Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Brabant die excellente cronike (2016)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Brabant die excellente cronike
Afbeelding van Van Brabant die excellente cronikeToon afbeelding van titelpagina van Van Brabant die excellente cronike

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.40 MB)

ebook (31.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Brabant die excellente cronike

(2016)–Anoniem Alderexcellenste cronyke van Brabant, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat .viij. capittel. van die heylighe maget sinte Ermelyne, nichte vander heyligher maghet sinte Gheertruyden ende van sinte Begghen.

VAn sinte Ermelinen is te weten, dat haer vader heet Ermenolt ende was nichte van sinte Geertruyt ende van sint Begge van sinte Pippijns geslachte, van edelen ende rijcken ouders Ende in haer ioncheyt so was si rijp van zeden, voortgaende in allen duechden, geerne hair houdende in eenicheden, lesende ende bedende ende altijt van haren bruydegom sprekende. Als dese heylige maghet aldus opwies so wildense haer ouders tot huweliken brengen, maer gheensins en wilde sijt consenteren, seggende dat si gode haer reynicheit ghelooft hadde ende si nam een scare ende afsneet haer hare dat ouer haren suueren hals hinck

[Folio 11r]
[fol. 11r]

vertijende ende achterlatende die ydelheyt deser werelt ende christum haren brudegom navolghende. Ende als haer ouders met smecken noch met dreygen haer opset niet veranderen en conden so gauen si tot haren gebruycke die renten van een dorpe geheten Odenke Mer Ermelyne wilde haers vaders huys ende goet achter laten, ende alleene sochtse een heymelike plaetse om gode te dienen. Si quam ter plaetsen daer .ij. ionge gebroeders heren waren. welck stede Ermelijn dat god haer toe gescict hadde, gaende ter kercken, nacht ende dach gode dienende, twelc de duuel seer benijde. Want die iongelingen werden op haer ontsteken in quader minnen, deen vanden anderen niet wetende, maer si en conden haren onreynen wille niet volbrengen sonder grote schande ende beroerte. Deen van desen gebroeders arbeyden seer door den costere vander kercken hem grote giften belouende conde hi Ermelynen brengen tot sinen consente Twelc hi niet en conde volbrengen, maer hi gaf den iongen man eenen raet dat hyse bi nachte roeuen soude. Mer god verhoedet, want inder nacht als hise rouen wilde so hoorde Ermelyne die stemme des enghels seggende aldus Vliet van hier maget ende bewaert dijn maechdom onbeulect dye du gode geheylicht hebste. Ter stont is si van daer gegaen Ende aldus gaende so quam gods enghel weder tot haer seggende Te Meldert is v een plaetse van gode bereyt om v begheerte te volbrengen Twelc niet verre van Louen en is, daer si langhe tijt in groter ynnicheit gode diende, tot dat god sijn bruyt vander werelt haelde om sijnder te gebruyken inder ewicheyt die si mit alder herten begeerde Tot welcker wtuaert songen die scharen der engelen diese ooc begroeuen werdichlijken als een bruyt des conincx der enghelen. Ende haer lichaem bleef .xlviij. iaer onbekent vanden menschen. Ende daer na wildese god ooc doen eeren inder aerden Want op een tijt bi nachte als een goet innich man quam tot Meldert totter plecken daer sinte Ermeline onbekent begrauen lach so en conde hij niet vorder gaen, ende hi sach ter middernacht dat graf der heyliger maget claerder dan die sonne ende hi hoorde der engelen sanck Ende dat selue wedercomende wert hem anderwerf vertoont, des hi gode loofde. Ende hi timmerde op die seluer plecke een capelle ende daer woonde hi tot sijnre doot heilichlic leuende. Tvolck dit vernemende quam daer ende men opende der heyliger magets graff met sanghe ende loue daermen in vant haer heylich lichaem Ende schone miraculen gheschieden daer van blinden die siende werden, croepelen gaende, beseten metten viant verlost ende van anderen siecken die ghesont werden. Ende noch daghelicx so plagen daer te geschien schone miraculen, al so dat te Louen ende elders wel bekent is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken