Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Van Brabant die excellente cronike (2016)

Informatie terzijde

Titelpagina van Van Brabant die excellente cronike
Afbeelding van Van Brabant die excellente cronikeToon afbeelding van titelpagina van Van Brabant die excellente cronike

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.40 MB)

ebook (31.56 MB)

XML (2.82 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

proza

Subgenre

kroniek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Van Brabant die excellente cronike

(2016)–Anoniem Alderexcellenste cronyke van Brabant, Die–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Dat .xli. capitel. Van hertoge Jans tweeste oorloge teghen xvi. lantsheeren bi toebringhene graue Lodewijcx van vlaenderen, ten ocsuyne vander stadt van Mechelen Ende hoe coninc Philips van Vrancrijcke die sake op nam. etcetera.

HEt gebuerde dat graue Lodewijc van Vlaenderen cochte die helft van mechelen vanden bisscop van Ludic die des geen macht en had langer dan hi leefde. Mer die van Mechelen en wilden den graue niet ontfangen Waer om dat haer goeden leggende in Vlaenderen genomen werden, ende si vielen aen hertoge Jan van Brabant die haer ouerhere was van dander helft Ende graue lodewijc creech in sijnder hulpen .xv. lantsheeren als den graue van Henegouwe Hollant zeelant, ende dander voorseyt, wtgenomen den conestable van Vrancrijcke ende den graue van Baren. etcetera.

¶ Dese vergaderden te samen tot Valencijn ende sworen Brabant te hinderen, malcander gelouende datse deen sonder dander gheenen pays maken en souden Mer want si hem ontsagen tegen die Brabanders te strijde te comen, so sochten si een ander maniere om haren wille te crigen ende ouerdroe

[Folio 130r]
[fol. 130r]


illustratie

gen te samen dat een yegelick van hem in sijn quaertier op Brabant branden ende rouen souden op dat dye hertoghe in verscheyden plaetsen dat nyet en soude connen wederstaen Ende die graue van Vlaenderen geloofde den heeren die ouer de Mase geseten waren, dat hi den hertoge so veel te doen gheuen soude datse in sijn lant van ouer Mase lichtelijc souden mogen winnen ende behouden So ontseyden alle die lantsheeren hertoge Jan op een vre in sijn sale ter Vueren Twelc gheschiede int iaer .M.CCC. ende .xxxij. Doe gingen die voorscreuen lantsheren in allen hoecken Brabant bestoten met roue ende met brande, soe dat Brabant meer dan .x. maenden besloten stont datter gheen vitalie van buten comen en mochte van sinte Martijns misse tot sinte Gielis dage, meenende also die voorscreuen heren brabant te verhongeren Ende die Vlamingen begonsten Brabant eerstweruen aen te tasten met brant omtrent Maldre ende Lippeloe ende wederkerende haestelic tot Dermonde

¶ Corts daer na is hertoge Jan selue mit ontploocken banieren wt Assche geuaren tot voor Dermonde ende het wert al verbrant tusschen Dermonde ende Aelst daer na quam hi weder in brabant. Doe namen die moniken van Afflighem haer goet haer boecken haer reliquien ende lieten de plaetse, want si den vlamingen so na geseten waren ende quamen te Bruessel Twelc die vlamingen vernemende so quamen si int cloester ende roofden datse vonden ende verbranden de husen daer.

[Folio 130v]
[fol. 130v]

¶ Om beter bescheit te weten van deser Vlaemscher orlogen So is waer dat graue Lodewijc van vlaenderen die oude cocht tegen heer Adolf vander Marck bisscop van Ludick die helft vander stadt van mechelen om .C.M. realen met condicien dat hi de selue helfte vander kercken van Ludick te leen houden soude mit mere seker voorwaerden begrepen in brieuen daer af gemaect Ende corts dair na cocht die selue graue met sijn penningen dander helft van Mechelen tegen graue Reynout van Ghelre als momboor van sijnre outste dochter, dair af wilen heer Floris Berthout oudevader was, want haer moeder was des selues heere dochter Als dit dus geschiet was sant die graue van vlaenderen tot mechelen procureurs metten brieuen vanbeyde copen Des gelijcx sonden daer ooc die bisscop van Ludic ende de graue van gelre als momboor van sijnre dochter haer procureurs om die van Mechelen quijt te schelden haren eeden die si haren ouderen ghedaen hadden, die ooc versoeckende datse den graue van Vlaenderen ontfangen, hulden ende eet van getrouwicheden doen souden. Opt welck die van mechelen begeerden respijt om hem te beraden, twelc siende die procureurs schieden van daer Als graue lodewijc sach dat hem die van Mechelen niet ontfaen en wilden soe wert hi haer viant ende besette sijn palen dat hem geen prouande comen en mocht ende der porteren goet van mechelen in vlaenderen gelegen sloech hi die hant op Doe schicten die van Mechelen an hertoge Jan van Brabant clagende ende neerstelic biddende om sijn hulpe in harer noot. Doe dachte hertoge Jan dat hi hem sculdich was bi te staen, om datmen de helft van mechelen van hem als ouerheer was sculdich te leen te houden, mits welc die cope die graue Lodewijc tegen den graue van Gelre als momboor sijnre dochteren ghedaen had, geen cracht en had maer dat leen was verbuert tot shertogen behoef want sonder sijn consent geschiet was Ende dander cope van dander helfte tegen den bisscop van Ludic gedaen die meende hi te quijten ende te lossen, want hi was na rechte die naeste, aengesien dat Mechelen wt brabant comen is ende al om belegen binnen den palen van brabant, ende ooc om dat de ander helft hem toe behoorde als ouerheer Ooc so meende die hertoghe ende die stadt van mechelen dat den cope vanden voorscreuen bisscop van Ludic gedaen in geender weerden en was, om dat niet geschiet en was met sulcke solompniteyten als daer toe met recht behoorde. Aldus accordeerden die hertoge ende die van Mechelen datse malcander haer recht sullen helpen houden tegen een yegelijcken. Als graue lodewijc dit vernam so verwecte hi .xv lantsheeren teghen hertoge Jan also voorseyt is ende orlochden alle op hem.

 

¶ Het gebuerde op een tijt datter quamen ontrent v.C. Vlamingen te peerde wel gewapent ende dalder best die in vlaenderen waren om voor Bruessel te comen alsmen seyde. Dit vernamen somige heren die te Bruessel waren ende edele mannen tot .xxvi. toe, die bi nacht trocken ten helleken wert, daer die gemeen strate is daer die vlamingen door lijden souden ende dese .xxvi. hielden hem van besiden ende lieten die vlamingen passeren Dit had ooc vernomen die graue van Baren die met .CCC. platen daer tegen quam, ende so vergaderden die voorscreuen heren, edelingen van Bruessel met hem, te weten, dye

[Folio 131r]
[fol. 131r]

graue van Vianen, heer Diederic van walecourt, heer Jan van Leefdale, heer ghijsbrecht van Wesemale, heer wouter van Huldeberghe, heere Harman van Os ende veel ander edelen wt bruessel. Ende dye graue van Baren sloech eerst op die Vlamingen metten Brabanders daer vreeslic gheuochten wert Ten lesten mosten die vlamingen rugge geuen, so bleuen daer niet veel doden Ende alleen een man bleef verslagen vanden brabanders, mer .C. ende .l. vlamingen werden daer geuangen ende te Bruessel ghebracht biden hertoge ende hi dedese geuangen leggen som tot Louen, som ter Vueren, aenden welcken hi toonde namaels sijn eedelheyt, want hi lietse op haer gheloue thuyswaert trecken.

¶ Item die wijle dat dit gheschiede so was Rode ouer die mase des hertogen stadt belegen vanden coninc van Behem vanden eertsbisscop van Colen, vanden grauen van Gelre ende van Gulick, ende van heer Jan van beaumont ende noch meer ander heren met groten volcke Ende binnen der voorscreuen stadt van Rode waren die here van steenvort heer Jan orstwylre ende meer ander die hem alte vromelijc verweerden, tot dat hem vitaelie begonste te breken Ende doe gauen si die stadt op te weten met sulker voorwaerden dat hertoge Jan van Brabant binnen eenre maent daer comen soude om hem allegader strijt te leueren. Ende en quame hi daer niet so souden si de stadt behouden.

¶ Jtem wt Vrancrijke quamen den hertoge tehulpe die coninc van Nauarre ende noch ander heren, mer die graue van henegouwe en wildese niet laten passeren door zijn lant Twelc vernemende hertoge Jan so track hi metten graue van den Baren sijnen neue met vier .M. platen oft helmen te ghemoet den heren wt Vrancrijcke Ende als hi comen was tot Nyuele, so en dorste die graue van Henegouwe die fransoysen niet beletten met hi lietse passeren

¶ Doe track de hertoge met sinen volcke haestelic te Rode wert ouer die mase, daer hi voor quam binnen den derden dage Ende dat was daer om, want het was opt eynde vanden voorscreuen tijt om met stride die sake te beslichten. Ende die graue van Loene lieten passeeren voor sijn lant hem ooc sijnen dienste presenterende. Ende als die hertoge nakende was die stadt van Tricht, so vernament die coninc van Behem ende die ander heeren voorscreuen die te Rode lagen, ende si sonden boden wt seker waerheit te weten, want aengemerct dat die hertoge al om beseten was van sinen vianden, ende sonderlinge die graue van Vlaenderen hem so schonen gelofte gheaden hadde so en conden si niet gelouen dat de hertoge wt sijnen lande niet en hadde tracken dorren. Mer als si al seker wisten dat die hertoghe so sterck quam, so waren si alle verslagen Ende die coninc van Behem sprac totten anderen lantsheeren O wat wonder is dit van desen Brabantschen hertoghe die alleen met sijnen brabanters ons allen comt beuechten die daer toe onbereet sijn, dies hi sal hebben eer ende wi sullens hebben oneere ende scande Doe antwoorden dander heren den coninc aldus Heer coninc wi hebben vernomen dat die bisscop van Ludic sal comen met groter machte ende den hertoge den wech ondergaen ende dan sullen wi hem crigen leuende ofte doot Doe sonden si boden wt te Ludick te Colene ende tot haren vrienden om bistant ende den hertoge te beuechten

[Folio 131v]
[fol. 131v]

¶ Ick keer weder tot hertoge Jan die des ander dages na sinte Geertruyden dach inden meerte track ouer die mase ende verwachte in zijnre vianden lant, daer hi spise noch dranck en vant want dat lant volc al geulucht was Ende so track hi des morgens vroech voor Rode, ende stelde sijn volc in battalien om striden Op de selue tijt sandt die voorscreuen graue van Loen sijn ontsegbrieuen aen den hertoge hem ontseggende van lijf ende goet, ende track ouer bi des hertogen vianden Hi dede de bruggen in sijn lant af werpen om den wech te besluyten, op dat die hertoge niet weder en keerde Doe ginc daer ooc die mare dat de Ludikers in roere waren ende meenden den stadt van Tricht te onder gaen. Als hertoghe Jan dan dus ghebattayllieert stont voor Rode ende nyemant en vernam daer teghen comende, so sandt hi totten lantsheren te Rode leggende heer Dieric van walcourt ende heere Jan van Orstwilre die Rode vonden al omgrauen so datter genen toeganck en was Ende heer Dierick die sprac den heren toe van ouer die veste ende seyde hemlieden van shertogen wegen hoe dat die hertoge van Brabant daer gecomen was met ontplocken banieren, ende also die voorwaerde was ghemaect, so wilde hi met strijde becorten wie here van Rode bliuen soude, versoekende also die heren datse wt trecken souden, hem latende sijn vaderlike erue ende die hertoge soude achterwert trecken, oft datse wt quamen tegen hem te velde hi wilde hem lieden leueren strijt. Die heren van binnen antwoorden datse noch niet vechten en wouden. Ende als dye hertoge dese antwoorde vernam so was hi tornich dat hi sijn recht met stride niet becorten en mocht want sijn volc so willich daer toe was Ende hoe wel dat al dien dach seer reghende ende si broot noch spise en hadden (want hare vitalie onder wegen gehouden waren) so hielden si nochtan dat velt totten donckeren auont. Des ander dages smorgens dede die hertoge sijn trompet slaen om sijn volck te vergaderen ende hi track na Tricht om weder te keren in Brabant om dat te bewaren tegen die Vlaminghen Hollanders, ende zeelanders. etcetera. Doe quam die bisscop van Ludick aen met menighen man, meynende hem Tricht tondergaen ende also benemen dat den Brabanders geen vitalie comen en soude, mer hi en quam niet te tijde alsoot god woude Ende die hertoghe reet in Brabant door tlant van Loen daer een drop niet staende en bleef onder wegen ten wert verbrant Ende die brabanders roofden tlant mit hem brengende groten roof in Brabant

 

¶ Die wile dat hertoge Jan voor Rode quam leggen so meende die capiteyn die hi te Sittert gestelt had dair ooc te comen om den hertoge bi te staen inden stride Ende als hi wt Sittert ghetrocken was so gauen die van binnen die stadt op den kinderen van Valckenborch ende daer na af naemt hem dye graue van Ghelre

¶ Die wijle dat die hertoge van Brabant was in die voorscreuen reyse ouer dye mase, so waren die fransoysen comen te Nyuele in Brabant ende daer track weder die hertoge ende ontfincse minlic hem lieden brengende tot Bruessel, daer hise veel eeren deed op eenen Donredach Des vrydages daer na hieltmen raet daer met hem gesloten wert datmen we-

[Folio 132r]
[fol. 132r]

der met heyrcracht trecken soude ouer die mase daer menich man hem af verblide Maer des ander dages daer na opten palmauont wert desen raet om gekeert biden heren wt vrancrijke, die meer comen waren om partijen te accorderen dan om striden so datse tusschen den hertoge ende sijn vyanden een bestant maecten Daer die hertoge harde node toe quam, maer hi en condet niet wel ontgaen metter heeren sijnre magen dancke die machtich waren. Ende het wert also gemaect dat sijs in beyden sijden bleuen int seggen des conincs Philippus van Vrancrijcke gheheeten van Valoys die sijn seggen daer af wtspreken soude binnen .xiiij. dagen na paesschen. Ende des soude brabant in sinen state gesloten bliuen tot dat tseggen geschiet waer Daer na vertrack coninc Philippus sijn seggen bouen den genoemden dach noch tusschen vi. ende vij. maenden, ende so langhe bleef brabant gesloten staende datter geen goet van buten en quam mer god versacht datter gheen ghebreck en was

¶ Drie wonderlike dingen geschieden doe in Brabant. Deerste was dat wt vele landen ridderen ende knechten te brabant weert quamen om den hertoge bi te staen die door sijnre vyanden landen reden. alsmen hemlieden vraechde so antwoorden si, wi varen daer dander varen Ende als si in Brabant quamen so gaf hem die hertoge soudije. ¶ Dander wonder was, dat binnen den voorscreuen besloten tijt noch broot, noch coren, noch vlees noch visch in Brabant en verdierden met het was dair beter coop dan in ander landen sijnre vyanden, nochtans was doe veel volcx in brabant comen ¶ Dat derde wonder was, dat die visschers wt Vlaenderen, Hollant ende zeelant die ter zee om harinc voeren noyt auontuer en hadden te vangen in dien somer also lange als Brabant dus besloten stont Mer als Brabant weder open was so vinghen si veele harincx dat sijen cume te lande conden brengen

¶ Daer na alst coninc Philippus van Vrancrijke goet dochte so seyde hi sijn seggen tusschen hertoge Jan ende die voorseyde heren in deser manieren, dat Jan des hertogen sone soude hebben te wijue des grauen dochter van Henegouwe ende van Hollant. Ende dat Henrick hertoge Jans sone soude hebben des grauen dochter van Gelre, ende des grauen sone van Gulick soude hebben hertoghe Jans dochter Ende dairtoe souden beyde die grauen hebben een somme ghelts van hertoge Jan, ende die stadt van Tyel soude bliuen aenden graue van Gelre. ende hertoghe Jan soude daer tegen hebben ander goet gelegen aen tlant van Huesden twelc hem beter was Des gelijcx hadden die coninc van Behem ende dye bisscop van Ludic ooc van shertogen gelde Ende als vander stadt van mechelen daer af en wilde coninc Philippus sijn seggen noch niet wt spreken tot dat hi bat geinformeert waer, ende hi hielt mechelen in sijn handen Ende hi had daer te voren gesonden eenen ridder geheten heer Frederic van Pykengyn om die stadt te bewaren, die dair ordineerde van conincx wegen dat des heren dienaren die mancouwe dragen souden so dat noch onderhouden wert Ende mits desen seggen des conincs. die mechelen behielt so wert dat verbont gebroken, twelck graue Lodewijc metten anderen tegen hertoge Jan had gemaect. Ende so ouerquam hi daer na met hertoge Jan als vander stadt van Mechelen onder hem beyden te houden ende ha-

[Folio 132v]
[fol. 132v]

rer beyder oor ende erfgenamen hertoge van Brabant ende graue van vlaenderen, te weten half ende half onuerscheyden ghelijc die bisscop van Ludic ende ioncfrou Margriet van Gelre ende haer moeder vrou Sophia dat te houden plagen met voorwaerden dat die hertoge ende sijn erfgenamen ten eewigen dagen hair helft te leen te houden vanden grauen van vlaenderen Welck grauen van dier helft der kercken van Ludick mannen met eede verbonden souden bliuen Ende die graue van vlaenderen ende sijn erfgenamen souden haer helft ooc te leen ontfaen ende hulde sweren den hertoge van brabant Ende van hen beyden wegen soude gestelt werden een Schout ende een rentmeester die alle die veruallen heffen soude, ende die souden si setten die een deen iare die ander dander iare Ende als deen den schout sette dan soude dander int self iaer den rentmeester setten. Met veele ander voorwaerden was dit gesloten te Dormonde opten lesten dach van Meerte, int iaer .M.ccc.xxxvi. Ende in deser manieren hielden si mechelen onder hem beyden een wijltijts. Mer daer na ouerquam hertoge Jan met graue Lodewijc dat hi die helft soude mogen lossen mitter sommen van .lxxxv.M. ende vC. goude realen, met voorwaerden dat hertoge Jan op sijnen cost vanden paus absolutie of dispensatie crigen soude vanden eet des grauen die hi der kercken van Ludick te voren gedaen hadt, dat hi dese helft van Mechelen nemmermeer van Vlaenderen en soude laten scheyden Doe stelde hertoge Jan graue Lodewijck borgen vander voorseider sommen Ende want hi van paus Clement gheen absolutie van den voorscreuen eede crigen en conde om dat de bisscop van Ludic ende tcapittel dat beletten So badt hi coninc Philippus van vrancrike dat hi hem daer in behulpich wilde sijn Twelc coninc philippus gerne dede ende sandt een notabel ambassaet aen den paus vercrigende dat de sake ghecommitteert wert drie bisscopen in vrancrijke Die welcke partijen gehoort hebbende daer mede van des paus wegen dispenseerden int iaer .M.ccc.xlvi. opten .xxix dach in Junio. Daer na als graue Lodewijc doot bleuen was inden strijt te Cressy daer hier na af gheseit sal werden So ouerquam coninc Philippus van Vrancrike met lodewijc van Male den iongen graue van Vlaenderen ouermits sekere recompensatie die hem de coninc dede dat hi Henrick hertoge Jans outste sone op droech willichlic alle trecht dat hi te voren hebben mocht in die stadt van mechelen om dat ganslic te behouden voor hem ende voor sijn erfghenamen hertogen van brabant, sonder te betalen die voorscreuen somme, ende ooc sonder den graue van Vlaenderen vander helft eenighen eet te doen also dat begrepen staet in die brieuen daer op gemaect int iaer .M.ccc.xlvij Dus behielt Henrick van Limborch hertoge Jans sone mechelen, ende na sijn doot behielt sijn vader hertooghe Jan payselic al sijn leuen Mer daer na creecht feytelic graue Lodewijc weder, also hier na int xliij. capitel geseit sal werden

¶ Jnt iaer .M.ccc.xxxv. sterf de edele vrou Marie hertoge Jans huysurouwe ende wert te bruessel ten minrebroederen begrauen. haer vader was lodewijc graue van Euereux des .iij. coninc Philippus sone Ende hair ouer oudevader was sinte Lodewijc die heylige coninc dien si in vele condicien wel gelijcte, want si was ootmoedich, simpele, deuoot, ende godvruchtich, ende geerne was si alleen, goe

[Folio 133r]
[fol. 133r]


illustratie

dertieren ende onfermhertich was si den armen die si gerne wel dede Ooc verbeterde si alle dinghen Sobere was si ende gestadich in allen dingen. etcetera.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken