Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel) (1655)

Informatie terzijde

Titelpagina van Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)
Afbeelding van Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)Toon afbeelding van titelpagina van Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.75 MB)

Scans (22.49 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)

(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Graf-Schrift van Isaac Vos, kluchtige Tonneel-Speelder.

 
Isaac Vos leyt hier in d’aerde, Niet ten vollen na sijn waerde,
 
Want hy op ons Duyts Tonneel, Met een Lier, of met een Veel.
 
Wist de Joncker soo te speelen, En natuyrlijck uyt te beelen,
 
Dat op elcke greep en streeck, Self de gauste Mof besweeck,
[pagina 186]
[p. 186]
 
Doch geen wonder, want door ’t drincken, Scheen hy altijt neer te sinken
 
Traegh en deftigh was sijn tree, Anders lagh, was hem een wee!
 
Tot dat eynd’lijck sijn gebeente, ’t Onlust van de goe Gemeente.
 
In het Gasthuys nam haer keer, Daer op nieuws soo speelt hy weer,
 
Kreupels, Lammen, ende Blinden, ’t Eenemael verandert was:
 
Want die yetwets voort kon hincken, Wou uyt d’henghste Bron mee drincken;
 
Dan den groten Esculaep, Die de rampen van dien Aep,
 
Kenden door sijn ouden Euvel, Schopten hem van Puidus heuvel,
 
Wt sijn Meesterlijcken stoel, Al sijn Klercken door ’t gewoel,
 
Tegen al haer best aen ’t recken, Om de beste van de Gecken,
 
Voor sijn School-loon, en sijn leer, Te versellen na het veer.
 
Daer hem Charon reets in wachte, ’t veergelt eyschte en hy lachte.
 
D’Ander zy schier niet en zucht, Lieve Charon, daer z’ een klucht,
 
Die ‘k ter eeren van de Moffen, En haer snorcken en haer stoffen
 
Heb gemaeckt en zelfs gerijmt, Yder diese ziet beswijmt,
 
Met geraeckten hy aen ’t ende, By de Rederijckers bende,
 
Daer hem Pluto nu ter tijdt, voor hem speelen laet om strijdt.
 
Men hield zijn uytvaert in den Schouburgh ’t preuts gebouw,
 
Zijn Naders en zijn Broers, die volghden hem in rouw.
 
Wt Parnas.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken