Jan Frederik Mauritz Ganderheyden

Jan Frederik Mauritz Ganderheyden

Overige bronnen in DBNL

Biografieën over Jan Frederik Mauritz Ganderheyden

Biografische informatie over deze auteur.

Titel	Auteur	Jaar
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1851	[tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]	1851
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 7	A.J. van der Aa	1862

Secundaire literatuur over Jan Frederik Mauritz Ganderheyden

Teksten die betrekking hebben op deze auteur en/of zijn/haar werk.

Auteur	Tekst	In	Jaar
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen	‘Redevoering, ter nagedachtenis van Mr. Carl Gerard Huliman, in leven Staatsraad in buitengewonen dienst, Ridder van de Orde van den Nederlandschen Leeuw, enz. enz., uitgesproken in het Departement 's Hertogenbosch, der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen, den 15 April 1820, door Mr. I.F. Mauritz Ganderheyden, Advocaat te 's Hertogenbosch. Aldaar, bij H. Palier en Zoon. 1820. In gr. 8vo. 55 Bl. f :-18-:’	In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1821	1821
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen	‘Pleitrede over het wettig voortdurend bestaan van het Domaniaal Tiendregt, bijzonder ten aanzien der zoogenaamde Novaliën in de Provincie Noord-Braband, door Mr. J.F. Mauritsz Ganderheyden, 's Rijks-Advokaat te 's Hertogenbosch. Met een' Brief van Prof. J.R. Thorbecke aan den Schrijver. Te 's Hertogenbosch, bij P.R.D. Muller. 1843. In gr. 8vo. XII en 151 bl. f 1-50.’	In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1844	1844
Carel Adriaan Engelbregt en S. Vissering	‘Bibliographisch album.’	In: De Gids. Jaargang 13	1849
[tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen	‘Vertoog betrekkelijk de uitgiften van Gemeentens- en Heidegronden in Noord-Braband. Eene bijdrage tot verklaring der Charters en Octrooijen, houdende zoodanige Uitgiften door of van wege de voormalige Hertogen van Braband. - Pleitrede van Mr. J.F. Mauritsz Ganderheyden, 's Rijks-Advokaat in Noord-Braband. Te 's Hertogenbosch, bij Gebr. Muller. 1848. In gr. 8vo. Voorwerk bl. I-VIII. Pleitrede bl. 1-89. Bijlagen bl. 1-84. f 1-80.’	In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1849	1849