De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. Jaargang 2005
(2005)– [tijdschrift] Franse Nederlanden, De / Les Pays-Bas Français– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 272]
| |
Eerste bladzij van het handschrift A, rekening van de eerste koopdag.
‘Rekeninghe bewijs ende reliqua die midts desen is doende Adriaen Massemijn ontfr, van den Coopdagh wijlent Jan Massemijn ende Marie du Quesne sijnne huijsvrouwe Sr, Me, beyde overleden in dese prochie van Rummeghem, ende dat voor Ulen heeren mijn heere den lieutenant baillieu ende schepenen der heerl ende vrije baronnie van (de) voorn prochie van Rummeghem. Dit alles in ponden schellen pennen Artois spaesche (sic) permissie Sr, + Me, = saligher memorie Ulen = Ulieden | |
[pagina 273]
| |
De Nederlandse schrijftaal in Vlaams Artesië eind 17e eeuw.
| |
Le Néerlandais écrit en Flandre-Artois a la fin du XVIIe siècle. proces-verbaux de trois journées de vente publique a Ruminghem (1682) ● 30
| |
[pagina 274]
| |
[Nederlands]blijven Nederlands tot en met 1696. Het volgende jaar zijn ze in het Frans gesteld. In Artesië, het huidige departement Pas-de-Calais, zijn maar weinig Nederlandse teksten teruggevonden. Grote delen van de gebieden ten westen van de A waren nog Nederlandstalig in de 18e eeuw. In 1772 was Bredenaarde (Ouderwijk, Noordkerke, Zuidkerke en Polinkhove) nog niet helemaal verfranst.Ga naar eind5 Van Rumingem, en ook van Polinkhove weten we dat het Nederlands er gesproken werd tot na de Eerste Wereldoorlog. Maurits Gysseling vermeldt vijf in het Nederlands gestelde kwitanties uit Polinkhove, een buurdorp van Rumingem, van 1602 tot 1614. Daaruit blijkt dat de vastenpreken er van 1611 tot 1614 in het Nederlands gehouden werden.Ga naar eind6 Later ontving Gysseling van archivaris P. Bougard fotokopieën uit het handboek (1637-1638) van de pastoor van Sint-Volkwin (St.-Folquin), wat ten noorden van Rumingem. Hierin wisselen Nederlands en Latijn elkaar af. Er komen ook enkele Franse aantekeningen in voor.Ga naar eind7 Er is ook een Nederlandse akte ontdekt door M. Courtois over het Land van de Hoek (Mariakerke, Sint-Omaarskapelle, Sint-Niklaas aan de A, Sint-Volkwins) uit 1457 en dat in een oud cartularium van de Karthuizers in Sint-Omaars. De eerste woorden ervan luiden: ‘Goud ende kenlic zy allen den ghenen die deze chart gedeelt by a, b, c, d, zullen zien of horen lesen ...’ En de slotwoorden zijn: ‘...scepenen vander voorseyde lande van den Houcke. Den xxiiii-en daghe van Juny int jaer ons heren m.cccc zeven en vichtich.’Ga naar eind8 In een register met besluiten de schepenen van Bredenaarde heeft dezelfde M Courtois een verordening ontdekt van Lodewijk XIV helemaal in het Nederlands | |
[Frans]la pression francisante se fait davantage sentir. Les rôles d'imposition évoqués ci-après (point 4) continueront d'être publiés en néerlandais jusqu'en 1696. L'année suivante, ils seront rédigés en français. En Artois, l'actuel département du Pas-de-Calais, très peu de textes néerlandais ont été retrouvés. De grandes zones à l'ouest de l'Aa étaient encore néerlandophones au XVIIIe siècle. En 1772, Brédenarde (Audruicq, Nortkerque, Zuydkerque et Polinchove) n'était pas encore totalement francisé.Ga naar eind5 De Ruminghem, tout comme de Polincove, nous savons que le néerlandais y était encore parlé jusqu'après la première guerre mondiale. Maurits Gysseling mentionne cinq quittances rédigées en néerlandais à Polinchove, village voisin de Ruminghem, et datant de 1602 à 1614. Elles permettent d'établir que, de 1611 à 1614, les sermons de carême étaient prononcés en néerlandais.Ga naar eind6 Dans la suite, Gysseling a reçu en photocopie des mains de l'archiviste P. Bougard quelques extraits du cahier (1637-1638) du curé de Saint-Folquin, village situé au nord de Ruminghem. Le néerlandais y alterne avec le latin. On y trouve aussi des annotations en français.Ga naar eind7 D'autre part, M. Courtois a retrouvé dans un cartulaire ancien des Chartreux de Saint-Omer un document néerlandais de 1457 se rapportant au Pays de l'Angle (Sainte-Mariekerque, Saint-Omer-Capelle, Saint-Nicolas sur l'Aa, Saint-Folquin). Il commence par ces mots: ‘Goud ende kenlic zy allen den ghenen die deze chart gedeelt by a, b, c, d, zullen zien of horen lesen ...’ et se termine ainsi: ‘...scepenen vander voorseyde lande van den Houcke. Den xxiiii-en daghe van Juny int jaer ons heren m.cccc zeven en vichtich.’ (A tous ceux qui liront | |
[pagina 275]
| |
[Nederlands]uit 1674. Het opschrift luidt ‘Van weghen den Coninck’ en het besluit ‘Ghedaen int castel van Versailles, den twee en twintigsten Maerte 1674, onderteeckent Louis ende nederwaert Le Tellier’ ende oonder ‘naer collatie’. ‘Het welcke was gheprent onder het waepen van den coninck’.Ga naar eind9 Er stond geen vertaling bij, geen commentaar. Het hoefde dus niet, schrijft M. Courtois. Hierbij stond de koning aan de inwoners van Bredenaarde toe dat ze levensmiddelen mochten leveren aan de door de Spanjaards bezette vestingen, zonder bang te hoeven zijn dat ze gearresteerd zouden worden. In Sint-Omaars zijn heel wat Nederlandse teksten terug te vinden, o.m. in het Cartulaire de Saint Bertin van Haigneré, maar dat vraagt een studie apart.Ga naar eind10
Tot voor kort waren er geen Nederlandse handschriften gevonden uit Rumingem. Samen met Max Deswarte hebben we een paar jaar geleden in het departementaal archief van Atrecht tot nog toe onbekende Nederlandse documenten mogen nazien en laten fotokopiëren. Ze zijn geregistreerd onder nrs. J 235, 1, onder p. 9, 4 schriften onder p. 8 en 8 schriften onder p. 14. Eerst de drie handschriften met een koopdag als onderwerp: 1. Een schrift van 24 bladzijden: de koopdag voor de wezen van de overleden Jan Massemijn en Marie du Quesne, 1680 2. Een schrift van 8 bladzijden over een wettelijke koopdag van allerhande huisraad en kleren, 1682. 3. Een schrift van 17 bladzijden: eveneens een koopdag van huisraad en kleren, 1682. | |
[Frans]ou entendront lecture de cette charte répartie en a, b, c et d... échevins dudit pays de l'Angle. Le 24e jour de l'an de grâce 1457).Ga naar eind8 M. Courtois, encore, a découvert dans un registre où étaient actées des décisions des échevins de Brédenarde une ordonnance de Louis XIV entièrement rédigée en néerlandais et datée de 1674. Elle porte l'en-tête ‘Van weghen den Coninck’ (Par S.M. le Roi) et la formule finale ‘Ghedaen int castel van Versailles, den twee en twintigsten Maerte 1674, onderteeckent Louis ende nederwaert Le Tellier’ (Fait au château de Versailles le 22 mars 1674, signé Louis et, en-dessous, Le Tellier); suit la mention: ‘na collatie’ (après collationnement). ‘Het welcke was gheprent onder het waepen van den coninck’ (document revêtu des armoiries du roi).Ga naar eind9 Le tout sans traduction ni observations - M. Courtois en déduit qu'elles étaient jugées superflues. Par cette ordonnance, le roi autorisait les habitants de Brédenarde à livrer des vivres dans les forteresses occupées par les Espagnols sans avoir à redouter une arrestation. A Saint-Omer, de très nombreux textes néerlandais ont pu être retrouvés, notamment dans le Cartulaire de saint Bertin de Haigneré, mais cela demanderait une étude distincte.Ga naar eind10
Jusqu'il y a peu, aucun manuscrit de Ruminghem en néerlandais n'avait été mis au jour. Il y a quelques années, nous avons pu, en compagnie de Max Deswarte, consulter et faire photocopier aux archives départementales d'Arras des documents néerlandais inconnus usqu'alors, et répertoriés J 235 - un à la rubrique P9, quatre en P8 et huit en P 14. Voyons d'abord les trois manuscrits qui ont pour objet une journée de vente publique. | |
[pagina 276]
| |
[Nederlands]De andere Nederlandstalige handschriften worden hier niet behandeld: 4. Handschriften uit 1693, 94, 95, 96 van 10 tot 13 bladzijden. Het zijn belastingsrollen ‘tot onderhout van den heere capelaen ende coster deser prochie’. 5. Een handschrift met vermelding van drie arrestaties uit 1681: 5 bladzijden. Desen x julius 1686 pnt (present) dheeren philips van cadijc.. bailliu en Jan.... Schepenen deser vrije baronnie van rumeghem anthone de wische sergeant der voors. Baronnie relatteert den ix julius gearresteert thebben gisteren ix julius de persoon van cornelius scheels. 6. Een schrift van 6 bladzijden over het marktschip uit 1689. ‘Dheer ende meester Aug. (witte vlek).. pastoor ende philips cadijc bailliu ende schepenen, onderschepenen
Kaart met Rumingem en de andere vermelde dorpen.
Zie Ons Erfdeel, 13e jg., nr. 1, p. 170. | |
[Frans]1. Un manuscrit de 24 pages: la journée de vente au profit des orphelins de Jan Massemijn et Marie du Quesne. 1680 2. Un manuscrit de 8 pages sur un jour de vente officiel, avec toutes sortes d'articles ménagers et de vêtements. 1682. 3. Un manuscrit de 17 pages se rapportant également à un jour de vente d'articles ménagers et de vêtements. 1682. D'autres manuscrits en néerlandais ne sont pas traités ici: 4. Des manuscrits de 1693, 94, 95, 96, de 10 à 13 pages. Il s'agit de rôles d'imposition ‘tot onderhout van den heere capelaen ende coster deser prochie’ (pour l'entretien du sieur chapelain et sacristain de cette paroisse). | |
[pagina 277]
| |
[Nederlands]der vrije baronnie van rumeghem mitsgaders adriaen massemin kerckmre (kerkmeester) deser voors. Baronnie hebben ghecontinueert Jan Herremans doude: de marckoogghe voor eenen tijt ende termijn van vier continue jaeren... 7. Rapport en denombrement van de heerlijkheid Rumingem, 1666, 4 p. 8. Comparerende voor balliu ende schepenen van de vrije baronnie van Rumeghem in propre personne joh legier als naeste..., 1694, 2 p. 9. Denombrement twelcke over gheeft Mr Maximiliaen Bauw ordinair in den raeden van Vlaen(deren) van de partye van lande hem competerende bij successie wijlent stix wijf J r Jan hauwere heere van Rielant...Een grondboek (terrier) over landerijen, 1666, 2 p. 10. Rapport ende denombrement twelcke overgeeft Jan Vernon ysenbrant, heere van Rielant, 1666, 1 p. In 2001 had Max Deswarte me al een kopie van een tekst uit Rumingem bezorgd. Het was een latere kopie van een register dat hij ontdekt had in het departementaal archief van Atrecht. Het oorspronkelijke was van 1605, de kopie die niet meer in zgn. gotisch (of oud) schrift was, begint aldus: ‘Uyt seker registre van Landen ende renten den Disch der baronnie van Ruminghem compet(erende) vernieuwt den 16 maerte 1605 is getrokken t'gonne die volgt.’ Die tekst heb ik gepubliceerd in Biekorf (101e jaar, 2001, aflevering 4, 357-361). | |
Inhoud van de verslagen van de koopdagenHet eerste handschrift handelt over een koopdag van achtergelaten goederen van Jan Massemijn en Marie du Quesne, ten gunste van de wezen, verte- | |
[Frans]5. Un manuscrit dans lequel sont mentionnées trois arrestations effectuées en 1686: 5 pages. ‘Desen x julius 1686 pnt (present) dheeren philips van cadijc.. bailliu en Jan.... Schepenen deser vrije baronnie van Rumeghem anthone de wische sergeant der voors. Baronnie relatteert den ix julius gearresteert thebben gisteren ix julius de persoon van cornelius scheels.’ (Ce 10 juillet 1686 en présence des sieurs philips de cadijc ..., bailli, et Jan ..., Échevins de cette baronnie libre de Rumeghem, antoine de wische, sergent de la susdite baronnie, rapporte avoir appréhendé hier 9 juillet la personne de Cornelius Scheels). 6. Un manuscrit de 6 pages sur un bateau de marché, datant de 1689. ‘Dheer ende meester Aug.... pastoor ende philips cadijc bailliu ende schepenen, onderschepenen der vrije baronnie van rumeghem mitsgaders adriaen massemin kerckmre deser voors. Baronnie hebben ghecontinueert Jan Herremans doude: de marckoogghe voor eenen tijt ende termijn van vier continue jaeren...’ (Le sieur et maître Aug... -un vide- curé, philips cadijc, bailli et les échevins, vice-échevins de la baronnie libre de rumeghem ainsi que adriaen massemin, marguillier de la susdite Baronnie, ont pris la relève de Jan Herremans senior au bateau de marché pour un terme de quatre ans ...). 7. Rapport et ‘denombrement’ (le mot figure tel quel dans le texte néerlandais) de la seigneurie de Ruminghem, 1666, 4 pages. 8. Comparaissant devant le bailli et les échevins de la baronnie libre de Rumeghem en propre personne joh legier ..., 1694, 2 pages. 9. ‘Dénombrement’ ‘twelcke over gheeft Mr Maximiliaen Bauw ordinair in den raeden van Vlaen(deren) van de partye van lande hem competerende bij successie | |
[pagina 278]
| |
[Nederlands]genwoordigd door hun voogden. De koopdag brengt zeshonderd tachtig gulden op. De tweede koopdag is ten gunste van een wees: marij fa (dochter) hubrecht moens. De tekst op de eerste bladzij van het verslag van de derde koopdag is niet meer vlot leesbaar. Gelukkig is de datum 1682 goed leesbaar. Het gaat ook om een koopdag. De volgende bladzijden zijn wel duidelijk genoeg. De laatste bladzij blijkt onvoltooid te zijn. | |
Taal1. Woordgebruik:De meeste woorden zijn gewoon algemeen Nederlands en wijzen erop dat ook in het Nederlandstalig gebied aan de linker oever van de A de algemene taal even goed doorgedrongen was als in de Westhoek. Dat heeft Gysseling ook geconstateerd in de teksten uit Polinkove en Sint-Volkwin.Ga naar eind11 Dat blijkt vooral in het gebruik van de werkwoorden en hun vervoeging. B.v. hebben en zijn, de voltooide deelwoorden met het voorvoegsel ge- in tegenstelling met het dialect en met hele oude geschriften. De zelfstandige naamwoorden krijgen een eind-e zoals in de streektaal: somme, redenaere, laevenisse, begraefmisse, enz. Middelnederlandse woorden komen enkele zeldzame keren voor: alsoo (zoals), darthien, dartigh, darde (dertien, dertig, derde), danof (daarvan), bloomseven (bloemzeef: oo i.p.v. oe is Middeleeuwse taal), grootheere (grootvader) groote- | |
[Frans]wijlent stix wijf J r Jan hauwere heere van Rielant...’ (déposé par Me Maximiliaen Bauw, membre ordinaire du conseil de Flandre, concernant la partie de terrain qui est de son ressort en la succession de feue Mme stix épouse J r Jan hauwere seigneur de Rielant). Terrier des propriétés foncières rurales. 1666. 2 p. 10. Rapport et ‘dénombrement’ déposés par Jan Vernon ysenbrant, seigneur de Rielant. 1666, 1 p.
En 2001, déjà, Max Deswarte m'a procuré une copie d'un texte provenant de Ruminghem. L'original, un registre qu'il avait retrouvé dans les archives départementales d'Arras, remontait à 1605, et la copie, rédigée quelque temps plus tard, ne l'était plus en caractères anciens, dits ‘gothiques’. Elle débute par ces mots: ‘Uyt seker registre van Landen ende renten den Disch der baronnie van Ruminghem compet(erende) vernieuwt den 16 maerte 1605 is getrokken t'gonne die volgt.’ (D'un certain registre de Biens fonciers et de rentes du ressort de la baronnie de Ruminghem, registre remis à jour le 16 mars 1605, est extrait le passage ci-après: ...). Nous avons publié ce texte dans Biekorf (101e année, 2001, no4, 357-361). | |
Contenu des procès-verbaux des journées de vente publiqueLe premier manuscrit porte sur une vente publique au cours de laquelle des biens ayant appartenu à Jan Massemijn et Marie du Quesne ont été mis en vente au profit d'orphelins, représentés par leur tuteur. La vente rapportera six cent quatrevingts florins. | |
[pagina 279]
| |
[Nederlands]vrauwe (grootmoeder), houdenisse (opvoeding), Lauwe (januari), bij (betaelt bij N.N., ‘door’, zgn. handelend voorwerp); nemaer (maar), reyse (keer, maal), enz Een zeldzame keer komt er een typisch Frans-Vlaams woord voor. Coopighe (koopster), hemdens (dubbel meervoud van hemde), stocker (‘stoker’: pook), greffier (secretaris), bustelaere (kwast, handborstel), blaeuw (blauw), omme den overleden (voor), naer (na), enz. Coopighe gaat uit op -ighe en niet op -ege zoals in zvl. of op -egge zoals het ABN-woord dievegge: het zal een streekeigen uitspraak geweest zijn. Streekeigen woorden die we nergens anders terugvinden en waarvan het meestal moeilijk om er de betekenis van te achterhalen zijn b.v. vierketel, parasche, lofrente, greesen (van grès afgeleid), heersecleers, kynderpotterie, rekenaere (rendant), agieren, raey, schaebraeder, rocklijf. Opvallend is het overdadig gebruik van van het Frans afgeleid bastaardwoorden, een gebruik dat Andries Steven met kracht zal laken. Pretenderen, condemnatie, difficiel, par ordre, procreren, remyse, rencontre, allimenteren (voeden), nourrereren, decederen, intenteren, succederen, suyfissement, ventuleren. Dit gebruik was niet beperkt tot Vlaams Artesië. Naast het purisme rekenaere voor ‘rendant’ komen er ook een paar ABN-woorden of zo goed als ABN-woorden voor in de behandelde teksten. O.m. coopdagh, ‘koopdag’ waarvoor het wvl. venditie hanteert. Verder huysheure, ‘huishuur’, halve leers, ‘halve laars’, kerslight, ‘kaarslicht’ (wvl. doorgaans lucht voor ‘licht’), dagwercker, ‘dagwerker’. Vlot Nederlands maar niet algemeen is b.v. schoolgoet (schoolspullen). | |
[Frans]Le deuxième jour de vente est organisé au bénéfice d'une orpheline: marij fa (fille) hubrecht moens. Le texte de la première page du procès-verbal du troisième jour n'est plus très lisible. Heureusement, on distingue nettement la date: 1682. Les pages qui suivent l'attestent clairement. La dernière page, enfin, est incomplète. | |
Langue1. Termes employés:La plupart des mots sont néerlandais, ce qui démontre que la langue normalisée s'était imposée en bordure ouest de l'Aa aussi bien que dans le Westhoek. Gysseling a fait la même constatation à la lecture des textes provenant de Polinchove et de Saint-Folquin.Ga naar eind11 Les éléments les plus révélateurs sont les verbes et leur conjugaison: notamment les verbes avoir et être, le participe passé précédé de ge- inexistant en dialecte et dans les écrits très anciens. Les substantifs ont la désinence -e tout comme dans le parler régional: somme, rekenaere, laevenisse, begraefmisse (somme, orateur, réconfort, obsèques), etc. Des termes de moyen néerlandais apparaissent très occasionnellement: alsoo (zoals), darthien, dartigh, darde (dertien, dertig, derde), danof (daarvan), bloomseven (bloemzeef- passoire à farine: oo est la graphie médiévale de oe), grootheere (grootvader) grootevrauwe (grootmoeder), houdenisse (opvoeding - éducation), Lauwe (januari), bij (betaelt bij N.N. -payé par N.N.- pour ‘door’ devant le complément d'agent); nemaer (maar), reyse (keer, maal), etc. | |
[pagina 280]
| |
[Nederlands]Naast zvl. verkleinwoorden zoals oortien (oortje: munt) en boomtiens (boompjes) capootie (manteltje), komen ook onder Brabantse invloed gevormde verkleinvormen als oliepotke, coeyken (koetje), marmitken (keteltje), panderke, (korfje), en het woord luyderse (luidster, vrouw die de klokkenluidt) komt me ook als een Brabantse vorm voor. De schrijftaal die er in de scholen onderwezen werd, stond vrij ver af van de spreektaal. Ik heb opzettelijk voor de aanhaling in de lemma's soms (bijna) volledige zinnen gekozen om de lezer te laten zien dat de taal in Vlaams Artesië dicht stond bij de gebruikelijke taal in het westelijk deel van het graafschap Vlaanderen. | |
2. PersoonsnamenIn dit taalgrensgebied komen natuurlijk vrij veel Franse of Pikardische achternamen voor: Jan du Quesne, Pierre Vallée, Jan Cousin, Malfroij enz. Natuurlijk ook ingeburgerde Pikardische namen zoals Carpentier. Toch zijn de meeste namen nog Nederlands: Jaecques Zeels, Gilles de Grave, Jan Hastel, Adriaen de Mey, Cesar Ghillebert, Walrijcq (eens omgewisseld tot Warlijcq), Balthasar Houweel, Ellebode, de Brauwer, Franchoise Herder, Jaecques van Wynterkerck (een toponiem? Komt niet voor in Du Flou's Woordenboek der Toponymie). De meeste voornamen zijn nog Nederlands: Michiel (afgekort als MI), Greta, Hannes, Jan, Adriaen, Mathijs, Anthone, Pieter, Lambert, Bertier, enz. Er zijn veel Pieters en Jans. | |
3. PlaatsnamenDe aangehaalde plaatsnamen zijn Nederlands: | |
[Frans]Très rarement aussi, on rencontre des mots ou locutions typiques de Flandre française: coopighe (koopster), hemdens (double pluriel de hemde), stocker (‘stoker’: pook - tisonnier), greffier (secretaris), bustelaere (kwast, handborstel - blaireau, brosse), blaeuw (blauw), omme (‘voor’) den overleden (pour le défunt), naer (na), etc. A noter la désinence de coopighe: -ighe et non -ege comme en flamand du sud ou -egge comme dans l'actuel néerlandais normalisé dievegge -voleuse: il s'agissait vraisemblablement d'une prononciation régionale. Certains vocables régionaux ne se rencontrent nulle part ailleurs et leur sens est généralement difficile à cerner: vierketel, parasche, lofrente, greesen (dérivé de grès), heersecleers, kynderpotterie, rekenaere (rendant), agieren, raey, schaebraeder, rocklijf. On est frappé du foisonnement de mots bâtards dérivés du français, un excès que fustigera Andries Steven: pretenderen, condemnatie, difficiel, par ordre, procreren, remyse, rencontre, allimenteren, nourrereren, decederen, intenteren, succederen, suyfissement, ventuleren. Cet usage ne se limitait d'ailleurs pas à la Flandre-Artois. A côté du purisme du genre rekenaere (pour ‘rendant’), les textes étudiés comportent quelques termes de néerlandais normalisé ou qui s'en rapprochent très fort: coopdagh, ‘koopdag’ ou journée de vente publique, auquel correspond le terme ouest-flamand ‘venditie’; huysheure, ‘huishuur’ (loyer d'une habitation), halve leers, ‘halve laars’ (demi-botte), kerslight, ‘kaarslicht’ (lueur de la chandelle) -en ouest-flamand, ‘licht’ devient couramment ‘lucht’-, dagwercker, ‘dagwerker’ | |
[pagina 281]
| |
[Nederlands]St Omaers (Sint-Omaars), Sperlick (Sperleke) (buurdorp), Rum(m)eghem (Rumingem), Ste Mariekercke (Sint-Mariekerke) (in 't Land van de Hoek). De uitspraak van die plaatsnamen is b.v in Millam nog dezelfde als door de spelling weergegeven: Sperlik en Rummegem. Sint-Omaars wordt als Sint Omaas uitgesproken in de hele Westhoek. In het Frans heten die plaatsen: Saint-Omer, Eperlecques, Ruminghem, Sainte-Mariekerque. Bredenaarde en het Land van de Hoek heten in het Frans: Brédenarde en le Pays de l'Angle. | |
4. SyntaxisIn zinnen zoals: ‘Betaelt...over thebben ghecelebreert de begraefmisse ende uitvaert’, of ‘Betaelt...over thebben ghereden eenighe boomtiens...’ is over en voegwoord in een beknopte bijzin in de betekenis van ‘voor’. In die zinnen staat het lijdend voorwerp meestal in de uitloop. Zoals in het zvl. wordt de inversie hier niet toegepast; b.v. in ‘Item den voorn. Zeels heeft noch betaelt aen Jan Hastel...’ i.p.v. ‘Item heeft den voorn. Zeels noch betaelt...’ | |
5. SpellingDe schrijvers houden er een vrij consequente spelling op na. Ze spellen gh voor g voor een klinker (ghereedt, maar ook light), ck voor k als eindletter (marck), ckx voor ks (desghelijckx), s voor z (bloomseven), vaak c voor k als beginletter | |
[Frans](journalier). Exemple de bon néerlandais, cependant pas très répandu: schoolgoet (schoolspullen - effets scolaires). Les diminutifs sud-flamands tels que oortien (oortje: monnaie) et boomtiens (boompjes -arbustes) ou capootie (manteltje -cape) voisinent avec des diminutifs qui se sont formés sous l'influence du brabançon, comme oliepotke, coeyken (koetje -génisse), marmitken, panderke (korfje -petit panier). Le mot luyderse (luidster, femme qui sonne les cloches) nous paraît également être une forme brabançonne. La langue écrite enseignée à l'école était assez éloignée du langage parlé. Dans les lemmes, nous avons parfois choisi à dessein de reprendre des phrases complètes ou presque, afin de mieux montrer au lecteur la ressemblance entre la langue de Flandre-Artois et la langue usuelle de la partie occidentale du comté de Flandre. | |
2. Noms de personnesDans cette région à cheval sur la frontière linguistique, les patronymes français et picards ne sont évidemment pas rares: Jan du Quesne, Pierre Vallée, Jan Cousin, Malfroij etc. Des noms picards tels que Carpentier se banalisent également. Les noms néerlandais constituent néanmoins la majorité: Jaecques Zeels, Gilles de Grave, Jan Hastel, Adriaen de Mey, Cesar Ghillebert, Walrijcq (qui peut se transformer en Warlijcq), Balthasar Houweel, Ellebode, de Brauwer, Franchoise Herder, Jaecques van Wynterkerck. Ce dernier pourrait être un toponyme, encore qu'il ne figure pas dans le Dictionnaire de la toponymie de Du Flou. | |
[pagina 282]
| |
[Nederlands](cooper, coopighe, craech) maar niet voor de e (b.v. kersse en kersmisse). Verder dubbele of enkele o of e in open lettergreep naargelang van de al dan niet gediftongeerde uitspraak (grootheere, declareren, intcoquer, grootevrauwe), en natuurlijk ae voor aa. (St Omaers), ey voot ei (reyse), oy voor oi of ooi (voye) en uy voor ui (stuyver). Ik vrees dat deze regels niet absoluut of volledig zijn. | |
[Frans]La plupart des prénoms restent néerlandais: Michiel (abrégé en Ml), Greta, Hannes, Jan, Adriaen, Mathijs, Anthone, Pieter, Lambert, Bertier, etc. Les Pieter et les Jan sont nombreux. | |
3. Noms de lieuxLes noms de lieux cités sont néerlandais: St Omaers, Sperlick (Sperleke) (un village voisin), Rum(m)eghem (Ruminghem), Ste Mariekercke (Sint-Mariekerke) (dans le ‘Land van de Hoek’ ou Westhoek). La prononciation de ces noms est encore, dans Millam par exemple, celle que reflète la graphie: Sperlik, Rummegem. Sint-Omaars est prononcé Sint Omaas dans tout le Westhoek. Le lecteur francophone aura identifié au passage dans ces appellations Saint-Omer, Éperlecques, Ruminghem, Sainte-Mariekerque, Brédenarde et le Pays de l'Angle. | |
4. SyntaxeDans des phrases telles que: ‘Betaelt...over thebben ghecelebreert de begraefmisse ende uitvaert’ (Payé... pour avoir célébré les obsèques et l'enterrement), ou ‘Betaelt...over thebben ghereden eenighe boomtiens...’ (Payé... pour avoir transporté quelques arbustes ...), over est employé dans le sens de ‘voor’ (pour), conjonction introduisant une proposition infinitive. Dans pareilles phrases, le complément d'objet se trouve généralement à la fin. | |
[pagina 283]
| |
[Frans]Tout comme en flamand du sud, l'inversion n'est pas pratiquée; exemple: ‘Item den voorn. Zeels heeft noch betaelt aen Jan Hastel...’ au lieu de ‘Item heeft den voorn. Zeels noch betaelt...’ (De même, le susnommé Zeels a encore versé à ...). | |
5. OrthographeLes rédacteurs utilisent une graphie assez constante. Ils écrivent gh pour g devant une voyelle (ghereedt -prêt, mais aussi light -lumière), ck pour k en fin de mot (marck - marché), ckx pour ks (desghelijckx -pareillement), s pour z (bloomseven -passoire à farine), souvent c pour k en début de mot (cooper, coopighe, craech - acheteur, acheteuse, col), sauf devant e (kersse, kersmisse -cierge, Noël). En syllabe ouverte, o et e sont redoublés ou simples selon que la prononciation est diphtonguée ou non (grootheere, declareren, intcoquer, grootevrauwe); la graphie ae est évidemment utilisée pour aa (St Omaers), ey pour ei (reyse), oy pour oi ou ooi (voye), uy pour ui (stuyver). Prudence tout de même: il se peut que ces règles ne soient pas absolues ou exhaustives. | |
[pagina 284]
| |
(Traduit du néerlandais par Jean-Marie Jacquet) | |
[pagina 285]
| |
LexiconAfkortingen.Mnl.: Middelnederlands (Verdam: handwoorden boek: twee delen) wvl. West-Vlaams zvl. Frans- of Zuid-Vlaams fr. Frans Gal. Gallicisme DR: J. des Roches, Nederduytsch-Fransch woorden-boek; 1812 Des.: Roland Desnerck, Oostends Woordenboek, 1988 VD: Van Dale's GrootWoordenboek, 1984. Kil.: Kiliaen, Dictionarium teutonicolatinum, 1599 SCH: L.W. Schuermans, Algemeen Vlaamsch Woordenboek, 1865-1870. Stal.: Karel Stallaert, Glossarium, bewerkt en aangevuld door F. Debrabandere, 1978. Uitspraaksp. Uitspraakspelling: spelling volgens de plaatselijke uitspraak. | |
Opmerking:De cijfers verwijzen naar de bladzij door mij aangebracht op de fotokopieën. Ze worden voorafgegaan door de letters A, B en C die respectievelijk verwijzen naar de drie verslagen uit 1682. | |
AAchtendartigh: de somme van achtendartigh gulden, A9, ‘achtendertig’, Mnl., Zvl. Achterstellinghe: Item den rendant heeft bet(aelt) aan mijn heer Legrand ontf-re (ontvanger) van de achterstellinghe van rente twaelf st., alsoo blijckt bij de quittantie van daete den XXXe ougst 1681, A 17, ‘achterstallige betaling’. Adsisteren: over thebben geadsisteerd in de voorn. dienst, ‘assisteren’. Aerbeydt: over soo veele hij Hastie ghedeclareert hadde goed te hebben op het sterfhuys van aerbeydt bij hem Hastie ghedaen, A 14, ‘werk’, wvl. Agieren: van thebben geagiert in de qualiteyt als proces, ‘handelen’, ‘zich inzetten’, zvl. uitgang op -ieren. Allimenteren: Item houdt noch in sijnne handen over thebben ghequeect ende an gheallimenteert de weese Jan du Quesne sweesen groote vrauwe den tijdt van sesthien maenden ten advenante van twaelf ponden grooten Vlaemsch bij jaere, A 20, ‘voeden’, ‘zorgen voor levensonderhoud’. Alsoo: alsoo blijckt bij sijn quitantie, A 17, ‘zoals’, Mnl. Als vooren: betaelt bij hem Zeels bij laste als vooren aen de heer Nicolais Laurent notaris tot St Omaers de somme van vijf en dartigh guldens, A 8, ‘van de al vermelde’. Apprehenderen: tot nemen van seecker acte tot apprehenderen ten lijfve den persoon van Michiel van den Berghe, A 7, ‘gevangennemen’, Mnl. Arresteren: actum aldus desen wettigen coopdach ghehouden ende ghearresteert ..desen V-en julij, 1682, B 15, ‘aantekenen’, ‘noteren’ Verdam vermeldt: de notulen worden goedgekeurd en gearresteerd. Artois: Dit alles in ponden schellen pennen Artois spae(n)sche permissie, A 1, ‘Artesisch’. Augst: van daeten den xxiij augst 1681 ondt. (ondertekend) de Grave, A. 18, ‘augustus’ | |
BBarderen: barderen bancken en eenen stoel met een cleyn tafelken, | |
[pagina 286]
| |
C 4, ‘planken’, ‘van planken gemaakt’, Mnl. Zvl. Begraefmisse: voor thebben gecelebreert de begraefmisse, A 10, ‘begrafenismis’. Begrepen: ... ende Jantien den tijdt van twaelf maenden tot ende begrepen den jaere 1682 comt altesaem ten achte(ren) de somme van twee hond(er)t vierentwintigh, A 21, ‘inbegrepen’, Mnl. Beker: twee eerden bekers, iij st., B 3, ‘beker’. Bij: Item betaelt bij den voorn. Zeels tot ontlastinghe van den voorn. rekenaere, A 4, ‘door’ Mnl. Billet specificatif: nemaer alles soo blijckt bij billet specificatif, A17, ‘nader verklarend biljet’, Fr. Blaeuw: twee blaeuwe steenen pintkens, B 3, ‘blauw’, zvl., uitspraaksp. Bloomseven: een bloomseven iij st., B 3, ‘bloemzeef’, uitspraaksp. (oo = oe) Boomtien: Betaelt bij den voorn. Zeels bij laste van (den) voorn. rendant aen noel poorteman de somme van vier guldens rwaelf stuyvers over thebben ghereden eeneghe boomtiens conforme de quitantie danof, dus hier de selve somme, iiij g xij st., A, 15, ‘boompje’, zvl. verkleinvorm. Booterplateel: eene galeysche booterplateel, B 5, ‘platte boterschotel’. Borghe: cooper pieter Warlijck (sic, i.p.v. Walrijck), borghe Pieter Warlijck d'oude, C 7, ‘borg’. Bortochte: cooper dhuysvr. ml (Michiel) dhuyster...op bortogte (sic) van (den) greffier C 7, ‘borgtocht’, ‘borg’. Brouckelant: Item den rendant brenckt noch in remyse de somme van xxv L. iij stuyvers en dat van seecker brouckelant dat wijlent ml (Michiel) Marcoye hadde gheheurt, A 23, ‘drasland’, ‘broek’, Mnl. Bustelaere: een bustelaere met een schiere, B 3, ‘kwast’, ‘handborstel’, zvl. | |
CCapootie: een nieuw sergien capootie, B 8, ‘manteltje’, <fra. capot. Cause: in de qualiteyt als proces in de cause, A 11, ‘rechtszaak’, Mnl. Clairmarets: item betaelt aen Winoc Candide Chrestien rechepaeter de Clairmarets, de somme van viermaeltwintigh thien guldens ende vij stuyvers, A 15, ‘Klamaresj’ ‘Klommeres’ Coeyken: de voorn. heeft noch betaelt voor een wassen coeyken tot St Omaers, A 13. ‘wassen koetje als ex-voto’. Brabantse verkleinvorm Conforme: conforme de quitantie (hier maar één t), A 15, ‘eensluidend met’. <fr. Coopdagh: de totale van de coopdaghen, B 14, ‘koopdag’, ABN. (niet in het wvl., daar meestal ‘venditie’.) Coopighe: Coopighe dhuysvrauwe Gars...(B 6) en passim, ‘koopster’, zvl (koopege). Condemnatie: Den voorn. Zeels heeft noch betaelt omme eene condemnatie van de jonckste weesen, A 12, ‘veroordeling’, Mnl. Cornette: twee cornetten, ix st., B 10, ‘vrouwenmuts’, ‘kornet(muts) < fra. Copje: aen den heer massiet, greffier deser prochie over diversche copjes thebben ghelevert ten baete van het voors. Sterfhuys, ‘kopie’, ‘eensluidend afschrift’. Corte bond: XV corte bonds, xxvij st., C 3, ‘bundel kort, verward stro’; | |
[pagina 287]
| |
wvl.: kortebondel. (Spr. in het meerv.; korteboen(d)s, ook in Rubroek) Coutter: een coutter, C 4, ‘kouter’, ‘ploegschaar’. Craech: eenen vrauwen craech, iiij st., C 4, ‘kraag’ (als afzonderlik kledingstuk, hier voor vrouwen). Curé: ondt (ondertekent) A. Hanneco, pbre curé, A 5, ‘priester pastoor’, Fr. (pbre = presbyter, ‘priester’) (Het gaat blijkbaar om een Franssprekende pastoor). | |
DDaete, daeten: van daete den xxen jullius 1680, A 2, Soo blijckt bij de quittantie van daeten den (witte vlek) ougst, A 8, ‘datum’. < fra. Dag-wercker: Betaelt ende dat van haeren dag-werker ten laste van het sterfhuys, A 14, ‘dagwerker’ (VD), ‘dagloner’. Danof: conforme de quittantie danof, A. 13, ‘daarvan’, Mnl. Darde: welcke moeten een darde betaelen, A 3, ‘derde’, Mnl., Zvl. Darthien: darthien stuyvers, A 9, ‘dertien’, Mnl. Datter: proces datter er was ventulerende, A 8, ‘dat er’. Decederen: Int maecken ende decederen het proces watter was ventulerende tusschen Gilles de Grave ten eender ende de vooghden van de weesen ten ander, A. 7, ‘beëindigen’, ‘beslechten’ < fra. (décider). Declareren: over soo vele hij hastie ghedeclareert hadde goed te hebben op het sterfhuys van aerbeydt bij hem Hastie ghedaen, A 14, ‘verklaren’, <fra. De selve: Dus hier de selve somme, A 14, ‘dezelfde’, Mnl. Desgelijckx: Desgelijckx houdt noch in sijn handen van thebben ghenoureert hun achtergelaeten weesen te weten marie gilane den tijdt van drij maenden min acht..., A. 20, ‘insgelijks’, ‘evenzo’. (VD) Diessel: een diessel met vier arbijt stocken, C 4, ‘kromme bijl’, ‘houweel’, ‘dissel’ (VD), wvl. destel. Difficiel: dat alles soo aen den heere als aen tijdel. wercklieden als baeten door den difficielen ende natten somer die het jaer 1680 heeft gemaeckt, A 19, ‘moeitevol’, <Fr. Domestick: ghehaelt tsijnnen huyse bij de domesticken van voorn. overleden ghedeurende sijnne sieckte, A 15, ‘knecht’, < fr. Draeghen: Item den rendant heeft noch bet(aelt) aen pierre regnet xxvi st. en half ende dat over soo veele het paert van de weesen moesten (sic) draeghen jeghen den rendant, A 12, ‘bedragen’ Mnl. Drs: vijfthien guldens twee stuyvers drij drs, A 12, (deniers), ‘penning’, Mnl. Drye: drye lijnwaeten mutsen iiij st., B 13, ‘drie’. (y geldt voor i). | |
EEeneentachtentigh: ...dat schuldigh waeren de voorn. weesen ter cause van de guldens aen hun ghecelebreert naer het overlijden van Jan du quesne grootheere ghevallen vier missen sesthienhondert eenentachtentig, A 21, ‘eenentachtig’. Verschrijving? Eeneghe: betaelt bij voorn. Zeels bij laste van (den) voorn. rendant aen noel poorteman de somme van vier ponden en twaelf stuyvers over thebben ghereden eeneghe boomtiens conforme de quittantie, 15, ‘'enige’, uitspraaksp. (met doffe e i.p.v. i). | |
[pagina 288]
| |
Eerden: twee ander eerden plateelen, B 3, ‘aarden’, ‘van aardewerk’. | |
FFlawine: tye ander flawyne, B 13, ‘sloop van een hoofdkussen’. (fluwijn, ‘kussensloop’ gewestelijk bij VD) Fontsieren: een jaer rente fontsieren dat schuldig waeren de weesen, B 12, ‘landrente’, zie Stal. onder het trefwoord fonsierrente, dat verwijst naar het trefwoord lantheer, met ernaast fonsierheer. Frieul: eene frieul, B 5, ‘biezen korf’, zie Stal. s.v. frieel. Frieul: plaatselijke uitspr. Frgh: de somme van drij guldens vijf st. frgh dat schuldigh waeren de voors. Weduwe van landen commende van Jenne Arselau, A. 18, ‘Franse gulden’? | |
GGaleys: een wijnpinte met een galeys commeke, B 3, ‘verglaasd aardewerk’, geval van svarabhakti-vocaal (a) uit gleis. Garnie: tije pannekens garnie, B 4, ‘van versieringen voorzien’, zie Stal. s.v. garnissement. Ghereedt geldt: Item darthien stuyvers van eene vorcke die staet gestelt op Cesar Guillebert ende hij declareert dat bertin carpentier de selve heeft ghehad ende hij carpentier seght de selve ghereet thebben betaelt met sijn ander ghereedt geldt, A 19, ‘baar geld’. Goed hebben: ende een stuyver die sij goed hadde van dit sterfhuys, A 14, ‘tegoed hebben’. Greesen: een greesen oliepotken, B 4, ‘zandstenen’, bn afgeleid van Fr. grès, ‘zandsteen’ enz. Zie DR s.v. gre-steen: fra. grès. Grootheere: naer het overlijden van Jan du quesne, grootheere, A 21, ‘grootvader’, Mnl., Zvl. (Millam) Grootevrauwe: van grootevrauwe acht stuyvers ...omme te doen eene pelgrimagie tot St Omaers, A 6, ‘grootmoeder’, Mnl., Zvl. Greffier: Den voorn. heeft noch bet. (aelt) bij ordre van den rendant aen dheer Massiet greffier deser prochie over diversche copies thebben geschreven ten dienste van het voorn. sterfhuys, A. 18, ‘secretaris’, zvl. | |
HHalfmaerte: medeghenomen halfmaerte,, A 21, ‘15 of 16 maart’, een belangrijke datum voor huishuur. Halve leers: tye halve leers, iij st., B 12, ‘halve laars’. Hanghel: eenen iseren hanghel, B 12, ‘haal’, ‘hangijzer’, zvl. Kil., DB. Hantecleers: tye hantecleers, iij st., B 13, ‘wanten’, Stal. s.v. hantcleederen. Harnas swijnghel: en een oude harnas swijnghel, C 4, ‘groter zwengelhout om twee zwengelhouten aan vast te maken, dit voor twee paarden’. Stal., DB. Hauwe: een hauwe, ii st., C 4, ‘hak’, ‘houw’. Hedent: Ende ‘tgheheel hedent ontfaen bedraeght de somme van xcvij P ij st iv sch., B 14, ‘heden’, Mnl. Heer mre: Item den rendant heeft noch bet. aen d'heer mre Joris Auerman(?) de somme van seven guldens en thien stuyvers ende dat van thebben gecelebreert vijfentwintigh missen tot laevenisse van alle gheloovighe sielen, A 21, ‘heer ende meester’, titel van een priester. Heersecleers: drye heersecleers, ij P iij st., B 13, ‘kostuum voor heren’? (nergens vermeld) Hemde: een paer blaeuwe hemdens, xxxviij st., B 9, ‘hemd’, dubbele meerv. (-ns) | |
[pagina 289]
| |
Het gonne: den voorn. Zeels heeft noch betaelt aen pierre valleiu de somme van ses guldens op goede rekeninghe van het gonne hij Zeels ter cause van sijnnne kinderen ...schuldigh sijn, A 13, ‘hetgeen’, Mnl. Kil. Houdenisse: comt hier over de selve houdenisse de somme van sesentachentigh guldens, A 20, ‘opvoeding’, Mnl. | |
IIntcoquer: een iseren tanghe ende een intcoquer viij st., A 32, ‘inktkoker’. Intenteren: de cause die den voorn. wijlent Jan massemijn hadde gheintenteert voor zijn overlijden, A 11, ‘bedoelen’, ‘van plan zijn’. < fra. (Nergens vermeld). | |
JJaergetijde: over thebben ghecelebreert de jaergetijden van den voorn. Jan massemijn, A 5, ‘jaargetijde’. VD. Jeyghenwoordigh: dese jeyghenwoordighe coopdagh, B 2, ‘huidige’. Justicier: de heeren justiciers van dese prochie; A 7, ‘een met rechtspraak belast ambtenaar’, Mnl. | |
KKerslight: ghecocht tot sint Omaers voor xli st. kerssen ende dat omme kerslight int celebreren de jaerghetijden van(de) voorn. overleden; A 16, ‘kaarslicht’. Kersmisse: dat was het jaer ghevallen kersmisse sesthien hond(er)t tachtentigh volghens de quittantie van daeten den xxvij-e v. maerte 1682, A 12, ‘Kerstmis’. Kersse: den xiiij xbre 1680 den voorn. voorn Zeels heeft ghecocht tot St Omaers vor xlii kersen, A 16, ‘kaars’. Kynderpotterie: tye kynderpotterie, viij st., B 14, ‘kinderkeukengerei’, ‘potjes en pannetjes’. | |
LLaecken: eenen laecken rock, xvj qt., B 8, ‘lakens’, ‘wollen’. Laevenisse: van voorn. overleden massemijn sijnne huysvrauwe ende Jan du quesne Sr Mie, tot laevenisse van hunne sielen, A 16, ‘lafenis’. Landpacht: een jaer landpacht, A 2, ‘pacht van landerijen’. Last: noch betaelt bij hel Zeels bij laste van als vooren, A 8, ‘op last van’. Lauwe: van daeten de xvj Lauwe 1681, A. 16, ‘januari’, ‘louwmaand’. Lieutenant bailliuw: Item den rekenaere heeft betaelt aen dheer Jan cauwe lieutent bailliuw de somme van lij-tich stuyvers over het recht van seeckeren suyfissement ghedaen over een ghemet lands competerende de voors. heere, A. 17, ‘luitenent-baljuw’, een soort baljuw. Lijfve: ten lijfve: ende kennisse te nemen van seecker acte tot apprehenderen ten lijfve den persoon van Michiel van den Berghe, A 7, ‘lijfelijk’. Lijnwaeten: drye lijnwaeten mutsen, B 13, ‘linnen’, wvl. uitspraaksp. Lofrente: in minderinghe van het verloop van een lofrente, A 2, ‘soort rente’? (nergens vermeld). Loogheleck: een loogeleck, v st., B 6, ‘soort zeef om loog uit te laten lekken’, DB Luyderse, mede beghrepen het recht van luyderse, A 5, ‘(klokke)-luidster’. | |
