Crol. E.A. von Wilweber et Allstaedt. H.J.J. Bramm. Beëedigde Landmeters en Rooimeesters. H.H. Hiemcke. A.G. Hiemcke. H. Boer. Scheepsmeter. F.C. Nahlop. Geadmitteerde Kruid- en Geweerverkoopers. Gebroeders Soesman. A. van Gelder, Hz. J.J. Bennernagel. Wilson en Dessé. {==25==} {>>pagina-aanduiding<<} Boekdrukkers en Courantiers J.J. Engelbrecht. Boon en Co. Alex. Lyons. J.C. Muller, Az. Boekbinders. J.F. Vernié. J.L. Marcus. Geadmitteerde Pontvoerders. M. de A.B. de Mesquita. Erven M.B. de Mesquita. P.H. Arons. G. Jacobs. L. Benescia. J.C. Nassy, Jr. A.B. de Mesquita. A.W. Oppenheimer. Beëedigde Wegers en Priseurs van Gouden en Zilveren Werken. S.H. Brandon, Jr. R. à Cohen. M. Jessurun. E.M. Morpurgo. {==26==} {>>pagina-aanduiding<<} Geneeskundige faculteit. Commissie van Geneeskundig Onderzoek en Toevoorzigt. Voorzitter. J. Frouin, Lid van den Kolonialen Raad. Assessoren. De Stads-Geneesheer. G.C. Berch Gravenhorst, Med. Doctor. G.H. Honing, Chirurgijn en Vroedmeester. J.C. Hartman, Apotheker. Plaatsvervangers. J.A. Muller, Med. et Art. Obst. Doctor. N.M. Bender, Apotheker. Scriba. J. Abrahamsz, Apotheker. Kamerbewaarder. J. Nassy. Commissie tot onderzoek naar de ziekte der melaatschheid en besmettelijke elephantiasis. Voorzitter. J. Frouin, Lid van den Kolonialen Raad. {==27==} {>>pagina-aanduiding<<} Assessoren. De Stads-Geneesheer. G.C. Berch Gravenhorst, Med. Doctor. G.H. Honing, Chirurgijn en Vroedmeester. M.M.A. Coupyn, Chirurgijn. Plaatsvervanger. J.A. Muller, Med. et Art. Obst. Doctor. Scriba. J. Abrahamsz, Apotheker. Kamerbewaarder. J. Nassy. Medicinae, chirurgiae et art. obstetriciae doctores. F.W. Hostmann, M.D. F.W. Cragin, M.C. et A.O.D. I.R. Arrias, M. et A.O.D. G.C. Berch Gravenhorst, M.D. J.A. Muller, M. et A.O.D. H. Rojer, M.C. et A.O.D. C. Landré, M.D. R.A. Balfour, M.D. F.W. Nolte, M.D. Chirurgijns. M.M.A. Coupyn. {==28==} {>>pagina-aanduiding<<} G.H. Honing. B. Weyl. C. Landré. Vroedmeesters. G.H. Honing. B. Weyl. Vroedmeesteres. Cath. Ortalli, geb. Knorr. Vroedvrouwen. A.P. Aulorius. Adjuba van Lemmers. Johanna Catharina Kamp. Christina Zomerman. H.P. Nehrkorn. C. Stierling, geb. Rincke. C.H. Aulorius. Wed. Emanuels, geb. Samuels. J.E. Gronert. G.A.U. von Knobbelsdorff. Apothekers. Gebroeders Lugard. J.F. de Rooy. A.B. de Vries, Jr. Wed. A.J. Samuels. H. Goudman en Co. {==29==} {>>pagina-aanduiding<<} J. Abrahamsz. J.C. Hartman en Co. D. Coronel. C.D. Betting en L.G. Heilbron. N.M. Bender. Chirurgijns in de divisiën. C.G.F. Schreiber, in Beneden-Commewijne. in Matappica. C. Buchlein, idem. H.N.W. Ryke, in Boven-Cottica. A.C. Westerveld, in Opper-District Nickerie. J.J. Bruining, in Thorarica. F. Ortalli, in Boven-Commewijne. G.F. Pietziker, in Saramacca. F.W.Z. Tydeman, Officier van Gezondh. 3e. kl. A.J.E. Enzensberger, idem. C.F. Hiemcke, idem. Eerdienst. Hervormde gemeente. Predikant. A. Roelofsz, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw. Ouderlingen. F.P. Penard. {==30==} {>>pagina-aanduiding<<} C.A. Batenburg, Kerkmeester. J.F. de Rooy. F.G. Pichot l'Espinasse, Kassier. J. Zaal. J. de Jager, Ez. Diakenen. J.F. Roux. H. Degenhard. J. Frouin. H.J. Raatgever, Scriba. J.G. Kramer. C.S. Spillenaar, Adj.-Kerkmeester. Voorzanger. J.C. Kosterman. Koster. T.P. Kaersenhout. J.C. Nassy, Dz., Adjunct. Diakenen in de Divisiën. H. Schenkel, in Thorarica, of Bened.-Suriname. A. van Velzen, } in Para. F.L. Pichot, } in Para. J.H. Gaddum, } in Matappica. J. Thooft, } in Matappica. C. Bylaart, } in Boven-Commewijne. H. Rocquette, } in Boven-Commewijne. {==31==} {>>pagina-aanduiding<<} J.J. Spiering, } in Beneden-Commewijne. C. de Lange Gaddum, } in Beneden-Commewijne. H.F. Ritter, } in Beneden-Cottica. D. Coenders, } in Beneden-Cottica. C. van Hees, Pz., } in Beneden-Cottica. J.A.W. Rivoire, } in Boven-Cottica en Perica. L.A. van Gent, } in Boven-Cottica en Perica. C. van Thol, } in Boven-Cottica en Perica. C.J. Wolff Juliaans, } in Saramacca. A. Warnsinck, } in Saramacca. Evangelisch-Luthersche gemeente. Predikant. Carel Moritz Moes. Ouderlingen. J.P.L. Weimann, Kerkmeester. J.A.H. Arnzen. J.C. Hartman. M.A. Thurkow. P. Steinbard. Diakenen. H.E. Buhk. Mr. H.C. Focke, Scriba. T.M. Schotborgh. A. Wildeboer. C. Reelfs. {==32==} {>>pagina-aanduiding<<} J.C. Telting, J. Gz. F.C. Kuster. ................ Voorzanger en Koster. J.L. Treurniet. C.F. Schwitsky, Assistent-Koster. Organist. J.G. Schuchardt. Ouderlingen en Diakenen in de Divisiën. F. Weydeman, } in Boven-Cottica en Perica. C.H. Becker, } in Boven-Cottica en Perica. J.F. Werges, } in Beneden-Cottica. } in Beneden-Cottica. S.F.J. Kuhn, } in Boven-Commewijne. ... } in Boven-Commewijne. A.G. Rehme, in Beneden-Commewijne. D.W. Croockewitt, } in Thorarica. H. Kettenbelt, } in Thorarica. ... } in Para. ... } in Para. G.C. Fuchs, } in Matappica. W. Haverkamp, } in Matappica. H.G. Buddenberg, in Saramacca. {==33==} {>>pagina-aanduiding<<} Voorstanders der evangelische broeder-gemeente. Te Paramaribo. O. Tank. W. Treu. C. Döhrmann. C.B. Henn. J.G. Wünsche. C.F. Bauch. H.M. Sand. A.H. Rätbling. J.G. Meisner. Op de Plantaadje Charlottenburg. H.J. Bleichen. J.G. Stanke. F. Jansa. Bij de Bevredigde Boschnegers. R. Schmidt. Opper-District Nickerie. J.H. Jacobs. Roomsch-Katholijke gemeente. R.-K. Priester en Pastoor, Prefect der Surinaamsche Missie. G. Schepers. {==34==} {>>pagina-aanduiding<<} Kapellanen. T. Kempkes, } R.-K. Priesters. P. Donders, } R.-K. Priesters. G.J. Heininck, } R.-K. Priesters. Kerkbestuur. G. Schepers, President, fung. Thesaur. T. Kempkes, } Leden. P. Donders, } Leden. G.J. Heininck, } Leden. L.D.J. van Bommel, } Leden. F.F.J. Bothe, } Leden. H.A. Bothe, } Leden. B.H. Klosterman, } Leden. Armbestuur. G. Schepers, President. T. Kempkes. P. Donders. Collectanten voor Paramaribo. L.D.J. van Bommel. F.F.J. Bothe. H.J. Himmen. C. Derks. B.H. Klosterman. J. van Bommel, Jr. J.B. Le Duc. J. Scheen. {==35==} {>>pagina-aanduiding<<} F.H. Flu. A.B. Frederik. Organist en Voorzanger. H.J. Himmen, Jr. Koster. J.M. Bernhard. Collectanten in de Divisiën. R. O'Ferrall, in Boven-Suriname. W.T. de Jonge, in Beneden-Suriname. G. Markes, in Matappica. F. Montecattini, in Boven-Commewijne. C. Kustner, } in Beneden-Commewijne. F.P. Triebels, } in Beneden-Commewijne. J.H. Hostmann, } in Boven-Cottica en Perica. J. van der Veldt, } in Boven-Cottica en Perica. J. Betting, in Beneden-Cottica. Y. Sibilo, in Saramacca. Nederlandsch Portugeesch-Israëlitische gemeente. Parnassijns. M.N. Monsanto. R. del Castilho. S.B. de Mesquita. A.J.H. Contino. {==36==} {>>pagina-aanduiding<<} Secretaris. M.C. Nassy. Ontvanger. Jacob de Miranda. Kerkelijke beambten. Synagoge te Paramaribo. M. Jona, } Voorbidders. M. Morpurgo, } Voorbidders. Synagoge op de Savane. J.J. Fernandes, Voorbidder. Kosters. Emanuel de Mesa, te Paramaribo. Dd. B.J. Lobo, idem. M. da Fonseca, op de Savane. Nederlandsch-Israëlitische gemeente. Parnassijns. J.S. Ries, Voorzitter. J. Juda, Tweede Parnassijn. J.A. de Vries, Derde idem. M.J. Polak, Ontvanger en fung. Secretaris. Ouderlingen. D.M. Sanches. M.A. Keyzer. {==37==} {>>pagina-aanduiding<<} C. Lion Arons. A.S. van Coerland. J. Abrabams, Sr. A. Salomons. J. Bromet. Mr. C. Heilbron. Armbestuur. S. Polak, Voorzitter. J.E. Soesman, Penningmeester. Mr. B. Lyon, } Commissarissen. D. Benjamins, } Commissarissen. A. Harris, } Commissarissen. J.A. Alexander, Secretaris. Voorzangers. P. Heilbron. M.J. Keyzer. Koster. M. Barend, Jr. Leden tot de Correspondentie met de Nederlandsche Hoofd Commissie. S. de la Parra. D.M. Sanches. {==38==} {>>pagina-aanduiding<<} Bestuurders van onderscheidene commissiën, genootschappen, maatschappijen, enz. Commissie van onderwijs. Ds. A. Roelofsz, Voorzitter. C.A. Batenburg, Penningmeester. Ds. C.M. Moes. Mr. D. Hoola van Nooten, Secretaris. H.F. Wesenhagen. Hoofd-Schoolonderwijzer. C.A. Batenburg. Stads-Schoolonderwijzers. J.A.H. Arnzen, Eerste. J.A. Andriessen, Tweede. Onderwijzers en Onderwijzeressen. S. del Castilho. P. Heilbron. G.A. Kat. D. Vieira. J.A. Muller. De Wed. M.M. Lelyveld. J.C. Jonas. {==39==} {>>pagina-aanduiding<<} Commissie ter bevordering der bedoelingen van het Nederlandsch genootschap: tot zedelijke verbetering der gevangenen. Mr. Ph. de Kanter. C. Leers. G.S. de Veer. Mr. C.A. Marchant. F.P. Penard, Thesaurier en Secretaris. Ds. C.M. Moes. Maatschappij ter uitbreiding van het christendom onder de heidensche bevolking. Hoofdbestuur. Z.E. de Heer Gouverneur-Generaal, President. Ds. A. Roelofsz, Vice-President. J. Zaal, } Directeuren. C. Leers, } Directeuren. Ds. C.M. Moes, } Directeuren. J. Frouin, } Directeuren. H. Kamerling, Thesaurier. Mr. H.C. Focke, Secretaris. Surinaamsche maatschappij van weldadigheid. Hoofdbestuur. J.C. Muller, Az., Voorzitter. {==40==} {>>pagina-aanduiding<<} M.M.A. Coupyn, } Hoofdbestuurders. D.M. Sanches, Buitengewoon } Hoofdbestuurders. N.G. Vlier, } Hoofdbestuurders. H.F. Wesenhagen, } Hoofdbestuurders. J.J. Engelbrecht, } Hoofdbestuurders. H.J. Raatgever, Algemeene Secretaris. Mr. G. de Meinertzhagen, Tweede Algem Secretaris. J.J. Leysner, Algem. Penningmeester. Afdeeling Suriname des Nederlandschen bijbelgenootschaps. Ds. A. Roelofsz, President. F.P. Penard, } Directeuren. Mr. Ph. de Kanter, } Directeuren. J. Abrahamsz, } Directeuren. Ds. C.M. Moes, } Directeuren. C. Leers, Thesaurier. Mr. C.A. Marchant, Secretaris en Boekbewaarder. Afdeeling Paramaribo der Nederlandsche protestantsche maatschappij: tot bevordering van welstand, vooral onder landlieden. Ds. A. Roelofsz, Directeur. Amsterdamsch zeemanskollegie: Zeemanshoop. C. Barends, Gemagtigde en Correspondent. {==41==} {>>pagina-aanduiding<<} Commissie van het fonds tot aanmoediging en ondersteuning van de gewapende dienst in de Nederlanden. Mr. P. Fiers Smeding, President. N. Box. E. van Emden, Thesaurier, uitlandig. Departement Paramaribo van het instituut voor doofstommen te Groningen. E. van Emden, Thesaurier, uitlandig. N.G. Vlier, Secretaris. Corresponderend lid van het nederlandsch godsdienstig traktaat-genootschap. Mr. C.A. Marchant. Vrijmetselaars-loges. Gesubstituëerde groot-meester-nationaal voor de opper- en symbolieke graden in de nederl. westind. bezittingen. Mr. Ph. de Kanter. Kapittel voor de hooge orden: Prudentia. Mr. Ph. de Kanter, Groot-Meester. {==42==} {>>pagina-aanduiding<<} N.G. Vlier, Groot-Inspecteur. J. de Jager, Ez., Eerste Opziener. J.P.L. Weimann, Tweede - M.M.A. Coupyn, Gesubstituëerd Opziener. Mr. P. Sichterman, Redenaar en Kanselier. H.A. Buhk, Thesaurier. Loge: concordia. Mr. Ph. de Kanter, Meester van Eer. J. de Jager, Ez., Regerend Meester. N.G. Vlier, Gesubstituëerde Meester. J.P.L. Weimann, Eerste Opziener. M.M.A. Coupyn, Tweede - H.E. Buhk, Gesubst. - J.J. Ooykaas, Jr., Secretaris. M.L. Goede, Adjunct-Secretaris. Mr. B. Lyon, Redenaar. H.A. Buhk, Thesaurier. L.A. de Mesquita, Voorbereider. F. Carstairs, Adjunct-Voorbereider. A. van Gelder, Hz., Ceremoniemeester. H.R. Gummels, Fiskaal. C. Reelfs, Intendant, Bouwmeester en Meubelbewaarder. S. Hulleman, Aalmoezenier. J. Lyon, Dekker. Loge: De Standvastigheid. J. Bromet, Regerend Meester. {==43==} {>>pagina-aanduiding<<} J. Nunes, Eerste Opziener. H.S. Abendanon, Tweede - M.J. Polak, Thesaurier. J.B. Monk, Secretaris. Dezelve, afdeeling u∴ en o∴ u∴ m∴ Sal. Polak, Groot-Meester. J. Bromet, Eerste Opziener. M.J. Polak, Tweede - J. Emanuels, Thesaurier. G. Jacobs, Secretaris. J. Lyon, Ceremoniemeester. J. Emanuels, Wachter. Tooneel-genootschap: Thalia. N.G. Vlier, President. F.P. Penard, } Commissarissen. Mr. H.C. Focke, } Commissarissen. J. Helb, Tooneelmeester. H.J. Blancke, Penningmeester. H.F. Wesenhagen, Secretaris. Districten Nickerie. Neder-district. Landdrost. J.D. Crol. {==44==} {>>pagina-aanduiding<<} Landschrijver. J.F. Gordon, tevens als Gezworen Klerk de Notariële Praktijk uitoefenende. Raad van Hoofd-Ingelanden. President. De fungerende Landdrost. Raden. James Gordon. G. Nicholson. A. Macdonald. Secretaris. De Landschrijver. Fungerend Protestantsch Zendeling. H.R. Wichers. Kerkmeesters. J.F. Gordon. A. Desse. Schutterij. De Landdrost, Kapitein. H. Tyndall, 1e. Luitenant. A. Macdonald, 2e. - A. Desse, 2e. - J.F. Gordon, 2e. - Adjudant. J. Wilson, 2e. - {==45==} {>>pagina-aanduiding<<} Opper-district. Landdrost. F.W. Faerber. Raad van Hoofd-Ingelanden. President. De Landdrost. Raden. W. Ferrier. W. Mackintosh. Ths. Gray. Schutterij. De Landdrost, Kapitein. W. Mackintosh, 1e. Luitenant. A. Mackintosh, 2e. - J. Mackbean, 2e. - Curaçao. R.F. Baron van Raders, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Kolonel titulair, Gezaghebber van Curaçao, Bonaire en Aruba. E.J. Slengarde, 1e. Luitenant-Adjudant bij den Gezaghebber. Mr. H.W. de Quartel, Procureur des Konings. J.P. Bosch, Administrateur van Financiën. {==46==} {>>pagina-aanduiding<<} C.L. van Uytrecht, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Ontvanger. H. Kikkert, fungerend Weesmeester. Koloniale raad. De Gezaghebber, President. J.P. Bosch, } Leden. C.L. van Uytrecht, } Leden. Jan Schotborgh, Mz., } Leden. Abraham Haim, Senior, } Leden. Mr. Jan Schotborgh, Hz., } Leden. H. van der Meulen, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Honorair Lid. Jonkheer J.J. Rammelman Elsevier, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Secretaris. Regtbank. Mr. J.B. Gravenhorst, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, President. J. Lauffer, } Leden. C.A. Zeppenfeld, } Leden. J.J. Pool, } Leden. A.L.S. Muller, } Leden. P. Koentze, } Leden. M.C. Henriquez, } Leden. A. Beaujon, Griffier. Militaire-wezen. R.F. Baron van Raders, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Kolonel titulair, Kommandant. {==47==} {>>pagina-aanduiding<<} C.L. van Uytrecht, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Majoor, Kommandant van de Schutterij en van den Landstorm. (Zie verder Suriname.) Kerkelijke beambten. C. Conradi, Predikant bij de Vereenigde Protestantsche Gemeente. M.J. Nieuwindt, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Apostolische Vicaris van Curaçao, Bisschop van Curium in partibus infidelium. L. van Lommel, Kapellaan. A. van Leest, idem. J.J. Putman, idem. J. Ledel, idem. N. Molenaar, idem. Kommandeur van Aruba, J. Jarman. Idem van Bonaire, J. Schotborgh. St. Eustatius. J. de Veer, Majoor, Gezaghebber van St. Eustatius en Saba. J.A. de Veer, 2e Luitenant bij de Schutterij, Adjudant bij den Gezaghebber. A.H. Bisschop Grevelink, Koloniale Secretaris, Procureur des Konings. M.W. Cruger, Administrateur van Financiën en Koloniale Ontvanger. {==48==} {>>pagina-aanduiding<<} Koloniale Raad. F.G. Groebe, President. W.P. Hodge, } Leden. C. Mussenden, } Leden. J. Verschuur, } Leden. M.W. Cruger, } Leden. R.H. Moore, } Leden. A.H. Bisschop Grevelink, Secretaris. Regtbank. De Leden van den Kolonialen Raad, van welke het oudste Lid het Voorzitterschap waarneemt. Kommandant van de schutterij. C. Mussenden, Kapitein. St. Martin. J.W. van Romondt, Gezaghebber ad interim. G. du Cloux, Koloniale Secretaris, Procureur des Konings. D.C. van Romondt, Administrateur van Financiën en Koloniale Ontvanger. Koloniale raad. A. Heyliger, President. {==49==} {>>pagina-aanduiding<<} G. du Cloux, } Leden. J.J. Romney, } Leden. L. Percival, } Leden. G. Illidge, } Leden. J.D. Gumbus, } Leden. A. Kolff, Secretaris. Regtbank. De Leden van den Kolonialen Raad, van welke het oudste Lid met het Voorzitterschap bekleed is. Kommandant van den landstorm. A. Heyliger, Kapitein. {==50==} {>>pagina-aanduiding<<} Chronologische naamlijst der Leden van het Departement Paramaribo, der maatschappij: Tot Nut van 't Algemeen. Bestuurders. H.F. Wesenhagen, Voorzitter. H.J. Blancke, Penningmeester, } Bestuurders. Mr. P. Sichterman, } Bestuurders. H.J. Raatgever, Secretaris, } Bestuurders. Dr. G.C. Berch Gravenhorst, } Bestuurders. Mr. H.C. Focke, } Bestuurders. J.A.H. Arnzen, } Bestuurders. Commissie tot de redactie van dezen almanak. Het bovengenoemd Bestuur. Honoraire leden. Z.E. de Schout-bij-Nacht J.C. Rijk, Oud-Gouverneur-Generaal der Nederlandsche Westindische Bezittingen, thans Minister van Marine, te 's Gravenhage. Z.E. de Hoog Edel Gestrenge Heer B.J. Elias, Gouverneur-Generaal der Nederlandsche Westindische Bezittingen. {==51==} {>>pagina-aanduiding<<} H.W. Wijsman, te Amsterdam, Algemeen Gevolmagtigde van het Departement, deszelfs Vertegenwoordiger en Afgevaardigde bij de Algemeene Vergaderingen der Moeder-Maatschappij. H. Uden Masman, } in het Moederland. J.H. Schultz, Jansz., } in het Moederland. E.G. Veldwijk, } in het Moederland. W.A. Wijsman, } in het Moederland. Fred. Wijsman, } in het Moederland. C.A. Batenburg, Donateur. De Wed. A.W. Catriëls, geb. Zeeberg, Donatrice. Leden, volgens ancienneteit. 1819. H. Kamerling. N.G. Vlier. 1820. M.A. Thurkow. 1821. J. de Jager, Ez. J.F.L. Clemen. 1822. A.F. Lammens, Jr. J. Helb. J. Zaal. G. Polichy. P.P. Spillenaar. H.A. Tirion. 1823. C. Barends. J.F. Faverey. {==52==} {>>pagina-aanduiding<<} J.O.N. Engelbrecht. C.L. de Veer. N. Box. J.J. Bennernagel. D.G. Ney. N.M. Schuster. 1824. J.J. de Mesquita. M.J. Gelderlin. J.J. Engelbrecht. D.J. Loth. F.W. Hostmann. F.J.L. Rens van Onna. 1825. M.M.A. Coupyn. C.J. Wolff Juliaans. G.S. de Veer. W. Haverkamp. H. Scorpion. J.A.H. Arnzen. 1826. H.A. Buhk. B. Calgren. A. Wildeboer. A.A. Gehrels. J. Goede. G.A. van Meerbeek. J.G. Geyer. C.G. Schmidt. 1827. P. van Assen. F.A. Jantke. T. Walton. J. del Prado. 1828. Mr. P. Fiers Smeding. A. Roelofsz, V.D.M. F. Mazer. J.F. Halfhide. J.G. Kramer. C. Campbell, Jr. P. Ringeling. H.P. Ulrich. Mr. H.R. Hayunga. R.H. Esser. P.H. Arons. {==53==} {>>pagina-aanduiding<<} 1829. C.S. Spillenaar. C.B. Krayenhoff van Wickera. F.G. Pichot l'Espinasse. Mr. H. Heylidy, C. Jz. A.P. Tirion. J.F. Werges. J. Abrahamsz. C. van Glanen Weygel. G. Brinkman. C.J. Fuchs. H. Degenhard. G. van Polen Hulleman. 1830. T. Sevenoaks. S. Hulleman. J.A.W. Rivoire. A. Smit. J.F. Betten. C. Bylaart. 1831. H.W. Buillab. J.A. Scheiderman. J.H. Kleine. 1832. D. Coenders. C. Cornelissen. J. de Nyevelt. 1833. J.C. Freudenberg. H.J. Blancke. 1834. A.J. Comvalius, Jr. F.B. Sanches. E. Scheffer. Mr. J.H. de Friderici. J.F. Cassa. J.C. van Weede. G.A. Kat. 1835. H. Schenkel. M. Kerster. G.G. Frenckel. {==54==} {>>pagina-aanduiding<<} F.C. Coblyn. W. de Villeneuve. J.A. Voigt. A. Frezie. J.F. Roux. 1836. L. Bixby. F.L. Imthurn. G.H. Gallup. J. Gaddum. H.F. Wesenhagen. C.G.F. Schreiber. J.J. Leysner. J.A. Lauwerens. A. van Doorn. H.L. de Villeneuve. 1837. J. Visser. G.H. Honing. C.E. Hoemann. E.F. Johanns. Mr. J.C. Palthe Wesenhagen. H. Rocquette. Hor. D. Ellis. J.A. Muller. D. de Meinertzhagen. J.H. Geursman. Mr. H.C. Focke. J.H. Reyeg. J.W. Kempff, Wz. C.D.L. Gaddum. J.H. Cordua. J.A. Andriesen. M.L. Goede. 1838. G.F. Plunkett. H.N.W. Reyke. C.C. Graansma. Mr. P. Sichterman. J. Ellis. R. Fisher. C. Ludwig. D.N. Croockewit. J. Oudemast. 1839. J. Brouwer. C. Janse. H. Boer. H.E. Buhk. {==55==} {>>pagina-aanduiding<<} R.M. Alvares. J.P. van der Meer. Mr. A. Kikkert Schotborgh. C.L.G. van Amson. C.J. Farwell. J.F.W. Faulborn. C.L. Hirschfeld. S.A.C. Flu. P. Kuvel. H.T. de Jonge. J. Buschman. C. van Hees, Pz. A.H. Monsanto, fils. 1840. P. Harrevelt. N. Nielson. 1842. N.J. Kelk. C.W. Knauff. B.C. van den Ende. A. de Bergh. H.A. Bothe. C.M. Moes, V.D.M. W.H. van Kruyne. H.H. Kramer. C.H. van Gerholdt. Mr. D. Hoola van Nooten. J.C. Muller, Az. H.J. Raatgever. L.A. de Mesquita. C. Ricketts. G. Ellart. G.L. Röperhoff. J. Kracht. C.J. Leysner. W. van der Heyde. C. de Jongh. 1843. Dr. G.C. Berch Gravenhorst. J.P. Weveringh. H.G. Buddenberg. P.H. Sluyter. M.R. Mattes. J.J. Spiering. J.L. de Casembroot. R.J. Gollenstede. J.C. Kosterman. J.C. Telting, J.Gz. F.L. Pichot. {==56==} {>>pagina-aanduiding<<} J.A. Mertens. J. van der Veldt. Dr. H. Rojer. G. Duyckinck. J.Q.H. van Wyk. J.G. Malmberg. A.J. van Sitteren. 1844. J.F. Bronner. J.J. Scheek. J. Gardner. {==57==} {>>pagina-aanduiding<<} Naamlijst der plantaadjes en gronden, aanwijzende de grootte der concessiën en derzelver produkt, zoo ook de namen der heeren eigenaren, directeuren en administrateuren. {==59==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Suriname, regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. L.A. Akkers. Land van Bergendaal 2750 Zie Sur. link. Remoncour 5 4250 Hout. Jan en Saratje Suijders. G.N. Prins. De Eigenaar en Eigenares. Solitaire Onbek. Hout. Werkplaats van Weltevreden. Moederszorg 7 5000 Hout. D.J. Lobo, Jz., Eigen., Dir. en Administrateur. De Goede Vriend 1100 Kost. A.M. Robles. Robleskamp 500 Hout. Garciaskamp La Providence. Verl. Werkplaats van Staf Arons. Morea 7 900 Hout. L. Lowijn. L. Lowijn. De Eigenaar. Yenetia Verl. Aan Pl. la Diligence. Bigrar Verl. Werkplaats van Ramor. Verhuurd aan J.H. de Meza. Cadix en Co Verl. Non pensé Auca Hout. Aan Pl. la Diligence. Land van Quamabo Hout. Land van Diligence Hout. jodensavane. Port. Israël. Gemeente. Mahanaim Verl. Surimombo. } 10 { 3439 Hout. G. Blancke, qq. W. Willink, Jr. qq. en A. Krook van Harpen, qq. J.D. Sanches. In huur v. Wed D. Sanches. en Palmeneribo } 10 { 3640 Hout. G. Blancke, qq. W. Willink, Jr. qq. en A. Krook van Harpen, qq. J.D. Sanches. In huur v. Wed D. Sanches. Bamby } Verl. Estherslust } Verl. Libanon } Verl. St. Domingo } Verl. La Confiance en Nw. Hazard. } Verl. {==60==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Suriname, regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Boaviste en Welbedscht Suiker. Aan Pl. la Simplicité. Bonaventure } 204 Verl. Descanzo } 1500 Verl. J. Bent. J. Bent. Nw. Bergen op Zoom } 341 Verl. Verwachting } 20 366 Rijst. M.L. Barnett, D. Benjamins, W. Benjamins en S. Bromet. H. Holmes. De Eigenaren. en Weykslust } 20 500 Rijst. M.L. Barnett, D. Benjamins, W. Benjamins en S. Bromet. H. Holmes. De Eigenaren. Toledo en Nieuwrust } 81 800 Suiker. R. O'Ferrall. R. O'Ferrall. H.G. Roux en R. O'Ferrall, seq. Goede Vrede 65 1043 Suiker. Fds. Sobre. J. Keesen. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Nieuw Loefbeek Verl. Fonds W.G. Deutz. Goosen 800 Verl. Carthago 380 Verl. Portorico 350 Verl. Rac à Rac 90 1390 Suiker. Erven Jackson, Erv. v.d. Landen en J. Zaal. J. Robles de Medina. J. de Jager, Ez., A. van Velzen, H.G. Roux en J. Zaal. Groot Chatillon 235 1275 Suiker. D.B.d. Mesquita, pr. en n. ux. Jos. B. de Mesquita Arrias. D.B. de Mesquita. Gelderland 1000 Verl. Kl. Chatillon Verl. Rorac en Claverblad 79 2130 Suiker. Fonds W.G. Deutz. J. Heil. J. Zaal en J. de Jager, Ez. St. Eustatius 86 1000 Suiker. Erv. A.R. Jolles en R. le Chevalier. D.W. Croockewit. J. de Jager, Ez. en D.W. Croockewit. L.v. Nw. Weêrgevonden Zie Surnaus-Kreek. St. Barbara 126 1990 Suiker G. Varlet, S.B.v.d. Upwich en C.J.v.d. Upwich. W.E. Carriere. G.C.B. Weissenbruch en J.C. de Cordus Freudenberg. Mond der surnaus-kreek, zie aldaar. L.v. Heystvl Merveille 199 1800 Suiker. Erv. S.v. Heyst. C.F.W. Daser. J. de Jager, Ez. en J. Zaal. Maagdenburg 121 1023 Suiker. P. Wachter en Zonen, qq. H. Kettenbeld. J. Frouin en B.C. van den Ende. Laarwyk 1123 Kost. Erv. v. Heyst. Aan Pl. Merveille. {==61==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Suriname, regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Vreeland 156 1000 Suiker. Fonds W.G. Dentz. J. Heil. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Petersburg 222 625 Suiker. John Young. Dugald Cameron. A.W. White. De Hoop 166 2580 Suiker. Fds. Fraissinet en van Baak. P. Kampf. J. Frouin en C. Barends. Mond der paulus-kreek, zie aldaar. La Liberté 154 1735 Suiker. Th.v. Schaak. C. Stein. F.G. Pichot de l'Espinasse, C.F. Bernhard en C. Stein. Peperpot } 66 902 Koff. en Kostgr. C.L. de Veer. C.L. de Veer. De Eigenaar. Mopentibo } 66 654 Koff. en Kostgr. C.L. de Veer. C.L. de Veer. De Eigenaar. Meerzorg 333 2910 12/26 Suiker. Erv. P. Amsing. R. Humphreys. J. Zaal en J.F. Roux. Jagtlust 225 1000 Koffij. Erv. Wed. G.N. Linck, geboren Vogt. Frenkel. G.F. Henekel. Derdrecht 117 500 Suiker. L.P. Bienfait. J.C.v. Weede. J. Frouin en J.C.v. Weede. Lust en Rust 34 800 Koffij. J.B. Evertsz. J.B. Evertsz. J.B. Evertsz. Belwaarde 83 1000 Suiker. J. Leach. J. Leach. J. Leach. Clevia Ingen. Etabl. Bl. Th. Keen. In huur van W. Jackson. Susannasdaal 123 508 Suiker. J. Cockerill en Jos. Lyon. C.G.L. Kuhn. A.H.F.J. Kennedy en J. Lyon. Voorburg 156 1500 Suiker. Moyet en Co. W. Greiff. H.A. Tirion en J. Zaal. Forteres Nw.-Amsterdam. Zamenvloeijing der Commewijne en Suriname. Redoute Leyd. Militaire Post. Litt. f. Pl. Bremen Verl. De Resolutie 394 909½ Suiker. H. Bylaart en G.L. Röperhoff. W. Humphreys. H. Bylaart en G.L. Röperhoff. Mond der jonkermans-kreek, zie aldaar. Braamspunt Militaire Post aan Zee. {==62==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Suriname, linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Litt. A. Akkers. Victoria 53 12 Holl. mijl. in d. omtr. Hout. J.J.B. de Mesquita. J. Abarbanel. J.J.B. de Mesquita. Berg en Dal 282 9750 Hout. Erv. Raye van Breukelerw., Erv. Wed. Mr. H.Z. Couderc, geb. Thomas en Wed. J. Viruly, geb. Coudere. J.C. Kemper. H.A. Tirion. H.A.F. Kennedy en Mr. H. Heylidy, C. Jz. Weltevreden 73 Verl. Rhynesberg 1500 Verl. S. de la Parra. Awara Passie Werkplaats van Morea. Baboenhol Verl. Mond der marechals-kreek, zie aldaar. Florentia Hout. Aan Pl. La Diligence. Staf Arons in Egypte Hout. R.H. da Costa, geb. Baëza. De Goede Vrede en Co 1041 Hout. Wed. J.H. del Castilho. Rama 19 1000 Hout. M.N. Monsanto. J.S. de Meza. M.N. Monsanto. D'Othan Hout. R. de Pina en hare kinderen. B. de Pina. Friderici'sgunst Hout. S.H.C. Nassy. S.H.C. Nassy. Phoedra Verl. Worsteling Jacobs 19 Etablissem. der Morav. Broeder-Gemeente. Sara's Lust 800 Verl. Werkplaats van Quamabo. Land v. Auca Verl. } Aan Pl. La Diligence. Charprendre Verl. } Aan Pl. La Diligence. Retiro 14 Hout. A.J.H. Cotino, Jz. A.J.H. Cotino, Jz. A.J.H. Cotino, Jz. Quamabo 17 Hout. Boedel M.H. Cotino. J.S. Cotino. Wed. M.H. en J.S. Cotino. La Diligence 104 Hout. Wed. J. de la Parra ½, S. de la Parra ⅙, Bl. S.H. de la Parra ⅙, E.v. Emden, n. ux. 1/18, S.H. de la Parra 1/18 en G. de la Parra 1/18. Wm. Korendyk. S. de la Parra 2/6, de Wed. J. de la Parra 3/6 en E.v. Emden 2/8 Horeb Verl. {==63==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Suriname, linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Ayo 800 Hout. In huur van D.B. Robles de Medina. Namrek Hout. Wed. J. de Aron B. de Mesquita. De Eigenares. De Eigenares. L'Espérance 96 2000 Suiker. Geo. Fraser, Eigen., Direct. en Administrateur. Eikenhoop Verl. Caraccas 177 Verl. Toevlugt 16 Hout. J. de Capadoce. P. Bakker. De Eigenaar. Kl. Peru Verl. Nahamoe 4 Hout. Aron B. de Mesquita. J.d.A.B. de Mesquita. De Eigenaar. Watervliet Verl. Overbrug 11 2000 Hout. Wed. M.H. Nahar. P.C. Stuger. De Eigenares. Crommenie 684 Hout. La Simplicité =} 18 2000 Kweekgrond. M. Naar, n. ux., A. Fernandes Jr. en M.C. Nassy. M. Naar. De Eigenaren. Urapanica =} 18 700 Kweekgrond. M. Naar, n. ux., A. Fernandes Jr. en M.C. Nassy. M. Naar. De Eigenaren. De Goede Hoop } 18 568 Kweekgrond. M. Naar, n. ux., A. Fernandes Jr. en M.C. Nassy. M. Naar. De Eigenaren. Berseba } 18 Kweekgrond. M. Naar, n. ux., A. Fernandes Jr. en M.C. Nassy. M. Naar. De Eigenaren. Zorg en Rust } 18 300 Verl. M. Naar, n. ux., A. Fernandes Jr. en M.C. Nassy. M. Naar. De Eigenaren. Liefdenshoek 1070 Verl. D.B. de Mesquita. Tulpenburg 220 Verl. De N. Hoop 240 Verl. Aan Pl. Toledo. Welbedacht 308 Verl. Aan Pl. Nieuwst. Nieuwstar 940 Verl. Oranjestein 587½ Aan Pl. Nieuwst. Zeldenrust 281 Verl. Aan Pl. Guin. Vriendschap.. 145½}A. Aan Pl. Nieuwst.......... 135½}A. Guinesche Vriendschap 132 922 Suiker. S. de la Parra. M. Robles, Az. S. de la Parra. L.v. Heystvliet. Zie Surnaus-Kr. De Drie Gebroeders 290 3584 Suiker. E.v. Emden, n.u., S.H. de la Parra en G. de la Parra. P. Ringeling. E.v. Emden. Porto bello en Pina Pina 213 Verl. Aan Pl. de Drie Gebroeders. E.v. Emden. La Contemplation 100 Restaurado 600 Vigilantie 10 300 Kostgr. J. Smit en E.W. Kölle. J. Smit. De Eigenaren. Smalkalden 300 Verl. Doorsn. n. Para. Litt. B. Accaribo 144 2380 Suiker. Th.v. Schaak. C.F. Bernhard. F.G. Pichot de l'Espinasse, C. Stein en C.F. Bernhard. Waterland 89 4070 Suiker. { A. Krook v. Harpen, qq., G. Blancke, qq. en W. Willink, Jr., qq. } J.Q.H.v. Wyk. R. de Vries, N.G. Vlier en J.J. Leysner. Adrichem 59 4070 Koffij. { A. Krook v. Harpen, qq., G. Blancke, qq. en W. Willink, Jr., qq. } J.Q.H.v. Wyk. R. de Vries, N.G. Vlier en J.J. Leysner. {==64==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Suriname, linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. La Rencontre 160 1500 Suiker. Erv. v.d. Graaf de Neale. H.T. de Jonge. F.P. Penard en H.T. de Jonge. Domburg 129 1035 Suiker. William Young Baronet. W.C. Stallard. A.W. White. Boxel 134 3200 Suiker. Erv. E. Conolly. G.H. Beetz Boer. G.L. Röperhoff, E. Conolly, fungerende Kurat., P.v. Chattillon en J.C. Bennett. La Ressource (Aan Pl. Ornamibo, Chir.-Etabl. van J. Bruyning.) L.v. Ornamibo Zie Para-Kr., link. Mond der para-kreek, zie aldaar. L.v. Houttnin. Zie Para-Kreek, regt. Tout lui Faut 111 2000 Suiker. Douar. v.d. Spiegel en Mr. D.J. Heeneman ⅚ en G.D. Maes 1/6. A. van Velsen. J.F. Roux ⅚ en A.v. Velsen 1/6. Dijkveld 225 1200 Suiker. Erven Roepel. C. de Jongh. J. Frouin, C. de Jongh en P. Kuvel. Livorno 145 1800 Suiker. Erv. L.E.H. Forberger, Erv. de l'Isle, D. Janss. Eyk. Sluyters, A.J.H. Berthoud en G.C.B. Weissenbr. W.A.v.d. Hart. J.F. de Rooy, C. Stein, H.G. Roux, J.d. Randamie, J. Zaal en J.F. Betten. Beekhuizen 161 2000 1/6 Suiker. G.C. Bosch Reitz, n.u. J. Zink. G.C.B. Weissenbruch en P. Kuvel. (Vaart naar Rio Saramacca.) Kweeklust of Vrijmansgrond. Werven en Houtmarkten. Stad Paramaribo. Forteres Zelandia. (Sommelsdijks-kreek.) 's Lands Magazijnen, Werkplaatsen en Negerijen. Litt. B. Voorstad Zelandia of Combées. Grond Combé 3 50 Kost. M.C.v. Wolff. G.F. Kemper. De Eigenares. Nooit Volmaakt. 15 100 {Koff. en Rijst. }C.A. Roman, Eigen., Admin. en Dir. Mond der booms-kreek, zie aldaar. {==65==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Suriname, linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. L. van Ma Retraite Zie Booms-Kr. Elisabethshof 10 200 Steenfabrijk. E.J.S. Stuger. E.J.S. Stuger. E.J.S. Stuger. Mon Plaisir 4 100 Koffij. Wed. Hirschfeld, geb. Busch. Uit en t'Huis 3 105 Kweek. J. Wilkes en Echtgenoot. J. Wilkes. J. Wilkes. De twee Kinderen 22 200 Bl. Mr. G.A. van der Mee en F.W. Hostmann. In huur bij J. Chocolaad. H. Kamerling, Com. d.P.W.I.B., fung. Kur. en G.L. Röperhoff, seq. Geijersvlijt } 177 { 500 Koff. en Cacao. Erven D. Janss. Eyken Sluyters. J.A. Mertens. J. Zaal en J.F. Betten. en Johannes-Hoop } 177 { 470 Koff. en Cacao. Erven D. Janss. Eyken Sluyters. J.A. Mertens. J. Zaal en J.F. Betten. L. van Susanna's dal 300 Kost. J. Coekerill en J. Lyon. De Morgenstond 99 500 Koffij. Erv. Mr. F.E. Becker en Erv. Spiering. F.L. Pichot. J.C. de Cordua Freudenberg, F.G. Pichot l'Espinasse en F.L. Pichot. Clevia 86 300 Koff. en Kost. Fonds Sobre. J.H. Goisler. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Leonsberg 61 326 Koffij. A. de Leon. M. Bouteille. J. Monsanto. Redoute Purmerend Onbebouwd Land en Bosch tot aan Zee. Surnaus-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. A. L.v. St. Barbara. Zie Suriname, regt. Nieuw Weêrgevonden 5 1000 Kost. H.D. Schuurman, Eig., Dir. en Admin. Surnaus-kreek, linkerhand in het opvaren. Heystvliet } Verl. Erv. v. Heyst. J. de Jager, Ez. en H.A. Tirion. De Eenzaamheid } Verl. Erv. v. Heyst. J. de Jager, Ez. en H.A. Tirion. Nw. Welgetroffen } Verl. Erv. v. Heyst. J. de Jager, Ez. en H.A. Tirion. Paulus-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. A. L.v. Merveille Zie Surin., regt. L.v. Laarwijk. Idem. Bleyendal 136 1075 Suiker. Fds. Wed. J.S. van de Poll. D. de Meinertzhagen. J. Frouin en J.L.V. Karsseboom. {==66==} {>>pagina-aanduiding<<} Paulus-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Het Yland 196 1075 Suiker. J.A.G. Baron de Vos van Steenwijk v.d. Havikhorst, privé en qq. en A.P.C.R. Bar. v.d. Borch v. Verwolde, privé en qq. J. Morrison. P. Kuvel en J. de Niefeldt. Aurora Verl. Annex Plant. Bleyendal. Bel à soir Verl. Erv. J.J.F. de Friderici, Jr. La Paix Kost. Jonkermans-kreek, linkerhand in het opvaren. Litt. F. Pomona 104 500 Koffij. P. van Chatillon. P. van Chatillon. P. van Chatillon. Batavia 180 Kostgr. Aan Pl. de Resolutie. Marechals-kreek, regterhand in het opvaren. De volgende Gronden (ter regterhand in het opvaren), ofschoon niet meer op de Divisielijst voorkomende, worden evenwel alhier opgegeven, uit hoofde dezelve eenmaal door het Gouvernement toegestaan, en vroeger in bewerking zijn geweest. Litt. A. Praag Hout. Ribca, Huisvr. v.R.A.d. Costa. R.A. da Costa. Bigrar 3616 Verl. Bl. J.L. Gardé. Garcia's Kamp 3700 Hout. Garcia, Jr. Garcia, Jr. Garcia, Jr. Voorgrond 1000 Hout. Wed. J. Robles de Medina. A.M. Robles. S. de la Parra. La Tranquillité of Berg Sinaï 5770 Verl. Temeraire 1500 Verl. Aan Pl. Bigrar. S. de la Parra. Nimmerrust 2000 Verl. S. en Bl. S.H. de la Parra. Curaçao Aan Pl. Bigrar. Marechals-kreek, linkerhand in het opvaren. L.v. Baboenhol Verl. Zie Rio Sur. link. Nieuwzorg 19 Bl. H.C. Voetman. L.v. Bigrar Verl. Aan Pl. Bigrar. L.v. Rhynesberg Verl. Zie Rio Sur. link. L.v. Voorgrond Zie Pl. Voorgr. Berg. op Zoom 500 Verl. Aan Pl. Rhynesberg. Bethel 500 Verl. Nijd en Spijt 500 Verl. Libanon 500 Verl. {==67==} {>>pagina-aanduiding<<} Marechals-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. L.v. Berg Sinaï Aan la Tranquillité. La Révolution Verl. L.v. Curacao Aan Pl. Curaçao. Bloemendal 500 Hout. Bl. H.C. Voetman. J.C. Voetman. Catiapora-kreek. Salem Hout. Isay Wolf. Isay Wolf. Isay Wolf. N.B. Ten aanzien van de Gronden, gelegen aan de Marechals- en Catiapora-Kreken, geene latere opgave ontvangen hebbende, is hieromtrent het Jaarboekje van 1841 gevolgd. De Red. Para-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. B. Houttuin 131 2298 Suiker. Erv. Mr. H. van Visvliet en E.P.v. Visvliet. J. Heil. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Vredenburg 92 3200 Suiker. Erv. v.d. Tuuk. J.B. Romeyn. J. Frouin, H.G. Roux en A. van Velsen. Altona 10 3000 Kost. Bl. F.E. Beyer. C.A. Krakau. A.v. Gelder, Hz. Labonne Amitié 2648 Kost. Mietje v. Wolff. J. Wolff. Mietje v. Wolff. Mocha 1350 Kost. Erv. D.v. Juda. T.P. Kaersenhout. Mond der pararac-kreek, zie aldaar. Welbedacht } 32 } 790 } Hout. J.F. Werges. D.M. Noble. J.F. Werges. en Onverdacht } 32 } 954 } Hout. J.F. Werges. D.M. Noble. J.F. Werges. Onoribo 85 3000 Hout. Erv. P.C. Nobel. C.F. Pardo. J. de Jager, Ez., J. Zaal en N.J.C. Baars. Osembo 137 5000 Hout. Boedel F. Beudeker. H.W. Buillab. Fung. Kurators bij het Departement der Onbeh. Boedels en H.R. Gummels. Onverwacht 130 3000 Hout. Erv. H. Schouten. H.W. Buillab. H.G. Roux en fung. Weesmeesters. Vreeland en Overtoom 175 5250 Hout. S. de la Parra. F. Wolff. S. de la Parra. Matuaribo 1000 Hout. Boedel M.S. Klopman. De O.B. Kamer. L. van Gaged'Amour Zie Corroupina-Kr., regt. Mond der corroupina-kreek, zie aldaar. Ma Retraite 1000 Verl. Aan Pl. Ornamibo. Mawakkabo 1500 Aan Pl. Hanover en De twee Kinderen. {==68==} {>>pagina-aanduiding<<} Para-kreek, regterhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. L.v. Beaulien 1000 Verl. M.C. Nassy, M. Naar, n.u. en A. Fernandes, Jr. Zwitserland 1000 Verl. Bl. J.E.v. Onna. F.J.L.R. van Onna. De Nw. Hoop 1000 Verl. Aan Pl. Hanover. De Eendragt 1000 Hout. Bl. J.E.v. Onna. F.J.L.R. van Onna. Berlyn 307 6800 Hout. Boedel J. Balfour. W. Shields. J. Gardner en W. Shields. Oranje 2000 Verl. S. en Bl. S.H. de la Parra. S. de la Parra. Para-kreek, linkerhand in het opvaren. Ornamibo 177 900 1/10 Suiker. Erv. D. Janssen Eyken Sluyters. J.F. Betten. J. Zaal en J.F. Betten. L.v. la Ressource Zie Suriname, linkerhand. L. van Boxel Idem. Willemsburg 1250 Kweek. J.A. Muller, Jr. J.A. Muller, Jr. J.A. Muller, Jr. Discordia 1175 Perm. v.h. Gouv. aan Petronella Bossé, Charl. Bossé, J.H.T. en E.D.J. Bossé en twee kinderen van M. Bossé. L'Espérance 3 1350 Kweek. P.A. Arons. J. Voetman. P.H. Arons. Kl. l'Espérance 300 Kweek. L.v. Onoribo Aan Onoribo. De Vrijheid 3487 Verl. Aan Pl. Onoribo. Topibo 1800 Hout. H. Schouten. Zie Onverwacht. Loefbeek Verl. Jagersburg 1000 Verl. Hanover 170 3636¼ Hout. Bl. Mr. G.A.v.d. Mee en F.W. Hostmann. G.L. Heuvelman. H. Kamerling, Comm. d.P.W.I.B., fung. Kur. en G.L. Röperhoff, seq. Beaulien 1000 Kost. M.C. Nassy, M. Naar, n.u. en A. Fernandes, Jr. M.C. Nassy, M. Naar, n.u. en A. Fernandes, Jr. Welgelegen 2500 Hout. Aan Pl. Hanover. De Vrede 2500 Verl. Idem. L.v. de Eendragt. 500 Aan d. Eendragt. Mond der carolina-kreek, zie aldaar. Munchenstein 1300 Verl. Aan Plant. La Prospérité. {==69==} {>>pagina-aanduiding<<} Carolina-kreek. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Litt. B. Akkers. l'Inquiétude 36 1062 Hout. A.W. Oppenheimer. C.A. Wois. A.W. Oppenheimer. Corroupina-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. B. Gage d'Amour 750 Kostgr. J.J. en L.A. de Mesquita. L.A. de Mesquita. Kweeklust 1500 Verl. Lust en Rust 1000 Kost. Bl. H. Stenhuys. H. Stenhuys, Jr. H. Stenhuys, Jr. La Prospérité 175 3200 Hout. Erv. D. Janssen Eyken Sluyters. J. Wolf. J. Zaal en J.F. Betten. Mond der tawaycoera-kreek, zie aldaar. L. van de 4 Kinderen 5000 Hout. J.J. en L.A. de Mesquita. L.A. de Mesquita. Koningsbergen. 1210 Hout. Idem. Idem. Corroupina-kreek, linkerhand in het opvaren. L. van Ma Retraite Zie Para-Kreek, regterhand. Diligence 1000 Verl. Tempoca 3000 Hout. C. Jordan. C. Jordan. La Liberté 500 Verl. Zie Valkenburg. Valkenburg 1391 Hout. } Minderj. kinder. v.d. Wed. A.H. Fernandes. Mijn Hoop en Celle 500 Verl. } Minderj. kinder. v.d. Wed. A.H. Fernandes. Charlottenburg. 1500 Tawaycoera-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. B. L. van de 4 Kinderen Indigoveld 3466 Hout. S. de la Parra. S. de la Parra. Gloria 3000 Verl. Aan Indigoveld. De Waakzaamh. 1000 Hout. Bl. H. Stenhuys. H. Stenhuys, Jr. H. Stenhuys, Jr. Crevecoeur 1000 Verl. Aan Indigoveld. Meyndershoop 1000 Verl. Erven D.J. Eyken Sluyters. Tawaycoera-kreek, linkerhand in het opvaren. De 4 Kinderen 176 5000 Hout. J.J. en L.A. de Mesquita. S. Wijngaarden. L.A. de Mesquita. L. van Vreeland Hout. Aan Pl. Vreel. Indigoveld 500 Hout. Zie boven. {==70==} {>>pagina-aanduiding<<} Tawaycoera-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Zonderzorg 1529 Verl. Aan Pl. Indigoveld. Pararac-kreek. Litt. B. Land van Welbedacht Zie Para-Kreek, regt. L. van Mocha Idem. L. van Onoribo Idem. L. van Onverdacht 160 Idem. Guldenvlies 1181 Hout. Aan Welbedacht en Onverdacht. Pararac-weg, regterhand. Litt. B. Land van Onverdacht Zie op de nam. dierz. Pl. Klein Onoribo. 1000 Hout. Zie op de nam. dierz. Pl. C.N. Goede. C.N. Goede. L.v. Onverdacht. 790 Hout. Zie op de nam. dierz. Pl. Land v. Onoribo. 500 Hout. Zie op de nam. dierz. Pl. L. van Overtoom 1000 Hout. Zie op de nam. dierz. Pl. Land van Onverwacht 2000 Hout. Zie op de nam. dierz. Pl. L. van Onoribo 1000 Hout. Zie op de nam. dierz. Pl. Wijnbergenslust 1000 Hout. Aan Indigoveld. L. van Osembo 1000 Hout. Aan Indigoveld. Libanon 500 Hout. J. Bonn. Pararac-weg, linkerhand. Ongelegen 500 Verl. Aan Osembo. Frederiksburg. 250 Hout. A. Melcherts. A. Melcherts. A. Melcherts. Mijnhulp 1000 Verl. Aan Onverwacht. L.v. Frederiksburg 250 Verl. Zie op d.n. dz. Pl. L. van Onverw. 1000 Verl. L. van Libanon 1000 Verl. L. van Onoribo 1000 Verl. L. van Osembo 1000 Verl. Pad van Wanica, regterhand. Litt. B. Ephraïmszegen Oud-Militaire Post. Ephraïmszegen 2 600 Hout. Wed. J. Sanches. Wed. J. Sanches. Wed. J. Sanches. Nieuw Weêrgevonden 5 550 Kost. E. Benjamin, Jr. E. Benjamin, Jr. E. Benjamin, Jr. {==71==} {>>pagina-aanduiding<<} Pad van Wanica, regterhand. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Nieuwzorg 250 Rijst. J. Bakhuyzen. Kindersdeel 3 200 Kweek. J. Wildeboer, geb. Rincke. A. Wildeboer. Frederikshoop 2 200 Kweek. F.F. Francke. F.F. Francke. F.F. Francke. De 4 Kinderen 200 Hout. Zie Ephraïmsz. Abigaëlshoop 1 250 Kost. Ch.v. Emmicke. Abigaëlslust 3 250 S.F. Pohl. S.F. Pohl. S.F. Pohl. Anna's lust 9 500 Rijst. J.G.W. Bänffer. A.G. Fonseca, Jr. De Eigenaar. Vredenslust 3 500 Kost. C.N. Goede. C.N. Goede. C.N. Goede. Welbedacht } 500 } Hout. } J.H. Zeegelaar. J.H. Zeegelaar. J.H. Zeegelaar. Nieuwgrond v. Leysner } 1500 } Hout. } J.H. Zeegelaar. J.H. Zeegelaar. J.H. Zeegelaar. Helena Christina 1000 Verl. Mijnzorg en 1000 } Verl. Erv. J. Muntz. Discordia 1000 } Verl. Erv. J. Muntz. Arendsvlijt 500 Hout. Aan het Land. Zorg en Vrij 500 Hout. J.F. Werges. Pad van Wanica, linkerhand. Land van Beekhuizen Zie Rio Surin. linkerhand. Bleijenhoop 1 398 Kost. J. Namlef. Loekoe-si 1200 Kost. Zie Ephraïmsz. Land van Tout lui Faut Zie Rio Surin. linkerhand. Nieuw Grond v. Tout lui Faut. Idem. Bergenshoop 1500 Kost. Halfhideslust 1000 } Kost. Zie Bergensh. Klein Nieuw Meerzorg 500 } Kost. Zie Bergensh. Booms-kreek, in het opvaren. Litt. B. Ma Retraite 21 585 Koffij en Cacao. S.A. Samuels, Eig., Dir. en Administrateur. Tourtonne 40 1500 Koffij en Cacao. A.A. Gehrels. A.A. Gehrels. A.A. Gehrels. Rijweg naar Kwatta. Oldenburg Kost. J.W. Becker. De Eigenaar. De Eigenaar. Toevlugt Kost. M.E. Geerke. M.E. Geerke. Mon Divertissement Kost. H.v.d. Sman, n. ux. H.v.d. Sman. {==72==} {>>pagina-aanduiding<<} Rijweg naar Kwatta. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Vaderszorg Kollegietuin. H.N. Levy. Rosina Kostgr. H.v.d. Sman, nu. H.v.d. Sman. Pen et Content Kostgr. C.A. Richter. Kwatta Aan het Land. Rivier Commewijne, (boven) regterhand in het afvaren. Litt. E. Schipibo Verl. L.v. Jokkomombo Verl. L.v. Goed Accoord Verl. L. van Goudmijn. Verl. L.v. Crawassibo Verl. Aan Pl. Crawassibo. L.v. Klarenbeek Verl. L. van Fauquemberg Verl. Idem. L.v. Vlammenburg Verl. Nw. Rozenb Verl. L'Espérance Militaire Post. Des Tombesburg 75 1800 Suiker. Fds. Fraissinet en van Baak. C. van Glanen Weygel. { J. Frouin, A.A. Gehrels en C. van Glanen Weygel. Bethlehem 1113 Verl. } S. en Bl. S.H. de la Parra. A. Mills. S. de la Parra. Concordia 106 702 Suiker. } S. en Bl. S.H. de la Parra. A. Mills. S. de la Parra. Malebatrum 476 Verl. } S. en Bl. S.H. de la Parra. A. Mills. S. de la Parra. Utrecht 629 Verl. } S. en Bl. S.H. de la Parra. A. Mills. S. de la Parra. Egmond 629 Verl. } S. en Bl. S.H. de la Parra. A. Mills. S. de la Parra. Bruinsburg 1000 Verl. } S. en Bl. S.H. de la Parra. A. Mills. S. de la Parra. Mon Plaisir 1245 Verl. Makeriabo 953 Verl. L. van Potribo. Verl. Stolkertsijver 1000 Verl. Aan Pl. Courcabo. Courcabo Verl. Arendsrust 161 2218 Suiker. Erv. R. Braamskamp. S.F.J. Kuhn. J. de Jager, Ez. en J. Zaal. L.v. Siparipabo 1034 Suiker. Aan Arendsrust. Penoribo 77 2060 Suiker. Erven J.J.F. de Friderici, Jr. H.P.H. Costerus. J.F. de Friderici, J.F. Roux en C. Lionarons. Rozenburg 134 1057 Suiker. Louis Bienfait en Zoon qq., O.Z. van Sandick en Jonkh. A.v.d. Sandheuvel. B. Heilbron. J. Frouin en J.C. van Weede. {==73==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Commewijne, (boven) regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Goudmijn 169 1800 Suiker. A.T. Kruythoff en J.C. Ellis. J.C. Eilis. J.C. Ellis en Mr. A.T. Kruythoff. L.v. Klarenheek Zie Cottica, link. CRAS-KREEK, of vaart naar cottiga. Mijn Hoop 136 2412 } Suiker. Erv. van Lynden tot Zwanenburg en Erv. G. Pater. J. Rinking. P. Kuvel en J. de Niefeldt. en La Jalousie 136 2412 } Suiker. Erv. van Lynden tot Zwanenburg en Erv. G. Pater. J. Rinking. P. Kuvel en J. de Niefeldt. Brenkelerwaard 140 1400 Suiker. Erv. J. Raye v. Breukelerwaard, Erv. Wed. Mr. H.Z. Coudere en Wd. J. Viruly. G. von Behmen. H.A. Tirion, A.H.F.J. Kennedy en Mr. H. Heylidy, C. Jz. Bergerac 6 482 J.F. Halfhide, nom. ux. J.J. Halfhide. J.F. Halfhide. Broedersgift 350 Koffij. Verlaten. DOORSNEDE naar COTTICA. Litt. E. Lustrijk 106 500 Koffij. Erv. U.H. Wilkens. F.A. Hoefkeus. F.L. Pichot en J.F. Roux. Klein Polen Verl. Sommelsdijk Chirurg. Etabl. van F. Ortalli. Rivier Commewijne, (beneden) regterhand in het afvaren. Litt. G. De Jonge Bijekorf 66 1000 Koffij. L. Bienfait en Z.C.L. Reiniers. C.L. Reiniers. J. Frouin en J.C.v. Weede. L.v. Sporksgift. Zie Mat.-Kr., regt. Mond der matappica-kreek, zie aldaar. Litt. F. Bepr. Vriendschap IJzersmelterij van J. Spoon. Saphir 1 500 Kweek. N. Hymans, Direct. en Admin. Kl. Bellevue 41 400 Koffij. M. Tyndall, geb. Herbert. P. Dompig. J. Tyndall. Purmerend 749 Verl. Aan Pl. Zorg en Hoop. Welgevallen 950 Verl. Aan Pl. Maagdenburg. Picardie 99 1000 Suiker. W. Christie. W. Christie. W. Christie. Zorg en Hoop 248 1000 Suiker. Wed. J.S. van de Poll. A.J.v. Sitteren. J.L.V. Karsseboom en J. Frouin. La Singularité 384 100 Suiker. Gebr. Bulik 4/5 en J.F. Betten 1/5. J.F. Betten. Gebr. Buhk en J.F. Betten. {==74==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Commewijne, (beneden) regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Hecht en Sterk. 133 1000 Koffij. Bl. H.B., J.F. en F.C. Stolkert. J. Schiff. J. Zaal. Frederiksburg } 171 725 Suiker. F. Tauuay. H.F. Ritter. J. Zaal. Campenburg } 171 725 Suiker. F. Tauuay. H.F. Ritter. J. Zaal. Vertrouwen } 171 725 Suiker. F. Tauuay. H.F. Ritter. J. Zaal. Mon Souci 167 725 Suiker. M.J. Robles, n.u. H. Polatschek. M.J. Robles. Killenstein 75 725 Koffij. G.C. Hampe, Eigen. Nut en Schadelijk 76 725 Koffij. Erv. A. Reynsdorp en W.B. van Panhuys. T.J. Buschman. H.G. Roux en H.J. Blancke. Brouwerslust 156 725 Koffij. A.H.F.J. Kennedy. C.G.L. Kuhn. A.H.F.J. Kennedy. Kroonenburg 156 725 Suiker. Thomas Beasly. J.M.G. Pruysenaar. H. Kamerling en A. White. Rhynberk 6 362½ Kost. H.M. Tull, Eigen., Direct. en Administrateur. Schaapstede 20 265 Koffij. Bl. A.E. Salomons. J.A. Helper. J.G. Weiler en J.A. de Vries, seq. De Goede Vriendschap 362 Chirur. Etabl. van C.G.F. Schreiber, aan Pl. Brouwerslust. Mariënbosch 113 1230 Koffij en Cacao. G.v. Hoogstraten en Z. en F.v.d. Schoor en Z. T. Sevenoaks. J. Zaal en J.F. Roux. Guadeloupe 168 725 Koffij. Erv. F.H. Spiering. P. May. F.G. Pichot l'Espinasse, F.L. Pichot, F.P. Penard en C. Bylaart. Frederiksdorp 8 725 Koffij. A. Ferrier en T.B. Parry. Thomas Kaas. A. Ferrier en T.B. Parry. Buitenrust 362½ Koffij. Aan Pl. Johan en Margaretha. Johan en Margaretha 235 362½ Koffij. M. Broen, Mz. B.C. van den Ende. J.C. de Cordua Freudenberg en J. de Jager, Ez. Elisabetshoop 80 725 Koffij. Erven C. Klijnhans. P.G. Wijnstok Linscheer. J. de Jager, Ez. en J. Zaal. Berlyn 119 737 Koffij. Erv. M.D. Dentz. J. Schotteling. J. Zaal en A.v. Meerten. Maasstroom 104 725 Koffij. Wed. Hamilton en Meyners. C.A. Moll. J.C. de Cordua Freudenberg en Mr. H. Heylidy, C. Jz. Johannesburg 101 500 Koffij. Fds. W.G. Deutz. N.J. Kelk. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Rust en Werk 150 782 Koffij. Erv. P.C. Nobel. J.F. Werges. J. de Jager, Ez. en J.F. Werges. {==75==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Commewijne, (beneden) regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Lust tot Rust } 109 580 Koffij. Erv. Wed. P.C. Nobel. H.G. Kuster. J. de Jager, Ez. en J.F. Werges. en Einde Rust. } 109 725 Koffij. Erv. Wed. P.C. Nobel. H.G. Kuster. J. de Jager, Ez. en J.F. Werges. Pieterszorg en 80 500 } Suiker. Bl. A.W. White, J.C. Hayward, n.ux., E. Wylde, n.ux. en M.A. Grubbe. G.C.F. Leue. H.J. Blancke en fung. Kurators seq. voor de ½ en A. Ferrier voor 2/4. Andresgift 80 416 } Suiker. Bl. A.W. White, J.C. Hayward, n.ux., E. Wylde, n.ux. en M.A. Grubbe. G.C.F. Leue. H.J. Blancke en fung. Kurators seq. voor de ½ en A. Ferrier voor 2/4. Leyerdorp 253½ Verl. Rivier Commewijne, (boven) linkerhand in het afvaren. Litt. C. Jokkomombo Verl. Goed Accoord 3516 Verl. Crawassibo 2500 Verl. S. en Bl. S.H. de la Parra. Nimmerdoor Wayampibo 114 2000 Suiker. Erv. J. de Vries en R. le Chevalier. F. van Sachten. H.G. Roux, H.A. Tirion en J. de Jager, Ez. Appecappe 2059 Verl. Fauquemberg 141 1259 Suiker. Wed. del Castilho. P.C. Limes. H.G. Roux, R. del Castilho en M.D. Huijdekoper, seq. Vlammenburg. 51 2500 Suiker. P.W.I. Bank. G.F. Lange. Commiss. der Part. Westindische Bank. L.v. Nw. Rosenbeek Mond der casiwinica-kreek, zie aldaar. Nw. Wederh Aan Pl. d. Dageraad. De Dageraad 3664 Verl. Hazard 173 1800 Suiker. Fds. Wed. J.S. van de Poll. W. van der Heyden. J. Frouin en J.L.V. Karsseboom. Killestein Nova. 1500 Hout. Zie de onderneming in Cottica. Oostrust 428 Hout. Aan Pl. Berkshoven. Mond der caramacca-kreek, zie aldaar. Berkshoven 92 2058 Suiker. G.W.C. Pannekoek. F.J. Domhoff. J.F. Werges en C.A. Moll. Rustveld 316 Verl. Groenendal 104 Verl. Edenburg 250 Verl. Potribo 117 1500 Suiker. Fds. Wed. J.S.v. de Poll. H. Rocquette. J. Fronin en J.L.V. Karsseboom. Wrieddijk 299 Verl. L.v. Stolkertsijver Verl. Vier Kinderen. 650 Verl. {==76==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Commewijne, (boven) linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Nieuwhoop 208 1950 Suiker. Wed. M.A. Salomons. S.F.J. Kuhn. S. Wittering, M. Huidekoper en M. Montecattini. Siparipabo 2911 Suiker. Aan Pl. Arendsrust. Canawappibo 171 2000 Suiker. Erv. U.H. Wilkens. S.L. Slaterus. J.F. Roux en F.L. Pichot. Ostage 2415 Verl. A. Pl. Goudmijn. Fairfield 91 2415 Suiker. H. Kamerling. J.H. Beudeker. De Eigenaar. Vossenburg 261 3000 Suiker. Baron Brantzen van de Zyp en Mr. H.J. Op ten Noort. T. Bray. J.C. de C. Freudenberg en J. Zaal. L.v. Slootwijk. Suiker. Z. Commet.-Kr. Mond der commetewane-kreek, zie aldaar. Rivier Commewijne, (beneden) linkerhand in het afvaren. Litt.E. Hooyland 193 2170 Suiker. Erv. J.J. Faesch. C.J. Kustner. H.A. Tirion en J. Zaal. Schoonoord 212 1738 Suiker. P.J.N. Vereul, Mevr. N.J. de Vismes, geb. Vereul en Erv. A.F. Gerdeman. J.A. Serquet. P. Kuvel en P.S. en C.J. Leysner. Nw. Roeland 8 888 Koffij. L. Pohl, geb. Reyns. J.F.A. van Ommeren. C. Reyns. Breedevoort 718 Kostgr. J. Bent. Verbuurd aan Pl. Badestein. L'Embarras 500 Koffij. en Venlo 66 500 Koffij. G.C. Hampe. E.F. Johanns. G.C. Hampe. Beninenburg 500 Verl. Aan Pl. Nieuwzorg. Nieuwgrond 112 563 Koffij. Insinger en Co., p. en qq. en J.J.v.d. Poll, qq. C. de Lange Gaddum. J.F. Roux. Akkerboom 8 500 Koffij. De Erven H. Jacobs. J.C. Kalke. G. Jacobs en M.A. Keyzer. Weltevreden 26 500 Koffij. C. Schattenkerk, n.u. V.J.v. Halm. V.J.v. Halm. Beekenhorst 689 Verl. Bl. A. Cameron. Mond der hoer-helena-kreek, zie aldaar. Thyronne 550 Aan Pl. Spieringshoek. Spieringshoek 112 516 Koffij. Erv. J.S. Nepven en Wed. v.d. Velden. H.G. Rehme. J. de Jager, Ez. en B.C. van den Ende. Vriendsbeleid } 115 1000 Koffij. A.C. Bennelle Vereul en Mevr. N.J. de Vismes, geb. Vereul. P.H. Sluiter. A.F. Gerdeman en D. Tollenaar, Jz. en Ouderszorg } 115 1000 Koffij. A.C. Bennelle Vereul en Mevr. N.J. de Vismes, geb. Vereul. P.H. Sluiter. A.F. Gerdeman en D. Tollenaar, Jz. {==77==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Commewijne, (beneden) linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Wederzorg 161 752½ Koffij. Insinger en Co. J.J. Spiering. J.F. Roux. Katwijk 123 709 Koffij. Fds. W.G. Deutz. B.W. van der Vlugt, Jr. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Welgelegen 87 830 Koffij. P.J.N. Vereul, A.C. Bennelle Verenl en Mev. N.J. de Vismes, geb. Vereul. V. Kuvel, A.F. Gerdeman en D. Tollenaar, Jz. Mon Trésor 75 1000 Koffij. Boed. D.G. Ney. J. Bletz, Jr. F.G. Pichot l'Espinasse en fung. Kurators seq. Nijd en Spijt 129 1000 Koffij. S.R.M. Pichot du Plessis. F. Bendeker. F.G. Pichot l'Espinasse en F.L. Pichot. Alkmaar 611 1496 Suiker. A. Ferrier en T.B. Parry. Th. Kaas, Tz. T.B. Parry. Zorgvliet 99 1000 Koffij. Erv. Wed. Pabst. H.D. van Toll. J.F. Werges en J.F. Roux. Visserszorg 270 1000 Suiker. Erv. wijlen Vr. R.M.E. Repelaer van Spykenisse, geb. Heurs. J. Kracht. J.F. Roux en J.C. de Cordua Freudenberg. Leliëndal 10 1000 Koffij. Boedel Leach. Abendanon. Fung. Kurators. Ellen 178 1000 Suiker. N. en E. Herbert. G.A. Mackenzie. N. Herbert. Mariënburg 93 1000 Koffij. Fds. Fraissinet en v. Baak en J. Moyet. G.P. Koster. H.A. Tirion en J. Frouin. Geertruidenberg 91 1000 Koffij. Erven Wed. Muilman. L. Fessler, Jr. H.A. Tirion en J. Zaal. A la bonne heure 50 500 Indigo. Hendrina Joha. Francke en A. Wildeboer. L.H.v. Gardo. A. Wildeboer. Zoelen 127 1117 Suiker. Fds. v. Eigend. ond. dir. v. Insinger en Co. Limes. F.G. Henckel. L.v. Voorburg. Z. Rio Sur. regt. Casiwinica-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. C. L. van Nieuw-Wederhoop. Zie Rio Commew., link. {==78==} {>>pagina-aanduiding<<} Casiwinica-kreek, regterhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. L. van den Dageraad Zie Rio Commew., link. La Volonté Divine Verl. Roseland Verl. Luxemburg 467 Bl. S.H. Moron. L.v. Quapibo Waycoribo 4000 Hout. Erven del Castilho en Bl. S.H. Moron. M.F. del Castilho. R. del Castilho, c.s., seq. Mapabo 500 Verl. Onobo 852 Verl. Tijgershol 1075 Erv. D.H. Pardo. Gouverneurs-Lust, Militaire Hoofd-Post. Casiwinica-kreek, linkerhand in het opvaren. L.v. Nw. Rosenbeek Zie Rio Comm. link. L. van Vlammenburg Idem. L.v.d. Dageraad Idem. L.v. Appecappe. Idem. De Herstelling. 1500 Hout. A.G. Fonseca. Quapibo 93 6000 Hout. A.G. Fonseca ½, Erv. S. da Silva ½. A.R. de Medina. J.J.B. de Mesquita ½ en M.J. Robles ½. L.v. Waycoribo Vier Azen Verl. Gratia's-Hoop Verl. Copie 35 2100 Hout. Erv. D. Judeo, Jr. M. Oliviera. M. Oliviera. Caramacca-kreek. Litt. C. Caramawipibo Hout. Is. de la Parra. Commetewane-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. C. L.v. Hooyland. Zie Rio Commew. ben., link. {==79==} {>>pagina-aanduiding<<} Commetewane-kreek, regterhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Saltzthalen 53 1066½ Koffij. H. Tielman ½, Fraissinet en van Baak ¼ en Fonds Sobre ¼. H.B. Gerritsen. J. Frouin ¾ en J. Zaal ¼. L.v. Fortuin Zie Commetew.-Kr., linkerh. L.v.d. Dageraad Idem. Nieuwzorg 297 3220 Suiker. Bl. Hatterman, Baron Thümmel n.u. 1/6 en A.F. Gerdeman 19/640. J.E. Schmid. Ph. Kuvel, P. Kuvel, H.G. Roux, J.F. Roux, P.S. en C.J. Leysner. Welbedacht Suiker. Aan Pl. d. Dageraad. L.v. Nieuwzorg. Aan Pl. Nieuwzorg. Commetewane-kreek, linkerhand in het opvaren. Slootwijk 122 1310 Suiker. Santijn Kluit, geb. Talbot, ½ en R. le Chevalier ½. J.J. Wolff. A. van Meerten en J. Zaal. Fortuin 31 1625 Suiker. Wed. J. Muysken ⅓, Wed. Fabritius ⅓, Erv. J.H. Brandt 7/48 en A. Reynsdorp 9/48. P.A. Waakhuysen. J. Zaal, H.G. Roux, H.J. Blancke en N.G. Vlier. De Eendragt (thans de Dageraad 121 1735 6/10 Suiker. Societ. v. Eigendom onder R. le Chevalier en H.W. Kuhn. J.P. Weveringh. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Gelre en Sinabo 96 3242 Suiker. Mr. J.H. de Lange en M. Broen, Mz. F. de Niefeld. J.C. de C. Frendenberg en J. Zaal. L.v. Nieuwzorg. Aan Pl. Nieuwzorg. Matappica-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. G. Sporksgift 111 500 Koffij en Kost. Wd. A. Cameron. J.B. de Sanders. Wd. A. Cameron. Lodewijksburg. 64 Suiker. Wd. A. Cameron. H.J. Bruininga. Wd. A. Cameron. Alderad 8 332 Verl. Wd. A. Cameron. Mond der cabbes-kreek, zie aldaar. Korte Vreugd en Kleinshoven }291 680 Koffij. Erven N.M. Klein. H. Gilhuys. H.G. Roux, F.P. Penard en J.F. de Rooy. Mond der tapoeripa-kreek, zie aldaar. {==80==} {>>pagina-aanduiding<<} Matappica-kreek, regterhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Zorg en Hoop Aan Pl. Berthoudslust, in Tap.-Kreek. Johanneszoon 500 Chir. Etabl. van B. Mayer. Klein Westphalenshoop 396 Verl. Aan Pl. Rust en Werk. Duringen 390 Verl. Aan Pl. Johanna Charlotta. Felix 5 500 Kost. Gebr. Reyns. Gebr. Reyns. Bijgeluk 500 Verl. Erv. J.F. Friderici. Spieringszorg 647 Verl. T. Walton. Leidenshoop } 142 671 Katoen. Erv. H. Jacobs. J.C. Heshuyzen. G. Jacobs en M.A. Keyzer. en Jacobslust } 142 336 Katoen. Erv. H. Jacobs. J.C. Heshuyzen. G. Jacobs en M.A. Keyzer. Johanna Charlotta 109 402½ Katoen. Erv. A.A.T.G. Vogt. ... Brak. G.F. Henckel. Kl. Gelderland. 456 Aan Pl. Livonia. Kleins Verwachting 444 Katoen. Aan Pl. Korte Vr. en Kleinshoven. Bosse's lust 393 Verl. M.L. Barnett. George Hendrik. 155 393 Katoen. Aan Pl. Felix. F. de Niefeld. Gebr. Reyns. Anna Catharina en Kl. Charlottenburg 326 2100 Erv. Wed. G.N. Linck. G. von Behmen. G.F. Henckel. Matappica-kreek, linkerhand in het opvaren. Constantia 67 790 Koffij. Bl. F.J. de Raineval ½ en Wed. Visser, gebor. Damhoff, ½. G. Bottjer. J. Zaal. Nw. Meerzorg 224 800 Koffij. Bl. G. Jacobs. G. Markes. A.S. van Coerland en Ch. Lionarons. Bruinendal 102 200 Koffij. Het Mann. gesl. d. Gebr. Pardo. H. van Rhee. M.J. Polak en M.L. Barnett. Reynsdorp 97 1000 Koffij. Erv. Wed. Muysken ⅓, Erv. Wed. Fabritins ⅓, Erv. A. Reynsdorp 9/48 en Erv. J.H. Brandt 7/48. P.A. Waakhuysen. J. Zaal, H.G. Roux, H.J. Blancke en N.G. Vlier. Mond der warrappa-kreek, zie aldaar. Bodenburg 135 540 Koffij. Van West en de Hart ¾, D.B. de Mesquita ⅛ en S. de la Parra ⅛. W.J. Thomas. M.M. de Hart, Jr., J.J.B. de Mesquita en S. de la Parra. {==81==} {>>pagina-aanduiding<<} Matappica-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Goosen 83 400 Koffij en Kost. Wed. J. Tayspil, Jz. qq. en L. Bienfait en Z. qq. C.W. Weidner. J. Frouin en J.C. van Weede. Landlust en Twistrust 66 541 Koffij. D.M. Sanches. J.J. Beck. D.M. Sanches. Kuhlenkampsspruit 500 Koffij. A. Pl. Barbados. Adrichem 153 500 Koffij. Gebr. Kerkhoven. G.C. Fuchs. G.C. Fuchs en N. Box. Livonia 174 Koff. en Katoen. M. Broen, Mz. ... Sanders. A.A. Gehrels en J.C. de Cordua Freudenberg. Beudtslust 2 350 Katoen. Aan Pl. Livonia. Vaderszorg 124 200 Katoen. Mind. P.F. de Friderici. W.H.J. van Ommeren. Mr. J.H. de Friderici. Gr. van Alderad 250 Katoen. G. Jacobs. J.C. Heshuyzen, Opzigter. G. Jacobs. Gr. van Bodenburg} 547 Katoen. Mr. J.H. de Friderici. W.H.J. van Ommeren. Mr. J.H. de Friderici. en Karelsdeel} 547 Katoen. Mr. J.H. de Friderici. W.H.J. van Ommeren. Mr. J.H. de Friderici. Kl. Bruinendal 209 D.M. Sanches. Anna Elisabeth 250 Katoen. Aan Johanna Charlotta. Labadieshoop 500 Katoen. Wed. A. Cameron. Allan Cameron. Wed. A. Cameron. Cabbes-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. G. De Zonnebloem 1000 Verl. Aan Pl. Nw. Acconoribo. G.D. Oldeneel, gb. Weemaals, ⅔ en Mevrouw Prunet, geb. M.J. Balgueri, ⅓. Tapoeripa-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. G. Mislukt Bedrog 7 500 Verl. D.M. Sanches. J.J. Beck, Opzigter. D.M. Sanches. Somerszorg 62 400 Koffij. Fds. v.F. Whaley en J. Hudig. A. van der Velden. J.C. de Cordua Freudenberg. Philipsdal 650 Verl. Aan Pl. Susannasdaal in Suriname. {==82==} {>>pagina-aanduiding<<} Tapoeripa-kreek, regterhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Vriezenburg Nova, Dwingeloo en Reizigerzorg. 500 Katoen. Aan Pl. Driesveld. Driesveld 72 300 Koff. en Katoen. Fds. v.F. Whaley en J. Hudig. W. Haverkamp. J.C. de Cordua Freudenberg. Louisiana en Rouxgift 500 Verl. Aan Pl. Vissersz. in Rio Comm., ben., link. Saxen 300 Verl. Aan Pl. de Resolutie. Bijgelegen 200 Katoen. Aan Pl. Driesveld. Anna's rust en Haast u langzaam 1000 Verl. S. de la Parra. De Goede Verwachting Aan Pl. Vriezenburg Nova. Klein Vriezenburg Nova, Dwingeloo en Reizigerzorg 432 Verl. Tapoeripa-kreek, linkerhand in het opvaren. Berthoudslust 5 806 Suiker. Geb. Buhk 4/5 en J.F. Betten 1/5. Geb. Buhk en J.F. Betten. Meerzorg 71 1254 Katoen. A.C. Benn. Vereul, Bl. Hatterman, Bar. Thümmel en Erv. J.C. Stuger. J.G. Krieger. Ph. Kuvel, A.F. Gerdeman en E.J.S. Stuger. Rees en Crop 4 750 Veel. Aan Pl. Berthoudslust. Maria's lust 750 Verl. J. Leach. Groningen 750 Verl. Bl. J.C. Stuger. E.J.S. Stuger. Crommelin'sgift 750 Verl. J. Leach. Breda 73 750 Katoen. Erv. J.A. van Lobbrecht. J. Monsanto. A. van Meerten, H.J. Blancke, fung. Kur., N.G. Vlier en J.J. Leysner. Fackertshoop 500 Verl. } E.J.S. Stuger. Hofwijk 750 Verl. } E.J.S. Stuger. Vlijt en Trouw 750 Verl. Kl. Charlottenburg 750 Verl. Aan Pl. Anna Catharina. Gr. van Saxen 500 Verl. Aan Pl. de Resolutie. Kl. Onverwacht 520 Verl. Aan Pl. Onverwacht in Paramarica. Standvastigheid 810 Verl. Aan Pl. de Resolutie. {==83==} {>>pagina-aanduiding<<} Warrappa-kreek, regterhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Litt. G. Staf Arons 500 Verl. Fonds W.G. Deutz. Kerkshoven 137 525 Koffij. Wed. G. de Putter. M. Kerster. J. de Jager, Ez. en H.A. Tirion. Clifford Kocqshoven 132 500 Koffij, Katoen en Kost. G.A. Cramer. J.G. Malmberg. J.C. de Cordua Freudenberg. Barbados 221 500 Koffij en Kost. D.F. Schas. J.L. Guicherit. Ph. Kuvel en J. de Jager, Ez. Annaszorg 500 Koffij. Mr. J.H. de Friderici en de mind. P.F. de Friderici. W.H.J. van Ommeren, Opzigter. Mr. J.H. de Friderici. Moed en Kommer 131 500 Katoen. G.E.G. van Alphen, geb. Kurk. C.v. Hees, Pz. N. Box en C.v. Hees, Pz. Badenstein 331 1090 Katoen. G.F. Vogt. P. Cameron. G.F. Henckel. Klein Annaszorg 250 Katoen. Aan Pl. Badenstein. Gr. van Moed en Kommer 250 Katoen. Aan Pl. Moed en Kommer. Abigaëlslust 250 Katoen. Wed. Ad. Cameron. All. Cameron. Wed. Adam Cameron. Waterloo 6 250 Katoen. Wed. A. Cameron. All. Cameron. Wed. A. Cameron. Alsimo 136 727 Katoen. Erv. A.L. Sichterman ½, Bl. M. Ochlers ⅙, Bl. G.N. Linck 1/6 en A. White 1/6. J.M. Kleine. J. de Jager, Ez., H.J. Blancke ½, K.J.N.v. Kempen 1/6 A.H.F.J. Kennedy ⅙ en A.W. White 1/6. Warrappa-kreek, linkerhand in het opvaren. Reynsfort 767 Chirurg. Etabl. J.G. Heyer. J.G. Heyer. J.G. Heyer. Cornelia'sburg. 936 Verl. Erv. Boom, P.J.N. Vereul, A.C. Benn. Verenl en Mev-N.J. de Vismes, gb. Vereul. De Slaven verhuurd aan Pl. Schoonoord. Ponthien 105 1000 Koffij. B.J. Rothuys. W. van der Mey. A.H.F.J. Kennedy en J.F. Roux. Bentshope 237 1000 Suiker. J. Bent. J.H. van Thol. C.J. Farwell. {==84==} {>>pagina-aanduiding<<} Warrappa-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Maria Petronella en Johanna Maria 229 1228 Koffij. Erv. J.D.J. Thym. J.H.v. Sprang. J.F. Roux, F.P. Penard en H.T. de Jonge. Echtensrotz 342 Verl. Fonds W.G. Deutz. Jacoba's dal 500 Kost. Aan Pl. Arendsrust. J. de Jager, Ez. en J. Zaal. Kl. Lunenburg 2 725½ Kost. J. Bent. J.H.v. Thol. C.J. Farwell. Frederikslust 237 1037½ Katoen. A.W. White 2/5, E. Wylde, nom. ux. 1/5, J.C. Hayward, nom. ux. 1/5 en J.F.H.A. Wiltens, Gz. 1/5. G.v. Polen Hulleman. A.W. White. De Herstelling 165 1037½ Katoen. J. Bent. J.H.v. Thol. C.J. Farwell. Broedershoop 220 815 Katoen. D.M. Sanches. F.B. Sanches. D.M. Sanches. Esthersrust of Gr. v. Barbados 154 407½ Katoen. D.F. Schas. F.P. Triebels. Ph. Kuvel en J. de Jager, Ez. Gr. van Echtensrotz 500 Verl. Wd. A. Cameron. Bremen 1500 Door den Oceaan geheel weggespoeld. Hoer-Helena-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. E. L.v. Thyronne Aan Pl. Spieringshoek. Stolkertsvlijt en Buyslust 608½ Verl. Aan Pl. Hecht en Sterk. Vrieshoop 375 Verl. Aan Pl. Mon Souci. Janslust 186 Verl. Aan Pl. Blokkenbosch. Coresburg 575 Verl. De mind. Kind. van J.H. Vries. De Uitvlugt 600 Koffij. Dezelfde. St. Germain 76 600 Koffij. Erv. Drummond, geb. Wohlfart. J.C. Testor. J. de Jager, Ez. en A.v. Velzen. Practica 74 600 Koffij. J.S.J.J. en C. del Prado. J. del Prado. De Eigenaren. Blokkenbosch 21 200 Verl. De Slav. verh. a. Pl Driesveld. F. Whaley en J. Hudig. J.C. de Cordua Freudenberg. Mon Affaire 638 Verl. Ma Retraite en Gr. Mijn Geluk} 4 560 Kost. S.P. Matroos. Idem. Idem. Sans Souci en 200 } Aan Pl. Dijkveld in Surin. Gr. Mariëndal 400 } Aan Pl. Dijkveld in Surin. Gr. Montpellier Milit. Piket. N. Aanleg en 300 } Verl. Aan Pl. Dijkveld. Languedoc 500 } Verl. Aan Pl. Dijkveld. {==85==} {>>pagina-aanduiding<<} Hoer-Helena-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. L.v. Bekenhorst } 146 526 Verl. Hoopwijk en Vrouwenvlijt } 146 526 Koffij. Wed. C. Nering Bögel, geb. v.d. Hoop, ½ en A.H.A. Mamin ½. L.C. Balfour v. Burleigh. F.P. Penard en fung. Kur. der O.B. Welgemoed en Toevlugt 206½ Koffij. Erv. D. del Prado. J. del Prado. Jan del Prado, Sl. del Prado en Ik. del Prado. Gr. Hiesveld 100 Verl. Tulpenburg 600 Verl. Gr. La Sangsue 250 Verl. Aan Leliëndal. Gr. Patientie 250 Verl. Grond Liefdenshoop 200 Verl. Aan Ma Retraite. De 4 Gezusters 599 Verl. La Campagne 48 257 Koffij. Erv. J.A. Robin. Cornelis Vriendschap 13 250 Koffij. Fonds onder J.J. Bysterus Heemskerk. ... v. Uytrecht. S.F. Schwarz. J. Zaal. G.C.B. Weissenbruch. Argent Court en 10 330 } Koffij. Bl. P. Geesken. Fung. Kur. bij het Depart. der Onbeh. Boedels. Vuide Bouteille 10 200 } Koffij. Bl. P. Geesken. Fung. Kur. bij het Depart. der Onbeh. Boedels. Grond de Hulp 200 Verl. Aan Pl. Vrouwenvlijt. Montauban 400 Verl. Idem. Nieuwe Aanleg Magdalena's burg 300 Koffij. Zie Pl. Ma Retraite. Nw. Aanleg 500 Verl. Aan Pl. Vrouwenvlijt. Rivier Cottica, (boven) regterhand in het afvaren. Litt. D. Goed Uitzigt { Verl. Aan 's Gravenh. en Karelsdeel. Hagenbosch { Verl. Aan 's Gravenh. en Karelsdeel. Mon Bijon (3de. tabbetje.) 89 560 Koffij. O.Z.v. Sandick en Jonkh. A.v.d. Santheuvel. A. Bor. J. Frouin en J.C. van Weede. L.v. La Paix Aan Pl. La Paix. Mond der vredenburger-kreek, zie aldaar. La Paix 139 1736 Suiker. Fonds W.G. Deutz. S.G. Klein. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Groot Marseille (2de. tabbetje.) 110 1500 Suiker. J.G. de Mey v. Streefkerk. M.P. Hack. J. Frouin en J.F. Roux. Grond van Mon Désir 500 Koffij. Aan Pl. Mon Désir. De Onderneming 1500 Verl. S. en Bl. S.H. de la Parra. S. de la Parra. {==86==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Cottica, (boven) regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Mariënburg (1ste. tabbetje.) en Lunenburg } 82 1120 } Suiker. Fds. Fraissinet en v. Baak. L.A. van Gent. J. Frouin en J. Zaal. Boomakker 23 300 Verl. Erv Boom, P.J.N. Vereul, A.C Bennelle Vereul en Mev. N.J. de Vismes, geb. Vereul. De Slaven zijn verhuurd aan Pl. Mon Trésor. A.F. Gerdeman. Rustlust 300 Verl. Erv. Kennedy. Bleijenhoop en Bleijenrust 30 1438 Koffij. S. en Bl. S.H. de la Parra. G.H. Hempel. S. de la Parra. Louisenburg 71 557 Koffij. Fds. ond. directie v. Broen en Co. F. Fomm. H.A. Tirion en H. Rocquette. Welgelegen 111 725 Koffij. A.C. Bennelle Vereul en Mev. N.J. de Vismes, geb. Vereul. C.H. Becker. Ph. Kuvel. Langmoedigheid 1076 Verl. Bl. Hatterman, Bar. Thummel, nom. ux. en A.F. Gerdeman. Ph. Kuvel, J.L.V. Karsseboom, A.F. Gerdeman en J. de Jager, Ez. De Alyda 96 1000 Suiker. Fds. W G. Deutz ½, J.J. Bronovo, n.u. ⅛, Mr. G.A. Entinck, n.u. ⅛, Erv. Wed. J.F. Roux ⅛ en Mr. A. Mosman, n.u. ⅛. W.C. Limes. J. Zaal, J.F. Roux en H.G. Roux. Carelsburg 285 Koffij. Zie De Alyda. Idem. Idem. L. van Nackarackibo Zie Mot-Kr., regt. Mond der mot-kreek, zie aldaar. Munnikkendam }205 850 Suiker en Koffij.{ E. en C. Reyns. J.A.W. Rivoire. H.G. Roux. Oud Bellevne } 205 1030 Suiker en Koffij.{ E. en C. Reyns. J.A.W. Rivoire. H.G. Roux. Litt. G. De Nieuwe Eendracht } 96 705½ Koffij. { A.C. Bennelle Vereul en Mevrouw N.J. de Vismes, geb. Vereul. G.A.L. Wolff. Ph. Kuvel. Ephrata en Lemmerskamp} 138 2400 Suiker. { J.J. Godefroy ½ en de Erven J. Eyma ½. J.H. Horstmann. G.C.B. Weissenbruch, J.F. Roux, P. May en J. de Jager, Ez. {==87==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Cottica, (boven) regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Geertruidenberg 820 Verl. Aan Pl. de Goudmijn. La Félicité 361 Verl. Aan Pl. d. Dageraad. Rotterdam 440 Verl. Chirur. Etabl. van H.W.N. Ryke. Beekvliet 14 972 Kweek. In huur van A.G. Christie. Charlottenburg 2 460 De Maatsch. ter uitbreiding van het Christend. onder de Slaven. Etablissement der Moravische Broeders. Het Hoofdbestuur der Maatschappij. Liverpool 51 349 Koffij. Fonds J.J. Bysterus Heemskerk. J.A.D. Spillenaar. G.C.B. Weissenbruch. De Oude Bijekorf } 253 370 Suiker. E.G. Veldwijk. C.H.J. Otto. J. Frouin en J. Zaal. Molhoop en } 253 492 Suiker. E.G. Veldwijk. C.H.J. Otto. J. Frouin en J. Zaal. De Gekroonde Paauw } 253 492 Suiker. E.G. Veldwijk. C.H.J. Otto. J. Frouin en J. Zaal. Mond der paramarica-kreek, zie aldaar. Nw. Levant 127 1500 Koffij. Erv. v.d. Graaf de Neale. J.G.C. Gardé. F.P. Penard en H.T. de Jonge. L'Aventure 117 852 Koffij. Fonds W.G. Deutz. J. Visser, Jr. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Twijfelachtig 72 1000 Koffij. Fds. ond. Fraissinet en v. Baak en J. Moyet. G.P. Koster. H.A. Tirion en J. Frouin. Kleinhoop 121 500 Suiker. R. Austin en de Erv. P. Wentworth. W.P. Austin. R. Austin en J. Zaal, seq. Nw. Mocha 23 683 Koffij. J.M. Bles. J.M. Bles. J.M. Bles. Nw. Acconoribo 258 2000 Koffij. H. Macleod 2/3, en Mevr. Prunet, geb. J.M. Balgueri, ⅓. W. Whrigt. H. Macleod, A. Kennedy en A. Umgewand. Vlaardingen 500 Verl. Aan Pl. Molhoop. Rivier Cottica, (boven) linkerhand in het afvaren. Litt. D. L. van Alyda Aan Pl. De Alyda. Bokkenstein 1800 Verl. Grond van Nw. Cuylenburg 500 Suiker. Aan Pl. Nieuw Cuylenburg. Gustaafsdal 537 Aan Brouwersbaven en Carelsburg. Kl. Marseille 494 Verl. Aan Gr. Marseille. Libanon en De Zuinigheid 53 1500 Suiker. Erv. du Peyron. F. Rennevet. J. Frouiu. {==88==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Cottica, (boven) linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Péron 90 890 Suiker. Erv. du Peyron. J. Vos. J. Frouin. La Nouvelle Espérance 998 Verl. Aan Pl. Libanon. Idem. Va comme je te pousse 370 Verl. (Aan Nw. Va comme je te pousse, zie Mot-Kreek.) Nw. Mocha 1000 Verl. Erv. van den Graaf de Neale. Mon Sort 178 1260 Koffij. Fonds onder directie v. Broen en Co. L.P. Genitz. H.A. Tirion en H. Rocquette. De Vrede 163 1200 Koffij. Erv. van Berck Colenbrander. F. Weydeman. J. Frouin en J.H. Bernhard. L.v. Molhoop Aan Pl. Molhoop. Elk het zijn 26 280 Koffij. N.M. Schuster, Erv. Salonthay van Salontha, Erv. Douglas en de Wed. Hamilton en Meynerts. } J.E.H. Hubert. N.M. Schuster, J.C. de C. Freudenberg en Mr. H. Heylidy, C.Jz. Manheim 33 225 Koffij. N.M. Schuster, Erv. Salonthay van Salontha en Erv. Douglas. } J.E.H. Hubert. N.M. Schuster en J.C. de C. Freudenberg. Kl. Mon Désir 225 Koffij. A. Pl. Bergerac. Anna'sburg 100 650 Koffij. Fds. onder dir. v. Luden en Poel. L.A. van Gent. J.F. Roux en H.G. Roux. Elsenhagen 150 Verl. Nw. Cuylenburg 250 Koffij. Aan Pl. Voorzorg. (Zie Vredenburger-Kreek.) Gr. Cuylenburg 77 750 Koffij. Erv. Nobel. C.P. Neuman. J. de Jager, Ez., J. Zaal en N.J.C. Baars. Zeldenrust 580 Koffij. Z. Welgelegen. (Cottica, regt.) Le Contentement 6 420 Verl. Fonds onder directie v. Broen en Co. H.A. Tirion en H. Rocquette. Vlugt en Trouw 5 900 Koffij. Soesman en de Leon. S.J. Klein. De Eigenaren. Arnhem 300 Verl. Goed Succes Verl. Patientie Verl. Brunswijk 65 358 Koffij. J.C. Otto en Bar. Sasse v. Ysselt. T. Dossery. J. Zaal en J.A. Mertens. Hulshoff Verl. S. en Bl. S.H. de la Parra. S. de la Parra. Mond der perica-kreek, zie aldaar. {==89==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Cottica, (boven) linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Courtvlugt 103 1000 Koffij. Erv. Nobel. R. Peterson. J. de Jager, Ez., J. Zaal en N.J.C. Baars. Litt. D. Hamburg 117 1500 Suiker. Wed. Planteau ½, J.J. - J.C. Planteau, P. René Planteau, C.M.v. Heukelom, geb. Planteau, ¼, en mind. H.J. en L. Woesting en H.J.J. Moyard ¼. G.M. Meijer. J.F. Roux, F.P. Penard en H.T. de Jonge. Sardam 161 1619 Suiker. Van West en de Hart. C. van Thol. M.M. de Hart. Constantia Verl. Z. Pl. Rotterdam (Cottica, regt.) Nieuw Klarenbeek 105 488 Koffij. Fonds Fraissinet en v. Baak en B. Goll en Co. M. Thieler. J. Frouin en C. Barends. Mond der cras-kreek, of vaart naar commewijne. (boven.) Pietersburg 391 Verl. Kl. Beekvliet 259 Verl. Zie Pl. Beekvliet. (Cottica, regt.) L.v. Mijn Hoop Zie Rio Commewijne, (boven) regterhand. L.v. La Jalousie Zie Rio Commewijne, (boven) regterhand. Land v. Breukelerwaard Zie Rio Commewijne, (boven) regterhand. L.v. Sommelsdijk Zie Rio Commewijne, (boven) regterhand. Vredenburger-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. D. L.v. La Paix Aan Pl. La Paix. Vredenburg, Milit. Post. De Hulp Verl. Aan Pl. De Zwarigheid. Mijn Zorg Verl. Geertruida Elisabeth Verl. De Zwarigheid en Johanna 153 2000 Katoen. J. Caddell ½ en J.D. Case ½. T. Walton. J. Caddell en A. Kennedy. Oranje, Militaire Post aan Zee. Vredenburger-kreek, linkerhand in het opvaren. L. van La Paix Aan Pl. La Paix. De Beste } Verl. R. Cook. Lunette } Verl. R. Cook. Cares en Wolvenhorst } Verl. R. Cook. {==90==} {>>pagina-aanduiding<<} Vredenburger-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Harmonie } 48 500 } Katoen. J. Caddell. J. Caddell. J. Caddell. Voorzorg } 48 500 } Katoen. J. Caddell. J. Caddell. J. Caddell. Mot-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. D. Nackarackibo 716 Verl. Buys en Vlijt 353 Verl. Stolkwijk 300 Verl. Aan Pl. de Resolutie. Toevlugt 500 Verl. Oostwaard } 300 Verl. } E.J.S. Stuger. E.J.S. Stuger. Misgunst } 820 Koff. en Katoen. } E.J.S. Stuger. E.J.S. Stuger. Voorzorg 495 Verl. Bdl. Hatterman Bar. Thümmel, n. ux. en A.F. Gerdeman. De Slaven arbeiden op Plant. Nieuwzorg, in Commetewane. Ph. Kuvel, A.F. Gerdeman en J. de Jager, Ez. Mon Désir 796 Katoen. D.M. Sanches. D.M. Sanches. Clemensburg 366 Katoen. Vriesenburg 500 Katoen. Aan Pl. Clemensburg. Visschershaven 500 Verl. Nw. Va comme je te pousse en Landzigt} 500 Aan Pl. Wolffs Capourica. Nw. Va comme je te pousse en Landzigt} 512 Aan Pl. Wolffs Capourica. Zeezigt en Eindperk 401 796 Katoen. R. Cook, n. ux. J.v.d. Veldt. J.F. Roux. De Brandwacht, Militaire Post aan Zee. Mot-kreek, linkerhand in het opvaren. L. van Munnikkendam Zie Rio Cottica, regt. De Goede Verwachting 485 Koffij. J.F. Sichterman, geb. Labadie. J. Telles, Opzigter. Mr. P. Sichterman. Twee Gebroeders 336 Verl. Aan Pl. Hecht en Sterk. Naaldwijk 700 Verl. Wed. Vervuurt en M.G. Vervuurt. Java 700 Verl. Aan Pl. Hamburg. (Zie Cott., linkerh.) Kweekhoven 700 Verl. {==91==} {>>pagina-aanduiding<<} Mot-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Jagerswoud 522 Verl. Heemslust 522 Verl. Aan Pl. Sardam. (Zie Cott., link.) De Lemmert 416 Katoen. Wed. A. Cameron. P.F. Labadie. Wed. A. Cameron. Sophia's lust 300 Verl. Zeewijk 142 547 Verl. Aan Pl. de Resolutie. Theodora Susanna 470 Katoen. A. Nw. Va commeje te pousse. Den Briel 445 Verl. Wilkensrust 470 Katoen. D.M. Sanches. De Eigenaar. De Dageraad en de Dankbaarheid } 287 481 Katoen. D.M. Sanches. E. Lionarons. D.M. Sanches. De Dageraad en de Dankbaarheid } 287 634 Katoen. D.M. Sanches. E. Lionarons. D.M. Sanches. Paramarica-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. G. Land van de Gekroonde Paauw Zie Rio Cottica, regt. Onverwacht 23 207½ Koffij. A.C. Gillard, Eigen., Dir. en Administrateur. Leyenhoop 339½ Verl. Aan Pl. Nieuw Levant. Kleinhausen 914 Koffij. Aan Pl. Goudmijn. La Persévérance 57 1288½ Koffij. Fds. onder Directie van H.W. Kühn en R. le Chevalier. G.P.A. Yvel. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Paramarica-kreek, linkerhand in het opvaren. Land van de Gekroonde Paauw Zie Rio Cottica, regt. Nw. Charlottenburg 300 Verl. Perica-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. D. L.v. Courtvlugt Zie Rio Cottica, link. Rustenburg 187 2880 Suiker. S. en Bl. S.H. de la Parra. C.J. Bouwmeester. S. de la Parra. Waterwijk 1200 Verl. De Slaven werken op Plant. Hazard. Gr. van Onvergenoegd Koffij. Zie Perica-Kr., linkerh. Solitude 62 2023½ Suiker. Mind. M.H. Raatgever. P.A. Waakhuizen. C. Barends en J.C. Wolff. {==92==} {>>pagina-aanduiding<<} Perica-kreek, regterhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. De Eendragt 76 1475 Suiker. Erv. A. de Braun en R. le Chevalier. M.J. Pilander. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Meulwijk 80 2214 Suiker. Fds. v. Deutz. C. Rieken. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Nw. Belair 500 A. Pl. Corisane. Kortenduur 86 3001½ Suiker. M. Broen, Mz. pr. en qq. P.C. Limes. J.C. de Cordua Freudenberg en J. Zaal. Wolffs Capourica 75 3001½ Suiker. J.F. de Friderici en J.L. de Friderici. W. van Tholl. J.F. de Friderici, H.G. Roux en C. Lionarons. Nieuw Timotibo 15 1455 Dezelfde en Wed. Hamilton en Meynerts. Idem, Opz. Dezelfde en J.C. de C. Freudenberg en Mr. H. Heylidy, C. Jz. L. van Soribo Aan Pl. Soribo. Le Mât Rouge 85 2500 Suiker. J. Noordbergh, Eigen., Dir. en Administrateur. Perica-kreek, linkerhand in het opvaren. L.v. Hulshoff 50 Zie Rio Cottica, linkerhand. Kerkgrond S. en Bl. S.H. de la Parra. Vriesenburg 300 Verl. Onvergenoegd 36 600 Koffij. Wed. J.J. Geffken en Wed. J.D. Engler. ... de Haas. J. Zaal en H.A. Tirion. L.v.D. Eendragt Suiker. Zie Perica-Kr. r. Brouwershaven Verl. 's Gravenhage Verl. Amsterdam 296 Verl. L.v. Wayamoe Zie Wayamoe-Kreek. Mond der wayamoe-kreek, zie aldaar. Kocqswoud 36 163 Koffij. Bl. J.C. Stuger 5/12, Erv. Boom 11/20 en G.A. Cramer 12/60. J.B. Louzada, Mz. E.J.S. Stuger en A.C. Busch, Wed, Hirschfeld, J.C. de C. Freudenberg, H.G. Roux en P. Kuvel. Corisane 3 500 Koffij. Bl. J.C. Stuger. Idem. E.J.S. Stuger en Wed. Hirschfeld. Schoonauwen } 217 683 Kostgr. van Pl. Zeezigt. Nieuw Altona } 217 426 } Suiker. Erv. Mr. F.E. Becker en Erv. Spiering. F.J. Verschuur. } J.C. de C. Freudenberg, F.G. Pichot l'Espinasse en F.L. Pichot. Poelwijk } 217 1294 } Suiker. Erv. Mr. F.E. Becker en Erv. Spiering. F.J. Verschuur. } J.C. de C. Freudenberg, F.G. Pichot l'Espinasse en F.L. Pichot. Belair, Militaire Hoofd-Post. {==93==} {>>pagina-aanduiding<<} Perica-kreek, linkerhand in het opvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Wolffsijver 16 Steen. J.F. de Friderici en J.L. de Friderici. H.P.H. Costerus. J.F. de Friderici, H.G. Roux en C. Lionarons. Land van Nieuw Timotibo Als voren en Wed. Hamilton en Meynerts. H.P.H. Costerus, Opz. Zie Plant. Nieuw Timotibo. Soribo 58 2108 Suiker. Mevr. Picard, geb. Meester. F.J. Marcus. A.F. Gerdeman. Wayamoe-kreek, regterhand in het opvaren. Litt. D. Land van Koeqswond 192 Zie Perica-Kreek, linkerhand. Scheveningen 74 342 Koffij. Erv. U.H. Wilkens. H. Gaddum. F.L. Pichot en J.F. Roux. Ongegund Kostgr. Aan Pl. de Zwarigheid. (Vredenburger-Kr.) Lugtenburg Aan Pl. Halle in Saxe. Wayamoe-kreek, linkerhand in het opvaren. Wayamoe 88 1146 Koffij. Fonds v. Deutz. J. Monsanto. J. Zaal en J. de Jager, Ez. Kl. Jalousie Verl. Karelsburg 200 Verl. Aan Pl. Wayamoe. Halle in Saxe 73 1053 Verl. Erv. P.C. Nobel. C. Boruwka. J. de Jager, Ez., J. Zaal en N.J.C. Baars. IJvershoop 405 Kost. Aan Pl. Scheveningen. Rivier Saramacca, (boven) regterhand in het afvaren. De vier Gezusters 5 500 Hout. Minderj. Kind. v.C.R. Beetz. C.B. Beetz. Hermitage Verl. Saron Militaire Post. Philippine's-Ruhe Verl. Rose Valey Verl. Gevaar 1500 Verl. Isaacshoop 1000 Verl. Staf-Arons Verl. Jakkens 500 Verl. Voorzorg Verl. Lemmershoop 500 Verl. Willemshoop 500 Verl. La Nouvelle Entreprise 500 Verl. {==94==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Saramacca, (boven) regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. La Ressource 10 1000 Hout. Bl. H. Sollander. A.G. Fonseca, Opz. H.G. Roux, J. del Prado, A. de Randamie en J.O.N. Engelbrecht. Williamstad Verl. Albion 27 500 Hout. W. Rac Macdonald. J. Walton. J. Cameron. De 4 Hendrikken 35 1000 Hout. J.H. Reyeg ⅔ en W.R. Macdonald ⅓. S. Nathan. J.H. Reyeg en J. Cameron. Sonnette 22 1000 Hout. Bl. C.J. Smith. Aron. F.J. Binz. L.v. Libanon 1500 Hout. Achterland van Pl. Osembo. Windsorforest } 20 } 1000 Hout. B. en J. de la Parra, J. Arrias, nom. ux. en E. Simons, nom. ux. B. de la Parra. De Eigenaren. Sara's lust } 20 } 1000 Hout. B. en J. de la Parra, J. Arrias, nom. ux. en E. Simons, nom. ux. B. de la Parra. De Eigenaren. Haarlem 8 100 Hout. Permit. J. Arrias. J. Arrias. Wilhelmina Catharina Frederika en De Nwe. Hoop 69 } 5850 Hout. J.J. en L.A. de Mesquita. C.C. Frenckel. L.A. de Mesquita. Pietersburg Verl. Carolina 1000 Verl. Antigua Verl. Jacotslust Verl. J.H. Zeegelaar. De Uitkijk 1000 Suiker. Zie Pl. Hamburg, pag. 95. De Uitkijk Militaire Post. Mond der wanica-kreek, zie aldaar. Rivier Saramacca, (beneden) regterhand in het afvaren. Eigenrust Verl. Bijgeval Verl. Fridericisgift 9 1000 Koff. en Cacao. H. Campbell n.u. H. Campbell. H. Campbell. Tyrol 1000 } Koff. en Cacao. Aan Pl. La Poule. Nieuwe Aanleg 500 } Koff. en Cacao. Aan Pl. La Poule. De Goede Verwachting Verl. Voorzorg 11 2000 Kost. T.P. Kaersenhout. W.T. Krieger. T.P. Kaersenhout. Johanna Catharina 156 1500 Koffij. Cacao en Kost. F.P. Pepin. IJ. Sibulo. D. Danjon. De Morgenster 110 1000 Koffij en Kost. N.G. Vlier. A.J. Comvalius, Jr. N.G. Vlier. {==95==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Saramacca, (beneden) regterhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. De Eendragt 67 1000 Koffij. C. Campbell, Jr. S. van Tholl. C. Campbell, Jr. Sara Maria 59 1000 Koffij. Boed. Wed. J.F. Ohland. J.E. Abendanon. Fung. Kurators. Broederschap 1000 Koffij. Zie Pl. De Eendragt. Mijn Vermaak 193 1000 Koffij. Boed. F. Beudeker. H.G. Buddenberg. Fung. Kur. en H.R. Gummels. La Prévoyance 1500 N.G. Vlier. Bewoond door B. Mac Farlan. De Dankbaarheid 37 1000 Koffij en Cacao. Zie Pl. Sara Maria. Huwelijkszorg 141 1000 Koff. en Kost. J.J. en L.A. de Mesquita. J.P. van der Meer. L.A. de Mesquita. Londonderry Verl. Hildesheim 20 500 Koffij. J.W. de Bye. G. Banks. H.G. Roux. Rivier Saramacca, (boven) linkerhand in het afvaren. Litt. H. Maripaston, zie Sonnette, pag. 94. Haast u langzaam 5 1000 Hout. Dina v. Weyne. F.G. Johanszoon. Dina v. Weyne. La Solitude Verl. Nieuw Goedeshoop 500 Hout. Bewoond door Ant. Bysober en kinderen J.A. en C.A. Westerman. Toevlugt 500 Verl. Frankfort 500 Kweek. Bl. M.A. Wolff. In huur van G. Halfhide. Zorg en Hoop 500 Verl. Johanna Petronella 500 Verl. Albinasrust 500 Kweek. Amimba van Auca. Nooit Gedacht en Carelsburg 1000 Hout. Soesman en de Leon. A.G. Fonseca. Soesman en de Leon. Goede Moed 1000 Verl. Maria's lust 500 Verl. Groningerland Verl. Zoelen Verl. Vaderszorg Verl. Boston 200 Kweek. Permit. Bewoond door P.J. Brandon. Nw. Vermaak 500 Verl. Rivier Saramacca, (beneden) linkerhand in het afvaren. Hamburg 205 594 2/4 Suiker. J.C. en A.M. Linck. W. Maynard. J.F. Roux en W. Maynard. {==96==} {>>pagina-aanduiding<<} Rivier Saramacca, (beneden) linkerhand in het afvaren. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Aitnoch en Gr. Elizabethshoop} } 1000 Kweek. } T.P. Kaersenhout. Verhuurd aan A.W.S. Schramen. Aitnoch en Gr. Elizabethshoop} 1000 } T.P. Kaersenhout. Verhuurd aan A.W.S. Schramen. De Goede Intentie 1000 Verl. Vriendslust 500 Kweek. J.F. Namleff. Bewoond door F.G. Johanszoon. Rachelshoop 1 500 Verl. Bl. Truy v. Lobo. Bewoond door J. Hommens. La Poule 188 1000 Koffij. M.A. Thurkow. J.A. Gaddum. M.A. Thurkow. Johanneshoop 500 Wd. H.E. Focke. Monitor 500 Koff. en Cacao. S. en Boed. Is. Abendanon. Verhuurd aan F.W. Werlé. De Goede Hoop 30 500 Koff. en Cacao. F.W. Werlé, Eigen., Direct. en Admin. Margaretha'sgift 24 500 Koffij. J.T. Meyer. De Eigenaar. De Eigenaar. De Herstelling 23 500 Koffij. C.J. Wolff Juliaans, Eigen., Dir. en Admin. Weltevreden 500 Verl. De Goede Onderneming 2 500 Kweek. F.v. Wanner. J. Wanner. F.v. Wanner. Kweeklust 3 500 Kweek. J.E. Rühle. Misgunst 1 500 Kweek. Wed. J. Muntz. Bewoond door F.C. Adney. Dirkshoop 500 Kweek. Corn. v. Kina v. Friderici. De Geprojecteerde Stad Columbia, waarin eenige erven, bebouwd en bewoond door vrije personen. Groningen Militaire Hoofd-Post. Gruttie 500 Verl. Smithsfield 1500 Verl. Anna Maria 68 1000 Koffij. Part. W.I. Bank. C.H.v. Gerholdt. H. Kamerling, Comm. d. Part. W.I. Bank. Catharina Sophia 228 2000 Suiker. { Part. W.I. Bank. H.D. Ellis. H. Kamerling, Comm. d.P.W.I.B. en J. Zaal. Carel François 500 Verl. Braak Verl. Concordia a 16 125 Koffij. Bl. G. Steward. A. Park, Opz. F. Carstairs. Concordia b 76 625 Koff. en Cacao. W. Elder. W. Elder. W. Elder. Caledonia 101 1000 Koff. en Cacao. J.E. Saeltzer en F. Carstairs. A. Park. Fergus Carstairs. Barclay 500 Verl. Greenfield 500 Verl. Nassau Militaire Post. Agenoria 500 Verl. Kent 265 1000 Suiker. Sir William Young. C. Elder. A.W. White. {==97==} {>>pagina-aanduiding<<} Wanica-kreek, regterhand, uit Saramacca. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Litt. H. Johannesburg 500 Brandh. en Kost. R.H. van Halm, Eigen., Direct. en Admin. Mond der tawayarie-kreek, zie aldaar. Mon Plaisir 500 Verl. Zonhoop } 1 500 Brandhout en Kweek. Mustapha van Louisa v. Matthijs v. Lobbrecht en Januarij v. Louisa van Matthijs v. Lobbrecht.} Januarij van Louisa van Matthijs van Lobbrecht. Dankbaarheid } 1 500 Brandhout en Kweek. Mustapha van Louisa v. Matthijs v. Lobbrecht en Januarij v. Louisa van Matthijs v. Lobbrecht.} Januarij van Louisa van Matthijs van Lobbrecht. Land van Onverwacht Kost. Bl. J.E.v. Onna. F.J.L.R.v. Onna. De Goede Verwachting Militair Piket. Zamenvloeijing der Wanica-Kreek en het Kanaal van Saramacca. Wanica-kreek, linkerhand, uit Saramacca. Moederszorg 500 Kweek. J. de Lyon. Maria's lust 500 Verl. Nooit gedacht 500 Kweek. J. van Zeeman. De Eigenaar. De Eigenaar. Curaçao 5 500 Brandhout en Kweek. B. à Cohen. Nieuw Libanon 2 500 Brandh. J.v.D. Mendes. J.v.D. Mendes. Daphina's hoop 1 500 Brandh. F.J.L. Rens v. Onna. Tawayarie-kreek, regterhand. Litt. H. Welgevonden Kweek. J. de Britto, Jr. De Beproeving 10 500 Kweek. F.J.L.R.v. Onna Tawayarie-kreek, linkerhand. Rust en Rust 1 500 Kweek. J.M. Welhaven. Waterloo 2000 Hout. S. de la Parra. Evertszorg 100 Kweek. J.C. Cankrijn en M. Parisius. Susanna's lust 19 1000 Hout. Erv. Jac. v. Imthurn. J. Hastfeld. J.A. Jacot. Kanaal van Saramacca, regterhand, naar Paramaribo varende. Litt. H. De Goede Verwachting 1 750 Kweek. Gebr. Muller. C. Muller. Joh. Muller. Kanaal van Saramacca, linkerhand, naar Paramaribo varende. Achterland van Onverwacht Kost. Aan Overwacht. {==98==} {>>pagina-aanduiding<<} Het verlengde pad van Wanica. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Onverwacht } 1375 Kweek. Boed. J.E.v. Onna. F.J.L. Rens v. Onna. F.J.L. Rens v. Onna. Duisburg en Flora ½ } 1375 Kweek. Boed. J.E.v. Onna. F.J.L. Rens v. Onna. F.J.L. Rens v. Onna. Flora ½ en Zorg en Hoop} 550 Kweek. J.J. en L.A. de Mesquita. Hermitage 525 Kweek. F.C. Nahlop. F.C. Nahlop. Het district Nickerie. De Nickerie wordt verdeeld in Opper- en Neder-District. De gecultiveerde Gronden van het Opper-District zijn gelegen beneden de Rivier Coppename, welke zich, aan Zee, met de Saramacca vereenigt, en strekken zich, westwaarts aan, langs de Zeekust uit. Alle gemeenschap met of vervoer van Produkten naar de oude Kolonie geschiedt met Kustvaartuigen. Eene aanzienlijke uitgestrektheid onbebouwd land, zware bosschen en zwampen scheiden het Oppervan het Neder-District, en stremmen, te land, de communicatie met hetzelve. Opper-disthict Nickerie. Inverness 70 580 Katoen. W. Mackintosh. P. Cameron. A. Mackintosh. Hamilton 27 500 Katoen. Erven Taylor. J. Taylor. M.C. Hamilton. Welgelegen 500 Verl. Mac Bean en Acton. Hague 1000 Verl. Moy 107 500 Katoen. D. Mc. Bean. J.M. Bean. W. Ferrier. Persévérance 32 500 Katoen. Bl. J. Harvie. J. Leitch. W. Mackintosh en J. Taylor. Cardross Park 52 1000 Katoen. W. Ferrier. W. Ferrier. W. Ferrier. Bellevue 110 500 Katoen Bl. Dd. Cameron. C. Mac Intyre. W. Mackintosh. Mary's hope 158 1250 Bl. E. Conolly. T.D. Acton. G.L. Röperhoff, E. Conolly, fung. Kur., P.v. Chatillon en J.C. Bennett. Totness 1000 Kweek. A. Mackintosh. G. Cruden. De Eigenaar. Friendship 33 500 Katoen. Al. Mackintosh. G. Cruden. De Eigenaar. Coronie Militaire Post, aan den mond der Corona-Kreek. Hantaskine 1000 Katoen. Zie Pl. Friendship. John 85 500 Katoen. Boed. Wilson. G. Cruden. W. Mackintosh. Belladrun 26 500 Katoen. J. Macdonald. J. Macdonald. J. Macdonald. Lot No. 218 Johanna Maria 60 Boed. J. Robertson. J. Park. H.G. Roux. Novar 70 250 Katoen. Boed. C. Stuart. E. Ricketts. N. Herbert en E. Ricketts. Clyde 27 250 Erv. A. Cameron. J. Ricketts. W. Mackintosh. Leasowes 249 1000 Katoen. Dezelfde. Dezelfde. Idem. {==99==} {>>pagina-aanduiding<<} Opper-district Nickerie. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Sarah 242 1000 Katoen. J. Bent. W. Whitcombe. C.J. Farwell. Burnside 296 1000 Katoen. T. Gray, Eig., Dir. en Admin. Lot No. 208 } 122 } 1000 Katoen. F.W. Faerber, n. ux. F.W. Faerber. F.W. Faerber. Hope, Lot No. 209 } 122 } 1000 Katoen. F.W. Faerber, n. ux. F.W. Faerber. F.W. Faerber. Oxford 1000 Katoen. Erv. Cameron. J. Ricketts. W. Mackintosh. Potosie 143 1500 Katoen. Bl. G.S. Carstairs. G. Park. Wed. G.S. Carstairs. Bucklebury 1000 Katoen. J. Bent. Zie Pl. Sarah. Waltonhall 500 Verl. Neder-district Nickerie. De Hoofd- en Stapelplaats van dit District is de punt lands, gelegen aan de Zee, beneden den mond der Nickerie-Kreek, welke, met de Rivier Corantijn vereenigd, daar ter plaatse in Zee stort. Deze punt strekt ten verblijf aan den Heer Landdrost, den Ambtenaar en de bezetting. Behalve het Landdrost- en Ambtshuis, de Barakken, de Bakkerij, enz. vindt men er eenige weinige gebouwen en kleine woningen, aan particulieren en vrijlieden toebehoorende. Aan eenen breeden Rijweg, welke van de Nickerie-punt, op eenigen afstand van de Zeekust, naar den kant van het Opper-District leidt, liggen Plantaadjes ter regter- en linkerhand. Deze palen met hare achterdammen aan de Zee, gene aan zware bosschen. De Nickerie-Kreek opvarende, vindt men aan beide zijden van dezelve weder eenige Plantaadjes en Kostgronden. Hoogerop, komt men aan de Maratakka-Kreek, langs welker boorden veel en uitmuntend goed timmerhout gevonden en geveld wordt. De Nickerie-Kreek heeft ook, door de Arrawarra- en Wayambo-Kreken, gemeenschap met de Coppename, en deze, aan Zee, met de Saramacca; zoodat men ook van de Nickerie-punt, in acht dagen tijds, binnendoor, met tentbooten en ander klein vaartuig, Paramaribo bereiken kan. Rijweg, regterhand. Diamond 87 1000 Kweek. Bl. R.A. en J. Cruickshank. A. Macdonald. A. Macdonald, J. Wilson, A. Desse en W.S. Cruickshank. Leadshall 2 500 Kweek. J. Reach. J. Reach. J. Reach. Rijweg, linkerhand. Union 115 500 Katoen. Bl. R.A. en J. Cruickshank. A. Macdonald. Zie Pl. Diamond. Good-intend 9 250 Katoen. Erv. G. Cruden. R. Cruden. R. Cruden. Providence 139 500 Katoen. Bl. J. Balfour. R. Kirk. R. Kirk, J. Gordon, Th. Gray en Robert Balfour. {==100==} {>>pagina-aanduiding<<} Rijweg, linkerhand. Plantaadjes. Slaven. Concessiën. Produkt. Eigenaren. Directeuren. Administrat. Akkers. Sealand 1000 Verl. Al. Macdonald. Gloucester } 60 500 Katoen. George Nieholson. J. Lowthian. A. Desse. Hope } 60 500 Verl. Forgue 82 500 Katoen. Erv. Balfour. R. Kirk. Zie Pl. Providence. Locharber 250 Verl. J. Gordon. Rhynie 6 250 Katoen. Js. Gordon. Dezelfde. Dezelfde. Nickerie-kreek, regterhand in het opvaren. Margaretenburg 43 500 Koffij. Erv. W. Carbin. T.G. Carbin. T.G. Carbin. Waterloo 180 500 Koff. en Suiker. Erv. Balfour. R. Kirk. Zie Plant. Providence. Nursery 391 500 Koff. en Suiker. Jos. Tyndall. H. Tyndall. Jos. Tyndall. Hazard 500 Kost. Erv. Balfour. R. Kirk. Zie Plant. Providence. Longmay 18 500 Kost. Erv. G. Cruden. R. Cruden. Rt. Cruden. Plaisance 13 250 Kost. Erv. Cruden. Dezelfde. Dezelfde. Idem 500 Kost. Zie Plantaadje Providence. Paradise 123 1500 Suiker. Bl. R.A. en J. Cruickshank. J. Cruickshank. A. Macdonald, J. Wilson, W.J. Cruickshank en A. Desse. Lot 7, of Hamptoncourt 100 Kostgr. George Nicholson. J.v. Beerenstijn. G. Nicholson. Lot 10, 11 of Krappahoek} 8 1000 Koffij. Charbon en Zn. Vincent Abbensetz. J. Gordon en A. Macdonald. Post van de Indianen. Nickerie-kreek, linkerhand in het opvaren. Botany-bay 250 Koffij. Bl. H.J. Braam. Wed. H.J. Braam, Dir. en Adm. Charlottenburg 250 Kostgr. Bl. F.A. Wix. Wed. F.A. Wix, Dir. en Adm. Litt. I 500 Koffij. Js. Gordon. Js. Gordon. Js. Gordon. L'Espérance 500 Verl. No. 32, 33 en 34 of Nw. Aanleg 54 1000 Koffij. Charbon en Zn. V. Abbensetz. J. Gordon en A. Macdonald. {==101==} {>>pagina-aanduiding<<} Alphabetische naamlijst der plantaadjes. {==103==} {>>pagina-aanduiding<<} Alphabetische naamlijst der plantaadjes, derzelver gelegenheid, negernamen en aanwijzing. A. Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Aanleg (Nieuwe) Hoer-Helena-Kreek 84 Aanleg (Nieuwe) - 85 Aanleg (Nieuwe) Bened. Saramacca 94 Abigaëlshoop Pad van Wanica 71 Abigaëlslust - 71 Abigaëlslust Warrappa-Kreek Pikien Staf Arons 83 Accaribo Suriname Granpranasi 63 Acconoribo (Nw.) Boven-Cottica Boyé 87 Adrichem Suriname 63 Adrichem Matappica-Kreek Fiskari 81 Agenoria Bened. Saramacca 96 Ayo Suriname 63 Aitnoch Bened. Saramacca 96 Akkerboom Bened. Commew 76 A la bonne heure - Smaradoekoe 77 Albinasrust Boven Saramacca 95 Albion - 94 Alderad Matappica-Kreek Steenbergi 79 Alderad (Gr. v.) - Pikien Saffyn 81 Alyda (De) Boven Cottica 86 Alyda (L.v.) - 87 Alkmaar Bened. Commew Goedoe Vrouw 77 Alsimo Warrappa-Kreek Oehlers 83 Altona Para-Kreek 67 Altona (Nw.) Perica-Kreek 92 Amitié (La bonne) Para-Kreek 67 Amsterdam Perica-Kreek 92 Andresgift Bened. Commew 75 Anna Catharina Matappica-Kreek van Omroe 80 Anna Elisabeth - Labadie 81 Anna Maria Bened. Saramacca 96 Anna'sburg Boven Cottica 88 Anna'slust Pad van Wanica 71 Anna'srust Tapoeripa-Kreek Stoekroe 82 Annaszorg Warrappa-Kreek Goedoe Vrouw 83 Annaszorg (Kl.) - Pikien Goedoe Vrouw 83 {==104==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Antigua Boven Saramacca 94 Appecappe - Commew 75 Appecappe (L.v.) Casiwinica-Kreek 78 Arendsrust Boven Commew di Losie 72 Arendsvlijt Pad van Wanica 71 Argent Court Hoer-Helena-Kreek Dumaré 85 Arnhem Boven Cottica 88 Auca Suriname Miengo 59 Auca (L.v.) - Miengo 62 Aurora Paulus-Kreek 66 Aventure (L') Boven Cottica Brouwroe 87 Awara Passie Suriname 62 B. Baboenhol Suriname 62 Baboenhol (L.v.) Marechals-Kreek 66 Badenstein Warrappa-Kreek Voogtoe 83 Bamby Suriname 59 Bantaskine Nickerie (O.D.) 98 Barbados Warrappa-Kreek Schasie 83 Barbados (Gr. v.) - 84 Barbara (St.) Suriname Baroeba Kommisi 60 Barbara (L.v. St.) Surnaus-Kreek 65 Barclay Bened. Saramacca 96 Batavia Jonkermans-Kreek 66 Beaulien Para-Kreek 68 Beaulien (L.v.) - 68 Beekenhorst Bened. Commew 76 Beekenhorst (L.v.) Hoer-Helena-Kreek 85 Beekhuizen Suriname 64 Beekhuizen (L.v.) Pad van Wanica 71 Beekvliet Boven Cottica 87 Beekvliet (Kl.) - 89 Belair, Milit. H.-P. Perica-Kreek 92 Belair (Nw.) - 92 Bel à soir Paulus-Kreek 66 Belladrun Nickerie (O.D.) 98 Bellevue - 98 Bellevue (Ond) Boven Cottica 86 Bellevue (Kl.) Bened. Commew 73 Belwaarde Suriname 61 Beninenburg Bened. Commew Hattriman 76 Bentshope Warrappa-Kreek Limieshopoe 83 Beproefde Vriendschap Bened. Commew Roobangi 73 Beproeving (De) Tawayarie-Kreek 97 Berg en Dal Suriname Beergi 62 Bergendaal (L.v.) - 59 Bergenop Zoom (Nw.) - 60 Bergerac Boven Commew Pikien Koederki 73 {==105==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Bergenshoop Pad van Wanica 71 Bergen op Zoom Marechals-Kreek 66 Berg Sinaï - 66 Berg Sinaï (L.v.) - 67 Berkshoven Boven Commew Verbergie 75 Berlijn Para-Kreek Bareen 68 Berlijn Bened. Commew Bareen 74 Berseba Suriname 63 Berthondslust Tapoeripa-Kreek Klein 82 Beste (De) Vredenb.-Kreek 89 Bethel Marechals-Kreek 66 Bethlehem Boven Commew 72 Beudtslust Matappica-Kreek Beiti 81 Bigrar Suriname 59 Bigrar Marechals-Kreek 66 Bigrar (L.v.) - 66 Bijekorf (De Onde) Boven Cottica 87 Bijekorf (De Jonge) Bened. Commew Pikien Saron 73 Bijgelegen Tapoeripa-Kreek Pikien Tessiér 82 Bijgeluk Matappica-Kreek Meinertzhagen 80 Bijgeval Bened. Saramacca 94 Bijon (Mon) Boven Cottica Dipéroe 85 Bleijendal Paulus-Kreek 65 Bleijenhoop Pad van Wanica 71 Bleijenhoop Boven Cottica 86 Bleijenrust - 86 Bloemendal Marechals-Kreek 67 Blokkenbosch Hoer-Helena-Kreek Brokkoe 84 Bodenburg Matappica-Kreek Saffyn 80 Bodenburg (Gr. v.) - 81 Bokkenstein Boven Cottica 87 Bonaventura Suriname 60 Boavista - 60 Boomakker Boven Cottica 86 Bosse'slust Matappica-Kreek Pikien Klein 80 Boston Boven Saramacca 95 Botany-bay Nickerie-Kreek 100 Boxel Suriname 64 Boxel (L.v.) Para-Kreek 68 Braak Bened. Saramacca 96 Braamspunt Suriname Branspentie 61 Brandwacht, (De) (Milit. Post) Mot-Kreek 90 Breda Tapoeripa-Kreek Lobrékie 82 Breedevoort Bened. Commew Saffyn 76 Bremen (Pl.) Suriname 61 Bremen Warrappa-Kreek 84 Breukelerwaard Boven Commew Bigi Koederki 73 Breukelerw. (L.v.) Boven Cottica 89 Briel (Den) Mot-Kreek 91 Broederschap Bened. Saramacca Brangron 95 {==106==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Broedersgift Boven Commew 73 Broedershoop Warrappa-Kreek van Halm 84 Brouwershaven Perica-Kreek 92 Brouwerslust Bened. Commew Brouwroe 74 Bruinendal Matappica-Kreek Pardo 80 Bruinendal (Kl.) - Pikien Pardo 81 Bruinsburg Boven Commew 72 Brunswijk Boven Cottica Penja 88 Bucklebury Nickerie (O.D.) 99 Buitenrust Bened. Commew Pikien Gron 74 Burnside Nickerie (O.D.) 99 Buys en Vlijt Mot-Kreek Boisi 90 Buyslust Hoer-Helena-Kreek 84 C. Cadix en Co Suriname 59 Caledonia Bened. Saramacca 96 Campagne (La) Hoer-Helena-Kreek Robeen 85 Campenburg Bened. Commew La Croix 74 Canawappibo Boven Commew Snijman 76 Caraccas Suriname 63 Caramawipibo Caramacca-Kreek 78 Cardross Park Nickerie (O.D.) 98 Carel François Bened. Saramacca 96 Carelsburg Boven Cottica 86 Carelsburg Boven Saramacca 95 Carolina - 94 Carthago Suriname 60 Catharina Sophia Bened. Saramacca Sockroegron 96 Ceres Vredenb.-Kreek 89 Charlottenburg Corroupina-Kreek 69 Charlottenburg Boven Cottica Pinassie 87 Charlottenburg Nickerie-Kreek 100 Charlottenb. (Kl.) Tapoeripa-Kreek van Omroe 82 Charlottenb. (Kl.) Matappica-Kreek 80 Charlottenburg (Nw.) Paramarica-Kreek 91 Charprendre Suriname 62 Chatillon (Gr.) - 60 Chatillon (Kl.) - 60 Claverblad - di Foeroe 60 Clemensburg Mot-Kreek Pikien Crémensi 90 Clevia Suriname 61 Clevia - 65 Clifford Koeqshoven Warrappa-Kreek Kokkoe 83 Clyde Nickerie (O.D.) 98 Combé (Grond) Suriname 64 Concordia Boven Commew 72 Concordia a Bened. Saramacca 96 {==107==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Concordia b Bened. Saramacca 96 Confiance (La) Suriname 59 Constantia Matappica-Kreek Santi 80 Constantia Boven Cottica 89 Contemplation (La) Suriname 63 Contentement (Le) Boven Cottica 88 Copie Casiwinica-Kreek 78 Coresburg Hoer-Helena-Kreek Cosborgoe 84 Corisane Perica-Kreek Croesanna 92 Cornelia'sburg Warrappa-Kreek Santigron 83 Cornelis Vriendschap Hoer-Helena-Kreek Tasoen 85 Coronie, (Militaire Post) Nickerie (O.D.) 98 Courcabo Boven Commew 72 Courtvlugt Boven Cottica Pouli 89 Courtvlugt (L.v.) Perica-Kreek 91 Crawassibo Boven Commew 75 Crawass. (L.v.) - 72 Crevecoeur Tawaycoera-Kreek 69 Crommelin's gift Tapoeripa-Kreek Kokonassi 82 Crommenie Suriname 63 Curaçao Marechals-Kreek 66 Curaçao (L.v.) - 67 Curaçao Wanica-Kreek 97 Cuylenburg (Nw.) Boven Cottica 88 Cuylenburg (Gr. v. Nw.) - 87 Cuylenburg (Gr.) - Van-draki 88 D. Dageraad (De) Boven Commew Jokkoemombo 75 Dageraad (L.v.d.) Casiwinica-Kreek 78 Dageraad (L.v.d.) - 78 Dageraad (L.v.d.) Commetew.-Kreek 79 Dageraad (De) Mot-Kreek van Omroe 91 Dankbaarheid (De) - 91 Dankbaarheid (De) Bened. Saramacca Bérensi 95 Dankbaarheid Wanica-Kreek 97 Daphina's hoop - 97 Descanzo Suriname Paria 60 Des Tombesburg Boven Commew van der Wervie 72 Diamond Nickerie-Rijweg 99 Diligence (L.v.) Suriname 59 Diligence (La) - Moesé Hendrikie 62 Diligence Corroupina-Kreek 69 Dirkshoop Bened. Saramacca 96 Discordia Para-Kreek 68 Discordia Pad van Wanica 71 {==108==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Divertissement (Mon) Rijw. naar Kwatta 71 Domburg Suriname 64 Domingo (St.) - 59 Dordrecht - 61 D'Othan - 62 Driesveld Tapoeripa-Kreek Tessier 82 Duisburg Pad van Wanica 98 Duringen Matappica-Kreek Di Haan 80 Dwingeloo Tapoeripa-Kreek Reyziger 82 Dwingeloo (Kl.) - 82 Dijkveld Suriname 64 E. Echtensrotz Warrappa-Kreek Rostoo 84 Echtensrotz (Gr. v.) - 84 Edenburg Boven Commew 75 Eendracht (De Nw.) Boven Cottica Soerdi 86 Eendragt (De) Para-Kreek 68 Eendragt (L.v.d.) - 68 Eendragt (De) (thans de Dageraad) Commetew.-Kreek Kakrakoe 79 Eendragt (De) Perica-Kreek 92 Eendragt (L.v.D.) - 92 Eendragt (De) Bened. Saramacca van Toroe 95 Eenzaamheid (De) Surnaus-Kreek 65 Egmond Boven Commew 72 Eigenrust Bened. Saramacca 94 Eikenhoop Suriname 63 Einde Rust Bened. Commew Pikiengron 75 Eindperk Mot-Kreek 90 Elisabethshof Suriname 65 Elisabethshoop Bened. Commew Krynhansi 74 Elisabethshoop (Gr.) Bened. Saramacca 96 Elk het zijn Boven Cottica Trafasi 88 Ellen Bened. Commew Troton 77 Elsenhagen Boven Cottica 88 Embarras (L') Bened. Commew Lamra 76 Entreprise (La Nouvelle) Boven Saramacca 93 Ephraïmszegen, (Militaire Post) Pad van Wanica 70 Ephraïmszegen - 70 Ephrata Boven Cottica Jakoe 86 Espérance (L') Para-Kreek 68 Espérance (Kln. l') - Droljetie 68 Espérance (L') Suriname 63 Espérance (L') Nickerie-Kreek 100 {==109==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Espérance (L') Boven Commew 72 Espérance (La Nouvelle) Boven Cottica Espransi 88 Estherslust Suriname 59 Esthersrust Warrappa-Kreek Schassi 84 Eustatius (St.) Suriname Baboen 60 Evertszorg Tawayarie-Kreek 97 F. Fackertshoop Tapoeripa-Kreek Fakkri 82 Fairfield Boven Commew Mac Intossoe 76 Fauquemberg (L.v.) - 72 Fauquemberg - Gieskie 75 Félicité (La) Boven Cottica 87 Felix Matappica-Kreek 80 Flora Pad van Wanica 98 Florentia Suriname 62 Forgue Nickerie-Rijweg 100 Fortuin (L.v.) Commetewane-Kr. 79 Fortuin - Baki 79 Frankfort Boven Saramacca 95 Frederiksburg Pararac-Weg 70 Frederiksb. (L.v.) - 70 Frederiksburg Bened. Commew Pinassi 74 Frederiksdorp - Knoffroe 74 Frederikshoop Pad van Wanica 71 Frederikslust Warrappa-Kreek Andrée n'jan joe oppo 84 Fridericisgift Bened. Saramacca Beersnydri 94 Friderici'sgunst Suriname Kakao 62 Friendship Nickerie (O.D.) 98 G. Gage d'Amour Corroupina-Kreek 69 Gage d'Amour (Land van) Para-Kreek 67 Garcia's Kamp Marechals-Kreek 66 Garciaskamp Suriname Sion 59 Gebroed. (De Drie) - 63 Gebroeders (Twee) Mot-Kreek 90 Geertruidenberg Bened. Commew Broe 77 Geertruida Elisabeth Vredenburger-Kr. 89 Geertruidenberg Boven Cottica Saatie 87 Geijersvlijt Suriname Jan Kooiri 65 Gekroonde Paauw (De) Boven Cottica 87 Gekroonde Paauw (Land van de) Paramarica-Kreek 91 Gelderland Suriname 60 {==110==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Gelderland (Kl.) Matappica-Kreek Pikien Wesfari 80 Gelre Commetewane-Kr. Ganda 79 Geluk (Gr. Mijn) Hoer-Helena-Kreek 84 George Hendrik Matappica-Kreek Pikien Feerksi 80 Germain (St.) Hoer-Helena-Kreek di Hooy 84 Gevaar Boven Saramacca 93 Gezusters (De 4) Hoer-Helena-Kreek 85 Gezusters (De vier) Boven Saramacca 93 Gloria Tawaycoera-Kreek 69 Gloucester Nickerie-Rijweg 100 Goed Accoord Boven Commew 75 Goed Accoord (L.v.) - 72 Goede Hoop (De) Suriname 63 Goede Hoop (De) Bened. Saramacca 96 Goede Intentie (De) - 96 Goede Moed Boven Saramacca 95 Goede Onderneming (De) Bened. Saramacca 96 Goede Vrede Suriname Patra 60 Goede Vrede en Co. (De) - Castijne 62 Goede Verwachting (De) Mot-Kreek Wenni 90 Goede Verwachting (De) Bened. Saramacca 94 Goede Verwachting, (De) Milit. Piket Wanica-Kreek Bakra Masanga 97 Goede Verwachting (De) Kanaal van Saramacca Mordroe Gron 97 Goede Vriend (De) Suriname Bomontoe 59 Goede Vriendschap (De) Bened. Commew Zon 74 Goed Succes Boven Cottica 88 Goed Uitzigt, - 85 Good-intend Nickerie-Rijweg 99 Goosen Suriname 60 Goosen Matappica-Kreek Snouw 81 Goudmijn Boven Commew Schassie 73 Goudmijn (L.v.) - 72 Gouverneurs-Lust, (Milit. Hoofd-Post) Casiwinica-Kreek Krodon 78 Gratia's Hoop - 78 Gravenhage ('s) Perica-Kreek 92 Greenfield Bened. Saramacca 96 Groenendaal Boven Commew 75 Groningen Tapoeripa-Kreek Linkie 82 Groningerland Boven Saramacca 95 Groningen, (Milit. Hoofd-Post) Bened. Saramacca Seropoe 96 Gruttie - 96 {==111==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Guadeloupe Bened. Commew Spierien 74 Guinesche Vriendschap Suriname Corbejansi 63 Guldenvlies Pararac-Kreek 70 Gustaafsdal Boven Cottica 87 H. Haarlem Boven Saramacca 94 Haast u langzaam Tapoeripa-Kreek Stoekroe 82 Haast u langzaam Boven Saramacca 95 Hagenbosch Boven Cottica 85 Hague Nickerie (O.D.) 98 Halfhideslust, Pad van Wanica 71 Halle in Saxe Wayamoe-Kreek Wervara 93 Hamburg Boven Cottica Kowoesoe 89 Hamburg Bened. Saramacca 95 Hamilton Nickerie (O.D.) 98 Hanover Para-Kreek 68 Harmonie Vredenburger-Kr. Cadéri 90 Hazard Boven Commew Ouson 75 Hazard Nickerie-Kreek 100 Hazard (Nieuw) Suriname 59 Hecht en Sterk Bened. Commew Stolkroe 74 Heemslust Mot-Kreek 91 Helena Christina Pad van Wanica 71 Hendrikken (De 4) Boven Saramacca 94 Hermitage - 93 Hermitage Pad van Wanica Gomproe 98 Herstelling (De) Casiwinica-Kreek 78 Herstelling (De) Warrappa-Kreek Saffyn 84 Herstelling (De) Bened. Saramacca 96 Heystvliet Surnans-Kreek 65 Heystvliet (L.v.) Suriname 60 Heystvliet (L.v.) - 63 Hiesveld (Gr.) Hoer-Helena-Kreek 85 Hildesheim Bened. Saramacca Jékri 95 Hofwijk Tapoeripa-Kreek Krepsie 82 Hoop (De) Suriname 61 Hoop (De N.) - 63 Hoop (De Nw.) Para-Kreek 68 Hoop (Mijn) Boven Commew 73 Hoop (L.v. Mijn) Boven Cottica 89 Hoop (De Nieuwe) Boven Saramacca Poïca 94 Hoopwijk Hoer-Helena-Kreek 85 Hooyland Bened. Commew di Hooi 76 Hooyland (L.v.) Commetew.-Kreek 78 Hope Lot No. 209 Nickerie (O.D.) 99 Hope Nickerie-Rijweg 100 Horeb Suriname 62 Houttuin Para-Kreek 67 {==112==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Houttuin (L.v.) Suriname 64 Hulp (De) Vredenburger-Kr. 89 Hulp (Gr. de) Hoer-Helena-Kreek 85 Hulshoff Boven Cottica Hoisman 88 Hulshoff (L.v.) Perica-Kreek 92 Huwelijkszorg Bened. Saramacca Borgferti 95 I. en J. Indigoveld Tawaycoera-Kreek 69 Indigoveld - 69 Inquiétude (l') Carolina-Kreek 69 Inverness Nickerie (O.D.) 98 Isaacshoop Boven Saramacca 93 Jacoba'sdal Warrappa-Kreek Witjoe 84 Jacobslust Matappica-Kreek Jacopoe 80 Jacotslust Boven Saramacca 94 Jagersburg Para-Kreek 68 Jagerswoud Mot-Kreek 91 Jagtlust Suriname 61 Jakkens Boven Saramacca 93 Jalousie (La) Boven Commew Pattra 73 Jalousie (L.v. La) Boven Cottica 89 Jalousie (Kl.) Wayamoe-Kreek 93 Janslust Hoer-Helena-Kreek 84 Java Mot-Kreek 90 Johanna Vredenb.-Kreek 89 Johanna Cathar Bened. Saramacca Steekri 94 Johanna Charlotta Matappica-Kreek Pikien Voogtoe 80 Johan en Margaretha Bened. Commew Kerkigron 74 Johanna Maria Warrappa-Kreek Spaan 84 Johanna Petronella Boven Saramacca 95 Johannesburg Bened. Commew Halloij 74 Johannesburg Wanica-Kreek 97 Johannes-Hoop Suriname 65 Johanneshoop Bened. Saramacca 96 Johanneszoon Matappica-Kreek Pinari 80 John Nickerie (O.D.) 98 Jokkomombo (L.v.) Boven Commew 72 Jokkomombo - 75 K. Karelsburg Wayamoe-Kreek 93 Karelsdeel Matappica-Kreek 81 Katwijk Bened. Commew Van Meerie 77 Kent Bened. Saramacca 96 Rerkgrond Perica-Kreek 92 Kerkshoven Warrappa-Kreek Apkerki 83 Killenstein Bened. Commew 74 {==113==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Killestein-Nova Boven Commew 75 Kinderen (De twee) Suriname 65 Kinderen (L.v. de 4) Corroupina-Kreek 69 Kinderen (De 4) Tawaycoera-Kreek Butnari Koetiri 69 Kinderen (De 4) Pad van Wanica 71 Kinderen (L.v. de 4) Tawaycoera-Kreek 69 Kinderen (Vier) Boven Commew 75 Kindersdeel Pad van Wanica 71 Klarenbeek (L.v.) Boven Commew La Cassi 72 Klarenbeek (L.v.) - 73 Klarenbeek (Nw.) Boven Cottica Komisi 89 Kleinhausen Paramarica-Kreek 91 Kleinhoop Boven Cottica Wolfoe 87 Klein Polen Boven Commew 73 Kleinshoven Matappica-Kreek 79 Kleins Verwachting - Pikien Domini 80 Kocqswoud (L.v.) Wayamoe-Kreek 93 Kocqswoud Perica-Kreek Kokkoe 92 Koningsbergen Corroupina-Kreek 69 Kortenduur Perica-Kreek Baboentri 92 Kortevreugd Matappica-Kreek Domini 79 Kroonenburg Bened. Commew Domini 74 Kuhlenkampsspruit Matappica-Kreek Lemmersi 81 Kwatta Rijw. naar Kwatta 72 Kweekhoven Mot-Kreek Koffiegron 90 Kweeklust Corroupina-Kreek 69 Kweeklust Bened. Saramacca 96 L. Laarwyk Suriname 60 Laarwijk (L.v.) Paulus-Kreek 65 Labadieshoop Matappica-Kreek Labadi 81 Landlust en Twistrust - Brondroe en Smetie 81 Landzigt Mot-Kreek 90 Langmoedigheid Boven Cottica 86 Languedoc Hoer-Helena-Kreek 84 Leadshall Nickerie-Rijweg 99 Leasowes - (O.D.) 98 Leliëndal Bened. Commew Addewien 77 Lemmershoop Boven Saramacca 93 Lemmerskamp Boven Cottica 86 Lemmert (De) Mot-Kreek Brouwroe 91 Leonsberg Suriname Boekoe 65 Levant (Nw.) Boven Cottica Lavanti 87 Leydenshoop Matappica-Kreek Jacopoe 80 Leyenhoop Paramarica-Kreek Lémmersi 91 Leyerdorp Bened. Commew Bartlomé 75 {==114==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Leysner (Nieuwgr. v.) Pad van Wanica 71 Libanon Suriname 59 Libanon Marechals-Kreek 66 Libanon Pararac-Weg 70 Libanon Boven Cottica 87 Libanon (L.v.) Pararac-Weg 70 Libanon (L.v.) Boven Saramacca 94 Libanon (Nw.) Wanica-Kreek 97 Liberté (La) Suriname 61 Liberté (La) Corroupina-Kreek 69 Liefdenshoek Suriname 63 Liefdenshoop (Gr.) Hoer-Helena-Kreek 85 Litt. I Nickerie-Kreek 100 Liverpool Boven Cottica Levré 87 Livonia Matappica-Kreek Feerman 81 Livorno Suriname Wovriti 64 Locharber Nickerie-Rijweg 100 Lodewijksburg Matappica-Kreek Lemmersi 79 Loefbeek Para-Kreek 68 Loefbeek (Nw.) Suriname 60 Loekoe-si Pad van Wanica 71 Londonderry Bened. Saramacca 95 Longmay Nickerie-Kreek 100 Lot 7, of Hamptoncourt - 100 Lot 10, 11, of Krappahoek - 100 Lot No. 208 Nickerie (O.D.) 99 Lot No. 218 Joh. Mar. - 98 Louisenburg Boven Cottica 86 Louisiana Tapoeripa-Kreek Roe 82 Lugtenburg Wayamoe-Kreek Benéri 93 Lunenburg Boven Cottica Peiri 86 Lunenburg (Kl.) Warrappa-Kreek Klein 84 Lunette Vredenburger-Kr. 89 Lust en Rust Suriname Scherpien 61 Lust en Rust Corroupina-Kreek 69 Lustrijk Boven Commew Saillé 73 Lust tot Rust Bened. Commew Pikien Gron 75 Luxemburg Casiwinica-Kreek 78 M. Maagdenburg Suriname 60 Maasstroom Bened. Commew 74 Mahanaim Suriname 59 Makeriabo Boven Commew 72 Malebatrum - 72 Manheim Boven Cottica 88 Mapabo Casiwinica-Kreek 78 Ma Retraite Para-Kreek 67 {==115==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Ma Retraite (L.v.) Corroupina-Kreek 69 Ma Retraite Booms-Kreek 71 Ma Retraite (L.v.) Suriname 65 Ma Retraite Hoer-Helena-Kreek Ferrand 84 Margaretenburg Nickerie-Kreek 100 Margaretha'sgift Bened. Saramacca 96 Maria Petronella Warrappa-Kreek Spaan 84 Maria's lust Tapoeripa-Kreek Di Sarti 82 Maria's lust Boven Saramacca 95 Maria's lust Wanica-Kreek 97 Mariënbosch Bened. Commew 74 Mariënburg - di Hooy 77 Mariënburg Boven Cottica Peiri 86 Mariëndal (Gr.) Hoer-Helena-Kreek 84 Maripaston Boven Saramacca 95 Mary's hope Nickerie (O.D.) 98 Marseille (Gr.) Boven Cottica Jacobi 85 Marseille (Kl.) - 87 Mât rouge (Le) Perica-Kreek Kroesau 92 Matuaribo Para-Kreek 67 Mawakkabo - 67 Meerzorg Suriname Hanson 61 Meerzorg (Nw.) Matappica-Kreek Jacopoe 80 Meerzorg Tapoeripa-Kreek Hattriman 82 Merveille Suriname Adjakka 60 Merveille (L.v.) Paulus-Kreek 65 Meulwijk Perica-Kreek van Veri 92 Meyndershoop Tawaycoera-Kreek 69 Mijn Hoop en Celle Corroupina-Kreek 69 Mijnhulp Pararac-Weg 70 Mijn Vermaak Bened. Saramacca 95 Mijnzorg Pad van Wanica 71 Mijn Zorg Vredenb.-Kreek 89 Misgunst Mot-Kreek Heemskerki 90 Misgunst Bened. Saramacca 96 Mislukt Bedrog Tapoeripa-Kreek Bekkrie of Forrée 81 Mocha Para-Kreek 67 Mocha (L.v.) Pararac-Kreek 70 Mocha (Nw.) Boven Cottica 87 Mocha (Nw.) Bened. Cottica Gebie 88 Moed en Kommer Warrappa-Kreek Korkoe 83 Moed en Kommer (Gr. v.) Pikien Korkoe 83 Moederszorg Suriname Kouroe-gron Pikien Joeda 59 Moederszorg Wanica-Kreek 97 Molhoop Boven Cottica Varan 87 Molhoop (L.v.) - 88 Mon Désir Mot-Kreek Butnari 90 Mon Désir (Gr. v.) Boven Cottica 85 Mon Désir (Kl.) - 88 Monitor Bened. Saramacca Drie Aranja 96 {==116==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Mon Affaire Hoer-Helena-Kreek Pottendorfoe 84 Mon Plaisir Suriname Bossoe 65 Mon Plaisir Boven Commew 72 Mon Plaisir Wanica-Kreek 97 Mon Sort Boven Cottica 88 Mon Souci Bened. Commew Pikien Stolkroe 74 Montauban Hoer-Helena-Kreek 85 Montpellier (Gr.) - 84 Mon Trésor Bened. Commew Pichotoe 77 Mopentibo Suriname 61 Morea - Piento 59 Morgenster (De) Bened. Saramacca Lysnari 94 Morgenstond (De) Suriname Bekkrie 65 Moy Nickerie (O.D.) 98 Munchenstein Para-Kreek 68 Munnikkendam Boven Cottica Heemskeerki of Basbergi 86 Munnikkendam (L v.) Mot-Kreek 90 N. Naaldwijk Mot-Kreek 90 Nackarackibo - Kaumiri 90 Nackarackibo (L.v.) Boven Cottica 86 Nahamoe Suriname Amoe 63 Namrek - Kerman 63 Nassan Bened. Saramacca 96 Nieuwe Aanleg Magdalena'sburg Hoer-Helena-Kreek 85 Nieuw Goedeshoop Boven Saramacca 95 Nieuwgrond Bened. Commew N'joengron 76 Nieuwhoop Boven Commew 76 Nieuw Meerzorg (Kl.) Pad van Wanica 71 Nieuw Roeland Bened. Commew Rollo 76 Nieuw-Rosenbeek (L.v.) Casiwinica-Kreek 78 Nieuw-Rosenb Boven Commew 72 Nieuw-Rosenbeek (L.v.) - 75 Nieuwrust Suriname 60 Nieuwstar - 63 Nieuw Vermaak Boven Saramacca 95 Nieuw-Wederhoop Boven Commew 75 Nieuw-Wederhoop (L.v.) Casiwinica-Kreek 77 Nieuw Weêrgevonden (L.v.) Suriname 60 Nieuw Weêrgevonden Surnaus-Kreek Mapaisi 65 Nieuw Weêrgevonden Pad van Wanica Lysnaarboiti 70 {==117==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Nieuw Welgetroffen Surnaus-Kreek 65 Nieuwzorg Commetew.-Kreek La Sali 79 Nieuwzorg (L.v.) - 79 Nieuwzorg (L.v.) - 79 Nieuwzorg Pad van Wanica 71 Nieuwzorg Marechals-Kreek Lauwije, Brondroe 66 Nijd en Spijt Bened. Commew Granie 77 Nijd en Spijt Marechals-Kreek 66 Nimmerdoor Boven Commew 75 Nimmerrust Marechals-Kreek 66 No. 32, 33 en 34 of Nw. Aanleg Nickerie-Kreek 100 Non pensé Suriname 59 Nooit gedacht Wanica-Kreek 97 Nooit Gedacht Boven Saramacca 95 Nooit Volmaakt Suriname Mandra Soesman 64 Novar Nickerie (O.D.) 98 Nursery Nickerie-Kreek 100 Nut en Schadelijk Bened. Commew Schaddreen 74 O. Oldenburg Rijw. naar Kwatta 71 Onderneming (De) Boven Cottica 85 Ongegund Wayamoe-Kreek 93 Ongelegen Pararac-Weg 70 Onobo Casiwinica-Kreek 78 Onoribo Para-Kreek Dan 67 Onoribo (L.v.) - 68 Onoribo (L.v.) Pararac-Kreek 70 Onoribo (Kl.) Pararac-Weg 70 Onoribo (L.v.) - 70 Onoribo (L.v.) - 70 Onoribo (L.v.) - 70 Onverdacht Para-Kreek 67 Onverdacht (L.v.) Pararac-Kreek 70 Onverdacht (L.v.) Pararac-Weg 70 Onverdacht (L.v.) - 70 Onvergenoegd (Gr. v.) Perica-Kreek 91 Onvergenoegd - Féfré 92 Onverwacht Para-Kreek Bossée 67 Onverwacht (Kl.) Tapoeripa-Kreek 82 Onverwacht (Acht. v.) Kanaal van Saram 97 Onverwacht (L.v.) Pararac-Weg 70 Onverwacht (L.v.) - 70 Onverwacht (L.v.) Wanica-Kreek 97 Onverwacht Paramarica-Kreek 91 Onverwacht Pad van Wanica 98 {==118==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Oostrust Boven Commew 75 Oostwaard Mot-Kreek Modroe 90 Oranje, (Milit. Post.) Vredenb.-Kreek 89 Oranje Para-Kreek 68 Oranjestein Suriname 63 Ornamibo (L.v.) - 64 Ornamibo Para-Kreek 68 Osembo - 67 Osembo (L.v.) Pararac-Weg 70 Osembo (L.v.) - 70 Ostage Boven Commew 76 Onderszorg Bened. Commew 76 Overbrug Suriname Tarbottoe 63 Overtoom Para-Kreek Juran 67 Overtoom (L.v.) Pararac-Weg 70 Oxford Nickerie (O.D.) 99 P. Paix (La) Paulus-Kreek 66 Paix (L.v. La) Boven Cottica 85 Paix (La) - 85 Paix (L.v. La) Vredenb.-Kreek 89 Paix (L.v. La) - 89 Palmeneribo Suriname 59 Paradise Nickerie-Kreek 100 Patientie (Gr.) Hoer-Helena-Kreek 85 Patientie Boven Cottica 88 Penoribo Boven Commew Pardi 72 Peperpot Suriname Peprépatoe 61 Peru (Kl.) - 63 Pérou Boven Cottica 88 Persévérance (La) Paramarica-Kreek Sravan 91 Persévérance Nickerie (O.D.) 98 Peu et Content Rijw. naar Kwatta 72 Philippine's Ruhe Boven Saramacca 93 Philipsdal Tapoeripa-Kreek Marselisi 81 Phoedra Suriname 62 Picardië Bened. Commew Picantri 73 Petersburg Suriname 61 Pietersburg Boven Cottica 89 Pietersburg Boven Saramacca 94 Pieterszorg Bened. Commew Paroea 75 Pina-Pina Suriname 63 Plaisance Nickerie-Kreek 100 Plaisance - 100 Poelwijk Perica-Kreek Békri 92 Pomona Jonkermans-Kreek 66 Ponthieu Warrappa-Kreek Gieskie 83 Porto-bello Suriname 63 Portorico - 60 {==119==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Post v.d. Indianen Nickerie-Kreek 100 Potosie - (O.D.) 99 Potribo Boven Commew Goeijaba 75 Potribo (L.v.) - 72 Poule (La) Bened. Saramacca 96 Praag Marechals-Kreek 66 Practica Hoer-Helena-Kreek 84 Purmerend Bened. Commew Mouritie 73 Prospérité (La) Corroupina-Kreek Polakki 69 Providence (La) Suriname 59 Providence Nickerie-Rijweg 99 Prévoyance (La) Bened. Saramacca 95 Q. Quamabo Suriname 62 Quamabo (L.v.) - 59 Quapibo Casiwinica-Kreek 78 Quapibo (L.v.) - 78 R. Rac à Rac Suriname Bigi Rakraki 60 Rachelshoop Bened. Saramacca 96 Rama Suriname 62 Redoute Leyden, (Milit. Post) - 61 Redoute Purmerend - 65 Rees en Crop Tapoeripa-Kreek van Reesi 82 Reizigerzorg - Reyziger 82 Reizigerzorg - 82 Remoncour Suriname 59 Rencontre (La) - Larikondré 64 Resolutie (De) - 61 Ressource (La) Boven Saramacca 94 Ressource (La) Suriname 64 Ressource (L.v. la) Para-Kreek 68 Restaurado Suriname 63 Retiro - Cotienjoe 62 Révolution (La) Marechals-Kreek 67 Reynsdorp Matappica-Kreek Pikien Baki 80 Reynsfort Warrappa-Kreek Pikien Kakrakoe 83 Rhynberk Bened. Commew Berkhoffoe 74 Rhynesberg Suriname Bigi-Joeda 62 Rhynesberg (L.v.) Marechals-Kreek 66 Rhynie Nickerie-Rijweg 100 Robleskamp Suriname Drie Trempa 59 Rorac - Friti 60 Roseland Casiwinica-Kreek 78 Rose Valey Boven Saramacca 93 Rosina Rijw. naar Kwatta 72 {==120==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Rotterdam Boven Cottica Vancoppoe 87 Rouxgift Tapoeripa-Kreek Roe 82 Rozenburg Boven Commew Sandiki 72 Rustenburg Perica-Kreek Saatie 91 Rust en Rust Tawayarie-Kreek 97 Rust en Werk Bened. Commew Gramangron 74 Rustlust Boven Cottica 86 Rustveld Boven Commew Grootfertie 75 S. Saltzhalen Commetewane-Kr. Bossé 79 Sangsue (Gr. La) Hoer-Helena-Kreek 85 Salem Catiap.-Kreek 67 Sans Souci Hoer-Helena-Kreek 84 Saphir Bened. Commew 73 Sarah Nickerie (O.D.) 99 Sara Maria Bened. Saramacca Olanti 95 Sara's Lust Suriname 62 Sara's lust Boven Saramacca 94 Sardam Boven Cottica Friti 89 Saron Boven Saramacca 93 Saxen Tapoeripa-Kreek Crémensi 82 Saxen (Gr. v.) - Pikien Crémensi 82 Schaapstede Bened. Commew Schapoe 74 Scheveningen Wayamoe-Kreek Scheefneu 93 Schipibo Boven Commew 72 Schoonauwen Perica-Kreek 92 Schoonoord Bened. Commew Saillé 76 Sealand Nickerie-Rijweg 100 Simplicité (La) Suriname Varenhorsoe 63 Sinabo Commetewane-Kr. Ganda 79 Siugularité (La) Bened. Commew Nové 73 Siparipabo Boven Commew Ma-rika 76 Siparipabo (L.v.) - 72 Slootwijk (L.v.) - 76 Slootwijk Commetew.-Kreek Baggri 79 Smalkalden Suriname 63 Smitsfield Bened. Saramacca Smétie 96 Solitaire Suriname 59 Solitude Perica-Kreek Pistorsi 91 Solitude (La) Boven Saramacca 95 Somerszorg Tapoeripa-Kreek de Haan 81 Sommelsdijk Boven Commew Arnitri 73 Sommelsdijk (L.v.) Boven Cottica 89 Sonnette Boven Saramacca 94 Sophia's lust Mot-Kreek 91 Soribo (L.v.) Perica-Kreek 92 Soribo - 93 Spieringshoek Bened. Commew Spierie 76 Spieringszorg Matappica-Kreek Valois 80 {==121==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Sporksgift (L.v.) Beneden Commew 73 Sporksgift Matappica-Kreek Makniel 79 Staf Aronsin Egypte. Suriname Toekaka 62 Staf Arons Warrappa-Kreek Polakke 83 Staf Arons Boven Saramacca 93 Standvastigheid Tapoeripa-Kreek Stanvasti 82 Stolkertsijver Boven Commew 72 Stolkertsijver (L.v.) - 75 Stolkertsvlijt Hoer-Helena-Kreek Storkroe 84 Stolkwijk Mot-Kreek Storkroe 90 Surimombo Suriname 59 Susannasdaal - Moeseersi 61 Susanna's dal (L.v.) - 65 Susanna's lust Tawayarie-Kreek 97 T. Temeraire Marechals-Kreek 66 Tempoca Corroupina-Kreek 69 Theodora Susanna Mot-Kreek 91 Thyronne Bened. Commew 76 Thyronne (L.v.) Hoer-Helena-Kreek 84 Tijgershol Casiwinica-Kreek 78 Timotibo (L.v.N.) Perica-Kreek 93 Timotibo (Nieuw) - 92 Toevlugt Suriname Toevroetoe 63 Toevlugt Rijw. naar Kwatta 71 Toevlugt Hoer-Helena-Kreek 85 Toevlugt Mot-Kreek Wenni 90 Toevlugt Boven Saramacca 95 Toledo Suriname Monsanto 60 Topibo Para-Kreek 68 Totness Nickerie (O.D.) 98 Tourtonne Booms-Kreek Kokonasai 71 Tout lui Faut Suriname 64 Tout lui Faut (L.v.) Pad van Wanica 71 Tout lui Faut (Nw. Gr. v.) - 71 Tranquillité (La) Marechals-Kreek 66 Tulpenburg Suriname 63 Tulpenburg Hoer-Helena Kreek 85 Twijfelachtig Bened. Cottica Klevangi 87 Tyrol Bened. Saramacca 94 U. Uit en t'Huis Suriname Maairi 65 Uitkijk (De) Boven Saramacca 94 Uitkijk, (De) (Milit. Post) - 94 Uitvlugt (De) Hoer-Helena-Kreek Gaskie 84 {==122==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Union Nickerie-Rijweg 99 Urapanica Suriname 63 Utrecht Boven Commew 72 V. Va comme je te pousse Boven Cottica 88 Va comme je te pousse (Nw.) Mot-Kreek 90 Vaderszorg Rijw. naar Kwatta 72 Vaderszorg Boven Saramacca 95 Vaderszorg Matappica-Kreek Pikien Beiti 81 Valkenburg Corroupina-Kreek 69 Venetia Suriname 59 Venlo Bened. Commew. 76 Vertrouwen - Tonée 74 Verwachting Suriname Markisi 60 Verwachting (De goede) Tapoeripa-Kreek Pikien Reyziger 82 Victoria Suriname 62 Vier Azen Casiwinica-Kreek 78 Vigilantie Suriname 63 Visschershaven Mot-Kreek di Hopoe 90 Visscherszorg Bened. Commew. Roe 77 Vlaardingen Bened. Cottica 87 Vlammenburg Boven Commew Vran 75 Vlammenburg (L.v.) Casiwinica-Kreek 78 Vlammenburg (L.v.) Boven Commew. 72 Vlugt en Trouw Boven Cotrica Labadi 88 Vlijt en Trouw Tapoeripa-Kreek 82 Volonté Div. (La) Casiwinica-Kreek 78 Voorburg Suriname Santigron 61 Voorburg (L.v.) Bened. Commew. 77 Voorgrond Marechals-Kreek 66 Voorgrond (L.v.) - 66 Voorzorg Vredenb.-Kreek 90 Voorzorg Mot-Kreek Bénéri 90 Voorzorg Boven Saramacca 93 Voorzorg Bened. Saramacca 94 Vossenburg Boven Commew. Mosika di Vroe 76 Vredenburg, (Milit. Post) Vredenburger-Kr. 89 Vrede (De) Para-Kreek 68 Vrede (De) Boven Cottica 88 Vredenburg Para-Kreek 67 Vredenslust Pad van Wanica 71 Vreeland Suriname 61 Vreeland Para-Kreek 67 Vreeland (L.v.) Tawaycoera-Kreek 69 Vriendsheleid Bened. Commew. Bénéri 76 Vriendslust Bened. Saramacca 96 {==123==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Vriesenburg Mot-Kreek 90 Vriesenburg Perica-Kreek 92 Vriezenburg Nova Tapoeripa-Kreek Reyziger 82 Vriezenburg Nova (Kl.) - 82 Vrieshoop Hoer-Helena-Kreek 84 Vrijheid (De) Para-Kreek 68 Vrouwenvlijt Hoer-Helena-Kreek Nové 85 Vuide Bouteille - 85 W. Waakzaamheid (De) Tawaycoer.-Kreek 69 Waltonhall Nickerie (O.D.) 99 Waterland Suriname 63 Waterloo Warrappa-Kreek Cameron 83 Waterloo Nickerie-Kreek 100 Waterloo Tawayarie-Kreek 97 Watervliet Suriname 63 Waterwijk Perica-Kreek Kau-Broko 91 Wayamoe (L.v.) - 92 Wayamoe Wayamoe-Kreek 93 Wayampibo Boven Commew. Wayambo 75 Waycoribo Casiwinica-Kreek 78 Waycoribo (L.v.) - 78 Wederzorg Bened. Commew. Koerenkan 77 Welbedacht Suriname 60 Welbedacht - 63 Welbedacht Para-Kreek 67 Welbedacht Pad van Wanica 71 Welbedacht Commetew. Kreek 79 Welbedacht (L.v.) Pararac-Kreek 70 Welgelegen Para-Kreek 68 Welgelegen Bened. Commew. Saillé 77 Welgelegen Boven Cottica Gran Sourdi 86 Welgelegen Nickerie (O.D.) 98 Welgemoed Hoer-Helena-Kreek Monki 85 Welgevallen Bened. Commew. 73 Welgevonden Tawayarie-Kreek 97 Weltevreden Suriname Hassi-gron 62 Weltevreden Bened. Gommew. Freerie 76 Weltevreden Bened. Saramacca 96 Westphalenshoop (Kl.) Matappica-Kreek Speernari 80 Weykslust Suriname 60 Wijnbergenslust Pararac-Weg 70 Wilhelmina Catharina Frederika Boven Saramacca Santigron 94 Wilkensrust Mot-Kreek Wilkensi 91 Willemsburg Para-Kreek 68 Willemshoop Boven Saramacca 93 {==124==} {>>pagina-aanduiding<<} Plantaadjes. Gelegenheid. Negernamen. Aanw. Bladz. Williamstad Boven Saramacca 94 Windsorforest - 94 Wolffs Capourica Perica-Kreek Caproeca 92 Wolffsijver - 93 Wolvenhorst Vredenburger-Kr. 89 Worsteling Jacobs Suriname Wors Jacopoe Anberi 62 Wrieddijk Boven Commew. 75 Y. Yland (Het) Paulus-Kreek 66 IJvershoop Wayamoe Kreek 93 Z. Zeewijk Mot-Kreek 91 Zeezigt - Bakki 90 Zeldenrust Suriname 63 Zeldenrust Boven Cottica Gran Soerdi 88 Zoelen Boven Saramacca 95 Zoelen Bened. Commew. 77 Zonderzorg Tawaycoera-Kreek 70 Zonhoop Wanica-Kreek 97 Zonnebloem (De) Cabbes-Kreek 81 Zorg en Hoop Pad van Wanica Braangron 98 Zorg en Hoop Boven Saramacca 95 Zorg en Hoop Matappica-Kreek Santigron 80 Zorg en Hoop Bened. Commew. Pichottoe 73 Zorg en Rust Suriname 63 Zorg en Vrij Pad van Wanica 71 Zorgvliet Bened. Commew. Domini-of-Kroeroekoe 77 Zuinigheid (De) Boven Cottica 87 Zwarigheid (De) Vredenburger-Kr. 89 Zwitserland Para-Kreek 68 {==125==} {>>pagina-aanduiding<<} Mengelingen. {==127==} {>>pagina-aanduiding<<} Redevoering over de ware menschlievendheid, als den volkomensten band van alle maatschappelijke vereeniging; uitgesproken door Ds. C.M. Moes, secretaris des departements, op den 25sten maart, 1844, bij gelegenheid der plegtige bekrooning van drie bedrijven van menschlievendheid. {==129==} {>>pagina-aanduiding<<} Op den avond van den 25sten Maart, 1844, had bij het Departement Paramaribo de plegtige uitreiking van Eereblijken plaats, wegens drie, tot deszelfs kennis gekomene, bedrijven van Menschlievendheid. Eene talrijke schare, zoowel Genoodigden van onderscheiden' stand en kunne, als Leden des Departements, vulde bij die gelegenheid de Vergaderzaal. Na eenen korten, door den toenmaligen Voorzitter des Departements, den Weledel Gestrengen Heer N.G. Vlier, geuiten welkomgroet, beklom de toenmalige Secretaris, de Weleerwaardige Heer C.M. Moes, het spreekgestoelte, en hield de Redevoering, die hier in haar geheel wordt medegedeeld. Zeer Geachte Toehoorders! Het is wel aan geenen twijfel onderhevig, dat het geluk van eenen Staat, voor een groot gedeelte, afhangt van de inwendige gesteldheid der bijzondere huisgezinnen, daartoe behoorende. Heerscht dáárbinnen onrust, verdeeldheid, liefdeloosheid, hoe zullen {==130==} {>>pagina-aanduiding<<} de onderscheidene leden zich met lust, met kracht en ijver tot pogingen en inspanningen naar buiten zich vereenigen? En moeten niet in den huisselijken kring die stille deugden ontkiemen en bloeijen, welker beoefening tot het algemeene welzijn zoo dringend vercischt wordt, als daar zijn: ingetogenheid, ordelijkheid, arbeidzaamheid, spaarzaamheid en godsdienstigheid? Dan, M.H.! om eenen Staat gelukkig te doen zijn, moeten de huisgezinnen zich ook aan elkander aansluiten, moeten (dit heeft men zeer juist te allen tijde ingezien) alle enkele leden der maatschappij, bij eene zekere algemeene gelijkheid, eene verbindtenis aangaan, waardoor zij alle een groot huisgezin, een eenig, op het innigst zamenhangend, ligchaam uitmaken. Om deze gelijkheid en deze verbindtenis tot stand te brengen, heeft men ook menigerlei middelen te baat genomen, die echter, óf tot het gewenschte doel niet geleid, óf, in een ander opzigt, zeer nadeelig gewerkt hebben. Alle nadenken en twisten over de beste Staatsregeling toch, van de Republiek van Plato, tot op het Contrat Social van den Burger van Geneve; alle uitvindingen en verordeningen der Wetgevers van Minos van Creta, tot op de Nationale Conventie der Franschen; alle worsteling tegen dwingelandij en willekeur, en alle vreedzame en gewelddadige proeven, om Staten te hervormen, en aan dezelve eene betere inrigting te geven, had nimmer een ander doel, dan het groote vraagstuk: hoe gelijkheid aller burgers met {==131==} {>>pagina-aanduiding<<} eenen waren zamenhang derzelve te vereenigen is, hetzij in de daad, hetzij althans in de bespiegeling, op te lossen. Dat echter deze oplossing, na zoo menigvuldige inspanningen van elken aard, en nadat zij het menschelijk geslacht zoo duur is te staan gekomen, nog altijd ontbreekt, en door Staatkundigen en Wijsgeeren nog niet is gegeven, wie weet dit niet? - Wij laten aan hunnen onvermoeiden ijver eene verdere navorsching in dezen over, en verheugen ons met kalmte derzelver uitkomsten te kunnen verbeiden. Ja! dat kunnen wij, M.H.! want er bestaat een hooger middel, hetwelk, bij onderscheiden' uitwendigen Staatsvorm, eene zoodanige gelukkige vereeniging mogelijk maakt: een middel, hooger ja! maar toch van dien aard, dat wij alle tot deszelfs beoefening en bevordering kunnen medewerken - de Menschlievendheid. Zij, de ware Menschlievendheid, is de volkomenste band van alle maatschappelijke vereeniging. Daaraan te gedenken, zulk eene overtuiging bij ons op te wekken en te verlevendigen, kan, dunkt mij, niet ongepast worden geoordeeld in eene Inrigting als deze, welker streven het is, het algemeene welzijn te bevorderen, en die daartoe als grondwet huldigt: de wet des Christendoms, het gebod der liefde; - bij eene gelegenheid, vooral als de tegenwoordige, kan zulks zeker niet ondoelmatig worden geacht, nu wij plegtiglijk alhier mogten vergaderen, ten einde, overeenkomstig de bedoelingen onzer Maatschappij, Eereblijken aan te bieden wegens drie te onzer kennisse ge- {==132==} {>>pagina-aanduiding<<} komene bedrijven van Menschlievendheid, welke kortelings in onze nabijheid zijn volvoerd, en waarvan wij de edele Daders thans in ons midden mogen aanschouwen. Vergunt mij dan, dat ik de zoo even geuite stelling kortelijk voor uwe welwillende en toegeeflijke aandacht ontwikkele en stave, en de ware Menschlievendheid, als den volkomensten band van maatschappelijke vereeniging, U voorhoude. Eerst in het algemeen; daarna in het bijzonder, met betrekking tot tijden van dreigend gevaar en heerschenden nood. Moge mijne Rede eenigermate medewerken, om ons in eene waardige stemming de voorgenomene bekrooning te doen bijwonen, en weldadige indrukselen van deze plegtigheid bij ons op te nemen en te bewaren! I. Niet zonder reden, M.H.! spreek ik van de ware Menschlievendheid. Dikwijls toch verstaat men daaronder niets meer dan eene natuurlijke goedhartigheid, eene loutere neiging tot welwillendheid, die aan an deren geen leed toevoegt, maar er een behagen in vindt, hun genoegen te verschaffen. Daaraan voorzeker, kan men het vermogen tot eene gelukkige maatschappelijke vereeniging niet toekennen. Zullen daaruit toch al somwijlen, en al is het ook menigmalen, heilzame en nuttige pogingen voortvloeijen, - die natuurlijke opwellingen, aan zich zelve overgelaten, zullen ook dikwerf zeer schadelijke uitwerkingen doen, {==133==} {>>pagina-aanduiding<<} en de weldadigste bedoelingen tegenwerken. Haar ontbreekt het noodige licht, de vereischte kracht ten goede. Die natuurlijke goedhartigheid rigt zich vaak willekeurig, in dubbele mate, op den een', terwijl zij even zoo ten eenemale zich afwendt van den ander'. Zij is eene gave, wel eene heerlijke gave, maar zonder eigen toedoen, door den grooten Schepper, bij onze intrede in het leven, ons verleend, om daarmede te woekeren. Maar Menschlievendheid is meer! Deze is eene deugd, en daartoe behoort dus, ja! zij bestaat in een vrij en redelijk streven. Dit heeft hier ten doel, het stoffelijk en geestelijk welzijn van alle medemenschen, op welke wij werken kunnen, en die, zonder onderscheid, door den waren menschenvriend worden beschouwd naar de wezenlijke waarde, die zij bezitten in de oogen Gods, en de innige verbindtenis, in welke Hij ons, door eene gelijke natuur en bestemming, door eene gemeenschappelijke afstamming, en door de geheele inrigting der wereld, heeft willen brengen. De ware Menschlievendheid onderzoekt naar de wezenlijke behoeften onzer natuurgenooten, en merkt ze op; zij wekt, zij veredelt en schraagt al onze krachten, om ze te bevredigen, en doet ons in alle betrekkingen, waarin wij met hen geplaatst zijn, in alle omstandigheden, waarin wij hen aantreffen, in alle ontmoetingen, waarin wij tot hen naderen, met de reinste en levendigste deelneming, met terzijdestelling van eigen voordeel, tot die bevrediging, tot verhooging van het welzijn van anderen, werkzaam zijn, zonder door {==134==} {>>pagina-aanduiding<<} uitwendige perken ons te laten weêrhouden, of door eigene moeiten, inspanningen en opofferingen te worden afgeschrikt. Heil het Land, waar deze deugd het gezag voert; waar zij de band is, die deszelfs burgers, die al de leden der maatschappij vereenigt! daar toch worden zij alle gelijk, zonder dat, in het geringste, het onderscheid der standen worde opgeheven, dat tot het bestaan van het geheel noodig is. Kunt Gij U eenen Staat voorstellen, M.H.! hoe groot of klein; kunt Gij U een huisgezin verbeelden, waarin allen, die daartoe behooren, volkomen en in alles gelijk zijn; op eene en dezelfde rij staan; dezelfde magt, dezelfde waardigheid bezitten? - Er moet, om een goed, een vast en welgeordend geheel te vormen, zeker onderscheid bestaan; tot dat einde moeten er Hoofden zijn en ondergeschikten, Heeren en knechten, Aanzienlijken en geringeren. Nu is het zeker wenschelijk, dat, van den beginne af, aan geenen stand, aan geenen rang, of te veel of te weinig magt en invloed worde verbonden, waardoor - óf de regten en de welvaart van anderen van het algemeen zouden worden bedreigd, of onbillijk verkort - óf die stand zelf buiten staat zou zijn, zich te handhaven, en de taak en de pligten, hem opgelegd, in alle deelen en te allen tijde te vervullen. Eene menschlievende Wetgeving en Staatsregeling zal zulk eene onjuiste verdeeling trachten te verhoeden. Maar zou het wel mogelijk zijn, M.H.! uitwendig de perken zoo juist en naauwkeurig vast te stellen, dat de genoemde nadeelen, dat alle misbruik, {==135==} {>>pagina-aanduiding<<} alle willekeur volstrektelijk werd afgesneden, dat geen rang of stand, ten koste der overige, zich te veel zou kunnen aanmatigen? Moet er niet altijd eenige ruimte gelaten worden, inzonderheid voor onvoorziene, buitengewone gevallen? Kan niet dezelfde letter in eenen geheel verschillenden geest worden opgevat? Gelukkig nu, wanneer die ruimte wordt aangevuld door den geest der Menschlievendheid; wanneer in dien geest de letter wordt verstaan en toegepast! rampzalig, waar winstbejag, eerzucht en geweld zich hier indringen en verheffen! Heerscht in eenen Staat de ware Menschlievendheid; is zij de band, die de onderscheidene standen, alle leden der maatschappij vereenigt, dan kan geen juk drukkend, geen band knellend, geen stand ondragelijk zijn. Niemands wezenlijke regten worden daar gekrenkt of vertrapt, niemands waarachtige belangen eigendunkelijk verwaarloosd, of aan die van anderen ter prooi gegeven. Voor allen is daar veiligheid, regt, hulp. De Vorst eert er in zijnen onderdaan, in den geringsten derzelve, zijnen medemensch, zijnen broeder, over wien hem door God de zorg is aanbevolen; de onderdaan bemint daar in den Vorst zijnen weldoener en schutsheer, door den Allerhoogste over hem aangesteld. Elk onderscheid van rang of stand, alle voorregten, die de een boven den ander' geniet; alle meerdere magt, waarmede hij bekleed is, zijn, bij zulk eene vereeniging, slechts uitwendig en tijdelijk: in het wezenlijke en hoogste voor den troon des onzigtbaren {==136==} {>>pagina-aanduiding<<} Wereldregeerders worden alle onderscheidingsteekenen der wereld afgelegd; daar zijn alle gelijk, geroepen om burgers te worden van zijn eeuwig Hemelsch Koningrijk, en daartoe hier zich te vormen en elkander de behulpzame hand te bieden. Ja! tot onderlinge hulp en bijstand in alle opzigten noopt de ware Menschlievendheid; en ook daaruit blijkt hare volkomenheid, als band van maatschappelijke vereeniging! Zij verbindt de burgers van eenen Staat op zulk eene wijze met elkander, dat zij, als de leden van een ligchaam, bij elkander behooren, en bij hunne bedrijven door gemeenschappelijke deelneming en werkzaamheid op het levendigst elkander ondersteunen. Het is waar, M.H! de ware Menschlievendheid kent geene uitwendige perken en grenzen. Zij strekt zich, zonder onderscheid van volk of geslacht, tot allen uit, en weigert ook den inboorling der meestafgelegene Landen, den verstverwijderden vreemdeling, hare belangstelling en hulpvaardigheid niet. Maar, zoo het niet is, dat hij, voor eene poos althans, zich in ons midden ophoudt, of wij met hem in persoonlijke aanraking gebragt worden, hoe zeldzaam is de gelegenheid, om daarvan iets te doen blijken! De ware Menschlievendheid begint bij, en uit zich het sterkst jegens degenen, met welke wij het eerst, het naauwst verbonden zijn, en breidt zich van daar alverder en verder uit; zij gaat van ouders, broeders, zusters over tot verdere bloedverwanten; tot vrienden en bekenden; tot medemakkers, medeburgers en Landgenooten, en {==137==} {>>pagina-aanduiding<<} wee dengenen, die, om wereldburger te worden, de Vaderlandsliefde vaarwel zegt! Hij eindigt met overal een vreemdeling te zijn, het allermeest in zijn eigen hart. - Raadplegen wij nu de verschijnselen, die Geschiedenis en ervaring ons voorhouden, dan zullen wij zeker menigwerf ontwaren, - met smart ontwaren! - hoe de onderscheidene standen en magten in een' en denzelfden Staat hooge wallen opwerpen, om van elkander gescheiden te zijn; hoe zij vaak vreemd en hoogmoedig tegenover elkander staan, eene dreigende houding aannemen, en er zich op toeleggen, elkander te dwarsboomen en tegen te werken. Daar ontbreekt de ware Menschenliefde. Zij voert de onderscheidene standen bijeen, en rondt, zonder ze op te heffen, de uitwendige perken af, en vermindert de kloven, waardoor zij van elkander gescheiden zijn, door welwillendheid, bescheidenheid en algemeene belangstelling. Waar eene echte, wijze Menschlievendheid heerscht, daar beseft men, dat geen rang of stand bij uitsluiting het gezag voeren mag en al de overige geheel aan zich onderwerpen; dat geen ambt en geene bediening op zich zelve schandelijk of verachtelijk is. Gelijk de leden van ons ligchaam grootelijks verschillen, en evenwel geen derzelve tot het geheel gemist kan worden, en alle onderling en wederkeerig elkander de gewigtigste diensten bewijzen: zoo is het ook in eene welgeordende en liefderijk verbondene maatschappij. - Geen stand of rang staat daar koud en afgemeten op zich zelven; zij raadplegen, onderrigten, {==138==} {>>pagina-aanduiding<<} helpen wederkeerig elkander, met lust en met ijver; de een verligt de lasten, die op den ander' drukken, en waardeert, gebruikt, voltooit soms het goede en nuttige, door hem tot stand gebragt, terwijl allen, van den hoogsten tot den laagsten, zich op het innigst vereenigen tot behartiging en bevordering van het algemeene welzijn. Dit moge hier den eenen stand op den voorgrond stellen, daar den anderen; in het eene gewest dezen, in het andere genen tak van bestaan, eene meerdere opmerkzaamheid wijden; ook de overige zullen daarom niet willekeurig en geweldig worden onderdrukt, als overtollig, als nietig en schadelijk worden uitgekreten en veracht. Wat zou de landbouwer aanvangen, ware er niet de handelaar, die de vruchten van zijnen arbeid wilde overnemen, en hem daarentegen de middelen verschaffen, om in zijne onderscheidene behoeften te voorzien. Moeten niet de onderscheidene grondstoffen, die akker en mijn, die woud en zee opleveren, op veelvuldige wijzen worden bereid en bewerkt, om de benoodigdheden, de gemakken en genoegens des levens ons te schenken? Wat zou er van eenen Staat worden, waar orde en regt niet werden beveiligd en gehandhaafd; waar niet gewaakt werd tegen buitenlandsche overvallen en verdrukking; waar niemand zich toewijdde aan de beoefening van kunsten en wetenschappen, aan het onderwijs der jeugd, aan zedelijke en godsdienstige opleiding en veredeling? - Hij, die met eenen zachten, vromen blik de onderscheidene standen, het geheel {==139==} {>>pagina-aanduiding<<} overziet, zal aan alle, hoe ook te dezen aanzien van den zijnen verschillende, de welwillende, hulpvaardige broederhand bieden; ook om derzulken wille, die hem geene regtstreeksche voordeelen aanbrengen, zich eenige opofferingen gaarne getroosten, en ook in die inrigting, waardoor alle elkander hier behoeven, en op menigerlei wijze met elkander in aanraking worden gebragt, de schikking en oproeping eener Hoogere Hand erkennen, om ons wezenlijk aaneen te sluiten, om eene onoplosbare verbindtenis aan te gaan, en tot een ruimer en verhevener werkkring ons voor te bereiden. Waar Menschlievendheid de band van vereeniging is, verre zijn daar, ook onder ambtgenooten, onder leden van éénen stand en uitoefenaars van één beroep, alle openbare of heimelijke nijd, afgunst en tegenwerking. Niet één wenscht daar alles te bezitten of aan zich te brengen, alleen te worden opgemerkt, en den toon te voeren; men verheugt zich ook in het welzijn, in den lof der overige; erkent en eerbiedigt ook hunne verdiensten; men deelt in hunne smarten en verliezen; gevoelt zich in dezen en genen kring inzonderheid tot hulpbetooning en dienstvaardigheid genoopt, en slaat de handen ineen, om de gemeenschappelijke belangen te bevorderen, en met vereende krachten voorwaarts te streven op de baan van wezenlijken vooruitgang en volmaking. Hoe aangenaam en nuttig zal in zulk eene maatschappij het dagelijksch verkeer, de gezellige en vriendschappelijke omgang zijn! In stede van de afgemetene, kiesche, maar koude {==140==} {>>pagina-aanduiding<<} vormen eener zoogenaamde, vaak al te hoog opgevijzelde, fijne beschaving, in stede van hinderlijken dwang en bedriegelijke geveinsdheid, heerscht er werkelijk leven, warme gloed, ware hartelijkheid, eene gepaste vrijheid! Hoe heilzaam en veredelend zal de Menschlievendheid werken op de uitspanningen en vermaken eens volks, op de houding en onderlinge gedragingen der burgers ten tijde van rust en welvaart! Meer echter nog zal zij haren zegenrijken invloed uitoefenen, en zich als den volkomensten band van alle maatschappelijke vereeniging doen kennen in tijden van onspoed, van dreigend gevaar en heerschenden nood. Daarop willen wij dan ook nog in het bijzonder acht slaan. II. Voor vele gevaren en ellenden, voor de verschrikkelijkste geesels, die een volk treffen en teisteren kunnen, blijft die Staat, wiens burgers door liefde verbonden zijn, van zelven behoed. Geene vernielende oproervuren zullen daar ontvlammen; geene stormen der omwenteling zullen daar losbarsten; geene geweldige scheuringen in kerkelijke of andere genootschappen; geene dweepzieke verkettering en vervolging van andersdenkenden. De bedrijven, welke daartoe uittarten, gruwelen en mishandelingen worden er niet gezien; de woelzieke en onruststokende stemmen, welke er toe ophitsen, worden er niet gehoord; de gewetens worden er niet in kluisters gekneld. En hebben er al verongelijkingen plaats, en zijn er al misbruiken bin- {==141==} {>>pagina-aanduiding<<} nengeslopen, zoo worden zij verholpen en afgeschaft, niet gewelddadig en door eene plotselijke omkeering van alle bestaande orde: het geschiedt allengs en voornamelijk daardoor, dat de vooroordeelen en onjuiste grondstellingen, waarop de aanwezige onregtmatige omstandigheden berusten, onbemerkt weggenomen, en de veranderingen, aldus op de grondigste wijze voorbereid, op de gelukkigste wijze tot stand gebragt worden. Maar, M. H! er zijn andere gevaren en nooden, waaraan wij blootstaan. Denkt, b.v. (om van sommige slechts bepaaldelijk te gewagen, die deze Volkplanting meer dan eens hebben getroffen, en waarvan de woelingen velen Uwer nog in het geheugen liggen), denkt aan den vernielenden brand, die met eene vervaarlijke woede zijne vuurmassa's verspreidt, met eene onverzadelijke, niets ontziende drift, have en goed, vee en menschen zelfs verslindt; hechte woonhuizen doet ineenstorten; uitgestrekte straten kaal scheert; lagchende dorpen en bloeijende steden in woeste puinhoopen verkeert! - Denkt aan de vele verderfelijke ziekten, die bijwijlen of ook wel bestendig zich vertoonen; die den dampkring verpesten; die bij rijen hare slagtoffers kiezen; binnen weinige uren bij hen de levensvonk uitbluscht, of ze ongeschikt maakt tot maatschappelijke zamenleving; die geheele huisgezinnen uitroeit, of van derzelver steun berooft; die talrijke bevolkingen doet wegsmelten! - Hoe veel vermag niet een wijs en weldadig Bestuur, geruggesteund door de volg- {==142==} {>>pagina-aanduiding<<} zaamheid en de ijverige medewerking der ingezetenen, om deze rampen soms te verhoeden, dikwijls in haren aanvang te stuiten! Doch hierbij bepaalt zich de Menschlievendheid niet; zij tracht ook te redden, wat nog te redden is; zij herbergt en verzorgt de beroofden; verpleegt de gewonden en lijdenden; verk wikt en vertroost de afgematten en bedroefden; opent een toevlugtsoord voor de verlatenen; helpt en bemoedigt, om te herstellen en te hernieuwen. En dat alles doet de Menschlievendheid uit eigen aandrift en met vreugde; daarbij betoont zij een onuitputtelijk geduld, een' onvermoeiden ijver; daarin schuwt zij eigene ontberingen, opofferingen en kwellingen niet, en stelt - wordt het vereischt - edelmoedig het eigen leven in de waagschaal. Zulke donkere en rampspoedige tijden - hoe drukkend ook nu, hoe lang zij ook thans hunne naweeën doen gevoelen: - wat zou het zijn, indien hun niet de geest der liefde ware te gemoet gesneld! Hoe veel minder wonden zouden zij geslagen, hoe vele andere spoediger geheeld hebben, hadden aller harten en handen door dezen band zich laten vereenigen! Wat de ware Menschlievendheid doet, - hoe zij aan de behartiging van het algemeen welzijn de zorg voor de enkelen paart, ook derzulken, die zij uit den schoot der maatschappij verwijderen moet, - daarvan getuige, aan Coppename's oever, de edelaardige Inrigting Batavia, alwaar de ongelukkigen, die door de plaag der vreesselijkste besmetting zijn aangetast, {==143==} {>>pagina-aanduiding<<} worden opgenomen, verzorgd en verpleegd, hun toestand dragelijk, - hun leven, zooveel het zijn kan, nog nuttig, zelfs genoegelijk wordt gemaakt! En zoo sticht en onderhoudt de Menschlievendheid hier en elders voor bijzondere personen, voor dezulken, die door ouderdom, zwakheid, of gebreken niet in staat zijn zelve in bunne behoeften te voorzien, die in druk en kommer vervielen, een tal der heilzaamste en meest geschikte Inrigtingen. Waar die edele deugd, dat hemelsch gevoel, de harten voor den lijdenden en behoeftigen natuurgenoot en medeburger doet kloppen, daar is elk bereid, om, naar zijn vermogen, tot zijne bijdrage ter instandhouding van zoodanige Inrigtingen zich te verbinden niet slechts, - maar het is ieder jaar eene zijner eerste zorgen, om, al moet bij zich daarom ook eenigermate bekrimpen, of zich zelven eenig genot ontzeggen, - het is hem een punt van eer, aan die vrijwillige verbindtenis getrouwelijk en gereedelijk te voldoen. Het bestaan en de voortduring van zoodanige liefdadige Gestichten en Inrigtingen kan velen voorzeker niet weinig geruststelling geven bij het besef, dat ook zij en de hunnen aan die rampen onderhevig zijn, en zij, waren die heilige toevlugtsoorden der liefde er niet, weinig vasten grond zouden hebben, om zich alsdan met steun en redding te vleijen. Doch wij alle zijn buitendien dagelijks van tallooze gevaren omringd in de uitoefening des beroeps, op reizen en togten, waaruit slechts eene schielijk en krachtdadig toe- {==144==} {>>pagina-aanduiding<<} gebragte hulp van nabij zijnde personen ons redden, en voor eenen niet minder rassen dan wissen dood ons behoeden kan, en wel ons, wel het Land, waar wij zien, dat ook in zoodanige gevallen, zelfs bij personen tot den geringsten stand behoorende, eene ware Menschlievendheid blijkt, en deze edele band, zonder vooruitzigt op belooning, met ingevaarstelling van het eigen leven, de medeburgers, schoon ook vroeger vreemd of weinig met elkander bekend, op het naauwst aan elkander verbindt! Soortgelijke gevaren, wat betreft de overtogten van de eene plaats naar de andere, vertoonen zich in ons Gewest, waar de gemeenschap tusschen de verschillende Gewesten of Directiën hoofdzakelijk te water bestaat, inzonderheid op de rivieren; en doen zij zich door de weêrsgesteldheid, vooral in sommige tijdperken van het jaar, of door eene kleine onvoorzigtigheid ligtelijk op, zoo is het zeker zeer bezwaarlijk, daartegen bepaalde voorzieningen vast te stellen. Dat betuigt, en waarlijk te regt, het achtenswaardig Hoofd onzer Policie, de Heer Procureur-Generaal dezer Kolonie, in het minzaam schrijven, waarbij Z.H.Ed.Gestr. de aandacht van het Bestuur onzes Departements vestigt op een bedrijf van menschlievende redding, hetgeen wij, benevens nog twee andere, later te onzer kennis gekomene, hebben geoordeeld allezins in de termen te vallen, onderscheidingen van wege onze Maatschappij te verdienen, en tot welker plegtige uitreiking dan ook de tegenwoordige buitengewone Bijeenkomst is verordend. {==145==} {>>pagina-aanduiding<<} Met eene korte mededeeling dezer Edelmoedige Daden, die tevens de stelling, U thans voorgehouden, op het levendigst kunnen staven, zal ik mijne Rede besluiten. Het was in den namiddag van Zaturdag, den 1sten Julij des verledenen jaars, dat Hendrik Azorus Nieuwland, zijnde Timmermansknecht, en destijds werkende op de Forteres Nieuw-Amsterdam, zich van daar in een opgeboeid paarlcorjaal stadwaarts begaf, benevens nog acht andere personen, zoo Vrijlieden als Slaven, met namen: de Meesterknecht Thomas Allen, J.M. Martini, J.G. Malmberg,... van der Meer, de vrije Willem, en de Slaven Harie, aankomende Mejufvrouw Catharina van Brand, Carel, aankomende thans Mejufvrouw J.L. Nepveu, en Charles, aankomende Mevrouw de Wed. Gollenstede. Een stil weder begunstigde aanvankelijk den togt; en reeds was de oversteek, ter hoogte van Plantaadje Leonsberg, gelukkig volbragt, toen het eensklaps hevig begon te waaijen, en een felle rukwind de golven met zulk een onstuimig geweld tegen het voorzeker zwaar genoeg beladen vaartuig deed aanslaan, dat hetzelve omkantelde. De meeste der zich daarin bevindende personen hadden nu de tegenwoorheid van geest of het geluk, zich boven op het corjaal te plaatsen, en zoodoende voor het oogenblik hun leven te redden, hetwelk echter, door de telkens met vernieuwd geweld op hen en op het vaartuig aanbruisende golven, met eenen zekeren ondergang werd {==146==} {>>pagina-aanduiding<<} bedreigd. Een hunner, een oppassend Neger, te weten Charles, aankomende Mevrouw de Wed. Gollenstede, moest daarin waarschijnlijk reeds spoedig zijn graf vinden. Dat gaapte elken hunner met iederen, door angst en schrik gejaagden, polsslag aan. Doch gelukkig ontwaart men, niet ver van daar, op het midden der rivier, eene visschersboot, op welk gezigt allen een luid hulpgeschreeuw aanhieven. In die boot bevonden zich de Visschersknecht Hendrik Daniel van J.P. Pardo, benevens de Slaven Kwamina, aankomende Mejufvrouw Alijda van Matrijs van Beudeker, en Geluk, aankomende Mejufvrouw Frederika Carolina Dietz. Reeds vroeger had van Pardo het corjaal opgemerkt, en nu, op het hooren der noodkreten en het zien der in gevaar verkeerenden, zet hij aanstonds derwaarts koers, spoort de beide Slaven aan, alle krachtinspanning te bezigen, opdat geen kostbaar oogenblik verloren ga, en zij smaken van hunne edele pogingen de voldoening, nog zoo tijdig de plaats des gevaars te bereiken, dat zij aan al de bedreigde personen, met uitzondering van den reeds genoemden Charles, het leven mogen redden, en ze in hunne boot opnemen, zijnde twee derzelve reeds van het corjaal afgeslagen en met de golven worstelende. Het Bestuur van ons Departement heeft besloten, ter bekrooning van dit menschlievend hulpbetoon, aan te bieden aan Hendrik Daniel van J.P. Pardo, een Vereerend Getuigschrift, benevens twee Gouden Tienguldenstukken, en aan de Slaven Kwamina en Geluk, elk één Gouden Tienguldenstuk. {==147==} {>>pagina-aanduiding<<} Van het tweede bedrijf, van soortgelijken aard, ontvingen wij de eerste kennis door het Surinaamsche Weekblad, uitgegeven door den Heer Alexander Lyons, van Zondag den 21sten Januarij dezes jaars. Er werd, van de zijde van het Bestuur des Departements, een opzettelijk onderzoek naar deze daad bewerkstelligd, waardoor wij in het gegeven berigt en in het loffelijke van het bedrijf ten volle werden bevestigd. Hetzelve komt kortelijk hierop neder: Frans Cojo van Roepel, een Timmerman alhier, bevond zich op den namiddag van den 13den Januarij, l.l., toen het weder zeer stormachtig was, op het erf van den Heer J.F. Faverey, in de Zwartenhovenbrugstraat, over de Werfbrug, met oogmerk, om een zoontje van hem, aldaar wonende, te bezoeken. Omstreeks zes ure zag hij, op de hoogte van Plantaadje Meerzorg, een corjaal, met hout en bananen zwaar beladen, stadwaarts oversteken, en nog was het op het midden der rivier niet gekomen, of hij ontwaarde tevens, dat de daarin zich bevindende personen door de met geweld naar binnen slaande golven in groot gevaar geraakten, om te zinken. Aanstonds heeft van Roepel het besluit genomen, zich zelven te wagen, om hen te redden. Twee, mede op gemeld erf aanwezige jongelingen, te weten: Hendrik Adriaan Augustzoon, oud 16, en Juriaan François Castilho, oud 14 jaar, aarzelen niet, hem daarin behulpzaam te zijn. Een corjaal van circa 25 voet lengte, juist aldaar vastliggende, wordt losgemaakt; drie paarlen, uit eene naburige loods aange- {==148==} {>>pagina-aanduiding<<} bragt, en daarvan voorzien, stellen zich de drie Menschenvrienden aan eenen hevigen wind, aan een onstuimig water en tegenwerkend getij bloot, uit zucht, om de hun onbekende natuurgenooten te behouden. Twee vrouwen en een ziekelijk jongeling slaan met van angst kloppende harten, van den oever, hunne edelmoedige onderneming gade, die, dank zij der Voorzienigheid! met den besten uitslag werd bekroond, daar het hun gelukken mogt, de drenkelingen, zijnde twee in getal, die zich met de handen aan het corjaal hadden vastgeklampt, schier uitgeput van krachten, te redden, en in hun vaartuig op te nemen, waarop, weinige oogenblikken later, het corjaal in de diepte nederzonk. - De geredden zijn: de Negers Hercules en Primo, van de Plantaadje Peperpot, toebehoorende aan den WelEd. Heer Caspar de Veer. Voor hunne menschlievende Redders, die zich, om den wille van deze hun vreemde natuurgenooten, zoo onverschrokken in gevaar hebben begeven, heeft het Bestuur des Departements bestemd: voor Frans Cojo van Roepel, drie Gouden Tienguldenstukken, voor Hendrik Adriaam Augustzoon en Juriaan François Castilho, ieder twee Gouden Tienguldenstukken, vergezeld voor elken hunner van een Vereerend Getuigschrift. Reeds stond het Bestuur op het punt, om tot de plegtige uitreiking der genoemde Eereblijken over te gaan, toen aan hetzelve eene derde daad ter ooren kwam, die, zoowel wat aangaat den persoon, die dezelve heeft volbragt, als de omstandigheden, waaron- {==149==} {>>pagina-aanduiding<<} der, en de wijze, waarop zulks is geschied, de beide vorige in zedelijke waarde nog overtreft, en op eene eervolle onderscheiding nog meer aanspraak heeft. Ziet hier, M.H.! het onopgesmukt verhaal, uit den mond van hem, die daaraan zijne levensredding te danken heeft, en dien wij thans mede in ons midden mogen aanschouwen, ons medegedeeld. Deze is de Heer willem Alexander Schmidt, tot vóór korten tijd Directeur op de Plantaadje St. Germain, en thans op zijn vertrek staande naar het Moederland, ten einde van daar zich naar de Oostindiën te begeven. Den last ontvangen hebbende, om, in zijne Schutterlijke betrekking, op den 18den der maand Februarij, op de Plantaadje Schoonoord te verschijnen, begaf hij zich, daags te voren, in een vaartuig met vijf Negers op reis derwaarts. Nu gebeurde het, en wel op de hoogte van de Plantaadje l'Embarras en Venlo, op de Rivier Beneden Commewijne, dat een hevige rukwind en stroom met zulk een geweld de golven tegen het vaartuig aansloegen, en in hetzelve deden binnendringen, dat het omkantelde en dreigde te zinken. Een der Negers, genaamd Besoin, werd voor de oogen der overige personen, en eer zij in staat waren eene hand te zijner redding uit te steken, weggerukt en eene prooi der golven. Drie andere, alleen op zelfbehoud bedacht, gebruikten daartoe hunne bekwaamheid in het zwemmen, en bereikten gelukkig den oever. Maar de laatste, Lakei geheeten, wilde in de ure des gevaars zijnen Meester, die niet zwemmen kon, geenszins ver- {==150==} {>>pagina-aanduiding<<} laten. Langer dan een kwartier uurs beveiligde hij hem met alle krachtinspanning op den bodem van het dobberende, heen en weder geslingerde en steeds dieper zinkende vaartuig, tegen het geweld der baren. Nu werpt eene windvlaag het corjaal een weinig meer naar de andere zijde over, zoodat zich het evenwigt eenigermate herstelt, en het den Heer Schmidt gemakkelijker wordt, zich zelven tegen eenen dadelijken dood te behoeden. Daartoe spoort Lakei hem aan, spreekt hem zooveel mogelijk moed in, en verlaat hem onder de belofte, hem te zullen redden, indien hij niet zelf door de zware golven werd overmeesterd. Het gelukt hem zwemmende, en met de golven worstelende, den oever te bereiken, waarop hij aanstonds eenige boschtouwen aftrekt, en zich, hiervan voorzien, naar zijnen Meester terugspoedt. Hij begeeft zich op nieuws te water; doch branding en tegenwind maken het hem onmogelijk, weder naar het zinkende vaartuig te zwemmen. Nu werpt hij den Heer Schmidt de boschtouwen toe, die dezelve gelukkig aangrijpt, en ze om zijne armen vlecht, terwijl Lakei hem toeroept, zich op te geven, en het vaartuig los te laten; wanneer hij hoopte, dat wind en stroom hem nader bij den wal zouden brengen, en hij (Lakei) in staat zou geraken, hem geheel naar zich toe te trekken. Eenig wantrouwen omtrent de opregtheid van 's Negers bedoelingen deden den Heer Schmidt aarzelen, om aan zijne aansporing en raad gehoor te geven; en nog waren die bedoelingen - in waarheid goed - welligt verijdeld, {==151==} {>>pagina-aanduiding<<} indien niet, eenige minuten later, eene nieuwe windvlaag den Menschenvriend ware te hulp gekomen, en zijnen drenkeling uit het vaartuig geslingerd en tot op 30 à 40 voet afstands naar den oever had gespoeld. Nu spant Lakei al zijne nog overgeblevene krachten in, trekt daarmede het touw, en zoodoende den drenkeling aan, en het gelukt hem, denzelven, op die wijze, aan het gevaar te ontrukken en behouden aan wal te zien komen. Het betoonde wantrouwen van den Heer Schmidt was daaruit geboren, dat hij den Slaaf Lakei, die vroeger jager op de Plantaadje geweest was, wegens eenige ontevredenheid uit die dienst ontzet, en tot den veldarbeid verwezen had, welke vernedering op den Neger natuurlijk geenen aangenamen indruk kon maken, en waarover de Heer Schmidt vreesde, dat hij, thans daartoe zoo goed in de gelegenheid, zou willen wraak nemen. Er mogen voorbeelden van zulk eene afschuwelijke wraakzucht, ook wegens regtmatige vernedering en bestraffing, bestaan, hier hebben wij er een, (en wie zou het niet toejuichen!) hoe ook in de borst van den onbeschaafden, vaak verachten Slaaf edeler gezindheden en gewaarwordingen wonen kunnen; - hoe ook hij, schoon nog buiten den schoot der Christelijke Kerk, en door haar licht niet bestraald, iets van haren geest bezitten kan. Ja, dat moet hij wel bezitten, die, nadat hij zijne edele daad volbragt had, Gode de eer gaf, en in de armen zijns geredden Meesters zich werpende, uitriep: ‘o Heer! wees gedankt, dat ik mijnen Meester heb mogen redden!’ Dit deed Lakei. {==152==} {>>pagina-aanduiding<<} Aan zooveel edelmoedigheid, gepaard met beleid, trouw, onverschrokkenheid en volharding, hoe zou de Maatschappij zich niet verheugen, daaraan de blijken harer hoogste goedkeuring te mogen hechten! Het Bestuur onzer Afdeeling staat gereed, dezelve te bekroonen met de Zilveren Medaille, vijftig Gulden in Bankpapier, en een Vereerend Getuigschrift. Gij alle, M.H.! stemt Gij niet volgaarne en van ganscher harte met die bekrooning, ook die der beide andere edelaardige bedrijven in? Leden onzer Maatschappij! moet Gij niet daarom reeds U verblijden, daartoe te hehooren, dat Gij mede uw penningsken mogt bijdragen, om zulke welverdiende Eereblijken te verleenen? - Geredde medemenschen, die thans feest viert wegens het behoud uws levens! Gij paart aan die Eereblijken eenen dankbaren vreugdetraan, meer waard dan goud en edelgesteenten. Wij alle juichen en vieren feest, op dien band ziende, denzelven in ons midden aanschouwende, die, ook in de ure des gevaars, die te allen tijde op het volkomenst verbindt: den burger aan den burger, den Slaaf aan den Meester, den mensch aan den mensch, - de Menschlievendheid! Zij is de band aller volkomenheid, en doet Redder en geredde, zich zelve vergetende, dankbaar nederknielen voor den troon des Allerhoogsten, ons aller Schepper en Vader in den Hemel, voor God, die de Liefde zelve is. - Die deugd, de ware Menschlievendheid, bloeije en betoone zich meer en meer onder ons; zij heele alle scheuringen, en vulle aan alle hatelijke {==153==} {>>pagina-aanduiding<<} en verderfelijke kloven; zij verbinde aller harten en handen, alle standen en leden der maatschappij. Dan zullen wij veilig, dan groot, gelukkig en sterk zijn. Daartoe schenke God zijnen zegen; daartoe zegene Hij ook het gesprokene en nog te spreken woord en geheel onze Feestviering! Zoo zij het!’ Hierop volgde de uitreiking der Eereblijken onder gepaste toespraken, zoowel in de Hollandsche als in de Neger-Engelsche talen, door den Voorzitter, die met welmeenende dankbetuiging aan al de tegenwoordigen, voor hunne betoonde deelneming, deze belangrijke Vergadering besloot. {==155==} {>>pagina-aanduiding<<} Losse dichtstukjes. {==157==} {>>pagina-aanduiding<<} De stervende dichter. Wie is hij, die door de eikenlanen dwaalt? Een hooger ernst is in zijn oog te ontwaren: De zuidewind speelt met zijn zilvren haren, Terwijl hem 't licht der voorjaarszon bestraalt. Het opperkleed golft langs zijn forsche leden, Thans door de smart en d' ouderdom gekromd: Zijn trouwe harp verzelt hem op zijn schreden, Maar ruischt niet meer, haar toon schijnt lang verstomd. Wie is hij? o Kent gij den Bard niet meer, Wiens rijke zang de wereld eens bekoorde, Die, vol gevoel, naar iedren toonval hoorde; Herkent ge in hem den Zanger van weleer, Die, telkenmaal, wanneer de lente bloeide, De luite nam en haar het welkom zong, Terwijl hem 't hart van louter weelde gloeide, En in zijn oog de traan van eerbied drong? {==158==} {>>pagina-aanduiding<<} o, Hadt ge toen dat fonklend oog aanschouwd, Dien zaalgen lach, die om zijn lippen speelde, Als hem de geur der veldviolen streelde, Als 't voglenheir den wildzang zong in 't woud! o, Hadt ge toen zijn lofgezang vernomen, Dat, zacht en teêr, soms diep en forsch van toon, Allengs zich huwde aan 't klatren van de stroomen, Of statig rees, als wierook voor Gods troon! En weêr is 't lente en blaauwt de hemeltrans, Een milder lucht vervult de groene dalen; Weêr schiet de zon een' vloed van purperstralen, En wiegt zich blad en twijg in middagglans; Weêr stijgt alom 't gezang der woudkoralen, En strooit Natuur haar schoonste bloemen uit; Weêr klinkt het lied der herders in de dalen, En gonst de bij, of rust op plant en kruid. De blonde jeugd, op 't veld ten dans geschaard, 't Gevederd koor, verscholen in het loover, De heldre bron, het prachtig lichtgetoover, En woud en beek en dreef en bloemengaard, 't Schonk rijke stof den Zanger voor zijn zangen; 't Vroeg alles wel: ‘Hebt gij voor ons geen lied?’ Maar roerloos bleef het elpen speeltuig hangen; De Dichter zwijgt, hij zingt de lente niet. {==159==} {>>pagina-aanduiding<<} Voor hem, voor hem draagt de aard' geene enkle bloem, Voor hem klinkt niet het lied dier duizendtallen. Zijn laatste steun is gistren hem ontvallen, Zijn dochter stierf, zijn hoop, zijn kroon, zijn roem. Nu heeft de dood hem alles afgenomen, Nu blijft hem niets dan zijn getrouwe luit: Is 't wonder, dat zijn tranen mildlijk stroomen, Nu 't somber graf zijn' laatsten schat besluit. Wat baat hem thans der lente rijke pracht! Het treft hem niet, dat bloemen 't pad omringen. o! Zal hij thans het schoonst saizoen bezingen, Dat hem slechts rouw en bittre tranen bragt! Vergeefs is 't woud voor hem met groen omhangen, De bloem des heils brak bij den stengel af. Voor hem geen vreugd! hij heeft slechts één verlangen, Één' wensch, één zucht, één bede naar het graf. Hij wandelt voort tot in het digtst van 't woud: Daar is het stil en plegtig als voordezen, Daar mogt hij vaak in Gods geheimen lezen, Daar werd sinds lang zijn ziel met Hem vertrouwd. Daar op den tronk eens grijzen eiks gezeten, Scheen 't, dat hij bad, dat hij, wat hem omgaf, In 't vroom gevoel des ootmoeds mogt vergeten, Zijn lijden zelfs, bij 't denkbeeld aan het graf. {==160==} {>>pagina-aanduiding<<} En toch, toch woog zijn leed hem bitter zwaar: Strak stond zijn oog, maar neen, 't vergoot geen tranen. Wie in dat uur den Zanger zag, zou wanen Een beeld te zien, zoo roerloos zat hij daar. Maar ziet! opeens verheldren zich zijn trekken, Terwijl de blos weêr op zijn kaken drong; De vroegre glans was in zijn oog te ontdekken, Hij nam de harp met geestdrift op en zong. Hij zong. Helaas! het was zijn zwanenzang; Hij zong, en 't scheen, dat gansch de schepping rustte: Het spieglend vocht, dat murmlend de oevers kuste, Vloot statig voort met minder snellen drang. Hij zong. In 't loof deed zich geen vogel hooren, Geen blad bewoog, geen krekel gonsde in 't riet: 't Was of Natuur den Dichter niet wou storen, Maar, kalm en stil, het oor leende aan zijn lied. o! 't Was een lied aan gade en kroost gewijd, Aan 't naamloos heil van onbewolkte dagen, Toen de aard' voor hem heur rijkst gewaad mogt dragen, Toen hem 't geluk van Eden had verblijd. o! 't Was een lied van onuitspreekbre weelde, Van heimwee naar het Vaderland bij God, Van zaalge hoop, die 't lijdend harte streelde, 't Was één gebed, één droombeeld vol genot. {==161==} {>>pagina-aanduiding<<} De Zanger zweeg. Nog trilde 't laatst akkoord, Maar 't oogenblik van geestdrift was vervlogen: Een sombere ernst verving het vuur der oogen. Zoo wijkt de star, die soms in 't duister gloort. ‘Rust thans, mijn harp!’ zoo sprak hij zacht, maar teeder; ‘o! Dat geen toon meer van uw snaren klink'! De wereld hoore uw zwakke stem nooit weder, Die, met mijn' naam, in eeuwgen nacht verzink'!’ En de avond zonk, de veldbloem sloot heur' knop, Het woud verloor allengs zijn' vroegren luister, En hulde zich in eerbiedwekkend duister; Het maanlicht steeg met sombre glansen op. In 't hangend loof zong geen der nachtegalen, Geen herdersfluit klonk in de verte meer; Een doodsche rust beheerschte woud en dalen, De zilvren dauw lag op de bloemen neêr. De grijze Bard zat nog op d' eikentronk. Het oog werd dof, en op de bleeke kaken Zag men den dood, met rasschen spoed, genaken, Die als een boô des vredes voor hem blonk. - Reeds had zijn mond de laatste beê gebeden, Reeds voelde hij geen' zweem van smarte meer; Hij dacht niet meer aan toekomst noch verleden, Maar zonk allengs in wezenloosheid neêr. {==162==} {>>pagina-aanduiding<<} Toen was het hem, bij 't licht der maan, als boog Het hoog geboomt' de toppen naar hem over, Als wenkte hem 't plegtstatig hangend loover, Terwijl een stem voor 't laatst zijn hart bewoog, En hem 't geluk van lang vervlogen jaren Met tooverglans weêr voor 't geheugen schiep, En, bij 't geruisch der wieglende eikenblaren, Op zachten toon, hem dringend tot zich riep. Nog eens verhief hij 't brekend oog, en 't scheen, Als zag hij ginds, door digtbegroeide dreven, Een' wondren glans, een blinkend lichtbeeld zweven; Zoo was hij dan in 't doodsuur niet alleen: 't Was of zijn kind, zijn dochter om hem dwaalde; Of was 't misschien een tooverspel der maan, Wier volle gloed die plek van 't bosch bestraalde? Hoe zalig was, verbeelding! dan uw waan! Ja 't was, terwijl het leven hem ontvlood, En de ademtogt hem op de lippen beefde, Of om hem heen een zeegnende Engel zweefde, En, zacht en mild, de brekende oogen sloot. Een zaalge lach verspreidde zich op 't wezen, Als snelde reeds zijn ziel naar hooger spheer; Maar, bij den zucht, aan de enge borst ontrezen, Boog 't achtbaar hoofd... de Zanger was niet meer! {==163==} {>>pagina-aanduiding<<} Op 't eenzaam graf, waarin hij ruste vond, Ontlook de bloem in al de pracht der kleuren; Daar spreidde zij haar liefelijkste geuren, Als wierook aan zijn nagedachtnis, rond; En telkens, als de lente was verschenen, Zong 't voglenkoor daar 't schoonst en teederst lied; Daar vloot de beek langs weelger oevers henen: Natuur vergat den Lentezanger niet. Als over 't veld de laatste scheemring zinkt, En zich de wind ter ruste vlijt in 't loover, Als alles zwijgt, terwijl in 't lichtgetoover Der zilvren maan het rustend landschap blinkt, Doet soms, op 't graf, een wondre klank zich hooren, Wiens zacht geluid het diepbewogen hart Verrukt, als waar' 't een toon der geestenkoren: Dan, zegt men, klinkt de harp nog van den Bard. Fred. Wijsman. {==164==} {>>pagina-aanduiding<<} Zucht. De liefde hebt gij ingeschapen Aan ieder levend creatuur: Waarom ben ik alleen vergeten, Ach, lieve moeder, vrouw Natuur? Waar toch leefde ooit in dal of wouden, Of daar, waar 't beekje zachtkens vliet, Een dier, dat nooit zich zag beminnen? Bemind wordt alles, ik slechts niet! Terwijl op 't veld, of in de dreven, Zich boom en struik en mos en kruid Door liefde en wederliefde huwen, Verbindt aan mij zich geene bruid. Niets schenkt de teederste der driften, De min, aan mij, mij armen man! Ik smacht vergeefs naar wederliefde, Die ééne mij slechts geven kan. Naar Bürger. Aug. Stafford. {==165==} {>>pagina-aanduiding<<} Bruidstranen. Aan Maria. Zacht was uw rust en lieflijk was de droom, Wiens tooverkracht u boeide, toen de zoom Van d' oostertrans verguld werd door den gloed Der uchtendzon, die opsteeg uit den vloed. 't Was in den lach, die om uw lippen speelde, Terwijl de slaap uwe oogen sloot, Te zien, dat u een vriendlijk droombeeld streelde, En zaalge weelde bood. De leeuwrik, die voor 't open venster zong, Waardoor de geur der veldviolen drong, Wekte uit dien droom u door zijn morgenlied, Maar stoorde toch in uw genot u niet. De dageraad voorspelde u nieuwen zegen: Wie was gelukkiger dan gij! Het leven lachte in lenteglans u tegen: 't Was alles harmonij! {==166==} {>>pagina-aanduiding<<} Want heden is 't de lang verbeide dag, Die 't minnend oog verlangend tegenzag: Straks slaat het uur, dat u aan hem verbindt, Die met den gloed der teêrste liefde u mint. Straks zult gij hem voor altoos toebehooren, Wien ge, in een' onvergeetbren stond, En wedermin en trouwe hebt gezworen, Met sprakeloozen mond. Rijk is voor u 't verschiet aan zaligheid, Het schoonst gebloemt' ligt voor uw' voet gespreid: Erkentlijk heft gij de oogen op tot God, En staamlend dankt gij voor uw heilrijk lot. Niets stoort uw vreugd! Een lagebend, bloeijend Eden Is 't, wat het leven u voorspelt: Gij moogt vol hoop de toekomst tegentreden, Daar 't hart van weelde zwelt. Al is 't dan ook, dat somtijds ramp of smart 't Geluk bedreigt van 't onervaren hart: Met hem, met hem valt de onspoed u niet zwaar; o! Aan zijn zij trotseert gij elk gevaar: Het is zelfs zoet, zijn leed met hem te deelen; Want liefde strijkt de rimpels glad, Want liefde zal 't gebogen harte streelen, Strooit bloemen op het pad. {==167==} {>>pagina-aanduiding<<} Wat zijt gij schoon in 't sierlijk bruidsgewaad, Terwijl de vreugd zich zetelt op 't gelaat, Terwijl de roos op uwen boezem praalt, En 't lichtblaauw oog van hooger geestdrift straalt! Wat zijt gij schoon, de bruidskroon in de haren! Hoe vrolijk lacht u 't leven aan! En toch, toch meen 'k een donkre wolk te ontwaren, Toch zie 'k een' heldren traan. Een' traan, geplengd op uwen huwlijksdag? Een' traan, in steê van jubellied en lach? U wacht de stad, en 't afscheid baart u smart. Der stille plek, zoo dierbaar aan uw hart, Het nedrig dorp, waarin gij werdt geboren, Waar de eerste jeugd zoo snel vervloog, Waar zucht noch klagt uw stil geluk mogt storen, Geldt thans die traan in 't oog. Neen! 'k wraak den tolk der eerste droefheid niet, Die ge in dit uur als dankbre hulde biedt Aan 't ouderhart, dat niets dan liefde u bood; 'k Deel in uw leed, wel is uw offer groot! Gij dankt hun meer, veel meer nog dan het leven, Hun liefde reikt tot over 't graf: Hun trouwe zorg zal ginds u ook omzweven, o! Wisch dien traan niet af! {==168==} {>>pagina-aanduiding<<} Het kerkje ginds, verborgen door 't geboomt', De heldre beek, die langs uw venster stroomt, De groene weî, de kleene bloemengaard, Gij hebt ze lief, die plaatsen zijn u waard', Geheiligd door uw kinderlijk genoegen: o Wat het lot ook ginds u biedt, In welk een' rang of staat gij u zult voegen, Neen! gij vergeet ze niet! o Heilig is die stilgeweende traan: Al voelt gij ook het hart van weelde slaan, Bij 't nadrend heil; die traan verhoogt uw schoon Meer dan dat kleed, meer dan die mirtenkroon; Al geeft hij ook iets bitters aan den beker Der vreugd, dien gij thans drinken moogt: o Had zijn oog u zoo bespied, voorzeker, 't Had zijn geluk verhoogd. Maar, toef niet meer, treed hem thans te gemoet, Reeds slaat het uur, reeds wacht de blijde stoet Der landjeugd, die, in feestgewaad getooid, Weldra uw' weg met bloem en loof bestrooit, Om in haar' kring het jeugdig paar te ontvangen. Het outer wacht, de kerkklok luidt, Het vrolijk dal weêrgalmt reeds van gezangen. - God zij met u, o Bruid! Fred. Wijsman. {==169==} {>>pagina-aanduiding<<} De koe. (Eene Fabel.) Daar lag, voor 't eerst haars levens, Een koe in 't kraambed neêr, En zoogde haren zuigling, En zuchtte keer op keer. ‘Mijn kind, in smart geboren!’ Dus borst ze in tranen uit, ‘Uw moeder is verlaten En aan de smart ten buit. Uw vader ziet naar moeder, Noch teedren zuigling om; Maar maakt zijn hof bij maagden Van 't jeugdig koeijendom.’ Ach! had de koe geweten, Hoe de Eedle Sultan leeft, En hoeveel schoone vrouwen Zijn Turksche Hoogheid heeft, {==170==} {>>pagina-aanduiding<<} Welligt had meer tevreden Ze in 't kinderbed geweest, Dat toch zijn Turksche Dames En zij was slechts een beest. Zoo slaakt de mensch zijn klagten Ook vaak in groot getal, Om 't geen hem deze wereld Wel nimmer schenken zal. Aug. Stafford. {==171==} {>>pagina-aanduiding<<} Zangstof. En altijd kwam er van de min En van de mooije meisjes in. J. Brester, Az. Meisjes, met uw vriendlijke oogen, Meisjes, lief en vroom van aard'! 'k Heb reeds dikwerf, opgetogen, De elpen luit voor u besnaard. 'k Zong, in dartle minneweelde, Van uw liefde en reine deugd, Van uw schoonheid, die mij streelde, Van uw lachjes en uw jeugd. Welk een vreugd mogt ik vergaren, Als 'k, in ongestoord genot, Bij den zachten klank der snaren, Dweepte van een zalig lot, En mijn oog, in zoet verlangen, Aan den rozegloed dier wang En dien teedren blik bleef hangen, Die ik schilderde in mijn' zang! {==172==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Zanger!’ deed mij iemand hooren, ‘Altoos zingt gij van de min: Laat u 't maagdlijk schoon bekoren, En betoovren ziel en zin; Maar, ik bid u, stem uw snaren Heden voor een' andren toon: Zing niet steeds van blonde haren, Lachjes, blosjes, lief en schoon, Blaauwende oogjes, waar we in lezen, Hoe de min heur pijlen schiet; Zwijg, in één woord, kan het wezen, Van de meisjes in uw lied.’ - 'k Had aandachtig toegeluisterd, En begreep weldra zijn doel, Maar ook dikwerf zacht gefluisterd: ‘Ach! de man heeft geen gevoel!’ Lagchend sprak ik: ‘Zou 'k niet slagen? 'k Zal beproeven, hoe het gaat, En van meisjes niet gewagen, Ligt gaf hij me een' goeden raad!’ Ruischt dan, klinkt dan, citertoonen! Neen! mijn eisch is niet te zwaar. Zwijg thans van de lieve Schoonen, Bij het trillen van mijn snaar. o! Dat zij het mij vergeven, Dat ik zelfs heur' naam niet meld', Maar, door zanglust aangedreven, Zing: {==173==} {>>pagina-aanduiding<<} Bij 't praalgraf van een' held. Sneller bruist mij 't bloed door de adren, 'k Voel het hart van eerbied slaan; Geestdrift voor den roem der Vadren, Heilge siddring grijpt mij aan; Bij uw tombe aan u te denken, Aan uw' moed en trouw, o Held! Kan mij zuivren wellust schenken, Die een' traan aan 't oog ontwelt. 'k Zie u, op de baan der glorie, De overwinning tegengaan; 'k Hef den zegekreet: Victorie! Met uw dappre scharen aan. 'k Zie u strijdend 't leven derven, Hoe benijd ik u dien dood! ‘Zoo te leven, zoo te sterven,’ Roep ik bevend uit, ‘is groot!’ Eeuwen zijn er reeds vervlogen, Maar uw roem vermindert niet: Neêrland dankt u opgetogen, Zingt uw' naam in 't zegelied. Nog buigt oud en jong zich neder Op het u geheiligd graf, En nog vloeijen, mild en teeder, Tranen op uw' lijksteen af. Wien zou 't denkbeeld niet verrukken, Dat, nog eeuwen na den dood, {==174==} {>>pagina-aanduiding<<} 's Grijsaards voet het graf zal drukken, Dat ons rust na 't strijden bood? Dat de vader aan zijn zonen 't Voorgeslacht ten voorbeeld wijst, Onze rustplaats hun komt toonen, Onzen moed en deugden prijst? Dat het meisje, schoon en bloeijend, Als het roosje, dat haar tooit, 't Hart van hooger geestdrift gloeijend, Bloemen op dien lijksteen strooit? Wie zou niet dat denkbeeld roemen, Dat geheel mijn hart bekoort? En.... maar 'k zou geen meisjes noemen, En ik brak alreê mijn woord! Ach! hoe kon ik ook vergeten, Wat 'k zoo even heb gezegd! Wie de jeugd ligtzinnig heeten, Hebben zeker 't hoogste regt. 'k Zal met nieuwen lust beginnen, Zeker, dat 'k geen meisje noem, Nu 'k, met opgeruimde zinnen, 't Speeltuig stem en zing: Den roem. Sterk mijn zwakheid, schenk mij krachten, Geest der heilge Poëzij! Daal op uwe onzigtbre schachten, Leen mijn' zangen harmonij! {==175==} {>>pagina-aanduiding<<} Roem! o rijke tooverklanke, Die het dweepend hart bekoort! o, Ontgloei de dichtvuurspranke, Die in 's jonglings boezem gloort! Roem! o ideaal van 't leven, Waarvoor ieder lichtbeeld zwicht, Doelwit van ons ijvrig streven, Starre, die ons pad verlicht! Gij ontbrandt den moed der scharen In den strijd voor Land en Vorst, Vlecht hun lauwren om de haren, Siert met eermetaal de borst. Gij, gij doet de kunsten bloeijen, Op haar pad ons voorwaarts gaan, Laat de bron der kennis vloeijen, Moedigt deugd en godsvrucht aan. Gij sticht tempels en altaren, Toegewijd aan 't goede en schoon', En de wierook, waar we op staren, Mengt zich met den jubeltoon. Ik, die kunstelooze zangen Op mijn trouwe citer speel, Zal niet naar dien Roem verlangen, 'k Wensch die kroon mij niet ten deel. Als ik, bij het kabblend ruischen Van den kristallijnen vliet, Als de lindebloesems suizen, Bij de toonen van mijn lied, {==176==} {>>pagina-aanduiding<<} In het reinst gevoel verloren, Aan Maria's zijde dwaal, Haar mijn zoetst akkoord doe hooren, Haar 't geluk der liefde maal: En de heldre traan in de oogen En de lachjes om heur' mond Toonen, dat zij, opgetogen, In mijn' zang behagen vond: Dan zwelt mij de borst van weelde, Andren Roem begeer ik niet; Neen, geen hulde, die mij streelde, Dan de lof, dien zij mij biedt..... Maar waar dolen mijn gedachten? 'k Noem weêr meisjes in mijn dicht! IJdel is, helaas! mijn trachten, Ik vergeet op nieuws mijn' pligt. 'k Zal dat vruchtloos pogen staken, Arme Zanger! zing niet meer! Nooit zult ge aan het doel geraken, Leg het weeldrig speeltuig neêr... Neen! 'k heb nog geen' moed verloren, Klink nog eenmaal, zwakke snaar! Want geen meisje zal mij storen, Nu ik zing: Den kluizenaar. Kluisnaar, die, in 't bosch verscholen, U onttrekt aan 't aardsch gewoel! {==177==} {>>pagina-aanduiding<<} Vindt gij lust in 't eenzaam dolen, Leidt u dat naar 't ware doel? Kluisnaar! zijt gij weltevreden In uwe enge, stille kluis - Bij uw vasten en gebeden, - Als ge knielt voor 't steenen kruis? Kluisnaar! smaakt gij zielevrede, Na uw lang gebed tot God? Toeft u op uw legerstede Kalme rust en rein genot? Neen! geloof me, zulk een leven Is het niet, wat God behaagt, Die ons vreugde en heil wil geven, Die den naam van Liefde draagt. Gij, gij rukt de bloem der vreugde Van het pad des levens af, Die ook eens uw hart verheugde Door den glans, die haar omgaf. Welk een wensch mij mogt bevangen, Wat mij ook de toekomst biedt, Nooit zal ik uw lot verlangen, Kluisnaar word ik zeker niet. 'k Zal de wereld niet verzaken; Tot mijn' laatsten stond zal 't hart Mij van lust voor 't leven blaken, Trots zijn doornen en zijn smart. 'k Zal mijn dagen niet verkwijnen In eene enge, sombre cel; Vreugde zal mijn pad beschijnen, {==178==} {>>pagina-aanduiding<<} 'k Juich bij zang en snarenspel. - o! Wanneer ik mij verbeelde, Dat ik leven moest als gij, Dat ik in geen vreugd meer deelde, Maar mij hulde in 's Kluisnaars pij; Dat ik 't eenzaam kluisje stichtte, En mijn graf bij voorraad groef, Dat de zon mij schaars verlichtte, En ik geemlijk werd en stroef; Dat voor mij geen wijnrank bloeide, En 'k niet zong bij 't schuimend vocht, Dat ik met geen meisjes stoeide, En geen meisje minnen mogt; Dat ik geen ten dans mogt leiden, Bij den feestglans van het bal, Maar van alle mij moest scheiden, Die ik nooit vergeten zal: Dan... maar zwijgt, onwilge toonen! Ach! wat zijt gij me ongetrouw! Ziet, gij huldigt weêr de Schoonen, Die ik zelfs niet noemen zou! Vruchteloos is al mijn hopen, Al de moeite, die ik deed: Neen! er kan geen uur verloopen, Waar 'k de meisjes in vergeet. - Maar zou 'k me ook aan andren storen? Ik wil vrij zijn in mijn' zang. Meisjes! 'k zal uw' lof doen hooren, {==179==} {>>pagina-aanduiding<<} 'k Zing van u mijn leven lang! Schudt gij 't hoofd al, grommige oude! 'k Acht toch uw vermaning niet. Dat ge uw' bijval vrij me onthoude, Voor de Schoonen klinkt mijn lied! 'k Zal op roem noch lauwer staren, Lieven! 'k wensch alleen uw' lof: Ruischt dan vrolijk, zilvren snaren! Nimmer vindt gij schooner stof. Fred. Wijsman. {==180==} {>>pagina-aanduiding<<} Stoom. 's Menschen leven, vroeger kort, Mag thans langer duren, Nu de stoom ons voorwaarts voert Verre, in weinige uren. Vroeger was 't een zware taak, Als men, voor zijn zaken, Van den Haag naar Amsterdam Eene reis moest maken. Teeder werd de vrouw gekust, En de kindren schreiden, En het kostte zucht en traan, Om van huis te scheiden. Thans gaat, vlugtig, na 't ontbijt, De echtgenoot aan 't sporen, Om ter Hoofdstad 't laatste nieuws In persoon te hooren. {==181==} {>>pagina-aanduiding<<} Zonder een Vaarwel gegaan, Komt hij t'huis dineren, Waar geen mensch verwonderd is, Dat hij reeds mogt keeren. Daarom raad ik ieder een', Toch bedaard te leven, Want de wereld kan ons thans Geen traject meer geven. Heden leeft men in het Noord, Morgen in het Zuiden, En verwisselt mousselin Voor de beerenhuiden. Maar het strekt den mensch tot eer: Voorwaarts wil hij spoeden, En 't eenzelvig leven t'huis Door den stoom vergoeden. Ziet, gelijk 't gewiekt geslacht, Vliegt de mensch daarhenen, Onafhanklijk van het dier En van beî zijn beenen. Treur niet, oud en grijs geslacht! Om 't kortstondig leven, Eer gij sterft, kunt gij den Rus Een bezoek gaan geven. {==182==} {>>pagina-aanduiding<<} En neemt ook de stoom 't bestaan Van ons leven mede, Jammer niet met luid misbaar: Stoom veeleer in vrede! Eer de dag zijn einde ziet, Hebt ge, in verre Landen, Het verloren schaap terug, Weêrwerk voor uw handen. Walm dan lustig, zwarte stoom, Voorwerp van mijn zangen! Of blijf, als een dreigend spook, In de wolken hangen. Aug. Stafford. {==183==} {>>pagina-aanduiding<<} Vier liedekens. I. Martha's droom. o, Stoor den droom der vrome Martha niet! Zij sluimerde in op d' ouden leuningstoel, En vindt er rust van d' arbeid en 't gewoel, Terwijl de slaap haar hart verkwikking biedt. 't Is in den lach, die om haar lippen speelt, En in de rust, die haar beheerscht, te zien, Dat zorg en smart de goede vrouw ontvliên, Dat haar een beeld van stil genoegen streelt. Zij droomt welligt van d'onvergeetbren tijd, Die lang verdween, toen zij haar levenspad In zaalge weelde en dartlen lust betrad, En iedre dag der vreugde was gewijd; Toen zij, nog jong, in onvermengd genot, Op 't geurig veld naar kruid en bloemen zocht, En zich een' krans van witte rozen vlocht, En 't danklied zong voor haar gelukkig lot. {==184==} {>>pagina-aanduiding<<} Zij toeft welligt thans onder 't vriendlijk dak, Waar, met haar' ga, zij 't reinst geluk genoot: Toen was haar de aarde een Eden, tot de dood, Zoo onverwacht, den liefdeband verbrak. De droeve vrouw vergeet haar' doode nooit, Want keert de lente in nieuwen luister weêr, Dan knielt ze op 't graf, dat zij reeds menig' keer Met frisch gebloemte en loover heeft bestrooid. Misschien droomt zij van 't heil, haar eens bereid, Als ze allen, hier haar harte in rouw ontscheurd, Zoo teêr bemind, in diepe smart betreurd, Zal wederzien in vreugde en zaligheid. Zij hoort welligt reeds 't juichend Englenlied, Dat haar begroet in hooger, reiner spheer, En ziet verrukt haar vrome vrienden weêr:... o, Stoor den droom der arme Martha niet! II. Avondgroet. De nachtdauw daalt op heide en akker neêr, Het maanlicht stijgt en spiegelt zich in 't meer; Het dal weêrkaatst niet langer 't herderslied, Geen krekel gonst in digtbewassen riet. {==185==} {>>pagina-aanduiding<<} Vlij 't hoofd, mijn lief! op 't donsen kussen neder, Want schoon en lieflijk is de nacht: Nog mint mijn hart u onuitspreeklijk teeder. Slaap, o mijn Bruid! slaap zacht. Het starrenheir verkondigt majesteit, Een diepe rust ligt over 't oord gespreid. Hoe blinkt de heî! des maanlichts parelschijn Speelt grillig op uw sneeuwwit valgordijn. o Mogt mijn oog, melieve! u thans bespieden, Nu gij uwe avondbede slaakt! Zou iedre zorg uw sponde niet ontvlieden, Door de onschuld zelv' bewaakt? Ruisch, zilvren beek! ruisch langzaam langs uw boord, Stuw langs haar raam uw golfjes zachter voort! Gij, westewind, die soms door de eiken schiet! Vermijd het loof, dat daags haar schaduw biedt! Zij slaapt: misschien ziet zij mij in haar droomen. Wanneer de rust mijne oogen sluit, Zal nieuw genot den Zanger tegenstroomen, Hij droomt van u, zijn Bruid! Straks, o mijn kind! wanneer de kim, in 't oost, In vloeijend goud en gloeijend purper bloost, Wanneer de zang des leeuwriks ruischt langs 't veld, {==186==} {>>pagina-aanduiding<<} En de uchtenddauw in dampen opwaarts snelt; Als lentegloed het aardrijk doet herleven, De bloem des velds ons tegenlacht, En 't windgezucht uw sponde zal omzweven, Met rozegeur bevracht: Dan dwaal ik weêr in mijmring onder 't raam, Noem fluisterend uw' teêrgeliefden naam; Verbeelding streelt, betoovert hart en zin, En voert mij 't Rijk der idealen in. Dan zal mijn luit u uit uw sluimring wekken, Zacht zweeft haar toon u te gemoet: Ik toef tot 'k u aan 't venster mag ontdekken, En op uw' morgengroet. III. Grada's stulpje. Ziet ge in 't heuvelig verschiet, Door het dennenloover henen, Grada's nedrig stulpje niet, Door het avondrood beschenen? Daar, daar tiert het roosje 't best, Aan den oeverkant verscholen, {==187==} {>>pagina-aanduiding<<} En de zwaluw, moê van 't dolen, Bouwt bij voorkeur daar heur nest. Bij de kronkling van den stroom, Zit zij in de schaduw neder Van den breeden notenboom: Aanstonds komt haar gade weder, En zij rept zich, dat het vlas, Op het eigen veld gewonnen, Vóór zijn komst zij afgesponnen, En het wieltje draaide ras. Zie, hoe 't oog bezorgd zich hecht Aan beur' lievling, die daarginder Bloemen tot een' ruiker vlecht, Of den bontgekleurden vlinder Op het tulpenbed betrapt, En, in kinderlijk verlangen, 't Schoone diertje poogt te vangen, Tot het aan zijn oog ontsnapt. Eindlijk rust het snorrend wiel, Want zij hoort bekende schreden: Blijde vreugd vervult haar ziel, Kom, zij wil hem tegentreden. Vriendlijk klinkt zijn avondgroet {==188==} {>>pagina-aanduiding<<} Reeds van ver zijn gade in de ooren, En hun kind snelt, bij het hooren Van die stem, hem te gemoet. Grada's stulpje, net en kleen, Wensch ik boven praalgebouwen Van arduin en marmersteen: Nooit zou mij die keus berouwen. 'k Zag dan op mijn hoeve neêr, Rijker dan de rijkste Koning, Want op Grada's stille woning Rust de zegen van den Heer. IV. Zang der harpspeelster. Komt, lieve kindren! komt bij mij, verlaat een poos uw spelen, Al mogen ze ook uw argloos hart in rein genoegen streelen. Wat blijft gij bloô van verre staan, ik stem alreê de snaren, Of vreest gij soms mijn bleek gelaat en mijn vergrijsde haren? Ik zie zoo gaarne uw lief gezigt en 't blosjen op uw koonen, Uw' blijden lach, uw vriendlijk oog, waar 'k de onschuld in zie troonen, Uw lange vlechten, bruin of blond, die langs uw slapen hangen: Komt, zet u neder op het gras en luistert naar mijn zangen. {==189==} {>>pagina-aanduiding<<} Gij, kleene blonde! vraag mij niet, waarom, in stille weelde, Mijn oog zoo vaak aan 't uwe hing, als ik mijn' klaagzang speelde; Waarom de traan der diepste smart mij langs de wangen druppelt, Als gij, op 't bloemrijk veldtapeet, in dartle vreugde huppelt; Waarom mijn lied zoo droevig klonk, wanneer 'k uw' juichtoon hoorde, Gij kent de vlijm der smarte niet, die mij het hart doorboorde: Dan denk ik aan het lieve kind, dat mij eens moeder noemde, In wie ik, als in 't hoogst geluk, mijn' Schepper daaglijks roemde. o! 'k Had mijn dochterken zoo lief, ik minde 't naamloos teeder, Met trotschheid zag mijn oog op haar, mijne eenge lievling, neder. Ik tooide 't op met bloem en lint en vlocht de blonde haren, Als 't lentefeest op gindsche weî de landjeugd deed vergaren. Dan zat ik op den heuveltop en speelde zachte wijzen, En hoorde, in ongekenden lust, den kinderjuichtoon rijzen; Maar immer volgde 't oog mijn kind, 't aanvalligste van allen, Ik hoedde zorgend ieder' tred, met innig welgevallen. Op de eigen plek, waar 'k destijds zat, heb ik mijn kind begraven; Een koortsje nam haar van mij weg en bragt haar in de haven; De blos verdween van 't lief gelaat, met dood verw overtogen, De schoonste droom, dien 'k ooit mij schiep, is plotseling vervlogen. Ik ga, zoo dik werf ik hier kom, naar 't graf en strooi er bloemen, Dan schenkt het balsem in mijn wond haar' dierbren naam te noemen; Maar ach! zij slaapt en traan bij traan heeft reeds haar terp bedropen; Ach! ging voor mij, die eenzaam treur, ook dra de Hemel open! {==190==} {>>pagina-aanduiding<<} Thans bedel ik het sober brood met tranen en met zuchten, Dwaal met mijn trouwe harpe rond door dorpen en gehuchten; Geen lach plooit immer mijn gelaat, dan enkel in mijn droomen, Wanneer haar lieve stem door mij, schoon fluistrend, wordt vernomen. o! Legt gij straks, van 't spelen moê, het hoofd ter ruste neder, Vouwt, lieven! dan de handjes zaam en bidt dan zacht en teeder, Dat dra zich 't graf voor mij ontsluite en 'k, boven leed verheven, Van God mijn kind ontvangen mag in 't onverwelklijk leven! Fred. Wijsman. {==191==} {>>pagina-aanduiding<<} De pijlen der liefde. Venus zoon schoot eens een pijltje Op de schoone Psyché af; Maar hij zag ontroerd het schichtje Wederkeeren tot zijn straf. Amor voelde 't kleine hartje Diep gewond door eigen schuld, En hij haakte naar zijn Schoone Steeds met brandend ongeduld. Maar hoe ras was Moeder Venus Achter het geheim van 't kind! En ontnam hem zijne liefste, Door hem, ach! zoo teêr bemind! Toen wou hij niet weêr beminnen, Zwoer het met een' duren eed, En hij maakte wederhaakjes Aan de pijltjes, die hij sneed. {==192==} {>>pagina-aanduiding<<} Om wanneer hij, lieve Schoonen! Uw gevoelig harte wondt, Gij het niet zoudt kunnen heelen Zonder dat ge uw' boezem schondt. Daarom, meisjes! laat u raden, Op de ervaring is 't gegrond, Laat zijn schichten stille zitten En verergert niet de wond. Want geen pijltje keert er immer Tot het Liefdegoodje weêr, En het zoete kozend minnen Doet hij zelf toch nimmermeer. Aug. Stafford. {==193==} {>>pagina-aanduiding<<} Herfstzang. Waar vliegt gij heen, getrouwe lenteboden? Verlaat gij reeds mijn veilig, gastvrij dak? Waarom zoo vroeg het toevluglsoord ontvloden, Waar 'k nooit u stoorde en 't u aan niets ontbrak? Kan niets uw vaart, uw snelle vaart beteuglen? Verjoeg men u, of vreest gij voor gevaar? Maar neen, vaartwel! in 't ruischen uwer vleuglen Klinkt mij een stem in 't oor: De herfst is daar. De herfst is daar! Neen, 't heeft mij niet bedrogen, Reeds zwijgt het woud en geelt het dorrend blad. Geen zomerpracht ontrolt zich aan mijne oogen, De najaarsbloem bloeit eenzaam op mijn pad. De herfst is daar! Zijn adem stroomt mij tegen, En jaagt en krult de golfjes van het meer; Zelfs de echo hoort geen' toon van liefde en zegen, Maar kaatst alleen 't geknal van 't jagtroer weêr. {==194==} {>>pagina-aanduiding<<} Reeds zag mijn oog de witte draden zweven, Die, fijn als rag, en glansrijk als satijn, In 't einde aan halm en dorre struiken kleven, Maar teeknen van den stillen herfstdag zijn. Geen herderslied weêrgalmt meer op de weide, De maaijer heeft het oogstfeest lang gevierd; Een ravenvlugt strijkt neder op de heide, Weldra door halm noch veldbloem meer versierd. Een oogwenk nog, en bosch en veld en wegen Verliezen 't schoon, waar lente de aard' meê kleedt; Geen zweem van pracht blinkt meer den wandlaar tegen, Die, weemoedvol, op schuiflend loover treedt. Een oogwenk nog, verlaten zijn de dreven, Waar 'k menigmaal in mijmring heb gedwaald, En 't dweepziek hart bij God en 't eeuwig leven En 't vrolijk licht des weêrziens heb bepaald. Nog prijkt de kroon des wouds in al haar' luister, En heft de kruin met majesteit omhoog; Geen zonnestraal dringt door het heilig duister Van 't loofgewelf, dat voor geen magt zich boog. Nog wordt door elk de trotsche stam bewonderd, Waaraan het groen eens klimopstruiks zich knelt; Maar straks, wanneer de orkaan door 't luchtruim dondert, Wordt de eik welligt verplettrend neêrgeveld. {==195==} {>>pagina-aanduiding<<} Van waar, mijn hart! die telkens sneller slagen, Bij 't denkbeeld, dat voor mijn verbeelding zweeft? Wat doet mij thans het bloed onstuimig jagen? Van waar de traan, die op de wangen beeft? Ach! vraag niet meer! Hef 't oog op! Allerwegen Ligt doodscher tint en hooger ernst verspreid: Een stemme klinkt den sombren Zanger tegen, Door dal en beemd weêrgalmt: Verganklijkheid! Verganklijkheid! hoor ik door 't woud herhalen, Waaraan ik vaak mijn klagte heb geklaagd, Door 't stroomkristal, dat, kronklend door de dalen, Op iedre golf een stervend blaadje draagt. Verganklijkheid! klinkt op den weg door 't leven, Bij iedren tred, den pelgrim te gemoet; Hij ziet de roos op 't bloeijend veld verheven, De stengel buigt, de bloem sterft aan zijn' voet. Het knaapje, naauw aan moeders schoot ontwassen, Schept zich alreê het zaligst levenslot: De dageraad zal hem op 't dons verrassen, Terwijl hij droomt van weelde en van genot. Ach! de avondzon heeft deernis met zijn' rouwe: Het tooverbeeld, wiens glans hem had gestreeld, Verdween, gelijk de rookwolk uit de schouwe, Waarmeê de wind één oogenblik slechts speelt. {==196==} {>>pagina-aanduiding<<} Ginds, waar de wilg zijn breede kroon laat hangen, Slaapt Molly zacht in 't eenzaam zodengraf. Vaak is die plek het doelwit mijner gangen, Daar werpt mijn ziel al haar bekommring af. De lenteroos bloeide in heur blonde haren, Toen zij, vol lust, ronddartelde in den hof, In 't rein genot der schoonste levensjaren:.... Thans spreidt de herfst een lijkkleed op haar stof! De zwaluw keert na weinig lange weken, En vindt haar nest in hut en kerkmuur weêr, Misschien mij niet, ligt is mijn kracht bezweken, Mijn licht gebluscht bij lente's wederkeer. Ik sidder niet bij 't denkbeeld aan de haven, Waar vrede en rust den moeden pelgrim beidt: Een schittrend licht verlicht den nacht der graven, En wenkt ons toe en straalt: Onsterflijkheid! Mild, als de gloed van 't zonlicht in het oosten, Verkwiklijk, als de beke der woestijn, Zal ons dat woord versterken en vertroosten, Een star van hoop op 't pad des levens zijn. Hier kwijnt de roos, naauw uit het stof verrezen, Hier doodt de worm, die aan 't geboomte knaagt, Ginds zal het lente en eeuwig lente wezen, Die in heur' schoot onwelkbre bloemen draagt. {==197==} {>>pagina-aanduiding<<} Strooi, sombre herfst! strooi vrij door dal en dreven Het stervend loof, terwijl uw adem gaat. Schijnt ook Natuur van kracht beroofd en leven, Als ze om de leên het sneeuwwit doodkleed slaat, Dra keert de lente en groent mijn stille gaarde, Dra zweeft de geur der bloemen weêr door 't dal, Gelijk Gods stem, na 't lijden dezer aarde, Ons tot de vreugd des Hemels roepen zal. Fred. Wijsman. Gevoel. Als de zon in 't westen zinkt, 't Avondrood ter kimme blinkt, Als de bloem ter aarde neigt, En Natuur vol eerbied zwijgt, Als de vogel in 't gebladert' Gaaike en jongskens zaamvergadert, En de kop duikt in 't gevedert' - o! Dan wordt de ziel verteederd, En het hart ontboezemt zacht: ‘Sluit de luiken, goeden nacht!’ Aug. Stafford. {==198==} {>>pagina-aanduiding<<} Molly. Een waarheid is 't, die droevig is, dat bloemen, Die 't allermeest op schoonheid mogen roemen, Vaak 't allerminst de woede van d' orkaan En 't knagen van den wreeden worm ontgaan. De wandlaar, die bij 't gloren van den uchtend De lelie zag, die, geen gevaren duchtend, Met door den dauw bepareld kelkfluweel, In rijke pracht zich wiegelde op heur' steel, Kan, als hij keert bij 't vallend ovondgraauwen, Ter naauwer nood zijn zoekend oog vertrouwen, Wanneer hij ziet, hoe zij 't verwelkend hoofd Ter neder buigt, van allen glans beroofd. Ten Kate, Maria Magdalena. Ja, schoon was zij, gelijk de lentemorgen, Rein als de dauw, die in heur bloemen blonk, Zacht als de toon, die van haar harpe klonk, En nedrig als 't viooltje in 't groen verborgen. o! Wie heur stem slechts eenmaal had gehoord, Wie 't lachje zag, dat om heur lippen speelde, Als zij het oor door teedere akkoorden streelde, Werd door dien zang, dien tooverlach bekoord. {==199==} {>>pagina-aanduiding<<} 'k Heb haar bespied, bij 't feestgeruisch der toonen: Wat was zij schoon in 't blaauw satijnen kleed, Dat golvend langs heur ranke leden gleed! Een parel was zij in den rei der Schoonen. Op 't schittrend bal werd zij het meest gezocht: Hoe ijverde elk, een' blik van haar te ontvangen; En trotsch was hij, die 't doel van zijn verlangen Bereikte en haar ten dans geleiden mogt. 'k Heb haar bespied, terwijl zij, diep bewogen, Voor God zich boog en onbespied zich dacht, Terwijl zij Hem heur staamlend offer bragt, En 't lichtblaauw oog verlangend naar den Hoogen, Het toevlugtsoord der droeven, henenzag: Geen aardsche lust was in dien blik te lezen; Het was me als zag ik een gezaligd wezen, Dat, biddend, voor den troon der Almagt lag. Was 't wonder, dat zij schier werd aangebeden, Dat ieder, die de lieve kennen mogt, Met heel zijn hart aan Molly was verknocht, Zoo rijk aan deugd en aan bevalligheden; Dat zij vol vreugd de toekomst tegenging, Die zich voor haar in 't rijkst gewaad mogt tooijen, En kwam de zorg soms even 't voorhoofd plooijen, Een blijde lach de korte smart verving? {==200==} {>>pagina-aanduiding<<} Was 't wonder, dat uit iedre stulp een bede, In 't avonduur, voor haar ten Hemel rees, Dat oud en jong de milde dankbaar prees? Want waar zij kwam, daar bragt zij zegen mede, Want waar zij kwam, daar zwichtten zorg en smart, Daar mogt heur hand den traan der armoê droogen, Daar blonk de vreugd, de dank in aller oogen, En zaligheid doorgloeide 't maagdlijk hart! Zoo mogt heur voet langs bloemwaranden treden: o! Voor een maagd, zoo goed, zoo vroom als zij, Is alles liefde, is alles harmonij, Het leven vrede en de aarde een bloeijend Eden. Zoo bragt de dag haar telkens nieuw genot, Zoo vond gestaâg haar de avond even blijde, En als zij 't hoofd vermoeid ter ruste vlijde, Dan sliep zij in, nog dankend voor heur lot. Zoo zag ik haar. Hoe zag ik Molly weder! Een kwijnend licht, een naauwlijks merkbre vonk Verving het vuur, dat in heur oog eens blonk: En toch was nog heur glimlach even teeder. Een doodlijk bleek bedekte reeds de koon, Waarop de blos der welvaart vroeger gloeide, En de Englenstem, die vaak het oor mij boeide, Klonk zwak en soms met naauwlijks hoorbren toon. {==201==} {>>pagina-aanduiding<<} De tering was 't, met heur gevolg van plagen, De tering, die het ligchaam binnensluipt, Een slang gelijk, die onder 't bloembed kruipt, Om onbespied de wortels af te knagen; Die, loos en stil, en zonder 't minst geweld, Onmerkbaar schier en zonder wee of smarte, De kracht verteert en doordringt tot het harte; Die langzaam sloopt, maar zeker 't offer velt. Zij wist het niet, zij zag den dood niet nadren; Wel dat heur blos gedurig meer verdween; Wel voelde zij de zwakheid van heur leên, En dat het bloed soms koortsig woelde in de adren: Maar immer bleef de zekre hoop haar trouw, Dat, als de beek weêr langs heur rozen vloeide, En 't geurig bed met veldviolen bloeide, Zij dan, hersteld, den bloemkrans vlechten zou. Maar ons, helaas! ons bleef het niet verborgen, Te duidlijk was dat hijgen van 't gemoed, Die zachte tred, dat wanklen van heur' voet, Die bleeker tint op iedren nieuwen morgen: Dat alles moest heur' toestand ons verraân; Dat alles deed ons de ijsbre waarheid hooren, Dat in ons hart geen vonk van hoop mogt gloren, Dat ras voor haar de laatste stond zou slaan. {==202==} {>>pagina-aanduiding<<} o! Schrikklijk was 't, haar zoo te zien verkwijnen, Soms met de vreugde op 't lief en zacht gelaat; Te weten, dat geen hoop voor haar bestaat, Dat ras de zon heur grafzerk zal beschijnen; Te weten, dat zij zelv' geen denkbeeld heeft Van sterven in den schoonsten bloei der jaren; Dat zij den traan van smart niet kan verklaren, Die soms in 't oog van wie haar liefheeft beeft. De lente kwam en spreidde milde geuren Door 't bloeijend dal. 't Gezang der voglen klonk, Terwijl de zon door 't jeugdig loover blonk, En hof en dreef deed schittren in haar kleuren. Wel vloeide weêr de kristallijnen vliet, Met zacht geruisch, langs 't bed van rozen henen; Wel was op 't veld 't viooltje weêr verschenen, Maar Molly vlocht den krans van bloemen niet. En toch zwol haar de boezem van verlangen Bij 't rollend lied des nachtegaals in 't bosch; Toch gloeide 't hart, toen zij met loof en mos En frisch gebloemt' de schepping zag omhangen; Toch streelde 't haar en speelde een zaalge lach Na langen tijd weêr om heur bleeke lippen; Toch liet heur mond een' dankbren toon ontglippen, Toen ze al die pracht door 't enge venster zag. {==203==} {>>pagina-aanduiding<<} Eens, toen de zon in al haar' luister gloorde, Der bloemen geur langs beemd en heuvel drong, 't Gevederd koor met zuivrer toonval zong, En meer dan ooit de schepping haar bekoorde: Toen sloeg haar 't hart met ongewonen drang; Toen zwichtte zij voor 't opgewekt verlangen, Om, op 't balkon, die geuren op te vangen, Bij lentelucht en nachtegalen zang. Weêr drong de blos op Molly's bleeke wangen; Weêr blonk in 't oog het vroeger schittrend vuur: Hoe streelde haar de rijkdom der Natuur, Het beekgeruisch, des vogels morgenzangen! Wat was zij schoon, terwijl zij, geestdriftvol, Het glinstrend oog op al die pracht liet staren, En 't lentelied deed rollen van heur snaren, Terwijl haar 't hart van zaalge weelde zwol! o! Hadt gij toen het schittrend vuur dier oogen, Dien teedren blos, dien zaalgen lach bespied; o! Hoordet gij de toonen van heur lied, Dat met den geur der bloemen rees ten Hoogen, Het denkbeeld had u zeker niet gestoord, Dat reeds de dood heure aardsche banden slaakte, En 't oogenblik met rasschen spoed genaakte, Waarin heur lied hierboven werd gehoord. {==204==} {>>pagina-aanduiding<<} Toch was het zoo. Geen toon liet zich meer hooren; Één oogwenk nog: toen lag op 't zacht gelaat De witheid van 't haar wachtend lijkgewaad; 't Oog had zijn vuur, zijn heldre tint verloren. Haar kracht verdween; zij wankelde van daar; Men snelde toe: zij zeeg bewustloos neder.... Ach! zij ontsloot op aarde 't oog niet weder, Reeds opende de Hemel zich voor haar. Een rouwgalm rees. De traan der smarte vloeide Op 't prachtig Slot en in de schaamle hut. De roos brak af, terwijl zij, onbeschut Voor 't woên des winds, in lenteschoonheid bloeide. Er was geen oog, of 't was van tranen nat; En toen in 't dorp de doodklok zich liet hooren, Toen voelde elks harte al wat het had verloren, Toen wist men eerst, hoe lief men Molly had. Als de adem van den nacht het veld verduistert, En zich in 't loof geen vogel hooren doet; Als 't maanlicht slaapt op d'onbewogen' vloed, En de avondwind door 't hoog geboomte fluistert: Dan knielt de Zanger neêr en uit zijn klagt En plant een bloem op gindsche kerkhofszode, Die 't stof bedekt der onvergeetbre doode; Hij denkt aan haar en stamelt: ‘Sluimer zacht!’ Fred. Wijsman. {==205==} {>>pagina-aanduiding<<} Declaratie. Jufvrouw! ik nader u met uiterst loome schreden: Niet wijl 'k uw bijzijn schuw of uw bekoorlijkheden, Maar daar hetgeen mij thans aan uwe voeten jaagt, Zooveel gewigt in zich voor u en mij bedraagt. Ik mis den takt, om, met een' ommezwaai van woorden, U te belijden, wie mijne oogen lang bekoorden: Ik doel op uwen hals, zoo poezel en zoo rond, Uw vleezig bandje, uw' neus, uw' suikerzoeten mond, En dan, wanneer 'k mijn oog zoo langs u af laat zakken, Uw lieve en fraaije leest, die 'k niet waag aan te pakken, Hoewel ik u bemin en snak naar liefde en trouw: Och neem mij tot uw' man, en wees mijne eigen vrouw! - Goddank! ik ben ontlast van mijne minnebede: Zoo juicht een slepersknol voor zijne ontladen slede; Nu is mijn borst weêr ruim. o! Sla mijn beê niet af, Of 'k wensch, na honderd jaar, me een rustplaats in het graf! 'k Weet, dat, wanneer ge wilt, ge mij kunt accepteren, En onwil u zoo ligt eene uitvlugt aan kan leeren; 't Is mij niet onbekend, dat, fromlend aan de punt Van 't bloemenrijk foulard, gij tot mij zeggen kunt: {==206==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Mijnheer! ik ben vereerd door 't aanzoek van uw zijde; Gij doet te veel voor mij; geloof, dat 'k er door lijde. Ik acht uw vriendschap hoog; gij zijt mijne achting waard', En 'k wensch van harte u toe de beste vrouw op aard': Maar denk niet meer aan mij, 'k kan niet genoeg u minnen, Want ik ben niet meer... Neen, waar dwalen mijne zinnen? Ik ben nog werklijk vrij; maar 'k zie met meer pleizier Als hooggeachten vriend, dan als galant u hier. Het is caprice, en toch, men kan 't maar niet verzetten.... Eilieve! neem een' stoel, 'k vergat er op te letten, En kwel, ik bid het u! mij met geen aanzoek meer.... o Foei! 't is warm van daag. Vindt gij 't ook niet, Mijnheer?’ Maar zou zoo hard een taal met mooglijkheid aan lippen, Zoo zacht als zijdfluweel en zwanedons, ontglippen? Neen! 'k weet ook, dierbre maagd! dat gij, doorvlamd van min, Ook tot mij zeggen kunt, mij streelende om de kin, Die, nog geen uur geleên, voor u is glad geschoren: ‘Spreek met mijne oudeluî, mijn lief en uitverkoren! En zeg hun, dat ten halve ik u reeds heb verhoord.’ Mejufvrouw! 'k heb gezegd; nu is aan u het woord. Aug. Stafford. {==207==} {>>pagina-aanduiding<<} Des minnezangers weeklagt. Vaartwel, vaartwel, gij rijkbebloemde dalen! Mijn trouwe harp brengt u heur' afscheidsgroet. Mijn voet zal nooit meer door uw bosschen dwalen, Gij biedt geen' troost meer aan mijn droef gemoed. Mijn heil verdween. 'k Mogt hier op bloemen treden, En dronk den kelk van wellust en genot: Gij mist voor mij thans uw bekoorlijkheden, Uw Zanger klaagt aan u zijn beilloos lot. Hoe zoet was 't mij, als ik, in zaalge weelde, Van hier het oog op Clara's venster sloeg; Als 'k op de harp de teêrste akkoorden speelde, En de avondwind het lied der liefde droeg! Hoe sloeg mij 't hart, als 'k, bij de zilverstralen Der volle maan, van ver haar mogt bespiên, En mij verdiepte in schittrende idealen!.... Ach! waarom moest, o God! mijn oog haar zien? {==208==} {>>pagina-aanduiding<<} Helaas! den gloed, die mij de borst doet blaken, De liefde, die mijn dweepend hart haar biedt, Versmaadt zij fier. Bij 't ruischen der vermaken, Gedenkt zij 't leed des Minnezangers niet. In 't oogenblik, waarin die liefde ontgloeide, Toen ik voor 't eerst werd door beur' lach gestreeld, Geloofde ik, dat een Eden voor mij bloeide: Ach! 't heeft mij niets dan jammeren geteeld! Als ik, op 't Slot, bij 't feest, mijn lied deed hooren, Dan, waande ik, klonk mijn zang alleen voor haar; Haar zag ik slechts, in 't reinst genot verloren, En 'k beefde bij het trillen van mijn snaar. Dan zwol mij 't hart van onbepaald verlangen, Terwijl het oog schier mijn gevoel verried: En toch, geen blos zweefde op heur zachte wangen, Koel bleef haar blik, en vruchtloos klonk mijn lied! 't Was dwaas van mij, dat ik dien hartstogt voedde, Dat ik tot haar den blik geheven had, Dat ik mijn hart niet voor dien indruk hoedde, Ik die geen' rang, niets dan mijn harp bezat. Mijn pligt gebood, 'k moest naar de rede hooren, En 'k gaf gehoor aan de inspraak van 't gemoed; Mij is de schuld, dat 'k alles heb verloren: 'k Was zwak, maar heb mijn' hoogmoed zwaar geboet. {==209==} {>>pagina-aanduiding<<} Neen, Clara! geen verwijt zal me ooit ontzweven; U voegde 't niet te deelen in mijn lot: Uw rang, uw staat heeft aanspraak u gegeven Op adeldom, op rijkdom en genot. De diadeem voegt in uw donkre haren, Het prachtgewaad moet golven langs uw leên, Uw schittrend oog op weelde en luister staren: De Zanger bood u trouwe liefde alleen! Reeds daalt de nacht. De zefir slaapt in 't loover, Het landschap rust in 's maanlichts parelglans; Maar ginds op 't Slot blinkt schittrend lichtgetoover, De feestgalm ruischt en noodigt elk ten dans. Daar zal een drom aanbidders haar omzweven, Daar wordt door elk haar wierook toegebragt: En ik, helaas! verlaat dees sombre dreven, Waar op mijn pad geen bloem mij tegenlacht. God zij met u, o Clara! waar ik dwale, Ik draag alom de wond mijns harten meê; In welk een oord van de aarde ik ademhale, Voor u, voor u stijgt overal mijn beê. Al wilde ik 't niet, toch zou ik u gedenken, Uw naam zal 't zijn, die op mijn lippen zweeft. o! Moge God dat rein geluk u schenken, Dat eens van ver mij toegelagchen heeft! {==210==} {>>pagina-aanduiding<<} De Zanger toog naar vergelegen streken, Maar vond de rust, die hij behoefde, niet; Want Clara's beeld is nooit van hem geweken. Het bloeijend dal weêrgalmde van zijn lied, Aan woud en stroom deed hij zijn zangen hooren, 't Was de eenge vreugd, die hem het leven bood, Totdat de rust van 't graf hem was beschoren, En, met heur' naam, hem de ademtogt ontvlood. Fred. Wijsman. {==211==} {>>pagina-aanduiding<<} Alleenspraken. De Dichter. Phidile, o aangebeden meisje! Gij boeit mijn hart en ziel en zin. Hoor, schoone maagd! mijn minneklagten, En schenk, voor liefde, wedermin! De Boer. Die Trijn is toch zoo'n lieve deerne, Dat ik haar mooglijk eenmaal trouw, Als zij hare oogen maar wil strijken, Als ik haar stottrend vraag tot vrouw. De Dichter. Hoe ver ik me ook van u bevinde, Voor u klopt steeds mijn minnend hart. Aan Cynthia en Philomele Klaag ik mijn hartverschcurbre smart. {==212==} {>>pagina-aanduiding<<} De Boer. Het is niet langer uit te bouên: Wat is mijn leven bitter lam, Als ik de paarden wil gaan melken, En, per abuis, de varkens kam! De Dichter. o Mogten eenmaal uwe blikken Mij zeggen, dat ge mij bemint, Wanneer ons hart in 't minnekozen Een' zoeten, reinen wellust vindt! Maar zal die stonde nimmer dagen, Waar is dan heul voor minnesmart? Dan, daar 'k uw' dierbren naam nog stamel, Verbrijzle een kogel mij het hart! De Boer. Ik wil niet langer als een lummel Des zondags aan de kerkdeur staan; Ik ga mijn beste plunje halen, Om stoutweg naar de meid te gaan. Dan zeg ik: ‘Trijn! hoe zou je 't vinden, Als ik je lieve man eens waar'?’ En zegt zij niet: ‘Wel, heel pleizierig!’ Dan loop ik vloekend naar eene aêr. Aug. Stafford. {==213==} {>>pagina-aanduiding<<} Proeve eener korte verhandeling over de dichterlijke vergelijking. {==215==} {>>pagina-aanduiding<<} De Dichterlijke Vergelijking bestaat in het aanvoeren, door den Dichter, in zijn Dichtstuk, van iets, dat in de Natuur wezenlijk is, en overeenkomst heeft met de daad of zaak, die hij beschrijft, om dezelve daardoor op te helderen. Een Dichter, zijn onderwerp door eene Vergelijking willende versieren, moet zorg dragen, dat de zaak, bij welke hij dat gedeelte zijns onderwerps vergelijkt, of, zoo als reeds gezegd is, wezenlijk in de Natuur te vinden is, of als eene bekende zaak in des menschen geheugen kan huisvesten, ten minste bekender dan de zaak, welke vergeleken wordt; anders, en dit gevoelt ieder van zelven, zou het zijn Dichtstuk meer verduisteren, dan wel ophelderen, hetgene toch zijn oogmerk met de Vergelijking niet is, of moet zijn; hoezeer vele Dichters op deze klippen schipbreuk geleden hebben. Het navolgen en verfraaijen der natuurlijke voorwerpen, die ons voor de zinnen komen, is het werk van eenen Dichter; en het is wiskunstig waar, dat de Natuurkunde hem, meer dan een' ander', van dienst {==216==} {>>pagina-aanduiding<<} kan zijn, zoo om zijn werk door gepaste voorbeelden luister bij te zetten, als om de waarheid te kunnen betrachten. Hij moet het vuur, dat in zijnen boezem blaakt, door verscheidene kundigheden en denkbeelden kunnen koesteren en aan den gang houden, opdat het niet tot assche vertere. Hoe meerder kundigheden hij bezit, hoe meerder, hoe duidelijker men zulks in zijne Dichtstukken zal zien doorstralen. Zoo toonde onze groote Vondel (en wien toch zouden wij hier eerder noemen?) zelfs verstand van het inwendige zamenstel eens uurwerks te bezitten, wanneer hij de beweging daarvan vergelijkt bij de woeling in Herodes Hof, en zich dus kunstig uitdrukt: Gelijk een uurwerekwigt het sneekradt ommedrijft; Het sneck- het bodemradt; het bodemradt, gestijfd In zijne sneller vaart, het kroonradt komt beroeren; Het kroonradt door zijn drift het strijckradt om komt voeren, En 't strijckradt d'onrust drijft geduurig heen en weêr: Zo houdt de staetzorgh nu den Koningklijken Heer En 't Priesterlijcke hooft in onrust, en het woelen Gaat nacht en dagh zijn' gangh. Bereids zeiden wij, dat de zaak, bij welke de Dichter een gedeelte zijns onderwerps vergelijkt, wezenlijk in de Natuur te vinden moet zijn. Voorbeelden te over, treffen wij daarvan bij oude en hedendaagsche Dichters aan. Zoo zegt Vondel: daar op quaemen De Gelderschen, de Zeen, de Vries en Kennemaer Van allezins te hoop, vol spijts, op 't groot misbaer {==217==} {>>pagina-aanduiding<<} En om d'ontrukte maeght. Men zagh 'er 's Graeven zoonen, Men zagh'er d' Egmonts zelf en Diedrik meê zich toonen Om 't moedigst in dien strijdt, met Grobber, helsch van aert. De winden buldren zoo, eer 't bijster weêr bedaert Des winters, tegen een, en weeten van geen strijken, En zetten in gevaer de dammen en de dijken, Door 't perssen van den vloet. Gelijk een waterstroom gewelt baert op een sluis, En elx gehoor verdooft met ijsselijk gedruisch. De deuren kanten zich geweldigh tegen 't wringen Des springvloets, voor een wijl, tot dat zij open springen, En geven 't water ruimt, den springvloet vrijen toom; Die wint dan velt, en rukt de wortels met den boom, En huis en hof om veer, en zet de laege landen In eene baere zee, met groene en nieuwe stranden. Dus ging 't, na dat men wel een heel uur lang den Dam Verdadigt had,... Zoo brengt Hoogvliet, wien men anders weleens eene te groote opeenhooping van beelden en versieringen te last legt, en dan geldt het spreekwoord: Te veel walgt, ons Abrahams gestalte op eene fraaije wijze voor den geest: Wanneer hij in den drang van Heeren in kwam treden, Stak hij de grijze kruin ver boven andren op: Gelijk een eik in 't bosch van Mamre, die zijn' top, Zijn witbesneeuwde kruin veel hooger dan al de eiken Des winters opsteekt, en de wolken doet bereiken. Zoo ook bij Wellekens en Vlaming, daar Boudewijn, die zijne liefde door Judiths eerste huwelijk had moeten be- {==218==} {>>pagina-aanduiding<<} dwingen, nu haar echtgenoot overleden is, in zijnen brief aan haar, zegt: Gelijk eene snelle stroom, gestuit voor sterke sluizen, In 't naauwe bed verkropt, vast hoog en hooger zwelt, Doch met verkreegen ruimte en vrijheid voort gaat bruisen, En streeft, met vollen loop, langs 't wederzijdse veld: Zoo ook mijn tong en min, verdrietig opgeslooten, (Mevrouw! ik bid, vergeef mijn oude vrije taal!) Die hebben eindlijk lucht en ademtocht genooten, Nu zij verdweenen zien haar' grooten hinderpaal. Nog zeiden wij, dat ook de zaak, bij welke een gedeelte des onderwerps, door den Dichter, vergeleken wordt, in des menschen geheugen moet kunnen huisvesten als eene bekende zaak, ten minste bekender dan de zaak, welke vergeleken wordt. Uit vele strekke deze gelijkenis van Hoogvliet hier ten voorbeelde: Hier zweeg de Almagtige, en men hoorde een sterk gedruisch Van heilgen ijver door het Godlijk hemelhuis: Niet ongelijk 't rumoer der voortgedreven winden Door digte bosschen, en door hooggetopte linden. ‘De ontzaggelijke taal der Goddelijke eigenschappen,’ zegt zeker geacht Schrijver, ‘belang nemende in de zaak van Abraham, die verscheidene beweging dier Hemelsche personaadjen kon Hoogvliet niet schilderen; van deze kon hij ons geen denkbeeld geven, dan door eene gelijkenis; en door welk eene gelijkenis? door dit geruisch te vergelijken bij eene meer bekende zaak; bij het ruischen der winden door hooge toppen van boomen, en door een digt woud. Nu maakt {==219==} {>>pagina-aanduiding<<} men zich een denkbeeld van die ontzaggelijke redenen der Hemelsche personaadjen.’ Vooral ook moet een Dichter, bij het bezigen van Vergelijkingen, in het oog houden, dat de voorname eigenschappen van de zaak, in de gelijkenis besloten, overeenkomst moeten hebben met die van het onderwerp. Meesterlijk deed dit, onder andere, de Dichter Johannes Antonides van der Goes, daar hij de Zuid-Bevelandsche korenvelden en den wind bij eenen voedsterling en zijne voedster vergelijkt: De milde Ceres heeft hier laetst haer troon gebout, En 't veld gehuldigt met een tabbert geel van gout. Men hoort bescheidelijk de gouden plooijen kraeken, En ziet den wint den halm verkoelen voor het blaeken Der steile zomerzon, en d'opgezwollen aer Uitkammen, streelen als een pruik van goutgeel hair: Gelijk een voester, door een heimelijk bewegen, Haer lieven voesterling, in haeren schoot gelegen, De malsche wangen streelt, het minnend hart verkwikt, En met de gouden naelt de blonde lokken schikt. In deze verzen hebben de voorname eigenschappen vele overeenkomst met elkander. De wind streelt de halmen; de voedster doet zulks haren voedsterling. De goudgele halmen worden als eene pruik uitgekamd; en de blonde lokken van den voedsterling worden met de naald geschikt. De wind en de voedster; de halmen en de voedsterling; de goudgele aren en de blonde lokken; ja de daad van kammen en streelen zelfs komt in beide overeen. {==220==} {>>pagina-aanduiding<<} Vondel geeft ook hiervan een voorbeeld: Hier hing d'Aardsengel op zijn pennen, streeck voor over Op 's Woestijniers spelonk: gelijk een Adelaer, Die uit de hoogte in 't einde een springbron word gewaer, En nederzweevende den dorst lescht, op 't geklater Des verschen watervals, aan 't hartverkwikkend water. Minder ondertusschen bevallen mij, behoudens beter oordeel, deze verzen, dan de voorgaande van Antonides; dewijl dezelve niet, zoo als die, eene gestrenge analysis kunnen doorstaan; en dit geeft mij aanleiding tot de volgende aanmerking. De Dichters behooren tevens zorge te dragen, dat zij hunne gelijkenissen niet verder voorstellen, dan zij op het onderwerp toepasselijk zijn; vermits men anders, de Vergelijking willende toetsen, veel meer schaduw dan licht zou ontdekken; zij behooren verder, indien zulks mogelijk is, hunne Vergelijkingen kort, en altijd klaar en krachtig voor te dragen. Hoogvliet heeft een en ander zeer wel waargenomen in deze verzen: Thans springt Vorst Amrafel, met ijsselijk geschreeuw, En dol van gramschap, op: gelijk een oude leeuw, Die, in zijn nest verrast, den staart begint te krullen, Den kop en manen schudt, vervaarlijk slaat aan 't brullen, Wanneer hij pijn gevoelt: dus vat hij onbesuisd Zijn schriklijk slagzwaard in de sterke en grove vuist. Men heeft door deze Vergelijking een volkomen denkbeeld van Amrafels woede in den aanval tegen Abraham; en verder moest het niet gebragt worden. {==221==} {>>pagina-aanduiding<<} De geestige Dichteresse van Merken is ook altoos zeer duidelijk in de Vergelijkingen, welke zij bezigt. Men hoore slechts die, bij den val van Goliath: Daar stort het log gevaart', Met spiets en helm en schild en harrenas en zwaard, Al duizlende op den grond; men hoort hem nederploffen: Gelijk een Cederboom, door 't bliksemvuur getroffen, Ter neêrstort, en 't gebergt' doet davren van den slag. Hoe kort en klaar is niet onze groote Bilderdijk, bij de beschrijving der kleur van den tooi der Gravinne van Clermont en harer Staatjufferen, in zijne Romance, getiteld: Graaf Floris de Vierde, dezelve vergelijkende, terwijl zij in het venster lagen, bij die van een korenbloempje en van het graan: Daar lag zij in het venster, Behangen met fluweel, In 't midden van haar maagden, Gedost in 't aadlijk geel. Daar stond zij voor het venster In hemelsblaauw gewaad: Gelijk het korenbloempje In 't rijpend graanbed staat. Niet moeijelijk zou het zijn, hier nog eene menigte andere voorbeelden bij te brengen; dan ik vertrouw, dat de aangehaalde genoegzaam zullen zijn. Eindelijk behoort, mijns inziens, de Dichter, in het vergelijken, vooral te letten, dat hij geene lage voorwerpen kieze, waardoor zijne stoffe meer onteerd dan {==222==} {>>pagina-aanduiding<<} verheven zoude worden. ‘Sommige Schrijvers,’ zegt Steele, ‘zijn somtijds dier verpligt aan eene Lybische Bergleeuwin, die hunne beschrijving inderdaad zeer vervaarlijk maakt; maar het is niet zeer beleefd gehandeld omtrent den persoon, op welken zij toegepast wordt. Arenden, Tijgers en Wolven worden somtijds in dezelfde gelegenheden, en dikmaals met vele aardigheid gebruikt; maar het strekt altoos tot grooter eer voor deze beesten, dan voor den held.’ Dat en waar zelfs goede Dichters tegen dezen laatst opgegeven' regel hebben gezondigd, door aangehaalde voorbeelden te staven, zou mij zeer gemakkelijk vallen: dan ik wil dit, zoowel als de verzen, waarin met de vroeger aangevoerde regelen strijdig gehandeld is, en die ook niet verre te zoeken te zijn, liever achterwege laten; dewijl ik met deze zoogenaamde dichtregelen uw kiesch gehoor weinig streelen, uwe aandacht te veel zou vermoeijen, en daarenboven overtolligen arbeid verrigten; daar zulke gebreken den kenneren, en hun, die onderzoeklievend dezelve nagaan, van zelve in het oog moeten vallen. Hoezeer niet regtstreeks tot mijn onderwerp behoorende, kunnen echter als zeer na grenzende aan hetzelve beschouwd worden, de Dichterlijke beschrijvingen, of sierlijke afteekeningen van het gebeurde, of den toestand der bijzondere voorwerpen, in het Dichtstuk voorkomende. Sommige onzer groote Dichters hebben dit zoo gedaan, dat men, bij hunne beschrijvingen, de geheele toedragt der zaak, als in eene schilderij, voor {==223==} {>>pagina-aanduiding<<} oogen heeft. Wie herinnert zich, bij voorbeeld, niet de overschoone teekening, door onzen nooit volprezenen Vondel, van den angst en schrik van Badeloch, daar zij haren echtgenoot het volgende van zich zelve zegt: Gedenk eens welk een schrik mijn slaeprigh hart beving. Myn hair dat rees te bergh, en aan een ijder hing Een droppel nats: het zweet begost mij uit te breeken; Mijn lijf wert kil, als ijs; ik wou, en kost niet spreeken, En schoot uit mijnen droom, al beevende en bevreest; Greep toe, en zocht vergeefs t' omhelzen haeren geest, Die door mijn armen droop, en weghstoof uit mijn oogen, En liet me heel verbaast, en van het spook bedrogen. Wie ziet, wie gevoelt hier niet allerduidelijkst, bij dit meesterlijk geschetste tafereel, den toestand dezer vrouw? En waarlijk niet minder teekent ons de Puikpoëet Bilderdijk den wellusteling, en diens rampzalig uiteinde, in de onderstaande keurige dichtregelen, met welke ik van mijn onderwerp afstap, en deze korte Verhandeling besluit: Zie 't bandloos loshoofd, dat, verzonken in den lust, Zijn heete togten viert en meer dan dierlijk bluscht; In hoerenschoot bij schoot zijn jeugd ten roof komt brengen, En zelfs aan 't stinkendst vuur zijn vleugels waagt te zengen. Hoe baadt hij in 't vermaak! hoe stort zijn ziel zich uit! o Zalig, wierd zijn drift in 't eerst vergrijp gestuit! Maar neen, hij mag, verdwaasd, in ingebeeld genieten, 't Onschatbre levenssap balddadig gaan vergieten. De menschlijkheid ontzett', de schaamte beve er van! Natuur herstelt, hergeeft, zoo lang zij geven kan; {==224==} {>>pagina-aanduiding<<} Haar toevloed heeft geen eind'. Haar tranen mogen leken, Zij laat den onverlaat zijn' wellust niet ontbreken; Zij offert merg en spier en voeding op, en geest: Doch eindlijk, 't is gedaan, haar krachten zijn geweest. Het ligchaam smolt, de vonk van de uitgedoofde reden Smoort angstig, als in 't slijk, indien niet uitgetreden; De walging van zich zelv', ziedaar de laatste straf, En 't uitgemergeld rif zinkt ramlend in het graf! A. van der Swan. {==225==} {>>pagina-aanduiding<<} Eene soort van verhandeling: Over de vereischten in eenen Dichter; eenige jaren geleden voorgedragen in eenen letterkundigen vriendenkring. {==227==} {>>pagina-aanduiding<<} Hooggeachte MEDELEDEN: Het zijn niet allen koks, die lange messen dragen, zegt een oud Hollandsch spreekwoord, een spreekwoord, zoo veel waarheid in zich bevattende, en zoo algemeen kunnende toegepast worden, als wij er mogelijk één in onze taal kunnen aanvoeren, en met welks beteekenis U breedvoerig bekend te maken, ik uw gezond verstand en goeden smaak, in eenen kring als dezen, voorzeker zou beleedigen, dewijl ik veilig kan vooronderstellen, dat dezelve U ten volle bewust zij. Welke reden mij nu evenwel aanzette met dit spreekwoord te voorschijn te komen, zal door niemand Uwer zoo spoedig worden ingezien, en ik dus wel degelijk noodig hebben dit nader te verklaren; zulks was ook mijn oogmerk, en indien ik mij, even als bij vorige gelegenheden, met uwe gunstige aandacht en uwe gewone inschikkelijkheid, voor begane feilen of onnaauwkeurigheden, mag vleijen, had ik voor, U eenige oogenblikken bezig te houden met het opsporen der vereischten, welke, naar mijn gevoelen, in eenen Dichter, zal hij dien grootschen naam waardig zijn, moeten worden gevonden, en of er dus, wanneer wij daarvan de toepassing op het groote aantal Dichters, die zich door de vruchten van hunnen {==228==} {>>pagina-aanduiding<<} geest als zoodanig willen doen kennen, zullen maken, geene overvloedige reden bestaat, om, als onwillekeurig daartoe gedrongen, uit te roepen: ja, het zijn niet allen koks, die lange messen dragen! Het denkbeeld, om dit of een ander dergelijk onderwerp, naar mijn zwak vermogen, in eene Vergadering als deze, alwaar het mij voorkwam, dat hetzelve als niet geheel ongepast zou geoordeeld worden, te behandelen, rees in mij op bij het lezen van eenige coupletten, door eenen mijner reeds overledene vrienden vervaardigd, waarin hij op eene hem eigene wijze verhaalt, hoe hij, eene Zilveren Bruiloft moetende bezingen, en, zoo als gewoonlijk, in zijne inleiding, Apollo om hulp daartoe aanroepende, van dezen God, mede ingevolge het gewone gebruik, na eenige aanmerkingen, eindelijk verhoord werd. Ik kan mij het genoegen niet ontzeggen, eenige dezer coupletten hier in te lasschen, welker laatste vooral mij tot de behandeling van bovengenoemd onderwerp aanspoorde. Vriendenzang ter zilveren bruilofte van J.B. en S.M.F. 'k Wilde uw Zilvren Bruiloft vieren, Vlag en wimpel laten zwieren, Maar, het was verloopen tij, {==229==} {>>pagina-aanduiding<<} En ik zat bedroefd te peinzen, Of ik loeven zou of deinzen Met de hulk der poëzij. 'k Heb weleens aan 't roer gezongen, Zelfs toen 'k, als een kleine jongen, Naauw een bootje sturen kon: En dan waande ik, zonder peilen, Door de branding heen te zeilen Naar den Gooischen Helikon. Maar, naar mate ik wat bejaarder, Meer bezadigd en bedaarder, Banken peilde en klippen vond, Vreesde ik met mijn hulk te stranden, En mijne onbevaren handen Wierpen 't anker in den grond. Doch wat haatte zulks? Mijn vrinden, Die dat dobbren aardig vinden, Dachten, 'k had nu zeil en want. 'k Moest nu dezen gaan verjaren, Dan hij die ten huwlijk varen, En de dichthulk moest van land. 't Ging dan soms ook wonderbaarlijk: Ik, als Schipper, zat gevaarlijk, En de vrinden merkten 't niet; Ja, zij riepen: dat gaat aardig! Ziet, wat stuurt hij scherp en vaardig! - En dan liep de hulk in 't riet. Eindlijk zag ik Hooft laveren, Vondel zeilen, wenden, keeren; Hoogvliet kwam met Voet aan boord; {==230==} {>>pagina-aanduiding<<} Fransche, Britsche Palinuren Hielpen soms het hulkje sturen, En zoo ging het taamlijk voort. - Maar, om tot de zaak te komen, 'k Zat dan op de plecht te droomen, En was eindlijk buiten raad. 'k Raakte van verdriet aan 't gapen, Voorts al knikkende aan het slapen, En toen droomde ik inderdaad. 'k Moest, zoo dacht mij, om te slagen, Aan Apollo raad gaan vragen; Aanstonds zocht ik naar mijn pas, Ging op reis, per diligence, Over Weenen naar Bysance, Van Bysance naar Parnas. 'k Vond er 't koor der Zanggodinnen: Zuster Clio bragt mij binnen, Die mij meermaal bijstand bood; Maar de blonde God der dagen Riep: ‘Wie komt naar Phebus vragen? Zijn dan Loots en Helmers dood? Of welligt wilt ge u verpligten Tot gelegenheidsgedichten, Als men u belooning biedt. Kind! ik raad u, laat dat blijven! 't Geeft geen' roem om dus te schrijven, En het loont de moeite niet. 'k Heb daar negen Zangeressen, 'k Geef zelf alle dagen lessen. En leef naauwlijks met fatsoen. {==231==} {>>pagina-aanduiding<<} Zou 'k nog meerder Dichters maken? Neen, 'k zal zelf het zingen staken; 'k Wil mijn' stand wel overdoen. 't Spijt mij wel, maar 't is niet anders: Krijgsliên winnen zegestanders, Advocaten winnen geld; Doch bij Pindus Rijksbanieren Oogsten weinigen laurieren, Velen worden niet geteld.’ - Phebus!’ riep ik, ‘maak mij Dichter! Ik zal nooit, als zaakverrigter, Slechts gehuurde toonen slaan; Vriendschap, 't edelst goed op aarde, Ook bij u in hooge waarde, Vuurt alleen mijn zangen aan. ‘Hoor mij gunstig, welke reden Mij als Kandidaat, op heden, Smeekend voor uw' zetel zendt: 'k Moet in een' der schoonste kringen Haast een Zilvren Feest bezingen, En ik heb nog geen patent.’ - ‘o,’ Zeî Phebus, ‘dat 's niet noodig, Zulk een zorg is overbodig: 't Schoorsteenvegen moogt gij niet Ongepatenteerd hanteren; Maar de Dichtkunst exerceren! Denkt gij, dat men daarop ziet? 't Wriemelt thans van lorrendraaijers, Onzinschrijvers, wartaalzaaijers, Sluikers van den Helikon; {==232==} {>>pagina-aanduiding<<} 'k Waar' zoo rijk als al de Ontvangers, Zoo 'k aan tien van zulke zangers Één patent verkoopen kon. Maar 'k heb twee'rlei onderzaten: De eerste stoppen slechts de gaten: Dat zijn Digters (met een G.); De andre zijn de roem der volken, Lichtverspreiders, Godentolken: Dat zijn Dichters (met een C.).’ En nu ter zake: Over de vereischten in eenen Dichter. Zoo weinig menschen er bestaan, die den schoonen eertitel van Dichter, met regt, kunnen dragen, zoo velen worden er gevonden, welke, hoezeer dan ook zonder grond, vermeenen, regtmatige aanspraak op dien grooten naam te mogen maken. Indien men slechts met een oplettend oog nagaat, welke vereischten een Dichtstuk, zal hetzelve wezenlijk zoo genoemd kunnen worden, hebben moet, hoe klein wordt dan niet het getal dergenen, die de bekwaamheid hebben, zulke voortbrengselen van hunnen geest der wereld te kunnen voorleggen. Immers, behalve de natuurlijke aanleg, welke, onvermijdelijk, bij den waren Dichter moet plaats hebben, komt het mij voor, dat ook de volgende kundigheden in hem behooren gevonden te worden. Zal iemand van iets, dat hem dienstig is, een gepast gebruik maken, is het ontegenzeggelijk, dat hij {==233==} {>>pagina-aanduiding<<} hetzelve moet kennen. Is nu de Taal een der middelen, waarvan de Dichter zich bedient, om anderen zijne verhevene gedachten mede te deelen en zijn gevoel voor het schoone dengenen, welke zijne Dichtstukken lezen, kenbaar te doen worden, dan spreekt het ook van zelf, dat de kennis der Taal, waarin hij schrijft, voor hem onontbeerlijk is, dewijl zij voor hem de buigzaamheid van was, als 't ware, moet hebben, om iedere gestalte aan te nemen, welke hij haar geven wil; ten einde ook zijne lezers, ten duidelijkste, met zijne dichterlijke denkbeelden uit zijne verzen bekend worden. Niet dat ik hier wil beweren, dat een Dichter met alle drooge Taalregelen, tot in de minste bijzonderheden, bekend moet zijn, neen - alleen eene duidelijke gewaarwording van datgene, betwelk bevalt of mishaagt, enkel een gezuiverde smaak is in staat, om hem zijn doel te doen bereiken, en deze wordt door geene regelen geleerd, hoewel het zorgvuldig lezen van goede Taalkundige Schrijvers hem daarin zeer te stade kan komen. De Natuur geeft der Dichtkunst de stoffe aan: een Dichter moet derhalve de Natuur beoefenen en hare eigenschappen en werkingen naauwkeurig gadeslaan. Zonder dit, zal hij zeker niet dan zeer onvolkomene kunstgewrochten zijnen tijdgenooten en nakomelingen kunnen vertoonen. Menschenkennis, zoo noodzakelijk voor elk, die dagelijks met zijne medemenschen moet omgaan, is voor {==234==} {>>pagina-aanduiding<<} den Dichter onmisbaar; de onderscheidene gemoedsaandoeningen, welke den mensch beheerschen: haat, liefde, weldadigheid, gierigheid, medelijden, onmeêdoogendheid, wraakzucht, toegeeflijkheid, en wat des meer zij, behoort hij, tot in de fijnste bijzonderheden, te kennen, zal hij ons die op eene regt dichterlijke wijze kunnen teekenen. Zelfs iets meer dan oppervlakkig moet hij zich, mijns bedunkens, de Algemeene Wereldgeschiedenis hebben eigen gemaakt: de Godsdienst, de wetten, de ondergeschiktheid, de vooroordeelen, de gebruiken, de Regeringsvormen, de invloed der zeden op de wetten, der wetten op het lot der Rijken, in één woord, de Natuurkundige, Zedekundige en Staatkundige gesteldheid der verschillende volken op den aardbol moeten den Dichter, zal hij ons een en ander naar waarheid voorstellen, niet vreemd zijn. Zeide ik boven, dat een Dichter ook de Natuurkunde moet beoefend hebben, geenszins heb ik hiermede willen betoogen, dat hij een Natuurkenner van den eersten rang, een andere Newton behoort te zijn; volstrekt niet, veel minder een geoefend Wis- of Sterrekundige; zelfs geloof ik, dat zulks hem meer na- dan voordeel zou aanbrengen. Den laatsten voegt het, de aantrekkingskracht en de beweging der ligchamen op de naauwkeurigste, op eene angstvallige wijze zelfs, om mij zoo eens uit te drukken, te berekenen en te bepalen, terwijl de Dichter, daarentegen, derzelver eenvormige bewegingen, overeenkomst en vastgestelde ver- {==235==} {>>pagina-aanduiding<<} anderingen, op de bevalligste wijze, slechts behoeft te kunnen schilderen, en zijnen lezer duidelijk te maken. Geen gering licht zal hem ook de kennis der onderscheidene kunsten en wetenschappen, die in het dagelijksche leven beoefend worden, bijzetten; van den Akkerbouw, de Werktuigkunde, van al die nuttige kundigheden en bedrijven, die in zich zelve iets edels hebben, dient de Dichter zich, oppervlakkig ten minste, zooveel te kunnen voorstellen, dat hij zijne beelden, vergelijkingen, ja, geheele beschrijvingen, wanneer hij noodig heeft, die daarvan af te leiden, ons, op eene eigenaardige wijze, in zijne verzen, kunne opdisschen. De Theologie der Wijsgeeren is ook een ruim en vruchtbaar veld, waarop een kundig Dichter geoogst moet hebben. Ik bedoel de Mythologie of Fabelkunde, die, verbonden met de Oude Grieksche Geschiedenis, hem ten volle bekend moet zijn, zal hij zich niet belagchelijk maken, door dezelve dáár te bezigen, waar zij niet behoort, of de voorwerpen zoo in het blinde van anderen over te nemen, dat men reeds bij het eerste onderzoek ontdekt, dat hij met de vederen van eenen vreemde pronkt, en dus aan de kraai, in de Fabelen van den geestigen de la Fontaine, gelijk gesteld moet worden. De kennis van eenige der voornaamste levende, ja zelfs, indien mogelijk, ook die der doode Talen, is den Dichter, zoo niet noodzakelijk, althans zeer nuttig, opdat hij de schoonheden van vreemde Dichters, ook {==236==} {>>pagina-aanduiding<<} in het oorspronkelijke, moge kunnen beoordeelen, ten einde in zijne Moedertaal, bij voorkomende gelegenheden, insgelijks dergelijke schoonheden te bezigen; niet bij wijze van letterdieverij, maar met het lofwaardig doel, om te bewijzen, dat ook zijne Vaderlandsche Taal in rijkdom, kracht en sierlijkheid voor geene vreemde, hoe dan ook geroemde Taal, behoeft onder te doen. Eindelijk is, volgens mijn gevoelen, de Aardrijkskunde, immers tot zekere mate, mede een hoofdvereischte; want, zal de daarin onbedrevene Dichter, bij voorbeeld, eens de schoonheden eener landreize, of het eentoonige, het woeste en schrikverwekkende eener zeereize beschrijven, hoe ligt loopt bij dan gevaar, door eene kwalijk geplaatste aanhaling van Landen en steden, van kusten of havens, of wel, door eene geheel verkeerde opgave der afstanden, zijne onkunde in het vak der Aardrijkskunde te verraden. Is hem de Fabelkunde noodig, opdat hij niet somtijds Minerva als de Godinne der jagt voorstelle, zoo is hem de Aardrijkskunde noodzakelijk, ten einde hij ons niet verhale, dat hij over Stokholm, in plaats van over Weenen, naar Byzantium gereisd is, of, immers, ons dien weg niet voor den kortsten opdissche. Zietdaar slechts kortelijk aangestipt, ten einde niet te breedsprakig te worden, tot hetwelk men, alles nader willende omschrijven en bewijzen, hier ligtelijk vervallen zou, zietdaar zeg ik, wat, naar mijn inzien, een Dichter behoort beoefend te hebben, zal hij {==237==} {>>pagina-aanduiding<<} een goed Dichtstuk, dien naam volkomen waardig, kunnen leveren. Dat hij, daarenboven, vlijtig, goede Dichtkundige Werken moet gelezen, herlezen en zich eigen gemaakt hebben, behoef ik naauwelijks te herinneren. En wat zegt dit alles nog, wanneer, zoo als bevorens reeds even aangehaald is, de natuurlijke aanleg tot deze edele, verhevene kunst geheel ontbreekt; wanneer de verbeeldingskracht niet ligt ontvlamd, en het hart niet ligt geroerd wordt; wanneer beide, beurtelings, niet op elkander vurig werken; wanneer het oor den klank en de welluidendheid niet teeder genoeg ondervinden kan; wanneer men door de schoonheid van een vers niet levendig getroffen wordt; wanneer de ziel, bij het zien van groote voorbeelden, niet in vuur geraakt, waardoor zij in edelen naijver boven zich zelve opgevoerd wordt; wanneer men, zoodra men zich het eerste en wezenlijke begrip van een onderwerp vormt, niet ook, tegelijk, het in zich zelven ingedrukt vindt, het niet ontwikkelen, kleuren doen aannemen, bezielen en vruchtbaar maken kan; wanneer men dit ongeduld, om zijne gedachten voor te dragen, niet genoeg ondervonden heeft; wanneer zich het onderwerp niet, als van zelf, aan de belangrijkste zijde voorstelt in een oogenblik, dat, tot het schilderen, het voordeeligste is; - wanneer men dit alles niet bij zich ontdekt, dan stake men vrij de zucht, om door het beoefenen der Dichtkunde te willen schitteren; dan geloove men vrij, geen Dichter geboren te zijn; dan herinnere men zich de les van den {==238==} {>>pagina-aanduiding<<} kundigen en diepdenkenden boileau, in zijnen voortreffelijken Art Poétique: ‘Soyez plutôt maçon, si c'est votre talent,’ enz., tot: ‘Il n'est point de degré du médiocre au pire.’ In waarheid, zeer geachte Medeleden! moeten wij niet bekennen, dat, zoo zeer ons het lezen of hooren lezen der voortbrengselen van uitmuntende Dichters, dien hoogen eernaam ten volle verdienende, verrukt, ons als buiten ons zelve vervoert, en ons met eerbied voor derzelver vervaardigers vervult - even zoo zeer ons het laffe en vervelende gesnap hindert van aan echt dichterlijk vuur arme rijmelaars; geeuwende leggen wij hunne, met zooveel moeite te zamen geknoeide rijmwerken ter zijde; wij zijn hartelijk blijde, van hen ontslagen te zijn niet alleen (somtijds getroost men zich vele onaangenaamheden); maar, wanneer wij daarenboven bedenken, hoe menig een den tijd, daaraan besteed, voor geheel verloren moet rekenen, hoe hij denzelven, of aan zijn beroep, want ook dit moet dikwerf daaronder lijden, of aan voor hem meer nuttige en voordeelige uitspanningen had kunnen wijden, dan beklagen wij innig den man, die dus handelt, en wenschen hem toe, spoedig een beter inzigt daarin te mogen erlangen. Ik zal deze mijne Voorlezing besluiten met de mededeeling van een fragment uit eenen brief, eenige jaren geleden, door eenen huisvader aan eenen zijner {==239==} {>>pagina-aanduiding<<} vrienden geschreven, hetwelk mij voorkwam, op het zoo even door mij aangevoerde niet ontoepasselijk te zijn, dus luidt hetzelve: ----- ----- ‘Heb ik dan geene reden genoeg, om mij moeijelijk te maken? - Sedert mijn jongen in dat Dichtkundig Genootschap is, kan hij een' debiteur van een' crediteur, ja, het journaal van het memoriaal niet meer onderscheiden. - Hij schrijft den geheelen dag voor zijn Genootschap, en laat mijn kantoor drijven. - Thans werkt hij aan een' oorlogszang voor Nederland. In de tien eerste coupletten wil hij bewijzen, wat oorlog is, en of het woord mannelijk of onzijdig gebruikt moet worden; beschrijvende verder, in 279 coupletten, al de oorlogen tegen deze Republiek, van Adam af, tot nu toe, voorgevallen. - Hij heeft verscheidene zeeën en stroomen van bloed; bergen van lijken; stalen wapenen; gebeukte schilden; verminkte paarden en menschen, in soorten; verbrijzelde muren en gloeijend puin klaar liggen. - Hij zal, in eenige coupletten, de natuur van het kruid, lood en ander oorlogstuig ontvouwen, opdat onze vlotelingen er geen kwaad gebruik van mogen maken; - maar ik ben bang, dat hij gek zal worden, want al die dingen te doen rijmen, daar steekt wat in: - hij heeft reeds drie nagels verloren, om een slagwoord te vinden, dat op konstapel rijmt, - en dat heeft hij toch noodig, want wat zou eene vloot zonder konstapel zijn? - {==240==} {>>pagina-aanduiding<<} Ik vrees, bovendien, dat wij al eenige jaren vrede zullen hebben, eer zijn oorlogszang gereed is! - Wierd hij daardoor maar afgeschrikt! - Mijne dienstmeid heet verstandig; leest alle dagen de Krant, eer ik ze krijgen kan; maakt zeven rondeelen in eene week, en laat veertien malen het eten aanbranden, of brengt het half gaar op tafel; terwijl mijne dochter, met de rol van Porcia bedeeld, genoeg te doen heeft, om die te leeren. In het kort, het is bij mij alles dichtkunstig! maar mijne zaken gaan zoodanig den kreeftengang, dat ik besloten heb: primo, mijne verstandige en geleerde dienstmaagd weg te jagen; en, secundo, mijnen dichtminnenden zoon en mijne dichtminnende dochter, beide, eens digt af te smeren, om dus aan dit tooneelspel eenen regt digterlijken uitgang te verschaffen.’ A. van der Swan.