Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

155 Verblijt u, ic sal u singhen voren

Ironische oproep om plezier te maken en flink te drinken, ongeacht de kosten.

1,2 Het is nu bij uitstek de tijd voor plezier
1,3 tevoren: aanvankelijk
1,4 Ook al verteren we nu alles (impliciet: dat geeft niets, want bij onze geboorte hadden we ook niets)
1,5 den heere van Selden Vroet: de heer van Zelden Wijs
1,6 Die alles opmaakt
2,1 den droeven sin: het bedroefde gemoed
2,3 in tijden: bijtijds
2,3-4 snijden So diep int vet: (bedoeld is: het er goed van nemen)
2,5 altemet: van tijd tot tijd
2,6 cabaret: kroeg
3,1 Ghewet: Afgesproken met een handslag
3,2 Wij zijn bezoedeld door het armoedzaaiersmeel
3,3 Wat zou het helpen als ik het zoveel mogelijk verzwijg?

[pagina 353]
[p. 353]

3,4 Voor de winst van het spel
3,5 Zouden sommigen helemaal uit hun dak gaan (mogelijk te lezen als: souder vreucht in plien)
3,6 Als anderen hen daar niet van weerhielden
4,1 Scheer je weg, degenen die ons bespotten
4,3 Ondanks het geroddel van de afgunstigen, sporen wij aan tot
4,5 niet en verhuecht: geen plezier maakt
4,6 Die deugt niet
5,1 Gedraag je deugdzaam als het er de tijd voor is
5,2 Zorg dat je je jeugdigheid steeds groen (fris) houdt!
5,3 Sommigen waren nooit echt ondernemend in het doen van
5,4 Zaken waarbij het om loltrappen gaat
5,6 sneeft: is er ellendig aan toe
6,1 Laat de afgunstige roddelaars in hun sop gaarkoken en vermijd hen
6,2 Wie heeft zijn bezit bij zich kunnen houden?
6,4 Zij moeten het bezit achterlaten
6,5 die tgoet oorboren can: die zijn bezit op de juiste wijze kan gebruiken
7,1 gan: vergunne hen
  hopelijc: met het volste vertrouwen op de toekomst
7,2 Dus heeft het dan ook geen zin om je zorgen te maken
7,3-4 Wie hooggezeten is, belandt vervolgens vaak op een rad (als straf)
7,5 achter nat: berooid
7,6 Wat kan ons dat schelen!
8,1 Vanavond zal men ons stomdronken vinden
8,2 Een dronkaard zit vast in het vat
8,3 Maar blijft toch gezond, al zwelgen
8,4 We voor drie
8,5 Het waardinnetje schenkt ons op krediet als afscheidsgeschenk
8,6 Zo zien wij er piekfijn uit
9,1 Poy: Zuip
9,2 Schoy: Plezier
  genoechte: vreugde
9,3 Wij zullen de bierrekening flink laten oplopen
9,4 Daar kikkeren we van op
9,5 Neemt al in danc: Aanvaard in dank
9,6 Ons dwaze optreden

Verblijt u! roept een zanger zijn publiek toe: laten we het er flink van nemen, nu we nog jong zijn, het op een zuipen zetten en het geld erdoor jagen! Bij het zingen is de interactie met de aanwezigen heel direct: de zanger roept hen op om met hem mee te doen en deel te nemen aan het spel, hij spoort de buiten-

[pagina 354]
[p. 354]

staanders aan om weg te gaan (4,1) en aan het einde van het lied is er een revérence voor de toeschouwers (9,5-6). Net als in al 166, dat ook thematisch sterk verwant is, wordt het zorgeloze leventje van geld verbrassen verdedigd met een bijbelreferentie, in strofe 6 en 7: volgens de bergrede (Mattheüs (6:19-34)) moet de mens zich geen zorgen maken om het aardse goed, want God zal voor hem zorgen. Natuurlijk gebruikt deze vrolijke pleziermaker deze gedachte wel op een eigen manier en verliest hij voor het gemak het uiteindelijke doel, het Koninkrijk Gods, uit het oog. De inhoud van het lied doet vermoeden dat het ooit in de context van de vastenavondviering gezongen werd.

De rijmtechniek van dit lied is uitzonderlijk kunstig. Niet alleen is het eindrijm foutloos uitgewerkt (aaabbb), maar het is bovendien gecombineerd met andere rijmvormen (de volgende voorbeelden zijn steeds ontleend aan strofe 1): elke strofe bevat middenrijm in de eerste twee regels (Verblijt: tijt), slagrijm in regel 3 (gheboren: tevoren) en overlooprijm dat de opeenvolgende strofen aaneenketent (verdoet: moet (1,6 en 2,1)).

 

Voor een lied waarvan de tekst alleen in het Antwerps Liedboek is overgeleverd, is Verblijt u, ic sal u singhen voren opmerkelijk populair geweest: er zijn zo'n twintig contrafacten bekend. Het waren vooral rederijkers die zich tot de melodie met zijn ingewikkelde, karakteristieke strofeschema voelden aangetrokken. Al uit het midden van de vijftiende eeuw is er een lied overgeleverd waarin we een variant van de strofevorm kunnen herkennen: Laet ons, laet ons de mey wat loven (Gent, Pachtboek van tGodshuys van Sint Jacobs, 1447-1448). Zelfs het overlooprijm dat de strofen verbindt, wordt hier al toegepast. De Brusselse rederijker Colijn van Rijssele gebruikte dezelfde techniek, en ongetwijfeld dezelfde melodie, voor een lied in zijn toneelstuk Spiegel der minnen (eind vijftiende eeuw): Laet ons, laet ons die rooskens saeyen. Men kan zich afvragen of de wijsaanduiding aldaar, Hout aen ick sal u singhen voren, authentiek is - de eerste uitgave dateert pas van 1561 - maar het lied maakt de claim Een oudt liedeken in het Antwerps Liedboek realistisch, in elk geval wat betreft de melodie en het strofeschema. Nog rond 1600 is de belangstelling voor het inmiddels anderhalve eeuw oude lied/wijs/schema onverflauwd, bijvoorbeeld bij de dichters Hendrick Aerts van Boxtel [1576], Pieter Cornelisz van der Morsch (Leiden, 1596) en Pieter Lenaerts van der Goes (Zeeland, 1602), en in een nieuwjaars- en tafellied uit de Amoreuse Liedekens (na 1613).

In de meeste wijsaanduidingen wordt het enigszins afwijkende begin Hout aen ick sal u singhen vooren genoemd. De Dene citeert als wijsaanduiding uit de tweede strofe: Ons pandekens blyfven altemet / int Cabaret. De melodie is alleen bekend uit Lenaerts van der Goes' Druyven-Tros der

[pagina 355]
[p. 355]

Amoureusheyt (1602), p. 94, met een eigen variant van het strofeschema. Om er de Antwerpse tekst op te zingen zijn wel enkele aanpassingen nodig. Zo hebben we een motief uit Leenaerts' melodie moeten herhalen om het slagrijm van vers 3 uit de Antwerpse strofe goed te laten uitkomen; dit slagrijm ontbreekt namelijk in Lenaerts strofevorm.

Literatuur: Coigneau 1980-1983, dl. 2, p. 362-365; Repertorium 2001, t6597.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken