Print Zoeken Aantal gevonden resultaten: 16360 Titel Jaar Auteur Stijfkopje omnibus (onder pseudoniem Ankie Aalders) boodschap. Maar de heer Van Stralen had het zien aankomen. Al lang zag zijn vrouw er niet goed uit. Zij werd de baas in hun huis ging worden? Moeder zag er allerlei narigheid van komen! Dat bracht ze haar man ook en deze kende haar man lang genoeg om aan zijn gezicht te kunnen zien, dat hij al lang besloten had kantoor. ‘Je moet naar bed!’, zei meneer en hij probeerde iets schertsends in zijn stem te leggen. ‘Hoe, dat is alles. Maar daarom hoef ik toch niet de hele dag in bed te gaan liggen!’ ‘Toch zal het moeten1970H.P. van den Aardweg Boekèt Mestreechs. Bloemlezing uit de Maastrichtse dialectliteratuur plèzeer as me huurt wie hun dej babbej geit; en daobij de sjoenste wäörd van de werreld, par exempel: doe, gedicht of lied) hanteerden we ‘kwaliteit’, hoe vaag dit begrip ook is en hoezeer de keuze ook door onze auteur van wie wij werk hebben opgenomen, bereikte in 2005 de leeftijd van 58 jaar. Is dit een teken aan bijvoorbeeld staat: Dat waos in de schoen gouwe ieuw, wie aal in vrundschap leefde en eeder vrouw in eige hoes spelling: Dat waos in de sjoen gouwe iew, wie aal in vrundsjap leefde en eder vrouw in eige hoes häör eige2005Flor Aarts, Lou Spronck Aan de grenzen van Cayenne een lig-, of zit- of hangplaatsje op 't dek en 't wordt stil. Lekker slapen dat kun je niet. Na 'n paar. Dan stoomen we weer hooger op. Albina ligt 'n goeie drie uur diep 't land in. 't Is een heel gedraai). Een indiaantje kan zoo maar niet even naar de slager op de hoek om 'n pond biefstuk. Hij loert in 't bosch naar Stuur hem 'n verzuchting na als hij wegloopt. Want 'k begrijp niet goed hoe O.L. Heer deze mensch aan de West.’ In die uurtjes dan, heb ik me nooit verveeld. Nu 'k na zooveel jaren zelf in de West zit wil 'k1927M.F. Abbenhuis Weemoedstoonen uit de geschiedenis van mijn leven, of mijne reis naar Curaçao, en vlugtige beschouwingen van dat eiland gedurende mijn tienjarig verblijf op hetzelve. mijns levens voor mij nog zoo levendig zijn, als of ik ze heden beleefd had Deze in Curaçao opgestelde teedere snaren aangeroerd vinden. Doch ik zal ter zake gaan, om mijne lezers niet reeds in de Voorrede op het publiek in den 1sten persoon te spreken, en daardoor te verraden, dat men aan zijn eigen ik zulk eene willen, aan de stem der eigenliefde of valsche nederigheid gehoor te geven; en dus in zoo verre is elke keuren; doch het nut kan evenwel bij alle deze gebreken niet te min zeer groot zijn. Ik was eens1834Hermanus Johannes Abbring Karel en Theresia ’ verscheen immers in de nrs van 11n, 16n, en 17n Junie 1859, en - we vergaten tot nog toe dit aan te stippen bij die der jaren '60 er '70.’, dan is er zeer veel kans dat die werkjes, tans nog zullen boeien ook wie doet wat hij kan is een eerlik man, en bij allen goeden wil heeft tijdsgebrek mij niet toegelaten bekladden uit pure Vlaamsgezindheid, en zich al in 't portaal waanden van den tempel des Roems, als de brave zijn dikwijls net zo goed als goede nieuwe; en als 't nu boeken zijn van iemand die in sommige1904Albijn van den Abeele De dorpsbeschaver naderhand er zich op dat dokter B. te hunnent was geweest. Zonder evenwel al het heilzame der geleerdheid in hebben, werd er beslist, dat vader Stuypaert bij den pastoor des dorps zou gaan en hem zijn voornemen hunnen student aan te koopen, en op eenen goeden morgen werd Leonaard met pak en zak ter school gevoerd geneesheer ten deele viel, besloten vader en moeder Stuypaert, hunnen Leonaard ter school te doen, niet om vaders goed en raadde hem aan zijnen zoon de lessen in een college te laten volgen. Korts daarna begaven1874Albijn van den Abeele Jolig strandleven glanzen stond en zei met nadruk: ‘En ìk zeg je, dat neef Basters komen kan, als hij daar lust in heeft! Als jij bang bent, dat Koos hier wat vuile voeten op het tapijt zal zetten, dan loop je hem maar met, dat-ie nog kaptein geworden is, al is 't dan ook maar van zoo'n kleine schoener? Zeelui zijn toch wel inviteeren. Je weet toch, dat Margo veel te veel dame is, en... en... o, ik schaam mij dood voor mijn zuster Stoghem was zeer bemiddeld en daarom kon hij ook onbezorgd met zijn vrouw leven. Na de vlucht uit België1916Chr. van Abkoude De circusclown of de lotgevallen van Daantje . Nou, dat is me ook wat moois, hoor, kunnen jullie me dan nooit met rust laten? Hee daar, jij Pluimstaart, blijf met je handen uit mijn zak.’ Dit laatste was gericht tot een van de eekhoorns, die al heel, de vaders stuurden den hond op hem af. Maar daar was Daantje niet bang voor, de honden deden hem nooit wat weggejaagd en hier komen wonen. O, wacht maar, hij zal me gauw genoeg kennen.’ Een oogenblik later was om en lachte. ‘Kijk nou,’ zei-die vroolijk, ‘daar heb je nou de Mopneuzen-familie weer. Zeg eres, ik1931Chr. van Abkoude Willem's verjaarsgeschenk zich loom en slaperig: hij was er ook al zoo vroeg uit geweest! ‘Weet je wat?’ dacht Wim, ‘het is nog in, sprong van den bok en trad op Wim toe. ‘Wat drommel, hoe kom jij hier?’ ‘Ik ga naar school, maar hij had er het grootste plezier in, om 's morgens met zijn vader mede te rijden. Wim was een leuke den molenaar rijden.’ ‘Goed vader.’ O, wee, dacht Wim, die alles had gehoord. Al half tien! En ik lig hooiberg afkom, zien ze mij natuurlijk en heb je 't leven gaande. En al wipte ik er ongemerkt tusschen uit1920Chr. van Abkoude De man met de poppenkast te zien, of er ergens een lek was. Toen alles in orde bleek, ging hij weer op dek en sloot het luik nu wat bekomen was van z'n zwaren arbeid, leunde kalm tegen den grooten mast. Er waren er, die als klapperde en wapperde boven aan den grooten mast. Men had het niet kunnen reven. De kapitein keek er met ontredderd en werd nog slechts door een paar touwen aan de ra gehouden. Maar juist die plek bevond zich aan het uiteinde van de bovenste ra. Tjerkstra rustte even uit - zijn adem begaf hem bijna - maar na enkele minuten1917Chr. van Abkoude Frits van Duuren die oogen maakte hij, dat niemand gauw kwaad op hem werd en zoo kwamen ze hem dikwijls goed van pas chocoladereepen, dat op een stapel op den grond lag onder den arm en liep er mee naar buiten. ‘Dààr!’ zei hij tot zijn gewijd. Wat was Frits van Duuren eigenlijk voor een jongen? Ja, dat is zoo maar niet met een paar drie jaar. Maar er kwam ook nog wat anders bij. De jongen was altijd buitengewoon kalm en scheen zich zullen gaan en met het oog daarop kleedde zij zich aan. Frits, die intusschen door haar reeds geheel was1928Chr. van Abkoude Hollandsche jongens , Wout. Ik doe net zoo graag mee als jij, maar is er nu niets anders in de wereld dan je school en 't verpraten, maar liever wat voortmaken! 't Is nu twaalf uur, kunnen we allemaal om half twee op 't veld zijn ik maak me zoo druk niet. Later kom ik toch bij pa in de zaak.’ ‘Prettig voor je,’ meende Johan. ‘En terecht!’ ‘Dat is te hopen, zeg. Maar ik denk er zoo gemakkelijk niet over. Ik moet later mijn eigen brood verdienen en m'n zus Greta ook. Neen vrind, voor òns is 't wérken!’ Wouter wist hierop geen antwoord, hij1912Chr. van Abkoude Hoe Fred aviateur werd handen en gezicht waren zwart als roet, maar dat behoorde er nu eenmaal zoo bij. Hij werd in zijn arbeid grappenmaker zooals jij, en hier heb ik meer plezier dan op zoo'n vergadering.’ ‘Dat komt, omdat je niet met. Hoever ben je er al mee?’ ‘O, ik heb alleen nog maar vier wielen, een ouwe motor en de zitplaatsen noodig onderdeelen op te koopen, die hij dan naar huis sleepte. Mijnheer Bakker mopperde soms om al dien rommel, dien de dingen op de hoogte bent. Als je eens wist, wat een pret we hebben. Jij zit altijd met je neus over je1931Chr. van Abkoude Jan Boenders. Hoe een echt Hollandsche jongen in Amerika rijk werd te voorschijn en lachte al weer tegen vader, die 'm aan het raam gauw in den kijkerd had. Jan deed 't boodschap al bijna drie weken, want de garage werd naar den Haag verplaatst en dat was hem al lang te voren geweest, mocht bèst meegaan naar 't Haagje, waar-ie 'n fijn leven hebben zou als vrije jongen in een mooie leeren; dikwijls ging-ie er met 'n tuf op uit, natuurlijk steeds naast den chauffeur, en van 't afkijken de huisdeur, die op 'n kier stond. - ‘Zoo jongen, ben je daar nou al?’ begon z'n moeder, die koffie in den1913Chr. van Abkoude Kruimeltje kist op ijzeren banden. Maar ze deed toch dienst en je kon er wat fijn mee een hol af. In de Wester stak wat in je zak’... hield de tweede vol. ‘Zal 'k an jou vrage of ik wat in me zak mag steke?’ ‘Nou.’ De bakker keek haar verbaasd aan, scheen zich toen te bezinnen. ‘Niet noodig,’ zei hij, ‘voor ditmaal zal ik van zes jaar, ofschoon hij al tien was. Blauwe oogen had hij en licht blond haar, dat hoognoodig eens wierp hij het jongetje een der bollen toe. Als een havik vloog de knaap er op aan en verliet den winkel1930Chr. van Abkoude Kruimeltje was dan een platte kist op ijzeren banden. Maar ze deed toch dienst en je kon er wat fijn mee een hol leek meer op een kind van zes jaar, ofschoon hij al tien was. Blauwe oogen had hij en licht blond haar verdien jij niet een paar centen? Je bent al tien jaar en ik kan je niet eeuwig den kost voor niks geven. ‘Niks.’ ‘Swelles... je stak wat in je zak’... hield de tweede vol. ‘Zal 'k an jou vrage of ik wat in me te leiden, ‘heb jij 'n slee?’ ‘Ja, thuis onder de trap.’ ‘Laten we 'm halen.’ ‘Da's goed, kom mee1923Chr. van Abkoude Tim en Tom , zeg 'k maar, - en Baks zal z'n hart ook kenne ophale an die twee kindere - 't is 'r nog al een man kijken, 'k ben an de wasch bezig, mensch, en zoo'n huishouwe als 'k zelf heb, daar mot je wat voor doen het toch niet kwaad. Hij was zeer tevreden met zijn lot, hield vrede en rust met alle klanten en had maar door zijn winkel. Wat hij in zijn handen nam, smeet hij met ruw geweld op de toonbank neer, en zoo kon bent ook zoo druk in de weer. En hoe is 't er nou mee?’ ‘Hoe 't er nou mee is? 'n Mooie boel! Twee man1910Chr. van Abkoude Het jongenskamp daarna met meer moed en opgewektheid aan u te kunnen wijden! Ja, onze jongens hebben weer een heel jaar opvoeders! Die kleur moet er weer op! De jongens moeten er eens een week of wat uit. Maar - en nu komt jongens, niet ouder dan 12 Jaar. Eén dezer marschen zal bijv. als volgt zijn samengesteld. Eerste dag: Den, schriften, sommen en thema's! Uw jonge vrienden zullen zoo vrij zijn, u een tijdlang te vergeten, om zich het hoofd schudden. Waarom toch? Vrees voor ongelukken? Och kom, in de steden is de kans om 'n ongeluk te1915Chr. van Abkoude De Pinkertonnetjes een grapje velen kon en veel van Boet hield, had ze er zelf ook om gelachen. De kinderen noemden haar meest. Mina, de meid, deed verschrikt open. - Zeg, is me dat nou bellen, Boet! - 'n Tik op je snoet, die zeer dank a wel! Kijk eens, Moeder! Zeg Maus, ga jij 's even tegen de deur staan, dan zal ik je eens tegen had ze om zich heen. - Jongens, zei Boet, nou heb ik toch zoo'n fijn cadeau gekregen! Kijk eens! En manieren had en daarbij was hij zoo slim als een groot mensch. Eén van de aardige dingen aan hem was, dat1918Chr. van Abkoude De waterratten. Het waterkamp op de Friesche meren laatste is weer iets geheel nieuws en ik maak van deze gelegenheid gebruik om hier openlijk mijn dank te een club jongens, die zich, als echte Geuzen, op 't water thuis voelen. Zij zijn eerste roeiers, zeilers rijwiel door ons land maken, terwijl ze tenten en kookgerei meevoerden. ‘De Waterratten’ nu is de naam van in den zomer van 1915 betrok tot voorbeeld voor het tweede gedeelte van dit verhaal en hoop, dat dit inlichtingen, mij in velerlei vorm verstrekt. Ik koos het Waterkamp, dat de heer TJEBBES met een groep jongelui1918Chr. van Abkoude Bob zonder zorg daarom dan ook maar heel weinig sprak. Zij was al van Bob's geboorte af in huis geweest en dacht er niet gezegd, dat je die les om twaalf uur wel zoudt leren?’ ‘Och ja, Moe, maar 't is een oude les, die we al daardoor dat de melk in den jampot terecht kwam. ‘O Moe, we hebben zo'n fijn plan! Het zal echt leuk worden, hoor!’ ‘Foei jongen, kijk nu eens wat je weer doet! Al de melk in de aardbeien-jam! Noem jij dat maar, Bob! Dat stormt maar woest naar binnen, zegt me niet eens goedendag en bederft daar mijn helen pot jam1937Chr. van Abkoude Hein Stavast ouders kende Hein van begin tot eind, want Oom had hem veel van hen verteld en ieder jaar bezochten ze handelsman scheen hij niet geschikt te zijn, en wanneer oom er met hem over sprak, gaf Hein steeds duidelijk hield dan Pa, maar, daar was ze ook zijn Moeder voor. In dien tijd, dat z'n ouders in het Willemspark en voeten liep Pa dan over den grond, Hein klom op zijn rug en na een lachend: ‘Voort bles!’ ging.... Vóór zijn vertrek had Pa nog met den kleinen Hein gestoeid. ‘Je bent mijn brave vent hoor,’ zei Pa1908Chr. van Abkoude Hoe Jaap Bekkers een fiets kreeg koop, maar wat is nou te koop u zelf of uw jas? Ik was bang, dat u me zou uitlachen, omdat ik zoo dom. De onderwijzer ging nu naar de kast om er eenige dingen uit te halen, die hij noodig had. Jaap keek even zijn koop.’ Dat was nog nooit vertoond! Jaap dacht, wat zou er nu te koop zijn, meesters jas of hij zelf, ik vertelde nu ook oprecht wat er was gebeurd. ‘Meester,’ zei hij, u moet niet boos zijn, maar toen ik hier hartelust spelen als Jaap er niet bij was, en meestal stonden de jongens op straat al met ongeduld aan hem1917Chr. van Abkoude Een ongeluksvogel Breedendam, die naast hem zat, ‘je schrift ligt op den grond.’ Snel bukte Piet zich... en ja daar lag 't verloren schaap. ‘Meester, ik heb mijn taalschrift al!’ ‘Hoe kom je er nu ineens aan?’ ‘'t Lag op den grond, de jongen was dol op zijn moedertje, en heel vroeg in den morgen al, toen het nog bijna geheel donker was te weren, maar ze gunden hem geen tijd, ook maar één bal te kneden. ‘Halt, jongens! nu is 't genoeg projectiel op zich af komen en bukte handig, waardoor de bal over hem heenvloog, juist tegen den hoed van1923Chr. van Abkoude De voetbalclub met jou!’ ‘Zóó erg is 't nu ook weer niet, Paul. Maar we zullen er in ieder geval eens met de lui over, wees nou niet zoo flauw! We gelooven er toch niets van, dat jullie aan 't repeteeren bent! Laat naar je ging ik veel liever met de lui mee.’ ‘Ik ook,’ zei Dirk, ‘maar wat heb je er aan in zoo'n hitte. We we 't werk ervoor in den steek lieten.’ ‘Nee, dat is te begrijpen. En wat heb jij toen gezegd?’ ‘Wel, dat ik er eens met de lui over zou praten. Maar er is nog niet veel van gekomen. Hilgers wou ons wel1932Chr. van Abkoude VorigeVorige1234567...655VolgendeVolgende