past daarin wordt simpelweg ontslagen. Waar bleef z'n trots? Hij voelt zich afgedankt.
‘Met 'n neger zal het nooit iets worden,’ zeiden ze vroeger altijd, die kolonialen. Nee, nee, niet alleen ze, maar we, wij negers zelf ook. En het was iets waar Nelis heilig in geloofde. Waar hij van jongs af aan mee opgevoed werd, is nu uitgekomen.
Zelfs het ouwe bed waar hij op slaapt, heeft hij niet van z'n loon kunnen betalen: in huis gehaald na 't plotselinge overlijden van groottante. 't Gammele krapeerbed van degene die hij als z'n erfvijand beschouwde altijd. Wat 'n verdomde eer!
In z'n teruggetrokkenheid mag hij eens alles overdenken, o, 'n zee van tijd lijkt dat: het jubileumfeest dat hem zou worden bereid, vanwege jarenlange trouwe arbeid op z'n werk. Nelis heeft dat niet meer gehad. Hij was er sowieso op tegen te worden gehuldigd. Hem in 't zonnetje zetten? Ben je gek? ‘Gewoon me plicht gedaan, meer niet! Oprotten!’
Als je weet hoe hij toen is uitgevaren, met name tegen moeder, over het feit dat ze eens stiekem aan de buren had verteld dat meneer 'n jubileum vieren zou. Haar beet hij, toen hij erachter kwam, toe dat ze het maar onmiddellijk kon gaan omroepen via de landelijke radio. En dan kon iedereen maar eens langs komen zuipen, iedereen! Hij zou de vlag uithangen voor ze, gelijk op koninginnedag! Ze waren welkom als wát!
Hij wou immers geen feest geven, ja, niets daarvan. Een wurgende bescheidenheid, grenzend aan ongelofelijke zelfstraf. Maar dan: waarvoor was dat?
Allemaal opgekropte haat! Tegen z'n negerafkomst en de Para, wat al niet! Nelis verkrampt, verkronkeld! Dat hij de pest aan feesten heeft, och ja! Maar dat hij enerzijds er blijk van geeft verlost te willen worden van z'n levenslast: drang naar de vrijheid, liefde, jeugdigheid... en dat hij anderzijds - vanuit 'n diepgekwetste jeugd wellicht - de sleutel tot z'n hart reeds lang terug lijkt te hebben weggeworpen, ergens in 'n dodelijk diepe vijver.
Verdwaasde zielen, o, geschonden tijd!
Nelis, de man, die, als opnieuw, het leven zou willen beginnen, helemaal van voor af aan! Zulks aan te vangen met het aantrekken van het schone werkpak dat hij wekelijks opnieuw laat strijken. Daarop z'n dagelijks gepoetste schoenen en z'n werktas gepakt, keurig klokslag optijd weer op z'n werk verschijnen. In z'n