Auteur | Tekst | In | Jaar |
Jan Goeree | ‘Van de Afbeeldsels of Conterfeitsels. Zevende boek.’, ‘Eerste Hoofdstuk.’, ‘Van de Gebreken des Aangezichts, en der andere Ledemaaten. Twede Hoofdstuk.’, ‘Van het geene in een Afbeeldsel of Conterfeitsel, en welvoornaamentlyk in die van Vrouwen, is waar te neemen. Derde Hoofdstuk.’, ‘Van de Verkiezing der Daagingen, Kleedingen, en Gronden, in en by de Afbeeldsels, nevens een Verhandeling des Oogpunts. Vierde Hoofdstuk.’, ‘Van de Conterfeitsels in het kleeen. Vyfde Hoofdstuk.’, ‘Van de toepassing der Voorwerpen by de Afbeeldingen der Persoonen van verschillende staaten. Zesde Hoofdstuk.’, ‘Van de best voegende koleuren der Kleedingen by de Conterfeitsels. Zevende Hoofdstuk.’, ‘Van het navolgen der groote Meesters in het schilderen van Afbeeldingen, en van het namaaken hunner Schilderwerken in 't algemeen. Achtste Hoofdstuk.’, ‘Op het openen van de Hr. Gerard Lairessens bouwtooneel, Of het achtste Boek zyner schilder-konst.’ | In: Groot schilderboek | 1712 |
Jan Goeree | ‘Groot schilderboek. Twaalfde boek.’, ‘Verhandeling van de Bloemen. Eerste Hoofdstuk.’, ‘Van geschilderde Bloemen in Zaalen, Kamers, Gaanderyen, en voornaamentlyk tegen Plafonds tot cieraad dienende. Twede Hoofdstuk.’, ‘Dat een regt Bloemschilder de Perspectief moet verstaan: als mede het misverstand in 't verbeelden van zommige oneigene dingen. Derde Hoofdstuk.’, ‘Van Bloemen op allerhande gronden. Vierde Hoofdstuk.’, ‘Van de schikking der Bloemen en der zelver koleuren in Festons en Bouquetten. Vyfde Hoofdstuk.’, ‘Vervolg van de schikking en plaatsing der bloemen. Zesde Hoofdstuk.’, ‘Op de graveerkonst, Van den Heer Gerard de Lairesse.’ | In: Groot schilderboek | 1712 |
Jan Goeree | ‘Tot den beschouwer.’ | In: Panpoëticon Batavum | 1720 |
Claes Bruin, Jan Goeree en Jan Baptist Wellekens | Bruiloftszangen voor den heere Moses van Eys, en jonkvrouwe Petronella Anna van Veen | | 1724 |
Jan Goeree | ‘Aan V.R. Op het overlyden van zynen broeder.’ | In: Lijkkransje uit fraaije bloemen (op den Nederlandschen Helikon geplukt) zamen gevlochten, neergelegd op het graf van Henriette Wilhelmina Rojer | 1850 |
Jan Goeree en Joop W. Koopmans | ‘Jan Goeree en zijn ontbrekende titelgedichten in de Europische Mercurius (1713, 1718, 1719 en 1727) Joop W. Koopmans’ | In: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 26 | 2003 |