Print Chronologisch (per tijdvak) Middeleeuwen | Periode 1550-1700 | Achttiende Eeuw | Negentiende Eeuw | Twintigste Eeuw | Eenentwintigste Eeuw | Alle perioden 1800, Hendrik van Wijn, Historische en letterkundige avondstonden 1800, Matthijs Siegenbeek, Redevoering over het openbaar onderwijs in de Nederduitsche welsprekendheid 1805, Petrus Weiland, Nederduitsche spraakkunst 1806, J.G. Haffner, Lotgevallen op eene reize van Madras over Tranquebaar naar het eiland Ceilon 1809, Willem Bilderdijk, De kunst der poëzy 1810, Jeronimo de Vries, Proeve eener geschiedenis der Nederduitsche dichtkunde 1810-1844, Willem de Clercq, Naar zijn dagboek 1818, Johannes van den Bosch, Nederlandsche bezittingen in Azia, Amerika en Afrika 1818, Johannes van den Bosch, Verhandeling over de mogelijkheid, de beste wijze van invoering, en de belangrijke voordeelen eender algemeene armen-inrigting in het Rijk der Nederlanden, door het vestigen eener Landbouwende Kolonie in deszelfs Noordelijk gedeelte 1818, J.F. Willems, Aen de Belgen. Aux Belges 1819-1824, J.F. Willems, Verhandeling over de Nederduytsche tael- en letterkunde, opzigtelyk de Zuydelyke provintien der Nederlanden 1820, Lodewijk Napoleon Bonaparte, Geschiedkundige gedenkstukken en aanmerkingen over het bestuur van Holland (3 dln) 1821-1827, P.G. Witsen Geysbeek, Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters (6 delen) 1823, Isaäc da Costa, Bezwaren tegen den geest der eeuw 1823, Jacob van Lennep, Nederland in den goeden ouden tijd 1824, Willem de Clercq, Verhandeling ter beandwoording der vraag welken invloed heeft vreemde, inzonderheid de Italiaansche, Spaansche, Fransche en Duitsche, gehad op de Nederlandsche taal- en letterkunde sints het begin der vijftiende eeuw tot op onze dagen? 1824, Petrus Weiland, Kunstwoordenboek 1825, Jacob Eduard de Witte, Fragmenten uit de roman van mijn leeven 1831, anoniem, De Belgische grondwet van 7 februari 1831 1832-1853, Willem Bilderdijk, Geschiedenis des vaderlands (13 delen) 1834-1835, Muzen, De, De muzen 1835-1847, G. Groen van Prinsterer, Archives ou correspondance inédite de la maison d'Orange-Nassau (première série) 1836-1862, A.H. Hoffmann von Fallersleben, Horae Belgicae 1836, Jacob van Lennep, De roos van Dekama 1837-, Gids, De, De Gids 1837-1846, J.F. Willems, Belgisch museum voor de Nederduitsche tael- en letterkunde en de geschiedenis des vaderlands 1838, Hendrik Conscience, De leeuw van Vlaenderen 1840, A.L.G. Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse 1842-1844, Braga, Braga: dichterlijke mengelingen 1842-1866, Jan Baptist David, Vaderlandsche historie (11 delen) 1843, C.E. van Koetsveld, Schetsen uit de pastorij te Mastland 1845, Hendrik Conscience, Geschiedenis van België 1847, G. Groen van Prinsterer, Ongeloof en revolutie 1848, B.H. Lulofs, De kunst der mondelijke voordracht of uiterlijke welsprekendheid 1850, F.A. Snellaert, Schets eener geschiedenis der Nederlandsche letterkunde 1851, Friedrich Kaiser, De geschiedenis der ontdekkingen van planeten 1851, C.W. Opzoomer, De weg der wetenschap 1852, Willem Gerard Brill, Nederlandsche spraakleer (3 delen) 1854, W.R. van Hoëvell, Slaven en vrijen onder de Nederlandsche wet 1855, Domien Sleeckx, Arabella Knox 1857, Cd. Busken Huet, Vragen en antwoorden. Brieven over den Bijbel 1857, W.J. Hofdijk, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde 1857, Christiaan Kramm, De levens en werken der Hollandsche en Vlaamsche kunstschilders, beeldhouwers, graveurs en bouwmeesters, van den vroegsten tot op onzen tijd 1857-1858, Robert Fruin, Tien jaren uit den Tachtigjarigen Oorlog 1858-1862, P.J. Harrebomée, Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal 1859, De Schoolmeester, De gedichten van den Schoolmeester 1859-1874, J.L. Motley, De opkomst van de Nederlandsche Republiek (12 delen) (herziene vertaling) 1859, W.A. Holterman, De lucht 1860, Johan Rudolph Thorbecke, Historische schetsen 1860, Philippus Wilhelmus van Heusde, De Socratische school of Wijsgeerte voor de negentiende eeuw (3de verbeterde uitgave) 1860, Multatuli, Max Havelaar. Deel 1. Tekst 1861-1863, Isaäc da Costa, Kompleete dichtwerken 1861, J. Wolbers, Geschiedenis van Suriname 1861, Jan Pieter Heije, Al de kinderliederen 1862-1877, Multatuli, Ideën (7 delen) 1863-1913, R.C. Bakhuizen van den Brink, Studiën en schetsen over vaderlandsche geschiedenis en letteren (5 delen) 1863, J.J. Cremer, Fabriekskinderen 1864, I.M. Calisch en N.S. Calisch, Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal 1865, Jacob van Lennep, De vermakelijke spraakkunst 1866, J.J.L. ten Kate, De schepping 1867, Charles de Coster, De legende van Uilenspiegel 1867-1869, Jan ter Gouw en Jacob van Lennep, De uithangteekens. In verband met geschiedenis en volksleven beschouwd (2 delen) 1868-1888, Cd. Busken Huet, Litterarische fantasien en kritieken (26 delen) 1868, Cd. Busken Huet, Lidewyde ca. 1870, anoniem (wsl. Cornelis over de Linden, Eelco Verwijs & François HaverSchmidt), Thet Oera Linda Bok 1870, Willem van Hildegaersberch, Gedichten 1871, Jan ter Gouw, De volksvermaken 1871-1925, C.P. Hooft, Memoriën en adviezen (2 delen) 1871-1872, J. van Vloten, Nederlandsche baker- en kinderrijmen 1872, Multatuli, Millioenen-studiën 1872, P.A.S. van Limburg Brouwer, Akbar, een oostersche roman 1873, Jan Hendrik Wijnen, De arbeid der kinderen in fabrieken 1874, J.J.A. Goeverneur, Het boek van de mooiste kinder- en volkssprookjes 1874, Anton Bergmann, Ernest Staas 1874, Johan Winkler, Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon (2 delen) 1875-1897, H.P.G. Quack, De socialisten: Personen en stelsels 1875-1884, Jacobus Craandijk, Wandelingen door Nederland met pen en potlood (7 delen) 1876, J. Beckering Vinckers, De onechtheid van het Oera Linda-Bôk 1876, R. van der Meulen, Bibliografie der technische kunsten en wetenschappen 1850-1875 1876-1888, Constantijn Huygens jr., Journalen 1673-1696 (4 delen) 1876, Gerard Bilders, Brieven en dagboek 1876, François Haverschmidt, Familie en kennissen 1877, Mina Kruseman, Mijn leven 1877, Eugène Fromentin, De laatste groote schilderschool 1878, David Bierens de Haan, Bouwstoffen voor de geschiedenis der wis- en natuurkundige wetenschappen in de Nederlanden 1878, Guido Gezelle, Dichtwerken (deel 1 en 2) 1878, J.H. van 't Hoff, De verbeeldingskracht in de wetenschap 1879, Alexander (prins der Nederlanden), Een vermoedelijk slotwoord ca. 1880, Hendrik Conscience, Geschiedenis mijner jeugd 1880, Christiaan Snouck Hurgronje, Het Mekkaansche feest 1881-, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1882, A.W. Engelen, Uit de gedenkschriften van een voornaam Nederlandsch beambte 1882, Onno Harmensz Sytstra en Pieter Jelles Troelstra, It jonge Fryslân 1882, Albrecht Rodenbach, Gudrun 1882-1884, Cd. Busken Huet, Het land van Rembrand 1882-1890, Taco H. de Beer, Onze volkstaal 1882, Heike Kamerlingh Onnes, De beteekenis van het quantitatief onderzoek in de natuurkunde 1883-1928, Jan Izaak van Doorninck en A. de Kempenaer, Vermomde en naamlooze schrijvers opgespoord op het gebied der Nederlandsche en Vlaamsche letteren (3 delen) 1885, Melis Stoke, Rijmkroniek 1885, Willem Einthoven, Stereoscopie door kleurverschil 1885, Frederik van Eeden, Grassprietjes (onder ps. Cornelis Paradijs) 1885-1943, Nieuwe Gids, De, De Nieuwe Gids 1886, Willem Kloos en Albert Verwey, De onbevoegdheid der Hollandsche literaire kritiek 1887, anoniem, De arbeidsenquête van 1887 1887, Lodewijk van Deyssel, Een liefde 1887, B.J. Stokvis, Nationaliteit en natuurwetenschap 1887, S.E.W. Roorda van Eysinga, Uit het leven van Koning Gorilla 1888, Jac. Schoondermark, Gestoorde stoelgang en zijne behandeling met electriciteit, massage en water 1888-1950, Christiaan Huygens, Oeuvres complètes (22 delen) 1888-1891, F. Jos. van den Branden en J.G. Frederiks, Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde 1889, F.A. Stoett, Middelnederlandsche spraakkunst. Syntaxis 1889, Herman Gorter, Mei 1889, Menno Simons, Tractaten over den doop, het avondmaal, enz. 1890, J. Verdam, Uit de geschiedenis der Nederlandsche taal 1890, C.A. Verrijn Stuart, Ricardo en Marx 1891, Louise Stratenus, De opvoeding der vrouw 1891, C.J. Kieviet, Uit het leven van Dik Trom 1892, Frans Coenen, Verveling 1892-1908, P.J. Blok, Geschiedenis van het Nederlandsche volk (4 delen) 1892, C.J. Kieviet, Fulco de minstreel 1892-1896, C.H. den Hertog, Nederlandsche spraakkunst 1892, Georges Rodenbach, Bruges-la-Morte 1893, Pim Mulier, Wintersport 1893-1901, Van Nu en Straks, Van Nu en Straks 1893-1903, H.J.A.M. Schaepman, Menschen en boeken. Verspreide opstellen (5 delen) 1894, Marcellus Emants, Een nagelaten bekentenis 1895, Émile Verhaeren, Poèmes 1897, Cécile de Jong van Beek en Donk, Hilda van Suylenburg 1897, Eli Heimans en Jac. P. Thijsse, Hei en dennen 1897, Justus van Maurik, Indrukken van een 'Tòtòk' 1897-1899, H.T. Colenbrander, De patriottentijd (3 delen) 1897, Hans Bontemantel, De regeeringe van Amsterdam, soo in 't civiel als crimineel en militaire (1653-1672) 1898, Marcellus Emants, Een kriezis 1898, Tobias Michael Carel Asser, Institut de Droit International: session de La Haye 1898-1909, Jean Froissart, Cronyke van Vlaenderen (4 delen) 1898, Christiaan Eijkman, Over gezondheid en ziekte in heete gewesten 1899, Eli Heimans, Hein Willems Heinsius en Jac. P. Thijsse, Geïllustreerde flora van Nederland 1899, Abraham Kuyper, Het calvinisme. Zes Stone-lezingen