Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

48 Fortuyne, wat hebdy ghebrouwen?

Liefdesklacht. Een Mechelaar mijmert in de gevangenis van Brugge over zijn geliefde die hij niet meer zal zien.

1,1 Fortuyne: (het personifieerde noodlot)
  ghebrouwen: beraamd

[pagina 131]
[p. 131]

1,3 mi onthouwen: mijn toevlucht zoeken
1,4 wert: wordt
  desperaet: wanhopig
1,5 laten: verlaten
1,7 Rijck: Machtige
  te baten: te hulp
1,11 Dat: (nl. dat ik u verlaten moet (1,12))
1,12 laten: verlaten
2,2 ghildekens: kameraden
2,4 Het allerkostbaarste juweel
2,5 begheven: verlaten
2,6 in den noot: in ellende
2,7 boven alle: meer dan allen
2,8 sterve ick... die doot: sterf ik (als verwoording van groot liefdesverdriet)
3,2 lijf: het leven
3,5 condi maken: zou u tot stand kunnen brengen
3,8 ghi: (nl. Venus (3,5))
  aengaet: onderneemt
4,1 eerst: voor de eerste keer
4,2 op die steen: in de steen (de gevangenis)
4,3 Ondanks al het afgunstig geroddel
4,5 hevet: heeft het
4,6 Daer: Terwijl

Volgens de slotstrofe is al 48 een creatie van een Mechelaar die in Brugge gevangen ligt (4,2). Hij heeft er zijn hart verloren aan een mooie Brugse, maar hij moet haar achterlaten: het lijkt erop dat hij (omwille van deze affaire?) uit de stad verbannen wordt (1,5 en 4,7). Een en ander komt overeen met de situatie die in al 52 bezongen wordt. Ook daar wordt een Mechelaar in Brugge gevangen gehouden. Maar of deze twee liederen het werk zijn van eenzelfde Mechelse auteur, en of ze daarbij misschien zelfs naar dezelfde feiten verwijzen, is niet meer uit te maken.

De hoofdpersoon van dit lied rekent zichzelf tot de ghildekens (2,2): een gebruikelijke omschrijving voor jonge, onbezorgde kroeglopers met wie het echter vaak slecht afloopt, in dit geval door de liefde. In tegenstelling tot het voorgaande lied, Fortuyne heeft mi verbeten (al 47) wordt het Fortunamotief, na de aanspreking in het begin, niet uitgewerkt.

 

Fortuyne, wat hebdy ghebrouwen heeft in het fragment van een latere herziene druk van het Antwerps Liedboek (thans bewaard te Leiden) een wijs-

[pagina 132]
[p. 132]

aanduiding, O doot ay my. Het is dus een contrafact op dat lied, evenals al 47 (zie aldaar). Zelf heeft het ook als model voor enkele contrafacten gediend, wat op een zekere populariteit duidt. In de Souterliedekens komen merkwaardig genoeg twee contrafacten voor: een met de wijsaanduiding Fortuyne, wat hebdy ghebrouwen (psalm 21) en een met een wijsaanduiding die naar de tweede strofe verwijst: Wat sullen wi gaen beghinnen (psalm 53). De berijmer van de Souterliedekens lijkt niet te hebben beseft dat het om hetzelfde lied ging. Hij geeft ook twee keer de melodie: de eerste keer met twaalf regels (conform de liedtekst in het Antwerps Liedboek), de tweede keer met slechts vier regels. In de praktijk maakt dit echter niet zo veel verschil: de twaalfregelige versie bestaat uit drie keer de vierregelige melodie achter elkaar. Alleen de negende versregel wijkt af van dit schema.

De vierregelige versie is in melodisch opzicht eenvoudiger dan de twaalfregelige, waarin veel versieringen zijn aangebracht. Voor het onderhavige lied is in deze uitgave de twaalfregelige melodie (Souterliedeken 21) gebruikt; voor al 47, dat op dezelfde melodie werd gezongen, ter afwisseling de vierregelige versie (Souterliedeken 53). Deze wordt daartoe tweemaal herhaald; alleen de negende versregel is aan Souterliedeken 21 ontleend. Een sterk verwante melodie heeft Hier zijn drie lichte geladen (al 76).

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 688-689; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 36-37 en 161; Coigneau 1980-1983, dl. 2, p. 362-365; Repertorium 2001, t1880, m0229.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken