Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

120 O tresoor, mijnder herten melodien

Meilied. De minnaar biedt zijn geliefde een meitak aan. Daarbij vraagt hij Venus nadrukkelijk om hulp.

1,1 O schat, vreugde van mijn hart
1,2 In wiens opsien: Door de aanblik van wie
1,3 verblien: blij maken
1,4 beelde: gestalte
1,5 mey: meitak
  in u behoet: onder uw hoede
1,6 Die er aantrekkelijk uitziet
1,7 Al zou al het goed van de wereld van mij zijn
1,8 Ook dan zou mijn hart zich verheugen bij het zien van u
2,1 coemt: komt het
2,2 Daer: Terwijl
2,3 hebbe ick ghegloost: was ik van plan
2,4 God moge mij schenken dat het goed afloopt
2,5 jonstelijck tuwert seynde: vol genegenheid naar u zend
2,6 so minne toebehoort: zoals het hoort in de liefde
2,7 met allen scheynden: volkomen in het ongeluk storten
2,8 in drucke versmoort: terneergeslagen
3,1 rosier: rozenstruik (als aanspreking van de geliefde)
  mijnder herten ghetrouwe: die mijn hart trouw is
3,2 Neemt: Aanvaard
  minlic saluyt: liefdevolle groet
3,3 U eyghen: Volledig aan u onderworpen
  tot uwen behoeve: tot uw voordeel (waarschijnlijk moet men voor
  behoeve lezen: behouwe (welzijn))
3,4 conduyt: geleidster

[pagina 288]
[p. 288]

3,5 lustich spruyt: weelderig groeit
3,7 mijns liefs ghebruyck: de beschikking over mijn geliefde
3,8 vermeeren: toenemen
4,1 spruyten: groeien
4,2 Daer: Waar
4,3 En die voor menig minnaar toch ook ongeluk inhoudt
4,4 Door afgunstigen van wie het hart verteerd wordt
4,5 in vruechden vermeert: in toegenomen vreugde (en doet de vreugde toenemen (?))
4,6 mach: kan
  verblijden: gelukkig worden
4,7 Ten doet Venus: Als Venus het niet doet
  leert: onderwijst
4,8 Door zijns liefs aensien: Door hem een blik op zijn geliefde te gunnen
5,1 van waerden: waardevol (waarschijnlijk moet men voor waerden lezen: vruechden)
5,2 Bewerkster van de troost van mijn hart
5,3 Ontfaet: Ontvang
  in duechden: deugdzaam
5,4 troostelijc: bemoedigend
5,5 worp ic: zou ik... gooien
5,6 verjuechden: verblijden
5,8 verhuechden: verheugen
6,1 schoon ende lustich: aantrekkelijk en genoeglijk
6,2 Wie zou zich niet verheugen
6,3 rustich: vrolijk
6,5 Elcx herte: Hun beider hart
6,6 Als zij elkaar in de ogen kijken
6,7 u vermoghen: uw heerschappij

Het aanbieden van de meitak staat centraal in het lied: de minnaar zegt dat hij de mei heeft geplant en gezonden (strofe 2), vraagt zijn lief de tak aan te nemen (1,5; 3,2; 5,3) en hij beschrijft harmonieus liefdesgeluk in termen van samen de mei planten (strofe 6). Blijkbaar is het lied geschreven ter gelegenheid van de meivieringen, waarbij het gebruikelijk was dat jonge mannen hun geliefde een bloeiende tak, de meitak, aanboden als teken van hun liefde (zie ook al 27, 74, 76, 118, 128, 132). Dat het lied inderdaad in de meimaand gesitueerd is, blijkt uit strofe 4 en uit 6,1. Toepasselijk genoeg spreekt de minnaar zijn lief aan met bloemennamen als rosier (3,1) en roosebloeme, zie ook prieel van waerden (5,1). Het lied bevat elementen die gebruikelijk zijn voor een liefdesklacht (het vragen om vertroosting (2,1;

[pagina 289]
[p. 289]

5,4), het verdrietige hart (2,8; 4,6; 5,7), de onderwerping aan de geliefde (3,3), de nijders (4,4)), maar toch is de algehele toon verwachtingsvol, omdat het zien van de geliefde zoveel vreugde brengt (1,2; 1,8; 4,8; 5,8; 6,6) en omdat de minnaar hoopt op een goede afloop (strofe 6).

 

O tresoor, mijnder herten melodien is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek, de strofevorm is uniek en van de melodie ontbreekt ieder spoor.

Literatuur: Oosterman 2001; Repertorium 2001, t5683.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken