Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

90 Ick hebbe ghedraghen wel seven jaer

Dialoog tussen een getrouwde vrouw en haar minnaar.

1,1 seven: (het getal zeven wordt gebruikt om een lange periode aan te geven)
1,2 pacxken: last
1,4 den wilden valc: (aanduiding van de geliefde, in dit geval de echtgenoot)
2,1 wildi daer loon afhebben: wil je daar profijt van hebben
2,3 Wees daarvan verzekerd
2,5 verlies: schade
3,2 Oft: Indien
3,5 Wat me ook gebeurt!
4,2 Aen gheen groen heyde: Daarginds in het groene veld
4,5 Stout: Onbevreesd
6,2 een goede vrouwe: als een goede echtgenote
6,4 roosen lesen: rozen plukken
7,1-2 Rozen plukken kan men daar op veel manieren
7,3 Wees daarvan overtuigd
7,4 Al zou mijn man zich de ogen uit het hoofd huilen

De ikfiguur uit de eerste strofe beklaagt zich erover dat zij al lange tijd lijdt door de liefde. Zij vergelijkt haar man met een valk die ze geprobeerd heeft te temmen. Dat is echter niet gelukt: hij is weggevlogen, dat wil zeggen van huis weggereden (2,4). Daarop trekt zij haar conclusie: zij nodigt een jonge man uit om het bed met haar te delen. Hij aarzelt eerst en wendt angst voor haar honden voor, maar eigenlijk is hij te schuchter om het bed van de echtgenoot te gebruiken (3,4-5). Als zij een rendez-vous in de buitenlucht op een geschikte plek voorstelt, gaat hij op haar verzoek in (opvallend is de drievoudige plaatsbepaling: de groene heide, de linde, de boomgaard). In zijn armen verklaart zij hartstochtelijk haar liefde en realiseert ze zich dat er geen weg terug is. Haar minnaar schrikt echter terug voor zulke vergaande conse-

[pagina 227]
[p. 227]

quenties (blijkbaar weer uit angst of ontzag voor haar echtgenoot) en fluistert haar in dat ze haar man kan wijsmaken dat ze rozen aan het plukken was. Dat is een goede smoes, omdat ‘rozen plukken’ ook gebruikt wordt als eufemisme voor vrijen: de vrouw kan zich dus op deze manier onschuldig voordoen, zonder werkelijk te liegen. Zij is zich bewust van deze dubbelzinnigheid (blijkens 7,1-2), maar heeft haar besluit genomen: zij keert niet terug naar haar ontrouwe echtgenoot.

Het lied is een dialooglied: de omschrijving van het liefdesspel is de enige tekst die niet in directe rede staat (5,1-2). Als dit lied door twee zangers gezongen wordt, kan een mooi effect bereikt worden door de rollen van de doortastende vrouw en de schuchtere jongeman stevig aan te zetten.

 

Heel populair lijkt dit lied niet te zijn geweest. De tekst is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek en er zijn slechts drie contrafacten overgeleverd, alledrie protestants. Bij een daarvan, in Fruytiers' Ecclesiasticus (1565, nr. 115), staat de melodie. Van de andere contrafacten is het schriftuurlijke lied Broeders en susters en vreest toch niet (uit Veelderhande Liedekens, 1559) heel bekend geworden, blijkens meer dan tien wijsaanduidingen waarin het wordt genoemd.

Literatuur: Kalff 1884, p. 194-195; Van Duyse 1903-1908, dl. 2, p. 956-958; Hellinga 1941, p. 74 en 189-199; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 62 en 197-198; Komrij 1994, p. 793-795; Fritsch-Staar 1995, p. 256-258; Herchert 1996, p. 145-146; Repertorium 2001, t3396, m0390.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken