Almanak voor de Nederlandsche West-Indische bezittingen, en de kust van Guinea. Jaargang 1859

[p. 23]

VII. Soortelijk gewigt, sterkte, draagvermogen en doorbuiging van eenige Surinaamsche houtsoorten.⁽¹⁾

a. Soortelijke gewigten van eenige Surinaamsche en andere houtsoorten, gerangschikt naar alphabetische orde en verzameld uit verschillende bronnen.

NAMEN der houtsoorten in SURINAME.	wetenschappelijke namen.		volgens glavimans; 1) hetzelfde hout in			Volgens andere proeven medeged. in Bijl. II.	volgens Engelsche opgaven.	Aanmerkingen.
			Nov. 1838.	Aug. 1839.	Maart 1848.
Barklak (man-)	Lecythis ollaria. Lin.		1,1585	1,016				1) Zie de verhandelingen van het Kon. Instit. van Ingenieurs, 1848, Iste deel, 1ste st., tafel n^o. 1, blz. 13.
Barklak (oeman-)	Bignonia inaequalis, D.C.					0,97
Bolletrie	Lucuma mammosa(?) Gaertn.		1,1914	1,059	1,051		0,844 (Blackbull.)
Bastaard-Bolletr. en Anaura	Bumelia nigra, Sw.					1,05	0,825
	Carolinea princeps, D.C.					1,011
Bijlhout	Eperua falcata, Aubl.		1,1509		0,909	1,148
Ceder (bruine-)	Cedrela odorata. L.						0,376
Coenatepie	(?) fam. Caesalpineae?					0,9925
Geelhart	Nectandra Rodiaei. Schomb.						0,907 (Greenheart)
Groenhart	Bignonia leucoxylon. L.		1,2448	1,205	1,197
Kabbes (roode-)	Geoffroya Surinamensis. Lin.					0,909
Kabbes (witte-)	(?)					0,97
Kabbes (zwarte-)	Andira retusa. H.B.K.					1,065
Kalebas (bosch-)	Couroupita guianensis Aubl.						0,928
Kaneelhart	(?)					0,966
Kopie	Goupia tomentosa. Aubl.					0,891
Kwarie	Vochysia guianensis. Aubl.					1,05
Loeus	Hymenea courbaril. L		1,174	0,9495	0,94		0,974
Mangro	Rhizophora mangle L					0,621
Matakki	Caraïpa guianensis. Aubl.		0,8143		0,6695	0,697
Idem		Idem	0.9008	0,766	0,757
Peto	Mora excelsa. Benth.		1,1104	0,953	0,906		0,949
Idem		Idem	1,1043	0,922	0,891
Purperhart	Copaifera pubiflora. Lindl.		1,0136	0,792	0,778	1,023
Slangenhout	(?)					0,788
Tonka	Dipterix odorata. Willd.					1,097
Wane	(?)					0,788
IJzerhart	Siderodendron triflorum. Pohl.					1,303
Zeedruif	Coccoloba uvifera. L.						0,825
Afrikaansch eik.			0,9204	0,8966	0,896	0,985
Eiken (nat-)			0,7205	0,576
Eiken (droog-)			0,6934	0,681
Greenen			0,566	0,5068

(1) Deze staten zijn als bijlagen opgenomen in een opstel over Surinaamsche houtsoorten, door Jhr. C.A. van Sypesteyn, zie West-Indië, Iste deel bl. 161 en volg.

[p. 24]

b. Overzigt van de gemiddelde uitkomsten van proeven, in 1838 te Rotterdam genomen ter bepaling der sterkte van eenige soorten van Surinaamsch hout, medegedeeld door den heer C.J. Glavimans,⁽¹⁾ gerangschikt naar alphabetische orde.

NAMEN. der houtsoorten in SURINAME.	wetenschappelijke namen.		Gemiddelde waarde van f of de sterkte bij het ophouden der veerkrachtigheid.	Gemiddelde waarde van f' of de sterkte bij het breken.	Gemiddelde waarde van M.	Aanmerkingen.
			Ned. pd.	Ned. pd.	Ned. pd.
Barklak (man-)	Lecythis ollaria. L.		271,7	1168,6	1951,2	De proefhouten waren 2 Ned. el lang. De belasting geschiedde in het midden: de afstand der steunpunten was 1,5 Ned. el.
Bolletrie	Lucuma mammosa. (?) Gaertn.		638,7	1477,7	2252,2
Bijlhout	Eperua falcata. Aubl.		489,3	874,2	1368,4
Groenhart	Bignonia leucoxylon. L.		642,7	1760,6	2168,8
Locus	Hymenea courbaril Lin.		718,9	1430,6	1979,7	Met iedere soort van hout werden 6 proeven genomen.
Matakki	Caraïpa guianensis. Aubl.		250,1	777,4	1193,0
Idem		Idem	364,2	944,2	1455,1	M is de modul van veerkrachtigheid op eenen vierk. Ned. streep.
Peto	Mora excelsa. Benth.		439,8	779,3	3970,2
Idem		Idem	453,6	888,3	1761,4
Purperhart	Copaifera pubiflora. Lindl.		611,3	990,4	1233,9
Afrikaansch eiken			501,3	1100,4	1675,4
Gew. eiken (nat)			244,8	663,6	961,9
Gew. eiken (droog)			250,9	619,6	890,5
Gew. eiken (droog)			314,0	707,0	881,1
Greenen			235,9	459,1	1122,3
						L = lengte der balk.
						W = last bij het ophouden der veerkracht.
						W' = id. bij het breken.
						D = dikte der balk.
						d = doorbuiging.
						Deze formules zijn naar Tredgold.

(1) Zie in de Verhandelingen van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, 1848, 1ste deel, 1ste stuk, de tafel n^o. 2 (blz. 17); verder de bijzonderheden der genomene proeven aldaar in de tafel n^o. 1 (blz. 13) en op blz. 1-5. De bij die proeven verkregene uitkomsten voor het soortelijk gewigt der houtsoorten, zijn reeds vermeld in Bijlage I.

[p. 25]

c. Uitkomsten van eenige proeven, gedaan ter bepaling van het draagvermogen en de doorbuiging van eenige Surinaamsche en andere houtsoorten, gerangschikt naar alphabetische volgorde.

NAMEN der houtsoorten in SURINAME.	wetenschappelijke namen.	Draagvermogen bij het breken G.	Doorbuiging bij het breken.	Betrekkelijk draagvermogen van 1 vierk. ned. duim. 1)	Aanmerkingen.
		Ned. pd.	Ned. el.
Barklak (oeman)	Bignonia inaequalis. D.C.	2000	0,111	183,27	1) Volgens de formule van Barlow.
Bolletrie (bastaard) en Anaura	Bumelia nigra. Sw.	1400	0,086	128,28
	Carolinea princeps. D.C.	800	0,051	73,30
Bijlhout	Eperua falcata. Aubl.	1650	0,095	151,20	De balken waarmede de proeven zijn genomen waren
Coenatepie	(?)	1600	0,079	146,60
Kabbes (roode-)	Geoffroya Surinamensis. Lin.	1850	0,110	169,52	lang 3,45 Ned. el.
Kabbes (witte-)	(?)	1750	0,09	160,35	dik 0,098 Ned. el.
Kabbes (zwarte-)	Andira retusa. H.B.K.	2000	0,102	183,27	breed 0,098 Ned. el.
Kaneelhart	(?)	2000	0,090	183,27	De belasting geschiedde in het midden en werd telkens met 100 Ned. pd. vermeerderd. De afstand der twee steunpunten was 3,25 Ned. el.
Kopie	Goupia tomentosa. Aubl.	1850	0,107	169,52
Kwarie	Vochysia guianensis. Aubl.	1936	0,103	177,40
Mangro	Rhizophora Mangle. Lin.	1100	0,082	100,79
Matakki	Caraïpa guianensis. Aubl.	1300	0,090	111,29
Purperhart	Copaifera pubiflora. Lindl.	2000	0,090	183,27
Slangenhout	(?)	900	0,094	82,47
Tonka	Dipterix odorata. Willd.	2925	0,1195	286,00
Wane	(?)	1200	0,114	109,99
IJzerhart	Siderodendron triflorum Pohl.	2800	0,109	256,57
Afrikaansch eiken		1950	0,131	178,68
Eikenhout (Wezels)		1125	0,116	103,09
Eikenhout (Wezels)		1400	0,174	130,94
Eikenhout (Wezels)		1100	0,118	100,79
Eikenhout Amsterd.		1000	0,220	91,63
Greenenh. (Rhijn)		1200	0,118	109,99
Greenenh. (Riga)		800	0,111	73,30
Dennenhout		1025	0,094	93,92
Vurenhout		1000	0,075