Cornelis Looyen
Teksten in andere boeken/tijdschriften in DBNL
Teksten van Cornelis Looyen in tijdschriften en andere boeken 
Teksten geschreven door deze auteur, zoals artikelen of gedichten.
| Auteur | Tekst | In | Jaar |
|---|---|---|---|
| Cornelis Looyen | ‘Aan eene verwelkte bloem.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822 | 1822 |
| Cornelis Looyen | ‘Aan mijne aanstaande vrouw.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1822 | 1822 |
| Cornelis Looyen | ‘Het levensboek.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823 | 1823 |
| Cornelis Looyen | ‘Aan een afgevallen blad.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1823 | 1823 |
Overige bronnen in DBNL
Biografieën over Cornelis Looyen
Biografische informatie over deze auteur.
| Titel | Auteur | Jaar |
|---|---|---|
| Biographisch woordenboek der Nederlanden. Bijvoegsel | A.J. van der Aa | 1878 |
| Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde | F. Jos. van den Branden en J.G. Frederiks | 1888-1891 |
Secundaire literatuur over Cornelis Looyen
Teksten die betrekking hebben op deze auteur en/of zijn/haar werk.
| Auteur | Tekst | In | Jaar |
|---|---|---|---|
| [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘Gedichten van Cornelis Looijen. In 's Gravenhage, bij S. de Visser. In kl. 8vo. 267 Bl. f 1-80.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831 | 1831 |
| [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen | ‘De Christelijke Kerk, geschiedkundig beschouwd, in hare oorspronkelijke zuiverheid en opgevolgde verbasteringen. Naar het Fransch van den Heer Chenevière, door Cornelis Looijen. 's Gravenhage, bij G. Vervloet. 1834. In gr. 8vo. 61 Bl. f :-65. De ontmaskerde Jezuit. De verfoeijenswaardige grondbeginselen en leeringen der Jezuiten, uit hunne eigene schriften geput; en de Jezuiten als Koningsmoordenaars voorgesteld, door L. von Alvensleben (Gustaaf Sellen). Uit het Hoogduitsch, en vermeerderd met de Monita secreta en het Afbeeldsel van Loyola. Te Kampen, bij K. van Hulst. 1834. In gr. 8vo. 129 Bl. f 1-50.’ | In: Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1835 | 1835 |