Het menschelyke leven A. Decker Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de eerste druk van Het menschelyke leven van A. Decker, welke wordt geschat tussen 1860-1870. p. 1: de kop ‘Het menschelyke leven’ is tussen vierkante haken toegevoegd. deck032mens01_01 DBNL-TEI 1 2011 dbnl exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: BJ 25707 A. Decker, Het menschelyke leven. Scholz, Mainz 1860-1870 Wijze van coderen: standaard Nederlands Het menschelyke leven Het menschelyke leven 2010-12-08 EB colofon toegevoegd Verantwoording Dit tekstbestand is gebaseerd op een bestand van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (https://www.dbnl.org) Bron: A. Decker, Het menschelyke leven. Scholz, Mainz 1860-1870 Zie: https://www.dbnl.org/tekst/deck032mens01_01/colofon.php In dit bestand zijn twee typen markeringen opgenomen: paginanummering en illustraties met onderschriften. Deze zijn te onderscheiden van de rest van de tekst door middel van accolades: {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} {==Figuur. 1: Onderschrift van de afbeelding.==} {>>afbeelding<<} {==1==} {>>pagina-aanduiding<<} [Het menschelyke leven.] {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Hier brengen zy hun lieveling, naar 't kerkgebouw ten doop, Daar bidden en daar danken zy, voor U, hun lust en hoop. {==2==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} En moeder zit by't wiegje neer, en speelt met 't jeugdig kind. Waaraan zy al haar zorgen wydt, en zoo opregt bemint. {==3==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Ziet, hoe dat kind, nu reeds een knaap, voor 't eerste schoolwaarts gaat. Daar moet hy voortaan altyd heen, als 't klokje neegen slaat. {==4==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Speel jongen, speel, nog is het tyd, nog kwelt U geen verdriet, Speel lustig mee, speel lustig door, verzuim dien tyd toch niet. {==5==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} En zyt gy eenmaal jongeling, een ambacht leert gy dan, Zoo wordt gy drâ uw's oud'ren steun. een braaf en nuttig man. {==6==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Gy trekt de wyde wereld in, en't doet Uw moeder leed; Een moeder heeft haar kind zoo lief, zorg, dat gy 't nooit vergeet. {==7==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Na jaren echter keert gy weer, naar 't ouderlyke huis, En luide klinkt U te gemoet, myn kind! wees welkom t'huis! {==8==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Maar thans heeft ook op U zyn regt, het dierbaar vaderland, Het rekent op Uw moed en eer, en op Uw dapp're hand. {==9==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} En nog wat later - O, dan eerst, komt Uwen schoonsten tyd, Wanneer gy met een jonge maagd, eens bruid en bruîgom zyt. {==10==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Maar dan ook komen zorgen aan, de bruîgom wordt papa, En weldra roept een kinderstem, Dag pa, goen dag mama. {==11==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} En als dan grootvâ s' avonds ook, eens van zyn jeugd verhaalt, Dan ziet men, hoe de grootste pret, uit aller oogjes straalt. {==12==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} En zondags gaat hy kerkwaarts heen, en dank't den goeden God, Voor al Zyn goedertierenheid, en zyn gelukkig lot.