MMarck: van daeten den xvi-en Lauwe ondt. (ondertekent) met marck | |
[pagina 290]
| |
van Anthone du Chesne, A. 16, ‘teken’, ‘kruisje’. Marmitken: een marmitken, vij st., B 6, ‘kookketeltje’. < fr. Mede begrepen: de somme van eenentwijntigh guldens ende twaelf stuyvers mede begrepen het recht van luyden, A 5, ‘inbegrepen’. Memorie: saligher memorie (afgekort als s.m.), de begraefmisse ende uitvaert van de overleden vader Jan Duquesne saligher memorie, A 10, ‘zaliger (nagedachtenis)’. Midts desen: die midts desen is doende Adriaen Massemijn, A 1, ‘dan ook’, ‘dus’. Mnl. Mre: Item den voorn. Zeels heeft noch betaelt aen Jan de Mre bij laste van alsvooren xxvj st. van het gonne hij Mre noch was pretenderende van aerbeydt, A. 16, ‘Meestere’? | |
NNaer: naer het overlijden van voorn. Jan du quesne, A 12, ‘na’, Mnl. Nemaer; nemaer alles so blijckt bij billet specificatif van (de) voors. rendant bedreven ende alles ter somme van xxxiiij P iij st., A 17. Neusdouck: een paer neusdoucken xiiij st., B 12, ‘grote hals- of schouderdoek’, zvl., wvl., Debra. | |
OObol: de somme van sesthien guldens thien penninghen en een obol ende dat over een jarer fonsier renten, 9, ‘halve denier of schelling’, < fra. obole, Stal. s.v. obool. Omme: van seecker aerbeydt ghedaen ome den voorn. overleden, A 19, ‘voor’, zvl. Oortien: den rendant houdt aen sijn selven over den salaris van sijn ontfanck gelt ten advenante van drij oortien van ider gulden conforme d'acte van bestedijnghe danof zijnde de somme van xxxix p xx st iij den., A 20, ‘duit’, ‘een vierde van een stuiver’, ‘oord’, verkleinv. ‘oortje’, zvl. uitgang op -ien. (VD) Ordtie: Den voorn. Zeels heeft noch bet. bij ordtie van (de) rendant aen dheer Massiet greffier deser prochie over diversche copies thebben ghelevert ten baete vanhet sterfhuys, A 18, ordinantie; ‘order tot betaling’, Mnl. Over: betaelt bij den voorn. Zeels aen Frans. De Lestaille over het recht van sijn luyden en het pidt maecken, A 10, ‘voor’, Mnl. Overleden: over 't vervolgh gelt van het proces ghintenteert bij den voorn. overleden, A 9, ‘overledene’. | |
PPaert: het paert van de weesen, A 13, ‘part’, ‘deel’, ‘erfdeel’, zie Stal. s.v. paertrecht ‘recht op het erfdeel’. Paert requis: Item den rendant heeft noch bet. aen paert requis xxvi st. en half ende dat over soo veele het paert van de weesen moesten draeghen jeghens den rendant ende den vorn. Zeels, A 22, ‘vereiste deel’, < fra. Panderke: Item een blecken panderke, x st., A 13, ‘korfje met een oor’ (blecken = blikken) Parasche: volghens de quittantie van daeten den xxvij-en maerte 1681 ondt. (ondertekent) C f de crepy met seecker parasche dus hier xv P ij st iij d., A 12, ‘verhoging’? Zie Stal. s.v. parautse. Par ordre: betaelt bij den voorn. Zeels par ordre van voors. Massemijn, A 9, ‘'op last van’; fr. | |
[pagina 291]
| |
Pelder: betaelt ...vijftigh stuyvers ende dat over het recht van den pelder van de weduwe Jan du quesne, dus hier I (50) st., A 17, ‘baarkleed’. Pelgrimagie: omme te doen eene pelgrimagie tot St Omaers, A 6, ‘bedevaart’. Permissie: Dit alles in ponden schellen pennen Artois spaensche permissie, 1, Stal.: ‘munt die krachtens een keizerlijke “permissie” tegen een hogere koers uitgegeven mag worden’ (s.v. permissiegeld). Pertinent: alles conforme de betaelinghen ende de goede notitie pertinent van hun beyden danof ghehouden en ghedaen, A 19, ‘gepast’, Mnl. Pidt: over het recht van sijn luyden en het pidt maecken van de voors. Weesen, dus hier, xxxiiij st., A 10, ‘grafkuil’, wvl. Pintke: twee blaeuwe steenen pintkens, B 4, ‘pintje’, ‘kannetje van ong. een halve liter, (een halve kanne)’, zvl. (als inhoudsmaat). Brabantse verkleinv. Plateel: een ander eerden plateel, B 3, ‘platte schotel’. Pretenderen: van het gonne hij mre (Jan de meestere) noch was pretenderende van aerbeydt bij hem ghedaen omme den voorn., dus hier xxxvj st., A 16, ‘beweren’, Mnl. Procreren: de kinderen van de voorn. Heens gheprocreert met wijlent marie massemijn, A 3, ‘ter wereld brengen’. | |
QQualiferen: den rendant in persoone soo hij bij den text alhier ghequalifeert staet..., A, 1, ‘kwalificeren’, < fr. qualifier. | |
RRaey: een swaerte raey, viij P j st., B 9, ‘krans’, Mnl. of ‘zeis om riet te maaien’, < fra. raie. Recht: over het recht van sijn luyden, A 10, ‘recht op loon’. Rechepaeter: betaelt aen Candide Winoc Chrestien rechepaeter de Clairmarest, de somme van viermaeltwintigh thien guldens en vijf stuyvers, A 15, ‘bepaalde pater van de abdij van Klamaresj (Klommeres), ‘pater-econoom’? (nergens vermeld). Reke(ninghe), goede rekeninghe: betaelt aen pierre balleiu de somme van ses guldens op goede rek(ninghe) van het gonne hij Zeels ter cause van sijnne kinderen, den rendant ende de weesen ...hem schuldigh sijn, A 13, (zijn rechtmatige) ‘rekening’. Rekenaere: bij voorn. rekenaere, A 14 en passim ter afwisseling van ‘rendant’, ‘rendant’, ‘rentmeester’. Remyse: den rendant brenckt in remyse twintigh stuyvers op michiel dherdre, greffier van het gonne hij had ghecocht in de coopdaghen de welcke stondt ghestelt veertigh stuyvers.., A 14, ‘teruggave’ < fr. remise. Rencontre: alles bij rencontre soo blijckt bij quittantie, A 8, ‘ontmoeting’, < fr. Reyse: bij diversche reysen, A 19, ‘keer’, ‘beurt’, Mnl. Rijden: en dat van het gonne hij carpentier was pretenderende ten laste van het sterfhuys over thebben ghereden hoy ende graen, A 22, ‘voeren’, ‘brengen’. VD Rocklijf: een root rocklijf viiij st., B 8, ‘rok + lijfje’, gew. lijfrok, VD, Des. S.v. roklief, ook liefrok. Roo: een roon rock, viiij st., B 7, ‘rood’, wvl. | |
[pagina 292]
| |
Rummeghem houdt: soo in het Sperlick houdt als in het Rummeghem houdt, A 19, ‘bos van Rumingem’. Hout is ook ‘bosje’ in VD maar dan een de-woord, in zvl. is het een het-woord. | |
SSarge: een witte sarge, B 9, ‘deken (ev. van serge)’, Mnl., wvl. Schaebraeder: een ander schaebraeder, iiij p iiij st., B 7, ‘soort braadpan’? (nergens vermeld). Schelle: dit alles in ponden schellen ende pennen, A 1, ‘schelling’. Schiere: een bustelaere met een schiere, vij st., B 3, ‘houtblok’, SCH. Schoe: een paer swaerte schoens, iiij P iij st, B 6, ‘schoen’; hier dubbel meervoud: + n + s. Schoolgoet: omme te coopen coussen, schoenen, mutsen, schortecleers...salaris aen den heer Cassu ende hun schoolgoet, A17, ‘schoolspullen’. Schopperye: Item betaelt bij den voorn. Zeels bij laste van (den) voorn. Rendant aen Adriaen de Mey sesendartigh stuyvers over schopperye ghegheven thebben tsijnnen huyse bij de domesticken van voor N. overleden ghedeurende sijnne sieckte, A 15, ‘winkelwaar’, (nergens vermeld). Schortecleers: over thebben verschooten een partie van goeden omme te coopen coussen, schoenen, schortecleers als noch om te doen vermaecken hunne schoenen, salaris..., A 17, ‘bovenkleren’. Sergien: een graeuw sergien capootie, B 8, ‘van serge’. Sesendartigh: sesendartigh stuyvers, A 2, ‘zesendertig’, Mnl. Sesthien hond(ert)t viermaal twintigh: sesthien hond(er)t viermael twintigh, ‘zestienhonderd tachtig’, Gal.? Sijn selven: Item den rendant houdt aen sijn selven over den salaris van sijn ontfanck gelt ten advenante van drij oortien van ider gulden, A 20, ‘zichzelf’, wvl. Sinte Mariekercke: omme toen dienen tot Ste Mariekercke ter intentie van de Wwe du quesne sweesens groote vrauwe, A 13, ‘Sint-Mariekerke (in Bredenaarde) Sinte martens misse: het jaer landpacht ghevallen sinte Martens misse, A 1, ‘Sint-Maartensdag (11 nov.) Sint Omaers: Item betaelt aen Xn (Christiaen) Valde tot St Omaers, A 2, ‘Sint-Omaars’. Slaeplaken: een paer slaeplakens, xlv st., B 9, ‘beddelaken’. Smoutpanne: een smoutpanne, B 5, ‘vetpan’, Zvl. Soo: soo het blijckt bij de quittantie, A 3, ‘zoals’. Somme totale: Somme totale van de mysen en betaelinghen bij den voorschreven ontfanck ghedaen bedr.(aegt) de somme van acht hondert tweensestigh gul(den) vijdt(hien) stuyvers neghen deniers, A 24, ‘totaal’, < fra. Sperlick houdt: Item voorn. rendant ende mr Zeels bringhen alhier in betaelinghe de somme van hond(er)t xv st. ende dat vanhet verlies datter heeft gheweest van het houdt dat den overleden massemijn sweesens vaeder hadde ghekocht soo in het sperlich houdt als in het rummeghem houdt ontrent Alder heylighen voor sijn overlijden, A19, ‘bos van Sperleke’. Stametten: eenen blaeuwen stametten rock, B 18, ‘bepaalde stof’, misschen stamijn of zeefdoek (VD). Stellen: Den rendant houdt in remyse twintigh stuyvers op Michiel | |
[pagina 293]
| |
dherdre ghestelt van een somme bij hem ghekocht in de coopdagh de welckre staet ghestelt veertigh stuyversn A 14, ‘in leen geven’. Stocker: tije eenen stocker, C 3, ‘pook; zvl. Stoffien: een ander rosse stoffien capootie, B 8, ‘van rosse stof’. Stuyver: mede begrepen eenen stuyver omme te doen ene pelgrimagie, A 6, ‘stuiver’. Er waren twaalf stuivers in een schelling, 20 schellingen in een pond. Een pond grooten Vlaams was 6 gulden waard. Succederen: van het gelt hem ghesuccedeert, ‘erven’, Mnl. Suyfissement: en dat over seecker suyfissement ghedaen... op de goederen van(de) voorn. weesen, A 3, ‘voldoening’? (nergens vermeld). Sweesen(s): zie weese Swinneblocq: een swinneblocq, C 4, ‘stenen varkenseetbak’. Zvl. | |
TTaille: Betaelt aen F. bertreede (?) ontfre (ontfanger) van de hond(erd)ste p-e vierenveertigh stuyvers ende dat van (den) honderd(erd)sten p-e die de weesen schuldig waeren van seecker taille, dus hier de selve somme, xliiij st., A 18, ‘het kappen van hout’. Mnl. (honderdste p-t? Misschien hondertdste penning) Taperen: Den rendant heeft noch bet(aelt) aen Louis Payelle.... De somme van sesenvijftigh stuyvers ende dat over soo veele de weesen hebben gheweest ghetapeert seeckere taille ende besaeyde landen met twe (tarwe?) ten jaere 1680, A 22, ‘aftroggelen’, zie fr. taper Thenen: eenen thenen binder, iij st., B 6, ‘tenen’, ‘wissen’. Tije: tije pannekens garnie, B 4, (en passim), misschien hetzelfde als ‘item’? (nergens vermeld). Toorconde: ghearresteeert ter presentie van ml (michiel) dey ende Jan piers schepenen der vrije baronnie van Rumeghem desen V julij 1682 toorconde, B 15, ‘als oorkonde’, ‘ter herinnering’. Tot: omme te doen dienen tot Ste Mariekercke ter intentie van We du quesne, sweesens groote vrauwe, A 13, ‘in’, Mnl. Twijlent: ontfre (ontfanghere) van den coopdagh wijlent Jan Massemijn, salighe memorie, A 1, ‘wijlen’. | |
VVallen: dat was het jaer ghevallen kersmisse 1682, A 12, ‘voorkomen’, ‘gebeuren’, Mnl. Ventuleren: Int maecken ende decederen het proces watter was ventulerende tusschen Gilles de Grave ten eender ende de vooghden van de weesen ten ander, A 8, ‘aanhangig zijn’, Stal. s.v. ventileren. Verloop: in dat in minderinghe van het verloop van een lofrente, A 2, ‘intrest’, ‘rentevoet’, Stal. Vertoogh: van de vertooghen van Jacques Calens,, B 16, ‘betoog’, ‘eis’, Stal. Vervolgh gelt: over volle betaelinghe van het vervolgh gelt van thebben geagiert, A 10, ‘gerechtsgeld’, Stal. s.v. vervolchdach. Viermael twintigh thien: de somme van viermael twintigh thien guldens ses stuyvers, A 15, ‘negentig’, Gal.? Vierketel: eenen vierketel met een schotel, B 5, ‘kookketel’? of ‘ketel waarin vuur brandde’ | |
[pagina 294]
| |
of ‘ketel om boven het vuur te hangen’? (nergens vermeld) Violetten: een violetten rock, iij P iiij st., B 7, ‘violet’ (violette). Voors(chreven): Item betaelt bij den voors(chreven) Zeels, A 11, ‘boven vermelde’, Mnl. Voye: twee groene gordijnen mette voye, B 7, ‘erbij horend behangsel’, ‘bovenrand’. Vgl. zvl. vooie ‘schoorsteenkleedje’. Vrauwenhemde: tije vrauwenhemdens, xxvij st., B 12, ‘vrouwenhemd’, dubbel meerv. (+ n + s), plaatselijk zvl. | |
WWaele: ende dar overthebben ghecelebreert vijfentwintigh missen tot laevenisse van alle ghelovighe zielen, ende dat t(er) intentie van den Waele Jan du quesne soo blijckt bij quittantie, A 21, ‘waal’, hier ‘Franssprekende van over de taalgrens’. Weese: sweesens grootheere ende grootevrauwe, A 13, Van het verlies van het houdt dat heeft gheweest dat den overleden Massemijn, sweesens vader hadde ghecocht...A 19, de we-de (weduwe) Jan du quesne, sweesen groote vrauwe, A 20, ‘der wezen’, ‘van de wezen’, voorbepalingsnaamval. Wijngelt: Item heeft noch betaelt aen voors. Ie grand xvj st. voor een paerie wijngelt die de overleden schuldigh was als vooren volghens de quittantie danof sijnde xv st., ‘geld om wijn te kopen’, Mnl. |
|