Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen (ca. 1750)

Informatie terzijde

Titelpagina van Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen
Afbeelding van Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingenToon afbeelding van titelpagina van Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen

(ca. 1750)–Anoniem Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Een Juff. door Neen en Ja bedroogen.

Een Juffrouw naar verlof gekregen te hebben van haar Moeder, zoude zig op Reis begeven, afscheid nemende kreeg een Aantal van vermaninge, waar onder ook deeze meede op Reis, Myn Kind ik moet u eer gy van my gaat, de Voorzichtigheid in alle dingen beveelen, gy zyt nog een onnozel Schaap, en weet niet wat de Wareld in heeft, uw teed're Jaren zyn licht te verleiden, derhalven wanneer u eenig Manvolk, al waren 't nog zulke fraije Heeren, u tot eenige oneerlykheid verzoeken, of daar de minste voorstelling van doen, zo zegt altijd Neen. Voornamentlyk in Holland, en wel in Amsterdam, daar veel Getrouwde en Ongetrouwde groote Liefhebbers van mooie Meisjes zyn, want dat Volk is zeer bekwaam met de Tong, en heeft veel geld, maar wat ze u ook voorstellen, zegt altyd Neen. En of men u op de Reize door een zoet praatje zoekt te verleiden, al waren 't Baronnen of Graven,

[pagina 56]
[p. 56]

zegt altyd Neen. Ja al waren 't ook Geestelyken, en al maakte zy nog zo veele Benedictiën en Kruissen, zegt altyd Neen. Derhalven myn lieve Dochter, op wat tyden, wat Plaatzen, of wat zoort van Mansperzoonen u aanzoeken, tot oneerlykheid, ik bidde u zegt altyd rond uit Neen. De Dochter voor de goede raad bedankt hebbende, deed verzekerende belofte van alles getrouw na te zullen koomen, en begaf zig op Reis, naar zy eenige Dorpen &c. gepasseerd was, kwam zy te Brixen aan, al waar zy aan de gemeene Tafel zittende te eeten, als de eenigste Juffrouw zynde, veel voorrecht genoot, dog het Gezelschap bestond uit Militairen, en jonge Lichtmissen, die gedurig zig met ongezoute vuile Taal ophielden, waar over zy vry wat beschaamd wierd, dog besloot haar Moeders raad, zo zy haar tot iets oneerlyks verzogte te gebruiken; Na zy in het Fransch vry los en plaizierig van haar eenige tyd gesproken hadden, vroeg een van hen in het Italiaans, is Mejuffrouw ook getrouwd? waar op zy antwoorden Neen myn Heer, Wel is Mejuff. dan nog Vryster, hernam hy, zy wederom Neen myn Heer. Elkander aanziende grimlachte zy, en voer haar weder te gemoed, niet Getrouwd, en ook geen Vryster. Ha, Ha, ik heb het al geraaden, de Juff. zal dan apparend voor geen stootje vervaard zyn? Zy die als nog van

[pagina 57]
[p. 57]

haar Moeders raad gebruik maakte, antwoorde rondborstig Neen myn Heer. Waarop zy alle overluid begonde te lachgen, dog zy kreunde zig weinig daar aan, eindelyk vroeg dien Kwand, wel nu Mejuff. dan zult gy my ook hoop ik deezen Avond geen Faveurtje weigeren, waar op zy als de Koekkoek haar oude Zang zong, en zeide Neen myn Heer. Waar door die Gasten zo vrypostig wierden in woorden en daden dat zy uit moest roepen. Deeze myn Moeders raad, was nu niet goed, maar kwaad. Voorder besloot zy, zig nogmaals van haar Moeders raad te bedienen, gelyk zy in volgende occasie deed in een Logement, na zy met haar Reis Confraters het Avondmaal gebruikt had, en elk na zyn Bedde gegaan was, door een Pater die daar onder was, ontrust wierd, doende hy haar Kamer deur open, en vraagde Mejuff. slaap je? zy antwoorde als gezegt is nog het oude Neen. Weet gy wel wie ik ben, vraagde de Pater, Neen antwoorde zy, waar op hy haar te gemoed voer, schrik niet ik ben de Pater u Reis-Confrater; ik hoop niet dat gy het kwalyk neemen zult dat ik u eens koom bezoeken, zy antwoorde Neen. Waar op hy verder voortvoer, Mejuff. ik hoop niet dat het u verveelen zal dat ik wat naast u gaa leggen, waar op zy wederom Neen antwoorde, Mejuff. begon hy weêr, ik koome u hier wat troosten geduurende de Nacht,

[pagina 58]
[p. 58]

ik hoop niet dat gy 'er iets tegen zult hebben. Neen Pater antwoorde zy hem, wel nu dan vervolgde hy, ik zal het met zo een diepe indruk, als my mogelyk is tragten te doen, ik verzoek dat gy het niet weigeren zult, Neen Pater, gaf zy wederom ten antwoord, maar vond zig dapper bedrogen, en besloot van die raad af te stappen, en in plaats van Neen voortaan

Ja te zeggen.

Gelyk zy deed met zeker Baron te Munchen, met wien zy in een Logement gelogeerd was, als die haar Kamer passeerende vraagde: Mejuff. mag ik wel de Vryheid gebruiken van eens in te komen? veerdig aantwoorde Ja myn Heer. Toen hy verder vroeg, Mejuff. mag ik u wel wat gezelschap houden? Antwoorde zy wederom Ja myn Heer. Waar op hy haar Schoonheid uitermaten verhief, en vroeg haar intusschen, Mejuff. mag ik wel de Eer hebben van u myn Kamer eens te laten zien? waar op zy weder Ja myn Heer antwoorde, hy leide haar inmediaat by de hand binnen, sloot dezelve digt en begon dus: Mejuff. mag ik nu wel een klein gunsje van u genieten, daar ik zo lang na verlangd heb? zy antwoorden nogmaals Ja myn Heer, waar op hy haar om de middel vatte en op een Ledikant wilde werpen, waar op zy uitborst: Neen myn Heer, zo was het

[pagina 59]
[p. 59]

niet gemeend, doet my geen overlast of ik zal gewelt maken; waarop hy vertoornd vroeg, of zy dan de Gek met hem schoor? Gants niet myn Heer antwoorde zy hem: wel waarom staat gy my eerst alles toe, en weigerd het my daar na? Hervatte hy, zy wederom, ik heb u niets toegestaan, maar heb alleen Ja geantwoord, om van uw overlast bevryd te wezen, wyl ik my laast zo kwalyk by Neen in diergelyken geval gevonden heb.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken