Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers Multatuli Editie Hans van den Bergh Dik van der Meulen Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers van Multatuli, in een editie van Hans van den Bergh en Dik van der Meulen uit 1995. De complete Volledige werken bestaan uit 25 delen. Door het hele werk zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd. p. 20, 45, 186, 187, 193, 217, 218: accolades verspreid over meerdere regels kunnen in deze digitale versie niet weergegeven worden. Daarom worden de accolades hier, met bijbehorende tekst, op iedere regel herhaald. p. 156: noot ‘4’ heeft in het origineel in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale versie is de noot alsnog geplaatst. mult001gstu28_01 DBNL-TEI 1 2018 dbnl / erven Hans van den Bergh / Dik van der Meulen yes exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: NL 69 T 7030 25 Multatuli, Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers (eds. Hans van den Bergh en Dik van der Meulen). G.A. van Oorschot, Amsterdam 1995 Wijze van coderen: standaard Nederlands Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers Multatuli Editie Hans van den Bergh Dik van der Meulen Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers Multatuli Editie Hans van den Bergh Dik van der Meulen 2018-07-06 KE colofon toegevoegd Verantwoording Dit tekstbestand is gebaseerd op een bestand van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (https://www.dbnl.org) Bron: Multatuli, Volledige werken. Deel 25. Nagekomen brieven en dokumenten uit de jaren 1871-1886 en registers (eds. Hans van den Bergh en Dik van der Meulen). G.A. van Oorschot, Amsterdam 1995 Zie: https://www.dbnl.org/tekst/mult001gstu28_01/colofon.php In dit bestand zijn twee typen markeringen opgenomen: paginanummering en illustraties met onderschriften. Deze zijn te onderscheiden van de rest van de tekst door middel van accolades: {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} {==Figuur. 1: Onderschrift van de afbeelding.==} {>>afbeelding<<} {==1==} {>>pagina-aanduiding<<} MULTATULI VOLLEDIGE WERKEN {==2==} {>>pagina-aanduiding<<} {==3==} {>>pagina-aanduiding<<} MULTATULI VOLLEDIGE WERKEN XXV 1995 G.A. VAN OORSCHOT AMSTERDAM {==4==} {>>pagina-aanduiding<<} © COPYRIGHT 1995 BY G.A. VAN OORSCHOT, AMSTERDAM {==5==} {>>pagina-aanduiding<<} XXV NAGEKOMEN BRIEVEN EN DOKUMENTEN UIT DE JAREN 1871-1886 en REGISTERS {==6==} {>>pagina-aanduiding<<} {==7==} {>>pagina-aanduiding<<} Voorwoord {==8==} {>>pagina-aanduiding<<} {==9==} {>>pagina-aanduiding<<} Dit laatste deel van de Volledige werken, het vijfentwintigste, bestaat uit twee komponenten: de Nagekomen Brieven en Dokumenten over de periode 1871 t/m 1886 en de Registers op namen en titels die de bruikbaarheid van de reeks als naslagwerk en als bron voor nader onderzoek sterk ten goede zullen komen. Er was de uitgever alles aan gelegen de beide laatste delen gelijktijdig te laten verschijnen, rond de 175ste verjaardag van Eduard Douwes Dekker en vijftig jaar na de oprichting van de uitgeverij door Geert van Oorschot, die het verzorgen van de ‘komplete Multatuli’ in een monumentale dundrukeditie van meet af aan in zijn vaandel had geschreven. Het registerdeel zelf bestaat ook uit twee delen: a een alfabetische lijst van alle personen en instellingen die met of over Multatuli hebben gekorrespondeerd, met de vindplaatsen van hun brieven (het korrespondentie-register) en b een gekombineerd naam- en titelregister dat verwijzingen bevat naar alle plaatsen waar deze namen en titels, expliciet of impliciet, voorkomen. Deze herkulische taak, met name hectisch omdat ook de tekstdelen van XXIV en XXV in het register moest worden verwerkt, is verricht door W.L. van Duijn, voor wie wij hier graag onze bewondering en erkentelijkheid uitspreken. Een ander desideratum, een volledig zakenregister, kon binnen de bestaande beperkingen van tijd en ruimte niet geraliseerd worden. Gelukkig zal Ter Laans Multatuli Encyclopedie, die tevens dit jaar verschijnt en bij ieder lemma naar het Volledig Werk verwijst, in deze leemte tot op zekere hoogte voorzien. Ons rest nog onze dankbaarheid te uiten jegens Alma van Donk, dit keer geholpen door Cobi Wiersinga, die samen de oeverloze stroom kopij met inzicht en toewijding op diskette hebben gezet, en jegens al degenen die ons met hun specialistische kennis op de meest uiteenlo- {==10==} {>>pagina-aanduiding<<} pende gebieden al deze jaren terzijde hebben gestaan. Hun namen worden nog eenmaal met ere in het colofon vermeld. Amsterdam, februari 1995 Hans van den Bergh Dik van der Meulen {==11==} {>>pagina-aanduiding<<} Verantwoording {==12==} {>>pagina-aanduiding<<} {==13==} {>>pagina-aanduiding<<} Bij verwijzing naar de uitgaven waaraan enig gegeven werd ontleend is gebruik gemaakt van de volgende aanduidingen: Brieven (met vermelding van het deelnummer): Brieven van Multatuli. Bydragen tot de kennis van zyn leven. Gerangschikt en toegelicht door Mevr. Douwes Dekker, Geb. Hamminck Schepel. Amsterdam: Versluys, 1891-1896. 10 dln. Brieven WB (met vermelding van het deelnummer): Multatuli Brieven. Bydragen tot de kennis van zyn leven. Gerangschikt en toegelicht door M. Douwes Dekker-Hamminck Schepel. Tweede, herziene Uitgaaf. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1912. Pée 1937: Julius Pée, Multatuli en de zijnen. Naar onuitgegeven brieven. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1937. Pée 1941: Multatuli, Reisbrieven aan Mimi en andere bescheiden. Met aanteekeningen in het licht gegeven door Julius Pée. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1941. Pée 1942: Brieven van Multatuli aan Mr. Carel Vosmaer, R.J.A. Kallenberg van den Bosch en Dr. Vitus Bruinsma. Naar het oorspronkelijke uitgegeven door Julius Pée. Brussel/Rotterdam: Manteau-Nijgh en van Ditmar, 1942. Pée 1944: Keur uit de brieven van Multatuli. Naar tijdsorde gerangschikt en van aanteekeningen voorzien door Julius Pée. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 1944. RvE: Briefwisseling tusschen Multatuli en S.E.W. Roorda van Eysinga. Uitgegeven door M. Douwes Dekker, geb. Hamminck Schepel. Amsterdam: Versluys, 1907. In alle gevallen waarin geen vergelijking met de autografen mogelijk was, is de datering voorzien van een asterisk. De volgende afgekorte aanduidingen worden gebruikt: Dagboek: voor de beschrijving hiervan zie V.W. XV, blz. 15. Edu: Multatuli's zoon, geboren 1854. {==14==} {>>pagina-aanduiding<<} Memoriaal: voor de beschrijving hiervan zie V.W. XIV, blz. 15. Mimi: Maria Frederika Cornelia Hamminck Schepel, jarenlang de intieme vriendin van Eduard Douwes Dekker, sedert 1 april 1875 zijn echtgenote. Multatuli: Eduard Douwes Dekker. Nonni: Multatuli's dochter, geboren 1857. Tine: Everdina Huberta Douwes Dekker-van Wijnbergen, de eerste echtgenote van Eduard Douwes Dekker, overleden 13 september 1874. Wou(ter): de aangenomen zoon van Multatuli en Mimi (eigenlijk: Eduard Bernhold), geboren 25 januari 1876. A.M.V.C.: Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, Antwerpen. A.R.A.: Algemeen Rijksarchief, 's-Gravenhage. G.A.: Gemeente-archief; met vermelding van de plaats. I.I.S.G.: Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam. K.B.: Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage. M.M.: Multatuli-Museum, Korsjespoortsteeg 20, Amsterdam. N.L.M.D: Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, 's-Gravenhage. U.B.: Universiteitsbibliotheek; met vermelding van de plaats. V.W.: Volledige Werken van Multatuli (Amsterdam 1950 etc.); met vermelding van het deel in romeinse cijfers. Typografie: uiteraard sluit de vorm van dit deel zo nauw mogelijk aan bij die van de overige delen. Dus ook in deel XXV is niet getracht het origineel met typografische middelen na te bootsen. De tekst is diplomatisch afgedrukt, met dien verstande dat bij puntjes iedere reeks is weergegeven door een drietal. Daar, waar tekst is ingekort of wegens verminking van brieven ontbreekt, is dit aangegeven door een viertal puntjes (....). Indien een punt aan het einde van een zin, dus bijv. voor een nieuwe hoofdletter, ontbreekt, is deze stilzwijgend toegevoegd. In Multatuli's brieven wordt steeds y gedrukt, ofschoon er in de door anderen gedrukte teksten dikwijls ij staat. Wanneer er gebruik is gemaakt van een authentieke tekst, wordt geen eerdere publikatie vermeld. Ondanks deze kontinuïteit van principes voeren de huidige edi- {==15==} {>>pagina-aanduiding<<} teuren op een aantal punten konsekwent de volgende werkwijze door: in de brieven van Multatuli worden ook de doorgestreepte passages verantwoord in de aantekeningen die aan de brieftekst voorafgaan. Omdat vooral in lange brieven - mede hierdoor - het aantal annotaties soms groot is, zijn de toe te lichten passages voorzien van een nummer dat korrespondeert met de betreffende verklaring boven de brieftekst. De als k uitgesproken c wordt nu in de door ons toegevoegde tekst overal als k geschreven waar de Woordenlijst van de Nederlandse taal (1954) dat toestaat, behalve in geval van cc en in leenwoorden (accent en clown). Tevens wordt in dit en het volgende deel een diplomatisch onderscheid gemaakt tussen ˊ en ˋ. De dikke horizontale strepen tegen de linkermarge waarmee Multatuli veelal alinea's onderscheidt, worden weergegeven als ‘-’ achter het laatste woord van de vorige alinea. Een onderstreping in het handschrift leidt tot kursief; (drie)dubbele onderstreping wordt met kleinkapitaal weergegeven. Bij het overnemen van gedrukte stukken (uit kranten, tijdschriften en boeken) zijn evidente drukfouten gekorrigeerd. De mate waarin de bladzijden postpapier zijn volgeschreven, wordt aangegeven met ⅙, ¼, ⅓, ½, ⅔, ¾ of ⅚. Woorden of woordgroepen in vreemde talen worden alle in de aantekeningen vertaald, met uitzondering van al te duidelijke gevallen (‘das Haus’, ‘pardon’). Staan Duitse woorden in handschriften in zg. Duitse schrijfletters (‘gotisch schrift’), dan wordt dat in de annotaties vermeld. Persoonsnamen in brieven en dokumenten worden zoveel mogelijk in de aanhef geannoteerd, behalve als het gaat om namen die in gemakkelijk toegankelijke handboeken zijn te vinden. In het algemeen wordt alleen toegelicht wat tot het onmiddellijk begrip van de kontekst bijdraagt. Er wordt naar gestreefd per deel de noodzakelijke toelichting te geven, en een bepaalde naam wordt in de regel slechts één keer, bij de eerste vermelding, geannoteerd. De Biografische Aantekeningen na het dokumenten-deel betreffen alleen de korrespondenten van Multatuli. {==16==} {>>pagina-aanduiding<<} {==17==} {>>pagina-aanduiding<<} Nagekomen brieven en dokumenten 1871-1886 {==18==} {>>pagina-aanduiding<<} {==19==} {>>pagina-aanduiding<<} [begin januari 1871 Brief van Multatuli aan de redaktie van Onze Eeuw] Begin januari 1871 Brief van Multatuli aan de redaktie van Onze Eeuw, geschreven op de laatste pagina van een afschrift door Mimi van het eerste hoofdstuk der ‘Specialiteiten’, opgezonden als bijdrage aan het periodiek. (M.M.) Waarde redactie.- Morgen 't vervolg. Indien 't geheel misschien in ééne afl. plaats vindt, dan verzoek ik den laatsten regel te schrappen¹. Na groete DD Ik kan waarachtig ditmaal niet frankeren. Daarom zoo'n haast. 1. schrappen: de laatste regel der kopij luidde: ‘Maar... in een volgend hoofdstuk’. [voorjaar 1871 Aantekeningen van Multatuli voor Specialiteiten] Voorjaar 1871 Aantekeningen van Multatuli voor ‘Specialiteiten’. Een strook papier van 63 × 10 cm, aan elkaar geplakt en geheel beschreven, gedeeltelijk in potlood. (M.M.). Deze aantekeningen zijn deels al gepubliceerd in V.W. V, blz. 677. Parlementsleden zoeken geen waarheid, bestuurders geen volksheil - Knoeiery regeering 17e & 18e eeuw - 2eKamer niet geacht. - weinig personen uit de oude ‘Staten’ bekend. - Schumer - (....)¹. - Integriteit - (....)¹. - Idee 850. ‘Geen zotterny is zóó zot dat ze niet &c.’ Ministers en slotemakers even onbekwaam. In de Kamer ‘reklamatie’ en ‘Munt’ ingewikkelde kwestie.- {==20==} {>>pagina-aanduiding<<} Benoeming Lansberg Noot Havelaar 118 } in verband met blz 13. Special. Noot Havelaar 123 } in verband met blz 13. Special. Noot Havelaar 165 } in verband met blz 13. Special. Noot op Idee 850.- geen behandeling in Tydschriften - Luitt in de Kamer, oordeelt over 'n generaal daarbuiten. Sypestein was Referendaris. - Noot 13 (?) blz 26 (?) Vgl. Ideen n. nummering 788 vlgg. ??? Noot 33 (?) Vgl. Idee 164 ‘in zekeren zin’ ???? - gemachtigden te velde: géén milit. J. de Wit kommandeert de vloot in 1665. Karel XII, op z'n 18 jaar. Stadhouder jong kapit. generaal Geen speci. in algemeene kennis in vad. liefde, eerlykheid, genie - afschaffing Rottingstraf Noot Hav. 105 en ook op blz 278 - Examens onderwyzers. - Dr Jong Leipzig, Nieuws 14 Septr. - Not. weerh. factie Menado - Ternate Expede Atjin verkeerde moeite - Noot Havelaar 175 beroep op Special. Nu geen lid v.d. Kamer meer! - Brata Yoeda². - Menschen die in den Oost geweest zyn. Schaarhohn van Lambol. Juffr. v. Droogstoppel Jonker Frits. Kondeh. Melatti Edinburg. V.D.H. (‘20 jaar in Rusland.’) Fr. v.d. Putte. Veth. Noot op 850 (?) Wallace. Brata Yoeda - gifmengery princes Limburg - Special. in Roomsigheid - pylbundel. - Staat ten-onzent the right man on the right place? weerslag op blz 8 - Is D.v.Tw. specialiteit? noot 29 - de Specialiteit voor Indie wou geen last hebben in debat met fr. v.d. Putte; eens niet geheel onvruchtbaar - Kunstjes om op 't Kussen te blyven. Verdeelen van Kiesdistricten Brata Yoeda - Engelsche of vreemde deunen 't aanhalen van Hellwald⁴. in de Kamer - over 't eerbiedigen van Specialiteiten de par le roi³. - Keulsche klok Duitsch & Holl. munt - Specialiteiten in heerenhemden - Nickel en zilver - Feringa over Amerikanen - brand, reeder, schipper, assurantie - Kiestabel Nieuws - Noot 62 (?) oude druk blz 117. alinea: wat Molière, &c - by: gemakkelyk voorkwam (62?) - (Vond-i misschien dat die heeren gewoon zyn, den satirikus 't gras voor de voeten wegtemaaien door zichzelf te belasten met het leveren van de charge die hen ten-toon stelt wat de spreek- en pleitspecialiteit aangaat waarmee we reeds in 000 kennis maakten, is deze gissing zoo heel ongegrond niet. Maar laat ons hier even wyzen op 'n ander onderdeel van dat gebied, op de specialiteit die daaruit voortkomt, op de juristery. - Benedette {==21==} {>>pagina-aanduiding<<} - Dr te Rott. werk nadelig vrouw. - St. Doctor in de letteren - Kapit. Min. van Oorlog - Onderwys in de Kamer - Bilderdyk als taalgeleerde - Beets prof in Kgeschiedenis - Pahud minister- Een eerdere versie van gedeeltelijk dezelfde aantekeningen voor Specialiteiten in potlood onder een brief van Waltman aan Multatuli: Parlementsleden zoeken geen waarheid, Bestuurders geen volksheil. Knoeiery met de Regeering in 17e en 18e eeuw - 2e Kamer niet geacht - weinig personen uit de Staten bekend - Schumer- - Kapellen Wallace Idee 850 Fransen v.d. Putte op de reede Heemskerk munt Lansbergen geld van de dochters van Thorbecke geen behandeling in tydschrift Holl. in Frankrijk - noot 13 blz 26. vgl Ideen, no 553 nieuwe nummering 788 vlgg. - Luitenant in de Kamer oordeelt over 'n generaal daarbuiten. Van Sypestein was referendaris - Noot 33. Vgl. Idee 167. ‘In zekeren zin’. - Gemagtigden te velde geen militairen - Karel XII 18 jaar- - Stadhouders jong Kapit.-Generaal- 1. Hier is een aantekening onleesbaar gemaakt. 1. Hier is een aantekening onleesbaar gemaakt. 2. Brata Yoeda: doorgestreept. 4. Hellwald: Ferdinand H. von Hellwald (1843-1884), Oostenrijks kenner van Nederlandse letterkunde, ontdekker van de tweede helft van Maerlants ‘Spieghel Historiael’. 3. de par le roi: op gezag van de koning (fr.) [november 1871 Aanbiedingsbrief van Millioenenstudiën] november 1871 Aanbiedingsbrief van Millioenenstudiën door J. Waltman (M.M.) Mijnheer! Bij mij is ter perse een nieuw werk van MULTATULI, getiteld: Millioenen Studiën. Het eerste stuk van dit werk verzend ik dezer dagen. Dit zal groot zijn ongeveer 8 vel gr. 8o. en f 1.25 tot f 1.50 kosten. Met een 2de Stuk (waarvoor de koopers van het 1ste Stuk zich verbinden) zal dit werk compleet zijn. Tot aanbeveling hiervan behoef ik niets te zeggen. De naam des schrijvers is genoeg, terwijl het plaatsen van een paar hoofdstukken als feuilleton in Het Noorden, reeds eene zeer gunstige bekendheid aan het boek gegeven heeft. Ik bied dit werk tot den dag der verzending aan met 5% extra rabat en de premien 5/4½, 9/8, 14/12, 30/25. Door eene grootere oplage dan van zijne vorige werken, kan ik nu ook Ex. in commissie geven, maar alleen aan hen die voor rekening bestellen, daar mij dit een waarborg is, dat de Ex. niet stil blijven liggen. Ik kan hetzelfde getal in comm. geven dat men voor rekening bestelt. {==22==} {>>pagina-aanduiding<<} Over het bij aanbieding geleverde wordt 1 Maart 1872 beschikt. DELFT, December 1871. Hoogachtend, UEd. Dw. Dienaar, J. Waltman Jr. [6 december 1871 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé] 6 december 1871 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé te Haarlem. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (⅓) beschreven. (Museum Enschedé, Haarlem; fotokopie M.M.) WelEdelen Heeren Joh. Enschedé en Zonen te Haarlem WelEdele Heeren! Bezig zynde met de correctie van de nieuwe uitgaaf myner Ideën, wenschte ik den Vlaamschen lezer iets medetedeelen over Uw zeer geacht blad. Ik begon myn nootje met de opmerking dat de Haarlemsche Courant één der oudste - ja ik meen het oudste der bladen van Europa is, en dus van de wereld. ‘Men voelt iets als eerbied by de gedachte dat onze Voorouders uit die Courant de overwinningen van de Ruyter vernamen.’ Dit is zoo! Maar zie, nu wenschte ik gaarne de dagteekening der Oprichting van Uw blad¹. noemen, en die weet ik niet. Is het niet te veel gevergd van Uwe my meermalen gebleken welwillendheid, my die optegeven? Na zeer beleefde groete heb ik de eer met de meeste hoogachting te zyn UWEDDienstwillige Dienaar DouwesDekker 1. blad: hierachter kennelijk vergeten te. [16 december 1871 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé] 16 december 1871 Brief van Multatuli aan de firma Enschedé te Haarlem. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 beschreven. (Museum Enschedé, Haarlem; fotokopie M.M.) {==23==} {>>pagina-aanduiding<<} Wiesbaden 16 December 1871 WelEdelen Heeren Johs Enschedé en Zonen Haarlem WelEdele Heeren! Ik had heden ochtend het byzonder groot genoegen het onder kruisband aan my geadresseerd werkje van den Heer Hoola van Nooten¹. te ontvangen, als Uw minzaam en geacht schryven van voorgister, voor welke beide stukken ik UWED mynen welgemeenden dank betuig. Ik ben voor deze my alweder betoonde welwillendheid gevoeliger, dan misschien door UWED zelf kon worden voorzien. Het treft my namelyk, dat ik - dissident op politiek, zedelyk, sociaal en litterarisch gebied - zoo vaak iets liefelyks ondervind, juist van personen die volgens oppervlakkig oordeel, zouden geacht worden in vele dier opzichten lynrecht tegen my over te staan. Gebruik makende van Uwe vergunning om het boekje van den heer H.v.N. te behouden, neem ik dat geschenk met dankbaarheid aan, en heb ik de eer na beleefde groete, met de meeste hoogachting te zyn UWWelEDDienstvaardige Dienaar DouwesDekker 1. werkje: J. Hoola van Nooten De Haarlemsche courant. Eene humoristische voorlezing. Edam 1868. Multatuli kreeg het toegezonden omdat hierin niet alleen de gevraagde oprichtingsdatum, maar ook de hele geschiedenis van de krant te vinden zou zijn. (vgl. V.W. XIV, blz. 644.) [Omstr. 1872 Kladhandschrift van Multatuli van Millioenenstudiën] Omstreeks 1872 Kladhandschrift van Multatuli met een passage voor Millioenenstudiën die daar uiteindelijk niet in is opgenomen. Strook papier van 275 × 103 mm, waarvan alleen de voorzijde beschreven. (M.M.) Deze strook is vastgeplakt aan een kranteknipsel, een bericht in een onbekende Duitse krant over een verblijf van ‘Frau Rattazzi in Trouville’. Multatuli heeft gegevens over haar garderobe uit dit artikel gebruikt voor een beschrijving in Millioenenstudiën. (vgl. V.W. V, blz. 276 e.v.). {==24==} {>>pagina-aanduiding<<} Wat ik evenwel voor niet onzeker houd, is de stelling: dat elke zet evenzeer bepaald wordt door de eischen der symmetrie, als door z'n logische afhankelykheid van al de feiten die hem voortbrachten. We dwaalden vruchteloos rond, by 't zoeken naar dien olifant in den bosschen van Afrika, maar de gevolgen van de byzondere hoedanigheid zyner slagtanden - of van wat dan ook! - worden ons duidelyk voorgetekend op de speelkaartjes. Wel weigert de jaloersche Natuur, ons toetelaten in het binnenste van haar werkplaats, wel trekt ze zich verder terug, naarmate wy vorschend doordringen, wel plaagt ze ons met nieuwe verborgenheden, telkens als wy meenden een stap nader te zyn aan 't àllergeheimste... maar met hare voortbrengselen is ze gul. Die werpt ze ons lachend toe. En we mogen ons oefenen in de ontleding. Dit is ons leven! De verwondering over ‘vreemde’ zamenstelling, is geen eigenaardigheid van den speler alleen. We vinden die bekrompen opvatting overal. Op zóóveel zetten, zóóveel tweeslagen... Zeker! Maar ook: op zooveel individuen, zóóveel krankzinnigheid, zóóveel écarts¹. van hart en hoofd, zóóveel overhellen naar zwarten of rooden kant, zóóveel seriën van voor- en tegenspoed, zóóveel intermittences². van zoet en zuur, van goed en kwaad, zóóveel afwyking van de rede! Overal vinden we 'tzelfde onbewuste streven naar algemeene symmetrie: som, product³. of verrekening van partiële onevenredigheid! Overal en eindeloos, pogen, beweging, wryving en stryd! Overal op- en nedergaan, oscillatie, trilling, voorby-elkaar schuiven, streven naar overwicht⁴., veronzydigd door tegenzin in minder-zyn! Overal wegdringen van ‘dat {==25==} {>>pagina-aanduiding<<} andere’, de onmisbare bestaans-voorwaarde van 't byzondere ééne! Overal oorlog tusschen afbreken of voortgaan, tusschen groei en vernietiging, overal oscillatie trilling... alles wegens onze gebrekkige theorie uitloopend in eene resultante van stilstaande gelykheid doch in werkelykheid de onmisbare hoofdeigenschap⁶. misschien de enige eigenschap van 't Zyn.⁵. 1. écarts: afwijkingen (fr.) 2. intermittence: tijdelijk uitblijven (fr.) 3. som, product: oorspr. stond er van som of product. 4. overwicht: oorspr. voorafgegaan door gelykheid. 6. hoofdeigenschap: oorspr. stond er voorwaarde. 5. Zyn: oorspr. voorafgegaan door oneindige. [30 december 1872 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart] 30 december 1872 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart. Twee dubbele velletjes postpapier, waarvan blz. 1-7 beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Wiesbaden 30 Decr 1872 Waarde Heer Cohen Stuart! Reeds eenige dagen ligt uw hartelyke brief¹. op m'n tafel, in gezelschap van vele anderen die ik niet kon beantwoorden omdat ik geperst werd door m'n uitgever. Hy wilde namelyk gaarne vóór Ulto dec 'n bundel Ideën in de wereld zenden. Zulke oorzaken hebben een onaangenamen invloed op m'n werk. Maar 't moet nu eenmaal. Ik heb de laatste vellen slechts haastig kunnen corrigeeren, en 't allerlaatste in 't geheel niet. {==26==} {>>pagina-aanduiding<<} Toch zou ik U terstond geantwoord hebben, indien Uw brief my minder aangenaam geweest ware. Dan had ik U met 'n enkel woordjen ‘afgescheept.’ Neem dus S.V.P. m'n talmen op als 'n vriendelykheid. Uw lieve toenadering heeft aanspraak op 'n allerwelwillendst antwoord, en toch zit ik er meê in den brand. Hoe zal ik U dit uitleggen? Ik voel als gy, en denk als 'n oudere heer. Hoe dit nu hier te-pas komt, moet ge maar opmaken uit het vervolg. Na den Havelaar waren myne ontmoetingen met... Publiek, van zeer verschillenden aard. Zeer dikwyls liepen ze voor my in een déceptie uit, en het berouwde me byna altyd, dat ik te studenticoos had toegegeven in m'n eersten indruk. De man². dien ik uitkleed op blz 147 van den laatsten bundel Ideën, had zich allerfideelst by my ingesmokkeld! Eens te Utrecht (ik meen, na 't spelen van ‘de Bruid’)- Ik weet niet zeker of 't wel by die gelegenheid was, soit! Ik was dan in een kring van Studenten zeer vriendelyk ontvangen. By toeval kwam me naderhand 'n Jaarboekje of Tydschrift in-handen, waarin een Student insinueerde dat ik de opbrengst van ‘Wys me de plaats’ voor myzelf gehouden had. De schryver daarvan was een dergenen geweest, die by 't fêteeren, zoo niet op den voorgrond dan toch niet geheel-en-al op de achtergrond gestaan had!- Kortom, Ge kunt u geen begrip maken van de eigenaardige moeielykheid die 't gevolg is van 'n evident standpunt. In m'n IIIe bundel heb ik daarover een-en-ander gezegd. Hierin ligt dan ook een der redenen waarom 't verblyf in Holland me onaangenaam is. Voor lieden die zich omgorden met gekunstelde deftigheid, is dit alles makkelyker. In oogenblikken van wrevel, betrapte ik me dikwyls op 't voornemen geene relatie hoegenaamd met Hollanders aantehouden. Tot nog toe ben ik, op zeer weinig uitzondering na, daarby altyd te-kort geschoten. Maar, ik erken dat ik dan ook de zeer beminnelyke uitingen missen zou, als die Gy lucht geeft in Uwen brief. En dat zou jammer zyn! Maar er is nog iets. M'n oogen zyn zwak, en ik kan geen bril verdragen, omdat zo'n ding zoo warm is. (Dat steekt me!) M'n geschryf en vooral 't corrigeeren absorbeeren byna al wat ik nog {==27==} {>>pagina-aanduiding<<} aan zienskracht bezit. En ook dit zou me alzoo nopen tot voorzichtigheid. Dit is dan ook de reden, dat ik U niet terstond antwoordde. Ik heb gister en eergister niets uitgevoerd, en ben dus weer wat op-streek. Hierop wachtte ik, om U meer te geven dan een al te kort woordje. Het zou me zoo smarten Uwe hartelykheid aftestooten.- Hoofdzaak is, dat Ge inlichtingen te vragen hebt. Dit is me zeer aangenaam, en het is 'n zedelyke plicht U die te geven. Maar hoe zullen wy 't aanleggen om dit eenigzins... methodisch te doen? Met: ‘ten hooi en te-gras’ komen we niet verder. Ik gis dat ge op die vraag naar ‘methode’ niet verdacht waart, maar ik zal 't u uitleggen. Goed vragen is niet altyd zoo gemakkelyk. (Zie 't ‘bloempotje’ in de Aflv. Ideën, die ge eerstdaags inhanden krygt.)³. Sedert jaren ontving ik brieven met vragen die wel geschikt waren om me... optehouden, te irriteeren zelfs... (‘m'nheer, wat noem je 'n tafel?’ etc) maar die niet leidden tot opheldering van de behandelde zaak, en evenmin tot leiddraad⁴. voor myzelf. Goede vragen namelyk doen my zien waar ik òf onduidelyk òf incorrect ben geweest, en daarvan leer ik minstens zoo veel als 'n ander. (Zie, als voorbeeld, de noot op Idee 268 in de laatste uitgaaf.)⁵. Juist! Goede vragen konden my geven wat me onthouden wordt door de pers. Ik klaag dan ook aanhoudend over dat gebrek aan weerklank, waardoor m'n arbeid dikwyls moeielyk gemaakt wordt. Het is zeer wel mogelyk, dat ik in de korte Ideën te brusque ben, en in de meer uitvoerige stukken ‘te weinig in den lezer veronderstel’ gelyk Busken Huet zeide⁶.. Uw voorstel om my inlichtingen te vragen, wordt alzoo in dank aangenomen. Doe gy me nu 't genoegen, en zoek een... vorm, eene manier. Maak er eene studie van, een arbeid. Ik kan u aanraden, onder 't lezen, noten te houden, en me dan - niet te spoedig!- - het lystjen uwer bedenkingen te zenden. Myne bedoeling is dat ge uwe desiderata (aan- of opmerkingen, om 't even!) niet te veel verbrokkelt tot indrukken van 't oogenblik, maar slechts dezulke aanhoudt, die u, óók na vergelyking met andere plaatsen, voorkomen eene conscientieuze behandeling te verdienen. En stoor u volstrekt niet aan anders meenen dan ik! Waarheid en oprechtheid boven al. Ik geef niets om gelyk hebben. {==28==} {>>pagina-aanduiding<<} Waar ik 't woord: ‘vorm’ gebruikte, bedoelde ik dit niet in gewonen zin; o neen! Ontsla u dáárvan. De meening was, dat ge een vorm gaaft aan Uwen wensch om alles te begrypen, nog eens: iets methodisch. Daar komt me onder 't schryven in den zin, hoe ik m'n meening 't best uitdruk. Ziehier: zeg me, waar ge gaarne een ophelderende noot zaagt, by herdruk, met korte aanwyzing van de oorzaak. Zóó zal 't goed gaan. En dan doet ge my een dienst. Misschien kunt ge dan ook anderen oproepen, om U te helpen aan Uw lystje.- Het doet my innig genoegen, dat ge met achting over den Heer Post schryft. Ik begryp dat hy niet tevreden wezen zal met m'n antwoord, vooral wat de ‘modernen’ betreft. Welnu... ik ook niet! De oorzaken daarvan zyn velerlei. De laatste vellen van bundel IV zyn onder den druk van eenige servituten geschreven, die ik, ook om den wille van de braven Post, zeer betreur. Er was iets zeer moeielyks in, hèm de eer te geven die hem als oprecht mensch toekomt, en te-gelykertyd de thesis voltehouden, dat geen eerlyk man ‘modern’ wezen kan. Zooals ik dit daar nu zeg, vernietigen die twee stellingen elkander. Welnu, om die ongerymdheid te vermyden zou ik tyd en loisir noodig hebben, en dat had ik de laatste 14 dagen niet! Ik zag in, dat ik de zaak niet behoorlyk uit maakte, en daarom dring ik aan op 't voortzetten. Wees zoo goed den Heer P. te zeggen dat ik niet beweer z'n hoofdgrief te hebben afgedaan, maar altyd bereid ben van hem te hooren: welke aanmerkingen er te maken zyn op myne grieven tegen 't ‘modernisme’.- Hoe drommel kon men meenen dat ik naar aanleiding van P's stuk zou ‘schelden’ op Vox, Academie en studenten?⁷. Dat doet me waarlyk verdriet. Toch is 't begrypelyk, dat velen my aanzien voor iemand die genoegen schept in barheid. Dit is echter niet waar. Oorspronkelyk ben ik zeer zacht en inschikkelyk. M'n moeder zei altyd: ‘Eduard had 'n meisje moeten zyn.’ Het is juist een myner grieven, dat men my heeft gedwongen tot bitterheid. Dit is, ook uit 'n letterkundig oogpunt, jammer. Als ik zonder liegen mocht toegeven in m'n smaak, zou er zelden of nooit 'n scherpte uit m'n pen komen. Maar... gevoelighedens verkoopen als ik ànders voel, kan ik niet. Als men myne moeder voorspeld had dat ik zekeren opgang maken zou als satiricus, of in 't sarkasti- {==29==} {>>pagina-aanduiding<<} sche, zou ze zeker gezegd hebben: ‘dan heeft men hem vreeselyk moeten traîteren!’ En dit is dan ook geschied!- Wilt ge U vooral toeleggen op werkzaamheid? Geloof me, men leert op later jaren zoo goed niet. Er komt 'n tyd... etc. Maak de hier niet volgende vervelende preek maar zelf. Toch heb ik een kleine opmerking die voor uw standpunt - jong student, of jonge student toch! - misschien past. Vergeef m'n pruikerigheid: ‘Wapen u tegen genoegens die u langer ongeschikt maken voor studie, dan ze duren!’ ‘Zoek genoegens die u tot studie geschikt maken.’- Ik heb deze wyzigheid gedeeltelyk uit 'n oud tooneelstuk. Een grootvader die door 't wangedrag van z'n zoon ongelukkig is, praat met z'n kleinzoontje, en doet hem wat schoolvragen, o.a. Een speler had f 100 in z'n zak en komt met f 63 thuis, hoeveel heeft-i verloren? 't Kind antwoordt: f 37. Is dat àlles wat hy verloor? vraagt de grootvader. Het kind kan geen ander antwoord geven. Maar de oude heer bepeinst hoeveel méér er verloren ging aan etc. etc.- Zie, zoo iets bedoel ik. Pret, pleizier, jong zyn; alles heeft z'n eischen, en in zekeren zin hoe meer hoe liever! De grens zit 'm in den lendemain¹⁰. die óók z'n eischen heeft! We houden te veel schoenmakers maandagen. Dáárin zit de fout. Niet in 't pierewaaien op zondag! Wat al flinke dingen zyn er achtergebleven, omdat we verleden week ons lieten inpakken door een verkeerde stemming! Gy die gevoelig zyt, vatbaar voor indrukken - dit zie ik uit uwen brief - moet zeer omzichtig zyn in 't keuren van uw recruten. Wees in shemelsnaam niet liberaal met uw gemoed. Leg u op gierigheid van aandoening toe. De wereld is 'n spons die alles tracht intezuigen. Maak uzelf tot spons. Dat is 'n edel egoïsme! Tòch wyzighedens! En ik heb er zoo'n hekel aan! Nu vergeef ze my, en geloof dat de oorsprong eene hartelyke erkentelykheid is voor Uwen lieven brief.- Op Java geboren? Zeker op Solo? Uw papa is, denk ik, de orientalist¹¹.?- Ik wilde gaarne eens in Holland komen, niet voor goed, maar 'n dag of wat. Eigenlyk wou ik Vorstenschool zien spelen, maar ik verneem er niets van. Ja toch, te Deventer speelt men de II acte. {==30==} {>>pagina-aanduiding<<} Zeker omdat daarin geen vrouwerollen zyn. Het is voor 'n dramasmid in Holland zoo moeielyk, dat hy niet in-overleg kan treden met artisten. Hy kan niet, als byv. in Frankryk, zien wat goed is en wat niet. Een Hollander moet alles uit z'n duim zuigen. Vandaar dan ook etc. Nu beste jongen, wees heel vriendelyk van me gegroet, en geloof my t.a.v. Douwes Dekker 1. brief: zie V.W. XV, blz. 540 e.v. 2. man: Jan ten Brink, zie V.W. VI, blz. 131 e.v. en XVI, blz. 529. 3. krygt: zie V.W. VI, blz. 356-358. 4. leiddraad: waarschijnlijk een verschrijving. 5. uitgaaf: zie V.W. II, blz. 695-698. 6. Busken Huet: In Nederland 1867, I, blz. 321 schreef B.H. naar aanleiding van Pruisen en Nederland ‘dat de schrijver (....) te weinig onderstelt’. 7. studenten: zie V.W. XV, blz. 541; de redaktie van Vox Studiosorum had Post afgeraden zijn medewerking te geven aan een debat met Multatuli, want dat zou maar tot ‘schelden’ leiden. 10. lendemain: de volgende dag (fr.) 11. papa: Abraham B. Cohen Stuart (1825-1876), was Indisch ambtenaar en kenner van Javaanse talen, waarin hij Nederlandse wetboeken vertaald heeft. [12 maart 1873 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart] 12 maart 1873 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Wiesbaden 12 Maart 1873 Beste kerel, schryf m'n zwygen alleen toe aan drukte. Ik moet in weinig weken bundel V Ideën afmaken (ik ben maar zoowat op de helft) en Millioenen-Studiën, (daaraan mankeert nog twee vel). Bovendien corrigeer ik den herdruk van (eerste stuk over) Vry-arbeid. Ik heb dus geen snippertje tyd te missen. Zoodra ik¹. door die bereddering heen ben, zal ik u schryven. Maak dat ge uw propaedeutisch flink aflegt. Gewen u vooral aan veel te werken, maar... niet juist uitsluitend aan uw schryftafel. Tracht alles te begrypen wat ge waarneemt. Hierin ligt onze roeping. Al de rest volgt vanzelf. Hartelyk gegroet. Ook by gelegenheid de heer Post, dien ik ook niet schryf uit tydgebrek. Eigenlyk moest ik nooit brieven schryven. Maar dat is me toch te heremietachtig! Enfin! Cura ut valeas!². t.a.v. Douwes Dekker 1. zoodra ik: oorspr. gevolgd door my. 2. Cura ut valeas: neem U in acht opdat het U goed ga (lat.) [maart 1873 Aanbiedingsformulier van Millioenenstudiën] maart 1873 Aanbiedingsformulier van Millioenenstudiën 4e afl. door J. Waltman. (M.M.) {==31==} {>>pagina-aanduiding<<} Delft, Maart 1873. M. Dezer dagen verzend ik de 4e en laatste aflevering van: Multatuli. Millioenen-Studiën. Om aan veler verlangen te voldoen geef ik nog eenmaal extra rabat aan hen die Ex. op risico willen nemen. De prijs van het complete werk is nu Ingen. f4,- en Geb. f4,80. De Ex. nog vóór de verzending der 4e afl. voor rekening besteld lever ik af met 10% extra rabat en de premien 5/4½, 9/8 en 14/12. In commissie verzend ik niet dan op aanvrage. Voor hen die nog eens bizonder willen werken stel ik voor korten tijd een fiksch getal disponibel, terwijl ik door veel adverteeren het debiet zal helpen bevorderen. Hoogachtend, UEd. Dw. Dienaar, J. Waltman Jr. De ondergeteekende verlangt te ontvangen van J. Waltman Jr., te Delft, voor rekening volgens aanbod: MULTATULI. MILLIOENEN-STUDIEN. Ingen. MULTATULI. MILLIOENEN-STUDIEN. Geb. In comm.: MULTATULI. MILLIOENEN-STUDIEN. Geb. MULTATULI. MILLIOENEN-STUDIEN. Ingen. [25 juni 1873 Brief van Multatuli aan A.B. Cohen Stuart] 25 juni 1873 Brief van Multatuli aan A.B. Cohen Stuart, onvolledig bewaard gebleven. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (Partikulier archief Doetinchem; fotokopie M.M.) {==32==} {>>pagina-aanduiding<<} Wiesbaden 25 Juni 1873 Weldedelgestrengen Heer A.J. (?) Cohen Stuart te Leiden Weledelgestrenge Heer! Eerst heden ochtend gewerden my Uwe letteren van den 21. Toch is 't postmerk: Leiden 24 /6. Er is iets sprekends in de drie dagen die er liggen tusschen die beide datums. Ik begryp dat het U eenige moeite kostte, Uwen brief op de post te doen. Dit zou 't geval niet geweest zyn, als Ge my gekend hadt! Men heeft in Nederland goedgevonden - et pour cause!¹. - myne figuur zoo te entstellen²., dat ikzelf soms moeite heb me niet te verwarren met de kwaadaardige karikaturen die er van my in omloop zyn, en ik zie niet in waarom Gy daaromtrent beter zoudt ingelicht zyn dan anderen. Dat ik me haast met antwoorden, is omdat het me drukken zou, U een oogenblik langer dan hoognoodig in de meening te laten dat ik niet antwoorden zou. In 't slot van Uwen brief duidt Gy op de mogelykheid daarvan. Ook hieraan alweder zoudt Ge niet gedacht hebben als Ge my gekend hadt. Ik ben niet geheel zeker of Ge niet beter hadt gedaan, Uw zoon kennis te geven van den door U genomen maatregel, - dat kan ik niet beoordeelen, neem 't dus niet op als 'n terechtwyzing - maar deze onzekerheid ter-zyde stellende, boezemt my Uw brief hoogachting in, en 't smart me, dat Ge meenen kondet dat ik Uwen te-mynen opzichte zoo loyalen stap beantwoorden zou - reciproceeren dan - met 'n lomp zwygen. Toch is m'n antwoord van heden slechts 'n acte nemen van diligentie³.. Ik moet over Uwen brief nadenken. Doch, als hoofdzaak, voorloopig dit. Ik ontving meermalen brieven van nagenoeg gelyke strekking. Dikwyls betrof het dochters. Geheel naar waarheid kon ik antwoorden, wat ik ook nu voorloopig aan U verzeker, dat ik voor jonge lieden - meisje of jongeling dan - altyd slechts één woord had en heb: werk! Je ne sortais pas de là!⁴. De schynbare dorheid van dien wenk kwam me by de minder goeden te staan op 't verlies van allen invloed. (Ze vonden me vervelend met m'n: ‘werk!’) De weinige beteren oefenden {==33==} {>>pagina-aanduiding<<} zich by wat hun hand vond om te doen. Nooit nam ik quasi-verheven praatjes aan, over ‘miskende roeping’. Publiek zou vreemd opzien als 't getuige was geweest van menig tooneel waarby ik gebruik maakte van myn invloed om jongeluî die hooger of verder reiken wilden dan hun paste, aan den arbeid te zetten. Ik schreef Uwen zoon - dien ik voor 'n lieven jongen houd - ook juist om die reden weinig. Hij moet niet - neen láát hem dweepen ('t houdt af van gemeene vermaken) maar: ‘werk!’ Jongeluî krygen niets van my dan dàt. Op blz 317 van m'n laatsten bundel laat ik - vry onverwacht zeker, maar ik voel zoo - 't zelfde woord door 'n meisje uitspreken. Ik geef 't daar als 'n non plus ultra⁵. van liefelyken indruk. En ik heb niets te geven dan dat. Zagen, timmeren, breien, koken, om 't even, maar: werken! En natuurlyk, ieder in z'n door de omstandigheden aangewezen kring. Want:⁶. (....) Ik knip deze regel uit 'n sedert lang gedrukt, maar nog niet verschenen vel van de laatste Ideën. Ik wil niet dat ge 't houden zoudt voor geschreven après coup⁷.. Vergelyk overigens, als 't U de moeite waard is, de voorreden van de laatsten druk: Bruid daarboven ('n prul.) En let eens op, of ik niet overal aandring op dienstdoen? Reclamanten zyn slechte soldaten. ‘Ieder in z'n kring’ Uw zoon hoeft niet te zagen of te timmeren - schoon ook dàt niet kwaad is. (Ik doe 't!) Om m'n eentoonig: ‘werk!’ ten-zynen behoeve eenigszins nader te bepalen, verzocht ik hem uitdrukkelyk: ‘tracht alles te begrypen wat ge waarneemt.’ Dit namelyk kwam me voor het ‘werk’ te zyn, dat 'n jongeling van zyn aanleg en positie past. Ik voorzie dat-i (....) 1. et pour cause: en maar al te begrijpelijk (fr.) 2. entstellen: vervalsen, mismaken (du.) 3. acte van diligentie: bewijsgeving van zorgvuldigheid. 4. je ne sortais pas de là: daar was ik niet vanaf te brengen (fr.) 5. non plus ultra: de hoogste vorm (lat.) 6. Want: gevolgd door een brede interlinie waarop een regel druks geplakt is geweest, waarvan nu alleen nog ‘n omg’ te lezen is. 7. après coup: naderhand (fr.) [1 juli 1873 Brief van Multatuli aan A.B. Cohen Stuart] 1 juli 1873 Brief van Multatuli aan A.B. Cohen Stuart. Dubbel velletje postpapier waarvan blz. 1 en 3 (⅔) beschreven. (Partikulier archief Doetinchem; fotokopie M.M.). Deze brief is naar Mimi's afschrift al afgedrukt in V.W. XVI, blz. 55-56. {==34==} {>>pagina-aanduiding<<} Wiesbaden 1 Juli 1873 Weledelgestrengen Heer A.B. Cohen Stuart te Leiden. Weledelgestrengen Heer! Het doet me waarlyk leed dat ik my na de ontvangst van Uwen eersten brief, in weerwil van den zonderlingen toon dien ge U daarin veroorloofd hebt, vervoeren liet tot 'n gemoedelyk antwoord. De insidieuse¹. poging om, na eerst 'n welgelukt beroep te hebben gedaan op m'n loyauteit². - 't gevaar dat ge daarby liept, was niet groot! - me nu in Uwen brief van 27 Juni, te komen lastig vallen met even gevaarlooze insolentien, komt me... onedel voor. Uw brief is 'n kostbare bydrage tot de oorzaken myner verachting voor ‘Publiek’. Getroost u de zelfverloochening, dat stuk in 't licht te geven, dan zal ik deze meening door ontleding tot helderheid brengen. Maar ik waag me niet aan verdere particuliere aanraking met iemand die me zulke doorslaande blyken gaf van gebrek aan eerlykheid. Dááraan dan ook is - onder anderen!³. - de tegenspraak te wyten tusschen 't slot van Uwen tweeden brief⁴., en den inhoud van den eersten. Wat my betreft, ik zal me aan den vorm houden, en teeken hoogachtend Uwweledelgestrenge Dienstwillige Dienaar Douwes Dekker Mocht het besef my gefopt te hebben, u streelen, bedenk dan dat {==35==} {>>pagina-aanduiding<<} dit - vooral door 't misbruik maken van m'n zucht om goed te zyn - geen kunst is. Dìt kan 'n kind doen. Kunstig zou 't wezen de foppery voorttezetten. Daar behoort méér toe! 1. insidieus: verraderlijk (fr.) 2. loyauteit: vader Cohen Stuart had Multatuli laten weten dat hij zijn zoon voorlopig onkundig wilde laten van zijn eigen schrijven aan Multatuli. 3. onder anderen!: later ingevoegd. 4. tweeden brief: vgl. V.W. XVI, blz. 53; Cohen Stuart sr. had ‘hoogachtend’ weggelaten. [1 juli 1873 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart] 1 juli 1873 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1, 2 en 3 (½) beschreven. (Partikulier archief Doetinchem; fotokopie M.M.). Deze brief is al naar Mimi's afschrift afgedrukt in V.W. XVI, blz. 56-57. Wiesbaden 1 Juli 1873 Waarde Stuart! Ik verzoek U ernstig den inhoud van dezen brief niet in verband te brengen met myn zwygen op Uwen laatsten. Dat zwygen had oorzaken van geheel andere soort en van vroeger dagteekening, dan de redenen die my nopen¹. U heden te schryven. Wel eenigszins jammer, maken die redenen alle beantwoording overtollig. Habent sua fata!².- Ik beweer redenen te hebben, verstoord op Uwen Vader te zyn. Deze stemming zou invloed hebben op myne relatie met U. Het voegt U niet, daarmee genoegen te nemen, en my niet U te induceeren in dingen die U niet voegen. Ergo - tot m'n groot verdriet, want ik hield veel van U, en nu vooral niet minder dan na Uwen eersten brief - laat ons de betrekking afbreken. Wat ge ook doen wilt, leg 'n stevigen grondslag. Dat is: werk! Gesteld dat Uwe levensplannen blyken onuitvoerbaar te zyn - wat de vraag is! - ook dan nog zal 't U later nooit berouwen, die te hebben aangevangen met iets dat vrucht draagt by elke levensrichting. Behandel al wat ge doet vóór Uw dertigste jaar, als... propaedeutisch, als algemeene voorbereiding tot... alles. Wanneer iemand tot me kwam met 'n levensplan dat ik goedkeurde, zou ik hem vóór alles 't werken aanraden als middel om dat plan te doen gelukken. En in 'n tegenovergesteld geval - d.i. als ik z'n plan zot vond - gaf ik hem geen anderen raad. {==36==} {>>pagina-aanduiding<<} Illusiën op zichzelf hebben geen waarde, en we weten zelden vooruit wàt illusie is, en wàt blyken zal bereikbaar te wezen. Wanneer we nu beginnen met onze plannen - illusie of niet - te gebruiken als aansporing tot iets positief-goeds, zóó dat we winst doen, ook na 't opgeven van die plannen, dan hebben we huishoudelyk omgegaan met de kansen op geluk. En ik neem hier dit laatste woord zoowel in lagen, als in zeer hoogen zin = deugd. Adieu m'n beste kerel! Ik groet u zeer hartelyk. [Douwes Dekker]⁵. Ik betwyfel of ge de oorzaken van myn ontevredenheid over³. Uw Vader, billykt. Soit!⁴. 1. nopen: oorspr. stond er noodzaken. 2. habent sua fata: (ook brieven) hebben nu eenmaal zo hun loop (lat.) 5. []: de handtekening is weggeknipt! 3. over: oorspr. stond er jegens. 4. Soit: het zij zo (fr.) [4 juli 1873 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart] 4 juli 1873 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (Partikulier archief Doetinchem; fotokopie M.M.). De brief is eerder naar het afschrift van Mimi afgedrukt in V.W. XVI, blz. 65 e.v. Wbaden 4 juli 1873 Waarde Stuart, ik acht U wèl! En 't zou me, vooral na Uwen brief nam. om de daaruit blykende impulsie, die hen in de pen gaf! Niet om de redeneringen. Die raken kant noch wal¹., zeer spyten als ge 't my niet deedt. Wat ik goeds van U te zeggen heb, houd ik voor me, om den schyn te myden van capt. benevol.². in den stryd tegen Uw vader. Als ge nu in godsnaam maar niet deze betuiging - en den ontkenning zelf! - als zoo'n captatio opvat. Geloof me, met het oog hierop, zei ik liever: loop naar de maan! Uw uitdaging bevalt me - ik verscheurde al 'n brief die begon met: ‘goed, ik neem ze aan!’ En ook nu zeg ik 't tegendeel niet! {==37==} {>>pagina-aanduiding<<} Maar er ligt een-en-ander in 't perk, dat eerst behoorde te worden weggeruimd. Ge wilt waarheid? Ik ook! Gy beweert dat ik ongelyk heb, me vergis, verkeerd opvatte, of... of... wàt is de fout hier, van de party die blyken zal ongelyk te hebben? Mis-verstaan? Zoo ja, dan zou 't gebruik van courtoise³. wapenen voldoende zyn. En daarmee ben ik begonnen, schoon Uw vader me aanleiding gaf het niet te doen. Ik schreef dit aan 'n vergissing toe, wat ik na m'n eersten brief niet meer doen kàn. Men spreekt me... onbeleefd aan. Ik antwoord om-den-wille der behandelde zaak, vriendelyk en welmeenend. En daarna weer 'n aanval? Wat moest ik hiervan denken? De vraag is of Uw vader zich rechtvaardigen kan over den toon en de inkleeding van z'n eersten brief. Maar dat de wyze waarop hy me toespreekt in z'n tweeden, niet kan gejustificeerd worden, houd ik voor zeker!- Hoe dit zy, 't gebruik van den toon die noodig is om tot waarheid te komen, is hierdoor moeielyk gemaakt, en misschien afgesneden. Beleedigen laat ik me niet. Of liever: maar eenmaal. Die eerste keer kan misverstand zyn. De 2e niet!⁴. Weet gy 'n middel om, wat deze bedenking aangaat, de zaak te brengen op zuiver terrein? Zoo ja, zeg het my! Ik zoek er vergeefs naar. Myn brief van 1 Juli is bar, ruw, beleedigend. Ik heb dus te bewyzen, dat ik reden had om zoo te schryven. Dit bewys kan niet gevoerd worden, zonder die redenen te noemen, 't geen op nieuw beleedigend is, nam. niet courtois. En zonder courtoisie, komen we er niet. Dit is één der belemmeringen waarvan het terrein behoort te worden gezuiverd. Ziet ge daar kans toe? Ik niet. En dit was tevens de nog bestaande aanleiding tot m'n wensch om de relatie met U aftebreken. De taak om aan 'n zoon te demonstreeren dat z'n vader ongelyk heeft, is niet aangenaam. Bedenk dit!- Toen ik zoo-even sprak van ‘één der belemmeringen’ meende ik dat er 'n andere was, die ik kon opheffen. Doch nadenkende, komt me ook die hoop maar gedeeltelyk gegrond voor. Ik begreep dat er misschien iets pynlyks lag in de delicate natuur der zaak waarover Uw Vader my had aangesproken, en wilde afstand doen van alle zinspeling daarop. Ik wou den brief terugzenden - en dit wil ik nog - daarop noteeren dat ik er geen afschrift van had - ook dit wil ik nog- {==38==} {>>pagina-aanduiding<<} Ajakkes, kerel, wat 'n ellendige beschouwingen! 't Is misselyk. Geef me 'n middel aan de hand, om tot waarheid te komen. Dan ben ik tot je dienst. Als ik je vader miskend heb, dan zal ik 't zeggen. Maar zéker is 't dat hy my miskent. Ik groet u hartelyk. Douwes Dekker Deze brief behandelt de kwestie niet! Ik spreek slechts over de mogelykheid òm de kwestie te behandelen op 'n wys die tot 'n resultaat leiden kan. Ik wensch niets liever dan Uw uitdaging aantenemen. Vindt ge middel om 't bezwaar dat ik aanstipte, uit den weg te ruimen, gaarne! O ja, dìt kan ik nog doen, schoon 't weinig is: waar ik sprak van ‘standpunt’ ‘niets gepresteerd’ (naar aanleiding van uw voorlaatsten) meen ik gelyk te hebben gehad, en ik weet zeker⁵. dat ik u daarvan zou overtuigd hebben. Dit was m'n plan. Ik wou 't uitvoerig doen, en dit was de reden dat ik u niet terstond antwoordde. Ik had het te druk voor 'n grondige behandeling, en zònder uitlegging⁶. zoudt ge my hebben aangezien voor kleingeestig. Maar, nu ge van - vriend? volgeling? discipel? aanhanger? - uitdager zyt geworden, komt er geen standpunt of presteerigheid tepas. 't Is nu 'n logisch duel, 'n schaakparty. 't Zou bespottelyk zyn, als ge, om welke consideratien dan ook, me myn koningin houden liet, als ge kans zaagt die - behoudens de regels van eerlyk spel! - aftenemen! Tusschen partners bestaat geen verschil van standpunt. Ik wou dat het andere bezwaar zoo makkelyk was opteheffen als dit! 1. nam. om de etc: dit gedeelte later boven de brief toegevoegd. 2. capt. benevol.: captatio benevolentiae (lat.); poging om de welwillendheid van het publiek in te roepen. 3. courtois: hoofs (fr.) 4. Die eerste keer: de laatste negen woorden later toegevoegd. 5. weet zeker: oorspr. stond er geloof zelfs. 6. en zònder uitlegging: de laatste tien woorden naderhand toegevoegd. [8 juli 1873 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart] 8 juli 1873 Brief van Multatuli aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (⅕) beschreven. (Partikulier archief Doetinchem; fotokopie M.M.). Deze brief is naar het afschrift van Mimi al eerder gepubliceerd in V.W. XVI, blz. 79 e.v. {==39==} {>>pagina-aanduiding<<} Wiesbaden 8 Juli 1873 Waarde Stuart, ik geloof dat alles wat er in uw brief van den 5n staat, inderdaad gemeend is. Maar juist daarom geef ik het op, U te overtuigen van de gegrondheid myner verontwaardiging. Wie dan eenmaal niet op de hoogte is, om te weten wat me toekomt, zoeke z'n gezelschap elders. Ik vorder niet alleen achting, maar eerbied. Tant pis voor wie 't niet vatten kan!- Houd my ten goede, dat ik by voortduring¹. geen lust heb U 't ongelyk Uws Vaders aantetoonen. En dìt zou ik toch moeten doen, indien ik U opmerkzaam maakte op al de onjuistheden in uwen brief. Verbeeld u maar, dat ik hiertoe niet in staat zou zyn. Ik blyf er by, dat ik gaarne de ‘grieven’ van Uw vader, in druk zag, mits behoorlyk geformuleerd, en liefst met in-achtneming van Louise's woorden op blz 70 van Vorstenschool².. Ik verzeker U, dat de geheele zaak my zeer leed doet. Maar ik mag niet anders handelen. Vogelvry ben ik nog altyd niet. Adieu! t.a.v. Douwes Dekker 1. by voortduring: later ingevoegd. 2. Vorstenschool: de beoogde passage luidt: ‘Ik eisch (....) bewijzen dat men recht tot spreken heeft, en dat men niet in smalen, 't arbeidschuw pretext zoekt voor dagdievery.’ [11 september 1873 Ingezonden brief van Multatuli in het Algemeen Handelsblad] 11 september 1873 Eerste koncept van Multatuli's hand voor een ingezonden brief in het Algemeen Handelsblad. De tekst werd in een bijgestelde versie afgedrukt in V.W. XVI, blz. 173/4. (M.M.) Om de polemische verve te doen uitkomen drukken we hier het eerste koncept en de latere versie naast elkaar af. Aan de Redactie van het Algemeen Handelsblad. Aan de Redactie van het Algemeen Handelsblad. Op de U van ‘men’ geworden mededeeling dat myn denkbeeld omtrent het dienstbaar maken van transportbilletten aan de pers ‘lang niet nieuw’ is, heb ik de eer te antwoorden.: Op de U van ‘men’ geworden mededeeling dat myn denkbeeld omtrent het dienstbaar maken van de Pers in meest uitgestrekten zin ‘lang niet nieuw’ is, heb ik de eer te antwoorden.: 1. Dat Uw berichtgever myn {==40==} {>>pagina-aanduiding<<} voorstel niet zeer aandachtig schynt gelezen te hebben, en gewis de strekking daarvan niet overwogen heeft. 1. Dat het my geenszins verwondert onder myn dierbare landgenooten een ‘men’ aantetreffen die zich haast reeds nu een voorwendsel aan de hand te doen ter eventueele rechtsweigering. In Nederland verwachtte ik niet anders. 2. Dat het my geenszins verwondert, onder myn dierbare Landgenooten een ‘men’ aantetreffen, die zich haast een voorwendsel aan de hand te doen tot eventueele rechtsweigering. Deze methode is in Nederland ‘lang niet nieuw.’ 2. Dat er wel eens hier-of-daar een ei op den gekneusden punt zal hebben gestaan, vóór Columbus daarmeê de laaghartige verkleining van zyn voorstellen brandmerkte. 3. Dat er wel eens hier-of-daar een ei op den gekneusden punt zal gezet zyn, vóór Columbus daarmeê de kleingeestige dépréciatie van zyn voorstellen brandmerkte. 3. Dat Uw berichtgever myn voorstel niet zeer nauwkeurig schynt gelezen te hebben. 4. Dat zyne meening over de antieke hoedanigheid daarvan (‘lang niet nieuw’) niet wordt gedeeld noch door UED die het in Uw nummer van den 8n dezer hebt behandeld als iets nieuws, noch door aandeelhouders in Hollandsche transport-inrichtingen die tot heden-toe geen penning te zien kregen van de door my voorgestelde verbetering, noch eindelyk door den Engelschen Minister van Binnenlandsche Zaken die my in een schryven van Whitehall 2 Septr ll een zeer heuschen wenk geeft om- 4. Dat de meening van Uw berichtgever niet wordt gedeeld, noch door UED, die myn denkbeeld in Uw nummer van de 8n geenszins hebt behandeld als iets ouds, noch door de Aandeelhouders in Hollandsche Transport-etablissementen, die tot-heden toe geen penning te zien kregen van de door my voorgestelde verbetering, noch eindelyk door den Britschen Minister van Binnenl. Zaken, die in zyn schryven van Whitehall 2 Septr ll. een heuschen wenk geeft omtrent den weg dien ik behoor inteslaan {==41==} {>>pagina-aanduiding<<} trent den weg dien ik behoor inteslaan om gevolg te doen geven aan myn voorstel, als die daarby - als om acte te geven van prioriteit dat voorstel noemt: the plan You have invented for utilisation of Railway tickets. om myn doel te bereiken, en die daarby - als om acte te verleenen van de prioriteit, hetgeen o.a. uit den spoed van het antwoord kan worden opgemaakt - myn voorstel noemt: the plan You invented for utilisation of Railway-tickets. Dat ook die Minister slechts van spoorbriefjes spreekt, doet hier niet ter zake. Het doet er nu weinig toe, of deze officiële kwalificatie van myn denkbeeld niet naar den smaak is van den ‘men’ die zich zoo haastte het Publiek te waarschuwen tegen iets goeds. Hy moge dit uitmaken met Lord Lowe. De waarheid is dat er alle jaren een schat aan ongebruikte waarde te-loor gaat, en dat ik heb voorgesteld aan die onhuishoudelyke verwaarloozing een eind te maken. Indien ‘men’ de hiertoe leidende middelen zoo goed kende, waarom heeft ‘men’ zelf dan niet... het ei op z'n kop gezet? De waarheid is, dat er alle jaren een schat van ongebruikte waarde teloor gaat, en dat ik het middel heb aangewezen om aan deze onhuishoudelyke verwaarloozing een eind te maken. Indien ‘men’ die middelen kende ware het zyn plicht en z'n belang geweest... het ei op z'n kop te zetten. Zoo als nu de zaken staan, heb ik 't gedaan, en dit blyft zoo, al tracht ‘men’ er aan te knabbelen... wat ook alweer ‘lang niet nieuw’ is. E. Douwes Dekker {==42==} {>>pagina-aanduiding<<} [14 september 1873 Lijst betr. Multatuli's circulaire over de reklame op spoorwegbiljetten] 14 september 1873 Lijst, door Mimi opgesteld, van regeringen en kranten aan wie Multatuli's circulaire over de reklame op spoorwegbiljetten van 1 september 1873 is toegezonden. (vgl. V.W. XVI, blz. 150 e.v. en tevens bij Najaar 1886 in dit deel). Drie lange stroken papier, aan elkaar geplakt en aan de voorzijde beschreven. (M.M.) De meeste namen zijn na verzending doorgestreept. Verzonden 31 Aug. aangeteekend. geschreven exx. Paris Bruxelles Washington Rome 's Hage (hollandsch) Berlin Londres Vienne gedrukte 3 Sept. kruisband Copenhague Rome Bruxelles St Petersbourg Constantinople Alexandrie Lisbonne Paris Madrid La Haye Londres Washington Athènes Stockholm Empire d'Allemagne Berlin Prusse Berlin Perth Vienne {==43==} {>>pagina-aanduiding<<} Berne Munich Stutgart Carlsruh Darmstadt gedrukt 5 Sept. met byschrift redactie Times redactie Daily News redactie (Contemporary review) 20 exx. redactie perseveranza Milaan redactie augsburger redactie kreuzzeitung redactie die presse Wenen redactie berliner börsencourier redactie berliner börsenzeitung redactie alg. Zeit. Leipzig redactie Nord d. alg. Z. Berlyn redactie Hamburgische börsenhalle redactie Pesthi Naplo Perth redactie Hamburger Nachrichten redactie Vossische Z. redactie Köln. Z. redactie Wiener Z. redactie Echo du Parlement redactie Independance redactie La finance redactie Le temps redactie figaro redactie Liberté redactie Swiss times genève redactie Pall Mall redactie Globe redactie New York Weekly Times redactie New York Herald redactie Haarlemmer redactie Dagblad 's Hage {==44==} {>>pagina-aanduiding<<} redactie Handelsblad redactie Sneeker redactie Schook 10 exx. 9 Sept. 9 Sept. Epoca Madrid 9 Sept. Dagbladet Copenhague 9 Sept. Constitutionnel 9 Sept. l'ordre 9 Sept. Siècle 9 Sept. l'Union 9 Sept. Débats 9 Sept. Presse 9 Sept. Neue Presse Vienne Kruisband Brunswyk Lippe Ditmold Saxe Altenburg Saxe Coburg Saxe Weimar Eisenach Saxe Meiningen Saxe (Dresd) Venezuela Mecklenburg Strelitz Mecklenburg Schwerin Buenos Ayres Rio de Janeiro Liechtenstein Anhalt Schw. Rudolstadt Schwarz. Sondershausen Waldeck Reuss Oldenbourg Schaumburg Lippe Romanie Bukarest Chili (Santiago) Costa rica (San José) Paraquay (Asuncion Honduras (Comayagua {==45==} {>>pagina-aanduiding<<} San Salvador Guatemala Nicaraqua (Leon Nouvelle Grenade Bogota Ecuador (Quito Uruquay (Montevideo Pérou (Lima Bolivia Sucre Met brief Hamburg } Senaat Lubeck } Senaat Bremen } Senaat 14 Sept. Met brief Der Bund Bern G. de Lausanne Journal de Genève Basler Nachrichten G. di Torino G. d'Italia florence Il Diritte Rome kruisband Eduard 10 Roorda 6 Met brief Petersb. Zeitung Met brief Journal de St Petersburg 10 Sept. nog niet verzonden Chine Zoll Bundesrath San Domingo Haïti Japan Peru Wintgens Eduard Roorda {==46==} {>>pagina-aanduiding<<} [6 november 1873 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] 6/7 november 1873 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. De rest van de brief is niet bewaard gebleven. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.) (....) vraag stelde: wie de opengelaten ruimte honoreeren zou als ik zoo'n afwyking had weggelaten¹.. En daarom deel ik U deze opmerkingen mee. De eisch van sommige beoordeelaars dat ik dàt dàt en dàt schryven zou, en niet wat anders, staat gelyk met de anecdotische domheid van Heeren XVII²., die naar Banda³. schreven om wat meer foelie en wat minder noten, (of omgekeerd.) Ze zagen niet in, dat de hoeveelheden van die twee producten van elkaar afhingen⁴.. Ik heb maar één litter. orgaan: m'n Ideën. Gesteld nu dat ik met 'n onderwerp niet gereed ben, haper, geen stemming heb, wat moet ik dan? Wachten is terstond gebrek, hier en in Italie. Welnu, toch deed ik dit vroeger. t Gevolg was dat ik (en de mynen) aan 't {==47==} {>>pagina-aanduiding<<} zwerven raakten. Let wel⁵., dat men dàn zei: dat is 'n gemeene kerel, hy werkt niet voor vrouw en kinderen! Sedert eenigen tyd arbeid ik dóór, met verkrachting van m'n kunstgevoel, en nu zou men aanmerking maken op t heterogeene van m'n werk. Vroeger zweeg ik soms jaren achter-een! En ik zocht naar middelen om tot geregeld werken in-staat te worden gesteld. Voor financiers zou t een goede speculatie geweest zyn. Tallooze keeren werd my hulp toegezegd (let wel: hulp om te Kunnen Arbeiden! Ik zocht nooit naar iets anders) maar altyd brak men z'n woord. En t ziekte verloop was eentoonig van gelykheid. Men wond my op met hoop, ik wachtte met geduld, en heel ten-laatste vernam ik ‘dat men gehoord had dat ik zoo'n slecht mensch was’. De eerste uitvinder van dit sprookje was van Twist, en eenige leden van m'n vrouws adelyke¹³. familie. Ze waren bevreesd voor de verwantschap met iemand die zoo alleen stond. Hierby evenwel is méér opte merken. Ik was vroeger zeer gezien by die familie en stond hooger aangeschreeven dan sommigen (m'n zwager van Heeckeren t. Walien⁶. byv.) lief was. Ik ben zeker dat gy gehoord hebt van ‘oude tantes’ die ik zou bestolen hebben. Welnu, ik had die oude Tantes⁸. onderhouden. Eer V.H. (die haar even na stond) ze zeer spaarzaam nu en dan 'n zeer burgerlyke aalmoes zond! Ze ontvingen van my (ik weet niet hoeveel, maar t was ruim) een vast inkomen, waarvan zy zelfs nog overlegden. (Daarvan⁷. heb ik de bewyzen. In haar brieven noemen ze my 'n engel &c) Toen ik met verlof was, gaf ik meer uit dan goed was (Zie Havelaar) en vroeg van die Tantes 'n som om my op dat oogenblik te helpen. (Let wel dat ik 'n zeer goede carrière voor my had, want reeds jaren te voren was ik voorgedragen voor resident⁹.. Bovendien was er spraak van 'n erfenis - zie Havelaar - die verdonkeremaand is geworden.) Die tantes gaven met vreugd. Ze meenden niet beter te kunnen beleggen dan by my die zoo ‘royaal’ was. (Ik moet veel overslaan, vooral omdat de historie met die erfenis hier in de zaak grypt. 't Is me nu te omslachtig. Vraag er naar als ik u spreek.) Nu, dáárop is Lebak gevolgd, en ik stond arm op straat. Myn zwager van Heeckeren was zeer bevriend met van Twist en nog vóór t verschynen van den Havelaar werd my geboodschapt dat men my zou uitmaken voor 'n dief als ik dat boek uitgaf. Dit {==48==} {>>pagina-aanduiding<<} geschiedde in de schryfkamer van van Lennep. Deze is dood. Doch hy moet het aan z'n gezin verhaald hebben, want er was 'n hevige scène¹⁰.. Ik vloog op en joeg van der Hucht¹¹. (neef, en in zydelings verband staande met die erfenis zaak) woedend de deur uit. De familie van v. Lennep moet dit weten. Of ze 't getuigen zouden? Zy?- 7 Novr Kerel, ik had u zooveel te zeggen. En juist daarom verveelt my 't schryven zoo. Het letterszetten maakt me zenuwachtig. Ik heb geen lust in juridieke stiptheid (dan immers kon ik even goed voor de pers werken. myn schryven aan u moet geen inspanning vorderen) en zònder die stiptheid loop ik gevaar misverstaan te worden. Die zaak met die tantes ('n byzaakje toch maar in m'n leven!) zou wèl beschreven 'n bundel vullen. Daar is matière¹². in voor 'n lyvigen roman. Toch byzaak maar! M'n leven is zeer vol. Dit was het reeds vóór Lebak. Eigenlyk spyt het my dat ik van die tantes geschiedenis begonnen ben. Gy zult nu denken dat dit 'n hoofdzaak is. Brieven worden altyd verkeerd begrepen, ook al schryft men correct, wat ik niet doe. Ik ben moe. Nog eens: sedert dagen kan ik niet werken. (....) 1. Deze zin is ook te vinden in een koncept, naderhand door Multatuli gebruikt voor een brief aan Funke, V.W. XVI, blz. 306. 2. Heeren XVII: het uit 17 leden bestaande bestuur van de Verenigde Oostindische Compagnie. 3. Banda: een der eilanden van de Molukken-groep. 4. Foelie is het omhulsel van de nootmuskaatnoot. 5. Let wel: oorspr. voorafgegaan door Sedert eenigen. 13. adelijke: wsch. een verschrijving. 6. van Heeckeren t. Walien: Johan C.W. baron van Heeckeren tot Waliën (1819-1868), echtgenoot van Tines zuster Henriëtte. 8. Tantes: Tantes van Tine, nl. Everdine van Wijnbergen (1803-1889), en Wilhelmina C. van Wijnbergen (1806-1883). Multatuli gaf hun in de jaren 1851-1853 minstens f1000,- (V.W. IX, blz. 234) en leende in de verlofjaren van hen ongeveer f3000,- (V.W. X, blz. 156). 7. Daarvan: oorspr. stond er Toen. 9. voorgedragen voor resident: zie V.W. IX, blz. 228-230. Dekkers chef Reinier Scherius was Dekker in deze zeer goed gezind (1851). 10. hevige scène: vgl. V.W. VI, blz. 377/378. Een en ander vond wsch. plaats op 25 november 1859. 11. Van der Hucht: Guillaume L.J. van der Hucht (1812-1874), een familielid van Tine. 12. matière: stof (fr.) [24 november 1873 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] 24 november 1873 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Een dubbel en een enkel velletje postpapier, geheel beschreven. Het laatste vel is incompleet. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.) {==49==} {>>pagina-aanduiding<<} Wiesbaden 24 Nov 73 Beste Vosmaer! Schrik niet van alweer 'n brief. Mimi S. (die ge zult leeren kennen) zat gister avend te studeeren in Vosmaeriana¹.. Van-tyt tot-tyd zei ze een woordje, maar ik wilde my aan m'n werk houden. eindelyk riep ze myn attentie in op 't stuk van Huet!². Eigenlyk had ik ter stond willen schryven. Hoor eens, dat is wat erg! Ik zoek naar woorden om het te karakteriseeren. Hy heeft u 'n dienst gedaan, want de kwaadaardigheid strydt om den voorrang met de zotterny. Daar hy niet ‘dom’ is, moet het opzet zyn. Ja, toch dom, want hy had kunnen weten, hoe ieder - me dunkt: ieder! - zóó'n zot geschryf moet opvatten. 't Is curieus van dwaasheid. Ik wensch u toe, altyd zóó te worden aangevallen! - Daarop las zy my 't stuk van Alb. Thym³. voor. Dat is katholiekschoon! By herdruk van Uw ‘vogels’⁴. wou ik dat er wel by hebben.- {==50==} {>>pagina-aanduiding<<} Ik heb lust een studie van Uw werk te leveren⁵., maar dan moet ik inderdaad studeeren. Er zyn 1000 dingen die ik eerst leeren moet. Zelfs het stuk van Alb. Thym begryp ik niet geheel. Daarom zeg ik katholiek-schoon. M.S. las het me voor, en redelyk goed. Ze leest anders niet naar m'n zin.⁶. Toen? Uw ‘beeldje’ van Theokritos⁷.. Ja heerlyk! (ook uw overzetting!) En, ik had U (ook naar aanleiding van Frans de Cort's⁸. 's opmerkingen) wel 6 vel over prosodie te schryven. Uit zekere noot⁹. in myn herdruk Ideën zult ge zien dat dit (of iets dergelyks) by my 'n oude kwestie is. Ik gis 'n andere opinie te hebben èn dan gy èn dan de Cort. Ik heb geen tyd, en betreur het!- Daarna is M.S. aan 't studeerend lezen van Uw Faust-stuk begonnen. Ze heeft Göthe er naast liggen en ik zag dat zy zich inspande. Ik kàn nog niet.- Dit is zeker, dat Gy heel hoog staat, en 'n verschyning zyt op 't Gebied van letterkunde en poëzie. Van Uw Kunst-philologie kan ik (nog) niets beoordeelen. Ik moet veel leeren.- Oppervlakkig beoordeeld¹⁰., doe ik niet mee in uwe vereering van't hellenisme. Let wel, niet omdat ik de Grieken laagstel, maar om't vereeren zelf.- Juist kryg ik daar 'n schoon vel, dat my veroorlooft 'n legger van den proef wegtedoen. Als 't u niet stuit, iets zoo huisbakkens te lezen, zoek dan in 't blauw aangestreepte in bygaand vel, een der oorzaken onzer divergentie. Ik betoog daar niets, en geef 't u maar als toelichting¹¹. van myn opvatting. Ook beweer ik niets. Ik zal zoeken naar de waarheid. Nu pas?- Die Huët! Dit had je niet gedacht, man, dat Nathaniël Rossel¹². (of hoe heet de vent?) te-pas kwam by uw vogels! en je zult in ‘stervensmoed’ je niet meten met dien saltimbanque¹³. (Herinnert ge u z'n komedie-praatjes by z'n dood? De officier van de uitvoerders¹⁴., moest hem ‘gratie vragen’ ten-behoeve van de anderen die op zyn executie wachtten en wier doodsstryd hy door z'n frasen verlengde!- Toch zie ik kans, den oorsprong opteduiken van die drie fransche faiseurs in Huëts stuk¹⁵.. Dat is m'n métier¹⁶.. Ik wou wel eens weten of gy dit ook kunt? Hm, hm, 'n uitdaging! Gek, dwaas, kwaadaardig, al wat ge wilt, maar waarom die franschen er by gehaald, très étonnés de se trouver là!¹⁷. Zie, dit meen ik te vatten. Knap hè?- {==51==} {>>pagina-aanduiding<<} Stervensmoed? Ziehier één der vele antwoorden: ‘Hoe, m'nheer Huët, ge ontzegt aan C.V. alle aanspraak op dichterschap? Maar, man, gy zult u toch niet meten met Mr Blondin¹⁹. op de slappe¹⁸. (....) Huët zich zoo stupide zou blootgeven. 't Is al te gek.- 't Stuk van Alb. Thym is eigenaardig schoon. Maar dit zeg ik nog²⁰. maar op den klank af. Ik lees moeielyk, o zoo ingespannen! Ik heb veel δόξἀ²¹. in te halen en ben al 54, of byna. En attendant moet ik vellen leveren. Jammer! Ik heb u als mensch en als dichter zeer lief. Als gy geen dichter zyt, wie is 't dan? Gut, ik wou dien ‘Raadsheer’ eens zien die (volgens H's²². brief) u zei: ‘Wat heb je daar voor 'n mal boek geschreven?’ Zeg me eens wat gy geantwoord hebt? 't Was niet gemakkelyk! Ge kondt hèm toch niet gaan betoogen dat uw boek niet mal was? - Acht u volstrekt niet verplicht op al myn geschryf²³. (....) 1. Vosmaeriana: geschriften van of over Vosmaer (naar het lat.) 2. stuk van Huet: Kritiek op Vogels van diverse pluimage, gereproduceerd in Litterarische fantasieën en kritieken deel XVI, blz. 29-34. 3. stuk van Alb. Thym: Thym had een lovende kritiek over de ‘Vogels’ van Vosmaer gepubliceerd in De Tolk van 1 oktober 1872; Vosmaer moet het artikel aan Multatuli hebben opgestuurd. 4. vogels: Vogels van diverse pluimage (1), een eerste bundeling van Vosmaers proza-stukken uit 1872. 5. leveren: oorspr. stond er maken. 6. De laatste zeven woorden naderhand ingevoegd. 7. Theokritos: Grieks dichter, omstreeks 300 v.Chr. te Syracuse op Sicilië geboren, schreef landelijke idyllen in beurtzangen waarvan Vosmaer er één vertaald had. 8. Frans de Cort: pseudoniem van Ludwig F. Brandts Buys (1847-1917), schrijver van liederen en komponist. 9. noot: aantekening bij Idee 398, V.W. II, blz. 719/720. 10. beoordeeld: later ingevoegd. 11. toelichting: oorspr. stond er opheldering. 12. Rossel: Louis-Nathaniel Rossel (1844-1871), Frans kolonel, in de opstand der Commune tegenstander van de Franse regering in Versailles, die hem liet exekuteren, ondanks zijn grote militaire verdiensten voor het vaderland. 13. saltimbanque: kermisakrobaat (fr.) 14. De officier van de uitvoerders: de kommandant van het exekutie-peloton. 15. drie fransche faiseurs: (faiseur-praatjesmaker (fr.)). In Huets stuk wordt Vosmaer op onduidelijke gronden verweten zich te willen meten met Rossel (zie noot 12), de schilder Courbet en graaf Henri de Rochefort. 16. métier: vak (fr.) 17. très étonnés enz: zeer verbaasd zich daar te bevinden (fr.) 19. slappe: hierna ontbreekt één regel, mogelijk luidende koord? - wie had gedacht dat. 18. Blondin: Charles Blondin, beroemd Frans koorddanser die tussen 1855 en 1885 herhaaldelijk over een touw de Niagara-waterval overstak. 20. nog: naderhand ingevoegd. 21. δόξἀ: (bedoeld:) wijsheid, kennis (gr.) 22. H's brief: mogelijk Holda's brief. Holda was het pseudoniem van mevr. J. Clant van der Myll-Piepers, vriendin van Vosmaer. 23. geschryf: ook hierachter ontbreekt de slotregel; wellicht: ‘te reageren’ + groet en ondertekening. [januari 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer] januari 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer, waarvan twee bladzijden bewaard zijn, waarschijnlijk de helft van een dubbel vel postpapier, waarvan blz. 2 en 4 geheel beschreven. (A.R.A., Den Haag, Vosmaer-archief; fotokopie M.M.) (....) He, iets aardigs vind ik. D. heeft zooals ge zult opgemerkt hebben, onlangs Max Muller¹. een filoloog, beschuldigd van hofmakery. Die aanklacht was alleen gegrond op zekere opmerking omtrent eenen stelling op het gebied van taal. Weinigen zouden daaruit besloten hebben tot 'n karakter-schildering. (Van Max M's karakter had hy dan ook nooit iets gehoord.) en zie, onlangs op reis zynde, vernam hy van 'n duitsch geleerde dat Max M. zoo {==52==} {>>pagina-aanduiding<<} byzonder hofmakerig en in den gunst van gekroonde hoofden is. Was 't niet aardig dit te hebben opgemaakt uit 'n stelling die alleen over taal scheen te handelen? Dit is de toepassing van zyn ‘alles in alles.’- Leest u de Vrye Gedachte van feringa? Daarin heeft Cohen Stuart een ‘grief’ tegen dek geuit².. En wel de grief dat D. het sociale vraagstuk nog niet heeft opgelost! De ellendeling - hy draait - was over iets betreffende zyn zoon, met D. in correspondentie. De heele corr. steunde op het vertrouwen dat hy stelde in D's loyauteit, maar hy teekende zeer geprononceerd-onbeschoft, met opzettelyke achterhou (....) dat ook ik niet met veel belangstelling al die hellen en vagevuren beschouwde.- Mina K.'s roman³. beviel u, my ook. Ik heb er een kort stukje over geschreven en doe dat hierby. Dek drukt my zoo op 't gemoed dat ik u niet lastig mag vallen - Nu, werkelyk, dat zou ik niet graag! Als myn stukje u beviel en ge kondt het gebruiken dan zou het my genoegen doen, maar zoo het u niet bevalt, of zoo ge het om de een of andere reden liever niet gebruikt, zal ik het zeer goed vinden. Vóór alles wensch ik u niet onaangenaam te zyn! Dek heeft M. K's boek nog niet gelezen, hy kan dus niet zeggen of myn oordeel juist is. De inrichting van myn stukje bevalt hem. Hartelyk dank voor de Spectators. D. vindt uw Samson⁴. flink. En er zyn er al weer die ook dàt niet begrypen? Het is om moedeloos te worden. En onder die niet-begrypers zyn er die boos worden als men beweert niet te kunnen wys worden uit Daniels droomgezichten of de Openb. van Johannes. Dàt begrypen zy wel! Die plaat van Adam en Eva⁵. is zeer expressief. (....) 1. Muller: Friedrich Max Müller (1823-1900), Duits oriëntalist; vooral Sanskrit-kenner. 2. Cohen Stuart: zie V.W. XVI, blz. 347 e.v. 3. Mina K.'s roman: Mina Krüseman Een huwelijk in Indië (1873). 4. Samson: gedicht van Vosmaer, zie V.W. XVI, blz. 358. 5. Adam en Eva: in het nummer van 6 december 1873 van De Nederlandsche Spektator stond een tekening van Vosmaer voorstellende een paradijsscène, gericht tegen het kamerlid Van Nispen die zich tegen ‘Godsdienstloze burgerscholen’ had uitgesproken. [19 januari 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] Wellicht 19 januari 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Een dubbel velletje en twee enkele velletjes postpapier, waarvan blz. 1-2 geheel, blz. 3 (½), blz. 4-5, en 6-7 geheel beschreven. Deze fragmenten vormen geen geheel en zijn door Stuiveling goeddeels al afgedrukt in V.W. XVI, blz. 330 e.v., naar Brieven WB IX, blz. 198-203. Naar het handschrift drukken wij de beschikbare passages hier opnieuw af, ook waar het gaat om ontcijferin- {==53==} {>>pagina-aanduiding<<} gen van door Vormaer en/of Mimi doorgestreepte zinnen. Onderaan blz. 7-8 van het manuskript is echter een hoek met de helft van 2½ regel weggeknipt. Het geheel heeft waarschijnlijk geen deel uitgemaakt van één briefzending; vgl. de beide ondertekeningen. (M.M.) Hiertoe behoort abnegatie. Zeker! En: - Hoe kan jy zoo'n objectiviteit bepreeken jy die zoo vervelend persoonlyk bent? Wel, ik ben slechts by ongeluk artist! Ik geef er me niet voor uit, en zelfs wil ik 't niet zyn. Ik subjectief? Zeker! Even subjectief even persoonlyk als 'n kruienier die z'n rekening presenteert. Dat ik door 'n zonderlingen samenloop van omstandigheden genoodzaakt ben m'n ‘Kost te verdienen’ door 't leveren van dingen die aan Kunst toucheeren, is me onaangenaam genoeg. Ik zaagde liever hout, en zou dit doen als niet het houtzagen nog slechter betaald werd dan 't schryven. Ik zend geen vel de wereld in zonder vloek. Ik Kunstenaar? Wel ik heb er den tyd niet toe. Tien jaren peinzen {==54==} {>>pagina-aanduiding<<} en voelen, en dàn 'n paar vel druks. Dàt zou me lyken! En dan zou ik misschien wat goeds leveren, maar nu? Ik Kunstenaar? Ik heb wel wat ànders te doen! Ik moet schryvery leveren voor de kost. Ik Kunstenaar? Daartoe is... liefde noodig, liefde voor z'n auditorium! In plaats daarvan bezielt me de bitterheid die m'n arbeid bederft. ‘Kunstenaar-zyn’ beteekent in den mond van Publiek: iemand dien men ongestraft miskennen en mishandelen mag. Ik maak niet de minste aanspraak op 'n (pretense!)¹. hoogte die voorgeeft dit aantenemen als behoorlyk. Waar ik verhinderd werd dezen en genen te geven wat hem toekwam ben ik gehörig². geplaagd, vervolgd, uitgescholden. Ik blyf by den eisch dat men ook my geve wat me toekomt. Ik begryp niet dat men dit niet begrypt. Moet dan iemand die zich op publiek terrein beweegt per se 'n uil zyn, à la merci³. van den eersten den besten? Verbeeld u dat Uw schoenmaker, vernomen hebbende dat gy dichter zyt, u 'n rekening voorlei: 6 + 10 = 30 of 50. Is 't u dan op straffe van verkettering niet geoorloofd te zeggen: mannetje, dichter of niet, ik kan even goed rekenen als jy? En dan in oogenblikken van geestdrift te worden nuchter geschud door de bedenking dat ge tegen zulke schoenlappers 't woord voert. Dat stremt! Neen, 'n Kunstenaar ben ik niet. En geen dichter. En geen genie. Ik ben 'n eenvoudig mensch die recht zoekt. Gunst ik ben Holda 'n⁵. komieke confidentie schuldig.⁵. Haar namelyk, omdat zy onlangs iets over vloeken schreef. Ik vloek zelden, geloof ik. Misschien nooit, of 't moest binnens'monds zyn. Eenige maanden geleden nu, op 'n wandeling en geheel alleen, voelde ik my beheerscht door indrukken... hm! Hoe ze te beschryven? Ja, zóo: ik betrapte my op een gemompelden uitroep: ik ben, geloof ik, sentimenteel, g.v.d! En daarop berstte ik in lachen uit, en nam me voor het U te schryven omdat ik de (geheel ongezochte) koppeling zoo komiek vond. (Tusschenzin: zou men niet het Heinesche genre kunnen omschryven als gezochte koppeling van die soort? Zoo ja, dan is de waarde gering. Ziehier: just passiret {==55==} {>>pagina-aanduiding<<} Herz entzwei etc. was Menschen Begehr zu Grunden gerichtet⁴. etc. Is deze humorjacht indengrond iets anders dan 't ouwe stuk dat met donder en weerlicht begint, en eindigt: ik vraag Of 't dan de tyd wel is om biefstuk te gaan eten?- O, maar toen ik sprak van Holda en haar verzen, doelde ik niet op zóó iets. Volstrekt niet. Zelfs meende ik niet Heine in't byzonder. Ik dacht aan verzemakery in 't algemeen.- Wat Heine zelf aangaat, ik houd niet meer van hem. Z'n hart breekt me te dikwyls. Wat valt er te breken aan poeier of pap? Fransche erotiek zou me ten-slotte aangenamer zyn. Let wel bovendien, dat elke klacht over hartbrekery 'n uitnoodiging is tot reparatie. Och, die arme meisjes! En... als zy eens versjes maakten?- Haastig gesloten. Mimi gaat uit en zal deze aantekenen. Hartelyk gegroet van ons beiden. Uw vriend DD Meen vooral niet dat ik geld noodig heb. 't Zou zoo kunnen schynen uit m'n geseur. Neen, maar ik ben kwaad op de épiciers die alleen rekenen kunnen in hun belang. (....) van Boileau heeft er geen goed aan gedaan. ‘La critique’ die zoo ‘aisée’⁶. is, zal beduid hebben 't sprokkelen van foutjes. Die opvatting van 't woord ging over in t spraakgebruik. ‘Deze maatregel werd zeer gekritiseerd’ beteekent niet meer: ‘men onderwierp haar aan nauwgezet onderzoek’ maar: ze waren er niet mee tevreden. Wat zou daarvan deze of gene oude philoloog gezegd hebben die 'n classischen schryver uitgaf met ‘Kritische’ noten? Kerel, als je eens op 'n stalletje een oud grieksch Lexicon ontmoet⁷. Neen, ik zal 't Funke vragen. Vindje't niet gek dat ze hier geen boekestalletjes hebben, en zelfs niet in Mainz? Dat is 'n onbekende industrie.- Nog iets over Kritiek. Ik meen dat er zekere graad van ?????? moet zyn tusschen de Kritiek en 't behandeld werk. Denk eens over 't invullen van 't woord of de woorden die ik op't oogenblik niet {==56==} {>>pagina-aanduiding<<} vinden kan. Wie Sophocles behandelt moet o.a. graecus èn iets als treurspeldichter zyn, of althans naast 'n treurspeldichter gewoond hebben.- Dat: o.a. is wat breed. Ja, er is veel noodig om 'n Kritikus te zyn! - Kan de Spectator zich niet wat uitbreiden? Ik begryp 't program niet, maar zeker is de ruimte wat eng, vooral daar hy ook Kunst... aanroert. Ik vind in den Spectator altyd te veel of te weinig. De bedoeling kan niet zyn een kompleeten Litterarischen en artistischen Rundschau te geven. Goed, maar wat dan? Misschien stuit de uitbreiding op geldelyke bezwaren, want Holland wil z'n litteratuur niet betalen. Ik moet soms halt maken met m'n Ideën omdat het budget myner lezers (volgens Funke) áán is. Dit is op 't oogenblik het geval. Funke weigert niet kopie te ontvangen, maar... hy is genoodzaakt ze te laten liggen, of de afgedrukte vellen te laten wachten op 't tydstip dat ‘men’ weer wat in z'n beurs heeft. Ik vind dit 'n misselyke verhouding. Geldelyk nadeel heb ik hiervan nog niet ondervonden, maar als ik steeds dóórwerkte (gelyk ik voor m'n behoeften zou moeten doen) stuit ik dáárop. Nu, 't is niet zoo ver, want sedert... lang, werk ik ellendig, of in 't geheel niet. ‘Zoo seur je al sedert lang’ en: ‘wat voerde je dan uit?’ zeg en vraag je. Ik ben onwel. Ook physiek mankeert me tegenwoordig dan 't een dan 't ander. Telkens hoest ik, en byzonder 's nachts. Die slapeloosheid moet verdreven worden met 'n ander kwaad: morphine. (Op t oogenblik ben ik er weer af.) Die en dergelyke ongesteldheden zouden in zekeren zin voldoende zyn om m'n werkeloosheid te verontschuldigen. Maar er is meer. Ook moreel ben ik moê. ‘Ook dàt zei je al sedert lang!’ hoor ik je zeggen. Ja. En had ik gerust gedurende al den tyd dien ik niet werkte, dan ware ik misschien hersteld. Maar in plaats van rusten, deed ik al dien tyd niets dan worstelen met m'n onmacht, en dit is zwaarder arbeid dan werken. Je weet hoe miskramen meer verzwakken dan gezonde verlossingen. By dat alles komt m'n tegenzin in schryven. Als ik aan den gang ben, lukt het me soms me zoo te identificeren met m'n onderwerp, dat ik meer let op m'n werk dan op m'n auditorium. Maar om, niet begeistert⁸., aan den gang te komen! De heele Woutergeschie- {==57==} {>>pagina-aanduiding<<} denis die ik eenmaal zoo goed in 't hoofd had, lost zich tegenwoordig op in één droomerigen indruk: ‘hoe was't ook weer?’ In één woord, ik ben van de rails af. 21 Januari Van de rails! En dan 't verdriet dat ik zoo dikwyls nog verder afdwaal van m'n weg juist door de middelen die ik aan wend om er òp te komen! Zóó'n misrekening is me onlangs overvallen. Welke? Hm! Ik heb geen lust ze aanteroeren, nog-eens! Want eergister schreef ik er over aan Mina Kruseman, de flinke loyale hartelyke Mina Kruseman. Het slot (....) lyk werk doodzwygt. En nu spreek ik niet van recensies alleen. Zie eens de kranten met hun hoofd-artikels over indische zaken. Is 't niet of ik er nooit geweest ben? Ze halen allerlei autoriteiten aan, my niet! Ik meen toch dat - enz. Is dit billyk?- Welnu, ik begryp de oorzaak. Die is duidelyk. Maar wat me verdrietig maakt is dat ‘men’ zoo algemeen daarmeê genoegen neemt. Dat Fransen v.d. Putte en v Twist my niet gaarne op den voorgrond zien, is niet te verwonderen. Maar dat zoo'n toeleg zoo gelukt, begryp ik niet. Om 'ns één ding te noemen, toen ik den oorlog met Atjin voorspelde, wist men in Holland ter-nauwernood waar dat land leî. Is 't waar, of niet? Is er al dan niet gebleken, dat ik de waarheid zei, zoo-al niet omtrent het gehalte (wat ik volhoud!) dan toch omtrent het feit der oorlogsverklaring. Zou niet in elk ander land myn waarschuwing, al ware 't dan maar nadat de gegrondheid daarvan gebleken was, althans genoemd geworden zyn? Die brief van my aan den Koning zou overal elders époque⁹. hebben gemaakt. Ook is 't my gebleken dat velen er over spreken: ‘hy heeft het dan toch geweten, naar er blykt!’ Dit moet wel. Waarom dan in publieke stukken my altyd geignoreerd? Waarom daarmeê genoegen genomen?- O lieve god, nu gaat het den schyn krygen of ik U wil aanzetten iets te doen in myn belang! Ik werd bitter. Doch meen niet, dat ik u ‘gebruiken’ wil. Roorda, die zeer hartelyk en trouw voor my is, laat dikwyls na my te noemen op myn eigen verzoek. Cameraderie is my 'n gruwel. Vat m'n klacht dus niet verkeerd op. Och, ik maak m'n brief vol met brommen en seuren. En dit alles om m'n ware grief niet te noemen, iets dat me martelt.- {==58==} {>>pagina-aanduiding<<} Ik ontsla u genereuzelyk van alle beantwoording dezer rhapsodie. rh, hr, rhapsoden, Homerus o Graecus die je bent! Pas op voor (....) kende weinig grieks (....) 7/8 vergeten. Toch geloof ik niet dat de ‘geest’ my ontgaan is. Uw Londinias klonk me zeer... bekend niet ('t zou zyn alsof ik U plagiaat verweet) maar toch als 'n weerklank op iets bekends + 't moîré.¹⁰. Goed, ik weet weinig meer van het grieksch. Het, d.i. van de taal. Welnu, ik zou instaat zyn, intehalen wat my in dat opzicht ontbreekt, om m'n yveren tegen¹². uw (voor mogelyk gehouden) hellenistische eenzydigheid te vrywaren tegen de verdenking dat het (m'n yveren) voortkwam uit school-nyd. My is het grieksch 'n moderne zaak. Dat taaltje... och! Ik liet er reeds iets van zeggen door oom Sybrand. Ge zult inzien wat ik meen met ‘modern’ als ge let op 't begin der Woutergeschiedenis. Dit is ùr. Elke taal met declinaties en conjugaties is modern. Niet historisch gesproken, maar - en dit doe ik nu - naar geologische maat. Dàn is Homerus van gister. Er zal 'n tyd komen, dat schooljongens de Herakliden verwarren met de Bourbons, en dat zoo'n fout den schoolmeester die de opstellen naziet, ontglipt. ‘Goed, zegt ge, wy leven nu niet in dien tyd!’ Zeker. En ik ontken den invloed niet die de homerische beschavingsabschnitt en later byv. tot Perikles op de onze heeft, o neen! Maar ik stel hooger eischen aan de studie der oudheid, dan wat taal-idiotisme.¹¹. Gy ook. Gy zoekt er den geest in. Ook goed! Maar 'n kosmisch overzicht geeft meer! Slotsom, ik stel als gy, de Grieken zeer hoog, doch noem hun periode, onderdeel, en wil die niet aannemen als hoofd-moment. Dit laatste vooral ook in taal niet, volstrekt niet! 't Grieksch was aanvankelyk verbasterd Keltisch. Och, moest ik tyd hebben dit aantetoonen! Om zoo-iets alleen, had ik altyd gehoopt dat men my steunen zou! Daar ligt 'n schat die ik nu niet aanwyzen kan! Funke kan my niet voor één vel druks, de studie van jaren betalen! Ik kan er dus niet van leven. Wees zeer hartelyk gegroet van uw vriend DD. 1. pretense: voorgewende (naar 't fr.) 2. gehörig: behoorlijk (du.); in Duitse schrijfletters. 3. à la merci: overgeleverd aan (de genade van) (fr.) 5. In Mimi's brievenuitgave is dit veranderd in: ‘Gut, ik ben U een komieke confidentie schuldig.’ Holda was Vosmaers vriendin en dat hield Mimi konsekwent uit de openbaarheid. 5. In Mimi's brievenuitgave is dit veranderd in: ‘Gut, ik ben U een komieke confidentie schuldig.’ Holda was Vosmaers vriendin en dat hield Mimi konsekwent uit de openbaarheid. 4. just passi(e)ret enz: het overkomt / hart gebroken / wat mensen verlangen / te gronde gericht. (du.); in Duitse schrijfletters. De eerste twee citaten komen voor in ‘Ein Jüngling liebt ein Mädchen’ waarvan het laatste couplet luidt: Es ist eine alte Geschichte doch bleibt sie immer neu und wem sie just passieret dem bricht das Herz entzwei. Het gedicht in kwestie is no. 11 in de Schumann-cyclus Dichterliebe. 6. la critique est aisée: Kritiek is makkelijk (fr.) vgl. V.W. XXII, blz. 593. 7. Deze hele zin doorgestreept. 8. begeistert: bezield, enthousiast (du.) 9. époque maken: opgang maken (fr.) 10. 't moîré: ‘de fijne glans’; eigenschap van bepaalde geweven stoffen en metalen. 12. tegen uw: oorspr. stond er voor uw. 11. taal-idiotisme: (hier) taaleigenaardigheden. {==59==} {>>pagina-aanduiding<<} [24 februari 1874 Brief van Multatuli aan A.B. Cohen Stuart] 24 februari 1874 Brief van Multatuli aan A.B. Cohen Stuart. Enkel half velletje postpapier, waarvan blz. 1 beschreven. (Partikulier archief Doetinchem; fotokopie M.M.) Wiesbaden 24 februari 1874 Den Heer A.B. Cohen Stuart Leiden Mijnheer Om te voorkomen dat mijn vriend Roorda van Eysinga die fatsoenlijk man is, zich op nieuw met U zou inlaten, heb ik hem meegedeeld wat er tusschen mij en U is voorgevallen¹.. Douwes Dekker 1. Voorgevallen: vgl. het andere slot van deze brief dat Multatuli aankondigt in zijn brief aan R.v.E., V.W. XVI, blz. 434. [28 februari 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] 28 februari 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Half enkel velletje postpapier, geheel beschreven (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.). Slot ontbreekt. Wb. 28 febr. 1874 Waarde Vosmaer, Onlangs in 'n herdruk der Ideen bundel III laschte ik Uw aardig stukje: ‘de Zongod Samson¹., &c in, met plan U vóór de korrektie verlof te vragen. Daar kryg ik nu de proef, en 't verlof vragen heb ik vergeten. Ik stel er groot belang in die regels die zoo veel karakteriseeren te bewaren en te verspreiden. Ze teekenen de positie zoo! Maar... 't mag immers? Ik zal m'n proef (of althans later de revisie) laten liggen tot ik Uw antwoord heb. Mimi zegt me vernomen te hebben dat men op, in, by de Vosmaersboom². eine restauratioooon³. gaat oprichten. Precies dus {==60==} {>>pagina-aanduiding<<} wat noodig is om de plek te bederven. Daar was niets moois, o neen, Maar juist dit bewerkte dat het er eenzaam bleef. Zoodra men er bier krygen kan, is de zaak mis. En dan verdoop ik den boom. Wáár is 't dat daar iets was dat me altyd aan U deed denken. Heel hartelyk gegroet Uw vriend DD Roorda vroeg me onlangs: is Vosmaer boos op me? Ik weet (....) 1. Samson: een 10-regelig gedichtje van Vosmaer, dat inderdaad als noot bij Idee 748 werd opgenomen (zie V.W. IV, blz. 695). 2. Vosmaersboom: het doel van een wandeling met Vosmaer; zie V.W. XVI, blz. 330. 3. Restauration: eetgelegenheid (du.) [1 mei 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer en vriendin] 1 mei 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer en vriendin. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief; fotokopie M.M.) Vrydag middag half twee. Waarde vriendjes. Hoe schoon is uw stuk in 't Vad.! Over de Minnebr. Ik heb er lust in u spoedig te zeggen hoe ingenomen D. er meê was. ‘Nog nooit heb ik zooveel voldoening gehad van myn schryven!’ zeide hy en de tranen kwamen hem in de oogen. Ik ben u zóó zóó dankbaar voor de schoone liefelyke indrukken die ge hem geeft! Ik schryf dit¹. (....) Als ge wist hoe gevoelig hy is voor welwillendheid - nu ja gy weet dit wel, dit toont ge. maar ‘men’ wist het niet². (....) dit komt van al de bitterheid die men hem te verwerken geeft. - Doch daarover nu geen woord. wat hy van u krygt is alles schoonheid - vorm en inhoud- O, hy zal 't met u eens zyn op dat punt. ik meen van kunst. dat moet. ik ben er zeker van. Hoe heerlyk u weldra te zien! Er gaat een sneltrein 's morgens circa negen uur uit den Haag, rynspoor, en is 's avonds zeven uur hier. dit is een nieuwe route en doet Keulen niet aan. De weg gaat over Troisdorf, het is de kortste en snelste. Maar misschien is u die zit te lang en doet ge 't liever in twee dagen³. (....) ik verheug er my zoo op! ook voor my, maar vooral voor dek. {==61==} {>>pagina-aanduiding<<} Verbeeld u 't is erg Maartsch weer harde regenvlagen en dan weer zonneschyn. Maar. d. heeft een vlieger gemaakt - quasi voor 'n kleine jongen ('t kind van Marie Anderson) - en telkens als de zon doorkomt doet hy alles om ons over te halen de vlieger te gaan oplaten. We zullen er dus aan moeten gelooven. - De staart is met veel arbeid gemaakt van z'n Ideen en Marie trekt voortdurend met veel succes parallellen tusschen 't riekje - haar zoontje - en den Dek. Zy schelen net 'n ½ eeuw.- Ik had wel meer te schryven, maar nu gaan we uit en - dit was ook 't voornaamste u te zeggen hoe uw stuk Multje goed doet! Hartelyk dank! Mimi HS. 1. dit: hierachter zijn twee regels zorgvuldig onleesbaar gemaakt, wsch. beginnend met ‘aan U beiden’. 2. niet: gevolgd door een onleesbaar woord. 3. dagen: hierna drie regels onleesbaar gemaakt. [9 mei 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] 9 mei 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.) Wbaden 9 Mei 74 beste Vosmaer, toen ik uit het Nieuws vdDag vernam dat No5 van den Kunstbode¹. een aanval tegen Mina Kruseman bevatte, bestelde ik terstond dat nummer by Funke. Hy zelf was en is op reis. En zie, eerst heden ontvang ik van z'n bediende bericht dat van dien Kunstbode geen afzonderlyke nummers te krygen zyn. Liever nu dan 'n heelen jaargang te nemen, ben ik zoo vry U te {==62==} {>>pagina-aanduiding<<} verzoeken dat fameuze No5 meetebrengen².. Zeker zult ge 't ergens voor 'n paar dagen wel terleen kunnen krygen. Mimi of ik zullen 't noodige dan snel afschryven.- Zeg, by uwe aankomst zal ik aan de Station zyn (natuurlyk.) Loop of ryd dus niet weg voor ge my hebt. 't Is er soms vol, en er zyn twee of meer uitgangen. Heel hartelyk gegroet Uw vriend DD Als 't weer niet byzonder slecht is vind ik (ook voor u) prettiger naar huis te loopen dan te ryden. Ge kunt Uw bagagebillet aan 'n dienstman³. geven. Na lang gespoord te hebben is zoo'n droschke⁴. 'n herhaling van beroerdheid, en men heeft behoefte 'n oogenblik te loopen. Daarby is de weg naar ons verblyfje heel makkelyk (asfalt) op't laatste stukje na, dat wat stygt. Heden kwam de Keizer⁵.. Hy ziet er slecht uit, en 't Volk was on ne peut plus... bedaard⁶.. Ternauwernood 'n galmpjen!- Als ge m'n gezicht zoekt aan de Station, reken er dan op dat ik er ellendig uitzie. En, mocht ge twyfelen, ik zal 'n roodachtige parapluie in de hand hebben.- Mimi blyft thuis om je luie stoel klaar te zetten, want je zult moe zyn. 1. Kunstbode: de Nederlandse Kunstbode tot opwekking, aankweking, en vereedeling van den Nederlandschen Kunstsmaak en Schoonheidszin. In de aflevering van 20 april 1874 (jrg. 1, no. 5) staat een niet ondertekend stuk getiteld ‘Eenige harde, maar ware woorden over Mina Krüseman en haar roman’: een samenvatting van een beoordeling door Busken Huet in zijn Algemeen Dagblad, die mogelijk overeenkomt met het artikel dat is opgenomen in Litterarische Fantasien en Kritieken deel XVI, blz. 57 t/m 62. 2. mee te brengen: oorspr. stond er mee te nemen. 3. dienstman: kruier. 4. droschke: huurrijtuig (du.) 5. de Keizer: Friedrich Wilhelm Ludwig von Hohenzollern (1797-1888) werd door toedoen van Bismarck op 18 januari 1871 als Wilhelm I keizer van het tweede Duitse Keizerrijk. 6. on ne peut plus: in de hoogste mate (fr.) [27 mei 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] 27 mei 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel gevouwen velletje postpapier, waarvan blz. 1, 2 en 3 (⅓) beschreven. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.) Woensdag avend laat Waarde Vosmaer/ By elven kwamen we thuis van Bonn tot waar we de beste goede M.K.¹. hadden begeleid. En uw briefje van Maandag was door den besteller onder de keukendeur geschoven. {==63==} {>>pagina-aanduiding<<} Na te hebben thee gedronken (m'n soulaas na sporen!) schryf ik u nog dit woordjen, en breng 't naar de bus als 'n ware nachtlooper².. Zie, ge mocht denken dat uw komst op Saterdag ons niet schikte! Dàt zou wat àl te erg zyn. Ik agiteer me nu al dat ge niet met omgaande antwoord kreegt. Alzoo: Saterdag avend, graag! Ik zal er wezen met m'n roode parapluie, regen of niet. Verlaat de station niet voor ge my hebt. Hartelyk gegroet, en prepareer u op studenticoze maar zeer hartelyke ontvangst. Ik heb er recht schik in u hier te hebben. Ook groete van Mimi die zeer naar u verlangt (wat haar gewoonte niet is.) *. Uw vriend D.D. 1. M.K.: Mina Krüseman. 2. nachtlooper: fuifnummer, losbol. 3. bedoel: oorspr. stond er meen. 4. liante: toeschietelijk, zich gemakkelijk gevend (fr.) 5. frazeeren: goedlopende zinnen maken. [juni 1874 Brieffragment van Multatuli aan C. Vosmaer] Eind juni 1874 Brieffragment van Multatuli aan C. Vosmaer, met bovenschrift van Mimi. Half enkel velletje postpapier, aan weerszijden beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) dank, beste Vos. Mimi HS. Ja, die illustratie is... levendmakend. M'n vrind Friedrich Plump¹. heeft vleesch en been gekregen. Sakkerloot, ik wou dat je middel {==64==} {>>pagina-aanduiding<<} vondt zulke zaken te publiceeren! Is dat financieel lohnend? Zoo ja, waarom geef je geen geteekende Ideën uit? Ik bedoel - nu niet juist geheel-en-al à l'instar². van A v H.³. (of-i 'n goed teekenaar is, kan ik niet beoordeelen, maar wel zeg ik dat-i onzuiver denkt.) Zoodra ik 'n paar gulden missen kan wil ik eens probeeren uw Staccata⁴. en Lord Ci Devant⁵. in photographie te laten brengen. De meid die 't pakje van 't Steuerampt⁶. heeft gehaald, waar 't geopend worden moest, zei dat die kerels zoo gelachen hadden, dit zal om Herr Friedr. Plump's schreeuwende mond geweest zyn. Of ze die Laube herkend hebben? Ze is allerliefst! Maar zeker hebben ze de gnoompjes⁷. niet gezien, die zich zoo aardig (....) opinie moet handhaven, is om dat het 'n beetje schaduw geeft aan uw aanpryzing van m'n schryvery. 't Spreekt vanzelf dat ik er niet tegen op kom. Maar, onder ons: is⁸. niet de tegenwoordige belabberde toestand 'n uitvloeisel van de regeling die aan Th.⁹. wordt aangerekend als verdienste? Uw voorstel om hem de sedert 48 verloopen 26 jaar ten goede te rekenen, en hem te beoordeelen naar zyn tydvak, gaat meen ik, niet op. Juist die 25 jaren leveren 'n geschikt laps de temps¹⁰. om te beoordeelen of 't in 48 verrichtte, steekhoudend was. Wie vruchten gewacht had, den dag na de invoering der nieuwe orde van zaken, had zeker ten-antwoord gekregen. - Uw eisch is onbillyk! Staatk. veranderingen werken niet zóó snel. Wacht eens 'n kwart eeuw, en zie dàn wat er verbeterd zal zyn! Doch geen gepolitiseer tusschen ons. Ik geloof dat we 'r te goed toe zyn! Ja, dit nog. Die Fr. v.d. Putte komt makkelyk van z'n zotte Atjinsche oorlog af! Wie moet nu den last dragen? Wat beteekent: ministerieele verantwoordelykheid? Dag beste kerels, allebei hartelyk gegroet. Onze woning is kostelyk!¹¹. 1. Plump: branie-student uit Millioenenstudiën; vgl. V.W. V, blz. 21. 2. à l'instar de: net zoals (fr.) 3. A.v.H.: Alexander W.M.C. Verhuell (1822-1897), een der vaste illustratoren van De Nederlandsche Spektator. 4. Staccata: dienstertje bij de Sonnenberger toren (Millioenenstudiën); vgl. V.W. V, blz. 24 e.v. 5. Lord Ci Devant: eveneens een (spelers-)figuur uit de Millioenenstudiën. 6. Steuerampt: (bedoeld Steueramt) belastingkantoor. 7. gnoompjes: dwergjes uit Millioenenstudiën. 8. is: oorspr. voorafgegaan door Ik. 9. Th: Thorbecke. 10. Laps de temps: tijdsverloop (fr.) 11. Onze woning: Multatuli en Mimi waren kort tevoren verhuisd naar de Schwalbacherstrasse in Wiesbaden. [3 juli 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] 3 juli 1874 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.). Slot ontbreekt. {==65==} {>>pagina-aanduiding<<} Wiesbaden, 3 Juli 74 Savends laat Beste beste kerel, Voor 'n paar uurtjes bracht het meisje den brief over ‘Kraton’¹. en uw vlugmaarproef in de bus, en nu, rustig zittende onder genot van wat koelte lees ik uw E.e.a. Myn hart springt op om je te bedanken voor ik slapen ga. Straks zal ik den nachtwacht praaien om dezen im Kasten zu werfen².. Och, wat doe je my 'n goed, en - ik geloof dat je goed doet! Ik had den heelen dag komiek gesjouwd. Niet onpleizierig, dit moet ik zeggen, maar heel onlitterarisch. Ik heb getimmerd en gezaagd, en gevyld, en spykers geslagen en boeken gerangschikt. (Marie Anderson heeft 'n overvolle kast met dat tuig by ons gedeponeerd, en voor 'n paar dagen lag alles of byna alles op den grond, want voor myn boeken &c was geen plaats.) Na 't verhuizen, of daarvóór al, had Mimi 'n rek besteld, 7 vt hoog³., 5 vt breed, 1 vt diep. Dat ding was gearriveerd. Ik kocht zwarte verf, en schilderde het. Maar we kwamen ruimte te kort. Dus den timmerman dien wy betaalden met de door U gezonden f10, twee nieuwe kleinere⁴. rekken besteld, die precies passen zouden tusschen de vensters. Die kwamen gister en heden. Terstond geverfd. (De verf is in een kwartier droog. Ze is niet met olie maar met terpentyn: probatum!⁵. Ik heb er nu meer pleizier in, dan wanneer ze van 't mooiste hout waren. t Is komiek hoe goedkoop men zich in zyn meubels kan steken, en netjes, dat zul je zien!) {==66==} {>>pagina-aanduiding<<} Nu staan die drie kasten zóó: {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} (Ik zal er de rest ook maar byteekenen) bijschriften van Multatuli: hier zal M. zitten als ze 'n tafeltje heeft. sofatje hier zit ik kast M.A. Welnu, thans reeds heb ik, voor er nog gordynen zyn, wat ongezellig staat, prettiger schryfhoekje dan ik sedert Lebak gehad heb. En de heele woning is zoo aardig, en vry. Dat doorloopje is van ons, en als 't vóór te heet is gaan we daar zitten. Wat het aankoopen van eenige noodzakelyke dingen aangaat die nog mankeeren, hoop ik weldra geholpen te zyn, en dan denk ik goed te werken, zooals ik je reeds vanavend schreef.- Met kleine beredderingetjes van allerlei aard had ik m'n dag doorgebracht, en 't was zoo warm telkens dat ik me verbeeldde in Indie te zyn. We hebben eerst de reflectie der zon van die witte kaserne, en daarna HEd⁶. zelf, tgeen in den winter goed tepas komen zal, maar vandaag afmattend (....) 1. Kraton: in zijn ‘Vlugmare’ van 24 juni 1874 schrijft Vosmaer spottend over de veroveringen in Atjeh; in kranteberichten was een totaal verlaten fort de ‘Kraton’ genoemd, ook al is dit Javaanse woord voor ‘paleizenkomplex’ op Sumatra onbekend. 2. im Kasten zu werfen: in de brievenbus te gooien (du.) 3. 7 vt: ongeveer 2.10 meter. 4. kleinere: naderhand ingevoegd. 5. probatum: uitstekend bevonden (lat.) 6. HEd: Hare edele. {==67==} {>>pagina-aanduiding<<} [13 juli 1874 Notitie en brief van Mimi en Multatuli aan C. Vosmaer] 13 juli 1874 Notitie en brief van Mimi en Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.) 13 Juli Ergens¹. in den derden bundel waar D. zoo klaagt over doodzwygen voegt hy van daag deze noot in: (Noot van 1874) De heer Mr. C. Vosmaer heeft onlangs den moed gehad dit onwaardig stilzwygen te breken. Een reeks keurige artikelen van zyne hand verschenen dezer dagen in het ‘Vaderland’. Ik heb ze gelezen met innige dankbaarheid, doch vooral met eerbied voor z'n karakter. Mochten velen - als ikzelf - den my toegebrachten lof overdreven vinden - minder overdreven toch, naar ik hoop, dan de my sedert zooveel jaren aangedane smaad! - toch zullen de goeden onder ons aangenaam getroffen zyn door de edelmoedige mannelykheid, waarmee die schryver de handschoen voor myn streven en werken durft opvatten. Men zou byna wenschen langen tyd miskend te zyn geweest, om zoo gewroken te worden door den dichter van ‘Londinias’ en der ‘Vogels van diverse pluimage’. Dit notaatje lag op Mimi's schryftafel². By 't sluiten schreef ik op 't boven begin hoekje³.: ‘schryf niet als u {==68==} {>>pagina-aanduiding<<} geen lust hebt, en verdenk ook my niet van lauwheid als ik me traag toon.’ Ja, dit is gemeend. Ik merkte vaak op hoe men zich 't leven lastig maken kon door aandringen op brieven. Dit hebt gy nooit gedaan, maar ik ondervind het van anderen en 't maakt my verdrietig. Lieve god, men heeft soms geen adem! En er is iets wantrouwends in. 't Heeft er iets van of betuigingen van genegenheid zoo telkens moeten gerenoveerd worden, om niet als buskruit dat te lang stil ligt te bederven (vraag je kanonnier⁴. die al lang ondervinding hebben zal van ‘kruitkeeren’⁵..) Maar als jelui lust hebt in schryven zal je brief heel belangstellend ontv. worden.- De Steuerempfänger⁶. (hy is NB van 't Ryk, en schynt de gehoorzamen dienaar van de Kerk te wezen!) heeft my beleefd geschreven dat-i er niets aan doen kon. En hy verwees me naar den Vorstand⁷. der Evang. Gemeinde. Aan dien vorstand schreef ik: 1.Ik behoor niet tot uwe noch tot eenige andere gemeente. 2.Bestaat er 'n wet die my dwingt 'n keus te doen? 3.Zoo neen, dan kies ik niet. Zoo ja, dan verklaar ik my, onder protest, R.C. omdat dit geloof goedkooper is, naar ik hoor. Ik ben benieuwd naar 't antwoord. 1. Ergens: Tot en met de aanhaling uit de Ideeën is deze notitie van de hand van Mimi. Zie V.W. IV, blz. 718 e.v., alwaar de noot van 1874 begint met ‘Behalve Dr. Feringa in z'n tydschrift Vrye Gedachte, en Mejuffrouw Mina Kruseman in haar kurieus go-ahead-bundeltje: “De moderne Judith” heeft voornamelijk de heer Mr. C. Vosmaer’ enz. 2. Deze regel in Multatuli's handschrift, geschreven met blauw potlood. 3. De tekst wordt verder door Multatuli in inkt voortgezet, waarschijnlijk als slot van een op 14 en 15 juli begonnen brief aan Vosmaer (zie V.W. XVI, blz. 611-615). 4. Kanonnier: een van Vosmaers zonen volgde een militaire opleiding. 5. kruitkeeren: het bederven van kruit, onder inwerking van vocht. 6. Steuerempfänger: belastingontvanger (du.); zie voor het begin van deze kwestie V.W. XVI, blz. 611. 7. Vorstand: bestuur (du.) [23 juli 1874 Opdracht van Multatuli in Millioenen-Studiën] 23 juli 1874 Opdracht van Multatuli in Millioenen-Studiën. (coll. prof. dr. A.L. Sötemann.) Den heer J.A.B.¹. schryver van het stuk: ‘Een afgebroken stilzwygen van de Nederlandsche pers.’ met de vriendelyke groeten van den Auteur der Mill. Studiën Wiesbaden 23 Juli 74 1. J.A. Bientjes. {==69==} {>>pagina-aanduiding<<} [23 juli 1874 Opdracht van Multatuli in Millioenen-Studiën] 23 juli 1874 Opdracht van Multatuli in Millioenen-Studiën. (M.M.) Den Heere H. Switzar van zyn schaakvriend den Schryver. Wiesbaden 23 Juli '74 [29 september 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer] 29 september 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer. Twee dubbele velletjes postpapier, waarvan blz. 1-7 beschreven. (Vosmaer-archief, A.R.A., Den Haag; fotokopie M.M.). Sommige gedeelten zijn weggeknipt. Maandag 29 Sept. Beste Vos. Verbeeldje, daar krygt Dek van morgen een brief van Stéfanie (de paduasche vriendin) van den 26sten. Zy wist toen niet waar de kinderen waren. Zy schryft dat ze met haar man op reis was in Tyrol en den 26 sten eerst voor drie dagen tine's overlyden vernomen had. De kinderen waren ‘immédiatement’¹. na haar toe gekomen, en hadden, niemand te huis vindende, gezegd dat ze over 10 dagen terug zouden komen en nu naar Milaan gingen. maar ze hadden geen adres achter gelaten schryft Stefanie. In haar echt franschen brief schryft ze dat ze in ‘des angoisses terribles’². is en naar Milaan zal telegrafeeren - wat ze intusschen al drie dagen vroeger had kunnen doen. De kinderen hebben in Milaan geen andere relaties dan door haar, haar familie en vrien- {==70==} {>>pagina-aanduiding<<} den. - Goddank dat D. nu dien telegram van Edu had. in wat 'n angst waren we anders (....) van Edu. Hy zal (veronderstel ik) dinsdag, na de begrafenis 10 dagen verlof hebben gevraagd en toen met Non naar Padua gegaan. Daar niemand vindende en er tegen opziende naar Venetie terug te keeren in dat leege huis - uit behoefte aan een afleiding zal-i naar Milaan zyn gegaan waar i kennissen en vrienden heeft. Arme kinderen daar nu in Padua aanteschellen aan een toe huis! Dit komt uit, den 26 was hy in Venetie terug. En in al dien tyd heeft hy aan niemand geschreven. noch aan dek, noch aan Stefanie, noch aan zyn patroon! Zoo ondoordacht! maar dat kan ik me van hem voorstellen. Dek is nu in zooverre bly dat Stefanie geen rol by 't sterfbed gespeeld heeft, en haar geen belofte zyn gedaan omtrent Non. - Wel schryft ze dat ze Non gaarne by zich zou hebben - nu dat geloof ik wel. Ze is ryk en heeft geen kinderen maar zoo zal dek geen afstand van de Nons doen! (....) ons. Zou men niet zeggen dat we jaren lang vrienden waren?- van de portretten. Zie hierby twee. Deze of althans het groote heeft Funke afgekeurd. Van 't andere 't eerste, dat je by ons zag heb ik geen afdruk. De fotograaf zal er mij een maken - maar hy is zoo langzaam ik heb dus aan funke verzocht u het portret te zenden dat hy heeft. En dat is ook al. andere cliche's heeft de photograaf niet. 't Is lief Vos je je daar moeite voor wilt geven - hoe je doen zult begryp ik niet. Ik weet niet of funke wel te vreden is met lichtdruk, ik geloof haast niet. - Dek zal natuurlyk goed vinden alles wat je doet - want daar funke ook een stem heeft wordt het anders zoo omslachtig. - In 64 is er een portret van Dek gemaakt. phot. Zou dat misschien gebruikt kunnen worden nam. door copieeren? Dat is mooi, en groot. 't Is waar dat D. daar 10 jaar jonger op is maar voor later is dat 't zelfde, en staat nader aan den Havelaar. Wy hebben geen van die portretten. Maar als je 't de moeite waard vind³. zal ik aan de Hotzen verzoeken ze je te zenden. want diè hebben ze. {==71==} {>>pagina-aanduiding<<} Vos, je zoudt ons een feuilleton van je gezonden hebben, waarby je gedacht had aan myn 24 uur?⁴. waar blyft dat? En toen je nog hier waart heb je beloofd iets te zenden dat je uit 't Grieks vertaald had. Herinner je je dat? Na de manier waarop je er over sprak moet het iets natuurlyks en bevalligs zyn. Meer weet ik er niet van te zeggen. Kun je 't thuis brengen? Iets van vrouwen, van twee vrouwen.⁵. Je ‘een zaaier’ is heerlyk! Dank je Vos! De dek is er zoo bly mee. Myn dek knapt weer wat op. O die nare onzekerheid over de kinderen! Vos ik wil je myn soi-disant⁶. drama zenden. Het is niet goed. maar ik kan 't niet goed maken. Als de hond van Cervantes: als je 'm aan de eene kant opblaast gaat het er aan de andere kant weer uit.’ Toch heb ik geen lust het in de snippermand te gooien: toe, lees 't eens voor me! Je opmerking schilderen = roman = drama = beeldhouwen is zoo goed! ik zal daar dikwyls aan denken.- Je opmerking dat ik niet moet streven naar diepte, heb ik in mn oor geknoopt. ik voel dat-i juist is, dat dat 'n struikelblok kon worden. Ofschoon ik 't niet begryp doet 't me toch genoegen dat gy en sommige anderen in myn 24 uur wat goeds vinden. Pas gister heb ik aan funke gevraagd of hy my niet een Nederl. zou kunnen bezorgen, want ik zou gaarne eens zien hoe het er uitziet. Ik heb verzuimd by tyds om afdrukjes te vragen.- Als ik dacht dat myn drama drukbaar was zou ik 't netjes overschryven met komma's etc etc. maar nu - dat naschryven is zoo vervelend en daar 't leesbaar is - zend ik 't je maar zoo. De hoofdfout er van ligt in myn weifeling. Myn eerste idee was alleen Anna te teekenen en haar offer, haar dood om Gustaaf gelukkig te maken. Laura was slechts accessoire.⁷. Maar onder 't schryven sleepte Laura my mee. ik had toen lust gehad haar liefde te doen zegevieren. Maar zie dan had zy Anna's offer moeten aannemen, dat zou haar vernederd hebben. dat kon ik niet dulden. Ik slingerde. Anna te laten sterven en dan de anderen vereenigen - daar was iets zoo ordinairs in. Ook waarschuwde dek me zoo tegen 'n sterfscène als leelyk. - 't Eind is dat ik geen raad wist. dat dit slot onbevredigend is, niet deugt - toch zyn er passages die my te veel aan 't hart liggen dan dat ik 't geheel zou kunnen wegooien.- O ja, nu nog over 't register van deks werken. Beste Vos wat we hebben is alleen geschikt voor dek zelf. 't Slaat op woorden, niet op {==72==} {>>pagina-aanduiding<<} zaken. 't is een klapper, geen register. Ik zou er wel graag een maken die geschikt was om uittegeven, maar ik zal dek niet kunnen voldoen. En was ik nu met myzelve nog goed eens hoe 't zou moeten zyn, maar 't is heel moeilyk. Dat goed te maken zou een waar kunststukje zyn. Alles is in alles by hem. en dat te ontrafelen en in vakjes te deelen -en zeker te zyn dat Dek nooit tevreden zou kunnen wezen. Ik denk er wel over, maar ik gis dat ik evenmin zal durven als kunnen. Ik groet je zeer Vosje. en zoo doet de dek, en de Max niet te vergeten! Morgen of overmorgen verwachten wy nu een brief van de kinderen. van Edu! O, wat verlang ik er naar! Was de Non maar eens hier. dag beste Vos. Mimi 1. immédiatement: onmiddellijk (fr.) 2. des angoisses terribles: hevige verontrusting (fr.) 3. vind: kennelijke verschrijving. 4. 24 uur: In Nederland (II, 1874) was van Mimi's hand een ‘schets’ verschenen, ‘Vier en twintig uren op reis’ geheten. 5. twee vrouwen: de laatste zes woorden naderhand toegevoegd. Wellicht was Mimi's belangstelling extra groot in verband met haar eigen drama-proeve, zie noot 6. 6. soi-disant: zogenaamd (fr.); ook deze ‘proeve van een tooneelspel in vijf bedrijven’, getiteld ‘Twee vrouwen’, is in Nederland gepubliceerd. 7. accessoire: bijkomstig (fr.) [18 oktober 1874 Passage uit een brief van C. Vosmaer aan J. Versluys] 18 oktober 1874 Passage uit een brief van C. Vosmaer aan J. Versluys (J. Versluys Een en ander over Multatuli, Amsterdam 1889, blz. 55). (....) Ik ken hem van nabij, ben zeer met hem bevriend en heb pas een 14 dagen bij hem gelogeerd - ik ben dus op de hoogte en meen meer en beter te weten dan de zaaiers van gemeene anecdoten over hem. Hij is schandelijk belasterd; hij is in sommige dingen een vreemd man, heeft zijn eigenaardigheden, is gevoelig, ridderlijk tot donquijoterie toe - maar edel, braaf, trouw, goed, hartelijk, liefhebbend, naief goed. (....) [oktober 1874 Brieffragment van Multatuli aan C. Vosmaer] oktober 1874 Brieffragment van Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) {==73==} {>>pagina-aanduiding<<} (....) Ik zou me de haren uit het hoofd trekken als gy door 'n brief van my werd benadeeld. Ik durf geen brief onaangeteekend verzenden, tenzy heel omzichtig geschreven, en in dat geval werd myn décousu¹. geschryf nòg minder waard! Dat er een aan my gerichte brief van ± 14 dagen geleden niet te recht kwam, is 'n feit. Doch gy vergist u als ge meent dat iets politisch daarby te-pas komt. Zoo hoog vliegt men in Holland nièt! Zoek de aanleidingen lager. In den nu verloren brief (ik verneem: van 6 blaadjes) had de schryfster ingesloten 'n prentje, voorstellende 'n ry- of pleizier-party, en daaronder stond, (iets als:) het ryden (?) is een goede zaak En geeft het menschdom/de menschen veel vermaak. Ze zond het my ‘voor aardigheid’ om den weerslag op de versjes van Pennewip's leerlingen. Welnu, ik gis dat dit prentje voor geld is gehouden. De twee brieven die my ontstolen werden in 69(?) hielden geld in. Men had ze niet kunnen aanteekenen, wyl er reden was om de relatie met my niet te doen bekend zyn. Neen, de ééne slechts. Dat was 'n brief van Rochussen².- Kyk, dit is 't nu, wat ik tegen schryven heb! Zou je nu, zonder explicatie niet gaan denken dat ik, geld ontvangende van R. verkocht ben of was aan't behoud? (even als de dief schynt gedacht te hebben, zie zeker stuk in 't Bataviaansch H.bl. En zekere zinsnede in dien brief luidende (by gissing, want R. herinnerde zich den tekst niet juist) ‘Kom nu spoedig hier’ of: ‘by ons’ of zoo-iets. is gelezen als 'n invitatie om by hem te komen logeeren) Dàt stond in de Bat. Courant!)- Dus nu zou ik u moeten uitleggen, waarom R aan my geld zond? En die uitlegging is me te lang, te inspannend, 'n werk! Neen, ik verkocht my niet aan 't Behoud! R. riep myn hulp in, (hy die geen behouder was, 't lykt er niets naar!) om 'n radicale verbetering tot stand te brengen en wel in liberalen zin! Toen hy me riep, moest ik antw. ‘ik wil wel, maar heb geen reisgeld!’ (Ge hebt geen begrip {==74==} {>>pagina-aanduiding<<} van m'n toenmaligen armoed! Daarop zond hy f200³.. Ge begrypt dat hy z'n naam niet wou opgeven aan de post! De toen juist 8 dagen daarna gestolen brief was van Huët. 25 gl. voor ‘Berichtjes v.d. Ryn in de Haarl. Courant!’ Dit was m'n eenig maandelyksch inkomen! Zoek de oorzaken van diefstal zoo hoog niet. Of geld, òf (in uw geval) opwek (....) postbeambten⁴. a costi⁵. burgers eener Kleinstadt zyn! Ik schrik als ik er aan denk. Gy voelt nu te hoog om daarop verdacht te zyn! Reken in Holland op 't gemeene! 1. décousu: onsamenhangend (fr.) 2. Rochussen: Jan J. Rochussen (1797-1871), Nederlands staatsman, gouverneur-generaal van Ned.-Indië (1845-1851), en conservatief minister van Koloniën (1858-1860); daarna weer lid der Tweede Kamer. 3. f200: oorspr. voorafgegaan door met. 4. postbeambten: vanaf dit woord vertikaal in de kantlijn geschreven. 5. a costi: te uwent (it.) [oktober 1874 Brieffragment van Mimi aan C. Vosmaer] oktober 1874 Brieffragment van Mimi aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven, maar verknipt. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) Beste Vriend, Wat was ik van morgen verheugd toen we een brief van u by 't ontbyt vonden leggen¹.. En hoe lief was ons de inhoud. Ik ben bly ge zoo hartelyk aan den dek en my denkt. En wy dan aan u?... nu dit weet ge! Ik vind prettig ge het zoo goed weet. Ik hield van u voor ik u zag, ik (....) het is er by ingeschoten. 'n volgende keer dus. Dominé Lodeizen is gister met Dek meegekomen en bleef dien avond. Nu is hy weer afgereisd. 't Is 'n goed mensch zegt D. Uit nood is hy weer dominé geworden maar 't was aardig zooals D. hem vry sprak: ‘Wel, (....) beware ons 1. leggen: kennelijke verschrijving. [29 oktober 1874 Toneelkritiek door A.J. Servaes van Rooijen in het Rederijkers Weekblad] 29 oktober 1874 Toneelkritiek ‘Uit 't parterre’ door A.J. Servaas van Rooijen in Rederijkers Weekblad. Orgaan van het Nederlandsch-Rederijkers Verbond. (fotokopie M.M.) Fragment. (....) De heer Vosmaer heeft een dankbare taak volbracht door in zijne grondige studiën over Multatuli's werken nog eens op diens ‘Vorstenschool’ te wijzen. Waarom wordt dit stuk niet opgevoerd, {==75==} {>>pagina-aanduiding<<} zoo vragen we met hem. Ja waarom? En als we't dan, even als die scherpzinnige criticus bij die vraag laten, komt ons toch nog de verzuchting van de lippen, wat heeft in Nederland toch alles een langen tijd noodig, eer 't van den nieuwen zuurdeesem doortrokken is! (....) [9 november 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer] 9 november 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer. Dubbel velletje postpapier, verknipt, geheel beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) 9 November. Beste Vos. gister heeft D. 'n paar woordjes geschreven om te zeggen dat al je brieven terecht zyn. Hy had niet meer tyd. en ik heb ook nog al veel te doen gehad dezen laatsten tyd. 't Spyt me ik u en haar ongerust heb doen of laten worden. - D. had namelyk een Shakespear almanak gezien en hy kwam daardoor op 't idee van 'n Multatuli-Almanak. Ik heb nu de 365 spreuken of ideen of hoe je 't noemen wilt by elkaar gezocht (dat heeft me erg opgehouden) Van middag hebben we ze verzonden en zullen nu eens zien wat Funke er van zegt. Intusschen hebben wy uw pak ontvangen, met het kostelyk schaakboek - dat is zoo wat voor dek! Hy schaakt altyd nog tus- {==76==} {>>pagina-aanduiding<<} schen alles in, en door alles heen o onvermoeid. Wat die v.d. L.¹. 'n wroeter is! - En dan uwe syracusische vrouwtjes³.. beeldig, beeldig! Dat vond dek ook. Waar is dat verschenen vos? dat leeft, het is gracieus, snoepig! Ook je andere stukken vond ik zoo goed⁴.. Over Lessing, kostelyk! en dan Bilderdyk en Brunswyk. - maar alles wat niet van u is vond ik naar. Wie is Keerom².? O, verbeeld je nu Vos, dat dat 'n andere naam van jezelf was!... Maar neen, dat kan niet! het is ínvervelend dat geseur van Keerom over dien duitscher. (O god, dek zegt me daar dat-i al meer naar K. gevraagd heeft, en je hadt geantwoord dat 't dr. D. was, 'n vriend van je! O - O!) nu 't kan me niet schelen. En heb je verdriet gehad van myn begrippen over deugd? Arme vos! Ik heb me daar onjuist uitgedrukt. myn bedoeling was nogal onschuldig namelyk: dat ondeugd maar zeer zelden aan satyn en paarlen helpt; dat ondeugd en misère geen tegenstellingen zyn, juist andersom. de meeste ondeugd is byna even afzichtelyk van armoe, als de ‘deugd’ in dat zelfde geval zyn zou. (ik lees dit dek voor en hy zegt: jammer dat je 't niet zoo in je stukje heb gezet.) (Weer dek: wat drommel, waarom heeft Vos ‘Nierstras’⁵. onder den titel gezet. Ze zullen je beschuldigen dat je dien man z'n woorden verdraaid hebt.) (....) haar opgang hebt. Je kent de omstandigheden zooveel beter dan wy. Ze hadt ons beloofd dat we haar lezing zouden hebben terwyl ze hem voordroeg. ik verlang er nr. D. zegt: ‘hoe brutaal van 'r het te noemen een satire!⁶.’ Zy heeft een karaktertje om altyd haar schepen te verbranden. telkens en telkens weer. dat moet eens tegenslaan. Ze schryft ons dat ze voor 't spelen zoo stoot op (....) lykheid onbegrip etc 1. v.d.L.: Anthonie van der Linde; zie voorts V.W. XVI, blz. 798. Schrijver van het door Vosmaer gezonden boek. 3. Syracusische vrouwtjes: wsch. had Vosmaer het handschrift opgestuurd van zijn zo geheten bewerking van de 15e Idylle van Theokritos, later uitgegeven in zijn Vogels van diverse pluimage. 4. andere stukken: tussen 19 september en 25 november 1874 publiceerde Vosmaer onder de titel ‘Een en Ander’ een verslag van zijn reis naar Brunswijk in vervolgafleveringen in Het Vaderland. Daarin kwam een uitgebreide beschouwing voor over Lessing en een biografische notitie over Bilderdijk in zijn Brunswijker tijd. Deze reeks is later onder de titel Geëtste bladen verschenen in de Vogels. 2. Keerom: pseudoniem van dr. W. Doorenbos. 5. Nierstras: wsch. had Vosmaer een citaat van Johannes L. Nierstrasz (1796-1828) als motto gebruikt. 6. satire: Mina Krüsemans theatrale lezing ‘Kritiek en Kunst’ was in 1874 gepubliceerd als Meesterkritiek. Geen roman of novelle, maar een satire. [Omstr. november 1874 Brief van Mimi aan C. Vosmaer] Omstreeks november 1874 Brief van Mimi (gedeeltelijk gedikteerd door Multatuli) aan C. Vosmaer. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. De brief is onvolledig bewaard gebleven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) {==77==} {>>pagina-aanduiding<<} (....) er juist 'n almanak van te maken, dat is met een jaar gedaan¹..’ En hy schreef aan Funke ‘denk daareens over na, we zouden er dan 'n 500 kunnen verzamelen.’ Funke schreef terug ja, welbeschouwd vind ik dat ook beter. Dan hoefden ze ook niet juist van één of twee maar konden ook van vier tot zes regels zyn.’ En dek schryft: zend ze maar terug. En nu zyn we bezig er wat by te werken en hier en daar wat aan te vullen daar we niet meer aan kortheid gebonden zyn... en 't is heel wat anders geworden dan 't primitieve idee. Ik zal rechtsomkeermaken en mooi vinden alles van Keerom². als-i nu maar voor den dag kwam met z'n Mill. Studien. Och neen... hy houdt lezingen voor dames! dat is 'n antipathie van me. Maar Hroswitha³. heeft wat vóór Mina K. gezegd, daarom zal ik K. loven in m'n gedachten. Wàt zy gezegd heeft weet ik niet. 't Stuk van Rössing⁴. hebben we gelezen, als advertentie in 't Nieuws. 'n heele kolom! maar in de Utrechtsche. Ja bitte zend ons dat. Die redacteur Boscher (ik weet de naam niet) en z'n vrouw zyn bevriend met haar. Neen, dan houd ik meer van Schenk⁵. dan van dameslezingen. Hy haalt in zyn blad aan dat de wet zegt ‘alle onderdanen moeten hun land helpen verdedigen.’ (met wat andere woorden) en dus de vrouwen ook. zegt-i. A la bonne heure!⁶. dien mag ik: 'n vrouw is 'n mensch. Anders ben ik byna kwaad op hem geweest dezen zomer... nu, dat tot daaraan toe. {==78==} {>>pagina-aanduiding<<} Philippine W. is gespeeld als drama in Amst. en 't handelsbl. keurde het stuk af! ik heb 't gelezen. ik troost me nu met de gedachte dat het slecht vertaald was. Ze zyn in Holland nog moeilyker dan hier, ofschoon 't publiek hier 't best opkomt by 't ordinairste stuk, dat is waar. O neen, overylen zal ik me niet met dat plan. Je hebt gelyk Vos, ik zou wel wat heel laat beginnen. Maar weet je dat dek dit heele jaar niets geschreven heeft? De afl. ideen die je nu ontvangen hebt heeft hy verleden jaar om dezen tyd geschreven. alleen de laatste 2 vellen dit jaar. Hy heeft veel gecorrigeerd en noten by geschreven, maar niets nieuws. Mina denkt dat het spelen wel gaan zal⁷. met de noodige hulp van Van Zuylen etc. Ik wil nu van haar eerst eens hooren over geldzaken. beneden 2000 g. byv. zou ik 't niet doen, dat zou my de moeite niet waard zyn, noch de agitatie. als dus de beste actrice dat inkomen niet heeft geef ik 't op. Als ik er toe overga om het te probeeren, zou ik eerst mezelf op t antwerpsche tooneel eens kunnen beproeven, enfin dat zullen we zien. Je bent heel lief Vos dat je me helpen wilt aan schryvery werk, maar je zult wel begrypen dat dat ons niets helpen kan als dek by voortduring niets voortbrengen kan. De voorschotten van Funke zyn reeds zeer drukkend. Uw voorstel om nu die novelle te vertalen neem ik zeer gaarne aan. ik zal myn best doen het goed te maken. Dek zegt ‘Misschien wil de gids 't stuk van dr D. niet aannemen. Dit zou me niets verwonderen. De gids heeft me altijd systematisch geignoreerd.’ We zullen u het schoolblad waarin v. V.⁹. dek vertoonziek noemt zenden. Dek brengt dien aanval in verband met het overslaan in de Bloemlezing ook van u. v. Vl. is een nydig⁸. mensch. Na ‘Vrye studie’ kon hy me niet uitstaan (Dek dikteert) en zocht ruzie als 'n jongen. Tot nog toe zweeg ik om byredenen. Dat hy ook u oversloeg in zyn Bl. zal om uw ‘Zaaier’ zyn. Dat werk hadt ge volgens Zhg geleerde (in de theologie) niet mogen schryven. Inde ira¹⁰.! Toch doet het (....) 1. met een jaar gedaan: betreft de plannen voor een Multatuli-almanak, met een citaat bij iedere datum. 2. Keerom: Zie blz. 75, noot 2. 3. Hroswitha: pseudoniem van Elise A. Haighton. 4. Rössing: J.H. Rössing had een positief artikel over Vorstenschool in Het Vaderland geschreven, dat inderdaad als advertentie was opgenomen in Het Nieuws van den Dag. 5. Schenk: P.A. Schenk, advokaat te Amsterdam. 6. A la bonne heure: ‘mij goed’ (fr.) 7. het spelen wel gaan zal: Mimi overwoog een rol (wellicht Hanna) te gaan spelen in Vorstenschool om geld te verdienen. 9. v. V.: van Vloten. 8. nijdig: (hier) jaloers. 10. Inde ira: vandaar zijn woede (lat.) [3 december 1874 Recensie van de 7de bundel Ideën] 3 december 1874 Recensie van de 7de bundel Ideën, 2de aflevering in De Telegraaf. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) {==79==} {>>pagina-aanduiding<<} Een nieuwe parel aan Multatuli's kroon. Dezer dagen is het 2de stuk van den VIIden bundel van Multatuli's Ideën in het licht verschenen. Veel uitweidingen op politiek gebied komen daarin niet voor; in zooverre zal dit gedeelte dus minder de aandacht trekken der verschillende beoordeelaars van den grooten man, dan anders wel het geval is. Doch al is er dan weinig in deze nommers, dat uitlokt tot oogenblikkelijke, heftige bestrijding aan den eenen, of tot onmiddellijke hartelijke instemming aan den anderen kant; al is er dan weinig in de voor ons liggende bladzijden, dat handelt over de gebeurtenissen van den dag, toch meenen wij, dat we in die regelen weer hebben te erkennen een dier juweeltjes vol waarheid en poëzie, zooals er o.a. een in ‘de Vorstenschool’ wordt aangeboden, een dier indirecte, maar niettemin krachtige protesten tegen de inrichting der tegenwoordige maatschappij: - een treffende beschrijving, kortom, van den strijd tusschen een gevoelvol hart en de koude buitenwereld. In 't bedoelde stuk bevindt zich de voortzetting der geschiedenis van Wouter, welke ongetwijfeld, voor zoover ze reeds verschenen is, aan de meesten onzer lezers niet onbekend zal zijn. Meesterlijk wordt hier de ontwikkeling van den knaap beschreven: Wouter met zijn idealen, met zijn onbegrensde phantasie, maakt op 't kantoor der firma Kopperlith kennis met bekrompen, onbeduidende wezens, die zich de moeite niet geven, deze liefelijke jongens-natuur te begrijpen en er trouwens ook niet toe in staat zouden zijn. Wouter wordt hier voor allerlei vernederende, geestdoodende diensten gebruikt. In den beginne laat hij zich dit welgevallen, meenende dat zulks met zijn plicht overeenkomt, doch langzamerhand begint in hem het bewustzijn te ontwaken, dat die menschen, aan wie hij voor het oogenblik onderworpen is, die hem gebieden, hem krenken dikwerf, veel lager staan dan hij zelf; dat hun grootheid, hun ‘voornaamheid’, wel beschouwd, niets dan schijnvertoon is. Juist deze beschrijving kenschetst weer den talentvollen auteur. Dat zich zelfbewust worden van een jeugdige ziel, dat meer en meer ontwakende gevoel van eigenwaarde, de wijze waarop {==80==} {>>pagina-aanduiding<<} Wouter hiertoe wordt gebracht - leest, o leest het, gij allen, die prijst stelt op iets waarlijk schoons, iets waars, iets verhevens, gij, die belang stelt in letterkunde en in het toekomende geslacht, gij, die het met ons eens zijt, dat de Nederlandsche taal is een schoone taal, welke niet onder behoeft te doen voor anderen, een taal, voor hem, die er van gebruik weet te maken, vol zachtheid en poëzie. Wij zijn niet in staat onder woorden te brengen welk een gevoel van geestdrift ons bezielde voor den man, die zoo weet te schilderen; die zoo met enkele trekken den kanker der maatschappij weet aan te toonen. Daarom roepen wij u nogmaals toe: ‘Neemt zelf het boek in handen en geniet bij 't aanschouwen!’ Of is ze niet meesterlijk beschreven, die eerste ontmoeting van Wouter met een troepje liederlijke jongens; die onschuld, die niets van die would-be aardigheden begrijpt; dat honend gelach, waarmee hij werd ontvangen? Zijn ze niet juist en der lezing overwaard de beschouwingen, welke aan dit feit zijn verbonden? Het zij ons vergund, hiervan een enkele aan te halen: ‘Men zou zich vergissen, indien men den nadeeligen invloed, dien 't gezelschap van onrijpe deugnietjes op Wouter uitoefende, vereenzelvigde met het zoogenaamd wijsmaken. Dit op zichzelf houd ik niet alleen voor onschadelijk, maar zelfs voor gewenscht. Juist in Wouter's bespottelijke onwijsheid had de grond gelegen zijner voorbeschiktheid tot prettigvinden van liederlijke handlichting. Ware hij opgevoed geweest door ontwikkelde ouders, die hem met wetenschappelijken ernst hadden meegedeeld wat er ten-dezen-opzichte mee te deelen valt, waarlijk hij zou geen smaak hebben gevonden in de geestigheden van allerlaagste orde, waarmede men nu z'n zucht tot weten had geprikkeld en bedrogen. Niet kennis maakt onrein, maar 't aanhooren van vuile praat over kennis. Schande over ouders en opvoeders, die hun jongeren overlaten aan 't gevaar, de liefelijkste geschenken der natuur te ontvangen op 'n wijs, die ze tot 'n pest maakt!’ Wat dunkt u, lezers, is hier niet juist de vinger op de wond gelegd? Weerhield ons niet de vrees, dat we beticht zouden worden van te groote citeer-zucht, we zouden die geheele passage willen afschrijven, waar Wouter, verontwaardigd, het juk der Kopper- {==81==} {>>pagina-aanduiding<<} lith's afschudt. We zouden nog tal van andere schoone plaatsen u onder de oogen kunnen brengen, doch we leggen ons zelven het stilzwijgen op. Een wensch nog: laat deze parel aan de kroon van Multatuli's werken niet onopgemerkt blijven! Laat ons zijn waarschuwende stem niet in den wind slaan en er naar streven de kwalen weg te nemen, die hij ons aanwijst met onmiskenbare juistheid. MAX. [14 december 1874 Artikel in De Telegraaf] 14 december 1874 Artikel in De Telegraaf, voorpagina. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) Fragment. Aan wien het recht? Sinds eenigen tijd wordt, gelijk wij in een vorig nr. opmerkten, tusschen paedagogen en taalgeleerden getwist over eene ‘nieuwe’ of eigenlijk ‘vereenvoudigde’ spelling. Zonder nu in deze partij te kiezen - de strijd wordt in het Schoolblad gevoerd, en de belangstellende kan dien daar volgen - wijzen we op de onderstaande opmerkelijke gedachtenwisseling, aan een art, in 't jongste nr. van 't Schoolblad ontleend. Dr. J. van Vloten is aan 't woord: (....) Zie voor het vervolg V.W. XVII, blz. 196 e.v. [Omstr. december 1874 Fragmenten van een brief van C. Vosmaer aan Multatuli] omstreeks december 1874 Fragmenten van een brief van C. Vosmaer aan Multatuli. Een enkel vel postpapier, aan weerszijden beschreven en geïllustreerd met twee pentekeningen. (M.M.) Pourra - daar ben ik van overtuigd; dank, en vertrouwen. 14. Daar komt, in je brief, een stomme schaakzet! Brr! Ge hebt misschien gekeken naar mijn bord met 12 × 12 ruiten; o die schande kan ik nauwelyks overleven. Wanneer krygen we je portretten? {==82==} {>>pagina-aanduiding<<} {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} Weet je noch die gekke ‘zoete’ Max, die zoo bang was voor de pruisische barrière? Nu, beste vrienden, hartelyk gegroet van C. {==83==} {>>pagina-aanduiding<<} Verbeterde editie {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} {==84==} {>>pagina-aanduiding<<} [januari 1875 Brieffragmenten van Multatuli aan C. Vosmaer] januari 1875 Brieffragmenten van Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel verminkt velletje postpapier, geheel beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) (....) ‘valide in rekening.’ De zaak is zeldzaam genoeg om je meetedeelen.- Onlangs verdiepte ik me weer in de brieven van je oom¹.. Ik kan je niet zeggen welke charme die man voor me heeft! Hoogstwaarschynlyk zoudi nu toch overleden zyn, maar my is die brief van Denys houdende 't bericht van z'n overlyden, nog net als 'n treurmaar van vandaag! Daar is veel ondergegaan met dien man! En ik kan me zoo al de omstandigheden waarin hy verkeerde voorstellen! Lach er niet om, maar ik ruik de odeurs in z'n kajuit! (Die lucht nam⁵. (....) De Koll De Hart vond sporen van z'n verblyf aan de Vosmaersbaai (roerend!) en juist 'n paar weken te voren was ik by De Hart aan boord geweest. Zelfs had ik 'n kleine Strecke². op de Bromo (die de Argo sleepte) meegemaakt! Dat alles treft me zeer!- Mimi werkt den ganschen dag. Ze blyft er by dat 'n meid lastig is, en ik moet dan ook erkennen dat ons huishoudentje weinig tedoen geeft. Ze is zeer wel, opgeruimd en allerliefst.- Over Italie nu geen woord³., omdat die zaak me zeer bedroeft. Ik weet niet wat te doen! Kon ik er heen gaan om te zien wat zachtheid uitwerkt - maar dit kan ik niet!- Dag beste Vo heel veel harte⁴. van Uw vriend Slordig, hè? 1. oom: zie de volgende brief van Multatuli aan Vosmaer (blz. 85), noot 1. 5. Hierna is alleen nog leesbaar: Kunstwaardering en nt van aanraking. 2. Strecke: traject (du.) 3. Italië: op 13 september 1874 was Tine in Venetië overleden; sedertdien trachtte Multatuli zijn kinderen bij zich te krijgen in Wiesbaden. 4. harte....: kennelijk waren hier groeten aan Jeanne Clant van der Myll-Piepers (Holda) aan toegevoegd; voor Vosmaer steeds een reden passages weg te knippen. {==85==} {>>pagina-aanduiding<<} [februari 1875 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] februari 1875 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel en half velletje postpapier, verknipt, geheel beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) (....) in 'n brief die weg is?)- Je oom? Je beminnelyke oom?¹. En wanneer, of door wie die aandoenlyke vestiges van z'n verblyf aan de Vosmaersbaai gevonden zyn? Laat U in de bibliotheek (of by 't ministerie van marine) geven het (door Anemaet geschreven) werk van den Koll V.D. Hart, betreffende z'n tournee langs². de kusten van Celebes in - ah, ziehier den juisten titel: ‘Reize rondom het eiland Celebes en naar eenige der Moluksche eilanden, gedaan in den jare 1850’, en (volgens C. d. Gr.) in '53 uitgegeven door het Koninklyk instituut voor de Taal- Land- & Volkskunde van Ned. Indie.- Die expeditie bestond uit de Korvet Argo en 't Stoomschip Bromo. Die heeren toefden eenige dagen te Menado, waar ik toen was en m'n beste Tine! Zelfs bracht ik 'n paar dagen op de {==86==} {>>pagina-aanduiding<<} Bromo door, en wel tot Amoerang. Aan boord van dat schoon stoomschip werd ik allerliefst behandeld, en ik heb steeds 'n prettige herinnering aan dat reisje. Informeer eens of de toenmalige luitenants t/z³. De Haas en Van der (de?) Velde Erdbrink (nu zyn ze al lang kolonels, misschien S. b. nachts)⁴. of die wel eens in den Haag komen. Zoo ja, zoek ze op en doe hen m'n groet! Zy zullen U misschien nog wat kunnen zeggen over de Vosmaersbaai, en zeker over Menado. 't Waren beste kerels. Het doet me leed en 't verwondert my dat ik in m'n decadentie (naar den mensche gesproken) nooit iets van hen hoorde. Zeker hadden ze vernomen dat ik zoo'n byzonder gemeene kerel was geworden, 't geen hun toch had moeten bevreemden, als allen die my in Indie gekend hebben. ('t Is me 'n raadsel hoe dàt praatje ingang vinden kon. Brest van Kempen (Slymering) zei 't niet!)- De carrière van je oom treft me als iets⁵. dat my persoonlyk aangaat. Je kistje met die brieven en de Japansche kopjes had ik (bezig met verhuizen) van 't Zollamt direct in de toen nieuwe en leege woning laten brengen, en ik heb daar, voor er meubels waren, uren op den grond gezeten die brieven te lezen. Maar onlangs las ik ze allen weer, en telkens had ik 'n gevoel alsof-i... over my spreken zou, als z'n vriend. (Nota, ik was nog geen 4 jaar oud toen-i al verliefd was te Valparaiso en Lima!) Nu dan, 't was of ik er by hoorde. Jammer, jammer dat je papa⁶. zooveel ouder, byna z'n vader, en waarschynlyk te deftig was om depositaire te zyn van intiemer vertrouwelykheidjes! Ik wou dat er kans was de brieven te krygen die je oom aan de Staringhs schreef, en aan anderen. (Verbeelje⁷. ik en m'n broers mochten aan m'n vader niet anders schryven dan met: UE. Hy vond het zeer ongepast dat m'n broer die al in god studeerde, hem eens ‘gy’ genoemd had! Nu, je papa wàs iets als 'n vader voor je oom.)- (....) werken blyven altyd de voegen zichtbaar.- Van Mina Kruseman in eenige weken al, geen brief. Ik zal haar weer schryven. Als ze maar niet boos is omdat ik haar ‘Kritiek & K¹¹. niet mooi vind! Ook heb ik haar geplaagd met 'r 16 tafreelen. Wat trekt ze hartelyk party voor me! Maar dat het praatje over 'n huwelyk met my, oorzaak zou kunnen zyn van 't niet-spelen van Vorstenschool, of dat die opvoering zou wachten op m'n trou- {==87==} {>>pagina-aanduiding<<} wen⁸. met Mimi, me passe!⁹. Gut, we hebben zoo'n hekel aan dat trouwen! 't Is unbedingt¹⁰. vastgesteld, maar... we zien er tegen op. Als we geld hadden, deden we't niet. 1. oom: Jacques N. Vosmaer (1803-1836), Nederlands zeeofficier en ontdekkingsreiziger, adelborst sinds 1823, doorkruiste na 1826 de wateren om Celebes (Sulawesi) en ontdekte op de Z.O. kust een mooie baai, de Kendari-baai, sindsdien genoemd de Vosmaersbaai. 2. langs: oorspr. stond er op. 3. t.z.: ter zee. 4. S.b. nachts: Schout bij nachts. 5. iets: oorspr. gevolgd door pers. 6. papa: de vader van Carel Vosmaer, Gualtherus V., directeur der Algemeene Landsdrukkerij in Den Haag, was in 1784 geboren en dus bijna 20 jaar ouder dan Jacques Nicolaas V. 7. Verbeelje: oorspr. gevolgd door toen-ik 11. Kritiek & K: een voordracht van Mina Kruseman, ‘Kritiek en Kunst’ werd uitgegeven als Meesterkritiek. Geen roman of novelle, maar een satire. (1874). 8. trouwen: het huwelijk zou op 1 april 1875 in Rotterdam worden voltrokken; Vosmaer was een der getuigen. 9. me passe: gaat mijn verstand te boven (fr.) 10. unbedingt: definitief (du.) [18 februari 1875 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] 18 februari 1875 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 3-4 gehalveerd door afscheuren. De rest geheel beschreven. (M.M.) Rott. Donderdag Avend Best! Kyk, 't wondert me dat ik niet op dat Idee ben gekomen! Juist, rustig samen theedrinken, geen bereddering, geen pleizieren (term van Nonni) dit maal... godbewaarme dat ik kwaad van pleizier spreken zou! Wat zou ons maandagje wel denken? Reïteretur?¹. Ja, heel graag! Zoo ge hebt dus m'n brief? Daar vroeg ik naar in den gene van vandaag. (Te laat bezorgd is-i toch wel) Och, denk eens al die intimiteitjes, gelezen door 'n vreemde, door 'n dief? 't Is om te rillen, niet waar.- Kunstkroniek? Ga je gang. 't Is grappig².. Je ‘onthouding’ zie ik niet voor iets verkeerds aan, o neen! 't Is geloof ik, je gentleman's plicht. Als je meê gevloekt had, zou ik misschien de prime abord³. niet hebben ingezien dat het 'n fout was geweest, maar nu keur ik het volkomen korrekt⁴.. nam: dat je 't niet deedt. 't Is al erg genoeg als men plichtshalve ruw en bar wezen moet. Wie 't ongenoodzaakt was, zou blyk geven van gebrek aan takt, smaak & karakter. Als je oordeel gevraagd of in functie gevorderd wordt is 't tyds genoeg, en dan kun je je termen fyntjes mesureeren, wat ik nu niet gedaan heb. Hierin echter had ik gelyk. M.K.⁵. heeft me willen foppen, blinddoeken beduvelen. Ik had het recht, me beleedigd te toonen. {==88==} {>>pagina-aanduiding<<} Nu, daarover morgen avend meer!- (....) beste kerel ik haal (....) Ja zéker heb ik de stoof ontvangen! En niet eens bedankt! Nu, wèl heb ik aan de koopster gedacht!- (....) 1. Reïteretur?: of het herhaald moge worden? (lat.) 2. Kunstkroniek: Vosmaer wilde een tekstgedeelte uit een brief van Multatuli daar op laten nemen. (vgl. V.W. XVII, blz. 363). 3. de prime abord: in eerste instantie (fr.) 4. korrekt: oorspr. stond er juist. 5. M.K.: Mina Krüseman. [20 februari 1875 Prent over Vorstenschool in de Uilenspiegel] 20 februari 1875 Prent over Vorstenschool in Uilenspiegel, Humoristisch-satyriek Weekblad, blz. 20. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) {== afbeelding EEN NIEUWE PROEFNEMING. Cirque LE GRAS, VAN ZUYLEN & HASPELS. ==} {>>afbeelding<<} Evolutiën in de hoogere - Vorstenschool, uitgevoerd door de dames Krüseman en Baart. [1 maart 1875 Afrekeningsstaat betr. Vorstenschool] 1 maart 1875 Afrekeningsstaat betreffende de eerste voorstelling van Vorstenschool. Voorgedrukt biljet waarvan het ingevulde deel hier kursief wordt weergegeven. (M.M.) {==89==} {>>pagina-aanduiding<<} NIEUWE ROTTERDAMSCHE SCHOUWBURG. Tooneelbestuurders: LE GRAS, VAN ZUYLEN & HASPELS. VOORSTELLING te Utrecht Maand. den 1 Maart 1875¹. STUKKEN: ‘Vorstenschool.’ ONTVANG: UITGAAF: 100 boven Loge f 300.- Lokaal f 150.- halve Verlichting f 12.- 88 beneden f 220.- Verwarming halve Orkest 76 parket f 152.- Patent f 15.075 halve Armengeld 50 1e Amph f 75. Drukken f 14.70 1 halve Annonces f 1.- 168 Parterre f 210.- Gasfitters halve Machinisten f 7.- 80 2e Amph f 60.- Suppoosten 150 Galerij f 60.- Bureau etc f 17.50 13 Studenten Loge f 32.50 Requisiteur f 11.69 5 Parket f 7.50 Rondbrengen van affiches f 1.- Loge 90 Parterre f 90.- Figuranten Besproken plaatsen f 21.30 aanplakker f 1.- Supplement f 17.14 piano f 5.- _____ reis-verblyfk. f 1245.44 vervoer bagage etc f 141.575 _____ Totaal f 1245.44 Uitgaaf f 377.54 _____ _____ Saldo f 867.90 Totaal f 377.54 1. 1 Maart 1875: het Multatuli Museum beschikt naast deze staat nog over 53 soortgelijke, betreffende de voorstellingen t/m 23 mei 1879. De inkomsten vertonen een dalende tendens tot f42,66. (vgl. Geschriften van het Multatuli-Genootschap IX/X (1967), blz. 22 e.v.) {==90==} {>>pagina-aanduiding<<} [2 maart 1875 Aantekening van Multatuli op een visitekaartje] 2 maart 1875 Aantekening van Multatuli op visitekaartje van mevr. J. van Wotki. Klein formaat kaartje, aan de voorzijde bedrukt met Joha van Wotki. (M.M.) ter herinnering aan 2 maart 75 Douwes Dekker Multatuli [4 maart 1875 Bericht in De Telegraaf] 4 maart 1875 Bericht in De Telegraaf. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) Kunst- en Tooneelnieuws. De Vorstenschool. Men schrijft uit Utrecht: ‘De eerste opvoering van Multatuli's Vorstenschool is goed geslaagd, al is ook het spel van mejuffr. Kruseman tegengevallen. Aan Multatuli is in den schouwburg een ovatie gebracht, maar hij scheen op die eer niet bijzonder gesteld. Na afloop der voorstelling hebben de acteurs met eenige voorstanders van het tooneel zich ter ontspanning na de moeielijke taak aan een souper vereenigd. Te twaalf uur hieven alle aanwezigen het glas omhoog: Multatuli was 55 jaar. Multatuli heeft toen uit de volte van zijn hart gedronken op de leden van het Rotterd. tooneelgezelschap; er bestaat tusschen hen een innige band.’ Van den auteur der ‘Vorstenschool’ is waarschijnlijk binnenkort een blijspel te verwachten; hij heeft stof en wordt van verschillende zijden aangespoord om ze uit te werken. Den 12n dezer zal het gezelschap van ‘Le Gras, Haspels en Van Zuijlen’ te Amsterdam in het locaal der Vereeniging in de Warmoesstraat voor de leden van het Tooneelverbond optreden en alsdan Speculeeren opvoeren. Vorstenschool zal te Amsterdam ook opgevoerd worden, als het niet anders kan in Frascati in de Nes. [5 maart 1875 Brief van V. Bruinsma aan Multatuli] 5 maart 1875 Brief van V. Bruinsma aan Multatuli. Een dubbel vel kwartoformaat postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.) Fragmenten. {==91==} {>>pagina-aanduiding<<} Leeuwarden, 5 Maart 75.- Waarde M. Alweer ben ik in Woutertje's stemming, toen hy hoorde, dat ‘die Byron’ hem vóór geweest was, en - 't doet me pleizier. Met innig genot vernemen we hier allen de hulde, die u van verschillende zyden na Vorstenschool's opvoering gebracht werd; zoo ooit hulde verdiend is, is 't deze; jammer dat ze zich, voor zoover we er hier van vernemen, slechts door haar meerder recht van bestaan van andere onderscheidt en dat ze iets betreft, wat ge zelf zegt, dat, ‘gegeven wordt by gebrek aan beter’. (Noot op 957.) Ik vrees, dat er hierdoor onder de ‘huldebrengers’ wel eens ‘mooivinders’ kunnen schuilen. Liever zag ik... maar neen laat ik nu niet denken over 't geen niet is; iets is er, en daarover verheug ik my oprecht; en als ik 't niet minder overbodig oordeelde, had ik u reeds vroeger verzekerd, dat de waardeering, die er door Rotterdam en Utrecht getoond wordt, moeilyk meer waarde kan bezitten, dan die, welke u hierby ten deel valt en reeds geluk-ge- {==92==} {>>pagina-aanduiding<<} wenscht, toen de opvoering van uw kunstwerk nog maar aanstaande was. 't Besef, dat ge van my toch niet anders zoudt verwachten, dan dat ik hartelyk deel nam in al wat u wedervoer, vooral wanneer ge eenig resultaat van uw streven ondervondt en dus van 't doellooze van m'n schryven, deed me steeds de reeds opgevatte pen weer neerleggen. Maar nu heb ik een doel; ik moet uw brief van 16 Febr. j.l.¹. beantwoorden. Ik behoef nauwelyks te zeggen, dat de vreugde, toen ik aan 't adres uw hand erkende, geheel verdween, ja onder nul daalde, toen ik nog maar weinige regels gelezen had. Ik kreeg spoedig bericht van v. Asperen ook, uitvoerig en klaar, zonder eenige bemanteling schreef hy my z'n wedervaren by u. Ik kan niet volstaan met de verklaring, dat het gebeurde me innig spyt, en dat ik, ware 't in myn macht geweest, veel zou hebben willen doen, om u zoo'n onaangenaame ontmoeting te besparen. Ik moet er u meer van zeggen, omdat gy in myn oog - ja ik kan die Bogowonto². niet onovergestoken laten - omdat gy in myn oog de zaak.... verkeerd beoordeelt. Daar, het is eruit; ik had niet gedacht, dat er zóó spoedig - te spoedig - iets zou komen, waarby ik u aan uw woorden in uw brief van 29 Nov. j.l.³. zou kunnen herinneren: ‘men behoeft maar eens te zyn in één zaak: gemoedelyk streven naar waarheid, of de resultaten gelyk zyn, doet er niet toe.’ Maar nu er zoo iets is, mag ik 't niet negeeren of - erger - uit instemming met het grootste deel uwer handelingen en denkbeelden my ook hier instemmend voordoen. Ik begin te zeggen: dat ik geheel anders zou gehandeld hebben, dan van A. gedaan heeft. Neen, neen, dit is niet: v. A heeft slecht gehandeld. ‘Ik weet niet altijd, wat goed is’. Als ik kans had, u te bezoeken, u te zien, te spreken, zou ik... ja 't is nog niet eens zeker of ik van de kans zou profiteeren, zou 'k er zeer tegen ‘opzien’ en honderd maal me zelf afvragen of ik 't wel zou doen, niettegenstaande 'k zou weten, dat het een ontzaglyk genot voor me zou zyn; maar gesteld - en dit is zeer waarschynlyk, dat ik die... schroom overwon, dan weet ik zeker, dat de schelknop, misschien niet aangevat, dan nadat ik er reeds een paar keer voorby was geloopen, in myn hand zou trillen, dat uw stem me zou doen ontstellen, dat ik in uw kamer komende van alles, wat ik me voorgenomen had te zeggen me byna niets meer zou herinneren en dat ik eerst na eenige oogenblikken, aan de groote zaak gewend zou zyn en {==93==} {>>pagina-aanduiding<<} kalm en bedaard met u kunnen spreken. Kinderachtig? zeker, maar... Daarby zou ik, schoon ik anders aan die dingen niet hecht, wat ge weet, als ge myn artikel in de Sneeker ‘fatsoen & stand’ gelezen hebt - stok en cigaar thuis laten, handschoenen aantrekken, en vooral met u spreken, als, als... nu ja, als een kind tot zyn onderwyzer, enz. enz. Ik zou zoo handelen, zonder te weten ‘wat goed was’, bij intuitie, ja zelfs zou ik later erkenen, dingen gedaan te hebben die ik wist, dat niet goed waren. Ik zou op mezelf brommen, dat ik dit of dat gedaan had, wat ik, kalm denkend... kleingeestig zou hebben gevonden (b.v. als ik na eerst gewandeld te hebben, zonder behoefte aan handschoenen te voelen, die voor uw deur nog had aangetrokken.) Nu heeft v. A. anders gehandeld. 't Spyt me, had hy by intuitie, dus zonder verdienste, als ik gedaan, gy hadt me waarschynlyk zoo'n brief niet behoeven te schryven. Maar nu 't anders is, is nu uw oordeel niet te hard? Zeker, ik begryp moeilyk, hoe iemand - een geestverwant - zoo'n toon tegen u kan aanslaan. Maar nu, al of niet begrepen, 't feit bestaat, is 't nu niet te hard van u te zeggen: ‘ik verkies niet aan andersdenkenden 't voorwendsel te leveren tot de beschuldiging, dat vryzinnigheid den mensch tot een vlegel maakt.’? Zou iemand enigen grond hebben tot zoo'n voorwendsel? Zou één dwaas genoeg kunnen zyn, v. A's manieren op rekening van z'n vryzinnigheid te stellen? Komt het verschil tusschen hem en anderen wel op iets anders neer, dan op keuze van woorden en wyze van zich bewegen, en raken ze den mensch zelf? Hy sprak u niet toe als een kind zyn moeder, maar uit zyn stukken, - die ge hem zelf schreef met zooveel genoegen te hebben gelezen - en uit 't geen ik u van hem schreef, kunt ge weten, dat hy zich als uw leerling beschouwde, uw leerling was en dit erkende; is dat niet meer waard dan zyn ‘vreemd’ gedrag? Want nog eens, dat gedrag betreft uiterlijkheden. Beter, dat die met het innerlyke in overeenstemming zyn, maar men heeft de eersten niet zoo goed in z'n macht, als 't laatste; men kan van een ‘goed geloovige’ door onderzoek, werken, denken een verstandig mensch worden en toch de van jongs af aan gevolgde wyze van spreken, bezoeken afleggen, enz. behouden. Zeker, als men inziet, dat die wyze verkeerd is, moet men ook die zien af te leggen maar... in vergelyking van 't vele, dat er te doen is, is dan 't sop de kool wel waard? en mag iemand {==94==} {>>pagina-aanduiding<<} die ‘ongewone’ handelwys als iets wezenlyk verkeerds beschouwen, wat den mensch zelf lager stelt? De wyze, waarop gy over van A. oordeelt - ge merkt, dat ik moed heb de Bogowonto geheel over te steken - maakt het me waarschynlyk, dat hy u, wanneer hy zich gebukt had onder een vormenjuk, (voor hem zou het een juk geweest zyn) beter zou bevallen zyn en vooral dat andere bezoekers kans hebben een betere ontvangst te vinden, ook al is 't bukken onder dat juk d'eenige moeite, die zy zich ooit ter wille van uwe denkbeelden hebben getroost. Ik verval niet in de ‘groote fout’ van 260⁴., maar zou toch op 't eind van dat idee willen lezen: Dan (nl. als juist die overgevoeligheid voor 't kleine een bewijs van kracht is tot het groote) zal echter meestal blyken, dat dat kleine niet klein is en slechts ‘ons klein toeschynt’. Hier meen ik een overgevoeligheid te bespeuren, voor iets, wat naar iedere eenigszins gangbare maatstaf, werkelijk klein is. - Ik zal ophouden - 't bevalt me niet aan die overzy - want ik wil niet m'n heele brief, met die ongelukkige v. A's-zaak vullen. Ik meende u er iets van te moeten zeggen, om U 't zeker nooit door my voorziene feit verklaarbaar te maken, dat gy door myn bemiddeling tot uw ‘groot verdriet’ met iemand in aanraking kunt komen en... omdat gy my ‘(desverkiezende) tot naricht’ van de ontmoeting hebt kennis gegeven. - Nog dit: hoe wanneer u iemand bezocht had, die nog veel minder dan van A. ‘opvoeding’ genoten had, een werkman bv. die uw werken had gelezen en in z'n omgeving zooveel hy kon ervoor gedaan? Er zouden kunnen zyn, die gy u niet behoefde te schamen uw hand te geven, zoudt ge ze terughouden, omdat de zyne ongewassen was? En ja, nog iets, dat ermee in verband staat. Gij schrijft - en behalve wat den vorm betreft, deed me dit groot genoegen - dat gy de eer zult hebben, Juffr. Schaepm. vergunning te vragen, haar uwe opwachting te maken. Tot zoo'n uitdrukking had ik u niet in staat geacht, dat is een vormelykheid, die op onwaarheid uitloopt. Gy kunt weten, dat gy haar ontzaglyk groot genoegen zult doen door een bezoek (om iemand, dat te doen heeft men geen vergunning noodig), dat als er van eer sprake is, die aan hare zyde is, en... opwachting maken doet me daarom denken aan een keurig ingerichte anti-chambre... die ze niet heeft en niet mist ook goddank. Ik geloof, dat het waarlyk wel tot vryzinnigheid behoort, {==95==} {>>pagina-aanduiding<<} met al 't andere deze talryke onware vormen, die vele menschen tot voortdurende komediespelers maken te bestryden. - Maar nu weg daarmee en wat anders. (....) En nu uw vraag over de zaak, die misschien na jaren een geheele ommekeer in onze vervoersmiddelen zal brengen. Na jaren... ja en eerst lang nadat uw voorstel tot bedrukken der spoorkaartjes algemeene toepassing heeft gevonden. Daaraan is niet eens geld te verliezen, aan de luchtballon-zaak wel. ‘Uitzetting immers op zich zelf baat niets⁵.’! Zeker, helpt die, mits ze maar goed aangewend wordt. Condensatie had men alleen noodig by de eerste toestel van Papin⁶. en de machine van Newcomen⁷.. Ook Watt⁸. liet nog eerst, terwyl hy den zuiger optrok door tegenwichten, de stoom eronder komen en de kracht van 't werktuig zat 'm slechts in de daaropvolgende afkoeling en condensatie van dien stoom, waardoor een luchtledige, aan druk geen weerstandbiedende ruimte ontstond, zoodat de altyd bereide dampkring den zuiger erin naar beneden kon drukken. Maar spoedig bemerkte hy, dat de stoom zelf ook door zyn uitzetting kracht kon uitoefenen, dat-i geen ruimte voor den stoom behoefde te maken, door den zuiger op te tillen als-i binnenkwam, maar dat hy, mits heet genoeg, zelfs naar alle zyden een sterken druk uitoefende en dus ook dien zuiger wel kon wegduwen. Hy behield nog de condensatie aan de andere zy erby - die altyd voordeelig is - maar nà hem heeft men machines gemaakt zonder eenige condensatie, die overal gebruikt worden, waar ruimte of gewicht te beperkt zyn, om een condensator, (dus bak met veel koud water en pompen, die dit voortdurend versch aanvoeren) te plaatsen. Zoo wordt by iedere locomotief de stoom afwisselend vóór en achter den zuiger in den cilinder toegelaten, terwijl de andere zy dan met de buitenlucht in gemeenschap staat. De stoomschuif verricht die in - gemeenschapstelling en stelt in zyn éénen stand 't voorste gedeelte van den cilinder met den ketel, 't achterste deel met de buitenlucht in verbinding en doet in zyn andere 't omgekeerde. Had men by die eerste machines, die slechts door condensatie konden werken, moeten blyven, dan had men (onder meer) 't nadeel gehad de doorsnee van zuiger en cilinder te moeten vergrooten in verhouding van de kracht, die men wou uitoefenen, want de dampkringsdruk zou de eigenlyke arbeid verrichten, de stoom was {==96==} {>>pagina-aanduiding<<} door z'n condensatie slechts het middel om aan de tegengestelde zyde van den zuiger den tegendruk weg te nemen; en die damp-kring drukt altijd slechts met een (aan zeer kleine afwisseling onderhevige) bepaalde kracht op ieder oppervlak. Nu kan men op ieder zuigeroppervlak een kracht uitoefenen, zoo groot men wil; de stoom krygt daarby door hoogere temperatuur hoe langer hoe hoogere spanning, drukt met hoe langer, hoe meer kracht; en dus heeft men die door stoken geheel in z'n macht. Ge begrypt nu, dat ik by myn carboleum⁹. machine voor luchtscheepvaart niet over condensatie behoefde te spreken. Was die daar noodig, 't heele ding zou niet kunnen bestaan, want kon men om gasvormig water (stoom) te condenseeren nog met koud water volstaan, om het gasvormige koolzuur dit te doen, heeft men de sterkst afkoelende koudmakende mengsels noodig en 't gebruik daarvan zou alle voordeel benemen. - Ge zult nu ook inzien, met welk een... verwondering ik en de natuurkundigen onder m'n vrienden uw noot 5e bundel pag. 379¹⁰. hebben gelezen, die - 't zy nu maar zonder schroom gezegd en sinds ik over stoom begon heb ik de rol van leermeester in physica op me genomen, dit is m'n ‘vak’ - die... kant noch wal raakt. ‘Druk van de atmospheer’ is niet slechts een nieuwe benaming voor de oude zaak, 't is de uitdrukking, die 't onderzoek als meer naby de waarheid heeft bevonden, een uitdrukking, die de, natuurlyk even als ieder andere altyd slechts gedeeltelyke en onvolkomene, verklaring van 't verschynsel aangeeft. 't Woord ‘zuigen’ is ook niet vervallen in de ‘moderne physica’, men mag 't gebruiken, mits men weet, wat het beteekent, men weet dat de drukking der lucht de werking uitoefent en men door zuigen haar daartoe slechts de gelegenheid geeft. Door zuigen kan men hoogstens een luchtledig veroorzaken; men kan (dus) een waterkolom van ± 76 AM. op‘zuigen’, ga nu voort met ‘zuigen’ met alle macht, met mond of machines, en water noch kwik zult ge een millimetertje hooger krygen. Me dunkt dat het zoo duidelyk is, dat ‘zuiging’ op zich zelf niets verklaart. Zet ten overvloede een kind aan de borst zyner moeder in een luchtleedige ruimte - als gy met uw karper op 't droge, vraag ik maar niet, hoe dat lieve groepje 't met dat luchtlooze zal redden - en alle wangspiertjes van de kleine zullen niets vermogen. Neen, neen, neen, die frazenmanie ‘onzer natuurkundigen’ loopt de spuigaten {==97==} {>>pagina-aanduiding<<} niet uit en jammer vind ik dat zy - als wy - zeer veel van u moeten hebben gelezen, om zoo'n noot niet als maatstaf van 't andere te laten gelden. - Dat ‘verbranden van de zuurstof’ is ook niet juist. De zuurstof verbrandt niet, iets verbrandt door verbinding met zuurstof, dus door de zuurstof. En hoe wilt ge een verklaring van ademhaling niet alleen, maar van 't geheele dierlyk en plantaardig leven geven, zonder van verbranding (dan in zeer ruime beteekenis als verbinding met zuurstof, ook al is ze zoo langzaam, dat we ons daarby niet ‘branden’ kunnen) te spreken? Neen, neen, neen er zyn aanmerkingen ook op de natuurkundigen te maken, maar daartoe is voorafgaande grondige studie van ('t vele of weinige dan) wat wy weten een eerste vereischte. Een van de meest gewone fouten by 't onderwys o.a. is dat ze te veel feiten met theoriën, ja met hypothesen zelfs verwarren en den jongens dingen vertellen, als onomstootelyk vast, die later... omgestooten worden. Zoo o.a. dat gloeiend vloeibare van 't binnenste onzer aarde, waarover Vogt onlangs de brochure uitgaf, die ik voor Isis bewerkte en u toezond. - Maar ik ga eindigen. Ik hoop later uw nooten en ideen, waarin ge u op (beperkt) natuurkundig gebied beweegt, ook eens te behandelen. Zoo b.v. al wat ge hier en daar verspreid, over Darwinisme zegt, wat ik... treffend vind en U volmondig toegeef, zoolang ik daarby aan de ontwikkeling in 't eerste werk van Darwin denk; zoo'n Darwinismus is half; maar later heeft de naamgever zelf de gebreken ingezien en is de ontwikkelingsleer ook door anderen, 'k noem slechts Haeckel¹¹., vry heel geworden. - Maar genoeg voor heden, nog eens van harte geluk gewenscht met de eindelyk, eindelyk eens aan u te beurt gevallen erkenning; moge zy 't begin van een nieuw tydperk voor ons landje en de vreugd daarover in eenige verhouding komen met alles, wat ge er voor geleden hebt. Geloof me hoogachtend Uw vriend Vitus Bruinsma 1. 16 Feb j.l.: vgl. V.W. XVII, blz. 365. 2. Bogowonto: rivier bij Poerworedjo op Java. De inlandse verzetsheld Dipo Negoro is deze rivier nooit overgestoken, omdat hij daar door een familie-eed van afgehouden werd. 3. 29 Nov j.l.: vgl. V.W. XVII, blz. 149. 4. 260: Idee 260 (V.W. II, blz. 462) waarschuwt voor de fout iemand die zich opwindt over iets kleins daarom voor zwak te houden in grote kwesties. 5. niets: aanhaling uit de brief van Multatuli van 16 februari 1875, vgl. V.W. XVII, blz. 367. 6. Papin: Denis Papin (1647-1714), Frans natuurkundige, uitvinder van een voorloper van de stoommachine (1681). 7. Newcomen: Thomas Newcomen (1663-1729), Brits uitvinder die in 1705 al een door stoom aangedreven waterpomp ontwierp. 8. Watt: James Watt (1736-1819), de beroemde Britse uitvinder van de verbeterde stoommachine (1769). 9. carboleum: bederfwerende vloeistof om met name hout tegen rotting te beschermen. 10. pag. 379: V.W. VI, blz. 713. 11. Haeckel: Ernst Haeckel (1834-1919), Duits filosoof en dierkundige, Darwinist, uitwerker van Darwins leer, maar ook vóór Darwin al aanhanger van de menselijke evolutie. [8 maart 1875 Brief van Multatuli aan K. Douwes Dekker] 8 maart 1875 Brief van Multatuli aan K. (Kornelis) Douwes Dekker. Dubbel velletje briefpapier, waarvan blz. 1 en 2 ⅔ beschreven. (M.M.) {==98==} {>>pagina-aanduiding<<} Rotterdam 8 Maart 75 Waarde Neef¹.! Hartelyk dank voor Uw letteren! Ja, wees zoo goed my uitvoerig te schryven. 't Adres was volkomen voldoende. ‘Of ik U nog ken?’ Nu, deze vraag is grappig. Steeds heb ik zoo'n aangename herinnering aan Uw achtenswaardige Moeder².. Wat my betreft, ik verga van drukte. Het succes van dat drama³. is me... wel aangenaam, o ja, maar 't leidt me af van belangryker werk, en ik verlang terug naar m'n kluizenaarsleven te Wiesbaden. Hoe het zy, ik hoop U voor m'n vertrek uit Holland te komen opzoeken. Doch laat U dit niet weerhouden my veel over Uwe omstandigheden te schryven. Ik zal me dan beter thuis voelen wanneer ik U kom opzoeken, hetgeen myn hartelyke wensch is. Wat de mededeeling myner lotgevallen aangaat... beste Neef, ze zouden boekdeelen vullen! Myn leven is zeer vol, en ik erken dan ook dat ik vermoeid ben. In afwachting van 'n dikken brief, noem ik my na vriendelyke groete Uw liefhebbende Neef Eduard DD. 1. Neef: Kornelis Douwes Dekker (1843-1923), was de tweede zoon van Multatuli's oudste broer Pieter en in 1875 apotheker te Bodegraven. 2. Moeder: Pieter was in 1841 gehuwd met Maria Abrahamsz (‘Mietje’) (geboren 1809), een zuster van Cornelis Abrahamsz die met Multatuli's zuster Catharina was getrouwd. Zij was enkele jaren tevoren in Zwammerdam, dicht bij Bodegraven, overleden (1871). 3. drama: Vorstenschool. [13 maart 1875 Brief van Mina Krüseman aan J.W.T. Cohen Stuart] 13 maart 1875 Brief van Mina Krüseman aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, waarvan beide zijden overdwars geheel beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Eerder gepubliceerd, naar een afschrift van Mina Krüseman, in V.W. XVII, blz. 527-528. Rotterdam 13 Maart 75 Geachte Heer Stuart! Dank voor uwe aanmoedigende letteren! Ik zou u nu even als de vorige keer wel weer willen toeroepen ‘Strijd niet voor mij, de toekomst zal op alles antwoord geven.’ - De Vorstenschool heeft {==99==} {>>pagina-aanduiding<<} jaren lang geslapen, en noch Mevr. Kleine, noch Mevr. de Vries, noch wie ook heeft zich om de rol van Louise bekreund, die schoolvosachtig, zwaar, vermoeiend en ondankbaar is, hoog en edel maar niet geschikt voor het tooneel. Ik heb die rol verlangd te spelen om verschillende redenen. Eerstens en bovenal omdat ik Multatuli de martelaarskroon ontnemen wilde welke hij zoo innig liefheeft, om er mee te koketteeren tegenover 't Publiek, dat hij ‘met diepe innigheid veracht.’ Ten tweede omdat ik het répertoire van ons tooneel zóó fameus slecht vind, dat schier alle verandering verbetering is, ten derde omdat ik begreep dat mijn eerlijke vriend Publiek, eenmaal gewend aan mijn lezingen, mij de lange betoogen vergeven zou ter wille van een litterarisch meesterstuk zoo als wij er geen tweede hebben. En ten vierde, omdat mijn persoonlijkheid in harmonie met de waardige groote figuur der Koningin, veel in de rol van Louise redden kon dat alles behalve vorstelijk is. Pedant hè? maar waar! Wat ‘de geruchten’ betreft waarover gij spreekt, ik weet niet welke geruchten gij bedoelt, maar als 't die zijn welke ook mij ter oore kwamen, dan weet ik van waar ze komen en waarom ze verzonnen zijn. - Gij herinnert u misschien dat gij mij eens geschreven hebt over 't ‘De mannen zijn ellendelingen’ sprekende, ‘Multatuli is geen ellendeling.’ - Welnu, ik kan nu bewijzen dat gij gelijk hadt, toen gij partij trokt voor een boekennaam, maar dat ik gelijk heb, wanneer ik (Multatuli zeer hoog stellende) Douwes Dekker een Ellendeling noem. Dat lage schepsel weet van boosaardigheid geen raad en intrigeert op de gemeenste manieren om mij te gronde te richten. Nooit kan Douwes Dekker mij vergeven dat ik Multatuli alleen bewonder, en den man veracht wiens werk ik zóó hoog stel. Nooit, dat ik zijn mooiste werken studie noem, omdat ik hem verwijt dat zijn geheel bestaan één leugen is, een leugen van een leven lang - nooit vooral dat ik hem zijn martelaarskroon ontnomen heb, en hem de eereplaats heb aangewezen, welke de hollandsche Natie hem volgaarne gunt! - Arme Douwes Dekker! moest Mina Kr. zoo veel doen voor Multatuli, en voor U ‘geen hart, geen ziel, geen greintje liefde!’ - 't Mannetje is razend op me, en gaat eerdaags trouwen uit dépit. Mooi zoo, nu heb ik hem toch eindelijk gekregen waar ik hem hebben wilde, het mankeerde er nog maar aan, dat hij de vrouw verstooten zou, die hem twaalf {==100==} {>>pagina-aanduiding<<} jaar lang getrouw gebleven is in al zijn strijd en ellende, en die zich aan hem opgeofferd heeft met al de liefde en al de wanhoop van iemand die de toekomst wegschenkt. En nu de vrouwenkwestie. Gij meent toch zeker niet dat ik de vrouwenkwestie (sociale kw.) een oogenblik uit 't oog verloren heb in 't kroonen van een genie en in 't produceeren van een leerling als Elize Baart? Mij dunkt ik heb juist in den laatsten tijd getoond wat een vrouw kàn, als zij weet wat ze wil en als zij wil wat recht is. Later hoop ik in Indië te vervolgen wat ik hier begonnen ben, en in ruimer kring nuttig werkzaam te zijn voor anderen. Met de meeste hoogachting, Mina Krüseman [19 maart 1875 Herinnering van R.A. van Sandick aan een voordracht van Multatuli] 19 maart 1875 Herinnering van R.A. van Sandick aan een voordracht van Multatuli. (R.A. van Sandick ‘Leed en Lief uit Bantam’ Zutphen 1892, blz. 180-181.) Het genot, dat Multatuli smaakte bij de opvoeringen van Vorstenschool, was niet onvermengd. Voor eene natuur zóó fijngevoelig als de zijne, was er altijd aanleiding om zich gekrenkt te gevoelen. Zoo ontving hij in die dagen eene uitnoodiging van het Leidsche studentengezelschap ‘Doctrina’ om eene lezing in hun midden te houden. Hij weigerde dadelijk, doch hield onmiddellijk daarna eene lezing te Leiden voor het publiek, tegen betaling van entree toegankelijk. Welke reden van verbolgenheid had hij tegen de Leidsche studenten? Den 8sten Februari 1875 had de hoogeschool te Leiden haar derde eeuwfeest gevierd. Bij die gelegenheid werd aan verschillende verdienstelijke Nederlanders de doctorsgraad honoris causa aangeboden. En hij werd voorbijgegaan, terwijl hij er vast op gerekend had doctor in de faculteit der letteren te worden. Dat nu de Leidsche studenten hem durfden uitnoodigen eene voordracht te houden, terwijl niet uit hun boezem een krachtig protest in de wereld was geslingerd tegen het vergeten van Multatuli, dat stemde hem bitter, dat kon hij hun niet vergeven. Kort daarna ontving hij eene uitnoodiging van het Delftsche studentengezelschap ‘Vrije Studie’, die hij aannam. Na afloop der lezing werd het samenzijn tot laat in den nacht verlengd. Stroo- {==101==} {>>pagina-aanduiding<<} men van geestigheid kwamen over zijne lippen. Zijn talent als causeur was onovertreffelijk. Van den hak op den tak, dikwijls paradoxaal evenals in zijne Ideen, maar altijd geestig en onderhoudend. Nauwelijks werd een onderwerp aangeroerd, of Multatuli wist u er een kijkje op te geven, dat nieuw en origineel was. Hij was dien avond bijzonder opgewekt. Omringd door jonge menschen, die hem oprecht bewonderden met al den gloed hunner jeugd, waarvan velen hem vereerden als een messias, die hem ademloos aanhoorden, alsof zij zijne woorden wilden opdrinken, werd de stroom zijner welsprekendheid door geene onaangename gedachten, door geene wanklanken gestuit. ‘Och jongens, weest toch waar, ik smeek jelui, weest toch altijd waar!’ Welk een indruk maakte dat niet op die jonge harten, die hem als een boetprediker huldigden! En terwijl hij den eenen trekpot met koude thee na den anderen ledigde (hij dronk nooit spiritualia), grauwde de morgen, voor wij scheidden. [19 maart 1875 Brief van Mina Krüseman aan J.W.T. Cohen Stuart] 19 maart 1875 Brief van Mina Krüseman aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Eerder gepubliceerd naar een afschrift van Mina Krüseman, in V.W. XVII, blz. 531. Geachte Heer Stuart! Uw wantrouwen bevalt me! Van Huisde zou een pluie de perles¹. van blijk en schijn². over uw schrijven uitgestort hebben om tot de conclusie te komen dat het een bewijs is van soliditeit. - Als gij tijd hebt kom dan morgen of a.s. Zondag bij mij koffij drinken en ik zal u laten lezen al wat noodig is om u te overtuigen dat ik waarheid sprak. Met de meeste achting Mina Krüseman Haarlem, vrijdag avond 1. pluie de perles: paarlenregen (fr.) 2. blijk en schijn: Van Huisde, hoveling in Vorstenschool, houdt in het derde bedrijf een betoog waarin hij de juridische mogelijkheden schetst om vaststaande feiten te ontkrachten. {==102==} {>>pagina-aanduiding<<} [maart 1875 Gedicht door W.L. Penning] maart 1875 Gedicht door M. Coens (pseudoniem van W.L. Penning); eerste publikatie in Landjuweel (1878), een bloemlezing door A.J. Berman. Aan den dichter Multatuli Geen dichtergeest wordt doodgezwegen, Geen heldenhart vergeefs beproefd: Waar' 't wreed miskend, waar' 't diep bedroefd, - Zijn taak erkennende als een zegen Gaat immer jong de dichter op; Elke' andren boei dan 't lot ontstegen, Beproeft hij eigen steile wegen Naar 't licht dat afstraalt van den top. Een damp verberge soms die stralen, En 't storme vaak, - hem geurt een hof Omhoog: daarheen! met wat hem trof In 't vriendlijk veld, in woel'ge dalen, In 't eenzaam woud bij starrenpracht, Wat donkre waatren hem verhalen, Wat heldre hemelen herhalen Van schoonheid, liefde, moed, en kracht. En almeer ligt hem 't schouwspel open Der wereld - bovenal van 't hart; Al wat er arbeidt, wat er wart: Haar juichen, schreien, en weer hopen, Scherp onderscheidend van omhoog- Hoe ook door meegevoel beslopen- Weet hij zijn geest tot rust te nopen, Bezingt hij wat hem diep bewoog; In zangen strooit hij allerwegen Zooveel hij vruchten zaamlen mag, En kweekt wat onrijp nederlag, En zaait met lust op hoop van zegen; In zangen streelt hij, schokt en boeit, {==103==} {>>pagina-aanduiding<<} Totdat zijn volk komt nagestegen... Of, luistrend nog terneergelegen, Voor eigen zielsbehoefte ontgloeit. Die jubel zal veel leeds vergoeden En binden wat gescheiden ging, U, koninklijke zwerveling, Wel vaak gefolterd tot den bloede, Aan 't volk dat opzag langs uw baan: ‘Verhoog, verheug ons! Wát er woede, Geef harpzang na den striem der roede...’ - Dank! die veel droeg, heeft veel gedaan. Maar nog zooveel blijft uitterichten Voor uwe ons toegestoken hand; Zij, die weer hartlijk volk en land Tot meedoen weer den Mensch verplichtte. Zij leven - werken - u vergund: Al zaagt ge ook stoute droomen zwichten, Uw geest zal door veel eeuwen lichten Wanneer gij doet zoo schoon ge kunt! [21 maart 1875 Afkondiging van het huwelijk van Multatuli en Mimi] 21 maart 1875 Afkondiging van het huwelijk van Multatuli en Mimi. Afgedrukt in Het Vaderland. (fotokopie M.M.). Fragment. Huwelijken, Geboorten en Sterfgevallen. BURGERLIJKE STAND VAN 'S GRAVENHAGE. Eerste Huwelijksafkondiging op Zondag 21 Maart 1875. (....) - E. Dekker, z.n.¹. en schrijvende E.D. Dekker, wedr van E.H. van Wijnbergen, en M.F.C. Hamminck Schepel.- (....) 1. z.n.: zich noemende. {==104==} {>>pagina-aanduiding<<} [24 maart 1875 Brief van Multatuli aan mevr. N. Sandrock-ten Hagen] *24 maart 1875 Brief van Multatuli aan mevr. N. Sandrock-ten Hagen. (uit: F. Smit Kleine ‘Schrijvers en schrifturen’ 1891, blz. 22-24.) Rotterdam, 24 Maart 1875. Zeer geachte Mevrouw! Ik verga van drukte, zóó dat ik alle moeite heb, om niet den schyn van onbeleefdheid op my te laden. Ik verzoek U vriendelyk my dit, voor zooveel UwEd. aangaat, ten goede te houden. Myn hoofd loopt me om. Wat nu de repetitiën of 't instudeeren van Vorstenschool aangaat, daarover heerscht een verschil van inzicht, dat ik wel genoodzaakt ben ronduit te noemen. De kunst is moeilyk en vereischt arbeid. Wat my betreft, ik zou minstens drie maanden studie noodig hebben, om in staat te zyn met eenig succès te kunnen optreden als raadgever in 't voordragen der rol van Louise¹.. Het verbaasde my dan ook, zeer geachte Mevrouw, dat UwEd. my eergister vragen liet: wanneer ik eens ‘een halfuurtje’ tyd hebben zou? Waarlyk, Mevrouw, voor my is zoo'n taak geen bezigheid van ‘halve uren.’ Ik weet, ken en kan te weinig, ik heb te veel te leeren, om zóó snel gereed te zyn tot het leiden uwer studiën. Toen ik hier aankwam, had ik gehoopt wat kennis van voordracht, actie, etc. op te doen, en deze hoop is dan ook niet geheel verydeld. Alleen wat de rol van Louise betreft, bleef ik door de onovertrefbare botheid van Juffr. Kruseman even wys (of liever even onkundig) als te voren. Ik leerde van HEd. alleen, hoe die rol niet behoort te worden... opgezegd. Van daar dan ook myn voorstel aan UwEd. om eenige der heeren artisten aan onze oefeningen te associeeren. Mocht UwEd. meenen dat dit voor U geen behoefte is, voor my is het dit wel! Ik begryp evenwel dat die heeren geen tyd hebben, maar, geachte Mevrouw, ook ik heb geen tyd! Wanneer de zaak in 'n paar uurtjes te schikken ware, zou ik me gaarne tot alle hulp bereid verklaren, maar dit is 't geval niet! Er zyn in de rol van Louise passages welker voordracht stof leveren kan tot lange discussiën en veel twyfel. {==105==} {>>pagina-aanduiding<<} Wat Uzelf betreft, Mevrouw, als eerlyk man ben ik verplicht U aan te raden: 1.Soberheid. 2.Doordacht bestudeerde gesticulaties, mimiek en stembuiging. Ik zeg ‘doordacht’, want het loslaten op goed geluk af, van oogenblikkelyke opwellingen, is geen kunst, maar wildzang. In alles moet berekende methode zyn. Dit eischt arbeid! Na zeer beleefde groeten, heb ik de eer met de meeste hoogachting te zijn, UwEd. Dw. Dienaar Douwes Dekker. Ik weet niet wie uw leermeesters waren, maar 't komt me voor alsof men u heeft diets gemaakt dat de zaken van zelf marcheeren. Dit is, goddank, zoo niet! ‘Goddank’! want waar bleef de verdienste, als kennis en bekwaamheid ons aanwaaiden? Dan immers zou ieder die maar brutaal genoeg was om zich voor iets uittegeven, wat goeds kunnen leveren! Zóó makkelyk is de zaak niet! Er moet gewerkt zyn!- 1. rol van Louise: op 20 mei 1875 zou Nans Sandrock-ten Hagen in Groningen debuteren als koningin Louise bij de 31e opvoering van Vorstenschool. [voorjaar 1875 Voorwoord bij Vorstenschool] Voorjaar 1875 Voorwoord bij de eerste zelfstandige uitgave van Vorstenschool. (Vorstenschool, drama door Multatuli. Amsterdam (Funke) 1875.) Voorbericht by deze uitgaaf Om redenen die voor den lezer van geen belang zyn, wordt deze uitgaaf van Vorstenschool, hoewel reeds sedert ruim twee jaren gedrukt, eerst nu in den handel gebracht. Sedert dien tijd is de herdruk van den IVden bundel myner IDEEN, waarin dat stuk aanvankelyk was opgenomen, noodzakelyk geworden. Om alsnu den koopers van deze uitgaaf het hunne te geven, voel ik my in overleg met den heer FUNKE genoopt hier te doen volgen: 1o. Het voorbericht waarmee die bundel IDEEN geopend werd, en dat hoofdzakelyk op dit drama betrekking heeft. 2o. Eenige noten en opmerkingen die dezer dagen aan den tweeden druk werden toegevoegd. 3o. De voornaamste varianten. wiesbaden, Voorjaar '75. multatuli. {==106==} {>>pagina-aanduiding<<} Na de vermelding van de varianten voegt Multatuli nog de volgende opmerking in: Tot dusver de varianten. Ik heb overigens in den herdruk hier-en-daar gesukkeld met de poging om me te ontdoen van ons leelyk: gy. De lezer zal op sommige plaatsen je vinden, soms ook jy, en zelfs: jou... maar ik erken dat ik geen raad weet met onze tweede persoon. Ieder gelieve die by voorkomende gelegenheid te veranderen naar z'n smaak, gehoor, traditie en fatsoenelykheid... want dat ding - Minerva pruilt! - mengt zich ook in de zaak. Ik verklaar me inkompetent. [11 april 1875 Brief van C. Vosmaer aan J.W.T. Cohen Stuart] 11 april 1875 Brief van C. Vosmaer aan J.W.T. Cohen Stuart. Een dubbel en een enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-5 en 6 (⅕) beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) De brief is onvolledig bewaard. 11 April Den Haag Weledele Heer, Ik ontvang daar van uw hand een overdruk van uw artikel uit de Banier¹., waarin ik het reeds las. Ik waardeer ten volle de gevoelens die u geprikkeld hebben tegen Multatuli. Ik schrijf u geenszins om mij te verdedigen, of te repliceeren: hoofdzakelijk om u dank te zeggen voor de toezending van uw stuk, en vervolgens om dan tevens die gelegenheid te baat te nemen voor een paar opmerkingen.- Er zullen zoo wat 20 jaren liggen tusschen uw schrijven en den tijd waarin ik dat begon. Daaruit volgt dat ik wat geleerd en ondervonden heb in die tijd, en daartoe behoort dit: dat, hoe ouder men wordt, en hoe meer men leert, hoe bezadigder men oordeelt. Want men leerde dan, dat de zaken veel dieper zijn en veel meer zijden hebben, dan men in jeugdigen overmoed meende. Gij, die {==107==} {>>pagina-aanduiding<<} mij persoonlijk niet kent, die ook van mijn werk zeker niet veel kent - althans te oordeelen naar uwe zinsnede: ‘dat ik steeds geposeerd heb als bijzonder ervaren in de Nederl. letterk.’! - gij, zonder de vele en zeer gecompliceerde draden te kennen van veler menschen leven en handelingen - oordeelt zóo stout! Op elke bladzijde toont gij uwe te snelle voortvarendheid; - telkens zet gij in een noot dat gij bij nader inzien dit of dat verneemt of bedenkt. Dit, - nìet uw aanval, is het dat mij leed deed. Ook de daaruit ontstane miskenning; voorts zulke uitdrukkingen als ‘ootmoedige leerling’, ‘bespottelijk’ enz. - wezenlijk - ik zal mij nooit op meerder leeftijd of op het gepraesteerde beroepen om iemand den mond te snoeren - maar waarlijk moogt gij, op uw leeftijd, met de betrekkelijk zoo geringe ondervinding van iemand die het leven noch door moet maken - (om dit germanisme nu maar even te gebruiken) moogt gij zóo spreken?- Gij spreek zoo bout². van uwe ‘beginselen’ - goed, best dat gij ze hebt - maar, mijn hemel, hoeveel tien of twintig tallen jaren hebben die beginselen wel in de hardsten strijd geleefd en zich ontwikkeld en zich overeind gehouden? Maar laat mij liever eindigen - er ligt iets genereus in uw schrijven, maar daarom juist heb ik het land, dat gij zoo schandelijk oppervlakkig en vermetel over Mult. en over mij oordeelt. Daarover toch nog dit enkele woord (....) ontvangen. Nu komt weder deels de reactie, deels de bende van napleiters, en zij die niet kunnen velen dat er iets met geestdrift behandeld en geeerd wordt. Dit slaat niet op u, uw drijfveren waren anders en beter. Ik heb u alleen willen meedeelen waarom ik toen zóo heb geschreven, en zóo moest schrijven. Doch ik zou thans niet anders schrijven; want ik ben en word meer en meer overtuigd van de onwaarde der kleinigheidskritiek en van de noodzakelijkheid eener hooge, breede, idealistische opvatting, die boven de kleine vitterijen zweeft, welke iedere zetter kan verbeteren. En nu voorgoed, een einde. Ontvang mijn beleefde groet Uw dw C. Vosmaer 1. De Banier: J.W.T. Cohen Stuart ‘Multatuli-vergoding’ in De Banier, Tijdschrift van ‘het jonge Holland’ 1875 I, blz. 307-323; overdruk als brochure verschenen onder dezelfde titel. 2. bout: kennelijke verschrijving. {==108==} {>>pagina-aanduiding<<} [13 april 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart] 13 april 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, waarvan beide zijden overdwars geheel beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Den heere J.W.T. Cohen Stuart Wiesbaden, 13 April '75 Dank voor uw boekje¹.. - Zonder pretensie kan ik zeggen, er is niemand die Multatuli beter kent dan ik. Niemand die hem zoo lang, zoo van nabij, onbevooroordeeld heeft gadegeslagen. - Ken ik hem dan? Neen, zoo min als hij zichzelf geheel kent. Multatuli heeft in dien zin weinig geweten, dat hij niet het verkeerde in zich kan opmerken. Zijn verkeerdheden zijn, in dien zin alweêr, naïef genoeg. Nu, in den persoonlijken omgang ontzie ik Multatuli zeer, omdat hij een nerveus man is; maar als 't er op aan komt, sta ik voor eigen overtuiging pal. Ik weet, dat het niet deugt, goden te hebben op aarde. Omtrent de quaestie met uw vader heeft hij mij nooit regt ingelicht. Hij kan zijne opvatting ter goeder trouw hebben. Dit geloof ik. Voor zijne woorden sta ik niet. Hoogachtend, Marie Anderson Vosmaer hebt gij goed beoordeeld. De goede man is ter goeder trouw, en wil, geloof ik, gaarne te vriend houden wat hij kan.- - Dat Mej. Krüseman geen ‘verblind aanbidster’ van M. is, beduidt weinig; want zij is het misschien niet omdat hij haar gegriefd heeft. - Gegriefd heeft Multatuli mij niet, en onverzoenlijk is hij niet. Hoe men hem keere of wende, Multatuli is een naïef man, naïef in alle zaken, 'tzij ze goed zijn, hetzij niet. Neem mijn openhartige getuigenis aan. Deze brief is uitsluitend voor U bestemd; ik heb geen reden Mult. onnoodig te grieven. Niet uit vrees, maar ik houd niet van onaangenaamheden, en hij is mij lief. Ik hoop uwe meening omtrent hem getemperd te hebben, maar meêdoen aan vergoding wil ik zeer zeker niet. - Intusschen heb ik geen reden tot brouilleeren. - Ik stel mijne vriendschap tot hem alzoo in uwe hand. Hij heeft veel goeds, bedenk dat. 1. boekje: J.W.T. Cohen Stuart Bestrijding van Multatuli. De Tolk van den vooruitgang. Rotterdam (1876; in brochurevorm al in 1875). {==109==} {>>pagina-aanduiding<<} [15 april 1875 Brief van G.L. Funke aan Multatuli] 15 april 1875 Brief van G.L. Funke aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, met gedrukt briefhoofd G.L. Funke Heerengracht bij de Hartenstraat 212 Amsterdam, waarvan blz. 1-2 en 3 (½) beschreven. (M.M.) Amsterdam, 15 April 1875 Waarde Dekker! Te vergeefsch hebben wij U tot heden terug verwacht, en nu LeGras ziek geworden is (een lelijke catastrophe voor het driemanschap!) vrees ik dat er nog wel eenigen tijd verloopen zal eer we U terug zien. Van daar dat ik U vragen wou of Ge toch maar Uw aanvankelijk plan wilt volgen om mij in den vorm eener brief of in welken vorm Gij wilt, te kennen te geven dat Ge ingenomen zijt met de wijze waarop men hier begreep U een huldeblijk te mogen aanbieden. Zoo'n document zwart op wit heeft voor sommige luî meer waarde dan mijn mondelinge verzekering; geef U daarom die moeite svpl. Zal ik, nu LG ziek is (toch niet erg, hoop ik?) de leiding Uwer lezingen van hem overnemen? Antwoord ook daarop en zoo ja dan svpl het reeds gemaakte program. Als 't even doenlijk is, laat dan toch Havelaar van stapel loopen. Ik ben zeker dat Ge er met één dag arbeid totaal meê afgerekend hebt. Immers, wàt is er meer aan te doen dan die weinige proeven te lezen en de noten te herzien! Och doe me nu toch dat plezier! Gij weet niet hoe ik sedert maanden naar dat slot verlang! Naar ik hoor is 't bezoek bij de volgende voorstellingen in Frascati niet extra geweest. Volgens deze en gene die ik sprak, zat 'm dat voor ⅞ in de antipathie die M.K.¹. hier van vroeger had opgewekt. Haar grootste naroepers²., hebben na ‘Kunst en Kritiek’ genoten te hebben, een walg van haar gekregen en dàt moet voornamelyk ongunstig gewerkt hebben op 't bezoek. Voor de zaak die V.S. predikt en voor Le Gras cs. spijt het me danig. Ik vreesde er al voor vóór ze hier kwam. Hartelyk met Mimi van ons beiden gegroet tt GLF 1. M.K.: Mina Krüseman. 2. naroepers: fans, aanhangers. {==110==} {>>pagina-aanduiding<<} [24 april 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart] 24 april 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, alleen aan de voorzijde overdwars beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Wiesbaden, 24 april '75 Geachte Heer, Zeg gerust wat gij omtrent Mult. gehoord hebt, laster of niet, dan zal ik u zeggen of het waar is. Daar waar geen eer is, heb ik geen ‘eer’ optehouden. Wat laster is, kunt gij dan, bij voorkomende gelegenheden, weêrspreken. - Ik ken hem van mijn 19de jaar af, & nu ben ik 32; ik weet alles vrij wel omtrent hem. Ik geloof niet dat er iets is, van eenige beteekenis, dat ik niet weet. Bovendien, ik ken niet alleen zijne daden, maar zijne opvattingen, waarvan de daden toch afhangen. Hij kan dingen niet slecht vinden die een ander wel slecht vindt, en omgekeerd. Buitendien kan iemand op sommige punten bedeeld zijn met stompheid van geweten, zoowel als van intellect. En bij hem is alles meer zaak van humeur & eens opgevatte meening, dan eenig boosaardig opzet. Luimig is hij, geheel & al, in alle beteekenissen. T.t. Marie Anderson. [27 april 1875 Telegram van Multatuli aan P. van de Velde] 27 april 1875 Telegram van Multatuli aan P. van de Velde, aangenomen te Amsterdam 10.47 uur, ontvangen te Maarssen 11.11 uur. Van de Velde Instituteur¹. Maarssen Wij komen eerst met den trein 5.6 indien belet is niets verloren Douwes Dekker 1. instituteur: onderwijzer (fr.) {==111==} {>>pagina-aanduiding<<} [28 april 1875 Aantekeningen van Multatuli bij een voordracht] 28 april 1875 Aantekeningen van Multatuli gebruikt bij zijn voordracht over ‘Wat is goed?’ te Rotterdam. Drie stroken papier van 341 × 107, 281 × 107 en 347 × 107 mm. Alleen aan de voorzijde beschreven. Het kursief gedrukte betreft toevoegingen in potlood. Zie ook het verslag van 30 april 1875 (V.W. XVII, blz. 685-688). (Map voordrachten nr. 95, 96 en 97, M.M.) Wat is goed? komiek- Punt van uitgang zedelyk- heid is m.i. Kennis der na- tuur, geen godsdienst- Primitieve toestand der Menscheid Streven naar welstand, bien être genot, was eerste indruk.- gouden eeuw- Tegenzin in al wat dit streven in den weg stond. Al spoedig begreep men dat men ieder 't zyne moest laten & waarborgen.- in onze verfynde maatschappy &c- Bezitting en leven hoofdzaak dus: poging om moord en diefstal tekeer te gaan.- Dus: wetten met bedrei- ging van straf. Belooning werd eerst later bedacht. muur lauwer- burger- en {==112==} {>>pagina-aanduiding<<} andere kronen. Medailles prix Monthyon². roos v.d. paus³.- als deurwaarders behoefte aan dwangmid- delen: goden & duivels¹. alle profeten. Mozes Numa Pomp. alfoeren N.D. de Lourdes Bezweringen: by Jup. by Herk. Zoo waarlyk. &c God in dienst der Justitie. Duivels. gebed aan logika Vreemd uitgangspunt voor redelykheid- Alles baatte niet Zie Geschiedenis Staatkunde Maatschappy en dagelyks leven- theologie overal, zedelykheid, het goede nergens. Dit punt van uitgang moet in ons zelf gezocht worden. Wyzelf ons gemoed moeten de god zyn wiens afkeuring we vreezen- koe gras Hoe dit te bereiken? Door alles wat ons omringt te leeren kennen, door studie van de natuur. Geen groene (valsche poezie) Geen geleerde (valsche weten- schappelykheid)- {==113==} {>>pagina-aanduiding<<} Alle zedeloosheid is verstoring van harmonie, van orde, van 't schoone en goede. Als kinderen willen wy ruineeren, stuk maken. Zien hoe 't gemaakt is.- Kinderen die geleerd heb- ben iets te maken, ruineeren niet.- Dus: toeleggen op kennis, ieder in z'n kring, ons vatbaar maken om 't schoone en regelmatige opte- merken. Altyd het ‘waarom’ vragen. afwennen van niet begrypen Veredeling van 't schoonheids- gevoel. Bloemen, boomen Lynen & getallen evenredigheden. wyze waarop onder- scheiden stoffen op elkander inwerken kristal harmonie der kleuren modder Kennis van mensch en maatschappy Alles te zamen leidt tot vrede- lievendheid eerlykheid goede trouw moed waarheidsliefde matigheid i.e.w.⁴. rechtvaardigheid waarheid is: iedere zaak 't zyne te geven rechtvaardigheid. Ieder atoom doet z'n functie. ieder stofje, elke zon. De minste afwyking van plicht zou {==114==} {>>pagina-aanduiding<<} de vernietiging van alle orde ten gev. hebben. Alles komt neer op feitelyke waarheid.- Dáárvan moeten wy leeren.- Indien ik heden avend¹. niet n.m.b.w. gesproken¹. had zou ik 'n fout begaan¹. hebben -¹. Dankbetuiging. Rotterdam -¹. Cato. Carthago.¹.- De natuur laat zich niet straffeloos verkrachten. Ver- storing van Harmonie- Ook de Javaan. Cato, Carthago- Waakt!- met Louise Het eerste wat me ontbreekt, is kennis, kunde, en daarom zoek ik n.d. waarheid- 't vele goede dat ik hier genoten heb. Hartelyk vaarwel aan Rotterdam 2. prix Monthyon: prijs voor deugdbevorderende werken, toegekend door de Académie Française en ingesteld door de Franse filantroop Jean Baptiste de Monthyon (1733-1820). 3. roos van de paus: prijs voor de R.K. deugdzaamheid. 1. Doorgehaald. 4. i.e.w.: in één woord. 1. Doorgehaald. 1. Doorgehaald. 1. Doorgehaald. 1. Doorgehaald. 1. Doorgehaald. 1. Doorgehaald. [april 1875 Artikel van Elise van Calcar over Vorstenschool] april 1875 Artikel van Elise van Calcar over ‘Vorstenschool’, aanvankelijk in afleveringen gepubliceerd. (naar Elise van Calcar ‘Uit het leven voor het leven’ Haarlem 1875; 2 dln. Dl. 1, blz. 193-237). Fragmenten. Vorstenschool en volksopvoeding. Toen voor ongeveer vijftien jaren de ‘Max Havelaar’ verscheen, stond ik vooraan in de reien der warmste bewonderaars van deze frissche en edele schepping, die als een sierlijke palmboom de fiere kruin zoo hoog boven het alledaagsche struikgewas ophief, dat hij ons voor de toekomst een lieflijke oase scheen te beloven in de {==115==} {>>pagina-aanduiding<<} dorre velden van onze matte en magere volksliteratuur. Er was een ziel in zijn ruischen; er fluisterden geestenstemmen langs de wuivende bladen, die van een grootmoedig enthousiasme voor waarheid en recht getuigden. Er woei een opwekkende levensgeur ons te gemoet, die ons deed vragen naar meer... veel meer... (....) Telkens, als er een gerucht liep dat er weêr een werk van Multatuli verschenen was, stak ik werktuigelijk de hand er naar uit, begeerig om de nieuwe vrucht te proeven, maar de alsem maakte het mij ongenietbaar, de alsem van den wreedsten spot, die ooit het ideaal in 's menschen ziel trachtte te vermoorden, en smartelijk teleurgesteld moest ik zeggen: ‘het is waar, ook Max Havelaar bestaat niet meer; wie is toch die pseudo Multatuli, die ons op zijn naam al dat onrijpe ooft opdischt, ontijdig geoogst door den stormwind? Die vruchten zijn wormstekig! Bijt niet zoo zorgeloos toe, o onnoozele! Ziet gij die oorwormen der verbittering, die wriemelende duizendbeenen van mokkenden wrevel daar niet van alle zijden uitkruipen?’ (....) Ik schreef aan een vriendin, die hemelhoog met zijn schriften liep: ‘Zend mij al wat gij van Multatuli hebt. Ik ga een bedevaart doen naar het graf van Max Havelaar. Ik wil dien geest oproepen en hem bezweren mij te zeggen wat er van hem geworden is, want hij kan toch dezelfde niet zijn gebleven. Hoe zit het er mee? (....) Zend mij vooral “Vorstenschool” en “Woutertje”; daar moet, zoo verzekert men mij, een paedagogisch element in schuilen.’... (....) ‘Vorstenschool’ herhaalde ik ook vragend, toen ik het boek in handen nam. Wat wil dat zeggen? Die titel school is niet nieuw voor tooneelstukken. La Chaussée bediende zich in de vorige eeuw reeds van dien prozaïschen titel en gaf zijn ‘école des amis’, ‘école des mères’, enz. (....) Zooveel is zeker, dat de schrijver boven alles door staatkundige ideeën is beheerscht geworden, en dat het hem veelmeer te doen is geweest om zijne politieke leerstellingen in een smakelijken vorm onder het volk te brengen, dan een meesterstuk van dramatische kunst te leveren. En er was wel geen beter middel uit te denken {==116==} {>>pagina-aanduiding<<} om zijne overigens vrij oude radicale geloofsbelijdenis in een nieuw en poëtisch licht te stellen, dan door die te leggen op de lippen eener dwepende jonge vrouw, die ons het zonderling tegenstrijdig beeld vertoont van eene revolutionaire koningin. Het theater aan politieke richtingen dienstbaar te maken moge gunstig zijn voor de oogmerken van volksleiders, maar 't is altijd slecht voor de kunst geweest, om te zwijgen van de moraal. De auteur verdrong steeds zijn eigen personages, de philosoof overschaduwde altijd de acteurs, en de gevoelens des dichters wekten de geestdrift des volks veel meer dan de dramatische positie der figuren; want de poëet bedierf zijn eigen kunstwerk door te willen philosopheeren. 't Zou dwaas zijn te beweren dat de ‘Barbier’ of de ‘Figaro’ Louis XVI en Maria Antoinette op het schavot hebben gebracht, maar 't is onloochenbaar dat de tooneelstukken van de Beaumarchais de revolutie sterk in de hand werkten, en dat, al spelende bij zang en scherts, de zaden zijn gestrooid van dien bloedigen oogst, die dood en verderf hebben ingezameld. Doch hoe men ook over de tendenz en het doel van ‘Vorstenschool’ moge denken, de schrijver heeft ons hierin zijn groot talent op nieuw geopenbaard. Het is te weinig om te zeggen dat het hoog uitsteekt boven de gewone tooneelstukken op onze theaters voorgedragen; neen, ‘Vorstenschool’ kan wedijveren met de beroemdste producten op dit gebied. Desniettemin heeft het eene in het oogvallende, zwakke zijde, die wij ter wille van den goeden smaak en het recht der kunst niet verbloemen mogen. In het eerste bedrijf leeren wij al dadelijk de hoofdfiguur kennen - Louise, eene koningin, die blijkbaar met alle etiquette gebroken heeft. Zij spreekt hare dienstdoende hofdame kort en goed bij haar familienaam aan, zooals de schoolmeisjes dat gewoon zijn; immers onder de schooljeugd is het niet Anna of Lotje, maar Smits, Meijer, enz. ‘De Walbourg,’ zegt de koningin, ‘zyn er meer nog in de voorzaal?’ Even vreemd is de kleinigheid, dat de koningin in het 3de bedrijf de stof van de banken afneemt, als ze heel populair een bordje room in het priëeltje van een boerin gaat eten met mama. Ik betwijfel of het aan het allerkleinste hofje van Europa zoo burgerlijk toegaat, als ons hier wordt gemaald. 't Lijkt te veel op dat hofscènetje, dat Busken Huet eens maalde, waar de eeredames {==117==} {>>pagina-aanduiding<<} met de soezenmand rondgingen... Daar men in het drama zooveel mogelijk naar zinnelijke illusie moet streven, dient men de bestaande gebruiken niet te veronachtzamen; vooral niet als men overigens, ter wille van het natuurlijke zelfs, ruwe uitdrukkingen opneemt; want enkele malen zijn woorden gebezigd, die een kiesch oor kwetsen, of die in den mond dezer ideale vorstin onbehaaglijk klinken. Ook had de auteur zich niet moeten verwaardigen om een overoude aardigheid op te rapen, die reeds voor een twintig jaren van den wagen van een almanak voor blijgeestigen viel en sedert op straat gezworven heeft, die flauwe van den werkman ‘Syrene’ tot de koningin te laten zeggen. - Doch laat ons Louise gadeslaan. De koningin houdt zich bezig met een onderzoek naar de toestanden der volksklasse, en ondervraagt een letterzetter naar zijn omstandigheden. De wijze waarop zij het aanlegt, zou aan alle philanthropische dames kunnen leeren hoe zij het niet moeten doen, als ze niet bedrogen willen worden. Wij krijgen bij den eersten blik op haar streven meer verwachting van haar goeden wil en onbekookten ijver, dan van haar levenswijsheid. (....) Maar nu begint de vrouw en tegelijk de humanistische dweepster voor den dag te komen; zij draaft schrikkelijk door en raakt, ondanks haar vurigen wensch om waar te zijn boven alles, ieder oogenblik in het onware. Hoor hoe zij den volkstoestand schetst als in een tijd van algemeenen hongersnood bijv. in Perzië: Het Volk Is laag gezonken, moeder! Ziel en hart Gaan onder, by aanhoudend stoflyk lyden. De gloed van hooger geestdrift wordt gedoofd, Als 't leven slechts één kamp is met het lage, Als niet te sterven 's levens eenig doel is, En uitgesteld bezwyken hoogste prys! Wat is den arme 't schoon der lente? Niets! Een sterrenhemel? Niets! Wat is hem kunst? Wat is hem poëzie? Wat, liefde? Niets! Dit alles màg hem niets zyn. Alle vlucht Is hem verboden door de werklykheid, {==118==} {>>pagina-aanduiding<<} Die met 'n yzren vuist hem perst in 't slyk, En elke poging tot verzet, bestraft Met honger... Zou men niet moeten denken dat de oogst verwoest was en dat hier van een algemeene volksramp werd gesproken? Met welke bedoeling worden zulke overdreven tafereelen opgevoerd? Indien het waar is, dat ons volk in den laatsen tijd lager is gedaald en inwendig verzwakt, dan is het door zondelust en godsdienstige verwaarloozing. De vragen van Louise omtrent de standen zijn uiterst oppervlakkig en eenzijdig. Ik vraag: of één stand honger voorschryft, moeder? Of één stand kan gedoemd zyn tot gebrek? Tot slaaf zyn onder de eischen van de maag? Deze overdrijving wordt nog verhoogd door de toevoeging: Ik vraag, of een dier standen lager staat Dan 't schaap of rund dat onbekommerd graast, En dat gewis den mensch verachten zou, Als 't weten kon hoe slecht die mensch zich voedt? En geheel ziekelijk sentimenteel wordt het: Is 't kind van de arme minder dan 'n kalf? De moeder minder dan 'n koe? Myn God, Is dàt haar stand? Eischt dàt uw maatschappy? O, dan is alles leugen, wat men preekt Van zielenadel en beschaving! (....) Ik vraag of dit volksonderwijs geen bedenkelijk karakter aanneemt, vooral door Louise's dwaze toelichting: Een deel, een nietig deel der maatschappy Heerscht, regelt, kuipt, maakt wetten, en verwyst Het ovrig deel - en 't grootste - tot ellende! Dat ‘verwijst tot ellende’ is toch stellig de moedwilligste verwringing, de lasterlijkste voorstelling van onze toestanden, die maar kan gegeven worden, en waarvan de schrijver de onberekenbare verantwoordelijkheid niet schijnt te gevoelen of te vreezen. Standen en toestanden worden niet door menschelijke willekeur in het leven geroepen: zij zijn geworden uit den samenloop van duizen- {==119==} {>>pagina-aanduiding<<} de van den mensch voor een groot deel onafhankelijke oorzaken, en kunnen ook niet door een gril van demagogen opgeheven worden. Wilt gij het tooneel maken tot een volksschool, wilt gij het drama maken tot een middel ter volksopvoeding en veredeling, breek dan eerst met alle ziekelijke, waterachtige sentimentaliteit. Geen Rousseausgekwezel op het tooneel, en geen leugenachtige overdrijving, als er iets gezonds uit worden zal. Zedeloosheid en godvergetenheid is de bron der volksellende; de godlasterende en alles wat hoog en heilig is ontwijdende beschimping, de zucht naar weelde en de vijfendertig millioenen guldens door de werkende standen aan den drank gewijd - dat is de bron van het zedelijk verval. Onderwijs is levensbrood en éénig geneesmiddel. Maar welk onderwijs? Hier helpt geen gewone schoolmeesterij van letters en cijfers. O 't geeft zoo weinig. Maar leeren leven en werken, leeren mensch te worden door verlossing van al wat den mensch onteert. Dat praktisch onderwijs, dat van vader op kind moest overgaan, dat onderwijs in goeddoen en rechtvaardig, eerlijk, eerbaar, werkzaam zijn, dat men den kinderen leert in den schoot van het ordelijk huisgezin, zooals het oude, eerwaardige, zoo wreed mishandelde bijbelboek zegt: ‘Gij zult het uwe kinderen leeren, als gij met hen nederzit, als gij met hen over den weg gaat’, onder het werken, bij het rusten, en door het voorbeeld 't meest. (....) Veel, zeer veel zou het tooneel kunnen doen tot veredeling en verheffing van het gemoed, maar dan geen luiheid kweeken door op de zorgelooze koeien en schapen te wijzen; dan geen wangunst, nijd en tweedracht zaaien, geen wrevel wekken in het ongevormd verstand, geen haat tegen wie meer heeft dan wij, geen bespotting en minachting van de overheid, maar liefde onderwijzen, liefde, die vereering en ontzag in het ruwe hart stort voor wat hoog en verheven is, en het daardoor vormt, verteedert en veredelt. (....) Neen, het doorhalen van een minister omdat hij geen genie is, of de opsomming van Vorstenplichten, kan geen actrice de ware bezieling geven. Hoogst onbillijk is het daarom, nu bij de opvoe- {==120==} {>>pagina-aanduiding<<} ring de zwakke zijde van het stuk in het oog springt, die onvolkomenheden hoofdzakelijk aan de voordracht van Mejufvrouw Kruseman te wijten, terwijl hier bepaald de onbedrevenheid van den auteur zich openbaart, om zijne ideeën voor het tooneel te bewerken, een taak die een geheel eigenaardige studie vereischt. Het tweede bedrijf is de sterkst mogelijke tegenstelling van het eerste; hier is wel alles leven en beweging, maar het is een actie, die te veel op zich zelf staat, en de draadjes, die de verschillende bedrijven samenbinden, zijn moeielijk te volgen, omdat ze, niet natuurlijk uit eene hoofd-idee ontsponnen, geen nerf of hartader van het innerlijk leven der heldin zijn. Groote verdienste moet ongetwijfeld aan dit bedrijf worden toegekend, als wij het op zich zelf als satire beschouwen. Spiridio is geestig geteekend en toch... en toch... Wien 't Neerlandsch bloed in de aderen vloeit, voelt een onbehaaglijke trilling, een opwelling van verontwaardiging, en kan de vraag moeielijk terugdringen: waartoe deze gepremediteerde bespotting van het koningschap? Moet Vorstenschool aldus tot vorstenonderwijs of tot volksopvoeding gebruikt worden? Is het bestemd om alle prestige van de koninklijke majesteit in het hart des volks uit te roeien? Het standpunt van de hedendaagsche vorsten is voorwaar niet benijdenswaardig; het is integendeel hoogst moeielijk en gevaarlijk; in elk geval niet van dien aard, dat het tot het mikpunt van zoo lafhartige en lichtvaardige verguizing verdient gekozen te worden. Wist de schrijver dan in de gansche wereld geene andere figuren te vinden om het volk te vermaken, dan juist aan eens konings hof? - Bovendien, op honderd andere wijzen was een vorst te schetsen geweest, wiens beginselen indruisten tegen het streven van Louise, waardoor een kamp of lijden kon ontstaan, waarin de dramatische heldin hare krachten had kunnen ontwikkelen. De voorzichtigheid der slangen is echter niet geheel vergeten, en terwijl Multatuli met de eene hand de steenen der bespotting werpt, wijst hij met de andere op de ‘verzachtende omstandigheid’ - de edele menschlievende zijde van 's vorsten karakter. Neen, steenen werpt hij niet eens; dat zou nog te flink, te roijaal zijn. Hij neemt een brief spelden... och, hij meent het zoo kwaad niet!... 't zijn immers maar speldenprikjes...? - En de behendige acteur redt meesterlijk de fatale rol... Neemt dat het euvel weg? Geenszins. {==121==} {>>pagina-aanduiding<<} Wie de ‘Ideeën’ begrepen heeft, ziet door het masker heen, dat heel onschuldig lacht en zoo onnoozel wil schijnen als de auteur in zijn voorbericht en bij zijne latere verontschuldigingen. Is het toeval, of is het toeleg, om op het eind van het eerste bedrijf het ideaal van het openbaar leven en optreden van een vorst zoo hoog mogelijk op te schroeven en daarop onmiddellijk een moment uit het intieme leven van een koning te malen, dat hem zoo armzalig en onbeduidend mogelijk doet schijnen? maar dat echter den schrijver, zijns ondanks logenstraft, door het bewijs te leveren, dat excentriciteit toch zoo veel niet beteekent - want een koning, die bij nacht een kleermaker ontbiedt om over het nieuwe model der schouderweren te onderhandelen, schijnt waarlijk wel met Multatuli's kwaal te sukkelen: de ‘ongewoonheid’. - Waarom niet een van de schoone en groote momenten gekozen, die zulk een edelmoedig karakter noodzakelijk hebben moet? Dit zou iemand gedaan hebben, die wenschte vorst en volk nauwer te verbinden; maar hier is 't om heel iets anders te doen - iets... dat elk verstandig burger zal blijven ‘verachten met groote innigheid’. (....) Daar ik dit onderwerp bepaald voor mijne vrouwelijke landgenooten behandel, wil ik ten behoeve van sommigen, die minder met de eischen van de kunst bekend zijn, de gronden bloot leggen waarop ik mijn oordeel vestig. Het drama moet als de bloem van den poëtischen kunstvorm beschouwd worden, waarin de dichtkunst al haar kracht en schoonheid samendringt, zooals de plant de uitnemendheid harer sappen openbaart en samenvat in haar bloesem. Het drama heeft echter een stelligen en onafwijsbaren eisch, en die is volgens den naam zelven de handeling, eene zedelijke handeling, die noodwendig en eigenaardig voortvloeit uit het karakter en de positie der hoofdfiguren, en die niet door beschrijving of redeneering, hoe schoon ook, kan vervangen worden. Louise, de heldin uit de ‘Vorstenschool’, voelt zich als koningin onvoldaan. Als kind van haar tijd, heeft ze, hoe dan ook, de ideeën van den vooruitgang ingedronken, die haar gemoed heftig bewegen. Zij wil aan het werk gaan. Zij wil hare roeping leeren kennen en vervullen, bravo! dat is een schoone impulsie. Doch nu komt de vraag: wat zal zij er meê doen?... {==122==} {>>pagina-aanduiding<<} Wij hadden recht, nadat zij zooveel goede voornemens getoond heeft, de vruchten van hare schoone denkbeelden te zien in het leven treden. Wat doet ze nu inderdaad? Als men haar hoort redeneeren, zou men denken: zij is in staat om dit in haar oog zoo armzalige gouvernement omver te werpen, ten einde dat vertrapte volk te redden en een nieuw stel excentrieke en geniale ministers te creëeren, die klinken als een klok, en die alle arbeiders vleesch en jenever verzekeren, zonder dat ze als slaven van de maag behoeven te arbeiden. Wat aanschouwt het publiek van hare daden? Multatuli zegt nu op zijne beurt tot het publiek: ‘Wacht op hare daden.’ Brengt Louise ook maar iets tot stand? Red ze een enkel huisgezin of levende ziel? Al wat ze doet is bijna te onbeduidend om op te noemen, en kon ze ook zonder al die radicale en hoogdravende begrippen gedaan hebben. 't Is van dat ‘gewone’ dat ze zoo verfoeit, en het ergste is, dat het in geen verband staat met al haar redeneeren. Zulke ontboezemingen zouden in een drama alleen dan geoorloofd zijn, wanneer ze ons de motieven van de handelingen openbaarden. Nu zijn ze er in misplaatst. De dramatische heldin moet geheel haar zedelijk zijn en denken van den aanvang af op haar doel richten, en wel zoo sterk, dat zij daardoor strijd uitlokt. Het zijn de kansen van die worsteling, die ons de hoogste belangstelling inboezemen; het is het lijden of de inspanning van de heldin, die ons moeten boeien, niet de schoone phrasen over onderwerpen, die zoover buiten haar ziel liggen als de politiek en philosophie buiten vrouwenharten. De koningin voert een heftige taal tegen ministers, de liberalen, de conservatieven, tegen iedereen die niet op het tooneel verschijnt; zij wordt gelijk aan een predikant, die altijd raast op menschen die nooit in de kerk komen. Louise vindt nergens tegenstand, niet bij de koningin-moeder, niet bij den koning; 't publiek of de opinie hindert haar niet; zij heeft geld, zij heeft macht. Zij kan doen wat zij wil. Het is een loopbaan zonder hindernissen, en ze doet niets dan declameeren. De strijd, waarin wij haar ook maar een heel enkel oogenblik zien, en die toch ook, als alles, met een sisser afloopt, hangt niet met haar ontboezemingen, met haar zieleleven samen en kan onder andere vormen precies zoo voorkomen; hij is niet organisch verbonden aan hare zoo overvloedig uitgesproken begrip- {==123==} {>>pagina-aanduiding<<} pen en theoriën; niet eigendommelijk en noodwendig voor deze figuur. Want immers zoo goed een naaister als een koningin kan belasterd worden - of ze conservatief of radikaal van natuur zijn. De hoofdfout van ‘Vorstenschool’ is gemis aan eenheid van handeling, omdat de hoofdgedachte, die alles beheerscht, de politieke inzichten des auteurs zijn geweest, die hier toch eigenlijk niet in het leven treden, maar toevallig met al die voorvalletjes samentreffen. Want als George niet bij toeval het gerucht van het feest bij den jongen prins had gehoord, hij zou niet naar van Weert gevraagd hebben, en dan had Hesselfeld ook nooit een glimp van verkeerden schijn op van Weert en de koningin kunnen werpen. Louise had met hare ideeën in botsing met een andere macht moeten komen, en hare gezindheden niet zoozeer in woorden als in handelingen moeten kenbaar maken. Wij hadden Louise willen zien strijden en lijden voor hare ideeën, en... overwinnen of ondergaan. Zij had haar gemaal moeten meevoeren en opheffen, of hij had haar beletselen in den weg moeten leggen. De schijn en de beuzelende kwaadsprekendheid neemt hier al de ruimte in, die aan kloeke daden toekwam. Had men die tot hoofdzaak willen maken, dan komt de titel ‘Vorstenschool’ geheel niet in aanmerking - men heeft babbelaars in het kleinste gehucht; daar behoeft men geen hof voor uit te knippen. Maar ook zelfs die kwade schijn, die laster, werkt niet als een krachtig element - dat is ook alweer zoo'n loos zevenklappertje, en niet flink doorgevoerd. Niemand kan er goed uit wijs worden; het warrelt en schemert alles zoozeer, dat de schrijver ditmaal zeer veel van de schranderheid van zijn publiek schijnt te wachten, dat hij anders waarlijk niet te hoog taxeeert. (....) Was mijn oordeel te gestreng? Eisch ik te veel? Zoo het voor iemand gelden moet, dan in de eerste plaats voor den begaafden schrijver: Ja, in den vreemden tyd dien wy beleven, Is, op uw standpunt, 't ordinaire: misdaad. U voegt de middelmaat zoo min als 't lage, Voor u is alles wat niet hoog is allerlaagst; Ik stel aan allen niet denzelfden eisch, Maar doe een hoogen eisch aan Multatuli. {==124==} {>>pagina-aanduiding<<} Over de strekking van het stuk wil ik alleen dit nog zeggen. Daar zijn onkruiden, die een zeer fraaie bloem dragen en een zoete geur verspreiden, maar als de bloem na korten bloeitijd verwelkt is, opent zich de zaadbol, en op donsen pluimpjes zwerven duizend zaadjes heinde en ver, en verdringen, waar zij vallen, het goede zaad. Ik houd ‘Vorstenschool’ voor zulk een gewas, in den Hollandschen tuin gezaaid door den zaaier die bij nacht werkte, terwijl de menschen sliepen. - In mijne verbeelding zie ik achter deze schoone Louise de petroleuze¹. loerend rondsluipen. Tot staving van dit gevoelen schrijf ik slechts een enkele bladzij af uit de Ideeën, die op ‘Vorstenschool’ volgen (Ideeën, 4de deel, blz. 260). Die ooren heeft om te hooren, die hoore. ‘Nederland zal ondergaan aan bovenmatig gebruik van gewoonheid. By de eerste kommotie in Europa worden wy ingelyfd! Is er nog redding mogelyk? Dat weet ik niet! Maar dit weet ik, dat alle redding onmogelyk is, zoolang wy geregeerd worden door 'n volksvertegenwoordiging als waarmee die beginselen ons arm landje hebben opgescheept.’ - Multatuli beroemt zich ‘geen beginselen’ te hebben. Weg met de Kamers! Ziedaar het redmiddel dat hij reeds jaren lang vergeefs heeft aangeprezen. Maar het volk vraagt natuurlijk: wat dan? De staatkundige auteur is reeds een weinig gepikeerd over zooveel vermetelheid, en antwoordt: ‘Gesteld dat ik niet weet te antwoorden op deze vraag - erger dan thans kan 't nooit worden - ook dan nog: weg met de Kamers! - En dan? - Gy, hy, zy aan 't voorloopig bewind, en wie of wat ge wilt, maar weg met de Kamers. En dan? Ik ben gereed tot antwoord op die vraag - of, sedert jaren reeds! - doch de natie is niet gereed mijn antwoord nuttig te gebruiken. Voor heden dit alleen: Weg met de Kamers.’ (Is 't niet of de Paus zijne geloovigen toespreekt: Volgt mij blindelings en wacht op mijne ophelderingen? En die man, die alle soorten van gezag met voeten treedt, wil alleen op zijn gezag gevolgd worden!) - ‘Havelaar is niet geschreven om mooi gevonden te worden. Het was een protest, eene oproeping om my in myne pogingen te steunen; die mooivindery was 'n helsche valschheid van 't christelyk publiek.’ - Welnu, ‘Vorstenschool’ is ook niet geschreven om mooivinderij, maar om begrepen te worden; en als de schrijver zegt: ‘ik laat het aan den lezer over om verband te zoeken tusschen “Vorstenschool” en de Ideeën die op {==125==} {>>pagina-aanduiding<<} het stuk volgen’, dan geloof ik te kunnen zeggen, dat ik dat verband gevonden heb op de aangehaalde bladzijden 260-261. En dat lezende denken wij onwillekeurig aan het oordeel van Louise over de liberalen: Wat geven ze aan het volk dat hen gelooft? Een onbesuisd verlangen naar iets beters, Maar 't middel niet, dat tot dat beter leidt. (....) 1. petroleuse: revolutionaire brandstichtster (fr.) [3 mei 1875 Brief van D. Post aan J.W.T. Cohen Stuart] 3 mei 1875 Brief van D. Post aan J.W.T. Cohen Stuart. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Enkele beschadigingen. Oudeschild, 3 Mei '75 Amice Ik haast me aan je verzoek te voldoen, omdat ik gevoel hoe in uwe stelling talmen onprettig zijn moet. Evenwel twijfel ik er aan je geheel te zullen voldoen. Mejuffrouw Mimi Hamming Schepel¹. (uit den Haag) nu Mevrouw Douwes Dekker heeft langen tijd lief en leed met Multatuli gedeeld zonder zijne vrouw te zijn. Van Marie Anderson weet ik niets omtrent zulk een verbintenis van meer intimen aard. HEd. heeft indertijd connectie aangeknoopt met zekeren Jhr. Hartsen (P?). Het gevolg daarvan was dat na verloop van tijd de volgende advertentie in de Haarlemmer Courant werd geplaatst: ‘Ondergeteekende erkent het kind dat Marie Anderson ter wereld heeft gebracht als het zijne.’ (was get) (P.) Hartsen. Meer is mij omtrent Mej. Anderson niet bekend. Zij is als Mina Kruseman excentriek; daarom niet onbillijk, maar sterk gekleurd in vormen, gewoonten, expressies, handelingen, enz. Alleen de bezadigdheid van meerderen leeftijd, zou hare irritabiliteit kunnen temperen, - en ontbreekt het haar niet aan Geest, 't is niet altijd de Geest der heiligheid die in haar getuigt. {==126==} {>>pagina-aanduiding<<} Identificeer haar dus vooral niet met de bekende jeugdige dame, nu met Multatuli gehuwd, maar neem toch eenige égards in acht omtrent intime verhoudingen. Mijn werkkring voldoet mij evenzeer als ik mij had voorgesteld. Zoo als ik indertijd schreef hinderen mij enkele vormen, terwijl ik andere weer gaarne wil behouden, doch dit ontneemt niets aan de deugdelijkheid en hooge waarde die mijn ambt in mijne oogen heeft. Ik weet reeds wel gedaan te hebben, en nuttig geweest te zijn. Dat was minder het gevolg eener waarheidsliefde, die meer alledaagsch en meer algemeen is dan Multatuli en Gij met vele anderen denken, dan wel van mijne kalme ernst. Heusch geen grootspraak. Eén mijner kennissen toen nog student (nu niet meer) wenschte in Debating-Society stellingen te verdedigen over het pauperisme. De eerste luidde: ‘het pauperisme heeft geen recht van bestaan.’ Die stelling is alleen mogelijk in den mond van iemand die de armoede niet kent of miskent. Maar heb ik niet eenig recht U evenals Multatuli, Mina Kruseman, van Vloten, Marie Anderson, Jhr Hartsen, Feringa². enz. enz. te verdenken dat gij allen de stelling vooropplaatst: ‘het kwaad (onrecht, onwaarheid, onkunde ...) heeft geen recht van bestaan.’ - Hoe waar wellicht, de stelling is misplaatst in het Concept-reglement waarin wij onszelven onze levenstaak voorschrijven. - Het kwaad bestaat en wij moeten het bestrijden; met welke wapenen moet ieder voor zich weten. De een hanteert den bijl gemakkelijker dan een ander de vijl. Maar zou de wereld u nog te werken geven als recht, recht was en heerschappij voerde. U meen ik niet. Mij wel! Den slechten predik ik deugd, den braven hooger leven en heiliger stemming dan den zeldzamen maar toch louter menschelijken moed van wáárzijn. Het positivisme is meer passief dunkt mij dan actief al klopt het den mantel der onwaarheid soms duchtig uit. - Multatuli's strijd tegen de modernen mist mijne instemming, omdat [hij i]n het onze louter feilen ziet, en zijn eigen modernismen niet meerekent als factor in het onze. - Waarom verzwijgt hij eigen gebreken en misslagen; dit alleen getuigt [dat] hij niet koud is (als Hartsen) voor het fijne kiesche gevoel dat als zedelijk ideaal niet [i]llusoir is maar werkelijkheid bezit, en gezien wordt door ieder die niet geestelijk blind is. {==127==} {>>pagina-aanduiding<<} Maar nu basta! Ik moet heen naar een kransje. Vergeef mijn haast. Vele groeten t.t. D. Post 1. Hamming Schepel: Sic. 2. Feringa: dr. Frederik Feringa (1840-1905), redakteur van De Vrije Gedachte. [8 mei 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart] 8 mei 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart. Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Wiesbaden, 8 Mei '75 Geachte Heer, Dat Multatuli weleens groote en kleine geldsommen tot zeepbellen reduceerde - hoe zal ik zeggen? - wijt het zijn naïveteit, zijn onpraktischheid in zekere zaken, zijne illusies, zijne zenuwachtige opgewondenheid, zijn trots, zijn hooggestemde verwachting, zijn hoop & idee op succès, triomf; en - het hooge woord moet er uit - stel die Indische ‘millioenen’, en wat er nog bij behoort, op rekening van zékere krankzinnigheid, zooals meer. - Twintig millioen is wat overdreven, maar dat ‘millioen’ in 't spel is, is zoo, als zijn mond tenminste hier niet liegt. Die gelden drukken hem weleens, volgens hem. Hij drinkt geen wijn, bier of sterken drank, gaat zich alleen te buiten aan thee. Drinkt hij welstaanshalve een enkele maal een enkel glas wijn meê, dan gevoelt hij zich onpleizierig & onwel. Verre van ‘dronken’ te zijn, drinkt hij in 't geheel niet alzoo. Dat hij er zich soms geen scrupules over gemaakt heeft, intiem met ‘meisjes’ te zijn, is zoo, al weet men dat niet zoo precies. Schrijfster dezes heeft niet in zulk eene intieme verhouding tot hem gestaan, op 't kantje af. De eenige verontschuldigingen die ik hier wil bijbrengen, zijn, dat hij, zooals men wel zegt, ‘bemind vleesch’ was, & dus evenzeer verleid werd als verleidde; en dat hij steeds verklaarde (ook in geschrift wel) geen zonde er in te zien, en 't als een lieve, natuurlijke zaak aanmerkte. Dat hij echter, zoo doende, de eene door de andere kwelde, & noodwendig valschheden beging, zich in valsche posities stellend, laten we voor zijn {==128==} {>>pagina-aanduiding<<} pleizier & zijne rekening! Op dit stuk is hij eigenlijk niet slechter, o neen! dan zoo velen geweest, & zéer bont maakte hij 't niet. Dit dus voorbijgegaan. Op die geldzaken terugkomend, van de verhalen daaromtrent kunt gij gerust de helft of meer afdoen. Een niet excentriek publiek kan o zoo excentriek opdisschen! Dat D. weleens wát vreemd of héél vreemd met geld heeft omgesprongen, is nog geen bewijs dat dit zoo vaak en in die mate het geval is geweest. Lust in oneerlijkheid heeft hij zeker nooit gehad; zijn eenige fout bestond in het geld niet te tellen. Letterlijk. En in vertrouwen in zichzelf, ja! Hij dacht gewis alles goed te kunnen maken. Dat hij zich door roekeloosheid, humeur en luim vele vijanden gemaakt heeft, spreekt vanzelf. Iemand houdt hem moeielijk te vriend, en ik ben wel eene uitzondering op den regel, & dan nog wel eene uitzondering met uitzonderingen, een paar tijdelijke brouilleries. Mijne ‘zachtheid’ heeft hij steeds geprezen; ik liet het ònwijze dan ook meest maar aanpraten, in godsnaam! & wist toch wel dat er iets beminnenswaards overbleef. Een onuitwischbare vlek is, dat hij zoo met liefde voor Tine & kinderen gepraald, en toch eigenlijk zoo weinig om hen gegeven heeft. Tine had hem geen kwaad gedaan! Dat hij zich weleens met een ander afgaf, was een fout en meer; dat hij een ander - hier namelijk jufvr. H.S. - op hare beurt niet verliet, is m.i. geen fout. Ook verstootte hij Tine wel niet precies; hij sloeg haar niet (of 't moest eens in ongelukkige drift zijn geweest, maar in elk geval onbeduidend: zoo kreeg juffrouw H.S. ook weleens een tik: 't slimst¹. was D. zelf er dan aan toe!), hij mishandelde haar niet. En wat zij te lijden heeft gehad door hem, heeft hij zeker niet minder te lijden gehad door zichzelf. Een bagatel kan hem nerveus, ongelukkig, wantrouwend, boos, onregtvaardig, hard maken; een bagatel kan hem opbeuren en week maken. Hier is geen peil op te trekken. Hij is de slaaf van zijne indrukken. Dat Tine in Italië leefde, & hij met eene andere, is zoo. Intusschen beproefde hij in den Haag met die twee één huis te bewonen. Dit ging, en ging toch niet. Tine vertrok onverhoeds weêr naar Italië. Dit heeft hij zich toch wel aangetrokken, schijnt. Al had ze uit geldelijk en ander oogpunt regt & gelijk, dit, heet het, ‘kon hij haar nooit vergeven.’ - Bij 't vernemen van haar dood, heeft hij {==129==} {>>pagina-aanduiding<<} gezegd: Arme tobster! - en terstond daarop, na een jaar werkeloosheid ongeveer, aan de Wouter-Geschichte geschreven. - Zijn wij dit alles eens, en gij maakt van uw hoofd een muizennest. Maar hoe ongerijmder, des te minder veroordeelen maar! Wat niet klaar is, kan niet klaar blijken: er mankeert iets aan. De patient zelf kan dat niet verhelpen. Tine, gesteund door eene vriendin, heeft de opvoeding der kinderen zoo goed mogelijk op zich genomen. Deze hingen aan hunne moeder. - D. kon, in zijn geagiteerden toestand, weinig voor hen, & Tine-zelf verkoos met hen alleen te zijn, in rust, dat spreekt. Liever tobde zij zonder dan met hem. Hij is niet de man om op den duur met kinderen te kunnen omgaan. Naief genoeg alweêr, klaagt hij over zijne kinderen, dat hij niets aan hen heeft. Zijn zoon èn zijne dochter zijn in Italië geplaatst. De laatste heeft geen lust, na haars moeders dood, tot haar vader te komen, wat ik begrijp! Zijn humeur-alleen is niet alles! & dan wat gepasseerd is. Tine was eene tamelijk goede, sullige, maar ook tamelijk onverstandige vrouw. Niet berekend voor hem, en hem in alles ter wille. Zij was wat opgevijzeld, maakte zich voor D. illusies, of gaf voor die te maken, & zeide altijd tot vrienden dat D. zoo edel was. Ook haar ken ik slechts in zoo ver zij te kennen is. Het is grootspraak en louter leugens, dat Mult., voor hij hertrouwde, aanzoek gedaan heeft om de hand eener andere. Ik kan nagaan wie u dat schreef².. Dezelfde die vóór korten tijd nog aan D. schreef: ‘Trouw nu toch spoedig met Mimi; want men zegt dat ge met mij wilt trouwen.’ - ‘Dat vertelt zijzelf dan de lui’, zeide D., ‘om van zich te doen spreken, de levenmaakster!’ En daarin had hij dus wel regt. - Neen, neen, duizendmaal en ten zekerste neen! Hij heeft er in de verste verte niet aan gedacht een ander te trouwen dan haar die twaalf jaar met hem had doorgebragt. En 't is wèl klein, dat zij die ik meen, haar slecht spel meent goed te kunnen maken met een leugen, die D. in zúlk een daglicht plaatst. - Dat D. overigens haar ‘slecht spel’ te kras beoordeeld heeft, doet niet ter zake. Dit is anders niet mooi van hem: haar wil was goed, en zonder haar voorgaan was 't stuk toch niet eenmaal opgevoerd. Men had er de moed niet toe, of wat er aan haperde. Of dat ter elfder ure trouwen, in verband met het een en ander, {==130==} {>>pagina-aanduiding<<} flink & goed is te noemen, is een zaak op zich zelf. Men moet de moed zijner overtuiging hebben: hij liet zich tegen het huwelijk uit enz. enz. Nu hij gerezen is in 't oog van dezen en genen épicier, is hij onvermijdelijk gedaald in dat van enkele anderen. Ik herhaal, dat mijne brieven uitsluitend voor U zijn bestemd. Bij het tegenspreken van geruchten, kunt ge uw eigen autoriteit & stellige verzekering geven. Gij kunt zeggen dat gij 't weet van iemand die beter D.'s schaduwzijden kent dan gij - o ja! - en hem toch nog te vriend wenscht te houden, omdat hij zooveel heeft wat andere menschen missen. Achtend, Marie Anderson. 1. slimst: ergst. 2. wie U dat schreef: nl. Mina Krüseman. [10 mei 1875 Brief van J.P. Revers aan J.W.T. Cohen Stuart] 10 mei 1875 Brief van J.P. Revers aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Dordrecht, 10 Mei 1875 WeledelGebHeer! Dat binnen weinige dagen een interessante bespreking van Multatuli's Werken en Leven, door Dr van Vloten zal verschijnen is U vermoedelijk niet onbekend en dàt is jammer voor de exploitatie van Uwe Kritiek. Toch, wat ik van U over M. in Vrije gedachte¹. las is genoeg aansporing voor mij om Uw voorstel niet dadelijk aftewijzen maar er over natedenken en enkele vragen aan U te richten bijv: Welken omvang denkt Ge het werk te doen krijgen. Wanneer denkt Ge met de kopij gereed te zijn. Zal den omvang zóó zijn dat Uw werk kan opgenomen worden in het eigenaardig formaat als ‘Moderne Judith².’ enz. die bij mij 't licht zagen. Een spoedige uitgave zal in ieder opzicht wenschelijk zijn. {==131==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Conditien’. Wat zijn ze? Van mijne zijde kunnen die nog moeielijk komen als totaal onbekend met omvang enz. Inmiddels Hoogachtend Uw dienstvaardigen J.P. Revers 1. Vrije gedachte: Revers vergist zich. Het gaat hier om het artikel van de vader: A.B. Cohen Stuart ‘Waarheidszin?’ in De Vrije Gedachte IV, 1873, blz. 132-144. 2. Moderne Judith: Mina Krüseman De moderne Judith, allerhande bundeltje Dordrecht 1873. [18 mei 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart] 18 mei 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 geheel beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Wiesbaden, 18 Mei '75 Geachte Heer, Het doet u zeker half-en-half genoegen te vernemen dat ik, natuurlijk om reden buiten onze correspondentie, sedert gisteren waarschijnlijk voorgoed met D.D. gebrouilleerd ben. Des te meer moet ik er op aandringen mijne brieven als uitsluitend voor U geschreven te blijven beschouwen: de waarheid uit mijn mond heeft nu een schijn van onedelheid. Maar ik schreef u die waarheid vóór de vijandschap, dat weet gij. - Omtrent de questie-zelf kan ik u, zonder te uitvoerig te zijn, moeielijk inlichten. Zij bestaat uit nietigheden en gezochtheden; verwijten waarvoor ik Multatuli toch nog altoos te groot dacht! Dus hoe klein en - gemeen! Ja, laag is het. - Ik schreef gisteren tot afscheid: o ‘Mimi, en D., Als je wat tegen me gezocht had, mogt je blij zijn het te hebben gevonden. Omtrent de boeken staat je vrij¹.. ‘Vaartwel, oude lieve vrienden!’ (Dit laatste spottend.) - Genoeg, mijn bloed heeft gekookt, en dat gebeurt mij niet ligt. Ik blijf, hoogachtend, Uw. dw. Marie Anderson 1. staat je vrij: vgl. de brief van Multatuli aan Vosmaer van 3 juli 1874; zie hierboven. [28 mei 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart] 28 mei 1875 Brief van Marie Anderson aan J.W.T. Cohen Stuart. Dubbel klein velletje postpapier, geheel beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) {==132==} {>>pagina-aanduiding<<} Wbd., 28 Mei '75 Neen, ik neem het U niet ‘al te kwalijk’, dat gij ten opzigte van uw vader een uitzondering hebt gemaakt; en hoewel ik niet de eer heb mijnheer uw vader te kennen, vertrouw ik mèt u, dat hij van mijne mededeeling geen misbruik maken zal. ‘Illusie’ heb ik nu juist niet verloren: die was verloren vóór twaalf jaar. Ik heb slechts de persoonlijken omgang er bij verloren. Zeker hield ik nog altijd van Dekker, om 't beminnelijke dat hij als mensch toch wel degelijk nu-en-dan bezit, en ‘geen opregt mensch’ is hij nu ook weer niet te noemen. Definities zijn ten zijnen opzigte al zeer, zeer moeielijk, geloof mij. Men kan zijne ziel niet scheeren over één kam. Gij zoudt hem zoo lang als ik moeten kennen, om dat zoo te kunnen gevoelen als ik. Ook geloof ik niet dat D.D. zooveel van ‘Multatuli’ afwijkt, och neen, dat is tamelijk één. Eenmaal D.D. kennende, vindt men hem gemakkelijk in Multatuli weêr. De stijl is hier wel degelijk de mensch; alleen, we proeven beter de stijl in den mensch. Het opgewondene, het drukke, het bittere, het omslagtige soms, 't gerekte, 't spitsvondige, het uitpluizende, of 't naieve, grappige, verhevene, eenvoudige, of 't theatrale, enz. enz. enz., dat alles is D.D. èn Mult. De zucht om waar te zijn nemen wij waar, en ook misleiding, van zichzelf of van anderen. Het is zeer gecompliceerd alles, en treurig is het beeld dat men zich vormt van zulk een mensch. Men bejammert het verzeilen van zooveel goeds; en toch, na zooveel onkruid te hebben waargenomen, zal men van den stervenden D.D. kunnen zeggen wat men zei van den stervenden Hamlet: ‘Hier breekt een edel hart!’ - Want zwart is hij niet.- Na vriendelijke groet blijf ik uw dw. Marie Anderson [1875 Annotatie van Multatuli bij de ‘Brief aan den Koning over de openingsrede’ van september 1872] 1875 Annotatie door Multatuli bij de ‘Brief aan den Koning over de openingsrede’ van september 1872. (V.W. V, blz. 682 e.v.) (Noot van 1875¹..) Toen deze brief gepubliceerd werd, waren er maar zeer weinig Nederlanders die ooit van dat Ryk op Suma- {==133==} {>>pagina-aanduiding<<} tra's Noordhoek gehoord hadden. Dat myn waarschuwing in den wind werd geslagen, spreekt vanzelf, en ik zou onrecht hebben me daarover te verwonderen, te meer daar ik nu eenmaal weet hoe slecht de Havelaar gelezen is. Eenigszins méér bevreemdde het my, dat het alweer aan belanghebbenden gelukt is, dezen brief doodtezwygen, of nagenoeg, toen er bleek dat ik de waarheid gezegd had omtrent het misdadig zwygen der ministers in de troonrede. Flaganter konden ze niet betrapt worden, en toch... de Natie neemt genoegen met zulk geknoei. Wat overigens zoowel van Regeeringszyde als in de Kamers over de Atjineesche zaken verhandeld werd - om nu niet te spreken van de zonderlinge overwinnings-bulletins! - is even intègre als die Openingsrede. Ook de kranten - nu op-eens au fait van de zaken! - haspelen dapper mee om 't Volk te bedriegen. Maar... dat Volk wil bedrogen zyn! Van Atjin begint de nederlaag. Ik weet er iets meer van dan m'nheer van de putte en z'n opvolgers. On l'aura voulu².! 1. Een kortere versie van deze noot is afgedrukt in V.W. VI, blz. 380-381. 2. On l'aura voulu: men zal het gewild hebben (fr.) naar het bekende citaat uit Molière's George Dandin. [9 juni 1875 Brief van mevr. A.J.F. Clant van der Myll-Piepers aan J.W.T. Cohen Stuart] 9 juni 1875 Brief van mevr. A.J.F. Clant van der Myll-Piepers (‘Holda’) aan J.W.T. Cohen Stuart. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (⅔) beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) Heidelberg, 9 Juni 1875 WelEdelgeboren Heer, Sedert geruimen tijd reeds ben ik buitenslands en dien ten gevolge gewerd mij eerst onlangs uwe brochure ‘Multatuli-vergoding’ die gij de goedheid hadt mij te doen toekomen. Ik heb er niet veel op te antwoorden. Alleen geef ik u in bedenking den zeer goeden, belangeloozen raad, dien de heer Douwes Dekker zelf U indertijd gegeven heeft, noch eens in uw geheugen terug te roepen; en verder drukken de woorden van Dickens' onsterfelijken Littimer¹., alles uit wat ik aan of over U te zeggen heb, namelijk deze: ‘Gij zijt zéer jong, mijnheer!’ Hoogachtend Uwe Dw. Holda 1. Littimer: In Dickens' David Copperfield (1849) komt de bediende Littimer voor die de titelheld telkens te kennen geeft dat hij te jong is om te kunnen oordelen. {==134==} {>>pagina-aanduiding<<} [5 augustus 1875 Brief van Multatuli aan P. van de Velde en echtgenote] 5 augustus 1875 Brief van Multatuli aan P. van de Velde en echtgenote. Een dubbel en een enkel vel postpapier, waarvan blz. 1-5 en 6 ⅔ beschreven. (M.M.) De brief is op 6 augustus voltooid. Wiesbaden 5 Aug 75 Waarde Neef & Nicht! Dat is zeer bitter! Wie had kunnen denken dat dat lieve bloeiende kind U en my zou voorgaan! Voor mezelf denk ik kalm en byna verlangend aan den dood, maar 't eensklaps verdorren van zoo'n jong plantje is treurig! Voor ik de namen en ouderdom Uwer kinderen in m'n boekje had nagezien, dacht ik aan de tweede Uwer dochters, en bracht dit sterfgeval in verband met haar hoofdpyn. Maar er bleek dat ik me vergiste. Wy begrypen volkomen hoe U den slag treffen moet. Ja, zeker herinneren we ons haar lief wezen! 't Hoorde geheel by den ganschen kring, die ons eerbied en liefde inboezemde. Meen niet dat m'n zwygen onverschilligheid beteekende. Ik zou u het tegendeel kunnen bewyzen door de mededeeling van 'n klein historietje - neen, 't wàs geen gebeurtenis, 't was maar 'n plan dat evenwel weer verydeld is, als zooveel plannen! Myn (ons, het) leven is 'n aaneenschakeling van willen en niet kunnen, van willen en niet doen liever, waarover ook Paulus al klaagde⁶.. (6 Aug.) Ik werd gister gestoord. Heel veel bezoeken uit Holland rooven me dikwyls m'n loisir. Over 't geheel moet ik maatregelen beramen om wat afgezonderd te leven. Het valt zeer moeielyk, iemand wiens bezoek overigens aangenaam wezen zou, de deur te wyzen. {==135==} {>>pagina-aanduiding<<} En 't zou me niet baten ook! Want dan verlies ik even veel aan stemming als anders aan tyd. Sedert zeer lang reeds, ben ik achterstallig met m'n werk, en 't is of 't spel spreekt³., telkens ontmoet ik nieuwe beletselen, uit- en inwendig. ‘Un rien’ kan me hinderen, niet in humeur of gezondheid, o neen, maar in voortbrengingsvermogen. En dat is erg voor iemand die van z'n ‘pen’ leven moet. 't Plannetje waarvan ik gister sprak, was 'n paar zilveren lauwerkransen¹. by U te brengen om ze met Uw beider verlof optehangen op die beide steendrukken. Kyk, ik geef niet om die dingen, en op die afbeeldingen der schepen die m'n vader gevoerd heeft, zouden ze een aardig effect maken. Ze konden dan in Uw familie bewaard blyven. Maar... er is iets tussengekomen. Vraag me by gelegenheid, als ik U weer zie, maar eens wàt? Ach, waartoe mysterie? Nu dan, ik merkte dat m'n vrouw 't hard vond van die vodden te scheiden, en toen had ik geen lust dat zaakje dóórtezetten. Ik zeg dat ik 't ‘merkte’ want gezegd is 't niet. Ik vond de aandoening menschelijk, en daarom berustte ik er in. En dat ik nu dat mislukt, maar nog niet opgegeven plannetje aanroer, is om U te overtuigen dat ik Ulieden niet vergeten had. Weinig had ik gedacht dat de eerste tyding die ik van U ontvangen zou, 'n treurmaar zou wezen! Portret? Ik bezit er geen, en wil er geen hebben van de onlangs door Funke gedeeltelyk tegen m'n zin in den handel gebrachte. Ze deugen niet. Ik mag Funke, die zeer goed voor my is en nu eenmaal aan die dingen veel geld heeft ten-koste gelegd, niet tegenwerken, maar anders zou ik die uitgaaf openlyk desavoueren. Als ik U alles vertellen zou wat er al over portretten van my te doen is geweest, kwam er geen einde aan. Dit kan ik U verzekeren, dat ik er geen bezit. Een goed portret was, 10, 12 jaar geleden, zekere fotografie van Mitkiwicz⁴. te Brussel, maar dat is niet meer te krygen... Daarvan bestaan lithografien, die - meen ik - op dit ogenblik niet in de handel zyn. O, o, dat's zoo'n lange en vervelende historie! Zeker zou ik U 'n portret zenden, als ik er een had, neen, ik zàl 't U zenden zoodra er een dragelyk stuk in de wereld is, maar over 't geheel begrypt U dat ik geen portretten geven kan. Als publiek persoon had ik er duizenden noodig. Maar, geloof me, dit is de reden niet, jegens U, dit begrypt ge. {==136==} {>>pagina-aanduiding<<} M'n tafel ligt vol onafgedane stukken, die me verwytend aankyken. De herdruk van ‘Havelaar’ ligt sedert maanden op z'n noten te wachten. Ook maant Waltman te Delft om correctie (c.q. uitbreiding) van de ‘Specialiteiten’. En dan brieven zonder tal, waarvan ik velen nog niet eens gelezen heb! De publiekerigheid is 'n lastig servituut. Ieder die wat weten wil over God, onsterfelykheid, Oostenryksche finantien, belastingstelsels, Kieswetten, prostitutie, moraal - och, zonder eind! - ieder meent het recht te hebben my aantespreken, en me voor lomp te houden als ik niet antwoord. En toch ben ik altyd zoo bang de goede aftestooten! Dit verleidde me vaak heel vrindelyk en al te uitvoerig te antwoorden aan onbekende wezens die later bleken geen antwoord waard te zyn geweest. Enfin! Zeg, is Uw tweede dochter tegenwoordig wèl? Ze leed aan hoofdpyn. Ik gis dat ze zeer veel beweging nemen moet. Deel me S.V.P. iets mede over Anna's ziekte. Ik stel daarin hoog belang. Kunt ge ook uit de vermoedelyke oorzaken der ongesteldheid, en den loop daarvan iets opmaken dat nu dienen kan tot bepaling van 't régime dat uw tweede dochter noodig heeft? (Noemt ge haar Helena? of hoe?) Ik lees daar in 'n brief van iemand que je ne connais ni d'Adam ni d'Eve²., dat ik: ‘tegen den winter in Holland komen zal, om m'n nieuw Blyspel te doen opvoeren.’ De man is vlug. Ik weet van dat Blyspel nog 't eerste woord niet!⁵. Maar hoe dit zy, ik moet aan 't werk, en daarom breek ik af. Wees met Uwe vrouw heel hartelyk van ons gegroet, en geloof my Uw liefh. Neef en vriend Eduard. Gister was 't plan dat m'n vrouw hier 'n woordje zou byschryven. Maar zy is om my vryheid te bezorgen by de familie uit Holland die ons kwam bezoeken, of liever by de dame. 't Is 'n weduwe die onlangs haar man verloor, en nu hier komt om zich wat te verzetten. 't Zal noodig zyn dat ik verder van Holland ga wonen. Met al hun hartelykheid begrypen zulke menschen niet dat ik m'n tyd noodig heb. 6. klaagde: zie Paulus' brief aan de Romeinen 7:19. 3. of 't spel spreekt: of de duvel ermee speelt. 1. lauwerkransen: Multatuli aangeboden t.g.v. het succes van Vorstenschool, en hem door V. Zuylen gebracht op 20 juni 1875 (vgl. V.W. XVII, blz. 743). 4. Mitkiwicz: César L.N. Mitkiewicz (geb. 1836), fotograaf te Brussel, maakte een befaamd portret van Multatuli in december 1864. 2. que je ne connais enz: die ik in het geheel niet ken (fr.) 5. blyspel: op 3 januari 1875 heeft Multatuli Funke al een flink stuk van de tekst gestuurd en daarbij vermeld: ‘Zeker heb ik al genoeg gemaakt om, de fragmenten samenvoegende, 3 of 4 blyspelen te vormen (....)’. {==137==} {>>pagina-aanduiding<<} [14 september 1875 Brief van C. Vosmaer aan J.W.T. Cohen Stuart] 14 september 1875 Brief van C. Vosmaer aan J.W.T. Cohen Stuart. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (½) beschreven. (Partikulier archief, Doetinchem; fotokopie M.M.) den Haag - 14 Sept 75 Zeer geachte heer, Uw schrijven is mij een blijk van uw genereus mannelijk hart - dank voor uw gevoelens! O, neen, geenerlei rancune is er bij mij - Maar ik achtte verder debat onvruchtbaar - vooral op papier - van aangezicht tot aangezicht zouden wij elkander niet misverstaan, dat weet ik zeker. Gij vereert mij ten hoogste door uw oproeping tot deze zaak - maar... Daargelaten dat ik te vreemd ben in feiten betreffende Indie, - daargelaten of ik ageeren kan, (schrijven en dichten is mijn taak) - er is eene absolute reden waarom ik onmogelijk iets kan doen. Ik sta op het punt het land te verlaten. De geschiedenis is lang¹., wellicht komt ze u ter ooren eenmaal, met al de onzuivere kleuren die de wereld er aan toevoegt, de wereld die niet aan zeer hoog gestemde idealen gelooft. Zoowel dit als mijn vertrek maken het volstrekt onmogelijk dat ik - althans nu - iets doe. Ik ga ook een tijd naar Wiesbaden, en zal van Multatuli wel wat van Brata Yoeda². hooren; misschien heeft hij het boek en ik zal het dan lezen - en dan - misschien schrijf ik er wel eens over. Hartelijk juich ik uw streven toe. Eerst het boek propageeren - als menschen die misschien kunnen helpen noem ik u, Roorda³. (te 's Hage, spiritist - maar een coeur d'or⁴.). Als uitgever voor Br. Yoeda beveel ik u zeer aan den heer Versluys⁵. te Groningen. Eerlijk, geeft zooveel hij kan, is een man van {==138==} {>>pagina-aanduiding<<} de nieuwe denkbeelden; ook zijn broeder J. Versluys aldaar. Deze is een groote vriend van D. Dekker. Ik krijg voortdurend brieven van adhesie voor mijne Zaaier - en verklaringen van afkeer van V. Vloten's schotschrift. Ik verbeeld mij, dat dezulken ook wel voor Brata Yoeda zouden zijn. Ik ben te beschrijven bij Multatuli, te Wiesbaden. Vergeef mij dus dat ik u aldus antwoord - maar 't kan niet anders. Uw brief deed mij bijzonder aangenaam aan; ik beveel mij aan in uw welwillendheid en blijf met oprechte achting Uw dw. C. Vosmaer 1. De geschiedenis is lang: wsch. vreesde Vosmaer in deze periode dat zijn verhouding met Holda in de openbaarheid zou komen. 2. Brata Yoeda: pseudoniem van A.M. Courier dit Dubekart (1839-1885) wiens Feiten van Brata-Yoeda of Nederlands-Indische toestanden, een bundeling van kritische kranteartikelen, Multatuli zeer welkom was. 3. Roorda: S.F.W. Roorda van Eysinga (1827-1897), hervormd predikant en van 1871 tot 1880 leider van de spiritistische kring in Den Haag. 4. un coeur d'or: een bovenstebeste kerel (fr.) 5. Versluys: Willem Versluys (1851-1937), was van 1875 tot 1882 uitgever te Groningen; vervolgens in Amsterdam. [begin november 1875 Briefje van Mimi aan C. Vosmaer] begin november 1875 Briefje van Mimi aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 (¾) beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) Beste Vosje Hierby met 'n hartelyken groet wat geschryf. 't slot volgt. Ik had het eerst Lina genoemd, maar dat is zoo fade. daarom heb ik er den titel afgeknipt. ik denk nu Gelyk hebben¹.. maar weet nog niet zeker. dus voorloopig een nameloos kind. Vos.. als- ik meen als 't niet goed is maar dat spreekt. met 'n handdruk M. en D. hoe vind je dat? 1. Gelyk hebben: vgl. V.W. X VIII, blz. 94. [november 1875 Opdracht van Multatuli in Max Havelaar] november 1875 Opdracht van Multatuli in Max Havelaar (1875). (M.M.) Den Heer D. Haspels van den Schryver. Wiesbaden, November 1875. {==139==} {>>pagina-aanduiding<<} [21 maart 1876 Tekst door Multatuli aangeboden aan de ‘Rheinische Courier’] * 21 maart 1876 Advertentietekst door Multatuli aangeboden aan de Rheinische Courier. (uit: Wilhelm Spohr ‘Multatuli, Auswahl aus seinen Werken’ München 1899, blz. 121-122). Unglaublich!¹. Von huper-sanguinisch-optimistischer Seite wird kühn behauptet das zur solemnellen Feier des morgigen Kaisertages, die Kaserne-Uhr grad zur Mittagstunde, während eines minimen Bruchtheils einer Sekunde, die ganz richtige Zeit anzugeben sich bemühen wird. Ein Schwalbachersträssler. 1. Unglaublich: voor de vertaling en achtergrond van dit bericht zie V.W. XVIII, blz. 311. [1876 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer] 1876 Brief van Multatuli aan C. Vosmaer. Fragment. Enkel velletje postpapier, geheel beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) (....) zooveel te stellen met m'n ellendige ‘trainbuben.’¹. Sedert 30 jaar worstel ik tegen haast, wildheid, slordigheid. Vandaar m'n pedanterie. Dat is 'n teugel dien ik my aanleg. Als ik pedant ben, vertoon ik my op z'n mooist, De beschonkene die styf loopt, om z'n waggelen te verbergen.- 'n 2e staaltje van die vervloekte ondoordachtheid was dezer dagen, zie: Ik lees in de Courant de annonce Uwer vertaling van Jozef Da- {==140==} {>>pagina-aanduiding<<} vids⁷.. Voor 'n week of wat komt er in m'n nog altyd hier². liggende kopie van bundel VII, 'n zinspeling op: Geschichte des Rabbi Jeshoeah ben Joszef Hanootzri³.. Dàt moest nu 't door U vertaalde boekje zyn! En als die kopie uitkomt, zoudt ge meenen dat myn afkeuring van nieuwe legenden in-plaats van oude sprookjes uwe vertaling gold! Ik schreef dit reeds aan Funke, pour prendre date⁴. (namelyk dat die kopie reeds weken oud was) En zie, nu bemerk ik dat Uw boek niets, niets met dien Hanootzri (timmerman) te maken heeft! Als ik niet langzamer word, ben ik tot niets nut.- Ik weet dat gy goed en zacht zyt. Anders zou ik in uw ‘Kryptpolitisch’ 'n (niet onaardige) persifflage⁵. zien. 't Woord is stipt-juist, en treft dus! Daar zit 'n heele verhandeling in. Verantwoord U niet. Dit zal ik wel doen.- Ja, 't is onrecht, het weinige proza dat ik van U las, tot maatstaf te nemen, al ware het dan dat ik dit weinige juist beoordeelde. Ik blyf er by, dat Mona⁶. my niet bevalt, maar ik heb Uw Faust nog niet gelezen, en vooral Uw Vogels II niet. Vergeef my. Om my nu niet erger te veroordeelen dan ik verdien, één staaltje van m'n opmerkingen, hoe kleiner hoe liever. Breid zelf maar uit. De als ondichterlyk voorgestelde m'nheer Buideldier, doet zich niet ondichterlyk voor. Men kan blyk geven van dichterlyke opvatting, ook in 't afkeuren van dichterlykheid. Dat te-pas brengen van Afrodite by de badende vrouw, is dichterlyk samengrypen. (....) 1. trainbuben: wanordelijke legertros (du.) Term uit Millioenenstudiën. 7. Jozef Davids: De ware geschiedenis van Jozua Davids (Leiden, 1873); geschreven door Elisa Lyn Linton (1822-1898). 2. hier: dit woord stond oorspr. achter m'n. 3. Geschichte enz: Geschiedenis van Rabbi Jezus, de zoon van Jozef de timmerman (du.) 4. pour prendre date: om de datum vast te leggen (fr.) 5. persifflage: kennelijke verschrijving. 6. Mona: novelle van Vosmaers hand, gebundeld in Vogels van diverse pluimage II (1879). [16 maart 1876 Telegram van Multatuli aan A. van der Linde] 16 maart 1876 Telegram van Multatuli aan A. van der Linde. Telegramformulier van de Nederlandse Rijkstelegraaf, kantoor Arnhem. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) Telegram No 279 Aangenomen te Wiesbaden, den 16/3 1876 ten 11.u.56m. des v. middags. Ontvangen te Arnhem, den 16/3 1876, ten 7u.8m. des n. middags. (De tijdsopgaven zijn gerekend naar den middelbaren tijd van het hoofdkantoor in elken Staat.) {==141==} {>>pagina-aanduiding<<} Dr A vanderlinde Utrechtsche weg Arnheim Danke für schoenen Brief¹. antwort folgt sehr herzlich gegrueszt. Decker Vertaling: Dank voor mooie brief. Antwoord volgt. Zeer hartelijk gegroet. Dekker 1. Brief: zie V.W. XVIII, blz. 310. [november 1876 Opdracht van Multatuli] november 1876 Opdracht van Multatuli. (kollectie Antiquariaat Schuhmacher, Amsterdam) Den Heer C.H. Eshuys met vriendelijke groeten van den Schrijver W.baden Nber 1876 ‘Cura ut valeas’¹. (Cicero en... ik, op blz. 16.) 1. Cura ut valeas: neem U in acht opdat het U goed gaat (lat.) [23 november 1876 Opdracht van Multatuli in Bloemlezing] 23 november 1876 Opdracht van Multatuli in Bloemlezing (1876). (M.M.) Den Heer J.N. van Hall uit vriendschappelijke hoogachting van den Schryver W.b. 23/11/76. [29 november 1876 Brief van Multatuli aan A.J. Le Gras] * 29 november 1876 Brief van Multatuli aan A.J. Le Gras. (uit: F. Smit Kleine ‘Schrijvers en Schrifturen’, 1891, blz. 24.) Fragment. {==142==} {>>pagina-aanduiding<<} (....) Ik zit onder allerlei verplichtingen (ook aan u) en wil me daaruit wurmen... Ik wil niet in Holland komen zonder Blyspel, of - zoo dat niet gelukt - iets van anderen aard dat gy gebruiken kunt - (....) [2 maart 1877 Brief van Multatuli aan A.J. Le Gras en J.M. Haspels] * 2 maart 1877 Brief van Multatuli aan A.J. Le Gras en J.M. Haspels. (uit: F. Smit Kleine ‘Schrijvers en Schrifturen’, 1891, blz. 25-26.) Fragmenten. Wiesbaden, 2 Maart '77. Waarde Vrienden, hartelyk dank voor uw telegram¹. dat vry vlug hier was. Uw vriendschap doet me goed en ook ik denk altyd met innig genoegen terug aan dien 1sten en 2den Maart²., of liever aan de geheele relatie die tot de aangenaamste van mijn leven zal blijven behooren. Maar ook schaam ik me als ik bedenk hoe ik u in den steek heb gelaten met m'n blijspel! Toch is 't m'n schuld niet. De geest blaast waar hy wil, en soms blaast-i in 't geheel niet. Wanneer dit al waar is, in t algemeen, hoeveel te meer by my die ⅞ van m'n indrukken zie verloren gaan aan ergernis en bitterheid. Honderdmaal heb ik 't in myn werken gezegd, dat ik geen schryfspecialiteit ben, en slechts optrad als publicist, omdat 'n mensch nu eenmaal iets doen moet om in 't leven te blyven. Men is over 't algemeen te zeer aan leugens gewoon om waarheid te begrypen. De (zeer betrekkelyke) opgang, die me ten deel valt, is grootendeels een gevolg van den onwil om recht te doen. Het roepen over mooischryvery leidt de aandacht van den inhoud af, om ze by uitsluiting te vestigen op den vorm. Wat heeft dit met het Blyspel te maken, vraagt ge? Och, ik weet niet hoe 't wezen moet! Na alles wat ik zoo nu en dan uit couranten en tydschriften verneem, loopt myn smaak zoover uiteen met dien van 't publiek, dat ik waarlyk in den war raak. (....) Ja, ik ben beschaamd dat ge nog geen blyspel van me hebt! Maar {==143==} {>>pagina-aanduiding<<} ik troost me met de gedachte: beter géén, dan 'n échec! De Hollanders, die alles uit het buitenland slikken zyn zeer lastig voor oorspronkelyke stukken. Honderdmaal verbeeldde ik my 'n oogenblik lang, den toon gevat te hebben (niet die bevallen zou, maar die me goed voorkwam) en telkens brak m'n stemming af. Doe me toch 't pleizier en lees eens Alberdingk Thym's beoordeeling in de Dietsche Warande, en leg U de vraag voor of men niet moedeloos moet worden? Neen, dit is onjuist gezegd. Moedeloos mag men zich niet laten maken en dit is ook by my 't geval niet, maar dat zulke stukken de inspiratie verstikken, is waar en natuurlyk! (....) De dagelyksche ergernis over miskenning door zwygen, waar men my had moeten noemen, ontstemt me veel meer. Overal schynt het wachtwoord gegeven, my dood te zwygen. Dit lukt wel niet, maar 't streven zelf is me pynlyk, omdat het besef daarvan my den zachten liefelyken indruk bederft, die eigenlyk de hoofdbron van talent is. Boosheid, afkeer, ergernis vernietigen alle vlucht. (....) 1. telegram: gelukwenstelegram van de Rotterdamse toneelspelers aan Multatuli t.g.v. diens 57ste verjaardag. 2. 1sten en 2den Maart: op deze data vonden in 1875 de eerste opvoeringen van Vorstenschool plaats. [Omstr. 1877 Aantekeningen van Multatuli] Omstreeks 1877 Aantekeningen van Multatuli. Los velletje papier van 20 × 16 cm, aan voorzijde met potlood beschreven. Hier en daar moeilijk leesbaar. (M.M.) praetor de minimis (Specialiteiten)¹. Laatste 10, 12 pag. aanvullingen agis comme tu penses!². De natuur gaat niet mee met den stroom, de feiten zijn nu als voor eeuwen. {==144==} {>>pagina-aanduiding<<} Jagen vissen, plezier maken! dronkenschap ook in 't fatsoenlyke. eens hulp maar eindigen [?] geen onderzoek meer! Een gewoon verschijnsel Vrouw (niet geleidend) verkiezing alleen eigen gemoed is regter nog eens: lafhartigheid 1. De minimis non curat Praetor: de praetor (een hoge Romeinse magistraat) houdt zich niet met kleinigheden bezig (lat.) Naar deze Latijse spreuk verwijst Multatuli in Specialiteiten (V.W. V, blz. 629). Alleen deze aantekening is in inkt. 2. agis comme tu penses: handel zoals je denkt (fr.) [13 februari 1878 Eerste koncept voor een Ingezonden Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau] 13 februari 1878 Eerste koncept voor een Ingezonden Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel folio-vel, waarvan blz. 1-3 en 4 (½) beschreven. (M.M.) Het kursief gedrukte is doorgestreept; enkele onderstreepte woorden zijn in kapitaal weergegeven. Eenige opmerkingen aanleiding Indruk van de lezing van E. Douwes Dekker Multatuli gehouden in de zaal van 't Nut op den avond van 13¹. febr. jl. Onderwerp ‘Een cause célèbre Zooals het met ieder ander belangrijk bericht gaat, niet voor allen toch kan eene zelfde zaak van evenveel beteekenis zyn, werd ook slechts door een zeker gedeelte van het publiek met belangstelling de tijding vernomen, dat Multatuli komen zou om ook in onze stad eenige voordrachten te houden. - Zij die Multatuli door zyn werken van naby kennen, waren zyn alléen bevoegd een juist oordeel te vellen over het gewicht dat in die zoo'n aankondiging lag licht opgesloten. Zy die van zyn Max Havelaar af de geheele reeks zyner verschillende werken hebben gelezen en begrepen, Zij allen vernamen met belangstelling en ingenomenheid de tijding van zyn verschynen en optreden in ons midden. Hoe kon dit anders?... Wat Worden er onder de vereerders van Multatuli in het algemeen, nog velen gevonden die op zekere {==145==} {>>pagina-aanduiding<<} punten met hem in opvatting en gevolgtrekking blijven verschillen, Dek unaniem is de roep niet alleen over zijn geniaal en ongeevenaard schrijverstalent, waarmede hij tallooze bewijzen heeft geleverd van buiten gewone zaak- en menschenkennis, die hy altyd en overal op onovertrefbare wyze door hem weet te gebruiken en in toepassing gebracht. Multatuli's naam is als zoodanig onbetwistbaar door zyn vereerders bgevestigd. Dat zy die hem door zyn werken kennen ook geen kleine verwachting koesteren omtrent zyn voordrachten, althans wat inhoud en strekking aangaat, spreekt als van zelf. Groot was dan ook zyn auditorium op den avond van den 13den dezer; gespannen de verwachting naar gelang elk individu dáár neêrgezeten meer of minder vervuld was met den geest door Multatuli zelf onder bij hen in 't leven geroepen. En toch stelde hij door zyn voordracht en zeker ondanks zich zelf, menig belangstellend toehoorder te leur. - Niet dat de ‘cause célèbre’, die hy met het hem eigen talent voordroeg, onbelangryk was, niet dat de zaak de algemeene aanda of zelfs de byzondere aandacht niet verdiende. niet dat de van geest en humor tintelende op en aanmerking op Multatuli's manier tusschen het verhaal ingelast beneden de waarde werden geschat, geheel andere reden was aanleiding neen, ondanks niettegenstaande dat de buitengewone verdiensten die zyn voordracht in vele opzigten kenmerkten, liet ze evenwel menig toehoorder onbevredigd en in meerdere of mindere mate eenigzins teleurgesteld huiswaarts liet keeren. De rede daarvan ligt voor de hand. Als Multatuli optreedt, moet het onderwerp van zyn voordracht als ik het zoo zeggen mag Multatuliachtig zyn. Daarvan althans hangt in meerdere of mindere mate den graad van byval af, die zyn vereerders hem zoo gaarne onverdeeld en in de r toewenschen toebrengen. Zyn pen, zyn woorden hebben om indruk te maken, ja om te bezielen of en te veroveren, waarlyk geen behoefte aan het schetsen van piquante gebeurtenissen of wat daarmede ook in verband mocht mag staan. Zou de ryk begaafde, die ons op het punt van smaak zelf zulke afdoende en onwaardeerbare lessen heeft gegeven, hij zal het ons {==146==} {>>pagina-aanduiding<<} niet ten kwade duiden als we verwachten verlangen dat, zoo dikwyls hij ons te gast noodigd, hy ons iets geven zal. Wat ons door anderen niet KAN worden aangeboden, een spijze ons door HEMZELF bereid. Een eenvoudig, alledaagsch onderwerp, door Multatuli zelf bedacht en door hem bekeken was op die de talentvolle eigenaardige wijze waarmede hy de zaken zoo meesterlyk weet te schouwen en te ontleden, zou de meesten oneindig meer hebben voldaan, dan het product van den veel omvattenden arbeid dat hy ons in zyn het de bewuste ‘cause célèbre’ ten beste gaf. Ieder ander spreker behalve Multatuli, zou met dat verhaal het het verhaal van die ontzettend verhaal van die gebeurtenis het publiek uitermate hebben voldaan - Zelfs zonder de piquante tusschenzinnen waarin toch niemand hem kan navolgen. instaat is Van Multatuli Men wil men iets meer anders, iets waaruit zyn genie spreekt, iets van hem is men niet te vreden, met een verhaal hoe interessant ook, men wil Men bedenke Dat Genie, hetwelk hem by uitnemendheid karakteriseerd, en verkiest iets kan evenwel onmogelyk voordurend en op commando groote vruchten afwerpen. Ieder verstandig mensch die weet en gevoelt dit en toch maakt men tegenover Multatuli geen behoorlyk consequent gebruik van het gevolg dezer noodzakelykheid; met andere woorden, zyn we tegenover Multatuli onbillyk en in ons eischen inconsequent. Het bewustzyn echter dat de reden die aanleiding gaf tot mindere tevredenheid by zyn auditorium, rechtstreeks voortspruit uit de eminente hoogte waarop zyne vereerders den genialen man plaatsen, moge als excuus strek dienen voor het ondankbare wat er gelegen schynt te zyn in de minder volkomene appreciatie van zyn laatste alhier gehouden voordracht. Multatuli vergeve ons de oprechte uiting onzer gevoelens en merke die alleén aan als de vruchten van het zaad, dat hy met kunstige hand door zyn werken in onzen geest heeft uitgestrooid. Het schoons dat hy ons daarin heeft geschonken het genot dat wy {==147==} {>>pagina-aanduiding<<} hem daardoor te danken hebben zyn zoovele als zeldzame en kostbare bloemen die hij by onze geest in ons verstand en ons hart heeft aangekweekt. en die die wij, op onze beurt tot een krans gevlochten tot vruchten gerijpt gaarne voor ons willen hechten aan de kroon zyner genialiteit bloesem in onzen geest tot vruchten gerypt. M. de Red. Mag ik met bescheidenheid de verslaggever van M. voordracht in overweging geven òf hy wel zeker is de rede goed te hebben begrepen waarom M. zekere personen heeft moeten schetsen en daarby niet achterwege kon laten zooals zij hebben bestaan? Als ik my niet vergis dan wilde M. door de nette omschryving die hy van den aard der uitspanningen gaf, en die de verslaggever zoo onnodig en zedekwetsend voor zyn gekomen zyn hoorders doen deelen in zyn meening dat wellicht op die plaats en by die zekere personen de oorzaak te zoeken was van de moord in questie. De meest preutsche zedigheid, mits ontdaan vry van vooroordeel en-parti pris zal heeft zich daarby echter door de woorden door van M. gebezigd niet kunnen ergeren zoodat we gekwetst ik ter wille der rechtvaardigheid en billykheid my gedwongen gevoel in dit opzicht tegen de zeer ongegronde aanmerking van den verslaggever op te komen, door hem gisteren gebezigd in zyn verslag over M. voordracht. Y. 1. 13 febr: bedoeld: 11 februari. [13 februari 1878 Tweede koncept voor een Ingezonden Brief door mevr. G.C. de Haas-Hanau] 13 februari 1878 Tweede koncept voor een Ingezonden Brief door mevr. G.C. de Haas-Hanau. Achterzijde van een kwartovel postpapier met een brief van het echtpaar Coen-Liebregs aan de heer en mevr. De Haas. (M.M.) De meest preutsche zedigheid mits vry van vooroordeel en partipris, zou zich door de woorden van M gisteren in zyn voordracht gebezigd niet gekwetst hebben kunnen gevoelen zoodat ik ter wille van billykheid en rechtvaardigheid tegen de ongegronde aanmerking van den verslaggever hieromtrent moet opkomen. Gosewina. {==148==} {>>pagina-aanduiding<<} De omschrijving van zekere personen en zaken was voor zoover M. ze heeft gegeven, strikt noodzakelyk om den zamenhang met en de beteekenis van een en ander duidelyk te maken. Dat niet iedereen dit heeft begrepen, bleek my niet onduidelyk uit het verslag in de N.R.C. van gisteren [Omstr. 15 februari 1878 Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Multatuli] Omstreeks 15 februari 1878 Brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Multatuli. