Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3 (1855)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3
Afbeelding van Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3Toon afbeelding van titelpagina van Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.34 MB)

Scans (4.29 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gezamenlijke dichtwerken. Deel 1-3

(1855)–Hendrik Tollens–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 85]
[p. 85]

Het bloempje van de hoop.

 
In des levens rampwoestijn,
 
Vrienden, groeijen rozen;
 
Rozen, die welriekend zijn,
 
Groeijen in den zonneschijn,
 
Bloeijen er en blozen.
 
 
 
Maar, voorzigtig, dartle hand,
 
Die de bloem wilt plukken!
 
Van de scherpgepunte plant
 
Rijt een vlijmende angeltand
 
U te valsch aan stukken.
[pagina 86]
[p. 86]
 
En, bedrogen, schoon hij slaag',
 
Wie de bloem mag rooven:
 
Naauw ontscheurd aan struik of haag,
 
Is haar blos verlept van vaag
 
En haar geur verstoven.
 
 
 
Vrienden, och! de roos verbleekt
 
En verlokt niet langer;
 
't Afgedorde knopje breekt,
 
Maar de doren wast en steekt,
 
Van besmetting zwanger.
 
 
 
De open wonde gaapt en bloedt
 
En verdiept bestendig;
 
De angel knaagt en vlijmt en wroet,
 
En vergiftigt met zijn gloed,
 
En verzweert inwendig.
 
 
 
Vrienden, wie hij boort in 't hart,
 
Zorgloos voor 't verrassen!
 
Staan uw wonden droef en zwart,
 
Ik weet balsem voor uw smart,
 
'k Weet er kruid voor wassen.
[pagina 87]
[p. 87]
 
't Is niet als de roos van fleur,
 
Doodlijk in 't bekoren:
 
't Is van onverpesten geur,
 
Groen en onvernist van kleur,
 
Zonder valschen doren.
 
 
 
't Schiet en bot uit slijk en stof,
 
Schoon het rampen regent;
 
't Groeit en bloeit in elken hof,
 
Tot des wijzen Planters lof,
 
Die onze akkers zegent.
 
 
 
Teistren ons de orkanen wreed
 
Met hun distelroede;
 
Kwijnen we aan den angelbeet,
 
En belacht het lot ons leed
 
In verstaalde woede:
 
 
 
't Kruidje spreidt zijn geuren rond,
 
Balsemzoet van wasem:
 
Legt het op uw diepste wond,
 
't Maakt weer lijf en ziel gezond
 
En het hart haalt asem.
[pagina 88]
[p. 88]
 
Weegt u 't hangend hoofd te zwaar,
 
Onder 't leed gebogen:
 
Riekt het lagchend kruidje maar,
 
Aanstonds is de hemel klaar
 
En de damp vervlogen.
 
 
 
Moet gij gindsche bergen op,
 
Dwars door netelstruiken,
 
Staroogt op den steilen top:
 
't Kruidje staat in vollen knop
 
Op de kruin te ontluiken.
 
 
 
Loeit met aaklig schrikgeluid
 
De afgrond ginds u tegen,
 
Als zijn kaak zich opensluit,
 
Tilt het kruidje 't hoofd er uit
 
En het wasemt zegen.
 
 
 
Wien dan 't gif in de aren sloop,
 
Laat hem 't kruidje rieken;
 
Zoek' hij 't, waar zijn voetpad loop':
 
't Is het Bloempje van de Hoop:
 
Plukt het, arme zieken!
[pagina 89]
[p. 89]
 
't Is dat bloempje, rein van fleur,
 
Argloos in 't bekoren;
 
't Is dat bloempje, zoet van geur,
 
Groen en onvernist van kleur,
 
Zonder valschen doren.
 
 
 
Neemt en tast en riekt het vrij,
 
Kweekt het in den boezem;
 
't Opent zich, hoe guur het zij,
 
En bemaalt het barst getij
 
Met verjongden bloesem.
 
 
 
't Wordt een groenend schaduwdak,
 
Als de orkanen loeijen;
 
En verdort een enkle tak,
 
Dien de storm, in 't woeden, brak,
 
Duizend andre bloeijen.
 
 
 
Blakere ook de bliksembrand
 
Bloemgewas en loover,
 
Sla hij onzen oogst in 't zand
 
En verwoest' hij vrucht en plant,
 
't Kruidje schiet ons over.
[pagina 90]
[p. 90]
 
Laat de roos door valschen schijn
 
't Argloos hart verrassen;
 
Schuil in d'angel boos venijn,
 
Ik weet balsem voor uw pijn,
 
'k Weet er kruid voor wassen.
 
 
 
't Leeft en bloeit met lust en tier
 
Al de jaarsaizoenen;
 
't Groeit en pronkt tot lof en sier
 
Van den teedren Hovenier,
 
Die den hof deed groenen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken