[Vervolg sedert 1945 een Kwartmiljoen West-Vlaamse romans in Duitse vertaling]
De doorbraak van een ethisch realisme in de Vlaamse literatuur voltrekt zich van West-Vlaanderen uit. Hier wordt het erfdeel van de jonge Walschap aanvaard en tot zijn tot op heden toe hoogste voleinding gevoerd. André Demedts, Marcel Matthijs en Fred Germonprez zijn de drie Vlaamse ethische realisten, die voor de tijdspanne van 1945 tot heden de Europese literatuurgeschiedenis zijn binnengegaan.
Vanzelfsprekend blijft de grootste Westvlaamse auteur, ook in deze tijd, onomstreden Stijn Streuvels. Zijn hoofdverdienste valt evenwel in de periode tussen beide oorlogen; zijn succes na 1945 is een voortleven van zijn werken en een getuigenis van zijn ongebroken scheppingskracht en van de niet aan de tijd gebonden waarde van zijn werk, dat blijven zal, daar waar zo veel, dat vandaag rang en naam geniet, spoedig zal vergeten zijn. Met Hamsun en Raymont zal Streuvels steeds zijn plaats behouden in de wereldliteratuur. Maar als tweede fenomeen van ongebroken scheppingskracht en voortdurende geestelijke hernieuwing zal André Demedts blijvend aangeduid worden. Van alle Vlaamse auteurs is hij het trouwst gebleven aan de oer-Vlaamse elementen van zijn kunst, niet in een prozaïsche verstarring zoals zoveel anderen, maar in een bestendige vernieuwing, aangepast aan de gegevens en de vereisten van de tijd. Tot in de stijl toe - dat verraadt zijn jongste roman - weet hij jong te blijven en zijn lezers, jong en oud, te boeien.
Marcel Matthijs heeft ooit gezegd, dat een kunstenaar, die zich niet steeds vernieuwen kan, moet zwijgen. Hij is deze woorden door de jaren heen gestand gebleven. Ik herinner mij nog altijd de 27e september 1949, toen Matthijs in Bonn het eerste exemplaar van ‘Wer kann das begreifen’ tekende en een definitie van de kunstenaar gaf, een bepaling, die in haar scherpte en klaarheid onovertroffen gebleven is. Van zijn werk wordt nu voor Duitsland een totaaluitgave voorbereid; de eerste band ervan doet ons het kwartmiljoen Westvlaamse romanexemplaren bereiken.
Naast Matthijs en Demedts staat Fred Germonprez, steeds trouw aan mens en heimat, de sociale voorvechter, door medelijden met armen en vervolgden bezield, de vernieuwer en voleindiger van een gezonde, ethische, sociale roman op realistische grondslag.
Toen André Demedts in 1939 in de Raabenpresse met zijn eerste Duitse vertaling ‘Das Leben treibt’ debuteerde, toen Fred Germonprez met ‘Wir Leben’ en Marcel Matthijs met ‘Mur italien’ hem in 1943 volgden, zag men in alle drie een ‘Versprechen der jungen Generation’. Na twee decennia hebben zij deze belofte vervuld. Werk na werk werd in het Duits vertaald; de lezerskring groeide aan. André Demedts oogstte de dank van een begeesterd publiek, toen hij vorig jaar in Bonn een lezing over zijn werk hield, Fred Germonprez beleefde oplage na oplage van zijn boeken en werd in Oost- en West-Duitsland tot een verkondiger van een sociale boodschap, die bijval en instemming vond. Marcel Matthijs' werk rijpte in stilte en heeft nu de hoogste erkenning gevonden.
Met bijzondere aandacht volgt het Duitse lezerspubliek het letterkundige rijpingsproces van Lia Timmermans. Stond het succes van haar eerste boek ‘De Ridder en zijn Gade’, dat in Duitsland dadelijk een bestseller werd, nog verregaand onder de invloed van de bijval, die haar vader te beurt gevallen was, dan heeft ze zich in ‘Verloren Zomerdag’ toch vrijgeschreven en ontwikkelt ze sedertdien een zó eigen, fijnbesnaarde dichterlijke persoonlijkheid, dat ze - wanneer zij de belofte, die besloten ligt in ‘Verloren Zomerdag’ inlost - het grote succes tegemoet zal gaan.
Een kwartmiljoen Westvlaamse romans! Indien men de statistiek mag geloven, onlangs door een instituut voor publieke opiniepeiling opgemaakt, dan wordt elke roman in Duitsland door gemiddeld acht personen gelezen. En dan geeft ons dat twee miljoen Duitse lezers van Westvlaamse romans! Ik persoonlijk vind dat getal beslist nog aan de lage kant, want alle romans, die tot nog toe uit West-Vlaanderen tot ons kwamen, vonden hun weg naar de bibliotheken, die een zeer brede verspreiding waarborgen.
Dit werd een trots bilan en als men de vergelijking met de andere nederlandstalige provinciën van België trekken wil, dan hoeft West-Vlaanderen vast niet te blozen over zijn eigen literatuurrijkdom! Ook de trouw van de Westvlamingen aan hun eigen Vlaamse uitgeverijen vond in Duitsland bijzondere waardering: van alle na 1945 vertaalde Westvlaamse romans, in deze statistiek omvat, verschenen slechts twee titels oorspronkelijk in Nederland. Trouw wordt met trouw vergolden. Dit weze een prikkel voor de auteurs en een troost voor de uitgevers!
Georg Hermanowski