Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 1. Teksteditie (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 1. Teksteditie
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 1. TeksteditieToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 1. Teksteditie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.50 MB)

Scans (23.40 MB)

ebook (10.68 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 1. Teksteditie

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 394]
[p. 394]

175 Een nyeu liedeken

[Commentaar]

 
1
 
Al dat spreect met Vlaemschen tonghen,
 
Hoort naer dit vroelijck liet!
 
Twert tuwer eeren ghesonghen,
 
Wat te Watendamme is gheschiet,
 
Hoe dattet beschermt was voor verdriet.
 
Maer this God diet al voorsiet:
 
Want die Vransche, valsch van manieren,
 
Waendent branden ende pilgieren.
 
 
 
2
 
Daer was een valsch verrader,
 
Een moelenaer bi beschee;
 
Hi sprack tot ons heeren allegader,
 
Dat si over twater souden trecken, in bree.
 
Als men screef duysent cccccxl en twee,
 
En dat met eenen valsche ee,
 
Op den avont van Onser Vrouwe
 
Te half oogst dede hi dees ontrouwe.
 
 
 
3
 
Mijn heere van Nyeuwerlee coene,
 
Mijn heere van den Gracht,
 
Om Rumegem bystant te doene,
 
Metschaders Rijsselambacht,
 
Scheepten over twater in der nacht.
 
Maer si laghender met volle macht,
 
Want den verrader swoer sonder sparen
 
Datter maer een vaenken knechten en waren.
 
 
 
4
 
Dese Fransche, met nauwe listen,
 
Si berchden haer in een hout.
 
Ons heeren, diet niet en wisten,
 
Volchden haer valsche ghanghe stout.
 
Edel, onedel, jonck en out,
 
De Vransce omrijngdense so menichfout,
 
Si en wisten haer waer solveren:
 
Elck vluchte sonder cesseren.
 
 
 
5
 
Bellambacht, met cloecken sinnen,
 
Si hoordent allaerme slaen;
 
Si laghen te Wachtendamme binnen,
 
Si lieten haer eten staen.
 
Seer haest sijn si naer twater ghegaen
 
En riepen: ‘Keert, wi zijn al verraen!’
 
Veel knechten sijn huer teghen ghecomen
 
Die door twater quamen gheswommen.
 
 
 
6
 
Bellambacht, niet om verfrayen,
 
Met Morsle ghinghen si voort
 
En deden dat vaenderlinc blaeyen
 
Neffens twater op den boort.
 
Al saghen si haer broeders versmoort,
 
Dan al loopende sijn vermoort,
 
Si riepen: ‘Staet, vrome landtsknechten!
 
Laet ons liever doot vechten!’
 
 
 
7
 
Met bussen ende halve haken
 
Vielen si seer dapperlick an
 
En schoten om gheraken:
 
Daer bleef so menighen Franschen man.
 
Monsuer de Rues quamer toe alsdan,
 
- Heel den leghere te lichten began -
 
Die twee slanghen met hem brochte,
 
Daer men die Fransoysen met gheraeckte.
 
 
 
8
 
Bin dat ons lieden dus schooten
 
Om Waten te doen bystant,
 
Die Fransche namen drye booten
 
Och, op eenen anderen cant
 
En waenden so over te comen int lant.
 
Dus bleef Waten onghebrant.
 
Maer ons lieden dit verstonden,
 
Si maectense waterhonden.
 
 
[pagina 395]
[p. 395]
 
9
 
Die Franchoysen met nijdighen toren
 
Quamen op dat saysoen
 
Met Borgoensche cruycen voren,
 
Datse ons volck niet en soude misdoen,
 
En haelden schapen en coen,
 
Want si kenden haer gheluwe hoen.
 
Mer die Borgoensche niet en lieten
 
Noch tparck te behouden met schieten.
 
 
 
10
 
God spare ons Keyser machtich
 
Voor druck ende teghenspoet,
 
Met allen heeren voordachtich
 
En al dat hem bystant doet
 
En beschermen tonnosel bloet
 
Opdat sy die Franchoysen onvroet,
 
Die om verraetschap altijt helden,
 
Huer valsche coopen verghelden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken