Print Nieuw Vlaams tijdschrift. Jaargang 20(1967)– [tijdschrift] Nieuw Vlaams Tijdschrift– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [p. 1007] [Gedichten Willy Vaerewijck] [In alle bomen hangen apen] In alle bomen hangen apen voor wie van apen houdt maar verdriet is niet te ontkomen en versta je zelfs in Babylon Wij blijven bedelaars als wij ons geen huizen bouwen buiten de seizoenen spreek met je hond over koetjes en kalfjes maar waag je - ook niet halfjes - op het ijs van de grote rust Zij komt maar als ze overbodig is en wij de grote kou in onze kleren dragen Onze bevroren namen staan nog in het telefoonboek Wees dus niet verbaasd als wij soms een antwoord geven van dertig graden onder nul. [p. 1008] [Avond aan avond] Avond aan avond verscheur ik papieren. Bladzijden wit, er zit alleen mijn duimdruk op: een labyrinth op snippers en uniek méér dan in mijn huid laat ik niet lezen. [p. 1009] [Zij hebben het allen gezegd] Zij hebben het allen gezegd, spraken volgens de kalender woorden voor een winter en sloten het jaar vóórtijdig af met de ballade van de balustrade die begaf. De wisselstroom werd ingeschakeld als een vijfde seizoen de spijkers roestten in de deur toen werd dit huis voor twee historisch koud. (pagina 57 in de Gids voor Heliopolis). [p. 1010] [Op ieder bord] Op ieder bord in ieder boek die lijnen driehoek waar jij vanuit de spits mijn congruentie wordt. WILLY VAEREWIJCK Vorige Volgende