Schoon clappen en sal Godt niet paeyen, Woort zonder werck en doet gheen voordel
Die woorden saeyt sal windt maeyen, Elcx clap gheeft elck zijn oordel.
A B C D E F G H I J K L M N O P P Q R S T U W.
Proverb. xij.
YEghelijcke valsche tonghen zijn veur den Heere een afgrijselijcheyt, maer die ghetrouwelijck doen ende recht wandelen dat is veur Godt een sonderling wel behaghen.