Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen (ca. 1750)

Informatie terzijde

Titelpagina van Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen
Afbeelding van Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingenToon afbeelding van titelpagina van Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

anekdotes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen

(ca. 1750)–Anoniem Aardige vermaakelyke tyd-kortende vertellingen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Oorspronk van de Tabak.

 
De groote Jupiter had onlangs alle Goden
 
Door zyn gewoone Boô doen op een gastmaal noden,
 
Want Ceres op 't versoek van Mars had Hemels mout,
 
Had lekker Hollands Bier, Bredaase vogt gebrouwt,
 
De Goden wierden zoet, de keelen raakten open,
 
De kragt van 't Hemels mout begon in 't hooft te lopen.
 
Maar hinkende Vulkaan, de God van rook en vier,
 
Moest hebben smook by 't werk, Tabak by 't verse bier:
 
De Goden keken toe, hy haalden uit zyn Sakje,
 
Zyn doosje, en een pyp en rookten een Tabakje
[pagina 86]
[p. 86]
 
Van 't edel blad Virginje, ô wonderbaare kruit,
 
De Son beswymt van angst, de Sterren doven uit.
 
De Wolken wierden dik, de Maan begon te bruynen
 
De rook benevelde der Goden klaare kruinen,
 
D' een kugt, de twede hoest, de derde die werd beus,
 
En Venus kreeg op 't lest de snuf meê in de neus.
 
De rook viel op haar borst, dies berst zy uit in raasen,
 
En spreekt Vulcaan dus aan in 't midden van zyn blasen.
 
Fy rookerigen beest wat legje hier en stinkt,
 
En is het niet genoeg zeg kreupel dat gy hinkt,
 
En wilt hy nu daar toe met uw besmookte leden
 
Nog kusse myne mond en aan myn zyde treeden?
 
Wie van de Goden of Godinnen zal het swoegen
 
En smooken dat gy doet niet trekken tot misnoegen?
 
Gy maakt dat Jupiter naauw uit zyn ogen ziet,
 
Waar heene hy de straal van zyne blixem schiet.
[pagina 87]
[p. 87]
 
En Juno is te tros dit stinken te gedoogen,
 
Minerva is te wys, het krenkt haar wis de ogen,
 
Ja Ceres Kooren gewas, werd in zyn kracht verdooft,
 
En Floraa's bloemcieraad van geur en reuk beroofd.
 
Zoo dat Mercuur traanoogt: Apolloo's heldre Straalen
 
Bedwelmen, mits haar glans op de Aard' niet neer kan daalen.
 
De damperige rook maakt 't Wapentuig verroest
 
Van d' eedele Krygs-God Mars, die van benautheid hoest,
 
En Bachus traanoogt zelf, ei zie wat roder oogen
 
Krygt hy van deeze smook, wie zou dat dulde mogen?
 
Dies bidde ik uw Vulcaan, zeg hoe komt ge aan dit kruit?
 
Ik zal 't uw zeggen Wyf, het kost my niet een duit.
 
Daar kwam een duiveltje my uit de hel ontmoete,
 
Die gaf my dit en zei dat Pluto my deed groete,
 
Begeerende dat ik me rookte, overmits
 
Hy meê met vuur omging, als ik doe met myn Smits,
[pagina 88]
[p. 88]
 
Nu weet ge immers wel dat 'k nimmer plag te haken
 
Naar Wyn of drabbig Bier, dat kan my niet vermaken,
 
Maar edel rook en vier, die drink ik zo je ziet,
 
Want zo dat Pluto past, mistaat het my ook niet.
 
Ik ben zo wel als hy een God van rook en smooken,
 
Daar op begost hy weêr den Hemel vol te rooken,
 
Ho! Ho! Sprak Jupiter, 't is wel Vulcaan, 't is wel
 
Maar maakt een onderscheit van Hemel en van Hel.
 
Indien gy zyt belust Tabak en rook te drinken,
 
Zo daal na Pluto toe, ga by de duivels stinken,
 
Maar boove by de Goôn dat duld' ik nimmermeer,
 
Dus werp Tabak en Pyp aanstonts van boven neer,
 
Of 'k zal ze van uw neus met myne blixem dryven,
 
Straks hielt Vulcanus op en liet het rooken blyven,
 
De klagtige Mercuur die zag van stonden aan
 
Beneeden op der aard veel Moriaanen gaan,
[pagina 89]
[p. 89]
 
Daar werpt hy de Tabk met al de pypen onder,
 
Daar ging het grab'len aan, zy agten 't voor een wonder;
 
Doe smookte zy te zaam, elks neus geleek een Schouw,
 
Zy plantent om te zien of 't kruit ook wassen wou,
 
Het wies in overvloet, doe wilde 't niemant spaaren,
 
Sy smookten onder een of 't jonge duivels waaren,
 
De dappre Spanjaart zag deez' Indiaanse rook,
 
Hy boost het daad'lyk na, zyn neus ontfing het ook,
 
De Fransman komt 'er by, als ook de Nederlander
 
Wil kwyle met de rest en smooken met malkander,
 
Maar d' Engelsman verdient op 't hoogst te zyn vermaart,
 
Zyn Neus wil smooken met de beste neus op aard.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken