Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Brabant die excellente cronike (2016)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Brabant die excellente cronike
Afbeelding van Van Brabant die excellente cronikeToon afbeelding van titelpagina van Van Brabant die excellente cronike

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.40 MB)

ebook (31.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Brabant die excellente cronike

(2016)–Anoniem Alderexcellenste cronyke van Brabant, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[Folio 57v]
[fol. 57v]

Dat .x. capitel. Van Pippine van Landen geheeten sinte Pippine die alre eerste hertoge van Brabant, ouermits dye grote getrouwicheit, die hi der cronen van Vrancrijcke dagelicx was doende



illustratie

PJppijn Karlemans sone werde prince na sijn vader alsmen screef vi.C.ende .xv. Ende hi stont vromelick bi den coningen van vrancrijcke gelijck sijn voorvaderen hadden ghedaen Ende hi nam te huwelic des hertogen dochter van Aquitanien geheten yduberga, anders geheten Jtta ende is sinte Jtte, die hadt een heiligen broeder geheten sinte Modoaldus eertsbiscop van Trier, ende een sustere geheten Seuera al daer abdisse. Ende die grote coninc Lotharis int .xxx. iaer sijns rijcx ordineerde hi dat Pippijn ende sijn nacomers souden sijn die meeste regierders ende sweertdragers des huys van vrancrijke ende maecten die eerste hertoge van Brabant ende neder oostrijke oft anders geheten cleen Lothrijc, twelc es gelegen tusschen den Rijn ende Schelt, om dat vanden coningen van Vrancrijcke te leen te houden, also vermeerderende hem sijn palen die te voren cleyn waren Want zijn voorvaders van conincx Clodius van vrancrijke tijden daer af hadden berooft geweest Oec had hi te regeren van des conincx wegen tlant vander Eluen totter Moselen Ende mits deser groter hoocheyt ende mogentheyt so was clene onderscheyt tusschen dese Pippijne ende coninclike hoocheyt Hi was seer wijs duechdelic ende rechtuerdich ende sinen here getrouwe, nochtans en veronrechte hi niet dat ghemeen volc om des conincx wille, also die regeerders gemeenlic plagen te doen, noch geen gauen en nam hi van yemant om trecht te corrumperen, also nv ter tijt lacen dicwils ghebuert. Also minde hi den aertschen coninc dat hi nochtan den hemelschen bouen hem eerde Ende om wijslijc ende rechtuerich hem seluen in allen dingen te beleyden, so ghinc hi dicwil te rade metten heyligen sinte Arnout bisscop van Mets, daer hier voor af geseit is, want hi kende hem te hebben die vreese ende minne gods. Ende bi sijnen rade ende hulpe plach hi den coninc te wederhouden als hi sijn coninclike macht gebruyken wilde tegen recht. Ende als sinte Arnout gestoruen was so vercoos hi sinte Cunibertus eertbisschop van Colen om raet ende bijstant van hem te hebben, meynende also bi saligen rade ende bi verdienten van heiligen personen hem seluen ende tlant salichlic te regeren Ende aldus had die grote coninc Lotaris hertoge Pippijn in groter weerden, dien hi beuant gode minnende ende te hem weert getrouwe wesende

[Folio 58r]
[fol. 58r]

So had coninc Lotharis eenen iongen sone geheten Dagobertus dien sijn vader bi sinen leuenden liue meende coninc te maken in Oostenrijck oft Oost vrancrijcke, twelc een deel is van Almanien ende namaels heet groot Lothrijc streckende vanden Rijn totter Scelt ende van Bourgondien totter Vriescher zee Maer want Dagobertus noch te ionck was om te regeren so beual hem sijn vader desen goeden hertoge Pippijn, hem daer toe weerdich rekenende bouen alle ander om hem te regeren, te leeren, ende te bewaren ende senden tot hem om in Oostvrancrijke te regneren Daer af dat Pippijn dat nederste deele nv Brabant gheheeten voor hem ende voor sijn erfgenamen vanden voorscreuen coninc Lotharijs ontfangen hadde, also voorscreuen is. So sterf dese grote coninc Lotharijs, ende Dagobertus wert coninc van Vrancrijck ende van al sijns vaders landen Ende in sinen tijde wert die kercke van sinte Dyonijs bi Parijs van gode ghewijet op sinte Mathijs dach Ende so is daer op dien tijt iaerlicx so groten ganginge ende pardoenen. Ende bi des wijsen Pippijns rade ende hulpen gecreech hi lof ende minne van allen volke Want hi was sachtmoedich ende rechtueerdich ende liberael, verchiert met coninclijcken zeden

 

Mer alsoot dicwil ghebuert dat de princen al sijn si goet datse nochtan verergert werden by quaden oorstekers ende flatteerders ende bi quaden rade, ende so werden die goeden verdruct ende die quade opgetogen ende dan volchter na veel quaets So gebuerdet ooc van desen coninc Dagobertus, want dese goede hertoge Pippijn dien gheleert ende bewaert hadde van ioncx wert voor hem al vermaect, so dat hijs sien noch horen en wilde, want hi hem berispt hadt van sijnre verdooltheyt. Mer ten lesten bi den ingeuen gods quam Dagobert tot kennissen, ende hi gaf hem te bewaren sinen sone Sigibertus, dats zegebrecht, dye namaels coninck wert van oostvrancrijcke, dair af dat Mets was die hoochste stadt Ende coninc Clodoueus sijn broeder sadt coninc in westvrancrijck, dair Parijs die hooftstat af was Als die voorscreuen Sigibertus een ionck gheboren kint sijnde van .xl. dagen out gedoopt wert van sinte Amando bisscop van Tongeren ofte Tricht, so antwoorde hi me claerder stemmen seggende Amen

Daer na so creech coninck Dagobert victorie tegen die Engelsche, die doen noch Sassen heten, wantse wt Sassen comen waren, ende Dagobert dedese al doden die langer waren dan sijn swaert So dat dye sommige houden dattet den eersten oorspronc is vanden eewigen hate ende nide der Engelscher tegen die Fransoysen tot groter schaden beyde der landen geestelijck ende waerlijck

 

Jn desen tide so leefde sinte Eloy bisscop van Noyon ende sinte Remachus sijn discipel, die na sinte Amande wert bisscop van Tongeren te Tricht, ende sinte Lambrecht ende sinte Theodardus waren sinte Remachus discipulen, ende oock sinte Truyt, die welcke was des voorseyden Pippijns neue ende was here van Kempelandt, dair int eerste boeck af gheseyt is

Ooc leefde ontrent die tijt sint Joost des conincx sone van Brytanien, een

[Folio 58v]
[fol. 58v]

heylich heremite, ende sinte Reynoffele van Yncourt die heylige maget, dair ooc hier voor af gheseyt is.

Jn desen tijde to regneerde die valsche propheet Machomet de bedrieger der werelt, die boode van Sathanas die voorloper van Antekerst, een veruollinge van alle ketterijen ende valsheden Eerst was hi een gokelaer ende een snode coopman ende hi wert een prince van den moordenaren, aen hem treckende subtiliken die van Arabien, die doe seer verlast waren vanden keyser Eraclius Hi verwan die van Persen ende veel ander nacien dien hi sijn wet gaf seggende, dat hi een propheet was van gode ghesonden Ende om dat hi al tvolck aen hem trecken soude so gaf hi hem een sachte wat verlenende ende consenterende ghemeenlijken alle tgheen dair die wereltlike ende vleeschelijke menschen toe sijn bereit, als gulsicheit, oncuysheit, roof. etcetera Ende mits dien so heeft hi mit deser valscher wet veel dingen wter euangelien ghemenget om tvolck te bat te verleyden, ende hi heeft bi na alle die werelt bedrogen

 

Noch van hertoge Pippine ende hoe Brabant onder den keyser gecomen is.

NU keer ic weder tot hertoge Pippine, die sijn lant also geseit is, vanden coningen van Vrancrijck was houdende als te leen Biden welcken blijct dat die digniteyt ende hoocheyt der brabantscher hertogen comen is vanden coningen van vrancrike, dien dit lant doe heetende neder oostrijcke onderdanich was also geseit is Men mocht hier op vragen waer om dat Brabant onder den keiser staet ende niet onder den coninc van vranckrijke. Daer op is te weten, dat die veranderinge daer af gheschiet is, als dese nacomers van desen sinte Pippine totten crone van vrancrike ende ooc totter keiser cronen namaels gecomen sijn, die haer landen haren kinderen ghedeelt hebben, so dat Brabant is bleuen onder den genen die groot Lotrike ende Almanien hadden te deel. Ende want die keiserlike crone namaels afgenomen wert den coningen van vrancrijke ende quam op die coningen van Jtalien ende daer na op de coningen van Almanien, also is Brabant onder tkeyserijke gebleuen Ende sonderlinge is dat marcgraefscap des heylichs rijcx Te weten Antwerpen metten lande van Rijen een leen vanden keyser. etcetera.

Dese voorscreuen Pippijn had van sijnre vrouwen die Ydelberge heet, anders Jtte, drie kinderen, te weten, Grymoaldus die na hem hertoge wert ende regeerder des huys van vrancrijke Sinte Geertruyt die haer stelde ter religien ende si stichte die abdye te Niuele daer si seluer abdisse wert. si fondeerde te bergen opten zoom onser vrouwen kercke Haer legende int corte salmen vinden int eerste deele deser cronijcken. Sinte Begge die na haren broeder Grymo aldus hertoghinne werdt met haren manne Angijs sinte Arnout sone, also voor gheseyt is

Als dan sinte Pippijn die franssche coningen ende sonderlinge neder oostrijcke oft oost vrancrijcke lange iaren duerende geregeert had in groter eeren, so geuoelde hi dat hi niet lange leuen en soude, ende daer om dede hi trouwelic den conincx schat te Parijs vueren, op dat hi niet onvrient en werde. Ende corts wert hi geroepen totten lande ewelic duerende om den loon sijnder duechden ende getrouheit te ontfaen Waer om al tlant seer be

[Folio 59r]
[fol. 59r]

droeft was, want hi was van deuchdelijken leuen ende van goeder famen ende een spiegel der coningen. Sijn lichaem wert eerlic begrauen in sijn stadt van Landen die doe een grote stadt was Jnden iare ons heren .vi.C. ende xlviij. Ende daer lach hi lange tijt tot dattet goede volc biden ingeuen gods beraden wert sijn gebeente tot een bequamer plaetse te transfereren, te weten totter stadt van Nyuele Ende want god thonen woude hoe groot hi van verdienten was so geschiede een groot teeken opten dach zijnre translacien, want als dat volck mit barnende keersen volchde die feretre daer sijn heylige lichaem in was, van Landen tot Niuele, ende een groten wint wayde, so en ghinc een keerse niet wt diemen bi dat feretre droech. Ende so werden sijn reliquien tamelick geleyt in een feretre oft casse neffens de sijde vander heyliger bruyt cristi sinte Geertruyt sijnre dochter. Ende iaerlicx werdense alle beyde vander clergien omgedragen inder processien vanden cruysdagen

Van desen Pippine sijn dese versen

Jste Brabantinus princeps dux Lothariensis Primus erat, mairorque domus regni gladiator.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken