Print Thirsis Minnewit. Deel 1(2012)–anoniem Thirsis Minnewit– Auteursrechtelijk beschermd Inhoudsopgave Beknopte verantwoording ‘t Boek tot de Sangers en Sangeressen Register [O wrede, stuurse Maagd] [Al wat men doet, men kan geen Juffers winnen] [Is Liefde soet lijden, waarom baartse dan pijn] [Besnedene velde, doorlugtige boomen] [De winter is voorby gestreken] [Ik weeter geen schoonder Maagd] [Liefste Lief, wanneer sal ‘t wesen] [O Hollandt schoon, gy leeft in vree] [O Flora, ydel is uw roem] [Och, Clarind mijn Uytverkoren] [Het geschieden op een tijdt] [Hoort Kees, mijn Vryer] [Het wintje dat uyt den ooste waayt] Bruylofs-gesangh Bruylofts-gesangh Twee Versse, Twee Wyze Drinck-liet [Vrijers, wel, wat hebje klugjes] [Clarindes hert is altyt kout] [Liefhebbers blijf een weynig staan] De getrouwde beklaagt sig [Schoon Catrijn, o Beelt der Beelden] [Marregrietje, mijn Voogdesje] [Wel, ben ick dan soo mismaakt] Van Naboths Wyn-berg [O soetste Vrindin, o Sijlsteen der min] [Hoe Kan de Liefde Iemants hert ontrusten] [In de eeuw van Adams Tijden] [Wy willen nog niet scheijden] [O Doelwit van de min] [Ontsluyt, ontsluyt u Venstertje] [Een Jongman die ‘t minnen] [Truijtje, mijn soete Engelin] [Ik gink lestmaal de willige boomtjes telle] [Aurora brengt den klaren dag] [Hoort toe, gy Meysjens al] [Een Meisje excelent] [‘t Is wie wil hooren zingen] [Wel, mieken stout] [Ik heb twee bruin Ooghjes in mijnen zin] [Ick gink lest wandelen door een Hof] [Hou, Voerman van der Hel, wilt myn doch oversetten] [Neen kloris, neen, op zulken wys te minnen] [Is dan de Liefde schande] [Verlaat gy mijn, verheve ziel] [Philidaatje, hoe lang ist geleden] Herders Gezang [Ik min de vrye vryer Staat] [Wat isser grooter vreugt op aart] [Schoon lief, aanhoort myn klagten] [Het best op aard is een gerust gemoed] [Na Oost land wil ik varen] [Wel Joosje, bent gy de weelde moe] [Als ik mijn Philis kussen mag] [Het Wyntje dat is ‘er zoo zoet van smaak] [Wie heeft het ooit gehoort] [Anke von Trara is die mir geseld] [Dorothea, hoor mijn zugten] [Het is ruim vyf jaar geleden] [Lestmaal, in’t rysen van een koele morgen] [Troosje, mijn uitverkooren] [In de Min vind ik genugten] [Een Juffrouw schoone] [Vrinden, zou men niet vrolijk wesen] [Wanneer de Son het morgen-rood] [Als Boxvoetje speeld op sijn Pypje in ’t dal] [Indien oit maagt haar droeve klachten] [Carileen, Ei, wilt u niet verschuilen] [Wanneer de Zon zyn Paarden ment] [Ey lieve Jan, loopt met een set] [Dat alle Bergen goude waren] [Ik wil van desen avond] [Ik hoorde dees dagen] [Goeden avond, myn soete troosje] [In ‘t ruischen der boomen] [O zoet vermaaklyk vrouw-geslagt] [Wie zal dog die gelukkige eens zyn] [Geen pyn is voor een maagt soo swaar te dragen] [Wanneer ik mijn Engel maar eens mag zien] [Ryke Buurjaapje die zeide lest open] [Doen laast Klimeene dwalen ging] [Klorinde, mijn leven, die ik er bemin] [Sy is soo niet als ik gesint] [Myn lief schijnt my te haaten] [Waar heenen drijft gy, Galathé] [Gun my, mijn Engelin] [Ik wil ‘er naar mijnen zwier] Air