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 geheel beschreven. (M.M.) WelEdele Heer, Tot aanst. Woensdag ochtend te Amsterdam vertoevende, wensch ik van die gelegenheid gebruik te maken om U persoonlijk een oogenblik te spreken. De eenige vrije tijd die ik echter daarvoor beschikbaar kan stellen is aanst. Dingsdag of Woensdag ochtend tusschen 10 en 11 uur. Mag ik U dus beleefd verzoeken mij te willen melden of het U gelegen komt mij op een bepaalden tijd dier dagen te ontvangen? Met de meeste hoogachting noem ik my, WelEdHeer, Uw dienaresse G.C. de Haas adres Huibers Stadhouderskade 48. [28 februari 1878 Brief van Multatuli aan [?] Onderwater] * 28 februari 1878 Brief van Multatuli aan [?] Onderwater. Afschrift door Mevr. Lotsy-Onderwater. (M.M.) Geachte Heer Onderwater. Ik ben in 't hotel de Vries overgegaan¹.. De geschiedenis van die uittocht krygt ge van avend mondeling. Intusschen heel vriendelyk gegroet. DD. 1. overgegaan: vgl. V.W. XIX, blz. 209. [4 maart 1878 Opdracht van Multatuli in Max Havelaar] 4 maart 1878 Opdracht van Multatuli in Max Havelaar (1875). (M.M.) {==149==} {>>pagina-aanduiding<<} Aan Mevrouw C. Mulock Houwer geb. Hoogenboom als 'n klein aandenken aan de beminnelyke ten haren huize genoten gastvryheid De Schryver Zierikzee 4 Maart 78 [17 maart 1878 Recensie van Vorstenschool in het Rotterdamsch Nieuwsblad] 17 maart 1878 Recensie van Vorstenschool in het Rotterdamsch Nieuwsblad. (fotokopie M.M.) Kunstnieuws. Wanneer als een variant van 't spreekwoord: aan de vruchten kent men den boom, gelden mag: aan de keuze der stukken kent men den tooneelkunstenaar, dan verdient de heer A.J. Le Gras, wiens benefice-voorstelling we gisteren bijwoonden, onze geheele sympathie. Want hoe men Vorstenschool als drama ook beoordeelen moge en hoevele gebreken dat stuk - de beide acten in de kamer van Hanna niet mede gerekend - als tooneelwerk ook mogen aankleven, als dramatisch gedicht bekleedt het o.i. onder de schoonste werken onzer literatuur eene eerste plaats en schijnt 't gevormd om, naast en met zijn Max Havelaar, den naam van den auteur te vereeuwigen. Danken we, volgens haar openlijke verklaring, aan mej. Mina Kruseman de eerste opvoeringen van dit kunstwerk en heeft zij daarmede alléén zich voor Nederland verdienstelijk gemaakt, zeker heeft ze niet kunnen droomen, dat, toen zij de kroon neerlei, die ze zich eigenmachtig op de slapen had gedrukt, eene àndere koningin zou opstaan, die àl hare voorgangsters in de schaduw zou stellen, om het ideaal van Multatuli te verwezenlijken; eene Koningin der Koninginnen, die we in mej. Beersmans, bij herhaling hebben ontmoet. Bij herhaling schreven we, want het is ons niet ontgaan, dat mej. Beersmans, ofschoon nog aan het Vlaamsche tooneel verbonden, als gast in den Nieuwen Schouwburg is opgetreden, om door {==150==} {>>pagina-aanduiding<<} haar tegenwoordigheid eene benefice-voorstelling van den heer D. Haspels op te luisteren en door haar spel de opvoering van Vorstenschool ten onzent te volmaken. Niemand beschuldige ons toch van overdrijving, wanneer wij beweren, en, na het aantal voorstellingen, dat we bijwoonden, blijven beweren, dat de opvoering van Vorstenschool ten onzent aan het volmaakte grenst. En hoe kan het ook anders. De geniale auteur telt onder de leden van ons gezelschap niet alleen tal van vereerders, maar zelfs blinde aanbidders. Enkelen van wie men beweert, dat zij alles verloochenen behalve dàt wat Multatuli schreef, en waar dan zùlk een meester optreedt, als Mentor voor zulke discipelen; waar het genie van den dichter de harten beroert en de muskelen spant; waar hij zijn invloedrijken geest doet lichten op de hoofden van die allen, dan moet hij eindelijk zelf spreken uit zoovelen; daar weerklinkt uit allen de stem van den meester. Zoo was het in Vorstenschool ten onzent altijd; zoo was het ook nu weder. Een Louise, schooner dan die ons door mej. Beersmans is voorgesteld, kunnen we ons moeielijk denken. Zij is zich zóó volko-eene zoo alle moeilijkheden overwinnende liefde; zij spreekt, acteert, ageert, zóó waardig, zóó koninklijk en met zooveel als aangeboren majesteit, dat ze een paar malen het publiek werkelijk in verrukking bracht. Het eerste bedrijf en de scène in de kamer van Hanna waren voorbeeldig schoon en bezorgde haar tot driemalen toe de eer der terugroeping, terwijl zij na het laatste bedrijf nog tweemalen moest verschijnen. Wie zóó het werk des dichters opvat; wie zoo leerde woekeren met eene natuurgave, verdient méér dan onze bewondering; zij verdient onze hoogachting, onze genegenheid. Naast zulk eene koningin, een koning als de heer D. Haspels, die voor de opvatting zijner hoogst moeielijke rol onze hulde niet behoeft, daar Multatuli hem in een der laatste uitgaven van zijn drama (?) met onderscheiding noemt, en het succes der hoofdtooneelen is aan geen enkele redelijke bedenking meer onderhevig. Of behoeft het nog vermelding, dat de heer W. Van Zuylen zich als prins Spiridio en Herman beide, hier geestig, los, gemakkelijk, daar ruw maar goedhartig, doch steeds met talent van zijn taak {==151==} {>>pagina-aanduiding<<} kwijt; dat de beneficiant een von Schuckenscheuer is bij uitnemendheid, bepaald, auf Ehre; dat de heer J. Haspels als van Huisde zijn ouden roem handhaaft; dat mevr. Eugener-Van Dam eene zeer verdienstelijke Hanna is, die uitmuntend kan worden, wanneer ze van: Mijn eer woont hier, en niet in het paleis eens Konings, aan haar voordracht wat meer bezieling kon bijzetten, en dat Puf is een der beste rollen van den heer Van Nieuwland, die we niet te realistisch mogen noemen, daar de auteur 't schijnbaar zoo gewild heeft; waarom we hem de verklaring van zeer verdienstelijk niet mogen onthouden. Aan mevr. Valois-Sablairolles was de niet zeer aangename taak opgedragen, de Koningin-moeder voor te stellen. 't Is een rol waarin niet of bijna niet wordt gesproken, dan een enkel woord of een halve zin, waarbij niet 't minst te acteeren valt, een soort van ledepop, waartegen steeds gesproken wordt, zonder op antwoord of wederlegging te wachten; en toch stelt de auteur aan die figuur hooge eischen. Wij gelooven, dat de actrice nog geboren moet worden die er iets van maken zal, maar nu mevr. Valois zich toch de moeite geeft er voor te poseeren, zouden we een volgenden keer gaarne zien, dat zij er uitzag als de moeder der koningin en niet als haar zuster. De boerenvrouw mocht wel wat meer in het karakter, dat haar is aangewezen, gekleed zijn en dan wat frisscher. De overige personen hebben geen gelegenheid in iets uit te munten, 't is dus reeds prijzenswaardig, dat zij meewerkten tot een goed geheel, tot een schoon geheel zouden we schrijven, indien 't niet door een paar plaatsen werd ontsierd. Iedereen begrijpt wat we bedoelen, want bijna iedereen trekt den neus op en iedereen walgt bij de woede van Herman als hij uitvalt: Beleefd? wie durft hier etc., want het wekt verbazing en ergernis tevens, dat een kunstenaar als Multatuli blind schijnt te zijn voor zoo'n paar moddervlekken op zijn eigen meesterstuk. Of heeft hij er op gerekend, dat de acteur, die Herman zou vertolken, beschaafd genoeg moest zijn om te weten, dat al wat gedrukt staat en gelezen kan worden, daarom nog niet in het openbaar kan worden uitgesproken, dan hebben wij er vrede mee en wenschen aan de verdere opvoeringen van Vorstenschool een even druk bezoek en even groot succes als daaraan gisteren te beurt viel. {==152==} {>>pagina-aanduiding<<} [8 november 1878 Aantekeningen van Mimi in de Atlas Universel Géographique] 8 november 1878 Aantekeningen in potlood van Mimi in de Atlas Universel Géographique (Parijs 1822) bij Plaat 25 ‘Asie’. (M.M.) Konstantinopel Angora Aleppo Bagdad 8 Nov 78 Bushires?¹. 1. Bushires: mogelijk ‘Baskirs, Bachkirs’ of ‘Basjkieren’, een Mongools volk in Europees Rusland. In 1876 had de tsaar een Basjkierenregiment opgericht dat in 1878 deelnam aan de Russisch-Turkse oorlog (1877-1878). [1 februari 1879 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels] 1 februari 1879 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Twee dubbele velletjes postpapier, waarvan blz. 1-7 beschreven. (M.M.) Wiesbaden 1 febr. 1879 beste Haspels! Wanneer moet ik komen? Of wacht ge met arrangementen tot ik in Holland ben? Of zou er 'n brief weg zyn? Voordrachten houden moet ik. Daar is geen lieve moeder voor. Ik zou anders ook geen kans zien U en B.¹. die f1000. terug te geven. Alzoo: dóórzetten alsjeblieft! Maar 't is niet om die f1000.- alleen. Ik schreef U reeds dat m'n heele zomer 'n aaneenschakeling van verdrietelykheden geweest is, schoon niet juist door dingen van financieelen aard. Er kwamen allerlei dingen als spoken by. 't Eene was pas voorby als 't andere zich voordeed. Ik ben dan ook door dat alles zoo zenuwachtig geworden dat - nu, seuren geeft niets! Ik had zoo gehoopt, dezen zomer door wat inwendige rust wat opteknappen, en 't is juist andersom geweest. {==153==} {>>pagina-aanduiding<<} Behalve m'n vraag: ‘wanneer ik komen moet?’ heb ik U nu 'n ander verzoek te doen, aan U of onzen Bos, dat is hetzelfde. Telkens word ik lastig gevallen door een oude krediteur te Brussel².. Het is voor 'n schuld van m'n arme vrouw en kinderen uit het jaar?? - ik weet niet hoe oud de pretentie³. is. Rechtens verjaard zal ze wel wezen, maar ge begrijpt dat ik me dáárop niet beroepen wil om niet te betalen, wel om den man te beletten mij onaangenaamheden aantedoen. Hoeveel de schuld precies bedraagt, weet ik op 't oogenblik ook niet. Doch ter zake - Wilt gy of Bos hem mits tegen volledige kwitantie 300 gl. zenden? (of beloven, wanneer 't U niet terstond schikt.) Die 300 gl. kunnen dan even als de f1000 verrekend worden met de recette der voordrachten. Gy of Bos kunt schrijven dat ge U omdat ik onwel ben, met die zaak belast hebt. Maar dring SVP. op volledige kwitantie aan. Als ikzelf hem schrijf, gebruikt hy myn brief als punt van uitgang om de zaak als gerenoveerd voortestellen. Ik weet dat het hem by z'n herhaald aandringen dáárom te doen is. Juist in verband met m'n aanstaande komst in Holland is me die zaak zoo hinderlyk. Het denkbeeld stuit me tegen de borst dat hy (als die Z⁴.) my zou komen bestoken by 'n lezing. Ik heb nòg 'n spook van dien aard in 't zicht, maar dat hoop ik later te beseitigen⁵.. De pretentie van dezen man is (meen ik) ± 1300 francs. Maar ik herinner me dat hy in vorige brieven aandrong op rente. (Ik wil hem die gaarne geven, zoodra ik kan. Maar als ik hem dat schryf, maakt hy van dien brief 'n obligatie 'n punt van aanklacht etc) In Uwe handen (of in die van Bos) als derde persoon kunt ge hem onder 't oog brengen dat hy rechtens niets te vorderen heeft, daar ik sedert zeer lang, helaas, in kennelyken staat van onvermogen ben- (gelukkig 'n koopman! Eenmaal failliet, staat hy onder bescherming van de wet! My vervolgt men zonder ophouden sedert ik Lebak verliet, dat is nu sedert 23 jaar!) Och ik zal er maar niet meer byschryven. Verzoek Bos die zaak {==154==} {>>pagina-aanduiding<<} voor my te beredderen, en vergeef me dat ik zoo over U beschik. Wanneer moet ik komen? Hartelyk gegroet Dek Ik sluit den brief van den man maar hier in. Ik denk dat ge wel in 't holl. aan hem kunt schryven. Zeg vooral dat hy, uw (eventueel) voorstel niet aannemende, niets ontvangt. Dit meen ik niet. In allen geval wil ik hem betalen. Het is maar om hem den lust te benemen my zoo lastig te vallen. De Kerel heeft me wel voor 13000 fr aan stemming bedorven. Maar dàt wordt niet gerekend! Ik bedenk daar iets. Als hy ziet dat iemand zich met de behandeling van myn ‘zaken’ belast, zal hy daaruit opmaken dat er wat is, 'n ‘boedel’ of 'n ‘masse’⁶. of zoo-iets. Schryf dus dat ge het doet als vriend, en om my plezier te doen, daar het me hindert dat de man zoo om z'n geld verlegen is, doch volstrekt niet omdat ik betalen moet of betalen kan. Gy (of Bos) schiet my uit vriendschap dat geld voor, doch wilt dit slechts doen op voorwaarde dat ik dan ook van hem àf ben. Het nummer van 's mans adres is niet duidelyk maar Mr Laporte boucher, Rue Josaphat Schaerbeek (Bruxelles) Zal wel voldoende zyn. 1. B: Hendrik J.J. Bos, penningmeester van het Rotterdams toneelgezelschap. 2. krediteur te Brussel: de slager Laporte; zie verderop in de brief. 3. pretentie: vordering 4. Z: Zuur, eigenaar-beheerder van hotel De Toelast in Den Haag. 5. beseitigen: oplossen (du.) 6. masse: kapitaal (fr.) [4 maart 1879 Opdracht van Multatuli in Bloemlezing] 4 maart 1879 Opdracht van Multatuli in Bloemlezing van Heloïze (1879). (M.M.) Den Heere A.S. Kok Uit hoogachting, van den Schr. Deventer, 4 Maart 79 {==155==} {>>pagina-aanduiding<<} [11 maart 1879 Opdracht van Multatuli] 11 maart 1879 Opdracht van Multatuli. (kollektie Antiquariaat Schuhmacher, Amsterdam) Den Heere H.L.F. Pisuisse den fynen opmerker, uit hoogachting van den Schr. Middelburg 11-3-79 [16 maart 1879 Opdracht van Multatuli] 16 maart 1879 Opdracht van Multatuli. (kollektie Antiquariaat Schuhmacher, Amsterdam) Den Heere H. de Raaf uit hoogachting van den Schr. Breda, 16 Maart 79 [22 maart 1879 Briefkaart van Multatuli aan J.M. Haspels] 22 maart 1879 Briefkaart van Multatuli aan J.M. Haspels, met poststempels Amsterdam 22 mrt 79 en Rotterdam 22 mrt 79; geadresseerd aan WEDHeer J. Haspels toneeldirekteur Westersingel Rotterdam¹.. (M.M.) Dat ge nog geen antwoord hebt op uw brieven van - (die 1 & 2, welke ik in één couvert ontving) heeft volstrekt geen onaangename of verontrustende reden 't is waar dat ik van drukte (en zwakte!) duizelig ben, en soms niet weet waar het hoofd staat. Den reisonkosten van R. & V.Z.². zyn onbehoorlijk laag. Over 't àndere later. Doch verwacht in geen geval iets onaangenaams, beste kerel! {==156==} {>>pagina-aanduiding<<} Geheel buiten u om, heb ik me voor Maandagavond verbonden voor Veendam. Ik kan dan dinsdag (25) bezwaarlyk te Groningen present zyn. Ik ga liever reeds morgen op reis naar Veendam dan dat ik langer in Amsterdam blyf. Hier te Amsterdam had ik vrouw, schoonzuster uit Hoorn³. & etc. Vandaar dat m'n zoogenaamde vrye dagen juist drukker waren dan de ònvrije. Weldra meer, zoodra ik 'n paar uur rust heb. Ik ben moe. Zeer hartelyk gegroet van q.N.⁴. Amsterdam, Saterdag. 1. Rotterdam: oorspr. stond er Amsterdam, doorgehaald. 2. R. & V.Z.: Roelands en Van Zuylen, twee organisatoren/reisbegeleiders; de laatste was een broer van de toneelspeler. 3. schoonzuster uit Hoorn: Chris Merens-Hamminck Schepel. 4. q.N.: quaere Nomen, je weet wel wie (lat.) [31 maart 1879 Opdracht van Multatuli in Millioenen-Studiën] 31 maart 1879 Opdracht van Multatuli in Millioenen-Studiën (1878). (kollektie Antiquariaat Schuhmacher, Amsterdam) Aan H. Hollidee den fynen opmerker, den keurigen schryver van den auteur Hoorn, 31 Maart 1879 [voorjaar 1879 Reaktie van G. Kuyper Hz. op het gedicht van W.L. Penning] Voorjaar 1879 Reaktie van G. Kuyper Hz. op een gedicht van W.L. Penning. Zie bij maart 1875. Fragmenten. (....) niet zoozeer om den even verwarden als duisteren en opgeschroefden gedachtengang, als om het onpassende eener openbare hulde aan den persoon, die zich achter den gevierden pseudonym Multatuli verbergt (....) Zulk een individu in 't openbaar te vieren, anders dan als een zielskrank genie, is meer dan een onbezonnenheid, meer dan een gemis aan fijngevoeligheid; het is, ook met het oog op de onwraakbare rechten eener welgeordende maatschappij, eene afkeurenswaardige handeling. Het genie te bewonderen, den man om zijn zelfverkankering te beklagen: dit is de eenig waardige rol van een onafhankelijke, naar veredeling van allen in alles strevende drukpers. (....) {==157==} {>>pagina-aanduiding<<} [13 april 1879 Advertentie in De Zaanstreek] * 13 april 1879 Advertentie in De Zaanstreek. Afschrift van de hand van W. van der Horst. (M.M.) Bovenzaal ‘Café Suisse’ Zaandam. Voordracht van Multatuli Dinsdag 15 april e.k. des avonds te 8 uur Kaarten te bekomen bij den Boekhandelaar P.N. Sombeek, alsook in ‘Café Suisse’ à f0,99. Op den avond van de Voordracht aan ‘Café Suisse’ f1,49 Felger [22 april 1879 Opdracht van Multatuli in Over Specialiteiten] 22 april 1879 Opdracht van Multatuli in Over Specialiteiten. (kollektie Antiquariaat Schuhmacher, Amsterdam) Den Heer F.H.M. Rant met de vriendelijke groeten van den Schr. Rotterdam, 22 April '79 [2 mei 1879 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels] 2 mei 1879 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.) Vrydag Amsterd, 2 Mei 79 beste Haspels! Toen ik Donderdagmorgen uit den Briel thuiskwam, vond ik Uw brief. Hartelyk dank! Eergister, 30 April, 's morgens vóór m'n vertrek naar den Briel zond ik Eduard 60 gl. om in den Haag te kunnen afrekenen (z'n {==158==} {>>pagina-aanduiding<<} kamerhuur expireerde dien avond) en hier te komen. Ik schreef hem dat hy by U mocht gaan, en gelastte voorts, voor 't geval dat het te laat mocht zyn, in myn hôtel, dat men hem dien nacht myn kamer geven kon. Natuurlyk wachtte ik hem dus by m'n terugkomst aan de boot, of in m'n hôtel. Hy is niet gekomen! (Ziedaar nu eens weer 'n staaltje van z'n vreemd wezen. Ik zeide U dat het niet te beschryven is. Zóó heeft-i my altyd teleurgesteld en geagiteerd. Toen ik hem na den dood zyner moeder bericht vroeg van haar laatste dagen en uren, liet-i me drie weken op 'n brief wachten, en daarin stond nog niet eens wat ik hem gevraagd had! Eerst maanden daarna mocht ik vaguement en als by toeval daarvan iets vernemen.) Hy zou nu, oppervlakkig beschouwd verdienen dat ik eenvoudig wegging en hem in den steek liet. Maar daartoe had ik reeds dikwyls aanleiding en recht gehad. Ik deed het niét, omdat-i dan tot myn schande en nadeel rondloopt. Dit is ronduit gezegd, de hoofdoorzaak dat ik niet reeds lang dien zwaren last van den hals wierp. Maar de eenige oorzaak is 't niet! Want hoe ellendig hy zich ook telkens gedraagt, ik moet wel aannemen dat er iets in hem hapert. Deze keer stel ik me de zaak zóó voor. Toen ik hem voor 'n dag of zes (met het oog op die afrekening in den Haag) vroeg wat-i daar had aftedoen, noemde hy 'n paar niet hooge postjes op misschien tesamen 40 gl. of zoo-iets. De gezonden 60 gl moesten dus voldoende zyn. Nu zie ik dat-i by die opgave uit ‘bescheidenheid’ of vrees weer gelogen heeft en dat-i meer schuldig was waarmee hy niet voor den dag durfde komen. Het zou wel weer heel beroerd zyn (vooral daar-i na 't vroeger gegeven geld niet wéér schuldig wezen mocht!) maar 't verklaart iets. En toch is die verklaring niet helder. Want al hàd hy nu achterstand, meer dan-i durfde bekennen, dan had hy toch eergist'ravond of gister morgen zich hier kunnen bevinden. 't Is me weer 'n raadsel en zeer agitant. Vanmiddag liet ik by uw vrouw vragen of-i daar was. Antwoord: neen! en dat-i gister getelegrafeerd had, ‘gist'ravond niet te kunnen komen.’ Maar hy had er niet by gezegd: wanneer dan? Ge begrypt dat ik telkens op 't punt stond hem per teleg. te vragen waarom ik niets van hem hoorde? Maar ik deed dit¹. tot nog toe niet, hèm willende laten uitkomen. Ik zal nogeens den dag van morgen (misschien tot den avond toe) afwachten. Hy heeft me als {==159==} {>>pagina-aanduiding<<} aan 'n angel vast, omdat zyn rondloopen myn schande is. M'n vyanden maken er gebruik van. Dan ben ik 'n ‘slechte vader’, en hy schaamt zich niet dit te laten denken, al zal-i 't dan niet ronduit zeggen. Z'n brieven aan my vloeien altyd over van dankbare hartelykheid, en in den omgang is z'n toon altyd zacht en onderdanig tot het kruipende toe! Is 't niet misselyk? ½ 11. savonds daar komt-i aanzetten! Ik heb me woedend gemaakt. De reden van z'n uitblijven was 't wachten op waschgoed (alsof-i dat niét van hiér uít, had kunnen halen) en dergelyke praatjes².. Hy kon geen bestellers krygen om 'n paar geleende meubelstukken terug te laten brengen! Dáárom liet-i my zitten wachten als 'n gek! En ook Uw vrouw die ook niet geweten heeft wat ze 'r van denken moest! dit hoeft niet.³. hartelyk gegroet tt Dek 1. deed dit: oorspr. stond er doe 't. 2. praatjes: oorspr. stond er klets-. 3. dit hoeft niet: de voorafgaande alinea is doorgehaald; oorspr. stond er: Och, zend dezen brief aan m'n vrouw (adres den hr Braunius Oeberius, driehovenstraat Arnhem) Ik heb geen lust het tweemaal te schryven. [11 mei 1879 Ingezonden brief van R. Pieper in De Zaanstreek] 11 mei 1879 Ingezonden brief van R. Pieper in De Zaanstreek. (fotokopie M.M.) Mijnheer de Redacteur! Na drie weken lang op mijn Ingezonden Stuk naar aanleiding zijner beoordeeling van mijn Verslag over Multatuli's voordracht te Krommenie het stilzwijgen bewaard te hebben, komt nu de Heer B. van Assendelft in Uw jongste nummer met een antwoord daarop voor den dag. Ik mag mij over dat antwoord voldaan gevoelen; en wanneer de Heer B. van meening is, dat de lange tusschenpoozing dezen of genen heeft doen vergeten, waarover de kwestie tusschen hem en mij eigenlijk liep, dan mag hij zich vleien met de hoop, misschien daardoor eenigszins zijn terugtocht te dekken, - maar dan ook alleen daardoor. Dat ik mij voldaan mag rekenen, grondt zich al dadelijk hierop, dat de heer B. erkent met zijn benaming ‘den diepsten Denker’ al te stellig geweest te zijn. Hij had ook kunnen zeggen al te verwaand en te ondoordacht. Voorts vraagt hij: sedert wanneer geldt het voor Geleerdheiduitkramerij als men vertelt wat anderen ons geleerd hebben? {==160==} {>>pagina-aanduiding<<} Ik antwoord, dat het altijd Geleerdheiduitkramerij is en zijn zal, op hoogen toon te spreken over dingen waarover men blijkbaar nooit ernstig gedacht of gelezen heeft; - wanneer men schermt met een hier of daar opgevangen woord of klank en tevens blijkbaar niet op de hoogte is van 't behandeld onderwerp. De mededeeling van den Heer B., dat hij nogal opgeruimd van aard is, doet me om hem pleizier; maar die opgeruimdheid moet hem niet tot luchthartigheid verleiden in 't beoordeelen, het prijzen of laken van personen of leeringen, die hij blijkbaar niet beoordeelen of vatten kan. En dat hij dit deed, is mijn Hoofdgrief tegen zijn geschrijf, zooals ik in mijn vorig Ingezonden Stuk uiteengezet heb. Het gold hier niet zoozeer de vraag of B. met mij in meening verschilde; maar 't gold hier het beginsel, dat ik aan iemand als B. het Recht ontzeg, te meenen dat hij, door zich een Discipel van Multatuli te noemen en te wanen, vrijheid had op andersdenkenden te smalen. Er is een tijd geweest, dat geen leek, - dus noch B. noch ik - het gewaagd zou hebben eenig oordeel over dezen of genen spreker of schrijver te uiten. Dat is thans anders, en mijns inziens is dit gelukkig. Alleenlijk vrees ik, dat velen nu licht in een ander uiterste zouden vallen. Tegenwoordig hoort men menigeen op hoogen toon oordeelen over allerlei leering en meening, - op zóó hoogen toon dat men zich vaak ergeren moet, als men nagaat wie die meeningen uit, en uit welke oorzaak hij die uit. Dat was het dan ook, wat mij in B.'s eerste stuk ergerde. Hij voelt nu blijkbaar wel, dat hij zich toen vergaloppeerd heeft, en moest dit nu liever, door zwijgen, of ronduit, erkend hebben, dan zich nu door gauwigheden of quasi-geestigheden te willen dekken. Ik heb hem toen reeds ronduit mijne ergernis over zijn wijze van doen te kennen gegeven; en hem op duidelijke wijze zijn gebrek aan ernst verweten, en als mijne vaste meening te kennen gegeven dat Multatuli (of wie dan ook) van zulk slag vereerders weinig gediend moet zijn. Uit B's eerste stuk bleek trouwens dan ook duidelijk genoeg, dat het hem niet te doen was, om over meeningen te twisten of te redeneeren, - maar om den schrijver van 't verslag eens te pakken te nemen. {==161==} {>>pagina-aanduiding<<} Volkomen juist acht ik de opmerking van den Heer H. de Lang (Zaanstreek van 4 Mei,) dat B's brief aan een verkeerd adres terecht kwam. Blijkbaar toch was B. aanvankelijk van meening, dat de schrijver een ‘Dominé,’ liefst een ‘modern Dominé’ was, en daarom heeft hij, hij, ‘dat heer eens op zijn nummer willen zetten.’ En dat is een heel verkeerd principe. Ik bedoel namelijk de handelwijs van zoovelen tegenwoordig, die een of andere leering of meening vinnig aanvallen of wel uitbundig verheffen, alleen omdat ze van een Orthodox, van een Modern, van een Naturalist of van wien dan ook uitging. Verder betoog acht men dan overbodig. Alzóó de Heer B.: hij verbeeldt zich, een Multatuliïst te zijn. Dus is elk die niet met ‘den diepsten Denker’ alles ééns is een Domkop, den naam van Mensch onwaardig, enzoovoort. Het afkeurenswaardige en onwaardige van zulk een wijze van doen in 't licht te stellen, een wijze van doen die uit oppervlakkigheid en verwaandheid voortvloeit - van welke zijde ze dan ook kome, - was doel van mijn vorig, is doel ook van dit schrijven. Gold het hier niet een zoo gewichtig beginsel, ik zou mij wel onthouden, zooveel woorden te spillen aan iemand die over mijn verslag geschreven heeft en nu daarna zegt: ‘Ik heb zijn verslag maar vluchtig gelezen en mij daardoor soms vergist.’ (Ja, die is fraai! Nu had B. stelliger kunnen spreken, en zeggen: ik heb 't verslag juist niet gelezen of willen lezen; dat maakt ook minder uit; maar ik moest eens wat schermen met groote woorden en - wat steken aan de Steker geven!) Wat de vreemde woorden aangaat, door B. nauwgezet uit mijn antwoord verzameld, moet ik hem herinneren, dat uit het verband, waarin mijne opmerking daarover voorkwam, alleen blijkt niet dat ik het gebruik van vreemde woorden in een Hollandsch opstel als zoodanig afkeur, want ze zijn zelfs niet altijd te mijden, maar dat ik het minst genomen belachelijk vind, ze te bezigen wanneer men zelf de beteekenis of kracht daarvan niet vat, zooals B. bij zijn woord genre zoo armzalig toonde. ‘Toon iets beters als ge afkeurt!’ - daarvan lees ik den zin en de bedoeling, in 't 3e Bedrijf van Multatuli's Vorstenschool. {==162==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Ik eisch Een blijk... neen, blijken,... neen, bewijzen, dat Men recht tot spreken heeft, en dat men niet In smalen, 't arbeidschuw pretext zoekt voor Dagdieverij.’ En verder: ‘Wie afkeurt, toone dat z'n oordeel rijp is, Dat hij gewerkt heeft, en uit traagheid niet Zich wijdde aan 't hedendaagsche modevak Aan 't pis-aller der luiaards: oppositie!’ Bij het overdenken dezer woorden, wordt het, dunkt mij al te lastig om te blijven geloven, dat Multatuli grifweg afkeuren of afbreken wil, ook daar waar hij niet iets terug kan geven, wat, naar zijne meening althans, beter is. De dagdieven en luiaards - voor wie zulk afbreken quand-même heel vermakelijk moet zijn - krijgen in die regels hartig hun bekomst. Eindelijk, er ligt geen verdienste in het zeggen: ik behoor tot deze richting of tot gene, of wel ik ben een aanhanger van dezen of van dien. Maar het is alleén iets, het is zelfs veel, te kunnen zeggen: zóó is mijne meening zóó mijn geloof, omdat ik zelf heb leeren inzien, door ernstig en grondig hooren, spreken, lezen, nadenken enz. dat die meening, dat geloof op gronden steunen. En dan zal men ook inzien, dat Bescheidenheid een Deugd is niet-alleen, maar een Plicht en een Eisch. Hiermede verklaar ik van verder geschrijf met den Heer B. af te zien. R. PIEPER. 6 Mei '79. P.S. Te dezer plaatse tevens mijn dank aan den mij onbekenden Schrijver van het artikel ‘Multatuli-dienst’ in ‘de Vrijheid’ van 26 april j.l. voor de mij betoonde sympathie, en aan hem die mij dat stukje onder de oogen bracht. R.P. {==163==} {>>pagina-aanduiding<<} [12 mei 1879 Briefkaart van Multatuli aan Edu] 12 mei 1879 Briefkaart van Multatuli aan Edu, met poststempels Wiesbaden 13-5-79 en Rotterdam 13 mei 79; geadresseerd aan E. Douwes Dekker junior hugo de grootstraat, 50 Rotterdam. (M.M.) Brief van den 8e (en 'n vorige te Arnhem) behoorlyk ontvangen. Alles zeer goed, doch ik wacht nader schryven. Zyn de kleeren goed? En bevalt den kamer! Schryf me alles uitvoerig, ook de kleinigheden. Binnen een paar dagen zal ik je boeken expedieeren. Gegroet. D. Wb. 12/5/79. [Omstr. mei 1879 Verslag van Vorstenschool in het Humoristisch Album] Omstreeks mei 1879 Parodistisch verslag in dialoogvorm over een benefiet- voorstelling van Vorstenschool in het Humoristisch Album, blz. 258 e.v. Eerste pagina. ‘Wat gefe se van afet, juffrouw?’ ‘Ik hoor “FOSTESCHOOL,” 'n stuk van 'n Italiaander, Malletuli heet ie geloof ik. 't Mot 'n mooi stuk zijn, soo voornaam, 't speult onder de rijkdom, weet uwe. Se froege me buite wie of de konegin speult. “Gut mens, dat mot uwes mijn niet frage,” seij ik, ik weet niet eens datter 'n konegin vertoond wordt, - maar siet uwe, juffrouw, 't is maar om uwe sooveel te segge, asdat we wat moois te sien krijge.’ ‘Stil mens, 't scherm gaat op.’ ‘'n Mooie kamer, juffrouw - fijn hoor!’ ‘Wat 'n dronke lap, je sou segge hoe late se 'm in..... ‘Merkt uwe wel, dat ie mot opbiegte?’ ‘Hij het 'n flink soppie op, juffrouw.’ ‘En sefe kindere; ongelukkig hé?- Daar heb je nou vrouw Hobbel, me naaste buur, die is nou alweer bijna ses maande heen en erg ongemakkelijk, en 'r jongste is pas acht maande; 't mens het wat te stelle met 'r sooitje en dan 'n man, {==164==} {>>pagina-aanduiding<<} 'n zware groote kerel. Ja juffrouw, d'er valt soowat voor met’ ‘Juffrouw, da'tik uwe in de rede val, nou het ie weer geseid dat ie acht kindere het; maar 't was 'n drukfout... {== afbeelding ==} {>>afbeelding<<} ‘In 't boekie. Ja dat komt in krante ook wel voor.’ ‘S'en kindere loope op de trap en op straat. Siet uwe, dat komt bij {==165==} {>>pagina-aanduiding<<} mij niet voor; maar grutte dat is 'n kost die ete we ook driemaal per week.’ ‘Hoort uwes dat, juffrouw? Hij seid konegin, is dat dan de konegin?’ ‘Welnee mens, se het immers geen kroon op 'r hoofd en geen herremelijn an.’ ‘Ja maar juffrouw, hij seid 't toch, en nou mot uwe wete, ik heb 'n neef en die is timmerman aan de kemedie en die seid dat se in de laatste tijd erg suinig binne geworde, se beknibbele alles en nou sal 't seker zijn, dat 'r geen nieuw kostuum het kunne overschiete, en dat se 't nou maar met 'r eige jurk mot doen.’ ‘Jawel juffrouw, uwe het wel gelijk, tegenwoordig komt overal de klad in.... en ik die nog soo gehoopt had 'n konegin te sien. - Heb je gemerkt dat se de arreme drommel maar twee guldes gegefe het?’ ‘Juffrouw, dat's de moeder, se seid mama; hoe hiet se ook weêr: weet uwe 't niet? ‘De moeder van de koning meent uwe - jawel, wacht is, ik heb 'r van digtebij gesien bij 't passere van de Beulingsluis, 'n knap stuk vrouw, hoorje.’ ‘Goeije god, juffrouw, wat praat dat mens! wat 'n redenans! wat 'n redenans! Wat se seid is mooi, vind uwe niet? Over senie en 'n kersboom en vuile siekte hè! die ze gelukkig niet noemt. Jawel, d'er valt zoowat voor op de wereld.’ ‘Graaf Otto? heb ik daar niet meer van gehoord?’ ‘Ik ken wel eene Otte, juffrouw, maar die was geen graaf; hij was froeger kruijenier op 't eind van de Egelantiersgracht bij de Raamgracht, weet uwe, 'n klein winkeltje, hij had goeije kemijnekaas ook. Waar de man nou is, weet ik niet.’¹. (....) 1. Zie voor vervolg Over Multatuli, 27, blz. 259 e.v. [1 augustus 1879 Brief van Multatuli aan Edu] 1 augustus 1879 Brief van Multatuli aan Edu. Enkel gevouwen velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.) {==166==} {>>pagina-aanduiding<<} Wb. 1 Aug 1879 Waarde Edu, groot nieuws, we gaan verhuizen naar: Geisenheim Het ligt even boven Rüdesheim aan den Ryn. We gaan aanst. dinsdag-avond van hier. 't Is maar een uur sporens van Wiesbaden. Ons goedje gaat met 'n kar of z.g.n. meubelwagen. Daar er in Duitschland meer Geisenheimen zyn, zal 't nuttig wezen op 't adres te zetten Geisenheim a/R.- Ik verzocht heden den heer Funke je je 60 gl. te zenden over Augustus. Hy zal 't zeker terstond doen. Ik kan 't van hier niet doen daar ik vry schraal zit, en moeite hebben zal met de kosten van de verhuizing &c. Maar nu iets anders. We hebben 10 pond kapok noodig. Wilt ge die kopen en ons zenden. Me dunkt het best is per boot. Met de spoor blyft het soms zeer lang onder weg, en er is haast by. Maar er is verschil van soort. Je moet koopen van de beste, die goed gezuiverd is, of althans de best gezuiverde die er te krijgen is. En maak er wat spoed mee. Laat my dan tydig weten met welke boot het verzonden is, dan zal ik ze by de embarcadère¹. te Geisenheim waarschuwen. Informeer je ook of de boot die je kiest, wel te Geisenheim aanlegt. Sommigen doen 't wèl, anderen niet. Een brief die maandag-middag van Rotterd gaat, zullen we zeker nog hier krygen. Wat ge nà maandagmiddag verzendt, moet je naar Geisenheim a/R adresseeren.- Doe myn hartelyke groeten aan den heer Van der Hoeven, en deel hem myn nieuw adres mee.- Adieu, houd je goed! Dek. De kleine jongen is allerliefst. Men kan zich geen beminnelyker kind voorstellen.- 10 pond kapok, geen tien kilo. Maak er spoed mee. Er is gebrek aan kussens. 1. embarcadère: aanlegsteiger (fr.) [15 oktober 1879 Brief van D.R. Mansholt aan F. Domela Nieuwenhuis] 15 oktober 1879 Brief van D.R. Mansholt aan F. Domela Nieuwenhuis. Twee dubbele velletjes postpapier, geheel beschreven. (I.I.S.G.) Fragment. {==167==} {>>pagina-aanduiding<<} (....) Ook Multatuli is levenszat en doodmoede. Hij kan niets meer. ‘Ik peins en mijmer doelloos,’ schreef hij mij voor eenigen tijd en kan mijn gedachten niet op een punt bepalen. De kwaal schijnt in mijn hoofd te zitten. Ik ben moe...’ Och, och wat is het treurig dat zulke menschen tegronde gaan in den strijd tegen onze verziekte maatschappij. Wel heb ik medelijden met dien man, den vurigen menschenvriend, dien grooten dichter, dien held! (....) [5 november 1879 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels] 5 november 1879 Brief van Multatuli aan J.M. Haspels. Twee dubbele velletjes postpapier geheel beschreven. (M.M.) Geisenheim a/R 5 Novr 1879 beste Haspels! Vreemd moet het je klinken maar 't is de waarheid: eerst heden las ik Uw brief van 4 Juni! (De oorzaak sla ik nu over, dat is te lankdradig. Als ik U spreek, zal ik er op terugkomen.) Die brief bevat een oordeel over m'n zoon. Ik houd het voor volkomen juist! ‘Haspels moet nu wel denken dat je 't kwalyk genomen hebt’ zei m'n vrouw ‘omdat je niet geantwoord hebt.’ Zy, nl. had me van ochtend, voor ik op was, den brief opgezocht. Ik wist dat er een brief van U was dien ik niet gelezen had, en daarover had ik gistravond met haar gesproken. (Zoo heb ik nog meer brieven, ze liggen in 'n hoop schryvery. Ik ril als ik 't aanzie. De beste Funke weet ook niet wat-i aan me heeft.) Gister had ik daarover getobt. Toen is zy aan 't zoeken gegaan, en zooals ik zei, van ochtend vond ik hem op m'n tafel. Natuurlyk herinnert ge U niet letterlyk wat er instaat, maar de hoofdinhoud is Uw oordeel over Eduard. Al was ik 't niet met U {==168==} {>>pagina-aanduiding<<} eens, dan nog komt kwalyk-nemen niet te pas by zoo'n ruiterlyke oprechtheid. Ik zou dan 'n gek moeten zyn. Maar, helaas, ik ben 't wèl met U eens. Ge hebt volkomen juist geoordeeld, en sedert lang wist ik dat er van hem niets te wachten was dan kwaads. Ja, hy is innig slecht! Hy is de hoofdoorzaak van m'n tobben. Door hèm is de band die my aan m'n overleden vrouw hechtte, verbroken. De uitlegging van al 't kwaad dat-i my berokkend heeft zou me nu te ver leiden, en meen niet dat ik hem uit zwakte nog altyd voortdurend gesteund heb! Neen. Ik verzeker U dat ik sedert lang, indien ik daartoe de macht gehad had, hem behandeld had als Czar Peter z'n zoon Alexis. Maar ik wist niet dat-i - o god dat alles is zoo pynlyk. Nogeens, hy is de hoofdoorzaak dat er zooveel van wat ik wilde mislukt is. Hy kompromitteerde m'n intérieur en verschafte daardoor wapens aan m'n vyanden. Basta voor heden. Ik schryf U eigenlyk alleen om U te zeggen dat ik alles met U eens ben. Maar, kerel, waarom schreeft gy niet? Dit is waarachtig geen verwyt (m'n zwygen gaf er U 't recht toe, als ge 't zoo wilt uitrekenen, maar dit hebt ge nooit gedaan) neen, verwyt komt niet te-pas. 't Is niets dan 'n vraag. De oorzaken van myn zwygen liggen in m'n hamlet's stemming (geheel juist is dit niet, maar ik gebruik die uitvlucht om kort te zyn) ik peins en mymer, en verteer in woede en stel alles wat maar eenigzins kan (en wat niet kan) wachten, tot later uit. De berg papieren die me aangrynst, maakt me schuw. Op m'n vraag waarom schreeft gy niet, hebt ge een zeer gepast antwoord. ‘Wat baat het schryven aan iemand die 'n brief vyf maanden ongelezen liggen laat?’ Nu ja, maar 'n volgende brief van U had me vroeger den vorigen doen opzoeken en wel vóór dat àl te lang uitstel me den moed benam in dien berg te gaan rommelen. Want dàt is de oorzaak van dat uitstellen. Ik durf zoo'n hoop indrukken niet aan! Byna elke letter schrift die ik ontvang, wekt pynlyke gewaarwording in my op, niet zoozeer door 't lezen, als door de inspanning die my 't antwoorden kost, vooral daar ik toch in brieven me niet geheel en al uiten kan en dat narekenen van wat ik schryven¹. kan of niet, belemmert me. Niet geheel maar toch eenigszins, is dat gemeene dier M. Kr.². er de oorzaak van. Het {==169==} {>>pagina-aanduiding<<} verdriet, gemeenzame brieven later aan publiek overgeleverd te zien (liefst met perfide uitlatingen!) werkt zeer storend op latere korrespondentie. Moet ik nu hier by zeggen dat dit niet beteekent dat gy m'n vodden zoudt laten drukken. Neen, 't is 'n algemeene indruk by elken brief dien ik schryf, en me dunkt ook anderen moeten last hebben van 't besef der mogelykheid dat hun geschryf ergens terecht komt waar 't niet wezen moet. Doch hoofdoorzaak van m'n zwygen is dit niet! De ware reden zit in verterende woede over onmacht. Ik verzeker U dat ik niet zwygen zou als ik 'n stuk of vier schepen en 2000 man tot m'n beschikking had! Daartoe is geld noodig, en ik kan 't niet verder brengen dan in leven blyven. O, wat dàt aangaat voel ik me millionair by vroeger vergeleken! Sedert 'n jaar 3, 4 ontbrak me nooit het burgerlyk-noodige, juist wat me 't minst schelen kan. Recht graag wil ik van brood en water leven als ik maar kans zag dat andere te bereiken! En de ergernis over al de beroerdheid die ik gebeuren zie. Ik lees geen krant zonder verdriet. Hoe men nog altyd lust hebben kan daartegen te schryven, te redeneeren, te betoogen, te waarschuwen begryp ik niet. Mijn indruk is alleen 'n vloek, en de wensch macht te hebben om te redeneeren met 'n stok. Dàt zou begrepen worden! De ‘macht’. En juist díe ontbreekt me! Nu ik eenmaal, aan u schryvende, de pen in de hand nam, ga ik ook probeeren andere dingen aftedoen. Daarom sluit ik schoon ik U veel te vragen had, dit o.a. hebt ge voordrachten voor my aangenomen? Zoo ja, wanneer moet ik komen? Mijn adres is: Geisenheim a/R. hartelijk gegroet Dek 1. schryven: oorspr. stond er zeggen. 2. M. Kr.: Mina Krüseman; in 1877 was haar driedelige autobiografie Mijn leven verschenen vol citaten uit Multatuli's brieven. [17 februari 1880 Bericht in het Rotterdamsch Nieuwsblad] 17 februari 1880 Bericht in het Rotterdamsch Nieuwsblad. (fotokopie M.M.) Multatuli is geen man om ‘lezingen’ te houden; daartoe is hij te veel zich zelf; hij heeft niet geleerd zich te richten naar anderen en velen van dezen begrijpen hem niet. Het gebeurde te Veendam bewijst het weder. Zooals op vele kleine plaatsen bestaat ook te Veendam de gewoonte, dat gedurende de pauze de kennissen elkander aanspre- {==170==} {>>pagina-aanduiding<<} ken en aan hunne verschillende tafeltjes bezoeken. Daarbij steken de heeren een sigaar op, de dames gebruiken iets en er ontstaat eenige verwarring, die echter spoedig hersteld wordt indien de spreker weder optreedt. Multatuli kwam na de pauze binnen, en zei terstond: ‘Ik spreek niet weer dezen avond, de entrée kan bij de deur teruggevraagd worden, 't schijnt hier wel een café-chantant, een kroeg te zijn, enz.’ Natuurlijk was het publiek in hooge mate verbaasd en gegriefd. Een goed vriend haalde Multatuli over voort te gaan, en deze vervolgde zijne voordracht aldus: ‘Meen niet, dat iemand, die kogels heeft getrotseerd, last zou hebben van rook, bij eene vroegere gelegenheid heb ik immers verzocht dat de heeren zelfs gedurende mijn spreken rookten, indien de dames er niet tegen waren; neen ook dat gejoel, die drukte prikkelden mij niet zozeer, maar ik beschouw een en ander als minachting tegenover mij, als te weinig waardeering; ik ben geen zanger of acrobaat, ik, die met de heiligste en innigste overtuiging spreek over’ enz. De goede stemming keerde echter niet terug en verscheidene dames en heeren verlieten geërgerd de zaal. Bij al zijne verachting voor het publiek, kent Multatuli het toch niet, en hij is op weg de sympathie van velen, die zijne talenten hoogschatten, te verliezen door overschatting van zich zelven. [23 februari 1880 Herinneringen van de onderwijzer Gerard aan een lezing van Multatuli] 23 februari 1880 Herinneringen van de onderwijzer Gerard aan een lezing van Multatuli. Zestien pagina's in een schoolschrift, geheel beschreven. Waarschijnlijk haalt de opsteller twee bijgewoonde lezingen door elkaar. (M.M.) {==171==} {>>pagina-aanduiding<<} II Over Eene Lezing van Multatuli Multatuli was op zijn tournée door de Noordelijke provinciën van ons land en het verraste mij niet weinig, dat mijn patroon, de Directeur van den Cursus, waaraan wij, jonge onderwijzers, deelnamen om ons te bekwamen voor de Hoofdacte, vóór schooltijd even bij mij in mijn klasse-lokaal kwam en zei: ‘Meester Gerard, ik wil trachten Multatuli hier te krijgen voor 'n lezing: Wil je met mij en nog 'n paar heeren die ik vragen zal, 'n commissie vormen, die trachten moet 'n flink aantal entreekaarten te plaatsen, opdat wij den grooten man 'n behoorlijk aanbod kunnen doen voor zijn moeite en inspanning? Ik behoef je niet te zeggen dat ons 'n avond van buitengewoon letterkundig genot te wachten zou staan.’ Ik wist, dat mijn patroon dweepte met Multatuli en dat hij 'n weigering van mijn kant kwalijk zou hebben opgenomen; daarom nam ik, hoewel aarzelend, de opdracht aan. Maar alles ging goed. De kaarten werden grif genomen; de groote zaal der ‘Harmonie¹.’ werd afgehuurd en Willem van Zuylen, Multatuli's Impressario². kwam over, om nog een en ander voor de lezing te regelen. Laat ik maar eerlijk bekennen, dat ik den grooten dag in onrust doorbracht; ik was bang voor den man, die sprak als een machthebbende; den man, die gezegd had, dat hij gelezen wilde worden; dat hij gehoord wilde worden. Evenwel: ik was volkomen bedaard, toen ik 's avonds mee aan de afzonderlijke tafel ging zitten, ja, ik gevoelde mij zelfs prettig gestemd bij de gedachte, dat het toch in zekeren zin eervol was te behooren bij de voorname heeren, die onze Commissie vormden. Opeens zag ik den Heer Van Zuylen, die bij den ingang de entreekaarten in ontvangst nam, naar onze tafel komen en onzen Directeur iets meedeelen. Deze sprong verschrikt op en zei tot ons: ‘Heeren, dat is 'n malle boel. De Heer V. Zuylen vraagt mij, of wij er wel aan gedacht hadden Multatuli te gaan afhalen. Natuurlijk hebben wij dat niet; want we mochten aannemen, dat V.Z. daar wel voor zou zorgen.’ Ik bood aan om den Heer V. Zuylen bij de deur te vervangen, dan kon hij-zelf, die Multatuli het best kende, hem zelf afhalen, maar de Heer V. Zuylen zei dat hij 's middags slecht op den weg had gelet en daarom vreesde te verdwalen. {==172==} {>>pagina-aanduiding<<} Daar was Leiden in last. Geen der Heeren had er lust in en omdat er haast bij was zei onze Directeur eindelijk: ‘Nu, mijnheer Gerard, doe ons het plezier even naar het station te loopen en den Heer Dekker hier te brengen.’ Het was of mij 'n kom met koud water over het hoofd werd leeggegoten, maar de Heer V. Zuylen zei: ‘Kom, wacht dan ook maar niet langer, want de trein moet haast aankomen. Je kunt den Heer Dekker gemakkelijk herkennen: hij is rank, wat schutterig in zijn bewegingen en hij zal bij 't uitstappen wel op zijn horloge kijken om te zien of de trein behoorlijk op tijd is aangekomen.’ Met die vage aanduiding ging ik op weg, minder bang echter, dat ik den spreker van den avond niet zou uitvinden - er kwamen 's avonds nooit veel vreemde reizigers in onze stad - dan wel: dat ik den gevreesden man zou moeten aanspreken. Maar - behoefde ik eigenlijk wel tegen de ontmoeting op te zien? De Heer Dekker had immers niet de minste reden om onvriendelijk te moeten zijn. Ik dacht er dan ook maar niet verder over welke mooie woorden ik zou kunnen gebruiken, wel wetende dat men op het kritieke oogenblik toch altijd heel anders handelt, dan men zich vooraf heeft voorgenomen. Ja, ik was nog vroeg genoeg. De trein moest kwart vóór 8 aankomen, maar gewoonlijk werd het wel wat later, omdat onze plaats een eindstation is en bovendien in L. nog wachten moet op de aankomst van den Hollandschen trein. Daar hoorde ik den trein; mijn hart ging sneller kloppen: daar rolde de locomotief naar binnen. Nu zou het wezen. De reizigers stapten uit... Dat moet hij zijn. Juist. Hij haalt zijn horloge uit. ‘Tien minuten te laat!’ hoorde ik hem zeggen. ‘Mynheer Dekker?’ - ‘Dat ben ik.’- ‘Mijn naam is Gerard, mag ik het genoegen hebben...’ - Best, kerel, heb het genoegen Chresos³. naar -. ‘Niet naar Beotie, mijnheer Dekker.’ Hij was blijven staan, alsof hij verrast was over mijn repliek; maar ik liep eenige stappen door. ‘Zeg eens, wat moet dat!’ hoorde ik hem roepen. ‘Nu, ik heb nooit gehoord, mijnheer Dekker, dat het een eerenaam is voor Beotiër te worden gehouden.’ - ‘Kerel, wat 'n geëxalteerd hoofd heb jij.’ {==173==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Een garnaal heeft ook een hoofd, mijnheer Dekker.’ ‘Zeker, maar hoor eens, je wilt mijn stemming toch niet bederven. Als ik niet in een goede stemming ben, kan ik slecht spreken.’ Dat begreep ik niet; maar hij raadde, wat ik zeggen wou, want hij vervolgde: ‘Ik ben geen Nuts-lezer.’ ‘Neen, maar U heeft toch uwe lezing gememoriseerd?’ - ‘Stellig niet. Ik weet op dit oogenblik nog niet eens heel zeker: waarover ik spreken wil. Zeg jij maar eens woorden waarmee ik beginnen moet; als je gelukkig bent, raak ik misschien aanstonds en veine.’ ‘Meent u het? - ‘Wis en waarachtig! Noem maar wat.’- ‘Dat wil ik wel. Als U dan eens begon met de woorden, die ik het eerst van U hoorde: Tien minuten te laat!’ ‘Mooi,’ zei hij, ‘en zeg nu eens is het aardig vol?’ - ‘Ja, mynheer Dekker, dat zal U meevallen’ - ‘Best. Is het nog ver?’ - ‘Binnen 5 minuten zijn we aan de “Harmonie” mijnheer Dekker’ - ‘Goed, laat ik probeeren of ik in dien tijd mijn gedachten kan verzamelen.’ Spoedig waren we nu ook bij het mooie gebouw en ik zat nog nauwelijks of de heer Dekker, die even bij den Heer Van Zuylen had staan praten en hoed, sjaal en overjas aan hem had overgegeven, de Heer Dekker schreed zonder links of rechts te zien door de zaal, ging vlug de 5 treden naar het podium op, trok zijn handschoenen uit, keek op zijn horloge en begon: ‘Tien minuten te laat- maar ik ben er niet zeker van, dat gij daarvoor mijn excuus verwacht. Ik heb veel moeten reizen in verschillende deelen van de wereld. In Engeland heb ik 'n reiziger, die te laat aankwam den stationschef 'n geweldig standje daarover zien maken; dat was quite English: Time is money. In Frankrijk hoorde ik iemand den conducteur 'n aardigheid er over zeggen, omdat hij zoo bijzonder op zijn gezelschap gesteld was, dat hij langer dan eigenlijk mocht van zijn gezelschap wou profiteren. Dat was typisch Fransch: cela va sans dire. In Duitschland heb ik passagiers brommend zien uitstappen en met haastigen tred wegloopen, om den verloren tijd in te halen; dat is specifiek Duitsch: het Geschäft voor alles. Maar mijn reisgezelschap vertoonde niets van dien aard; ik was wel de eenige, die zijn ongeduld zat te verbijten en ik maakte er uit op, {==174==} {>>pagina-aanduiding<<} dat het hier gewoonte is te laat aan te komen. Maar hoe dan ook, ik wil zeggen dat het de schuld is van den trein en mijn schuld is het niet; ik houd van stiptheid, ik haat slordigheid...’ Natuurlijk geef ik alleen de bedoeling van den spreker weer. Het zou mij niet mogelijk zijn woordelijk weer te geven wat de Heer Dekker gesproken heeft. Nu hij eenmaal zijn onderwerp gevonden had, behoefde hij maar met volle handen uit zijn veelbewogen leven en zijn talrijke werken te grijpen, om op zijn geheel éénige manier dingen te zeggen, die van 'n anderen spreker heel gewoon, ja banaal zouden zijn. Het was 'n schitterend vuurwerk van geest en vernuft: puntige aforismen en onbetaalbare anecdoten, vlijmende sarcasmen, afgewisseld met humoristische schetsjes. Ja, wel was dat de man, naar wien men wel moest luisteren, die het publiek opvoerde naar de hoogte vanwaar het geheele gebied als 'n panorama kon worden overzien. Dat M. 'n stevig gevestigde haat koesterde tegen slordigheid - natuurlijk bedoelde hij de slordigheid in waarnemen, denken, hooren, spreken en schrijven, dat kwam al dadelijk uit toen hij aantoonde dat veel misverstand er het gevolg van wezen kon. ‘Slordig spreken is natuurlijk 't gevolg van onjuist denken en niet slechts de onbeholpen uitdrukking van nauwkeurig denken.’ ‘Onjuistheid nu van uitdrukking leidt tot strijd.’ Waar de een onder ‘zalig’ verstaat de bedwelmende roes na 'n hartigen vaderlandsche dronk echte Schiedammer en een ander de hemelsche eeuwige belooning van maar heel kortstondige aardsche bravigheid daar kan natuurlijk groot verschil van meening ontstaan of het streven naar zaligheid 'n deugd of 'n ondeugd moet genoemd worden. Of ook wanneer iemand onder ‘Engel’ verstaat een hemelsch wezen met serafsvleugels en verdere bovenaardsche attributen en zijn tegenpartij met ‘Engel’ bedoeld een lieftallig meisje van zijne kennis met armpjes, om er in te vliegen enz. daar kan de strijd niet uitblijven waar het de vraag geldt, of het huwelijk met 'n engel 'n begeerenswaardige zaak is. Op gezag van slordig omschreven begrippen heeft men elkaar verketterd, vervolgd, verbrand: zitten wijsgeerige scholen elkander in het haar; strijden partijen met leuzen op staatkundig, maatschappelijk, kerkelijk gebied. Spr. herinnerde aan een onlangs {==175==} {>>pagina-aanduiding<<} gevoerd proces wegens laster, waarbij iemand op grond van een slecht omschreven woord in ons strafwetboek tot 'n zware geldboete werd veroordeeld. Had de rechter mijn definitie van scheldwoord gekend: Scheldwoorden zijn zoodanige als tusschenwerpsel gebruikte woorden, die alleen ten doel schijnen te hebben, den daarmee begiftigde op onaangename wijze te kennen te geven, dat men hem niet genegen is, en tevens het gemoed des sprekers te ontlasten van wrevel, zonder - en hier komt het vooral op aan - zonder dat er in de keuze der gebezigde benamingen wordt acht geslagen op overeenstemming daarvan, noch met de eigenschappen van den toegesproken persoon, noch met de oorzaken, die den wrevel des sprekers hebben opgewekt. Had de rechter zijn uitspraak daarop kunnen gronden, de patient ware met 'n zachte berisping voor het lichtzinnig gebruik van zijne uitdrukkingen vrij gekomen. Ik zeg niet, dat het geven van juiste definities gemakkelijk is, maar wij hebben toch zeker er recht op, dat de wetstermen duidelijk zijn en de heeren wettenmakers worden toch goed betaald voor den te leveren arbeid. Plato wist het al: Wil men met vrucht redeneeren over de Natuur, de Staat, de Poëzie, de Rechtvaardigheid, de Liefde, de Ziel of wat ook, dan moet men beginnen met nauwkeurig te omschrijven, op Socratische manier en begon men in de Kamer in de Vergaderingen, in de Debatteercolleges met zorgvuldig gekozene definities, dan zou dit den doodsteek geven aan meer dan de helft der gevoerde discussies. Gemakkelijker zou 't ons zeker vallen, als we in onze jeugd beter hadden geleerd om juist waar te nemen en ons hadden toegelegd op het juist weergeven van het waargenomene. Ik acht het 'n groote fout in de opvoeding, dat de kinderen niet reeds vroeg leeren zelf te zien en niet door de bril van ouders, onderwijzers, predikanten en schrijvers van boekjes. Nu leeren ze vaak nadenken, wat anderen hun hebben vóorgedacht. De Amerikaan Emerson⁴. heeft het gezegd: Men moet zich een eigen meening veroveren, een eigen godsdienst uitvinden. Dat hebben Luther, Mohammed, Jezus, Boeddha, Confucius en Zoroaster ook gedaan. Spreekt de Natuur bij dag en nacht, in het {==176==} {>>pagina-aanduiding<<} bosch en aan de zee, op de bergen en in de dalen, in zomer en winter niet met machtige stemmen voor wie ooren heeft om te verstaan. Ligt de geschiedenis van de aarde en de lotgevallen der menschen ook niet voor ons open met wijze lessen op elke bladzijde? En spreken verstand en geweten in ons niet met alles overtreffende duidelijkheid van wat goed en kwaad, rechtvaardig of onrechtvaardig is. Verkondigen hemel en aarde niet de heerlijkheid der schepping zoo goed voor ons, als ze voor hen deden, voor die groote geesten die de menschheid verlichten en verrijken met de kostbare waarheden, die nu het gemeengoed der beschaafde volken zijn? Maar dit is het: Wij denken niet na en wij zijn ook te lafhartig om door te durven denken. We zouden ook al te onaangenaam in botsing komen met de overgeleverde vooroordeelen: met ingekankerde denkbeelden, met bespottelijke gewoonten en ellendige alledaagsche sleur. Dat weet de spreker; dat wordt hem wel voelbaar gemaakt aan den lijve. Voor wie onafhankelijk denken durft, berust de geheele maatschappij, de school, de kerk, de staat op leugens en bedrog en nog oneindig moeilijker dan de waarheid te vinden, is het nog die waarheid ingang te doen vinden. O, daar behoort moed toe! Probeert het maar eens: de prachtigste beweringen, de overtuigendste vertoogen ze stuiten af op den beslisten onwil om oude geliefde voorstellingen prijs te geven. Het spreekt van zelf, dat mijn aansporing tot zelf denken niet onvoorwaardelijk van toepassing is op iedereen. Jongelieden, die nog weinig weten moeten lezen om 'n fonds van kennis op te doen. Al dadelijk weer moet ik aandringen op goed lezen en het gelezene te verwerken tot het onvervreemdbaar geestelijk eigendom is geworden. Daar zijn boeken, die men met meer recht dan menig koning de Groote mag noemen, dat zijn de standaardwerken op verschillend gebied. Een beschaafd mensch behoort die te kennen; ze bevatten wat in vroeger en later tijd in oude en nieuwe wereld gevonden is over de groote vragen van natuur en leven. Het lezen van zulke boeken (een 40- of 50tal slechts) moet een aanhoudend redeneeren met den schrijver zijn en wie zulk 'n school heeft doorloopen voor hem ligt in het woord Kracht een geheele natuurkunde opgesloten, in het woord Natuur een geheele Wijsbegeerte. {==177==} {>>pagina-aanduiding<<} Iemand die aan Newton vroeg hoe hij het toch had aangelegd, om zulke groote ontdekkingen te doen, kreeg tot antwoord: Door er altijd over na te denken en in dien zin is het dan ook volkomen waar, dat er tusschen een groot man en een gewoon mensch slechts 'n afstand is van eenige jaren studie en nadenken. Gedachten heeft ieder, maar bij hoevelen worden het denkbeelden? Wie zal, ik zeg niet, geheel nauwkeurig, maar bij benadering omschrijven, wat men bedoeld met: Natuur Stof, Kracht, Ziel en Geest, Deugd en Zonde, Leven en Dood? Ik noem deze woorden omdat ik ten slotte wijzen moet op de beperktheid van ons menschelijk verstand. Daar zijn dingen die wij nooit zullen kunnen bevatten. Al ons weten is stukwerk en onze kennis beperkt; onze wetenschap is een kleene cirkel, die aan alle punten van den omtrek raakt aan het onbekende en hoe grooter onze cirkel van bekende en gevonden kennis wordt, hoe meer punten van aanraking met het onbekende zich opdoen; hoe meer wij weten, hoe meer er te vragen overblijft. Maar zoover behoeven we niet te gaan. In de jeugd meent men, dat alles in de boeken staat; als men ouder wordt en veel heeft nagedacht, weet men wel beter en er komt een tijd, dat de nadenkende mensch de handen in de broekzakken steekt en zich afwendt van de hooge problemen der Natuur. De grootste philosofen zijn zij, die opgelost hebben, dat vele dingen onoplosbaar zijn, ook niet voor den mensch met veel grooter verstand, al had hij ook tien menschenlevens voor zich. Hier rustte de spreker een oogenblik. Nog eens moet ik het zeggen: ik kan niet anders dan paraphraseren, wat Multatuli in zijn eigenaardig beeldrijke taal vertelde. Maar zoo als hij daar stond: rustig, kalm even leunende tegen een tafeltje, dat terzijde op het tooneel stond, de eene hand voor de borst onder den jas gestoken, de andere neerhangende en slechts nu en dan een enkele geste makende, zoo betooverde hij het aandachtig luisterend publiek, niet door zijn gezicht, maar door zijn stijl, die het kan niet beter gezegd worden, schitterde als een splinternieuwe dolk van blauw staal. Nog zie ik hem zoo staan: die ranke gestalte met de bijna fletse, bleeke oogen, met die diepe gelaatsgroeven en het dunne sluike haar. {==178==} {>>pagina-aanduiding<<} Dat was wel de man, die veel gedragen had, omdat hij veel en ingespannen had nagedacht en den moed had bezeten om onverschrokken, wie het ook ware, onverbloemd, die waarheid in het aangezicht te zeggen. En ieder voelde de waarheid van de woorden waarmee hij zijn merkwaardige rede besloot. ‘Maar al is dan ook Wijsbegeerte eene roeping van allen, in de praktijk van het leven kan men met minder volstaan. In 't dagelijksch leven is 't vaak nuttig de gevonden waarheid niet uit te spreken; want er is een spreekwoord, dat luidt: “Gekken zeggen de waarheid” en vaak wordt het omgekeerd en bedoelt men: “Wie de waarheid zegt, is gek”.’ Daarom: Niet ieder kan naar Corinthe varen.⁵. Ik mag dat niet eischen; maar wel wil ik eischen dat ieder, wien het verschijnsel treurig voorkomt, dat er in elken kring, in iedere betrekking dwalingen en misverstanden zijn te bestrijden, dat ieder zich behoort toe te leggen op juist waarnemen en juist denken opdat hij als 'n ridder mee kan strijden in den grooten kruistocht tegen het monster: slordigheid in spreken en schrijven, in woord en daad. De plechtig opgeheven hand van den spreker viel neer, hij nam de handschoenen op en schreed even vlug als hij gekomen was de zaal door. Toen hij langs onze tafel kwam keek hij mij even aan, hij glimlachte en haalde zijn horloge uit waarop hij zei: Tien minuten over 11. Weg was hij. De Heer V. Zuylen kwam onzen Directeur zeggen dat de Heer D. zich liet verontschuldigen, omdat hij den volgenden morgen vroeg op moest, om te F. te spreken. Ik heb den Heer D. niet weer gezien, of liever: Ik zie hem altijd voor mij. 1. Harmonie: op 24 februari sprak Multatuli inderdaad in de Harmonie te Groningen, maar zijn onderwerp was daar “Realisme en Idealisme”. Op 23 februari in Assen was blijkens het verslag van 26 februari (V.W. XX, blz. 390-391) het onderwerp vrijwel als hier beschreven, maar daar werd gesproken in de zaal van De Bie en Schuurman. 2. Impressario: kennelijke verschrijving. 3. Chresos: toespeling op het tweede sprookje uit Minnebrieven (V.W. II, blz. 104 e.v.). Beotiërs golden al in de oudheid als dom en bekrompen. 4. Emerson: Ralph W. Emerson (1803-1882), Amerikaans denker en schrijver. 5. naar Corinthe varen: met eigen ogen gaan zien. [Omstr. 1880 Briefje van Multatuli wsch. bedoeld voor Mimi] Omstreeks 1880 Briefje van Multatuli wsch. bedoeld voor Mimi, op een strookje papier van 9 × 10,4 cm, aangetroffen in deel 15 van Fr. Chr. Schlosser's Weltgeschichte für das deutsche Volk. Oberhausen und Leipzig 1876. (M.M.) {==179==} {>>pagina-aanduiding<<} Geef my even van Schlosser het deel waarin te lezen staat over den nacht van 4 Aug. 1789¹. (fransche revolutie). 1. 4 Aug 1789: op blz. 22 van dit deel beschrijft Schlosser de nachtelijke vergadering van de Assemblée Nationale waarin de adel, door revolutionair enthousiasme aangegrepen, voorstelt alle bijzondere privileges af te schaffen. Vgl. V.W. XIX, blz. 657. [21 juni 1880 Briefkaart van Mimi namens Multatuli aan D.R. Mansholt] 21 juni 1880 Briefkaart van Mimi (namens Multatuli) aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 21-6-80, Veendam 21 jun 80 en Meeden en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt, wohlgeb[oren] Meeden Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Geisenh[eim] 21 Juni Erhalten 3) Dd7 (muss sein d8) - h4! Antw[ort] 4) Ke1 - f1 Erh[alten] 4) b7 - b5 Antw[ort] 5) Lc4 - b5: Erh[alten] 5) Lc8 - b7 Ant[wort] 6) S². b1 - c3 Bald wird ein Schachturnier in Wiesbaden sein. V[an] d[er] L[inde]¹. wird die Zeitungsberichte für die ‘Rheinische Kurier’ schreiben. Das kann interessant werden! D[ek] ist wohl und grusst Ihnen herzlich wie ich. MDD Vertaling: Er is binnenkort een schaaktoernooi in Wiesbaden. V.d.L. zal de kranteberichten voor de Rh. K. schrijven. Dat kan interessant worden! Dek maakt het goed en groet U hartelijk evenals ik. MDD 2. S: Springer, paard (du) 1. Van der Linde: Anthonie van der Linde (1833-1897), Nederlands linguïst, beroemd schaker en sinds 1876 bibliothecaris in Wiesbaden; opstandig Multatuliaan. (vgl V.W. XV, blz. 797/8) [26 juni 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 26 juni 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met (onleesbare) poststempels Geisenheim, Veendam en meeden en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt wohlgeb. Meeden Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. {==180==} {>>pagina-aanduiding<<} Erhalten 6) Lf8 - b4 Antwort 7) d2 - d3 wenn Lb4 - c3: folgt 8) b2 - c3: Herzliche Grüsse! Was vom Schachturnier publicirt wird, werden wir schicken. Bis jetzt hat Rh[einische] Kur[ier] nichts davon. Adio DD Gei[senheim] 26-6-80 Vertaling: Hartelijke groeten! Wat er over het toernooi gepubliceerd wordt zullen we opsturen. Tot nu toe heeft de R.K. er niets over. Adio. D.D. [1880 Aforismen van Edu] 1880 Aforismen van Edu. In: Vruchten der Philosofie. Verhandeling over de Bevolkings-kwestie en de sexueele moraal door Charles Knowlton, M.D. (Rotterdam, J.H.H. Rothmeijer, 1880, blz. 59-62.) Aphorismen. Het doel van al ons streven is: genieten. De kortste weg om tot dit doel te geraken is: beminnen. Zes eeuwen lang heeft Europa gesluimerd onder 't eentonig geneurie van: ‘Broeders, gedenkt te sterven!’ - Dit was eene valsche speculatie om hiernamaals genot te verkrijgen. Met forsche stem moeten wij uitroepen: ‘Broeder, gedenk te leven!’ Genot is de uiting eener gewaarwording. Genot is de poolster van het menschdom. De wilde die een dier heeft gevangen en het heeft opgegeten, legt zich neder in de schaduw van een boom.... {==181==} {>>pagina-aanduiding<<} De schilder, de beeldhouwer blijven verrukt staan voor hun kunstwerk en verschaffen aan duizenden en duizenden aangename intellectueele gewaarwordingen.... In beide gevallen is er genot. Beschaving is dus de resultante van twee krachten: 't voldoen aan natuurlijke behoeften en genot. Genot moet bestaan bij alle levende voorwerpen. Bij dieren is 't bekend: bij planten.... Zou de zomerbloem, (Cistus helianthemum) niets gevoelen bij het opnemen van licht en warmte? Zou de Loasa niet genieten wanneer de mannelijke vezeltjes oprijzen en zich vastklampen aan 't vrouwelijke orgaan? Het doel, het hoofddoel van 't leven is: voortplanting van 't geslacht. Liefde is de machtigste factor van ontwikkeling. Het non plus ultra van geluk in liefde is voor den man: een jong meisje te beminnen en bemind te worden door eene vrouw op jaren. Experientia docet¹.. Zoo is het in liefde ook, en wie van eerste liefde spreekt als ware zij de beste, heeft nooit ten sterkste bemind. Wie een meisje bemint moet in zijn hart schatten bezitten. Maar ook vice versa. De hoofdregel die men meestal volgt met de moreele opvoeding van meisjes, bestaat, vóór 't huwelijk, in 't bewaken van de maagdelijke deugd en daarna in 't gadeslaan harer trouw. Publieke vrouwen zijn nuttig in de maatschappij en moeten beschouwd worden als geavanceerde versterkingswerken die de deugd beschermen van de meeste zoogenaamd fatsoenlijke meisjes. {==182==} {>>pagina-aanduiding<<} Voor jongelui, voor mannen, gehuwd of niet, moet eene publieke vrouw niets meer maar ook niets minder zijn dan een No. 100³. der liefde. Wie van zoo'n No. 100 zijn huis en slaapkamer maakt, is moreel ziek en staat gewoonlijk zeer laag op intellectueel gebied. Prostitutie is de veiligheidsklep voor de lichamelijke en intellectueele gezondheid der mannen. Wie te dikwijls zoo'n veiligheidsklep opent, verliest zijne lichamelijke kracht, de helderheid van zijn verstand, wordt ziekelijk, zwak. Wie haar dichtschroeft, verliest niet minder en bederft nog bovendien zijn karakter. Beminnen en voorttelen zijn twee zeer aaneensluitende geboden der natuur. Voor degenen die gezond en maatschappelijk in staat zijn goed voor hun kroost te kunnen zorgen, moet beminnen en voorttelen de inleiding en het slotwoord des levens zijn. Laat de andere stervelingen die gezond doch geene inschrijving in 't grootboek der staatsschuld hebben, tusschen beminnen en geslachtsgenot... 't voorbehoedmiddel plaatsen. Wie teringachtig is, zwak van gestel, of epileptisch, syphylitisch of rachitisch, enz.: dat hij zich tevreden stelle met.... platonische liefde; dat hij zich van tijd tot tijd naar Cythere². begeve om een offer aan Venus te brengen, maar.... dat hij nooit trouwe. Want de wetenschap heeft 't verkondigd, de ervaring 't bevestigd, niets staat vaster dan de wet van het atavisme, de overerving van gezonde en ziekte-kiemen. Niemand heeft 't recht levende wezens ter wereld te brengen wanneer 't gezond verstand, de wetenschap in verband met den {==183==} {>>pagina-aanduiding<<} maatschappelijken toestand der ouders met zekerheid kunnen voorspellen dat het nieuw geboren kind een armzalig, ziekelijk, ongelukkig leven zal lijden. Wie zoo iets doet, is een ellendeling, een misdadiger! Ziehier tien epicuristische geboden om.... gelukkig te zijn: 1.Altijd werken. 2.Altijd beminnen. 3.Meer de vrouw liefhebben dan zich zelve. 4.Nooit de dankbaarheid van anderen in de Credit-kolom van 't grootboek des levens plaatsen. 5.Altijd zorg dragen dat de geestvermogens grooter zijn dan 't ambt dan men bekleeden wil. 6.Zich nooit nederbukken dan om gevallenen te helpen. 7.Niet haten, maar vergeven; niet met minachting iets of iemand aanzien, maar glimlachen. 8.Uit den brandnetel een draad halen om te weven; uit de dollekervel een geneesmiddel. 9.Elken avond zich afvragen: wat heb ik heden voor goeds gedaan. 10.In zijne boekenkast altijd een nieuw boek hebben; in zijn kelder een flesch wijn; in zijn tuin een ongeschonden bloem. EDUARD DOUWES-DEKKER Jr. 1. Experientia docet: ervaring leert [ons] (lat.) 3. No 100: w.c. 2. Cythere: Kythera, het eiland van Venus (Aphrodite). [2 juli 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 2 juli 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Veendam 3 jul 80 en meeden. In zwart potlood Geisenheim 2-7., en geadresseerd aan D.R. Mansholt Esq Meeden Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Erhalten 7) Sg8 - f6 Antw[ort] 8) Sg1 - f3 Noch nichts vom Schachturnier. Herzlich gegrüsst. Geis[enheim] 3-7-80¹. Dek {==184==} {>>pagina-aanduiding<<} Vertaling: Nog niets over het toernooi. Hartelijk gegroet. Dek 1. 3-7-80: Multatuli postdateerde kennelijk, rekening houdende met de aankomst in Nederland. [14 juli 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 14 juli 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt met poststempels Geisenheim 14-7-80, Veendam 15 jul 80 en meeden, en geadresseerd aan D.R. Mansholt Esq Meeden prov Groningen, Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. L[ieber] M[ansholt]. Dank für Brief. Werden nächstens antworten. Erh[alten] 10) S.f6 - d5 Antw[ort] 11) Lc1 - d2 Herzliche Grüsse an Allen. Dek Geis[enheim] a[m] R[hein] 15-7-80 Zuckertorte¹. had die 12 (!) blindlings gespielte Partien theilweise gewonnen, theilweis Remis gemacht. Keins verloren!!! Die bez[üglichen] Publicationen sind bestellt. Vertaling: Beste Mansholt. Dank voor brief. We zullen eerstdaags antwoorden. Hartelijke groeten aan allen. Dek. Zukertort heeft de twaalf (!) blind gespeelde partijen deels gewonnen, deels remise gemaakt. Geen één verloren. De betreffende berichten zijn besteld. 1. Zuckertorte: bedoeld Johannes H. Zukertort, een Duits schaakfenomeen. (vgl. V.W. XX, blz. 470). [24 juli 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 24 juli 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt met poststempels Geisenheim 24-7-80, Veendam 25 jul 80 en meeden, en geadresseerd aan Weled Heer D.R. Mansholt Wohlgeb. in Meeden, Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. {==185==} {>>pagina-aanduiding<<} L[ieber] M[ansholt]! Erh[alten] 11) Sb8 - c6 Ant[wort] 12) Dd1 - e2 Daß ich Ihr herzliches Schreiben vom 10en noch nicht gehörig beantwortete, ist Folge der (theilweis komische) Preoccupation worin wir seit einigen Wochen verkehren. Wir haben an der überseite des Rheins (Ingelheim) ein Häuschen mit (Boden für) Garten gekauft, und dabei sind ‘Haken en oogen,’ worüber später. Dabei Besuch. Gestern drei Herren aus Breda¹.. Morgen kommt H[er]r Valette²., dessen Frau die Heldin war bei dem Schiffbruch der Overyssel an der Afrikanischen Küste. Erinnern Sie sich? Ich habe grossen Lust und Bedürfnis Ihnen einen ausführlichen Brief zu schreiben. Auch der jungen Dame gegenüber will ich das versäumte gut machen. Seid allen herzlich gegrüsst. Dek. Vertaling: Beste Mansholt, Dat ik Uw hartelijke brief van de tiende nog niet behoorlijk heb beantwoord is het gevolg van de (deels komische) rompslomp waarin we sinds een paar weken terecht zijn gekomen. We hebben aan de overkant van de Rijn (Ingelheim) een huisje met (grond voor) een tuin gekocht, en daar zitten ‘haken en ogen’ aan, waarover later. Bovendien bezoek. Gisteren drie heren uit Breda. Morgen komt de heer Valette, wiens vrouw de heldin was bij de schipbreuk van de Overijssel op de Afrikaanse kust. Herinner je je dat? Ik heb grote zin en behoefte U een uitvoerige brief te schrijven. Ook tegenover de jongedame moet ik mijn verzuim goed maken. Weest allen hartelijk gegroet. Dek. 1. drei Herren aus Breda: Kallenberg van den Bosch en twee vrienden (vgl. V.W. XX, blz. 479). 2. Valette: Gerardus J.P. de la Valette (1853-1922), Indisch ambtenaar, vriend en aanhanger van Multatuli. Zijn vrouw, Gertrude J. Couperus (‘Trudy’) had op 13 juli 1879 genoemde scheepsramp overleefd. Hierover is een verslag te vinden in F.L. Bastet Radiolaria. Columns en Lezingen Utrecht 1990, blz. 183-187. [1 augustus 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 1 augustus 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt met poststempels Geisenheim 2-8-80, Veendam 3 aug 80 en meeden, en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt wohlgeb. in Meeden Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. {==186==} {>>pagina-aanduiding<<} Geisenheim 1 Aug[ust] 1880 Erhalten 12) rockirt nach B8 (muss-sein G8) Antwort 13)¹. Sie haben unseren Zug 12 falsch notirt. Es war nicht: De1 - d2 sondern: Dd1 - e2. auch Ihr Zug 12 (‘rockirt nach b8’) ist anders gemeint als Sie sich ausdrücken. Also: Weiß 12) Dd1 - e2 Schwarz 12) O - O (Rockade König auf G8. Sie können nicht meinen: O - O - O, d.h. König auf b8.) Antw[ort] 13) De2 - e4. Das neue Haus können wir vielerlei Umstände zu Folge noch nicht beziehen. Viel ‘Haken en oogen.’ Herzlich gegrüsst Dek. Vertaling: Ontvangen 12) rokeert naar B8 (moet zijn G8) Antwoord 13) U hebt onze zet 12 verkeerd genoteerd. Het was niet De1 - d2 maar Dd1 - e2. Ook Uw zet 12 (‘rokeert naar b8’) is anders bedoeld dan u zich uitdrukt. Dus: Wit 12) Dd1 - e2 Zwart 12) O - O (Rokade Koning naar G8. U kunt niet bedoelen: O - O - O, dwz Koning naar B8.) Het nieuwe huis kunnen wij door tal van omstandigheden nog niet betrekken. Veel ‘haken en ogen’. Hartelijk gegroet Dek 1. Tot zover doorgehaald. [7 augustus 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 7 augustus 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 7-8-80, Veendam 8 aug 80 en meeden, en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt Wohlgeb. Meeden prov. Groningen, Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Erhalt[en] 13) Sd5 - e3 + 14) Ld2 - e3: Wenn Schwarz folgt 14) f4 - e3: } bitte um gef[ällige] wiederholung bez[iehungs]w[eise] Protest 15) De4 - e3: } bitte um gef[ällige] wiederholung bez[iehungs]w[eise] Protest Ihren 13n Zug hatte ich mir anders vorgestellt, norm[alerweise] Sc6 - a5 oder d8. Damit hätten Sie mich mehr geärgert und das ist {==187==} {>>pagina-aanduiding<<} doch (komisch genug!) der Zweck des Vergnügens! Raps? Dreschen? Ich fürchte dass der Regen Sie mehr als die Hitze belästigen wird. Mit dem Häuschen in Ingelheim hat es seine liebe Noth. Obschon gekauft und teilweise bezahlt ist es noch fraglich ob wir dahin ziehen. Darüber später wenn der Knoten gelöst ist. Herzliche Grüsse an Allen. Ihr Freund DD Vertaling: Ontvangen 13) Sd5 - e3 + 14) Ld2 - e3: Als zwart volgt 14) f4 - e3: } graag herhaling dan wel protest 15) De4 - e3: } graag herhaling dan wel protest Uw dertiende zet had ik me anders voorgesteld, normaal gesproken. Paard c6 - a5 of d8. Daar had u mij meer mee gehinderd en dat is toch (grappig genoeg) het doel van dit vermaak. Koolzaad? Dorsen? Ik vrees dat de regen u meer last bezorgt dan de hitte. Het huisje in Ingelheim geeft ons heel wat prettige zorg. Ofschoon gekocht en gedeeltelijk betaald is het nog de vraag of we er in trekken. Daarover later als de knoop is doorgehakt. Hartelijke groeten aan allen. Uw vriend DD. [13 augustus 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 13 augustus 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 14-8-80, Veendam 15 aug 80 en meeden, en geadresseerd aan herrn D.R. Mansholt Wohlgeb. Meeden prov. Groningen Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Erh[alten] 15) Th[urm] a8 - e8 Antw[ort] 16) d3 - d4 l[ieber] F[reund]. Bis jetzt war die parthie nicht interessant. Wir beide haben, meine ich, Fehler begangen. (Meinerseits war Zug 9 sehr schlecht, weil er Ihrem Läufer auf b7 den Zutrit nach meinem R[echten] Flügel öffnete.) Was Ihr Zug 14 betrifft, wenn Sie den Springer c6 nach a5 gezogen hätten, würde mir der fatale Zug Springer auf e3 + gedroht haben und den Gefahr war nur zu beschwören durch den Verlust meines Läufers auf b5, den Sie gleich mit meiner Dame (Springer c3) würden angefallen haben. Um das vorzukommen, hätte ich mein Springer f3 Ihrem bösen Läufer b7 opfern müssen und Ihre Dame wäre gewaltsam auf {==188==} {>>pagina-aanduiding<<} meinem Gebiete gerückt. Haben Sie Lust und Gelegenheit mit Ihre liebe Frau und ein Paar Kinderchen uns zu besuchen. Herzl[iche] gr[üsse] DD in Eile Vertaling: Beste vriend. Tot dusver was de partij niet interessant. We hebben alletwee volgens mij fouten begaan. (Van mijn kant was zet 9 zeer slecht, omdat die uw loper op b7 toegang gaf tot mijn rechtervleugel.) Wat uw zet 14 betreft, als U het paard van c6 naar a5 had teruggetrokken, zou mij de dodelijke zet paard naar e3 met schaak bedreigd hebben en het gevaar was slechts te bezweren door het verlies van mijn loper op b5, die U tegelijk met mijn Dame (paard c3) aangevallen zou hebben. Om dat te voorkomen, zou ik mijn paard f3 aan uw slechte loper b7 hebben moeten offeren en uw Dame zou met geweld in mijn gebied zijn doorgedrongen. Voelt U er iets voor en ziet U een mogelijkheid om ons met Uw lieve vrouw en een paar kinderen te bezoeken. Hartelijke groeten DD in haast [19 augustus 1880 Briefkaart van Mimi namens Multatuli aan D.R. Mansholt] 19 augustus 1880 Briefkaart van Mimi namens Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 20-8-80, Veendam 21 aug 80 en meeden en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt wohlgeb. in Meeden Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Geisenheim 19 Aug[ust] 80 Erhalten 16) f7 - f6 Antwort 17) Lb5 - c4 + ? 17) Kg8 - h8 (Bitte um gef[ällige] Wiederholung Antwort 18) e5 - e6 L[ieber] Herr M[ansholt]. D[ekker] hat seinen Arm verrenkt¹.. Ich schreibe. D[ekker] sagt, die Parthie wird nun erst recht lebhaft werden. Herzliche Grüsse MDD Vertaling: Beste Heer Mansholt. D. heeft zijn arm verrekt. Ik schrijf. D. zegt dat de partij nu pas echt levendig wordt. Hartelijke groeten MDD. 1. verrenkt: dit is de eerste vermelding van deze blessure, die voorts o.m. nog ter sprake komt op 4 sept. 1880 (V.W. XX, blz. 502). {==189==} {>>pagina-aanduiding<<} [25 augustus 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 25 augustus 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 26-8-80, Onderdendam 26 aug 80, Winschoten 27 aug 80 en meeden, en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt Wgb. Meeden prov. Groningen Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Erh[alten] 18) D[ame] h5 - f5 Antw[ort] 19) Th[urm] a1 - b1 l[ieber] M[ansholt] Mein Arm ist noch immer steif und schmerzlich. Es war schon seit ± 2 Monate so. Erst vor 10 Tage rief ich den Arzt herbei. Bis jetzt ohne viel Besserung. Er ist schon am dritten Behandlungsweise. Nach Umschläge darauf stark reiben mit Salmiak (massieren?) und nun Chloroform mit Bilsenkrautöl. Ich glaube dass ein Muskel verletzt ist. An und für sich ist vielleicht die Sache unbedeutend, doch om Ende wird man müde und nervös. Haben sie nach der Ernte Zeit und Lust einen Ausflug zu machen, herzlichst willkommen! Wir haben Raum für drei, ein Zimmer mit 2 Bettstellen, u[nd] ein mit ein Bett. Sie würden sehr willk[ommen] sein. Allen gegrüsst! Dek. Vertaling: Beste Mansholt. Mijn arm is nog steeds stijf en pijnlijk. Zo is het al ongeveer twee maanden. Pas tien dagen geleden riep ik er een dokter bij. Tot nog toe zonder veel verbetering. We zijn al bij de derde behandelingsmethode. Na kompressen sterk wrijven met salmiak (masseren?) en nu chloroform met olie van bilzenkruid. Ik geloof dat een spier geblesseerd is. Op zichzelf is het misschien een onbeduidende kwestie, maar tenslotte word je er toch moe en nerveus van. Hebt U na de oogst tijd en zin een uitstapje te maken, dan allerhartelijkst welkom! We hebben plaats voor drie, een kamer met twee bedden, en een met één bed. U zoudt zeer welkom zijn. Allen gegroet! Dek [1 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 1 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 3-9-80, Veendam 3 sep 80 en meeden, en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt wohlgeb. Meeden prov. Groningen, Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. {==190==} {>>pagina-aanduiding<<} Erh[alten] 19) Spring[er] c6 - a5 Antw[ort] 20) e6 - e7 L[ieber] M[ansholt]. Die Parthie ist nun wirklich interessant, und es kommt mir vor dass nun bald das Gleichgewicht verbrochen sein wird. Mein Arm ist schmerzlich und lahm. Leider der Rechte! Herzlich gegrüsst Ihr Dek Geis[enheim] a[m] R[hein] 1 Sept[ember] 80 Vertaling: Beste Mansholt. De partij is nu echt interessant en het lijkt me dat het evenwicht nu gauw verstoord gaat worden. Mijn arm is pijnlijk en zwak. Helaas de rechter. Hartelijk gegroet Uw Dek. [7 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 7 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 8-9-80, Veendam 9 sep 80 en meeden, en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt Wgb. Meeden prov. Groningen. Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Erh[alten] 20) Spr[inger] a5 × c4 Antw[ort] 21) e7 × f8! Erh[alten] 21) Th[urm] e8 × f8 Antw[ort] 22) D[ame] e3 - e7 Ja, lieber Freund, meine Dame steht da nun sehr drohend. Sie sind gezwungen den Thurm zu retten oder Schach zu bieten. In Ihrem Falie hätte ich lieber Zug 20 gespielt mit: Th[urm] f8 - g8. Dan[n] wäre Ihr Thurm und der weisse Bauer e7 auf ihren resp[ektiven] Plätzen geblieben und meine Dame hätte keine offene Linie bekommen. Auch ich glaube nun dass Sie einen Figur¹. einbüssen. Mein Arm ist immer lahm und schmerzlich. Herzliche Grüsse von uns beiden. Ihr Freund DD 7 Sept[ember] 80 {==191==} {>>pagina-aanduiding<<} Vertaling: Ja, beste vriend, mijn Dame staat daar nu zeer dreigend. U bent gedwongen de toren te redden of schaak te geven. In Uw geval had ik met zet 20 liever toren f8-g8 gespeeld. Dan waren uw toren en de witte pion e7 op hun respektieve plaatsen gebleven en mijn Dame had geen open lijn gekregen. Ook ik geloof nu dat U een officier zult kwijtraken. Mijn arm is nog steeds onbewegelijk en pijnlijk. Hartelijke groeten van ons tweeën. Uw vriend DD 1. Figur: oorspr. stond er Stein. [14 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 14 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 14-9-80, Veendam 15 sep 80 en meeden, en geadresseerd aan WED Heer D.R. Mansholt Meeden. prov Groningen, Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Erh[alten] 22 Spr[inger] c4 - e3! Antw[ort] 23 K[önig] f1 - f2 L[ieber] F[reund] Mein Schachpflicht ist Ihnen soviel möglich Verdruss zu machen! Ich berechne dass sie nun höchstens dreimal Schach bieten können: zweimal mit der Dame, einmal mit dem Bauer (g7 - g5) und dann nicht mehr. Darauf müssen Läufer und Thurm geholfen werden und das hat seine Schwierigkeit. Ein sonderbares Vergnügen seinen Freunden Leid zu thun! Doch hat der Kampf seinen eigenthümlichen Reiz. Sie haben Recht das unser Zug mit dem frechen Bauer auf linie c gut war. Herzliche Grüsse tt Dek Vertaling: Beste Vriend. Mijn schaakplicht is het U zo veel mogelijk ellende te bezorgen! Naar mijn berekening kunt U nu hoogstens driemaal schaak geven: twee keer met Uw Dame, eenmaal met de pion (g7 - g5) en dan niet meer. Daarna moeten loper en toren geholpen worden en dat geeft problemen. Een wonderlijk genoegen zijn vrienden leed te berokkenen. Toch heeft de strijd zijn eigenaardige bekoring. U hebt gelijk dat onze zet met die brutale pion op de c-lijn goed was. Hartelijke groeten tt Dek {==192==} {>>pagina-aanduiding<<} [20 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 20 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 21-9-80, Veendam 22 sep 80 en meeden, en geadresseerd aan WED Heer D.R. Mansholt Meeden prov. Groningen, Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. Erhalt[en] 23) Spr[inger] e3 - g4! Antw[ort] 24) K[önig] f2 - g3 L[ieber] F[reund]. Ich antworte in Eile da ich für zwei Tage auf Reisen gehe¹.. Doch hatte ich Ihren Zug (vielleicht etwas besser als D[ame] f5 × c2) erwartet und war mit dem Gegenzuge fertig. Herzlich gegrüsst Ihr Dek Obschon Ihre Parthie nicht gut steht, rathe ich Sie doch Standhaftigkeit an. Sei kein französischer Marschall².. Vertaling: Beste vriend. Ik antwoord in haast omdat ik voor twee dagen op reis ga. Toch had ik Uw zet (misschien iets beter dan Dame f5 slaat op c2) verwacht en was klaar met de tegenzet. Hartelijk gegroet Uw Dek Hoewel Uw partij niet goed staat, raad ik U toch standvastigheid aan. Weest U maar geen Franse maarschalk. 1. auf Reisen gehe: Multatuli vertrok naar Den Haag in verband met de moordzaak-Bogaardt. 2. französischen Marschall: toespeling op de Franse maarschalk François-Achille Bazaine (1811-1888), die als bevelhebber van Metz tijdens de Frans-Duitse oorlog zonder slag of stoot kapituleerde. [27 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt] 27 september 1880 Briefkaart van Multatuli aan D.R. Mansholt, met poststempels Geisenheim 28-9-80, Veendam 29 sep 80 en meeden en geadresseerd aan Herrn D.R. Mansholt, wohlgeb. Meeden prov. Groningen. Holland. (M.M.) In Duitse schrijfletters. De eerste acht regels van de tekst zijn onleesbaar gemaakt. {==193==} {>>pagina-aanduiding<<} Erh[alten] 24) Th[urm] f8 - g8 } bin neugierig nach Ihrem Plane antw[ort] 25) Th[urm] b1 - b7: } bin neugierig nach Ihrem Plane L[ieber] F[reund]. Ich war auf Reise. Entschuldigen Sie dass ich habe warten lassen. Was ich oben geschrieben habe (und strich!) eignet sich besser für einen Brief. Der wird den[n] auch bald folgen¹.. Herzliche Grüsse Ihr Dek Vertaling: Ik ben nieuwsgierig naar Uw plan! Beste vriend. Ik ben op reis geweest. Neemt U mij niet kwalijk dat ik heb laten wachten. Wat ik hierboven geschreven heb en doorstreepte is meer geschikt voor een brief. Die zal U dan ook spoedig bereiken¹.. Hartelijke groeten Uw Dek 1. folgen: op 8 oktober 1880 schreef Multatuli een uitvoerige brief aan Mansholt over zijn verdenking van Edu in de zaak-Bogaardt; in dezelfde brief gaf hij overigens deze schaakpartij gewonnen. (vgl. V.W. XX, blz. 510 e.v.) 1. folgen: op 8 oktober 1880 schreef Multatuli een uitvoerige brief aan Mansholt over zijn verdenking van Edu in de zaak-Bogaardt; in dezelfde brief gaf hij overigens deze schaakpartij gewonnen. (vgl. V.W. XX, blz. 510 e.v.) [27 februari 1881 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] 27 februari 1881 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 beschreven. (M.M.) den Haag Zondag morgen. Lieve mevrouw Dank voor uw brief. Is het dan goed als ik met Woutje morgen kom met den trein om 3.55 holl. spoor? Als ik niets meer hoor zullen wy hem maar nemen. - Veel groeten aan mynheer en de kindertjes ook van Woutje, die stellig beweert dat hy hen nog heel goed kent, wat ik toch wel een beetje betwyfel. - Ik verheug my er zeer op lieve Mevrouw U en de uwen nu wat nader te leeren kennen. Dek maakt het niet goed, hy dacht er zelfs over de lezingen te staken. Nu, over dat alles morgen. Met 'n hartelyke handdruk Mimi DD. [20 april 1881 Verklaring van de burgemeester van Padua inzake Edu] * 20 april 1881 Vertaling van een verklaring van de burgemeester van Padua inzake Edu (N.L.M.D., Den Haag) in afschrift van S. Tromp Meesters. {==194==} {>>pagina-aanduiding<<} De burgemeester van Padua Bevestigt dat de heer Douwes Dekker, Pieter, Jan, Constant, Eduard, zoon van Eduard, die ongeveer een jaar in deze stad woont, een uitstekenden naam heeft, zoowel wat betreft zyn gedrag als zyn karakter. Ik laat hem dit bewys, dat voor hem van waarde is, om toegelaten te worden tot het afleggen van examens voor leeraar in vreemde talen. 20 april 1881 w.g. De Burgemeester van de stad Padua [Omstr. juni 1881 Brief van Multatuli aan G.L. Funke] Omstreeks juni 1881 Brief van Multatuli aan G.L. Funke. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 (¾) beschreven. (Gemeentearchief Amsterdam; fotokopie M.M.) Och beste Funke, wilt ge zoo goed zyn byg. stukje¹. in uw Nieuws te plaatsen en in 't Handelsblad? Ge kunt begrypen hoeveel bitterheid ik smoor by 't ondergaan van zùlke aanvallen! Graag schreef ik u veel maar dan wyd ik ver uit, en dit malle ding moet me eerst van 't hart. Dag, beste Funke. Vind het maar goed dat ik zoo over je blad en je beurs beschik! hartelyk gegroet DD 1. stukje: niet achterhaald. [januari 1882 Brief van Wouter, Mimi en Multatuli aan E. Douwes Dekker en echtgenote] januari 1882 Brief van Wouter, Mimi en Multatuli aan E. Douwes Dekker en echtgenote. Dubbel en enkel velletje postpapier, geheel beschreven. De eerste 2½ blz. zijn van Mimi's hand. Zij tekende ook Wouters brief op, op 1 blz. van het enkele vel. Multatuli's brief vult de tweede helft van blz. 4 en ⅔ van het enkele vel, onder Wouters tekst. (M.M.). Op blz. 1 bovenaan tekende Engel aan ‘B[antwoord] 29.2.82’. {==195==} {>>pagina-aanduiding<<} Zondag avond Je hebt my toch geschreven een brief? Nu moet ik je toch zeggen wat ik het mooiste vind, dat zal ik nu ook doen. Lieve m'nheer, lieve mevrouw, hoeveel kinderen heeft u wel? Dan moet u wel veel boeken hebben en wel veel geld betalen. Het eekhorentje en de geschiedenis van de poes en de aap Mats en Haantje en Hennetje vind ik allemaal 't mooist. Er is nog iets dat ik heel mooi vind, weetje wat dat is? Het jonge muisje! Wy hadden toch een klein hondje? En dat rook wel eens leelyk, en toen had Mama het de kamer uitgezet en 's avonds toen waren er mannen die op een vos jaagden en die hebben onzen armen kleinen Joli doodgeschoten. Papa was er heel boos over. Heb jelui ook zoo'n aardig klein hondje als waarvan ik je nu vertel? Het zou heel aardig zyn. Vandaag hebben we ons Jolitje naar Ober ingelheim gebracht, dat is weer een andere stad, en van zyn velletje kryg ik een hoesje voor myn bed. Mynheer, ik dank u wel voor het mooie boekje! Pietje moet er my uit voorlezen gaan, daarvoor heeft ze ook een kindje. Dat is mama, (pietje) Van Wouter Waarde neef Engel! Hiernevens een brief van onzen zoon zooals die hem uit den mond is gevloeid. Maar je hadt de verrukking moeten zien die over zyn gezichtje vloog toen op zekeren avond by den thee uw pakje aankwam: ‘voor wouter!’ Dat was zeker de schoonste belooning geweest voor uw vriendelykheid. Hoe lief aan hem te denken! En wat is het een beeldig boekje, met zoo keurige plaatjes en zooveel over beesten, en alleen by uitzondering een woordje over ‘god’ dat dan altyd zoo lastig is om wegtemoffelen. Hoe speet het ons te hooren dat gy beiden over uwe gezondhedens te klagen hebt. Dat is wel treurig. En het is toch ook niet aantenemen dat een strenge winter nu juist zoo gunstig zou zyn! Maar misschien verlangt ge naar sneeuw en ys uit oude herinneringen. Jammer dat ge de twee voorgaande winters niet hier waart. Beide keeren is de ryn wekenlang dicht geweest, wat daarvóór in geen 15 jaar geschied was. Wy zyn heel bly met den matigen kou daar ons kachelsysteem hier in dit huis nog niet in {==196==} {>>pagina-aanduiding<<} orde is. Dek's kamer is gelukkig heel goed te verwarmen, en gewoonlyk laat hy de deuren nr myn kamer open, en 's avonds na 8 als Wou te bed is, blyven we boven zitten, wat ik dan veel gezelliger vind dan de groote benedenkamer. Het thermometertje op myn schryftafel wyst nu 15 gr Réaum dat is dus 66 fahrenheit, wat ik heel goed vind. Dek heeft het in zyn kamer soms 18, 19 R! - Wy zyn gezond. De kleine man zoo bloeiend en levenslustig mogelyk, dek in den laatsten tyd erg zenuwachtig ook veroorzaakt door den dwang nu copy te leveren, want dat heeft hy op zich genomen, dat moet, en - enfin ge zult wel iets van de moeilykheden en nooden begrypen daar ge zyn ideen gelezen hebt. - Het is pynlyk om aan te zien. O neen, ge moet ons niet beklagen dat we hier zoo eenzaam wonen. Nu is ook Marie niet meer by ons maar de dagen vliegen om, en zyn altyd te kort voor wat ik my had voorgenomen te doen. Ook Wou kent geen verveling. Van avond had hy visite van kinderen uit 't dorp. We hebben de tooverlantaarn vertoond en daarna gedanst, maar dat is natuurlyk een uitzondering, gewoonlyk is hy alleen met ons. We hebben dan de beesten te verzorgen en hy hakt hout met philip, en we hebben ons leesuurtje en vertellingen en boekjes en de meid zingt hem voor, maar helaas ik kan niet zingen, en by de thee speelt hy dan met papa - en ook de dagen vliegen om en in een oogwenk is 't weer zomer en ook de winters zyn hier heel goed. Hartelyk dank dat ge Albert³. zoo hartelyk ontvangen hebt als hy ons schreef. Hy is zoo'n beste jongen! Jammer dat i zoo'n beetje zwaartillend is en dat z'n gezondheid te wenschen overlaat! En nu wil ik vragen of Dek hier wat by te voegen heeft. Lieve Doortje, ik denk nog met genoegen aan de daagjes van onze kennismaking. Wat was het die dagen koud de heele winter is nog niet zoo guur geweest als die herfstdagen, en thuis blyven was de boodschap. Als je weerkomt hoop ik we 't beter zullen treffen wat het weer aangaat en dat ge beiden u dan gezond en sterk zult voelen. Want o wat is het tegendeel verdrietig! Ik zie altyd zoo hoog op tegen wie by onwelzyn de moed niet verliest, en alle kleine plichten getrouw blyft vervullen! En nu wees beiden heel hartelyk gegroet. Van Uw liefh. Mimi DD maandagavond {==197==} {>>pagina-aanduiding<<} dinsdag middag beste Engel & Doortje, ja kinderen Wou was heel bly met z'n boekje. Zoo-even ‘by de koffi’ plaagde hy Mimi weer om er hem uit voortelezen, en ook gistravend werd het voor den dag gehaald toen hy kindervisite had. Maar... kinderen zyn kleine menschen en dus 'n zonderling goedje. Ik beweer dat zoo'n geschenk hoofdzakelyk waarde heeft als pretext om 'n ‘groot mensch’ aan't lyntje te krygen. Zeker zyn niet alle kinderen gelyk, maar de zucht om gezag en invloed uittebreiden speelt de hoofdrol. Hy noemt U beiden trouw: Mnheer en Mevr DouwesDekker. Met veel genoegen zou ik u 'n langen brief schryven. Stof ontbreekt nooit in de ryke natuur. Maar ik moet me inhouden omdat ik verbonden ben voor de pers. Niet voor m'n pleizier. Want alle publiekerigheid is my stuitend. Hebt ge in 't Handelsblad van 25 Decr 't stuk van den heer Perelaer opgemerkt? (Wacht, ik zal U 'n Sneeker Court zenden, die 't overgenomen heeft.) Ik vind dat het eindelyk tyd wordt de Havelaarszaak aftedoen. De toestand in Indie is treurig. Hiermede bedoel ik nu niet alleen de armoed etc. Dat zyn verschynselen die van voorbygaanden aard konden wezen, wanneer er niet organieke fouten bestonden die op den duur dergelyke verschynselen in 't leven zullen roepen. Het gezag is ondermynd. De oorzaak ligt in wanbestuur. Hiermee bedoel ik volstrekt niet: verkeerde daden van dezen of genen G.G. of minister. Dááraan ontbreekt het niet, maar ook fouten van die soort zyn slechts uitvloeisels van den bedorven staatk. toestand. Al stuurde ons L.H. een van z'n engelen naar Buitenzorg, al gaf-i de portefe v. Kolonien aan Gabriel of Michael of Azael of wien ook van de hemelsche Bismarcken, met onze grondwet van 48, met de daarby in 't leven geroepen allemans's bemoeiers (verbrokkeld, nogal!)¹. is 'n behoorlyk bestuur van Insulinde 'n onmogelykheid! De boel gaat naar de maan en de geschiedschryver zal Nederland hebben toeteroepen: tu l'as voulu, George Dandin!². Dag beste menschen, hartelyk gegroet van Dek ik reken er vast op dat jelui dezen zomer hier den boel komen opschrikken. Hoe drukker en roeriger hoe liever. Hooren en zien moet me vergaan. Dat's gezond voor me. 3. Albert: Mimi's broer. 1. boven de regel toegevoegd. 2. tu l'as voulu, George Dandin: je hebt het (zelf) gewild, G.D.; befaamd citaat uit de komedie van Molière George Dandin. {==198==} {>>pagina-aanduiding<<} [2 februari 1882 Brief van Mimi aan E. Douwes Dekker] 2 februari 1882 Brief van Mimi aan E. Douwes Dekker. Dubbel en enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1-4 en 5 (½) beschreven. (M.M.) N. Ingelheim 2 febr. 1882. Waarde Engel, Wát waren wy verwonderd over uw brief! Ja zeker ben ik atheist zoo goed als dek, en ik hield er u ook voor, ziedaar! Hoe toevallig dat terwyl ge hier waart, daar nooit sprake over geweest is. Wy gaan uit den aard der zaak gewoonlyk om met menschen die op dat punt denken als wy en... zonder grond alzoo, hadden wy dit ook van U vermoed. ‘Er is geen god of hy moet goed zyn’ Wat ge van dek aanhaalt, komt juist voor in zyn ‘Gebed van den Onwetende’ - Hebt ge 't Gebed enz met de noot die D er in 75 by schreef? wacht alzoo. ‘Het gebed enz’ is van 61. In 75 schreef hy er by: Men zoeke vooral in dit stukje geen dogmatiek, geen openbaring van meeningen. Het is 'n schets van de aandoeningen die den oprechten waarheidzoeker heen en weer slingeren en martelen gedurende den stryd dien hy te voeren heeft met de wereld en... zichzelf. Ik kan de ware strekking van dit Gebed eens onwetenden niet beter omschryven dan met de woorden van den heer Mr. C. Vosmaer, die daarvan op blz 19 van z'n ‘Zaaier zegt: ‘Dit is een afscheidskreet van het geloof, waarin de smart nog niet heeft plaats gemaakt voor nieuwen vrede uit hoogere waarheid. En voor ieder die ernstig de waarheid wil, en de werkelykheid in 't aangezicht durft zien, komt die vrede.’ Juist! Het durven aanzien van werkelykheid, de moed om waarheid te erkennen, zal ons verlossen van de spokery des Geloofs, en inderdaad vry maken. Wie denkt, overwint.- (In den bundel verspreide stukken) Zeker is dek een atheist een god-ontkenner in den volsten zin van 't woord. Dit staat ook duidelyk overal in zyn werken. En ik ben als hy ik voel me verlost van de spokery des geloofs en wil de verbeelding van ons kind bewaren voor alle dergelyke hersenschimmen, tot dat hy wat sterker zyn zal, en in staat ze te beoordeelen. {==199==} {>>pagina-aanduiding<<} Gy zegt ‘God is buiten de grens van ons begrip.’ nu ja daarom begryp en ken ik hem dan ook niet! dat is dunkt me logisch. maar gy laat er op volgen ‘maar ik geloof dat we moeten aannemen dat hy bestaat. Velen zyn er die 't gevoelen.’ enz. Beste neef, ja ook by my had de opvoeding en voorbeeld vroeger zulk een gevoel opgewekt. Maar waar ons voelen en denken tot verschillende slotsommen komen is een van beiden op een dwaalspoor. En al was de schok en overgang misschien pynlyk dat ligt lang achter my, en waarlyk ik voel my ryker dan ik was in den tyd toen ik nog geloofde aan een persoonlyk god. Ik was voornemens U uitvoerig te schryven, maar ik weet niet waar te beginnen. U heeft toch D's Ideen gelezen en de Mill. Studien? En hoe kunt ge dan denken dat ik zoo geheel van dek zou verschillen waar hy, naar onze meeningen bewezen heeft, niet eens maar herhaaldelyk dat het bestaan van een god onmogelyk is, dat hy indien hy bestond geheel overbodig zou zyn, dat het geloof aan een god onzedelyk is zelfs. - Waar hy zyn god de rede, de logos of hoe ge 't noemen wil bezingt byna met oud testamentische woorden. ‘De rede. Hy is wys, goed, eeuwig, almachtig trouw. Zyn bestaan berust op de waarheid der feiten. Hyzelf is die waarheid.’ Ja een god als ge 't zoo noemen wilt, maar zonder macht of wil om integrypen, en dus ook weer geen god.- Och uw ‘geloof des harten! - Neen neen. dat bekoort my niet. - En dat driest verstand. - Och 't myne is niet driest. Met verdriet en smart vindt het geen antwoord op vele en vele vragen - maar is dit een reden om een god aantenemen die zich nergens vertoont, alleen omdat we soms in onze kortzichtige menschelykheid wel haast zouden wenschen dat er een was? daarin gelykende op kinderen die 't betreuren dat er geen toovergodin bestaat om op tegennatuurlyke wyze hun soms onzinnige wenschen te vervullen? Mocht ge misschien meenen dat dek in 't bovenst. antwoord betrokken is, dan vergist ge U. Hy scheen, na uw brief gelezen te hebben van meening dat ik er niet of niet veel op antwoorden zou. Wel waarom niet? vroeg ik. Hy antwoordde: Pour se disputer il faut être d'accord¹., d.i. men moet eenigermate op 't zelfde standpunt staan, en 't aanhalen van dat ‘vers’ (ge weet hoe dek over verzen denkt) bevalt me niet. {==200==} {>>pagina-aanduiding<<} Het treft toevallig dat dek in zyn Mill. Studien juist 'n episode uit zyn jeugd aanroert die op den auteur van dat gedicht betrekking heeft.- Ik las dek m'n brief voor. Hy scheen niet tevreden over de uitdrukking: ‘Myn verstand is niet driest.’ Dat klinkt, zei hy, als 'n nederigheid en misschien heb je 't zoo bedoeld, maar de koppeling der twee woorden driest en verstand is onzuiver. Verstand is de concrete samenvatting van 't begrip: verstaan. Men verstaat iets of men verstaat niet, m.a.w. men oordeelt juist of onjuist. voor driestheid is hier zoo min plaats als voor blauw vierkant of... geloovig. Hy zegt voorts dat het heele vers blyken draagt van de ziekelykheid die by velen doorgaat voor iets verhevens, maar de toets van analyse niet kan doorstaan.- En nu eindig ik. Doortje zal myn brief wel heel erg vinden, en misschien toch niet erger dan gy - die de vrouw in my bekeeren woudt. Nu hoe dit alles zy uw beiden heel hartelyk van ons gegroet. Mimi DD Dek roept me toe: schryf er nog onder dat ik zoo verbaasd ben geweest over E's brief. 1. Pour se disputer il faut être d'accord: Om te twisten moet men het eens zijn (fr.) [februari 1882 Briefje van Multatuli aan J.B.H. Bremer en C. Bremer-Snelleman] februari 1882 Briefje van Multatuli aan J.B.H. Bremer en C. Bremer-Snelleman. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 geheel beschreven in zwart potlood. (M.M.) ‘quérard³. superchéries littéraires dévoilées’¹. voor eenige jaren uitgekomen by ‘Daffis Paris’- Lieve menschen! Over 'n paar dagen zal ik u een behoorlyker briefje schryven dan dit lompe². vodje. Ik meen t niet lomp, weetge! {==201==} {>>pagina-aanduiding<<} We moeten straks naar Mainz omdat we onzen kleinen man beloofd hebben hem wat van 't carnaval te laten zien. In haast hartelyk gegroet van Dek 3. Quérard: Joseph-Marie Quérard (1797-1865), Frans bibliograaf. 1. superchéries littéraires dévoilées: opgeloste gevallen van litterair bedrog (fr.) vgl. V.W. XXI, blz. 730. 2. lompe: naderhand ingevoegd. [begin april 1882 Telegram namens Multatuli verzonden aan Edu door J. Versluys] * Begin april 1882 Telegram namens Multatuli verzonden aan Edu door J. Versluys. (J. Versluys, Een en ander over Multatuli, blz. 113.) R.P.². DEKKER Via pozzo dipinto 3832 Padoue As-tu jamais demandé ou reçu argent Van Twist?¹. Envoies réponse cathégorique à Versluys, Vossiusstraat Amsterdam. DOUWES DEKKER Vertaling: Antwoord betaald Heb jij ooit geld gevraagd of gekregen van Van Twist? Stuur een afdoend antwoord aan Versluys, Vossiusstraat Amsterdam. 2. R.P.: réponse payée, antwoord betaald (fr.) 1. Van Twist: Duymaer van Twist had doen weten dat ‘Eduard Douwes Dekker’ hem om geld gevraagd had. Het gerucht deed Multatuli's naam veel kwaad. [juli 1882 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli] juli 1882 Brief van S.E.W. Roorda van Eysinga aan Multatuli; het begin ontbreekt. Enkel velletje postpapier, aan weerszijden beschreven (M.M.) Twee zinnen hieruit zijn door Mimi toegevoegd aan de brief van 5 mei 1881 (V.W. XXI, blz. 287). {==202==} {>>pagina-aanduiding<<} (....) tracht te gelooven, dat onze niet-kiezers een betere staatkunde zouden toepassen. Zie de edele karakters in de werken der verbeelding van onze schryvers, allen uit de onaanzienlyke standen: Woutertje, Femke, Vrouw Stein, Keesje, het diakoniemannetje,¹. Buning's ‘mottige’ en ‘rooje’.². Daartegenover: Droogstoppel, Slymering, Wawelaar, Nurks, Kopperlith, enz. Holsma³. is een uitzondering, maar de uitzonderingen bevestigen den regel. Ik dobber. Ik heb Indië te lief om 't Engelsch of Duitsch te willen zien. De kiezers verdienen een Sedan.⁴. Uw denkbeeld van een staatsgreep is onberispelyk. Gisteren schreef ik reeds per briefkaart, waarom Aug door my verkozen wordt voor de reis naar Holl. Ik dank U zeer voor Uw lief aanbod Marietje te doen geleiden, maar zy heeft dit jaar, volgens Mama, by zekere gelegenheid ‘zelfverloochg.’ getoond, en toen heb ik haar beloofd Parys aan te doen. Lydt Ge niet meer aan ‘zedelyke verstopping’? Toen ik U de laatste maal verliet, nam ik my heusch voor nimmer meer by U te komen en gaf dit ook te kennen in een brief aan Versluys. Maar ik voelde my later weer tot U aangetrokken. En ik ben geen karakter van ijzer. {==203==} {>>pagina-aanduiding<<} Ik begin meer en meer v.d. Tuuk's⁵. karakter te wantrouwen. Hy schryft my brieven over Indische zaken en verlangt, dat ik ze, onder myn schild, plaatse in 't... Padangsch Handelsblad! Coan becyferde, dat Nederl. betrekk. 2½ maal zoo ryk is als Engeland en ruim 3 maal zoo ryk als Frankr. Ik schreef 't gisteren in De Amsterdammer. Zal De Veer 't overnemen? Bismarck zal Coan's art. wel in zyn oor knoopen. Myn brief herlezende, hindert my het moi haïssable.⁶. Nu, hy zou misschien onnatuurlyk worden, als hy verbeterd werd. Lindor⁷. weer aan den dood ontsnapt. Hy had een angine couenneuse.⁸. Toen J⁹. in Febr. geopereerd werd aan de borst, moesten de kinderen in een naburige kamer blyven. Zy vroeg deze week aan L.: - Ne m'as-tu pas entendu crier? - Oui, nous l'avons entendu, mais j'ai dit à Gertrude que tu riais, pour qu'elle ne pleurât pas.¹⁰. Myn gemanqueerde huisbaas Mercier kende te Lausanne Mej. Knappert, vroeger gouverne. by v.d. Parra Breton Vincent. Zy keerde naar Indie terug, om zich aan 't onderwijs te wijden, zeggende: ‘De Regeering sticht er zooveel kwaad, dat de particulieren er wel wat goeds moeten doen.’ Hy bevestigde ook, dat ik aan nepotisme het verlies van myn betrekking in Waadt had te wyten. Zekere Ruchonnet moest geholpen worden. Zyn familie was daar alvermogend. Het volk heeft nu zyn macht getoond door den machtigsten Ruch. te dwingen zyn voordeelige advoc.-praktyk op te geven en te Bern lid van den Bondsraad te worden. ‘Ik was hun hoofd, dus moest ik hen wel volgen.’ De toenmalige directr. Openb. Werken heeft reeds berouw van zyn voorkomemdheid jegens dien ‘radicaal.’ Hy zou nu het ‘radicalisme’ willen dooden. Altyd de geschiedenis van den toovenaars-leerling. Wat zyn die Gedenkschr. van Metternich¹¹. onbeduidend. Boekverkoopers-speculatie. En zulk een man bestuurde Europa 33 jaren! Zyt met Mimi en Wouter hartlyk van ons de hand gedrukt. Uw vriend RvE Ga niet te zeer gebukt onder 't incorrecte van myn brief, al is hij ook oneindig incorrecter dan de Uwe. {==204==} {>>pagina-aanduiding<<} Al de Indische kranten exploiteerden en bedrogen my beurtelings. 1. Keesje, het diakoniemannetje: uit Beets' Camera Obscura. 2. ‘mottige’ en ‘rooje’: Arnold Werumeus Buning, Nederlands letterkundige (1846-1933), schreef ‘Marine-schetsen’ in Eigen Haard, met populaire volksfiguren als Jozef Janus Rechtom, alias de Mottige, en het ideaaltype van de Hollandsche marinematroos, Willem van Hallum, bijgenaamd de Rooje. 3. Holsma: vrijzinnig, ethisch hoogstaand arts, voornaam personage uit Woutertje Pieterse, evenals Femke, Vrouw Stein en Kopperlith. 4. Sedan: stad aan de Maas, in de Franse Ardennen, waar Napoléon III kapituleerde in de Frans-Duitse oorlog (1870). 5. v.d. Tuuk: Hermanus Neubronner van der Tuuk (1824-1894), Nederlands taalgeleerde, gaf diverse woordenboeken en grammatika's uit van talen uit de Indische archipel. 6. moi haïssable: het verfoeilijk (te mijden) ik; standpunt van Blaise Pascal, Pensées (Section VII, 434). 7. Lindor: zoon van RvE, geb. 1875. 8. angine couenneuse: difteritische keelaandoening (fr.) 9. J.: Jenny Duvoisin, Roorda's derde echtgenote. 10. Ne m'as-tu pas entendu crier? enz: Heb je me niet horen schreeuwen? Ja, we hebben het gehoord, maar ik zei tegen G. dat je lachte, om haar niet aan het huilen te maken. 11. Metternich: Klemens Lothar W. von Metternich (1773-1859), Oostenrijks staatsman, voorzitter van het congres van Wenen, waar het na-Napoleontisch Europa onder zijn leiding werd ingedeeld; zijn Mémoires verschenen, geredigeerd door zijn zoon, in 1879-1880. [begin oktober 1882 Visitekaartje van Multatuli, achtergelaten voor F. Domela Nieuwenhuis] Begin oktober 1882 Visitekaartje van Multatuli, achtergelaten voor F. Domela Nieuwenhuis. Op de voorzijde staat gedrukt E. Douwes Dekker Multatuli. De achterzijde is in potlood beschreven. (I.I.S.G., Amsterdam; fotokopie M.M.) Zeer geachte heer N! Voor npaar dagen in Holland zynde¹., kwam ik U even de hand drukken! Wat Uw en myn streven aangaat, och, wat 'n getob! Moedeloos ben ik niet, maar krachtig opgewekt kan ik me na jarenlange mislukking ook niet noemen. Ik ben suf van drukte, en had toch maar kort kunnen blyven. Geheel en al sta ik niet op Uw standpunt. Ja toch wel in oprechtheid. Dat is hoofdzaak. Hartelyk gegroet! 1. in Holland zynde: van 23 september tot 9 oktober is Multatuli in Nederland om organisatorisch in te grijpen in de gang van zaken rond het Huldeblijk. [oktober 1882 Herinnering van F. Domela Nieuwenhuis aan Multatuli] oktober 1882 Een herinnering van F. Domela Nieuwenhuis aan een tweetal kontakten met Multatuli. Twee pagina's notitiepapier, geheel beschreven. (I.I.S.G., Amsterdam; fotokopie M.M.) Het was in het jaar 1877 dat ik als predikant van de Luthersche gemeente te 's Gravenhage een preek hield: Nog godsdienst? Reeds godsdienst? Van allerlei kanten drong men eropaan dat ik deze zou uitgeven, ik liet my verleiden, ofschoon ik niet hield van het uitgeven van preeken en zoo verscheen deze in het begin van 1878. Eens by den uitgever komende vertelde deze my dat hy plotseling zooveel bestellingen kreeg uit Amsterdam en of ik ook wist hoe dat kwam. Ik antwoordde dit niet te weten of te kunnen verklaren, daar ik geen reden kon vinden voor dit verschynsel. Kort daarna kwam de verklaring. Multatuli hield in den winter van dat jaar voordrachten in verschillende steden des lands. Voor zekeren boekwinkel zag hy die {==205==} {>>pagina-aanduiding<<} preek liggen en hy ging binnen om een exemplaar te koopen. En wat gebeurde toen? Zeker een heel zeldzaam ding. In een dier voordrachten vertelde hy het koopen van die preek, die hem zoodanig aantrok wegens den frisschen geest en de groote waarheid dat hy eindigde met een warme aanbeveling. Multatuli een preek aanbevelende, is dat niet een herinnering, die de moeite is voort te leven? Nu verklaarde zich de plotselinge toevloed van koopers. Een paar jaar daarna, toen ik ongelukkigerwyze niet aanwezig was, vervoegde zich aan de drukkery van Liebers, waar sinds 1880 myn blad Recht voor Allen verscheen, een heer die naar my vroeg en toen hy vernam dat ik er niet was, schreef hy op een visite kaartje het volgende, met verzoek my dat te overhandigen: Zeer geachte Heer N. Voor 'n paar dagen in Holland zynde kwam ik u even de hand drukken! Wat uw en myn streven aangaat, och, wat 'n getob! Moedeloos ben ik niet, maar krachtig opgewekt kan ik me na jarenlange mislukking ook niet noemen. Ik ben suf van drukte en had toch maar kort kunnen blyven. Geheel en al sta ik niet op uw standpunt. Ja toch wel in oprechtheid. Dat is hoofdzaak. Hartelyk gegroet! Dit was een kaartje van Eduard Douwes Dekker, dat ik om der kuriositeitswille steeds heb bewaard. [27 november 1882 Brief van Multatuli aan C.J.H. van den Broek] * 27 november 1882 Brief van Multatuli aan C.J.H. van den Broek. (uit: J. Pée ‘Reisbrieven’, Amsterdam 1941, blz. 32-33). Onvolledig overgeleverd. (....) Het houden van voordrachten is me ook afgesneden. Hoe zwaar en schraal beloond die taak ook was, met vreeselijke inspanning kòn ik 't doen, al viel ik dan ook na afloop uitgeput neer. En 't was altijd 'n ressource, hoe hollandsch ellendig dan ook. Dickens, de vertellinkjesmaker, ontving voor 't voorlezen van 'n paar hoofdstukken uit 'n lang gedrukten roman 80 à 100 maal {==206==} {>>pagina-aanduiding<<} meer dan ik voor m'n improvisatien! Ik had m'n aamborstigheid te overwinnen, reisde in storm, sneeuwjacht en kou, heb menigmaal drie uren staan spreken met natte voeten, hoestte alle nachten, had soms moeite mij overeind te houden. Welnu, op zeer veel plaatsen kreeg ik ternauwernood de reiskosten vergoed. Om 't finantieel uit de houden moest ik zoo dikwijls mogelijk optreden in den kortsten tijd. Eens elf maal in dertien dagen! En die logementen op sommige plaatsen. En al die natte lakens die ik met m'n poover en schraal lichaam heb moeten drogen! En wat kreeg ik voor dat alles? De toejuiching die mij ten deel viel, is nu gebleken ijdel geweest te zijn, maar de scheldwoorden, die me naar 't hoofd werden geworpen, waren wèl gemeend. Hoe dit zij, rijk of schraal beloond, ik ben voortaan verstoken van dat hulpmiddel. Meer dan ooit ben ik nu op m'n bijna 63 jaar genoodzaakt sprookjes te vertellen, die ‘mooi’ moeten gevonden worden. Sedert maanden strijd ik ook in dat opzicht tegen m'n onmacht! Al m'n indrukken losten zich op in één vloek! Dáárvoor kan 'n uitgever geen honorarium betalen! M'n vergeefsche pogingen om wat voort te brengen martelen mij vreeselijk. En 't moet! Maar wat zal nu 't gevolg zijn? Dat ik, mij vermannende om tòch te leveren - 'n ware schandelijke onanie van 't gemoed! - zéér spoedig niet meer zal voldoen aan de eischen van mooijigheidjes, en dat ik ook alzoo op dàt gebied geen geldswaardige koopmanschap zal kunnen voortbrengen. De eenige voldoening die mij dat ‘Huldeblijk’ geleverd heeft, werd mij verschaft door geloovers. In eenige goddienende kranten of tijdschriften werd ik vereerd met de verzekering, dat ik God onttroond en de jeugd bedorven had. (Als Socrates alzoo!) Nu die eer was te groot. Ik mag 't kompliment niet aannemen. Maar tegenover de lauwheid mijner ‘vrienden’ doet me die erkentenis van tegenstanders nogal pleizier. We weten nu meteen wat mijn partijgenooten voor hun ongeloof over hebben. Leve de orthodoxen, de Jezuïten, de piuspenningers¹., de 3 à 400 industrieelen die onder zich den buit verdeelen, die ze à tour de rôle². uit het volk weten te halen! 't Klinkt haast al te paradox, maar 't schijnt toch waar, dat goede trouw en toewijding aan begrippen slechts te vinden is bij schelmen en idioten. 't Is om jaloers op dat volkje te worden! (....) 1. Piuspenninger: de drager van een Pauselijk ordeteken, ingesteld door Pius IX in 1847. 2. à tour de rôle: om de beurt (fr.) {==207==} {>>pagina-aanduiding<<} [15 april 1883 Brief van Mimi en Multatuli aan C. Vosmaer] 15 april 1883 Brief van Mimi en Multatuli aan C. Vosmaer. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 geheel beschreven. (A.R.A., Vosmaer-archief, Den Haag; fotokopie M.M.) Beste Vos! Wat ben ik bly met je brief en dat je met vrouw en dochter ons komt bezoeken¹., al is het dan maar voor heel kort! ik vind het heerlyk! Neen, wat moois om in 't logement te gaan, dat mag volstrekt niet! ik ben veel te bly dat wy je zien zullen en ruimte hebben we genoeg - je zult eens zien wat 'n aardige kluizenarij. Dus². je komt hier, ik vind het heerlyk! Zeg dat svpl ook met veel groeten aan Mevrouw en je lieve dochter! En dan op reis nr Milaan! Hoe mooi!- Terwyl ik even was opgestaan heeft mies deze regels geschreven. Ik vind ze op m'n tafel. Je ziet dat ook zy zoo bly met je brief is. Op al 't andere antwoord ik nu maar niet. 't Is genoeg dat je komt! Dag beste kerel, myn beleefde en vriendelyke groeten aan Uwe vrouw en dochter Uw vriend Dek 1. bezoeken: Vosmaer logeerde met vrouw en dochter in Nieder-Ingelheim op 22 en 23 april 1883. 2. Dus: deze alinea is van Mimi. [Omstr. 1 augustus 1883 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] Omstreeks 1 augustus 1883 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Half (afgescheurd) enkel velletje postpapier, waarvan de voorzijde (¾) beschreven. (M.M.) Lieve Lien de mama. Ik wou je nog een woordje schryven maar het is al te laat, dek komt al theedrinken! Er is ook overigens niets nieuws by ons. alles het oude! - Dek is vry wel maar komt maar niet tot zyn groote plannen. Dag dag! [Wsch. 1883 Recept voor astma in het Memoriaal] Vermoedelijk 1883 Aantekening betreffende een recept voor astma in het Memoriaal, blz. 23. (M.M.) {==208==} {>>pagina-aanduiding<<} asthma- Aqua destill. 200 gr Ammonia benzoica 10 gr tinct. Lobelia inflata 15 gr alle 2 uur een eetlepel [december 1883 Koncept voor een brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Mimi] december 1883 Koncept voor een brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (⅓) beschreven; het laatste gedeelte in potlood. (M.M.) Fragment. (....) Weet ge dat J.M. Haspels in dezen maand 25 jarig jubilé als Kunstenaar op 't tooneel zal gevierd worden? Wij hadden gehoord dat de eigenlijken dag 2 Nov.¹. is geweest, of dat waar was weet ik niet maar we namen 't onzekere daaromtrent maar voor 't zekere en hebben hem op dien dag een klein blijk van waardeering gezonden. Om². zoo goed mogelijk te voldoen aan Uw verzoek tot het opzenden van een taalboekje geschikt voor Wou, heb ik gisteren een briefje geschreven aan den hoofdonderwijzer van Karel's school en hem daarin gezegd dat ik gaarne opgave kreeg van de titels en de schrijvers van de eerste taalboekjes en dat ik dit verzoek tot hem richtte ten gerieve eener dame die in 't buitenland wonend, haar zoontje een hollandsche opvoeding wenscht te geven. Daarop kreeg ik heden het inliggend antwoord³., dat ik U opzend met verzoek mij per briefkaart slechts te melden welke dier boekjes ik zal sturen. òf dat Ge ze soms alle vier wilt hebben. Zoodra ik dat weet zal ik ze bestellen en U opzenden. 1. 2 Nov.: Haspels trad op 1 november 1858 voor het eerst in Den Haag als beroepsspeler op. 2. Vanaf hier in potlood. 3. Niet teruggevonden. [juli 1884 Gedicht van een gast van Multatuli] juli 1884 Gedicht, mogelijk van Fré Hamminck Schepel, Mimi's jongste zuster, en haar man, Frederik Pool. Dubbel velletje papier, waarvan blz. 1 en 3 beschreven. (M.M.) {==209==} {>>pagina-aanduiding<<} Een kreupeldicht, aan alle vroegere, tegenwoordige en toekomstige logé's van D.D. By Douwes Dekker Logeert men lekker, Maar na acht daag, Dan wordt het gekker!- Gesteld men komt in Juli, Ik meen by Multatuli: 't Is lief en mooi en innig, Hij 's nog volstrekt niet vinnig; Maar hartelijk en aanminnig, 't Is alles o zoo lief! Hy is innemend, vif, Maakt plannen, toeren, tochten, En slingert zich in bochten Om recht uw hart te stelen. Met dien man te krakeelen- Wat heeft men u verteld! Mooi weer! en boter boven, En warm als in een oven. Gy moet hem roemen, loven, 't Is alles zoo besteld.- Maar na acht daag, Dàt is de vraag!- Geen feest, geen pret, geen rid¹.! Hy loopt niet meer, maar zit Alleenig als een klit. Hy vleit niet meer, maar vit. Spreekt gij hem aan, dan snauwt hy, En als gij zwijgt, dan mauwt hij. Met 't mooie weer is het gedaan, o wonder! Gij merkt wel, er komt hagel, kou en donder. 't Is uit met alle grappen, {==210==} {>>pagina-aanduiding<<} En voordat gy het weet, Werpt hy u van de trappen.². P.S. Opdat ik 't niet vergeet, En gy het weet: Hy woont in Rheingau, Met ‘Wou’, Een kind, Aangenomen na den dood van zijn hazewind Dat naar ‘Wouter Pieterse’ heet. 1. rid: rit; kennelijke verschrijving. 2. Multatuli zette begin juli 1884 het echtpaar Bremer zijn huis uit (vgl. V.W. XXIII, blz. 184 e.v.); het echtpaar Pool was hiervan getuige. [11 november 1884 Brief van mevr. Ymke Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] 11 november 1884 Brief van mevr. Y. Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 3 (⅓) beschreven. (M.M.) 11 Nov Accoord lieve Mevrouw: wie respectievelijk t' eerst in Utrecht of Rotterdam komt belt aan, en wordt hartelijk welkom geheeten. Zoo u die lust, met ons Dekkianen kennis te maken, een weinig vroeger naar ons dreef, dan oorspronkelijk in uw plan lag zou ons dit zeer aangenaam zijn. We zijn bijna altijd thuis - Wat heb ik dikwijls gezegd ‘ik wou die Hr en Mevr de Haas zoo graag eens spreken’ en nu zal t' er toe komen! We brachten een paar heerlijke ongestoorde dagen met Dek door - hij was zoo goed gestemd - jammer dat dat beroerde asthma, de feestlykheid van t thuiskomen zoo bedief. Een hartlyken groet, ook van OB, zendt u Ym Meijer [Kerstmis 1884 Notitie van Mimi betreffende Wouter] Kerstmis 1884 Notitie in handschrift van Mimi betreffende Wouters ‘babbele praatjes’. Langwerpig stuk papier in briefkaart-formaat, aan weerszijden in potlood beschreven. (M.M.) voor mama¹. Wouter heeft het gekocht met papa voor mama voor de kers- {==211==} {>>pagina-aanduiding<<} boom, en mama kon het byna niet raden. Woutertje zei telkens het begin maar ze kon het toch niet raden. Dat is net als met de beker - de - o neen - het regent dat mag ik niet zeggen... neen. Wouter heeft het aan papa gezegd dat Papa voor mama iets mee uit Wiesbaden bracht, en Papa heeft z'n woord gehouden, en dat vindt Woutertje heel lief. Woutertje houdt veel van zyn mamaatje en van zyn lieve Papaatje. Hy zegt altyd booze babbele praatjes tegen papa want hy wil papa in de gevangenis zetten, en Woutertje is een heele lieve jongen en hy krygt ook een mooien kersboom, want Papa en mama houdt zoo veel van Wouter en er hangen wel duizend dingen aan, dat Woutertje kan het byna niet eens tellen. En hy wou telkens de deur inloopen van de eetkamer, maar de kersboom was nog niet klaar en hy mocht niet binnen komen. En Therese sluitte telkens de deur dicht, en toen vond hy zoo gek dat we boven aten in papa's kamer. Dag, zoete mamaatje. Wouter verlangt zoo dat het avend wordt. 1. voor mama: bovenschrift in grote kinder-letters. [juni 1885 Koncept van een brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Mimi] juni 1885 Koncept voor een brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Mimi. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. De brief is niet volledig bewaard. (M.M.) L.M. Reeds meermalen nam ik mij voor U weêr eens iets van ons te doen hooren, maar telkens werd ik verhinderd aan dit verlangen te voldoen. Had ik het in de laatste twee maanden minder druk gehad dan zou ik U zeker reeds eerder geschreven hebben. Eindelijk zal ik dan toch aan dit verlangen kunnen voldoen.- Uw vriendelijk en belangstellend schrijven deed mij dubbel genoegen omdat er mij uit bleek dat Gij het allen goed maakt en dat Dek bijzonder wel is. Ge vraagt me naar den toestand van Hendrik? Och, die ligt nog altijd op zijn rustbed en wordt nog steeds op en neêr gedragen. Wèl is hij in 't algemeen veel opgeknapt en in liggende houding niet pijnlijk, maar zitten staan of loopen kan hij volstrekt niet, zonder bijna terstond weêr hinder te voelen. Zoolang hij die gewaarwording heeft, moet hij nog blijven liggen en hoe lang dit nog duren zal valt, hoop ik, niet te berekenen. Zijn stemming is tamelijk wel en zijn humeur is naar omstandig- {==212==} {>>pagina-aanduiding<<} heden vrij goed. Soms verveelt hij zich deerlijk en dat zult Ge U best kunnen voorstellen als Ge bedenkt dat hij nu reeds 5½ maand gelegen heeft. Alle bronnen van kunstmatige afleiding raken uitgeput en dit is waarlijk geen klein bezwaar. De gansche winter droeg ik zelf hem van de slaapkamer naar het kleine eetkamertje en s'avonds weêr van daar naar zijn bed, maar sedert Mei wonen we in de tuinkamer en kan ik hem wèl die drie verdiepingen afdragen, maar zie ik geen kans hem s'avonds zoo hoog naar boven te brengen. Onze meiden zijn daarvoor ook niet geschikt, dus moet Papa er voor te huis komen òf moet met naar bed gaan wachten tot deze voor goed zijn visites achter dan rug heeft. Och, Mies, 't is zoo'n ellende! Soms kruipt hij uit de kamer in den gang en ligt dan op den grond op 'n mat met Karel en Riek te knikkeren. Dan weêr snijdt hij op 'n tafel poppetjes uit voor een chineesche schim. Ook leest hij veel en 'n paar uur in de week krijgt hij les om niet geheel ten achter te geraken. Maar 't program is zoo eentonig! En wij beiden hebben zoo weinig tijd ons rustig met hem bezig te houden! Dat gaat goed voor 'n paar dagen, maar 5½ maand lang kan men niet alles blijven verzuimen en laten loopen. Ook heb ik in den laatsten tijd erg gesukkeld met zeer slechte dienstboden. De laatste van de 6 die ik sedert nov. in huis had, was o.a. een groote dievegge, met no 7 meende ik het waarlijk goed getroffen te hebben, maar zie, dat exemplaartje moet bevallen! Och, 't spijt me zoo, voor haar en mezelf! Ik zal haar tot Aug. houden, maar langer zal 't niet gaan, verbeeld je dat dat grapje in ons huis gebeurde, dan zou 'k nog voor baker moeten spelen. Dat zou er waarlijk nog aan ontbreken! Och 't is zoo'n lief meisje! Ik heb haar dan ook beloofd haar te helpen zooveel ik kan. Ja, 'k heb een vreeselijk afmattenden winter gehad, vermoeiend, verdrietig en hoogst vervelend. En wat zal de zomer opleveren. Misschien niet veel beters. Enfin, geen moed verloren. In al mijn verdrukking ben ik gelukkig nog niet zóó saai geworden om niet reikhalzend naar 'n verpoozing of (....) [juni 1885 Koncept voor een brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Multatuli] Juni 1885 Koncept voor een brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Multatuli. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 en 4 (⅔) beschreven. (M.M.) {==213==} {>>pagina-aanduiding<<} B.D.¹. Ingesloten ontvangt Ge 't bewuste briefje terug dat ik een enkelen dag lang hield. Daar Haas persoonlyk U een en ander omtrent Hendrik's ziekte wilde schryven, ontvangt ge eerst heden het briefje van E. terug. Ja, de toon is lief weemoedig en eenigzins teêr. Ik kan me best begrijpen welken indruk die op U maakte ook dat hij U noopte hem vriendelijk te antwoorden. Uw vermoeden omtrent E's bedoeling en handeling is bitter pijnlijk. Ja De uiting er van klinkt bar. maar wordt ongetwijfeld gerechtvaardigd door uw ondervinding van zijn vroeger gedrag. Ook vergist Ge U in dit geval, dan is twijfel aan E's goede eerlijke handelwyze volkomen te begrypen en te plaatsen. Met zekerheid kan niemand, dunkt me uit de gegevens een juist oordeel vellen. 't Kan zijn zooals 't U mogelijk en zelfs waarschynlyk voorkomt, dat E. om bekende redenen de lichte ongesteldheid heeft opgekleurd maar 't kan ook héél goed zyn dat hij zijn toestand werkelijk te zwaar inzag. Dat Nonnie hem met Uw telegram bekendmaakte bewijst dat ze begreep dat hem dit genoegen zou doen. Als ze overtuigd was geweest dat dit hem niet onverschillig zou laten of onaangenaam zou aandoen, dat had ze dit zeker nagelaten. Ze las 't hem dus voor en dat hy in weerwil van wat vooraf ging verrast door uw oogenblikkelyke belangstelling een hartelyk by bedaarde beschouwing en voor uw beider verhouding zeker véél te sentimenteel antwoord dicteerde, vind ik heel, heel natuurlijk. Waarom zou ook by hem het goede niet een enkel oogenblik kunnen zegevieren? Zou hy zóó koud en verstokt zijn? Zou hy met al zijn grove fouten en laag karakter ja lage fouten, toch niet enkele vonken kunnen behouden hebben, eenige ontvankelykheid voor die edele gevoelens die hem als uw zoon en ondanks hemzelf ('t is geen vleitaal Dek) in meerdere of mindere mate moeten aangeboren zyn? Bedenk ook dat hy niet veel tyd had tot overleg. Dat Ge een telegram zoudt zenden, wist hy niet vooruit, dus onder eersten indruk van dit bewijs uwer belangstelling antw. hij terstond dus en naar myn inzien kàn dien toon op dat oogenblik juist zóó gemeend zyn geweest als die in zyn antw geuit is. Waarom niet? {==214==} {>>pagina-aanduiding<<} Dat Ge schrikt aanleiding te geven tot een toenadering, is heel natuurlijk. Il y a de quoi!². Uw positie in dit geval is hoogst moeielijk en bitter pijnlijk. Voor Uw rust zal 't zeker oneindig beter zijn dat de verhouding blijft zooals ze was vóór E's ziekte. Ik hoop dus voor U dat er geen verandering in komt. En daarvoor is me dunkt ook geen reden. 1. B.D.: Beste Dek. 2. Il y a de quoi: daar is wel reden voor (fr.) [zomer 1885 Brief van mevr. Ymke Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] Zomer 1885 Brief van mevr. Y. Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.) Fragmenten. Maandagmorgen! Lieve Line! Neen lieve we stelden onze komst niet om het weer maar om geheel andere dingen uit waarvan ik je spoedig op de hoogte hoop te brengen¹., die je dan tevens mijn schijnbare lauwheid zullen verklaren.- Nu ik niets hooren². over een mogelyke komst op morgen van Dr de Haas vreezen we dat er niet van komt. (....) Van Mies kwam er eergister een langen brief waarin ik tusschen de regels las dat de stemming van den armen Dek nog steeds te wenschen overlaat. Wou's schoolgaan of liever de wijze waarop het onderwijs daar gegeven wordt schijnt een bron van eeuwigdurende ergernis - wat te verwachten was. Zijne gezondheid is echter uitstekend en altijd, byna altyd houdt hij zich in den Laubgang op. Mies animeert zeer tot komen - maar 't zal niet gaan vrees ik. Ik spreek wel eenigzins in hieroglypen maar ik prefereer dit voor een praten over dingen die nog niet zeker zijn, ik houd niets van zouen en alsen evenmin van reisplannen die telkens uitgesteld worden. Spreek maar niet meer over mijn komen lieve Line voor ik zelf er over begin. 't Wordt zoo vervelend voor je. Ik wil de dageraad wel graag even hebben. De uitgever beloofde me een exemplaar maar uitgevers beloften zijn over 't algemeen {==215==} {>>pagina-aanduiding<<} nog een weinig minder te vertrouwen dan die van gewone stervelingen. Met Gorter's knie gaat het nog steeds niet vooruit. Ze houden zich echter bewonderenswaardig goed. Ze groeten met mijn OB recht recht hartlyk. Dag lieve, een kus van Ym. 1. andere dingen: een verhoopte, maar dit keer nog afgebroken zwangerschap. Het volgend jaar was briefschrijfster opnieuw in verwachting, wat leidde tot haar huwelijk met N. Braunius Oeberius. 2. hooren: kennelijke verschrijving. [oktober 1885 Brief van Multatuli aan J.F. Snelleman] oktober 1885 Brief van Multatuli aan M.F. Snelleman. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (½) beschreven. (M.M.) Waarde Snelleman Gut, Uw briefje is my 'n prettige verrassing. Ik wist heusch niet dat ik aanleiding had gegeven tot iets als dank. Nu, ik noem 't: vriendelyken indruk’ en dàt doet me groot genoegen. Heel graag wil ik U nogeens spreken. Aan tyd ontbreekt het me niet, maar wel aan de mogelykheid om 'n vaste¹. afspraak te maken daar ik 3, 4 bezoeken wacht die me elk oogenblik kunnen overvallen. Maar daar ik denk dat dit ochtend- (of na-koffi-) visites zullen zyn, wil ik U verzoeken, als U dat schikt, 'n avend by my te komen. My is 't uitgaan 'n ware corveé met dat malle asthma. Straks komt Henriette. Dan hoor ik wanneer haar Papa me kan inschikken voor de bakteriologische les die ik zoo hoognoodig heb. Ook dàt is 'n avendzaak, en daarnà zal ik dan U 'n avend voorstellen. Met veel genoegen wil ik met U spreken over de drie door U genoemde onderwerpen al weet ik nu niet eens welke geschieds v. Gezag door U bedoeld wordt. Maar wel ben ik gereed om te spreken over de zeer goede achtenswaardige Bremers²., en... over de zielehuishouding van ‘de’ vrouw. O gaarne. en, beste kerel, schryf me asjebl. niet zoo beleefd in't vervolg. Nu ja, in Uw geval zou ik 't dezen keer ook gedaan hebben, maar als ge my weer schryft, noem me ‘Dek’ en ‘je’. Zoo'n³. gemeenzaamheid stelt me schadeloos voor de soms stuitende declassificatie die m'n deel is in de Maatschappy.- 1. vaste: oorspr. stond er vasten. 2. Bremers: hoogstwaarschijnlijk een toespeling op de ruzie van 10 juli 1884, waarin Snelleman kennelijk voor zijn zuster en zwager wil bemiddelen. 3. Zoo'n: oorspr. begon de zin met Spreek. {==216==} {>>pagina-aanduiding<<} [21 november 1885 Bericht in de Middelburgsche Courant] 21 november 1885 Bericht in de Middelburgsche Courant onder gemengde berichten. (fotokopie M.M.) Fragmenten. De heer Busken Huët wijdt in het Algemeen Dagblad van Nederlandsch Indië een artikel aan Multatuli. Hij vertelt hoe Multatuli in 1857, kort voordat hij (Huet) naar Java ging, te Bloemendaal bij hem logeerde, en schrijft: (....) Het vervolg is een samenvatting van de biografische schets van 12 oktober 1885; zie V.W. XXIII, blz. 447 e.v. [Omstr. 1885 Lijst met bezwaren van Multatuli tegen een Duitse roman] Omstreeks 1885 Lijst met stilistische en andere bezwaren van Multatuli tegen een onbekende Duitse roman. Vier in de lengte dubbelgevouwen vellen papier van 21 × 16,5 cm, met inkt en potlood beschreven. (M.M.) Bombast & beschryverigheid hand op zwarte haren sneeuwwitte arm, gezicht, hals vingers.- onmogelyke blik blz 105- es sauste u s m 108- augen glänzen feucht 127 augen leuchten 133- malle praatjes 133- Diese slechte Worte &c 145- sonnte 148- verkleiden 149- stieg zu thale 155- rother Vorhang vor ihren Augen 159- Wit v.d. oogen 159- junge schöne Frau 184- pasgeborene 197 klangvolle Stimme 208- redenaartalent 209- blätter 211- weisse Zähne 213- {==217==} {>>pagina-aanduiding<<} roode vlek 216- einfaches Male 221- zartes Netz 225- weiche form 226- fadenscheinigen Band 254- schruck zusammen } 255- aufgeschrieben } 255- Steenen 344- nickte bejahend- schlagenden Gründe 272- antwoordde hy snel- Valsche lokaalkleur- Jethro, Mores, blonde Sirona- Mirjan, 99. keurigheid- sandaalriemen van palmbast- buigzaam als n jonge palm 108- in de sneeuw 170- wroeging Phöbicus 170,1- vensters, voorryhuis- Paulus erröthend 184- Verscher 197- zielverlossing Glycera 200- höhle die lehr stand 200 219 diorietblok, 210- fadenscheiniges Röcke- arm in arm 220- zu hause 272- liebe (Liebe 279- christelykheid Sirona 280- Kikvorsch aan Jezus verteld 281- kein grieches Sirona 282 Jede Seite 291- dinars valsche anachoreten (185- lekkerbekkery van Paulus- welke taal? {==218==} {>>pagina-aanduiding<<} goed 195- goed 252- valsche romantiek- weervinden van Glycera's ring. (Glycera Phöbicus)- naderhand Onyx 296- wonderlyke medicynen- in 's Freie omdat-i zich sterker voelde- ruf ihn mit seinen lohnen halfe &c 117- Sirona & Hermus 144- schaapsvel geruild 154- Phöbicus 163- Karakter Ym 167- Sirona's Karakter volgens Phöbicus 174- hoornen 185- geesseling 190- 't geloof aan Paulus schuld 197- verwirtes haar 207- afgrond 208- onmacht 211- eenige drachmen } 274 en heel ryk) } 289- Paulus in den regen 293- Kein Mörder 306- Olie en wyn in den (kleinen) Keller 309- valsche dialoog 126,7- Thalussius 129- valsche monoloog 167- verstehen 227- Polycarpus { 229 Polycarpus { 230 de wortkarge Petrus (240) 242- garten 254- 263,4 Kröte 269- 288 (grappigheid)- {==219==} {>>pagina-aanduiding<<} brief rekomm 345- sandalen 366- ganz verlassen 267- band verbinden 366- Scies¹. aufschaudern, auflachen aufschreien, schrecken, seufzen, leuchten, tief aufathmen, aufbellen hoch aufathmen 137- frisch water- gab er zuruck, lachte er unterbrach ihm- den berg hinanrasenden hirten 144- fröstlen- flammenden Augen- schmerzlich aufstöhnen- laut aufbrüllend- fahle Frühlicht } 304 im frühroth glühend } 304 aufhorchend 346 lang aufweinend valsche beelden- kustelooze zee 90- fieberkranke 112- leuchtkraft heben 119- brombeere 156- Senze 255- eichensten 269 liebe Ozean 282- stromaufwärts fliessende Bäche 306- trauer harfe 364- 1. scies: stoplappen (fr.) [2 januari 1886 Artikel van C. Vosmaer in De Nederlandsche Spektator] 2 januari 1886 Bespreking door C. Vosmaer van Huets proeve van een levensbeschrijving, in De Nederlandsche Spektator. Fragment. (Fotokopie M.M.) {==220==} {>>pagina-aanduiding<<} - ‘Onze hedendaagsche letterkundigen’ door prof. dr. J. ten Brink (uitgave van Tj. van Holkema) gaat wakker voort. Na de biografie van Vosmaer, ontvingen wij spoedig die van Hofdijk. (.....) Na deze ontvingen wij noch eene beschouwing over Multatuli, door C. Busken Huet. Deze schrijver heeft, zooals hij het elders aanbeval, een zoogenaamd Rembrandtiesch stuk geleverd. Hier en daar een effekt en de rest in donker. Er zijn enkele fraai gepenseelde partijen in, maar geen geheel. Van Multatuli krijgt men eene slechts zeer onvolledige voorstelling, en zeker geen portret. Trouwens aan eene volledige biografie viel niet te denken; maar wel hadden wij verwacht en mogen verwachten, dat de letterkundige en wijsgeerige arbeid van dien merkwaardigen geest vollediger ware weergegeven. Alleen van Max Havelaar en eenige partijen uit de Ideeën is sprake. En dan is het, als onze verwachting gespannen is, op eens uit. Van een hoog poëtisch werk als de Minnebrieven (een pamflet in Courier's¹. beteekenis) als de studie over Bosscha, een geest- en gedachtenrijk werk als de Millioenenstudiën, een meesterlijk dramatiesch gedicht als Vorstenschool, hooren wij zelfs de namen niet genoemd. Hoogst pikant en belangrijk zijn de stukken uit een dagboek van den heer D. Dekker, vóor den Max Havelaar opgeteekend, en waarin de schrijver van dit boek en van de Ideeën reeds in al den gloed van zijn denken en fantasie schittert. Wat de parallel van Multatuli en van der Hoeven, door den heer Huet gegeven, aangaat, wij meenen met grond, dat de eerste daaraan zijn zegen niet zal hechten. 1. Courier: Paul-Louis Courier de Méré (1772-1825), erudiet pamflettist en naar de geest de Franse tegenhanger van Multatuli. [begin maart 1886 Brief van Ymke Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] Begin maart 1886 Brief van Y. Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.) Lieve Line! Je laatst briefje vond me ziek in bed. t' eerste wat ik doe nu de lust weerkeert is je te danken voor je beide - Och t speet me zoo om t' meisje waarover ge schreeft, maar een weinig {==221==} {>>pagina-aanduiding<<} blij dat ge verhindert waart hier te komen was ik toch, wijl ik je geen warme kamer tot slaapvertrek kon aanbieden. Ik had vergeten dit vroeger te zeggen en t zou me zoo gespeten hebben als zoo 'n lam iets oorzaak had moeten zijn van 'n nietkomen - Steeds wachtende op zachter weer dat zich wachten liet, om myne uitnoodiging dringender nog te herhalen, en door tal van andere omstandigheden waarvan je wel eens iets zult hooren als ge komt, stelde ik steeds myn schryven uit, tot je laatst briefje op 2 Mrt me een hoogen blos op de kaken joeg- Onbegrijpelyk misschien zal t' je voorkomen als ik zeg dat jou briefje ons eerst 2 Mrt in gedachten riep - In de laatste jaren waren juist Feb. en Maart voor ons maanden waarin we geheel door ziekte verdriet en ellende aan niets dachten dan ‘hoe er door te komen’, en dit is zeker een der oorzaken, waarom we van Dek's verjaardag nooit byzonder notitie hebben genomen. Alleen toen we in t buitenland waren en Mies er toevallig vooruit over schreef stuurden we een doos vol riekende viooltjes. Ik vertel dit omdat ik meen dat gy er toen juist waart en je allicht iets tegenstrydigs zoudt zien tusschen myne bovenstaande bewering en het zenden van die geurige lente boodjes- Dek heeft de biographie nog niet gelezen - ten minste zoo schreef hij een veertien dagen geleden - maar ik heb er genoeg van ‘gehoord om met Ym's oordeel intestemmen; t is een sluip moord.’ Misschien is deze omstandigheid oorzaak dat ook Mies het zwijgen bewaart - wij kregen dikwijls bericht wijl Dek met myn zwager¹. en ik met Mies een correspondentie party schaak speelde- - nu is evenwel myn zwager naar Weenen, en ons spel is uit zoodat ik vrees dat er nu wel eens een poosje kan verloopen zonder dat er bericht komt.- Aan t werken komt Dek niet, dat is dunkt me zeker. In den laatsten tyd (in t laatst van Jan en Feb) heeft hij erg erg veel last van asthma en hoesten gehad, wat evenwel na aanhoudend gebruik van morphine, s'avonds bij t slapen gaan, veel beter is geworden. Hè t' schijnt nu toch dat de winter ons verlaten zal en dan kom je eens gauw niet waar? Ik heb alle hoop dat myne ongesteldheid die me eenige dagen in bed hield, nu spoedig geweken zal zijn ...k begin al mooi weer op te knappen - Bah wat ziek zijn een misselyk ding is. {==222==} {>>pagina-aanduiding<<} Houd er je maar buiten met je familie en geloof dat hartelijk naar je komst uitzien Ym en Ob Wat 'n meide papier niet waar? maar k' had hier geen ander boven.- dag dag. 1. zwager: A. Gorter. [eind maart 1886 Brief van Ymke Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] Eind maart 1886 Brief van Y. Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, geheel beschreven. (M.M.) Fragmenten. Lieve Line! Tot deze zomer uitstellen - dàt hoop ik niet, en toch durf ik je nog het komen niet aanraden. Ik ben nog steeds heel heel lam en beroerd en zie met Sehnsucht¹. naar mooi weer uit. Zoodra ik maar elken dag buitenlucht kan happen zullen de kwaaltjes wel voorbijgaan, en zoodra deze voorbijgegaan zijn hoop ik je direkt te schrijven. Gij zult alweer zooveel interessante pratensstof hebben opgegaard! Uw leven is zoo ongelijk aan onze; wij leiden geen oesterleven Goddank, maar toch een leven zonder bijna eenige afwisseling van buiten. Van voordrachten, tooneel etc. etc. houden². o dol dol maar - voorzichtigheid gebiedt me volle zalen te mijden en opwinding ook. Bah t'is zoo lam als men weet bij 't streekje langs te moeten³. zou t dom en misdadig zijn (een pleonasme volgens dek) om t niet te doen. (....) En nu nog iets van de Dekjes. In de laatste acht dagen hoorde ik niets van Mies. Door mijn zwager Gorter die in Weenen is hoorde ik evenwel dat Dek tegenwoordig zeer wel is. Verbeeld je Dek en Gorter spelen samen 3 partijen schaak - en nu voor eenige dagen kwam Dek met het voorstel er nog drie bijtenemen - Ook spreekt Dek op zijn kaarten nog bijna altijd over de aardbeving die in Wiesbaden plaats vond maar die ze ook in Ingelheim flink gevoelden. Dek's verjaring is zonder eenige feestelijkheid voorbij- {==223==} {>>pagina-aanduiding<<} gegaan. ‘ik had nog zoo gehoopt,’ schreef Mies dat Mevrouw de Haas ons door haar komst zou verrassen, maar niets niets. In de paasch vacantie komt Zurcher er weer. Dat vinden én Dek en Mimi heerlijk. De kleine Wou zal met 1 Mei naar school en moet dan ook 4 uur in de week ‘religions Unterricht’ genieten. Nu ik geloof dat het kind het zonder schade zal verduwen⁴..- Hoe gelukkig dat je gedienstige weer beter is - en meer vooral voor t kind zelve: zulke wezentjes hebben gewoonlijk nog zoo'n echt genot in t leven. Spoedig hoop ik weer te schrijven. Intusschen blijft elk levensteeken van je hartlijk welkom aan Uwe Ym. OB groet hartlijk! 1. Sehnsucht: hevig verlangen (du.) 2. houden: (bedoeld) houden we. 3. bij 't streekje langs moeten: voorzichtig aan doen. 4. verduwen: verteren. [voorjaar 1886 Gedicht van H.C. Muller] Voorjaar 1886 Gedicht van H.C. Muller, afgedrukt in zijn bundel Wachter, wat is er van den nacht? Zangen des tijds (1886). Aan Multatuli Gij hebt eenmaal moed getoond, hoe men ook uw naam verachtte, gij, een koning der gedachte, in wiens hart geen onrecht woont! Toen gij optradt, Havelaar, tegen Insulinde's schande, voer een rilling door den lande, beefde menig woekeraar. Als een zaaier gingt gij voort uw Ideën te verspreiden, al wat laag is te bestrijden met den adel van uw woord. Geldzucht en gelooverij, leugens en bekrompenheden, heel den vloek hebt gij bestreden der verrotte maatschappij. {==224==} {>>pagina-aanduiding<<} Voor een oogwenk ging de zon van de waarheid op, vol luister, maar de leugen loerde in 't duister, of zij soms u treffen kon. En met gift en met venijn werd uw schoone naam gelasterd, werd uw schoonste woord verbasterd, maakte men uw grootheid klein. Al wie woekert, al wie steelt, al wie Java uit durft zuigen, al wie voor den geldzak buigen staarden siddrend op uw beeld. En het volk? Getrapt, versmaad, dat niets leerde dan ellende, dat geen Multatuli kende, bleef berusten in zijn staat. Gij streedt verder, streedt altoos, vaandeldrager, denker, dichter, leugenvijand, waarheidstichter- Werdt gij nimmer moedeloos? Grijze zanger, zie dan rond, want het volk begint t'ontwaken, 't volk begint zijn boei te slaken op uws levens avondstond. 't Volk, dat thans uw naam vermeldt, zal bij 't strijden voor zijn rechten in de toekomst kransen vlechten voor den mart'laar en den held. [juli 1886 Brief van Ymke Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] juli 1886 Brief van Y. Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-3 beschreven. (M.M.) {==225==} {>>pagina-aanduiding<<} Lieve Line. De warmte maakt me bijna incapable tot schrijven maar toch wil ik je nu even een hartelyk groetje zenden. Verleden week werd ik daartoe verhinderd door 'n logée. Misschien ware zelfs die groet nog in de pen gebleven indien ik je geen schijnbare inconsequentie van ons te biechten had. Ja 't is waar lieve Line we gaan ons toch nog aan zoo'n malle trouwerij op het stadhuis onderwerpen. OB is toch bang dat ik later als hij mij eens mocht ontvallen te veel zal te verduren hebben van onze zedelyke maatschappij die zooveel speldeprikken in petto heeft voor zoo'n onzedelyke moeder als ik. Was die laffe comedie maar achter den rug. Als 't gebeurd is hoort ge 't wel eens. Zoo heel vlug marcheert het niet want OB en ik mogen niet trouwen zonder dispensatie van den Koning. 'n Huwelijk tusschen een zwager en schoonzuster¹. is bij de wet verboden. Nog steeds leef ik een beetje in de hoop dat Mies zal komen. Dadelijk nà mijn schrijven waarin ik haar mijn a.s. bevalling meldde, kreeg ik 'n opgewonden brief - Ze moest en zou komen, maar later doemden er natuurlyk tal van bezwaren. Eergister kwamen er opgewekte brieven van Dek en Mies beiden. De fam. de Wolf is er nu zeker. Door haar hoort ge dan meer van alles. Of Wou nog mee zal komen? Dag lieve Line hartelyk gegroet van Ym en OB. 1. schoonzuster: N. Braunius Oeberius was eerder gehuwd geweest met de overleden zuster van de briefschrijfster: Ytje Meijer. [augustus 1886 Fragmenten van een brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Mimi] augustus 1886 Twee bewaard gebleven fragmenten van een brief van mevr. G.C. de Haas-Hanau aan Mimi. Knipsel van 15 × 8 cm, aan weerszijden beschreven. (M.M.) Lieve Mies, Uit Dek's brief blijkt dat hij aan 't werk gaat. Rust en stilte in huis is dus noodzakelijk. Ik ben bang dat Lien (al is ze nòg zoo geschikt) aanleiding geeft tot te veel leven en onrust, vooral daar de kinderen door 't slechte weêr zoo in huis moeten zijn. Mag ik U allerdringendst verzoeken zoo Ge daarvan iets bespeurt, ons dit {==226==} {>>pagina-aanduiding<<} terstond, onbewimpeld te schrijven? Als Haas dan soms niet kan, dan kom ik haar halen, wanneer Gyl. wilt en 't noodig oordeelt. Och! geneer je niet as je blieft en laat ze Dek toch niet hinderlyk zijn! Och toe! as je blieft! Zoo lang ik niets van je hoor, zal ik maar denken dat ze onschadelijk is. Ik durf niet veel schrijven. Groet Dek en Wou. Duizendmaal dank voor al uw zorg en hartelijkheid. (....) hoor Lien.¹. Ik heb reden U dit bijzonder op 't gemoed te drukken. 1. Dit gedeelte was kennelijk aan dochter Lien gericht. [augustus 1886 Brief van mevr. Y. Braunius-Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] augustus 1886 Brief van mevr. Y. Braunius-Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, geheel (wijd) beschreven. (M.M.) Lieve Line! Gratulez nous¹.! Gister morgen hebben OB en ik een rytuig genomen en allerlei boodschappen gedaan. Onder anderen waren we ook 10 minuten op het stadshuis en ‘zwoeren elkander eeuwige trouw’. Bah bah Goddank dat alles achter den rug is. Leuker². trouwparty dan de onze is er zeker nooit geschied. De beambten wisten klaarblykelyk niet wat ze van zoo'n paar vreemde snoeshanen moesten maken die daar zoo, geheel alleen, in hun daagsche pakje kwamen aanpantelen. Nu we zyn hartelyk blij dat die comedie afgespeeld is. blyer nog haast dat die tropische hitte plaats heeft gemaakt voor frisscher weer. 't Was voor sommigen byna niet meer uittehouden. O, lieve Line ik bedank je nog eens recht hartlyk voor al je bemoeiingen en het bezorgen der zeep. Myn pakje is er mooi door opgefrischt al liet het er ook eenige tintjes bij. Uit Ingelheim steeds goede berichten. Of 't nu toch nog lukken zal? Ik bedoel of Dek toch nog aan 't werk zal komen? Myn hoop er op is grooter dan ze in jaren was, maar maar. De bezoeken schijnen daar nu afgeloopen. Mies geeft nog haar hoop op n' retour hier te komen niet geheel op, maar als 't met Dek's plannen lukt, zal haar plan zeker mislukken. Nu de teleurstelling had ik er graag voor over. {==227==} {>>pagina-aanduiding<<} Een hartlyken groet van OB, die ik nu voortaan natuurlyk altijd ‘mijn man’ ga noemen. Dag lieve Line uwe u liefh. Ym 1. Gratulez nous: feliciteer ons (naar het Engels: congratulate). 2. Leuker: nonchalanter. [najaar 1886 Kommentaar van Multatuli betr. reklame op spoorwegbiljetten (1873)] Najaar 1886 Kommentaar van Multatuli op de verzending in 1873 van zijn gedrukte circulaire over het gebruik van spoorwegbiljetten voor betalende reklame. Drie folio-vellen eenzijdig beschreven. (M.M.) De antwoordbrieven zijn al eerder gepuliceerd (vgl. V.W. XVI, blz. 150 e.v.) maar zij worden hier gereproduceerd naar Multatuli's afschrift, terwille van zijn tussengevoegde opmerkingen ‘(sic)’. Van de hieraan gehechte circulaire verzond ik een Exemplaar aan de Regeeringen van 59 Landen, en tevens aan ± 50 Dagbladen ter kennisneming en des verkiezende publicatie of bespreking. Op - of naar aanleiding van - de aan Landsregeeringen gezonden Exemplaren, zyn hoogstwaarschynlyk vele antwoorden gegeven, waarvan my evenwel - misschien ten-gevolge der toenmalige onzekerheid van myn verblyf - slechts zes in handen kwamen, namelyk: a) van Engeland. 26410 Whitehall, 2 September 1873. Sir, I am directed by Mr Secretary Lowe to acknowledge the receipt of Your letter of the 1st Instant, submitting for consideration a plan which You have invented for the utilisation of Railway-tickets: - and I am to inform You that the Secretary of State never interferes in the matter of inventions. They must depend upon their own merits for introduction to, and adoption by the Public. I am, Sir, Your obedient Servant, (w.g.) N.J.O. Liddell. Mr Edward D. Dekker Wiesbaden. {==228==} {>>pagina-aanduiding<<} b) van Saksen-Weimar. (volgens zegel op het adres van het ‘Staatsministerium des Inneren.’) Weimar, 12 September 1873. Monsieur, En Vous accusant reception de Votre lettre en date du 1r cour. concernant l'utilisation des billets de transport pour voyageurs et bagages par la presse, je m'empresse de Vous avertir que l'Etat que j'ai l'honneur de représenter ne possède pas de chemins de fer et que par conséquence (sic) je me trouve hors d'état d'introduire Votre invention dans l'administration des chemins de fer du Grand-Duché; quant aux compagnies particulières qui sur le territoire Grand-ducal exploitent le transport de voyageurs et de bagages je l'(sic)ignore si elles sont disposées de (sic) profiter de Votre invention. Agreez, monsieur, l'assurance de ma haute considération. (w.g.) v. Gross. Monsieur E. Douwes Dekker dit Multatuli, Amsterdam c) van Baden. General-Direction der gr. herzoglich-Badischen Staatseisenbahnen. N 45683 B. Carsruhe¹., 20 Septr 1873 Auf die unter dem 1n l. M. an das Gr. Handelsministerium gerichtete und von diesem zur Erledigung anhergegebene Eingabe, benachrichten wir Sie dass die diesseitige Verwaltung nicht in der Lage ist von der vorgeschlagenen Einrichtung Gebrauch machen zu können. (handteekening onleesbaar) An Herrn Eduard Douwes Dekker genannt Multatuli, in Amsterdam. {==229==} {>>pagina-aanduiding<<} d) van Oostenrijk. Société autrichienne I.R.P. des chemins de fer de l'Etat. direction de l'Exploitation. No 88555. Vienne, le 17 Octobre 1873 Monsieur, Le Ministre du Commerce autrichien nous a communiqué la lettre que vous lui avez écrite au sujet de l'utilisation, pour des réclames, des billets de voyageurs et des bulletins de bagages, délivrés sur les chemins de fer, en nous invitant à examiner votre proposition, d'accord avec les autres administrations de chemins de fer autrichiens. Nous avons l'honneur de vous informer que dans la conférence directoriale tenue le 9 de ce mois, les représentants des administrations de chemins de fer autrichiens ont décidé d'un commun accord qu'en raison des circonstances actuelles, il ne semblait pas possible d'entrer dans les idées contenues dans votre lettre precitée. Veuillez recevoir, Monsieur, l'expression de notre parfaite consideration. Le Directeur de l'Exploitation (handteekening onleesbaar) Mr E. Douwes Dekker Amsterdam. e) van Belgie. Ministère des Travaux publics. Administration des Chems. de fer, postes et Telegr. 4e Direction no 8/18 T4 13482a {==230==} {>>pagina-aanduiding<<} Bruxelles, le 24 Décembre 1873 Monsieur, Le système que vous exposez dans votre lettre du 1r Septembre courant, pour la fabrication des billets de voyageurs et l'impression des feuilles et bulletins de bagages, ne saurait trouver son application dans le service des chemins de fer de l'Etat Belge. Je vous prie néanmoins d'accepter mes remerciements pour votre intéressante communication. Au nom du Ministre, pour le Directeur Général, L'Inspecteur Général. (handteekening onleesbaar) A Monsieur E. Douwes Dekker Amsterdam. f) van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Department of the Interior (Lands and Land Grant Railroads) Washington DC. 16th Septr 1873. Sir, I have received Your letter of the 1st instant suggesting that railroad tickets might be made a source of revenue by letting the printing of them to the highest bidder, who would thus acquire the right to dispose of the reverse of the tickets for advertising purposes. In reply I have to state that the General Government of the United States has no such connection with or control over railroads as to justify its interference in a matter of this kind. With thanks therefore for your suggestion I must decline taking any action thereon. Very respectfully Your obedt Servant (handteekening onleesbaar) acting Secretary. Edouard Douwes Dekker Esq Amsterdam. {==231==} {>>pagina-aanduiding<<} De inhoud van de hier medegedeelde antwoorden was my in zoover onverschillig, als m'n hoofddoel - acte te poseeren van 't gedaan voorstel - door de ontvangst van die brieven volkomen bereikt werd. Ook hield ik my overtuigd dat het afwyzen van m'n plan slechts tydverlies zou ten-gevolge hebben daar toch, iets vroeger of later de praktische uitvoerbaarheid van den voorgestelden maatregel, beter dan door alle betoog, zou bewezen worden door de feitelyke invoering. Dit is dan ook geschied. Ik heb op de rugzyde der billetten van de Kleine Niederwaldsche Zahradbahn². annonces van hotelhouders gelezen, en hoogstwaarschynlyk is door meer Spoorwegdirectien m'n plan ten uitvoer gelegd, zonder dat evenwel het bericht daarvan tot my gekomen is. Van 'n vriendelyke hand echter ontving ik dezer dagen de mededeeling dat in de Zeitung des Vereins Deutscher Eisenbahnverwaltungen, 1886, no 19, Seite 234 het volgende voorkomt: (....) vervolg ontbreekt 1. Carsruhe: verschrijving. 2. Zahradbahn: kennelijke verschrijving. [11 november 1886 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] 11 november 1886 Brief van Mimi aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Dubbel velletje postpapier, waarvan blz. 1-2 en 3 (⅔) beschreven. (M.M.) N. Ing. donderdag. Lieve beste Lien! Gisteravond behoorlyk thuis gekomen. We vonden de reis lang en vervelend maar dek was zelf aan de spoor om ons aftehalen. Als ik dat maar voor 1/100 gedacht had, zou ik hem getelegrafeerd hebben toch thuis te blyven. dat kun je denken. Hy was heel vriendelyk en goed - en is nu heel bly we thuis zyn. Gister avond was dek erg benaauwd, maar vandaag veel beter! je begrypt wat er te praten en te vertellen is. Wou is van middag uitgegaan naar zyn Lehrer en Heinrich en vrienden. je begrypt of hy praats heeft. Van morgen by het opstaan zei hy toch ik ben bedroefd ma dat Karel niet by me is en Henk. maar Witrok¹. troost hem zoo goed hy kan. Lina de meid had erg haar best gedaan het ons prettig te maken er waren viooltjes en een bloemenmandje! welte verstaan grootendeels asters, maar toch ook {==232==} {>>pagina-aanduiding<<} nog drie rozen. en een paar struiken in den tuin krygen op nieuw knoppen van al dat zomer weer.- En hoe gaat het met Haas, en met jezelf de hoest enz enz? Och Lien, wat zyn jelui toch erg goed voor ons geweest ik kan 't niet genoeg zeggen aan dek. gelukkig dat hy er alles van weet! Ik ben je zoo dankbaar voor al je hartelykheid, en Haas ook, en zou wel wenschen eens in de gelegenheid te zyn het je te bewyzen. - Toe, schryf nu eens spoedig hoe 't hem gaat of de ziekte het verloop heeft zooals hy dacht - enz. een 14 daag is nog te overkomen al is het lastig en verdrietig. Verbeelje dek had gister al die 4 weken niet uithuis zynde geweest, overal te vergeefs nr zyn hoed gezocht. en toen maar een oud hoofddeksel van my opgezet. Myn eerste gedachte was: waar ter wereld heeft dek dien bonten muts vandaan! het stond hem heel goed. we hebben er zoo om gelachen. Lina ontving ons met een gebraden gans en kastanjes de stakkert! we hadden niets geen honger. Zy zelf was glimmend van vroolykheid en volheid, ofschoon dek haar kort te voren een preek had gehouden over ‘onttroonde’ vorsten, omdat ik nu weer de teugels zelf zou willen nemen. kluchtig! Dag beste Lien. dek is heel goed. een hartelyke zoen voor jou en voor de kinderen van ons alle drie en de beste wenschen voor je man. Dag! spoedig meer. je liefh. Mimi 1. Witrok: de toenmalige hond des huizes (vgl. V.W. XXIII, blz. 111.) [12 november 1886 Bericht in De Werkmansvriend] 12 november 1886 Bericht in De Werkmansvriend. (K.B., Den Haag; foto M.M.) Fragment. De Zondag in het Volkspark gehouden vergadering van de socialisten werd ‘opgeluisterd’ door de tegenwoordigheid van mevrouw Douwes Dekker (Multatuli), die half tusschen de schermen van het tooneel verborgen zat en door den president Penning het aanwezige volk werd voorgesteld. Zij was als logé van burger Domela Nieuwenhuis medegekomen om diens voordracht over de ‘onbekwaamheid onzer regeerders’ te hooren. Op voorstel van burger Penning werd haar opgedragen de complimenten van ‘het volk’ aan haar gemaal over te brengen! (....) {==233==} {>>pagina-aanduiding<<} [17 november 1886 Bericht in de Middelburgsche Courant] 17 november 1886 Bericht in de Middelburgsche Courant. (fotokopie M.M.) In den Nederlandschen Spectator wordt het volgende gevraagd door een groot vriend en warm vereerder van Multatuli: ‘Onze sociaal-demokraten beweren altijd, dat niemand iets voor het volk kan doen, of hij moet sociaal-demokraat zijn. Nu brachten zij onlangs hulde aan 't geen Multatuli volgens hen voor het volk deed. ‘Beleefde vraag: Houden zij M. voor een sociaal-demokraat? ‘De heer Domela Nieuwenhuis zal hen dan wel beter kunnen inlichten; die weet er alles van.’ Doch Domela Nieuwenhuis lichtte de volgelingen niet in. Integendeel, op de vergadering in het Volkspark, verleden week gehouden, liet hij een ovatie brengen aan mevr. Douwes Dekker, die de vergadering bijwoonde: ‘Leve Multatuli!’ riepen de volgelingen, die daarop, denkende een geestgenoot te eeren, het vrijheidslied aanhieven. Nu Domela Nieuwenhuis zelf zijn volgelingen niet beter inlicht, maar goochelt met een grooten naam, heeft Multatuli zelf het woord opgevat. Hij maakt het volgende bekend: ‘Om misverstand uit den weg te ruimen, verklaar ik dat de meeningen der sociaal-demokraten over de middelen ter verbetering van den treurigen toestand, waarin 'n zeer groot gedeelte der bevolking van Europa verkeert, my voorkomen in hoofdzaak onjuist te zyn. MULTATULI’ Nieder-Ingelheim (Rynhessen), 12 November 1886. [december 1886 Brief van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau] December 1886 Brief van mevr. Y. Braunius Oeberius-Meijer aan mevr. G.C. de Haas-Hanau. Enkel velletje postpapier, waarvan blz. 1 en 2 (½) beschreven. (M.M.) {==234==} {>>pagina-aanduiding<<} Lieve Liene, Hartelijk dank voor je schrijven. Hoe jammer dat telkens terugvallen¹., niet om uit te staan indien er werkelijk gevaar mee verbonden was. Nu komt het evenwel - 't klinkt vreemd maar waar is het - nog meer op 't geduld aan. Wat zou Gorter graag in de schoenen staan van je echtgenoot en toch wij hopen en tegenwoordig meer dan ooit. Sedert ze thuis zijn is hij veel beter geworden - dat veel altijd in betrekkelijken zin. Hij kan nu een paar stappen loopen zonder stok of kruk. Den derden Januarie gaan ze op reis. Och och als dat eens helpen mocht hoe geheel anders zou dan hun leven zijn dan we 't ons nu hadden voorgesteld. En ge wilt graag iets van me zelve weten? Och lieve Line ik ben gezond en doe mijn best heel dapper te zijn wat me dan meestal ook gelukt, gesteund door mijn beste OB; maar ik kàn je niet zeggen hoe wreed ik de teleurstelling vind³..- Dat zoontje van je is zeker Karel van wie Wou zooveel houdt. Nu ik hoop dat Dek niet al te down is, maar dat zal wel gaan als Z.². er is. Die wekt D. meestal op. Nu de Gorters weggaan en waarschijnlijk hier nooit terugkomen gaan ook wij Utrecht verlaten. Zoodra 't weer zachter wordt gaan we zoeken naar een mooi dorp waar men goedkoop kan leven. Misschien komen we dan ook wel in de nabijheid van Rotterdam kijken. Als bv- Ik werd er afgeroepen en weet me niet te herinneren wat ik wilde zeggen. Hoe gaat het nu toch met de praktijk? heeft de H. iemand in zijne plaats aangesteld? He, wij hopen zoo dat er spoedig constante beterschap mag intreden. Hartlijk beiden van ons gegroet. Zijn er nog liefde zusters of wordt er niet meer gewaakt. O lieve ik weet er zoo alles van, van ziekten en oppassen en daaraan gepaard gaande drukten. Houd je maar goed! Dag! 1. terugvallen: betreft de ziekte van dr. J.H. de Haas. 3. teleurstelling: wsch. opnieuw een miskraam 2. Z.: J. Zürcher was sedert 21 december in Nieder-Ingelheim. {==235==} {>>pagina-aanduiding<<} Biografische aantekeningen {==236==} {>>pagina-aanduiding<<} {==237==} {>>pagina-aanduiding<<} Broek, Chris J.H. van den, zee-officier te Middelharnis, ondertekenaar van de Huldeblijk-circulaire. Bruinsma, Vitus Jacobus (Leeuwarden 10 november 1850-Rotterdam 28 augustus 1916), leraar wis- en natuurkunde. Redacteur van Het Schoolblad; oprichter van de Vereeniging tegen de Kwakzalverij. Cohen Stuart, Abraham Benjamin (Den Haag 17 maart 1825-Batavia 6 februari 1876), Indisch ambtenaar, deskundige op het gebied van de Indonesische talen en kultuurgeschiedenis, waarover hij herhaaldelijk publiceerde. Cohen Stuart, James William Theodoor (Soerakarta 1854-Den Haag 4 mei 1908), zoon van A.B. Cohen Stuart, in 1872 student in de rechten, later werkzaam als jurist in Nederlands-Indië. Douwes Dekker, Kornelis (Beemster 22 november 1842-10 januari 1919), tweede zoon van Multatuli's broer Pieter; apotheker te Bodegraven. Douwes Dekker, Engel (Beemster 5 mei 1842-'s-Gravenhage 23 januari 1906), oudste zoon van Pieter DD, aanvankelijk Indisch ambtenaar, later, te Batavia, direkteur der Nederlandsch-Indische Levensverzekerings- en Lijfrentemaatschappij. Gehuwd met Theodora Christina Heijning (Den Helder 14 december 1842-Den Haag 17 juli 1929). Domela Nieuwenhuis, Ferdinand (Amsterdam 31 december 1846-Hilversum 18 november 1919). Socialistisch voorman, later anarchist; redakteur van Recht voor allen. Funke, George Lodewijk (Amsterdam 19 november 1836-Hilversum 18 oktober 1885), tot 1880 boekhandelaar en uitgever te Amsterdam. Directeur van Het Nieuws van den Dag. Gaf een groot aantal boeken van Multatuli uit en bleef hem financieel steunen, ook na de verkoop van zijn uitgeverij. Haas-Hanau, Gosewina Carolina de (Utrecht 17 juli 1937-Rotterdam 18 maart 1905), vrouw van de Rotterdamse oogarts J.H. de Haas, bewonderaarster van Multatuli en intieme vriendin van Mimi. {==238==} {>>pagina-aanduiding<<} Haspels, Jacob Marinus (Nijmegen 19 september 1929-Rotterdam 23 april 1897), aanvankelijk boekhandelaar. Nam deel aan diverse toneelgezelschappen, waaronder het Rotterdamsch Tooneelgezelschap, dat in 1875 Vorstenschool opvoerde. Le Gras, Antoine Jean (Utrecht 12 oktober 1838-Rotterdam 29 maart 1899), toneelspeler en -regisseur; maakte met de gebroeders Haspels en Willem van Zuylen deel uit van het Rotterdamsch Tooneelgezelschap, dat in 1875 Vorstenschool opvoerde. Linde, A. van der (Haarlem 14 november 1833-Wiesbaden 13 augustus 1897), filosoof, taalgeleerde en schaker; tenslotte bibliothecaris te Wiesbaden. Publiceerde een standaardwerk over schaken. Vriend van Multatuli, met wie hij korrespondentieschaak speelde. Mansholt, Derk Roelfs (Ditzumer Hamrich (Dtsl.) 29 maart 1842-Groningen 1 augustus 1921), landbouwer te Meeden, later te Ulrum. Vriend van Multatuli; sympathisant van Domela Nieuwenhuis en vanaf 1886 medewerker aan het radikale Groninger Weekblad. Roorda van Eysinga, Sicco Ernst Willem (Batavia 8 augustus 1825-Clarens (Zwtsrl.) 23 oktober 1887), aanvankelijk officier, later tabaksondernemer op Java, waar hij met Douwes Dekker kennis maakte. Journalist en publicist, schrijver van de ‘Vloekzang’, die Multatuli overnam in een noot bij Max Havelaar. Sandrock-ten Hagen, Nans, toneelspeelster, volgde Mina Krüseman op in de rol van koningin Louise in Vorstenschool. Snelleman, Johannes François (Rotterdam 26 december 1852-'s-Gravenhage 18 mei 1938), lid van de Sumatra-expeditie (1877-1879) o.l.v. D. Veth. Publiceerde o.a. in de Nieuwe Rotterdamsche Courant en De Indische Gids. Velde, Pieter van de (geb. Zaandam 11 november 1825), neef van Multatuli (zoon mevr. A. van de Velde-Douwes Dekker, zie V.W. XXIV), onderwijzer, aanvankelijk te Woerden, later Maarssen (1875). Gehuwd met Jacomina Hillegonda Christophora Holzapffel (geb. Brielle 8 juli 1831). Vosmaer, Carel (Den Haag 26 maart 1826-Montreux 12 juni 1888), befaamd prozaïst, dichter, kritikus en tekenaar-schilder; redacteur van De Nederlandsche Spectator. Intieme vriend van Multatuli en Mimi, die hij diverse malen in Duitsland bezocht en portretteerde; was getuige bij hun huwelijk (1875). {==239==} {>>pagina-aanduiding<<} Registers {==240==} {>>pagina-aanduiding<<} {==241==} {>>pagina-aanduiding<<} Verantwoording Register A - het korrespondentie-register - vermeldt in alfabetische volgorde de namen van personen en instellingen van wie (c.q. waarvan) in de delen VIII t/m XXV brieven zijn opgenomen. De verwijzingen naar de vindplaatsen van deze brieven (met deel- en bladzijnummer) zijn ingedeeld naar ‘afzender’ en ‘ontvanger’. Kursieve bladzijnummers duiden in het korrespondentieregister op brieven van en aan Multatuli (c.q. Eduard Douwes Dekker). Multatuli zelf is niet als lemma opgenomen. Wanneer een bladzijde in de V.W. meer dan één brief van of aan dezelfde korrespondent bevat, dan wordt dit met ‘2 ×’, c.q. ‘3 ×’ aangegeven. Is Multatuli in zo'n geval een van de korrespondenten, dan wordt het bladzijnummer meer dan één keer opgenomen, in romein en kursief. Voor onbekende korrespondenten is een lemma ‘onbekenden’ opgenomen. Register B - het gekombineerde naam- en titelregister - bestrijkt de delen I t/m XXV en vermeldt de namen van alle werkelijk bestaande personen, van enkele instellingen en de titels van boeken onder hun auteursnaam; alles uiteraard in alfabetische volgorde en verwijzend naar alle vindplaatsen. Niet opgenomen zijn bijbelse en/of mythologische en metaforisch gebruikte persoonsnamen, fiktieve personages en evenmin de namen Tine, Mimi, Edu, Nonni en Multatuli (c.q. Eduard Douwes Dekker); onder hun naam verschenen titels zijn uiteraard wel onder deze auteursnaam opgenomen. Pseudoniemen zijn niet opgelost; zij hebben een eigen lemma. De vindplaatsen van de naam Hagiosimandre zijn bv. niet onder Broens te vinden; wel wordt waar mogelijk onder het pseudoniem naar de echte naam verwezen en vice versa. Initialen als ondertekening van artikelen zijn doorgaans niet opgenomen. {==242==} {>>pagina-aanduiding<<} Impliciete verwijzingen naar personen of titels, waarbij de naam dus niet genoemd wordt (bv. ‘m'n tante’ of ‘uw jongste boek’, zijn wel opgenomen, indien de identiteit van persoon of werk ondubbelzinnig is. De alfabetisering geschiedt in eerste instantie op grond van de (eerste) achternaam en daarbinnen op voornamen of initialen; alleen algemeen bekende dynastieke staatshoofden zijn onder hun voornaam opgenomen. De ij wordt als y opgevat en numerieke volgorde prevaleert boven de alfabetische (‘Derde congres’ volgt dus op ‘Eerste congres’). In deel VIII t/m XXV wijzen kursieve bladzijnummers erop dat het betreffende lemma voorkomt in een tekst van Multatuli (c.q. EDD). Titels en namen zijn zo veel mogelijk genormaliseerd volgens de in nationale bio- en bibliografieën gangbare spelling. In register-B worden de volgende suffixen gebruikt achter het bladzijnummer: -n; duidt op een redaktionele vermelding in een voorwoord of annotatie; -+n; duidt op een vindplaats in een brief of dokument waarbij een redaktioncle annotatie behoort; -a; bij een periodiek of auteur duidt erop dat uit dit dag-, week-of maandblad, of van deze auteur een artikel is opgenomen in de V.W.; -b; duidt erop dat aan de genoemde persoon een biografische aantekening is gewijd achterin een der delen van de V.W. In register-B zijn de volgende verzamellemma's opgenomen: -congressen; -hotels, restaurants, logementen; -scheepsnamen. Voorts staan in een chronologische lijst de gouverneurs-generaal vermeld die in de V.W. voorkomen. Zonder hulp van een aantal personen en instellingen had samensteller Willem L. van Duijn deze registers nooit in het vereiste tempo en met de nu bereikte accuratesse kunnen bewerken. Hij stelt er hoge prijs op met name hierbij dank te zeggen: {==243==} {>>pagina-aanduiding<<} J. Jalvingh, voor het beschikbaar stellen van zijn eigen registeraantekeningen, vele afdelingen van de UB, Amsterdam, en het Multatuli Museum, die met raad en daad bij zijn naspeuringen voor de registers behulpzaam zijn geweest. HvdB {==244==} {>>pagina-aanduiding<<} {==245==} {>>pagina-aanduiding<<} Korrespondentieregister abell, p.f. Afzender: XXI: 711, 752; XXII: 201, 322 ablaing van giessenburg, rudolf c. d' Afzender: X: 346, 357, 513, 518, 529, 530, 532, 545, 602, 608, 617, 623, 627, 651, 673, 681, 682, 683, 685, 694, 695, 699, 700, 700, 701, 709, 710, 712, 715, 716; XI: 25, 27, 28, 29, 30, 32, 34, 42, 49, 53, 54, 56 (2×), 57, 60 (2×), 61 (2×), 63, 67, 68, 69 (2×), 79, 85, 90, 91, 91, 92, 95, 95, 97, 130, 132, 140, 143, 157 (2×), 166, 187, 196, 207, 208, 225, 255 (2×), 255, 287, 294, 300 (2×), 300, 303, 316, 316, 345, 356, 358, 372, 374, 376, 385, 394, 396, 400, 403, 405, 409, 410 (2×), 411, 414, 415, 416, 422, 424 (3×), 425, 428 (2×), 432, 435, 437, 439, 443, 446, 451, 461, 483, 500, 502, 503, 519, 556, 566, 568, 569, 574, 592, 593, 600, 604, 610, 614, 617, 619, 630, 640, 664 (2×), 686, 696, 707, 711, 736, 750, 755, 776, 780; XII: 35, 36, 41, 74, 78, 131, 291 (2×), 311, 420, 476, 628, 645; XIII: 32; XVII: 711 Ontvanger: X: 500, 515, 515, 516, 529, 531, 543, 544, 546, 548, 549, 550, 551, 553, 554, 555, 557, 558, 560, 577, 581, 586, 589, 590, 592 (2×), 593 (2×), 596, 597 (2×), 598, 599 (2×), 602, 603 (3×), 605, 608, 613, 614, 615 (2×), 616, 620, 622 (2×), 629 (2×), 667, 673, 676 (3×), 679, 682, 685, 695, 697, 698, 702 (2×), 709, 710, 715; XI: 25, 26, 33 (2×), 35 (2×), 36, 37 (2×), 39 (3×), 40 (3×), 41 (3×), 42, 43 (2×), 45 (2×), 46 (2×), 47 (2×), 48 (2×), 49, 50 (4×), 51 (2×), 52 (2×), 53 (2×), 54 (2×), 55, 56, 58 (3×), 59 (2×), 60 (2×), 63, 64 (2×), 65 (3×), 66, 67, 69, 70 (2×), 71, 81, 82 (2×), 83, 84, 87, 90, 90, 97, 140, 157, 165, 166, 226 (2×), 227, 239, 292, 301, 303, 305, 313, 315, 317, 318, 339, 344, 348, 348, 350, 375, 384, 393, 396, 397 (2×), 398, 399 (2×), 400, 405, 407 (2×), 408, 409, 412, 413, 422, 433, 434, 442, 453, 486, 492, 497 (2×), 503, 508, 555, 557 (2×), 567, 569, 587, 693, 725; XII: 620, 643, 645, 721, 780; XIII: 254; XIV: 399; XXIV: 592, 593, 603, 606, 630 abrahamsz, anna Ontvanger: X: 309, 310 abrahamsz, jr. c. Afzender: XXIV: 574 abrahamsz, sietske Afzender: X: 500; XI: 407 (2×), {==246==} {>>pagina-aanduiding<<} 619; XIII: 254; XXIV: 487 Ontvanger: XXIV: 475 abrahamsz, theodorus (swart) Afzender: XXIV: 602 abrahamsz-douwes dekker, catharina Ontvanger: XXIV: 505 admiraal, aart Afzender: XIX: 47, 85, 315, 579 admiraal-dupain, maria m. Ontvanger: XIX: 603 akkeringa, a. (boekhandel te leeuwarden) Ontvanger: XI: 707 algemeen handelsblad (periodiek) Ontvanger: X: 350 algemeen secretaris Ontvanger: VIII: 441 algemene rekenkamer van nederlandsch-indië Afzender: VIII: 75, 77, 418, 440; X: 533 Ontvanger: X: 528 altmann en roosenburg (boekhandel te rotterdam) Ontvanger: XI: 97 amersfoort, j.p. Afzender: XXII: 170 Ontvanger: XXII: 167 amoerang, gezaghebber te Ontvanger: IX: 113 amorie van der hoeven, a. des Afzender: XXI: 717 Ontvanger: XXI: 708 amorie van der hoeven jr., abraham (bram) des Afzender: IX: 20 amorie van der hoeven, herman a. des Afzender: XI: 411, 486; XIV: 175, 177, 182, 184, 196 (2×), 200, 210, 212 Ontvanger: XIV: 178, 192, 199, 210 amstelbode, de (periodiek) Ontvanger: XVIII: 254, 341 amsterdam, hoofdcommissaris van politie te Ontvanger: XI: 380 amsterdammer, de (periodiek) Ontvanger: XXI: 673 amsterdamsche courant (periodiek) Ontvanger: X: 159 amsterdamsche stadsschouwburg; directie van Ontvanger: XI: 413 anderson, anna m. (marie) Afzender: XVII: 429; XXV: 108, 110, 127, 131 (2×) {==247==} {>>pagina-aanduiding<<} Ontvanger: XX: 254, 447, 477, 491, 500, 568; XXII: 317; XXIII: 656, 751; XXIV: 37, 75 anschütz, j.h. Afzender: XXI: 705; XXII: 357, 52 arnould, a. Afzender: XXII: 530 arnhemsche courant (periodiek) Ontvanger: X: 337, 342 asperen, pop van Afzender: XVII: 216, 369 Ontvanger: XVII: 170 asser, lodewijk e. Ontvanger: XIII: 161, 216, 379 aulnis, judith g. d' Afzender: IX: 326 aijer bangies, ambtenaar van de burgerlijke stand in de residentie Ontvanger: VIII: 252 aijer bangies, geëmployeerde van de factorij der n.h. m te Ontvanger: VIII: 107 aijer bangies, pakhuismeester te Ontvanger: VIII: 114 aijer bangies, secretaris en algemeen ontvanger te Ontvanger: VIII: 205 b., mw. (zie ook: bosch, mw.) Ontvanger: XVII: 318, 334, 349, 351, 369, 393, 416 baalen, a.c. van Afzender: XXI: 681 baarslag, jan b. Afzender: XXIII: 627 baarslag-zürcher, n. Afzender: XXIV: 71 baart, maria e. (elize) Afzender: XVII: 96, 647 (2 ×), 649, 682 Ontvanger: XVI: 570, 679; XVII: 112, 560, 572; XVIII: 404, 470 bais, pieter Ontvanger: XIX: 517; XX: 69 baros, controleur te Ontvanger: VIII: 201 bataviaasch handelsblad (periodiek) Ontvanger: X: 351 beer, taco h. de Afzender: XXI: 294, 311 (2 ×), 322, 357, 359, 363, 372, 382; XXII: 616; XXIII: 107 Ontvanger: XXI: 316, 329, 331, 359, 367, 371, 373, 377, 378, 395, 413; XXII: 593, 628; XXIII: 560 bekking, v.a.l.p. (ass. res. van lebak) Afzender: IX: 414 {==248==} {>>pagina-aanduiding<<} Ontvanger: IX: 416, 425, 426, 435 belinfante, gebr. (uitgeverij te den haag) Ontvanger: XI: 132 berdenis van berlekom, j.j. Ontvanger: XXIV: 89 berdenis van berlekom, marie Ontvanger: XXIII: 424, 443, 506, 572, 573, 592, 621, 638, 700, 703, 719, 747, 751; XXIV: 130, 400, 453 berend, michel Ontvanger: XI: 396 berg, van den Afzender: XXI: 690 berg, norbertus p. van den Afzender: XXII: 231 Ontvanger: XXI: 799 berg, s.t.a.d. van de Afzender: XXI: 692 berg sonjee Afzender: XXII: 112 bergsma, johannes j. Ontvanger: XIII: 714 bergsma, willem b. Ontvanger: X: 22; XXII: 215 bernhold, eduard Afzender: XIX: 166, 192, 262, 320, 378, 536, 569, 572, 589, 601, 811; XX: 84, 132, 210, 484; XXII: 538; XXIII: 627 Ontvanger: XIX: 183, 184, 322, 433, 550, 571, 574, 609; XX: 71, 130; XXII: 531 bernhold, eduard w. (wouter) Afzender: XXI: 219, 461, 497; XXII: 636; XXIII: 110; XXV: 194 Ontvanger: XXI: 120; XXII: 457; XXIII: 473, 481, 717; XXIV: 78, 422 beurzen courant (periodiek) Ontvanger: XII: 377 beyerinck, p.j.g. Ontvanger: IX: 208 beijers, jan l. (uitgever te utrecht) Ontvanger: XXI: 144 bien public, le (periodiek) Ontvanger: XII: 402 bientjes, jan a. Ontvanger: XVI: 645; XVII: 30, 94, 114, 117, 168 bilgen, p.h. Afzender: XXI: 700 blaauw, j.w.c. Afzender: XV: 289 blankman, j. Afzender: XXI: 634 {==249==} {>>pagina-aanduiding<<} bleeker, pieter Afzender: X: 387, 393; XXIV: 518 boele van hensbroek, p.a.m. Afzender: XXIV: 80 Ontvanger: XXIV: 237 boelen, anton Ontvanger: XIV: 49 bohré, w.b. Afzender: XXI: 700 bokkel, j.g. ten Afzender: XXIV: 138 bokma, toussaint (cool van -) Afzender: XXII: 202 Ontvanger: XI: 711; XIV: 203, 206, 229, 247, 292, 361; XIX: 101, 294, 314, 324, 423; XXIV: 730 bommel, d.g. van Ontvanger: XII: 78 bos, hendrik j.j. Afzender: XIX: 549 Ontvanger: XVII: 671; XIX: 74 (2 ×), 280, 281; XXIII: 89 bos, pieter m. Afzender: XX: 545, 565 bosboom, johannes Afzender: XIII: 392 bosch, mw. Ontvanger: XVII: 577 bosscha jr., johannes Afzender: IX: 304 bosscha sr., johannes Ontvanger: IX: 304 bouberg wilson, s.j. Afzender: XXI: 801; XXII: 245 boulet, gustave j.a. Ontvanger: XVIII: 332 bovenschen, heinrich e. Ontvanger: X: 402 brak, p.m. Ontvanger: XI: 446 braunius oeberius, nicolaas Afzender: XI: 140, 292, 555, 693; XXII: 417, 436; XXIII: 743; XXIV: 66, 465, 623 Ontvanger: X: 609; XI: 42, 58, 140, 294, 736; XIII: 219, 235, 240; XXII: 389, 419, 605, 625 braunius oeberius-meyer, ymke Afzender: XXIII: 493, 537, 582, 602; XXIV: 27 (2 ×), 46, 59, 60, 62, 66, 381, 393, 437; XXV: 210, 214, 220, 222, 224, 226, 233 bredasche courant (periodiek) Ontvanger: XIX: 448 bredius-cost van doorninck, emérance l.i. Afzender: XIX: 526, 769 {==250==} {>>pagina-aanduiding<<} bremer, joh. b.h. Afzender: XXIII: 184 Ontvanger: XXI: 396, 440, 457, 461, 729, 734; XXII: 336, 426, 478, 654, 664, 679, 683; XXIII: 95, 116, 166, 194; XXV: 200 bremer-snelleman, christina Afzender: XXIII: 195 Ontvanger: XIX: 370; XXI: 440, 457, 461, 525, 686, 708, 729, 734; XXII: 29, 307, 335, 336, 367, 379, 426, 478, 485, 566, 576, 614, 633, 654, 664, 679, 683, 739, 766, 775; XXIII: 65, 95, 106, 154, 166, 172, 180, 194; XXV: 200 brest van kempen, carel p. Afzender: IX: 410, 454, 459, 461, 507, 517, 523, 572, 573, 591, 592, 595, 597, 623, 635, 641 Ontvanger: IX: 458 (2 ×), 463, 500, 502, 507, 518, 565, 577, 583, 584, 618, 629 breunissen troost-coenders, maria a.e.h. Afzender: XXIII: 280, 338, 499; XXIV: 139 brester, w. Ontvanger: XI: 424 brink, jan ten Afzender: XXIII: 424 Ontvanger: XVI: 590, 600, 671, 716; XVII: 47; XXIII: 352, 395, 402, 403, 413, 467 broek, christaan j.h. van den Afzender: XXI: 628, 649 Ontvanger: XXV: 205 broek, j.a. van den Afzender: XXI: 701; XXII: 78 Ontvanger: XXI: 696 broens jr., g. Ontvanger: X: 676; XI: 519, 664 broese & co. (boekhandel te breda) Ontvanger: XXIV: 580 brooshooft, pieter Afzender: XXII: 260, 294 Ontvanger: XXI: 799; XXII: 316 brouwer, g. (boekhandel te deventer) Ontvanger: X: 683; XI: 60 brouwer, g.a. Ontvanger: IX: 640 brouwers, j. Ontvanger: XIII: 548 brück, emil Afzender: XX: 149, 450 Ontvanger: XX: 136, 452 bruining en wijt (boekhandel te batavia) Afzender: XI: 453, 492, 725 bruins, h. Afzender: XXI: 700 {==251==} {>>pagina-aanduiding<<} bruinsma, vitus j. Afzender; XVII: 130, 165, 174, 224; XIX: 101, 294, 423; XXII: 419; XXIV: 243; XXV: 90 Ontvanger: XVII: 78, 87, 109, 149, 220, 235, 290, 297, 365, 369; XVIII: 281, 692, 699, 708, 743, 744, 768, 786; XIX: 39, 45, 257, 297, 579, 595 (2 ×), 598, 650, 788, 800; XX: 67, 190, 323, 400, 514; XXI: 164, 295, 422, 493, 549, 615, 628, 633, 634 (2 ×), 641, 649, 650, 652, 657, 669, 672, 673, 678 (2 ×), 680, 681 (2 ×), 684, 685 (2 ×), 686 (2 ×), 690, 691 (2 ×), 692, 693 (3 ×), 694, 695, 696, 697, 700 (2 ×), 701, 705 (2 ×), 707, 711, 713 (3 ×), 716, 717 (2 ×), 719 (2 ×), 727, 741, 752, 775, 777 (2 ×), 778; XXII: 54, 55, 56, 63 (2 ×), 74, 78, 88, 90, 98, 101, 112, 114, 119, 125, 136 (2 ×), 138, 145, 156, 159 (2 ×), 160, 202, 208, 212, 213, 216, 221, 225, 230, 239, 243, 249, 270, 272, 299 (2 ×), 304, 311, 319, 321, 322, 346, 357, 373, 377, 408, 417, 420, 427, 436, 437, 522; XXIII: 388, 493, 700; XXIV: 244, 249, 267, 328, 368 bruinsma-van den berg, hilda l. Ontvanger: XVIII: 699, 743, 744, 768; XIX: 45, 257, 598, 650, 788; XX: 76, 190; XXI: 295, 422; XXII: 319, 417; XXIII: 493; XXIV: 27, 328 buist, j. Afzender: XXII: 136 bull, abraham j. de Afzender: X: 156 bunck, g. Ontvanger: XI: 316 busken huet, conrad Afzender: XI: 383, 452, 618, 626, 634, 654, 659, 660, 662, 670, 688, 710, 741, 752; XII: 34, 574, 612, 682, 748, 754, 766; XIII: 200, 262, 446, 516; XV: 208; XXIII: 352, 366, 395, 402, 403, 413, 467 Ontvanger: XI: 448, 510, 617, 622, 631, 636, 655, 661, 663, 666, 674, 689, 711, 734, 747, 769; XII: 25, 36, 52, 136, 168, 183, 204, 225, 235, 282, 306, 342, 359, 388, 429, 435, 446, 464, 481, 484, 491, 495, 520, 534, 555, 558, 572, 575, 587, 601, 604, 621, 667, 675, 691, 705, 709, 721, 732, 736, 750, 771; XIII: 61, 102, 142, 384, 431; XVI: 739 buuren, van Afzender: XXIV: 92 buuren-van heutsz, m. van Afzender: XXIV: 92 buijs, arnoldus Afzender: XXIV: 708 buys, dirk (boekhandelaar te rotterdam) Ontvanger: XX: 465 calisch, g.m. Afzender: XXII: 43 {==252==} {>>pagina-aanduiding<<} carolus, charles e.p. Afzender: IX: 439, 440 (2 ×), 442, 443, 445, 447, 448, 449, 450, 456, 458 (2 ×), 462, 463 Ontvanger: IX: 441, 446, 454, 459 chateleux, engelbert m. de navarre de Afzender: XVIII: 683 claasen, a.h. Afzender: XIX: 36 claasen, petrus j. Afzender: XIX: 296 clant van der myll-piepers, adriana j.f. (jeanne) Afzender: XXIV: 94, 414; XXV: 133 Ontvanger: XXII: 731; XXV: 60 cohen stuart, abraham b. Afzender: XVI: 41, 48, 63 Ontvanger: XVI: 55; XVII: 527, 531; XXV: 31, 33, 59 cohen stuart, james w.t. Afzender: XV: 540, 650; XVI: 33, 59, 68, 84 Ontvanger: XV: 545; XVI: 56, 65, 79; XVII: 682; XXV: 25, 30, 35, 36, 38, 98, 101, 106, 108, 110, 125, 127, 130, 131 (2 ×), 133, 137 collard, petrus a.a. Afzender: XXII: 89 collem, a. van Afzender: XXIV: 79 congrès des étudiants progressistes Afzender: XXIII: 222 Ontvanger: XXIII: 229 contemporary review, the (periodiek) Ontvanger: XVI: 169 cornelisse, piet j. Afzender: XI: 399 cornets de groot van kraayenburg, jhr. johan p. Afzender: X: 393 cosman, herman Afzender: XXIII: 233 cosijn, peter j. Ontvanger: XVII: 646 coss, ottilie n.c.m. Afzender: X: 400 Ontvanger: X: 509 coutinho, h.m.b. Afzender: XXI: 700 couvée, m.m. (boekhandel te den haag) Ontvanger: XI: 755 cramer Ontvanger: XI: 80 credietvereeniging te amsterdam, directeuren der Ontvanger: XI: 425, 439, 451, 461 {==253==} {>>pagina-aanduiding<<} crombrugghe's genootschap, van Afzender: XII: 355 (circulaire) daehne van varick, august von Afzender: XXII: 709, 727, 735, 742, 756 dam, karel van (kareltje) Afzender: XIX: 138 damstee Ontvanger: XVII: 718 dedem, willem k., baron van Afzender: XII: 55 deventer, charles van Afzender: XXII: 168 deventer, conrad th. van Afzender: XXIV: 452 deutz, j. Afzender: XXI: 650 dickelman, jean h. Afzender: IX: 34 diepenhorst, huig Afzender: VIII: 309, 347, 349, 354, 397 Ontvanger: VIII: 261, 347, 351, 391 diest lorgion, rudolphina h.c. Afzender: XXII: 292 diest lorgion-barones van hoëvell, godartine a.g.p. Afzender: XXII: 292; XXIV: 93 directeur der kultures Afzender: IX: 655 directeur der producten en civiele magazijnen Afzender: VIII: 389 Ontvanger: VIII: 331 directeur van financiën Afzender: X: 287, 528, 606; XXIV: 572 Ontvanger: X: 533 directeur-generaal van financiën Afzender: VIII: 97, 391, 431, 446, 521 Ontvanger: IX: 40 dissel, elie j.f. van Afzender: XIX: 647 dissel, w.h. van Afzender: XXI: 700 domela nieuwenhuis, ferdinand Afzender: XXII: 569; XXIII: 123, 244, 311, 682, 712, 732, 747; XXIV: 31, 38 Ontvanger: XXIII: 113, 125, 712; XXIV: 28; XXV: 166 donders, f.c. Ontvanger: XXIV: 647 doorenbos, willem Ontvanger: XVI: 211, 657, 667 {==254==} {>>pagina-aanduiding<<} doorman, j.d. Afzender: XIII: 677 dorsman, adr. Afzender: XXI: 681 douwes dekker, auguste h.e. Ontvanger: XVI: 591, 641; XIX: 592; XXII: 753; XXIV: 226, 341, 456 douwes dekker, edu (pieter j.c.e.) Afzender: XI: 128, 138, 141; XIII: 423, 428; XIV: 39; XV: 114; XVI: 484, 715, 752; XVII: 37, 316; XIX: 731; XXI: 655, 797; XXII: 63; XXIII: 469; XXIV: 474, 475 Ontvanger: XX: 91; XXIV: 485, 487; XXV: 163, 165, 201 douwes dekker, engel Afzender: XXII: 140, 179 Ontvanger: XXI: 162, 407, 413, 430, 477, 497, 498, 507, 518, 530; XXII: 27, 86, 336; XXV: 194, 198 douwes dekker, jan Afzender: IX: 711; X: 106, 125, 128, 283, 434, 484, 698; XXIV: 556, 578 Ontvanger: IX: 307; X: 123, 699, 700 douwes dekker, kornelis Ontvanger: XXV: 97 douwes dekker, nonni (elisabeth a.e.) Afzender: XIX: 48; XX: 287 douwes dekker, pieter Afzender: IX: 640; XXIV: 528, 531, 563, 565, 568, 571, 574, 575, 576 Ontvanger: IX: 104; XXIV: 534, 535, 536, 547, 548, 551, 552, 555, 557, 558, 561 (2 ×), 562, 563, 566, 571 douwes dekker, willem Afzender: XXIV: 505 douwes dekker-abrahamsz, maria Ontvanger: XXIV: 535, 536, 563 douwes dekker-heyning, theodora c. Ontvanger: XXI: 477, 497, 507, 518; XXV: 194 duitz, jozef w.e. Afzender: XXI: 741; XXII: 56, 160, 299, 346, 377, 420 duparc, m. Afzender: XXI: 693 dupont, henriëtte j. Afzender: XXIV: 276 dutillieux, joseph t. Ontvanger: XIII: 542; XIV: 53 duursma, aaltje Afzender: XV: 663, 674, 693 {==255==} {>>pagina-aanduiding<<} duymaer van twist, albertus j. Afzender: IX: 283, 579; X: 22; XXII: 215 Ontvanger: IX: 209, 212, 227, 228, 259, 521, 523, 583, 584, 595, 631, 634 duyse, herman van Ontvanger: XIII: 360; XVI: 99 dijck, a.j. van Afzender: IX: 455 e., de hr. en mw. Ontvanger: XVII: 254, 576, 732 eeden, frederik w. van Afzender: XXIII: 613; XXIV: 349, 392, 405 eekhof, j. Afzender: XXI: 684; XXII: 448 eerens, dominique j. de Ontvanger: VIII: 75, 77 elk, a.a. van Afzender: XXI: 691; XXII: 145 elsevier (uitgevermaatschappij te rotterdam) Ontvanger: XXI: 517; XXIV: 243, 250, 268 emmerts, g. Afzender: XXII: 114 engelbrecht, j. manuel Afzender: XXI: 673; XXII: 119, 159 engelman, maria f. Ontvanger: XVIII: 104 enschedé, de heren; de firma joh. enschedé en zonen Afzender: XIII: 96, 118, 141, 165, 233, 299, 331, 389, 472, 476, 509, 578, 585, 585, 587, 596, 602, 629, 644, 672, 693; XIV: 31, 643; XXIV: 704, 705, 712, 726 Ontvanger: XXIV: 671, 702, 703, 704, 705, 707, 708, 709, 710, 713, 718; XXV: 22 (2 ×) ensing, johannes Ontvanger: XXI: 270 es, s.d. van (drukker te amsterdam) Ontvanger: X: 617 etzerodt, stéphanie Afzender: XV: 75, 506, 559, 588; XVI: 302, 318, 745; XVII: 26 Ontvanger: XI: 130, 130, 222, 239, 240, 241, 243, 245 (2 ×), 247, 248, 249, 254, 288 (2 ×), 288, 289, 289, 290, 293, 294, 297, 365, 370, 377, 414, 496, 505, 515, 553, 580, 592, 607, 611, 612; XII: 654, 666, 704; XIII: 246, 332, 373, 447, 503, 643, 710; XIV: 38, 39, 48, 49, 52, 55, 619, 652; XV: 262; XVI: 103 europa, uitgevers van tijdschrift Ontvanger: XI: 58 eijbergen, h.c. van Ontvanger: IX: 257, 258, 259 {==256==} {>>pagina-aanduiding<<} eyck, j.c. van Ontvanger: XXI: 799 faber, jan g.a. Afzender: X: 354; XI: 238; XIV: 544 Ontvanger: X: 402 fabius, j.w. Afzender: XXIV: 132 falker & lucius (advocatenkantoor) Afzender: XXIV: 45 feisser, j.f. Afzender: XI: 87 fennema, hendrik Ontvanger: XIII: 266 feringa, frederik Afzender: XVII: 109; XX: 96, 398 Ontvanger: XI: 640; XV: 237; XVI: 549, 697 fischer, j.d. Ontvanger: XVI: 504, 752; XVII: 37 flemmich, heinrich l. Ontvanger: XII: 157, 158, 193 flemmich, mw. Ontvanger: XII: 172, 193 forster (ps. van: willem bosch) Ontvanger: XVIII: 534 fraens, a.j. Afzender: XXI: 714 fransen van de putte, isaäc d. Afzender: XI: 401 funke, george l. Afzender: XIV: 596, 602, 606, 610, 622, 626, 639, 656 (2 ×), 659, 666; XV: 33, 78, 84, 89, 104, 108, 115, 120, 128, 131, 141, 145, 167, 169, 170, 178, 181, 182, 184, 198, 200, 206, 223, 227, 256, 268 (2 ×), 277, 281, 290, 298, 302, 310, 320, 326, 352, 360, 371, 375, 382, 384, 385, 391, 401, 413, 419, 433, 439, 451, 461, 479, 493, 499, 518, 527, 560, 572, 579, 585, 587, 591, 597, 605, 611, 621, 626, 662, 666, 673, 675, 692, 699, 724, 732, 734, 737, 749, 755, 760, 782, 783, 785; XVI: 27, 28, 45, 54, 74, 89, 94, 126, 138, 165, 192, 206, 212, 216, 230, 240, 254, 280, 282, 283, 290, 297, 301, 311, 334, 371, 396, 411, 420, 423, 436, 443, 459, 483, 525, 546, 547, 550, 554, 560, 568, 584, 625, 650, 655, 677, 717, 726, 738; XVII: 24, 43, 57, 69, 80, 92, 102, 111, 154, 182, 199, 206, 214, 216, 244, 248, 255, 267, 282, 291, 325, 344, 350, 368, 379, 392, 399, 401, 413, 443, 531, 559, 649, 674 (2 ×), 713, 740, 745, 746, 756, 771, 774, 784; XVIII: 49, 64, 66, 78, 88, 94, 110, 123, 164, 226, 287, 314, 318, 357, 425, 450, 466, 475, 486, 498, 512, 544, 557, 576, 617, 638, 642, 646, 653, 659, 662, 665, 679, 694, 728, 746; XIX: 136, 195, 202, 537, 551, 579, 584, 597, 612, 616, 742, 854, 926, 946; {==257==} {>>pagina-aanduiding<<} XX: 23, 49, 62, 67, 71, 78, 82, 87, 93, 141, 503, 537, 568; XXI: 240, 343, 353, 358, 369, 409, 412, 504; XXII: 34, 39, 188, 188, 366, 638, 764; XXIII: 156, 174, 323, 331, 333, 337, 386; XXV: 109 Ontvanger: XIV: 598, 605, 607, 620, 623, 628, 629, 637, 641, 646, 656, 662; XV: 33, 37, 81, 83, 90, 91, 105, 107, 110, 112, 117, 118, 126, 129, 131, 132, 133, 134, 139, 140, 142 (2 ×), 151, 158, 160, 163, 165, 171, 174 (2 ×), 176, 180, 183, 189, 196, 198, 200, 201, 209, 217, 221, 225, 235, 252, 253, 255, 264, 275, 277, 282, 286, 291, 300, 303, 317, 318, 333, 339, 353, 354, 355, 362, 369, 373, 377, 378, 383, 389, 392, 396, 412, 414, 435, 453 (2 ×), 474 (2 ×), 477, 491, 506, 510, 511, 519, 522, 526, 529, 538, 553, 563, 565, 569, 574, 581, 585, 586, 593, 598, 602, 607, 608, 613, 622, 627, 634, 642, 649, 663, 667, 671, 674, 683, 689, 693, 698, 701, 708, 711, 712, 723, 725, 730, 733, 736, 737, 741, 745, 749, 757, 762, 781, 784; XVI: 25, 26, 29, 47, 53, 67, 77, 83, 88, 92, 100, 104, 109, 114, 115, 120, 121, 124, 125, 132, 137, 144, 146, 149, 155, 163, 168, 172, 174, 188, 194, 204, 205, 206, 214, 218, 221, 232, 235, 239, 248, 282, 286, 291, 296, 298, 300, 303, 306, 316, 324, 346, 369, 406, 410, 411, 415, 421, 427, 434, 439, 456, 479, 483, 485, 558, 721, 727, 735, 738, 741, 742, 751, 752; XVII: 21, 32, 35, 41, 56, 63, 65, 72, 76, 82, 87, 97, 105, 110, 140, 158, 181, 204, 213, 236, 248, 256, 258, 277, 319, 331, 340, 345, 356, 360, 372, 376, 382, 385, 395, 413, 414, 535, 549, 573, 596, 663, 683, 711, 714, 715, 718, 743, 744, 745, 753, 758, 772, 775, 779, 787; XVIII: 61, 73, 79, 87, 93, 95, 107, 108, 109, 111, 112, 113, 121, 132, 165, 206, 224, 234, 245, 246, 254, 283, 284, 290, 298, 312, 313, 320, 324, 329, 335, 338, 339, 340, 349, 353, 355, 359, 361, 363 (2 ×), 365 (2 ×), 367, 368 (2 ×), 385, 434, 435, 449, 452, 454, 471, 476, 488, 494, 501, 524, 536, 543, 552, 570, 571, 625, 635, 638, 639, 641, 644, 650, 654, 660, 663, 676, 694, 697, 699, 725, 730, 735, 745, 746, 776, 787; XIX: 106, 140, 150, 176, 548, 580, 593, 613, 618, 740, 810, 920, 939, 947; XX: 41, 63, 72, 81, 85, 137, 157, 195, 253, 536, 572; XXI: 29, 48, 63, 72, 138, 218, 323, 328, 353, 360, 378, 401, 411, 422, 499; XXII: 57, 193, 209, 213, 217, 314, 646, 761; XXIII: 151, 161, 324 (2 ×), 331, 332, 334, 350, 358, 366, 383, 396, 405, 409, 417; XXV: 194 funke, jacobus Ontvanger: XXIII: 465 funke-de koning, maria c. Afzender: XXIV: 110 Ontvanger: XXIII: 352, 385, 399, 556, 558, 583, 584, 612, 763; XXIV: 70, 239, 332, 387, 392 gaasbeek, m. (boekhandelaar te groningen) Ontvanger: XI: 69 gavere, cornelis de Ontvanger: XI: 56 {==258==} {>>pagina-aanduiding<<} gay, j. Ontvanger: XI: 63 gazan, s. Afzender: XXIV: 141 gelder en zonen, van (papierfabrikant) Ontvanger: XI: 68, 500, 696; XII: 74 gelderen, p.w. van Afzender: XXI: 678 gennep, j. van Afzender: XIV: 178, 192, 199, 210, 212, 220, 234, 239, 282, 448 geraerts jr., j.h. Afzender: XXI: 678; XXII: 41 gerdessen, lodewijk e. Afzender: XXIV: 348 Ontvanger: XV: 770; XVI: 57, 118 germania (levensverzekeringsmaatschappij) Afzender: XXII: 252, 305 geyter, julius de Afzender: XI: 567, 587; XII: 721, 780; XIII: 700; XVI: 100 Ontvanger: XI: 459, 568, 570, 579, 588, 589, 594, 702, 721, 740; XII: 51, 67, 86, 89, 90, 130, 147, 155, 219, 269, 273, 301, 393, 410, 514; XIII: 111, 307, 308, 321, 334, 365, 369, 370, 382, 393, 439, 445, 464, 477; XIV: 250; XV: 309, 312; XVI: 140, 653, 659, 705; XVII: 658; XX: 562 ghinst, augustinus j. van der Afzender: XIII: 612; XIV: 74, 82, 130 Ontvanger: XIV: 88, 99, 100, 138, 558, 563, 565; XV: 582 godin, w.f. (controleur te ankola) Ontvanger: VIII: 130 goes, frank van der Afzender: XXI: 672, 697, 801 Ontvanger: XXII: 27, 34, 36 (2 ×), 39, 40, 41 (2 ×), 43, 47, 51, 55, 73, 74, 91, 93 (2 ×), 137, 138, 140 (2 ×), 143, 154, 168, 169, 179, 188, 196, 201, 211, 218, 234, 245, 271, 293, 300, 339, 347, 354, 361, 448 goeverneur, jan j.a. Afzender: XXIII: 206, 304, 323 Ontvanger: XXII: 421 goldie, james Ontvanger: VIII: 116 gorontalo, civiel gezaghebber te Ontvanger: IX: 211 gorter, auke Afzender: XXII: 34, 41 (2 ×); XXIV: 65, 67 Ontvanger: XXIV: 64 gosler, p.w. Afzender: XXI: 686; XXIV: 78 {==259==} {>>pagina-aanduiding<<} graaff, charlotte de Afzender: X: 710; XI: 83 Ontvanger: X: 604?, 712, 715; XI: 72, 85 gras, antoine j. le Afzender: XVII: 312, 338, 562, 646, 665, 682 (2 ×) Ontvanger: XVII: 254, 586; XIX: 870; XXV: 141, 142 greshoff, h. Afzender: XXI: 700 groot, a. ant. Afzender: XXI: 681 groothoff jr., a. Afzender: XXI: 700 grothe, h.p. Afzender: XXI: 714 grünholtz (deurwaarder te padang) Afzender: VIII: 382, 385 gugel-bermann, adelheide k. von Afzender: XIX: 86, 109, 141, 150, 170, 241, 243, 260, 289, 313 Ontvanger: XIX: 142, 170, 261 guillot en smit, firma Afzender: XXIV: 357 guimond, j. Ontvanger: XI: 428 günst, frans c. (uitgever te amsterdam) Ontvanger: X: 428, 434, 470, 472, 473 (2 ×), 475, 478 (2 ×), 481, 484, 484 (2 ×), 492, 584, 586, 587, 588, 617; XI: 56, 91, 255; XVIII: 343, 356, 379; XIX: 138; XXIII: 197, 233, 367 günst-schrijver, catharina f. Ontvanger: XXIII: 495, 504 gysbert japicx, rederijkerskamer Afzender: XXIV: 279 haar bzn., h. ter Afzender: XI: 356 Ontvanger: XI: 356 haas az., ph.a. Ontvanger: XVI: 317 haas, jacob h. de Afzender: XXIV: 87; XXIV: 140, 206, 245 Ontvanger: XIX: 78, 156, 515, 516, 549, 663, 938, 966; XX: 100, 130, 184, 211, 230, 283, 327, 455, 494; XXI: 31, 35, 193, 245, 266, 274, 275, 397, 446, 499, 661; XXII: 376, 382, 386, 549, 557, 639, 650, 652, 658, 661, 662 (2 ×), 666, 681, 720, 743, 750, 781; XXIII: 33, 76, 105, 296, 555, 629, 645; XXIV: 66, 69, 383, 403, 438, 465, 484 haas, lina de Ontvanger: XXII: 420 haas-hanau, gosewina c. de Afzender: XIX: 50, 507, 796; XX: 243, 335, 352; XXI: 43, {==260==} {>>pagina-aanduiding<<} 276, 393, 526, 614; XXII: 261, 270, 348, 363, 492, 509, 722; XXIII: 129, 511; XXIV: 251, 394, 435, 454; XXV: 148, 221, 222, 235 Ontvanger: XVII: 428; XVIII: 643, 645; XIX: 41, 65, 367, 454, 454, 504, 564, 663, 666, 669, 770, 788, 789, 868, 911, 928, 929, 943; XX: 184, 322, 352, 399, 429, 445; XXI: 35, 60, 173, 217, 233, 245, 266, 274, 275, 276, 277, 379, 397, 446, 595, 661, 674, 757; XXII: 246, 306, 340, 355, 358, 382, 386, 414, 428, 438, 441, 450, 453, 477, 478, 483, 495, 499, 502, 510, 524, 557, 558, 571, 589, 591, 606, 636, 639, 650, 652, 662, 666, 668, 681, 705, 751, 769, 777, 779, 780; XXIII: 46, 52, 56, 82, 126, 218, 263, 265, 287, 296, 340, 401, 492, 507, 510, 519, 537, 574, 582, 585, 591, 602, 606, 716, 738, 743, 745, 758, 760; XXIV: 27, 29, 38, 44, 46, 48, 51, 58, 59, 60 (2 ×), 62, 66 (2 ×), 69, 87, 192, 217, 246, 251, 276, 363, 381, 383, 393, 394, 401, 408, 421, 435, 436, 437, 451, 460, 465, 484; XXV: 193, 207, 208, 210, 214, 220, 222, 224, 226, 231, 233 hagiosimandre (ps. van: g. broens jr.) Ontvanger: X: 514 haighton, elise a. Ontvanger: XVII: 410, 422 hall, jacob n. van Ontvanger: XV: 429, 670; XVII: 23, 73, 166, 458, 484, 502, 657; XVIII: 144, 219, 271, 548, 559; XII: 291 hamminck schepel, annetta Afzender: XVIII: 670; XXIV: 240 Ontvanger: XI: 617; XIII: 32 hamminck schepel, christina j.j. Ontvanger: XIX: 714, 877, 881, 908; XX: 47, 317; XXI: 308; XXIII: 117, 121 hamminck schepel, maria f.c. (mimi) Afzender: XV: 354, 642; XVI: 100, 115, 125, 146, 205, 235, 346, 434, 637, 654, 666, 672, 685, 714, 725, 734, 751; XVII: 26, 32, 52, 85, 96, 97, 102, 109, 115, 202, 234, 256, 292, 323, 413, 424, 683, 718, 776; XVIII: 82, 107, 112, 143, 206, 246, 290, 298, 313, 320, 329, 335, 339, 340, 473, 494, 568, 571, 579, 616, 620, 625, 626, 643, 647, 697, 727; XIX: 65, 140, 142, 170, 176, 183, 184, 261, 322, 433, 499, 550, 558, 565, 567, 574, 598, 603, 609, 810; XX: 47, 67, 71, 76, 254, 429, 447, 452, 477, 491, 491, 500, 543, 568; XXI: 60, 72, 123, 171, 173, 180, 217, 233, 277, 308, 379, 412, 440, 457, 477, 525, 595, 674, 686, 708, 744; XXII: 29, 117, 193, 209, 217, 234, 236, 246, 307, 317, 335, 336, 340, 355, 367, 379, 426, 441, 457, 477, 483, 485, 499, 524, 566, 571, 576, 612, 614, 633, 654, 668, 679, 739, 751, 766, 769, 775, 777, 779; XXIII: {==261==} {>>pagina-aanduiding<<} 65, 95, 106, 126, 134, 142, 154, 172, 180, 194, 215, 218, 263, 265, 287, 296, 340, 352, 385, 399, 401, 404, 422, 492, 506, 507, 519, 573, 574, 583, 585, 591, 606, 608, 612, 629, 645, 646, 656, 692, 715, 716, 738, 745, 751, 758, 760, 763; XXIV: 29, 37, 38, 40 (2 ×), 44, 46, 48, 51 (2 ×), 55, 56, 58, 60, 65, 69, 70, 75, 130, 192, 217, 226, 226, 237, 239, 240, 246, 247, 266, 267, 269, 327, 332, 335, 341, 347, 350, 367, 370, 380, 383, 387, 392, 400, 401, 403, 408 (2 ×), 412, 420, 421, 422, 435, 437, 451, 453, 456, 460, 467, 472, 484, 485; XXV: 51, 60, 69, 74, 75, 76, 138, 179, 188, 193, 194, 198, 207 (2 ×), 231 Ontvanger: X: 631, 635, 645, 667, 671, 686, 687, XI: 96, 98, 101, 111, 128, 136, 137, 143, 145, 146, 147, 152, 157, 160, 165, 167, 180, 188, 196, 209, 211, 212, 218, 219, 223, 224, 228, 295, 298, 301, 304, 306, 311, 314, 315, 318, 327, 331, 338, 340, 343 (2 ×), 345, 347, 349, 350, 351, 353, 357, 359 (2 ×), 363, 367, 369, 378, 380, 456; XIII: 242, 247; XIV: 123, 127, 129, 137, 139, 141; XV: 116, 666; XVI: 254, 556, 562, 566, 568, 573, 580, 586, 599, 629, 638, 640, 661, 665, 668, 716 (2 ×), 729, 740; XVII: 29, 46, 146, 239, 259, 267, 304, 327, 337, 401, 415; XVIII: 318, 639, 670; XIX: 39, 42, 50, 53 (2 ×), 56, 59, 60, 63, 71, 75, 84, 86, 87, 89, 95, 105, 109, 115, 116, 134, 136, 141, 143, 146, 150, 152, 159, 166, 170, 175 (2 ×), 178, 180, 185, 191, 192, 195, 196, 200, 202, 223 (2 ×), 224, 239, 241, 242, 243, 248, 260, 261, 262, 271, 272, 279, 289, 292, 310, 313, 319, 320, 331, 341, 343, 347, 352, 360, 363, 374, 377, 378, 389, 395, 397, 405, 412, 418, 419, 425, 427, 440, 444, 450, 453, 455, 460, 473, 479, 480, 497, 514, 518, 536, 589, 666, 669, 670, 674, 679, 683, 689, 697, 702, 707, 709, 721, 734, 735, 746, 763, 765, 769, 770, 811, 879, 901, 903, 905, 948; XX: 84, 192, 196, 202, 210, 212, 220, 225, 234, 236, 243, 243, 256, 263, 266, 280, 290, 291, 295, 306, 310, 314, 327, 328, 347, 351, 354, 360, 371, 374, 376 (2 ×), 383, 393, 401, 412, 421, 424, 428, 433, 436, 438, 443, 484, 545, 565; XXI: 27, 32, 42, 43, 44, 52, 65, 68, 75, 78, 81, 94, 98, 101, 120, 128, 129, 167, 201, 224, 229, 238, 240, 243, 253, 261, 263, 271, 276, 393, 526; XXII: 213, 261, 348, 363, 492, 530, 722; XXIII: 129, 184, 195, 386, 600, 627, 682, 710, 712, 717, 736, 747; XXIV: 31, 33, 45, 52, 67 (2 ×), 68, 71, 75, 76, 78, 79, 80, 88, 91, 92, 93 (2 ×), 94, 108 (2 ×), 109, 111 (2 ×), 112 (2 ×), 124, 125, 132, 138, 139, 141, 166, 167, 191, 220, 228, 241, 249, 265, 267, 279, 348, 349, 354, 358, 379, 382, 414, 415, 419, 433, 438, 454, 591, 603, 607, 609; XXV: 178, 208, 211, 225 haedenberg, hedmanus Afzender: XI: 344, 348 Ontvanger: XI: 345 hartmann, j.h. Afzender: XXI: 700 {==262==} {>>pagina-aanduiding<<} hartogh, h.a. (officier van justitie) Ontvanger: XI: 380 hartsen, jhr. cornelis Afzender: X: 177 hartsen, jhr. Frederik a. Afzender: XXIV: 703 Ontvanger: XIII: 585 haspels, derk j.a. Ontvanger: XVII: 504; XVIII: 308 haspels, jacob m. (jaap) Afzender: XVII: 338, 562, 646, 682; XIX: 146, 331, 669, 675, 788, 789; XX: 327, 352, 399; XXI: 673; XXII: 195, 196, 306, 502, 510; XXIV: 251 Ontvanger: XVII: 254, 381, 586, 717; XVIII: 41, 247, 336, 742, 787; XIX: 35, 38, 161, 197, 281, 328, 505, 517, 548, 558, 561, 604, 652, 659, 691, 710, 748, 751, 756, 796, 797, 840, 869, 885, 927, 932, 944; XX: 124, 158, 175, 180, 189, 223, 228, 229, 231, 249, 326, 335, 346, 352, 386, 403, 431, 535, 570, 577; XXI: 31, 100, 194, 437, 550, 614; XXII: 242, 259, 276, 279, 295, 296, 306, 358, 361, 433, 575, 629, 692; XXIII: 90, 144, 170, 195, 199, 204, 205, 207, 347, 414, 418, 684; XXV: 142, 152, 155, 157, 167 hasselman, johannes j. Afzender: XXIV: 646 Ontvanger: XII: 715, 722, 731, 753 hasselt, willem j.c. van Afzender: X: 56, 104, 119, 132, 200, 230 Ontvanger: X: 57, 66, 78, 96, 106, 106, 117, 118, 120, 129, 131, 134, 173, 174, 188, 199, 225, 274 havinga portwijn, j.ij. Afzender: XXIV: 132 heeckeren brandsenburg, j. van Afzender: XXIV: 533, 552 Ontvanger: XXIV: 545 heemskerk azn., jan Afzender: XXIV: 645 Ontvanger: XIII: 677 helden, christiaan van Afzender: XI: 413; XV: 116; XIX: 224 Ontvanger: XII: 131; XIV: 194, 228, 271, 307, 456, 534, 541, 542, 543, 547 (2 ×), 551 (2 ×), 554; XV: 390 hemkes kzn., hemke Ontvanger: XXII: 503 heymans, g. Afzender: XXI: 707; XXII: 427, 437 heijningen jr., w.h. van Afzender: XXI: 634, 669 hobbel, jan Afzender: XXI: 705 Ontvanger: XXIII: 261 {==263==} {>>pagina-aanduiding<<} hoboken, anthony en jacobus van (rederij van hoboken en zonen) Afzender: IX: 390 Ontvanger: IX: 390 hoeven, johannes van der (jan) Ontvanger: XX: 57, 89, 94, 97, 111, 156, 242, 318, 455, 457, 461, 465, 481, 504, 522, 523; XXI: 167, 171, 235, 307 hoeven-meyer, maria c. van der Ontvanger: XIX: 947; XXI: 706, 744; XXII: 117 holkema, tjomme van Ontvanger: XXIII: 436 holle, pieter Ontvanger: IX: 327 hoogeveen jr., hendrik j.h. Afzender: IX: 581 hoorweg, j.n. Ontvanger: XXI: 799 horst, r. Afzender: XXII: 40 hotz, albert p.h. Ontvanger: XI: 128 hotz, jacques c.p. Ontvanger: XI: 98, 138, 141, 142, 255, 385, 449 houtkamp, d. Afzender: XI: 408 Ontvanger: XI: 410 houwink gzn., jan Afzender: XIII: 420 Ontvanger: XIII: 206, 234, 235, 236, 257, 274, 275, 282, 326, 345, 352, 354, 370, 399, 414, 420, 423, 428, 476, 647, 654, 666; XXIV: 727 houwink-pieters, petronella j. (‘pietje’) Ontvanger: XIII: 257, 420, 427, 428, 664, 666 hucht, alexandrina a. van der Ontvanger: X: 25 hucht, anna j. van der Afzender: IX: 298 hucht, clara h. van der Afzender: X: 25 hucht, jan p. van der Afzender: IX: 327 huisman, hendrik h. Afzender: XIV: 254 Ontvanger: XI: 129 (zie echter XIII, 416); XIII: 416 (2 ×), 423, 633, 637, 648, 661, 682, 688, 699, 706, 707; XIV: 57, 187, 197, 215, 226, 251, 273, 281, 332, 340, 360, 365, 370, 411, 425, 452, 456, 492, 500, 580; XV: 34 {==264==} {>>pagina-aanduiding<<} huldeblijk aan multatuli, uitvoerend comité voor het Afzender: XXI: 801 Ontvanger: XXI: 715; XXII: 40, 41, 68, 141, 352 huldeblijk-commissie (1887) Afzender: XXIV: 368 hulst, laurens van (boekhandel te kampen) Afzender: XXII: 211 hulst, p. Afzender: XXI: 701 huskus koopman, hendrik j. Ontvanger: XXIV: 519 hussem, h. Afzender: XXIV: 438 inda mara, radja van singkoeang Afzender: VIII: 244 jager, s. de Afzender: XXII: 277 jansen (te rotterdam) Ontvanger: XI: 17 janssen schollmann, jan j. Afzender: XXIV: 438 joesoep tapoes, hadji Afzender: VIII: 244 jong, b. de Afzender: XXIII: 627 jong, cornelia h. de Afzender: XXII: 713, 720 junius van hemert, jhr. dirk a. (president van de raad van justitie te padang) Ontvanger: VIII: 341, 341, 350, 399 kabinet des konings, directeur van het Afzender: IX: 390 kallenberg van den bosch, reyer j.a. Afzender: X: 515; XI: 97, 595, 599, 606; XII: 90, 177, 179, 459, 687; XIII: 46, 79, 306, 398; XIV: 202; XV: 137, 525, 634; XVI: 379, 541, 552, 740; XVII: 33; XXII: 29, 237; XXIV: 76 Ontvanger: XI: 29, 79, 95, 484, 487, 581, 597, 635, 667, 673, 679; XIX: 408, 638, 650, 653, 834, 863, 920; XX: 74, 458, 465, 471, 473, 481, 507; XXI: 287, 289, 462, 548, 554; XXII: 459, 647, 659; XXIII: 185, 211, 327, 363, 370, 391, 431, 433, 495, 541 kanda, maharadja Afzender: VIII: 244 karta natta negara, raden adipatti, regent van lebak Afzender: IX: 435, 490 (2 ×), 496, 516, 522, 530, 534, 595 Ontvanger: IX: 439, 440 (2 ×), 443, 445, 447, 448, 449, 450, 456, 461, 462, 490 (2 ×), 518 {==265==} {>>pagina-aanduiding<<} katie Afzender: VIII: 244 katz, samuel Afzender: XXI: 633 Ontvanger: XVIII: 40, 286 keller, j.e. Ontvanger: XIV: 405 kema, civiel gezaghebber te Ontvanger: IX: 206 kemp, p.h. van der Ontvanger: XXI: 799 kerkhoven, sophie Ontvanger: IX: 298 kern, johan h.c. Afzender: XIV: 410; XXI: 692 Ontvanger: XV: 288 kesteren, carel e. van Ontvanger: XIII: 619; XXI: 799 ketjen, erven h.l. Afzender: X: 626 Ontvanger: X: 627 keuchenius, levinus w.c. Afzender: IX: 373, 385, 389 (2 ×), 390 Ontvanger: IX: 390, 391, 711; XXIV: 556 kiehl, daniel n.f. Ontvanger: XI: 776 kleijnhoff, everdina Ontvanger: IX: 326, 327; XXIV: 77 kloos, willem j.t. Ontvanger: XXIII: 469; XXIV: 392, 405 knipscheer, j.h. Ontvanger: XI: 416 knottenbelt, r.j. Afzender: X: 624 koesoema ningrat, raden adipatti aria (regent van tjiandjoer) Afzender: IX: 499 kok, abraham s. Afzender: XI: 503; XVI: 410; XXII: 187; XXIV: 108 Ontvanger: XI: 224; XVII: 613; XVIII: 455, 484, 568, 626; XIX: 47, 85, 565; XXI: 359, 650, 655, 660, 797; XXII: 29, 63, 89, 173, 237, 248 kol, everhard h. Afzender: XXIV: 545 Ontvanger: XXIV: 545, 552 kolff, gualtherus (boekhandelaar te leiden) Ontvanger: XVI: 557 koning, david Afzender: XI: 422, 434, 497 Ontvanger: XI: 415, 432; XII: 420 {==266==} {>>pagina-aanduiding<<} koninklijke hollandsche schouwburg, directie der Ontvanger: XVII: 253 koo, johannes de Afzender: XXI: 717; XXII: 55, 98 koorn, p.j. Ontvanger: XI: 428; XII: 291 korteweg, bastiaan p. Afzender: XIX: 345 Ontvanger: XVIII: 470 korteweg, diederik j. Afzender: XVII: 509, 529; XXI: 482, 643, 653, 676, 696, 707, 708, 778, 799, 801; XXII: 27, 91, 173, 212, 257, 258, 276, 300, 316, 353, 361, 362, 371, 372, 375, 456; XXIV: 419 Ontvanger: XVII: 489, 534; XIX: 405, 414, 746; XX: 424, 427; XXI: 476, 488, 624, 681, 701, 717, 769; XXII: 187, 231, 345, 237, 250, 252, 260, 277, 294, 305, 315, 318, 351, 354, 359, 360, 365, 370, 376, 386, 436, 537, 549, 742; XXIV: 351, 420 köster, h. (boekhandelaar te delft) Ontvanger: XI: 61 kouwenaar, tiemen (boekhandelaar te amsterdam) Ontvanger: XXIII: 474 kramer, k.e. Ontvanger: XI: 233 kruseman, arie c. Afzender: X: 507; XXII: 171; XXIV: 406, 637 Ontvanger: IX: 114, 230, 273, 288, 339; X: 506; XXIV: 518, 528, 531, 536, 539, 540, 541, 546, 574, 575, 576, 633, 634, 635, 637 kruseman, hendrik g. Ontvanger: XVI: 154, 540; XVII: 116, 352, 394; XVIII: 82 kruseman, mina (wilhelmina j.p.r.) Afzender: XV: 710, 713, 743; XVI: 54, 160, 171, 211, 244, 246, 255, 269, 324, 328, 359, 381, 394, 396, 424, 439, 446, 461, 493, 510, 537, 539, 540, 551, 556, 557, 562, 563, 566, 567, 570, 573, 580, 586, 589 (2 ×), 590, 597, 599, 600, 629, 633, 638, 640, 657, 661, 665, 667, 668, 671, 678, 679, 684, 691, 702, 716 (2 ×), 716, 729, 740; XVII: 29, 46, 47, 58, 58, 81, 87, 94, 101, 105, 112, 116, 146, 239, 253, 254 (2 ×), 259, 287, 294, 304, 312, 315, 318, 324, 327, 334, 337, 348, 349, 351, 352, 369, 393, 394, 410, 415, 416, 422, 435, 527, 531, 560, 572, 576, 585, 586, 613, 646, 658, 682, 691, 708, 718, 720, 732; XVIII: 60, 82, 404, 468, 470, 550; XXV: 98, 101 Ontvanger: XVI: 435, 438, 455, 456, 509, 526, 555, 585, 637, 654, 666, 672, 685, 694, 714; XVII: 26, 52, 67, 85, 91, 95, 96, 97, 102, 109, 110, 115, 126, 161, 202, 234, 257, 261, 292, 312, 317, 318, 323, 338, 424, 533, 558, 562, 584, 594, 645, 646, 647 (2 ×), 649, 665, 675, 682 (3 ×), 692 {==267==} {>>pagina-aanduiding<<} kruseman-goteling vinnis, anna m. Ontvanger: XXIV: 637 kruijff, g.p. Afzender: XXI: 700 kuiper, w. Afzender: XXI: 775 l. Afzender: XXII: 159 l., mw. Ontvanger: XVII: 691, 708 la messine, julliette (juliette lambert) Ontvanger: X: 357 laan, willem Ontvanger: XI: 71, 72 laar, j.j. van Afzender: XXIV: 415 lacroix-verboeckhoven en co., a. (uitgeverij te brussel) Ontvanger: XI: 435, 750 lamberts, matthijs Afzender: XIX: 595, (2 ×); XXII: 156, 270 lange, daniël de Afzender: XXII: 277 langeveldt van hemert, abraham j. Afzender: IX: 495, 497, 529, 564, 629, 629, 630, 632 Ontvanger: IX: 494, 495, 527, 561, 584, 590, 620 lebègue, alphonse n. (uitgever te brussel) Ontvanger: XII: 36 leeuwarder courant (periodiek) Ontvanger: X: 349 lelie, a. de Ontvanger: XVI: 72 lennep, jacob van Afzender: X: 66, 117, 118, 120, 131, 145, 165, 185, 201, 234, 242, 332, 582; XI: 234, 236, 339, 499; XII: 270, 354; XXIV: 581 Ontvanger: X: 119, 130, 131, 132, 133, 133, 139, 142 (2 ×), 149, 154 (2 ×), 163, 169, 174, 177, 179, 185, 186, 190, 191, 198, 203, 205, 210, 214, 216, 220, 222, 224, 226, 229, 230, 236, 244, 247, 250, 254, 261, 298, 323, 325, 329, 354, 575, 579, 580, 581, 588; XI: 233, 235 (2 ×); XII: 272, 343; XXIV: 582 lennep, willem van Afzender: XIII: 701; XIV: 235 lespinasse, adolf f.h. de Afzender: XI: 90 Ontvanger: XI: 90 lespirt, mathilde h.m. Ontvanger: X: 647 ley, s.r. van der Ontvanger: XXIV: 665, 666, 668 {==268==} {>>pagina-aanduiding<<} leyden, h.e. van Afzender: XXI: 700 likoepang, civiel gezaghebber te Ontvanger: IX: 208 linde, anthonie van der Afzender: XVII: 264, 295, 310, 313, 322, 327, 336, 342, 355, 367, 374, 383, 391, 406, 433, 484, 500, 504; XVIII: 310, 316; XXV: 140 lion, henri j. Afzender: X: 353 lobry de bruijn, c.a. Afzender: XXII: 216 lobryda prins, a. Afzender: XXI: 707 loder, c.f. Ontvanger: XVI: 54, 340 loender, kapitein-commandant te Ontvanger: VIII: 119 loffelt, antonie c. Afzender: XXII: 68 Ontvanger: XVIII: 209, 227, 302, 319, 325, 624, 647; XIX: 88 loman, j.c. Ontvanger: XIV: 87 loon, a. van Ontvanger: XI: 780 loosjes, erven (boekhandel te haarlem) Ontvanger: XI: 686 looy, jacobus van Afzender: XXIV: 77 los, d. Afzender: XV: 627 loudon, james (g.g., 1872-'75) Afzender: X: 436 louise, mlle. Ontvanger: XVII: 105 luik jr., van Afzender: XIX: 56, 197 luttenberg, g. Afzender: XXII: 305, 315, 318 luttenberg gzn., gerrit Ontvanger: XI: 376 maas, j.w. van der (boekhandelaar te nieuwediep) Ontvanger: XI: 143 magat maradja, datoe Afzender: VIII: 244 mandheling en ankola, ass. res. van Afzender: VIII: 125 Ontvanger: VIII: 112, 116, 120, 123 (2 ×), 130, 143, 194, 196, 199, 202, 248, 254, 263, 270, 271 mangoeijang, radja van taboejoeng Afzender: VIII: 244 {==269==} {>>pagina-aanduiding<<} mansholt, derk r. Afzender: XVIII: 669; XIX: 228, 298, 482, 658, 790, 812; XX: 541; XXI: 203, 501; XXV: 166 Ontvanger: XVI: 377; XIX: 632; XX: 74, 178, 359, 385, 470, 510, 524, 528; XXI: 72, 82, 181, 279, 312, 416, 483, 496, 513, 533, 670; XXII: 54, 382, 561; XXIII: 68, 298, 304, 555; XXIV: 335; XXV: 179, 179, 183, 184 (2 ×), 185, 186, 187, 188, 189 (2 ×), 190, 191, 192 (2 ×) marees van swinderen, m.j. de Afzender: XXI: 714 margadant, christiaan w. Afzender: XVII: 584, 594, 645, 675, 692 Ontvanger: XVII: 585, 585, 593, 613, 615, 617, 624, 645, 658 meerten, jacob h. van Afzender: VIII: 107, 108 meester, johan de Afzender: XXII: 36, 51, 154 menheer, a. Afzender: XXI: 775 merens, allard Afzender: XIX: 39 Ontvanger: XVII: 776; XIX: 222, 442, 499, 908; XX: 47, 317; XXI: 239; XXII: 612; XXIII: 117 merkus, pieter (g.g., 1841-1844) Ontvanger: VIII: 93, 96, 107, 167, 251, 308, 342, 362, 389, 391, 403 meijer, l.j. Afzender: XXI: 700 michiels, andreas v. (gouverneur van sumatra's westkust) Afzender: VIII: 106, 107, 167, 198, 208, 246, 251, 261, 273, 307, 308, 314, 328, 328, 331, 341, 342, 350, 358, 359, 362 (2 ×), 387, 389, 399 (2 ×), 400, 403, 411, 441 Ontvanger: VIII: 98, 106, 198, 216, 235, 244, 255, 300, 302, 312, 315, 325, 332, 333, 346, 348, 352, 354, 355, 358, 360, 382, 386, 386, 389, 393, 397, 400, 521 michiels, aug. Ontvanger: XVII: 435 michiels, j. Ontvanger: XI: 207 middelkoop, n. Afzender: XXI: 693 minden, j.r. van Afzender: XXI: 680 mitkiewicz, césar l.n. Ontvanger: XI: 444 moeda, datoe Afzender: VIII: 244 moggenstorn, q. Afzender: XXIV: 111 {==270==} {>>pagina-aanduiding<<} mol van otterloo, theodoor de Afzender: XII: 476 mölmar, j.g.h. Afzender: XXI: 681 moolhuizen, j.j. Afzender: XXI: 700 mooij jr., cornelis de (keesje) Ontvanger: XX: 222 mosselman, h.w. Ontvanger: XI: 610 mulder, f.p.j. Ontvanger: XI: 56 muller, frederik Afzender: XVI: 306 muller, hendrik c. Afzender: XXII: 54, 299; XXIII: 657, 666, 676, 726, 735, 743, 744, 746 (2 ×), 757, 758, 761, 762 (2 ×); XXIV: 29, 34, 36, 39, 42, 44, 46, 50, 52, 277 Ontvanger: XXII: 373, 509, 682, 712, 716, 726, 746; XXIII: 28, 232, 236, 241, 568, 631, 650, 658, 671, 708, 759; XXIV: 28, 37, 40, 43, 46, 48, 51, 56 mulock houwer-syriër, elizabeth l. Afzender: XIX: 181 mijer, pieter (g.g., 1866-'72) Ontvanger: XI: 690 n., hr. Ontvanger: XVII: 294 nahuys, jhr. alphonse j.b.h. Afzender: XII: 620, 643, 645; XVIII: 454 Ontvanger: XII: 628, 645 nara pandjang, datoe si Afzender: VIII: 244 natal, mohammed; toeankoe bezaar van Afzender: VIII: 244 nederlandschen bond voor algemeen kiesrecht Afzender: XXIV: 108 nederlandsche schrijversbond, commissie ter voorbereiding van de Afzender: XXIII: 69 Ontvanger: XXIII: 81 neubronner van der tuuk, herman Ontvanger: XI: 604; XXI: 799 nieuwe rotterdamsche courant, redactie van Ontvanger: XVII: 348 nieuwenhuis, joan a. Afzender: XXII: 39, 73, 137 nieuws van den dag, redactie van Ontvanger: XXIV: 474 {==271==} {>>pagina-aanduiding<<} nievelt, carel van Afzender: XXI: 715 noman & zoon, johannes (uitgever te zaltbommel) Ontvanger: XI: 67, 69 nut en genoegen, bestuur van Afzender: XXIV: 111 nijgh, henricus (uitgever te rotterdam) Afzender: X: 291, 429 Ontvanger: XI: 54 nijhoff & zoon, isaac a. (uitgever te arnhem) Ontvanger: XI: 60, 61 offel, johan h. van Ontvanger: XVIII: 380, 550 omboni-etzerodt, s. Ontvanger: XXIV: 630 ommeren, bart van Afzender: XXI: 686 onbekenden Afzender: XXII: 112, 159 Ontvanger: XI: 53, 314, 513; XVII: 294, 377; XIX: 633, 635; XX: 231, 503; XXI: 170, 439, 652, 655, 797; XXII: 63, 270, 325, 605; XXIII: 24, 50, 68; XXIV: 110, 452, 602, 606, 717 onderwater Ontvanger: XXV: 148 onze eeuw, redactie van (periodiek) Ontvanger: XIV: 311; XXV: 19 oosterling, h. Afzender: XXII: 239, 304, 310, 321 paap, willem a. Afzender: XXI: 801; XXII: 234, 245, 248, 352; XXIII: 140 Ontvanger: XXI: 373, 383 (2 ×), 412, 490, 500, 597, 599, 620, 625, 629, 648, 728, 748, 770, 794; XXII: 69, 92, 129, 143, 158, 234, 612; XXIII: 155, 157, 176 padang, agent van de factorij der n.h.m. te Ontvanger: VIII: 154 padang, ass. res. van Afzender: VIII: 358, 412 Ontvanger: VIII: 148 (wissel), 155, 359, 411 padang, fiscaal bij de raad van justitie te (lange, j.g.) Afzender: VIII: 400 Ontvanger: VIII: 362, 382, 385, 386, 400 padang, postkommies te Ontvanger: VIII: 234 padang, wees- en boedelkamer te Ontvanger: VIII: 249, 253 {==272==} {>>pagina-aanduiding<<} pahud, charles f. (g.g., 1856-'61) Afzender: VIII: 98; X: 287, 308; Ontvanger: IX: 283, 332, 333, 334, 340, 355, 359, 362, 374, 376, 379, 383, 384, 386, 390, 641, 655, 667; X: 270, 287, 436 panghoeloe, datoe soetan Afzender: VIII: 244 panta noètá, bestuur van studentendispuut Ontvanger: XV: 135 paroegoetan, datoe Afzender: VIII: 244 pauwert, joh. l. van der Afzender: XXII: 63 penning jr., willem l. Afzender: XXI: 297; XXII: 62; XXIV: 112 Ontvanger: XVIII: 516 perelaer, michel t.h. Afzender: XXI: 641, 657, 658; XXII: 47, 142 Ontvanger: XXII: 39 perk, betsy (christina e.) Ontvanger: XVI: 246, 255, 359, 396 peters, anthonie Afzender: XI: 412 philips Ontvanger: XI: 91 pik, j. Afzender: XXIV: 191 pik, willem Afzender: XXIV: 349 Ontvanger: XVII: 762. 778; XVIII: 321, 707, 712 pino post, franciska Ontvanger: XXIV: 240 pisuisse, hendrik l.f. Ontvanger: XIX: 303; XX: 303; XXI: 547 plettenberg, alexander l., baron van Afzender: XIV: 230; XV: 159, 175, 286 Ontvanger: XIV: 549, 551, 556; XV: 285 poetie, datoe Afzender: VIII: 244 polak, h.j. Afzender: XXIV: 436 Ontvanger: XXIV: 435 pontjang, wrnd. ass. res. te Ontvanger: VIII: 202 pool, carel s. van der Ontvanger: VIII: 116, 143, 264, 267, 270; IX: 344, 345, 347 pool, frederik h.a. Afzender: XVIII: 639 poolman, willem Afzender: X: 253 Ontvanger: XI: 443 post, a.c.g. Afzender: XXI: 700 {==273==} {>>pagina-aanduiding<<} post, david Afzender: XXIV: 250, 268; XXV: 125 Ontvanger: XV: 454, 458, 583; XVI: 312 potgieter, everhardus j. Afzender: XIII: 61, 80, 102, 142, 384, 431; XIV: 167, 449; XV: 511; XVI: 717, 739 Ontvanger: XI: 642, 660, 730; XII: 58, 90, 135, 177, 207, 276, 345, 441, 459, 568, 687, 714; XIII: 46, 50, 79, 124, 200, 204, 238, 306, 383, 392, 398, 446, 516; XIV: 154, 173, 176, 201, 202, 220, 278, 384, 439, 651; XV: 40, 75, 80, 114, 137, 208, 246, 342, 506, 523, 525, 559, 578, 588, 634; XVI: 302, 318, 379, 388, 484, 541, 552, 622, 715, 740, 745; XVII: 26, 33, 316; XXIV: 637 potvin, charles Afzender: XI: 398 Ontvanger: XI: 400, 483 procureur-generaal bij het hooggerechtshof van nederlands-indië Ontvanger: IX: 635 procureur-generaal van noord-holland Afzender: XII: 613; XXIV: 645 Ontvanger: XII: 604, 619; XXIV: 645 quack, hendrik p.g. Afzender: XIV: 410 Ontvanger: XIV: 289; XV: 288 r. Ontvanger: XVIII: 60 raad van nederlandsch-indië Afzender: IX: 667 raaf, harm de Ontvanger: XVIII: 352, 542, 575, 669, 687; XIX: 34, 228, 298, 482, 658, 790, 812; XX: 541; XXI: 203, 501 rademacher, jac. (ps. van: ven, e.ph.h. van der) Ontvanger: XV: 772 raedt van oldebarnevelt, hendrik j.a. Afzender: XIII: 654 raedt van oldebarnevelt, johannes r. Ontvanger: XI: 614 rappard jr., j.j. van Afzender: XXII: 63 revers, j.p. Afzender: XXV: 130 reynst, jhr. joan c. (g.g., 1844-'45) Afzender: VIII: 450 Ontvanger: VIII: 418, 424, 427, 431, 440, 446 rietsema, j. Afzender: XXI: 719 ris, klaas Ontvanger: XII: 78 {==274==} {>>pagina-aanduiding<<} ritter, pierre h. Afzender: XXI: 756; XXIII: 647, 649, 655, 764; XXIV: 49, 61, 109, 241 Ontvanger: XXI: 785; XXIII: 728, 741; XXIV: 35, 55, 62, 65, 247, 467 robbers, jacques g. Ontvanger: XXI: 46, 136, 351, 390, 392; XXII: 715; XXIII: 684 rochussen, jan j. (g.g., 1845-'51) Afzender: IX: 41; X: 129, 130, 133, 149, 270; XI: 442; XII: 528, 668, 703 Ontvanger: VIII: 630, 636; IX: 37, 42, 206; X: 104, 145, 165, 287, 308; XI: 437; XII: 519, 668, 699 roëll, henriëtta s.w. Ontvanger: XIII: 697 roesgen von floss, ph. von Afzender: XI: 375 roessingh van iterson, johan a. Afzender: XIX: 565; XXI: 624, 650, 660, 681, 769, 801; XXII: 354; XXIV: 217, 328, 351, 363, 394 Ontvanger: XVIII: 521; XIX: 647; XX: 512; XXI: 604, 658, 667; XXII: 278; XXIV: 251, 394 roever, n. de Ontvanger: XXIV: 277, 331, 349, 353, 357 rogghé, willem (boekhandelaar te gent) Ontvanger: XI: 592 rolin-jaequemyns, gustave Afzender: XII: 377, 402 roobol, cornelis j. Afzender: XI: 412 roorda van eysinga, sicco e.w. Afzender: XIV: 295, 347, 373, 430, 559, 608; XV: 41, 50, 55, 71, 96, 120, 190, 207, 215, 217, 243, 245, 261, 263, 286, 290, 366, 393, 421, 478, 503, 538, 543, 567, 624, 625, 702, 746, 776; XVI: 75, 105; XIX: 535, 566; XX: 142, 182, 546; XXI: 285, 391, 782, 785; XXII: 94, 326, 561; XXIII: 379, 589, 603, 666, 695, 712; XXIV: 28; XXV: 201 Ontvanger: XIV: 261, 276, 319, 353, 399, 612, 653, 657; XV: 45, 57, 62, 67, 69, 93, 99, 113, 119, 136, 185, 204, 211, 242, 247, 261, 357, 369, 386, 423, 476, 480, 554, 576, 628, 744, 763; XVI: 86, 158, 186, 232, 237, 280, 406, 434, 480; XVII: 98; XVIII: 44, 436, 481, 572; XX: 124, 153, 177; XXI: 284; XXII: 43; XXIII: 368, 372, 677 rooses, max Afzender: XII: 269, 289, 301 Ontvanger: XII: 276, 298, 341, 364, 366, 381, 414, 450; XIII: 678, 700, 703; XVI: 100; XXIV: 638 {==275==} {>>pagina-aanduiding<<} rosskopf, j.m. Afzender: XXII: 250 Ontvanger: XXI: 799 rothmeyer, j.h. Ontvanger: XXIII: 45 rouffaer, gerrit p. Afzender: XXI: 696; XXII: 136, 579, 626, 661; XXIV: 220 rovers, elard a. Afzender: XX: 24 Ontvanger: XXI: 799 ruijsch van dugteren, c.j.l. Ontvanger: XI: 410 ruijter, f. de Ontvanger: XIII: 694 ruyter, joost de (uitgever te amsterdam) Ontvanger: X: 229, 285 rijsterborgh, hr. en mw. Ontvanger: X: 285 s., mw. Ontvanger: XVII: 720 saaymans vader, pieter h. Ontvanger: XIX: 644, 645 salvador, jhr. mozes Afzender: XI: 230, 384 Ontvanger: XI: 358, 385, 600 samba, toeankoe van lingabaja Afzender: VIII: 244 samson, a. Afzender: XXI: 700 samson, j.h. Afzender: XXI: 700 sandrock-ten hagen, nans Ontvanger: XXV: 104 santen kolff, jacob van Afzender: XXIV: 265 Ontvanger: XXIV: 269 schadd, karel h. Afzender: XIV: 87 schaepman, hillegonda m. Ontvanger: XIX: 515 scheefhals, h.g. (boekhandelaar te antwerpen) Ontvanger: XI: 593 scherius, reinier (resident van menado) Afzender: IX: 112, 113, 206 (2 ×), 208 (2 ×), 209, 211, 212, 213, 228 scherpenberg, w.f. van Ontvanger: XI: 630 scheuer, willem ph. Afzender: XXIV: 228 scheurleer, w.j. Ontvanger: XII: 311 schippers, jacob Afzender: XXIV: 93 {==276==} {>>pagina-aanduiding<<} schmidt auf altenstadt, jhr. johan g.o.s. von (resident van bagalen) Afzender: IX: 37, 40, 43 Ontvanger: IX: 34 schuitemaker, frits p. Afzender: XXIV: 112 stokhuyzen, w. (boekhandel te gorinchem) Ontvanger: XI: 58 scholten, johannes h. (pastoor) Afzender: VIII: 86 Ontvanger: XXIV: 514, 515, 517 schomerus Afzender: XIX: 56, 197 schook, jan Ontvanger: XVIII: 541 schook, willem f. Afzender: XVIII: 541 Ontvanger: X: 651 sem, p.i.g. Afzender: VIII: 290 sentot (ps. van: huisman, hendrik h.) Ontvanger: XIII: 684 servaas van rooyen, abraham j. Afzender: XVIII: 205 Ontvanger: XVIII: 195, 223 sjucht en rjucht (rederijkerskamer te sneek) Ontvanger: XIII: 421 sloet van de beele, ludolf a.j.w., baron (g.g., 1861-'66) Afzender: X: 619 Ontvanger: X: 393, 606; XI: 401 smit, h. Afzender: XXI: 775 smit kleine, frits Afzender: XXIV: 124 Ontvanger: XXIV: 380, 399, 406, 412, 420, 472 smith, j.p. Ontvanger: XI: 664 snelleman, johannes f. Afzender: XXII: 444 Ontvanger: XXII: 423, 697; XXIII: 500, 502, 632, 645, 646, 692, 708, 715; XXIV: 347, 350, 367, 437 snelleman, m.f. Ontvanger: XXV: 205 snelleman-dupont, josephina h. Ontvanger: XXII: 697 snijder, j. Afzender: XXI: 775 soest, g.h. van Ontvanger: XXII: 245 {==277==} {>>pagina-aanduiding<<} sorgen, w.g.f.a. van Afzender: XXII: 86 starckenborg van straten, barend w. van Ontvanger: X: 513 starckenborg van stratenbruinier, jeanne m. van Ontvanger: X: 358 stieltjes, thomas j. Afzender: XIV: 287, 410 Ontvanger: XV: 288 straatman, jan w. Ontvanger: XIV: 85, 87 studenten weekblad, redactie van het Ontvanger: XIV: 528 switzar, johannes l. Ontvanger: XVI: 95, 114, 117, 122, 127, 138, 143, 148, 166, 178, 193, 212, 220, 232, 236, 244, 247, 254, 268, 280, 283, 290, 296, 300, 318, 323, 327, 340, 356, 358, 361, 371, 379, 387, 394, 399, 400, 419, 422, 424, 427, 428, 436, 443, 455, 456, 460, 479, 481, 491 (2 ×), 492, 504, 509 (2 ×), 510, 519, 524, 526, 540, 541, 545, 548, 555, 557, 561, 562, 568, 579, 584, 596, 599, 600, 610, 616, 624, 628, 637, 640, 645, 656, 667, 680, 685, 693, 709, 710, 726, 737, 751; XVII: 29, 45, 46, 57, 64, 70, 76, 85, 98, 112, 130, 165, 181, 206, 215, 219, 224, 248, 253, 261, 288, 312, 321, 349, 360, 373, 400, 459, 500, 509, 533 sypesteyn, jhr. cornelius a. van Ontvanger: XIV: 366 sijthoff a.w. (uitgever te leiden) Ontvanger: XVIII: 376, 683 tak, pieter l. Afzender: XXIV: 90 tal, tobias Afzender: XXI: 141 Ontvanger: XXI: 140, 153 tapanoelie, ass. res. van Ontvanger: VIII: 166, 397, 399 tersteeg, d.f. Ontvanger: XIV: 92, 95, 98, 100, 121, 122, 125, 134, 135 (2 ×), 140 thieme, derk a. (uitgever te arnhem) Afzender: X: 321, 724n; XI: 497 tiele, pieter a. Afzender: XX: 92; XXII: 733 Ontvanger: XVII: 760, 765, 780; XVIII: 51, 395, 401, 407, 502, 670, 762, 789; XIX: 36, 49; XX: 88, 218; XXI: 643, 653, 676, 692, 707; XXII: 86, 212, 257, 258 (2 ×), 276, 277, 672; XXIV: 327 tjasink, johannes Afzender: XI: 412 tjong aijong Afzender: VIII: 298 {==278==} {>>pagina-aanduiding<<} tondano, gezaghebber te Ontvanger: IX: 112? tresling, a.w. Afzender: XXI: 727; XXII: 230; XXIV: 88 tuuk, titia k.e. van der Ontvanger: XIX: 323, 424, 449, 462, 565, 565, 716, 727, 737, 742, 744, 747, 782; XX: 284, 304, 321, 387, 404, 543, 553, 566, 575; XXI: 33, 197 tydeman, johan w. Afzender: X: 139 uhlenbeck, gerhard h. (minister van koloniën, 1862-'63) Ontvanger: X: 619 unie, vereeniging de Afzender: XXIV: 166 valette, gerardus j.p. de la Afzender: XX: 475, 477, 498, 549; XXII: 525 Ontvanger: XX: 555; XXI: 517, 718, 799; XXII: 442 valk, theodorus a.f. van der Afzender: XI: 516, 539, 601 valois, jean c. Afzender: XVII: 257 veder, w.r. Afzender: XXIV: 582 Ontvanger: XXIV: 277, 353 veen, van der Afzender: XXIV: 125 velde, p. van de Ontvanger: XXV: 110, 134 velde, wed. meindert van der (douwes dekker, antje) Ontvanger: XXIV: 535, 538, 541, 543, 546, 553, 556, 560, 574, 578 velde-holzapffel, jacomina h.c. van de Ontvanger: XXV: 134 ven, adrianus van der (secretaris en ass. res. van aijer bangies) Afzender: VIII: 200, 203, 204 (2 ×), 208, 209, 212, 213, 216, 235, 236, 245, 247, 249, 251, 255, 261, 265, 299, 300, 302, 312, 332, 333, 347, 351, 354, 360, 393 Ontvanger: VIII: 201, 208, 212, 217, 218 (3 ×), 219, 236, 238, 239 (2 ×), 240, 246, 252, 253, 261, 265, 267, 269 (2 ×), 270, 271, 272 (2 ×), 273, 274 (2 ×), 284, 307, 309, 328, 349, 354, 355, 358 vening, f.s. Afzender: XXII: 225 Ontvanger: XIII: 247 ver huell, jhr. alexander w.m.c. Ontvanger: XXIII: 206, 304, 323 verdam, jacob Ontvanger: XVII: 758 {==279==} {>>pagina-aanduiding<<} vereenigde groninger werklieden, de Ontvanger: XXIII: 316, 321 verkuijl, jacobus a. Afzender: XXI: 681 vernée-schuitemaker, catharina j. Afzender: XXIII: 600, 710, 736; XXIV: 33, 52, 358 verschuer, adriaan d., baron van Afzender: XIX: 61 Ontvanger: XXI: 473; XXII: 690 versluys, jan Afzender: XVII: 87, 220, 290; XIX: 319; XXI: 652, 694, 695, 716, 777, 801; XXII: 90, 93, 101, 138, 143, 243, 249, 258, 271, 272, 278, 293, 319, 347, 354, 370, 408 Ontvanger: XVI: 321, 570, 693; XVII: 31, 202; XVIII: 792; XXI: 552, 694; XXII: 195, 303, 305, 315, 318; XXV: 72 versluys, marie Afzender: XXII: 319 versprille, p.l. Afzender: XXI: 775 versteegh, caroline j. Afzender: VIII: 85, 85, 85, 86, 88, 90 (2 ×), 92 (2 ×), 98n Ontvanger: VIII: 88 versteegh, johannes m. Afzender: VIII: 86, 86, 98 vervloet, w.j. Afzender: XXI: 667; XXII: 142 veth, pieter j. Afzender: X: 329 Ontvanger: X: 332 vis, p.c. Afzender: XXI: 691 visser, carel m. (gouverneur der molukken) Afzender: IX: 259 Ontvanger: IX: 213, 255 vletter, a. de Afzender: XIX: 56, 197 vletter, jacob de Afzender: XIII: 644, 668, 672, 692, 694 (2 ×), 694, 714; XIV: 27, 34, 53, 67 vletter-kleyweg, wilhelmina j. de Afzender: XIII: 713 Ontvanger: XIII: 694 vloten, johannes van Afzender: XI: 327, 374, 404, 409 Ontvanger: XI: 319, 322, 322, 333, 370, 372, 381, 414, 422, 516, 539, 595, 598, 599, 601, 605, 606, 608, 610, 613; XII: 55, 148; XIII: 90; XIV: 167, 449; XV: 511; XVI: 717 vloten, julie van Afzender: XXIV: 633, 634, 635, 637 {==280==} {>>pagina-aanduiding<<} vloten-van gennep, johanna h.c. van Ontvanger: XI: 322 vluchtig, piet (ps. van: smit kleine, frits) Ontvanger: XXII: 114 vonk, jac. de Afzender: XXI: 681; XXII: 74, 125 voo, goose w. van der Ontvanger: XVIII: 384 vos, amand de Afzender: XII: 102 Ontvanger: XII: 105, 214 vos, jan c. de Afzender: XXI: 694, 801; XXII: 351, 365; XXIV: 267 Ontvanger: XXII: 353, 371 vosmaer, carel Afzender: XV: 563; XVI: 549; XVII: 23, 45, 235, 297, 533, 613; XIX: 564; XXI: 27, 652; XXII: 55, 142; XXIV: 68, 399, 420; XXV: 72, 81, 106, 137 Ontvanger: XVI: 241, 249, 270, 329, 418, 428, 485, 519, 526, 539, 543, 589, 597, 611, 616, 630, 663, 703, 708, 713, 721, 725, 729, 734, 742, 746; XVII: 48, 52, 58, 122, 143, 178, 183, 207, 224, 283, 294, 306, 315, 320, 324, 329, 362, 405, 785; XVIII: 82, 143, 616, 743; XIX: 168, 176, 286, 315, 325, 499, 507, 567, 640; XX: 113, 491, 538, 542; XXI: 108, 169, 171, 297, 787; XXII: 62, 369, 581, 685, 705, 728; XXIII: 39, 100, 134, 140, 142, 215, 268, 353, 356, 404, 407, 413, 414, 422, 424, 429, 437, 574, 703; XXIV: 226, 266, 370, 382; XXV: 46, 48, 51, 52, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 67, 69, 72, 74, 75, 76, 84, 85, 87, 138, 139, 207 vreede, george w. Afzender: XII: 398 Ontvanger: XII: 394 vreedenberg Afzender: XXI: 717 vries azn., adriaan d. de Afzender: XXII: 167 Ontvanger: XXII: 170, 171 vries, hendrik de Afzender: XXIV: 379 Ontvanger: XXII: 491, 522, 546, 574, 616, 627, 631; XXIII: 113 vries, j. jeronimo de Afzender: XXI: 685; XXII: 88, 212, 221 vrije studie, bestuur van studentendispuut Ontvanger: XIII: 392 w., jantje Ontvanger: XVIII: 468 waltman jr., jan Afzender: XIV: 558; XXIV: 354 Ontvanger: XIV: 230; XV: 124, 127, 159, 175, 286, 289, 311, 318, 321, 322, 331, 338, 340, 355, 368, 396, 400, 418, 435, 443, 485, 488, 577, 591, 599, 669, 686, 688, 735; {==281==} {>>pagina-aanduiding<<} XVI: 139 (2×), 141, 144, 147, 169, 176, 196, 206, 220, 284, 293, 310, 320, 322, 626, 631; XVII: 245, 249, 258, 286, 298, 499, 536, 539, 747, 755; XVIII: 32, (2×), 33, 38 (2×), 39, 40, 47, 48, 49, 73, 75, 86, 103, 108, 115, 139, 168, 204, 224, 256, 271, 283, 286, 292, 435, 440, 459, 473, 494, 495, 541, 620, 727, 767; XIX: 39, 586, 621, 659, 662, 707, 716; XX: 502; XXI: 49, 71, 489, 504, 516, 616, 710, 718, 735, 767; XXII: 36, 51, 87, 236 was, f.p.j. Afzender: XXIV: 91, 433 wattez, omer Ontvanger: XXIII: 38 weddik, arnoldus l. (resident van aijer bangies) Afzender: VIII: 106, 126, 127, 128, 132, 145, 146, 152, 155, 161, 163, 188 (2×), 194, 197; IX: 335 Ontvanger: VIII: 106, 107, 112, 113 (2×), 114, 115 (2×), 117 (2×), 118 (2×), 119, 121, 122, 127 (2×), 129, 131, 141, 142 (2×), 143, 144, 147, 149, 150, 151 (2×), 153 (2×), 154, 158, 160 (2×), 161, 162 (2×), 163, 164 (2×), 165, 166, 187, 189, 190, 193; IX: 336 weisz, h. Ontvanger: XI: 424 wenzelburger, carl th. Ontvanger: XVIII: 346, 370, 432 westkust van sumatra, ass. res. belast met de controle over de comptabiliteit en financiën ter (jacobus van der linden) Afzender: VIII: 346 wertheim, abraham c. Afzender: XIV: 287, 289, 290, 351, 410; XV: 686; XXII: 339 Ontvanger: XIV: 311; XV: 288; XXII: 340 wessels, m. Afzender: XXIV: 517 westra, pieter Afzender: XVIII: 649 wibaut, f.m. Afzender: XXIV: 331 Ontvanger: XXIV: 90, 140, 206, 245, 408 wibaut-berdenis van berlekom, mathilde Afzender: XXIV: 89, 167 wiggers, g.a.e. Afzender: IX: 416, 425, 426, 441, 446 Ontvanger: IX: 414, 442 willem iii, koning der nederlanden Ontvanger: X: 193, 227; XII: 547, 614 willème, c. Afzender: XI: 660 {==282==} {>>pagina-aanduiding<<} winkel, lammert a. te Ontvanger: XII: 395 winkel, pierre g. te Ontvanger: VIII: 64 wintgens, willem Afzender: XII: 604, 614, 619; XIV: 635, 661; XV: 562 Ontvanger: X: 703; XII: 613; XIV: 632, 636, 644, 648, 666; XVI: 97; XXIV: 645 witt hamer, michiel j. de (jacques) Afzender: XXII: 40, 93, 140; XXIII: 572 Ontvanger: XIX: 758; XXI: 434; XXII: 430; XXIII: 68, 427, 540, 685, 742; XXIV: 40 woest & co., w.h. (drukkerij te haarlem) Ontvanger: XIX: 594; XXII: 31 wolf, clara Afzender: XIX: 271, 571 wolff, a.a. de Afzender: XXI: 700 wolff, a.p.c. de Afzender: XXI: 700 wolff, hendrik c. de Afzender: XVII: 428; XIX: 454; XXI: 276; XXII: 36, 74, 138, 169, 218, 356; XXIV: 67, 244, 353 Ontvanger: XX: 184, 447; XXIII: 342, 587, 618; XXIV: 217 wolff-dames, adriana w. de Ontvanger: XX: 184 wolters, jan b. (uitgever te groningen) Afzender: XIV: 399 wijhe, j.w. van Afzender: XXI: 719; XXII: 213 wijk rzn., j.j. van Afzender: XXI: 775 wijnandts, a.h. Ontvanger: XI: 374, 424, 503 wijnbergen, carolina f. van Afzender: IX: 327 wijnbergen, everdina h. van Afzender: X: 178, 358; XI: 130, 138, 141, 142, 222, 239, 240, 241, 243, 245 (2×), 247, 248, 249, 254, 288 (2×), 289, 290, 293, 294, 297, 301, 303, 322, 365, 370, 377, 399, 414, 493, 494, 495, 496, 505, 515, 553, 588, 589, 592, 594, 597, 598, 605, 607, 608, 610, 611, 612, 613, 642, 702, 721, 730, 740; XII: 58, 135, 207, 276, 345, 441, 568, 654, 666, 704, 714; XIII: 50, 124, 204, 238, 240, 246, 332, 344, 373, 383, 427, 447, 503, 643, 710; XIV: 38, 48, 52, 55, 154, 173, 176, 201, 220, 619, 651, 652; XV: 40, 246, 262, 342, 523, 578; XVI: 103, 388, 504, 622; XXIV: 534, 536, 538, 541, 543, 546, 553, 560, 630 Ontvanger: VIII: 451, 455, 465, 483, 490, 495, 517, 521, 539, 543, 545, 547, 549, 556, 567, 572, 580, {==283==} {>>pagina-aanduiding<<} 582, 589, 602, 604, 606, 609, 614, 619, 624, 626, 643, 644, 646, 649, 651, 653, 655, 656 (2×), 659, 666, 667, 668, 669; IX: 96, 97, 98, 101, 227, 299, 365, 657, 658, 660, 663, 664, 669; X: 25, 31 (2×), 34, 36, 46, 50, 55, 59, 66, 72, 80, 84, 93, 100 (2×), 108, 112, 120, 126 (2×), 128, 130, 134, 137, 138, 139, 140, 143, 146, 148, 153, 157, 168, 184, 189, 248 (2×), 249, 257, 259, 265, 267, 268, 270, 271, 274, 275 (2×), 276 (2×), 277, 280, 281, 283, 284, 286 (3×), 291, 292, 293, 297, 298, 300, 301, 303, 304, 308, 312, 313, 321, 325, 327 (2×), 328, 334, 343, 344, 346, 354, 355, 357, 361, 363 (2×), 364, 365, 366, 369 (2×), 393, 395, 396, 399, 412, 413, 416, 418, 421, 424, 425, 428 (2×), 430, 432, 434, 454, 455, 465 (2×), 468, 474, 476, 478, 479, 481, 482, 486, 487, 489, 490, 492, 497, 500, 503, 505, 510, 559, 575, 585, 590, 595, 600, 601, 621, 623, 624, 651, 667 (2×), 671, 675 (2×), 677, 683, 694 (2×), 697, 698; XI: 255, 300, 303, 456, 504, 524, 528, 530, 575, 579, 614, 619, 629, 637, 643, 683; XII: 31, 63, 190, 385, 477, 526, 552, 577, 588, 629, 643, 647, 648, 651, 656, 672, 690, 695, 703, 717, 750, 777; XIII: 102, 270, 283, 315, 334, 352; XVI: 551, 589; XXIV: 600 zee, p. van der Afzender: XXII: 235, 237 zürcher, johannes w.c.a. Afzender: XXI: 801; XXIII: 510 Ontvanger: XXII: 769; XXIII: 511, 537, 565, 569, 725 zürcher, marie Ontvanger: XXIII: 111 zuylen, willem j. van Afzender: XVII: 338, 562, 646, 682; XXIV: 75 Ontvanger: XVII: 254, 586 zuylen van nyevelt, julius p.j.a., graaf van Ontvanger: XII: 703 zijde, van der Ontvanger: XIV: 53 {==284==} {>>pagina-aanduiding<<} {==285==} {>>pagina-aanduiding<<} Namenregister *** (ps. van Günst, Frans C.), XI: 792n 3 × 3 (ps. van Huisman, Hendrikus H.), XI: 794n A.v.d.B. (ps.), XXIII: 744a, 745 A-saga: Bosscha jr., Johannes Aa, Abraham J. van der, IX: 37a; XVIII: 792 Biographisch woordenboek der Nederlanden, XVIII: 792 Nederlands Oost-indië, IX: 37a Aa, Pierre J.B.C. van der, III: 260, 262 Aa, R. v.d.: Robidé van der Aa, Pieter J.B.C. ‘Aantekeningen op de bijbel’ (Volledige aantekeningen tot de vertaling des bijbels): Palm, Johannes H. van der Aardrijkskundig weekblad (periodiek), XV: 796n Abas, si, VIII: 142 Abassiden, khalief van Bagdad, XIX: 563 Aballino de groote bandiet: Zschokke, Johann H.D. Abdoe'l-Zamet, XV: 794n Abdoel Madjied, agoes, mantri van Waroeng Goenoeng, IX: 550, 643, 644, 647, 648, 649, 654, 655, 656, 672 Abdoela (Oeteng), baboe, IX: 112, 113 Abdoer, IX: 474 Abdulamien, VIII: 197n Abece (ps.), XV: 751a, 755, 765-769 Abeilard, Pierre, VI: 716, 717, 778n; XVIII: 55+n, 470; XIX: 467; XXIII: 641+n Lettres de Héloïse et Abeilard, XVIII: 470 Abell, P.F., XXI: 593n; XXII: 183a, 184 Abend Zeitung (periodiek), XIII: 412, 531 Abendanon, M.J., XV: 795n Aberdeen, George Hamilton-Gordon, 4e graaf van, XII: 694 Abersma (Aberson?), F.N.L., XIX: 695a Abien, II: 128; IX: 553 Ablaing van Giessenburg, Johanna M. d', X: 552; XI: 786n; XII: 646+n; XIV: 637n, 675n Ablaing van Giessenburg, Rudolf C. d' (zie ook: Meijer, R.C. (uitgeverij te Amsterdam) en onder ps.: Charles, Rudolf), I: 557n; II: 230, 261, 296, 338, 653, 787n; III: 231, 364, 590n; X: 346n, 475n, 537n-542n, 548n, 551n, 553n, 555n, 557n, 604, 606n, 608n, 611, 617n, 626n, 627n, 629n, 635, 644, 682n, 698+n, 700+n, 715n, 734b; XI: 10n, 11n, 14n, 24n, 46n, 49n, 56n, 65n, 70n, 76n, 77n, 89n, {==286==} {>>pagina-aanduiding<<} 207n, 250n, 251n, 252n, 325, 329, 331, 339n, 341n, 349, 357, 358, 359, 360, 364, 369+n, 375, 383, 384, 393n, 394n, 396n, 418-420n, 441n, 449, 450, 454n, 461-478+n, 485, 490, 506n, 534n, 535n, 570n, 576-581, 585, 595, 597, 599, 623, 637, 648, 654, 661, 664, 701, 786b, 797n; XII: 13n, 66, 514, 721n; XIII: 33n, 61, 646, 648, 655; XIV: 50+n, 86, 106, 108-110, 112, 115, 305n, 357, 376, 402, 403, 603, 638+n, 640, 654, 657, 675b; XV: 79, 94, 97, 152, 154, 281, 352+n, 356, 557, 626; XVI: 87, 187, 335, 369n, 602; XVII: 155, 214, 665, 713, 714; XVIII: 79, 194, 224n, 350, 456n; XXII: 530; XXIV: 286, 400, 577a, 580, 601, 608n, 621n, 739b Évolution des idées religieuses dans la Mésopotamie et dans l'Egypte depuis 4400 jusqu'à 2000 avant notre ère, X: 734n ‘Pensées et réflexions d'un libraire’ (nooit verschenen), XI: 79 Wat eischt de vaderlandsliefde inzake de voorgestelde uitbreiding van ons militair defensiewezen?, XV: 352+n, 356 Ablaing van Giessenburg, Willem F.G.L., baron d', XVI: 107, 108, 188 Ablaing van Giessenburg-Luken, Josephine M.A. d', X: 515, 599, 675, 680; XI: 40, 343, 463, 557, 567, 575; XII: 36; XIV: 357 Abo, Gérard d', XIV: 375 Aboedaham, IX: 433 Abraham a Santa Clara (ps. van: Ulrich Megerlé), IV: 214; XI: 334 Abrahams(z), Hendrika J., XI: 789n Abrahamsz, Anna, VIII: 684n; X: 259+n, 301, 302, 306, 343, 423, 427, 734b; XI: 114; XXIV: 527, 560 Abrahamsz, Anthonie W., VIII: 48; IX: 24, 25, 26, 92; X: 531? Abrahamsz, Catharina, VIII: 684n; X: 259+n, 266, 283, 293, 301, 302, 306, 314, 343, 379n, 423, 427, 456, 499, 502, 734b; XXIV: 527n Abrahamsz jr., Cornelis, VIII: 47, 535, 684n; IX: 25, 92, 105, 279; X: 259, 265n, 283, 293, 302, 306+n, 322, 362, 377n, 423, 432, 433, 457, 494, 499, 735b+n; XI: 114; XXIV: 476, 505+n, 527+n, 544, 560+n; XXV: 98n Abrahamsz sr., Cornelis, VIII: 48, 535; IX: 279; X: 309+n, 457, 734b, 735n; XXIV: 552, 574+n Abrahamsz, Jacob (oom Koo), VIII: 48; X: 457, 494, 735b Abrahamsz, Maria, VIII: 90n, 535, 549, 654, 685n; IX: 287; X: 274n, 275, 468; XXIV: 534+n, 535n, 537, 538, 555, 559, 567, 570, 575, 739n; XXV: 98+n Abrahamsz, Sietske, II: 779n; VIII: 684n; X: 182n, 259+n, 266, 283-285, 293, 301-303+n, 306, 314, 328, 343, 377-380n, 423, 424, 426, 427, 432-436, 454, 456-459, 465, 466, 468, 469, 474, 477-481, 488, 490, 493-499, 502, 512, 515, 517, 537n, 539n, 543, 547, 551, 552, 554, 556-559, 560, 585, 602?, 636, 735b; XI: 39, 84, 85, 114+n, 252n, 346, 347, 371+n, 372, 375, 378, 393, 394, 395, 397, 400, 401, 403, 404, 420n, 490, 495n, 496, 497n, 506, 524- {==287==} {>>pagina-aanduiding<<} 527, 529, 530, 557, 570n, 578, 582, 614, 617, 614, 637, 711, 786b; XII: 33; XIII: 32; XIV: 148+n; XV: 82; XXI: 479+n; XXII: 343; XXIV: 475n, 527+n, 528, 560n, 603+n, 628n Abrahamsz, Theodorus (Swart), VIII: 684n; X: 266+n, 343, 427, 456, 468, 469, 474, 477, 490, 495, 498, 512, 636, 735b; XI: 114, 490, 526, 786b; XXIII: 660+n, 774n; XXIV: 476+n, 504+n, 527+n, 628+n, 629 Eduard Douwes Dekker (Multatuli). Eene ziektegeschiedenis, X: 735n; XI: 786n; XXIII: 659n, 774n; XXIV: 475n, 501n, 628n Abrahamsz-Douwes Dekker, Catharina: Douwes Dekker, Catharina Abrahamsz-Onnen, Helena E., X: 283, 302, 306, 377n, 427, 432, 456, 457, 493, 494, 498, 735n; XXIV: 476, 560+n Abrahamsz-Vrugt, Isabella W., X: 734n Academisch Tijdschrift (Duits periodiek), XIII: 304 Achenbach, Heinrich von, XII: 156 Achenbach, firma W., XXIV: 262 Achma, IX: 559 Achsam, IX: 574, 576 Achtkante boer, de, II: 264 Ackermann, Louise, XXII: 563+n ACL (ps.), XVII: 578a, 583 Acosta, Uriel (Gabriel Acosta), XIX: 636 Adair, sir Robert, VI: 300, 778n Adam, Adolphe, XIV: 319n; XXII: 461n Brasseur de Preston (opera), XIV: 331+n; XXII: 475+n Adam, Soetan: Langiet, soetan die Addison, Joseph, II: 664, 771n, 793n; XIX: 68+n Adeka, prinses van Banka, X: 162+n Adelijke schoonzoon, de: Augier, Emile Adieman, IX: 574 Adjiman, II: 128; IX: 553 Admiraal, Aart (zie ook onder ps.: Aramaldi en Paulus), III: 592n; X: 702n, 733n; XVI: 274a, 279, 282, 283, 756b; XVII: 297, 308, 754n; XVIII: 175n, 193a+n, 257a, 272, 273+a+n, 311a, 338, 354, 358, 385+n, 403, 428a, 441a, 457, 491, 494, 495, 499, 504, 521, 524, 579, 619, 644n, 681, 697+n, 698, 718, 737a, 742; XIX: 22n, 23n, 25n, 102, 239, 294, 295, 395, 411+n, 418, 422, 440, 444, 445, 447, 582, 599, 603+n, 615, 638+n, 650, 971n; XX: 69+n, 334; XXI: 228, 626, 724; XXI: 796; XXII: 274; XXIII: 251, 255 Hoe hij koning werd, XVI: 756n Ideeën over Multatuli, X: 703+n, 733n; XXIV: 599 Oudheden, XVI: 756n; XIX: 582; XXI: 627 Schoofje distels, een, XVIII: 385+n, 619 Admiraal-Dupain, Maria M., XIX: 444, 638, 722, 971b Adolf van Nassau, rooms koning, V: 17, 19, 20, 24, 33, 34, 750n Adriaan (neef van Lina de Haas-Hanau), XXIII: 519; XXIV: 455 Adriaenssens, Karel, XXIII: 672n, 674n Aernt van Benscop, VI: 511 Aerssen, Cornelis van, IV: 767n {==288==} {>>pagina-aanduiding<<} Aerssen, Cornelis van, heer van Sommelsdijk, IV: 767n Aerssen, François van, heer van Sommelsdijk, IV: 15, 92, 767n Aesopus, V: 738; IX: 108; XXI: 427+n Affelen van Saemsfoort, W.H. van, IX: 55 Afghanistan, Sher Ali, emir van, XIX: 583+n Africaine, l': Meyerbeer, Giacomo (Jacob) Afron, X: 159n Agaatsz, Erve, IX: 403 Agema, R., XIII: 198; XIX: 281, 315, 328; XX: 403, 405; XXI: 169 Aglaja. Maandboekje voor dameshandwerken, mode... (periodiek), I: 46, 52, 125; II: 315; VI: 64, 778n; X: 639; XXIII: 484 Agoeng, sultan, VI: 310; IX: 30 Agrippa (de scepticus), XII: 506 Agrippina, VI: 306, 307 Ahasuerus van Perzië: Xerxes I, koning van Perzië Ahlemann, XIII: 162 Aicard, Jean, XX: 298, 301 Airy, dr., XVIII: 773+n; XXI: 426 Natuurgeneeswijze of volledige handleiding om de meest voorkomende ziekten der menschen (...) door eenvoudige beproefde middelen zeker en spoedig zelf te genezen, XVIII: 768n Aischylos, III: 614n; VI: 515, 778n; VII: 660; XVII: 739 Agamemnon, III: 614n Choëptoroi, III: 614n Eumenides, III: 614n Oresteia, III: 614n Aitema, G., XXII: 252 Aitzema, Lieuwe van, XXII: 706-708+n Saeken van staat en oorlogh in en omtrent de Vereenigde Nederlanden, XXII: 707+n, 708 Akaai no Akoema (ps. van Bruno Liebers), XXII: 172 Akan, IX: 576 Aken Hzn., David van, III: 262, 275 Aken, H. van, IX: 314 Akkeringa, A. (boekhandel te Leeuwarden), XIII: 242, 248 Akkerman, XIX: 299 Akkerman, Tjerk P., VIII: 33 Akkrin, IX: 253 Akoeb, njie: Sakoep, njie Alberdingk Thijm, Josephus A., IV: 174, 693, 709, 767n; V: 347; VI: 379, 382; XI: 396n, 671, 674n; XII: 359n; XIV: 97+n; XV: 684; XVI: 276, 420a, 478, 665+n; XVII: 188, 733+n, 734, 739, 740, 746n, 747n; XVIII: 219+n, 249, 253, 381, 555+n, 659, 661; XIX: 132, 843, 864; XX: 368a, 370+n, 396, 535; XXI: 74, 354+n, 355-357, 370, 383+n, 399, 403, 450, 601, 623; XXII: 100, 504; XXIII: 45, 70, 141+n, 261, 262, 270, 412, 422, 439, 529, 605; XIV: 441, XXV: 49+n, 50, 51, 143 Mislukt drama, een; beoordeling van Multatuli's ‘Vorstenschool’, XVII: 746n; XVIII: 219, 249, 555; XIX: 864; XXII: 504; XXIII: 262 Albert, prins van Sachsen-Coburg-Gotha (prince consort of England), II: 219; IX: 158, 160; XIII: 87; XV: 448, 792 Alberti, Wilhelmina H., XIII: 724n Albertine ?, X: 179 Albertus Magnus, XIX: 467, 717, 724 {==289==} {>>pagina-aanduiding<<} Albrecht, aartshertog van Oostenrijk, soeverein der Nederlanden, V: 743n Albregt, Johannes H., XI: 436, 437; XV: 554; XVI: 547, 666, 676, 678, 688-690, 695; XVII: 18n, 54, 74, 103, 104, 112, 147, 148, 163, 164, 200, 246, 253, 255, 325, 350, 351, 415, 436, 793b, 795-797n; XVIII: 517 Albregt-Engelman, Wilhelmina, XI: 436, 437 Album der Natuur, een werk ter verspreiding van natuurkennis onder beschaafde lezers van allerlei stand (periodiek), I: 326; IV: 718; IX: 289; XV: 718; XVI: 107, 208, 299 Alcibiades, II: 104, 771n; III: 175, 590n; V: 27, 490, 491, 729n; VI: 272, 778n; XI: 170+n; XVI: 430+n Aleidis van Holland, VI: 559 Aleidis, mw., XVI: 386 Alembert, Jean B. le Rond d', III: 229, 590n; IV: 773n; XIV: 83, 84, 91; XV: 156+n; XIX: 194+n, 723 Alers, J.A., XII: 76 Runderpest, de; beschreven naar haren aard, oorsprong en verspreiding..., XII: 76 Alethophilus (ps.), XIX: 872a, 877+n Alexander (ps. van Voo, Goose W. van der), XVIII: 661, 662 Alexander I, keizer van Rusland, IV: 473, 474 Alexander II, keizer van Rusland, I: 303, 374; II: 146, 288; VII: 367, 762n; XIII: 47, 118, 148, 305, 408, 575, 717; XX: 105, 489; XXIII: 410, 699 Alexander de Grote, koning van Macedonië, I: 159, 572n, 573n; II: 59; III: 162, 245, 591n; IV: 103, 135, 375, 380, 412, 485, 496, 601, 665, 768n; V: 50, 60, 109, 341, 555, 729n; VI: 64, 398, 778n; VIII: 372; IX: 157, 171; XI: 134; XII: 507; XIV: 609; XV: 389; XVIII: 410; XIX: 843; XX: 366, 411; XXI: 191; XXIII: 375n Algemeene konst- en letterbode (periodiek), XXIV: 576a Alexander D.M. (ps. van: jhr. Meij van Alkemade, Alexander de), III: 230, 591n Bijbel beschouwd in zijne eigenlijke waarde, de, III: 591n Alexander von Battenberg, koning van Bulgarije, XXIII: 699+n Alexis (Alexéj Petrovitsj, tsarevitsj), XXV: 168 Alfons de wrede, V: 60 Alfonso XII (de Bourbon), koning van Spanje (1874-1888), XIII: 626+n; XVIII: 341+n, 356 Alfred?, (engelse kennis van Funke), XV: 372 Algemeen dagblad van Nederland (periodiek), VI: 157, 160; XIV: 186, 198 Algemeen dagblad van Nederlandsch-Indië (periodiek), V: 478, 479; XI: 788n; XV: 558; XVI: 142a, 473; XVIII: 31a, 187, 426, 654, 655; XX: 144; XXIII: 276n, 404, 446a, 452a, 459a, 467, 471a, 474a, 475a, 482a, 489a, 499, 500; XXIV: 27n; XXV: 61n, 216 Algemeen Handelsblad (periodiek), I: 444; II: 220, 327, 346, 499, 500; III: 393; IV: 108, 120, 121, 220, {==290==} {>>pagina-aanduiding<<} 258, 290; V: 647; VI: 343; IX: 233, 394n, 399n; X: 132, 140, 141, 144, 146, 159, 164, 212, 213, 217, 219, 224, 226, 228n, 233, 234, 235, 236, 237, 244, 245a, 247, 274, 322, 344a, 349, 350a, 434, 529, 558, 584n, 587n, 591n, 594n, 596-598n, 601n, 602, 604n, 613n, 617a, 621n, 622n, 625n, 628, 630n, 672n, 673a, 677n, 679n, 680n, 702n, 717, 718, 720a, 723n, 724n, 728n; XI: 19a, 30, 37n, 51+n, 85, 239n, 347n, 349n, 351n, 353n, 373n, 386a, 406n, 409n, 420n, 433, 435n, 436n, 442a, 449n, 455, 460n, 463n, 466n, 467n, 468n, 470n, 471n, 501n, 506n, 509n, 519n, 520a, 523n, 567, 597; XII: 34n, 35, 138, 139, 385, 436; XIII: 125n, 146a, 227n, 281, 300; XIV: 29, 35, 37, 218a, 259, 269a+n, 272+n, 274, 275+a, 281, 287n, 289, 290, 293, 312, 320, 352, 355, 374, 395+a, 412, 433, 452n, 455, 463, 464, 491a, 495n, 495a, 502, 594, 641; XV: 168, 191, 274, 289, 370a, 371, 420, 506, 531; XVI: 152, 167a, 169a, 172-174, 176, 178, 185a, 188, 274, 530, 634, 753a; XVII: 23, 38+n, 39, 40, 92, 99, 281, 290, 337, 343, 351a, 365, 440, 444, 449a, 451a, 482a, 490, 491, 495, 562, 596, 617n, 627a, 741a, 743; XVIII: 60n, 169, 291n, 545, 554, 558; XIX: 59, 141, 169n, 287, 552n, 668n, 682a, 684, 765n; XX: 195n, 209a, 273n, 306a, 308, 423a, 432, 434; XXI: 26n, 33n, 61a, 63-65, 71, 74, 80, 201, 241, 539a, 540a, 547-549, 551, 552+n, 595, 599, 602, 603, 614, 618, 619, 626, 636, 641, 642, 646, 658, 684, 688, 721, 725, 733, 772, 772a, 784, 795; XXII: 20n, 37a, 53, 57, 58, 60, 61, 70, 71, 74n, 75, 79-84, 92, 93, 94, 96, 97, 103a, 113, 115, 120a, 126, 128, 129, 131a, 134, 139, 142, 144, 145+a, 154, 156n, 157, 158, 159, 160, 161, 167, 168, 172-178, 183, 185-188, 201, 204, 223, 224, 233, 234, 246+n, 263, 267, 322a, 326, 331, 378, 400, 407, 722n, 728n, 748; XXIII: 263, 270, 500a, 737, 739; XXIV: 81a, 110, 145, 168a, 215, 223, 229, 272, 278a, 315, 316, 366a, 490a; XXV: 39+n, 44, 78, 197 Algemeen politieblad (periodiek), XXIV: 646 Algemeen Secretaris (zie ook: Cornelis Visscher (1841-'51) en Ary Prins (1851-'53)), VIII: 95, 396n, 401, 405, 411n, 419, 421, 435, 440, 452, 596n, 603, 628, 679, 680; IX: 28, 47, 210, 230, 409, 542, 543; X: 368; XV: 517 Algiers, de dey van (voor 1830), III: 366, 369; XI: 387; XXIV: 612 Ali, IX: 252 Aliassa, IX: 555 Alib, IX: 555 Alib, njai, IX: 555 Aliban, pangeran (mandoer), IX: 423, 424 Alibassa Prawiro Dirdjo (zie ook onder Sentot), I: 313, 550n, 576n; IX: 176; XV: 461 Aliedjan, IX: 576 Alier (mandoer Sogong), IX: 423, 424 Alipan, IX: 574 {==291==} {>>pagina-aanduiding<<} Alkmaarsche courant (periodiek), XIX: 822n, 858a, 860a, 892a, 918a, 940a, 941; XX: 36a, 37, 55a, 56 Allard, Herman J.P.H., XVI: 168, 398 Genie en slechte manieren in de letterkunde of de Fransche en Hollandsche Victor Hugo voor dezelfde rechtbank, een, XVI: 168, 398 Allart, Johannes (uitgever te Amsterdam), XXIII: 569n Allebé, August, XVII: 675, 709, 733, 738, 739; XVIII: 22n, 66, 74, 75, 79, 550; XXI: 162; XXIII: 519 Allebé, Gerardus A.N., VII: 583; XXIV: 550+n, 551n Ontwikkeling van het kind naar lichaam en geest, XXIV: 548n, 551+n Allebrandi, IX: 179 Allgaier, J., XVI: 362n Allgemeine Preuszische Staats-Zeitung (periodiek), XII: 118, 207, 231, 295 Allgemeine Zeitung: Augsburger Allgemeine Zeitung (periodiek) Allo, K., XII: 365, 368, 383 Alma Tadema, Laurens, IV: 703, 787n; XIX: 270; XX: 539, 540+n; XXI: 27; XXII: 702+n; XXIV: 166+n Almanach de Gotha, II: 219, 771n; VI: 778n; XV: 406; XVII: 653 Almanak en naamregister voor Nederlandsch-Indië, VIII: 98n, 124n, 461n, 680n; IX: 51n, 227n; XVIII: 797n Almanak van het Leidsche studentencorps voor 1876, XVIII: 356+n Almanak voor den Nederlandsch West-Indische bezittingen en de kust van Guinea voor 1861, XI: 227, 413 Almiah, IX: 555 Alphen, F.E.M. van, II: 168; III: 368; XI: 390a, 391, 392; XIII: 572 Alphen, Hieronymus van, I: 16, 550n; II: 525, 609, 772n; III: 10, 12, 28, 591n; IV: 453, 551, 553; V: 508; VI: 687, 688; XIX: 304, 850, 894, 947; XX: 170n, 207, 351+n; XXII: 339, 486, 487, 729 Proeve van kleine gedigten voor kinderen, I: 550n; III: 591n; XX: 351+n; XXII: 728n Alridge, Ari, XV: 301 Alsberg, Geschwister, XXIV: 262 Altena, P. XXIV: 669 Alting, Willem A. (G.G., 1780-'96), IV: 158, 767n Altman, XI: 538 Altona, XXII: 489 Altorffer, J.C. & W. (boekhandel te Middelburg), XVII: 730; XIX: 196 Alumerood, T., XXII: 291 Alva, Fernando Alvares de Toledo, hertog van, I: 16; II: 76, 79, 675; IV: 697; V: 588, 758n; VI: 803n; VII: 660; XI: 176; XIV: 520; XVII: 667; XIX: 165; XX: 300; XXIII: 406, 626 Alvensleben, Gustav H. von, XII: 637 Alwiah, IX: 576 Alwie, IX: 420, 432 Aman, IX: 576 Amankoe Boewono III, sultan van Djocjacarta, I: 557n Amati, Niccolo, XVIII: 563 Ambia, IX: 555 {==292==} {>>pagina-aanduiding<<} Amboina, ass. res. van (voorganger van Douwes Dekker; Renoult, N.M.G.), I: 401 Amboro, marchese de, XII: 579 Ameling, F., XXII: 417, 419 Amelot, Jean J., I: 397 Amerinus (ps. van: Uden Masman, Hendricus), XV: 778 Amersfoortsche courant (periodiek), XIX: 41a, 772a+n, 793a, 794a, 799n, 807a, 810, 829a, 830, 831, 848a, 851, 868a; XX: 175n, 256n, 270a; XXI: 144a Ami public, l' (periodiek), XX: 528n Amicis, Edmondo de, XVIII: 375+n; XIX: 270; XX: 299, 301 Olanda, XVIII: 370n Amidjah, IX: 576 Amiens, Peter van, IX: 614; XXIII: 414n Ammon, von, XII: 47, 114 Amoerang, zendeling-leraar te, IX: 208n Amorie van der Hoeven jr., Abraham (Bram) des, IV: 768n; V: 28, 29, 729n; VIII: 39n, 41n, 59, 64, 492, 532, 533, 561, 689b, 704n; IX: 15n, 43, 147n, 148, 232, 244n, 628n, 697n; XI: 214, 787b+n; XII: 235n, 489, 491; XIV: 23n, 156-157+n, 675n; XX: 262; XXI: 555, 556, 756; XXIII: 453, 454, 462, 489-492, 512, 518, 564, 579, 648+n; XXIV: 529+n; XXV: 220 Nagelaten leerredenen van A. des Amorie van der Hoeven Jr., voorafgegaan door eene levens- en karakterschets, XXIII: 648+n ‘Neem van mijn vriendenhand...’, V: 30; VIII: 59; XIV: 157+n, 158 O-sprook Colholms roos, XII: 237+n; XX: 193+n Amorie van der Hoeven sr., Abraham des, IV: 349; VIII: 56, 561; IX: 43; XII: 489 Abraham's kindschheid. Een oostersch verhaal, IV: 709; VIII: 56 Amorie van der Hoeven, Herman A. des, IV: 263; IX: 628n; X: 348n, 395+n, 396, 412, 730n; XI: 410, 453, 454, 492, 493, 787b; XII: 573, 574, 575, 576, 684, 767+n, 772; XIII: 102+n, 263, 264, 354, 355+n, 650; XIV: 23n, 169, 175n, 177n, 178n, 182, 183, 192n, 194n, 199n, 204, 205, 214, 250, 536, 537, 560, 594, 675b; XV: 152, 363; XVI: 76; XVIII: 325+n, 476n, 482+n, 619, 668, 678; XIX: 695, 713, 720, 779, 894; XX: 534; XXI: 213; XXIII: 306+n, 383+n, 391 Cirkelgang der menschheid, de, XVIII: 325+n, 477, 482+n, 619; XIX: 80, 336, 373, 374, 677, 678, 688, 695, 713, 720, 739, 774, 779, 894; XX: 185, 209; XXI: 213; XXIII: 306+n ‘Multatuli's grieven’, X: 348n, 358n, 395+n, 396, 730n Amorie van der Hoeven, mw. Herman A. des, XI: 411 Amorie van der Hoeven, Jan des, IX: 147?+n Amorie van der Hoeven, Martinus des, IV: 439, 767n; X: 315+n, 316, 328, 343, 740b; XIV: 617; XXIV: 286 Amour, Karel d', III: 261 Ampier, IX: 557 Amsa, dessahoofd Tjilegong-ilier, IX: 555, 558, 643, 644, 654, 655, 656, 672 {==293==} {>>pagina-aanduiding<<} Amstelbode, de (periodiek), XVIII: 175n, 254n, 343+n, 344, 355+n, 356, 357, 359, 360-362, 369, 379, 382, 395, 432, 661, 662, 663, 727, 730; XIX: 275 Amsterdam, burgemeester van: Messchert van Vollenhoven, Jan Amsterdam, hoofdcommissaris van politie te, XI: 381 Amsterdammer, de; dagblad voor Nederland (periodiek), XXII: 409, 446; XXIII: 98; XXIV: 104, 184a Amsterdammer, de; weekblad voor Nederland (periodiek), XIX: 711a; XX: 338a, 367a, 368; XXI: 117a, 260, 354+n, 592n, 602a, 613, 614, 615, 619, 626a, 628, 629, 630, 634, 642, 644, 645a, 646, 647, 650n, 651, 653, 672n, 674, 677a, 679, 680, 683-686, 691, 693, 696, 710, 711, 717, 719, 720a, 726-728, 741, 748, 750a, 753, 754, 779a, 781, 784, 795, 805; XXII: 55n, 56, 57, 75, 77a, 79a, 96, 97, 115, 126a, 129, 142, 146, 167, 174a, 183a, 184a, 198, 204, 223a, 234, 324, 409, 446, 447a, 448, 449, 623a, 700a; XXIII: 21n, 54, 56, 129, 243a, 422, 593, 721+n; XXIV: 84a, 90, 91n, 182a, 224+n, 229, 238a, 333a, 351, 364a, 366n, 368, 492a, 672n; XXV: 203 Amsterdammer landmail (periodiek), X: 224 Amsterdamsch handelsblad: Algemeen handelsblad (periodiek) Amsterdamsche courant (periodiek), I: 441, 444; II: 70, 220, 239, 297, 327, 359, 362, 363, 774n; X: 135, 140, 141, 146+n, 147, 150a, 157, 158, 159a, 164, 169+n, 207, 233, 237, 239a, 244, 454+n, 591, 628, 720, 723n, 728n, 737n; XI: 19a, 349n, 353n, 373n, 385a, 409n, 433+a, 452a, 548a, 553a; XII: 384, 392, 403, 405, 488; XIII: 457a; XIV: 463, 496a; XV: 608a; XVII: 532a, 595n, 623n, 625a, 632n, 639n, 649n; XIX: 66n, 140n, 213a; XXI: 364 Amsterdamsche stadsschouwburg; directie van, XI: 411, 412, 414 Amyot, librairie d' (uitgeverij te Parijs), IX: 477 Anah, IX: 576 Analabu, radja van, I: 175, 340; VI: 222; XIII: 171 Anaxagoras, XIV: 84 Anaximander, XIV: 83 Anaximenes, XIV: 84 Ancona, Mozes d', VIII: 47 Ancum, van, XI: 305 Ancus Marcius (koning van Rome), V: 62 Andel, H.M. van, XXII: 515n, 617n, 619, 623+n, 624, 625, 695+n, 700-705, 740, 775; XXIII: 30+n, 46, 63, 255, 295 Onkruidzaaier, een, XXII: 515n, 617n, 623+n, 624, 625, 695, 700, 740, 775; XXIII: 28n, 295 Andersen, Hans C., XVIII: 74; XXIII: 217, 510 Sprookjes, XXIII: 217 Anderson, A.W., XXIII: 506 Anderson, Agnes, XV: 342; XIX: 150, 903; XX: 255 Anderson, Anna M. (Marie, zie ook onder ps. Quarles, mevrouw), II: 179; III: 231, 279, {==294==} {>>pagina-aanduiding<<} 591n; IV: 21, 411, 768n; VI: 131; X: 537n, 540n, 541n, 631n, 668-670+n, 672, 687, 689, 690, 693, 735b; XI: 96, 99, 104-106, 108-110, 112, 115, 116, 120-123, 127, 129, 146, 148, 151, 158, 160, 166-168, 179, 187-189, 196, 200, 206, 207, 209, 211, 217, 247+n, 320n, 321, 361?, 556+n, 787b; XII: 395, 710+n; XIII: 296n, 483, 585n, 723n, 725n; XIV: 120, 389+n, 677n; XV: 30n, 32n, 301+n, 302, 315, 318, 321, 325, 327-332, 337, 341, 342, 460, 473, 478, 578, 579, 598, 646, 701, 702; XVI: 24n, 304, 305, 520, 521, 529, 532, 534, 697+n, 698; XVII: 84, 285, 286; XVIII: 126n, 140+n, 141, 613n, 659, 660, 661, 663, 724+n; XIX: 10n, 23n, 75, 96, 141n, 150, 181+n, 208, 209, 211, 212, 318, 328n, 391, 396, 426, 446, 902; XX: 141, 145-147, 254n, 257, 264, 267+n, 269, 281, 282, 329+n, 395, 556+n, 568n; XXI: 363n, 377n; XXII: 785b; XXIII: 656n, 773b; XXIV: 37n, 498n, 622a, 623; XXV: 61, 65, 125, 126, 196 Anderson, Friedrich (Riekje), XV: 301+n, 315, 318, 325, 328, 330, 331, 342; XVI: 520, 529, 532, 551, 554; XVII: 286; XVIII: 126n; XIX: 211+n, 329+n, 903; XX: 255+n, 267+n, 282, 329+n, 330, 447, 477, 491, 501, 568+n; XXII: 317, 785n; XXIII: 656+n, 657, 751; XXIV: 37; XXV: 61 Anderson, H.J., XXIII: 506 Anderson, P.: Anderson, Friedrich (Riekje) Anderssen, Adolf, III: 165; XVI: 72+n Andon, IX: 423, 560 Anemaet, XXV: 85 Andrassy, Guyla, graaf, XX: 183+n Andrau, IX: 260, 281 André Léo, Mme. (ps. van Champseix-Bera, Victoire L.), XXIV: 202 Andreas II, koning van Hongarije, V: 737n Andresen, August J., VIII: 403 Andries, Christiaan, VIII: 24 Andrieux, François G.J.S., III: 382, 591n; IV: 104, 768n; V: 52, 223, 224, 347, 730n, 733n; VIII: 42n, 592; IX: 285n; XI: 762n; XIII: 366n; XVIII: 36+n; XX: 240, 275; XXII: 410+n, 413 ‘Meunier de Sans-Souci, le’ (zie ook onder Multatuli), III: 591n; V: 52, 733n; VIII: 592; IX: 286+n; XI: 762n; XVIII: 36+n; XX: 240, 275+n Anemaet, XIII: 255 Anemaet, mw., XIII: 255, 256 Ange Huet, Josué l', XIII: 264; XVI: 701 Angelico, Fra, XXIII: 267 Angerstein, XII: 361 Angka Widjaija, demang van Tjilankahan, I: 219, 262; IX: 417-439, 559-561, 618 Angrémond, A. d', XXII: 291 Angsaar, IX: 474 Anhalt-Dessau, Leopold, hertog van, XIII: 157, 351, 427 Aniello (Tommaso Masaniello), XXIII: 677n; III: 612n; VII: 769n Ankersmit Wzn., J.H., XV: 545 Anna (huismeisje bij mw. de Salis), XIX: 76, 211; XXII: 686 {==295==} {>>pagina-aanduiding<<} Anna Hammer (Neue Deutsche Zeitbilder, 1. Abteilung, 1850): Temme, Jodocus D.H. Anna Paulowna, koningin-gemalin der Nederlanden, IV: 16, 407, 408, 411, 480; X: 739n, 742n; XI: 467+n, 471; XVIII: 544n; XX: 299, 300 Annales de l'association internationale pour le progrès des sciences sociales, III: 368; XI: 386a, 390a+n, 391n; XIII: 555n; XXIV: 611n Annuaire des deux mondes (periodiek), II: 205; X: 731n; XXIV: 578a, 588 Anseele, Eduard, XXIII: 713+n Ansing, Willem, XIV: 194, 197, 217, 225, 226, 232 Anslijn Nzn., Nicolaas, I: 561n; VII: 766n Brave Hendrik, de, I: 458, 561n; III: 293, 336; VII: 766n Antar, IX: 474 Anten, van, XX: 269 Antigonus, koning der Joden, VII: 414, 762n Antiochus Epifanes, koning van Syrië, V: 60 Antiquitates Romanae, compendia lectionum suarum in usam ennaratae: Fuss, Jean D. Antjarie, IX: 555, 557 Anton (von Römer?), IX: 260 Antonelli, Giacomo, XIII: 575, 576; XVI: 496, 516, 564, 565, 576, 578, 659 Antonio, XX: 208 Antonius, Marcus, VII: 415 Antwoord aan de minister van koloniën, eene redevoering die in de Tweede Kamer niet is uitgesproken (eig.: Atchin, antwoord...), XVI: 398 Apan (ps.), XXIII: 733a, 735, 740 Apelles, IV: 381, 768n; V: 350; VI: 458; XIV: 143, 145; XIX: 340; XXI: 580; XXII: 707 Apollonius van Tyana (zie ook onder Philostratus), XVIII: 595 Appeldoorn, Johannes van, XIV: 46 Appelius, Jean H., XX: 530+n, 531 Aprill, IV: 30, 31 Apuleius, Aulus Lucius, XII: 488 Arabische vertellingen: Vertellingen van duizend-en-één-nacht Aramaldi (ps. van: Admiraal, Aart), II: 301, 345; III: 230, 592n; X: 733n; XVI: 756n Arang, IX: 434 Araucanië, koning van: Tounens, Orélie Antoine de Arbaijie (dessahoofd Kandang Sapie), IX: 420, 423, 425 Arbeitgeber (periodiek), XII: 27 Arbie, IX: 559 Archer, mw., XVI: 76 Archimedes, II: 243, 772n; IV: 333, 466, 768n; VI: 785n; XII: 707; XIII: 258; XIV: 537, 654+n; XIX: 173, 373, 678, 725, 739; XXI: 432+n; XXII: 731; XXIII: 148, 652+n Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau: Groen van Prinsterer, Guillaume Arco-Valley, Maximilian K., graaf von, XIII: 438 Ardain, IX: 415 Arday, II: 128; IX: 553 Ardian, IX: 428, 433, 434 Ardjoco (ps.), XXII: 48a, 51 Ardjoe, IX: 557 Aremberg, Jean de Ligne, baron van Barbançon, graaf van, XIX: 165 {==296==} {>>pagina-aanduiding<<} Arents, A., XIV: 218 Argens, Jean B. de Boyer, markies d', XXII: 411+n Argensoie, ‘marrakies van’: Argenson, Marc R. de Voyer, markies d' Argenson, Marc P., graaf d', XIX: 194+n Argenson, Marc R. de Voyer, markies d', II: 428, 433 Argus: humoristisch en satyriek weekblad, XXIV: 165a, 270a Ariem, IX: 574 Arilam (mandoer Tjiapoes), IX: 423, 425 Arina, IX: 420, 432 Arinten, IX: 452, 453 Aris, hoekoem besaar van, IX: 78, 81 Aristides, II: 264, 265, 772n; XX: 300, 301 Aristogeiton, VII: 256, 766n Aristomenes, XII: 376 Aristophanes, III: 587n; XV: 403; XVII: 739; XX: 38; XXIII: 268 Plutus, XX: 38 Aristoteles, II: 664, 772n; III: 225, 592n; IV: 205, 496, 509-511, 625, 665; VI: 136, 189, 526, 527, 618, 779n; VII: 60; XIII: 278; XV: 495; XVIII: 353; XIX: 195, 266, 386, 478, 542, 717, 723; XXI: 159, 190, 256, 419; XXIII: 148, 230, 701 Ars poetica, VI: 779n Arkolay (ps.), XIII: 458, 459 Arma: Arina Armadien, IX: 414 Arman, IX: 553, 554 Armaija (dessahoofd Bolang), IX: 420, 421, 423, 425, 429, 431, 435-438, 574, 643, 644, 654, 655, 656, 672 Armin, IX: 557 Arminius (‘Hermann’), XIII: 224n Arminius, Jacobus, III: 592n; IV: 768n Armoedien (mandoer Tjikaret), IX: 423, 425 Arndt, Ernst M., V: 77, 78, 294, 730n; XIII: 38; XVI: 149 Arnhemsche courant (periodiek), I: 331; II: 355-357, 359-361, 363, 673; IV: 108; V: 70; VI: 9-12, 133, 258, 263-265, 267, 269, 280, 281, 345, 383, 384; X: 302, 323n, 324a, 337a, 342a, 343, 345+n, 724n, 730n; XI: 748; XIII: 80a, 85+n, 90+n, 300a+n, 301n, 305a, 465, 724n; XIV: 264a, 267a, 269, 272, 274+n, 279, 384, 385, 450; XV: 186, 294+n, 305, 379, 420, 428a, 429, 723; XVI: 289+n, 466, 472, 542n; XVII: 49, 220a, 477a, 492, 506, 520, 569, 670a, 778; XIX: 198n, 355a, 704n, 726a; XX: 248n, 258a; XXI: 157n, 174a, 518a, 529n, 614, 684; XXIII: 128, 670, 689, 692; XXIV: 491a, 691, 692 Arnold, hr. en mw. (te Tjileunsir), VIII: 469, 469, 471; XV: 514, 517 Arnold, mw., XXI: 52; XXIII: 554 Arnold, Johann, V: 739n Arnoldi, von, XI: 727 Arnoldus, Geertje, VIII: 25 Arntzenius, Diederik J.A., XXI: 548-550+n, 603, 639; XXII: 130, 176, 473 Arpad, koning der Hongaren, V: 60 Arpan, II: 128; IX: 553 Arras, Jean d', XIX: 723 Arria, II: 161, 772n Arsaces I, koning der Parthen, IV: 768n {==297==} {>>pagina-aanduiding<<} Arsiah, IX: 557 Arsinten, IX: 557 Artabanos IV, koning der Parthen, IV: 768n Artaxerxes Mnemon, koning der Perzen, IV: 772n Artaxerxes, koning der Perzen, IV: 768n; V: 60 Artaya, IX: 553 Arteaga, XII: 426 Artevelde, Jacob van, XII: 391, 490 Artois, comte d': Charles X, koning van Frankrijk Arwattie (mandoer Tjikardoe, ook als Tjidakoe), IX: 423, 425 Asdama, IX: 555 Asiah, IX: 558 Asiema, IX: 414 Asinga (rederijkerskamer), XXI: 502+n Asman (apotheek te Leeuwarden), XXIV: 575 Asmiah (dessa Saroeng pangkoeloe), IX: 558 Asmiah (dessa Tjilegong), IX: 556 Asmil (dessa Kadoe Gawier), IX: 552 Asmil (dessa Lebak Tjitra), II: 128; IX: 553 Asmodée (periodiek), X: 215n; XI: 454a, 459+n, 474a, 477a, 523n, 585; XII: 436-438; XIV: 28a, 37a, 51a, 66a, 149a, 249a, 258a, 575a+n, 581+n, 677n; XV: 39, 70, 154, 214, 220, 335, 336, 357, 358, 394, 435n, 509, 555, 574a, 576, 665a, 719; XVI: 640, 730; XVII: 49, 188, 409a; XVIII: 225+n; XIX: 838; XX: 108, 269, 328n, 390a; XXI: 433, 582; XXII: 779; XXIV: 24n, 223a, 600, 624a Asmoedien: Armoedien Asmus (ps. van: Claudius, Matthias), VI: 782n; VIII: 222; IX: 21 Aspasia, VI: 779n Asperen, Anna van, XVII: 219 Asperen, Pop van, XVII: 78, 131+n, 134, 135, 150, 151, 166, 170n, 177, 216n, 225, 362, 363, 365+n, 366, 702; XVIII: 282+n; XX: 287; XXI: 582, 583; XXV: 92, 93, 94 Assahan, radjah van, XV: 649 Assaniah, IX: 556 Assas, Nicolas (Louis) d', I: 470, 551n; II: 22, 487, 772n; III: 348, 351, 433, 592n Asschepoester (zangspel): Rossini, Gioachinno A. Asschepoester, of het glazen muiltje (balletpantomime, vrij naar Moeder de Gans): Voitus van Hamme, Adreas P. Assen, A. van, XXIII: 699a, 707 Asser courant: Provinciale Drentsche en Asser courant (periodiek) Asser, C.D., X: 662, 666 Asser, E.I. (advocaat), XV: 625, 628, 629, 631 Asser, Lodewijk E., XIII: 161, 227, 388, 392 Assieh, II: 128; IX: 553 Astam, IX: 557 Astie, njai, IX: 552 Astra Kesoema (djaksa van Lebak, demang van Sadjira), I: 110, 211, 271, 333, 408, 410; II: 138, 139; IX: 422, 423, 424, 426, 427, 434, 435, 471n, 474, 480, 458, 600; XXI: 720 Astrea. Letterkundig tijdschrift voor Noord en Zuid (periodiek), XXI: 686 Astruc, Jean, XXIII: 648+n {==298==} {>>pagina-aanduiding<<} Asturie, Alfonso prins van: Alfonso XII (de Bourbon), koning van Spanje Astyages, koning van Medië, IV: 571, 768n Ataliba, koning der Azteken, V: 60; X: 163; XI: 175 Athenaeum, the (periodiek), XIII: 107a; XVIII: 137a, 197, 583a, 798n; XXIV: 335a, 359a, 413 Athenean Oracle (periodiek?), IX: 281 Atjeh, Mahmoet Sjah, sultan van (1872), V: 682; VI: 222; XV: 111, 345, 371, 417, 445, 641, 644, 645, 655, 656, 665, 705, 715, 717, 729, 738n; XVI: 82, 91; XXII: 464; XXIV: 157 Atjeh, sjahbandar van (1873: Tiban Mohammed), XV: 644, 647 Atjeh, sultan van (1602), XV: 110n, 647, 648, 694n Atlas universel géographique, XXV: 152n Atlas van de geheele aarde, XXIII: 510 Atticus, Titus P., XIX: 487+n, 502, 504; XXI: 67, 281 Attila de Hun, III: 161, 592n; IV: 659; V: 62; VI: 511; XV: 599; XXIV: 683+n Au, dr., XIII: 381 Auber, Daniel F.E., III: 612n; VII: 769n Stomme van Portici, de (Muette de Portici, la, opera), III: 612n; VII: 769n Audeval, Hippolyte (Élie A.), XIV: 125 Audran, Edmond, XXIII: 261n Mascotte, la (operette), XXI: 356+n, 357, 450; XXIII: 261+n, 270+n Audron, Edmond: Audran, Edmond Auer, von, XIII: 643 Auerbach, Berthold, XIII: 42+n Augier, Emile, XX: 304n; XXIII: 206n Adelijke schoonzoon, de (vert. van Gendre de Mr. Poirier, le), XI: 425 Ceinture dorée, XX, 304n Gendre de Mr. Poirier, le, XI: 425 Goede naam, een (vert. van Ceinture dorée), XX: 304n Lionnes pauvres, les: Seraphine Meedoen: Seraphine Seraphine (Lionnes pauvres, les), XXIII: 206+n, 207, 224, 225 Augsburg, bisschop van, XIII: 531 Augsburger Allgemeine Zeitung (periodiek), X: 21; XI: 628, 629, 698, 745; XII: 37, 151, 423, 583, 656; XIII: 26, 37, 56, 83, 88, 127, 302, 325, 486, 506-508, 512, 529, 597, 603, 606, 617, 641, 667; XVI: 152; XXV: 43 Augsburger Postzeitung (periodiek), XIII: 45, 78, 596, 624, 665, 694, 699, 712 Augustenburg, hertog van, XI: 773 Augustinus van Hippo, XXII: 737 Augustulus, Romulus (romeins keizer), V: 62; VI: 779n Augustus (Gaius Julius Caesar Octavianus, romeins keizer), I: 229, 551n, 562n; III: 615n; IV: 544; V: 61, 68; VII: 769n; XXIV: 685 Aulnis, Judith G. d', VIII: 462, 683b, 699n, 700n; IX: 317n, 320n, 327, 328, 329+n, 703n Aulnis, Justus L. d', VIII: 462, 683b+n {==299==} {>>pagina-aanduiding<<} Aurora (almanak), IV: 77n; XI: 512+n; XII: 432+n Aus fremder Zungen (periodiek), XVIII: 311 Ausland, das. Ueberschau der neuesten Forschungen auf dem Gebiete der Natur-, Erd- und Völkerkunde (periodiek), XIII: 166a, 197, 201+n Ausonius, Decimus Magnus, V: 13, 730n; XVIII: 419+n Mosella, V: 730n Avé Lallemant, Friedrich C.B., XXII: 488 Mersener Bockreiter des 18. und 19. Jahrhunderts, die. Ergänzender Beitrag zur Geschichte des Deutschen Gaunerthums, XXII: 488 Avenir National, l' (periodiek), XIII: 660; XIV: 434 Avennes (Jan van Avesnes, graaf van Holland), VI: 509, 510 Avis, J.B., XXIV: 111 Avondpost, de (periodiek), XXIV: 100a, 192a ‘Avondpost, Weener’ (periodiek), XI: 628 Awoe, njaij, IX: 553 Aijer Bangies, geëmployeerde van de Factorij der N.H.M te, VIII: 266n, 348, 357, 360, 391 Aijer Bangies, kommies-ontvanger van de inkomende en uitgaande rechten te, VIII: 234n Aijer Bangies, pakhuismeester te, VIII: 264n Aijer Bangies, resident van: Weddik, A.L. Aijer Bangies, secretaris en algemeen ontvanger te, VIII: 253 Aijer Bangies, waarnemend ass. res. van: Ven, A. van der Ayim, II: 128; IX: 553 Aylva Rengers, Lamoraal H.W. van, VIII: 464 Ayoema, IX: 555 B., IX: 277 B., mw.: Bulkley-Bekking, Maria C. B., Huib van, XXIV: 90 Ba Dassia, IX: 421, 432 Baak, B. van (ass. res. van Lebak, res. van Bantam), XXI: 721, 723 Baarslag, Jan B., XXIII: 400+n, 726, 773b; XXIV: 71 Baarslag-Zürcher, N., XXIV: 71n Baart, Kornelis, XVII: 793n Baart, Maria E. (Elize), XVI: 368n, 557, 575, 580, 599+n, 600, 671; XVII: 46, 47, 52, 67, 96n, 97+n, 229n, 255, 259, 260, 263, 282, 283, 288, 298, 309, 313, 317, 318, 325, 326, 333, 337, 338, 341, 342, 344, 346, 352, 359, 373, 377, 385, 386, 388, 393, 394, 396, 400, 401, 408, 412, 415, 416, 425-427, 429-431, 434, 435, 438-440, 446, 450-452, 458, 470, 475, 477, 478, 481, 483, 486-489, 493, 495-498, 504, 514, 515, 524, 528, 531, 545, 548, 549, 558n, 568, 577, 582, 586, 596, 608, 618, 623, 626, 629, 630, 632, 638, 639, 647, 661, 662, 670, 671, 682, 691, 707+n, 713, 719, 723, 725, 726, 793b, 795n, 796n; XVIII: 82+n, 88, 177n, 202, 729, 731, 732, 734; XIX: 973n; XX: 96+n, 99, 110; XXV: 88, 100 Drie novellen, XVII: 793n Geëmancipeerden, XVII: 793n Baas Stop en baas Mul, of de twee dichters (blijspel), XIII: 217 Babet (hulp in Nieder-Ingelheim), XXII: 368, 459+n, 572, 578, 585, 740, 752 {==300==} {>>pagina-aanduiding<<} Babut du Marès, Jules F., I: 331; V: 470; XIII: 556+n, 562, 564, 565, 721b; XIV: 298, 319n; XVIII: 195 Félix Batel, ou la Hollande à Java, I: 331, 332; V: 470; XIII: 556+n, 721n; XIV: 298, 331+n, 351; XVIII: 194, 195; XXII: 274 Bachem, Joseph, XII: 435, 583 Bachiene, Ph.J., XIII: 566, 568; XVII: 289 Backer, jhr. C.H., X: 464; XI: 19, 545, 548, 552 Backer, Dirck H., VIII: 26 Backer de Jonge, C., VIII: 36, 44 Backer Overbeek, A.A., XIV: 433; XXI: 804 Bacon, Francis, XV: 120 Bacon, Roger, XV: 120 Bade Zeitung (periodiek), XII: 494 Baden, Frederik, groothertog van, XI: 743, 751; XII: 354, 422, 439, 684; XIII: 118, 504, 505, 517, 523, 602, 628, 634, 638 Baden, Wilhelm, prins van, XI: 693, 709, 733; XIII: 504, 505 ‘Badens verraad, het’ (duitse brochure), XI: 710, 733 Badense Beobachter (periodiek), XII: 472 Badische Landeszeitung (periodiek), XII: 724; XIII: 633 Badoer, loerah van: Kalar, loerah van Badoer Bado, M., XXII: 140 Baedeker, Karl, V: 323; XXI: 409 Bagalen, militair kommandant te (1847), IX: 35, 46 Bagalen, regent van, IX: 35, 36 Bagalen, resident van: Schmidt auf Altenstadt, jhr. Johan G.O.S. von Bagalen, secretaris der residentie, IX: 46 Bagehot, Walter, XV: 778 Physics & Politics, XV: 778 Baggen, van, XV: 630 Bahlmann & co., XIX: 699, 700, 702, 748, 841 Bahrdt, Karl F., XXIII: 373+n, 374, 383 Baierische Landeszeitung (periodiek), XIII: 599 Bailly-Bailliere (boekhandel te Madrid), XII: 313n Bain, XVI: 701 Bais, Pieter, XIX: 971b; XX: 437+n, 591n Bajazet I, sultan der Osmanen, V: 62 Bake, Rudolf W.J.C. de Menthon, III: 370; XI: 388; XIII: 569; XV: 505; XXIV: 613 Bakhuisen, J.E.H., XIX: 692a Bakhuizen, XXII: 276 Bakhuizen van den Brink, Reinier C., III: 622n; XIII: 142, 384; XIV: 679n; XVII: 328; XVIII: 503+n, 508-511, 595, 763-766, 788, 789-792; XXIII: 192, 356+n, 357, 461; XXIV: 169, 441 Huwelijk van Willem van Oranje en Anna van Saksen, het, XXIII: 356+n, 357 Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren, XVIII: 502n, 503n, 763+n Bakker, XIII: 678 Bakker, Guurtje J., VIII: 28 Bakker, H., XXII: 202 Bakker, Hendrik, VIII: 46 Bakker Szn., J., XXII: 204 Bakker, Jan M., VIII: 700n Bakker, Joh. J., XXIV: 669 {==301==} {>>pagina-aanduiding<<} Bakker, Sijbrand N., VIII: 30 Bakker, Th.H. Clara de Chanteuse, XXI: 503 Balen Blanken jr., G.C. van, XIX: 940a, 942, 943; XX: 36, 37, 55a, 56 Balestra, J.F., X: 674 Ballin, J., XXII: 291 Balmain, XXII: 488 Balsamo, Giuseppe, III: 594n; IV: 513, 770n Balzac, Honoré de, IX: 137, 268n Eugénie Grandet, IX: 282 Parents pauvres, les, IX: 282 Père Goriot, IX: 282 Physiologie du mariage: IX: 137 Balzer, III: 230 Bamberg, Eduard, II: 466; III: 40; XV: 619 Bamberger, Ludwig, XI: 767; XII: 211; XIII: 42, 44, 102, 552 Bamberger, Ludwig B. (bankier), XII: 571 Bancel, Baptiste F.D., XI: 554; XII: 98, 144 Banck, John E., XVIII: 252+n Bandara, soetan, VIII: 278 Bandjermasin, sultan van, II: 773n Bandoeng, assistent resident van, IX: 666 Bandoeng, regent van (1856: Wira Nata Koesoema IV, raden adipatti), IX: 666, 669 Bandoeng, regent van (in de Brief aan de G.G. in ruste): Soeria Winata, raden adipatti; regent van Bogor Bangbang, IX: 556, 557 Bangil, regent van (voor 1830), XIV: 520 Banier, de. Tijdschrift voor ‘het jonge Holland’ (periodiek), XVII: 605a, 683+n, 737; XVIII: 183+n, 196, 281+n; XIX: 569+n; XX: 571+n; XXIII: 42; XXV: 106+n Banks, XIII: 143 Bantam, resident van (1852): Wiggers, G.A.E. Bantam, resident van (1864), XI: 403 Bantam, resident van (1881): Spaan, A.J. Bantam, secretaris van de residentie, IX: 18 Bara, Jules, XII: 393 Barbier, Henri A. (zie ook: Barbier, ‘Jules’), X: 260, 261, 263, 267, 735b; XI: 219+n, 220, 221; XV: 228 Iambes et poèmes, X: 736n Barbier, ‘Jules’, X: 182n, 260, 261, 265, 267; XI: 221, 222 Bard, XIII: 413 Barends, Jannetje, VIII: 46 Barentsz, Willem, XIX: 110, 189, 270; XX: 68; XXII: 677+n Bark, Cornelis, VIII: 24 Barker, Joseph, III: 230, 592n Barker, Joseph (schuilnaam van Edu), XV: 316 Barnabas, IX: 76 Barnave, Antoine P.J.M., III: 97, 592n Barneveld: Oldenbarnevelt, Johan van, heer van Berkel en Rodenrijs Barnum, Phinias T., XVII: 201 Baros, controleur te, VIII: 209n Barrière, Théodore, VI: 786n -met Ernest Capendu: Faux bonshommes, les (Weerhanen en huichelaars), XIX: 54 -met Lambert Thiboust: {==302==} {>>pagina-aanduiding<<} Filles de marbre, les, VI: 786n Barry, du: DuBarry Bartels, Johannes A., VIII: 47 Barth, Theodor, XXIV: 381, 413, 474 Barthe, IX: 282 Bartjens, Willem, V: 731n Cijfferinge, V: 731n Vernieuwde cijfferinge, V: 731n Baruch, Löb (zie ook onder ps. Börne, Ludwig), XXI: 312n Bas, Elisabeth J., XXIII: 275n Bas, H.J.M. de, XXII: 319 Basidin, IX: 561 Basler Nachrichten (periodiek), XVI: 153; XXV: 45 Bassani, Francesco, VI: 796n; XI: 789n; XX: 10n, 170n, 394n, 463, 467, 474, 495, 504n, 516, 523, 524, 536; XXI: 205, 293, 425, 439, 464, 593n, 667; XXII: 57; XXIII: 497; XXIV: 247+n, 253, 343, 383, 422, 458, 481, 486 Bassani, Guido, XXI: 19n, 407n Bassano, Hugues B. Maret, hertog van, II: 428 Bassewitz, Henning, graaf von, XII: 471, 777; XIII: 48, 49, 77 Bastiat, Frédéric, I: 264, 552n Batahan, toeankoe van, VIII: 161 Batavia, franse kleermaker te (Oger?), IX: 16n, 138-141 Batavia, resident van, IX: 674n; X: 289 Bataviaasch handelsblad (periodiek), I: 483; II: 495; III: 76; X: 297, 298, 347a+n, 348a+n, 351a, 358n, 381, 384, 388+n, 394, 395+n, 396, 399, 400+n, 532n, 547+n, 730n, 742n; XII: 464; XIII: 263, 682; XIV: 351, 571, 594, 675n, 680n; XV: 98; XXI: 800; XXII: 227; XXIII: 693; XXIV: 134a, 222a, 576; XXV: 73 Bataviasche courant (periodiek), III: 276, 278; XXV: 73 Bateh, si, VIII: 214 Batik, IX: 68 Batipoe, VIII: 182 Bato. Een boek voor het jonge Nederland (seriewerk), XI: 518, 796n Baton, Henri (ps. van: Kuyk, Henri van), XIV: 491, 495-498 Max Havelaar (toneelspel), V: 473; XIV: 491, 495-498, 502; XVI: 360+n, 385+n, 386; XVII: 322; XXI: 426 Baud, Guillaume L. (min. van koloniën, 1848-'49), IX: 47, 48, 54, 55, 691b; X: 140, 141, 144, 146, 147, 163, 164, 175, 736n; XIV: 494 Baud, Jean C. (G.G., 1833-'36), IX: 24; XIV: 475, 486, 521; XV: 48+n, 394; XVI: 404; XXIII: 204+n Baudissin, Eduard, graaf von, XII: 127 Baudry, Friedrich, XII: 661; XIII: 40, 52 Baudry, XII: 492, 660 Bauer, Bruno, III: 230, 592n Bauer, F.G., I: 354 Baumbach, A. von, XI: 745 Baumgärtner, Michael, XXI: 299, 300; XXIII: 502, 592, 739; XXIV: 36, 75, 404, 423, 457 Baumhauer, Anna E. von, VIII: 49 Baumstark, XIII: 691 Baunscheidt, Karl, II: 773n Baur, Ferdinand C., III: 230, 592n Bax, Willem, XIX: 376, 401a, 404+n Bayanolla, VIII: 150 {==303==} {>>pagina-aanduiding<<} Bayard, Jean F.A. Mari à la campagne, le; ou le Tartuffe moderne, XXIII: 502+n Bayard, Pierre Terrail, seigneur de, IV: 84, 769n; V: 596, 731; VII: 307; XXI: 390+n Bayer, Hieronimus von, XIII: 688 Bayer: von Beyer, Gustav von Baiji, Maas (loerah van Tjihandjan), IX: 420, 423, 425 Bayie, dessahoofd Lebak Tjitra, II: 128; IX: 553 Bayle, Pierre, IV: 591, 769n; VII: 224; XIV: 610+n; XV: 75, 671+n; XVIII: 410+n; XIX: 636+n; XXIII: 752 Dictionnaire historique et critique, IV: 591, 769n; XIV: 608n; XV: 75, 670n; XVIII: 407n; XIX: 636+n; XXIII: 752+n Bazaine, François A., XII: 425, 426, 458; XIII: 225; XIV: 151n, 215n; XV: 326+n; XXV: 192n Bazendijk, P.M. (boekhandelaar te Rotterdam), XVII: 576, 615; XIX: 60, 307 Bazile (Bazille, Jean F.G.), XIV: 516 Beaufort, Willem H. de, XXIV: 330 Beauharnais, Alexandre de, XXI: 473n Beauharnais, Joséphine de, XXIV: 675n Beaumarchais, Pierre A. Caron de, I: 559n; VI: 779n, 786n; XV: 120; XX: 277 Barbier de Séville, le, I: 559n; XXV: 116 Mariage de Figaro, le, I: 559n; XV: 120; XXV: 116 Mémoires dans l'affaire Goezman, XX: 277 Beaumont, Léonce E. de, XV: 219 Beausar, L.A., XXII: 140, 179 Bebel, Ferdinand A. (August), XII: 726; XIII: 43, 432+n, 594, 605 Beccaria, Cesare B. de, XIV: 41; XXI: 51 Becher, August, XIII: 434 Beck, VIII: 533 Becker, Hermann, XI: 755; XII: 517 Beckering Vinckers, Jan, XVIII: 411+n, 417-420, 422, 423, 425, 670+n Onechtheid van 't Oera linda bôk, aangetoond uit de wartaal waarin het is geschreven, XVIII: 411+n, 422 Beckeringh, A.W., XXIII: 506 Beckmann, J.H., XIII: 523 Bededictus, (Wed. S. Benedictus, schrijfwarenhandel), XIV: 54 Bedoet, IX: 474 Beecher Stowe, Harriet E., I: 156, 569n; II: 397, 773n; V: 758n; X: 105; XII: 257, 330, 513, 738, 742; XIV: 296; XV: 752; XXIII: 477; XXIV: 579, 588 Negerhut van oom Tom, de: Uncle Tom's cabin Uncle Tom's cabin, I: 156, 569n; II: 773n; V: 515, 758n; X: 62, 105; XII: 163, 257, 330, 669, 737, 739, 741, 742; XIII: 166; XV: 752; XVI: 120; XXIII: 463, 477, 517; XXIV: 649 Beekman, Anna F., VIII: 696n Beelaerts van Blokland, XIV: 43, 47 Beeloo, Adrianus, V: 78, 731n Gods-oordeelen, V: 731n Gravenhage, 's-, V: 731n {==304==} {>>pagina-aanduiding<<} Beeloo, Helena, V: 595, 596, 731n, 744n; XV: 530, 531; XVII: 99; XVIII: 33n, 361n, 390, 395 Beem, Meyer E. van, XIV: 492, 495; XVII: 103 Beem, Samuel van, XIV: 492; XVII: 103 Beer, Taco H. de, XVIII: 206, 457+n; XXI: 9n, 25n, 339, 347-349+n, 354, 355, 358, 360-363, 369a, 377n, 378n, 380, 386, 387, 393, 395n, 449, 484, 497, 503, 556, 557, 811b; XXII: 20n, 64a, 67, 90+n, 91, 97+n, 98, 221n, 273a, 275, 593n, 785b; XXIII: 20n, 69, 70, 141, 158-160, 165, 607a, 774b; XXIV: 24n, 153a, 153n, 159, 181a, 182, 212, 219+n, 229, 230, 267, 271, 272, 274a, 351, 372, 373 Beer, mw. Taco H. de, XXII: 595, 603, 616, 629; XXIV: 271 Beers, Jan van, XV: 308+n, 683+n; XVI: 100; XXIII: 509, 510 Dichtwerken, XXIII: 510 Keur van dicht- en prozastukken, XV: 683; Rijzende blaren, XXIII: 510 Beersmans, Catharina, XVI: 386; XVII: 397, 720, 729, 730, 732, 736, 751, 761, 794b; XVIII: 44, 64, 88, 97, 98, 100, 101, 107, 119-121, 136, 146, 149, 161, 165, 203, 272+n, 337, 547; XIX: 38, 40, 44, 248, 280+n, 361, 766, 768; XX: 292, 296; XXI: 528; XXII: 282, 298; XXIII: 348+n; XXV: 149, 150 Beest Holle, Gerard (du Rij) van, XIX: 671+n, 672, 674, 681, 690, 699, 700, 703, 704, 731, 948, 949; XX: 243+n, 245, 268, 269, 320, 376, 456, 464; XXIV: 483+n Beethoven, Ludwig van, V: 614; XVI: 486; XXII: 585; XXIII: 26 Beets, Nicolaas (zie ook onder ps. Hildebrand), III: 28, 593n; V: 677; VI: 749, 780n; VII: 58, 306, 313, 314, 316; VIII: 55n; XII: 103+n, 105, 360, 393; XV: 192; XVI: 74, 100, 133, 240, 248, 277, 299, 305, 398; XVII: 160+n, 200+n, 270, 738+n; XVIII: 66, 213, 463+n, 537, 340, 800n; XIX: 128, 132, 140, 145, 154, 299, 306, 452, 865, 866, 868; XX: 187, 207, 275, 368, 369, 406, 540; XXI: 92, 456, 598, 600; XXII: 100; XXIII: 369+n, 370, 382, 461, 483+n, 504n, 510, 605; XXIV: 445, 644; XXV: 21, 201n ‘Aan Aleide’, XII: 103 Aan mijne landgenoten op den 18den Juni 1865, III: 28; XVII: 160+n, 200 ‘Bertha’, XII: 103 Guy de Vlaming, IX: 153; José, een Spaansch verhaal, XXIII: 483+n Rijmbijbel, XXI: 598; XXIII: 382 Verpoozingen op letterkundig gebied, VI: 749, 780n; XVI: 240, 241, 248, 398 Beets Pz., P., VIII: 32 Begemann, Christoph G.S., XI: 73, 787b Begin en voortgang der Oost-Indische compagnie, XXII: 734 Behm, Ernst, XV: 778 Geografisches Jahrbuch, XV: 778 Beieren, Karel T., prins van, XI: 629; XII: 71 Beieren, Maria van Pruisen, koningin-weduwe van, XII: 678 Beka, Johannes de, VI: 502, 504, 516, 559, 780n {==305==} {>>pagina-aanduiding<<} Egmonder rijmkroniek (Chronicon episcoporum trajectensium), VI: 504, 507 Bekker (orkest), XXIII: 311 Bekker & Fonk (wijnhandel), XIX: 80, 97 Bekking, XXIII: 215+n Bekking, Henri C., II: 210, 282; IX: 36n, 675n, 691b; X: 16n, 60n, 65, 89, 91, 92, 115, 116, 232+n, 272, 278-284,, 289, 293, 336, 469, 525, 542n, 736n; XII: 696+n; XIV: 669, 670; XV: 518 Bekking, mw. Henri C., X: 63+n, 65, 72, 89, 116 Bekking, V.A.L.P. (ass. res. van Lebak 1852-'54), IX: 459, 460, 540, 541, 543, 596 Bel, Petr., VIII: 47 Belinfante, gebr. (uitgeverij te Den Haag), X: 438n, 497; XIV: 298; XXII: 61 Belinfante, S.C., XI: 362 Belkum Kzn., H. van (boekhandel te Leeuwarden), XIX: 286, 800; XX: 374; XXI: 175 Bellaar Spruyt, Cornelis, XVIII: 432; XXII: 559a, 592+n, 593 Bellamy, Jacobus, IV: 613-617, 655, 769n, 782n; VI: 438, 452, 780n; VII: 245; VIII: 557, 558; XXI: 577 ‘Roosje’ (in: Proeven voor den smaak, het verstand en het hart), VII: 245 Bellegarde, Roger de Saint Lary et de Ternes, hertog van, III: 264 Bellens, Hendrik, XXIII: 672n, 673n Belliard, Augustin D., graaf, VI: 300, 780n Bello, Ph., XV: 545 Bemmel Suyck, C.J. van, XV: 487 Horse, de, XV: 488 Bemmel, C.V. van, IX: 351 Bemmel, Eugène P.Ph. van, XI: 208 Bemmelen, Petrus van, XVI: 404 ‘Bemoediging’ (zie ook onder: Busken Huet, Conrad), XVI: 87, 107 Benatti, XIV: 619 Bendsneijder, Charles F., IX: 51n, 67, 87, 89 Benecke, Georg F., XXI: 740 Mittelhochdeutsches Wörterbuch, XXI: 740 Benedek, Ludwig A. von, XII: 220, 287; XIII: 105+n; XVI: 688 Benedetti, Vincent, graaf de, XXI: 134+n Benedictus XIV, paus, II: 432 Benedix, Roderich, XVI: 675, 676, 688 Benjamins, H.D., XXII: 291 Benjamins, M., XXII: 291 Benedette, dr., XXV: 20 Bennet, Roelof G., VI: 632; XXII: 675+n; XXIII: 709 -samen met: Wijk Roelandsz., J. van: Nederlandsche zeereizen in het laatste der zestiende, zeventiende en het begin der achttiende eeuw, VI: 632; XXII: 673n Bennigsen, Rudolf von, XII: 286 Bennow, XI: 94 Benoit, Peter, XV: 696 Lucifer, XII: 131 Bensen, Carl A., I: 258, 259, 364; VI: 333; IX: 468n, 537, 676+n, 691b; X: 389, 390, 391, 396, 397, 736n; XIV: 363; XXI: 610, 611 Bentinck, Hans W., XVIII: 411+n {==306==} {>>pagina-aanduiding<<} Beobachter (periodiek), XII: 472; XIII: 218, 304, 434 Béranger, Pierre J. de, I: 43, 228, 264, 552n; II: 450, 773n; V: 63; IX: 282, 285n; XI: 514; XIX: 271; XXI: 110, 153+n, 154, 466+n; XXIII: 428+n Napoléon Bonaparte, IX: 286+n Roi d'Yvetot, V: 63 ‘Vieille, la’, XXI: 154 Bérardi, Léon, XXIV: 179n Bercaria: Beccaria, Cesare B. de Berchem, van: Willem van Berchem Berckenhoff, H.L., XIX: 942 Causerieën, XIX: 942 Berdenis van Berlekom, Anton A., XXIII: 574+n, 623, 641; XXIV: 310n Berdenis van Berlekom, Johan P. XXIII: 574, 593, 642, 643, 720, 723, 724, 752, 757 Berdenis van Berlekom, Marie, XIX: 756; XXIII: 279n, 418n, 458n, 534n, 536n, 573n, 719n, 773b; XXIV: 90+n, 117n, 310a, 312, 374, 408, 489 Berend, Michel, XI: 396n Berendhuijzen, IX: 84 Beresteyn, Chris van, XIV: 375, 400, 401, 403 Berg, IX: 99, 339 Berg (2e burgemeester van Frankfurt), XII: 655, 664 Berg, van den: Helvetius van den Bergh, Pieter T. Berg, Ahasuerus van den, VI: 723, 780n Berg, Hilda J. van den: Bruinsma-van den Berg, Hilda L. Berg, Norbertus P. van den, XVII: 289; XXI: 800; XXII: 226, 260+n, 295 Berg, Sebastiaan A. van den, XI: 433, 481 Berggold, F. (uitgever te Berlijn), XVII: 758 Bergh, Laurent P.C. van den, XVIII: 139 Nederlandsche mythologie (Proeve van een kritisch woordenboek der Nederlandsche mythologie), XVIII: 139 Bergh, Samuel J. van den, XII: 360 Berghuis, W.D., XX: 102+n Lastige schoonmoeder, een; tafereel uit het Groninger dorpsleven, XX: 102+n Bergmann, Friedrich W., XV: 741 Bergrath, A., XII: 604, 605, 609, 621, 623, 627, 642, 750, 752, 771, 780 Bergrath, mw., XII: 622, 623 Bergsma, Johannes J., XIII: 543+n, 714, 721b, 726n; XIV: 35, 43-46; XV: 147a, 148, 164a, 165, 270, 272 Pleitrede inzake het openbaar ministerie tegen Jacob de Vletter, XIII: 721n Bergsma, Willem B., X: 736b; XXI: 696, 697, 702, 704, 717, 720a, 723, 743, 744; XXII: 81, 82+n, 96, 120a, 122, 123, 128, 139, 146, 147, 175, 176, 184 Is het weder ingediende wetsontwerp betreffende de cultuurondernemingen in Nederlandsch Indië volledig?, X: 736n Berkel, van, XIV: 349, 431; XV: 747 Berkhout, IX: 348, 349 Berkhout & co. (boekhandel te Den Helder), XX: 438 {==307==} {>>pagina-aanduiding<<} Berlé, B. (bankier te Wiesbaden), XIV: 598; XIX: 710; XX: 221+n, 227, 257; XXI: 580 Berlichingen, Friedrich, graaf von, XIII: 635 Berlichingen, Götz von, VI: 675, 787n Berlin, H.J., III: 230; XI: 379 Berliner Anzeigen/Fremden Zeitung: Berliner Fremdenblatt (periodiek) Berliner Börsencourier (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 Berliner Fremdenblatt (periodiek), XVIII: 113, 348, 349 Berliner Gerichtszeitung (periodiek), XIII: 525 Berliner Schachzeitung (periodiek), XVII: 112n Berliner Volksbote (periodiek), XIII: 427 Berliner Zukunft: Zukunft, die (periodiek) Berman, A.J., XIX: 612+n, 613; XXV: 102n Landjuweel, proza en poëzie, XIX: 612+n, 619; XXV: 102n Bernagie, Pieter, II: 717, 773n; VIII: 60 Belachelijke jonker, de, II: 717, 774n; VIII: 60 Bernard (kannunnik), XXII: 480, 484 Bernard, A., XXIII: 222 Bernard, Carl (Noors schrijver): Bernhard, Carl Bernardin de Saint-Pierre, Jacques H., IV: 783n; VII: 365; XXIII: 483+n, 513 Chaumière indienne, la, XII: 330 Paul et Virginie, IV: 447, 783n; VII: 365; XXIII: 482n Bernays, XXII: 481+n, 482 Bernays, mw., XXII: 479-481+n, 484 Berner Tagespost (periodiek), XIII: 657 Bernhard, Carl, VIII: 523+n Tante Francisca, VIII: 523 Bernhardt, Sarah, XX: 562; XXIII: 217+n, 221+n Bernhold, Eduard, XVIII: 208n; XIX: 25n, 320n, 343, 412, 550n, 571n, 971b; XX: 22n, 130n, 141, 145-150, 152, 153, 591b; XXII: 514n, 584, 675, 785b; XXIII: 153, 310, 546-554, 608 Berninger, Martinus E., VIII: 676 Bernouilli, XIX: 173 Bernstein, Aaron, II: 33 Boven lucht en wolken, of een togtje door het wereldruim. Naar het hoogduitsch door J.J.A. Goeverneur, II: 33 Bernus, von, XI: 708, 777; XII: 27 Berry, Charles, hertog de, XVI: 489+n Berryer, Nicolas (zie ook volgende lemma), XXI: 37+n, 51, 119, 524+n, 580 Berryer, Pierre A., III: 97, 593n; IV: 439, 440, 443; V: 592, 731n; IX: 281 Bertelsmann, Carl A., X: 354n Garibaldi, marche charactéristique pour le piano, X: 354+n Bertha (Bertha L.W. van der Hucht?), VIII: 564 Berthe (‘Bertha met de grote voet’), XXIV: 672n Bertheld, XIII: 57 Berthoud, Henry, XV: 637n Bertillon, Adolphe, XV: 56+n Berzelius, Johann J., vrijheer van, VII: 762n {==308==} {>>pagina-aanduiding<<} Besant, Walter, XV: 572n; XVIII: 107n -samen met James Rice: Ready-money Mortiboy. A matter-of-fact story, XV: 561, 565, 571 573, 574, 575, 580, 582, 585, 587, 590n, 642, 643, 666+n; XVIII: 107+n, 112 Besle: Berlé, B. (bankier te Wiesbaden) Bessel, XII: 114, 115 Besselaar, H.J., XIV: 46 Bet (kindermeid van fam. Merens-Hamminck Schepel), XIX: 878+n, 879, 882, 904 Bethman (bankiershuis), XIII: 134 Bethmann-Hollweg, Moritz A. von, XII: 40 Bethusy-Huc, Eduard, graaf von, XIII: 27 Betje, nicht: Stoffels-Winkler, Elisabeth M. Betz, Gerardus H., III: 96, 147, 593n; IV: 58, 76, 96, 769n; XI: 285; XV: 680 Betz, Hendrik J., XVI: 703; XXIII: 30+n Betz, Karl E., XX: 480 Betz-Laubmeister, mw. Karl E., XX: 480 Beucker, Jan I. de, XII: 177 Beukelsz, Willem, VI: 293, 450, 780n; XXIII: 693+n Beukelszoon, Jan (Jantje van Leiden), XIII: 419; XVI: 313+n Beuningen, Coenraad van, IV: 15, 769n Beurzen courant (periodiek), XII: 374a, 377a, 380, 383, 384a, 390a, 392, 404, 405, 413 Beusechem, J.M. van, VIII: 72 Beust, Friedrich F., graaf von, IV: 152, 769n; V: 351; XII: 377, 418, 763; XIII: 115, 305, 405, 628 Beyens, XXII: 237 Beyens (politicus), XIII: 400 Beyer, Gustav von, XIII: 148, 504, 505 Beijer, Rosetta E., XI: 121, 122, 123, 200 Beyerinck, Pieter J.G., IX: 51n, 78, 209, 210, 211, 219, 223, 227+n Beyerman, Gerrit, I: 343, 552n; VIII: 297n, 683n Beyerman, Hugo (zie ook onder ps. Glanor), XVI: 457n, 460, 547+n Beijers, Jan L. (uitgever te Utrecht), XIII: 51n; XV: 336, 674; XVI: 236; XVII: 560, 619; XIX: 61, 694; XXI: 144, 811b; XXIV: 393 Beylinc, Allairt, IV: 769n; XXII: 691+n Bezoeki, resident van, IX: 275 Biang Lala, Indisch leeskabinet (periodiek), IX: 254n Bias, II: 479, 774n; IV: 373, 769n; V: 97; VII: 774n; XIX: 194, 386 Bibliotheca Marckiana, sive catalogus librorum (...) Hendricus Hadrianus van der Marck, VI: 668 Bichel (sigarenhandel te Wiesbaden), XIX: 428; XX: 435 Bicker Caarten, H.J., XXIV: 374 Bidjoe, si, VIII: 147, 148, 152, 156, 211, 242 Bie, de (te Amsterdam), X: 593 Bie, de (te Assen), XX: 390; XXV: 170n Bie, de (te Rotterdam), XIV: 35, 68 Bieck, XIII: 285 {==309==} {>>pagina-aanduiding<<} Biedjoe, sie: Bidjoe, si Biedom, XXIV: 668 Bien public, le (periodiek), XII: 379a, 383a, 392a, 402a, 405 Biene, Salomon van, XVII: 429, 564, 608, 614, 648; XVIII: 96 Biene, Sophie van, XVII: 614 Bientjes, Jan A., XVI: 561a, 601a, 626, 643, 756b; XVII: 125, 145, 208-210, 520a, 522; XIX: 309, 538a, 548+n; XXIII: 29+n, 43+n; XXV: 68 Bierman, Maria C.M., XIV: 677n Biesen, Jacob van den, II: 188 Biestling, XIII: 285 Bigwood, J., XI: 482 Bik, Pieter (gouveneur van Celebes), IX: 90, 91, 97 Bikker, XV: 794n Bilderdijk, Louise S. XXIII: 117n Bilderdijk, Willem, IV: 79, 174, 382, 690, 692-694, 698; V: 647, 650, 677; VI: 371, 399, 400, 449, 480, 485, 492-497, 500-502, 505-512, 515-526, 531-534, 536, 539-543, 547, 548, 550, 552, 554, 556, 560, 562, 563, 565-573, 575, 578, 580-584, 586, 590, 592, 600, 619, 622, 630, 686, 688, 689, 697-699, 749, 780n, 801n, 803n; VII: 189, 235, 243, 313, 314, 335, 336, 352; VIII: 55n; XI: 789n, 791n; XII: 238, 360; XIV: 69, 144; XV: 367, 387, 496, 537, 613, 623, 627, 675, 684+n, 686, 689, 690, 691, 693, 704, 747, 779, 780, 782; XVI: 57n, 112, 113, 128-131, 134-137, 183, 256-263+n, 265, 266, 268, 276, 277, 334, 336n, 341-346, 414+n, 420, 477-479, 486, 530, 618, 754; XVII: 39, 40, 49+n, 143, 144, 150, 160, 178, 179, 183, 184, 188, 189, 191, 196, 200+n, 218, 240, 241, 268-270, 352n, 385n, 739, 765; XVIII: 59, 91, 92, 212, 213, 215, 231, 234, 256, 286, 288n, 382, 407n, 457+n, 509, 510, 526-529, 554, 619, 705, 760, 766; XIX: 126, 132, 230, 299, 300, 306, 634, 642, 643, 650, 687, 705, 730, 866, 931; XX: 99, 125-127, 143, 183, 312, 366, 406, 411, 572; XXI: 36, 616, 777; XXII: 45, 100, 604+n, 731, 742; XXIII: 42+n, 59, 61, 67, 119+n, 150, 187, 256, 513, 570+n, 571, 581, 612, 640, 669, 767; XXIV: 178, 230, 445; XXV: 21, 76+n Floris de vijfde, XXIV: 178 Bloemlezing uit de dichtwerken van mr. Willem Bilderdijk naar tijdsorde gerangschikt (ed. Johannes van Vloten), XVII: 156, 160, 188, 269, 765; XVIII: 213, 234 Brieven van Mr. Willem Bilderdijk, XXIII: 45 Floris de Vijfde, IV: 690, 694, 698; VI: 492, 494, 500, 501, 505-508, 511, 521, 524, 526, 534, 542, 543, 554, 562, 563, 566, 568, 569, 573, 578, 580, 581, 590, 592, 600, 749, 750; VII: 235, 236, 243, 335, 352; XV: 693, 747, 779, 780; XVI: 57n, 112, 113, 128, 131, 135, 183, 198, 256+n, 258, 260-263, 276, 277, 336n, 341-346, 410, 414, 415, 420, 477, 478; XVII: 144, 160, 191, 240, 268-270, 739, 765; XVIII: 91, 213, 234, 288n, 527, 760; XIX: 300; XXIII: 612, 767 Geschiedenis des vaderlands, VI: 571; XXIII: 570+n ‘Kerstnacht’ II: 551 (?) {==310==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Mijne geboortsbestemming’, XVI: 268 Ondergang der eerste waereld, VI: 749; VII: 365; XV: 747; XVI: 130 ‘Ouderdom’, XVI: 129 Ridder Sox of de trouwlustige totebel, IV: 168, 169, 188; VI: 494; XV: 747 Rotsgalmen, XVII: 218 ‘Uitvaart’, XVI: 129 Vaderlandsche Oranjezucht, VI: 572; XXI: 777 ‘Vloek, de’, XV: 747 Willem van Holland, XVI: 113 Ziekte der geleerden, XVI: 129 -met Katharina W. Bilderdijk-Schweickhart: Hollands verlossing, VI: 572 Bilderdijk-Schweickhart, Katharina W., IV: 692; VI: 573; XVI: 486; XIX: 126, 730; XX: 312; XXII: 604 Bilderdijk-Woesthoeven, Catharina R., V: 650; XVII: 156; XXIII: 187 Bildsche courant (periodiek), XXIII: 749 Bilgner, von, XII: 357 Bilguer, Paul R. von, XVI: 524n Handbuch des Schachspiels, XVI: 524n Billault, Auguste, XII: 457 Billroth, XXII: 278 Binger, gebr. (drukkerij te Amsterdam), XVIII: 366+n; XXI: 797 Binker, M., XXIV: 669 Binkes, H.P., XIII: 246 Binkes, N.C., XIII: 246; XXIV: 669, 670 Binkes, P., XIII: 235n, 245; XXIV: 669 Binnerts, XXI: 194 Birch, William J., III: 229 Birch-Pfeiffer, Charlotte, XVI: 675 Dorf und Stadt, VII: 602 Goudboor, de (eig.: De goudboer), XVIII: 97 Birnie, G., XXII: 729+n, 730 Denkbeelden over onsterfelijkheid bij de hindu's, XXII: 729+n Biron, Charles A. Gontaut, hertog de, I: 398 Bischoff, XIX: 82 Bismarck-Böhlen, Friedrich A. von, XII: 637 Bismarck-Schönhausen, Otto E.L., vorst von, IV: 35, 40, 44-46, 48, 53, 54, 73, 88, 90, 165, 461, 769n; V: 12, 13, 23-25, 31, 51, 351, 369, 674, 675, 759n; VI: 367, 368, 484, 485; VII: 38, 39, 334, 523, 773n; XI: 535n, 621, 625, 626, 628, 629, 688, 698, 699, 726, 759n, 765, 768, 773, 776; XII: 17n, 19n, 23, 29, 38, 43, 45, 46, 55, 133, 145, 146, 152, 205n, 206, 211, 213, 220, 224, 231, 272, 287, 289, 346, 358, 376n, 407, 439, 450, 462, 474, 483, 520, 531, 542, 553, 580, 582, 624, 687, 689, 696, 720, 790; XIII: 32, 44, 48, 73, 76, 119, 127, 132, 158, 159, 164, 165, 224, 305, 320, 331, 349, 432, 469, 492, 504, 505, 527, 536, 541, 586, 587, 631, 664; XIV: 151n, 384n; XV: 111, 263, 367+n, 678; XVII: 296, 297, 485, 609; XVIII: 464; XIX: 99, 251, 566; XX: 105, 123+n; XXI: 469; XXII: 660+n, 718, 748; XXIII: 383, 654, 673, 696n; XXIV: 725; XXV: 61n, 203 Bisschop, Christoffel, XXI: 804; XXII: 62 {==311==} {>>pagina-aanduiding<<} Bissing, Ferdinand, XIII: 43 Blaauw, J.W.C., XV: 286n Blaauw, W. (Willem Jansz. Blaeu), VI: 667 Blaes, Edward, XII: 365, 368, 383; XVIII: 798n Blair, Hugh, IV: 489, 770n; XIX: 172 Blanc (directeur speelbank Homburg), IV: 187; V: 183; XII: 463, 493 Blanc, Louis, IX: 268n; XV: 72, 430, 679n; XXII: 432+n Blanc, Paul, XIII: 568, 569 Blanc, Philomène Marie, XXI: 24n, 407n, 413, 416, 433, 441, 442, 443, 458+n, 461, 473, 511, 520, 526, 531-533, 593n, 595, 596, 689, 690, 708, 709, 733; XXII: 30, 308, 336, 337, 368, 369, 483, 485, 578, 613, 615, 742, 767, 768; XXIII: 66, 96-98, 117, 173 Blanckenhagen, X: 248 Blanken, Johan W., XVI: 681 Blankenburg, Moritz K.H. von, XIII: 58 Bleeker, A. (uitgever te Sneek, zie ook: Druten, Johan F. van & Bleeker, A.), IX: 289; XV: 336 Bleeker, Pieter, III: 99, 593n; VIII: 41n, 683b; X: 400, 412+n, 413, 736b; XXI: 610, 611; Cholera, de; wenken voor allen, X: 736n Bleeker & Ybes (boekhandel te Arnhem), XXI: 157 Bleekwel, Jan, VIII: 28 Bleekwel, Maritje, VIII: 28 Blesciusky, XV: 545 Bleij, C., IX: 351 Blignières, Auguste le Barbier de, XVIII: 482 Blikman & Sartorius (boekhandel te Amsterdam), XXII: 156 Blind, Karl, XII: 201 Blink, H., XXIV: 397a Blitar, regent van, VI: 324 Blixen-Finecke, Karl F., baron van, XII: 445 Bloem, H.W., XVIII: 316 Bloem, J.C. (minister van financiën), XXIII: 345+n, 350 Bloemen Waanders, François G. van, XXII: 130+n; XXIII: 62+n, 87, 147 Bloemen Waanders, Pieter L. van, VIII: 297n; IX: 189, 195, 196; XIX: 397 Bloementhal: Blumenthal, S. Blois van Treslong, Willem van, XVIII: 53 Blok, Petrus J., XXIII: 356+n Blöm, XII: 649 Blom, dr., XIII: 258 Blom, Abraham R., IX: 315 Blömer, Friedrich, XII: 649 Blomesteijn (Hermanus van Blommestein?), X: 242 Blommendaal, C. (drukker te Den Haag), X: 725n Blondin (koorddanser, eig.: Gravelet, Jean F.), XII: 489; XXIV: 324+n; XXV: 51+n Blooker (cacao-fabriek), XXIII: 439 Blount, Charles, III: 229, 593n Blücher, Gebhard L. von, III: 13, 267, 593n; XII: 211; XIV: 615 Blum, Robert, XIII: 218; XXIII: 463+n Blumenthal, S., XIV: 652; XV: 315, 343, 507, 508, 523; XVI: 302, 303, 741, 746; XVII: 28, 33, 34; XXV: 70 {==312==} {>>pagina-aanduiding<<} Blumenthal & co., S. & A. (bankiers te Venetië), XV: 589; XVI: 88, 124, 388, 485, 714, 715, 717, 722, 730, 733; XVII: 26, 37; XVIII: 637 Blumenthal, von, XII: 650 Blumer, XIX: 147, 155, 207; XX: 194, 203, 264 Bluntschli, Johann C., XIII: 42, 98, 602, 671; XXIII: 670+n, 689 Blussé & Van Braam (boekhandel te Dordrecht), XVII: 633; XIX: 686 Blussé van Oud-Alblas, Pieter, XIV: 350+n; XV: 225n, 642, 644, 705 Blijdenstijn, B.W., XXIII: 506 Blijdesteijn, IX: 640 Boas, Isaac P., XI: 462, 464, 465, 467-470+n; XIV: 495; XVII: 332 Bocarmé, Mad., IX: 280 Boccaccio, Giovanni Dekamerone, XVII: 781 Bock, M., XIV: 268 Böckh, XIII: 42 Bockum-Dolffs, Florens H.G. von, XII: 87 Boddaert, Pieter (1694-1760), XIX: 648n Boddaert jr., Pieter, XVII: 188; XVIII: 225+n, 232; XIX: 649+n Bodelschwingh, Karl von, XIII: 48 Bodenheim, X: 296 Boedels, mw., XVII: 103 Boekawana, IX: 92n, 93n Boeke, J., VIII: 56, 62 Boekhout, H., XIV: 46 Boekhoven, J. van (uitgever te Utrecht), XIII: 51n; XV: 311; XVII: 72, 73, 76, 80, 199, 753, 754, 773-776, 779, 784; XVIII: 34 Boekzaal der geleerde wereld (periodiek), VI: 239, 780n; XVII: 651; XX: 207 Boele van Hensbroek, Pieter A.M. (zie ook onder ps. Pepifax), XXI: 804; XXII: 62, 707+n, 708 Boelen, Anton (zie ook onder ps. Philadelphus), XIV: 49n, 337a+n, 340; XV: 281 Boelen, H.T. (ook onder ps. Donker, N.), XXII: 707 Boelens, Adriaan, XXIII: 535n, 601+n, 710+n, 715, 722, 736+n, 742, 743, 748 Boer, de, XXIII: 392 Boer, D. de, XXII: 202 Boer, F.B. den (boekhandel te Middelburg), XX: 579 Boer, Jacobs F. de, VIII: 26 Boer Pzn., H. de, XXI: 209 Boer Vervoorn, A. de, IX: 315 Boer-van Rijk, Esther de, XVII: 402n, 404, 431, 614, 797b Boerah, IX: 555 Boerhaave, Herman, III: 99, 593n; IV: 622; XIV: 582; XIX: 359; XX: 216, 440; XXI: 569 Boerma, XIX: 792 Boesnach, Willem, XVIII: 44 Boeye, J.R., XXII: 140 Boeijong Joening, si, VIII: 197, 258 Bogaard, Tewe, VIII: 32 Bogaard, Trijntje, VIII: 32 Bogaardt, Frederik, XX: 171n, 510, 520, 541 Bogaardt, Frederik M. (Marius), XX: 171n, 503n, 506+n, 520, 524; XXI: 508n; XXV: 192n Bogaardt-van der Schalk, Marie E., XX: 172n, 506, 509+n {==313==} {>>pagina-aanduiding<<} Bogaers, Adrianus, I: 561n; XI: 222, 787b; XVIII: 288n, 292, 410+n Togt van Heemskerk naar Gibraltar, de, XI: 222 Bogaert, Abraham, VII: 456, 681, 763n Boggia, mw., XI: 463 Bogor, regent van: Soeria Winata, raden adipatti Bohl, Joan, XXI: 804; XXIII: 581+n Böhlau, H. (uitgever te Weimar), XX: 585 Böhme, Jacob, II: 786n Bohn, (erven) François (uitgeverij te Haarlem), VIII: 693n; XVII: 798n Boieldieu, François A., III: 598n Dame blanche, la (opera), I: 463; III: 341, 598n Boileau, Nicolas Despréaux, I: 333; II: 321, 774n; III: 535; IV: 385, 683, 770n; V: 73, 113, 114, 295, 351, 495, 731n, 754n, 756n; VI: 524; XI: 32, 676; XV: 108; XVI: 332, 718n; XVIII: 382, 714n; XIX: 557, 563; XX: 100n, 555n; XXII: 598+n; XXIII: 360, 589; XXIV: 168n; XXV: 55 Art poétique, l', II: 774n; IV: 770n; XVI: 718n; XVIII: 714n; XX: 555n Epîtres, V: 314, 756n Satires, XX: 100n; XXIV: 168n Boissevain, Charles, XVIII: 292+n, 558+n; XXII: 113, 216, 407 Boissieu, Arthur de, XIV: 299 Bokkel, Jan G. ten, XXII: 328a, 332, 333; XXIV: 109, 350 Bokma, H., XXIV: 669 Bokma, Toussaint (Cool van -) (boekhandelaar te Sneek), XIII: 112, 152, 207, 234, 235n, 245, 276, 278-281, 330, 358, 428, 655, 721b; XIV: 200, 201, 210n, 292, 311n, 358, 675b; XV: 715a, 727a, 744, 778, 779; XVII: 78, 170; XIX: 101n, 971b; XX: 419; XXI: 79+n, 549+n; XXIV: 669, 670 Bokma de Boer, XXII: 244 Bolang Itam, radja van, IX: 86, 91+n Bölderndorff, baron von, XIII: 643 Bolingbroke, Henry St. John; lord, III: 181, 229, 593n Bolívar, Simon, I: 463, 553n; III: 341, 593n Bolland, A.A.W. (boekhandel te Goes), XIX: 235; XX: 314 Bolle, D. (uitgever te Rotterdam), VII: 581; XVI: 299; XVIII: 355, 463+n, 507+n; XX: 442, 483; XXI: 792; XXIII: 59+n, 63 Bolomey, Henri, XV: 707 Bom, G.Th. (boekhandel te Amsterdam), XIV: 218; XVI: 525+n; XXII: 156; XXIII: 571 Bom, Willem de, XXIII: 534n, 762+n, 674a, 676 Bömer, van, XV: 718 Bomhoff, Dirk, IX: 145, 183 Bonaparte, Louis: Napoleon III Bonaparte, prins Karel Napoleon: Napoleon III, keizer der Fransen Bonaparte, Napoleon L., prins, III: 278 Boneski, XIX: 54 Bonheur, Rosa, II: 438, 774n Boniface, Joseph X. (zie ook onder ps.: Saintine, X.B.), I: 575n {==314==} {>>pagina-aanduiding<<} Bonifacius VIII, paus, II: 432 Bonnerman, L.J., X: 528 Bonneville, markies de, XII: 543 Bono, IX: 252 Boogaardt, F.M.: Bogaardt, Frederik M. Boom, Betje, VIII: 24 Booman, P., XIX: 790 Booms, P.G., XVI: 76; XXI: 783 Boonekamp, Petrus, XXIV: 58n Boorslag, J.B., XXIV: 24 Boos, Karel de, XIV: 231, 236 Bopp, Franz, XII: 469 Bor, Pieter C., XVII: 232n, 785n; XVIII: 52, 53, 603; XIX: 165; XXII: 707+n, 708 Oorsprongh, begin en vervolgh der Nederlandsche oorlogen, beroerten en borgerlyke oneenigheden, XVII: 786+n, 787; XXII: 707+n Bora, IX: 73, 102 Boreel, jhr. Willem F., I: 100, 553; III: 13 Borger, Elias A., IV: 111, 434, 770n; V: 160; VIII: 55n; IX: 285n; X: 242; XVII: 273; XX: 441 ‘Aan den Rijn’, IX: 286+n Borgerboot, Geertruij, VIII: 24 Borgerhoff Mulder, XIX: 596 Borghese-Bonaparte, Pauline, V: 59, 732n Boris Godoenov, tsaar van Rusland, XII: 125n Born, XIII: 117 Börne, Ludwig (ps. van Baruch, Löb), XVI: 603; XVII: 666; XXI: 315+n Bornier, Henri de, XXI: 601+n Dochter van Roeland, de, tooneelspel in vier bedrijven (vertaling door Alberdingk Thijm), XVIII: 659, 661; XIX: 32; XXI: 601+n; Fille de Roland, la: Dochter van Roeland, de, XXI: 601+n Bornu, sultan van, XIII: 97 Borrebach, Adolf, III: 223 Borret, Theodorus J.H., XIV: 682n; XV: 683+n; XVI: 681 Börsen Zeitung (periodiek), XI: 697; XII: 77, 155; XVI: 152; XXV: 43 Börsenhalle (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 Borst, Nanning Gzn., VII: 766n Bos, juffr. (winkel met Betsy H. Schepel), XIX: 95, 136, 293+n, 294, 501, 722; XXI: 103 Bos, Hendrik J.J., XVII: 717, 794b; XIX: 22n, 26n, 40+n, 41+n, 44, 75, 76, 88, 144, 146, 210, 361, 606, 675, 748+n, 971b; XX: 190+n; XXII: 242, 259+n, 276, 281, 282, 296, 298, 358; XXIII: 92, 773b; XXV: 152-154+n Bos, Pieter M., XX: 401+n, 566; XXI: 804 Bos, Salomon, III: 261 Bosboom, Johannes, XIII: 446+n; XXII: 521; XXIII: 447, 512 Bosboom-Toussaint, Anna L.G., IX: 134, 189, 281; XIII: 111n, 393; XVI: 225; XVII: 355; XVIII: 509, 511; XX: 73+n, 79; XXI: 455, 456; XXII: 100, 518-521+n, 671; XXIII: 436, 447, 461, 512; XXIV: 82, 86, 100, 110+n, 183, 330 Delftse wonderdokter, de, XVI: 225 Huis Lauernesse, het, XX: 73+n, 79; XXIII: 461 Majoor Frans, XX: 79; XXII: 518+n, 519, 521, 671 {==315==} {>>pagina-aanduiding<<} Mejonkvrouwe de Mauléon, XX: 73 Bosch, van den: Kallenberg van den Bosch, Jan A.R. Bosch, D.A. van den (minister van oorlog, 1868), XII: 628, 635; XVI: 681 Bosch Dzn., D.W., VIII: 60 Bosch, J.C. ten (uitgever te Utrecht), IV: 689; XVII: 767 Bosch, Johannes, graaf van den (G.G., 1830-'33), I: 492, 553n; II: 208, 266, 774n, 784n; V: 403, 410, 434, 453, 731n, 746n, 760n; VIII: 402, 694n; XI: 31; XII: 284; XIII: 557, 564, 570, 649; XIV: 437, 442, 475, 476, 485, 510, 511, 521; XV: 394; XVIII: 445; XX: 185 Bosch, Reijer van den, III: 275 Bosch, Willem, I: 562n; XII: 101, 109, 111, 122, 123, 787; XIV: 585a, 588, 590-549, 608; XVI: 404; XVII: 121 Ik wil barmhartigheid en niet offerande, XII: 101 Bosch Kemper, jhr. Jeronimo de, XV: 191; XXIII: 373+n, 381 Bosch & zoon, L.E. (uitgever te Utrecht), XVII: 431 Boscher, XXV: 77 Bosco, Bartolomeo, III: 40 Bosco, don Giovanni, III: 594n Bosma, XXII: 278 Bosmans, J.Th., XXIII: 506 Boss (ps. van: Dickens, Charles), XV: 792 Bosscha, Cecilia H.J., IX: 697n Bosscha, Herman, XVI: 528 Bosscha jr., Johannes, IX: 299+n, 301, 302, 303, 305n, 692b A-saga, XII: 237+n; XX: 192n Bosscha sr., Johannes, III: 436, 594n; IV: 9-22, 25, 27, 31-44, 47-51, 53, 54, 56-66, 70, 74, 78, 83, 85-87, 90, 92, 94, 100, 457, 459, 460, 462, 724n, 770n; VI: 203; XI: 537n, 770+n, 771, 787b; XII: 17n, 25n, 35, 53, 65, 139, 191, 192, 235n, 399, 557, 703, 795b; XIV: 168; XV: 216+n; XX: 86, 142; XXI: 389; XXIV: 173, 225 Leven van Willem II, het; koning der Nederlanden en groothertog van Luxemburg, IV: 41 Pruisen en Nederland, een woord aan zijne landgenoten, III: 436, 594n; IV: 9, 11, 12, 19, 20, 31, 38, 41, 49, 51, 54, 55, 62, 66, 83, 87, 99n, 460, 724n; XI: 537n, 770+n, 771, 788n; XII: 17n, 25+n, 26, 795n; XXIV: 173, 225 Bossche & Crevels, v.d. (steenhouwers), XXIV: 489 Bosscher, C., XXII: 474+n; XXIV: 692+n Bosse, Peter Ph. van, I: 581n; II: 712; III: 183, 388, 445, 594n; X: 177; XI: 740; XIV: 73, 349+n, 350, 560, 609, 610, 651; XV: 64+n, 72, 111, 655, 656; XVI: 681; XXI: 389+n, 570 Bossert, R., XXIV: 550+n Bossuet, Jacques B., II: 431 Bothof, W., XIX: 772; XX: 256; XXI: 144 Botzaris, Markos, VI: 396, 781n; VII: 16, 763n; XX: 207; XXIII: 522 Bouberg Wilson, S.J., XXI: 591n, 649, 651, 768, 804; XXII: 191, 352 Boucicau(l)t, Jean le Meingre, sire de, V: 306; XXIV: 687+n {==316==} {>>pagina-aanduiding<<} Boucop, Louis T.F.W., baron van, IX: 329 Bouhours, Dominique, VII: 657-659 Bouillon, Godfried van, hertog van Neder-Lotharingen, III: 99, 604n; V: 596, 731n, 743n Boulanger, Nicolas A., III: 229, 594n Boulet, Gustave J.A., XVIII: 179n, 797b Bouma, H., IX: 263n, 267n, 276, 277, 285; X: 38+n Bouman, Gerard, VIII: 464 Bouman, Trouwina, XIX: 790 Bourbaki, Charles D.S., XV: 505 Bourbon, don Carlos de (1788-1855), XIII: 595n Bourbon, don Carlos de (1848-1909), XIII: 596+n Bourbon, Margaretha van Parma, prinses de, XIII: 596 Bourbon, Marie L.F., prinses de, III: 613n Bourdaloue, Louis, IV: 434, 770n Bourguignon, Louis D. (zie ook: ‘Cartouche’), IV: 770n; XXIII: 650n Bouricius, IX: 270 Bousquet, Bram, XVI: 595+n Bousquet, Henri A.L., XV: 53 Bousquet, Louise M.E.A. (Mary), VIII: 685n; IX: 87n, 287, 694n; X: 22, 92, 112, 322, 347, 484, 651, 671, 672, 683, 737n; XI: 119, 141n, 380n, 789n; XIII: 256+n; XIV: 609+n; XV: 53+n; XVI: 595+n, 757n; XVIII: 535; XIX: 592; XXIV: 542, 574 Bousquet, Reinier, XVI: 595+n Bousquet, mw., XV: 53 Bout, Maarte, VIII: 28 Boutmy, Gustave A., IX: 273; X: 390, 391, 736b; XIV: 433; XV: 43+n, 49 Bouvier, Ami A.O., III: 229 Bouwman, Pieter, VIII: 28 Bouwmeester-Larondelle, Louise, XVII: 691, 708, 725, 726; XVIII: 102, 149, 150, 202; XIX: 768 Bovenschen, Heinrich E., X: 413n, 725n, 736b Boys, XI: 755 Bozz, Marco: Botzaris, Marcos Brabant, Marie Henriëtte van Oostenrijk, hertogin van, II: 12; X: 43+n, 311 Bradlaugh, Charles, XXIV: 284+n Bradshaw, John, III: 229, 594n Braeke, van den, VIII: 471 Braga (periodiek), XXIII: 539+n Brakel, C.J. van, III: 275 Brakel, Samuel M., III: 230; XI: 67, 788b Herinneringen uit mijne eerste levensjaren, XI: 788n Brakke, W.N. de, XXI: 685 Brakkee, XVII: 103 Brand, Gerrit J., VIII: 28 Brandenburg, mw., XI: 94 Brandes, mw., XVI: 121 Brandis, Eberhard, vrijheer von, XIII: 119, 123 Brandon, X: 141, 145 Brandon (duits acteur), XI: 479 Brandon, W.T., XXII: 325 Brandsma, E., XXI: 230 Brandsma, F., XXIII: 506 Brandt, A.A.C. van den, XXIV: 465a, 466 Brandt, Gerard, IV: 325; VII: 681; XXIII: 398+n Leven en bedrijf van den heere M. de Ruyter, het, IV: 325 {==317==} {>>pagina-aanduiding<<} Brandts Buys, Ludwig F. (zie ook onder ps. Cort, Frans de), XXV: 49n Brante, C.H., XXIII: 506 Brantôme, Pierre de Bourdeille, seigneur de, XVIII: 607; XX: 277, 278 Mémoires de Marguerite de Valois, reine de France et de Navarre aux quels on a ajouté son éloge, celui de M. de Bussy et la fortune de la cour, XVIII: 607 Vies des dames galantes, XX: 277 Brants, L.R., XVII: 575 Bras, XVII: 730; XVIII: 44 Brassert, XI: 759 Brassey I (lord Thomas Brassey?), XXIII: 377 Brata Yoeda (ps.): Courier dit Dubekart, Agathon M. Brata Yoeda of de strijd der Bharata's, XIII: 563; XVI: 757n Braun (Julius?), III: 230 Braun, Karl, XII: 171, 353, 372, 617, 777; XIII: 27, 28, 48, 77, 200, 285, 417, 418, 459, 479 ‘Jammergeschrei van Frankfurt’ (Frankfurts Schmerzensschrei und Verwantes), XIII: 200 Braun, Paul von, XIII: 712 Braunius Oeberius, Nicolaas (zie ook onder ps. Quintillianus), II: 659, 748n; III: 618n; X: 586n, 606n, 613n, 732n, 744n; XI: 788b, 800n; XIII: 234, 237; XIV: 30n; XVIII: 83n; XIX: 201, 203, 205, 275, 375, 598n, 667, 668, 673, 674, 684, 700, 703, 707, 708, 710, 711, 715, 716, 722, 753, 908, 909, 949, 971b; XX: 23, 167n, 235+n, 237, 246, 247, 250, 264, 266, 268, 280-282, 284, 291, 297, 435, 445; XXI: 26n, 79+n, 129, 264, 811n; XXII: 22n, 24n, 300n, 307n, 310n, 362n, 373, 376, 384, 388, 557n, 572, 605n, 785b; XXIII: 278n, 328, 329, 385, 508, 553; XXIV: 22n, 48, 59, 68, 103, 107, 119, 120, 129, 131, 227, 336, 337, 342, 381, 383, 409n, 451, 595+n, 622n, 668, 739b; XXV: 157n, 214n, 225+n, 226, 234 Braunius Oeberius-Meyer, Ymke, XIX: 201, 203, 204, 600+n, 971n; XX: 68, 234n, 394, 396, 418; XXI: 332+n, 338, 341, 342; XXII: 380, 388, 390, 397, 417, 558+n, 568, 577, 659, 753, 785n; XXIII: 221, 279n, 328, 329, 336+n, 341, 385, 397, 493n, 508, 534n, 717, 740, 758, 763; XXIV: 22n, 61, 67, 68, 103, 117+n, 118, 120, 121, 129, 131+n, 132, 227, 276, 336, 342, 385, 395, 409+n, 739n; XXV: 214n Braunius Oeberius-Meyer, Ytje, XIX: 201, 203, 204, 208, 909; XX: 235+n, 246, 250, 257, 264, 281, 297; XXI: 340+n, 811n; XXII: 568; XXIII: 553; XXV: 225n Brauw, jhr. Willem M. de, XIV: 471; XXII: 466+n, 470, 471, 475, 497, 520, 548, 551, 552, 556, 566, 602; XXIII: 150+n, 322, 440+n Brave Wzn., J. (Weytingh en Brave, uitgeverij te Amsterdam), X: 470; XI: 330 Brave Hendrik, de: Anslijn Nzn., Nicolaas Bray-Steinburg, Otto C.H., graaf von, XI: 699 Bredasche courant (periodiek), XIII: 445a; XVII: 726a, 731a; XVIII: 311a; XIX: 387n, 388a, 430a, {==318==} {>>pagina-aanduiding<<} 448a, 457a, 750n, 476, 785a, 817a, 818, 835, 837; XX: 367n, 430a; XXI: 75n; XXIV: 175a Bredero, Gerbrand A., IV: 715, 716; XIII: 721n; XV: 788, 789, 795n; XVII: 232n, 780+n, 781; XVIII: 52, 595, 740+n; XIX: 649; XXI: 493; XXIII: 268, 350, 353, 354, 415+n, 468 Klucht van de molenaer, IV: 715 Moortje, XXIII: 354 Bredius, A., XXIV: 488 Bredius, Jan P., III: 183, 594n; XV: 656; XIX: 462+n, 971n Bredius-Cost van Doorninck, Emérance L.I., XIX: 411, 462, 474, 475, 764, 765, 971b Bredt, XII: 147 Bree, de, XXII: 184a, 187 Bree, Johannes B. van, XV: 694 Breemen, B.H. van I-dicht, XX: 192n Bremer, Frederika, I: 458, 553n; III: 336, 594n; IX: 118+n Stiefzoon, de, IX: 118+n Bremer, Johan B.H., XIX: 972n; XXI: 24n, 457n, 472, 594n, 690, 811b; XXII: 30, 341, 435, 486, 567, 577, 588, 614, 775, 776, 785b; XXIII: 66, 187, 188, 196, 197, 773b; XXV: 215n Bremer, mw., XXII: 486, 567, 577, 614+n Bremer-Snelleman, Christina, XIX: 362+n, 972b; XX: 193; XXI: 24n, 396, 472, 593n, 811b; XXII: 341, 433n, 494, 513n, 605n, 785b; XXIII: 20n, 184, 185, 187, 188, 329, 773b; XXIV: 437+n; XXV: 215n Brend'amour, Richard, XVIII: 66 Brennus, VI: 228, 781n, 803n; XIII: 232+n Bresgen, XI: 719 Breslau, prins-bisschop van, XII: 145 Brest van Kempen, Carel P., I: 304, 350, 352, 367, 370, 372, 373, 404, 408, 411, 412, 414-418, 425, 428, 553n, 565n, 570n, 577b; II: 137, 139, 169, 192, 206; III: 105; V: 472; VI: 140; VIII: 675; IX: 53n, 408, 413n, 448, 451, 456, 457, 463, 467n, 468n, 469n, 470n, 471n, 472n, 479+n, 493, 502n, 506, 516+n, 521+n, 522, 528, 531, 532, 533, 534, 536, 537, 564, 568+n, 569, 570, 571, 572n, 576, 578, 579, 580, 583+n, 586, 588, 590, 591+n, 592n, 593n, 594, 597, 598, 599, 602, 603, 606, 607, 608, 615, 617, 620, 622+n, 623, 627n, 630, 631, 632, 633, 638, 639+n, 655, 656, 657, 668, 671-674, 692b; X: 109+n, 113, 115, 348, 352, 353, 362n, 367+n, 368, 381-384, 393, 398, 400, 412+n, 514, 523, 563, 737n; XI: 448n; XII: 252, 255, 256, 261, 326, 329, 706, 715, 739, 751; XIII: 110, 174, 175, 180, 182-184; XIV: 586, 587, 591, 648n; XV: 240+n; XVI: 36, 37, 419, 522, 523; XVIII: 236, 261; XIX: 521, 522, 816; XX: 575; XXI: 492, 605, 607, 608, 612, 613; XXII: 131; XXIV: 223, 427; XXV: 86 Brester, Jan Azn., VIII: 55n Brester, W., XI: 331 Breuer, Michel H.A., XII: 131, 148+n Breuer, mw., XII: 131, 148+n Breuk, de, IX: 260, 281 Breukelaar, Nicolaas, III: 261 {==319==} {>>pagina-aanduiding<<} Breunissen Troost, A., XIII: 207, 235n, 245, 280, 358; XXII: 204; XXIII: 773n; XXIV: 669 Breunissen Troost, G.E., XXIII: 276n, 281, 338, 406, 497+n, 773n; XXIV: 140 Breunissen Troost-Coenders, Maria A.E.H., XXIII: 275n, 407, 497, 773b Breuwer, Guurtje M., VIII: 27 Breijer, H.B. (boek- en kunsthandelaar te Arnhem), X: 323 Brieder, F.C. de, XVII: 334; XVIII: 551; XXI: 364 Brielsche courant, of het weekblad voor Voorne, Putten, Overflakkee en Goedereede (periodiek), XIX: 937+n, 955a; XX: 33a, 38a, 49, 51a, 60+a, 65, 66, 251a, 343a, 378a; XXI: 111a, 254a Briene, van, II: 18, 172 Briesen, von, XI: 767; XII: 548 Brieven uit Lilliput. I. Over militaire geneeskunde; eene bijdrage ten bewijze hoe de inrichting van de militaire geneeskundige dienst in Nederland volmaakt en in Lilliput een lorreboel is, XI: 499 Brieven van Junius: Junius (ps. van sir Philip Francis) Briggs, XV: 504 Briguet (Bréguet, horlogemaker), IX: 136 Brill, Evert J. (uitgever te Leiden), V: 650; XV: 536; XVII: 46, 61, 578 Brillenburg, P., XXII: 140 Brink, Jan ten (zie ook onder ps. Staden, dr. Alexius van), VI: 131; XIII: 112, 721b; XV: 245, 487a, 488, 598, 795b; XVI: 127a, 133a, 137, 284, 288, 529, 546+n, 547, 575, 577-581, 599+n, 618, 619, 641+n, 654, 669, 679, 729, 740; XVII: 52, 53, 292, 407, 504, 517a, 519, 650a, 655; XVIII: 109, 110, 136, 246, 326, 376+n, 463+n, 491, 571, 651; XIX: 569, 585+n, 618; XX: 99, 129, 269, 560; XXI: 465, 788, 789, 791, 793; XXII: 666+n; XXIII: 29+n, 43+n, 46, 52, 61, 70, 84, 94, 95, 104, 141, 154, 276n, 367+n, 382, 395n, 443, 492, 510, 511, 562+n, 563; XXIV: 27n, 182a, 184, 224, 410a, 413, 594n; XXV: 26+n, 220 Dirck Volkertsen Coornhert en zijn wellevenskunst, XV: 795n Familie uit Indië, XVI: 546n Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, XXII: 664n Geschiedenis der Noord-Nederlandsche letteren der XIXde eeuw, XXIII: 366n; XXIV: 27n ‘Hendrik Jan Schimmel’ (in: Onze hedendaagsche letterkundigen), XXIII: 563 ‘J.A. Alberdingk Thijm’ (in: Onze hedendaagsche letterkundigen), XXIII: 511; XXIV: 27+n ‘J.J.L. ten Kate’ (in: Onze hedendaagsche letterkundigen), XXIII: 511 Kleine geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, XXII: 95 ‘Mevr. Bosboom-Toussaint’ (in: Onze hedendaagsche letterkundigen), XXIII: 511; ‘Mr. C. Vosmaer’ (in: Onze hedendaagsche letterkundigen), XXIII: 511, 563 Onze hedendaagsche letterkundigen, XV: 795n; XXIII: 276n, {==320==} {>>pagina-aanduiding<<} 367+n, 395n, 413, 458, 468, 492, 511, 512, 514, 556, 562+n, 563; XXIV: 248; XXV: 220 Oost-Indische dames en heeren, XXIII: 510 ‘Prof. Nic. Beets’ (in: Onze hedendaagsche letterkundigen), XXIII: 511 Vier bladzijden uit de geschiedenis der Fransche revolutie, XXIII: 382 ‘W.J. Hofdijk’, (in Onze hedendaagsche letterkundigen), XXIII: 511, 563 Brinkman, C.L. (boekhandelaar te Amsterdam), XIX: 67, 169; XX: 577 Brion, Frederike, XXI: 760+n Brissot, Jacques P., IV: 784n Bristeau, XVI: 614 British quarterly review, the (periodiek), XII: 737a, 763n; XXIV: 413 Brittanicus, Tiberius Claudius, V: 750n Brochet, XIX: 536 Brockhaus, Friedrich A. (uitgever te Leipzig), XXII: 488 Brockhaus' Konversations-Lexicon, XXI: 365 Brocx, L.G., XVI: 681 Brodt: Brot, C.F. Broedelet Dz., C., VIII: 57, 63 Broedelet sr., D., VIII: 56 Broek, Christiaan J.H. van den, XX: 33a, 34, 35, 51, 53; XXI: 592n, 625, 663, 696, 702+n, 804; XXII: 79+n, 108, 273; XXV: 237b Broek, I. van der: Broek, J.A. van den Broek, J.A. van den, XXI: 592n, 644, 804; XXII: 27, 202, 205a, 207, 208, 566 Broek, J.S. van den, IX: 101+n, 402 Broens jr., G. (zie ook onder ps. Hagiosimandre), II: 781n; III: 31; X: 380n, 514n, 516, 517, 518, 532+n, 544, 548+n, 554, 557, 584, 597, 601, 614, 629, 715, 726n, 732n, 733n, 737b; XI: 26, 27, 32, 52, 53, 86, 640, 697, 788b; XII: 311; XXIV: 583n, 585n Broers, Jacques, XIX: 109a, 111, 310a, 313, 664a, 665+n, 692 Broes, Willem, XV: 157 Broese, J.G. (uitgever te Utrecht), XXII: 551+n Broese en co. (boekhandel te Breda), X: 554, 557; XIX: 387; XX: 367 Broglie, Achille C.L.V., hertog de; XIV: 71; XXII, 94+n Écrits et discours, XIV: 71 Brom, G.Th.: Bom, G.Th. Brongersma, H., XXI: 653+n, 677, 804 Bronsveld, Andries W., XV: 614a, 620, 626+n, 635; XXIII: 223+n, 224 Brooke, sir James, I: 349, 554n; XXII: 626 Brooksbank, William, III: 229 Brooshooft, Pieter (zie ook onder ps. Pébé), XV: 635a, 639n, 641, 652, 653, 675a, 679-681+n; XVI: 35+n; XVII: 251n, 670+n, 675, 677, 678a, 681, 689-691+n; XIX: 464+n, 465, 532; XX: 548+n; XXI: 801; XXII: 22n, 226a, 227, 230, 252a, 284n, 514n Brot, C.F., XII: 441, 715, 749; XIII: 55, 80, 118, 146, 227, 315; XXIV: 632, 634, 636 Brouckère, Charles M.J.G. de, II: 337, 774n {==321==} {>>pagina-aanduiding<<} Brouérius van Nidek, J., XXI: 317n Brouérius van Nidek, Johannette L., XXI: 317n Brougham, Henry P.; baron Brougham and Vaux, XXIII: 670+n, 680, 689 Brouwer, ds., IX: 279 Brouwer, jufvr., IX: 279 Brouwer, G. (boekhandel te Deventer), XI: 316 Brouwer, Jan D. (boekhandelaar te Amsterdam), XIX: 67, 169; XXII: 156 Brown, John, X: 475n; XX: 299 Bruchem, D.G. van, XXI: 87 Brück, Emil, XIX: 180n, 588+n, 610, 972b; XX: 131, 133, 150-152, 361+n, 459+n 460, 591b; XXIII: 544, 545, 553 Brückel, W., XIV: 144 Bruckman, XXII: 94 Bruggeman, I: 424 Brugma, Chr., XIX: 41n, 75n, 868n, 869n, 886n, 920n; XX: 175+n, 195n, 202n, 446n; XXI: 31n, 32n, 42n, 46n, 63n Brugman, Joannes, XVI: 208n Brugman, Pieter, VII: 578-581, 583, 605, 606, 669, 670, 678 ‘Beschrijving van 't graefschap Holland’: zie onder Scriverius Brugmans, Sebaldus J., XVI: 208 Brugsma, W.L.H. (boekhandel te Harlingen), XX: 422; XXI: 172, 173 Brühl, Heinrich, graaf von, IV: 22 Bruhn, K. Atlas voor de sterrekunde, met verklarenden tekst. Uit het Hoogduitsch overgezet door en met toevoegsel van P.J. Kaiser, XXI: 566 Bruijn, Willem, VIII: 45 Bruin, Cornelis (Kees) de, XXIII: 538+n, 539 Reizen door Moskovië, Persië en Indië, XXIII: 538+n Bruin, Cornelis de: Bruyn, Cornelis de Bruin, de, XIII: 497, 498 Bruining, A.R.S., XI: 725 Bruining en Wijt (boekhandel te Batavia), XI: 411, 486, 487; XVIII: 29n, 31 Bruins, D., XXI: 783 Onze moeder aarde. Geïllustreerd leerboek der aardrijkskunde voor schoolgebruik, XXI: 783 Bruinsma, A.E.J., XVII: 225 Bruinsma, E.L. (schuilnaam van Multatuli), XIII: 271, 282, 283 Bruinsma, G.W., XX: 498n Bruinsma, Vitus J. (zie ook onder ps.: Homo sum), XVI: 621; XVII: 71, 130n, 153n, 174, 210, 217+n, 219, 225, 284n, 522a, 794b; XVIII: 10n, 407, 613-615n, 680, 693n, 717a, 721, 792, 797n; XIX: 22n, 23n, 25n, 47, 77, 86, 211, 239n, 307n, 316, 411, 430, 638n, 675, 972n; XX: 76, 191n, 194, 322n, 349, 351, 394-396, 418, 500+n, 591n; XXI: 26n, 164n, 182, 203, 579, 592n, 593n, 626a, 628, 645-648, 677a, 678, 683, 710, 711, 726, 743, 744, 750, 751, 778n, 781, 804+n, 811n; XXII: 53, 134n, 198, 199, 397+n, 406, 407, 785b; XXIII: 278n, 376, 377, 381, 388n, 773b; XXIV: 23n, 89+n, 184n, 211a, 213, 224, 267, 275a, 278a, 333, 334, 337, 370, 384; XXV: 237b Leerboek der boter- en kaasberei- {==322==} {>>pagina-aanduiding<<} ding naar de nieuwste ontdekkingen op het gebied der zuivelbereiding, XXI: 424+n, 430, 493 - met G.W. Bruinsma: Hedendaagsche kwakzalver, de. Een waarschuwing voor allen, die hun gezondheid en hun beurs op prijs stellen, XX: 500+n, XXI: 679 Bruinsma-van den Berg, Hilda L., XVIII: 613n, 693+n; XIX: 25n, 39, 211, 362, 638n, 800, 801, 972n; XX: 68, 268, 349, 394, 396, 418, 515, 591n; XXI: 166, 203, 494, 811n; XXII: 397+n, 785n; XXIII: 278n, 390, 701, 702 Bruinstijn, G.H., XXII: 291 Bruke, van der, XIX: 270 Brummel, ‘Beau’ George, V: 346, 732n; VII: 152, 763n Brummeler Andriesse, Johannes C. ten, XV: 675n; XVI: 128, 132; XVII: 200; XXIII: 119+n, 185n Bilderdijk's eerste huwelijk, naar zijne briefwisseling met vrouw en dochter (1784-1807), V: 650; XV: 675+n, 684, 748; XVI: 128, 132, 136, 398; XVII: 156; XXIII: 117n, 185n; Brummer, mw., IX: 592 Brumstede, IX: 670 Brune, mw. de, IX: 279 Brunings, XIX: 85 Brünings, mw., XVI: 538 Brunjes, C., VIII: 60 Brunswijk-Wolfenbüttel, Anton U., hertog van, XXIII: 538+n Brunswijk-Wolfenbüttel, Karl W.F., hertog van, III: 274, 594n Brunswijk-Wolfenbüttel, Lodewijk E., hertog van, III: 594n Brusse, Hendrik J., VIII: 47 Brussel, A. van (ps. van Antoine A.T. Visscher), XIV: 249a, 258n, 260, 575a+n, 576a; XV: 576; XVII: 188, 409a, 410; XVIII: 226+n Brutus, Lucius Junius, III: 407, 623n; VI: 407; XV: 297 Brutus, Marcus Junius, II: 790n; IV: 323, 770n; VI: 562, 803n; VII: 763n; XXII: 114n Bruyn, Cornelis de, III: 223 Bruyn, L. Aug., XXIII: 473 Bruyn Kops, Jacob L. de, II: 290-293, 774n; VI: 208, 210; VI: 781n; X: 728n; XVI: 132, 137, 398, 404 Beginselen van staathuishoudkunde, II: 291; XVI: 132, 137, 398 Bruyns, XXI: 788, 789, 791, 793 Bube, XV: 72 Buceja, V., V: 320, 321 Buchler, IX: 279 Buchman, E., XI: 330 Büchner, Friedrich K.C.L. (Ludwig), III: 230, 594n; IV: 709, 712; XV: 706+n; XVII: 79, 80, 88, 107, 171; XIX: 644n; XXII: 713+n Kraft und Stoff, III: 594n; XV: 703n; XXII: 712n Mensch en zijne plaats in de natuur, in het verleden, het heden en de toekomst, de (vert.), XIX: 644n Büchner, M., XXIII: 150+n Büchting, Adolph (uitgever te Nordhausen), XV: 260 Buckle, Henry T., XI: 676 Bückler, Johann: Schinderhannes Buderman, Jan, XVII: 404, 431 Buffa en zn., Frans (kunsthandelaar te Amsterdam), XI: 543 {==323==} {>>pagina-aanduiding<<} Buffon, George L. Leclerc, graaf de, II: 86, 163, 774n; XV: 67n; XX: 128 Discours sur le style, II: 86, 163, 774n Histoire naturel, générale et particulière, II: 774n Buis, Klaas, VIII: 29 Buisson, XIII: 413 Buitenzorg, regent van (in de Max Havelaar, bedoeld is Soeria Winata, raden adipatti, regent van Bogor), I: 262 Bulau, Friedrich von, XVIII: 604 Geheime Geschichten und rätselhafte Menschen. Sammlung verborgener oder vergessener Merkwürdigkeiten, XIX: 154, 398 Bulderen, J.J. van, IX: 352 Bulkley, Robert W., XXIII: 143n Bulkley-Bekking, Maria C., XI: 204, 209, 211; XXIII: 143+n, 215+n, 216, 688+n Bull, Abraham J. de, II: 361, 774n; X: 132, 135, 139-142, 144-147, 149, 153, 157, 158, 169+n, 207, 212, 223, 233, 235, 237, 242, 244, 245, 266, 728n, 737b Bulletin international (periodiek), XIII: 194, 595 Bülow, Bernhard E. von, XI: 743 Buls, Charles, XXIII: 167+n Bulwer Lytton, Edward G.E., VI: 252, 781n; VII: 48; XII: 23, 235; XVI: 649; XXI: 400+n Caxtons, the, XXI: 400+n Last days of Pompeï, the, VI: 781n Night and morning, VI: 252, 781n Paul Clifford, VII: 48 What shall we do with it? (onder ps. Pisistratus Caxton), XII: 23 Buma, Lieuwe A., XVIII: 670 Bund, der (periodiek), XVI: 152; XXV: 45 Bungener, Félix, XIII: 413 Buning: Werumeus Buning, Arnold Bunyan, John, VII: 660 Buonaparte, Carlo, IV: 781n Burdett (?), IV: 652 Buren, Jeanne van, XXII: 494, 561 Burg, van den, XXI: 192 Burg, Eduard A. van der, XVII: 369 Burg, Pieter van den, III: 201 Schets der natuurkunde ten dienste der scholen, III: 201; VII: 226 Burger, XIII: 472 Burger de Jonge, Dirk, VIII: 23 Bürger Zeitung (periodiek), XI: 697 Burger, Dionysius, VIII: 704n; XXI: 556 Burgerhart, mw., XIX: 294 Burgerhoudt, Chris, XXIII: 278n, 325, 330 Bürgers, Heinrich, XII: 47, 74, 77, 78, 87, 93, 361, 422 Burgers, Jannetje, IX: 289; XXIV: 558+n, 566+n, 571 Burgers, Thomas F., XXIII: 109+n Burgers, W.J., XII: 361 Burgersdijk, Leendert A.J., XVIII: 317; XXIII: 60+n Burgh, Albert, XI: 335 Burlage, Joost H., X: 541n, 686n; XI: 122, 788b; XXIII: 123 -zie ook bij: ‘Zestien jaren later’ Burlage-Volck, Annette, XI: 788n; XXIII: 348 Burns, Robert, XIX: 271 Bus de Ghisignies, Leonard P.J., burggraaf du, XVI: 404 Busack, XI: 94 {==324==} {>>pagina-aanduiding<<} Busch, Hendricus F., VIII: 47 Busch, Wilhelm (‘der Wiedersahler’), XV: 336n: XVII: 432; XXIV: 262 Busing, Schröder &. Co., XVII: 195 Busken Huet, Conrad (zie ook onder ps.: Thrasybulus), II: 662, 663, 700, 706; III: 100, 190, 606n; IV: 32, 52, 328, 457, 460, 518, 691, 692, 777n; V: 324, 626, 650, 652-655; VI: 239, 347, 358, 758n; VII: 311-313, 336, 599; X: 181n; XI: 510n, 511+n, 535-537n, 599, 601, 602, 604, 617n, 618n, 620, 628n, 629, 630, 638, 639, 644, 649, 652, 654n, 659n, 674n, 681, 701, 788b, 800n, 801n; XII: 19n, 150+n, 182a+n, 191, 192, 199, 208, 235n, 277, 306n, 359n, 454, 527, 534, 554, 562, 568n, 577-581, 590, 591, 593, 600n, 601n, 630, 631, 634, 636, 660, 673, 675, 708n, 732, 780; XIII: 15n, 16n, 19n, 29n, 161n, 187n, 209, 296n, 307, 392n, 461n, 723n; XIV: 66, 86, 167+n, 210, 213, 271, 679n, 682n; XV: 19a, 26, 94, 95, 96, 187, 191, 240, 241, 368, 446a, 558, 780, 795n; XVI: 15n, 131, 132, 137, 142a, 188, 189, 196, 214, 241, 272+n, 318n, 398, 424, 521, 530, 536, 537, 538, 540; XVII: 47, 60, 130, 156, 193, 205, 246, 327, 329, 330, 504, 694; XVIII: 29, 31a, 57, 186, 187, 214, 215, 221, 225, 229 231, 233, 370n, 426, 466+n, 468, 475, 476, 486+n, 487, 489, 498, 509, 550, 558, 566, 646, 654, 655-657, 674, 676, 680, 681, 688, 689, 706, 763, 764; XIX: 26n, 186, 287+n, 459, 504, 545, 569, 581+n, 585, 586, 613, 614-616, 617, 619+n, 635, 644, 680, 865, 937, 963; XX: 35, 55, 86, 129, 138, 144, 260, 269, 351, 361, 488, 541+n, 551, 558, 559; XXI: 28, 91, 106, 325, 790; XXII: 100, 518, 520, 563+n, 564, 565, 580, 599-601+n, 605, 625, 666, 702; XXIII: 61-63, 155+n, 179, 276n, 395n, 424, 431, 442, 443, 446+a, 451, 452a, 458+n, 459+a, 465, 471a, 472, 474a, 475a, 480, 482a, 489a, 492, 499+n, 500+n, 507, 508, 510-518+n, 533n, 537, 540, 544, 563-565, 573, 578-580, 585n, 588+n, 591, 597, 598, 603, 605+n, 615, 635, 725n, 753, 774n; XXIV: 27n, 81, 82, 83, 86, 87, 90, 100, 101, 110, 123, 137n, 164, 165, 173, 174, 175, 183, 185, 195, 203, 208, 222+n, 224, 230, 248, 249, 296, 306, 328n, 346, 353, 364, 375, 377, 392, 402, 405, 441, 442, 443, 447, 448, 460, 466, 627; XXV: 27+n, 49+n, 50, 51, 61n, 74, 116, 216, 220+n Aan mevrouw Bosboom-Toussaint, XI: 453+n ‘Avond aan het hof, een’, IV: 32, 777n; XI: 512+n, 654n, 801n; XII: 432+n; XXV: 116 ‘Bemoediging’ (zie ook Multatuli door Cd. Busken Huet), XII: 169, 182a+n, 208, 277, 495n, 539, 561 Brieven over de bijbel, V: 654; XXII: 565, 600+n; XXIII: 447, 512 Ernst of kortswijl? Naar aanleiding der lotgevallen van Klaasje Zevenster door Jacob van Lennep, XI: 671, 674+n, 676; XIV: 353n {==325==} {>>pagina-aanduiding<<} Koning der eeuw, zie onder: Montépin, Xavier A. de Kritieken: Nederlandsche belletrie Kroniek en kritiek (besprekingen voor de Gids), XI: 510n Land van Rembrandt, het, XI: 789n; XXII: 518, 563+n, 599 Lidewijde (‘uw novelle’), V: 654; XI: 789n; XII: 430, 438, 488, 509, 684, 749, 751, 766, 774; XIII: 264; XIV: 655; XV: 65, 99, 240, 241, 251; XVI: 530; XVIII: 706; XXII: 599+n Litterarische fantasieën, V: 324; VII: 311-313, 599; XII: 684; XVI: 132, 188, 196, 214, 241, 398; XVII: 156; XVIII: 186, 215, 229, 230, 486, 489; XIX: 459, 580n; XX: 138; XXI: 106; XXIII: 603n Litterarische fantasieën en kritieken, XI: 674n, 788n; XII: 182n, 235n, 359n, 556n; XIV: 353n; XV: 19n, 41n, 446n; XVI: 270n, 527n; XVIII: 484n; XXII: 562n; XXIV: 441; XXV: 48n, 61n Multatuli (herdruk van ‘Bemoediging’), II: 662; IV: 460; XII: 539, 556n, 561, 631, 732; XVIII: 225, 466, 550; XXI: 91; XXIII: 511, 544, 563, 753, 774n Nationale vertogen, XVIII: 468, 475, 487, 558, 566, 674, 681 Nederlandsche belletrie, VII: 599; XVIII: 468, 486, 487, 489; XX: 55 Ongevraagd advies in de zaak van Pierson tegen Réville c.s., XI: 602 Oude romans, XVIII: 468 Robert Bruce's leerjaren, XIX: 569 Schetsen en novellen, XXIII: 510 Ten Kate en zijn Schepping, XII: 236+n, 431 Tweede kamer en de staatsbegroting voor 1865, de, XI: 511n, 654n Van Napels naar Amsterdam, XVIII: 468; XXII: 580 Verspreide polemische fragmenten, XX: 86 Busken Huet, Gideon, XII: 170, 226, 239, 576, 721, 749; XIII: 262, 265, 266; XIX: 288+n; XXIII: 588+n, 726+n Busken Huet-van der Tholl, Anne D., XI: 662, 663; XII: 170, 185, 561, 575, 612, 613, 676, 684, 749, 751, 773; XIII: 262, 264, 265, 393; XV: 241; XXII: 521; XXIII: 588+n, 603; XXIV: 329 Buss, Ernst, XVIII: 413-415+n, 424, 425 Christliche Mission, die; ihre prinzipielle Berechtigung und ihre praktische Durchführung, XVIII: 413+n Bussy, de: Cosquino de Bussy, Izaak J. le Butler, Benjamin F., XI: 748, 749 Butsbach, XIX: 144 Büttner (Hauslehrer van Wouter), XXI: 301; XXIII: 50, 54, 127, 128, 264, 390, 522, 570, 571, 592 Buijn, Dirk A. (resident van Bantam), IX: 644, 650 Buys, VIII: 67n Buys, de Bordes & Jordan; firma, XVIII: 537 Buijs, Arnoldus, XIV: 28a, 29, 51a+n, 169, 258a, 260, 358, 554; XV: 335, 336, 365, 415, 439+n, 440, 509, 510, 673, 683; XVIII: 23n, 178n, 298+n, 526n, 537+n, 538, 545, 555, 564, 572, 573, 619; XIX: 652; XXII: 551+n Gedachten, voornamelijk over de {==326==} {>>pagina-aanduiding<<} godgeleerdheid, geneeskunde rechtsgeleerdheid en letteren, XVIII: 178n, 526n, 545, 546, 555, 564, 572, 574, 619; XIX: 652; XXII: 551+n Groen van Prinsterer en zijne Javaantjes, XXIV: 709 Kultuurstelsel, het; zijne misbruiken en leemten, XVIII: 530, 573; XXIV: 709 Buys, Dirk (boekhandelaar te Rotterdam) (zie ook: Hoeven en Buys, van der), XX: 65, 82, 112, 269, 432, 444, 457, 472, 473, 508, 518, 592n; XXI: 46, 54, 79, 202 Buijs Czn., G. van, XXII: 106 Buys, Johan Th., II: 18, 670, 775n; VI: 208, 781n; X: 729n; XVI: 288, 458, 460; XXIII: 31+n Buys, Klaas: Buis, Klaas Buys Ballot, Christophorus H.D., XXII: 678+n Buijskes, Arnold A., IX: 351; XIV: 510 Buijtenste, Aagje G., VIII: 28 Bijdragen en mededeelingen van het historisch genootschap (periodiek), XXII: 764+n Bijdragen tot de taal- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië (periodiek), XXI: 702; XXII: 122 Bijdragen voor vaderlandsche geschiedenis en oudheidkunde (periodiek), IX: 282 Bye: Does de Bye, van der Bylandt, Charles M.E.G., graaf van, XXII: 610+n Bijnevelt, XX: 360 Bijns, Anna, XV: 780 Bijpost, mw., IX: 279 Byron, George N. Gordon, lord, I: 137, 264, 554n, 568n; II: 327, 775n; VII: 16-18, 20, 92, 763n; X: 203; XI: 63, 200, 213; XII: 485+n; XIV: 296, 383; XV: 60, 770, 771; XVII: 134, 187, 711; XIX: 271; XX: 207, 379; XXII: 178, 241, 313; XXIII: 461; XXV: 91 English bards and Scotch reviewers, XII: 485+n Hours of Idleness, XII: 485n Cabanis, Pierre J.G., XXIV: 203+n Rapport physique et du moral de l'homme, XXIV: 202n Cabet, Etienne, XXIII: 681+n Voyage en Icarie, XXIII: 681+n Caecilia (periodiek), XIV: 611a; XV: 430+n Caers, Jeanne F.J.E., X: 14n, 53, 83 Caesar, Gaius Julius, I: 551n; II: 390, 428, 775n, 790n; IV: 476, 485, 590, 665, 770n; V: 61, 310, 564; VI: 562, 691, 789n, 803n; VII: 363, 367; XII: 200; XIII: 565; XVI: 352; XVIII: 675; XIX: 357, 470, 755; XXII: 114n; XXIII: 741n De bello Gallico, XXII: 671 Cagliostro, Alexandre, graaf (Giuseppe Balsamo), III: 291; IV: 513, 770n Cahen, XVII: 103 Calas, Jean, II: 99, 775n; XXI: 51+n Calcar-Schiötling, Elize C.F. van, IV: 693; XV: 487; XVII: 578; XVIII: 643+n; XIX: 374, 394, 403, 472+n, 723; XXV: 114a+n Op de grenzen van twee werel- {==327==} {>>pagina-aanduiding<<} den. Onderzoek en ervaringen op het gebied van het hoogere leven, XVIII: 643+n; XIX: 472 Uit het leven voor het leven: XXV: 114n Calderón de la Barca, Pedro, XVII: 739 Caligula (Gaius Caesar, romeins keizer), I: 142, 554n; VII: 236, 237, 763n; XIII: 140+n; XX: 533+n; XXIII: 439+n Callet, Jean F., V: 338, 345, 346, 732n Supplément à la trigonométrie sphérique et à la navigation de Bezout, V: 732n Calm, von, XIII: 122 Calvijn, Johannes (Calvinus), II: 432, 692; III: 246, 595n; IV: 209, 271; V: 541; VII: 749; VIII: 366; IX: 165; XIII: 413; XIV: 163; XV: 619; XVIII: 720; XX: 547 Cambacérès, Jean J., hertog de, V: 364, 732n Cambier, mw., IV: 623, 624; IX: 238, 240 Cambridge, George W.F.C., hertog van, XII: 445 Cambronne, Pierre J.E., graaf, I: 470, 554n; II: 22, 487, 775n; III: 168, 348, 351, 433, 434, 595n; V: 320, 732n, 746n; VI: 113, 781n; XV: 201; XIX: 713, 718, 843; XX: 286; XXI: 586 Cameus (kapitein), XI: 605 Camille, I: 555n; V: 732n Camillus, Marcus Furius, VI: 781n Camões, Luis Vas de, XIV: 238 Campagne, H.C.A. (boekhandel te Tiel), XIX: 852; XXI: 33, 231; XXII: 671, 672 Campbell, Marinus F.A.G., XVII: 290, 311, 383; XVIII: 135+n, 317; XIX: 615, 617, 642+n; XXI: 778+n Annales de la typographie neérlandaise au quinzième siècle, XVII: 311, 383 Campe, Friedrich (uitgever te Hamburg), XV: 161 Campe, Julius (uitgever te Hamburg), IV: 525 Campe, von, XII: 357 Camper, Petrus, XVII: 309+n Verhandeling over den besten schoen, XVII: 309+n Camphausen, Otto von, XII: 47, 87, 92, 93, 114, 417, 422 Camphuysen, Dirk R., III: 217; VII: 145, 303; XIII: 191, 192; XVIII: 256+n Camijn, Jean, IX: 322 Candace, koningin van Ethiopië, XXI: 191+n Candolle, Alphonse L.P.P. de, XV: 544+n Histoire des Sciences et des savants, XV: 544 Canova, Antonio, V: 59, 732n Cantagrel, Félix F.J., XIII: 659-661 Canterbury tales: Chaucer, Geoffrey Capadose, Abraham, XI: 114, 789b; XXI: 141+n, 142, 143 Capel, W.C. (zie ook onder ps.: Florentijn), XXIV: 399+n Capelle, Arend G. van, VIII: 700n Capellen, Godert A.G.Ph., baron van der (G.G., 1816-'26), I: 96, 435, 555n; IX: 247, 610, 692b; XIV: 510 Cappellen: Capellen, Godert A.G.Ph., baron van der {==328==} {>>pagina-aanduiding<<} Caracalla, Marcus Aurelius Antonius (romeins keizer), III: 130, 595n; V: 84, 732n; XXIII: 439 Carcano, XIV: 278 Cardinaal, XIV: 35 Carlo?, XIV: 619 Carlyle, Thomas, XVIII: 182; XXI: 27n; XXII: 275+n On heroes, hero-worship and heroic in history, XXII: 275+n Sartor resartus, XXI: 28+n Caroline (Carolina F. Holle?), VIII: 523 Caroline A.E., hertogin van Brunswijk, koningin van Engeland, VI: 307, 781n Caroline Mathilde, koningin van Denemarken, XVI: 747n Carolus, Charles E.P., I: 57, 89, 115, 118, 119, 168, 190, 191, 193, 194, 202, 258, 259, 261, 270, 304, 305, 333, 336, 352, 364-366, 369, 370, 411-414, 427; II: 141, 187, 192; III: 362; V: 416, 469; VI: 132, 333; IX: 408, 413n, 451+n, 452, 453, 461, 464n, 465n, 467n, 468n, 469n, 473, 500, 502, 547, 549, 550, 589, 600, 615, 618, 642, 693b, 969n; X: 390, 391, 396, 397, 398, 570, 707, 737n; XI: 352; XII: 255, 329, 465+n, 487, 715, 716; XIII: 110, 175, 180-182; XIV: 362, 370; XVIII: 236; XXI: 610; XXII: 756n Carolus, mw., I: 411, 412, 427; VI: 333; IX: 468n; X: 391, 396, 397, 707; XII: 716; XIII: 110, 180, 181; XIV: 362 Carolus, P.C.E.: Carolus, Charles E.P. Carpentier, XXI: 458 Carrara, Francesco, XXI: 120 Carré, Oscar, IV: 142 Carrol, IX: 284 Carsten, XI: 330 Cartenstat, Hubertus J., VIII: 91, 683b; XXIV: 518+n, 740n Cartesius: Descartes, René Cartouche (Louis D. Bourguignon), IV: 219, 770n; X: 115; XXIII: 652 Casas, Bartolomeo de las, III: 291, 595n Casaubonus, Isaacus, VII: 582, 763n De Romanorum satira (De satirica Graecorum poesi et Romanorum satira), VII: 583 Casembroot, François de, XXI: 287, 405+n; XXII: 469+n Casimir, Jan, XXIV: 109 Caspar, Joseph, III: 425 Caspersz, J.A., XXIII: 381+n Casselsches Adress-Buch für das Jahr 1832, X: 24 Castelnau, Henri P.J.A. de, XII: 426 Castiglione, Ferrante Gonzaga, markies van, XII: 359n Caston, III: 40 Castor (zie ook Siddin), IX: 613 Castrop, Hendrik van, III: 261 Catalina, Lucius Sergius, III: 563, 595n, 618n; IV: 419; V: 753n ‘Catalogus der tentoonstelling van oudheden’, XVIII: 619 Cate, ten: Kate, Jan J.L. ten Cate, ds. ten, XIII: 257 Cate, Jan ten, XIII: 207, 209+n, 235n, 258, 279, 280 Gezondheid en maatschappelijk welzijn. Gedachten en opmerkingen, XIII: 209+n, 258, 279 Cate, Johanna C. ten, X: 739n {==329==} {>>pagina-aanduiding<<} Cate, Johanna M. ten, X: 739n Cate, S.H. ten (boekhandelaar te Zwolle), XI: 305, 308, 311, 313 Cate Fennema, E. ten, XXIV: 669 Catharina (ps. van J.C. Jolles-Singels), XIX: 619 Catherine de Médicis, koningin van Frankrijk, XXI: 481+n; XXII: 518n; XXIII: 469 Catilina, Lucius Sergius, XVI: 249n Catinat, Nicolas de, XV: 72; XXII: 520+n Cato, Marcus Porcius, III: 595n, 617n; V: 735n; XIII: 133; XIV: 632n; XX: 124n; XXI: 37, 78n, 600; XXII: 110; XXIII: 28n; XXV: 114 Cato, Marcus Porcius (Uticensis), II: 790n; XIII: 565 Cats, Jacob, III: 100; VII: 591, 666, 667; VIII: 55n; XVII: 246, 570; XVIII: 400, 498; XIX: 58, 304, 372, 738, 895, 914; XXIII: 256; XXIV: 396 Catullus, Gaius Veterius, VI: 439, 782n Caus, Salomon de, V: 41, 733n; VI: 272; IX: 118+n; XV: 637+n; XVII: 367 Caux, Salomon de; Caus, Salomon de Cavour, graaf Camillo Benso di, V: 358, 733n Celebes, gouverneur van: Bik, Pieter Cellini, Benvenuto, XXII: 680+n, 683 Leven van Benvenuto Cellini, het, XXII: 679n, 683 Cemp: Kempff, J.W. Cendrillon, van het Théâtre du Châtelet, XV: 451 Cercle artistique, scientifique et littéraire, te Antwerpen, XII: 51, 65, 70, 91, 96-98, 103, 104, 106, 107, 113, 138, 143, 148; XIII: 321, 369, 382, 679; XVII: 737 Cervantes Saavedra, Miguel de, III: 547, 548, 595n, 599n; V: 506-508, 733n; VII: 457, 572, 763n; XII: 370; XV: 754; XVI: 622; XXI: 248; XXII: 125; XXV: 71 Don Quichote de la mancha, II: 715; III: 546, 547, 595n; V: 506, 507, 666, 733n; VI: 57, 784n; VII: 763n; XII: 370; XVI: 633; XIX: 929; XX: 584 Chaix d'Est-Ange, Gustave L.A.V.C., III: 97, 596n; IX: 281; XXIII: 670+n, 680, 689 Chambord, Henri C.F.M.D. d'Artois-Bourbon, graaf de, VI: 467, 789n; IX: 133; XII: 200; XIV: 575n; XVI: 428n, 489+n; XXII: 761+n Chamisso, Adelbert von, XXIII: 510; XXIV: 310n Champollion, Jean F., IV: 133, 771n; VII: 387; XIX: 78n Changarnier, Nicolas A.T., IV: 650, 771n Chantepie de la Saussaye, Daniel, III: 191, 193, 195, 596n; IX: 279, 299+n Chapsal, Charles P., I: 457, 569n; III: 335, 614n Charbon, XII: 766, 767, 771+n; XIII: 16n Charivari, le (periodiek), II: 354 Charlemagne: Karel de Grote Charles I (Stuart), koning van Engeland, I: 556n; XVI: 97n Charles I/II (Stuart), koning van Engeland, IV: 314; XIV: 207 {==330==} {>>pagina-aanduiding<<} Charles VI, koning van Frankrijk, V: 60 Charles VII, koning van Frankrijk, XV: 790 Charles VIII, koning van Frankrijk, XXI: 386n Charles IX, koning van Frankrijk, XXI: 478n; XXII: 518n Charles X, koning van Frankrijk, IV: 229; XVI: 486n; XX: 207, 233; XXII: 756n Charles, Rudolf (ps. van Ablaing van Giessenburg, Rudolf C. d'), III: 231; XI: 407, 786n Bliksemschicht der XIXe eeuw, een, XI: 786n Chasles, Philarèthe, XIV: 631+n; XX: 241 Chassepot, Antoine A., IV: 771n; V: 61, 733n; XII: 494; XIII: 49 Châtaigneraie, François, seigneur de la, V: 735n Chateaubriand, François R. de, V: 748n; XII: 257, 330, 488, 496, 513, 514; XIV: 94, 377+n; XV: 72, 763; XVI: 649; XXIII: 484+n, 513, 564 Atala, ou les amours de deux sauvages dans le désert, V: 748n; XII: 257, 330, 514 Génie du Christianisme, le, XII: 514; XIV: 377+n Histoire de France jusqu'à la revolution de 1789, XV: 72 Martyrs ou le triomphe de la religion chrétienne, les, XIV: 377+n René ou les effets des passions, XXIII: 482n Chatelain, J.B.F.E. de, XXIV: 724 ‘Ronces et epines’ (Ronces et chardons), XXIV: 724 Chateleux, Engelbert M. de Navarre de, XVIII: 684n, 767+n; XIX: 320+n, 505, 552+n; XX: 102, 103; XXI: 76; XXIII: 118+n, 551 Chandosse, XVIII: 684+n, 767+n; XIX: 320, 505, 552+n; XX: 102-104; XXIII: 117n Chateleux, Jean J.A. de, I: 343; VIII: 297n; IX: 281, 693b; X: 19n, 44, 46, 48n, 54, 57, 737n; XII: 529, 601n, 630, 631, 633, 643+n, 648, 659; XIII: 308n Chateleux, J.J.M. de: Chateleux, Jean J.A. de Chatrian, Alexandre, XXIII: 725+n -zie ook onder: Erckmann, Emille Chatterbox (periodiek), VII: 535 Chaucer, Geoffrey Canterbury Tales, XVIII: 300 Chauvin, Victor, XVI: 58+n Chénier, André-Marie de, IX: 600; XIX: 246+n Chesterfield, Philip D. Stanhope, 4e graaf van, V: 757n Chevallier, IX: 279 Chevreux, Georges, XVII: 759 Chiaramonte, XV: 696 Chiauw, radja van, IX: 86+n, 91n Chigi, Flavio, XIII: 574 Chilo, II: 479, 776n; V: 97; VII: 774n; XIX: 194 Chivot, Henri, XXI: 353n -zie ook onder: Audran, Edmond Chlodowiecki, Daniel N.: Chodowiecki, Daniel Chodowiecki, Daniel, XXIII: 297+n, 570+n Choiseul, Étienne F., hertog de, IV: 192 {==331==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Chrestomathie van het Nut’ (Nederduitsche chrestomathie), VI: 477 Chrispijn, Louis H., XVIII: 517 Chrispijn-Stoetz, Marie, XVIII: 517 Christelijk album (periodiek), XXIV: 528, 529, 532n Christelijke huisbijbel. De tekst der gewone of staten-overzetting overgezet en ingericht voor de huiselijke bijbellezing en het godsdienstig onderwijs, door C.E. van Koetsveld, III: 99 Christelijke volksalmanak (periodiek), XI: 53 Christiaan VII, koning van Denemarken, VI: 794n, 801n Christiaan IX, koning van Denemarken, XXIII: 704n Christiaan, F., VIII: 44 Christiaanse, J.H., XI: 341, 362, 363, 371, 372, 393, 460, 469, 471, 472, 473, 475, 476, 478, 480, 481, 483, 484, 497, 512, 538, 555, 670 Chronicon Egmondanum, VI: 804n Chrysale (ps.), XV: 120 Churchill, Charles, VII: 648, 650, 651, 653, 659, 663, 667, 670 Ciccolini, XVI: 317; XIX: 296 Ciccolini, S.A., XIX: 296, 297 Diepe ademhaling, hare verhouding tot de gezondheid en de zangkunst, XIX: 296, 297 Cicero, Marcus Tullius, III: 35, 225, 359, 596n, 597n, 599n, 618n, 625n; IV: 228, 334, 527, 578, 606, 664, 767n, 770n; V: 753n, 757n; VI: 618, 638, 639, 642, 677; VII: 49, 59, 60, 63, 306, 581, 612; XI: 308; XII: 299; XIV: 383; XV: 121n; XVI: 249n, 535; XVII: 189; XVIII: 233, 234, 675; XIX: 172, 219, 357, 469, 472, 486+n; XXI: 190, 375, 492; XXII: 593n, 720; XXIII: 422, 426; XXV: 141 De divinatione, IV: 767n De officiis, III: 225, 599n; IV: 770n; V: 757n; VII: 63; XV: 121n De oratore, III: 225, 599n Pro Amerino, XXII: 593n Tusculanae disputationes, XXII: 593n Cimon, VI: 193, 782n Cincinnatus, Lucius Quintius, VII: 307 Circulaire ‘gedenksteen’, XXIV: 277, 331 ‘gevelsteen’, XXIV: 264-265, 329, 352+n, 374+n, 489 ‘Landgenoten’ ten behoeve van de huldeblijk in 1882, XXI: 591-593n, 621, 643n, 644, 648, 651-655+n, 658-660, 662, 663, 667-669, 670, 673, 694-696, 699, 702, 708, 715, 748-750, 768+n, 769, 779, 782n, 796, 799-807+n; XXII: 19n, 27, 31, 32, 34+n, 36, 37+n, 39-41, 44, 47, 52-56, 58, 64, 65, 68, 70-72, 73-76, 78-80+n, 82-84, 88-91, 93, 94, 96-99, 101, 106, 107, 110, 121, 126-128, 131, 133, 138-140, 144, 146, 150-152, 155, 156, 159, 161, 168, 175, 176, 178, 188, 190, 191+n, 194-196, 203-208, 212, 218-220, 223, 226, 227n, 231, 233, 235, 239, 244, 258, 260, 263, 273, 290, 291, 299, 359, 360, 363, 403, 443, 448, 571n, 774; XXIII: 64; XXIV: 145, 223+n; XXV: 237n ‘Ten behoeve van Tine en de kin- {==332==} {>>pagina-aanduiding<<} deren’, mei 1866, XI: 599-604, 607, 626, 629, 630, 637, 638, 644, 645, 649-652, 657, 658, 667, 669, 711; XII: 181; XIV: 267, 269, 279, 427; XVI: 289; XXIV: 634 Civilis, Claudius (Gaius Julius), III: 417, 596n; IV: 585; XXII: 691+n Civilis, Paulus Julius, III: 417 Civiltà cattolica (periodiek), XIII: 519 Claasen, Petrus J., XIX: 972b Claassen, F. (boekhandelaar te Brussel), XI: 32, 579 Claassens: Claeszen, Reinier Claessen, XII: 361 Claesz van Ilpendam, Jacob, VI: 633, 634, 638, 643, 645, 649, 651, 652, 726; VII: 87, 501, 502; XVI: 279 Claeszen, Reinier, VI: 703; XVII: 704; XIX: 132, 230, 270; XXI: 191, 586 Clairon, Claire J. de la Tude, X: 713 Clant, Jan H., VIII: 46; IX: 25, 26 Clant van der Myll, Antoine J., XVI: 756n; XIX: 375, 498+n; XXI: 626; XXII: 732, 733, 785n Clant van der Myll, Marie, XXI: 102, 104 Clant van der Myll, Ton, XXI: 102 Clant van der Myll-Piepers, Adriana J.F. (Jeanne) (zie ook onder ps. Holda), XVI: 17n, 178n, 704, 708, 748, 756b, 758n; XVII: 236, 364+n; XVIII: 126n, 559n; XIX: 144+n, 155, 156, 160, 361+n, 375, 397, 457, 497+n, 498, 514, 577, 643, 690, 904, 905; XX: 113, 197+n, 198, 213+n, 228, 236, 246, 257, 365; XXI: 96, 99, 102, 104, 105, 122, 180, 273, 626, 796; XXII: 785b; XXV: 84n Clara de chanteuse: Bakker, Th.H. Claretie, Jules, XXIV: 64+n ‘Boum-boum’, XXIV: 64+n Clarker (Clark, Latimer), XII: 645 Classen (boerenfamilie te Holtum), XII: 662, 783+n Classen-Kappelmann, XI: 755, 766; XII: 26, 203, 229 Claudius (Claudianus), XXIII: 538n Claudius, Matthias (zie ook onder ps. Asmus), V: 760n; VI: 485, 782n; VIII: 222; XI: 333n; XVII: 193; XXIII: 539 Claudius, Tiberius (romeins keizer), II: 772n; VI: 306 Clausewitz, Karl von, IV: 665, 771n; XXIII: 441+n Hinterlassene Werke über Krieg und Kriegführung, XXIII: 437n Clavel, F.T. Bêque de, III: 229; XIX: 154 Geschiedenis der godsdiensten behelzende de oude en hedendaagse godsdienstige gebruiken, plechtigheden en leerbegrippen van alle volken der aarde, XIX: 154 Cleef, gebr. van (uitgeverij te Den Haag), XV: 734, 736, 737, 741; XXII: 61 Cleerens, Constance, VIII: 566, 648+n, 649, 654+n Cleerens, Joannes B., I: 401, 555n; IV: 36, 771n; VI: 244, 300-302, 309-311, 782n; VIII: 555, 556, 646n, 653n, 666+n; IX: 51n, 84, 89, 91, 244n, 256, 693b, 702n; XV: 350, 351, 460+n; XVIII: 521; XX: 207; XXI: 362+n, 474+n; XXIV: 696+n {==333==} {>>pagina-aanduiding<<} Clemens XII, paus, II: 432 Clement, G.B., XI: 330 Cleobolus (Kleobolus), II: 479, 776n; V: 97; VII: 774n Cleon (Kleoon), XV: 403 Cleopatra VII, koningin van Egypte, V: 60; VI: 612 Clercq, de, XXIV: 285 Cleijndert, K., VIII: 60, 63 Clio: Keteh, si Oepi Clito (?), XXI: 158 Clive, Robert, lord, XV: 56+n Cloë: Luzac, Anne Cluinet: Quinet, Edgar Cluwen, IX: 73; X: 533 Cluwen, mw., X: 270 Cnejus Naevius: Naevius, Gnaeus Cnoop & co. (boekhandel te Rotterdam), XVII: 616 Coan, XXV: 203 Cobbett, William, XVI: 413 English grammar, an, XVI: 413 Cobden, Richard, IV: 447, 771n; V: 358, 734n Coblenz, burgemeester van: Stromeyer Coblenzer Tageblatt (periodiek), XI: 631 Coblenzer Warte (periodiek), XI: 780 Coblenzer Zeitung (periodiek), XI: 761, 769, 774, 775, 784; XII: 38, 41, 45, 594, 594, 617, 637 Coblijn, Jufr.: Stolk, Alexandrina Coblijn, N., IX: 347+n, 348 Coburg-Gotha, Ernst II, hertog van Saxen-, XI: 730, 739, 758; XII: 311, 725, 726; XIII: 67, 87, 106, 119, 123, 343, 386 ‘Coburger staatsblad’ (periodiek), XIII: 121, 343 Coburger Zeitung (periodiek), XII: 43, 44 Cocceus Nerva, L., VII: 584 Cock, Henri de, XVII: 717 Cock, Paul de: Kock, Charles Paul de Coehoorn, Menno baron van, XXIV: 686+n De versterckinge des vijfhoeks met al zijn buytenwercken, XXIV: 673n Coen, Jan Pzn. (G.G., 1619-'23, 1627-'29), III: 607n; IV: 26, 69, 223, 269, 771n; XIV: 380 Coen et cie., J.B. de, XI: 398 Coenen, W.N., XXIV: 374, 398, 488 Coens, M. (ps. van Penning, Willem L.), XVIII: 799n; XX: 227+n; XXI: 87+n, 95+n; XXIII: 304+n, 358+n; XXV: 102n ‘Aan de dichter Multatuli’, XXV: 102-103, 156n Gedichten I, XVIII: 799n Max Havelaar (gedicht), XX: 225n Coerdes, mw., XVII: 103 Coeverden, G.A. van, XXIII: 506 Coevorden, Joël S. van, IX: 676 Cohen, (Joseph?), III: 229 Cohen, Alexander, XXIII: 663 Cohen, Ferdinand, XII: 201 Cohen, gebr. E. & M. (boekhandel te Arnhem), XXI: 566; XXII: 708; XXIII: 509n Cohen Stuart, Abraham B., I: 307; IV: 675, 685-687; XV: 541, 570, 652; XVI: 21n, 37, 41n, 55n, 56+n, 57, 60-63, 65, 66, 68-72+n, 79, 85, 347a, 350, 400+n, 407+n, 408, 410, 416a, 418, 419+n, 422, 434, 756b; XVII: 46+n, 61, 62, 133, 145, 154, 231n, 290, 308, 330, {==334==} {>>pagina-aanduiding<<} 607+n, 608, 742, 763; XVIII: 21n, 139, 182+n, 183, 322, 458+n; XXII: 504; XXV: 29+n, 34n, 35, 36, 37, 38, 39, 52+n, 108, 130n, 132, 237b+n Geschiedenis van baron Sakendher, XVI: 757n Multatuli en Jocrisse, XVI: 757n; XVII: 46, 61, 62; XVIII: 458+n; XXII: 504 Cohen Stuart, James W.T., XV: 543, 584, 795b; XVI: 21n, 41-45+n, 48, 49, 52, 64, 65n, 68, 407+n, 408; XVII: 605a, 682n, 737; XVIII: 21n, 23n, 67a, 70-72, 139, 166, 180-183, 285a, 322, 327a, 432; XXIV: 268, 269, 498n; XXV: 32, 34n, 33, 52, 108n, 237n Bestrijding van Multatuli, XXV: 108+n Multatuli-vergoding, XVII: 605-608, 683+n, 737; XVIII: 183; XXV: 106+n, 130, 133 Cohn, M., V: 471 Colbert, Jean B., XV: 72; XXIII: 726 Coldenhoff, IX: 68 Colenbrander, XIV: 230 Colenso, John W., III: 190, 597n Coligny, Gaspard de, III: 604n; XXI: 481+n; XXII: 520+n Collard, Albertus P.A.: Collard, Petrus A.A. Collard, Petrus A.A. (militair kommandant van Lebak), I: 304, 305, 326, 338, 352, 409, 556n, 558n; IX: 542-544, 550, 568, 601, 631, 633, 693b; X: 398; XI: 96n, 789b; XIII: 182, 183; XVI: 36; XVIII: 236; XIX: 405, 407, 409, 765; XXI: 605-607, 609, 610, 613, 614, 673, 682, 683, 707, 804; XXII: 19n, 29, 34, 53, 71, 84, 106, 187 Collatinus, Lucius Tarquinius, VI: 407, 782n, 793n Collem, Abraham E. van, XXIV: 409+n Collignon, Charles E., XVI: 401 Machines, les, XVI: 401 Collot, mw., XI: 94 Colston, Ed., XII: 663n Columbus, Christophorus, I: 306; II: 35, 266, 776n; III: 216; IV: 236, 315; V: 549; VI: 272, 617, 691, 803n; VII: 653, 746; XI: 175, 192; XII: 728; XIV: 238; XV: 95, 614; XVI: 151, 159, 173, 186, 211; XVIII: 789; XXI: 345, 419, 579; XXIII: 308, 485, 565; XXIV: 83, 174; XXV: 40 Commerce de Gand, le (periodiek), XII: 363n, 365n, 378a, 383, 384 Commynes, Philippe de la Clyte, sire de, V: 306, 734n; XXIV: 686+n Comte, Auguste, V: 96, 734n, 747n; XII: 733?; XV: 188; XVI: 701, 702; XVIII: 566+n, 673n; XXIII: 26 Comte, Maurice le, XI: 731, 741; XII: 208, 441, 442, 569, 636, 654, 667, 697, 705, 750; XIII: 62 Comte-Vigo, mw. le, XI: 730, 741; XII: 208, 442 Condé, Louis II de Bourbon, prins de (le grand Condé), XIV: 609 Condé, Louis H.J. de Bourbon, hertog de: V, 550 Cönen (W. Könen), XIX: 80, 81, 83 Confucius, I: 40, 556n; II: 35, 479, 776n; III: 63, 597n; VII: 715, {==335==} {>>pagina-aanduiding<<} 768n; XVIII: 756; XX: 583; XXI: 164+n; XXV: 175 Congressen Congres der internationale vereeniging tot bevordering der sociale wetenschappen, II: 166, 167, 783n; III: 365, 366, 368, 442; IV: 445; VI: 700; XI: 252n, 377+n, 384, 385+n, 386n, 391, 396n, 398, 399, 418n, 522; XII: 99, 122, 198, 276n, 299, 436, 519, 679, 748; XIII: 108, 167, 555n, 561, 566a; XVIII: 203; XIX: 30; XXII: 38; XXIII: 450; XXIV: 612+n, 615 Congrès des étudiants progressistes (Brussel 1884), XXIII: 236, 241n, 263, 276, 411 Internationaal vrijdenkerscongres (Brussel 1880), XX: 501+n; XXIV: 203 Internationaal vrijdenkerscongres (Amsterdam 1883), XXII: 722, 725, 747-749 Derde Nederlandsch taal- en letterkundig congres (Brussel 1851), VII: 744n Negende Nederlandsch taal- en letterkundig congres (Gent 1867), XII: 10n, 17n, 18n, 150+n, 274, 276, 290, 291, 299, 301, 307, 341n, 343, 359-361, 363, 365, 366-369+n, 374n, 378-380, 383, 385, 386, 388, 389, 392, 393-396, 399, 400, 405n, 409, 410, 412+n, 413, 416, 424+n, 425, 429, 781n, 798n; XIII: 111n, 303, 375; XIV: 572; XXIV: 203, 639+n Tiende Nederlandsch taal- en letterkundig congres (Den Haag 1868), IV: 108, 235; VI: 131; XII: 781; XIII: 19n, 112+n, 131n, 264, 548; XIV: 356, 376; XV: 313+n; XX: 556; XXIV: 182n Elfde Nederlandsch taal- en letterkundig congres (Leuven 1869), XIII: 548, 681, 725n; XV: 218+n; XXIV: 183+n, 411 Twaalfde Nederlandsch taal- en letterkundig congres (Middelburg 1872), XV: 312+n, 313, 394, 436+n Dertiende Nederlandsch taal- en letterkundig congres (Antwerpen 1873), IV: 693; VII: 306, 308, 310, 313; XVI: 100n, 212 Veertiende Nederlandsch taal- en letterkundig congres (Maastricht 1875), IV: 687, 690 Achttiende Nederlandsch taal- en letterkundig congres (Breda 1881), XXI, 451 Tweede Vlaamsche congres (Gent 1867), XXIV: 642n, 644 Congreve, Richard, V: 734n Catechism of positive religion, the, V: 734n Congreve, sir William, II: 776n; V: 61 Coninck, De, XIII: 569 Conrad, Karl E., XIII: 498 Conscience, Hendrik, III: 422, 597n; XII: 399; XV: 567+n; XVI: 100; XVIII: 65; XXI: 392n, 450, 451, 455, 492; XXII: 53 Leeuw van Vlaanderen, de, III: 597n Conscience-Album. Noord Nederland aan Hendrik Conscience, 25 Sept. 1881, XXI: 451 Constantijn (ps. van: Does-Scheltema, Maria P.W.C. van der), VI: 130, 783n; XIV: 655+n; XV: {==336==} {>>pagina-aanduiding<<} 41n, 43, 45, 46, 65, 69, 75, 99, 205, 208, 213, 218, 240, 244, 251, 504; XVI: 77, 334, 335, 605; XIX: 566+n; XX: 154+n, 182+n; XXII: 430+n; XXIII: 605+n, 699 Frederik Warrens (Frederik Marrens), XX: 154, 182 Hilda, VI: 130, 783n; XIV: 609, 615+n, 653+n, 655, 658; XV: 42+n, 43, 65, 94, 197, 201, 204, 205, 212, 220, 503, 504, 571, 578; XXII: 430+n Victor d'Avelyn, XVI: 334+n Constantijn de grote (romeins keizer), I: 229, 556n; II: 395, 396, 630, 776n; IV: 211, 681, 710; V: 743n, 746n; XI: 125+n Constanzer Zeitung (periodiek), XIII: 331 Constitutionnel, le (periodiek), XVI: 152; XXV: 44 Contemporary review, the (periodiek), XII: 742a, 752-754, 763n; XVI: 152, 169n; XVIII: 373; XX: 35; XXIV: 413; XXV: 43 Content, L., XXIII: 506 Conti, Charles E., XIII: 579 Conzen, XII: 661 Cool Thz. (Fzn.), G., XIII: 207, 245; XXIV: 669 Cool van Bokma, W. (boekhandel te Sneek) (zie ook: Bokma...), XIII: 274, 721n; XXIV: 730n Coolen: Koolen, P.A. Cooper, James F., IV: 682, 771n Laatste der Mohikanen, de, IV: 771n Cooper, Robert, III: 229, 597n Coorengel, Claas G., VIII: 67n, 68n, 642n, 684b; IX: 377, 378, 387, 391, 393, 394, 666, 693b; XV: 509, 510; XVIII: 500; XXIV: 502 Coorengel, mw. Claas G., XXIV: 502 Coornhert, Dirck C., XIII: 721n Copernicus, Nicolaus, III: 603n; IV: 236, 772n; V: 336; XIII: 47n, 71; XV: 614; XXII: 564 De revolutionibus orbium caelestium, IV: 772n Coppée, François J.E., XV: 449; XVIII: 549+n, 560-563+n; XXIII: 361+n Luthier de Crémone, le (Viool van Cremona, de): XVIII: 560+n Coppenol / Koppenaal / Kopeschaar, XXI: 230 Coquelin, Constant, XVIII: 660 Coquerel, Athanase J., III: 190, 597n; XIII: 413 Corday d'Armont, Marie A.A.C. (Charlotte), II: 397, 776n; VI: 794n; X: 649 Cordens, XIII: 433, 444, 455 Coriolanus, Gnaeus Marcius, IX: 602, 614; X: 178, 179 Corneille, Pierre, I: 555n; II: 664, 776n; V: 439; XIII: 364; XV: 514; XVIII: 382, 522; XIX: 648; XX: 342; XXI: 780; XXII: 282n Horace, I: 55n; XXII: 282n Cornelia, II: 397, 776n; IV: 775n Cornelis, Abraham, XI: 451 Cornelis, Andries, VIII: 24 Cornelis Abraham (oppasser), IX: 68 Cornelisse, Piet J., X: 602 Cornelissen, C.H., XXII: 423n -zie ook onder: Snelleman, Johannes F. Cornets de Groot van Kraayenburg, jhr. Johan P., III: 76; VIII: {==337==} {>>pagina-aanduiding<<} 74, 76, 78; X: 404, 405, 412, 413; XXV: 85 Cornil, André V., XX: 87 Du cancer et de ses caractères anatomiques, XX: 87 Coronel, J., XXII: 291 Coronel sr., Samuel, III: 30, 597n; XIX: 900, 916; XX: 27, 45, 286 In 't Gooi, III: 30; XIX: 900 Correggio, Antonio Allegri da, IV: 768n Correspondance d'Alexandre Farnèse (ed.: Gachard, Louis P.): Farnese, Alessandro Correspondenz-Hoffmann (periodiek), XII: 689 Cort, Frans J. de (ps. van: Brandts Buys, Ludwig F.), XI: 515n, 560; XXV: 50+n Cort van der Linden, Pieter W.A., IV: 262; XVIII: 362; XXI: 37, 51, 113, 119+n, 149, 183, 580 Cortés, Hernán, II: 35, 777n; III: 613n; V: 739n; IX: 609; XI: 175, 797n; XVI: 593; XXIV: 675n Corver, Neeltje, VIII: 32 Corver Pieters., P., VIII: 32 Corijn, Désiré, XIV: 492, 497; XVI: 360, 386; XVII: 730, 731; XVIII: 44 Corijn-Driessens, Elise: Driessens, Elise Cosman, X: 164 Cosman jr., XI: 331 Cosman, A.C., XXIII: 714+n Cosman, Herman, XXIII: 132n, 233n, 244, 275n, 280, 773b; XXIV: 24n, 313, 314, 372 Nosca, een gedicht, XXIII: 773n Wilde halmen, Een bundel vaerzen, XXIII: 132n, 133n, 233+n, 244, 773n Cosquino de Bussy, Izaak J. le, XXI: 88+n, 149, 183, 190-192, 237 Coss, Heinrich C.W., X: 17n, 24; XI: 224 Coss, Ottilie N.C.M., X: 16n, 17n, 18n, 23+n, 87, 400+n, 423, 426, 537n, 686; XI: 224+n; XIV: 98+n; XVIII: 228+n, 323 Costa, Isaäc da, V: 324; VII: 18, 19, 91, 765n; X: 237; XI: 789n; XII: 238; XV: 488, 684; XVI: 113, 137, 705n; XVII: 385n, 634; XVIII: 621; XX: 406; XXI: 141+n, 142, 143; XXII: 100, 253; XXIII: 461, 509, 510; XXIV: 288, 426, 441 Dichtwerken (Kompleete dichtwerken. Uitgegeven onder toezicht van J.P. Hasebroek), XXIII: 510 ‘Gaaf der poëzy, de’, VII: 765n; XVI: 705n Slag bij Nieuwpoort, de, XV: 488 Vijf en twintig jaren, XVIII: 621; XXIII: 461 Coster, IX: 260 Coster, D.J., XI: 331 Coster, Laurens Janszoon, I: 456; III: 333, 597n, 611n; IV: 633, 780n; VII: 373, 501; XVII: 399; XX: 126+n, 127; XXI: 437; XXIII: 150, 705 Coster & zoon, Hermanus (boekhandel te Alkmaar), XIX: 822 Cosijn, A.J., XVI: 385a Cosijn, Peter J., XVII: 127n; XVIII: 292+n, 307; XXIII: 190+n Eenige taal- en natuurkundige ontdekkingen van dr. J. van Vloten beoordeeld, XVIII: 307 Couperus, Louis M.A., XV: 795n {==338==} {>>pagina-aanduiding<<} Couperus, Petrus T. (zie ook onder ps. Petrus), VIII: 609, 610, 613, 684b; XXII: 342a, 346 Coupie (Goupil, kunsthandel te Den Haag), XXI: 645 Courant van Dendermonde (periodiek), XII: 436, 437 Courbet, Jean D.G. (Gustave), XIV: 149; XXV: 49n Courcy, de, XIX: 341 Courier de Méré, Paul-Louis, XXV: 220+n Courier dit Dubekart, Agathon M., VI: 313-327, 781n, 783n; XV: 459n; XXV: 20+n, 137+n, 138 Feiten van Brata Yoeda, of Nederlandsch-Indische toestanden geschetst, VI: 295, 313-318, 320, 322, 326, 327, 384, 783n; XV: 460+n, 521, 522, 523, 528, 567; XXII: 147; XXV: 137n Courrier de Genève (periodiek), XIII: 413 Courrier du Bas-Rhin, le (periodiek), XII: 434, 443 Courrier du Dimanche (periodiek), XI: 752; XII: 171, 493 Couvée, M.M. (boekhandel te Den Haag), XV: 697; XX: 232; XXI: 101; XXII: 61 Covielle (ps. van Albert Rogat), V: 658 Cowley, Henry R. Wellesley, earl, XIII: 626 Cramer, Friedrich, XVIII: 606 Denkwürdigkeiten der Gräfin Maria Aurora Königsmarck und des Königmarckscher Familie. Nach bisher unbekanten Quellen, XVIII: 606 Cramer, Joseph H., XXIII: 123+n Cramer, mw., IX: 279 Cramerus (Ernst W.?), X: 212 Cranenbr., X: 40 Crébillon, Prosper J. de, XV: 61+n Credietvereeniging te Amsterdam; directeuren der, XI: 447, 465 Cremer, Alexander, XXI: 317n Cremer, Jacobus J., I: 482-484, 556n; XII: 138; XIII: 20n, 712, 722b; XIV: 676n; XV: 706+n; XVI: 166, 213, 239, 284, 300, 446, 459, 521; XVII: 154; XVIII: 94, 109, 110, 111, 251, 308, 376, 561+n, 562, 779, 799n; XIX: 958; XXI: 9n, 25n, 319+n, 320, 348-350, 358, 359, 361-363, 366, 367, 369, 387, 388, 398, 484, 632; XXIII: 350, 510 Bella Roel, XVI: 300 Betuwse novellen, I: 556n; XIII: 20n, 722n; XXI: 317n Boer en edelman, XVIII: 561, 779; XXIII: 350 Bruur Jaopik, XIII: 712 Daniel Sils, XXI: 317n Docter Helmond en zijn vrouw, XXIII: 510 Hanna de Freule, XV: 706+n; XVI: 300 Lelie van 's-Gravenhage, de, XXI: 317 Op den zolder. Eene schets. Geheel ten voordeele van den noodlijdenden ten gevolge der overstroomingen binnen Nederland in 1861, I: 482 Overbetuwse novellen, I: 556n; XIII: 20n, 722n Pauweveerke, 't, I: 482 Tooneelspelers, XVIII: 308; XXIII: 510 Wiege-Mie, XXI: 320+n, 350 Cremer, Jan H., VIII: 96, 97, 235 {==339==} {>>pagina-aanduiding<<} Cremers, Epimachus J.J.B., XV: 648, 649; XVI: 681 Crémieux, Isaac A., III: 97, 597n Cressonier, XIV: 537 Creutz Zzn., J.S., IX: 314 Crillon, Louis de, XV: 64+n; XXII: 700+n Crisafulli, Henri, I: 309, 567n; XVIII: 336, 437, 449, 465, 466, 568, 583, 621, 622; XXIV: 412 Cristiaans: Christiaanse, J.H. Critter, de, XIII: 497 Croesus, koning van Lydië, IV: 622; XIX: 542 Crombrugghe, Jozef van, XIX: 63n Crombrugghe's genootschap, van, III: 393; XII: 341, 343, 364-368, 374, 376-380, 382-384, 386-388, 390-392, 395, 397, 398, 399, 402-406, 414, 415, 436; XIII: 365+n, 452, 457, 458+n, 466, 467+n, 474, 475; XIV: 169, 554; XV: 335, 336; XIX: 64+n; XXIV: 644+n Crommelin, mw., IX: 279 Cromwell, Oliver, I: 455, 556n; II: 232, 233, 777n; III: 332, 597n IV: 652, 767n; XII: 679; XVI: 98+n; XXII: 719+n Crone, Bernardus B., VIII: 599n, 603-606, 610, 627, 684b+n; IX: 659+n; XIX: 843 Crookes, sir William, XV: 97, 123 Croupier: Uit het leven van een croupier Cruikshank, George, VI: 165, 166, 783n; XVII: 301 Cruis, Gregorius, III: 260 Cruptorix, III: 417, 597n Cujas, Jacques, V: 589, 735n Cumberland, Ernst A., hertog van, XXIII: 707+n Cummins, Maria, XXIII: 698+n Lamplighter, XXIII: 696n Cuny (leesbibliotheek), XIV: 144 Cuperus Azn, B. (boekhandel te Bolsward), XI: 58 Curiatius, I: 555n Curtius, Marcus, I: 470, 556n; II: 22, 419, 487, 777n; III: 90, 348-351, 431, 598n; VI: 130 Curtius Rufus, Quintus, XVIII: 410+n Historia Alexandri Magni, XVIII: 407n Cuvier, Georges, baron, IV: 529, 772n; V: 21, 22, 735n; VII: 653; XIV: 609+n; XVIII: 696+n Recherches sur les ossements fossiles, V: 735n Cuyp, Albert, V: 387, 388, 735n; XII: 741 Cuypers, Petrus J.H., XXIII: 416+n, 439 Cyprianus, Thascius Caecilius, VI: 673 Cyrenius, XXIV: 262 Cyrus de jonge, IV: 772n Cyrus de oude, koning van Perzië, IV: 571, 768n, 772n; V: 60; VI: 673 Czerny, Karl, XXI: 458+n Czolbe, Heinrich C., III: 230 D., juffrouw van: Rooyaards, mw. Daalen, E.C. van, IX: 236, 238, 239, 263, 279, 403; XV: 742 Daalen jr., E.C. van, XV: 728, 731, 733, 742 Daalen, G.H. van, XXII: 202 Daantje: Verschuer, Adriaan D., baron van {==340==} {>>pagina-aanduiding<<} Daehne van Varick, August von, XXII: 513n, 581, 742+n, 745, 786b; XXIII: 572+n, 675+n Alliance italo-papale, l', XXII: 710, 711 Restauration de la royauté légitime à Rome, la, XXIII: 571n Daendels, Herman W. (G.G., 1808-'11), I: 54, 317, 318, 553n, 556n; III: 276-280, 598n; VI: 142, 783n; XIV: 517, 518, 521; XXII: 528 Daenens, XVII: 730, 731; XVIII: 44 Daffis (uitgeverij te Parijs), XIV: 143; XXV: 200 Dag, broeder (ps. van Junghuhn, Franz W.), XIV: 165 Dagblad der Vereenigde-Staten van Europa (periodiek), XII: 473 Dagblad van Nederland (periodiek), XI: 772+n; XV: 441 Dagblad van Zuid-Holland en 's Gravenhage (periodiek), III: 390, 610n; IV: 108, 109, 117, 220, 239, 258, 271; V: 64, 309, 310, 464; VI: 174-179, 185, 197; XI: 157n, 433, 772, 796n; XIII: 297n, 674a, 676, 677n, 678n; XIV: 33+n, 34, 193n, 196, 200, 210, 337, 388, 391, 413a, 418a, 429, 434a, 439a, 447, 480, 571, 594; XV: 46, 48, 289; XVI: 152, 530; XVII: 417, 423, 491, 496, 710a; XIX: 799a, 809, 810, 831; XXI: 657a, 658, 723; XXII: 48a, 102a, 157, 201, 269; XXIV: 97a, 127a, 193n, 222a, 601n; XXV: 43 Dagbladet (periodiek), XVI: 152; XXV: 44 Dageraad, de (periodiek), I: 515n, 547n, 557n, 566n; II: 21, 61, 179, 301-304, 332, 345-348, 511, 678, 710, 748n; III: 215, 220, 279, 410, 598n; X: 82, 84, 94, 98, 99, 214, 224, 260, 267, 408, 425+n, 428, 434, 484, 497n, 504, 511, 584+n, 586+n, 587+n, 595n, 605, 629n, 702n, 723n, 725n, 726n, 731-733n, 739n, 741n; XI: 320n, 360, 540, 556+n, 596, 701a, 787n, 788n, 792n, 800n, 803n; XIII: 219, 302n, 374a, 547a, 612n, 619a, 639n, 646a, 649, 662a; XIV: 30a, 159a, 166, 187n, 190+n, 232n, 244a, 251+n, 252; XV: 664; XVI: 756n; XVII: 45n; XIX: 308, 975n; XXI: 106n; XXII: 310n, 328a, 332, 342a, 527a, 540a, 542a, 545a, 548, 563, 564, 592a, 625a, 628, 633, 688, 689, 698, 717, 718, 745, 747, 748, 773n; XXIII: 29, 33, 54, 137a, 138, 139, 172a, 223a, 228, 235, 240, 244, 247, 252, 253, 254, 260a, 261, 291a, 312a, 358, 381, 561, 566, 582, 590, 603, 632a, 636, 766, 774n; XXIV: 24n, 279a, 281a, 292, 295a, 298a, 310a, 312a, 313a, 314a, 316a, 319, 320, 372+n, 442, 445, 451, 463, 577n, 596, 622a, 623, 739n; XXV: 214 Dageraad, de (vereniging), I: 557n; III: 608n; X: 734n; XI: 251n, 341+n, 359n, 360, 362 (notulen), 368 (ntl.), 369+n, 371 (ntl.), 375 (ntl.), 377n, 379 (ntl.), 393 (ntl.), 400n, 413 (ntl.), 419n, 448 (ntl.), 453 (ntl.), 460 (ntl.), 466n, 467, 469 (ntl.), 471 (ntl.), 472 (ntl.), 475 (ntl.), 476n, 478 (ntl.), 480 (ntl.), 482 (ntl.), 483 (ntl.), 484 (ntl.), 497 (ntl.), 509 (ntl.), 512 (ntl.), 514 (ntl.)+n, 516 (ntl.), 520 (ntl.), 538 (ntl.), {==341==} {>>pagina-aanduiding<<} 544 (ntl.), 555 (ntl.), 669 (ntl.), 701, 786n, 788n, 794n, 795n, 797n; XII: 91+n, 797n; XIII: 219+n, 276+n, 282 (ntl.), 299 (ntl.), 302 (ntl.), 303, 311 (ntl.), 374n, 424, 619, 632 (ntl.), 639n, 662, 664, 703; XIV: 160, 162-164, 166, 191, 215, 217, 225, 252+n, 275, 286, 304n, 462, 675n, 678n; XV: 594n; XVIII: 395 (ntl.); XIX: 102; XXII: 20n, 54, 299n, 310 (ntl.), 328, 331, 332, 374+n, 376+n, 500, 502, 505, 506, 515n, 540-542, 544, 548+n, 631n, 688, 712, 716n; XXIII: 19n, 139, 246, 261n; XXIV: 284, 291+n, 372, 596 Dagmar, prinses van Denemarken: Maria Fjodorowna, grootvorstin van Rusland Dagobert I (frankisch koning), V: 61; VI: 785n Daguerre, Louis J.M., II: 777n Daheim (periodiek), V: 471 Dahomey, Gle-Gle, koning van, V: 62; XIX: 692 Daily news, the (periodiek), XII: 668a, 703, 704, 763n; XIII: 132; XIV: 374, 434; XV: 580; XVI: 152; XXII: 746; XXIV: 413; XXV: 43 Daim, IX: 574 Daissa: Ba Dassia Dakier, II: 128; IX: 553 Dall'Ongaro, Francesco, XV: 589 Dalloz, Désiré, X: 441 Dalto (ps.), XXIV: 193 Dalwigk, Karl F.R., XI: 726; XII: 228, 233, 234, 418, 517, 531, 571; XIII: 102, 422, 618, 620-623, 627 Dam, Alida van, XVI: 387; XIX: 768; XXV: 151 Dam, Karel van (Kareltje), X: 539n, 592+n, 596, 603, 606, 615, 622, 683?; XI: 42+n, 82+n; XIX: 116+n, 139n, 150, 205+n, 400, 972b Damad, IX: 556 Dame aux camélias, la: Dumas (fils), Alexandre Dame blanche, la (opera): Boieldieu, François A. Damen, Johs., VIII: 56 Dammers, Frederik E., IX: 262, 263, 276; X: 373, 385, 411, 412, 461, 462, 508, 521, 527, 528+n, 574, 584+n, 588n, 652, 656, 662, 663, 674; XI: 20, 234, 238; XIV: 544; XXIV: 582+n Damping, si, VIII: 254, 263 Dandé (dessahoofd Soekaradja), IX: 560 Daniels, Cornelis, IX: 251 Danneman, XII: 517 Dannenfelser, W.F., XXI: 54, 63, 218; XXIII: 349 Dante Alighieri, II: 664, 777n; IV: 293; V: 757n; VII: 365; XIV: 298; XV: 261n; XVI: 318n; XVII: 613, 698; XVIII: 655, 798n; XX: 155, 467, 496, 515; XXI: 464, 667, 730n Divina commedia, la, II: 777n; XXI: 730n Danton, Georges J., III: 97, 598n; XVIII: 686; XXIII: 652 Dapperen, van, XXIV: 549+n Darboy, Georges, XIV: 561+n Darie (Darim?), IX: 574 Darim (dessahoofd Poetjangparie), IX: 420, 423 Darius, koning der Perzen, II: 389, 777n {==342==} {>>pagina-aanduiding<<} Darius Ochus, IV: 772n Darmstädter Zeitung (periodiek), XI: 763, 779; XII: 466; XIII: 629 Darwin, Charles R., II: 688; III: 598n, 623n; IV: 103, 104; VI: 121, 783n; XI: 333; XIII: 453, 461n; XIV: 658; XV: 205, 212, 213, 215; XVII: 290; XIX: 774, 957; XX: 185, 208, 376n; XXI: 57, 70, 92, 132, 152, 178+n, 185; XXII: 713; XXIII: 25, 26, 617+n; XXV: 97+n Darwins theorie toegepast op den groei der taalplanten: (Darwinsche Theorie und die Sprachwissenschaften); zie onder: Schleicher, August Dash, Gabrielle A., gravin, III: 563; IV: 419, 689 Daud, hadjie, VIII: 135 Daudet, Alphonse, XX: 114, 560-562+n; XX: 540+n; XXI: 454, 686n Fromont jeune et Risler aîné; moeurs Parisiennes, VII: 654 Lettres de mon moulin, XX: 539n Nabob, le, XX: 560+n, 561; XXI: 454 Numa Roumestan, XXI: 689+n Rois en exil, les, XX: 560+n, 561; XXI: 263, 454 Tartarin de Tarascon, XX: 539n Daulnis, Justus L.: Aulnis, Justus L. d' Daum, Paul A., XXII: 218a, 233, 251 Daumer, Georg F., III: 230, 598n; XXII: 642+n Dauphin, de (Louis de Bourbon, ‘le grand Dauphin’), XXIII: 266n Davey, XIX: 80, 357 Davobode (periodiek), XI: 314a Dawatie, IX: 555 Day, XV: 73 Daijie, IX: 452, 453, 454 Deák, Frans, graaf, XII: 271 Dean, mw., X: 32 Débats: Journal des Débats (periodiek) Debatte (Wiener Debatte?, periodiek), XIII: 639, 640 Decken, Claus von der, XIII: 229 Decker, Aagje C., VIII: 26 Decker, Jeremias de, VII: 580 Decker Zimmerman, Johannes, III: 281, 601n; XVIII: 197; XX: 207 Dedel, C., XVII: 591 Dedem, Willem K., baron van, XII: 795b; XIV: 375+n; XV: 250 Deeleman: Hageman, Johannes M. Deeleman, Charles T., XV: 219+n Deenik, A.A., XXIV: 602 Defoe, Daniel, I: 556n; IV: 277, 284-290, 772n, 785n; V: 387, 735n; VI: 653, 783n; XII: 739; XIV: 334; XIX: 805; XX: 289 Robinson Crusoe, IV: 772n, 785n; V: 735n; XIX: 805, 884; XX: 46, 289; XXI: 59; XXII: 387, 487, 579, XXIII: 217 (?) Dehli, Bahadur Sjah, koning van, I: 554n Deibert, J.F., IX: 55 Deighton, IX: 74 Deinse, van (te Egmont), XVIII: 789, 790 Deins(z)e, C. van (te Gorcum), XXIV: 374, 398, 489 Deiss, Mina, X: 540n, 541n, 598n, 690, 692, 737b; XI: 40n, 63n, 96n, 99+n, 103+n, 105, 108-110, {==343==} {>>pagina-aanduiding<<} 114+n, 122, 143, 321?, 789n; XII: 636, 643, 657, 717 Deiss, Oscar F., X: 540n; XI: 63n Déjazet, Virginie, VI: 309, 783n Dekamerone: Boccaccio, Giovanni Deken, Agatha, I: 553n; II: 57, 773n, 775n; VI: 485, 752, 753, 783n; VIII: 60, 586; IX: 104n; XVIII: 370n; XIX: 373; XX: 233 -zie ook onder: Wolff, Elisabeth Déking Dura, XXII: 68 Dekker, juffr., XVI: 650 Dekker, vrouw, IX: 279 Dekker, Aaltje, X: 741n; XIX: 751n Dekker, Anthonij, VIII: 28 Dekker, C., IX: 314 Dekker, Engel Douwes: (Douwes) Dekker, Engel Dekker, Engel G., VIII: 20n, 25+n, 26; XIX: 629n Dekker, Engeltje E., VIII: 19n, 20n, 22n, 27+n, 28+n, 31 Dekker, G., XVI: 626 Dekker, J., XV: 394+n Paar ton, een, XV: 393n Uurtje in eene dorpsschool, een, XV: 393n Dekker Lzn., K., VIII: 56 Delangle, Claude A., IX: 281 Delaroche, Paul H., II: 565, 566, 777n; VII: 314, 315 Delathuy, X: 14n Delavigne, Jean F.C., X: 745n Delbaere, XII: 573, 574; XVIII: 371; XXII: 45 Delbaere, L.J., XXII: 140 Delbrück, Rudolf von, V: 12; XIII: 34, 48, 163, 320 Delden, van, VIII: 613 Delden, van, XIX: 430 Delden, van (firma Van Delden en co.), IX: 82, 88, 101, 281, 405 Delden, A. van, XIX: 790; XXIV: 191 Delden, Albert van, XVI: 681 Delden, Jan van, VIII: 24 Délebecque, XIX: 678, 679, 713 Delftsche courant (periodiek), XIII: 191a, 227n, 230a, 387n, 390a; XVII: 534n, 575; XIX: 52n, 65, 256n, 290a, 664a+n; XX: 209n; XXI: 48n, 69, 72, 74, 75, 81; XXII: 180a, 197, 198, 202, 205, 322n, 323; XXIV: 160a Delftsche opmerker, de (periodiek), XXIII: 738; XXIV: 114a Delhez, F., XXIV: 398, 489 Delius, Ludwig E.H., XII: 127 Delpit, Albert, XXI: 526n Zoon van Coralie, de, XXI: 528+n Delprat, Izaäc P., II: 708 Delprat, Théodore A.F., XVI: 681 Demak, IX: 556 Demker, Ferdinand (uitgever te Magdeburg), XVII: 53 Demmers, XX: 389 Demmin, August, XXII: 729+n Democritus, XIX: 195, 543, 717; XXI: 190, 250 Demophilus (ps.), XXIV: 161a, 162+n Demosthenes, I: 572n; III: 602n; IV: 425, 665; V: 736n; VII: 60, 306, 390; IX: 614; XIV: 383; XIX: 486, 869; XXI: 90; XXIV: 201 Denekamp, XXI: 146 Denekamp, wed., XIX: 411 Denhard, XIII: 57 Denis, Hector, XV: 188+n, 190, 192, 193 Denkmäler der Kunst zur Übersicht ihres Entwicklungsganges von der {==344==} {>>pagina-aanduiding<<} ersten künstlerischen Versuchen bis zu den Standpunkten der Gegenwart, begonnen von Aug. Voit, fortgesetst durch Ernst Guhl und Joseph Caspar (seriewerk), III: 425 Denkwürdigkeiten der grafin Maria Aurora Königsmarck und des Königmarckscher Familie: Cramer, Friedrich Dentu, E. (uitgever te Parijs), I: 567n; XVIII: 336n, 465, 621; XXIV: 412 Depman, J.R., IX: 55 Deprez, X: 39, 47, 83 Deprez, mw., X: 39 Deprince, Laurent F., X: 14n, 83, 84, 110, 116 Derby, Edward G. Stanley, 14e graaf van, II: 290; XII: 83, 693, 694, 695 Dernburg, Friedrich, XII: 228 Descartes, René, II: 775n, 776n; III: 229, 599n; V: 183, 184, 733n; XII: 107; XVI: 698; XVII: 275; XVIII: 134; XIX: 267, 467, 478, 544, 723; XXI: 211; XXIII: 295 Desomme, XVII: 730, 731 Destouches, Philippe Néricault, dit, XXII: 593n Glorieux, les, XXII: 593n Désijderius (ps.), XVII: 572 Detering, mw., VIII: 89 Determan, XXI: 278 Dethmers, P.H.T., XXIV: 279 Dethmers, P.M.T. (P.M.F.), XIII: 245; XXIV: 669+n, 670 Dethmers-van Harderwijk, M.H.A., XIII: 246; XXIV: 669 Detmers, H., XIX: 790 Deutsche Allgemeine Zeitung (periodiek), XIII: 305 Deutsche Jahrbücher für Politik und Literatur (periodiek), I: 305; III: 158; V: 428; X: 732n, 733n; XII: 513 Deutsche Rundschau (periodiek), XXIII: 590 Deutz, VIII: 79, 676 Deutz, J., XXI: 650n Deutz van Assendelft, Andries A., IV: 437 Deventer, Conrad Th. van, XXIV: 452n Deventer, Jules C. van, XVIII: 478+n Deventer JSzn., Salomon van, VIII: 645, 646; XIV: 516, 517, 519, 521 Bijdragen tot de kennis van het landelijk stelsel op Java, XIV: 516, 519, 521 Deventer courant (periodiek), XI: 317a; XV: 545a; XIX: 463n, 484a, 732n; XXI: 193n, 206a Deventer weekblad (periodiek), XIII: 86+n, 92+n; XIV: 296; XV: 191, 218 Deventer zondagsblad (periodiek), XVI: 195 Deventer-Kruseman, Jenny D.H.C. van (Nen), XVI: 154+n Devrient, Eduard, V: 741n; XV: 798n Deyn, de (Seyn, Hendrik de), XIII: 566 Deyssel, Lodewijk van (ps. van Karel J.L. Alberdingk Thijm), XXIII: 596, 599, 617+n, 618n, 721+n Over literatuur, XXIII: 617+n, 618n Diard, IX: 477 Diaz, Ramon de, XII: 458 {==345==} {>>pagina-aanduiding<<} Dibbets: Dibbits, Hendrik C. Dibbits, Hendrik C., V: 483, 484, 656, 736n; XIV: 350+n, 463-465, 467, 469 Dickelman, Jean H. (ass. res. Krawang), VIII: 417n, 451, 472+n, 473, 474, 487, 490, 495, 496, 528, 541, 545, 547, 550, 551, 555, 556, 566, 569, 596, 599n, 601, 617, 636, 637, 641n, 643, 645, 647, 650, 652, 657, 658, 671, 675, 685b; IX: 599, 695n; XV: 515-517; XVIII: 500, 521; XXIV: 340, 341 Dickelman, mw., VIII: 472, 495, 555, 566, 569, 643, 645, 657, 658, 671; XV: 516; XVIII: 500, 521 Dickens, Charles, VI: 275, 278, 784n; XV: 487, 792; XVI: 101, 274n, 649; XVII: 353; XVIII: 619, 747; XIX: 103, 271, 313, 316, 505, 922, 960; XX: 208, 275, 322, 369; XXI: 83, 166, 197, 227, 487; XXII: 472; XXIII: 87; XXIV: 164; XXV: 133+n, 205 David Copperfield, XXI: 227; XXV: 133n Dickens' scheurkalender voor 1877, XVIII: 619 Dombey and son, XVI: 274n, 278 Little Dorrit, XXI: 83 Nicolas Nickleby, XVII: 517 Dictionnaire de l'Académie Françoise. Révu, corrigé et augmenté par l'Académie elle-même, III: 477, 599n; VII: 60, 61; XVI: 187; XX: 119, 123 Diderot, Denis, III: 229, 590n, 599n, 613n; IV: 706; XIV: 383, 432; XV: 151n, 495; XVIII: 678; XIX: 193n, 723; XX: 272, 273; XXIV: 211 Lettres à Sophie, XX: 272, 273 Didot, Firmin (uitgever te Parijs), XX: 585; XXII: 636+n Dieng, IX: 414 Dientje: Westervoort, Floris van (ps. van Kettmann, Lambertus A.J.) Diepenbrock, Conradus F., IX: 315 Diepenbroek, A.J., XXII: 284a, 288 Diepenheim, Jan W.C., X: 291, 528, 608 Diepenhorst, Huig (controleur Natal), VIII: 252, 278, 279, 283, 291n, 292n, 301+n, 308, 309, 312, 313, 329, 331n, 332n, 335-339, 347n, 348, 352n, 353, 355+n, 358, 398n, 399, 407n, 431n, 685b Dieperink, C.M. (zie ook onder: directeur van financiën), XI: 330 Diephuis, Gerhardus, V: 589, 736n; X: 440, 441, 654 Nederlandsch burgerlijk regt naar de volgorde van het burgerlijk wetboek, het, V: 736n; X: 440, 441, 654 Diepo Negoro: Dipo Negoro Dierckx, XIV: 492; XVI: 386, 387; XVII: 730, 731; XVIII: 44 Dierkx: Dierckx Diest, van, VIII: 46 Diest, Gustav von, XI: 732; XII: 134, 281, 618, 651, 693, 777 Diest Lorgion, Evert J., XIX: 765+n; XXII: 292, 786n Diest Lorgion, Gerrit W.W.C., XIX: 411; XXII: 292 Diest Lorgion, Rudolphina H.C., XIX: 411, 764, 765; XX: 182; XXII: 292, 786b {==346==} {>>pagina-aanduiding<<} Diest Lorgion-barones van Hoëvell, Godartine A.G.P., XIX: 764, 765, 906; XXII: 786b Diesterman, XIII: 57 Dieterich, XIII: 102 Dietsche warande (periodiek), XI: 671, 674n; XII: 359n; XVI: 420, 478, 664n; XVII: 746n; XVIII: 219, 249; XIX: 864; XXII: 504 Dietz (pastoor), XIII: 554 Dietz, Jacobus P., IX: 676 Diggelen, A.F. van, XI: 132n Diggelen, A.L. van, XIX: 411, 475 Diggelen, P.J.G. van, XXIII: 371+n Dikkelmans: Dickelman, Jean H. Dilleman: Dickelman, Jean H. Dina: Koning, Gerhardina Dingelstedt, Franz, XII: 203 Dinter, XII: 297 Dio Cassius (Cassius Dio Cocceianus), IV: 625, 773n; VI: 787n; XXII: 671 Diocletianus, Gaius Aurelius Valerius (romeins keizer), IV: 144, 773n Diogenes, II: 87, 778n; VII: 224; VIII: 372; IX: 171; XIII: 680; XIX: 195, 266, 366, 542, 717; XXI: 190 Diogenes (ps.), XXIV: 460 Diomedon, V: 748n Dionys: Dionysius van Syracuse Dionysius van Syracuse, II: 547; V: 60, 309 Dipo Negoro, pangeran Anto Wirio, I: 313, 555n, 557n, 576n; II: 212, 774n, 778n; VI: 309-311, 784n, 90n; VIII: 376; IX: 30, 176, 224, 602, 610, 692n, 695b; XIV: 519; XV: 459, 460; XXV: 91n Dipo Negoro Anom, II: 212; IX: 243n, 695n Dircks, Hermann C., II: 119; IX: 52n, 69, 88, 101; X: 179, 483 Directeur der kultures (1852-1856, Severijn D. Schiff), IX: 274, 408, 598, 599, 667, 668, 672 Directeur der middelen en domeinen, IX: 275, 399, 405 Directeur der openbare werken, IX: 561 Directeur der producten en civiele magazijnen (1842-'44: Ruloffs, '45: Pahud), VIII: 95, 344, 360, 412, 444, 635, 646; IX: 27, 28, 209, 210, 272, 599 Directeur van financiën, IX: 400, 401, 402, 404+n, 405, 406, 407, 408, 410n, 472n, 571, 599, 640n, 667, 671n, 674n, 675n; XIV: 381, 545 Directeur van financiën (Diepenheim, Jan W.C. 1860-'61), X: 277n, 309, 431, 618, 619 Directeur-generaal van financiën (J.D. Kruseman, 1842-'44; Ruloffs, J.P.C., 1844-'47; Hora Siccama, jhr. J.F., 1850-'55), VIII: 97, 210, 290n, 393-396, 415n, 420, 423n, 426, 427+n, 430, 435, 436, 440n, 441, 445, 449, 450, 602, 608, 635; IX: 23, 270, 271, 275, 283, 306 Diritto, il (periodiek), XIII: 417; XVI: 153; XXV: 45 Dirk VI, graaf van Holland, V: 577, 741n Dirks: Dircks, Hermann C. Dirks, Antke, VIII: 30 Dirks, Jacob, X: 344, 349, 353 Dirksz, Jan, VIII: 24 Dirksz, Pieter, VIII: 24 {==347==} {>>pagina-aanduiding<<} Dirksz, Reltje, VIII: 24 Disraeli, Benjamin; 1e graaf van Beaconsfield, V: 617, 736n; VII: 654; XII: 693, 694; XIII: 313; XVI: 649; XIX: 713 Coningsby, VII: 654 D'Israeli, Isaac, VII: 648, 650, 651, 653, 654, 657, 658, 660-670; XXI: 633 Curiosities of litterature, VII: 648, 654, 656, 657 Dissel, van, XIII: 217 Dissel, Elie J.F. van, XIX: 644n, 646, 972b Dissel, Willem J.L., XXI: 24n, 384-386+n, 412; XXII: 73+n Ditmers, Reina, XXI: 205 Diijie (mandoer Rahong), IX: 423, 425 Djaen, IX: 576 Djaid: Djair Djaiman (mandoer Tjibeber), IX: 423, 424, 574 Djaimoen (posthouder), IX: 421, 432 Djainah, IX: 574 Djair (mandoer Sawarna), IX: 423, 424 Djakiman, IX: 576 Djama, IX: 576 Djamali (kind), IX: 557 Djamalie, IX: 557 Djaman, IX: 560 Djamied, IX: 462 Djapo, II: 128 Djarad, IX: 434 Djariep Ba Sadjie, IX: 576 Djarman (zie ook Djaiman), IX: 493, 555 Djaya (dessahoofd Tjoerah), II: 128; IX: 553 Djaija Koesoema, toebagoes soeta, XIII: 681 Djaija Negara, raden, IX: 651, 652, 653, 697n Djengis-Khan (Mongools veroveraar), I: 189, 558n; V: 62; XIX: 334 Djepo, IX: 553 Djoijor, si, VIII: 254, 263 Doassa, si, VIII: 265 Dochter van Roeland, de. Tooneelspel in vier bedrijven (vertaling door Alberdingk Thijm): Bornier, Henri de Dodd, G.J. Ik ben vader! (komedie), XIV: 492 Dodds, J.B., IX: 713; XXIV: 557 Dodo, IX: 213 Doedes, J.A.: Doedes, Jacobus I. Doedes, Jacobus I., IV: 709, 712; VII: 523; XVII: 76, 79, 80, 84, 88, 107, 134, 135, 171, 172, 174, 177, 217, 219, 433; XX: 96+n, 156+n Aanval van een materialist (dr. Ludwig Büchner) op het geloof aan God besproken, de, IV: 709; VII: 523; XVII: 76, 79, 88, 134, 171, 177 Leer van God, XX: 153n Doerahman, IX: 455, 458, 460, 461, 463 Doerakman: Doerahman Doerin, IX: 574 Does de Bye, A. van der, XIII: 263+n, 264 Does de Willebois, jhr. Pieter J.A.M. van der, XVI: 631, 681; XVII: 179 Does-Scheltema, Maria P.W.C. van der (zie ook onder ps. Constantijn), VI: 783n; XIV: 296, 609, 615+n, 653n; XV: 41n; XVI: 334n; XIX: 566n; XX: {==348==} {>>pagina-aanduiding<<} 153n, 182n; XXII: 428n; XXIII: 604n Doesburg, J., XVII: 402; XXIV: 617 Doeselaer, Frans van, XIV: 492; XVI: 360; XVII: 730, 731; XVIII: 44 Dohm, Ernst D., XII: 88; XIII: 73, 231+n Dohrn, Anton, XXII: 518n Dohrn, Karl A., XIII: 589 Dolboere; Delbaere Dolhain, XXIII: 726 Dolland, John (Dollond), VI: 317, 784n Döllinger, Johann J.I., XIII: 686 Domela Nieuwenhuis, Ferdinand, XIV: 680n; XIX: 174, 189+n, 196, 213, 267, 339, 726; XX: 143, 144, 183, 525; XXI: 121, 440; XXI: 440; XXII: 319, 548+n, 712, 773a, 786b; XXIII: 21n, 30-33+n, 113n, 115+n, 125n, 238, 240, 242+n, 243, 262+n, 264, 271, 276n, 300, 307-309+n, 319, 329, 383, 410, 535n, 536n, 600+n, 601, 614n, 623, 626, 659n, 662, 665, 670, 671, 680, 681, 687-692, 706+n, 710+n, 711, 715+n, 716, 721, 722, 728, 732, 736-739, 742, 744, 745, 746a, 756, 773n, 776n; XXIV: 21n, 33, 39, 40, 41, 43, 46, 50, 53n, 56, 57, 113, 132, 204, 358, 359, 422, 615n, 739b; XXV: 204+n, 232, 233, 237b, 238n Hoe ons land geregeerd wordt op papier en in werkelijkheid, XXIII: 715+n Mijn afscheid van de kerk. Twee toespraken, XXIII: 706+n Nog godsdienst? Reeds godsdienst? Toespraak gehouden in de evangelisch-lutherse kerk te 's-Gravenhage op zondag 25 november 1877, XIX: 189+n, 196, 213, 267; XXV: 204 Domela Nieuwenhuis, Ferdinand J., XXI: 440 Domela Nieuwenhuis-Schingen Hagen, Johanna F., XXIII: 660; XXIV: 34 Domenech, Emmanuel, III: 425 Dominé, XI: 26, 28, 31 Domitianus (romeins keizer), II: 634, 778n; V: 84, 737n Dona, Wilhelmina E., VIII: 690n Donato (hypnose-artiest), XXIV: 169+n Donau Zeitung (periodiek), XIII: 686 Donders, Franciscus C., III: 398, 599n; X: 735n; XVII: 290; XVIII: 797n; XXII: 452; XXIII: 496+n; XXIV: 739b Dongso, I: 197, 351; VIII: 104n; IX: 612 Donker Curtius, Dirk, I: 570n; X: 744n; XXIII: 670+n, 680, 689, 692+n Donker Curtius-de Salis, wed., XXIV: 399 Donker, D., VIII: 61, 62 Donker, N. (ps. van: Boelen, H.T.), XVIII: 198n Donkersloot, Nicolaas B., XXII: 643+n Donna Diana (blijspel, naar het Spaans van Aug. Moreto, bew. door E.M. West, 1819), XVIII: 42 Dönniges, Helène von, XXIII: 659n {==349==} {>>pagina-aanduiding<<} Doorenbos, Willem (zie ook onder ps. Keerom), XI: 670n; XVI: 447, 630, 638, 704, 705; XVII: 49, 149?, 209; XXI: 371, 644, 652, 707, 804; XXII: 65, 84, 599+n; XXIII: 141+n, 142; XXV: 76+n Doorman en co. (boekhandel te Breda), XI: 166, 167, 188+n Doorn, Dirk van, IX: 330 Doornik, F.H., IX: 350, 353, 354, 355 Doorninck, J.W. van, IX: 350, 352, 353, 354, 355 Doosselaere, Isidoor S. van (boekhandelaar te Gent), XIII: 706 Dordrechtsche courant (periodiek), XIII: 438n; XVII: 530n, 560a, 563a, 578a, 633n, 656a, 735n; XIX: 191n, 686n; XX: 231n; XXI: 68n, 126n, 157n Doré, Gustave, V: 83, 737n; VI: 621; XV: 315+n, 702; XVII: 698; XXI: 732+n Dorf und Stadt: Birch-Pfeiffer, Charlotte Dornseiff, XII: 777 Dorp, H.M. van, XII: 577+n Dorp & co., H.M. van (uitgever te Batavia), XVIII: 605; XXIII: 200n Dorp aan de grenzen, het: Lennep, Jacob van Dorrepaal, G.L. (bankier), XI: 725; XIV: 263, 375+n, 376, 402, 433, 653, 654; XV: 252; XX: 548+n Dosne, Felicie, XIV: 658+n Douma, IX: 640 Douwes, Cornelis, V: 338, 737n; XXI: 319, 348 Douwes Dekker, Antje (1818), VIII: 21n, 22n, 35, 36 Douwes Dekker, Auguste H.E., IX: 694n; X: 22; XVI: 591n, 641n, 757b; XIX: 25n, 972n; XXII: 194n, 786b; XXIV: 226n Douwes Dekker, Camille E., IX: 694n; X: 22; XVI: 594+n, 644+n, 757b; XXII: 194n Douwes Dekker, Catharina, VIII: 20n, 33, 48, 534, 535, 537, 549, 684b; IX: 25, 26, 92+n, 98n, 105, 108, 151, 232, 244n, 691n; X: 258n, 265n, 304n, 636, 735n; XI: 490, 789n; XIX: 882; XXI: 478n; XXIII: 453; XXIV: 505n, 527+n; XXV: 98n Douwes Dekker, Corneile (Camille E.), X: 22 Douwes Dekker, Edu (Pieter J.C.E.) ‘Aforismen’, XXV: 180-183 ‘Sogno, un’, XXIV: 480 Douwes Dekker, Eduard (zoon van Pieter), VIII: 549, 685n; IX: 287; XIII: 209, 214, 221; XVI: 595+n; XXIV: 534n, 535n, 537, 557n; XXV: 45 Douwes Dekker, Emilie M., IX: 694n; XVI: 757b (Douwes) Dekker, Engel, IV: 96, 408-410; VIII: 19n, 20n, 22n, 25n, 31+n, 32+n, 33, 34, 35, 36, 40n, 44, 45, 46+n, 48, 62+n, 69n, 75n, 90n, 91, 415n, 533+n, 537, 540, 549, 617, 669, 676, 677, 684n, 685b, 691n; IX: 24, 25, 73, 92, 98-101+n, 145, 151, 244n, 694n; X: 255, 468; XI: 614; XII: 452; XVII: 588-591; XVIII: 243; XIX: 882; XXII: 298, 709; XXIII: 26, 453, 454, 494, 512, {==350==} {>>pagina-aanduiding<<} 564, 571; XXIV: 75, 80, 81, 85, 86, 127, 142, 155, 178, 183, 215, 340, 375, 491, 501, 529, 535n, 740n; XXV: 86, 135 Douwes Dekker, Engel (zoon van Pieter), VIII: 685n; IX: 287; X: 259+n; XVI: 595+n; XXI: 24n, 339, 407n, 442+n, 443, 445, 447, 461, 519n, 785, 804, 811b; XXII: 23n, 194, 754; XXIV: 487+n, 498n, 534n, 535n, 561+n, 575+n, 629, 667n; XXV: 237b Douwes Dekker, François A.G., VIII: 685n; IX: 287; XXIV: 534n, 535n Douwes Dekker, Henri J.M., IX: 307n, 694n; X: 22; XVI: 594+n, 644+n, 757b; XXI: 512+n; XXII: 194+n, 754 Douwes Dekker, Hugo C., XI: 141n; XVI: 757b; XVII: 377n; XXII: 194n Douwes Dekker, Jan, I: 402, 418, 565n, 581n; VIII: 20n, 35, 39n, 40n, 67n, 69n, 266n, 415n, 491, 512, 530, 535, 536, 537, 549, 556, 557, 563, 564, 590, 611, 618n, 620, 685b; IX: 16n, 25, 67, 87n, 98, 99, 101, 106, 240, 254, 262, 276, 277, 287, 628n, 674n, 694b, 710n, 711n; X: 13n, 15n, 16n, 18n, 19n, 22+n, 25n, 29, 30, 31n, 32, 33, 35, 36, 38, 41, 43-47, 53, 54, 63, 65-67, 70-77, 79, 82, 84-93, 95, 97, 100-103, 106, 107, 108-111, 113, 115-117+n, 120+n, 121, 122, 125n, 126n, 127, 128+n, 130+n, 131, 132, 133+n, 134-138+n, 140-145, 147-149, 153, 155, 158, 164, 165, 166, 168+n, 175, 176, 181n, 182n, 184, 231, 232, 235+n, 236+n, 237, 247, 249, 250, 252, 254n, 256-260, 268, 270-274, 277, 278, 280-283, 285, 293, 294, 296, 322+n, 335, 346, 347, 354, 361, 362, 378n, 403-405, 425, 457, 467, 468, 511, 541n, 542n, 558, 642, 651, 667+n, 671+n, 679, 682, 683, 694, 697, 698+n, 700+n, 737b; XI: 24n, 64n, 75n, 79+n, 98, 101n, 111n, 141n, 157+n, 379n, 403n, 668, 676, 789n; XII: 695n; XIII: 256+n; XIV: 380, 536+n, 537, 608n, 670; XV: 51n, 481, 504, 568; XVI: 595+n, 757n; XVII: 377n; XVIII: 243, 244; XIX: 150, 271, 334, 373, 725, 754, 774, 972n; XX: 128; XXI: 508n, 583; XXII: 28, 194+n; XXIII: 503; XXIV: 226n, 539, 542, 544, 555, 563, 565, 570, 574, 575 Douwes Dekker, Jules A., IX: 694n; X: 22; XXIV: 574 Douwes Dekker, Kornelis (Kees), VIII: 685n; IX: 287; XXI: 407n; XXIV: 534n, 535n, 558, 575; XXV: 97n, 237b Douwes Dekker, Lucie J.M., IX: 694n; IX: 694n; X: 22+n; XVI: 757b Douwes Dekker, Marie T., X: 22+n; XVI: 757b Douwes Dekker, Pieter, VIII: 20n, 34, 39n, 41n, 48n, 55+n, 56, 57, 60+n, 62, 90n, 455n, 535, 537, 549, 554, 582, 654, 685b; IX: 24, 25, 99, 104n, 116, 119, 120, 128, 139, 147, 200, 234, 277, 281, 286, 287, 288, 289, 370; X: 258, 259+n, 274n, 275, 277, 302, 307, 335, 336, 377n, 456, 465, 467+n, 468, 469, 738n; XI: 368; XV: 394; XVI: 591n; XIX: 335, 338, 339, 676, 693; XX: 64; XXI: 24n, 442+n, {==351==} {>>pagina-aanduiding<<} 479, 811n; XXII: 786n; XXIII: 453; XXIV: 487, 497n, 498n, 505+n, 534n, 535n, 536, 540, 540n, 557n, 561n, 565n, 575n, 578, 667n, 739b; XXV: 86, 97n, 237n Douwes Dekker, Pieter J. (zoon van Engel D.D.), XXII: 194 Douwes Dekker, Trelus A. (bedoeld is: Jules A.), IX: 694n Douwes Dekker, Willem, VIII: 21n, 39n, 45, 79+n, 510, 511, 536, 685b; IX: 151, 161, 232, 244n, 694n; XV: 487; XXIII: 640+n; XXIV: 505n Douwes Dekker-Abrahamsz, Maria: Abrahamsz, Maria Douwes Dekker-Bousquet, Louise E.A. (Marie): Bousquet, Louise E.A. (Marie) Douwes Dekker-Heijning, Theodora C., XXI: 414, 415, 431, 433, 443, 445, 510, 530, 531, 811n; XXII: 28; XXIV: 487, 629; XXV: 200, 237n Douwes Dekker-Klein, Sietske E.: Klein, Sietske E. Douwes Dekker-van Leeuwen, Wilhelmina F.A.: Leeuwen, Wilhelmina F.A. van Douwes Dekker-Neumann, Louise M., XVI: 757n; XXIV: 458 Douwesz, Pieter, VIII: 19n, 20n, 27, 28, 29, 31 Doyer, Abraham, VIII: 41n, 502, 686b; XXIV: 533+n Doyer, Assuerus, VIII: 47 Doyer & Kolff (bankiers), XXI: 272 Dozy, Gualtherus J., VI: 796n; XV: 719a, 795b; XVI: 109a, 121+n, 605a; XVII: 60a, 63, 353a, 355; XXIV: 374 Oudste stadsrechten van Zwolle, de, XV: 795n Dozy, Reinhard P.A., XI: 379; XIX: 554 ‘Joden in Mekka, de’ (eig.: Israëlieten te Mekka, de; van Davids tijd tot in de 5e eeuw onzer tijdrekening), XI: 379 Oosterlingen. Verklarende lijst der nederlandsche woorden die uit het Arabisch, Hebreeuws, Chaldeeuwsch, Perzisch en Turks afkomstig zijn, XIX: 554 Drabbe, XIII: 132+n Draco, VII: 764n Dragster courant (periodiek), XIII: 252a+n, 261a Dreewes, K., VIII: 31 Dresden, Vrouwtje A. (moeder van Kareltje van Dam), XI: 297 Dresse, A.F., VIII: 317+n Dreux, Jan C., XIX: 595 Dreyse, Johann N. von, V: 61, 75, 737n; XII: 466, 572, 666; XIII: 49, 384, 385, 433n Driesen, Albert A., XI: 40n Driesinger, XXIV: 596 Pathologie und therapie (...), XXIV: 596 Driessem, N.S.: Driessen, B.H.M. Driessen, XVII: 591 Driessen, B.H.M., XI: 545, 549, 552; XII: 611 Driessen, G. van, XXIV: 669 Driessen, J. van, XIII: 245 Driessen, N. van, XXIV: 669 Driessen, R. van, XIII: 245 Driessen jr., R. van, XIII: 245; XXII: 204; XXIV: 669 Driessen-Peuser, Alida, XI: 40n, 144 {==352==} {>>pagina-aanduiding<<} Driessens, Elise (eig.: Corijn-Driessens, Elise), XIV: 492; XVI: 360, 386; XVII: 729, 730 Driessens, Victor, XIV: 492, 495, 496, 497; XV: 153, 167; XVI: 360, 386, 663; XVII: 322, 578, 663+n, 719, 727, 729-732, 736, 761, 794n, 798n; XVIII: 43, 44 Drievorst, Johannes, VIII: 698n Dronkaard, de (toneelstuk): Kotzebue, August F.I. von Dronsberg, C., XI: 545, 548, 552; XII: 611 Dronrijp, Petrus A., X: 48n, 60, 738b Drost, Aernout, XIV: 678n; XVII: 328 Drouyn de L'huys, Edouard, XIII: 532 Droz, Gustave, XVI: 458+n, 460 Monsieur, madame et bébé, XVI: 458+n, 460 Druidink, C., XI: 130 Drusus, IV: 594, 773n Druten, Johan F. van & A. Bleeker (uitgeverij te Sneek, zie ook bij: Bleeker, A.), IX: 289; XIX: 642 Drygalski, XVII: 310, 311 Drysdale, George (auteur van Elements of...), II, 686, XVIII: 540 Du Deffand, Marie de Vichi-Chamrond, markiezin, IV: 104, 773n Du Barry, Jeanne Bécu, comtesse, IV: 192; V: 61 DuBarry, X: 531 Dubois, XVII: 431, 724 Dubus: Bus de Ghisignies, Leonard P.J., burggraaf du Duchenne de Boulogne, Guillaume B., XXIV: 556n Duckwitz, burgemeester van Bremen, XIII: 533 Duclari: Collard, Petrus A.A. (militair kommandant van Lebak) Ducrot, Auguste A., IV: 658, 773n Dudok, C.A.A., XIX: 748n Duesburg, von, XII: 665 Dufaure, Jules A.S., III: 97, 599n Dufresne, J., XVI: 509n Duirvelt, P.B., III: 260 Duitz, Jozef W.E., XVIII: 254+n; XXIV: 224+n Dulaure, Jacques A., III: 229, 599n Dullert, W.H., XXI: 405+n Dumaine, Louis F., XV: 367 Dumas (père), Alexandre, II: 508, 692, 787n; III: 479, 589n, 600n; IV: 418, 419, 689; V: 408, 737n; IX: 568; XIV: 148, 389+n, 390; XV: 337+n, 338; XVIII: 42, 383; XX: 239n, 541, 550; XXI: 60?, 139, 735 Bouts-rimés, III: 589n; IV: 418 Comte de Monte Cristo, le, II: 693, 787n; III: 600n; IX: 160 Dieu dispose, XIV: 390+n Graaf van Monte Cristo: Comte de Monte Cristo, le Kean, ou désordre et génie, XVIII: 42 Trois mousquetaires, les, III: 600n Dumas (fils), Alexandre, III: 413, 599n; VI: 153, 784n; VII: 587; IX: 282; X: 51; XIV: 583; XV: 248; XVI: 675; XIX: 655; XX: 299, 301; XXI: 60? Dame aux camélias, la, XXII: 223 Fils naturel, le, X: 51 Dumas, Marie (fille), IX: 282 Dumonceau, Charles, II: 167; III: 367, 373; XI: 392, 395; XII: 99; XXII: 38; XXIV: 616 Dumont, XIII: 385 {==353==} {>>pagina-aanduiding<<} DuMont-Schauberg'sche Buchhandlung (uitgeverij te Keulen), XIV: 143 Duncan, koning van Schotland, III: 611n Düncker, Franz G., XIII: 460 Dungen Bille, J.B. van den (drukker te Celebes), XVIII: 665a+n, 669 Dunlop, XIV: 35 Dunlop, John C., XII: 541 ‘Geschiedenis van volkssprookjes’ (Geschichte der Prozadichtungen oder Geschiche der Romane, Novellen Märchen usw.), XII: 541 Dunois, Jean de, VII: 170 Dupin, André M.J.J., II: 354; XIII: 395 Dupléix, Joseph F., markies, XXIII: 696+n Dupont (horlogemaker), XX: 194 Dupont (notaris te Ober-Ingelheim), XX: 480 Dupont, dr., XXI: 667; XXII: 356, 414, 743, 744, 746, 751+n; XXIII: 56, 130, 171, 407; XXV: 215 Dupont, A., XV: 696 Dupont, Anton, XXII: 494, 561, 591 Dupont, Henriette J., XXII: 356, 426, 446, 447, 494, 561, 698+n, 699; XXIII: 131+n, 298, 346, 501+n, 503, 535n, 588, 589, 620+n, 621, 629+n, 647; XXV: 215 Dupont, Josephine H.: Snelleman-Dupont, Josephina H. Dupont White, Charles B., XVI: 701 Dupont-Dames, Josepha W.L., XXI: 381+n; XXII: 561, 588, 591, 699; XXIII: 131, 647; XXIV: 68 Duport, Jean E., XI: 421n, 523+n, 546, 548, 553, 556; XII: 586 Dupui (controleur te Gintong): Puy, N.P. du Dupuis, XIX: 722 Dupuis, Charles F., III: 229, 600n, 624n Aard en oorsprong der christelijke godsdienst, III: 624n Dupuy (resident van Padang, 1820; Puy, James du), XV: 645 Dupuytren, Guillaume, IV: 540 Düring, von, XIII: 126 Duru, Alfred, XXI: 353n Mascotta: zie als Mascotte, la onder: Audran, Edmond Duruy, Jean V., XIII: 421n Düsseldorfer Anzeiger (periodiek), XII: 649, 650 Düsseldorfer Zeitung (periodiek), XI: 734; XIII: 577 Duthour Geerling, Ferdinand F., X: 737n Dutillieux, XVII: 431, 724 Dutillieux, Guillaume A., XIII: 543+n, 722b; XIV: 42, 46 Dutillieux, Joseph T., X: 504; XI: 788n; XIII: 722b+n; XIV: 27, 40+n, 48, 675b Duursma, Aaltje, XV: 663, 665, 668, 673, 683, 692; XVI: 422+n Duursma, Dirk, XV: 663 Duveyrier, Henri, XV: 52+n Duymaer van Twist, Albertus J. (G.G., 1851-'56), I: 105, 111, 120, 213, 216, 223, 256, 277, 278, 282, 284, 285, 287-291, 298, 315, 330, 345, 352, 354, 355, 370-373, 375, 384, 389, 400, 405, 412, 419, 421-429, 438, 443, 506, 558n, 560n; II: 14, 75, 94, 96, 98, 99, 127, 132-134, 149, 164, 167, 168, {==354==} {>>pagina-aanduiding<<} 187-189, 191-195, 225, 226, 282, 287, 298, 342, 478, 487, 492-494, 507, 657, 659, 670, 672, 674, 677, 686, 701, 703, 711, 778n; III: 76, 90, 97, 124, 125, 138, 183, 331, 354, 360, 362, 363, 379, 435, 436, 440-443, 600n; IV: 64, 97, 118, 119, 123, 131, 146, 155, 219, 238, 242, 252, 675, 773n; V: 310, 335, 388, 393, 405, 406, 453, 456, 468, 469, 473, 475, 499, 568, 677; VI: 113, 135, 137, 140, 145-150, 162, 187, 193, 221, 275, 295, 324, 327, 331-335, 345, 383, 386, 700, 784n; VII: 441, 442, 622; IX: 208n, 216, 225, 227n, 230, 263n, 270+n, 295, 296, 297, 305, 306, 307, 340, 343, 344, 351, 354, 359, 361, 364, 392, 393, 397n, 398n, 408, 409, 410+n, 450+n, 451, 457, 468n, 469n, 470n, 471n, 472n, 520, 531, 533, 535n, 539+n, 542, 544, 547, 562, 566n, 568n, 571n, 580, 581, 583, 584, 594, 598n, 599n, 602n, 603n, 604-617+n, 621, 627n, 637, 638, 639, 695b, 702n; X: 14n, 15n, 16n, 20n, 45, 58, 63, 67, 77, 86, 87, 92, 104, 109+n, 110, 111, 113, 114, 115, 123, 125, 132, 135, 141, 143, 153, 175, 177, 197, 232, 233, 247, 249+n, 250, 251+n, 252, 253, 255, 258, 282, 283+n, 284, 317, 318, 319, 320, 339, 341, 350, 351, 419, 428, 469, 502, 505, 514, 523, 563, 577, 738n; XI: 37, 314, 315, 320, 382, 395, 419n, 562, 582, 602, 650, 790b; XII: 140, 181, 464, 465, 510, 521, 523, 663n, 681, 700, 716, 718, 729, 751, 799n; XIII: 46, 110, 167, 181, 183, 184, 186, 197, 357, 651, 683-685+n; XIV: 246, 247, 253, 259, 313, 314, 327, 342, 355, 360, 363, 366-368, 373, 378, 386-388, 392, 394, 396, 404, 434, 440, 445, 470, 476, 514, 574, 587, 588, 594, 625, 626, 634, 649, 650, 669-671; XV: 58, 240, 252, 295, 366, 395, 426, 540, 637, 638; XVI: 292, 293, 393, 521, 523, 533, 733; XVII: 118-120, 354, 710; XVIII: 193+n, 311n, 323, 443, 446, 566, 681; XIX: 521, 522, 540, 620, 816; XXI: 29, 42, 115, 226, 280, 349, 350, 389, 495, 512, 548, 551, 552, 605, 607, 608, 611, 612, 630, 632, 637, 724, 787, 796; XXII: 20n, 58, 102, 123, 124, 130, 142, 148, 158, 175, 176, 181, 187, 406, 529, 649, 650, 712, 750; XXIII: 34, 240, 322, 435, 480; XXIV: 72, 147, 225, 573n, 595; XXV: 20, 47, 57, 201+n Duymaer van Twist, C., XII: 556, 557, 674 Duijn, F.M. van der, XVII: 591 Duijnen, A. van (boekhandel te Nijmegen), XIX: 831; XXI: 196 Duyse, Herman van, XIII: 286n, 360n, 722b Gand monumental et pittoresque, XIII: 722n Duyse, Prudens van, XIII: 722n Duyvenboode, XIX: 103 Dijck, A.J. van (ass. res. Pandeglang), IX: 452, 454, 463 Dyckmeester, H., X: 334 Dyes, August, XXIII: 365, 405, 406, 648 Dijk, van, XVII: 103 Dijk, mw. C. van, XVII: 103 Dijk, G.C. van, XXIII: 506 Dijk, P. van, XXIV: 669 Dijkhuis Wz., R.J., XIX: 814a, 815, 865 {==355==} {>>pagina-aanduiding<<} Dijkstra, R., XVII: 225 Dyserinck, Johannes, XXIII: 44+n Boek der spreuken, het, XXIII: 44+n E., de hr. en mw., XVII: 718 Ebbecke (boekhandel te Wiesbaden), XVIII: 677, 679; XIX: 88+n, 153, 398 Ebbinge, XIII: 257 Ebel, XV: 328 Ebel (restaurateur in de Kalverstraat), XVII: 623 Eberhard (bisschop van Trier), XII: 445; XIII: 40, 52, 141, 143, 519, 536, 537, 573 Eberle, XX: 489, 490 Ebers, Georg M., XIX: 236, 238, 657+n, 693; XX: 539+n, 540, 543, 560; XXI: 27, 356+n, 370, 374, 383 Frage, eine, XX: 538n, 543, 560; XXI: 357, 374 Homo sum, XIX: 236, 238, 657+n; XX: 560; XXI: 374 Vraag, eene; Idylle. Met een houtgravure naar een schilderij van Alma Tadema. (Vertaling van Eine Frage, door Martinus Nijhoff), XX: 539+n, 540; XXI: 27 Uarda, XIX: 657+n Ebner & Seubert, von (uitgeverij te Stuttgart), III: 425 Echavarria, José I., XII: 457 Echo (ps.), XXI: 646a, 648, 683a, 684, 710a, 711, 743a, 744 Echo, the (periodiek), XVI: 120 Echo de Bruxelles, l' (periodiek), XV: 608n Echo du parlement, l' (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 Echo van het nieuws. Volksblad voor Nederland (periodiek), XXI: 686; XXIV: 94a, 491 Eck, von, XII: 372; XIII: 117 Eckart, Carl, XII: 484, 492 Eckermann, Johan P., XV: 215+n Gespräche mit Goethe, XV: 215n Economist, de (periodiek), I: 491; II: 774n; VI: 277; X: 267, 268, 269, 728n; XXI: 703; XXIII: 382+n, 555 Edda, I: 41 Edel, Karl F., XIII: 638 Edelscheim, von, XII: 639 Edelsheim von Berlichingen, ‘gravin’, XVIII: 723; XIX: 606, 924 Eden, P.H. van, XXII: 202 Edinburgh review, the (periodiek), XII: 485n; XV: 705 Edison, Thomas A., V: 652; XIX: 889; XXII: 136 Edmonston & Douglas (uitgeverij te Edinburgh), XII: 239n, 497, 527, 528, 530, 532, 537, 560, 591, 620n, 628n, 633, 644, 645, 648, 656n, 659, 664, 679, 697, 723, 737, 739, 742, 763n, 773, 778; XIII: 108; XXIV: 360, 648 Eduards, A.L., IX: 18 Edward I, koning van Engeland, VI: 543, 544, 559, 562, 785n Eeclecticus (ps.), XVII: 223 Eeden, Frederik W. van (zie ook onder ps.: Paradijs, Cornelis), II: 171n; XXIII: 118+n, 181n, 536n, 538n, 566+n, 595a, 600, 606n, 614n, 692n, 774b; XXIV: 24n, 306, 307, 374, 392n, 398, 440a+n, 445n, 451, 453+n, 456, 461, 465, 466, 488 Kleine Johannes, de, XXIII: 566+n, 595n, 598, 774n {==356==} {>>pagina-aanduiding<<} Kunstmatige voeding bij tuberculose, XXIII: 618+n Studies, XXIII: 595, 596 Eeden-van Vloten, Martha van, XXIII: 615+n; XXIV: 306 Eekhof, J., XXII: 447a, 484, 484, 630+n; XXIV: 452+n, 456, 461 Eekhof, mw. J. (mog. ook als: Sientje), XXII: 442, 630+n Eekhoff & zn., W. (boekhandel te Leeuwarden), XIX: 286, 800; XX: 374 Eendracht, de (periodiek), XV: 53a Eer van Jacob de Vletter, na verwerping van zijn beroep in cassatie, gehandhaafd, de; door een Rotterdammer, XIII: 669 Eerens, Dominique J. de (G.G., 1836-1840), I: 560n; IV: 154; VIII: 67n, 74-76, 78, 686b, 694n; XXIV: 503 Eerste stap van een leerling. Eenige beschouwingen over Multatuli's Minnebrieven: Petrus (ps. van Couperus, Petrus T.) Effen, Justus van, II: 646, 778n; III: 622n; XIX: 373, 417 Egb., Klaas, VIII: 26 Egener, mw.: Dam, Alida van Eggers, Joh. J.; firma Schreuder & Van Baak (boekhandel te Leiden), XIX: 158, 666; XX: 189 Eginhard, XXIII: 41+n Egmond, A. (boekhandel te Enkhuizen), XX: 427 Egmond, Lamoraal, vierde graaf van, VI: 803n Egmond, van & Heuvelink (boekhandel te Arnhem), XX: 248; XXI: 157 Egmonder rijmkroniek (Chronicon episcoporum trajectensium): Beka, Johannes de Egmont, Erve wed. van (uitgeverij te Amsterdam), XVII: 768 Egoïst, de: Kansleven, E.Z. Egypte, Ismael, khedive van, II: 794n; XXIII: 462 Eibergen Santhagens, Reinier van, XIX: 615; XXIII: 579+n Eibes (ps. van: Schonck, Everhard J.B.), XVII: 767, 768 Vermakelyke slaa-tuintjes, de. Ad fidem veterum membranarum sedulo castigati curis Aebeseii, IV: 689; XVII: 767, 782 Eichelsheim, XX: 194+n, 203+n, 264 Eichelstein, XVII: 432 Eichheim, Max, XXII: 671 Kämpfe der Helvetier und Sueben gegen C.J. Caesar. Eine kritische Studie, XXII: 671 Kämpfe der Helvetier, Sueben und Belgier gegen C.J. Caesar, neue Schlaglichter auf alte Geschichten, XXII: 671 Eigen haard (periodiek), V: 650; XVI: 756n; XVIII: 22n, 66, 74, 720; XIX: 553a, 556a, 563; XX: 68, 78; XXI: 123, 150n, 494+n; XXII: 490; XXIV: 109, 197a, 235n, 241, 248+n; XXV: 201n Eik Jzn., Josua van, XII: 611 Einde, van den, XVI: 387 Elben, XIII: 66 Elberfeld, Pieter, IV: 184, 729n Elberfelder Zeitung (periodiek), XII: 294, 347, 422, 595; XIII: 97, 117, 143, 320, 373, 471, 511, 544 Eldik Thieme, P.J. van, XXI: 105n, 107; XXIV: 372 Electro-Biologie wetenschappelijk verklaard en haar geheimen ontslui- {==357==} {>>pagina-aanduiding<<} erd, de; naar de voorlezingen van J.B. Dodds: Stone, G.W. Elementen der sociale wetenschap, de. De oplossing van het maatschappelijk vraagstuk, door een doctor in de geneeskunde. Vrij naar het Engels (zie ook: Elements of social science... en Grundzuge der Geselschaftswissenschaften...), VII: 676; XVIII: 491+n, 499, 515, 540, 619, 730+n Elements of social science, or physical, sexual and naturel religion (zie voorgaande lemma), II: 686; III: 399; XIV: 621; XIX: 172, 174, 279, 567 Eliot, George (ps. van Mary A. Evans), XVII: 272; XXIV: 47+n George Eliot's life, as related in her letters and journals, XXIV: 47 Elizabeth, koningin van Engeland, I: 170, 564n; II: 522; III: 612n; V: 269; XII: 694; XVII: 579 Elisabeth van Thuringen, de heilige, V: 53, 60, 737n Elise (dienstmeisje te Wiesbaden), XIX: 447 Elise (te Voorburg): Meyde, Elise van der Elk, H.R. van (boekhandel te Dordrecht), XVII: 633 Ellemeet-De Jonge, Wilhelmina C.P. van, XV: 394 Ellerman, X: 473, 482 Ellerman, Harms & co. (boekhandel ter Amsterdam), XXII: 157, 409 Ellstätter, XII: 684 Eloin, XII: 426 Elout, Cornelis Th., XIV: 475, 510, 512; XVI: 404; XVII: 194 Elout van Soeterwoude, jhr. Pieter J., II: 503, 778n Eloy, saint (sint Eligius), IV: 710; VI: 166, 167, 380, 785n; XV: 256 Elsevier (uitgeversmaatschappij te Rotterdam), I: 516n; II: 732n; V: 467; XIV: 676n; XX: 9n, 172n, 173n, 568; XXI: 23n, 44, 162, 168n, 169, 323, 329, 344, 457, 476, 490, 505-507, 509, 514, 516-518, 520, 521, 524, 540, 594n, 617, 618, 619, 710, 806, 813; XXII: 193, 282, 284, 360, 409, 427, 496, 515n, 571n, 626, 665, 666, 684, 707-709, 787n; XXIII: 30, 90, 162, 174, 234, 237, 403, 473, 505, 702, 729, 760, 765, 775n; XXIV: 23n, 243+n, 264, 267, 292, 326, 334, 361, 371, 473, 485, 487 Elssler, Fanny, I: 139, 558n Elssler, Therese, I: 139, 558n Elst, van der, X: 484 Elst, van der: Erp, Dirk van Elvire (Mad. Charles), II: 785n El(t)z, Johann von der, XXIV: 687 El(t)z, Lenz von der, XXIV: 687 El(t)z, Wilhelm von der, XXIV: 687 Elz., v.d., XXI: 584 Elzevier, uitgevershuis, III: 535 Emancipation (periodiek), XIII: 413 Emants, Marcellus, XVII: 742n; XIX: 567n Embden, Johannes van, IX: 43, 44 Emerson, Ralph W., XXV: 175+n Emma, prinses van Waldeck-Pyrmont, koningin der Nederlanden, XIX: 629n, 660, 908+n; XXI: 123; XXII: 610; XXIII: 437n Emmerich, Andreas, XIII: 583, 584 {==358==} {>>pagina-aanduiding<<} Ems, burgemeester van (1866), XI: 781 Encke, Johann F., XIV: 82; XXI: 483 Encyclopaedia Brittannica, XXII: 565 Encyclopédie ou dictionnaire universel raisonné des sciences, des arts et des métiers, XIV: 83; XV: 151n; XIX: 193n End, L.A. van, XXII: 291 Ende, mw. van der, XVIII: 134 Endoh, Joseph W., IX: 213 Engel (bakker), XIX: 82 Engel (etablissement in Wiesbaden), XV: 682; XVI: 68 Engeland, Alfred, prins van, XII: 792; XIII: 120 Engelbrecht, J.L., XXII: 291 Engelhard, J.L.B., IX: 350, 351, 354 Engelman, XVII: 359, 361, 372, 509; XIX: 39 Engelman, Maria F., XVII: 616; XVIII: 22n, 797b Engelman, Reinier, X: 738n Engelman-Bia, Maria F., X: 99, 738b; XI: 436; XXIV: 619 Engelmann, XIV: 201 Engels, XII: 198 Engels, P. (uitgever te Leiden), X: 730n, 731n Enghien, Louis A.H. de Bourbon-Condé, hertog d', XV: 458+n Enkhuizer almanak, de erven Stichters', XVII: 89; XIX: 217 Enkhuizer courant (periodiek), XX: 427n, 440a Enklaar, W.F.P., XV: 141, 146 Ennery, Adolphe d' (met Eugène Corman) Twee weezen, de (Les deux orphelines); XVII: 391, 663, 726: XVIII: 202 Ennius, Quintus, VII: 600 Enschedé, de heren (de firma Joh. Enschedé en zonen), XI: 626, 627, 631, 634, 652, 655, 661, 662, 675, 689, 735, 742, 747, 770; XII: 33, 54, 55, 342, 561, 587, 675, 683, 766; XIII: 264, 585n, 713n; XIV: 677n; XV: 750; XXIII: 448, 563; XXIV: 497n Enschedé, Jan J., XI: 742, 747, 753, 770; XII: 721, 722, 749 Enschedé, Johannes, XII: 795b Ensing, Geertruida, XXI: 270, 795 Ensing, Johannes, XX: 577; XXI: 795, 804, 811b Enthoven, L.J., III: 10 Epaminondas, V: 586, 646, 738n; XIV: 493+n; XXIII: 212+n Ephialtes van Malis, IV: 780n, 787n; VII: 773n Epicurus, XIX: 220, 336, 339, 694, 695, 775; XX: 216; XXI: 190, 199; XXII: 412+n Epkema, Ecco, XVI: 321 Epkema, Petrus, VIII: 700n; XVI: 321, 322 Epkema-Dolleman, Mathilde, XVI: 322 Epoca, la (periodiek), XVI: 152; XXV: 44 Epoque, l' (periodiek), XIII: 150 Epp, XIII: 440 Erasmus, Desiderius, II: 245, 779n; III: 99, 601n; IX: 165; XIX: 265; XXII: 563, 564 Adagia, II: 779n Colloquia, II: 779n Erbach-Fürstenau, Ludwig, graaf van, XI: 783 Erckmann, Emile, XXIII: 725+n {==359==} {>>pagina-aanduiding<<} Ami Fritz, l', XXIII: 724n Histoire d'un paysan 1789-1815, XXIII: 725 Erdan, Alexandre (ps. van: Jacob, Alexandre A.), III: 229; XI: 786n; XII: 721, 722 France mystique ou tableau des excentricités religeuses de ce temps, la, XI: 786n; XII: 721 Erlangen, von, XXIII: 754 Erlangen, mw. von, XXIII: 754 Erlanger (bankiershuis), XIII: 134 Erlanger Zeitung (periodiek), XIII: 75 Ermerius, J., XIX: 945, 946 Ernst, Laura, III: 35-40, 570n, 601n; IV: 681; V: 367; VI: 359; XI: 76n, 92-95+n, 106, 449, 790b; XV: 537+n; XVI: 532+n, 533; XVIII: 41n; XXIII: 734+n Ernst August, hertog van Cumberland, koning van Hannover, XII: 222n Erp, Dirk van, XXI: 268+n; XXII: 439, 451, 587+n, 607 Erp Taalman Kip, Willem F. van, XVI: 681 Escalante, Telesforo, XII: 171 Eschenbach, Wolfram von, VI: 785n Parzifal, VI: 785n Escobar y Mendoza, Antoine, I: 559n Eshuys, Cornelis H., XVII: 717, 720; XVIII: 337, 491, 499, 515, 540+n, 742+n; XIX: 40+n, 249+n, 273, 361; XXII: 434+n; XXV: 131 Eshuys, mw., XIX: 40 Esopus (ps. van Huisman, Hendrikus H.), XI: 794n Espanet, Alexis, XXII: 490 Traité pratique de l'éducation des poules et poulardes, dindons, oies et canards, XXII: 490 Espartero, don Baldomero, V: 63, 738n Esselaar, XVIII: 569 Esser (Isaac Esser jr.?), I: 510 Esser (duits toneelspeler), XI: 479 Esser, Isaac, IV: 112, 121, 142-144, 774n; XIII: 217; XIV: 173+n; XVIII: 369, 380, 384, 385, 386-393, 395; XIX: 465; XXIII: 767 Brief eigenhandig geschreven door H.J. Jut, na zijne veroordeling, een, XVIII: 369, 380, 385, 386-391, 393, 395; XIX: 465 Vreeselijk teeken des tijds, antwoord van vrijdenkers over den brief van Jut, XVIII: 387 Esser jr., Isaac (zie ook onder ps.: Terburch, C.), XIII: 51n, 722b; XIX: 863n; XXI: 145n Estelle?, X: 208, 285+n; XI: 347 Estrada, don Louis d', XIII: 571 Estrey, d': Meyners d'Estrey Etoile, l' (periodiek), XV: 72, 99; XVI: 269 Etzerodt, Albert F., XI: 240, 244, 292, 298, 613, 790n; XV: 77; XXIV: 630, 633n, 636 Etzerodt, Stéphanie, XI: 11n, 78n, 138, 250n, 294n, 419n, 462, 469, 535n, 536n, 610, 613, 615, 618, 620-623, 630, 638, 639, 642, 643, 644+n, 648, 649, 684, 685, 731, 790b; XII: 14n, 59, 65, 190, 274, 275, 283, 345, 441, 442, 477-481, 491, 533, 535, 536, 568, 579, 581, 592, 715, 778; XIII: 50, 51, 205, 272, 298n, 447n; XIV: 21n, 38n, 118n, 122, 134, 155, 202, 268, {==360==} {>>pagina-aanduiding<<} 269, 280, 400, 675b, 678n; XV: 14n, 40, 138, 247, 316, 344, 512+n, 525+n, 549n, 578, 634+n; XVI: 14n, 158, 238, 380+n, 381, 383, 542, 722, 723, 741+n, 742; XVII: 14n, 17n, 18n, 21n, 32, 34, 37, 41, 42, 44, 278, 279, 316; XVIII: 614n; XIX: 414; XX: 512; XXIV: 479+n, 630n, 633+n, 634, 635, 636, 638; XXV: 69, 70, 129 Etzerodt-Focrest, Elizabeth, XI: 291, 293, 790n Etzerodt-van Vloten, Julie: Vloten, Julie van Eucaerus, VI: 306 Eucharius (periodiek), XIII: 536, 537 Euclides, II: 539, 779n; IV: 665 Eugène, prins (François Eugène, prins de Savoie), VII: 368; XV: 120 Eugène Beauharnais, hertog van Leuchtenberg, vice-koning van Italie, II: 428 Eugener van Dam, mw.: Dam, Alida van Eugénie? ‘de losgekochte’, X: 13n, 14n, 15n, 38, 39, 41, 42, 45, 53, 83, 90, 128, 272, 302, 303, 369, 370, 424, 426, 432, 484 Eugénie de Montijo de Guzmán, keizerin der Fransen, XIV: 380 Eulenburg, Fritz, graaf zu, XIII: 237 Eulenburg, graaf von, XII: 282; XIII: 233 Euler (verhuurder te Brussel), XI: 278 Euler, Karl Ph., II: 696 Euler, Leonhard, II: 779n Euphonia, een weekblad voor den beschaafden stand (periodiek), III: 281, 601n; XVIII: 197; XX: 207 Euphonia, weekblad gewijd aan letterkunde en welsprekendheid voor noord- en zuid-Nederland (periodiek), XVIII: 197+n, 206, 223, 393a, 399a, 537+n, 671a, 677 Euripides, II: 664, 779n; VI: 515, 785n; VII: 660; XXI: 492 Europa (periodiek), XI: 58n; XVI: 557; XVII: 793n Europe (periodiek), XII: 171, 493 Europe nouvelle, l' (periodiek), XII: 493 Eutropius, IV: 582; VII: 61 Eutychus, VI: 673 Evangelie-spiegel. Maandschrift ter bevordering der kennis van het wezen des evangelies in zijner onderscheiding van zijne steeds wisselende inkleeding en vormen (periodiek), II: 465, 787n; XVIII: 260 Evangelisch zondagsblad (periodiek), XXIV: 160a Evening star, the (periodiek), XII: 678a, 703, 704, 763n; XXIV: 413 Everaerts, Jan (zie ook onder ps.: Secundus, Janus), VI: 790n Eybergen Santhagens: Eibergen Santhagens, Reinier van Eyck: Eyk, A. van der Eyck, van, XVII: 383 Eyck, J.C. van, XXI: 800; XXII: 227, 231 Eyden, van der, XXII: 248 Eyk, A. van der, XIX: 577; XXI: 297; XXII: 62, 117 Eijs, van, IX: 279 Eys, Isaac van, III: 261 Ezechiels, firma, XXIII: 604+n Faassen, Alexander F., XI: 799n Faassen, Pieter J. (Rosier), XXII: 492 {==361==} {>>pagina-aanduiding<<} Zwarte Griet (toneelstuk), XXII: 492 Faassen-Post, Franciska: Pino Post, Franciska Faber, XX: 176, 251 Faber, mw., XIX: 903 Faber, Jan G.A., X: 183n, 325n, 359, 438, 448, 451, 454, 455, 456, 581, 583, 589, 662, 738b; XI: 20, 88, 236, 237, 238n, 790b; XIV: 418, 542, 544n Faber'sche Buch- und Kunsthandlung (te Mainz), XXII: 777 Fabius Maximus, Quintus (Fabius Cunctator), IV: 569, 774n Fabius, A.N.J., XXI: 805 Fabius, Evert, XXIII: 351+n Fabius, Henrikus, IX: 278 Fabricius, XIII: 104 Fabricius, Gerrit, IX: 227+n Faes, VIII: 533, 618; XXIV: 501 Fakkel, de; protestantsch volksblad (periodiek), X: 306 Falcinelli, mgr., XIII: 575 Falck, Anton R., III: 157, 601n; XVII: 194 Faliero, Marino, VII: 319 Falk, Adelbert, XII: 127; XVIII: 317 Falkenstein, Kuno, vrijheer von, XI: 634, 635 Falker, XXIII: 609, 610; XXIV: 45n, 261 Familieblad, het (periodiek), XVI: 718a; XVIII: 188a Fanny (Fransen van der Putte), XXIV: 329, 352 Fantasio (ps. van: Hall, Jacob N. van), XIV: 611a; XVIII: 776 Faramond, IV: 668 Farnese, Alessandro Correspondance d'Alexandre Farnèse, prince de Parme, gouverneur général des Pays-Bas, avec Philippe II dans les années 1578, 1579, 1580 et 1581 (ed.: Gachard, Louis P.), XXII: 488 Farret, Bastiaan, XI: 481, 482 Faubert, XV: 72 Faust (winkelier te Wiesbaden), XV: 327-332, 341 Faust, Johannes, III: 602n; XX: 342 Faux bonshommes, les (Weerhanen en huichelaars): Barrière, Theodore Favre, Gabriel C.J., III: 97, 602n; IV: 658, 788n; V: 573, 577, 738n; XIV: 472, 559 Fayolle, F.J.M., XV: 71n Discours sur la littérature et les littérateurs, XV: 71n Fecci Erad (ps.), XXI: 723a, 727+n Feenstra, A., XXIV: 669 Fehr, van der, XVII: 431 Feisser, J.F., XI: 87n Feith, Johan A., XX: 425a, 426 Feith, Johannes P., VI: 138; X: 419, 738b Feith, Rhijnvis, VI: 409, 411, 412, 414, 484, 493, 497, 501, 504, 506-508, 512, 513, 516, 524, 526, 527, 581, 780n; VII: 147; VIII: 663, 664; XV: 494, 495, 542, 544; XVI: 135, 275; XVII: 247; XXIII: 640+n Graf, het, VIII: 663 ‘Hermiet, de’, VI: 412 Julia, XV: 542 Verhandeling over het heldendicht, VI: 501 Feldhaus, XII: 115 Felger, XIX: 883 Felix, Jan W., XVI: 297, 299, 301 Fellner, Karl, IV: 73; XI: 697; XII: 348; XIII: 534+n, 584 {==362==} {>>pagina-aanduiding<<} Felmer, Th., XXIII: 522 Fels, Paul von, XIII: 106 Feldkamp, Wilhelm, IX: 27 Fénelon, François de Salignac de la Mothe, III: 175, 602n, 623n; XII: 417; XIII: 456 Télémaque, XIII: 456 Fennema, A., XXIV: 669 Fennema, Hendrik (zie ook onder ps. Suminoma), XIII: 152, 207, 235+n, 246, 267+n, 280, 330, 358, 400, 723b; XIV: 205; XXIV: 669, 670 Fennema, I., XIII: 245 Fennema, P., XIII: 235, 245; XXII: 204 Ferdana Mantri, II: 212, 779n; IX: 602, 610, 695b Ferdinand II, duits keizer, IV: 28 Ferdinand II, koning van Portugal, IV: 302 Ferdinand II (de Aragon), koning van Spanje, II: 776n Ferdinand VII, koning van Spanje, XIII: 595n Feringa, Frederik, II: 662, 724; III: 415, 602n; IV: 679, 685, 716-718; V: 738n; VI: 153, 156, 157, 159, 160, 163, 164, 166, 288, 353, 360, 361, 386, 786n; XIV: 609, 616, 653; XV: 42, 53, 56, 58, 61, 65, 67, 68, 73, 97-99, 100, 123, 124, 137+n, 187, 191, 204, 227a+n, 230n, 244, 245, 250, 251, 255, 335, 336, 367, 368, 373, 388, 395, 398, 432, 475, 503, 504, 543, 544, 558, 559, 567, 569, 570, 745, 748, 777, 796b, 797n; XVI: 35, 106-108, 142, 221-223, 231, 289, 330, 400, 404, 458, 463a, 483, 490, 549n, 605-610, 642, 643, 650, 697n, 708, 709; XVII: 125, 220, 285+n, 290, 297, 298, 607+n, 608, 742n, 779, 796n; XVIII: 182, 691, 718; XIX: 277, 347, 488, 491, 658, 675; XX: 110, 378+n, 417, 418, 529, 591n; XXII: 264, 566; XXIV: 286; XXV: 20, 52, 67n, 126+n Democratie en wetenschap, vertogen en opmerkingen, II: 724; III: 415, 602n; IV: 716; VI: 153, 156; XIV: 609, 616, 653; XV: 58, 187, 191, 204, 237, 796n; XVI: 106; XX: 97, 591n Feringa, mw., XV: 191; XX: 110, 418 Feron, Maurice, XXIII: 222 Ferragus (ps. van: Ulbach, Louis), IV: 216, 217; XXIV: 357 Nos contemporains, IV: 216 ‘Portraits’: Nos contemporains Ferragut, V: 536 Feuerbach, Ludwig, III: 230, 602n; XIX: 467, 717, 724; XXI: 120; XXIII: 376 Feuerbach, Paul J. Anselm, ridder von, V: 740n; XXII: 641+n, 642, 644; XXIII: 523 Aktenmäßige Darstellung merkwürdiger Verbrechen, XXIII: 523 Beispiel des Verbrechens am Seelenleben, ein, XXII: 639n Feuergeister, XVII: 296 Feugen, VIII: 441; IX: 592, 598 Féval, Paul, III: 298, 602n Feye, Joannes, IX: 27 Fichte, Johann G., IV: 497, 774n; XV: 614; XIX: 467, 478, 717, 720, 723; XXI: 120, 190 Fiedler (schoenmaker te Wiesbaden), XVII: 432, 750; XVIII: 441, 707 {==363==} {>>pagina-aanduiding<<} Fielding, Henry, XXI: 355+n, 632; XXIII: 268 Jonathan Wild, de groote (The history of the life of the late Jonathan Wilde), XXI: 632 Roderick Random, XXI: 355+n Fiesco, Giovanni L.; graaf van Lavagna, III: 407, 602n Fiesko of de zamenzwering te Genua: Schiller, Friedrich von Figaro, le (periodiek), V: 324, 739n; VI: 695, 786n; XV: 120, 326, 337+n, 424, 538; XVI: 152, 503; XVIII: 197, 660, 661, 779; XX: 585; XXV: 43 Filip: Philip Finance, la (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 Financieel weekblad (periodiek), XX: 399; XXI: 782 Finck, XIII: 385 Finger, XII: 664 Fiore della Neve (ps. van: Loghem, Martinus G.L. van), XXIII: 216+n, 359-362+n Van een sultane, XXIII: 360+n Liana, XXIII: 216+n Liefde in het zuiden, eene, XXIII: 217+n, 358n Fips, XIV: 37 Firdusi (Firdawsî), XIX: 554, 563 Fischer, XIII: 226 Fischer, mw. (actrice), XI: 94 Fischer, Charles L., I: 101; VIII: 463, 686b+n, 687n, 698n; IX: 318n, 319n, 320n, 324, 695n, 703n; XXIV: 547n Fischer, Henriette E., IX: 319, 324 Fischer, J.D., XI: 613, 730; XII: 749; XIII: 55, 315; XIV: 176, 220, 277, 450, 556, 643; XV: 80, 81, 267, 284, 344, 559; XVI: 388, 718; XVII: 26 Fischer, Maria Arnolda, VIII: 459n, 463, 464, 507, 686b, 687n, 697-700n; IX: 318n, 319n, 320n, 324, 325, 326, 703n; XVII: 592 Fischer, Susanne C.M., VIII: 686n Fischer, Téophile, VIII: 686n Fitz-James, Édouard, hertog de, XIX: 173, 220; XX: 286 Fitz-James, Édouard, hertog de (op de Bayonnaise) IX: 282 Flandre libérale, la (periodiek), XIII: 722n Flandria, wekelijksch tijdschrift, XXIV: 176a Flanor (ps. van: Keller, Gerard) Vlugmaren, X: 731n Flanor (ps. van: Vosmaer, Carel), XV: 779a+n, 780, 782, 783, 799n; XVI: 27, 193, 196, 214; XVII: 422, 764; XVIII: 624; XIX: 235a, 354, 935a, 937; XX: 493, 548+n; XXI: 774a, 777, 790+n; XXII: 116a, 117; XXIV: 367 Vlugmaren, XV: 779a, 799n; XVI: 335; XVII: 330, 418a, 738a; XVIII: 621a; XIX: 235a, 935a; XXI: 775a, 788n; XXV: 65n Flavius Josephus, V: 354; VII: 415, 423, 765n Joodse oorlogen, VII: 765n Joodse oudheden, V: 354; VII: 423, 765n Fleischauwer, J.F., XVI: 299, 399 Volledige handleiding tot het dubbel of Italiaans koopmans boekhouden, XVI: 299, 399 Flemmich, Heinrich L., XII: 148+n, 158n, 197, 199, 274, 275, 795b; XIII: 477, 478 {==364==} {>>pagina-aanduiding<<} Sang und Klang, XII: 795n Tannengrün, XII: 157n, 167+n Flemmich, Wolfgang, XII: 158, 166, 173 Flemmich, mw., XII: 159, 160, 165, 168, 191 Fleurière, de, III: 229 Fleury, Emile F., XIII: 532 Flick, Caspar, XXI: 741 Fliedner (Fiedler?), XIX: 204, 212, 447, 609, 707 Fliegende Blätter (periodiek), IV: 277, 279, 281, 317, 573; IV: 377; VI: 695, 786n; XVIII: 197; XIX: 659; XXI: 576; XXIII: 237+n Florentijn (ps. van: Capel, W.C.), XXIV: 399+n Florian, Jean P. Claris de, V: 328, 738n; VII: 36, 366, 367, 765n; VIII: 374; IX: 141+n, 174; X: 205n Gonzalve de Cordoue, VII: 367, 765n Numa Pompilius, VII: 367; VIII: 374; IX: 174; XIX: 733 Floris V, graaf van Holland, VI: 476, 504, 505, 509-511, 519, 522, 543, 544, 559, 560, 570, 582, 583, 590, 591; IX: 290 Flottwell, Eduard H. von, XII: 641; XIII: 221 Fock, C., I: 581n; IV: 359; XIV: 348n, 459 Fockink, Wijnand, VII: 138, 139, 142, 144, 148, 186; XXI: 581 Focquenbroch, Willem G. van, I: 484, 559n; II: 508, 779n; VII: 456, 681, 673n; XIX: 649 Alle de werken (ed. Bogaert), VII: 681, 673n Fokke Simonsz., Arend, IV: 79, 81, 382, 774n Fokker, Gerrit A., IV: 262 Fongers, Simon, III: 154, 602n Fonk, XII: 638 Fonk, Peter A., XVII: 48n; XIX: 77+n, 80-83+n, 97, 98, 436 Fonk, mw., XIX: 82 Fontenelle, Bernard le Bovier de, XVIII: 36+n; XIX: 679, 689, 721, 740, 774, 796, 897, 960; XXI: 292, 581; XXII: 697+n For(c)kel, Friedrich, XII: 127 Forckenbeck, Max von, XII: 127, 296, 297, 361, 492, 516 Foreest, jhr. A.E. van, XXIII: 506 Foreest, Cornelis van, III: 275 Foreest, jhr. D. van, XXIII: 506 Forey, Elie F., XII: 457 Forjit my net! Tîdskrift ûtjown fen 't selskip for Friske tael en skriftenkennisse (periodiek), XVIII: 580a; XXI: 424+n Formyne, B., X: 334 Forster (ps. van Willem Bosch), XVIII: 534n, 539 Förster, Friedrich, IV: 22 Friedrich Wilhelm I. König von Preussen. Eine Lebensgeschichte nach den Quellen beartbeitet, IV: 22 Fortia d'Urbain, Agricole J.F.X.P.E.S.P.A., markies de, XX: 277 Fortnightly (review), the (periodiek), XIV: 379 Fourier, Charles, XV: 679n; XXII: 432+n; XXIII: 681+n Fournier: Fourier, Charles Fournier, Edouard, XV: 660 Théatre Français avant la renaissance, le, XV: 660 Fourrier: Fourier, Charles Foveau, C., XIX: 80 {==365==} {>>pagina-aanduiding<<} Fox, Charles J., IX: 578; XIX: 246+n Fox, George, II: 785n; XIV: 383; XX: 412n; XXIII: 638n Fra Diavolo (Michele Pezza), II: 780n France, Anatole, XXIII: 663 France, la (periodiek), III: 604n; XII: 549 Francis, Emanuel, VIII: 108n; IX: 83, 226; XXII: 239 Francis, sir Philip (zie ook onder ps. Junius), V: 744n Franciscus van Assisi, de heilige, V: 737n Franck, Johann, XXIII: 190, 192, 356+n, 357 Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, XXIII: 190, 356+n Franck, S.K. van, X: 673 Francken Azn., Walraven, I: 381, 382, 387, 541n, 559n; II: 163; VI: 161; X: 280+n, 282+n, 292, 300, 301, 729n, 738b; XI: 185; XV: 568; XXI: 281+n François I, koning van Frankrijk, XXI: 386n François, W.F.G.L., XIV: 43, 47 Franeker nieuws- en advertentieblad (periodiek), XIII: 281a Franke, Gerrit, VIII: 44, 45 Frankenberg-Ludwigsdorff, Friedrich, graaf von, XIII: 438 Frankfurter Ambtsblatt (periodiek), XI: 760 Frankfurter Journal (periodiek), XI: 692, 697, 704, 709, 724, 733, 755, 777-779, 783; XII: 23, 27, 43, 125, 134, 202, 218, 361, 373, 462, 468, 652, 777; XIII: 380, 502 Frankfurter Laterne (periodiek), XII: 48 Frankfurter Postzeitung (periodiek), XXIII: 449 Frankfurter Zeitung (periodiek), XIII: 64, 148, 309, 371; XXIV: 84 Fränkische Koerier (periodiek), XII: 473; XIII: 669 Franklin, sir John, III: 291 Franklin, Benjamin, 602n; XVII: 766, 767; XIX: 678 Frans II, koning der Twee Siciliën, II: 27; III: 563; IV: 419, 689 Frans, dr., XI: 84, 362, 471, 473, 480, 483 Fransen van de Putte, Isaac D., I: 302, 311, 313, 364, 374, 421, 423, 559b; II: 164, 285, 287-289, 780n; III: 138-140, 339, 397, 423, 424, 430, 435, 445, 602n; IV: 64, 253, 359, 696, 774n; V: 641, 669, 677; VI: 141, 162, 220, 230, 233, 241-243, 255, 284, 324, 380, 384, 386, 695, 696, 699, 705, 706; X: 704, 738b; XI: 344+n, 403, 573+n, 574, 590n, 602, 790b; XII: 170, 262, 263, 335, 520, 716, 719; XIII: 92n, 498, 567, 689, 690, 727n; XIV: 72, 73, 259, 298, 330, 341, 343, 349, 354, 425, 433, 447, 459, 594, 610, 645, 646, 648-651, 659, 661, 669, 670, 676b; XV: 48, 52, 233, 306, 345, 368, 419, 423, 424, 426, 432, 438, 491, 533, 535, 656, 657, 705, 715, 722, 729, 730, 731, 732+n, 734-736, 739, 740, 747, 756, 757, 758, 760, 778; XVI: 32, 76, 90, 143, 278, 378, 404, 405, 471, 523, 644, 681, 682; XVII: 104, 118, 121, 688; XVIII: 184, 243, 676, 691; XIX: 89, 90n, 189, 375+n, 409; XX: 108+n, {==366==} {>>pagina-aanduiding<<} 144, 183, 287, 324+n; XXI: 204, 389, 495, 512, 538, 637, 638; XXII: 102, 327, 406, 462+n, 463, 466-468, 470, 520; XXIII: 148, 164, 174, 240, 322, 435, 604+n; XXIV: 225, 274+n, 715+n; XXV: 20, 21, 57, 64, 133 Nota over de betrekkingen van Nederland tot het rijk van Atsjin sinds 1824, VI: 695, 696, 698, 699, 705, 706; XV: 732, 734, 736, 737, 740, 741; XVI: 398 Fransen van der Putte, Digna J.: Roessingh van Iterson-Fransen van der Putte, Digna J. Franssen, VIII: 618 Franssen, baas, V: 353-358, 360, 361, 369, 370; XIV: 129+n Franssen van der Putte, XVIII: 356 Romeo, XVIII: 356+n Frantzius, XII: 570 Franz I, vorst van Oostenrijk, duits keizer, IV: 29, 774n Franz II, vorst van Oostenrijk, duits keizer, IV: 29, 474, 774n Franz Joseph, keizer van Oostenrijk, IV: 138, 206; XI: 628, 632, 740; XII: 93, 377, 418+n, 427, 458, 661; XIII: 82, 104, 470+n, 664, 665; XV: 798n; XVII: 512; XX: 489 Frauenhofer, Josef von, VI: 317, 786n Frauenlob (Heinrich von Meissen), VI: 786n Fredericq, Paul, XII: 798n Frederik, XVII: 730, 731; XVIII: 44 Frederik I (Barbarossa), duits keizer, IV: 28, 774n, 776n; V: 60 Frederik I, koning van Pruisen, IV: 54, 789n Frederik II (de Grote), koning van Pruisen, II: 316; IV: 11, 12, 30, 476, 485, 774n; V: 223, 295, 450, 472, 739n, 744n, 748n; VI: 460, 786n; XI: 754; XII: 484; XIII: 94, 159, 249, 359, 469+n; XV: 156; XVIII: 33n; XIX: 194, 541, 717, 718, 723, 843; XX: 207, 275, 440; XXII: 327, 411-413+n, 709+n Frederik III, keurvorst van de Paltz, III: 605 Frederik VII, koning van Denemarken, XII: 541, 542 Frederik Hendrik, graaf van Nassau, prins van Oranje, IV: 21, 24; XV: 111 Frederik Wilhelm, (de grote) keurvorst van Pruisen, IV: 21, 24, 71, 92; XI: 754 Frederik Wilhelm I, koning van Pruisen, IV: 22-24; 754 Frederik Wilhelm III, koning van Pruisen, I: 399 Frederik Wilhelm IV, koning van Pruisen, IV: 25, 28, 473, 474; V: 18; XII: 93, 116, 145, 151+n, 272, 474; XIII: 41n, 104n; XXII: 659n Frederiks, P.J., XXIII: 692n Fredriks, Pr., VIII: 24 Fredzers (eig.: Fredzess, G.W.), XV: 53+n Freem(n), L.E., XXIV: 331, 398, 489 Freiburg, aartsbisschop van (1869), XIII: 331 Freiburg, aartsbisschop van: Vicari, Hermann von Freiligrath, Ferdinand, XII: 203, 235, 493; XIII: 200+n Fremdenführer in Bad Ems und Umgegend, IV: 149 Frenkel-Bouwmeester, Theodora, XX: 405 {==367==} {>>pagina-aanduiding<<} Frere, sir Bartle, XVI: 120 Fréret, Nicolas, III: 229, 603n Fresenius, Karl R., IV: 149, 152, 153 Frey, Franz, XXII: 777 Freybourg, Anna Cornelia (‘Naatje’), XIX: 631+n, 683; XX: 83, 157, 537, 538; XXI: 29, 30, 267, 504; XXII: 35, 638; XXIII: 157, 163, 175, 534n, 559 Freybourg, Hermina (‘Mina’), IX: 279; X: 614; XIV: 358, 359; XVIII: 553, 611n, 638, 641, 642; XIX: 32, 631n, 682; XXIII: 159, 163, 559 Freydorf, Rudolf von, XII: 472, 684; XIII: 635 Friedlein, Gottfried, XXIII: 566+n Zahlzeichen und das elementare Rechnen der Griechen und Römer und des christlichen Abendlandes vom 7. bis 13. Jahrhundert, die, XXIII: 566+n Friend of India (periodiek), XVI: 404 Friesche courant (periodiek), XII: 714n, 723a, 727a; XIII: 209a, 213, 314, 221a, 234, 235, 242n, 243a, 250a; XV: 149; XIX: 800n, 822a; XXI: 663; XXIV: 667+n Friesche zuidwesthoek, de (periodiek), XIX: 341a Friesen, Richard, vrijheer von, XII: 547 Frisch, mw., XII: 512, 513, 607, 626, 629, 630, 635 Friso (ps.), XIV: 163, 164 Frits (ps.), XII: 99a+n, 108a, 118a, 128a Fritsche, Friedrich W., XIII: 95, 588 Fritz (kelner te Mainz, 1870), XIV: 127+n Fritz, Alexander, XX: 470, 471 Frohlich, XXI: 125 Froissart, Jean, V: 306; XXIV: 686+n, 687 Frooij, Neeltje, VIII: 24 Frowein, P.C., XXIV: 369 Frowein, P.L.F., XXII: 137 Fruin, Robert J., XVIII: 411+n; XIX: 859; XX: 232a+n; XXII: 519; XXIII: 462 Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog, XXIII: 462 Fruin, Th. Azn. (Robert), XX: 232a+n Frijlink, A., XI: 331 Fuchs, Anna E., XI: 436; XVII: 103; XXIV: 619 Fühling, Johann J., XII: 417, 418 Führi, George D. (zie ook: Hotel Maréchal de Turenne), X: 37+n, 122, 123, 138, 158, 237+n, 256, 260, 363, 365, 267, 370, 400, 412, 432, 502, 505, 591, 626, 739b; XI: 140, 385, 456, 791n; XII: 578 Fulda, bisschop van, XI: 755 Fulton, Robert, V: 41, 739n; XVII: 367 Funke, Anna M.W., XVI: 479n Funke, Eduard, XVIII: 728n; XIX: 177 Funke, Emma, XVIII: 206n, 340n, 363n, 546 Funke, George L. (uitgever te Amsterdam), I: 297, 515n, 516n, 541n, 543n, 547n, 548n; II: 161, 662, 663, 692, 732n, 741n, 749n, 780n; III: 533, 568n, 570n, 572n, 583n, 588n, 603n; IV: 724n, 735-737n; V: 645, 728n, 739n; VI: 144, 373, 757-759n, 772n; VII: {==368==} {>>pagina-aanduiding<<} 755n, 756n, 758n; XIV: 9n, 25n, 106, 170+n, 176, 239, 249, 255-257+n, 305n, 306n, 564, 598+n, 611, 619, 636, 639n, 643, 655, 658, 676b, 677n; XV: 9n, 29-32n, 34n, 91n, 95, 116, 125+n, 130, 136, 180, 186, 191, 201n, 204n, 205, 213, 220, 236n, 243, 255n, 267, 270n, 277, 281, 285n, 301, 313, 324, 333n, 357-360, 365, 366, 369, 371, 373n, 377n, 388, 391+n, 395, 414, 416, 422, 424, 426, 428, 435n, 442, 443, 446, 452, 460, 478, 480, 485, 486, 494, 501, 512, 513, 524, 530, 531, 540, 542, 549-552n, 558, 562, 563n, 564, 566n, 567, 571n, 574, 576, 577n, 579n, 581n, 583, 586n, 592n, 594n, 599n, 601, 602, 606, 607, 608n, 613n, 614, 616, 635n, 650n, 658, 664, 665, 670, 687n, 688, 690n, 701n, 711-713+n, 719, 723n, 726+n, 732, 735n, 737n, 738n, 744, 745, 746n, 749, 750n, 751n, 762n, 763, 764, 771n, 776, 777, 779, 780n, 798n; XVI: 15n, 22n-25n, 38, 40n, 47n, 76, 80, 99+n, 109, 117, 120, 122, 140, 154, 158, 160, 162, 175, 177, 197, 218, 221, 223, 224+n, 225, 232, 239, 245, 250, 253, 254n, 285, 286, 291n, 294, 296, 304, 314, 315, 316, 320, 323, 332, 334, 340, 365-368n, 371+n, 398+n, 426, 433, 453, 479n, 482, 488, 492n, 499, 525+n, 530, 536, 546n, 560n, 561, 564, 592, 594, 596, 597, 598, 613, 624-627, 633, 634, 644, 646, 647, 654n, 659, 674, 675, 679n, 688, 711+n, 713, 715, 717n, 719, 722, 723, 732, 738, 741+n, 745, 747; XVII: 9n, 17n, 30, 35n, 61, 64, 67, 68, 75, 82n, 87, 95, 123, 170, 173, 195, 204n, 212+n, 221, 230n, 247, 258+n, 284, 289, 303, 331, 340, 353, 399, 407, 411+n, 413, 455, 503, 505, 529+n, 656, 674, 688, 710, 733, 738, 748, 760, 763, 766, 769, 771, 778; XVIII: 9n, 10n, 22n, 23n, 26, 47, 50, 56, 60, 67, 82n, 105, 115, 125n, 142, 143, 169+n, 175-177n, 180n, 189, 196, 211, 212, 218, 223, 224, 226n, 234n, 235, 252, 253, 284n, 324, 325, 334, 343n, 347, 349n, 356, 357n, 360, 379, 384, 411, 437, 452, 466+n, 472, 475, 479, 481, 482, 483, 484, 488, 497, 502, 508, 522, 526, 531+n, 541, 542, 549+n, 551, 569, 570n, 576n, 584, 611n, 612n, 614-616n, 619, 634, 635+n, 644n, 659, 660n, 670, 671, 673, 683, 687, 694n, 697n, 743, 745n, 770, 797n; XIX: 10n, 22n, 24n, 31+n, 32+n, 47, 64, 92, 95, 105, 106, 117, 128, 134, 135, 138, 144, 147+n, 149, 152, 155, 159, 161, 169, 186, 192-194, 201, 203, 206, 212, 389n, 410, 427, 447, 451, 475, 574, 578, 593n, 604, 627n, 630n, 639, 657, 674-676, 680, 681, 683+n, 684, 906, 907, 949, 972n, 973n; XX: 9n, 21n, 22n, 69+n, 97, 99, 153, 167n, 172n, 173n, 202, 203, 221+n, 247, 265, 296, 304, 386n, 390, 406-408, 435, 475, 536n, 569, 577, 591b; XXI: 20n, 21n, 23n, 25n, 28, 47, 53, 54, 65, 69, 72, 76, 162, 225, 240n, 273, 339, 368, 380, 383, 398, 411n, 417, 449, 485-487, 617, 621-623, 632, 635, 795, 798, 805, 811b, 813; XXII: 19n, 23n, 34n, 65, 70, 212, 258+n, 273, 320, 352, 393, {==369==} {>>pagina-aanduiding<<} 396, 399, 404, 514n, 516n, 638n, 647, 689, 772, 773, 786b, 787n; XXIII: 19n, 151n, 178, 277n, 278n, 329, 341, 346, 347, 349, 350, 352, 363, 365, 386, 394, 399+n, 402, 403, 405, 413, 432, 465+n, 471-473+n, 475, 533n, 534n, 543, 556, 557, 559, 583, 584, 585, 613, 622, 763, 774b+n; XXIV: 110, 111, 133, 237, 239, 332, 392, 416; XXV: 25, 46n, 55, 56, 58, 61, 70, 71, 75, 77, 78, 105, 135, 140, 166, 167, 237b Funke, Georgina L. (Louise), XVIII: 546; XXIII: 583, 763 Funke, Jacobus, XXIII: 471, 583, 774b; XXIV: 240 Funke-de Koning, Maria C., XIV: 676n; XV: 141, 145, 166, 179, 181, 189, 223, 256, 265, 308, 309, 311, 397, 709; XVI: 236, 436, 480, 547, 656, 659; XVII: 57, 715, 754, 757; XVIII: 108, 124, 135, 137, 177n, 207, 254, 321, 331, 339, 340n, 358, 360, 362, 363+n, 364, 426, 451, 453, 467, 468, 478, 487, 491, 499, 514, 545, 546, 556, 559, 571, 572, 577, 680, 698, 729; XIX: 107, 177; XXI: 324, 345, 504; XXII: 366, 763, 766; XXIII: 157, 165, 176, 278n, 331, 332, 333, 335, 336, 337, 341, 349, 351, 384, 385, 387, 396, 399, 417, 533n, 534n, 774b; XXIV: 22, 23, 25 Fürstenberg, M.H., XII: 154 Fuss, Jean D. Antiquitates Romanae: compendio lectionum suarum in usam ennaratae, VII: 230 Fylink (Frijlink, Hendrik), XV: 473 G. (te Tjiandoer, in relatie met Sophie van Wijnbergen), VIII: 655, 665 Gaarlandt, XX: 210 Gabelsberger, Franz X., XII: 127 Gablenz, von, XIII: 574 Gabriel, Paul J.C., IX: 307-313 Gachard, Louis P., XXII: 488 Retraite et mort de Charles Quint au monastère de Yuste, XXII: 488 -zie ook onder: Farnese, Alessandro Gagern, Friedrich, vrijheer von, III: 406, 603n; V: 421, 472; VIII: 555; XVIII: 521; XX: 205; XXIV: 694+n Gagern, Heinrich W.A., baron von, XI: 723, 783; XII: 408 Gähle, XIII: 46 Gaikema, Frits, X: 353 Gaius, XXIII: 140n Institutiones, XXIII: 140n Galante dichtluimen van Hendrik Riemsnyder en W. Bilderdijk: Vloten, Johannes van Galen, van, XIII: 645 Galenus, Claudius, VII: 583 Galerie contemporaine: Goupil, Adolphe Galesloot, Jacques P.R. Galesloot's geïllustreerde catalogus van Pomona, XX: 357 Galilei, Galileo, III: 220, 603n; IV: 328; V: 336, 739n; VI: 272; IX: 138; X: 347; XIII: 49+n, 228; XIV: 80; XV: 614, 637+n; XVIII: 327n Gallandat Huet, R.H.J., XX: 361+n Galliffet, Gaston A.A., markies de, IV: 658, 775n Gallos, XIII: 571 {==370==} {>>pagina-aanduiding<<} Galoema, si, VIII: 124 Galosampala, oesam, IX: 113 Galvani, Luigi, III: 603n Gambarotto, ridder, XII: 171 Gambetta, Léon M., IV: 788n; V: 358, 739n; XIV: 472; XX: 114, 183+n; XXI: 465+n Gamblok, IX: 423, 424 Ganesco, XII: 171, 493 Gannerts, XXI: 22n Ganot, Adolphe, XX: 120+n, 121 Cours de physique pure, XX: 114n Garches, Paul de, V: 312; XIV: 583 Garcia, V: 208, 209; XVII: 511 Garcin, Eugène, XVIII: 465a, 466 Garfield, James A., XXI: 469+n; XXII: 323+n Garfield-Rudolph, Lucretia, XXII: 323+n, 324 Garibaldi, Giuseppe, II: 86, 418, 454, 780n; XI: 111n, 535n, 615+n, 616, 791b, 795n; XII: 462; XVI: 593; XXII: 694+n; XXIII: 463; XXIV: 667 Gartenlaube (periodiek), XXIII: 143+n, 144 Gascudux, G.F.M., IX: 253 Gassendi, Pierre, III: 229; VI: 732, 786n Gassion, Jean de, XV: 72 Gassner, Edmund, XXIV: 253, 260, 261, 263 Gassner, Valentin, XXI: 299 Gatschet, Albert S., XVIII: 605 Gaulois, le (periodiek), I: 571n; V: 312, 739n; XIV: 583+n, 584 Gautier, Emile, XV: 473 Gavere, Cornelis de, II: 417; X: 614+n, 678, 733n; XI: 41, 47, 330, 791b; XXIV: 459 -zie ook onder: Mulder, E.P.J. Gazan, S., XXIV: 409+n Gazetta d'Italia (periodiek), XXV: 45 Gazetta di Padova (periodiek), XVI: 153 Gazetta di Torino (periodiek), XVI: 153; XXV: 45 Gazette de Lausanne (periodiek), XVI: 152; XXV: 45 Gazette des Tribunaux (periodiek), V: 591; IX: 281 Gazette van Gent (periodiek), XII: 363n, 368a, 374a, 376a, 378n, 381n; XIII: 456a, 466a, 467a, 708a Geel, G., XIII: 235n, 245; XXIV: 669 Geel, Jacob, XVI: 507; XVII: 239; XVIII: 509; XXIII: 283, 461, 484; XXIV: 169, 442 Onderzoek en phantasie, XVII: 239; XXIII: 283, 461 Geen overbevolking meer, XVIII: 502 Geen, Joseph J., baron van, II: 212, 784n Geer, jhr. E.L. de, XI: 549; XII: 611 Geerke, J.H., XVIII: 198a Geertsema, Johan H. (minister van binnenlandse zaken, 1872), XV: 444, 705, 708; XVI: 681, 682 Geesink, W., XVII: 638 Gegenward, die. Wochenschrift für Literatur (periodiek), XVIII: 136, 139n, 163, 205, 347 Geheime Geschichten und rätselhafte Menschen. Sammlung verborgener oder vergessener Merkwürdigkeiten: Bulau, Friedrich von Geibel, Franz E., XIII: 202-204+n, 224; XVIII: 552n {==371==} {>>pagina-aanduiding<<} Gedichte, XIII: 202n Sofonisbé, XVIII: 555+n Gelder, Herman van, XVII: 225 Gelder, Jacob de, II: 33, 780n; III: 94, 603n; IV: 665; V: 739n Gelder, M. van, XXIII: 506 Gelder en zonen, van (papierfabriek), X: 681, 694; XII: 797n Gelderland, hertogin van: Gelre, Eleonora van Gelderse volksalmanak (periodiek), IX: 282 Gellert, Christian, XVIII: 294+n; XX: 215 Gelre, Edouard van, II: 65 Gelre, Eleonora van, II: 64-66, 174; XVI: 272+n Gelre, Reinald II, hertog van, II: 64, 65 Gelre, Reinald van, II: 65 Gend, J.B. van, X: 529 Gend en Loos, van (pakjesdienst), X: 40, 74, 82, 100, 198, 230, 233, 234, 529, 544, 551; XI: 31, 460, 579; XIV: 610; XVIII: 226+n, 313; XIX: 32, 41, 477, 741, 905; XX: 475; XXIII: 219+n Gendt, XI: 219 Gendt jr., J.G. van, XI: 331 Geneeskundige courant (periodiek), XXII: 631, 642+n, 644, 672, 695 Génestet, Petrus A. de, XIV: 468; XVI: 419; XVIII: 256, 262, 394+n, 399-401+n; XIX: 459, 865, 931; XIX: 555; XX: 33; XXII: 113; XXIII: 244, 280, 462; XXIV: 441 ‘Fantasio’, XXIII: 462 Over kinderpoëzie, eene voorlezing, XVI: 419 ‘Schotje, het’, XIV: 468 ‘Sint Nicolaasavond’, XXIII: 462 Genlis, Stephanie F. Ducrest de Saint-Aubin, markiezin van Sillery, gravin van, IV: 104, 775n Gennep, A.D. van, XIV: 214 Gennep, J. van, VI: 339-344, 384; XIV: 23n, 179a, 182-186+n, 189, 196, 200, 203, 210, 212, 214, 219, 222+n, 223, 233+n, 234+n, 236, 237, 240, 241, 244+n, 246, 248+n, 249, 255, 273, 287+n, 288, 290, 293, 294, 320, 321, 352, 410, 411, 426, 543; XV: 294, 295, 363; XVI: 29, 472, 473, 604; XVII: 119, 121, 122; XVIII: 447; XXI: 692, 728; XXII: 452, 637; XXIV: 727+n, 730+n Gennep, W.K. van, XIV: 214 Gent, burgemeester van (1867), XII: 369 Gentol, IX: 576 Gentsche mercurius (periodiek), XII: 368a, 374n, 378n, 381a; XIII: 473 Genua, Ferdinand van Italië, hertog van, IV: 302 Geoffrin-Rodet, Marie-Thérèse, I: 152, 342, 560n; IV: 104; X: 233 George I, koning van Engeland, III: 593n George I, koning van Griekenland, III: 432, 603n; XII: 445 George II, koning van Engeland, III: 181; IV: 24 George IV, koning van Engeland, V: 346, 732n; VI: 781n; VII: 152, 763n; XV: 648 George V, koning van Hannover, IV: 17, 26, 44, 45, 788n; V: 24; XI: 720, 721; XII: 222+n, 223, 292, 302, 444, 461, 571, 685, 735, 783; XIII: 29-31+n, 82n, 122, 123, 126, 319, 320, 324, 325, 348, 349, {==372==} {>>pagina-aanduiding<<} 359, 397, 469, 590, 605; XV: 798n; XXIII: 704n George, Henry, XXIII: 307+n, 308, 310 Progress and pouerty, an inquiry into the cause of industrial depressions, XXIII: 305n Georgi, XVIII: 139n Geraerts jr., J.H., XXI: 779a, 781, 795 Gerard, ‘meester -’, (ps.), XXV: 171+n, 172 Gerard van Velsen, VI: 504, 506, 519 Gérard, Etienne M., graaf, VI: 301, 786n Gerdessen, Lodewijk E., XVI: 757b; XXIV: 23 Vijf jaar gedetacheerd. Indische schetsen, XV: 770+n; XVI: 58, 118, 758n ‘Gereformeerd lietboek’ (Gereformeerd gezangboek), VI: 672 Gericke van Herwijnen, Joseph L.H.A., baron, XVI: 681 Gerken (zie ook: Rijken, R.I.), IX: 394+n, 399 Gerlach, August von, XII: 116 Germania (levensverzekeringsmaatschappij), XII: 77; XVI: 437; XXII: 21n, 300-302, 310-312, 318, 319, 333, 371+n, 375, 376, 377, 391-394, 398, 417-419, 422, 423; XXIII: 559, 584 Germania (periodiek), XIII: 194 Gerolt, XIII: 348 Gerretsen, H.J. (uitgever te Den Haag), XVIII: 386 Gerrit (knecht bij R.C. Meijer), X: 606; XI: 41, 42 Gerrits, Engelbrecht (Engelberts Gerrits, Gerrit), XXIII: 709 Gerrits, Foppe, VIII: 30 Gerritsen, C.V., XXIV: 332, 374, 398, 488 Gerritsen, Hélène, XVIII: 82+n Gerth, Johan D., IX: 339 Géruzet, Jules (fotograaf), X: 297, 303 Geschäfts Anzeiger (periodiek), XVI: 423 Geschlechtsfreiheit(?), XIX: 567 Geselschap, XIX: 287 Geselschap, Frederik C., VIII: 675 Gesloten mond bewaart de gezondheid, een; door een arts te Gouda, XVIII: 298 Gessler, XI: 176; XIII: 195+n Geuchten, van der, XXII: 474+n Geus, A.J. de, IV: 693; XVII: 578, 633, 635-637, 651 Eenige bedenkingen tegen Multatuli's Vorstenschool, XVII: 578, 633, 651 Gevaert, François A., XII: 383; XV: 696 Geveke, mw., XIX: 596, 597; XXII: 270 Gevers, Carl, XXIV: 84 Gevers, Hugo, XI: 84, 791b Gevers Deynoot, jhr. Willem Th., III: 179, 603n; V: 388, 740n; XI: 85, 791b Herinneringen eener reis naar Nederlandsch-Indië in 1862, XI: 791n Gey van Pittius, Adriaan R.W., VI: 324 Geybel: Geibel, Franz E. Geyter, Julius de, II: 700; VI: 114, 116, 122, 124, 131, 132, 134, 162, 353, 786n; XI: 459n, 460+n, 512n, 515n, 560a, 569, 578, 579, 586, 590n, 592, 631, 791b; XII: {==373==} {>>pagina-aanduiding<<} 17n, 46n, 51n, 90n, 147n, 155n, 160, 191, 276, 300, 342, 359, 360, 375+n, 376, 391, 399, 409, 411, 413, 424, 721n, 796b+n; XIII: 19n, 295n, 298n, 307n, 308n, 321n, 365n, 369n, 370n, 393n, 457+n, 464n, 467n, 477n, 679, 680, 709n; XIV: 110, 169, 250+n, 554, 676b; XV: 312n, 335, 364, 430, 598; XVI: 53, 78, 140n, 175, 197, 222, 223, 483, 653n, 659n, 664, 687, 688, 689, 693, 694, 696, 704+n, 705n; XVII: 517, 658n; XVIII: 259, 262; XX: 550, 556, 591n; XXI: 623, 654; XXIII: 331+n, 672; XXIV: 643+n Drie mensen van in de wieg tot in het graf, XI: 459+n; XII: 781 Hendrik en Rosa, XII: 721n, 781 Keizer Karel en het rijk der Nederlanden, XI: 791n; XII: 796n Voor drie maanden en misschien binnen drie maanden, XII: 375n, 399, 409, 410+n, 411, 413; XIII: 111+n Geyter, Lotje de, XII: 131, 275; XIII: 366; XVI: 653; XX: 565 Gezelle, Guido, XII: 140n Gheraerd van Craienhorst, VI: 511 Gheyn, E.F.J.J. van den, XIV: 32a Ghillany, Friedrich W., III: 230 Ghinst, Augustinus J. van der, XIII: 723b; XIV: 22n, 119n, 120, 121, 125, 169, 554, 558, 565, 565n, 676b; XV: 336, 364; XVI: 175, 196, 222, 223, 483; XVII: 369n Ghinst-Fivé, Juliette van der, XIII: 723n; XIV: 130 Gho Tja, VIII: 357 Ghysen, M.C., XIX: 946; XXIV: 22n, 89+n, 103, 104, 105n, 245, 329, 374, 408+n Ghysen, mw., XIX: 946 Giacometti, Paolo, X: 254n, 261n Giuditta, X: 254n, 261n; XVI: 211, 245 Judith: Giuditta Gibbon, Edward, XIX: 657+n; XXIV: 289+n, 293 History of the decline and fall of the roman empire, XIX: 653n; XXIV: 289+n, 293 Gibson, W.M., V: 475, 476; IX: 601, 602 Gids, de (periodiek), I: 362, 368, 561n, 563n; II: 163, 169, 200, 796n; IV: 32, 176, 303, 777n; VI: 697, 698, 706, 788n; X: 182n, 259, 265, 267, 271, 273+n, 277n, 278, 286, 287, 296, 543, 728n, 729n, 746n, 748n; XI: 383+n, 384, 510n, 512+n, 622n, 654n, 655, 657, 661, 671, 753, 786n, 788n, 799n, 801n; XII: 429n, 432, 684, 716; XIV: 560, 677n, 679n; XV: 37, 228+n, 492, 610; XVI: 299, 334+n, 399, 646; XVII: 209, 213, 214, 216, 246, 543, 598a, 708, 766, 768, 798n; XVIII: 197, 208, 292, 402, 503n, 509, 545, 554, 558+n, 619, 652, 762n, 792, 798n; XIX: 552+n; XX: 406a, 411, 441; XXIII: 432, 436, 496, 539, 562a, 612; XXIV: 23n, 212, 224, 272, 344a, 407, 466, 576n Giegh, Charlotte, gravin von (Charlotte von Stein), V: 586, 646; XIV: 143+n Giers, Nicolaï K. von, XXIII: 699+n Giese, A., XXII: 457+n Giffen, Simon van, XXI: 549 Gigh, van, XIV: 41 Gilbers, Wilhelm (boek- en kunsthandel te Amsterdam), X: 354n {==374==} {>>pagina-aanduiding<<} Gilbert, D.L., XX: 277 Gildemeister, Otto, XXIII: 590 Gilkens, IX: 279 Gillet, III: 264 Giltjes, S. (uitgever te Den Helder), X: 732n Gintong, controleur van: Puy, N.P. du Girardin, Emile de, III: 364, 365, 373, 438, 603n; IV: 269; V: 90, 740n; XII: 139+n, 451+n; XIII: 123; XV: 425+n, 558; XIX: 131, 193, 338; XXII: 719+n Questions de mon temps, III: 604n Gittelieu, P., XXIII: 222 Gitterman, XIII: 343 Glade, Jacob, XX: 480 Gladstone, William E., XIII: 313; XIV: 377; XV: 677, 678; XVI: 649; XXII: 628+n, 646, 759; XXIII: 164+n Glanor (ps. van: Beyerman, Hugo), XVI: 458+n, 460 Uitgaan, XVI: 546n Glaser, Adolf, III: 583n; XVIII: 326, 375+n Holländische Novellen, III: 583n Infam cassirt (bewerking van De bruid daarboven), III: 583n; XVIII: 370n Glaser, E., IX: 479 Gleichman, Johann G., XXIII: 115+n Glentek (ps.), XXII: 198a, 200 Globe, the (periodiek), XII: 792; XVI: 153; XXV: 43 Glöckle, Nicolas, XXI: 301 Gloriant, XVI: 134 Gluck, Christoph W., ridder von, XXIII: 26 Glücklich, XV: 556 Gneist, Rudolf von, XII: 87, 147; XII: 127; XIII: 460 Go Kiang Seng, VIII: 149, 151, 165, 319 Göben, August K. von, XII: 40 Gobius, XI: 502 Godefroy, XII: 574 Godefroi, M.H., X: 673 Godin, W.F. (controleur te Ankola 1842), VIII: 106, 107, 146n Godon, Alexander P., VIII: 68n, 687b; XXIV: 501n Godthelp, H., XXIV: 191 Goedhart, XXII: 628 Goedkoop, dr., XI: 82; XV: 538 Goedkoop, W., X: 662, 666 Goedvolk, Christina: Jut-Goedvolk, Christina Goeje, Agatha R. de, XIX: 411 Goes, Frank van der, XXI: 591n, 649, 651, 653, 682, 694, 716, 717, 768-770, 777, 801, 805; XXII: 9n, 39n, 56, 98, 142, 157, 160, 161, 191, 299, 378, 447a, 448; XXIII: 140n, 618+n; XXIV: 224, 245, 374 Majesteitsschennis, XXIII: 614n Goes, Hendrik D.A. van der, IX: 51n, 52n, 65, 66, 68, 70, 74, 90, 111, 695b; XXI: 260 Goesche courant (periodiek), XVII: 699a, 706; XIX: 235n, 255a+n, 390; XX: 206n, 336a, 353a; XX: 314n; XXII: 63; XXIV: 97a Goethe, Johann W. von, I: 41, 137, 333; II: 93, 526, 664, 780n; III: 289, 329, 602-604n, 626n; IV: 74, 94, 264, 372, 413, 452, 453; V: 44, 100, 164, 320, 489, 506, 757n; VI: 231, 241, 242, 246, 486, 785n; VII: 55, 523, 538, 573, 575, 658, 765n; X: 501; XII: 101, 107, 287, 411, 431, 438, 489; XIII: 26n, 66, 260, 351, 590+n, 599; {==375==} {>>pagina-aanduiding<<} XIV: 168, 265, 361, 388, 391, 428, 432; XV: 232, 407, 685, 704, 721, 722; XVI: 247, 253, 507, 571, 602; XVII: 545, 783; XVIII: 45, 53-56, 75, 155, 397+n, 434, 470, 705, 758, 759n; XIX: 121, 127, 131, 173, 230, 251-253, 271, 305, 313, 432, 469, 489, 554, 563, 787, 821, 866; XX: 42n, 205, 216, 259n, 286, 342, 343n, 406, 527; XXI: 118, 176n, 227, 315, 365, 366, 400, 492, 555, 594n, 731-733, 759-761+n, 780n, 791-793; XXII: 171+n, 262, 421n; XXIII: 178, 296n, 529, 571+n, 638n, 707; XXIV: 153n, 445, 720n; XXV: 50 Dichtung und Wahrheit, IV: 93; XXI: 227, 594n, 732+n, 759, 791-793; XXIII: 569n Egmond, VI: 241, 785n; XV: 407 Faust, II: 715; III: 289, 292, 602-604n; IV: 163; V: 506; X: 501; XVI: 247, 507, 571, 602; XVII: 648, 649; XIX: 174, 234, 254, 469; XX: 42n, 259n, 342, 343n, 527; XXI: 176n; XXII: 170n, 421n; XXIII: 178, 268; XXIV: 153n, 720n Faust II, XVI: 253 Iphegenie, XIII: 26n Juristische Abhandlung über die Flöhe, IV: 413(?) Leiden des jungen Werthers, die, III: 626n; VII: 55; XVI: 247; XVII: 783; XVIII: 45, 53-56, 397+n, 398; XXIII: 296n, 638n Mitschuldigen, die, XXI: 366 Regeln für Schauspieler, XVII: 545 Wahlverwantschaften, die, XXI: 780+n ‘Wahrheit un Dichtung’: Dichtung und Wahrheit West-östlicher Divan, XIX: 554 Wilhelm Meisters Lehrjahre, IV: 372 Wilhelm Meisters Wanderjahre, IV: 372 Goethe, Wolfgang von, XII: 203 Goethem, Emil van Wiegje, het: XVII: 727, 736 Goetzee, VIII: 617, 618 Goeverneur, Jan J.A. (zie ook onder ps.: Rijmer, Jan de), XI: 66; XVIII: 799n; XXII: 24n, 192a, 193, 786b; XXIII: 276n, 311a, 461 Reizen en avonturen van mijnheer Prikkebeen, XXII: 786n Goewitta, IX: 428, 434 Gogel, Isaac J.A., III: 260 Gogh, C.M. van (uitgever te Amsterdam), XI: 769n Goldberg, Jan, III: 262 Goldie, James, VIII: 357 Goldprinzessin, die (oplichtster), XXI, 560 Goldschmidt, Abraham M., XIII: 102, 546 Goldsmith, Oliver, II: 664, 780n; XI: 752; XVIII: 231 Golsen, XIII: 105 Golstein, wed. van E.I., baron van, IX: 330 Golther, Ludwig von, XIII: 423 Goltstein, Willem, baron van (minister van koloniën), XVI: 631, 681, 743; XXII: 475+n, 551-553+n, 556 Goltz, von der, XIII: 29, 30 Gomarus, Franciscus, III: 604n; IV: 775n Gomo, toekan si, VIII: 202 {==376==} {>>pagina-aanduiding<<} Gompertz, Léon, XIV: 682n; XVI: 77 Gonggrijp, J.R.C., XXII: 292 Gonzaga, Aloysius van, VI: 167, 439, 778n; XII: 360+n Goor zonen, Gerard B. van (uitgeverij te Amsterdam), XVI: 299; XVIII: 298; XXI: 577 Goosen, Tjaakse, VIII: 28 Goossen, Hillegond, VIII: 27 Goot, P. van der (zie ook onder ps. Quintus), XV: 401; XXIII: 157 Goot Pzn., P. van der, X: 457, 493; XI: 361 Gorcum, Adriaan H. van (drukker te Amsterdam), XI: 479 Gorcum en co., van (uitgeverij te Assen), XX: 232, 354; XXI: 183 Gordon, Charles G., XXIII: 164+n Görisch, Adam, XXIV: 253, 261, 263 Gorkom, Gerrit van, VI: 793n; XV: 37, 94, 99, 197, 205, 206, 213, 220, 453, 461, 475, 570, 571, 573, 578, 622; XVI: 503, 530 Gorkom, Karel W. van (‘G.’), XX: 184+n, 574+n; XXI: 403, 622, 631, 632, 722; XXII: 45 Gids voor de controleurs op Java, XX: 572n Gorkom, Wilhelm J. van, VI: 130, 364, 377, 378, 787n; XIV: 30; XV: 101; XVI: 503? Gorkum, van: Gorkom, van Gorkum, van, IX: 314 Gorkum, van (te Sneek), XXIV: 669 Görlitz, C.L., XVIII: 182 Bibliotheek der geschiedenis, bloemlezing uit de werken der voornaamste geschiedschrijvers van vroegeren en lateren tijd, XVIII: 182 Gorontalo, civiel gezaghebber te (1851), IX: 211n, 224 Gorter, Auke, XIX: 600; XX: 214+n, 221, 226, 235, 268, 420+n, 421; XXI: 805; XXII: 572+n; XXIII: 278n, 366, 384, 385, 386, 387, 394, 395, 397, 399, 405, 417, 494+n, 582, 583, 592, 602, 669+n, 745, 763; XXIV: 27, 47, 59+n, 403, 409+n, 739b; XXV: 215, 221+n, 222, 234 Gorter, Dirk, VIII: 25 Gorter, Douwe, XV: 354, 372 Gorter, Grietje, VIII: 24 Gorter, Herman, XXIII: 275n, 282n, 285+n, 286 Gorter, Johannes, XIII: 245 Gorter, Maritje L., VIII: 28 Gorter, S., XIII: 245; XXIV: 669 Gorter, Simon, XIV: 676n; XV: 34n, 798n; XVI: 137 Gorter-Lugt, Johanna C., XV: 354, 372 Gorter-Meyer, Geertje, XX: 212n, 268, 420+n; XXIII: 385, 494+n, 583, 602, 669; XXIV: 47, 65, 67, 409+n, 739n Gortsjakow, Alexander M., XIII: 87, 575, 576; XX: 123+n Görtz, XII: 571 Görz, Joseph, graaf von, XI: 783 Gosler, W., XXIV: 111, 207a, 210, 399+n Gotha, hertog van: Coburg-Gotha, Ernst II, hertog van Saxen-Gothart, IX: 66, 73 Götz-Scheps, Cateau, XI: 437; XVII: 103; XX: 405 Goudboor, de: Birch-Pfeiffer, Charlotte {==377==} {>>pagina-aanduiding<<} Goudinet (Gondinet, Edmond), XIV: 583 Goudschaal, U.P., XIX: 853a, 854 Goudsche courant (periodiek), XIX: 747n, 777a; XX: 252n, 311a; XXI: 136n, 147a Goudsmit, Joël E., V: 622, 650, 740n; XVII: 290 Goudswaard jr., L., XIX: 961a; XX: 25a, 32 Gounod, Charles F., XVI: 486; XVIII: 155; XXII: 759 Goupil, Adolphe, XXI: 387 Galerie contemporaine (seriewerk), XXI: 387 Gout, H.J.J., VIII: 212, 217+n, 234n, 235, 240, 248n, 268, 278, 279, 283, 321, 324, 336, 339, 354, 687b Gouverneur, J.J.A.: Goeverneur, Jan J.A. Gouverneurs-Generaal; zie onder: Reael, Laurens (1615-'19) Coen, Jan Pzn. (1619-'23) Mossel, Jacob (1750-'61) Riemsdijk, Jeremias van (1775-'77) Alting, Willem A. (1780-'96) Daendels, Herman W. (1808-'11) Janssens, Jan W. (1811) Capellen, Godert A.G.Ph., baron van der (1816-'26) Kock, Hendrik M., baron de (1826) Bus de Ghisignies, burggraaf Leonard P.J. du (1826-'30) Bosch, Johannes, graaf van den (1830-'33) Baud, Jean C. (1833-'36) Eerens, Dominique J. de (1836-'40) Merkus, Pieter (1841-'44) Reijnst, jhr. Joan C. (1844-'45) Rochussen, Jan J. (1845-'51) Duymaer van Twist, Albertus J. (1851-'56) Pahud, Charles F. (1856-'61) Sloet van de Beele, Ludolf A.J.W., baron (1861-'66) Mijer, Pieter (1866-'72) Loudon, James (1872-'75) Lansberge, Johan W. van (1875-'81) Jacob, Frederik 's- (1881-'84) Rees, Otto van (1884-'88) Gouw, Johannes ter, XVI: 664n; XVIII: 355+n, 789-791; XIX: 154; XXI: 566; XXII: 202 Geschiedenis van Amsterdam, XXI: 566 -zie ook onder: Lennep, Jacob van Gowitta: Goewitta Gozenberg, Truitje, VIII: 44 Graaf, de: Graaff, W.C. de (uitgever te Haarlem) Graaf, D.A.J.B. de, XXI: 805; XXII: 202 Graaf, Jean R. de, III: 392 Graaf, Reinier de, VII: 768n Graaff, van de (secretaris financiën, 1842), VIII: 97 Graaff, A. de, XIX: 792 Graaff, Adriana S. de, XI: 72, 795n Graaff, Charlotte de, X: 537n, 597n, 604n, 640+n, 646+n, 715n, 739b; XI: 71+n, 72, 73, 76n, 81n, 82, 105, 106, 111n, 115, 122, 138, 139, 143, 154, 204, 210, 230, 232, 233, 301(?), 791b, 795n; XIX: 119, 131, 194, 201+n, 230, 398, 429; XX: 299(?), 300(?) {==378==} {>>pagina-aanduiding<<} Graaff, W.C. de (uitgever te Haarlem), II: 679; VII: 680; XVII: 742, 743; XVIII: 467; XIX: 371, 690, 691, 669, 798+n; XX: 196, 200, 246, 250+n, 291, 309, 326+n, 330, 346, 349; XXI: 94; XXIII: 155+n Graafland, N., XXIV: 550+n Grabow, Wilhelm G., XI: 626; XII: 87 Gracchus, Tiberius en/of Gaius Sempronius, II: 776n; IV: 775n; VI: 787n; VII: 256, 765n; VIII: 366; IX: 165, 602, 614 Graeff, Jacob de, III: 224 Graeff, Pieter de, III: 223 Graevestein, Adriana, VIII: 461n, 688n; XXIV: 554n Graevestein, Willem C., VIII: 461n, 688n, 691n; IX: 322 Gräfer, XI: 727 Graff, Carl, XII: 571 Gram, Johan, XII: 306n, 432+n, 488, 512, 539; XVI: 538; XVII: 154; XVIII: 206; XXIII: 510 Snuifdoos, de, XII: 307+n, 432+n, 488, 539 Grammond-Caderousse, hertog van (eig.: Gramont-Cadarousse), V: 209 Grammont, Jacques Ph. Delmas de, I: 185, 560n Gramont, Antoine A.A., hertog van, XIII: 401 Granada, A.N. de, XXII: 291 Granier de Cassagnac, Bernard A., IV: 269, 770n; IX: 138+n Grant, Ulysses S., IV: 69, 775n; XI: 782+n, XV: 99+n Graphic, the (periodiek), XXIII: 237 Gras, Antoine J. le, IV: 688, 719; VI: 375, 435, 437, 444, 788n, 792n, 804n; XI: 436; XVII: 112n, 229n, 254+n, 259-261, 262, 267, 282, 288, 298, 317, 318, 321, 324-327, 332, 333, 334, 337, 339, 341, 342, 343, 345, 346, 351, 356, 360, 361, 372, 375, 376, 382, 383, 386, 387, 388, 390, 395-397, 400, 401, 403, 404, 412, 415, 416, 423, 427, 429-431, 439, 440, 444, 445, 449, 451-453, 457, 470-472, 475-479, 483, 484, 487, 489, 490, 493, 500, 504, 509, 513-516, 531, 532, 545, 548, 549, 550, 566, 582, 596, 608, 613, 614, 616, 617, 618, 623, 629, 632, 637, 638, 640, 646-650, 659-665, 683, 691, 706, 708, 712, 713, 715, 719, 725, 748, 756, 778, 779, 788, 794n, 795n, 796b, 797n, 799n; XVIII: 22n, 25, 35, 37, 41, 43, 81, 88, 96, 98+n, 101, 102, 107, 109, 146, 152, 157, 165, 172n, 199, 247n, 250-252+n, 308, 324, 336+n, 405, 413, 515-517+n, 547, 553, 731, 734; XIX: 22n, 45, 46, 49, 50, 64, 65, 79, 89, 95, 102, 106, 107, 115, 149, 162, 203, 259, 273, 274, 315, 323, 361, 378, 390, 399, 414, 424, 607, 608, 736, 749+n, 757+n, 758, 769+n, 870+n, 886, 971n, 972n; XX: 9n, 173n, 571+n, 592n; XXI: 707; XXIII: 206n, 263n, 347n, 397, 773n; XXIV: 392, 470, 471; XXV: 88, 89, 90, 109, 149, 238b Gras, Jan, III: 583n; VI: 433; IX: 153 Graser, XII: 127 Grau(e)l (koetsier), XXIII: 198, 631, 632; XXIV: 262 Grauw, mej. de, XXIII: 762 Grave, I.H. de, IX: 90 {==379==} {>>pagina-aanduiding<<} Gravenhaagsch weekblad, 's (periodiek), XIII: 650, 724n Gravenhaagsche nieuwsbode, de 's-(periodiek), X: 498+n, 731n; XXIV: 316 Greebe, A., XVII: 114 Greef, J.C.C. de, XXI: 157 Greeve, XII: 376 Gregorius VII, paus, II: 432; XXIV: 211+n Grelot, le (periodiek), XIV: 576 Grenzboten, die (periodiek), XIII: 50 Gresik, regent van, XV: 194 Gresser, von, XIII: 700, 702 Gretchen (kindermeisje van Woutertje), XIX: 699+n, 702+n; XXI: 381, 401, 413, 428-430, 462, 511 Grétry, André E.M., XXII: 479n -zie ook onder: Masson de Pezay, Alexandre Greve, Arnoldus, VIII: 700n Greve, W.H. de, XXIII: 709n Oembiliën-kolenveld in de Padangsche Bovenlanden, het, XXIII: 709n Grey, Charles, 2nd earl, V: 357 Grieben, Hermann, XII: 536, 537, 771; XIV: 144, 145 Grignan, Françoise M., gravin van, IV: 786n Grillo, Giulano, markies del, X: 744n Grimm, Friedrich M., baron, IV: 706, 775n; XIX: 174, 194, 386, 534, 723 Correspondance littéraire, philosophique et critique adressée à un souverain d'Allemagne, IV: 775n Grimm, Wilhelm en Jakob L.K., XIII: 412+n; XXI: 522; XXIV: 505n Deutsches Wörterbuch, XIII: 412+n Groen (G. te Utrecht), X: 630 Groen, Salomon J., XI: 546; XXIV: 598, 599 Groen van Prinsterer, Guillaume, II: 353, 354, 503, 504, 780n; III: 9, 146, 177, 395, 429, 604n; IV: 269, 768n; XI: 284, 748, 791b; XIV: 472; XV: 241, 774, 778; XVI: 267; XVIII: 667; XXII: 488; XXIII: 224+n; XXIV: 696 Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau, IV: 18, 768n; XI: 792n; XXII: 488 Groeneman, Jan, VIII: 44 Groeneveld, XXIII: 320 Grollmann, von, XII: 777 Groninger courant (periodiek), XVII: 718; XIX: 303a, 327; XXIII: 430, 431, 708; XXIV: 35 -zie ook: Nieuwe Groninger courant (periodiek) Groninger weekblad (periodiek), XXIII: 727, 730+n, 740a, 765a; XXIV: 29+n, 146a, 236a, 360a, 388a, 391a; XXV: 238n Grooff, Jacobus, VI: 322, 787n; VIII: 610+n Groot, S., VIII: 55 Groot, de, XIV: 54 Groot, ds. de, XIX: 792, 793 Groot, C. de, XXII: 497+n Groot, Hugo de, I: 442, 481; II: 211, 780n; III: 95, 604n; IV: 233; V: 589; IX: 111, 115; X: 151; XII: 184; XVII: 781; XXII: 464, 465; XXIII: 180; XXIV: 32 De jure belli ac pacis, II: 211, 780n; XXII: 464, 465+n Groot, Jeanne de, XXIV: 407 {==380==} {>>pagina-aanduiding<<} Groot, Johannes G. de, XX: 406 Groot, Pieter de, IV: 128 Groot placcaetboek, IV: 505 Groote, Alfred, XII: 280, 302 Gross (Cross, Joh. W.), XXIV: 47 Gross, von, XVI: 176; XXV: 228 Grosz, August, XXI: 299 Groustra, XXI: 491+n, 492 Groustra, A.J., XXIV: 191 Grundzüge der Geselschaftswissenschaften, oder physische, geschlächtliche und natürliche Religion..., II: 686; XIV: 618, 621, 622, 625; XV: 43, 50, 53, 55, 57, 61-63, 68 -zie ook: Elementen der sociale wetenschap, de Grünewald, XII: 56 Grünholtz (deurwaarder te Padang, 1844), VIII: 382n Gruijter, Jan de, XXIII: 291a, 296 Grijn, Jan E., XI: 481, 482 Gryseels, XIII: 279 Guardia, Joseph M., XVI: 698 Guatemozin, koning der Azteken, V: 60, 410, 739n Gubner, fam., XV: 591 Guêpes, les (periodiek), V: 744n; XII: 292n; XIV: 605n Guépin, Ange, III: 229 Guepin, W.J., XXIII: 506 Guerrini, XIV: 278 Gugel, Franz W.C.C., vrijheer von, XIX: 972n; XX: 451; XXII: 52n, 531, 538; XXIII: 546, 547 Gugel-Bermann, Adelheide K. von, XVIII: 208n; XIX: 168n, 379, 380, 590, 601, 610, 972b; XX: 131, 133, 134, 141, 146-148, 150, 152, 450, 451+n, 453; XXII: 514n, 527n, 531, 533, 538, 584, 675; XXIII: 153, 310, 546-548, 550-554, 609 Gugern, von (Gagern, Friedrich B. van?), XX: 205 Guhl, Ernst, III: 425, 604n Guillaume, Nicolas, VIII: 98n, 124, 696n Guise, Hendrik I, hertog van, III: 604n Guizot, François P.G., III: 97, 151-153, 157, 181, 604n; IV: 459, 775n; VI: 717; XI: 350+n, 358; XIII: 532n; XV: 250; XVIII: 566+n; XXI: 120; XXII: 94+n Mémoires pour servir à l'histoire de mon temps, XI: 358; XVIII: 566+n Projet de mariage royal, un, III: 181 -met Pauline Guizot: Abailard et Héloïse, essai historique, VI: 717 Guizot, Pauline, VI: 717 Gulcher, C.F., X: 438, 464; XI: 19 Guldenarm, XIII: 274, 277, 279 Gulick, W. van (uitgever te Den Bosch), XVI: 168 Gulik, W. van, XXIV: 670 Gulik en Kleef, Johan Willem V, hertog van, XIII: 544n Gunne, A. ter (uitgever te Deventer), XI: 325, 382, 404; XVII: 188; XVIII: 671 Günst, Frans C. (uitgever te Amsterdam), I: 547n, 557n; II: 21, 161, 205, 304, 345, 348, 678, 732n, 790n; III: 230, 414, 604n; IV: 266, 735n; X: 110+n, 181n, 407, 425n, 470n, 477, 481n, 483, 484n, 487, 489, 490, 491, 492n, 497, 498, 500, 501, 503, 504, 506+n, 507, 510, 513, 543, 544n, 609, 611, 612, 616, 629, 710, 725n, 731n, 732n, 739b; XI: 32, 51, {==381==} {>>pagina-aanduiding<<} 92+n, 143, 225, 255, 330, 350, 406, 474, 539, 540, 542, 676, 696, 701, 788n, 792b; XIII: 300, 612, 633, 634, 637, 650, 658, 706; XIV: 189, 190, 192, 252, 285, 603; XV: 35, 36, 82; XVIII: 175n, 343n, 355, 362, 369, 384, 727, 797n; XIX: 972n; XX: 390; XXIII: 19n, 276n, 498, 499, 504, 541+n, 542, 560-562, 774b; XXIV: 165, 319, 320 Günst-Schrijver, Catharina F., XVIII: 343; XIX: 138; XXIII: 198, 234, 276n, 498, 499, 542, 561, 774b Guretzki-Cornitz, B. van, XVII: 311 Gustaaf Adolf, koning van Zweden, V: 341; VI: 64, 787n; VII: 771n; XII: 507, 635; XIV: 153 Gustaaf Adolf-Kalender, XII: 94, 124 Gutenberg, Johannes, III: 333, 604n, 611n; XVII: 399; XIX: 642; XX: 126, 127; XXI: 437 Guttierez, XII: 458 Guijkens, C.B.W., XI: 331 Gijsbert Japicx (rederijkerskamer te Sneek, zie ook: Sjucht en Rjucht...), XIV: 230+n, 247+n, 554+n; XV: 336; XXIV: 279n, 669n, 670 Gijsberti Hodenpijl, Albert A., IX: 253, 260, 262, 264+n, 276, 277, 281, 696b Gijsberts, Johanna M., VIII: 24 Gijsbrecht IV van Amstel, VI: 505, 519 Gijselaar Talbot, P.H. de, VIII: 47 H.: Amorie van der Hoeven, Herman A. des H., mw., IX: 97 H., v.d., XXV: 20 ‘20 Jaar in Rusland’, XXV: 20 H.v.d.G. jr. (ps.), XIX: 824+n Open brief aan de redactie van het zondagsblad, naar aanleiding van eene recentie over de ‘voordracht’ gehouden door Multatuli, den 17den Maart ll. in de zaal van 't Nut a/d. Oppert alhier, XIX: 824+n Haafner, Jacob G., IV: 82, 776n; V: 159, 740n Reize te voet door het eiland Ceylon, IV: 776n Haagen, J.J. van, XIII: 281 Haagsche courant (periodiek), XXIV: 98a, 193a Haagsche hopjes: Vluchtig, Piet (ps. van: Smit Kleine, Frits) Haagsma, N., XIII: 235n Haak, B. v.d., XXIV: 489 Haakman, XXI: 800; XXII: 227 Haan, Romke E. de, XIX: 644+n Haan Hettema, Montanus de, XVIII: 417 Haanman: Haakman Haar, Bemard ter, XII: 489; XX: 540+n; XXII: 177 Wachters op den morgen, de; leerrede over psalm CXXX vs. 6b, XII: 489 Haas, de (marine-officier): Haes, R.L. de Haas, de (advocaat te Amsterdam), XX: 265 Haas Az., Ph.A., XVI: 311n Haas, G.H.F. de, XIV: 46 Haas, Hendrik de, XXI: 234; XXII: 341, 420, 430; XXIII: 264, 265, 266, 287, 298, 341, 346, 402, 493, 725, 739, 759; XXIV: 403, 410; XXV: 211, 213, 231 {==382==} {>>pagina-aanduiding<<} Haas, Jacob H. de, XVII: 794n; XVIII: 797b+n; XIX: 23n, 45, 66, 75, 77, 92, 160, 172, 275, 368, 369, 411, 509, 519, 973n; XX: 169n, 181, 193, 214, 226, 430, 444, 591n; XXI: 19n, 21n, 44+n, 60, 79, 167, 202, 238, 239, 244, 245, 254, 267, 277, 278, 393, 446n, 527, 675, 677, 682, 683, 758, 759, 805, 812n; XXII: 22n, 23n, 169, 170, 247, 248, 250, 341, 350, 351, 358, 359, 365, 368, 370, 379, 380, 408, 425, 429, 439, 440, 451-455, 484, 495, 498, 557, 572, 587, 590, 611, 636, 637, 681, 725, 741, 786b; XXIII: 20n, 35, 47, 56, 88, 341, 345, 492, 493, 494, 496, 511+n, 602, 738, 744, 758, 759, 774b; XXIV: 22n, 27, 30, 45, 48, 52, 59, 61, 63, 67, 117, 245, 247, 251, 329, 331, 353, 385, 393, 402, 436, 438n, 452, 455, 456, 489; XXV: 210, 212, 213, 214, 232, 234+n, 237n Geschiedkundig onderzoek omtrent de hypermetropie en hare gevolgen, XVIII: 797n Haas, Karel de, XXI: 234, 596, 675; XXII: 341, 387, 414+n, 420, 428, 442, 779; XXIII: 287, 288, 493, 508, 739, 758, 761; XXIV: 30; XXV: 208, 212, 231, 234 Haas, Lina de, VIII: 42n; XXI: 234, 268, 270n, 274, 275+n, 401, 527, 529, 675; XXII: 248, 382, 387, 413+n, 414+n, 428, 498, 515n, 651-653, 656, 658, 662-664, 666-668, 669, 670, 678, 679, 681, 682, 705, 706, 721, 722+n, 725, 741, 744, 745, 751, 752, 779, 786n; XXIII: 127, 131, 221, 298, 402, 508, 535n, 607, 629, 630, 718, 745, 759, 761; XXIV: 246, 247, 452, 485; XXV: 225, 226+n Haas, Riekje de, XXI: 180, 529, 675; XXII: 248, 387, 388, 414+n, 572, 769, 778, 780, 781; XXIII: 36+n, 127, 131, 493, 508; XXV: 212 Haas-Hanau, Gosewina C. de, XVII: 794b; XVIII: 797b; XIX: 23n, 45, 55, 75, 77-79, 157, 364, 939, 973b; XX: 104, 283, 284, 497, 592b; XXI: 20n, 26n, 32, 44, 45, 69, 70, 79, 180, 181, 275+n, 499, 593n, 688, 743n, 812b; XXII: 22-24n, 243(?), 368, 395, 390n, 400, 402, 408, 447, 513-515n, 557, 561+n, 567, 579, 786b; XXIII: 20n, 21n, 33n, 39n, 44, 51, 65, 78, 92, 215n, 279n, 496, 497, 534n, 619, 629, 646, 774b; XXIV: 21n, 22n, 24n, 25n, 117n, 140, 218, 246n, 277, 497n; XXV: 144n, 147n, 210, 223, 237b Haastert, XIV: 37 Habbema, XIII: 257 Habell, E., XXII: 291 Hachette, Louis (uitgever te Parijs), XI: 404; XXI: 784, 786; XXII: 95, 564, 565; XXIII: 383 Hack van Outheusden, Ph., XXIII: 716+n Hacke, Hans C.F., IV: 24 Hacke van Mijnden, Conrad J., XVI: 319+n Hadermann, XIII: 404 Hadstron, mw., II: 19, 172 Haeckel, Ernst, XXI: 178+n, 186, 221; XXV: 97+n Haeften, Hendrik T. van, VIII: 47 Haemstede, Witte van: Witte van Haemstede Haersolte, Coenraad W.A., baron van, X: 417n, 739b; XIII: 199n {==383==} {>>pagina-aanduiding<<} Haes, R.L. de, IX: 97; XX: 439; XXI: 796; XXII: 71; XXV: 86 Haeseker, J., XVI: 217 Haeseker & Woest (drukkerij te Haarlem, zie ook Woest, W.H. & co.), XV: 89, 129, 131, 142+n, 143, 162, 171, 179+n, 181, 196, 203, 212, 217, 222, 224, 235, 253, 278+n, 292, 339, 401, 436+n, 438, 440; XVI: 54+n, 168, 194 Haffmans, J.A.L., XIV: 73 Hâfiz, XIX: 554, 563 Haga, Anthonie, IX: 640; X: 303 Haga, Hendricus, X: 303, 305, 739b Hagar, mw., XVI: 518 Hageman JCzn., J.H. (zie ook onder ps. Javanus), XIV: 379+n, 536-540+n, 544a, 546, 560+n; XXIV: 573 Hageman, Johannes M., XXI: 26n, 332-336, 338 Hagen, XX: 54 Hagen, Adolf H.W., XIII: 502, 503 Hagen, Gotthilf, XII: 225 Hagen, Nans ten: Sandrock-ten Hagen, Nans Hagenbergh, XIV: 561 Hageveld, van, XIII: 131n Haghen, Steven van der, XXII: 675+n, 676, 678, 687, 734, 735 Hagiosimandre (ps. van G. Broens jr.), II: 206, 294, 305, 659, 781n; X: 380n, 513n, 516, 521a, 628, 731-733n, 737n; XI: 80, 788n, 792n; XII: 312; XXIV: 583a, 585a, 595 Max Havelaar!, een beroep op de Nederlandsche vrouwen, II: 294; X: 513n, 514+n, 515, 516, 517, 518, 521, 732n Papillotten van Oom Geurt, II: 781; III: 568n; X: 676n, 726n, 731-733n; XI: 788n Hahnenbein, XIX: 81, 83 Haighton, Elise A. (zie ook onder ps. Hroswitha), XVI: 638, 703n; XVII: 183n, 236, 734; XXII: 717; XXV: 77n Open brief aan dr. D.J. Steyn Parvé, XVII: 190+n Halben, Johannes H.F., XII: 229 Halberstadt, XX: 235+n, 301 Halberstadt, Abraham, X: 272+n, 278, 279, 739b; XI: 31, 32, 786n Standbeeld voor den graaf van den Bosch, een, XI: 31 Vrijmaking der slaven in Suriname en de opheffing van het meesterschap volgens de staatscommissie, XI: 786n Halenza, Karl, XXI: 676n Halévy, Ludovic, III: 600n; XV: 451; XXIII: 219n Juive, la (opera), III: 341, 600n -zie ook onder: Meilhac, Henri Halewijn, M.H. (resident van Batavia, 1839), VIII: 75 Halil, Mohammad, V: 479 Hall Azn., Maurits C. van, X: 511, 553, 555 Hall, Adriaan van, XI: 792n Hall, Floris A. van, I: 570n; II: 353, 354; III: 146, 605n; VII: 37, 39, 42; X: 511, 744n; XI: 284; XIV: 677n; XV: 430+n Hall, Jacob van, XIV: 677n Hall, Jacob N. van (zie ook onder ps. Fantasio), VI: 374, 375, 788n, 802n; XIV: 611n, 677b; XV: 429n, 551n, 658a, 662, 672, 673, 684, 699; XVII: 9n, 18n, 71a, 72, 73, 80, 91, 156a, 158, 210, 230n, 329n, 348, 388, 436, 437, 444, 456a, 458, 471, 491, 496, 540a, 546, 556, 557; XVIII: 21n, 23n, {==384==} {>>pagina-aanduiding<<} 117a, 119a, 136, 144n, 165, 179n, 199, 252, 275n, 281, 406, 525, 559n, 560, 798n; XIX: 92, 95, 96, 105, 112n, 155, 365, 411, 413, 420, 422; XXI: 795, 805; XXII: 169, 274; XXIV: 23n, 224, 245, 344a, 347, 353, XXV: 141 Dichters van dezen tijd (bloemlezing), XIV: 677n Hall, M.J. van, XII: 291 Hall, Maurits C. van (1768-1858), VI: 414, 788n Hall, Maurits C. van (1822-1889), XI: 792b Hall & co., van (commissionair), XI: 792n Hall-Viruly, mw. van, XVII: 658; XIX: 105, 155 Hallenstein, Konrad A., XV: 302 Hallum, van, XIV: 149 Halma, François, VI: 622-624, 672, 673, 788n Hamacher (horlogemaker), XXIV: 558 Hamacher, Adam, XIX: 81-83 Hamacher, Christian, XVII: 48n; XIX: 81, 83 Hambroek, Antonius, XXII: 691+n Hamburger Nachrichten (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 ‘Hamé, l'’ (?), XIV: 145 Hamel, Antonius G. van, XIII: 715 Hamelsveld, IJsbrand van, VII: 682 Hamerling, Robert, XXIII: 510 Aspasia, XXIII: 510 Hamers, A.J.F., VIII: 105n Hamilton, Adams and co. (uitgeverij te London), I: 567n; XII: 697 Hamminck Schepel, Annetta, XI: 143, 144, 150, 151, 153-155, 199, 206, 787n, 792b; XIII: 448; XV: 494+n, 501, 509; XVIII: 613n, 670, 671n, 697, 702; XIX: 55+n, 76, 144, 148+n, 206, 391; XX: 141; XXIV: 240+n, 351, 370, 381, 472 Hamminck Schepel, Christina J.J., XI: 206, 207, 789n, 792b; XVII: 776, 777, 797n; XVIII: 671; XIX: 39n, 75+n, 77, 107, 137, 148+n, 151, 203, 204, 222, 273, 276, 442n, 446-448, 451, 456, 457, 479-481, 499, 519, 616, 620, 629n, 680, 684, 698, 702, 710, 728, 736, 771, 789, 801, 835, 836, 840, 877n, 880, 903, 907, 908, 974b+n; XX: 139, 197+n, 237, 303, 316+n, 317, 352, 430, 592b+n; XXI: 21n, 69, 70, 76, 203, 219, 230, 233, 267, 812b; XXII: 337, 457n, 485n, 515n, 612+n, 613, 767, 768, 780; XXIII: 33n, 128, 136+n, 199, 552, 718+n, 739, 740, 775n; XXIV: 39+n, 45, 227, 435n; XXV: 156+n Hamminck Schepel, Elisabeth L. (Betsy), XI: 203, 792b; XVI: 92; XVIII: 330, 331; XIX: 53, 73, 92, 95, 96, 105, 115, 135, 136, 155, 293+n, 294, 352, 361, 362, 364, 365, 391, 399, 413, 481, 501, 722; XX: 197+n, 214, 221, 226, 235, 257, 265, 266, 268, 308, 309+n, 311, 315, 319, 334, 349, 412n, 421, 436; XXI: 24n, 76-78, 82, 97, 103+n, 225, 253, 310, 520, 532-535, 595, 596; XXII: 23n, 388, 414, 415, 428, 439, 441, 453, 454, 459+n, 482, 484, 485, 492, 495, 496, 658, 780, 781, XXIII: 20n, {==385==} {>>pagina-aanduiding<<} 34+n, 36, 39n, 44, 51, 65, 120, 122, 132, 279n, 434, 474, 493; XXIV: 39, 421+n, 422, 423, 435+n, 456 Hamminck Schepel, Frederika M. (Frédi), XI: 172, 206, 210, 213, 791n, 792b; XIV: 128?; XVII: 500; XVIII: 177n, 330+n, 340, 352, 616, 639+n; XIX: 75n, 148+n, 151, 192, 195, 201, 203, 204, 206, 276, 447, 454, 684, 764; XX: 268, 306n, 319; XXI: 53, 61, 69, 70, 76, 98, 308n; XXIII: 20n, 171, 185+n, 187, 188, 196; XXIV: 421n, 461; XXV: 208n Hamminck Schepel, Joannes C.P., X: 540n, 541n, 641, 645, 646, 668, 669, 672, 686, 689, 692, 745n; XI: 76n, 96, 98, 101, 105, 107, 110, 120, 127-129, 143-153, 157, 160, 162, 163, 164, 167, 175, 204, 211, 240n, 361, 491, 803n; XII: 190, 191, 197, 779; XIII: 271; XIV: 88+n, 677b; XV: 379; XVI: 331; XVII: 588-591; XIX: 362; XX: 417 Hamminck Schepel, Johan A. (Albert), XI: 138, 793b, 794n; XV: 571; XVI: 92; XVIII: 45+n, 354+n, 355, 358, 613n, 620, 660, 664+n, 665, 670, 680, 698; XIX: 39, 479+n, 558n, 559, 561; XXI: 24n, 314, 407n, 412, 433, 473, 511, 520, 530-535, 549, 593n, 595, 596, 689, 690, 708, 709, 733, 791; XXII: 30, 58, 308-310, 336, 337, 367, 369, 380, 451, 454, 483, 485, 515n, 533, 568, 577-579, 613, 615+n, 631, 665, 742, 766, 768; XXIII: 66, 96-98, 107, 117, 120, 173, 199; XXIV: 22n, 103, 107, 119, 131, 192, 337, 343, 437; XXV: 196 Hamminck Schepel, Johannes M., XI: 793b, 794n Hamminck Schepel, Maria F.C. (Mimi, zie ook onder ps.: Heloïze) ‘Dagboek’, XI: 127, 128, 129, 136, 137, 138, 147, 154, 155, 162, 168, 175, 188, 204, 213; XV: 9n, 13n, 15n, 31n, 257, 267, 273, 275, 276, 279, 292n, 296, 301, 302, 314, 318, 321, 323, 327, 332, 336, 340, 344+n, 345n, 350n, 362n, 454n, 459+n, 461, 473, 478, 486, 494, 501, 509, 512, 513, 520, 524, 530, 537, 542, 544, 552n, 560, 564, 566, 571, 573, 578, 590, 600, 612, 645, 664, 681, 690+n, 699, 700, 702, 708, 717, 724, 726; XVI: 14n, 55, 68, 92, 142, 164, 214; XVIII: 16n, 243, 500, 651; XIX: 16n; XXIV: 361 ‘Mimi's drama’: ‘Twee vrouwen’ (zie onder Heloïze) Hamminck Schepel-Volck, Maria, X: 641, 646, 745n; XI: 76n, 120, 127, 128, 129, 144, 145, 147, 148, 150, 157+n, 162, 200, 213, 216, 788n, 803b; XIII: 336; XIV: 677n; XVII: 588-591; XXIII: 330, 348 Hanau, Gertrude Falkenstein, gravin van Schaumburg, vorstin van, III: 311, 605n; VII: 603 Hanau, Maurits, prins van, XI: 718 Hanau, Wilhelm, prins van, XIII: 218 Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde (periodiek), XV: 37 Handelingen van het negende nederlandsch letterkundig congres, XII: 369a+n, 375a, 41on, 414n, 424+n, 425 {==386==} {>>pagina-aanduiding<<} Handelingen van het tiende Nederlandsch letterkundig congres, XIII: 131n Handels- en effectenblad: Nieuw handels- en effectenblad (periodiek) Handelsblad van Antwerpen, het (periodiek), XII: 98n, 391 Handelsblad voor Passaroean en omstreken (periodiek), XIV: 379n, 545, 560+n ‘Handleiding der bouwkunde’ (voor kadetten), XV: 479, 484 Handleiding tot de Aardrijkskunde van Nederlands Oostindische bezittingen, VIII: 306-307; IX: 245-247 Hanegraat, Thomas C.M., IX: 260, 261; XXIV: 549+n Hanegraat, mw. Thomas C.M., IX: 260 Hanger, Meindert L., VIII: 33 Hanlo, XIV: 47 Hannibal, II: 781n, 792n; IV: 569, 774n, 776n, 789n; V: 735n, 754n; VII: 646; VIII: 466; XV: 758+n Hannover, Frederika, prinses van, XII: 571 Hannover, koning van: Georg V (etc.) Hannover, Maria, koningin van, XII: 222, 292, 302 Hannoversche Allgemeine Zeitung (periodiek), XII: 302 Hansen, P.C.C., XI: 472, 475, 478; Hansen, W.E.C., VIII: 68n Hapankira dit Tagajandang, djogoegoe, IX: 92 Hardenberg, Hermanus, XI: 325, 326, 340n, 342, 406, 793b; XXIV: 608n Hardenbergh, A. van, XX: 548+n Harder, G., XVI: 83+n, 121 Open brief in zake J.C. Zaalberg Pz. contra Y. Brandes, XVI: 83+n, 121, 398 Hardouin, E., XVIII: 376-378+n Java. Tooneel uit het leven, karakterschetsen en kleederdrachten van Java's bewoners, in afbeeldingen naar de natuur geteekend door E. Hardouin, met tekst van W.L. Ritter en een voorwoord van M.T.H. Perelaer, XVIII: 376+n Haren, Onno Z. van, V: 651; XV: 58-60+n, 63, 64, 68; XVII: 188, 764; XVIII: 184; XXI: 58; XXII: 253+n Haren, Willem van, VIII: 55n Harkort, Friedrich W, XI: 719; XII: 87, 352, 422 Harling, von, XIII: 46 Harlinger courant (periodiek), XIII: 273a+n; XIX: 762n, 799a, 807a; XX: 422n, 437a; XXI: 172n, 173a, 176a Harmodius, VII: 256, 766n Haroen al Raschid, kalief van Bagdad, III: 175, 605n; XIX: 80, 84 Harold I, koning van Engeland, V: 268, 740n Harre, Pieter, VIII: 678; IX: 100, 101 Harries, Heinrich, V: 741n Harro (ps.?), XX: 440a, 442 Harst, L.J. van der, XXII: 258, 276 Hart, de, X: 122, 123 Hart, Alexander van der, XX: 204, 286 Hart, C. van der, IX: 96n; XXV: 84, 85 Harte, Francis Bret, XVIII: 660, 661 ‘Coquelin’, XVIII: 660 {==387==} {>>pagina-aanduiding<<} Harte, P. (boekhandel te Bergen op Zoom), XIX: 389, 753 Harten, C. van, VI: 169 Hartevelt, IX: 66 Hartevelt, Adrianus, III: 275 Hartgens, XVII: 286 Harthoorn, S.E., XI: 510n Harting, Dirk, XIII: 650 Harting, Paul Friedrich von Hellwald's natuurlijke geschiedenis van den mensch. Vrij vertaald door Paul Harting, XXII: 489 Harting, Pieter, IV: 718; XIII: 650; XIV: 465, 467; XVI: 107, 699; XVII: 286, 290; XXI: 719+n, 751 Hartkopf, Andreas, XXI: 301 Hartkopf, Johann, XXIV: 260 Hartman, Engelina H.M.H., X: 314, 315, 316, 471 Hartman, Evert H., XI: 471, 483, 555 Hartmann, Eduard von, VI: 378, 788n; XV: 244+n, 544; XVI: 108+n, 700; XIX: 217, 267, 467, 488, 717, 724; XXI: 213; XXIII: 605+n Philosophie des Unbewussten, VI: 378, 788n; XIX: 217 Hartman, gebr. (uitgeverij te Den Haag), XV: 161 Hartmann, Karl R.E. von: Hartmann, Eduard von Hartog, Jan, VII: 679, XVI: 297, 298, 398, 656; XVIII: 506+n, 554, 595; XIX: 614, 616, 618; XXIII: 648+n Spectatoriale geschriften 1741-1800: VII: 679; XVI: 297, 398, 656+n; XVIII: 506, 554, 595; XIX: 614, 616; XXIII: 647n Hartogh, H.A. (officier van justitie), XI: 330; XII: 582n, 586+n Hartogh Heys van Zouteveen, Hermanus, XIV: 159-167, 189+n, 190; XVI: 107; XX: 377+n, 399, 418; XXI: 491n, 514+n, 652, 677, 782+n, 805 Hartsen, jhr. Cornelis, X: 132, 135, 144, 146, 147, 155, 157, 158, 163, 168, 169, 174, 175, 179, 184, 189+n, 190, 192+n, 203, 204, 211, 223, 233, 235, 255, 267, 739b; XI: 392, 677; XIII: 555n, 566, 568 Hartsen, jhr. Frederik A., VII: 463; XIII: 296n, 312, 586+n, 588, 723b; XIV: 37a, 66a, 149a, 258a, 677b; XV: 240, 301n, 315, 318, 395; XVI: 521, 529; XIX: 180n, 329; XX: 329+n, 447; XXII: 785n; XXIII: 656n; XXIV: 704, 705, 707, 708, 711, 125, 126 Nederlandsche toestanden. Uit het leven van een lijder, VII: 463 Waarom studeren wij?, XXIV: 595 Harttenroht, P., XI: 330 Hartzen, gebr. (wisselkantoor te Amsterdam), XI: 726 Hartzfeld, V: 483; IX: 260 Hasebroek, Johannes P. (zie ook onder ps. Jonathan), VI: 750, 788n; VII: 147; IX: 151n; X: 307+n; XVI: 297, 299, 301, 305; XVIII: 206, 528; XXIII: 461, 510 ‘Aan een dertienjarig meisje’, VI: 750; X: 304n Poëzy, X: 304n Häser, Heinrich, XXIII: 524 ‘Epidemiologie’ (Lehrbuch der Geschichte der Medizin und der epidemischen Krankheiten), XXIII: 524 {==388==} {>>pagina-aanduiding<<} Haspels, Coenraad, XIX: 23-25n, 144, 161, 162, 192, 205, 224, 225, 272n, 277, 281, 282, 289, 294, 326, 328-330, 331, 332, 396, 412, 421, 424, 426, 427, 446, 474, 475, 497, 506, 517, 519, 549, 559-563, 609, 667+n, 973n; XX: 177+n, 180, 224, 432; XXI: 195+n, 439, 550, 551; XXII: 242, 276, 279, 282, 298, 436, 630, 695; XXIII: 170, 348, 350, 549, 550 Haspels, Derk J.A., VI: 375, 788b; XI: 436; XVII: 385, 388n, 397, 404, 431, 434, 435, 439, 447, 449, 457, 468, 475, 479, 481, 483, 489, 490, 493, 497, 500, 504, 544, 548, 566, 576, 583, 614, 627, 629, 638, 717, 724, 795b; XVIII: 81+n, 96-101+n, 109, 119, 146, 157, 337, 517, 548, 798b; XIX: 40; XX: 193, 250, 386+n, 432, 433, 572; XXI: 438, 528, 550, 707, 805; XXII: 282, 298, 358, 630; XXIII: 94, 146, 170, 172, 187; XXV: 138, 150 Haspels, J. (mw. Dirk), XI: 436; XX: 432; XXIII, 170 Haspels, Jacob M. (Jaap), IV: 688, 719; VI: 375, 788b, 792n, 804n; XVII: 112n, 147, 229n, 254, 259-261, 262, 267, 282, 283, 288, 298, 310+n, 317, 318, 321, 332, 333, 334, 337, 339, 341, 343, 345, 346, 347, 350, 351, 356, 358, 360, 361, 387, 390, 395, 396, 400-403, 412, 423, 429-431, 434, 439, 440, 449, 450, 452, 453, 457, 470-472, 475-479, 487, 489, 493, 500, 513-516, 531, 544, 548, 549, 564, 596, 608, 613, 614, 617, 623, 628, 629, 632, 637, 638, 649, 659-661, 683, 706, 712, 715, 719, 724, 748, 779, 794n, 795b+n, 796n, 797n, 799n; XVIII: 10n, 21n, 25, 37, 81+n, 96, 102, 152, 172n, 199, 247n, 250, 308+n, 413, 515, 553, 798b; XIX: 21n, 22n, 26n, 40, 43, 45-47, 49, 50, 64, 65, 79, 87, 89, 91-93, 95, 102, 106, 107, 115, 134, 139, 144, 147-149, 152, 156, 162, 185, 192, 203, 204, 209, 225, 257, 259, 273-275, 289, 315, 323, 326, 344, 352, 361, 378, 390, 399, 406, 414, 421, 422, 424, 426, 430, 446, 447, 474, 479, 497, 516, 519, 549, 550, 553n, 564, 604n, 607, 616, 628n, 651, 659n, 663, 667+n, 681, 684, 685, 690, 691, 698, 699, 702, 703, 707, 709, 710, 736, 748n, 758, 764, 766, 844n, 863, 906, 907, 921, 971n, 972n, 973b; XX: 9n, 112, 113, 123, 142, 157, 158+n, 168-170n, 173n, 1750, 179, 181, 192, 194, 196, 197, 212, 226, 227, 235, 237, 238, 264, 266-268, 283, 284, 291, 304+n, 305, 309, 317, 327, 330, 333, 349, 351, 387, 388, 395, 396, 412-414, 434-436, 444, 455, 463, 464, 575, 592b; XXI: 19-21n, 29, 34, 53, 54, 69, 77, 80, 83, 84, 85, 98, 138, 202, 254, 677, 707, 805, 812n; XXII: 23n, 59, 295n, 350, 365, 515n, 669, 786b; XXIII: 19n, 20n, 51, 82n, 89+n, 187, 188, 199n, 263, 279n, 347n, 397, 536n, 773n, 774b; XXIV: 206, 245, 246, 329, 392; XXV: 88, 89, 90, 151, 208+n, 238b Haspels, de dochter van Jaap, XXII: 282, 298; XXIII: 170 Haspels-Valois, Lina, XIX: 162, 282, 553n, 563, 944; XXI: 550; XXII: 282, 298; XXIII: 170; XXV: 159 {==389==} {>>pagina-aanduiding<<} Hasselaar, Kenau Simons, VII: 256, 766n Hasselman, B.R.P., XII: 244+n, 318 Mijne ervaringen als fabriekant in de binnenlanden van Java, XII: 244+n, 318 Hasselman, Johannes J., I: 373, 554n, 560n; III: 403, 605n; V: 390; XII: 306, 553, 591, 600n, 657, 659, 675, 676, 682, 683, 691, 696, 706-710+n, 712, 717, 719, 720, 727n, 728, 733, 737, 751, 752, 766, 772, 778, 796b; XIII: 161n, 187n, 209, 262, 293n, 676; XIV: 73, 221+n, 283, 637, 650+n; XV: 95; XVI: 17n, 270n, 522+n, 523; XIX: 619; XXI: 608-610+n, 612-614; XXIV: 647+n Hasselo, P., XVIII: 482 Hasselt, A.L. van, XXII: 424+n -zie ook onder: Snelleman, Johannes F. Hasselt, Johannes W. van, III: 260 Hasselt, Mr. J.C. van: Hasselt, Willem J.C. van Hasselt, Willem J.C. van, V: 642, 671; X: 14n, 19n, 48n, 60, 61, 63, 66n, 70, 73, 77, 80, 82, 83, 84, 85, 88, 94, 95, 96n, 98+n, 99, 100, 101+n, 102, 103, 106n, 107n, 109, 110, 116n, 120n, 121, 122, 125+n, 127, 129n, 131n, 133n, 135, 136, 137n, 144, 153, 184, 185+n, 186, 187, 188n, 199n, 223, 233, 267, 272, 274+n, 439, 441, 652, 662, 666, 740b; XIV: 559+n; XIX: 636+n, 637 Hassenpflug, Hans D.L.F., XII: 304 Hastings, Henry W.C.P.M.R., 4de markies van (21ste baron Grey de Ruthyn), XIII: 53 Hastings, Warren, XIII: 565 Haszlocher, XIII: 422 Hatine, IX: 252 Hatmi, goeroe van, IX: 251 Hauser, Kaspar, II: 781n; V: 328, 740n; IX: 196+n; XIX: 402; XXII: 641+n, 642, 644, 684, 696; XXIII: 29+n; XXIV: 288 Haussmann, Georges E., baron, XIII: 402n Havard, Henri, XVIII: 375+n; XIX: 270; XX: 299, 301; XXI: 655; XXIII: 510 Hollande pittoresque, la. Les frontières menacées..., XVIII: 370n Land der geuzen, het, XXIII: 510 Havelaar, D.H., XVII: 575 Haver Droeze, XXIV: 374, 398, 489 Haverkamp (de Hallemannetjes), XI: 368 Haverkorn van Rijsewijk, P., XV: 402a+n; XVII: 348, 349+n, 423+n, 459a, 587; XVIII: 251+n, 252, 516a, 525+n, 549, 551, 555; XIX: 89+n, 582, 886n; XXI: 529+n, 649, 650; XXII: 492+n; XXIII: 82, 92+n, 537+n HaverSchmidt, François (zie ook onder ps.: Paaltjens, Piet), XX: 227 Hawaii, Kamehameha V, koning van (1869), XIII: 422 Haydn, Joseph, II: 15, 781n Schöpfung, die (oratorium), II: 15, 781n Hayez (uitgeverij te Brussel), XIV: 83+n Hazeu, XIX: 595n Hebel, Johann P., VI: 485, 789n Schatzkästlein des rheinischen Hausfreundes, VI: 789n {==390==} {>>pagina-aanduiding<<} Hébert, Stephanus M., VIII: 150, 157, 297n, 688b Hecker, Willem A., XIX: 484+n Hedemann, XIII: 265 Heeckeren, W.R.I.D. van, VIII: 35 Heeckeren van Brandsenburg, Jan van, IX: 274, 276?, 277?; XXIV: 534n Heeckeren van Brandsenburg, moeder van Jan van, IX: 274; XXIV: 553 Heeckeren van Brandsenburg, Wilhelmine van, XXIV: 553 Heeckeren tot Waliën, Constant van (mogelijk is baron Johan C.W. bedoeld), IX: 274; XXIV: 558 Heeckeren tot Waliën, Evert van, XIX: 674 Heeckeren tot Waliën, Johan C.W., baron van, VIII: 455, 465, 475, 489, 493, 503, 508, 603, 607, 611, 614, 642n, 644, 668, 669, 672, 680n, 688b, 699n; IX: 270n, 273, 397n, 659, 696b; X: 19n, 30, 32, 33, 34, 36, 41, 45, 46, 47, 52, 54, 55, 60, 63, 70, 73, 77, 87, 89, 90, 133, 153, 158, 158, 250, 277n, 361, 365, 414, 424?, 455, 474+n, 740n; XI: 382; XIII: 20n, 131+n; XVIII: 323; XIX: 620; XXIII: 119, 121; XXV: 47+n Heeckeren tot Waliën, Ludolf van, XXIII: 119, 121 Heeckeren tot Waliën-van Wijnbergen, Henriëtte Marie van: Wijnbergen, Henriëtte Marie van Heeckeren van Waliën, baron van, XXIII: 119+n, 122, 147 Heekeren, van, X: 270, 271, 475 Heekeren en cie., van, XI: 481, 482 Heel, Willem F.C. van, XV: 218 Heemskerck, Jacob van, I: 561n; XIX: 110, 189, 270; XX: 68, 299, 300; XXII: 677+n Heemskerck van Beest, Jacob E. van, XVIII: 416 Heemskerk, XII: 281 Heemskerk Azn., Jan, I: 388; III: 403, 605n; IV: 125; V: 407, 740n; VI: 173-175, 177, 178, 180, 185; XII: 528, 570n, 574, 589, 590, 591, 634, 696, 701, 702, 708, 731, 733, 796n; XIV: 350, 560, 637; XV: 536, 657; XVI: 681, 682, 732; XVII: 99, 179, 194, 285; XVIII: 317, 552n; XXIII: 82n, 144n, 345, 439+n, 564 Heemskerk Bzoon, Jan, X: 673 Heemskerk, Johan van, XX: 540+n Batavische arcadia, XX: 540+n Heemstra, Schelte van, IX: 260 Heenan, Jack C., X: 242n Heer, de (toneelspeler), XVII: 431 Heer, de (onderwijzer), XXII: 46 Heer, J.A. de (boekhandel te Middelburg), XIX: 196 Heer, Nelly de, XVII: 431, 450, 629, 648; XVIII: 517 Heerdt, J.C.F., baron van, I: 403; IX: 627n; XIV: 669 Heeris, F.J., XVI: 412, 413, 415, 420, 479 Cacographie uit Nederlandsche auteurs. Ten gebruike bij het middelbaar onderwijs, XVI: 412, 413, 420, 479 Heerman, Franciscus, XVI: 299, 399; XIX: 194 Guldene annotatiën, vertoonende de treffelijckste daden, deuchden {==391==} {>>pagina-aanduiding<<} ende sententien der voornaemste coningen, prinsen, philosoophen enz., XVI: 299, 399; XVII: 182 Hees, A. van, XXIV: 488 Heesbeen, Willem van, XIV: 492 Hegel, Georg W.F., II: 781n; IV: 497, 776n; XIII: 42; XIV: 377; XIX: 467, 478, 717, 720, 723; XXI: 40, 120, 190; XXIII: 542 Phänomenologie des Geistes, IV: 776n Hegeman, H.D., XX: 252 Hehanussa, Anna M., IX: 227+n Heidsieck, XVII: 502 Heidsieck & co., Charles, XIII: 29 Heilbron, J.J., XXII: 291 Heilbutt, E.M., III: 230 Geschichte des Rabbi Jeschua ben Joszef hanootzri, genannt Jesus Christus, III: 230; VII: 413; XVI: 298, 301; XXV: 140 Heim, Hendrik J. van, XVI: 681 Hein, Piet P., I: 469, 470; III: 348, 430; XVII: 650; XX: 299, 301 Hein, R., XVII: 112n Heine, Heinrich, I: 132, 137, 465, 527n, 561n; II: 24, 26, 522, 714, 778n, 781n; III: 343; IV: 182, 525, 691; V: 36, 37, 741n; VII: 591; XI: 63; XII: 158n, 166, 488; XIII: 84n; XIV: 616; XV: 161, 312, 416; XVI: 603, 646; XVII: 666, 755n; XVIII: 27, 180, 398, 429, 671-673, 759n; XIX: 126, 271, 466, 658; XXI: 315, 792, 793; XXII: 178, 262; XXIII: 143, 268, 663; XXIV: 133, 136, 154, 155, 349, 372, 446; XXV: 55 Auswahl aus Heinrich Heines Gedichten, XVIII: 671 Buch der Lieder, das, XIII: 84n Lorelei, die, II: 778n Memoiren, XXIII: 143, 144 Reisebilder, XVIII: 180 Heineken, W., XIV: 553; XIX: 476; XXI: 644, 783, 787, 805; XXII: 40 Heinrich III (duits keizer, koning van Bourgondië), IV: 28, 776n Heinrich IV (duits keizer), XXIV: 210n Heinrich VI (duits keizer), IV: 28, 776n Heins, H.J. van der, XXIV: 602 Heinsius, Adrianus, XVIII: 674 Feestrede, gehouden bij het derde eeuwfeest der Leidsche hoogeschool, den 8sten Februari in de Pieterskerk gehouden, XVIII: 674 Heintze, XIII: 106 Heissinger, XVI: 197n Heist, XIX: 165 Hekeren, van: Heekeren, van Helbach, Dirk F.H., IX: 295, 296, 297 Helden, Christiaan van (ook: gebr. van Helden, uitgeverij te Amsterdam), IV: 525, 724n, 736n; VI: 342; XI: 227n, 558, 559, 636, 655, 656, 661, 662, 663, 680, 793b; XII: 26, 32, 34, 35, 42, 53, 64-70, 79, 91, 104, 139, 179, 180, 191, 522, 554, 555, 556n, 601-603, 606, 796b; XIII: 656; XIV: 10n, 15n, 16n, 22n, 23n, 25n, 74+n, 112-116, 118, 123, 124, 128, 129, 138, 140, 142+n, 144-149+n, 151, 152+n, 154, 158, 168+n, 169+n, 171+n, 172, 176, 184n, 188-192, 194n, 196, 198, 199, 204, 205, 210, 215, 216, 227, 230, 239, 247, 248+n, 249n, 251, 252, 254, 261, 271n, 274, 277, 282, 283, 285, 299, 303-305n, 307, 320, 323, 324, 329, {==392==} {>>pagina-aanduiding<<} 341, 345, 351, 405, 406, 427, 452, 488, 500, 522, 531+n, 534n, 542, 548, 551, 553, 555, 557, 558, 564, 567, 568, 573-575, 579+n, 581+n, 582n, 582, 596+n, 599+n, 605, 620, 621, 622, 625, 628, 638, 641+n, 642, 657, 658, 663, 676n, 677b; XV: 38, 83, 95, 106, 110, 117, 128, 130, 142, 143, 162, 169, 173, 179, 199, 200, 210, 284+n, 294, 327, 334, 361, 363, 365, 370, 372, 373, 374, 377, 382+n, 384, 385+n, 389+n, 390, 393, 398, 401, 402, 412, 414, 415, 421, 426, 434, 439, 441, 451, 609, 701, 709, 712, 781, 784; XVI: 45, 95, 101, 239, 300, 301; XVII: 77, 83+n, 360, 588, 589, 616; XVIII: 545+n; XIX: 22n, 23n, 73+n, 159, 160, 162, 175, 176, 177, 178-181, 185-187, 191, 192, 197, 203, 205, 207, 208, 210, 212, 240, 241, 248, 249, 258, 272, 274+n, 276, 277, 293, 294, 329, 332, 352, 360, 362, 364, 365, 375, 390, 400, 406, 420, 421, 428, 430, 441, 445-447, 450, 454, 455, 461, 462, 473, 476, 498, 505, 973b; XX: 255, 282, 491, 501+n, 503 Helden, mw. van, XIX: 224, 1249 Heldersche courant (periodiek), IV: 672, 720 Heldt, Bernardus H., XXI: 805; XXIII: 709+n Helena? (te Rotterdam), X: 42 Heliogabalus (Elagabal, Varius Avitus Bassianus, romeins keizer), XVIII: 57; XX: 117; XXIII: 255 Hellenbroek, Abraham, III: 216, 217, 605n: 293 Voorbeelden der goddelijke waarheden voor eenvoudigen, die zich voorbereiden tot het afleggen hunner geloofsbelijdenis, III: 216, 293, 605n Hellewig, Jurriaan, VIII: 23 Hellwald, Ferdinand H. von, XXV: 20+n Hellwald, Friedrich von, II: 688, 690; VI: 748; XVIII: 195; XXI: 783; XXII: 489 Über Colonien und über die Holländischen Niederlassungen in Ostindien insbesondere, XVIII: 195 Hellwitz, XII: 74 Helmers, Jan F., I: 509, 561n; III: 431; IV: 39-43, 776n; V: 14, 20; VI: 204, 206, 485, 493; X: 162+n; XII: 760, 789; XIX: 132, 140, 145, 230, 300, 306, 931; XX: 207; XXIII: 669, 705+n Hollandsche natie, de, I: 509, 561n; IV: 776n; X: 159n; XII: 760; XXIII: 705+n Helmholtz, Herman von, XXIII: 646+n Handbuch der Physiologischen Optik, XXIII: 645n Helmont, Johannes B. van, IV: 92 Héloise, VI: 716, 717, 778n; XVIII: 51n, 470; XXIII: 641+n Heloïze (ps. van Hamminck Schepel, Mimi), XVI: 557n, 570n, 575, 577, 578, 580, 588, 590+n, 599+n, 600, 671+n, 740n; XVII: 35, 42, 52, 53, 153; XVIII: 206n, 246, 318, 350-352, 432n, 434n, 449n, 452+n, 466+n, 472n, 475+n, 476, 479, 480, 484, 485, 488+n, 502+n, 522, 523, 531+n, 532, 542, 550, 569, 584, 623, 629, 634+n, 671-673+n, 675, 721; XIX: 377, 518n, 896, {==393==} {>>pagina-aanduiding<<} 963; XX: 67n, 577; XXIII: 90, 505, 729 ‘Bezoek te Marpingen’ (vert.), XVIII: 747+n, 786 ‘Conte bleu de bonheur’ zie als Marcella onder Sacher Masoch, Leopold von Eva, XX, 67+n ‘Gelijk hebben’, XVIII: 82n, 94, 95, 124+n, 135, 143, 164, 167, 207, 222, 272, 648; XXV: 138+n ‘Gelukssprookje’, zie als Marcella onder Sacher Masoch, Leopold von ‘Kerstgeschenk / Kerstverhaal’: ‘Twee vondelingen’ (naar James Payn) ‘Met vuur gespeeld’, XVIII: 648+n ‘Twee vondelingen’ (naar James Payne), XVIII: 572, 618, 625n, 637 ‘Twee vrouwen’, XVI: 708, 726; XVII: 194; XVIII: 94, 95, 136, 207+n, 222, 246, 254, 272; XXV: 71+n ‘Vier en twintig uren op reis’, XV: 760; XVI: 28, 31, 46, 116, 125, 147, 213, 557, 575, 590, 620+n, 669, 671, 740, 751+n; XVII: 42+n, 52, 53, 176; XVIII: 222, 272; XXV: 71+n Helvétius, Claude A., III: 229, 605n Helvetius van den Bergh, Pieter T., XV: 393+n, 397, 486, 606, 671+n, 684+n; XVII: 160; XVIII: 247n Neven, de, XV: 393+n, 396, 397, 486, 606, 671+n, 684+n; XVII: 160; XVIII: 252+n, 337 Nichten, de, XV: 392n Helvetius van Riemsdijk, D.C., VIII: 72 Hembyze, Jan van, XII: 391 Hemert, Abraham J.L. van: Langeveldt van Hemert, Abraham J. Hemert, Dirk A. Junius van: Junius van Hemert, Dirk A. Hemert, Joseph J. van, IX: 696n Hemes, XXI: 245 Hemkes Kzn., Hemke, IV: 555, 558, 559, 561, 562, 568, 611, 655, 662; XIV: 532+n; XXII: 503n, 787b Nederlandsch belang, een. De leesboeken voor de volksschool van L. Leopold (de eerste zes deeltjes van ieder der reeksen A en B) beoordeeld, XXII: 503+n Henckel von Donnersmarck, Guido, graaf, XIII: 95, 98 Hendrickx (E. Hendrick), XVI: 360, 386; XVII: 730, 731, 762; XVIII: 44, 101 Hendrik, prinses: Pruisen, Maria E.L.F., prinses van Hendriks, Frederik H., XXI: 319+n, 349 Hendriks, J.L., IX: 251 Hendriks, Jacob L., III: 262 Hendrix, Anna C., XVI: 758n Hengel, W.J. van & A. van Eeltjes (boekhandel te Rotterdam), XVII: 576, 615 Hengst, Johannes B.J. van, IV: 123 Henikstein, Alfred, vrijheer von, XI: 628 Hennig, XIII: 24 Henny, XVIII: 283+n Henny, Carel, XXII: 155 Henri Hamelin (toneelstuk naar Em. Bouvestre), XI: 554 Henri II, koning van Frankrijk, XXI: 478n {==394==} {>>pagina-aanduiding<<} Henri IV, koning van Frankrijk, II: 788n; III: 130, 432, 605n; IV: 15, 90, 776n; V: 60; X: 219+n; XV: 62n; XVI: 275; XVII: 73n; XVIII: 566; XIX: 718, 843; XXII: 518n, 697n; XXIV: 172 Henri Quint: Chambord, Henri C.F.M.D. d'Artois-Bourbon, graaf van Henriques de Castro, D., XXII: 378 Henriques de Castro, N. (Mozes), XXI: 805 Henry, XVII: 103, 730; XVIII: 44 Henry II, koning van Engeland, XV: 480 Henry VII, koning van Engeland, XIX: 556 Henry VIII, koning van Engeland, XIX: 557, 563; XXI: 586 Hensberg (gezagvoerder), IX: 206n Heppe, Heinrich L.J., XI: 708 Heraklitus van Efesus, XIX: 195, 543, 717; XXI: 190, 250 Heraut, de; eene Nederlandsche stem voor Israels koning, het hoofd der gemeente (periodiek), XIV: 362; XXII: 748 Herbert, bisschop van Utrecht, V: 577, 741n Herder, Johann G. von, VII: 365 Herderschee, Johannes (Hooykaas-), X: 305 Heremans, Jacob F.J., XII: 131, 276+n, 299, 376; XIII: 452, 706; XIV: 75, 169, 554; XV: 336, 365; XVI: 100; XVIII: 583a Hergenhahn, XI: 718 Herinneringen van den baron Strik van Linschoten. Naar het Hoogduitsch bewerkt door een staatsman, IV: 96 Herklots, XIX: 411 Herleiding van Guldens in Francs en Francs in Guldens, van 1-1000, X: 678 Herman: Herman H. Holle Herman van Woerden, VI: 519, 559 Hermann (lid Duitse bondsraad), XII: 357 Herment & Blavet (kleermakers te Batavia), IV: 164; IX: 66 Hermes, Johannes T., XVIII: 339n Sophia's reize van Memel naar Saxen, VII: 48; XVIII: 340+n; XX: 208, 233 Hermse (Jannetje?), IX: 280 Hero van Alexandrië, XX: 120 Herodes, koning van Judea, VII: 415, 423, 762n, 766n Herodotus, II: 777n; VII: 576; XIX: 269, 555, 563; XXII: 425 Heros Forma (ps.), XI: 470 Herostratos, XIII: 653+n; XXIV: 317 Herrmann (duits toneelspeler), XI: 94, 479 Herschel, Frederick W., XIV: 82, 83; XXI: 586 Herschel, John F.W., XIV: 377; XV: 56+n Hertsfeld, IX: 239 Hervorming, de (periodiek), XXII: 20n, 106a, 201, 246; XXIII: 246; XXIV: 24n, 230a, 338a, 389a Herwarth von Bittenfeld, Karl E., XII: 29; XIII: 389 Herwerden CHzn., C.H. van, II: 476 Herwerden, J.D. van, IV: 271; IX: 351; X: 673; XIII: 676, 678; XIV: 221+n, 337, 344, 360, 447, 515; XVI: 417 {==395==} {>>pagina-aanduiding<<} Herzog, XII: 764 Hesiodus, VII: 576, 766n; XX: 426 Dagen en werken (Erga kai hemerai), VII: 576 Hessèle, XIII: 194, 195 Hesselink, Wilhelmus H., VIII: 152n, 160, 162, 164n, 188, 199, 201, 203, 204, 212, 215, 218, 219n, 220n, 235n, 249, 250, 252, 253, 260, 265n, 282, 323, 688b Hessen, Alexander, prins van, XI: 636, 700 Hessen, Alice, prinses van Saksen-Coburg, groothertogin van, XI: 632, 705 Hessen, Frederik IV, prins van, XII: 153 Hessen, Karel, prins van, XI: 759; XII: 87 Hessen, Lodewijk, prins van, XI: 699, 700, 759; XII: 39, 47, 57; XIII: 59 Hessen, Ludwig IV, groothertog van, XXIII: 168, 169, 609+n, 628 Hessen, de vrouw van Ludwig IV, groothertog van: Kolemine, Alexandrine von Hessen, Philip, landgraaf van, XV: 368+n Hessen, Wilhelm, landgraaf van, XII: 445 Hessen, Wilhelm, prins van, XI: 759; XII: 87 Hessen-Darmstadt, Lodewijk I., groothertog van, XIII: 67 Hessen-Darmstadt, Lodewijk III, groothertog van, XI: 632, 641, 683, 692, 695, 699, 700, 705, 737, 743, 756, 774, 779; XII: 87, 124, 135, 153, 210, 217, 224, 234, 347, 354, 418, 433, 439, 531; XIII: 38, 67, 72, 618, 621, 627 Hessen-Darmstadt, staatsblad van (periodiek), XII: 652; XIII: 232 Hessen-Homburg, Ferdinand H.F., landgraaf van, XI: 699, 720, 743 Hessen-Kassel, Frederik II, landgraaf van, V: 83, 741n; XI: 759; XVIII: 597 Hessen-Kassel, Frederik Wilhelm, keurvorst van, III: 427, 605n; IV: 44, 45; V: 24, 79, 84, 311; VII: 602, 603; XI: 634, 692, 696, 704, 708, 715, 720, 721, 728, 737, 738, 745, 774; XII: 22, 40, 186, 232, 347, 349, 350, 444, 445, 448, 461, 463, 471; XIII: 133, 154, 157, 194, 218, 314, 359, 421, 469 Hessen-Phillipstal, Ernst, landgraaf van, XIII: 421 Hessische Landeszeitung (periodiek), XIII: 68, 628 Hessische Morgenzeitung (periodiek), XII: 309, 352, 401; XIII: 24, 157, 218, 421 Hessische Zeitung (periodiek), XI: 714 Heteren, J.H. & G. van (boekhandel te Amsterdam), XXII: 156 Hettner, Hermann J.T., XV: 234 Literaturgeschichte des 18. Jahrhunderds, XV: 234 Heukelom, Cornelis van, XVI: 404 Heukelom, Paulus, VIII: 678; IX: 100, 101 Heumann, J.H. Zedekunde van Immanuel Kant in hare beginselen kort en duidelijk voorgedragen, ter bevordering van ware deugd en van zedelijke verlichting, de, XXI: 159, 211, 256, 257 {==396==} {>>pagina-aanduiding<<} Heurtaux, Alfred, XX: 87 Du canceroïde en général, XX: 87 Heusden, VI: 520, 543 Heusden, C.J. van, IX: 713 Gedachte van een geloovige over eene toekomstige geloofsleer, IX: 712 Mijn Christendom, of beknopte aanwijzing mijner opvatting der godsdienstleer, naar de eigen waarden van Jezus Christus. Door een geloovige, IX: 712 XX Stellingen (Twintig stellingen tot aanwijzing der overeenstemming van de christelijke godsdienst met wijsbegeerte en wetenschap, door een geloovige), IX: 712 Heusden, W.C. van (boekhandel te 's-Hertogenbosch), XIX: 388, 754; XXI: 108 Heutsz, Johannes B. van, I: 551n Heuvel, F.A. van den (boekhandelaar te Ravenstein), XVI: 421+n, 546+n; XXII: 188 Heuvel, J.V. van den (boekbinder te Den Haag), XVII: 756, 774, 784, 787; XVIII: 49+n, 61 Heuvel & Van Santen, van den (boekhandel te Leiden), XV: 339, 592, 663, 707, 712+n Heuvell, ds. van den: Hoëvell, Wolter R., baron van Heuvell, van den, IX: 281 Hey'l, XX: 75, 76 Heijberg, P.J., XIV: 46 Heydebrand und der Lasa, Thassilo von, XVII: 322; XVIII: 317 ‘Handbuch’ (Leitfahden für Schachspieler), XVII: 322 Heyden, Karel van der, XX: 129+n; XXI: 541, 638, 639, 684, 726; XXII: 475 Heydenryck, XVII: 180 Heyder, XIII: 404 Heydt, August, vrijheer von der, XI: 720; XII: 147, 232, 548; XIII: 429; XVII: 299 Heije, Jan P., XV: 308, 384; XVI: 145, 147; XVII: 328; XVIII: 284+n; XXIII: 461 Heijermans, Herman, XVII: 797n; XIX: 529+n, 530, 532 Heijink, Gerrit W., VIII: 36 Heykoop, H.L., IX: 316 Heijligers, G., IX: 582 Heyn(s)e, I., XXIV: 398, 489 Heyne, Moritz, XXII: 489 ‘Ulfelas’: Friedrich L. Stamm's Ulfilas oder die uns erhaltenen Denkmäler der gothischen Sprache. Text, Grammatik und Wörterbuch. Neu herausgegeben von Moritz Heyne, XXII: 489 Heijningen, W.H. van, XV: 225, 226, 227, 257, 266, 268 Heyse, J.H.C., XXIV: 331 Heyse, Paul J.L., XIII: 224; XVI: 605; XIX: 960; XXIII: 527+n Kinderen van de wereld, de, XVI: 605 Heyst, David F. van, XX: 407a, 408; XXII: 282a, 284 Heijst, Frans M. van, VIII: 415n, 461n, 482+n, 492, 493, 495, 540, 544, 610, 611, 612, 688b; IX: 281, XV: 515; XVIII: 500 Heijst, Hendrik P. van, VIII: 461n, 688n; XXIV: 554n Hiebink, Hendrik, XXIV: 549+n, 550 Hieronymus, VI: 673; VII: 773n Hilarides, Johannes, I: 561n; VI: 666-669, 672, 674, 676, 677, 678, 680, 751; XVII: 144+n {==397==} {>>pagina-aanduiding<<} Niewe taalgronden der Neederduytsche taal, I: 561n Hildebrand (ps. van Beets, Nicolaas), I: 405; VII: 316; XIV: 271; XVI: 398; XVII: 517; XVIII: 674; XXI: 456; XXII: 114; XXIV: 169, 442, 446, 669 Camera obscura, III: 593n; VI: 780n; XII: 182n; XIV: 271; XVI: 132, 398; XVII: 738; XXIII: 232+n, 237+n, 283, 509, 510, 603n; XXIV: 669; XXV: 201n Hilgers, von, XIII: 76 Hilgert, Peter A., XXI: 298-300+n, 302, 303; XXIV: 262 Hillebrand, Joseph, XV: 245+n Hilman, Johannes, VIII: 60; XV: 35; XVI: 658 Martha, VIII: 60 Hilten, Arend van, XX: 406 Hingst, S.J., XI: 545, 548, 549, 552 Hingst & Hepkema (uitgeverij te Heerenveen), XVIII: 580n Hinkenden Bote (periodiek), XII: 124; XIII: 350 Hinlòpen, J., IX: 44 Hipparchos, VII: 766n Hippias, VII: 766n Hippocrates, II: 228, 782n; IV: 177; V: 673, 741n; VII: 773n; XXIV: 672n Corpus Hippocraticum, V: 741n Hirsch, Samuel R., XX: 584; XXII: 746 Pentateuch, die; Übersetzt und erläutert, XX: 584 Hirthe, XI: 94 Hirthe, mw., XI: 94 Hittel, John Shertzer, III: 230 Hobbel, Jan, XXI: 111a, 116, 255a, 261; XXII: 527a, 530, 773+n; XXIII: 30+n, 137a, 140, 172a, 214, 218, 223a, 225-228, 235, 240, 243, 244, 247-252, 253a, 254-256, 260, 261n, 266, 268, 269-271, 308, 383, 728a, 736, 737a, 774b Socialistisch onverstand, XXIII: 262+n, 271, 383 Hobbema, Meindert, XX: 369 Hobbes, Thomas, III: 229, 605n Hoboken, Anthony en Jacobus van (rederij van Hoboken en zonen), IX: 383, 386, 394; X: 399+n, 740b; XI: 17+n Hodges, Charles H., VI: 733, 789n Hoedt, D.I., IX: 251 Hoedt, D.S.: IX: 274 Hoedt, Jan H., XVII: 410 Hoefer, E.G., XVII: 235, 237, 244, 248, 255, 256 Hoek, Isaak H.J., XXIII: 143n, 216+n Hoek, Johannes, IX: 278; XVI: 225a Familie Ploegers, de, IX: 278 Hoek, mw. van, XIX: 745 Hoekstra Bzn., Sjoerd, IX: 289; XVIII: 208; XXIV: 550+n Evangelie der genade, het, XXIV: 548n Geloof en leven des christens, het, IX: 289 Korte schets der christelijke leer, XXIV: 548n Hoessein-bassa (Hussein Avni Pasja), XIII: 427 Hoet, H. ten (boekhandel te Nijmegen), XIX: 831; XX: 229; XXI: 196 Hoetema, J.H., X: 334 Hoeve, Adriaan H. van der, X: 305 {==398==} {>>pagina-aanduiding<<} Hoëvell, Wolter R., baron van (zie ook onder ps.: Jeronimus), I: 339, 438, 440, 560n, 561b; II: 14, 97, 98, 188, 285, 287, 353, 354, 781n, 782n; III: 146, 440, 605n, 622n; V: 402, 403, 478, 742n; VI: 322; VIII: 220n, 628, 629, 689b; X: 275+n, 281, 282, 302, 316, 320, 322, 334, 336, 340, 341, 363, 395, 400, 412, 413, 417, 729n, 731n, 739n, 740b; XI: 83, 84, 793b; XII: 245, 319, 562, 722, 723; XIII: 167, 185, 649, 653, 689+n; XIV: 405, 483-487, 520; XV: 427; XVI: 39, 110, 293, 618, 619; XVII: 692; XVIII: 668; XIX: 764, 765; XX: 101n, 207; XXI: 622; XXII: 121, 147, 648+n, 649; XXIV: 124, 320, 378+n Parlementaire redevoeringen over koloniale belangen, XIV: 520 Slaven en vrijen onder de Nederlandsche wet, III: 440, 622n; V: 402, 742n; XV: 427 Uit het Indisch leven, X: 731n Hoëvell-Trip, Abrahamina J. van, XXII: 648, 649 Hoeven, Abraham (Bram) van der: Amorie van der Hoeven, Abraham des Hoeven, H. van der, XXI: 73, 324 Hoeven, J.H. van der, XXI: 744n Hoeven, Johannes van der (Jan) (boekhandelaar te Rotterdam), I: 567n; XVII: 576, 578, 615; XVIII: 321n, 336+n, 369, 379, 380+n, 384, 385, 386, 435, 449, 568, 584, 621, 660, 684; XIX: 27, 60, 153, 175+n, 947n, 948, 949, 974n; XX: 10n, 49a, 51, 59, 65, 82, 170n, 171n, 181+n, 190, 221, 222, 224n, 227, 245, 269, 287, 332, 354, 376, 432, 435, 444, 445, 461n, 468, 469, 472-474, 481n, 508, 509, 518, 519, 592b; XXI: 23n, 30, 44+n, 46, 54, 79, 80, 202, 232, 254, 307n, 745+n, 812n; XXII: 118, 787n; XXIV: 481; XXV: 166 Hoeven, Martinus van der: Amorie van der Hoeven, Martinus des Hoeven, van der, XXI: 781a, 782, 795; Hoeven, van der (gezant te St. Petersburg), XXIII: 699 Hoeven & Buys, van der (boekhandel te Rotterdam), XIX: 60, 153, 175+n, 208+n, 307, 362, 411, 528n, 629n, 699+n, 769, 824n, 846, 932, 947, 948, 949; XX: 178, 256, 290, 307, 310, 456, 468 Hoeven & Rothmeyer, wed. van der (boekhandel te Rotterdam), XXIII: 47+n, 48, 53 Hoeven-Meyboom, Adriana van der, XX: 457+n, 592n Hoeven-Meyer, Maria C. van der, XIX: 947n, 974b; XX: 224+n, 461n, 481n, 592n; XXI: 307n, 744n, 812n; XXII: 787n; XXIII: 48 Hoever: Hoefer, E.G. Hoevers, Willem, VI: 214, 789n; XV: 437 Hofdijk, Willem J., IV: 26; XIII: 678; XIV: 642+n, 660, 676n; XV: 80+n, 125, 442; XVII: 329, 330; XIX: 884; XXI: 577; XXIII: 352+n, 563; XXIV: 442+n; XXV: 220 Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, XXIV: 442+n Geschiedenis der Kennemer vrij- {==399==} {>>pagina-aanduiding<<} buiters (eig.: kroniek...), XV: 125 Kenneme(lande)r balladen, XXIV: 440n Ons voorgeslacht, IV: 26; XIV: 641n; XXI: 577 Triumf der piraten, XV: 125 Hofer, Andreas, V: 314, 742n; VII: 307 Hoff, Joh., I: 424; II: 219, 503-505, 782n; III: 132, 138, 605n; VI: 187; X: 531; XV: 387; XXI: 579 Hoff, W.L. van den, IX: 315 Hoffman, XXII: 389 Hoffman, W., VIII: 55 Hoffmann, XII: 357 Hoffmann (onderwijzer), XIII: 57 Hoffmann, F., XV: 797n Hoffmann, Friedrich (van de druppels), III: 622n; XVI: 103 Hofland, fam., VIII: 671; XV: 516 Hofman, fam.: Hofland, fam. Hofmann, Johann J.I., III: 358 47ste propositie van Euclides, de; of het leerstuk van Pythagoras, met vijf en dertig, zoo bekende als nieuwe bewijzen verrijkt (...), vertaald door H. Strootman, III: 358 Hofstede (zie ook onder ps.: Stern, Ernst), I: 547; X: 425, 428n, 460; XI: 90+n Hofstede de Groot, Petrus, IX: 260, 261; XV: 779 Onthulling van het gedenkteken te Heiliglee, in tegenwoordigheid van Z.M. de Koning, den 23 mei 1872. (...), XV: 779 Hogarth, William, I: 279, 561n; XVII: 301+n; XXI: 338 Hogendorp, Carel S.W., graaf van, IV: 154; VIII: 393, 396, 423, 430, 436 Hogendorp, Dirk C.A., graaf van, VIII: 452, 453 Hogendorp, Gijsbert K., graaf van, XXI: 455; XXIV: 85, 191 Hohenlohe-Schillingsfürst, Chl. K.V., prins von, XII: 689; XIII: 148, 408, 493, 530, 597-599, 617, 618, 640, 642, 686, 694, 699, 700, 702, 712, 713 Hohenlohe-Schillingsfürst, Konstantin, prins van, XIII: 104 Hohenzollern, Leopold, vorst von, XXIII: 342+n Hohenzollern-Sigmaringen, erfprinses van, XIII: 138 Hohenzollern-Sigmaringen, Frederik, prins von, XII: 51 Hohenzollern-Sigmaringen, Marie, prinses von, XII: 87, 92, 139, 145 Hol, Richard, II: 58, 782n; IV: 459, 777n; X: 459+n, 695+n, 740b; XI: 93-95+n; XX: 159+n; XXII: 768; XXIV: 600+n, 739b Saïdjah-elegie, II: 58, 126; IV: 459; X: 459+n, 695+n; XI: 93-95+n; XX: 159+n; XXIV: 739n Holbach, von, XII: 281 Holbach, Paul H.D., baron d', III: 229, 605n, 613n; IV: 706; X: 734n; XI: 407; XIX: 194, 723 Holda (ps. van: Clant van der Myll-Piepers, Adriana J.F.), XVI: 17n, 175, 178a+n, 185, 195+n, 196, 197a, 204, 213, 214, 218, 219-223, 230, 263, 271, 274, 275, 330+n, 346, 431, 524+n, 530, 533, 536, 545, 611n, 663n, 756n, 758n; XVII: 48n, 50, 183n, 236, 606n; XVIII: 125n, 126n, 560+n, 654, 656, 657; XIX: 107, 499+n, 505, 615; XXI: 626, 805; XXII: {==400==} {>>pagina-aanduiding<<} 785n; XXIII: 217; XXV: 54+n, 55, 84n, 137n ‘Hoogheid’ (eig.: Das Hohelied und andere Gedichte (Deutsche und Holländische)), XVIII: 657; XIX: 505 Holdert, H, XXIV: 2511, 491 Holinshed, Raphael, III: 611n Holkema, XXIV: 668 Holkema, Tjomme van (uitgever te Amsterdam), X: 735n; XI: 786n; XV: 311; XXIII: 276n, 404, 413, 431, 443, 446, 467, 468, 492, 511, 512, 519, 556, 562, 774b; XXV: 220 Hollander, Johannes J. de, XV: 646; XXII: 565+n Hollandsche illustratie, de (periodiek), XXI: 655 Hollandsche spectator, de (periodiek), II: 646, 778n; III: 622n Holle, XXII: 204 Holle: Beest Holle, Gerard (du Rij) van Holle, Herman H., VIII: 502 Holle, Karel F., VIII: 613 Holle, Pieter, VIII: 460n, 689b, 690n Holle-van der Hucht, Alexandrina A.: Hucht, Alexandrina A. van der Holleman, XIX: 414+n Hollidee, H. (ps. van: Rovers, E.A.), XX: 24; XXI: 793+n; XXV: 156 Etsen naar het leven, XXI: 793+n Holloway, Thomas, II: 35, 219, 782n; III: 132, 145, 606n; VI: 220, 729; X: 531; XXI: 570, 579, 647; XXIV: 319 Holst, XXII: 137 Holtius, Adrianus C., X: 655 Voorlezingen over handels- en zeeregt, X: 655 Hölty, Ludwig, VI: 485, 789n; XXIV: 539n Laurierboom en bedelstaf, XXIV: 540+n Hol(t)zapffel, Jacomina H.C.: Velde-Holzapffel Holtzendorff, XIII: 42 Holtzhalb, IX: 327 Holtzman, A., XIII: 566 Holyoake, George J., III: 229, 606n Holzman, XIII: 691 Holzmann, Wilhelm (zie ook onder ps. Xylander), VII: 645; XVI: 528 Homberg, Harmen, VIII: 24 Homburg, landgraaf van: Hessen-Homburg, landgraaf van Homerus, I: 13, 567n, 580n; II: 13, 782n; III: 536; IV: 456, 525, 572, 598, 603; V: 513, 529, 729n, 753n; VI: 458, 692-694, 798n; VII: 60, 584; VIII: 491; IX: 187, 188; XII: 167, 519; XIV: 372; XV: 432; XVI: 106, 333; XVII: 642; XVIII: 678; XIX: 237, 315n, 568; XX: 312, 409, 426; XXI: 586, 769, 792+n, 793; XXIII: 141; XXV: 58 Ilias, I: 567n; II: 780n, 782n; III: 536; IV: 524, 571; V: 62, 729n; VI: 692; IX: 187; X: 473; XIII: 563; XIV: 612n; XVI: 649; XIX: 315n, 469, 568, 642, 643; XX: 285, 391, 543; XXI: 570 Odyssee, II: 782n; IV: 524; V: 62; VI: 186, 692; XIV: 612n; XVI: 379n; XIX: 316+n, 469; XX: 391, 583; XXIII: 100n {==401==} {>>pagina-aanduiding<<} Homo sum (ps. van: Bruinsma, Vitus J.), XXIV: 188+n Honar, si, VIII: 215 Hondius, G., IX: 330 Honig Jzn. jr., Jacob, XIV: 242 Honsburgh: Horsburgh, James Hooch, Pieter de, XX: 369 Hoochstraten, David van, VI: 677 Hooft, XXI: 610 Hooft, G.B. 't, XIV: 36 Hooft, Pieter C., II: 519, 783n; III: 616n; IV: 455, 691, 777n, 787n; VI: 302-305, 308, 663, 750; VII: 464, 598, 681; XIV: 168; XV: 619; XVI: 134; XVII: 781; XVIII: 503n, 715; XIX: 58, 165, 649, 718, 720, 844, 859, 866; XX: 440, 486, 582; XXI: 492, 581; XXIII: 396n, 488; XXIV: 445, 677 Nederlandsche historiën, de, IV: 456, 787n; VI: 302, 303; XVIII: 503n; XX: 582 Scheinheylich, XV: 788 Warenar, III: 616n Hoogenboom, Jaap, XIX: 376 Hoogenstraten, XX: 232; XXI: 101 Hoogeveen sr., Hendrik J., VIII: 67n, 430, 436, 600n, 679, 689b+n; XV: 515, 517, 518; XVIII: 500 Hoogeveen jr., Hendrik J.C., I: 403, 416, 544n; VIII: 67n, 415n, 494, 648, 689b; IX: 409, 470n, 580, 581+n, 617, 627n, 639, 669, 697n; XV: 515 Hoogh, H. de & co. (uitgever te Amsterdam), XVIII: 65, 74, 134, 165 Hoogstraten & zoon, A. van (boekhandel te Den Haag), XXII: 61 Hook, Theodor, VI: 248, 329 Hoola van Nooten, J., XIV: 644; XXV: 23+n Haarlemsche courant, de. Eene humoristische voorlezing, XXV: 23+n Hoop, van der, XIII: 497 Hoorn, I.A., IX: 90 Hoorne, Filips van Montmorency-Nivelle, graaf van, VI: 803n Hoorns liedboek, nieuw groot, III: 293, 606n Hoornsche courant (periodiek), XIX: 776n, 857a; XX: 367n, 405a, 430n, 442a Hoorweg, XXI: 226a Hoorweg, J.N., XXI: 801; XXII: 227, 251 Hooykaas, Isaac, XXIII: 224, 226, 244, 252, 260, 358+n Hooijkaas, Sofie, XXII: 494, 561 Hooijman, XIII: 439 Hora Siccama, jhr. Johan F. (zie ook: directeur-generaal van financiën), IX: 271 Horatius Flaccus, Quintus, I: 216, 264, 555n, 561n, 563n, 568n, 569n; II: 258, 664, 783n; III: 396, 601n, 606n; IV: 782n, 788n; V: 101, 732n, 750n, 753n, 754n, 756n; VI: 349, 784n, 795n, 798n; VII: 183, 576, 582-589, 767n, 769n, 770n, 772n; XII: 236, 452; XV: 498, 790; XVIII: 675; XIX: 270; XX: 214, 556n; XXI: 316n, 329n, 788n; XXIII: 452n, 575n; XXIV: 135+n Ad Pisones, I: 568n, 569n; V: 101, 732n, 750n, 753n; VI: 784n; VII: 770n; XX: 556n; XXI: 316n, 788n; XXIII: 452n Ars poetica: Ad Pisones {==402==} {>>pagina-aanduiding<<} Epistolae, IV: 782n, 788n; V: 750n, 753n, 756n; VII: 583; XXIII: 575n Hekeldichten, brieven en dichtkunst (vertaling van B. Huydecoper), XV: 790 Oden (Carmina), VII: 772n; XXI: 329n; XXIV: 134n Satirae, VII: 767n Hörmann, XIII: 700, 702 Horn, XX: 491 Horn, C. von, XVIII: 606 Horsburgh, James, I: 324; XXII: 462 India directory, or directions for sailing to and from the East Indies, China, New Holland, Cape of Good Hope and the interjacent ports..., I: 324; XXII: 462 Horst, J.C. van der, XVII: 633; XIX: 191, 686; XX: 231; XXI: 68, 157 Horst, R., XXII: 276 Hortense (dienstmeisje te Brussel), X: 219, 248+n, 287, 296, 307, 314 Hortense Eugénie de Beauharnais, koningin van Holland, III: 278; VII: 251; XXI: 475+n; XXIV: 697+n Hoste, Hendrik (boekhandelaar te Gent), XIII: 706; XVI: 213 Hotels, restaurants en logementen Albergo della Liguria (te Turijn), XIV: 39 Americain (te Amsterdam), XXIII: 494 Amstel hotel (te Amsterdam), XVII: 623; XIX: 473n; XXII: 692+n Angleterre, d' (te Den Haag), XI: 118 Apeldoorn (te Velsen), XX: 343 Au prince Beige (estaminet te Brussel), IX: 677; X: 14n, 19n, 37, 42, 71, 80, 84, 122, 123, 181n, 193n, 198, 354; XIV: 330; XIX: 620, 962 Au Sultan (te Spa), X: 276 Belle Vue (te Arnhem), XVII: 501 Bolk, de (te Delft), XIX: 274 Bruxelles, hôtel de (te Franfurt am Main), XI: 558, 589 Carpe (te Mainz), XIV: 137+n, 141 Chaulan (te Batavia), IX: 629n Courtrai, hôtel de (te Gent), XII: 365 Dahlheim (restaurant te Wiesbaden), XXIII: 551 Der Nederlanden (te Den Haag), XI: 96n, 98, 117, 118, 803n Des Pays Bas (te Amsterdam), IX: 288 Des Pays Bas (te Den Haag), XI: 803n Des princes (te Parijs), IX: 282 Doelen, de (nieuwe) (te Leeuwarden), XIX: 789, 798, 800; XX: 386 Doelen, de (te Delft), XIII: 161 Doelen, de (te Groningen), XIII: 247; XX: 545; XXII: 192 Doelen-hotel (te Amsterdam), IX: 293n, 303; XXI: 225; XXIV: 539 Domhotel (te Keulen), XIX: 722 Du Nord (te Keulen), XXII: 348 Du Temple (te Antwerpen), X: 37 Eckhard's privat Hotel (te Wiesbaden), XV: 257 {==403==} {>>pagina-aanduiding<<} Ebel (restaurant te Amsterdam), XVII: 623 Everts (te Veendam), XXI: 196 Faber (te Purmerend), XIX: 878, 901 Führi: Le maréchal de Turenne (te Den Haag) Funckler (te Haarlem), XX: 291; XXI: 106; XXIV: 638 Goldnes Lamm (herberg te Sinnersdorf), XIX: 83 Gouden Leeuw, de (logement te Voorburg), IX: 348, 349 Grand laboureur (te Antwerpen), XIII: 308, 354, 466 Hage, 's (te Delft), XXI: 121 Hollandsche tuin, de (te Zwolle), XIX: 455+n, 463 Igesz (logement te Hoorn), XIX: 735 Im goldnen Adler (te Wiesbaden), XVI: 647 Im Hirsch (te Nieder-Ingelheim), XXI: 244+n, 461+n, 734; XXII: 31+n Java hotel (te Soerabaija), XIV: 546 Jonge graaf, de (restaurant te Amsterdam), X: 491; XI: 570, 609, 623, 624 Kasteel van Antwerpen (te Utrecht), XIX: 92, 95, 107, 344, 711; XX: 218, 226, 264, 269, 360, 404, 433n; XXI: 583 Keizer, de (te Deventer), XIX: 462, 748 Keizershof (te Den Haag), XIX: 185, 690, 691, 702; XX: 203, 238, 241, 242, 247, 248, 256, 265, 476; XXI: 102, 108, 121 Keizerskroon (te Deventer), XIX: 737, 742, 745, 747; XX: 389 Keizerskroon (te Zwolle), XIX: 734 Kley (te Bonn), XV: 291 Koster (te Scheemda), XXI: 182 Krasnapolsky (te Amsterdam), XXI: 592n, 768 Kroon, de (te Breda), XIII: 440 Leeuw, de (logement), zie: Gouden Leeuw, de (logement) Leeuw, de (te Veendam), XX: 382 Levedag (te Leiden), XX: 194, 202, 213; XXI: 20n, 49, 63, 65, 68, 70, 72, 75, 81, 102 Leygraaf (restaurant te Rotterdam), XIX: 180, 208 Maréchal de Turenne, le (te Den Haag, zie ook bij: Führi, George D.), IX: 270n, 303, 304, 305, 374; X: 237+n, 363, 370, 373, 385, 402, 411, 417, 461, 509; XI: 385n; XXIV: 540 Meyerbeer (te Parijs), XIII: 345, 354, 355 Munt, de (te Amsterdam), X: 134+n, 135, 138; XI: 34, 91, 189, 196, 215, 217; XXIV: 298 Old bible, the (Bijbel-hotel, te Amsterdam), XI: 251n, 299, 302+n, 323, 325+n, 327, 340, 341n, 342, 344n, 375, 405n, 793n Oude graaf: Jonge graaf, de (restaurant te Amsterdam) Pauw, de (te Gouda), XIX: 411; XX: 180, 181 Pico (te Den Haag), XIII: 708 Poolsche koffiehuis, het (te Amsterdam), I: 21, 233, 309; X: 138, 142, 145, 147, 164+n, 173, 174, 266, 268, 285+n, 355, 422, 423, 434, 455n, 471, 483, 507; XI: 361, 364; XIV: 410 {==404==} {>>pagina-aanduiding<<} Post-hotel (te Gent), XII: 364, 366, 376n Posthoorn (te Hoorn), XIX: 840 Posthotel (te Uerzig an der Mosel), XXIII: 185 Prins Friedrich Wilhelm (te Kassel), X: 23 Pijl, van der (te Den Haag), XX: 238+n, 241+n; XXIV: 356 Rieffel (te Königswinter am Rhein), XX: 477 Rodier (te Dordrecht), XIX: 209 Roelfsema (te Hoogezand), XX: 383 Rondeel (Amsterdam), XI: 67n, 215, 224+n, 230n; XIX: 92+n, 95, 96, 106, 108, 115, 133, 134, 137, 144, 147-152, 156, 196, 205, 206, 211, 391, 667, 675, 709, 711, 715, 771, 905-908, 946, 949; XX: 69, 195, 203, 254, 266, 268, 281, 296, 311, 330, 443, 444; XXI: 48, 65, 80, 138, 139, 218, 225, 263, 343 Rotterdamsch hotel (te Batavia), IX: 630n Royal (te Londen), XV: 77 Runde Eck (te Nieder-Ingelheim), XXI: 299 Rijnhotel (te Wiesbaden), XV: 315 Schwarzen Bock (te Wiesbaden), XVIII: 724; XIX: 109n, 142+n, 150n; XX: 141, 145, 146, 147 St. Lucas (te Rotterdam), XVII: 345, 350, 356; XIX: 39 St. Paul (te Keulen), XII: 588+n, 603, 605-607, 609, 621, 623, 630, 631 Suède, hôtel de (te Brussel), XI: 232 Toelast (te Den Haag), V: 496; XII: 578, 636, 690, 692, 710, 717, 720, 750; XIII: 90, 103, 247n, 270, 271, 275, 278, 281-283, 319, 329, 347, 416; XIV: 50, 120n, 572; XV: 324; XVIII: 245; XIX: 63n; XXIV: 668, 152n Verhaaren (te Rotterdam), XV: 182 Verwoerd (te Brielle), XIX: 937 Victoria (te Wiesbaden), XXIII: 551 Vier jaargetijden, de (te Wiesbaden), XI: 717 Vries, de (te Dordrecht), XIX: 209; XXV: 148 Wapen van Utrecht, het (te Amsterdam), XXIV: 559 Weimer (te Rotterdam), X: 248, 249, 250n, 261, 395+n, 396, 399; XVI: 665, 695; XVII: 82, 324, 584, 707; XIX: 21n, 40+n, 42+n, 56, 60, 76+n, 505, 506, 666, 667, 673, 868n, 870+n, 886n, 904, 909, 925+n, 928, 929, 932, 933, 938, 944+n; XX: 175+n, 177, 180, 182, 192, 195n, 203+n, 211, 214, 232, 266, 290, 308, 309, 326, 351, 446n; XXI: 31n, 32n, 35, 42n, 46n, 63n, 162 Weller (te Ober-Lahnstein), XXIII: 632n, 645n Westendhall (te Frankfurt), XIII: 68 Wirtshaus zum Gustavsburg (aldaar), XIV: 152, 153+n, 174, 175 Wisseman (te Winschoten), XX: 325, 402; XXI: 197, 201+n, 209, 579n Wünscher (te Gotha), XXIV: 84 {==405==} {>>pagina-aanduiding<<} Wijnberg, de (te Sneek), XIII: 152, 161n, 235n, 421; XIX: 325 Zalm, de (te Gouda), XX: 180 Zeven provinciën, de (te Zwolle), XI: 306 Zum Deutschen Hause (te Gotha), XII: 725 Zum König von Preussen (te Kassel), X: 16n, 23, 24 Zwaan, de (te Voorburg), IX: 344, 346 Zwijnshoofd (te Arnhem), XXI: 98 Hotz, Albert P.H., XI: 132n, 139, 142, 169, 451, 456, 787n, 793b; XVII: 735; XX: 193+n; XXII: 79+n, 434+n Hotz, Jacques C.P., XI: 96n, 98+n, 108, 109, 110, 115, 118, 120, 122, 123, 126, 128, 138n, 151, 157, 159, 169, 189, 215, 250n, 255, 296, 297, 301, 319, 433, 456, 464n, 505n, 609, 793b+n, 799n; XIV: 118n, 119; XVI: 243+n, 726; XVII: 735+n; XX: 192n, 205; XXI: 44n; XXIV: 384+n, 479+n, 603+n Hotz-Pino Post, Geertruida J.A., XI: 108, 121, 122, 128, 136-138, 139, 141-151, 154, 159, 163, 189, 199, 251n, 292, 197, 450, 456, 472, 793n, 799b+n; XIII: 334n; XVI: 725, 726; XVII: 735; XVIII: 395n; XIX: 23n, 40+n, 43, 44, 64, 87, 91, 153, 156, 249, 277, 361, 411, 420, 446-448, 498, 673+n, 906; XX: 181, 193+n, 214, 222, 226, 444; XXI: 44+n, 45, 77, 79, 124, 254, 263; XXII: 365, 434+n, 631; XXIII: 481, 482; XXIV: 240n, 384+n Houbraken, Arnold, VI: 618-622, 624, 627, 789n Groote schouwburgh der Nederlandsche konstschilders, VI: 789n Houdin, Jean E.R., III: 40 Houssaye, Arsène, XVI: 426 Femmes sous l'empire, les, XVI: 426 Houten, van (cacao-fabriek), XXIII: 439 Houten, Jan van (ps. van Brink, Jan ten), X: 731n Houten, Samuel van, V: 332, 742n; XV: 535; XVIII: 488+n; XIX: 441+n, 725, 732, 779, 901, 960; XX: 46, 47; XXI: 110, 514+n, 581, 783, 787; XXII: 466+n, 469-471; XXIII: 601+n, 665, 748; XXIV: 60, 374 Bijdragen tot den strijd over God, eigendom en familie, XIX: 441+n Houtman, Cornelis de, I: 323, 440; IV: 26, 69, 223, 777n; IX: 609; X: 340; XIV: 490; XV: 794n Houwink, Dirk, XIII: 327, 358 Houwink, Geert, XIII: 327, 357, 399 Houwink Gzn., Jan, XIII: 20n, 150n, 152, 235n, 240n, 242, 243, 244n, 245, 267+n, 294n, 297n, 428, 724b; XIV: 292; XVIII: 768n; XIX: 294, 423; XXIV: 669, 670, 727n, 739b Houwink, Martinus, XIII: 327, 357, 399 Houwink-Pieters, Petronella J. (‘Pietje’), XIII: 207, 246, 274, 327, 358, 415, 476, 647, 667, 724n; XIV: 292; XXIV: 669, 727+n Höveker, Henricus (uitgever te Amsterdam), II: 348, 349, 366, 367; X: 587n {==406==} {>>pagina-aanduiding<<} Hovens Greve, G. (uitgever te Steenwijk), XIV: 376 Hoverbeck, Leopold, vrijheer von, XI: 768 Hoijer, J.J., VIII: 357; X: 533, 607 Hoyle, Edmond, II: 678 Game of whist, the, II: 678 Hoyte (Hoite), XXIV: 668 Hoytema, A.J. van, X: 334 Hoytema, J.C.T. van, X: 334 Hroswitha (ps. van Elise Haighton), XVI: 704+n; XVII: 190+n, 208, 236, 734, 735; XXV: 77+n Huber, J.B. (uitgever te Groningen), XIX: 244; XX: 102+n Hübner, XIII: 143 Hubrecht, Henri F.R., XIII: 47, 431 Hubrecht, Paul F., VI: 789n Hucht, Albertine C. van der, VIII: 416n, 690b Hucht, Albertus van der, VIII: 459n, 690b+n, 699n; IX: 317n, 329, 698n Hucht, Alexandrina A. van der, VIII: 452, 460n, 508, 603, 613, 665, 689n, 690b; IX: 397n, 398n Hucht, Anna J. van der, VIII: 459n, 690b; IX: 298n, 697n, 698b; XI: 794n Hucht, Bertha L.W. van der, VIII: 564? Hucht, Carolina F. van der (overl. 1845), VIII: 416n, 690b Hucht, Caroline A.J. van der, VIII: 523, 566 Hucht, Clara H. van der, VIII: 460n, 690b; IX: 697n; X: 748n; XI: 795n; XXIV: 538n Hucht, Constance C. van der, VIII: 519 Hucht, Guillaume L.J. van der: Hucht, Willem L.J. van der Hucht, Jan P. van der, VIII: 416n, 460n, 461n, 482, 490, 503, 529, 542, 545, 550, 555, 599n, 609, 611-619, 623, 624, 626+n, 627, 641n, 691b; IX: 147n, 697n; XV: 515+n; XVIII: 500 Beantwoording van tegen hetzelve gemaakte bedenkingen, VIII: 460n Betoog tot aanprijzing eener kolonisatie van Nederlanders naar Java, VIII: 460n Hucht, Johan C. van der, VIII: 493, 501, 502, 649, 652 Hucht, Johanna G. van der, VIII: 416n, 460n, 608, 691b Hucht, Marie A.T. van der, I: 581n; IX: 397n, 702n; XII: 799n; XIII: 727n Hucht, Nicolaas van der, VIII: 690n Hucht, Willem (eig.: Guillaume) L.J. van der, VIII: 415n, 416n, 452, 454, 460n, 461n, 550, 551, 591, 599n, 604, 605, 607, 612?, 718, 641n, 646, 647, 652, 659, 664, 665, 666, 667, 668, 669, 670, 690b+n; IX: 197, 198, 298n, 328, 659; X: 33, 41, 52, 107+n, 114, 116, 133+n, 137+n, 155, 157, 158, 166+n, 364; XII: 284; XIII: 103n; XV: 515; XVIII: 500; XX: 324; XXII: 124, 148; XXIV: 525, XXV: 48+n Hucht-Lulofs, Johanna C.W. van der, VIII: 416n, 460n, 490, 523, 614?, 615, 620, 623, 624, 628, 629, 652, 658, 659, 660, 667, 668, 672, 691n; IX: 73?, 328 Hudson, William, III: 230, 606n Huet (‘neef’): Ange Huet, Josué l' Huf van Buren, J. (ps. van: J.A. Heuff Azn.), XXIII: 510 {==407==} {>>pagina-aanduiding<<} Huffel, A.J. van (uitgever te Utrecht), VIII: 689n Hugenholtz jr., Petrus H., XXIII: 603n, 646+n Schetsen en tafereelen, XXIII: 645n Hugenholtz, Philip R., XVII: 289 Huggins, sir William, XV: 97 Hugo, Victor, II: 479, 700, 777n, 783n; III: 614n; IV: 137, 138, 220, 234, 302, 459, 685; V: 658; VII: 214, 225; IX: 268n; X: 261, 338; XI: 561; XII: 158n; XV: 446, 447, 449, 450; XVI: 536, 608, 649, 675; XVII: 241, 355, 697, 704; XIX: 58, 230, 271, 417, 485, 655; XX: 114, 208, 286; XXI: 455, 461, 474+n, 497, 759; XXII: 230, 707; XXIII: 222, 361+n; XXIV: 90+n, 223, 357 ‘1793’ (Quatre-vingt-treize), XVI: 536 Année terrible, l', XV: 446, 447 Chansons des rues et des bois, IV: 137 Châtiments, les, XXI: 474+n; XXIV: 223 Légende des siècles, la, IV: 137 Misérables, les, II: 479, 700; IV: 137, 458; XV: 193, 450 Napoléon le petit, IV: 137 Notre dame de Paris, I: 458; II: 777n; III: 336, 614n; IV: 137; XVII: 241 Torquemada, XXII: 707 Travailleurs de la mer, les, IV: 458; XV: 193; XVII: 704 Huguenots, les: Meyerbeer, Giacomo Huibers, XXV: 148 Huisgezin, het (periodiek), XIII: 646, 647 Huisinga, XXIV: 669 Huisman, Hendrik H. (zie ook onder ps.: 3 × 3, Esopus, Sentot, Timotheus en Philoverax), III: 414; XI: 341, 362n, 363, 365+n, 371, 453, 467, 472, 473, 475, 476, 480, 483, 497, 701n, 793b; XIII: 282+n, 295n, 300+n, 311, 416n, 547a, 612n, 619, 632, 646a, 661n, 684n, 715n; XIV: 17n, 58n, 159a, 167, 187n, 197n, 244n, 304n, 358, 359, 372n, 395, 408a, 444n, 452+n, 488, 499, 554, 579, 580n, 678b; XV: 19n, 335, 336, 594n, 663, 673, 683; XVI: 354+n, 355; XX: 334; XXIV: 717n Adres aan de Amsterdamsche herberaad, XI: 794 Huisvriend, de (periodiek), X: 727n Huisvrouw, de (periodiek), XIX: 975n Huizinga, XIX: 792 Huizinga, Dirk, XVI: 107; XVII: 289; XXI: 186 Huizinga, Jurriaan M., XIX: 412+n, 752+n; XX: 78 Hull, W. van den, XX: 206 Over de belangrijkheid eens zestigjarigen ouderdoms in den jare 1832, of schets der hoogst merkwaardige verschijnselen, welke dien leeftijd bij uitstek kenmerken, XX: 206 Hulshoff, B., VIII: 693n Hulshoff, Willem van Oosterwijk, III: 293, 606n Geschiedenis van Jozef voor kinderen, III: 293, 606n Hulst, Geertuida J., XVI: 756n Hulst jr., J. van, XX: 422 Hulst, Laurens van (boekhandel te Kampen), XIX: 449, 735; XX: 253 {==408==} {>>pagina-aanduiding<<} Hultman, Carl, XXIV: 503 Humanist, de. Tijdschrift voor geloofsvrije menschelijke beschaving en veredeling, op bepaalde tijden in 't licht gegeven door J. van Vloten (periodiek), XXII: 593 Humberts, XIV: 137 Humboldt, Alexander von, II: 393, 783n; III: 291, 606n; IV: 236, 328; VI: 684; VII: 523, 767n; XIV: 82, 83, 91, 432; XXI: 107+n; XXIII: 24, 148 Kosmos, Entwurf einer Physischen Weltbeschreibung, II: 393, 783n; XIV: 82, 83 Hume, David, IV: 706, 773n, 777n; XXII: 94 Humoristisch album (periodiek), VI: 291, 789n; X: 630; XV: 653; XVI: 35; XXIV: 598; XXV: 163a Hunt, Leigh, XVII: 328 Huskus Koopman, Hendrik Jacob, XXIV: 740b Huss, Johannes, III: 220, 432, 606n, 609n; VI: 272; VIII: 366; IX: 165; XIII: 82; XXIII: 627+n Huvers, XXI: 127 Huxley, Thomas H., XIV: 658; XXIII: 26+n Huydecoper, Balthasar, V: 323; VI: 505, 559, 562, 789a; VII: 342, 584, 585, 767n, 768n; XI: 677; XV: 790, 791 -zie ook onder: Horatius Flaccus, Quintus Huygen, XVII: 431 Huygens, Christiaan, I: 481, 486, 487, 562n; III: 99, 606n; IV: 328; V: 742n, 745n; XII: 184; XVII: 796n Oeuvres, XVII: 796n Huygens, Constantijn, I: 562n; VI: 380; XV: 380, 387; XVI: 134; XVII: 218; XVIII: 72; XIX: 58; XXI: 492; XXIII: 268 Huysen, mw., XIX: 53 Huysser, G.H., XXIII: 776n Hyacinthe, pater (Charles Loyson), IV: 713, 777n Hijmans, F., XXIII: 506 Hylkje (Houwink?), XIII: 358 I-dicht: Breemen, B.H. van Ibsen, Henrik, XVI: 756n; XVII: 795n; XXIII: 21n, 82+n, 92, 93 Vijand des volks, een, XVII: 795n; XXIII: 82+n, 92, 93 Icke jr., H.G., XIX: 116n Icke, Herman, XIX: 116n Ickx, XIV: 54 Idam (mandoer Djatake), IX: 424 Ideeën van Malletuli, XI: 454; XXIV: 600 Idema, P.R., VIII: 47 Idserda, S., XIII: 245; XXIV: 669 Idsinga, J.W.H.A. van, XIX: 225a, 228 ‘Iduna, de sterrenbruid’ (toneelstuk), XVII: 72 Iffland, August W., III: 539, 546, 607n; VII: 602, 767n; XVI: 226, 675 Ignatjew, Nicolaj P., V: 617, 742n IK, de duivel (ps.), XIX: 839 Open brief van den duivel aan zijn zeer geliefden zoon sinjeur J. Leopold Hz., XIX: 837+n Ik ben vader! (komedie): Dodd, G.J. Ik inviteer mijn kolonel (blijspel): Labiche, E. Ikler, Carel D., XI: 481, 482 Illustrations (periodiek), IX: 133 {==409==} {>>pagina-aanduiding<<} Illustrierte Zeitung (periodiek), XXIV: 236a Im neuen Reich (periodiek), XIV: 378 Imprimerie Impériale (staatsdrukkerij te Parijs), III: 103 In bonte rij: vertellingen en beelden: Nieveld, Carel van Inda Mara, radja van Singkoeang, VIII: 132, 196 Indang: Indong Indépendance beige, l' (periodiek), I: 125, 562n; II: 167, 218, 219; III: 367, 607n; V: 183, 378; X: 15n, 20+n, 21, 27; XI: 289, 392+n, 404, 749; XII: 99, 518a, 519, 538; XIII: 215, 513; XIV: 76, 143; XVI: 152, 254; XVIII: 197; XX: 333; XXII: 76a, 98, 222; XXIV: 179, 180+n; XXV: 43 Indépendant, l' (periodiek), XXIV: 179n Index librorum prohibitorum, II: 416; VI: 581, 790n Indiër, de (periodiek), II: 200; X: 224, 250, 272, 278, 284, 292, 400, 728n, 729n; XI: 32 Indisch magazijn (periodiek), I: 581n Indisch militair tijdschrift (periodiek), XIV: 351; XV: 192, 703, 707, 748; XX: 548 Indisch staatsblad (periodiek), XIV: 512, 518 Indische gids, de (periodiek), X: 744n; XXI: 722, 784; XXII: 453n, 788; XXII: 566; XXIII: 585a, 590+n, 776n; XXIV: 410a; XXV: 238n Indische humorist, de (periodiek), XI: 399n, 405n, 412n; XXIV: 624 Indische letterbode (periodiek), XVIII: 665 Indische merkuur, de (periodiek), XXIV: 141a Indische opmerker, de (periodiek), VI: 746; XIV: 296, 400; XV: 188, 192, 193, 386, 423, 424, 504, 707; XVIII: 481, 482, 566, 680; XX: 548; XXII: 327, 566; XXIII: 368+n, 381, 382, 670, 699 Indische spectator, de (periodiek), XXIII: 605 Indische vaderland, het (periodiek, eerder als Samarangsche courant), XXI: 542 Indong (mandoer Tjorokoliang), IX: 423, 424 Ingen, H.N. van, IX: 90 Ingersoll, Robert G., XXII: 747 Insulinde, nieuwsblad gewijd aan Ned. Oost Indië (periodiek), XV: 748; XVI: 138+n, 399; XVII: 41+n, 68 Intransigeant, l' (periodiek), V: 754n Ioel, VIII: 357 Ippel, J.W.L.F., III: 293; VI: 661 Grondbeginselen der aardrijkskunde, III: 293 Ipren, J.B. (J. Booy Ipsen), VIII: 56 Irhoven van Dam, Jan W., III: 261 Iris, romantiek, letteren, kunst en wetenschap (periodiek), XX: 68 Isabella II van Bourbon, koningin van Spanje, III: 613n; IV: 302, 303; V: 369; X: 219; XIII: 158n, 233, 595n, 626+n, 717 Isabella Clara Eugenia, landvoogdes der Nederlanden, V: 743n Isenburg-Offenbach-Birstein, Karel, prins van, XI: 739 {==410==} {>>pagina-aanduiding<<} Isenburg-Offenbach-Birstein, Wolfgang E. III, vorst van, XI: 739 Isenburg-Wächtersbach, Ferdinand, vorst van, XI: 733 Ising, Arnold L.H., X: 732n; XVIII: 765+n; XXI: 600 Ising, J., XVIII: 206 Isis, tijdschrift voor natuurwetenschap (periodiek), XV: 97, 99, 100, 122, 205; XVI: 87, 106, 299; XXV: 97 Isis. Der Mensch und die Welt: Radenhausen, Christian Iskander de Grote: Alexander de Grote Ismangoon, raden mas, XV: 46 Israels, Abraham H., XXI: 805; XXII: 84 Israels, Jozef, XVI: 250; XVII: 200+n; XVIII: 66; XIX: 124, 132, 230; XX: 260, 365, 410, 425; XXI: 805; XXII: 62 Kinderen der zee. Schetsen naar het leven van onze Hollandsche stranden, XVII: 200+n Issa, IX: 455, 458, 460, 461, 463 Istrië, Jean B. Bessières, hertog van, II: 428 Italië, Margaretha M.Th., kroonprinses van (1868), XIII: 94, 98 Italië, Umberto, kroonprins van, IV: 628; XIII: 94, 98, 118 Itterson, A., XI: 330 Ittersum, Paulus A.L.A., baron van, XXIII: 83+n, 86, 103, 119, 147+n, 302, 442 Iwan IV, de Verschrikkelijke, tsaar van Rusland, V: 60 Ixijzed (ps.), XV: 764a, 769 J., dhr. en mw., VIII: 574 J., professor, XVI: 154+n, 171 Jaarboekje van de schaakbond, XVII: 373 Jaarboekje voor de Nederlandsche Mettray (periodiek), XI: 796n Jaburg, XX: 309 Jaburg, Christoffel C., VIII: 47 Jachmann, Eduard K.E., XIII: 44 Jacob, IX: 252 Jacob, Frederik 's- (G.G., 1881-'84), IV: 261, 262; VIII: 626, 628; XV: 656; XX: 560+n; XXI: 285+n, 286, 657; XXII: 456+n, 467, 468, 471, 497, 519-521, 548, 551-553, 555, 555, 566, 640; XXIII: 440 Jacoba van Beieren, gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen, VI: 571; XXIII: 150; XXIV: 690 Jacobs, Aletta H., XXIV: 25n, 335+n, 374, 398, 488 Jacobs, Cornelis, VIII: 35 Jacobs, Jacob, XI: 421n, 523n, 546, 550; XII: 585, 586 Jacobs, Neeke, VIII: 30 Jacobs, Weijntje, VIII: 23n Jacobson, A.L., XIX: 411; XX: 194, 317+n; XXI: 397n, 778+n Jacobson-Fleck, Rosa, XX: 181, 194, 317+n, XXI: 45, 82, 202, 278, 401, 777n; XXII: 365, 430 Jacobus I, koning van Engeland, IV: 314; XIV: 207 Jacobus II, koning van Engeland, XVIII: 411+n Jacquot, Eugène (zie ook onder ps.: Mirecourt, Eugène de), IV: 781n Jager, Arie de, XVII: 129 Jager Sz., J. de, XXI: 241a, 247, 248, 264a, 265, 269, 270 {==411==} {>>pagina-aanduiding<<} Jager, S. de, XXII: 212, 258, 276+n Jahn, Friedrich L., II: 696, 784n Jaïde, mevrouw, XXIII: 105+n Jan, IX: 252, 253 Jan I, graaf van Holland, VI: 543, 544 Jan van Velzen, VI: 519 Jannetje B.: Burgers, Jannetje Jang di Pertoeang: Mandheling, jang di pertoeang van Janin, Jules, XI: 358 Barnave, XI: 358 Janmart, X: 14n Jans, Claaske: Nagtegaal, Claaske J. Jansen (gevangenisdirecteur te Middelburg), XXII: 471 Jansen (Janssen Schollmann, Jan J.?), XXII: 101 Jansen (lid van de Dageraad), XI: 513 Jansen (ps. van: Boelens, Adriaan), XXIII: 601+n Jansen, F.J., XXII: 202 Jansen, Gerrit, XVIII: 670 Jansen, J.A., VIII: 78 Jansen, J.F., XX: 422 Janssen, P.A., XV: 64+n, 67, 72+n, 381+n, 604; XVI: 107+n, 119 Janssen Schollmann, Jan J., XIX: 490a, 496+n, 510-514, 528n, 532 Hoe Kappelman (de heer M.) Multatuli beoordeelde, XIX: 528n Janssens, G., X: 15n, 122, 123, 203, 354 Janssens, Jan W. (G.G., 1811), III: 276, 280, 607n Januarius van Benevento, sint, XV: 457+n Janvier de la Mothe, Eugène, III: 389, 608n, 617n Janzen, XI: 330 Jarnac, Guy Chabot, seigneur de, V: 735n; XXIII: 82n Jaukles-Koppe, mw., XI: 479 Jauregui, Jean, XIX: 165 Javabode (periodiek), I: 574n; XI: 788n; XII: 574, 575n, 683; XIII: 214, 263, 681, 682; XIV: 237a, 340, 349n, 456a, 462a, 463, 481a+n, 485a, 498a, 503a, 653+n, 680n; XV: 19a, 446a; XVI: 123, 383a, 396n; XVIII: 32; XXII: 742 Javanus (ps. van Hageman JCzn., C.H.), XIV: 379a, 382, 545, 547 Javasche courant (periodiek), I: 285, 563n; II: 142; IV: 158; VIII: 437n; IX: 35a, 56, 213+n, 470n, 581n, 628n, 675n; XIII: 681; XIV: 381; XXIII: 455 Je weet wel wie (ps.), XX: 355a, 359 Jean Paul (ps. van: Richter, Johann P.F.), II: 530, 789n; IV: 377, 783n; VI: 485, 797n; VII: 504, 771n; VIII: 60+n; IX: 185; XIV: 94; XVI: 113; XVIII: 27, 28 Jeanbon, André, XX: 492n Jeekel, L.J., IX: 350, 351, 352, 353, 354 Jelgersma, XXIV: 374, 398, 488 Jenner, Edward, XXII: 661+n Jérôme Bonaparte, koning van Westfalen, II: 428; III: 427, 608n; XIII: 583+n Jeronimo de Vries, J.: Vries, J.J. de Jeronimus (ps. van: Hoëvell, Wolter R., baron van), I: 149, 339, 563n; VIII: 220n, 221, 222, 689 Dorp en een berg, een, I: 561n Epidemie op Java en de cholera in Nederland, eene, I: 561n {==412==} {>>pagina-aanduiding<<} Graven, I: 149; VIII: 220n, 221, 689n Japansche steenhouwer, de, I: 149, 150, 561n, 563n; VIII: 689n Pedati, I: 149; VIII: 221, 222 Veertien dagen, I: 149; VIII: 224 ‘Vendutie in een sterfhuis’: Veertien dagen Jerses (gezagvoerder), VIII: 412 Jerusalem, de protestantse bisschop van, XII: 352 Jesserun, A.J., XXII: 291 Jeusne, le, IX: 67 Jitta, A.C. Josephus, XIV: 467 Jo Atan, IX: 75 Joh. (ps.), XVIII: 342, 344 Johan (te Parakan Salak): Hucht, Johan C. van der Johann (knecht te Nieder-Ingelheim), XXII: 773; XXIII: 37+n, 48, 54, 298 Johann, koning van Saksen, XII: 63, 230 Johanna, paus, V: 583, 744n; XXIII: 150 Johannes, XXIV: 668 Johnson, Samuel, XVI: 413 Joinville, Jean, sire de, V: 306; XXIV: 682+n, 686 Jolles, Jolle A., III: 405, 608n; VI: 169, 172, 173, 184, 790n; XIV: 560, 576; XV: 535; XVIII: 679 Jolly, Julius von, XII: 684; XIII: 489, 517, 602, 636, 691 Jonathan (ps. van: Hasebroek, Johannes P.), VI: 788n; IX: 151+n; XVI: 305; XVIII: 674 Waarheid en droomen, VI: 788n; IX: 151n Jonckbloet, Willem J.A., XIII: 393, 689, 722n; XV: 151n, 190+n, 780, 782; XVI: 113; XVII: 274; XVIII: 247, 288+n, 292, 300, 301, 305, 306, 402, 410, 425, 506; XXI: 399+n, 493; XXII: 556+n; XXIII: 461; XXIV: 180+n Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, XV: 780; XVIII: 301, 306; XXII: 550n; XXIV: 179n Physiologie van Den Haag door een Hagenaar (verscheen anoniem), XV: 154+n; XXIII: 461 Jonctys (Ewoutsz), Daniël, VI: 438, 665, 666, 668, 670-672, 790n Rosaliins oochies, VI: 438, 665, 667-670, 678, 790n Venus en Minerva: of twist-gesprek tusschen die zelfde, VI: 666, 669, 677 Waare vrouwenlof, het. Der mannen opperwaerdigheit beweert, tegens de vrouwelijke lof-redenen van dr. Joh. van Beverwyk, VI: 666, 669, 677 Jones, John Paul, IV: 96 Jong, de, XXI: 638, 726 Jong, de (Dageraadsman), XI: 375, 379, 393+n, 472, 480 Jong, dr. (Leipzig), XXV: 20 Jong, B. de, XXIII: 625+n, 627 Jong, Cornelia H. de, XXII: 787b Jong, F.H. de, XXII: 204 Jong, M.S. de, XIII: 252 Jong, R. de, XXII: 291 Jongbloed: Jonckbloet, Willem J.A. Jonge Holland, het (artiestenvereniging), XX: 571+n; XXI: 267 Jonge SJzn., A.C. de (boekhandel te Goes), XIX: 235 {==413==} {>>pagina-aanduiding<<} Jonge, jhr. Constantijn L. de, IX: 295, 296, 297; XXII: 734 Opkomst van het Nederlandsch gezag in Oost-Indië, de Verzameling van onuitgegeven stukken uit het oud-koloniaal archief, XXII: 734 Jonge Hzn., Jacob de, XIX: 501n, 504a, 509 Jonge, Johannes C. de, XXIII: 570+n, 579 Geschiedenis van het Nederlandsche zeewezen, XXIII: 570+n, 579 Jonge, Willem K. de, VIII: 25 Jongen, XIX: 746; XX: 269, 433; XXI: 583 Jongen, Ferdinand, XIV: 154, 452, 542, 551, 557, 558, 565, 569; XV: 336, 698+n; XVI: 174, 175, 196, 222, 223, 483; XVII: 188; XVIII: 225, 540+n, 546, 571, 577; XIX: 73, 87, 407, 746; XX: 181, 228+n, 500+n; XXI: 23n, 46, 59, 172+n, 235, 236 Jongen, mw., XIX: 746 Jongh, Anna (Johanna A.R.) de, XXI: 512+n Jongh, Willem M. de, XX: 171n, 172n, 510, 511, 518-520, 522, 524, 541; XXI: 38, 52, 512+n Jongh van Heedikhuyzen, J. de, III: 275 Jonkman, XXII: 276 Jordan, XII: 640 Jörg, XIII: 75 Joris, sint (George), IV: 653; XIV: 582 Jorissen, A., XI: 331 Jorissen, A.P.G., XXIII: 224, 244, 252, 260, 357n Jorissen, Eduard J.P., VI: 204-206, 208, 791n; XV: 392, 393, 402 Jorissen, Thomas T.H., VII: 679; XV: 392, 393, 402; XVII: 290; XIX: 618+n; XXII: 671 Ondergang van het Koningrijk Holland. Eene historische studie, XXII: 671 Patriotten te Amsterdam in 1794, de, XXII: 671 Jorissen, wed., XIII: 239, 242 Jorisz, Douwe, VIII: 20n, 23+n, 25, 27, 29 Jort, Christoffel A., VIII: 35 Josef, IX: 535 Joseph II, keizer van Oostenrijk, V: 305; XI: 522; XV: 451 Joséphine M.R. Bonaparte-Tascher de la Pagerie (de Beauharnais), keizerin der Fransen, III: 280; XXI: 475+n Jost, XIII: 57 Jottrand, Lucien, XXIV: 642a Joubert, Barthélémy C., III: 264 Journal de Bruxelles (periodiek), XXIV: 84, 128a, 189a, 222, 273 Journal de Gand (periodiek), XII: 380, 383 Journal de Genève (periodiek), XV: 427; XVI: 152; XXV: 45 Journal de Luxembourg (periodiek), XIII: 106 Journal de Paris (periodiek), XIII: 29; XIV: 72 Journal de St.-Pétersbourg (periodiek), XVI: 152; XXV: 45 Journal des actuaires français (periodiek), V: 609; XVII: 510 Journal des débats (periodiek), IV: 770n; VI: 746, 748; VII: 532, 577; XI: 752; XII: 377; XIII: 26, 665; XIV: 72; XVI: 152; XXIV: 361; XXV: 44 Journal du Haut-Rhin (periodiek), XI: 709 {==414==} {>>pagina-aanduiding<<} Journal of the royal united service institution (periodiek), XXII: 624 Journal officiel (periodiek), XIII: 302 Journal officiel del regno (periodiek), XII: 654 Joustra, Hendrik, XIII: 207, 209, 235n, 245, 258, 279, 280; XXII: 204; XXIV: 669 Joustra-Gaastra, T., XIII: 246 Juárez, Benito Pablo, XII: 457, 458 Judels, Nathan, XI: 462, 464, 465, 467-470+n; XIV: 492, 495; XVII: 332, 429, 514, 564, 608, 614; XVIII: 96 Juffer Serklaas: Schimmel, Hendrik J. Jufvrouw Antje, blijspel met zang: Manus, P.A. Julia, V: 68 Julianus Apostata, Flavius Claudius (romeins keizer), XIV: 187 Junghuhn, Franz W., I: 557n; III: 231, 414, 608n; XI: 792n; XIV: 164-166; XXIII: 23, 24, 290+n; XXIV: 124, 378+n Licht- en schaduwbeelden uit de binnenlanden van Java, III: 414; XI: 792n; XIV: 165; XXIII: 23 Junius (ps. van sir Philip Francis), XII: 488; XIV: 334 Brieven van Junius, V: 387, 744n; XII: 488; XIV: 334; XVI: 110 Junius van Hemert, jhr. Dirk A. (president van de Raad van Justitie te Padang), VIII: 341n, 349n, 403, 404 Junot, Andoche; hertog van Abrantes, VI: 300, 791n Jupiter (Batava indra, periodiek), XXIV: 126a Jurien de la Gravière, Edmond (Jean P.E.), I: 457, 461; III: 334, 338; V: 420, 502, 664; IX: 282; XVIII: 269; XXIV: 156 Voyage en Chine et dans les mers et archipels de cet empire pendant les années 1847-1848-1849-1850, V: 664 Jurieu, P., XIX: 636+n Jussieu: Jurieu, P. Justinianus (romeins keizer), I: 571n; III: 95, 608n; V: 734n, 735n; VI: 783n; IX: 111; XXI: 36n Justus (ps. van: Feringa, Frederik), VI: 365; XV: 36, 475 Jut, Gerrit, VIII: 25 Jut, Hendrik J., V: 594-598, 621, 648, 731n, 744n; XVIII: 36+n, 78, 175n, 362+n, 385, 386-391, 395, 589; XIX: 465, 916, 937; XXI: 38, 52, 113, 119+n; XXIII: 690+n, 756+n; XXIV: 298n Jut, Pieter G., VIII: 25 Jut-Goedvolk, Christina, V: 594-597, 621, 648; XVIII: 78, 361n, 387, 389, 565; XIX: 916; XXIII: 690+n; XXIV: 306+n Juvenalis, Decimus Junius, II: 508, 784n; III: 189, 368, 608n; IV: 673, 778n; V: 736n, 755n; VI: 784n; XI: 747n; XII: 283+n; XIII: 111+n; XVI: 405 Satirae, V: 736n, 755n Juynboll, Abraham W.T., XI: 542 K & C: Kerkhoven en co. K.W. (ps.), XI: 555n Kaa, van der, VI: 323 Kaapsche courant (periodiek), X: 511 Kabidoen, soetan, VIII: 130, 196, 215 Kaboen, IX: 574 {==415==} {>>pagina-aanduiding<<} Kadam, IX: 474 Kadier (loerah Tjiara), IX: 420, 423, 424, 429, 432 Kadir, IX: 252 Kadis, IX: 554 Kadjim, IX: 574 Kaerah, IX: 555 Kaibel, XII: 571 Kaim, IX: 574 Kaiman, IX: 430 Kaimien, IX: 414 Kaimoen, IX: 576 Kaiser, Hendrik W., IX: 339 Kaiser, P.J., XXI: 566 Atlas voor de sterrekunde, zie onder: Bruhn, K. Kaji, loera, IX: 501 Kakas, majoor moeda van, IX: 82 Kalakaua, David, koning der Sandwich-eilanden (Kalakaua I, koning van Hawaii), XXII: 670 Kalar (loerah van Badoer), II: 127; IX: 552, 554 Kalenkorkan, IX: 84 Kallf, Martin, XXIII: 510 Kalff, Gerrit, XVII: 568 Kaliam, II: 128; IX: 552 Kâlidâsa, II: 664, 784n; VII: 61, 572; XVII: 739; XXIII: 510 Kalidien (mandoer Tjimandirie), IX: 423, 424 Kalie Radja, VIII: 254, 263 Kallenberg van den Bosch, C.R.J. (Kees), XVI: 381; XX: 474, 475; XXI: 288+n, 293, 463, 469; XXII: 106; XXIII: 327, 329, 363+n, 366, 371, 392, 393, 433, 497+n, 504, 543; XXIV: 77 Kallenberg van den Bosch, Henriette L.M., XVI: 381; XIX: 836, 933; XXI: 292, 472; XXIII: 329+n, 366+n, 371, 392, 497+n, 542 Kallenberg van den Bosch, Reyer J.A., II: 659; X: 517, 518, 613n, 736b; XI: 578, 594, 601, 604, 606, 609, 638, 794b; XII: 179n, 205+n; XIV: 678b, 682n; XV: 512; XVI: 552n; XIX: 406, 411+n, 457, 628n, 629n, 765, 817a, 820, 821, 837, 838, 906, 973n; XX: 172n, 424n, 427, 428, 433n, 461n, 466n, 477n, 592n; XXI: 26n, 79, 289n, 462n, 625, 645, 659, 663, 805, 812n; XXII: 19n, 24n, 29n, 106, 187, 250, 516n, 787b; XXIII: 19n, 20n, 371n, 496n, 504, 561+n, 775b; XXIV: 245, 402, 595+n; XXV: 184n Kallenberg van den Bosch, broer van Reyer J.A., XIII: 80, 398; XXIV: 76 Kalliwoda, Johannes W., XI: 768 Kalman, IX: 555 Kalshoven, H.G., XIV: 194, 197, 218, 232 Kaltoem, IX: 540 Kam, Joseph K., IX: 52n, 68, 90, 246, 272, 273, 283, 355, 356, 357, 474 Kam, N.M., XXII: 140 Kamah: Kamia Kambalie (mandoer Gembong), IX: 423, 425 Kamertje van het wasmeisje, het: Ray, Carel A. van Kamia, IX: 452, 453, 454 Kamiati: Kamia Kampen, Nicolaas G. van, IV: 82; VI: 414 Bloemlezing uit de Nederlandsche prozaschrijvers, verkort door D. Veegens. Uit de schrijvers van den jongsten tijd bijeenverzameld, IV: 82 {==416==} {>>pagina-aanduiding<<} Kampen, Pieter N. van (uitgever te Amsterdam), IX: 698n; XI: 53, 383; XVI: 758n; XVII: 213+n, 214, 216, 798n Kamper courant (periodiek), VI: 218, 219, 221, 222; XVI: 744; XIX: 449n, 459a, 735n, 749a; XX: 253n, 302a; XXI: 646a, 663, 683a, 710a, 743n; XXII: 52+a, 70, 71, 92n, 95a, 115, 155; XXIV: 333a, 335, 371 Kampf, R., XIV: 375 Kamphäusen, XI: 94 Kamphuysen: Camphuysen, Dirk R. Kamphuijzen, mw., XIV: 492 Kampo, si, VIII: 114, 115, 146, 154, 199 Kamps, XIII: 300, 301 Kamps, gebr., XIX: 298 Kanimah, IX: 555 Kansleven, E.Z. (ps.), XI: 469 Egoïst, de (karakterstuk), XI: 469 Kant, Immanuel, II: 784n; III: 255, 608n; IV: 497, 778n, 780n; V: 215, 745n; VII: 726; XII: 52, 107; XV: 314, 614; XVI: 700; XIX: 120, 267, 433, 467, 478, 544, 547, 717, 720, 723; XX: 231; XXI: 40, 88, 120, 159, 190, 199, 211, 212, 237, 249, 250, 256, 257, 492; XXII: 716n; XXIII: 498, 542, 631; XXIV: 201 Kritik der praktischen Vernunft, IV: 778n Kritik der reinen Vernunft, II: 784n; III: 608n; IV: 498, 778n; V: 611, 745n; XIX: 267, 467, 717, 723 Kritik der Urteilskraft, IV: 778n Ueber Pädagogik, XXIV: 201 -zie ook onder: Heumann, J.H. Kanter, de, XIX: 955a, 961; XX: 32, 33, 35, 38, 49-51+a, 55, 59, 60, 61, 66 Kanzler, Hermann, XIII: 440 Kaoet, IX: 557 Kapper, Elise, XVII: 103 Kapper, Evelina, XVII: 103 Kappeyne van de Coppello, Joannes, V: 648; XV: 778; XVII: 179, 180, 183, 532; XVIII: 773+n; XXII: 559, 560; XXIII: 148+n Kappler, August, XXIII: 67+n, 79, 80, 105+n Erlebnisse und Erfahrungen während eines 43-jährigen Aufenthalt in der Kolonie Suriname, XXIII: 67+n, 79, 80, 105+n Karasmin, IX: 558 Kardec, Allan (ps. van Hippolyte J.D. Rivail), XVIII: 535 Karel V, keizer van Duitsland en koning van Spanje, IV: 786n; V: 759n; VI: 449; XI: 176; XII: 490; XXII: 483; XXIII: 693+n; XXIV: 723 Karel VI, duits keizer, IV: 29, 778n Karel VII, koning van Frankrijk: Charles VII, etc. Karel XII, koning van Zweden, III: 479, 599n; IV: 339; V: 677; XIII: 249; XXV: 20, 21 Karel Albrecht VII, duits keizer, IV: 93 Karel de Grote (koning der Franken, rooms keizer), IV: 27, 28, 620, 624, 662, 665, 778n; V: 62, 342; VI: 64, 190, 612; VII: 367; XII: 234, 348, 508; XVIII: 566; XX: 492, 493, 514; XXI: 285, 289, 294, 385, 426, 523, 601; XXII: 483, 585, 604; XXIII: 310, 597, 664, 673, 675; XXIV: 195, 290, 421, 468, 672n {==417==} {>>pagina-aanduiding<<} Karel de Kale (koning en keizer der Franken), IV: 574; XI: 709 Karel de Stoute (hertog van Bourgondië), IV: 502; V: 734n Karel Martel, V: 60 Karel Stuart: Charles I (Stuart), koning van Engeland Karel van Hohenzollern-Sigmaringen, vorst van Roemenië, XII: 51, 790, 791 Kareltje: Dam, Karel van Karenten, IX: 454 Karlsruher Zeitung (periodiek), XI: 773, 783; XII: 440, 615; XIII: 52, 81, 119, 127, 489, 517, 535, 702 Karman, IX: 577 Karr, Alphonse, IV: 209, 779n; V: 557, 744n; VI: 791n; XI: 63; XII: 293+n; XIV: 606+n; XXI: 39+n; XXII: 454+n Karsie, IX: 555 Karta Natta Negara, raden adipatti, regent van Lebak, I: 318, 333, 334, 336, 350, 365, 367-370, 407-411, 413, 415, 417, 426, 554n; II: 135-139, 169, 192; V: 469; VI: 324; IX: 415, 427, 432, 442, 446, 459, 460, 465, 467n, 468n, 470n, 473, 475, 480, 485, 488, 489, 491+n, 492, 495, 496n, 497, 498, 499, 500, 501, 502, 503, 504, 505, 506, 508, 509, 510, 511, 512, 513, 514, 515, 517, 522, 523, 525, 526, 527, 528, 529, 531, 532, 541, 546, 547+n, 549, 551, 561, 564, 565, 568, 569, 570, 579, 585, 586, 587, 588, 590, 591, 600, 607, 611, 618, 619, 629, 633, 636, 637, 638, 639, 642, 644, 647-654, 656, 657, 667, 668, 669, 671-674, 697b; X: 318, 352, 353, 381-383, 397, 563; XI: 401, 402, 562; XII: 255, 256, 329, 698, 712, 715, 751; XIII: 109, 167, 174, 179-184, 186, 198, 681, 682, 690; XIV: 246, 362, 586, 590, 591, 648n; XV: 637; XVI: 36, 522, 523; XVIII: 261, 445; XIX: 521, 523; XX: 487; XXI: 46, 605, 607, 608, 721, 743; XXII: 146; XXIV: 658 Karten, Henri, IX: 273 Karten, Simon, VIII: 28 Karunda, XII: 43 Kasdin, IX: 553 Käsebier, XIII: 117 Kasihidie, IX: 213 Kassan, IX: 574 Kasseler Zeitung (periodiek), XIII: 284 Kassib, II: 127; IX: 552 Kassie, si, VIII: 130, 278 Kassimin, IX: 576 Kasso, IX: 252 Kassoem, IX: 462 Kasvereeniging (bank te Amsterdam), XXII: 21n, 243, 249, 347 Kätchen (hulp bij Dekker en Mimi in Wiesbaden), VII: 645, 646, 648, 649, 668-670; XVIII: 460; XIX: 41+n, 76, 144, 159, 400, 447, 474, 609; XX: 147, 222, 235, 309, 315, 316, 335, 491, 501+n; XXI: 80+n, 81; XXII: 368, 381, 578, 740 Kate, Hermanus ten, III: 261 Kate, Jan J.L. ten, III: 99, 100; IV: 118, 457, 785n; V: 757n; VI: 231, 732; VIII: 454, 590; X: 639; XI: 268, 753, 772+n; XII: 236+n, 237, 431, XV: 45; XVI: 250; XVII: 160, 460, 570; XVIII: 800n; XIX: 865; XX: 312, 406, 411, 441; XXI: 319, 348, 598, 600; XXII: 100, 702; XXIII: 461, 509, 510, 538n; XXIV: 288 {==418==} {>>pagina-aanduiding<<} Dichterlijke scheurkalender voor 1875-1877, met bijschriften van J.J.L. ten Kate, XVII: 92 Panpoëticon, vertaalde en oorspronkelijke gedichten, XXIII: 510 Schepping, de, IV: 457, 785n; XI: 753, 772; XII: 236+n, 431; XV: 45; XVII: 460 -zie ook onder: Tasso, Torquato Kater, Klaas, XXIII: 736 Katharina II, de Grote, keizerin van Rusland, V: 60, 109, 112, 295, 744n; VI: 782n; XVIII: 566; XXIV: 211 Katholiek, de (periodiek), XV: 683n Katholische Bewegung, die (periodiek), XIII: 437 Katidjan, IX: 574, 576 Katz, Samuel, XV: 98+n, 543, 554, 567, 568, 576; XVII: 207+n, 623, 638; XVIII: 798b; XIX: 411 Partieele herziening onzer wetboeken. Historisch staatsrechtelijke studie, XVIII: 40n Katzenstein, Louis, X: 17n, 23n, 24, 401; XIV: 98+n Kaufmann, J. (uitgever te Frankfurt), XX: 584 Kaulbach, Wilhelm von, V: 64 Kaunitz, Wenzel A., graaf von, V: 305, 744n Ke Ing, VIII: 278 Ke Moeda: Keh Moeda Kean, Edmund, VI: 556, 791n Keats, John, XXIV: 405, 450 Keer, P., V: 484, 656, 736n; XIII: 566 Keer jr., P., XIV: 463, 464, 469 Keerom (ps. van: Doorenbos, W.), XI: 671+n, 675, 676, 679; XXV: 76+n, 77+n Keerwolf, XVII: 431 Keetje? (oude strijkster), IX: 279 Keh Moeda, VI: 422, 423; VIII: 104n, 148, 203, 249, 273, 324 Kelder, Neeltje, VIII: 28 Kellen, J. van der (boekhandel te Rotterdam), XIX: 307 Kellenaer, Benedictus, VI: 679; XV: 737 Kellens, D.E., IX: 441, 442 Keller, Gerard, XI: 404+n; XIII: 305n, 465, 500+n, 516, 724b; XV: 175, 245+n, 428a, 487, 569, 782, 783; XVI: 536+n, 546+n, 547; XVII: 154, 296; XVIII: 206, 370n; XX: 548; XXI: 786; XXIII: 70, 84+n, 94, 381+n Blauwe lint, het, XVI: 536+n, 546n; XXIV: 691+n Keller, J.E., XIV: 194, 197, 232, 395, 407a, 408, 428, 503+n Kema, zendeling-leraar te, IX: 208n Kemink & zoon (uitgever te Utrecht), XVII: 76, 88 Kemoeda: Keh Moeda Kemp, Pieter H. van der, XXI: 801; XXII: 227; XXIII: 381+n, 590+n Kempen, Johannes M. van, XIX: 501; XXII: 440 Kempenaer, Jacob M. (van Andringa) de, XXIII: 345+n, 692+n Kemper: Bosch Kemper, jhr. Jeronimo de Kempff, J.W., XI: 483, 512, 538, 555, 670, 701n Kempis, Thomas à, V: 755n; VII: 772n; XXIV: 621 Navolging van Christus, de, V: 755n; VII: 772n {==419==} {>>pagina-aanduiding<<} Kenny, Alexander, IX: 206n Kensnil, W.J., XXII: 292 Kepler, Johannes, I: 478, 564n; IV: 236, 328; V: 336, 745n; VI: 617; VII: 653; XIII: 228; XV: 614; XIX: 174, 796; XXI: 419 Kepper, George L., XVI: 721; XVIII: 188a, 192 Keps, XIX: 609 Kératry, Emile, graaf de, XII: 457; XIII: 630 Empereur Maximilien, son élévation et sa chute, d'après des documents inédits, XII: 457 Kerchove (Kerckhove, Eugène, baron van), XII: 400 Kerdijk, Arnold, VI: 390, 791n; XIX: 174, 466, 532; XX: 441 Kerkelijke courant, weekblad voor de Nederlandsch hervormde kerk (periodiek), XXII: 200a, 246, 280, 385; XXIII: 31 Kerkhoff, mw., IX: 279 Kerkhoven en co. (bankier- en makelaarskantoor), IX: 67, 234, 254, 276, 277; XI: 794n Kerkhoven, Anna C.F., X: 748n Kerkhoven, Eduard J., IX: 299n, 301, 302, 304, 305, 697b Kerkhoven, F.J.: Kerkhoven, Theodorus J. Kerkhoven, Jan W., IX: 279, 298n Kerkhoven, Johannes, VIII: 459n, 690n; IX: 327, 697b+n; X: 54+n, 748n; XI: 794b Kerkhoven, O.W. (d.i.: Willem Octavius), XI: 605, 613, 624?, 638 Kerkhoven, Pauline E., IX: 692n Kerkhoven, Pieter, IX: 697n Kerkhoven, R., XVII: 257, 258 Kerkhoven, Theodorus J., VIII: 460n, 535?, 690n; IX: 232, 263+n, 288, 697b; XI: 794b; XXIV: 536+n, 538n, 551n, 563+n Kerkhoven (zoon van T.J. Kerkhoven?), XXIV: 551 Kerkhoven-van der Hucht, Clara H.: Hucht, Clara H. van der Kerkwijk, J.J. van, XX: 547+n Kern, Johan H.C., III: 100, 398, 609n; VI: 340, 342, 344; XI: 268; XII: 359; XIV: 193, 212, 233, 236, 237, 240, 242, 246, 248, 249, 254, 255, 273, 274-277, 281+n, 284, 285, 288-290, 293, 294, 295, 308, 320+n, 321, 323, 345, 349, 353, 355, 358, 359, 370n, 374, 382, 383, 390a, 395, 412, 413, 426, 448, 451, 452, 513-515, 678b, 679n, 681n, 682n; XV: 287, 294, 296, 425, 432; XVI: 472, 473; XVII: 330; XVIII: 447; XXI: 644+n, 654, 676, 677, 707, 741 Kerst, H., XIII: 452 ‘Kerstnacht, den’ (van Bilderdijk?), II: 551 Kertbeny, Karl Maria (ps. van Benkert, Carl M.), XIV: 144 Kervel, Thomas A.C. van (ass, res. van Mandeling en Ankola, 1842), I: 176-182, 567n; VIII: 106n, 133-141+n, 181-186; XIII: 171, 172; XV: 346, 347 Kesteren, van, XIX: 411 Kesteren, Carel E. van, XII: 722; XIV: 296, 299, 349+n, 356, 357, 377, 588a, 608, 609; XV: 43, 68, 504; XVIII: 438; XXI: 800; XXII: 227, 455+n, 465, 474, 566; XXIII: 381+n, 590+n Kesteren, H.J. van (boekhandelaar te Amsterdam), XII: 781 {==420==} {>>pagina-aanduiding<<} Kesteren, J.H. van, IX: 316+n Keteh, datoe, I: 144, 148, 576n; VIII: 104n, 166n, 190+n Keteh, si Oepi, I: 144, 145, 148-150, 152, 338, 340, 563n, 576n; VIII: 104n, 105n, 166n, 190n, 296n; IX: 155+n; XV: 552n; XXI: 554n Ketjen, erven H.L., XI: 356 Ketjiel, IX: 252, 253 Ketjil, VIII: 278 Ketjomg, IX: 574 Ketteler, Wilhelm E., vrijheer von, XII: 39, 777, 791; XIII: 40, 52 ‘Onze toestand in Duitsland’ (Deutschland nach dem Kriege von 1866), XII: 39 ‘Vrijheid, overheid en kerk’ (Freiheit, Autorirität und Kirche, Erörterung über die großen Probleme der Gegenwart), XII: 39 Kettmann, Lambertus A.J. (zie ook onder ps.: Westervoort, Floris van), XI: 453, 467, 471, 480, 483, 497, 544+n, 555, 670, 795b; XVIII: 661 Ketwich Verschuur, J.D. van, XXII: 305, 315, 318, 394, 395, 398 Keuchenius, Adriaan A.M.N., VIII: 691n; XV: 100 Keuchenius, Anton: Adriaan A.M.N. Keuchenius Keuchenius, Levinus W.C., IV: 439, 779n; VIII: 415n, 646, 648, 654, 691n; IX: 294n, 355+n, 357+n, 258+n, 359+n, 362+n, 363+n, 373n, 374+n, 375n, 376, 378+n, 381+n, 382, 383n, 385n, 386, 388, 392+n, 393+n, 394n, 698b, 711n; XII: 263, 306, 336; XIII: 263, 264; XIV: 73, 351, 383; XV: 98, 100, 101; XX: 106+n; XXI: 287+n, 546; XXII: 466+n, 469-471, 553, 566; XXIII: 319+n, 382; XXIV: 274+n, 563+n Keuchenius, Willem A., XV: 100 Keulen, aartsbisschop van: Paulus Keulen, bisschop van, XI: 739 Keulen, burgemeester van (1867): Bachem, Joseph Keulen, meisje van de straat in (1868), XII: 657-660 Keulen, postdirecteur te (1868), XII: 605n, 622, 623, 627 Keulsche kroniek (Werner Rolewinck's Fasciculus Temporum, in vertaling van Johan Veldener?), II: 65 ‘Keurverzameling van bouwkundige ontwerpen’ (Verzameling van bouwkundige ontwerpen, bekroond...), XXI: 566 Keyser, hr. en mw. de, XV: 77 Keyser, Jan P. de, X: 283, 294, 301, 303, 304, 327, 337, 729n; XVI: 282, 284; XVIII: 184; XIX: 132; XXI: 319+n, 348, 349, 358, 361, 362, 366, 367, 369, 387, 388, 484, 630 Neerland's letterkunde in de negentiende eeuw. Bloemlezing, ten gebruike bij de beoefening onzer letterkunde, XXI: 319+n, 348, 358, 361, 366, 367, 369, 387, 388, 484 Keijzer, B.A., XIII: 581 Keyzer, Jan P. de: Keyser, Jan P. de Keyzer, Salomon, XI: 542 Kiat (loera van de dessa Badoer, 1852), IX: 414, 415, 416, 618 Kiay Modjo, IX: 224 Kiche, Louise, XVII: 432 Ki(r)chenpauer, Gustav H., XII: 357 {==421==} {>>pagina-aanduiding<<} Kie Naksan, IX: 556 Kiefer, Friedrich, XIII: 668 Kieviet de Jonge, XXII: 68, 169; XXIV: 374 Kiliaan, Cornelius, XVII: 771+n; XXII: 735+n Etymologicum teutonicae lingae, XVII: 771+n; XXII: 733n Kinck, Jean, IV: 305, 306 Kinck, mw., IV: 247, 304, 305 Kind, Johann F., VI: 786n Kinderen, der, XVII: 310 Kinderen, Timon H. ter, XII: 574 Kindleben, C.W., I: 560n; VII: 765n Kingma, H.R., XIII: 245; XXIV: 669 Kingma, Hylke J., XIII: 207, 235n, 245, 280; XXIV: 669 Kingma-Mathlener Loderus, A.P.C., XIII: 246; XXIV: 669 Kingsley, Charles, XXI: 492+n Kinkel, Gottfried, XIII: 191+n, 192+n, 605; XXIII: 463+n Geboorte van Pallas, de, XIII: 191, 192 Gedichte, XIII: 191n Kinkel, Johann G.: Kinkel, Gottfried Kinker, Johannes, XVI: 135, 275 Gabriëla van Faiël, geboren van Vergy. (Katjensspel), XVI: 135 Kip, XXI: 108 Kirberger, W.H. (uitgever te Amsterdam), XVI: 225 Kirederf, XVII: 210 Kirsch, XVI: 92 Kisseleff, gravin (Sophia, gravin Kiselev-Potocki?), V: 145, 146, 157, 172, 294, 316; XV: 130 Kistenmaker, VIII: 41n, 532 Klaasesz jr., P.C., XXIV: 191 Klabat, hoekoem besaar van, IX: 78, 80 Klabat beneden, hoekoem besaar van, IX: 67 Kladderadatsch (periodiek), IV: 47, 48, 77; V: 115; XII: 88; XIII: 73, 233; XVI: 314+n; XVIII: 197+n Klaveren, A. van (uitgever te Amsterdam), XXIV: 181, 327 Kleeff, van, IX: 663 Kleeuwens & zoon, F. (boekhandel te Goes), XIX: 235 Klein (schipper), XXIV: 549 Klein (van Semarang): Klein, H. Klein, Antje E., VIII: 22n, 32 Klein, C., XII: 524 Klein, Eeltje S., VIII: 19n, 21n, 30+n Klein, H., V: 478, X: 242 Klein, J.J., XXIII: 506 Klein, J.W.F., IX: 582 Klein, Sytske E., II: 459, 525; IV: 409, 410; VIII: 21n, 22n, 32-36+n, 44, 45, 48, 90n, 91, 534, 536, 537, 554, 561, 564, 616, 658, 664, 665, 676-678, 684n, 685n, 691b; IX: 15n, 22+n, 25, 26, 92, 98, 100+n, 149, 151, 200, 244n, 694n; X: 231, 350, 351, 468; XI: 368, 663; XII: 437; XIII: 327; XV: 286; XVII: 150, 209, 588-591; XVIII: 273, 702; XIX: 204, 644, 882; XX: 439; XXI: 466, 584; XXIII: 453, 720, 723; XXIV: 75, 183, 340, 491, 505, 552, 565; XXV: 28 Klein, Tames, IV: 409 Kleine gazet, de (periodiek), XXIII: 674a Kleine rampen in het menschelijk leven (des levens) (blijspel), XI: 428, 429 {==422==} {>>pagina-aanduiding<<} Kleine, Leonard A., XI: 93, 95 Kleine, mw., XI: 436 Kleine-Gartman, Maria J., X: 50, 741b; XVII: 477, 527, 577; XVIII: 561+n, 779; XXIII: 350+n; XXV: 99 Kleinschmidt, XX: 450 Kleinsorgen, Karl von, XII: 73, 127 Kley, Th., XXII: 466+n Kleijnhoff, Adriana, VIII: 461n, 688n, 691b; IX: 322 Kleijnhoff, Agnita H., IX: 322 Kleijnhoff, Anna C., IX: 322 Kleijnhoff, Christiaan, VIII: 463, 691b, 692n, 696n; IX: 318n, 321, 322, 698b, 701n Kleijnhoff, Christiaan F., IX: 322 Kleijnhoff, Dorothea F., IX: 322 Kleijnhoff, Everdina, I: 101; VIII: 416n, 459n, 463, 530, 538, 547, 548, 688n, 692b, 697-700n; IX: 73, 205, 244n, 318n, 320n, 322, 323+n, 324, 325, 326, 329, 330, 331, 658, 659, 703b Kleijnhoff, Helena J., IX: 322 Kleijnhoff, Huberta, IX: 322 Klikspaan (ps. van: Kneppelhout, Johannes), X: 741n; XVIII: 674; XXIV: 169 Studententypen, X: 741n; XXIII: 283 Klinkhamer, Margaretha C.A., XI: 792n Kloes, van der, XV: 315 Kloos, Willem J.T., I: 581n; XV: 799n; XXIII: 141+n, 142, 504a, 575n, 599, 773n; XXIV: 294 Kloprugge (controleur), IX: 544 Klopstock, Friedrich G., VI: 272; VII: 365; XVIII: 57 Kloris en Roosje (de bruiloft van...): Malsen, Thomas van Kluit, Adriaan, V: 647 Klijn, Barend, XVII: 328, 337 Klijn, Sietske Eeltjes: Klein... Knack: Knak, Gustaf F.L. Knak, Gustav F.L., IV: 121, 167, 666; V: 336; XIII: 70, 71, 284+n; XIV: 388, 391 Knap, Hein, XVI: 268 Knappert, mej., XXV: 203 Knappert, Jan, XVII: 290 Knaus, Ludwig, VII: 595 Kneppelhout, Johannes (zie ook onder ps. Klikspaan), X: 211, 741b; XVII: 543; XVIII: 799n; XX: 102; XXIII: 403+n, 461; XXIV: 442 Knigge, Adolf F.F., vrijheer von, V: 271, 745n Über den Umgang mit Menschen, V: 745n Knikker, A., XX: 431 Knikker, mej. de wed., XXI: 193, 232 Knobel, Fridolin, II: 319; X: 538n, 540n, 598n, 674; XI: 33n, 331, 795b Knoop (boekhandelaar Cnoop & co?), XII: 485 Knoop, Willem J., II: 708; VI: 697-699, 701-704, 706, 791n; XV: 742; XVI: 59, 76, 143(?), 378; XVII: 504; XXI: 389+n; XXII: 181; XXIII: 441+n Krijgskundige beschouwingen, XXIII: 438n Knorsch, XII: 649 Knottenbelt, J., XXII: 291 Pleitrede inzake Mosselmans, XXIII: 57n Knottenbelt, R.J., X: 608+n, 625, 741b {==423==} {>>pagina-aanduiding<<} Knowlton, Charles, XXV: 180n Vruchten der philosophie, XXV: 180n Knuttel, P., VIII: 47 Knuijt, Cornelis, VIII: 678; IX: 100, 101 Kobon, si, VIII: 254, 263 Koch, XI: 479; XII: 78 Koch, Robert, XXIII: 189+n, 190, 217, 301, 364+n, 365 Kochhahn, XIII: 70 Köchlin, XII: 220 Kock, A.S.: Kok, Abraham S. Kock, Charles Paul de, II: 637, 784n; IV: 203; V: 331, 745n; VI: 581, 791n; VII: 587; XVII: 355; XIX: 271, 495 Bon enfant, un, VII: 587 Cocu, le, VII: 587 Soeur Anne, VII: 587 Kock, Hendrik M., baron de (G.G., 1826-'30), I: 555n, 558n; IX: 695n; XIV: 519; XV: 357n Koe, H. de, XXII: 204 Koekebakker, Guurtje, XIX: 752+n; XIX: 751n Koekebakker, Hendrik, IX: 280; X: 272, 741b; XVI: 650; XXI: 163+n Koekebakker, Jan, X: 741n Koekebakker, Jat, XXI: 163, 164 Koeloeng, IX: 452, 453, 454 Koenen, Matthijs J., XXII: 779 Nieuwe taalboek, het; taal-, stijl- en dicteer-oefeningen, XXII: 779 Koenoes, IX: 557 Koesoema Ningrat, raden adipatti aria (regent van Tjiandjoer), I: 116, 217, 262, 263, 409, 414; II: 136; IX: 490, 495, 498, 500, 501, 502, 503, 504, 505, 506, 509, 513, 515, 516, 517, 518, 522, 523, 523, 526, 551, 569, 585, 586, 600, 618, 629, 642; X: 353, 382, 383; XIII: 180 Koetsveld, Cornelis E. van, III: 98, 609n; VII: 311; XV: 403 ‘Bijbel, naar de besehrijving van dominee K.’: Christelijke huisbijbel. De tekst der gewone... Schetsen uit de pastorie te Mastland, III: 609n Köhle, Catharine E., X: 24 Köhler, B. (eig.: Reinhold Köhler), XX: 88 Krebs- und Scheinkrebs-krankheiten der Menschen nach den bisherigen Leistungen der Wissenschaft vom klinischen Standpunkte dargestellt, XX: 88 Köhler, G.C.F., XXIII: 506 Köhler, G.M. (bedoeld is: Köhler, Johan H.R.), XXII: 460n Köhler, Johan H.R., XV: 552n, 727, 740; XXII: 460n Köhler, wed., XVII: 178 Kok, Abraham S., X: 685; XI: 53, 330; XII: 369, 389, XVI: 289, 412+a, 415, 420+n, 435, 477, 478; XVII: 269, 613; XVIII: 178n, 479a, 481, 490+n, 499, 525, 531, 676, 798b; XIX: 22n, 405-407, 409, 585, 745n, 765, 973n; XX: 342; XXI: 677, 682, 683, 805; XXII: 19n, 29n, 65, 106; XXV: 154 Goede kennissen (bloemlezing), XVIII: 798n Kok, mw. A.S., XVIII: 484, 485, 628 Kok, Maarte C., VIII: 28 Kok, A. & co. (boekhandel te Gouda), XX: 252; XXI: 136 Kokx, Trijntje S., VIII: 25 {==424==} {>>pagina-aanduiding<<} Kol, Everhard H. (bankier te Utrecht), XXIV: 534+n, 740b Kol, Henri H. van (zie ook onder ps.: Rienzi), XXIII: 667-669 + n, 678, 680, 711, 712; XXIV: 202+n Kol-Porrey, Jacoba M.P. (Nellie) van (zie ook onder ps: Nellie), XXIII: 667+n, 668, 678, 697, 711 Kolb, Georg F., XXII: 777 Kaspar Hauser. Aeltere und neue Beiträge zur Aufhellung der Geschichte des Unglücklichen, XXII: 641, 684, 777 Kolemine, Alexandrine von, XXIII: 168 Kolettnigg, August, XVI: 55+n, 101 Kollewijn, R.A., XXIV: 395a Kolff, Gualtherus (boekhandelaar te Leiden), XV: 528, 731, 734, 737, 738, 741, 749; XVI: 557n, 566, 568, 570, 573, 575, 577, 578, 580+n, 586, 588, 590, 634+n, 639; XVII: 587; XVIII: 166, 636+n, 637; XIX: 578 Kolff & co., G. (boekhandel te Batavia), XI: 493 Kolkman, M.J.C.M., XXIII: 146+n, 150 Kolligs, Hans, XXIII: 357 Kölnische Blätter (periodiek), XII: 466; XIII: 200 Kölnische Volkszeitung (periodiek), XIII: 440, 532 Kölnische Zeitung (periodiek), II: 218, 288; IV: 9, 10, 19, 48, 76, 468, 470, 482; V: 12, 106, 107; XI: 632, 635, 727; XII: 30, 145, 151, 156, 171, 200, 205, 206, 210, 213, 220, 221, 223, 225, 226, 229, 230, 235, 271, 289, 292, 297, 303, 304, 309, 311, 347-352, 357, 358, 377, 419, 421, 425, 427, 434, 435, 439, 443, 444, 457, 459, 463, 466-469, 471, 474, 475, 515, 517, 525, 531, 536, 541, 543, 549-551, 570, 571, 582, 583, 605, 609, 616, 617, 626, 638, 652, 655, 665, 685, 693, 694, 695, 734, 763, 774, 776, 782, 791, 792; XIII: 24-27, 29-31, 34-36, 41, 44, 45, 49, 53, 57-65, 67, 70, 71, 74, 77, 78, 80, 81, 82, 84, 88, 96, 104, 105, 107, 112+n, 113-117, 121, 122, 127, 128, 132, 143-145, 148, 154, 157, 160, 162, 187, 188, 190, 193, 194, 200, 202, 204, 218, 223, 225, 229, 237, 284, 301, 310, 312, 313, 322, 326, 343, 348, 359, 367, 371, 376, 377, 386, 388, 395, 396, 397, 400-402, 405, 407, 413, 417, 421, 422, 424, 429, 434, 436, 441-443, 458, 482, 486, 487, 491, 492, 502, 505, 513, 524-526, 528, 529, 532, 540, 544, 549, 552, 574, 576, 579, 581, 587, 589, 591, 594, 596, 599-601, 604, 614-616, 626, 627, 629, 630, 659, 664, 665, 668, 685, 686; XIV: 169; XVI: 152; XIX: 43; XXIII: 448, 449; XXIV: 215a, 384, 706, 711, 719, 723; XXV: 43 Kölnischer Anzeiger (periodiek), XII: 57, 63, 75, 92, 115, 126, 134, 153, 154 Kolokotronis, Theodoros, VII: 73, 768n; XX: 207 Koloniën, minister van (1849-1855): Pahud, Charles F. Koloniën, secretaris-generaal van het ministerie van -: Weddik, Arnoldus L. (1853); Keuchenius, Levinus W.C. (1854) Kolyn, Klaas (mystificatie door Reinier de Graaf), VII: 342, 768n {==425==} {>>pagina-aanduiding<<} Kong-Fu-tsé: Confucius Koning (van de kompasdeclinatie): David Koning Koning, David, XI: 417, 420n, 478, 506+n, 516, 524, 528, 581, 597, 611, 615, 643, 795b; XIII: 32, 254; XIV: 91; XXI: 198; XXIV: 476+n, 629 Koning jr., David, XI: 506, 525, 526; XXI: 202 Koning, Dirk T., VIII: 25 Koning, Gerhardina (Dina), XI: 530; XXI: 198, 202 Koning, H.J.T.M., XXII: 722, 728 Koning, J., VIII: 55, 57 Koning, J. de, XVII: 534 Koning, Jan J., VIII: 700n Koning, Johannes C. de, X: 442, 452, 453, 455, 575, 662, 741b; XI: 20, 21, 237 Koning-Heydeman, Gerhardina M., XI: 525, 527, 529; XXIV: 476, 630 Köni(n)gsmarck, Maria Aurora, gravin von, XVIII: 606 Koo, Johannes de, XXI: 644, 652, 653, 673+n, 748, 754, 783, 784, 805; XXII: 40, 120, 129, 130, 159, 348, 354, 409; XXIV: 104, 225+n, 374 Kool, XIX: 229 Koolen, P.A., XIV: 154; XV: 336; XVI: 174, 175, 196, 222, 223; XVIII: 571 Koomans, N., IX: 314 Kooperberg, D., XXII: 106 Koophandel, de (periodiek), XII: 98, 104a, 148n Koopman, Jan C. (schout-bijnacht), IV: 95 Koopman, mw., X: 506 Koopmans, XIII: 257 Koopmans van Boekeren, R., XXIII: 510 Koops, L., XX: 325; XXI: 201n, 579n Koorders, Daniel, V: 572; XIII: 209; XVII: 391 Koorevaar, K., XXIV: 175a, 176 Kooij, mw., X: 169 Kopiïst, de (periodiek), I: 161, 162, 581n Kopp, XIII: 104 Korlaar, Willem van, XVII: 431, 450, 545, 614, 638, 724; XIX: 768; XX: 386n Körner, (Karl) Theodoor, V: 77, 745n; XII: 211; XV: 798n Hans Heilings Felsen, XV: 798n Leier und Schwert, V: 745n Korteweg, Adrianus J., XVII: 795n Korteweg, Bastiaan P. (zie ook onder ps.: Mouset, T.), XVII: 793n, 795b, 796n; XVIII: 177n, 386n, 403, 404-407, 412, 661, 669, 726+n, 732; XIX: 973n; XX: 96+n, 97, 99, 110; XXI: 426 Korteweg, Diederik J., V: 609, 745n; XIII: 217; XVII: 796b; XIX: 296+n, 396, 406, 407, 565, 765, 973n; XX: 229, 592n; XXI: 79, 476n, 501, 591n, 592n, 645, 649, 651, 652, 663, 673, 695, 768, 799n, 805+n, 812n; XXII: 21n, 22n, 65, 74, 90, 138, 144, 191, 227, 243, 244, 249, 257n, 275n, 277n, 294, 303, 318+n, 320, 333, 359n, 360+n, 362n, 370n, 372+n, 390n, 391, 392, 394-396, 398, 402, 405, 407, 408, 423+n, 443, 513n, 787b; XXIII: 159; XXIV: 351n, 398, 488 Wiskunde als hulpwetenschap, de. Redevoering bij de aanvaarding van {==426==} {>>pagina-aanduiding<<} het hoogleeraarsambt aan de Universiteit van Amsterdam, den 10 October 1881 uitgesproken, XXI: 476 Korteweg-d'Aulnis de Bourouill, Webbina M., XXI: 477; XXIV: 354 XXII: 354n Kortum, Karl A., VI: 790n; XV: 336n Jobsiade, VI: 57, 61, 790n; XV: 337+n Kortz, XIV: 378+n; XV: 53 Kossuth, Lajos, XII: 271+n; XXIII: 463+n Koster, H.G. (boekhandelaar te Amsterdam, zie Gebroeders Koster), XXIII: 57n Koster, Jan, IX: 330 Koster, gebr. (boekhandel te Amsterdam), IV: 120; VII: 581; XVIII: 152, 463+n, 507+n, 698, 699; XX: 216, 289, 442; XXI: 792; XXIII: 59+n, 63 Kothe, H., XXIII: 506 Kotzebue, August F.F. von, I: 344, 564n; III: 545, 546, 590n, 609n; IV: 226, 371, 779n; VI: 434, 444, 792n; VII: 120, 350, 602, 768n, 769n; X: 113; XVI: 181, 225, 675 Adelheid von Wülfingen, III: 545, 590n Armoede en grootheid (Armut und Edelsinn), VII: 350 Dood van Rolla, de (Die Spanier in Peru, oder Rollas Tod), VI: 434 Dronkaard, de (der Trinkenbolt, toneelstuk), XVI: 385 Menschenhaat en rouw (Menschenhass und Reue), IV: 226; VI: 434, 792n; VII: 120, 769n Onechte zoon, de (Das Kind der Liebe), VI: 434, 448, 460, 474, 792n; VII: 247; XVI: 181, 183 Kouwen-Ten Cate, M.T. van der, V: 595, 596, 731n, 744n; XV: 530, 531; XVI: 104n; XVII: 99, 208; XVIII: 33n, 361n, 390, 395; XXI: 113; XXIV: 306 Kouwenaar, Tiemen (boekhandelaar te Amsterdam), XIX: 67, 169; XXII: 156; XXIII: 465a, 467, 775b Kouwer, Antje, VIII: 20n, 23+n, 24, 25, 27, 29 Kouwer, Lijsbet, VIII: 27 Kouwer, Pieter H., VIII: 23n Kox, Klaas J., VIII: 25 Kox, Sijmon, VIII: 25 Kox, Wijtze J., VIII: 25 Kraehmer, A., XXI: 296 Kraft, P.J. (boekhandelaar te Den Haag), XIII: 637, 655, XVI: 400, 652, 654 Kraft, V.C., XVI: 525+n, 546+n Krakatau, internationale courant. Eerste en laatste nommer, XXII: 751n Kramer, VII: 657-659 Vindiciae nomini Germanici, VII: 657 Krämer, XII: 92 Kramer, K.E., XIII: 217 Kramer, Klaaske, XX: 306n Kramer en Landré (wisselbureau), XI: 82 Kramers, H.A. (boekhandelaar te Rotterdam), XII: 313n; XIX: 60 Krates, XIX: 717 Kratz, Friedrich J., XII: 73 Kraus, Franz X., XVII: 264+n, 311, 485 Krause, Heinrich, XIII: 60 Krawang, assistent resident van: Dickelman, Jean H. {==427==} {>>pagina-aanduiding<<} Krawang, juffrouw van gezelschap bij mw. Dickelman, VIII: 643, 645 Krawang, vendumeester te (1847), VIII: 641n; IX: 35 Krawang, wed. van den vorigen resident van, VIII: 566 Krayenhof, Cornelis R.T., baron, II: 780n; VI: 142, 792n Krebs, Joseph, XII: 358 Krefelder Zeitung (periodiek), XIII: 480 ‘Krekel v.d. H.’ (?), XX: 299, 300 Kreling, J.J., XV: 259 Krelinger Dünler & co., X: 734n Krementz, Philipp, XII: 594 Kresna, XI: 503 Kresus: Croesus, koning van Lydië Kreutzer, mw., XIII: 106 Kreuz Zeitung (Neue Preussische Zeitung) (periodiek), XI: 716, 746, 757, 760; XII: 51, 58, 206, 428, 434; XIII: 70, 119, 123, 284, 326, 333, 583, 584, 633, 693; XVI: 152; XXIII: 449; XXV: 43 Kreyssig, Friedrich A.Th., XIII: 135 Krieken, A.T. van, XXI: 101n Krieken, mw. van, XXI: 104+n Krings, Margaretha, XII: 662 Kröber: Roever Kröber, Willem J. de (drukkerij) Kroes, H.A., XXII: 278 Kroesen, Willem E., IV: 242, 246, 253, 779n; XIV: 610 Kröll (brouwer), XXIV: 262 Kroner, XV: 56; XV: 213 Kroone, Maria, X: 359, 371 Kropotkin, Alexander A., XXIII: 699 Kropotkin, Peter A., XXII: 564+n; XXIII: 694+n, 698, 715, 716 Krug, Friedrich, XXI: 296 Kruis, van 't (Kruijs, Maarten van 't), XV: 307 Kruisinga (Smith -), XI: 597, 598, 605 Kruisinga, E.H., XIII: 258 Krummacher, Friedrich A., V: 28-30, 294, 745n; XIV: 156-158, 553 Parabeln, V: 28, 745n; XIV: 156, 553 Krupp, Alfred, VII: 436; XI: 757, 761, 785; XII: 58, 171, 373, 618, 726, 784; XIII: 156, 157, 285, 333, 470 Kruse, Heinrich, XII: 536 Kruseman, Arie C. (uitgever te Haarlem), I: 554n; III: 582n; VIII: 58, 693b; IX: 52n, 104n, 234, 281, 289, 293n, 300, 303, 319n, 698b, 710n, 711n; X: 343n, 638-640+n, 643, 644, 741n; XII: 355; XVI: 28, 30, 137; XVIII: 66, 74, 79; XXIII: 276n, 278n, 413, 458n, 471n, 473, 474n; XXIV: 24n, 248n, 329+n, 353, 406n, 498n, 531n, 552, 551n, 740b Bouwstoffen voor een geschiedenis van den Nederlandschen boekhandel, gedurende de halve eeuw 1830-1880, IX: 698n; XXIV: 407+n Kruseman, Cornelis, I: 573n Krüseman, Hendrik G., XVI: 172, 327, 426, 449, 498, 518, 521, 566, 577, 629, 635, 670, 686, 707; XVII: 351; XVIII: 149, 150 Krüseman, Wilhelmina J.P.R. (Mina, zie ook onder ps.: Oristorio di Frama, Stella), IV: 679, 718; XV: 13n, 694a, 697+n, 698, 699, 707, 710+n, 713n, 733+n, 796b; XVI: 10n, 13n, 15n, 18n, {==428==} {>>pagina-aanduiding<<} 22n, 23n, 160+n, 175, 196, 222, 223, 328n, 330, 365-367n, 394, 411, 421, 428, 432, 447n, 483, 505, 509n, 520+n, 521, 529, 530, 532, 536, 551+n, 554, 563n, 580n, 599n, 611n, 614, 620, 634n, 643, 704-708, 714, 740n, 751, 759n; XVII: 9n, 13n, 18n, 31, 52-54, 56, 76, 91n, 95+n, 96+n, 97n, 98, 100, 103, 112n, 122, 124, 128, 135, 139+n, 157, 161, 166, 167, 176, 181, 192-194, 201, 205, 210, 214, 220, 221, 229-231n, 234n, 236, 254n, 257+n, 267, 281+n, 282, 283, 285, 287, 288, 295, 298, 299, 304n, 307-310, 311, 319, 320, 325, 326, 332, 333, 339n, 341, 344, 345, 346, 347, 348a+n, 350, 356, 359-364, 368, 372, 373, 276, 377, 378+n, 379, 381, 385, 386, 388-390, 396, 400, 401, 403, 404, 406+n, 408-410, 412, 414, 415, 422n, 425n, 427, 429-431, 434-436, 438-441, 445-452, 456, 457, 458, 459, 469, 470, 472, 474, 477, 478, 480, 481, 483, 484, 486-489, 490, 491-498, 500, 501, 502, 503, 504, 514-516, 524, 531+n, 532, 540, 542, 543, 547, 549, 550, 555, 558-560+n, 562n, 567, 571, 577n, 581-583, 586, 593, 596, 597n, 606n, 608, 616, 617, 618, 623, 624, 626-630, 632, 638, 639, 645, 650, 659-663, 670, 694, 696, 707+n, 713, 719, 721-726, 736a, 748, 749, 793n, 795n, 797n; XVIII: 15n, 22n, 64, 77, 81+n, 86-88, 89, 96, 111, 117, 118, 147, 149-151, 156, 158, 162, 177n, 200, 202, 246, 326+n, 337, 614n, 662, 726+n, 727, 728, 730-734, 776; XIX: 15n, 36, 56, 76, 89, 251, 362, 524+n, 547, 766; XX: 96, 110, 407; XXII: 199; XXIII: 144n, 187; XXIV: 184; XXV: 52, 57, 61+n, 62, 67n, 75n, 77, 78, 86+n, 87, 88, 90, 104, 108, 109, 120, 126, 129+n, 130n, 149, 168+n, 238n Blik in de kunstenaarswereld, een, XVI: 576; XVIII: 81+n, 82, 118 Echtscheiding, een, XVI: 368n, 582, 583, 585, 587, 657, 665, 704, 705; XVII: 18n, 82, 96, 102+n, 103, 116, 126, 147, 149, 161-163, 201, 229n, 257n, 351, 661, 793n Huwelijk in Indië, een, XV: 733+n, 744+n, 797n; XVI: 326, 329, 439n, 447, 454, 455, 496, 503, 530, 573, 576, 577, 621, 639, 689, 705, 706; XVII: 18n, 56, 69, 103, 127, 163, 176, 221, 373, 436; XVIII: 87, 733; XXV: 52+n Kunst en kritiek: Meester kritiek... ‘Lettre à Dumas’, XVI: 454 Meester Kritiek. Geen roman of novelle, maar een satire. Uitsluitend voor Amsterdam geschreven, en, zonder zijne voorkennis, opgedragen aan haar vijand H. de Veer, XVI: 576; XVII: 59, 95+n, 96, 97, 98, 116, 117, 122, 148, 157, 166, 201, 221, 234n, 263, 281, 288, 311, 323, 332, 515, 597n, 639, 650, 721; XVIII: 81, 87, 118, 726, 733; XXV: 75n, 76, 86+n, 109 Moderne Judith, de, IV: 718; XV: 797n; XVI: 161, 172, 454, 538, 576, 585, 672, 676, 679, 705-707; XVII: 348; XVIII: 151, 732; XXV: 67n, 130+n Mijn leven, XV: 13n, 710n, 713n, 743n, 797n; XVI: 13n, {==429==} {>>pagina-aanduiding<<} 18n, 154n, 160n, 171n, 211n, 244n, 246n, 255n, 269n, 324n, 328n, 359n, 381n, 394n, 396n, 424n, 435n, 438n, 446n, 455n, 456n, 461n, 493n, 509n, 510n, 526n, 537n, 539n, 540n, 551n, 555n-557n, 562n, 563n, 566n, 567n, 570n, 573n, 580n, 585n, 586n, 589n, 590n, 597n, 599n, 600n, 629n, 633n, 634n, 637n, 640n, 654n, 657n, 661n, 665n-668n, 672n, 678n, 679n, 684n, 685n, 691n, 694n, 702n, 714n, 716n, 729n, 740n; XVII: 13n, 26n, 29n, 46n, 47n, 52n, 58n, 67n, 80n, 85n, 87n, 91n, 94-97n, 101n, 102n, 105n, 109n, 110n, 112n, 115n, 116n, 126n, 138n, 146n, 161n, 202n, 234n, 239n, 253n, 254n, 257n, 259n, 287n, 292n, 294n, 304, 312n, 315n, 317n, 318n, 323n, 324n, 327n, 334n, 337-339n, 248n, 349n, 351n, 352n, 369n, 393n, 394n, 410, 415n, 416n, 422n, 424n, 527n, 531n, 533n, 560n, 562n, 572n, 576n, 577n, 584n, 586n, 594n, 597n, 613n, 645-647n, 649n, 658n, 665n, 675n, 682n, 691n, 692n, 706n, 708n, 718n, 720n, 732n; XVIII: 15n, 60n, 80n, 82n, 404n, 468n, 470n, 550n, 614n, 726+n, 727, 729, 730; XIX: 15n, 524; XXII: 199;, XXV: 167n Parias, XV: 797n Zusters, XVII: 488, 628 Krüseman-Cantzlaar, Jenny D.H.C., XVI: 449, 583 Kruseman-Goteling Vinnis, Anna M., IX: 134, 137, 144, 174, 300; XXIV: 540, 546 Kruijnen, notaris van, IX: 260 Kruijnen, L. van, IX: 260 Krijgsman, Wilhelmus J., I: 147; VIII: 201, 203, 212 Krijthe, Hendricus C.J., XVII: 52 Bessere Tage für die gebildete Welt, oder meine Ansicht über das Dasein im grossen ganzen ins besondere das der Menschheit, XVII: 53 Om der waarheid wille. Open brief aan mr. C.W. Opzoomer over de gewichtige belangen der menschheid. Een opwekkend woord aan alle vrienden der waarheid, XVII: 53 Religionsreise eines schlichten Landesmannes von der Holländische Grenze, XVII: 53 Kübel, XII: 791; XIII: 40, 331, 341, 342, 343, 372, 472, 636 Kuenen, Abraham, XVIII: 263; XXII: 327; XXIII: 648+n Historisch-critisch onderzoek naar het ontstaan en de verzameling van de Boeken des Ouden Verbonds, XXIII: 647n Kuffeler, van (F.C. van der Meer van Kuffeler?), XV: 68 ‘Geschiedenis van Petrus’, XV: 68 Kügler, XIII: 26 Kugler, Franz, III: 425, 609n Handbuch der Kunstgeschichte, III: 425 Kuhne (uitgever te Berlijn), XIII: 145 Kuhnt (uitgever te Eisleben), IX: 288 Kuipers, H, (uitgever te Leeuwarden), XIV: 631 Kümmel, XII: 469 {==430==} {>>pagina-aanduiding<<} Kunstbode: Nederlandsche kunstbode (periodiek) Kunstkroniek (periodiek), XVII: 363, 406; XVIII: 798n, 799n; XXV: 87+n Kuntze, XX: 329 Kurfürstliches Hessisches Hof- und Staats-Handbuch auf das Jahr 1859, X: 24n Kürnberger, Ferdinand, XIII: 105 Kusel, XII: 639 Kuuhl, P.A., IX: 251 Kuyk, Henri van (zie ook onder ps.: Baton, Henri), XIV: 492, 497; XVI: 360, 385, 386; XVII: 730, 731, 752; XVIII: 44 Kuyper, Abraham, XVI: 297+n, 458, 460; XVII: 115+n; XXI: 74, 345+n, 764; XXII: 397+n, 688; XXIII: 223+n, 254 Calvinisme, het. Oorsprong en waarborg onzer constitutionele vrijheden. Een Nederlandsche gedachte, XXI: 764 Kuyper Hz., G., XXV: 156n Kuijpers sr., J., IX: 314 Kijfhoek, Floris van, XXII: 690n Kijzer, M.H., XI: 331 Kijzer, R.J., XI: 331 L., IX: 276, 277 L., juffr., XXI: 439+n L.B., IX: 268n, 282 L.M. (ps.), XXIV: 595 La Chaussée, Pierre C.N. de, XXV: 115 Ecole des amis, l', XXV: 115 Ecole des mères, l', XXV: 115 Laag, Drevis K. van der, VIII: 33 Laan, Willem, X: 475, 712; XI: 795b Laan-de Graaff, Adriana S.: Graaff, Adriana S. de Laar, J.J. van, XXIII: 702n, 760, 761, 765, 767; XXIV: 41+n, 90+n, 182, 295a, 297, 371, 372, 374, 415n, 442 Register op de Ideën van Multatuli, XXIII: 536n, 702+n, 760+n, 761, 765; XXIV: 41+n, 89n, 182, 371, 416, 417 Laat, J. van der, XI: 330 Labaer, J.J., XIV: 218 Labiche, E. Ik inviteer mijn kolonel (blijspel), XVII: 727; -zie ook onder: Michel, Marc Laboulaye, Edouard R., XV: 42+n Labourdonnais, Bertrand F. Mahé, graaf de, XV: 66+n Labre, sint Benoît, IV: 138, 525, 779n; XIX: 900 Labruyère, Jean de, IV: 489, 529, 779n; XX: 216, 276-278; XXI: 375+n, 501+n; XXII: 600+n, 655+n, 686 Caractères. Tome I: Des ouvrages de l'esprit, de la société et de la conversation, XX: 278+n Caractères de Théophraste, les; traduits par Labruyère, IV: 779n Lachaud, Charles A., III: 97, 609n; IV: 306, 779n; V: 594; IX: 281; XVI: 401; XXI: 37+n, 51, 119, 580 Lachaux: Lachaud, Charles A. Laçhmé (ps. van: Ramaer, Anthon G.W.), II: 345, 511, 512, 710, 785n; III: 230, 609n; X: 504, 511, 629+n, 731n, 733n, 741b; XI: 84, 86, 795n, 800n Lacomblé, Antoine Eugène, XI: 87, 795b Lacoste, Jean B., III: 264 {==431==} {>>pagina-aanduiding<<} Lacroix, Paul, XVII: 563; XXII: 68+n Art militaire et religieuse, l' (eig.: Vie militaire et religieuse au moyen âge et à la renaissance, XVII: 563 Arts au moyen âge et à l'époque de la renaissance, les, XVII: 563 Moeurs et coutumes (Moeurs, usages et costumes, au moyen-âge et à l'époque de la renaissance), XVII: 563 Lacroix-Verboeckhoven en co., A. (uitgever te Brussel), XI: 32, 79, 393, 394, 395, 398 Ladendorf, XIII: 605 Laer, Daniël van, III: 260 Laffarge, mad. (Lafarge, Marie C.), IX: 280 Laf(f)itte, Jacques, XVII: 702 Lafontaine, August H.J., I: 39, 564n; III: 546, 547, 609n; IV: 52, 489, 779n; V: 112, 113, 746n; VI: 483, 484, 486, 487; VII: 122, 553; VIII: 510; IX: 231; XI: 458; XVI: 25+n, 29, 30, 46, 225; XVIII: 54+n; XX: 208; XXI: 278, 393n, 555+n; XXIII: 570+n, 571, 580 Hermann Lange, I: 564n; XVI: 25+n, 28; XXI: 394+n Hofmeister, der, VI: 486 LaFontaine, Jean de, III: 256; V: 497, 746n, 757n; XI: 331n; XII: 152, 168n; XIV: 346, 347; XVI: 29, 30, 46; XIX: 54n, 836; XXII: 424n, 430; XXIII: 182, 325+n Animaux malades de la peste, les, V: 746n Cigale et la fourmi, la, II: 650; XXI: 732 Contes, XVI: 29; XXII: 430 Coq et la perle, le, XII: 168n Deux colombes, les, XIX: 54n Deux pigeons, les, XIX: 834n Fables, XI: 331n; XVI: 29, 46; XXII: 430 Laitière et le pot au lait, la, XXII: 424n Vlieg en de reiskoets, de, XII: 152 Lagerstrale, XII: 695 Laharpe, Jean F. de, XV: 473 Lakenman, H. (boekhandel te Zierikzee), XX: 295 Lalande, Joseph J. Lefrançais de, III: 229, 609n Lamarmora (Marmora, Alfonso F. la), XI: 616 Lamartine, Alphonse M.L. de, I: 137; II: 25, 785n; III: 230, 609n; IV: 81, 779n; V: 28, 29, 294, 513, 514, 746n; VI: 744; VIII: 374; IX: 173, 174, 285n; X: 338; XI: 250n, 295, 296; XII: 238; XIII: 364, 395, 397; XIV: 156, 457, 553; XVI: 93, 95, 102, 115, 649; XVIII: 383; XIX: 271; XX: 208; XXIII: 382+n, 461, 652+n, 696 ‘Désespoir, le’, II: 25, 785n Harmonies religieuses, XIII: 397 Héloïse et Abelard, XVI: 93, 95, 102; XVIII: 470? Histoire des girondins, XVIII: 383 ‘Lac, le’, V: 746n; IX: 286+n; XIV: 156 Méditations poétiques, XIII: 397 Premières méditations poétiques, II: 785n; V: 746n Voyage en Orient, V: 513, 746n Lamb, Charles, IX: 128, 698b Essays of Elia, IX: 698n Tales from Shakespeare, IX: 698n Lamberts & Hazeu (commissionairshuis), XXII: 156n, 270n Lamberts, Henri, XXII: 270 Lamberts, Matthijs, XIX: 595n; XX: 191 {==432==} {>>pagina-aanduiding<<} Lamberts, mw. Matthijs, XIX: 596, 597; XXII: 270 Lamennais, Hugues F.R. de, XVI: 354+n; XXIV: 191 Affaires de Rome, les, XVI: 351n Paroles d'un croyant, XXIV: 191 Lamettrie, Julien Offroy de, III: 229; XV: 156+n; XIX: 194, 723; XXII: 411+n Lamey, XII: 639 Lammers, XXI: 136 Lamotte, XIX: 273, 328, 344 Lamping, Isaac A., XV: 364; XXIV: 451+n Lamping, Marie, XXIII: 341 Lancet, the (periodiek), XII: 75 Lancret, Nicolas, XVIII: 379n Land Ezn., A. (boekhandel te Harlingen), XIX: 763; XX: 422; XXI: 172, 173 Land, Jan P.N., XI: 803n Landa, oppasser, IX: 68 Landbouwkundige courant (periodiek), II: 393 ‘Landgenoten!’ (oproep van de Multatuli-commissie), VI: 339; XIV: 232a, 234, 236+n, 244, 255, 284, 285, 311, 352, 406, 411; XVI: 472-474 Landouw, IX: 78, 402 Landsberg, Friedrich, graaf von, XII: 776 Lang, H. de, XIX: 912a, 918, 935, 951a, 955; XXI: 241; XXV: 161 Lang, Jan van, III: 262 Lang, Karl H., ridder von, IV: 94 Memoiren. Skizzen aus meinem Leben und Wirken, meinem Reisen und meiner Zeit, IV: 94 Langan, radja si, VIII: 112 Lange, Allert de (uitgever te Amsterdam), XXII: 540, 631n Lange, Alt. de, VIII: 32 Lange, Daniël de, XXI: 805; XXIII: 566+n, 755+n Lange, E., XII: 187 Lange, H.M., I: 552n Nederlandsch-Oostindische leger ter Westkust van Sumatra, het, I: 552n Lange, mr. J.G.: Padang, fiskaal bij de... Lange, Max, XVII: 310, 311; XX: 268; XXIV: 287 Lange, Pieter de, VIII: 32 Lange, Wichard, XIII: 57 Langen, Willem van, XIV: 677n Langendijk, Pieter, I: 563n; III: 209, 608n; V: 744n; VI: 459, 523, 792n; VII: 456; XV: 544; XVI: 525, 655; XVII: 644; XIX: 195, 649; XXII: 504; XXIII: 525+n Don Quichot op de bruiloft van Kamacho, I: 31, 563n; III: 608n; V: 744n Eneas van Virgilius in zijn zondagspak, 4de boek, XXIII: 525+n Gedichten, XXIII: 525 Quimcampoix of de windhandelaars, XXIII: 525+n Spiegel der vaderlandsche kooplieden, VI: 792n Wederzyds huwelyksbedrog, het, VI: 792n Wiskunstenaars, de, VI: 792n Langenhuysen, C.L. van (uitgever te Amsterdam), XXII: 504; XXIV: 709 Langeveldt, Catharina L.G.J., IX: 696n Langeveldt van Hemert, Abraham J., I: 304, 334, 335, 372, 408, 410-412, 415, 417, 420, 425, 427, 428; II: 135, 142, 169, 192, 295, {==433==} {>>pagina-aanduiding<<} 795n; VI: 140; IX: 467n, 473, 480n, 495, 496, 496, 508, 512, 565, 568, 595, 596, 600, 617, 618, 622, 623, 641, 643, 696b; X: 396, 398, 514, 523; XII: 252, 256, 326, 329; XII: 465; XIII: 167, 180-182; XVI: 36, 522; XVII: 366, 610; XVIII: 236; XIX: 269, 405, 407, 409, 536, 765; XX: 545+n; XXI: 46, 47, 605, 606 Langeveldt van Hemert-Hoola van Nooten, Henriette J., IX: 696n; XX: 545 Langiet, soetan die, I: 178, 180, 182; VIII: 139, 140, 173, 182; XIII: 172 Langiewicz, Marian, XI: 113+n, 186, 795b Langkap (kapitein), VIII: 155, 161n, 187, 240 Langrand-Dumonceau, André, III: 609n; V: 212, 746n; VI: 124, 792n; XIX: 679 Lannes, Jean: Montebello, Jean Lannes, hertog van Lannoij, Johan C. de (adjunct secretaris van het gouvernement, 1848), IX: 44, 45, 699b Lannoy, Juliana C. de, II: 120, 785n; V: 104, 746n Lans, J.G.L., IX: 253 Lansberge, Johan W. van (G.G., 1875-'81), XIX: 536+n; XXII: 553; XXV: 20, 21 Lanseloet van Denemarken, XVI: 134 Lantaarn, de (periodiek), XXIII: 358+n, 381; XXIV: 268, 459a Lanterne, la (periodiek), IV: 122, 258; V: 754n; XIII: 141, 661; XIV: 473; XXI: 474+n Lapat, IX: 556 Laplace, Cyrille P.Th., V: 420-422; IX: 568; XIX: 173, 220; XX: 286; XXI: 59, 110, 583 Laplace, Pierre S., markies de, V: 746n; XIX: 218n; XXIV: 674n, 694, 695 Laporte, XIX: 699; XXV: 153+n, 154 LaRochefoucauld, François de, II: 410, 785n; III: 459; IV: 164, 327, 405, 529; V: 215, 225, 322, 585, 586, 646, 747n; VI: 119; VII: 448; VIII: 494; XII: 509; XVI: 571; XVII: 365; XIX: 318, 340, 787; XX: 30, 205, 215, 216, 276-278; XXII: 686+n, 697n; XXIII: 430+n, 577+n ‘Maximes’: Réflexions... Réflexions ou sentences et maximes morales, II: 785n; V: 747n; VIII: 494, 648; XX: 277; XXII: 685n, 697n; XXIII: 575n Larondelle, mw.: Bouwmeester-Larondelle, Christina Larro, XIV: 584 L'Arronge, Adolf, IV: 687; XVI: 432+n Alltagsleben, XVI: 428n Mein Leopold, IV: 687; XVI: 428n Larroque, Patrice, III: 229 Lasa, von der: Heydebrand und der Lasa, Tassilo von Lasker, Eduard, XII: 286; XIII: 27, 28, 285 Lassalle, Ferdinand, XII: 60, 422+n; XIII: 155+n, 432n; XIX: 246+n; XXII: 432+n; XXIII: 661+n, 663 Lateau, Louise, IV: 705, 779n; V: 675 Latib, IX: 252 {==434==} {>>pagina-aanduiding<<} Latour, Amédée, XVI: 698 Lau, W., X: 620 Launij, Lodewijk, VIII: 646 Laura (de Noves), VIII: 547; XV: 366n, 567n Laurent, Hermann, XVII: 510 Laurent de l'Ardèche (Paul Mathieu Laurent), VI: 423, 792n; XXI: 466+n Histoire de l'empereur Napoléon, VI: 423, 794n; XXI: 462n Laurentius (sint Laurens), I: 389, 564n; V: 569, 747n Laurier, Clement, XIII: 659-661 Laurillard, Eliza, XI: 81, 795b; XX: 540+n; XXII: 488; XXIV: 670+n Natuur, zwaard en evangelie. Toespraak gehouden in het kamp bij Millingen op den 24 augustus 1862, XI: 81 Uit den papieren tas, XXIV: 670 Lavater, Jean G., IX: 139; XXI: 143+n Lavollée, Charles, I: 395, 396, 398, 565n Law, John, IV: 517 Lawick van Pabst, Carel N.H. van, IX: 269, 446, 447; X: 390, 743b Lawick van Pabst tot Nyevelt, freule van, XIII: 256 Lebak, controleur van (niet: Langeveldt van Hemert, Abraham J.), IX: 539, 540 Lebak, demang van (?), IX: 474, 475, 476, 485, 487, 488, 489, 498, 544, 596; XIV: 586 Lebak, djaksa van: Astra Kesoema, raden Lebak, militair kommandant van: Collard, Petrus A.A. Lebak, patih van (1862): Astra Kesoema, djaksa van Lebak Lebak, patih van: Prawira Natta, mas aria Lebak, raden aju van (1869), XIII: 682 Lebègue, Alphonse N. (uitgever te Brussel), XI: 32 Leboeuf, Edmond, IV: 470; XV: 740 Lebrun (ps.), XIX: 495 Lechner, J., XXII: 140 Lecomte, XIX: 213; LeComte-Vigo: Comte (etc.) Lecouvreur, Adrienne, IV: 369 Ledeboer, D.P.C., XIX: 748n Ledebuhr, graaf von, XII: 665 Ledel, Josef, II: 707 Ledru-Rollin, Alexandre A., IV: 302; XV: 52+n Lee, Maurits H. van, XI: 412; XII: 368, 385; XIV: 298, 331; XV: 98, 208, 213, 394, 567; XXIII: 70 Lee, Robert E., IV: 69, 779n; XI: 782+n Leeflang, XV: 327 ‘Leekenadres aan Z. Hoogw. den bisschop van Trier’ (duitse brochure), XIII: 537 Leendertz Wz., Pieter, XVIII: 411+n, 417 Leendertz, Jan (uitgever te Amsterdam), XXII: 488 Leepel, Willem, XI: 566 Leer van Saint-Simon ontvouwd, de. Uit het frans vertaald door G.W. de Voo en A.J. Nieuwenhuis, XIII: 726n Leeskabinet, het. Bibliografisch album (periodiek), VI: 220; X: 511, 512, 731n; XV: 416a, 421, 436, 441, 500, 568, 610, 673, 719a; {==435==} {>>pagina-aanduiding<<} XVIII: 122, 143, 146, 197, 799n; XIX: 519a, 618n; XX: 407a; XXII: 282a; XXIV: 162a Leeswijzer, de (periodiek), XXIII: 302a, 377n; XXIV: 207a, 210a, 325a, 326n, 370a, 462a Leeuw, de (arts), XV: 43 Leeuw, J. de, XVii: 103 Leeuw, Adrianus van der (raad van justitie te Padang), VIII: 403 Leeuwarder courant (periodiek), II: 170; X: 302, 349a+n, 350, 724n; XIII: 217n, 239n, 242n, 253a, 259n, 270n; XVII: 712n, 719n, 720a, 759n, 760a; XIX: 285n, 327a; XX: 373n, 408a, 418; XXI: 156n, 165, 175n, 181a; XXII: 101, 225, 304; XXIV: 104a Leeuwen, van: X: 700, 701 Leeuwen, van (stuurman): XVIII: 244 Leeuwen, Gerrit J. van, VIII: 549 Leeuwen, Wilhelmina F.A. van, VIII: 266n, 537, 549, 557, 590, 618n, 685n; IX: 22+n, 694n; X: 737n; XI: 789n Leeuwenhart, Richard: Richard I, koning van Engeland Leeuwenhoek, Anthoni van, II: 783n Leféber, X: 533 Leflaire, Abel, XX: 88 Indications et contra-indications de l'opération dans le cas de cancer du sein, XX: 88 Legouvé, Ernest W., XVII: 81; XXIII: 578+n Béatrix, ou la madone de l'art, XVII: 81 Soixante ans de souvenirs, XXIII: 578+n Lehmann, III: 605n Lehr-Sanders, C., XVIII: 525; XIX: 411; XX: 181, 197, 329, 332 Leibniz, Gottfried W., II: 785n; XIII: 190, 192; XVI: 279+n; XIX: 120, 433, 467, 544, 717, 720, 723; XXIII: 498+n Leicester, Robert, lord Dudley, graaf van, I: 169 Leich, Johan C., X: 467, 468 Leidenhorst, Bertha en Riekchen, I: 463-466, 468; III: 341-344, 346, 430; X: 311n Leidsch dagblad (periodiek), XIV: 279a; XVII: 412n, 441a, 453a, 483a, 486a, 489a, 492; XIX: 665hn; XX: 189n; XXI: 66a; XXIV: 99a, 128a, 137a Leidsche courant (periodiek), XVII: 412n; XIX: 158n; XXI: 68, 69, 70a, 72, 73, 75 -zie ook: Leydsche courant Leipziger Allgemeine Zeitung (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 Leipziger Zeitung (periodiek), XIII: 638 Lelie, A. de, XV: 307; XVI: 72n, 96, 117, 118, 157; XXIII: 506 Lelyveld, mw. J.M. van, XXII: 106 Lemaire, Isaac, XVIII: 763+n, 766, 767, 788, 790-792; XIX: 37, 38; XXIII: 192+n Leman, Mozes, VIII: 700n Lemcke, Karl, XVI: 433 Lemmens (gezagvoerder), IX: 234 Lemmens, W., XVI: 360, 387; XVII: 730, 731; XVIII: 44 Lemmers, F., XIX: 753 Lemoine, Henry, XXI: 458 Lemoinne, John, III: 415, 609n; XV: 430 Lemster, Jacob, XX: 480 {==436==} {>>pagina-aanduiding<<} Lemster-Hilgert, mw., XX: 480 Lena (hulp te Nieder-Ingelheim), XXIV: 452 Lenaerts, Henricus, XII: 375, 376, 393, 399, 409, 411, 796b; XIII: 365, 366; XXIV: 643 Lennep, David J. van, XV: 625, 631-633 Lennep, Jacob van, I: 304, 309, 315, 316, 318, 333, 337, 342, 356+n, 372, 516n, 518n, 520n, 522n, 526n, 530-533n, 537n, 540n, 565n, 566n; II: 64, 65, 295, 296, 480, 481, 482, 495, 661, 701-704, 711, 778n, 785n; IV: 9-11, 52, 105, 779n, 780n; V: 760n; VI: 378; VIII: 55n; IX: 280; X: 9n, 19n, 49+n, 56, 57-60, 80, 81, 83, 88, 95, 101+n, 102, 104, 106, 107, 116n, 120n, 121-128+n, 129, 130, 131+n, 134-137+n, 140, 141, 142n, 144-149, 153, 154, 157, 158, 168+n, 178, 181n-183n, 184, 185+n, 188-190+n, 193n, 196, 200, 201+n, 204, 205+n, 209, 210, 213, 215, 220n, 222, 225n, 228, 229n, 234n, 236n, 244, 248n, 249n, 254n, 258-260, 266, 267+n, 269, 272, 277, 292, 297, 301, 302, 309n, 313, 325n, 327, 328, 334, 336, 337, 343, 346, 354, 355, 359, 271, 373, 377n, 380n, 384+n, 385-387, 403-410, 411, 413, 433, 438-454, 455, 461-464, 469, 492, 508, 519, 520, 527, 527n, 560n, 563, 564, 575, 577, 582, 585-588+n, 621, 652-666, 667, 674, 684, 685, 723n, 732n, 739n, 741b+n; XI: 19-22, 240, 39, 77n, 87-89+n, 220, 221, 222, 234n, 237n, 238n, 328, 337, 521, 578, 587, 614n, 676+n, 677, 679, 707, 796b; XII: 18n, 19n, 140, 160n, 235n, 262, 335, 360+n, 393, 537, 663n, 664n, 688, 713, 755-757, 759, 767, 781, 784, 787, 796n; XIII: 19n, 125+n, 697+n, 698, 701; XIV: 24n, 105, 106, 131, 227, 235, 274, 275, 280n, 284, 305n, 320, 322, 342, 345, 389n, 418, 427, 445, 542, 544+n, 678n, 681n; XV: 88, 154, 238, 320, 631, 744, 748; XVI: 34n, 133, 272, 334, 368n, 396n, 649, 651, 655, 703; XVII: 18n, 194, 231n; XVIII: 33, 51n, 59, 235-237, 355+n, 698+n, 699, 789-791; XIX: 613, 963; XX: 192n, 207, 324, 342; XXI: 46n, 118, 582; XXII: 99, 100, 148, 157, 170; XXIII: 192, 461; XXIV: 407, 473, 598, 644, 740b; XXV: 48 Alledaagsche bokken in 't gesprek, XVIII: 698; XIX: 32 Brief aan den heer E. Douwes Dekker, I: 315; II: 702; X: 537n, 560a, 575-577+n, 581, 583, 732n Dorp aan de grenzen, het; schets uit den tegenwoordigen tijd, IV: 83 E-legende, XII: 237+n; XX: 192n Eduard van Gelre (in: Nederlandsche legenden in rijm gebracht), II: 64, 778n Ferdinant Huyck: Lotgevallen van... Iets over citaten, XVIII: 698; XIX: 32 Klaasje Zevenster: Lotgevallen van... Leven van Cornelis van Lennep en David Jacob van Lennep, het, I: 318; VII: 679; XVI: 334; XVII: 194; XIX: 614 Lotgevallen van Ferdinant Huyck, {==437==} {>>pagina-aanduiding<<} de, IV: 52, 780n; IX: 278, 302; XI: 677 Lotgevallen van Klaasje Zevenster, de, IV: 9, 52, 105, 114, 116, 117, 779n, 780n; XI: 671, 674+n, 676, 678; XII: 360+n, 781; XIV: 130, 353n; XX: 342 Nadere toelichting der vraag aan de natie, X: 234+n, 235 Pleegzoon, de, IV: 52, 780n; X: 445; XI: 22; XXIII: 461 Roos van Decama, de, IV: 52, 780n; V: 760n; X: 407; XII: 713; XV: 744; XX: 342; XXIII: 461 Stichting van Batavia, de, X: 407 Vermakelijke anecdoten en historische herinnering, een nalatenschap, XVIII: 698; XIX: 32 Wachter, wat is er van de nacht? Een vraag aan de natie, X: 233+n, 234, 235+n -samen met Johannes ter Gouw: Boek der opschriften, het, XVIII: 791 Uithangtekens, de; in verband met geschiedenis en volksleven beschouwd, XVIII: 355+n Lennep, Maurits J. van, XIV: 235, 283 Lennep, Sara C.W. van, X: 739n Lennep, Willem van, X: 129, 135, 184, 202+n, 206, 223, 262, 265, 266, 741b; XIV: 143, 154, 235n, 272, 274, 283, 359, 395, 426, 427, 454, 488, 499, 500, 522, 531, 534, 535, 542, 543, 549, 573, 598, 678b; XV: 333 Lennep-Roëll, Henriëtta S.W. van: Roëll, Henriëtta S.W. Lennep en Parker, firma, X: 742n Lenting, Lambertus E., XV: 308 Schets van het Nederlandsch staatsbestuur en dat der overzeesche bezittingen, XV: 308 Lentz, Ludwig C., III: 223 Lenz (dageraadman), XI: 669 Lenz (duits toneelspeler), XI: 94 Leo, XVIII: 604 Leo X (Giovanni d'Medici, paus), III: 191, 610n Leonidas, koning van Sparta, IV: 40, 780n; IV: 787n; VII: 773n; XII: 29 Leopold I, koning der Belgen, III: 432, 610n; XII: 86n Leopold II, koning der Belgen, XI: 795n; XII: 86n, 145; XV: 70; XXIII: 344 Leopold (te Sneek), XXIV: 669 Leopold Hzn., Johannes, XIX: 430a, 433+n, 448, 457a, 459, 785a, 788, 817-820+n, 820a, 821, 834, 835, 852 Leopold, L., XXI: 805; XXII: 243, 272, 504, 505 Lepie, VIII: 214 LePlay, Pierre G.F. (Fréderic), III: 103-105, 107, 108, 110, 111, 114, 616n; XI: 270, 274, 275, 796b Ouvriers Européens, les; étude sur les travaux, la vie domestique et la condition morale des populations ouvrières de l'Europe, précédées d'un exposé de la méthode d'observation, III: 103-105, 107, 108, 110, 114, 616n; XI: 270-277, 796n Lernutius, Janus, VI: 790n Ocelli, VI: 790n Lesage, Alain R., III: 603n; IV: 138, 775n; XV: 120; XXI: 406+n, 409n Don Guzman d'Alfarache, IV: 138, 775n {==438==} {>>pagina-aanduiding<<} Gil Blas de Santillane, III: 205, 603n; XXI: 406, 410+n Turcaret, XV: 120 Lespès, Léo (zie ook onder ps.: Trim, Timothée), XV: 37n Lespinasse, Adolf F.H. de (zie ook onder ps.: Titus), III: 624n; XI: 796b Lespinasse, Julie de, IV: 104, 780n Lespirt, Henriette, X: 649 Lespirt, Louise, X: 649 Lespirt, Mathilde H.M., X: 541n; XI: 62n, 63n Lesprit, Mathilde: Lespirt, Mathilde H.M. Lesseps, Ferdinand M. de, II: 794n Lessing, Gotthold E., I: 14, 559n, 565n, 568n; III: 230, 600n, 610n, 612n; IV: 67; VII: 61; XII: 189; XIII: 559; XV: 495; XVIII: 56, 57, 59, 470; XIX: 431; XXI: 140n, 555; XXIII: 539; XXIV: 159; XXV: 76+n Emilia Galotti, I: 344, 559n, 565n; III: 550, 600n Minna von Barnhelm, oder das Soldatenglück, I: 344, 568n; III: 550, 612n; XII: 189 Nathan der Weise, I: 565n; IV: 166 Lette, Wilhelm A., XII: 87 Lettres d'Abeilard et d'Heloïse, les: Abeilard Leur, Willem P. de, XVII: 103 Leur, mw. de, XVII: 103 Levasseur, Thérèse, XVII: 335 Leven in Parijs, het (toneelspel, zie ook onder: Offenbach, Jacques), XIV: 495 Levensbode, de (periodiek), I: 580n; IV: 788n; XI: 753; XII: 235n; XIII: 217+n, 723n; XIV: 260, 561, 562; XV: 58+n, 69, 70, 71, 99, 191, 216, 220, 796n; XVI: 256a, 263a, 284, 289, 299, 300, 307, 310, 314, 315, 330, 399, 410, 414, 477a, 730; XVII: 159, 188, 240, 268, 269; XVIII: 185, 196, 214, 232, 234, 292, 628a, 748a; XIX: 28, 35, 67, 69, 71, 283, 284, 309, 449, 458, 459, 538a; XX: 191; XXIII: 255, 259 Levensgeschiedenis van Makatai-Meschekia-Kiak of Zwarte Havik, opperhoofd van den stam der Sac-indianen in Noord-Amerika, met een bericht van de godsdienstige denkwijze, zeden en gebruiken van die stam, III: 23, 29 Leverrier, Urbain J.J., III: 382, 610n; XVIII: 720+n; XXI: 574 Levi Mozes Zadok, uit de Krim (ps. van: Schenkman, Jan), VI: 288, 792n Belangrijke brieven van eenen Amsterdamschen Jood, vrijwilliger in het Fransche leger voor Sebastopol aan zijne moeder op Marken, VI: 792n Levy, XIII: 143 Levy, Isaac A., XXII: 103a, 105, 120, 121, 126-129, 142, 150, 160, 167, 174, 223, 559; XXIII: 129 Lévy, V., XXIII: 222 Lévy frères, Michel (uitgeverij te Parijs), XVI: 93 Lewald, Fanny, XV: 317+n, 321n, 327, 334, 354 Cesar Cesarini, XV: 317, 321+n, 334, 354, 361, 372, 397, 401, 420, 434, 621; XVI: 30 Villa reunione. Erzählungen eines alten Tanzmeisters, XV: 334, 354 Ley, van der, XVII: 221 {==439==} {>>pagina-aanduiding<<} Ley, Sybren R. van der, XIV: 149; XVII: 220; XXIV: 628 Leyden, Adrianus P. van, III: 261 Leydsche courant (periodiek), X: 620a -zie ook: Leidsche courant Leyssius, VIII: 546 Lia, IX: 418, 429 Liberaal, de (periodiek), XIX: 465+n Liberale Correspondentz (periodiek), XII: 49, 351, 610 Liberté, la (periodiek), II: 699; XIII: 123; XIV: 584; XV: 120; XVI: 152; XXV: 43 Librairie du Petit journal (uitgeverij te Parijs), III: 589n Libre pensée, la, XII: 131+n, 138, 147, 148, 149, 168, 176 Liddell, A.J.O., XVI: 155; XXV: 227 Liding de Soubiron, XIII: 29-31, 46 Lidth de Jeude, O.C.A. van, X: 334 Lidth de Jeude, W.F.C. van, X: 334 Lie He, VIII: 154 Lie Peng, IX: 68 Lie Pie, VIII: 154, 155 Liebe, XII: 357 Liebers, Bruno (zie ook onder ps.: Akaai no Akoema), XXV: 205 Liebig, Justus, vrijheer von, I: 136, 565n; IV: 139; VII: 768n; XX: 208 Liebknecht, Wilhelm, XII: 726; XIII: 43, 432+n, 588, 605 Lieftinck, XX: 299, 301 Lieftinck, F., XX: 422 Lieftinck, J.H., XI: 330 Lientje (huishoudster), XX: 264+n, 282, 297 Lier Jzn., Abraham van, III: 570n; XI: 92n, 94; XVI: 533; XVII: 524; XIX: 108, 136; XXIV: 369 Lier, Israel C. van, II: 706; IV: 263-267, 732n; V: 310, 334; VI: 128, 129; XIII: 649a, 656, 658, 659, 684, 685, 716+n, 718+n, 724b; XIV: 469a+n, 474a, 477, 480, 485a, 589-592+a+n, 608 Liernur, Charles T., VI: 297, 298, 792n; XVI: 534, 631; XVII: 169; XVIII: 391+n, 549+n; XXI: 633 Lieshout, L.H. van, X: 374 Ligtvoet, VIII: 479, 522 Lilaar, Franciscus G.R.H. van, XIV: 71 Lim Amau (amfioenpachter te Aijer Bangies), VIII: 128, 208, 272, 299, 300 Lim Kiang Seng: Go Kiang Seng Lim Sing, VIII: 214, 236 Lim Toea, VIII: 214, 357 Liman, Carl, XXIII: 115 Limburg Brouwer, Petrus A.S. van, II: 695; XV: 487; XVI: 507, 618+n, 619 Akbar, een oosterse roman, XVI: 618+n ‘Movimento intellettuale in Olanda, il’, II: 695; XVI: 619 Limburg Brouwer, Petrus van, IV: 82, 780n Limburg Stirum, Menno D. van, XVI: 681 Limburg Stirum, O.J.H., graaf van, XXIII: 289-291 Limburg-Westfalen, bisschop van, XI: 723, 724, 729, 768 Limnander, XIV: 572 Lina (hulp in Nieder-Ingelheim), XXIII: 37+n, 54, 169; XXIV: {==440==} {>>pagina-aanduiding<<} 404, 423, 456, 457, 461; XXV: 231 Lincoln, Abraham, XIII: 549n Lind, Jenny, XVII: 201+n Lindau, Jacob J., XII: 448, 472, 473, 639 Linde, Paul (zie ook bij Th.L.), XVII: 138, 139 Linde, Antonie van der (zie ook onder ps. Smâra), IV: 696, 780n; V: 343, 344; XV: 42+n, 43, 50, 56, 65, 67, 69, 73, 75, 98+n, 101, 123, 191, 218, 453, 478, 691+n, 797b; XVI: 541n, 617+n, 667n, 758n; XVII: 57n, 90+n, 122, 186, 193, 264n, 286, 295n, 309, 329n, 330, 374n, 387, 391n, 399, 432; XVIII: 23n, 125n, 138a+n, 162, 167, 177n, 298, 323, 331, 360, 362, 403, 410, 437, 454, 458, 464+n, 467, 474, 766, 798n; XIX: 344, 428, 641, 642; XX: 126+n, 127, 447; XXIII: 648+n, 746, 757; XXIV: 57+n, 165; XXV: 76+n, 179+n, 238b ‘Caïssa’, XVII: 355n, 357, 374+n, 391 Geschichte der Erjindung der Buchdruckkunst, XX: 124n Geschichte und Literatur des Schachspiels, XVI: 617+n; XVII: 90+n, 122, 296, 309, 310, 311, 314, 387; XXV: 75+n Gutenberg, Geschichte und Erfindung aus dem Quellen nachgewiesen, XIX: 642; XX: 126 Haarlemsche Costerlegende wetenschappelijk onderzocht, de, XVII: 311 ‘Mina’, XVII: 391 Schaakspel in Nederland, het, XXIII: 648+n Schachspiels des XVI. Jahrhunderts, nach unedierten Quellen bearbeitet, XVII: 314 Linde, Elvira van der, XVII: 186, 296, 311, 323, 374; XVIII: 317, 464 Linde, Gerrit van de (zie ook onder ps.: Schoolmeester, de), XV: 169, 720 Linden, van der: Cort van der Linden, Pieter W.A. Linden, Anthonie van der: Linde, Anthonie van der Linden, Gijsbertus M. van der, IV: 262; IX: 111; XVIII: 362 Linden, J.W. van der, XXIV: 230a, 235, 338, 339, 340, 389a, 391 Lindo, Mark P. (zie ook onder ps.: Oude heer Smits, de), IV: 97; X: 249n, 742b; XI: 480n, 770n, 796b; XV: 193; XVI: 243; XVIII: 652+n, 653; XXIV: 440+n Lineman, Fokke H., IX: 52n, 101, 239; XXIV: 550+n Linga, radja, VIII: 135 Lingan, sie, VIII: 139 Lingg, Hermann, XV: 658 Linksy, Louis de, III: 40 Linnaeus (Karl von Linné), II: 785n; III: 610n Linze (Linse, Jan K.), XXIII: 510 Humoresken op Vondels ‘Gijsbrecht van Amstel’, XXIII: 510 Lion, Henri J., IV: 263; IX: 490n, 550; X: 348, 351a, 377n, 381a, 392, 393, 394, 395, 398, 399, 400, 412, 730n, 742b; XIII: 263, 264, 649, 650; XIV: 380, 477, 593, 594; XVIII: 668 {==441==} {>>pagina-aanduiding<<} Lion, Izaak J. (zie ook onder ps. Philalethes), III: 390, 610n; IV: 109, 112, 113, 116, 117; V: 309, 747n; XI: 772, 796b; XIV: 210, 350, 376, 430; XV: 42, 46-48, 52, 53, 55, 58, 64, 394 Mijn staatkundig leven, bijdrage tot de kennis der dagbladpers in Nederland, XIV: 210 Lippe, VIII: 89 Lippe, Leopold, graaf zur, XII: 304, 440, 449, 450; XIII: 73 Lippe, Leopold F.E., vorst van, XIII: 130; XII: 463, 472 Lippmann Rosenthal en co. (bankiershuis), XI: 331 Lippold (notaris te Mainz), XXIV: 260 Lipsius, Justus, VII: 583 Antiquarium lectionem libri V, VII: 583 Epistolae selectae, V: 583 Liszt, Franz, IV: 379, 780n; XVI: 172 Lith, Pieter A. van der, XIV: 561 Littlefield, Robert, IX: 206n Littré, Maximilien P.E. (Émile), V: 649, 747n; XV: 75; XIX: 153, 398; XX: 115+n, 116, 119, 582; XXI: 92, 331, 789; XXIII: 26+n, 357, 521, 571; XXIV: 644+n Dictionnaire de la langue Française, V: 649, 747n; XIX: 153, 398; XX: 115+n; XXI: 92; XXIII: 25n Livius, Titus, VI: 610, 635, 637, 793n; VII: 60, 63, 367, 768n; XXIV: 431 Lobatto, Rehuel, II: 27, 786n; V: 747n Lobo, Mordechay J. (boekhandelaar te Amsterdam), X: 298n, 539n, 555+n, 592+n, 742b; XI: 31, 796b Locardaire, pater, XIX: 513 Locke, John, IV: 495, 500, 501, 780n; XIX: 131, 193, 217, 229, 266, 544, 676, 694, 705, 717, 793, 851 Essay concerning human understanding, IV: 501 Locomotief, de (periodiek), I: 365; IV: 134, 143, 190, 225, 264, 265, 270, 275, 277, 723n, 725-734n; V: 478; VI: 171; XII: 552n, 605+n, 721, 736n; XIII: 263, 298n, 423n, 452n, 477n, 490n, 500a, 501, 503n, 509n, 516, 528n, 538n, 543n, 547n, 572n, 574n, 585n, 593n, 598n, 608n, 619+n, 624n, 635n, 637n, 648, 654n, 658n, 661n, 671a+n, 677+n, 683, 691, 694n, 701n, 706, 708+n, 709n, 713n, 715a, 718a; XIV: 21n, 28+n, 380, 40n, 48n, 50n, 51+n, 66n, 71a, 148n, 156a, 176, 206a, 296, 299, 337a, 348n, 357, 377, 378, 379a, 400, 402, 513a, 535a+n, 536, 544a, 545, 560-562, 585a, 588a, 593; XV: 43, 55, 56, 85a, 98, 193a, 216, 443, 487a, 524; XVI: 106, 127a, 128, 133a, 254a, 274a, 288, 341a, 575, 577, 580, 596n, 601n, 615n, 628n, 643; XVII: 689, 778; XVIII: 407n, 438, 605, 634a, 673n, 776; XIX: 33, 208, 463n; XX: 447, 499, 546n; XXI: 324, 764, 800; XXII: 130, 218a, 227, 233, 251, 263a, 266a, 271a, 295, 326, 453n, 647, 648; XXIII: 119, 321, 375a, 381+n, 383, 411, 440 Lodeesen, David, XI: 84, 797b; XXV: 74 {==442==} {>>pagina-aanduiding<<} Lodeesen, Johanna M., XI: 797n Lodeizen, ds.: Lodeesen, David Lodensteyn, Jodocus van, III: 217, 610n Uyt-spanningen, behelsende eenige stigtelyke liederen en andere gedigten, III: 610n Loder, C.F., XVII: 539 Lodewijk II, koning van Beieren: Ludwig (etc.) Lodewijk II, frankisch keizer, IV: 632, 634 Lodewijk de springer, landgraaf van Thüringen, XII: 418 Lodewijk de vrome, frankisch keizer, II: 432; IV: 93, 632, 634 Lodewijk Napoleon (Karel -): Napoleon III, keizer der Fransen) Loë Ehe, VIII: 163 Loempang, IX: 252, 253 Loene, Albert C., VIII: 28 Loffelt, Antonie C., VI: 751, 793n; XVII: 583; XVIII: 137a, 175n, 185, 186, 255, 273, 287, 288+n, 291+n, 292, 295, 299, 300, 302, 305-307, 322, 325, 331, 356, 375, 376, 402, 410, 431+n, 432, 457, 494, 495, 524, 578, 583a, 621, 647n, 651, 798b; XIX: 93, 149, 154, 169, 175, 176, 181, 185, 189, 288, 326, 499, 504, 578, 641, 643, 698, 700, 704, 962, 973n; XX: 25, 40, 113, 238, 241, 245+n, 340; XXI: 583, 790+n, 793, 794, 805; XXII: 62, 272, 278, 618; XXIII: 30+n, 42, 45, 60+n, 63, 217, 221, 269, 272; XXIV: 356, 357, 374 Jupiter van Vloten en zijn kritiek, VI: 751, 793n; XVIII: 287, 288+n, 291+a, 295, 302-304, 305, 322, 431, 621, 647+n; XXII: 618; XXIII: 28n, 42, 60+n Logam, si, VIII: 177 Logeman, G., X: 323 Loghem, Martinus G.L. van (zie ook onder ps.: Fiora della Neve), XXIII: 215n, 358n Lohe, Jan H. van, VIII: 47 Lohma (de Savornin Lohman?), XXI: 784 Loho, IX: 236, 237 Lohr, H.C., XXIII: 224, 244, 252, 260, 357n Löhr, mw., XV: 328-332, 342; XIX: 44, 73, 92, 205 Lohuizen (papierhandelaar), XI: 31 Lokomotief, de: Locomotief, de (periodiek) Lom de Berg, Pieter L. de, XVII: 590 Loman, Abraham D., III: 223, 610n Loman jr., Jan C., V: 714n; XIV: 87n, 93+n, 95, 122, 138, 140, 188, 195+n, 254; XV: 283, 284; XVI: 538, 734, XVII: 25; XVIII: 246, 321, 491+n, 579; XIX: 569 Loman, Kirberger & van Kesteren (drukkerij te Amsterdam), XIV: 121 Loman & Verster (uitgeverij te Amsterdam), XII: 182n Lommaert, XIX: 22n, 78, 88, 156, 157, 410 Lommaert, Carolientje, XIX: 421 Lommaert, Felicité, XIX: 422 Lommaert, Mathilde, XIX: 446 London magazine (periodiek), IX: 698n Looman, Theodorus M., II: 366 Verhaal eener geestelijke opwekking, die onder de weeskinderen in het stads-weeshuis te Elberfeld, in {==443==} {>>pagina-aanduiding<<} de laatste weken heeft plaatsgegrepen. Eene vrucht der bidstonden in de week van 6-13 Januari 1860 gehouden, II: 348, 366 Loon, B. van, XIII: 258; XX: 422 Loopuit, S., XXII: 291 Loopuyt, J., XXII: 140 Loos, J. François, XII: 97 Loosjes Pzn., Adriaan, VI: 485, 793n, 801n; XX: 208, 233 Historie van mejuffrouw Suzanna Bronkhorst, VI: 588, 801n; XI: 678 Maurits Lijnslager, VI: 793n Loosjes, erven (boekhandel te Haarlem), XVIII: 503n Loots, Cornelis, VI: 485, 793n; XVII: 337 Looy, Jacobus van, XXIII: 581+n; XXIV: 78n Lorette, Jeanne, XXIII: 688+n, 691 Loretz, wed. J. (boekhandel te 's-Hertogenbosch), XXI: 108 Los, graaf von, XII: 76 Los, D. (drukker), XV: 142, 169, 182, 198, 200, 203, 207, 391, 392, 401, 436+n, 437, 440, 493, 561, 579, 623, 626, 692, 743, 749, 750, 783, 785; XVI: 372+n, 569; XVII: 200; XVIII: 165, 358, 664; XIX: 579, 581, 920, 926; XX: 63, 65, 67, 71 Los en vast (periodiek), VI: 365, 793n; XV: 197, 205, 206, 214, 453, 461, 475, 570, 571, 572, 575, 606, 622, 755, 759; XVI: 299, 301, 304, 311 Lotsy, XXII: 259 Lotsy (te Utrecht), XXII: 259 Lotta, hoekoem van, IX: 78 Lotta, majoor van, IX: 79 Loudon, Franck, XV: 42, 43, 122 Loudon, James (G.G., 1872-'75), I: 366; II: 66, 67, 92, 101, 115, 118, 147, 150, 153, 155, 175, 786n; V: 682; VI: 138, 325, 793n; X: 419+n, 420-421, 422, 423, 431, 479n, 480, 481, 488, 607, 618, 742b; XI: 82, 84, 797b; XIV: 325, 562, 609, 610; XV: 42, 43, 49, 56, 65, 73, 98, 102, 122, 137, 192, 216, 367, 368, 395, 421+n, 422, 426, 445, 641, 644, 665, 715, 727-729, 731, 747; XVI: 82, 90, 281, 405; XVIII: 681+n; XXI: 287; XXII: 79+n, 462+n, 564 Gedenkschrift van zijne excellentie jhr. James Loudon, X: 420-421; XXIV: 157 Louis (van der Hucht?), VIII: 648 Louis VIII, koning van Frankrijk, IX: 168 Louis IX, koning van Frankrijk, XV: 458; XXIV: 673n Louis XI, koning van Frankrijk, IV: 503; V: 734n Louis XII, koning van Frankrijk, XXI: 386n Louis XIV, koning van Frankrijk, I: 551n, 575n; II: 786n; III: 161, 177, 592n, 603n; V: 84, 113, 243, 314, 342; VI: 64; VII: 368, 456; IX: 168; X: 229; XII: 42, 508; XIII: 145+n; XIV: 45; XV: 49, 72, 120; XVI: 600n, 706; XVII: 73n; XXI: 134+n, 187, 584; XXII: 459n; XXIII: 266n, 726+n Louis XV, koning van Frankrijk, I: 397; V: 84, 748n; XXI: 552n; XXIII: 647n Louis XVI, koning van Frankrijk, IV: 245, 274; V: 60; VIII: 369; IX: 168; XIV: 51; XXI: 106; XXV: 116 {==444==} {>>pagina-aanduiding<<} Louis XVIII, koning van Frankrijk, V: 205, 295; XIII: 484; XIV: 324+n Louis Bonaparte: Napoleon III Louis le Grand: Louis XIV, koning van Frankrijk Louis Napoleon, koning van Holland, I: 555n; II: 430; III: 156, 266, 276-278, 280, 282, 283, 286, 476, 532, 607n, 608n, 613n, 619n; IV: 39, 215; V: 510, 512; VI: 449, 492, 531, 532, 554, 566, 570-573, 575-577, 581-584, 688, 780n; VII: 30, 335; VIII: 686n; IX: 285, 692n; XI: 677; XV: 630; XVI: 135, 136, 208, 261, 262, 276, 344, 345; XVIII: 231; XIX: 57+n, 65, 110; XXI: 475; XXII: 648; XXIII: 487+n Louis Philippe, hertog van Orléans, koning der Fransen, II: 547; III: 151, 181, 610, 613n; V: 60, 113, 309, 357, 550; IX: 478; XIII: 395, 397, 484, 532n; XV: 676 Louis, Paul, XV: 51, 72 Louise? (jeugdvriendin van Multatuli), VIII: 43n, IX: 69 Louise Henriëtte, gravin van Nassau, keurvorstin van Brandenburg, IV: 24 Louise van Hessen-Kassel, koningin van Denemarken, XI: 738 Louise, mw., XVIII: 44 Louize (kindermeid bij Jan Douwes Dekker), X: 95+n Louvet de Couvray, Jean B., III: 602n; VI: 786n Louvois, François M. le Tellier, markies de, II: 286, 786n; IV: 252; V: 465, 748n; VII: 241, 769n; XIII: 145+n; XV: 72; XXI: 110, 134+n, 135, 187; XXII: 462+n Löw-Steinfurt, Erwin, vrijheer von und zu, XII: 282 Lowe, Hudson, X: 42 Lowe, Robert, XVI: 155, 163, 173, 174, 178, 186, 210, 211; XXV: 41, 227 Löwe, Wilhelm, XII: 358; XIII: 459 Lowen, IX: 78 Löwenthal, J.J., XVII: 322 Loyson, Charles, IV: 713-715, 777n Lubach (hypnotiseur), IX: 308; XV: 718 Luber jr., Michel W., X: 373, 385, 386, 387, 411, 461, 462, 508, 527, 528n, 588n, 652, 656, 662, 663; XI: 20, 237 Lucas, Joseph, XIII: 45 Luchtmans, XXI: 805; XXII: 139 Lucia van Syracuse, heilige, II: 443 Lucifer: Benoit, Peter Lucius Silanus, VI: 306 Lucretia, VI: 407, 782n, 793n; VII: 769n Lucretius Carus, Titus, XXIII: 616+n De rerum natura, XXIII: 613n Lucullus, Lucius Licinius, III: 610n; XVI: 535; XX: 481+n Ludens, VIII: 31 Ludolph, XIV: 35, 68 Ludwig, XII: 684 Ludwig I, koning van Beieren, IV: 377, 378; V: 749n; VI: 793n; XII: 230; XV: 416 Ludwig II, koning van Beieren, XI: 759; XII: 230, 354, 418, 466, 678; XIII: 106, 118, 148, 203+n, 204, 305, 438, 599, 641+n, 685, 686, 693, 699, 702, 713; XV: 448; XXIII: 623n {==445==} {>>pagina-aanduiding<<} Luers, mw., XVII: 431, 439, 724; XIX: 768 Luger, Jacob, XX: 480; XXIV: 260 Lugt, A.W., XXIV: 369 Lulli (Lully, Jean B.), XI: 511 Lulofs, XX: 207 Lulofs, Barthold H., IX: 110 Lulofs, Johanna C.W.: Hucht-Lulofs, Johanna C.W. van der Lups, Johannis, IX: 251 Lusignan, Amalrich de, koning van Cyprus, III: 611n; VII: 769n Lusignan, Guy de, koning van Jerusalem, III: 611n; VII: 769n Luther, Martin, I: 470, 566n; II: 22, 75, 432, 786n; III: 191, 192, 198, 246, 348, 351, 353, 432, 626n; IV: 209, 271; V: 541; VI: 800n; VII: 101, 215, 749; VIII: 366; IX: 165, 606; X: 138; XI: 227; XII: 391, 559, 572, 728; XIII: 82, 191, 285, 517, 518; XIV: 163; XV: 368+n, 569+n; XVIII: 720; XIX: 359; XX: 206; XXI: 280; XXII: 548, 718; XXIII: 498; XXV: 175 Lutjens, Hendrik J., IV: 155; VIII: 67n, 693b; IX: 286; XV: 509; XXIV: 503, 517 Lutjes, Hendrik J.: Lutjens, Hendrik J. Lütkebühl jr., C.L., XVII: 176; XVIII: 671a, 673 Luttenberg, G., XXII: 252, 334, 362, 390-392, 395, 398, 418, 419 Luttenberg Gzn., Gerrit, XI: 305 Lutz, Johann F. von, XIII: 712 Lutzelberger (Lützelsberger, Ernst K.J.), III: 230 Luxemburg, groothertog van (1867): Willem III, koning der Nederlanden Luyckx, J.T., XVII: 498, 524, 541 Luyken, Jan, II: 21, 786n Duytse lier, II: 786n Jezus en de ziel, II: 786n Luijten jr., R., XX: 113; XXII: 202 Luzac, Anne (Chloë), XVII: 156, XXIII: 157 Lykurgus, I: 40, 566n; VII: 715 Lijn, Anne M. van der, XV: 633 Lijn, Cornelis van der, XV: 631, 633 Lijn, Cornelis J. van der, XV: 629, 631 Lijn, Daniël M. van der, XV: 629, 630, 632 Lijn, Jeanette E. van der, XV: 631, 632 Lijn, Pierre van der, XV: 631, 632 Lynden van Sandenburg, Constant T., baron van, XVI: 681; XXI: 513n, 783; XXII: 327; Lynen, Victor, XIV: 225 Lynn Linton, Elisa, XVIII: 107n; XXV: 139n ‘Jozua Davids’: Ware geschiedenis van Jozua Davids, de Meliora latent, XVIII: 107n; XXV: 139+n Patricia Kemball, XVIII: 107n Ware geschiedenis van Jozua Davids, de, XVI: 297, 298, 300, 301, 304, 520; XVIII: 107n Lytton, Edward R. Bulwer, 1st earl of, XIX: 583+nX M.B.: Bulkley-Bekking, Maria C. Maaden, van der, XI: 589 Maandblad der vereeniging tegen kwakzalverij (periodiek), XXIII: 388n Maanen, van, XII: 155 {==446==} {>>pagina-aanduiding<<} Maanen, van: Manen, Willem C. van Maanen, Cornelis F. van, III: 131, 611n; XVIII: 443 Maanen, Guillaume A.G. van, X: 296, 742b Maanen, mej. H. van, XVII: 236 Maaren Jz., H. van, IX: 315 Maasbode, de (periodiek), XIX: 776a, 847, 848, 936; XXII: 20n, 154a, 246, 280, 385; XXIII: 31; XXIV: 188a Maaskamp, Evert (boek-, plaaten kunsthandel te Amsterdam), VII: 30, 33 Maaskamp en zonen, wed. (uitgeverij te Amsterdam), VII: 249 Maatschappij tot nut van den Javaan (periodiek), XIII: 107a, 151+n, 297n Maatschappij tot nut van het algemeen, departement Waterland, VIII: 42n, 55-57 (ntl.), 60-63 (ntl.); IX: 128; X: 343+n Maatschappij van letterkunde (periodiek): Handelingen en mededeelingen van de... Mac-Mahon, Marie E.P.M. de, hertog van Magenta, IV: 616, 658, 674, 780n; XIV: 151n, 173n; XV: 323n; XIX: 194, 541, 723 Macalester Loup, ds. Robert, II: 90, 102, 157, 175, 179+n; X: 610; XXIV: 399, 489 Macaulay, Thomas B., III: 406, 407; V: 320; VII: 225, 418, 769n; IX: 288; XVIII: 764+n, 765; XIX: 270, 720, 843, 859; XXI: 579 History of England from the accession of James II, IX: 288 Macbeth, koning van Schotland, III: 611n; V: 60; VI: 398 MacCulloch, XI: 738 MacDonald, XV: 193 Macé, Jean, VI: 722, 794n; XVI: 76+n; XIX: 279, 723 Histoire d'une bouchée de pain, VI: 722; XVI: 75n; XIX: 279 Machiavelli, Niccolò, II: 786n Principe, il, II: 786n Machielse: Michiels, Aug. Machteld van Velzen, VI: 505, 519 Mackay van Ophemert en Zennewijnen, Aeneas, baron (1807-1876), II: 503, 786n; X: 317, 742b; XVI: 76 Mackay van Ophemert en Zennewijnen, Aeneas, baron (1838-1905), XXI: 150+n Maclaine, Watson & co., X: 734n Maçons: zie onder: Scribe, Augustin E; Le maçon Macpherson, James, VII: 770n Madagaskar, Rasoherina, koningin van Howa op, III: 68 Madai, von, XIII: 304 Madame Angot, ou la poissarde parvenue et le mariage de Nana: Maillot, Antoine F. Eve, dit Madava Rao, XV: 792 Made, v.d., XXII: 137 Madian: Madiean Madiean, IX: 455, 458, 460, 461, 463 Madioen, resident van (1856): Rutering, Anthonij Madjad, IX: 576 Madoera, sultan van, V: 421, 422; XXIV: 694 Madray, IX: 557 Maecenas, Gaius Silvius, VII: 576, 582, 588, 769n {==447==} {>>pagina-aanduiding<<} Maere Limmander, A. de, XII: 369 Maeren, van der, XIII: 566 Maerlant, Jacob van, VI: 502; VII: 572; XIX: 414n; XXI: 492; XXII: 72+n; XXV: 19n Spiegel historiael, VI: 502, 505; XXV: 19n Maessen, A. van der, XXIV: 537 Maessen, M. van der, XXIV: 537 Magasin pittoresque, le (periodiek), XV: 367 Magat Maradja, datoe, VIII: 278 Magazijn voor Nederlandsche taalkunde (periodiek), VI: 751 Magdeburger Zeitung (periodiek), XII: 308, 407; XIII: 152, 153, 615 Mageh, si, VIII: 278 Magelhaes, Fernâo de, X: 340, 342; XV: 771 Magnan, Bernard P., XI: 185 Magnus, XIII: 525, 526 Magot, E., IX: 214 Mahmout-Ibn-Mourad, sultan van Turkije, V: 110, 113, 748n Mahner, Ernst, XII: 39 Maiah, IX: 558 Maier: A. Mayer Maillot, Antoine F. Eve, dit Madame Angot, ou la poissarde parvenue et le mariage de Nana, XVII: 523, 628; XVIII: 202, 203 Mailoehoen, IX: 251 Mailuku, E.A., IX: 251 Main Zeitung (periodiek), XI: 709, 713, 723, 726; XII: 550; XIII: 600 Maingaud: Mingaud, François Maintenon, madame de: Scarron-d'Aubigné, Françoise Mainz, bisschop van: Ketteler, von Mainz, burgemeester van (1866): Muller Mainzer Abendblatt (periodiek), XIII: 102 Mainzer Anzeiger (periodiek), XIII: 546, 577 Mainzer Beobachter (pseudo-periodiek), XI: 536n, 744+n, 746, 750n, 757, 760, 763, 765, 776, 777, 780, 782; XII: 31+n, 38, 44, 46, 62, 65, 73, 89, 93, 126, 133, 145, 151, 202, 231, 311, 358, 449, 466, 473, 550, 641, 783; XIII: 19n, 25, 38, 53+n, 63, 67, 68n, 75, 78, 116, 128, 137, 144, 153, 162n, 187+n, 195, 204, 232, 296n, 324, 348, 367, 377, 385, 396, 442, 460, 505, 533, 540, 583, 586, 588; XIV: 677n; XXIII: 449, 500, 512, 563, 564; XXIV: 497n, 703, 704, 705, 706, 708 ‘Mainzer blad, een’ (zie voorgaande lemma), XI: 751+n, 754, 778; XII: 21+n, 23, 24, 27, 43, 47, 55, 61, 95, 116, 157+n, 188+n, 210, 223, 234, 282, 286, 289, 293, 298, 305, 310, 420, 421, 441, 445, 461, 468, 482, 542; XIII: 68+n, 77+n, 105, 122, 155, 163+n, 301, 313, 322, 342+n, 373, 397, 413, 480, 527 Mainzer Journal (periodiek), XII: 650; XIII: 70 Mainzer Zeitung (periodiek), XI: 722; XII: 39, 211, 216, 233, 428, 727, 782 Maistre Pierre Patelin (klucht), VI: 779n Maistre, Joseph M., graaf de, I: 395, 396, 398, 399, 400, 566n; IV: 780n; VI: 532; XX: 486+n Soirées de Saint-Pétersbourg, ou entretiens sur le gouvernement temporel de la providence, les, XX: 485n Majofski, Theodorus J., IX: 152 {==448==} {>>pagina-aanduiding<<} Maju (Kinsbergen, Levie of Roelof H.), II: 683 Makart, Hans, XVIII: 627+n Makassaarsch handelsblad (periodiek), XVIII: 665a Makassie, hadji, VIII: 278 Makiat, IX: 452 Makie, si, VIII: 278 Makim, IX: 555 Maksan, IX: 556 Malang, rongo van (voor 1830), XIV: 520 Malcolm III Canmore; koning van Schotland, III: 611n Malebranche, Nicolas de, XVI: 698 Malherbe, François de, II: 379, 786n Malibrun (eig.: Malibran-Garcia, Maria), XII: 238 Maller, XI: 773 Mallet, XIII: 660 Mallinckrodt, Hermann von, XII: 358 Malo: Maloe Maloe, IX: 452, 453, 454 Malon, Benoît, XXIV: 202 Malot, Hector H., XV: 117+n Bonne affaire, une, XV: 117 Malsen, Thomas van Kloris en Roosje (de bruiloft van...), VII: 236 Malta, J.F., XXIV: 347n Malthus, Thomas R., I: 43, 87, 137, 566n; II: 201, 786n; III: 109, 611n; XI: 274; XVII: 636, 637; XXIII: 305n Essay on the principles of population, I: 566n Malthusiaansche bond, XXIII: 307+n Maltitz, von, XI: 773 Mamak, II: 128; IX: 552 Manak-Maya (Javaanse rijstmythe), XIII: 563 Manaloeheum, radja: Menaloean, radja Manceau, mad., XIV: 219, 250, 251; XV: 275, 307 Manco Cápak (I of II), koning der Inka's, XI: 175, 789b Mandaya, II: 128; IX: 553 Manders, XIV: 35, 68 Mandheling, ass. res. van- en Ankola (T.I. Willer, 1842), VIII: 121, 126n, 128n, 131n, 211n, 212n, 213n, 216n Mandheling, jang di pertoeang van, I: 176-182, 346, 401; VIII: 133-141+n, 167-187, 630; X: 205, 206; XIII: 171-173; XV: 346, 347 Mandira (mandoer Tjidongdong), IX: 423, 425 Manen, Willem C. van, XVIII: 235a, 243, 255, 432 Manggia, IX: 552 Mangkoe Boemi, II: 774n Mangoeijang (radja van Taboejoeng), VIII: 132, 196 ‘Manifest aan het Nederlandsche volk van de vereeniging de Dageraad’, XI: 701a Manlius Capitolinus, Marcus, VI: 283, 794n Mannen van beteekenis in onze dagen (seriewerk), XXI: 387; XXIV: 242, 248+n, 399n Mannering, zie onder: Scott, Sir Walter; Guy Mannering or, the Astrologer Manngia, II: 127 Mannheimer Journal (periodiek), XII: 693 {==449==} {>>pagina-aanduiding<<} Mannus, J., VIII: 678 Mansholt, Derk R., XVI: 373a, 376, 377, 758b; XVII: 778; XVIII: 324, 542+n, 543, 576, 577a, 579, 630-633, 687; XIX: 34n, 832a, 834, 865, 866, 973n; XX: 167n, 168n, 170n, 173n, 292, 303+n, 334, 371, 372, 386n, 412, 415, 416, 420, 592n; XXI: 21-23n, 25n, 26n, 80+n, 81, 416n, 491n, 533n, 653, 673, 677, 695, 805, 812n; XXII: 397, 787b; XXIII: 246+n, 277n, 775b; XXV: 192n, 238b Mansholt, J.H., XX: 592n Mansholt, Theda, XIX: 228 Mansholt, Ubbo J., XVI: 758n Mansholt-Dijkhuis, Aaltje W., XVI: 758n; XX: 386n, 415; XXI: 283, 284, 417, 538; XXII: 55; XXIII: 301; XXIV: 338; XXV: 188 Manstein, Albrecht E.G. von, XII: 71 Mansvelt, Anthony P. van, XXII: 276; XXIII: 648+n, 742; XXIV: 56 Mantayie, IX: 559 Mantegazza, Paolo, XII: 666 Manteuffel, Edwin H. von, XII: 40, 63, 71; XIII: 117, 119, 149, 376 Manteuffel, Ernst C., rijkssgraaf von, IV: 22, 724n, 781n Mantiah, IX: 555, 557 Manus, P.A., XI: 437 Jufvrouw Antje, blijspel met zang, XI: 437 Manzoni, Alessandro, XII: 60+n; XIV: 44 ‘Colonna infame e ossercazioni sulla tortura’ (Storia della Colonna infame. Con appendice, le osservatore sulla tortura di Pietro Verri), XIV: 44 I promessi sposi, XII: 59n Maoedin, IX: 253 Mapiah, IX: 434 Mar, Charles de la, XX: 405 Mar, H. de la, XI: 331 Marassat, si, VIII: 278 Marat, Jean P., II: 776n; VI: 742, 794n; XIII: 576; XX: 533+n; XXIII: 652 Marchand, Prosper, VII: 660 Marchand & cie. (boekhandel te Antwerpen), XII: 781 Marck, XVIII: 97 Marcx, XVII: 49 Mardjaij (mandoer Binoewangan), IX: 417, 423, 425, 559 Maréchal, Pierre S., III: 229, 611n; X: 734n Margadant, Christiaan W., XVII: 617n, 707, 717, 796b; XIX: 411; XX: 251+n; XXIII: 149+n Margot (nichtje), XXI: 162-164+n Marguerite d'Angoulême, koningin van Navarra, XVII: 781 Maria Christina, koningin-regentes van Spanje, XIII: 595n, 626 Maria Fjodorowna (Dagmar van Denemarken), grootvorstin van Rusland, IV: 17; XII: 445 Maria Laetitia Ramalino (‘Madame Mère’), IV: 410, 781n Maria de Rijke, hertogin van Bourgondië, IV: 502-505 Maria Stuart, koningin van Schotland, I: 141; III: 377, 612n; VII: 750; X: 233 Maria II Stuart (vrouw van stadhouder-koning Willem III), XVIII: 411 {==450==} {>>pagina-aanduiding<<} Maria Theresia, keizerin van Oostenrijk, IV: 774n, 778n; V: 223, 305, 744n, 748n; XIV: 136 Marie? (te Wiesbaden), XV: 274-276, 700 Marie, mad. (te Brussel), X: 277+n, 293 Maria Antoinette, koningin van Frankrijk, XXV: 116 Marie Louise van Oostenrijk, hertogin van Parma, II: 428, 429, 433; VI: 309, 794n Mariette, Auguste E., VI: 784n Marisa (mandoer Poendoekpandjang), IX: 423, 424 Marius, Gaius, XII: 706 Marivaux, Pierre de, XX: 486n Surprise de l'amour, la, XX: 486n Mark (Hendricus H. van den Marck), VI: 668 Mark, Z. van der, XXI: 769 Markam, IX: 414 Markassan, IX: 452 Marie, K.W. van (uitgever te Arnhem), XVIII: 139n Marlitt (ps. van Eugenie John), XVIII: 112 Marlowe, Christopher, XVII: 580 Marnie, II: 128; IX: 552 Marnix, heer van Sint-Aldegonde, Philips van, XII: 375, 409; XVIII: 198 Maronier, J.H., XXIII: 224, 244, 252, 260, 357n Marryat, Frederick, V: 26, 748n Jacob Faithful or the adventures of a waterman, V: 748n Mars, mlle. (ps. van: Anne F.H. Boutet-Monvel), IV: 368 Marsa (mandoer Panjawoengan), IX: 423, 424 Marschner, Heinrich A., II: 781n; V: 741n; XV: 501n, 796n, 798b Hans Heiling (opera), II: 613, 781n; V: 36; VIII: 42n; XV: 501+n, 502, 796n, 798n Templer und die Jüdin, der, XV: 798n Vampyr, der, XV: 798n Marselis Hartsinck, Jan van, XV: 630, 633 Marselis Hartsinck, Theodorus van, XV: 630, 633 Marsina, IX: 418, 429 Marsinten, IX: 556 Marssam, IX: 599 Martanie (mandoer Tjiborm), IX: 423, 425 Martel: Karel Martel Martialis, Marcus Valerius, VII: 316; XV: 380+n, 387; XXI: 584 Martin, IX: 282 Martin (bisschop van Paderborn), XIII: 40, 52 Martin du Nord, Nicolas, XXIII: 696+n Martinelli, XI: 94 Martinet, Johannes F., VI: 723; XVII: 767; XX: 208; XXI: 89+n, 190, 192 Katechismus der natuur, XVII: 767; XXI: 89+n Marx, Karl, XII: 420n; XIII: 200n; XIX: 658, 812; XXII: 431+n; XXIII: 32, 661 Kapitaal, het, XXIII: 661 Masaniello (Tomaso Aniello), III: 407, 612n; VII: 256, 769n; XXIII: 681+n, 706+n Masieh, IX: 415 Masina: Marsina Massay, Lucien, XX: 87 Mémoire sur le traitement médical {==451==} {>>pagina-aanduiding<<} et la guérison des affections cancéreuses, XX: 87 Massers: Massay, Lucien Massillon, Jean B., IV: 434, 781n Massini, XIV: 620 Masson, Auguste M.B. Gaudichot-Masson, dit Michel, XII: 489+n; XX: 341 Contes de l'atelier, les, XX: 341+n Grain de sable, le, XII: 485n; XX: 341+n Masson de Pezay, Alexandre, XXII: 479n Rosière de Salency, la, XXII: 479n Mast, G.C. van der (uitgever te Gorinchem), XXIV: 709 Maters, Johannes, IX: 330 Mathilde Caroline, koningin van Denemarken, VI: 710, 794n, 801n; XVIII: 200 Mathy, XII: 684 Matthes, Jan C., XVI: 77+n Uit onze beste schrijvers, XVI: 77n Matthieu en zn. (bankiers te Brussel), X: 347n Mattioni, XII: 155; XV: 313 Matzen, Otto C., XV: 97+n, 100, 504, 777 Maurenbrecher, Wilhelm, XI: 730 Maurik, Justus van, XXI: 707, 805 Maurik, Matthys van, III: 262 Maurits van Nassau, prins van Oranje, stadhouder, IV: 697; V: 616, 649, 756n; XV: 111+n, 113, 445, 643, 648, 665, 719, 794n; XVI: 82, 91; XVIII: 53, 282, 371; XIX: 844, 859; XXI: 586; XXIII: 150 Mauve, W.C., XXIV: 533+n Max, hertog van Beieren, XII: 466 Maxentius (romeins keizer), I: 556n; V: 743n; XI: 112n Maximiliaan, keizer van Mexico, aartshertog van Oostenrijk, III: 612n; XII: 417n, 426, 427, 458; XIII: 226, 525, 526 Maximiliaan I, duits keizer, IV: 93 Maximiliaan II, koning van Beieren, XIII: 202+n, 203 May, A., XI: 331 Mayassieh, II: 127; IX: 552 Mayer, XXI: 303 Mayer, A., XII: 571; XIII: 631, 632 Mayinten, II: 128; IX: 553 Mazarin, kardinaal Jules (Giulio Mazarini), XII: 46+n; XX: 509+n Mazeppa, Iwan S., II: 786n Mazzini, Giuseppe, XII: 462 Mechtal (Arnold von Melchtal), XI: 176 Meckel, XIII: 117 Mecklenburg-Schwerin, Frederik Frans II, groothertog van, XII: 736; XIII: 81, 309, 492 Mecklenburg-Schwerin, Maria van Schwarzburg-Rudolstadt, groothertogin van, XIII: 81 Mecklenburg-Strelitz, Frederik Wilhelm, groothertog van, XII: 153, 445 Medicinische Handbibliothek (seriewerk), XX: 88 Medicis, Marie de, IX: 134; XXIII: 469 Meding, Oskar (zie ook onder ps.: Samarow), XXIII: 215 Meer, D. van der, XVII: 225 Meer, I.J. van der, VIII: 61, 62 Meer de Wijs, van der, IX: 279 {==452==} {>>pagina-aanduiding<<} Meer-de Wijs, van der, IX: 279 Meerburg, P.C., IX: 260 Meere, XIX: 256 Meeren, Paulis H. van der, VIII: 24 Meerkerk, J.B., XXII: 232a, 233; XXIV: 404+n Meerten, Hendrik van, VI: 794n; X: 745n Meerten, Jacob H. van (controleur van Natal 1841), I: 153, 176-183, 349, 401, 567n; VI: 413, 794n; VIII: 107+n, 117, 119, 133-141+n, 146n, 162, 164n, 167-187, 193, 196, 238, 253, 267, 269, 272, 317+n, 357, 630, 693b; X: 206, 745n; XIII: 171, 172; XV: 346-349 Meerten, N. van, XXII: 291 Meerten-Schilperoort, Anna B. van, I: 349; VI: 423, 794n; X: 206, 745 Meertens, XIV: 540 Mees, XIX: 792 Mees, Benedictus J. (drukker te Antwerpen), XII: 148 Mees, Josina, XXII: 494, 561 Mees, P.R., XXIV: 245 Meester, Johan de, XXI: 150n; XXII: 95a, 98, 221a, 223 Meidinger, Jean V., II: 330 Meidinger, Johann H., II: 787n Meidner, II: 219 Meilhac, Henri, XV: 451; XXIII: 219n -samen met Ludovic Halévy: Frou-Frou, XVI: 675; XXIII: 217, 221+n Meilink, A.B., XXII: 140 Meindersma Wzn., D. (uitgever te Leeuwarden), III: 29 Meiningen, George, hertog van Saksen-, XII: 269, 792 Meinsma, Johannes J., XI: 541, 542; XXII: 79+n Melanchton (Philipp Schwarterd), XIV: 163; XV: 366n Melanie? (Brussel, 1859), X: 38 Melati van Java (ps. van Sloot, Maria), XVIII: 206 Melchers, Paulus, IV: 631; XXI: 110 Melem, von, XI: 755 Menado, dokter, civiel geneesheer en opzichter der vaccine te, IX: 145, 156, 224 Menado, hoekoem van, IX: 78, 80 Menado, ingenieur Wat. en 's-L. Geb. in zending te: Beyerinck, P.J.G. Menado, militaire commandant van (zie ook: Nijgh, Joannes G.), IX: 51n, 67, 72, 109, 185 Menado, oetoesan te, IX: 79, 80, 81, 82 Menado, pakhuismeester te (1849), IX: 224 Menado, resident van (zie ook: Abraham I. van Olpen en Reinier Scherius), IX: 23, 80, 81, 399, 402, 406 Menaloean, radja, VIII: 130, 146n Menander, II: 788n; VII: 600, 769n, 770n Mende, Fritz, XIII: 576, 577, 588 Mendelssohn, Mozes, XI: 308; XXI: 141+n, 142, 143 Mendelssohn-Bartholdy, Felix, XII: 173; XXI: 457n Mendoza, Bernardino de, XIX: 165 Meng, W., XXI: 164, 675 Meng-tse (Mencius), IV: 670; XXI: 164+n Menkema, Anna E., IX: 697n {==453==} {>>pagina-aanduiding<<} Mensing & Visser (uitgeverij te Den Haag), XIX: 185n; XXII: 61 Mephisto (ps. van; Günst, Frans C.), XI: 792n Meppeler courant (periodiek), XIX: 435n, 481a, 486a, 501a, 509a; XX: 249a, 278a, 336n Merano, II: 491, 492 Mercator, Gerardus, XIII: 546+n Mercier, XXII: 565; XXV: 203 Merens, Albrecht (Alikruuk), XIX: 480, 501+n, 974n; XX: 48, 318; XXII: 459+n; XXIII: 718+n Merens, Allard, XI: 792n; XVII: 797b; XVIII: 620; XIX: 75+n, 151, 203, 276, 442n, 448, 451, 456, 479-481, 500n, 629n, 675, 684, 691, 841, 878, 902-904, 907, 973b, 974n; XX: 196n, 268, 316+n, 329, 352, 592b+n; XXI: 812b; XXII: 515n, 612n, 787b; XXIII: 122, 199, 330, 718, 775b; XXIV: 435+n Merens, Christiane, XXII: 459+n; XXIII: 718 Merens, Dirk, XVII: 776, 777; XIX: 442+n, 447, 479+n, 480, 500n, 974n; XX: 318; XXII: 459+n; XXIII: 20n, 34+n, 36, 39n, 44, 51, 55, 65, 118, 120, 123, 718+n Merens, Johannes C.P. (Christiaan, Tis), XVII: 776, 777; XIX: 442+n, 447, 479+n, 480, 974n; XX: 316-318, 331, 334, 430, 592n Merens-Hamminck Schepel, Chris: Hamminck Schepel, Christina J.J. Merewether, XIII: 225 Merkelbach, XIII: 274+n, 277, 279 Merken, Lucretia W. van, XXI: 317n Nut der tegenspoeden, het, XXI: 317n Merkus, Frederik G.E., IX: 315 Merkus, Pieter (G.G., 1841-1844), I: 167, 176, 179, 346, 560n; IV: 154; VI: 222; VIII: 95, 295n, 342n, 393, 395+n, 396, 402, 411n, 621, 632, 693b; IX: 156, 186, 188, 189, 699n; XV: 346; XXIII: 459+n; XXIV: 520 Merlé, XI: 94 Mermillod, Gaspard, XV: 704+n Merrem, F.M. en co., XI: 451, 465 Mertens, Léon, XVII: 709 Mertens, mw., XI: 612(?), 642, 680, 681, 683, 684 Mesdag, Hendrik W., XXI: 806; XXII: 62, 272, 278 Meskendorff, Hendrik R., II: 424, 549; VIII: 39n, 41n, 694b; IX: 233, 234, 267n, 279, 289, 699n; XXIII: 453+n, 512; XXIV: 80, 85, 86, 375 Meslier, Jean, II: 296, 787n; III: 229, 415, 612n; X: 543, 614+n; XI: 407, 786n, 797b; XVI: 369n Testament de Jean Meslier, le, II: 296, 787n; III: 415, 612n; X: 530, 532, 578, 614n, 678, 734n; XI: 56+n, 407, 408, 786n, 797n; XVI: 370+n, 399 Mesmer, Franz A., III: 291, 612n; XV: 718+n Messalina, Valeria, V: 60; VI: 306 Messchert, W. (uitgever te Amsterdam), XXIII: 45 Messchert van Vollenhoven, Jan, III: 85, 154, 625n; XI: 264 Messius Cicirrus, VII: 584-585 Messter, Eduard, XXIV: 67 {==454==} {>>pagina-aanduiding<<} Meszmacher, C., XIII: 76 Métayer, XXII: 564 Meteren, Emanuel van, XV: 794n; XVII: 766; XIX: 165 Commentarien ofte memorien van den Nederlandschen staat, handel oorlogen ende gheschiedenissen van onsen tyden, XV: 794n Methorst, IX: 26 Metis, sociaal en politisch tijdschrift (periodiek), XVI: 404 Metternich, Pauline C., gravin Zandor, prinses, XIII: 81; XVIII: 154 Metternich, Richard C.L., prins, XIII: 81, 344, 406; XX: 474, 489; XXV: 202n Metternich-Winneburg, Clemens W.L., prins von, IV: 229, 230, 781n; V: 749n; XXI: 287; XXV: 203+n Mémoires, documents et écrits divers, XXI: 287; XXV: 203+n Mettrie, La: Lamettrie, Julien Offroy de Metz, August J., XII: 229, 571; XIII: 27, 600, 601 Metzel, XIII: 580 Meulen, François P. ter, XX: 92 Meulen, S.K. van der, XIII: 245 Meulen, IJ. van der, XIII: 245 Meurs, A.G. van, VIII: 35, 45 Meurs, Bestje van (Eva Vlieghen), II: 522 Meurs, Trijntje J., VIII: 26 Meurs & Stufkens, van (drukkerij), XI: 437 Mey, Henriëtte van der, XXIV: 90+n, 408 Mey, P.J.C.: Meys, P.J.C. Meij van Alkemade, jhr. Alexander de (zie ook onder ps.: Alexander D.M.), III: 591n Meyboom, Louis S.P., II: 56, 62, 376, 465, 466, 469, 636, 726, 787n; III: 413; IV: 441, 781n; X: 303, 305; XI: 385; XV: 618; XVIII: 260; XIX: 359; XX: 205 Leven van Jezus, het, II: 787n Meyde, Elise van der, IX: 345+n, 346, 347, 348 Meyer: Mijer, Pieter Meyer, XXII: 475 Meijer, majoor, IX: 247 Meijer, A. (Adolf B, Meyer), XVIII: 666 Meijer, Bernardus, VIII: 47 Meyer, Hendrik A., I: 498, 561n, 568n Heemskerk, I: 561n Vaarwel aan Java, I: 498, 568n Meijer, J., XIII: 259 Meijer, Jacobus F., VIII: 34 Meyer, Jonas D., V: 589, 749n Meyer, Maria C.: Hoeven-Meyer, Maria C. van der Meijer, R.C. (de uitgeverij; zie verder: Ablaing van Giessenburg, Rudolf C. d'), I: 515n, 541n, 543n, 546-548n, 554n, 557n; II: 21, 294, 660, 732, 741n, 749n, 787n; III: 231, 415, 446, 568n, 570n, 572n, 583n, 588n, 589n, 590n; X: 346n, 470, 476, 485, 489, 491, 495, 501, 513n, 521, 523, 524, 530, 544n, 558, 560, 578+n, 579, 585, 592, 595, 596, 598, 600, 601, 604, 611, 613, 614n, 617, 621, 625, 628, 630, 635, 675, 677-680+n, 683, 694, 697, 698-700, 702, 709n, 710n, 717, 718, 725n, 726n, 732n, 733n, 734n; XI: 14n, 43, 48, 49, 51, 57, 58, 66, 75n, 91, 92, 188, 224, 233, 239, 251n, 255, 299, 305, 306, 328, {==455==} {>>pagina-aanduiding<<} 336, 340+n, 341, 345, 347, 349, 357, 358, 373, 374, 375, 382, 394n, 406, 408n, 409+n, 417, 441, 444, 445, 446, 447, 449, 451, 452, 455, 456-458, 461, 466, 470, 474, 495, 496n, 498-501, 504-509+n, 512, 515, 519+n, 520, 523, 543, 559, 560, 573, 580, 581, 586, 587, 592, 597, 635, 786n, 797n; XII: 13n; XIV: 86, 108, 257, 399n, 602, 676n; XV: 83, 95; XVI: 275, 315+n, 370; XVII: 712; XVIII: 459+n, 545; XX: 390, 503; XXIV: 581, 587, 596, 739n Meyer, Ymke: Braunius Oeberius-Meyer, Ymke Meyer, Ytje: Braunius Oeberius-Meyer, Ytje Meijer Warnars, Pieter (uitgever te Amsterdam), X: 407 Meyerbeer, Giacomo, V: 747n Africaine, l' (Die Afrikanerin, opera): XI: 732, 759 Huguenots, les (opera), XVI: 439 Robert le diable (opera), V: 747n Meyern Hohenberg, von, XIII: 119, 123 Meyjes, Reinier, VIII: 677, 678; IX: 25, 99, 100, 101 Meyners, Willem H.J.; graaf d'Estrey, XVII: 140, 154, 158 Meynsma: Meinsma, Johannes J. Meys, P.C.J., XIX: 411, 501a, 504, 510 Mezger, Johan G., XXII: 692+n Mezzofanti, Giuseppe G., IV: 781n; V: 329, 749n Michaelis, Otto, XII: 303, 361, 422, 650 Michel: Baumgärtner, Michael Michel, Louise, XXIII: 670+n Mémoires, XXIII: 667n Michelangelo Buonarroti, IV: 381, 701; VI: 446, 795n; XVII: 552; XX: 410; XXIII: 416 Michelsen, G.A., XXIV: 398, 488 Michiels, Andreas V. (gouverneur van Sumatra's Westkust, 1842), I: 74, 155, 156, 159-167, 175, 176, 178-184, 304, 343, 346, 401, 567n, 568n, 570n, 576n, 577n, 581n; II: 707; IV: 781n; V: 363; VI: 222, 423; VIII: 101n, 102n, 103n, 104n, 105n, 133n, 134-141+n, 141, 142, 144, 145, 149, 153, 193n, 213+n, 246+n, 259, 279, 283, 289n-291n, 293n, 295-297n, 300n, 307n, 312n, 314, 328, 329n, 330, 331n, 339+n, 341n, 342n, 347n, 349n, 353, 383, 393-396+n, 398-400+n, 402, 403n, 409-412+n, 418-424, 424, 426, 428, 431, 433, 435, 440, 446-448, 450, 549n, 621, 630, 631, 632, 642n, 694b, 696n; IX: 155, 189, 287, 293n, 594+n, 612, 699n; XIII: 171-174, 186, 198; XV: 346-350, 648; XVIII: 236, 261; XXIII: 179, 459; XXIV: 340 Michiels, Aug., XVI: 664; XVII: 187 Michiels, J., XI: 208 Middelaar, VIII: 698n Middelburgsche courant (periodiek), X: 504+n, 511, 543, 731n; XVII: 343a, 348, 492, 684n, 692a, 719n, 729a; XIX: 196n, 244a+n, 249a, 262, 294, 393a, 454, 525n, 618n, 740n, 759a; XX: 296n, 314n, 325a, 349a, 353, 362, 418; XXI: 21n, 127n, 129a, 149, 151, 176, 183, 184, 813n; XXII: 31a, 58, 70+n, 71, 80, 85, 102, 321, 431n; XXIII: 243, 428, 507+n; XXIV: {==456==} {>>pagina-aanduiding<<} 90, 100a, 197, 229; XXV: 216a, 233a Mieling, IX: 253, 261, 262 Mieling, C.W., IX: 261 Mientje (van der Hucht?), VIII: 503, 609, 625; IX: 287 Mieris, Frans van, XVIII: 455n Mignet, François A.M., XXIII: 697+n Histoire de la révolution française depuis 1789 jusqu'en 1814, XXIII: 697+n Miguel de Bragança, koning van Portugal, XI: 751 Milaan, Tine's dokter te, XII: 59, 60, 267, 442 Milchling, von, XII: 353 Militär Wochenblatt (periodiek), XII: 485 Mill, John S., II: 292, 787n; IV: 356, 418, 447, 787n; V: 205, 320, 749n; VI: 136, 137, 154-156, 166, 378, 695, 729, 801n; VII: 40, 153, 225, 288, 307, 334, 418, 457, 532, 576, 591; XV: 189+n, 205, 212, 231, 533; XVI: 299, 310, 337, 338, 339, 393, 700, 701; XVII: 133, 275, 276; XVIII: 45; XXIII: 704+n; XXIV: 73+n Principles of political economy, IV: 787n; V: 749n; VI: 801n System of logic, a; ratiocinerative and inductive, XXIII: 703n Millard, J., XV: 209 Millaud, Moïse, XV: 39+n; XVI: 190 Miller, XIII: 40 Millie-Christine (de tweehoofdige nachtegaal), XVIII: 200 Millies, Henricus C., XI: 541 Millord, Ed., XIII: 458 Miltiades, VI: 193, 794n; VII: 72, 769n; XII: 29 Milton, John, V: 757n; VII: 365; XVI: 102 Paradise lost, XVI: 102 Mina, XI: 321 Mina (nichtje), XXI: 162+n Mina (vrouw van Siddin of Castor), VIII: 103n; IX: 613 Minckwitz, J., XVII: 322 Minden, J.R. van (zie ook onder ps.: Salomo), XXI: 645n Minerva, algemeen Nederlands studenten weekblad (periodiek), XIX: 98a, 163a, 214a, 218a, 263a, 311, 347a, 383a, 692a, 693a; XX: 42a, 232a, 259a; XXI: 89a, 219a, 226a, 752 Mingaud, François, II: 679 Minkman, J. (uitgever te Arnhem), XX: 569 Minnaert, Gilles D., XVIII: 676 Minthrop, XIX: 569 Mioulet, XII: 375; XIII: 131 Miquel, Johannes von, XII: 278; XIII: 486 Mir Hassan, XV: 647 Mirabeau, Honoré G. Riqueti, graaf de, III: 97, 563, 612n; IV: 419; V: 387, 743n, 749n; X: 147, 241, 530; XI: 125; XII: 488; XIV: 94, 334; XVI: 405; XIX: 270; XX: 272, 411 Choix de lettres de Mirabeau à Sophie, XX: 272, 411 Mirandolle, L.J.F., XIII: 675, 677; XIV: 375, 513 Mirecourt, Eugène de (ps. van: Jacquot, Eugène), IV: 217, 781n Miska, IX: 429, 430, 435 Mispelblom Beijer, Julius D., VIII: 68n, 415n, 622, 654, 694b, 704n; XIII: 237 Mitchell, Logan, III: 229 {==457==} {>>pagina-aanduiding<<} Mitkiewicz, César L.N., XI: 411n, 445, 482+n, 493, 646, 797b; XII: 65+n; XVII: 42, 711, 716; XVIII: 22n, 75, 79, 334, 550; XXV: 135+n Mittel-Rheinische Zeitung (periodiek), XI: 729; XII: 353, 354, 735; XIII: 150, 467 Mittnacht, Herman von, XIII: 27, 28, 89, 441-443 Modderman, Anthony E.J., II: 188; XV: 778; XVI: 292; XVII: 159, 187; XX: 529n, 547+n, 574+n; XXI: 73, 113, 119, 188, 324, 514+n; XXII: 642; XXIII: 52+n, 702+n, 707+n Moeda, datoe, VIII: 278 Moedaiem, IX: 574 Moedayam, IX: 574, 576 Moedin, IX: 252 Moekain, IX: 555 Moekatir, IX: 554 Moekaijad, IX: 574 Moeksar, IX: 557 Moektar, II: 128; IX: 553 Moelana, IX: 553 Moenah, njai, IX: 576 Moens, Anthony, VI: 390, 795n; XIV: 610+n; XVI: 292, 733; XVII: 119-121; XXIII: 34+n, 150+n Moens, Petronella, III: 281, 612n; XVIII: 197 Moentot (mandoer Tjiprauw), IX: 423, 424 Moerkerken, Pieter H. van, IV: 703 Moerman Jzn., C., XX: 38a, 41, 51-54, 60a, 62 Moersa (dessahoofd Tjipoendaij), IX: 420, 423, 425 Moersatie, njai, IX: 452, 453, 454 Moersaya, IX: 557 Moersia, IX: 557 Moerssid, II: 127; IX: 552, 554 Moertaissah, IX: 452, 453, 454 Moestadjar (mandoer Tjilangkahan), IX: 423, 425 Moestapa (loerah Rahong), IX: 560 Moetaha, hadji, IX: 433 Moetaijsah: Moertaissah Moetasser, IX: 574 Moetassi, II: 128; IX: 553 Moetjens, Adriaen (uitgever te Den Haag), XVIII: 607 Moetot (mandoer Tjigangé), IX: 420, 423, 425, 432 Mogh, IX: 239 Mogk (zie ook Mogh), XVII: 180 Mögling, Theodor, XII: 201 Mohammed, sultan van Siloe, IX: 212n Mohammed Achmed (de Maghdi), XXIII: 287n Mohl, XII: 651 Mohl, von, XIII: 148 Mohr, Eduard, XVIII: 525 Mohr, M.L.F., XVIII: 662; XIX: 119, 120, 131, 230 Mol, Hendrik, VIII: 676 Mol van Otterloo, Theodoor de, XIV: 402+n, 433; XV: 43, 96n; XXI: 286 Moleschott, Jacob, III: 99, 100, 230, 612n; XI: 268, 701; XIX: 478, 544+n, 547, 717, 720, 724; XXII: 702+n; XXIV: 166+n Molière (ps. van: Poquelin, Jean Baptiste), I: 137, 337, 563n, 579n; II: 90-92, 664, 787n; III: 144, 544, 598n, 611n, 612n, 614n, 623n; IV: 46, 519, 553, 781n; V: 205, 243, 360, 589, {==458==} {>>pagina-aanduiding<<} 743n, 744n, 749n, 751n; VI: 120, 125, 136, 137, 368, 405, 785n, 790n, 791n, 800n; VII: 456, 457, 471, 738, 770n; X: 46; XIV: 130n, 324+n, 530, 667n; XV: 24, 161, 367, 393, 503, 504, 514, 671, 685; XVI: 243, 401, 419; XVII: 107, 334, 644, 652, 739; XVIII: 150+n, 325n, 382, 521, 522, 676, 759n; XIX: 174, 251, 252, 648, 649, 837n; XX: 205, 342, 406, 555n; XXI: 757n; XXIII: 236n, 268, 364, 589; XXIV: 153n; XXV: 20, 132n Amour médecin, l', V: 744n, 751n; VI: 791n Avare, l', XVIII: 521 Bourgeois gentilhomme, le, II: 787n; XVI: 401 Don Juan, II: 787n; XV: 514 Femmes savantes, les, I: 563n; V: 743n; VII: 471; XVIII: 144n; XXIV: 153n George Dandin, III: 598n; XIX: 837n; XX: 555n; XXIII: 236n; XXV: 132n Malade imaginaire, le, III: 144, 611n Médicin malgré lui, le, VI: 136, 800n Misanthrope, le, VI: 405; VII: 770n; XV: 514; XVIII: 521, 522 Précieuses ridicules, les, II: 787n; VII: 471 Sganarelle, I: 563n; V: 743n Tartuffe, I: 579n; II: 787n; III: 544, 614n, 623n; VI: 785n, 790n; X: 46; XIV: 130n, 667n; XIV: 324+n; XV: 367, 504, 514; XVI: 149; XVII: 74, 652; XVIII: 521, 522; XXI: 582, 757n Moll, XII: 593 Moll, Robert, XVI: 423 Möller, von, XI: 716, 717, 733, 744; XII: 134; XIII: 367 Moltke, Helmut, graaf von, IV: 46, 95, 484, 485, 665, 781n; V: 565, 749n; XII: 29, 40, 45, 310; XIII: 50, 95, 117; XV: 544+n; XVII: 313; XVIII: 687; XXIV: 445 Moltzer, Henri E., XII: 376, 389; XIX: 399+n Moltzer, Jacob P., XIV: 488a+n, 508a+n, 522a, 528+n, 530+n, 521, 532a, 533 Molukken, gouverneur der (1851): Visser, C.M. Mombie, besaar van, IX: 68 Momman (?), IX: 279 Monatshefte für Literatur, XXIV: 412 Monchy, M.F. de, XVIII: 427 Monchy, Rudolf A. de, XX: 571+n; XXI: 806 Monde, le (periodiek), XII: 201 Money, J.W.B., II: 70, 71, 74, 82, 125, 201, 213, 511, 690, 711, 787n; V: 420, 749n; XII: 744; XIII: 571; XXIV: 322 Java, or how to manage a colony, II: 70, 74, 82, 201, 711, 787n; V: 749n; XII: 744 Monica, heilige, II: 443 Moniteur belge, le (periodiek), XII: 435 Moniteur de l'armée (periodiek), XIII: 49 Moniteur des intérêts belges (periodiek), XIV: 298 Moniteur universel, le (periodiek), XII: 419; XXII: 474+n {==459==} {>>pagina-aanduiding<<} Monnier, Claude F., markies de, XX: 272 Montaigne, Michel E., seigneur de, III: 229, 612n; VII: 61; XVI: 603; XVII: 666; XXIII: 488+n Essais, XXIII: 483n Montebello, Jean Lannes, hertog van, II: 428, 433, XIII: 321n Montépin, Xavier A. de, III: 298, 613n; XX: 129+n; XXII: 481+n; XXIII: 688+n Koning der eeuw, de (vert.), XX: 124n; XXIII: 155n Montes, Trijntje, VIII: 30 Montesquieu, Charles-Louis de Secondat, II: 197, 787n; IV: 508, 529, 773n; V: 12, 750n; VI: 189, 795n; VIII: 365, 366; IX: 164, 165; XVI: 72; XX: 277; XXIV: 533 Esprit des lois, l', II: 787n Lettres persanes, II: 787n Montez, Lola, V: 61, 113, 749n; VI: 793n; IX: 280 Montezuma, koning der Azteken, III: 233, 613n; V: 60, 739n; X: 163; XI: 175, 797b; XXIII: 370+n Monthyon: Montyon, Jean B.A.A., baron de Montigny, XII: 97 Montigny, Gustave Lemoine, XIV: 583 Montluc, Adrien de; prins de Chanbannais, graaf de Cramail, III: 596n Comédie des proverbes, la, III: 596n Montoft, XIV: 536 Montpensier, Antoine M.P. d'Orléans, hertog van, III: 181, 613n Montry, Albert de, V: 344, 345, 372, 383 Montyon, Jean B.A. Auget, baron de, XI: 679; XVII: 688; XVIII: 593; XIX: 676n; XXIII: 528; XXV: 111n Mony: Money, J.W.B. Moody, D.L., XVIII: 265 Moonen, Arnold, VI: 677; XV: 726 Moonen, Jet van, XIX: 578; XX: 340 Moor, Louis B.J., XI: 436; XVII: 103 Moore, John, XII: 435, 618 Moore, Thomas, II: 648, 649, 787n; VII: 399, 770n; XIX: 786 ‘Peri en paradijs’ (‘Paradise and the Peri’), II: 648, 651 Moot, H., XIX: 411 Mooij jr., Cornelis de (Keesje), IX: 38+n, 286, 699b; X: 346+n, 742n; XIX: 637+n; XX: 593n; XXII: 336+n, 414-416 Mooij sr., Cornelis de, IX: 38; X: 346; XIX: 636+n, 637; XX: 223; XXII: 336 Mora, XIV: 45 Moraux, Ephraim D.L., IX: 52n, 76 Morgen Zeitung: Hessische Morgen Zeitung (periodiek) Morin, Pierre A., XI: 436; XXI: 806 Moris and sons, X: 531 Moritz, XIX: 411 Morning journal (periodiek), XXIV: 413 Morning post (periodiek), XXIV: 413 Morny, Charles A.L.J. hertog de, XX: 562 Morphy, Paul, III: 165; XXIII: 744+n {==460==} {>>pagina-aanduiding<<} Skizze aus der Schachwelt, XXIII: 744 Morpurgo, M.J., XXII: 291 Morriën, Henri, XI: 436 Möser, Heinrich, XXI: 299; XXIII: 445, 607 Moser, J.A., VIII: 317+n Möser, Johann, XXI: 299; XXIV: 262 Mossel, Jacob (G.G., 1750-'61), VIII: 691n; IX: 318n Mosselmans, A.W., IX: 314, 316 Mosselmans, Balduines C.J., XV: 245; XVI: 292; XVIII: 234+n; XXIII: 60+n Motley, John L., III: 406, 407, 613n; VII: 225; XII: 679; XIX: 165 Opkomst van de Nederlandsche republiek, de (The rise of the Dutch republic), XIX: 165 Mottu (zie ook: Wegner & Mottu), XVI: 554, 560; XVII: 675, 716, 718 Moufang, XII: 661 Moulijn, XIV: 35 Mouset, T, (ps. van: Korteweg, Bastiaan P.), XVII: 796n; XVIII: 387+n, 431 Moustier, Léonel, markies de, XII: 545 Mozart, Wolfgang A., I: 559n; V: 614, 737n, 754n; VI: 423, 435, 437, 438, 786n, 802n; VII: 768n; XVI: 182; XXII: 584, 585 Don Giovanni, V: 737n, 754n; XV: 514 Figaros Hochzeit (La nozze di Figaro, opera), VI: 438, 786n Zauberflöte, die (opera), VI: 397, 802n; VII: 714, 768n Mozer (Möser, Justus), IV: 29 Mucius: Scaevola (Gaius Mucius Cordus) Mueler, XIX: 708 Mühler, Heinrich von, XII: 73; XIII: 148, 159, 233+n, 285, 331, 386 ‘Wir kommen so eben aus 'm Wirtzhaus’, XIII: 233, 331 Muhlert, E.H.H., IX: 269 Muhlhäusser, XII: 639 Mulder II (uitgeverij te Amsterdam), XXIV: 600 Mulder, A.W., XXII: 140 Mulder, F.P.J., II: 417; X: 614+n, 678, 733n; XI: 41, 47, 379, 480, 483, 670; XXIV: 459 -samen met Cornelis de Gavere: Opmerkingen en gedachten over zaken van algemeen belang, II: 417; X: 614+n, 678, 733n; XI: 41, 47n, 56 Mulder, G., XXIV: 669 Mulder, H., XXIV: 628 Mulder, J.G., XIV: 467 Mulder, Lodewijk, XI: 770n; XX: 570n; XXI: 138, 238n Kiesvereeniging te Stellendam, de, XX: 572+n; XXI: 138, 239+n Mulder, Louis, XXII: 432+n Mulken, van (de kunstlievende generaal), II: 708 Muller, XXII: 276 Müller, XIII: 95 Muller, burgemeester van Mainz (1866), XI: 641, 691, 695, 713 Muller (kamerlid), XXI: 632 Muller (senator van Frankfurt), XI: 697, 708; XII: 655, 664, 725; XIII: 114 Muller, gebr. (boekhandel te 's-Hertogenbosch), XIX: 388, 754; XXI: 108 {==461==} {>>pagina-aanduiding<<} Muller, von, XII: 357; XIII: 422 Muller, Frederik (boekhandelaar te Amsterdam), XIV: 632+n; XVII: 798n; XXI: 702 Müller, G.M.F. (uitgever te Berlijn), I: 567n; XXIV: 412 Muller, H.M.: Muller, Hendrik C. Muller, Hendrik C., XXI: 650; XXII: 376+n, 421, 476+n, 492+n, 500-502, 506+n, 515n, 528, 540, 541, 542a, 544, 545, 548+n, 563, 633+n, 688, 689, 698+n, 722, 728, 745, 787b; XXIII: 19n, 21n, 115+n, 117n, 128-130+n, 232n, 262+n, 264, 271, 329, 534-536n, 560, 562, 632a, 637+n, 655+n, 678, 739, 765a, 768, 775b; XXIV: 21n, 51, 167, 281a, 283, 295, 372, 374, 380, 417, 418, 421+n, 470, 740b; XXV: 223n Wachter, wat is er van den nacht?, XXV: 223-224 Woord over Multatuli, een, XXII: 492+n, 505, 509, 528, 540, 542, 631n Muller, zoon van H.C., XXIII: 568, 762; XXIV: 35, 39, 40, 43, 57 Müller, Max, VI: 683-685, 795n; XXV: 51+n Muller, Pieter N., XIV: 465, 466; XVI: 562 Muller-de Grauw, Gertrude H.C., XXIII: 232n, 237, 329, 568, 635, 762; XXIV: 39, 40, 43, 57 Mulock Houwer, Jan, XIX: 447 Mulock Houwer, M.C. (Kees), XIX: 249, 411 Mulock Houwer, Maria J., XIX: 377 Mulock Houwer, Willem H. (griffier Raad van Justitie te Padang), VIII: 403; XIX: 182n, 974n; XXIV: 502 Mulock Houwer-Hoogenboom, Kee, XIX: 376, 377; XXV: 149 Mulock Houwer-Syriër, Elizabeth L., XVIII: 732+n; XIX: 197, 203, 213, 242, 248, 390, 447, 752, 974b; XX: 306n; XXI: 562+n; XXIV: 502 Multafero (ps. van: Antoine A.T. Visscher), XII: 438 Multapatior (ps. van: Philipona, L.P.), IV: 720, 781n Multatuli (ps. van Eduard Douwes Dekker) Aan de lezers mijner Ideën, XI: 444, 449, 450; XVIII: 334; ‘Aan de redactie’ (zie ook: Aan de stemgerechtigden in het kiesdistrikt Tiel), X: 720, 723n Aan de stemgeregtigden in het kiesdistrict Tiel (zie ook: Indrukken van den dag, no. II, I: 432-449, 545n; X: 325n, 327, 329, 720n, 724n; XIII: 409+n, 650; XXIV: 126n ‘Aan de voorzitter van het democratisch congres te Antwerpen’, XV: 772; XVI: 141+n, 264+n, 353+n Aan het volk van Nederland, II: 482, 491, 660; X: 671n, 726n; XI: 52+n; XXIV: 626n ‘Aan Mejufvr. Caroline Versteegh’, VIII: 87 ‘Aan mijn moeder’, I: 32; III: 427; IX: 119, 149-151, 286+n; XXIV: 521-525+n Aan Quintillianus: Brief aan Quintillianus ‘Adversaria’ (‘Mengelwerk’), XXI: 23n, 172, 235 {==462==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Afscheid aan Natal’: ‘Vaarwel aan Natal’ Aleid (Deugdjes, blijspel), VII: 683-734, 760n; XV: 393, 402, 575, 580, 684; XVII: 69, 73, 75, 80, 86, 200, 206, 232n, 237, 245, 279, 284, 303, 334, 361+n, 428, 489, 748, 778, 779, 788; XVIII: 22n, 23n, 35, 37, 42, 59, 63, 96, 107, 138, 140, 142, 146, 253, 273, 291, 324, 338, 413, 496, 521, 620, 648; XIX: 252; XXV: 142 ‘Almanak, spreuken en gezegden uit Multatuli's werken’ (‘sprokkelingen’), XVII: 57, 66, 84, 89, 90, 92, 93, 111, 141, 142, 154, 155 ‘Banjir’: Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb ‘Barbertje’, I: 14, 552n; VI: 266; X: 89, 101; XII: 142, 240, 314; XIII: 558+n; XVII: 754 Bloemlezing (1865), I: 515n; III: 589n; XI: 251n, 299, 301, 420n, 498, 499, 501, 504, 506-509+n, 510, 512+n, 513n, 515+n, 519, 523, 544, 553, 560, 576, 585, 664, 671, 675; XII: 66, 132, 394, 395, 398, 453; XIV: 149, 171, 257, 675n; XVI: 427, 428; XVII: 155, 214, 693; XVIII: 224+n, 350; XXIV: 126, 334, 627+n, 628n Bloemlezing door Heloïze, XVII: 93, 142, 154, 155, 158; XVIII: 10n, 176n, 178n, 207, 224, 225, 246, 253, 290, 299, 320, 331, 335, 339, 350-352, 354, 357n, 360, 363+n, 368, 385, 426, 432n, 434, 435, 437, 449n, 452+n, 453, 466-468+n, 471, 472+n, 474, 475+n, 478, 479+n, 480, 483-488+n, 493, 497, 499, 502+n, 503, 508, 513, 514, 522+n, 524, 531+n, 532+n, 537, 540, 541, 542, 544, 550, 552+n, 553, 554, 567, 571, 575, 576, 584, 616, 617, 618, 623, 629, 634+n, 636, 638, 641, 647, 651, 671+n, 673, 675, 677+n, 679, 680n, 683n, 685n, 688n, 689n, 690n, 695n, 703n, 721; XIX: 32, 138, 377, 517n, 529, 645, 741, 742, 743, 764, 835, 896, 963; XX: 475, 504, 577; XXIII: 90, 376, 505, 729; XXIV: 327, 141n, 164n Brief aan de kiezers te Amsterdam, omtrent de keuze van een afgevaardigde (zie ook: Indrukken van den dag, no. II), I: 445; II: 169; X: 164+n, 169, 170-173, 723n Brief aan de weleerwaarden heer W. Francken Azn., I: 377-390, 541n; II: 29, 163, 698; IV: 144, 433, 728n; V: 311; X: 280, 282+n, 284, 292, 300, 301, 724n; XI: 186, 497, 504; XII: 199; XIV: 257; XVII: 655; XVIII: 311n Brief aan den gouverneur-generaal in ruste (zie ook: Indrukken van den dag, no I), I: 369, 373, 391-429, 454, 543n; II: 133, 189, 192-194, 277, 294, 295; III: 331, 354; V: 406, 472; VI: 324, 333, 345, 384; IX: 243n, 471n; X: 14n, 15n, 16n, 20n, 58, 77, 104, 109, 132, 139+n, 141, 175+n, 177, 197, 251, 252, 282, 323n, 398, 514, 523, 724n, 732n; XI: 497, 501, 504, 563; XII: 510, 523; XIV: 257, 327, 367+n; XVI: 521; XVII: 655; XVIII: 312+n; XXI: 604, 605, 612, 635, 636, 772 Brief aan Mevr. de Wed. P. geb. baronesse van D. te Zwol, III: 43- {==463==} {>>pagina-aanduiding<<} 74, 381, 572n; VII: 505; XI: 78n, 239+n, 292, 294, 299, 304, 311, 368, 373, 374, 384, 453, 466, 474, 484, 544, 560; XII: 103, 132, 199; XIV: 171, 257; XV: 620; XVIII: 739; XXI: 93; XXII: 223, 507; XXIII: 767 Brief aan Quintillianus, II: 299-306, 748n; X: 584+n, 588, 726n Brief van Multatuli aan den koning over de openingsrede, I: 302, 342; II: 288, 290; III: 446; V: 465, 679-683, 728n; VI: 215-218, 220, 221, 380, 757n; XV: 31n, 345n, 353+n, 354, 356, 358, 361, 362, 365+n, 370+n, 371, 416+n, 421, 436, 442, 443a, 488, 643, 646, 665, 715, 719, 731, 732, 733, 745, 756, 761, 773; XVI: 82, 90, 99n, 398, 399, 534, 604; XVII: 326, 334, 341, 655, 688+n; XVIII: 686; XXI: 538, 631; XXII: 462+n, 626; XXIII: 164, 178, 703; XXIV: 157, 181, 225; XXV: 132+n ‘Brieven aan Fancy’: Minnebrieven ‘Brieven, medegedeeld door Multatuli, I’: Brief aan de gouverneur-generaal in ruste Bruid daarboven, de (De eerlooze; De hemelbruid), I: 310, 344, 554n; III: 365, 427, 428, 439, 447-559, 567n, 582n, 583n; IV: 97; IV: 378; V: 666; VI: 120, 159, 220, 235, 334, 346; VII: 255; VIII: 297n, 454, 621, 649; IX: 156, 183, 184, 230-234+n, 288, 289, 300; X: 19n, 37n, 47, 49+n, 50, 51, 53, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 66+n, 70, 73, 74, 77, 78, 80, 83, 88, 95, 98, 99, 100, 104, 132, 133, 186, 300+n, 309n, 310, 311, 595+n, 744n; XI: 253n, 370n, 394, 395+n, 400, 406-414+n, 418n, 419n, 425, 427-432+n, 433, 434, 435n, 436+n, 439, 442, 443, 449, 450, 458, 460, 462-464, 466-475+n, 479+n, 480n, 506, 515, 544, 560, 571, 593; XII: 78, 103, 132, 165; XIII: 217, 274; XIV: 142, 170, 257, 675n, 676n; XV: 79, 82, 83, 84n, 89, 90, 91, 104, 105, 106, 108, 109, 110, 116, 117, 118, 124, 125, 126, 129, 130, 131, 132, 134, 135, 143, 169, 171, 172, 180+n, 196, 203, 222, 228, 243+n, 255, 264, 321, 334, 335, 354, 356, 358, 366, 395, 402, 414+n, 421, 433, 441, 442, 448, 452, 544, 554, 659, 661, 721, 722; XVI: 225-231+n, 236, 243, 276, 361+n, 373+n, 385n, 386, 398, 399, 444; XVII: 61, 84, 91, 94, 386, 387, 390, 399, 473, 508, 521, 536, 564+n, 597, 608, 613+n, 614; XVIII: 22n, 54, 96, 193n, 335, 361, 490, 514, 523, 550, 562, 651; XIX: 32, 648, 962; XX: 304, 367+n, 405+n, 441, 504, 577; XXI: 320, 349; XXIII: 90, 159; XXIV: 73, 96, 100, 126, 327, 383, 536, 588, 616-621+n, 739n, 740n; XXV: 26, 33 ‘Causerieën’, IV: 101-306, 725n, 726n; VIII: 42n, 67n; XIII: 293n, 295n, 296n, 298n, 423n, 452n, 477n, 490n, 503n, 509n, 516, 528n, 538n, 543n, 547n, 572n, 574n, 585n, 593n, 598n, 608n, 619+n, 620, 624n, 635n, 637n, 654n, 658n, 671a+n, 675n, 694n, 701n, 706, 708+n, 709n, 713n; XIV: 21n, 38n, 40n, 48n, 50n, 66n, 299, 357 ‘Ce fanfaron du mal...’, XIV: 389 {==464==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Circulaire aan zyne excellentie den minister van binnenlandse zaken’, XVI: 146, 149, 150, 155n, 156, 157, 159, 167, 170+n, 176, 208, 254, 274+n, 362+n; XXV: 42n, 57, 227+n ‘Daar is een kracht uit hoger...’, VIII: 297n ‘Dagboek’, VIII: 466, 467, IX: 148, 183; XX: 181n ‘Deugdjes’: Aleid (blijspel) ‘Divigatiën over zeker soort van liberalismus’, IV: 587; V: 309, 325-383, 583, 645, 689n, 714n; VIII: 40n, 45; XIV: 9n, 15n, 22n, 23n, 74, 96, 115, 121, 126-129, 135, 137-139, 147+n, 168n, 173n, 254, 261, 275, 283, 298, 324, 356, 376, 564; XV: 283+n ‘Dramatische fragmenten’: Vorstenschool Duizend-en-eenige hoofdstukken over specialiteiten, I: 354, 356, 375; II: 668, 687, 690, 700, 701, 703; III: 396, 403, 409, 417, 419, 424, 430, 444; IV: 576, 597, 665, 689, 715, 723n; V: 31, 307, 311, 481-677, 687n, 689n, 725n, 726n; VI: 132, 136, 137, 159, 267, 268, 315-317, 328, 345, 379, 385, 446, 697; VII: 20, 70, 225, 346, 679, 680; XIV: 9n, 15n, 22n, 142n, 144n, 264, 303-305n, 341, 345, 346, 355, 358, 359, 365, 372+n, 395, 411n, 493n, 502, 508n, 522, 528, 529n, 531, 542, 548, 549, 552-554, 556-558, 559, 563, 564, 567, 573, 596, 612, 629, 630, 637, 645, 646, 649, 669, 682n; XV: 20+n, 134, 136, 177, 283, 431, 473, 478, 492; XVI: 79, 286, 289, 316, 320, 321, 338, 506, 627; XVII: 77, 156, 161, 174+n, 202, 229n, 232n, 245, 246, 251, 258, 395, 747, 748, 750; XVIII: 23n, 32-34+n, 37, 39, 47+n, 48, 63, 94, 96, 107, 112+n, 140, 142, 208, 225, 250, 268+n, 279, 293, 294, 324, 334, 337, 437, 465, 468, 473, 474, 494, 496, 497, 541, 718, 728, 735; XIX: 26n, 107, 152, 399, 421, 587, 593, 594, 598, 599, 604, 614, 617, 620, 621, 633-635, 643, 644, 652, 659, 662, 680, 706, 735n, 741, 744-746, 785n, 793, 864, 936, 937; XX: 173n, 385, 502; XXI: 19n, 27n, 363, 368, 446, 489, 496, 500, 505-507, 509, 514, 767; XXII: 33, 627, 729; XXIII: 27, 49, 289, 648, 730; XXIV: 73, 126, 149, 151, 159, 178, 296, 327, 354+n; XXV: 19-21+n, 20, 136, 143+n, 157n Een en ander over Pruisen en Nederland, I: 300, 374; II: 288, 700; III: 385, 390, 431, 436, 533; IV: 7-100, 409, 416, 460, 724n; V: 31, 465, 643, 644, 676; VI: 159, 198, 242, 345, 468; VII: 336; XII: 17n, 18n, 19n, 25, 26, 32, 34, 35, 36, 42, 53, 65, 68, 69, 104, 138, 139, 165, 166, 169, 178, 183, 191, 199, 262, 394, 396, 399, 410, 436, 513, 534, 556, 703, 796n; XIII: 214+n, 274, 543; XIV: 66, 74n, 112, 113, 151, 374n, 597, 637, 640, 677n; XV: 252, 552n, 776; XVI: 100, 398, 399, 444, 533; XVII: 77+n, 93, 295n; XVIII: 207, 217, 334, 361, 514, 550, 676, 680; XIX: 151, 152, 579, 580, 596, 616, 617, 630n, 741, 742, 864; XX: 21n, 63, 64, 67, 79, 81, 83, 86, 142, 153+n, 157, 504, 577; XXI: {==465==} {>>pagina-aanduiding<<} 496, 617, 618, 739; XXII: 468+n, 548, 580, 592; XXIII: 88, 90, 151, 239, 636, 729; XXIV: 73, 96, 126, 149, 151, 172, 273, 327, 635+n; XXV: 25n, 220 ‘Eerloze, de’: De bruid daarboven ‘Extempore onder een bittertje’: ‘Toespraakje aan Gijs’ ‘Fancy’, II: 12, 117, 171, 177, 661, 732n, 749n; X: 181n, 211+n, 213, 216, 218, 221+n, 236, 243, 251, 433, 482, 519, 540n, 544+n, 545; XI: 24n, 29, 36+n, 76n, 208+n; XV: 674; XXII: 344; XXIV: 597 ‘Franse rymen’, III: 561-563, 589n; XVI: 427 ‘Ge vraagt me bij 't scheiden van deze oorden’, I: 109; V: 26; VIII: 416n; IX: 197-199; XXIV: 525-526+n Gebed van den onwetende, het, I: 473-478, 557n; II: 21, 161, 681, 732n; IV: 360; X: 377n, 402, 413n, 425+n, 426, 428n, 433, 460, 469, 478, 483, 556, 725n, 737n; XI: 90, 91, 143, 306n, 502, 504, 544, 560; XII: 132, 214n; XIII: 286-290+n, 361, 722n; XIV: 257, 460; XV: 418; XVI: 279, 444, 447; XVII: 170n, 655, 686; XVIII: 312, 455, 581+n, 672; XIX: 189, 896; XXI: 120, 424+n; XXII: 181; XXIII: 137-139, 172, 600; XXIV: 98, 178, 191, 209, 577+n, 578, 588; XXV: 198 Geloofsbelijdenis, I: 7-9, 390, 515n, 557n, 566n; II: 332; III: 358; X: 82+n, 84, 94, 98+n, 99, 117, 214, 587+n, 723n; XI: 500, 501, 504; XIV: 257; XVII: 655; XIX: 339, 645 ‘Gelukkige Hans, de’, XXIV: 505-514+n ‘Golgotasprookje’: ‘Kruissprookje’ ‘Grafschriften op Thorbecke’, VI: 179-196, 198, 228, 270; VII: 526; XV: 31n, 370, 373, 375, 376, 378-383, 384, 385, 387, 392, 395, 397, 415, 422, 512, 535, 536, 550n, 564, 575, 720, 721; XVI: 51; XVIII: 262, 427, 443 ‘Gij vraagt waarom toch de oceaan...’, IX: 129-131 ‘Hector’ (treurspel), VIII: 41n; IX: 147-148; XI: 200 ‘Hemelbruid, de’: De bruid daarboven Herdrukken, I: 387, 515n, 541n, 543n, 547n, 548n; II: 727; III: 357, 568n, 570n, 588n; IV: 144; V: 367; XI: 477, 504-506, 510, 543, 560; XII: 66, 103, 132, 165, 169, 199+n, 396, 453, 521; XIII: 274, 696; XIV: 36, 171, 257, 597, 603; XXIV: 126 Ideën (algemeen), II: 261, 263, 283, 290, 297, 316, 327, 366, 406, 410, 415-417, 423, 426, 427, 434, 438, 480, 485, 487, 492, 503, 508, 511, 649, 653, 654, 666, 670, 672, 678, 697, 725; III: 95, 140, 144, 162, 232, 350-353, 355, 362, 374; IV: 115, 160, 216, 236, 267, 277, 290, 373, 466, 489, 490, 511, 578, 592, 678, 714, 736n, 737n; V: 287, 306, 309, 322, 328, 367, 379, 543, 554, 570, 592, 640, 645, 667; VI: 11, 112, 115, 144, 153, 159, 192, 219, 230, 308, 309, 325, 327, 329, 336, 345, 362, 373, 447, 690, 707, 738, 745; VII: 224, 289; VIII: 684n; IX: 268n, 471n; XI: {==466==} {>>pagina-aanduiding<<} 207, 341, 348, 358, 360, 375, 376, 379, 380, 395, 399n, 405n, 407, 408, 412n, 418n, 423, 433, 445, 450, 454, 456, 458, 459, 477, 485, 507, 543, 564, 567, 575, 576, 581, 585, 592, 595, 647, 671+n, 701; XII: 66, 79, 96-98, 144, 159, 164, 165, 169, 172, 180, 198, 209+n, 262, 335, 396, 436, 453, 634; XIII: 222, 453, 454, 646, 648, 652, 655, 656, 679, 696, 705; XIV: 9n, 16n, 34, 36, 86, 103, 106-108, 131, 239, 252, 255, 256, 257, 305n, 323, 326, 334, 342, 343, 346, 376, 377, 388, 391, 405, 432, 445, 446, 470, 480, 481, 493, 502, 514, 555, 558, 571, 581, 596, 597, 602-604, 606, 608, 610-612, 614, 620, 623, 628, 633, 634, 640, 643, 648, 654, 658, 663; XV: 39, 58, 78, 83, 84, 89, 90, 91, 95, 99, 104, 106, 130, 132, 134, 143, 145, 146, 152-155, 167, 169, 170, 172, 174, 177, 179, 181, 185, 186, 203, 205, 210, 212, 219, 221, 222, 228, 264, 308, 326, 334, 339, 354, 358, 369, 372, 373, 374, 379, 387, 391, 394, 395, 427, 442, 451, 454+n, 484, 521, 522, 533, 541, 542, 560, 580, 583, 610, 614-618, 620, 653, 709, 720, 721, 731, 749, 753-756, 757, 759, 765, 766, 768, 779, 783, 786; XVI: 25, 28, 34, 49, 53, 74n, 75, 76, 93, 110-113, 121, 138-140, 145, 146, 156, 168, 179, 195, 206, 219, 220, 247, 257, 261, 263, 275, 277, 284, 286, 287, 294, 298, 301, 307, 326, 332, 335, 338, 341, 344, 345, 371n, 393, 398, 399, 434, 440, 442, 444-446, 457+n, 459, 460, 463, 467, 468, 480, 506, 554, 556, 560, 601-610+n, 683, 726, 743; XVII: 58, 62, 80, 83, 106-108, 155, 177, 191, 207, 212, 213, 214, 221, 265, 336, 388, 414, 476, 487, 496, 538, 566, 579, 619, 621, 631, 653, 666, 693, 694, 742; XVIII: 26, 30, 65, 83, 90, 95, 176n, 178n, 194, 199, 250, 258, 274+n, 299, 314, 315, 319, 334, 335, 354, 364, 367, 455, 480, 513-515, 523, 524, 526, 528, 569, 616, 628, 634, 678, 680, 714, 718, 739, 741, 754, 760, 770; XIX: 65, 93, 219, 226, 228, 253, 279, 283, 284, 299, 309, 327, 339, 350, 393, 396, 465, 523, 525, 574, 594, 695, 759, 764, 783, 802, 826, 833, 845, 865, 873, 890, 916, 919, 926, 933, 936, 946, 954, 958, 962; XX: 28, 33, 40, 47, 53, 63, 64, 128, 169n, 204, 219, 239, 240, 271, 289, 325, 345, 350, 356, 381, 391, 407, 424, 520, 527, 564, 577; XXI: 93, 115, 187, 224, 227, 324, 349, 366, 373, 411, 489, 495, 500, 504, 506, 507, 509, 518, 698, 783, 803; XXII: 33, 46, 65, 66, 76, 93, 121, 124, 127, 133, 149, 152, 153, 174, 176, 178, 201, 224, 250, 240, 263, 267, 273, 275, 331, 344, 345, 500, 508, 641, 659, 713, 714, 755, 773, 774; XXIII: 27, 52, 59, 60, 64, 88, 90, 133, 177, 224, 226, 249, 267, 283, 285, 322, 376, 380, 447, 471, 483, 485, 505, 513, 515, 518, 536n, 564, 565, 612n, 666, 673, 678, 702, 729, 753, 760, 761, 765-768; XXIV: 73, 81, 86, 87, 96, 98, 100, 102, 106, 115, 126, 138, 145, 149, 151, 157, 159, 160, 162, 171, 178, 180, 181, 183, 184, 190, 192, 209, 213, 224, 238, 286, 288, 296, 297, 326, 330, 334, 335, 339, 344, 346, 360, 371, 375, 389, 392, 412, {==467==} {>>pagina-aanduiding<<} 432, 441, 447, 459, 497n, 580+n, 588, 596, 599, 615, 626, 627, 709; XXV: 22, 46, 56, 61, 78, 101, 121, 199, 220 Ideën, eerste bundel, I: 305, 308, 316, 328, 353, 363, 365; II: 296, 307-727, 338, 513, 516, 731n, 749n, 750n; III: 24, 29, 30, 63, 89, 93, 94, 100, 101, 112, 120, 125, 128, 130, 132, 153, 154, 162, 164, 171, 173, 178, 180, 182, 187, 189, 195, 196, 202, 205, 215, 217, 220, 224, 226, 231, 235, 239, 240, 246, 256, 257, 291, 298, 317, 327, 329, 352, 353, 362, 365, 374, 382, 384, 385, 393, 396-399, 402, 413, 415, 416, 426, 429, 436, 441, 534, 613n; IV: 81, 194, 207, 314, 322, 326, 328, 338, 339, 343, 345, 347, 352, 370, 392, 393, 395, 402, 403, 414-416, 423, 424, 437, 441, 453-455, 461, 490, 493, 495, 498, 500, 508, 511, 514, 517, 520, 521, 525, 547, 549, 554, 563, 567, 570, 576, 577, 589, 597, 606, 607, 617, 622, 645, 649, 662, 668, 674, 677-679, 685, 702, 714; V: 121, 215, 301, 315, 317, 351, 506, 526, 543, 554, 555, 574, 607, 608, 623, 628, 641, 643, 649, 650, 661, 662, 670, 671, 676; VI: 9, 112-115, 117, 125, 145, 150, 156, 164, 170, 179, 197, 202, 220, 225, 231, 234, 241, 248, 253, 258, 260, 267-271, 274, 302, 308, 323, 324, 327, 330, 350, 351, 355, 365, 389, 405, 406, 424, 457, 460, 500, 501, 533, 567, 593, 625, 626, 663, 692, 696, 700, 701, 706, 708, 714, 732, 744, 745, 752; VII: 12, 15, 18, 20, 40, 41, 56, 67, 68, 91, 125, 143, 208, 224, 255, 291, 299, 309, 313, 314, 336, 355, 417, 418, 429, 442, 445, 521, 524, 527, 530, 554, 574, 588, 589, 595, 598, 599, 650, 662, 676, 680; VIII: 40n; X: 538n, 540-544n, 546n, 552, 555n, 556-559+n, 575, 577+n, 578, 579, 581, 582, 584n, 585-588+n, 590, 591, 593n, 595, 597, 602, 603, 606+n, 611, 612, 613n, 614+n, 622, 629n, 630+n, 631n, 632, 641, 644, 651n, 668, 671n, 673, 675-677+n, 678-681, 683, 685, 691, 694, 695, 700-702+n, 709, 715, 717-719+n, 726n, 727n, 733n, 747n; XI: 23n, 24n, 31-33, 36n, 38n, 42, 45, 46n-47n, 48, 49+n, 52+n, 54-62+n, 64, 65, 66, 67+n, 68, 69, 73, 75n, 76n, 81+n, 82, 85, 87+n, 88+n, 95, 97, 114+n, 132, 152n, 188n, 195, 207, 208, 218+n, 237, 240, 246, 280, 285, 299, 301, 306n, 308, 309, 317n, 337, 359n, 367+n, 369n, 374, 383, 425, 443, 449, 466, 470, 474, 499, 502, 506, 510, 559, 560, 566; XII: 78, 118n, 132; XIII: 84n, 274, 679+n; XIV: 25n, 75+n, 76, 96+n, 101n, 108, 170+n, 176+n, 239, 256n, 277+n, 305n, 326+n, 358, 400+n, 564, 572, 598n, 607, 610, 620, 624, 628, 629, 630, 646, 658+n, 664+n, 675n, 676n; XV: 38, 39+n, 47+n, 79, 83, 90, 91, 105+n, 109, 129, 152+n, 172, 207, 222, 224, 253, 267, 275, 358, 378n, 380+n, 414+n, 440, 442+n, 452+n, 455, 476, 513n, 521, 561, 567, 591, 610, 615-620, 622, 651, 653, 663, 693, 709, 742; XVI: 29, 32, 35, 37, 53, 62, 68, 97, 106, 118n, 194n, 288, 326+n, 330, 335, 368n, 412, 415, 444, 457, 596n, 619, 621, 622, {==468==} {>>pagina-aanduiding<<} 686, 709; XVII: 51, 78, 107, 144, 211, 284, 289, 293n, 364, 605n, 616, 666-670, 696; XVIII: 30, 52, 84, 86, 90, 168, 207, 217, 220+n, 240, 260, 266, 274, 275+n, 287, 334, 360, 454, 491, 550, 749, 751, 752, 757, 762; XIX: 216, 234, 279n, 284, 353n, 495, 522, 545, 574, 579, 630n, 855, 920, 926, 939, 947; XX: 64, 65, 67, 79, 100n, 128, 239, 262, 288n, 296, 503; XXI: 319+n, 386n, 394, 444, 533n, 731, 737; XXII: 149, 267, 389n, 413, 541, 709n, 713n; XXIII: 64+n, 190+n, 239, 309, 336, 587n, 594+n, 760, 767; XXIV: 176, 197n, 199, 200, 291, 296, 371n, 419, 432, 459, 597, 598, 594n, 596, 600+n, 615, 739n; XXV: 20, 21, 27, 50+n, 94+n Ideën, tweede bundel, I: 317, 355, 422, 515n, 546n; II: 162, 290, 674, 681, 699, 721, 783n; III: 30, 41-446, 567n, 572n; IV: 95, 96, 98, 104, 107, 136, 216, 344, 351, 379, 386, 402, 403, 406, 414, 420, 426, 456, 462, 464, 466, 481, 483, 495, 497, 511, 517, 523, 566, 572, 584, 587, 607, 619, 633, 634, 637, 639, 647, 650, 656, 681, 689, 690, 700, 703; V: 212, 226, 312, 315, 317, 322, 323, 356, 613, 631, 638, 649-651, 657, 658, 672; VI: 9, 115, 116, 119, 122, 129, 140, 170, 172, 173, 198, 219, 249, 292, 312, 326, 355, 385, 398, 402, 405, 408, 409, 446, 454, 462, 468, 567, 640, 680, 684, 688, 698; VII: 20, 30, 52, 56, 63, 64, 140, 278, 299, 418, 443, 445, 447, 532, 574, 588, 617, 624; X: 678+n, 680, 682, 694, 701; XI: 31, 57, 58, 60, 66, 67, 68, 70, 71, 76n, 78n, 79, 81, 83, 84, 86, 140, 141, 239+n, 240, 250n, 251n, 252n, 253n, 256n, 288, 292, 294, 299, 301, 328, 348, 349n, 350n, 353n, 357, 358, 364, 368, 372, 373, 374, 379, 383, 391n, 399, 406-409, 411, 419-421n, 423, 424, 426-428, 433, 435, 438-443, 447, 449, 451, 453, 465, 466, 470, 474, 476+n, 477, 486, 500-502, 506, 508+n, 509, 510, 511, 512+n, 515, 523n, 543, 553, 555, 559, 560, 592+n, 793n, 794n; XII: 78+n, 132, 140, 172, 198+n, 199, 394, 396, 450n, 797n; XIII: 274, 275+n, 360n, 363+n, 450+n; XIV: 25n, 108, 112, 187n, 249+n, 255+n, 256n, 305n, 564, 598n, 607, 610, 624+n, 626n, 628, 629, 630, 632, 633, 675n, 676n; XV: 38, 46, 58, 62, 79, 83, 90, 91, 105, 109, 144, 224, 275, 321, 358, 424, 440, 442, 452+n, 455, 460+n, 476, 561-564, 567+n, 610, 622, 709, 776; XVI: 35, 53, 368n, 415, 433, 444, 622; XVII: 78, 107, 764; XVIII: 207, 287, 334, 360, 422, 550, 655, 743+n, 756; XIX: 29, 30, 57, 69, 226, 234, 574, 579, 642, 926, 939; XX: 64, 65, 67, 79, 142, 503, 537; XXI: 90+n, 107, 329n, 386n, 738; XXII: 530, 545; XXIII: 37+n, 149+n, 760; XXIV: 199, 296, 438n, 447, 453, 604n, 606n, 621+n, 622, 623, 739n Ideën, derde bundel, I: 307, 328, 343, 351; II: 664, 666, 669, 672, 676, 677, 680-682, 685, 691, 693, 696, 699, 713, 722-724; III: 246, 384, 397, 398, 406, 406, 410, 413, 416, 417, 419, 423, 428, 540, 543, {==469==} {>>pagina-aanduiding<<} 589n; IV: 311-720, 723n; V: 187, 308, 545, 566, 629, 631, 638, 646, 649, 661, 663, 667, 675, 676; VI: 9, 112, 114, 132, 142, 150, 152, 153, 160, 166, 211, 220, 256, 270, 275, 278, 280, 302, 307, 330, 342, 357, 383, 388, 473, 496, 521, 523, 567, 579, 628, 687, 708, 751, 758n; VII: 19, 20, 56, 68, 74, 255, 311, 523, 524, 532, 535, 590, 598, 601, 662, 679; VIII: 41n; XI: 372, 395, 423, 435, 465, 474, 475, 574; XII: 132+n, 796n; XIII: 209n, 227n, 397n, 644n, 647, 655, 659, 664; XIV: 9n, 10n, 15n, 21-23n, 25n, 73, 74, 103+n, 106, 115, 125n, 128, 129, 137-139, 142n, 144n, 146+n, 148n, 152n, 155n, 168n, 169+n, 171, 172n, 176+n, 179n, 184n, 188-192, 195, 204, 205, 206n, 215, 216, 220n, 222, 227, 229, 230, 239+n, 247, 248n, 249m, 251, 252, 260, 277+n, 282, 283+n, 285, 286+n, 298, 303n, 305n, 308-310, 320, 326+n, 329, 344+n, 350, 388, 391, 430, 456, 456n, 457, 531n, 534n, 535a, 542, 543, 553, 555, 558, 574, 575, 579n, 582n, 583n, 595-598+n, 599, 607-609+n, 611+n, 612, 613, 625, 626+n, 628, 629, 630, 660, 668, 676n, 677n; XV: 36+n, 38, 90, 105, 116, 134, 141, 142, 143, 145, 146, 169, 177, 203, 212, 220, 229+n, 231+n, 232, 234, 235, 313, 334-336, 382n, 431, 434, 451, 492, 528, 599+n, 621, 623, 627; XVI: 45, 78, 95, 157, 217, 218, 233, 256, 291, 292, 311, 335, 372, 396, 409, 411, 415, 421, 422, 434n, 444-446, 547, 569, 585, 617n, 621, 640, 646, 651, 654, 659n, 673, 738+n, 744; XVII: 25, 57, 100, 134, 141, 271, 363; XVIII: 21n, 22n, 50, 63, 64, 75, 78, 80, 87, 89, 93, 94, 95, 111, 112, 140, 142, 156, 167, 168, 180, 196, 207, 217, 218, 221, 222, 250, 276, 282, 331+n, 334, 335, 338, 361, 363, 392, 458+n, 492, 545, 550, 554, 590, 616, 749, 754, 772; XIX: 72n, 491, 864; XX: 23, 503; XXI: 90, 93, 106, 326; XXII: 57, 269, 627; XXIII: 201, 622n; XXIV: 130n, 178, 198, 199, 201, 269n, 391, 430, 443, 448, 466; XXV: 19, 20, 21, 26, 59+n, 67 Ideën, vierde bundel, I: 314, 563n; II: 665, 669, 700, 705; IV: 671, 684, 691, 710, 718; V: 300, 311, 469, 639, 648, 689n, 728n; VI: 7-391, 446, 448, 457, 493, 591, 663, 696, 757-759n, 780n; VII: 20, 299, 448, 526, 532, 533, 598, 611, 659; IX: 28n, 268n; X: 15n, 22n, 137n; XIII: 199n; XIV: 244n, 607, 627, 628, 630, 647, 658, 660, 676n; XV: 30n, 32n, 38, 79, 83, 84, 90, 91, 105, 109, 116, 117, 129, 141, 143, 145, 146, 153, 157, 170, 177, 180, 183, 184, 185, 186, 197, 201n, 204n, 207, 222, 224, 225, 267, 269n, 278, 285, 291, 292, 301, 317, 321, 326, 334, 335, 340, 358, 361, 363, 364, 365+n, 371, 383+n, 390, 392, 402, 420, 421, 422+n, 425-427+n, 428, 433, 434, 438, 441, 446, 451, 452n, 454+n, 455, 458, 459, 461, 463, 474, 475, 478, 480, 488, 495, 510+n, 511, 519, 520, 524, 528, 529n, 531+n, 533, 536, 538, 540+n, 542, 543n, 545, 549n, 560, 562+n, 563n, 564, 567, 574, {==470==} {>>pagina-aanduiding<<} 575, 577, 579, 623, 627, 652, 658, 673, 675n, 684, 685, 719-722+n, 731+n, 755, 782, 783, 798n; XVI: 46, 49, 74, 78, 95, 99n, 166, 217, 218, 231, 233, 292, 311, 335, 372, 396, 409, 416, 421, 444, 445, 465+n, 466, 468, 472, 477, 483, 547, 549n, 569, 585, 608, 609, 621, 646, 651, 654, 734, 744; XVII: 25, 57, 65, 67+n, 69, 70, 73, 74, 78, 80, 83, 108, 110, 111, 156, 163, 182, 195+n, 200, 263, 305, 340, 368, 399, 413, 535; XVIII: 23n, 50, 63, 64, 71+n, 75, 89, 93, 94, 95, 96, 107, 111, 140, 142, 160, 169, 180, 207, 217, 259, 261, 263-265, 326, 334, 335, 338, 339, 340, 361, 385, 427, 437, 447, 456, 459, 471, 492, 543+n, 548n, 550, 616, 711, 748, 753, 755, 772; XIX: 72n, 459; XX: 503; XXI: 728; XXII: 231, 621, 662, 764; XXIII: 767; XXIV: 127, 199, 201, 296, 297, 416, 429; XXV: 25, 26, 27, 33, 105, 124 Ideën, vijfde bundel, I: 357, 363, 508; II: 707; IV: 677, 689, 690, 693, 706; V: 308, 648, 655, 689n; VI: 370, 393-753, 757n, 772n; VII: 20, 31, 42, 62, 312, 427, 457, 479, 532, 588, 601; VIII: 104n; XIV: 676n; XV: 9n, 32n, 334, 453, 513, 528, 529+n, 549n, 551n, 552n, 561, 564, 566+n, 576, 577, 581, 587, 593, 594, 599, 608, 614, 621, 622, 623, 635, 650, 662, 663, 667, 673, 688+n, 690, 693, 702, 703, 705, 707, 711, 713+n, 724, 726, 732+n, 746, 751, 757, 762, 771, 776+n, 778, 781, 782, 785, 787n; XVI: 21n, 26, 27, 28, 32, 45, 53, 54, 59, 74, 75, 78, 80+n, 109+n, 113, 128, 140, 143, 179, 203, 231, 236, 256, 274-279+n, 365n, 378, 416, 444, 457, 468, 744; XVII: 144, 152, 188; XVIII: 207, 240, 263, 335, 340, 437, 476, 478, 527, 539+n, 543+n, 546, 550, 553, 555, 618, 636, 658+n, 659, 664, 699; XIX: 32, 279n, 538, 683; XX: 503; XXI: 386n, 739, 740; XXII: 662, 714, 764; XXIII: 57n, 587+n, 622n; XXIV: 178, 296; XXV: 30, 96 Ideën, zesde bundel, IV: 677, 693, 716; V: 301, 650, 654; VII: 7-336, 364, 598, 601, 624, 662, 755n, 756n; VIII: 42n; XIV: 676n; XV: 785, 786; XVI: 21n, 23n, 25-27, 28, 45, 53, 74, 78, 93, 125, 132, 133, 140, 145, 156, 157, 160, 166, 168, 174, 175, 207, 212, 215, 216, 217, 218, 220, 221, 223, 224, 231, 232, 233, 245+n, 237, 248, 249, 255, 297, 298, 305, 306, 316+n, 324, 334, 339, 340+n, 347, 365n, 368n, 369, 370, 371+n, 372, 381n, 395, 411, 412n, 415, 416, 421, 423, 426, 442, 444, 457, 468, 483, 493, 562, 651, 654; XVII: 419; XVIII: 107, 207, 227n, 231, 266, 335, 550, 751, 756; XIX: 25n, 152, 538, 551, 578-580+n, 581, 582, 586, 598, 604+n, 614, 615, 683; XX: 503; XXI: 90n; XXII: 594n, 764; XXIV: 296, 443, 445 Ideën, zevende bundel, II: 681, 682, 686; III: 31; VII: 146, 255, 335, 337-682, 755n, 758n; VIII: 42n; X: 17n; XIV: 676n; XVI: 23n, 27, 28, 46, 207, 215, 216+n, 217, 218, 219, 222, 224, 230, 231, 233, 240, 248, 252, 273, 282, 292, {==471==} {>>pagina-aanduiding<<} 305, 316, 335, 347, 365, 369, 371n, 372, 422, 442, 459, 483, 526, 551, 561+n, 562, 578, 602, 651, 654, 679, 711, 718-720+n; XVII: 41, 57, 87+n, 90, 108, 111, 151, 155, 157, 158, 204, 232n, 353, 418, 741, 784, 788; XVIII: 10n, 23n, 89, 94, 96, 109, 142, 165, 176n, 178n, 299, 319, 335, 357, 431, 470+n, 471+n, 472+n, 473, 474+n, 475, 476, 478, 484+n, 485, 486, 487, 488+n, 492, 493+n, 494, 496, 497, 499, 502, 516+n, 531+n, 533, 540, 550, 553, 555, 565+n, 569, 577, 579, 583, 612n, 616, 617, 618, 620, 623, 626, 631, 636, 638, 644+n, 646, 649, 653, 654+n, 664, 665, 680, 683+n, 714+n, 718, 751; XIX: 32, 70, 495, 538, 551, 579, 580, 581, 586, 594, 613, 616, 630n, 633, 683, 920; XX: 44, 49, 65, 71, 83, 97+n, 137, 142, 240, 370, 371, 503, 574+n; XXII: 503n; XXIII: 202, 760, 767; XXIV: 200, 296; XXV: 79+n ‘Ideën, achtste bundel’, XVI: 217, 233; XVIII: 94; XXI: 23n, 504, 594n; XXII: 219, 516n; XXIII: 422 ‘Ideën over de opleiding van den tooneelspeler’, XVIII: 144n, 220, 252, 275a, 278 ‘Iets over beschaving’, XXIV: 673-702+n ‘In den vriendenrol van den Heer A.C. Kruseman’, VIII: 58; IX: 153n Indrukken van den dag (algemeen), X: 342; XIII: 409; XIV: 171, 257; XVIII: 193n; XX: 577; XXI: 226; XXIV: 73, 126+n, 299, 327 Indrukken van den dag, no I. (zie ook: Brief aan de gouveneur generaal in ruste), I: 543n; II: 133, 294; X: 323n, 724n Indrukken van den dag, no II. (zie ook: Aan de stemgeregtigden in het kiesdistrikt Tiel en Brief aan de kiezers van Amsterdam), I: 545n; X: 325n, 338, 720n, 724n ‘Ingezonden’ (Amsterdamsche courant, d.d. 9-12-1859; ook in Indrukken van den dag, no. II), X: 140-144, 147, 149, 150a, 215n, 723n ‘Ingezonden’ (Amsterdamsche courant, d.d. 10-12-1859), X: 146-148, 159a, 723n ‘Is zoeter hier zijn maker, 't’: ‘Gij vraagt mij bij het scheiden...’ Japansche gesprekken, II: 677, 685, 716, 731n; III: 9-32, 357, 568n; IV: 596; VI: 735; X: 541n, 675+n, 676n, 726n, 727n; XI: 23n, 24n, 52+n, 75n, 470, 474, 499-502, 504, 544, 560; XII: 103+n, 132, 453; XIV: 149, 171, 257; XVII: 655; XVIII: 36, 348, 424, 425, 455, 490, 740; XIX: 774, 796, 862, 942; XX: 239n; XXI: 93; XXIV: 98, 100, 354n, 599 ‘Japanse steenhouwer, de’, I: 150-152; XII: 140-142, 164; XVIII: 62, 372 ‘Kind, da schlägt die neunte Stunde, hör!...’, I: 199, 462; III: 339; X: 18n, 25n, 87, 93, 96, 99, 313, 727n; XI: 121; XVII: 307; XVIII: 228, 323; XIX: 132, 300; XXI: 205+n ‘Kopyregt van den Max Havelaar verdedigd tegen mr. J. van Lennep, het’, II: 732n; X: 492 {==472==} {>>pagina-aanduiding<<} ‘Kruissprookje’, I: 575n; II: 106-114, 179, 196, 792n; III: 355; IV: 435; V: 365, 366; VI: 220, 355; X: 483+n, 485, 512; XI: 184+n, 564, 570n; XIII: 84n, 277, 278; XIV: 103+n; XVIII: 77+n, 667, 752; XXII: 92; XXIII: 124, 232, 237, 239; XXIV: 177 ‘Lieve jongen is het waar, - Ruilt gij...’, IX: 38-39; X: 346; XX: 223+n; XXII: 336+n, 415+n ‘Losse bladen uit het dagboek van een oud man’, VIII: 42n, 80-84, 105n, 296n, 364-381; IX: 119-126, 144-145, 148, 161-162, 164-182; XI: 219+n; XXIII: 413, 424, 431, 452, 456-459, 471, 476, 491, 512, 513, 515, 516, 537, 564, 753 ‘Lijstermannetje’: Geloofsbelijdenis Maatschappy tot nut van den javaan, den, I: 563n; IV: 256, 257, 266, 307-310, 735n; V: 467; VI: 126; XIII: 633, 634, 637, 639, 649, 650, 658+n; XIV: 469n, 592n; XVI: 398, 399; XVII: 58, 99, 121, 326, 334, 341, 342, 655; XXII: 220 ‘Manifest aan het nederlandsche volk’, XXII: 649 Max Havelaar aan Multatuli, I: 451-472, 546n, 556n; III: 330-350; X: 311n, 328, 337, 345, 348, 353n, 724n; XI: 476+n, 477, 497; XXIV: 126n Max Havelaar, of de koffiveilingen der Nederlandsche handelmaatschappy, I: 11-376, 379, 387, 388, 394, 403, 420-428, 433, 434, 439, 440, 449, 455, 461, 482, 516n, 552n, 565-569n, 575n; II: 28, 64, 70, 86, 94, 95, 97, 98, 100, 101, 117, 124, 133, 142, 161-166, 169, 172, 176, 184-187, 189, 192-195, 200, 202, 205-207, 214, 258, 262, 270, 271, 274, 278, 281, 294-296, 410, 480, 481, 482, 486, 488, 489, 494, 495, 515, 516, 661, 670, 673, 674, 701-706, 711, 796n; III: 76, 124, 158, 239, 259, 327, 328, 331, 332, 334, 339, 352, 354, 363, 364, 367, 369, 372, 421, 427, 431, 439-442, 533; IV: 77, 105, 144, 267, 303, 361, 673, 684, 725n, 781n; V: 310, 335, 364, 365, 367, 388, 391, 402-407, 416, 462, 469, 470, 474, 477, 516, 568, 645, 650, 740n; VI: 113, 114, 128-130, 134, 135, 140, 141, 143, 146, 149, 152, 153, 159, 171, 221, 222, 249, 260, 266, 267, 284, 295, 296, 314, 315, 331-333, 339-341, 345, 353, 354, 356, 357, 379, 381, 384, 699-701, 704; VII: 682; VIII: 41n, 103n, 104n, 105n, 297n, 416n, 684n; IX: 53n, 268n, 319n, 413n, 446n, 465n, 467n, 468n, 471n, 504n, 511n, 581n, 594n, 679n; X: 9n, 19n, 22, 55+n, 59, 61-65, 67-74, 76-108, 110-116+n, 117-120, 121, 122, 124, 125, 126, 127, 129, 130, 132, 133+n, 147, 153, 158, 159, 164, 169, 178, 181n-183n, 184, 185, 186, 187, 188+n, 190, 194, 196, 199, 200, 201+n, 202, 203, 204, 209, 213, 216, 220-223, 225-227+n, 228+n, 229-234, 235, 236, 237, 238, 239, 242, 245, 247-249, 254-260, 264, 265, 267, 269, 270, 273+n, 274, 281, 282, 285, 286, 287, 293, 294, 296, 297, 299, 300, 303, 306, 312-314, 316+n, 317-321, 322-324, 326-328, 329+n, 330-333, 337, 338, 339, 342n, {==473==} {>>pagina-aanduiding<<} 345+n, 347n, 351-353, 355, 358n, 360, 361, 362n, 363n, 367, 271, 372, 373n, 377n, 381, 384, 386, 389, 392, 393, 394, 396-398, 400, 401, 403-410, 411, 438-454, 455, 459, 461-464, 474, 480, 504, 511, 512, 514, 515, 520, 523-526, 547, 549, 561-573, 576, 580, 583, 585, 588, 621, 630, 633, 641, 643, 652-666, 684, 685, 705, 708, 715, 716, 723n, 724n, 727-732n, 741n, 744n, 748n; XI: 18-22, 23n, 24n, 67n, 71, 77n, 82, 85, 87, 88, 95, 96n, 97, 114, 121, 186, 193, 195, 207, 225n, 234, 237, 238, 245n, 250n, 253n, 295, 297, 317, 339+n, 352, 364, 370+n, 382+n, 383, 386, 389, 393, 394, 395, 397+n, 398, 400, 405, 419n, 434, 445, 483, 499, 507, 510+n, 560-563, 567, 573, 590+n, 595, 614n, 622n, 648, 668, 676, 707, 725, 781, 789n, 796n, 801n; XII: 10n, 18n, 37n, 55, 96-98, 100, 103, 105, 106, 110, 144, 160n, 161, 163, 165, 169, 178, 180, 182+n, 198, 199, 240+n, 245, 246, 251, 256, 257, 261, 262, 270, 283, 300, 313+n, 319, 320, 322, 325, 329, 330, 334, 335, 344, 355, 387, 396, 453, 454, 465, 474n, 485, 496, 497, 510, 511, 514, 518, 521, 526-530, 532, 536, 537, 554, 557, 562, 573, 599-601n, 631, 633, 644, 648, 656n, 658, 660, 664+n, 669, 671-673, 679, 681, 688, 691, 697, 698, 703, 704, 705+n, 712, 713, 719, 722, 723+n, 733, 734, 737-744+n, 748, 752, 759, 760, 763n, 766, 771, 773, 778-780, 786, 787, 795n, 796n, 798n; XIII: 31n, 55+n, 103, 107-109+n, 150, 166, 184, 186, 197, 198, 201, 212, 214, 251, 259, 264, 267n, 274, 277, 280, 281, 390, 409, 431, 500, 521, 556+n, 567, 646, 649, 650, 652, 653, 658, 675, 683, 685, 688n, 690, 698, 704, 706+n, 708; XIV: 21n, 24n, 30, 32, 33, 72, 85, 89, 94, 103, 105-107, 111-114, 116, 117, 121, 131, 132, 136, 138, 154n, 158, 169, 213, 218+n, 227, 232-234, 239, 241-245, 270+n, 271, 274, 275, 284, 288, 292, 296, 298, 305n, 306n, 310, 320, 330, 331, 333-337, 342, 343, 352, 360, 362, 367+n, 368, 375, 382, 389+n, 392, 393, 396, 405+n, 416, 426, 427, 434, 444-446, 451, 454, 461, 469, 471, 473-476, 478, 479, 480, 488, 489, 495, 496, 499, 501, 502, 514, 515, 525-527, 534, 541, 544+n, 564, 566, 569-572, 588, 590-594, 600, 603, 608+n, 614, 639+n, 650, 654, 676n, 678-681n; XV: 20, 64+n, 85+n, 114+n, 153, 154, 169, 216, 228, 237n, 251, 305, 345+n, 357+n, 363, 372, 373, 374, 379, 381, 382, 417, 425, 427, 432, 492, 515, 518, 532, 540, 541, 550n, 551n, 570, 592+n, 604, 616, 640n, 651, 653, 654, 662-664, 707, 712+n, 722, 741, 742, 744, 748, 752, 753, 758, 759, 761, 764, 766-768, 773, 774; XVI: 21n, 36+n, 38, 78, 79, 110, 112, 120, 170, 195, 236, 263, 265, 272, 278, 289, 290n, 345, 354, 360, 365n, 368n, 374, 396, 406, 412, 429, 432, 442, 444, 460, 505, 506, 510n, 519n, 521-523, 526, 533, 569, 585, 593, 602-604, 608, 619, 621, 651, 677, 679, 689, 694, 718, 727, 732, 733, 737, 747, 758n; XVII: 17- {==474==} {>>pagina-aanduiding<<} 19n, 24, 33, 35, 41, 42, 44, 56, 63+n, 66, 69, 70, 72, 80, 90, 92, 110, 118, 121, 155, 158, 169, 182, 199, 205, 213, 214, 218, 229n, 231-233n, 242, 270, 271, 291, 297, 307, 322, 326, 334, 335, 342, 366, 378, 393, 408, 436, 442, 452, 498, 508, 529, 532, 550, 559, 560+n, 574, 633, 649, 651, 661, 683, 684, 688, 689, 692, 699, 740, 742, 744, 745, 746, 747, 748, 753, 754, 756, 757, 758, 760, 763, 771, 778, 785, 788; XVIII: 21n, 26, 34, 47, 49+n, 50+n, 58, 59, 60+n, 61-63, 65, 74, 75, 79, 81, 113, 115+n, 123, 134, 138, 139, 140-143, 151, 162, 163, 164, 166, 168, 169, 176n, 178n, 180, 188-192, 194, 195, 207, 215, 224, 228, 235-243, 246, 249, 250, 254, 258, 274, 312, 313, 322-324, 326, 333, 334, 336, 347-349, 361, 370-372, 394, 411+n, 424, 435, 437, 443, 445, 449+n, 457, 459, 465, 469, 477+n, 479, 480, 481, 492, 500, 513, 514, 523, 524, 550, 554, 568+n, 570, 583, 616, 619, 621, 634, 635+n, 649, 652, 665-669, 672, 680, 681, 705, 717, 718, 721, 734, 753, 760-762, 770, 771; XIX: 35, 109, 119, 132, 173, 230, 234, 244, 269, 290, 300, 305, 318, 319, 327, 339, 350, 353, 355, 392, 407, 409, 436, 465, 525, 526, 536, 582, 605, 620, 636, 639, 657, 693, 726, 749, 783, 817, 833, 839, 853, 858, 864, 873, 911, 922, 929, 937+n, 947, 948, 951, 962, 963; XX: 35, 50, 53, 101n, 106, 114n, 128, 159, 173n, 205, 219, 271, 325, 344, 350, 251, 324, 356, 381, 385n, 386n, 408, 424, 441, 458, 459, 487, 488, 504, 534, 545n, 565, 574, 577; XXI: 19n, 23n, 24n, 29, 39, 42, 45-47, 55, 62, 63, 115, 118, 120, 137, 145, 166, 168n, 170, 219, 227, 237, 248, 264, 265, 272, 278, 282, 283, 290, 302, 313, 315, 322, 323, 325, 327, 330, 337, 338, 340, 345, 352+n, 366, 380, 393, 395, 448, 456, 457+n, 469, 476+n, 492, 495, 516+n, 518, 524, 527, 537, 540, 541, 549-551, 557, 585, 592n, 596, 604-606, 608-612, 614, 615, 617, 618, 626, 627, 629, 630, 635-637, 640, 645, 646, 657, 661, 684, 698, 712, 718, 719, 720, 722, 725, 736-738, 743, 751, 772, 776, 780, 783, 786, 787, 803+n; XXII: 33, 34, 37, 38, 45, 46, 49, 50, 53, 60, 61, 65, 66, 70, 71, 76, 81-85, 88, 96, 99, 107, 116, 120, 122, 123, 126, 130, 146, 147, 157, 166, 175, 176, 180, 183, 185, 198, 215, 224, 263, 274, 275, 282, 283, 330, 444n, 461n, 470, 474, 475, 500, 501, 527, 602+n, 620, 626, 659, 660, 726, 750, 761+n; XXIII: 27, 49, 64, 83, 88, 90, 99, 162, 178, 192, 202, 224, 226, 237, 262, 271, 279n, 322, 323, 379n, 410, 411, 447, 455, 460, 468, 471, 475, 477, 479, 480, 483, 484, 505, 510, 513, 517, 518, 534n, 563, 564, 603n, 608, 664, 678, 703, 729, 738, 766, 767; XXIV: 72, 73, 81, 82, 83, 85, 86, 87, 95, 96, 98, 100, 102, 115, 123, 126, 128, 142, 143, 144, 147, 149, 151, 153, 159, 160, 162, 163, 164, 165, 168, 169, 170, 177, 179, 180, 183, 184, 187, 189, 195, 203, 206, 209, 212, 213, 216, 221, 222, 224, 231, 232, 248, 275, 295, 296, 297, 298, 299, 301, 317, 320, {==475==} {>>pagina-aanduiding<<} 323, 326, 330, 333, 335, 339, 344, 354, 360, 375, 377, 391, 410, 412, 413, 426, 440, 441, 452, 463, 468, 469, 573n, 576, 576+n, 579+n, 583, 588, 589, 592, 597, 598, 599, 613, 615, 616, 645, 646, 648+n, 649, 665, 682, 685, 740n; XXV: 20, 26, 47, 70, 109, 114, 124, 133, 136, 138n, 144, 149, 220, 238n ‘Memoriaal’, IX: 52n, 63+n, 87, 93, 102, 234, 251, 254, 259, 267n, 268n, 269, 273, 275, 285, 472+n, 567; XIV: 15n, 16n, 22n, 120+n, 121+n, 125+n, 142-148+n, 150+n, 152+n, 154, 158, 168, 169, 184, 205, 224, 248, 249, 271, 272n, 292, 307, 311, 358, 364n, 371, 395, 411, 417, 452, 456n, 481, 487, 493n, 499, 508, 522, 528, 529, 531, 534+n, 535, 541n, 542+n, 543n, 547n, 548+n, 549n, 551+n, 554n, 555, 556n, 557, 558, 564, 579+n, 582, 583, 584, 588, 506+n; XV: 13-15n, 103, 108, 112, 120, 124n, 127, 129, 130, 201, 204, 220, 254, 255+n, 285+n, 313, 322, 399, 529, 566+n, 571, 577, 581, 586, 592, 594, 599, 608, 613, 624, 635, 650, 690, 701, 713, 723, 726, 737, 746, 751, 762, 771, 780, 787+n; XVI: 14n, 25, 40, 47, 74, 83, 88, 94, 96, 103, 105, 109, 115, 117, 121, 122, 125, 127, 149, 164, 175, 191, 206, 208, 212, 215, 216, 222, 223, 273, 296, 322, 346, 371n, 412, 492, 640, 645, 654, 656, 666, 668, 679, 710, 711, 717; XVII: 71; XVIII: 16n, 169, 179n, 180, 469, 470, 472, 474, 484, 488, 493, 515, 586+n, 616, 644, 654; XIX: 16n, 32, 33, 563; XX: 578; XXI: 565; XXII: 488, 670; XXIII: 520-530; XXIV: 730-735+n; XXV: 208+n ‘Men is zijn God op bergen meer nabij’, VIII: 416n; XV: 515+n Millioenen-studiën, I: 508; II: 679, 684, 706, 715; III: 31, 412, 606n; IV: 402, 462, 529, 647, 700, 707; V: 7-324, 661, 687-689n; VI: 133, 142, 150, 153, 159, 230, 231, 242, 277, 323, 360, 378, 694, 757n; VII: 47, 104, 299, 335; VIII: 41n, 42n, 58n; IX: 364n; X: 17n, 24n; XI: 557n; XIII: 52n; XIV: 9n, 15n, 21n, 23n, 71n, 74, 86, 88+n, 114, 117, 118n, 128, 129, 137-140, 146 148n, 156+n, 159n, 188, 205, 210, 215, 222, 223, 229, 234, 240, 254, 271n, 283, 287+n, 298, 319n, 327-330, 355, 522, 548, 552, 553, 557n, 567, 569, 596, 647, 658, 664, 666+n, 672, 682n; XV: 32n, 42, 46, 51, 54+n, 55, 57, 103+n, 106, 108n, 112n, 124, 126, 127, 128+n, 130n, 138, 163+n, 175, 177, 181, 186, 211, 241, 254n, 260, 267, 275, 277, 283, 309, 313n, 317, 318, 322+n, 340, 341, 355, 359, 364, 369+n, 374, 399n, 419, 428, 434, 437, 454, 475, 479, 488, 501+n, 502, 504, 505, 526, 528, 538, 541, 551n, 592n, 600, 603, 605, 609, 610, 623, 624n, 663, 672, 673, 691, 692, 735, 773; XVI: 21n, 22n, 37, 76, 79, 139, 140, 142, 144-147, 149+n, 156, 157-159, 163, 164, 166, 171, 176-178, 196, 206, 221, 237+n, 244, 286, 289, 299, 301, 307+n, 310, 313, 316, 320, 321, 322, 336, 337, 339, 383n, 389-391+n, 393, 411, 429, 468, 476, 477, 480, 506, 609, 626, 627, 628n, 632, 633, 637, 646, 653, 734; XVII: 62, 159, 209, 246, 247, {==476==} {>>pagina-aanduiding<<} 251, 253, 269, 452, 498, 509, 510, 748, 750, 751; XVIII: 30, 36, 48, 63, 92, 117, 142, 166, 179n, 208, 225, 335, 354, 366, 437, 442+n, 450, 473, 480, 523, 524, 533, 634, 636, 637, 693, 694, 709, 718, 740; XIX: 26n, 107, 152, 358, 465, 523, 586+n, 587, 593, 594, 598, 604, 614, 621, 622, 633, 634, 643, 652, 706, 731, 735n, 741, 744-746+n, 759n, 793, 817, 833, 936, 962; XX: 36, 39, 173n, 325, 385, 502; XXI: 19n, 446, 472, 479, 500, 505, 507, 509, 514, 555, 739, 740, 768; XXII: 33, 413, 430, 729+n; XXIII: 27, 49, 88, 289, 292, 295, 296, 411, 624, 625, 641, 730, 765; XXIV: 73, 81, 86, 98+n, 115, 126, 149, 151, 159, 173, 178, 200, 296, 297, 327, 354+n, 360, 375, 420, 421, 424, 446, 478, 717-718+n; XXV: 21+n, 23-25+n, 30, 31+n, 63n, 68+n, 69n, 77, 139n, 166n, 199, 200, 220 Minnebrieven, I: 315, 353, 355, 365, 366, 375, 420, 422, 424, 425, 427, 564n, 575n; II: 7-179, 186, 192, 195, 203, 207, 213, 486, 500, 509, 674, 685, 698, 705, 706, 711, 732n, 779n, 792n; III: 9, 124, 159, 182, 328, 352, 353, 356, 357, 366, 436, 446, 583n, 604n; IV: 222, 259, 361, 416, 435, 562, 637; V: 47, 292, 310, 362, 367, 405, 467, 475, 556, 666, 671, 733n; VI: 115, 131, 141, 156, 159, 247, 341, 345, 355-357, 379, 782n; VIII: 41n; IX: 243n, 471n, 551n, 584n; X: 258, 260, 264, 321n, 377n, 379n, 380n, 470+n, 471, 472, 474, 475, 477-483+n, 484, 489, 490, 492, 493, 496, 497+n, 498, 501, 504, 505, 507, 509n, 510-512+n, 515, 525, 541n, 543, 609, 610, 616+n, 617, 629+n, 631n, 633, 642, 643, 707, 715, 716, 725n, 727n, 729n, 731n, 732n, 735n, 739n, 746n; XI: 27, 71, 72+n, 82, 87, 90, 91, 92, 108, 111n, 174, 179, 181+n, 182, 186, 195, 203, 207, 208, 215, 223n, 225, 294n, 299, 302, 316n, 317n, 318, 340, 346, 350, 361, 398, 406, 445, 470, 474, 478, 500-502, 506, 510, 543, 560, 563, 564, 567, 650, 651, 786n, 792n; XII: 66, 78, 96-98, 103, 132, 144, 158n, 163, 165, 169, 196, 198, 396, 453, 465, 486, 496, 497, 511, 514, 521; XIII: 274, 277, 358, 650; XIV: 102, 103, 107-109, 111, 117, 131, 132, 138, 170, 257, 277+n, 343, 446, 461, 514, 515, 571, 597, 603, 610, 614, 619+n, 676n; XV: 153, 487, 541, 550n, 637, 640n, 651, 653; XVI: 38, 263, 279, 295, 335, 345, 373, 398, 399, 444, 480, 506, 521, 533, 537, 569, 585, 604, 621, 651, 677, 679, 727; XVII: 25, 33, 35, 36, 41, 45, 56, 58, 65, 66, 110, 118, 135, 202, 393, 413, 452, 476, 498, 539+n, 583+n, 612, 619, 666, 676, 755n; XVIII: 26+n, 29-32+n, 67+n, 69, 70, 85, 93, 117, 140, 193+n, 215, 233, 274+n, 312, 319, 322, 334, 361, 395, 455, 469, 480, 513-515, 523, 550, 634, 718, 740, 760, 770; XIX: 333, 465, 522, 833, 850, 864, 942, 962; XX: 21n, 67, 79, 82, 83, 324, 381, 504, 577; XXI: 227, 281, 329n, 605, 611, 711, 737; XXII: 46, 92, 146, 232, 240, 241, 342-345, 594n, 662; XXIII: 27, 90, 267, 416, 429, 505, {==477==} {>>pagina-aanduiding<<} 533n, 536n, 561+n, 599, 626, 685, 687, 702, 705+n, 709, 729, 774n; XXIV: 73, 81, 86, 96, 100, 102, 126, 149, 151, 170, 177, 183, 184, 224, 286, 296, 297, 316-324, 326, 346, 360, 375, 386, 392, 399, 412, 416, 434, 584, 599, 627, 709, 739n; XXV: 60, 170n, 220 ‘Moeder! 'k ben wel ver...’: ‘Aan mijn moeder’ ‘Molenaar van Sans-Souci, de’ (vert van Andrieux' ‘Meunier de...’), VIII: 42n; IX: 286+n; XI: 762n; XIII: 366n; XVIII: 36+n; XXII: 410+n; XXIV: 670 ‘Mijn schaatsen’, VIII: 50-54 ‘Nachtschuitsdroom, de’, VIII: 297n; IX: 189-196 ‘Nieuwjaar 1845’, VIII: 437-439 ‘Nog eens graven’, VIII: 105n, 220-233+n; IX: 152n Nog-eens: vrye-arbeid in Nederlandsch-Indië, I: 320, 328, 388; II: 285, 287, 688, 706; III: 385, 398, 441, 443; IV: 515, 723n; V: 310, 385-479, 687n, 715n; VI: 128, 159, 345; XII: 553+n, 558, 561, 564n, 573, 577, 578, 587, 625, 630, 706, 723, 732; XIII: 678+n; XIV: 9n, 22n, 24n, 200, 204, 205+n, 218, 223+n, 224+n, 226n, 229, 230n, 235, 262+n, 263, 279+n, 283, 286, 288, 292, 295n, 298, 303n, 304n, 313+n, 320, 331, 333+n, 341-344, 349, 359, 363, 364, 366, 377, 386, 388, 391, 392+n, 393, 396, 398, 404, 408n, 413+n, 418+n, 422n, 423, 424, 426, 429, 434+n, 439+n, 440, 443-448+n, 454, 456, 469, 475, 479-481, 483, 488, 489, 502, 503+n, 509, 514, 515, 522, 523, 527, 530, 532, 533, 552, 554, 585, 589, 590, 593, 594, 596, 630, 634, 635, 682n; XV: 94, 177, 208, 283, 357, 419, 551n, 662, 668, 730; XVI: 79, 196, 286, 289, 316, 627, 628; XVIII: 48, 208, 335, 718; XIX: 662, 741, 742, 766; XXI: 19n, 446, 505, 594n, 617, 618, 622; XXII: 24n, 45, 51, 129, 130, 145, 236+n, 250+n, 274, 327, 476, 579; XXIII: 178, 289, 441, 703, 730; XXIV: 73, 126, 178, 327, 354+n ‘O, zoek gastvrijheid’, VIII: 470; XV: 517 ‘Onafgewerkte blaadjes’, VII: 735-751, 755n, 761n; XXIII: 536n, 685, 702, 704n, 709, 717n; XXIV: 25n, 384, 385n, 404+n, 408+n, 413 409+n, 414, 415, 419, 433, 435, 436, 437, 438, 455, 459+n, 730n ‘Oudejaarsnacht van een' ongelukkigen’ (naar Jean Paul), VIII: 42n, 55n, 60+n; IX: 185 Over vryen arbeid in Nederlandsch Indië, I: 299, 303, 315, 374, 424, 558n; II: 181-298, 336, 338, 349, 354-356, 363, 443, 471, 484, 489, 508, 657, 661, 663, 666, 667, 679, 692, 699, 705, 706, 741n; III: 86, 96, 136, 146, 178, 232, 333, 352, 353, 362-364, 385, 443; IV: 64, 96, 491, 678; V: 310, 387, 389, 393, 405, 461, 477; VI: 128, 147, 159, 247, 249, 251, 345, 741, 745; IX: 710n; X: 380n, 529, 530, 531, 532n, 537, 538n, 543+n, 544, 545, 547-559+n, 560n, 563, 577, 578, 579, 582, 583, 585, 591, 609, 644, 678, 715, 717-719+n, 725n, 732n; XI: 23n, 28, 30-33+n, {==478==} {>>pagina-aanduiding<<} 36n, 58, 75n, 82, 85, 87, 182+n, 195, 208, 237, 320, 327, 344, 380, 395, 397, 425, 443, 445, 449, 458, 466, 470, 474, 506, 515, 544, 560, 563, 565, 593; XII: 66, 78, 132, 144, 169, 396, 453, 496, 497, 511, 514, 707-709, 714n, 724, 727; XIII: 567, 570; XIV: 107, 170, 257, 334, 337, 342, 350, 456, 490, 502, 590, 594, 597, 624, 637, 669, 675n; XV: 152, 154, 228, 541, 551n, 651, 662, 663, 665, 723, 725, 726, 730, 732, 733, 748, 749, 750, 757, 781, 782, 783, 784; XVI: 29, 31, 45, 47, 54, 77, 78, 105, 126, 132, 137, 138, 145, 149, 168, 174, 175, 193, 194, 195, 212, 213, 218+n, 219, 221-223, 230, 233, 236, 337, 398, 399, 444, 457, 596n, 602, 628; XVII: 108, 120, 121; XVIII: 207, 334, 361, 514, 550, 718, 748; XIX: 741; XX: 504, 577; XXI: 617, 618, 622, 772; XXII: 232, 659; XXIII: 88, 90, 202, 204, 729; XXIV: 73, 96, 100, 126, 149, 151, 178, 326, 579n, 580n, 581, 709, 739n; XXV: 30 ‘Politieke stukken’, XIX: 630n, 663, 742; XX: 21n, 63, 86; XXI: 594n, 617 ‘Reisindrukken’: Millioenen-studiën ‘Saïdjah en Adinda’, I: 218, 220, 226, 232, 233-254, 345, 357, 363, 379; II: 124, 126, 128, 193, 200, 708; IV: 252, 357; V: 377, 428; VI: 148, 699, 700, 702; X: 17n, 68, 76, 94, 100, 101, 102, 111, 191, 249, 273, 285, 610, 732n; XI: 339, 347, 520, 562; XII: 110, 163, 257, 330, 485, 486, 698, 739, 742, 747, 752; XIII: 176, 179, 560; XIV: 33, 271, 333, 488, 496, 522; XV: 767; XVI: 279, 379, 427; XVII: 213, 216; XVIII: 62, 262, 313, 318, 320, 348, 364, 367, 373, 395, 524, 666, 667, 760; XIX: 393, 758, 864, 929; XXI: 527, 612, 637; XXII: 31, 181, 283; XXIV: 177, 186, 190, 216, 653 ‘Scheurkalender uit de werken van Multatuli’, XXI: 529 School des levens, de, III: 33-40, 570n; IV: 681; V: 367; VI: 359; XI: 76n, 78n, 92n, 449, 501, 504; XIV: 257; XV: 537n; XVII: 655; XVIII: 311n; XXIII: 734+n ‘Streven naar waarheid’ (Idee 541-549), XIV: 206a ‘Stukken uit het dagboek van een oud man (jongelingsdromen)’: ‘Losse bladen uit...’ ‘Toen en thans’, VIII: 68n; IX: 186-188 ‘Toespraak tot de hoofden van Lebak’, I: 105-113, 205; XI: 562; XII: 164; XIV: 271, 333; XVII: 698; XVIII: 524, 760; XIX: 246, 864, 937+n; XX: 219; XXII: 283; XXIV: 177, 186, 194, 460 Van den Rijn, XXIV: 671, 703, 704, 708, 710, 712, 720a; XXV: 74 ‘Toespraakje aan Gijs’, IX: 244n, 263-264 ‘Uit Multatuli's leven’ (uit: Millioenen-studiën), XIV: 156a ‘Vaarwel aan Natal’, I: 146; VIII: 285-286+n; IX: 152-153 ‘Van den Rijn’, XI: 11n, 536n, 626, 627+n, 628a, 631+a, 633a, 635 + 635a, 636, 637, 640a, 652, 655, 658, 659, 663, 665a, 667, 670, {==479==} {>>pagina-aanduiding<<} 671, 672a, 674, 681+a, 686a, 691a, 694a, 697a, 700a, 703a, 707a, 712, 713a, 717a, 718a, 722a, 726a, 729a, 732a, 734, 736a, 643a, 747, 750a, 754a, 756a, 759a, 762a, 766a, 770, 772a, 776a, 779a, 781a, 783a; XII: 9n, 17n, 21a, 26a, 32, 37a, 42a, 46a, 54, 55+2, 60a, 65, 71a, 75a, 86a, 92a, 113a, 124a, 125a, 133a, 139, 145a, 150a, 152a, 155a, 157a, 168, 170+2, 186a, 200a, 201a, 204, 205a, 210a, 212a, 216a, 217a, 219a, 221a, 222a, 225a, 226a, 230a, 231a, 233a, 268a, 271a, 278a, 285a+n, 292a, 296a, 301a, 304a, 306, 308+a, 310a, 342+n, 346a, 348, 351a, 352a, 357a, 361a, 372a, 377a, 400a, 407a, 417a, 419a, 421a, 425a, 427a, 433a, 439a, 443a, 447a, 449a, 457a, 461a, 462a, 466a, 467a, 469a, 470a, 474a, 482a, 492a, 515a, 523a, 531a, 538, 541a, 543a, 546a, 548a, 570a, 579, 582a, 593a, 600n, 605, 609a, 615a, 637a, 641a, 649a, 651a, 654a, 660a, 664a, 678a, 684a, 685a, 688a, 692a, 733, 734a, 750, 763a, 766, 771, 774a, 781a, 790a; XIII: 15n, 19n, 23a, 26a, 29a, 31a, 34a, 36a, 38a, 40a, 41a, 44a, 46, 47a, 52a, 56a, 59a, 62a, 64a, 65a, 67a, 68a, 70a, 72a, 76a, 77a, 81a, 83a, 87a, 91a, 94a, 97a, 102a, 104a, 113a, 115a, 119a, 121a, 126a, 128a, 132a, 135a, 136a, 138a, 143a, 147a, 152a, 155a, 156a, 158a, 162a, 187a, 193a, 196a, 200a, 202a, 218a, 220a, 224a, 225a, 229a, 237a, 264, 284a, 293n, 295n, 296n, 298n, 301a, 304a, 309a, 312a, 319a, 321a, 324a, 326a, 330a, 333a, 339a, 348a, 359a, 367a, 371a, 376a, 380a, 384a, 388a, 395a, 400a, 402a, 405a, 407a, 408a, 411a, 413a, 417a, 421a, 424a, 427a, 429a, 432a, 433a, 436a, 440a, 441a, 458a, 467a, 470a, 478a, 480a, 483a, 486a, 488a, 491a, 498a, 502a, 504a, 506a, 508a, 510a, 513a, 517a, 519a, 522a, 523a, 525a, 526a, 528a, 529a, 532a, 533a, 535a, 536a, 538a, 544a, 549a, 552a, 572a, 574a, 578a, 579a, 583a, 586a, 588a, 591a, 594a, 596a, 597, 597a, 598a, 599a, 602a, 604a+n, 605a, 606a, 608a, 614a, 615a, 617a+n, 620a, 624a, 626a, 628a, 630a, 631a, 633a, 634a, 636a, 638a, 639a, 641a, 657a, 659a, 664a, 667a, 669a, 685a, 687a, 691a, 693a, 699a, 702a, 712a, 713n; XIV: 9n, 21n; XXIII: 512 Verspreide stukken, I: 515n, 541n, 543n, 547n, 548n; II: 161, 168, 294, 676; III: 331, 406, 568n, 570n, 588n; IV: 735n; V: 467; VI: 159, 161, 345, 359; XI: 477, 504, 505, 544, 560; XII: 132; XIV: 171, 257, 619; XVI: 335, 373, 398, 399, 444, 519n, 569, 585, 615n, 621, 651, 677, 679, 727; XVII: 25, 33, 36, 41, 56, 58, 63, 110, 118, 202, 291, 326, 655+n, 656, 688+n; XVIII: 26, 311n, 335, 361, 513, 514, 523, 550; XIX: 864, 942; XX: 21n, 63, 64, 65, 67, 79, 82, 83, 142, 153+ n, 504, 577; XXI: 635, 737; XXIII: 27, 90, 505, 729, 734; XXIV: 81, 102, 178, 296, 326, 375, 739n; XXV: 198 ‘Vertrouwelijk woord aan de gemeenteraad, een’, X: 697 ‘Vingt florins... quel trésor!...’, I: 161; VIII: 297n Vorstenschool, II: 289; III: 439, 446; IV: 342, 362, 684, 687, 688, {==480==} {>>pagina-aanduiding<<} 707, 709, 719, 728n; V: 156, 185, 324, 339, 372, 614; VI: 9-113, 135, 141, 146, 153, 158, 209, 222, 230, 235-238, 243, 263, 264, 266, 270, 275, 277, 280, 281, 299, 331, 345-347, 349, 358, 361, 362, 366, 372-375, 379, 382, 383, 386, 387, 391, 466, 757-759n, 784n, 788n, 792n, 804n; VII: 152, 335, 599, 755n; VIII: 297n; XII: 18n, 430, 432, 437, 438, 447, 451, 452, 480, 489, 498-509+n, 529, 535, 536, 605, 659, 688, 702+n, 718, 733n, 734, 737, 749, 752, 773; XIII: 20n, 98n, 99+n, 112, 146, 147, 162, 198, 199n, 204, 209n, 211, 214+n, 215, 243, 250, 251, 253+n, 254, 264, 267, 270, 273, 295n, 299-301, 303, 306, 321, 365, 366, 369, 375, 376, 452, 456-458+n, 464, 465, 466, 467+n, 474, 475, 538; XIV: 86, 87, 89, 92, 93, 97+n, 123, 139, 144, 195, 309, 658, 664; XV: 30n, 31n, 38, 79, 83, 84, 89, 90, 91, 105, 106, 109, 117, 126, 127, 128, 129, 131, 132, 133-135, 140, 141, 142, 143, 145, 146, 151-154, 156, 157, 160n, 161, 167-170, 171-173, 176, 177, 179, 180, 182, 183, 184, 185, 186, 187, 190, 197, 199, 200, 202, 203, 207, 210-213, 217, 219, 222, 224, 227, 239, 242, 244, 246, 248, 252, 254, 279, 285, 291, 309n, 313, 335, 340, 353, 354, 356, 358, 360-362, 365, 366, 370+n, 372, 375, 377, 402+n, 404, 411, 412, 413, 419, 420, 424, 428+n, 429, 432, 433, 438, 441+n, 442, 447-451+n 461, 462+n, 463, 474, 475, 480, 484, 486, 488, 491, 492, 493, 494, 495+n, 496, 502, 514, 519, 526, 531, 532, 539, 545+n, 546n, 550n, 554, 558, 563, 569, 572, 601, 605, 623, 659-663+n, 670, 672, 673, 684, 685, 706+n, 710+n, 721-723, 734, 741, 773, 797n; XVI: 10n, 22n, 27, 46, 49, 51, 79, 211, 227, 243, 245, 288, 365-368n, 425, 426, 430, 432, 434, 435, 438, 439, 444, 445, 447, 466, 467, 470, 471, 499, 500, 504, 509, 540, 549, 585, 586, 587, 599n, 601, 646, 654, 657, 660, 665, 666, 670, 673-676, 677-680, 684, 687-690, 692, 694, 703, 704-706+n, 733, 734, 743, 745, 747; XVII: 9n, 18n, 23+n, 46, 47, 52, 54, 59, 61, 67, 71, 72, 74, 80, 81, 82, 83, 88, 91, 93, 95, 102, 104, 105, 106-108, 109, 110, III, 112, 116, 117, 139, 147-149, 157, 161, 163, 181, 199, 201, 206, 213, 214, 216, 229n, 231n, 243, 246, 253-255, 257, 259, 260, 262, 263, 264, 266, 267, 273, 281, 282, 286, 287, 288, 294, 295, 298, 300, 304, 305, 306, 307, 309, 313, 317, 319-321, 323, 325, 326, 331-333, 334, 335, 337-340+n, 343, 344, 346, 347, 348, 351, 360, 361, 363-363, 368, 373, 375, 377, 379+n, 380, 382, 383, 387, 389-394+n, 396, 397+n, 398-401+n, 403-405, 407, 409-413+n, 414, 415, 423, 424+n, 426-430+n, 434+n, 435+n, 441+n, 444, 445+n 449-453+n, 456-461, 463, 465-468, 471-474, 476-483+n, 486, 487, 489, 490+n, 491, 493-499+n, 500, 502, 503, 504, 505, 506-509, 512-521+n, 524, 525, 527, 531+n, 532, 533, 535, 537, 538, 540-544+n, 546-548+n, 552-557, 560+n, 562+n, 563, 564, 568, {==481==} {>>pagina-aanduiding<<} 569, 571, 572, 573, 575-578+n, 578-583+n, 596, 597, 598-602+n, 605, 608, 616, 618, 623-637+n, 640, 646, 648-652, 659-663, 666, 670, 678, 682, 684, 690-692, 694, 700, 707, 708, 711, 719, 720+n, 725-727, 729-734+n, 736, 737, 739, 746n, 748, 750, 751+n, 752, 759, 761+n, 785, 793-797n, 799n; XVIII: 21n, 22n, 25+n, 28, 32, 38, 41, 43+n, 64+n, 80n, 88+n, 93, 96, 97-100+n, 103, 107, 118, 119, 136, 138, 143+n, 146, 163, 166, 169, 172n, 198-204, 205, 219, 249, 253, 259, 271n, 335, 347, 361, 375, 376, 381, 405, 432n, 436, 442n, 450n, 455, 468, 486+n, 490, 491, 499, 512, 514, 515+n, 517+n, 519, 520, 523, 525, 529, 542, 547+n, 550, 551, 554, 574, 614n, 622, 634, 637, 638, 661, 714+n, 719, 734, 760, 787, 800n; XIX: 21n, 26n, 38, 40, 41, 45, 60n, 93, 128, 140, 151, 155, 280n, 306, 465+n, 524, 525, 579, 580, 596, 607, 608, 617, 630n, 736, 758+n, 766+n, 767, 769, 783, 818, 865, 919, 926, 939, 946, 947, 962, 963; XX: 21n, 23, 42, 49, 56n, 62, 63-65, 67, 73, 78, 82, 83, 97+n, 99+n, 100, 138, 187, 224n, 253, 271, 304, 321, 340-342+n, 345, 350, 385n, 386, 406-408+n, 410, 475, 503, 525, 526, 535, 562, 577; XXI: 86, 354+n, 355-357, 391n, 399, 403, 432, 450, 456, 535, 623, 739; XXII: 33, 120, 175, 381, 504, 598+n, 764; XXIII: 27, 45, 49, 90, 187, 203, 262, 268n, 270, 312n, 359n, 397, 412, 581+n, 594, 723, 767; XXIV: 73, 81, 86, 96, 98, 100, 102, 115, 126, 149, 151, 173, 178, 180, 183, 186, 190, 286, 297, 327, 340, 344, 346, 375, 391, 448, 470, 471, 499n, 639-642+n, 691+n, 692+n; XXV: 29, 39+n, 74, 77n, 79, 86, 88+n, 89+n, 90, 91, 98+n, 100, 101n, 104+n, 105-106+n, 109, 114+n, 115, 116, 120, 121, 123, 124, 134n, 149+n, 150, 151, 173+n, 220, 238n ‘Vrije arbeid’ (beide werken, zie ook politieke stukken), XVII: 452, 498; XVIII: 193, 479, 523, 634, 680; XIX: 465, 630n, 663, 742, 833; XX: 63, 64, 79, 81, 83, 86; XXII: 46; XXIII: 27 ‘Wand'lend schorsbesluit, het’, I: 74, 155, 160, 162, 183; VIII: 270n; IX: 189 ‘Wat roemt ge 't schoon...’, VIII: 105n; IX: 153-154 ‘Wat zoekt ge, liefde en min...’, VIII: 556 ‘Weg naar Golgotha’: ‘Kruissprook’ Woutertje Pieterse (zie ook: ‘Fancy’), I: 308; II: 715, 732n, 749n; III: 148, 233, 350, 356, 423; IV: 179, 322, 350; VI: 370, 387, 391, 415, 423, 447, 469, 744, 745; VII: 351, 355, 506, 572, 577, 616, 624, 755n; VIII: 42n; X: 181n, 210n, 544n; XI: 24n, 36n, 65, 76n, 207n, 252n, 328, 368, 399, 418n, 449, 450; XII: 512; XIII: 207; XIV: 73, 103+n, 132, 325, 624, 627; XV: 32n, 69n, 152, 154, 169, 180, 261, 334, 379, 402, 486n, 502, 513, 520, 521, 528, 529, 549n, 560, 561, 570, 573, 574, 575, 590, 603, 663, 673, 684, 694, 779; XVI: 25, 27, 28, 29, 32, 45, {==482==} {>>pagina-aanduiding<<} 93, 94, 102, 105, 112, 113, 119, 121, 128, 132, 157, 163, 179+n, 184, 203+n, 217, 232, 233, 241, 253, 274-278, 281, 313, 333, 367n, 368n, 442, 446, 457, 459, 468, 506, 527n, 596n, 602, 651, 663n, 721, 744, 756n; XVII: 18n, 83, 93, 107, 108, 111, 134, 150, 209, 232n, 243, 252, 265, 272, 315n, 353, 418, 421, 452, 498, 581, 606n, 738, 788; XVIII: 94, 178n, 259, 291, 294, 319, 334, 359, 429+n, 430, 454, 456, 481, 485, 496, 508, 513, 523, 565, 623, 624, 634, 649, 709, 740, 760, 761; XIX: 300, 580, 758, 817, 864, 926; XX: 449; XXI: 23n, 205, 227, 278, 340, 427, 431, 432, 450, 456, 495, 504, 520, 538, 594n, 595, 787n; XXII: 33, 120, 175, 181, 220, 241, 344, 431, 497, 508, 509, 622; XXIII: 27, 237, 247, 283, 285, 468, 471, 486-489, 513, 534n, 563, 565, 598, 637, 685, 702, 720, 766, 767, 774n; XXIV: 82, 102, 147, 149, 151, 157, 173, 178, 292, 296, 297, 326, 334, 344, 346, 347, 361, 372, 416, 459; XXV: 56, 79, 115, 129, 202n Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb, I: 332, 387, 479-510, 548n; II: 163; III: 356, 357; VI: 159; X: 377n, 379n, 429, 430+n, 432+n, 433, 459, 460, 469, 492, 599, 725n; XI: 18, 19+n, 54, 425, 470, 474, 499-502, 504, 544, 560, 563; XII: 132, 184; XIV: 171, 257; XVII: 655; XVIII: 311n; XIX: 900; XX: 39; XXII: 420, 751; XXIV: 73, 149, 151, 170, 296, 470; XXV: 26 ‘Zeeziektegeschiedenis’ (Idee 229-242), II: 436-459, 715; III: 162; IV: 701; VII: 12; XI: 67n, 155+n, 360+n, 588; XV: 154, 155; XVI: 27, 618+n, 619; XVIII: 262, 524, 667, 672; XXI: 86+n, 227; XXII: 241; XXIII: 767; XXIV: 149, 151, 157, 171 Zegen Gods door Waterloo, de. Gemoedelijke opmerkingen van A.Z., III: 406, 551-559, 588n; IV: 15, 136, 272, 475; XI: 420n, 496n, 497, 498, 502, 504, 544, 560; XII: 132; XIV: 171, 257; XVII: 655; XVIII: 751; XXIV: 59, 149, 151 ‘Multatuli-bazuin’ (voorgesteld periodiek), XXIII: 19n, 234 Multatulibond, XVII: 236; XIX: 93n Mumm, XII: 664 Münchener Volksbote (periodiek), XIII: 61, 78, 155, 116, 359, 411, 514, 515 Munster, Johannes van, IX: 98, 99 Muntendam, N., XI: 545, 552 Münzer, Thomas, XIII: 419 Munzinger, Werner, XIII: 225 Muquardt, C. (uitgeverij te Brussel), XIV: 298; XVI: 421+n, 426, 428 Murad Effendi, XXI: 399+n Marino Falieri, XXI: 397n Selim, XXI: 397n Murillo, Bartolomé E., VII: 457, 460 Murphy: Morphy, Paul Murphy, William, XI: 738, 745; XII: 155, 156 Murray, Charles, V: 750n Murray, John (1808-1892), V: 323 Musard, mad., XIV: 213+n, 576 Muschard, XII: 73 {==483==} {>>pagina-aanduiding<<} Muséum litteraire (periodiek), XI: 32 Musset, Alfred de, XVII: 543; XIX: 271; XX: 103; XXI: 524; XXIII: 268, 442+n; XXIV: 347+n, 437 Confessions d'un enfant du siècle, XXIV: 347+n Namouna, XXIII: 438n Muurling, Willem, II: 473-478, 507, 788n; III: 95, 613n; IV: 457, 459, 462, 718; VI: 795n; XI: 51, 797b; XV: 599, 618; XVIII: 738; XXI: 389+n; Formulier ter huwelijks-inzegening, II: 475, 476; III: 95, 613; IV: 459; XI: 51 Muusses, J., XV: 322 Muusses & co., J. (uitgeverij te Purmerend), V: 715n; XXI: 19n, 446, 490, 505-507, 594n, 735, 768, 814n; XXII: 24n, 51, 236n, 250, 579, 617n, 700, 788n; XXIII: 289, 730; XXIV: 327 Muusz, Guurtje, VIII: 26 Muzen, de (periodiek), XI: 799n Mijer, Pieter (G.G., 1866-'72), I: 438; II: 97, 99, 100, 169, 204, 225, 226, 788n; IV: 514, 515; V: 404, 750n; X: 317-319, 322, 525, 742b; XI: 536n, 710n, 712, 798b; XII: 263, 336, 464, 591, 799n; XIV: 73, 350+n, 476; XV: 244, 422+n; XVI: 681, 682 Mijnhardt, Hermanus, X: 460+n, 491, 501, 509, 510, 743b; XI: 798b Mynssen, Jan J. (notaris), IX: 25 N., hr., XVII: 287a, 288 Na, oude: Freybourg, Hermina Naber, Samuel A., XXIII: 101+n, 102, 140+n Nadjiam (dessa Tjemplang), IX: 555 Nadjiam (dessa Tjikatampé), IX: 557 Naevius, Gnaeus, VII: 600, 764n Nagel, Carel F., XXI: 319+n, 349 Nagel, Louise, XXI: 317n Nagtegaal, Claaske J., VIII: 21n, 30+n Nagtegaal, Jan B., VIII: 33 Nahuys, A.J.B.H., XXIII: 147 Nahuys, jhr. Alphonse J.B.H., I: 309, 361, 567n, 568n; II: 704; XI: 331, 519; XII: 239n, 497, 527, 528, 530, 591+n, 621-624+n, 631, 632, 636, 657, 660, 664+n, 673, 691, 697+a, 699+n, 703n, 712, 734n, 737, 739, 742, 748, 766, 773, 778, 796b; XIII: 108, 166, 201, 264, 431, 562; XIV: 92n, 116, 654; XVIII: 178n, 424, 487, 490; XVIII: 246, 499; XX: 35; XXI: 24n, 407n, 469; XXIV: 413, 648, 649 Nahuys van Burgst, Huibert G., baron, XIV: 519 Verzameling van officieele stukken (rapporten) betreffende den oorlog op Java 1828-30, XIV: 519 Naiel: Nail Naigeon, Jacques A., III: 229, 613n Nail (loerah Tjilaboh), IX: 420, 423, 425 Naimah, IX: 574 Nanninga, H., XIX: 790 Nannings, Kl., VIII: 24 Nap, X: 606 Napel, ten, XI: 480 Napels, koning van: Frans II, koning der twee Siciliën Napier, sir Robert C., XIII: 97n, 225 {==484==} {>>pagina-aanduiding<<} Napoleon I (Bonaparte), keizer der Fransen, I: 159, 399, 400, 555n, 557n, 571n, 575n, 579n; II: 266, 427-433, 443, 565, 569, 687; III: 156, 246, 266, 276-281, 553-559, 594n, 608n, 611n, 618n, 625n; IV: 12, 39, 42, 68, 73, 81, 97, 139, 204, 220, 324, 408-410, 473, 474, 478, 481, 485, 573, 665, 771n, 781n; V: 124, 277, 307, 310, 363, 364, 564, 646, 732n, 734n; VI: 272, 300, 422, 423, 570, 618, 780n, 786n, 791n, 794n, 801n, 802n, 804n; VII: 238, 253, 354, 357, 771n; VIII: 104n, 365, 366, 368-370, 372, 473, 591, 686n, 694n; IX: 119, 120, 161, 162, 165, 167, 169, 171, 172, 280, 479; XI: 46n, 177, 190, 214, 221, 313, 522, 535n, 544, 632, 718n, 753n, 788n; XII: 174, 635, 707, 726; XIII: 42, 359n, 582n; XIV: 147, 609, 615, 658, 667n; XV: 42, 69n, 95, 121n, 185n, 458+n, 676, 766; XVI: 57n, 164, 191, 307; XVII: 504; XVIII: 566; XIX: 58+n, 246; XX: 183+n, 207, 233, 299-301, 492, 493, 514; XXI: 110, 289, 426, 443, 445, 460, 461+n, 465-467, 474+n, 475, 511, 523, 528, 597, 789; XXII: 94n, 425, 474, 585, 728n; XXIII: 457, 578+n, 651n, 664; XXIV: 156, 159, 210, 667 Napoleon III (Bonaparte), keizer der Fransen, I: 570n; II: 219, 407, 433; III: 103, 104, 152, 278, 608n, 612n, 613n; IV: 32, 35, 122, 137, 138, 140, 196, 616, 783n, 788n; V: 363, 471, 659, 739n, 760n; VI: 792n; VII: 157, 310; IX: 268n, 477, 478, 479; X: 178, 179; XI: 176, 177, 185, 252n, 628, 759n; XII: 19n, 69, 139, 200-202, 205n, 347, 376n, 418+n, 426, 434, 446, 457, 458, 462, 467, 543, 545-547, 714n, 734, 735; XIII: 139, 140, 188, 200, 225, 313, 314, 324, 344, 395, 398, 401-403, 405, 406, 412, 426, 484, 532, 574, 575, 579, 591, 626, 630, 632, 717; XIV: 77, 151n, 162, 173n, 176n, 259, 298, 355, 376, 380, 430, 496n, 537; XV: 42, 48, 49, 52, 58, 326, 676, 703n; XVI: 351n; XIX: 220, 334, 340, 417; XX: 286; XXI: 134, 453, 473n; XXII: 754; XXIII: 345, 463, 667n; XXIV: 720, 721, 722+n, 723, 724, 725, 726; XXV: 202n Oeuvres de Napoléon III, IX: 477 Napoleon IV (prins LouLou; Louis Napoleon Bonaparte), XII: 205, 725+n, 726, 734, 735; XIII: 532; XXIV: 720 Napp, XII: 445 Nara Pandjang, datoe si, VI: 422; VIII: 123, 161, 201, 202 Narmaut en van Ouwenaller, le (kassiers), X: 626 Nasleep van een eerste huwelijk, de (blijspel van J.P. Hagen?), XVII: 727 Nassau, Adelheid (Adelaïde) van Anhalt-Dessau, hertogin van, V: 52, 53, 54, 59, 63, 294; XI: 692, 693, 699, 722, 732, 773, 781; XII: 296, 445, 448; XIII: 56 Nassau, Adolf van (1540-1568), IV: 681 Nassau, Adolf W.A.K.F., hertog van, groothertog van Luxemburg, IV: 44, 45; V: 24, 52, 75, 294; XI: 621, 634, 672, 673, 682, 688, 692, 693, 696, 704, 705, 714, {==485==} {>>pagina-aanduiding<<} 720, 721, 722, 727, 728, 733, 759, 760, 763, 773, 774; XII: 21, 37-39, 47, 48, 125, 134, 207, 210, 281, 294, 296, 304, 373, 421, 440, 444, 448, 461, 463, 656, 692, 782; XIII: 25, 40, 56, 130, 158, 469; XVI: 154; XIX: 631n Nassau, Frans, prins van, XI: 773 Nassau, Hilda, prinses van, XI: 773 Nassau, Nicolaas, erfprins van, IV: 99; XII: 157, 281, 373, 448 Nassau, Wilhelm, hertog van, XXI: 730 Nassau, Wilhelm (IV) Alexander, erfprins van, XI: 773; XII: 125, 304 Nassim, njie, IX: 420, 431 Nassim: Nassim, njie Nast, Robert, XVIII: 62, 108, 113, 114, 124, 134, 164, 166, 250, 349 Natal, geëmployeerde van de factorij der N.H.M. te: Sem, P.I.G. Natal, jaksa van (1843), VIII: 278 Natal, militair commandant te: Pool, Carel S. van der Natal, Mohammed, toeankoe bezaar van, I: 180-182, 401, 577n; VI: 420, 422; VIII: 103n, 117, 133-141+n, 145, 167-187, 193n, 196, 198, 202, 275, 278, 281, 289n, 290n, 298, 323, 329, 333-335, 338, 339, 343, 354, 355, 361, 390, 391, 445, 631; IX: 67; XIII: 172; XV: 346-349 Nation, die (periodiek), XXIV: 351+n, 368, 370, 381, 382+n, 467a, 471, 472, 474 National Zeitung (periodiek), XI: 737, 751, 754; XII: 30, 357, 650 ‘National-Verein, weekblad van de’ (periodiek), XI: 759 Nature (periodiek), XX: 76 Nature, la. Revue des sciences et de leurs applications aux arts et à l'industrie (periodiek), XXI: 392 Naumann, XII: 74 Nauta, J., XIII: 245 Nauta, J.H., XIII: 246 Navarre, Henri de: Henri IV, koning van Frankrijk Navarro, Sanchez, XIII: 525, 526 Navorscher, de (periodiek), II: 687; XI: 328, 796n; XVI: 299, 300, 301, 306, 336, 399, 655; XVII: 182; XVIII: 411+n; XXIII: 529 Naijoen, IX: 452, 453, 454 Naza, XI: 554 Nebelthau, Friedrich, XII: 353 Necker: Staël-Holstein-Necker, Anna L.G., barones de Nederburch (gouvernements-secretaris 1855), IX: 400, 402, 404+n, 406, 407; X: 291, 533, 619 Nederduitsch tijdschrift (periodiek), XI: 560a, 561, 567, 573, 586, 588 Nederland (periodiek), IV: 587, 723n; V: 309, 343, 380, 645, 714n; VII: 679; X: 235; X: 746n; XII: 169, 182a+n, 191, 199, 307+n, 359, 429n, 431, 454, 539, 555, 556+n, 781; XIV: 22n, 23n, 74, 87, 94-96, 98, 99, 115, 118n, 121+n, 122, 124, 128, 129, 134, 138, 140, 146, 147n, 168n, 173n, 188, 195+n, 198, 254, 261, 275, 282, 283, 303n, 324, 376, 550, 564; XV: 283; XVI: 127n, 133n, 236, 284, 399, 557, 599n, 620+n, 640, 751+n; XVII: 35, 42+n, 153; XVIII: 109, 136, 193a, 207+n, 222+n, 272, 273+a, 311a, 321, 338, 354+n, 358, 403, 428a, 441a, 457+n, 491+n, 495, 499, 569, {==486==} {>>pagina-aanduiding<<} 621, 623, 648+n, 681, 697, 698, 718; XIX: 566, 582, 583, 585+n, 596, 615, 617, 618, 619; XX: 128, 154; XXI: 626; XXV: 25n, 71+n Nederland door Nederlanders geschetst, XXIII: 461 Nederlandsch magazijn ter verspreiding van algemene en nuttige kennis (periodiek), XI: 139 Nederlandsch museum, het (periodiek), XVII: 240, 241, 243; XVIII: 380a, 583a, 584a Nederlandsch tooneel, het (periodiek), VI: 374, 788n, 802n; XIV: 677n; XV: 480, 492, 658a, 672, 673, 699; XVII: 71a, 73, 74, 156a, 157, 194, 210, 375, 408, 471, 496, 540a, 546a, 555, 556, 558; XVIII: 117a, 119a, 136, 144n, 146, 162, 199, 252, 271n, 275a, 525, 546a, 548n; XX: 571+n; XXI: 805, 806; XXIII: 91 Nederlandsch tijdschrift voor geneeskunde (periodiek), XVIII: 298 Nederlandsch-indisch tijdschrift: Tijdschrift voor Nederlandsch-Indië (periodiek) Nederlandsche heldendaden ter zee (Neerlands heldendaaden ter zee, van de vroegste dagen af tot op den tegenwoordigen tijd), III: 406 Nederlandsche industriëel, de; weekblad voor nijverheid, koophandel en scheepvaart (periodiek), III: 183; V: 369 Nederlandsche kunstbode, de (periodiek), XV: 694, 696, 697; XVI: 530, 538; XVII: 268, 339a, 412a, 503a, 564a, 636, 646, 733a; XVIII: 185a, 208, 213-216, 221, 226, 227, 228+n, 230, 254a, 289, 292, 299a, 325, 331, 432, 467, 620a, 647+n; XXV: 61+n Nederlandsche letteroefeningen (periodiek, zie ook: Vaderlandsche lett.), XIV: 608n Nederlandsche muzen-almanak (periodiek), IV: 176; VI: 485; XVII: 328 Nederlandsche spectator, de (periodiek), I: 334; II: 510; III: 430, 622n; IV: 176, 269, 270, 695; V: 343; VI: 137, 299, 346, 347, 349; VII: 523, 525; X: 248+n, 250, 259, 286, 292, 294, 305, 307, 728n, 729n, 731n, 732n, 742n, 745n; XI: 18n, 48+n, 480n, 671+n, 674, 675, 796n; XII: 432, 697a, 712; XIII: 197a, 724n; XV: 134, 431, 462a, 475, 477, 480, 491, 492, 493, 494, 495a, 500, 502, 526, 545, 563, 598, 748, 779a, 780, 782, 799n; XVI: 131, 175, 178a, 193, 196, 197a, 206, 213, 214, 220, 263, 274, 332, 335, 346, 357a, 420a, 429+n, 478, 483, 601, 616n, 627, 632, 648, 680, 675n; XVII: 31, 145, 153, 175, 194, 208, 209, 236+n, 311, 334a, 337, 418a, 517a, 606n, 738a; XVIII: 37a, 94, 95, 123n, 135+n, 138a, 143, 162, 167, 183, 196, 222, 249, 270, 272, 298, 331, 356, 377, 437, 463+n, 470, 476n, 479+n, 507, 515a, 560, 569, 621a, 623, 645+n, 648, 650, 651, 652, 653, 679, 681, 760, 765+n, 766, 788a, 789, 798n; XIX: 89, 235a, 287, 354, 499, 594, 615, 641-643+n, 704a, 709, 779, 935a, 937, 975n; XX: 67n, 124n, 182, 231, 238, 246, 262, 267, 274a, 276a, 312, 313, 330, 368, 426, 500+n, 501; XXI: 132a, 139, 356, 370, 383, 392, 399, 455a, 492, 524a, 594n, 599, 600+n, {==487==} {>>pagina-aanduiding<<} 618a, 630, 633, 651, 775a, 782, 788, 789+n, 793, 795; XXII: 56, 92, 112a, 116a, 327, 518+n, 519+n, 563, 594n, 706, 729+n, 785n; XXIII: 38, 41, 46, 54, 102+n, 103, 142, 143+n, 217, 252a, 266a, 269, 353n, 356, 381, 414n, 416, 430, 528, 533n, 588, 686n, 693+n, 731a, 737, 738a, 739, 776n; XXIV: 148a, 244, 264a, 267, 278a, 332, 334, 335a, 367, 370, 472, 474a, 576; XXV: 52, 56, 63n, 219a, 233, 238n ‘Nederlandsche werklieden!’ (oproep van het internationaal werklieden-verbond), XIV: 193a, 197, 225n Neff, de, IX: 279 Negrie baroe, hoekoem besaar van, IX: 78, 81 Nei, F., IX: 253 Neipperg, Adam A., graaf von, VI: 794n Nélaton, Auguste, IV: 540 Nellie (ps. van: Kol-Porrey, Jacoba M.P. van), XXIII: 667+n, 680+n, 699, 711 Brieven aan Minette, XXIII: 667+n, 680+n, 699 Nelly?, XXIII: 113 Nemours, Louis C.P.R. d'Orléans, hertog de, V: 357 Nenek, si, VIII: 202 Nepos, Cornelius, VI: 193, 796n; XV: 378; XVIII: 440+n; XIX: 172, 220, 222, 486+n, 487, 502, 504, 843; XX: 285; XXI: 60, 67, 111, 281, 578, 583 De viris illustribus, VI: 796n; XXI: 67, 281 Levens van beroemde mannen: De viris illustribus Nero (romeins keizer), IV: 508, 786n; V: 83, 85, 224, 750n; VI: 306, 307, 796n; XIV: 429; XV: 753; XVI: 331; XIX: 195, 266, 723, 931 Nerval, Gérard de, XX: 103 Nes, jhr. Johan F. Walraven van, VIII: 393, 396, 423, 430, 436, 666, 667; XIV: 371 Nesselrode-Ehreshofen, Maximilian B., graaf von, XII: 77 Nessle, Eberhardt, XVIII: 169 Netscher, Frans, XV: 795n; XXIII: 603n, 646+n Neuberger, XIX: 707, 708 Neubronner van der Tuuk, Herman, III: 235, 624n; X: 667; XI: 798b; XIII: 254; XIV: 432; XV: 219+n, 704+n; XIX: 324+n, 425, 566; XXI: 800; XXII: 226; XXV: 203+n Neuchâtel en Balangin, Alexandre Berthier, hertog van (vorst van Wagram), II: 428, 429 Neue Allgemeine Zeitung (periodiek), XIII: 407 Neue Badische Landeszeitung (periodiek), XI: 762; XII: 653 Neue Berliner Schachzeitung (periodiek), XVII: 322 Neue Frankfurter Zeitung (periodiek), XI: 709 Neue Freie Presse (periodiek), XIII: 31, 32 Neue Karlsruher Zeitung (periodiek), XIII: 138 Neue Landwirtschaftliche Zeitung (periodiek), XII: 92 Neue Moselzeitung (periodiek), XIII: 573 Neue Pitaval, der; eine Sammlung der interessantesten Criminalge- {==488==} {>>pagina-aanduiding<<} schichten aller Länder, aus älterer und neuerer Zeit (seriewerk), XIX: 154 Neue Preussische Zeitung (periodiek), XII: 726 Neue Rheinbote (periodiek), XIII: 535 Neue Stettiner Zeitung (periodiek), XIII: 589 Neue Wiener Presse (periodiek), XVI: 153; XXV: 44 Neuester Anzeiger (periodiek), XVIII: 169 Neuhoff, Theodoor A., baron von, V: 60, 309 Neuman, Aug., IX: 279 Neumann, F.I.E.: Neumann, Gottlieb C.D. Neumann, G.R., XVII: 85n, 311; XX: 268; XXIII: 474; XXIV: 65+n Leitfaden für Anfänger im Schachspiel, XVII: 311; XXIV: 65n Neumann, Gottlieb C.D., IX: 243n, 254n, 257+n, 258+n, 259, 274, 275, 699b Neurath, Konstantin F., vrijheer von, XII: 211; XIII: 78 New York herald (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 New York weekly times (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 Newcomen, Thomas, XXV: 95+n Newton, Isaac, II: 242, 520, 521, 788n; IV: 236, 328; VI: 618; VIII: 473; XIII: 228; XIV: 83+n, 84, 91, 609+n; XV: 614; XIX: 173, 339, 416, 678, 724; XXI: 110, 111, 419, 476, 477, 482, 483, 572, 574; XXIII: 25, 148, 377, 658; XXV: 177 Philosophiae naturalis principia mathematica, XIV: 83+n; XXI: 482 Newijs, S., XXII: 291 Ney, Michel, IV: 370, 473, 474, 477-480; XIII: 359 Ngawi, Mangoon Dirdjo, raden toemenggoon; regent van (1856), I: 284; XIII: 184 Nicolaas (klerk), VIII: 479, 518, 527, 660 Nicolaas I, keizer van Rusland, IV: 138, 187 Nicolaas, Evert, VIII: 24 Nicolini, Ernesto, XVIII: 705 Nieden, Geertje J. van, VIII: 28 Nieder-Ingelheim, dokter te, XXIV: 21n, 30, 44, 48, 49, 57, 58, 69, 130, 336, 343 Niel, Adolphe, XIII: 49, 430+n Nielsen, G., XVII: 311 Nielsen, V., XVII: 311 Niemant, Jan F., VIII: 35 Nienboen, si, VIII: 124 Nierop jr., F. van, XI: 331 Nierop, P., XIX: 883 Nierstrasz, Johannes L. (1796-1828), XV: 647, 715, 729; XXV: 76 Nierstrasz, Johannes L. (1822-1881), XXII: 695+n Nierstrasz jr., J.L., VIII: 56; XIII: 678; Jesaïa 40, vs. 8b, VIII: 56 Nietszche, Friedrich, XXIII: 616+n Nieuw advertentieblad Heerenveen (periodiek), XX: 355n Nieuw Amsterdamsch handels- en effectenblad (periodiek), II: 206, 305, 327; III: 31, 568n, 570n; X: 267, 281, 343, 434, 469, 489, 511, {==489==} {>>pagina-aanduiding<<} 513n, 514a, 518, 521a, 529, 541n, 543+n, 545, 584-587, 601+n, 620, 628, 675+n, 703, 717, 718, 726n, 731-733n, 737n; XI: 26, 52+n, 92a+n, 586, 725, 788n, 790n; XXIII: 498; XXIV: 583a, 585a, 586n, 587a, 588a, 591a, 599a+n, 600n Nieuw archief voor wiskunde (periodiek), XVII: 796n Nieuw Bataviaasch handelsblad (periodiek), V: 70, 310, 335; XI: 787n; XIII: 107, 263; XIV: 469a, 474a, 588, 592a, 675n Nieuw en oud (periodiek), XII: 786 Nieuw kerkelijk weekblad, het (periodiek), XV: 56 Nieuw Nederlandsch taalmagazijn (periodiek), VI: 751 Nieuw Padongsch Handelsblad (periodiek), XXIV: 215a Nieuwe Amersfoortsche courant (periodiek), XX: 273a; XXI: 152a Nieuwe Amsterdamsche courant: Algemeen handelsblad (periodiek) Nieuwe Bredasche en Oosterhoutsche courant (periodiek), XX: 545n Nieuwe Brielsche courant, nieuws- en advertentieblad voor de Zuidhollandsche eilanden (periodiek), XIX: 961a; XX: 25a, 32a, 49a, 59a, 60, 65a, 66 Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs (periodiek), IV: 557; XVII: 221a, 268; XVIII: 291a, 314a, 322, 362+n, 532a, 537+n, 549, 567, 568, 629+n Nieuwe gids, de (periodiek), XIV: 677n; XV: 795n; XXIII: 469+n, 504a, 565n, 567, 577+n, 581, 598, 603, 611a, 614n, 709, 716+n, 773-775n; XXIV: 78n, 306, 307, 392n, 440a, 445+n, 451, 453+n, 454, 465 Nieuwe Gorinchemsche courant (periodiek), XIX: 871n, 883a; XXI: 243n, 249a Nieuwe Groninger courant (periodiek), XIX: 801a, 813, 814a, 829, 832a, 865; XX: 279, 372a, 381a, 397a; XXIV: 137 Nieuwe Noord-Hollander (periodiek), XX: 36, 37 Nieuwe Nijmeegsche courant (periodiek), XIII: 438n, 452a Nieuwe provinciale Drentsche en Asser courant (periodiek), XXI: 782n Nieuwe Purmerendsche courant (periodiek), XIX: 929a Nieuwe recencent, de (periodiek), X: 731n Nieuwe Rotterdamsche courant (periodiek), I: 355, 364, 505, 510; II: 284, 288, 362, 705; III: 96, 393, 397, 405, 441, 443, 445; IV: 108, 216, 217, 220, 258, 266, 272, 276, 296, 732n; V: 70, 311, 312, 320, 638, 657; VI: 121, 133, 141, 169, 171, 173-180, 196-198, 203, 205, 208, 214, 218, 219, 224, 230, 231, 233, 238, 239, 254, 257, 269, 336, 339, 346, 362, 387; IX: 468n, 490n; X: 224?, 226, 238a, 247, 248, 249, 258, 260, 263, 265n, 266, 292, 351n, 377n, 381a, 389a, 392, 396a, 397, 492a, 497n, 717, 725n, 728n, 730n, 743n, 747n; XI: 49+n, 221, 425a, 428n, 429a+n, 433, 434, 798n; XII: 170, 475; XIII: 131a, 145n, 190a, 227a, 301, 475, 649a, 655, 656, 658a, 675, 681a, 683, 685, 690, 716, 718; XIV: 23n, 37, 144, 151n, 178, {==490==} {>>pagina-aanduiding<<} 179a, 182, 184, 185, 186, 189, 217, 230, 232a, 234, 237, 244, 275a, 313a, 333a, 341-344, 346, 347, 349, 350, 353-355, 359, 360+n, 361, 363, 364, 368, 370, 373, 375, 383, 386-389, 391, 392, 394, 395+a, 396a, 397, 398, 401, 408, 418n, 422-425, 429, 440, 444-448+n, 452, 453, 466, 514, 515a, 632-634, 645, 648, 669, 672a; XV: 48, 54+n, 123, 168, 241, 250, 259, 269, 289, 306, 336, 352n, 364, 366n, 394, 402a, 419, 420, 425, 432, 433, 437, 438, 441, 461, 462, 474, 484, 491, 513, 535, 536, 554, 558, 568, 569, 574, 576, 719n; XVI: 120a, 206, 373a, 377, 378, 470, 471, 472, 530, 644; XVII: 97, 99, 344a, 248+n, 349n, 399n, 429n, 434a, 440, 444, 459a, 480, 490-494, 496, 506, 512a, 514n, 537a, 546, 556, 560, 564n, 572a, 574a, 576n, 608n, 613n, 615n, 619a, 683n, 685a, 710, 719, 735n, 776a; XVIII: 77, 96n, 99a, 223a, 247n, 336a, 337, 430, 515n, 516a, 525, 531n, 545, 549n, 555; XIX: 45+n, 50, 53n, 59n, 95n, 96a, 109, 307n, 363, 375+n, 407, 582, 594, 644+n, 757, 766a, 769n, 771a, 776, 787, 846a, 887, 935, 950n; XX: 177n, 198a, 202, 231, 249n, 290n, 304a, 320a, 483; XXI: 30n, 40a, 42, 48, 63, 232n, 239a, 446+n, 451+n, 543, 622, 635, 639, 649, 650, 725, 784; XXII: 46, 58, 62, 63, 115, 138, 201, 233, 331, 332, 439, 454, 455, 465, 466+n, 470, 475, 478n, 520, 631, 639, 726a, 788n; XXIII: 89, 92+n, 119, 206, 224, 250, 263, 514a, 537, 715, 776n; XXIV: 59, 72a, 74n, 88, 91, 97, 243n, 264, 275a, 277, 278n, 330, 331a, 380a, 407a, 423a, 451+n, 453, 465, 491a, 621, 665; XXV: 148, 238n Nieuwe schoolblad, het (periodiek), XV: 799n; XXII: 545, 592; XXIII: 377; XXIV: 211a, 228a, 372a Nieuwe Tielsche courant (periodiek), XIX: 880a; XXI: 252a Nieuwe Utrechtsche courant (periodiek), XVI: 106 Nieuwe Zaansche courant (periodiek), XXIV: 143a Nieuwe Zutphense courant (periodiek), XX: 293a Nieuwenhuis, Adriaan J., I: 309, 567n; III: 230; XI: 233, 295, 397+n; XII: 18n, 474n, 540, 601n; XIII: 31n, 726n; XV: 355n, 379; XVIII: 336, 437, 449, 465, 466, 568, 583, 621, 622; XXI: 440; XXIII: 309; XXIV: 412 Nieuwenhuis, Ferdinand: Domela Nieuwenhuis, Ferdinand Nieuwenhuis, Joan A., XIX: 133n; XXII: 47; XXIII: 730n Nieuwenhuijs, Lambertus C., VIII: 47 Nieuwenhuijs, P.B. (boekhandel te Breda), XIX: 387; XX: 367 Nieuwenhuizen, dr., VIII: 609 Nieuwenhuijzen, Frederik N. (secretaris van Bagalen), I: 574n; IX: 36n, 40; XIV: 73, 296, 350+n, 356+n, 375, 376; XV: 368, 518+n, 646, 657, 705, 719, 728, 731, XXII: 464+n Nieuwenhuijzen, J.F.N.: Nieuwenhuijzen, Frederik N. Nieuwland, Manta van, XVII: 397+n, 398, 431, 457, 470, 545, {==491==} {>>pagina-aanduiding<<} 614, 724, 797b; XVIII: 102; XXV: 151 Nieuws van den dag, het (periodiek), II: 780n; III: 392; V: 464; VI: 212, 390; XIV: 463, 602n, 641, 642, 656, 659, 676n; XV: 36+n, 39, 70, 79, 80, 107, 126, 158a, 165, 206, 289, 317, 327, 344, 361, 397, 420, 475, 506, 522, 549n, 550n, 558, 575, 586, 597, 595a, 597, 600, 602, 604, 612, 616, 626, 635, 663, 666, 674, 714, 742, 745, 798n; XVI: 126, 133, 137, 138, 166, 168, 172, 188-190, 192, 193, 194, 195, 205, 213, 231, 235, 240, 282, 284, 287, 291, 293+n, 457n, 466, 521, 527n, 530, 535, 546, 571, 634, 647, 684a, 688, 728a; XVII: 36+n, 38a, 40, 44, 88, 91, 96, 97, 126, 148, 149, 167, 179, 235n, 257n, 258, 267a, 279, 289a, 298, 324a, 327a, 329, 412n, 414a, 440, 445+a, 480, 491, 493, 495, 501a, 503n, 513a, 516, 546, 555a, 556, 573a, 596, 623n, 626a, 773, 774, 784; XVIII: 94, 110, 160, 175n, 226, 251, 326, 342, 355+n, 356, 360n, 362, 425n, 453, 461, 478, 490, 515, 558, 572, 617n, 625+n, 644n, 659, 746n, 798n; XIX: 141, 145a, 151, 177, 216a, 326, 583, 585, 641+n; XX: 172n, 210a, 231, 493, 536, 572; XXI: 9n, 20n, 25n, 62a, 63-65, 69, 72, 76, 102, 240n, 291, 296, 357+a, 359+n, 360, 364, 366a, 367+n, 368, 369, 371, 372, 373, 378, 379, 380, 381, 386, 387, 389, 393, 398, 402, 403, 407, 410, 417, 449, 483, 484-488, 496, 497, 503, 513, 622, 624, 631, 632, 795, 798, 805, 813n; XXII: 34n, 45, 58, 59, 69n, 130, 340n, 435, 476a, 614n, 631, 646n, 647, 664n, 672, 689, 690n, 708, 726, 748; XXIII: 23n, 29, 78, 86, 89n, 128a, 143, 149, 153, 158n, 177, 244a, 245+n, 263, 269, 270, 280a, 289a+n, 321+n, 367, 399n, 403, 429, 432, 473, 505n, 509n, 511n, 523, 526, 565n, 594, 694, 702a, 729n, 751n, 774n; XXIV: 24n, 63a, 80a, 99n, 110, 121a, 125a, 129a, 132, 133, 152, 188, 192, 219, 230, 243n, 244, 270, 279a, 287, 490a; XXV: 61, 77+n, 237n Nieuwsblad voor den Boekhandel (periodiek), X: 529, 717, 718; XI: 30, 48n, 57n, 66n, 67, 374n, 408n, 470n, 498-500n, 504n, 505n, 515n, 664; XII: 35n, 41n, 74, 104n; XII: 683; XIII: 201a; XIV: 170n, 176n, 218n, 239n, 249n, 255n, 279n, 389n, 563n, 598n, 611n, 618n, 639, 666n; XV: 180n, 365n, 414n, 422n, 442n, 452n, 460n, 501n, 540n, 562n, 592n, 688n, 732n, 776n; XVI: 80n, 218n, 236n, 245n, 316n, 340n, 371n, 561n, 634, 639, 738n, 741n; XVII: 45n, 67n, 87n, 195n, 289n, 399n, 411, 503n, 733n, 743n; XVIII: 50n, 66n, 112n, 123n, 125n, 198n, 288n, 386n, 449n, 466n, 471n, 475n, 488n, 502n, 531n, 568n, 660n, 682n, 743n; XIX: 586n, 603n; XX: 97n, 153n, 577a; XXI: 446n, 475n, 516n; XXII: 250n, 617n; XXIII: 465a, 472a, 475, 759n, 775n Nieuwsblad voor Nederland, het (periodiek), XXIII: 469 {==492==} {>>pagina-aanduiding<<} Nievelt, Carel van In bonte rij: vertellingen en beelden, XXII: 572 Nightingale, Florence, III: 151, 614n Over ziekenverpleging (Notes on nursing), III: 151 Nigra, Constantino, ridder, XIII: 401 Nips: Hamminck Schepel, Annetta Nisard, Désiré, IV: 67, 72, 782n Nispen, jhr. van, XIII: 256 Nispen tot Sevenaer, jhr. Carel J.C.H., XXI: 783; XXV: 51n Nispen tot Sevenaer, jhr. Jan A.C.A., XV: 741 Nitti (Nitie) Pringa: Waroeng Goenoeng, demang van Njai Moersatie: Moersatie, njai Njaro Pandjang, datoe si: Nara Pandjang, datoe si Noack, Ludwig, III: 230 Noël, François J.M., I: 457, 569n; III: 335, 614n Noerkam, IX: 418, 429, 435 Noerredin, sultan van Syrië en Egypte, I: 189, 569n Noessaniva, orang kaja van, IX: 251 Noessaniva, radja soeissa (patteh) van, IX: 251 Noguès, Jean F.X., III: 286 Nölcke, XI: 784 Nolet de Brauwere van Steeland, Jean K.H., XII: 369; XIII: 88+n, 89 Noll, XXII: 381 Nolthenius, IX: 279 Noman en zoon, Johannes (uitgeverij te Zaltbommel), X: 299, 731n; XII: 292, 605; XIII: 649; XV: 522; XVI: 538 Nomsz, Johannes, IV: 79, 382, 782n Nonhebel, Joannes P., III: 98, 614n Noord en zuid (periodiek), XIII: 51n, 722n; XXI: 736a Noord en Zuid-Nederlandsche tooneelalmanak voor 1876 (periodiek), XVIII: 198a Noordbrabanter, de (periodiek), XIII: 433n, 444a, 454a, 461a; XIV: 362 Noorden, C.J. van, IX: 315 Noorden, het; nieuw Amsterdamsch handelsblad (periodiek), III: 31; IV: 462, 529, 533, 723n; V: 9, 12, 28, 31, 41, 46, 51, 332, 688n; VI: 153; XIV: 22n, 23n, 74, 87n, 88n, 92n, 95n, 114, 117, 125n, 127-129, 137-141+n, 143-149+n, 150n, 153n, 156n, 158, 159n, 169, 188, 192, 195, 198, 205, 215, 216, 229, 232n, 254, 261, 271+n, 282, 283, 295, 296, 298, 299, 303n, 320, 322, 324, 327-330, 347, 349, 353, 356, 357, 386a, 391, 395, 396-398, 402, 428, 432, 433, 440, 463, 468, 477, 552, 556, 560-562, 567, 672, 673; XV: 54, 73, 122, 208, 392, 609; XVI: 354, 389-391, 730, 734; XVIII: 166, 636; XXIV: 717+n; XXV: 21 Noorder-Regentschap, regent van: Tjondro Negoro, raden toemenggoeng ario; regent van Serang Noordhoff, Popko, XI: 69; XV: 336; XIX: 813; XXII: 489 Noordhoff & Smit (uitgeverij te Groningen), XVI: 206, 413; XIX: 594; XXIII: 701 Noordman, D.G., XIX: 813, 833, 863a, 868 {==493==} {>>pagina-aanduiding<<} Noordstar, de (periodiek), XVI: 187 Noordt, Johannes van der, XIV: 46 Noort, Olivier van, VI: 607, 610, 629, 631-633, 637, 638, 644, 646, 650-652, 796n; XIV: 490; XVI: 201, 279 Noot, Dirk C., VIII: 25 Noot, F.C., XVII: 592 Noot, mw., VIII: 522+n Nooten, S. & W.N. van (boekhandel te Schoonhoven), XIX: 408, 444 Nordau, Max (ps. van: Südfeld, Max S.), XXIII: 426+n; XXIV: 270+n Konventionellen Lügen der Kulturmenschheit, XXIV: 270+n Norddeutsch-Volksblatt (periodiek), XII: 44 Norddeutsche (Allgemeine) Zeitung (periodiek), XI: 629, 766, 768; XII: 30, 222; XIII: 36, 150, 380, 421, 486; XVI: 152; XXV: 43 Nordenskjölt, Adolf E., XXII: 677+n Nork, F. (ps. van: Korn, Felix), III: 230 North British review, the (periodiek), XII: 18n, 239a+n, 313n, 340, 447+n, 465, 479, 496, 515, 521, 523, 526, 537, 557, 763n North English review: North British review (periodiek) Nosse, XIV: 379 Nostradamus (Michel de Notredame), XXIV: 724 Nothomb, Jean B., baron, XII: 210 Nouhuys, Willem G. van, XI: 132a Noyon, P.S., X: 662, 666 Nozeman, Christina H., XVI: 633, 758n, 759n Nuggelmans, XVI: 387; XVII: 730, 731; XVIII: 44 Numa Pompilius (koning van Rome), II: 35, 788n; V: 62; VII: 36, 363, 742, 765n, 770n; VIII: 374; IX: 174; XVII: 362n; XIX: 733; XXV: 112 Nuyens, Willem J.F., XIX: 859; XX: 483+n Geschiedenis der Nederlandsche beroerten in de 16e eeuw (1559-98), XIX: 859; XX: 483+n Nijgh, Henricus (uitgever te Rotterdam), I: 481, 485, 505, 506, 510, 548n; II: 163; VII: 676; X: 231, 249, 256, 258-260, 264, 284, 292n, 294, 297, 299, 321, 409, 430, 432, 433, 454, 459, 460, 484, 492, 544n, 555n, 556, 725n, 743b; XI: 18, 19, 30, 83, 85, 798b; XV: 568, 744+n; XXIV: 470 Nijgh, Joannes G., IX: 52n, 66, 82, 87 Nijgh en Van Ditmar (uitgeverij te Rotterdam), XV: 336; XVII: 614; XXI: 705 Nijhoff, Henricus, XX: 538n, 543+n Nijhoff, Martinus (uitgever te Den Haag); III: 379; XI: 801n; XIV: 520; XV: 500, 733; XVI: 193, 195, 241+n, 439, 455, 503, 512, 567, 574, 581+n; XVII: 787; XVIII: 135+n, 246, 317, 477, 652, 653; XX: 543; XXI: 370+n, 806; XXII: 62, 84, 687+n, 690, 707+n; XXIII: 104+n, 190 Nijhoff, Martinus (uitgeversfirma te Den Haag), XXII: 706n Nijhoff, Paulus, XI: 798b {==494==} {>>pagina-aanduiding<<} Nijhoff & zoon, Isaac A. (uitgever te Arnhem), IX: 282; XI: 798n; XVII: 798n Nijlandt, XXII: 204 Nijmeegsche nieuwsbode (periodiek), XIX: 831n, 870a, 872a; XX: 217a, 229n, 271a O'Connel, Daniel, IX: 602, 614, 700b; X: 124 O-sprook Colholms roos: Amorie van der Hoeven jr., Abraham (Bram) des Obdam, John (en mw.), VIII: 641n, 648, 649, 662, 668, 669, 675; XV: 517 Obenhuijsen, Jan J., VIII: 47 Oberman, J.W., VIII: 55, 56 Obos, IX: 494 Obreen, Frederik D.O., XXIV: 329+n Obreen, Herman L.A., XXIII: 587+n, 588, 603+n Observateur, l' (periodiek), XII: 523 Ochsner, Ernest, XXIII: 120 Ochsner, mw. Ernest, XXIII: 119 Ochsner, Jean G., VIII: 49 Ochtman & zoon, S. (boekhandel te Zierikzee), XX: 295 Ockerse, Willem A., IV: 614-617, 656, 782n; VIII: 557, 558; XIX: 343 Octavia, VI: 306, 307 Odeurs, Hugo, XIII: 709n Odilde: Bilderdijk-Woesthoeven, Catharina R. Odoaker, koning der Herulen, VI: 779n Oeckelen, Karel C. van, IX: 232 Oefening in het kunstmatig lezen (Leesboek tot..., van N. Anslijn Nzn.), VI: 661; VII: 58 Oehmichen, Wilhelm F., XIII: 484 Oemar (dessahoofd), IX: 420, 431 Oembar, IX: 576 Oembo, IX: 213 Oenda, IX: 557 Oera linda bok, thet, XIV: 631+n, 638, 640+n, 641, 642, 660; XV: 39+n, 79, 420, 438, 473, 606; XVII: 323, 784; XVIII: 58+n, 408n, 411+n, 417, 418, 422-425, 507, 508+n, 670+n; XIX: 399; XX: 126; XXIV: 400 Oesar, radja, VIII: 278 Oesman (dessa Poelo), IX: 556 Oesman (dessa Tjiboentoe), IX: 557 Oessoep, II: 127; IX: 552 Oetker, Friedrich, XII: 286, 350 Oettker: Oetker, Friedrich Oever, Hendricus H. ten, II: 429-431 Offel, Johan H. van, XVII: 431, 614; XVIII: 380n, 402+n, 798b Janneken en Mieken, XVIII: 798n Kanailje, het, XVIII: 798n Vrije zangen, XVIII: 798n -samen met R.J. Pellellier: Mevrouw Roland en de Girondijnen, XVIII: 381+n, 383, 402, 798n Offel-Kley, Mina van, XVII: 431, 439, 449, 479, 648, 714; XVIII: 517 Offenbach, Jacques, XIV: 265; XV: 451; XXII: 546n Chanson de Fortunio, la, XXII: 546n Pariser Leben (la vie Parisienne, operette), XIV: 495?; XVII: 523-525, 635 Office de publicité, l' (boekhandel te Brussel), XII: 35, 36, 41, 66 {==495==} {>>pagina-aanduiding<<} Office de publicité, l' (periodiek), III: 366, 367; XI: 393+n; XII: 99 Ogelwight, IX: 260 Oheimb, Julius, baron von, XII: 471, 472, 550 Ohello, Jacob, IX: 257n Olden, Frédéric van, IX: 295, 296, 297, 352 Oldenbarnevelt, Johan van, heer van Berkel en Rodenrijs, I: 405; III: 160, 367, 592n; IV: 767n; V: 77; XXI: 455; XXIV: 85, 191 Oldenbarnevelt-van Utrecht, Maria van, I: 405 Oldenburg, Peter, grootvorst van, XIII: 351 Oldenkott, B., XX: 230+n Potloodstreepjes van Redivivus. Met rechtsgeleerd advies van mr. A.M. Stipriaan Luiscius, XX: 230+n Olga, XI: 249; XXIV: 631 Olivier: Ollivier, Emile Olivier ‘den baardscheerder’ (Olivier Ledain), IV: 503 Ollefen jr., van, XVII: 103 Ollefen, Daniël H.N. van, XI: 436, 437; XV: 554; XVI: 547, 666, 676, 678, 688-690, 695; XVII: 18n, 54, 74, 103, 104, 112, 148, 163, 164, 200, 246, 253, 255, 325, 350, 351, 415, 436, 793n, 795n, 796n, 797b+n; XVIII: 517; XXIV: 616, 619, 621 Ollivier, Emile, IV: 269, 302; XIII: 513+n; XV: 740 Olpen, Abraham I. van, IX: 51n, 69, 72, 73, 82, 272, 283, 286, 295, 296, 297, 351, 700b Omar Ibn al-Hattâb, tweede kalief van Bagdad, IV: 494, 694; V: 60; VI: 478; XVIII: 504+n Omboni, Giovanni, XI: 295+n, 298, 419n, 496n, 610, 612, 613, 615, 620, 642, 702, 703, 731, 790n; XII: 136, 275, 705, 715, 778; XIII: 51, 332, 374, 643, 710+n, 711; XIV: 38-40, 49, 52, 120, 155, 202, 268, 269, 280, 675n; XV: 40n, 77, 344; XVI: 158, 204, 207, 218, 745; XVII: 21n, 32, 37; XXIV: 638; XXV: 69 Omboni-Etzerodt, Stéphanie: Etzerodt, Stéphanie Ommeren, wed. Jan van, IX: 330 Omnibus, de; jaarboek aan de algemeene belangen gewijd (periodiek), XI: 506n, 507a, 509, 519+n, 522n, 534n, 543n, 555n, 559n, 569, 574, 575, 576-579, 585, 587, 600, 640, 694 Onbekende meesterstuk, 't (frans drama in twee bedrijven), XV: 545 Ondermeulen (zie ook Ouderen, van den), X: 237 Ondorp, Jurian, III: 260 Onrust, B., VIII: 24 Ons onderwijs, orgaan van het Nederlandsch onderwijzers-genootschap (periodiek), XVIII: 314-316 Ons streven. Weekblad gewijd aan de ontwikkeling der vrouw (periodiek), XVI: 759n; XVIII: 704a, 717, 744 Onstee, Albertus J., I: 466; III: 344; VI: 149; XI: 748 Ontbijtstertje: Hartman, Engelina H.M.H. Ontrop, VIII: 644 Ontwerp eener Nederlandsch West-Indische ontginnings- en handel- {==496==} {>>pagina-aanduiding<<} maatschappij met een kapitaal van vijftig millioen guldens, XI: 227n, 413 Onze eeuw (periodiek), XIV: 264+n, 303n, 307, 322+n, 355, 364, 480a Onze roeping, orgaan voor de Nederlandsche vrouw (periodiek), XVI: 161, 163 Onze tolk (periodiek), IV: 698; VI: 234-236, 237, 796n; VII: 315; XIV: 238a; XV: 243a, 264, 421, 441a, 461a, 484, 491, 500, 531a, 796n; XVI: 109a, 206, 389a, 410, 412a, 420, 435, 471, 477, 605a; XVII: 60a, 63, 70, 73, 239n, 240, 251a, 252, 265a, 268, 269, 293a, 315a, 335a, 352n, 353a, 385n, 424a, 499a, 526a, 539a, 566, 583a, 584a, 609a, 612, 653, 666a, 675a, 678a, 681, 689a, 713a, 727a, 737, 758a, 762, 763; XVIII: 140, 210, 214, 216, 219, 228, 230, 231, 234, 322, 456; XIX: 463n, 594; XXI: 811n; XXII: 61, 785n; XXV: 48n Onze tijd (periodiek), XVIII: 798n Onze wachter (periodiek), XXI: 546 Oom Geurt: zie onder ps.: Hagiosimandre Oorlog, minister van (1868): Bosch, D.A. van den Oort, A.J., XIX: 486a, 490+n, 501-504, 509a, 510; XXI: 281+n Oort Hzn., H.L., VIII: 689n Oort, Henricus, XV: 45; XXI: 26n, 142+n Evangelie en talmud uit het oogpunt van zedelijkheid vergeleken, XXI: 141n Oost en west, staat- en letterkundig weekblad (periodiek, zie ook: Weekblad, het), I: 334; XV: 453; XIX: 463a, 532, 535, 536, 566, 657, 846a, 935, 937; XX: 104, 269; XXIV: 125 Oostenrijk, Albrecht, aartshertog van (hertog van Teschen), XII: 220; XIII: 665 Oostergo (periodiek), XIX: 214a, 282a, 303+n; XXI: 168n, 177a Oosterwijk, Joannes en Hendrik van der Gaete (uitgeverij te Amsterdam), VI: 665 Oosterwijk Bruijn, Jacob van, VII: 572, 573, 575, 576, 577, 770n; VIII: 55n, 56, 60; XX: 370, 371 Nieuwe ontdekkingen op de maan, de, VIII: 60 Philemon en Baucis, VIII: 56 ‘Trekschuit, de’, VII, 571; XX: 370 Oosterzee, H.M.C. van, XIV: 608n, 614 Oosterzee, Johannes J. van, II: 718, 788n; III: 35, 40, 267, 425, 598n, 614n; IV: 328, 329, 681; VII: 417, 770n; XI: 518, 541, 798b; XV: 571 Oratio de scepticismo hodiernis theologis caute vitando... (Het scepticisme, door den godgeleerde onzer dagen zorgvuldig te vermijden), II: 718; III: 598n; IV: 328, 681 Zullen wij nog theologie studeeren of niet? Toespraak bij de hervatting der academische werkzaamheden, XI: 518 Oosting, G., XXI: 806 Oostpost, de (periodiek), XXI: 543 {==497==} {>>pagina-aanduiding<<} Op de Coul, Jean, XVI: 480, 633, 758n Op de Coul, Josephus H., XVI: 370, 480, 613, 758n; XIX: 44+n Op de Coul, Maria M.E. (Mathilde), XVI: 24n, 331, 365n, 366n, 415n, 480, 486-488+n, 493n, 501, 529, 531, 537, 613, 759n; XVII: 364+n; XIX: 23n, 43+n, 55+n, 60, 96, 136, 140, 144, 147, 149, 161, 195, 206, 411, 446, 680, 681, 684; XX: 169n, 182, 194, 197 Op de Coul, Theodorus H., XVI: 24n, 175, 195, 196, 213, 219, 222, 223, 331, 365n, 366n, 369+n, 394n, 398, 406n, 442, 455, 480+n, 482, 483, 485n, 488, 493n, 503+n, 612-614, 633+n, 758b; XVII: 362n; XVIII: 577+n; XIX: 42n, 54n Op ten Noort, Willem R., X: 735n Opdorp, van, XXI: 742; XXII: 377 ‘Openbare zedelijkheid’ (Duitse brochure), XIII: 524 Opmerker, de: Indische opmerker, de (periodiek) Oppenheim, baron von, XII: 516; XIII: 309 Oppenheimer, L., XXII: 291 Oppermann, XII: 127 Opregte Haarlemsche courant (periodiek), I: 458; II: 392, 552; III: 335, 336, 410, 428, 429, 606n; IV: 178, 258, 261, 269, 287; V: 356; X: 516, 717; XI: 49, 535n, 626, 627, 628a, 631+a, 633a, 634, 635, 635a, 639, 640a, 644, 652, 655, 656-659, 660, 661, 663, 665a, 666, 667, 670, 671, 672a, 674, 675, 681+a, 684, 686a, 691a + 691a, 694a, 697a, 700a, 703a, 707a, 710, 712, 713+a, 717a, 718a, 722a, 726a, 729a, 732a, 735, 736a, 740-742+a, 747-749, 750a, 753, 753a, 756a, 759a, 762a, 766a, 770, 772+a, 776a, 779a, 781a, 783a, 788n; XII: 21a, 26a, 32, 37a, 42a, 46a, 53, 54, 55a, 60a, 64, 65, 71a, 75a, 86a, 92a, 113a, 124a, 125a, 133a, 137, 138, 140, 145a, 149, 150+a, 152a, 155a, 156a, 168, 170+a, 185a, 199a, 201a, 204, 205+a, 210a, 212a, 216a, 217a, 219a, 221a, 222a, 225a, 226a, 229a, 231a, 233a, 268a, 270a, 278a, 285a, 292a, 296a, 301a, 303a, 308a, 310a, 342, 346a, 348a, 351a, 352a, 357a, 361a, 372a, 377a, 390, 400a, 407a, 417a, 418a, 420a, 425a, 427a, 432a, 433a, 437, 439a, 443a, 447+a, 449a, 457a, 461a, 462a, 466a, 467a, 469a, 470a, 474a, 481, 482a, 492a, 515a, 523a, 530a, 538, 540, 541a, 543a, 546a, 548a, 570a, 574, 579, 582a, 593+a, 615, 609a, 615a, 630, 637a, 641a, 649a, 651a, 654a, 660a, 664a, 675, 676, 678a, 683, 684, 684a, 685a, 688, 688a, 692a, 708, 734a, 763a, 766, 767, 771, 774a, 782a, 790a, 795n; XIII: 15n, 21n, 23a, 26a, 29a, 31a, 34a, 35a, 38a, 40a, 41a, 44a, 47a, 52a, 56a, 58a, 62a, 64a, 65a, 67a, 68a, 70a, 72a, 75a, 76a, 77a, 81a, 82a, 87a, 91a+n, 94a, 96, 96a, 97a, 102a, 104a, 112a, 115a, 119a, 121a, 126a, 128a, 130n, 132a, 134a, 135a, 138a, 142a, 147a, 152a, 155a, 156a, 158a, 162a, 187a, 193a, 196a, 200a, 201a, 217a, 220a, 223a, 224a, 229a, 231a, 237a, 264, 284a, 301a, 304a, 308a, 312a, 319a, 321a, 324a, 326a, 330a, 333a, 338+a, 348a, 359a, 366a, 371a, {==498==} {>>pagina-aanduiding<<} 376a, 380a, 384a, 388a, 394a, 400a, 402a, 404a, 407a, 408a, 410a, 413a, 417a, 421a, 424a, 427a, 429a, 432a, 433a, 436a, 440a, 441a, 458a, 467a, 470a, 478a, 480a, 483a, 485a, 488a, 490a, 498a, 501a, 504a, 506a, 508a, 510a, 513a, 516a, 518a, 522a, 523a, 525a, 526a, 528a, 529a, 531a, 533a, 534a, 536a, 538a, 544a, 549a, 552a, 572a, 574a, 578a, 579a, 582a, 585+n, 586a, 588, 588a, 590a, 593a, 595a, 597, 597a, 598a, 599a, 602a, 604a, 605a, 608a, 614a, 615a, 617a, 620a, 624a, 625a, 626a, 628a, 630a, 631a, 633a, 634a, 635a, 637a, 639a, 641a, 657a, 659a, 664a, 667a, 669a, 685a, 687a, 691a, 693a, 699a, 702a, 712a; XIV: 21n, 31, 32, 88n, 169a, 394n, 644; XV: 168, 289, 366+n, 420, 487; XVI: 152, 375, 530; XVII: 615n, 667, 690; XVIII: 545, 554; XIX: 371n, 375a, 395, 407, 410, 444, 669n, 696a, 917; XX: 143, 144, 199n, 217a, 231, 309n; XXI: 94n, 126a; XXII: 322n, 326; XXIII: 448, 449, 500, 512, 563, 564, 662; XXIV: 85a, 498n, 704, 705, 707, 708, 711, 712, 713, 714, 716, 719, 720n; XXV: 22, 43, 74, 125 Opzoomer, Cornelis W., V: 215, 322, 751n; VI: 208; XI: 518, 541, 798b; XVI: 268; XVIII: 184, 458+n, 506, 674; XIX: 843, 860; XXI: 578, 764; XXIII: 101+n, 102 Oud of nieuw? Redevoering ter opening der akademische lessen uitgesproken, XI: 518 Oranje Nassau, Alexander (Willem A.K.H.F.), kroonprins der Nederlanden, II: 336; XX: 107; XXII: 71, 72 Oranje Nassau, Frederik (Willem F.K.), prins van, II: 18, 172; X: 736n; XI: 185; XIV: 678n; XIX: 973n; XX: 299, 301, 592n; XXI: 92, 465+n, 645, 788, 805, 812n; XXII: 106, 562n, 787n; XXIII: 775n Oranje Nassau, Hendrik (de zeevaarder), prins van, VI: 174; XVIII: 545+n, 564, 565, 574, 575; XIX: 189, 652, 660+n; XXII: 24n, 453n, 470, 471, 551, 564+n, 565; XXIII: 321n Oranje Nassau, Marianne, prinses van, XII: 352; XX: 207 Oranje Nassau, Willem (‘Wiwill’), prins van, X: 213; XII: 571+n; XVI: 76; XVIII: 405 Orbin, Johann B., XIII: 40 Ordre, l' (periodiek), XVI: 152; XXV: 44 Orelius den procureur: Tounens, Orélie Antoine de Orelius van Araucanië (Franciscus Orellana), V: 751n Orelli, Johann K. von, VI: 778n Orfela: Orfila, Matthieu J.B. Orfila, Matthieu J.B., IV: 541; XIV: 493; XX: 208 Origines, II: 404, 405, 789n; VI: 590, 796n; XV: 61+n Oristorio di Frama, Stella (ps. van: Krüseman, Mina), XV: 607, 796n; XVI: 329+n; XVII: 103, 128, 409 Orsini, Felice, graaf, I: 40, 570n; IV: 323, 783n Os, Ar van der, VIII: 27 Oscar II, koning van Zweden, II: 671; XII: 445 Osnabrücker Sontagsblatt (periodiek), XIII: 523 {==499==} {>>pagina-aanduiding<<} Ossian (mystificatie door James Macpherson), I: 568n; VII: 770n Songs of Ossian VII: 770n Ostsee Zeitung (periodiek), XIII: 88 Oswald, François, XIV: 583 Otho, Marcus Salvius, VII: 646 Ott, XII: 282 Ottema, Jan G., XIV: 631+n, 640, 642; XVI: 399; XVIII: 417 Geschiedkundige aantekeningen en ophelderingen bij Thet oera linda bok, XVI: 399 Otterloo, XVIII: 575 Otterloo, A. van, XVIII: 314-316, 575 Ot(t)fried, IV: 632-634 Liber evangeliorum, IV: 632 Otto I (duits keizer), IV: 28 Otto I, koning van Griekenland, VII: 768n Otto, Hans C., VIII: 687n Otto, Nicolaus A., XX: 579 Otto, wed., IX: 72 Ottolander, XXIII: 670 Oud Hellevoeter, een (ps.), XX: 343a, 344, 378-381 Oud-officier van het O.-I. leger, een (ps.), I: 355; III: 441, 442; VI: 221, 258; XIV: 313a, 354, 360+n, 361, 363, 368, 370, 373, 378, 386-388, 394, 396, 397, 403, 423, 440, 446, 514; XXI: 280, 611 Oud-ondermeester, een (ps.), XVIII: 115a+n, 117, 479 Oude heer Smits, de (ps. van: Lindo, Mark P.), X: 742n; XI: 796n; XVIII: 652n; XXIV: 440+n Oude tijd, de; geschiedenis, maatschappelijk en huiselijk leven... (periodiek), XIX: 154 Oudemans, Anthonie C., IX: 258+n Oudemans, Corneille A.J.A., XVII: 290; XXI: 271+n; XXII: 670 Flora van Nederland, de, XXI: 270n Ouderen, van den, X: 230+n, 231, 237, 244 Oudraat, IX: 261 Oultremont de Wégimont, Henriëtta, gravin d', XXIV: 516n Out, Trijntje W., VIII: 20n, 25+n, 26 Out, Walig, VIII: 25 Outshoorn, Cornelis, V: 751n Ouwersloot, F., XIV: 609, 615 Oven, van, XV: 123 Oven, von, XII: 693 Overbeek (baron G. von Overbeck), XXII: 529 Overhoff, H.F., XIX: 693a Overklift, XVI: 298 Overman, XXIV: 281, 372 Overstraten, Pieter G. van, II: 708 Overzier, Ludwig, XXII: 681, 682, 688, 690, 696 Wetterprognose für jeden Tag der Monate Juni-December 1883 auf Grundlage der Berechnung des Atmosfärs, Gezeiten und der Einfügung der Werte für Wärme, Druck und Feuchtigkeitsgehalt der Luft für ganz Deutschland, XXII: 681, 682, 688, 690, 696 Ovidius Naso, Publius, I: 568n; IV: 342, 543, 544, 641-646, 771n, 773-776n, 782n, 783n; V: 68, 751n, 754n, 755n; VI: 618, 620, 623, 798n; VII: 238, 239, 241, 242, 255, 267; XVI: 102; XIX: 132; XXII: 772+n Ars Amandi (Ars amatoria), V: 751n {==500==} {>>pagina-aanduiding<<} Epistulae ex Ponto, XXII: 769n Fasti, XVI: 102 Heroïdes, V: 68, 751n, 754n, 755n Metamorfosen, de, IV: 641, 644, 771n, 774n, 776n, 782n; V: 751n; VI: 618, 620 Tristia, I: 568n; IV: 783n Owen, Robert, III: 229, 615n Oxenstierna, Axel, graaf, VII: 383, 771n; XVI: 273; XIX: 336; XXI: 187 Oye, Eugeen van, XII: 140a P. R-d (ps. van: Westra, Pieter), XVIII: 762; XIX: 28-31, 34, 35, 449, 458, 459 Pa Moer, IX: 254n Paaltjens, Piet (ps. van: Haver-Schmidt, François), XIII: 190n; XVI: 521; XX: 227 Paap, Willem A., I: 581n; XV: 799n; XXI: 24n, 287, 355+n, 356, 371, 455n, 591n, 594n, 599n, 625, 645, 649, 651, 652, 663, 695, 768, 806, 812b; XXII: 21n, 24n, 191, 213, 243, 352, 359, 360, 402, 787b; XXIII: 21n, 155n, 164, 165, 170, 175, 176, 199, 275n, 361-363, 598, 775b; XXIV: 22n, 25n, 119, 491, 493, 672 Bombono's, XXIII: 21n, 141, 155+n, 164, 170, 175, 275n, 361, 775n Vincent Haman, XXIII: 21n, 775n Paasch, Marie van, XXII: 247 Pädagogische Beobachter. Wochenblatt für Erziehung und Unterricht (periodiek), XVIII: 580 Padang, agent van de factorij der N.H.M. te (1843), VIII: 120n, 155, 193n Padang, ass. res. van (Schaap, Dirk F., 1843; Teylingen, H. van, 1844), I: 155, 156, 160, 349; VIII: 154, 167-187, 197n, 315, 329n, 347n, 357, 434, 446 Padang, chef van de komptabiliteit te: Westkust van Sumatra, ass. res. belast met... Padang, deurwaarder te: Grünholtz (deurwaarder) Padang, fiscaal bij de raad van justitie te (Lange, J.G.), I: 166; VIII: 296n, 330, 343, 363+n, 382n, 382, 387-389, 392, 395, 396, 399-407+n, 410+n, 419-423 Padang, fiscaal bij de raad van justitie te (Prins, Ary), I: 182; VIII: 133-141+n, 172; XIII: 172 Padang, postkommies te (1843), VIII: 270 Padang, raad van justitie te, VIII: 401, 403+n, 405-407, 418, 419, 420, 422 Padang, wees- en boedelkamer te, VIII: 252 Padangsch handelsblad (periodiek), XX: 546; XXII: 566; XXV: 203 Padangsche Bovenlanden, resident van: C.P.C. Steinmetz Padua, burgemeester van, XXV: 194+n Paepe, César de, XX: 501n; XXII: 749; XXIII: 669+n; XXIV: 202a, 204 Paepke Bülow, Friedrich W., IX: 52n, 78, 79, 80, 81, 82, 94n Paetus, Caecina, II: 772n Pagalottij, Laurens, IX: 52n, 66 Paganini, Niccolò, XXIV: 446 Pagedangan, radja, VIII: 112 Pagger, radja, VIII: 177 {==501==} {>>pagina-aanduiding<<} Pahud, Charles F. (G.G., 1856-'61), I: 289, 305, 336, 365, 369, 372, 426, 435, 560n, 565n, 570b; II: 142, 163, 711; IV: 219; V: 641, 669, 677, 751n; VIII: 415n, 608, 635, 646, 694b; IX: 294n, 295, 297n, 305, 307+n, 332, 333n, 335+n, 337n, 341, 342, 343, 350n, 352+n, 353+n, 358, 359+n, 360, 362+n, 364+n, 373n, 374, 375+n, 377, 378+n, 381, 382+n, 383, 384+nm, 385+n, 387+n, 388n, 389, 391, 392, 394+n, 406n, 471n, 627n, 634n, 637+n, 638, 639, 640n, 666n, 671+n, 695n, 700n; X: 62, 114, 150, 221, 233, 290, 291, 300, 342n, 362n, 367, 368, 430, 431, 525, 744b; XI: 402; XII: 512, 715, 716; XV: 48+n, 55, 515; XXIV: 559, 562, 567, 573; XXV: 21 Paige, Marc A.F. le, VIII: 464 Paillet, Alphonse G.V., III: 97, 615n; IX: 281 Paine, Thomas, III: 230, 615n Paira, XII: 442 Paixhans, Henri J., V: 61, 751n Pak Maria (ps. van: Roorda van Eysinga, Sicco E.W.), XV: 111+n, 358, 395 Pakoe Alem, panggeran, IX: 30, 31 Palaiologo (Constantijn XI, Byzantijns keizer), V: 60, 110 Paleis van justitie (periodiek), XVI: 317+n Palembang, sultan van (1825), IX: 695n Paleologo, H.B.S., XXII: 270 Pall Mall gazette (periodiek), XIII: 504; XVI: 153; XXIII: 412, 415; XXIV: 413; XXV: 43 Pallavicini di Priola, Emilio, XI: 616 Palm, van der (res. van Bantam), XIII: 681, 682, 685; XXI: 721 Palm, Johannes H. van der, I: 159, 571n; II: 238, 551, 789n; III: 28, 98, 281-284, 286, 615n; IV: 40, 73, 95, 176, 214-216, 457, 462, 665, 783n; VI: 493, 567, 582, 699; VII: 307; VIII: 604; XI: 308; XV: 192, 216+n, 599+n; XVI: 261, 344; XVII: 252, 274; XVIII: 256, 674; XXI: 90, 723; XXIII: 221, 522+n ‘Aantekeningen op de bijbel’ (Volledige aantekeningen tot de vertaling des bijbels), II: 297; III: 282 Bijbel voor de jeugd. Taferelen uit de gewijde geschiedenis voor christen-huisgezinnen, IV: 176; XXIII: 221, 522+n Geschied- en redekunstig gedenkschrift van Nederlands herstelling in den jare 1813, I: 571n; III: 281; IV: 783n ‘Preken’ (een uitgave van Leerredenen), IV: 176 Palmer, Elihu, III: 230, 615n Palmer Nahuys van Burgst, Catharine P., XIII: 721n Palmerston, Henry J. Temple, 3rd earl of, XII: 262, 335, 694, 695; XV: 418 Palmieri, Luigi, XXII: 678+n, 688, 731 Paltz, Friedrich V., keurvorst van de, V: 733n Pamaga, si, I: 180-183, 401, 577n, 581n; VIII: 104n, 133-141+n, 142, 144, 145, 167-187, 198, 630; XIII: 172, 186, 198 {==502==} {>>pagina-aanduiding<<} Pandeglang, ass. res. van: A.J. van Dijck Pandeglang, patih van (1855), IX: 455 Pandeglang, regent van, IX: 548, 592, 649 Pandji, si, VIII: 112 Panechetti, mw., XIII: 448 Panghoeloe, datoe soetan, VIII: 166 Pangoloean, si, VIII: 254 Panman, E.E., XXI: 182 Pannemakers, XXIII: 725 Pant, M.G. van der, XXIV: 627 Panta noètá, (studentengezelschap te Utrecht), XII: 733, 734; XV: 336; XIX: 24n, 351, 365, 367, 383, 385, 532 Paoenda, pion, IX: 82 Paolucci, markiezin: Paulucci-Panciatichi, Marianna, markiezin Papenstecher, XI: 734 Papin, Denis, XXV: 95+n Paracelsus (Philippus A.T. Bombastus von Hohenheim), XIX: 467, 717, 724 Paradijs, Cornelis (ps. van: Eeden, Frederik van), XXIII: 538n, 692n, 774n Grassprietjes, XXIII: 539+n, 566, 693+n, 774n Parang Koedjang, demang van (1862), XXI: 720 Parang Koedjang, demang van: Wiera Koesoema Parang Koedjang, mantri van, IX: 459 Parang Koedjang, schrijver van, IX: 459 Paraphrast, Joost (ps.), XIX: 463a, 466, 532-543 Pareau, XX: 120, 121 Parent, Antoine, XXIII: 186n Parent-Duchâtelet, Alexis J.B., VI: 714, 797n; XXIII: 189 De la prostitution dans la ville de Paris, considérée sous le rapport de l'hygiène publique, de la morale et de l'administration, VI: 797n Paris-Journal (periodiek), I: 571n Paris-murcie, XXI: 455 Pariser Leben (operette): Offenbach, Jacques Park, Mungo, II: 553, 789n; III: 291, 615n; VI: 602, 797n; XII: 453; XVI: 199 Parker, Hyde, XXI: 397n Parmentier, van Hoegaerden en co. (fabriek te Gent), XII: 356, 365, 366, 379, 383 Parra Breton Vincent, van der: XXV: 203 Parvé: Steyn Parvé, Herman Parville, François H. Peudefer de, VI: 746-748, 797n; XIX: 269; XXI: 155 Causeries scientifiques, découvertes et inventions, progrès de la science et de l'industrie, VI: 748, 797n Pas, Joan, IX: 43, 44 Pascal, Blaise, I: 559n; XV: 192; XVI: 110, 111, 220; XXI: 289n; XXIII: 430n; XXV: 202n Pensées, XVI: 111; XXI: 289n; XXIII: 430n; XXV: 202n Provinciales, les, I: 559n; XVI: 110 Pasir Air, II: 128 Passart, XXII: 171 Passavant, E., XII: 725 Pat, F., XI: 331 Patingni Gapoor, datoe, X: 720 {==503==} {>>pagina-aanduiding<<} Patow, Robert, vrijheer von, XI: 717; XII: 30, 58, 134, 296; XIII: 460 Patrie, la (periodiek), XIII: 401 Patti, Adèle J.M., XVII: 201+n; XVIII: 705 Paul, XIII: 413 Paula (de heilige Vincentius a Paolo), IX: 119, II: 417 Pauli, Fritz, XII: 373 Pauline (Pauline W.L. Holle?), VIII: 523 Pauline? (Brussel 1859), X: 38, 42, 52 Paulsen, L., XVI: 509n Paulucci-Panciatichi, Marianna, markiezin, XVII: 27, 28, 33; XVIII: 642; XXIV: 480 Paulus (aartsbisschop van Keulen), XII: 94, 661; XIII: 339, 341; XIX: 82 Paulus (ps. van: Admiraal, Aart), VII: 523, 525; XVIII: 645+n Pauly, XII: 127 Pauly, Karl R., XX: 480 Pauly-Ett, Magdalena, XX: 480 Pauwert, Joh. L. van der, XIX: 255a, 256+n, 262, 390; XX: 309+n Pawel-Ramingen, von, XIII: 122 Pawi, si, VIII: 166 Payen, Antoine A.J., I: 573n Payer, Julius von, XXII: 735+n Payn, James (zie ook onder Heloïze), XVIII: 625n Peabody, George, XIV: 137; XIX: 899, 900, 916, 954; XX: 206 Peacham, Henry, V: 751n Pébé (ps. van: Brooshooft, Pieter), XV: 536, 678n; XXII: 252a, 257, 284, 285, 286a, 290 Beschouwingen over Thorbecke en opmerkingen over het kiesrecht, naar aanleiding van zes volksgesprekken, XV: 536, 677, 678+n Pedoli, radja, VIII: 196, 202 Peel, sir Robert, XII: 694 Peene, Hippo van Twee echtscheidingen (blijspel), XI: 425 Peere, J.D. van, XIII: 438 Peereboom, Alphonse van der, XII: 368, 400 Peeters, Petronella J.: Houwink-Pieters, Petronella J. Pekelharing, Arie, VIII: 43n, 695b Pekelharing, Baltus H., XX: 51; XXI: 683; XXII: 276; XXIV: 374, 398, 489 Pelkwijk, J. ter, XVII: 328 Pelldram, Leopold (bisschop van Trier), XI: 739; XII: 219 Pellico, Silvio, I: 83, 571n; II: 44, 789n Mie prigioni, le, I: 83, 571n Pellissier, R.J. (zie ook onder: Offel, Johan H. van), XVIII: 381+n Pels Rijcken (minister van marine), XII: 574, 751; XVI: 681 Peltzer, Armand, XXII: 479+n, 481, 482 Peltzer, Léon, XXII: 479+n, 481, 482, 484, 487 Peltzer & Lautier, VIII: 357 Pelupessij, J.A., IX: 251 Pen, Cornelis, VIII: 416n, 460n, 607, 614, 624, 691n Pen, Sara J., VIII: 416n, 460n, 690n Pen-van der Hucht, Johanna G.: Hucht, Johanna G. van der Pène, Henri de, I: 13, 571n; II: 28, 172, 789n; V: 739n; XI: 67+n, 195, 383; XII: 518a, 521-523, 526, 538; XV: 245+n; XVII: 63+n; XVIII: 50n; XXIV: 412, 649 {==504==} {>>pagina-aanduiding<<} Paris amoureux, I: 571n Paris aventureux, I: 571n Paris intime, I: 571n Paris viveur, I: 571n Penn, William, IV: 26, 784n Penning, P.J., XXV: 232 Penning jr., Paulus J., XI: 330; XIII: 300; XXIII: 728, 736+n Penning jr., Willem L. (zie ook onder ps.: Coens, M.), XIII: 146n; XVIII: 798b; XIX: 577; XX: 113, 227+n, 340; XXI: 21n, 85n, 95+n; XXII: 117; XXIII: 302a, 304, 357n; XXV: 102n, 156n Tienden van den oogst, XVIII: 799n Pepifax (ps. van: Boele van Hensbroek, Pieter A.M.), XXI: 455a, 456+n, 492 Pepijn (Pippijn, Frankisch koning), V: 60 Péreire, Isaac, IV: 302 Perelaer, Michel T.H., IV: 99n; XVIII: 376n; XXI: 26n, 539+n, 540a+n, 547-549, 551, 552+n, 555, 591n, 592n, 596, 599, 602, 603, 613, 614, 618, 619, 626, 628, 635+n, 646-650, 652, 657, 661, 662, 663, 668, 682-684, 688, 692, 694-696+n, 711, 716, 721, 725, 726, 743, 744, 751, 761a, 767, 772, 776, 778, 795, 806; XXII: 31, 53, 56+n, 59, 61, 75, 84, 91, 92, 96, 319, 468; XXIII: 108, 605, 608; XXV: 197 Borneo van zuid naar noord, XXI: 539, 646 Nogmaals Bantam en Max Havelaar, XXI: 635n, 636, 642, 657, 661, 663, 684, 761, 772, 776; XXII: 75, 96 Perez, Antonio, XII: 426 Perez, de, XIV: 669 Periander, II: 479, 790n; V: 97; VII: 774n Pericles, VI: 779n; XII: 29; XVI: 333; XXV: 58 Perillus, V: 752n; VI: 797n Peripathaeticus (ps. van: Uilkens, Jacobus A.), XV: 748; XVII: 41, 42, 56, 68, 69 Perk, Christina E. (Betsy), XV: 697+n, 699+n, 733, 797n; XVI: 22n, 154, 160, 161-163+n, 171+n, 172, 245, 246n, 255n, 269, 316, 325, 327, 399, 454, 483, 538, 556, 557, 567, 578, 579, 635, 637, 759b; XVIII: 732, 733 Elisabeth van Frankrijk, XVI: 759n Jacques Perk, geschetst voor 't jonge Nederland der XXe eeuw, XVI: 759n Kruis met rozen, een, XVI: 759n Mijn ezeltje en ik, XVI: 247, 359, 557, 567, 578, 579, 759n Starren liegen niet, de, XVI: 759n Wenken voor jonge dames, XVI: 759n Perk, Jacques, I: 580n, 581n; XV: 799n; XVI: 759n; XIX: 715n; XXIII: 140n; XXIV: 294 Gedichten, XV: 799n Perk, Marie A., XIX: 736+n Permentier, W.A., VIII: 472, 473, 474, 477, 478, 480, 493, 495, 540, 542, 562, 563, 569, 571, 572, 575, 576, 578, 581, 643, 645, 647, 648, 652, 657, 671 Permentier, mw. W.A., VIII: 472, 473, 477, 478, 480, 495, 514, 538, 540, 541, 562, 563, 568, 569, 570, 571, 573, 575, 576, 657 {==505==} {>>pagina-aanduiding<<} Pernice, Victor A.H., XII: 232 Perponcher, Willem, graaf de, XIII: 529 Perrot, Georges, XII: 28 Ile de Crète, l'; souvenirs de voyage, XII: 28 Perseveranza (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 Persichini, XVI: 659 Persigny, Jean G.V.F., hertog de, XIII: 532 Persyn, XIX: 841; XX: 251+n, 268 Perthes, Justus, II: 771n; XII: 726 Pestalozzi, Johan H., XVIII: 271 Pesther lloyd (periodiek), XIII: 304 Pesti napló (periodiek), XVI: 152; XXV: 43 Peter de grote, keizer van Rusland, II: 786n; XVIII: 46, 566; XX: 301; XXV: 168 Peter III, keizer van Rusland, VI: 782n; XIII: 506n Petermann, August, XI: 763; XII: 726; XIII: 40 ‘Geographische Mittheillungen’ (Mittheilungen aus Justus Perthes geographischer Anstalt über wichtige und neue Forschungen auf dem gebiete der Geographie), XI: 763 Peters, Anthonie, IX: 300, 301; X: 50, 98, 311, 744b, 745n, 747b; XI: 460, 463, 464, 470, 471, 799n; XXIV: 536+n, 540+n Petersburger Zeitung (periodiek), XVI: 152; XXV: 45 Petersen, XXIII: 398, 399 Petit journal, le (periodiek), XV: 37n; XVI: 190 Petöfi, Sándor, XIV: 144 Petrarca, Francesco, II: 664, 790n; VIII: 547, 548; XV: 567n; XVI: 319+n, 383, 745; XVII: 29, 316, 755n; XXI: 464; XXII: 704; XXIII: 510 Sonnetten, XVI: 319 Petrus (ps. van: Couperus, Petrus T.), XVIII: 29n, 30n Eerste stap van een leerling. Eenige beschouwingen over Multatuli's Minnebrieven, ten behoeve van het roode kruis, XVIII: 29n, 31; XXII: 342 Peijpers, H.F.A., XXIV: 314a, 372 Pfälzer Zeitung (periodiek), XII: 351; XIII: 699 Pfeiffer-Reyer, Ida L., I: 348, 572n; XIX: 173 Frauenfahrt um die Welt, eine, I: 572n Meine zweite Weltreise, I: 572n Pfeil, Ludwig W., XX: 480 Pflüger, XI: 479 Pfusterschmidt, von, XIII: 120 Phaedrus, III: 256, 615n; V: 738n Phalaris, tiran van Agrigentum, V: 91, 752n; VI: 797n Phayre, XIII: 225 Phidias, III: 289, 541, 616n; VI: 458, 798n; XV: 544 Philadelphus (ps. van Boelen, Anton), XIV: 237a+n Philalethes (ps. van: Lion, Izaac J.), X: 299 Philidor, François A.G., XXIII: 658n Philip (te Nieder-Ingelheim), XXI: 385, 396, 462, 508; XXII: 367, 427, 459+n, 615, 752; XXV: 196 ‘Philippine W.’ (Philippine van Vlaanderen door Désiré Delcroix), XXV: 78 Philippson, Ludwig, XIII: 546 {==506==} {>>pagina-aanduiding<<} Philippus, koning van Macedonië, I: 104, 572n; III: 602n, 616n; V: 341, 736n; VI: 64; XII: 507 Philips II, koning van Spanje, II: 76, 77; III: 180; IV: 18, 770n, 782n; V: 588, 743n; VII: 579, 661; XI: 176; XVIII: 157; XIX: 859 Philips, George, XVII: 517 Philipsborn, von, XI: 697 Philipse, Johan A., IV: 237-240; XI: 749, 750 Philippeau, IX: 663, 666, 669, 670 Philosophulus (ps.), XIX: 263a, 268+n Philosophie positive, la (periodiek), XV: 193; XVIII: 566 Philostratus, VII: 650 Leven van Apollonius de Tyane, het, VII: 650; XVIII: 595 Philoverax (ps. van: Huisman, Hendrik H.), II: 205, 790n; XI: 794n; XIII: 612 Des verstokten Ninevieten open zendbrief aan Dr. Jona C. Zaalberg, modern profeet en godgeleerde, XIII: 416n, 612+n Nederland en Max Havelaar, II: 205; X: 732n Phitsinger, VIII: 546, 643, 645, 647, 658, 671 Phlippeau, Bernardus M.F., VIII: 47 Phönizische Geschichte. Nach dem griechischen bearbeitet durch Philo von Byblos ins Deutsche übersetst, mit eine Vorrede: Sanchuniathonis Physiologie van Rotterdam, door twee Rotterdammers, XIII: 722n, 726 Pichot, Amédée, XII: 313n Pické, Carolus J., XVI: 681 Pieper, R., XIX: 855a, 890a, 891, 892n, 934; XXV: 159a, 162 Piepers, M.C., XVIII: 410-412+n, 425+n, 438+n; XX: 118+n, 144; XXIII: 21n, 200n, 585a, 590+n Macht tegen recht. De vervolging der justitie in Nederlandsch-Indië, XVIII: 407n; XX: 114n; XXIII: 21n, 200n Pierson, Allard, III: 189, 192, 193, 616n; VII: 523; XI: 511+n, 518, 520, 602, 701, 799b; XIII: 461n; XIV: 676n; XVII: 504; XVIII: 184; XIX: 755, 931; XX: 105+n, 154-155+n, 182+n, 188, 216, 392, 411; XXI: 88, 190, 199, 237, 250, 257, 806; XXII: 84; XXIII: 241+n Aan mijne laatste gemeente, XI: 511+n, 518 Levensbeschouwing, een, XX: 100n, 154+n, 221, 393; XXI: 257 Onverdraagzaamheid. Naar aanleiding van een kerkelijk protest van drie Amsterdamsche heren, III: 189 Ter uitvaart. Prof. van Oosterzee's inleiding over zijne dogmatiek en prof. Doedes' leer van God getoetst, VII: 523 Pierson, Nicolaas G., XIV: 511; XV: 741; XVII: 289 Kultuurstelsel, het; zes voorlezingen, XIV: 511 Piet de smeerpoets, IX: 264+n; XXI: 123n Pieters, D.F., IX: 275 Pieterse, P.A., VIII: 60, 62 Pieterson, Hendrik, VI: 661 Geslachtlijst der zelfstandige naamwoorden, VI: 661 {==507==} {>>pagina-aanduiding<<} Pietersse, Jan, III: 261 Pigault Lebrun (ps. van: Pigault de l'Epinoy, Charles A.G.), II: 636, 790n Pik, J., XXIV: 109 Pik, Willem, XVII: 797b; XVIII: 799n; XIX: 411, 446; XXIV: 109 Pinchbeck, Christopher, IV: 787n Pincoffs, Lodewijk, XIII: 497, 498, 521, 522; XX: 107+n, 187, 230, 240, 275, 280, 289, 344, 440; XXI: 50; XXIII: 147+n, 604+n Pinedo, D., XI: 330 Pino Post, Franciska, XI: 112n, 122, 136, 138, 140, 142, 148, 150, 151, 189, 198, 199, 292, 297, 449, 450, 456, 464+n, 471, 472, 506+n, 553, 799b; XIII: 337+n; XXIV: 240n Pino Post, Geertruida J.A.: Hotz-Pino Post, Geertruida J.A. Pino Post, Mimi, XIX: 153, 673+n Piper, IX: 269 Piper-Colet, mw., IX: 269 Pirmez, Léonard, XIV: 83+n Essai sur la queue des comètes, XIV: 83+n Piron, Alexis, VI: 719-721, 798n Pisistratos, VII: 766n Pisuisse, Hendrik L.F., XIX: 244a, 248+n, 249a, 254, 519a+n, 524, 525, 612n, 619+n; XX: 298+n, 331, 593b; XXI: 151, 682, 683, 750, 796, 813n; XXII: 32a, 70+n, 432; XXIII: 428; XXV: 155 Pisuisse-Margadant, Constance, XX: 303, 331 Pitaval, François Gayot de, XV: 590+n Pitt, William (the elder), XIX: 246+n Pitt, William (the younger), IX: 578; XIX: 244n Pittacus, II: 479, 790n; V: 97; XIX: 194 Pius VII, paus, VII: 253, 771n; VIII: 372; IX: 172 Pius IX, paus, IV: 302, 715, 784n; V: 337, 338, 752n; VI: 157; XII: 445, 462, 523, 524, 595, 642, 650, 651, 660-662; XIII: 49, 82+n, 163, 226, 340, 341, 402n, 432n, 437, 438, 440, 498, 521, 574n, 579, 606, 686, 717; XIV: 97+n, 151n, 176n; XV: 677; XVI: 426, 501+n, 513, 565, 576, 578, 579, 583, 659; XVII: 485; XXII: 461n; XXIV: 715; XXV: 205n Pizarro, Francisco, III: 617n; V: 751n; IX: 609; XXIV: 682+n Plaat, Joh. van der, VIII: 57 Planche, Jean B.G. (Gustave), IV: 457; VI: 239, 798n; XXII: 600+n Portraits littéraires, VI: 798n Plancius, Petrus, XXI: 583 Plas, Louis, XVII: 103 Platen, graaf, XII: 582, 583 Plater, Ladislaus, graaf, XII: 220 Plato, I: 577n; II: 664, 790n; III: 255, 616n; IV: 205, 227, 412, 509, 511, 606, 625, 665; V: 407; VII: 60, 63, 583, 715, 774n; IX: 712; XII: 107; XIII: 680; XVII: 654; XIX: 194, 269, 312, 386, 543, 547, 717, 723; XXI: 93, 199, 256; XXIII: 148; XXIV: 170; XXV: 175 Phaedo, IX: 712 Republiek, de (Politeia), XIX: 543 Plautus, Titus Macchius, III: 544, 616n; VII: 456, 600, 771n; XVI: 243; XVIII: 521 Aulularia, III: 616n Miles gloriosus, III: 616n {==508==} {>>pagina-aanduiding<<} Plet: Plettenberg, Alexander L., baron van Plettenberg, graaf von, XII: 665 Plettenberg, Alexander L., baron van, XIII: 217; XIV: 16n, 22n, 24n, 70+n, 193, 219+n, 220, 223, 224, 231+n, 272n, 277+n, 287, 289-291+n, 303-305n, 307, 320, 358+n, 359, 365n, 370n, 372+n, 395, 399+n, 405, 410+n, 417, 418, 426+n, 432, 451, 452, 488, 499, 508n, 522, 528, 531, 532+n, 542, 548, 548+n, 549, 551+n, 553, 555-558+n, 564, 596+n, 609, 615, 654, 678b, 682n; XV: 30n, 32n, 42, 46, 48, 56, 64-66, 68, 69, 71, 73, 75, 98, 101, 113, 123, 159n, 172+n, 192, 202, 207, 209, 210, 211+n, 214, 217+n, 221, 223, 250, 251, 253, 255, 263+n, 276, 277, 283, 286n, 287, 288, 289+n, 290, 291, 292, 293, 298+n, 299, 300, 301, 304, 310, 314, 315, 318, 322, 324, 325, 332, 333, 334, 340, 341, 355, 359, 360, 363, 367, 369, 374, 389, 390+n, 394, 395, 396, 398, 401, 422, 427, 428, 439, 453, 478, 551n, 569, 609, 687+n; XVI: 9n, 23n, 24n, 285, 286, 289, 304, 369n; XVII: 415+n, 416, 423, 588, 589; XIX: 65+n, 75, 148, 149, 153, 180, 276, 352, 411, 566, 657; XX: 245, 248, 330; XXI: 96; XXII: 139, 273; XXIV: 354 Pleyte, Willem, XVII: 290 Plinius Caecilius Secundus (de jongere), Gajus, VII: 645, 647 Epistulae, VII: 645, 647 Panegyricus in Traianem, VII: 645 Plinius de oudere, Gajus, IV: 625, 782n, 784n; VII: 576, 577, 645, 647, 771n; XVIII: 474 Historia naturalis: Naturalis historia Naturalis historia, IV: 782n, 784n; VII: 645 Plotho, Erick C.E. von, IV: 30 Plotz, Johann von, XXIV: 617 ‘Dom en geleerd’ (blijspel), XXIV: 617 Plutarchus, II: 500, 501, 790n; V: 490, 646, 752n; VI: 798n; VII: 645, 646, 668; XVI: 528; XVIII: 440+n; XIX: 266, 542, 859; XXI: 297 Poe, Edgar A., XXIV: 348+n ‘Raven, the’, XXIV: 348+n Poedjing Anteer, IX: 494 Poel, XII: 120 Poel, A. van de, IX: 19a, 28a Oorsprong van den naam Bagalen en het aldaar gevestigd geslacht der Kentols, IX: 19n Poel (du Rij) van Beest Holle, mw. van der, XX: 243+n Poelgeest, Gerard van, IV: 769n Poeloeng: Koeloeng Poerawidjaija, raden, IX: 415 Poetie, datoe, VI: 422; VIII: 133, 191 Poisson, Simon D., XVII: 510 Pol, G., VIII: 56 Polak, E.A., XXII: 291 Polak, H.J., XXIV: 24n, 423a, 451, 453, 454, 455, 461 Polak, Joost, XXII: 292 Polak, M.S., X: 557; XXIII: 498, 542, 561 Poland, Theodorus (Toontje), V: 363, 752n Polanen Petel, O. van, XXI: 720 {==509==} {>>pagina-aanduiding<<} Polano, Herman, XI: 331 ‘Polen aan de volken en regeringen van Europa’, XII: 126 Polerio, Giulio C., XVII: 314, 323 ‘Politische Jahrbücher’: Deutsche Jahrbücher für Politik und Literatur (periodiek) Poll, Frederik van de, XV: 628, 631, 632 Poll, H.J. van de, X: 464 Pöllnitz, Carl L., vrijheer von, IV: 22 Memoiren zur Lebens- und Regierungsgeschichte der vier Letzten Regenten des Preussischen Staates, mit einem berichtigendem Anhange, IV: 22 Polman, Jacob, VIII: 678; IX: 100, 101 Pompadour, Antoinette Poisson, dite Mad. de, XXI: 552n Pompeius Magnus, Gnaeus, XXII: 671 Ponson du Terrail, Pierre A., burggraaf de, III: 298, 616n Pont Noordbeek, Jacobus du, X: 359, 361, 371, 372, 373, 385, 411, 461, 520 Ponte, Lorenzo da, VI: 786n Ponto, Jacobus, IX: 91+n Pool, Augustine J., XVIII: 639+n; XX: 334 Pool, Carel S. van der, VI: 415, 417, 418, 421, 422; VIII: 105n, 142, 149, 150, 214, 234+n, 241, 244n, 264, 268, 278, 336, 337, 695b; IX: 97, 149, 288, 696n, 700n; XI: 219+n; XVIII: 244 Pool, Frederik H.A., XI: 792n; XVII: 588, 589; XVIII: 330+n, 339, 616; XIX: 75+n, 148+n, 203, 451, 454, 684, 764; XX: 268, 306n, 334, 567; XXI: 53, 262, 308n, 323, 343; XXIII: 20n, 171, 185+n, 187, 188, 330; XXIV: 421n; XXV: 208n Pool, G.J., IX: 341; X: 60; XVIII: 330 Pool, George A., III: 279 Pool, Marinus J., IX: 582, 620, 622, 631, 647 Pool-Hamminck Schepel, Frederika M.: Hamminck Schepel, Frederika M. (Frédi) Poolman, Willem, X: 175, 217, 222-224, 237, 248-250+n, 251, 254-259, 263, 744b; XI: 799b, 802n Poot, Hubert Kzn., VII: 312; XXI: 297; XXIII: 305, 479 Pooven: Simonau & Toovey Pope, Alexander, II: 254, 337, 790n Essay on man, II: 337 Poppaea Sabina, VI: 306 Poppink, J.W., XXII: 717+n; XXIII: 150+n Poquelin, Jean B. (zie ook onder ps. Molière), III: 612n; IV: 781n; V: 749n Porcia, II: 17, 790n Porkas, radja van Rau Rau Japorkas, VIII: 254, 263 Porsenna, koning der Etruriërs, I: 575n; VI: 407, 795n Portefeuille, de (periodiek), XX: 69a, 99a, 220a, 362a, 447a; XXI: 9n, 25n, 322+n, 331+n, 339, 346n, 347a, 349, 353, 357, 358, 364, 367, 369a, 370, 373, 380, 386a, 393, 398, 400, 417, 449, 455, 484, 486, 811n; XXII: 20n, 64a, 90n, 97+n, 98, 167a, 221a, 273a, 599+n, 729, 785n; XXIII: 158, 159, 499a, 607a, 773n; XXIV: {==510==} {>>pagina-aanduiding<<} 24n, 133a, 153a, 181n, 181a, 192, 212, 219, 229, 271, 272, 274a, 351, 373, 404 Portier de l'Oise, Louis, III: 264 Portius, K.J.S., XV: 69n; XXIV: 65+n, 287 Katechismus der Schachspielkunst, XV: 69+n, 103, 219+n; XX: 268; XXIV: 65n Portugal, Lodewijk I, koning van, XII: 305 Portugal, Maria Pia, koningin van, XII: 305 Portugal, Pedro V, koning van, II: 219 Porus, I: 442, 573n; X: 151 Post, die (periodiek), XIII: 157 Post, van der, XXI: 644 Post, C.L.F., XX: 241, 245+n; XXI: 644, 806; XXII: 62, 79+n, 147, 278, 566; XXIV: 356, 357 Over den waterstaat in Nederlandsch-Indië, XX: 245n Post, David, VI: 246, 247, 252-255, 269, 274, 279, 282-298, 312, 313, 317, 326, 328, 330-335, 349-354, 359-366, 368, 383, 387; XV: 452n, 454n, 458n, 459+n, 474, 480, 530, 541, 543, 545+n, 546, 565+n, 567, 570, 651, 652, 722, 758, 798b; XVI: 34, 312n, 472; XVII: 61; XVIII: 258+n, 262-265, 267; XX: 143+n; XXIV: 339, 498n; XXV: 28+n, 30 Post, Elisabeth M., VI: 723, 724, 780n Land, het; in brieven, VI: 723, 724, 780n Post, T.: Post, C.L.F. Post van Leggelo, Annetta G., IX: 694n; XI: 790n; XXIII: 24n, 555n Postheyri, der (periodiek), XV: 739, 740 Posthumus, Rinse, III: 29 Posthumus Meyjes, F.E., XXIII: 282n, 285n, 287 Postma, Frederik, XVII: 131, 225; XX: 67 Postma, S., XVII: 219, 225 Postma, Th., XXI: 156+n, 164+n, 165 Postma, mw., XVIII: 644n, 646 Postma-van der Wal, J., XVII: 131, 225; XIX: 801; XX: 67 Potan, Jan, VIII: 129n, 200, 216n, 251, 257, 265 Potas, Aagje A., VIII: 28 Potgieter, Everhardus J., I: 561; XI: 511n, 535n, 610, 613, 615, 618+n, 620, 623, 626, 654n, 742, 749, 799b; XII: 139, 169, 204n, 432+n, 555, 556, 580, 581, 593, 607, 627, 636, 660, 749; XIII: 55, 118, 146, 227, 315, 392n; XIV: 38, 176, 220, 268, 269, 272n, 277, 280, 359, 395, 556, 643n, 678b, 682n; XV: 80, 114n, 262, 267, 284, 305, 342n, 525n, 549n; XVI: 23n, 382n, 387, 504+n, 552n, 562, 752+n, 753; XVII: 37+n, 324+n, 325, 327, 328, 329, 330, 336, 634; XVIII: 66, 509, 764; XIX: 287, 288, 504, 865, 866; XXII: 64, 124; XXIII: 461, 504n; XXIV: 169, 325, 441, 442, 477+n, 482, 632, 636, 638 Florence, XVI: 319+n Liedekens van bontekoe, XVII: 328 Noorden, het; in omtrekken en tafereelen, XVII: 328 Poëzy, XVI: 318n Twee zusters, XVII: 328 {==511==} {>>pagina-aanduiding<<} Potgieter, Sophia J., XVI: 380, 543 Potter, XVI: 404 Potter, Louis J.A. de, III: 229; V: 357 Potter, Paulus, II: 438 Potvin, Charles, II: 168; III: 229, 616n; XI: 394, 395, 399, 800b; XIII: 556a+n, 571 Poulin, P., III: 229; XI: 79 Qu'est-ce que l'homme? Qu'est-ce que dieu? Solution scientifique du problème religieux, XI: 79 Pouwert: Pauwert, Joh. L. van der Pouyer-Quertier, Augustin T., III: 388-390, 617n; V: 261 Pozzati, XIII: 194 Praag, E. van, XXII: 291 Praag, J. van, XXII: 291 Praag, M. van, XXII: 291 Practisch volksboek, museum voor natuur, kunst en wetenschap (periodiek), XI: 476 Praetorius en zn., P.E.H. (bankiers), X: 213, 214, 215, 222, 228, 244; XI: 235, 339, 499; XII: 270, 272; XIII: 698 Prâlin: Praslin, César G. de Choiseul, hertog de Pranckh, von, XIII: 148 Praslin, César G. de Choiseul, hertog de, IV: 192 Pratassoff Bachmeteff, graaf, XXIII: 279n, 410, 411, 417 Prawira Natta, mas aria (patih van Lebak), IX: 425, 434, 457, 462, 476, 480, 485, 487, 489, 498, 508, 509, 512, 518, 531, 550, 560, 564, 587, 600, 648, 648 Prawira Redja, agoes; demang van Lebak (voor 1850), IX: 648 Preanger Regentschappen, resident van: Cleerens, Joannes B. Précurseur, le (periodiek), XII: 97a, 98a, 138 Prehm, van, X: 249, 250, 257, 258, 260, 266, 268, 271, 277 ‘Prentenbijbel’: Bijbel (...), voorzien met 200 platen van Gustave Doré. Voorzien van een voorbericht en uitgegeven onder toezicht van Nicolaas Beets. Opgedragen aan H.M. de Koningin der Nederlanden, XVI: 299 Prescott, William H., III: 406, 407, 617n; V: 320, 752n; VII: 225, 418, 771n; XIX: 270, 843; XXI: 566, 579 History of the conquest of Peru, V: 752n History of the reign of Ferdinant and Isabella, V: 752n Presse, die (periodiek), XIII: 586 Presse, la (periodiek), II: 220; III: 603n; XII: 136n; XV: 423n; XVI: 152; XXV: 44 Presse Belge, la (periodiek), XVII: 578 Prévost-Paradol, Lucien A., XI: 752, 753; XIV: 71 Revue de l'histoire universelle, XI: 752, 753 Prevot, mr. et mlle., IX: 675 Prim y Prats, Juan, XII: 457; XIII: 626+n Prince, VIII: 222, 223, 336 Prins, Ary (zie ook: algemeen secretaris 1851-'53), VIII: 134n, 172; IX: 230, 409 -zie verder: Padang, fiskaal bij... Prins, Laurent de: Deprins, Laurent F. Prinsen, Pieter J., II: 542 Prior, XIII: 404 Probst, Franz R., XIII: 43 {==512==} {>>pagina-aanduiding<<} Procureur-generaal bij het hooggerechtshof van Nederlands-Indië, VIII: 436; IX: 643; X: 290 Procureur-generaal van Noord Holland, XII: 570n Proff-Irnich und Menden, Karl, vrijheer von, XII: 76, 305 Pronk, Gerrit, VIII: 25 Propertius, Sextus Aurelius, IV: 782n; V: 750n; XVIII: 220n Elegiae, V: 750n; XVIII: 220n Prosper, mw., XIV: 619 Prot, Gustave, XX: 367, 405 Protestant, de (periodiek), XXIII: 21n, 22n, 206a, 214a, 218a, 224-228, 235, 236, 240, 244+a, 247a, 252, 253a, 254a, 260, 261, 262, 266-268, 269, 270, 357n Protestantische Kirchenzeitung (periodiek), XIII: 60 Proudhon, Pierre J., IV: 784n; XV: 101+n, 479, 538, 741; XXIV: 643 Providentia (levens-verzekeringsmaatschappij), XVI: 437 Provincial Correspondenz (periodiek), XII: 58, 95, 96, 133, 134, 145; XIII: 35, 76, 148, 149, 367, 369, 527 Provinciale Drentsche en Asser courant (periodiek), XVII: 497; XIX: 830; XX: 201a, 354n, 376n, 390a; XXI: 183n, 231a Provinciale Friesche courant (periodiek), III: 138; X: 344 Provinciale Geldersche en Nijmeegse courant (periodiek), XVIII: 25a+n; XIX: 852a, 871, 893a; XXI: 196n Provinciale Groninger courant (periodiek), XIII: 204n, 210a, 227n, 239a, 241n, 249n, 251a, 257a, 259a; XV: 149a; XVI: 375; XVII: 492, 496; XIX: 244n, 484, 658, 763, 806a, 813-816, 831a, 832, 833, 853a, 863a, 865-867; XX: 325n, 360n, 391a; XXI: 175n, 182n, 184a, 196a+n, 199a, 201a, 206a, 719, 723a, 727, 778; XXII: 58; XXIII: 311a Provinciale Noordbrabandsche en 's-Hertogenbossche courant (periodiek), XIX: 388n, 753n; XXI: 107n Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant (periodiek), XIX: 435n, 450a, 466n, 477a, 730n, 743a; XX: 249n; XXI: 200n, 207a; XXII: 58 Pruikemaker, J., XXII: 378, 421 Pruimers, Johanna Th.; baronesse van Dedem, III: 43, 68, 71-74, 381, 383, 617n; XI: 78n, 239+n, 250n, 251n, 252n, 299, 302, 304-307+n, 312, 800b; XIX: 539; XXIV: 606n Pruimers, Margaretha D., III: 617n; XI: 800n Pruisen, Adelbert, prins van, IV: 302; XII: 461 Pruisen, Albrecht, prins van, XII: 352; XIII: 485 Pruisen, Augusta van Saksen-Weimar-Eisenach; koningin van, V: 77; XI: 703, 705, 718, 757?; XII: 92, 218, 362, 418, 428, 516; XIII: 67, 76, 120, 309; XXII: 582 Pruisen, Frederik Karel, prins van, XI: 632; XII: 95, 231, 461; XIV: 169 Pruisen, Frederik, kroonprins van, XI: 718, 780; XII: 47, 127, 157, 446, 474; XIII: 48, 67, 68, 76, 87, {==513==} {>>pagina-aanduiding<<} 106, 120, 309, 664, 665; XV: 682 Pruisen, Karel, prins van, XII: 461; XXII: 583 Pruisen, Karel, ‘prinses van’ (zie ook: Weimar, Maria van Saksen-), XI: 717 Pruisen, Louise van Mecklenburg-Strelitz, koningin van, XII: 211 Pruisen, Maria E.L.F., prinses van, XXII: 24n, 456+n, 467, 497, 520, 548, 566; XXIII: 322+n Pruisen, Sophia Dorothea van Engeland; koningin van, IV: 23, 24 Pruisen, Victoria van Saksen Coburg Gotha; prinses van, XII: 213, 446, 474; XIII: 76, 87, 106; XXIV: 720 Pruisen, minister van financiën van, XI: 755; XII: 353 ‘Pruisisch staatsblad’: Allgemeine Preuszische Staats-Zeitung (periodiek) Pruys van der Hoeven, Abraham, XX: 528n; XXII: 474+n Pruys van der Hoeven, Cornelis, XVI: 208; XX: 534 Pryce, Mary, VIII: 690n Ptolemeus, Claudius, XVIII: 482+n Public advertiser, the (periodiek), V: 744n Puck. Montagsmagazin für die elegante Welt (periodiek), XVIII: 586+n Pugatcheff, Jemeljan I., XIII: 507+n Punch, or the London Charivari (periodiek), IV: 48; XII: 515; XVI: 234+n Purmerender courant (periodiek), XI: 396; XIX: 892n, 910a Putbus, von, XII: 45 Putte, erve van der (uitgeverij te Amsterdam), XVII: 768 Puy, James du, VIII: 393, 396, 423, 430, 436 Puy, N.P. du (controleur te Krawang, 1845), VIII: 471, 472, 483, 578, 580, 581, 582, 652 Puy, mw. N.P. du, VIII: 581, 582 Pijnappel Gzn., Jan, XIV: 351 Pyrrhus, koning van Epirus, VI: 319, 798n Pythagoras, II: 27, 319, 791n; III: 357, 358, 360, 378, 617n; IV: 205, 340, 509, 511, 665; V: 494, 511, 753n; VI: 156; XI: 192+n; XII: 140, 396; XV: 671+n; XIX: 194, 692, 854; XIX: 253; XX: 493; XXIV: 199, 400, 609n, 626 Pythias, VI: 308, 787n Pyttersen Tzn., Hendrik (uitgever te Sneek), II: 662; XVI: 107, 605; XVII: 384 Quaat, XIV: 54 Quack, Hendrik P.G., VI: 340, 342; XIV: 199, 211, 212, 233, 236, 237, 246, 287n, 288, 289, 321, 356, 410n, 448, 451, 453, 455, 678n, 679b, 681n, 682n; XV: 287, 296+n; XVI: 288, 472, 702; XVII: 169; XVIII: 447, 537, 540; XX: 187, 188; XXI: 692, 728; XXII: 231; XXIII: 432+n, 436, 496, 653+n, 694, 716 Quarles, mevrouw (ps. van: Anderson, Marie), XX: 255+n, 329, 447, 501+n; XXI: 364+n, 377+n, 378; XXIV: 37+n Schetsen naar het leven, XX: 254n, 500+n Quarles van Ufford, jhr. Jacob K.W., XXIII: 382+n {==514==} {>>pagina-aanduiding<<} Quarterly review, the (periodiek), XV: 479, 504 Quast, XXIII: 566 Quast, Alexander F. von, XVI: 252+n Quatrefages de Bréau, Jean L.A. de, XV: 52+n, 71 Quélus, Jacques de Lévis, graaf de, XVI: 679 Quenstedt, Friedrich A., XV: 505 Quentin Durward: Scott, sir Walter Quérard, Joseph M., XIV: 143; XXV: 200+n Supercheries littéraires dévoilées, les, XIV: 143; XXI: 731; XXII: 656+n; XXV: 200 Quételet, Lambert A.J., XV: 504+n Physique sociale, ou essais sur le développement, XV: 504 Théorie des probabilités, XV: 503n Quidam (ps.), XIX: 860a, 863, 919, 940-942; XX: 36a, 38, 55 Quinctilianus: Quintilianus, Marcus Fabius Quinet, Edgar, II: 678; V: 169, 170, 184, 295, 320, 753n; XV: 503+n, 504 Traité des probabilités, V: 169; XV: 504+n Quint (Quinet, Edgar), XIX: 172 Quintilianus, Marcus Fabius, I: 571n; II: 228, 748n; IV: 489, 783n, 784n; XIX: 486+n; XXII: 546n, 594n; XXIV: 714n Institutiones oratoriae, I: 571n; IV: 783n, 784n Quintillianus (ps. van: Braunius Oeberius, Nicolaas), II: 301, 303-306, 659; III: 231, 618n; X: 586+n, 587, 628, 732n, 744b; XI: 788n, 800n; XIV: 30a+n; XVIII: 83a, 90a, 93, 97a; XIX: 971n; XXIV: 595+n, 622+n, 623, 739n Brief van Quintillianus, II: 301-303, X: 584n, 587+n, 611 Quintus (ps. van: Goot, P. van der), XXIII: 154+n, 157, 164, 175 Raadersma Lzn., H., XXIII: 526 Rekenboek voor de lagere school, XXIII: 526 Raaf, Harm de, XVIII: 326a+n, 580a, 632, 684a, 685, 687n, 714a, 716, 799b; XIX: 27a+n, 31, 67-71, 412, 458, 974n; XXI: 539+n; XXV: 155 Beginselen der zielkunde, XVIII: 799n Raalte, Ed. W. van, XI: 331 Raat, XIV: 332 Rabelais, François, VII: 61; XIX: 555; XX: 277 Rabenau, Adalbert, vrijheer von, XIII: 618, 621, 623, 627 Rabon, IX: 576 Rabus, Petrus, VI: 780n Rachel, Elisabeth (ps. van: Félix, Elisabeth), IV: 368; IX: 282 Racine, Jean, VII: 245; X: 738n; XIII: 364; XVI: 698; XVII: 739; XVIII: 382, 522; XIX: 520n, 648; XX: 342; XXIII: 268; XXIV: 153n Athalie, IV, 210 Britannicus, XIX: 520n; XXIV: 153n Racowitza, Janco von, XXIII: 659n Radaya, II: 127; IX: 552 Radboud, koning der Friezen, II: 791n; V: 60; XIX: 415+n {==515==} {>>pagina-aanduiding<<} Radcliffe-Ward, Ann, II: 444, 791n; VII: 543, 553 Rademacher, Jac. (ps. van: Ven, E.Ph.H. van der), XV: 36, 37, 552n, 772n; XVI: 141, 351a, 357; XVIII: 669 Radenhausen, Christian, III: 230; XXII: 489 Isis. Der Mensch und die Welt, XXII: 489 ‘Radenhausen, Rebel wider dem Glauben’, XXII: 489 Radie, IX: 555 Raedt van Oldebarnevelt, Hendrik J.A., XIII: 645, 669, 724b; XIV: 27, 36 Raedt van Oldebarnevelt, Johannes R., X: 553, 555, 743b; XI: 31, 330, 605+n, 797n, 800b Rafael (Rafaello Santi), II: 717, 791n; IV: 172, 278, 608, 701, 768n; V: 614, 753n; VI: 625, 627, 799n; XVI: 243; XVII: 552; XX: 46, 365, 496, 515; XXI: 212, 465, 667, 732, 734; XXIII: 267, 594; XXIV: 445 Raffles, sir Thomas Stamford, V: 403, 753n; XII: 265, 338 Raht, XIII: 117 Raimien (mandoer Tjidikit), IX: 423, 424 Rakoem, IX: 557 Rama, si, VIII: 201, 209n Ramaer, Anthon G.W. (zie ook onder ps. Laçhmé, Ramajana), II: 785n; X: 629n, 731n, 733n, 741n; XI: 474, 795n, 800b Ramajana (eig.: A.G.W. Ràmàynà, ps. van: Ramaer, Anthon G.W.), XI: 474 Duizend gulden, of het scheppingssysteent van H. Weiss, XI: 474 Ramanie, IX: 576 Rambang, si, VIII: 311 Rammelman Elzevier, W.J.C., XVI: 581-583, 588+n, 639 Rammers, IX: 403 Ramoe, IX: 554 Ramondt: Slingervoet Ramondt, Joh. E. Ramses, koning van Egypte, V: 753 Rangem, IX: 576 Rangga, IX: 552 Ranitz, de, XIX: 518+n Ranke, Leopold von, IV: 787n Rankas Bitoeng, djaksa van, IX: 414 Rannga, II: 128 Rant, F.H.M., XXV: 157 Rant, R., XXII: 202 Rantjanie, IX: 555 Rappard, C.H.A. van, XI: 331 Rappard, jhr. Josias C., XXI: 23n, 136+n, 137 Rappart (kommandant te Serang, 1856), XXI: 137 Rappel, le (periodiek), XIII: 630 Rappo, Carl, IV: 84 Rapport van de Gouverneur van Suriname, omtrent de ontworpen Nederlandsche ontginnings- en handelmaatschappij, met de memorie van beantwoording, XI: 227n, 413 Raspail, François V., IV: 302; XIII: 553; XIV: 493; XIX: 194; XX: 208; XXIII: 301+n, 364+n, 365 Rassina (mandoer van Godang), IX: 453 Ratiah, IX: 557 Ratibor, Victor M.K., hertog van, XII: 269; XIII: 438 Rationali (ps.), XIV: 164 Ratjenie, IX: 557 {==516==} {>>pagina-aanduiding<<} Rattazzi, Urbano, V: 279; XII: 461, 462 Rattazzi-Bonaparte Wyse, Marie S.; dame de Solms, V: 278, 279, 297; XXV: 23n Rau, Heribert, III: 230 Rauch, XIX: 380, 589+n, 590; XX: 451 Raumer, Friedrich L.G. von, XXII: 577+n ‘Raumer's Historisches Taschenbuch’ (Historisches Taschenbuch, herausgegeben von Friedrich von Raumer), XIX: 154, 398; XX: 581 Raupach, Ernst, III: 570n, 601n, 618n; XI: 92n, 94; XVIII: 42 Schule des Lebens, die, III: 35, 38, 570n, 601n, 618n; XI: 92-94+n; XVIII: 42+n Rauscher, Joseph O., ridder von, XI: 628 Rauwenhoff, Lodewijk W.E., XVIII: 184 Rauwenhoff, V.W.P., XXIV: 602 Ravaillac, François, III: 605n Raven, Pr., VIII: 24 Ray, Carel A. van, VI: 791n Kamertje van het wasmeisje, het (blijspel), VI: 443, 791n Razouk, X: 715; XI: 81 Read, William H.M., XXI: 631 Reael, Laurens (G.G., 1625-'19), XIX: 58 Realistus (ps.), X: 732n Multatuli's Minnebrieven aan de rede getoetst, X: 732n Rebeck, XI: 743 Rechberg und Rotherlöwen, Johan B., graaf, XI: 641 Recht door zee (periodiek), XII: 796n; XIV: 193n; XVI: 359a, 373a Recht voor allen (periodiek), XIV: 680n; XX: 525; XXI: 440; XXII: 20n, 109a, 111a, 172n, 201n, 221n, 236n, 243n, 304n, 306n, 319n, 546n, 569, 773a, 786n; XXIII: 31, 535n, 600+n, 681, 697, 706, 710n, 716, 735, 743, 744a, 746a, 748, 749, 773n; XXIV: 53+n, 137a, 273, 465, 472a, 739n; XXV: 205, 247n Reclus, Elie, XI: 393, 800b; XXI: 783 Primitifs, les; études d'ethnologie comparée, XI: 800n Reclus, Jean J.E. (Elisée), XIV: 680n; XIX: 536+n; XX: 143+n; XXI: 782-784+n, 786, 787; XXII: 45+n, 95, 327, 564, 565; XXIII: 276, 382+n, 383 ‘Dictionnaire de géographie’: Nouvelle géographie universelle Nouvelle géographie universelle, XXI: 782, 784, 786; XXII: 45+n, 95, 564; XXIII: 382+n Reclus, Onésime, XXIII: 591+n Terre à vol d'oiseau, XXIII: 591+n Recordon, Charles F., XV: 624 Recordon, Henri, XV: 624, 628, 631, 632, 708 Recueil des causes célèbres de tous les peuples, XX: 585; XXII: 656+n Red Gauntlet: Scott, sir Walter Redder, de (toneelstuk): Roobol, Cornelis J. Rederijkers weekblad (periodiek), XVII: 287a, 292, 295, 459n, 486n, 568a, 699n; XXI: 811n; XXII: 785n; XXIV: 154; XXV: 74a Ree, Jacob J. de, VIII: 33 Reekel, XIV: 378 {==517==} {>>pagina-aanduiding<<} Reenen, van, XIX: 937, 961 Reenen, Gerlach C.J. van, IX: 92; X: 673 Rees, van, VIII: 469, 607; XV: 515 Rees, Catharina F. (Cateau) van, XVI: 556 Rees, Otto van (G.G., 1884-'88), XIV: 73; XV: 216, 306; XVI: 405; XX: 324+n, 330; XXII: 470; XXIII: 62+n, 64, 67, 87, 93, 147, 148, 163, 440+n, 442 Rees, Willem A. van, V: 752n; XIV: 376, 378, 403, 404, 434; XVI: 556; XXI: 281 Herinneringen uit de loopbaan van een Indisch officier, XIV: 378 Toontje Poland, V: 752n Regeerings-almanak voor Nederlandsch-Indië, XXI: 764; XXII: 327+n Regensburg, bisschop van (1869), XIII: 513-515 Regensburger Anzeiger (periodiek), XIII: 515 Reghellini de Schio, M., III: 229 Regtsgeding, gevoerd voor de arrondissements-regtbank te Amsterdam, over de uitgave van Max Havelaar of de koffieveilingen der Nederlandsche handelmaatschappij, X: 438n, 497 Rehbinder, Nicolai, graaf, XVIII: 402+n, 505 Jezus van Nazareth, treurspel in vijf bedrijven, XVIII: 402+n, 505+n Reich, Eduard, XIX: 441 Reichensperger, August R., XII: 76, 206, 361 Reichstadt, Napoleon (II) F.Ch.J. Bonaparte; hertog van, V: 62; VIII: 380; IX: 181 Reiger, IX: 251 Reigersberg, graaf, XIII: 614 Reimarus, Hermann S., III: 230, 618n Reimer, G. (uitgever te Berlijn), XV: 161 Reina? (blind meisje), XXI: 515 Reincke, Peter A., XIII: 58, 95 Reine de Chypre, la (?), IV: 138 Reine de Navarre: Marguerite d'Angoulême, koningin van Navarra Reineke (Reincke, Peter A.), XII: 422 Reinganum, Maximilian, XIII: 404 Reis rondom de wereld, de: Voitus van Hamme, Andreas P. Reithmeijer, mw., XI: 94 Reitsma, A.T., XVIII: 417 Reize rondom het eiland Celebes en naar eenige der Molukse eilanden, gedaan in den jare 1850, door Z.M. schepen van oorlog Argo en Bromo, onder bevel van C. van der Hart, IX: 96n; XVIII: 416; XXV: 85 Rembang (mandoer Baija), IX: 423, 424, 561 Rembang, resident van (1857): Bekking, Henri C. Rembrandt Harmensz. van Rijn, IV: 701; V: 614; VII: 108, 311; IX: 184; XI: 308; XV: 799n; XVII: 420; XVIII: 273n; XX: 369; XXIV: 445 Remo (ps. van: Wattez, Omer), XXIII: 38n, 41, 43, 45-47, 53 Meer licht! Eerste illuminatie. Vlammetjes van oortjeskaarsen, aangestoken door Remo, XXIII: 25n, 38+n, 41, 43, 45-47, 53, 56, 62, 776n {==518==} {>>pagina-aanduiding<<} Rémusat-Gravier de Vergen