Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel) (1655)

Informatie terzijde

Titelpagina van Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)
Afbeelding van Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)Toon afbeelding van titelpagina van Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (22.49 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)

(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 32]
[p. 32]

Letter-Bancket. Ghegrabbelt op den tweeden dagh van H. G. ende S. Bruylofts-Feest.

 
VRienden ‘k speel hier op mijn Fluyt,
 
’t Heyl van Bruydegom en Bruydt,
 
En kapittel sulcken Maeghd,
 
Die dat speelen niet behaeghd,
 
Door het Suycker Dry-zaed wort
 
Druyl-oor tot de vreugd geport.
 
’t Groene Paer wijst men na ’t Bedt.
 
En de Speelnoots op haer pret.
 
’t Fluytje.
 
D’Aldereerste Minne-lusjes,
 
Geconfijt met duysent kusjes,
[pagina 33]
[p. 33]
 
Ia het zerrip zoetste zoet
 
Is op het leckerste geboet,
 
In de lieffelijckste uyrtjes.
 
Met ontelb’re Minne-kuyrtjes,
 
Van de weelderijckste nacht.
 
Bruydtje ‘k wed ghy weynigh dacht,
 
Dat dat pit der leckernije
 
Soo wel smaeckte, doen de Reye
 
U geleyde naer het Bedt:
 
Daer u Maeghdom met een set,
 
(Door des Bruyd’gooms malle malle)
 
Was verspilt, wat mach ick kalle?
 
‘k Bid, ay bid! het poesel-wicht,
 
Dat hy met sijn gulde Schicht
 
Treft u Speelnoots en Gespeelen,
 
En al die niet mogen veelen,
 
Datmen eens van vrijen kickt.
[pagina 34]
[p. 34]
 
Cupidootje mickt, ay mickt!
 
Wilt haer harde hart soo rake,
 
Datse stracks van minne blake,
 
Op dat haest een Bruyloft uyt
 
Dese Bruyloft-Stacy spruyt.
 
Kapittel-Stock.
 
Iuffers, soo de soetigheden,
 
Die de Bruy u kan ontleden,
 
Noch geen sucht, geen lonck, geen lagh,
 
Noch ghevley, ghestreel, ghepragh,
 
Noch de aengename woortjes,
 
Die oyt vloeyde langhs de boortjes
 
Van u Minnaers Coralijn
 
Daer men Goden ambrosijn,
 
En haer Nectars puyckste geuren
 
Hayligh-bitter by sou keuren,
[pagina 35]
[p. 35]
 
Noch u Maeghdelijck besluyt,
 
In het minste niet vry-buyt.
 
Wilje van gheen Trouwen hooren?
 
Soo moet Hymen in sijn tooren,
 
U uyt duldeloose hoon,
 
By de levendige doon:
 
Eeuwigh bannen (als Bagyne)
 
Slijtje leven daer in quyne,
 
Want je bent niet beter waert.
 
Wordje nou niet al vervaert?
 
Sie, dat komt van tegenstreve,
 
Doe ‘et niet weer van je leve,
 
Maer gaep, en beraedje kort.
 
Als jou Pap eboden wordt.
 
Muyse-Keutels,
 
Wacker Droomers,
 
Drooghe Loomers,
 
Leegh u Roomers,
 
Tot de gront.
[pagina 36]
[p. 36]
 
Doetse klincke,
 
Laetse schincke,
 
Dat we drincke
 
In het ront.
 
Kust de Lipjes,
 
Pafos knipjes,
 
Op de tipjes,
 
Nu een reys,
 
Van u Vrijster,
 
Wat de pleyster,
 
Je bent byster,
 
Koel of wijs.
 
Ay wilt singe,
 
En komt springe,
 
Sluyt de kringe,
 
Reyck u handt,
 
Waerom schroomje,
 
Lustigh, koomje?
 
Waer van droomje?
 
Foey, ‘tis schant.
 
Ia nu wou ick gaen staen pruyle,
 
Niet te balcken, of te huyle,
 
Flucx weest vrolijck, tza je moet,
 
Wat brust heen je rechte bloet.
 
Siet ons Bruytje slaept by kans,
 
Repje Bruyd’gom aen den dans:
 
Voort naer bed toe metje Twee,
 
Gut Speelnootjes mochtje mee:
[pagina 37]
[p. 37]
 
Dat je eens mocht sien de pret,
 
Diese hebben op het Bedt.
 
‘k Weet, je riep wel overluyt,
 
Och! die mee eens was de Bruyt.
 
W. 6 Stuyver.
 
Den 8 van Crol-maent 1651.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken