Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11 (1865)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11
Afbeelding van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11Toon afbeelding van titelpagina van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.09 MB)

Scans (40.14 MB)

XML (3.06 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11

(1865)–A.J. van der Aa–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Adriaan en Cornelis Lampsins]

LAMPSINS (Adriaan en Cornelis), gebroeders, zonen van Jan Lampsins en Johanna Velters te Vlissingen geboren, waren in hunne vaderstad zeer vermogende kooplieden. Zij hadden portien in vele bijzondere schepen en rustten, voor eigen rekening, 12 schepen uit, welke zamen wel 180 stuks geschuts voerden, en door hen naar alle oorden ten koophandel en ten oorlog werden uitgezonden. Vele der voornaamste zeehelden, onder welke de Ruyter, zijn in hunne dienst geweest eer ze tot hooger eertrappen zijn gestegen. In 1632 rustten zij reeds twee schepen uit, den Samson, door kapitein Jan Gideons en Vlissingen door kapitein Abraham Crijnsen gevoerd, wel voorzien van manschap en geschut, waarmede zij de zee zoo zuiverden van Duinkerksche kapers (welke op dien tijd de uit- en invoerende Zeeuwsche koopvaarders zeer belemmerden), dat de assurantiën op de Bocht van Frankrijk van acht of tien op drie ten honderd daalden. Ook veroorzaakten zij den vijand zulk een schrik, dat er niemand meer ter kaap uit de havens in zee durfde steken. Door vele dus behaalde voordeelen, zoo ter kaap als commissie vaart, groeide desgelijks hun vermogen tot groot nut van het Gemeenebest en hunne stad in het bijzonder zeer aan. Op hunne eigene beurs losten zij onderscheidene gevangenen en slaven. Ook versierden zij Vlissingen met verscheidene kostbare gebouwen en het eiland Walcheren met vele fraaije lustplaatsen.

In 1654 vormden zij, onder het gezag der Hoog Mog. Heeren Staten der vereenigde gewesten, het plan om het schoon maar verlaten eiland Tabago (later Nieuw-Walcheren genoemd), op nieuw te bevolken, 't geen zij binnen elf jaren gelukkig uitvoerden. In hunne eigene schepen en op hunne eigene kosten voerden ze een groot aantal wakker volk derwaarts,

[pagina 92]
[p. 92]

die alles in goede orde bragten en het land voorts naar cisch bebouwden en bewoonden.

De oudste dezer broeders, Adriaan Lampsins was bewindhebber der geoctrojeerde Oost-Indische Maatschappij ter kamer Zeeland: de jongste, Cornelis Lampsins was Raad, en in 1650, 1651, 1652 Burgemeester der stad Vlissingen, ook Gedeputeerde wegens Zeeland ter vergadering der Heeren Staten Generaal. Hij was een man van onschendbare trouw, en groote bekwaamheid, minzaam van omgang, en brandende van ijver om den luister en roem zijns vaderlands te bevorderen en het in naauwe verbindtenis te houden met die Mogendheden, die deszelfs oude bondgenooten waren, onder welke ook Frankrijk behoorde. Koning Lodewijk verhief hem uit eigene beweging tot Baron van Tabago en schonk hem in 1662 de Ridderorde van S. Michiel. Het oorspronkelijk perkamenten stuk in zilveren doos, berust nog onder den heer Lampsins van de Velden te Utrecht, erfgenaam van het thans uitgestorven geslacht Lampsins. Bij Anna Bouwens Schot liet hij 2 zonen, Johan en Gelein Lampsins, na.

 

Zie Rochefort, Hist. Nat. et Mor. des Ant. de l'Amér. p. 16. Dez. Tableaux de l'Isle de Tabago, p. 68, 72. G. Brandt, Leven van de Ruiter, bl 5, 7. Aitsema, Zaken van Staat en Oorl. D. III. bl. 145. Meertsch, Violett. of plicht-schuld. begroet aan den heer Corn. Lampsins, 1660. Smallegange, Chron. van Zeel. bl. 566, 672. la Rue, Staatk. Zeel. bl. 72. Wagenaar, Vad. Hist. D. XI. bl. 162 D. XIII. bl. 119. Leven van Fred. Hendr. D. I. bl. 504. de Jonge, Ned. Zeew. D. I. bl 315; Kron. van het Hist. Gen. D. V. bl. 59, D. VI. bl. 190, 294, D. VI. bl. 14, D. X. bl. 466; Scheltema, Staatk Ned. D. I. bl. 14; Gargon, Walch. Arcad., D. II. bl. 79; Muller, Cat. van Portr.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken