Skiplinks

  • Hoofdcontent
  • Subnavigatie
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

Informatie terzijde

  • 2025
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  1. Home
  2. Nieuwsbrief
  3. Je bent op pagina Nieuwsbrief

Nieuwsbrief


1 mei 2018

Nieuws van de DBNL - mei 2018


Nieuwe DBNL-projectmedewerker in Vlaanderen

Op 3 april 2018 is Sarah Fierens gestart als projectmedewerker DBNL bij de Vlaamse Erfgoedbibliotheek. Sarah studeerde Taal- en Letterkunde (Nederlands-Engels) aan de Universiteit van Antwerpen. Hier behaalde ze eveneens de master ‘literatuur van de moderniteit’ en de master ‘Engels’.

 

Als projectmedewerker is Sarah het aanspreekpunt voor de diverse Vlaamse actoren. Ze neemt initiatieven die het gebruik van de DBNL in Vlaanderen verhogen en werkt mee aan de communicatie en aan het regelen van de Vlaamse auteursrechten. Ook coördineert en ondersteunt ze de aanlevering van titels vanuit de Vlaamse collecties. Sarah werkt nauw samen met de dienstcoördinator DBNL in de KB | Nationale Bibliotheek van Nederland, Ryanne Keltjens.

Nieuwe titels van mei

De dichter Pol de Mont vormde eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw een stuwkracht voor de heropleving van de Vlaamse cultuur en introduceerde het symbolisme en het impressionisme in de Vlaamse poëzie. DBNL brengt drie dichtbundels van hem online die hier een belangrijke rol in hebben gespeeld: Claribella, Idyllen, en Loreley.

 

In 1989 verscheen de eerste grotere geschiedenis van de Surinaamse literatuur: Surinaamse schrijvers en dichters. Dit boek van Michiel van Kempen bevat onder meer 100 bio-bibliografische schrijversprofielen. Het werk vormt een mooie aanvulling op de gelijktijdig door dezelfde auteur uitgebrachte bloemlezing van Surinaamse verhalen, die al bij DBNL online staat.

 

Johanna van Woude, als predikantendochter geboren in Tiel in 1853, droeg in haar romans een ideaalbeeld voor vrouwen uit dat bestond uit zachtheid, onderwerping en zelfverloochening, zoals in Zijn ideaal uit 1885. Haar eigen leven vormde hiermee een schril contrast: ze werd ervan beschuldigd haar man te hebben willen vergiftigen, is uiteindelijk van hem gescheiden en eindigde haar leven in een psychiatrische inrichting.

 

Verder publiceert DBNL deze maand het 17de-eeuwse emblematische werk Des wereldts proef-steen van Anton van Bourgoingne en Petrus Gheschier, de bloemlezing Nieuwe geluiden met Nederlandse poëzie van na WO I, en de eerste 21 jaargangen van een van de weinige wetenschappelijke, peer-reviewed tijdschriften over Nederlandse letterkunde: Nederlandse Letterkunde.

 

Bekijk de nieuwe titels

Parels uit de DBNL

Simon Stevin (1548-1620) was een echte wetenschapper van zijn tijd. Dat betekent: een homo universalis die zich bekwaamde in allerlei vakgebieden en oog had voor praktisch vernuft. Hij werkte als boekhouder, ingenieur, rentmeester, was jarenlang huiswetenschapper van Prins Maurits van Oranje en schreef bovendien verschillende werken over onder meer wiskunde, natuurkunde en muziektheorie. Opvallend, toch zeker voor een wetenschapper uit de zestiende en zeventiende eeuw, was zijn voorkeur voor het gebruik van de Nederlandse taal. Het Nederlands, met zijn eenlettergrepige woorden, was volgens Stevin immers beter geschikt voor kennisoverdracht dan het Latijn of eender welke andere taal. Het is meteen een keuze die aantoont hoe hoog Stevin het humanistische ideaal om wetenschappelijke kennis onder het volk te verspreiden in het vaandel droeg. Ook het korte politieke essay Het burgerlick leven, uit 1590, schreef hij in het Nederlands. Het verscheen op het hoogtepunt van de Tachtigjarige Oorlog, twee jaar na het ontstaan van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De vraag naar het belang van goed burgerschap of de wettigheid van bepaalde regeringsvormen die hij in het werk behandelt, kon niet beter getimed zijn.

 

Een passioneel vertoog over vaderlandsliefde of voor een specifieke politieke stroming is Het burgerlick leven niet. Stevin maakte als wiskundige, ook als het maatschappelijke vraagstukken betrof, daarvoor te graag gebruik van logische deductie. In stijl, met een focus op rationaliteit en heldere formulering, is Stevins werk een voorbode van die andere grote politieke denker uit de Nederlanden: Baruch Spinoza (1632-1677).

 

Op inhoudelijk vlak kiest Stevin voor pragmatiek. Hij schrijft: ‘TIs een ghemeene Burgherlicke reghel dat hem yder ghevoughen moet na de wetten die ter plaetse daer hy hem onderhoudt gherocht sijn.’ In andere woorden: waar mensen samenleven zijn nu eenmaal regels nodig. Mensen moeten zich daarom voegen naar de wetten die op een plaats gelden.

 

Een nogal conservatieve houding dus. Niettemin voegt Stevin eraan toe dat regels en wetten vroeg of laat bepaalde tegenstrijdigheden vertonen en tot conflict in de samenleving leiden. In dat geval staat het de mens vrij om de regels aan te passen, maar dan wel zonder dat de bestaande orde ernstig wordt verstoord. De woelige politieke tijden waarin Stevin zijn werk schreef maakten in hem dus geen radicale of revolutionaire gevoelens los. Het burgerlick leven is vooral een oproep tot nuchterheid en kalmte.

 

Men hoeft het niet met Stevin eens te zijn om het historische belang in te zien van dit werk. Los van de inhoud blijft het een van de eerste politieke essays die in het Nederlands zijn verschenen. Alleen daarom al is het de moeite waard.

 

Simon Stevin, Het burgerlick leven (eds. Annie Romein-Verschoor en G.S. Overdiep). De Wereldbibliotheek, Amsterdam 1939

Tijdschrift in beeld

Alhoewel veel lezers en literatuurliefhebbers Guido Gezelle in de eerste plaats zullen associëren met West-Vlaanderen en Brugge – de geboorte- én sterfplaats van de dichter – is het opvallend dat drie Gezelletijdschriften over een periode van zowat vijftig jaar in het Antwerpse zijn verschenen. De start is te danken aan het engagement van Albert Pelckmans, uitgever van De Nederlandsche Boekhandel (nu Pelckmans) in Kapellen bij Antwerpen. In zijn landhuis verzamelde hij in november 1961 een select gezelschap kenners uit Vlaanderen en Nederland (o.a. Gerard Knuvelder) om de studie en de waardering van Gezelle te bevorderen. Dit Guido Gezellegenootschap startte in 1963 ook met een eigen tijdschrift, eerder een jaarboek, Gezellekroniek. In totaal zouden achttien nummers verschijnen, het laatste in 1988. De kronieken bieden een brede waaier aan bijdragen, archivalia, ‘mengelmaren’, bibliografieën en boekbesprekingen. Men vindt er artikels over allerlei aspecten van Gezelles leven en werk, verkenningen van zijn omgeving, vriendenkring, taal, anglofilie, vertalingen, etc. Uit 1973 dateert het opmerkelijk pleidooi van Jan Westenbroek voor een nieuwe tekstkritische editie van Gezelles volledig werk.

 

Om de ambities van een wetenschappelijke Gezellestudie waar te maken, richtte René F. Lissens in 1966 bij de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius (UFSIA, nu Universiteit Antwerpen) een Centrum voor Gezellestudie op. Ook daar werd in 1970 gestart met een eigen driemaandelijks tijdschrift, Gezelliana (in totaal 15 jaargangen, tot 1986). Hier werden de resultaten meegedeeld van het lopende filologische onderzoek dat tot een nieuwe uitgave (door Jozef Boets e.a.) van het verzameld dichtwerk zou leiden. Men treft er dus vooral documentatie en onbekend materiaal aan, maar ook analyses van Gezelles handschriften (door Christine D’haen). 

 

In 1989 fuseerden beide tijdschriften tot Gezelliana. Kroniek van de Gezellestudie, uitgegeven door de Universiteit Antwerpen en verspreid door Pelckmans. De redactie, met leden van zowel het Genootschap als het Centrum en onder de leiding van Piet Couttenier, trachtte de gespecialiseerde Gezellestudie te behoeden voor isolement. Bedoeling was de studie te laten aansluiten bij ontwikkelingen in de moderne literatuurstudie in binnen- en buitenland. Zo vinden we in de 23 jaargangen studies in verband met de poëtica (door o.a. Paul Claes), intertekstualiteit, receptie, literair-historische en culturele context van Gezelles werk. Speciale nummers handelen over poëziekritiek, editiewetenschap, de bundel Tijdkrans, de klassieken, de pers en de politiek, de naleving of ‘echo’s’ van Gezelles poëzie en de liedkunst. In 2012 kwam een eind aan de reeks, maar in 2014 verscheen nog één nummer (jg. 24-26), verzorgd door een nieuwe redactie van genootschapsleden (Marcus de Schepper e.a.).

 

Zo is beschikbaar: vijftig jaar aan Gezellebelangstelling, waarvan een groot deel op DBNL te raadplegen is.

 

Gezellekroniek (1963-1988)

Gezelliana (1970-1986)

Gezelliana (1989-2014)

  • Nieuwe DBNL-projectmedewerker in Vlaanderen
  • Nieuwe titels van mei
  • Parels uit de DBNL
  • Tijdschrift in beeld

Naar boven

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken