Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 29 (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 29
Afbeelding van Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.67 MB)

Scans (3.43 MB)

ebook (3.55 MB)

XML (1.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Taalbeheersing. Jaargang 29

(2007)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Taalbeheersing–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 377]
[p. 377]

Signaleringen

Antoine Braet (2007). De anatomie van overtuigingskracht. Verzamelde lessen over klassieke en moderne toespraken (en enkele andere wervende genres). Leiden: Stichting Neerlandistiek Leiden. ISBN 9789078531036. Prijs € 25,00. (220 pp.).

Ter gelegenheid van de afsluiting van zijn loopbaan aan de Universiteit van Leiden bundelde Antoine Braet tien van zijn retorische analyses in De anatomie van overtuigingskracht. Verzamelde lessen over klassieke en moderne toespraken (en enkele andere wervende genres). De titel van dit werk verwijst naar de volgende bewering van Quintilianus over persuasiemiddelen: ‘Toch dient al het andere [zoals het onderhouden en het emoties bespelen], dat in een meer vloeiende taalstroom neerdaalt, slechts tot hulp en verfraaiing van de argumenten, en verleent het deze spieren waaruit de zaak eigenlijk bestaat, het omhulsel van een fraai lichaam’. Met zijn gebundelde lessen laat Braet zien hoe de ‘lichamen’ van klassieke en moderne betogen tot op het bot geanalyseerd moeten worden op basis van de klassieke retorica.

Zo behandelt Braet in de eerste twee hoofdstukken (oorspronkelijk artikelen uit 1975 en 1978) de (her)introductie van klassiek retorische inzichten in het taalvaardigheidonderwijs Nederlands in de bovenbouw havo-vwo. In hoofdstuk 1 geeft hij aan dat zo'n introductie nodig is (bij het onderdeel begrijpend lezen wordt er voorbij gegaan aan een kritische evaluatie van teksten) en hoe die introductie kan worden verwezenlijkt (door meer aandacht te besteden aan publiek, schrijver en onderwerp). In hoofdstuk 2 bespreekt Braet juist inhoudelijk de klassieke retorische inzichten die in het voortgezet onderwijs verwerkt zouden moeten worden.

In hoofdstuk 3 (een artikel uit 1986) laat Braet ‘een heel ander toepassingsterrein’ (p. 7) van de klassieke retorica zien: de klassieke retorica als apparaat om moderne toespraken te analyseren. Braet past hierbij de klassieke statusleer toe op een pr-toespraak van Shell uit de jaren '70. Ook in hoofdstuk 4, 7, 9 en 10 (een lezing uit 1992 en artikelen uit 2003, 2006 en 2007) komen moderne toespraken aan bod zoals Braets eigen opiniestuk (geschreven als voorzitter van de CVEN), een regeringsverklaring van premier Balkenende en de Lewinskyspeech van voormalig president Clinton. Het verschil tussen de gepresenteerde analyses is dat Braet zich in hoofdstuk 3, 4 en 7 tot een retorische analyse beperkt, terwijl hij in hoofdstuk 9 en 10 ook de toespraken beoordeelt. Braet bedient zich in zijn analyses niet alleen van de statusleer, maar ook van bijvoorbeeld de retorische inzichten van Aristoteles.

Naast analyses van moderne toespraken zijn analyses van klassieke betogen in de bundel opgenomen. In hoofdstuk 5 en 8 (artikelen uit 1993 en 2006) analyseert Braet Cicero's Pro Milone en Lysias' Invaliderede. Aan de hand Cicero's rede introdu-

[pagina 378]
[p. 378]

ceert hij een belangrijk onderscheid tussen twee soorten retorische analyses: de argumentatieanalyse en de persuasieanalyse. Bij de analyse van de rede van Lysias gaat Braet na of deze als een fictief reclamebetoog mag worden gezien.

In hoofdstuk 6 (een artikel uit 2001) komen we ten slotte de ‘wervende genres’ tegen waarnaar de subtitel van de bundel verwijst. In dit hoofdstuk, dat een beknopte versie van Braets oratietekst is, analyseert Braet het gebruik van anekdoten in betogen als reclameteksten en oorlogspropaganda. Hij verdedigt op basis van zijn retorische analyses dat amplificatie in anekdoten goed samen kan gaan met argumentatie.

De oplettende lezer zal opgemerkt hebben dat Braet de artikelen in zijn bundel chronologisch heeft gepresenteerd. De opeenvolgende hoofdstukken komen daardoor qua onderwerp niet altijd overeen. Voor de lezer hoeft dit echter geen probleem te vormen, aangezien elk hoofdstuk een eigen inleiding en conclusie heeft. In principe zijn de hoofdstukken dus ook los van elkaar te lezen. Als de lezer de bundel wel van kaft tot kaft doorneemt, zou hij - zoals Braet zelf al in zijn voorwoord opmerkt - hinder kunnen ondervinden door herhaling in de artikelen en tevens sneller kleine slordigheden kunnen opmerken (zo wordt in hoofdstuk 9 gesteld dat Aristoteles' Rhetorica ‘mogelijk het oudste handboek over de retorica dat is overgeleverd’ is (p. 151), terwijl we in het hoofdstuk daarvoor hebben kunnen lezen dat de Rhetorica ad Alexandrum eerder is verschenen). Dit doet echter niets af aan het feit dat Braet in zijn hoofdstukken de verscheidene toepassingsmogelijkheden van de klassieke retorica op een zeer toegankelijke manier presenteert.

 

Roosmaryn Pilgram

Braet, A. (2007) Retorische kritiek. Overtuigingskracht van Cicero tot Balkenende. Den Haag: Sdu Uitgevers. ISBN: 9789012119566. Prijs: € 29,95. (203 pp.)

Antoine Braet (1942) heeft zijn carrière aan de Universiteit Leiden - naar goed retorisch gebruik - met een drieslag uitgeluid: Redelijkheid van de klassieke retorica, De Anatomie van overtuigingskracht en Retorische kritiek. Overtuigingskracht van Cicero tot Balkenende. In dit laatste boek brengt Braet zijn inzichten in de klassieke retorica en moderne argumentatietheorie samen. De voormalig universitair hoofddocent Taalbeheersing aan de Universiteit Leiden (1976-2007) en bijzonder hoogleraar in de geschiedenis van de retorica aan de Universiteit van Amsterdam (2000-2005) bespreekt alle klassieke overtuigingsmiddelen, geïllustreerd met voorbeelden uit heden en verleden. Van Cicero's beroemde pleitrede ‘voor Milo’ tot Rita Verdonks kamerdebat over de Nederlandse nationaliteit van Ayaan Hirsi Ali. Ook presenteert hij een model dat houvast biedt bij de beoordeling van deze overtuigingsmiddelen.

Breat neemt in Retorische kritiek de klassieke retorica als basis. Braet definieert retoriek als neutrale term voor alle overtuigingsmiddelen die sprekers en schrijvers ter beschikking staan om hun voordrachten of teksten doel- en publiekgericht te maken. De overtuigingsmiddelen concretiseert de schrijver met voorbeelden uit publieke betogen. Zijn aandacht gaat vooral uit naar ‘de klassieken’: gerechtelijke pleidooien, politieke redes en gelegenheidstoespraken, maar ook moderne genres als advertentie- en folderteksten, opiniestukken en wetenschappelijke betogen komen aan de orde. Doel van het boek is het vermogen van de lezer te vergroten om een oordeel te vellen over de overtuigingskracht van een betoog bezien vanuit de optiek van het reële publiek. Weet de protagonist de aandacht van de doelgroep te wekken en de boodschap

[pagina 379]
[p. 379]

begrijpelijk en aanvaardbaar te presenteren?

De kern van het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel bespreekt de auteur de vormen van retoriek waarover een spreker of schrijver kan beschikken. Aan de hand van de kennis van de overtuigingsmiddelen kan een tekst retorisch geanalyseerd worden. Braet besteedt uitgebreid aandacht aan de retoriek van de inhoud: aan argumentatie (logos) maar ook aan andere niet-argumentatieve middelen zoals inleidende en afsluitende opmerkingen, relevante achtergrondinformatie en de irrationele overtuigingsmiddelen ethos en pathos. Ook de retoriek van de ordening komt uitgebreid aan bod. Braet bespreekt de standaardordening van het klassieke strafpleidooi als oriëntatiepunt voor de analyse van betogen. Daarnaast wijdt de auteur een hoofdstuk aan de retoriek van de verwoording. Dit doet hij aan de hand van de vier stijldeugden correctheid, duidelijkheid, aantrekkelijkheid en passendheid. Aardig hierbij is het onderdeel waarin Braet een top-49 van stijlfiguren heeft samengesteld, voorzien van uitleg en actuele voorbeelden (zoals het understatement dat Clinton gebruikte: ‘Indeed, I did have a relationship with Ms. Lewinsky that was not appropriate’). Vervolgens geeft hij uitleg over de retoriek van de presentatie, zowel voor de mondelinge voordracht als de schriftelijke vormgeving van een tekst.

Het tweede deel gaat een stap verder. Hierin geeft Braet handreikingen om te beoordelen in welke mate de protagonist in zijn betoog een geslaagde keuze heeft gemaakt uit de retorische middelen voor het beoogde publiek. Hiermee kan retorische kritiek worden geformuleerd. De luisteraar of lezer kan een gefundeerd oordeel vellen over de overtuigingskracht van een betoog door na te gaan of een spreker of schrijver een optimale keuze heeft gemaakt uit de retorische mogelijkheden om zijn publiek te bedienen. Braet stelt een stapsgewijze aanpak voor om deze kritiek vorm te geven. De auteur adviseert algemene vragen in het oordeel te betrekken (Wat is de historische of maatschappelijke achtergrond waartegen het betoog wordt gehouden? Wat is de communicatiesituatie?) en vragen die betrekking hebben op het eigenlijke betoog (Wat is de eerste indruk? Wat valt op aan de presentatie (vooral van belang bij mondelinge betogen)? Hoe is het betoog geordend, inhoudelijk uitgewerkt en verwoord?). Aan de hand van deze vragen kan een eindoordeel over de overtuigingskracht geveld worden. De analyse aan de hand van de gestelde vragen en het eindoordeel over het betoog krijgen een plaats in een retorische kritiek (bijvoorbeeld een retorische recensie naar aanleiding van een politieke toespraak of een adviesrapport naar aanleiding van een corpus speeches). Braet illustreert zijn methode aan de hand van een voorbeeldkritiek: de televisieverklaring van Clinton waarin deze - na eerdere ontkenningen - toegeeft sex te hebben gehad met Monica Lewinsky.

De toegankelijke schrijfstijl en benadering van het onderwerp - Braet maakt nauwelijks gebruik van Grieks en Latijn, en vakjargon - maakt het overzichtswerk geschikt voor een breder publiek. Niet alleen voor studenten die een communicatieopleiding volgen in het hbo of wetenschappelijke onderwijs (bij modulen als argumentatietheorie en persuasieonderzoek), maar ook voor een lezer die privé of beroepshalve in het onderwerp geïnteresseerd is. Het overzicht van de retorische middelen, de handige samenvattingen aan het eind van elk hoofdstuk en het praktisch toepasbare model bieden houvast bij het analyseren en beoordelen van schriftelijke en mondelinge betogen. Voor de lezer die meer geïnteresseerd is geraakt in het onderwerp, zijn er uitgebreide literatuurverwijzingen aan het eind van elk hoofdstuk.

 

Everdien Rietstap

[pagina 380]
[p. 380]

Pluuren, Astrid van & Henk van der Roest (2006). Copywwwriting. Schrijven voor internet, hoe doe je dat eigenlijk? Arnhem: La Gazetta. Prijs € 14,95 (103 pp.)

Copywwwriting. Schrijven voor internet, hoe doe je dat eigenlijk? is een uitgave van het Arnhemse La Gazetta, een bedrijf dat gespecialiseerd is in online copywriting en trainingen. In deze trendy vormgegeven publicatie maken 24 copywriters de lezer deelgenoot van hun ervaringen met online copywriting en hun visie op het vak. Op deze manier wordt een beeld geschetst van de verschillende opvattingen die er bestaan binnen dit nog volop in ontwikkeling zijnde vakgebied.

De auteurs Astrid van Pluuren en Henk van der Roest interviewden 24 online copywriters - van startende twintigers tot doorgewinterde veertigers. Het boek lijkt uitgewerkt te zijn volgens het stramien van een website met het voorwoord als homepage waar vanuit je kunt doorklikken naar de interviews met de verschillende copywriters.

Deze interviews vormen de leidraad voor de hoofdstukindeling. Elk hoofdstuk opent met een quote van de geïnterviewde, bijvoorbeeld ‘Als het leest alsof je niet aan het lezen bent, heb je jouw doel bereikt.’ Vervolgens maakt de lezer kennis met de copywriter en zijn staat van dienst. Tot slot presenteert de webschrijver zijn meest en minst favoriete website. Na de opening volgt het vraag-antwoordinterview. In de vragen is aandacht voor de achtergrond van de copywriter (sinds wanneer schrijf je voor internet, wat was je grootste valkuil en wat deed je toen en nu niet meer?), het heden (welke tips heb je voor een beginner en een vergevorderde, wat is het verschil met schrijven op papier?) en de toekomst (hoe ontwikkelt copywriting zich verder, voldoen jouw online teksten zich aan de criteria van de toekomst?). Tot slot eindigt elk interview met een aantal - meestal wat vrijblijvende - do's en don'ts, zoals ‘Wees bondig, vat samen en kort dat in.’ (do) en ‘Mensen met ervaring na-apen’ (don't).

De interviews leren de lezer niet zozeer online reclameteksten schrijven. Ze zijn wel een aanzet tot het nadenken over het inrichten van en het schrijven voor een website. Opvallend daarbij is dat de copywriters open laten hoe ze de richtlijnen zelf toepassen. Bij de tips en valkuilen die de webschrijvers geven, ontbreken voorbeelden van websites waar zij aan hebben meegewerkt. Maar dit past wel bij de aard van het vak, waarin originaliteit in aanpak en stijl nog altijd de boventoon voeren.

 

Everdien Rietstap


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Roosmaryn Pilgram

  • Everdien Rietstap

  • over Antoine Braet

  • over Astrid Pluuren

  • over Henk van der Roest