Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 323]
[p. 323]

138 Rijck god, hoe is mijn boelken dus wilt

Liefdesklacht.

1,1 Rijck: Machtige
  boelken: geliefde
  wilt: ongedurig (?)
1,2 Zoals menigeen die men langs de weg vindt
2,2 homoet: respectloze vergrijp
2,3 Des: Daarom
  wil: zal
2,4 Die: Op degene die
  minnen boel: mijn lief
2,5 Dat: (verwijst naar het stelen van de geliefde (2,4))
3,1 Ik denk met veel spijt terug aan haar blonde krullen
3,2 En moge God haar in deugden sparen!
3,3 welgestallet: welgeschapen
4,4 oorlof: afscheid
6,2 vroom lantsknecht: dapper soldaat
6,3 hevet: heeft het
6,5 Moge God de roddelaars met hun praatjes in het verderf storten!

Een minnaar beklaagt zich dat hij van zijn geliefde gescheiden is. In de eerste strofe verzucht hij dat zij zo wilt (ongedurig) is, wat in combinatie met vs. 2 lijkt te betekenen dat zij is gaan zwerven, al zijn beide regels moeilijk te interpreteren. Uit de tweede strofe blijkt dat er bovendien een ander in het spel is, die zijn geliefde gestolen heeft: blijkbaar is het initiatief tot een scheiding niet van haar uitgegaan. Toch heeft hij de hoop nog niet opgegeven dat zij eens zal terugkeren. In de laatste strofe noemt de ikfiguur zich een dapper soldaat; hij is zowel de dichter als de zanger van het lied (sanck (6,1), ghesonghen (6,3), ghedicht (6,4)).

In een liederenhandschrift uit 1568, afkomstig uit het Nederrijngebied, komt een andere versie van dit lied voor, waarin de volgorde van strofe 4 en 5 is omgekeerd en strofe 6 ontbreekt. Het is aannemelijk dat dit de meer oorspronkelijke vorm van dit lied weergeeft: het lied eindigt dan met de aanspreking van de geliefde (hier strofe 4).

 

Met slechts één andere versie en twee contrafacten is Rijck God, hoe is mijn boelken dus wilt geen bijzonder populair lied te noemen. Via een van de contrafacten, het bekende Souterliedeken 13 (Een dwaes die spreect in zijn

[pagina 324]
[p. 324]

gedacht), heeft de melodie toch een zekere verspreiding gekregen. Hier is de versie van het Souterliedeken gevolgd.

 

Met Rijck God, hoe is mijn boeken dus wilt begint een reeks van vijf liederen met de aanhef Rijc God (al 138-142). Het Antwerps Liedboek is immers in beginsel geordend op beginletter, in dit geval beginwoord. Deze vijf liederen staan los van elkaar: ze hebben elk een eigen melodie. Enigszins bedrieglijk zijn al 139 en 142, waarvan de eerste twee verzen (Rijck God, wie sal ick claghen / Dat heymelijck lijden mijn) identiek zijn, maar die een ander verloop hebben en ook verschillen in strofevorm. al 142 is veruit het meest bekende van de Rijck God liederen geweest. Het heeft ook binnen het Antwerps Liedboek enkele contrafacten (al 50 en mogelijk 205 en 215). al 141 heeft vermoedelijk eveneens een contrafact in het Antwerps Liedboek (al 131).

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 696-697; Kopp 1903, p. 519-520; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 99 en 225-226; Joldersma 1982, dl. 2, p. 242-243; Repertorium 2001, t6133, m0999.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken