Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar
Afbeelding van Het Antwerps liedboek. Deel 2. CommentaarToon afbeelding van titelpagina van Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.01 MB)

Scans (39.50 MB)

ebook (5.88 MB)

XML (1.57 MB)

tekstbestand






Editeurs

Dirk Geirnaert

Louis Peter Grijp

Hermina Joldersma

J.B. Oosterman

Dieuwke E. van der Poel



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het Antwerps liedboek. Deel 2. Commentaar

(2004)–Anoniem Antwerps liedboek–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

194 Het was te nacht, also soeten nacht

Verhalend lied. Een jonge vrouw vertelt een schipper over haar ervaringen in de liefde. Tenslotte besluiten zij samen verder te gaan.

1,1 also soeten nacht: zo'n ontzettend mooie nacht
1,3 De fieren nachtegale hief op: De trotse nachtegaal hief... aan
1,4 wilder tonghen: onstuimige tong
2,3 minen fiere maghedom: mijn onschuld waar ik trots op was
2,4 Ik heb er niet om kunnen treuren
3,2 Een ringetje van goud
3,4 Daar zullen ze nog wel spijt van hebben

[pagina 436]
[p. 436]

4,3 Gebreect u: Hebt u gebrek aan
5,2 En ook aan niets anders
5,4 niet vinden: niet aanwijzen
6,3 Maak het het kindje dan in alle opzichten naar de zin (zorg er goed voor)
6,4 en: (kan onvertaald blijven)
7,3 Maer: (kan onvertaald blijven)
7,4 En: (kan onvertaald blijven)
8,2 Zij heeft er naderhand grote spijt van gehad
8,3 also saen vergadert zijn: zo spoedig getrouwd zijn
8,4 En: (kan onvertaald blijven)
9,2 Een fiere gelaet: Een gelaat vol zelfvertrouwen
10,2 Dat zij beter op hun maagdelijkheid letten

Het was te nacht, also soeten nacht is een wat raadselachtig lied, dat begint met zingende vogels, waaronder een nachtegaal met wilder tonghen en het eindigt met de raad aan meisjes om het willeken van hun minnaars niet te doen, wanneer ze hun minnaars willen houden. Daartussendoor wordt verteld over een ring, een schippertje, eten en drinken, een zwangerschap, en trouw en ontrouw. Naast deze welbekende motieven valt ook de traditionele verteltrant op, met veel uitbreidende herhaling (een zin wordt met een kleine wijziging herhaald, voordat de volgende stap in het vertelling gezet wordt (4,3-4 en 5,1-2; 5,3-4 en 6,1-2; 7,3-4 en 8,1; 8,4 en 9,1)). Het lied is niet eenvoudig te interpreteren, wat heel goed zou kunnen samenhangen met de wijze waarop het lied ontstaan is. Vooral de overlevering van de muziek vormt een aanwijzing dat het is opgebouwd met reeds bestaande elementen als bouwstenen, die door associatie in een bepaalde volgorde gezet zijn (iets soortgelijks zagen we reeds in al 69). Daaruit resulteerde het volgende verhaal: een schipper hoort een jonge vrouw klagen dat zij haar maagdelijkheid heeft verloren aan twee jongemannen, die haar ook een gouden ring ontnamen (strofe 1-3); de schipper biedt haar eten en drinken aan, maar daaraan heeft zij geen behoefte: zij is in verwachting en weet de vader niet te vinden (omdat zij met twee mannen gevreeën heeft en dus niet weet wie de vader is? (strofe 4-5)); de schipper adviseert haar goed voor het kind te zorgen, dan komt de liefde van de vader ook vanzelf (strofe 6); de vrouw wil advies inwinnen bij de nachtegaal (die ook in al 221 optreedt als gesprekspartner van een minnaar); de schipper blijkt, net als zijzelf, het gemis van een verloren liefde te kennen (strofe 8); dan besluit de vrouw om bij hem te blijven (ze zijn immers lotgenoten), hoewel zij haar eerste liefde niet zal kunnen vergeten; het lied wordt afgesloten met de moraal.

[pagina 437]
[p. 437]

Het was te nacht, also soeten nacht heeft een zekere verspreiding gekend: het is uit twee andere bronnen bekend, het handschrift van Jenneken Verelst (Brabant, circa 1540-1550) en het Aemstelredams amoreus lietboeck (1589). Daarnaast is de beginregel drie keer als wijsaanduiding gebruikt: tijdens een Brussels rederijkersfeest in 1562, door Katharina Boudewijns eveneens te Brussel (1587) en voor het bekende lied U liefde quelt mijn totter doot, dat voor het eerst in het genoemde Amsterdamse liedboek verscheen en later vele malen als wijsaanduiding is aangehaald. Dan zou Het was te nacht op de melodie van U liefde quelt mijn totter doot kunnen zijn gezongen, die uit andere bronnen bekend is - stelliger mag men het niet formuleren bij een lied dat lijkt te zijn samengesteld uit brokstukken van andere liederen met een eenvoudige strofe en derhalve uitwisselbare melodieën. Maar het citerboekje Nova longeque elegantissima cithara ludenda carmina (Nieuwe en zeer elegante liederen om op de citer te spelen) van Sebastiaan Vreedman (Leuven, 1568) bevestigt ons vermoeden: er komt een zetting in voor getiteld Het wasser te nacht, die overeenkomt met de melodie van U liefde quelt mijn totter doot zoals die in zeventiende-eeuwse liedboeken is overgeleverd. We hebben hier de eenstemmige vocale versie aangehouden uit Der reden-ryckers stichtighe tsamenkomste (Schiedam, 1603). Het vierregelige Het was te nacht past op deze vijfregelige melodie wanneer we de laatste versregel herhalen, zoals Katharina Boudewijns ook heeft aangegeven bij haar contrafact.

Maar er is meer: de beginregel van de tweede strofe komt voor in een wijsaanduiding in de Singhende Swaen (1664): Daer waren twee gesellekens. De gelijkenis met Dat verhoorden twee gesellekens fijn (al 194:2,1) zou op toeval kunnen berusten, ware het niet dat de wijsaanduiding als alternatief dient voor Uw' liefde quelt my totter doodt - dat op dezelfde melodie werd gezongen als Het was te nacht, zoals we juist hebben gezien. Niet alleen de tweede, ook de vierde strofe is zelfstandig traceerbaar: eenmaal als arrangement voor de citer door Sebastiaan Vreedman (1568), overigens met een andere melodie dan Het was te nacht, en eenmaal als wijsaanduiding (Het sat een Schippertje op sen schip) in het Haarlemse liedboekje Sparens Vreughdenbron ii (1646). Dit alles ondersteunt het vermoeden dat Het was te nacht is samengesteld uit verscheidene oudere liederen, temeer daar de als wijsaanduiding aangehaalde versregels het karakter hebben van beginregels.

Literatuur: Van Duyse 1903-1908, dl. 1, p. 292-294 en 489-490; Von Wulffen 1963, p. 47-51 en 79-80; Vellekoop en Gerritsen 1972, dl. 2, p. 122-123 en 247-249; Pfeffer 1985; Repertorium 2001, t2913, m1055.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken