Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 97]
[p. 97]

27 Den lustelijcken mey is nu in den tijt

Meilied waarin alle minnaars worden opgeroepen hun geliefde eer te betuigen; ook de ikfiguur nodigt zijn geliefde uit om deel te nemen aan de meiviering. Hij schenkt haar een meitak.

1 (Gericht tot de minnaars, dienaren van Venus (1,3))
1,1 De aangename meimaand is thans aangebroken
1,3-4 Met de liefelijke aanblik (van de meimaand) kan men u, dienaren van Venus, nooit overvoeren
1,5 des meys virtuyt: de kracht van de meimaand
1,6 ruyt: fluit
1,7 soet om hooren: prettig om te horen
1,8 orbooren: genieten
2,1 solaes: plezier
2,2 ontploken: ontloken
2,3 des veldekens juecht: het jonge groen op de velden
2,4 cruyden: planten
  van roken: van geur
2,5 net ende reyn: zuiver en ongerept
2,6 Op het mooie, aangename veld
2,8 Door de verfrissende bevochtiging van de meimaand
3,2 dierken: vogeltje
3,3 die Venus doet gewach: die spreekt over Venus (bedoeld zijn de minnaars, vgl. 1,3)
3,5 (Gericht tot de slapende geliefde)
  ons comen bi: bij ons komen
3,6-8 Zeer bemind liefje, - ik (en jij) let niet op de aanval van de afgunstigen - help de meiboom de stad in te brengen
4,1 alleyn: alleen bij me
4,6 Op de manier waarop je kindjes met blote voeten (baby's) maakt
4,7 mijn lieveken ghebruycken: genieten van mijn geliefde
4,8 luycken: sluiten
5 (Gericht tot de geliefde)
5,2 Het is een genoegen voor iedereen
5,3 verclaert: doet stralen
5,4 Verdwijnt alle droefheid
5,5 Haer caecxkens: Hun wangen
5,6 versuchten: smachten
5,7 Brengt ieder bij zijn liefje teweeg

[pagina 98]
[p. 98]

6,1 Oorlof: Gegroet
6,3 Aanvaard deze meitak van harte in dank
6,4 na reynder sede: op eerzame wijze
6,5 Bewijs aan ons oprecht uw goedgunstigheid
6,6 eglentier: wilde roos (ook gebruikt als symbool voor de liefde)
6,7 ontspringen: ontwaken

De beschrijving van de lieflijkheid van het voorjaar als beeld voor ontluikende liefde (de Natureingang) is een traditioneel onderdeel van het liefdeslied, maar wordt in dit meilied breed uitgewerkt en krijgt daardoor een extra dimensie, net als in veel andere meiliederen. De natuurbeschrijving dient niet alleen als metafoor, want de bloeiende natuur buiten de stad was daadwerkelijk de plaats waar jongelingen aan de vooravond van de meiviering naartoe konden gaan om meitakken te halen, die 's avonds of 's nachts werden aangeboden aan een geliefde, onder het brengen van een serenade.

Dat gebeurt ook in dit lied: nadat de ikfiguur andere verliefde jongeren heeft opgeroepen om mee te doen met het feest, biedt hij in de laatste strofe aan zijn geliefde een meitak aan als teken van zijn liefde. Hij probeert haar te wekken door bij haar venster dit lied te zingen en tracht haar over te halen om ook mee te doen aan de festiviteiten. De beschreven gebeurtenissen en handelingen zijn dus geworteld in de werkelijkheid van de laatmiddeleeuwse meiviering.

Meiliederen zijn vaak te situeren in een rederijkersmilieu. Dat geldt ook voor dit lied blijkens de woordkeus en de variatie op de prince-strofe in 6,1.

 

Den lustelijcken mey is nu in den tijt is een van de populairste liederen uit het Antwerps Liedboek geweest. Er zijn zo'n honderd contrafacten van bekend, tot diep uit de zeventiende eeuw. De melodie is tientallen malen overgeleverd, niet alleen eenstemmig maar ook in polyfone zettingen onder andere door Clemens non Papa, en in arrangementen voor de luit en de citer. Ten tijde van het Antwerps Liedboek moet het een nieuw lied zijn geweest: de oudste vermelding is in het Devoot ende profitelijck boecxken van 1539. Hier is de melodie uit Fruytiers' Ecclesiasticus (1565) gekozen (aldaar nr. 15). Voor andere versies van de melodie, zie de contrafacten al 24 en 105.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 356-359; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 16-17 en 145-146; Bonda 1996, p. 301-307; Repertorium 2001, t1054, m0122; Oosterman 2001.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken