Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 393]
[p. 393]

174 Al ben ic van den scamel ghesellen

Drinklied waarin een fervente drinkebroer die de luiheid tot levenskunst verheven heeft, eenieder enthousiast oproept om eens stevig aan de rol te gaan.

1,1 Al hoor ik thuis bij de armoedzaaiers
1,2 Y: (uitroep van verrukking)
1,3 Ik ben van plan de drankrekening flink te laten oplopen
1,4 hupsen: lekkere
1,5 Hi!: Hé!
1,6 En laten we de bloemetjes buiten zetten!
1,8 Al zou ik van armoe op blote voeten moeten lopen!
2,1 Wel: Goed
  specken: dik worden
2,2 Begrijp maar goed wat mijn enige bedoeling is
2,3 lecken: leegslurpen
2,4 Daar bestaat mijn hele leven uit!
3,1 Met nietsdoen en flink brassen
3,3 croesen: bekers
4,1 Sinte Noywerc: Sint Werkschuw
4,4 leechdom: ledigheid
5,1 In de ommegang droeg ik het beeld van Sint Luiaard
5,2 En de feestdag van Sint Werkschuw heb ik steeds uitbundig gevierd
5,4 Sinte Reynuyts: Sint Schoon Op
6,1 vast: al maar door
6,2 In dat beroerde schip van Sint Schoon Op
6,3 metter ghilde: met dat gezelschap
6,4 En zo geeft iedereen me toch wat geneesmiddelen (drank)
7,1 Bacchus: Bacchus (god van de wijn)
7,2 Ic vaer te Platteborsse: Ik ga naar Platbeurs (ironische plaatsnaam)
  na: naar
7,4 Fy!: Ach! (uitroep van afkeuring)

Dit lied is een geslaagd stukje rederijkersliteratuur in het zot, met levendige zegswijzen en een vlot en natuurlijk taalgebruik. Het lijkt een autobiografisch relaas van een kroegloper, een levenslustige outcast van de zestiendeeeuwse maatschappij. De slotstrofe, een prince-strofe, wijst echter in de richting van een rederijker als auteur, dus naar een lid van de burgerij.

De verwijzing naar spotheiligen als Sint Noywerc, Sint Luyaert of Sint

[pagina 394]
[p. 394]

Reynuyt komt vaker voor in de laatmiddeleeuwse literatuur (zie ook al 50:4,5). In feite wordt hier een feestvierder gekarakteriseerd die met een leven van drank, nietsdoen en brassen zijn eigen ondergang tegemoet snelt: tenslotte vertrekt hij in het schip van Sint Reynuyt naar Platteborsse, een verzonnen plaatsnaam die de complete armoede uitdrukt (strofe 6 en 7). Ook dit is een bekend motief, dat kan samenhangen met de carnavalsviering: daarbij werden wel schepen met lallende narren door de stad getrokken om hen symbolisch te verwijderen uit de burgerlijke samenleving (men denke hierbij aan de spreekwoordelijke Blauwe Schuit)

 

Dit lied is alleen bekend uit het Antwerps Liedboek. De strofevorm is tamelijk algemeen, maar komt zelden voor met een refrein, dat hier de tweede helft van de strofe in beslag neemt. Zo'n refrein zien we slechts bij enkele liederen met deze vorm, allemaal contrafacten van een liedje beginnend met de regel Lijnkens oven is bestoven, waaronder Souterliedeken 135 (zie al 188). Op een dergelijk boertig dansliedje kan men zich Al ben ic van den scamel ghesellen ook goed voorstellen.

Literatuur: Pleij 1983, p. 104-106 en 187-197; Coigneau 1980-1983, dl. 2, p. 362-365; Repertorium 2001, t0189, m0499.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken