Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 14 (1867)

Informatie terzijde

Titelpagina van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 14
Afbeelding van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 14Toon afbeelding van titelpagina van Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 14

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.94 MB)

Scans (14.26 MB)

XML (1.11 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 14

(1867)–A.J. van der Aa–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Maria Jacoba Ommeganck]

OMMEGANCK (Maria Jacoba) zie Myon (Maria Ommeganck, Ommeganck, Balthzar Paul) werd 26 Dec. 1755 te Antwerpen geboren, ontving onderwijs van den landschapschilder. Hendricus Josephus Antonissen, doch heeft zich, ‘voornamentlijk door ingeschapen genie en het vlijtig bestuderen der natuur, tot eene zoo aanzienlijke hoogte verheven in het vak van het landschap met dieren, bijzonder met schapen, dat hij onder de latere schilders in dat vak den eersten rang bekleedt’. Doorgaans maakte hij zijne studies te Dinant, Chaufontaine en Huy. Terwijl hij eens in die streken met teekenen bezig was, werd hij voor een spion aangezien en in de gevangenis gebragt, terwijl zijne schetsen en krabbelingen naar Parijs werden opgezonden, doch door tusschenkomst van een vriend kwam hij spoedig weer op vrije voeten. Op de tentoonstelling van 1795 te Parijs verwierf hij den grooten prijs voor het landschap, op het deksel van een klavier, buiten zijn weten door een zijner vrienden opgezonden. In 1808 vereerde hem de keizer van Frankrijk een

[pagina 101]
[p. 101]

gouden medaille met zijn beeldtenis. Sedert moest hij jaarlijks een stuk voor de keizerin Josephine schilderen. In 1814 werd hij mede benoemd in de commissie, die te Parijs de door de Franschen weggevoerde schilderijen terug moest vorderen. Daar Ommeganck zijne reputatie voor een goed gedeelte in die stad had verworven, deed men hem gevoelen dat deze commissie minder voor hem geschikt was, waarom hij ook de werkzaamheden meestal aan zijne mede-commissarissen, Regemorter en Odevaere, overliet. In weerwil daarvan, ging de verbittering tegen hem te Parijs zoo hoog dat men kort daarna op eene tentoonstelling met een mes een snede over een landschap van hem kraste, dat gelukkig op paneel geschilderd was. Bij zijn leven maakte Ommeganck geen bijzonder hooge prijzen voor zijne kunst, zelden meer dan 100 of 150 louis d'or. Kort na zijn overlijden, verminderde de waardering er van, doch de prijs steeg zóó dat in 1143, 12,000 francs voor een kapitaal stuk werd betaald en in 1856 voor een dito op de verkooping der kunstnalatenschap van den heer de Coninck te Gent 14,000 francs.

Zijne ordonnantien, zijn doorgaans eenvoudig, maar natuurlijk, warm en aangenaam van toon, en het mollige der schapen is allerkunstigst en schoon. Er bestaan ook van hem fraaije teekeningen en vele in potaarde geboetseerde schapen. Ommeganck overleed te Antwerpen den 18e Jan. 1826 en werd den 21 dier maand in de parochiale kerk van St. Charler Borromaeus begraven, bij zijne huisvrouw Mejufvrouw Parmut, acht kinderen nalatende, onder welke één zoon, die echter geen schilder werd. Een zijner dochters erfde het kunsttalent van haren vader. Ommeganck was ridder der orde van den Ned. Leeuw, lid van het Kon. Ned. Instituut, correspoudent van dat in Frankrijk, raad der akademie van Antwerpen, vice-president aan het genootschap ter aanmoediging van schoone kunsten aldaar en van vele andere maatschappijen zoo binnen als buiten 's lands. In zijne betrekking als lid van het Nederl. Instituut, zond hij in der tijd 2 memorien bij hetzelve in, die van zijn oordeel en kennis getuigen, de eene over het schilderen op witte of donkere gronden, de andere over het ideale schoon. Er gaat een fraai portret van hem uit, in een bonten pels gekleed, dat hem veel jonger voorstelt dan dat van J.J. Eeckhout, door Grevedon gelithographeerd voor de Galerie des peintres par Chabert et Franquinet. Parijs 1822.

Ook vindt men hem bij Immerzeel afgebeeld. Zijne nagelatene kunst is in 1827 te Antwerpen verkocht. Ter nagedachtenis en om 's mans roem te huldigen heeft de vermaarde beeldhouwer P.J. de Cuyper, in 1856 een monument vervaardigd, voorstellende een bladend schaap op eene tombe, bestemd voor het Museum te Antwerpen.

[pagina 102]
[p. 102]

Zie Immerzeel, t.a.p. bl. 276, 277, Kramm, t.a.p. bl. 1221. Verslag der jaarl. vergad. van het Kon. Ned. Inst. 1826. Muller Cat. v. Portr. Nouv. Biogr.-gener. i.v.J.A. Snijers, Lofrede op B.p.O. Antw. 1826 8. A. Voisin, Eloge du peintre B.P.O. Gend 1826 8. (Extrait du Missager des Sçiences et des Arts. Nieuwenhuis, Kunst en Letterb. 1826 D. I. bl. 49. Woordenb. der Zamenl. o.h.w.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken