Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1859 (1858)

Informatie terzijde

Titelpagina van Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1859
Afbeelding van Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1859Toon afbeelding van titelpagina van Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1859

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.53 MB)

Scans (7.51 MB)

XML (1.09 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

almanak
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1859

(1858)– [tijdschrift] Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 4]
[p. 4]

IV. Kustlichten en zeilaanwijzingen in West-Indie.

a. Voornaamste Kustlichten op de West-Indische eilanden en bijgelegene kust van Zuid-Amerika.
(getrokken uit de Verhandelingen en berigten betrekkelijk het Zeewezen, enz., door Jacob Swart, Jaargang 1857, no. 2).
NB. De peilingen zijn naar het regtwijzend kompas.

naam van het licht. juiste plaats.
Cayenne Hoek van de Infanterie-kaserne.
Suriname Drijfvuur voor het inkomen der rivier.
Berbice-haven Drijfvuur digt bij de Oostpunt van het inkomen.
Berbice-haven Nieuw-Amsterdam.
Demerary Drijfvuur in 4 vadem water omstreeks 3 D. mijlen, N.N.O. ½ O. van het inkomen der rivier.
Demerary Aan de O. zijde van het inkomen.
Orinoco (Venezuela) Drijfvuur ten N. van de Barima punt in 19 Amst. voet. water
Trinidad Post Espana, op den stijger.
Tobago Scarborough, op de Bacolet- of roode-punt.
   
Roques (Venezuela) Cayo Grande, Z.O. punt.
La Guayra (Venezuela) Op het hoofd
Porto Cabello (Venezuela)  
Tucacas (Venezuela) Brava punt
Curaçao St. Anna haven
Klein-Curaçao Op de zuidzijde
Bon-Ayre Lacre of zuidpunt
Santa-Martha (Nieuw-Grenada) Betin-punt
Limon of Navy baai (Nieuw Grenada) Manzanilla-eiland
St. Jago de Cuba 90 el beoosten het Morro-kasteel.
   
Kaap San Antonio Cuba) Op de Kaap

naam van het licht. noorderbreedte. westerlengte van greenwich.
gr. m. s. gr m. s.
Cayenne 4 56 12 52 14 50
     
Suriname    
 
Berbice-haven 6 19 18 57 22 30
     
Berbice-haven 6 14 0 57 22 40
Demerary 6 59 30 58 5 0
     
Demerary 6 49 20 58 11 30
     
Orinoco (Venezuela) 8 37 0 60 42 0
     
Trinidad 10 38 40 61 31 0
     
Tobago 11 10 0 60 44 0
     
Roques (Venezuela) 11 48 0 66 33 0
La Guayra (Venezuela) 10 37 0 66 56 30
Porto Cabello (Venezuela) 10 29 0 68 0 0
     
Tucacas (Venezuela) 10 47 0 68 18 30
Curaçao 12 6 0 68 59 0
Klein-Curaçao 12 2 0 68 38 0
Bon-Ayre 12 2 0 68 17 0
Santa-Martha (Nieuw-Grenada) 11 15 30 74 15 20
     
Limon of Navy baai (Nieuw Grenada) 9 23 0 79 53 0
     
St. Jago de Cuba 19 57 29 75 58 48
     
Kaap San Antonio (Cuba) 21 51 50 85 1 18

[pagina 5]
[p. 5]

naam van het licht. Zigtbaar bij helder weder, in Duitsche mijlen. nadere bijzonderheden.
Cayenne 2 Vuurtoren met één vast licht.
     
Suriname 2¼ De juiste ligging en andere bijzonderheden van dit vuurschip zijn afzonderlijk en uitvoerig opgegeven onder IVb.
Berbice-haven 3¾ Den geheelen nacht één vast licht; bij dag een zwarte bal.
     
Berbice-haven 2½ Vuurtoren met één vast licht.
Demerary 3 Den geheelen nacht één vast licht; bij dag een breede wimpel. Miswijzing 3o N.O.
     
Demerary 3½ Achtkante vuurtoren, rood en wit geschilderd; des nachts één vast licht.
Orinoco (Venezuela) 2 Den geheelen nacht één vast licht.
     
Trinidad 2½ Zeskante toren met één vast licht; zigtbaar tusschen N.O. ten N. door het westen tot Z.O.
Tobago 3 Vijfhoekige toren, rood en wit, met één vast licht; zigtbaar tusschen de peilingen O.N.O. door het Zuiden tot Z.W. ten W.
Roques (Venezuela)   Toren met één vast licht; in aanbouw (1857).
La Guayra (Venezuela)   Havenlicht.
Porto Cabello (Venezuela)   Vuurtoren, in aanbouw (1857).
Tucacas (Venezuela)    
Curaçao 2¼ Toren met één vast licht.
Curaçao   Toren met één vast licht, den geheelen nacht.
Bon-Ayre 2½ Toren met één vast licht.
Santa-Martha (Nieuw-Grenada) 3 Witte toren met vertikale roode strepen; des nachts één vast licht.
Limon of Navy baai (Nieuw Grenada)   Toren met één vast licht; in aanbouw (1857).
     
Limon of Navy baai (Nieuw Grenada) 2½ Open houten gebouw; wit geverwd; met één vast licht.
     
St. Jago de Cuba 6 Wit geverwde, ijzeren toren met één draaijend licht op 243 Amst. voeten boven hoog water; de tijd der omwenteling van het licht is 1 minuut.
Kaap San Antonio (Cuba) 3½ Toren met het woord Roncali er op geschilderd; met één draaijend licht; tijd der omwenteling 1 minuut.

[pagina 6]
[p. 6]

naam van het licht. juiste plaats.
Havana Morro-kasteel, oostelijk inkomen.
Cardenas-baai (Cuba) Piedras-Cay
   
Nuevitas-haven (Cuba) Maternillos-punt
   
Jamaica Plum-punt, 60 ellen benoorden de punt.
   
Jamaica Morant-punt
   
Jamaica Fort Augusta
   
St. Domingo San José, fort
   
Porto-Rico Fort San Juan op de Morro.
St. Thomas Oostelijk inkomen op de Mohlenfels-punt.
St. Christopher Op het strand te Basseterre.
Antigua Engelsche haven, fort Berkeley.
   
Montserrat Op h. strand te Plymouth
   
Guadeloupe Terre-de-Bas, een der eilandjes Petite-Terre.
Dominica Op den vlaggestok van het fort Young.
Martinique Punt des Nègres
Martinique Fort St. Louis of Royal
   
St. Lucia Tapion-batterij, zuidelijk inkomen van Castries-haven.
St. Lucia Op de aanlegplaats
Barbados Zuidpunt, 183 ellen landwaarts.
   
Barbados Carlisle-baai, Needham-punt

naam van het licht. noorderbreedte. westerlengte van greenwich.
gr. m. s. gr m. s.
Havana 23 9 10 82 22 18
     
Cardenas-baai (Cuba) 23 14 0 81 7 38
     
Nuevitas-haven (Cuba) 21 39 40 77 20 55
     
Jamaica 17 55 45 76 47 0
     
Jamaica 17 56 0 76 11 0
     
Jamaica 17 57 0 76 53 0
     
St. Domingo 18 28 5 69 52 30
     
Porto-Rico 18 29 0 66 7 8
     
St. Thomas 18 19 22 64 55 8
     
St. Christopher 17 18 0 62 42 45
     
Antigua 17 0 0 61 45 42
     
Montserrat 16 43 0 62 12 0
     
Guadeloupe 16 10 29 61 4 54
     
Dominica 15 18 0 61 25 0
     
Martinique    
Martinique 14 36 7 61 4 12
     
St. Lucia 14 0 0 61 5 0
     
St. Lucia   61 1 0
Barbados 13 2 45 59 33 30
     
Barbados 13 4 0 59 37 10

[pagina 7]
[p. 7]

naam van het licht. Zigtbaar bij helder weder, in Duitsche mijlen. nadere bijzonderheden.
Havana 4½ Toren met één vast licht, met schitteringen elke 30 seconden.
     
Cardenas-baai (Cuba) 3½ Steenen huis met één draaijend licht er op; heeft elke minuut eene verduistering van 10 seconden.
Nuevitas-haven (Cuba) 3¾ Toren met het woord Colon er op geschilderd; met één draaijend licht; tijd der omwenteling 1 minuut.
Jamaica 3 Wit geschilderde toren met één vast licht; het licht is rood als men het ziet tusschen de peilingen N.W. ten W. ¼ W. en N. ten O., en wit van N. ten O. door het Oosten tot Z.O. ten Z. ½ O.
Jamaica 5¼ Witte ijzeren toren, met één draaijend licht; tijd der omwenteling 1 minuut.
Jamaica   Klein gebouw met eene lamp; vast licht; N. ten O. ½ O. gepeild wordende, geleidt dit licht door het Zuid-Kanaal.
St. Domingo 2¼ Witte koepel met één vast licht; van het O. komende zorge men niet te vervallen op het rif dat zich Z.W. van P. Torrecillo uitstrekt.
Porto-Rico 3¾ Één draaijend licht; heeft elke 2 minuten eene schittering van 8 seconden.
St. Thomas 3¾ Witte toren met één vast licht.
     
St. Christopher 3 Houten gebouw met één vast, roodkleurig licht; tevens dienende als havenlicht.
Antigua 2 Toren met 3 vaste lichten, in een driehoek, 5 ellen van elkander; het bovenste rood. Deze lichten branden slechts tijdelijk als schepen of stoomschepen verwacht worden.
Montserrat   Toren met twee vaste lichten, die alleen branden wanneer er schepen of stoombooten verwacht worden.
Guadeloupe 3¾ Toren met één vast licht.
     
Dominica   Eén vast licht.
     
Martinique 1½ Eén vast roodkleurig licht op eene roode mast.
Martinique 1½ Twee horizontaal staande vaste lichten, die den geheelen nacht branden.
St. Lucia   Twee horizontaal geplaatste vaste lichten; dienen alléén voor de Mail-stoomschepen.
     
St. Lucia   Eén vast licht; dient alleen voor de Mail-stoomschepen.
Barbados 4½ Toren met roode en witte banden beschilderd; des nachts één draaijend licht met eene verduistering van 24 sec. in elke minuut. Het licht is niet zigtbaar bewesten Z.W. ten W. en moet goed opengehouden worden om het Cobbler-rif te vermijden.
Barbados 1½ Gebouw met één vast licht. In het Z. gezien is dit licht rood en uit het N. wit.

[pagina 8]
[p. 8]

b. Vuurschip van Suriname.

Voor het inkomen der rivier Suriname, is een vuurschip geplaatst, dat vertuid ligt in vier vadem (met laag water van spring) in de navolgende peilingen:

Braamspunt, Z. 25 gr. 20 min. O. (Z.Z.O. ¼ O.), op 2¼ mijl afstand.

Het Oostelijkst zigtbaar land, Z. 73 gr. 8 min. O. (O.Z.O. ½ O.).

Van af het vuurschip met den koers van Zuid in den wal sturende, zal men spoedig de buitenton aanloopen, om verder langs de tonnen naar binnen te sturen. Deze betonning bestaat uit twee kegelvormige en ééne ankerboeivormige ton (allen zwart), welke men bij het inkomen aan bakboord moet houden.

De uiterton (eene kegelvormige) ligt in 13 Amst. voeten harde grond (laagwater van spring) in de peilingen:

Het vuurschip N. 2 gr. 50 min. O. (N. ¼ O.).

Het Oostelijkst zigtbaar land, Z. 89 gr. O.

Het baken bij Braamspunt, Z. 39 gr. O.

De tweede ton (eene ankerboeivormige) ligt in 15 voet (laag water van spring) met:

Het Oostelijkst zigtbaar land, N. 84 gr. O.

Het baken bij Braamspunt, Z. 46 gr. O.

De uiterton, N. 4 gr. W.

De derde ton ligt in 17 voeten, zachte grond (laag water van spring), met:

Het baken bij Braamspunt, Z. 59 gr. O.

De tweede ton, Z. 21 gr. 30 min. O.

Al deze peilingen zijn met regtwijzend kompas.

Op dit schip is een stilstaand vuur geplaatst, op 32 Amst. voeten boven water, dat van zons-ondergang tot zons-opgang brandt en met helder weder op 1¾ à 2¼ mijlen goed zigtbaar is.

Van om de Oost komende zal men door in 4 vademen (laag water) langs de kust te sturen in alle omstandigheden zigt van het vuur krijgen.

c. Aanwijzing tot het doorvaren der geul naar de rivier Marowijne, behoorende bij eene kaart, volgens de opname der officieren van Z.M. stoomschip Sindoro, in 1856 bewerkstelligd.

Langs de kust zeilende en den wil naar de rivier Marowijne hebbende, zal men in 5 vademen varende de monding zeer goed verkennen, daar dezelve Z.Z.W. gepeild wordende geheel open is. Van uit deze, ja zelfs van uit 7 vademen diepte zal men het onderwand van eenen schoener halfweg oploopende, de uiterton bij tamelijk helder weder zeer goed verkennen, hebbende de hoeken der rivier zich alsdan ter naauwernood gevormd.

Van de uiterton, die rondom Marowijne no. 1 gemerkt is, zal men de tweede ton op gelijke hoogte boven den waterspiegel even goed kunnen zien, doch is dezelve even als de uiterton op die afstanden van het dek niet zigtbaar.

De uiterton die in 18 voeten gewoon laag water ligt, kan men

[pagina 9]
[p. 9]

aan weêrszijde passeren, doch men houdt overigens de tonnen allen Oost, of naar binnengaande aan bakboordszijde van zich, zijnde de Oostzijde van het vaarwater alléén betond, moetende men dezelve niet digter dan op eene scheepslengte passeren.

De derde ton ligt tegen de Fransche bank aan. Deze bank loopt steil op en brandt bij laag water met harden wind; bij kalm weder doet zij dit niet en is in dit geval moeijelijker te verkennen, doch bij deze bank heeft men de Mana-rivier, beoosten van de Marowijne gelegen, open.

Deze drie tonnen zijn zooveel mogelijk in eene regte lijn geplaatst en strekken zich Z.Z.W. ¾ W. uit. Mogten zij daar al van afwijken dan zal zulks gering zijn en het aan de uiterton haperen. Van af de derde ton stuurt men op de Hollandsche hoek aan, zorgende de vierde ton even vrij van dezelve te houden.

Van af de vierde ton stuurt men op het midden der rivier aan, achtgevende liever iets meer naar de Hollandsche dan naar de Fransche zijde te houden, om vrij te blijven van een bankje waar tusschen en de Fransche hoek een naauw vaarwater loopt.

De vierde ton is gelegen op het punt waar de Mana zich juist weder sluit en is voor binnenvarende schepen minder dan voor uitvarende schepen dienstig, daar deze laatsten, de rivier uitkomende, indachtig moeten zijn met de eb niet op de Fransche bank gezet te worden, waarvoor nu, door op de vierde ton aan te sturen en deze aan stuurboord te houden, niet de minste kans bestaat. Alhoewel niet breed, zal dit vaarwater zeer goed opgelaveerd kunnen worden, moetende het lood het naderen der Hollandsche bank aangeven, hetgeen gevoegelijk geschieden kan, daar deze grond geleidelijk afneemt. Men zal echter vermoedelijk nimmer behoeven op te werken, daar de land- en zee-winden afwisselend tusschen N.O. en Z.O., de laatsten somwijlen uit het Z.W. en daar bewesten, doorwaaijen.

In geval men de rivier moet aandoen, zonder dat de geul betond is, kan het volgende in aanmerking genomen worden.

Breng Papegaaijenhoek, zijnde de eerste van den Franschen wal uitspringende hoek ½ mijl binnen de rivier gelegen, (en die men in 3 en 4 vademen beter ziet dan de eigenlijke Oostelijke hoek der rivier, Blufpunt genaamd, welke zich in het land verbergende, zich enkel door de donkerder kleur op dezen afstand onderscheidt en alléén van om de Oost komende het eerst gezien wordt), in het Z.Z.W. ¾ W. en stuur met deze koers door, tot dat men de Mana open heeft, stuur dan onmiddellijk, om geen gevaar van de Fransche bank te loopen, Z.W. ½ Z. op de Hollandsche hoek aan tot dat de Mana zich weder sluit, houdende van dit punt het midden der rivier, tot dat men de Papengaaijenhoek Oost peilt, als wanneer de koers digt langs den Franschen oever valt.

De schepen die de rivier uitgaan moeten de eb afwachten en bij voorkeur met den dag trachten met de landwind uit te zeilen, sturende van het midden der rivier N.t.O. ½ O. ongeveer ½ mijl, peilende alsdan het kamp Jean Pierre Z.Z.O., als wanneer de Mana zich begint te openen. Van hier moet men N.N.O. ¾ O. sturen tot dat de Mana zich weder sluit en vervolgens met N.N.O. tot in 5 vademen diepte.

Schepen meer dan 10 voeten diep tredende, zullen, vooral naar

[pagina 10]
[p. 10]

buiten gaande, hoog water, en gedurende dat de rollers op de kust loopen het springgetij moeten afwachten, daar in de geul zich vele harke plekken juist op het ondiepste bevinden.

In de geul heeft men de trekking van de stroom der rivier en zet de eb op de Fransche bank. De uiterton ligt buiten dien invloed en hebben wij de vaart der stroom slechts éénmaal 1½ mijl bevonden te zijn, kunnende men dezelve gemiddeld op ¾ mijl stellen.

Met nieuwe en volle maan is het ten 5 ure 30 min. hoog water, gaande het water alsdan 8 à 10 voeten op en neer, bij gewone tijden, 5 à 6 voeten.

 

Paramaribo, 16 October 1856.

 

De Kommandant van Z.M. stoomschip Sindoro, (Was get.) J.J. Wichers.

 

Wij voegen hier nog ten gerieve van de scheepvaart bij, dat bij het inkomen der rivier Marowijne, het vaarwater tusschen de Acoetipata eilanden en den Franschen wal ligt, en eerst voorbij die eilanden in eene schuinsche rigting, meer naar den Hollandschen oever nadert. Ook zij hier opgemerkt dat reeds nu (April 1858) de uiterton aan de Marowijne door de zware rollers is weggeslagen.

d. Zeil-aanwijzing en betonning van het gat der Nickerie.

Opgenomen in October 1847, geverifieerd in September 1850 door den Luitenant ter Zee 2de klasse, G. Lambert.

 

Het fort der Nickerie of van Nieuw-Rotterdam, ligt op 5 gr. 58 min. 30 sec. N.B. en 57 gr. 6 min. 13 sec. W.L. van Greenwich. De miswijzing van het kompas is 2 gr. 30 min. N.O. Het havengetal is 5.

De diepten zijn opgegeven in Amsterdamsche voeten bij laag water in de gewone springgetijden, wanneer bij de binnenton een verval van water is van 9 tot 12 voet. Met de doode getijden is het verval van water is van 9 tot 12 voet. Met de doode getijden is het verval van water 6 à 7 voet.

Van de Oost komende, de wil naar Nickerie, houdt men op de hoogte van het verbrande bosch in den wal, tot in 3 à 3½ vadem water; koerst vervolgens om de West en W.Z.W. in deze diepten, tot dat het Papegaai-eiland (gelegen in de rivier Corantijn), een handspaak lengte uit Blufpunt (de Oosthoek der Corantijn), komt, of wel met Blufpunt in het Z.W.t.Z. heeft, wanneer men om de Z.W.t.Z. boegende, Gordonshoek (de Oostelijke landhoek) in het O. ½ Z. brengt, om alsdan Z.Z.W. te sturen, tot dat de vlaggestok van het fort in het midden van het huis van den Doctor, of in het Z.O.t.O. komt, wordende alsdan de koers Zuid, tot dat de vlaggestok van het fort in de N.O. gevel van het huis van den Heer GordonGa naar voetnoot(1) is, of wel in het O.t.Z. ¼ Z.; met de Z.Z.W. koers zeilt men namelijk de tonnen door, passeert dezelve ten westen en boegt alsdan om de O.Z.O. ¼ Z. tot dat het huis van den Landdrost in het N.O.

[pagina 11]
[p. 11]

t.O. ½ O. komt, om alsdan om de O.t.Z. tot voor de landingsplaats of wel het fort te loopen.

Stroomen. In het gat trekt de vloedstroom tot aan de tonnen om de Z.W. en Z.W.t.Z. naar de Corantijn rivier en verder naar beloop van het land met eene zuidelijke tot zuid oostelijke rigting naar de Nickerie rivier, waarom men dan ook bij het inzeilen de loef of oostkant van het vaarwater tracht te houden. Bij het uitzeilen moet men tot aan de binnenton indachtig zijn, dat voor het ebgetijde goed door is, hetzelve noordelijk trekt naar de loef bank, later volgt het nagenoeg den loop van dit gedeelte van het vaarwater; van de tonnen verder het gat uit, krijgt men om de N.O. en N.O.t.N. de ebbe uit de rivier Corantijn. Bij het uitwerken gaat men van af de tonnen op het lood af, den vlaggestok van het fort Z.O. hebbende, kan men Papegaai-eiland in en bijna uit Blufpunt brengen.

voetnoot(1)
Het huis van den Heer Gordon is zeer kennelijk, strekt boven de westelijke huizen uit, en is daar het eenigste met een ligt grijs dak.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken